Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
| I I I
| |
Vande Verworpelinghen.
Gf Godes Pedeltinatie doo in Berlatinghe ende joodt dang/endenpetdoo der PenschenSon den/ooylake isvanpemants eeu Wighe Berdoeme nille.
Derde Ghe prake Tulchen Ghereformeerde Calvinist, ende
D.Demotenes.
-
-
- - ---
Oze. 13.
- --- -
is: ---------overderbenis uptuO Israel-T Matth.22.36.
Hoedickwilsheb ick u willen vergaderenendeghe enhebtnpetghewillt, Rom. 77,2o.
Spzijnghebokenomhaer ongheloofswille.
Ghedzuckt Anno 161,
-
-
--
- -
- -- -
--
- ---
--
- --- - -
-
------
5
- -- --
Vervopeligen,
Vande
OfGodes 3-edeltinatie dooy lineverla tingbeendenoodtdrang endenpetdoo, dermenschen 3onden/ooylakeis vanpemantiseeuwighe Verdoennenle,
-
Derde G heilprake
TuffchenGhereformeerde Calvinist,ende D. Demoteines. 1
GherefCal.
ende blocken: vwaar doop alle onder
6. E reichte dor fchept van deughde endezonde/be fake defes ver loften ende depghementen / oock
loonendestrafwech genommenwozt. rentwifts vande b. Damdefe fwarighept was one Pedestinatie Ho giferigehädelinge: indewelckeghp desyachtic tezijn: weltoeliet;fog viele denverkorenen dat eenighevoop belangetzdat Goddeeenigeoofake naals fichte verde waren verlos is van haarfalighepdt: die hp allen vande menschen ooc in't gemepnaanbiedt/ pen in't te volle ' menschelijcke verdienten aan Go eerfp die kommen begeren:ende dat unaarden einfluwa
---
-
uptfijn loutere mildthept omnipet - -recht aanftende; soofeeroverdewe endete geeffoldat npemant pet ver derzijdebestondente hellen./dat fp nach omme die aan Godete ver
de:daardooz andere; fuler vooyon
dienen: waar innewp tefamenwel -- het vermogen ompette verdienen/ overeenfemden. - maar oock gantschelijck on pet c, Maardaarinnewaar"tghpftrij dighteghenons/dat/daarwp hou goedtstedoen. leen denmenschen benamen/npetalleen
-
a
WBant defe lieten haar beduinc
den/dat Godtflulleral
die Werck
ken/datmendenmenschenpet goets man onserfallighepdtis/dat de ver alt00s en magh toeschpfjven / hoe koone selve oock npet altoos en klepndatooc3p/oft'selveenmofte doen/janpeten vermoghen te doen:
frechen tot verminderinghe vande daar hielt ghp datde mensche/hoe Godelijelte eere / dat fp vooz een welhp gheene overnatupplijckega openbare Godflasteringhe hielden, ven en heeft upter naturen (veel ABO WAanden. Wederonmme d’ande minvähemfelve) nochtans macht re/fo méhoudt dat de menschenpet heeft van Godeomfijn klepnpon Muet allenen deettot fjnfallghept/ dekendernatuplickegaben welte dat Gold upet anders nettenmen befeden/endemitsdien totmeerder fchen en sude handelendan met ja overnatuplijckegaven beguaa Omredelijckedieren/die-geenwilleen ofontfamckelijckte Woyden/ja oo Odge dat hp macht hadde om Godes
''
bzupckt worden als sternen/stor „1 *
m
a
voopeonend Wä ontat Joopeome e aangeboden LäWente
-
Derde Ghe prake.
kann enofaantenemen:welck entfamghen ghpfepdeeen mensche lich verehte '' Welck
haarsverwerpens oofakewaren als dat God rechtvaardelijek de
3ondefoudemogben straffen/soohp
menschen doen Godteeninaalbe int vierWerpen ende eeuwigh ber floten heeft den menschen npet fa doemendaarmpetopenfaghe. lightemaken:teweteninpetsonder a - Dat Godtint Berkiefenterfa desmenschen begeerenende willen. ligheptop der Berkoonen wercken ghedenckt mede dat ghp fiet/isindevoogaandekonferentie
d
vooz redene gaaft./dat fulckmen ghenoegh daar inne waartezijnge fchelijck vermogen nunpetmeeren bleken:dathp defelvenpet fallighen freckte tot verklepneringhe der maackt, sonderhaarfelfsmetwert Godtlijcker eeren/dan voopmaals hinge: dewelcke dealwetende God Adams vermögenom Godete ge infjne tegenwoodige voozoogent
'
oftenpet: twelck ghp hepdtnpetenmachverholenwesen houdt in Adam voo sinenvalleite daarommeoockfijn Pzedefineren zijn geweef. TDitis bpna hethooft Berkiefen/Berwerpen endeoo.de inhouden derfakenbponsvoo.de lennpetenmagh gheschieden./fon fen verhandelt/indienic goedeme derdaaroptefien. . . "
e
WBaaromfouden dealfendeoo
hebbe,
2 D-Demos Ghp hebbetwelont gëGodesoock minfienopter Der oudenfoo ick mercke/ende welter uwerpelingenquade/danopter 19er
hogenen goede wertkenmachhem
hertenghenomen. 3 GherefC. TDaar inne; dunckt
"en
mp;soudéwpnoch eenightnisover
mpet:
Werb02ghen 3jn endet"ander
een komen. Maar npet int gheen 5 GherefC. MBpen fegghennpet musullenhandelen/namentlick dat Bodt de quade wertkennper
ofder Derwoppelingen 3ondenooz entfiet: maar dathpdaarop mpeten Nots. fake zijn van häar eeuwigeverdoe fietintverwerpen: datis, dathpfe meniffe/endenpet de Rootfähickin daarom mpeten verwerpt noch en geder Goddelijcker Pedestinatien: Werdoemt, dan of het jeghendeel van dien/de
6 D-Demof. TDatenfepdt de H.
waarhepdtis.
Schriftnergens/dat ick hebbegele
-
-
a TBitlaatste houden wplupden/ fen/maarheitjeghendeel. . . . . . overmits anders Godes Pedesti 7. Gheref C. Hebdp dannpetghe natieint verwerpen onfeker foude lesen dat God Jacobliefghehadt Fions effi Efaughehaat heeft,wasdatom werck: maar dat eerste houdtghp/ eenlighgoetofquaat/bphaarghe om datuhedunctdat Godfulckon daanZijnde datenfept bple d'Apo vermißdelijck zondigëdermenschen felmpet/maarplatdaartegs:als Hy mpet rechtvaardelijck enfoudemo nochmyetgeborenenwaren,noch genfraffen:also hpdanblindelijck/ teyerF"quaatsgedaanen had 3jnende hangen aan der menschen
datsfonder kenniffe vanfakenfou den.Sooift fönder alle twyfel dar de “.JAochfegdpnpet dApostel met defe woorden gene D„Demol. Jochfegdp/mpetqua ralijckalle goede ofte quadewerc tär foo qualijck II ken heeft willen uytfluyten van de raminghe waarte3jnbewijfen dat oorfäke der verkiefing Iacobsende Godes Pedestinatie omseker zijn verwerping Efäus: endete kennen endeaander menschen werck han heefwillen ghevenidat Godrgheen
'
Lhenfond/oder menschen zonden -
ä segens
Derde Ghefprake. tagenwoordighe noch opdetoeko mende goede ofte quade wercken,
$
-
emerkt allesdat geschietis/ghe
' endeghefchiedenfal/teffens/
Ghefp/ak sondervogmochinaalvaneeuwig jä. naar sijn wille ende welbehaghen. ghept verschijnt voor den altenden oogen Godes:daaromiftonmoge (Predicanten Df,46.) 8 D-Demo-Defe eenfamespoke lijck dat mpeten foudeghefchieden, woldtfoo verkeerdelijck, als dick "gene Godt vaneeuwigheptfette maals voortghehaalt. TDie willick fullen/also hptfiet/geschiedenende terfont beantwooyden. 52a dat ick enmach daarommesin Pedestina
endedat God t'felvc heefighedaan
een wepnighfall
' hebben/op
tienpet onfeker zijn omdat fp fies
doofakebputerfontvoogewent/ opter menschen doen, tot een ongefchickthept/volghende; TDat ghpnu vooyonghefchickt foghptwaantzupthetgevoelen/dat houdt/datGodes 3pedestinatiefou der menschen zonden oo fake zijn dehangenaanf'menschendoen in vander verwopelingen verdoene dien hp omhaarder 3onden willen niffe.TDiefegdpte wesen/datGodes de Derwoppelinghenfoude verwer Pedestinatiedan onfekterfoude zijn penende verdoemen: moetmen mp endeaander menschenwerckshan bekennen een vanbepden/namente genfoude. Daarom(schijvědeuwen lijck: dat God den eerfen mensch Nemo Kf38.) Soo moetenwy danverfä hadde gewiltte wesenfovp/dathp ken den vryen wille des menschen, macht hadde omme faandete bluj ofwy moeten verfäken de Predesti ven/ofomte vallen:foodat hetaan natie ende Voorfienigheydt Gods, Adamsdoen hing/Wat Godtmet waardoor alledingen van Godver hem doenfoude/ hetwaardanhet ordent,nootwendclijcken ghefchie eeuwigelevente geben, so hp Gode den moeren fondereenighfins ver gehoopfaamde/ofoor metterdootte andertoft verhindert te konné wer
straffen,so hp Godes verbodtover
den, door des menschenwille,doen trade:Ofmenmoet feggédatAdam oftclaten. nootfakelijck Godes Pedestinatie 9 GherefC Alfoo/datfoude oock Inofe volgen/ende dat Adamsdoen fo aanGodesdoen hing/dathpnpet foomoeten zyn.
10 D-Demo Dit ufegghenfoude watschijns hebben/fooeenigevan desmenschsjavanaldermenschen tot denlaatstentoe)gedachten, ick
enmochte Godes gebodt gehoofa menende levendigh blijven:maar dathponvermijdelijckmotezondi ghenende daardooindendootko
jghe wercken/ van'tbeginnetot men. MBatfegdphiertoes hetupterfeepnde haarslevens/hoe 11 GherefC. TDat de hooghghes
leerde P.JBartpfepdt/(Bel/ij/jS. den altenden open ooghen Gods 37.)te weté: dat Godt van eeuwig hepdt heeft beiloten hem (Adam) verboghen mochten zyn. a MBant danfoudem fp na Wat voort tebzenghen: fulex dathpnet die oockmoghen veranderen/voop
ende eenighs mogendenekenofdoen/dat Godt fijne vppe willekeure evoeghthaddeom
tevorzenin sein werck van't Pede gratiehemtoegh temogenfaande blijven indien hp hadde.TDatfelvefepdtoock ghewilt weet: effisoudedanGodes Pede smus also '' finatie omsekermoghen3jn/ende onfeCatechi Godvanfichfelfmogenfeggen:ickt Godt heeftden menscheallöoghe enhaddedatinpetghewaant.JBaar fchapen,dathydat konde doen:te 3 dienmacht in gheenre Wise 3jn/ wetendat de Wetvan hem cyschte. feineren zijnde/berholen waarghe
A ij
Jim
Derde Gheprake.
6
Immers Calvijn fhüft foo felve doo/offonderGodes Pedefinatio oock van Adams vpphepdt voofy 17 GerefC. WPphoudeneendzach nen valle/ende dat noch metAugu teljck met de voobarighfe onfer leeraren (A.3 b.23.5.4.) dat Adam door Godes Predestinaticisgheval 12 D. Demos, hier hingdanim len, ende dat hy fijne makomeren mersonlochbaarlijck Godesstraf methem daar inne heeftgetrocken.
fini woodenfelve: (Ajboeck.3.cap. I -13)
fen/ofnpetstraffen aan Adamsdoé Suler fhivendefeuptdzuckelijck; vanfünzondigenofnpet zondigen: sonder dat ick fiepemandt vanden einpet Adamsvzpe willekeure aan onen "felve wederspekten; ooenne Godesdoen:vermits Godfelvefin de Calvijnnoch (Gf41.) Dat Godt eewighdecreet ofbeflupt van henn denmensche;Adam; heefighefcha met fulcken oppen willekeur voort penmetfoodanighc conditie: dathy tebzenghen/ foude hebben moeten doorfijnenvalleitertontde gantische
veranderen:fehphemdefelvevppe
werelt foude verderven. Soo dat
willekeure voor fünzondighen we Adam noodtwendelijckzondighen
der benommen hadde.
endevallen molte (K.38.) endehem
a Radien aan fulcke bphepdt Al dams;hem van Godefelfinneghe plant;daar Godfelfin Adams macht haddegheftelt; hoe Godmet
metalle fijnenakomelinghen schul digh maken der eeuwigerdoot ende
'
verdoemeniffe.(pag61.) - a TDatarmede (temt ooc Welover
hemmfoude handelen/doeaan Adam een TheodoxeBeza(H.39.)feggende: hing/fonderdathet Godeeenklep dat Godt den mensche heeft ghe ' ofoneere was: wie falnu/ fchapenonnoofeleih oprecht,maar meerdandoe/moghenfegghen: dat clat ten verderven. TDat ende fuler heteenklepnighepdt ofoneere Go meer fhiven onfe leeraren. Ende
des 3p;tehouden/dat Godes Pre loopt de hooftsinne daar toe: dat destinatie aander menschëwercken Godtznopende fün verkiesenende sondehanghen intfalighen van den verwerpenznpemandtonghelücken genen die Weldoen/emdeint verdoe doet/overmits;dooy Adamszonde;
Mender gheenre die quaat doen.
in d'eeuwighe verdoemeniffe ver-
b KMaarupthetghenebpmpghe epdtis/wilicknu watmetont wij feljckerwaarhepdtbeliupten: datu antsche leere vande Pedestinatie
vallenwaren alle Adamsnakome lingen:uptewelckehpleenige treckt ende alle d'andere in laat blüven:
tempelt worden.
bewift Godtalsootefinregloxien/
die hp van eeuwighept alterfallig ogantscheljckfalontflupten: datfe heptofter rechtvaardigher verdoe vamfelfsmoetonvaft/onfeker ende meniffe heeft gheppedefineert: ende.
13 GerefC. Shpfghtdaarveel. aande verkopene/fün bernhertig 14. D.Demof. JBeerfalick bewij hept/endeaandeverwoppelinghen fen/ende dattertontmetfoo kopte fijn rechtvaardighepdt/foo dathen endeklare Wooden alsunet bundf npemanten heeft te beklaghen,Be geende onwederprekelijcke waar gheerdpsmeer ---
hepdt:fogbpmpiaar op eenkorte 18 D.Demof. Aeen/daar is van bzaghe of twee rechtsinnigh wilt defenmeerdäte vele.Hoot nut’ges neick wilde beflupten. Godt haddet
antwoozden.
15 Gheref-C-19/aaght/ aammjn in Adams machte gefeltfaandete antwoode fal"tumpet ghebzelten, blüven, endemitsdienallefine na
of Js Adamgevallen komerente voolhoed W002 '' -
i -
Derde Ghefprake. derfemiffe ende defchulde der eewf her verdoemeniffen. Adam hadde jne gaven vooy ons allen ontfan
y
debesiupt: want die Hake op Efau
mocht mede mpetvaneewighepdt, noch onveranderijck in Gode zijn
' dat/waarhp faandeghe
gheweest/foo Adam faande waar
even/hpdie ooc voozallen behou den foude hebben/fo hpdienu oock
ghebleven/twelck infjnder macht
was gheftelt. MDantdanwaarEisau vooxonsallen heeft verloënaCal felve oock als Adam,die vooy Efau Wijns feggen (Infi.A.2. b.sas.1,§.7.) medefine gaven hadde ontfangen; a Bonu Adam faande waarghe goedt/oprecht effionnofelgebleven. bleben;dataan hem hing(so voofs a Somnoetighpmusegghen dat de ghefpdt/11)foenmochte geenvan goede God;diefelvede liefdeis;fjn fijn makomelinghen verdopven zijn goedelefonverdopvéfchepselemagh
geweet/nochoocknpetrechtvaar haten:ofbekent dat ghpupdendefe delijck indeentwighe verdoemeniffe poke vanJacobende Esauqualijt Zijn verwopps: ende waaralso dooy verstaat ende qualijcken imme voert
Adamsdoen/Godeseewighe Pre totfutfele van defe uwequadeopf destinatie;aangaande de Derwog nie van Godes Pedestinatie, Pelingen; npetalleenomseker/maar 25 GherefC. MBiltghp Gode een oockgantschelijcktenpet gemaackt W9et stellen vanmiette unogen hatten endedaerenboven gheble die"them belief
'
Foto,
en:datGodmieten mocht volben
26 D-Demo Datzpverde.Raar
ghen het voopnemenfins willens. Godes goedthept efäliefde3in haar
MDant fulexte doenhingaan Adam selveeenwilligheWBet/fo dathpfin endetwas in synre machtvanGode oedefchepfel mieten magh haten. ' Daar hebdp vast effiklaar mmers ghplupden stellt fehve med wijs /vermooghdp daarpet je uleere Godeeen Wet/dat hp Esau mieten mocht hatten. ghens/datfalick hoopen. 19 GherefC. DLaat onsvoortva ren/wpfullenmoghelijck vanfelfs 28 D. Dennoß. TDat bewijsfckt, -
noch daar op moeten kommen.
20 D, Demof. TDaten weetick mpet/hebdpdaarpet jeghens/foen laat dit mpet onbeantwoordt doo luppen. NBanticlthoude hiermede
Antwoodtmp,JMagh Godtin sein Pedestinatieveranderen foldathp napetpçedefineert/dathpniet alte
vooen van eewighept hadde ghs pgedefineert
alleen genoeghfaemtezijnbewesen/ 29 GerefC. Gheenfins. Soodat dat uwegamtsche leere vande Pre mochtezijn/fonnofehpoptermen destinatievalfehlis/omrechteüvwe fchen doenften/infulckfin doen. derfehziftelijck. 30 D: Demof"Ick hebbeterfondt 21 GherefC. Ick wilt wat wil vafeljebewesen/dat Godtvaneeu der nadencks:middelertütmoogh wighepdtmpet eenmenstheterver -
Mä0.9.1S.II.
dpuwe bekoften vollkommen/int be äntwoodsvandemfpoke van Go des hatte op Efau/eer hp wasgebo renefi voor dathppet quaadts had deghedaan. 22 D. Demof. Ghpnerskt. mpst AU.
doememiffen en magh hebben ghe
pgedestümeertighemerkt Adamver mochte faandete blijven/eñmidtfe dienfijne goede gaven;npetalleen voop fichfelf/maar oock; voog alle fijn afkomfte (nau leere) behouden mocht hebben. So hpfulcrgedaan
Gheref C. MPaar op. haddefensoude niemandtverdoems Weeft/ Lochte oock 24 D-Demo-Op mijnvoogaan
:
Derde Gheprake. mpet van Godeten verdoemeniffe ghepzedefineert3n gheweet van eeuwighept tenwaarghpmu wilde fegghenidatde Pedestinatte Godes veranderlijck is.
daartghelegenfalz jn/sultvolhers den/fo ghp tot hier toe hebt gedaan.
31 GherefCTPaarenhebdpnpet vootefolgen.Ich peurenawaar heptte vinden/npet omnijn gevoe a Efi want ghplupden medeleert len en waarlheptte verdadigen, (Bezs H.30) dat Godtnyet veroor 2 - D-Demos. Diespoke Pauli: faackten wortdooryemandts hatte, Jacob heb ickliefghehadt/maar dathy hemtéverderfniffe destineert: Efauhebbelic gehalat/(Läolm,9, 13) maar dathy denghenen haat,die hy bzengdp voort.MBaar toe ren verderfniffe heeft gedefineert: 33 GerefCCDmte bewijsen (v.8.) endehetmede blickt/dat d'oopfake dat niet de Zondeo0pfake is; so ghp defes haatsefi verderfniffe geweeft houdt;vander Derwopelungé ver fis de willige verarginghe in Adam: doemeniffe, W9ant Godt hatte Efau foomoetghp moodtlijck bekennen/ al eer hp was ghebogen ende Wuat dat Godt Efau mpetensoude heb quaats gedaan hadde.(Lä0m.9.10) benghehaat/indien Adam faande 34. D. Demof. Eer dat Efaupet quaats hadde gedaan/Washp noch waarghebleven. - -
-
b TDitwas in fünemachtgestellt. een goedtfchepsel Godes. So moet So vermochthpooc doofyinfaan hpnu fegghendat, die goede ende deblüvendefenhateGodesop allen lieve Godtfjnepgen goedt schepfel Adamsnakomelinghenende midts hefgehandelt". dienoocopEauvookomé/eñGo gedane boofe wercken/die hp noch
" *
des Pedestinatie verandertte heb doenfoude/maar vaneeuwighepdt
ben. Watnoodtistmpnumeerpet vooz Gode alteghenWoogdtghfon op die spoke tefegghen/nadienghp den oofake vanfulck haten./dats hieruptopentlijek mooght fliendat mpetliefhebhen Godes waren. - - u. gantische Spedestinatie van felfs 35 GherefC. So Paulus die mey valt/tot welcronderfutseleghplup ninghchaddeghehadt, teweten dar dendefenfpoke/uptmitverstandt/ opte voorienigheyt hetVoormemen blindelijck mifbzupckt/foo numede desverwerpens teunde,behalvédat isghebleken aan wederzujdéde felve faken noot c Ghebleken fegge ickniet alleen lijckvoorienworden: (H.29)oock hiernu/maeroockmedehierte voo ons Pedicanten (D.f,46) WBaar -
-
ren (int jgespeck.79) efdat meer herquamendandenavoighende te ghenwoppen/in welckerwederleg noch npeten fehlint vermoeght te ginghe d'Apostelso feere woftelt: zijn/methet geenzveelemeer dange 36 - D„Demof-Cegenwat lupdens moeghbehoottewesen (so qualijck teghenfehaapkens waren die t'an wileenveroudewaan ofoptimierup vzeden/ofbeklaaghdem die Gode/ men)fo will ick om uwen willebee dam datifp waren verkopen voog der van defenspoke handelen: dit Waarnsen/Maartegen hondenten- , . . . falicktsonderlinghen oock daarom deverckens/teghenlupdendie Go dan eenmaal.Riette mim/nadighp
doen/ghemerektick fie/datuvolek des gherechtighepdt verwerpende
met defelvedoozgaans in allehaar haar rpghen gherechtighepdt/dle benauthept defen aangaande telcks mpeten was upken Beloave upzech metditmifbzupckte eervoopt- | teden/eñdegherechtighept Godes
nenne aber noch anstatt |mpetontendaneben waren täont
zur mp in unnacht antwouden | Szzaos" -
sicha
S
T
- -
-
- -
-
• a Sodange Kupdenheeft Paulus dopben Adamghespoten. Baar voo/effimpelt den gheloovigen 38 D. Demos Soude GodtEsau
Joden. Hodianighemopremde hon hatten omfijnder natupenrozruptie dooz Adam/foomofte die natuppe
den en achtede hp de paarlem der
WPaarhept npet waardtgh/fodan verdoven wesen. TDatenfepdtde ghe MBerckheplighen/die methaar
Schziftruppenpet: die toxruptie van
epgen verkops gerechtighept mepn-
Adam aangheerftenmooghdplupet den Gode een aanghename dienfte bewiesen waar te wesen: dusen doen: ende fulcke onrepnefeughen/ magh die deshatensoofalkenpet
enghemoethpnpetdammet demo Wefen.
-
-
z" Godes/metfineoo.dee n"voop alfodanighe vleefhelijcke
a Maar offick ufulleral mochte toelatenteghende MDaarlhepdt:foo innen verborgen wesende/ endefept Wederspeect ghpdamnoch hier me deufelven: wamt dat verderf der
dat hetnpet enhangt aanpemants
willenofloopen. natupen leert ghplupden verooz b TDaar hebdp redene/waaromme faacktte zijndooz Adamszonde/effi
d'Apostel fulcke hooghe wifhepdt foudedan Godtinsuleksijn haten/ gamde Pedestinatie Gods mpeten verwerpen effieeuwigh Pedestine fparktot fulcke ghesellen/dfeupet rennoch fien op des menschëwerck -enwarévolmaackte/(1. Oo.2.5.6.) ende qualitept of hoedanighept. Noch kinderen / noch gheloovighe/ b TDat wederspeeckt ghp opt als maar ongeloovige Jods, dieopent derhooghfie/(jgf.5.8. fgf.8)ende lijck dopfen teghem Godeppeutelen/ midtfdienoock deheele Godtlücke " omdathpheur, hemuptheurmen Schzifture. W9at leert die dooygaams doch fehelijcke goedtduneken (Kom.931. 32/10.3.)dienendeznpet vooz defjne naackterdamdat Godelek mensche ein Wilde kennen. - faloodeelennpetna in Pedesti c 19weteghenwoap hebbeick ube natie/die den menschen verboyghen antwooydt/ufaat nutoe demjne is/maarna heurwercken diepeges te beantwooden :te weten dat de lijcken openbaar zijn (Jere.17.10. -
F"
goede.efi lieve Godt fijn goedtghes Läom.26, Pfal-61,13 0,24.12. 2„Co2.5.1o.Fr.) Bober Kom913. maacktemenschefau/voo dathp pet quaats ghedaan hadde effimits alle dat/foo moet Efau/alvooz das dien noch npet verdopvěwas/heeft hpghebogenwas felfmede gezon dight hebben/ als alle menschen die moghen hatten ende verdoennen. „37 GherefC. TDatvaltonslicht, vanhem (Godt)in Adamafgeschey
antickhoudemetmünen leere denzijn.(D. intepnde)nauweleere Befa / dat Godt Efatis togruptie Wande aanghebogen zonde, alsoohp haat.(H33) 9iermede femtoock dan mede in Adams lendenen moet zijn. Js dieu leere waar D„Sturmius(C32.389r.)oock de
'
Peditatien(Oijf18)opten Cate o0 zijn U metboeders voopgaande Chifmum/immersoot de Catechif Wooden vandat dekinderkensheel musfelve opter.vzaghe welheer jonck zijnde ofongheboren goedt hické. Daar Hebdp rondeantwooy noch quaatkonnen doen,oock des de ende rechte oopfake vande hatte
Apofielswoodenhieronwaarach
Godesop Efau. Want hp was imme tighzdaar inne/dathpfpt:vooz dat
devan Adamgekomen haddeoock hp watquaatshadde gedaan, Sept als wp alle in Adamgheyondight/ oock. Paulus waar/ foolisu leere News, Ende. Was hierholzbenutzt den ber k
Waalrat daar inne/ digt Up swaarschtable / alle
.
IO
Berde Gheprake.
allefn Adamgheyondfight hebben. alle fijn werken zijn Ofwas Efaunipetmedelipt Mdam
':
ende die alledingen die daar3
E
heeft (Bap.11.25)flinepgonvers ghespoten 39 "GerefCTD'Apostels wooden dozbengoede werck hatten faan vaft effiklaar/dat Godt Efau a Hoo enthebdp dan noch npeteens atede/alvoop dat hp pet quaadts klarespokeder Schzifturen/maar addeghedaan. Ende Calvinusdie een ghedgapde dupdinghe voop up
chrift (Asijaj S.1) dat Efäu ge maar alde gantische klare Behrif haat wort nochmet geenboof heyt ture teghem defe uwe opfnie. Wie hoot hier d'ander te wyjekten Leen befmet zijnde. D.Demos Boo blijcktu leere dupitere tollettte van een eensame of groote mentghte klare onyastende onwaar vamde Erfzon senfame dupftere de/soghp die leert: ende daarenbo poken
' '
venlasterlick indat hatelijckeghe Collectie. Maar fegt noch kondp voelen vande lief hebbende eingoe bewiesen dat alle menschévan Esain denGode:dathpfjmgoedt fchepfele (gheljck ber blijckt van Adam) zijn
Esau;wesendenoch doofijnepgen/| ghefpatEN noch oock dsoy Adams 3onde (die 43 GherefC. TDatenismpet/wig vzeemt was) mpet verdopven; foudedat mpeten fs/bewßifens D. Demof. Staatergens ghes oudehebbenmogenhaten/verwer penende eeuwelijck verdoennen.
ichzeven/fo Goddoetmet die twee
a MBat fegdp noch bovenalle dat bzoederen/ aangaande de meefte of toe Goden heeftons in fünbe minstete wesen ende deend'ander zevenwootnet verbsgedoop tedienen:fo doet Godmedeintliefs fakefjns hatens; datsnpetiefheb hebbenende hatten/int verkiefenents bés;maar die tot veelplaatfenmaat de verwerpen/tot d'eeuwighe fallig
'
elfjckuptghedpucktte wesen/boof hepdt ofd'eeuwighe verdoemeniffe hepdt/(Pfal.45,8)de boofdaders vanalle Adams nakomelinghen
(Psals 6)hoovaardighept/logen
a GherefC.TDatenfegghen wp mpet.
ac).8.17) einberg zelgräe guaden '' Mmeer/dig ickt ä '
NOIs
ghen
tbgemghen: bpengt.mp een
'
eenige voort/mdoghdp;upte gantische BpbelzhoudendedatGodt
-
46 D„Demof. TDat moft ghpfge gen ende oock bewijfen:foo ghpupt defe voopden Pauli fouder willen bewijsen ("welck hier immeulupder voopnemen is) dat God dooy fins Pedestinatiealleenlijck/ endenpet
cenighmenschelhaat/mpetomfjmre 3onden/maaromfilmre Pedestina doo, der menschszonden/ hetmeer Wien/ofte decreets wille,
1 Gheref C. Hierbyengickeen.
Fiat daar
mpet uptdzuckelijck/ eerfpghebogen waren leer sp goedt ofquaadtghedaan hadden 42 D. Demof. Fa. Maar faat
deeldermensch verwerptind'eeus
e verdoemeniffe. a. G.grouwelijc oodeel(sou Call vßnomweitensfulckfünfelfs verme teloopdeel te recht heeft ghenoemt/
(fgefraks 78) dooz defeuwe graue
daar: eer dat God gefien haddedat welijcke leere den bermhertighens fp goet ofquaat doen foudem moch ende rechtvaardighen Godelafter
tenspgoetofquaatdoen/dat Godes lijckenepgedicht. Ein die spoke en geuwige ende altende voozoogent Wintmen oockmpeteentwsogdt van Ef epghen/ vele jhepdtmpeten haddeghesien magh Jacobs noch Efaus ehen faltige Godzdienstbernfertigtedenboven Winder Wag ---
-
Derde Gheprake.
11
-
ofberdoememiffe. Isdat mpet“ a Maar daarbeneven,alsodever Schrift mitbzupckt
b Ziegt doch, ofpemantwillende bewijfen vooptquaammetJeremia
dorvenheydt ende verkeertheyt der naturen verspreye was op alle her menschelijckegeflachte:foowas die
of Joanne (Jere. 15. NLut.41.)feg oockghenoegh,allen wasdie noch ghende die zijn bepde in heursmoe derslich aam gheheplight: daar Upt
bolghtdat alle menschen so geboten 3ijn: foudp fulck beflüpt vooz goet
nyet inderdaadt uyghebroken,ter verdoemeniffen.Daaruytdanvoight dat Eßaumet goeden rechte wasver worpen,omdar hy natuerlijckwas
Alan nennen
een kint des toorns.
47 GherefC. Gheenfins. MDant
50 D.Demos. Ander bewies dann
dat bewies daßupt npet. RBennoe
het voogaande behoefde daartos/
" -
--
endemper dit dat ghpnuupt Calbf novootbpengt. Bin dat het voog d'Engelfman Lobbert P. is gheen gaande bewijs/dat van eenre aart bedzieger:daarom3jn geen Engel was/mpeten dochte: om dat hetje ghenu leere was: ende omdathet sehenbedzieghers. D. Demoß 19 antwoodt is mijnghevoelenbebefighde. met van't eenfame of bpsondere tot hetalghemeen. TDat waarghefept/
recht endebewijstomrechtte wesen/ a TDat bzacht mede/datinpetGo defe uwe bewijfreden genommen van des Pedestinatie int verlaten of Jacobende Esau, TDie textmaackt mootdang/maardermenschenzon daar 00ck geen verhaal anders dan den;oofakefinreeeuwiger verdoe ban hatenende liefhebben endedie memiffen zijn. Dewijle ' al une vandefelverocké/namente
Men/dats van upterlijcke fegeninge de
''
opaarden.Wat gemeenfhap heeft lijck vander naturen ghplupdenmietenkondt bew datmet d'eeuwighe falighepdtende enupter H. Schzift: ende dochman berdoememiffe a Bijnfe damalfalfigh die hierop epgendichten veroosaactfoude3in aardeng #" hebben over Adams zonde / endenpet up anderen ofzijnfpal verdoemmt die odes Pedestinatie) is dat mpet hierter wereltanderen hebbémoe mijnfelfs gevoelen bebefightende tendienen,bewift datkondp/ofbe tufelfs leere vermpelt
'
-
kent u bewjs upt defepzoke pdel b MBt welcke Adams 3onde gh noch allhaalt defe oopfake väEfaus hate/waartoe ghpal aaneen defe anderbewijstoe/dandat so meester woodé Paulimifbzupckt: dewelt
endegheen bewijste zijn. 49 Gheref,C. Wat behoeft hier -
JanCalvin welfthrift; (P.Läom. ke/foo nulisbewefen/npetgemeen 9.11.)Sančt Paulus heeft hier voor en hebbenmetdefefake. tebewijfen: dat Godt rechtvaardige 51 GherefC. WPaarommedat fäkegenoegh heeft infijnwille om 52 D-Demo-CDmdat Paulusdie Bandesp te verkiefen effite verwerpen.Want
spokevanJacobende sauboomt",
emepningheldaar aus 4God(fehgifthpdaar vooy)en mocht beengtindeselfd van Gode inder menschen verdorven nature; toe die alfoo die was in Iacob ende Efäu; felve tot Liebecca was ghefpoken.
“
gasers 6. nyctaanmercken: dat hemmochte Die fepde: twee volckerenzijn in u orren tot heur wel te doen, &c.
lichame, (Benef25.22) onderweg
volckeren füllen uyt uwen lijvc ge Adams ,fondaar van naturen,nyet deyltworden,ende het eene wolck "cen ende d’ander was een föne
gen drop gerechtigheyts hcbbende. falt'auderte b -
B 1
gaan,ende de mccfs
.
«-
Derde G heilprake.
- 1-2
rmeeke filde minfe dienen.
-
-
metten benanningebande bädfemini
a Daar spzeeckt Godt van twee ge derDerdoementifeende bedieninsolckeren, die vooptkomen fouden des Liechtvaardighepdts upt upt Rebecca/endenpet banalemen pzeerkttotten Corintheren (2„Coz, . . . fchendieupt Adann vooptgekommen 3.9.)endeelwaarts, zinoffullenroockmpetvaneeuwigh b Bootenmepne ick npet moos jalighofverdoemtte zijn/maar van dighte 31jnvele bewijfingste doen te boven gaan ende warntedienen. vandeberoeplinge der Hepdenen/die Heeft dat gemeenfehap met defefa somenighmalen inden Prophetien ke die wpuu handelenfoovelle als voofept/endeinden beginne vander
'
d'aardenetten Hemele/ ende die tyt Apostelenkercke gheworden istfold met de eeuwighepdt. Heetdatmet U dat doevan twee verftepden volc Schmifture inder vzeesen Godesge ken/namentlijck van Ioden ende bzupckens
-
- -
Hepdenen/ een eenligh volck / kerck
43 GherefC. Maarwaarbpdoe ende ghemepnte Godes in Christo dp bljekten dat d'Apostel die hier isgheWoyden. .
"
57 GherefC. Reen. TDats heken danGodtdieeerfttotLiebeccaheeft endeonmoodighte bewifen. " . . mpet in en voert tot een anderepnde
'
Immers dat hp hier, 58 D-Demo Dangelijckennpet
P2eecktvan volckeren einpet van
dat Paulus voo, inderen biefter
eler menschen eeuwige falighepten font fjnefendinghe verclaart te de verddementife Krecken aanden selben tweevolcke 54 D-Demof MPaar bp doetghp ren, namentlijck aanden Jodemens
blijcken,/ darfe d'Apostel daar toe de Hepdenen (Rom.1.16)welcher
inne voertdatsufegghen. P/ende laatsfer d'Aposteldaar entdeckt/te mpetmp/betaamtdatte doen blje wetender ongelooviger Hepdenen ken. WPeetghpdaarraattoe/ begint tot in'ttweede Capitteltoe/daarhp
tefpzelten/icfallbeginnentelhoogen. Wederbepde die volckeren opneemt 55 Gheref. C. Bewijft ghp dat (Lä0.2.9.) ende handeltvanden vpos Baulusdaar speectionder Jacobs men Hepdenen (Käom.2. 14.26, 27. 28.29) oock mede vande Godloofe D.Demof. MBelaan. Dat ghp Joden.(Ho.2.1718-19.20.21:22.
ende Efausname/van Volckeren. -
#
," , ehoot ende mpeten wilt mochte 232425.) vermöoght tedden/over u3ff.de/fal a Do doethpmedeintder deCa fckdanböen overmijnzide. Maar pittel: daarhp doozgaans handelt -
-
eertmoetghp weten dationder den Wan bepde die volckeren/ende der name van Wolckeren / oockt moet Jodenpooghttebenemétheurroen
verfaanworden Godfdiensten.Die ende betrouwen opten wercken des devolcken van buptenonderscheps wets:die daarmepnden doofullep den hoewelp meestinnerlijck eens veel beter te zijn dan de Hepdenen n/uptgenommen die Ware
''
die fonderdeswets wercken oock
e ende onfichtbare kinderen Go wel mochten falighwayden(Läom. des/die den menschen./ja den Pro 3,28,29) ghemerckt Godt oock is
'
onbekent/maar Gode al der Hepdenen God/alenhaddenf
en bekent 3 hin. (3„Lieg.19.10, Bio. de JAspfatische Wet mpet met defs II.3.4.
felfs ceremonien.
-
a Welken onderschept nament b Ende voert also den Joden van lückt van Godfdienste/tuffchen de de wercken des wets aan/ toten
Joden ende Christenten / Paulus wercken des gheloofs, die welche d'Agos
-
Derde Ghe prake. d'Apofel dooygaansfmt vierde ra pitteldijftonderheit vooybeelt van de Dader des geloofs; Abraham;die
upten gheloove/ endenpet uptdes wets(die hpmpet en hadde) were
kengerechtvaardight is gheweef: weler Minderen zijn npetalleende -
a
'
13
Wet,dicheurwasghegheven,ghe dient hadden:ende darf daaromme
d'Euangelische gratie, die syver dient hadden,omtfanghen hadden, overmits fyde Wetdienden. Daar omfynyeren wilden,dat die felve gratiefoudeghegheven worden den
die befmeden zijn/maar die Heydenen:alsweisende fulcxonwaar hoewelfpuptenvoolhuptzijn. I) ,tenwaarfydan eerft de Ioodt jnsgeloofsvoetstappennavolgen,
'
fčhe Sacramenten aannamen.Waar
c TBit alles verhale ick uptblick doortghefhil wasgherefen,datint dat d'Apostel in defen biefte doen werck der Aoptelenghelliftworde.
' mettweevoltken;Sodenende
b
MBaar toe Paulus oock inne
denen;vandenwelchen hpvele boert dit vooybeelt (dat muonsge inde eerste vier Capittelen. schillets)vanJatobende Esau: al
' npet allfoo!
59 : Gheref. C. Ja,TPaar benick/ noch gheen der omfen/teghem. So D„Demof. 19andaarrijft d'A pofelint vijfde capittel op totder
leenlijck omnete betoomen./dat de
werckendes MDets mpetenkommen den menfehe aangenalammakßvooz
Gode. Twelck hp voots doo
gaans dpijft dooy, die die Capitte 3onden ende des gherechtighepdts hetderthiende toe desfelvenz .. " twee oopspyonghen/namentlijcktot zle G. Adam ende Christum:daarhphan c MBaar fuhiermogeljektebe
''
-
delt bande weit endeghenadetothet
-
wissen, datd'Aposteldaarepghent
negende tapfittel:alwaar hp weder lijek handelt npet alleen van aller Omnimekeerttotten twee vollektieren, menschen/maar oock vandertwee - Baar arbept d'Apostel(Calvin A.. lingeneeuwighe faligheptende ver . wij. $.24.)om onderte drucken der doemeniffe feghtdoch lieve/begint Joden vermetele goetdunckenhept hp hierhetneghende Cap.npet van op heur afkomft van Abrahamma fymenbroederennadenvleesche/na den vleefche, op de MBet/Tempel mentlyck vande Israeliten (Rom. ende ceremonien (Angaß.Epiß.ad-Six 9.2.3.4.)van haarkintschap/MBet/ zum profes) met verachtinghe der gloxie ende belofen/upt welcken gheloovige Hepdenen/diefpfaghen voltke Christus naden vleefthe is
''
medevoo, Godes volck aanghend 96) mente worden - ende voopneem d Baar speeckt hp van Abgas lijck heurfotte verwaamthepdt op hamskinderennaden vleefch;dons r werfekten des WBets/daarmede
-
geloovighe Joden:endevan defelfs
/ die Godes rechtvaardighepdt kinderennadengeest;de geloovige Mpet en kenden noch onderdantgh Hepdenen (Biom.9.10.)endemaack en waren/maar befonden haar: eps verhaal van Jacobende Efau/feg
ghengherechtighept/opterechten, ghende ' mpet upt heurwert a TDe felve schijft hier af noch ken envas/maarupt Gode/dad 1.12.13.) d'een lief ghes (Augsd Simplicia.lib.jgueß.2.)dat het voornemen des Apostels door den hadteid’andergehaatis endedat antschen briefwas, dat nyemandt demeefte deminfite foudedienen. -
"#
fich foude beroemévanderwercken verdiensten: waar van de IfaEliten
Isdaareenwoozt vanallerende
elck menschen fallighept ofverdoe TDgar B. malijbengt I HPgelt bp.de fich dorsten roemen,om dat y de meniffe - TDa
-
I4.
DerdeGhe prake:
-
wooyt. Waarom dan? omdatspdfe deffelvens vatenter eerenendeoock gherechtighept verkeerdellick foth
gelijckeniffebanden Potbackerende ter onleeren (ghenomen 3jnde Upten
ophetena Isaiaende b Jeremia/ epdevands Foodtsche volcke han delende. * Ifa,29.16/30:14/45.9.
b Jerem.186/19.11.) wel uptdue kelijck daarbp verklarendo dathp
noch van Jacobs noch van Efaus perfsonen en fpzeeckt / maar van Eweerelepe volckeren met derfelver Hodfdiensten.
