6 minute read

Telex

• De gemeenteraad volgt het advies van het managementteam om alle verbintenissen met een waarde van minder dan 8.500 euro, die verrekend worden op kredieten ingeschreven in het investerings- en exploitatiebudget, niet meer langs de gemeenteraad te laten passeren.

• Op de gemeenteraad wordt het rapport met klachten van inwoners voorgesteld. Raadslid De Meuter (PK-KU) vraagt zich af waarom er op de 30 klachten 22 onontvankelijk werden verklaard. Hier zou het eerder gaan om ‘meldingen’ in plaats van klachten. Burgemeester Waucquez (PK-KU) begrijpt de opmerking en pleit voor een beter overzicht.

Advertisement

• Jeugdclub De Villa heeft de toelating gevraagd om een fuif te organiseren tot 3 uur ‘s morgens. De oppositie (DéFi-MR) gaat hier niet mee akkoord en stelt voor om dit uur te vervroegen naar 1 uur ’s morgens. Schepen Forton (PK-KU) kan dit niet smaken: ‘Ik begrijp het niet goed. De jeugd moet ruimte krijgen om zich te amuseren. De jeugdclub heeft altijd rekening gehouden met de buurtbewoners en er waren weinig tot geen klachten.’ Raadslid Woitrin (PK-KU) stelt de gulden middenweg voor: om 2 uur ’s morgens sluiten en vanaf 1 uur het geluid minderen. Deze regeling wordt goedgekeurd. De jeugdclub kan onder die voorwaarden fuiven.

• Raadslid Von Wintersdorff (PK-KU) informeert de gemeenteraad dat de fusie tussen de intercommunales Incovo en Interza niet doorgaat. Ook het containerpark blijft voor de nodige kopzorgen zorgen. Er zou nu een eerste ontwerp voorgelegd worden waarbij Kraainem, Wezembeek-Oppem en Interza betrokken zouden worden.

• De gemeente heeft besloten de openbare verlichting dan toch niet te doven om energie te besparen. Andere gemeenten doen dat wel, maar Kraainem wil geen veiligheidsrisico’s nemen. Burgemeester Waucquez: ‘Op basis van negatieve adviezen hebben we besloten de verlichting niet te doven omwille van de verkeersveiligheid en het algemene veiligheidsgevoel.’ De oppositie vindt dit niet kunnen. Raadslid De Vleesschouwer (DéFi-MR) vraagt dat de burgemeester wat meer naar de oppositie zou luisteren. ‘Naar welke oppositie dan?’, vraagt de burgemeester. In het schepencollege waren er bij de oppositie immers twee verschillende meningen hierover.

• Raadslid Carel Edwards (PK-KU) vraagt nogmaals naar een aangepaste versie van het organigram van de gemeente. Dat zou klaar zijn tegen de gemeenteraad van maart.

• De infoavond over de RUP-bouwlagen kon nog niet worden vastgelegd.

Schepen Forton (PK-KU) zoekt samen met het studiebureau en de gemeentelijke diensten naar een geschikte datum.

• Raadslid De Vleesschouwer (DéFi-MR) wil dat de burgemeester zich voor de deontologische commissie verantwoordt omdat hij haar als OCMW-voorzitter niet heeft verontschuldigd op het kerstdiner van Resto & co (OCMW) en dat de burgemeester daar ook een glas zou hebben getrakteerd. Raadslid Carel Edwards (PK-KU) vindt dit een vreemde interpretatie van de deontologische code. De burgemeester vindt het dan weer moeilijk te geloven dat het raadslid niet zou weten dat ze zelfs tot twee keer toe was verontschuldigd. Een glas betalen zal hij blijven doen, zo zegt hij, ‘omdat een glas samengaat met een goed gesprek’.

• Sinds 1 maart is Philip Beke de nieuwe korpschef van politiezone Wokra. Hij vervangt Luc Breydels die vorig jaar met pensioen ging. Beke komt over van de Federale Wegpolitie waar hij directeur operaties was bij de verkeerspost Oudergem. Voorheen werkt hij ook op de verkeersposten Antwerpen en Reyers, en in de politiezone Kastze (Kampenhout-Steenokkerzeel-Zemst).

Na zeventig jaar verlaat Roel De Ryck Kraainem voor Sterrebeek. De voormalige huisarts is een (klein)zoon van wasserij-uitbaters en woonde in de wijk Stokkel. Hij heeft er veel mensen gekend en geholpen.

De jeugd van dokter De Ryck in Stokkel? Dat was buiten spelen tot het donker werd. Of tot het eten klaar was. Dat waren de jaren als jeugdvoetballer en als lid van de Chiro. Later ook als leider. Ook moet hij denken aan de eerste televisie die uitkwam. ‘Mijn grootvader had een adres gevonden waar ze die verkochten. Wij waren in 1956 een van de eersten met een televisie. Mensen uit het dorp kwamen dan bij ons meekijken.’

Thuis in de wasserij

Thuis voor de kleine Roel was voor de mensen in het dorp de wasserij in de Stuyvenbergstraat ‘Bij Irma’. Zo heette zijn grootmoeder. ‘Daar woonden we met vijf: de ouders van mijn moeder, mijn eigen ouders, en ik als enig kind. Ik speelde tussen de lakens die in de wasserij aan draden waren opgehangen. In het washuis stonden gemetste kuipen of ‘douches’ met kokend water, gestookt met steenkool of cokes. Daarin deden ze de kookwas die daarna werd gespoeld in grote bakken met regenwater en een houten spaan. Mensen hadden in die jaren nog geen wasmachine thuis, en wie niet graag zelf waste en er de centen voor had, ‘gaf zijn was uit’. Ook de zus van mijn grootmoeder had een wasserij, dus er was geen concurrentie. Er was werk genoeg voor iedereen.’

Het ritme van de wasserij volgde de dagen van de week. ‘Maandag werd er gewassen. Dinsdag werd alles gedroogd: in de zomer buiten in de tuin ‘in de bleek’. Dat was een grasveld waar de was op werd gelegd om te witten door de combinatie van zuurstof en de invloed van de zon. In de winter werd de was binnen gedroogd. Daar had je ook een Leuvense stoof staan waar de strijkijzers tegenaan hingen. Donderdag werd de hele dag gestreken. Ik mocht dan met een klein ijzertje de zakdoeken strijken, en de verzamelprentjes van Jacques Chocolade die altijd wat krom uit de verpakking kwamen. Daarna konden mensen hun was komen halen,

Mensen

Wonen in Stokkel

« J’étais psychologue, psychiatre et parfois même prêtre » : l’ancien médecin généraliste Roel De Ryck of ging mijn moeder die zelf met de fiets of tram terugbrengen. Ingepakt in bruin papier.’

Après septante ans, Roel De Ryck quitte Kraainem pour Sterrebeek. L’ancien médecin généraliste est (petit)fils de blanchisseurs et vivait dans le quartier de Stokkel. Il connaissait et aidait beaucoup de gens là-bas.

L’enfance du Dr De Ryck à Stokkel? C’était jouer dehors jusqu’à ce qu’il fasse nuit. Pour les gens du village, la maison du petit Roel était la blanchisserie dans la Stuyvenbergstraat « Bij Irma ».

Dokter in Stokkel

Gelukkig kwamen nadien de wasmachines, want De Ryck was niet van plan de wasserij over te nemen. Na drie jaar lagere school in Stokkel, en daarna de rest van het lager en middelbaar onderwijs in het Sint-Jozefscollege, ging hij geneeskunde studeren aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). Hij koos uit volle overtuiging voor een loopbaan als huisarts. Dat is hij van 1977 tot aan zijn pensioen in 2017 geweest. Eerst drie jaar in Melsbroek, maar omdat hij uiteindelijk ook veel patiënten in Sint-Pieters-Woluwe, Kraainem en Wezembeek-Oppem kreeg, al snel terug in Stokkel. Het ‘manneke met de korte broek’ van de wasserij, was nu ‘meneer doktoor’.

