TYPE M design study towards an effective social house in the periphery of Antananarivo, Madagascar

Page 1

Afstudeerverslag september 2012 Bsc. Bouwkunde Mark Adam Daniテォl Ketel

Architectuur Bouwtechniek

ONTWERPSTUDIE NAAR EEN EFFICIテ起TE SOCIALE WONING IN ANTANANARIVO, MADAGASCAR HOOFDVERSLAG


Afstudeerproject Bsc. Bouwkunde Hogeschool van Arnhem & Nijmegen Studenten:

Mark Adam 06 16 357 619 Daniël Ketel 06 87 067 795 Buildingtana@gmail.com

Begeleiders HAN: J. van der Bij L. van der Kooij

Opdrachtgever:

Js.vanderBij@han.nl Leo.vanderKooij@han.nl

Architecture sans Frontières Eric Selis Eric@elongo.be

2


VOORWOORD Voor u ligt het resultaat van ons afstudeerproject “TYPE M: ontwerpstudie naar een efficiënte sociale woning in de periferie van Antananarivo, Madagascar.” Met dit project hopen we een bijdrage te leveren aan het gigantische huisvestingsvraagstuk dat in Madagascar speelt. Dit project combineert twee richtingen met elkaar die ons beiden aanspreken: bouwkunde, de technische kant, met andere culturen en het helpen van anderen die het minder goed hebben getroffen: de sociale kant. Het heeft ons enorm geïnspireerd om met deze opdracht bezig te zijn en we hebben een ervaring opgedaan die onvervangbaar is. Van de totstandkoming van het project, tot aan de conclusie is dit geen eenvoudig project geweest.: mails werden nooit beantwoord, de opdrachtgever bleek het te druk te hebben om ons te begeleiden, er was geen concrete probleemstelling, en toen we deze na maanden zelf hadden geformuleerd was er zulke slechte communicatie mogelijk met het bedrijf in Madagascar dat we niet hadden gedacht dat onze inzet ooit zou gaan leiden tot een positief resultaat Met al deze tegenslagen in het achterhoofd zijn we dan ook meer dan tevreden met het eindresultaat. Wij hopen dat onze principes daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor de bouwsector ter plekke. Onze dank gaat uit naar de vele professionals en bekenden die ons in de loop der tijd hebben geholpen om informatie te verkrijgen over de onderwerpen die wij hebben onderzocht. Marion Sybbilin en Chloe Pinty van IMV-Antananarivo voor het toesturen van zeer nuttige documenten over Antananarivo en de hulp ter plaatse, Patrick Mocoeur van Batpro Antananarivo voor de prijslijsten en informatie ter plekke tijdens onze studiereis, Charlotte Fournet-Guerin voor haar tips hoe wij informatie konden vergaren over leefwijzen in Antananarivo, dr. Stephen Ellis en drs. Mijasoa Andriamarovololona van de universiteit Leiden voor de antropologische informatie over Madagscar, dr. ir. Roel Gijsbers van de TU Eindhoven voor zijn tips over aandachtspunten wat betreft bouwen in de tropen. Anke van Zuylen voor haar vertalingen van de belangrijkste stukken van ons onderzoek naar het Frans waardoor het onderzoek ook daadwerkelijk nuttig kan zijn in Madagascar. Rens Adam voor zijn doorrekening van de Malagassische hypotheekconstructies. De heer J. te Lintelo en Hans Ketel van C.A.E. Nederland voor hun constructieve hulp. Hans van Wijck van KNB Nederland voor het testen van de bakstenen uit Antananarivo. Harilanto Rabarijaona van Sonapar S.A. voor zijn onbeperkte steun tijdens ons bezoek aan Antanarivo en de feedback daarna. Eric Selis van Architects sans Frontiëres voor zijn hulp tijdens ons onderzoek. Stichting Technisch Hoger Onderwijs en in het bijzonder Anneke Ritsema voor het toekennen van een fonds om naar Antananarivo te gaan, waarvoor ook dank uitgaat naar René Tönissen en Gerrit Averesch van de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Als laatste maar bovenal onze afstudeerbegeleiders ir. Jellle van der Bij en ing. Leo van der Kooij voor hun waardevolle feedback, die ervoor heeft gezorgd dat ons afstudeerverslag en literatuurstudie in deze vorm op tafel ligt Arnhem, 28 Augustus 2012, Mark Adam & Danïel Ketel

3


SAMENVATTING

Madagascar, een van de armste landen ter wereld, ziet zich uitgedaagd met een exponentieel groeiende bevolking in de steden. In combinatie met een zeer groot woningtekort heeft dit de overheid doen besluiten tot de ontwikkeling van tienduizend suburbane sociale woningen in de komende jaren. Er is echter weinig ervaring op het gebied van georganiseerde woningbouw, waardoor het de vraag is of de huidige ontwerpen in alle opzichten inspelen op de eisen van de bewoners en de problemen die het land treffen. Type M stelt zich daarom tot doel de principes voor een efficiënte sociale woning in de periferie van de hoofdstad Antananarivo te formuleren. De auteurs zijn hiertoe gevraagd door de ontwikkelingsorganisatie Architectes sans frontières. Door middel van een uitgebreide analyse van land, stad, cultuur, de rol als westerse architect en de ervaring van soortgelijke projecten in andere landen, alsmede interviews met experts en bewoners uit het land konden er uitgangspunten opgesteld worden waar een woning aan zou moeten voldoen. Daarna is doormiddel van een ontwerpproces op een specifieke locatie gekeken wat de mogelijkheden waren om deze uitgangspunten daadwerkelijk in te passen. Dit heeft geleid tot generieke principes die de woning efficiënt maken. Door middel van het ontwerp is aangetoond dat deze punten geïntegreerd kunnen worden, wat leidt tot een betere woning en betere leefomstandigheden in het algemeen.. De voornaamste winst is een kostenbesparing van 30% op de huidige georganiseerde woningbouw; een aangenamer binnenklimaat door middel van een passief klimaatsysteem; een woning die beter is voor milieu en snel aan te passen is aan veranderende wensen van gebruikers. Daarnaast houdt de woning tijdens bouw en gebruik rekening met een stimulering van de lokale en landelijke economie en zijn de wensen en eisen van de stedelijke doelgroep zo veel mogelijk ingepast in een suburbane omgeving. Deze principes kunnen keer op keer als leidraad dienen om een woning te ontwerpen en bouwen, waarmee ze een aanzet bieden naar een efficiëntere woning in de periferie van Antananarivo, Madagascar.

4


RESUMÉ

Madagascar, un des pays les plus pauvres du monde, se voit confronté à une population qui croît exponentiellement dans les villes. Il en résulte un manque de logement énorme, ce qui a poussé le gouvernement à développer dans les années à venir dix mille demeures sociales dans les régions suburbaines. Cependant on a peu d’expérience dans le domaine de la construction organisée, donc on peut se demander si les projets actuels répondent à tous les points de vue aux exigences des habitants et aux problèmes du pays. C’est pourquoi Type M a pour but de formuler les principes d’une demeure sociale efficace dans la périphérie de la capitale Antananarivo. L’organisation ‘ Architectes sans frontières’ a prié les auteurs de s’en occuper. Au moyen d’un vaste analyse du pays, de la ville, de la culture, du rôle de l’architecte occidental et des connaissances acquises par des projets pareils dans d’autres pays, nous avons formulé des points de départ pour la construction d’une demeure. Dans ce but, il y a également interviewé des experts et des habitants du pays. Ensuite les auteurs ont dressé un plan de bâtiment dans un site spécifique pour voir lesquelles seraient les possibilités de réaliser ces points de départ. Ceci a mené à des principes génériques qui servent à rendre efficace la demeure. Le plan montre qu’il est possible d’intégrer ces éléments, ce qui mène à une meilleure maison ainsi qu’à des conditions de vie nettement améliorées. Le gain principal est une économie de frais de 30% en comparaison avec la construction actuelle dans la périphérie. Ajoutez à cela un meilleur climat intérieur par l’application d’un système de climatisation passif, une maison qui est meilleure pour l’environnement et qui pourra facilement être adaptée aux besoins et aux désirs des habitants. A côté de cela, pendant la construction et après, la demeure tient compte de la stimulation de l’économie locale et nationale. En outre, les désirs et les exigences du groupe cible urbain ont été intégrés autant que possible dans un emplacement suburbain. Ces principes pourront servir à plusieurs reprises comme fil conducteur pour la création et la construction d’un logement pareil ; de la sorte ils peuvent donner l’impulsion à la réalisation d’une demeure plus efficace dans la périphérie d’Antananario à Madagascar.

ABSTRACT

Madagascar, one of the poorest countries in the world, is challenged by an exponentially increasing population in urban areas. The expansion of cities, together with a large housing shortage, has made the government decide to elaborate ten thousand suburban social dwellings in the upcoming years. However, little experience in the field of organized housing is present. This brings up the issue whether the current design for social housing meets the requirements of future inhabitants or the problems that the country is facing. Type M has therefore set up the objective to formulate generic building principles for upcoming social housing projects in the outskirts of Antananarivo, the capital of Madagascar. The authors have been requested to do so by the development organization Architectes Sans Frontières. A detailed analysis of the country, city, culture, the role of the western architect and the experience of similar projects in other countries, has enabled the authors to set up starting points to an efficient design. Interviews with experts together with the help of local residents has also taken part in this set up. Hereafter, a design process on a specific location has showed the possibilities to integrate the applicable starting points on a specific location. This has led to generic principles which make the social dwelling efficient. After applying the leading variables to a design, the study shows that the generic principles can be mean fully integrated, which leads to a better house and better living conditions in general . The main profits consist of (1) a saving in costs of 30% compared to the current organized housing, (2) a comfortable indoor climate through a passive climate system, (3) a more environment-friendly dwelling and (4) a quickly adaptable house to possible changes for the needs of inhabitants. In addition, the property stimulates the local and national economy during the construction and use of the building. The needs and desires of the target group has also been taken into account. These principles may repeatedly serve as a guide to the design and building process, which provide a basis for a more efficient housing in the outskirts of Antananarivo, Madagascar

5


Hoe kan een efficiĂŤnte sociale woning in de periferie van Tana, Madagascar worden vormgegeven?

onderzoek land\stad literatuuronderzoek

onderzoek leefgewoontes door boeken\antropologen

Randvoorwaarden

Studiereis extra informatie en terugkoppeling uitgangspunten Ontwerpen op specifieke locatie in periferie

Destilleren grootste problemen uit vorige fases

Uitgangspunten

6

D.m.v. literatuur en eigen inzichten uitgangspunten opstellen

Toetsen ontwerp Terugkoppeling op hoofdvraag principes voor generieke locatie in periferie

Aanvullende onderzoek Heroverwegen keuzes

Schetsontwerp \ PVE

Globale eisen

Voorlopig ontwerp

Conclusie & principes


INHOUDSOPGAVE VOORONDERZOEK 1. Initiatief 9

De opstart 10 Partijen 11

2. Randvoorwaarden 13 Madagascar 14 Antananarivo 20 Trano Mora 28 Samenvatting 34

3. Eisen 36 4. Uitgangspunten 40 5. Locatie 47

ONTWERPSTUDIE 6. Schetsontwerp 53

Stedenbouwkundige studie 54 Architectonische studie 64 Bouwtechnische studie 74 Schetsontwerp 90 Programma van eisen 102

7. Voorlopig ontwerp 105 Architectonisch onderzoek 106 Bouwtechnisch onderzoek 116 Voorlopig ontwerp 136 8. Conclusie 171 Reflectie 172 Principes en aanbevelingen 178

Bibliografie 181 Bijlagen 183 Verslag studiereis 184 Technisch reisverslag 200 Kostenanalyse 208 Klimaatanalyse 214 Baksteentest 220

7


8


1

TYPE M: ontwerponderzoek naar een efficiĂŤnte sociale woning in de periferie van Antananarivo, Madagscar. Dat is de titel van ons project. In dit eerste hoofdstuk zal de opstart van het project worden uitgelegd. Als eerste zullen we onszelf voorstellen en vertellen waarom we voor deze opdracht hebben gekozen. Daarna leggen wij uit hoe deze opdracht vanuit Madagascar bij ons terecht is gekomen. Vervolgens zullen we uitleggen welke verschillende organisaties bij onze opdracht betrokken zijn. Als laatste lichten wij de onduidelijkheden toe die wij hadden voorafgaand aan de opdracht, samen met de verwachtingen en de gebrekkige communicatie.

INITIATIEF

9


DE OPSTART Deze opdracht is onderdeel van het afstudeerproject van Mark Adam en Daniël Ketel aan de opleiding Bouwkunde van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Wij studeren beiden af aan de Bachelor Bouwkunde aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. respectievelijk met de afstudeerrichtingen architectuur en bouwtechniek. Dit maakt het mogelijk om de opdracht integraal te benaderen en een breed scala aan creatieve en technische oplossingen aan te dragen. De ervaring van Mark op de faculteit Bouwkunde aan de TU-Delft en van Daniël op de Université de Marseille breiden deze mogelijkheden nog verder uit.

ONT STAAN VAN D E O P DRACHT Deze opdracht is een bewuste keuze van ons. Beiden zijn wij gedreven om onze kennis in te zetten ter verbetering van levensomstandigheden van mensen die het minder goed getroffen hebben. Dit was dan ook een grote motivatie bij het zoeken naar een onderwerp voor een afstudeeropdracht. Omdat we beiden ook geïnteresseerd zijn in het buitenland, hebben we besloten een opdracht te zoeken in de ontwikkelingssamenwerking. Aan de hand van dit uitgangspunt hebben wij meerdere bedrijven en NGO’s in verschillende werkvelden aangeschreven of zij een bouwkundige opdracht voor ons hadden. Uiteindelijk heeft hier één NGO, Architects sans Frontiéres, op gereageerd met een redelijk concrete opdracht: de verbetering van de sociale woningbouw in Madagscar. In het stuk hieronder zullen we beschrijven hoe deze opdracht vanuit Madagascar is ontstaan en uiteindelijk bij ons terecht is gekomen

I NIT IATIEF OVERHEI D MADAGASCAR

10

Vanuit een grote woningnood, 80% van de stedelijke bewoners woont in sloppenwijken, is het ministerie van huisvesting (MATD) in Madagascar initiatiefnemer geweest voor het opzetten van het project “Trano Mora” voor de bouw van 10.000 sociale woningen in en rondom de 6 grote steden. De start van dit project was in November 2010. Het doel is om de laatste woningen in 2015 op te leveren. In Februari 2012 is het eerste hondertal pilot-woningen van het project opgeleverd. Om deze zeer moeilijke taak uit te voeren heeft de staat zelf niet genoeg (financiële) middelen. Er is dus in het huisvestingsbeleid uit 2006 (PNH, 2006) gesteld dat er gekeken moet worden naar publiek private samenwerkingen voor het opzetten van de woningproductie. Het ministerie van huisvesting werkt daarom samen met verschillende private partijen. Het is de bedoeling dat deze private partijen zelfstandig woningen gaan ontwikkelen en zorgdragen voor de financiën. De regering zorgt voor de grondwerkzaamheden, de infrastructuur en de aanpassing van beleid. Een van deze private partijen is Sonapar. Een binnenlandse investeringsmaatschappij die belegt in vastgoed en fabricage in Madagscar. Kennis over nieuwbouw of sociale woningbouw is bij hun echter tot op heden niet aanwezig. In het geheel is er in Madagscar bijna geen traditie op dit vlak.

VRA A G BUI TE N L A N D S E ER VA RI N G Sonapar heeft hierom de NGO Ex-change uit ingeschakeld om onafhankelijk advies te geven over sociale woningbouw. Een echte vraagstelling naar een bepaald onderwerp hebben zij nooit opgesteld. Het komt er op neer dat Sonapar graag feedback en tips wil krijgen vanuit een Europees oogpunt. Op deze manier hopen zij waarschijnlijk minder risico’s te lopen, efficiënter te werken, een beter product af te leveren en meer winst te maken.

Ex-change zoekt voor deze hulpvraag vervolgens experts die hierbij kunnen helpen. In dit geval is de architect Eric Selis van de NGO Architects Sans Frontières België door hen gevraagd om te helpen met de bouwkundige en architectonische uitwerking van sociale woningen. In september 2011 heeft de heer Selis vervolgens een bezoek aan Antananarivo, Madagascar gebracht. Na de bouw van het huidige pilot-project van de regering te hebben bekeken, zijn er in verschillende ateliers samen met lokale architecten voorstellen gedaan voor aanpassingen aan nieuw te bouwen woningen door Sonapar. Een hoop zaken bleven echter onduidelijk, en vereisten meer uitwerking. Enkele maanden hierna meldden wij ons met de vraag voor een afstudeerproject. De heer Selis heeft ons toen voorgesteld om hem te assisteren bij zijn project in Madagscar .

DE OPDRACHT Eric Selis van ASF is onze directe opdrachtgever, en heeft ons dezelfde vraag gesteld die Sonapar hem stelde. “Zijn er mogelijkheden om de sociale woningbouw te verbeteren?” Zoals uit de volgende hoofdstukken zal blijken, zijn er echter bijna geen voorbeelden van sociale woningbouw in Madagscar. Gaandeweg ons onderzoek bleek hierom meer en meer dat het niet zozeer ging om het doen van kleine aanpassingen aan de bestaande praktijk, maar dat het veel meer gaat over het ontwikkelen van een efficiënt type in het algemeen. Omdat er vanuit Sonapar tot op heden nooit een concrete locatie is gestuurd, hebben wij zelf bepaald ons te beperken tot de periferie van Antananarivo. In het “masterplan” PUDI (2006) komt naar voren dat er juist in deze gebieden veel uitbreidingen voorzien zijn. Zodoende hebben wij onze opdracht alsvolgt geherformuleerd: TYPE M: Ontwerpstudie

naar een efficiënte sociale woning in de periferie van Antananarivo,

Madagscar. Dit duidt erop dat wij niet al-

leen zullen ontwerpen, maar net zo goed een studie zullen doen: Deze studie zal moeten uitwijzen wat in Madagascar een efficiënte sociale woning inhoudt: er zijn bijna geen precedenten op dit vlak, er is weinig concreet beleid vanuit de overheid en Sonapar heeft geen sterke visie wat men belangrijk vindt. De randvoorwaarden, eisen en uitgangspunten die wij door middel van deze ontwerpstudie willen vastleggen, hopen dus de vraag te beantwoorden: waar moet een efficiënte woning in de periferie van Antanarivo aan voldoen? Het ontwerp geeft vervolgens antwoord op de hoofdvraag: Hoe kan een efficiënte

sociale woning in de periferie van Tana, Madagascar worden vormgegeven?

D E S A M E N W E RK ING A A N PA K

&

Wij zijn met veel enthousiasme in deze opdracht gestapt. Alhoewel er aan het begin veel onduidelijk was, weerhield dit enthousiasme ons ervan om direct kritische vragen te hebben ten opzichte van onze mogelijke activiteiten.. Vanuit Sonapar is de vraagstelling ook niet concreter geworden. Hierom hebben wij dus zelf een probleemstelling moeten ontdekken. Een moeizaam e-mailcontact, weinig beschikbare informatie van de bouwkunde in Madagascar, Frans als voertaal, en geen locatie maakten dit lastig. Wij hebben daarom intensief onderzoek gedaan om antwoord te krijgen over wat efficiëntie voor sociale woningbouw in Antananarivo betekent, wat in het hoodstuk Uitgangspunten aan bod komt. Hierna is er begonnen met het ontwerpen op een specifieke locatie in twee fases. Deze fases zijn afgesloten met een toets aan onze uitgangspunten, en uiteindelijk een conclusie in de vorm van een ontwerp met principes die op zoveel mogelijk plekken in de periferie van Antananarivo leiden tot een functioneel ontwerp. Naast de inhoudsopgave


PARTIJEN is deze aanpak uitgebeeld.

PRO J ECTGE R E L AT E E R D E PA RT IJ EN ASF België - opdrachtgever

De opdrachtgever in dit project is ASF België. ASF, kort

voor Architecture Sans Frontieres, is een non-profit organisatie die experts van verschillende bedrijven bij elkaar zet om tot een gezamenlijk advies te komen. Het doel van dit advies is het helpen van een land waarin problematische situaties zijn met betrekking tot architectuur, constructie, urbanisme en het behoud van historisch erfgoed. Het budget is grotendeels op basis van giften. Hoofd van ASF belgië is de heer Eric Selis. Eric Selis is architect, afkomstig uit Hasselt, België, en is een zelfstandig ondernemer. Naast dat de heer Selis zijn eigen bedrijf runt, werkt hij in zijn vrije tijd voor ASF. Via zijn activiteiten bij ASF heeft hij veel contacten met NGO’s en andere samenwerkende/ zusterorganisaties.

Sonapar biedt zowel technische als financiële ondersteuning aan bedrijven die zijn betrokken bij duurzame ontwikkeling in Madagascar. Enkele voorbeelden van deze bedrijven zijn SOCTAM (tabaksproducent), SOMAPECHE (garnalen & vishandel), BAMBOO MADAGASCAR (bamboe producten) en bijvoorbeeld ARO (verzekeringen). Indirect heeft Sonapar 20.000 banen in Madagascar gecreëerd. Deze organisatie investeert in projecten met het oog op duurzame, sociale en milieu bewuste ontwikkelingen. Sonapar heeft winstoogmerk. In Antananarivo zullen in de nabije toekomst door Sonapar twee verschillende bouwprojecten gefinancierd: • Nieuwbouw van 15 villa’s met een tuin van 1250m2, 16 appartementen en gemeenschappelijke voorzieningen (winkels, sportcentrum, wasserette etc) Doelgroep: directie van NGO’s en andere bedrijven. • Nieuwbouw van 400 vrijstaande sociale woningen gelegen op ongeveer 15 km van het centrum van Tana. Hiervan zijn 50 woningen bestemd voor het personeel van Sonapar.

Ex-change

Dit is een van de samenwerkende organisaties van Sonapar en ASF.

Sonapar

Sonapar is een naamloze vennootschap met een Raad

Figuur 1.1. Een

danser van een traditionele dans in Antananarivo (Bron: www.Flickr.com, 2012)

van Bestuur en heeft een kapitaal van 850 miljoen Ariary (300.000 Euro). Het hoofdkantoor ligt in Antananarivo. De belangrijkste aandeelhouders zijn: - De Malagassische staat - De Rijksdienst voor sociale zekerheid (CNaPS) - Verzekeringsmaatschappijen - De Centrale Bank van Madagascar

De visie van Ex-Change is het bevorderen van ondernemerschap als een duurzaam en krachtig instrument tegen armoede in ontwikkelingseconomieën. Om dit doel te bereiken wil Ex-Change ondernemersexpertise en globale netwerken uit het Noorden ter beschikking stellen van bedrijven, organisaties en vormingscentra in bepaalde focuslanden. Van hun website: “Ex-Change wil dé referentie zijn op het vlak van rechtstreekse uitwisseling van kennis en ervaring tussen het Noorden en de focuslanden, met als doel een duurzame en meetbare groei te realiseren voor locale ondernemingen, met de nadruk op respect voor people, profit & planet. Op die manier wil ExChange bijdragen tot de economische ontwikkeling in de regio waar de vraag tot steun vandaan komt.”

11


12


Zoals in de Hoofdstuk 1 reeds is aangestipt, is deze afstudeeropdracht niet begonnen met een concrete vraagstelling of onderzoeksvraag. De vraag was simpelweg om de bestaande huisvesting te heroverwegen. In een Nederlandse situatie zou dit al lastig zijn geweest: waar liggen de prioriteiten van de organisatie, van de gebruikers, van de maatschappij? Een eigen opdracht definiĂŤren is vele malen lastiger dan een vraag voorgelegd krijgen waar een antwoord op moet komen. Anderzijds zijn veel zaken, zoals cultuur, maatschappelijke tendensen, economie in Nederland voor ons bekend. We zouden globaal weten welke problemen of mogelijkheden er zijn doordat we dagelijks zien hoe het land functioneert. In Madagscar missen we deze vanzelfsprekendheid. Toen we begonnen aan dit project wisten we niks van Madagascar, niks van de cultuur, niks van de hoofdstad, niks van de manier van bouwen, wonen of leven. We waren meteen van mening dat deze informatie van het grootste belang zou zijn voor een realistisch ontwerp. De Malagassische cultuur is zover verwijderd van de onze dat er geen bijna geen aannames gedaan kan worden vanuit onze Nederlandse ervaring. Het hele kader waar ons ontwerp zich in bevindt, van de macro-economische situatie tot lokale bouwmethodes zal opnieuw moeten worden onderzocht en vastgelegd. Over al deze randvoorwaarden gaat dit hoofdstuk. Deze informatie helpt ons op meerdere manieren: Aan de ene kant perkt het onze mogelijkheden voor ontwerp in, waardoor het een begrenzend karakter heeft. Aan de andere zijde worden problemen blootgelegd waar we met ons ontwerp iets aan kunnen veranderen. Het heeft dus ook een sturend karakter. Door deze grondige analyse over het land, de stad, de toekomst en het bouwen hebben we het kader vastgelegd waarbinnen we ontwerpen.

2

RANDVOORWAARDEN

13


MADAGASC


CAR Republiek Madagascar OfficiĂŤle talen: Frans, Malagassisch Aantal inwoners: 22,5 miljoen Munteenheid: Âą2000 Ariary = 1 U.S. $

Oppervlakte: 587.041km2 Hoofdstad: Antananarivo Klimaat: Subtropisch

= Hoofdstad Antananarivo 100 km


MADAGASCAR R EGIO’S Madagascar is grofweg onder te verdelen in 4 grote regio’s naargelang de topografie van het land en de inwoners zelf: de Oostkust, de centrale hooglanden, de Westkust en de ZuidWest regio. In de centrale hooglanden liggen de meeste grote steden van Madagascar. Deze regio ligt op ten minste 900 meter boven zeeniveau. Rijstvelden zijn hier in overvloed. De meeste bewoners van de centrale hooglanden behoren historisch gezien tot de ‘Merina’ groep. Zij hebben sinds lange tijd de grootste politieke invloed in het land, wat niet zelden tot spanningen leidt. De Oostkust is verschillend met de rest van het land. Allereerst wordt hier veel land verbouwd omdat de grond hier erg vruchtbaar is. De grootste etnische groep inwoners wonen

Figuur 2.1. De bergen in Madagscar (Bron: www.flickr.com, 2008)

16

sinds de ontdekking van het eiland langs de oostkust; de ‘Betsimisaraka’ groep waar tradities en gebruiken van vroeger nog erg belangrijk zijn. In deze regio liggen veel tropische regenwouden. De witte stranden samen met de hoge temperaturen zijn echte toeristen trekpleisters. De Westelijke regio. De groffe kustlijn zorgen voor veel geimproviseerde havens aan zee. Hierdoor is deze regio het meest toegankelijk voor toeristen uit Afrika maar ook voor piraten. De Westkust is de meest ‘wilde’ regio en heeft een lage bevolkingsdichtheid. De grootst etnische groep is hier de ‘Sakalava’ groep. De Zuid-Westelelijke regio is typerend voor zijn droge land vlakten. De twee grootste etnische groepen heten de ‘Antandroy’ en de ‘Mahafaly’, die grotendeels hun in-

komsten verkrijgen door het houden van vee. Door de grote droge vlaktes wordt het steeds lastiger om hier te wonen, want de natuurlijke grondstoffen worden steeds minder toegankelijk. Dit heeft geleid tot een erg lage bevolkingsdichtheid. Een essentiele plant die voor eten, water en bescherming zorgt is de peer cactus. Figuur 2.2. Geboortecijfer Nederland vs. Madagascar (eigen ill.)

Figuur 2.3. De peercactus (Bron: www.wikipedia.nl/peercactus)

K L IM A AT Madagascar is het op 4 na grootste eiland ter wereld. De verschillende regio´s hebben dan ook een apart klimaat. Over het algemeen is te stellen dat er een tropisch tot subtropisch klimaat heerst. Er zijn twee seizoenen te ondersheiden: het regenseizoen en het droge seizoen. Het regenseizoen is tevens de warmste periode van het jaar, met een gemiddelde temperatuur van 28 graden Celsius. Dit geldt van November tot Maart. Het droge seizoen geldt van April tot Oktober. Dan is er een gemiddelde temperatuur van 17 graden Celsius. De maand Juli is de koudste maand van het jaar, met temperaturen tussen de 9 en 21 graden. Het klimaat wordt grotendeels bepaald door de luchtstromen boven de Indische Oceaan. Deze kunnen tijdens het regenseizoen leiden tot enorme cyclonen in de Oostelijke regio. In 2004 zijn 200 mensen omgekomen door de cycloon Gafilo. In 2011 waren er 22 dodelijke slachtoffers door cyclonen. De hoofdstad heeft door zijn ligging weinig problemen met cyclonen. In het regenseizoen zijn hier wel veel wervelwinden en onweersbuien te vinden.

Bevolking In Madagascar ligt het geboortecijfer ongeveer 4 keer zo hoog als in Nederland. De helft van de bevolking is onder de 15 jaar en de verwachte jaarlijkse groei is hierdoor 2,5%, waarmee het een van de snelst groeiende populaties ter wereld is. De beroepsbevolking groeit hiermee veel sneller dan de economie, wat tot werkloosheid leidt. Volgens verschillende wetenschappelijke theoriëen is dit een grote reden voor sociale onrust en oorlog in ontwikkelingslanden.

Figuur 2.4. Hoogtekaart van Madagscar (Bron: mwww.wikipedia.nl/ Madagascar, 2012)


G EZO N D HEI D

De koopkracht-gecorrigeerde BNP per hoofd van de bevolking van de Malagassiër ligt op

Slechts 40 % van de bevolking heeft de beschikking over schoon drinkwater. Op het platteland ligt dit niveau nog lager. Ook heeft bijna niemand toegang tot sanitaire voorzieningen, zelfs in de stad heeft maar zo’n 15% de beschikking over hygiënische sanitaire middelen zoals een WC of douche. Verder zijn er slechts 3 ziekenhuisbedden per 10.000 inwoners beschikbaar. Dit resulteert in een zeer hoog risico voor een veelheid aan ziektes en infecties zoals Hepatitis A, Malaria en de Pest. De gem. levensverwachting ligt op 64 jaar. 16 jaar minder dan in Nederland.

$$$$$$ $ $ $$$$$$ $ $ $$$$$$ $ $$ $$$$$$ $ $$ $ $$$$$$$ $$ Figuur 2.5. De koopkracht van Madagscar vergeleken met die van Nederland

N ATUUR

geveer een kwart van het BNP. Andere belangrijke verbouwde gewassen zijn o.a. koffie, vanille, suiker en mais. Vissen en schaaldieren zijn een sterk opkomend exportproduct. Het toerisme was een sterk opkomende markt in Madagascar, maar is voor een groot deel ingezakt na de crisis van 2009. In de samenleving neemt geloof en rituelen een belangrijke plaats in. Dit is vaak een combinatie van christelijke en inheemse gebruiken. De doden spelen een belangrijke rol in dit geloof. Vaak worden doden na enkele jaren herbegraven, wat gepaard gaat met een groot feest. Hier wordt vaak veel geld aan uitgegeven. Verder zijn er vaak lokale taboes (Fady) zoals kledingstukken of eten die niet gebruikt mogen worden.

slim Mo

E C O N O MIE

Inheems geloof

Figuur 2.7.

Christelijk

Percentages ingenomen door verschillende religies (Eigen ill.)

(Eigen ill.)

900$, vergeleken met 40.000$ voor Nederland. Madagascar is één van de armste landen ter wereld. De economische groei ligt tussen de 0,5-1% per jaar, terwijl de inflatie meer dan 10% bedraagt. Over een lening bij de bank wordt meer dan 30% rente p.j. gevraagd. De economie is hierdoor instabiel en niet duurzaam. Madagascar is voor een groot deel afhankelijk van hulpgelden om de eigen begroting aan te vullen.

Ooit zat Madagascar aan het continent Afrika vast. Toen Madagascar echter scheidde van het vasteland, ontwikkelde de flora en fauna van het eiland zich op een geheel eigen manier. Van de 200.000 diersoorten en 10.000 plantensoorten komt circa 75% nergens anders ter wereld voor. Bekend voorbeeld hiervan zijn de gigantische Baobab bomen en de lemuren, een soort “oerapen”.De meeste toeristen komen dan ook voor de uniek natuur. Dit staat vaak op gespannen voet met de korte-termijnbelangen van de bevolking. Grote delen bos worden platgebrand voor houtskool en landbouwgrond. Meer dan 80% van de oorspronkelijke vegetatie is hierdoor reeds verwoest.

CULTUUR RELI G I E

Figuur 2.6. Slechts 40% van de Malagassiërs heeft toegang tot schoon drinkwater (Eigen ill.)

Figuur 2.9. Baobabs, belangrijk deel van de flora van Madagascar (Bron: www,wiipedia.nl/Madagascar, 2012)

&

80 procent van de Mallagassiërs is werkzaam binnen de Landbouw. Rijst is hiervan verreweg het belangrijkst. Het vormt daarmee on-

Figuur 2.10. Lemuren, belangrijk deel van de fauna van Madagascar (Bron: www,wiipedia.nl/Madagascar, 2012)

Figuur 2.8. Een herbegraving (Bron: www.wikipedia.nl/ Madagscar)

Bronnen: Central Intelligence Agency (2012); Rozenboom (2009); Wikipedia Madagscar (2012)

17


P OL IT IEK

$ 18e eeuw

1896

Tribaal land met Koninklijk bestuur

1960 Frans koloniaal bestuur

1975 Neo-koloniaal zelfbestuur

1993

Socialistischmarxistisch bestuur

2009 ‘Democratisch’ bestuur

= Coup of ondemocratische machtsovername Figuur 2.11. De verschillende politieke besturen in de afgelopen eeuwen (Eigen ill.)

RAVALOMANANA

RAJOELINA

Madagscar kent een zeer diverse politieke geschiedenis Lang werd Madagscar gedomineerd door verschillende stammen. Eind 18e eeuw werd de leider van de grootste stam (Merina) door verschillende omstandigheden de eerste koning van Madagascar. Vervolgens werd madagscar in 1896 gekolonialiseerd door de Fransen. In deze periode zijn veel Europese gebruiken en systemen in Madagscar ge�ntroduceerd. Voorbeelden hiervan zijn onder andere een Frans belasting-, school- en rechtsysteem. Madagscar was voor Frankrijk nooit een belangrijke kolonie en afgezien van een oproer in 1947 is de weg naar onafhankelijkheid vreedzaam verlopen. De eerste post-koloniale president hield echter sterke banden met Frankrijk, waardoor nogsteeds 85% van de economie in handen bleef van Franse burgers. Rond 1975 braken grote demonstraties uit tegen deze ongelijkheid die het einde van het régime betekenden. Omdat Madagscar zich keerde tegen de Fransen (en dus het Westen), voerden de nieuwe leiders een socialistisch beleid in. Deze koers stortte het land de decennia daarop in een diepe economische crisis. Na een algemene staking van een half jaar en druk van​uit het buitenland werden nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Vanaf 1993 werd het beleid door verschillende presidenten omgegooid en gedemocratiseerd. Zo kregen de provincies meer zeggenschap (decentralisatie) Daarnaast werden banden met buitenlandse investeerders aangehaald en staatsbedrijven geprivatiseerd.

Figuur 2.12. De laatste machtsovername was in 2009 (Eigen ill.)

18

De politiek is echter altijd sterk verdeeld geweest in Madagscar. Alhoewel de economie gestaag bleef groeien sinds 1993, bleven veel problemen behouden. Hieronder de sterke afhankelijkheid van hulpgeld, armoede en de grote corruptie. In de periode tussen 1993 en 2009 heeft deze onvrede geleid tot 3 mislukte coups. in 2009 lukte het de voormalige burgemeester van Antananarivo, Dhr. Rajoelina, wel om de macht over te nemen. Hij protesteerde hiermee o.a. tegen de pacht van grote stukken vruchtbaar land aan buitenlandse ondernemers. Veel staten legitimeren de machtsovername echter niet, en hulporganisaties geven minder geld. Alhoewel Rajoelina heeft beloofd reeds in 2011 nieuwe verkiezingen te organiseren, is dit tot nu toe niet gebeurd.


Jaarinkomen per huishouden in Ariary

INK O M ENSVERSCHIL LEN

Stedelijk gebied

Uit een onderzoek van Unicef in 2005 is gebleken dat hier een groot contrast bestaat. In de tabellen hiernaast (Figuur 2.14) staan de inkomens per huishouden van Madagascar. Het inkomen per huishouden is in de stedelijke gebieden omgerekend gemiddeld ongeveer 434 Euro per jaar. Dit staat tegenover ongeveer 253 Euro op het platteland. Ook zijn de gemiddelde lonen in grote steden hoger dan in kleine steden. Het verschil tussen hoge en lage inkomens is in steden wel groter dan die op het platteland; een ratio van 4 voor stedelijke gebieden tegenover een ratio van 3 op het platteland. Een andere uitkomst is het verschil tussen het gemiddeld jaarlijks inkomen van een rijk persoon in de stad en een rijk persoon op het platteland. Dit ligt in de stad namelijk bijna twee keer zo hoog: 1060 Euro in de stad ten opzichte van 584 Euro op het platteland..Het verschil tussen het gemiddeld jaarlijks inkomen van een arm persoon in de stad en dat van een arm persoon op het platteland is daarentegen veel kleiner: 254 Euro in de stad tegenover 188 Euro op het platteland. Deze resultaten maken zeer duidelijk wat de financiële gesteldheid is van de Malagasische inwoners. De armoede grens is in deze tabel gesteld op een maandinkomen tot 30,15 Euro. Ofwel 1 Euro per dag!

Grote steden (> 50.000 inwoners) 1.205.000,00 3.106.000,00 757.000,00 4.1

Middelgrote steden (20.000 - 50.000) 817.000,00 1.928.000,00 736.000,00 2.6

Platteland

Gemiddeld Hoog Laag Verschil tussen hoog en laag, ratio

1.194.000,00 2.909.000,00 699.000,00 4.2

728.000,00 1.602.000,00 516.000,00 3.1

Armoede Ratio armoede [%]

52

39.4

67.9

73.5

Stedelijk gebied

Grote steden (> 50.000 inwoners) 100.416,67 258.833,33 63.083,33

Middelgrote steden (20.000 - 50.000) 68.083,33 160.666,67 61.333,33

Platteland

Grote steden (> 50.000 inwoners) 440,00 1.032,00 276,00

Middelgrote steden (20.000 - 50.000) 298,00 703,00 268,00

Platteland

Grote steden (> 50.000 inwoners) 36,67 86,00 23,00

Middelgrote steden (20.000 - 50.000) 24,83 58,58 22,33

Platteland

Maandinkomen per huishouden in Ariary

Gemiddeld Hoog Laag

99.500,00 242.416,67 58.250,00

60.666,67 133.500,00 43.000,00

Jaarinkomen per huishouden in Euro Stedelijk gebied Gemiddeld Hoog Laag

435,00 1.060,00 254,00

266,00 584,00 188,00

Maandinkomen per huishouden in Euro Stedelijk gebied

Restaurant Maaltijd bij goedkoop restaurant 2 persoons 3 gangen menu, normaal restaurant Menu bij fastfoodketen als McDonalds Bier uit eigen land 0,5 L Cola flesje 0,33L Water flesje 0,33L Nutsvoorzieningen Electriciteit, gas, water, afval voor 85m² app. Mobiele telefoon 1 minuut lokaal bellen Internet 6Mbps, geen limiet, kabel/ADSL Huur 1-kamer appartement in centrum 1-kamer appartement in periferie 3-kamer appartment in centrum 3-kamer apprtement in periferie

3.86 € 13.56 € 3.50 € 0.62 € 0.62 € 0.31 €

42.00 € 0.12 € 171.43 €

255.31 € 193.08 € 460.61 € 336.15 €

Supermarkt Melk 1L Brood 500g 12 eieren Kipfilet 1kg Aardappelen 1kg Sigaretten Kleding Spijkerbroek Levi's Zomerjurk van bv. H&M Nike schoenen Lederen herenschoenen Transport Bus enkele reis Taxi starttarief Diesel 1L

Figuur 2.13. Gemiddelde kosten voor levensonderhoud in de stad. (Bron: www.unicef.com/www/madagascar/liveinfo.html)

0.65 € 0.55 € 1.68 € 2.20 € 0.52 € 2.00 €

15.00 € 20.00 € 35.00 € 40.00 €

0.12 € 1.70 € 1.20 €

Gemiddeld Hoog Laag

36,25 88,33 21,17

22,17 48,67 15,67

Figuur 2.14. Hoogte en verschil van inkomen in stad en platteland. 1.000.000 Ariary is ongeveer 370 euro (Bron: UNICEF 2005) In nevenstaande tabel (Figuur 2.13) staan de kosten voor het levensonderhoud omschreven. Duidelijk is te zien dat prijzen weliswaar afwijken van de Nederlandse situatie, maar niet in zo’n extreme mate dat het inkomensverlies wordt rechtgezet. Men heeft in Madagscar dus beduidend minder koopkracht. In de onderstaande tabel staan de resultaten van onze berekening betreffende het Bruto Nationaal Product in Madagascar in 2011. Hierin hebben wij de bevolking opgedeeld in 5 inkomensklasses. Omdat het bekend is in welke mate elke inkomensklasse bijdraagt aan het Bruto Nationaal Product, konden wij vervolgens uitrekenen hoeveel elke klasse letterlijk aan inkomsten genereert. Dat leert ons twee dingen: er is een gigantisch verschil tussen arm en rijk, De rijkste 20% van de bevolking is verantwoordelijk voor 53% van het BNP, de rijkste 10% zelfs alsnog voor 42%. de armste 20% slechts voor 6,1%. Dit is een bekend probleem in ontwikkelingslanden. Daarnaast is het letterlijke bedrag wat hieraan gekoppeld is bijzonder laag: jaarlijks genereert de rijkste 20% slechts 150 euro p.p.

Figuur 2.15. Inkomensverdeling over bevolking en gemiddeld inkomen per groep (Eigen ill.)

Bronnen: UN-Habitat (2004); Central Intelligence Agency (2012)

19


ANTANANA


ARIVO

= Hoofdstad Antananarivo 100 km

Commune urbaine d’Antananarivo Overige namen: Tananarive, Tana Inwoners gemeente: 1,9 miljoen Inwoners agglomeratie: ±3 miljoen Oppervlakte: 78 km² Hoogte: 1200-1453m Dichtheid: ±10,500/km²


ANTANANARIVO

Z O N E R ING

GESCHIEDENIS Antananarivo betekent letterlijk “De stad van duizend” wat kan verwijzen naar de duizenden omliggende heuvels of de duizenden soldaten die hier vroeger gelegerd waren. Het werd in 1625 gesticht door een koning van de Merina-stam, en is sindsdien de woon plaats van alle koningen geweest. Het Rova-paleis is in 2005 afgebrand maar vormt nog steeds een landmark op de belangrijkste heuvel in Tana. De stad is gelegen op de hoogvlakte in het midden van Madagascar is zowel de bestuurlijke als de economische hoofdstad van het land. De stad is verdeeld in 6 districten, die op hun beurt weer verdeeld zijn in meer dan 140 gemeenschappen of Fokontany. Al deze Fokontany hebben een zekere mate van zelfbestuur. Antananarivo maakt verder deel uit van de Agglomeratie Grand Tana, die een inwonertal heeft van meer dan 3 miljoen mensen. In de komende decennia wordt een verdubbeling verwacht van het aantal inwoners.

G EO G RA FI E Qua geografie is de stad te verdelen in de heuvels en de vlaktes. Doordat de vlaktes in het natte seizoen overstromen, zijn deze niet geschikt voor eenvoudige urbanisatie. De vlaktes zijn daarom voornamelijk gevuld met rijstvelden en diffuse bebouwing op ‘terpen’. De moerassen die niet bebouwd zijn vormen een kweekvijver voor muggen en wormen.

Figuur 2.16. Klimaattabel met temperatuur, vochtigheid en windsnelheid in Antananarivo (Bron: www.climate.com)

Figuur 2.18. Uitbreiding van de stad sinds de koloniale tijd (Bron: PUDI, 2006)

K LIMAAT Het klimaat in Antananarivo is Subtropisch maar wordt getemperd door de hoge ligging. Dit is te vergelijken met steden zoals Nairobi in Kenia of Cuzco in Peru. Er zijn twee seizoenen: Een heet, nat seizoen van november tot april en een koel, droog seizoen van mei tot oktober. Minima kunnen in dit seizoen tegen het vriespunt liggen. Ongeveer 90% van de regen valt in het natte seizoen. Deze regen zorgt jaarlijks voor grote problemen door overstroming van de laagvlaktes en erosie van de heuvels.

22

G R O E I VA N D E S TA D

Figuur 2.17. Geografie van Antananarivo (Bron: Thierry, 2006)

Tana is in de afgelopen 60 jaar enorm gegroeid. De oorspronkelijke stad werd opgezet vanaf de Rova-heuvel en huisvestte ongeveer 150.000 mensen. Nu het inwoneraantal gegroeid is tot 1,9 miljoen, barst de stad uit zijn voegen en zijn stukken land in gebruik genomen die veel minder geschikt zijn voor bebouwing. Door de afwezigheid van enig huisvestingbeleid is de stad vaak spontaan gegroeid, met alle problemen van dien.

Omdat de bebouwde omgeving in de laatste 60 jaar zonder effectieve planvorming is gegroeid, is Tana niet eenvoudig in enkele woorden te vatten. Westerse Typologieën zoals tuinstad of vingerstad voldoen hierdoor niet. De Franse urbanist Thierry Huau heeft Tana in 2006 ingedeeld in de nevenstaande zones. Hieronder en hiernaast worden deze zones besproken: Omdat de laagvlakte Betsimatatra vaak overstroomt, is dit al eeuwenlang de plek om voedsel te verbouwen. Door ruimtegebrek op de heuvels worden deze rijstvelden echter steeds meer ingebouwd door diffuse stad, die vaak spontaan ontstaat zonder veel planning. Hierdoor verdwijnt de natuurlijke buffer voor opslag van regenwater waardoor overstromingen nog vaker plaatsvinden. De oude bovenstad en de koloniale stad zijn de twee delen die gepland zijn, waar plek is voor groene pleinen en parken. Dit is tevens het belangrijkste centrum van de stad. Andere centra worden gevormd door de oude dorpskernen die nu tot de stad behoren. Op de heuvelranden is veel informele bebouwing ontstaan (o.a. sloppenwijken) met zeer hoge dichtheid. Op sommige plekken zijn de heuvels echter zo steil dat er geen bebouwing mogelijk is. Als laatste zijn er de dalen die als een C omsloten zijn door heuvels. Deze vormen een soort groene aders in de stad. Opvallend is dat Tana relatief veel groen heeft, maar bijna alleen in de vorm van rijstvelden, waar geen recreatie mogelijk is.


Figuur 2.19. De zonering van Antananarivo in meerdere delen volgens het Plan Vert d’Antananarivo (Bron:Thierry, 2006)

Bronnen: Fournet-Guerin (2006); PUDI (2004); Thierry (2006)

23


TOEKOMST VAN DE STAD Tegelijkertijd zijn de planningsstructuren verre van optimaal. Er is 30 jaar lang gebruik gemaakt van een structuurplan uit 1975, wat geen rekening hield met de sterke groei sinds de jaren ‘80. Door verregaande decentralisatie is het vaak niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor de uitvoering van bestaande planning en zijn processen soms extreem traag. Door geldgebrek, gebrek aan expertise, corruptie en andere complexe oorzaken zijn er in 30 jaar tijd door de overheid slechts 1000 woningen gebouwd.

Figuur 2.20. U N-Habitat, 2009)

De verdeling van de wereldbevolking over platteland en stad uitgezet tegen de tijd. (Bron:

Sinds 2007 woont meer dan de helft van de wereldbevolking in de stad. Deze tendens zal zich in de komende decennia verder doorzetten. Deze immigranten zijn te verdelen in twee groepen: Mensen op zoek naar scholing, werk of gezondheidscentra en handelaars die plattelandsgoederen in de stad verkopen. Ook in Antananarivo is de algemene verwachting dat de bevolking exponentieel zal toenemen. Dit terwijl reeds op dit moment de stad uit zijn voegen barst. Antananarivo kent op de meeste plekken een dichtheid van 90 - 360 inwoners per hectare. Ter vergelijking: Amsterdam heeft slechts 34 inwoners per hectare. De meeste van deze bewoners wonen nu al met meer dan 3 personen op een kamer. 80% van de bewoners woont in een huis kleiner dan 20 m�

Figuur 2.22.

De PUDI uit 2004 en de Politique National De l’Habititat uit 2006. Twee beleidstukken die een verandering zullen moeten betekenen voor de toekomst van de stad.

Figuur 2.21. De bevolkingsgroei sinds de jaren ‘50 in Antananarivo (Bron: PUDI, 2004)

24

Deze problematiek is ook bekend bij de Malagassische overheid. De afgelopen jaren is er daarom veel beleid opgesteld om de toekomstige problemen met het betrekking tot de leefomgeving op te lossen of te verzachten. Op nationaal niveau is dit in de vorm van het Politique national de l’Habititat (PNH) uit 2006. Op stedelijk niveau is dit door het Plan d’Urbanisme Directeur (PUDI) uit 2006. Ook externe organisaties zoals de Wereldbank met hun rapport la Defi Urbain proberen de problemen van de stedelijke uitdaging te benoemen en met oplossingsrichtingen te komen.


D E STED ELI J KE UI TD AG IN G Uit de verschillende analyses kunnen de punten worden gedestilleerd waar in de toekomst in het bijzonder rekening mee gehouden zal moeten worden. Deze punten kunnen dienen als de stedenbouwkundige randvoorwaarden binnen ons project, maar zullen bij elke stedenbouwkundige of architectonische interventie opnieuw afgewogen en zo goed mogelijk ge�integreert moeten worden om in de toekomst tot een beter functionerende stad te leiden.

Woningnood

Er moeten elk jaar tienduizenden huizen worden gebouwd om woningnood / informele bebouwing te voorkomen.

Grondgebruik

Er is weinig bouwgrond beschikbaar in Tana. Veel grond wordt door informele bebouwing bezet.

Groen

Door hoge dichtheid is er zeer weinig groen in Tana, behalve rijstvelden. Bomen worden vaak omgehakt voor brandhout.

De markt in het koloniale hart van Antananarivo. (Bron: www. maximobo. com, 2012) Figuur 2.23.

(Openbaar) vervoer

Erfgoed

Landrechten

Voedsel

Afstanden worden door groei steeds groter. Er zijn geen netwerken om dit op te vangen.

Land is zeer moeilijk te privatiseren waardoor mensen geen kapitaal kunnen opbouwen.

Economie

Er moeten economische kansen worden gecreëerd om de mensen die naar de stad trekken van een baan te voorzien.

Er moet worden nagedacht over o.a. architectonisch erfgoed en het behoud hiervan.

Door vergroting stad wordt toegang tot voedsel steeds moeilijker en daarmee duurder.

Gezondheid

Door gebrekkige infrastructuur, open riolen etc. maar ook door smog is gezondheid zeer slecht in grote delen van Tana.

De problemen van de stad Antananarivo (eigen ill.)

Bronnen: Rabariharivelo, (2004); “Politique National d’l Habitat” (2006); Thierry, (2006) ; UN-Habitat (2004), Wereldbank (2011).

25


BOUWEN IN MADAGSCAR De traditionele architectonische stijlen van Madagscar zijn grofweg te verdelen in drie gebieden. In het gebied langs de kust is het de gewoonte met planten te bouwen. De hooglanden in het midden van Madagscar wordt gekenmerkt door het gebruik van leem. Daar tussenin is een hybride zone waar beide methodes worden toegepast. Het onderscheid binnen deze zones valt te verklaren uit de verschillen in reliëf, klimaat, vegetatie, etnische groepen en sociale klasse van de oorspronkelijke bewoners. Door de overvloedige aanwezigheid van planten wordt er in de kustgebieden voornamelijk gebouwd met bamboe, papyrus, palm, gras en riet, afhankelijk van de lokale vegetatie. Huizen zijn altijd rechthoekig en meestal slechts een verdieping hoog. Verreweg de meeste huizen aan de kust zijn opgetild op poten. Dit vertoont sterke verwantschappen met kusthuizen Figuur 2.25.

Figuur 2.24.

de drie generieke bouwwijzes die in Madagscar onderscheiden kunnen worden. (Bron: Www.wikipedia.com, 2012)

26

De bouwwijze in de kustgebieden. Huizen op palen gemaakt van vegetatie. (Bron: Berger-Levrault , 1997)

uit Borneo, Indonesië. Dat is niet verwonderlijk aangezien de voorouders van de Malagassiërs waarschijnlijk uit Indonesië kwamen.De grootte van huizen verschilttussen ongeveer 6×3×5 en 3,5×2,5×2,8 meter. In het verre verleden is er veel in hout gebouwd, maar door ontbossing was hout rond 1800 een luxe-product geworden. Slechts enkele stammen, die zich dicht bij de resterende bossen bevinden, bouwen hierom nog met hout. In de hooglanden van Madagscar bouwde de adel rond 1800 voornamelijk in hout, terwijl de armere bevolking hutten van gras en andere vegetatie maakte. Dit veranderde toen het hout dreigde op te raken en enkele Fransen en Engelsen technieken introduceerden om met aarde te bouwen. Gecombineerd met de natuurlijke omstandigheden in de bergen, waar het ‘s nachts kouder is en dus meer behoefte voor isolatie en warmteaccumulatie, heeft dit gezorgd voor een gestage opkomst van het bouwen met aarde. Grofweg is er onderscheid te maken in drie verschillende tech-

Figuur 2.26.

De Trano Gasy als archetype Malagassische lemen huis (Bron: Berger-Levrault)

nieken: Stampaarde, waarbij de leem en mest wordt aan-gestampt tussen bekisting en waar sinds lange tijd muren mee worden gemaakt (Tamboho). Adobe, geintroduceert door een engelse missionaris in 1825, waarbij klei, zand en stro worden geperst in een steenvorm en gedroogd worden door de zon. En stroleem, de hybride vorm die vooral tussen het hoogland en de kust wordt gebruikt. Hierbij wordt een skelet van plantaardig materiaal gebruikt wat wordt gevuld met leem en stro. Ook deze huizen kenmerken zich door een rechthoekige plattegrond. Het archetype Malagassische huis wordt Trano Gasy genoemd. Het is twee verdiepingen hoog en wordt gekenmerkt door een oriëntatie waarbij de daklijn Noord-Zuid loopt. In de Westgevel bevinden zich dan als enige een deur en drie ramen. Afhankelijk van de rijkdom van de bezitter kan dit huis uitgebreid zijn met extra verdiepingen of een of meerdere veranda’s. Religieuze en andere gebruiken waren alles bepalend voor de indeling van de plattegrond.

Ook in Madagascar wordt steeds meer gebruik gemaakt van ‘moderne’ technieken om gebouwen te vervaardigen. Vooral in de steden is dit evident. Deze evolutie is geleidelijk gegaan. Eerst werd baksteen ingezet om de hoeken van huizen te verstevigen, later werd beton toegepast voor het zelfde doel en voor de lateien. De daken die traditioneel van dakpannen of palmbladeren waren worden tegenwoordig veelal in golfplaat uitgevoerd. Ook betonnen funderingen en geimporteerde kunststof kozijnen of gevlochten stalen balkonhekken zijn geen uitzondering. Vaak worden deze ‘moderne’materialen door de Malagassiers geassocieerd met vooruitgang en rijkdom, en worden de oude bouwwijzen als inferieur gezien. Dit leidt niet zelden tot gebouwen die slecht inspelen op lokale omstandigheden en leefwijzes. Deze nadelen worden echter voor lief genomen door de stadsbewoners omdat de status die zij ontlenen aan een modern huis hire tegenop weegt.


BOUWEN IN ANTANANARIVO Oude gebouwen nemen het centrale deel

in rond het Rova-kasteel en in de koloniale stad. Deze oude gebouwen zijn óf op oude Malagassische bouwwijzes geschoeid, of een mengeling van lokale en europese premoderne bouwwijzes. De oude huizen zijn vaak voorzien van veranda’s of grote balkons. De huizen zijn voornamelijk gebouwd uit leem. De stedenbouwkundige invulling van deze twee gebieden is compleet verschillend. De koloniale stad wordt gekenmerkt door Hausmanniaanse grote lanen, symmetrieassen, veel groen en tegenwoordig ook door grote verkeersopstoppingen en smog. De Rovaheuvel is het tegenovergestelde: de steeg is hier overheersend, de stad woekert erom heen zonder duidelijke structuur. De voetganger is hier alleenheerser en heeft steeds een ander uitzicht over de stad.

Figuur 2.27. Koloniaal gebouw aan de Rue de l´independance (Bron: www. flickr.com, 2012)

Figuur 2.28.

Een sloppenwijk in de wijk Akonondrino met uitzicht over het Rova-paleis (Bron:www.flickr.com/rn43ohj, 2012)

Regelgeving en beleid is een belangrijk probleem binnen

alle derdewereldlanden (Payne & Majale, 2004). Door vele complexe oorzaken, het reikt te ver om die hier uiteen te zetten, is het beleid vaak niet effectief voor de problemen die er in de stad spelen. Dit is in Madagascar zeker aan de hand. Uit eigen ervaring kunnen wij vertellen dat het onmogelijk is de vigerende bouwregelgeving op een rij te zetten, omdat deze over talloze documenten van verschillende bestuursorganen zijn verspreid. Daarnaast zijn deze documenten allemaal niet ontsloten via internet en bijzonder gedateerd. Dit maakt het overzicht ook voor lokale actoren, inclusief de regering zelf, bijzonder moeilijk. In de praktijk is er dan ook geen strikte naleving van de regelgeving, zoals bouwbesluit of vergunningen. Vaak duren bouwaanvragen te lang en wordt er simpelweg gebouwd zonder vergunning. (zowel duur als goedkoop vastgoed). Dit natuurlijk met alle risico’s van dien. Tegelijkertijd waren effectieve stedelijke plannen tot 2006 niet aanwezig. Nu deze er wel zijn, zijn er legio problemen waardoor de uitvoering in gevaar komt, zoals corruptie, imcompetentie, machtsmisbruik en tekort aan financiële middelen en mankracht. Hierdoor staan stedelijke uitbreidingen vaak los van een breder kader waardoor ontwerpen niet op de lange termijn worden afgewogen.

Vanaf de jaren ‘80 is de migratie richting stad sterk gegroeid, terwijl er geen effectief huisvestingsbeleid was. Dit heeft geresulteerd in informele urbanisatie. Naar schatting is ongeveer 80% van de bebouwing in de stad door deze categorie ingenomen. Dit fenomeen is gemeengoed bij zowel het rijke als arme deel van de bevolking. Bij het arme deel, wat verreweg in de meerderheid is, leidt dit tot het ontstaan van sloppenwijken. De huizen worden door bewoners zelf gebouwd van gevonden materiaal, meestal hout en golfplaten, niet gesteund door bouwkundige kennis of planning.Hierdoor zijn de huizen constructief slecht en brandbaar. Dit leidt tot onveilige situaties. De huizen staan dicht op elkaar waardoor afval ophalen niet mogelijk is en hulpdiensten niet ter plekke kunnen komen. Er is geen of een niet functionerend riool, en de sanitaire voorzieningen laten ernstig te wensen over. Daarnaast zorgt de intensieve bouw op de heuvels ervoor dat de heuvels geen water meer opnemen wat in het regenseizoen lijdt tot erosie en overstromingen. De leefomstandigheden in deze wijken zijn dus vaak onwenselijk en de afwezigheid van elke planning brengt grote problemen met zich mee voor de inwoners en het functioneren van de stad.

Langzaamaan is er een verandering op gang gekomen naar een modernere manier van bouwen. Materialen als cement en kunststof worden steeds veelvuldiger ingezet. Deze kenmerkt zich ook in Antanarivo door het veelvuldig gebruik van golfplaten, betonnen constructieve elementen en een indeling die gestoeld is op een westerse manier van wonen. Esthetiek neemt een rol in binnen het duurdere segment. Zo worden er kantoorgebouwen gebouwd met volledig glazen gevels en villa’s met een koloniale uitstraling. De werkelijke uitdaging ligt echter in het bijbouwen van huizen in het goedkopere segment. Door de lokale overheid worden er sinds 2006 initiatieven genomen om hierin te voorzien. Deze uitbreiding zal plaatsvinden in de vorm van hoogbouw en het upgraden van informele wijken in de stad, en het bijbouwen van grondgebonden woningen in de periferie. In Figuur 2.29 zijn hier twee voorbeelden van te zien. In de volgende paragraaf wordt zo’n sociale woning, uit het pilot-project Trano Mora in de periferie van Antananarivo verder geanalyseerd. Figuur 2.29. 2012)

voorbeelden van recent opgeleverde gebouwen in Antananarivo. (Bron: www.Sepimad.mg,

Bronnen: Acquier & Harijaona, (1997); PUDI (2004); Wikipedia Madagscar (2012);

27


TRANO MO


ORA


ANALYSE PRECEDENT In deze paragraaf zal een woning uit het project “Trano Mora” geanalyseerd worden. Trano Mora (letterlijk: “goedkoop huis”) is een voorbeeldproject van de overheid, en een eerste aanzet om de geplande woningbouw vanuit de overheid en publiek-private samenwerkingen op te starten. Vanaf de start van ons project hebben wij een intensieve zoektocht ingezet naar informatie over de huidige manier van (woning)bouw. Internet is echter nog geen gemeengoed in Madagscar en er was dus zeer weinig informatie beschikbaar via deze weg. Ook op vragen aan Sonapar, architecten of bouwfirma’s werd niet of zeer spaarzaam gereageerd. Literatuur over de huidige bouwwijzes en kosten zijn wij ook niet tegengekomen. Om toch inzicht te krijgen in het huidige bouwproces hebben wij besloten zo goed en zo kwaad mogelijk de beschikbare informatie te analyseren die wij hebben gekregen van Sonapar, gecombineerd met de informatie die Eric Selis, onze opdrachtgever, in Tana heeft vergaard over het project “Trano Mora.”

Figuur 2.31. De locatie ligt 15 km ten noorden van Antananarivo vlakbij het vliegveld en langs hoofdweg 4. (Bron: maps.google.nl, 2012)

30

Amerikaanse suburbane setting. De lange as van dit raster wijst van zuidwest naar noordoost De vrijstaande huizen zijn hier soms dwars en soms parallel op geplaatst, op het midden van de kavel.Deze oriëntatie en plaatsing lijkt willekeurig te zijn gekozen. Het wijkje wordt ontsloten door een weg in het midden, en twee kleinere straten aan weerszijden. Hierdoor heeft geen enkel huis een tuin met privacy. De kavels zullen worden afgesloten Figuur 2.30. Het bouwterrein van Trano Mora op de heuvel met de rijstvelden in de dalen. Hier is met 2,2 meter hoge stenen muvduidelijk te zien hoe men terassen maakt oor de woningen. (Bron: Eric Selis, 2012) ren. Zoals eerder al vermeld zijn de kavels afgegraven. Hierdoor LO CATI E zijn er vrijwel rechte keerwanden ontstaan De locatie van het bestaande bouwproject zonder ondersteuning. In combinatie met het Trano Mora ligt op ongeveer 15 kilometer afwezig zijn van groen leidt dit tot problemen van het centrum van Antananarivo. Het is met erosie. deel van de metropool Antananarivo maar ligt in de randgemeente Ambohidratrimo, B O U W P R O C E S in plaats van in de CUA. Dit is een logisch gevolg van de PUDI uit 2006, waarin uitbrei- De bouwwijze zoals die over het algemeen dingslocaties voor een groot deel in de om- wordt toegepast door Sonapar is hieronder liggende gemeentes worden gepland om de weergeven.De huizen zijn ontworpen door een dichtbebouwde grond in de stad te ontlas- architect.De bouwtijd bedraagt ongeveer een ten. De locatie is net zoals Antananarivo zelf 30-tal dagen. De verhouding tussen kosten heuvelachtig. Ook hier wordt er gebouwd op voor arbeid en materiaal is 30%-70%. Dit verde heuvels terwijl landbouw (voornamelijk klaart waarom er zeer veel ambachtelijk werk rijst) wordt bedreven in de dalen. De locatie plaatsvindt in vergelijking met Nederland. Zo is van te voren geëgaliseerd door de over- wordt bijvoorbeeld alles met de hand afgegraheid, waardoor terrassen zijn ontstaan voor ven. Kolommen, dorpels en lateien worden de verschillende woningen. Op dit moment ter plekke gestort. De niet-dragende wanden is de eerste fase van het plan afgerond. In de worden eerst gemetseld en als bekisting voor toekomst kunnen nog twee andere heuvels de kolommen gebruikt. Over het algemeen bebouwd worden volgens het masterplan. wordt een “mpanandro” ingeschakeld voordat de bouw begint. Dit is een geestelijke die S T E D E N B O U W K U N D I G E de huizen inwijd, meestal met het offer van een dier. We konden niet achterhalen of dat O PZET bij Trano Mora ook is gebeurd. De locatie is ingedeeld in een rigide raster met De bouwvolgorde bij Trano Mora was alsvolgt. kavels van 200m2. Dit doet denken aan een 0. Voorbereidende werkzaamheden (bouwplaats

afzetten) 1. Landschap (grond egaliseren) 2. Infrastructuur (oprit gewapend beton storten) 3. Bovenbouw (funderingsbalken, vloer)4. 4. Metselwerk 6 Kolommen en ringbalk 5. Spanten, dak, plafond 6. Houtwerk, metaalwerk (deuren en kozijnen) 7. Loodgieterswerk, sanitair (Leidingen, wc, kra nen) 8. Electriciteit (stoppenkast, verlichting, stopcon tacten 9. Interieur (vloeren, badkamer, keukenblok) 10. Schilderwerk (binnen en buiten) 11. Riolering, sanering (dakgoten, rioolput, zink- put)

Figuur 2.32.

Het stedenbouwkundig plan voor Trano Mora. duidelijk is hier de rastvormige opzet te zien. (Bron: Ministerie d’Amenagement et Territoire, 2010)


Figuur 2.33.

v.l.n.r. de sleuf voor de fundering; Metselwerk wordt eerst gedaan en dient als bekisting voor betonnen kolommen; Septic tank en bezinkput als afvoersysteemten; Houten plafond; Keukenblok

KOSTEN & DOELGROEP

Figuur 2.34.

De opzet van de huizen in een raster. (Bron: Eric Selis, 2012)

Figuur 2.35.

Geïmporteerde aluminium kozijnen (Bron: Eric Selis, 2012)

Het huis zou aanvankelijk worden verkochtvoor een prijs van 12 miljoen ariary (4300 euro) maar dit is uiteindelijk verhoogd naar 15 miljoen ariary (5000 euro). De verdeling hiervan in winst, grondprijs, bouwkosten en arbeid hebben wij tot op heden niet kunnen achterhalen. Het bedrag kan in één keer betaald worden maar ook maandelijk 150.000 Ariary. Het is niet duidelijk of dit een hypothecair systeem is of direct aan de regering wordt betaald. De doelgroep voor dit project is jonge, starters, maximaal 35 jaar, getrouwd en met een aantoonbaar vast salaris van minstens 400.000 Ariary.per maand. Als dit vergeleken wordt met de inkomens die gemiddeld in de stad verdient worden, kan geconcludeerd worden dat deze woningen slechts voor een klein deel van de bevolking bereikbaar zijn.

M AT E R IA A L G E B R U IK

Figuur 2.36. Afgewerkte kopgevel. Bovenin is een ontluchtingsgat te zien. (Bron: Eric Selis, 2012)

Het huis gebruikt ruwweg dezelfde materialen als in de voorgaande paragraaf over bouwen in Madagscar en Antananarivo reeds is benoemd. De fundering wordt gevormd door een ringbalk gemaakt van cement gemixt met natuursteen. De draagconstructie wordt gevormd door een betonskelet, deze wordt in het werk gestort. Dit skelet is gevuld met

steens metselwerk in kruisverband, dit is lokaal gebakken steen, gemaakt door boeren na afloop van de oogst De mortel wordt samengesteld uit lokale aarde gemengd met water. Het dak bestaat uit enkele balken als gordingen en wordt afgesloten door meerdere gecoatte golfplaten. Kozijnen zijn van geïmporteerd aluminium, de openingen worden constructief mogelijk door ter plaatste gestorte betonnen lateien. Er wordt ijzerwerk voor ramen aangebracht, dit wordt i.h.w. uitgehakt. Dorpels. raamlijsten en de bovenzijde van de dwarsgevels wordt gecementeerd. in deze bovenzijde worden ook aan weerszijden ontluchtingsgaten aangebracht.

IN T E R IE U R De vloeren worden betegeld met schuine tegels over het gehele oppervlak. De muur wordt afgestuct, het is ondudielijk met welk soort pleister. Plinten zijn van natuursteen. Voor het plafond worden houten latten gebruikt. Er wordt een keukenblok voorzien. Deze is gemetseld en vrijwel geheel betegeld, behalve een RVS-gootsteen met afdruiprek. Aan de detaillering hiervan lijkt niet bijzonder veel aandacht besteed te zijn. Sanitaire voorzieningen worden gevormd door een douche, wc, en wasbak in een badkamer. Dit is naar Malagassische standaard luxe. in principe wordt het appartement dus turnkey opgeleverd.

31


F U N C T IO N A L IT E IT TRANO MORA

Figuur 2.37. De plattegrond van type woning F3 zoals deze is gebouwd in Trano Mora. (Bron Ministerie d’Amenagement et Terriritoire, 2010).

32

Het type huis dat in het pilot project Trano Mora is gebouwd, wordt aangeduid als het Type F3. Hierbij duidt de 3 op het aantal kamers. Het huis is verdeeld in een woonkamer met open keuken, twee slaapkamers en een badkamer\toilet. Zie de plattegrond in Figuur 2.37. Het huis heeft een bruto vloeroppervlakte van ca. 54m2. Het bijbehorden perceel is 200m2 groot,. de breedtemaat is 6,65, wat wellicht modulair is voor de metalen dakplaten. Het huis wordt ontsloten door een voordeur, deze is net als alle andere raamopeningen in de langsgevels geplaatst. Men komt direct binen in de woonkamer, wat tocht met zich zou kunnen meebrengen. De oriëntatie van de ruimtes lijkt niet gebaseerd op factoren zoals zon of religie. De natte cel is geconcentreerd aan de achterzijde, ook al zou dit wellicht effectiever kunnen (keukenblok verplaatsen). Doordat er geen meubels zijn ingetekend is het moeilijk te zeggen in welke mate deze indeling effectief is. Het lijkt erop dat de ruimte bij het keukenblok te weinig ruimte biedt voor een tafel. De vorm van de kamers en plaatsing van de deuren zou een efficient gebruik in de weg kunnen staan, bijvoorbeeld i.v.m. kasten. De meeste fornuizen in madagscar werken op houtskool. Bij dit fornuis is echter geen rookafvoer getekend. Er is verder geen verwarmingsapparaat aangegeven, terwijl het in het droge seizoen ‘s nachts behoorlijk koud kan worden. Het plenum boven het plafond biedt enige warmte\ koude isolatie. De buitenmuren dragen qua isolatie niet in het bijzonder bij aan een het binnenhouden van de warmte in de nacht, maar bieden door hun massa wel warmteaccumulatie om de pieken in temperatuur enigszins op te vangen.


Figuur 2.38.

Gevels van de herziene versie. (Bron: Sonapar, 2012)

Figuur 2.40.

Figuur 2.39.

3D-tekening voor de herziene versie van een sociale woning (Bron: Sonapar, 2012)

Plattegrond voor de herziene versie van een sociale woning (Bron: Sonapar, 2012)

Figuur 2.41. Doorsnede voor de herziene versie van een sociale woning (Bron: Sonapar, 2012)

ANALY SE HERZIENE TYPE W O N I N G Ongeveer 2 maanden na de aanvang van onze opdracht hebben wij van Sonapar deze tekeningen gekregen. Dit is een uitwerking en poging tot verbetering van een van hun architecten op de woningen die in het Trano Mora testproject door de overheid zijn gebouwd. Om een zo´n volledig mogelijk beeld te krijgen van de huidige manier van bouwen, zullen wij ook deze nieuwe versie kort analyseren. De specificaties van deze woning zijn hetzelfde als de oorspronkelijke. 54m2, 3-kamerwoning op een toekomstig kavel van 200m2. Wat opvalt is dat bij dit project een carport en

auto is ingetekend. Dit bevestigd het beeld dat dit geen huizen zijn voor de massa. Ook is er meer ruimte voor groen, inclusief groene erfscheidingen, gereserveerd en een veranda aan de voorzijde gepland. Het bouwproces en de materialen zullen niet veel verschillen van het eerste project en ook uit de 3d-tekeningen van het interieur blijken geen grote verschillen met de eerste woningen. Het grootste onderscheid lijkt te zijn in de indeling van de woning. Deze is omgegooid, en er zijn meubels ingetekend om te laten zien dat de inrichting past. Hierdoor is de grootte van de verschillende ruimtes aangepast.

Af en toe, bijvoorbeeld bij de vorm van de muren, badkamer of het portaal met koelkast, lijkt dit geen verbetering. Ook zijn de keuken en de badkamer verder uit elkaar gelegd, wat extra leidingwerk kost. Er is een regengoot met afvoer toegevoegd, het is de vraag of deze toegevoegde waarde heeft. Al met al is deze woning in sommige aspecten een verbetering, maar lijkt deze in andere aspecten minder rationeel, functioneel of kostenefficiĂŤnt dan zijn voorganger.

33


SAMENVATTING RANDVOORWAARDEN In de vorige pagina´s is door middel van analyses met betrekking tot het land, de stad Antananarivo en de gebouwde omgeving ter plaatse een beter beeld ontstaan van de processen en systemen die in Madagscar plaats vinden. Al deze zaken tezamen, en nog veel meer oorzaken die niet zijn geanalyseerd, vormen tezamen de randvoorwaarden en daarmee het kader waarin ons project zich begeeft. Anders dan wij in Nederland zouden doen, hebben wij ook bredere processen zoals de politieke situatie en de economie proberen te duiden. In Nederland zijn dit vanzelfsprekende zaken waar meestal niet bij stil wordt gestaan, tenzij een oplossing voor een ontwerp specifiek aan zulk soort onderwerpen relateert. In Madagscar echter is de situatie compleet verschillend van de Nederlandse situatie. Het paradigma wat ons is aangeleerd voor de Nederlandse ontwerppraktijk ging dus niet op, en verplichtte ons ertoe om een bredere analyse te maken. Om een duidelijk overzicht te bewaren, worden hieronder de gevonden randvoorwaarden kort samengevat.

openbaar vervoer is niet efficiënt geregeld

Nu en in de toekomst krijgt Antananarivo verder met de volgende stedenbouwkundige problemen te maken: weinig bouwgrond beschikbaar; weinig groen; slechte infrastructuur; landrechten onduidelijk en eigendom moeilijk te verkrijgen, voedselvoorziening, te weinig banen, geen bescherming van erfgoed

A N TA N A N A RI VO

BOUWEN

De koopkracht van de gemiddelde Malagassiër is bijzonder laag: meer dan 40 keer zo weinig als in Nederland. Hiermee leeft een groot deel van de inwoners onder de armoedegrens van 2$ per dag.

Klimaat

Beleid & Regelgeving

Instabiele politieke situatie

Geografie

MADAGASCAR Armoede

na de coup uit 2009 is de politieke situatie onzeker en zijn er regelmatig geweldsuitbarstingen. Dit schrikt buitenlandse investeerders en toeristen af en maakt mensen onzeker om grote uitgaves te doen.

Religieuze gebruiken

Religie neemt een belangrijk plaats in binnen de samenleving. Voornamelijk op het platteland zijn er nog traditionele gebruiken in de gebouwde omgeving die uit deze religie voortkomen.

Natuur & Toerisme

Madagscar is uniek in zijn flora en fauna.Dit is ook een belangrijke factor voor het toerisme Landbouw staat echter op gespannen voet met de natuur.

Gebrekkige infrastructuur

Veel wegen in het land zijn in zeer slechte staat. Toegang tot electriciteit, stromend water of internet is geen gemeengoed. Ook

34

De toekomst van de stad

De stad kent een subtropisch klimaat wat wordt getemperd door de hoge ligging. Er is een regenseizoen en een droog seizoen. Op de heuvels van de stad wordt voornamelijk gebouwd, terwijl in de dalen rijst en andere gewassen verbouwd worden. Door ruimtegebrek worden tegenwoordig ook de dalen bebouwd, wat problemen oplevert.

Huisvestingsprobleem

Doordat de stad steeds meer inwoners heeft komt deze steeds verder onder druk te staan Er is bijna geen formele publieke of private woningbouw. Hierdoor is er een groot tekort aan woningen in de stad. Dit uit zich in informele bebouwing en hoge huren in vergelijking met het inkomen. Trano Mora is een eerste aanzet om deze situatie te veranderen

Gezondheid

Door afwezige planning of financiële middelen is toegang tot veilig drinkwater, een toilet, vuilnisophaal dienst of een ziekenhuis geen gemeengoed. dit uit zich in grote publieke gezondheidsrisico’s

Beleid m.b.t. woningbouw is de afgelopen decennia zeer slecht geïmplementeerd. Regelgeving is vaak verouderd en daardoor contraproductief of op zijn minst ingewikkeld. Het afgelopen decennium komt hier langzaamaan verandering in.

waardevolle aanknopingspunten voor het vervolg van het project.

K E N N IS O V E R D R ACH T Uit literatuurstudie: de randvoorwaarden voor effectieve kennisoverdracht.

Samenwerking

Omdat er minder ervaring is met bouwen is het efficient om een platform in te stellen waar lokale actoren met elkaar kennis kunnen uitwisselen, waardoor de nieuwe wijk beter zal voldoen aan de eisen van de nieuwe bewoners. Wederzijdse kennisoverdracht komt verder pas echt tot stand als er constant gecommuniceerd wordt gedurende het ontwerpproces tussen ontwerper en opdrachtgever.

(Langer) Aanwezig zijn op de hulpplek

De traditionele bouwwijze vertaald zich in Tana in de Trano Gasy, het archetype Malagassische huis. Later wordt dit aangevuld met koloniale bouwstijlen. Leem is het belangrijkste materiaal

Om langdurige kennis op te bouwen en patronen te doorbreken is het zeer belangrijk zelf ter plekke deze kennis over te dragen en dit voor langere tijd te doen. Omdat dit bij ons project niet mogelijk is, zijn wereldverschuivende veranderingen geen mogelijkheid.

Huidige bouwwijze woningen

Generieke principes overdragen.

Traditionele bouwwijze woningen

Het grootste deel van de woningen in Tana is spontaan ontstaan en varieert van sloppen van restmateriaal tot grote huizen gemaakt van tralie-cementblokken. De geplande nieuwbouw is sterk op stijlen uit het westen geörienteerd, maar zijn hier pragmatische en varianten van die vaak gemixt zijn met eigen bouwwijze en cultuur,

Locatie

Tot op heden is er nog geen exacte locatie bekend voor ons project. Wij sturen erop aan dat ons project verder gaat op het bouwen in de perifierie. Trano Mora biedt ons

Het is zeer belangrijk de principes achter belangrijke ontwerpbeslissingen ook uit te leggen, zodat men het waarom weet van een beslissing en deze in de toekomst verder kan inzetten, aanpassen of doorontwikkelen.

Breder veld bekijken dan alleen bouwkunde

Het is in dit soort opdrachten zeer belangrijk de opdracht integraal te bekijken en bijvoorbeeld ook zaken als politiek en economie mee te nemen in het ontwerp.


35


36


3 EISEN

37


EISEN In dit hoofdstuk zullen wij ingaan op de eisen voor een sociale woning in de periferie van Antananarivo. Zoals eerder bij het initiatief al is uitgelegd, heeft de projectontwikkelaar Sonapar nooit een expliciete opdracht gegeven wat men van ons verwacht. Dit geldt evengoed voor de aanlevering van bepaalde eisen: die zijn er niet. Er is ons het voorbeeldproject Trano Mora gegeven, waaruit blijkt op welke manier de huidige eerste pogingen tot sociale woningbouw zijn vormgegeven. De vraag van Sonapar aan ons om dit eerste project te heroverwegen impliceert echter dat hoogstwaarschijnlijk ook een aantal eisen die aan deze sociale woning gesteld werden voor verbetering vatbaar zijn. Vragen aan de architect om zijn ontwerp te verklaren zijn tot op heden niet beantwoord. Om uit dit eerste ontwerp klakkeloos de eisen voor een efficiënte sociale woning in Antananarivo te destilleren lijkt ons dus een verkeerde aanpak. Naast de afwezigheid van een projectdefinitie vanuit Sonapar is er nog een structureel verschil met een Nederlandse situatie: er zijn geen precedenten. In Nederland kan er bij afwezigheid van eisen vanuit de opdrachtgever eenvoudig een globaal PvE worden opgezet aan de hand van gelijksoortige gebouwen uit het verleden maar ook vanuit gemeenschappelijke waardes hoe een bepaald gebouw zou moeten functioneren. In Madagscar ligt dit anders. In de afgelopen 30 jaar zijn er slechts 1000 woningen bijgebouwd in Antananarivo, waardoor er geen recente bouwtraditie is waar gemeenschappelijke eisen uit blijken waar een woning aan zou moeten voldoen. De bouwtraditie die op dit moment in de stad bestaat is een informele, zelfvoorzienende traditie. Maar de precaire levensomstandigheden in de meeste van deze wijken geeft alleen aan dat er andere eisen gesteld moeten worden aan een woning dan die in de informele wij-

38

ken. Ook literatuur of richtlijnen die omschrijven waar een sociale woning aan zou moeten voldoen of die überhaupt een Malagassische manier van bouwen definieert is er niet. Het paradigma waar ontwerpers in Nederland eisen uit kunnen halen voor nieuwe ontwerpen bestaat in Madagscar dus (nog) niet.

HO E KA N D EZE S IT U AT IE O PG ELO ST W O RDE N ? H O E KO M EN W I J E R A C H T E R WA A R EEN S O C IA L E WONING IN MADAGSCAR A A N ZO U M O ET E N V O LD O EN ? Om deze vraag te beantwoorden kiezen wij ervoor om af te wijken van de Nederlandse gangbare praktijk. Het Programma van Eisen

Figuur 3.1.

wordt in Nederland vaak aan het begin van het bouwproces vastgelegd. Dit brengt zekerheid met zich mee over de uitkomsten, maar beperkt de ontwerpmogelijkheden. Omdat er in Madagascar nog geen definitie is waar een sociale woning aan moet voldoen, zullen wij de ontwikkeling van een programma van eisen deel maken van onze ontwerpstudie. In dit hoofdstuk zullen wij met de weinige informatie die beschikbaar is een globaal programma van eisen opstellen. Deze informatie zal uit de huidige bouwpraktijk gehaald worden, de doelstellingen van de regering en ook uit de antropologische observaties die Fournet-Guérin (2007) in hoofdstuk 6 van haar boek Vivre à Tananarive beschrijft over de positie van “het huis” in de samenleving in Antananarivo. Hierna zullen wij aandragen hoe wij in het vervolg van het ontwerpproces denken de overige eisen duidelijk te krijgen.

Het interieur van een kleine woning in Antananarivo (Bron: www.Flickr.com/gjhwjt, 2012)

G L O B A L E E IS E N Doelgroep: Getrouwd stel, 35 jaar of jon-

ger. Een of meerdere kinderen. Dit lijkt een logische doelgroep om mee te beginnen. Ouderen hebben vaak betere kansen, een groter netwerk en andere wensen. Jonge stellen wonen vaak gedwongen bij hun familie in. Type woning: onderzoeken. Op dit moment wordt er vrijstaand gebouwd. Hier lijkt geen speciale reden voor te zijn en is vanuit kostenoogpunt twijfelachtig. Er kunnen dus verschillende varianten onderzocht worden voor bv. geschakelde en gestapelde woningen. Aantal kamers en functies. De meeste huizen in Antananarivo worden bewoond door veel mensen in dezelfde ruimte. Het komt niet zelden voor dat zelfs verschillende families een ruimte delen. Hierdoor is er vrijwel geen familiaire of huwelijksintimiteit. Deze problemen brengen vaak spanningen met zich mee. Om dit te doorbreken lijkt een 3-kamerwoning een minimum eis voor een gezin van 4 personen: 1 woonkamer met keuken, 2 slaapkamers. Oppervlakte. Een huis in Trano Mora is 54m2. Wat zeer groot is voor Malagassische standaarden. 20m2 is op dit moment redelijk normaal voor een 2-kamerwoning voor een gezin van vier. Een woning voor de allerarmsten heeft vaak slechts één kamer en is niet groter dan 10m2. Tuin. De tuin neemt geen belangrijke plek in binnen de Malagassische samenleving. Het merendeel van het leven speelt zich binnen af, in tegenstelling tot veel andere Afrikaanse culturen. Wel nemen bloemen een belangrijke plek in, en zijn veranda’s vaak aanwezig als buffer tussen binnen en buiten. Er zal dus een beperkte ruimte gereserveerd moeten worden


waar men privé buiten kan zitten en bloemen kan planten. Inrichting: Meubilair neemt een belangrijke plek in voor de stedelijke identiteit van de Malagassiër. Het is vaak het eerste wat hij of zij aanschaft als naar de stad verhuisd wordt. Daarom zal er in de woonkamer tenminste ruimte moeten zijn voor een zithoek met bank en twee fauteuils, salontafel, tv, een tafel met 4 stoelen en een kast. In één slaapkamer moet ruimte zijn voor een tweepersoonsbed, in de andere slaapkamer moet plek zijn voor een stapelbed of twee losse eenpersoonsbedden. Kasten zijn geen gemeengoed in Madagscar, waardoor veel spullen rondslingeren in de ruimte. Wellicht kan hier door het ontwerp iets aan veranderd worden. Badkamer: Een badkamer is voor zeer veel Malagassiërs nog een grote luxe. Toch zijn dit soort voorzieningen noodzakelijk voor een goede gezondheid. Het is echter de vraag of een centraal badhuis niet goedkoper en effectiever is dan een badkamer. Als een badkamer wordt toegepast, moet deze zijn voorzien van wastafel en douchebak en plek voor kast voor o.a. handdoeken. Het is niet duidelijk of wasmachine gemeengoed is in Madagascar. toilet in badkamer of los in eigen ruimte. Keuken: Vaak kookt men nog op houtskoolvuur en voor een deel kookt men nog gehurkt op een fatapera, een laag houtskoolfornuis. Ten dele komt dit door armoede, maar ten dele is dit ook een traditie. Zelfs als men een staand fornuis heeft, conserveert men de drang om af en toe op een fatapera te koken. Daarnaast is het gebruik van een koelkast niet in het bijzonder ingeburgerd. Een voorraadkast wordt vaker gebruikt. Een keuken moet tenminste een klein aanrecht hebben, een fornuis en een voorraadkast dan wel koelkast.

DE U ITW ERKING VAN D E OVE R IGE EISEN Zoals hierboven te zien is zijn de eisen die bekend zeer globaal. Om deze eisen verder in te vullen dragen wij twee mogelijkheden aan:

éen mogelijkheid zou kunnen zijn om de enorme kennis over sociale woningbouw die aanwezig is in het Westen aan te wenden. Eisen, geschiedenis en beleid op het gebied van sociale woningbouw zouden zo goed mogelijk ingepast kunnen worden in de lokale situatie. Zo’n aanpak kan worden verdedigd met de constatering die Fournet-Guérin (2007) ten berde brengt. Zij stelt hierin dat de inwoners van Antananarivo Westerse methoden en gebruiken als een teken van stedelijkheid (in de zin van een mondaine leven) en vooruitgang zien. Tegelijkertijd beschrijft zij echter hoe de drang naar deze “verwestelijking” in groot contrast kan staan met de eigen gebruiken. In een voorbeeld over een nieuw huis met een Figuur 3.2. Een Fatapera of houtskoolfornuis. Het merendeel van de mensen in de stad koopt hierop. Dit is een energiespaarmodel. (Bron: www.mada-mologo.net, 2012) Westerse indeling beschrijft zij de vele problemen waar mensen ningbouw om te gaan, maar voornamelijk om uit gegaan worden dat deze één op één kan in zo’n huis tegenaan lopen, omdat het huis ideeën op te doen. Deze kunnen besproken worden ingezet in de Malagassische context. geen rekening houdt met de eigen cultuur. worden met de opdrachtgever en getoetst Ook hier zullen oplossingen uit andere landen Naast dit verschil in cultuur kan ook worden worden aan de Malagassische situatie. moeten dienen als ontwerpvariant om ze veraangenomen dat er grote verschillen zijn in fivolgens te toetsen aan lokale omstandigheden nanciële middelen, beleid, klimaat, maar ook Daarnaast kan er inspiratie worden gehaald en met sonapar en lokale actoren te overlegin de ervaring en kennis bij instanties en aan- uit de eisen die men in andere ontwikkelings- gen. nemers om deze eisen te implementeren. Wat landen stelt aan een sociale woning. Dit lijkt Hierdoor hopen wij aan het einde van het ontin Nederland een sociale huurwoning heet, is ons passender dan de eerste optie, omdat werpproces duidelijker te hebben welke eisen in Madagscar slechts bereikbaar voor de elite. deze situatie in veel gevallen vergelijkbaarder gesteld moeten worden aan een sociale woWaar in Nederland een aannemer zijn hand is met de Malagassische situatie. Het probleem ning in Antananarivo. niet omdraait voor een flatgebouw, is dit in bij deze aanpak is dat er over de sociale woAntananarivo een uitzondering. Het één op ningbouw in deze landen veel minder inforéén inzetten van Westerse eisen is dus geen matie beschikbaar is. Tot op heden hebben wij oplossing. Het lijkt ons nuttig om naar de slechts enkele artikelen kunnen vinden. DaarWesterse manier te kijken om met sociale wo- naast kan er zelfs bij deze informatie niet van-

39


40


Waar moet een efficient ontwerp aan voldoen.? Dat is de vraag waar we in dit deel van onze afstudeeropdracht een antwoord op hebben gezocht. Ove Arup (1973) heeft in dit kader een interessante formule opgesteld, waar de verschillende onderdelen in betrokken worden die leiden tot een efficiënt ontwerp. Dit is niet zozeer een formule waar letterlijk verschillende waardes in worden gevoerd en aan de andere zijde een perfecte optie uitrolt, maar des te meer een representatie welke verschillende factoren een rol spelen. Hieruit blijkt dat naast de kosten die met het ontwerp gemoeid zijn, meer dan bij economische afwegingen over efficiëntie, kwaliteit een grote rol speelt. Onze uitgangspunten spelen op deze twee factoren in. Door middel van stapels literatuur, onze randvoorwaarden, de eisen die we hebben opgesteld, het advies van experts en de terugkoppeling met onze opdrachtgevers in België en Madagascar, hebben we 6 uitgangspunten waar een goed ontwerp aan zou moeten voldoen.

4

UITGANGSPUNTEN

41


LOCALE ECONO M I E Kan de economie gestimuleerd worden op micro\macro niveau ? Zoals uit de randvoorwaarden van Madagscar blijkt, is de economie vergeleken met Nederland onderontwikkeld. De gecorrigeerde koopkracht per hoofd van de bevolking is ongeveer 40 keer lager dan in Nederland. Andere kenmerken zijn de hoge rente en inflatie, informele economie en corruptie. Het land wordt kortom gekenmerkt door grote armoede. Het lijkt ons dus logisch om proactief rekening te houden met economische processen. Het is voor ons van het grootste belang om mensen te kunnen steunen in het voorzien van hun eigen levensonderhoud. Door de economie zowel op micro- als macroniveau in ons ontwerp te betrekken, hopen wij een duurzame oplossing te kunnen bieden.

Macroniveau

De gebouwde omgeving is een belangrijke factor in de nationale economie (Hillebrandt, 2000). Het neemt het merendeel in van de nationale passiva, zo’n 40-65%, en is daarmee het spaargeld van een land. Daarnaast zullen er altijd gebouwen nodig zijn: als eerste levensbehoefte om in te wonen, maar ook als ruimte om andere economische activiteiten in te ontplooien. De ontwikkeling van de constructie-industrie kan dus een belangrijke rol spelen als katalysator voor de ontwikkeling van de overige economie (Ofori, 2012). Het kan zorgen voor een substantieel deel van het bruto nationaal product (ongeveer 10% in veel ontwikkelde landen). Het creëert banen op verschillende niveaus, het reduceert de kosten en verbetert de kwaliteit van de gebouwde omgeving waardoor het land interessanter wordt voor buitenlandse investeerders, en het zorgt dat binnenlandse bedrijven kunnen ontwikkelen in de globale economie. Bij het stimuleren van de constructie-economie op deze wijze hangt veel af van het beleid, hoe

42

F U N C T IO N A L IT E IT aanbestedingen vorm worden gegeven en hoe de integrale ontwikkeling van kennis op verschillende vlakken kan evolueren (Ofori, 2012). Dit valt buiten de reikwijdte van ons ontwerp. Wel willen wij focussen op het gebruik van lokale materialen boven het gebruik van geïmporteerde materialen, en onze aandacht leggen op duurzame, innovatieve materialen. Het aanwenden van duurzame materialen geeft de economie een langdurige impuls doordat ze niet afhankelijk zijn van eindige materialen zoals olie of cement. Door innovatieve materialen te gebruiken kan er ook een markt ontstaan voor het buitenland.

Microniveau

Ook op het vlak van de micro-economie willen wij kijken of verbeteringen aan het huidige model mogelijk zijn. Zo is thuiswerk, zoals naaien of handwerk, een belangrijke bron van inkomsten voor veel inkomens in derde wereldlanden (Fournet-Guérin, 2007; Payne & Majale, 2004). Het is belangrijk dat hiermee rekening wordt gehouden in het ontwerp. Maar ook de economische kansen die samenhangen met de locatie en de dichtheid van bebouwing willen wij bekijken. De huidige praktijk in Trano Mora is een lage dichtheid in een peri-urbane locatie. Risico’s die aan deze suburbane ontwikkeling in een stad kleven zijn legio: Afhankelijkheid van de auto (Newman & Kenworthy, 1989), de vermindering van sociaal kapitaal (“Cascadia Scorecard 2006: Focus on Sprawl and Health,” 2006), de scheiding van functies waardoor men minder kans heeft werk in de buurt te vinden en zo verder. Juist in de sociale sector zijn deze zaken bijzonder belangrijk, omdat mensen geen auto kunnen betalen en ook afhankelijk zijn van goede verbindingen met het werk.

Kan er een type woning worden gemaakt dat beter aansluit op de behoeftes van de toekomstige bewoners? Als de analyse van Trano Mora naast de eisen worden gelegd die wij hebben opgesteld, zijn er enkele zaken die direct opvallen. Zo wordt er een grote tuin ingepland, terwijl de beschrijvingen van Fournet-Guérin (2007) ons leren dat men in Antananarivo vooral binnen leeft. Ook de afmetingen van een Trano-Mora woning lijkt veel groter dan de huidige woningvoorraad, waardoor woningen duurder worden en daarmee onbereikbaar voor een groot deel van de bevolking. De plattegrond van de woning lijkt verder logischer ingedeeld te kunnen worden. Zowel qua oriëntatie op het klimaat, religieuze gebruiken als gebruik gedurende de dag lijken er andere mogelijkheden te zijn. Het binnenklimaat en de bouwfysica van de woning kunnen tegen het licht worden gehouden om te kijken of er met hetzelfde geld meer mogelijk is.

Verificatie van aanpassingen

onze

Dit uitgangspunt is echter niet zonder risico’s. Het is voor ons als Westerse (toekomstige) ontwerpers zeer moeilijk de plaatselijke omstandigheden, gebruiken en wensen goed in te schatten. Zoals in onze literatuurstudie over kennisoverdracht al wordt uitgelegd, is het ook onwenselijk om met zo’n top-down aanpak te werk te gaan (Adam & Ketel, 2012). Juist op het gebied van functionaliteit en het bepalen van de eisen omtrent de woning zal extra rekening moeten worden gehouden met de mening van lokale actoren. Deze kunnen vaak sterk verschillen van westerse opvattingen over comfort. Zo zegt Folkers (2010): “Modern Europeans enjoy a view, transparency, and a cool

temperature whilst sitting on the veranda, Africans appear to value privacy and safety more, as they use their houses primarily as places in which to store their possessions and as a place to sleep.” Aan de andere kant merkt FournetGuérin (2007) juist op dat voor een stedelijke bewoner in Madagscar westerse objecten een statussymbool zijn. Dit maakt dus een zeer moeilijk te bevatten scheidslijn duidelijk tussen Westerse dromen en lokale gebruiken. Hierom zullen wij bij dit uitgangspunt sterk onze vragen en eventuele oplossingen communiceren met Sonapar in plaats van het direct als waarheid aan te nemen. Daarnaast zullen we Sonapar adviseren om een kennisplatform op te zetten zoals reeds in de literatuurstudie is beschreven (Adam & Ketel, 2012), zij zouden bijvoorbeeld een enquête kunnen houden onder de bewoners van Trano Mora om erachter te komen wat men anders had gewild in het nieuwe huis.

De inbedding van veranderingen

Een ander punt waar wij in het bijzonder rekening mee moeten houden bij het aanpassen van de bestaande woning is de inpassing van “nieuwe” technologie en kennis. Zoals in de literatuurstudie (Adam & Ketel, 2012) is benadrukt kunnen grote veranderingen pas worden geïmplementeerd door veel langer aanwezig te zijn en constant het belang van deze nieuwe technieken over te brengen. Ook Folkers (2010) geeft in zijn boek meerdere voorbeelden van goedbedoelde innovatieve oplossingen zoals zonneboilers, een innovatief rioolsysteem of de introductie van nieuwe materialen die mislukt zijn door de slechte inbedding in de cultuur. Als bepaalde veranderingen worden ingepast in het ontwerp, zouden deze zo logisch moeten zijn dat Sonapar en de gebruikers de meerwaarde hiervan eenvoudig inzien, er weinig tot geen onderhoud aan nodig is en de kans op defect nihil is.


K O S TE N Hoe kunnen wij de kosten van een woning zodanig verlagen dat de bestaande doelgroep voor sociale woningbouw zich uitbreidt?

Woningbouw is altijd kostengerelateerd. Met name sociale woningbouw, waar de doelgroep gematigde financiële middelen heeft. Omdat wij te maken hebben met een ontwikkelingsland is deze randvoorwaarde extra belangrijk, Men verdient immers stukken minder dan in de ontwikkelde wereld. uiteindelijk moet ons ontwerp realistisch toepasbaar worden. De reeds gemaakte analyses geven goed weer dat de financiële middelen van de Malagassische bevolking beperkt zijn en dat armoede een groot probleem is. Voor minstens 80% van de huidige bevolking is het onmogelijk om kans te maken op een sociale woning in zijn huidige vorm. Van de rijkste 20% hebben veel mensen geen noodzaak voor een sociale woning. Een gevaar is dat rijke burgers deze woningen kopen en gebruiken als middel om nog rijker te worden door de woning na enkele jaren te verkopen. Op deze manier kunnen wij deze woningen dan ook niet als ‘sociale woningbouw’ bestempelen. De oplossing voor dit probleem van particulieren in stedelijke gebieden van ontwikkelingslanden wordt door Payne and Majale (2004) duidelijk aangekaart: “Where the cost of officially approved housing exceeds the amount that different sections of the population are able to afford, ways will need to be found to reduce entry costs.” Zoals Payne aangeeft, heeft dit probleem een voor de hand liggende oplossing: het goedkoper maken van de woningen. Hoe dit precies kan is per locatie verschillend. Tevens moet de prijsverlaging voor de koper niet ten koste gaan van de andere randvoorwaarden. Wij zullen de volgende zaken onderzoeken:

- Goedkoper materiaal\transportkosten - Seriematig bouwen\hogere dichtheid - Kleinere oppervlakte per woning (voorstellen aan Sonapar) - Efficiëntere plattegronden\doorsnedes\ details Een van de overige oplossingen om de (start) kosten te reduceren is de mogelijkheid tot uitbreiding van het ontwerp. Wanneer wij een simpel basis ontwerp aanbieden dat later (door bijvoorbeeld de bewoners zelf) kan worden uitgebreid, worden de totale kosten verdeeeld over een langere periode, die ook door de bewoners zelf kan worden bepaald. Op deze manier maken meer mensen kans op formele huisvesting, heeft kennisoverdracht een veel grotere impact en wordt mede daardoor de uitbreiding van de woning relatief goedkoper. Omdat wij vanaf het begin van de opdracht wel aan een sociaal woningbouwproject dachten mee te werken, hebben wij ons gefocust op een doelgroep met gematigde financiële middelen. Nadat bleek dat de huidige sociale woningbouw niet voor dezelfde doelgroep is die wij in acht namen, werden de kosten een overduidelijk uitgangspunt voor ons ontwerp. Wat wij willen bereiken middels het goedkoper aanbieden van een woning is het uitbreiden van de bestaande doelgroep. Ons doel is te bekijken of iniedergeval 40% van de inwoners van Antananarivo toegang kunnen krijgen tot zo’n woning, in vergelijking met 20% nu.

G E Z O N D H E ID Hoe kunnen wij de leefkwaliteit in woningen bevorderen en daarmee de gezondheidstoestand van bewoners veilig stellen?

Het spreekt voor zich dat mensen die in een ongezonde situatie leven eerder ten prooi vallen aan ziekten dan mensen in een gezonde leefomgeving. Huisvesting is een belangrijke factor voor de gezondheidstoestand, omdat in woningen veel tijd wordt doorgebracht. In de dichtbevolkte sloppenwijken van Antananarivo bestaan gezondheidsproblemen die veroorzaakt zijn door een slechte hygiëne, het ontbreken van sanitatie, een slechte luchtkwaliteit en een algemeen slecht binnenklimaat. Ten gevolge hiervan zijn veelvoorkomende klachten in sloppenwijken ontstekingen of irritaties in de luchtwegen. Daarnaast kunnen de aanwezige infecties en ziekten zich snel verspreiden. Wegens de financiële situatie van bewoners in sloppenwijken is een bezoek aan de doktor niet vanzelfsprekend. Wat wij als simpele klachten beschouwen kan in Madagascar tot een aanhoudend en ernstig probleem leiden. Door middel van het realiseren van nieuwe woonwijken waarin mensen veel meer grond tot hun beschikking hebben dan in sloppenwijken, zijn de gezondheidsproblemen al deels aangepakt. Immers wordt het lastiger voor schadelijke bacteriën om zich te verspreiden. Bij het inrichten van stedelijke woonwijken van snel groeiende steden hebben Payne and Majale ( 2004) onder meer bepaalde bevindingen/regels opgesteld voor een betere leefomgeving. Voor de gezondheid heeft hij gesteld dat goed moet worden gelet op het binnenklimaat van een woning. Hij onderstreept de significantie van rookafvoer. Aangezien de meeste mensen in de sloppenwijken van

Antananarivo geen gastoestel hebben om op te koken, maar een traditioneel stookapparaat gebruiken (binnenshuis) is rookafvoer een zeer belangrijk item waar tot noch toe niet veel aan wordt gedaan. Het ontwerp voor ons afstudeerproject zal een goed binnenklimaat moeten creëren. Hiervoor moet worden gelet op: - locatie - luchtkwaliteit - thermisch comfort - geluid - gebruiksveiligheid - licht - inrichting en afwerking Ook het zorgen van schoon drinkwater en sanitatie is hierbij een eis. Een beleidsvoorstel met betrekking tot de gezondheid van mensen, rekening houdend met de financiële middelen, is een reductie van de kosten voor gezondheidszorg. Wanneer wij het ontwerp dusdanig inrichten dat de kans op het verkrijgen van ziekten wordt gereduceert zou in samenwerking met de Malagasissche overheid een bepaald keurmerk aan de woning kunnen worden gegeven. Dit zou de kosten voor bijvoorbeeld een zorgverzekering kunnen reduceren en/of behandelingsvoordelen mogelijk maken.

43


DUURZAAMHEID Hoe kunnen wij duurzaamheid optimaal integreren in het ontwerp van Type M? In Nederland is de term duurzaamheid niet meer weg te denken. Duurzaam bouwen wordt overal aangemoedigd en niet zonder reden. De belangrijkste argumenten om duurzaam te bouwen is het gevaar van uitputting van grondstoffen en de verantwoordelijkheid voor de leefomstandigheden van nu en de toekomst. Duurzaam bouwen is eigenlijk niet meer dan het tonen van respect voor mens en milieu, het rekening houden met de gevolgen van onze keuzes . Ook in Madagascar wordt duurzaamheid als steeds belangrijker beschouwd. Onder andere door de rijke flora en fauna die de laatste jaren hevig is aangetast door de afhankelijkheid van eindige bronnen zijn veel mensen stil gaan staan bij de gevolgen van hun leefstijl. De Malagassische overheid heeft aangegeven een duurzame ontwikkeling in het land te willen stimuleren, zo ook bij het project van sociale woningbouw (Thierry, 2006). Waar we in Nederland het woord duurzaamheid gebruiken voor verschillende interpretaties, kent men in de Engelse taal het onderscheid tussen Sustainability en Durability. Binnen dit uitgangspunt willen wij dit verschil ook graag aangeven.

Sustainability

Dit is duurzaamheid vanuit een milieuoogpunt. Men kan zich afvragen of dit een speerpunt moet zijn in ontwikkelingslanden, terwijl er ook zoveel andere problemen spelen. Reffat (2004) geeft in zijn tekst over sustainability in ontwikkelingslanden reeds aan dat dit onderwerp door locale partijen vaak wordt afgedaan als een extra investering in machines, materi-

44

eel en kennis zonder duidelijke winst. Hij geeft vervolgens aan dat er hierom gezocht moet worden naar methodes die deze extra investering omzetten in kapitaal. Dat wil zeggen: er moet winst gemaakt kunnen worden met de verandering in bouwpraktijk. In ons project, dat wordt ontwikkeld door een private partij met winstoogmerk, lijkt dit een geschikte methode. Methodes die wij willen onderzoeken zijn afgeleid van de voorstellen die Plessis (2002) heeft voorgesteld: - Vermindering van bouwmateriaal afval - Toenemend gebruik van gerecyclede bouwmaterialen - Efficiëntie in energiegebruik in gebouwen - Water behoud - Innovatie van bouwmaterialen en bouwmethoden

Durability

Dit is een duurzaamheid in de zin van levensduur. Ook dit is zeer belangrijk. Een gebouw zal vanaf het eerste moment zijn vorm en functie moeten kunnen verantwoorden binnen de heersende waarden en normen in Madagascar (Folkers, 2010). Vervolgens moet het zich kunnen aanpassen aan veranderingen in gebruik of cultuur. Is het hier niet toe in staat, dan zal het vervallen of worden afgebroken. Zoals Fournet-Guérin (2007) reeds beschrijft, neemt de “grond van de voorouders” binnen de Malagassische samenleving een belangrijke plek in. Men zal er alles aan doen om op de geboortegrond te blijven wonen. Dit heeft niet zelden tot gevolg dat huizen volledig worden afgebroken en opnieuw opgebouwd omdat zij in de huidige vorm voor de familie niet geschikt zijn. Duurzaamheid is dan ver te zoeken. Dit kan ondervangen worden door een flexibel huis te ontwerpen. Zoals Payne and Majale (2004) voorstellen, zullen wij kijken of we een huis kunnen ontwerpen wat naarmate de wensen van de familie toeneemt, kan worden uitgebreid.

B E L E ID Wij zullen ons niet bezighouden met veranderingen in het beleid & de regelgeving. De afgelopen decennia hebben verschillende regeringen in Madagascar geprobeerd om een beleid voor ruimtelijke ordening en woningbouw op te zetten. Maar de voorgestelde programma’s waren de afgelopen 30 jaar vaak op politieke, economische en sociale problemen gestuit waardoor de uitvoering nooit is bewerkstelligd. De belangrijkste oorzaken liggen bij een gebrek aan adequate financiering, uitvoering van ruimtelijke ordeningsplannen en een slecht functionerende bouwsector. Dit ging, een snelle bevolkingsgroei in acht nemende, gepaard met talloze problemen in onder andere de economie en gezondheid. Oftewel, een goedwerkend systeem was simpelweg afwezig. Na het erkennen van de steeds groter wordende problemen heeft de overheid van Madagascar de volgende doelstellingen opgesteld: Belangrijkste acties met betrekking tot huisvesting om deze doelstellingen te bereiken: - Faciliteren van de toegang tot financiering voor de meest achtergestelde Madagassiër. - Regels vaststellen met betrekking tot de toegankelijkheid van woningen. - Aanmoedigen van individuele investeringen door middel van aanpassingen in de regelgeving en operationele maatregelen. - Ontwikkelen van Publiek Private Samenwerking voor woningbouw productie. - Verbeteren van de hele bouwsector (opleidingen, professionalisering, productie en distributie van materialen) op decentraal niveau. - Het behandelen van initiële ontwerpen voor huisvestingsprogramma’s en productie organi-

saties. - Actualiseren van de normen en richtlijnen die vastgesteld staan in de bouwregelgeving .(TBM- les Traveaux des Batiment à Madagascar) In onze inventarisatie van huidige beleid en regelgeving stuiten wij echter op dezelfde problemen die in veel ontwikkelingslanden spelen (Fokker, 2012; Payne and Majale, 2004) De regelgeving is nog steeds zeer onoverzichtelijk en sluit slecht aan op de wensen en bouwpraktijken van het grootste deel van de bevolking. De aanvragen voor kadastrale rechten en bouwvergunnigen zijn zo omslachtig, dat de meeste mensen hier geen moeite insteken. Hierdoor blijft de informele status en de precaire situatie van velen gehandhaaft. Goed beleid en handhaving is daarom een bijzonder belangrijke randvoorwaarde voor de verbetering woonomstandigheden in derdewereldlanden (Payne and Majale, 2004). Het inventariseren en bekritiseren van de huidige beleidsproblemen en assisteren in de handhaving zou dus een zeer efficiënte uitwerking kunnen hebben op de sociale woningbouw. Wij denken echter dat dit buiten onze projectgrenzen valt. Ten eerste is het is een volledig ander studie, meer bestuurskundig dan bouwkundig. Ten tweede zou alleen de inventarisatie naar het huidige beleid & regelgeving ons al maanden werk kosten en die tijd hebben we niet. Mochten we zijdelings zaken tegenkomen die noodzakelijkerwijs veranderd zouden moeten worden voor een goede inpassing, dan zullen we deze aandragen bij Sonapar. Verder zullen we echter niet actief met beleid bezig gaan.


S T U D IE R E IS Nadat we de uitgangspunten hadden opgesteld, kregen we het belangrijke nieuws dat ons zowel door onze Hogeschool alsmede door het steundfonds Technisch Hoger Onderwijs een fonds werd toegekend om naar Antananarivo zelf te gaan. Wij hebben besloten deze reis toen zo spoedig mogelijk te ondernemen. Hierdoor heeft deze reis op meerdere punten bijgedragen aan ons onderzoek: • Er ontstond voor ons een duidelijk beeld van de stad waar we in operereerden. Hoeveel literatuur ook gelezen wordt, het heeft veel meer impact als je een sloppenwijk ook echt ziet. • Onze uitgangspunten, die waren opgesteld uit de literatuur en eigen visies, konder ter plaatste getoetst worden en overlegd met de verschillende belanghebbenden. • Ontbrekende informatie over de manier van wonen en de eisen van de doelgroep kon deels worden ingevuld door enquêtes te houden met de bewoners van Trano Mora, en door de vele gesprekken die we hebben gevoerd tijdens ons verblijf • Informatie over de meest duurzame materialen en bijvoorbeeld import- en exportgegevens kon worden ingewonnen door een bezoek te brengen aan de kamer van koophandel • Kostengegevens die al maanden door ons gevraagd werd via email, kon nu zelfstandig worden ingewonnen zodat we konden kijken welke materiaalkosten kondern worden verlaagd.

Figuur 4.1.

Harilanto Rabirajiona en Daniël Ketel op onze testlocatie in de periferie van Antananarivo (Eigen foto)

Een uitgebreid verslag van onze bevindingen en onze leermomenten zijn te vinden in de bijlage in de vorm van een reisverslag en een technisch verslag. Er zal regelmatig naar deze verslagen verwezen worden in de ontwerpfase.

45


46


In dit hoofdstuk wordt de locatie beschreven en kort geanalyseerd. Allereerst hoe we de locatie hebben gekregen, daarna zullen we een korte analyse uitvoeren en enkele kritieke punten in het ontwerp benoemen. Door het ontwerp vervolgens te vergelijken met een klassieker uit de stedenbouw van Ernst May breiden wen onze analyse verder uit en komen we uiteindelijk tot een conclusie wat er wellicht beter kan en op welke manier dit vorm zou kunnen krijgen.

5

L o c a t i e

47


LOCATIE GESCHIEDENIS Na 3 en een halve maand hebben we eindelijk een locatie toegewezen gekregen voor het uitwerken van de sociale woningen. Dat ging niet zonder slag of stoot. Reeds vanaf het begin van ons project is er door ons intensief gevraagd naar een geschikte locatie. Heel lang bleef dit in het midden, tot op gegeven moment een envelop van Sonapar op de deurmat viel. Hierin zaten enkele google-maps prints en bouwtekeningen van een locatie in Antananarivo. Toen we hier mee aan de slag gingen, bleek echter dat deze locatie vlakbij het centrum van Tana gelegen was. Dit verschilde dus wezenlijk van het vooronderzoek waar we mee bezig waren. Ons onderzoek over een woning in een suburbane setting kan natuurlijk niet overgezet worden naar een locatie in de binnenstad. Helaas moesten we Sonapar dus opnieuw vragen om een locatie op te sturen, welke pas halverwege mei binnenkwam, toen we onze studie naar de uitgangspunten al hadden afgerond. Deze keer kregen we een Autocad-tekening van de locatie binnen (Figuur 5.1). Deze locatie bleek naast de oude Trano-Mora te liggen, 13 km van het centrum van Tana. Vervolgens hebben we meteen de Autocad-tekening opgewerkt naar een bruikbare tekening, en daarna met behulp van GEO-informatie uit Google Earth naar een 3D-model (Figuur 5.13, volgende pagina). Dit werkt vele malen handiger en effectiever in dit heuvelachtige landschap. Tijdens onze studiereis zijn we vervolgens ook op de locatie geweest. Zie hiervoor Figuur 5.2 t/m 5.4. waardoor we al snel een beter beeld kregen van de locatie en zijn mogelijkheden. Tot onze reis gingen wij ervan uit dat wij de huisjes met rode daken die duidelijk te zien zijn in Figuur 5.13 moesten herontwerpen. Hierna werd ons duidelijk dat we juist de lege kavels als locatie kregen aangeboden, om hierop nieuwe concepten voor sociale woningbouw uit te testen.

48

Figuur 5.1.

De oorspronkelijk aangeleverde AutoCAD-tekening (bron: Sonapar, 2011)

Figuur 5.5. De positie van de locatie ten plus minus 10 km ten noorden van de hoofdstad Antananarivo

Figuur 5.3. Harilanto Ramarivolona en DaniĂŤl Ketel op de locatie (eigen foto)

Figuur 5.2. Foto van locatie (eigen foto)

Figuur 5.4. De locatie met de reeds gebouwde flats (eigen foto)


AN A LYSE Eerst hebben we enkele kaarten van het gebied gemaakt, waarin we de huidige plannen analyseren, deze zullen hiernaast kort worden toegelicht. Figuur 5.6 t\m 5.11 De locatie is gesitueerd op een heuvel, 13 km ten Noorden van Tana naast het eerste Trano Mora project. Bovenaan de heuvel zijn reeds 3 appartementengebouwen gerealiseerd. de overige huisjes die in Figuur 2.29 te zien zijn, zijn door Sonapar ontworpen. Deze huizen hebben we, los van de locatie, al besproken in het eerste deel bij de analyse van Trano Mora. Hieruit werd al duidelijk dat de huizen zelf op sommige punten verbeterd kunnen worden. Nu de plaatsing van deze huizen bekend is, geldt hiervoor hetzelfde: Er is weinig of geen rekening gehouden met hoogteverschil of klimaat, waardoor huizen tegen grote blinde keerwanden aankijken en slecht op de zon geöriënteerd zijn. Toen we in Tana op de locatie zelf gingen kijken, bleek dat de geëgaliseerde grond andere afmetingen hadden dan op de tekening staat, zonder aanwijsbare reden. Volgens ons contact van Sonapar wordt er min of meer gegokt of de juist breedtes terrassen worden gemaakt. Met deze werkwijze wordt het dus wel moeilijk om een nauwkeurig ontwerp te maken. Blijkbaar is er niet de kennis of de middelen (3D-modellen, landmeetapparatuur) om effectief met heuvels om te gaan in de bouwpraktijk.Met uitzicht over het dal lijkt echter wel rekening gehouden in de opzet. Zo te zien heeft elk huis vrij uitzicht over het dal, met de appartementengebouwen als kroon boven op de heuvel. Vergeleken met het eerste ontwerp Trano Mora, waarbij alle huizen in een grid waren geplaatst, is dit volgens ons een grote verbetering. Wij zijn er echter van overtuigd dat er stedenbouwkundige verbeteringen mogelijk zijn die ons ontwerp voor een huis ook beter tot zijn recht laten komen.

Figuur 5.6. BEBOUWING. in zwart de grondgebonden woningen, in

blauw de appartementen, in groen de bibliotheek die het centrum vormt van de wijk. de lichtbruine vlakken zijn de locaties die wij als testgebied kunnen gebruiken. Wat uit deze kaart opvalt, is dat de dichtheid zeer laag is. slechts 30 eenheden per hectare in de huidige opzet.

Figuur 5.9. PARKEERPLAATSEN. in de wijk zijn enkele openbare par-

keerplaatsen opgenomen, gecentreerd rond de bibliotheek en de appartementen bovenaan de heuvel. Bij de huizen zal men op de eigen kavel moeten parkeren. De hoeveelheid parkeerplaatsen lijkt voldoende te zijn, zeker als wordt meegenomen dat de gemiddelde inwoner van Antananarivo op dit moment geen auto kan betalen

Figuur 5.7.

OPENBAAR GROEN. uit deze kaart wordt direct duidelijk dat in de nieuwe wijk zelf geen groen is gepland. Om de wijk heen is weliswaar groen, maar dit is in de vorm van rijstvelden waardoor het niet gebruikt kan worden. Hierdoor kan iedereen slechts in zijn eigen tuin recreëren, en hebben kinderen geen groene speelplek.

Figuur 5.10. WEGEN. het stratenpatroon in de nieuwe wijk is voor het

grootste gedeelte organisch rond de vorm van de heuvel gepland. Wat verder opvalt is dat de straten niet breed zijn +- 6 meter waardoor twee auto’s elkaar net kunnen passeren. Er is ook geen onderverdeling gemaakt tussen doorgaande weg en stillere straten. Dit lijkt ons een gemiste kans, omdat het betekent dat alle straten doorgaand verkeer te verwerken krijgen en dus onveilig (voor kinderen) zijn.

Figuur 5.8. OPENBARE VOORZIENINGEN. de blauwe plek is

gereserveerd voor een school, het rode gebouw is een bibliotheek. De oranje gekleurde vlakken geven plek aan marktkramen. in de buurt zijn ook nog sportvelden, bushaltes en een ziekenhuis opgenomen. Hiermee is het openbare voorzieningenniveau op peil.

Figuur 5.11. VOETPADEN. het is ons niet geheel duidelijk of dit daadwerkelijk voetpaden zijn of dat deze wegen ook door auto’s gebruikt kunnen worden. Het lijkt ons echter logisch dat deze wegen door de stijlheid slechts door voetgangers te gebruiken zijn. Dan alsnog is er weinig scheiding van verkeer, wat een goede toevoeging zou kunnen zijn om de wijk kindvriendelijker te maken.

49


ANALYSE E RNST MAY

PR ECED EN T

Om de nieuw te bouwen wijk in perspectief te kunnen plaatsen, willen wij deze graag vergelijken met een andere stedenbouwkundige locatie uit het verleden, met min of meer dezelfde eigenschappen als het plan in Tana. Er is hier gekozen voor het project Römerstadt in Frankfurt van Ernst May uit 1927 (Figuur 12). Deze klassieker uit de geschiedenis van de stedenbouw heeft vele zaken gemeen met onze bouwlocatie. Ten eerste de situering. Beide projecten zijn op een heuvel in de periferie van een grote stad gepland. Daarnaast het type bebouwing: op allebei de locaties zijn grondgebonden woningen en appartementen van enkele verdiepingen gepland. Als laatste de woningbouwproblematiek. In beide gevallen is er een groot woningtekort waar de regering snel iets aan wil doen. Er zijn echter ook grote verschillen te benoemen. May heeft, in tegenstelling tot het plan van de stedenbouwkundige in Tana, met uiterste zorgvuldigheid de verschillende volumes een plek in het landschap gegeven. Ze accentueren de organische vorm , terwijl de elementen in Tana willekeurig geplaatst lijken te zijn. Ook heeft May zichtlijnen toegepast, waardoor op enkele plekken doorkijkjes met voetpaden over de vallei ontstaan. Daarbij komt dat May geschakelde woningen heeft toegepast, waardoor een hogere dichtheid wordt bereikt, en tegelijkertijd tussen de woningen meer ruimte is voor groen. Daarnaast stond Ernst May er bekend om dat hij uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de ideale ligging van de woning ten opzichte van het klimaat. Dit is hier in vergelijking met eerdere projecten (o.a. Praunheim in dezelfde stad) minder rigide gebeurt, ten voordele van de organische plaatsing in het landschap. Door de noordelijk gelegen woningen echter een grote voortuin te geven, en de zuidelijk gelegen woningen een grote achtertuin, weet May toch optimaal gebruik te maken van de bezonning.

50

Figuur 5.12. De Römerstadt-siedlung in Frankfurt, ontworpen door Ernst May in 1927. In de inzet zijn de twee verschillende oriëntaties van de woningen duidelijk te zien. (Bron: Wikipedia.com/Ernst_May)


CONC LUSIE Na de vorige analyses kunnen wij reeds enkele aandachtspunten opnoemen waar in de toekomstige stedenbouwkundige plannen van Sonapar meer rekening mee zou kunnen worden gehouden. • Betere inpassing in landschap • Betere oriëntatie woningen op klimaat • Dichtheid \ schakeling heroverwegen • Meer rekening houden met groen In de volgende hoofdstukken van het deel Schetsontwerp zullen wij deze en andere aandachtspunten stuk voor stuk uitzoeken en benoemen. Allereerst zal hiervoor de stedenbouwkundige opzet van de wijk heroverwogen worden. Daarna zal met deze kennis een architectonische en bouwtechnische studie gedaan worden. Uiteindelijk kan uit deze drie componenten een schetsonwerp worden samengesteld.

Figuur 5.13.

De 3D-visualisatie die door middel van de AutoCAD-tekening en informatie van Google-earth gemaakt is

(eigen ill.)

51


52


Nu de locatie bekend is, en de eisen en uitgangspunten geformuleerd zijn, kan er begonnen worden met ontwerpen. Deze fase heeft meerdere doelen. Ten eerste wordt er een begin gemaakt met de ontwikkeling van een geschikte woning voor deze locatie. Ten tweede, en wellicht belangrijker, kan door ons onderzoek het programma van eisen verder ingevuld worden. Ons ontwerp is allen afgemeten op deze locatie, een programma van eisen geeft veel aanknopingspunten voor andere ontwerpen in de toekomst. Dit is zeer nuttig voor Sonapar. Om dit proces te doorlopen, zullen we onderzoeken doen op drie vlakken: Stedenbouw, architectuur en bouwtechniek. Om de lijn in ons onderzoek te bewaren, is elk punt wat we onderzoeken gekoppeld aan een van de uitgangspunten die we hiervoor hebben opgesteld. Aan het begin van elke studie staat een inhoudsopgave waaruit deze koppeling duidelijk wordt. Zo weten we zeker dat elk onderzoek ook voortkomt uit een daadwerkelijk probleem. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een set tekeningen voor een voorlopig ontwerp en een verder ingevuld programma van eisen.

6

SCHETSONTWERP

53


STEDENBOUWKUNDIGE STUDIE INHOUD Lokale economie •Dichtheid Bepalen optimale dichtheid, typo- logie en kavelgrootte Functionaliteit •Klimaat Bepalen\uitleg optimale oriëntatie ten opzichte van het klimaat. •Overige criteria Uitleg functionele criteria Privacy, Sociale veiligheid en Auto. Duurzaamheid •Flexibiliteit Bepalen beste manier uitbreiding huis in toekomst •Groen\ruimte voor voetganger Kan publiek groen ingezet wor- den als toegevoegde waarde Schetsonwerp stedenbouw • Varianten onderzoek Optimaliseren ruimtegebruik • Privacy, sociale veiligheid en uitzicht

DICHT HEID Probleem

Zoals is vastgesteld in de beschrijving van de locatie, is de dichtheid van de reeds geplande wijk 30 eenheden per hectare, waarin t het commerciële centrumpje met markt en bibliotheek in het midden van de geplande wijk niet is meegenomen (anders zou de dichtheid nog lager zijn). In onze uitgangspunten hebben we reeds benoemd wat de problemen zijn van een lage dichtheid, zoals afhankelijkheid van de auto, te weinig huizen voor een gezonde, stabiele economische situatie, waardoor bedrijven zich niet vestigen in de omgeving en bussen niet rendabel kunnen worden geëxploiteerd, etc. Deze dichtheid leidt tot “Urban sprawl”, het fenomeen wat het beste tot uitdrukking komt in de eindeloze Suburbs van Los Angeles en andere grote Amerikaanse steden Reeds in 1961 werd deze ontwikke-

54

ling van de-urbanisatie beklaagd in het boek “The death and life of great american cities” van Jane Jacobs (REFERENTIE). Een van de paradoxen die sterk naar voren komt, is dat de arme mensen het meest afhankelijk zijn van centrum van de stad voor werk en levensonderhoud, maar vanwege hun armoede juist het meest naar de randen van de stad worden verbannen. Als de stedenbouw op dezelfde wijze doorgaat in Antananarivo, dan zal de geschiedenis zich hier herhalen. Niet alleen Amerikaanse voorbeelden onderschrijven deze visie. In Zuid-Afrika zet de Development Action Group zich al decennia in voor een dichter bebouwde stedelijke omgeving. De townships, sociale uitbreidingswijken waar in de praktijk bijna alleen zwarten wonen, zorgen er mede door hun lage dichtheid voor dat de arme bevolking geen kans heeft op een betere leefsituatie. In hun boek “Sustainable medium-density housing” (Development action group, 2005). geven zij hierom richtlijnen aan hoe volgens hen een meer duurzame, eerlijke leefomgeving kan worden bereikt. Zij stellen daarom voor, zoals de titel van hun boek, om alleen nog maar medium-density te bouwen, waarin zij medium density na een analyse uit verschillende gezaghebbende boeken beschrijven als een dichtheid van 50-100 eenheden per vierkante meter. Minimaal 2 keer zoveel huizen op dezelfde oppervlakte dus. Een ander punt wat zij zeer belangrijk achten is de keuze van de bouwlocatie. Deze zou niet te ver van werkgelegenheid en scholen af moeten liggen. In ons ontwerp kunnen wij hier echter niks aan veranderen.

Typologie

Om deze uitdaging op te lossen binnen de huidige locatie, zal er allereerst moeten worden gekeken welke typologie het beste past. Hiervoor is gebruik gemaakt van SpaceCalculator, een applicatie die ontwikkeld is door Permeta Architecten en TU-Delft. Hierin wordt

dichtheid niet zozeer bekeken vanuit het aantal eenheden per oppervlak, maar vanuit 4 andere factoren die hieronder kort beschreven worden: • FSI- Floor Space Index Het BVO van het ge-

rein en de totale bebouwde BVO Dit geeft informatie over de openheid van een locatie en ook de druk die de gebouwen op de omgeving leggen. • L-Length De gemiddelde hoogte van de bebouwing op

bouw gedeeld door de oppervlakte van het terrein Dit geeft informatie over de intensiteit van de bebouwing op een locatie • GSI-Ground space index De stempel van de gebouwen gedeeld door de

de locatie.

oppervlakte van het terrein Dit geeft informatie over de compactheid van de bebouwing op een locatie • OSR-Open Space ratio De verhouding tussen onbebouwd ter-

Dichtheid wordt dus niet alleen bekeken vanuit de intensiteit, maar ook vanuit de compactheid van een locatie. Door deze variabelen te veranderen, kan er vervolgens gericht gestuurd worden naar een compacter of intensievere bebouwde wijk. Als deze variabelen in een tabel worden gezet, kunnen eenvoudig typologieën worden gekoppeld aan de verschillende waardes, en welke typologieën in aanmerking komen als de dichtheid verhoogd wordt. Ten eerst het huidige stedenbouwkundige plan met overwegend vrijstaande woningen en enkele appartementengebouwen als 0-meting: De GSI is hier op de x-as uitgezet, de FSI op de y-as. Het resultaat van SpaceCalculator is te zien in Figuur 6.1 Tevens geeft de SpaceCalculator nog enkele Nederlandse projecten die in dezelfde zone liggen, zie ook Figuur 6.2 en Figuur 6.3. Wat hieraan opvalt, is dat deze dichtheid in Nederland overeenkomt met een parkachtige wijk voor de hogere middenklasse, dun bebouwd, met (semi-)vrijstaande woningen. Dit bevestigt nog eens het beeld dat de huidige dichtheid niet aansluit op de doelgroep.


Figuur 6.1.

De dichtheid van de huidige locatie uitgedrukt in GSI\FSI (Bron: Spacecalculator, 2012)

Figuur 6.2. Wijk met vergelijkbare dichtheid (Bron: Spacecalculator 2012)

Figuur 6.4. De typologieĂŤn die in aanmerking komen om de dichtheid te verhogen (bron: Spacecalculor, 2012 + Eigen illustratie)

Figuur 6.3. Wijk met vergelijkbare dichtheid (Bron: Spacecalculator, 2012)

55


Transformatie Om de dichtheid te vergroten kan er vervolgens op twee manieren worden getransformeerd: over de Y-as (FSI), waarbij de intensiviteit toeneemt, en daarmee de gemiddelde hoogte. Over de X-as (GSI), waarmee de compactheid van de wijk toeneemt. Aan elk van deze transformaties kan een typologie gekoppeld worden. Om de varianten die we vergelijken beperkt te houden, zijn er door ons 3 plekken gekozen in de tabel van de SpaceCalculator. Bij deze 3 plekken hoort een specifieke typologie, op de Y-as het appartementengebouw en de woontoren, en op de X-as het rijtjeshuis, zie Figuur 6.4. Variantenonderzoek. Om te bepalen welke typologie het beste past in het ontwerp, zijn er enkele criteria waaraan de oplossing zou moeten voldoen. • Lokale economie: Gebouw kan eenvoudig

Stimuleert locale economie Blokkeert niet het uitzicht Onderhoud kost weinig moeite Ruimte voor publiek groen flexibel uit te breiden

++ -

gebouwd worden met lokale krachten en materialen. • Functionaliteit: Blokkeert niet het uitzicht van andere gebouwen. Uitzicht is de grote kracht van deze locatie. • Duurzaamheid: Onderhoud van gebouw en publieke ruimte vergt weinig inspanning derden • Duurzaamheid: Ruimte voor publiek groen, omdat dit op dit moment bijna niet aanwezig is in de plannen • Duurzaamheid: Flexibiliteit, Is deze typologie makkelijk uit te breiden als men een grotere woning wil. In Figuur 6.5 is hiervan de uitwerking te zien. Het wordt hierdoor duidelijk dat het rijtjeshuis bij lange na de beste typologie is op deze plek voor deze doelgroep. Om een dichtheid van 50-100 eenheden per hectare te halen in het nieuwe stuk zal er een GSI nodig zijn

Stimuleert locale economie Blokkeert niet het uitzicht Onderhoud kost weinig moeite Ruimte voor publiek groen flexibel uit te breiden

Figuur 6.5. Variantenonderzoek: welke typologie past het beste binnen de locatie.Hieruit blijkt dat het rijtjeshuis verreweg het beste aansluit op de locatie (Eigen ill.)

56

van respectievelijk 0,22 tot 0,45. Als er vanuit wordt gegaan dat alle huizen slechts een bouwlaag hebben, wat de beste optie lijkt uit kostenoverweging en voor het uitzicht, dan is de FSI hetzelfde als de GSI. Het liefst willen we een dichtheid creëren van minimaal 82 eenheden per hectare, wat overeenkomt met een GSI van minimaal 0,37. Op die manier wordt de dichtheid van de gehele wijk opgekrikt waardoor deze boven de 50 uitkomt. Dit houdt wel in dat het stedenbouwkundig ontwerp compacter zal worden, wat wil zeggen dat er minder ruimte is voor groen in de wijk. Dit aspect zal dus later nader bekeken moet worden. Tevens kan het zijn dat tijdens het ontwerp blijkt dat een hybride, dus bijvoorbeeld rijtjeshuis en enkele schijven de beste oplossing is. Kavel Nu de ontwerptypologie bekend is, kan er ge-

-/+ -/+ + -

keken worden wat de minimale maat van de kavel wordt. Na een klein onderzoek is gebleken dat een kavel van 110m2 genoeg is om alle functies op uit te kunnen oefenen, ZieFiguur 6.7. Het huis wordt hierbij verkleind tot 45 m2, wat door architectonisch ontwerp zal moeten blijken of dit voldoende is, en de tuin wordt ook op deze grootte ingeschat, door de meest voorkomende functies erin te plaatsen. Vervolgens wordt er nog een zone van 20 m2 aan de tuin toegevoegd waar in de toekomst kan worden uitgebreid met het huis. In het boek Sustainable Medium-Density-housing. (Direct Action Group, 2005) wordt tevens een kavelgrootte aangeraden tussen 100 en 150 vierkante meter, dus dat komt overeen. Door te ontwerpen komen wij erachter of deze dichtheid ook haalbaar is.

Stimuleert locale economie Blokkeert niet het uitzicht Onderhoud kost weinig moeite Ruimte voor publiek groen flexibel uit te breiden

+ + + ++


1. Ontwerp Sonapar: 2. Verkleinen huis Kavel: 220 m2 / Huis 54 m2 Kavel: 220 m2 / Huis 45 m2 Figuur 6.7. De bepaling van de kavelgrootte, een kavel van 110m2 lijkt optimaal als er ook nog een uitbreiding van het huis mogelijk moet zijn (Eigen ill.)

KLIMAAT

O VERI G FUN CTI O N EEL

Aan de hand van een rapport van de universiteit va Antananarivo en La reunion (Razanamanampisoa, Randriamanantany, Rakotondramiarana, Garde, & Boyer, 2008) kan er een gerichtere keuze worden gemaakt voor een effectieve plaatsing van de volumes ten opzichte van het klimaat. Voor ons is dit een leidend probleem, omdat mensen herhaaldelijk aangaven dat de winter in Tana koud kan zijn, vooral ’s nachts. Dit terwijl er geen verwarming in de huizen aanwezig is. Het bovengenoemde stuk bevestigt dit en geeft enkele aanbevelingen die ook in stedenbouwkundig opzicht nuttig zijn. Omdat afkoeling in de nacht een groot probleem is, zeker tegen het ochtenduur (5 u) moeten er vooral ramen op noordzijde (opwarming overdag) en oostzijde (snelle opwarming op koudste moment) geplaatst worden, beide optimaal 30% van de gevel. De optimale verhouding voor de zuidkant is maximaal 10% glas en voor de westgevel max 20%.. Dus zijn de huizen optimaal gezien noord\of oost georiënteerd. In de locatie de ingevuld moet worden brengt dit vanwege het reliëf en het omliggende stratenpatroon een tweedeling op, zie Figuur 6.6. Omdat wij weinig tijd hebben om dit project uit te voeren zullen wij slechts veld A analyseren en uitwerken. Veld B zal dus niet aan bod komen.

Er zijn nog overige functionele punten die van belang zijn in het stedenbouwkundige ontwerp. Deze zullen dienen als criteria van de verschillende varianten: Privacy: De inwoner van Antananarivo houdt van privacy en afgeslotenheid. Mede komt dit ook door de criminaliteit die daadwerkelijk in Tana heerst, mede ook uit de cultuur. Dit kwam al naar voren uit het programma van eisen: een inwoner met genoeg geld zal eerder een hoge stenen muur met glasscherven om zijn erf laten zetten dan een haag. Ook leeft men overwegend binnen, behalve het koken wat wel buiten gebeurt. Sociale veiligheid Vanwege de criminaliteit en de angst die hierdoor aanwezig is bij veel mensen is dit een belangrijk punt. O.a. goede verlichting, opgeruimde openbare ruimte en genoeg controle vanuit de buurt (zichtlijnen etc.) kunnen dit gevoel verhogen. Het kan echter ook conflicteren met privacy. Auto Alhoewel weinig mensen een auto hebben, zal er terdege rekening mee moeten worden gehouden dat dit in de toekomst steeds meer zal plaatsvinden. Als de wijk nu niet op auto’s en vooral parkeerplaatsen is berekend, kan deze over 15 jaar compleet verouderd zijn.

3. Verkleinen tuin Kavel: 90 m2 / Huis 45 m2

4. Ruimte voor flexibiliteit Kavel: 110 m2 / Huis 45 m2

B

A Figuur 6.6. De te bebouwen huizen vallen onder te verdelen in twee orëntaties. Rood is Noord-Zuid Geörienteerd, Blauw is Oost-West. Er kan ook voor gekozen worden om alles Noord zuid te oriënteren, maar danzal het stratenpatroon intensief veranderd moeten worden. Veld A wordt door ons verder uitgewerkt (Eigen ill.)

57


GROEN R U IM T E

FLEXIBILITEIT Zoals reeds in de de uitgangspunten in deel 1 van ons onderzoek is genoemd, kan de flexibiliteit van de woning een belangrijk punt zijn om de woning duurzaam te maken. Onze inzet is om een woning te maken die goedkoper is, o.a. doordat deze kleiner is. In plaats van de nu gebruikte 54 m2, houden wij een ontwerpoppervlakte aan van maximaal 45 m2, waarbij uit een kostenberekening zal moeten blijken of hier voordeel uit gehaald kan worden. Omdat men in Madagascar grootte waarde legt in het blijven wonen op dezelfde plek (het liefst generaties lang), en om het huis mee te laten groeien met een mogelijke vooruitgang in welvaart of gezinsomvang, moet het huis aan te passen zijn. Zowel de invulling, omdat het

ruimtegebruik op den duur kan veranderen; Hierdoor blijven er twee opties over. Deze zijn als de oppervlakte, omdat men welvarender vergeleken in figuur. Hieruit blijkt dat naar de wordt of een groter gezin krijgt. zijkant uitbreiden het goedkoopste is omdat er geen dikke wanden en trappen nodig zijn voor Onderzoek een tweede verdieping, en dat het het uitzicht Binnen de stedenbouw is vooral de laatste fac- van omliggende huizen niet blokkeert, in tegentor van belang. Het maakt namelijk uit voor stelling tot de hoogte in uitbreiden. Deze ophet uitzicht van andere huizen, de kosten die tie heeft echter als voordeel dat er meer ruimte er mee gemoeid zijn, en de hoeveelheid groen voor groen overblijft in de buurt. Wij vinden dit in de wijk. Er zijn 3 manieren om uit te brei- echter van ondergeschikt belang aan de kosten den: naar beneden (kelder\soutterain), naar en uitzicht. Naar de zijkant bouwen is dus de boven (extra verdieping of entresol) en naar meest eenvoudige oplossing. buiten (de gevel verplaatsen). De kelderoptie nemen wij niet mee in onze studie, omdat dit een zeer dure, bouwtechnisch moeilijke en klimatologisch ongeschikte oplossing is.

Kosten Blokkeert niet het uitzicht Ruimte voor groen in de wijk

+ + -

Figuur 6.8. Variantenonderzoek flexibiliteit: Hieruit blijkt dat er het best kan worden ontworpen met uitbreidingen naar de zijkant in het achterhoofd (Eigen ill.)

58

&

P U BL IEK E

Een van de zaken die de huidige locatie kenmerkt, is de afwezigheid van publiek groen. Dit valt wellicht te verklaren omdat de lokale overheid geen uitgebreid systeem heeft om deze publieke ruimtes te onderhouden, zoals in Nederland wel het geval is. Dit viel op in Tana tijdens onze studiereis: slechts enkele centrale plantsoenen waren goed onderhouden, en niet zelden omheind tegen vernieling. Verder werden de spaarzame publieke ruimtes gekenmerkt door braakliggende grond en op sommige locaties ook door informele bebouwing (sloppen). Volgens Fournet-GuĂŠrin (2007) worden bomen die toch geplant worden ook vaak omgehakt om te dienen als houtskool voor de fornuizen. Daar staat tegenover dat

Kosten Blokkeert niet het uitzicht Ruimte voor groen in de wijk

+


op het platteland openbaar groen alom tegenwoordig was, mensen lijken hiervan te genieten en er waarde aan te hechten. Groen kan een sterke stimulans zijn om buiten de eigen privĂŠsfeer te komen, het geeft aanleiding tot veel verschillende vormen van tijdsbesteding: kinderen kunnen er spelen, volwassenen kunnen op een bankje praten of kaarten, ouderen kunnen er tot rust komen. Daardoor is groen bij uitstek een plek voor ontmoeting, en kan het een sterke stimulans zijn om de verschillende bewoners van de wijk een alternatief te geven voor de sterke privĂŠsfeer waartoe men geneigd is en daarmee de sociale cohesie in de wijk te bevorderen. Omdat een perfect stedenbouwkundig ontwerp echter geen specifiek doel is van deze ontwerpstudie, willen we echter niet eindeloos bezig zijn met het zoeken naar de perfecte inpassing van groen in de wijk. Daarnaast is het grootste deel van de wijk al ingevuld, dus kunnen we helaas nog maar kleine aanpassingen doen aan de publieke ruimte. Onderzoek In figuur is een schets te zien hoe wij denken openbaar groen in de wijk te integreren. Door vanaf de bibliotheek de twee voetpaden door te trekken naar beneden, tot waar de rijstvelden beginnen, wordt het groen als het ware de wijk ingetrokken. Er ontstaat een sterk verband door middel van zichtlijnen, waardoor vanuit de bibliotheek regelrecht uitzicht is over de groene dalen. Dit haalt een sterk punt van de locatie naar het hart van de wijk. Verder zouden wij de zone onderaan deze voetpaden graag als openbare, groene zone willen zien. Door het voetpad hier een stuk breder te maken dan een voetpad normaal gesproken is, ontstaat een verblijfsgebied. Deze kan worden ingevuld met vandalisme-proof groen en bankjes. Zo kunnen er vijgenbomen worden toegepast, deze hebben vaak een heilige status waardoor ze niet worden omgehakt. Bankjes kunnen uit baksteen worden gemaakt, waardoor men ze niet zal gebruiken voor in de kachel.

Figuur 6.9. Voorstel voor meer groen in de vorm van publieke ruimte in de wijk. Rood zijn de zichlijnen vanaf de heuvel die zo ontstaan, geel de mogelijke nieuwe openbare ruimtes (Eigen ill.).

59


STEDENBOUWKUNDIG ONTWERP

Standaard bouwwijze Tana

Stroken. kavel niet geoptimaliseerd.

Eerste variantenonderzoek. In het onderzoek zijn de meeste criteria verklaard en in veel gevallen ook nader uitgezocht en gespecificeerd. In het blok hieronder is nogmaals een samenvatting van de eisen te zien op deze locatie. Ook is er een veld binnen de huidige locatie gekozen (A in Figuur 6.6) die nu verder zal worden uitgewerkt. Dit vanwege de korte tijd die ons is gegeven om deze opdracht af te ronden. Nu de criteria bekend zijn, is het tijd om deze op de locatie uit te testen. Allereerst zal dit gebeuren door te proberen te optimaliseren in dichtheid en klimaat. In de figuren hiernaast zijn deze studies te zien, waarbij steeds de dichtheid vermeldt wordt en de overige criteria gewaardeerd worden. Bij deze figuren staat ook een kleine beschrijving waarom dit ontwerp voldoet of niet. Hieruit komt Variant 4, Figuur 6.14 als beste naar voren. Er kleven echter nog enkele nadelen aan dit ontwerp. Deze zullen op de pagina;s hierna verder worden bekeken.

SAMENVAT TING RIA

CRI TE Dichtheid:30 u/ ha | GSI 0,2

•Dichtheid: 80 u\ha | GSI: 0,37 Typologie: rijtjeshuis Kavelgrootte: 110m2 •Klimaat Veel ramen op Noord- of Oostgevel. •Overige criteria Privacy, Sociale veiligheid en Auto. •Flexibiliteit Ontwerp moet rekening houden met uitbreiding naar zijkant •Groen & publieke ruimte Publiek groen voetpad bevordert so- ciale cohesie • Uitzicht. Uitzicht over dal geeft grote toe gevoegde waarde aan ontwerp.

60

Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

---+ + +

Ter vergelijking de huidige manier van bouwen: Dit is hoe o.a. Trano Mora ook is vormgegeven. Dat betekent dus vrijstaande huizen. Hier is duidelijk te zien dat dit stedenbouwkundig plan niet aan de belangrijkste criteria voldoet. Figuur 6.10. Indeling zoals Trano Mora (Eigen ill.)

Dichtheid:60 u/ha | GSI 0,28 Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

+/+ + + +

Hier is de kavelmaat die uit de bepaling van de kavel kwam (110m2) als kavels van 10x11 uitgezet op het veld. Dit geeft niet de eerder gewenste dichtheid. De huizen zijn zo geplaatst dat ze zon uit het noorden optimaal kan binnendringen, op het oosten zijn echter geen gevels. Figuur 6.11. Variant 1 (eigen ill.)


Stroken :Optimalisatie op klimaat (noord-zuid)

Dichtheid:70 u/ha | GSI 0,30 Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

-/+ + + + +

Hier is de vorige opzet gebruikt, maar dan aangepast zodat er ook een stuk oostgevel ontstaat bij elk huis, ten behoeve van zontoetreding uit het oosten. Helaas komt de flexibiliteit in het geding: na een uitbouw wordt automatisch een stuk oostgevel afgesloten. ook is deze oplossing veel duurder dan strokenbouw. Figuur 6.12. Variant 2 (Eigen ill.)

Bouwblok voor meer sociale veiligheid

Dichtheid: Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

Optimalisatie dichtheid

+ -/+ + --

Omdat in de vorige varianten sociale veiligheid minder goed scoorde, is er gekeken of een gesloten bouwblok beter werkt. Er ontstaat dan een binnentuin, waar moeilijk buitenstaanders bijkunnen. flexibiliteit en inspelen op het klimaat is door de blokvorm zeer lastig. Figuur 6.13. Variant 3 (Eigen ill.)

Dichtheid:80 u/ha | GSI:0,36 Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

+ +/+ + + +

Door twee verschillende kaveldieptes te kiezen die beter aansluiten op de afmetingen van het veld, is de dichtheid geoptimaliseerd. Bijkomend voordeel is dat door deze configuratie de aansluitingen vanaf de straat minder kosten (meer huizen per m1). . Figuur 6.14. Variant 4 (Eigen ill.)

61


Privacy - sociale veiligheid - uitzicht Als er naar het variantenonderzoek op de vorige pagina wordt gekeken, valt op dat bij de gekozen variant de privacy en het uitzicht vanuit de woning goed scoren, maar de sociale veiligheid minder. Deze drie factoren hangen met elkaar samen, omdat allen (deels) over zichtlijnen gaan. • Privacy is de beletting van zicht van vreemden van buiten naar binnen en in mindere mate de beletting van zicht van mensen op straat in de tuin. • Sociale veiligheid is zowel het zicht van de straat op de gevels van het huis, wat inbrekers afschrikt, alsmede het zicht van binnen richting de straat, wat mensen een veilig gevoel geeft als men op straat loopt. • Uitzicht is het zicht van binnen op de natuur, in dit geval de dalen en rijstvelden aan de zuidzijde van de woning. In Figuur 6.15 zijn deze drie criteria uitgebeeld. De huidige manier in Madagascar om over voldoende privacy te beschikken, is het plaatsen van een hoge muur om het erf. Dit is in Trano Mora ook voorzien. Op deze manier kunnen mensen die niets op het erf te zoeken hebben, hier simpelweg niet bijkomen. Dit zorgt naast privacy natuurlijk ook voor een (gevoel van) veiligheid. Deze manier van privacy is ook waar wij vanuit gingen in de oorspronkelijke plaatsing van het volume, zie Figuur 6.16 links. Tegelijkertijd werd er in het variantenonderzoek ook al aangegeven dat op deze wijze de sociale veiligheid onvoldoende is. Men is weliswaar afgesloten van de buitenwereld, maar tegelijkertijd is de buitenwereld ook afgesloten van sociale controle, voornamelijk ‘s avonds. Op deze manier ontstaan er straten met enkel 2 tot 4 meter hoge tuinmuren aan beide zijden. Dat is bijzonder goed te merken als men ‘s avonds door Antananarivo loopt: na ongeveer 7 uur ‘s avonds komt er niemand meer op straat, omdat men bang is voor ongure types, maar wij denken ook omdat er geen controle is vanuit omliggende huizen over de straten.

62

Daarnaast is het ontwerp met hoge muren iets typisch van de grote stad. Op het platteland worden er in het geheel geen muren om het erf gezet en lijkt iedereen juist gesteld op het samen leven. Aangezien wij een ontwerp maken voor de periferie, een plek die tussen stad en platteland in ligt, zullen we rekening houden met beide visies. We stellen dan ook voor de grote muur weg te laten aan de voorzijde, en in plaats daarvan de gevel beter te beveiligen tegen inbraak. Hierdoor ontstaat meer sociale controle en dus veiligheid en ietwat minder privacy. Daarmee denken wij dat het ontwerp beter aansluit bij een suburbane manier van wonen. Anderzijds is daar de bewering over de tuin. Vanuit het boek van Fournet-Guerin was er de bewering dat een Malagassiër niet bijzonder veel waarde hecht aan zijn tuin, terug te vinden in het hoofdstuk Eisen. Wij hebben dit anders gezien tijdens onze studiereis . Men hecht ook in de stad waarde aan zijn tuin, als deze groot genoeg is, en er voldoende privacy is om met de familie te kunnen genieten van buiten. In de huidige opzet is de tuin groot genoeg, maar Als de muur wordt weggehaald, is er in zijn geheel geen privacy meer in de tuin. Om dit te verbeteren, verplaatsen wij het volume naar voren. Hierdoor ontstaat er een grote privétuin zonder inkijk aan de zuidzijde, en een kleine publieke tuin met entree waar men wat bloemen kan planten aan de noordzijde. Omdat er ook door de grote tuin minder zicht vanaf de straat op de zuidgevel, is er besloten hier ook een hek bij de entree naar de zuidelijke tuin te plaatsen en de keerwand in totaal minimaal 2,5 meter hoog te maken. op deze manier ontstaat hier een privétuin waar weliswaar minder controle is maar die dan ook goed is afgesloten van de buitenwereld. De uitwerking van de twee vorige aanpassingen is te zien in Figuur 6.16 rechts. Door de laatste aanpassing komt de noordgevel echter wel zeer dicht bij de straat te liggen. Hierom zal hier de privacy in het geding komen. We zullen moeten kijken naar manieren

om deze gevel dicht voor inbraak en zicht van buiten te maken, ook bij de gevelopeningen. Een goede methode hiervoor is glazen bouwblokken.

Het stedenbouwkundig ontwerp zal nadat de architectonische en bouwtechnische studies afgerond opnieuw overwogen worden.

privacy

sociale veiligheid

uitzicht

Figuur 6.15. Privacy, sociale veiligheid en uitzicht. drie criteria voor een goed ontwerp (Eigen ill,)


publiek privé

privé

-2,5m

privé

-2,5m

dichte gevel

keerwand + hek Figuur 6.16. De oorspronkelijke plaatsing van het volume (Links) en de verbeterde variant (Rechts) (eigen ill.)

63


ARCHITECTONISCHE STUDIE INHOUD Functionaliteit • Plattegrond & Doorsnede Optimaliseren ontwerp Gezondheid • Houtskoolfornuis Kookgewoontes beter laten aansluiten op ontwerp • Klimaat Bepalen oriëntatie ruimten voor toe passen passief klimaatsysteem. Kosten • Verkleinen oppervlakte Bepalen inkomen doelgroep Maximale aanschafkosten Duurzaamheid •Flexibiliteit Woninguitbreiding in de toekomst Schetsontwerp Architectuur • Relatieschema • Oppervlakten van benodigde ruimten • Varianten studie Plattegrond/flexibiliteit bij uitbreiding Doorsneden/dakvorm • Herziening varianten onderzoek Variant A, variant B

P L AT TEGROND DOORSNEDE

EN

In de analyse van Trano Mora in het hoofdstuk randvoorwaarden, komt uitgebreid naar voren dat de ontwerpen niet altijd even functioneel ontwerpen lijken te zijn. Zo worden er geen meubels in de plattegrond geplaatst, waardoor er niet in de ontwerpfase wordt bekeken hoe de woning zou kunnen functioneren. Er worden veel muren en gebruikt, terwijl dit lang niet altijd nodig is, de vorm van sommige ruimte is zeer onpraktisch, er is geen ruimte voor de meterkast waardoor deze midden in de kamer hangt (Figuur 6.17), er is weinig opbergruimte.

64

Naar al deze zaken willen wij graag onderzoek doen.

HO UTSKO O LFO R N U IS Wat we reeds beschreven in de uitgangspunten, bleek ook daadwerkelijk een probleem in de net nieuwgebouwde Trano Mora woningen. Men kookt nogsteeds op houtskool, vaak ook nog op een klassieke Fatapera. Dit doet men traditioneel gezien buiten, vlak naast de deur. In het originele Trano Mora ontwerp is de buitendeur echter aan de andere zijde van de woning gelegen als de keuken, waardoor een zeer onpraktische situatie ontstaat: men zal heen weer moeten lopen met pannen, eten en water om van het aanrecht naar het houtskoolfornuis te gaan. Dit kan zeker veranderd worden, door de keuken naast een buitendeur te plaatsen.

KLI M A AT Aan de hand van een rapport van de universiteit va Antananarivo en La reunion, (Boyer et al., 2008) en richtlijnen uit het boek The Barefoot architect (Lengen, 2008), verder uitgelegd en uitgewerkt in het hoofdstuk Bouwtechniek, kan er een gerichtere keuze worden gemaakt voor een effectieve indeling ten opzichte van het klimaat. Voor ons is dit een leidend probleem, omdat mensen herhaaldelijk aangaven dat de winter in Tana koud kan zijn, vooral ’s nachts. Dit terwijl er geen verwarming in de huizen aanwezig is. De bovengenoemde stukken bevestigen dit en geven passieve klimaatoplossingen aan. Voor een optimale oriëntatie ten opzichte van het klimaat zijn aanbevelingen uit “The Barefoot Architect” aangehouden. Hierin wordt de woonkamer op het noorden geplaatst, en de slaapvertrekken op het oosten. Volgens Boyer et. al geldt bij beide gevels een optimale glasoppervlakt van 30% van de gevel. Op deze manier kan

het huis meteen opwarmen als de zon opkomt, op de plek waar het nodig is: de slaapkamers. De woonkamer wordt vervolgens de hele middag van warmte voorzien. De optimale verhouding voor de zuidkant is maximaal 10% glas en voor de westgevel max 20%. Zeker de zuidkant kan voor een snelle afkoeling zorgen als hier te veel glas in geplaatst wordt. Deze gevel leent zich hiervoor meer voor dienende ruimtes zoals natte cel en keuken. In figuur zijn deze aanbevelingen nogmaals te zien. Omdat er bij ons ontwerp wordt uitgegaan van geschakelde huizen, kunnen slechts de Noord- en Zuidgevel bijdragen aan de opwarming\afkoeling, wellicht kunnen we echter met slimme ontwerpoplossingen een deel van de Oostgevel gebruiken. Zie Figuur 6.18 voor een samenvatting van de eisen m.b.t. tot het klimaat.

K L E IN E R E O P P E R V L A K T E : Zoals reeds uit de uitgangspunten blijkt, zijn de aanschafkosten voor een sociale woning op dit moment een grote drempel voor de overgrote meerderheid van de Malagassiërs. Slechts 10 tot 15 procent van de inwoners van de stad kan deze woningen betalen, Er is dan volgens ons geen sprake van een sociale woning. Aan de andere kant is het onrealistisch om te stellen dat een sociale woning beschikbaar zou moeten zijn voor het grootste deel van de bevolking. Dat heeft drie redenen: • Vanaf een bepaalde inkomensklasse is het niet meer mogelijk een functionerende woning te ontwerpen. Nu al kost het “kostbare”ontwerp van Trano Mora omgerekend maar zo’n 5000 euro. De kosten verminderen kan maar tot een zeker minimumniveau. • Mensen vanaf een bepaalde inkomensklasse hebben vaak geen officiële vaste baan en geen spaargeld, twee eisen die nodig zijn voor de hypotheek en de aanschaf van de woning. Hierdoor komen zij niet in aanmerking

voor een koopwoning • Stadsinwoners vanaf een bepaalde inkomensklasse zijn afhankelijk van het compacte stedelijke weefsel en de informele economie van de binnenstad om in hun levensonderhoud te voorzien. Een huis in de periferie kost minstens twee uur reistijd en veel reiskosten per dag, waardoor een nieuw huis op deze locatie per saldo onvoordelig is voor deze inkomensklasse. Voor het verbeteren van de leefomstandigheden van deze groep is het daarom beter stedelijke interventies toe te passen in de volkswijken (ook wel slumgrading genoemd). Vanwege de hiervoor genoemde redenen, en door gesprekken gedurende onze studiereis hebben wij ons tot doel gesteld om de woning beschikbaar te maken voor 35 tot 40 procent van de stedelijke bevolking. Dit is zeer ambitieus. Om de kosten terug te dringen willen wij inzetten op twee punten: Het materiaalgebruik in de woning, welke in het hoofdstuk “Bouwtechnische studie” besproken zal worden, en het verkleinen van de oppervlakte\ inhoud van de woning, die hier verder uitgewerkt zal worden. Bepaling gezinsinkomen Om iets zinnigs te kunnen zeggen over de kosten, zullen we moeten kijken wat het minimuminkomen is in deze groep van 40%. Uit Figuur 6.19 , eerder al voorbijgekomen in het hoofdstuk Randvoorwaarden, blijkt dat het inkomen per hoofd ongeveer 143.000 Ariary per maand is. Als er vanuit wordt gegaan dat een huishouden ongeveer 1,5 kostwinner kent (Fournet-Guérin, 2007) dan komen we uit op een gezinsinkomen van 210.000 Ariary per maand. Met dit salaris kunnen we straks de maximum bouwkosten bepalen. Relatie salaris en woningprijs. Om uit te rekenen hoe duur een woning kan worden met een bepaald salaris, moet er eerst


30% glas

woonkamer N max 20% glas

W

30% glas E

ouderslaapkamer kinderslaapkamer

Z

badkamer keuken max 10% glas Figuur 6.17. Er is in Trano Mora geen rekening gehouden met de meterkast.(Eigen foto)

Figuur 6.18. De optimale oriĂŤntatie van de kamers en de bijbehorende hoeveelheden glas volgens Boyer et. al. (2008), (Eigen ill.)

Figuur 6.19. In deze tabel is de bevolking in 5 gelijke delen gedeeld met oplopende rijkdom, vervolgens is per groep berekend hoeveel zij gemiddeld verdienen aan de hand van hun aandeel in het BNP. Wij zullen ontwerpen voor de twee bovenste groepen (40%) (Eigen ill.)

65


gekeken worden hoe op dit moment de relatie tussen inkomen en prijs van de woning is gemaakt. Dit is te zien op Figuur 6.20 Hieruit blijkt dat bij de hoogste aflossingstermijn van 10 jaar een minimaal maandelijks inkomen vereist is van 386.000 Ariary. Hiervan gaat 30% per maand naar de woning. Ook wordt er gedurende de aflossingtermijn ruim 20% van het totale bedrag aan rente betaald. Tevens moet er een eenmalig bedrag van 3.000.000 worden aan het begin, 1/5 van de totale woningprijs. Samen met een subsidie van de gemeente van 1,5 miljoen is dit de kostenverdeling voor de woning die in totaal 18,5 miljoen aan omzet oplevert voor Sonapar. In Figuur 6.21 is deze kostenverdeling nog eens duidelijk samengevat. De prijs van woning Een inkomen van 210.000 is bijna de helft van het huidige minimale inkomen. Welke prijs mag de woning dan maximaal hebben? Dit is berekend in Figuur 6.22. om het eenvoudig te houden rekenen we verder met 10.000.000 Ariary als beschikbaar bouwbudget. Dat is dus twee-derde van de oorspronkelijke bouwprijs. in het hoofdstuk “Bouwtechnische studie” wordt precies bekeken hoeveel geld er kan worden bespaard op materialen. Omdat deze studie tegelijkertijd uitgevoerd wordt met de studie naar verkleining van de oppervlakte, zullen we een hypothese moeten stellen. We nemen bij deze aan dat er ongeveer 10% van de bouwkosten bespaard kan worden door andere materialen en techniek te implementeren. Dat is dus 1 miljoen Ariary. Dan blijft er nog circa 4.000.000 Ariary over die moet worden bespaard door het gebouw kleiner te maken dan de huidige ontwerpen. De oppervlakte

66

Figuur 6.20.

de Trano Mora woning die wij als referentie gebruiken heeft een netto vloeroppervlakte (NVO) van 54m2 en kost 15 miljoen Ariary. Dat komt neer op iets minder dan 280.000 Ariary/m2. Naarmate de woning minder groot wordt, worden de kosten per vierkante meter echter hoger (Francke, 2005), zie hiervoor ook de nederlandse situatie in Figuur 6.23 . In Madagscar wordt echter een groter deel van de bouwprijs bepaald door het bouwmateriaal, wat logischerwijs wel lineair afneemt bij verminderde oppervlakte. Hierom nemen wij aan dat de m2 prijs ongeveer 10 procent duurder zal zijn als we naar beneden zakken: 310.000 Ariary/m2. Met die prijs kunnen we ongeveer 35m2 NVO realiseren. Dat het moeilijk wordt om dit te realiseren hebben we proberen te laten zien in Figuur 6.25 Hierbij is, de inrichting van de Trano Mora huizen genomen als voorbeeld, het ruimtebeslag van een standaard interieur getekend. Dit komt neer op 47m2 gebruiksoppervlak. Aan het einde van dit hoofdstuk zal er desondanks een poging gedaan worden naar een kleiner ontwerp.

F L E X IB IL IT E IT In het hoofdstuk “Stedenbouwkundige studie” is al uitgelegd waarom flexibiliteit van de woning een belangrijk punt is in ons ontwerp. Gingen we er daar echter vanuit dat de startwoning ongeveer 45m2 zou meten, nu blijkt dat deze oppervlakte bij lange na niet gehaald kan worden. De noodzaak voor een woning die in de toekomst eenvoudig door de bewoners zelf kan worden uitgebreid wordt hierdoor alleen maar groter. Bij de stedenbouwkundige studie is ook al bepaald dat een mogelijke uitbreiding gerealiseerd zal moeten worden naar de buitenkant, omdat een extra verdieping veel meer kosten met zich meebrengt en het uitzicht\bezonning van omliggende woningen wegneemt. Dit komt overeen met veel andere programma’s voor incremental housing, zie o.a. Adebayo (2011). Binnen de reeds bepaalde typologie kan het echter wel lastig worden om uit te breiden. Veel van deze programma’s kiezen namelijk een vrijstaand huis om uit te breiden, zodat eenvoudig aan alle zijdes ramen kunnen worden geplaatst, en uitbreiding

Het afbetalingsschema van de huidige woningen. helemaal rechtsonderin is het minimum salaris te zien (Bron Sonapar, 2012)

dus eenvoudiger plaats vindt. In het ontwerp zullen we kijken of hier desondanks een oplossing voor gevonden kan worden. We zullen in het ontwerp uitgaan van twee stadia. Een basiswoning met sanitaire voorziening, keuken, woonkamer en ruimte voor vier slaaplaatsen; Daarna een uitbreiding waarbij er meer ruimte voor woonkamer ontstaat, en er ruimte is voor een extra kamer, die voor meerdere functies geschikt zou kunnen worden gemaakt: slaapkamer waardoor gezinsuitbreiding mogelijk is, werkplaats, kleine winkel, of afgezonderde kamer die verhuurd kan worden aan een onderhuurder, in Figuur 6.24 is de flexibiliteit nogmaals samengevat. De flexibiliteit van de binnenkant van de woning kan op twee manieren gegarandeerd worden: Als er gewerkt wordt met massieve wanden, dan zal gezorgd moeten worden dat deze bij een eventuele uitbreiding zo min mogelijk hoeven te worden aangepast. Een andere mogelijkheid is het gebruik van lichte scheidingsconstructies die eenvoudig weg te halen of te verplaatsen zijn bij verandering.


KOSTENVERDELING WONING 18,5 MILJOEN ARIARY

16%

Aanbetaling vanuit spaargeld, 3000000 8%

57%

Subsidie van overheid, 1500000 Rente door spreiding 10 jaar, 3500000

19%

Aflossingsbedrag 10500000

Figuur 6.21.

Verdeling kosten voor de huidige Trano Mora (Eigen ill.)

Inkomen per maand 30% inkomen is max. aflossing\m gedurende 9 jaar deze aflossing Minus 19% rente rentevrije aflossing eerste jaar 2 miljoen aanbetaling 1,5 miljoen subsidie overheid bouwkosten:

210.000 63000 6804000 5717647 6289412 8289412 9789412 9789412

Figuur 6.22.

Berekening bouwkosten om 40% van de inwoners van Madagascar te voorzien van huizen (Eigen ill.)

Figuur 6.25.

De afmetingen van de verschillende meubels/ruimtes in het oorspronkelijke Trano Mora huis (Eigen ill.).

FLEXIBILITEIT Figuur 6.23.

Hoe kleiner de woninginhoud, hoe hoger de kosten per kubieke meter (Bron: Francke, 2005)

35 m2

55 m2

keuken badkamer woonkamer ouderslaapkamer kinderslaapkamer

grote woonkamer slaapkamer of werkplaats of te verhuren kamer

Figuur 6.24.

$$$

Samenvatting hoe de woning flexibel (want uitbreidbaar) kan worden ingezet. (Eigen ill.)

67


ARCHITECTONISCH ONTWERP Samenvatting criteria Voordat het architectonisch ontwerp wordt uitgewerkt, willen we nog even kort de verschillende criteria samenvatten, waarmee in het architectonisch ontwerp rekening moet worden gehouden. Dit is gedaan door middel van figuur. Hierin is te zien dat er in eerste instantie een woning zal moeten worden ontworpen van +- 35 m2 GO, bestaande uit een woonkamer, 2 slaapkamers een keuken en een badkamer. Tevens is hierin te zien welke oriëntatie de ruimtes zullen moeten hebben voor een optimaal binnenklimaat. Daarnaast is te zien wat de optimale verbinding van de ruimtes met elkaar is en de relatie tussen binnen en buiten, waarbij het vooral belangrijk is dat er een goede verbinding ontstaat tussen de keuken en buiten, zodat men eenvoudig buiten kan koken. Daarnaast is er te zien hoe de woning zich in de loop der tijd zou kunnen uitbreiden naar een grotere woning. Consequenties inrichting kleine ruimte In figuur is reeds te zien hoeveel ruimte de klassieke inrichting van de eerste Trano Mora

innam. Dit komt neer op minimaal 47m2 gebruiksoppervlakte. Voor ons ontwerp is dit echter niet mogelijk, we zullen rekening moeten houden met een maximaal gebruiksoppervlak van 35m2. Om dit voor elkaar te krijgen, zullen er concessies moeten worden gedaan. In Nederland hebben wij natuurlijk bepaalde ideëen over wat minimaal vereist is voor een woning voor 4 personen. Met onze standaarden zou er echter juist meer ruimte vereist zijn dan bij Trano Mora het geval is. Om de vereiste functies in een zeer kleine plattegrond te krijgen, zal er dus moeten worden ingeleverd op bepaald comfort. In figuur is te zien dat het in principe mogelijk is om de verschillende functies: wonen, eten, koken, baden en slapen in 35 m2 te passen. Hierin zijn enkele concessies gedaan die ten koste gaan van het gebruiksgemak: Het tweepersoonsbed is tegen een kant van kamer de geschoven, waardoor er minder circulatieruimte benodigd is. De keuken is verkleind naar een minimale afmeting. Het bureau van de kinderslaapkamer, waar een stapelbed in staat, is gesitueerd in de kledingkast en de woonkamer is verkleind naar een minimale afmeting met twee tweepersoonsbanken en een klein dressoir voor de tv. Deze keuze, die het comfort niet ten goede

35m2

komt, is een logische consequentie van het afnemen van de oppervlakte. Verder is deze situatie niet blijvend, doordat de woning in de toekomst vergroot kan worden naar een comfortabelere ruimere woning. Eerste variantenstudie Met deze minimale maten zijn er vervolgens zes varianten bekeken om de woning in te richten, te zien in figuur. In deze varianten is de maximale gebruiksoppervlakte van 35 m2, de juiste oriëntatie van de verschillende ruimtes op het klimaat en de positionering van de keuken naast een buitendeur als leidend genomen. Hierdoor lijken de verschillende plattegronden behoorlijk op elkaar. Wel is wordt er duidelijk dat als alle kasten geplaatst worden die waren voorzien, er alsnog te weinig ruimte overblijft voor een geschikte woning, waardoor er geen eettafel meer geplaatst kan worden zonder dat deze de circulatieruimtes in de weg staat. Variant D is een variant waarbij dit wel gelukt is. Bij variant E en F wordt een andere weg gekozen. Hier wordt een opklapbed voorzien, zodat de ouder- slaapkamer, die waarschijnlijk minder gebruikt zal worden als de kinderkamer, dubbel gebruikt kan worden als eetkamer. Dit lijkt ons een in-

teressante oplossing: Overdag ontstaat er een grote leefruimte, waar zelfs nog ruimte overblijft waar de kinderen kunnen spelen, Maar ’s nachts ontstaan er toch twee slaapkamers waardoor er veel meer privacy is dan in het gemiddelde Malagassische huis. Daarnaast kan men bij deze opties in de ouderslaapkamer om het bed heen lopen, wat in alle andere varianten niet mogelijk is. Om een gerichtere keuze te kunnen maken hebben we besloten variant D, E en F verder uit te testen op flexibiliteit.

55m2 mogelijk 2e entree

kleine woonkamer

mogelijk 2e entree

grote woonkamer

ouderslaapkamer kinderslaapkamer

badkamer

keuken W

keuken

E

Figuur 6.26.

68

De samenvatting in beeld van het onderzoek naar de verschillende architectonische criteria (Eigen ill.)

N W

Z entree / meterkast

ouderslaapkamer kinderslaapkamer

badkamer

N

extra kamer

E Z

entree / meterkast


Figuur 6.27. Met een paar concessies zou het mogelijk moeten zijn om een woning voor 4 personen met een GO van 35 m2 te realiseren (Eigen ill.)

Variant A

Variant B

Variant C

Variant D

Variant E

Variant F

Figuur 6.28.

Het eerste variantenonderzoek. in de tekst is beschreven waarom Variant D, E en F verder bekeken worden (Eigen ill.)

69


Flexibiliteit In figuur is te zien hoe de drie varianten uit het vorige onderzoek kunnen worden uitgebreid. Alle drie de uitbreidingen zijn gepland aan de noordzijde, dit heeft twee belangrijke voordelen ten opzichte van een uitbreiding aan de Zuidzijde. • De warme Noordzijde wordt optimaal benut, de dienende ruimtes (badkamer, keuken) die weinig daglicht en warmte vereisen blijven op de Zuidzijde gesitueerd. • De woonkamer kan daadwerkelijk worden vergroot, zonder de natte cellen te verplaatsen of de woonkamer in twee delen te splitsen. De volgende criteria zullen worden bekeken: A. Functionaliteit: kan de woning in de toekomst met zo min mogelijk handelingen worden uitgebreid tot 55m2 GO met een grotere, efficiëntere woonkamer en een extra kamer die multifunctioneel kan worden ingezet? B. Daglicht: Hebben alle kamers na uitbreiding nog voldoende daglicht C. Kosten: Kunnen er met deze uitbreiding zoveel mogelijk wanden overeind blijven, waardoor de kosten voor uitbreiding laag kunnen blijven en het geheel duurzamer is? In figuur is dan te zien dat variant F hiervoor als beste naar voren komt. Door zijn bredere beukmaat is er in de toekomst een ruime woonkamer te plannen, en 3 kamers met in totaal plek voor 6 mensen, of 4 mensen en bijvoorbeeld een werkplaats. Tevens kan er in deze variant volstaan worden met het afbreken van een halve buitenmuur, wat onnodige sloopkosten minimaliseert. Een nadeel van alle drie de varianten is dat er na uitbreiding in de ouderkamer geen daglicht meer mogelijk is van de Noord- of Zuidgevel, terwijl de Oost- en Westgevel aansluiten op aangrenzende huizen. Om deze reden, en omdat er voor een ideaal binnenklimaat ook 30% glas gesitueerd is op de oostgevel, zal er verder gezocht worden naar mogelijkheden om ook de Oostgevel te voorzien van glas.

Functionaliteit Daglicht Kosten

Variant D

Figuur 6.29.

70

-

Functionaliteit Daglicht Kosten

Variant E

+

Functionaliteit Daglicht Kosten

Variant F

Het onderzoek naar flexibiliteit van de woning. Hieruit blijk dat Variant F aan de meeste criteria voldoet, maar dat ook hier de nieuwe kamer niet aan een gevel grenst. (Eigen ill.)

+ +


oost

A

DRSN A-A

noord

DRSN B-B Slaapkamers laag plafond Daglicht in middelste kamer Uitzicht vanuit middelste kamer Variant 1 Figuur 6.30.

+ -

Slaapkamers laag plafond Daglicht in middelste kamer Uitzicht vanuit middelste kamer

++ -

Variant 2

Slaapkamers laag plafond Daglicht in middelste kamer Uitzicht vanuit middelste kamer

++-

Variant 3

Van Variant F worden verschillende doorsnede bekeken om te kijken of deze voldoen aan de middelste kamer. Variant 2 voldoet het beste maar is ook niet ideaal. (Eigen ill.)

Doorsnede\Schakeling Voor de doorsnedes (Figuur 6.31)hebben wij enkele varianten opgesteld, te zien in Figuur 6.30. De eerste variant heeft hierbij een zadeldak, zoals de huidige Trano Mora. De andere twee varianten kiezen voor een lessenaarsdak, variant twee in Oost-Westelijke richting, variant 3 90 graden gedraaid. Het zadeldak is geen goede keuze, omdat deze bij uitbreiding belet dat er in de middelste kamer nog daglicht kan komen. De 3e variant is wat minder geschikt dan de 2e, omdat er geen glas op het oosten gerealiseerd kan worden. Dit terwijl dit belangrijk is voor een snelle opwarming van de

slaapkamers bij de eerste zonnestralen. Vandaar dat er uiteindelijk voor variant 2 wordt gekozen. Deze zorgt ervoor dat er bij uitbreiding 3 slaapkamers gerealiseerd kunnen worden die voorzien zijn van daglicht, en dat er een gevel op het Oosten ontstaat, die zorgt voor een snelle opwarming. Er is echter geen direct uitzicht mogelijk vanuit de middelste kamer die na uitbreiding van het huis ontstaat. Ook hebben de slaapkamers in de varianten met lessenaarsdak een veel hoger plafond nodig om zon te kunnen laten binnendringen, wat opwarming juist weer tegen gaat. Tussentijdse conclusie

In de afgelopen pagina’s is er lineair naar een ontwerp toegewerkt, maar enkele criteria kunnen niet behaald worden. Ontwerpen gebeurt echter niet lineair van A naar B, maar in een iteratief proces waarbij in een steeds kleinere wordende cirkel het gehele proces doorlopen moet worden. Zeker omdat variant 2 hierboven op sommige punten zal moeten inleveren voor het comfort, zullen we nu kijken welke aannames we moeten bijstellen en welke criteria kunnen leiden tot een andere, hopelijk betere variant.

B

A

A

DRSN A-A

B

Figuur 6.31.

De plek van de doorsnedes (Eigen ill.)

71

DRSN B-B


Nieuwe varianten Als er gekeken wordt naar de eerste, dan blijkt dat in alle varianten een aantal uitgangspunten hetzelfde zijn gekozen: • Kosten: De gebruiksoppervlakte is 35m2, kan in toekomst worden uitgebreid naar 55m2 • Klimaat: Woonkamer op het noorden, slaapkamers op het oosten, dienende ruimtes op het zuiden • Flexibiliteit: Uitbreiding in toekomst moet mogelijk zijn naar het noorden, de dienende ruimtes blijven hierbij hetzelfde en zoveel mogelijk muren ook. Vooral deze indeling ten opzicht van het klimaat brengt moeilijkheden met zich mee in de uitwerking. De slaapkamers worden in alle eerste varianten rigide geplaatst aan de oostkant, zodat de eerste zon hier kan binnenvallen. Alle huizen zijn echter Noord-Zuid georiënteerd, waardoor een oostgevel ontbreekt. Om dit te ondervangen moet vervolgens door middel van een speciale dakvorm (zie Figuur 6.30) toch de mogelijkheid worden geschapen om licht binnen te krijgen via de oostgevel, maar dit is verre van ideaal, zoals uit de beoordeling van de verschillende varianten blijkt.

De indeling van de kamers ten opzichte van het klimaat zal dus moeten worden aangepast aan een situatie waar slechts een Noord- en zuidgevel beschikbaar is. Heroverweging uitgangspunten Op zoek naar een ander klimaatsysteem, dat meer past bij de oriëntatie van de woning, komen wij eens te meer uit op het onderzoek van Boyer et al. (2008). Alhoewel zij in hun onderzoek ook uitgaan van een vrijstaande woning met vier gevels, bepleiten zij een andere oriëntatie van de kamers dan dan The barefoot architect (Lengen, 2008). Gesteund door berekeningen van klimaatsoftware, stellen zij dat de woonkamer het best op het zuiden gericht kan zijn, en de slaapkamers op het noorden, gecombineerd met een warmtebuffer. Omdat de gemiddelde temperatuur in de winter overdag 19 graden is, zal de woonkamer over het algemeen comfortabel zijn in de uren dat deze gebruikt wordt. Door de slaapkamers op het Noorden te plaatsen, worden deze gedurende de gehele dag opgewarmd. Doordat er een warmtebuffer (en isolatie) wordt toegepast, koelen de slaapkamers weinig af gedurende de nacht . De eerder genoemde percentages

35m2 ouderslaapkamer\ eethoek

keuken

kinderslaapkamer

kleine woonkamer

N

entree / meterkast

72

Conclusie Zoals blijkt uit Figuur 6.33, zijn er op een aantal punten verschillen tussen de twee varianten. Tegelijkertijd kan is er niet een variant die duidelijk beter is dan de andere. Hierom hebben kiezen wij ervoor deze varianten beide mee te toetsen aan bouwtechnische voorwaardes zoals het klimaat en de kosten van de constructies, en stedenbouwkundige voorwaardes zoals de dichtheid van de wijk die met deze plattegrond bereikt kan worden. Deze afweging wordt gemaakt in het laatste hoofdstuk Schetsontwerp. Nu eerst zal de bouwtechnische voorstudie uiteen worden gezet.

mogelijk 2e entree

Z

Figuur 6.32.

Beoordeling Door middel van de vorige aanpassingen aan de uitgangspunten zijn er een weer een flink aantal varianten getekend. Omwille van de duidelijkheid zullen wij er hier slechts twee behandelen, zie Figuur 6.33. Beide varianten gaan weer uit van een opklapbaar tweepersoonsbed in de beginsituatie. Variant A laat een plattegrond zien die het mogelijk maakt om in de toekomst 3 slaapkamers naast elkaar op het noorden te plaatsen. Dit heeft echter enkele grote nadelen: De keuken zal hoe dan

ook bij uitbreiding verplaatst moeten worden, en de afmetingen van het huis zijn onvoordeliger qua kosten omdat er veel kleinere woningscheidende wanden worden toegepast ( die goedkoop zijn omdat de kosten gedeeld worden door twee buren) en veel grotere gevels (die juist duur zijn). Hierdoor kunnen bij variant B niet alle kamers na uitbreiding op het noorden liggen. wel kan de keuken op zijn plek blijven, wat wel weer als nadeel heeft dat deze in vele uitbreidingsvarianten geen daglicht zal krijgen. (Zie hiervoor Figuur 6.34)

55m2 mogelijk 2e entree

badkamer

glas zijn hiervoor nog steeds essentieel. Ook de verantwoording waarom de woning naar het noorden uitgebreid zou moeten worden, is met deze andere variant minder relevant. Het is voornamelijk de woonkamer die uitgebreid wordt, en die bevindt zich nu aan de zuidkant van de woning. Een ander voordeel wat naar voren komt bij uitbreiden naar het zuiden, is dat de noordgevel die belangrijker is voor het binnenklimaat niet aangepast hoeft te worden, waardoor het binnenklimaat nu en in de toekomst beter gegarandeerd kan worden . De samenvatting van deze punten is te zien als relatieschema in Figuur 6.32

Het nieuwe relatieschema wat is opgesteld aan de hand van een ander klimaatmodel. (Eigen ill.)

ouderslaapkamer

kinderkamer

badkamer keuken

grote woonkamer

extra kamer

N

Z


Kosten Keuken blijft op zelfde plek Daglicht overal aanwezig Slaapkamers op het noorden Meerdere varianten uitbreiding Variant A

Figuur 6.33.

+/+ + +

Kosten Keuken blijft op zelfde plek Daglicht overal aanwezig Slaapkamers op het noorden Meerdere varianten uitbreiding

+ + +/+

Variant B

Twee varianten die beter aansluiten bij het voorgaande relatieschema. Variant B is beter in de 35m2 vorm Variant A juist in zijn uitgebreide vorm van 55m2 (Eigen ill.)

Figuur 6.34.

Verschillende uitbreidingen die mogelijk zijn in Variant A (Links) en Variant B (Rechts) (Eigen ill.)

73


BOUWTECHNISCHE STUDIE INHOUD

ingenomen.

Kosten • Analyse grootste kostenposten materi- aal en aandragen besparingen Lokale economie • Bouwmethodiek Heeft een andere bouwmethodiek voordelen? • Draagconstructie Andere opties voor de onderbouw Duurzaamheid • Dakconstructie Onderzoek of dakconstructie duurza- mer kan worden gemaakt. Gezondheid • Ontwerprichtlijnen Eisen voor oriëntatie, materialen en energie voor passief klimaatsysteem. • Isolatie Vloer, gevels en dak • Warmteopslag • Reguleren luchtvochtigheid Samenvatting

Het opvragen van de bouwkosten ging niet gemakkelijk. Van Sonapar kregen we te horen dat de kostentabellen nog niet compleet waren, en dat ze die pas later zouden kunnen opsturen. Dit terwijl al tientallen types Trano Mora zijn gebouwd. Er werd een beetje geheimzinnig gedaan over alles wat met financiën te maken heeft. Daarom hebben wij zelf het initiatief genomen om te achterhalen wat de materiaalkosten zijn. Van het Franse instituut “Institut Métier de la Ville” hebben wij een uitgewerkte offerte gekregen van een gebouw met vergelijkbare materiaaltoepassingen. Deze lijst was echter niet voldoende om zelf een complete offerte van Trano Mora op te stellen. Daarom hebben wij verschillende lokale bouwmarkten bezocht om hun catalogussen met prijslijsten op te vragen. Ook dit verliep niet zo soepel; veel bouwmarkten hadden simpelweg geen prijslijsten.

K OST EN Na onze eerste analyses van Madagascar, Antananarivo en de huidige sociale woningbouw werd duidelijk dat het uitgangspunt om de bouwkosten te verminderen erg belangrijk is. Tijdens onze studiereis werd dit belang nogmaals onderstreept. Niet alleen door Sonapar, maar ook door de ontoereikende middelen van de doelgroep. Dit werd duidelijk door de armoede die we ten alle tijden waar konden nemen. Tevens bevestigden de bestaande bewoners tijdens de enquêtes dat het niet makkelijk was om voor de nodige financiën te zorgen. Door middel van onze studiereis hebben wij de zwaartepunten van elk uitgangspunt kunnen bepalen. Het terugdringen van de kosten heeft een van de meest belangrijke plaatsen

74

Uiteindelijk zijn wij bij Sanifer terecht gekomen, op aanraden van de heer P. Mocueur, directeur van Batpro. Van Sanifer konden wij wel alle prijzen ontvangen. Deze bouwmarkt levert bouwmaterialen in verschillende kwaliteitsklassen, waar een medewerker ons de verschillen van heeft uitgelegd. Omdat wij de bestaande woningen hebben bezocht en onderzocht, hadden wij een goed beeld van de mogelijke bouwkosten. Het blijft toch bij een grove schatting. De organisatie is zo anders dan in Nederland, wat het veel lastiger maakt om juiste informatie te krijgen. Via deze verschillende prijslijsten en offertes hebben wij een kostenberekening opgezet van de oorspronkelijke Trano Mora die te zien is in de Bijlage. Het totaalbedrag voor de materialen bedraagt hier ongeveer 10,5 miljoen Ariary. Deze berekenig is gemaakt aan de hand van foto’s om de materialen te bepalen en een plattegrond om de afmetingen uit op

te maken. Ook is niet van alles de exacte prijs bekend. Vanzelfsprekend is er dus een grote onzekerheid of onze materiaal- en prijsaannames kloppen, maar het is de enige manier om er iets over te kunnen zeggen. Om een meer algemeen beeld te krijgen, hebben we gekozen om de woning per gebouwdeel te bekijken. In Figuur 6.35 zijn de percentages te zien die de verschillende gebouwdelen innemen in de totale bouwkosten. Conclusie. De drie grootste kostenposten zijn de gevelopeningen, het dak en de vloer, de constructie en de gevels. Deze kostenposten nemen volgens onze berekeningen meer dan de helft in van de totale materiaalkosten. Ook de daarop volgende drie onderdelen; constructie, gevel en badkamer; zullen wij tegen het licht houden. Gevelopeningen (21%) De gevelopeningen worden gedicht met geïmporteerde PVC kozijnen. In Madagascar zelf zijn geen fabrieken voor PVC kozijnen. Het opzetten van een kozijn fabriek zou voor de bouw van in totaal 10.000 woningen geen gek idee zijn. Hier is natuurlijk wel een grote investering voor nodig, maar zal op de lange termijn de ontwikkeling van het land bevorderen en de productkosten reduceren. Wijzelf kunnen hier voor ons project niet op inspelen omdat dit op de beleidsvoering ingaat. Wij raden bij deze Sonapar wel aan om een kozijn fabriek te creëren. Voor ons ontwerp zijn wij dus genoodzaakt om kozijnen te importeren, tenzij de kozijnen uit hout gemaakt worden. Wij zullen voor het schetsontwerp wel goed rekening houden met de plattegrond indeling die het aantal kozijnen kan verminderen. Aluminium is net iets goedkoper dan PVC. Als de ramen in de kozijnen niet open hoeven te kunnen, zullen de kosten voor de kozijnen dalen. Een variant voor de beglazing zijn glazen

bouwstenen. Deze hebben het voordeel lichtdoorlatend en niet heel duur te zijn. Op plaatsen waar lichtinval nodig is, zonder een raam open te hoeven doen, zijn glazen bouwstenen ideaal. De lateien en vensterbanken van beton zijn relatief prijzig, wegens de hoge kosten van cement. Een oplossing hiervoor zouden rollagen kunnen zijn, gemaakt van de lokale (goedkope) bakstenen. Een andere variant is een segmentboog van basaltblokken. Ook lateien uit hout zouden kunnen worden toegepast. De stalen roosters tegen inbraak nemen ook een redelijk groot bedrag in beslag. Aan de hand van onze enquêtes en waarnemingen kunnen wij concluderen dat de kwaliteit van deze roosters niet slechter mag worden. Om op dit onderdeel kosten te besparen zal dus het aantal moeten verminderen, of de esthetiek moeten veranderen. In plaats van een sierlijk rek zouden lossen staven goedkoper uit kunnen komen. Dak (17%) Het bedrag van de gecoate dakplaten beslaan het grootste deel van de dakkosten. Deze dakplaten worden door de lokale bevolking wel gewaardeerd; het geeft een blijk van welvaart en moderniteit. Vanwege de beperkte financiële middelen van de doelgroep moeten wij ons afvragen of deze esthetische waardering volledig opweegt tegen de kosten. Enkele varianten van materiaaltoepassing voor de dakbedekking zijn: • • • •

Houtplaten met bitumen Houten dakplaatjes, lokaal Bamboe golfplaat dakbedekking Een goedkopere versie op de dakpla- ten: minder dik en niet gecoat bijvoorbeeld.

De dakconstructie zou voordeliger kunnen zijn


Figuur 6.36.

Voorbeeld bouwstenen (Bron: www.google.nl/images)

Figuur 6.37. Voorbeel ill. rollaag (Bron: www.google.nl/images)

Figuur 6.38. images)

Voorbeeld bamboe dakbedekking (Bron: www.google.nl/

Figuur 6.39.

Voorbeeld bamboe spant (Bron: www.google.nl/images)

wanneer bamboe wordt toegepast. Hiervoor zouden spanten voor kunnen worden gemaakt. Dit scheelt ook op de milieubelasting omdat het op dit moment gebruikte hout erg milieuonvriendelijk blijkt. Naar schatting zou een bamboe dakconstructie met een bamboe dakbedekking de goedkoopst mogelijke optie zijn. Dit zou ongeveer 70% van de bestaande kosten voor het dak kunnen besparen. Vloer (15%) De bestaande vloer is opgebouwd uit bakstenen op een grindlaag met daarop een betonvloer gestort. Op deze betonvloer worden ook afdekvloeren gestort. De afwerking bestaat uit vloertegels. Deze vloerconstructie kunnen wij niet compleet veranderen, omdat de vloer een belangrijk taak vervult met betrekking tot het tegenhouden van intrekkend vocht uit de grond. Ook moet de vloer waterdicht en massief zijn, voor een goede warmte accumulatie capaciteit. Een variant op de bestaande vloer: Bakstenen op grindlaag, opgestort met beton. wellicht met leem in plaats van cement afgwerkt. De vloerafwerking neemt ongeveer 22% van de totale vloerkosten in beslag. Deze vloertegels zouden compleet weggelaten kunnen worden wanneer de betonnen vloer wordt behandeld (gevlinderd) en daarna geverfd. Figuur 6.35.

Grafiek percentages kostenposten (Eigen ill.)

75


(Verschillende decoraties –in Madagassische kleuren- zijn door ijzeroxiden te verkrijgen.) De drie grootste kostenposten zouden door de bovenstaande varianten kunnen worden gereduceerd. Ook zien wij dat het merendeel van de grootste kostenposten niet is te vervangen door een lokaal goedkoper materiaal. Toch willen wij in het SO een zekere reductie kunnen bewerkstellen. Daarom kijken wij net iets verder naar de drie daaropvolgende duurste onderdelen. Constructie (8%) De huidige draagconstructie bestaat uit betonnen poeren, kolommen, ringbalken en spanten. Eerder hebben wij aangekaart dat beton een relatief duur materiaal is en zeer milieu belastend. De materiaaltoepassingen die voor de varianten mogelijk zijn, moeten lokaal kunnen worden geproduceerd. Dat leidt tot de volgende mogelijkheden: • Bakstenen • Leem • Bamboe Door af te zien van skeletbouw, en meer stapelbouw te gebruiken, zouden de gevels als draagconstructie kunnen dienen zodat in ieder geval een van de twee kostenposten wegvalt. Bij de SO uitwerking van het uitgangspunt ‘lokale economie’ worden deze varianten schematisch uitgetekend. Gevels (7%) De gevelinvulling van bakstenen is thermisch voordelig, stimuleert de lokale economie, zou als dragend element kunnen gelden en is erg goedkoop. Daarom zijn de meeste woningen in Antananarivo uit bakstenen gebouwd. Dat maakt het vinden van een verbeterde variant erg lastig. Wat als realistische variant kan gelden is leembouw Dit wordt in Antananarivo niet toegepast omdat leembouw veelal door boeren op

76

het platteland wordt gebruikt, wat niet als modern wordt beschouwd. Toch is de esthetiek te beïnvloeden door toepassingsmanieren (stroleem, stampleem of adobe leemblokken) en afwerkingen. Of een leemvariant in de kosten kan besparen is wel duidelijk. Het vervaardigen van leemblokken kost ongeveer 1% van de energie om bakstenen te produceren. Badkamer (7%) De badkamer is opvallend prijzig door de toepassing van wandtegels, vloertegels en geïmporteerd sanitair. Een variant op de badkamer materialen geldt eigenlijk alleen voor de afwerking, sinds het sanitair al goedkoop is. (Voor het sanitair is alleen te overwegen of de wasbak niet weg kan worden gelaten, zodat de wasbak uit de keuken meerdere functies beslaat.) De varianten op de afwerking zijn: • Gipsplaten (waterbestendig) • Stuclaag (met kalk) • Geen tegel decoratie of toepassing van goedkopere wand/vloer tegels De meest goedkope variant zou bestaan uit standaard vloertegels en een stuclaag als wandafwerking. Door het analyseren van de gevelopeningen, het dak, de vloer, de constructie, gevels en badkamer hebben wij 75% van de totale bouwkosten bekeken. Op de totale materiaalkosten willen wij minimaal 10% kunnen besparen door de genoemde varianten. Voor een reductie op de totale bouwkosten is de hoeveelheid van toe te passen materialen natuurlijk erg bepalend. Oftewel, een kleinere inhoud van de woning zal een groot verschil kunnen maken. Dit is reeds uitgelegd bij architectuur. Update Omdat wij van Sonapar geen feedback krijgen over de juistheid van onze schatting over de materiaalkosten van Trano Mora, hebben wij zelf het initiatief genomen om aan andere Malagassische experts feedback te vragen. Wij

TRANO MORA BVO GO

60 m2 52 m2

gebouwdeel

Fundering Constructie Gevels Wonings. Wanden Gevelopeningen Vloer Binnenwanden Binnenwandafwerk Plafond Dak

materiaalkosten 652.880 1165680 1160700 0 2348000 1787325 471000 373000 960000 1664400

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

Keukeninrichting Badkamerinrichting Opstap entrée Afwerking Afvoervoorzieninge Electriciteit Divers

304200 715000 84000 55600 359700 125220 50000

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

Totalen: verhouding 70%-30% Materiaalkosten 12.276.705 Ar Arbeidskosten 5.261.445 Ar Totaal Figuur 6.40.

17.538.150 Ar De gereviseerde kostenlijst van Trano Mora. de gehele berekening is te zien in de bijlage (Eigen ill.)


hebben aan de architect van het Institut de Metiers de la Ville in Antananarivo, een contact die we hebben opgedaan tijdens onze studiereis, gevraagd of zij onze tabel konden bekijken. Uit de feedback blijkt dat onze schatting te laag was; de verbeterde versie kost 12,2 miljoen Ariary ten opzichte van de door ons geschatte 10,5 miljoen Ariary. (Materiaalkosten) Dit verschil van ongeveer 1,75 miljoen Ariary ligt grotendeels bij de kosten van cement/beton, die hoger liggen dan wij in eerste instantie dachten. Dit heeft tot gevolg dat de varianten op beton belangrijker worden, vooral voor de draagconstructie. Op een van de volgende paginå’s wordt dit dan ook verder uitgewerkt. Tegelijkertijd weten wij dat de totale bouwkosten ongeveer 15,5 miljoen Ariary zijn geweest voor Trano Mora. De gereviseerde prijslijst komt daar niet mee overeen. Helaas hebben wij onvoldoende informatie om hier nog verdere verbeteringen in aan te passen Om toch enige zekerheid te hebben van de grootste kostenposten, volgt hier een tabelvan de gereviseerde prijslijst waaruit blijkt dat de percentages van bouwonderdelen dichtbij onze eerste inschattingen liggen. Daarom kunnen wij wel met zekerheid stellen op welke bouwonderdelen het meest kan worden bespaart.

Figuur 6.41. Grafiek percentages kostenposten - revisie door architect IMV (Eigen ill.)

77


B OUWMETHODIEK De meest toegepaste bouwmethodiek bij vrijwel alle woningen in Antananarivo is een combinatie van stapelbouw en gietbouw (betonskelet), te vergelijken met de huizen van Trano Mora. De afwerking van de fundering en vloer worden grotendeels in het werk gestort, evenals de kolommen, ringbalken en lateien, wat zorgt voor de dragende functie. De gevels en het dak worden gestapeld met lokaal kleinschalig geproduceerde bakstenen, en heeft hiermee een scheidende functie, net als de binnenwanden. Van montagebouw of gietbouw met dragende schijven is geen sprake. Ook houtskeletbouw wordt slechts op zeer kleine schaal toegepast. Het lijkt ons logisch om de bouwmethodiek tegen het licht te houden, omdat het een belangrijk aandeel kan hebben in de kosten. Daarnaast is het van belang om rekening te houden met duurzaamheid en de stimulering van de lokale economie. Huidige bouwtechniek Zoals eerder vermeld worden er dus twee bouwmethodieken toegepast. Stapelbouw voor de gevelinvulling, gietbouw voor het skelet. Als we hiervan de eigenschappen bekijken komen we op de volgende conclusies Stapelbouw (bakstenen invulling): • Stimuleert de locale economie • Lage kosten • Uitvoering welbekend\ low-tech • Strak uiterlijk • Relatief duurzaam Gietbouw (betonnen draagconstructie) • Niet goed voor lokale economie (voornamelijk import) • Hoge kosten • Uitvoering bekend maar kwaliteit zeer verschillend • Niet mooi door slechte bekisting. moet daarom later nog worden afgestuct. • Lage bouwsnelheid • Niet duurzaam Hieruit blijkt duidelijk dat de stapelbouwme-

78

thodiek geschikt is voor de situatie, maar de gietbouw niet efficiënt is in Madagascar op deze manier. We zullen daarom kijken of montagebouw hiervoor beter werkt. Voordelen integratie montagebouw De voordelen van deze techniek zijn: • Een hogere bouwsnelheid. Er kan meteen doorgebouwd worden in plaats van het wachten op het drogen van betonnen onderdelen • Betere kwaliteit. Betonkwaliteit en sterkte is beter te controleren • Hogere esthetiek. Door betere bekisting worden pasklare onderdelen geleverd die niet meer hoeven te worden afgewerkt • Hogere duurzaamheid: Door seriematige productie kan verspilling van materialen voorkomen worden. • Stimulering lokale econoFiguur 6.42. Weergave bouwmethodiek - stapelbouw (Bron: Jellema 7, 2007) mie: Door grotere vraag zou een nieuwe prefabricatie-industrie • Kolommen kunnen worden opgestart. • Lateien • Vensterbanken Omdat wij zo weinig mogelijk beton willen gebruiken voor het ontwerp, mede vanwege de Nadelen integratie montagebouw lage duurzaamheid en hoge kosten, zullen wij Stel dat wij al deze elementen zouden laten zeker geen hele gevels van geprefabriceerde prefabriceren, dan wordt de montage het elementen laten realiseren. Het is wel een op- meest gecompliceerde onderdeel voor lokale tie om met kleine elementen te beginnen. De bouwvakkers. Hier ligt dan ook een groot risionderdelen waar we elementenbouw op kun- co, bijvoorbeeld dat de verbindingen niet monen toepassen zijn: mentvast zullen worden. Een ander risico ligt bij de veiligheid. Omdat geen gebruik wordt • Poeren gemaakt van zwaar materieel (hijskranen etc) • Ringbalken komt de gezondheid van de bouwvakkers in

gevaar. Het volledig implementeren van elementen is dus riskant. De belangrijkste reden hiervoor is: De lokale bouwvakkers hebben nog geen ervaring met deze technieken, waardoor een volledig andere aanpak zeer lastig wordt om te accepteren en te leren. Ook zullen de risico’s met betrekking tot de sterkte van de constructie groter worden, doordat eigenzinnige oplossingen in Antananarivo soms onontkoombaar zijn. Het is hierdoor geen goed idee te zijn om hetdraagskelet van geprefabriceerde betonelementen te maken.


Integratie andere bouwmethodiek Toch biedt deze methodiek voldoende voordelen voor de lokale bevolking, echter zal er klein moeten worden begonnen. Immers is een complete omslag in werkwijze nooit realistisch. Een mogelijkheid is om alleen de lateien en vensterbanken te laten prefabriceren, in eerste instantie op de bouwplaats zelf. Hierdoor zou het metselwerk voor de gevels geen vertraging oplopen, wat weer geld bespaart. Zo leren de lokale bouwvakkers een nieuwe methodiek kennen, en zal de bouwtijd omlaag gaan. Later zou dit gecombineerd kunnen met productie in een fabriek (die er wel zijn maar enkel standaardproducten aanbieden) waardoor de economie verder gestimuleerd wordt. Een tweede mogelijkheid is om een semigietbouw methode in te voeren. Dit zou zich kunnen uiten op de kolommen: holle cementblokken opstapelen waar de wapening wordt ingedaan en vervolgens wordt volgestort. Hierdoor kunnen zij inzien dat bekistingen maken niet noodzakelijk is. De holle cementblokken zouden ook op de bouwplaats zelf kunnen worden geprefabriceerd. Conclusie bouwmethodiek. Het integreren van kleine geprefabriceerde onderdelen heeft voldoende voordeel om te worden ingezet. Dit willen wij doen in de vorm van lateien en vensterbanken die geprefabriceerd. Dit zou een leerweg kunnen zijn naar het op grotere schaal toepassen van montagebouw, waar enkele voordelen hiervoor al zijn genoemd. Voor grotere constructieonderdelen lijkt het ons op dit moment teveel nadelen hebben om toe te passen. Er is wel een mogelijkheid aangegeven om kolommen netter te maken door middel van “verloren� bekisting. Daarnaast kunnen we ons afvragen of het betonskelet de beste keuze is. Het geeft vele nadelen, die slechts gedeeltelijk worden opgelost door middel van montagebouw. Daarom zal in dit hoofdstuk ook de draagconstructie worden heroverwogen.

Figuur 6.43.

Weergave bouwmethodiek: montagebouw (Bron: Jellema 7, 2007)

Figuur 6.44.

Weergave bouwmethodiek: gietbouw (Bron: Jellema 7, 2007)

79


DRAAGCONSTRUCTIE ONDERBOUW Op dit moment wordt de draagconstructie van kleine stadswoningen in vrijwel alle gevallen op min of meer dezelfde manier vormgegeven. Een in het werk gestort betonskelet zorgt voor sterkte en stijfheid. Een invulling van baksteen zorgt voor de scheiding en samen met momentvaste verbindingen in het beton voor stabiliteit, zie ook Figuur 6.45 Hieronder zullen we desondanks enkele reden opnoemen waarom we deze draagconstructie heroverwegen. Economie Door het bezoek aan de Kamer Van Koophandel in Antananarivo konden wij verschillende cijfers verkrijgen met betrekking tot de import/ export van bouwmaterialen. Hier zagen wij dat cement voor een groot deel wordt geïmporteerd. Hierdoor wordt veel geld naar het buitenland weggesluisd, hiermee is cement dus bepaald geen stimulans voor de economie, wat een uitgangspunt is in ons ontwerp. Wellicht zijn er andere materialen waarmee de binnenlandse economie meer gestimuleerd kan worden. Kosten Waarschijnlijk mede door de import, maar überhaupt een feit: de kosten van dit materiaal zijn erg hoog: Verwerkt tot beton ligt de prijs op 360.000 Ariary (128 Euro) per m3. Met meerdere kubieke meters die nodig zijn voor een klein huis is dit een substantiële factor voor de kosten van het huis. Duurzaamheid Tevens ligt de milieubelasting van cement erg hoog. De Development Action Group (2005) zegt hierover: “The materials that form the basis of construction have huge environmental effects – cement production is, after the burning of fossil fuels, the biggest anthropogenic contributor to greenhouse gas emissions, while steel is one of the most energy-intensive

80

materials. The manufacturing and use of both materials is also very water-intensive.” Om deze redenen onderzoeken wij de mogelijkheden voor een draagconstructie van een goedkoper en minder milieu belastend materiaal. Bepaling materiaal De bestaande hoofddraagconstructie bestaat uit poeren, funderingsbalken, kolommen en ringbalken. Dit gewapende betonskelet (waarschijnlijk momentvast) van kolommen en ringbalken is vrij prijzig, milieubelastend en maakt Madagascar afhankelijk van andere landen. Daarom kiezen we allereerst drie andere materiaalopties, uiteraard met milieuvriendelijke eigenschappen, stimulerend voor de lokale economie en een lagere prijs: • Lokale bakstenen • Leem (stampleem of adobe) • Bamboe Met elk van deze materialen wordt de meest logische variant getoetst, die altijd voldoet aan de stapelbouwmethodiek die eerder is gekozen, zie Figuur 6.47 t/m Figuur 6.49 . De criteria waaraan wij de draagconstructie toetsen zijn: • Economie: stimuleert het de economische vooruitgang? • Kosten: kunnen er kosten worden bespaard? • Duurzaamheid: Is de variant milieuvriendelijk (sustainable) en gaat het lang mee (durable) • Flexibiliteit: Geeft de oplossing aan de kant waar wordt uitgebreid de mogelijkheid om eenvoudig af te breken en het liefst te hergebruiken • Uitvoeringsgraad: Is de techniek reeds bekend in Madagascar of brengt het veel problemen met zich mee?

Conclusie onderbouw. Aangezien wij geschakelde woningen ontwerpen, Zijn er twee verschillende types onlsluitende wanden te onderscheiden: • De woningscheidende wanden, die geen openingen hebben, akoestisch moeten isoleren en in principe de gehele levensduur van het gebouw ongewijzigd blijven. • De gevels, die bij voorkeur thermisch isolerend zijn, gevelopeningen hebben, en waarvan er een wand (deels) in de toekomst afbreekbaar zal moeten zijn. Met deze informatie maken we de keuze tussen baksteen, leem en bamboe constructies. Deze hebben zeer verschillende eigenschappen, zoals uit de toetsing van de criteria blijkt. Variant valt meteen af: in de woningscheidende wanden heeft bamboe slechte geluidsisolerende eigenschappen door een lage massa. In de gevel onstaan er grote problemen omdat bamboe zeer slecht tegen vocht kan. Ook is het niet duidelijk of de kleine bakstenen kolommen de krachten aankunnen. Wij richten ons dus op de baksteen- en leembouwvarianten. Als naar deze varianten wordt gekeken, blijkt dat leem hoge akoestisch isolerende eigenschappen heeft. Daarnaast is het goedkoper dan baksteen. Hiermee lijkt dit materiaal beter voor woningscheidende wanden geschikt te zijn. Voor de gevels lijkt de bakstenen gevelinvulling echter beter te zijn., omdat deze flexibeler is bij uitbreiding. In het VO zal deze keuze verder uitgewerkt en heroverwogen worden. Verder weten we zeker dat leem in de juiste verhoudingen dragend kan zijn. Van de baksteen is dit nog niet duidelijk, dit zullen we nog proberen uit te zoeken in het VO om onze keuze definitief te maken.

Huidige bouwwijze Trano Mora

Figuur 6.45.

Schematischeweergavehuidigedraagconstructie(Eigenill.)

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

--+/++

Voordelen • Sterkte en stabiliteit gewaarborgd • Uitvoeringsmethode welbekend • Redelijke snelle opbouw Nadelen • Hoge kosten • Hoge milieubelasting • Uitbreidingsmogelijkheden beperkt (bij momentvaste verbindingen)

--> Voorlopige Keuze: Woningscheidende wanden uit leembouw (oost en west), gevel uit baksteen (noord en zuid gevel), zie Figuur 6.53 Figuur 6.46.

Constructie Trano Mora (Bron: Eric Selis, 2011)


Variant 1: Skelet. Kolommen van baksteen + opvulling van bamboe \ klei \ stro.

Variant 2: stapelbouw. Dragende gevels van baksteen.

Variant 3: Onderbouw; stapelbouw. Dragende gevels van leemblokken of stampleem

Figuur 6.47. Schematische weergave variant 1. (Eigen ill.)

Figuur 6.48.

Figuur 6.49.

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ + ++ -

Voordelen: • Flexibele uitbreidingsmogelijkheden • Lage kosten Nadelen: • Uitvoeringsgraad (verbindingen +methode onbekend) • Bamboe zeer vochtgevoelig. • Baksteen kolommen kunnen wellicht krachten niet opnemen

Schematische weergave variant 2. (Eigen ill.)

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ + +/+ ++

Schematische weergave variant 3. (Eigen ill.)

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ ++ ++ +/-

Voordelen: • Kan als draagconstructie fungeren • Lage kosten • Beproefde techniek

Voordelen: • Hoge geluidwerende en vochtregulerende waarden • Zeer lage kosten • Redelijk beproefde techniek

Nadelen: • Akoestische eigenschappen bij dunne wand is minder goed • constructieve eigenschappen niet bekenda

Nadelen: • Stampleem zeer arbeidsintensief • Moet beschermd worden tegen vocht.

woningscheidende wanden uit leem (adobe of stampleem) gevels uit baksteen (zelfde als trano mora)

Figuur 6.51. Hetzelfde principe: houten skelet met stroleemvulling, (Bron: http://www.stroh1.at/s2.jpg)

Figuur 6.50.

Oude woningen in Tana werden voor een groot deel uit baksteen gemaakt. (Eigen foto)

Figuur 6.52.

In Madagascar wordt sinds lange tijd met leem gebouwd. Hier stamplemen huizen(Bron: http://members.virtualtourist.com/m/tt/8b4e7/)

Figuur 6.53.

de keuze voor de draagconstructie (Eigen ill.)

81


DAKCONSTRUCTIE Probleem Hout is op de meeste plekken in de wereld een van de meest duurzame materialen om mee te bouwen. Door FSC-keurmerken, snelgroeiend naaldhout en een hoogwaardige recyclingsindustrie die zelfs van het zaagsel nog functionele (bouw)producten weet te maken, is hout vrijwel altjid een goede keuze voor mens en milieu. In Madagascar ligt dit volgens ons echter anders. Hier zijn geen herplantingsprogramma’s, geen industrie die het hout tot de laatste snipper gebruikt en zeker geen FSC-keurmerk aanwezig. Daarnaast past men ook veelvuldig de “slash and burn” landbouwtechniek toe, waarbij stukken woud zonder omzien worden platgebrand ten behoeve landbouwgrond, en is men om te koken voornamelijk aangewezen op houtskool. De gevolgen hiervan zijn desastreus. Volgens Rozeboom (2000) is minstens 80% van het tropisch regenwoud wat ooit aanwezig was op Madagascar ten gevolge van houtkap veranderd in kale vlakte, toendra of met het geluk in landbouwgrond. De gevolgen hiervan zijn bekend: de unieke flora en fauna van Madagscar staat bijzonder onder druk en grote delen van het land zijn ten gevolge van erosie onbewoonbaar geworden. Op dit moment wordt de dakconstructie van Trano Mora, maar eigenlijk van elke woning, uit een houten constructie gemaakt. Door middel van dit variantenonderzoek willen we kijken of deze houtconstructie kan worden vervangen door een bamboeconstructie.en wat hiervoor de meest geschikte oplossing is./ Overspanning Voordat we deze varianten bekijken, zullen we hiervoor de overspanning bepalen van het dak, wat meteen zal bepalen welke wanden dragend worden. Een nadeel hiervan is dat dit tegelijkertijd met de studie naar geschikte plattegronden gebeurt, waardoor er weinig te zeggen is over de daadwerkelijke overspanning. Grofweg is er echter wel een conclusie

82

mogelijk Er zijn drie verschillende mogelijkheden: • Woningscheidende wanden dragend • Gevels dragend • Alle buitenwanden dragend Op dit moment lijkt het verreweg de meest logische keuze om de woningscheidende wanden dragend te maken. Dit heeft meerdere redenen: een van de gevels moet de mogelijkheid bieden om later (deels) verwijderd worden. waardoor hierop afdragen geen optie is. Daarnaast is er een voorlopige keuze gemaakt voor bakstenen gevels, waarvan we niet weten of deze überhaupt krachten kunnen opnemen Onderzoek In Figuur 6.56 t\m Figuur 6.58 worden drie varianten met elkaar vergeleken. Allen opgelegd op de woningscheidende wanden vergelijken we gordingen, spanten en een vakwerligger uit bamboe met elkaar. Als criteria voor dit onderzoek worden dezelfde punten gebruikt als het onderzoek naar de onderliggende draagconstructie. een bijkomend punt is de mate waarin de overspanning gehaald kan worden De toepassingsmogelijkheden van bamboe zijn enorm divers. Om bamboe als gordingen te gebruiken dient er een kleine overspanning te zijn. Als de overspanninglengte meer dan 3 meter blijkt te zijn, komen spanten of vakwerkliggers in aanmerking. De overspanning zal ongetwijfeld meer dan 3 meter worden. Dit betekent dat variant 4 afvalt. De keuze valt dan op spanten, omdat bij vakwerkliggers de relatieve onbekendheid met de uitvoering en sterkte ervan problemen kan uitvoeren in het technisch minder ontwikkelde Madagscar. Met spanten is reeds veel ervaring opgedaan (zie o.a. (Janssen & INBAR, 2000) --> Keuze: dakconstructie uit bamboe spanten op lemen woningscheidende wanden. zie figuur &

Figuur 6.54.

Figuur 6.55.

Voorbeeld bamboe spant (Bron: http://projectsomos.org)

De constructie: Rood zijn dragende lemen woningscheiden wanden, daarboven op de bamboe spanten (eigen ill.)


Variant 1. Gordingen van bamboe. (ruw dan wel gelamineerd)

Variant 2: Spanten van bamboe.

Figuur 6.57. Gordingen van bamboei (eigen ill.)

Figuur 6.58.

Voordelen:

Voordelen • Grote overspanning mogelijk • Verschillende dakvormen mogelijk • Lage kosten • Veel literatuur over geschreven

Voordelen: • Grote overspanning mogelijk • Lage kosten

Nadelen: • Techniek onbekend in Madagascar

Nadelen: • Weinig dakvorm variaties mogelijk • Techniek onbekend en weinig literatuur over te vinden

• Lage kosten (ruwe bamboe) • Eenvoudige toepasbaarheid Nadelen: • Kleine overspanning mogelijk • Hoge kosten (gelamineerd)

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Overspanning Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ ++\-+ -+ +

Variant 3. Vakwerkliggers van bamboe.

Figuur 6.56. vakwerkligger van bamboe. (Eigen ill.)

Spanten van bamboe (Eigen ill.)

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Overspanning Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ + + ++ + +/-

Lokale economie Kosten Duurzaamheid Overspanning Flexibiliteit Uitvoeringsgraad

++ + + ++ + -

83


GEZONDHEID Het uitgangspunt gezondheid beslaat verschillende onderwerpen: - Binnenklimaat - Brandveiligheid - Rookafvoer - Geluid - Licht - Gebruiksveiligheid - Veiligheid tijdens uitvoering Voor het SO richten wij ons op het binnenklimaat en lichtinval, want hiervoor gelden de grootste bouwtechnische en architectonische problemen. Het doel van een goed binnenklimaat is een zo comfortabel mogelijke omgeving waarmee de gezondheid van de bewoners niet wordt geschaad. In de huidige bouwwijze van Trano Mora lijkt de gezondheid niet als uitgangspunt meegenomen; er zijn zover wij kunnen ontdekken dan ook geen keuzes gemaakt met betrekking tot het binnenklimaat. Aan de hand van ter plaatste uitgevoerde enquêtes, zie de bijlage, kwamen wij al achter een groot probleem: in de winter is de woning te koud, in de zomer is deze door de vele regen snel te vochtig. Dit probleem wordt ook bevestigd door Boyer et. al in hun onderzoek naar een klimaatbewuste woning voor Antananarivo (2010). De kwaliteit van het binnenklimaat hangt af van de klimaatomstandigheden. Een analyse over het bestaande klimaat is daarom noodzakelijk. Wij hebben een analyse uitgevoerd met behulp van het boek “The barefoot architect” van Johan van Lengen (2010), het dictaat “Structural design and engineering for the tropics” van de Technische Universiteit Eindhoven (2008), het boek “Climate responsive building” van Paul Gut (1993) en het eerder genoemde onderzoek van Boyer et. al. (2010). Deze analyse is te in zijn volledigheid te lezen in de bijlage. onze conclusie wordt hier door alle verschillende bronnen onderschreven, maar ook kunnen wij uit deze bronnen verschilende ontwerprichtlijnen destilleren die deze

84

problemen op kunnen lossen. Deze zijn allen gericht op een passief klimaatsysteem wat uitgebreid van de zon en wind gebruik maakt. Dat is logisch, omdat dit gratis en duurzaam is. We hebben dus geen moment overwogen een actief klimaatsysteem in te zetten. De ontwerprichtlijnen worden nu per onderdeel opgenoemd.: Oriëntatie • Bouw woningen dichtbij heuvels of op hoger gelegen terrein waar meer windcirculatie is. • Daklijn Oost-West geörienteerd. • Bouwen aan de noordzijde van helling aanbevolen. • Bouw woningen op plekken die zijn blootgesteld aan de zon. • Bouw direct op de grond vanwege de koele grond temperatuur. • Bouw ‘good-natured’ woningen, met middelmatige warmteopslag capaciteit. • Oriëntatie slaapkamers Oost of Noord (verschilt tussen verschillende bronnen) • Compacte binnenplaats/tuin Materialen: • Bouw dikke,massieve wanden die kunnen dienen als warmtebuffer • Leem heeft sterke vochtregulerende eigenschappen. • Gebruik materialen zoals stenen, adobe, bakstenen en blokken. als warmtebuffer • Gebruik middelgrote ramen • Installeer kleine ramen aan de zuidkant en grote ramen aan de noordkant • Beglazing: 30% voor noord en oost gevel. 10% zuid gevel en 20% west gevel. • Licht, geïsoleerd dak • Gebruik 15 cm stro als isolatie voor het dak en gevels Energie (zon, wind): • Zorg voor maximale zonnestraling opvang in de winter en verzorg schaduw in de zomer. • Zorg voor windbescherming in de winter en goede ventilatie in de zomer.

• Medium warmtebuffer en tijdsinterval is benodigd zodat de pieken in buitentemperatuur worden opgevangen • Thermische isolatie is benodigd. • Ventilatie moet controleerbaar zijn. • Bescherm de woning tegen wind met vegetatie en aarde bermen. • Bescherming nodig voor afvoer zware regenval. Door deze ontwerprichtlijnen kunnen wij precies zien welke maatregelen gewenst zijn voor een zo gezond mogelijk binnenklimaat. kortgezegd: Oplossingen voor temperatuur • Oriëntatie ruimtes • Warmteopslag • Isolatie Oplossingen voor het reguleren van een te hoge luchtvochtigheid: • Materiaalkeuze gevels • Ventilatie Deze punten zullen stuk voor stuk verder worden uitgewerkt

IS O L AT IE Vloer De vloer zal uit bakstenen en beton worden uitgevoerd. De vloer zal s’ zomers het liefst direct op de grond steunen voor de koude uit de grond. In de winter is isolatie gewenst, aan de onderzijde van de vloer. Omdat het grootste probleem zich in de winter voordoet, zal de vloer moeten worden geïsoleerd. Dit heeft in de zomer weinig nadelige effecten. Bakstenen gevels De meest geschikte gevelisolatie is stro door zijn lage kosten en hoge beschikbaarheid (Boyer et. al, 2010). Hoe wij de gevels tot nu toe hebben bekeken, worden deze slechts uitgevoerd uit baksteen. Deze hebben een hoge massa, wat ten goede komt aan de luchtgeluidsisolatie- en warmteaccumulatiecapaci-

teit. Een dikkere wand volledig uit baksteen heeft dus ook positieve thermische en luchtgeluidisolerende eigenschappen. De noord gevel, die minder massa nodig heeft, zal geen isolatie nodig hebben. De massa van baksteen is van deze gevel voldoende voor thermische isolatie. De zuid gevel zal meer warmte vasthouden en heeft dus meer massa nodig. Om de warmte niet te laten ontsnappen zal hier wel isolatie toegepast moeten worden. Woningscheidende wanden Deze hoeven niet geïsoleerd te worden: net zoals in de Nederlandse praktijk kan er vanuit worden gegaan dat het belendende huis even warm is en er daarom miniem warmtetransport door de wand plaatsvindt. Gevelopeningen Via de ramen kan warmte nog sneller ontsnappen dan via de gevels. Daarom is het voordelig om ook deze gevelopeningen te isoleren. Omdat wij alleen in de winter, en dan vooral ’s nachts, geen warmteverlies willen hebben, zijn raamluiken een optie. Tevens zouden deze raamluiken een anti-inbraak functie kunnen hebben, die de relatief dure roosters kan vervangen. Het meest geschikte materiaal voor deze luiken is hout, vanwege zijn isoleren eigenschappen. Ook gordijnen kunnen positief bijdragen in de isolatie. Een andere positieve verandering kan het toepassen van glazen bouwblokken zijn, Deze hebben een vrijwel vacuum ruimte in het midden waardoor ze veel meer isolerend zijn dan het enkelglas wat nu wordt toegepast. Dak Het dak zal moeten worden geïsoleerd. In het SO moeten worden bepaald of de isolatie aan de binnenzijde van het dakpakket wordt aangebracht of dat een verlaagd plafond moet worden toegepast met isolatie. Bouwtechnisch gezien is het beter wanneer de isolatie boven een verlaagd plafond wordt aangebracht, omdat de warmte dan langer in de gebruiksruimte aanwezig blijft. Voor de dakisolatie blijft 15 cm stro de beste optie.


zich binnen de geïsoleerde schil begeven. • De vloer zal moeten worden geïsoleerd. • De noord gevel uit baksteen heeft geen isolatie nodig, terwijl de zuid gevel meer warmte moet opslaan zodat hier wel isolatie gewenst is. • Het dak zal moeten worden geïsoleerd. De gevelopeningen zullen moeten worden geïsoleerd.

WA R MT EOPSLAG Warmte accumulatie blijkt een belangrijk onderwerp. Vanwege de kosten zijn passieve opwarmingsmethoden de meest geschikte,. verwarmingsinstallaties zijn absoluut geen optie. Om een thermisch comfortabel binnenklimaat te verkrijgen zijn verschillende passieve opwarmingsmethoden beschikbaar. Deze zijn gebaseerd op drie hoofdprincipes: • directe opvang van zonnestraling • indirecte opvang van zonnestraling • Gekoppelde kas (serre). De door ons opgestelde varianten houden allen rekening met de volgende uitgangspunten.: • ‘s Nachts ‘s winters moet de warmte worden vrijgegeven • Tijdens perioden van sterke zonnestraling mag het binnen niet te warm worden. • De plaatsing van een warmtebuffer moet

Figuur 6.59 geeft het concept weer wat Socrates heeft opgesteld: de winterzon heeft directe doorgang via de ramen op een gevel met massa. Het licht wat hierop valt verspreidt zich diffuus en heeft door zijn lange golflengte geen kans meer om direct door het glas weer naar buiten te gaan. De warmtebuffer neemt dus straling op wat zich vertaald in warmte en geeft dat langzaam af zodat de woning opwarmt, ook tijdens de uren wanneer de zon geen directe straling meer uitoefent op de warmtebuffer. De volgende varianten zullen worden getoetst om te zien welke methode(n) voor ons ontwerp het best is. De verschillende passieve warmtebufferprincipes hebben allemaal bepaalde voordelen. Voor ons ontwerp zijn de kosten erg belangrijk. Ook is onderhoud een belangrijk criterium, omdat de ervaring leert (zie o.a. Folkers, 2010) dat systemen die veel onderhoud behoeven niet lang in bedrijf zijn.. De systemen mogen in de zomer ook geen negatieve invloed hebben op het binnenklimaat. Daarnaast is duurzaamheid ook een criteria. Gezien de eeuwenoude principes van deze systemen zal hier weinig op worden afgerekend.

Variant 1. Directe warmte opslag door vloer, wanden en plafond. Zie Figuur 6.60 voor de schematische weergaven van de werking gedurende de dag en de nacht. Het principe van warmteopslag blijft hetzelfde: een element wordt overdag opgeward en houdt deze warmte vast door zijn massa, zodat dit ’s nachts af wordt gegeven wanneer de buitentemperatuur daalt. Opwarming van de woning gebeurt dus via straling uit deze wand. Kosten Effectiviteit Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid Variant 2. Indirecte trombewand

warmteopslag,

Figuur 6.62 Bij deze methode wordt een massieve (bakstenen) wand achter een beglaasd oppervlakte geplaatst. De zon valt door het glas op de wand, die de warmte doorgeeft aan de binnenruimten, via straling en convectie. Straling door middel van de warmte opslag van de massieve wand en convectie door middel van een ruimte tussen de beglazing en de wand. Hierdoor wordt een luchtstroom gecreëerd die warmte opneemt wat zich tussen de beglazing en de wand bevind. Een reflecterend en isolerend vlak aan de buitenzijde zorgt voor een extra hoeveelheid zonnestraling op de zonne wand. s’ Nachts zal dit luik dicht moeten om de warmte binnen te houden. Kosten Effectiviteit Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid

Figuur 6.59.

++ + ++ + ++

++ + + ++

Variant 3 Indirecte warmteopslag, metaalplaat Een variant hierop (Figuur 6.61) bestaat uit een donker metalen paneel dat warmte straling doorgeeft aan een geïsoleerde, lichte wand. Door de snelle warmteafgifte van deze lichte wand vind er geen langdurige warmte accumulatie plaats in de wand zelf, maar wordt warmte doorgegeven aan een losstaande massieve binnenwand die gedurende een lange periode warmte afgeeft Kosten Effectiviteit Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid Variant 4 terwand

-++ + ++ ++

Indirecte warmteopslag, Wa-

Hetzelfde principe geld voor een waterwand, Figuur 6.63. Hierbij zorgt het water voor een hogere warmteopslag en een snellere warmte afgifte. Deze snellere warmte afgifte is nadelig voor een langdurige warmte afgifte. Daarom zou ook hier een massieve binnenwand van baksteen kunnen dienen als extra warmtebuffer: door convectie zal de massieve binnenwand opwarmen en langdurig warmte kunnen afgeven. Gedurende de zomerperiode zullen de ventilatieroosters dicht moeten. De plaatsing zal bepalen of deze wand in de zomer geen nadelig, veel te heet binnenklimaat veroorzaakt.

Kosten Effectiviteit Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid

+ ++ ++ +/++

Schematische weergave concept Socrates (Bron: Climate responsive building)

85


Figuur 6.62.

Indirecte warmteopslag door toepassing zonnewand. Variant 2. (Bron: Climate responsive building)

Figuur 6.64.

Voorbeelddirectestralingsopvangdoorgevelopeningen.(Bron:

Figuur 6.65.

Voorbeeld zonnewand - trombewand. (Bron: www.

www.google.nl/images)

Figuur 6.63.

Indirecte warmteopslag door toepassing waterwand. Variant 2. (Bron:Climate responsive building)

Figuur 6.60.

Directe warmteopslag in vloer, wanden en plafond: Variant 1. (Bron: Climate responsive building)

Figuur 6.61. Indirecte warmteopslag door toepassing zonnewand - trombewand. Variant 2. (Bron: Climate responsive building)

86

Figuur 6.66.

Voorbeeld warmteserre. (Bron: www.google.nl/images)

googe.nl/images)


Voor ons ontwerp is dit de meest simpele en efficiënte toe te passen methode. Aandachtspunten toepassing: • Via noord gevel meeste directe zonnestraling op te vangen. • Plaatsing warmtebuffer (wand) zodanig dat de slaapkamers en woonkamer hier het meest van profiteren. • Gebruik betonvloer voor warmteopslag in vloer. • Plafond door lichte constructie niet veel te laten accumuleren. Wel kan het plafond als reflectieoppervlakte dienen die andere elementen opwarmt. Plafond moet dus een lichte kleur hebben.

Figuur 6.68. Barefoot Architect)

Broeikaseffect zonder extra buitenruimte. (Bron: The

nen dienen als warmte opslag materiaal en zorgen voor warmte afgifte door middel van convectie. De koude lucht stroomt via kanalen (in of onder de vloer) naar de warmtebuffer, warmt op en geeft de warmte af in de leefruimte, Kosten Figuur 6.67. Indirecte warmteopslag door toepassing kas. Variant 3. (Bron: Climate responsive building)

Effectiviteit

Kosten Variant 5 Gekoppelde kas Zie Figuur 6.67 Deze methode berust op dezelfde principes als directe opvang van zonnestraling en kan worden gecombineerd met een zonnewand. De beglaasde aanbouw zorgt voor het broeikas effect: zonnestraling wordt opgenomen in een aangrenzend element terwijl de diffuse straling geen kans heeft om weer ‘terug’ naar buiten te gaan. Een voordeel hiervan is de extra ruimte.

Effectiviteit Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid Variant 6 wand

-++ + -++

Gekoppelde kas - venster-

Deze methode kan ook worden toegepast zonder extra leefruimte te creëren. Deze variant bestaat uit stenen achter een beglazing aan de buitenzijde van de woning. Deze ste-

Onderhoud Werking zomer Duurzaamheid

-+ + +/++

De genoemde methoden voor passieve warmte accumulatie zijn allemaal gebaseerd op eenzelfde concept. De meest simpele variant, variant 1: directe stralingsopvang, staat aan de basis van het concept. Deze methode blijkt door een juiste oriëntatie van de woning, samen met een goede gevelindeling en binnenwandindeling al te bewerkstelligen. Economisch is dit dus de meest efficiënte methode. Immers hoeven wij voor variant 1 weinig innovatieve materiaaltoepassingen te gebruiken.

Naast deze directe manier van warmte opslag komt een andere methode ook in aanmerking voor ons ontwerp: zonnewanden. Deze zouden in de vorm van een waterwand of een trombewand kunnen worden uitgevoerd. Het grote voordeel van deze techniek is dat niet alleen via straling wordt verwarmd, maar ook via convectie door het opwarmen van lucht. Dit zorgt voor een luchtstroom die de binnentemperatuur verhoogd door de bestaande koude lucht op te warmen. Belangrijk bij deze methode is een lage ventilatiehoeveelheid, omdat de bestaande binnenlucht niet constant moet worden vernieuwd door koele buitenlucht. Zoals bij elke passieve bouwmethode is luchtdichtheid van de woning voordelig. Tijdens het VO zal door berekeningen blijken of deze indirecte warmte opslag echt nodig is, of dat een directe warmte opslag voldoende blijkt te zijn. Het binnenklimaat, met name warmte, zal namelijk niet alleen door warmtebuffers worden gereguleerd. In het VO zal meer worden ingegaan op het totaalplaatje van energieverbruik in de woning. Keuze: variant 1.Directe warmteopslag als warmtebuffer. Vloer, zuid gevel, woningscheidende wanden + binnenwanden voor warmte opslag.

87


R E G U L E R E LUCHT VOCHTIGHEI D .

N

Problemen die zich voordoen door een te hoge luchtvochtigheid kunnen de gezondheid schaden. Het zorgt voor een verhoogde kans op bronchitis, astma en allergie tegen huisstofmijt . Een te hoge luchtvochtigheid kan ook leiden tot schimmelvorming. Daarnaast kunnen materialen en inboedel worden aangetast. Zoals uit de klimaatanalyse blijkt, is de luchtvochtigheid op onze locatie erg hoog. De oorzaken van een te hoog vochtgehalte kan komen door lekkages of opstijgend vocht vanuit de fundering. Via wanden en spouwmuren trekt het vocht omhoog. Condensatie (vooral bij kozijnen) kan zorgen voor schimmelvorming of materiaalaantasting. Om te voorkomen dat vocht uit de grond in de woning trekt, moet de verbinding tussen de fundering en de gevels waterdicht zijn. Een simpele manier om hiervoor te zorgen is de fundering boven het maaiveld uit laten komen en de verbinding met cement te dichten. Een waterdichte laag zoals bitumen op de fundering is niet genoodzaakt, omdat de huidige bouwmethoden in Antananarivo dat niet doen en betrekkelijk weinig tot geen problemen ondervinden van optrekkend vocht. Dit komt door de samenstelling van de ondergrond: de aarde is vrij compact. Hoe zachter de aarde, hoe meer deze vocht kan opnemen.

Baksteen heeft het karakter om vocht op te nemen. Vochtdoorslag vind dan ook sneller plaats bij een dunne wand. Hoe meer massa, hoe minder snel vochtdoorslag plaats vind. Dit geldt voor onbeschermde bakstenen gevels. Wanneer aan de buitenzijde een vochtwerende laag wordt aangebracht, zoals een mix van cement, klei en kalk, wordt vochtdoorslag helemaal voorkomen. Ook een spouwmuur geeft hiervoor een uitkomst. In principe is het buiten spouwblad niet meer dan een beschermende schil tegen de weersomstandigheden. Een bakstenen gevel met een waterkerende laag of een spouwmuur zijn voor vochtregulatie de beste toepassing voor de vochtregulatie van een bakstenen gevel. Leem is hygroscopisch. Dit wil zeggen dat leem vocht opneemt wanneer de relatieve vochtigheid (RV) hoog is, en deze afgeven wanneer de RV daalt. Leem is in vergelijking met baksteen een veel beter materiaal als het gaat om het binnenklimaat. Het meest gezonde RV percentage in een woning is 50%. Metingen van Ecomat, een kenniscentrum op het gebied van ecologische bouwmaterialen, hebben uitgewezen dat bij gebouwen uit leem de RV precies rond dit percentage ligt. Bij gevels van leem is wel een waterwerende laag aan de buitenzijde vereist. Een onbeschermde leem-

gevel wordt zwaar aangetast door regen, tot 2 cm afslijting per jaar). Hiervoor is een waterkerende laag bestaande uit een kalk- of cementachtig materiaal genoodzaakt. Een laatste eenvoudige mogelijkheid om vocht te voorkomen in de woning is het toepassen van een relatief groot dakoverschot. Dit zorg ervoor dat regen minder snel op de gevel belandt. Keuze: Leem bezit meer geschikte eigenschappen voor vochtregulatie. Daarnaast zijn leemwanden dikker waardoor vochtdoorslag minder snel optreedt. een dakoverschot kan ook helpen. Ventilatie. Het ventileren van de woning is noodzakelijk voor een comfortabel binnenklimaat. Vanuit de ontwerprichtlijnen is duidelijk geworden dat de ventilatie regelbaar moet zijn. De luchtkwaliteit zal door het verlagen van een te hoge (80%) RV veel gezonder worden. In de winter zal een doorgaande ventilatie als minder prettig worden ervaren, omdat het opwarmen van de binnenlucht dan langer duurt. Voor de regulatie van een te hoge luchtvochtigheid is dan ook de eis om het gebouw in een korte tijd te kunnen ventileren, ook wel luchten genoemd. (+/-15 minuten)

Wat het hoge luchtvochtigheidgehalte veroorzaakt komt grotendeels door de lucht. De buitenlucht bezit een relatieve vochtigheid tussen de 70 en 80 procent. Door activiteiten zoals koken en douchen kan de relatieve vochtigheid binnen nog hoger uitkomen. Om dit te voorkomen bestaan verschillende mogelijkheden: een verstandige materiaalkeuze van de gevels en een goede ventilatie. Materiaalkeuze gevels. De gevels zullen in baksteen of leem worden uitgevoerd.

88

Figuur 6.69.

Omleiden van lucht aanvoer door middel van vegetatie. (Bron: Climate responsive building)

Dit kan worden bewerkstelligd door het openzetten van overstaande deuren en/of ramen. Behalve het luchten is doorgaande ventilatie ook benodigd, vooral tijdens de zomer, wat in Madagascar het regenseizoen is. Dit zal gebeuren door middel van natuurlijke ventilatie; mechanische ventilatie is geen optie vanwege de kosten die hiermee gemoeid zijn. De natuurlijke ventilatie kan op verschillende manieren worden be誰nvloed. Aanvoer verse lucht De windrichting in Antananrivo is hoofdzakelijk oostenwind, zie Figuur 6.70. Deze bepaalt de plaats van luchtaanvoer in de woning. Omdat de woningen niet allemaal een vrije gevel op het oosten hebben, zal de buitenlucht moeten worden omgeleid. Dit kan gebeuren door het toepassen van windschermen of vegetatie. Windschermen kunnen luchtdoorlatend zijn of volledig ondoorlatend. Een combinatie hiervan voor luchtdoorlatendheid in de winter en lucht ondoorlatendheid in de zomer, is door een vaste materie niet te verwezenlijken. Schuttingen zullen dus niet het hele jaar door voordelig zijn voor het omleiden van wind. Vegetatie is daarentegen veel voordeliger. Het concept om door vegetatie de aanvoer van wind te reguleren wordt in figuur Figuur 6.69 duidelijk:


Het soort vegetatie is hierbij van belang. Wanneer de wintermaanden te koud zijn voor loofbomen, verliezen deze hun bladeren. Dit zorgt voor een gemakkelijke doorgang van wind. Omdat in de winter geen hoog ventilatiedebiet is vereist wegens de koude van de lucht, zijn loofbomen uitstekend voor het doorlaten van de lucht in de winter. In de zomer zullen loofbomen hun bladeren behouden zodat dan wel een windscherm kan worden gecreëerd die de lucht omleid zodat de frisse luchtaanvoer haaks op de loefzijde van het gebouw staat. Hierbij moet worden opgelet dat de bomen niet in de weg staan voor lichtinval op de noord gevel. Een heg zou ook kunnen voldoen, afhankelijk van de afstand tussen de vegetatie en de woning. Plaatsing luchtaanvoer openingen De plaatsing van luchtaanvoer openingen, bijvoorbeeld roosters, bepalen hoe de aanwezige binnenlucht zal circuleren. In de zomer is koelte gewenst zodat de warme lucht, dichtbij het plafond, zo snel mogelijk moet worden afgevoerd. De openingen zullen zich dan ook hoog in de gevel moeten bevinden. Wanneer een verlaagd geïsoleerd plafond wordt toegepast, zal de ruimte hierboven in de zomer ook moeten worden geventileerd. In de winter is het binnenklimaat beter wanneer de warme lucht behouden blijft. Daarom zijn openingen onder in de gevel ook vereist. Een ander aspect van een comfortabel binnenklimaat door ventilatie is de windsnelheid op de huid: in de zomer is een verhoogde snelheid comfortabeler dan een lage snelheid. Het wordt als prettig ervaren om een koele luchtstroom te voelen wanneer het binnen erg warm is. Daarom kan een lage plaats van de openingen in de zomer ook voordelig zijn. Vooral s’ nachts in de slaapkamers, zodat op een laag niveau (bedhoogte) frisse lucht een comfortabele situatie realiseert. In de winter zal een lage ventilatiesnelheid comfortabeler aanvoelen. Alle openingen voor luchtaanvoer moeten reguleerbaar zijn.

De luchtafvoer zal alleen open of dicht moeten kunnen. Ten alle tijden moet in ons ontwerp de mogelijkheid zijn om door het gehele gebouw lucht te laten circuleren. Wanneer binnenwanden een doorgaande ventilatie blokkeren, moeten hier ook openingen in gemaakt worden. Afvoer keuken en badkamer De luchtafvoer in de keuken en badkamer zullen een apart systeem moeten hebben om geen vervuild luchtmengsel in de rest van de woning te creëren. Vooral bij het koken op houtskool is de gezondheid in gevaar wanneer de vervuilde lucht niet goed wordt afgevoerd. Conclusie • Omleiding van de wind kan de ventilatiehoeveelheid per seizoen begunstigen. Vegetatie is hiervoor optimaal. • Luchtcirculatie door openingen op verschillende hoogten. Aanvoer hoeveelheid reguleerbaar. • Badkamer en keuken aparte luchtafvoer.

Figuur 6.70.

S A M E N VAT T IN G • Kosten -Het meeste kan bespaard worden op dak, gevelopeningen, vloer, constructie en gevel -Deze besparing zou ongeveer 10% van de materiaalkosten kunnen inhouden. • Bouwmethodiek Het toepassen van enkel stapelbouw met enkele geprefabriceerde betonnen onderdelen heeft de voorkeur. • Constructie De twee woningscheidende wanden kunnen het beste uit leem worden gemaakt en zijn dragend. De andere twee wanden kunnen wellicht beter uit baksteen worden gemaakt (flexibiliteit) • Dakconstructie Een dakvorm met spanten gemaakt uit bamboe lijkt de beste oplossing • Klimaat Een passiefklimaatsysteem kan veel verbeteringen in het binnenklimaat bewerkstelligen. • Temperatuur -Er is vooral een probleem met koude tijdens winternachten. -Hiervoor kan een combinatie van juiste oriëntatie van de kamers, warmtebuffer en isolatie in worden gezet. • Ventilatie -Vegetatie kan worden ingezet om de overheersende oostenwind naar binnen te leiden. -Ventilatie is voornamelijk in de zomer belangrijk, ventilatie kan het beste plaatsvinden op verschillende hoogtes. -De badkamer en keuken worden liefst apart afgezogen.

De windrichting op Ivato International Airport, ongeveer 5 kilometer van onze locatie (Bron: http://fr.windfinder.com/windstats/windstatistic_antananarivo.htm)

89


SCHETSONTWERP INHOUD • Keuze indeling locatie De varianten die uit de architectuurstu die zijn gekomen zullen hier worden getest op de locatie. • Keuze Dakvorm Hier wordt onderzocht welke dakvorm het meest geschikt is. • Definitieve keuze variant A of B Aan de hand van de ontwerprichtlijnen uit stedenbouwkundige, architectonische en bouwtechnische studies zal er een definitieve keuze voor een plattegrond worden gemaakt. Tekeningen Het uiteindelijke schetsonwerp in tekeningen

K EUZE INDEL ING LO CA TIE Zoals uit de stedenbouwkundige studie bleek was een kavelindelin zoals hiernaast te zien het meest optimaal Door verschillende kaveldieptes en maten is hier optimaal gebruik gemaakt van het veld wat ons ter beschikking is gekomen. Hierbij werd reeds opgemerkt dat een optimale kavel smal en lang is in plaats van breed en kort. Dit omdat hierdoor de ratio straat\kavel lager is. Test varianten Nu zijn er twee architectonische varianten zijn getekend, genoemd in het hoofdstuk “Architectonische studie” in Figuur 6.33. Nu worden deze beide varianten getest op de locatie. Hierbij wordt vanzelfsprekend zoveel mogelijk gestreefd naar de hierboven genoemde dichtheid. Verder is er gekozen om één middenstraat in te voegen, waarmee in principe alle huizen te bereiken zijn. Dit scheelt geld voor de publieke werken en maakt dat de onderste rij huizen vrij uitzicht heeft over de rijstvelden. Deze middenstraat wordt uitgevoerd

90

als eenrichtingsverkeer met parkeervakken aan de zijkanten. In Figuur 6.71 is het resultaat te zien. Hieruit blijkt dat Variant B een hogere dichtheid heeft. Tegelijkertijd is er in variant A meer ruimte voor publiek groen en zijn er meer zichtlijnen naar het achtergelegen rijstveld. Door deze zichtlijnen wordt ook de sociale veiligheid gegarandeerd. Beide varianten voldoen echter niet aan de eis van 80 u/ ha. Ook kan er worden gesteld dat het weliswaar in dit stuk wijk van belang is om zo’n hoge dichtheid te creëren, zodat de dichtheid van de gehele wijk weer op minimaal 50 u/ ha uitkomt (zie de dichtsheidsberekening in het hoofdstuk Stedenbouwkundige studie). Maar over het algemeen kan er in een volledig nieuwe wijk voldaan worden met een minimum van 50 u/ ha (Direct Action Group, 2005). Dan zouden beide varianten voldoen. Verder blijft de privacy een probleem: De zuidgevels waar de woonkamers aan grenzen bieden bijzonder veel privacy door afstand vande straat en hoogteverschillen. De noordgevels, die vanwege het passieve klimaatsysteem voor 30% open moeten zijn, liggen echter slechts enkele meters van de straat. uiteindelijk is de conclu dat Variant B weliswaar een beter effect heeft op de wijk die op dit moment reeds ontwikkeld wordt om de dichtheid te verhogen, maar dat qua uitzicht en sociale veiligheid variant A beter voldoet.

-2,5m

-2,5m

dichte gevel

keerwand + hek


winterzon

Variant A Dichtheid:60 u/ha | GSI 0,28 Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

winterzon

winterzon

winterzon

Variant B

+ -/+ + + + ++

De dichtheid is bij deze variant minder door de bredere kavel. er is echter ook meer ruimte voor publiek groen, openbare ruimte en zichtlijnen.

Dichtheid:70 u/ha | GSI 0,32 Klimaat Privacy Sociale veiligheid Auto Flexibiliteit Uitzicht

+/+/-/+ + + +

Bij deze variant is het omgekeerd, alhoewel de gewenste dichtheid van 80 u/ha nogsteeds niet gehaald wordt. de vraag is of dit echt noodzakelijk is.

Figuur 6.71. De twee verschillende varianten getest op de stedenbouwkundige locatie (Eigen ill.)

91


DAKVORM De dakvorm is afhankelijk van het beschikbare constructie materiaal (bamboe), het soort spant en de daarbij horende maximale overspanning.Platte daken zijn niet geschikt vanwege de hoge kosten voor het voorkomen van water accumulatie. Ook is ventilatie van de lucht onder het dak benodigd. De volgende varianten geven een beeld op de volgens ons 5 meest geschikte dakvormen. Het dak zal door de woningscheidende wanden worden gedragen. Variant 4 en 5 vallen dus direct af. Deze hebben wij wel opgenomen om de voordelen van extra lichtinval mee te wegen. Toch blijft de overspanningrichting onvermijdelijk. Variant 1, 2 en 3 hebben allen eenzelfde hoeveelheid plus-, middelmatigeen minpunten. Om een keuze te maken tussen deze drie varianten volgt hier de volgorde van belangrijkheid van de criteria. Let op: deze zwaarte afweging van criteria geld alleen voor de dakvorm. Omdat de overgebleven varianten allemaal van de oost naar west gevel zijn opgelegd is deze niet meegenomen. 1. Kosten 2. Extra lichtinval mogelijk 3. Verbinding bij uitbreiding 4. Overstek 5. Hoogte kamers/woonkamer 6. Uitvoeringsgraad 7. Dakoppervlak haaks op de zon

92

Uit de vergelijking tussen de varianten en de zwaarte afweging van deze criteria blijken variant 2 en 3 het meest geschikt. De 2 onder 1 kap is financieel het meest voordelig. Helaas is hier alleen geen lichtinval mogelijk. Bouwtechnisch gezien is lichtinval op het oosten gunstig voor de koude winter ochtenden. Dit comfort kost geld. Omdat wij de koude winterochtenden ook op andere manieren comfortabeler kunnen maken kiezen wij voor het belangrijkste criterium de kosten. De meest voordelige optie heeft dus onze voorkeur: een zadeldak, 2 onder 1 kap.

Figuur 6.72.

Maquette van twee huizen met de gekozen variant en gekozen dakvorm (Eigen ill.)


Variant 1.

Figuur 6.73.

Figuur 6.75.

Zadeldak oost-west (eigen ill.)

Overspanning oost - west Extra lichtinval mogelijk Verbinding bij uitbreiding Dakoppervlakte haaks op zon Hoogte slaap- /woonkamer Kosten Uitvoeringsgraad Overstek

+ + +/+ +/+/+

Extra lichtinval mogelijk Verbinding bij uitbreiding Dakoppervlakte haaks op zon Hoogte slaap- /woonkamer Kosten Uitvoeringsgraad Overstek Variant 4.

Figuur 6.74. Lessenaarsdak oost-west (eigen ill.)

Figuur 6.76.

Overspanning oost - west Extra lichtinval mogelijk Verbinding bij uitbreiding Dakoppervlakte haaks op zon Hoogte slaap- /woonkamer Kosten Uitvoeringsgraad

+ + +/+/+/+/+ +/-

Zadeldak oost-west 2-onder-1-kap (eigen ill.)

Overspanning oost - west

Variant 2.

Overstek

Variant 5.

Variant 3.

Overspanning oost - west Extra lichtinval mogelijk Verbinding bij uitbreiding Dakoppervlakte haaks op zon Hoogte slaap- /woonkamer Kosten Uitvoeringsgraad Overstek

+ + + +/+/+

Lessenaarsdak noord-zuid (eigen ill.)

Overspanning oost - west Extra lichtinval mogelijk Verbinding bij uitbreiding Dakoppervlakte haaks op zon Hoogte slaap- /woonkamer Kosten Uitvoeringsgraad Overstek

+ +/+/+/+ + +/-

Figuur 6.77. Lessenaarsdak zuid-oost (eigen ill.)

+ + + + -

93


DEF INITIEVE KE UZE VA RI ANT Na de opzet van de twee verschillende plattegronden gaan wij nu kijken naar de meest efficiënte variant. Eerder bij architectuur is geconcludeerd dat variant B, vanwege de kosten, voordeliger is. Een heel groot verschil tussen de prestaties is niet aanwezig. Beiden hebben ze verschillende voordelen en nadelen. Omdat de criteria verder reiken dan alleen de architectuur hebben wij natuurlijk ook vanuit de stedenbouwkundige- en bouwtechnische criteria naar beiden varianten gekeken. In Figuur 6.78 staan de meest belangrijke criteria waar wij de varianten op toetsen. Bij een ‘+’ tegenover een ‘- ‘ bedoelen wij simpelweg de meest geschikte variant voor het desbetreffende onderwerp. Dit is dus een verschil met de manier van toetsing op criteria die wij voorheen hebben aangehouden: de mate waarin een criterium wordt afgewogen is vanaf nu meer zwart/wit bekeken. Op deze manier houden wij de keuze zo eenvoudig mogelijk. Kosten Bij de kosten zijn de 5 duurste onderdelen van de woning, berekend in het hoofdstuk Bouwtechnische studie, afgezet tegen de oppervlakte die zij beslaan bij de variant. • Vloer De oppervlakte en materiaaltoepassing van de vloer is gelijk bij beide varianten. De kosten zijn daarom bij zowel variant A als B gelijk. • Gevelopeningen De norm voor het percentage openingen in de gevels (Noord gevel 30%) heeft tot gevolg dat een grotere gevel, grotere openingen zal moeten hebben. Omdat variant A een grotere noordgevel heeft, is deze duurder dan variant B. • Draagconstructie onderbouw De draagconstructie van de onderbouw bestaat uit leem. Bij de vergelijking tussen de

94

hoeveelheid toe te passen leem blijkt dat variant A kleinere woningscheidende wanden heeft en daardoor goedkoper is dan variant B. • Gevels, noord en zuid Het verschil in de kosten van de onderbouw (woningscheidende wanden) is misleidend omdat de prijs van de gevels hier direct mee samenhangt. De noord en zuid gevels van variant A beslaan een groter oppervalk dan variant B, zodat variant B op dit gebied goedkoper is. De kosten van leem zijn lager dan baksteen. De woningscheidende wanden zijn dus goedkoper dan de gevels. Hoe langer deze woningscheidende wanden zijn, hoe minder noord en zuid gevel van baksteen hoeft worden gemaakt dus hoe goedkoper de woning wordt. De samenkomst van de kosten voor de onderbouw draagconstructie en de gevels geeft weer dat variant B op deze gebieden goedkoper is. • Draagconstructie bovenbouw De draagconstructie van de bovenbouw zal uit bamboe spanten worden gemaakt. Bij een grotere overspanning zullen sterkere spanten nodig zijn. Variant A heeft met een twee meter grotere overspanning dan variant B, een sterkere en daardoor meer kostbare constructie nodig. Architectuur • Indeling – keuken De keuken kan het best onderdeel uitmaken van een gecentreerde natte cel, wegens kostenbesparing op leidingwerk. Dat is het geval bij de uitbreidingen op beide varianten. Variant A heeft in zijn oorspronkelijke vorm geen mogelijkheid tot het centreren van de natte cellen. Bij de uitbreiding zal dus de keuken verplaatst moeten worden wat onnodige kosten met zich meebrengt. Variant B is op dit gebied dus voordeliger. • Uitbreidingsmogelijkheden De uitbreidingsmogelijkheden zorgen voor een belangrijke comfort klasse. Bij beide varianten zien wij eenzelfde hoeveelheid uit te breiden oppervlakte. De uitbreidingsmoge-

lijkheden van variant A zijn kwalitatief beter omdat deze de slaapkamers op het noorden kan houden, meer lichtinval en snellere ventilatie toestaat. Daarbij komen wel extra kosten ten opzichte van variant B, omdat de woningscheidende wanden kleiner zijn zodat de gevels duur worden. De keuken moet bij variant A wel verplaatst worden. Naar schatting denken wij dat het verschil van de kosten bij de uitbreiding voor beide varianten niet immens is. Daarom kiezen wij voor de meest kwalitatieve variant: A. • Daglicht Variant A heeft een grotere noordgevel zodat hier meer licht binnen zal komen. Omdat de woning bij variant A ook minder lang is in de noord – zuid richting, zal variant A het meeste daglicht in de woning hebben. Variant B zal bij de meest interessante uitbreidingen van de woningen geen daglicht in de keuken krijgen en de woonkamer is langer dan 5 meter met licht vanaf slechts de zuidgevel wat ook deze ruimte zeer donker maakt. Stedenbouw •Dichtheid De dichtheid is voor variant A lager dan variant B. Echter is het verschil niet groot. De doorslaggevende criteria zijn de inpassing van publiek groen in de wijk, de sociale veiligheid en de zichtlijnen voor de omgeving. De wijkindeling is beter bij variant A. Bouwtechniek • Slaapkamers op het noorden In de oorspronkelijke versie van 35 m2 zijn allebei de varianten gelijk: alle slaapkamers zijn op het noorden geplaatst, wat klimatologisch de beste oplossing is. Bij een mogelijke uitbreiding in de toekomst verandert dit echter.Variant A biedt kansen om 3 slaapkamers op het noorden te richten, Bij variant B lukt dit niet. • Directe lichtinval voor warmteopslag Omdat variant A grotere gevelopeningen op

het noorden heeft, is ’s winters meer licht op te vangen. De warmte die wordt opgeslagen wordt tevens beter gedistribueerd omdat de afstand tussen een mogelijke warmtebuffer en de zuidgevel bij de uitbreiding van variant A kleiner is. • Natuurlijke ventilatie Hoe breder de noord gevel en de daardoor smallere scheidingswanden, (dus hoe groter het oppervlakte is waar de natuurlijke luchtstroom tegen aan botst) hoe sneller de verse lucht de zuid gevel bereikt. Een bredere noord gevel zorgt voor een beter verdeelde luchtstroom, een kortere ventilatietijd en daarom meer verse lucht in de woning. •Reguleren luchtvochtigheid Het reguleren van de luchtvochtigheid gebeurt door een goede ventilatie en door de vochtregulerende eigenschappen van leem. Bij variant A zien wij dat een betere ventilatie kan worden bereikt, terwijl minder leemwanden zijn toegepast dan bij B. Het reguleren van vocht door een goede ventilatie heeft meer impact op het binnenklimaat dan het verschil die de leemwanden kunnen maken. Dit komt door de tijd die het kost om de RV te verlagen; bij ventilatie gaat dit sneller dan bij leem. Het toepassen van leemwanden verzorgt dus puur een lager ventilatiedebiet. Variant B is wat betreft de leemwanden voordeliger maar staat een minder goede ventilatie toe. In het geheel, wanneer wij de extra hoeveelheid leemwanden van variant B bekijken, is variant A efficiënter omdat een relatief kleine hoeveelheid extra leem van variant B niet opweegt tegen de goede ventilatie mogelijkheden van variant A. • Toepasbaarheid thermische isolatie Beide varianten hebben eenzelfde gevelinvulling richting het noorden en het zuiden. Ook het soort dak en vloer is gelijk. Vandaar dat geen verschil wordt gemaakt in de toepassing van isolatie.


Samenvatting • Kosten De kosten van variant A komen hoger uit dan variant B. Deze kosten bestaan uit de gevelopeningen, noord en zuid gevel en de bovenbouw draagconstructie. De draagconstructie zal een zeer klein verschil uitmaken omdat dit van bamboe wordt gemaakt, wat zeer goedkoop is. Wat het grootste verschil maakt zijn de raamkozijnen met beglazing en de (geïsoleerde) gevels. Naar schatting nemen deze extra kosten 10 tot 20% van de totale gevelkosten in beslag.

ting van A na uitbreiding is beter. wel kan er worden gesteld dat variant B in zijn oorspronkelijke vorm van 35m2 voor vrijwel alle criteria een plus zou hebben. Dit maakt deze variant optimaal voor een niet uitbreidbaar huis, Figuur 6.79 . Omdat een van onze uitgangspunten een flexibel huis is, en variant A hiervoor beter scoort, zullen wij het schetsontwerp opstellen met variant A en vanuit deze variant het ontwerpproces voortzetten. Zie voor deze conclusie Figuur 6.80

Figuur 6.79.

De plattegrond van variant B is ideaal voor een niet uitbreidbaar huis van 35 m2 GO voor 4 personen. Ook deze plattegrond kan dus van pas komen in Madagascar. (Eigen ill.)

• Architectuur Variant A blijkt hier de meeste positieve punten te hebben. De uitbreidingsmogelijkheden zijn voor variant A van een hogere kwaliteit dan variant B. Ook is de daglichttoetreding, zeer belangrijk voor de functionaliteit van de woning en de duurzaamheid in dagelijks gebruik, een positief punt van variant A. Het nadeel bij variant A is de verplaatsing van de keuken bij het uitbreiden. • Stedenbouw • Bouwtechniek Uit bouwtechnisch oogpunt is variant A de beste optie. Het binnenklimaat zal door de indeling, de mogelijke toepassing van een goede warmtebuffer en een goede ventilatie veel comfortabeler zijn. Conclusie Vanuit de architectuur en de bouwtechniek blijkt variant A de meest geschikte optie. Wat hier tegenover staat zijn de kosten: variant B is goedkoper. Ook de stedenbouwkundige inpassing wijst op variant B. Een schatting en kleine berekening leidt ons er echter toe dat de kosten niet bijzonder veel hoger zullen worden met variant A, slechts de gevels zullen een klein verschil maken in de bouwprijs. Hier staat tegenover dat de inpassing van een goed passief klimaatsysteem slechts bij variant A efficiënt kunnen worden uitgevoerd voor alle slaapkamers na uitbreiding. ook de inrich-

Figuur 6.80.

Variant A: deze plattegrond is veel beter na uitbreiding in klimatologisch en functioneel opzicht. Wij zullen hierom met deze variant verder ontwerpen. (Eigen ill.)

Figuur 6.78.

De varianten afgewogen tegen de criteria. Duidelijk is te zien dat variant A beter scoort.(Eigen ill.)

95


S CHETSONTWER P. Op de volgende pagina’s worden het schetsontwerp gepresenteerd. Mocht het nodig zijn, dan wordt er nog een kleine uitleg gegeven bij de gemaakte keuzes. Er moet natuurlijk niet vanuit worden gegaan dat alle keuzes perfect verantwoord kunnen worden, dit is slechts een fasedocument die richting geeft aan de vorm van het daadwerkelijke ontwerp. In het Voorlopig ontwerp zullen wij deze keuzes verder uitwerken en de problemen die spelen proberen op te lossen.

96

Figuur 6.81. Plattegrond 1:500 SB (eigen ill.)


winterzon

Figuur 6.82.

winterzon

Profiel 1:200 SB. Duidelijk te zien is hoe de winterzon nog naar binnen kan schijnen. Ook het uitzicht vanuit alle huizen en de beperkte privacy worden door deze tekening duidelijk (Eigen ill.)

Noord

Zuid Figuur 6.83.

De straataanzichten van de geschakelde woningen 1:200 SB. Hierin is ook de optimale dakvorm verwerkt zoals die is afgeleid in het hoofdstuk Bouwtechnische studie. (Eigen ill.)

97


+- 4500 +- 4500

35 m2 GO 35 m2 GO

+- 8500 +- 8500

Figuur 6.84. Plattegrond 1:50 woning in oorspronkelijke vorm. De keuken staat helaas los van de natte cel. Overdag kan het bed worden opgeklapt en een tafel tevoorschijn worden uitgeklapt,

waardoor er optimaal gebruikt wordt gemaakt van de weinige ruimte die beschikbaar is.

98


+- 7500 +- 8500

OPTIE A: extra slaapkamer

OPTIE B: verhuurbare kamer

OPTIE C: grote keuken, grote kamers

UITBREIDING IN TOEKOMST: 55 m2 GO Als men de woning wil uitbreiden, zal ieder dat doen naar zijn eigen wensen. Met deze opties willen we slechts aangeven dat er voor veel geschikte motieven een uitbreiding mogelijk is, bijvoorbeeld gezinsuitbreiding, welvaartsuitbreiding of verhuur van een apart bereikbare kamer. Figuur 6.85.

99


Figuur 6.86. Doorsnede. Hier zijn twee geschakelde huizen te zien, inclusief de dakvorm die door bouwtechniek als beste naar voren is gekomen. Verder is in het linker huis te zien dat het

bed is uitgeklapt terwijl in het rechterhuis juist de tafel in gebruik is.

100


Figuur 6.87. De indeling van de woning. Rechts in oorspronkelijke toestand, links in uitgebreide versie. (Eigen ill.)