- -
s Ce weten een vleeschelück dat verbwoppen/ende een gheefeljck dat
ineerenvooz Godesvolck aanghe nomen foude wozden/ namentlijck
bet volck der Hepdenen metinvoe ' tedienepndevande Prophetie: ckfalmijn bolcnoemen/datmijn olek npet enis/endedienpetghe lieveten was/deghelievede (Bf.2. 23. Mäoma.9.2425.26) Wie moet
ten/te weten nyet uytengheloove, maar als uyten wercken desWets,
Rom-3.32. h TDaar blijckt nu al mede noch dat d'Apostel hier handelt/mpet van Jacobs noch van Efauspersonen/ maaronderheurbepdernamen van
tweevolcken/namentlijck van Jo deneffi Hepdenen. Ende daarblicht mede (twelek hier onshoofgeschil le dat Bodt hierinnefiet opter menschen werckenintverwerpen so Paulus hier klaarlijckuptdurt. i Bois deletext/dieghpqualßck
'
mepnende vooy u opinie te Wefen
feifterecht daartegem/endebengt
krachtelijckmet sich dat Godim mers intverwerpenfiet opter Miene fchen wercken: stellende daar vooz
eenklare oofake ende waaromme/
mpet bekennédat bphet beem te weten dat der Todenwerck in't endenpetgheliefdevolck deep foecken mpet upten gheloove. Was denen die eerst verwoppen Waren maarupten wercken des Wetts.
endemu verkoyen (Ifa. 55.1.) ber k, Hier mede was d'Apostel noch taanwertde Efauende bp mpetvermoeght/maar verhaletan Mion.Le.
''
t’gheliefdevolek verstaanwoldtde derwervenffpzeecktvander Joden gheliefde Jacob namentlijekde Jf onwüsepver van de Wet JBopfit aeliten of"Sodědie eerst heteerljc daar opfpflich roemden/ende van ende verkoyen bolck Godes wa
de Welt des gheloofs ende defelfs
ren / maar mu verwoppen fouden epinde; Christo/(Läom.10.4.5.) den welcken die Hepdenen verkrieghens worden (TBeut.48.Jere.4.2.) f Dan welcke verwerpinghe d’A naacktelijck uptdzuckende datter
oftelredene gewende.(sion.9.30.) geenonderscheptemis/eutschenJo ie hpdaar voey hadde verwegen/ den ende Griecken (of Helpdenen)
feptdatde Heydenen, die nyet naen volghdende rechtvaardigheydt, de flve die uytenghelooveis, hebben verkregen: maardatIsrael;te weten het Ioodtsche wolck,die des recht waardigheytsWetnavoighden; daar
Läom. 10.12. l
--
'' noch twißfelen/dat
d'Apostel hier mpeten handelt van een Jacob ofEfau/maar van Wolt
kenvanJodenende Hepdenen van vleefhelickeefigheefelujcke Godf
nyct tocenquamen.
dienste. Daarfoudepemant bzageti
g MBaaromme dat d' on dat het Godt foo gheppedefineert hadde bupten heurfhultende(foo"tu volc dzaapt) fonderaanfthou Jo
hoede Hepdenenaan't geloove foil
'
den kommen d'Apostel antwoogt/dad
het wootdes gheloofsnabpheur is/(LKom,10.8.) in heur montende
den doen Peen. TPaar afen ver herte/ (TDeut.30.14) ende dat der Maant d'Apostel niet een eenigh Apostelen wooden gekloncken '
Derde Ghe prake.
15
den oder dengamtfehen aartbodem reuwe Godnyetem uwe gerechtig (LRom.10,18) ende fepdt upt Efalia
heyt wille,ditgoetlantgeeftintene men: na dienghy een feer hartnec die hemmpetenfochten.(Ifa.65.1.) kigh volckzijk.TBaarop vermaamt In Bie Waren dat anders dann die hphaarderbedyeven3ondenmet be dat Godgevonden isvamdeghene Hepdenen die Godfeiveforhte dooy
velvamdefelveteghedeneken.
fijnen Apostelenende dathem ver p PLieve wat is defe Prophette Woppende ghemetotten weltken hp Bopfinu dochandersdanfelve een
alden daghdehanden uptstreckte/ uptlegginghe defes handels Pauli namentlijck de Jfraeliten; eenon metten Joden - roemden die sich ende wiederspannigh mpet Abrahamsafkomft te wesen? Now, ER een verkoren volck Godeste wesen in Raghmen upt defe uptgedgut doop haarwercken des Wetsrecht etweerelepe volcken ende Gods, vaardigh telwefensende een beter diensten oock eenighfins verstaan volek dan de Hepdenen te wesens deperfoonen der tweelinghen/bp de Waren fpmpet van eenderaart als
gab
w
welcke als jpmochonghebolzenwa de Hepdenen, doepnochvan den ren/Godt felve namentlijck twee Heerevoofyn volek npetaangeno Volcken uptpçack ende beteeckende menende (gelijek Jacobende Gefan Gene.25.22) ende daar upt heur vooy haargeboote geen menschen
d'Apostel tot eenvoorbeeltendege waren die goet noch quaat enhad
'' innevoert/dat God het oodtsche vollek al hadde verkogen
--
denghedaan) ghelijck de Edomiten felfoock noch geenvolcken waren voop datJBopfes ende deWetwas/ Men magh dam mper ontken daar mede betoonende dat pnpet nendat d'Apostels voopnemsdoop beter en waren dan de Hepdenen/ gaans finde 1.2.3.4.9.10. fnde 11. endegeenfins doo, deswetswert Capittelen/voozmeemlijckendoends ken/die fp(alsfp verkoyen waren in is 7 omme der Joden vermetelen Abzaham) noch npet en hadden/ roemophaar wertkenende epghen mochte/derwets haven/goet noch gherechtighept/deswetsonderte quaaten haddengedaan/fo dat sp’t dpucken: daar doofpfchwaanden mpet verdient en hadden dooy heur Wercken/ tot een volckt Godes aans
waardigh/ende de Hepdenen, die fulernpeten hadden/ onwaardigh
emomente wesenmeer dan d'amder om voop het volck Godes ghehou pdenen (TBeut. 430.) daar upt den tewesen. Barhoudtfulermede/ fp waren ghenomen.Tiefp verach npetalleen Augustinus/maaroock tende heur feifhoogh daar boven Calvinus/ter plaaten bp mp nur beroemden
o Alheelanders hielt Mopses;dit aBengas boleraart wela kennendeendenpet Deut. II,16 28.3664. * min inder waarlhept voopsegghende des Joodefehen vollerhoovaardpe/
fraer hiervoop bedeaanghewesen zijnde.(Q.60) r Epndelijck vzaaghthpint eerst van'telfde Cap. heeft Goddam fijn
volekverwopen(Läom.11.1.)daar
deut,94 dan bafgoderpe metdefe wooden: fepdthpneen toerhoemaghmen die Wanneerfenu de Heere uGoduyt
dupden opten perfoone van Efaus
geftooten heeft,voor urhenen: foten
TPaarnafpzeeckt hp.vander Joden
Eghtnyetin uherte: deHeere heeft my hierin geleyder,ditlantintene men,ommijnregerechtigheyt wille.
Man.11.6,
overblüffele diefaligh wozden/Ko f" TDaarkomende verwopen Jos
entss, Endonoch:Kowcetnu,datude Hec denmetheurwercken pederboot Sock
16
Derde Ghe prake.
oockde verkogen Hepdenen datnu wederverkief:is daareeneeuwige een upterlijck volck Godes foude ende onveranderde Pedestinatis Zijn; met fampt der Jodépver over Godesende onvermijdelijckemoots de Hepdenen (Läoman. 11.7.11.-13.) fakelijckhept fonder alleghedinge -
welcker Apostelhpis. Ende duckt foou volck wederschriftlück leeren daar upte nette tacken ende oljf
Wy JBen magh immers mpetont
boom npetdentweelinghen/maar desetweevoleltenfo naarteljckdat etootblinden foudémogen inner en:feggédedatfp(Jodé) methaar Godsdienstverwopézijn/omheur verkeert werck / namentlich om t'werck heurs gingheloovighepts/
kennen dat Godes wooptte gelooWien/ofdatinpette ghelooven/bep
daaromfpzijnafgheboken (Läom.
X
11.20)daar mede hp wechneemmt
Wefen/ dat defe uwe inghebrachte
die menschelijcke wercken zijn.Gp defe bepde woydt daargheften/ende “ am defe bepide woptdaar t'eene volle
verwoppen/endet"andervolekver hogen.
-
hohebbeichnutenvollenbe
alle der Joden verwaande roem. spoke van Jacob ende Esau/ tot Dan dat fp Abrahams zaat waren bewijs dat Gods Pedestinatie/en
maden vleesche endeopten wercken denpet der menschen quade wert des W9ets die phadden/endenpet kenoofake foudezünvander 19er "de Hepdenen, wompellinghen verdoemeniffe/bput r Hoedat opdat de Jodenmaeen lupden qualijck verfaan endemie onveranderlücke Pedestinatie Go bzupckt wot/dat Paulus daarme des/foghplupdenhierdichteeuwe denpetenheeft ghemepnt Jacobs -
-
lück verwoppen blüven/eñde Hep nochEfaus; veelminder/aldermene denen eeuwelijck aangenomen zijn fchenfaligheptende verdoemeniffel fouden Reenvoowaar. KMaarop | maarde verkiesingheder Hepdenen
datde Hepdenen/foopnpetin Go metten Christelijcken ofgheerteljt des goedthept bleven/wederoinme
verwoppen/ende de Joden/foop mpetin heurongeloovigheptenble ven/wederingheentet soudenwo den.(Läom.11,22) WDie magh alle defe faken aanmerckende/(diefoo gantschovereenftemm) noch unep
ken/ende verwerpinghe derJoden met heur Mopfaischenof vleesche lijcken Godesdienst. y Ende besitzpte daarbeneben dat ghplupden fult moeten bekennen: dat Godt mpetfonder/ Inaar Met
volle kenniffe van aller menschen
nendattet van een Jacob effiEfau/ doenei laten metalder selverver ende mpet van twee voickten /van
' die hp eeuwelijckvooz
Joden ende Hepdenen / van vlee fehelijcke knechten Kopfendegee feljcke Boederen Christi/elck met heure letterlücke endegheeselicke
ooghenfet: vander menschenfalige hept ende onfallfghept pedestineert verkiefende verlaat. - -
--
z Klaar foghpftlernpeten wilt Gods-diensten doogaans daaris bekennen/bljwende bpb opinie/dat ghefpoken -Godteerft sonder alle aanschou van zu TDaar verthoont d'Apostel oock der menschen doenende laten blin -
Godesstrenghept tegendenafval delijck pedestineert/ verkiest ende verwerpt / ende daar na eerst fiet den stamtvastighen. DietGoddaar endeweet wie hp verkotzenheeften mpetop menschenwerck.daarmen deverwopensofuldpmootfallhelickt so verkief effidenfelven weder vers Godes Piedestinatie anseher ende werpt: ende den Werwogenen foo veranderlijck Noeten nahe: fighen/ende defelfs goedigheptaan
-
-
Derde Ghe prake. .
17
.
abwefelfsleere; soo fn’t verwerpen | Jacob/ende van Hepdenen/teweten van dieeerstverkgzen, alsintver- | Edomiten bp Esäugemepnt. Wat kiefen vandie eerst verwopen wa-| gemeentchap heeft dat nettenper
ren. So nuovertallighghenoeghbp |fonen vanJacobende Esau diefeg ghendaarvantijdelijcke Weldaadt/ 61. GhcrefC.Jekhoo ufegghen | hoerjmt sichdat netd'eeuwigefa- Nass. wel/datickoockwell versta: nnaar | Highepteñverdgemeniffe aldermen mpfs bewefen,
ick fiedaarteghendatonsevoorba-| fchen daarmen Jacobsliefde ende righfte leerars op hondert plaatfen | Efaus hatte folgeweldelijckpooght toetebupghen platandersfegghen. 62 D.Demof Japet wat menschen | e Hos kommt dat odekovereenmet
feggen/maarwat Godes Geest in | devolcken waren alle Jacobs af de B. Schriftfept zijnwpfhuldigh | komfeinhem tereeuwigherfallig tegelooven. Termin mooghdpluwe | hept verközen: ende aan d’anderzj
Skribentennochghelgoven/ofghp | de alle Esausfannmetot d'eeuwige allwilde. Ghemerckt spindefe felve | verdoemeniffeverwope MPiemagh aken onderlingheomeenszyn ende | datfeggende gantische Bibelroept eur felven weder teghenfhiven. | anders.
63 GerefCTDatenmepnickinpet. | f 19eranderde Godt oock mpet fn 64 D„Demof, Weethetdänu Cal-|deffine Pedestinatie/joint verkies bin gloserödeop defefelve wooden |fen als int verwerpé: hoekommt dann
Pauli vandeltefde Godestot Ja-| |datdefe Jacobiten Godesweldaat Lobendefin haat op Esau/fchrift |fo vergetenhaddé/dat defelveheur (P.9.13)onder anderen oockalfoo:| mpeten haddemogenaanporenom Nu is dir ghenomen uyt het eerste | Godete dienenendete eeren. Was Capittel Malachie: alwaarde Heere;| die verkiefinghe Godes daar oock Godtnpet op de Contra voor willende den Ioden heur ondanck-| befandigh
„g.ender. baarheyt verwijté,verhaalt sijngoet-| boofe werckèväJacobs afkomftes g Hoekomet dandat Goddé Jo
heyr aan heur beweisen,
a Ick hebbeu,fythy, liefgehadt. | den om heur verkeert werck, van Daar naseydthy waar het beginfel | Godesgerechtighept npette willen van die Liefdeuyt voortquam.Was | ghehoopfamen, endete willen heute Iacob, feyde hynyetdebroeder van | epgengerechtigheptopzechten/na Esäu Ende een wepnighdaar na | maals verwierp/efi den Hepdenen inheurfedevoofinvolt aannam Calvijndit: b Nuhaddeick uaangenomévoor | Seghtmu/ofghp nochmepnt/dat -
mijnvolck,om te volherden in die | Cabijnnpet entleerttegefin epgen zade. Daartegen haddeickverwor-| van Martp ende van danderen Ja pende Edomiten, diegekomenzijn | van Calvinofelvefien/tfalu ghe felve goedertierenheydt aan Iacobs | leere MBildpftler meer van Befa/
vandengheflachte Esäus.
worden.
-
--
c Daarommezitt ghydeste arger, | 65 GerefC. Reen/hetisvoomp“ vermitsdegedenckeniffeväfögtoo-|onnoodigh/wamtickt siedat alle on tegoedertierenheydt uniet enheeft |fe Leeraren houden anders: so aan
mögen aanporrenommyte dienen | gaande/dat d'Apostel daarvävolt endemijne Majefteytte eeren.
ken twee verschepd Goddiensten
d, Datzjndaar Calvijnswoods: | geefeljehendevleeschel
'
die spekenfelveelaarljef vantwee | den spekt alsvan dation ä van Hoden/bp | Boostenighepdt son verlief
Derde Gheprake
13
-
-
- -
verwerpentereeuwigher falighept ersonen/maartweevolckeren ver eiverdoemeniffe/ na der menschen - ä worden./ schifft Augustinus ä' hoedanighept/soo ghp't opte wooden Godestot Hieberta; twee volckeren zijn in
ilt BNVLN.
".
Inbepde die fuchs Hebbe ick nu al doen blickenmitin gevoelenmet/maar ulupder opinie platjegende Godlijcke Schzifture tewesen. Die ende npet menschen goetduneken moetmen volghen. 57 GherefC. CDnemepningheis oidtendegemeen/daardeuwenieu
66
n litha
me/Ec.(Gen.-25.22) also:
a. Alle diese dinge,alderliefte broe-A ders,ghebeurden heur,fod'Apostel
feyr, na defigure, maar syzin be-,
schrevenomonen wille,fbonfing top.10. s. dan Rebeccalichamelijck,vande fä
lighe Ilàac:omdat.de ' geelte lickföude ontfangen van Christo. b Maar also sich die tweekinderkens
is ende seltfaaum.
-
68 D. Demos, Pudthept engeldt int lichaam van Rebecca onderling
teghengheenwaarlhept:die dralder fieten:fo zijnmalcanderindébnyck oubtfe/jaeewighwasende istso is - oock degemepneftraatden omsich tighen verdacht. TDe Loghen/naar mpet de Waarhepdt/is alle mans ding. Wel-aansoudet udaarletten/ fo benicbereptte bewiesen hatmin gevoelenindefenoudt is efi gemeen metalledeoude Leerarfderkercke.
der Kerckenaltijrteghem,twee volc keré.Want fofyalleen goet,ofalleen quaat waré, sofoudet een volckzijn. Maarwanter altijtgoeden endequa dengevonden worden inde kercke, alsindegheefelijcke buyckvan Re becca,fotooten sich twee volcken, teweten doodtmoedighe, teghende a Segtdan/ommpetomepndelijeh hoovaerdighe,de kuyfcheregende tewordenwievandé Dadershoudt overpeelders, &c. Degoedewillen ghplupdendefehriftmatighte/im dequaden winnen, maar dequade mers in defen handelWande Bede begerende goediente verniclen,&c. stinatie in Eauverstaatmende vleefchelijc- . 69 GerefC. Calvinussthijfthier ken,maarin Iacobde geeiltelijcken. af(A.2„Infit, vij.2,-.) also:Maarom c Defe twee volcken wijt d'Apo -
- -
darf (hpmepnt de Läomanists)met ter Schrifturen nyet en willen ver noeghtwesen,laatons heurditoock toegeven.SyberoepéonstortenVa deren. Welaan:laations-Augustinum
stelmerckelijckaan,daarhyde vlee fchelijcke beschrift ende oock de
gheetelijcke aanwijst:feggende des vleefchswercken zijn openbaar,als
daarzijnhoerderye,&c.(Gal.,19.)
hooren,diewyalleenhouden inder Siet daar de vruchten des volcx tot kercken leeringen,voord'alderghe Esäubehooréde. Maarwie devruch trouteuytleggher deroudtheyt. tenzijnbchooréde tot Lacob,voeght
70. D. Demost. MBel-aan/nadienu defelve Apostel tertont daar oock mijn foo klare bewijsinghen upter by(Galat.5.22.)fegghende,maarde Schzifturen oocknpetschijnenghe vruchté des geeitszijn Liefde,Blijdt 30eghte dgen:fo Wil ick nu fchap,Vrede, Langmoedigheyr,Go im defentot u laten defelve loove,Goedigheyt ,Goedertieren-
'
uwen aldergetroutäuptlegger/na heydt,ZedigheydteñOnthoudelijc mentlijck Augustinum/metachter heyt.Sietdatzijndewerckédergec latinghe vandander Baderen om - stelijcken,dietot Iacobbehooren. . " koytheptswille/ootomutemogen d Maardattergeschrevenfaar,het vermoeghen:eineerstaamgaandedat eenevolckfalrander reboven gaan bp Jacob eüEsau;mpetheur spgen
------
6,
Derde Ghe prake.
19
(Gene. 25.-23.) ethfien wy in Iacob begheerde.MBankiervermaghmeer on.de Esäu niet vervult tezijn nadens Upthemmte halen. letter.Want de H. Schriften vermelt
71 GerefC. Reem/mp vermoeght
nietdat Esäudenfälligen Iacob heeft daarmede.JPaarfildpipthen wel ghedient, Maar hoedat hetoudtte sovele schönskommenboo wolck herjonckte volck dient,ver vantanderdeeltewetédatGod int
staat hylicht,die opt Ioodtscheende Derkiefeneffi Nerwerpen fetopter op’t Christen volckvlytelijck acht menfthöwerckëofte hoedanighepts ncemt,&c. 72 D-DemosDatfuldp nulhoopé. e Item noch (Aug. in Pfal,787, Maareericeen woozt verhalevan -
Ofnieurwe Pfal,79„7
Jere.10.25.)Want fy hebben Iacob opgheghetenende verfondé. Iacob beteeckent deKercke,ghelijckEfäu beteeckentdeoude Synagoge,daar afghefytis,doudtte fäldejonckte dienen.
Augustino die een nenfhe was, ef
oocmochte dolen/en hebbe ick npet mogen verfwijghen Godes feggen
selve, doofinen H. Gheefindet, Schrift wantdie waarlhept fpzeert endenergens inne lieghen "# bes
f. Eñnoch: inde antwoorda Godes dzieghemen macht. rot Rebecca, tweevolcken zijn in u a Antwoordt mpdaaromeboog lichaam,&c.(Aug.gueffperGen, lib. r. al/oftmp vanmoodefalzinvoozu; qneff.73, Gem.-25.2.2.)worden na den diefelfeen Leeraar zijt, vöotteha geeltelijckéinnebyde oudtfefoon lenupter H. Schrifttupgemiffevan verstaandeveefhelijcken, effibydé Godesbelofen aanden ghenen die jongté,degeeltelijckenindévolcke fijn gheboden gehoopfamen: effioock
Godeswant (fod'Apostelfºyt 1.Cor. depghementen aan den verachters 15.46)enistnieteerst,datgeetelijck derfeiverghedaan is, maar dat dierlijckis,daar nahet 73 Geref C. Dat waarmpetmin gheeltelijcke,ditplacht alsoverstaan verloys/danomepndtljcke moepten/ reworden,dattergefeytwert,dat by fooomdatsempwelbekent alsom Efau beteeckent wordt het oudtste dat diebpmaomtalljck veelzjmdooz volck Godes, namelijck het volck den gantischen Bpbelghezapt. Ifael nadenvleefche: ende by Iacob 74 D-Demof. MDathoudpfte wesent
deffelfgheetelijcke afcomte. . . | het epnde alderbeloften endedzep g Maarnade historiale eygëchappe gementé/daartse die zyn gegeben wort deantwoorde bevondé vervult
tewefen:daart'volckIsrael,dat isde
als doetdit ofdat/fo fuldp-leven/of doedp dit ofdato fuldpfterven
jongstefone;lacobsonder sich brach 7g GherefC. CDm denmenschen teenen Wan't tede Idumeerstewetéhetwolckvan (EN
“'
Esauvoortgekomen,dewelcke door
adeafte schicken.
D„Demoß (Tis recht. Maar Davidondertribuyt gebracht wordé (2.Reg. 8.14) eiñdaar onder bleven zjndebelofen endedzepghementen tottenKoning Joram (2.Para.21.8. indenbeschevèwoozde Godes van fodaniger kracht: datfp/diesehook tegen den welckensyopfondéen
hetjockvan heuréhalf afwierpen. eñverfaan altsamen nootsakelück h TBitzpgenoegh voodatdeel/dat moeten maken wilighter deugh d'ouden bp Jacob effiEfautweere denende onwillightot.de3onden
'
lepe velcken hebben verstaanghe 77 GherefC, Aeen hadt/t'eeugherstelück endet ander denwaregeloovigealles die Hodes vleeschelijck) (Fr. teuwaar datghp waarlhept kenneneffiontwijfeliches des Meer upt Augustinste Hoogen
troweniebig -
-
die W erekelijcks“ kracht.
Derde Ghefprake. kracht. Raargheenfins indenon menschenhoedianighept effifonden,
2O
gheloovigen. Rufen ist geloofnpet
TBittupght oock feifnaactelijck
soo d'Apostelfepdt
de H. Schriftdat Esau;ghenommen
'
2.
M.3-2-
78 D-Demos
-- -
'' antwooydp mp
recht. Den geloovigen woldt daar
om vanden Heereselvedefalighept belooft ende die gedoopt3n:maar
dienpetenghelooft/dgepght Chzi
Zijndevoofijnenpersonealleenlijck, verwopenis/npet nopende dieeu wighe verdoemeniffe/imaar vande upterljckefegeningeeñwelvaartop aarden/in'toude Testament vooz neemlijck belooftzijnde den gehoo
fius de verdoemeniffe.(JBar.16.16) famen van Godes ghebodt. Tewe 79 GherefC.Alfo. renomtverkoopenstjmreleerfeghe
86. D.Demof. Rahethebbs dant booten endeomisiin hoerderie(Heb. geloovenoemtmendeenegheloovi 12.1617.) wieenweetootinpethos en/ende also mede d’anderen onge Esaufelfsjnen bzoederaltjthatede oovigen./overmidtsfp t’gheloove eñvoopnamte doods (Gen.2741.) b Maaraangaande de Edomiten
ontberen. Ist npetalso? . 81 GherefC. Onghetwifelt. So moemtmêpemant die richdommen g rijek/maar diesederftarm.
daar Esaugenomwort voor volt keren/ (Jere,49.10.)fietmenmede lichtelück waaromfp verwopéen
2. D. Demof. Zijn defe bpnamen de 1nettijdelijcke fraffe gestraft wa
vangeloovigheñongheloovighfel ren:teweten omdathpfjnenbyoe vedingen/ofzünsequalitepten(dats der(mamelijckt'volck Israel)metten 3Waarde heeft vervolght endefjne hoedanighepden) der dinghen
''
83 Gheref C. Het gramfthap behouden (Amos 1.11. Hepdédes menschen/ die ist ding dat Run.20.21.14.) om fins wzevels fodanighwerdt genaamt. So wert ofbloedtfotings willenaauffinen een wijs Banfooghenaamt made bzoeder Jacob(Abd.,1.8.10.18.Joel wijfhept die in heimis. TBe mensch 3.19)onfjnhovaardighept willen enis de wijfhepdtmpet/maarfoda (Abd.3. Jere. 49.16.) on synoude nigh werthpina haargenaamt.En granfthapsefi
“
#
desomede werdende menschenfo 25. I2.I . I4.I5. M „I3 47. C. damigh/tewetengeloovighofonge Bfghp f moeten fegghem teghem loovigh (fo ick ghesept hebbe) ghe d'openbare Schziftuppe dat herges noemt nahet hebben ofte hetontbe loofgeengave/maareenmootfalke
ren vandie gave Godes.
lijckheptis/fodat God/also hpdat
84. D.Demof. TDat is waar. TBaar fommigenootljck doethebbé/oock «Le was t’gheneick will beliupten: dat anderen dat noodtlijckt doet derven/ God alles tegenwoodelijck wetten ende defelve eeuwelijck daaromne
de;oockeeuwelijck wift so wellwie verdoemtbupten alle heure fehult/ ongeloovight;als Wiegeloovigh upt heur ' kafepscht/tgens ' leven falschepden/ende daar hp heurmpeten heeft willengeven/ emme demongeloovighen;vermits t'welck openbare onrechtvaardig fp die Goddelijcke gave des geloofs hept is ende Godslafteringhe.
npetaangenomenen hebben; mede 85 GherefC. Holavzundt/so/hoo
upetaanghenomenen heef ins
-
eeuwige Pedestinations verkiefin
e:maarlheur heeft laten stehen in ' willigheibederbemiffe/ende dat Godalsointpze definierensie topter
ghenpet. Lafert ghp Godenpet Wat d'0et God anders dan recht/alg
bpdfeongheloovighelaat stellten in Adams verderf
86 D-Demo Pedestiniert
'
Derde Ghepraké.
er
89. Gheref C. Ghparbept fmmerg Gedtem Adams verderf/ (joghp om démenfehéte verontschuldigen. ghdp emoo en lupb oockleert)ho dan 90 D-Demo Ghplupdenom Go met waarlhept feggen: datGodin't dete beschuldigen: wie heeft de eer ende pgedefineren/nop het verwer lijcstee ffchziftnatighfiefake-Laat enfictopter menschéqua mu voortkommen Augustini gevoelen ' mpet iteptofhoedanigheptofit verderf af/tot betoon datuopinienieu ges qualitept die enmooghdpoock hiermaa rde mijne däarteigenoudt. is/ nochgeenfinsmetter Schrift waar TPfefchzijft also : (AdSimplicis, lib. F. te3ijn bewifen/sovooy tuffchenons
queß.2.)
. is/ghebleken,
-
-- - -
r hier moet befaan zijn ta a TDaaromvalt dieuwefchijnme a Maa rbecken, met de hulpe Godes: onde er rmed dete als ofGodden verdoe at hetwaarzy,datter ghefchre meniswaardigen inheur schuldige hoed s: veni du ein haarfte nyct van al dat verdoemeniffeliet stehen. Twelck tergemaa ckt is(Sap.11.25.) effioock dieuwe leeren optégrondt van uwe ditte: lacob hebf u ghelievet, maar
Erfzonde;
ondtfest
ruwer
degr defe Esäu hebstughehaat. (Rom.9.13.) Pedestinatien/die felfvalfehlis, b' Want heefthy Efäugehaat daar ht ef 87 Gher C.RBaarfeg mp doch omm e, dathy cenvat gemaackt was Mnet ernf/ aan wife is Godt verbon teronéieren: ende een felve potbac
den: wients hpfijne gaven schul ker maackteienvat tereieren, effieen digh mach hp dienpet rechtelijck anderter oneeré (Rom.9.21) Hoe fal hencken omnpetfc
die hp wil/ende waarzijn dattu nyet en haarfte van tighene du hebsteghemaackt? want 88 D„Demofahrtrouwé. MBaar fiet, hyhaat Esäu, welckvathyfelf l schu also Godtflinegavémpemant ighemaatter oneeren. heef dighenis/fodatinpenandthem die c Wel cke knoopalfowertontbon rechteljcken machepfchen/ofbe den: dat wy verfaan Godete wesen klagé/omdat Bodheimdienpeten de Schapper alre föhepflen. Nuis heeftighegeven: also medeenmatch anderen onthouden
-
Godtnpemandt fijnegavenrechte lijckafepfchen/of themfraffen om dat hpdienpetenheeft, den welchen
alle schepfel goedt (1.Tim. 4.4.)ende
alleméfEh; voor foveel hyéenmen
fcheis;iséen fchepfel, nyetvoorfö veel hy eenfondaaris, Soisdan God
God synegavenpetenheeft willen een Schepper des menschelijcken geben./fonnualis gefept (geßrj-, e. lichaams endeziel
Geendefer twee
a Want nyemandr enis föhuldigh en isquaadt, nochgeen vanbeyden (feptAugustinus wel(delibelarb.lib. 3. en haätGodt. Want hy enhaatnyet sup.-6.)vantghene hynyet cn heeft vanaldathy heefighemaackt. ontfanghen. Indien Efau voor fün a Nudeleibe damit oock boomte van Gode was gehaat/eer is Godde Schepper ende maker van guaadts hadde gedaan/ende beydé, sovande ziele alsvan't lifen e vanfün deen haat inden menschenyet, dann wasdiehatte Godsoofak boofhept/maarmpetfijnboofhepdt dezon.de. ndeis -
'
Maar dezo
ban Godes hate/foo deuweleeren:
des men
fchen ongeschicktheyr eñverkeert
wiefalnpet Efauontschuldigenen heyr: dat is eenafkeeringhe vanden de Gode beschuldigen moetémoe alderbesten Schepper, ende eentoe en efck/mpetna des mensche keertorteghefchapenenederstedin lije / ' oockfelf' . So enhaat Godt dannyet den ghen desoodeelen;oms dooygaans inde menscheE sau, maar Godthaat der
''
Goddelsche Schriftgröpenbaart
G. iij
zon
DerdeGhe prake. 22 zondaar Eßku. Datfchaft August de Liefdegeschieden. Maarde Lief US daar. dekomtin ons door degave des H. 91 Gerefc. Wat befluptghpdaar Gheels,so defelfde Apostelfºyt: de Liefde Godesisuytghetort in onfe 92 D-Demof. Dat Godinstina herten door den heyligen Geest, die tenende. Derwerpensietoptermen onsisgheghcven. (Rom.5.) fchenguadequalitept/datsop heur
d Daaromen behoort fich niemant
3ondelljchept. WBantformen indege dachteEsau vande3ondefchepdt/en
teroemaen uytenwercken, alsoftde fijne waren: diehy doorde gave Go desheef:ghemeckt de Licfdefelve tgoedeinhemwerckt. Wat verkiest Godt dan?"imdienhydengené;die hy wil;begaaft metten H. Gheeft,waar door de Liefdet"goede werckt ? hoe verkiesthydégenédiéhy diegeef
blijft daar
' altoos over/daneen
goet fchepfel Godes. Magh Godt
dat haten Ghplupden leertdingen/ diejadaartoefeggen: der Schrift
wiz
fept opentlijck neen daartoe. Defe/ mpet. uwe nieuwe Leeraren/moet menghelooven. e, Wantisdaargeenverdient,so en
a TBatmuGod Pedefinerende so welint Derkiesenter falighepdt als int Berwerpéter verdoemenifféftet opter menschenhoedanighept/ende dat uptfjneewige Dooyoogethept, of(somensnoem)Doofienighept/ is medeontwijfeljegeweesthet ge
isdaargeenverkiefing: gemerckt j voorde verdient altfamen
'
zijn. Sooenmaghmensoockindin
ghendiegantschelijckghclijckzijn, heen Verkiefinghendemen, Maarwant de H„Geelt niemanden
gegevédan denGeloovigen: boelen Augustini/fobljet/behalven enwert foenheeft de Heerenyer verkoréde totvelemeerandereplaatsen/oock wercké,die hyfelvegeef,als hy den op defewooyden Paulifeif:Jacob H„Gheetgheeft, op dat wydoorde eblick lief gehadt/maar Efäuheb Liefde het goede wercken fouden: ck gehaat/daar hp schijft (Expofis. maarhyheeftnochtanshetGeloove gmar.prop.ex Epiß,adRoo.) alsoo: Dit Daarommetenzy dandat maačtdat sommige meyné datd'A verkoren. yemantin hemgheloove, endeinde postel Paulus heeft willenwechne willevanontfanghenvolhardt:foen mendevrye wille: waardoorwyden hydegave Godesnier, dat Heerebehagen, vermitshetgoetdes is, den H„Gheet: door.dewelc ke hy Godsvruchtigheytsofemifhaghen
mitsdeingeftorte Liefdehytgoede.
doort"quaadt desboofheyts. b Want yfegghen,dat de Heereal vooroenighewcrcken, t'zygoede of uade,dertwee;noch ongeboornen; den eenen heeft lief ghehadt, ende d'andergehaat. Maarwyantwoordé fulcxgefchiette zijn naGodsVoor sienigheyt: waardoorhyweet, oock vandenonghcboornen „hoe clck in toekomende tijdenfalwesen,
c ltdan fodathy.de werckenver
föudemoghen wercken, # Sooenheef Godt dannyetinfijn oorfienigheydt verkoren yemants wercken, die hyfelfälgeven: maar hyheefther Gheloofverkoreninde
Voorfienigheydt: als dien hy heef voorweten dat hem
'' fäl
betrouwen : hem heef hyverkoren, dienhydenH„Geestföudegeven:op dat hygoet doende, oockhetcewige leven foudeverwerven,
e
kielt,hoc komtd'Apostellte feggen, Wantdefelvefeyr,dat Godalles in dat deVerkiefings nyet engefähiet hallenwerdt(1.Cor .12.6.) maarner moetmen gensenisgefert,darCod uytenwercken? Daarom allesin allé nerkaan unwerrkren Alarcle oaede
A
h
Derde Ghe prake. wyghelooven, maar datwyt'goede wercken,isfijnwerck,die dengeloo wigenin hemden H.Geestgeef,&c. i Bolght noch: Istdat de Geroepe ne den Roeper volght, twelck nu hangt aan denWrye-wille:fbofalhy verdienenden H.Geest,waardoorhy goet machwercken: endefohydaar
23
c 12 onwillin’t toetemmenvan't ende ' daarwelgeseptis/alswes chriftmatigh/maarteghen (soo ick mercke)u verstaaldeoptimie/fallmp hier noch eenplaatfeupt den felven
Augustino;ulupderhooghste geppe femonder al d'oude Daderen;doen
verhalen/nopende watons werck inneblijftgewelckmedenyet minder isinteghelooben/ten waardanfa enhangt aandeVrye-wille:fofalhy ke dat ick uonluft daaraandede. oockverdienen heteeuwigheleven, (TWelck hoogende fall die achter las twelckdoorgheen fmette en mach tenom Wootste waren. 97. GherefC. Ich mach'sgaar worden verdorven,&c. neijden. Siegt ' hooe. . k, Dolght noch aldaar:Onsdoen 98 D-Demoß
Maarfoldaar(schrift ra.caps-) Augustinus de Spiritnes-Lite fijndoenilt,dathydenGheloovigen werde gheantwoordt datmen moet endeWillighen vermogen geeft om voorhocden,datméGode niettoeen "goedete doen,&c.Allefulex heeft schrijve dezonde,die doorde Vrye Augustinus ghefcheven. willcwerdtgedaan:fointgenedatter Retros B. r. 93 GherefC, Allefulerheeft Au wortgefeyt:wat hebdy,dattunieten i.sap. -3 gufimus wederanders gescheven. hcbfte ontfangen?(1.Cor.4.7.)Daar 94 D. Demos,TDaarfegdpomrecht. omdewille,waar doorwygelooven; 95 GerefC. Heefthpdathoovaar degaveGodeswordttoegefähreven: dige wooyt vanverdienénietopent overmitsdie voortkomt uytdeWye lijck wederroepen! wille,die wy,alswygeschapenwor 56 D-Demo-Fahp/endedat niet den,ontfangen hebben: die mercke jegédeWBaarhept:maar is daar an daar # eñfie,dat die Wille daarom ders niet gefpzolltendann dat woodt niet alleendie Godlijcke gave toete verdienen ? Heeft hp wederroepen fchrijvenis: datfeuyt de vrye keure Mankomite dat wpfonderheit werck van gelao ben den H.Geest/ ende dooz denfel iseñmet ons natuytlicken gescha- besse" maar oockdat Godtmetaanra ven de goedtwerckende Liefde niet pen: dingen der maaÖtdat enkommen verkrijghen wy willen effidatwygelooven:hetzy a Heeft hp weder spokendat het ist,darwygheloovenefi willen: maar
“
GelooveeengaveGodesis/dat wp die gavemoetenontfangen/dat wp daar innemoeten volherden effidat
hetCHßeloovennpet Godes (wiens wooztof wienfoude Godfelve/diet alles Weet/mogen gelooven)maar desmenschenwerck ist ib TDen nenfhe/die des gheloofs
danväbuyédoor Euangelischever
maningé„daar deswetsgebodémiede wat toe doen: daarfy den menschs fijnder Kwacheytsvermanen, em tor her rechtvaardighmakende Geloove tenemenfijntoevlucht:ofteinwen delijck, daar"tinnyemandts machte staat wat hemindenfinne valt,maar daar her roestemméoffe aftemmen eyghentlijckdeswillenswerckis.
gabe heeft/mathmêmet waarhept geloovighnoemen:maar wienach Godegeloovighheeten Dit is dan 99 Als däGodop des erwijsen han Ziele, so darf dehoedanighept/eitdit demen deltmer die redelijcke eheljekte werckendaar intfin hemgeloofzwäfyenmachnierge Pedestinerifovan't Berkiefen als loeven,hoevrydat haar kenreoeck Man't Berwerpenopftet,
|zy, sodaargheen aanradiughe noch IOC
Der
de Ghe 24 roep inghe enzy,dien zygeloove: fo, prake. werckt voorwaar dat willégelooven emakzu wertooe.alle/die
felveGodindémenche, wiens betm
hertigheytons in allenvoorkomt. Nots. a Maarderoepinghe Godes toete stemmen ofafte stemmenis eygent lijck, foickhebgefeyr, hetwerckdes willen. Welcke fakenyet alleenlijck nyet enfrackt,datter gefeydtis: war
ende gabe
' '
Now: -
E
bendeffelvensterecht geloovighge naamt: foofp wederomme alle die
dooz heur willgh wepgeren defelve mpeten ontfangs/vermidtshetont
beremder felverga
recht onge
ve/te loovighengheheeten worden.
"
f, TDiese werdenvan Gode verwo hebdy, dat ghynyer en hebtontfan pen ge zumaar hetverfercketoock. - /maar die/namentlijc de geloo
/verkogen. Wantfp dootmid Want deziele en machdegave vige gelaovemetden Geest/ deli nyetontfanghen, mochte oock heb ende vant midtfdien dort nuet de Liefde ben,vandc welcke sydat hoort, dan vermidtshettoestemmen: endealfo daar dooz t'geloofWeret (Gal,5.6. van Gode Woyden begaaft: effi wo is altghene sy heef endet gheen sy den van Gode daaroun oock bekent wed ero m ontfangt, Godes: maar voo. de fine. MBant/fept d'Apostel/ mo hetontfangé eiñhet hebben, des hebbersende ontfangerswerck,&c. wie Godtlief heeft, die isvan hem t (1.Co. 8.3.)maar die des Ge C TBaar machmen fiennpetalleen bekë loofsgave wepgeren/zijn vermidts Augustinigevoelen/maar oockme dat heur wertkongheloovigh/gee defijne redenen/mpet min vaft dan feloos/liefdeloogs ende daaromne Waareñklaar/te zijngheweef:dat oock Hoddeloos ofgoedel oos/pdel het geloofgeenmoodtdwang/maar van alle goede Wercké der Lief uen. gave vppe vädem is/die een ensche; (ILut. 13.26./27.) als henn die väcGode doofine rech- |, g
migeenkentGodtmpet/te temiddelen aangheboden is; mach bietHada en /voo define/wanthpdaa r aangenommen ofgewepgert werden, iefdenpetinenfet/sonder welc MBelck aannemenoock npetenghe fünl niemlätfäligh Woyt (1.Co.13.1.2.3. fchiedt des menschen werck. h.… TDit is dan het werck effidehoe Wan Wil hontfangs der felverga dami ghepdtofte qualitept der Ber We/fonder welck menscheljc werck vomp ens/ die de van eeuwigheptal (want Godt en mach npetontfan wetende Bodvoozooghenhee in gé) de menschediegavedes geloofs sinpzedefineren/ofverwer ftder
'
pen (die Godfluleke ont fangers gheeft) felber. Dermidts Godfulerfolw ep
aockenpeten mach hebben. " . . | mighmach doenfonder daar opte So wercken hier gefamentlijck fé/als hp nach wesenfonderte we Godteñmensche: Godt intgeven/ ten/datspfjmegaven verwerpen/ ende die menschein'tontfangen: het ' /ende mitsdienonfaligh leeren-Werck van geben is Godes/-| fülle 3jne ndeblijven. n -- maar het bedel-werck van ontfan i' MDant fond Godes goedega hen is des menschen werckalleen: benalante nenner en endete ontfangen efo verschepden en mach npemandt pet goedts heb ander, welche bepdeffi meuf
chenem Wercks, van Gode wederomme Godt mpeten nlermeer eenighe overnatupplijcke, ben: foo daar hps pila anne men/den gave Godesen wertontfang. Dit, jne goedthep tnpetinneen vindt. wert daaron ooch rechtelück ghe GherefC. Tat beschepdtlupdt noemt eent"famenwerck fo qualijc npet. Overnitsdaar Go -
'
-
-
desendedes menschen. T
| deseereinheur geheelblüft, so
4
. Derdie Ghepraké.
