Terug naar de toekomst!
naam ______________________________ ______________________________________
6 educatieve uitgaven
De millenniumvergissing Een periode van duizend jaar wordt een millennium genoemd. Het eerste millennium van onze jaartelling bestaat uit de eerste duizend jaar van onze jaartelling, dus beginnend met het jaar één en eindigend met het jaar duizend. Er wordt vaak gedacht dat ‘ronde’ jaartallen zoals duizend of tweeduizend het begin zijn van een nieuw millennium, maar niets is minder waar! Die vergissing wordt ook wel eens de millenniumvergissing genoemd.
10
Vul aan met de juiste data. Het eerste millennium liep vanaf het jaar
tot en met het jaar
.
Het tweede millennium was de periode van duizend jaar die begon op
/
/
en eindigde op
/
/
.
Wij leven nu in het derde millennium, de periode van duizend jaar die begon /
op
/
en zal eindigen op
/
/
.
20 Vul aan met de juiste data. Reken vanaf de start van het schrikkeljaar 2000, of anders gezegd vanaf 01/01/2000 om 00u00. Op welk tijdstip van welke dag van welk jaar …
… was het precies 2000 seconden later dan de start van het jaar 2000? 0op
/
/
om
u
min.
sec.
… was het precies 2000 minuten later dan de start van het jaar 2000? 0op
/
/
om
u
min.
sec.
min.
sec.
… was het precies 2000 uur later dan de start van het jaar 2000? 0op
/
/
om
u
… was het precies 2000 dagen later dan de start van het jaar 2000? 0op
/
/
om
u
min.
sec.
30 Markeer wat past. Het zal precies 2000 weken later zijn dan de start van het jaar 2000 in de periode
januari - maart
2037
2038
april - juni
2039
2040
juli - september
2041
2042
oktober - december
2043
2044 3
Geld van nu en van vroeger, van bij ons en van elders In België kennen wij net als in heel wat andere Europese landen de euro als wettig betaalmiddel. Tot 1 januari 2002 betaalden wij in ons land met de Belgische frank. Voor veel mensen was het vanaf 2002 flink wennen aan de komst ervan.
10
Oude bankbiljetten van de Belgische frank kunnen nog steeds bij de Nationale Bank worden omgewisseld in euro. Noteer naast elk bankbiljet hoeveel euro je er nog voor krijgt bij omwisseling (rond af tot op een cent). 1 euro = 40,3399 Belgische frank
€
€
€
€
€
€
20 Van de meeste mobiele apparaten was nog geen sprake bij de
invoering van de euro. Maar stel je even voor wat die apparaten toen gekost zouden hebben? Noteer de prijs in Belgische frank (rond af tot op een halve frank nauwkeurig). € 1069,00 € 1499,00 =0BEF =0BEF € 859,00
€ 429,00
=0BEF
=0BEF
€ 1749,00 € 389,00 =0BEF 4
=0BEF
30 In de Verenigde Staten van Amerika heb je Amerikaanse dollar nodig, in Japan Japanse yen en in het Verenigd Koninkrijk Britse ponden. Deze vreemde valuta kun je kopen bij de bank. Elke munt heeft een eigen specifieke waarde in vergelijking met de euro. Dat noemt men de wisselkoers. Die wisselkoers schommelt dagelijks. Zoek de meest recente wisselkoers online op (bv. op wisselkoers.nl) en noteer die (rond af tot op 0,0001). Voor 1 euro krijg je nu … datum . . / . . / 20 . .
Voor ... krijg je nu ... euro.
. , . . . . dollar
1 dollar
. , . . . . euro
. , . . . . pond
1 pond
. , . . . . euro
. . . , . . . yen
1 yen
. , . . . . euro
40 Soms zijn producten in het buitenland goedkoper. Om dat te weten,
moet je prijzen vergelijken. Noteer eerst per aankoop de prijs in euro en baseer je hiervoor op de prijzen die je vindt in oefening 2. Kleur daarna telkens de duurste prijs rood en de voordeligste prijs groen. 1 dollar
0,8776 euro
1 pond
1,1379 euro
1 yen
0,0080 euro
. . . . , . . euro
1928,00 dollar
208 800 yen
1548,00 pond
. . . . , . . euro
2099,00 dollar
259 000 yen
1679,00 pond
. . . . , . . euro
1365,00 dollar
150 000 yen
995,00 pond
50 De papa van Vic heeft na vroegere zakenreizen nog enkele
bankbiljetten liggen: 20 Amerikaanse dollar, 50 Britse pond en 1000 Japanse yen. Vic mag mee naar de bank om die biljetten te wisselen voor euro’s. Die mag hij dan houden voor in zijn spaarpot. Hoeveel zal Vic ontvangen? Markeer wat past.
minder dan € 25
tussen € 25 en € 50
tussen € 50 en € 75
tussen € 75 en € 100
tussen € 100 en € 125
tussen € 125 en € 150
tussen € 150 en € 175
meer dan € 175
5
Een nieuwe wereld Onze wereld is constant in verandering. Omdat het zo belangrijk is dat we de vrije natuur die ons rest koesteren, worden de belangrijkste gebieden en gebouwen soms beschermd door onze overheid. Elke gemeente heeft ook een kaart waarop de verschillende gebieden in die stad staan ingekleurd.
0
Hieronder zie je de plattegrond van de gemeente en de betekenis van de symbolen. industrie
woongebied
landbouw
water
bosgebied
natuurgebied
A 1
C B
E
beschermd
openbare gebouwen
G
D
F
kunstwerk
I H
K J
L 2
3 4 5 6 7 8 9 wel op
niet op
➊
➋ ➋ ➋
➍
op 1 van
op 2 van
➊
➎ ➍ ➊
➍ ➌
➋
➎ ➊ ➊ 6
> 2 van
➋➎ ➊ ➍ ➋ ➌
➌ ➌ ➊
➋ ➎
10
We leren eerst de tabel gebruiken. Is de zin juist of fout? Kleur het ✔ of ✘ in. Bij één van de gebouwen of kunstwerken vind je ➍.
✔
✘
➊ bevindt zich net naast water. ➋ vind je op bos-, natuur- of landbouwgebied. ➌ ligt in een beschermd gebied. Van ➎ weet je dat het op meer dan twee vakken van een kunstwerk ligt. Zowel ➌ als ➍ liggen op meer dan één vak afstand van beschermd gebied.
✔
✘
✔
✘
✔
✘
✔
✘
✔
✘
20 Waar bevinden we ons? Gebruik de tabel en zoek op de plattegrond. Noteer de coördinaten.
➊ bevindt zich in vak
.0
➋ bevindt zich in vak
.
➌ bevindt zich in vak
.0
➍ bevindt zich in vak
.
➎ bevindt zich in vak
.
30 Vul aan. Kleur de passende cijfers. Gebruik de tabel en de antwoorden op vraag 2. Cijfer(s) ➀
➁ ➂ ➃ ➄ vind je in natuurgebied. ➀ ➁ ➂ ➃ ➄ vind je op maximaal één vak afstand van een gebouw. ➀ ➁ ➂ ➃ ➄ ligt/liggen op minstens twee vakken van landbouwgebied. Op drie vakken van het kunstwerk in E 7 en op vijf vakken van het kunstwerk in E 1 ligt ➀
➁ ➂ ➃ ➄.
40 Bekijk de plattegrond, tel het aantal mogelijkheden en noteer. Er zijn
vakken die op één vak van beschermd gebied liggen en geen gebouw
bevatten. Als je alle vakken telt die precies twee vakken van een kunstwerk liggen en geen landbouwgrond zijn, dan tel je er Op de plattegrond zijn er
.
woon- of industriegebieden grenzend aan natuur- of
bosgebied. Je kunt
plaatsen vinden waar je een levensboom kunt planten op beschermd
gebied dat minstens twee vakken verder ligt dan het dichtstbijzijnde kunstwerk. 7