Sprookjes GROEP 8B
HOOFDSTUK 1
De draak van 21 December 2012-1
De draak van 21 December 2012 Het was een grauwe dag en draken ridder Ewoud wachtte op deze dag. Want op deze dag komt de draak van 21 December.
Het is een draak van wel 2km hoog en vernietigt echt alles, en “vandaag is de dag dat, dat niet gaat gebeuren”Zei Ewoud “want vandaag stop ik hem” 1
Ook op die dag kwam er een vrouw langs, een hele oude vrouw alleen Ewoud kon haar zien Ze vroeg aan Ewoud : “Wil je mee naar de toekomst spiegel” Daar zei Ewoud geen nee op en toen ze er waren kon Ewoud alles zien wat er ging gebeuren hij kon zelfs de draak zien. Toen kwam de vrouw aanlopen met een mooi zilvere harnas en sterke zwaarden en ze zei: “Alsjeblieft voor in de strijd veel succes.” Opeens Beamde Ewoud weg Hij zat weer op de bank maar nu in het Harnas. Nog een seconde en de draak kwam Ewoud hat snel een plan nodig maarja de draak was al gekomen en had el wel wat kapot gemaakt Ewoud rende naar buiten en begon te schieten met zijn pijl en boog dit keer had de draak hulp meegenomen. Een Endeman onee Die kunnen Teleporteren. Ewoud had hulp nodig en snel gelukkig kwam net zijn vriend John aanrennen hij had een harnas een zwaard bij zich “laten we naar hem toe rennen” Zei John “Nah ik weet het niet hoor” zei Ewoud “in 3…2…1.. GO” Zei John en samen rende ze naar de draak. Eerst de ben dan het lichaam en dan het hoofd. Toen de draak verslagen was kwam er een grote witte flits “pfffffffff ” Zucht Ewoud en John tegelijk Dat was een heel avontuur “laten we naar huis gaan” Zei John
50 Jaar Later “Hey ouwe heb je mijn sms gekregen de draak komt weer terug” zei Ewoud, “we moeten onze zonen trainen” Zei John “Niet alleen hun ook onze kleinzonen, want straks heeft de draak nog meer versterking mee en is ie nog machtiger” zei Ewoud “ik weet wel iemand voor harnas en zwaard” aarzelt Ewoud. “Zal ze nog wel leven” Denkt Ewoud. Terwijl Ewoud naar het huis van de ouwe vrouw loopt krijgt hij een koude rilling alsof iets hem vasthoudt Ewoud zet het op een lopen, opeens ziet hij een flits hetzelfde als toen de draak verdween. Opeens zat Ewoud thuis op de bank alsof de vrouw niet wou dat hij naar haar huis toe kwam DE VOLGENDE MORGEN…………… Ewoud zit hard naar te denken “Hoe gaan we ze trainen” Ewoud denkt hard na hij bouwt een heel parcours, Nou.. maakt het is op een magische wijze hier gekomen. Elke dag trainde de jongens 5uur, maar vandaag was de dag aan gekomen. Dit keer verscheen de vrouw ook maar zei ze iets heel anders Ze zei: “kom niet meer naar mijn huis”, “Hier zijn de Harnassen” en toen verdween ze weer Ewoud keek naar de harnassen alles was perfect in maat het was echt raar “Ze is volgens mij echt magisch” Zei Ewoud in zichzelf “Dat zou wel moeten” dat is nu niet belangrijk. De jongens staan al klaar en de draak komt er ook aan. Alles licht in de handen van de jongens. De tijd was aangebroken de draak was er, De jongens hadden een hele andere tactiek dan Ewoud en John, Eerst de vleugels dan de kop dat was al genoeg Hun zwaard zat wel vol bloed en hun gezicht was ook helemaal rood maar dat maakte niet uit want ze hebben het gered en wij zijn trots op ze. Toen de draak weer verdween kwam weer die witte flits maar dit keer leek het wel alsof iets ontplofte. “Hopelijk komt hij niet meer terug” zij John. Kom we gaan een ijsje met 50 bolletjes eten!
2
HOOFDSTUK 2
Alana
Alana’s leven: Er was eens een meisje dat heel geliefd was, ze hete Alana. Alana haalde goede cijfers en daar was één meisje jaloers op: Felice. Ze was zo jaloers dat ze een groen hoofd kreeg als ze Alana zag. De mensen wisten dan gelijk “O, daar is Alana”. Felice was eigenlijk geen gewoon mens ze was een heks, maar dat mochten de mensen niet weten! Alana was ook geen gewoon mens zij was prinses van Modeland! Alana woonde in het Colosseum in Rome, daar woonde ze met haar moeder Minet en haar vader Toeva. Alleen haar BFF Lehandra wist dat ze een prinses was verder niemand, althans dat dacht ze, Felice wist het ook en Alana wist ook dat Felice een heks was. In het Colosseum had Alana een hele verdieping van haarzelf. Ze had daar een Bibliotheek, een hockey
3
zaal, een danszaal en een slaapkamer zo groot als een voetbal veld. Ze had ook een vriendje Jordan, ze was helemaal gek van hem! Vandaag ging Alana met Lehandra naar Modeland toe om nieuwe kleren want er was over een week een gemaskerd bal. Maar wat ze niet wist was dat Felice onzichtbaar achter hun aan ging, ze was van plan om kleren te stelen. Tot haar grote verbazing werd ze niet toegelaten door het krachtveld. Ze gooide met vuur, ijs en bliksem maar het veld ging niet kapot! Inmiddels waren Alana en Lehandra al tussen de kleren aan het snuffelen. Ze hadden niets door tot Deleijla: de wachter, kwam vertellen dat iets of iemand binnen probeerde te komen. Alana ging kijken en zag….. niemand! Maar ze voelde dat er iemand was. Ze dacht de enige die ik ken met onzichtbaarheidskrachten is……. Felice! Natuurlijk! Toen barstte het gevecht uit. Er werd met vuur, ijs, bliksem enz. gegooid. As snel was er niets meer van Felice over. Alana was veel machtiger. Van Felice was er alleen nog as over.
Op een voorwaarde ze deden of er niets was gebeurd. Dat vond Alana goed. Toen Alana weer bij Lehandra kwam zag ze dat ze was betoverd en vast gebonden. Alana wou vragen wat er was gebeurt maar toen zag ze het briefje er stond: “Als je wilt dat Lehandra weer mooi en normaal word moet je mijn vriendin zijn of mij te pakken krijgen”. Alana wist dat het van Felice was en was razend erg razend! Ze stuurde 100den wachters op aar af aar vonden haar niet dus ging Alana aar zelf zoeken, ze vond haar meteen. Toen Felice de volgende ochtend waker werd was ze woedend! Ondertussen waren Alana en Lehandra Jordan aan het bellen of hij kwam. Hij kwam. Ze gingen met z’n 3en naar school. Onderweg vond Alana dat het tijd was om de waarheid te vertellen. Ze vertelde echt alles over Felice en over Modeland. Toen ze dat had verteld zij hij: “Alana, het boeit me niet dat je rijk ent f prinses, ik blijf van je houden!”. Alana vroeg of hij mee wou na schol naar haar paleis en dat deden ze. Ze liet alle kamers zien ook Modeland .Die avond was er het gemaskerd bal. Ze gingen zo mooi als ze konden dus gingen ze eerst naar Modeland kleren zoeken. Eenmaal op het bal werden ze als prins en prises gekozen en Jordan vroeg haar ten huwelijk en Alana zij Ja!
+
=
!!!EINDE!!!
4
L O V E
HOOFDSTUK 3
De dwerg en de REUS
De dwerg en de REUS
Hallo allemaal ik ben de stem van vertel. Ik ga nu een verhaal vertellen dat misschien een beetje bloed dorstig is dus als je niet zo oud bent zijn de gevolgen van dien. Maar goed we gaan nu luisteren van een dwerg met de naam Dwindol, dus luister en huiver.
5
Altijd die De Reus familie, ik wil een grotere kamer, ik wil een verwarmde vloer, ik wil dit ik wil dat. Het is ook nooooooiiit goed. ik moet naar de stad voor wat onderdelen en hopelijk is er dit keer geen mini rel!
Maar dwergenstad was geen gewone stad het was een stad daar altijd ruzie was een nooit ging er iets op een
rustige manier. Maar Dwindol komt in de stad en er is eeeen puinhoop twee dwergen maken ruzie eer is een overval bij de bakker maar Dwindol moest bij de houtzagerij zijn. Dwindol was altijd sacherijnig en noooooooiiiit blij of tevreden en dat zelfde geldt voor de andere dwergen maar dan zijn ze altijd kwaad op hem. maar Dwindol had zijn materiaal en vertrok naar het huis waar hij een half uur later was. Maar daar was de familie De Reus en Reus groot zij:’Ik wil mijn huis over een week hebben anders kun je gedag zeggen tegen het leven van je!!! Dwindol schrok en ging gauw aan het werk.
Maar die week daarop had hij maar 1 kamer en de keuken af meer niet de Reus was woedend en zei; genoeg met jou , WACHT!!! zei de kleinste mag ik nog spelen met kleine man? Nou vooruit dan 1 uur en niet meer! Hoi ik heet GSR. GSR? ja zei de kleine reus Grootte Stoute Reus. Hahaha, Dwindol moest voor het eerst lachen maar het uur was al snel voorbij de pret was uit en hop daar gaat Dwindols kop!!! GSR moest huilen maar het leven ging door. Toch klopt er iets niet want er gaat een gerucht dat als je een dwerg met een naam met een D begint dat zijn geest voor eeuwig blijft rond zweven. Daar kopt wel wat van want iedere nacht komt Dwindol zijn geest bij de GSR. Ze dromen over grootse avonturen en beleven ze ook ze hebben iedere nacht pret als geen ander.
Twee dagen later‌
GSR eten die soep staat klaar maar niet rennen. De moeder van GSR verpest alles ze waren namelijk van plan om naar het dode bos te gaan en op jacht te gaan naar de grootste buit die er te vallen valt, het doden van Lorzo het zwrte draken monster
6
Ze zeggen dat alles wat hij ziet op eet en hij is zo groot als 8 keer GSR op elkaar gestapeld en toen gingen ze s‘avonds laat gingen ze naar het bos en daar hoorden ze het gebrul al BBBBBBBBBBBWWWWWWWWWWWWWWWAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA AAAAAAAAAAAAAAHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Ik heb honger ik rui Reuzen vlees en daar hoorden ze hem al aan stampen en de GSR begon te rennen en Dwindol maar lachen. Dwindol ik haat je hebt me bedrogen ik ga dood en daar kwam Lorzo en scheurde GSR aan stukken als of de Duivel een Rode fles wijn kapot gooiden en al de rode wijn overal naar toe vloog. Het enige dat er nog lag was een grootte harige pink van GSR.