25
infine gaafrijckemildighept als „e: Maar foodoorde macht yet fäl infjnehepligegerechtighept: want hefchiedcn, foomoerde wille oock daarbp den JBenfiche geenoozfakte, daatzijn. Wantmenisnyergewoone
refegghendaryemantme tijnwille
t benlag yetficef gedaan, indien hytonwü/ noch oockt man "ä " Fä lighheefighedaan. Ghegheben. - - - - - - - - - - - 1oo D. Demof. TDewjlick nu mercke dat ghp myn spekten int besteneemt/en mach ichtot uwen bestennpet laten hier noch upt Au
- - -- - - -
f" Hoewel mochtäs,istdat wyfcher peraammcrcken, so doet noch dege ne die onwillensuyt dwangyer doer,
darmetfijnwille. Maarwanthy't lie veranders, hadde,daaromme wordt
gutinoteverhalen/eenplaatfe: die gefeyr dathy'tonwilligh doer, datis,
-
E“ - -
mijns achtensgrootelijc machdie „nyer willigh. . . . nentot verklartngeofontWerringe defes dupfterenende verwerdéhan delsuwer Schribenten/van Go des Pedestinierenint Derkiefeneffi Verwerpen ofnpet aanneunten der Menschen. - - - - - - - - - - -
A, Defeisdaarhp handeltvande middelen effiaankomfte des geloofs
inde Mensche/wathptothetaan memen efi hebben vandie heplsame
gave Godesvermaghende doet.
. .. .. " Wantföyemant wortghedrongen wat quaats te doen, dat hy gaarne foude vermijden ofvan fichweren, fo doethy t'genehy gedwongéwort te doen.Wantindiéde willefogroot is,dat fyliever heeftdat nyette doen, danditnyette hjden:föowederstaat fy ongetwijfeltden dwinghere, ende endoct hetnyet. Maar föo f't daàr doordoer, fboendoet y"toocknyet methaar wolle endevryewille:maar nochtans endoerffy't myetdan mit
-- -
3,
- ----
b.Yemant(fept Augustinus.de ' & Li.caps) fälmogenwragen of in haar witte: ende omdatina die wille bant"geloos anßen vermogengesteltis, temogen hietwerkvoight: en machmennyer „hebben hetGeloove, waarinneis ge feggen dat den doender macht hecf
Oft hebben
. . " „legen het beginne der äligheyt Dit ontbroken. „fullenwyte lichtelijcker mogéfien, g Maarfohyden dwingertoestem
föwyeerstwar vlijtelijcknagelpeurt de, ende fulcx wilde, maar nyeten füllen hebben,wathet Vermoghen mochte doen:men falfeggen dathy
felve is.
-
c Want willenende moghen,zijn, twee fäken. Sulcxdat degene diewil, nyetrertont en mach: Vanghelijck die mach, nyetterftontenwil. Want ghelijck wyfomtijtswillen, t’gheen '' vermogen: also moghen wyfomtjtswel, t’ghene wy myeten
hetwillen;hoewelgeldwöngen;heeft ghehadt, maar dathem macht heeft ontbroken.Wantalshy't daaromms
nyetendede, omdathy"tnyer wilde doen, sowas daar macht: maardaar gebracwille, solange als hydédwin gher wederfaande darinyetendede. h
Ende hier uyt komet,dat dege
- - - - - - - - - - || mediedwingenofeaanradenplegen „d Defe namendan ghenoegkfäam tefeggen: waaromen doedy’t nyer, ange nadien ghy’t vermooghe, ömfülck verklaarezijnde, warfyte ven,blijcktoockghenoegh: datvan quaatteorit Ende degenedie herwillen, dewille,endevan hetmo gantschelijcgaan? knyetvermogëte doen: ghende macht heurmamen hebben maar nochtans torheitdoëgedwons onfangen. Gelick«dandeghemie die -ghenworden,ondes wilken.datmen saar-Wildewillehraf: faheefoock daryewel mogendoen:pke die daarmagh, de machte, ''. gésich ontschuldigenie den n TY)teantwöor willen. -
- -
' -
--
-
-
-
erse“ „: -
26
Derde Ghefprake.
den,endetefeggen,ickfoudet doen, o Maar daaten isgheen macht(d
Macht" foecken, nachEwyditeggemachte
d'Apostelfy)dan väGode.(Rom, 13.1.)War is dan doorfäke dat van onsoocknyeten werde ghefeyr,war
wefen:daarde wille middelhcef,om
hebdy,darghynyeten hebtönfan
foo"tinmijnder macht ware. i Wat behoefmen dan voorderte
“
t’ghewilderevolbrengendaaromme ghen?(1.Co-4.) Want ghy geloof, feytmen elckdatte vermogen,dathy omdat het de Heereuheeftgegevé. doer, indien hy wil,einyer endost, Maarnergensenliefenwy in derhey lige Schrift: daarenisgeenwille dan indien hynyeten will. k Merätnuoptgene,darwyteon van Gode: tenis oock te recht nyar dersoeckenhebben voorghenomen, ghefchreven,want heten is gheen -0 Oft"Ghe kewetenoft"Gelooveinonfer macht waartheyt. Anders foude oock Gedt (dar “ staat.Vandit Gelooffprekenwynu, verde moet zijn) der Zonden oor "datwygebruyckéalswy eensanders, myetals anderenonstoefegghen,be fàackwefen:födaargheen wille en trouwen.Wantandersfeggenwy, hy waredanvan Gode.Want de quade enheeft mynyet betrout: anders, hy wille alkeengeoczondeis,allen volgh en heefmy geengeloovegehouden. de hetwerck daarmyer na,dat „T"certeis,Hyen heeft mijn toefeg hadde deWillegheen macht,&c. gennyetgeloof:maar t'aatstcis,hy # Voightnoch: Hierom sprackder -
-
'
en heeftnyetgedaé dathybeloofdc.
eere tot Pilatum: Du ein fötadtfe
+ Nadat Gheloofdaardoorwybe over mygheen machthebben,fody trouwen,geloovéwyGode:maarna dienyetenwaarvan bovengegeven, ditGheloofdaartgenewert beloof, (Joan.19.) Maarals.de macht wer geschiet,isGodtfelfgerroutotons ghegheven, so enwortdaarbygheen waart. Wantfoßeyt d'Apostel:Godr noodtsäkelijckheyeghekoppelt. isghetrou,die fäl nyet toelaten dat r Daaron hadde David,als hymaeht . . hy,bovent"gheneghy vermooght, haddeonfangenomSaulte dooden, koorfultwordé.(2„Co.10.)Van hem lieverteiparen dan-te dooden. - datGelooveonderfoeckenwy, oftin (1. Lüeg.24) Daar uyre wy verfaan, onfermacht staat, te weté daarmede datdequaden macht ontfanghen tot haarquade wille,dat fulcxdient tot wyGodegheloovenofin-Gode. m Want hieromme Staatgefchrevé: haarverdoemeniff:maarde goeden, Abrahamgeloofde-Gode,ende hetis totptoefhaarsgoedé willes. Nadien hem tot Gherechtigheytt gherekent. dant"Geloofinonfermacht is,foge (Gen.,15.) eñoock: Den ghenendie loofelckals hywil: ende alshyghe daap geloofin hern,dieden ongod looft,foghelooft hywiligh. delijcken rechtvaardigh maačt,wort f, Bat3jndaarde woods Augu her Ghelooftor Rechtvaardigheydt flint. Watbenge, die anders melde/ dandatde Mensch vam Bodenper -gherekent.(Biom.4.) in Siernuofoockyemant geloof, ghenoodtfaackt noch gedwomgen/ „als hynyer enwil, ofoocknyer enge maaraangelockt worden, te geloo looft,alshywilghelooven: Nadien ben! Dat die IAenfchenpetfonder/ fülcxiongeschickt is (wantwat isge maarmethaar bype wikle fint aan koqven doch anders, dan toetestem nennenofontfangen van des Ghes mendathetghene wertgefeyr,waar loofsgabe/geloovfghwoyds TDas ehetneben zy) endchettoeftemmen eens wil fulchtoeftemmen elf Gode teghe - -- -
lighenswerckis fooiswaarlijck het “- Menschenpet Godes Gbcloowsinonfermacht. . . . . . Werck ist
Ende:
Derde Ghe' 27 2! ofoudegeschien. (Dock Beza.H. t Effizmadien alleen de Geloovige falgheri d'Ongheloovigenpet fa f; 2. Soodat Adam nootwendelijck tighenfullen worden;dat Godtin zondigen ein vallen mochte, Kf,58) fin eeuwfghe Pedestinatie foin't waardooralle menschen d'eeuwighe Perkiefen vande eene als int19er doorcovergegeven zijn,datdoor den vand’andere/fetop haar wonderlijckenraadt Gods ghefchier
'
qualitept van Gheloovigheptende is,&c.omdat Godt het also ghcwilt «Dngheloovighept: Infgheljerop heef,&c. Ende doorfijnvoornemen Haarbwerckëover weder 3ijden van alfoo verordent hadde. (Alijb-xxij. de gave Godestoeteftemn ofaf cap.7.S.)Soldat Adam door Godside ke stemme/aantenennen/ofte wep
creetghevallen is.(Cf 107. Beza
geren: Godete gelooven/ofmpette H77.)
geloovil. Alle twelkemennpeten 104. D. Demof. Alfoo fepdt de B, machloochenen menscheljcke qua Schziftuerghens/maarplat daar hiteptenende werckentewesen. v MBeermochte ick feggëfo fcks smoodighachte/als neen. WBant wat falldienighenoeghmoghen 3 in die
tegen/die (Läom.8.29.) heef hy ' predestineertfijmsSoonsbeeldeghe lijckformighteworden die hyheeft voorweten. Is dat ghefept/foo’t um
mpetalleeulick npet en vermoeght volek kalen Gelooft ghp/dnuncker metfotreffelücke effi tatelijckere uveplight effiheplight/u Calvin denen Augustini/krachtelijek met nettenfijnentegen de H. Schzift:
klare Schzifturerbevetight wesen Ickmoet die gelosventeghenende de; maar oock dienmijneontvmife boven duplentCalvßnen/metalde lijcke bewijfingen/akleen uptemlor fijnen. Lieveman/ pfoo teren ghescheven woopde Hodes traghelückdegrove onghefchicht
'
daar tole aangetogen/npet genoegh
hept diengodtfakelijckuptfulcke
enmachzijn Irk heb volfept/ende wederfchziftelücke vooptkommt benbereptaldat ghp daar teghen 1o GherefC.Welcke fult willen fegghente hologen,
106 D„Demof. TDat alle t'quade
101 GerefC. Ick heb veeltefeg efizonden diedaar wodengedaan/
ghen/fonghete langhete ballen.
mpet van Godeen worden booyfien
io2. D.Demos Ghpzijt vpoech ge on dat de TDupvelen efi Menschen Nots
komen, t'is noch voech/wpfullen dienoch fouden doen: maar dat de oocmogékopter valle in onferede Dupveleneü Menschen dienoodt nö/vermitsdaarnual väveeledin fakeljck noefenefi noeten doen/ ghentuffchen onsis ghehandelt, om dat Godtfulcrte moeten ghe 1oz GerefC.Ghp hebt dasar veele fchieden verodenthadde/efildat sp totbewijs vandatGodtint daaraannpetenhebbik gezendight/ rkiefenefi. Derwerpenfiet opter Ingar Godtfeif: ofdat de krancke IBenfchenwerckenende hoedanig Behepfelende Opdeningeofe Pre Hept/endeloopt alles daartoe/dat defiulatie Godes hebben nogs we
ä
Godfoudepedestinerkupt fühne Al derstaanende onseker maken/ver of Boozweitenhept maar Calvin/ mits haarmpet3ondighen.
