Interviews met: Michel Schelvis (RRKC) Dick Pakkert (Rotown) Henri Oogjen (Klankenhaus) Aukje Bolle (Dienst K&C) Martin Scheijgrond (Popunie)
Voorwoord
Het magazine dat u nu in handen heeft is het resultaat van 20 weken hard werken. Vijf studenten van de opleiding Vrijetijdsmanagement aan de Hogeschool Rotterdam hebben in het kader van de module Specialisatie zich gespecialiseerd in de pop(podium)cultuur van Rotterdam. De opzet van het onderzoek is door de studenten helemaal zelf bepaald; het onderwerp, de gekozen manier van onderzoeken, de presentatievorm en de beoordelingscriteria. Wij kijken met een positieve blik terug op het onderzoek. De samenwerking is in onze ogen zeer goed verlopen; iedereen kende zijn taken en voerde deze naar behoren uit. Na een moeizame start begon het balletje te rollen; het onderwerp was al snel duidelijk, de onderzoeksmethode en het uiteindelijke product waren aan enige discussie onderhevig, maar ook hier zijn we uitgekomen. Bronnen waren er genoeg. Om deze tegen het licht te houden zijn er met diverse partijen interviews gehouden. De resultaten hiervan waren soms verassend. Daarnaast hebben we een aantal artikelen zelf geschreven aan de hand van de verschillende bronnen. Op het maken van een magazine hebben we ons echter wel verkeken. Met het schrijven van teksten ben je er nog niet; het geheel moet ook nog eens mooi en aantrekkelijk vorm worden gegeven. In eerste instantie wilde wij dit uitbesteden en het door een grafisch bedrijf laten doen. De offerte veranderde ons echter van gedachte. Wij hebben dus besloten ook deze touwtjes in handen te houden en het magazine digitaal te verspreiden via Issuu (www.Issuu.com). Voor het tot stand komen van dit magazine willen wij de volgende mensen bedanken; Alain van Duuren, voor de uitstekende begeleiding en sturing gedurende de 20 weken. Zonder zijn begeleiding had dit magazine er niet zo uitgezien zoals het nu doet. Daarnaast willen wij alle geïnterviewde bedanken; Michel Schelvis (RRKC) voor zijn toelichting op het Cultuurplan 2013 – 2016, Dick Pakkert over Rotown en het 25-jarig bestaan daarvan, Henri Oogjen (Klankenhaus) over Rotterdams muzikaal talent, Aukje Bolle (Gemeente, Dienst Kunst & Cultuur), Martin Scheijgrond (Popunie) voor de visies en toekomstplannen. Wij hebben met veel plezier aan dit project gewerkt en zijn positief over de resultaten die terug te lezen zijn in dit magazine. Dennis van Rijn Leon Jacques Roald Hendriksma Rianne Roodenburg & Kim Bijl
Inleiding Rotterdam, een evenementen stad, een bloeiende en bruisende stad. Een stad voor jongeren en vol activiteiten. Maar wel een stad zonder een noemenswaardige popsector. Een stad waar poppodia zich vestigen en met de zelfde noodgang weer verdwijnen. En dat terwijl uit verschillende onderzoek blijkt dat een kwart van de Rotterdammers wel eens een popconcert bezoekt. Reden voor ons om dit aan de kaak te stellen. In ons magazine kunt u de meningen van zowel de beleidsmakers, ondernemers en ons team lezen. Deze meningen zijn te lezen in de verschillende interviews. En artikelen. Zo hebben wij gesproken met Michel Schelvis van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur maar ook met Martin Scheijgrond van de Popunie en Henri Oogjen van Klankenhaus, organisaties die beide zorgen voor verbindingen van vraag en aanbod in de stad. Verder spraken wij met Aukje Bolle van de Gemeente Rotterdam. En Poppodium Rotown, dat dit jaar 25 jaar bestaat en op het moment een toonaangevend poppodium is in Rotterdam Veel kennis voor het schrijven van dit magazine hebben wij opgedaan tijdens het lezen van publicaties van eerdere onderzoeken. Dit zijn onder ander de culturele plannen van 2005 tot en met 2013 en onderzoeken van YoungEDBR en de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur. Maar ook het begrotingsplan van Rotterdam voor 2012 en artikelen en brieven van ondernemers en de gemeente. Dit magazine is geschreven met de intentie om de u als lezer te inspireren en door middel van onze visie en bevindingen inzicht te geven in wat er op dit moment speelt binnen de Rotterdamse popsector. De vraag die wij in dit magazine centraal hebben gesteld is of het op dit moment echt zo slecht gesteld is met de Rotterdamse popsector of valt dit allemaal wel mee? En moeten we het met z’n alle wat zonniger in gaan zien? De redactie
 Â
Welke podia kent Rotterdam anno 2012? Door Dennis van Rijn
Grounds Adres; Willem Buytewechstraat 68 Aantal zalen; 1 Capaciteit; 200 personen
Op 30 april 1987 opent Rotown voor het eerst zijn deuren. De naam is een verwijzing naar vernieuwende muziekstromingen in Rotterdam; waar ze in Detroit Motown hebben, hebben ze in Rotterdam Rotown. Eerder zaten er in het pand een drankenhandel, garage en een Chinees restaurant. In de loop van de tijd is er veelvuldig verbouwd; in 2003 kwam er een tweede pand bij, waar nu de concertzaal en het restaurant-gedeelte is gevestigd. In de afgelopen 25 jaar is Rotown uitgegroeid van een klein muziekcafé tot een professioneel poppodium, waar inmiddels grote artiesten zijn begonnen in Nederland. Onder meer Franz Ferdinand, Herman Brood, Calexico en Fink hebben in hun begin jaren op het Rotterdamse podium gestaan. Rotown heeft de afgelopen jaren een redelijk aantal zalen failliet zien gaan in Rotterdam. Bij het overleven is een goed management en een juiste bedrijfsvoering essentieel. De beloning voor het jaren lange werken kwam in 2010, toen won Rotown de prijs voor Beste popzaal van Nederland.
Eigenwijze, grensverleggende muziek uit alle windstreken met een focus op jong talent krijgt een plek op het podium van Grounds in het World Music & Dance Centre. Van gepassioneerde latin tot ongepolijste hiphop en van sferische jazz tot intime singer/songwriter muziek. Ook vind je in Grounds een goed café waar je dagelijks terecht kunt voor een kop koffie, een daghap of een akoestisch optreden. Rotown Adres; Nieuwe Binnenweg 17 - 19 Aantal zalen; 1 Capaciteit; 250 personen
Waterfront Adres; Boomjeskade 10 Aantal zalen; 2 Oefenruimtes; 8 Capaciteit; 600
Waterfront was ooit een bloeiend poppodium aan de Maas. Maar na de fusering met poppodium WATT ontstonden er financiële problemen. Nu de dag is Waterfront omgetoverd tot een Rotterdamse club voor nationale en internationale bands, dance-acts en dancenights. Waterfront beschikt over twee zalen die ruimte bieden aan zo’n 600 bezoekers. Daarnaast zijn er ook acht oefenruimtes die gehuurd kunnen worden door artiesten.
Baroeg Adres; Spinozaweg 300 Aantal zalen; 1 Capaciteit; 400 personen
Worm Adres; Boomgaardstraat 71 Aantal zalen; 1 Capaciteit; onbekend
Baroeg is het langst bestaande noncommerciële podium van Rotterdam. De programmering van Baroeg richt zich sinds jaar en dag op het harde, alternatieve segment van de popmuziek. Hierbij moet je denken aan stijlen als death / black / heavy / doom / thrash en folk metal, grindcore, hardcore en metalcore, punk(rock), skate, psychobilly, speedrock en ska, gothic, electro, industrial en dark wave, stoner rock en sludge. Elk jaar treden er binnen deze genres zo’n 250 (inter)nationale bands op in Baroeg.
WORM is een instituut voor avantgardistische recreatie te Rotterdam, bestaande uit een kunstenaarscollectief, een podium met winkel en een Parallelle Universiteit (DIY-werkplaatsen voor film, muziek en media). Geboren onder de sterren van punk, dada, fluxus, situationisme en futurisme is WORM uitgegroeid tot een eigengereide organisatie die de ‘Do-It-Yourself’ mentaliteit van hun voorouders combineert met ultra-pragmatisme, liefde voor techniek(en) en goede boekhouding. De output van WORM is film, radio, concerten, cursussen, party's, publicaties, performances, web-projecten, installaties, workshops en een opeenhoping van tactiele media en internet. WORM focust zich (blijmoedig en toch serieus) op avantgarde, middelenschaarste en opensource.
Bird Adres; Raaompoortstraat 26 Aantal zalen; 1 Capaciteit; 270 personen
Bird Rotterdam is een muziekpodium waar een uitgebreid scala aan muziekgenres wordt geprogrammeerd. Naast muziekvoorstellingen van over de hele wereld kun je hier ook heerlijk eten en borrelen. De keuken heeft Sicilië als grote voorbeeld. De gerechten variëren van sardines beccafico tot aan spaghetti meatballs. Kom het snel eens proeven en beleven!
Nieuwe Oogst Adres; Maashaven Zuidzijde 20 Aantal zalen; 2 Capaciteit; 1.200 personen
De Nieuwe Oogst biedt een homebase en oefenruimten waar talenten kunnen experimenteren, oefenen, confereren, uitwisselen, optreden en exposeren. Daarnaast heeft De Nieuwe Oogst een podiumfunctie. Onderdeel van deze functie is het organiseren van evenementen. Binnen de zogenaamde ‘urban arts’ wordt De Nieuwe Oogst een zichtbare thuisbasis voor grootstedelijke jongerencultuur in de breedste zin van het woord: van productie- en cursushuis tot presentatieen verkoopplek.
De Rotterdammer aan het woord Door Leon Jacques
Publiek is een belangrijk onderdeel van de popcultuur. Het publiek maakt of kraakt het aanbod binnen de sector. De eigenzinnige popcultuur van Rotterdam trekt een breed publiek aan met haar aanbod. Maar wat vind het publiek van de popsector? Wij vinden het belangrijk om deze groep te horen en zijn daarom de straat op gegaan om te vragen hoe zij de Rotterdamse popsector ervaren. Wat gaat er goed en wat zou veranderd moeten worden? Calvin Sies ‘Ik vind het jammer om te zien dat de popsector zo achteruit gaat. Veel podia draaien niet lekker en nu krijgen ook veel podia geen financiële steun meer. Zelf ben ik erg van de live-muziek, maar ik bezoek daarvoor steeds vaker andere steden. In Rotterdam bezoek ik eigenlijk alleen Rotown nog. Ik vind het best wel een gemis voor Rotterdam dat er geen groot podium meer is. Het zou mooi zijn als ze dit weer op zouden kunnen starten. Ik vind dat de gemeente hierin best haar steentje mag bijdragen, maar anderzijds heeft de gemeente al teveel geld verspild door verkeerde beslissingen’.
uuDe sfeer is altijd goed in Rotterdamuu Anna Bulder
Anna Bulder ‘Rotterdam is echt mijn stad, ik kom er heel graag. Wat betreft live-muziek ben ik eigenlijk wel tevreden. De sfeer is altijd goed in Rotterdam. Ik ben vaak te vinden in Rotown en voorheen ook in de Exit. Ik vind het jammer dat deze gesloten is, Exit had altijd een heel eigen sfeer en een goed programma. Verder vind ik kleine tentjes als Vagabond wel gezellig, maar die programmeren niet zo veel. Het aanbod van live-muziek in Rotterdam mag van mij wel wat groter, zodat je ook echt keuze hebt. Dan zou ik echt elk weekend in de stad te vinden zijn’. Kira Hoffener ‘Ik houd meer van de mainstream muziek dus ik ben niet vaak in podia te vinden. Ik kan me wel erg goed voorstellen dat de popsector geraakt wordt door de bezuinigingen. Voor zover ik laatst gehoord en gezien heb, gaat de popsector er flink op achteruit door die ingrepen. Ik zou het zonde vinden voor de stad als er weinig live-muziek is. Zelfs zou ik er niet zo mee zitten, maar voor de bezoekers is het jammer’.
uu Rotterdam is echt wel bruisend, er gebeurt veel. Stapavonden en dance-gerelateerde avonden doen het goed in Rotterdam, maar voor live-muziek is er niet zo heel veeluu Bobbie Borsboom Bobbie Borsboom ‘Rotterdam is echt wel bruisend, er gebeurt veel. Stapavonden en dance-gerelateerde avonden doen het goed in Rotterdam, maar voor live-muziek is er niet zo heel veel. Ik houd vooral van de wat hardere muziek, voornamelijk nieuwe stromingen zoals hardcore, metalcore en deathcore. In Rotterdam heb je hiervoor alleen de Baroeg, maar veel van deze artiesten zijn te vinden in kleine podia of podiumcafés. Zelf woon ik in Den Haag, daar hebben ze veel meer plekken voor dit soort muziek. Denk aan Musicon, de Bazart of café Cremers. Dat vind je in Rotterdam niet’.
Maikel Vermeulen ‘Ik heb zelf stage gelopen bij poppodium Watt toen het nog goed liep. Het is echt triest dat zulke toffe initiatieven achter elkaar instorten. Zelf ben ik muzikant en heb de muzikantenopleiding Zadkine Popacademie afgerond, ik sta dus middenin de Rotterdamse popsector. Het is goed fout met de popmuziek in Rotterdam. Dat heeft de sector deels zelf veroorzaakt, maar ook de politiek werkt niet echt mee. Nu dat cultuurplan voor 2013-2016 is gepubliceerd mogen de podia die wel subsidie krijgen in hun handen klappen. Vele podia gaan het mijns inziens niet redden zonder subsidie. En dat is funest voor de sector, niet alleen omdat het aanbod straks schraal is, maar het gehele imago van Andrej Ajnik Rotterdam als popstad ligt straks in de put’. ‘Ik kom eigenlijk nooit in Rotterdam voor live muziek. Het trekt me totaal niet aan. Ik ben erg fan van hiphop, maar ik ben daarvoor alleen ooit in Waterfront geweest. In dat urban podium bij de Maassilo ben ik ook nog niet geweest. Ik hoorde dat dat ook al een keer failliet was gegaan. Dat kan ik me wel voorstellen want hiphop publiek is lastig binnen te krijgen. We geven niet zoveel uit, zeker niet aan concerten etc. Het is mij in ieder geval te duur’.
Een blik op club Rotown Door Roald Hendriksma
Rotown, een Rotterdamse club gelegen op een mooie plek midden in het centrum. Rotown heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Ze hebben bewezen dat ze een gezellig muziekcafé zijn met poppodia. Dick Pakkert, directeur van Rotown verkondigt zijn mening over de huidige ontwikkeling binnen de popsector. uuMet
vier jaar geleden en vervolgens wat rekensommetjes gemaakt. Eerst werd 4 % van subsidieverdeling aan de popsector gegeven. Dat was al laag en nu ligt het advies om 1,7 % van de cultuursubsidie aan de Rotterdamse popsector te schenken. Gekeken naar het nieuwe begroting wordt er 64% gekort op totale cultuurbegroting in de popsector’. uuRotown heeft een zeer goede
deze adviezen genoodzaakt terug naar het oude vertrouwde muziekcaféuu
Wat zijn de succesfactoren van Rotown? ‘Goed beleid, goede visie en goede mensen. We willen nieuwe bands presenten. Daarbij zoek je goede mensen die dat kunnen uitvoeren en dan moet je proberen te gaan groeien en dat kost tijd en energie, maar het is wel de juiste en enige manier’. Hoe is dat met de Nieuwe Oogst? ‘We hebben ook wel eens Chef Special geprogrammeerd in Nieuwe Oogst, gelegen op de kop van zuid. Dat kost ons veel meer energie en geld om de doelgroep te bereiken en vervolgens naar de Nieuwe Oogst te krijgen. Als je dit elke maand doet, zal dit gedurende tijd makkelijker worden. De naam Nieuwe Oogst is nog niet zo geland bij de doelgroep. Ik denk ook dat de Nieuwe Oogst binnenkort ook niet meer zal gaan landen bij de doelgroep, want dat poppodium zal binnenkort worden opgeheven. Dit blijkt uit de advies van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur voor de jaren 2013-2016’. Wat vindt u van dit advies? ‘Rotterdam heeft jong publiek hoog in het vaandel staat, maar dit blijkt niet uit dit advies. Ik heb nog is teruggekeken naar een oude cultuurnota van
naam en we hebben steengoede programmering, maar het blijft wel een moeilijk puntuu
Wat onderscheidt Rotown van andere poppodia? ‘Iedereen doet zijn eigen dingen, Worm doet zijn eigen dingen, Baroeg doet zijn eigen dingen, Nieuwe Oogst heeft een eigen doelgroep. Dan heb je Bird, die doet ook zijn eigen dingen, die programmeert veel Jazz. We hebben in sommige gevallen wel wat overloop, maar eigenlijk doet iedereen zijn eigen ding en samen met alle poppodia zijn we eigenlijk één groot mooi poppodium van Rotterdam. Het zal wel moeilijk worden voor ons in de toekomst om grote namen aan te trekken, omdat wij geen groot poppodium zijn en daar zijn andere steden weer wel goed in, zoals bijvoorbeeld Utrecht, Tilburg, Amsterdam of Groningen. Rotown heeft een zeer goede naam en we hebben steengoede programmering, maar het blijft wel een moeilijk punt’. Ooit eerder gedacht om te verhuizen naar een grotere locatie? ‘Niet meer, we wilden dat wel. We wilden dat bijvoorbeeld doen met Nieuwe Oogst, maar door het nieuwe advies willen we het niet meer door laten gaan. We wilden 10 á 15 grote namen neerzetten,
maar doordat dit advies er ligt zullen wij toch moeten afwijken van dit idee. Bij het RRKC denken ze dat concerten met 1000 man publiek commercieel gezien zelf kan draaien. Natuurlijk kan ik dit niet. Dat weet ik en dat weten ook andere mensen die er verstand van hebben. Ze hebben er dus gewoon geen geld meer voor, dus wij kunnen het dan ook niet uitvoeren. Een grotere locatie zit er dus helaas niet in. Ik heb me er jarenlang sterk voor ingezet. Ook ben ik actief geweest bij club Watt, maar daar kwamen gewoon de verkeerde mensen die niet wisten hoe ze het geld effectief kunnen besteden om een poppodium te laten ontwikkelen’.
je kijkt naar de stad Tilburg, die hebben een mooi podium met vaak een volle zaal. Ik denk dat Rotterdam een groot poppodium de komende 10 á 15 jaar wel kan vergeten. Ze denken dat een concert met 1000 man publiek commercieel zelf kan draaien, maar dat kan niet! Ik kan geen Nick en Simon neer zetten voor 1000 man, want Daar hebben we Ahoy voor. Je hebt subsidie nodig om een concert voor 1000 man publiek neer te zetten. Hoe kijkt Rotown tegenover al die sluitingen van poppodia? Rotown is daar erg teleurgesteld in, maar natuurlijk ligt schuld ook voor een deel bij de gemeente.
uuIk trek me weinig van de gemeente. We krijgen weinig subsidie, terwijl wij dat hard nodig hebbenuu
Wat doen jullie aan talentontwikkeling? ‘Nieuwe bands zijn allemaal in ontwikkeling. We geven ook workshops. We proberen heel veel nieuwe bands neer te zetten en ik denk dat dit wel talentontwikkeling is. Onze hoofddoel is nieuwe bands neerzetten’. Wat is jullie relatie met de gemeente Rotterdam? ‘Ik trek me weinig van de gemeente. We krijgen weinig subsidie, terwijl wij dat hard nodig hebben. Ik vind dat de popsector belachelijk weinig geld krijgt. Gezamenlijk met poppodia uit Rotterdam hebben we een lijn gezet om die te lage subsidiebedragen tegen te gaan. Ik ben daar woordvoerder, waar ik voornamelijk de pers inlicht, omdat ik weet wat ik wil zeggen. Tegen de politieke mensen doen andere mensen hun zegje, want die hebben ook meer verstand van zaken’. Hoe doen ze dit andere steden? In andere steden wordt gewoon veel serieuzer omgegaan met de popsector. Ze krijgen meer subsidie en de poppodia hebben een goede visie. Als andere cultuurinstellingen, zoals Hofpleintheater, Boijmansmuseum en andere cultuurinstellingen
zullen ze niet laten stikken en gewoon financieel ondersteunen. Maar voor poppodia is gewoon niet het juiste beleid en zijn niet de juiste mensen aanwezig. Dit vinden ze gewoon niet belangrijk bij de gemeente. En daarnaast heeft het falen van de clubs Nighttown en Watt daardoor een slechte invloed geschept op de situatie. Waarom helpt de gemeente theater Lantarenvenster bijvoorbeeld wel , maar de popsector niet? Ik denk dat de belangstelling er gewoon niet is. Er zijn gewoon geen tot weinig ‘bobo’s’ die een stem hebben over de popsector. Daar moeten mensen op gezet geworden die op de inhoud in gaan en die het ook belangrijk en leuk vinden. Ik vind het belangrijk dat er een poppodium aanwezig is en ontwikkeld wordt. Een paar jaar geleden is er wel veel geld uitgegeven door de gemeente. Bijvoorbeeld het jongerenjaar in 2009 en club watt, maar dit geld is in handen gekomen van de verkeerde mensen en dat is ontzettend jammer. Al dat geld van is gewoon verdwenen.
Dossier Nighttown en WATT Door Rianne Roodenburg
Voor een aantal jaren leek het goed te gaan en in de jaren ’90 was het dan ook één van de populairste plekken in Rotterdam: Nighttown. Een poppodium, café en uitgaansgelegenheid aan de West-Kruiskade in Rotterdam. Hét poppodium met een vernieuwende programmering en een poppodium dat enigszins vergelijkbaar was met de programmering van Het Paard in Den Haag, Paradiso en de Melkweg in Amsterdam. Bijna wekelijks vonden hier thema avonden plaats die georganiseerd werden door onder andere Ronald Molendijk, Michel de Hey en Ted Langenbach en bestond de line-up uit grote namen. Maar in 2003 gaat het mis en loopt het populaire poppodium, dat jaarlijks zo’n 200.000 bezoekers aantrok, tegen grote financiële problemen aan. Dit lijkt dan het einde van het succesvolle poppodium maar, Nighttown weet zich nog net staande te houden. Nog drie jaar gaat het goed maar in 2006 zijn de problemen terug en is er geen ommekeer meer mogelijk. Nighttown ziet op dat moment geen uitweg meer en vraagt faillissement aan.
eerste problemen op en het gloednieuwe poppodium krijgt een boete voor ernstige geluidsoverlast. In januari 2009 werd WATT definitief overgenomen door het landelijke kernpodium Waterfront. Met deze overname kwam ook een flinke financiële bijdrage van de gemeente Rotterdam mee. Maar liefst 3,5 miljoen werd geïnvesteerd in het poppodium. Waterfront wilde van Watt een concurrent maken van het Urban Culture Podium. Maar ook toen het popodium in handen was van Waterfront konden ze het hoofd niet boven water houden. Ondanks de flinke injectie krijgt Watt tegenslag na tegenslag te verwerken; dit was vooral te wijden
uuHet einde van Watt schaad het imago van onze stad en de hele popsector in
het bijzonder. Dit besluit leidt tot een verdere verschraling van het culturele klimaat en wij vinden dit dan ook een enorm pijnlijk verlies aangezien het Rotterdam maar niet lukt om een poppodium van formaat te hebbenuu Nourdin El Ouali (Groenlinks Rotterdam) juni 2010
Gelukkig kreeg het pand al snel een nieuwe eigenaar. Het voormalige Nighttown werd gekocht door de broers Aryan en Willem Tieleman en hun businesspartner Ted Langenbach. Samen wilde zij het podium nieuw leven in blazen en opnieuw een poppodium neer zetten van formaat. Het nieuwe poppodium kreeg de naam WATT en zou een gemeentelijk poppodium worden. WATT werd net als Nighttown een poppodium dat de gelegenheid bood om uit te gaan maar ook een plek was om rustig een drankje te drinken. Om zich te onderscheiden van de rest meten WATT zich een duurzaam imago aan. Dit gebeurde onder andere door een energie opwekkende dansvloer, regenwater voor het doorspoelen van de toiletten en het plaatsen van LED-verlichting. De grote zaal van WATT zou ruimte bieden aan 1.400 bezoekers en in de kleine zaal was plaats voor 250 bezoekers. Op vier september was het dan zo ver en de deuren van WATT werden geopend. Iggy Pop & the Stooges kregen de eer om het poppodium te openen. De overige (vroege) programmering van WATT was wat veilig; dit waren vooral veel Nederlandse Bands en een grote hoeveelheid dance. Maar de vreugde is van korte duur want al in 2008 hangen er donkere wolken boven het pand aan de Kruiskade. In november duiken de
aan de geluidsoverlast. Op 16 juni 2010 komt ook het avontuur van WATT ten einde en maken ze bekend faillissement aan te vragen. Het podium moet op dat moment dan nog 2,5 miljoen euro aan schuldeisers betalen. Al snel na de sluiting van WATT werden er plannen gemaakt voor wat er nu ging gebeuren met het leegstaande pand. De locatie zou gebruikt gaan worden voor Europa’s grootste uitgaansgelegenheid voor homo’s. De naam die het pand zou krijgen was Lef XL en zou ruimte bieden aan 2.500 bezoekers. Twaalf maanden later waren de deuren van LEF XL nog steeds gesloten. Het nieuws dat de pandeigenaar, Club Lef XL, niet verder wilde investeren in de aanpassing en besloot om over te gaan op verkoop van het pand, kwam dan ook niet geheel onverwachts. Op dit moment staat het pand nog steeds leeg en staan er voorlopig geen spannende zaken te gebeuren in het pand dat ooit diende als podium voor artiesten van formaat en opkomend talent. En het is dan ook maar de vraag of het pand ooit nog zijn oude plaats in de Rotterdamse popsector terug zal krijgen.
uuRotterdam verdiend een poppodium dat volwassen en duurzaam is, het liefst met internationale allure. Het is een schande dat Rotterdam het niet voor elkaar krijgt om een poppodium te exlpoiteren dat kan concurreren met het Amsterdamse Paradiso of het Tilburgse 013uu Tunahan Kuzu (Raadslid PVDA Rotterdam)
Cultuurplan 2013/2016
Een pijnlijk advies Door Dennis van Rijn
De kunst & cultuursector in Rotterdam gaat krimpen. Voor het eerst in 30 jaar moet er flink worden bezuinigd. De afgelopen decennia groeide deze sector uit tot een bloeiende industrie. Met deze groeiende industrie kwamen ook vele evenementen. Dit leverde Rotterdam in 2002, 2005 en 2006 de prijs voor beste evenementen stad op. Met de komst van de bezuinigingen moeten initiatiefnemers creatief met de situatie omgaan; sommige zullen verdwijnen, andere veranderen en voor sommige veranderd er niets. Dit geldt niet alleen voor de kunst & cultuurinstellingen, maar ook voor een aantal Rotterdamse poppodia. Plannen ‘‘In de popmuziek ontbreekt in de stad na het ehec van Watt een groot poppodium voor ongeveer 1.000 bezoekers’’. Zo opent de paragraaf over de popmuziek in Rotterdam. Plannen om zo’n podium in Rotterdam te vestigen zijn er wel. De voorkeurslocatie is zelfs al bekend; LP2 op de Kop van Zuid. Verder is de rad van mening dat grootschalige popconcerten niet meer gesubsidieerd moeten worden. Het gat dat mogelijk valt, moet worden opgevuld door ondernemers. Rotown en Baroeg zijn van vaste waarde in de stad, net als het jaarlijks gratis toegankelijke festival Metropolis. De Rotterdamse popsector is door de gemeente uitgenodigd plannen te ontwikkelen voor een onafhankelijke poporganisatie. Deze organisatie wordt verantwoordelijk gesteld voor het facaliteren van kleinschalige oefen- en presentatieplekken voor de lokale popscene. De raad vindt een intermediaire organisatie op dit moment niet van belang.
Daarnaast is de raad van mening dat kleine podia op eigen benen moeten gaan staan. Dat betekent dat ze geen subsidie meer krijgen. De raad wil dat ze gezamenlijk aan marketing gaan doen, verlevendiging van de binnenstad en de promotie van popbands.
uuIn de popmuziek ontbreekt in de
stad na het echec van Watt een groot poppodium voor ongeveer 1000 bezoekersuu Cultuurplan 2013/2016
Budgetverdeling muzieksector Rotterdam In totaal zijn er 27 aanvragen vanuit de muzieksector ontvangen (klassieke en hedendaagse muziek, wereldmuziek, jazz en popmuziek). 13 instellingen hiervan hebben een positief advies ontvangen; 14 aanvragen dus negatief, waarvan 4 om budgettaire redenen.
Adviezen Cultuurplan '13 -‐ '16 € 2.500.000
Astitel
€ 2.000.000 € 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 € -‐
Aangevraagd
Ontvangen
WORM
€ 638.200
€ 400.000
Rotown
€ 349.000
€ 167.000
Nieuwe Oogst
€ 686.000
€ -‐
Bird
€ 252.038
€ -‐
Baroeg
€ 450.850
€ 250.000
Gemakshalve zijn de 5 instellingen in de popsector eruit gelicht; Baroeg, BIRD, Nieuwe Oogst, Rotown en WORM. Al instellingen hebben een aanvraag ingediend, waarvan 1 negatief is beantwoord en 1 negatief met een kanttekening; BIRD heeft prioriteit indien er aanvullende middelen beschikbaar komen. In totaal is er door deze 5 instellingen €2.376.088 aangevraagd. De drie instellingen die wel positief zijn beoordeeld krijgen echter veel minder dan er is aangevraagd! In totaal hebben Baroeg, Rotown en WORM €817.000 gekregen. Ter vergelijking; er is een verschil van €1.559.088!
Een goedvoorbeeld hiervan is Het Paard in Den Haag. Om een verbouwing van €25.000 te bekostigen schreef het Paard 250 aandelen van 2100 uit. De aandelen konden door iedereen gekocht worden. Dat is ook gebeurd; het eerste aandeel is gekocht doorDen Haag FMstationmanager Gerard van den Ijssel, Haagse band Di-rect kocht de rookruimte, en nachtburgemeester René Blom kocht het laatste aandeel. Middels deze weg wordt er geld opgehaald op een maatschappelijke manier; bedrijven en particulieren werken samen aan de popsector in hun stad.
Mogelijke gevolgen van het plan Mocht het plan tot uitvoering gebracht worden zoals het nu is, dan is het gissen naar de gevolgen. De instellingen die een negatief advies hebben gekregen moeten mogelijk opzoek naar middelen om het financiële gat dat is ontstaan op te vullen. De maatschappij en/of het ondernemerschap kan hierbij een cruciale rol gaan spelen.
uuHet einde van Watt schaad het imago van onze stad en de hele popsector in het bijzonder. Dit besluit leidt tot een verdere verschraling van het culturele klimaat en wij vinden dit dan ook een enorm pijnlijk verlies aangezien het Rotterdam maar niet lukt om een poppodium van formaat te hebbenuu Nourdin El Ouali (Groenlinks Rotterdam)
Roeien met de riemen die je hebt Door Leon Jacques
De Rotterdamse Raad van Kunst en Cultuur heeft een adviesplan geschreven over de subsidieverdeling binnen de cultuursector. De bekende bezuinigen van de overheid hebben uiteraard invloed op dit advies. Michel Schelvis, actief bij de Rotterdamse Raad van Kunst en Cultuur en actief geweest bij het schrijven van dit advies. Hoe denkt hij hoe de popsector in Rotterdam eruit zal zien in de toekomst? Door het cultuurplan gaan er waarschijnlijk instellingen verdwijnen. Denkt u dat alle instellingen die nul euro subsidie krijgen gaan verdwijnen? Dat hoeft niet, dit is een advies. Er is door een aantal deskundigen commissie gekeken naar alle aanvragen. En die aanvragen zijn beoordeeld door de commissies. Die commissies hebben hun beoordeling naar de RRKC gestuurd, waarbij er onderling verbindingen zijn trouwens. Er zaten ook leden van de RRKC in de commissie, waaronder ik. Daarna heeft de raad ‘overall’ gekeken van “hoe verdelen we het geld op een goede manier?” We wisten natuurlijk hoeveel er te besteden was. Op basis van de inhoudelijke beoordeling van de commissies, en die dan met elkaar vergeleken, ja en een aantal vijven en zessen zal ik maar zeggen, het zijn natuurlijk verschillende criteria waarop beoordeeld is – is er uiteindelijk een advies uit gekomen. De gemeenteraad beslist in september of ze dat advies overnemen. Het gebruik is dat het advies wordt overgenomen, want je moet van hoge huizen komen om ertegenin te gaan. Er hebben heel deskundige mensen naar gekeken, dus je goede argumenten komen om er tegenin te gaan. Maar aan de andere kant kan het zijn dat instellingen die nu geen subsidie krijgen toegekend, die goede lobbyisten hebben, en waarvan met toch vindt dat het zonde zou zijn als zij niet meer blijven bestaan, dan kan er uiteindelijk extra geld worden toegekend uit het huidige budget. Dat is in het verleden weleens gebeurd, maar dit is een andere tijd. Het is crisistijd, het zal allemaal niet makkelijk zijn.
horecatak. Die hebben een hele andere manier van werken voor ogen. Dan wordt echt gezegd: ‘Okee, als jij dat wil doen moet je dat ook gaan doen, dan krijg je ook minder geld”. Maar het Boijmans is nog niet zover, is ook niet zo’n museum die dit zomaar kan doen. Dit moet je per geval bekijken. De trend is sowieso meer ondernemerschap tonen. Dit is tevens een van de criteria waarop we beoordeeld hebben. En we hebben dit per geval bekeken; moet je dit stimuleren met extra geld zodat ze die manier van werken verder kunnen ontwikkelen of betekent dit: jullie hebben alles al op orde en jullie hebben ons niet meer nodig, dan geven we ook geen geld meer. Dat kan in verschillende situatie tot verschillende benaderingen leiden. Het is niet allemaal gelijke monniken gelijke kappen, elke situatie is gewoon anders. Op welke criteria heeft het RRKC nog meer beoordeeld? De eerste is artistieke kwaliteit. Dat is een belangrijke maatstaf voor de culturele en creatieve waarde van een product, collectie of een voorstelling. De tweede was het DNA van Rotterdam. Dit betekent: in hoeverre past de instelling in het karakter van wat wij van Rotterdamse instellingen verwachten. Dit kan op verschillende aspecten zijn; sluit het aan op een bepaalde sfeer in de stad of hebben ze een bepaalde doelgroep? Houden ze daar rekening mee, of staan ze op een hoge ivoren toren dingen te bedenken die geen enkele relatie hebben met wat wij in de stad willen doen. Wij willen dat de instellingen zich met de stad verbinden. Het derde criterium was ondernemerschap. Dat is
uuOp basis van de inhoudelijke beoordeling van de commissies, en die dan
met elkaar vergeleken, - ja en een aantal vijven en zessen zal ik maar zeggen, het zijn natuurlijk verschillende criteria waarop beoordeeld is – is er uiteindelijk een advies uit gekomenuu Michel Schelvis, RRKC
Wat ik me afvraag. Als we kijken naar het Boijmans Museum. Dat krijgt 9,6 miljoen subsidie, maar heeft een eigen inkomstenpercentage van 89%. Kunnen zij niet op eigen benen staan? Nog niet. Bij musea is dat stukken lastiger. Er zijn verschillende musea die proberen meer eigen inkomsten te verwerven. Sommige gaan daar heel ver in, bijvoorbeeld het Wereldmuseum; die heeft een eigen restaurant geopend een hele
een hele belangrijke. We hebben zelfs een aparte commissie ingericht om nog eens een keer met ondernemersblik te kijken wat er binnen de instellingen gebeurd. Het laatste criterium was politieke prioriteiten. Er was ooit bedacht dat er een samenwerking zou moeten komen tussen Rotterdam en Den Haag, dit noemen ze de Metropoolregio. We hebben al een gezamenlijk vliegveld, vliegveld 16hoven heet nu
Rotterdam – The Hague Airport. Bij cultuurinstellingen is het niet zo makkelijk om dit te realiseren. Ook als je kijkt naar andere grote steden als Parijs, Londen of New York, daar zou het idioot zijn als je twee hele grote orkesten hebt op 20 kilometer afstand van elkaar. Je hebt bijvoorbeeld het Rotterdams Philharmonisch
dat zij daarmee kunnen blijven draaien. Er zijn dus verschillende modellen. In Rotterdam vinden we dat het initiatief uit de sector zelf moet komen. Anderen moeten het initiatief nemen, wij willen best ondersteunen. De gemeente is niet meer de grote pappie en mammie die altijd maar inspringt als de
uuIn Rotterdam vinden we dat het initiatief uit de sector zelf moet komenuu Michel Schelvis Orkest en het Residentieorkest in Den Haag. Allebei hele grote orkesten met een hele goede reputatie, maar die zitten op 20 kilometer van elkaar vandaan. In Tokio of Londen heb je geen twee grote orkesten in een stad. Dus wij hebben gezegd: “Kijk daar eens naar, kijk eens of je misschien kunt samenwerken.” Alleen dit staat nog in de kinderschoenen, er is nog niet veel over te zeggen. Dit criterium heeft maar beperkt meegespeeld. We hebben ook naar het advies gekeken van de RRKC. We hebben toevallig vorige week ondernemers gesproken, onder andere de directeur van Rotown en de directeur van de Popunie. Deze zeggen allebei de dat popsector in Rotterdam onevenredig hard wordt getroffen in vergelijking tot andere disciplines. Waarom is dat? Dat is voor een deel omdat de vanuit de gemeente ondersteunde podia er een beetje een potje van gemaakt hebben. Rotown is overigens een podium dat wel goed functioneert en die weinig financiële ondersteuning behoeft. Kijk maar wat er met Watt gebeurt is, en nu met de Nieuwe Oogst. De gemeente wil graag dat er podia zijn voor bepaalde doelgroepen. We vinden eigenlijk dat er een middelgroot podium van het formaat Watt zou moeten zijn. En dit is er ook jaren geweest. Vroeger had je ook de Exit bij de eendrachtsstraat. Later ging deze dicht en is het verhuist naar wat later de bioscoop Arena heette, en Arena werd uiteindelijk Nighttown. En Nighttown heeft jarenlang als hét podium gefungeerd. Alleen is er nog steeds de vraag: Hoever moet de gemeente gaan in het ondersteunen van zo’n poppodium als je dit als goede ondernemer dit zelf kan runnen. Het is een groot probleem, maar je ziet het overal. Iedere stad heeft andere modellen. In Rotterdam is het in een probleem geweest met de financiën van de horeca en financiën van de vastgoed, dit liep allemaal langs elkaar heen. Ondertussen moest de gemeente continue bijspringen om de tekorten te dekken. Dit terwijl andere poten daar flink aan verdienen. Als je kijkt naar podia elders, bijvoorbeeld het Paard van Troje. In Den Haag ziet dit model er heel anders uit; De gemeente is eigenaar van dit pand, dus het Paard van Troje hoeft nooit huur te betalen. Die kunnen daar veel meer mee spelen. Als je kijkt naar Amsterdam blijkt dat daar zelfs ruimte is voor twee grote podia dicht bij elkaar. Melkweg en Paradiso zitten heel dicht bij elkaar. Die hebben blijkbaar zo’n eigen programmering
privaatsector het af laat weten. Dat hebben we het geld niet meer voor. Dat is de essentie van de crisis; De overheid wordt kleiner en heeft minder geld te besteden, dus we moeten fundamentele keuzes maken. De popsector is een kleine sector en behoeft in vergelijking tot andere sectoren veel minder subsidie. Als je kijkt naar wat kijkt naar watheeft ondanks haar eigen inkomstenratio van bijna 90% veel meer subsidie nodig. Is dit wel eerlijk? Je hebt er nu twee sectoren uitgepakt die je met elkaar gaat vergelijken, dit telt niet helemaal. Het museum Boijmans van Beuningen trekt een andere doelgroep en heeft een belangrijke iconische functie voor de stad. Het is een van de belangrijkste musea ter wereld, het heeft een aantal topstukken hangen. Maar er komen niet elke dag 30.000 mensen kijken naar die topstukken, waardoor je uit de kosten komt. Dus dit is altijd veel kwetsbaarder. In de Popunie zitten lastige componenten omdat in de popmuziek er ook een belangrijke commerciële poot aanwezig is. Als je in de popmuziek doorbreekt, dan ga je het commercieel maken. Dan val je niet meer onder steun van de gemeente. Dan ben je gewoon je eigen broek aan het ophouden. We hoeven Lady Gaga niet te subsidiëren. Wat je wil stimuleren met popmuziek is vooral de onderlaag van de pyramide; De nieuwe bandjes, de creativiteit, wat ze noemen de Humuslaag. Degene waar de nieuwe bandjes vandaan komen. Deze moet je de gelegenheid geven tot talentontwikkeling. Dit was trouwens ook een van de speerpunten bij de beoordeling door het RRKC. Dit was ook waar de Nieuwe Oogst voor bedoeld was, en nog wel meer podia. Maar niet voor de grote acts zoals in Ahoy, dat is een ander circuit. Op een gegeven moment houdt het op dat de gemeente zegt: Wij willen dat stimuleren. Wij willen dat talent zich kan ontwikkelen, maar op een gegeven moment moet het op eigen benen staan. Als talenten zich ontwikkeld hebben, dan heeft het geen waarde meer. En bovendien leven we in de tijd dat iedere idioot met een talent zichzelf op youtube kan zetten en de volgende dag is hij of zij beroemd. Wat moeten wij daar als overheid mee doen? Ik hoorde u net zeggen dat Rotterdam ook wel een middelgroot podium zou willen. Directeur Dick Pakkert heeft in een interview met ons gezegd dat een podium dat 1200 man kan huisvesten geen
financiële ondersteuning krijgt, omdat dit niet meer behoort tot de humuslaag die u net noemt. Waarom is dit? Precies. Dat is een commercieel uit te baten podium. Daar kun je commerciële artiesten neerzetten in afwisseling met nieuw talent. Dat was ook het leuke van Nighttown natuurlijk. Dat had een grote zaal en ze programmeerde redelijk bekende en grote artiesten. En dan kon je gewoon uit de kosten komen, zeker als je de horeca erbij nam en slim inzette resulteerde dat in een volle zaal. Daarnaast hadden ze vaak dansavonden met DJ’s en dat was altijd vol in een bepaalde periode. En daaronder had je nog een kelder waarin wat kleinere en minder commerciële dingen werden
uuBIRD moet zich nog zien te bewijzen en moet dus ook laten zien dat zij het voor een deel zelf kunnen redden hun programmeringuu Michel Schelvis geprogrammeerd. Dit kon prima met elkaar. Dat was een te exploiteren constructie. Maar de wat kleinere podia, bijvoorbeeld Heidegger, dat moesten poppodia worden, maar op een gegeven moment moeten die weg gaan draaien. Als dit niet gebeurt moet je toch ergens de stekker eruit trekken. Anders blijf je aan een dood paard trekken. Zijn er volgens u nog mogelijkheden voor nieuwe initiatieven? Die zijn er altijd. Nieuwe initiatieven zullen altijd blijven komen. De vraag is alleen of een hoeveelheid beschikbaar geld altijd wel helpt. Sommige mensen zijn uit zichzelf bereid om initiatief te nemen en risico te lopen. De vraag is dus of dit altijd vanuit gemeenschapsgeld betaald moet worden. Ik denk dat de kwaliteit van initiatieven niet altijd toeneemt omdat er een zak met geld klaarstaat. Er is af en toe wel geld, dat zie je bijvoorbeeld met het stadsinitiatief. Er is altijd wel een mogelijkheid. Volgens mij gaat dat stadsinitiatief ook elk jaar draaien, wellicht in een andere vorm. Maar ook daar valt dus geld te halen met een goed verhaal. Stel het advies van de RRKC wordt opgevolgd. Dan gaan er dus echt podia verdwijnen? Kijk naar een Heidegger, Bird of Nieuwe Oogst. De Heidegger heeft inmiddels een doorstart gemaakt, maar wordt niet gesubsidieerd. BIRD kreeg ook een negatief advies maar staat wel bovenaan de lijst om nog extra subsidie te krijgen. Het bestaat nog maar kort, ongeveer een half jaar en is dus nog niet een bewezen podium. BIRD moet zich nog zien te bewijzen en moet dus ook laten zien dat zij het voor een deel zelf kunnen redden hun programmering. Het is natuurlijk ook een investering in een stuk gebiedsontwikkeling, dat speelt soms een rol in de beoordeling. Maar het gebeurt zelden dat een instelling die net een paar maanden draait gelijk de subsidie voor vier jaar verliest. Dit wil niet zeggen dat ze helemaal geen geld krijgen, dit is gewoon de structurele subsidie voor vier jaar. Er zijn nog tal
van incidentele potjes bij de Dienst Kunst & Cultuur, waaruit instellingen subsidie kunnen aanvragen. Sommige instellingen krijgen zelfs nog geld van de Bankgiro Loterij. Dit wordt projectmatig verdeeld. Dan moet je een project indienen en dan krijg je geoormerkt geld. Dit moet je projectmatig indienen Boijmans heeft ook nog steeds geld uit deze loterij, maar die mogen ze niet gebruiken voor de standaard programmering, alleen voor projecten. Hoe denkt u dat het imago van de Rotterdamse popsector momenteel is? Dat is lastig omdat de samenstelling van de bevolking in Rotterdam is veranderd. Het probleem is dat de popsector voorheen altijd een
blanke aangelegenheid is geweest. Dat begint nu wel te verschuiven en daarnaast had je de zwarte muziek. Sinds enige tijd is urban opgekomen; Hiphop, R&B is echt zwarte muziek. In Rotterdam heb je het Hiphophouse en het WMDC. Er zijn allemaal instellingen opgekomen binnen die stromingen van gekleurde muziek. En dat moet zich gaan mengen. En het moet niet meer tegenover elkaar gaan staan. Dat is wat BIRD probeert; die probeert een poppodium te zijn, maar met een grote zwarte component. Maar sommige stromingen laten zich nog niet mengen. Het is wel zo dat het aandeel van ‘witte’ muziek en pop steeds kleiner begint te worden. Het is in de loop der jaren anders geworden, door de bevolkingssamentelling en door de economie. Je moet de popmuziek in Rotterdam eigenlijk herdefiniëren. Rotown heeft een goede mix gevonden en heeft daarin een eigen positie ingenomen. Vroeger hoorde Rotown en Nighttown tot één concern onder Fons Burger. De grote acts gingen naar Nighttown en de kleinere acts naar Rotown. Rotown heeft zich goed op de kaart gezet en Nighttown is Watt geworden. Het is ook afhankelijk van personen. Ondernemers die het lef hebben en ook de ‘Know How’, dus niet de beunhazen die even snel geld wilde trekken. Want die hebben we ook gehad, mensen in de vastgoedsector die snel willen cashen. Wat ook gebeurde is dat het gemeentegeld dat gestopt was in subsidies even snel in eigen zakken vloeiden, waarop de ondernemers vervolgens weer wat anders gingen doen. Dat betekent ook dat er veel meer controle uitgeoefend moeten worden. Ziet u de ontwikkeling van kleinere initiatieven als BIRD en de Machinist die ieder een eigen doelgroep trekken als een positieve ontwikkeling? Ja natuurlijk, er gebeurt wat. Bij BIRD gebeurt wat, en los van BIRD zelf, in dat hele gebied gebeurt wat. Er komt een evenemententerrein op het dak.
Er zijn al dansvoorstellingen geweest. Waarschijnlijk gaat BIRD ook het decor vormen van Rotterdam Unlimited, dat nieuwe evenement dat gaat plaatsvinden op meerdere locaties. Soms heb je gewoon een kaalslag nodig om opnieuw te kunnen beginnen. Kunnen deze ontwikkelingen het gemis van een middelgroot podium opvangen? Ik vind het wel heel betrekkelijk. Wat ik net zei: die discussie over Den Haag, daar zit natuurlijk wat in. Als er een goede band in Den Haag staat, waar je in 12 minuten bent met de trein. Waarom moet het dan hier om de hoek staan? De Boerderij in Zoetermeer is ook een goed voorbeeld. Het is een podium op het gebied van Funk, Jazz en Fusion. De programmering daar is zo goed, van zo’n hoog niveau. Daar staan artiesten die naast het North Sea Jazz Festival alleen in de Boerderij te vinden zijn. Het zit in Zoetermeer ‘in the middle of nowhere’, in een gebied waar niemand een podium zou verwachten, maar toch zit het er. Zou dit in Rotterdam in deze tijd beter werken? Dat zeg ik niet, maar ik zeg alleen dat we het soms allemaal te dichtbij willen hebben. Alles moet om de hoek. Als het Paard van Troje of Paradiso een goede programmering heeft kunnen we best wel een keertje naar Amsterdam. We zijn ook wel heel erg lui geworden. Maar uiteindelijk vindt ik dat Rotterdam als popstad en zeker als muziekstad en eigen middelgroot poppodium verdiend. Maar het zal steeds meer uit de markt zelf moeten komen, steeds minder vanuit de overheid. De overheid gaat het initiatief sowieso niet nemen, dat is niet onze taak.
Dat zal van mensen moeten komen met lef, initiatief en visie. Mogelijk afgestudeerde vrijetijdsmanagers. Dat brengt ons gelijk op de laatste vraag. Dat zijn er twee in één. Hoe denk u dat de Rotterdamse popsector eruit gaat zien en hoe u het zou willen zien. Dat is eigenlijk een beetje wishfull thinking. Ik hoop dat het middelgroot poppodium er komt. Er is vorig jaar besloten dat dit eigenlijk in nieuwbouw gehuisvest zou moeten worden, maar dat zie ik niet zo snel gebeuren in deze tijd. Watt zijn ze nu aan het verbouwen, daar moet een markt in komen. Ze zouden tijdelijk een gebouw als Off Corso om kunnen bouwen. Dat ligt ook centraal en heeft ook een grote capaciteit. Heeft wel wat achterstallig onderhoudt en er zal geïnvesteerd moeten worden in de akoestiek, maar het is een kant-en-klare locatie. Dus waarom niet? Ik denk dat het allemaal wat diffuser wordt. Het voorspellen van de toekomst is moeilijk, het komt altijd wel anders uit en dat maakt het ook leuk. Maar ik denk wel dat er ook op Zuid iets zal gebeuren. De Creative Factory, De Maassilo. Dat is toch echt een plek waar iets gebeurt.Het hangt samen met maatschappelijke ontwikkelingen, je ziet een soort polarisatie ontstaan. De middengroepen worden uit elkaar getrokken en vallen naar boven of naar beneden. Aan de ene kant ben ik hier niet blij mee, maar aan de andere kant is dit in artistiek opzicht misschien wel iets goeds.
Hoe is de situatie in andere steden? Door Leon Jacques
Dat de popsector in Rotterdam rake klappen ontvangt, is ondertussen bekend. Maar hoe staat de popsector ervoor in andere steden? Hoe is de subsidieverdeling in andere steden en waar zijn deze steden mee bezig. Waar wordt er voornamelijk op gericht? We hebben drie toonaangevende steden belicht als het gaat om de popsector. Amsterdam In de periode 2009 – 2012 heeft Amsterdam ruim 86 miljoen aan subsidie meegekregen. De twee grote podia in Amsterdam, de Melkweg en Paradiso, krijgen van dit bedrag respectievelijk €970.000 en €751.000 Euro. Het college van B & W kiest nadrukkelijk voor die kunst & cultuur die de verbindeng legt met de stad. De twee belangrijkste pijlers voor het Amsterdamse kunst- Cultuurbeleid 2013 – 2016 dat vandaag is gepresenteerd zijn; het ontwikkelingen van talent en het versterken van de internationale kant van kunst & cultuur. Daarnaast zet het college in op cultureel ondernemerschap om te kome tot meer publiek en hogere inkomsten. Het budget voor het nieuwe kunstplan bedraagt vanaf 2013 jaarlijks €82,6 miljoen. €6,5 miljoen minder dan nu. Net als in andere steden, wordt de sector in Amsterdam hard getroffen.
Groningen Groningen is na Amsterdam dè podiumstad. De stad kent toonaangevende (inter)nationale festivals en kenmerkt zich door een breed georiënteerde lokale scene, waar ruimte is voor experiment en talent. Ook Groningen heeft voor de periode 2009-2012 een nota uitgebracht onder de noemer ‘Cultuurstad Groningen, gewoon bijzonder’. Daaruit blijkt dat Groningen iets meer dan 30 miljoen subsidie mag verdelen over de cultuursector. Uit de analyse blijkt dat Groningen er prima voor staat. Grotere podia als Vera en Simplon kregen 369.000 en 394.900 subsidie toegekend. In de analyse staat onder andere dat Groningen onderzoek moet laten verrichten voor de mogelijkheden naar een nieuwe zaal, anders dan in Rotterdam het geval is. Deze extra zaal zou druk op de huidige podia in de stad verlichten. De gemeente gaf in de nota aan het popbeleid meer te willen sturen.
Den Haag Den Haag heeft een brede popsector. De stad heeft één groot podium als bruisend hart van de stad, het Paard van Troje. Het Paard van Troje is met een grote en een kleine zaal en een muziekcafé (met een maximale capaciteit van respectievelijk 1.100, 300 en 200 bezoekers) de grootste instelling op het gebied van popmuziek in Den Haag. In 2008, 2009 en de periode 2010-2012 ontving het podium respectievelijk 1.241.000, 1.266.00 en 1.272.000 euro subsidie. 101 Haagse instanties hebben een subsidieaanvraag ingediend voor het Meerjarenbeleidsplan Kunst & Cultuur 2009-2012. Dit is bijna 10% meer dan de periode ervoor. Den Haag profileert haar cultuursector als veelzijdig, vitaal en dynamisch. De infrastructuur is sterk en daarnaast is de sector divers. Wat de sector in Den Haag sterk maakt naast het kwalitatief hoogwaardige aanbod, is de ontwikkeling van nieuwe en jonge initiatieven.
Rotterdam is niet kapot te krijgen Door Leon Jacques
Rotterdam is een levendige stad. Een stad waar veel wordt opgezet, maar ook een stad waar veel is fout gegaan binnen de popsector. Om een duidelijk beeld te krijgen van de ontwikkelingen binnen de Rotterdamse popsector hebben we ons gewend tot Henri Oogjen. Een man met een duidelijke visie op de sector. Henri Oogjen is als creatieve duizendpoot werkzaam bij Klankenhaus, het impresariaat van de Rotterdamse Zadkine Popacademie maar ook als leraar binnen de popacademie zelf. Henri bevindt zich als DJ middenin de Rotterdamse muzieksector. Voorheen was hij boeker van het toonaangevende podium Rotown.
Hoe staat het ervoor met Klankenhaus? Nou dat is een mooi verhaal. Klankenhaus gaat hoogstwaarschijnlijk op de schop. Zadkine is momenteel hard aan het bezuinigen en heeft besloten dat Klankenhaus ook wegbezuinigd moet worden. Dat is het verhaal. En een popacademie mag officieel niet zonder impresariaat, dus gaan we kijken hoe we dit op gaan lossen. Dus het zou heel de school kunnen nekken in het slechtste geval. Dit is voor iedereen zuur, ik werk ook voor de helft voor de popacademie. Nu is het gek genoeg wel zo dat de popacademie nog in het geding is. Ze gaan kijken onder welke voorwaarden een popacademie kan blijven staan, als ze het impresariaat eruit gooien. Maar daar gaan Job en ik niet in kunnen werken. Maar je bent geen popacademie als je geen actief lopend impresariaat hebt. Was deze strijd al langer aan de gang? Vanaf september, na de zomervakantie is het in volle hevigheid losgebarsten. We hebben eigenlijk constant een regenwolkje boven ons gehad. In januari hadden we al gehoord dat vanaf augustus het impresariaat niet intern gehouden zou worden. En dat voor ons eigenlijk goed nieuws, want we wilden het al heel lang uitmaken. We hebben nog nooit zoveel business gedaan als het afgelopen jaar. Het is alleen maar beter gegaan, omdat je nou eenmaal je werk goed doet. Maar de toekomst is nog een mysterie.
er is een hoop gezeik bijgekomen. Het is een organisatie in paniek, er is gewoon geldtekort. En die fout ligt niet bij ons, maar ligt ergens bij stenen. Jullie krijgen geen subsidie vanuit het cultuurpotje, maar vanuit onderwijs. Klopt dit? Ja, we zijn onderdeel van een ROC en die betalen ons. Omdat wij nou eenmaal moeten bestaan volgens bepaalde regels. Krijgen jullie een deel van dat potje die jullie kunnen besteden aan projecten? Soms. Soms kunnen we gewoon subsidie aanvragen voor bepaalde projecten, maar meestal worden we redelijk vrij gelaten in wat we doen. Behalve het laatste jaar dan. Zijn alle andere instanties van het Zadkine ook wegbezuinigd? Ja, die zijn allemaal naar de sloop geholpen. Per 1 augustus gaat dat allemaal weg. En ze mogen allemaal oplossingen verzinnen, maar het mag niet meer bestaan binnen Zadkine. Het frustrerende is dat je weet dat iedereen klappen krijgt, maar het probleem ligt bij het bestuur die nu de beslissingen neemt. Ik zou het toch logisch vinden dat we tegen een aantal mensen binnen het bestuur nu zeggen: “Je hebt het niet goed gedaan, je moet nu weg.” Maar dit is nog niet aan de hand. Misschien krijgt het nog wel een staartje. Er is nu in ieder geval onweer. Er zijn destijds foute beslissingen gemaakt, foute investeren. Er moet natuurlijk geïnvesteerd worden, zeker met zo’n grote organisatie. Maar er is te veel steen, er
uuWe hebben nog nooit zoveel business gedaan als het afgelopen jaar. Het is
alleen maar beter gegaan, omdat je nou eenmaal je werk goed doet. Maar de toekomst is nog een mysterieuu Henri Oogjen
Dus het voortbestaan van Klankenhaus is nog onzeker? Op papier ziet het er inderdaad lastig uit. Maar anders dan op papier, zeggen ook veel regelgevers dat Klankenhaus wel moet bestaan. Ik heb een beetje gemengde gevoelens. Qua verantwoording zijn we drie of vier regenbuien verder; praktijkovereenkomsten, stageprojecten, allemaal dingen die we uit moesten zoeken en dan liever gisteren. Dit heeft alleen niet veel waardering opgeleverd, maar
zijn teveel gebouwen voor het onderwijs dat ze doen. Dus nu proberen ze veel stenen af te stoten, maar tegelijkertijd zijn er heel veel banen en tijdelijke contracten die geschrapt worden. Het is gewoon een conjuctuurbeweging. We moeten met zijn allen eventjes de gifbeker leegdrinken en dan kunnen we met zijn allen opbouwen. Iedereen moet ook zien hoe belangrijk educatie is, zo van; “ga nog maar eventjes vier jaar door ploeteren.” Daarna gaat
de economie weer langzaam omhoog. Maar deze ontwikkelingen zijn van de laatste weken. Een paar maanden terug waren we nog van mening dat we extern gingen. Vorig jaar hadden we ook nog geen vraagstuk, ook omdat het toen nog niet heel soepel liep. Alles liep een beetje stroef, maar we waren nog niet ‘Im Frage’. Dat zijn we nu wel.
Hoe zetten jullie succesvolle artiesten in de
markt? Heel veel contacten, iedereen in de ogen willen kijken en met iedereen plannen smeden. Ook continu je bureau als inspirerende gedachtespinselbron te gebruiken. Je moet mensen ook uitnodigen om over zaken na te denken, buiten de opdrachten die je uitvoert. Dit maakt je automatisch al een speler in de uuDus dat is wel een rare; we sector en dat werkt gewoon goed. Heeft het cultuurplanadvies van het RRKC staan midden in de nog directe of indirecte gevolgen voor popcultuur, maar we hebben Klankenhaus als deze opgevolgd gaat worden? Niet direct. Wij krijgen natuurlijk subsidie uit geen cent met onderwijs, niet uit cultuur. Dus dat is wel een rare; we staan midden in de popcultuur, maar cultuursubsidies te we hebben geen cent met cultuursubsidies te makenuu Henri Oogjen maken. Het schetst natuurlijk heel goed hoe deze tijd ingekleurd wordt en daar zijn we Wat kan Klankenhaus bijdragen aan de natuurlijk niet blij mee. Want wij zijn daarvoor Rotterdamse popsector? wel afhankelijk van onze opdrachtgevers, die Ik heb het er net al heel kort over gehad. wel afhankelijk zijn van subsidie. Dus in die zin Klankenhaus is gelieerd aan de popacademie hebben we er wel mee te maken. Het is en is eigenlijk gewoon een stageburo. We allemaal heel zielig, krom en niet te begrijpen. hebben dit express niet meegenomen in onze Ik denk daarom ook dat we niet meer bezig naam, wij heten geen ‘Stagebureau moeten zijn met dingen willen begrijpen, maar Popacademie’. Dit is omdat educatie helemaal aan de toekomst denken. geen afgeschermd moet zijn van de popsector. Merken jullie dat het binnenhalen van Een popacademie moet samenwerken met opdrachten stroef gaat? educatie en met de popsector. Wij moeten Nee, we hebben een enorme groei onderdeel zijn van de popsector, een doorgemaakt met het binnenhalen van meespelende factor in de sector omdat wij opdrachten. Maar kun je je eigen broek er mee talent aangeven en doorgeven. En wil de ophalen als de subsidie vanuit het onderwijs popsector jou geloofwaardig vinden, moet je wegvalt? Nee dat kunnen we niet. heel autonoom in de sector staan, maar wel gelieerd zijn aan een school. uuTwee mensen die met hun We hebben op een gegeven moment gezegd, we gaan op alles “Ja” zeggen, we gaan advies poten midden in de cultuur hebben gestaan, gaan proberen de lijn geven op de programmering. We gaan iedereen contact leggen en het is ons gelukt tussen vraag en aanbod kort te ons roster elke keer voor te leggen. Alle grote houdenuu Henri Oogjen mensen binnen de popwereld zijn hier op kantoor geweest inmiddels en met iedere partij Hoe zijn de verhoudingen tussen hebben we zaken gedaan, middels onze Klankenhaus en andere Rotterdamse artiesten. cultuurinstellingen? Dus om even terug te komen op je vraag: Vaste Fantastisch, maar dat is misschien ook het zure. artiesten aanvoer van benedenaf en het Zo heeft Zadkine het ook bedacht. Twee mensen uitbrengen van goed en betrouwbaar advies. die met hun poten midden in de cultuur hebben We leveren echt maatwerk, we weten precies gestaan, gaan proberen de lijn tussen vraag en wat waar neergezet moet worden en waarom. aanbod kort te houden. En zo kunnen we via We zijn ook steeds beter in staat om van die onze contact de studenten makkelijk kwijt artiesten en bands steeds andere kleine kunnen in de popsector. En dat is geslaagd. projecten te maken waar we weer aan kunnen verdienen. We zijn steeds beter in het kneden Er is ook een deel niet geslaagd. En dat is het in kleien van talent, om daar vervolgens idee dat Klankenhaus op ten duur zijn eigen producten uit te halen. broek zou kunnen ophouden. Dan zouden we Kun je Klankenhaus hierin initiatiefnemer een Kanye West in ons roster moeten hebben noemen? en die moet zich ook nog aan Klankenhaus Ja, het is natuurlijk ook een stageburo, maar we willen binden. En al hadden we Kanye West gaan niet meer stageuren registreren. Dat heeft gehad, waren we die natuurlijk gelijk kwijt. Dus voor ons geen zin. in die zin ben je ook niet echt een boekingskantoor. Je bent altijd bezig met tientjes, niet met duizenden euro’s.
Als jij nu anno 2012 naar de Rotterdamse popsector kijkt, wat zie je dan? Als ik kijk naar de popsector in Rotterdam, dan denk ik: Ziek… maar ook ziek gemaakt. Het is wel echt een openliggende wond. Waar komt dat door? Doordat op veel belangrijke posities, zeker in de gemeente, mensen zonder verstand van zaken beslissen over hoe het eruit moet gaan zien. Daarnaast zijn er ook gewoon podia geweest die héél slecht gerund zijn en heel slecht begrepen hebben wat publiek is en wat de opbouw naar een bepaalde strategievorm is. Je maakt een concept, je staat daarachter, je weet waarom je het doet en je weet welke doelgroep je binnen wil hebben. Het is typisch Rotterdams dat wanneer iets niet werkt, er maar gelijk mee te stoppen. En daarmee straal je ook iets uit. Iets starten om vervolgens gelijk weer te stoppen geeft ook een duidelijke boodschap af. In principe zeg je daarmee: “Dit is heel belangrijk, maar we halen het weer weg want het werkt niet. Eigenlijk doen we maar wat” Dus je moet, los van hoeveel mensen er op zo’n avond komen, spelen met het feit dat je publiciteit maakt voor je product en dat je daar achter staat. En als je daar de kracht niet van inziet, dan ben je niet coherent bezig met wat jij wil. Dan maak je publiciteit op een manier van: “Ja ik weet eigenlijk niet precies wat ik wil. Maar wel komen hoor!“ Mensen weten dat, mensen voelen dat. Mensen weten meer dan je denkt en dat nog weleens onderschat. Het idee dat je een bepaald publiek wil binnenkrijgen, zoals Nighttown dat deed met Knakendisco, dat leeft niet meer in de huidige sector. “Dat levert geen geld op”. Als het geen geld oplevert, heeft het volgens de sector weinig zin. Maar dat is natuurlijk heel korte termijn gedacht. Als jij een doelgroep binnenkrijgt die je nooit van je leven binnen kan krijgen, dan moet je dat koesteren. En als je niet ziet dat er op zo’n moment een klomp geld rondhangt, maar op dat moment nog niet betaald wordt en je speelt hier als ondernemer niet op in, dan moet je niet voor een poppodium gaan werken. Je moet jezelf dwingen tot een lange termijn visie. Daarnaast zijn er veel programmeurs geweest die programmeren op hun persoonlijke smaak. Daar wordt ik kotsmisselijk van. Dan ben je echt vergeten dat je in dienst van de sector werkt. Maar vooral kortzichtige visie is de oorzaak. Je moet weten waarom je iets doet en dat moet je blijven communiceren. Je moet weten waar je achter staat. Als je telkens een product eruit haalt want het werkt niet, vergeet niet dat je daarmee ook een boodschap afgeeft. Ik denk dat je daarmee echt veel meer dingen kapot maakt dan het feit dat je je eigen hachje redt omdat een avond niet lekker loopt op dat moment.
Hoe kijk je aan tegen het feit dat er een boel podia gaan verdwijnen als het cultuurplan doorgezet wordt? Er zijn bij mij twee gevoelens. Eentje daarvan is ‘Survival of the fittest’. Ik geloof wel dat er uiteindelijk vanaf de straatstenen iets opgebouwd moet worden door mensen die er heel veel verstand van hebben. Als je deze wind niet aankan zit je niet op de goede plek. Ik geloof wel in een natuurlijk ontwikkelsysteem, zeker in een stad waar veel behoeften zijn.
uuGek genoeg denk ik dat de
Rotterdam als sinds de Tweede Wereldoorlog leeft van ellendeuu Henri Oogjen Maar ik geloof ook wel dat heel veel dingen subsidie behoeft, anders redt je het niet. Het verdrietige van de popsector is dat popmuziek heel snel in verhouding wordt gebracht wordt met Nick & Simon of Gordon. En als er op die manier gekeken wordt en gezegd wordt dat de popsector zijn eigen broek moet houden weten we zeker dat subsidie voor ‘hun’ popsector niet nodig is. Maar dat betekent dat er duizenden genres zo van straat geveegd worden, omdat ze geen kennis hebben. Popmuziek is dus geen kunst en moet zijn eigen broek op kunnen houden, waardoor er honderdduizenden mensen niet meer kunnen doen wat zij het liefst willen doen. In die zin vind ik het dus een combinatie van subdiële behoeften en Survival of the fittest. Want geen beperken van subsidiele steun moet de sector wel motiveren en stimuleren, omdat zij anders geen steun ontvangen. Denk je dat het wegvallen van podia het imago van Rotterdam als popstad zal schaden? Gek genoeg denk ik dat de Rotterdam als sinds de Tweede Wereldoorlog leeft van ellende. Rotterdam is de stad met de grootste eeltlaag. Als het gebroken is, dan maken we het weer. En tijdens het proces wordt het nog honderd keer gebroken, maar dan gaan ze het als mieren rustig weer in elkaar lijmen. En dat is nou eenmaal wat de stad is. De stad ligt ook constant op zijn gat, Rotterdam heeft nooit helemaal rechtop gestaan. Ik denk dat Rotterdam de enige stad is die niet kapot te krijgen is. Het gaat gewoon niet kapot, het zit niet in de identiteit. En ik geloof daar ook gewoon heilig in. Er is natuurlijk geen middelgroot podium meer. Is dat een gemis voor de Rotterdamse popsector? Natuurlijk. Het is niet goed voor de stad. Maar er is ook een punt waar de gemeente gelijk in heeft. De gemeente kan het niet meer opnieuw opzetten. Dat moet vanuit de sector gebeuren en dat moet vanuit een sterke visie gebeuren. En dan kan de gemeente zeggen: “Daar gaan we in
mee” of niet. Ik vind dat Nighttown en Watt achter elkaar vreselijke visies hebben gehad. Veel te commercieel. Wat ik net al zei: “Het levert geen geld op, dus kunnen we het niet doen.” Maar dan denk ik: “Iets levert snel geld op, of iets levert op lange termijn geld op omdat je goede shit doet.” En als je dat niet begrijpt moet je ook geen podium opzetten, en de sector moet zulke mensen ook herkennen en ze moeten zulke mensen geen podium op laten zetten. Het moet allemaal weer goed komen, maar het moet ook wel echt GOED goed komen. Mocht ik morgen de Giroloterij winnen, dan zou ik elke cent inzetten om degene te kunnen zijn om dat te doen. Helaas heb ik dat geld niet. Volgens een onderzoek van Rotterdam Festivals blijkt dat in Rotterdam heeft meest behoefte is aan een podium. Denkt u dat kleine initiatieven als BIRD, de Machinist etc. deze behoeften kan opvangen? Ja, maar wel met gematigd. Je hoeft je eigenlijk nooit druk te maken over kleine initiatieven, want die blijven altijd wel opkomen. Hier in de stad zie je dat heel goed, elke actie heeft een reactie. Als je hoor hebt, hebt je altijd wederhoor. Als er iets besloten wordt, zijn er altijd mensen die voor en tegen zijn. Zo zitten mensen nou eenmaal in elkaar. En ik denk dat Rotterdammers daarbij wel makkelijk hun mond open durven te trekken. Het blijft altijd een aanvoer van reacties op de acties die worden gedaan, dat zal ook nooit stoppen. Maar een actie of een reactie op het niveau van het middelgroot podium, daar zitten wel een hele hoop haken en ogen aan. Dan moeten er wel een paar hele dappere mensen opstaan die zeggen: “Die financiële risico’s neem ik op me.” Dat is even iets anders dan een BIRD. Ook heel knap, om dat in deze tijd op te starten. Maar een middelgroot podium draagt daarnaast ook zeker bij aan de cultuur. Hoe denk je dat de Rotterdamse popsector er over vijf jaar uit ziet en hoe wil je dat deze eruit ziet?
Aan de ene kant heb ik mijn angst. Er zijn veel genres en artiesten is die niet meekunnen onder de begrip popmuziek. Die keuze is nu eenmaal gemaakt in barre tijden. Tegenwoordig zeggen ze: “Popmuziek moet zichzelf toch kunnen bedruipen en anders moet je maar meer als Nick & Simon klinken.”. De groei van de sector heeft te maken met dat je A,B en C stimuleert, van klein naar groot. Het zijn zegmaar drie spijlen. Als je één van die spijlen eruit haalt, wat in dit geval staat voor het stopzetten van subsidie, dan stort het in. Alles heeft met elkaar te maken. En los van het feit dat het een moeilijke tijd is, moet je dit inzien als beleidsmaker. Als je moet bezuinigen moet je heel erg goed uitkijken dat je niets fundamenteels raakt. De popsector is al duizend keren geslacht en met een mes in de ribben gestoken. Maar als je daar een tekening van zou maken, dan zie je dat het allemaal panieksteken zijn. Er zit geen duidelijk idee achter. En daarnaast is er gebrek aan kennis. Het is aan de gemeente om die kleine initiatieven te behouden. En dat er van hieruit gegroeid kan worden en dat er naar elkaar gekeken kan worden. Maar ik weet wel hoe het werkt; Je doet een studie politicologie en je hebt een paar goede beurzen gehad en je wordt dan op ‘God knows what’ neergezet. Het is niet dat jij tien jaar lang een goede platenzaak hebt gehad of ervaring in een podium hebt gehad en je gevraagd wordt door GroenLinks. Ik denk echter dat het goed komt met de stad en dat het snel goed komt met de stad. Ik denk dat er uiteindelijk altijd harde werkers zullen zijn. Het is zaak dat deze mensen op de goede plekken komen en dat deze mensen een schop krijgen vanuit de gemeente. Maar momenteel is een gemis aan visie over alle toffe dingen die zich op het moment afspelen. En als je niet begrijpt dat er geen B kan zijn zonder A, dat er geen Jan Smit kan zijn zonder A Devastating Truth. Dan moet je zo snel mogelijk weg bij de besluitvorming van de popsector. If you can’t stand the heat, get out of the fire, maar ga niet beslissen lopen nemen voor duizenden mensen.
Ontwikkelingen binnen de popsector ‘Groeiende belangstelling voor livemuziek bij het Nederlandse publiek’ Door Roald Hendriksma
De wereld van popmuziek verandert continu in verandering. Verschillende ontwikkelingen hebben hier invloed op. De overheid is een belangrijke schakel bij de veranderingen op de popsector. Een grote ontwikkeling is de crisis die gaande is, het vervolg hiervan zijn de landelijke bezuinigingen. Op veel punten zal worden bezuinigd, dus ook de cultuursector, waar de poppodia ook onder valt. Zo wordt er in 2012 al landelijk 50 miljoen bezuinigd op de cultuursector. Een andere ontwikkeling is co-creatie. Deze vorm van dialoog is een sessie tussen bedrijven en organisaties, wat vervolgens voor beide partijen een kostenvermindering kan zorgen. Door het gebruik van co-creatie kunnen jongeren daadwerkelijk meebeslissen en zijn meerde mensen betrokken bij besluitvorming. Een ontwikkeling wat ook opvalt is talentontwikkeling. In Rotterdam worden veel bandjes geholpen, zodat ze vervolgens op eigen benen kunnen staan. De Popunie in Rotterdam is een organisatie die dit onder andere stimuleert. Ondanks de vele bezuinigingen zien we binnen de popsector in Nederland stijgende bezoekersaantallen. Dit blijkt uit een onderzoek die gedaan is naar poppodia in Nederland. Tevens blijkt uit dit onderzoek dat mensen het niet erg vinden om te reizen naar hun ideale live act. Hoe groter de naam, hoe minder erg het publiek het verre reizen vindt.
Onzekere toekomst voor de Popunie Door Leon Jacques
De popunie is in 1985 opgericht als Zuid-Hollandse popunie. Als poporganisatie voor de gehele provincie, maar wel vanuit Rotterdam opererend. Dat is altijd zo gebleven, tot aan vorig jaar, want met de verkiezingen voor de provinciale staten kwam er voor het eerst een coalitie waar de PVDA niet in zat. En vrijwel meteen werd er vastgesteld door de coalitie dat cultuurparticipatie en –educatie geen provinciale kerntaken meer zijn. Dat betekende voor de Popunie dat er een onzeker tijd aanbrak. Dat betekende dat de organisatie op zoek moest gaan naar een nieuwe invulling van de organisatie. Uiteindelijk zijn ze tot de conclusie gekomen dat het voor organisatie het meest levensvatbaar is om ons te gaan richten op Rotterdam, omdat er vanuit Rotterdam ook behoefte is aan een onafhankelijke poporganisatie, zijn we een beleidsplan gaan maken voor Rotterdam. Dit is in december 2011 ingediend, echter is onze aanvraag afgewezen in het cultuurplan 2013-2016. Martin Scheigrond is directeur van de Popunie en geeft zijn visie over de Rotterdamse popsector.
Wat draagt de Popunie bij aan de Rotterdamse popsector? Wij organiseren tal van projecten voor muzikanten waarvan meestal de finales of de voorrondes in Rotterdam Plaatsvinden, omdat je hier een goede infrastructuur hebt en een goede verbinding, zodat de muzikanten en bezoekers de evenementen goed kunnen bereiken. En omdat je hier heel veel muzikanten hebt in Rotterdam, een groot gedeelte van onze deelnemers van projecten komt uit Rotterdam. Enerzijds organiseren we projecten die hier plaatsvinden, anderzijds zijn er heel veel muzikanten die gebruik maken van onze projecten en dienstverlening in Rotterdam. Daarnaast hebben wij heel veel contacten met muziekcafés, podia en de festivals in Rotterdam. We hebben altijd een podium op het bevrijdingsfestival met bandjes via ons en ook bij Metropolis zijn we betrokken. We ondersteunen financieel festivals en optredens in Rotterdam waar Rotterdamse bands spelen. Heel veel vragen en verzoeken komen uit Rotterdam. Wij zijn ook voortdurend in overleg met de gemeente, het DKC (Dienst Kunst & Cultuur) en andere poppodia. Een soort van collectief overleg waarmee we algemene ontwikkelingen doorspreken. Wij zijn al wel een beetje een spin in het web, waarbij we een grotere spin willen worden die het hele Rotterdamse web gaat bedienen, maar we doen al wel een hoop in Rotterdam. U geeft net aan dat er een aantal projecten in heel Zuid-Holland plaatsvinden. Betekent dit dat deze projecten geïmplementeerd gaan worden in Rotterdam? Ja, als onze plannen gehonoreerd gaan worden (het beleidsplan), dan gaan wij bijvoorbeeld geen Grote Prijs van Zuid-Holland meer organiseren, maar de Grote Prijs van Rotterdam. Dan gaan we alles naar Rotterdam modelleren. Maar omdat we ook bezig zijn om de provincie Zuid-Holland een klein beetje
overeind te houden, zullen we ook nog een klein stukje Zuid-Holland blijven doen, maar hoe dit er precies uit gaat zien is momenteel nog niet duidelijk. De financiering is namelijk nog niet rond, en is afhankelijk van wat de provincie terug wil hebben voor dat kleine beetje subsidie. We gaan al onze projecten eigenlijk op Rotterdamse schaal aanbieden vanaf 2013, als onze plannen toch gehonoreerd gaan worden. Er zijn dus geen projecten die echt gaan wegvallen? Grote Prijs van Zuid-Holland verdwijnt, High School Music verdwijnt. En Eiland-hoppen? Turbulent heet dat. Dat is een trip langs drie Zuid-Hollandse eilanden. Dat is nu een van de projecten waarvan ik hoop dat we die nog met dat stukje Zuid-Hollands geld in stand kunnen houden. Omdat ik er dan vooral aan denkt om de regio om Rotterdam heen te kunnen bedienen, en dan zijn die drie Zuid-Hollandse eilanden erg interessant. Enerzijds omdat we daar een goed netwerk hebben doordat we daar al jaren actief zijn, anderzijds omdat daar verder weinig cultureel aanbod voor jongeren is. Er is ook echt behoefte om daar dingen te organiseren. Ik heb de laatste tijd artikelen gelezen over de politieke plannen voor een onafhankelijk poporgaan. Denk jij dat de Popunie deze taak zou kunnen invullen. Ja, daar ben ik volledig van overtuigd. Eigenlijk zijn wij die onafhankelijke poporganisatie al, alleen we worden er nog niet voor betaald. Wordt u er wel al op aangesproken? Ja dat wel door de muzikanten onder andere. Iedereen vindt het ook heel logisch als wij die rol gaan vervullen. De politiek, de ambtenaren, de poppodia en de muzikanten; er is zover ik weet niemand die gezegd heeft: “Dat gaat toch in hemelsnaam de Popunie niet doen?!”. Sommige zeggen zelfs van: “Dat zijn jullie toch al, dat doen jullie toch al jaren?”. Dan zeg ik:
“Nee wij zijn de Zuid-Hollandse Popunie en we doen ook wel wat in Rotterdam, maar we zijn nog niet dat onafhankelijke poporgaan.” Dus ja, het zou heel logisch zijn. De gemeente heeft vastgesteld dat ze die functie heel belangrijk vinden, een onafhankelijke poporganisatie in Rotterdam. Wij hebben daar een plan voor ingediend. Wij zijn het al, we nemen een stuk geld mee uit Zuid-Holland en we kunnen makkelijk onze bakens verzetten naar Rotterdam. Het is niet zo dat we een vreemde zijn in deze stad, sterker nog, iedereen denkt dat wij al het onafhankelijke poporgaan zijn. Alleen doordat nu stap één in dat besluitvormingstraject - dat advies van het RRKC - negatief is, daardoor is er een kink in de kabel gekomen en is er vertraging opgelopen. Overigens werd onze aanvraag helemaal niet zo negatief beoordeeld door de RRKC, maar er zijn gewoon geen nieuwkomers gehonoreerd die nog in de cyclus zaten en we hebben ook geen intermediaire organisaties gehonoreerd. Niet in de pop, niet in de jazz. Dan ben je bij voorbaat eigenlijk al kansloos. Maar goed het advies is niet bindend. Het is niet zo dat alles wat hierin staat ook zo gaat worden. De Rotterdamse gemeenteraad en de Dienst Kunst & Cultuur Rotterdam hebben zelf de oplossing in handen. Want zij gaan op basis van dit advies met een plan komen over hoe het geld verdeeld wordt en mogen hier dus van afwijken. En omdat de gemeente al heeft vastgesteld dat er een onafhankelijke poporganisatie moet komen ben ik nog steeds hoopvol over onze toekomst, maar ik had liever een positief advies gehad.
hebben hier niet vaak klachten over. Dus zou het wel een ABC’tje zijn om ons die taak te laten vervullen. Alleen nu is eigenlijk die hele functie van die onafhankelijke poporganisatie door dit advies naast zich neergelegd. Maar de gemeenteraad, de wethouder en het DKC staan qua besluitvorming boven dit advies. Het advies is bovendien beoordeeld door acht individuen. Volgens mij is geen een van die acht hier ooit over de vloer gekomen. Ze zijn daarnaast niet allemaal Rotterdammers, niet allemaal in ieder geval in die commissie. Dus het zijn acht meningen gebundeld in één advies. Volgens mij is het belangrijker wat de Rotterdamse popmuzikanten, poppodia, festivals en gemeenteraad, ambtenaren en bevolking vindt. Volgens mij is voor de meeste mensen popmuziek wel belangrijk. Dat zie je ook wel aan de bezoekersaantallen op festivals en dat Rotterdam evenementenstad is. Je wordt er niet minder van als je aan muziek doet en mensen genieten er ook van als ze het bijwonen. Het verlevendigd de stad en het geeft de stad een goed imago als er bijvoorbeeld goede bands of singer-songwriters te bewonderen zijn. Het hele advies zoals het er nu ligt is heel erg slecht voor de popsector. We komen er bekaaid vanaf. Van het totale budget wat er te verdelen is per jaar gaat maar 1,7% naar popmuziek, als de plannen doorgaan. Van de 70 miljoen gaat 1,7% naar onze sector, de rest gaat naar beeldende kunst, musea en noem het maar op. Dit is een korting ten opzichte van het vorige cultuurplan (2009-2012) van meer dan 60% procent.
uuHet zijn ondernemers die willen. Echte Rotterdammers met een
mentaliteit van “Geen gezeik, geen gelul” en “Niet lullen maar poetsen’’uu Martin Scheijgrond
De tegenstelling is er weldegelijk. Aan de ene kant is er behoefte aan een onafhankelijk poporgaan, maar aan de andere kant krijgt de Popunie een negatief advies terwijl het een logische stap zou zijn om de Popunie deze rol te laten vervullen. Wordt de Popunie in deze plannen wel genoemd? Popunie wordt daarin wel genoemd. In die inrichtingseisen die eind vorig jaar vanuit de gemeente zijn opgesteld wordt die onafhankelijke poporganisatie wel aan de Popunie gekoppeld. Maar, iedereen heeft daar aanvragen voor kunnen indienen, dus het is niet zo dat de Popunie al is geregeld als dit poporgaan. Het is een open procedure in feite. Maar het zou wel heel logisch zijn, aangezien wij die rol al vervullen in Zuid-Holland en dus ook in Rotterdam en dit ook op een goede manier. We
Podia moeten sluiten. Er zijn al podia gesloten, maar er worden er nog meer de nek omgedraaid. Er komt geen onafhankelijke poporganisatie en festivals gaan erop achteruit. Iedereen moet natuurlijk bijdragen, er moet bezuinigd worden. De stad is het probleem ook niet, maar dit is niet de pijn eerlijk verdelen. Het is weer de popsector die het hardst de klappen om de oren krijgt. We hebben laatst een recent rapport gevonden van Rotterdam Festivals waaruit blijkt dat in Rotterdam de grootste behoefte is aan popmuziek en aan een poppodium. Ja een poppodium van middelgroot formaat hebben we natuurlijk al heel lang niet. Popfestivals zijn dan Metropolis en wat kleinere festivals in de stad, zoals een Dunya. Dat gaat dan op zich wel maar echt plekken om op te treden voor bands en andere artiesten zijn er
niet. WaterFront, de grote faciliteit voor oefenruimten is een paar jaar geleden ook gesneuveld. De popmuziek heeft de afgelopen jaren al flink wat klappen gehad, zit al aan de lage kant qua financiële steun in vergelijking tot andere sectoren. En nu wordt de sector ook nog eens onevenredig hard extra bezuinigd, namelijk meer dan 60%. Het houdt een keer op natuurlijk. Dus nu moeten we ons verenigen en aantonen dat dit niet de goede weg is. Rotterdam is een jongerenstad en popmuziek is de kunst & cultuuruiting voor jongeren. Popmuziek vraagt niet veel subsidie: Het zijn over het algemeen toch ondernemers die ervoor gaan, die geloven in hun hobby. Het zijn ondernemers die willen. Echte Rotterdammers met een mentaliteit van “Geen gezeik, geen gelul” en “Niet lullen maar poetsen”. Zoals het er nu voor staat wordt de sector met de grond gelijk gemaakt. En dat kan nooit de bedoeling zijn. Als er zeventig miljoen per jaar naar Kunst & Cultuur gaat vanuit de stad, dat moet de stad zelf weten. Dat is hun eigen keus, maar dan mag er we een evenredig deel naar de popmuziek gaan en moeten ze niet op deze manier de sector om zeep helpen. Anders blijft er bar weinig over en dan gaan de Rotterdammers dat ook merken. Straks zijn er geen festivals of podia meer waar ze naartoe kunnen. Als het goed is krijgen jullie vanaf 2013 minder subsidie en in 2014 nog minder, klopt dit? Dat is nu dus allemaal onzeker. Van de provincie Zuid-Holland krijgen we in 2013 - als we nog wat krijgen – een stuk minder en in 2014 nog wat minder. En in Rotterdam krijgen we als het goed is wat meer, maar niet als dit advies wordt opgevolgd. Dan gaan we naar nul euro en dan is het over voor de Popunie.
uuDan gaan we naar nul euro en
dan is het over voor de Popunieuu Martin Scheijgrond
Zijn er nog alternatieven om de Popunie te behouden? Bijvoorbeeld verbreding van de corebusiness? We hebben momenteel een verhouding waarbij we 40% van de inkomsten zelf binnenhalen bij fondsen, sponsoren, scholen, adverteerders en recettegelden bij evenementen. En dat is zeer goede verhouding. Als je dit gaat vergelijken met andere provinciale poporganisaties dan zitten wij aan de top. Want vergeet niet, wij hebben geen publieksfunctie. Wij zijn geen poppodium, er komen hier niet elke dag mensen over de vloer die een kaartje kopen. Wij zijn er voor onbekend talent; wij doen aan talentontwikkeling en belangbehartiging. Dat draait voor een gedeelte op overheidsondersteuning, en de rest halen we
binnen bij sponsoren, fondsen en de andere uit het rijtje wat ik net opnoemde. Die verhouding 60-40% is al vrij scherp. Ik ben daar al dagen mee bezig om eigen inkomsten binnen te halen. Dat in dit advies ons cultureel ondernemerschap onvoldoende wordt betiteld vind ik ook onjuist. Er is nog wel wat meer mogelijk wellicht, door bijvoorbeeld crowdfunding waar ze het over hebben. Het zoeken van suikerooms et cetera. Maar onze schaal is toch vrij beperkt, de regio Zuid-Holland is niet heel aantrekkelijk. Landelijk is het natuurlijk interessanter om in te investeren. En daarnaast, wij zijn er toch voor amateurs, de beginners. En onbekend maakt onbemind, dus dat maakt het voor geldschieters minder interessant. Je moet dan nog beter je best doen om die mensen te overtuigen. En ten derde werkt ook het economisch klimaat op dit moment niet mee om het zachtjes uit te drukken. Iedereen houdt natuurlijk erg de vinger op de knip. Dus het is uitdagend en we zijn er voortdurend mee bezig. We richten onze pijlen op alles dat beweegt zal ik maar zeggen. Maar op dit moment is het gewoon een moeilijke periode om alternatieve financiering te vinden. Als wij nou voor 100% op subsidie leunden, dan kun je daar veel meer uit halen. Maar wij zijn al jaren bezig om die eigen inkomsten te verwerven. Ik heb het gevoel dat wij daar al een hoop uit halen en dan kan het wel een paar procent meer worden misschien, met nog wat extra innovatieve ideeën en extra inzet, maar daar moet je geen wonderen van verwachten op dit moment. Hoe zijn de verhoudingen tussen de Popunie en andere instellingen in de popsector? Die zijn heel goed. Wij zijn een laagdrempelige organisatie, een betrouwbare partner. Verder weinig poespas, geen gekke fratsen, geen onduidelijk gedoe. Wij zijn erg benaderbaar, zowel door de muzikanten als door de podia, als door de festivals, als door politici of ambtenaren. Bij ons wordt de telefoon binnen 3 keer opgenomen. We zijn laagdrempelig en snel. We hebben vorig jaar ook nog 10.000 petities opgehaald. En toen gingen we dus echt elk weekend alle festivals langs met die petities. Echt één op één iedereen benaderen en altijd positieve reactie. En er zat er altijd wel eentje tussen van: “Jóh, sodemieter op met je linkse hobby”. Maar dat was heel marginaal. Het merendeel van de mensen had zoiets van: “Jullie in de problemen? Hoe kan dat?”. Of ze hadden een evenement van ons bijgewoond en waren daar heel tevreden over. Dus dat heeft mij wel enorm veel vertrouwen en energie gegeven dat we op de goede manier bezig zijn geweest. Nu zijn het natuurlijk wel mensen die al van muziek en cultuur houden, dus het zou ook wel triest zijn als niemand de petitie zou willen
tekenen. Maar toch was het een bevestiging dat we er goed op staan. En ook bij andere instellingen zoals podia, festivals etc. De meeste mensen hebben een goed gevoel bij ons, bij wat we doen. Draagt de goede samenwerking bij aan de verbetering van de popsector? Ja dat denk ik wel. Samenwerking moet in mijn optiek altijd functioneel zijn en meerwaarde opleveren. Je moet niet samenwerken om het samenwerken, of omdat dat goed staat naar buiten toe, of omdat je iemand niet teleur wil stellen. Het moet echt meerwaarde hebben. En omdat wij een grote database hebben van muzikanten in Zuid-Holland, snel en makkelijk bereikbaar zijn en snel handelen en leveren, dan kun je naar een hoger niveau in de samenwerking. Als het bevrijdingsfestival of Metropolis op zoek is naar een podium met lokaal talent, dan is dat zo gefixt. We werken ook niet met externe commissie, we doen alles zelf met onze achterban. En met die samenwerking kun je elkaar versterken en daarnaast voorkom je dat er dubbel werk wordt gedaan.
natuurlijk, dan heb je het over North Sea Jazz, de Rotterdam Marathon en noem het allemaal maar op. Maar dat is denk ik heel erg goed. Ik denk dat Rotterdammers ook veel trotser kunnen zijn op hun stad en op wat er hier gepresteerd wordt, ook op cultureel niveau. Ze mogen dat veel meer uitstralen. Qua popmuziek: Er is geen podium in de categorie Nighttown / Watt. Dat is natuurlijk een gemis. Maar er is daarnaast wel een heel circuit aan muziekcafés, kleinere podia, festivals, muziekscholen en dat soort dingen. Evenementen die georganiseerd worden, talentontwikkelingsprojecten. Wat dat aangaat is er best wel een hoop waaraan muzikanten kunnen deelnemen en waar publiek naartoe kan. Qua beoefenaars is er ontzettend veel talent in Rotterdam, in verschillende genres. Of het nou gaat om de dance-scene, de DJ’s of om de singer-songwriters of de urban scène. Er is een enorme poel aan talent en daar moet je zorgvuldig mee omgaan om dat op een hoger plan te brengen. En zoals ze bij Feyenoord nu doen, gewoon het talent opstellen. Dat is wat Rotterdam ook moet doen. Het talent is er, dat
uuIk denk dat Rotterdammers ook veel trotser kunnen zijn op hun stad en
op wat er hier gepresteerd wordt, ook op cultureel niveau. Ze mogen dat veel meer uitstralenuu Martin Scheijgrond Kan de Rotterdamse popsector zelfstandig opereren? Nee, de gemeente zet eigenlijk de uitgangspunten van het cultuurbeleid uit voor de komende vier jaar op papier. En daarbinnen moet je natuurlijk je plannen uitvoeren. Maar over het algemeen is het denk ik heel goed voor de overheid om zoveel mogelijk aan het werkveld en de organisaties zelf over te laten en niet teveel beleid te bepalen. Want anders heb je er ook geen vertrouwen in, als je dat zelf als overheid gaat bepalen. Een terugtredende overheid wil ik niet per sé zeggen, maar een overheid die gewoon wat hoofdlijnen schets en verder de mensen, organisatie en initiatiefnemers zelf met plannen laat komen en die dan beoordeeld, daarin investeert en controleert. Maar de overheid moet niet alles zelf bedenken en uitvoeren. Als je nu naar de Rotterdamse popsector kijkt, wat zie je dan? Alles wordt nu overschaduwd door het advies. 2012 is het laatste jaar van het huidige en 2013 treed het nieuwe cultuurplan in, dus het is heel moeilijk om het los te zien van het advies, wat heel desastreus is.
Maargoed als we dat even parkeren en kijken hoe Rotterdam op de kaart staat, dan denk ik: Rotterdam is wel de evenementenhoofdstad van Nederland. Dat gaat wel verder dan popmuziek
komt ook niet vanzelf, daar moet je ook een traject voor hebben. Laat dat talent maar spelen, daar worden ze alleen maar beter van. Dat zie je bij Feyenoord, en zo kun je ook bij de popmuziek die lijn doortrekken. Hetzelfde laken een pak. Als je heel veel talent hebt, maar niemand ontdekt het en het talent kan niet optreden, niet beter worden en wordt niet begeleid, dan heb je het talent wel maar zal niemand het ooit zien. Daar moet je zorgvuldig mee omgaan, dat moet je koesteren en daar moet je trots op zijn. We hebben nu bijvoorbeeld Rats On Rafts en Sabrina Stark al een aantal jaar. Daar mag je ook weleens naar kijken, niet alleen maar op focussen op wat we niet hebben, subsidies die minder worden en podia die moeten sluiten. Dat is er natuurlijk wel en dat is ook belangrijk dat daar iets aan gedaan wordt, maar soms moet je ook kunnen zeggen: “Maar dit hebben we wel als Rotterdam zijnde”. Hoe de vlag er dan ook bij hangt politiek gezien of qua subsidies. We hebben wel de status van evenementenstad van Nederland en we hebben veel talent in huis. Daar moet je zo nu en dan ook de focus op leggen, niet alleen kijken naar wat er niet is.
De toekomst van de popcultuur in Rotterdam Hoe denken de verschillende partijen hoe de sector zich gaat ontwikkelen? Door Roald Hendriksma
Rotterdam is een dynamische stad waar veel verandert en veel gebeurt. Dit geldt ook voor de poppodia in Rotterdam. Hoe zal de popsector er over tien jaar uit zien? Dat is gevraagd aan verschillende spelers in het werkveld. Zij geven hun visie hoe zij denken hoe de popsector zich zal ontwikkelen in de komende tien jaar. Dick Pakkert - Rotown ‘We zullen het zeker wel overleven, want in Rotterdam zijn altijd mensen met nieuwe ideeën en die ideeën zullen altijd blijven komen. Tevens staan er veel lege gebouwen en zalen die hiervoor gebruikt kunnen worden. Het zal alleen wel heel moeilijk worden, dat komt onder andere natuurlijk ook door al die wetgeving, een voorbeeld hiervan is dat inwoners klagen over geluidsoverlast. De subsidieregeling zal ook niet meer veranderen. Ik denk niet dat de popsector nog meer subsidie zal gaan krijgen. Je hebt op dit moment gewoon niet de goede mensen bij de gemeente zitten. ‘Die bobo’s’ die er nu zitten zijn niet geïnteresseerd in poppodium, maar in opera en dat soort dergelijk cultuuraanbod. Ik denk dat een poppodium zoals Bird wel blijft bestaan. Ze hebben een goede visie, een mooie plek en een goede doelgroep. Ook Rotown zal blijven bestaan, maar we zullen met Rotown een paar stappen terug moeten nemen. Hiermee wil ik zeggen dat we weer een oude muziekkroeg gaan worden, waar gekke dingen kunnen gebeuren. Ik vind het op dit moment soms nog wel is braaf en het lijkt me leuk als weer er uitdagende leuke dingen gaan gebeuren, maar we zullen het poppodium zeker niet in de steek laten. Dit houden we er zeker nog bij, maar we zullen wel paar stappen terug moeten nemen in live muziek. Met het advies van de RRKC wat er nu ligt, ben ik genoodzaakt om deze stappen te nemen’.
dat ze niet kunnen blijven bestaan. Ze willen wel, maar ze worden teveel beperkt door regelgeving. Daar moet op ingespeeld worden, niet alleen met de mond initiatieven. En niet incidenteel via een leuk festival, maar structureel dat Rotterdam elk weekend bruist. Je bent tenslotte een stad. Dat is eigenlijk wat ik hoop dat het gaat worden en waar ik ook vertrouwen in heb’. Michel Schelvis - Raad van Rotterdamse Kunst en Cultuur Ik hoop dat het middelgroot poppodium er komt. Er is besloten vorig jaar dat dit eigenlijk in nieuwbouw gehuisvest zou moeten worden, maar dat zie ik niet zo snel gebeuren in deze tijd. Watt zijn ze nu aan het verbouwen, daar moet een markt in komen. Ze zouden tijdelijk een gebouw als Off Corso om kunnen bouwen. Dat ligt ook centraal, heeft ook een grote capaciteit. Heeft wel wat achterstallig onderhoudt en er zal geïnvesteerd moeten worden in de akoestiek, maar het is een kanten-klare locatie. Dus waarom niet? Ik denk dat het allemaal wat diffuser wordt. Het voorspellen van de toekomst is moeilijk, het komt altijd wel anders uit en dat maakt het ook leuk, maar ik denk wel dat er ook op Zuid iets zal gebeuren. De Creative Factory, De Maassilo. Dat is toch echt een plek waar iets gebeurt. Het hangt samen met maatschappelijke ontwikkelingen, je ziet een soort polarisatie ontstaan. De middengroepen worden uit elkaar
uuMet het advies van de RRKC wat er nu ligt, ben ik genoodzaakt om deze stappen te nemenuu Dick Pakkert Martin Scheijgrond - Popunie ‘Ik denk dat het belangrijk is dat de stad Rotterdam een beter imago gaat opbouwen en meer als een jongerenhoofdstad van Nederland wordt gezien en daarbij dan ook een passend klimaat schept. Nu wordt er bijvoorbeeld gezegd: “De verlevendiging van de binnenstad is belangrijk.”. Dat is natuurlijk hartstikke belangrijk, maar dan moet je ook zorgen dat het bewerkstelligd kan worden en dat niet alle kleine muziekcafés door DCMR en omwonenden zo beperkt worden in hun mogelijkheden
getrokken er vallen naar boven of naar beneden. Aan de ene kant ben ik hier niet blij mee, maar aan de andere kant is dit in artistiek opzicht misschien wel iets goeds. Aukje Bolle – Dienst Kunst en Cultuur Gemeente Rotterdam
Ik heb goede hoop voor de popsector in de toekomst. Er zijn ontzettend veel spelers in de sector met goede kwaliteiten. Ze hebben hard voor de zaak en werken op een hoog niveau. Daarnaast komen veel mensen met goede
initiatieven. Tevens is er publiek aanwezig die wilt komen. En dat zijn in deze tijden belangrijke ingrediënten. Dankzij de recensies en krimpende subsidies ben ik van overtuigd dat de popsector niet zal vallen. Henri Oogjen - Klankenhaus Aan de ene kant heb ik mijn angst. Er zijn veel genres en artiesten is die niet meekunnen onder de begrip popmuziek. Die keuze is nu eenmaal gemaakt in barre tijden. Tegenwoordig zeggen ze: “Popmuziek moet zichzelf toch kunnen bedruipen en anders moet je maar meer als Nick & Simon klinken.”. De groei van de sector heeft te maken met dat je A,B en C stimuleert, van klein naar groot. Het zijn zegmaar drie spijlen. Als je één van die spijlen eruit haalt, wat in dit geval staat voor het stopzetten van subsidie, dan stort het in. Alles heeft met elkaar te maken. En los van het feit dat het een moeilijke tijd is, moet je dit inzien als beleidsmaker. Als je moet bezuinigen moet je heel erg goed uitkijken dat je fundamenteel raakt. De popsector is al duizend keren geslacht en een mes in de ribben gestoken. Maar als je daar een tekening van zou maken, dan zie je dat
het allemaal panieksteken zijn. Er zit geen duidelijk idee achter en daarnaast is er gebrek aan kennis. Het is aan de gemeente om die kleine initiatieven te behouden. En dat er van hieruit gegroeid kan worden en dat er naar elkaar gekeken kan worden. Maar ik weet wel hoe het werkt; Je doet een studie politicologie en je hebt een paar goede beurzen gehad en je wordt dan op ‘God knows what’ neergezet. Het is niet dat jij tien jaar lang een goede platenzaak hebt gehad of ervaring in een podium hebt gehad en je gevraagd wordt door GroenLinks. Ik denk echter dat het goed komt met de stad en dat het snel goed komt met de stad. Ik denk dat er uiteindelijk altijd harde werkers zullen zijn. Het is zaak dat deze mensen op de goede plekken komen en dat deze mensen een schop krijgen vanuit de gemeente. Maar momenteel is een gemis aan visie over alle toffe dingen die zich op het moment afspelen. En als je niet begrijpt dat er geen B kan zijn zonder A, dat er geen Jan Smit kan zijn zonder A Devastating Truth. Dan moet je zo snel mogelijk weg bij de besluitvorming van de popsector. If you can’t stand the heat, get out of the fire, maar ga niet beslissen lopen nemen voor duizenden mensen.
Onze visie Rotterdam heeft een goede infrastructuur en veel mogelijkheden met betrekking tot nieuwe locaties voor de popsector. Er zijn ontzettend veel unieke en aantrekkelijke gebieden in Rotterdam die nu niet gebruikt worden. Als deze locaties wel benut worden, zal Rotterdam volgens ons weer veel meer beleving in de popsector creëren. Ook zijn wij van mening dat de gemeente Rotterdam financieel veel te weinig investeert in de Rotterdamse popsector. De popsector kreeg voorheen al niet veel subsidie en dit wordt de komende jaren alleen maar minder. Juist een bruisende popsector kan het imago van de stad Rotterdam weer laten opbloeien, maar zolang de wetgeving en de steun van de gemeente Rotterdam niet meewerkt, zal de popsector volgens ons altijd beperkt blijven in haar ontwikkeling voor de toekomst. Wij zijn van mening dat er op dit moment niet de juiste mensen aanwezig zijn binnen de besluitvorming van de popsector. Het is belangrijk dat er binnen de besluitvorming mensen zitten die er verstand van hebben en die hart hebben voor de popsector. Deze mensen zijn er op dit moment nog niet en daardoor worden er vaak beslissingen genomen die niet doordacht zijn.
Colofoon;
Redactie
Dennis van Rijn Leon Jacques Roald Hendriksma Rianne Roodenburg Kim Bijl
Vormgeving
Dennis van Rijn
Tekst
Dennis van Rijn Leon Jacques Roald Hendriksma Rianne Roodenburg Kim Bijl
Drukwerk
Waterweg Wonen
Oplage
4
Digitale verspreiding
www.issuu.com
Wij vinden dat het belangrijk is dat er initiatief genomen wordt vanuit de ondernemer. De ondernemer is creatief en heeft inzicht. Dit biedt veel meer mogelijkheden voor innovatieve ideeën in de toekomst. Ook vinden wij dat jongeren gestimuleerd moeten worden om in de stad Rotterdam te blijven. Jongeren zijn de toekomst om deze stad weer bruisend te maken. Het bieden van kansen voor jongeren binnen de popsector zal er voor moeten zorgen dat jongeren met talent zich in Rotterdam zullen ontpoppen. Door een goede combinatie van de juiste mensen, nieuwe locaties, initiatieven vanuit de ondernemer, kansen voor talentontwikkeling en meer financiële steun van de gemeente Rotterdam zijn wij van mening dat de Rotterdamse popsector in de toekomst weer bruisend zal worden.