Het is nu al helaas het einde dus ik zeg dan maar…
Einde
7
HOOFDSTUK 4
De rode robijn
De rode robijn: Er was eens een driekoppige draak. Ze waren drie broers en alle drie een prins. Ze hadden een heel mooi harnas. De ene helemaal links heet Anthonio, de rechter heet Liandro, hij was de sterkste en de middelste heet Tïago hij was de oudste en de stoerste. 
 Op een dag hoorde ze in de drakenstad dat er een robijn is waarmee je oorlogen mee kan stoppen, natuurlijk wilde zij die hebben. Hij was wel goed verstopt want niemand had hem tot nu toe gevonden. Er is ook niemand
8
terug gekomen. hun besloten ook te gaan. Ze pakte een Helle tent en hun harnas, die avond waren ze nog ver
trokken. Ze renden en renden tot ze in het bos aankwamen, ze zette de Helle tent op en besloten te wachten tot mogen. Toen ze wakker waren was het weer licht. Nou ja licht, de bladeren hielden het tegen. Ze pakte alles weer in en zochten een beekje om zich op te frissen. Na een paar uur lopen kwamen ze in een dorp te recht, ze kwamen bij een oude herberg aan. Ze vroegen aan de herbergier of ze hier mochten slapen, dat mocht. Ze lieten hun spullen daar staan en gingen op verkenning in het dorp. Ineens begon iedereen te rennen. De drie draken vroegen wat er was maar iedereen renden gewoon verder, uiteindelijk stopte er iemand, hij vroeg waarom hun niet aan het rennen waren. Ze zeiden dat ze niet eens wisten wat er aan de hand was. De draak zij dat de poort naar de robijn openging en dat was net wat de draken moesten hebben hij zij ook dat je niet terug kon komen zonder der robijn. Ze renden zo snel als ze maar konden en toen ze vijf meter in de buurt kwamen werden ze opgeslokt door het zwarte gat in de rotsen. nog geen seconden later stonden ze in een donker bos. Even daarna ging de poort achter hen dicht. Tïago voelde iets in zijn rug, hij zei tegen Liandro dat er misschien iets in zijn nek zat. Inderdaad, er zat een teleporteerdraakje in zijn rug. Het teleporteerdraakje kan zich naar alle werelden toe teleporteren, dus ook naar de draken wereld. De teleporteerdraak zij dat hij nog iets moest vertellen. Ze moesten opzoek naar het dorp van de Karatavens. Hun zullen je brengen naar de berg waar de Robijn te vinden is. Toen vloog het draakje weg, een witte flits en er was niks te zien.
Ze liepen de hele nacht en toen het ochtend werd hoorde ze een harde knal, alle drie de drakenkoppen stonden gericht in de richting van de knal. Ze vlogen richting de knal en toen zagen ze een piepklein mannetje, ongeveer 1.90 met een geweer. hij schoot meerdere keren op de draak met drie koppen maar het geen enkel nut. Toen zette hij het maar op een lopen en gooide hij zijn geweer neer. De draken waren natuurlijk veel sneller en de man gaf het al snel op. De draak stopte recht voor zijn neus. de draak vroeg of hij van de Karatavens was, hij zij dat het hun niks aan ging en waarom ze het wilde weten, waarop de draken antwoorde wij zijn de prinsen van de draken wereld, wij zijn opzoek naar de robijn. En als U van de Karatavens bent dan weet u vast wel
9
waar de robijn te vinden is. De piepkleine man van 1.90 zij dat ze mee moesten komen. Na een paar minuten lopen kwamen ze bij een heel groot fort net voor de grote berg. De piepkleine man zij dat ze vaak aangevallen worden. De man riep iets dat de draken niet konden verstaan. Tïago zei dat het vast geheimtaal was. Even later kwam er een hele groot poort naar beneden, de draken deinsde terug want toen de poort op de grond knalde hoorde je een heel grote knal, en iedereen weet dat draken gevoelig zijn bij de oren, wist je het niet? dan weet je het nu. Ze wilde zo snel mogelijk de berg in op naar de robijn maar eerst eten

toen ze zich vol hadden gepropt gingen ze de bergen in. Eerst moesten ze door een donkeren tunnel, ze spoten vuur zodat ze wat konden zien. Na een paar minuten door die donkere tunnel lopen zagen ze licht. Ze moesten ook nog de berg op klimmen en dan nog over een dun weggetje gaan lopen, daar kon je niet opstijgen want daar had je geen ruimte voor. Toen ze alle obstakels hadden gepasseerd was het al donker geworden ze zochten de dichtstbijzijnde grot en besloten daar te gaan slapen en wachten tot morgen. De volgende dag had het hard geregend en waren er veel plassen waar ze wat konden drinken en zichzelf op frissen, ze moesten wel opschieten want het zou nog lang gaan duren. Toen ze opgefrist waren gingen ze opzoek naar een open plek om te kunnen vliegen, toen zagen ze een besneeuwde bergtop en daar naast was er een legaal stuk grond, wel met sneeuw natuurlijk. Maar volgens Liandro maakten het niet uit. Ze namen een grote aanloop maar net toen ze wilde springen gleden ze uit. Ze vielen van de berg, toen zei TĂŻago dat ze hun vleugels moesten spannen. en dat Anthonio een wending moest maken zodat we recht zouden vliegen. Dat lukte anders waren ze te pletter gevallen. Ze vlogen langzamerhand hoger en hoger. totdat ze boven de hoogste bergtop vlogen. Ineens kwam uit het niets een heel hoge berg een nog hogere berg dan alle andere bergen. Ze zochten plekje om veilig te landen, gelukkig hadden ze dat wel deze keer. Maar ze hadden weer eens te vroeg gejuicht, voor hun neus was een brug van hout en een paar touwen en het leek wel alsof er geen ondergrond was. gewoon een zwart gat. er was ook geen plek om op te stijgen. het leek wel een gevangenis ze konden niet achteruit, ze moesten wel over de brug. Ze namen de grootste aanloop die er maar bestond en ze renden zo hard ze konden, toen ze dichtbij kwamen konden ze niet terug. Toen ze achter zich keken vielen alle planken weg, toen ze aan de overkant waren stortte de hele brug in een keer neer. Je hoorde het niet eens op de grond vallen maar het viel wel. Ze stonden voor de berg die ze eerder in de lucht ook al hadden gezien, ze klommen de berg op door gebruik van hun nagels. Ze keken in iedere grot die ze tegen kwamen, ineens zag Liandro een rood gloeiende grot. Hij zei tegen zijn broers dat ze daar ook moesten gaan kijken. Ze klommen de grot in en liepen de grot in, in het midden van de grot stond een stenen paal, daarin zat de robijn. Liandro tikte hem heel voorzichtig aan. Ineens werd alles zwart, ineen flits stonden ze in het oude betrouwbare bos, waar ze eerst waren, en ineens nog een flits en ze stonden ineens in de draken wereld. Er kwamen mensen om hun heen juichen uit blijdschap. Maar de draken wilde snel naar huis. Ze pakten de helle tent uit de herberg en zeiden nog een keer dag tegen de mensen en toen renden ze door het donkere bos naar huis, ze waren er binnen een paar uur. Toen ze hun fort eindelijk weer zagen keken de wachters verbaasd 10
ze schreeuwde uit blijdschap en waren heel erg opgewonden. Toen ze de poort open deden schrokken de draken niet, niet een vinnetje bewoog. Hun ouders kwamen als eerste de brug over huilend uit vreugde. Toen kwam het volk aanrennen en begon eromheen te dansen. Jullie denken dat het verhaal afgelopen was he? Dan hadden jullie het goed mis… Een paar dagen later, ze hadden de robijn in de kerker gedaan omdat ze dachten dat hij zwarte magie bezat. Op een dag besloten de broers om naar de robijn te gaan, ze keken in de robijn en zagen oorlogen, doden, dingen waar hun ogen niet voor bestemd waren. Ze pakten de sleutels van de slapende wachter en stopten zo al de oorlogen. De volgende dag begon het hard te regenen en te onweren. Dagen gingen voorbij en de regen was niet een keer gestopt. Het water had de sloten doen overlopen. Mensengaven de robijn de schuld, er waren mensen aan het plunderen en er waren mensen doodsbang dat ze door al dit water zouden verdrinken. Ineens werd de lucht heel blauw. De tijd stond stil, je zag mensen elkaar slaan en je zag huilende baby’s, hun hele stad was vernietigd. Ineens kwam er een fel licht, de ogen van de draken verbrande bijna, er stond een draken fee voor ze, de draken fee was prachtig. De draken fee zei dat ze de robijn moesten vernietigen, meer zei ze niet. toen was de draken fee weg en het begon weer te regenen. Ze gingen naar huis, ze hadden afgesproken om ‘s nachts te gaan en dan de wachter neer te slaan. Toen ze ‘s nachts het huis uit slopen hoorde je het nog steeds plenzen. het was klets nat. Toen ze in de kerker waren hielden zich precies aan het plan ze sloegen de wachter neer en deden het slot open. helaas hadden ze niks mee genomen. Anthonio zei dat het niet uit maakte, toen zei Liandro je hebt gelijk met dit harnas van de wachter kunnen we de robijn kapot maken toch. ze sloegen zo hard ze konden, er kwam een hele harde explosie en de draken werden terug gedeinsd tegen de muur. en vielen nock out. Toen ze wakker waren stonden zijn vader en moeder en de wachter die ze neer hadden geslagen om hen heen. Toen de vader goed keek was de robijn helemaal weg. hij vroeg wat er gebeurd was en de draken gaven antwoord. ze vertelde het hele verhaal van de fee en de explosie. maar wat geen van allen wist is dat de robijn opnieuw zou groeien in de berg
11
HOOFDSTUK 5
De Trol & de Eland
De Trol & de Eland Heel lang geleden leefde er een trol in een grot. Hij had een heel erg bijzondere eland hij was groen met blauwe stippen en hij had gouden vleugels. Als je oeloeboeloedoeloe zegt dan poep hij paprika chips. Dat was voedzaam voor de trol, maar op een dag werd de eland ziek. Hij zei tegen de trol ‘’ je moet naar het Drakendal om het gif van de zwarte draak te halen daar moet je een medicijn van maken’’. De trol vertrok meteen en zo begon zijn reistijdens zijn reis gebeurde dit.
12
Wat is het toch een mooie dag zei de trol, maar dat maar dat had hij beter niet kunnen zeggen want daar in het duisteren bos waren monsters had hij gehoord monsters die je doden en daar uit de bossen kwamen……….. smurfen? En smurfen haten hard gepraat in hun bos Grote smurf kwam naar voren en zei ‘’gij mag niet praten in bos als wij liggen onder mos.’’ ‘’U moet voor straf een opdracht doen, eet op die schoen anders kietelen wij u tot de dood.’’ Toen kwam er een anderen smurf naar voren en zei ‘’Grote smurf we kunnen hem ook in het Drakendal gooien.’’ ‘’Wil je dat liever?’’ ‘’Ja’’ “oké mannen gooi hem in het
Drakendal Toen ze de trol in het Drakendal hadden gegooi zocht hij meteen naar de Zwarte draak het werd nacht en hij moest een slaapplaats maken van botten, takken en bladeren. De volgende morgen zocht hij in een grot en vond een harnas met een zwaard dat kan ik goed gebruiken dacht hij. Hij had gelijk hij keek in de anderen grot en daar lag de Zwarte draak hij zei: ‘Kijk een aan nog een sterveling dat mijn gif wil mmm nou dat krijg je mooi niet !!!!!!!!! Dan kom ik Hem wel halen !!!
Ze vochten urenlang met elkaar maar uiteindelijk stak de trol in het hat van De Zwarte Draak hij trok zijn zwaard uit de draak en aan zijn zwaard zat een hart vol duisternis en haat. Hij lip naar de bek en pakte de gif tand en ging weer naar hui toen hij het medicijn had gemaakt was het al te laat de eland was dood.
13
HOOFDSTUK 6
De trollen
De trollen Er was eens een diepe vallei. En in die vallei was een heel klein dorpje. In dat dorpje was iedereen boos. Dat kwam door de trollen. De trollen leefden onder de grond en in het bos. Onder de grond hadden ze diepe gangen en in de bomen hadden ze diepen paden. Vroeger waren de mensen er heel blij en vrolijk. En hadden ze leuke dromen totdat‌.. de trollen kwamen. Zij betoverden de mensen boven de grond en hun dromen. Maar op een dag zeiden de trollen we gaan meer mensen betoveren alle kinderen van de wereld krijgen nachtmerries.
14
Ze graven lange tunnels naar de grote steden. Toen gingen ze vliegen naar alle huizen en toen betoverden ze de kinderen. Iedereen kreeg nachtmerries en werd boos de trollen hadden veel lol en gingen naar andere steden.
In een ander bos leefde een koning genaamd Stan. Hij hield veel van kinderen, en vond het vreselijk wat er gebeurde met de kinderen. Hij riep zijn leger en zij we gaan de trollen zoeken. De trollen hoorde het en zijden we moeten vluchten ze vluchten naar de paden boven de bomen. Ze pakte boomstammen. En gooide ze op het pad. Daar kwam het leger al ze konden niet verder en ze stapten van hun paarden en gingen over de boom stammen heen. Ze pakten peil en bogen en schoten de trollen van de paden ze vielen dood op de grond.
Toen ging het leger de gangen in ze kwamen in een kamer met een grootte wereldbol. Daar op kon je zien wie betoverd was. In een andere kamer stond een steen als je die weghaalden. Werd de betovering verbroken de koning pakte de steen eraf en toen gingen de lichtjes uit. Alle kinderen werden weer blij. De koning was ook blij. en ze
15
HOOFDSTUK 7
De wonderlijke winkel van de wonder etuis
De wonderlijke winkel van de wonder etuis: Dit verhaal gaat over een meisje Nina die in de wonderlijke winkel van de wonder etuis terecht kwam, het ging zo……. Nina!...Nina! kom je moet naar school. Jaah mam ik kom al! Kom op Nina je moet al bijna op school zijn ,de volgende keer maak ik je echt wat vroeger wakker hoor! Ja mam ik weet het, Doei! 16
,,Een paar minuten later komt ze op school aan,, Nina, je bent al weer te laat zegt de meester ga maar weer een briefje halen. Oké sorry meneer zegt Nina, en gaat naar de directeur van de school, Nina jou zie ik hier steeds vaker zegt de directeur ,dat moet nu eens klaar zijn, sorry je word geschorst. O nee denkt Nina haar moeder zal haar afmaken wat moet ze doen?
Ze besluit om weg te lopen van huis. Dus ze rent weg bij de directeur en besluit een weg te nemen die ze raar genoeg nog nooit heeft gezien, op het pad groeien rare bomen en grote struiken. Er staan ook geen huizen op het terrein. Maar wel een torenhoge ladder, ze kijkt omhoog het lijkt wel alsof er een gebouw boven de ladder zweeft. Dus zameld Nina al haar moed bij elkaar en klimt de ladder op. Na meters klimmen kan ze het gebouw eindelijk goed zien. Het is de winkel van de wonder etuis staat erop, ze loopt naar binnen. welkoooomm!!, Nina schrikt.
Niet schrikken zegt een man, mijn laatste klant schrok ook zo en die viel gelijk het raam uit. Oké zegt Nina wanneer kwam die klant dan hier? Umm zegt de man ik denk zon 1000 jaar geleden. Wat! Zegt Nina. Hee niet zo hard zegt de man ik ben al bijna 1112 jaar oud hoor! maarr wat ben jij dan? Vraagt Nina. oh wil je dat echt weten zegt de man, nou ik ben de god van de wonder etuis. bestaan die? vraagt Nina. Tuurlijk bestaan die, anders zou ik hier niet staan zegt de man. Maar goed jij bent hier voor een etui toch? Mij best zegt Nina.
17
Oké zegt de man dat kost dan 1 wonderbal. Wat is dat? Vraagt Nina. Nou om een wonderbal te vinden moet je in de etui. Daar pas ik toch helemaal niet in! zegt Nina. Wel als je erin gelooft zegt de man kom op vertrouw me, als je de wonderbal hebt dan pak ik je ergellijk weer uit hoor. Oké vooruit zegt Nina. opeens groeit de man en de etui ook, de man pakt Nina op en smijt haar in de etui, dan doet hij de rits dicht, Nina valt in een groot zwart en diep gat. Ze kwam terecht in wonderbal wereld! Er vlogen allerlei elfjes rond haar heen. Wow zei Nina verbaasd, hallo elfjes weten jullie hoe ik een wonderbal kan vinden? Nou zeggen de elfjes, dan moet je naar de levensboom daar groeien de laatste wonderballen van heel de wereld. Maar de boom word streng bewaakt door de boomelfjes. Maar hoe moet ik dan bij die wonderballen komen vraagt Nina. Dat moet je zelf maar uitzoeken zeggen de elfjes, oké zegt Nina en gaat op pad ze komt bij een plattegrond oké zegt ze ik ben hier en ik moet daar heen. Ze liep verder en verder. Het werd langzaam donker, ze kwam aan bij een klein winkeltje er zat een elfje in. Drankjes te koop! riep hij. Doe mij maar water zegt Nina. We verkopen geen water of wat dan ook! Riep het elfje boos we verkopen tover drankjes. oh sorry zei Nina, ja zegt het elfje je kan het alleen nog maar het goedmaken door dit drankje te kopen. O oké zegt Nina, wat kost dat dan? Weet je dat dan ook niet dit is the free store. Het boze elfje duwde het drankje in Nina’s hand. O, ja zei het elfje en duwde Nina de deur uit. Wat is dit voor drankje dacht Nina, op de etiket stond: grote dinnie , dat staat vast in elfentaal dacht Nina. Ze stopte het drankje in haar tas en liep weer verder totdat ze bij een grote machine aankwam reismachine stond erop. Nina deed de machine open en stelde hem zo in dat ze naar de levensboom reisde….FLITS!! Toen was ze er bij de grote boom: de levensboom! Voor de levensboom stond een kraampje, een informatie kraampje Nina liep ernaartoe, informatie! riep het elfje. Nina vroeg kan je iets vertellen over dit drankje? Tuurlijk zei het elfje en keek naar de etiket dat is een vergroot drankje die maakt je heel erg groot zei het elfje. oké dacht Nina dat kan wel van pas komen. Ze liep dapper op de levensboom af. En had een wonderbal te pakken. maar gelijk stormde de boomelfjes op haar af. Toen dacht Nina aan het drankje van de boze elf. En dronk dat meteen op, maar in plaats dat ze groter werd werd ze zo klein als een boomelfje. O jee zei het elfje van de informatie ik denk dat ik per ongeluk het verkeerde heb voorgelezen over het drankje. 18
Dus de boomelfjes pakten Nina vast en sleurde haar mee naar een ravijn. Ze gooide haar in het ravijn, het ravijn was diep heel diep en groot heel groot
Nina dacht nog op dat moment dat ze dood zou gaan, Maar toen ontdekte ze dat ze de wonderbal nog in haar hand had, en de man zei dat ze als ze de wonderbal vast had hij haar gelijk uit deze rare wereld zou vissen. En ze had gelijk de rits van de etui ging open en een enorme hand kwam in de etui en graaide Nina er meteen uit. Hallo Nina zei een zware stem heb je de wonderbal bij je? Ja zei Nina het was een zware reis en een enge. oké geef die wonderbal maar hier. oké zegt Nina en geeft de wonderbal. oké zegt de man deze etui is voor jou. neee! Zegt Nina en klimt gelijk weer van de trap. De man zegt verbaasd: Nou zeg zo doen mijn klanten ook altijd! EINDE
19
HOOFDSTUK 8
Hans en Grietje maar dan anders Hans en Grietje maar dan anders Hans en grietje liepen door het sprookjesbos. Ze waren op weg naar het snoepjeshuis van de heks. Toen ze daar kwamen pakten ze zoveel snoep als ze konden. Toen kwam de heks naar buiten maar ze kwam niet alleen nee ze kwam Ze kwam samen met drie andere heksen naar buiten. Ze zij tegen haar vriendinnen pak ze! Ze holden met zijn vieren achter Hans en Grietje aan. Hans en Grietje renden zo hard als ze konden. Ze renden en ze renden tot opeens in een flits waren ze uit sprookjesbos. En waren terecht gekomen in de mensenwereld.
De heksen waren verbaasd. Waar zijn ze nou? Zei één van de heksen. Ik weet het ook niet antwoorde de anderen. Laten we gewoon rechtdoor lopen misschien zien we ze dan vanzelf wel. De heksen liepen rechtdoor alsmaar rechtdoor tot ze ook in de mensen wereld terecht kwamen. Hans en grietje waren blij dat ze de heksen kwijt waren. Waar zijn we nu zeiden ze. Pas op! Hans trok Grietje opzij. Ze waren bijna omvergelopen door en stoet mensen. De heksen liepen even rond tot ze Hans en Grietje zagen. Kijk daar! Riep één van de heksen. Ze liepen stilletjes naar hans en Grietje tot ze vlak achter hun stonden. Hans en Grietje hadden niks in de gaten. Hallo zeiden de heksen. Hans en Grietje keerden om en zagen de heksen. Rennen schreeuwde grietje ze renden hard weg. Na even rennen zei Hans kom deze schoenenwinkel in. Ze gingen de schoenenwinkel in. De heksen kwamen ze achterna. Spring in deze schoen zei Hans. Ze sprongen in de schoen net op tijd want de heksen kwamen de winkel binnen. In de schoen waar Hans en Grietje in zaten stond iets raars. Er stond banaan sprookjesbos kunt eet je terug een en naar. Wat staat hier zei Hans. Kijk eens of ze weg zijn grietje. Grietje keek en zag de heksen niet. Kom de kust is veilig. Ze klommen uit de schoen. Ik begrijp niet wat er in de schoen stond zei Hans.
Ik weet het schreeuwde Grietje. Er stond eet een banaan en je kunt terug naar spookjesbos. Waar vinden een banaan zei Hans. Ik weet het ook niet zei Grietje. Ze liepen rond in de stad ze gingen heel veel winkels binnen. Tot ze bij de bakker kwamen toen hoorden ze mensen zeggen kom we gaan naar de markt bananen kopen. Grietje zei laten we die mensen volgen. Goed idee zei Hans. Ze volgden de mensen en kwamen bij de markt. Kijk daar bananen zei Hans. Hans gooide Grietje naar de bananen. Grietje ging aan de bananen hangen ze kreeg met moeite een banaan los. Ze liep naar Hans met de banaan. Ze aten de banaan op. Wat een dag kom laten we een plaats zoeken om te gaan slapen. In een steegje zagen ze wat hooi en gingen daar tussen slapen. Toen ze waker werden waren ze in sprookjesbos. Ik dacht dat we nooit meer terug kwamen zei grietje. En ze leefden nog lang en gelukkig. 20
HOOFDSTUK 9
Het avontuur van de onderwater Klara
Het avontuur van de onderwater Klara’s Boven deze grote wereld bestaat nog een planeet die we als mensen niet kennen. De planeet heette Arova. De planeert bestond helemaal uit water net zoals wij hier ook een staar hebben is het daar helemaal water. En op de planeet Arova bestonden ook kleine wezentjes ze heten de Klara’s. Ze zijn ongeveer even groot als je hand en in alle kleuren rood , groen , knal roze in alle kleuren die je kan verzinnen ! Maar niet alleen de Klara’s wonen daar er wonen ook gewone onderwater dieren zoals haaien , vissen , schildpadden .
21
Op een dag waren alle Klara’s lekker verstoppertje aan het doen , ze verstopte zich tussen het koraal . Maar toen werd de zee helemaal donker en kwam en een grote , boze , donkere , schildpad. Iedereen was bang ze probeerden allemaal nog weg te komen maar de schildpad pakte ze allemaal en stopte ze in een groot net. De Klara’s waren zo bang ze riepen allemaal: ‘HELP, HELP’. Maar het hielp niet niemand kwam ze helpen . De grote boze schildpad had ook een grote vieze plant bij zich hij zag er vies en giftig uit. ‘Nou wie wil van deze plant eten’, zei de boze enge schildpad. Alle Klara’s keken elkaar aan. ‘Oh , niemand wil dan kies ik er zelf wel een , die groene daar kom hier nu !’. De groene Klara zwom naar de boze enge schildpad de groene Klara keek hem eng aan. ‘Eet van die plant!’, zei de schildpad met een boze stem. “Uh , Ja meneer de schildpad’, zei ze met een lieve hap.’ En laat wel iets over voor je vriendjes die moeten er ook nog van smullen’. De groene Klara had nog maar een hap gegeten of ze wie al neer.’ De Klara’s keken elkaar aan . ‘O , nee dadelijk pakt de boze enge schildpad ons ook !’, zei een Klara met een zachte stem. ‘Oké dit is het plan we tellen van één naar drie en dan rukken we allemaal dat net open’, zei een knalrode Klara. ‘DRIE , TWEE & ÉÉN RUK DAT NET LOS ! ‘, zeiden alle Klara’s tegelijk. Ze zwommen allemaal weg. Drie Klara’s hadden een plan ze gingen zoeken naar een mooie knappe schildpad en die boze enge schildpad proberen te koppelen aan de knappe en mooie schildpad. Ze zochten overal en toen hadden ze er een knappe en mooie schildpad gevonden . Ze vond het helemaal niet erg om mee te gaan , en bovendien ze had toch geen mannetje. De Klara’s hadden maar niet gezegd dat die enge schildpad hun te pakken had en dat die schildpad zo eng en griezelig is .
Toen ze er waren keken ze elkaar aan en zwommen naar elkaar toe en kuste elkaar . De Klara’s keken elkaar aan. Eén Klara zei opeens ‘ik wist niet dat iemand bij elkaar koppelen zo makkelijk is’. De boze enge schildpad was opeens heel lief en zei: ‘Dank jullie wel Klara’s’. Maar ik snap dat jullie nu denken huh wat is er aan de hand maar dat zal ik jullie eens vertellen. 10 minuten later . ‘Oh daarom zwommen jullie gelijk naar elkaar toe en kuste jullie elkaar gelijk’, zei een Klara. ‘Ja , dat klopt’, zei de schildpad. We weten nou niet wat het grote geheim is van de schildpad , maar het alle belangrijkste is ze leefden allemaal nog lang en gelukkig !
22
H O O F D S T U K 10
In 1925 waren er veel honden in dienst van het leger één daarvan was Spike een trouwe speurhond die veel misdaden opgelost heeft Spike’s avontuur In1925 waren er veel honden in dienst van het leger één daarvan was Spike een trouwe speurhond die veel misdaden opgelost heeft. Zijn beste vriend Ali Baba baasje om een bot. Uit eindelijk kregen ze er een in voorwaard dat ze zouden hielp hem vaak daar bij. Op een dag zaten Ali Baba en Spike te kwijlen bij hun helpen met een missie er was namelijk een sterk crimineel ontsnapt dat vonden ze oké. De volgende dag gingen ze zijn cel onderzoeken Spike ging ineens staan blaffen bij een wc ze vonden het maar vreemd de hond duwde de wc opzij en daar was een opening ze ging er meteen in ze volgden zijn spoor maar het liep dood. Ze gingen weer terug maar Spike ging toen hij bijna buiten was ging hij terug en beukte hij door de muur en blafte heel hard zijn baasje kwam kijken en zag het licht en ging de tunnel weer in eenmaal buiten gingen ze veder met zijn spoor volgen maar het spoor ging door het water dus konden ze zijn spoor niet meer volgen dus gingen ze naar huis. De volgende morgen gingen ze op zoek naar aanwijzingen ze vonden een stukje van zijn broek Ali Baba rook er aan en volgde zijn spoor. Het spoor was lang heel lang het werd al laat in de avond en ze besloten ergens te overnachten ze zochten een hotel en huurde een kamer. De volgende ochtend zochten ze het spoor weer en gingen verder ze kwamen heel veel verschillende plekken tegen : heksenbossen, dierentuinen, asielen en sprookjes achtige tuinen. Uit eindelijk kwamen ze uit in een spook bos vol huilende weerwolven, spoken en heksen. Ze liepen er angst kijkend in. Ze hoorden heksen gelach, spoken die boeeeeeeee en weerwolven die huilde. Er brandde ergens licht en ze zagen een huis ze liepen er op af en keken door het raam ze zagen de boef en nog een paar boeven ze vroegen om versterking en de politie kwam meteen in actie en was er zo snel dat de boeven niet weg konden en werden ze allemaal opgepakt. END
23
H O O F D S T U K 11
Lola het onhandige prinsesje
Lola het onhandige prinsesje
 Er was eens een prinsesje. Ze heette Lola, omdat de ouders dat een mooie naam vonden. Ze woonde in een mooi groot paleis, maar ze wist niet dat er een gemene heks in woonde. Die gemene heks wou Lola niet op aarde hebben, want zij was mooi, leuk en het ergste was zij kreeg altijd alle aandacht. En op een dag kon de heks er niet meer tegen‌.. Het prinsesje was in haar kamer en zoals altijd was ze onhandig en toen ook. De heks kwam binnen en het prinsesje was een lekker luchtje aan het spuiten. En toen spoot ze per ongeluk in de ogen van de heks. De heks 24
schreeuwde het uit van de pijn. Haar ogen waren heel erg aan het tranen en der ogen zagen rood. Maar de heks ging weer terug naar de kamer. Ze ging een plan bedenken om het prinsesje niet meer in het zonnetje te laten staan. De heks bleef dagen en dagen erover na denken. Het prinsesje kwam uit der bed en ging een lekker, verfrissende wandeling maken door het bos (het bos is ook wel het park). En toen zag ze een konijn, hij kwam zomaar spontaan naar der toe huppelen. Het konijn kon praten en zei dat hij Kees heette. Het prinsesje zei toen dat ze Lola heette. Maar het was niet zomaar een konijn, het was een konijn dat in alles kon veranderen zelfs in een mens. Lola vond dat heel erg leuk totdat Kees iets ergs tegen haar moest zeggen. Hij zei dat er een heks achter haar aan zit, die haar niet meer in het zonnetje wou hebben, maar zichzelf in het zonnetje. Het prinsesje schrok en ging snel terug naar huis. En toen ze terug ging kwam de heks. De heks pakte nu haar kans. Ze deed heel lief tegen Lola en nam haar mee naar haar kamer. Ze zei dat ze eens in de kelder moest gaan kijken en toen keek Lola in de kelder. Zonder dat Lola het door had duwde de heks Lola in de kelder en deed de deur op een haakje. Lola kon niet uit de kelder en riep om hulp, maar niemand hoorde haar behalve Kees. Kees kon heel goed horen, hij kon ook horen waar het vandaan kwam. Hij veranderde zichzelf in een Chita en rende vliegensvlug naar de kamer van de heks. 


 Eenmaal aangekomen bij de kamer van de heks was er niemand te bekennen. Hij zag allemaal dingen, maar de plek waar ze verborgen zat zag hij niet. Toen ging hij goed rond kijken naar een plek waar ze zou kunnen zitten. Uiteindelijk zag hij een plek waar ze misschien zou kunnen zitten. Het was een kelder dacht hij. Eerst veranderde hij zichzelf weer in een mens en vroeg of er iemand was. Er kwam alleen geen woord hij hoorde helemaal niks.
25
Het bleek dat de heks haar weer ergens anders had verstopt. En dat zag Kees toen er niemand in de kelder was. Het was dus foute boel. Even later ging hij maar in het park kijken, want daar zouden ze best goed kunnen zijn. Maar ook daar in het park was er niemand (tenminste hij zag niemand). Bij de heks en Lola was Lola heel lelijk gemaakt door de heks met een toverspreuk. Lola kon alleen nog mooi worden als het konijn haar zou vinden. De heks wist inmiddels al dat het konijn Lola veilig probeerde te houden, maar dat mocht niet gebeuren. De heks zag er nu wel prachtig uit, maar Lola was heel lelijk. Lola vond het maar raar en ondertussen had Lola een plan bedacht. Ze wist hoe het konijn haar zou moeten kunnen vinden. Ze zaten wel in het park, maar dat was bijna niet te zien. Het plan was om wat stof in de ketel te gooien, want dan ontploft alles en zelf blijf je levend. Ja, dat was echt geniaal. Ze deed het, maar er gebeurde helemaal niks. Ze moest iets anders bedenken. Misschien lukte het wel met wat snot, ja dat ging ze doen. En ja hoor het lukte, het was ontploft. Je zag allemaal lichtflitsen. Het konijn zag het ook. Hij ging er als een razende leeuw op af. Hij zag de heks en Lola en toen….
Kees bracht de heks naar het paleis (hij nam Lola ook mee) en zei dat ze straf zou moeten krijgen. Lola zei dat ook en Lola was weer mooi geworden en de heks lelijk, omdat Kees hun had gevonden. De koning geloofde het en ze moest in de paleisgevangenis. Ze werd wel goed gevoed en had goede kleren aan enzovoort. En Kees was ondertussen verliefd geworden op Lola. Lola had precies dezelfde gevoelens. Op een dag woonde Kees ook bij hun in het paleis. Op die avond was een groot bal en Kees had aan Lola gevraagd of ze mee ging. Lola zei natuurlijk ja en ze gingen samen naar het bal. Tot hun verbazing was de heks daar ook. Ze wou der excuus gaan aanbieden. De vloek was ook voor de heks, want als de heks ooit iets aardigs deed werd ze een beeldschone jonge vrouw, die nooit meer lelijk werd, maar dan moesten ze het excuus wel aanvaren. Ze namen het excuus aan en de heks was weer beeldschoon. De heks was ook weer normaal en een aardig mens geworden. Lola en Kees waren bij elkaar en alles was altijd leuk. Ze leefden nog lang en gelukkig.
26
H O O F D S T U K 12
Moordkapje
Niet geschikt voor kinderen onder de 11 jaar
moordkapje en het donkere bos ….
Intro: Een jonge woonde dicht bij het bos. Toen kwam hij in het bos dat mocht niet van zijn ouders. Want er woonde een vreselijk meisje oftewel moordkapje! Het jongentje hete Devano hij was 13 jaar. 27
Maar hij luisterde niet naar zijn vader en moeder. later kom je er achter waarom hij dat niet moest doen …?
Het Donkere Bos! Het was donker ….. het was volle maan de wolven huilden. Je hoorde uilen …. Oehoe oehoe. Devano liep door het donkere bos. Toen zag Devano. Moordkapje:
Hij ging dat enge meisje volgen. maar dat mocht niet van zijn ouders. Maar wat Devano niet wist dat moordkapje er niet van hield zo te spioneert te worden. Dus had zij wolven getemd om haar te helpen tegen mensen uit het dorp of stad. Devano had het niet door dat er 3 wolven achter hem zaten. Toen hoorden Devano gehijg in zijn nek keek rustig om… Waaaaah! de wolven van Moordkapje grepen hem in zijn nekvel sleurden hem mee naar Moordkapje. Moordkapje ging even naar haar huisje en toen kwam ze terug met een kapmes en een haak! Shooef ! In een beweging zijn hand er af
AAAUUW! Gilde Devano. Zetten de haak er op.
28
Maakten hem vast aan de boom de haak stopte ze in de boom. Devano dacht: Jezus dat is een geïrriteerd kapje! Toen zag hij de Boze wolf opgezet! Devano zei:’’ Wordt ik ook opgezet of moet hard werken voor je”. Roodkapje zei:’’ ligt er aan als je tegen stribbelt sla ik je met de zweep zo hard dat je neer valt. Maar wanneer je hard je best doet mag je over een paar weken naar je huis. Maar als je hard werkt dan mag je in het huisje naast me wonen. Het huisje was best groot hij was donker blauw. Er stond een bed een kast en doodskoppen op de haard.
De nacht was voorbij had gegeten en toen weer hard werken! Hij temde de wolven gaf ze eten ging eten ging schrijven met de hand die hij nog had voor Moordkapje. De hand die er af was gezaagd lag op het tafeltje hij stopte hem weg allemaal bloed lag er op de tafel Devano maakte het schoon. Devano verlangde naar huis maar hij kon niet weg hier. Toen op een dag zag hij een advertentie staan op een boom. Er stond: Gezocht Devano 13 jaar oud. laatst gezien bij zijn huis. Bij het donkere bos. Devano hing hem boven zijn bed toen kwam Moordkapje Ze las de advertentie. Werd woedend scheurden hem in stukken en gooiden hem in het vuur. 3 weken later: Devano Was nu 14 jaar geworden het was 10-05-13. Moordkapje kwam binnen ze wist dat hij jarig was ze had een taart gemaakt speciaal voor Devano. Devano zei’’ waarom ben je nu zo aardig je haat me en je wou me in het begin vermoorden”. Ze zei:’’ ik ben eigenlijk een goed mens vroeger werd ik gepest en daardoor is alles veranderd”. Ik woonde in mijn eentje samen met mijn kat caisey.
29
Ze overleed en ik bleef in mijn eentje wonen ik voelden me zo alleen en ging naar de stad maar. Toen pest ze me met hey dat is moordkapje en rende ze weg en vertelde het aan iedereen ik was boos ze kwamen kijken waar ik woonde en gingen me bespieden daarom had ik ook hun handen er of gesneden en deed ik dat bij iedereen die me bespieden maar nu weet ik dat je dat niet bij iedereen moet doen dat ze gewoon nieuwsgierig waren, Jij mag nu gaan naar je huis van mij Want je hebt het goed gedaan. Devano zei:’’ jij bent aardig dus dat ga ik vertellen aan het hele dorp’’. Moordkapje zei:’’ nee doe dat maar niet dat wil ik niet moet ik mijn naam veranderen liefkapje’’. Bah dat wou ze niet. Devano ging naar huis zijn ouders waren heel blij dat hij er weer was Ze vroegen waar hij was geweest en zei ik ben naar het dorp geweest naar een vriend. en Moordkapje bleef gewoon zich zelf ! En zo zie je maar dat je naar je ouders moet luisteren want voor het zelfde geld je bent je je hand kwijt been of oren of andere lichaamsdelen.
30
H O O F D S T U K 13
Roodkapje en de Grote Boze Wolf-1
Roodkapje en De Grote Boze Wolf: Hallo allemaal zoals jullie weten hou ik van sprookjes vertellen. Dit sprookje gaat over Roodkapje en De Grote Boze Wolf.
Roodkapje lieverd breng je dit eventjes naar oma. Vroeg moeder. Waarom? Zuchtte Roodkapje. Omdat ze ziek is en je hulp nodig heeft. OkĂŠ. Zuchtte Roodkapje. Onderweg kwam Roodkapje mij tegen en zei. Rot op stomme Voice Over en snee mijn arm er af. De Wolf zag dat en werd zo verliefd dat hij haar volgde naar het huis van Oma. Hij ging naar het huis van Oma tegen de muur staan als een BadBoy. Even later kwam Roodkap31
je naar buiten, en vroeg wie ben jij ik, ik ben De Grote Boze Wolf. En ik ben een Badboy. Jij een BADBOY!!!!!!! HAHAHA!!!! Schaterde Roodkapje het uit. De Wolf moest janken. Ik ben heel stoer hoor. Toen de Wolf klaar was met janken vroeg hij: Trouwens waarom heb jij een mens bij jij, en waarom zit er bloed op? Vroeg De Wolf. O dat komt van de Voice Over en mijn Oma. De Voice Over heb ik zijn arm er afgesneden, en mijn Oma doodgestoken. O oké. Zei De Wolf. Een paar jaar later zijn Roodkapje en De Wolf getrouwd, en krijgen ze twee kinderen Fleur en Jesse. Fleur en Jesse zijn inmiddels al een paar jaar ouder. Fleur is nu acht jaar oud en Jesse is vijf jaar oud. Ze zitten in de fase dat ze tanden gaan wisselen. Roodkapje heeft een hekel aan de Tanden fee. Omdat de Tanden fee haar jeugd toen heeft verpest omdat Roodkapje toen ook in die fase zat en toen geen cent kreeg, en Fleur en Jesse weten nog niet dat de Tanden fee bestaat. Dus heeft ze plan bedacht om de Tanden fee een lesje leren ze gaat haar vannacht doodsteken. Die avond hoort ze Tanden fee ze gaat uit bed pakte haar mes en stak haar dood. Zo die is opgeruimd. Zei Roodkapje. Maar wat ze niet wist is dat De Reus was, en die steek je niet zomaar dood. De volgende dag was De Reus ongerust omdat zijn vrouw niet was thuisgekomen. [De Tanden fee]Dus riep hij zijn zoon Kleinduimpje. Kleinduimpje kom is naar beneden. Waarom? Vroeg Kleinduimpje. Omdat je moeder niet is thuisgekomen, en dat had ze al lang moeten zijn. Oké maar dit gaat wel af van mijn uur Minecraft dus dat krijg ik nog te goed. Even later zag De Reus Roodkapje iets met zich meesleuren. O dit, dit is De Tanden fee ik heb haar vannacht doodgestoken. WAT!!!!!!!!! Schreeuwde De Reus en Kleinduimpje in koor. De Wolf wist dat dit zou gebeuren. Dus riep hij Fleur en Jesse. Fleur en Jesse haal de Draken. We gaan De Reus en Kleinduimpje neer halen. Eindelijk riep Jesse ik heb ze toch nooit gemogen. Maar Fleur bleef stil zei wist hoe sterk De Reus en Kleinduimpje allen al waren, maar samen waren ze waarschijnlijk nog veel maar dan ook veel sterker. En ze wist ook dat De Draken ook apart heel sterk waren dus samen waren ze nog veel maar dan ook veel sterker, dus ze wist dat dit een hele heftige strijd werd. Toch stapte ze De Draak op en begon de strijd het ging hard tegen hard en de strijd ging los. En schreeuwde ze vermoord ze!!!!!!! Het ging er hard aan toe De Reus sloeg alle kanten op maar sloeg steeds mis een keer raakte die z’n eigen zoon. De Draken raakte De Reus en Kleinduimpje een paar keer goed. Toch ging De Reus als eerst neer. Nu nog Kleinduimpje. Schreeuwde de wolf. De Draak van Jesse spuwde heel mooi vuur en Kleinduimpje ging neer. Goed gedaan jongens bedankt dat jullie mij gered hebben. Maar wat doen we met die lijken. Maar dat was snel opgelost want de draken hadden veel honger van dat gevecht dus die vraten ze zo op nou dat is ook opgelost. Lachten ze in koor. Kom schat dan gaan we naar huis lekker warme chocolademelk drinken. Goed idee. Zei Roodkapje. Kom dan gaan w ik heb er veel zin. Zeiden Jesse en Fleur in koor.
Toen ze eenmaal thuis waren maakte Roodkapje lekker 32
warme chocolademelk. En voor De Draken een lekkere emmer biefstuk en varkenspootjes. Toen dat eenmaal op was pakte De Wolf z’n Draak en nam Roodkapje mee. En vroeg haar mee uit. Die avond dat De Wolf Roodkapje mee uit had gevraagd waren ze in een lux restaurants. Ze waren lekker aan het eten toen in eens De Heks binnen kwam zij had alles gezien van De Wolf en Jesse, Fleur, Roodkapje en Roodkapje. Aangezien hier familie en vrienden van De Tanden fee en De Reus. Wouden ze niet dat zij zou vertellen dat hun familie De Reus, De Tanden fee en Kleinduimpje. Wat moet je Heks. Zei De Wolf. Ik, ik kom hier om iets te vertellen over De Wolf en over zijn familie. Zei De Heks. En aangezien hier wat familie is van de slachtoffers. Iedereen was in Shock van wat ze hoorde. Iedereen schreeuwde door elkaar wie, wie, wie. De Heks wou het net vertellen toen Roodkapje haar mes gooide in haar arm en De Wolf haar neer haalde. Rende ze weg sprongen ze op De Draken en gingen naar huis. Toen ze thuis waren zeiden ze tegen Fleur en Jesse opschieten we moeten hier. Maar in het restaurant was De Heks bijgekomen en schreeuwde. De Wolf en Roodkapje en hun kinderen hebben De Reus en De Tanden fee en hun kind Kleinduimpje vermoord. WAT!!!!!!!!!!!! Schreeuwde de familie van De Reus en De Tanden fee. Nee mijn kind. Huilde ze allemaal in koor. Maar toen zei de heks iets waar ze allemaal weer wat blijer van werden ik, ik De Heks zal ze vinden en een vloek op hen uitspreken en DOODDE HAHA!!!!!! Lachte De Heks Thuis bij Roodkapje, De Wolf, Fleur en Jesse waren ze druk bezig on de belangrijkste dingen mee te nemen om te vluchten voedsel voor hen voedsel voor De Draken. Want als hun niet fit zijn is de kans groot dat we het niet overleven. Zei Roodkapje. We moeten vooral wapens meenemen voor bescherming. Zei Fleur. Oké Roodkapje jij neemt je mes mee, Fleur jij neemt dat Summaria Zwaard mee, Jesse jij neemt de Revolver mee en, en ik neem een Jacht Geweer mee. Zei De Wolf. Toen ze eindelijk de wapens en het voedsel bij elkaar hadden geraapt stapte ze op De Draken en vlogen ze weg buiten het Horror Bos. Vaarwel Lief bos. Zei Roodkapje. Ze moest bijna huilen. Ah Roodkapje je mag niet huilen als we hier waren gebleven waren we dood geweest. Oké ik snap het. Mooizo haha lachte ze in koor. Maar nu ff serieus waar gaan we overnachten en waar moeten we De Draken laten ik heb wel een goed idee. Zei De Wolf . Ik heb wel een idee. Zei Jesse. Zie je dat leeg staande krot daar kunnen we overnachten en De Draken stallen, volg mij maar. Zei Jesse. Dankje wel Jesse. Zei De Wolf. Je bent een slimme jongen Jesse. Zeiden Roodkapje en De Wolf in koor. Dankje wel pap en mam. Bloosde Jesse. Toen ze beneden waren aangekomen bij het leegstaande krot gingen De Draken gelijk slapen en eten. Roodkapje zei gelijk ik moet het hier inrichten zodat we hier tijdelijk kunnen wonen. Maar wat ze niet twisten was dat De Heks naar hun huis was gevlogen op haar bezem en spreuk had uitgeroepen zodat ze het spoor van De Draken kon zien en dat ze zou vinden. Toen Roodkapje eindelijk klaar was met het inrichten van het krot waar 33
ze tijdelijk moesten wonen. Wou ze even met haar man De Wolf praten. Wolf ik ben bang dat ze ons gaat vinden. Zei Roodkapje. Daarom gaan we De Draken de kinderen en ons Trainingen, voor de strijd. Zei De Wolf. We kunnen ze best aan. Schepte Jesse. Die in een keer binnen was gekomen. Ondertussen was De Heks bijna bij het krot, en rook ze De Draken al. Ze wist dat ze niet sterk genoeg was in haar eentje. Ze kon De Wolf al amper aan. Dus riep ze haar mede Heksen. Mede Heksen het spijt me als ik jullie stoor maar ik heb een vraag kom naar mij toe, boven het Horror Bos nu!!!!! Toen De Heksen waren aangekomen zei ze. Mede Heksen zoals jullie weten hebben Roodkapje en De Wolf en hun kinderen De Reus, De Tanden fee en hun zoon Kleinduimpje vermoord. Als jullie goedkijken zien jullie daar het krot waar ze momenteel in wonen en moeten we hen als straf vermoorden. De heksen juichte allemaal in koor. Yes eindelijk. Jesse was op de bovenste kamer van het krot en zag De Heksen dus riep hij. Pap, mam, Fleur kijk De Heksen. Pak jullie wapens we gaan ze vermoorden. Draken jullie weten wat jullie moeten doen je doet al je moves op De Heksen die je kent, begrepen. Toen De Heks eindelijk klaar was met het plan te vertellen vielen ze aan net als De Wolf, Roodkapje, Fleur en Jesse AANVALLEN!!!!!!!!! Riepen ze tegelijkertijd. De Draken vlogen gelijk op ze af en haalde al meer dan de helft neer en vielen op de grond. De Wolf had er ook al een paar neer gehaald. Roodkapje stak wat Heksen neer. Fleur haalde net wat een heks neer, toen ze zag dat Jesse de een laatste Heks neer toen de machtigste Heks hem neer haalde met een spreuk. Maar die Heks wa s ook snel neer door De Draak. Gelijk rende ze naar Jesse om hem te helpen, gaat het. Vroegen e allemaal. Ja hoor. Schepte Jesse op. En hij lachte. Kom laten we terug naar het Horror Bos gaan daar gaan we naar de dokter, en die geneest je wel. Zei Roodkapje. Toen ze terug waren gekomen in het Horror Bos brachten ze gelijk Jesse naar de dokter die hem een drankje gaf en Jesse binnen een paar minuten weer op de been hielp. De dokter zei. Je mag nog niet et ruig doen anders verkeer weer in die staat als de daar net en dan kan niemand je meer helpen. Daar antwoorde Jesse. OkĂŠ is goed ik zal niet te ruig doen want ik ben toch te moe daarvoor. Iedereen moest lachen. Eindelijk was het zware avontuur voorbij en konden ze weer huis en veilig en gelukkig verder leven. Fleur trouwde met een knappe jonge Prins, Prins Walter. En Jesse met de Prinses, Prinses Kiara. Ze kregen allebei twee kinderen. En vernoemde ze naar hun ouders. En ze leefde nog lang en gelukkig.
34
H O O F D S T U K 14
Het licht Het licht. Lang geleden was er een klein landje. In dat kleine landje lag een klein stadje. En in dat stadje stond een mooi huis waar de familie Andersen woonde. De familie Andersen was een gewone familie. Vader werkte op kantoor, moeder hield het huis netjes en een dochter die met poppen speelde. Ze hadden een zoon hij heette Cristiaan hij was wel iets anders. Hij had hele grote oren, daarmee werd hij vaak op school gepest. Het was vakantie maar die was bijna voorbij. Cristiaan had geen zin om naar school te gaan omdat hij geen zin had om gepest te worden. Het was Maandag vandaag begon de school weer. Cristiaan Was moe en wilde niet wakker worden pas nadat zijn zusje een glas water in zijn gezicht gooide werd hij wakker. Hij kleedde zich aan en ging naar school. Toen hij op school aan kwam kwamen er drie pestkoppen aan lopen. Ze riepen “ he olifant kan je ons horen’’. Ze zeiden nog meer lelijke dingen Cristiaan werd er verdrietig van. Hij werd al heel erg lang gepest. Toen ging de bel en moesten ze naar binnen. Ze kregen les over geluk, over wat allemaal geluk bracht. Maar dat wist Cristiaan allemaal al. Maar de juf vertelde ook iets nieuws is over licht. Wie het witte licht vind krijgt geluk en wie het zwarte licht vond kreeg ongeluk. Cristiaan voelde zich heel erg ongelukkig dus besloot hij als hij thuis was zou hij het witte licht gaan zoeken. Toen hij thuis kwam begon hij gelijk met zoeken. Hij zocht overal onder zijn bed in de achtertuin op zolder maar hij kon het niet vinden. Hij was verdrietig dat hij het niet kon vinden dus zei hij ’’nou blijkbaar heb ik geen geluk dus ga ik het zwarte licht maar zoeken’’. En terwijl hij dat zei kwam er een grote witte flits en in eens zat er een ara. Cristiaan dook snel onder zijn bed. De ara was grijs en hij had een ooglapje hij zag er eng uit. De ara zei ’’je hoeft niet bang te zijn ik ben je vriend’’. Na een tijdje merkte Cristiaan dat het een aardige ara was en kwam onder zijn bed vandaan. ’’Dus je bent op zoek naar het zwarte licht zei hij’’. Ja zei Cristiaan. ’’Ik weet waar het zwarte licht is zei de ara daar zo op die heuvel als je er naar toe wil moet je vanavond om twaalf uur buiten klaar staan. En neem wat te eten en geld mee het wordt een lange reis’’. En voordat Cristiaan iets kon zeggen verdween de grijze ara weer met een flits. Avonds om 12 uur stond Cristiaan klaar met wat te eten de ara verscheen en ze gingen op pad. Na een tijdje lopen kwamen ze bij een donkere steeg. In de steeg stond een doos waar een man in zat. De man zag er moe en zwak uit.’’ Mag ik iets te eten vroeg de man’’. Cristaan zei nee dan heb ik bijna geen eten meer’’. ’’Maar ik heb al een maand niets gegeten zei de man’’.Cristiaan vond het zielig en gaf de man een stuk brood de man was hem heel dankbaar en at het stuk brood op. De ara en Cristiaan gingen vedder. Ze liepen een uur land door en de heuvel kwam steeds dichterbij. Cristiaan was moe en hij ging op een muurtje zitten om uit te rusten. Achter het muurtje zat een meisje te huilen Cristiaan vroeg wat er was en het meisje zei ’’Ik moet deze zwavelstokjes 35
allemaal verkopen van mijn vader anders mag ik niet naar binnen’’. ’’Ik wil er wel een kopen zei Cristiaan’’, en dan mag jij hem hebben en aansteken dan word je wat warmer. Het meisje was heel erg blij. Toen Cristiaan betaald had liep hij vedder naar de berg. Cristiaan was aan het denken , hij werd gepest maar hij had wel een huis het pesten was eigenlijk niet zo erg vergeleken met dat van het meisje en de man .Na een paar uur lopen kwam er een jongen aan rennen. Hij riep “ze willen me in elkaar slaan maar ik heb niets gedaan snel verstop me snel’’. De ara zei ’’verstop je achter die struik daar”. Dat deed de man nog maar net op tijd want er kwamen 2 andere jongens aan rennen. Ze vroegen of ze de jongen hadden gezien we zeiden dat hij was weggerend en dat hij die kant op ging en ze wezen naar een kant. Toen de jongen weg waren kwam de jongen weer tevoorschijn en zei bedankt en rende de andere kant op dan de andere jongens. Na een paar minuten lopen kwamen ze bij de heuvel. Cristiaan was heel blij dat hij was en ze klommen de heuvel op. Toen ze helemaal boven waren zagen ze een deur.’’ Daar is het zwarte licht’’ zei de ara.’’. Ze keken achter zich ze de zon kwam op het licht was wit. Het witte licht!!! zeiden de ara en Cristiaan. En de ara spreidde zijn vleugels en kreeg prachtige kleuren hij vloog weg. Cristiaan voelde zich heel erg gelukkig. Hij rende naar huis hij was zo gelukkig. Hij was binnen tien minuten thuis en hij riep tegen zijn moeder ’’ mama ik heb het witte licht gevonden’’.’’ Dat is mooi ’’zei zijn moeder. Cristiaan pakte zijn fiets en ging naar school. Op school deden ze aardig tegen hem voor het eerst. Ze zeiden ook sorry dat ze hem zo erg gepest hadden. En hij leefde nog lang en gelukkiger dan ooit.
36
H O O F D S T U K 15
Sprookje van Julia Sprookje van Julia Een dwergje loopt door de straat onder de bosjes. Hij moet zich goed verstoppen voor de mensen, want de mensen mogen hem niet zien , dat is de gevaarlijk. Het dwergje is weggelopen uit het sprookjesbos. Hij vond het daar te saai. Het dwergje houd van avontuur en dat was niet in het sprookjesbos. Opeens hoorde hij een stem en die zei: ‘ik ben een poes en ik kan toveren.’ Het dwergje zei daarna ‘haha, een poes die kan toveren.’ ‘Zal ik het bewijzen?’ vroeg de poes. ‘Je doet maar,’ zei het dwergje en het dwergje liep weg. Hij hield niet van die flauwekul. Opeens ziet het dwergje een heel mooi groot huis. Het dwergje kijkt eerst of er geen mensen over straat lopen en dan steekt hij over naar het mooie grote huis. Alle deuren en ramen zijn dicht. Behalve het bovenraam. Gelukkig kan het dwergje goeedd klimmen en klimt hij zo het huis op. Hij gaat vlug naarbinnen voor de andere mensen hem zien. ‘Wouw, wat een mooie spullen zijn hier zo mooi heb ik ze nog nooit gezien!!!’roept het dwergje uit. Hij kan zijn ogen niet geloven. Opeens hoort het dwergje mensen komen en gaat zich gouw verstoppen. Hij verstopt zich in de prullebak want daar zit alleen papier in. Er komt een meisje binnen en ze hoort geritsel maar weet niet waar het vandaan komt. ‘wie is daar’ vraagt het meisje voorzichtig. Het dwergje geeft geen antwoord want hij wilt niet dat de mensen hem zien of horen. Opeens roept de vader van het meisje: ‘wil je je prullebak in de kliko leeggooien want de vuilniswagen komt zo.’ ‘Is goed pap!’ roept het meisje naar beneden. Opeens valt het dwergje in de kliko. Hij probeert eeruit te klimmen maar hij is te laat. De vuilnismannen nemen de kliko mee en het dwergje valt in de vuilniswagen. ‘Hè bà’ roept het dwergje ‘wat is het hier vies. Ik moet hier maar gouw uitkomen voordat ik nog viezer wordt.’ Het dwergje vindt geen uitgang dus gaat hij maar in een hoekje zitten. Opeens remt de vuilniswagen en het dwergje schiet naar de andere kant van de wagen. De vuilniswagen laat al zijn troep op de grond vallen maar het dwergje rolt nog veel verder weg. ‘Waar ben ik belandt!’ roept het dwergje uit. ‘Je bent op een vuilnisbelt!’ roept een stem. ‘Wie is daar’ roept het dwergje. ‘Ik ben het, de toverpoes!’ ‘Hoe ben je hier dan gekomen?’ vaagt het dwergje. ‘Met mijn toverstok’ antwoordt de poes. ‘zal ik je weer terug naar het sprookjesbos toveren?’ vaagt de toverpoes. ‘Oké dan maar want hierzo stinkt het.’ antwoord het dwergje. En toen waren het dwergje en de toverpoes weer beiden terug in het sprookjesbos.
37
H O O F D S T U K 16
Spyro
Spyro’s Adventure. Het werd al schemerig. ‘Ow,’ zei Draakje, ‘Ow, nu heb ik nog niets te eten gevonden..!’. ‘Ja, ach, heel sneu…’ zei Wolf sarcastisch knauwend op wat vlees. ‘Mag ik ook wat?’ vroeg Draakje voorzichtig, ‘Op, sorry!’ zei Wolf die snel alles in zijn mond propte. ‘Ow…’ zei Draakje bedroeft en hij viel met een lege maag in slaap. Buuuurp, hoorde Draakje. Buuuuuuuuurp, hè daar was het nog een keer! Nu wist Draakje wat het was. Zijn lege maag. ‘Stil maar buikje, we zullen snel lekker eten!’ stelde Draakje zijn maag gerust. Wolf was al weg. Waarschijnlijk met zijn vrienden naar de schapenwei, dacht hij. Draakje stook zijn kop naar buiten, want nie38
mand mocht hem zien natuurlijk. Hij was tenslotte een draak, die zie je niet zo snel in die mensenwereld. Maar daar ging hij dan, opzoek naar wat te eten. Het was prachtig, dacht Draakje. Het mooie water, de bloemen langs de kant van de oever, de dieren, zo mooi en zo anders dan Wolf ! Maar sommige dieren vonden Draakje maar een raar dier. Sommige draaide zich als een speer om als ze Draakje zagen. Een vogel vroeg zelfs: ‘Wat ben jij dan voor dier? Een kruising tussen een rare vogel en een krokodil zeker?’. De andere dieren lachte hem, net als de vogel uit. Hij was verdrietig en schaamde zich. Hij keek achterom, dus kon hij niet zien waar hij liep. Opeens zag hij alle dieren met grote ogen opkijken en weg vliegen. ‘Hè, waar gaan jullie heeEEEN!’ Opeens zat hij vast in een net. Hij voelde een klein prikje in zijn zij, en hij viel flauw. ‘W-waar ben i-ik?’ vroeg Draakje toen hij weer bij bewust kwam. Hij keek om zich heen. Bijna alles was zwart, behalve de bloedrode ramen. Voor een van zo’n raam stond een vrouw. De vrouw draaide zich om en liet de zwarte kat die ze in haar armen had, op de grond vallen. ‘Miauuuuw!’ miauwde de wou weglopen, maar liep zomaar tegen iets doorzichtigs op. ‘AUWW,’ riep Draakje hard ‘is dat glas ofzo!?’. ‘Ahahaha, nee dat is een krachtveld, daar kom je nooit doorheen! Maar genoeg gepraat, tijd voor je training.’ lachte de vrouw akelig. Maanden gingen voorbij, Draakje was inmiddels geen draakje meer, maar een draak. De vrouw – die Hex bleek te heten – gaf Draakje de naam Spyro. Hij werd getraind om de prinses, die Hex had gevangen, te beschermen, zodat niemand haar kwam bevrijden. Hij werd geslagen, mishandelt, maar uiteindelijk was het zo ver. Het was 31 December, kwart voor 12. Daar was hij, ridder Joris, de prinses, die Hex had gevangen, te bevrijden. Het was een vreselijk gevecht. Joris zwaaide met z’n zwaard. Spyro spuwde vuur. Maar uiteindelijk won Spyro. ‘Ahahaha,’ kakelde Hex, ‘Spyro ik zet jou vast aan de toren waar de prinses gevangen zit. Let goed op haar of anders… Je weet de gevolgen toch?. Spyro knikte. Hex liep zonder iets te zeggen naar binnen. ‘Help me, Spyro!’ riep de prinses. ‘Nee, nooit van mijn hele draken leven!’ antwoordde Spyro daarop. ‘Toe nou!’ smeekte de prinses weer. ‘Neee, dan slacht Hex me af !’ siste Spyro, want hij zag dat Hex uit het raam keek. ‘Toe Spyro, ik weet dat je al heel je leven alleen bent. Als je me los maakt dan neem ik je mee naar mijn paleis, daar ben je nooit alleen, dat beloof ik je!’ zei de prinses met tranen in haar ogen. ‘Oké, maar als we gezien worden is het jou’n schuld!’ zei Spyro. Hij stook zijn nagel in het slot, draaide een paar keer en toen, KLIK, het slot is open! ‘Kom snel, spring op mijn rug! Dan wijs jij mij de weg en dan vliegen we zo naar jou paleis waar ik nooit meer alleen ben!’ zei Spyro blij. De prinses sprong op de rug van Spyro maar hij kwam niet verder dan een paar centimeter. ‘Ow nee, de ketting!’ zei Spyro verdrietig. ‘Wacht maar!’ De prinses sprong van de rug van Spyro. Ze bleef naar de ketting staren en, BOEM, De ketting sprong kapot. Spyro vloog weg. Toen ze bij het paleis aan kwamen was Spyro nooit meer alleen. En ze leefde nog lang, en gelukkig!
39
H O O F D S T U K 17
Survival dwergen Barend en de draak. Op een mistige donkere nacht. Liep een kleine groep dwergen, door het donkere duistere bos. Na een zwaar gevecht waren ze moe maar ze moesten door. Na een lange tijd besloten ze te gaan slapen en hun kamp op te slaan. Ze hielden omstebeurd de wacht. De volgende ochtend bleek dat ze waren beroofd! De gene met de laatste wacht was in slaap gevallen en al hun eten was gestolen! Dus de leider kondigde aan dat ze zouden gaan jagen. In de middag zouden ze terug komen naar kamp. Een andere dwerg was Barend hij moest heftig vechten voor eten, maar na een lange tijd had hij tenminste wat. Bij elkaar hadden ze een groot aantal zakken. De leider kondigde aan dat ze verder moesten gaan en de stad te heroveren. Hij zei er ook bij dat ze velen vijanden zouden tegen komen bijvoorbeeld: trollen, gnomen en de draak. De draak die hun stad had veroverd, met al hun goud, zilver, brons en koper lag. Dit is zo een grote schat dat de kluis ondergronds is uitgebreid. Het zou lang duren tot ze bij de stad waren. Na een lange reis over velden, bergen en bossen. Door de koude winters en door bloed hete zomers. Tot ze in de verte de berg der geluk zagen. De berg waar hun dorp lag, de berg waar hun schat lag, maar ook de berg waar de draak was. De leider zei dat ze hun kamp zouden op slaan en gaan opslaan.
De volgende dag ontdekte ze dat er een dwerg miste‌Bob! Na een lange tijd zoeken zagen ze een voetspoor van een trol. Bob was dus ontvoerd door een trol! Ze rende achter het spoor aan en kwamen bij een kamp van twee trollen. En Bob boven het kampvuur. Toen de trollen even niet opletten ging het team in de aanval. Het was een zware lange strijd, maar het lukte hun niet om de trollen te verslaan. Ze zaten vast gebonden in zakken op de grond en Bob hing nog steeds boven het vuur. 1 van de trollen had een mes. Barend fluisterde dat ze het mes moesten afpakken, dus hij zorgde voor afleiding, terwijl Hendrik het mes probeerde te pakken. Hendrik pakte het mes zonder dat de trollen het door hadden. Hij snee de zakken door en ging weer in de aanval. De trollen hadden het deze keer helemaal niet door, en ze werden overmeestert. Barend maakte de rest los met het mes en ze liepen weer door.
Ze liepen dagen en nachten opzoek naar de stad en ze waren er eindelijk. Ze zagen het ad nog op de grond liggen van de draak, maar ze trokken zich er niks van aan, behalve Bob die op kinkende knieĂŤn met de groep mee liep. Bob schoot bij elk geluid een puil af. De groep dwergen liep langzaam naar de kluis en toen ze het grote slot van de deur af haalde schoot Bob al zijn pijlen naar binnen. Ze de draak voorbij hun neus vliegen. De draak was zwart met een soort rood achtig vuur randje aan de vleugel en vel groene ogen en een lange staart. 40
De draak spuwde overal vuur om zich heen, alle dwergen vluchtte behalve Barend hij stond stijf aan de grond genageld van angst. De draak schoot een grote vuurbal op hem af, Barend schoot van schrik zijn zwaard naar voren en… spleet de bal in tweeën. Twee brandende stukken achter hem lagen daar de uitgang te verzieken. De draak stond op de trap naar beneden. Hij was zo woedend dat hij nog 4 ballen op hem af schoot. Maar het had geen nut, alle ballen waren in stukken gesneden ne de draak vloog naar de schuilkelder om uit te rusten. Barend rende achter hem aan om hem af te maken, maar toen hij de deur open maakte werd hij verast. De draak schoot een klein vuurtje op zijn zwaard waardoor het zwaard uit zijn hand vloog. Hij rende er achter aan maar de draak schoot een vuurbal in zijn rug om hem te laten vallen. Hij viel tegen de trap aan en lag daar een tijdje toen hij weer bij zinnen was pakte hij zijn zwaard en zag de draak slapen. Hij hield het zwaard bij zijn kop en… snee zijn keel er af.
Hij liep langzaam weer de trap op en hoorde iedereen juichen! Hij werd op geteeld en werd door de hele stad gedragen. Toen hij bij de koning was gaf hij een diepe buiging en zei: “gegroet”. De koning groeten hem terug en leesde een brief voor waar in stond dat Barend tot ridder van de koning werd benoemt. Barend voelde zich vereerd, en nam het aanbod aan. Hij zei dat hij veel avonturen had beleefd maar dat dit het hoogte punt was. Hij sprak de belofte uit dat als er een probleem was dat hij zou komen helpen. Einde!
41
H O O F D S T U K 18
Vuurkoning Achter een bos : Aan de rand van een groot bos. Begon het te waaien, en te waaien. En de vlokjes van een paddenstoel vlogen je rond je heen. En dat vond de heks van goed en kwaad niet zo handig, de heks leefde in een wereld waar er angstaanjagende figuren leefde je had de heks van goed en kwaad, die naam had ze omdat ze vaak boos was en als ze blij was kroop ze weg, je zag er dan 2 weken niet, en dan kwam ze weer tevoorschijn. Als ze boos was ze was ze zwart gekleed en donkere ogen staarde je aan. Op de ene of andere manier had ze een hekel aan Zara, waarom ze haar niet mocht wist niemand. En ik denk dat je er ook nooit achter zult komen. Zara was de baas over het vuur, ze maakte mooie kunstwerken met vuur en daar werden die boze figuren blij van. Maar de heks van goed en kwaad schrok en dacht ik moet iets veranderen, en dat heeft ze gedaan, ze pakte haar draak en zei tegen hem dat hij 1 haar van haar mee moest brengen. Dat deed hij en de heks lachte. De heks pakte de haar en deed het in een soort van fles, geen gewone fles maar een langwerpig ding dat moeilijk vast te houden was. Ze gooide een druppel water en een korreltje zout erin en bond het vast aan de draak zijn hals. Ze zei gooi het over de vallei van Zara, en zorg dat alles onder dit spul zit. De draak gehoorzaamde en deed wat hij moest doen. Zara voelde zich raar, het werd ineens heel erg kout, terwijl zijn de baas de baas over het vuur was. Ze zweefde naar buiten en zag een soort groen spul van het riet afglijden. Ze wist niet wat het was maar van wie het was, ze ging naar binnen en keek uit het raam, ineens vloog een kever met vleugels bij haar naar binnen, hij had een waarschuwing, hij zei Zara als jij boos wordt zal je een stukje van jou hart smelten, en zul je steeds een minder mooi leven krijgen. Je moet dit niet vergeten, want het lot ligt niet aan jou kant. De kever vloog weer weg, en Zara kroop weg van angst. De kever vloog naar de heks van goed en kwaad, de heks vroeg hoe het was gegaan, en de kever vertelde het verhaal, de heks schrok en schreeuwde van woede, de kever had verteld dat het lot niet bij Zara was, nu denkt Zara dat het lot bij de heks lag, dat was ook zo. Maar dat was een geheim dat niemand wist, zelfs niet de angstaanjagende figuren. De angstaanjagende figuren zaten aan de muren mee te luisteren, maar je zag ze niet want ze waren een soort van schaduw. De heks vertelde aan de kever waarom de heks wel eens weg kroop, ze zei dat ze geboren was met een gat in haar hand, die kon dicht groeien als ze het lot volgde, dat deed ze maar het lot moest ergens heen en als het negers heen kon zou iedereen lucht worden. Dat wou de heks van goed en kwaad niet dus ze beloofde het lot mee te dragen, het lot had een idee, hij kroop in het gat van de heks van goed en kwaad en hij maakte een gat in haar andere hand, en daar stopte hij de toekomst in, en eens per week scheen het lot uit haar hand en moest ze zich verstoppen want het was mega fel, niemand mocht dit weten, want anders zou ze sterven. De kever moest van de heks de vallei in de gaten houden en schoonmaken, want de 42
heks moest nu een leger gaan vormen. Ze greep een regenworm vast het was niet zomaar een regenworm maar het was een worm met 3 ogen, de heks gooide het op de vallei van Zara en de vallei ontplofte, en Zara overleed, met heel veel pijn. De heks stond er te dicht bij, dus verloor ze de helft van haar lichaam, ze overleefde het wel. Maar niemand helemaal niemand heeft haar ooit nog gezien, behalve de angstaanjagende figuren die kregen het land van Zara en van de heks van goed en kwaad en de figuren hebben nu geleerd wat goed en wat kwaad was.
43
Tot slot...
De verhalen in dit sprookjesboek zijn geschreven door de leerlingen van groep 8B. Alle overeenkomsten met de werkelijkheid zijn gebaseerd op louter toeval.....of toch niet?
Meester Martijn.
xliv