101


PROGRAMMA VAN EISEN DOELGROEP

Inleiding Na de reeds opgestelde globale eisen zijn wij doorgegaan met het onderzoeken van de gewenste gebouwkenmerken. Deze komen deels voort uit de literatuur en onze bevindingen tijdens de studiereis. Zo hebben wij enquêtes gehouden met de bewoners van Trano Mora. De bewoners van Trano Mora behoren volgens onze berekeningen tot de rijkste 15-20% van het land. Dat komt dus niet geheel overeen met onze doelgroep, echter was dit het enige gedeelte van de doelgroep die voor onze vragen bereikbaar was, omdat dit het enige grootschalige woningbouwproject is in meer dan 20 jaar. Daarnaast hebben wij meerdere gesprekken gehad met de architect van Trano Mora, evenals locale professionals in de Madagassische bouwwereld en locale bewoners. Een van de dingen die ons opviel was dat de structuur die wij als westerlingen aanhouden om een ontwerp op te stellen totaal anders werkt. Zo was voor de bouw van Trano Mora geen programma van eisen opgesteld. Na de analyse zijn de uitgangspunten opgesteld, die als leidraad gelden voor ons ontwerp. De volgende eisen gelden als aanvulling op de uitgangspunten. Deze eisen zijn bedoeld voor een stedelijk gebied, niet per se voor onze locatie.

102

• De woning is bedoeld voor een familie van 2 ouders, niet ouder dan 35 jaar, en minimaal 1 kind, maximaal 2. • Het minimum inkomen voor de gehele familie is 210.000 Ariary per maand, dit komt overeen met het minimuminkomen voor 40% van de families in Madagascar. • De toekomstige bewoners dienen een legitiem werkcontract te hebben. • De aflossing van de kosten moet in maximaal 10 jaar gerealiseerd worden, waarbij Sonapar de leningen uitgeeft. • De bewoners van de wijk zijn gehecht aan privacy (een eigen tuin is gewenst). • Veel lichtinval is voor een Madagassiër geen vereiste. Privacy associeert men met kleine gevelopeningen. De woning dient voldoende lichtinval te moeten hebben zonder in te leveren op de privacy. • Uitzicht is gewenst, betrekken van omgeving in ontwerp. • De sociale cohesie en veiligheid zijn belangrijke onderdelen voor de gebruikers. • Aan onderhoud wordt zeer weinig gedaan in en rond Antananarivo. De woning dient dus onderhoudsarm te worden opgeleverd. • De woonkamer dient groot genoeg te zijn om met alle bewoners samen te komen. Deze ruimte neemt een belangrijke plaats in en is het liefst zo groot mogelijk.

FU NC TIONEEL ONTWER P

-

Gebouwfunctie(s) • De functie van een sociale woning betreft woningbouw. • De gebouwfuncties dienen aangevuld te kunnen worden door middel van een uitbreiding. Aanschafkosten

• De aanschafkosten van de woning zijn maximaal 10.000.000 Ariary. Grootte gebouwfunctie(s) • De kavelgrootte dient een oppervlak van 110 m2 te hebben. • Het gebruiksoppervlak dient maximaal 35m2 te zijn, na uitbreiding 55m2. Ruimtebehoefte – binnen Basisontwerp: • Vier slaapplekken benodigd: twee voor de ouders en twee voor de kinderen. Het opklapbare bed voor de ouders zal tevens als eethoek moeten fungeren. • Een woonkamer met zithoek. • Een eigen badkamer en toilet zijn genoodzaakt. (Een gemeenschappelijk badhuis zal niet worden geaccepteerd.) • Een keuken. Uitbreiding: • De uitbreiding moet plaats bieden aan een grotere woonkamer/keuken en 2 extra kamers. Daarvan moet 1 als ouderslaapkamer en de andere als slaapkamer/werkruimte/apart verhuurbare ruimte kunnen dienen. De uitbreiding moet uit 20 m2 GO bestaan. Ruimtebehoefte – buiten • De tuin aan de zuidzijde 55m2 bij basis ontwerp, maximaal 35m2 na uitbreiding. • Een veilige kookplaats moet in de tuin aanwezig zijn op een veranda van 4,5 m2. • Vegetatie moet aanwezig kunnen zijn. Relaties tussen ruimten • Vanuit de woonkamer moet directe toegang zijn tot alle ruimten. • De keuken moet met het oog op buiten koken dicht bij een buitendeur zitten. Groottes van ruimten


• Het opklap bed voor de ouders (+ eettafel) zal in de woonkamer worden geplaatst. GO: 18,0 m2. • De kinderslaapkamer moet voldoende ruimte bieden voor 2 matrassen en een kast. GO: 7,4 m2 • De keuken dient een open karakter te hebben en voldoende opbergruimte. GO: 4,5m2. • De badkamer dient voldoende ruimte voor sanitair te moeten hebben. GO: 4,0 m2. Inrichting De inrichting per ruimte: • Woonkamer: zitbank, twee fauteuils, salontafel, eettafel met 4 stoelen, tv, kast, tweepersoons bed met kast. • Kinderslaapkamer: twee bedden, een kast, een bureau. • Keuken: een aanrecht, opberg ruimte. • Badkamer: een wastafel, een douche, een toilet, opbergruimte.

FUNC TI ONEEL R UI M TEL IJKE ORDENI N G • De wijk moet economisch vatbaar worden. De dichtheid moet daarom tussen de 50 en 100 eenheden per hectare bedragen. • De een-laagse woningen dienen geschakeld te zijn, met een minimum van 4 eenheden per blok. • De uitbreiding dient in zuidelijke richting te worden gerealiseerd. • De voetpaden en wegen dienen van elkaar gescheiden te zijn. • Parkeerplaatsen dienen aanwezig te zijn; 1 per woning.

TE C H N ISCH Klimaat Ontwerpen met betrekking tot aan woningen gelegen aan zuidkant van heuvel (Passief klimaatsysteem toepassen)

• Woningen noord-zuid georiënteerd • Glasoppervlak gevels: noordzijde 30%, zuid zijde maximaal 10% • Slaapkamers op het noorden, woonkamer op het zuiden georiënteerd • Directe warmteopslag als warmtebuffer. Vloer, zuid gevel, woningscheidende wanden + binnenwanden voor warmte opslag. • Omleiding van de wind kan de ventilatiehoeveelheid per seizoen begunstigen. Vegetatie is hiervoor optimaal. • Luchtcirculatie door openingen op verschillende hoogten. Aanvoer hoeveelheid reguleerbaar. • Badkamer en keuken aparte luchtafvoer. • Luchtvochtigheid regulieren door middel van leemwanden.

• Omgevingsgeluid (mensen, verkeer etc.) moet worden geweerd. • Geluidsvermindering woningscheidende wanden ten minste 50d(B). Ventilatie • Een natuurlijke ventilatie zal in de gebruiksruimte aanwezig moeten zijn. • Het plenum zal moeten worden geventileerd. • Ook moet de mogelijkheid tot het luchten van de woning bestaan. • De ventilatiehoeveelheid moet overal regelbaar zijn.

Waterdichtheid – vocht • De woning dient volkomen waterdicht te zijn: optrekkend vocht uit de grond moet Onderhoud worden tegen gehouden en alle gevelope• Geen onderhoud voor afwerkingen benoningen mogen geen water doorlaten. digd. Buitenafwerking: cement. • De relatieve vochtigheid in de woning moet onder de 70% blijven. (Brand) Veiligheid • Inbraakbeveiliging dient aanwezig te zijn. Installaties De woning moet volledig afsluitbaar kun- • Klimaatinstallaties zijn geen vereiste. Wel nen zijn. moet de woning de mogelijkheid hebben • In de leefruimte dient de draagconstructie tot het aansluiten van elektrische apparabrandwerend te zijn. ten. • De kookplaats in de keuken moet uit brandwerende materialen worden opge- V O R M G E V IN G bouwd. Type woning Licht • Niet gedefinieerd. Vrijstaande woning • Inkijk van buitenaf moet geweerd worden. heeft de voorkeur maar concessies met geldbesparende oplossingen worden overThermisch comfort wogen door de doelgroep. • Het binnenklimaat dient ten alle tijden niet af te wijken van de gewenste binnentem- Bouwstijl peraturen. Dit betekent dat de tempera- • De bouwstijl mag niet veel verschillen met tuur van de woning in de winternachten de conventionele bouwstijlen. tussen de 14 en 21 graden Celsius moet zijn. Uitstraling • De uitstraling van de woning dient modern te zijn volgens Madagassische begrippen. Geluid en akoestiek

De woning moet een eigen, redelijk gesloten, karakter hebben. Dit is bepalend voor de binnen en buiten afwerkingen: Afwerkingen – buiten • Gevels: een solide uitstraling van het gebouw is gewenst; cementafwerking bij toepassing leemsteen/baksteen. • Kleur gevels: de afwerking van de woning moet overeen komen met traditionele Madagassische kleuren: rood/oranje/bruinachtig. • Gevelopeningen: de gevelopeningen moeten een veilige indruk wekken en daarom met anti-inbraak roosters worden ingevuld. • Dak: metaalachtige dakplaten zijn vereist voor een moderne uitstraling. Kleur: rood. Afwerkingen – binnen • Vloer: De betonvloer zal geverfd moeten worden in een niet al te donkere kleur. • Binnenwanden: De binnenwanden moeten uit een gepleisterde strakke afwerking bestaan met een lichte kleur. • Plafond: Het plafond zal een gepleisterde afwerking moeten hebben met een lichte kleur. Oplevering • Volledig afgewerkt, sleutelklaar.

103


104


In het schetsontwerp zijn de principes voor ons ontwerp veelal duidelijk geworden. Met deze principes kon voor een groot deel een PvE worden ingevuld. In dit hoofdstuk zullen we deze keuzes verder uitwerken. Ten eerste dient dit hoofdstuk om de gemaakte keuzes nogmaals te heroverwegen: kloppen de keuzes, kan het niet nog beter? Ten tweede zullen we door de principes van het schetsonwerp verder uit te werken, kijken of deze ook daadwerkelijk toepasbaar zijn. Daarmee wordt er voorkomen dat er aanbevelingen worden gedaan die niet realiseerbaar zijn. Dit hoofdstuk zal concluderen in een tekeningenset met de stedenbouwkundige en architectonische opzet, Daarnaast wordt er door middel van perspectieven een beeld gegeven van de uitwerking en komen er enkele details naar voren om oplossingen verder uit te werken.

7

VOORLOPIG ONTWERP

105


ONDERZOEK I NHOUD Architectuur • Optimaliseren plattegrond • Optimaliseren doorsnede • Aanzicht • Ruimtegebruik en zonering Bouwtechniek • Opbouw dragende wanden • Opbouw binnenwanden • Opbouw gevels • Keuze dakbeplating • Opbouw dakconstructie • Hemelwaterafvoer • Binnenklimaat • Dakoverstek • Evaluatie kosten

OPT IMALISEREN PLATTEGROND In het schetsontwerp is er een variantenonderzoek uitgevoerd waar een ondiepe maar brede woning uit is gekomen, zie o.a. Figuur 6.84) Deze variant is gekozen aan de hand van een breed scala van criteria, maar dat wil niet zeggen dat het aan elk criterium voldeed. Zo zijn de kosten van deze variant waarschijnlijk iets hoger dan die van de smalle diepe variant omdat het geveloppervlak hoger is en is het ontwerp stedenbouwkundig iets minder efficiënt. Toch is er voor deze variant gekozen, omdat deze klimatologisch gezien en qua indeling- en uitbreidingsmogelijkheden de beste opties biedt. Maar de plattegrond is nog niet optimaal. Kort gezegd zijn er de volgende problemen: • De keuken is niet bij de badkamer geplaatst waardoor er veel leidingwerk nodig is. • De keuken zal bij elke mogelijke uitbreiding van de woning moeten verplaatsen naar een andere plek, wat een dure en on-

106

praktische oplossing is. • Er zullen bij elke uitbreiding veel veranderingen nodig zijn in de originele plattegrond (o.a. muren wegbreken, deuren verplaatsen, nieuwe muren opzetten) die de kosten en de haalbaarheid verder onder druk zetten. Uitwerking Vanuit deze aanmerkingen is er geprobeerd de plattegrond verder aan te passen. In Figuur 7.2 zijn deze stappen te zien die uiteindelijk tot een nieuwe, L-vormige plattegrond hebben geleid.

van stap 4. Deze meet overigens nog steeds 35 m2. Uitbreiding Ook na uitbreiding blijkt de nieuwe plattegrond veel efficiënter te zijn, zie hiervoorFiguur 7.1. Duidelijk is dat het aantal wanden wat moet worden gesloopt danwel nieuw worden gebouwd substantieel is afgenomen. Ook de inrichting en daarmee de functionaliteit is omhoog gegaan met deze uitbreiding.

Bij stap 2 is te zien hoe de keuken verplaatst wordt richting badkamer. Hierdoor moet weliswaar na uitbreiding alsnog het keukenblok opnieuw worden opgebouwd, maar het leidingen verleggen kan achterwege blijven. De grootste kostenpost valt hiermee weg. Deze variant is echter niet optimaal omdat er veel ruimte onbenut blijft waar in het SO keukenblok stond, terwijl de zithoek eigenlijk te krap is en er ook geen plek meer is voor een dressoir. Daarnaast ligt de eethoek nu aan de andere zijde van de ruimte als de keuken, wat in het dagelijks gebruik onpraktisch is In stap 3 wordt er getracht dit op te lossen door de eethoek om te wisselen met de zithoek. Er is echter geen plek om op de plek van de eethoek ook een opklapbed toe te passen. Hierdoor zal het bed op een andere plek in de ruimte moeten komen wat dan weer circulatieruimte en woonoppervlak wegneemt. Wil men het bed en de tafel aan deze zijde van de woonkamer samen combineren dan zal deze zijde moeten worden uitgerekt. Omgekeerd geredeneerd kan het zitgedeelte waar de banken staan kleiner worden als er niet nog een bed achter hoeft. Doordat de helft minder diep kan worden en de andere zijde juist dieper transformeert de plattegrond van stap 3 uiteindelijk in de L-vormige plattegrond

Oude plattegrond SO Figuur 7.1.

nieuwe plattegrond VO

De oude en nieuwe plattegrond met een van de toekomstige mogelijke uitbreidingen. Hieruit wordt duidelijk dat de plattegronden efficiënter kunnen worden gemaakt terwijl er meer muren uit de oorspronkelijke woning behouden kunnen blijven. Blauw= behouden muren, rood = nieuwe muren. (Eigen ill.)


Het originele schetsontwerp. Keuken ver van ingang, niet bij natte cel dus een dure oplossing

Keuken verplaatst. eettafel ver weg van keuken, grote open ongebruike ruimte rechtsonder

Eettafel naast keuken maar bed onlogisch, te weinig circulatieruimte. Geen plek dressoir.

Nieuwe plattegrond maakt zeer efficiĂŤnt ruimtegebruik mogelijk naar bijna Nederlandse standaarden.

Figuur 7.2. De transformatie van de SO plattegrond naar een nieuwe L-vormige plattegrond in het voorlopig ontwerp (Eigen ill.)

107


O P T I M A L I S E R E N DOORSNEDE & DA KVO RM Er zijn drie redenen om de doorsnede nog een keer te bekijken. Ten eerste is de doorsnede uit het SO slechts een opeenstapeling van de conclusies van deelonderzoeken, in plaats van een integrale combinatie hiervan. Er is daarom niet gekeken hoe de verschillende onderdelen op elkaar in werken, en met sommige zaken lijkt dit ook tegenstrijdig. Ten tweede is er reeds aan het begin van het VO een nieuwe plattegrond ontstaan, met alle consequenties voor de doorsnede. Ten derde is er nog niet architectonisch naar de doorsnede gekeken. In het volgende stuk wordt daarom de doorsnede heroverwogen. In Figuur 7.3 is de originele langsdoorsnede uit ht schetsontwerp te zien. Deze doorsnede is in weze een combinatie van informatie verkregen uit: • De schakeling van de huizen • De inrichting uit de plattegrond • De ideale hoeveelheid glas volgens de klimaatrichtlijnen • Een niet verder gemotiveerde aanname van 2,5 meter vrije hoogte in de woonkamer • De dakvorm bepaald door bouwtechnische eisen zoals klimaat, en flexibiliteit met uitbreiding. Na heroverweging blijkt hier het volgende

commentaar op geleverd te kunnen worden:

• De helling van het dak is te laag ingete- • Dakvorm kend, maar in werkelijkheid worden de Als men een eigen huis koopt in Madagasscheidingswanden aan de ‘hoge’ zijde 1,5 car, wil men ook echt het gevoel hebben m hoger dan aan de andere zijde dat men een eigen stuk leefwereld heeft • Deze ruimte is niet functioneel: De woongekocht. Samen met de sterke drang naar kamer zou er niet substantieel hoger van privacy die in de hele Malagassische saworden, wat dan nog een architectonische menleving is doordrongen, maakt dit dat kwaliteit zou kunnen zijn, en als het plavrijstaande huizen de voorkeur genieten fond wordt doorgetrokken ontstaat er een boven geschakelde woningen. Met deze bergruimte welke veel te groot is voor de rijtjeshuizen willen we hierom geschakelde hoeveelheid spullen die men bezit, terwijl woningen maken die afzonderlijk leesbaar men wel voor deze ruimte moet betalen. zijn. Het sterkst kan dit naar voren komen • Ook de schakeling van de woning is niet gebaat bij deze doorsnede. Het beste worden de woningen aan elkaar gespiegeld, zodat er groepjes van natte cellen ontstaan per 2 woningen. Dit scheelt bijvoorbeeld kosten voor leidingen en er kan een septic tank geïntegreerd worden. In Figuur 7.4 wordt echter duidelijk gemaakt dat bij deze dakvorm de twee manieren van spiegelen allebei een nadeel hebben. Ofwel hoge buitenmuren op de kopgevels (kostbaar) ofwel de natte cellen gesitueerd onder het hoogste stuk dak (onfunctioneel). • De vrije hoogte hoeft wellicht niet of in niet overal 2600 te zijn.(dienende ruimtes lager) Ook architectonisch is er nog niks gezegd over de doorsnede en\of de dakvorm. Onze visie is

Figuur 7.3. De doorsnede uit het schetsontwerp met twee geschakelde huizen. (Eigen ill)

108

echter als volgt:

in de dakvorm. • Uitzicht Vanaf het begin is er al gesteld dat uitzicht vanaf elk huis richting heuvels gegarandeerd moet zijn. De dakvorm zal hiermee rekening moeten houden, De kap zoals die nu is, lijkt hier niet ideaal voor omdat deze aan een zijde ruimte 4 meter hoog is. Dakvorm Als de eerder gekozen dakvorm op de nieuwe plattegrond wordt toegepast, dan blijkt eens te meer dat deze dakvorm niet ideaal is, zie Figuur 7.5.. Hier geven de rode vlakken duidelijk

Figuur 7.4. Als de natte cellen van twee woningen geschakeld worden ontstaat bij beide schakelingen een probleem (Eigen ill.)


aan dat er veel ongebruikte ruimtes boven het plafond overblijven. De vraag is dus of er een andere dakvorm is die beter aan de hiervoor genoemde punten tegemoetkomt. Tegelijkertijd zijn in het hoofdstuk Bouwtechische studie in het onderdeel Schetsontwerp al vele varianten vergeleken en kwam deze variant als beste naar voren. Uiteindelijk lijkt een variant op deze dakvorm aan alle punten tegemoet te kunnen komen, te zien in Figuur 7.6. In weze is dit een zadeldak met de daklijn van noord naar zuid. De nok ligt echter niet in het midden van het huis maar is opgeschoven. Deze variant was nog niet bekeken in de bouwtechnische studie. Deze heeft echter vele voordelen ten op zichte van het lessenaarsdak. • Er is minder loze ruimte onder het dak • De natte cellen kunnen per twee huizen geschakeld worden zonder grote nadelen. • De vrije hoogte kan nu aan de kant van de slaapkamer en badkamer lager worden gemaakt, wat kosten scheelt. • Het uitzicht is beter gegarandeerd omdat het dak bijna 2 keer zo laag is. • Elk huis is nu afzonderlijk te herkennen, wat binnen de architectonische visie past.

Figuur 7.5. De nieuwe plattegronden met de originele “2-onder-1-kap zadeldak” vorm. De rode gedeeltes bevinden zich boven het plafond en zijn hierdoor slechts voor ventilatie bruikbaar. (Eigen ill.)

Figuur 7.6. De nieuwe dakvorm. Hierbij is een zadeldak per huis toegepast. De natte cellen kunnen nu geschakeld worden en er is minder loze ruimte boven het plafond. (Eigen ill.)

109


GEVELINDEL ING In het schetsontwerp zijn veel zaken uitgezocht, maar de gevel is slechts zeer beperkt aan bod gekomen. Alhoewel er aanbevelingen zijn uit welk materiaal de gevel moet worden opgebouwd, is er geen gericht ontwerp gemaakt voor de Noord- of Zuidgevel. Wel is er gesteld aan de hand van het onderzoek van Boyer et. al (2008) dat 30% van de Noordgevel optimaal gezien daglicht doorlaat, en de zuidgevel maximaal 10%. Verder weten we op dit moment uit de kostenbepaling in het schetsontwerp dat de gevelopeningen het duurste aspect van de bouwkosten vormen. Hier is reeds een aanbeveling gedaan om zoveel mogelijk met glazen bouwstenen te werken, omdat deze minder kosten, waarschijnlijk een verhouding van Tevens worden glazen bouwstenen op dit moment in Madagascar gebruikt en geproduceerd, wat de kans op acceptatie in de lokale cultuur aanzienlijk vergroot. Om tot een geschikte gevelindeling te komen zullen we twee zaken bekijken. Ten eerste zullen we per gevel de eisen opnoemen waar de gevelopeningen invloed op hebben. Daarna zullen we verschillende varianten behandelen om tot een geschikte gevelindeling te komen. 2 verschillende gevels. In Figuur zijn de twee verschillende gevels vergeleken en is er benoemd welke aandachtspunten van belang zijn. De criteria die zijn meegenomen zijn privacy, uitzicht, glasoppervlak en uitstraling. Tevens is er benoemd in welke mate glazen bouwstenen de kozijnen in de gevel zouden kunnen vervangen. Wat hieruit opvalt is dat er een tegenstelling is tussen de functie van beide gevels. De Noordgevel grenst aan de straat en heeft als primaire functie om zon op te vangen voor het passieve klimaatsysteem. Anderzijds is dit ook de enige gevel die vanaf de straat zichtbaar is, en zal deze dus een sterke architectonische uitstraling moeten hebben: Dit is de gevel die aan de buitenwereld kan laten zien dat de bewoner het goed voor elkaar heeft en in een modern huis woont. Als laatste is privacy bij deze

110

gevel een issue. De gevel is vlakbij de straat gepositioneerd, terwijl hier de woonkamer en de slaapkamer(s) gepositioneerd zijn. In Nederland zou dit een issue zijn, maar de sterke drang van de gemiddelde Malagassiër naar privacy maakt dat deze tegenstelling (open voor klimaat, dicht voor privacy) zeer zeker opgelost zal moeten worden. De andere gevel is hiervan het tegenovergestelde. Omdat er achter deze gevel steevast een grote tuin is gepositioneerd, die ook nog op een heuvel ligt, is er geen probleem met inkijk van omliggende woningen, en tevens mag de gevel slechts weinig gevelopeningen tellen om het binnenklimaat op peil te houden. Alhoewel dit neigt naar een volledig dicht gevel met enkele glazen bouwblokken, wordt deze lezing tegengesproken omdat aan deze zijde uitzicht juist wel gewenst is. Dit maakt grote raamopeningen dan weer noodzakelijk. Ook dit is dus een tegenstelling in verschillende eisen De samenvatting is ook in dit figuur te zien. Hieruit is meteen een conclusie getrokken in welke mate glazen bouwstenen en normale kozijnen kunnen worden ingezet. Met deze richtlijnen zullen we nu elke gevel verder ontwerpen. Keuze varianten In Figuur 7.8 t/m Figuur 7.10 zijn respectievelijk 6 varianten voor de noordgevel en 3 varianten voor de zuidgevel getekend. Voor de noordgevel zijn 5 criteria bekeken: hoogte borstwering: hoe lager de ramen doorlopen, hoe langer het dakoverstek moet zijn om in de zomer de zon buiten te houden. Lateien: hoe minder breed, hoe minder constructieve middelen er nodig zijn voor ondersteuning. Privacy: hoe minder oppervlak elk raam telt, hoe minder men het gevoel heeft te kijk te staan voor de buurt. Flexibiliteit: biedt de gevelindeling de kans om in de toekomst binnenwanden te plaatsen tussen de verschillenden kozijnen. Esthetica: voldoet de gevel hiermee aan een ‘moderne’ look waar de Malagassiër naar op zoek is. Variant 6, blauw omlijnd, komt dan als beste uit het onderzoek. Bij deze variant

hoeven geen of slechts hele kleine lateien te worden toegepast, het heeft een modern uiterlijk en garandeert de eenvoudige plaatsing van nieuwe binnenwanden Zoals gezegd spelen bij de zuidgevel minder eisen. Hierom is er slechts gekeken naar de op-

Glasoppervlak Flexibiliteit Privacy

30 procent nee belangrijk

Uitzicht Esthetiek

niet belangrijk belangrijk

pervlakte die voor lateien benodigd is, en de privacy van mensen in de badkamer. Variant 3 lost dit het beste op: door glazen bouwstenen toe te passen in een pixelachtig patroon hoeven er geen lateien te worden toegepast. Privacy wordt zo ook optimaal gegarandeerd.

TEGENSTELLING: open voor klimaat \\ dicht vanwege privacy OPLOSSING Grotendeels met matglazen bouwstenen werken: deze laten zon toe, maar beletten inkijk in de woning.

Noordgevel

Glasoppervlak Flexibiliteit Privacy

max 10 procent ja niet belangrijk

Uitzicht Esthetiek

belangrijk niet belangrijk

Zuidgevel Figuur 7.7. De twee gevels met hun eigenschappen en de oplossingsrichting

TEGENSTELLING: dicht voor klimaat \\ open vanwege uitzicht OPLOSSING Enkele goedgeplaatste kozijnen creëeren vensters voor het uitzicht. de overige gevel is dicht met slechts enkele glazen bouwstenen ter plaatse van keuken en badkamer.


Kleur De laatste keuze die in deze paragraaf gemaakt wordt ten opzichte van het aanzicht, is de kleur van de gevel. Hiervoor willen we twee min of meer tegenstrijdige criteria aansnijden. Ten eerste moet er goed worden gelet op de moderniteit: men wil absoluut geen geveluit-

straling zoals op het platteland. Dat wil dus zeggen: geen leem- of takkenafwerking, geen plantaardig dak. Aan de andere zijde heeft men een specifiek idee wat moderniteit is, wat voor ons moeilijk te vatten is. Het is bijzonder lastig om zonder zeer bekend te zijn met de cultuur een uitspraak te doen over welke uitstraling

gewenst is (dus verkoopt) en welke uitstraling naar onze begrippen modern is, maar niet geaccepteerd zal worden. Voor de kleur hebben we daarom veilig gespeeld. Omdat het laatste criterium is, dat de afwerking en halfdonkere tint moet hebben t.b.v. van opwarming, hebben we gekozen om a. een baksteen uitstra-

ling toe te passen of b. kleuren die qua tint de leemafwerking van het platteland benaderen, maar hier in verzadiging uitspringen, zodat er een herkenbare verwijzing is naar de leemstuc maar dan met een fris, modern uiterlijk.

Noordgevel

variant 1

variant 2

variant 3 Figuur 7.8. Noordgevel varianten 1 t/m 3 (Eigen ill.)

111


Noordgevel

variant 4

variant 5

variant 6 Figuur 7.9.

112

Noordgevel varianten 4 t/m 6 (eigen ill.)


zuidgevel

variant 1

variant 2

variant 3 Figuur 7.10. Zuidgevel varianten 1 t/m 3

113


R UIMT EGEBRUIK EN ZO NERING

In Figuur 7.11 is te zien hoe het ruimtegebruik van een gemiddeld Malagassisch gezin uit onze doelgroep met twee jonge schoolgaande kinderen eruit ziet. De vader gaat de gehele dag naar zijn werk, de moeder blijft thuis om voor het huishouden te zorgen, naar de markt te gaan (hier om 10 uur ingetekend) en te werken, bijvoorbeeld naaien om iets bij te verdienen. Dit is dus voor Nederlandse begrippen een traditioneel rolpatroon te noemen. Uit dit diagram vallen twee zaken op: • De moeder is doordeweeks verreweg de grootste gebruiker van het huis • Er zijn 3 pieken te zien in het gebruik van het huis door de moeder. 1 keer gaat zij naar de markt (10 uur) en 2 keer wordt er buiten gekookt voor de overige gezinsleden (6 en 17 uur). Probleem Zoals al eerder gemeld is it buiten koken een deel van Malagassische cultuur die, zelfs al hebben mensen grote welvaart bereikt en hierdoor een gasfornuis in de keuken, door alle lagen van de bevolking veelvuldig wordt toegepast. De nadelen van deze methode hebben we echter al benoemd vanuit het uitgangspunt Gezondheid. De mensen die geen geld hebben voor een fornuis in de keuken, zullen hun Fatapera (klein houtskoolfornuisje) bij regenachtig weer binnen zetten. Dit met inademing van schadelijke rookgassen en verkleuring van muren als gevolg. Dit treft voor-

114

Intensiteit

Aan de hand van het schetsontwerp is een programma van eisen opgesteld. Dit programma van eisen vult veel onduidelijkheden in die vóór het schetsontwerp nog niet bekend waren. Door alle losstaande onderzoeken is er een beter beeld van de doelgroep, de ruimteinvulling en wensen. Met deze informatie willen we graag heroverwegen of de ruimtes optimaal passen bij het ruimtegebruik van de gemiddelde Malagassiër.

Ruimtegebruik

kind vader moeder 0 1 2 3 4 5 6 7

8

9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 Figuur 7.11. Ruimtegebruik doordeweeks van een gemiddeld Malagassisch gezin (Eigen ill.) Intensiteit namelijk de vrouw, aangezien zij altijd kookt. Naast dit nadeel, speelt er ook een principiële overweging vmee: hoe kan het dat juist de inwoner die het meeste met het huis de maken heeft (de moeder) voor een van haar kerntaken geen toegewezen ruimte in de woning heeft? Deze vraag is natuurlijk deels te beantwoorden uit de cultuur en traditie, maar benadrukt volgens ons ook een deel van de ongelijkheden die in deze samenleving tussen man en vrouw bestaan. Oplossing:veranda Om dit op te lossen, zou het koken een deel moeten uitmaken van de woning, zonder ook daadwerkelijk binnen plaats te vinden. Hierom is er gekozen een veranda aan het ontwerp toe te voegen. Dit is een cultuurspecifiek element, zie o.a. de omslag van dit verslag voor een foto van een meer dan honder jaar oud huis met veranda. De veranda dient in het Malagassische huis dan ook voor veel meer

dan alleen koken: Men ontvangt er gasten, zodat de woning zelf puur voor de familie is, er worden goederen en droge levensmiddelen opgeslagen om ongedierte in de woning tegen te gaan, er wordt was opgehangen in het regenseizoen, het biedt schaduw in de zomer (Fournet-Guerrin, 2007). De veranda kan eenvoudig geplaatst worden in de inham die ontstond door de transformatie van de plattegrond aan het begin van dit hoofdstuk. In Figuur 7.12 is hierdoor de definitieve zonering van de woning aangegeven. Hier zal nu kort iets over verteld worden. Definitieve zonering Nu een veranda is toegevoegd, kan de woning onderscheiden worden in 4 verschillende delen, hiernaast te zien. Ten eerste de voorkant met voortuin. Deze verzorgt de officiële entree (belzijde), maar ook de uitstraling naar de buitenwereld, omdat dit

de enige gevel is die goed te zien is vanaf de straat. Daarom heeft de gevel een moderne uitstraling, en is er voldoende plek om een siertuintje met bloemen aan te leggen. De woning zelf is bijzonder privé, en wordt bij voorkeur slechts door goede vrienden en familie betreden. Hier vinden veel activiteiten plaats, waarvan de vrouw het grootste deel voor haar rekening neemt. De veranda biedt plaats aan de eerder genoemde activiteiten: koken, was ophangen, levensmiddelen bewaren en het biedt een ontvangstplaats voor kennissen en onbekenden van de familie. De achtertuin tenslotte is een privéplek waar men kan genieten van de omgeving, uitzicht groentes en rijst kan verbouwen, zonder dat men inkijk heeft vanuit de straat. Deze achtertuin is onze toevoeging om extra waarde te geven aan het wonen in de periferie: een grote tuin.


semipubliek representatieve entree bloemen voortuin

woonhuis

veranda

achtertuin

eten slapen wassen spullen veilig opbergen ontspannen ontmoeten familie

koken zitten in schaduw ontmoeten gasten opslaan levensmiddelen privĂŠ uitbreiden in toekomst zitten in zon groente verbouwen was ophangen spelen

Figuur 7.12. Zonering van het kavel in verschilende delen met elk hun eigen bestemming (Eigen ill.)

115


OPBOUW WANDEN

D RA G EN D E

Voor de dragende woningscheidende wanden hebben wij in het schetsontwerp de voorlopige keuze gemaakt voor leembouw, waarbij we ook stelden dat we deze keuze niet volledig konden onderbouwen omdat we de eigenschappen van de lokale bakstenen niet kenden. Enkele Malagassische bakstenen hebben we daarom getest op druksterkte bij vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek. Het volledige verslag van deze test is te lezen in de bijlage. De conclusies van deze test: de lokaal geproduceerde baksteen in Madagascar kan geen druksterkte aan. De steen wordt daarnaast waarschijnlijk juist slapper door het afbakken dan sterker, omdat de ovens niet heet genoeg worden. Dit terwijl het afbakken wel veel houtskool kost, en dus absoluut neit duurzaam is. Leem is dus sterker een veel beter voor het milieu. We kiezen nu dus defintief voor leem. Techniek leem. Als er gekeken wordt naar de technieken om met leem dragende wanden te realiseren, dan zijn er wereldwijd zo’n 5 verschillende technieken te onderscheiden. Kijken we echter naar de technieken die in Madagscar sinds lange tijd gebruikt worden, dan blijven er twee technieken over, die we hieronder kort zullen vergelijken. • Stampleem Hierbij wordt het leemmengsel zeer vochtig gemaakt, en ter plekke in het werk gestort met behulp van bekisting. Hierna wordt de leem aangestampt. Een gietbouwmethode dus. Om scheuren te voorkomen kan er slechts tot 30 cm hoogte per dag worden gebouwd. Zoals al in het hoofdstuk randvoorwaarden is uitgelegd worden hier al honderden jaren huizen en traditionele tuinmuren mee gemaakt, die je overal op de hooglanden nog tegenkomt • Adobe Hierbij worden er kleine stenen gemaakt in

116

mallen, die gedroogd worden in de zon. Voor extra sterkte kan dit mengsel ook nog worden aangeperst. Het resultaat noemt men adobe bricks of leemsteen. Met deze stenen kan in principe net zo gemetseld worden als met baksteen. Deze techniek is in Madagascar aan het eind van de 19e eeuw al ingevoerd door Engelse kolonialisten en wordt sindsdien veelvuldig toegepast. Als wij deze twee technieken vergelijken, heeft de adobebrick techniek onze Figuur 7.13. 3 verschillende opbouwen van de dragende scheidingswand (Eigen ill.) voorkeur. Dat heeft twee redenen: ten eerste is de uitvoerings- • Vochtregulerend tijd van de adobe veel korter, omdat er niet • Druksterkte maximaal 5,4 N/mm², afhanelke dag gewacht hoeft te worden op droging kelijk van de soort grond en samenstelling van de wanden. Met het vooruitzicht dat er • Kan weinig trekkracht opnemen 10.000 woningen gebouwd moeten worden • Lage Rc waarde: mogelijkheid tot implein de aankomende 3 jaar, is het belangrijk dat mentatie van stro/houtsnippers/rijstschilde bouwsnelheid kort is. Daarnaast biedt de fers/bagasse (restproduct bij verwerking prefabricatie van leemsteen de mogelijkheid van suikerriet) voor kleine verbetering in om hier een fabriek in te beginnen, wat ten isolatie. goede komt aan de kwaliteit maar ook aan de • Verliest structuur en dragend vermogen bij kansen voor de lokale economie. contact met water • Volumieke massa tussen de 1600 en 2000 Eigenschappen leemsteen: kg/m³ • Zeer duurzaam • Goede geluidswerende eigenschappen Voorwaarden: • Brandveilig • Goede verhouding van grondstoffen (klei,

silt, zand, water) • Bij dragende wanden geen doorlopende stootvoegen • Mortel van dezelfde grondstoffen maar met meer water; modderachtige staat (2030mm dikte) • Minimaal 300mm dikte van wand om als warmtebuffer te dienen en als dragend te kunnen worden beschouwd. • Maximale hoogte wand: 10 maal de dikte van de wand. De dikte van de wand wordt bepaald door de steensmaat en de benodigde oplegging. De afmeting van de bamboestammen van de spanten die in de wand worden opgelegd is 160mm in diameter. Zie hiervoor ook de paragraaf over dakopbouw. Bij een oplegging aan twee kanten is minimaal 160+160+80= 400 mm dikte nodig. De 80 mm is een speling die nodig is omdat de spanten uit heterogene bamboestammen bestaan en tevens de ruimte voor de dakgoot die hiertussen zal komen. Woningscheidende wandopbouw. Met deze dikte wand zijn drie verschillende wandopbouwen vergeleken, zie Figuur 7.13. Een massieve wand, een ankerloze spouwmuur en een massieve wand met penanten op de plek waar de spanten opgelegd worden op de wand. Wanneer wij de 3 mogelijkheden met elkaar vergelijken, zien wij direct dat de spouwbladen in variant 2 zodanig breed wordt dat de kosten hierdoor te hoog oplopen: de spouwmuur valt dus af. Dan rest ons de massieve wand en de wand met penanten. Vanuit architectonisch oogpunt is een vlakke wand gewenst, omdat de woning niet veel ruimte heeft om de indeling van de meubels te veranderen wat door penanten nog onvoordeliger zou worden. Tevens heeft de massieve wand betere bouwfysische eigenschappen; een groter warmteaccumulerend vermogen en een luchtgeluidsisolatie van 56 dB bij een dikte van 400mm. Wij kiezen dus


voor een massieve wand. Contactgeluidsisolatie is minder dan de Nederlandse standaarden maar dit weegt volgens ons op tegen de lager kosten Afmetingen woningscheidende wand. De dikte zal minimaal 400mm moeten zijn om 2 spanten aan weerszijden van de wand op te leggen. De factoren die verder invloed hebben op de wanddikte zijn: de benodigde dikte voor stabiliteit, uitvoeringsmogelijkheden (veiligheid en bouwsnelheid) en de vorm en grootte van de steen. De benodigde dikte voor stabiliteit. Dit is sterk afhankelijk van aardbevingsgevoeligheid van de omgeving. Wij zien in de historie van Antananarivo geen noemenswaardige problemen met betrekking tot aardbevingen. De laatste hevige aardbeving in de buurt van Antananarivo (op nog minimaal 300 km afstand) was 21 jaar geleden en was niet bijzonder krachtig, zie Figuur 7.14. Hier hoeven wij onze constructie dus niet op af te stemmen. Dan is de stabiliteit van een adobe wand is gewaarborgd wanneer de hoogte van de wand niet meer dan 10x de dikte van de wand bedraagt. Een wand van 3 meter hoog zou dus met 300mm dikte al stabiel zijn.

Uitvoeringsmogelijkheden Het gewicht van een steen is bepalend voor de veiligheid van de metselaar. Een leemsteen van 400x190x100mm weegt tussen de 13 en 18 kilogram. Grotere stenen zullen de metselaar te veel vermoeien. Conclusie Ook de gevels worden uit leemsteen gemaakt, zoals uit de volgende paragraaf zal blijken, dus is er gemakkelijk een modulaire steensmaat toe te passen. Zo hoeft maar 1 mal gemaakt te worden en is geen selectie van stenen nodig bij de opbouw van een wand. Deze hebben een minimale maat van 300mm dikte. De woningscheidende wand is minimaal 400mm dik, Een anderhalfsteensverband met leemstenen van 300x140x100mm is voor ons ontwerp de ideale maat. De voegen (maximaal 1/3de van hoogte steen) stellen wij op 20mm. Zo is de dikte van de noord en zuid gevel overeenkomstig met de afmeting van een strek. De woningscheidende wand wordt nu 460mm dik.

OPBOUW DEN

B IN N E N WA N-

De binnenwanden dienen als warmtebuffer en als ruimtescheiding. Het materiaal voor de warmtebuffers is eerder bepaald; leemsteen. De definitieve materiaalkeuze van de scheidingswanden die geen warmtebufferende functie hebben wordt nu bepaald. Uit Figuur 7.15 wordt duidelijk welke binnenwanden bij de uitbreiding worden aangepast of nieuw opgebouwd. Ook de scheidingswanden moeten zo goedkoop en milieuvriendelijke worden uitgevoerd. De materiaalkeuze van baksteen voor scheidingswanden in Trano Mora lijkt ons daarom wederom niet de beste optie. De eisen die gesteld worden aan de scheidingswanden: • Lichte constructie want ongefundeerd is goedkoper • Milieu vriendelijk, duurzaam materiaal

• Moderne uitstraling • Mogelijkheid tot ventilatie doorgang • Stootvast Met deze informatie zijn wij op zoek gegaan naar een materiaal wat deze rol kon vervullen en zijn wij uit gekomen op bamboe. Vanuit de lokale economie en kosten is bamboe een zeer geschikt materiaal. Het is licht, goedkoop en kan op verschillende manieren worden toegepast. In tropische landen waar bamboe veel wordt toegepast, zijn complete woningen uit bamboe vervaardigd. Ook zijn binnenwanden van bamboe op verschillende manieren te realiseren. Wat wij veel zien bij deze woningen in de tropen is dat de schil niet waterdicht is en de binnenwanden transparant. Dit wil zeggen dat vlechtwerk vaak wordt toegepast om een scheiding te maken. De moderne uitstraling is echter niet aanwezig bij deze oplossing. Hierom hebben wij enkele varianten opgesteld om een bamboewand te maken die een moderne en “stedelijke”uitstraling heeft.

Deze extra dikte (+60mm) brengt niet heel veel kosten met zich mee, maar zorgt wel voor een verbeterde akoestische isolatie en warmtebuffer. Tevens geeft het meer ruimte voor de dakgoot in het midden.

Figuur 7.14. De verschillende aardbevingen die Madagascar de afgelopen jaren hebben getroffen (Bron: http://earthquaketrack.com/mg-05-antananarivo/) Figuur 7.15. De verschillende wanden in basisontwerp en een van de mogelijke uitbreidingen (Eigen ill.)

117


Varianten bamboe binnenwandopbouw. In Figuur 7.16 zijn 4 verschillende varianten getekend voor een bamboe binnenwandopbouw. Deze worden hier kort uitgelegd: • Variant 1: verticale bamboe stammen tegen elkaar aangezet. Voordeel: zeer stootvast. Nadeel: veel verbindingen nodig

(duur) en geen moderne uitstraling. • Variant 2: Verticale stammen met horizontaal regelwerk – geen spouw. Voordeel: Moderne uitstraling. Nadeel: Arbeidsintensief. • Variant 3: Verticale stammen met horizontaal regelwerk – spouw. Voordeel: Moderne uitstraling, mogelijkheid tot isolatie voor luchtgeluid. Nadeel: Arbeidsintensief • Variant 4: Horizontaal gelegen stammen tussen staanders. Voordeel: weinig verbindingen nodig. Nadeel: geen recht wandvlak. Al deze varianten bestaan uit lichte constructies en hoeven niet extra gefundeerd te worden. Ook is in alle wanden een ventilatiedoorgang te creëren, en zijn ze allen stootvast. Op deze eisen zijn de varianten dus redelijk gelijk. Maar de enige twee opties die een moderne uitstraling mogelijk maken zijn variant 2 en 3. Door de mogelijkheid tot toevoeging van geluidsisolatie is variant 3 de meest optimale keuze. Geluidswering is prettig in zo’n kleine woning. Met een leemstuc afwerking zal niet te zien zijn dat de wand van bamboe is gemaakt. Deze afwerking zal 30mm dik moeten zijn om goed op het bamboe regelwerk te hechten. Voor de geluidsisolatie is stro de meest geschikte optie vanwege de goede geluidsisolerende eigenschappen en de duurzaamheid. De staanders hebben een dikte van 70mm. De totale dikte van een scheidingswand komt uit op 40+70+40= 150mm. Het principe van de verbinding tussen bamboestijl en vloer is te zien in Figuur 7.17

Figuur 7.16. Varianten bamboe binnenwandopbouw (Eigen ill.)

118

Figuur 7.17. principe verbinding bamboestijl-vloer (Eigen ill.)

Herziening keuze Uit deze variantenkeuze schemert echter wel door dat er veel verschillende onderdelen nodig zijn om een goede bamboewand te bouwen die aan alle eisen voldoet. De hele reden dat wij voor bamboe hebben gekozen, een goedkope oplossing omdat geen fundering benodigd is, komt daarom onder druk te staan. Daarom zijn de kosten van deze bamboeoplossing afgewogen tegen een halfsteens leemstenen wand met extra fundering. De kosten die bij deze fundering komen kijken zullen doorslaggevend zijn voor de herziening van de materiaaltoepassing. Deze vergelijking is te zien in Figuur 7.18.Hieruit is duidelijk op te maken dat een lemen wand goedkoper is.

BINNENWAND VAN BAMBOE Bamboe staanders 500mm h.o.h Bamboe regelwerk horizontaal 300mm h.o.h Gespleten bamboe, aan elkaar geknoopte matten Stuclaag 30mm aan weerszijden: Stro Isolatie Metalen bevestiging vloer

1.300 Ar/m1 2.080 Ar/m1 5.200 Ar/m1 1.680 Ar/m1 1.250/m1 3.000 Ar/m1

8 bouten bevesting vloer 8.000 Ar/m1 2 stalen pinnen bevestiging 3.260 Ar/m1 spant Totaal

BINNENWAND VAN LEEM

25.770 Ar/m1

Conclusie. Bij nader inzien blijkt een Leemstenen halfsteensverband 7.000 Ar/m1 leemstenen binnenwand 1.000 Ar/m1 (halfsteensverband) goed- Voegwerk leem koper dan een bamboe Stuclaag 20mm 1.120 Ar/m1 binnenwand constructie. 7.000 Ar/m1 De kosten voor een extra Extra fundering fundering wegen niet op tegen de dure bevestigings- Totaal 16.120 Ar/m1 middelen van een bamboe binnenwand. Tevens is het Figuur 7.18. Vergelijking kosten binnenwand leemmet binnenwand bamboe (Eigen tabel) vervaardigen van een bamboe binnenwand in Figuur 7.15 ligt deze keuze echter anders. veel arbeidsintensiever. Vanwege de kosten, De toekomstige binnenwanden zullen gefunuitvoeringstechniek en uniformiteit voor de deerd moeten worden. Wanneer tijdens de materiaaltoepassing van het geheel, is een uitbreiding wordt bepaald dat binnenwanden halfsteensverband uit leemsteen de meest ge- op een andere plaats worden opgebouwd, zal schikte optie voor de binnenwanden. Deze is een lichte constructie nodig zijn. In dat geval mede door zijn relatief hoge massa ook ge- zouden bamboe binnenwand constructies luidsisolerend, wat een goede bijkomstigheid kunnen voldoen. is in zo’n kleine woning. Bij mogelijke uit- Zie de volgende pagina voor voorbeelden van breidingen in de toekomst, de gele wanden wanden uit leemsteen en bamboe.


Figuur 7.23. Voorbeeld van bamboe wand met leeminvulling en cementafwerking. Bron: http://www.spraguephoto.com/imageresponse.lasso?id=14182

Figuur 7.19. Een metselaar bouwt met leemsteen. Bron: www.oskam-vf.com/leemstenen.html

Figuur 7.22. Voorbeeld binnenwand toepassing van bamboe. Bron: http://eu.fotolia.com/id/19027679

Figuur 7.20. Een voorbeeld van een woning opgebouwd uit leemsteen. Bron: www.oskam-vf.com/leemstenen.html Figuur 7.24. Voorbeeld van leemsteen binnenwanden met stuclaag. Bron: http://naturalbuildingblog.com/?attachment_id=3364

Figuur 7.21. Voorbeeld leemsteen wand met stuclaag. Bron: www.google.com/ images/adobe+wall+plaster

119


OPBOUW GEVEL S In het schetsontwerp is er reeds een bouwtechnische studie uitgevoerd naar de beste materialen die voor de wanden gebruikt kunnen worden. Hieruit blijkt dat de woningscheidende wanden bij voorkeur uit leem worden opgebouwd. In het VO is dit verder gespecificeerd tot leemstenen. Bij de gevels is in het schetsontwerp bepaald dat deze het beste uit baksteen kunnen worden opgebouwd, omdat deze flexibeler zijn dan leem. Dit was de reden dat in het schetsontwerp baksteen als ideaal materiaal voor de gevels werd gekozen. Maar nu bekend is dat baksteen in weze minder sterk is dan adobe-stenen, en dat de flexibiliteit niet heel veel uitmaakt (het grootste deel van de gevels kan gewoon blijven staan bij een uitbreiding, zie Figuur 7.1) zal deze factor niet worden heroverwogen. de vorige keuze hield verder geen rekening met andere eigenschappen zoals vochtregulering, thermische isolatie, esthetiek. Tevens was op dat moment van schrijven nog niks bekend over de plattegrond of de gevel. Daarom zullen er nu nog enkele varianten worden afgewogen voor een goede gevelopbouw met de volgende criteria Isolatie. In de studie van Boyer et. al. (2008) wordt aangeraden ongeveer 15 cm stro als isolatie toe te passen. Dit komt overeen met een R-waarde van 1-1,5 W/m2K. Willen we een ideaal binnenklimaat benaderen, dan zullen de gevels aan deze eis moeten voldoen. Waterkering Uit de enquete die door ons gehouden is bij de bewoners van Trano Mora, bleek dat vochtdoorslag een probleem was. Dat is ook niet vreemd met slechts een steens wand als gevel opbouw. De gevel waterdicht maken, is naast het voorkomen van optrekkend vocht en een groter dakoverstek een manier om dit te voorkomen. Kosten

120

Uit de kostenstudie in het schetsonwerp blijkt dat de gevels 9% van de totale kosten op zich nemen. Het zou natuurlijk mooi zijn als deze kosten verminderd kunnen worden, maar met alle voorzieningen die nodig zijn om te isoleren en het water te keren wordt het waarschijnlijk duurder. Duurzaamheid Een oplossing moet natuurlijk ook altijd voldoen aan duurzaamheid. Zeker omdat cement werd vervangen voor een ander materiaal, zal de nieuwe keuze duurzaam moeten zijn Toepasbaardheid Het laatste criterium houdt er verband mee of een gekozen oplossing ook daadwerkelijk te realiseren is. Zo kunnen oplossingen goed lijken op papier, maar nog nooit in het echt uitgevoerd zijn (variant 3) en is niet elke oplossing die ideaal lijkt, dat uiteindelijk ook voor de realiteit in Madagscar (variant 4) Afweging varianten Als er verschillende varianten met elkaar worden vergeleken, Figuur 7.25, dan kan er gesteld worden dat geen een variant werkelijk voldoet. De rijststrobalen variant (nr. 4) komt in de buurt, maar is helaas op dit moment nog niet toepasbaar in Madagascar. Hier zou wellicht een economische impuls in kunnen zitten. Simpelweg adobe-leem met een raaplaag lijkt dan nog het beste (variant 1), omdat de kosten van de andere varianten veel duurder zijn, en de duurzaamheid of toepasbaarheid niet goed is. Het probleem met deze variant is de lage thermische isolatie. Als een tussenweg tussen kosten en isolatie is er gekozen om Adobe Bricks met 1/3 deel stro toe te passen (zie Figuur 7.26). Dit verhoogt de R-waarde naar +-0,8, terwijl de kosten niet duurder zijn dan die van een baksteenwand. In de toekomst zou er ook gekeken kunnen worden naar een meer hoogwaardige (isolatie)industrie met rijstafvalproducten. Keijsers (2010) van de Wageningen universiteit doet hier zeer interessante aanbevelingen voor, zie b.v. Figuur 7.27

Origineel Lokale baksteen 200 mm Isolatie Waterkering Kosten

Rc = 0,2 nee +- 10.000 ar /m1

Duurzaam Toepasbaarheid

Middelmatig Eenvoudig

Dit is de originele manier van bouwen, zoals normaal is in de meeste woningbouwprojecten in Antananarivo. Zoals te zien is vallen de kosten erg mee, maar heeft de wand geen kwaliteit als het gaat om waterkering en isolatie. Ook de duurzaamheid valt tegen. Namelijk: De stenen worden gebakken met behulp van houtskool gewonnen uit hardhout. Hiervoor wordt stelselmatig regenwoud gekapt. Figuur 7.25. Variantenstudie gevelopbouw (Eigen ill.)

Variant 1 Adobe stenen 300 mm + evt. raaplaag

Isolatie Waterkering Kosten

Rc = 0,3 redelijk +- 7.000 ar/m1

Duurzaam Toepasbaarheid

Ja Redelijk eenvoudig

Er is gekeken wat de gevolgen zijn als ook de gevels, net zoals de woningscheidende wanden, van adobe-bricks worden gemaakt. De thermische isolatie gaat niet omhoog, maar door de raaplaag die noodzakelijk wordt zal de waterkering wel omhoog gaan. Daarnaast is er voor de samenstelling van adobe zeer weinig energie nodig en zeker geen houtskool, waardoor het een zeer duurzaam materiaal is.


Variant 2 Westerse oplossing: leem + 100mm EPS aan buitenkant + raaplaag

Variant 3 Adobe stenen + spouw opgevuld met rijststro of rijstvlies

Variant 4 (Rijst)strobalen afgestuct met raaplaag

Isolatie Waterkering Kosten

Rc = 2,5-3 redelijk +-85.000 ar/m1

Isolatie Waterkering Kosten

Rc = 1,5 ja +-30-35.000 ar/m1

Isolatie Waterkering Kosten

Rc = 5 redelijk +-15-20.000 ar/m1

Duurzaam Toepasbaarheid

nee redelijk eenvoudig

Duurzaam Toepasbaarheid

Ja Niet eenvoudig

Duurzaam Toepasbaarheid

Ja Niet eenvoudig

Uiteindelijke keuze Rijststroleem adobe bricks met raaplaag Isolatie Waterkering Kosten

Rc=0,8 redelijk +-10.000 ar/m1

Duurzaam Toepasbaarheid

Ja redelijk eenvoudig

Figuur 7.26. Uiteindelijke keuze gevelopbouw (Eigen ill.)

Bij deze.variant is gekeken wat een min of meer Nederlandse oplossing doet met de prijs van de gevel. Hierbij is waterproof EPS-isolatie aan de buitenkant van de gevel geplaatst. Te zien is hoe de isolatiewaarde omhoog schiet, maar de prijs 8,5 keer zo duur wordt als de oude gevel. dit is dan ook niet te verantwoorden. Daarnaast is deze oplossing niet duurzaam en niet goed voor de lokale economie. De EPS zal uit europa moeten worden gehaald.

Weer een typisch Nederlandse oplossing bekeken, maar nu met een plaatselijk isolatiemateriaal. Door rijstvlies, een afvalproduct van rijst, in de spouw te storten, isoleert deze. Rijstvlies is zeer bestendig en schimmel. Echter, Door alle voorzieningen die bij een spouw nodig zijn (b.v. spouwankers, grotere funderingsbalk en lekdorpels) is deze optie al snel 3 keer zo duur als de originele bakstenen oplossing. Daarnaast is dit een oplossing die zelf verzonnen is: er zal dus zeer veel onderzocht moeten worden voordat de oplossing daadwerkelijk kan worden toegepast.

Ook stro is een afvalproduct van de rijstteelt. waarschijnlijk zal er een frame moeten worden gemaakt waarin kozijnen kunnen worden opgehangen, dit zou goed van bamboe kunnen gebeuren. Zoals te zien is, is de isolatie fantastisch, De waterkering is redelijk, en de kosten zijn niet bijzonder hoog. Ideaal, zo lijkt, maar er is een probleem: Er is geen ge誰ndustraliseerde landbouw in Madagscar en dus zijn er ook geen rijststrobalen. Hier zou Sonapar mee aan de slag kunnen, maar tot die tijd is deze oplossing niet realistisch.

Figuur 7.27. Een hoogwaardig isolatiemateriaal uit rijststro (Keijsers, 2010)

121


DAKBEPLATING Vooraleer de dakconstructie kan worden uitgewerkt, zal er een definiteve keuze gemaakt moeten worden voor de dakbeplating. In het schetsontwerp is al benoemd dat de dakbeplating een groot deel van de kosten voor zijn rekening neemt in het huidige ontwerp voor Trano Mora: vermoedelijk zo’n 12 procent van de totale materiaalkosten. Vervolgens zijn hier enkele alternatieven genoemd om het dak goedkoper te maken, te weten: Bamboe golfplaat-constructie, Dakpannen, Houten shingles, Bitumen, Goedkopere golfplaat. Als er echter wat beter naar deze mogelijkheden gekeken wordt, blijkt op elke mogelijkheid iets aan te merken: • Dakpannen. Uit vele gesprekken die we met mensen hebben gevoerd in Madagascar, blijkt dat mensen in het geheel niet zitten te wachten op daken van dakpannen. Zij beweren namelijk dat dakpannen altijd gaan lekken, en associëren het met oude gebouwen en het verleden. Dat dakpannen lekken, heeft waarschijnlijk te maken met het zeer verouderde ontwerp van de pan, die hierom makkelijk opwaait van de panlatten en vocht eenvoudig in de constructie toelaat. Aan de dakpannen is dus nog veel te verbeteren, en daarna zou het zeer zeker een alternaief kunnen vormen voor de golfplaten afwerking. We willen echter graag met materialen ontwerpen die reeds op de markt zijn, zodat het ontwerp ook daadwerkelijk meteen uitgevoerd kan worden. Daarom valt een dakpannen dakafwerking af. • Bamboe “golfplaten”. hierbij worden doormidden gespleten bamboestammen als een soort romeins dak op elkaar gelegd. Deze methode is zeer goedkoop maar ook niet waterdicht en de bamboe moet reeds na enkele jaren vervangen worden wat de oplossing niet duurzaam maakt • Houten shingles, waarbij stukjes hardhout als shingles op elkaar worden gelegd. Geheel in lijn met onze eerdere keuzes, willen we ook voor het dak geen hout toepassen

122

vanwege de duurzaamheid. • Bitumen. Dit is in Madagascar zeer duur en wordt dus nooit bij woningbouwprojecten toegepast. Daarnaast is het een aardolieproduct en daarom niet bijzonder milieuvriendelijk. • Conclusie Goedkopere golfplaat. Dit is dan de enige optie die overblijft. Hiermee kan circa 4000 Ariary per vierkante meter bespaard worden. De dakplaat wordt dan een iets dunnere uitvoering (0,4 mm), maar is nog steeds gecoat in de fabriek. Graag hadden we meer bespaard op de dakafwerking, maar het lijkt ons dus teveel op de kwaliteit inleveren als we dit zouden doen.

• • • • •

D A KCO N STRUCT IE BO E

Voordelen van bamboe ten opzichte van houtproductie • Zeer sterk en veerkrachtig. • Snelle groei tot enkele centimeters per dag met jaarlijks meerdere stammen. • De plant sterft niet af na het kappen; sustainable bamboeproductie. • De productie van bamboe kan makkelijk de productie van hout overstijgen. • Bamboe kan eenvoudig op onvruchtbare grond groeien. • Bamboe is goed voor de natuur wegens zijn grondverbeterende eigenschappen. • Bamboe neemt meer CO2 op dan hout en levert dus meer zuurstof.

B A M-

Nu de dakbeplating bekend is, kan ook de dakconstructie verder uit worden gewerkt. Zoals in het Schetsontwerp reeds is aangedragen, zal deze gevormd worden door bamboe spanten. Deze techniek wordt echter naar ons weten tot nu toe niet toegepast in Madagascar. Daarom werken we bij deze de dakconstructie verder uit, wat begint met een verdere indicatie van het materiaal: Introductie bamboe Met het oog op het stimuleren van de lokale economie, kosten, duurzaamheid en milieu is bamboe uitermate geschikt voor ons ontwerp. De herkomst van de te gebruiken bamboe is Toamasina, zo’n 250 km ten Noord-oosten van Antananarivo. Het bedrijf dat bamboe levert (zowel ruw als bewerkt) heet Bamboo Madagascar en is een partnerorganisatie van Sonapar. De soorten bamboe die hier worden geleverd zijn dendrocalamus giganteus en dendrocalamus asper. Enkele eigenschappen van deze bamboe soort: • Herkomst: Indonesië en Maleisië, wordt nu vooral in zuidoost Azië te vinden. • Gemiddelde lengte: 20-30m.

Tijd tot volgroeiing: 100 dagen. Tijd tot verharding stam: 3 jaar. Gemiddelde diameter stam: 8-20cm. Afstand dwarsschotten: 20-45cm. Dikte stam: 11-20mm.

De capaciteit van deze fabriek is 3,5 zeecontainers gelamineerde bamboe per maand (gevelafwerking, vloeren, terrasdelen etc.) Onbewerkte stammen zijn daarentegen zowat onuitputbaar, en een factor 40-50 goedkoper. Alhoewel er eenvoudiger te bouwen en detailleren is met de gelamineerde bamboe door de rechthoekige doorsnede, is dit product uit kostenoverweging (20.000 Ar/m1) niet haalbaar voor deze sociale woningen. Vandaar dat we de mogelijkheden van ruwe bamboe zullen onderzoeken.

Daar tegenover staat eigenlijk maar een nadeel: bamboe is gevoeliger voor schimmels en parasitaire insecten dan de meeste houtsoorten. Om ervoor te zorgen dat bamboe niet door insecten en schimmels wordt aangetast, moet bamboe worden voor behandeld, ofwel geconserveerd. Door bamboe te conserveren gaat de levensduur en houdbaarheid drastisch omhoog. Conservatie van bamboe

Voor een correcte conservatie moet bamboe meteen na de kap geconserveerd worden (Janssen, 2001). Een grove inschatting voor de levensduur van een niet geconserveerde bamboestam is: • 1-3 jaar in open lucht of in contact met open lucht; • 4-6 jaar onder een afdak los van de grond; • 10-15 jaar onder zeer gunstige omstandigheden (binnenshuis). Door conserveren gaat de levensduur van bamboe omhoog. Ook economisch gezien is conserveren daarom zeer lucratief. Hoewel de kosten van de bamboe met 30% omhoog gaan gaat de levensverwachting in een buitentoepassing omhoog van 1-3 jaar naar 15 jaar, en in een binnentoepassing van 15 naar 25 jaar. Vaak wordt in ontwikkelingslanden voor een traditionele manier van conserveren gekozen zoals drogen, onderdompeling, wassen met kalkwater en roken. Hiervoor zijn geen specifieke vaardigheden en benodigdheden ter plekke nodig. De efficiency van deze methodes is niet wetenschappelijk bekend. Duur van conservatie: 3-4 maanden. In Madagascar zal een traditionele conservering de beste keuze zijn omdat dit simpel en goedkoop is. Wij stellen voor om na de kap de stammen 8 weken in zout water ondergedompeld te conserveren, waarna de stammen 8 weken gedroogd moeten worden. Dit drogen zal in een afgesloten ruimte zonder weersinvloeden moeten plaatsvinden. Voor eventuele bamboe gedeelten die in contact staan met buiten, zal een chemische conservering nodig zijn. Dit betekent dat de buitendelen moeten worden geïmpregneerd. In ons ontwerp komen wij geen bamboe onderdelen tegen die in contact staan met de vloer/grond. De bamboe-onderdelen zullen na bovengenoemde conservering een levensduur hebben van ten minste 20 jaar. Dit komt overeen met houten constructieonderdelen in Nederland.


Figuur 7.28. De bamboefabriek ´Bamboo Madagascar´ in Toamasina van Sonapar die gelamineerd hout produceert (Bron: Eric Selis, 2011)

123


DAKCONST RUCTI E B OUW

O P-

Aan het begin van het SO bij de architectonische studie is een nieuwe keuze gemaakt met betrekking tot de dakvorm. Dit zadeldak is te zien in Figuur 7.6. Tijdens het SO hebben wij reeds bepaald dat bamboe spanten het meest geschikt zijn voor het dragen van het dak. Ook nu de vorm veranderd is, zullen bamboe spanten alsnog de beste keuze zijn. De exacte vorm van deze spanten zullen nu worden bepaald. De constructie van het spant Er is de keuze tussen verschillende soorten spanten, maar alle bamboespanten die wij zijn tegen gekomen maken gebruik van een vakwerkopbouw. Wij zullen ons dus ook beperken tot deze vorm. De schoren die in het vakwerk geplaatst zullen worden kunnen verticaal dan wel diagonaal worden uitgevoerd, waardoor onder andere de spanten zoals te zien zijn in Figuur 7.29 mogelijk zijn. Om hierom een gerichte keuze in te kunnen maken, hebben wij contact gehad met de heer J. te Lintelo, constructeur bij CAE Nederland BV. Het engelse spant is volgens hem de meest logische mogelijkheid. Een criterium voor de schoren is het hebben van voldoende sterkte. Beide constructies zijn mogelijk, maar kunnen voor problemen zorgen bij de oplegging. Dit houdt in: de bovenste ligger van het spant zal bij de aansluiting op de trekstaaf (onderste ligger) de volledige dwarskracht moeten opnemen. Omdat wij niet met zekerheid kunnen stellen of de bovenste bamboe ligger wel volledig opgewassen is tegen de dwarskrachten, veranderen wij de vorm van het spant bij de oplegging, om een zo efficiĂŤnt mogelijke krachtenafdracht te realiseren. Deze aanpassing wordt door ervaren constructeurs van CAE aangeraden om zeker te kunnen zijn van voldoende sterkte. Deze keuze is te zien in Figuur 7.30 De verticaal geplaatste stam aan het uiteinde van het spant zorgt nu voor een betere af-

124

dracht van de krachten veroorzaakt door de wind en het eigen gewicht van het dak. Nu de krachtenafdracht is geoptimaliseerd, kan de uiteindelijke vorm van het spant worden bepaald. Wij hebben dus twee spantvormen die constructief verantwoord zijn. De exacte afmetingen van de stammen zullen later worden toegelicht. Hiertussen moet een keuze gemaakt worden. Dit gebeurt middel van het tweede criterium: het aantal verbindingen.

Stabiliteit. De stabiliteit in het vlak van het spant zelf wordt verkregen door de schoren van het vakwerk zelf. De stabiliteit haaks op dit vlak wordt verkregen door de stalen dakplaten die door middel van gordingen en tengels op de spanten zijn bevestigd. Omdat aan de onderzijde van het spant een plafond bevestig zal worden, kunnen de bamboe rachels die hier voor de plafondbevestiging dienen, tegelijkertijd dienst doen als kipsteun, mocht dit nodig zijn.

Methodologie voor dimensioneren afmetingen bamboe stammen. In Nederland zijn wij gewend om een exacte profielmaat op de millimeter te berekenen. Dit kan voor onze spanten van bamboe niet gebeuren vanwege de heterogeniteit van het materiaal. Omdat de vormverschillen van de stammen deze precisie niet toelaten, moeten de veiligheidsfactoren voor de belastingen hoger liggen. Daarom zullen de bamboe stammen een grotere dikte krijgen dan noodzakelijk om zeker te zijn van een probleemloze krachtenafdracht.

Er is geen groot verschil tussen beide spanten. het aantal knopen is 18 voor het eerste spant tegenover 19 voor het Engels spant met stijgende diagonalen. Ook de hoeveelheid gebruikt bamboe is bij de tweede optie iets meer, maar is niet richtinggevend voor de keuze. Om toch een keuze te kunnen maken hebben wij een onderzoek gebruikt over een eerder toegepast bamboespant met een overspanning van 8 meter, wat overeen komt met ons spant (Janssen, 2001). Dit is een Engels spant. Omdat het dus reeds bewezen is dat zo’n spant kan werken bij deze overspanning, is de keuze gevallen op dit type. De verdere testresultaten van dit onderzoek zullen doorons eveneens als referentie gebruikt worden. Hoogte spant. Het werd ons aangeraden door de constructeurs van CAE Nederland B.V. om de kopstijlen op het einde vande spanten 30cm hoog te maken. Dit advies houden wij aan. Daarnaast bestaat de vuistregel om de hoogte van het spant ten minste 1/10de van de overspanning te laten zijn. Aan de hand van Figuur 7.31 wordt duidelijk wat de hoogte van het spant is, en op welke plaatsen de schoren en verticale stammen zijn geplaatst: Figuur 7.29. joostdevree.nl)

Verschillende soorten vakwerkspanten (Bron: www.

Figuur 7.30. Een verkeerde en een goede manier van krachtsafdracht op de dragende wand (Eigen ill.)


Een precieze berekening van bamboe stammen is dus niet realistisch. Het zou een mogelijkheid zijn om met een referentiespant van hout en enkele percentages een realistisch beeld te krijgen van de afmetingen van een bamboespant. Wegens tijdgebrek zullen wij echter werken met het eerder vemelde spant van Janssen (2001) met de volgende kenmerken: • • • • • •

Overspanning: 8 meter. Diameter stam buiten: 160mm Diameter stam binnen: 130mm Soortelijk gewicht bamboe: 500kg/m³ Oppervlakte doorsnede stam: 0.007m² Gewicht stam: 3.5 kg/m¹

Hier volgt een simpele controle door middel

van een vergelijking van de belasting die het spant van de heer Janssen aankon: 1500 kilogram. Dit is natuurlijk bij lange na geen volledige constructie berekening, maar het geeft ons een vrij grote zekerheid dat het spant op voor deze woning kan worden ingezet. Als we de spanten maximaal 1500 mm h.o.h. van elkaar plaatsen, is de maximale dakoppervlak die gedragen moet worden 12m2 ,1500/12= 125 kg/m². (1,25kN/m² als maximum) De belastingen die gelden zijn: Eigen gewicht dakpakket • Dakplaat 0,4 mm dikte: 3,6 kg/m² • Gordingen bamboe: 1,75 kg/m² • Tengels bamboe: 2,5 kg/m² • Tengels hout: 5 kg/m² • Subtotaal: 12,85 kg/m²

0,13 kN/m2 Wind De maximale druksterkte van de wind komt neer op 0,75 kN/m² (vergelijkbare windsnelheden als in Nederland) • Subtotaal:

0,75kN/m²

• Totaal: 0,88 kN/m2 Dit terwijl het spant naar schatting 1,25kN/m² kan dragen. Dit komt neer op een veiligheidsfactor van 1,42: ruim voldoende. Conclusie. Een Engels spant met bamboe stammen van 160mm in diameter heeft waarschijnlijk voldoende sterkte voor een overspanning van 8 meter, met een afstand van 1500 mm h.o.h,

bij de belastingen aanwezig op onze locatie met onze specifieke materiaaltoepassingen. Voorwaarde: de verbindingen zullen op eenzelfde manier moeten worden uitgevoerd als het referentie spant van de heer Janssen: wiggen met touw. Verbindingen van het spant Belangrijk voor de kosten is dat de verbinding van organische materialen gemaakt wordt. Organische verbindingsmiddelen als touw, bamboe, riet en kokosvezels zijn kwetsbaar voor insecten en moeten dus geïmpregneerd worden. Dit kan het beste met niet-giftige stoffen zoals natriumtetraboraat (borax) of meststoffen. Deze kunnen in water worden opgelost waarin het verbindingsmateriaal ge-

Figuur 7.31. De afmetingen van de spanten (Eigen ill.)

125


durende 40 uur moet inweken. Metalen verbindingen zorgen voor corrosie van de bamboe. Het kost meer geld om de bamboestaven te impregneren bij de verbindingen dan alleen het verbindingsmateriaal.

Figuur 7.33. Axiale verbinding. Bron: Designing and Building with bamboo

De verbindingen zijn te onderscheiden in (1) stammen loodrecht op elkaar en (2) stammen schuin op elkaar. 1. Een horizontale stam steekt loodrecht door een stijl, waarin een wig steekt die de horizontale stam vastzet. Het geheel wordt met touw ombonden. Figuur 7.313 2. De schuine stam ligt op de horizontale stam. Met alleen verbindingsmateriaal worden de twee ombonden. Figuur 7.324

Figuur 7.32.

Verbinding loodrecht Bron: Designing and Building with bamboo

Figuur 7.34.

Combinatie verbinding loodrecht en axiaal Bron: Designing and Building

Bij knopen waar zowel schoren als stijlen op een horizontale stam aansluit, hoeft alleen de verticale stam te worden vastgezet met een wig en verbindingsmateriaal. Door de horizontale krachten blijven de schoren op hun plek. Figuur 7.34 Conclusie. De verbindingen van de bamboe spanten zullen met organisch materiaal gemaakt worden, net als bij het referentiespant Er worden wiggen gebruikt van bamboe in samenwerking met touw. Deze verbindingen zijn sterk, goedkoop en belasten het milieu niet. Het verbindingsmateriaal moet wel goed ge誰mpregneerd worden.

126

with bamboo

Figuur 7.35. Voorbeeld loodrechte verbinding met wiggen en touw. Bron: Designing and Building with bamboo


Figuur 7.36. Referentiespant getest door de heer Janssen van de TU Eindhoven in 1981. Het spant bezweek niet bij een belasting van 15kN. De verbindingen bestaan uit wiggen en omwikkleing van touw.

127


H EMELWATERAFVO ER Vanwege de eerder gekozen dakvorm en overspanningsrichting, wordt logischerwijs het knooppunt boven de woningscheidende wanden als plaatst aangewezen waar het water naar toe loopt. Deze wanden worden echter van leem gemaakt. Dit is verre van ideaal, omdat leem zeer snel oplost in water en op deze manier de dragende wand snel dunner kan worden bij een lek. Hierdoor verliest de wand sterkte stijfheid en kan in het uiterste

Figuur 7.38.

Water op de dragende leemwand is desastreus (Eigen ill.)

geval zelfs bezwijking optreden. Er zal daarom een mogelijkheid onderzocht worden om het water via de Noord- en zuidgevel af te voeren. Als oplossing hebben wij bedacht om de spanten op verschillende hoogten te plaatsen, zodat een afschot in twee richtingen wordt gecreëerd, zie Figuur 7.37 De dakplaten hebben een flens in de lengte richting, en worden via conventionele wijze altijd in de lengterichting gemonteerd. Omdat wij de waterafvoer via het afschot in zuidelijke richting willen afvoeren, kunnen de flenzen niet meer op de conventionele wijze worden gemonteerd. De dakplaten zouden dus met hun flens in de breedte moeten worden aangebracht. (noord – zuid richting, 90 graden gedraaid) Zo worden de flenzen gebruikt als dakgoot. De hoogte van de flenzen is 3 cm. Dit is erg weinig, waardoor de kans op waterovergang bestaat. Wel liggen de flenzen 20cm h.o.h. Dus de hoeveelheid water die per vierkante meter moet worden afgevoerd, is verdeeld over ongeveer 40 dakplaten

128

De bovengenoemde oplossing zorgt voor het behoud van de gekozen dakvorm zonder het water boven de woningscheidende wanden af te voeren. Dit hele systeem is eigenlijk niet efficiënt, omdat een bouwtechnisch probleem wordt opgelost die in eerste instantie niet eens aanwezig hoeft te zijn. Tevens is het creëren van afschot in twee richtingen niet bepaald een eenvoudige optie die in Madagascar zomaar kan worden ingezet. Nogmaals een heroverweging van de dakvorm is wellicht een betere keuze. Wij zullen dat wegens de beperkte tijd voor dit onderzoek niet voor een derde keer doen. Wel kunnen wij stellen dat een zadeldak met de daklijn in Oost-West richting voor de waterafvoer verreweg het meest geschikt zou zijn. Maar of dit ook constructief verantwoord is kunnen wij niet stellen. Ook kunnen wij niet met zekerheid stellen dat de bovengenoemde oplossing in werkelijkheid ook echt functioneert. Het water zou bijvoorbeeld met hevigere regenbuien alsnog over de flensen kunnen stromen, waardoor er alsnog risico is op watertoetreding tot de woningscheidende wand. Daarom is ook de genoemde oplossing niet optimaal. Wat als optie overblijft is om toch de richting van het afschot naar de woningscheidende wand te laten lopen. Om te voorkomen dat het water de leemwand beschadigd, moeten wij ervoor zorgen dat de constructie hier waterdicht is. Dit kan middels een dakgoot, geplaatst op de woningscheidende wand. Deze dakgoot zal onder afschot moeten worden geplaatst en hoge randen moeten hebben, zie Figuur 7.39

Figuur 7.37. De waterafvoer vindt haaks op de overspanning plaats ( Eigen ill.)

Figuur 7.39. De beste oplossing voor de gekozen dakvorm (Eigen ill.)


B I N N E NKLIMAAT. Uit het SO zijn verschillende varianten geanalyseerd met betrekking tot warmteopslag. Als doel hadden wij een ‘medium’ warmte opslag capaciteit. Aan de hand van de volgende omschrijvingen bepalen wij of het ontwerp een ‘medium’ warmteopslag capaciteit heeft: • Low: geen toepassing massieve materialen, low-tech verwarming • Medium: toepassing massieve materialen met langzame warmte afgifte, low-tech verwarming • High: toepassing massieve materialen met langzame warmte afgifte + extra specifieke warmteopslag capaciteiten (bv zonnewanden) + high-tech verwarming Blijkens deze uitleg hebben wij massieve materialen met langzame warmte afgifte en lowtech verwarming nodig. Wij zullen daarom alleen variant een uit het SO toepassen (directe zoninval voor opwarmen van de warmtebuffer), met als bijvoeging een low-tech verwarming. De warmtebuffers (vloer+wanden) bestaan uit beton en leem. De afmetingen van de warmtebuffer bepalen wij aan de hand van de volgende vuistregels: het oppervlakte van de warmtebuffer moet ten minste 6 maal de oppervlakte zijn van de beglazing in de noord gevel. Hierin wordt geen onderscheidt gemaakt in het materiaal dat als warmtebuffer dient, slechts dat het massief moet zijn. De beglazing in de noord gevel beslaat 7 m². (30% van het gevel oppervlak) Wij hebben dus 7x6=42m² aan warmtebuffer oppervlakte nodig. Woningscheidende wanden die als warmtebuffer dienen zijn 3,3x3,0m (west) en 3,4x3,0m (oost). Dit geeft een totaal oppervlakte van 21,1m². De vloer die direct wordt bestraald en diffuse straling doorgeeft aan de woningscheidende wanden, beslaat een oppervlakte van ongeveer 25m2, afhankelijk van periode directe straling. In totaal dient is dit 46,1 m2 wand

en vloeroppervlak hiermee als warmtebuffer, wat dus ruim voldoende is. De ‘low-tech’ verwarming is bijzonder nuttig voor dagen dat de zon niet schijnt of voor de enkele dagen met extremere koud. Hiervoor willen wij twee principes aandragen: • Gebruik van de warmte uit de grond om extra luchtaanvoer op te warmen, Figuur 7.40. Door het leggen van een PVC buis (diameter 100mm) met een hellingsgraad gelijk aan de hoek van de helling zelf (50 cm onder maaiveld – geen vorstgrens in Madagascar), wordt door de grondtemperatuur de lucht in de buis verwarmd en stijgt op richting de woning. In de winter zal dus een extra luchtstroom gecreëerd worden die warmer is dan de lucht in de woning. In de zomer is de grondtemperatuur lager dan de binnenlucht temperatuur, en zal dit systeem niet werken. Het rooster in de woning zal dan ook in de winter dicht moeten kunnen. Door het gebruiken van thermische energie uit de grond is dit een heel voordelig en efficiënt systeem om lucht op te warmen. • Gebruik van een openhaard, zie Figuur 7.41. Dit zou meteen kunnen dienen als fornuis voor de keuken. De meeste Malagassiers hechten grote waarde aan de traditionele praktijk van het buitenkoken op een klassieke fatapera. In veel huizen zou deze openhaard nog enige toevoeging kunnen leveren voor de gezondheid, omdat men dan bij zeer slecht weer met het kooktoestel naar binnen kan verhuizen en kan koken in of op de openhaard in plaats van los in de ruimte. Wij hebben dit probleem al ondervangen door het koken op de veranda te laten plaatsvinden, waardoor weersinvloeden tot een minimum beperkt worden. We verwachten dat een goede kachel die hele de nacht warm blijft, plus de rookafvoer en dakdoorvoer hiervoor, aanzienlijke kosten met zich meebrengt. Onze afweging is dat de weinige baten niet opwegen tegen de kosten.

Figuur 7.40. Convectieverwarming door opwarming aarde (Bron: Climate Responsive Building)

Figuur 7.41. Fornuis aan binnenzijde voor opwarming ruimte, en ter voorkoming schadelijke gassen in ruimte (Eigen ill.)

129


DAKOVERST EK Het dakoverstek dient twee verschillende doelen: • Het weerhoudt een deel van de regen ervan op de buitenwand te komen, waardoor vochttoetreding tot de woning verminderd wordt • Het overstek bij de Noordgevel kan voorkomen dat directe zonnestraling in de zomer de woning binnenkomt, waardoor te grote opwarming voorkomen van de woning voorkomen wordt. Het dakoverstek is dus een middel wat kan worden gebruikt om het binnenklimaat te optimaliseren, een deel van het passeve klimaatsysteem. Het eerste punt zullen wij niet nader bekijken, maar het tweede punt willen wij graag verder specificeren. In de zomer moet zoveel mogelijk zonnestraling geblokkeerd worden, omdat dit het huis ongewenst kan opwarmen. In de winter is juist zoveel mogelijk lichtinval gewenst, om de warmtebuffers op te warmen en hiermee het huis ‘s nachts ook op een comfortabele temperatuur te houden. Tegelijkertijd is er ook een verschil tussen de hoek die de zon maakt met het horizontale vlak in deze twee seizoenen. Dit leidt tot het principe wat is geïllustreerd in

Figuur 7.42. Door een overstek kan directe zonnestraling geblokkeerd worden in de zomer (Bron: Climate Responsive Building)

130

Figuur 7.42 Met dit gegeven kunnen wij de lengte van het dakoverstek bepalen. Wat hierbij van belang is, zijn de data die bepalend zijn voor het laten functioneren van de warmtebuffers. Wanneer de winterperiode begint, is directe lichtinval gewenst voor het opwarmen van de warmtebuffers. Het begin van de winter is op 1 mei. Het begin van de zomer is op 1 november; dit is dus de datum dat het overstek een dusdanige lengte moet hebben dat geen directe lichtinval in de woning mogelijk is. De noordgevel van ons ontwerp staat 16 graden gedraaid naar het oosten ten opzichte van het magnetisch noorden. Met andere woorden, de azimut bedraagt 16 graden. Dit gegeven is erg belangrijk omdat wij via informatiebronnen alleen de hoogte van de zon op een bepaalde datum kunnen verkrijgen. De draai ten opzichte van het noorden heeft invloed op de zonnestand, zodat beide gegevens bekend moeten zijn.

Figuur 7.43. De zonnestanden in graden aan het begin van de winter, 1 mei, tegenover de azimut.

Begin winter – 1 Mei. Wanneer wij de azimut meeberekenen, zien wij dat de hoogte van de zon ten opzichte van het horizontale vlak op 56 graden staat. Ons ijkpunt valt dus op het tijdstip 11:45 uur. Aan de hand van dit tijdstip bepalen wij de tijdsperiode waarin wij lichtinval wensen. Omdat dit de winterzon betaamt, en er in de winter gemiddeld 10 zonuren per dag zijn, stellen wij de zon op de heetste uren van de dag langs het overstek in de woning te laten vallen. Wij stellen de heetste 6 uur van de dag te willen gebruiken om de warmtebuffers op te warmen. Dit tijdsinterval geldt 3 uur voor en 3 uur na ons ijkpunt: vanaf 09:45 ’s ochtends tot 14:45 ’s middags. De bijkomende zonnestanden bij dit tijdsinterval zijn respectievelijk 44 graden en 35 graden ten opzichte van het horizontale vlak. De hoogste zonnestand is in het tijdsinterval leidinggevend, omdat bij het toetreden van licht bij een hogere zonnestand een zo kort moge-

Figuur 7.45. De noord gevel staat 16 graden gedraaid ten opzichte van het noorden: de azimut is 16.`(Eigen ill.)

Figuur 7.44.

Het tijdstip van de maximale zonnestand op 1 mei.

Figuur 7.46.

Uitleg zonnestand en azimut.

lijk overstek tot gevolg heeft, wat voor de winter optimaal is. De leidinggevende zonnestand is op het tijdstip 11:45 uur, zodat de zon op 56 graden staat. Wanneer de zon lager staat zal sowieso directe lichtinval plaatsvinden. Het tijdsinterval dat wij de winterzon in huis willen hebben is dus realistisch gezien niet tot 14:45 uur, maar (bijna) tot zonsondergang. Door het schuine dak zou het overstek niet parallel aan de noord gevel liggen, maar af-


lopend in een punt richting de nok, zie figuur 7.50. Het realiseren van een schuin dakoverstek zal tot gevolg hebben dat de dakplaten schuin moeten worden afgekort zodat het zaagverlies hierdoor omhoog schiet. Omdat de dakplaten grote kosten in beslag nemen, stellen wij een dakoverstek parallel aan de noord gevel voor. Hiermee leveren wij in op de kwaliteit maar besparen weeer kosten. Ook is realistisch gezien het overstek niet het enige redmiddel om eventuele ongewenste directe lichtinval te weren. Voor het bepalen van de lengte van het afschot nemen wij het gemiddelde van de afmetingen bovenkant kozijn – bovenkant dak. Dit gemiddelde bedraagt 600 mm in hoogteverschil. Dit gemiddelde zorgt ervoor dat wij geen optimaal overstek creeren. Maar het geringe hoogteverschil bezorgt geen reusachtige lengte verschillen. Uitgaand van een zonnestand van 56 graden, komt de lengte van het dakoverstek neer op 405 mm. Begin Zomer – 1 Nov. De azimut van 16 graden heeft een zonnestand van 85 graden tot gevolg, om ongeveer 11:35 uur. Ook hier wil dat zeggen dat om 11:35 uur ‘s ochtends de noorgevel loodrecht op de zon staat (in azimut). Het tijdsinterval heeft in deze periode een meer belangrijke betekenis, omdat de zon moet worden geblokkeerd wanneer deze het heetst is. Wij nemen hier dus geen tijdsinterval van 6 uur, maar juist minder. Dit zorgt ervoor dat wij niet onze berekening baseren op een zeer lage zonnestand (om 08:35 uur) want op die tijd in de ochtend hoeft directe lichtinval niet geweerd te worden. De heetste uren van de dag zijn tussen 10:00 en 13:00. Dit tijdsinterval is nu geldend. Wij willen dus vanaf 10:00 uur ’s ochtends, aan het begin van de zomer, beginnen met het weren van de zon. De warmtebuffers zullen vanaf dit moment gedurende de hele zomer, geen warmte hoeven opnemen door directe lichtinval.

Figuur 7.50. Schematische uitleg over hoogte bepaling dakoverstek. Een gemiddelde hoogte is genomen.

D eFiguur 7.47. De berekening van het dakoverstek aan het begin van de winter. De De

Figuur 7.49. Schematische weergave van een optimale vorm van het dakoverstek.

Figuur 7.48.

Het optimale dakoverstek voor het begin van de winter is 405mm.

131


Figuur 7.51.

Optimale lengte overstek voor 1 Nov om 10:00 uur ‘s ochtends. Bron: eigen ill.

Figuur 7.55. Een overstek van 405mm heeft weinig negatieve gevolgen aan het begin van de zomer om 10:00 uur.

Figuur 7.56. Vanaf 10:30 staat de zon aan het begin van de zomer op 74 graden, wat met een overstek van 405 mm geen directe lichtinval op de vloer mogelijk maakt.

De zonnestand om 10:00 uur ’s ochtends op 1 november is 67 graden. De optimale lengte van het dakoverstek is dan 1060mm. Dit is vergeleken met de 405 mm voor het begin van de winter, erg groot en daarom erg duur. Vanwege de kosten bekijken wij het gevolg van een dakoverstek van 405mm aan het begin van de zomer. In figuur 7.56 is duidelijk dat directe lichtinval nu wel aanwezig is, wat wij liever niet willen.

Figuur 7.52. Zonnestanden in graden tegenover de positie van de noord gevel ten opzichte van het noorden op 1 November.

Figuur 7.54.

Figuur 7.53.

132

De tijden wanneer een zonnestand van 85 graden wordt bereikt op 1 November.

Een overstek van 910mm is optimaal voor het begin van de zomer, 1 November om 10:00 uur.

Maar wanneer wij naar de hoeveelheid directe lichtinval kijken, blijkt deze waarde erg mee te vallen: 910-300= 610mm. Dit betekent dat om 10:00 uur s’ ochtends op 1 november, (nog geen) 610 mm directe zoninval op de vloer zal zijn. Deze directe lichtinval zal weinig uitmaken, omdat de zon vanaf 10:30 bij een overstek van 405mm wordt geweerd. Tot half 11 ’s ochtends zal dus directe lichtinval mogelijk zijn, waarna een overstek van 405 mm alle directe lichtinval onmogelijk maakt.


Conclusie. Uitgerekend is dat een overstek van 405 mm aan het begin van de winter optimaal is, omdat zo tussen 09:45 en zonsondergang directe lichtinval mogelijk is zodat de warmtebuffers voldoende tijd hebben om op te warmen. (07:30 uur) Aan het begin van de zomer zou een overstek van 1060mm optimaal zijn, omdat zo de zon vanaf 10:00 uur s’ ochtends geen directe lichtinval in de woning veroorzaakt. Maar, hiervoor hebben wij gezien dat het gevolg van directe lichtinval beperkt is; vanaf 10:30 ’s ochtends zal de zon niet meer direct op de vloer vallen. Het doel van deze berekening is het verzorgen van directe lichtinval in de winter voor het opwarmen van de warmtebuffers (vloer, wanden). Het is immers belangrijk dat het binnenklimaat van de woning aan het begin van de winter niet te koud wordt. Daarom is een maximale oversteklengte van 405mm op dat moment ideaal. Voor de zomer zou het overstek niet lang genoeg kunnen worden, omdat dan het liefst geen directe zoninval gewenst is. Maar omdat de zon altijd vroeg opkomt met een lage zonnestand, hebben wij een tijdsinterval bepaald die de periode aangeeft waarneer directe lichtinval wel of niet gewenst is. In de zomer is vanaf 10:30 uur (tot ongeveer 13:00 uur) geen directe lichtinval mogelijk bij een dakoverstek van 405mm. Met dit overstek wordt de directe zoninval op de heetste uren van de dag geweerd. Daarom kiezen wij voor een dakoverstek van 405mm, omdat deze ’s winters, wanneer behoefte is aan warmteopslag, ideaal is en ’s zomers toch de heetste uren van de dag kan weren.

Figuur 7.57. De zon zal vanaf het begin van de winter zoveel mogelijk directe lichtinval tot gevolg hebben bij een overstek van 405mm. (Eigen ill.)

Figuur 7.58.

De zon zal vanaf het begin van de winter (10:30 uur) ongewilde directe zoninval weren door een overstek van 405mm. (Eigen ill.)

133


K OST EN





Een van onze uitgangspunten was het besparen van de kosten. In het schetsontwerp hebben we reeds benoemd hoe dit zou kunnen plaatshebben door verschillende alternatieven aan te dragen voor de kostenbesparing. Vervolgens hebben we in de verschillende onderdelen van het gebouw rekening gehouden met de kosten die hier verminderd konden worden. Soms was dit zeer expliciet benoemd, maar vaker is dit redelijk impliciet gebeurt. Bij deze worden de grootste besparingen opgenoemd en wordt er een zeer grove schatting gemaakt of er hiermee 10% op de prijs kan worden bespaard. De berekening van de nieuwe bouwkosten is te zien in Figuur 7.59 Gevelopeningen Hier veranderen enkele zaken. Aan de ene kant moet er meer glas gerealiseerd worden om te voldoen aan de klimaateisen, en er worden door het ontwerp twee deuren in de woning geplaatst. Aan de andere zijde wordt veel kozijnoppervlak vervangen door glazen bouwstenen waarvan wij vermoeden dat deze 4 keer zo weinig kosten per vierkante meter. Dak We gaan er voor het gemak van uit dat de bamboe dakconstructie ongeveer net zoveel zal kosten als de houten dakconstructie. De dakbeplating houden we uit esthetisch oogpunt hetzelfde materiaal als eerst (golfplaten) maar we kiezen voor een iets dunnere en goedkopere plaat, wat ongeveer een kwart op de prijs scheelt. Vloer We kiezen ervoor de gehele vloer af te werken met een gekleurde dekvloer in plaats van tegels. Dit scheelt zeer veel in de prijs. Tevens zijn we op dit moment nog aan het onderzoeken of de cementdekvloer door een leemvloer kan worden vervangen. Constructie De gehele betonnen draagconstructie vervalt,

134

en dit scheelt dus ook een grote kostenpost. Zeker zal zijn dat er afhankelijk van de detaillering wel kosten worden gemaakt voor bevestiging van verschillende onderdelen (b.v. spanten op leem). Daarom gaan we ervan uit dat nog een kwart van de constructiekosten over zal blijven. Gevel De gevel is nu verdeeld in twee onderdelen: de woningscheidende wanden en de gevels. Beiden worden nu gemaakt van leem, waarbij in de gevels hieraan ook nog stro wordt toegevoegd voor thermische isolatie. De gevels kosten ongeveer evenveel als in de oorspronkelijke opzet, de woningscheidende wanden zijn ietwat goedkoper. Fundering Leemwanden zijn dikker dan baksteenwanden. omdat nu hoofdzakelijk leemwanden worden toegepast, zal er een grotere fundering nodig zijn, waardoor ongeveer 1/5 extra kosten genoodzaakt zijn. Vaste inrichting Vanwege het opklapbed zullen er ook kosten gemaakt worden voor een kast waar dit bed in kan worden opgeklapt, en mogelijk een tafel die hier ook kan worden uitgeklapt. Ook een schoorsteen kost geld We schatten deze extra kosten op dit moment op ongeveer 150.000 ariary. Als we dit zeer snel na rekenen, dan komt dit in de buurt van een kostenbesparing van 13% op de materialen. Dit is zeer grof, maar geeft ons een indicatie dat we op de juiste weg zitten met besparen. In de conclusie zullen we vervolgens specifiek uitrekenen of ons doel gehaald is om het huis voor 40% van de bevolking bereikbaar te maken.

             

                        

       

       

       

        

    

    

    

     

      

      

   

   

                      

  

  

      

     

            

   



        





Figuur 7.59. Een heel snelle aanpassing van de geschatte materiaalkosten van Trano Mora om te kijken er voldoende materiaalbesparing is (eigen ill.)


135


VOORLOPIG ONTWERP T EKENINGENL IJST Stedenbouwkundig ontwerp • Locatie • Wijk • Ensemble 1:500 • Profiel 1:200 • Principe: Uitbreiding na verloop van tijd • Principe: Uitzicht v.s. privacy • Principe: Passief klimaatsysteem met winterzon Ontwerp • Noordgevel 1:100 • Zuidgevel 1:100 • Plattegrond geschakelde woningen met tuin 1:100 • Plattegrond woning 1:50 Dagtoestand • Plattegrond woonkamer 1:50 Nachttoestand • Interieur: opklapbaar bed • Mogelijke uitbreidingen in toekomst 1:100 • Doorsnede A-A’ 1:50 • Doorsnede B-B’ 1:50 • Funderingsplattegrond 1:50 • Bouwtechnische plattegrond 1:50 • Dakplattegrond 1:50 • Plaatsing constructieve delen 1:50 • Spant 1:30 • Metselverband woningscheidende wanden • Metselverband gevels uit stroleem • Verwijzing details • Detail H1 1:10 • Detail V1 1:10 • Detail V2 1:10 • Detail V3 1:10 • Detail V4 1:10 • Detail V5 1:10 Perspectieven • Exterieur • Interieur

136


De locatie is gelegen in het dorp Ambohidratrimo in de periferie van Antananrivo, de hoofdstad van Madagascar

Het bovenste deel van de wijk is reeds ontworpen en deels ontwikkeld. Ons ontwerp behandelt de linkerhelft van de bruingekleurde kavels.

137


N

3m

0

1:50 Stedenbouwkundige ensemble 1:500 0

1:100 nieuwe woningen plek voor 0 uitbreiding

1:200

privĂŠ groen

1:500

138

0

5m voetpaden

10mwegen publiek groen

25m

profiel 1:200


1:50 1:100 1:200

Profiel 1:200

1:500

NA 10 JAAR

3m

0 0

5m

0

10m

0

25m

NA 20 JAAR

Uitbreiding: Na verloop van tijd kan de woning worden uitgebreid richting zuiden

Uitzicht v.s. privacy

Passief klimaatsysteem door middel van winterzon

139


Noordgevel 1:100

3m

0

1:50 1:100 Zuidgevel 1:100 1:200

140

1:500

0

5m

0

10m

0

25m


N

Uitbreiding t

Plattegrond geschakelde woningen 1:100 met tuin

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m

Hier is te zien hoe de verschillende woningen geschakeld zijn. Met de blauwe pijlen is aangegeven hoe de windrichting ombuigt door de beplanting aan de voorzijde. Ook is duidelijk te zien dat de achtertuinen priv;e gebied zijn door hun hoogte, en terwijl de tuinen

op het Noorden publiek zijn.

141


18 m2

N

+

8 m2

+ 4 m2

+ 5 m2

= woonkamer

GO 35 m2 BVO 41 m2

slaapkamer badkamer keuken

verschillende oppervlaktes

142

Plattegrond woning overdag 1:50 met verschillende functies

Plattegrond woonkamer ‘s nachts 1:100 met verschillende functies; de tafel wordt opgeklapt en het bed uitgeklapt


Doorsnede

Technisch vooranzicht

20:30-5:30 Bed is uitgeklapt

5:30 Bed wordt opgeklapt

5:30-20:30 Tafel wordt uitgeklapt

Principe opklappend bed / uitklappende tafel

143


GO 35 m2

+ GO 19 m2

2 extra slaapkamers

Extra slaapkamer, gang

= GO 54 m2 BVO 62 m2

2 grote kamers

Oppervlakte van de uitbreiding

144

3m

0 kamer apart verhuurbare

Mogelijke uitbreidingen 1:100. Allen richting het zuiden. Dit dient enkel als voorbeeld, in werkelijkheid zijn er nog tal van andere mogelijkheden.

1:50

1:100 1:200 1:500

0

5m

0

10m

0

25m


Doorsnede A-A’ Schaal: 1:50

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m

145


Doorsnede B-B’ Schaal: 1:50

146

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m


N

Plattegrond fundering schaal: 1:50

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m

147


N

Bouwtechnische Schaal: 1:50

148

Plattegrond

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m


N

Plattegrond draagconstructie schaal: 1:50

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m

149


N

Specificatie dakplaat - Gegalvaniseerd metaal dikte = 0,4mm - Totale breedte = 860mm - Lengte op maat gemaakt - Afstand h.o.h. flens = 273mm - Breedte flens = 40mm - Hoogte flens = 30mm - Overlap dakplaten = 40mm - Breedte h.o.h. dakplaten = 820mm Plattegrond dak schaal: 1:50

150

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m


N

Plattegrond lateien + krachtverdeelplaten schaal: 1:50

1:50 1:100 1:200

3m

0 0

5m

0

10m

151


Berekening zakgoot Regenintensiteit (i). In Madagascar is maximaal 300mm neerslag per maand. (december) In NL max 100mm per maand neerslag. Dus 3x zoveel in Madagascar. In NL 1,8 L/(min m2) dus in Madagascar 5,4 L/(min m2) Regenbelasting Qh = (a x i) x (b x F) met Qh = de hemelwaterbelasting in liters/minuut (l/min). a = de reductiefactor voor de regenintensiteit voor platte daken a = 0,60 plat dak met ballast van grind a = 0,75 voor de overige platte daken voor alle overige gevallen (dus alle hellende daken) geldt a = 1 b = reductiefacot voor hellende daken. Bij dak <45 graden is b = 1, oftewel geen reductie F= dakoppervlak Totaal = (1x5,4)x(1x66) = 356,4 L/min af kunnen voeren. Conclusie vanuit tabel nedzink: Helling 3mm/m1, totaal 6,56 m1 dus 19,68 mm in hoogteverschil --> voor hevige buien dubbel hoogteverschil (6x6,56=39,36 i ongeveer 40mm hoogteverschil over totale lengte Bron met rekenmethode en tabellen: http://www.nedzink.com/nl/info-advies/hemelwaterafvoersystemen-h-w-a/berekening-hwa-capaciteit/info.aspx?id=112

Afmetingen spant schaal: 1:30 + Berekening breedte dakgoot

152


Specificaties metselverband: - Afmetingen leemstenen 300x140x100mm - Steensverband gedeeltelijk volgens Hollands verband (Trano Mora; bekende uitvoering) - Variatie anderhalfsteensverband ter voorkoming van doorlopende stootvoegen (Laag 2 is 1 klezoor (75 mm) verschoven ten opzichte van laag 1) - Lint- en stootvoegen 20mm - MuurbeĂŤindiging: staande tand

Metselverband woningscheidende wanden

153


Specificaties metselverband: - Afmetingen stroleemstenen 300x140x100mm - Koppenverband - Lint- en stootvoegen 20mm

Metselverband gevels

154


Detailaanduiding

155


Verduidelijking plaatsing detail

156

Detail tekening H1 - schaal1:10


Detail tekening V1 - schaal1:10

157


Detail tekening V2 - schaal1:10

158


Detail tekening V3 - schaal1:10

159


Detail tekening V4 - schaal1:10

160


Detail tekening V5 - schaal1:10

161


Exterieur perspectief Noordgevel

162


Exterieur perspectief Zuidgevel + tuin

163


164


Vogelvlucht Coonstructie en inrichting

165


166

Interieur Zicht op woonkamer


167 interieur keuken


overdag: uitgeklapte eettafel

168


‘s nachts uitgeklapt bed

169


170


8

In dit laatste hoofdstuk zal een conclusie getrokken worden over ons ontwerp. Dit zal gedaan worden door ons ontwerp aan de uitgangspunten eerder gestelde uitgangspunten te toetsen. Tevens zullen we zoveel mogelijk gebruik maken van controlemiddelen in de zin van objectieven analyses en meningen van experts om ons ontwerp tegen het licht te houden. Het is hiermee tegelijkertijd een reflectie op ons ontwerp. Een reflectie op het gehele proces wordt niet gegeven, aangezien dit in onze procesmap uitgebreid naar voren komt. Met deze conclusies en de mogelijke aanbevelingen van zullen wij de principes aandragen voor een efficiënt sociale woning. Het antwoord van de vraag“hoe kan een

efficiënte sociale woning in de periferie van Tana, Madagascar worden vormgegeven?” wordt gegeven door ons ontwerp, de leidende en zoveel mogelijk geëvalueerde principes en als laatste de aanbevelingen die mogelijk kunnen leiden tot een nog beter ontwerp.

C O N C L U S I E

171


K OST EN Door onze intensieve analyse naar de problemen in Madagascar en Antananarivo, ontdekten wij dat de huidige sociale woningbouw zo duur is dat deze slechts bereikbaar is voor 10-15% van de bevolking. Mede na overleg met werknemers van Sonapar hebben we ons daarom ten doel gesteld ons ontwerp ongeveer 30% goedkoper te maken, waardoor deze volgens onze berekening beschikbaar zou moeten zijn voor 40% van de bevolking. Deze rijkste 40% van de bevolking heeft voor het overgrote deel een vast formeel inkomen, wat belangrijk is bij de aanvraag van een hypotheek, maar heeft op dit moment weinig kans om een eigen woning te betrekken. Om de kosten te reduceren ten opzichte van de huidige ontwerpen, hebben we berekend dat de totale prijs van een woning maximaal 10.000.000 Ariary zou mogen zijn, 65% van de huidige kosten. Hiertoe hebben we drie strategieën gekozen. De eerste is het schakelen van de woningen. Deze keuze had ook te maken met het verhogen van de dichtheid van de wijk, maar heeft als bijkomen voordeel dat scheidingswanden gedeeld kunnen worden en er minder gevels zijn. Hierdoor wordt de woning goedkoper Deze ingreep zou ongeveer 5% van de kostenbeparing voor zijn rekening nemen. De tweede is het verkleinen van de gebruiksoppervlakte: van 50m2 naar 35m2. Hierdoor zou er logischerwijze minder bouwmateriaal moeten worden gebruikt, en dus een reducering van de kosten. Omdat er geen prijs voor de grond berekent wordt in de huidige sociale woningbouwopzet in Antananarivo, valt dit voordeel weg. Deze ingreep zou ongeveer 75% van de kostenbesparing voor zijn rekening nemen De laatste strategie is het toepassen van goedkoper materiaal en goedkopere bouwtechnieken. Hiervoor zijn de huidige materiaalkosten in de sociale woningbouw geanalyseerd door middel van een referentieproject (Trano Mora). Hierna zijn hieruit de bouwdelen ge-

172

filterd die procentueel het meeste bijdragen aan de totale materiaalkosten: Het dak, de gevelopeningen, de constructie, de vloer en de gevel. Vervolgens zijn hiervoor alternatieven vergeleken en gekozen om te komen tot een goedkopere opbouw van de woning. Met deze strategie hoopten wij ongeveer 1/5e van de totale kostenbeparing te realiseren. Dit is reeds tussentijds geanalyseerd in het hoofdstuk voorlopig ontwerp, waaruit bleek dat een kostenbeparing van ongeveer 13% op de totaalprijs geschat kon worden. Om te kijken of en hoe ons uitgangspunt is gehaald, is een kostenberekening gemaakt van ons ontwerp. Deze is in detail te zien in de bijlage. In Figuur 8.1 zijn de kosten per bouwdeel te zien van zowel Trano Mora als Type M met de totale kosten en kosten per m2 BVO als uitkomst. Het meest interessant is natuurlijk of onze doelstelling van 10 miljoen Ariary totale kosten voor het ontwerp is gehaald. Dit is niet gelukt, het ontwerp wordt bijna 1 miljoen Ariary duurder dan gepland. Desondanks zal dit huis voor een veel groter deel (lineair geinterpoleerd zo’n 38%) van de bevolking beschikbaar zijn. We zullen nu kort ingaan op de redenen voor het duurder uitvallen van het ontwerp. Daarna behandelen we de effectiviteit van de verschillende strategieën. Aan het eind van het hoofdstuk Conclusie zullen we de principes aandragen die werken, en aanbevelingen doen voor onderzoek naar zaken die volgens ons nog effect kunnen hebben. Foutmarge Als we bekijken waarom het ontwerp duurder is dan gepland, zullen we allereerst een belangrijke opmerking moeten maken. Zoals reeds gesteld is in eerdere behandelingen van het onderwerp kosten voor een woning in Madagascar, is kosteninformatie zeer moeilijk te verkrijgen en nog moeilijker te interpreteren. Er is veel moeite gedaan de kosteninformatie zo realistisch mogelijk in te voeren, maar alsnog zijn fouten in de orde van 15% niet uit te sluiten. Dat blijkt voornamelijk uit onze berekende kosten voor Trano Mora, die ook na

uitgebreid fijnschaven op meer dan 2,5 miljoen euro teveel uitkomen. Bij ons ontwerp is er veel meer informatie over de hoeveelheden, maar nog steeds niet over alle exacte materiaalkosten. Daarom valt hier alsnog een foutmarge in de orde van 5% niet uit te sluiten. Overige kosten. Een tweede reden waarom Type M duurder uitvalt dan verwacht, zijn de overige kosten. Normaal gesproken is de verhouding overige kosten-materiaal in Madagascar ongeveer 30% : 70%. Doordat er in ons project enkele onbekendere technieken en materialen worden geintroduceerd, denk bijvoorbeeld aan de bamboespanten, zal er meer energie moeten worden gestoken in de training van personeel, en zal men langer doen over de uitvoering. Hierdoor hebben wij de verhouding overige kosten-materiaal veranderd naar 35%-65%. Dit maakt een verschil van ongeveer 500.000 Ariary. Als deze technieken dus zijn ingeburgerd, zou de richtprijs dus bijna gehaald worden. Evaluatie strategieën Nu zullen kort de verschillende strategieën worden geanalyseerd. Ten eerste het schakelen van de woningen. Het lijkt ons duidelijk dat deze strategie werkt. De woningscheidende wanden die zo ontstaan zijn een factor 3 minder duur per vierkante m2 dan de gevels, door de afwerking die niet waterdicht hoeft te zijn maar ook door het delen van een wand tussen twee huizen, zie Figuur 8.2 Ten tweede de verkleining van de woning naar 35 m2 GO. In Figuur 8.4 is duidelijk te zien dat deze strategie voor bijna elk in oppervlakte uit te drukken gebouwonderdeel ook daadwerkelijk een vermindering heeft bewerkstelligd in het aantal vierkante meters. Het deel gevelopeningen is iets groter geworden, doordat het klimaatsysteem veel gevelopeningen vereiste. Ook de fundering is iets groter geworden dankzij de leemwanden. De buitenwanden zijn verder bijna niet kleiner geworden. Verder valt op dat bij verkleining de wanden

percentueel een groter aandeel gaan uitmaken van het gebouw ten opzichte van het dak. Al met al kan gesteld worden dat deze strategie goed heeft gewerkt. De laatste strategie was het toepassen van goedkoper materiaal en goedkopere technieken. Dit is op een veelheid van manieren geprobeerd, in het hoofdstuk Voorlopig ontwerp is dit uitgebreid besproken. Dat veel oplossingen direct effect hebben gehad op de prijs per vierkante meter gebouwdeel is te zien in Figuur 8.4. Zo zijn de kosten voor gevelopeningen en plafonds substantieel gedaald, terwijl de kosten voor de constructie volledig zijn weggevallen door het toepassen van dragende wanden. Figuur 8.3 geeft een realistischer beeld omdat hier gekeken is hoeveel het geveldeel kost per vierkante meter BVO., dan blijkt dat de gevelopeningen juist iets duurder worden. Dit komt omdat er vanwege het klimaatsysteem veel meer m2 gevelopeningen zijn geplaatst en tevens omdat er een extra deur nodig was om in de achtertuin te kunnen komen. Ook het dak is ondanks de verandering naar een goedkoper (en tevens mileuvriendelijkere) constructietechniek en de toepassing van goedkopere golfplaten niet goedkoper geworden. Dit heeft alles te maken met de overspanningsrichting en -lengte. Deze maakt dure spanten noodzakelijk, maar ook dure waterkerende voorzieningen ter plaatse van de zakgoot op de woningscheidende wand. Door voor een volgend ontwerp de dakvorm te heroverwegen, kan hier zeker nog winst gehaald worden. Er kan gesteld worden dat ook deze strategie goed heeft gewerkt. Conclusie Het ontwerp kost naar schatting 1 miljoen Ariary meer dan het doel was. Nadat de technieken bekend zijn voor o.a. bamboespanten en leemstenen zou dit bedrag 5 ton minder worden. Door ons ontwerp wordt de doelstelling van 10 miljoen Ariary bijna gehaald. Als er een andere dakvorm wordt toegepast, zouden de kosten waarschijnlijk minder worden.


TYPE M BVO GO gebouwdeel

42,5 m2 34,5 m2

TRANO MORA BVO GO

60 m2 52 m2

Fundering Constructie Gevels Wonings. Wanden Gevelopeningen Vloer Binnenwanden Binnenwandafwerk Plafond Dak

materiaalkosten 630.000 0 599.500 138.700 1.775.000 985.500 227.000 142.000 283.000 1.140.800

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

Fundering Constructie Gevels Wonings. Wanden Gevelopeningen Vloer Binnenwanden Binnenwandafwerk Plafond Dak

materiaalkosten 652.880 1165680 1160700 0 2348000 1787325 471000 373000 960000 1664400

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

Keukeninrichting Badkamerinrichting Opstap entrĂŠe Afwerking Afvoervoorzieninge Electriciteit Divers

369.000 412.000 46.000 71.200 308.600 105.220 50.000

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

Keukeninrichting Badkamerinrichting Opstap entrĂŠe Afwerking Afvoervoorzieninge Electriciteit Divers

304200 715000 84000 55600 359700 125220 50000

Ar Ar Ar Ar Ar Ar Ar

gebouwdeel

Totalen: verhouding (65%-35%) Materiaalkosten 7.283.520 Ar Arbeidskosten 3.697.787 Ar

Totalen: verhouding 70%-30% 12.276.705 Ar Materiaalkosten Arbeidskosten 5.261.445 Ar

Totaal

Totaal

10.981.307 Ar

Figuur 8.2. Het aantal vierkante meters wat verschillende onderdelen in beslag nemen (Eigen ill.)

200000 150000 100000 50000 0

prijs/m2 gebouwdeel trano mora prijs/m2 gebouwdeel TYPE M

17.538.150 Ar

Figuur 8.1. Vergelijking van de kosten van Trano Mora en ons ontwerp, TYPE M (Eigen ill.)

m2 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0

250000

Figuur 8.4. De kosten per vierkante meter gebouwdeel (Eigen ill.)

oppervlakte gebouwdeel trano mora oppervlakte gebouwdeel type M

45000 40000 35000 30000 25000 20000 15000 10000 5000 0

prijs/ m2 BVO Trano Mora prijs/ m2 BVO Type M

Figuur 8.3. De kosten van een gebouwdeel per vierkante meter Bruto vloeroppervlak (Eigen ill.)

173


FUNCT IONAL IT EI T

principes hiervoor kunnen worden ingezet.

De doelgroep bestaat uit een gezin van 4 personen, maximaal 35 jaar. Hun minimum gezinsinkomen per maand bedraagt 210.000 Ariary, en daarmee bouwen wij voor ongeveer 40% van de Malagassische bevolking. Wat wij reeds als risico benoemden in het hoofdstuk Uitgangspunten, is deels uitgekomen: De wensen, eisen en specificaties van deze toekomstige gebruikers van sociale woningen zijn zeer moeilijk te classificeren. Door het ontbreken van een goed statistisch apparaat in Madagascar – het laatste bevolkingsonderzoek komt uit 1998 - is er weinig bekend over deze specifieke inkomensgroep. Omdat vrijwel niemand is aangesloten op internet is communicatie vanuit Nederland met onze doelgroep ook niet mogelijk. Om toch iets zinnigs te zeggen over de eisen van deze mensen, die moeten leiden tot een verhoogde functionaliteit, hebben wij de volgende strategie gevolgd: • Algemene eisen uit literatuur gehaald (Fournet-Guerrin, 2007; Folkers, 2010) • Contacteren experts in Malagassische cultuur (Antropologen uit Leiden en Frankrijk) • Studiereis om beter beeld te krijgen van de woonstandaard in Madagascar In de conclusie zal blijken dat deze opzet slechts ten dele heeft gewerkt. De principes die zijn ingezet om de woning geschikt te maken voor de doelgroep beslaan de indeling van de wijk, de kavel en de woning. Deze zullen eerst besproken worden. Bij al deze interventies zijn we op zoek naar een definitie voor het suburbane leven in Madagascar. Volgens ons gaat het er erom de voordelen van het platteland en de stad te integreren Uit onze gesprekken met bewoners in Madagascar werd dit bevestigd. men waardeert voornamelijk het groen en het uitzicht van het platteland, en wil tegelijkertijd nogsteeds voldoende privacy, veiligheid en comfort. deze punten zijn in Trano Mora niet allemaal even goed geintegreerd. Hierna zullen wij een conclusie trekken of ons ontwerp voldoet qua functionaliteit en welke

Indeling wijk Als er gekeken wordt naar de inrichting van de wijk, dan hebben we enkele interventies gepleegd om deze functioneler te maken. Ten eerste is er meer functionele openbare ruimte toegepast door middel van een plantsoen onderaan de heuvel. Ook de voetpaden tussen de huizen zijn nieuwe openbare ruimte. Dit biedt speelplek voor kinderen en een ontmoetingsplek voor volwassenen. Hierdoor wordt de mogelijkheid gegeven elkaar informeel te ontmoeten, iets wat in de wijk van Trano Mora niet mogelijk is, maar wat op de weinige groene plekken in de stad die we zagen wel gewaardeerd lijkt te worden. Om het comfort van de bewoners te garanderen is er rekening mee gehouden dat de doelgroep nu of in de toekomst over een auto per huishouden beschikt. Hiervoor is ruimte voor parkeerplaatsen ingeruimd. De erfscheidingen van de wijk zijn een concessie tussen stad en platteland. Wordt er in de stad voornamelijk gewerkt met hoge muren vanwege de (on)veiligheid, op het platteland zijn er geen überhaupt geen erfscheidingen. Wij kiezen ervoor om lage muurtjes, en hoogteverschillen in te zetten. Hierdoor komt de nadruk meer te liggen op sociale controle in plaats van fysieke afscheiding. . Indeling kavel Wat bij Trano Mora opviel, is de willekeurige plaatsing van het volume op de kavel. Hierdoor is de omliggende tuin een ongedefineerde ruimte waar niet is gekeken naar de functies die er kunnen plaatsvinden. Nadat wij de functies hebben geinventariseerd die een tuin in een suburbane setting zou moeten vervullen, hebben wij gekozen om zonering toe te pasen als instrument om de tuin geschikt te maken voor deze functies. De woning splitst hierbij de kavel in 4 verschillende zones: voortuin, woning, veranda en achtertuin. De voortuin geldt als semipubliek een representatief deel richting de rest van de wijk. Hier is het belangrijk dat de woning een modern uiterlijk

174

heeft en tevens kunnen bloemen in de voortuin worden geplant om de eigen welvaart aan de wijk te kunnen tonen. Dit is een belangrijke eis voor het stedelijke wonen. De relatie met de straat is hier het grootst. De achtertuin is juist een plek die door hoogteverschillen geen zicht vanaf de straat heeft. Hierdoor ontstaat een grote buitenruimte waar de privacy gegarandeerd is. Privacy in huis is een belangrijke norm voor de Malagassische stadsinwoner. Door deze privacy ook in de tuin te bieden hopen wij voorwaardes te scheppen om ook in de tuin te leven, dit lijkt ons een groot voordeel vaan een suburbane levensstijl. tegelijkertijd is er vanuit de achtertuin altijd uitzicht over de rijstvelden. De veranda dient als ontmoetingsruimte voor kennissen, om droog te kunnen koken en als overdekt terras. Het vervult hiermee een belangrijke buffer tussen binnen en buiten. Indeling woning Een vereiste voor de woning is het verzorgen van privacy. De manier waarop wij dit doen is niet vergelijkbaar met die van de stad. Eerder hebben wij besloten om geen hoge muren op de perceelsgrenzen te bouwen, ter bevordering van de sociale controle. Dit bemoeilijkt wel het verzorgen van een degelijke privacy in de woning omdat de voortuin zeer klein is ontworpen. Door middel van matglazen bouwstenen is dit probleem redelijk opgelost, maar we vragen ons toch af of dit past bij de eisen aan privacy die onze doelgroep stelt. Is dit niet het geval, dan zal de woning verder naar achter moeten worden geplaatst, waardoor minder inkijk is vanaf de straat maar ook een minder grote achtertuin. Daarnaast is de plattegrondindeling geoptimaliseerd door middel van een onderzoek naar de grootte van ruimten met de benodigde meubels. Omdat wij geen exacte informatie hebben verkregen over de eisen aan meubels van de doelgroep hebben wij de meubilering die wij aantroffen tijdens het bezoek aan Trano Mora als leidend gegeven genomen. Dit geeft ons een redelijk beeld over de wensen, maar het lijkt ons desondanks verstandig als hier

meer onderzoek naar zou worden uitgevoerd. Uit de enquêtes die wij hebben gehouden bleek een directe wens van de huidige bewoners van Trano Mora om meer opbergruimte te voorzien. Hier hebben wij rekening mee gehouden door het plaatsen van bamboe schappen in de keuken en de ruimte onder het aanrecht. Ook is er in de keuken extra ruimte naast het aanrecht om een koelkast of voorraadkast neer te zetten. In de badkamer is voldoende ruimte voor een kast onder de wastafel. Bij elk bed kan een klerenkast worden geplaatst en in de woonkamer tevens nog een grote kast. Een andere oplossing voor het efficiënt omgaan met ruimte is het tweepersoonsbed, wat tevens dient als eethoek door middel van een opklapbaar systeem. Door het dubbel ruimtegebruik wat zo ontstaat kan er binnen de zeer kleine beschikbare oppervlakte toch een groot scala aan functies plaatsvinden. Door de keuken bij de woonkamer te betrekken ontstaat een relatief grote en daarmee multifunctionele ruimte in een klein huis. Conclusie Alhoewel wij denken enkele kernwaardes van de Malagassische cultuur - voornamelijk de behoefte aan privacy en veiligheid - geïntegreerd te hebben in het project, kunnen wij niet met zekerheid stellen dat onze oplossingen op alle vlakken aan de verwachtingen van de doelgroep voldoen. Om dit te ondervangen wilden wij regelmatig feedback ontvangen van actoren zoals Sonapar of andere Malagassiërs. Praktisch gezien blijkt dit echter niet mogelijk zonder ook daadwerkelijk op de plek zelf te zijn: internet is geen gemeengoed in Madagscar. Ons referentiekader heeft daarom te veel de overhand gehad, en de functionaliteit van de woning zal door uitgebreide samenspraak met de doelgroep moeten worden bijgeschaafd. Hiermee komen wij terug op een conclusie van de literatuurstudie: Samenwerking is zeer belangrijk voor het slagen van ons project en kan gerealiseerd worden door aanwezig te zijn op de plek zelf en het opzetten van een kennisplatform.


GE Z O N DHEID De gezondheid van de sociale woningbouw gebruikers mag niet worden geschaad door de woning zelf. Dit betekent dat het binnenklimaat een dusdanige leefomgeving moet creëren waar ziekten niet snel kunnen ontstaan of verspreiden. Het grootste probleem met betrekking tot de gezondheid in Trano Mora is het ontbreken van rookafvoer en teveel koude tijdens de winternachten. De rook die vrijkomt bij het koken op een traditionele Fatapera, mag de luchtwegen van de bewoners niet schaden. De koude draagt bij aan het vermenigvuldigen en overleven van virussen die onder andere griep veroorzaken. Ook gaven bewoners in enquetes aan dat vocht een probleem vormde in het huis. Om deze problemen te voorkomen, is er ingezet op een passief klimaatsysteem. Deze kan met weinig kosten en een hoge duurzaamheid het binnenklimaat behoorlijk verbeteren. Thermisch comfort Tegen de koude in de winter, maar tegelijkertijd ook de hitte in de zomer, is gebruik gemaakt van een warmtebuffernd systeem met de zon als verwarming. Hierdoor wordt overdag de warmte van de zon in warmtebuffers opgeslagen, wat ’s nachts geleidelijk wordt afgegeven in de gebruiksruimten. De warmtebuffers bestaan uit leemsteen, wat een hoge warmtecapaciteit heeft. Omdat de verwarming in de winter ‘s nachts nodig is, zijn het de slaapkamers die zoveel mogelijk aan de zijde van de zon geplaatst zijn, wat in Madagascar de noordzijde van het huis is. Een exact uitgerekend overstek zorgt ervoor dat er ‘s zomers geen direct zonlicht door de ramen naar binnen valt. Door middel van isolatie zal de warmte beter binnen moeten blijven. Wij hebben echter geen ideaal isolatiemateriaal gevonden voor de gehele schil. alleen het plafond lijkt redelijk te isoleren met de gestelde methode. De gevels zijn beter geisoleerd dan in Trano Mora door de toepassing van stroleem, maar hier is nog een verbetering te behalen. Door de

productie van strobalen kan dit gerealiseerd worden. Op dit moment is de isolatie eigenlijk onvoldoende. Om de warmte in de zomer snel af te voeren wordt de lucht in de zomer via roosters in plafond en gevel snel gelucht. Luchtkwaliteit Natuurlijke ventilatie zal bijdragen aan een comfortabel binnenklimaat, voornamelijk in de zomer. De thermische omstandigheden kunnen door middel van reguleerbare roosters worden aangepast aan de wensen van de bewoner. Tijdens de zomer zal het plenum worden geventileerd, zodat opgewarmde lucht zo snel mogelijk de woning verlaat. In de winter is dit niet nodig. De leefruimte zal ten alle tijden een verse luchtaanvoer moeten bezitten, zodat virussen minder kans krijgen zich te verspreiden. Het luchten van de woning zal in de zomer voordelig zijn. Tijdens de wintermaanden is via een ondergronds luchtkanaal warmte in de woning te verzorgen. Door een krap tijdsbestek was er geen tijd om deze oplossingen volledig uit te werken. Wij dragen daarom de principes aan, maar er zal gekeken moeten worden in welke mate deze in woningen kunnen worden toegepast.Kosten van de roosters zal hierbij doorslaggevend zijn. De toevoeging van de veranda heeft in ons ontwerp een uitkomst geboden aan het probleem met de rook binnenshuis. Door het plaatsen van de keuken naast een buitendeur die uitkomt op de veranda wordt voorkomen dat de bewoners binnen koken. Het afdak zorgt voor comfort tijdens het koken bij alle weersomstandigheden. De materiaaltoepassing van bamboe heeft tot gevolg dat een conservering gewenst is om de duurzaamheid te verhogen. Deze conservering zal via natuurlijke middelen worden bewerkstelligd zodat chemische middelen worden vermeden. Chemische conservering kan leiden tot aantasting van de luchtwegen. De luchtkwaliteit van Type M zal niet in gevaar worden gebracht door chemische middelen,

omdat deze niet worden toegepast. Vocht Vochtdoorslag in de woning is een groot probleem bij Trano Mora, zo gaven mensen aan in de enquêtes die we hielden. Optrekkend vocht uit de grond zal de woning niet snel binnendringen wanneer een betonnen dekvloer op de leemsteenvloer word gelegd. De fundering en de plint van het gebouw is uitgevoerd in een combinatie van natuursteen en beton, zoals bij Trano Mora. Hierdoor wordt optrekkend en opspattend vocht geweerd uit de woning. Een verschil met Trano Mora is dat de gevels een afwerking van cement hebben gekregen om een duurzame waterdichte schil te creëren. Samen met gegalvaniseerde dakplaten zal de woning geen tot weinig water doorlaten. Het enige aandachtspunt waar de bewoners van Trano Mora niet over te spreken waren, zijn de kozijnaansluitingen. De uitvoering bleek van een lage kwaliteit te zijn. Bij het bouwen van ons ontwerp zal hier nog meer aandacht aan moeten worden besteed, vanwege het korte tijdsbestek en het tekort aan informatie over toegepaste kozijnen hebben wij besloten hier niet op in te gaan. Eventueel vocht wat binnenkomt in de woning, wordt genivelleerd door de toepassing van leemwanden. Deze verlagen de relatieve vochtigheid tot zo’n 50%. Het verlagen van de relatieve luchtvochtigheid in de woning draagt bij aan een vermindering van schimmelgroei, wat de gezondheid van de gebruikers verbeterd. Geluid Het omgevingslawaai zal beperkt zijn gezien de locatie en infrastructuur van de wijk. De gevels van leemstenen met stro met een dikte van 300mm verzorgt een degelijke geluidsreductie. Ten opzichte van Trano Mora verzorgen de leemstenen gevels een verbetering. De woningscheidende wanden hebben de eis om 50d(B) luchtgeluidsisolatie te verzorgen. Deze eis hebben wij uit eigen inzicht opgesteld om een zekere akoestische kwaliteit te bewerkstelligen. Het reduceren van geluid voorkomt gehoorbeschadiging, hart- en vaatziekten en

tal van andere gezondheidsproblemen gekoppeld aan slaaptekort. Licht Daglicht is essentieel voor het leven op aarde. De hoeveelheid daglicht waaraan we worden blootgesteld heeft invloed op onze slaap-waak cyclus. Voor het handhaven van een goede gezondheid moet de mens aan voldoende daglicht worden blootgesteld zodat het functioneren van het lichaam hier niet door lijdt. Ook heeft daglicht invloed op ons concentratievermogen en alertheid. Omdat Type M beduidend meer daglichtinval heeft dan Trano Mora, zal ook op dit vlak een gezondere leefsituatie bestaan. Conclusie De gezondheid van de bewoners zal niet worden geschaad door de kwaliteit van het binnenklimaat. De woningen hebben allen toegang tot schoon drinkwater, een douche en een toilet. Deze onderdelen zijn al zeer luxe voor de woningen in de periferie van Antananarivo, en helpen de gezondheid van de bewoners niet aan te tasten. Daarnaast zijn meerdere keuzes gemaakt die allen een positieve invloed hebben op een gezond binnenklimaat op het gebied van vocht, licht en geluid. De grootste problemen zijn opgelost door de plaats van het koken buiten de woning te laten plaatsvinden, en door de toepassing van een passief klimaatsysteem wat betreft warmte en ventilatie en de toepassing van leemwanden draagt bij aan een beter binnenklimaat. Dit systeem zou echter wel getest moeten worden in een dynamisch model om echt zekerheid te bieden over de werkzaamheid. Er is door ons gevraagd aan een Bouwfysica specialist van Peutz naar ons ontwerp wilde kijken om een oordeel te krijgen van een expert. Deze heeft helaas niet de tijd gevonden om dit voor het printen van ons verslag te doen. Enkele punten die heroverwogen zouden kunnen worden wat betreft het klimaatsysteem zijn de integratie van isolatie en de situatie wanneer de zon niet schijnt.

175


DUURZAAMHEID : Duurzaamheid is het laatst gevolgde uitgangspunt in TYPE M. Zoals reeds gesteld is, zou duurzaamheid een belangrijke plek moeten innemen in elk ontwerp, ongeacht waar dit ter wereld plaats vindt. Duurzaamheid is het denken over effecten op het milieu en onze omgeving nu en in de toekomst (sustainability), maar net zo goed de vraag of het ontwerp de tand des tijds kan doorstaan, en zich kan aanpassen aan nieuwe wensen en gebruiken (durability). Bij beide van deze punten hebben we reeds in het hoofdstuk Uitgangspunten enkele strategieën opgenoemd om het ontwerp duurzaam te maken. Eerst zullen we de geteste strategiëen bespreken en kijken of deze hebben gewerkt, daarna zullen we bespreken welke strategiëen nog kunnen worden uitgetest, dit zullen we mede doen door middel van de resulaten uit de Sustainable Building Assesment Tool (SBAT) van Gibberd (2002), een tool die speciaal is ontwikkeld om de duurzaamheid van bouwprojecten in ontwikkelingslanden te testen. De werkende principes en aanbevelingen zullen we aan het eind van het hoofdstuk Conclusie opsommen. Nieuwe materialen Om de milieuvriendelijkheid (sustainability) ten opzichte van het huidige project te verhogen zijn verschillende strategieën ingezet. De belangrijkste strategie die is ingezet, is het onderzoek naar nieuwe, milieuvriendelijke materialen. Vanuit het ontwerp van Trano Mora is er gekeken welke materialen problemen opleverde voor de duurzaamheid. Hierbij kwamen de baksteen, beton en hout naar voren als milieuonvriendelijke materialen. Er is gekeken naar alternatieven om deze materialen zoveel mogelijk te vervangen. Ter vervanging van de bakstenen gevel en betonnen constructie zijn leemstenen dragende wanden toegepast. Door toepassing van één materiaal worden dus twee milieuonvriendelijke materialen bijna geheel niet meer toegepast. Daarnaast wordt al sinds meer dan 100 jaar met leemsteen gebouwd, waardoor deze techniek bekend

176

is bij de bevolking. Ook de vloer is voor een groot deel van leem geworden. De dakconstructie, die voorheen bestond uit hardhout (Palissander), is door ons uitgewerkt in bamboe. Bamboe is waarschijnlijk de meest milieuvriendelijke houtsoort ter wereld. Het wordt in Madagascar al sinds ongeveer 5-10 jaar gekweekt en verwerkt tot bouwproducten, dus ook hiervan zou de toepassing redelijk goed te integreren moeten zijn. Beide producten kunnen theoretisch op de bouwplaats zelf gewonnen worden, waardoor ook de belasting van het transport op het milieu zo goed als wegvalt. Ook zijn beide materialen goedkoper toe te passen. Hierdoor kan er niet alleen milieuwinst gehaald worden maar ook economische winst, wat volgens Reffat (2004) sleutel tot succes is bij het toepassen van milieuvriendelijkere materialen in ontwikkelingslanden. Er kan dus met zekerheid gesteld worden dat deze strategie goed toepasbaar is voor de milieuvriendelijkheid van de woning, wat ook blijkt uit het kopje Materials and components uit de SBAT-score in Figuur 8.5 Beperken energievraag De tweede strategie die is ingezet is het beperken van de energievraag. Dit is gedaan door relatief veel gevelopeningen aan te brengen, zodat de woning constant voorzien wordt van voldoende daglicht, maar belangrijker: er ontstaat een passief klimaatsysteem met behulp van de zon wat bijverwarmen in de winter een stuk minder noodzakelijk maakt. De efficiëntie van dit systeem zal besproken worden in de paragraaf Gezondheid. Andere opties om energievraag te beperken, o.a. PV-cellen, zonneboilers, grijswatersystemen zijn niet overwogen, omdat de hoge aanschafkosten of de ingewikkelde techniek inpassing in dit project niet realistisch maken. Durability Voor de duurzaamheid op de langere termijn is een belangrijk leidend gegeven dat men in Madagascar grote waarde hecht aan zijn voorouders. De gemiddelde Malagassiër zal er volgens Fournet-Guérin (2007) dan ook alles

aan doen om op de grond van zijn voorouders te blijven wonen, al moet hij of zij het gehele huis afbreken en opnieuw opbouwen om aan zijn wensen te voldoen. Als er wordt gekeken naar duurzaamheid op de lange termijn, dan zal er met dit aspect rekening moeten worden gehouden. De belangrijkste strategie om met deze factor om te gaan, is door flexibiliteit in de woning aan te brengen. Na uitgebreid onderzoek hebben is ervoor gekozen om deze flexibiliteit op twee manieren in te passen: Ten eerste door de woning naar de zuidzijde (en dus achterkant) eenvoudig uitbreidbaar te maken. Voor de varianten stijgende welvaart, gezinsuitbreiding of verhuur van aparte kamer zijn door ons varianten gemaakt, die naadloos moesten aansluiten op het huidige ontwerp. Door de uitbreiding aan de achterkant op dezelfde verdieping de situeren blijft straatbeeld, uitzicht van buren over het dal en de klimatologisch belangrijke noordgevel ongewijzigd. Bij deze uitbreiding hoeft tevens een minimum aan gevel te worden afgebroken, wat de milieuvriendelijkheid ten goede komt. Ten tweede is er gekozen om geen dragende binnenwanden toe te passen. weliswaar zijn deze uit leemsteen uitgevoerd vanwege kosten en geluidsoverdracht, maar deze kunnen bij een gewenste herindeling eenvoudig worden weggehaald. Deze strategie heeft bijzonder goed gewerkt als men kijkt naar de resultaten van de SBAT (Figuur 8.5 ) Het verschil tussen Trano Mora en Type M op het punt adaptability is hier 2,5 punt. we willen hierbij opmerken dat een specifiek gedeel van de uitbreiding veel heeft uitgemaakt voor het gehele ontwerp: het geval wanneer er in uitbreidingstoestand 3 slaapkamers worden gesitueerd. Wij willen deze allen aan de noordkant situeren vanwege de klimatologische voordelen in de winternacht. Dit heeft echter tot gevolg gehad dat de basisplattegrond van 35 m2 bijzonder breed moest zijn, 8,5 m, want anders zouden er deze slaapkamers na uitbreiding niet allen aan de noordzijde geörienteerd zijn. Door een brede plattegrond is er echter a. meer geveloppervlak

benodigd (wat een factor 3 duurder is dan de woningscheidende wand /m2) en b. grotere spanten nodig om de overspanning tussen twee woningscheidende wanden te overbruggen. Overige strategiëen Als er gekeken wordt naar de de scores uit de SBAT (Figuur 8.5) dan blijkt dat TYPE M op een aantal punten sterk vooruitgaat ten opzichte van Trano Mora. Maar er blijkt ook dat er op een aantal punten verder onderzoek gedaan zou kunnen worden naar een hogere duurzaamheid. in het kort: • Water: er kan veel meer gedaan worden met grijswater systemen en regenwaterconsumptie. Wegens het korte tijdsbestek hebben wij dit niet kunnen integreren • Inclusive environments: Er is absoluut geen rekening gehouden met gehandicapten. Door in het ontwerp rolstoeltoegankelijkheid mee te nemen zou dit aspect kunnen worden verduurzaamd • Participation & Control: Alhoewel dit door ons in onze literatuurstudie (Adam & Ketel, 2012) al is aangegeven, hebben wij hier geen invloed op en kunnen we er niet van uitgaan dat dit gebeurt: Het betrekken van toekomstige bewoners door middel van b.v. planning, handleiding, gedeelde ruimtes. Door het toevoegen van groene ruimte is deze factor al iets hoger geworden.dan in Trano Mora het geval was Conclusie Ons ontwerp voor een sociale woning is duurzamer dan de huidige wijze van bouwen (met Trano Mora als voorbeeld). dit blijkt uit de SBAT-test, te zien in Figuur 8.5. TYPE M scoort hier meer dan 20 procent hoger en is daarmee gekwalificeerd door te test als goed. Leidende principes hierbij zijn de flexibiliteit (adaptability) en het toepassen van milieuvriendelijke materialen (materials & components). Punten die in toekomstige ontwerpen nog kunnen worden bekeken zijn watergebruik, toegankelijkheid en participatie.


SUSTAINABLE BUILDING ASSESSMENT TOOL (SBAT- P) V1

SUSTAINABLE BUILDING ASSESSMENT TOOL (SBAT- P) V1 PROJECT Project title: Location: Building type: Internal area (m2): Number of users:

ASSESSMENT Date: Undertaken by: Company / organisation: Telephone: Email:

TYPE M Antananarivo clustered building 34,5 m2 4

Fax:

PROJECT Project title: Location: Building type: Internal area (m2): Number of users:

16,8m2 M.Adam HAN

Site

Waste

Energy

5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0

Materials & Components

Inclusive Environments

Social

2,6

Economic

Participation & Control

O Overall ll

3,1 31

Classification Cl ifi ti

Access to Facilities

Participation & Control

1,0 0,0

Energy

Education, Health & Safety

Education, Health & Safety

Water

Local Economy

Capital Costs

Efficiency

Efficiency

Ongoing Costs

Adaptability

3,4

Inclusive Environments

2,0 Waste

Local Economy

Ongoing Costs

4,0 3,0

Site

Access to Facilities

Water Capital Costs

Fax:

16-aug M.Adam HAN

Occupant Comfort

Occupant Comfort Materials & Components

ASSESSMENT Date: Undertaken by: Company / organisation: Telephone: Email:

Trano Mora Antananarivo Villa 54 m2 4

Environmental

3,3

Good

Figuur 8.5. SBAT score voor TYPE M (links) en Trano Mora (Bron: Gibberd, 2002) lukte oogst kan funeste gevolgen hebben. Daarnaast is er weinig vraag op de wereldL O KALE ECONOMIE markt naar eerstgenoemde twee producten. Het eerste uitgangpunt wat is aangestipt, zal Dat is de macro-economische situatie. nu worden teruggekoppeld, omdat de lokale De micro-economische situatie kenmerkt zich economie een sterke band heeft met de duur- op dit moment door een gebrek aan werk, er zaamheid. In de SBAT-test (Figuur 8.5) wordt is een grote werkloosheid in Antananarivo en dit uitgangspunt zelfs integraal meegenomen. een gebrek aan planning, waardoor de wijk Rekening houden met de economische situa- zoals die nu gepland wordt in de periferie niet tie en kijken of we hier verbetering in kunnen economisch vatbaar is door een te lage dichtaanbrengen is van ongekend belang. Tijdens heid. Voor beide aspecten is bekeken hoe dit onze studiereis is dit belang nog eens extra kan worden opgelost. Deze strategieën zullen benadrukt. Het land is zeer arm en heeft een nu worden belicht. zeer slecht ontwikkelde industrie waardoor er weinig mogelijkheden zijn om te ontwikkelen Macro-economische situatie en er een grote afhankelijkheid ontstaat van Om minder afhankelijk te zijn van de macrobuitenlandse, veelal dure, producten. Mada- economische situatie, zijn er twee interventies gascar heeft tegelijkertijd agrarische produc- gedaan. Ten eerste worden geïmporteerde ten als grootste exportproduct (Vanille, rijst, kant-en-klare producten zo veel mogelijk garnalen). De export wordt daarmee sterk af- voorkomen. Dit is voornamelijk cement en de hankelijk gemaakt van het weer en een mis- pvc-raamkozijnen. Ten tweede wordt er een

Adaptability

Social

2,0

Economic

O Overall ll

2,2 22

Classification Cl ifi ti

strategie toegepast om minder ruwe grondstoffen op de bouwplaats te gebruiken en meer prefab-elementen. Deze strategie willen we specifiek inzetten met bamboe (de spanten kunnen geprefabriceerd worden) en de betonnen onderdelen die toch noodzakelijk zijn (lateien en lekdorpels). Het idee hiervan is dat er kleine fabrieken ontstaan die door een relatief grote afzetmarkt - er moeten tienduizenden woningen gebouwd worden - een goedkoop en kwalitatief goed product kunnen maken. De bamboefabriek kan daardoor waarschijnlijk ook het productieproces voor andere producten, zoals gelamineerde balken en vezelplaten, efficiënter en goedkoper maken Deze producten zijn redelijk duur, en daarom niet toegepast in TYPE M maar zeer interessant voor export, wat een stimulans kan zijn voor een deel van de economie.

2,3

Environmental

2,2

Average

daan is, de dichtheid van de wijk aanpassen van 30 u/ha naar 60 u/ha. door strokenbouw eengezinswoningen toe te passen. Hiermee wonen er genoeg mensen in de wijk om interessant te zijn als vestingsplaats voor werkgelegenheid en winkels, waardoor mensen minder afhankelijk zijn van auto’s. Conclusie Het vermijden van geimporteerde producten evenals het toepassen van minder ruwe grondstoffen en het gebruiken van prefab elementen verbeteren de macro-economische situatie. Het creeren van een micro economie in de wijk wordt gerealiseerd door een dichtheid van ten minste 50 eenheden per hectare. Zo wordt het mogelijk om, ook op lange termijn, een duurzame wijk te creëren.

Micro-economische situatie Verder is een belangrijke aanpassing die ge-

177


PRINCIPES KO STEN

L O K A L E E C O N O M IE

De maximale prijs voor een sociale woning is voor 40% van de bevolking is 10 miljoen Ariary (+- 3500 Euro)

Er moet uitgebreid rekening worden gehouden met de economische kansen van inwoners van de wijk \ van het land

Dit is gerealiseerd door de volgende principes:

Hoe kan een efficiënte sociale woning in de periferie van Antananarivo, Madagascar worden vormgegeven? Deze paragraaf is het sluitstuk van onze afstudeeropdracht. Nadat hiervoor al uitgebreid gereflecteerd is op de verschillende strategiëen die in ons ontwerp zijn toegepast, zullen we hier de principes die gewerkt hebben opsommen. Dat doen we, om het overzichtelijk te houden, wederom per uitgangspunt. Deze principes vertellen kortgezegd waar een efficiënt ontwerp in de periferie van Antananrivo aan moet voldoen. Hiermee geven deze principes het antwoord op de hoofdvraag. Ons ontwerp is leidend geweest voor de destillatie van deze principes, en voldoet hier op de meeste punten ook aan. Daarmee kunnen wij dus stellen dat ons ontwerp daarmee een efficiënte sociale woning benaderd. Benaderd, omdat er ook punten waren die wellicht beter kunnen, en er ook aanbevelingen gedaan worden die verder onderzocht of uitgewerkt kunnen worden om de woning nog efficiënter te maken. Deze staan onder elk principe weergeven, zodat andere ontwerpers hier mee aan de slag kunnen. De hoofdvraag van ons onderzoek is hiermee beantwoord.

178

Schakeling • Schakel eengezinswoningen met minimaal 4 eenheden. Dit scheelt kosten door woningscheidende wanden en doordat deze niet waterkerend hoeven te zijn. • Plaats keuken en badkamer bij elkaar en spiegel woningen zodat natte cellen geclusterd kunnen worden. hierdoor wordt leidingwerk tot een minimum beperkt en kan septic tank gedeeld worden. Gebruiksoppervlakte • Een gebruiksoppervlakte van 35m2 biedt een grote kostenbesparing ten opzichte van de 55m2 nu. Door middel van een opklapbed\uitklaptafel is woning nog steeds geschikt voor 2 ouders en 2 kinderen.

Dit is gerealiseerd door de volgende principes: Macro-economische stimulans • Pas zo min mogelijk importproducten toe (op dit moment is dit voornamelijk cement en PVC-kozijnen). • Pas zoveel mogelijk lokaal gefabriceerd materialen\werkkracht toe bij de bouw. • Prefabriceer de betonnen lateien\vensterbanken en bamboespanten. Dit zorgt voor uitbreiding van industrie, waardoor andere processen ook goedkoper worden. Hierdoor kan bijvoorbeeld gelamineerd bamboe en bamboevezelplaten goedkoper geproduceerd worden, Dit zijn producten die zeer geschikt zijn voor export. Daarnaast zorgt het voor werkgelegenheid.

Materiaalkeuze • Gebruik woningscheidende dragende wanden en gevels van leemsteen in plaats van betonskelet. • Gebruik betonafwerking in plaats van tegels voor vloer. • Gebruik bamboe\stuc plafond in plaats van houten schroten. • Gebruik glazen bouwstenen in plaats van kozijnen waar mogelijk.

Micro-economische duurzaamheid • Strokenbouw toepassen omdat deze later eenvoudig uitbreidbaar is. • De dichtheid minimaal 50 en maximaal 100 u/ha voor een economisch vatbare wijk. • Genoeg voorzieningen zoals bushalte, park, sportvelden, bank, markt, en vooral werk in de buurt. • Uitbreiding van woning in toekomst maakt verhuur van kamer of start van kleine winkel mogelijk.

Verdere aanbevelingen • De overspanningsrichting en -lengte van het dak kan heroverwogen worden. In ons ontwerp zorgt de dakvorm voor een dure constructie en waterkerende voorzieningen. • Zet een database op met kosteninformatie van referentieprojecten.dan kan er efficiënter bezuinigd worden in ontwerpen.

Verdere aanbevelingen • Geef training aan bouwvakkers tijdens de constructie over (nieuwe) technieken en maak hier ook geld voor vrij (1% bouwkosten) zodat kennis opgebouwd wordt wat leidt tot hogere \ betere productie. • Geef nieuwe bewoners training over gebruik woning en principes, voornamelijk op het gebied van energiegebruik.


DUU R Z AAMHEID

FUN CTI O N A LIT E IT

G E Z O N D H E ID

Hoe kan duurzaamheid zo optimaal mogelijk geïntegreerd worden in het ontwerp?

Maak het ontwerp functioneel voor de toekomstige doelgroep en een suburbane manier van wonen.

Zorg voor een gezond binnenklimaat

Dit is gerealiseerd door de volgende principes: Sustainability • Vermijdt beton, hout, en baksteen door de hoge milieubelasting. • Gebruik zoveel mogelijk leem(steen) en bamboe als vervanging, deze zijn beide extreem milieuvriendelijk, maar tevens veel goedkoper. • Pas lokale materialen toe in plaats van b.v. geimporteerde materialen (cement, PVC) omdat dit transportbrandstof scheelt. • Pas veel groen toe zodat erosie niet optreedt, en slechte lucht uit stad gezuiverd wordt. • Beperk de energievraag door een passief klimaatsysteem toe te passen welke het huis ‘s winters verwarmt en zomers verkoeld. • Beperk de energievraag door veel daglicht op alle plekken binnen te laten dringen, zodat weinig kunstlicht nodig is. Durability Zorg dat de woning lang gewaardeerd blijft door flexibiliteit • Maak een eenvoudige uitbreiding van het huis mogelijk. Deze uitbreiding dient horizontaal te geschieden omdat dit het minste kost, en bij voorkeur naar de achterkant van de woning, zodat het straatbeeld behouden blijft.en bij Type M ook de klimaatgevel. • Pas zo min mogelijk dragende binnenwanden toe, zodat men de woning naar eigen wens kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Verdere aanbevelingen Ter verhoging van de duurzaamheid kan er nog gekeken worden naar de volgende punten: • Grijswatersystemen en het filteren van regenwater voor consumptie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het milieu maar ook aan de kosten voor bewoners. • Het ontwerp zou meer rekening moeten houden met gehandicapten. • De bewoners zouden meer in de besluitvorming moeten worden betrokken en er zouden voorzieningen gedeeld kunnen worden zodat een hechte gemeenschap ontstaat.

Indeling wijk: • Zorg dat elk huis een parkeerplaats heeft. • Zorg voor publieke ruimtes, bij voorkeur openbaar groen • Pas lage erfscheidingen toe waar privacy niet noodzakelijk is. hierdoor ontstaat er minder fysieke veiligheid maar meer sociale veiligheid • Pas erfscheiding door hoogteverschillen toe in de achtertuin . Hierdoor is er geen inkijk mogelijk waardoor de tuin veel privacy biedt maar toch uitzicht • Indeling kavel • Een kleine semipublieke voortuin, die door middel van een mooie gevel en bloemen in de tuin het visitekaartje naar de buitenwereld is • Een achtertuin die door de privacy een grote scala aan functies kan hebben voor de familie, dit is tevens de plek waar de woning kan worden uitgebreid in de toekomst. • De veranda die een buffer is tussen binnen en buiten, waar het koken plaatsvindt en waar de kennissen ontvangen kunnen worden • De woning die een grote privacy moet bieden aan de bewoners Indeling plattegrond • Een opklapbed met uitklaptafel maakt dubbel ruimtegebruik in een kleine woning mogelijk • Veel ruimte voor kasten maakt het opbergen van spullen eenvoudig • De privacy van die een dichte gevel vereist, en de klimaateisen die een open gevel vereist staan tegen over elkaar. Er kunnen matglazen bouwstenen worden toegepast om dit op te lossen of een grotere tuin aan de noordzijde. • Het interieur wat is ingetekend komt overeen met de eisen van de bewoners van Trano Mora, maar er moet onderzoek worden gedaan of er niet ander meubilair voor onze doelgroep benodigd is. Verdere aanbevelingen • Zoals in de literatuurstudie: zet een kennisplatform op zodat er meer kennis vanuit de doelgroep wordt overgedragen.

Klimaatgeörienteerde ontwerp prinipes voor woning aan zuidkant van heuvel in de periferie van Antananarivo: • Oriënteer de woningen noord-zuid (daklijn oost-west). • Glasoppervlak gevels: noordzijde ongeveer 30%, zuidzijde maximaal 10%. • Plaats de slaapkamers op het noorden en de woonkamer op het zuiden. • Maak gebruik van warmteopslag. Gebruik hiervoor warmtebuffers, bestaande uit: vloer, zuidgevel, woningscheidende wanden + binnenwanden van leem. • gebruik het dakoverstek al zonnewering. Hierdoor warmt de woning in de zomer niet teveel op. • Omleiden van de overheersende oosterwind begunstigt de ventilatiehoeveelheid per seizoen. Vegetatie is hiervoor optimaal. • Creëer luchtcirculatie door openingen op verschillende hoogten. Maak de aanvoerhoeveelheid reguleerbaar door middel van verstelbare roosters. Binnenklimaat overig • Reguleer luchtvochtigheid door middel van leemwanden. • Voeg stro toe in leemstenen gevel voor extra isolatie • Leg een laag stro van 150mm op verlaagd plafond voor extra isolatie. • Maak een hoge ventilatiehoeveelheid mogelijk in plenum. • Realiseer een luchtafvoer in de badkamer. • Wandopzet minimaal 250mm tegen optrekkend vocht. • Maak de gevels waterdicht door raaplaag cement 20mm en dakoverstek. • Conserveer bamboe op natuurlijke wijze, pas geen chemische middelen toe. Verdere aanbevelingen • De uitvoeringstechniek bij het plaatsen van de kozijnen in de gevels zal moeten verbeteren voor het waterdicht krijgen van de woning. • Ventilatie- en thermische berekeningen moeten uitwijzen in hoeverre de energieprestaties voldoen aan de gestelde eisen. Een dynamisch bouwfysisch model kan dit uitwijzen. • Het plafond zal een opening kunnen hebben die in de zomer open kan staan zodat de warmte sneller via het plenum de woning kan verlaten.

179


Acquier, J.-L., & Harijaona, R. (1997). Architectures de Madagascar. Nancy: Berger-Levrault [etc.]. Adam, M. D., & Ketel, D. P. (2012). Ontwikkelingssamenwerking, bouwen en kennisoverdracht, een literatuurstudie. (Bachelor of Built Environment), Hogeschool Arnhem Nijmegen, Arnhem. Adebayo, P. W. (2011). Post-apartheid Housing Policy and a Somewhat Altered State Role: Does Incremental Housing Still Have a Place in South Africa? The Built & Human Environment Review, 4(2), 3-16. Boyer, H., Garde, F., Razanamanampisoa, H., Randriamanantany, Z. A., & Rakotondramiarana, T. H. (2008). Simulation of a typical house in the region of antananarivo, madagascar, determination of passive solutions using local materials. Antananarivo: Université d’Antananarivo. Cascadia Scorecard 2006: Focus on Sprawl and Health. (2006). from http://www.issuelab.org/research/cascadia_scorecard_2006_focus_on_sprawl_and_health Central Intelligence Agency. The World factbook Retrieved 06-03-2012, 2012, from https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/ Egmond, E. v., Erkelens, P. A., & Janssen, J. A. (2007). Structural design and engineering for the tropics. Eindhoven: Technische universiteit Eindhoven Folkers, A. (2010). Modern architecture in Africa. Amsterdam: SUN. Fournet-Guérin, C. (2007). Vivre à Tananarive : géographie du changement dans la capitale Malgache. Paris: Karthala. Francke, M. K. (2005). Taxeren van courant onroerend goed zonder referentieverkopen. Property Research Quarterly, 28-35. Gibberd, J. (2002). The sustainable building assessment tool: assessing how buildings can support sustainability in developing countries. from http://www.buildnet.co.za/akani/2002/nov.pdf Gibberd, J. (2003). Building systems to support sustainable development in developing countries. Pretoria: CSIR Building and Construction Technology. Gut, P. (1993). Climate responsive building. New York: Studium. Hillebrandt, P. M. (2000). Economic theory and the construction industry; 3th ed. Basingstoke: Macmillan. Jacobs, J. (1961). The death and life of great American cities. New York: Random House. Janssen, J. J. A., & International Network for Bamboo and Rattan (INBAR). (2000). Designing and building with bamboo. Beijing: International Network for Bamboo and Rattan. Keijsers. (2011). Sustainable building materials from rice straw Retrieved 01-08-2012, from http://www.biomassandbioenergy.nl/filesricestraw/KeijsersSustainableBuilding.pdf Lengen, J. v. (2008). The barefoot architect : a handbook for green building. Bolinas, Calif., U.S.A: Shelter Publications. Newman, P., & Kenworthy, J. (1989). Cities and automobile dependence. Aldershot; Brookfield: Gower Technical. Ofori, G. (2012). New perspectives on construction in developing countries. London; New York: Spon Press. Payne, G. K., & Majale, M. (2004). The urban housing manual : making regulatory frameworks work for the poor. London; Sterling, VA: Earthscan. Permeta Architecten, & TU Delft. (2012). Space Calculator (Version 1). Retrieved from http://www.spacemate.nl Plessis, C. (2002). Agenda 21 for Sustainable Construction in Developing Countries A discussion document. Pretoria: CSIR Building and Construction Technoloy. Politique National d’l Habitat. (2006). Antananarivo, Madagascar: MATD. Rabariharivelo, M. (2004). Plan de l’Urbanisation Directeur d’Antananarivo. Antananarivo, Madagascar: MATD. Reffat, R. (2004). Sustainable construction in developing countries. Paper presented at the First Architectural International Conference, Cairo, Egypte. Rozeboom, A. (2000). Madagaskar mensen, politiek, economie, cultuur, milieu. Amsterdam: Koninklijk Instituut voor de Tropen. Thierry, H. (2006). Plan Vert pour Antananarivo. Paris. UN-HABITAT’s Strategy for the Implementation of the Millennium Development Goal 7, Target 11. (2004). Kenya: UN-HABITAT. Wereldbank. (2011). L’urbanisation ou le nouveau defi Malgache. n.b.: Wereldbank. Wikipedia Madagscar. (2012, 01-02-2012). Retrieved 20-03-2012, 2012, from htttp://www.wikipedia.com/Madagscar

180


BIBLIOGRAFIE

181


182


BIJLAGEN

183


BIJLAGE A -REISVERSLAG

In dit verslag kunt u lezen wat wij per dag hebben gedaan tijdens onze studiereis. Dit verslag is voornamelijk een sfeerverslag, om vanuit een persoonelijke visie te kunnen vertellen hoe het land overkomt. Een reisdagboek dus. De exacte technische informatie die wij hebben verkregen is te vinden in Bijlage B: Technisch reisverslag.



28 MEI 2012 - AANKOMST ’s Ochtends om 5:00 uur geland. 13 graden en bewolkt. Een uur gewacht op bagage en toen een taxi genomen naar centrum van de stad, duurde ongeveer een uur. Bracht ons naar het hotel Le Karthala. Onderweg eerste indruk Madagascar: al veel mensen op straat ‘s ochtends en best druk in de buitenwijken. Veel marktjes/kleine winkeltjes. Armoede is overal. Alles is achterstallig. Wel vrolijke mensen, een glimlach wordt gelijk beantwoord. Een compleet andere wereld. Na inchecken hotel (rond 8:00) even uitgepakt en geslapen. Erg moe want niet veel

in vliegtuig geslapen, ongeacht bussiness class stoelen. (Super luxe!) Rond half 11 weer wakker geworden en rondgelopen in de buurt. Hotel is in het centrum vlakbij grote straatmarkten. Vandaag is het pinkstermaandag en dus een vrije dag voor de lokale bevolking. Kopje koffie in Café de la Gare, het treinstation voorheen. Erg mooie en luxe café (aardig wat beveiligers) + enkele Europeanen. Voor de rest weinig tot geen toeristen te zien. Op straat redelijk vaak aangesproken voor taxi’s en producten. En er wordt gebedeld, ook veel door kinderen.

186

Mensen zijn aanhoudend maar door vriendelijk blijven niet te vervelend. Bizar om op deze plek te zijn. Rond half 1 richting paleis van de koningin gegaan op de top van een heuvel. De oude taxi, Renault 4, viel na de eerste bocht uit. Toen we de heuvels opmoesten ging het weer mis en begon de chauffeur de carburateur eruit te halen en schoon te maken. Na 3de keer een kapotte motor zelf verder gelopen. Mooi uitzicht over de stad. Met lokale jongeren aan de praat geraakt die ons een rondleiding hebben gegeven. Erg veel info gekregen en waren aardig. Verwachtten wel een grote compensatie. (50 euro) Uiteindelijk 5 euro pp gegeven! Taxi terug genomen naar hotel, even bijkomen. Rond 17:00 uur weer even de stad in gegaan om wat eten te kopen op de lokale markt. Veel mensen op straat die op kleedjes wat verkopen en golfplaat supermarktjes, van 3 m2 ofzo. Ook wat Malagassisch bier gekocht. Terug naar hotel en gegeten in hotel. Typisch malagassisch gerecht, was prima te eten. Soort van rijst met bonen en mark had groenten. Na het eten in het hotel gebleven omdat het na 20:00 uur op straat niet meer veilig is, op aanraden van hotel personeel. Een rustig avondje gehad, beetje gekaart en een biertje gedronken. ‘s Avonds na 20:00 uur is het ook heel stil, iedereen zit binnen, geen geluid op straat. Mensen gaan vroeg naar bed (uurtje of 8-9). Gepraat met personeel van hotel over cultuurverschillen. We merkten echt dat het leven totaal anders is hier. Van vakantie is geen sprake voor de Malagassiers. 6 dagen per week werken van 3 uur s ochtends tot ‘s avonds, gewoon de hele dag. Tot 23:00 uur opgebleven. ’s Avonds is het redelijk fris, zeker een trui nodig.


29 MEI 2012 - DAG 2 Geslapen als een blok. Werden om 11:30 wakker. Hebben ontbeten in het hotel, wat stokbrood en een banaan. Rond 12:30 naar de stad toe: chambre de commerce. Vragen naar economische activiteiten en wat er met bouwafval gebeurt. Bij het handelscentrum werden we ontvangen bij de balie, paspoorten afgegeven en een bezoekerspas gekregen. We werden begeleid naar een kamer met een secretaresse die ons niet heel veel kon vertellen over de lokale economie, maar zij gaf ons boeken/schriften met informatie over import/export productiviteit van Madagascar. Cijfers en feiten over Tana zijn niet aanwezig. Informatie over de economie was tot maximaal 2010. Niet heel veel bruikbare informatie verkregen. Werd ons duidelijk dat de concrete vragen die wij hebben gewoon niet te zijn beantwoorden. Enkele uren daar gebleven, tot

16:00 uur. Daarna naar een restaurant gegaan om een pizza te eten. Was erg lekker! Nog steeds altijd op straat aangesproken door kinderen/volwassenen voor eten/geld/melkpoeder etc. Na het restaurant naar de supermarkt geweest voor zeep, deodorant en shampoo. Best een dure supermarkt, ook goed beveiligd. Daarna weer naar het hotel. Even opgefrist en om 19:00 uur richting het centrum gegaan. We hadden een personeelslid gevraagd om mee te gaan naar een bar. Eerst nog wat gesnackt bij een restaurant: Mark een croque monsieur en Daniel gefrituurde snacks: krab, vlees, loempia’s etc. Heerlijk. Daarna richting een lokale bar. Onderweg nog door de politie gevraagd naar ons paspoort. Als we dat niet hadden was het naar de gevangenis, of eigenlijk gewoon betalen. In de bar was live muziek, erg veel swing en heel veel meisjes/vrouwen die dansen. Enkele blanke mensen. Echt van die vieze oude blanke mannen met jonge meisjes. In de bar 2 biertjes gedronken en veel gepraat met Michel, die hotel personeelsjongen. Hij vertelde over zijn leven en over ‘la rève’, zijn droom. Lijkt alsof ze allemaal houvast hebben aan hun droom. Ongelofelijke ervaring: in de bar vaak aangesproken/meegetrokken door dames. Waarschijnlijk allemaal prostituees.. Was lastig om te blijven negeren, want ze zijn best aanhoudend. Duidelijk gemaakt dat wij geen interesse hebben (tussen tafels onszelf ingesloten) en toen was het prima. Rond 00:00 uur weer thuis. Morgen een afspraak met Sonapar, in de ochtend. Nog even nagepraat in het hotel. Lokale situatie gewoon niet te begrijpen. Allemaal nog heel erg vreemd. Gekke wereld.

187


30-31 MEI 2012 - DAG 3 - 4 Om 07:00 uur opgestaan en in hotel ontbeten. Daarna de taxi genomen naar het gebouw van Sonapar, ongeveer 15-20 min rijden. De taxi stond blauw van de rook. Bij aankomst weer overal marktjes. Gebouw Sonapar zag er achterstallig uit, wel veel dure auto’s voor de deur. Rond 9:30 ontvangen door de heer RABARIJAONA, vriendelijke kalme man. Overleg over onze mogelijke verblijfplaats na het hotel. Mogen in een villa van de directeur verblijven. Daarna onze projectaanpak uitgelegd en boek eerste fase laten zien. Gepraat over inkomens, cultuur, uitgangspunten etc. Soort van feedback gevraagd over wat we al gedaan hebben om te kijken of we op de goede weg zitten. Onze analyses werden erg duidelijk en correct gevonden. Ze wilden wel graag dat we voor een commercieel project meewerkten maar dat was niet de bedoeling voor ons. Ging allemaal prima en afspraken gemaakt voor aanstaande vrijdag: ontmoeten directeur en daarna naar de FIM en als we nog tijd hebben naar de bouwplaats. Rond 11:30 weer vertrokken met de taxi. Door een erg druk marktgebied. Daarna banken gezocht om te pinnen, bijna nergens werkt een Maestro kaart. Om 12:30 weer in het hotel aangekomen. Even geluncht en toen in het hotel gewerkt tot ongeveer 18:00 uur. Klimaatgegevens lokale situatie aangepast en enkele varianten opgesteld. Toen naar een restaurant geweest genaamd Sakamanga en daar in de bar heerlijke rum vanille’s gedronken (voor 1 euro). Toen in dat restaurant gegeten, erg westers. Heerlijk eten en heerlijke punch (rum met fruit: banaan, limoen, kruidnagel en passievruchtsap). Daarna nog even bij een bar gehangen van een Fransman. Een biertje gedronken en toen richting de bar ernaast. Waren al erg moe maar de muziek deed ons weer leven. Uiteindelijk tot 03:00 uur ‘s nachts daar blijven dansen en toen helemaal kapot naar het hotel gegaan. Het was een leuk feestje!

Rond een uurtje of 12:00 opgestaan, en toen ontbeten in hotel. Om 14:30 afspraak met “la metier de la ville”, een instituut voor urbanisme en planning etc. Werkt samen met de gemeentes. Werden vriendelijk ontvangen door de directeur en een urbanisme planner. Was goed om te praten, veel aan gehad. Lieten ons stedelijke ontwikkelingen zien van Tana en vroegen naar wat voor ons project zou kunnen helpen. Toen verder gepraat met Cloë, die planster. Vriendelijk meisje die 6 maanden in Tana woont. Heeft ons heel veel informatie gegeven en contacten opgeleverd: zelfs een architect die ook bij hen werkt. Daardoor kregen we ook een prijslijst van materialen die zij een keer voor een bouwproject hadden gebruikt. Erg handig. Daarna gelopen naar een botanisch dierenpark, vlakbij het IMV. Onderweg geschrokken door een bijna-aanrijding. Aangekomen bij het park en daar een rondleiding gekregen van Bruno, een Malagassier die goed Engels sprak. Was een leuke rondleiding en aardig wat geleerd, ook over de Malagasische cultuur: omgang met dieren, planten, dodenverering, gebruiken etc. Veel gehoord over bijgeloof, bv als mensen in een dorp een bepaalde slang zien vertrekken ze massaal uit het dorp. Of wanneer iemand met een geit aan komt zetten dan worden ze erg boos/agressief. Was een leuke rondleiding. Eerst nog bij een pizzeria gegeten, de lokale domino’s. Mark had een kaas pizza en Daniel kip met garnalen, ei, salami en nog wat. Na de bar weer naar huis gegaan om krachten te sparen voor vrijdag. Vroeg naar bed maar Daniel werd na 3 uur wakker met onwijze buikpijn, hoofdpijn, hart ging tekeer. Waarschijnlijk niet zo’n goed idee geweest, die pizza. Uren op de wc gezeten en niet meer kunnen slapen. ’s Ochtends helemaal kapot.

188


1 JUNI 2012 - DAG 5 Daniel was in de ochtend dus helemaal kapot. Mark was ook behoorlijk moe. Enquête gemaakt voor bewoners trano mora, richting sonapar gegaan waar we een afspraak hadden met le DG, de directrice. Kwamen half uur te laat.. door een lange taxi rit. Daar aangekomen waren ze al aan het vergaderen: de directrice, een architect/technicien/geldschieter/Harilanto en nog iemand. Begonnen gelijk over logements sociaux en was een gekke vergadering. Zat geen echt orde in en leek allemaal gebakken lucht. Ideeën/voorstellen kwamen overal vandaan maar waren niet concreet. Zelf wel verteld over wat onze plannen zijn. Omdat wij de kosten willen verlagen waren ze sowieso erg blij met onze inzet. Na vergadering weer terug naar hotel. Kwamen daar aan om 13:45 aan en toen even snel een pain au chocolat gegeten. Daarna om 14:15 opgewacht door Harilanto die ons naar een beurs bracht met allemaal bedrijven-stands. Erg groot, erg luxe en heel westers. Onderweg weer super druk overal. Bij de beurs naar bamboo madagascar stand geweest en materiaal bekeken wat zij maken. Vragen over toepassing, kosten, sterkte etc. Daarna naar de bouwplaats van Trano Mora. Eerst plaats bekeken voor onze grond, is al grotendeels afgegraven door het ministerie. Stonden enkele appartementcomplexen voor ministers etc. Daarna naar sociale woningen gegaan en bij mensen aangebeld om enquêtes te houden over hun tevredenheid van de woning. Bij 2 families naar binnen gegaan, rest was niet thuis (werken). Opzich aardige mensen maar spraken slecht Frans dus was handig dat Harilanto ons bijstond. Weer terug naar het centrum gereden (1 uur!) en al heel moe aangekomen bij een restaurant. Restaurant le glacier, zelfde tent als eerder. Hadden dat niet door totdat we veel Europeaanse oude mannen met jonge meisjes en jongens daar uit eten gingen. Prima gegeten en weer terug naar hotel. 20:00 uur thuis en gelijk naar de kamer, helemaal afgepeigerd.

189


190


2-3 JUNI 2012 - DAG 6-7 Zaterdag ochtend vroeg opgestaan in het hotel: 06:30. Niet veel beter geslapen dan de nacht ervoor, enkele keren wakker geworden en opgestaan met redelijke hoofdpijn, Daniel nog steeds redelijk ziek en Mark begon ook ziek te worden. Ontbeten in het hotel. Moesten ’s ochtends nog naar de bank om het hotel te betalen (totaal 355.000 Ar) en uitzoeken welke bus we moesten nemen om naar Andasibe te gaan. Via eigenaar hotel informatie verkregen over reis. Taxi genomen om 08:30 naar lokaal busstation. Daniel een zelfgemaakt mes gekocht, Mark een lamp voor op het hoofd. Rond 9:30 taxi brousse genomen richting Andasibe. Soortvan busje voor ongeveer 15 personen. Onderweg veel natuur gezien, eindelijk de drukke stad uit. Erg veel bochten en niet zo snel gereden. Onderweg enkele gevaarlijke verkeerssituaties, maar ging steeds net goed. Malagasissche muziek. Gestopt na 1,5 uur bij een restaurant. Mark wat patat gegeten en foto’s gemaakt van de natuur. Eerste keer wat rust van de natuur. Soms politie controles voor papieren, waarbij de chauffeur moest betalen. Gaat nergens over maar politie wil wat bijverdienen. Na een tussenstop ging de stoel van Mark kapot (schoot tegen een kinds hoofd aan achter hem), dus kon niet meer achterover leunen. Nog 2 uur doorgereden en werden afgezet bij een dorpje +-20 km verder dan Andasibe. Waren vergeten door de chauffeur om afgezet te worden dus werden bij dat dorpje naast een lokale politiepost afgezet. De politie hielden een vrachtwagen aan om mee te rijden. Kostte 15.000 Ar. Truck was zwaarbeladen en reed ongeveer 5 km/h de heuvel op. Nog 2 uur verder werden we afgezet bij het dorp. Onderweg nog een gids ontmoet die meeliep naar Andasibe. Aangekomen 2 hotels bezocht, uiteindelijk 1ste hotel uitgekozen: een chambre d’haute. Even gerust en naar hotel gegaan om te eten: helemaal niemand aanwezig. Niet echt geweldig eten en erg duur. Na het eten weer richting ons hotel gegaan en daarna naar de lokale disco. Aanwezig als enige toeristen. Erg vreemde disco: harde muziek, slechte bas en in een grote hal met vreemde belichting. Na 10 minuten vertrokken omdat de sfeer erg vermoeiend was. Ergens in het dorp even gezeten en toch weer terug gegaan naar de disco voor 1 biertje. Entree voor 2 lokale mensen betaald en samen wat gepraat. Binnen gebleven en uren gedanst; erg gezellig maar vermoeiend. Lokale dronken mensen wilden veel van ons, hebben bier en sigaretten uitgedeeld. Rond 01:00 terug gegaan, erg moe. Daarna erg slecht geslapen.

Vaak wakker geworden ‘s nachts. Rond 5 uur ’s ochtends begint het drukke dorpleven weer. Kerkmuziek, kraaiende hanen en mensen die werkend (koffie malen, bomen zagen, schuttingen bouwen etc.) Om 07:00 uur uit bed gekomen. In de ochtend een andere hotel bezoeker aangesproken: een Amerikaan genaamd James die voor het Peacecorps werkt, in de buurt van Adasibe in een klein dorp als ontwikkelingswerker bezig was. Beetje vreemd werk, beetje spionage achtig zonder echt iets voor die mensen te doen. Wel aardige gast, maar blijft een Amerikaan. Samen geluncht en toen richting een nationaal park gegaan. Rondleiding gekregen en verschillende lemuren gezien (indri-indri’s, de grootste van hun soort) en kameleonen, vogels en mooie bomen gezien. Na de tocht terug naar het hotel. Nog steeds erg moe van de dag/vorige nacht. Beetje rondgelopen in het dorp, erg western-achtig. Gezocht naar een restaurant, was allemaal gesloten. Dus als maaltijd wat pinda’s en bananen. Daarna buiten in het hotel muziek geluisterd en gepraat. Nog wat andere Amerikaanse dames ontmoet die daar werkten en op vakantie waren. Beetje vreemde dames, ook erg Amerikaans (Wij blanken zijn superieur tov de lokale Afrikanen..) Rustige avond gehad in het hotel en rond 22:00 gaan slapen.

191


192


4 JUNI 2012 - DAG 8 Weer slecht geslapen, oeioeioei. Rond 04:00 wakker geworden van alle geluiden uit het dorp: bezigheden als hout zagen, schreeuwende lemuren (wat maken die beesten een herrie) en kraaiende hanen, bovenop de kerk muziek. Een wandeling gemaakt rond het dorp. Kwamen een houtfabriek tegen uit de tijd van de kolonisatie, erg leuk om te zien. Lag er helemaal bevallen uit, was ook niemand meer aanwezig behalve een lokale zwerver. Op de terugweg nog gevraagd waarom die plek niet meer bewoond wordt/gebruikt wordt maar kwam geen echt antwoord op. Misschien een taboe om daarover te praten. Rond 10:00 weer de bus gepakt na enkele lokale gefrituurde oliebollen/groentehapjes te hebben gegeten. Ook erg lekkere koffie. De bus duurde ongeveer een uur om naar Mora Manga te gaan. Een kleine bus met op zijn hoogtepunt 40 inzittenden. Soortvan yoga-posities aangenomen om daarin te kunnen blijven zitten. Oncomfortabel maar wel grappig. Onderweg weer langs kleine dorpjes gereden met huizen van leem/hout. Aangekomen in Mora Manga en de bus genomen naar Tana. Was op het eerste gezicht een mooie bus maar weer een beetje overbevolkt. Veel muziek onderweg waar Daniel behoorlijk gek van werd: soort van jaren ’70 slow-dancing muziek zoals Celine Dion en Elton John etc. Na 2,5 uur aangekomen in Antananarivo, zo rond 14:30. Daar de taxi genomen naar ons vorige hotel waar onze koffers nog lagen. Was fijn om die niet meegesleept te hoeven hebben. Harilanto opgebeld die na een half uur onverwachts voor het hotel stond ons op te wachten. Die bracht ons naar de huisvesting van Sonapar, de oude villa van madame le DG. Erg luxe huis, we waren helemaal verbijsterd over ons huis. Direct naar een supermarkt gegaan (jumbo, helemaal Europees) waar Daniel het helemaal geweldig vond om inkopen te doen. Bij de uitgang weer compleet geconfronteerd met de Malagasissche situatie: bedelende kinderen die honger hadden terwijl wij met 10 zakken eten een taxi wilden nemen. 200 Ar gegeven om de kar weer terug te brengen.. Bij terugkomst in villa weer helemaal uit ons dak vanwege de (gratis) luxe waarin we verkeerden. Rond 20:00 deed Mark een lamp aan was er kortsluiting; de elektriciteit viel uit. Toen naar de beveiliging van het industrie park gegaan waar de villa zich bevond. Daarmee proberen Frans te praten, ging eigenlijk niet. Zaten zonder licht in het beveiligingshuisje met een van die mannen die zo dronken was dat hij werd weggesleept en tegen een muur werd gezet zodat hij kon slapen. Voor ons gevoel was het al heel laat maar toen wij in de villa terugkwamen was het ongeveer 22:00 uur. Gelijk gaan slapen.

193


5-6 JUNI 2012 - DAG 9-10 Wakker geworden om 08:00 uur. Nog steeds geen elektriciteit. De directeur van de fabriek op de industriële plaats kwam al langs om de elektriciteit te regelen. We merkten op dat er rook uit ventilatie gaten van het dak kwam. Na een kwartier werd duidelijk dat dit erg naar verbrand hout rook. De elektricien kwam langs en ging alle stopcontacten/schakelaars na. De rook werd steeds erger. Oftewel, het dak stond in de brand. Er werden steeds meer mensen opgetrommeld die heen en weer renden en ladders haalden om het dak op te gaan. Wij wisten niet veel te doen. Hadden een afspraak met de directeur van BATPRO om 10:00 uur, maar waren druk bezig (en beetje geschokt) dat we nu in een huis verbleven wat in de brand stond. Het dak moest worden open gehaald. De brand werd geblust. Bleek door de kortsluiting van de vorige avond te komen. We hebben dus de hele nacht onder een brandend dak geslapen! Rond 11:00 uur was de brand weer geblust en hadden we een nieuwe gasfles om te koken gekregen. Toen richting een internet café gegaan om het adres op te zoeken van BATPRO. Toen weer een taxi genomen naar onze afspraak waar we rond 11:30 aankwamen. Directeur was een Franse man die al 30 jaar in Afrika woonde. Erg vriendelijk te woord gestaan en nieuwe contacten gekregen. Was allemaal erg leuk om te zien. Konden van hem geen producten kopen omdat dat allemaal Europees geïmporteerd was en erg luxe. Dat had hij al gelijk door maar hielp ons heel vriendelijk. Rond 13:00 richting restaurant SakaManga gegaan om te eten. Eerst nog even langs de bank.Heerlijk geluncht en toen nog een koffie gedronken in de tuin van hotel Sakamanga. Daarna de taxi genomen naar SANIFER, een soortvan Gamma. Daar weer vriendelijk te woord gestaan door een medewerker waarmee we ongeveer een uur hebben gesproken. Hij zou ons alle prijzen van al hun producten opsturen. Nog even rondgekeken in de showroom en terug gegaan naar onze villa. De stroom deed het weer. Even tv gekeken en gewerkt aan de analyse van Trano Mora (Mark). Was alweer 20:00 uur. Pasta gekookt en weer heerlijk gegeten. Heel erg toe aan een echte douche. (De douche in de villa is zo’n superluxe machine die het alleen doet als er elektriciteit is). Niet al te laat naar bed gegaan (23:00 uur).

194

Rond 09:00 opgestaan. ’s Nachts weer vaak wakker geworden. Wat ontbijt gemaakt en rustig aan gedaan. Lijstje opgesteld met wat nog allemaal te doen: architecten ontmoeten, aannemers van bouwplaatsen waar we vragen voor hadden opgesteld, foto’s maken van bouwmaterialen in bouwmarkten, hopelijk nog materiaal monsters kopen. Richting een hotel gelopen om te vragen of we daar de was konden doen. Mooi en luxe hotel, is een heel verschil om dat te zien als je net van de straat komt waar complete armoede heerst. Dubbel gevoel, maar misschien hypocriet om daar een mening over te geven omdat we terug in Nederland waarschijnlijk niet een compleet andere levensstijl aannemen. Bewust wording wel belangrijk, want kan als Europeaan wel degelijk iets hieraan doen. Doorgestuurd naar een stomerij waar we niet konden wassen. Taxi genomen naar een wasserette in de buurt van het kantoor van Sonapar (place du 67 Hectare, Maison des Produits). Daar in de wasserette (tevens een autorijschool…) kleding afgegeven. Zal waarschijnlijk met de hand worden gewassen dus zal geen pretje worden voor die vrouwen om te wassen. Doorgelopen over de markt (waar zijn die niet) en foto’s gemaakt voor panorama view, om weer te geven hoe druk het op straat is. Doorgelopen naar SONAPAR. Kwamen om 14:00 aan. Afspraak met architect. Ongelofelijk vermoeiende afspraak: architect bleef super veel praten over vanalles en gaf nooit concreet antwoord op de meest simpele vragen. Aardige man maar houdt van zijn eigen manier van werken, bij ideeën over prefab elementen toepassing werd hij gelijk minder enthousiast, omdat hij daar zelf niet aan deed. Tot 16:45 vergaderd en gelukkig wel handige informatie gekregen over bouwmethodiek etc. Naar de supermarkt gegaan, wat kleding bekeken maar niks anders dan een broek (Mark) gekocht. Terug naar de villa waar de elektriciteit het weer niet deed. Snel wat gekookt in het donker: een diepvries quiche in de pan, aardappelschijfjes, zebu (lokaal rundvlees) en wat aardbeien. Om 18:45 vertrokken naar café de la gare, waar we Cloë en haar huisgenoot ontmoetten. Gepraat over hun werk en weer gevalideerd of info van architect klopte. Na een biertje naar een andere bar gegaan waar we meerdere Fransen ontmoetten. Weer leuke tips gekregen wat te doen en waar heen te gaan. Mark na een biertje terug naar de villa, was weer ziek. Daniel nog een uurtje gebleven, om 22:30 thuis.


7 JUNI 2012 - DAG 11 Lang geslapen, Daniel om 6:30 wakker geworden omdat we een afspraak hadden met een architectenbureau om 08:00 uur. Mark was nog ziek dus afspraak geskipt en doorgeslapen. Klinkt misschien alsof we gewoon lekker relaxed aandoen maar de dagen zijn zeer vermoeiend, zowel fysiek als emotioneel. De wereld hier blijft zo anders en soms heel bizar, constant vreemde indrukken. (bv open rioleringen waar mensen in staan te banjeren om vuil te sorteren ofzo, straat werkers die fotocamera’s open schroeven en repareren, schoenmakers op straat, daklozen die in de vuilnis eten zoeken en ’s avonds op straat mensen die vuurtjes stoken om warm te blijven/koken) Als we over straat lopen worden we best vaak aangesproken door verkopers en be-

een stuk langer. Veel schoenverkopers en kledingwinkeltjes. Veel 2de hands. Geen mooie schoenen gevonden. Ook maar een klein gedeelte van de markt gezien, echt een hele grote markt. Daarna langs het meertje gelopen naast het stadion. Richting centrum om een internetcafé op te zoeken zodat we tickets voor de terugreis vanaf Parijs konden boeken. Rond 18:00 uit het internetcafé vertrokken, was alweer heel donker. Sowieso erg weinig/geen straatverlichting. Tot nu toe ook nog geen 1 stoplicht gezien, die bestaan gewoon niet. Op drukke kruispunten staan wel verkeersregelaars. Richting restaurant SakaManga gegaan waar we heerlijk hebben gegeten. Tot 20:00 gezeten en weer de taxi naar huis genomen. Eenmaal thuis nog even tv gekeken en vroeg naar bed, rond 21:30.

delaars (kinderen, gekste was dat we langs een baby liepen die nog niet kon praten maar direct haar hand opstak voor geld..). Ook als je in de taxi zit (die allemaal zo zijn afgeragd dat we ons verbazen dat ze het nog doen) En alles in het Frans kost ook veel concentratievermogen. ’s Ochtends vanaf 10:00 weer wat verslagen bijgewerkt en rustig in huis gezeten (lekker weer vandaag) om te plannen wat we de aankomende week gaan doen. Mark werd steeds zieker en zijn rond 15:00 toch naar een grote markt geweest, vlakbij het stadion. Super veel mensen en maar een uur rondgelopen. Het leek wel

195


8-16 JUNI 2012 - VAKANTIE En toen was het tijd om op vakantie te gaan. Na twee weken ontzettende drukte in de stad waren we volledig toe aan even relaxen. We besloten, op aanraden van de Franse mensen en enkele lokalen, naar Majunga te gaan. Dit is een plaats in het Noord-westen, aan zee en met een tropisch-droog klimaat. Dat betekende dus: zon-zee-strand! Dat is precies waar we behoefte aan hadden na zo’n drukke, stinkende , arme stad. Hier hebben we vooral veel gerelaxed, maar we hebben ook een paar interessante gesprekken met lokale mensen gehad, waardoor we de situatie in het land beter in perspectief konden plaatsen. Wat ook opviel, en wat iedereen ook benadrukte, is dat Tana zoveel slechter eraan toe is dan bijvoorbeeld Majunga. Dat komt omdat de stad oorspronkelijk maar berekend was op 150.000 inwoners, en het nu met het 20-voudige moet doen.

196


197


17 JUNI 2012 - DAG 21 De laatste ochtend. Helaas allebei onrustig geslapen dus niet echt fit. We hadden nog wat souvenirs in gedachte waarvoor we weer naar het centrum zijn gegaan: verse vanille, koffie en stempels. Die stempels maakten ze binnen een half uur met de hand. Een klein scheermesje waarmee ze door veel gepriegel een echt kunstwerk van maken. Weer langs het hotel Le karthela om de bakstenen op te halen die we daar waren vergeten. Afgesproken om met het hotel personeel onze laatste avond nog een biertje te doen. Omdat de baas voor het personeel erg streng was moesten we wel wachten tot ze sliep. Eerst dus nog maar even langs de Sakamanga om voor de laatste keer te genieten van het lekkere eten. In het restaurant nog een vreemd tafereel meegemaakt: we werden aangesproken door een lokale dronkenman die graag een sigaret wilde. Die bleef maar bij onze tafel staan en onzin uitkramen. Toen de ober langskwam, die wij altijd een goede fooi hadden gegeven, begon hij zich druk te maken en zette hem uit het restaurant. Onderweg nog een rake klap uitgedeeld. Het hele restaurant was opeens helemaal stil .Na deze geweldige maaltijd weer naar Le Karthela. Daar tot 02:00 uur in de ochtend gepraat met het personeel. Leuk gesprek. De oprechtheid van deze mensen over de echte situatie van Madagascar was eigenlijk best schokkend. Naarmate we een betere band met hun hadden kwamen we er steeds meer achter hoe gecompliceerd de hele situatie in het land is.

198


18 JUNI 2012 - DAG 22 Toen terug naar de villa met een taxi die ons naar het vliegveld wilde brengen, door het personeel geregeld. De villa zo snel mogelijk opgeruimd omdat we uiterlijk om 04:30 weg moesten. Bij de hele schoonmaak kwamen de beveiligers ook even een kijkje in het huis nemen. Al onze overgebleven eten en drinken aan hun gegeven. Zo. Even een Nederlands sinterklaas gevoel aan die mensen bezorgd. Richting het vliegveld waar we ruim op tijd aankwamen: om 05:00 uur. Onze vlucht zou om 08:00 uur vertrekken, maar we hadden vertraging. Op het vliegveld erg melig door veel te weinig slaap. Om 10:15 vlogen we weg. De vliegreis ging helemaal goed, ook al zaten we dit keer niet meer in de bussiness class. Allebei eigenlijk amper geslapen. Rond 21:00 uur aangekomen in Parijs. Daar een slaapplek proberen te regelen. Om 00:00 uur aangekomen bij een vriend waar we mochten slapen. Nog even naar een luxe lounge bar geweest in onze nieuwe colberts. Echt het tegenovergestelde van het leven in Madagscar. Voelde ook wel goed om weer in een nette stad te zijn. De terugweg naar huis was erg leuk in de auto. Bijna niemand op de weg dus heerlijk langs de Seine gereden, leek net of we in een film zaten. De volgende ochtend is Mark nog naar een printshop geweest om toch nog wat foto’s als briefkaart te versturen. Het appartementje waar we sliepen netjes opgeruimd en richting het station gelopen. Om 17:30 weggereden uit Parijs, zodat we rond 20:30 aankwamen in Rotterdam. Terug in Nederland!

199


BIJLAGE B - TECHNISCH REISVERSLAG 2 9 - 0 5 - 2 0 1 2 CHAM B R E D U CO M M ERCE; KAM E R VA N KO O PHA N D EL M A D AG A SCA R Doel: erachter te komen welke economische markten in Madagascar actief zijn. Op deze dinsdag kwamen wij rond 10:00 uur aan bij de KvK. Hier kregen wij een bezoekerspas en werden begeleid naar een kamer, een soort bibliotheek. Hierin was verschillende informatie beschikbaar over de economische activiteiten van Madagascar. Opgestelde vragen die wij van tevoren hadden opgesteld zijn de volgende:

In dit verslag lichtten wij toe welke afspraken wij hebben gehad in Madagascar. Hierin staan de meest belangrijke punten voor ons project die naar voren zijn gekomen. De manier van schrijven is verhalend. Deze keuze is gebaseerd op de manier van (zakelijke) omgang zoals in Madagascar. Zo zijn enkele indrukken in dit verslag opgenomen die deze omgang weergeven. Naast de informatie die in dit verslag staat, hebben wij ook geleerd van de lokale bevolking. Zo hebben wij bijvoorbeeld bouwvakkers aangesproken om te vragen hoe zij te werk gaan. En door het observeren van bouwplaatsen werd de manier van werken nog duidelijker. Deze gegevens hebben wij niet in dit verslag meegenomen, omdat dit niet direct invloed heeft op ons schets ontwerp. Wel kunnen wij nu beter inschatten hoe de uitvoering efficiënter kan. Dit zal in het voorontwerp worden geïntegreerd.

200

1. Welke markten zijn het grootst in Madagascar/van welke vakgebieden is de economische situatie grotendeels afhankelijk? 2. Hoe groot is de import/export en op welke gebieden? 3. Welke fabrieken voor bouwmaterialen zijn in Antananarivo gesitueerd? 4. Specifiek: zijn er fabrieken voor bamboe/kozijnen/beglazing? 5. Wat gebeurt er met de sloop afval/waar lopen deze afvalstromen? Na het hebben doorgelezen van verschillende boeken/verslagen/rapporten, werd duidelijk dat de informatie die wij tot onze beschikking hadden niet recent was, en zeer gebrekkig. Wij vonden eigenlijk alleen maar cijfers over de nationale economische activiteiten, maximaal tot het jaar 2010. Specifieke vragen over bijvoorbeeld de bouwafvalstromingen in Antananarivo waren simpelweg niet te beantwoorden. Op dit moment werd ons duidelijk dat de administratie zeer slecht is. Vraag 1 hebben wij in het geheel niet kunnen beantwoorden. De informatie over statistie-

ken was onvolledig, vaag en niet recent. Vraag 2 hebben wij wel kunnen analyseren. De import en export cijfers betroffen gedeeltelijk bouwmaterialen. Van de informatie uit verschillende readers hebben wij foto’s gemaakt. Hieruit bleek eigenlijk dat wij hier weinig aan hebben. Een globaal beeld van enkele import/ export producten was te verkrijgen, maar eigenlijk niet meer dan wij al wisten: Lokale materialen Antananarivo: kostbaar hout (tropisch hardhout), bakstenen (vuurvast), marmer, kalk, cement, graniet en zand. Geïmporteerde materialen: Elektrische installaties (tevens klimaatinstallaties), sanitair (kranen, toiletten etc.), tegels en (zwaar) materieel. Zoals te zien is deze informatie erg gebrekkig en bleek later ook niet volledig te kloppen. Tegels worden bijvoorbeeld gewoon lokaal gemaakt. Vraag 3, 4 en 5 met betrekking tot de fabrieken en bouwmaterialen in de omgeving van de hoofdstad, was niet te beantwoorden. Dit heeft de KvK gewoon niet netjes gedocumenteerd. De organisatie en documentatie is niet te vergelijken met Nederland. Wij hebben ongeveer drie en half uur doorgebracht in deze bibliotheek, en hebben aardig wat documenten doorgespit. Wij liepen een beetje teleurgesteld weg, omdat wij niet volledig hebben kunnen achterhalen hoe de economische situatie in Antananarivo met betrekking tot de bouw in elkaar zit.

30-05-2012 S O N A PA R .

AFSPRAAK

Doel: kennismaking met Sonapar. Aanwezig: de heer Harilanto Rabarijaona, verantwoordelijke voor rapportages. Opgestelde vragen: geen.

Bij aankomst om 09:00 uur hartelijk ontvangen. We namen plaats in een lege vergaderzaal. Hier wisselden wij onze eerste indrukken uit van Madagascar. Zelf vertelde Harilanto ons niet veel, hij kwam verlegen over. Graag wilden wij de directrice ontmoeten maar die was afwezig. Al snel kwamen wij op ons analyse boekwerk. Wij lichtten onze bevindingen en uitgangspunten toe. De feedback hierop was positief. Hij was verrast door de volledigheid van de analyse, die zeer werd gewaardeerd. Inhoudelijk leverde hij weinig commentaar. De enige inhoudelijke feedback ging over de inkomens tabellen. Deze waren correct, maar wij hadden volgens hem de verkeerde conclusie getrokken. Omdat wij de doelgroep voor de woningen wilden uitbreiden (met ongeveer 4.000.000 mensen), zou het ontwerp meer toegankelijk worden. Dit bleek door de lage inkomens zeer lastig. Harilanto stelde dat de armste 40% van de bevolking nooit kans kon maken op een woning. Van de 40% tot 60% rijkste Malagassiërs zou het al lastig worden. Een eis voor een koopcontract is het hebben van een legale baan. Omdat deze schaars zijn blijft volgens hem de woning alleen beschikbaar voor de rijkste 20%. Wij bestempelden daarom het uitgangspunt ‘kosten’ als zeer belangrijk. Wij hebben gemeld dat het belangrijk is dat de doelgroep uitbreid. Dit vond hij toch een goed idee, en hoopte dat wij de kosten zodanig kunnen terugdringen zodat de rijkste 20 tot 40% aanspraak kan maken op een sociale woning. De sociale woningbouw is in Madagascar dus niet zoals in Nederland voor de lage-inkomens klassen beschikbaar. Als laatst bespraken wij de toepassing van bamboe. Sonapar fananciert een bamboe fabriek in het oosten van Madagascar, in Tamatave. Hierdoor zou Sonapar een goede deal kunnen sluiten voor de prijs. Wel werd duide-


lijk dat de kosten van behandeld bamboe veel te duur zijn voor ons ontwerp. Deze producten worden zelfs naar Europa geëxporteerd. De kosten voor het maken van een ‘gelamineerde’ bamboe balk van 2400x100x165mm bedraagt 82.000 Ariary. De kosten van onbehandeld ruw bamboe van 5 meter lengte bedraagt slechts 1.300 Ariary. (Diameter tussen 10 en 20 mm.) Deze ontdekking vonden wij geweldig, omdat zij zelf niet nadachten over de toepassing van ruw bamboe terwijl dit kostenbesparend kan zijn.

31-05-2012. AFSPRAA K ME T HET IMV: IN STITUT D E S MET IÉRS DE LA V ILLE . 14: 30 UUR. Doel: op de hoogte zijn van de stedenbouwkundige ontwikkelingen in Antananarivo. Opdoen van tips en meer over Malagassische werkwijzen leren. IMV houden zich bezig met stedelijke activiteiten: grotendeels openbaar vervoer / toegankelijkheid / infrastructuur. Ook met stedenbouwkundige planningen. Werkt samen met de gemeente maar is vanuit Frans initiatief opgezet. Ontvangst door Cloé Pinty, medewerker waarmee we vanuit Nederland contact mee hadden. Houd zich bezig met urbanisme. Daarna de directeur ontmoet, de heer Jean Jacques Helluin. Allereerst lichtten zij beiden de bezigheden van het IMV toe. We kregen enkele posters te zien waarop de stedelijke uitbreiding sinds 1950 was weergegeven. Hierop stonden de gebieden uitgelicht waarvoor het IMV heeft gewerkt. Vervolgens wilde de directeur graag weten wat ons project precies inhoud. ASF kwam hem bekend voor. Zijn grootste zorg met betrekking tot ons project was dat de uitvoering misschien niet zou verlopen zoals wij planden.

Het grootste struikelblok zou de financiering zijn. Hij benadrukte de compleet andere werkwijzen in Antananarivo: geen structuur, zeer slechte documentatie en een slechte organisatie. Dit terwijl heel veel en keihard gewerkt wordt. Nadat wij vertelden dat het project een financierder heeft, werd het voor hem al veel realistischer. Hij vond het een mooie uitdaging voor ons. Hij was bekend met het sociale woningbouw project, maar legde ons uit dat de algemene gedachten over Trano Mora niet erg positief zijn bij de lokale bevolking. De reden hiervan zijn de hoge kosten. Hij gaf ons als tip om het ontwerp heel simpel te houden omdat het voor de doelgroep alleen gaat om een dak boven hun hoofd te hebben. Na het toelichten van onze uitgangspunten kregen we feedback. Alles werd goed bevonden. Wel vonden zij dat de lokale economie moeilijk op een extra manier gestimuleerd kan worden. “Voor alle problemen is er iemand die het direct kan oplossen, op een vaak zeer creatieve manier.” Hier verandering in brengen zou voor ons niet mogelijk zijn. Het kopen van lokale bouwmaterialen zou al goed genoeg zijn. Ook werd aangekaart dat duurzaamheid wel belangrijk is, maar dat de lokale bevolking hier weinig baat bij heeft. Hij raadde aan om hier geen onnodige kosten voor te maken. Na drie kwartier had de directeur een andere afspraak zodat wij verder met mevrouw Pinty overlegden. Zij had ons in Nederland al goed geholpen; de stedelijke planningen had ze opgestuurd eveneens de plannen voor de implementatie van groen in de stad. Wij praatten verder over haar tijd in Antananarivo. Duidelijk werd dat het werk vaak frustrerend kan zijn omdat het niet altijd wordt uitgevoerd zoals zij plannen. Samenwerking met andere lokale partijen gaat stroef, chaotisch en vooral langzaam. Ook was het vergaren van informatie soms onmogelijk. Wij kregen als tip om heel goed na te denken over de manier waarop wij onze plannen brengen. Wanneer onze plannen niet duidelijk

zijn voor de lokale mensen, zal er weinig mee worden gedaan. “De kunst is het enthousiasmeren van de lokale mensen door middel van het aanbieden van een duidelijk en simpel concept waar de positieve invloed direct van duidelijk is.” Voordat we vertrokken kregen we een renovatie offerte van een woning waardoor wij achter veel materiaalprijzen kwamen.

0 1 - 0 6 - 2 0 1 2 V E R G A D E RIN G S O N A PA R Doel: kennismaking directrice, architect, werknemers Sonapar en overleg sociale woningbouw. Verificatie van onze ideeën. Aanwezig: • De directrice • De architect van Trano Mora • Een assistent ontwerper • Een financierder • De rapportage verantwoordelijke Afgesproken bij het kantoor om 10:00 uur. Door een grote omweg van de taxi chauffeur en een file, kwamen wij 20 minuten te laat. De vergadering was al begonnen, maar ging inhoudelijk nog niet over de sociale woningbouw. Elkaar even voorgesteld waarna wij direct begonnen. De eerste 10 minuten werden besteed aan het budget, omdat dit voor hun zeer belangrijk is. Wij verwachtten een puntsgewijze volgorde in de vergadering, maar een agenda was niet aanwezig. De directrice nam het woord en de medewerkers gaven bescheiden antwoord, of conclusies die zij hadden gesteld. Omdat deze voor ons erg vaag waren, vroegen wij hier feedback op. Enkele conclusies met betrekking tot de kosten: • De kostenpost is zeer belangrijk; het mag niet teveel gaan kosten. • Er zal geen grote aannemer worden ingehuurd, omdat dit te duur is. Daarom wor-

den lokale bouwvakkers ingehuurd. Dit zijn connecties van de architect en zal via via zwart worden geregeld. • Er moet een offerte van de woning worden opgesteld. (Na de bouw van 54 woningen is dit namelijk nog niet gedaan.) De kwantiteit van bouwmateriaal is wel bekend, dus zal het niet lang duren voordat de definitieve prijs bekend wordt. Wel is hier nog een goedkeuring van de staat voor nodig die alleen kan worden vrijgegeven door het leveren van plattegronden. Dat was nog niet gedaan. Vervolgens mochten wij toelichten wat uit onze analyses was voortgekomen en wat onze uitgangspunten zijn. In het kort legden wij de nadruk op het volgende: • Bekend maken dat wij ons focussen op relatief arme gezinnen, en daarom de kosten voor ons ook erg belangrijk zijn. Gevolg: de grootte van de woningen en percelen wordt kleiner, ook met het doel om de dichtheid te verhogen. • De uitbreidingstoepassing na de bouw direct mogelijk maken, niet pas na 10 jaar. Mogelijkheid tot uitbreidingswerk door bewoners zelf. • Door generieke principes kennisoverdracht laten plaatsvinden. • Heroverwegen van bestaande materiaaltoepassing en opbouw constructie. Integreren van bamboe in het ontwerp + mogelijke toepassing van zon en wind energie. Onze input werd zeer gewaardeerd. Ze waren verrast door de uitgebreide analyse en realistische uitgangspunten. Wel werd ons verteld dat wij de lokale economie moeilijk konden stimuleren. Dit is namelijk zeer informeel geregeld. Het volgende punt ging over het toepassen van de bouwregelgeving. Het ontwerp moet voldoen aan de TBM – Traveaux Bâtiment Madagascar. Ook moet een bouwaanvraag worden ingediend: Permis de Construire.

201


De rest van de vergadering verliep chaotisch. De aanwezigen kwamen met verschillende voorstellen voor ontwerpmogelijkheden, die niet werden beargumenteerd. Het leek erop dat de aanwezigen allemaal een goede indruk bij de directrice wilden opwekken. De hiërarchie werd direct duidelijk. Enkele opmerkingen waren: • Misschien kan het dak ook van een ander materiaal gemaakt worden. • We moeten op alles gaan bezuinigen want dan wordt het ontwerp goedkoper. • Aluminium kozijnen zijn goedkoper dan PVC kozijnen. • Het contact met de bouwplaats moet goed zijn. We moeten bovenop de activiteiten zitten zodat zo min mogelijk vertraging optreedt. • De keuken moet open worden want dat is veel beter voor het ontwerp. Hier werd feitelijk niks mee gedaan. Het was een vreemde vergadering voor ons, omdat niks concreets uit alle opmerkingen volgde. Eigenlijk was het gewoon gebakken lucht.. Daarom kwamen wij met een voorstel. Wij vroegen of het mogelijk was om leembouw voor de gevels toe te passen omdat dit waarschijnlijk goedkoper is. Hierop werd geantwoord dat dit alleen op het platteland wordt toegepast, en dat stadsmensen dit niet waarderen. Toen wij daarom aankaartten dat leembouw esthetisch niet ‘lelijk’ hoeft te zijn door de afdekking van een houten paneel, veranderde hun houding. De architect en directrice werden gelijk enthousiast over dit idee en hadden hier nog nooit aan gedacht. Om de potentiële kopers te overtuigen van de voordelen kwam het plan om een prototype wand te bouwen. Dit verbaasde ons omdat het een heel voor de hand liggende optie is om de gevel af te dekken, terwijl ze daar blijkbaar nooit aan gedacht hadden. Hieruit concluderen wij dat de vraag naar kennis aanwezig is, maar dat zij zelf niet weten

202

wat ze precies willen. Ze willen verbetering, maar in wat precies en hoe dat moet is voor hun onbekend. Dit kwam overeen met de vage vraagstelling van Sonapar aan het begin van ons project: kunnen jullie het bestaande ontwerp verbeteren? Tijdens deze vergadering werd dus duidelijk dat de manier waarop wij met een voorstel komen erg belangrijk is voordat zij zelf ermee aan de slag gaan, en effectief wordt. Na ons voorstel werd een rondvraag gedaan, maar niemand had vragen. Na een uur was de vergadering afgelopen. Wij liepen verbaasd weg over de manier waarop de vergadering was verlopen.

0 1 - 0 6 - 2 0 1 2 BEZ O E K INTERN ATI O N A LE B E D R IJ FSBEURS. Doel: ontmoeting met Bamboo Madagascar, een bedrijf wat wordt gefinancierd door Sonapar. Uitzoeken wat de toepassingen en producten zijn die worden aangeboden. Aanwezig: Harilanto Rabarijaona, vertegenwoordigster Bamboo Madagascar. Bij aankomst eerst even rondgelopen om een indruk te krijgen van deze beurs: erg groot, veel mensen en vooral luxe. Veel Europese bedrijven die hun geïmporteerde producten aanprijzen. Bedrijven in verschillende sectoren: techniek, commercieel, IT. Bij stand van Bamboo Madagascar aangekomen. Enkele producten uitgestald. Allereerst kennis gemaakt met de verantwoordelijke. Uitleg gekregen over het hele proces, in woord en beeld. In het kort: De bamboe wordt eerst gespleten, vervolgens behandeld met een chemisch middel, waarna het geperst wordt in de juiste vorm en weer

nabehandeld om het weersbestendig te maken.

ruimte, rustige locatie, mooie omgeving (heuvels met rijstvelden ertussen).

De producten goed bestudeerd. Hele mooie en luxe producten. De bamboe producten komen uit een fabriek in Tamatave. Toepassingen: • Vloerdelen (voor zowel binnen als buiten; terrastegels van 500x500mm, parketdelen van 1200x120x20. Meerdere afmetingen mogelijk, kan op maat gemaakt worden.) • Meubels: tafels en stoelen, ook voor zowel binnen als buiten. • Gevelbekleding, latten met afmetingen 2400x100x20mm. • Constructieve balken, afmetingen 2400x100x160mm.

Allereerst onze eigen locatie bezocht. De nivellering bekeken. Vervolgens de oppervlakten van de terrassen grof ingeschat: blijkt niet helemaal te kloppen zoals op de tekening staat aangegeven. Terrassen zijn bewerkt door het ministerie MATD; land indeling en decentralisatie. MATD is ook verantwoordelijk voor de aanleg van de toegangswegen evenals de nutvoorzieningen.

De producten van bamboe worden meestal geëxporteerd naar Europa. Het viel ons op dat de meubels behoorlijk zwaar waren. Ruwe bamboe tot 8 meter te vervoeren. Groeit erg snel; duurt 3 maanden (+-100 dagen) totdat de bamboe ‘volwassen’ is en klaar voor gebruik. Conclusie: voor ons project zijn deze producten veel te duur. Wel kunnen wij de ruwe bamboe voor een lage prijs regelen: 1.300 Ariary voor een ruwe bamboe stam van 5 meter lang. Diameter tussen 120 en 200mm. Dikte stam tussen 10 en 20 mm.

01-06-2012. BEZOEK BOUW P L A AT S T R A N O M O R A . Doel: bestuderen van locatie en enquêtes houden voor bewoners van de huidige sociale woningbouw. Aanwezig: Harilanto Rabarijaona, bewoners Trano Mora. Na een uur rijden vanuit het centrum kwamen we aan bij de locatie voor sociale woningbouw, op ongeveer 13 km afstand van het centrum. Goed bereikbaar vanaf de hoofdweg, maar nog niet geasfalteerd. Indruk: veel

Rondgelopen en oriëntatie bepaald. Goede indruk gekregen van plaats zonsopkomst en zonsondergang en windrichtingen. Enkele foto’s gemaakt voor aantonen hoogteverschillen en omgeving. Een monster van de (rode) grond meegenomen; erg hard en compact. Lastig om uit te graven. Vervolgens de sociale woningen bezocht. Even rondgelopen, was heel stil. Misschien 3 mensen in de hele straat. (Met ongeveer 54 woningen.) Aangeklopt bij verschillende huizen maar bijna iedereen was nog op het werk. Uiteindelijk een woning gevonden met aanwezigen. Wij werden na een uitleg van Harilanto (in het Malagassich) binnen ontvangen. Eerste indruk: klein, donker, netjes, rustig. Bescheiden mensen. Onze enquête uitgevoerd en elke vraag toegelicht. Bewoners spraken gebrekkig Frans, soms zeer slecht. Harilanto hielp met vertalen. De mensen (jonge gezinnen) wilden allemaal anoniem blijven. Bij het antwoord meestal een uitleg gekregen. Bewoners over het algemeen tevreden met hun onderkomen. Ongeveer een half uur bij 1 gezin gezeten en vervolgens een ander gezin bezocht. Daar weer de enquête gehouden en na drie kwartier teruggereden naar de stad. Deze enquêtes waren zeer handig. De twee vragen over de kosten werden alleen niet heel goed ontvangen; dat is waarschijnlijk een erg


persoonlijke en onbeleefde vraag. Gelukkig kon Harilanto hier goed op inspringen. (De bedoeling was om 15 enquĂŞtes te houden, dit kon helaas niet doordat mensen af-

wezig waren.) De vragen en uitkomsten van de enquĂŞtes zijn bijgevoegd. Al met al een zeer waardevol bezoek!

203


ANTWOORDEN QUÊTES.

E N-

Enquête 1. Algemeen Vraag 1: Vier bewoners. Twee ouders en twee kinderen. Vraag 2: Het gaat wel. Niet te klein maar ook niet te groot. We zijn wel tevreden. Vraag 3: B; de tuin vinden we te klein. Vraag 4: Buiten zitten, plantjes verzorgen en koken als het weer het toelaat. Vraag 5: Ja, wij zouden best een 4e kamer willen hebben. Ook als de kamers dan kleiner worden. Vraag 6: Nee, wij vinden onze 2 kinderen wel genoeg. Kosten Vraag 7: Gemiddeld, niet te moeilijk en niet te makkelijk. (politiek correct antwoord) Vraag 8: C; goedkopere bouwmaterialen. Binnenklimaat Vraag 9: C; perfect. Vraag 10. C; perfect. Vraag 11. C; de raamkozijnen lekken bij regen. Vraag 12. Ja, de binnenluchtkwaliteit is prima. Vraag 13. Nee, wij hebben geen behoefte aan elektrische installaties. Vraag 14. Niks, het binnenklimaat is goed. Vraag 15. De rust. Onze kinderen kunnen hier goed buiten spelen en rondlopen. Het is heerlijk kalm zowel binnen als buiten. Vraag 16. De afwerking had beter gekund (de binnenwandafwerking is niet heel netjes geschilderd en de leidingen voor elektriciteit zijn zichtbaar), meer opbergruimte (we missen keukenkastjes), het slot voor de voordeur, de inbraak roosters zijn volgens mij niet van voldoende kwaliteit.   Enquête 2. Algemeen Vraag 1: Vijf bewoners. Twee ouders, twee kinderen en een grootmoeder.

204

Vraag 2: A; het is groot genoeg voor ons. Vraag 3: A; perfect. Vraag 4: Gras aanleggen en onderhouden en in de tuin zitten en als het warm is buiten koken. Vraag 5: Op dit moment is de hoeveelheid kamers prima. Vraag 6: Nee, wij vinden onze 2 kinderen wel genoeg. Kosten Vraag 7: Gemiddeld, maar het is zeker niet te moeilijk. (politiek correct antwoord; hij wilde niet dat het ministerie erachter kwam dat het waarschijnlijk niet makkelijk is om het huis af te kopen) Vraag 8: D; een kleinere oppervlakte. Binnenklimaat Vraag 9: C; perfect. Vraag 10. B; te koud. Vraag 11. B; gevels/wanden en D; dak. Vraag 12. Ja, de binnenluchtkwaliteit is goed. Vraag 13. Misschien een elektrisch verwarmingselement. Vraag 14. Een verwarming zou het binnenklimaat helemaal perfect maken. Vraag 15. De binnenluchtkwaliteit, de omgeving (rustige natuur), en het gebouw zelf vind ik mooi. Vraag 16. De indeling van de keuken; niet echt praktisch. Het aanrecht is eigenlijk iets te klein omdat we daar alles op moeten zetten. We kunnen onze kookspullen niet kwijt! Voor de rest zijn we eigenlijk helemaal tevreden.

06-06-2012. A F SPRAAK MET DE A R CH IT ECT VA N S O N A PA R : A. JEAN CLAUDE. Doel: uitleg krijgen van zijn gemaakte ontwerp (argumentatie weten) en specifieke materiaal vragen. Vragen:


1. Wat is de verhouding cement/natuursteen voor de fundering? 2. Samenstelling draagconstructie: hoeveel steen/mortel/staal? 3. Samenstelling lateien? 4. Hoe wordt de vloer gemaakt? Welke dikte? Met of zonder wapening? 5. Hoe worden de afmetingen van gordingen bepaald? 6. Waarom steense binnenwanden? 7. Waar komen de kozijnen vandaan? Welk merk/kwaliteit? Worden ze met beglazing geleverd? 8. Binnenwand afwerking: welk materiaal? 9. Wat is de vloerafwerking in de slaapkamers? 10. Hoeveel kosten de anti-inbraak roosters? Bij aankomst vroegen wij hem gelijk hoe hij op het ontwerp is gekomen, en waarom hij bepaalde keuzes had gemaakt. Toen begon hij direct over hele andere zaken te praten, die blijkbaar te maken hadden met zijn inspiratie voor het ontwerp van Trano Mora. Echter werden zelfs met aandringen de eisen en wensen van de doelgroep niet bekend... Het was wel even leuk voor een kwartier maar we kregen niet te horen waar we naar vroegen. Zijn ellenlange verhalen waren echt totaal niet concreet dus vielen we hem vaak in de reden voor een vriendelijke herhaling van de vraag. Dit werkte niet. Het maakt niet uit welke simpele vraag wij stelden, het antwoord was totaal irrelevant. Om deze ervaring niet volledig over te brengen volgen hier beknopte kernpunten van waar wij rekening mee moeten houden: • We moeten administratief te werk gaan. Oftewel: er moet bijvoorbeeld een materiaallijst gemaakt worden. • Ontwerp volgens Franse normen/richtlijnen zal altijd goed worden gekeurd. • De plattegronden moeten modulair worden opgesteld. • Rekening houden met zijn ‘nieuwe’ systeem: stramienlijnen.

• Houd rekening met het toepassen van bakstenen wat het ontwerp niet modulair kan maken. • In Antananarivo wordt veel te weinig aan privacy gedacht; ergernis punt. • Bouwkosten had hijzelf geschat, gebaseerd op zijn ervaring. (+- 12.000.000 Ar) • Moeten ons houden aan cos: la surface d’occupation du sol. (percentage voor maximale perceelbebouwing) Het percentage kent hij zelf niet, gokte rond de 30%. • Hij verwacht een evolutionair ontwerp van ons. Nadat wij deze informatie van hem gekregen hadden lieten we onze analyses zien. Daar was hij ook erg tevreden over, met al onze conclusies akkoord! Toen wij dit vernamen vroegen we hem onze opgestelde vragen. Antwoorden: 1. Geen antwoord 2. Geen antwoord (draagconstructie van beton..) In fundering en kolommen wapening van 10 of 12mm. Bij kolommen 4 of 3 verticale staven. 3. Geen antwoord (lateien van beton) 4. Vloer bestaat uit bakstenen met een betonlaag van 10 cm, dekvloer van minimaal 2 cm. Geen wapening dus. 5. De afmetingen van de gordingen zijn standaard maten; max 5000mm lengte bij 50x150mm hoogte. 6. Vanwege de kosten; goedkoop. Zijn tevens gedeeltelijk dragend. 7. Geen antwoord 8. Mengsel van rode grond en cement; “enduit batare” terre rouge laterriet + 2 verflagen: “cheau de fleur” 9. Betonnen dekvloer met decoratie van geöxydeerd staal (Malagassische kleur) verf ook mogelijk. 10. Geen antwoord Zie de schetsen voor aanvullende uitleg. Opbouw fundering: Grind/cement laag van 50mm op diepte: onderzijde op niveau maaiveld -250mm. Poe-

ren van gewapend beton. Afmetingen: 500x500x150mm. Wapeningsstaal diam. 12mm. Onderlinge afstand 100mm h.o.h. In totaal 7 poeren: 4 hoeken, 2 op helft funderingsbalk en 1 centraal gelegen. Opzet poer = begin van kolom. Hoogte= 350mm, 4 uitstekende wapeningsstaven van diam. 10mm. Funderingsbalken van basalt blokken 150x150mm + cement. Onderzijde funderingsbalk is op niveau -200mm. Afmetingen funderingsbalk = 400x400mm. Bovenzijde funderingsbalk dus op niveau maaiveld + 200mm. Rondom kolom poeren opvulling van basalt blokken 150x150mm + cement. Omdat het zeer lastig was om antwoord te krijgen op onze vragen praatten we maar gewoon verder over wat hij allemaal kwijt wilde. Daaruit kwam nog interessante informatie: • Gebleekt hout: toepasbaar voor gordingen want daar houden insecten niet van. De kozijnen zouden van hout kunnen zijn want dat scheelt geld, moet dan ook behandeld worden. Optie is xylophène, houdt insecten tegen en voorkomt schimmel. • Beton France maken geprefabriceerde elementen maar daar heeft hij geen ervaring mee, was lastig om hem de voordelen van in te laten zien. • Sonapar zelf heeft geen materieel, maar dat zou de architect wel graag zien. • Toepassing warm water: “toitûre en capture” ofwel een opvang bak. Wordt op dak geplaatst en water verwarmd door de zon. Kost 70.000 Ariary. Het gesprek was ongelofelijk vermoeiend. Na 2,5 uur zonder al onze vragen beantwoord te hebben gekregen gingen we er met een smoes vandoor.

B E Z O E K A A N S A N IF E R , E E N B E D R IJF V O O R B O UW M AT E R IA L E N . Doel: verzamelen gegevens materiaalkos-

ten en lokale materiaaltoepassingen. Aanwezig: technisch adviseur Gérald Rakoto. Eerst door de winkel gelopen en verschillende materialen bekeken. Was op het eerste gezicht eigenlijk veelal klein werk: lampen, kranen, douchebakken, toiletten, tegels, schroefjes, leidingen etc. Geen echte grove bouwmaterialen. Ook geen materieel, wel klein gereedschap. Daarom spraken we een adviseur aan; de heer Gérald Rakoto. Wij legden ons project uit waar hij veel belangstelling voor had. Erg behulpzaam. Allereerst vroegen we of ze een prijslijst hadden van al hun producten. Dit kon! Eindelijk iets op papier. De volgende dag kregen we alles netjes opgestuurd. Helaas ontbraken hier nog veel materialen en waren de lijsten ongestructureerd. Zie bijgevoegd voorbeeld. Daarnaast vroegen we hem naar ideeën voor ons project. Sanifer verkocht namelijk geen grove bouwmaterialen en dat kwam doordat dit door mensen zelf wordt gemaakt en op straat wordt verkocht. De kwaliteit van bakstenen kan erg verschillen, bij keuze baksteen dus goed selecteren. (Verantwoordelijkheid bouwvakkers.) Hij lichtte toe dat de gegalvaniseerde dakplaten erg praktisch, duurzaam en modern waren. Daarvoor schetste hij de manier van bevestigen: tengels in de lengte richting op gordingen bevestigd die in de ‘plooi’ vallen van de dakplaat. Vervolgens twee rubberen ringen, een aan de onderzijde dakplaat en een aan de bovenzijde. Afgedekt met een rond inox plaatje. Bout vanaf bovenzijde door de tengel en gording heen. Van binnen uit aandraaien. Gevraagd naar gipsplaten. Bestaan wel maar worden niet vaak toegepast; redelijk duur. (Gipsplaat standaard BA13mm 1,2x2,5m kost 28,000 Ariary.) Vervolgens nog eens rondgelopen en prijzen van verschillende materialen bestudeerd; gaf ons een goede indruk van bijvoorbeeld de kosten voor sanitair.

205


E-mailadressen uitgewisseld. Voor technische vragen mogen we hem altijd mailen.

S AMENVAT TING MEEN

A LG E-

Indrukken Vanaf ons eerste bezoek, aan de kamer van koophandel, beseften wij dat het inwinnen van informatie niet van een leien dakje zou gaan. Zoals wij in Nederland al tijdens onze analyses hadden bevonden, gaat alles heel anders dan wij gewend zijn. Dit resulteerde in een aanpak waarbij wij van tevoren goed moesten bedenken wat we wilden weten, en waar we zo min mogelijk tijd aan wilden besteden. Tijdens onze afspraken hebben wij dan ook zo doelgericht mogelijk gewerkt. Soms was dit alleen niet mogelijk, omdat wij als buitenstaanders een hele andere kijk hebben op doelgericht werken. Dit wekte tijdens het gesprek met de architect van Trano Mora de grootste frustraties op, omdat de antwoorden op onze vragen niet concreet waren, of over hele andere zaken gingen. Toch hebben we via een vriendelijke en doorzettende houding veel handige informatie ingewonnen. Wij merkten dat door een vriendelijke houding, interesse tonen voor hun manier van werken en vooral geen directe oordelen te vellen, het prima ging om met ons project op te schieten. Het feit dat wij samenwerken met Sonapar heeft ons enorm geholpen. Wanneer wij alleen voor ASF de opdracht hadden uitgevoerd, zouden wij niet binnen de tijd zo zijn opgeschoten. Ook het contact met het IMV was veel waard. Omdat hier Europeanen werken konden wij snel een helder beeld vormen over de manier van werken, zoals de moeilijkheden die zich voordoen. En hoe hiermee het best kan worden omgegaan. Wij hebben behalve de feiten dus ook een goed beeld gevormd over hoe wij ons moeten opstellen wanneer wij voor een project in Madagascar actief zijn.

206

Zoals in ons reisverslag naar voren komt, namen de cultuurverschillen veel energie in beslag. De taalbarrière was soms wat lastig maar het meest van de tijd hebben we ons goed gered. De communicatie verliep gelukkig zoals wij gehoopt hadden. Wat deze reis voor ons het meest heeft betekend was de feedback op onze gemaakte analyses. Het risico dat wij in ons PVA hebben geschreven over een reëel eindproduct is door de studiereis weggevallen. Het deed ons goed om van iedereen te horen dat wij niks over het hoofd hebben gezien. Daarnaast was de praktische informatie over het bouwen, de bouwmaterialen en de bouwkosten erg van belang. Achteraf gezien een noodzakelijke studiereis voor een realistisch eindresultaat. Communicatie lokale bevolking Wij hebben ons open opgesteld tijdens onze studiereis om zo veel mogelijk te leren van de situatie in Madagascar. Hiervoor hebben wij in de avonden veel lokale bewoners aangesproken. Hiermee praatten we over de goede en slechte kanten van Madagascar. De meeste mensen waren in eerste instantie een beetje afstandelijk maar naarmate wij die mensen vaker ontmoetten werden de gesprekken steeds diepgaander en serieuzer. Pas in onze laatste week kregen we het besef dat de ontwikkelingen die moeten plaatsvinden echt heel moeilijk zijn te realiseren. Gelukkig had dit geen betrekking op ons project, maar dit maakte nogmaals duidelijk dat ons uitgangspunt over het beleid onmogelijk is om te realiseren. Door onze gesprekken kregen wij bewondering voor de manier waarop zij omgaan met de dagelijkse problemen in Madagascar.

M EEG EN O M EN B O U W M ATERI A LEN – M O N S T E R S . Bakstenen De bakstenen die wij hebben meegenomen

komen van het platteland. Onderweg terug van Mahajunga kreeg de auto panne waardoor wij bij een klein dorpje moesten wachten. Hier zat een kleine steen fabriek waar we 3 bakstenen gekocht hebben. Twee om te testen op sterkte, en een als voorbeeld. Terug in Antananarivo kregen wij te horen dat deze stenen gedurende 2 dagen worden gebakken. Bamboe Bij het rondlopen door de stad kwamen wij bij een eetcafé waarachter een stapel bamboe lag. Hier wilden wij graag een monster van, omdat deze bamboe uit Tamatave kwam, hetzelfde dorp waar de fabriek van Bamboo Madagascar is gevestigd. Dit monster geld ook als voorbeeld en geeft een indruk van de sterkte van het materiaal. Na het regelen van een zaag mochten we voor een kleine bijdrage een stuk afzagen. Grond De grond komt van de bouwlocatie, waar de vloer op staal is gefundeerd. Ook dient deze grond voor het fabriceren van bakstenen, en wordt deze grond samen met cement als wandafwerking gebruikt. Dit veel toepasbare materiaal is rondom Antananarivo overal te krijgen en kost niet veel. Het voorbeeld geeft een goede indruk van de compactheid. Tegels De stukjes tegels komen van een afvalstortplaats in het centrum. Hier lagen voor de rest geen bruikbare bouwmaterialen. Deze stukjes tegels zijn puur voor het aantonen dat de kwaliteit niet anders hoeft te zijn zoals wij die in Europa kennen. De monsters zijn van goede kwaliteit. Wel moet worden opgemerkt dat deze kwaliteit tegels waarschijnlijk niet in ons ontwerp terecht zal komen.


207


BIJLAGE C- KOSTENBEREKENINGEN

Een van de uitgangspunten voor een efficiënte sociale huurwoning in Antananarivo is het verminderen van de kosten. Voor deze kostenvermindering hebben we in het hoofdstuk Schetsontwerp verschillende strategieën aangekaart. A: het schakelen van de woningen B het verminderen van de oppervlakte en C: het toepassen van minder kostbare materialen. In de paragraaf Architectonische studie van het bovengenoemde hoofdstuk zijn de eerste twee strategieën uitgebreid aan bod gekomen. In de paragraaf Bouwtechnische studie komt de laatste strategie aan bod. In die paragraaf worden echter enkel de resultaten van de kostenberekening ten berde gebracht. Voor de volledigheid willen we hier de gehele kostenberekening van het voorbeeldproject Trano Mora nogmaals afdrukken.Zoals eerder gezegd is dit een zeer ruwe schatting, omdat de exacte hoeveelheden en kosten ons niet bekend waren. Wel hebben wij nevenstaande berekening laten controleren door een lokale architect van het Institut Metiers de la Ville in Antananarivo, waardoor er een grotere zekerheid is. Ook is hier de complete kostenberekening van TYPE M geplaatst, zodat een duidelijke vergelijking kan maken. In het hoofdstuk Conclusie zijn deze kosten kort samengevat weergeven.

208


K O S TENRAMING TRA N O M O RA Matériaux

Franse naam

Fundering Natuursteen Cement Kiezelstenen

Fondation Moellons Ciment Gravillons

Constructie Kolommen beton Ringbalk beton Diagonale spanten Wapeningsstaal diam. 10mm

Structure Poteaux en béton Pannes sabličres Poutres pignons Ferreillage diam. 10mm - acier TOR

Gevels

Facades

Baksteen Water voor mortel Leem voor mortel Voegwerk Afdakje beton Raaplaag Verf

Briques pleines artisanales Eau Pisé local Jointoiement Auvent béton Ciment colle Peinture a l'eau exterieur

Gevelopeningen

Ouvertures des facades Linteaux ciment Linteaux, Rebord de la fenetre, ciment Cadre de la fenetre, PVC Grille de protection

Lateien Vensterbank Kozijnen Rooster tegen inbraak

Vloer

Eenheid

m3 ton m3

m3 m3 m3 kg

st m3 m3 m2 m3 kg kg

m3 m3 st m2

Coűts par unité TTC

22.000 480.000 29.000

360.000 360.000 360.000 2.628

80 10.000 0 15.000 360.000 10000 4500

360.000 360 000 360.000 350.000 41.000

Aantal - Nombre

Kosten - Ariary TTC 652.880 6,54 143.880 1 480.000 1 29.000

0,8 1,5 0,5 60

1.165.680 288.000 540.000 180.000 157.680

0,1 0,09 46 20

1.160.700 556.800 20.000 0 1.500 32.400 460.000 90.000

0,45 0 45 0,3 5 8

2.348.000 162 000 162.000 108.000 1.750.000 328.000

6960 2

Plancher Gravillons 5/15 Support plancher en briques Plancher en beton Carrelage au sol Chappe 5cm

m3 st m3 m2 m2

29.000 80 360.000 18500 12.250

1,5 6500 1,5 26,7 15,5

1.787.325 43.500 520.000 540.000 493.950 189.875

Bakstenen Water voor mortel Leem voor mortel Kozijnen

Parois intérieur - portant Briques pleins L'eau Pisé local Porte postformée + bâtis dormant 5ml

st m3 m3 st

80 10.000 0 86.000

2600 0,5 3,6 3

471 000 471.000 208.000 5.000 0 258.000

Binnenwandafwerking Stuc\cementlaag Natuurstenen plinten Verf

Finition mural ŕ l'intérieur Platre (Molda 40 kg pour 0,57 m3) Plinthe cérame Peinture couleur deco simple couche

Grindlaag onder stenen Bakstenen onderlaag vloer Betonnen afwerkvloer Vloerafwerking tegels Vloerafwerking

Binnenwanden

m3 m1 m2

80.000 600 2.500

373.000 1,2 96.000 45 27.000 100 250.000

209


Plafond Bevestigingsconstructie Houten schroten Afwerkplinten Bevestigings middelen

Plafond Support plaf. chevron bois 4x0,06x0,06 Voliges en bois de pin Voliges en bois de pin Moyens de fixation (vis 212x25cm)

Dak Gordingen Tengels Houten schroten afwerking Golfplaat gecoat 0,4mm Bevestigingsmateriaal verzinkt g g Afdekking waterdicht Nokplaat afwerking Nokbalk

Toit Chevrons en bois 4x0,17x0,07 Liteaux (calculé depuis prix bois m3) Voliges en bois de pin Tôle galvanisée prelaquée ép. 40/100é Cavaliers galva g Rondelle bitumineuse Tôle galvabac sur mesure fâitiere 8x0,25m

Keuken Aanrechtblad constr Aanrecht ondersteuning Wandtegels Tegels aanrechtblad Afdekplaat aanrechtblad Gootsteen aluminium

Cuisine Chevron en bois 4x0,06x0,06 Briques artisanales Carrelage mural Carreaux évier Contre plaqué 11,6 mm (2,44x1,22) Evier alu

Badkamer Wandtegels Douche tegels Wasbak Kraan Toilet Douchecabine (steen) Douchekop + kraan Bevestigingsmiddelen

Salle de bains Carrelage mural Carreaux deco - douche Siphon lavabo Robinet compact WIRQUIN WC ŕ l'Anglaise avec mécanisme Briques artinsanales Mitigeur + douchette Pattes ŕ glace

Opstap entrée Bakstenen onderlegd g Betonwerk

Entrée, plancher ext. Briques artinsanales q Beton

Afwerking Hang- sluitwerk voordeur Sluitwerk interieur

Accesoires portes Serrure menuis métal entraxe 85 Poignée acier chrome mat 148mm

210

st m2 m2 st

st st m2 Feuille st st m1 st

st st m2 m2 Feuille st

m2 m2 st st st st tot tot

st m3

st st

3000 10.000 10.000 20

10.000 400 10.000 15.300 100 30 5.000 14.000

3.000 80 18.500 18.500 39.700 100.000

18.500 35.000 80.000 35.000 96.000 80 50000 8.000

10 46 45 1000

960.000 30.000 460.000 450.000 20.000

16 64 18 80 160 160 8 1

1.664.400 160.000 25.600 180.000 1.224.000 16.000 4.800 40.000 14.000

5 250 3,5 3,5 1 1

304.200 15.000 20.000 64.750 64.750 39.700 100.000

14 5 1 1 1 150 1 1

715.000 259.000 175.000 80.000 35.000 96.000 12.000 50.000 8.000

80 360.000

84.000 150 12.000 0,2 72.000

25.600 5.000

55.600 1 25.600 6 30.000


Afvoervoorzieningen Sceptic tank beton Afvoer gootsteen keuken PVC Afvoer toilet PVC Afvoer douche PVC Afvoer wasbak badkamer PVC aansluitstuk bocht 40mm PVC aansluitstuk bocht 100mm Leidingen aanvoer keuken Leidingen aanvoer badkamer Doucheput Aansluitpunt water Lijm voor PVC

Evacuation/usage d'eau Fosse septique ( pour 06 personne) Vidange evier cuisine Vidange toilette Vidange douche Vidange évier salle de bain Coudes PVC diam.40 Coudes PVC diam.100 Tuyaux alimentaires cuisine Tuyaux alimentaires salle des bains Grille de douche Vanne d'arręt 20/27 Colle PVC en tube de 250 cc

Electriciteit Stopcontacten Lamp badkamer - waterdicht Lamp keuken - TL buis Verlichting slaapkamers Fittingen Schakelaars Kabels (beschermd) Stoppenkast Telefoonaansluiting Telefoonkabel l f k b l

Electricité courant faible Prise de courant Force 2P + T Hublot étanche diam. 250mm Reglette mono de 1,20 m Lampe incandescente 220 volts 60 W Douilles Intérrupteur S.A. ŕ encastrer Fils isolés de section 1,5 mm2 Rlx 100 ml Disjoncteur 16A Prise telephone Câble âbl 3 paires pour telephone l h

Divers Bevestiging leidingwerk Verbinding in septic tank

Fixation tuyaux Passages fosse septique

Totaal materiaalkosten incl. BTW (Coűts total des matériaux) Totaal kosten manuren incl. BTW (Coűts total de la construction) Percentage bouwkosten tot. 30 [%]

st m1 m1 m1 m1 st st m1 m1 U U U

250.000 1.450 3.500 1.450 1.450 900 7.000 3.400 3.400 2.000 6.550 7.000

st st st st st st m1 st st mll

4.000 30.000 16.000 800 700 4.400 142 14.620 7.000 600

est est

40.000 10.000

((12.276.705*100)/70) - 12.276.705 =

Bouwkosten totaal incl. BTW ((Coűts des matériaux + coűts de la construction))

1 5 2 3 5 7 2 5 5 1 1 3

359.700 250.000 7.250 7.000 4.350 7.250 6.300 14.000 17.000 17.000 2.000 6.550 21.000

5 1 1 2 3 5 50 1 1 8

125.220 20.000 30.000 16.000 1.600 2.100 22.000 7.100 14.620 7.000 4.800

50.000 1 40.000 1 10.000

12.276.705 5.261.445

Ariary TTC Ariary TTC

17.538.150

y TTC Ariary

Figuur 8.6. Tabel kosten Trano Mora (Eigen ill.)

211


K OSTENRAMING TYPE M MatĂŠriaux

Eenheidkosten\eenheid

Fundering Natuursteen Beton Kiezelstenen

10.000 360.000 29.000

630.000 14 140.000 1,2 432.000 2 58.000

st m3 m3 m3 kg

110 10.000 0 360.000 1800

599.500 2690 295.900 3 30.000 0 0,66 237.600 20 36.000

st m3 m3

100 10.000 0

138.700 1287 128.700 1 10.000 0

m3 m3 m3 m2 st st m2

360.000 360.000 360.000 50.000 350.000 250.000 41.000

0,25 0,15 0,3 4 2 2 3

m3 st m3 m2

29.000 100 360.000 18.500

2 1.500 1,8 7

985.500 58.000 150.000 648.000 129.500 227.000 50.000 5.000 0 172.000

Wonings. Wanden Leemstenen Water voor mortel Leem voor mortel

Kosten - Ariary TTC

m3 m3 m3

Gevels leemstenen met stro Water voor mortel Leem voor mortel\raaplaag Raaplaag Verf

Aantal

Gevelopeningen Lateien noordgevel Lateien zuid+oost Vensterbanken Glazen bouwblokken Deurkozijnen ALU + deuren Kozijnen ALU, beglaasd 6mm Rooster tegen inbraak

Vloer Grindlaag onder stenen leemstenen onderlaag vloer Betonnen afwerkvloer Vloerafwerking tegels

Binnenwanden

1.775.000 90.000 54.000 108.000 200.000 700.000 500.000 123.000

leemstenen Water voor mortel Leem voor mortel Kozijnen

st m3 m3 st

100 10.000 0 86.000

500 0,5 3,6 2

Binnenwandafwerking Stuc\cementlaag Natuurstenen plinten Verf

m3 m1 m2

80.000 600 1.000

142.000 0,8 64.000 40 24.000 54 54.000

3000 80.000 1.000 1

283.000 96.000 80.000 32.000 75.000

Plafond Bevestigingsconstructie Stuc\cementlaag Verf Bevestigings middelen

212

m2 m3 m2 post

32 1 32 75.000

Dak Spanten Stalen platen verankering Wapeningsstaal diam. 12mm Gordingen Tengels Golfplaat gecoat 0,4mm Bevestigingsmateriaal verzinkt Afdekking waterdicht pvc Goot pvc afvoer overige voorziening water Nokplaat afwerking

st st kg st m1 m2 st st m1 m1 post m1

20.000 5.000 3.000 3.000 400 12.500 400 130 5.000 5.000 50.000 5.000

4 4 14 16 45 56 160 160 7 6 1 6,6

1.140.800 80.000 20.000 42.000 48.000 18.000 700.000 64.000 20.800 35.000 30.000 50.000 33.000

Keuken Aanrechtblad beton Aanrecht ondersteuning Bamboe schappen Wandtegels Kraan

m3 st m1 m2 st

360.000 80 7000 10.000 35.000

0,7 250 6 2 1

369.000 252.000 20.000 42.000 20.000 35.000

Badkamer Wandtegels Douche tegels Wasbak beton Kraan Toilet Douchecabine (steen) Douchekop + kraan Bevestigingsmiddelen

m2 m2 m3 st st st tot tot

10.000 18.000 360.000 35.000 96.000 100 50000 30.000

6 3 0,2 1 1 150 1 1

412.000 60.000 54.000 72.000 35.000 96.000 15.000 50.000 30.000

Opstap entrĂŠe Bakstenen onderlaag Betonwerk

st m3

100 360.000

46.000 100 10.000 0,1 36.000

st st

25.600 5.000

71.200 2 51.200 4 20.000

st m3 m1 m1 m1 m1 st st m1 m1 st st st

245.000 245.000 1.450 3.500 1.450 1.450 900 7.000 3.400 3.400 2.000 6.550 7.000

Afwerking Hang- sluitwerk voordeur Sluitwerk interieur Afvoervoorzieningen Sceptic tank beton Afdekplaten sceptic tank Afvoer gootsteen keuken PVC Afvoer toilet PVC Afvoer douche PVC Afvoer wasbak badkamer PVC aansluitstuk bocht 40mm PVC aansluitstuk bocht 100mm Leidingen aanvoer keuken Leidingen aanvoer badkamer Doucheput Aansluitpunt water Lijm voor PVC

0,5 0,2 5 4 3 5 7 2 8 8 1 1 3

308.600 122.500 49.000 7.250 14.000 4.350 7.250 6.300 14.000 27.200 27.200 2.000 6.550 21.000


Electriciteit Stopcontacten Lamp badkamer - waterdicht Lamp keuken - TL buis Verlichting slaapkamers Fittingen Schakelaars Kabels (beschermd) Stoppenkast Telefoonaansluiting Telefoonkabel Divers Bevestiging leidingwerk Verbinding in septic tank

105.220 st st st st st st m1 st st ml

post post

4.000 30.000 16.000 800 700 4.400 142 14.620 7.000 600

40.000 10.000

5 1 1 2 3 5 50 1 1 8

30.000 16.000 1.600 2.100 22.000 7.100 14.620 7.000 4.800

50.000 1 40.000 1 10.000

Totaal materiaalkosten incl. BTW (65% totaal) Totaal kosten manuren incl. BTW (35% totaal)

7.283.520 3.697.787

Ariary TTC Ariary TTC

Bouwkosten totaal incl. BTW

10.981.307

Ariary TTC

213


BIJLAGE D- ANALYSE KLIMAAT Aan de hand van het dictaat ‘bouwen in de tropen’ van Egmond, Erkelens en Janssen (2008) hebben wij geanalyseerd hoe het best kan worden ontworpen aan de hand van het klimaat. Door deze professoren wordt het afgeraden om eerst een schetsontwerp op te stellen alvorens aanpassingen hieraan te maken om het binnenklimaat te optimaliseren. Daarom zullen wij in dit hoofdstuk ingaan op de locale klimaat omstandigheden. Hierdoor kunnen wij vanaf het begin van het schetsontwerp zo goed mogelijk rekening houden met alle plaatselijke klimaat factoren.

MADAGASCAR Madagascar behoort tot de tropische landen door de ligging tussen de kreeftskeerkring en de steenbokskeerkring. Wegens de grootte en verschillende regio’s van het land, zijn de klimaatsomstandigheden niet overal gelijk. De onderstaande tabel laat zien dat in Madagascar acht verschillende klimaten worden onderscheden:

ANTANANARIVO Antananarivo is gelegen op een plateau met een gemiddelde hoogte van 1313 meter boven zeeniveau. De stad is omringd door heuvels en bergen. Door onder andere de locatie en hoogteligging van de stad heeft Antananarivo en zijn periferie ook verschillende klimaateigenschappen. De verschillen zijn duidelijk herkenbaar en vertalen zich in twee seizoenen per jaar; de zomermaanden (November – April) en de wintermaanden (Mei – September). Deze locale klimaatverdelingen maken onze locatie moeilijk te classificeren. Het is namelijk in de zomermaanden warm en nat, terwijl de wintermaanden redelijk warm, maar wel relatief droog zijn. De zomermaanden zijn te

214

classificeren als een Cwa klimaat; een nat subtropisch klimaat. De wintermaanden liggen dichterbij een Cwb klimaat; een subtropisch hoogland zeeklimaat. Ons doel van deze analyse is het verkrijgen van ontwerpoplossingen die in beide seizoenen goed kan functioneren. Om niet vanuit één bepaald klimaat uit te gaan, benaderen wij de locale klimaatsituatie via de twee meest voorkomende klimaatomstandigheden in tropische landen, die ook voor onze locatie zo goed mo-

gelijk overeenkomen. Deze meest voorkomende klimaatomstandigheden in de tropen zijn als volgt te omschrijven: 1. Warm en nat 2. Heet en droog Hiermee analyseren wij welke klimaataspecten op ons ontwerp invloed hebben, en vooral in welke mate. Immers zijn feitelijke klimaatgegevens belangrijker dan de naam die daar aan gekoppeld wordt. Wij gaan dus niet alleen maar uit van de eigenschappen die de desbetreffende klimaten bepalen, omdat door de klimaatverschillen de ontwerprichtlijnen elkaar tegen zouden kunnen spreken.

Voor het ontwerpen van gebouwen in tropische gebieden is een belangrijk fenomeen bekend; de bescherming tegen hitte ofwel het koel houden van de woning. Al de bouwkundige ontwerp richtingen houden voor een zo comfortabel mogelijk binnenklimaat rekening met de volgende factoren: licht (zonnestand en –straling, schaduw), warmte (luchttemperaturen), wind (luchtstromingen), neerslag en luchtvochtigheid. Bij deze factoren wordt ook rekening gehouden met de oriëntatie van de gebouwen, de indeling van de wijk (wegen en open plaatsen) , de typologie van het gebouw en de tuinindeling. Al deze aspecten zijn bedoeld om een zo comfortabel mogelijk binnenklimaat te realiseren. Om hierop te anticiperen moet bekend zijn wat de plaatselijke bewoners als comfortabel beschouwen. Hieronder volgt een tabel met de gewenste temperaturen van mensen in tropische gebieden:


Hiernaast zijn de windrichtingen en groottes uitgebeeld aanwezig op het vliegveld in Tana, ongeveer 3 kilometer van onze locatie.

De klimaat analyse zal ingaan op de reeds aangegeven aspecten. Om hiermee tot ontwerp richtlijnen te komen zullen wij gebruik maken van de “Mahoney Tables”. De Mahoney Tables zijn een instrument om klimaatgericht een ontwerp op te stellen. Als input gelden temperaturen, luchtvochtigheid, regen en wind en de output zijn ontwerprichtlijnen. Temperatuur De minimale en maximale temperaturen in Antananarivo zijn hieronder weergegeven. Ook staat het verschil hiervan vermeld. De AMT (annual mean temperature) is verkregen door het gemiddelde te nemen van: (1) de gemiddelde jaarlijkse maximum temperaturen en (2) de gemiddelde jaarlijkse minimum temperaturen. De AMR (annual mean range) is het verschil tussen deze twee. Luchtvochtigheid, regen en wind Hieronder staan de luchtvochtigheids percentages weergegeven, ingedeeld per maand en ochtend/avond. De “humidity Group” is afgeleid uit de volgende classificatie: < 30% klasse 1 30% - 50% klasse 2 50% - 70% klasse 3 >70% klasse 4

215


LAYOUT, RUIMTEN, LUCHT CICULATIE, OPENINGEN, WANDEN, DAK, NEERSLAG • Daklijn oost-west geörienteerd • Compacte binnenplaats/tuin ordening Ruimtelijke open plekken, beschermend tegen koude/warme wind moet luchtdoorlatend zijn • ‘single banked’ ruimten nodig, laat permanente doorluchting toe (belangrijker) • double banked’ ruimten nodig, laat tijdelijk doorluchting toe • Grote gevelopeningen: 40-80% van N en Z gevels • Voor de andere gevels juist kleine openingen: 10-20% • Lichte wanden • Licht, geïsoleerd dak • Bescherming nodig voor afvoer zware regenval. Deze uitkomsten vergelijken wij met de algemene ontwerprichtlijnen voor een warm en nat klimaat, zie het figuur hiernaast. Hieruit blijkt dat de ontwerprichtlijnen voor elk punt overeenkomen met die wij verkregen hadden via de Mahoney tables.

216

R E V IS IE P R IC H T L IJN E N

ONT WER-

De ontwerprichtlijnen die uit onze klimaat analyse zijn gekomen, zullen worden gereviseerd. Voorafgaand onze studiereis konden we moeilijk stellen in hoeverre de lokale bevolking de verschillende klimaateigenschappen als problematisch beschouwen. En de manier waarop wij de richtlijnen hebben verkregen is niet optimaal. De vergelijking van het klimaat in Antananarivo met die van een warm/nat en heet/droog tropisch klimaat is niet volledig juist. Dit bleek tijdens de studiereis omdat de ontwerp richtlijnen niet altijd overeen kwamen met de situatie in Antananarivo. Daarom bekijken wij de situatie ditmaal vanuit een ander perspectief, namelijk via een bredere benadering. De ontwerprichtlijnen moeten simpelweg antwoord geven op de problematiek die het klimaat met zich meebrengt. Om de problemen duidelijk in kaart te brengen volgt hieronder een schema met de temperaturen in de zomer en winter, en waar de lokale bevolking baat bij heeft: koeling of verwarming.


Gemiddelde temperaturen [°C] Behoeften bewoners Zomer Dag 26 Koeling Nacht 16 Winter Dag 22 Nacht 11 Verwarming De behoeften naar verwarming van de woning is vaker het geval dan de vraag naar koeling. Dit komt doordat de lokale bevolking gewend is aan de warmte, en heel het jaar door eigenlijk nooit last hiervan heeft. Wij hebben tijdens onze studiereis dan ook van niemand gehoord die behoefte had aan koeling van de woning. De winters zijn het tegenovergestelde; de koude winter maanden zorgt voor een echte vraag naar verwarming. Dit was voor ons goed duidelijk omdat wij in de winter het land hebben bezocht. Zoals ook in de diagnose van de Mahoney tables blijkt, zijn 6 van de 12 maanden te koud, terwijl maar 2 maanden te warm zijn. Door middel van het ondervragen van lokale inwoners in Antananarivo, merkten wij dus dat deze 2 maanden niet te heet zijn in de hoofdstad. Dit is wel te betrekken op de meer noordelijk gelegen streken. Voor ons ontwerp is het dus belangrijk dat de woning in de wintermaanden warm genoeg is, vooral ’s nachts. Deze bevinding uit zich in het bouwprincipe wat antwoord geeft op de meest belangrijke behoefte: • Het gebouw moet warmte kunnen accumuleren in de winter. Daarnaast, voor de behoefte in de zomer, geldt het volgende bouwprincipe: • Het gebouw moet de koelte binnen kunnen houden en luchtcirculatie mogelijk maken. Om met deze basis principes een schetsontwerp op te kunnen stellen, hebben wij meerdere ontwerprichtlijnen nodig. De richtlijnen die wij van de Mahoney tables hebben verkregen zullen worden aangepast/aangevuld met richtlijnen uit ‘The barefoot architect’ (Van lengen, 2005) en ‘Climate responsive building’. Hierdoor kunnen wij een ontwerp opstellen dat beter aansluit op de verschillende klimaat-

omstandigheden van de winter en de zomer. Ontwerprichtlijnen uit het boek “The Barefoot Architect” zijn gebaseerd op 3 verschillende soorten klimaten: nat tropisch klimaat, droog tropisch klimaat, gematigd klimaat. Hieronder worden deze ontwerprichtlijnen toegelicht: Nat tropisch klimaat • Bouw woningen dichtbij heuvels of op hoger gelegen terrein waar meer windcirculatie is. • Bouw dunne wanden zodat vocht niet accumuleert. • Bouw schuine daken voor regenwater afvoer. • Gebruik materialen zoals hout, bamboe en riet. • Installeer grote ramen om de ventilatie te verbeteren. • Bouw niet te dicht op elkaar om luchtcirculatie mogelijk te maken. • Bouw veranda’s rond de woning voor de bescherming tegen regen. • Verhoog de vloer om het vocht van de grond te vermijden. Droog tropisch klimaat • Bouw woningen dichtbij heuvels of op hoger gelegen terrein waar meer windcirculatie is. • Bouw dikke wanden zodat warmte en koude minder snel binnendringt. • Gebruik materialen zoals stenen, adobe, bakstenen en blokken. • Installeer kleine ramen om stof en zon buiten te houden. • Schakel woningen om zo weinig mogelijk gevels aan de zon bloot te stellen. Zo geven de woningen elkaar schaduw. • Bouw centraal gelegen buiten patio’s om de kamers te ventileren. • Bouw direct op de grond vanwege de koele grond temperatuur.

Gematigd klimaat • Bouw woningen op plekken die zijn blootgesteld aan de zon. • Bouw dikke wanden die voorkomen dat de warmte ontsnapt. • Bouw de daken met een gemiddelde steilheid. • Gebruik materialen zoals hout, adobe, bakstenen en blokken. • Installeer kleine ramen aan de zuid kant en grote ramen aan de noord kant (voor zuidelijk halfrond). • Bescherm de woning tegen wind met vegetatie en aarde bermen. • Gebruik zonlicht voor verwarmen van kamers. Isoleer de vloer van de koude grond. Omdat onze locatie niet overduidelijk in 1 categorie is te bestempelen, zijn wij genoodzaakt om een combinatie van ontwerprichtlijnen op te stellen die zo goed mogelijk overeenkomen met de situatie in Antananarivo. Door middel van onze eerste klimaatanalyse en onze studiereis, kunnen wij stellen dat onze locatie het meest overeenkomt met een gematigd en droog tropisch klimaat (vanuit het boek ‘The barefoot architect’ gezien). Onze eerder genoemde principes kunnen wij daarom aan de volgende ontwerprichtlijnen koppelen: • Bouw woningen dichtbij heuvels of op hoger gelegen terrein waar meer windcirculatie is. • Bouw dikke wanden zodat warmte en koude minder snel binnendringt. • Bouw dikke wanden die voorkomen dat de warmte ontsnapt. • Gebruik materialen zoals stenen, adobe, bakstenen en blokken. • Bouw direct op de grond vanwege de koele grond temperatuur. • Bouw woningen op plekken die zijn blootgesteld aan de zon. • Installeer kleine ramen aan de zuid kant en grote ramen aan de noord kant (voor zuidelijk halfrond).

• Bescherm de woning tegen wind met vegetatie en aarde bermen. Via het boek ‘Climate responsive building’ zijn wij op meerdere richtlijnen gekomen die ons helpt het ontwerp beter aan te passen aan de klimaatomstandigheden. Bij dit boek komen de klimaat eigenschappen het dichts bij die van de ‘gematigd en hoogland zone klimaat’. Hier wordt nogmaals vermeld dat deze omstandigheden niet per se aansluiten bij 1 bepalend klimaat, maar dat een combinatie van ontwerprichtlijnen uit verschillende klimaten moet worden gekozen. Wij zullen de hoofdpunten van de ontwerprichtlijnen aankaarten, waarna wij een volledige opsomming kunnen geven van de definitieve ontwerprichtlijnen. Hoofdpunten algemeen: • Houd de balans tussen tegenovergestelde richtlijnen. • Zorg voor maximale zonnestraling opvang in de winter en verzorg schaduw in de zomer. • Zorg voor wind bescherming in de winter en goede ventilatie in de zomer. • Bouw ‘good-natured’ woningen, met middelmatige warmte opslag capaciteiten. • Gebruik middelgrote ramen. Hoofdpunten ruimtelijke ordening: • Topografie; noord-kant van helling aanbevolen. • Oriëntatie: zoveel mogelijk profiteren van de winter zon. • Bescherming tegen winter wind. • Een semi-compacte wijkindeling. • In acht nemen van gevaren zoals aardverschuivingen, overstromingen, typhonen etc. Hoofdpunten ontwerp: • Oriëntatie woning en plaatsing kamers aan noord zijde. (waar minst zon komt) • Vorm hangt af van het neerslag patroon. • Schaduw in de zomer en warmte inwinnen in de winter is noodzakelijk. • Ventilatie moet controleerbaar zijn. Hoofdpunten componenten gebouw: • Medium warmte opslag capaciteit en tijdsinterval is benodigd. • Thermische isolatie is benodigd. • Reflectie en stralingsemissie zijn minder belangrijk.

217


‘Good-natured’ woningen wil zeggen dat ondanks de verschillende klimaatomstandigheden het binnencomfort zo vaak en lang mogelijk goed moet zijn. Dat betekent dat weersomschakelingen geen direct gevolg moeten hebben op het binnencomfort. Daarom wordt aangeraden om een redelijke massa van wanden te hebben, samen met middelgrote ramen en een redelijke hoeveelheid thermische isolatie. Aan de hand van de bovengenoemde ontwerprichtlijnen zijn wij nu in staat om hier een definitieve lijst van te maken. Deze ontwerprichtlijnen komen uit verschillende literatuur: (1) ‘The barefoot architect’ en (2) ‘Climate responsive building’ en vanuit de ‘Mahoney tables’. Vervolgens zullen wij de verschillen in ontwerprichtlijnen met die van de (3) Mahoney tables vergelijken zodat de specifieke richtlijnen zo effectief mogelijk zal zijn voor onze locatie. Oriëntatie: • (1) Bouw woningen dichtbij heuvels of op hoger gelegen terrein waar meer windcirculatie is. • (3) Daklijn oost-west geörienteerd. • (2) Bouwen aan de noord zijde van helling aanbevolen. • (1) Bouw woningen op plekken die zijn blootgesteld aan de zon. • (1) Bouw direct op de grond vanwege de koele grond temperatuur. • (2) Bouw ‘good-natured’ woningen, met middelmatige warmte opslag capaciteiten. • (2) Oriëntatie woning en plaatsing kamers aan noord zijde. (Waar meeste zon komt.) Deze richtlijn zal heroverwogen moeten worden adhv de functie van de kamer.) • (3) Compacte binnenplaats/tuin ordening Materialen: • (1) Bouw dikke wanden zodat warmte en koude minder snel binnendringt. • (1) Bouw dikke wanden die voorkomen dat de warmte ontsnapt. • (1) Gebruik materialen zoals stenen, adobe, bakstenen en blokken. • (2) Gebruik middelgrote ramen

218

• (1) Installeer kleine ramen aan de zuid kant en grote ramen aan de noord kant (voor zuidelijk halfrond). • (3) Licht, geïsoleerd dak Energie (zon, wind): • (2) Zorg voor maximale zonnestraling opvang in de winter en verzorg schaduw in de zomer. • (2) Zorg voor wind bescherming in de winter en goede ventilatie in de zomer. • (3) Buitenruimten open plekken, beschermend tegen koude/warme wind moet luchtdoorlatend zijn • (2) Medium warmte opslag capaciteit en tijdsinterval is benodigd. • (2) Thermische isolatie is benodigd. • (2) Ventilatie moet controleerbaar zijn. • (1) Bescherm de woning tegen wind met vegetatie en aarde bermen. • (3) Bescherming nodig voor afvoer zware regenval. Wanneer wij de richtlijnen van (1) en (2) tegenover die van de Mahoney tables zetten, zien wij 3 verschillen. Allereerst in de gevelopeningen, die volgens Mahoney 40-80% van de noord en zuid gevels moet bevatten. De functie van de gevelopeningen zijn voor lichtinval, lucht circulatie en uitzicht. Daarom kunnen wij wel stellen dat de noord gevel redelijk grote openingen moet hebben omdat de zoninval in de winter zeer belangrijk is voor warmte accumulatie. Wat betreft de zuid gevel is alleen het uitzicht van belang. De grootte van de ramen moet hier dus nog voor worden bepaald, maar niet om bouwtechnische redenen. De lucht circulatie zal de oost-, zuid en west gevel betrekken, waardoor de gevelopeningen hier niet groot hoeven te zijn. Immers dient een van deze gevels als scheidingswand. Wij zullen als richtlijn dus grotere openingen voor de noordgevel aannemen, terwijl wij ook kunnen inzien dat middelgrote ramen hier een oplossing voor kunnen zijn. Vandaar geven wij beide richtlijnen weer. Ten tweede zijn de lichte wanden die door Mahoney worden aanbevolen voor ons ontwerp geen goed idee. Tenminste, wanneer het gaat

om de buitenwanden. Deze moeten een zekere massa hebben voor de binnentemperatuur. Lichte binnenwanden zullen wel helpen voor een betere luchtcirculatie. Als derde en laatste aanvulling op Mahoney kunnen wij niet stellen of ‘double/single banked rooms’ een betere optie is. Dit komt omdat de hoofdwindrichting uit het oosten komt. Omdat de kopgevel op het westen of oosten zal staan, zal de lucht circulatie in de lengte richting van het gebouw bestaan. Daardoor kunnen we niet concluderen of het type kamer ‘single of double banked’ moet zijn. Tevens zijn er genoeg oplossingen om wanden ventilatie doorlatend te maken.. Daarom hebben we deze ontwerprichtlijnen geschrapt.


219


BIJLAGE E-STENENTEST Baksteen test In het schetsontwerp hadden wij verondersteld de gevels en (dragende) woningscheidende wanden van verschillende materialen te maken; baksteen en leem. Nu onderzoeken wij of de opbouw van deze wanden uit 1 materiaal opgebouwd kan worden, want uniformiteit leidt tot minder onduidelijkheden. Wij hebben de vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek gecontacteerd om te vragen of wij langs konden komen en een steentest uit te voeren met bakstenen die wij uit Madagascar hadden meegenomen. Daarover volgt nu een kort verslag. Datum bezoek: 23-07-2012 Aanwezigen: Hans van Wijck, Daniël Ketel, laboratorium personeel Doel: Testen van baksteen uit Madagascar op druksterkte. Samenvatting Aankomst om 14:00 uur. Introductie van de heer van Wijck over activiteiten KNB. Rondleiding laboratoria, ontmoeten personeel. Na het zien van de bakstenen was door het laboratorium personeel nog geen exacte kwaliteit in te schatten. De bakstenen waren niet uniform en moesten daarom geslepen worden. Het slijpen gebeurde met een diamantzaag. In totaal twee bakstenen geslepen. Duur: 15 minuten. Na het slijpen hoort een baksteen twee dagen te drogen voordat deze onder de druk pers kan worden getest. Vanwege de tijdsdruk was dit niet mogelijk. Navraag gedaan bij ingenieurs over druk sterkteverlies door wateropname: harde steen neemt weinig op (nog geen 15% van dikte baksteen). Bij een goede kwaliteit steen zou duidelijk worden of de volgende test met een droge steen moest.

220

een te lage temperatuur. Oftewel, de klei kan beter onder de zon worden gedroogd, Drukpers: afgesteld tot maximaal 200 kN druk. of de baksteen moet onder een hogere Bij deze een voorzichtige schatting door medetemperatuur worden gebakken. werker laboratorium: zal bij ongeveer 100kN barsten. Voor testen normaal gesproken 6 tot Conclusie stenentest 10 bakstenen nodig voor exact resultaat. • Het bakken van de klei is energieverspilling; de manier van bakken moet verandeResultaten ren. Deze aanbeveling is risicovol (kosten, Voor de eerste test werd het steensformaat methode onbekend) en daarom niet volingevoerd en de druksterkte afgesteld. Druk ledig realistisch. opbouw door middel van twee stalen platen die naar elkaar toe bewegen. De test begon. Gedurende 30 seconden kwamen de platen in beweging maar werd gek genoeg geen druk geconstateerd. Na 1 minuut begon de steen af te brokkelen en viel volledig uit elkaar. Geen enkele druksterkte werd gedetecteerd. Conclusie KNB • Zeer lage kwaliteit steen; zeer lage belasting mogelijk. (Ook onder droge omstandigheden.) • Waarschijnlijk het cementwerk wat de druksterkste opneemt. • Met zekerheid te stellen dat buitenafwerking waterkerend moet. • Bakstenen buiten gebakken zonder oven met hout als brandstof: temperatuur wordt hierdoor ongeveer 600 graden Celsius. Klei verkrijgt pas echte sterkte wanneer de steen op minimaal 1000 graden Celsius wordt gebakken. Sterker nog; de steen verliest zelfs sterkte bij

• Toepassen baksteen voor dragende delen niet mogelijk, wel als gevelinvulling maar niet voordelig vanwege gewicht, slecht thermisch isolerend vermogen en vooral een zeer inefficiënt energieverbruik (dus niet duurzaam). Oftewel: bakstenen niet toepassen voor ons ontwerp.


221




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.