Dion Luijten 1229567(luijten@zuyd.nl) Communication and Multimedia Design Maastricht Academy of Media Design and Technology Zuyd Hogeschool Maastricht, Juli 2016
EXTERNE BEGELEIDERS Nick Marlow Studio WitZwart Creative Director en mede-eigenaar nick@studiowitzwart.nl
OPDRACHTGEVER Stef Petit Zuyderland RvE manager Communicatie en marketing s.petit@atriummc.nl
STUDENT Dion Luijten 1229567luijten@zuyd.nl Communication and Multimedia Design Academy of Media Design and Technology Brusselseweg 150 6217 HB Maastricht
ANKERDOCENT Koen Geurts Communication and Multimedia Design koen.geurts@zuyd.nl
EXTERNE BEGELEIDERS Olchert Vels Behandeling Begrepen Strateeg en mede-eigenaar olchert@behandelingbegrepen.nl
Datum van inleveren Scriptie: 12-06-2016
Voorwoord Voor u ligt de scriptie ‘Meneer Pienter en de Suikerfabriek’. Deze scriptie is
Graag wil ik mijn externe begeleider Olchert Vels (eigenaar Behandeling Be-
geschreven in het kader van mijn afstuderen aan de opleiding Communication
grepen) en Nick Marlow (Creative Director en mede-eigenaar Studio WitZwart)
and Multimedia Design voor Zuyd Hogeschool Maastricht. Van februari 2016 tot
heel erg bedanken voor hun expertise en begeleiding.
en met juni 2016 ben ik bezig geweest met het uitvoeren van dit project en het schrijven van deze scriptie.
Verder wil ik graag Koen Geurts, anker docent Zuyd Hogeschool, bedanken voor de goede begeleiding. Ook wil ik alle respondenten bedanken die mee heb-
Samen met mijn externe begeleider, Olchert Vels (Eigenaar Behandeling Be-
ben gewerkt aan dit onderzoek. Met behulp van hun medewerking heb nieuwe
grepen), heb ik een case bedacht die toegepast kan worden op verschillende
kennis en inzichten gekregen. Dit heeft een positieve wending aan het project
chronische ziektes van kinderen. Met deze case ben ik opzoek gegaan naar een
gegeven!
bedrijf of organisatie waar ik het project intern kon uitvoeren. Uiteindelijk ben ik uitgekomen bij Stef Petit, RvE manager Communicatie en Marketing Zuyderland
Tot slot wil ik mijn familie, vrienden en vriendin in het bijzonder bedanken. Hun
(voorheen Atrium Medisch Centrum). Die gaf mij de mogelijkheid om het project
begrip en motiverende woorden hebben mij geholpen deze periode goed af
uit te voeren op de kinderafdeling m.b.t. diabetes type 1. Ik wil hem heel erg
te sluiten!
bedanken voor deze mogelijkheid! Veel leesplezier toegewenst! Tijdens het onderzoek stonden verschillende beroepsprofessionals van Zuyderland voor mij klaar. Ik heb vaak op effectieve wijze kunnen sparren over het pro-
Dion Luijten
ject. Door positieve reacties en goede feedback kreeg ik ook het gevoel dat ik met iets goeds bezig was. Dit gaf mij weer energie om door te gaan. Bedankt hiervoor! Het ontwerp heb ik met behulp van Luc Jansen, Eigenaar Ask for Graphics, uitgevoerd. Hij heeft mij geholpen om het project naar een hoger level te tillen. Heel erg bedankt hiervoor!
Heerlen, 12-06-2016
Samenvatting Ziekenhuizen zijn iedere dag bezig met medisch verpleegkundige zorg aan
(bloedglucose) niet verwerkt door het lichaam en ontstaat er een te hoge
kinderdiabeten. Om deze kinderen goed te informeren is er up-to-date
bloedglucose spiegel. (Diabetesvereniging Nederland, N.B.) Bij diabetes type 1
educatiemateriaal nodig. Echter, is het huidige educatiemateriaal bijna
kan door het spuiten van insuline (met een insulinepen of pomp) kunstmatige
alleen maar print, terwijl de kinderen compleet in een digitale wereld leven.
insuline in het lichaam gespoten worden. Hierdoor wordt de bloedglucose
Het educatiemateriaal sluit dus niet aan bij de doelgroep. Het is belangrijk
spiegel op pijl gehouden.
dat kinderen tussen de 4 en 8 jaar d.m.v. multimediaal educatiemateriaal de juiste kennis en inzichten krijgen, zodat ze weten waar ze aan toe zijn en het
Uit de theorie, het constructivisme, is gebleken dat kinderen nieuwe informatie
kunnen accepteren. Aan de hand van de volgende onderzoeksvragen wordt er
onthouden door het te koppelen aan informatie waar ze al over beschikken.
onderzocht hoe dit educatiemateriaal vorm moet gaan krijgen.
Kinderen die de diagnose diabetes type 1 krijgen, hebben er van te voren vrijwel nooit iets mee te maken gehad. Er moet dus een manier gevonden
1. Wat is diabetes type 1?
worden waardoor de nieuwe informatie gekoppeld kan worden aan informatie
2. Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase bevinden
waar het kind al over beschikt.
ze zich?
3. Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1?
Uit het onderzoek is gebleken dat de doelgroep tussen de 4 en 8 jaar veel
4. Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/geĂŻnteracteerd
ontwikkelingen mee maken. Hierdoor is het bijna onmogelijk om iets te maken
wat goed werkt voor iemand van 4 jaar, maar ook voor iemand van 8 jaar. De
worden met de doelgroep?
doelgroep is bijgesteld naar 4 tot 7 jaar. Daarbij is geconcludeerd dat ouders Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvragen is er gebruik gemaakt
een belangrijke rol spelen bij deze leeftijdsfase. Zij hebben grote invloed op de
van desk- en fieldresearch. Er is begonnen met literatuurstudie. Verder worden
houding en het gedrag van het kind. Houding en gedrag heeft alles te maken
gerelateerde projecten bekeken en vergeleken. Daarna worden experts
met acceptatie. Het is dus belangrijk dat ouders leren accepteren dat hun
die rondom de diagnose veel met het kind te maken hebben geĂŻnterviewd.
zoon of dochter diabetes type 1 heeft. Dit zorgt voor een positieve houding en
Vervolgens worden de kinderdiabeten zelf en de ouders geĂŻnterviewd. Tijdens
gedrag naar het kind toe waaraan kinderen zich dan weer spiegelen.
het hele project wordt er constant geobserveerd. Kinderen tussen de 4 en 7 jaar hebben een andere informatiebehoefte dan Diabetes is niet te genezen. Er bestaan twee type diabetes. Diabetes type
hun ouders. De kinderen hebben geen behoefte aan alle diepgaande theorie
2 en diabetes type 1. Bij diabetes type 2 wordt er weinig of slechte insuline
rondom diabetes type 1. Wel willen ze graag weten wat er aan de hand is. De
aangemaakt door de alvleesklier. Bij mensen met diabetes type 1 maakt de
ouders daarentegen willen graag zoveel mogelijk informatie krijgen om alles
alvleesklier helemaal geen insuline meer aan. Hierdoor worden de bloedsuikers
goed te begrijpen en voorbereid te zijn. Volgens de Nederlandse Diabetes
Federatie is het belangrijk dat zowel ouder als kind alle informatie krijgen. Dus
gezondheid. Aan de hand van al deze onderzoeksresultaten is het concept
de informatie onderwerpen en volgorde blijven hetzelfde. Alleen de inhoud en
‘Meneer Pienter en de Suikerfabriek’ ontwikkeld.
diepgang moet aangepast worden aan de doelgroep. Omdat er enorm veel vragen zijn, is er een splitsing gemaakt tussen primaire en secundaire informatie.
Meneer Pienter en de Suikerfabriek is een transmediaal product dat op
Volgens de Nederlandse Diabetes Federatie (2016) zijn er vijf primaire punten
eenvoudige manier de juiste kennis en inzichten geeft aan kinderen van 4 tot 7
die de ouders en het kind na de diagnose moeten leren:
jaar met de diagnose diabetes type 1 en hun ouders. Het concept is geschikt voor kinderen van de leeftijd van 4 tot 7 jaar. Dit sluit niet uit dat het product
•
Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn?
niet werkt voor kinderen die ouder zijn dan 7 jaar en misschien zelfs ouders die
•
Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
het wel eens fijn vinden om het in Jip en Janneke taal te horen.
•
Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen?
•
Hoe moet ik koolhydraten tellen?
Kinderen nemen dingen goed in zich op als ze de informatie kunnen koppelen
•
Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp?
aan informatie waarover ze al beschikken. Daarom word voor de kinderen
•
Hoe reageert mijn lichaam op beweging?
het verhaal over diabetes in een metafoor uitgelegd. Er is voor gekozen om geen echte termen te gebruiken omdat die extra vragen kunnen opwekken.
Deze vijf primaire punten moeten op een goede manier gecommuniceerd
Omdat het verhaal al ingewikkeld genoeg is moet dit voorkomen worden. De
worden. Met behulp van een keuzetest is er geconcludeerd dat beelden met
belangrijkste onderdelen in deze metafoor zijn:
een lichte kleur blauw meer de aandacht trekken dan andere kleuren. Ook reageerde kinderen beter op primaire kleuren dan op pastel of zachtere
•
Meneer Pienter: het hoofdkarakter
kleuren. Daarbij valt een eenvoudige 2D stijl met veel primaire kleuren in de
•
Sullie: de insuline
smaak. Verder hebben ze een sterke voorkeur voor een 2D geïllustreerde
•
Zoetje: de bloedsuiker (bloedglucose)
karakter en dit komt vooral door de grote ogen.
•
Suikerfabriek: de alvleesklier
Kinderen zitten helemaal in de wereld van de tablets. Ieder kind heeft er een.
Als laatste maar misschien wel het belangrijkste in dit hele verhaal is acceptatie.
Ze kijken video’s, spelen spelletjes en zijn er constant mee bezig. Maar ouders zijn
Aan de ouders wordt uitgelegd dat dit een van de belangrijkste aspecten is in
daarentegen vaak nog helemaal niet zover. Ze vinden het nog steeds fijn om
het proces van diabetes type 1. Zodra ouders het kunnen accepteren zal hun
fysiek educatiemateriaal te gebruiken. Verder heeft onderzoek uitgewezen dat
houding en gedrag positief veranderen. Kinderen spiegelen zich hieraan en dit
educatie via animaties ervoor zorgt dat mensen met weinig kennis over
zal het allemaal een stuk dragelijker maken.
gezondheid evenveel in zich opnemen als mensen met veel kennis over
Inleiding
Analyse
Ontwerp
Aanleiding
10
1 Diabetes
17
6 Conceptfase
57
Afbakenen thema
10
1.1
Wat is diabetes?
18
6.1 Concept
58
Praktische relevantie
10
1.2
Hoe wordt diabetes herkend?
20
6.2
60
Stand van zaken binnen de wetenschap
10
1.3 Behandelingen
20
6.3 Verhaallijn
61
Probleemstelling
11
1.4 Conclusie
21
7
63
Onderzoeksvragen
11
2 Leeftijdsfase
23
7.1 Kleurenpallet
64
Doelstelling
11
2.1 Behaviorisme
24
7.2 Karakters
65
Leeswijzer
12
2.2 Cognitivisme
25
7.3 Omgeving
66
Belanghebbende partijen
12
2.3 Constructivisme
27
7.4
Typografie
67
Deliverables
12
2.4
Vergelijking verschillende theorieĂŤn
27
8
Van verhaallijn naar verhaal
69
Onderzoek
13
2.5
Psychologische begeleiding
28
8.1
Het verhaal
70
Korte beschrijving onderzoeksopzet
13
2.6 Ouders
29
9
Stijltest en Conclusie
73
Setting en steekproef
13
2.7 Conclusie
29
9.1
Grafische stijltest
74
3
Omgaan met diabetes type 1
31
9.2 Conclusie
3.1
De diagnose
32
3.2
Informatie naar de ouders
33
3.3
Informatie naar het kind
34
3.4
Informatie in gerelateerde projecten
35
3.5 Conclusie
36
4 Communicatie
39
4.1 Tone-of-voice
40
4.2
Kleur en stijl
41
4.3
Medium en platform
44
4.4 Vorm
44
4.5 Conclusie
46
5
Eindconclusie en aanbeveling
49
5.1
Eindconclusie
50
5.2 Aanbeveling
53
Visuele Strategie Grafische Stijl
75
Realisatie
10
Evaluatie
Literatuur
Het boekje
79
13
Evaluatie
95
10.1 Afmetingen
80
14
Reflectie
97
10.2
Grafische opmaak
80
10.3
Augmented Reality
81
11 Animaties
83
11.1 Audio
84
11.2 Beweging
85
12
Test & Conclusie
87
12.1
Testsessie Roos
88
12.2
Testsessie Mika
89
12.3 Conclusie
90
15
Literatuur
98
Inleiding
Analyse
Aanleiding
10
Afbakenen thema
10
Praktische relevantie
10
Stan van zaken binnen de wetenschap
10
Probleemstelling
11
Onderzoeksvragen
11
Doelstelling
11
Leeswijzer
12
Belanghebbende partijen
12
Deliverables
12
Korte beschrijving onderzoeksopzet
13
Onderzoeksmethoden
13
Setting en steekproef
13
8
Ontwerp
Realisatie
Evaluatie
Literatuur
De inleiding is het startpunt van deze scriptie. Hierin wordt de aanleiding en de praktische relevantie van het afstudeerproject toegelicht. De probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen is waar het gehele project om draait. Deze zijn ook te vinden in de inleiding. De vraagstelling wordt gevolgd door de leeswijzer, waar in het kort staat beschreven wat de inhoud van ieder hoofdstuk is. Uiteindelijk eindigt de inleiding met een onderzoeksopzet.
DE SUIKERFABRIEK
9
Inleiding AANLEIDING
PRAKTISCHE RELEVANTIE
Ziekenhuizen zijn iedere dag bezig met medisch verpleegkundige zorg aan
Met dit project wordt de vertaalslag gemaakt van het huidige educatie
kinderdiabeten. Maar tot op heden is er onvoldoende up-to-date multimediaal
materiaal, naar beeld en spreektaal die goed te begrijpen is voor
educatiemateriaal. Daarnaast is er een oerwoud aan informatie, waardoor
kinderdiabeten van 4 tot 8 jaar. Dit gaat ervoor zorgen dat kinderen beter
het lastig is om goed educatiemateriaal voor een kind van een bepaalde
leren begrijpen wat ze hebben en hoe ze hiermee om kunnen gaan. Op korte
leeftijd en ontwikkelingsniveau te vinden. Een groep die volgens Zuyderland
termijn zal het onwetendheid en angst bij de kinderen weg te halen. Op de
behoefte heeft aan goed educatiemateriaal zijn kinderen van 4 tot 8 jaar
lange termijn zal het grote invloed hebben op het het verwerkingsproces en het
met diabetes type 1. Diabetes type 1 komt veel voor en veel kinderen worden
zelfvertrouwen van de kind en de ouders.
er op jonge leeftijd al mee geconfronteerd. Volgens specialist Rob Moonen (persoonlijke mededeling, 4 maart 2016) wordt er bij ongeveer 500 tot 600
Ook dient het als een hulpmiddel voor artsen en pedagogen van de afdeling
kinderen diabetes ‘de Novo’ geconstateerd. Dit is iets wat hun hele leven kan
kinderdiabetes die op deze manier betere voorlichting kunnen geven over
beïnvloeden. Ze worden zich ervan bewust dat ze iets hebben wat vriendjes
diabetes type 1.
en vriendinnetjes niet hebben. Maar hoe gaan jonge kinderen om met deze
De case is nu gericht op kinderdiabetes type 1 en hun ouders. Maar de
emotionele achtbaan?
praktische relevantie van dit project gaat verder. Als deze case een succes wordt zou het uiteindelijk toegepast kunnen worden op bijna alle chronische
AFBAKENEN THEMA
ziekten voor kinderen en misschien wel andere leeftijdscategorieën.
In dit project wordt als eerst ingegaan op diabetes in het algemeen. Daarna wordt er goed gekeken naar de doelgroep. Het is belangrijk dat helder wordt
STAND VAN ZAKEN BINNEN DE WETENSCHAP
welke ontwikkelingen de doelgroep maakt en welke rol de ouders hierin spelen.
Over diabetes type 1 komt regelmatig wetenschappelijk onderzoek
Vervolgens wordt er gekeken hoe kinderen en ouders hedendaags omgaan
beschikbaar . Het diabetesfonds heeft een zeer overzichtelijke pagina met te
met de diagnose diabetes type 1. Uiteindelijk is het noodzakelijk om erachter te
downloaden brochures die precies uitleggen wat het allemaal inhoudt. De
komen hoe het beste gecommuniceerd kan worden met de doelgroep.
Nederlandse Fiabetes Federatie (NDF) heeft de website, mijnkindheeftdiabetes.
Zodra al deze aspecten onderzocht zijn, wordt er een concept ontwikkeld dat
com, ontwikkeld. Zij kwamen erachter dat kinderen met diabetes type 1,
het communicatieprobleem moet verhelpen. Dit concept wordt uitgewerkt tot
hun ouders en soms zelfs de behandelaars grote moeite hebben met het
een high fidelity eindproduct.
vinden van de juiste informatie in de zeer versnipperde online diabetesinformatiewereld. Er was behoefte aan één website die goede en betrouwbare informatie over diabetes type 1 overzichtelijk aanbiedt. Er staat niet alleen maar informatie op over diabetes, maar ook over psychosociale problemen.
10
Ook over leeftijdsfasen en cognitieve ontwikkelingsstadia wordt veel onderzocht.
DOELSTELLING
Frank Verhuls vertelt er alles over in het boek, ‘De ontwikkelingen van het kind’.
De doelstelling van dit project is om binnen 20 weken een product te
Verder zijn er verschillende verhalen die vanuit de ervaring van het kind worden
ontwikkelen dat de ouders samen met hun kind kunnen gebruiken om de juiste
geschreven. Het boek van Helen van Vliet ‘De diabetes van Daan’ is daar een
kennis en inzichten te krijgen over diabetes type 1, zodat ze weten waar ze aan
goed voorbeeld van. Maar er is ook goede literatuur vanuit het standpunt
toe zijn en het kunnen accepteren.
van de ouders. In het boek van Esther Versteeg, ‘OnderOns(jes)’, worden 30 columns over belevenissen van een moeder met een kind met diabetes type
De ultieme doelstelling is het ontwikkelen van een product dat niet alleen toe
1 beschreven. Dit zijn allemaal bronnen die regelmatig in deze scriptie terug
te passen is op kinderdiabetes maar ook toepassingsmogelijkheden heeft voor
zullen komen.
andere chronische ziekten. Daarbij moet het dus ook een product zijn dat niet gespecificeerd wordt voor alleen Zuyderland zodat uiteindelijk ook andere
PROBLEEMSTELLING
organisaties/instellingen het product kunnen gaan gebruiken.
Hoe kunnen kinderen van 4 tot 8 jaar met diabetes type 1, d.m.v. een multimediale oplossing, de juiste kennis en inzichten krijgen, zodat ze weten waar ze aan toe zijn en het kunnen accepteren? Om deze probleemstelling te kunnen beantwoorden wordt gebruik gemaakt van de volgende deelvragen. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Wat is diabetes type 1? 2. Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase bevinden ze zich? 3. Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1?
4. Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/geinteracteerd
worden met de doelgroep?
11
LEESWIJZER
4 Communicatie
Deze scriptie is opgebouwd volgens het AdOREmodel. Dit model bestaat uit
Om uiteindelijk een goede aanzet te maken naar de ontwerpfase wordt in dit
een viertal fases: Analyse, Ontwerp, Realisatie en Evaluatie. Als eerste komt de
hoofdstuk gekeken naar de communicatie met de doelgroep. Als eerste wordt
analysefase aan bod. Hierin komen de volgende vier onderwerpen aan bod.
onderzocht hoe er het beste met de doelgroep gesproken en geïnteracteerd kan worden. Daarna zal er met behulp van verschillende testen en gerelateerde
1 Diabetes
projecten bekeken worden welke stijl en kleur het beste bij de doelgroep past.
Om het project te begrijpen is het van groot belang dat duidelijk is wat
Tenslotte wordt er gekeken van welk medium/platform de doelgroep het
diabetes precies inhoudt. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag ‘Wat is
meeste gebruik maakt en welke vorm interessant kan zijn voor dit project. In
diabetes type 1?’ beantwoord. Dit wordt gedaan door eerst diabetes in het
dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag ‘Op welke manier kan er het beste
algemeen uit te lichten. Daarna wordt er bekeken wat het verschil is tussen
gecommuniceerd/geïnteracteerd worden met de doelgroep?’ beantwoord.
diabetes type 1 en diabetes type 2. Vervolgens wordt duidelijk hoe dat diabetes herkend wordt en daarna wordt er uitgelegd hoe het op dit moment
BELANGHEBBENDE PARTIJEN
behandeld wordt.
In dit project zijn er meerdere belanghebbende partijen. De grootste belanghebbende partij is Zuyderland Heerlen. Zij hebben bijna dagelijks te
2 Leeftijdsfase
maken met het voorlichten van kinderen met de diagnose diabetes type
Het meest lastige van dit project is de doelgroep. Kinderen maken in de leeftijd
1. Dit product gaat hun helpen om deze voorlichting en educatie beter te
4-8 jaar veel ontwikkelingen mee. Het is belangrijk om te weten in welke fase
laten verlopen. Een andere belanghebbende partij is Behandeling Begrepen.
van het leven ze zich bevinden en hoe ze het beste kunnen leren. In dit hoofdstuk
Behandeling Begrepen is gespecialiseerd in het ontwikkelen van medische
wordt de onderzoeksvraag ‘Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke
animaties om patienten (complexe) informatie begrijpelijk uit te leggen. De
leeftijdsfase bevinden ze zich?’ beantwoord.
focus ligt op het moment vooral op het gebied van 3D animaties omdat dit veel mogelijkheden biedt het menselijk lichaam op herkenbare wijze te laten
3 Omgaan met diabetes
zien . Maar zij merken dat er ook steeds meer behoefte is aan 2D animaties om
Uiteindelijk moet dit onderzoek leiden naar een product dat de kinderen
bepaalde informatie over te brengen. Zij mogen van Zuyderland het product
leert omgaan met diabetes type 1. Daarvoor is het belangrijk om erachter
als case gebruiken om zo hun kennis en netwerk uit te breiden.
te komen hoe ze momenteel met de diagnose omgaan. Ook wordt duidelijk welke vragen kinderen en de ouders hebben na de diagnose. In dit hoofdstuk
DELIVERABLES
wordt de onderzoeksvraag ‘Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1?’
Binnen dit afstudeerproject wordt een scriptie en een eindproduct opgeleverd. Het
beantwoord.
eindproduct wordt een fysiek medium met Augmented Reality geïmplementeerd .
12
KORTE BESCHRIJVING ONDERZOEKSOPZET
Ook worden kinderen met diabetes type 1 en hun ouders/verzorgers
Er wordt begonnen met een literatuurstudie. Daarna worden experts die
geïnterviewd. Er moet bewust omgegaan worden met gevoelige informatie die
rondom de diagnose veel met het kind te maken hebben geïnterviewd.
wellicht in deze gesprekken naar boven komt. Daarvoor moet van te voren door
Vervolgens worden de kinderdiabeten en de ouders geïnterviewd. Verder
de ouders/verzorgers een verklaring ondertekend worden waarin staat wat er
wordt er tijdens het hele project gebruikt gemaakt van observatie. Ten slotte
uiteindelijk met het interview gedaan wordt en of ze anoniem (willen) blijven:
wordt dit allemaal samengevoegd naar één verhaal dat verdeeld is in vier onderdelen: Diabetes, Leeftijdsfase, Omgaan met diabetes en Communicatie.
• 4 Kinderen met diabetes type 1
Per hoofdstuk wordt één van de onderzoeksvragen beantwoord.
• 4 Ouders/verzorgers Verder wordt er gebruik gemaakt van observaties. Dit kan op verschillende
ONDERZOEKSMETHODEN
momenten plaatsvinden:
Het onderzoek is gericht op kinderen van 4 tot 8 jaar die zich er bewust van worden dat ze diabetes type 1 hebben. Dit is een specifieke doelgroep dus het
• Op controle bij de poli
is noodzakelijk om hier onderzoek naar te doen. Daarbij in acht nemend dat
• Het moment van de diagnose (als dit mogelijk is)
ieder individu zijn eigen proces aangaat/beleeft. Het onderzoek wordt gedaan
• In de thuissituatie
onder leiding van Zuyderland Heerlen. Deze organisatie geeft mij toegang tot de
• Op de kinderafdeling
locatie en hun kennis om het onderzoek zo goed mogelijk te laten verlopen. SETTING EN STEEKPROEF Voor het onderzoek zijn verschillende methoden geschikt geacht. Er wordt
De doelgroep is kinderen met diabetes van 4 tot 8 jaar. Ze hebben bepaalde
gebruik gemaakt van deskresearch, interviews en observaties.
kenmerken en zijn afwijkende, typerende gevallen ten opzochte van de populatie. Deze aspecten zorgen ervoor dat het een gericht onderzoek wordt
De interviews zijn momenten die gepland moeten worden. Om een goed beeld
waarbij geen steekproef nodig is. Daarom wordt er gebruik gemaakt van
te krijgen van de gehele situatie wordt er met alle betrokkene partijen gepraat.
interviews.
Er zijn drie beroepsprofessionals benaderd die geïnterviewd worden: De interviews worden met de kinderen, in het bijzijn van de ouders, bij hun • Verpleegkundige Nico Peeters
thuis afgenomen. Zo zit het kind in een vertrouwde omgeving. Ook voelen de
• Pedagogisch medewerker
kinderen zich meer op hun gemak en zijn ze minder verlegen. De interviews met
• Arts Rob Moonen
de beroepsprofessionals worden allemaal op Zuyderland Heerlen afgenomen.
13
Inleiding
Analyse
1 Diabetes
17
1.1
Wat is diabetes?
18
1.2
Hoe wordt diabetes herkend?
20
1.3 Behandelingen
20
1.4 Conclusie
21
2 Leeftijdsfase
23
2.1 Behaviorisme
24
2.2 Cognitivisme
25
2.3 Constructivisme
27
2.4
Vergelijking versachillende theorieĂŤn
27
2.5
Psychologische begeleiding
28
2.6 Ouders
29
2.7 Conclusie
29
3
Omgaan met diabetes type 1
31
3.1
De diagnose
32
3.2
Informatie naar de ouders
33
3.3
Informatie naar het kind
34
3.4
Informatie in gerelateerde projecten
35
3.5 Conclusie
36
4 Communicatie
39
4.1 Tone-of-voice
40
4.2
Kleur en stijl
41
4.3
Medium en platform
44
4.4 Vorm
44
4.5 Conclusie
46
5
Eindconclusie en aanbeveling
49
5.1
Eindconclusie
50
5.2 Aanbeveling
53 14
Ontwerp
Realisatie
Evaluatie
In de analysefase wordt er per onderzoeksvraag onderzoek gedaan. Het onderzoek wordt gedaan d.m.v. deskresearch en field research. Onder deskresearch valt het literatuuronderzoek en het vergelijken van gerelateerde projecten. Field research zijn de interviews en observaties. Bij ieder hoofdstuk staat er een introductie met daarbij de onderzoeksvraag die beantwoord wordt. Op het einde van ieder hoofdstuk staat een conclusie die de belangrijkste informatie uit het hoofdstuk samenvat. De analyse fase vormt een goede start voor de ontwerpfase.
15
Literatuur
1 16
1 DIABETES Wat is diabetes type 1? Om het project te begrijpen is het van groot belang dat duidelijk is wat diabetes precies inhoudt. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag, ‘Wat is diabetes type 1?’ beantwoord. Dit wordt gedaan door eerst diabetes in het algemeen toe te lichten. Daarna wordt er bekeken wat het verschil is tussen diabetes type 1 en diabetes type 2. Vervolgens wordt duidelijk hoe dat diabetes herkend en behandeld wordt.
17
1.1 Wat is diabetes? Vroeger heette diabetes ‘suikerziekte’. Als je suikerziekte had, dan kon je geen
‘bloedsuikerspiegel’. Officieel heet dat ‘bloedglucose spiegel’. Bij mensen met
suiker eten. ‘Diabetes mellitus’ is de medische naam voor diabetes. Er is veel
diabetes regelt het lichaam de bloedsuikerspiegel niet meer goed. Als diabetes
onderzoek gedaan naar diabetes. Daarom weten we nu dat diabetes niet
niet behandeld wordt, blijft er te veel suiker in het bloed zitten. (Brochure
alleen met suiker te maken heeft. (Brochure diabetesfonds, 2011) Bij mensen
diabetesfonds, 2011)
met diabetes type 1 maakt de alvleesklier het hormoon insuline niet meer aan. Hierdoor worden de bloedsuikers (bloedglucose) niet verwerkt door het lichaam
Deze bloedsuiker is te controleren met een bloedsuikermeter. Eerst stop je een
en ontstaat er een te hoge bloedglucose.
teststrip in de bloedsuikermeter. Met een speciaal prikapparaatje prik je in een vinger van het kind, waarbij een druppel bloed vrij komt. Deze houd je tegen
Diabetes type 1 komt op alle leeftijden voor maar de meeste mensen met
de teststrip aan. Na een paar seconden verschijnt op het schermpje van de
diabetes type 1 hebben dit al als kind. (Diabetesvereniging Nederland, N.B.)
bloedglucosemeter een getal in mmol/l. Dit getal geeft aan hoeveel glucose er
Diabetes kan overal in het lichaam problemen geven, Maar er zijn vaak
in het bloed zit (de bloedglucosewaarde). (Brochure diabetesfonds, 2011)
problemen met bloeddruk en cholesterol. (Brochure diabetesfonds, 2011) Uit onderzoek van de World Health Organization (2013) is gebleken dat in
WAT IS INSULINE EN WAT DOET HET?
Nederland meer dan 1 miljoen mensen diabetes hebben. Dit is 6% van de
Insuline is een hormoon. Hormonen zijn stofjes die allerlei processen in het
bevolking. Hiervan hebben 100.000 mensen diabetes type 1 en 900.000
lichaam regelen. Insuline regelt onder andere de glucose-stofwisseling. De
mensen diabetes type 2, ook wel ‘ouderdomssuiker’ genoemd. Daarbij neemt
naam insuline komt van het Latijnse woord voor eiland (insula). Insuline wordt
het aantal Nederlanders met diabetes jaarlijks toe met circa 75.000 patiënten.
immers gemaakt in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Glucose is
Verder is uit het onderzoek van de World Health Organization (2013) gebleken
een belangrijke brandstof dat energie levert voor het lichaam en vooral voor
dat de gemiddelde Nederlander maar weinig kennis heeft van diabetes.
de hersenen. Glucose is afkomstig uit de koolhydraten in de voeding zoals brood, rijst, enz. Glucose wordt uit de darm opgenomen in het bloed en wordt
TE VEEL BLOEDSUIKER
dan bloedglucose. Na een maaltijd stijgt de bloedglucose en dat stimuleert
Mensen met diabetes hebben te veel suiker in hun bloed. Waar komt die suiker
bij gezonde mensen de afgifte van insuline. Insuline zorgt er voor dat glucose
vandaan? Het lichaam heeft energie nodig, daarom moeten we eten. De
wordt vervoerd naar de cellen en de cellen kunnen alleen open gaan als er
belangrijkste stof voor energie is ‘glucose’. Glucose is een soort
voldoende insuline is. De glucose is de brandstof voor de cellen. Glucose die
suiker. Die maakt het lichaam zelf aan via bijvoorbeeld brood, melk, macaroni,
niet direct nodig is wordt opgeslagen in lever, vet en spieren en kan later alsnog
rijst, aardappels en fruit. De glucose komt dan in het bloed en het bloed zorgt
worden gebruikt. Bij te weinig insuline, of als de cellen ongevoelig zijn voor
ervoor dat de suikers in het hele lichaam komen. Er zitten niet altijd evenveel
insuline, kan glucose de cel niet goed in waardoor de bloedglucose stijgt. Zo
suikers in het bloed. De hoeveelheid suikers in het bloed noemen we de
ontstaat diabetes. (Optimale gezondheid, 2015)
18
WAT DOET JE ALVLEESKLIER?
DIABETES TYPE 2
Het is gezond als er niet te veel en ook niet te weinig suikers in het bloed zitten.
Deze soort diabetes komt het meest voor. Ook bij diabetes type 2 is de
Ons lichaam regelt de hoeveelheid bloedsuiker heel precies. Dit gebeurt met
bloedsuikerspiegel te hoog. Dat komt door twee verschillende dingen: de
het hormoon ‘insuline’. Dat is een stof die gemaakt wordt in de alvleesklier. Deze
alvleesklier maakt te weinig insuline of de insuline werkt niet meer goed omdat
klier zit in de buik onder de maag. In de alvleesklier zitten cellen die insuline
het lichaam ongevoelig is geworden voor insuline. Daardoor kan het lichaam
maken. Insuline zorgt ervoor dat suikers uit het bloed worden gehaald. Bij
geen suikers meer uit het bloed halen. Mensen met diabetes type 2 hebben
mensen met diabetes is er een probleem met insuline. Welk probleem, hangt
vaak ook te veel vet in het bloed, zoals cholesterol. Ook is debloeddruk vaak te
af van het soort diabetes dat iemand heeft: diabetes type 1 of type 2. Van
hoog. Vroeger heette diabetes type 2 ‘ouderdomssuiker’ want mensen kregen
de tien mensen met diabetes, hebben er negen diabetes type 2. (Brochure
het vaak als ze ouder werden. Maar ook jonge mensen krijgen deze soort
diabetesfonds, 2011)
diabetes steeds vaker, zelfs kinderen en tieners. Dit komt doordat de manier van leven van veel mensen is veranderd: mensen eten ongezonder en ze bewegen
DIABETES TYPE 1
veel minder dan vroeger. (Brochure diabetesfonds, 2011)
Bij diabetes type 1 maakt de alvleesklier helemaal geen insuline. Dat komt doordat het eigen lichaam zich heeft vergist. De afweer die normaal ziektes opruimt, heeft per ongeluk de cellen die insuline aanmaken kapot gemaakt. Hoe dat komt, is nog niet voldoende bekend. Zonder insuline kunnen mensen niet leven want er blijft ongezond veel suiker in het bloed zitten. Daarom krijgen mensen met diabetes type 1 insuline met een spuit of pomp toegediend. Veel mensen met diabetes type 1 krijgen het als ze nog jong zijn. Daarom heette het vroeger ook wel ‘jeugddiabetes’. Maar je kunt het ook later nog krijgen. Diabetes type 1 zit soms in de familie, maar meestal niet. (Brochure diabetesfonds, 2011)
19
1.2 Hoe wordt diabetes herkend?
1.3 Behandeling
Het is goed als diabetes zo snel mogelijk wordt ontdekt en behandeld. Maar
Diabetes is niet te genezen. Wel wordt veel onderzoek gedaan naar mogelijke
het vervelende is dat veel klachten niet zo opvallen. Zeker bij diabetes type 2
oplossingen, zoals transplantatie van de alvleesklier of van nieuwe insuline
dat heel langzaam begint. Daarom gaan mensen vaak niet meteen naar de
producerende cellen. Bij kinderen en volwassen met diabetes type 1 kan door
huisarts. Ze lopen dan lang rond met diabetes zonder dat ze het weten en
het dagelijks toedienen van insuline de functie van de alvleesklier worden
intussen beschadigt diabetes het lichaam wel. (Brochure diabetesfonds, 2011).
nagebootst. Dit betekent wel dat de hoeveelheid insuline elke dag in de juiste verhouding moet staan tot de inspanning die wordt geleverd en de
MOGELIJKE KLACHTEN OF SYMPTOMEN
hoeveelheid koolhydraten die wordt gegeten. Het is steeds zoeken naar een
• Vaak plassen. Dat gebeurt als er veel suiker in het bloed zit. Want het
balans. (De diabetes van Daan, 2003, p. 60)
lichaam wil de suiker kwijt.
• Veel dorst. Het lichaam wil suiker eruit plassen en heeft daar vocht voor
INSULINEPEN
nodig.
Mensen met diabetes maken veel gebruik van de insuline pen. In deze pen
• Vaak moe en een slap gevoel. Het lichaam heeft energie nodig, dus
zit kunstmatige insuline die de natuurlijke insuline vervangt. Er bestaan insuline
bloedsuiker. Als diabetes niet behandeld wordt, zit er wel veel suiker in
pennen waar je de patronen van kunt verwisselen en er bestaan wegwerp
het bloed, maar kan het lichaam dat niet gebruiken. Hieruit ontstaat een
pennen waarbij je de pen in zijn geheel weggooit als hij leeg is. Veel kinderen
moe gevoel
kiezen een navulbare pen, maar gebruiken de wegwerppen bijvoorbeeld als reserve of tijdens de vakanties. (De diabetes van Daan, 2003, p. 60)
• Zomaar afvallen. Sommige mensen worden magerder terwijl ze wel
normaal eten.
• Vaak jeuk. Vooral rond de geslachtsdelen (penis of vagina).
INSULINEPOMP
• Wondjes die slecht genezen
Steeds meer kinderen en volwassenen met diabetes gaan over op het gebruik
(Brochure diabetesfonds, 2011)
van een insuline pomp. Daarbij kunnen via een naaldje en een slangetje, dat ongeveer twee dagen kan blijven zitten, continu kleine hoeveelheden insuline
HYPO EN HYPER
vanuit de pomp worden toegediend. Hierdoor is de kans op schommelingen in
Diederik Jekel (2015) legt uit dat de hoeveelheid suiker in het bloed steeds
de bloedsuikerwaarde kleiner. De hoeveelheid insuline kan met de hand worden
verandert. Dat komt bijvoorbeeld door eten, drinken, bewegen, stress, emoties
ingesteld. Het voordeel van de insuline pomp is dat niet steeds insuline hoeft
of een griepje. Een te lage bloedsuikerspiegel heet hypoglykemie, of kort
te worden ingespoten. Het nadeel is dat de drager van de pomp altijd een
gezegd hypo. Een hypo gaat over door snel iets zoets te eten of te drinken.
infuus heeft. Bovendien neemt de pomp de noodzaak van discipline wat betreft
Een te hoge bloedsuiker heet hyperglykemie, afgekort tot hyper. Het lichaam wil
het meten van bloedsuikerwaarde en het eten van de juiste hoeveelheden
zelf het teveel aan suiker in het bloed kwijtraken, door veel plassen. Een diabeet
koolhydraten niet weg. (De diabetes van Daan, 2003, p. 60)
moet op dit moment insuline bijspuiten. (Brochure diabetesfonds, 2011)
20
1.4 Conclusie Er bestaan twee type diabetes. Diabetes type 2 en diabetes type 1. Bij
Nu is duidelijk wat diabetes type 1 is. Uit onderzoek van de World Health
diabetes type 2 wordt er weinig of slechte insuline aangemaakt door het
Organization (2013) is gebleken dat de gemiddelde Nederlander maar weinig
lichaam. Bij diabetes type 1 wordt er helemaal geen insuline aangemaakt. In
kennis heeft van diabetes. De meeste mensen met diabetes type 1 hebben
dit project ligt de focus op diabetes type 1.
dit al als kind. (Diabetesvereniging Nederland, N.B.) Het is dus belangrijk om de informatie goed over te brengen op kinderen. Maar op welke manier neemt
Diabetes is niet te genezen. Bij diabetes type 1 kan door het spuiten van insuline
een kind belangrijke informatie in zich op? Dit wordt verder besproken in het
(met een insuline-pen of pomp) kunstmatige insuline in het lichaam gespoten
volgende hoofdstuk.
worden. Hierdoor wordt de bloedglucose-spiegel op pijl gehouden.
21
2 22
2 LE E FTIJ DSFASE Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase bevinden ze zich? Het meest lastige van dit project is de doelgroep. Kinderen maken tussen de leeftijd van 4 en 8 jaar veel ontwikkelingen door. Het kind gaat door verschillende levensfasen. Na een gesprek met de diabetesverpleegkundige Nico Peeters werd snel duidelijk dat diabetes type 1 het lastigste uit te leggen is aan kinderen van 4 tot 8 jaar. Het is belangrijk om te weten door welke ontwikkelfases van het leven kinderen van 4 tot 8 jaar gaan en hoe ze in deze fasen het beste informatie in zich opnemen. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag ‘Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase bevinden ze zich?’ beantwoord. Om hier goed inzicht in te krijgen worden er verschillende leertheorieën naast elkaar gelegd. Het eerste stuk gaat over het behaviorisme, de eerste bekende leertheorie uit de begin 20ste eeuw. Vanuit het behaviorisme zijn er meerdere leertheorieën ontstaan zoals het cognitivisme en het constructivisme. Deze theorieën worden onderzocht omdat hier de basis ligt hoe individuen informatie tot zich nemen.
23
2.1 Behaviorisme Het behaviorisme is onderscheidend van andere leertheorieën in de
OPERANTE CONDITIONERING:
psychologie. Deze theorie is anders omdat alleen observatie als uitgangspunt
Binnen het behaviorisme bestaat het systeem ‘operante conditionering’. Deze
wordt genomen voor de theorievorming. Andere psychologische stromingen
is ontwikkeld door Skinner. Operante conditionering gaat over vrijwillig gedrag
nemen ook gedachtes en emoties als uitgangspunt. De basis van het
door een individu. Dit is dus te observeren. ‘Operante conditionering’ houdt in
behaviorisme is dat gedrag wordt verklaard door ‘leren’. Een individu is in het
dat iemand gedrag aanleert of afleert als telkens dezelfde consequentie voor
verleden in situaties gekomen waar hij of zo iets heeft geleerd. De volgende
dat gedrag geldt, denk bijvoorbeeld aan het geven van straf.
keer zou het individu dit toch anders oplossen. Volgens het behaviorisme kan
Er wordt van positieve bekrachtiging gesproken als het effect bestaat uit het
het gedrag van iemand verklaard worden aan de hand van de situaties waarin
aanbieden van: voedsel, seks, geld , een glimlach of aandacht etc. Ze versterken
deze persoon iets geleerd heeft. (Skinner, 1974)
het gedrag. Er wordt van negatieve bekrachtiging gesproken als de trigger voor bepaald gedrag wordt weggehaald. Bijvoorbeeld: Als het de zon schijnt
Volgens Skinner (1974) moet ervan uitgegaan worden dat consequenties uit de
(stimulans) gebruik je een zonnebril, maar als de zon niet schijnt (geen stimulans)
omgeving van invloed zijn op de response die eraan voorafgaan. Dus als van te
gebruik je de zonnebril niet. (Zimbaro P.G., Weber, A.L., Johnson R.L., Birnie S.,
voren duidelijk wordt welke consequenties een bepaald gedrag hebben, moet
2007)
het gedrag hieraan aangepast worden. Hij wijst alle speculaties over gevoelens, intenties en doelen af omdat deze subjectief en niet-wetenschappelijk zijn. Dit
De positieve bekrachtiging van bijvoorbeeld een glimlach kan gezien worden
doet hij omdat volgens hem niet te verifiëren is wat er in een individu omgaat.
als een verwijzing naar gevoelens. Zoals bijvoorbeeld ook de uitspraak ‘Ik hou
Toch ontkent het radicaal behaviorisme de mogelijkheid van zelfobservatie
van Techno’ kan worden gezien als uiting van gevoelens. Skinner ziet dat niet
en zelfreflectie niet. Maar hij is niet geheel ervan overtuigd wat precies
zo. Hij gaat er vanuit dat voor iemand die zegt van Bach te houden, er een
waargenomen of gevoeld wordt.
bekrachtigende werking uitgaat van de muziek van Bach. Iemand die van Bach houdt zal de muziek van Bach kopen, de radio harder zetten als er muziek van Bach komt. Ook de uitspraak ‘Ik hou van mijn vrouw’ verwijst volgens Skinner eerder naar een bepaald gedrag, dan naar gevoelens. (Skinner, 1974)
24
2.2 Cognitivisme Volgens Verhulst (in de ontwikkelingen van een kind, 2005, p. 2) staan de
DE PREOPERATIONELE PERIODE
eerste twintig jaren van het leven in het teken van groei en ontwikkeling.
Door innerlijke representaties is het kind toenemend in staat om te
Hoewel ontwikkeling vanaf de conceptie tot aan de dood een rol speelt,
denken. Dit denken is nog niet logisch en systematisch. Piaget noemde het
zijn ontwikkelingsprocessen nooit meer zo uitgesproken als in de kindertijd en
ontbreken van logische denkstrategieën of operaties het hoofdkenmerk van
adolescentie. De snelheid waarmee veranderingen in de eerste levensjaren
de preoperationele periode. Pas rond het zevende jaar, in de concreet-
plaatsvinden en de aard van deze veranderingen worden later in het leven niet
operationele periode, ontstaat de mogelijkheid om consistent logisch en
meer geëvenaard.
systematisch te denken. Ook is het kind in de concreet-operationele periode in staat tegenstrijdigheden of onjuistheden te ontdekken, bijvoorbeeld in datgene
Jean Piaget wordt gezien als de grote pionier wat betreft het cognitivisme.
wat ouders zeggen of doen. In de preoperationele periode kunnen kinderen
Volgens Piaget is het cognitivisme een psychologische theorie die zich bezig
wel al eenvoudige causale relaties in het dagelijks leven leggen. Tegelijkertijd
houdt met de beschrijving van de werking van het brein. De belangrijkste
speelt in deze periode het magisch denken een duidelijke rol. Het ‘geloven’ in
aspecten van het cognitivisme is het beschrijven van de menselijke gedachten
Sinterklaas is hiervan een voorbeeld. (Verhulst, 2005)
en de stadia waarin wij kennis opdoen. Paiget beschreef diverse stadia van cognitieve ontwikkeling. De volgorde van deze stadia ligt vast, maar de snelheid
Volgens Verhulst (in de ontwikkelingen van een kind, 2005, p. 16) zegt Paiget dat
waarmee de stadia doorlopen worden, varieert per individu en cultuur. Figuur
de preoperationele periode wordt gekenmerkt door de volgende aspecten:
2.1 geeft de vier hoofdstadia en de globale leeftijden waarop het kind in een Egocentrisme. Het denken van het kind centreert zich rond de eigen persoon.
stadium verkeerd weer. (Verhulst, 2005)
In de waarneming staat het eigen gezichtspunt centraal en is het kind nog niet in staat zich in het perspectief van de ander te verplaatsen. Een voorbeeld is een jongetje dat ‘s avonds op straat loopt en de maan ziet. Nadat hij de hoek LEEFTIJD
PERIODE
0-2 jaar
Sensomotorische periode
2-7 jaar
Preoperationele periode
8-11 jaar
Concreet-operationele periode
> 11 jaar
Formeel-operationele periode
om is gegaan en de maan vanuit een andere hoek ziet, roept hij: ‘Kijk de maan loopt met me mee!’ Het onvermogen zich in anderen te verplaatsten doet zich ook voor als het gaat om de wensen en behoeften van anderen. Kinderen van 5 jaar zullen bijvoorbeeld als cadeau voor vader of moeder datgene kiezen wat zijzelf het mooist vinden. De term egocentrisme moet onderscheiden worden van egoïsme.
Figuur 2.1 - Cognitieve ontwikkelings stadia
25
Animisme. De neiging om aan niet-levende dingen leven toe te kennen.
te voeren en leggen de voorwerpen op willekeurige volgorde neer. Sommige
Bijvoorbeeld het kind dat zegt dat de bloemetjes die je plukt pijn hebben.
kinderen slagen erin enkele in de juiste volgorde te leggen maar niet allemaal. Pas na het 6e of 7e jaar is het kind in staat deze opdracht goed uit te voeren.
Artificialisme. De neiging om te geloven dat alle dingen door mensen zijn gemaakt. Een voorbeeld is een meisje dat voor het eerst bergen ziet en
Conservatie van aantal. Voor het kind legt men twee rijen van vijf ronde
uitroept: ‘Kijk! Pappa gemaakt’
voorwerpen onder elkaar. Het kind wordt gevraagd of er een rij is met meer rondjes dan de andere of dat beide rijen evenveel hebben. Als het kind heeft
Realisme. De neiging psychische fenomenen zoals gedachten of dromen als
gezegd dat beide rijen evenveel rondjes hebben, legt de testleider de rondjes
fysische fenomenen te zien. Bijvoorbeeld wanneer kinderen denken dat dromen
in één rij verder uit elkaar, zodat deze langer wordt maar nog steeds vijf rondjes
van buiten komen. Of dat dromen in de slaapkamer te zien zijn. Op de vraag
bevat. Nu wordt het kind weer gevraagd of er een rij is met meer rondjes dan
aan een meisje of haar droom binnen in zichzelf of in de kamer is, antwoordde
de andere of dat beide rijen evenveel rondjes hebben. Het preoperationele kind
ze: ‘Het is niet in mij, want dan kan ik het toch niet zien!’
zal nu antwoorden dat de langere rijd meer rondjes heeft. Het kind centreert op één aspect, namelijk de lengte, en negeert het feit dat er geen rondjes bij
In de praktijk staat het cognitivisme voor een actief en zelfstandig leerproces.
zijn gekomen of er zijn afgehaald. Met centreren wordt bedoeld dat het kind
De nieuwe leerstof wordt verbonden met de aanwezige kennis of bestaande
slechts afgaat op één stuk informatie en er geen andere relevante informatie
cognitieve schema’s. Dit wordt duidelijk uit de experimenten van Paiget. Paiget
bij betrekt. Het concreet-operationele kind zal wel het goede antwoord geven.
heeft bij deze experimenten de ontwikkeling van een aantal elementen van het
Het kind in deze fase kan innerlijk denkend de nieuwe toestand terugbrengen tot
logisch denken in kaart gebracht. In plaats van externe sturing op de prestaties
de oorspronkelijke.
in de experimenten is er intern gestuurd op het leerproces. De belangrijkste begrippen in het experiment zijn: rangorde, categorieën en conservatie van
Concervatie van volume en gewicht. Twee glazen voorwerpen zijn identiek en
aantal, volume en gewicht. Het preoperationele kind beheerst deze concepten
zijn even hoog gevuld met water. Het preoperationele kind zal aangeven dat
nog niet. In de concreet-operationele periode leert het kind hiermee omgaan.
er in beide glazen evenveel water zit. Wanneer de inhoud van één van de twee
Hier volgen de experimenten.
glazen voorwerpen in een langer en smaller voorwerp gegoten wordt, zal het kind zeggen hier meer water in zit. Het kind centreert op één aspect, namelijk
Begrip van rangorde. Voor het kind legt men langwerpige voorwerpen
de hoogte van het voorwerp. Het concreet-operationele kind zal wel inzien dat
neer die niet even lang zijn. Het kind wordt vervolgens gevraagd het kortste
er in het kleine en grote glas evenveel water zit.
voorwerp te pakken en met de andere een trap van groot naar klein te maken. Kinderen in de preoperationele fase zijn niet in staat deze opdracht uit
26
2.3 Constructivisme
2.4 Theorieën vergelijken De visie van het behaviorisme is gewoonweg het overdragen van volledige
De constructivisme-theorie gaat er vanuit dat we vaardigheden en kennis
leerstof. De leerling heeft daarbij een passieve rol. De leermiddelen vanuit de
krijgen door de informatie overdracht van de docent. Maar dat het eerder
behaviorisme zijn ook wel ‘geprogrammeerde instructies’. Een duidelijk kenmerk in
een resultaat is van denkactiviteiten van de leerling. We leren door nieuwe
het leerproces is de externe sturing. (Skinner, 1974)
informatie te verbinden aan wat we al weten. De nieuwe informatie verbinden aan eerdere kennis, wordt construeren genoemd. Het constructivisme
Waar het behaviorisme staat voor een passief leerproces, staat het
benadrukt daarmee de actieve rol van de leerling bij het verwerken van
cognitivisme voor een actief en zelfstandig leerproces. De nieuwe leerstof
informatie en het verwerven van vaardigheden en kennis. (NatuurlijkLeren, Z.D.)
wordt verbonden met de aanwezige kennis of bestaande cognitieve schema’s. De cognitieve schema’s worden aangepast op basis van nieuwe ervaringen.
Hierbij speelt het sociale proces een belangrijke rol. Kennis wordt niet alleen
Leermiddelen moeten vanuit deze visie aansluiten bij de aanwezige kennis van
individueel geconstrueerd, maar wordt ook gespiegeld aan de interpretatie
leerlingen en hen aanzetten bestaande cognitieve schema’s doelmatig aan te
van andere.
passen. In plaats van externe sturing op waarneembare prestaties is hier sprake
Omdat interpretatie van informatie afhankelijk is van de voorkennis en
van interne sturing op het leerprocessen. (Verhulst, 2005)
associaties van de persoon, is de interpretatie dus subjectief. Door de eigen kennis te spiegelen aan de kennis van anderen, wordt de kennis niet alleen
Het constructivisme staat tussen het behaviorisme en cognitivisme in. De
verrijkt, maar wordt deze ook nog subjectiever. Een opvatting binnen een
docent is in deze theorie een coach die het leer- en constructieproces
gedeelde groep kan dan als objectieve waarheid worden ervaren. Of kennis als
begeleidt. De leerling moet dan zelf de kennis construeren. Digitale
waarheid wordt ervaren hangt af van de normen, waarden en inzichten binnen
leermiddelen kunnen een grote rol gaan spelen in het cognitivisme. De sturing
de gemeenschap van de persoon. Het is dus mogelijk dat kennis die buiten de
ligt hoofdzakelijk bij de leerling zelf. (NatuurlijkLeren, Z.D.)
gemeenschap valt als geen waarheid wordt opgevat. (NatuurlijkLeren, Z.D.)
27
2.5 Psychologische begeleiding Pedagogisch medewerker Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling, 4 maart
Buiten algemene ontwikkelingstaken en aandachtspunten zijn er aantal
2016) maakt gebruik van het schematisch overzicht ‘psychologische begeleiding
algemene taken die het kind op zich gaat nemen:
voor kinderen en jeugdigen met diabetes type 1’. Dit is een schema van 0 t/m
• De kleuter gaat deelnemen in de zelfzorg m.b.t. diabetes
17 jaar opgedeeld in 5 leeftijdsfase. In de leeftijd van 4 t/m 6 hebben ze de
• Op concreet niveau onder toezicht van de ouder
volgende ontwikkelingstaken:
• Het kind kan leren hypo’s van hypers te onderscheiden
• Verworven autonomie gebruiken om de wereld te exploreren
• Maakt eerste stapjes in het leren werken met koolhydraten
• Leren zich veilig te voelen bij anderen buiten het gezin
• Begint met het leren meten van bloedglucose waarden
• Oorzaak-gevolg denken op concreet niveau mogelijk
• Leert de eerste stapjes van insuline spuiten
• Leeftijdgenoten worden belangrijk
• Verantwoordelijkheid diabetesmanagement wordt deels overgedragen aan
• Eerste ervaringen van winnen en verliezen
Ook horen er een aantal aandachtspunten bij deze leeftijdsfase:
Omdat het kind deze taken op zich gaat nemen ontstaan er een aantal
• Ziektebegrip: geen differentiatie tussen lichaam en buitenwereld, uitleg over
problemen:
hoe en waarom van ziekte heeft geen zin; kind ziet zichzelf als slachtoffer
• Verhoogde separatieangst bij het kind
van dingen die hem overkomen
• Verhoogde angst bij ouders om kind los te laten
school, (belangrijk moment)
• Ouders hoofdverantwoordelijk voor de diabetescontrole
• Verhoogde angst bij ouders om zorg aan anderen toe te vertrouwen (m.n.
• Irrationele gedachten over het ontstaan van diabetes kunnen ontstaan
hypo’s)
• Kinderen worden zich bewust van reacties van anderen op hun diabetes
• Prik- en spuitangst bij kind
• Kinderen zijn heel energiek; kan een negatief effect op hypo’s hebben Al deze veranderingen kunnen ondersteund worden door verschillende Interventies: • Ouderbegeleiding gericht op loslaten en op de verzelfstandiging van het kind • Kind in contact laten komen met andere kinderen met diabetes • Speltherapie • Gedragstherapeutische interventies • Inventariseren van ziektebegrip en interventies hierop aanpassen
28
2.4 Ouders
2.5 Conclusie
Volgens verpleegkundige Nico Peters (persoonlijke mededeling, 29 februari
De hoofddoelgroep van dit project zijn kinderen van 4 tot 8 jaar met diabetes
2016), pedagogisch medewerker Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling,
type 1. Uit het cognitieve ontwikkelingsschema van Paiget (Verhulst, 2005)
4 maart 2016) en arts Rob Moonen (persoonlijke mededeling, 4 maart 2016)
is gebleken dat deze doelgroep precies tussen twee stadia valt. Ook in het
is gebleken dat ouders de belangrijkste rol spelen in deze leeftijdsfase. De
schema van psychologische begeleiding valt de doelgroep van 4 tot 8 jaar
kinderen worden heel erg gestuurd door de ouders. Verder heeft de houding
in twee stadia. Hieruit is te concluderen dat het lastig is om de doelgroep
en het gedrag veel invloed op hoe het kind zich voelt. Zijn de ouders verdrietig,
goed op leeftijd te differentiĂŤren. Ze zitten in een fase van het leven waar
dan wordt het kind dat ook. Het kind weet nog niet precies hoe die zich moet
veel ontwikkeling plaats vindt. Door deze ontwikkelingen is het niet reĂŤel om
voelen dus gaat het emoties overnemen van vertrouwenspersonen. Gedrag
iets te maken voor zowel een kind van 4 als een kind van 8, omdat zij in een
van ouders heeft grote invloed op het gedrag en begrip van de kinderen. Uit
hele andere fase van het leven zitten. De doelgroep moet dus iets meer
interviews met de ouders van de diabeten wordt dit nogmaals benadrukt. Zij
aangescherpt worden naar 4-7 i.p.v. 4-8.
vertellen uit ervaring dat hun kinderen zich goed voelde, op het moment dat zij dit ook uitstraalde. Maar ze merkten ook dat als ze verdrietig waren dit grote
De ouders zijn een belangrijke factor in deze leeftijdsfase waar rekening mee
invloed heeft op het kind.
gehouden moet worden. Zij hebben grote invloed op de houding en het gedrag van het kind. Houding en gedrag heeft alles te maken met acceptatie.
Kinderen spiegelen hun houding en gedrag aan ouders. Katinka Ritzerveld
Het is dus belangrijk dat ouders leren accepteren dan hun zoon of dochter
(persoonlijke mededeling, 4 maart 2016) vertelt dat houding en gedrag alles
diabetes type 1 heeft. Dit zorgt voor een positieve houding en gedrag naar
te maken heeft met acceptatie. Het is dus belangrijk dat ouders zich ervan
het kind toe.
bewust worden dat ze accepteren dat hun zoon of dochter diabetes type 1 heeft. Dit zorgt voor een positieve houding en positief gedrag.
Het profiel en de leeftijdsfase van de doelgroep is nu helder. Verder is duidelijk geworden op welke manier de doelgroep informatie het beste in zich opneemt. Maar aan welke informatie heeft de doelgroep behoefte? Dit wordt duidelijk in het volgende hoofdstuk.
29
3 30
3 OMGAAN M ET DIABETES Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1? Uiteindelijk moet dit onderzoek leiden naar een product dat de kinderen leert omgaan met diabetes type 1. Daarvoor is het belangrijk om erachter te komen aan welke informatie de kinderen en de ouders behoefte hebben. Ook wordt er gekeken naar het huidige educatiemateriaal waar gebruik van wordt gemaakt. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag ‘Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1?’ beantwoord.
31
3.1 De diagnose Uit de interviews is duidelijk geworden dat bij iedereen de diagnose diabetes
Uit de interviews en observaties is gebleken dat kinderen na de diagnose
type 1 als een schok kwam. De reacties van de geïnterviewde ouders was ook
normale dingen willen blijven doen. Zo blijven ze in hun eigen veilige leven. Al
precies zoals Versteeg beschrijft in het boek OnderOns(jes) (2005) “Het is niet
die veranderingen vinden ze maar niks. Wel heeft de diagnose vaak invloed op
waar, het kan gewoon niet.” Verder vonden ze de aanpak van het zorgteam
het zelfvertrouwen van het kind. Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling, 4
zeer fijn. Dit zorgde voor veel rust. De reacties van de kinderen waren per kind
maart 2016) vertelt dat acceptatie het belangrijkste is na de diagnose. Zodra
verschillend. De meeste kinderen kopieerde de reactie van hun ouders.
de ouders (en het kind) diabetes type 1 weten te accepteren, zal de rest een stuk gemakkelijker gaat. De acceptatie ligt vooral bij de ouders omdat kinderen zich spiegelen aan de houding en emoties van ouders.
Vanaf het moment dat het kind de diagnose diabetes type 1 krijgt, verandert binnen een paar uur alles voor de ouders en het kind. Specialist Rob Moonen (persoonlijke mededeling, 4 maart 2016) vertelt dat het kind binnen komt met
Diabetes kan aanzienlijke invloed hebben op broers, zussen en het hele gezin
een aantal symptomen. Er wordt een bloedtest afgenomen. Binnen een uur is
omdat het managen van een leven met diabetes veel complexe dagelijkse
de uitslag van de diagnose bekend. Als het diabetes type 1 is, mag het kind niet
controle vereist. De praktische en emotionele overwegingen met betrekking tot
meer naar huis, maar wordt direct opgenomen. Daarna wordt het kind direct
de zorg voor diabetes plaatst aanzienlijke druk op families. Het kan elk gezinslid
voor de eerste keer geprikt en gespoten. Dit alles gebeurt vaak binnen een tijd
mentaal, sociaal en fysiek beïnvloeden. Terwijl de diagnose van diabetes
van 4 a 5 uur. Het is volgens specialist Rob Moonen dan ook niet vreemd dat
alle gezinsleden treft, is de ervaring onder broers en zussen gevarieerd en
het hele gezin hiervan schrikt.
vereist speciale aandacht. Broers en zussen van kinderen met diabetes lopen het risico op het ontwikkelen van emotionele stoornissen, probleem gedrag,
Uit onderzoek van Mack, J. W, Wolfe, J., Grier, H. E, Cleary, P. D & Weeks, J. C (2006)
een laag zelfbeeld en een slechte sociale interacties. Om dit te voorkomen
is gebleken dat artsen zich vaak zorgen maken dat te veel informatie bij een
hebben broers en zussen ook behoefte aan meer educatie materiaal zodat
diagnose hoop weg kan nemen. Maar het blijkt anders. De meeste ouders willen
ze beter kunnen bijdragen aan zorg en het ook allemaal beter leren begrijpen.
bij de diagnose de informatie zo gedetailleerd mogelijk. Wel raken veel ouders
(Dougherty, J. P., 2015)
van streek van de informatie die ze krijgen, maar toch horen ze deze informatie graag. Ze hebben het gevoel dat het belangrijk en nuttig is om te hebben om zo bepaalde besluiten te nemen.
32
3.2 Informatie naar de ouders Uit de interviews is gebleken dat ze precies krijgen te horen wat diabetes type
•
Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn?
1 betekent. Dat het levenslang is vinden ze niet fijn om te horen, maar hoort
•
Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
er helaas wel bij. Het moeilijkste van ouder zijn van een kind met diabetes is
•
Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen?
dat dingen die je voor de diagnose ondernam nu niet meer zo gemakkelijk
•
Hoe moet ik koolhydraten tellen?
kunt ondernemen. Dagelijkse familiebezigheden worden ontregeld omdat
•
Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp?
er rekening gehouden moet worden met de zorg voor de diabeet. De
•
Hoe reageert mijn lichaam op beweging?
spontaniteit is zo goed als verdwenen. Ouders moeten constant vooruit plannen zodat er iedere keer zorg is voor de diabeet. (Symons, J., Crawford, R.,
Vragen die volgens Nico Peeters (persoonlijke mededeling, 29 februari 2016)
Isaac, D., & Thompson, S. 2015) Veel voorkomende emoties die ervaren worden
later komen zijn:
door ouders van kinderen met diabetes type 1 zijn: verlies om het verdriet van hun gezonde kind, stress door de aanhoudende waakzaamheid voor diabetes
•
Als we weg gaan, hoe gaan we het oplossen met prikken en spuiten?
gerelateerde complicaties en frustraties over het gebrek aan begrip van
•
Wat moet ik allemaal meenemen?
anderen. (Symons, J., Crawford, R., Isaac, D., & Thompson, S. 2015)
•
Hoe kan ik de glucose weer laten zakken?
•
Kan ik niet zomaar de kinderen even naar oma brengen?
Verpleegkundige Nico Peters (persoonlijke mededeling, 29 februari 2016) vertelt
•
Kan ik nog wel gewoon gaan werken?
dat er na de diagnose twee zeer intensieve weken zijn voor het gezin, maar
•
Hoe moet het kind nu naar school?
ook voor het gehele zorgteam. Het zorgteam moet in deze twee weken het
•
Wie let er op het kind?
gezin van het kind met diabetes zo goed mogelijk op weg helpen om gewoon
•
Hoe organiseer ik dat?
door te gaan met hun leven. Na ontslag uit het ziekenhuis komt er ongeveer
•
Wie regel ik voor opvang?
twee weken lang iedere dag een verpleegkundige langs om te kijken of alles
•
Hoe ga ik het organiseren als ze naar vriendje of vriendinnetje gaan?
nog goed gaat. In deze twee weken wordt alles uitgelegd m.b.t. diabetes. Het is
•
Hoe verdeel ik de aandacht over mijn kind met diabetes en mijn kind zonder diabetes?
voor het hele gezin een soort van bijscholing. Volgens de Nederlandse Diabetes Federatie (2016) zijn er vijf primaire punten die de ouders en het kind na de
•
Wat moet ik doen met traktatisch?
diagnose moeten leren:
•
Kan mijn kind nog sporten?
33
3.3 Informatie naar kind Het diabetesteam in het ziekenhuis helpt om de diabeteszorg op te starten
Het is lastig om het kind te laten begrijpen (en accepteren) wat het heeft. Maar
en geeft alle uitleg over diabetes en het leven met diabetes. Realiseer dat
het moet op zijn minst tegen andere kunnen vertellen wat er met hem is. Mika
diabetes (helaas) een ziekte is waar elk uur van elke dag - dus ‘24/7’- speelt. Er
(persoonlijke mededeling, 16 maart 2016) verwoordt het als volgt:
moet meerdere keren per dag bloedsuiker gemeten worden, voor alles wat
“Ik heb een pompje buiten de buik want het pompje in de buik wat voor het
gegeten wordt berekenen hoeveel koolhydraten erin zitten, rekening houden
eten en drinken moet zorgen is kapot. Als het pompje buiten de buik er niet
met wat er gedaan wordt en welk effect dat heeft op de bloedsuikers
is, moet ik weer bij de dokter blijven slapen.” En Milas (personlijke mededeling,
(sporten, naar school gaan, buiten spelen e.d.) hypo’s en hypers bestrijden en
4 april 2016) verwoordt het als volgt: “Ik heb een olifantje op mijn buik. (vorm
regelmatig op controle bij het ziekenhuis. (Nederlandse Diabetes Federatie,
van bloedsuikermeter) en die moet eten. Het eten gaat via de pennetjes naar
2016)
het olifantje.” Birgitta van Drie (persoonlijke mededeling, 4 april 2016) zegt dat haar kind (Milas) nog helemaal geen behoefte heeft aan de theorie rondom
Een belangrijke keuze is of er insuline toegediend gaat worden door middel
diabetes type 1. Hij wil alleen maar weten wat er in werkelijkheid met hem aan
van een spuit of via een insulinepomp. En als er gekozen wordt voor een pomp,
de hand is.
dan zijn daar ook weer de nodige keuzes in. Dit wordt besproken met je diabetesteam in het ziekenhuis. De keuze van een therapie wordt samen met
Kinderen komen verschillende uitdagingen tegen als ze moeten leven met
het kind, ouders en team gemaakt. Motivatie, kennis en instelling zijn daarbij van
een chronische ziekte zoals diabetes. Deze beperkingen zijn niet alleen maar
groot belang. (Nederlandse Diabetes Federatie, 2016)
fysiek maar ook emotioneel, psychologisch en sociaal. De kinderen gaan door verschillende situaties van tegenstrijdige verlangens als onzekerheid, angst, pijn, zorgen en schaamte op dagelijkse basis. Diabetes kan voor de kinderen pijnlijk en belastend zijn, vooral tijdens hun vrije tijd. Het kind wil gewoon kind blijven. Maar vaak is het niet mogelijk om alles zomaar te doen of zich te gedragen als andere kinderen omdat ze zich moeten houden aan de beperkingen die diabetes met zich meebrengt. (Sparapani, V. C, Jacob, E., & Nascimento, L. C., 2015)
34
3.4 Informatie in gerelateerde projecten Volgens pedagogisch medewerkster Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling,
Uit onderzoek van gerelateerde projecten (bijlage 3) is gebleken dat bijna
4 maart 2016) is het de kunst om diabetes los te zien van normale opvoedings/
ieder project gericht is op twee doelgroepen. Dat zijn de ouders en de jonge
ontwikkelings-fase. Dit blijkt ook uit een interview met Katinka Krijntjens
kinderen. Beide doelgroepen worden geïnformeerd met dezelfde content.
(persoonlijke mededeling, 16 maart 2016). Zij verwoordt het als volgt, “We laten
Ieder verhaal wordt verteld in de echte termen als glucose, bloedsuiker, hypo’s
het Mika zijn, heeft dan wel diabetes maar heet nog steeds Mika!”.
en hypers. Veel projecten zijn gericht op een bepaald onderdeel van diabetes type 1 en zijn vrij diepgaand. De meeste projecten bevatten veel tekst en zijn
Prikangst
geschreven om voorgelezen te worden. Over het algemeen zijn het de teksten
Volgens Nico Peeters (persoonlijke mededeling, 29 februari 2016) is het per kind
die zorgen voor de inhoud en de illustraties die de tekst ondersteunen.
verschillend of hij/zij prikangst heeft. Het kind kan op verschillende manieren reageren zoals: verdrietigheid, verzet, angst, agressie, boosheid en ga zo maar verder. Volgens pedagoog Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling, 4 maart 2016) kan prikangst verschillende redenen hebben. Het kind kan bang zijn voor de spuit, bang voor de uitslag, bang voor de reactie van de ouders of voor de verandering. Er moet goed gekeken worden wat het met het kind doet, waar het aan denkt en hoe het voelt waar het kind bang voor is. Bij prikangst (maar ook andere problemen) is het verstandig om het kind mee te laten denken naar een oplossing. Zo krijgt het kind het gevoel dat het zelf de keuze maakt. In de interviews wordt duidelijk dat de ouders die luchtiger omgaan met het prikken en spuiten het minste last hebben van prikangst. Dit heeft ook weer te maken met de houding en gedrag van de ouders waar het kind zich aan spiegelt.
35
3.5 Conclusie In dit hoofdstuk is duidelijk te zien dat kinderen en ouders andere
De twee weken na de diagnose worden gebruikt om de patiĂŤnt en de familie
informatiebehoefte hebben. De kinderen hebben geen behoefte aan alle
educatie te geven over diabetes. Er zijn enorm veel vragen bij de ouders, maar
diepgaande theorie rondom diabetes type 1. Wel willen ze graag weten wat
het is niet mogelijk om deze allemaal in een keer te beantwoorden. Daarom is
er aan de hand is. Maar terug naar school en weer hun eigen dingen doen
er een splitsing gemaakt in primaire informatie en secundaire informatie. In dit
vinden ze het belangrijkste. De ouders daarentegen willen graag zoveel mogelijk
project wordt er gefocust op de primaire informatie:
informatie krijgen om alles goed te begrijpen en voorbereid te zijn. Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn? Bij bijna ieder gerelateerd project wordt geprobeerd om beide doelgroepen
Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
bereiken; zowel de ouders als de kinderen. Dit zorgt ervoor dat men een
Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen?
middenweg heeft gekozen in de informatie die gegeven wordt. Er wordt
Hoe moet ik koolhydraten tellen?
gebruik gemaakt van medische termen in een tone-of-voice gericht op
Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp?
kinderen. Hierdoor is het voor kinderen lastig te lezen en is het voor de ouders
Hoe reageert mijn lichaam op beweging?
weer te kinderlijk. Ook blijft de content niet hangen bij de kinderen vanwege de Nu duidelijk is welke informatie er overgebracht moet worden, is het belangrijk
lastige termen die gebruikt worden.
dat onderzocht wordt welke communicatievorm past bij de doelgroep.
36
37
4 38
4 COM M U N ICATI E Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/ geïnteracteerd worden met de doelgroep? Om uiteindelijk een goede opzet te maken naar de ontwerpfase wordt in dit hoofdstuk gekeken naar de communicatie met de doelgroep. Als eerste wordt er onderzoek gedaan naar gerelateerde projecten. Hierbij wordt er gekeken naar: het medium, personages, tekst, tone-of-voice, fonts, kleuren, stijl en doelgroep. Verder volgt er een kleine stijltest. Daarna wordt er gekeken naar mediums en platformen. In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag ‘Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/geïnteracteerd worden met de doelgroep?’ beantwoord.
39
4.1 Tone-of-voice Bij 10 van de 12 gerelateerde projecten (bijlage 3) worden er zinnen gemaakt
Uit de interviews en observaties is gebleken dat kinderen na de diagnose
van maximaal +/- 10 woorden. Er worden ook geen lastige woorden in gebruikt.
normale dingen willen blijven doen. Zo blijven ze in hun eigen veilige leven. Al
Ook wordt in alle projecten gesproken in medische termen zoals glucose,
die veranderingen vinden ze maar niks. Wel heeft de diagnose vaak invloed op
alvleesklier etc. Er worden metaforen gebruikt om het begrijpend te maken
het zelfvertrouwen van het kind. Katinka Ritzerveld (persoonlijke mededeling, 4
voor het kind. Een goed voorbeeld hiervan is De diabetes van Daan (2003):
maart 2016) vertelt dat acceptatie het belangrijkste is na de diagnose. Zodra de ouders (en het kind) diabetes type 1 weten te accepteren, zal de rest een
“In je lichaam wordt dag en nacht gewerkt om te zorgen dat je gezond en fit
stuk gemakkelijker gaat. De acceptatie ligt vooral bij de ouders omdat kinderen
blijft. Je kunt je het voorstellen als een heleboel fabriekjes die samen aan het
zich spiegelen aan de houding en emoties van ouders.
werk zijn. Ze zorgen voor je eten, voor je spieren, voor je slaap, voor je hersens, voor je plas en voor je poep. Ze werken alsmaar door zonder dat je het merkt.
Diabetes kan aanzienlijke invloed hebben op broers, zussen en het hele gezin
Samen zorgen ze ervoor dat alles goed gaat. Hoef je niks voor te doen. Als je
omdat het managen van een leven met diabetes veel complexe dagelijkse
diabetes hebt, is een van die fabriekjes in je lijf kapot. En laat dat nou net een
controle vereist. De praktische en emotionele overwegingen met betrekking tot
hele belangrijke fabriek zijn. Dat fabriekje moet een stof maken die insuline heet.
de zorg voor diabetes plaatst aanzienlijke druk op families. Het kan elk gezinslid
Insuline heb je nodig, je kunt niet zonder. De insuline is nodig om alle andere
mentaal, sociaal en fysiek beïnvloeden. Terwijl de diagnose van diabetes
fabriekjes in je lijf goed te laten werken”
alle gezinsleden treft, is de ervaring onder broers en zussen gevarieerd en vereist speciale aandacht. Broers en zussen van kinderen met diabetes lopen
Verder zijn 10 van de 12 projecten gericht op kinderen, waarvan er 7
het risico op het ontwikkelen van emotionele stoornissen, probleem gedrag,
tegelijkertijd gericht zijn op de ouders. 5 van de 12 projecten zijn ook bedoeld
een laag zelfbeeld en een slechte sociale interacties. Om dit te voorkomen
om voor te lezen.
hebben broers en zussen ook behoefte aan meer educatie materiaal zodat ze beter kunnen bijdragen aan zorg en het ook allemaal beter leren begrijpen. (Dougherty, J. P., 2015)
Tijdens observatie (bijlage 2) in de poli sprak de arts meerdere keren off topic over persoonlijke dingen uit het verleden van het kind zoals hobby’s, mijlpalen, diploma’s etc. Dit deed de arts om een bepaald gevoel van vertrouwen te geven aan het kind. De arts sprak ook niemand aan met de naam, hij noemde iedere patiënt bink of prinsesje. Uit ervaring weet de arts dat hij het kind hier meer zelfvertrouwen mee geeft. Verder was hier duidelijk te zien dat kinderen max. 1 à 2 minuten hun aandacht erbij kunnen houden. Hierna waren de kinderen alweer bezig met de omgeving verkennen.
40
4.2 Kleur en stijl Herman Miller beschrijft in zijn onderzoek, Experience of Color, 2001, de
Hieronder staan drie screenshots uit de top tien van educatieve apps voor
intensiteit van primaire kleuren. Daaruit blijkt dat Rood en Oranje het meest
kleuters. Deze zijn voorgelegd aan twintig kinderen uit de doelgroep. Hieruit is
intens zijn en blauw en paars het minst intens. Verder schrijft Herman ook dat
gebleken dat 90 procent van de kinderen figuur 4.1 het interessantste vindt,
onder Nederlandse kinderen blauw de meestvoorkomende lievelingskleur is
met als argumentatie ‘de leukste kleurtjes’ en ‘grappigste figuurtjes’. De overige
en oranje de minst geliefde kleur. Dit geld ook voor Amerikaanse en Japanse
10 procent vond het groene poppetje in figuur 4.2 het leukste. Voor geen
kinderen. Maar toch zijn er verschillen per cultuur. De meest geliefde kleur van
enkele kleuter had figuur 4.3 de voorkeur.
Chinese kinderen is wit en die van Filipijnse kinderen rood.
Figuur 4.1 - Squla
Figuur 4.2 - Dikkie Durf
41
Figuur 4.3 - Bru-taal
Dat de kleuren van de eerste afbeelding volgens de kinderen ook echt het
Buiten de sterke voorkeur voor kleur hebben de kinderen ook een sterke voorkeur
mooiste waren blijkt uit de keuzetest. In deze test zijn alle kleuren van figuur
voor de manier van tekenen van de karakters. Dit is gebleken uit de volgende
4.1, 4.2 en 4.3 in een kleurenschema gezet. De kleurenschema’s (figuur 4.4)
test. De kinderen kregen allemaal één karakter, uitgewerkt in drie verschillende
zijn op een andere volgorde gezet als in de vorige test. Alle kinderen vonden
stijlen, te zien. Van de 20 kinderen waren er 19 die sterk de voorkeur hadden
kleurenschema 3 van figuur 4.4 het mooiste. Dit is het kleurenschema van de
voor het meest rechtse karakter van figuur 4.5. Ze werden vrolijk van het
eerste afbeelding.
karakter en vooral omdat die er het grappigste uit zag en grote ogen heeft. Eén kind gaf de voorkeur aan het linker karakter, met de reden dat die er
In het gerelateerde projecten onderzoek (bijlage 3) is er gebruik gemaakt van
normaal uitzag. Kinderen van 4 tot 7 jaar hebben dus een sterke voorkeur voor
zachte kleuren (5 uit 12) en harde kleuren (7 uit 12). Wel wordt er veel gebruik
het meest geïllustreerde karakter aan de rechter kant.
gemaakt van lichtblauwe achtergrondkleuren (9 uit 12).
Figuur 4.4 - Kleurenschema’s
Figuur 4.5 - Karakters
42
In het gerelateerde projecten onderzoek (bijlage 3) is ook gekeken naar stijl, font, kleuren, karakters etc. In 11 van de 12 gerelateerde projecten speelt een kindje met diabetes een grote rol. Vaak heeft het karakter een “hulpverlener” die hem/haar helpt om de weg te wijzen binnen de diabetes wereld. 8 van de 12 projecten gebruikt menselijke personages en 5 van de 12 maakt gebruik van dieren. 4 van de 12 projecten maken gebruik van onzijdige karakters. Er worden verschillende lettertypes gebruikt in het educatie materiaal. Deze lettertypes zijn Serif (1 uit 12) Sans Serif (5 uit 12) en handgeschreven (5 uit 12). Handgeschreven wordt meestal ook gebruikt bij handgetekende illustraties. Sans Serif lettertypes wordt vaker gebruikt bij digitaal getekende illustraties. Ook dit kan wel eens variëren.
Figuur 4.6 - Angrybirds
De stijlen die gebruikt worden zijn zeer gevarieerd. In de gerelateerde projecten wordt gebruik gemaakt van handgetekende illustraties (5 uit 12), digitale illustraties (8 uit 12) en verder nog cartoon, Disney en comic stijl. Verder wordt er ook gevarieerd in 2D of 3D. Uit de interviews is gebleken dat programma’s als de Voice kids, Alvin and the Chipmunks, Plains/Cars, the Minions en Frozen erg goed in de smaak vallen. Dit is per kind weer verschillend. De spelletjes die ze op de iPad spelen zien er funny 2D uit zoals Angrybirds (figuur 4.6) en Dr Panda (figuur 4.7). Ontdanks dat het er speels uit ziet zijn de vormen en objecten wel te herleiden naar de realiteit. De kleurenschema’s van figuur 4.6 en 4.7 zijn ook bijna hetzelfde.
Figuur 4.7 - Dr Panda
43
4.3 Medium en platform
4.4 Vorm
Door de interviews en observaties is één ding heel duidelijk geworden. Ieder
Uit onderzoek van Meppelink, C. S., Van Weert, J. C., Haven, C. J., & Smit, E. G.
kind maakt gebruik van een tablet. Ze zijn er helemaal in thuis. Spelen spelletjes,
(2015) blijkt dat een gesproken animatie de beste manier is om complexe
zitten op youtube en maken gebruik van educatieve apps. Ze houden van
informatie over gezondheid over te brengen aan mensen die weinig kennis
de interactie en dat ze zelf dingen kunnen doen en maken. De digitale en
hiervan hebben. Volgens Meppelink et al. is er behoefte aan online informatie
interactieve wereld is iets waar de kinderen mee opgroeien en die ze inmiddels
die te begrijpen is voor mensen met weinig kennis over gezondheid oftewel
heel goed onder de knie hebben. De kinderen zijn vaak al beter met de tablets
‘health literacy’: informatie vinden, begrijpen en gebruiken. Animaties zouden
dan de ouders, die toch nog vaak graag iets fysieks lezen. Wel zijn kinderen
daar de uitkomst voor kunnen bieden. Meppelink et al. deden daarom een
graag binnen de huiskamer bezig. Ze voelen zich dan in een veilige omgeving.
online-experiment onder 231 55-plussers. De 231 deelnemers vulden eerst
De kinderen maken allemaal gebruik van apps en zoeken niks via het web. Uit de
een vragenlijst in over medische kennis. Uit deze vragenlijst kon de verdeling
interviews is gebleken dat de ouders het nog steeds fijn vinden om de kinderen
worden gemaakt in mensen met weinig kennis over gezondheid en mensen
aan de hand van fysiek educatiemateriaal dingen uit te leggen. Vooral omdat
met veel kennis over gezondheid. Daarna kregen ze informatie over het
dit iets is wat zichtbaar in een ruimte kan hangen en niet verdwijnt achter
bevolkingsonderzoek darmkanker, onder andere over poliepen, risico’s, opsporing
andere digitale informatie.
en de ontlastingstest. Er werden 4 verschillende manieren gebruikt om deze informatie over te brengen: geschreven tekst tegenover gesproken tekst en illustraties tegenover animaties. Daarna werd er d.m.v. korte enquêtes getest of ze de boodschap begrepen en wat ze ervan vonden. De uitslag was als volgt: mensen met weinig kennis over gezondheid herinnerden zich de gesproken tekst beter dan geschreven informatie, en ook hun houding ten opzichte van de ingesproken boodschap was positiever. In deze groep zorgden animaties voor een beter onthouden dan illustraties. Na het zien van een animatie herinnerden mensen met weinig kennis over gezondheid evenveel informatie als mensen met veel kennis over gezondheid, terwijl bij de andere 3 manieren de mensen met veel kennis over gezondheid de boodschap beter onthielden. De auteurs schrijven als conclusie ‘Gesproken animaties kunnen de informatieverwerkingskloof tussen mensen met veel en weinig kennis over gezondheid wellicht overbruggen’.
44
Een partij die hier goed op inspeelt is Behandeling Begrepen. Zij ontwikkelen
Behandeling Begrepen kan op veel enthousiasme rekenen bij iedereen
samen met artsen (en zoveel mogelijk met patiënten) kwalitatief
(zorgprofessionals én patiënten) die hun animaties ziet en/of gebruikt omdat
hoogstaande en duidelijke medische animaties om patiënten uitleg te
deze manier van het informeren van patiënten veel duidelijkheid verschaft en
geven over hun aanstaande behandeling (zorgpad) en/of opties te geven
daarmee rust geeft en angst wegneemt. (Meppelink, C. S., Van Weert, J. C.,
m.b.t. die behandeling. De animaties hebben veel toegevoegde waarde
Haven, C. J., & Smit, E. G. 2015)
voor laaggeletterden, allochtonen, kinderen én ouderen, maar eigenlijk voor elke patiënt! Ze bieden vele voordelen t.o.v. de huidige manier voor patiëntenvoorlichting zoals vaak nog met foto’s met open wonden en veel bloed & tekeningetjes van de arts.
45
4.5 Conclusie Uit dit hoofdstuk is dus duidelijk geworden hoe er gecommuniceerd moet
Het is belangrijk dat het medium op tablet gaat werken. Ieder kind heeft er een
worden naar de doelgroep.
en groeit ermee op. Wel geven de ouders nog graag educatie vanuit een fysiek medium. Een fysiek medium ligt/hangt zichtbaar in de ruimte. Hierdoor verdwijnt
Voor de tone-of-voice zijn er een aantal dingen belangrijk. Er moeten niet te
die niet tussen allemaal andere digitale informatie en is het gemakkelijker om
lange zinnen gebruikt worden. Een metafoor zal helpen dat de kinderen het
aan te pakken. Het eindproduct moet dus een combinatie worden van een
beter begrijpen. Wel hebben de ouders als de kinderen educatie nodig. Het
fysiek product wat tegenlijker tijd gebruikt kan worden via de tablet.
is belangrijk dat eerst het vertrouwen van een kind op een bepaalde manier gewonnen moet worden. En tenslotte is voor de tone-of-voice balngrijk dat de
Uit onderzoek is gebleken dat educatie via animaties ervoor zorgt dat mensen
video’s niet veel langer dan 1 minuut worden. Hierna is vaak de concentratie
met weinig kennis over gezondheid evenveel in zich opnemen als mensen met
van een kind weer weg.
veel kennis over gezondheid.Met al deze kennis moet de communicatie naar de doelgroep geoptimaliseerd kunnen worden.
Kleuren en stijl bepalen voor een groot deel of het de aandacht gaat trekken en vasthouden van een kind. Daarbij gaat het enorm helpen om veel blauw te gebruiken want dit is de meest geliefde kleur onder de kinderen. Samen met dit blauw moet er veel gebruik worden gemaakt van primaire kleuren. Een lichtblauwe achtergrond met harde voorgrond kleuren werkt goed. Het karakter moet grappig geĂŻllustreerd zijn, met grote ogen. Deze trekken de aandacht. Het lettertype is puur een stijlkeuze. Er is geen goed of fout zolang het maar in de grafische stijl past. Een eenvoudige 2D stijl met veel primaire kleuren valt goed in de smaak. Angry Birds is een spel dat voldoet aan al deze criteria en is op dit moment ook enorm hot onder de doelgroep. In figuur 4.8 staan de resultaten van kleur en stijl nogmaals bij elkaar.
46
Figuur 4.8 - Resultaten keuzetest
47
5 48
5 E I N DCONCLUSI E & AAN BEVE LI NG Na de analysefase kunnen de deelvragen worden beantwoord. In deze paragraaf worden de 4 deelvragen beantwoord in de vorm van een conclusie. Deze antwoorden worden gevolgd door de aanbeveling. De aanbeveling vormt een goede start voor de ontwerpfase.
49
6.1 Eindconclusie Wat is diabetes type 1?
Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase
Bij mensen met diabetes type 1 maakt de alvleesklier het hormoon insuline niet
bevinden ze zich?
meer aan. Hierdoor worden de bloedsuikers (bloedglucose) niet verwerkt door
Uit gesprekken met Zuyderland is gebleken dat kinderen van 4 tot 8
het lichaam en ontstaat er een te hoge bloedglucose spiegel. Insuline is een
jaar behoefte hebben aan beter educatiemateriaal. Uit het cognitieve
hormoon. Insuline regelt onder andere de glucose-stofwisseling. Insuline wordt
ontwikkelingsschema van Paiget (Verhulst, 2005) is gebleken dat deze doelgroep
gemaakt in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier.
precies tussen twee stadia valt. Ook in het scherma van psychologische begeleiding valt de doelgroep van 4 tot 8 jaar in twee stadia. Hieruit is
Glucose is een belangrijke brandstof het levert energie voor het lichaam en
te concluderen dat het lastig is om de doelgroep goed op leeftijd te
vooral voor de hersenen. Glucose is afkomstig uit de koolhydraten in de voeding
differentiĂŤren. Ze zitten in een fase van het leven waar veel ontwikkeling plaats
zoals brood rijst enz. Glucose wordt uit de darm opgenomen in het bloed, en
vind. Door deze ontwikkelingen is het niet reĂŤel om iets te maken voor zowel een
wordt dan bloedglucose of kortweg glucose genoemd. Na een maaltijd stijgt
kind van 4 als een kind van 8, omdat zei in een hele andere fase van het leven
de bloedglucose, en dat stimuleert bij gezonde mensen de afgifte van insuline.
zitten. De leeftijd van de doelgroep aangescherpt naar 4-7 jaar.
De bloedsuiker is te controleren met een bloedsuikermeter. De doelgroep neemt informatie in zich op door het te verbinden aan Insuline zorgt er voor dat glucose wordt vervoerd naar de cellen. En de cellen
informatie die het al weet. Het is dus belangrijk het kind de nieuwe informatie
kunnen alleen open gaan als er voldoende insuline is. De glucose is de brandstof
over diabetes kan koppelen aan informatie die het al weet.
voor de cellen. Bij diabetes wordt er weinig of geen insuline aangemaakt en De ouders zijn een belangrijke factor waar rekening mee gehouden moet
kan glucose de cel niet goed in, waardoor de bloedglucose stijgt.
worden. Zij hebben grote invloed op de houding en het gedrag van het kind. Er bestaan twee type diabetes. Diabetes type 2 en diabetes type 1. Bij
Houding en gedrag heeft alles te maken met acceptatie. Het is dus belangrijk
diabetes type 2 wordt er weinig of slechte insuline aangemaakt door het
dat ouders leren accepteren dan hun zoon of dochter diabetes type 1 heeft.
lichaam. Bij diabetes type 1 wordt er helemaal geen insuline aangemaakt.
Dit zorgt voor een positieve houding en gedrag naar het kind toe.
Diabetes is niet te genezen. Bij diabetes type 1 kan door het spuiten van insuline (met een insulinepen of pomp) kunstmatige insuline in het lichaam gespoten worden. Hierdoor wordt de bloedglucose spiegel op pijl gehouden.
50
Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1? De diagnose diabetes type 1 komt meestal aan als een schok. Tussen het
Kinderen en ouders hebben een andere informatiebehoefte. De kinderen
moment van de diagnose en dat het kind opgenomen wordt in het ziekenhuis
hebben geen behoefte aan alle diepgaande theorie rondom diabetes type
zit meestal maar 4 tot 5 uur. In deze tijd wordt alles snel uitgelegd maar is het
1. Wel willen ze graag weten wat er aan de hand is. De ouders daarentegen
het belangrijkste dat het kind direct de goede zorg krijgt. Hierdoor worden
willen graag zoveel mogelijk informatie krijgen om alles goed te begrijpen en
kinderen en ouders overstroomd met informatie. Nadat het kind opgenomen
voorbereidt te zijn. Er is dus een groot verschil tussen de informatie behoefte
is en het diabetesteam de situatie onder controle heeft is er ruimte om
van het kind en die van de ouders. Volgens de Nederlandse Diabetes Federatie
goede educatie te starten voor de ouders. Maar het kind heeft hier pas echt
is het belangrijk dat zowel ouder als kind alle informatie krijgen. Dus de
behoefte aan op het moment dat het bijna naar huis mag. De twee weken
informatie onderwerpen en volgorde blijven hetzelfde. Alleen de inhoud en
na de diagnose worden gebruikt om de patiënt en de familie educatie te
diepgang moet aangepast worden aan de doelgroep.
geven over diabetes. Er zijn enorm veel vragen bij de ouders maar het is niet mogelijk om deze allemaal in een keer te beantwoorden. Daarom is er een
Buiten de theorie gaan kinderen door verschillende situaties van tegenstrijdige
splitsing gemaakt in primaire informatie en secundaire informatie. De primaire
verlangens als onzekerheid, angst, pijn, zorgen en schaamte. Net zoals bij de
informatie is:
vorige onderzoeksvraag speelt acceptatie hier een grote rol in. Als het kind diabetes type 1 weet te accepteren veranderd dit zijn gehele houding en
•
Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn?
•
Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
•
Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen?
Prikangst is iets wat veel speelt. Het is een angst die per kind vaak een andere
•
Hoe en wanneer moet ik koolhydraten tellen?
reden kan hebben. Uit de interviews wordt duidelijk dat de ouders die hier
•
Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp?
luchtig over doen naar de kinderen het minste last hiervan hebben.
•
Hoe reageert mijn lichaam op beweging?
gedrag.
51
Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/geïnteracteerd
Medium en Platform
worden met de doelgroep?
•
Eindproduct moet werken op een iPad
Uit dit hoofdstuk is dus duidelijk geworden hoe er gecommuniceerd
•
Ouders geven graag educatie vanuit een fysiek product omdat het
moet worden naar de doelgroep. Voor de duidelijkheid staan hier de
zichtbaar in een ruimte kan liggen/hangen
randvoorwaarden opgesomd.
•
Tone-of-voice
Vorm
•
Er moeten korte zinnen gebruikt worden (+/- 10 woorden)
•
•
Metaforen gebruiken voor begrijpbaarheid
mensen met weinig kennis over gezondheid evenveel in zich opnemen als
•
Beide doelgroepen (ouders en kinderen) hebben de educatie nodig
mensen met veel kennis over gezondheid.
•
Het vertrouwen van het kind moet op een bepaalde manier gewonnen
•
Uit onderzoek is gebleken dat educatie via animaties ervoor zorgt dat
worden
Met deze opsomming in het achterhoofd moet de communicatie naar de
lengte max +/- 1 minuut
doelgroep geoptimaliseerd kunnen worden.
Kleuren en stijl •
Blauw is de meest geliefde kleur onder de kinderen
•
Kinderen houden van primaire kleuren
•
Licht blauwe achtergrond met harde voorgrond kleuren werkt goed voor kinderen
•
Karakter moet grappig zijn met grote ogen. Deze trekken aandacht
•
Lettertype is puur een stijlkeuze. Is geen goed of fout in zolang het maar past bij de grafische stijl
•
Transmediaal
Eenvoudige 2D stijl met veel primaire kleuren valt in de smaak. De vormen en objecten zijn wel te herleiden naar de realiteit.
52
6.2 Aanbeveling Doelgroep
Product
1. De leeftijd van de doelgroep bijstellen van 4 tot 8 jaar naar 4 tot 7 jaar
8. De kinderen zit helemaal in de wereld van de tablets (vooral iPads) maar
2. Kinderen zijn hoofddoelgroep, maar ouders zijn ook belangrijk.
de ouders hebben nog graag een fysiek medium om vanuit te lezen. Dit
3. De informatie die de doelgroep krijgt, moet te koppelen zijn aan informatie
betekent dat een transmediaal product hier het meest geschikt voor is. Denk bijvoorbeeld aan Augmented Reality.
waarover de doelgroep al beschikt. Ga op zoek naar een metafoor om
9. Maak gebruik van animaties. Deze werken goed voor mensen met weinig
het verhaal zo duidelijk mogelijk te kunnen vertellen.
kennis over gezondheid.
4. Houd het verhaal luchtig en gebruik geen termen/jargon die vragen op
10. Ontwikkel een product dat in de eerste twee weken na de diagnose het
kunnen wekken
kind en de ouders stapsgewijs op weg helpt.
5. De primaire informatie is te verdelen in 5 onderwerpen:
11. Maak een educatiemiddel dat geschikt is voor zowel kinderen als ouders.
•
Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn?
•
Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
Wel hebben kinderen en ouders een andere informatie behoefte dus splits
•
Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen?
deze op. Hou dezelfde onderwerpen aan zodat ze op het zelfde moment
•
Hoe en wanneer moet ik koolhydraten tellen?
de informatie krijgen. Alleen de inhoud en diepgang moet aangepast
•
Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp?
worden aan ouder en kind.
•
Hoe reageert mijn lichaam op beweging? Vormgeving
6. Niet te veel aandacht geven aan prikangst. Prikken is helaas iets wat erbij
12. Maak veel gebruik van blauw. dit is de meest geliefde kleur onder de
hoort. Gewoon duidelijk vertellen waarom het nodig is
kinderen.
7. De ouders duidelijk maken dat acceptatie heel belangrijk is
13. Gebruik primaire kleuren, hier houden kinderen van. 14. Een licht blauwe achtergrond met primaire kleuren op de voorgrond werkt goed voor kinderen 15. Karakter moet grappig zijn met grote ogen. Deze trekken de aandacht. 16. Lettertype is puur een stijlkeuze. Is geen goed of fout in zolang het maar past bij de grafische stijl. 17. De eenvoudige 2D stijl met veel primaire kleuren valt in de smaak. Zorg dat vormen en objecten wel te herleiden zijn naar de realiteit.
53
Inleiding
Analyse
6 Conceptfase
57
6.1 Concept
58
6.2
60
Visuele Strategie
6.3 Verhaallijn
61
7
63
Grafische Stijl
7.1 Kleurenpallet
64
7.2 Karakters
65
7.3 Omgeving
66
7.4
Typografie
67
8
Van verhaallijn naar verhaal
69
8.1
Het verhaal
70
9
Stijltest en Conclusie
73
9.1
Grafische Stijltest
74
9.2 Conclusie
75
54
Ontwerp
Realisatie
Evaluatie
Op het einde van de analysefase is er vanuit de conclusie een aanbeveling uitgewerkt. Het is de kunst om deze aanbeveling om te zetten naar een goed concept. Vanuit het concept wordt er in de visuele strategie uitlegt hoe het project in grote lijnen vorm gaat krijgen. De visuele strategie zal gevolgd worden door de verhaallijn . Dit is een eerste aanzet naar het verhaal dat er verteld gaat worden. Nadat het verhaal klaar is kan er getekend en ontworpen worden. De keuzes die gemaakt zijn in het ontwerp staan beschreven in het hoofdstuk grafisch design. De ontwerpfase eindigt met het storyboard. Het storyboard is het uitgeschreven verhaal met daarbij statische illustraties. Het storyboard is een goed startpunt om over te gaan naar de realisatiefase.
55
Literatuur
6 56
6 CONCE PTFASE De conceptfase bestaat uit drie onderdelen. Het concept, de visuele strategie en de verhaallijn. In het concept wordt de visie gegeven over het eindproduct. In de visuele strategie wordt er meer ingegaan op de vorm van het concept. En in de verhaallijn wordt ruw beschreven wat er in het verhaal verteld gaat worden.
57
6.1 Concept De belangrijkste onderdelen in deze metafoor zijn:
Meneer Pienter en de Suikerfabriek is een transmediaal product dat op eenvoudige manier de juiste kennis en inzichten geeft aan kinderen van 4 tot 7
•
Meneer Pienter
het hoofdkarakter
•
Sullie
de insuline
Als kinderen voor de diagnose diabetes type 1 in het ziekenhuis komen zijn ze
•
Zoetje
de bloedsuiker (bloedglucose)
vaak doodziek. Er moet dan binnen een paar uur gehandeld worden. Er is hier
•
Suikerfabriek
de alvleesklier
jaar met de diagnose diabetes type 1 en hun ouders.
geen ruimte voor educatie. Er wordt door de dokter snel verteld wat er aan de hand is en dan gaat alles in een stroomversnelling. Pas wanneer het kind
Een kind kan zich ongeveer één minuut concentreren en dan is de aandacht
weer beter is en bijna naar huis mag komt dit product tot zijn recht. Nadat het
weer weg. Daarom is ervoor gekozen om de informatie op te delen in 8
kind naar huis mag gaat de verpleegkundige iedere dag voor een duur van 2
stappen. In deze stappen zitten ook kleine oefeningen zodat de ouders en de
weken even op bezoek om te kijken hoe alles gaat. Dit product ondersteunt de
verpleegkundige kunnen toetsen of het kind het allemaal nog begrijpt.
verpleegkundige in de educatie voor het kind en de ouders. Prikangst is een onderwerp waar kinderen niet te veel bij stil moeten staan. Het concept is geschikt voor kinderen van de leeftijd van 4 tot 7 jaar. Dit sluit
Daarom is er in dit concept voor gekozen om niet in te gaan op deze angst.
niet uit dat het product niet werkt voor kinderen die ouder zijn dan 7 jaar en
Wel wordt er uitgelegd waarom de prikjes nodig zijn en benadrukt om de
misschien zelfs voor ouders met lagere gezondheidskennis die het wel eens fijn
onwetendheid weg te halen bij het kind.
vinden om het in Jip en Janneke taal te horen. Als laatste maar misschien wel het belangrijkste onderwerp in dit hele verhaal Kinderen nemen dingen goed in zich op als ze de informatie kunnen koppelen
is acceptatie. Aan de ouders wordt uitgelegd dat dit een van de belangrijkste
aan informatie waarover ze al beschikken. Daarom wordt voor de kinderen het
aspecten is in het proces van diabetes type 1. Zodra ouders het kunnen
verhaal over diabetes in een metafoor uitgelegd. Er is voor gekozen om geen
accepteren zal hun houding en gedrag positief veranderen. Kinderen spiegelen
medische termen te gebruiken omdat die extra vragen kunnen oproepen.
zich hieraan en dit zal het allemaal een stuk dragelijker maken.
Omdat het verhaal al ingewikkeld genoeg is, moet dit voorkomen worden.
58
Transmediale storytelling Het product werkt met behulp van diverse media platformen. De diverse mediaplatformen bevatten ĂŠĂŠn verhaallijn, die gedurende een (zelf) bepaalde tijd te bekijken is.
59
6.2 Visuele strategie Het moeilijke van dit project is dat er eigenlijk twee doelgroepen zijn. De
een platte 2D stijl. Dit is een gangbare stijl in educatieve apps voor kinderen en
kinderen, maar ook de ouders. Beide hebben een andere informatiebehoefte
werkt op dit moment het beste.
maar toch moeten ze informatie over dezelfde onderwerpen krijgen. Meneer Pienter is het hoofdkarakter. Meneer Pienter is een slim en wijs karakter, De hoofddoelgroep van dit project zijn kinderen van 4 tot 7 jaar. Meneer
maar wel op een gezonde manier. Het wordt een blauw karakter met ronde
Pienter en de Suikerfabriek richt zich dan ook meer op het kind dan op de
vormen voor een toegankelijke uitstraling. Verder krijgt die grote ogen omdat
ouder. Kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar zitten compleet in de digitale
dit de aandacht trekt van de kinderen. Voor de rest wordt het in de uitstraling
wereld van de tablets. Maar omdat de ouders een grote rol spelen bij
een onzijdig figuur zodat jongens en meisjes zich hier toe aangetrokken voelen.
kinderdiabetes moet hier ook rekening mee gehouden worden. Ouders hebben nog steeds behoefte aan een fysiek product. Een geschikte manier om digitale
Meneer Pienter heeft twee vriendjes waarmee die het Verhaal uitlegt. Sullie
informatie en een fysiek product te combineren is Augmented Reality.
en Zoetje. Sullie staat voor insuline en Zoetje staat voor suiker. Sullie heeft een klunzig maar lomp karakter. Zoetje is altijd vrolijk. Doordat ze allemaal een sterke eigen persoonlijkheid hebben wordt het een komisch maar interessant verhaal.
Met Augmented Reality is het mogelijk om de fysieke wereld te verrijken met digitale informatie. Er is dus voor gekozen om het product uit te werken in een fysiek boekje geĂŻmplementeerd met Augmented Reality. Voor de kinderen zitten er animaties verstopt achter de afbeeldingen die tevoorschijn komen d.m.v. een app. Voor de ouders zijn er korte theoretische teksten zodat ze de parallel kunnen trekken naar de realiteit. In dit project is er gekozen voor de Augemented Reality app Zappar. Hier is voor gekozen omdat het een kindvriendelijke uitstraling en gebruikswijze heeft. Je bekijkt het boekje door de camera van de tablet op het beeldscherm. Hierdoor verschijnt de achterliggende informatie op het beeldscherm. Het product krijgt over het algemeen een licht blauwe uitstraling. Licht blauw is een kleur die toegankelijk werkt. Ook is blauw de meest geliefde kleur onder de kinderen. De karakters en de omgeving wordt aangekleed met primaire kleuren omdat kinderen zich hier toe aangetrokken voelen. Verder is er gekozen voor
60
6.3 Verhaallijn 1. Introductie
Meneer Pienter en de Suikerfabriek is een educatiemiddel voor kinderen met diabetes type 1, maar ook voor de ouders. Meneer Pienter legt met behulp van
2. Wat gebeurt er?
zijn twee vriendjes, Sullie en Zoetje, uit wat er gebeurt als je diabetes hebt en hoe je hiermee om moet gaan. Uit onderzoek is gebleken dat de volgende 6
• Wat gebeurt er allemaal met jouw?
onderdelen het belangrijkste zijn:
• Wat is diabetes?
1. Wat is diabetes type 1 en wat betekent dit voor de lange termijn?
• Oefening 1
2. Hoe meet ik mijn bloedsuiker en wat betekent de uitslag?
3. Zoetjes en Sullies
3. Wat zijn hypo’s en hypers en wat moet ik daarbij doen? 4. Hoe en wanneer moet ik koolhydraten tellen?
• Waarom krijg je steeds prikjes?
5. Insuline toedienen, via een spuit of een insulinepomp? 6. Hoe reageert mijn lichaam op beweging?
• Spuitjes en Pompjes
Voor het kind is het ook belangrijk om deze informatie te krijgen, maar lang niet
• Oefening 2 4. Snoepen
zo diepgaand als de ouders. Ook is uit het onderzoek gebleken dat een kind zich niet lang kan concentreren. Daarom is het noodzakelijk dat de content uitgesmeerd wordt over meerdere onderdelen. De 6 eerder genoemde punten
• Mag jij nog snoepen en naar kinderfeestjes?
zijn samen met de verpleegkundige voor de kinderen herschreven naar de
• Waarom voel jij je soms niet lekker?
onderdelen hier rechts van de pagina.
• Oefening 3
In het eerste onderdeel is een korte introductie met het product en worden
5. Sport en beweging
de karakters voorgesteld. In het onderdeel ‘wat gebeurt er?’ wordt er begrip
• Mag jij nog sporten en buiten spelen?
getoond voor de situatie van het kind en wordt het kind gerustgesteld. Verder wordt uitgelegd aan de hand van de metafoor met de suikerfabriek wat
6. Afsluiting
er aan de hand is als je diabetes hebt. Bij ‘Zoetjes en Sullies’ wordt er dieper
• Even kort herhalen
ingegaan op bloedsuikers, prikjes en spuitjes. Bij ‘snoepen’ wordt er ingegaan op voeding en waarom het kind zich soms niet lekker voelt. Vervolgens komt er een klein stukje over sport en beweging aan bod. En als afsluiting is er een korte herhaling van wat het kind nu allemaal gezien heeft.
61
7 62
7 GRAF ISCH E STIJ L Nu het concept, de visuele strategie en de verhaallijn concreet is, kan er overgegaan worden naar de grafische stijl. De gehele grafische stijl wordt gemaakt in Adobe Illustrator. Uit onderzoek werd duidelijk dat een simpele 2D stijl met leuke karakters en ronde vormen in de smaak valt. Er is dus voor gekozen om een eenvoudige 2D stijl te gebruiken met een grappige uitstraling. Om deze stijl uit te werken is er eerst een kleurenpalet nodig die aansluit bij de grafische stijl. Het kleurenpalet wordt gevolgt door illustraties van de karakters en omgeving. In dit project zijn geen schetsen gemaakt maar alles is direct getekend in Adobe Illustrator. De grafische stijl wordt hierdoor sterker omdat alle onderdelen vanuit basisvormen (vierkantjes, rondjes, lijnen) worden worden getekend en dit geheel herkenbaar terug komt in alle illustraties. Na het maken van de eerste (belangrijkste) illustraties wordt er een bijpassend font gezocht. Al deze onderdelen samen resulteren in een storyboard. Het storyboard vormt de basis voor de realisatiefase.
63
7.1 Kleurenpallet Uit het onderzoek is gebleken dat blauw de meest geliefde kleur onder de
De middelste rij is afgeleid van de primaire kleuren uit de keuzetest in de
Nederlandse kinderen is. Verder werd duidelijk dat een licht blauwe achtergrond
analyse fase. Wel zijn ze een beetje naar elkaar toe getrokken zodat ze beter
met harde voorgrond kleuren goed werkt bij kinderen. En uit de keuzetest is
met elkaar samenwerken. Vanuit rij 2 zijn er schaduw kleuren (rij 1) en highlight
gebleken dat kinderen van primaire kleuren houden. Aan de hand van deze
kleuren(rij 3) toegevoegd.
bevindingen is het kleurenpalet in figuur 7.1 samengesteld.
#2FA097
#3A5F6C
#616160
#E8CC01
#D20E3D
#2FA097
#41B8B5
#89BDD7
#B5B5B4
#F4E72A
#DD2E54
#85BD44
#A1D6D8
#C2E4F2
#FFFFFF
#F7E750
#EB5D7F
#AACC6C
Figuur 7.1 - kleurenpallet
64
7.2 Karakters Nu het kleurenpalet klaar is, kan er getekend worden. In het verhaal van Meneer
Uit onderzoek is gebleken dat grote ogen de aandacht trekken van de
Pienter en de Suikerfabriek zitten drie karakters: Meneer Pienter (hoofdkarakter
doelgroep. Het is belangrijk dat het kind zich aangetrokken voelt tot de
- figuur 7.,2), Sullie (insuline - figuur 7.3) en Zoetje (Bloedsuikers/glucose - figuur
karakters. Is het niet tot het uiterlijk, dan is het wel tot het innerlijk. Verder
7.4). Voordat er getekend kan worden is het belangrijk om uit te schrijven wat
moeten het karakters zijn die jongens en meisjes aanspreekt. Hierdoor blijven
de kenmerken zijn van ieder karakter. De kenmerken staan in de afbeeldingen
twee keuzes over. Of het worden onzijdige dieren of het worden monstertjes.
hieronder uitgeschreven. Op deze manier worden het ook echt karakters.
Met deze randvoorwaarden hebben de karakters uiteindelijk de volgende vorm gekregen.
MENEER PIENTER
SULLIE
ZOETJE
Slim Verstandig Vertrouwd/voorbeeld Normaal Blauw (de meest geliefde kleur)
Harde werker van de fabriek Groot en sterk Klunzig Grappig Groen (de kleur van doorgaan en actie)
Klein Vrolijk Actief/springerig Lief Wit (de kleur van suiker)
Figuur 7.2 - Ontwerp Meneer Pienter
Figuur 7.3 - Ontwerp Sullie
65
Figuur 7.4 - Ontwerp Zoetje
7.3 Omgeving Buiten de karakters is er ook een hele omgeving waarin het verhaal zich
De Sullies moeten op een grappige manier ervoor zorgen dat de Zoetjes de
afspeelt. Bij Meneer Pienter en de Suikerfabriek staat de Suikerfabriek van figuur
fabriek in komen. Deze Zoetjes moeten worden opgenomen door de fabriek.
7.5 centraal. In figuur 7.6 zijn de Sullies zichtbaar. Zij zijn de harde werkers van de
Met al deze randvoorwaarden heeft de omgeving uiteindelijk de volgende
fabriek. Deze moeten de Zoetjes de fabriek in helpen. De Zoetjes moeten dus
vorm gekregen.
een weg hebben naar de fabriek.
Figuur 7.5 - Buitenkant Suikerfabriek
Figuur 7.6 - Binnenkant Suikerfabriek
66
7.4 Typografie Uit onderzoek is gebleken dat lettertype samenhangt met de keuze van de
Letters die een goed contrast geven tegenover de achtergrond zijn
grafische stijl. In de illustraties komen vaak titels te staan die voor een drukke
dikke letters die er goed uit zien met outlines. Buiten de titels zullen er ook
achtergrond komen te staan. Deze titels moeten speels zijn maar ook zeer
opsommingen en tekstjes in de illustraties komen die gewoon duidelijk leesbaar
goed leesbaar en een groot contrast vormen tegenover de achtergrond
moeten zijn (figuur 9.4). Er zijn dus twee verschillende Fonts uitgekozen.
(figuur 9.3).
Speels en contrastvol font
Rustig en duidelijk font
BUMPO is een dikke maar speelse letter. Met een extra zware, maar vriendelijke persoonlijkheid, werkt BUMPO goed bij communicatie voor kinderen. Verder is het een letter die hand in hand gaat met outlines en felle kleuren. Dit heeft die voornamelijk te danken aan zijn dikke en speelse kapitalen. Deze letter bestaat ook alleen maar uit kapitalen.
NANAMI ROUNDED is afkomstig van de font family NANAMI. NANAMI ROUNDED is een duidelijke letter met een vriendelijke uitstraling. Er is gekozen voor deze letter omdat die past bij de ronde vormen in de grafische stijl. Verder straalt deze letter positiviteit en vriendelijkheid uit. Deze uitstraling heeft die te danken aan zijn ronde vormen. Deze ronde vormen worden gecreĂŤerd doordat de onderkast van deze letter breder is dan de meeste fonts en dat alle hoekjes zijn afgerond met een kleine radius. Verder is dit een letter die goed tot zijn recht komt in titels, maar ook in lange teksten.
NANAMI ROUNDED
BUMPO
Alle teksten worden geschreven in Nanami Rounded Extra light
Figuur 9.3 - Font Bumpo
Figuur 9.4 - Font Nanami Rounded
67
8
8 VAN VE RHAALLIJ N NAAR VE RHAAL In dit hoofdstuk wordt de verhaallijn samengevoegd met de grafische stijl. Het verhaal wordt uiteindelijk uitgewerkt in een storyboard. Dit storyboard bestaat uit het beeld, de voice-over van Meneer Pienter en de informatie voor de ouders.
69
8.1 Het verhaal 1. Introductie
De verhaallijn bestaat uit 6 onderdelen. Al deze onderdelen zijn opgedeeld in subonderdelen. Aan de hand van de onderdelen hier rechts is het verhaal
2. Wat gebeurt er?
geschreven.
• Wat gebeurt er allemaal met jouw?
In het verhaal was het belangrijk dat het als eerste de aandacht trekt. Daarna
• Wat is diabetes?
moet het vertrouwen van het kind gewonnen worden. Vervolgens wordt er pas overgegaan op het onderwerp diabetes. Uiteindelijk moet het verhaal
• Oefening 1
vertaald worden naar beeld. Het is belangrijk dat deze beelden voldoen aan
3. Zoetjes en Sullies
de grafische stijl. Per onderdeel is er één beeld gemaakt dat duidelijk weer geeft hoe het onderdeel vorm gaat krijgen. In figuur 8.1 zie je hier het resultaat
• Waarom krijg je steeds prikjes?
van. Het beeld samen met het verhaal vormd het storyboard. Deze is te vinden
• Spuitjes en Pompjes
in bijlage 5. Ook is er voor de ouders per onderdeel een stuk tekst/informatie. Deze tekst staat uitgewerkt in bijlage 6.
• Oefening 2 4. Snoepen • Mag jij nog snoepen en naar kinderfeestjes? • Waarom voel jij je soms niet lekker? • Oefening 3 5. Sport en beweging • Mag jij nog sporten en buiten spelen? 6. Afsluiting • Even kort herhalen
70
Figuur 8.1 - beelden storyboard
71
9 72
9 STIJ LTEST & CONCLUSI E Op het einde van de ontwerpfase is het belangrijk dat de grafische stijl wordt getest. De uitkomsten van deze test kunnen meegenomen worden naar de realisatiefase.
73
9.1 Grafische stijltest Nu er een hele grafische stijl is ontwikkeld is het belangrijk dat deze ook in de smaak valt. In deze test zijn de eerste illustraties voorgelegd aan 5 verschillende kinderen van de leeftijd 4 tot 7 jaar. Hier zaten ook kinderen tussen die geen diabetes hebben. Voor deze test is dat geen probleem omdat het puur om de uitstraling gaat en niet om de inhoud. De illustraties zijn direct op de iPad voorgelegd omdat dit uiteindelijk het medium zal zijn waarop ze komen te staan. Pedagogisch medewerkster Katinka Ritzerveld zegt dat bij kinderen een fysieke reactie meer zegt dan wat ze vertellen. Ook is uit de interviews gebleken dat kinderen van deze leeftijd veel moeite hebben met het onderbouwen van hun mening. Daarom is ervoor gekozen om puur te kijken naar de reacties van de kinderen.
74
9.2 Conclusie Méér als de duim hier rechts is er bijna niet over te vertellen. Ieder kind was direct positief. Dit was te zien aan de glimlach op de gezichten. Ook triggerde de grafische stijl de kinderen om er direct mee aan de slag te gaan. Dit werd duidelijk omdat ze direct tikte op de verschillende karakters.
Het lievelingskarakter van de kinderen werd ook al snel duidelijk. Bij 4 van de 5 kinderen ging de aandacht direct naar Zoetje. Van deze 4 kinderen zeiden 2 dat dit kwam omdat hij het meest op een snoepje lijkt. De andere 2 konden niet vertellen waarom. Voor de rest werd snel duidelijk dat de grafische stijl in combinatie met de iPad ervoor zorgde dat de aandacht er goed bij bleef. Alle kinderen bleven aandachtig kijken naar de verschillende illustraties. Conclusie, een geslaagde test!
75
Inleiding
10
Analyse
Het boekje
79
10.1 Afmetingen
80
10.2 Grafische opmaak
80
10.3 Augmented Reality
81
11 Animaties
83
11.1 Audio
84
11.2 Beweging
85
12
Test & Conclusie
87
12.1
Testsessie Roos
88
12.2 Testsessie Mika
89
12.3 Conclusie Testsessie
90
76
Ontwerp
Realisatie
Evaluatie
De ontwerpfase heeft een goede basis gevormd voor de realisatiefase. In de realisatiefase worden alle ingrediĂŤnten van de ontwerpfase bij elkaar gepakt om het geheel tot leven te wekken. Hiervoor is een aantal onderdelen belangrijk: het boekje, de animaties en de Augmented Reality. In de realisatiefase worden al deze onderdelen uitgewerkt en bij elkaar gevoegd. Aan het einde van de realisatiefase wordt het product met de doelgroep getest.
77
Literatuur
10 78
10 H ET BOE KJ E Het boekje is een belangrijk onderdeel van dit project. Dit is het eerste wat iemand te zien krijgt als die in aanraking komt met het project. Het moet er voor het oog dus aantrekkelijk uitzien, maar de look and feel van Meneer Pienter en de Suikerfabriek moet ook direct duidelijk zijn. Verder moet er goed nagedacht worden over de afmetingen, de grafische opmaak, de afwerking en de stoot bestendigheid.
79
10.1 Afmetingen
10.2
Grafische opmaak
Het boekje moet van een handzaam formaat zijn. Voor de ouders moet er
Uitstraling
genoeg tekstuele content in kunnen staan en voor de kinderen moeten er grote
Het boekje moet een luchtige uitstraling hebben. Bij het openklappen van het
afbeeldingen in komen. Verder gaan de kinderen in de meeste gevallen de
boekje moet duidelijk zijn wat er behandeld gaat worden, een introductie van
afbeeldingen scannen met een tablet. Van alle kinderen die betrokken waren
het verhaal en een korte uitleg van Zappar. Het is de kunst om dit in zo weinig
bij het onderzoek, had bijna iedereen een iPad. Zoals je in figuur 9.1 en 9.2 ziet ,
mogelijk content te doen. Het moet niet een hele opdracht op zichzelf worden.
heeft de iPad (mini) een ratio 3:4. Om het boekje goed samen te laten werken
In figuur 9.3 is in een mock-up te zien.
met de iPad is ervoor gekozen om het boekje ook 3:4 maken. Zo kunnen de animaties het hele scherm van de iPad vullen. Een product dat qua uitwerking in
Grafische vorm
de buurt komt van boekje zijn notitieboekjes met een ringbandje. Er is gekeken
Ook moet op iedere pagina de voortgang duidelijk zijn. Dus de gebruiker moet
naar verschillende notitieboekjes. Na verschillende notitieboekjes te vergelijken
duidelijk zien waar die zich in het boekje bevindt. Er is voor gekozen om dit
was de conclusie dat een A5 boekje het meest handzaamst is waar nog steeds
d.m.v. tabs te doen aan de bovenkant van iedere pagina. Ook moeten de 5
genoeg content op kwijt kan. Maar een A5 formaat heeft geen ratio 3:4.
verschillende onderdelen zich duidelijk onderscheiden van elkaar. De gebruiker
Na het spelen en schalen met een A5 formaat is hier uiteindelijk de afmeting
ziet door de tabs al precies waar die zich bevindt. Om dit nog duidelijker te
220mm*165mm uitgekomen.
maken is er gekozen om dit met kleuren te doen. De titels en teksten voor de ouders zijn in het font NANAMI ROUNDED gezet. Het font komt goed tot zijn recht in titels, maar ook in lange teksten. Voor de kinderen is het font BUMPO gebruikt. Dit font vormt een groot contrast tegenover de achtergrond en blijft dus goed leesbaar. Zie hoofdstuk 10.4 typografie.
Figuur 9.1 - iPad mini
Figuur 9.2 - iPad
80
10.3
Augmented Reality
Afwerkkeuze
In de visuele strategie staat beschreven dat er gekozen is voor Augmented
Nu de vormgeving van het boekje duidelijk is, moet dit ook nog gerealiseerd
Reality (AR). AR is een technologie die de realiteit en de virtuele wereld met
worden. Er moeten dus keuzes worden gemaakt in de afwerking. Na het maken
elkaar verbindt. In het Nederlands betekent ‘Augmented Reality’ letterlijk: verrijkte
van een simpele dummie met normaal papier werd als snel duidelijk dat de
werkelijkheid. Het is dus een mix van de realiteit met een virtuele toevoeging of
pagina’s meer body moesten krijgen. Het uiteindelijke product krijgt een harde
verrijking. AR werkt altijd in combinatie met een Applicatie. Er zijn inmiddels veel
voor en achterkant. De bladzijdes worden afgedrukt op 300 grams papier.
geschikte apps op de markt die hiervoor gebruikt kunnen worden.
Hierdoor wordt het een handzaam en stevig boekje dat tegen een stootje kan. Zodra het boekje opengeklapt wordt moet het direct goed plat blijven liggen.
In dit project is er gekozen voor de applicatie Zappar. Zappar is geen
Er is gekozen om een ringband te plaatsen in de bovenkant van het boekje. Zo
marktleider, maar is upcoming. Zij hebben een speelse maar duidelijke
klap je ook echt de bladzijdes om en blijven ze direct plat liggen.
uitstraling waardoor het direct aansluit bij de stijl van dit project. Met Zapworks (figuur 9.4) kan er digitale informatie zoals video’s, afbeeldingen, links etc. gekoppeld worden aan het boekje. Bij Meneer Pienter en de Suikerfabriek gaat het ervoor zorgen dat de animaties, die verstopt zitten achter de illustraties, tevoorschijn komen. Augment Reality zorgt voor een extra belevenis waardoor het project nog interessanter wordt voor de gebruikers.
Figuur 9.3 - Mock-up boekje
Figuur 9.4 - Zappar
81
11 82
11 AN I MATI ES Nu het fysieke product vorm heeft gekregen is het belangrijk dat het storyboard vertaald wordt naar animaties. Ieder beeld in het storyboard wordt een kleine animatie. Animaties bestaan uit audio en beweging. In dit hoofdstuk staat hoe deze onderdelen vorm hebben krijgen.
83
11.1 Audio De audio in de animaties bestaat uit twee soorten audio. De voice-over en
Om inzicht te krijgen of de voice-over goed werkt met de grafische stijl is er
de sound-effects. Er is bewust voor gekozen om er geen achtergrond muziek
een demo gemaakt. Deze demo is aan meerdere kinderen laten luisteren en ze
achter te zetten. Er gebeurt al enorm veel en achtergrondmuziek zou dan
werden er allemaal zeer enthousiast van. Door op figuur 10.1 te klikken is deze
alleen maar afleiden van de content, terwijl de content het belangrijkste is van
demo te beluisteren.
de animaties. Alle audio wordt verwerkt via Adobe Audition. Sound-effects Voice-over
Sound-effects zijn kunstmatig gecreĂŤerde of gemanipuleerde geluiden. Ze
Omdat Meneer Pienter een lang verhaal gaat vertellen is het noodzakelijk
zijn onbewust. Je neemt ze onbewust in je op, maar als ze er niet zijn dan
dat er een goede voice-over onder komt. In het hoofdstuk Karakters staan
merk je wel dat er iets mist. Sound-effects zorgen ervoor dat de beweging
een aantal eigenschappen van Meneer Pienter beschreven: slim, verstandig,
en de acties meer volume krijgen. In deze animaties zijn ze dus essentieel.
vertrouwd/voorbeeld en normaal. Deze eigenschappen moeten ook naar voren
Er is een Suikerfabriek die echt moet gaan draaien. Er zijn Zoetjes die de
komen als je zijn stem hoort. Maar het moet ook een stem zijn die de aandacht
fabriek in stuiteren. Er worden Sullies terug de Suikerfabriek ingezogen. Als deze
van de kinderen vasthoudt.
bewegingen worden sterker zodra er geluidseffecten onder komen.
� Figuur 10.1 - Link demo voice-over
84
11.2 Beweging Nadat alle illustraties zijn gemaakt moet het allemaal gaan bewegen. Eerst
Hierbij is het belangrijk dat alles op een grappige manier gaat bewegen.
worden de illustraties in Adobe Illustrator opgeknipt in losse lagen (figuur 10.2).
Het mag allemaal redelijk overdreven stuiteren, buigen en doorschieten. De
Deze worden ingeladen in Adobe After Effects. In dit programma worden de
beweging van de karakters is zeer belangrijk voor het eindresultaat.
verschillende lagen geanimeerd (figuur 10.3).
Figuur 10.2 - Adobe Illustrator lagen
Figuur 10.3 - Adobe Aftereffects tijdlijn
85
12 86
12 TEST & CONCLUSI E Nadat de animaties d.m.v. Augmented Reality geïmplementeerd zijn in het boekje, kan er getest worden. Deze testsessies worden gedaan met kinderen die in de analysefase geïnterviewd zijn. Het boekje zal in de toekomst vooral gebruikt worden in een vertrouwde omgeving van het kind met diabetes type 1. De testsessies zijn dus ook bij de kinderen thuis gedaan op een plek in de woonkamer waar ze zichzelf goed bij voelen. Dit was dus vooral de bank. Het boekje moet gebruikt worden zonder enige voorkennis over de werkwijze hiervan. Daardoor is de keuze gemaakt om bij de testsessies niet te sturen, maar om ze het boekje in handen te geven en te observeren hoe ze hiermee aan de slag gaan. Voor de testsessie is alleen gezegd dat er geobserveerd zal worden en of de testpersonen hardop willen denken. Hieronder zie je een aantal foto’s van de testsessies met daarbij de bevindingen.
87
12.1 Testsessie Roos •
De eerste testsessie is gedaan mot Roos Verschoor (7 jaar) en haar moeder
Na de eerste Zap weten ze niet hoe dat die moet stoppen en hoe ze de volgende Zap kunnen doen.
Wendy (figuur 11.1). Roos heeft al een vanaf dat ze 2 jaar was diabetes type 1. Uit de interviews in het onderzoek werd duidelijk dat Roos nog niet precies kon
•
Het is in het begin nog even lastig hoe dat ze de video op full screen krijgen.
uitleggen wat ze had. Hier volgt een opsomming van bevindingen:
•
De video stopt niet automatisch. Dit heeft het voordeel dat de ouder verder kan lezen en het kind de video overnieuw kijkt. Maar ook het nadeel omdat het kind verder wil naar de volgende video.
•
Eerste indruk: zeer vrolijk en kiest direct een lievelingskarakter. (Zoetje)
•
De inleidende tekst was niet geheel duidelijk. Hier moet duidelijk verteld
•
De kleuren zijn in de animatie anders als op het boekje.
worden welke informatie voor de ouders is en welke voor het kind.
•
Zowel Roos als haar moeder waren zeer enthousiast. Roos snapte de video’s
•
Voor de ouders is ……
helemaal en kon zo de oefenopdrachten maken. Zelfs de laatste omdat ze
•
Voor de kinderen is …....
alles wat ze gezien had goed kon reflecteren op zichzelf.
•
Na de installatie van de Zappar app is niet direct duidelijk wat er nu gezapt moet worden. De Zapcode bij de tekst was voor hun het eerste waar ze aan dachten.
Figuur 11.1 - Foto’s testsessie Roos
88
12.2 Testsessie Mika •
De tweede testsessie is gedaan mot Mike Krijntjens (5 jaar) en zijn moeder
De moeder van Mika legt uit dat het lastig is om met Mika ergens de
Katinka (figuur 11.2). Mika heeft 3 jaar geleden de diagnose diabetes type 1
aandacht bij te houden. En dat het uniek was hoe ze hem vandaag bezig
gekregen. Uit de interviews in het onderzoek werd duidelijk dat die nog niet
zag met dit product. Hij heeft alle video’s wel drie keer bekeken en vond het
uit kon leggen wat diabetes precies was. Hier volgt een opsomming van
een leuke ervaring om te Zappen. •
bevindingen:
Verder was het voor de moeder een product waar ze erg veel aan gehad op het moment dat ze nog in het ziekenhuis was geweest. Op dit moment
•
Direct enthousiast over de stijl en kiest ook direct een lievelingskarakter.
gaat het weer net iets beter met de kinderen maar hebben ze geen idee
•
Na het lezen van de stappen weet moeder direct wat er gezapt moet
wat er allemaal aan de hand is. Als Mika hier toen mee had kunnen spelen
worden. Wel zapt ze niet de afbeelding maar alleen de code van dichtbij.
was die hele onwetendheid weg geweest. •
Hierdoor ziet ze de animatie niet verschijnen. • •
Na de testsessies noemde Mika het pompje wat die draagt “mijn eigen
Het is niet duidelijk dat het bekijken van het product verspreid mag worden
suikerfabriekje buiten de buik”. Twee dagen later stuurde Katinka een
over meerdere dagen. Ze vonden het dus erg veel informatie in een keer.
berichtje dat Mika het verhaaltje tot in de details aan het vertellen was
Moeite met het scherm te vergroten.
aan zijn opa en oma.
Figuur 11.2 - Foto’s Testsessie Mika
89
12.3
Conclusie
Over het algemeen waren de resultaten van de testsessies een succes.
Voor de moeder van Roos was de inleidende tekst niet geheel duidelijk. Vooral
Hieronder staan in het kort de overeenkomsten en verschillen uit beide
over welk gedeelte voor de ouders was en welk gedeelte voor de kinderen was.
testsessies, gevolgd door de aanpassingen.
Ze merkte het op dat er verschil zat in de kleur blauw van het boekje en in die van de animaties.
Overeenkomsten beide testsessies De werkwijze van Zappar was in het begin niet direct duidelijk. Vooral hoe de
De moeders en kinderen werden heel enthousiast van het product en zien er
afbeeldingen gescand moeten worden en hoe het naar full screen moet. Na
allemaal de toegevoegde waarde van in.
twee keer Zappen ging dit wel helemaal soepel. Mika was 2 jaar jonger dan Roos. Maar ondanks het leeftijdsverschil was er
Aanpassingen aan product
geen verschil in reactie. Beide waren ze heel erg enthousiast en hadden ze direct een lievelingskarakter (Zoetje). Na twee keer Zappen wisten ze precies hoe het allemaal werkte en konden ze het zelfstandig gebruiken. Iedere keer als Meneer Pienter Doeidoei zei dan zeiden ze beide Doeidoei terug.
1
Beide kinderen snapte het verhaal en konden het reflecteren op zichzelf. De tone-of-voice was perfect en duidelijk. Het visuele gedeelte trok ook heel erg
De introductie moet herschreven worden.
De stappen hoe Zappar werkt moeten nog
de aandacht waardoor ze geconcentreerd bleven kijken.
duidelijker uitgewerkt worden. In de testsessies
2
Beide moeders vonden het fijn dat er eindelijk een product was dat op niveau van het kind uit kon leggen wat er met hun aan de hand is. En dit hadden ze nog met geen enkele educatie ervaren.
gingen beide testpersonen de Zapcode scannen in de instructies. Een kleine instructie video die verschijnt bij het scannen van die Zapcode zal ervoor zorgen dat de werking van Zappar duidelijk wordt.
Verschillen beide testsessies Bij Roos ging de moeder direct het bovenstuk met Roos lezen maar dit komt
3
vooral omdat Roos op het moment in een fase zit dat ze leert lezen. Maar Roos heeft ook al iets langer Diabetes dus voor haar zijn het geen onbekende termen.
90
Er moet gekeken worden waar het aan ligt dat de kleuren anders zijn.
Wat gebeurt er?
Zoetjes & Sullies
Snoepen
Sport & beweging
3
1
Introductie
Hoe werkt het?
Meneer Pienter en de Suikerfabriek is een educatiemiddel voor kinderen in de leeftijd van 4 - 7 jaar met diabetes type 1.
1. Download Zappar App
Meneer Pienter en de Suikerfabriek
Voor de ouders is er bij ieder onderdeel teksttueel op de bovenste pagina de theorie uitgelegd. Voor de kinderen wordt alles stap voor stap uitgelegd op een eenvoudige manier in de vorm van animatie video’s. Deze animaties verschijnen door de stappen hier rechts te volgen.
2 Start Zappar App
Meneer Pienter is het hoofdpersonage die het hele verhaal uitlegt. Hij doet dit met behulp van zijn vriendjes Sullie (de insuline) en Zoetje (de bloedsuiker/bloedglucose). De Suikerfabriek in dit verhaal is in realiteit de alvleesklier.
3 Scan deze zapcode
Op het einde van ieder onderdeel zijn er korte oefeningen om te testen of jouw kind het begrepen heeft.
4 Klik op video voor full-screen
Meneer Pienter gaat jullie helpen meer inzicht te krijgen over wat diabetes type 1 is en wat er allemaal bij komt kijken.
91
2
Kort herhalen
Inleiding
Analyse
13
Evaluatie
95
14
Reflectie
97
92
Ontwerp
Realisatie
Evaluatie
In de evaluatie wordt gekeken of de probleemstelling beantwoord is, de doelstelling behaald is en of de belanghebbende partijen tevreden zijn. Uiteindelijk wordt de evaluatie afgesloten met een reflectie. In deze reflectie wordt teruggekeken op de gehele afstudeerperiode. Het doel van deze reflectie is om bewust te worden van mijn eigen handelen en gedrag. Deze reflectie kan ik meenemen om toekomstige beroepssituaties te verbeteren.
93
Literatuur
13 94
13 Evaluatie Probleemstelling
Doelstelling
De probleemstelling was:
De doelstelling van dit project was om binnen 20 weken een product te ontwikkelen dat de ouders samen met hun kind kunnen gebruiken om de juiste
Hoe kunnen kinderen van 4 tot 8 jaar met diabetes type 1, d.m.v. een
kennis en inzichten te krijgen over diabetes type 1, zodat ze weten waar ze aan
multimediale oplossing, de juiste kennis en inzichten krijgen, zodat ze weten
toe zijn en het kunnen accepteren. Deze doelstelling is behaald!
waar ze aan toe zijn en het kunnen accepteren? De ultieme doelstelling was het ontwikkelen van een product dat niet alleen Om deze probleemstelling te beantwoorden is er eerst onderzoek gedaan aan
toe te passen is op kinderdiabetes maar ook toepassingsmogelijkheden heeft
de hand van de volgende 4 onderzoeksvragen.
voor andere chronische ziekten. Daarbij moet het dus ook een product zijn dat niet gespecificeerd wordt op Zuyderland zodat uiteindelijk ook andere
1. Wat is diabetes type 1?
organisaties/instellingen het product kunnen gaan gebruiken. Deze doelstelling
2. Wat is het profiel van mijn doelgroep en in welke leeftijdsfase bevinden ze
is ook behaald. Het is een op zichzelf staan product geworden. Meneer Pienter en de Suikerfabriek heeft een hoofdkarakter dat ingezet kan worden voor
zich? 3. Hoe gaat de doelgroep om met diabetes type 1?
verschillende chronische kinderziektes. Bij iedere chronische ziektes kunnen
4. Op welke manier kan er het beste gecommuniceerd/geĂŻnteracteerd
nieuwe vriendjes (karakters) ontwikkeld worden waarmee Meneer Pienter de informatie overbrengt. Het zou zelfs doorgroeimogelijkheden hebben voor leuke
worden met de doelgroep?
merchandising. Denk hierbij aan knuffels, broodtrommels, posters van Meneer Pienter etc.
Al deze onderzoeksvragen zijn in de conclusie van de analyse beantwoord. Deze antwoorden zijn vertaald naar een aanbeveling. Vanuit deze aanbeveling is het concept Meneer Pienter en de Suikerfabriek ontstaan. Uit de resultaten van de
Belanghebbende partijen
testsessies is gebleken dat de doelgroep aan de hand van Meneer Pienter en
In dit project waren er meerdere belanghebbende partijen. De grootste
de Suikerfabriek de juiste kennis en inzichten kregen. Hierdoor snapte ze beter
belanghebbende partij is Zuyderland Heerlen. Zij zijn heel erg tevreden met het
wat er met hun aan de hand is en weten ze waar ze aan toe zijn. Dit betekent
resultaat. Als de laatste aanpassingen die uit de testsessies verwerkt zijn in het
dat de probleemstelling met succes beantwoord is.
project kunnen zij Meneer Pienter en de Suikerfabriek gaan gebruiken. Behandeling Begrepen wil het project graag als case gebruiken. Met deze case kan Behandeling Begrepen zijn kennis en netwerk uitbreiden.
95
14 96
14 Reflectie In deze reflectie zal ik een paar belangrijke punten uit de afstudeerperiode
Communicatie
bespreken waar ik het meeste van heb geleerd.
Iedere twee weken heb ik alle betrokkenen geĂźpdate over de status van het project. Dit heeft ervoor gezorgd dat iedereen steeds wist waar ik mee
Onderzoeksvragen
bezig was. Ook zorgde het ervoor dat ik zelf een overzicht kreeg van wat ik
De onderzoeksvragen waar ik de afstudeerperiode mee inging hadden te veel
de laatste twee weken nu precies gedaan had en wat mij de komende twee
overlap. Zo was er geen duidelijke structuur waardoor in de eerste weken niet
weken te wachten stond. Ik ben blij dat ik op deze manier gecommuniceerd
lekker van start ben gegaan. Daarna heb ik met een oud CMD student de
heb. Ondanks dat ik met veel verschillende partijen heb samengewerkt is dit
onderzoeksvragen goed bekeken en aangepast. Dit heeft ervoor gezorgd dat
geen belemmering geweest voor de voortgang van mijn project. Sterker nog,
ik een goede start had voor de analysefase. Als ik in de toekomst een case krijg
door de expertise van de verschillende beroepsprofessionals heeft het me zelf
waar onderzoek voor gedaan moet worden, ga ik hier beter op letten.
geholpen om het project naar een hoger level te tillen.
Planning
Persoonlijke reflectie
Door de onderzoeksvragen die ik in het begin had ben ik later op gang
Ik ben tevreden over de afgelopen afstudeerperiode en het uiteindelijke
gekomen dan gehoopt. Hierdoor is de analysefase een stuk uitgelopen. Verder
eindproduct. Door volgens een strakke planning te werken heb ik mij ontwikkeld
heb ik ook gemerkt dat ik het lastig vind om goed onderzoek te doen. Ik ben
en mijn doelstelling behaald. Inmiddels beheers ik alle competenties op het
iemand die graag naar de uitwerking wil. In dit project heb ik me gerealiseerd
gewenste niveau en ben ik bekwaam genoeg om in het werkveld zelfstandig
hoe belangrijk een goed onderzoek kan zijn. Het onderzoek heeft ervoor
actief te zijn. In 20 weken tijd heb ik veel geleerd over diabetes, educatie,
gezorgd dat het product een andere, maar betere uitstraling heeft gekregen
kinderen en ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Ik heb van dichtbij
dan dat ik van tevoren in gedachten had. Bij een volgend project ga ik meer
ervaren wat voor een impact diabetes kan hebben op een gezin. Ondanks dat
energie stoppen in het onderzoek, omdat de praktijk me nu heeft geleerd dat
diabetes vaak een gevoelig onderwerp is, is het me toch gelukt om de situatie
ik hier veel profijt van heb.
in realiteit te observeren. Dit heeft me geraakt en ben er ook een ander persoon door geworden. Door dit project heb ik mij voor mijn gevoel ontwikkeld van een student, naar een beroepsprofessional die klaar is voor het werkveld! Bedankt voor het lezen van mijn Scriptie!
97
Inleiding
Analyse
Ontwerp
Amerikaner, S. (2011). Coco en Goofy’s dolle dag. Houten,
Elte, J.W.F. (2000). diabetes: Over soorten, verschijnselen,
Nederland: Ely Lilly and Company.
behandeling en zelfregulatie ‘zesde druk’. Wormer: Immerc bv. Eli Lilly and company. (2007). Hummie wijst je de weg. Houten: Lilly Nederland BV.
Boeren, P. (2005). Sanne heeft een bloedsuikermeter. Gilze, Nederland: Boeren Medical.
Goebel, K. Wetzlicht, A. W. (2008). Lenny geeft uitleg over diabetes! Tolochenaz, Schweiz: Medtronic.
Boeren, P. (2005). Tom heeft een insulinepomp. Gilze, Nederland: Boeren Medical.
Kliphuis, C. (2003). De diabetes van Daan. Amsterdam, Nederland: Diabetes Fonds. (2011) Wat iedereen moet weten over diabetes.
Sjaloom.
Brochure. Amersfoort: diabetes Fonds.
Mack, J. W, Wolfe, J., Grier, H. E, Cleary, P. D &Weeks, J. C (2006). Communication About Prognosis Between Parents and Physicians of Children With Cancer: Parent Preferences and the Impact of
Diabetes Fonds, & Jekel, D. (2015). Hypo en hyper.
Prognostic Information. Diabetes Vereniging Nederland (N.B.) Diabetes type 1. Geraadpleegd van (https://www.dvn.nl/diabetes/over-diabetes/
Mediq Direct. (2004). Gluco kiest voor aandacht. Zevernaar: Mediq
typen-diabetes/diabetes-type-1
Direct Diabetes.
Dougherty, J. P. (2015). The Experience of Siblings of Children With
Meppelink, C. S., Van Weert, J. C., Haven, C. J., & Smit, E. G. (2015).
Type 1 Diabetes (Vol. 41/No. 6).
The effectiveness of health animations in audiences with different health literacy levels: an experimental study.
98
Realisatie
Evaluatie
Literatuur
Miller, H. (2001). Experience of color.
Skinner B.F. (1974) , Behaviorisme
NatuurlijkLeren (z.d.) Sociaal Constructivisme. Gereaadpleegd van
Sparapani, V. C, Jacob, E., & Nascimento, L. C. (2015). What Is It
http://www.natuurlijkleren.net/?page_id=249
Like to Be a Child with Type 1 Diabetes Mellitus? (Vol. 41/No. 1).
Nederlandse Diabetes Federatie. (2007). Schematisch overzicht
Symons, J., Crawford, R., Isaac, D., & Thompson, S. (2015). “The
Psychologische begeleiding voor kinderen en jeugdigen met diabetes
whole day revolves around it”: Families’ experiences of living with a
type 1.
child with Type 1 diabetes — a descriptive study (Volume 18 Number 1).
Nederlandse diabetes Federatie. (2016). Leven met diabetes. Geraadpleegd van http://mijnkindheeftdiabetes.com/leven-met-
Verhulst, F. C. (2005). De ontwikkelingen van het kind (8e ed.). Assen,
diabetes
Nederland: Koninklijke van Gorcum.
Optimale gezondheid. (2015, 19 maart). De functie van insuline.
World Health Organization, (2013), Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) (2007)
Ouden, D. O., Gosen, J. (2007). Diabetes! Wat moet ik er van weten? Zimbaro P.G., Weber, A.L., Johnson R.L., Birnie S. (2007), Psychologie
Alphen aan Den Rijn, Nederland. Novo Nordisk.
de Essentie Roos, H. (2014). Wippie Wiebelbeen, Een kabouter met diabetes. ‘vijfde druk’. Alphen aan den Rijn, Nederland: van Zuiden communications.
99
Meneer Pienter en de Suikerfabriek is een interactief educatiemiddel voor kinderen in de leeftijd van 4 - 7 jaar met diabetes type 1. Meneer Pienter legt voor de kinderen alles stap voor stap uit op een eenvoudige manier in de vorm van animatie video’s.
Hij doet dit met behulp van zijn vriendjes Sullie (de insuline) en Zoetje (de bloedglucose). Op deze manier probeert hij kinderdiabeten en hun ouders te helpen om meer inzicht te krijgen in diabetes type 1 en wat er allemaal bij komt kijken!
100