Het ontzag voor de huisarts is in de loop der jaren sterk verminderd. Het beroep heeft ook veel evoluties doorgemaakt. ‘Van een groepspraktijk of een patiëntenstop is bij mij nooit sprake geweest. Ook het doorsturen van patiënten gebeurde vroeger nauwelijks. Je ging naar een bijscholing en je probeerde nieuwe ingrepen zelf te doen. De medicatie die ik in het begin voorschreef, wordt nu niet meer gebruikt. Ik ben altijd blijven lezen en me blijven bijscholen. Ik heb ook nooit tegen een patiënt tijdens een

C’était le nom de sa grand-mère. « Nous étions cinq à vivre là : les parents de ma mère, mes propres parents et moi, l’enfant unique », dit-il.

Médecin à Stokkel griepperiode gezegd dat ik niet kon komen. Ook al was het één uur ’s nachts, ik ging op huisbezoek.’

Heureusement, les machines à laver sont arrivées après, car De Ryck n’avait pas l’intention de reprendre la blanchisserie. Après trois ans d’école primaire à Stokkel, puis le reste de l’enseignement primaire et secondaire au collège Saint-Joseph, il est parti étudier la médecine à la Vrije Universiteit Brussel (VUB).

De patiënten veranderden mee met de bevolking van de gemeente, maar veel oude patiënten bleven naar de dokter komen. ‘Als oudere dokter had ik veel oudere patiënten. Voor jonge gezinnen met kinderen is het financieel niet eenvoudig om hier te komen wonen. Daarom kwamen kwalen als de suikerziekte, bloeddruk- en hartproblemen veel voor.’

Daarnaast vervulde de dokter een sociale rol. ‘Ik was ook vaak psycholoog, psychiater en soms zelfs pastoor. In het begin waren mensen meer gereserveerd en moest je zelf voorzichtig bij de patiënt polsen of er niet meer zat achter de klachten die hij of zij formuleerde. Maar met de jaren ging dat vlotter.’

Een duizendpoot

Ook voor noodgevallen stond De Ryck klaar. Zo belde een man die gewond geraakte door het glas van een gebroken douchecabine hem ’s nachts op. De dokter hechtte en verzorgde zijn wonden, net voor de man een belangrijke zakenvlucht naar Amerika moest halen. En tijdens een toneelvoorstelling waar iemand flauwviel of een epilepsieaanval kreeg, was De Ryck een aantal keren ‘de dokter in de zaal’. Daardoor miste hij weleens het begin of het einde van de voorstelling.

Maar De Ryck stond ook graag aan de andere kant van het toneel. Bij de Chiro en het college was hij al toneelacteur. Later sloot hij zich aan bij de Stokkelse Toneelvereniging STG. ‘Door mijn huisbezoeken kwam ik helaas regelmatig te laat, maar ik kende mijn tekst altijd. Ik zette mijn replieken op een cassettebandje dat ik in de auto afspeelde in plaats van naar de radio te luisteren.’ Naast voetbal en toneel speelt De Ryck ook graag accordeon. En niet zo lang geleden rondde De Ryck een gidsenopleiding van twee jaar af aan de Coovischool in Anderlecht. ‘Soms gids ik in het centrum van Brussel met een collega. Ik vul zijn verhaal aan met anekdotes in het Brusselse dialect dat ik leerde van mijn grootvader die uit Etterbeek kwam.’

Binnenkort volgt er een nieuw hoofdstuk in het leven van de voormalige dokter. Samen met zijn vrouw verhuist hij van Stokkel naar Sterrebeek. ‘We zijn het hier zeker niet beu, maar van de oorspronkelijke mensen en verenigingen blijven er geen meer over die ons hier houden.’

Michaël Bellon

This article is from: