1 minute read

FOUTEN - PROBLEMEN

Tijdens het programmeren zal je af en toe fouten maken.

Er zijn twee soorten fouten:

- Logische fouten

Er zit een fout in je analyse, in de oplossing van het probleem. Dit ontdek je bij het debuggen.

- Syntactische fouten

Dit is een fout in de grammatica van de programmeertaal. Je krijgt een foutmelding bij het uitvoeren van het programma.

We bespreken enkele veelvoorkomende syntactische fouten.

6.1 Variabele niet gekend

Mogelijke fouten: - Je hebt een typfout gemaakt. - Je hebt nog geen waarde toegekend aan de variabele. De variabele is nog niet gebruikt in je programma.

Voorbeeld

6.2 Typeconversie fout

Je probeert een datatype te converteren naar een ander type, maar dit lukt niet. De ingegeven waarde kan niet omgezet worden naar het gewenste type.

Voorbeeld

Foutmelding bij 256,36 → De komma in een decimaal getal geef je in als een punt.

Nog een voorbeeld

Foutmelding bij int("7.5") → Het getal 7,5 is een decimaal getal en geen geheel getal.

6.3 Fout in toekenning

Voorbeeld

Wanneer je een waarde toekent aan een variabele, dan staat de variabele altijd links en de waarde ervan komt na het gelijkheidsteken.

6.4 Syntaxfout bij het gebruik van specifieke taalelementen

Voorbeeld

Je bent het dubbelpunt vergeten.

→ for teller in range(5):

This article is from: