Artikel Tijdschrift voor Coaching, oktober 2013

Page 1

Martin Hudácek, Memorial for the unborn children, 2012

Een paar maanden geleden plaatsten wij dit beeld van de Sloveense kunstenaar Martin Hudácek op onze Facebookpagina. Het werk is gemaakt ter nagedachtenis van geaborteerde kinderen. Binnen korte tijd werd dit beeld door velen geliket en schreven mensen reacties. Het verdriet om alle kinderen die niet geboren konden worden werd in één oogopslag herkend. De onvoorwaadelijke liefde voor de moeder ook, zelfs die van een ongeborene. De taal van dit kunstwerk spreekt boekdelen, zonder dat er een enkel woord is gezegd.

52

TvC | september nr. 3 2013


IK ZET IN

De taal van de muzen

ik - ander

Over de rijkdom van kunst in coaching

In dit artikel gaan we in op de taal van de muzen, specifiek van de kunstvormen beeldend werken en muziek. De muzen stonden in het oude Griekenland synoniem voor de kunsten. Destijds geloofden ze al dat muziek lichaam en geest in balans kon brengen. Ook in andere culturen duiken de kunsten steeds weer op bij heling en genezing. De Aboriginals gebruikten de klank van de didgeridoo om lichaamsenergie te beïnvloeden, en in Afrika zijn ritme en dans helende rituelen. Jung beschreef de werking van kunst, en liet zijn cliënten mandala’s tekenen als ‘representatie van het onbewuste zelf’. In Nederland is sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw de creatieve therapie een vakgebied met eigen opleidingen. auteurs: Annemijn Birnie & Mirjam Dirkx

Wij, kunstenaar en musicus van origine, combineren onze achtergrond in de kunsten met NLP, transactionele analyse en systemisch werken. We beschrijven hoe je met actieve werkvormen, of met luisteren en kijken naar kunst, de ongrijpbare maar krachtig helende fenomenen van de kunst kunt inzetten in begeleidingswerk.

In onze gesprekken komt een hardnekkig sceptisch stemmetje tevoorschijn, dat het nut van de gesprekken telkens in twijfel trekt. Pas als ze gaat tekenen verdwijnt dit stemmetje. Ze tekent met haar hele lijf en volgt de beelden die onder haar hand ontstaan. Snel en gericht komt ze uit bij de moeilijke gevoelens, die ze met haar hoofd zo goed weet te omzeilen. Ze gaat met sprongen vooruit.

TvC | september nr. 3 2013

53


De taal van de muzen Iedereen kent wel de ervaring dat een kunstwerk direct tot je spreekt: tranen in je ogen bij het horen van de Matthäus Passion, of verdwijnen in de diep gelaagde kleuren van Mark Rothko. Het kunstwerk toont zich niet in begrijpelijke en geordende begrippen, het laat een intuïtieve en gevoelsmatige beleving van de werkelijkheid zien of horen. Zoals dichter en Nobelprijswinnaar Tomas Tranströmer het uitdrukt in de laatste strofe van zijn Schubertiana: “Ik weet ook buiten alle statistiek om dat op ditzelfde moment ergens daarginds in een kamer Schubert gespeeld wordt en dat voor iemand die tonen werkelijker zijn dan al het andere.” De kracht van de muzen is de rijke beeldende of klinkende taal, die op een heel ander niveau binnenkomt dan de reguliere spreek- of schrijftaal. Vivaldi kan je vertellen over de lichte vrolijkheid, Klimt leert je over de wetten van dood en leven en Munch laat zien hoe de schreeuw nog lang na kan trillen. De muzen vertellen meer dan je in woorden kunt vangen en raken gebieden waar je je nog niet bewust van was.

‘Voeding’, werkstuk gemaakt door een cursist De symbolische taal Als je werkt met de muzen, zoek je naar de authentieke beeld- of klanktaal van je cliënten. Door ze betekenisvolle ervaringen weer te laten geven in een tekening of een stemimprovisatie, creëren ze symbolen voor diezelfde ervaringen. Met symbolen bedoelen we de beeld- of

54

TvC | september nr. 3 2013

klanktaal die de volle lading van de beleving van de cliënt weergeeft, die zijn binnen- en buitenwereld verbindt. Eén noot kan precies raak zijn, als deze contact maakt met wat er van binnen speelt. Een simpele lijn kan precies weergeven waar de cliënt vandaan komt en waar hij naar toe wil. Met één wit krijtje op een zwart doek kan hij datgene wat ‘aan het licht’ is gekomen tekenen. Dat levert geen kunstwerken op, maar wel ontroerende en sprekende symbolen. Het is een misvatting te denken dat cliënten creatief of muzikaal moeten zijn om baat te hebben bij het werken met de muzen. Het tegendeel is vaak waar. Cliënten die ervaring hebben met muziek maken of boetseren, zullen eerder hun kennis inzetten om tot een mooi resultaat te komen. Maar dat zijn niet de symbolen die verder helpen. Authentieke symbolen ontstaan wanneer cliënten in contact zijn met innerlijke en betekenisvolle ervaringen. Kaderen Door een helder kader te maken, geef je de cliënt permissie en een bedding om te experimenteren met deze symbolische taal, om zijn eigen creativiteit daarin te zoeken. Een componist die daarin inspireert, is Arvo Pärt (1935). Hij heeft een verstilde, sobere klanktaal geschapen. In zijn ‘Variationen zur Gesundung von Arinuschka’ voor piano klinkt geen noot te veel, en tegelijkertijd is elke noot veelzeggend (http://www. youtube.com/watch?v=oGMKCp_PstM).

Notenbalk uit Variationen zur Gesundung von Arinuschka - Arvo Pärt Precies zo kun je een kader maken waarbinnen cliënten kunnen werken. Met afgebakende opdrachten zoek je naar een balans tussen uitdaging en veiligheid. Want bezig zijn met de muzen is inspirerend, maar ook spannend. Zeker als cliënten jarenlang niet meer geschil-


derd hebben of zichzelf niet muzikaal vinden. Dan breng je als coach veiligheid en focus aan door in een afgegrensd kader te werken.

het individu tot in detail waarnemen, maar dat gaat ten koste van de perceptie van het geheel... Wanneer ik personen zie, dan neem ik ze als geheel in mij op.”

Ze komt de trainingsdag binnen met het verlangen zich meer te willen tonen, zichtbaarder te worden in de groep. In het kennismakingsrondje zingen de deelnemers hun eigen naam, en maken vervolgens in kleine groepjes een groove van hun gecombineerde namen. Het valt op dat ze met een hele lage stem zingt, in een voor haar krachteloos register. Als ik haar later vraag om haar drietonige motiefje een aantal noten hoger te zingen, is haar eerste reactie dat ze dat niet kan. We maken met de groep een ondersteunend ‘ondergrondje’ door een repeterend motief te herhalen. Dan doe ik haar voor hoe je met je stem kunt ‘glijden’. Zo zingen we gezamenlijk de hoogte in, en daar gaat ze plotseling de lol ervaren van haar stem.

Als je werkt met de muzen in je coachingspraktijk, geef je je over aan de taal van de muzen, door ‘de verschijnselen te laten spreken’. In een symbolische taal reageer je op het werk van je cliënt. Slechts op die manier kun je datgene wat onbenoembaar lijkt, zelf taal geven. Je antwoordt in het werkstuk van een cliënt die voor een keuze staat, door een horizon te schilderen en zo focus te brengen in zijn schildering en keuze. Of je daagt je cliënt uit door dissonante (botsende) klanken te spelen in een muzikaal tweegesprek.

De verschijnselen laten ‘spreken’ Als coach ben je getuige van het creatieproces van je cliënt. Je ziet hem vol overgave aan het werk, je ervaart hoe ‘raak’ die paar tonen of die lijn kunnen zijn. Dan komt het moment waarop er een interventie of een doordachte samenvatting van jou wordt verwacht. Hoe doe je dat, aan de hand van een boetseerwerk of melodie die je net gehoord hebt? Hoe vind je taal die aansluit, die uitdaagt, die prikkelt? De fenomenologie biedt uitkomst. Deze filosofische stroming beschrijft hoe je ‘de verschijnselen kunt laten spreken‘ vanuit de wetenschap dat er een voortdurende wisselwerking plaatsvindt tussen de mens en de wereld om hem heen. Met inachtneming van deze wisselwerking probeert de fenomenologie het ‘wezenlijke’ in datgene wat gezien wordt, te begrijpen. Bert Hellinger, de grondlegger van het systemisch werken, maakt onderscheid tussen het waarnemen in detail en van het geheel: “Ik maak een verschil tussen ‘observeren’ en ‘zien’. Het woord ‘observeren’ betekent

Hij vindt het lastig om in vergaderingen bij zijn eigen standpunt te blijven, en niet mee te gaan in alle meningen en gevoelens die hij bij de ander waarneemt. Achter de vleugel gebeurt precies hetzelfde; als ik hem uitdaag met stevige bassen in een helder ritme, raakt hij zijn eigen spel kwijt. We zoeken naar hulpbronnen, die hij vervolgens verklankt. Zo kan hij telkens beter bij zichzelf blijven. Een paar sessies later spelen we weer samen. We ervaren beiden de lol in de afwisseling tussen leiden en volgen.

De muzen in begeleidingswerk Werken met kunst is een doelgerichte en inspirerende manier om cliënten snel bij onbewuste aspecten van hun coachingsvraag te brengen. Kunst brengt je uit het hoofd en in de ervaring. Zo kun je snel bij de onderliggende drijfveren van diep ingesleten gedragspatronen komen en nieuwe en versterkende ervaringen opdoen. “De kunsten geven toegang tot onze diepste emoties, ze raken de preverbale en hoogabstracte perceptie. Daarom zijn ze onlosmakelijk verbonden met ons fysiek, psychisch, spiritueel en sociaal welzijn”, zo schrijft docente creatieve therapie Sylka Uhlig.

TvC | september nr. 3 2013

55


vlakken met pastelkrijt, afgewisseld met donkere vlekken. Ze vertelt dat de donkere vlekken staan voor haar eenzaamheid, die ze van kinds af aan kent. Als ik nu naar haar kijk, kan ik met zachte ogen kijken. De uitnodiging tot strijd is verdwenen.

Een helend beeld: De speeltuin van mijn jeugd (werk cursist) Dit vraagt van jou als coach dat je zelf thuis bent in de taal van de muzen. Daarmee bedoelen we niet dat je een kunstenaar moet zijn, maar wel dat je jouw eigen ontdekkingsreis in de kunst hebt gedaan. Dat je je vrij voelt, je eigen creativiteit durft in te zetten. Dat je werkvormen kiest die bij je passen, en weet hoe jouw persoonlijke verhaal zich uit in de muzen. Het vraagt dat je contact maakt met jezelf en met wat jij tegenkomt in de ontmoeting, met de cliënt én met de muzen. Want op al die lagen kunnen overdracht en tegenoverdacht spelen. Om projecties te vermijden, zul je je eigen patronen hierin moeten onderzoeken en heronderzoeken. Ze heeft zojuist haar hele lijf omtrokken op een groot vel behangpapier en kiest felle kleuren waarmee ze haar hoofden schoudergebied met puntige lijnen markeert. Haar borst- en buikgebied laat ze wit en leeg. Als leider van haar afdeling roept ze nogal eens irritatie op en ontstaan er vaak conflicten. Ook ik moet in onze gesprekken moeite doen om uit het conflict te blijven. De volgende sessies werken we met het lege gebied. Als ze begint heeft ze nog geen idee, maar langzaamaan wordt ze zich gewaar van dit deel van haar lijf. En ervaart ze dat de conflicten een manier zijn om leegte te vermijden. Ze vult het lege deel in haar lijf met zachte kleur

56

TvC | september nr. 3 2013

Tot slot Als je werkt met de muzen, heb je maar weinig woorden nodig. Toch kun je er ogenschijnlijk onbenoembare dingen benoembaar maken, in de taal van het beeld of de klank. En door cliënten te leren dat inspiratie letterlijk ‘inademing’ betekent, kunnen zowel de ‘rauwheid’ als de ‘schoonheid’ een bron van creativiteit worden. Zo kunnen cliënten betekenis geven aan de levensgebeurtenissen waarvoor ze bij jou kwamen. In een milde en stille taal, die de rijkdom van de ervaring weet te vangen. ■

Tijdens het laatste consult tekent ze in één lijn haar afgelegde pad. Terwijl ze voorzichtig over het blad gaat met haar krijtje, teken ik er verschillende elementen bij. De bedding die ze zo nodig had, haar uitdagingen, haar ‘kind-zijn’. Zelf tekent ze er nog het land bij waar ze over een paar weken naartoe zal verhuizen. Met haar eigen lijnenspel zoekt ze alles wat ze inbracht nog eens op. Haar ogen staan vol tranen van ontroering en trots, net als de mijne. Zo maakt ze een woordeloze en betekenisvolle samenvatting van haar coachingstraject.

Annemijn Birnie en Mirjam Dirkx werken als coach en trainer vanuit www.demuzenaanhetwoord.nl. Zij leren ervaren begeleiders om te werken met de muzen in hun trainingen en supervisietrajecten en ze ontwikkelen een opleiding. Daarnaast geven ze lezingen met de muzen als inspiratie. Samen schreven zij het boek ‘De muzen aan het woord: Werken met beeld en muziek in coaching, therapie en training’.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.