Bezaeudealle deonfe/houdendat a MAaarfooghp defertweegheen Godt vooweetup fine Pedeft foudtderrenbelijdensfofuldpnoot natie. Alfofept Calvijn (AiF b.xxiß. lijck ten minsten Libertinitzerende ap.$.6.)Dat Godheit genetekomen moetenfeggen:datternpet quaats stäat,nyet anders te vorenen Miet:dan moehzonderen geschiet/om dat Bod ende Hierhts omdathy"tverordenthcef, dat her die alsultpfelve bzt4 gardt is -
-mz-L_-WM
''
28 mfeker makic-So Liechtbaardigh: effiderhalven alle | enfoudemogen onfeker make Go
' '' wesende des Fedestinationsaubedessel-", oock goet is ende Gäechtvaardtgh.|vensfckerheptalle desBenfcheljc- "hepot
ä allen intweder-| Kiewerchen/gfelkermoetémaßen
benennt
spielten vanuwennware opinie of [dat geeilensche per soudeanders." naackt die Menschen onschuldigh "nogstoen/dandealwetende Hodt "ein effi Godefchuldigh/ofmaact Bods |dattefüllengeschiedévoopsien hadPedestinatie onseker/of belüdtu de: eüdaar doo soudeugewaande vppe Wille dan dochteffensnoodt te3in Libertinen. - 107 GerefC.Ghp.dpingetharde/ faltelijck ungeten verdwijnen. temercken ' groveonghe 114 D-Demos TBats mpet weltbe T elfs opinienoot flott.Want Godes Boostenighept -
'
"ä" “:
altel)Cli Wolgt)Ende. „. . . . . . . en d'Wingt Upet, e Menschen en io8 dat alsoschoon doënpet deughde 3onde/om dat ware/foo en foude mijne onghe Godsultralind'Eeuwighepttegé fchicktheptdeuwennpet verschoo woodlighfiet: maar Godtfiet dat nen. Ghp moet deuwe/ickdem j om dat de JBenfehé fulcx fullédos, -
ue verantwoggden. ... . . 109 GherefCTDat wilick doen/ t"fall noch beter tepaffekommen. - 1 10 D-Demoß Tismp lief Maar welck foude hier demjne zyn in mijn ghevoelen
ält
-- - --
-
115 GherefG, Batfegdp. - -
-
116 D„Demof. Dat bewje ick. Ghpftet muteghenwoozdigh met openeologenintlicht unp hier fitten
mettenellebogeopdefetafellenen de.Segt/machdatufulckfien mit
herefC. FMerckt ghp dan fen/ofu daar inne bedpisghen 117 GherefC. Reengheenfins. elvenpet/als Neren uptfjn Doofienighepdt of 118 D-Demofoodtfäarktfulch Dooweten vander Mensch wert ufenmp dat ick dusmoetfitten/fa Ken: dat het dan inder Benfchen datic nunpetanders haddemogen machtsoude staanom Godes Pre fitten/ooch 'n' gen destinatie onfekertennake/vermitg 119 GherefC. TDaten nachmen Haardoenoftelaten danfoudehaus, mpetfegghen. . . . . . . . . . . . . enganhaar avontuerlijcke vzpe 120 D-Demof Pften en dwingt
#
illekeure/efinpetaandeonwän dan,fulck umihn doennpet/ often
#
| moodtfaackt mp mpet on aldluste Hodes 112 D-DemofTDatfou Leicklicht fitten/intfien vät'welcke ghp oock nerchen foGodmochtpedestine mpetenmooght bedzogen werden. réallapende/offonder ' Alwe Klijn doen hier inne ist dannoodt tenhept: maar nadien Hodt mem lijcke oofake väfuickufen:ma mermeeren saapt/mac)
' ' ' ' annäen
machdoen in afwesen fins Älue tenhepts alretgekomendeeffi voo Leden seu welijck '' ver schijnende watonfekerhept mogen
'' der JBenf ä e Wert ken/de. '
Ulli Müllte. - - - - - - - - - - -
a Wantick hadde machtgma
derstefitté:maarghpmochten doopufen mp noodtsaken dusof anders tieflitten.. . . . . . . . . 121 Gheref C. Jäen mach dat mpetbeneenen. , - - - - - - - s ' e/taebzen ge, 122 D-Demos moet dan ja 113 GerefC-Laathetfazijndat segg /tot mßnfeggen:diathet vere der Mensch vyilligh donnpet fe nvoozden reuigi
-- PerdeGheßrake. 4%
s ' ## metfercken rcken 5Wijne voll ingeschonc -
aS-
of Boge desaltenden des Sodes der Menschëwerchen
--
-
- -
-
meerenmoodtsaacktväialdus ofall kenende sicher ' ven. Doch fote moetengeschiede:danutegen Godlooßen moctenal oëfern uyt fit mp da mp. Njne v |7489.) T. toenaotfäactlofmpinnin |daar niede. Calvijn ä lelteur benennt van mijn ll ,,-te bewegenoftedoen rufen/sobende |fline vogpfzfen enrie. -
''
'
'ä ' -
- ---
.
-
-
-
-
D„Demofa-Ponwijsbewijs/ lieft teddene. . . .. . . . . . Gfellefentêtie. Soudedat Schufa
opsuche wie alsmp datfelfbeiz
tter '' ' mo ' fe fpzigkeitsgebleken en die dochtedencken/fwißgehet inteerleboechen van Doorne genteghen des A hertlf.zz.)vande SToelatingeBo "ä"# desozdonnantie! . . . . . . . des:oock niedetuffchenonsfelfdat
"Ghef C. wpspieke vander
s
quaden
--
124 - D.Demos, Pietaltoos. - - - die goede God/alseengoedeboom 125 GherefC. Diet/fchaft Jan men Calvinus-Inf.(Aixxiß §..) Dewij fehlen ein nach fehleppen, noch gesut -
le.de beschickingeallerdingen in die
handt-Godes '' desdootseñderfäligheytby heimis;
fo ordonneert hyt alsoo mct fijnen
#ä
'' # ' “# andersdantgheen #" -
raadt effiwille, dat daar menschenge fcheppen : oock of doorprong a borenworden, die van desmoeders guaätwaredathynyet rechtvaarde zijn # doodt hick anfu veränengheny Overghegewen:optdatdoorhaarverr felf
“
''
“g
:
ä
b - Dogmede Bull Datfept Calvinig daar/ende tot | des des H. Schzifts tupghnüffen(Zol meer andereplaatfen, ... … , 21.30efü„Bet.2.9.) verklaart. Da 26. D.Demos. Datfept ee Men fche/maar nerghens Hodes ghe edes verfelden, da tter, was fehzeve Woot. Tatgheldt bp ' C arbehaven dat ofunknoe maarnpet Calvijnsfegg/fonder/
ä ' es
Salomonäannahme: so ' '' Wo en fiet mpetdathpdtedanno
jateghende H. Dehzifture. . . . | defekte I 27 TPaar # beläupt
''
h
dat/dusfegdp 0nrecht. D, Demoß WBt de
''- -
weldelijeldgaapttegen hare rechten . . .
ture MPaar fepdt diefulc /offen fünne het is ontwijfelijck Waar t den Hadloofen Jonfrºh minfen eenligh Woodt/datar Upt apen, alsooch allen an
#''
" oodeel Ho 1N1A
Uk. - - -
- -- - -
19 Gheref Ö. Rechts voo
de
ren Menschen:volghtdagrupte ' odloos heeft geschar
boopgemeldeplaatse.TDaar stellt hp pen. Heptdatdefpzalte Woolwaar bewijfen/u tweepoken :te weten: De Heere neenp. n-Hodtlgg maacktallerdingom fijnsfelfs wille, mentlijck dat G pock dëGodloofenten boofen dage; Hodloosheef geschalpen-Hatjet
#
(Pnos-4) Eüupten Psalm-Want
######################## in
ide d - Godis Rechter, dievornedertdefen, mpet/ende datinpeth
eñverhooghtgheinen.Want deHee bewßst Taliban
dge
3s
-
Derde Gheprake. dengeschapkofgebok datswilde
metelhepdt in't fout mifbzupcken bande Boddelijcke Schziftuppe.
| tefoecken/ wantnë vint fulerinde
apen? Uwnema ''“ ' heeft hphemeen Dup
mpe
"
ONL
velghefchapen wiemacht datmet waarlheptfegghen Gedt heeft den
TDupbelleen Enghel/maar die heeft
gantische Bibel npetghefhieven. Noch woztdit den onbootsichtigen Lesers ingeschancken poo bewijs upter Godtlihcker Schrift: isdat npet een anfhamel inne-fchencken dooz den WLeeraren:efileenfozgelicht infwelghen voor den WLeerlinghea van Jenschen. Wenijnvooz Hemel
sich felfeen TDupvel gemaackt. So mede/Godt heeft den Gedloos een JBensch geschaps/unaarde KVMensch, fehe Bedecin
–
Heeft sich felf vaneen Mensch een 131 Gheref C. Mochtansfähilft Godloos ghemaackt.
- -
Calvinus./(Aijboeckxxij S. r.)dat
So viele 3phierintkoxte noch God/dengenen diehytotten ceuwi meeraanghewesen effivaft bewiesen gen dootgeschapen heeft,omdac sy e
van'tfehandeltjc mibpupck Calvi instrumentéfijnder toornigheyten
ni/Beze/metmeestalleruwernieu de exempelen sijnderfrengheytfdu we Baderen des vooghemelden den wordé,somtjesde machtberooft fpzoocx, Salomonis.
--
om Godswoort te booren,&c, MBie
f"Aangaande d’ander spoke hier foudefodanigenhooghgeleerden effi bp Catvijn upten Psalmvoort ge vermaarden Manmoghen toebe ef75.
bracht(Pfa7489.) heeft nochve feminderfehynomfjn Cpannjc kefemtentien bp hemdenbernher tigen Gode, soolalterlück, als on fchamelijckzopgedightte bewijfen. ant daar mpeteen eenfigh Woot inen wort bevonden: daarmen pet
uptemacherecken tot bewijsfühns
trouwen/dathpfonder MPaarhepe der Hichziftupen/fulcke faken den
Menschen tot heur verlepdinghe foudeleeren ( 132 D-Demo. Dat fouden hem mogentoebetrauwie die lichtvaare digh vähertézin/dieder. Schrift mitrouwen/eüde Menschen infoo -
wichtigefaken betrouwen/fich. bos wederfehzifteljcpfegghen. g Watgemeenfrhappehevetdoch/ ven Sodeop verlatenfoofer dooz
dat Hodtdefen vernedert(teweten artijdigheptbetoovert zünde/dat benhooghvaardighen)(ILut.1.5 1. pnpeten willénnercken/ altoont 52.) ende denghenen (namentljck menthertr/datuwe Leerarendoor den dotmoedigen)(WLuc.1.52.)ver gaansfelfplatheteene ' Hooght: met dat Godleenighe Men gen t’ander/fouCalvßnoock doet G0125.
fchen door fijnen wille ordonneert in ditjeghemdwoodigheftuck.
fogeborente worden: datlyvanheur 133 GherefC. Watfepdt hpdan Moeders buyck aan fkerlijck den datdaarteghenfrijdet doorzijnoverghegeven: opdat door 134 D„Demo-TBatfuldphoonen/ heurverderfde name Godesbude als ickuptueerft falghehooythebe ben:tot wat epindeuvolek die voop wordenghepresen? h Is dat danoock eenfelsefakte ghemelde spoke van Jacob ende methetinne-fchenck vande fer Efau meeft invoeren. - -
ken wijn met defelfsdzoefemvooz 135 GherefCCDmtebewifendat den Godldosen, die defelvemoeten God infjn Pedestinerenfo van't upedzinckenfept de Psalmistdaar Derkiefen/alg van't BerWerpen/ dat de Hoovaardigé hisovaardigh/ mpeten fietoptermenschwercken,
ofdat de Godloofengodloos wer
Derde Ghe prake.
3I
Ealbfin.(A,a. vjo) Godt;als we pet quaatsgedaan hadde. Sao w Rende dopperste Rechtvaardigheyt, nu meermalen hebben verhandelt enmachnyet lief hebben donghe (jgfrakeende F..)op heurwercken rechtigheyt,die hy in onsallensier, te ten/cfiteroofaké van defelvete daaromme hebbé wyaltfaméinons, verwerpen/eüfn’t verwerpendaar efallen, dat Godes hate waardighis. Derhal opnpettesien zünftri venzijnwyoockaltsamen, tenaan b Bpfepthier meldedat Bod fchoulonfest verdorvénatuyren, met en Wil verliefen hetfjmedat.fm ons
sämptdestoevallighen wandelsver is. Ruift Godes/aldatinons van vor, keeinheyt,waarlickinGodes onge bemis goedtgeschapen/datis WLjf nade,oockin fijn aanfchouwéstraf effi Ziel. TDatenwill Godt dannpet fchuldighe ende ter eeuwigherver berliefen, Godt verliest,fingoede maackfel indie JMësche/als-dat vers doementflegheboren. - a
Maar want de Heere
nyetenwill, Werft. Dennésche is(schrift Calvijn
verliefen herfijne dat in ons is:foo, GfA1.42) van Gode goet gescha windthy nochyer,dathynafijnegoc Pen,mer die conditje, dathy fertont dertierenheyt liefheef.Wantal hoe doorfijnéval degantische wereltfou
welwy„door onsgebreckZondaren, debedervéi datisdathp alle "goe zijn,föblijvéwynochtässijne Schep CIAVEN/ Ont J9 zude g fielen: alilt dandatwyonsfelve den Selftevp. fijnetdat Doot berockent hebbenfohadde hy mochtansonsten levenghefchapen. in onsis/efidatinpettewillen ver
################### ##########'
TDat zijn Calvijns epgen Wooden.
-
''
Openbare Wee
wertighefaken? . . . . . Daar staanfp/leetfelve/wildp. 137. GerefCIck kenfewel. Der WortpaDe/1 t" # ismudaar inne datjegen involi |#" fegghen-ftrijdet. 5
3'5ßenordreie Alseerftdat
Godt opladen. Kemfehen qualitep kenofhoedanighepdenfiet:als eerst
made Schzifture(nopende die Pfal.
748,9)opter Godloofen Bodloo
"ä"'' Deere/
defen nochbeele der bahnte
'' OE-DOEN.
# f" - -- -
- -
fighepr/ende hier nun op aldermen zeeuwel wer fehkongerechtighept (te wetéop de n werringh verzierde Erfzonde)efioock op heur epgen verkeerdi wandel/daar doop. ren. Henlupder
-
4
..
fn
beteifegg fp 1 bupten
vertont- -werden - -,“ der Es
es
volar
fp3änonghenadewaardigh3jn.
erlijckeefi dubbelfinutge wonder
a- TBaar tegenfept Calvijn weder
zoken. Tot noch toe Heb. ick van
felftot veleplaatsen/dat Godin't Derwerpenpetaltslosen fietopter
“ '' '' Gode '
###################### konné bewtjfen. MAat ghp
hiff. xxii. S.;-)waartoehpdoogaang
bermachen will ich haben.“
inne.VOert
141 Gheref C. Blüffnet Bode.
gehaat/voofingeboote aller bp 142 D-DemotTDiezpoocknetu.
Spinde,
.: ".
1 :
s: "3, 2,“.
T.
. ."
van de
-
F“ - - - - - - - - - - - - - - - - -
Anwjfingvantèren deBoecken bydelet etěeckent. - -
-- - - - - - -
:
. --- -- - -
-- - -
- - - - - - >.
- - - -- -
- -- - - - - - - -
-
- -- - -
.. . . . . . . .“ - -
, ... :
sind zerst "i, ist ". | 2 ori - - - - - - - - - - - - - - - Allmtitucie Calvinicluyns van Ahnosse ... i2s zw 2 : - sagt dofüttnieCalviniDatine Geneveghedrückt 1350, in Los nix - B;
lacicommunesPetitiartytis, Weniforn: Tigurir- 8.
-
C“-HubertiSturm,de eterna&immutabiliPraedestinatione& Electio Batavorüm ex officinaPaetfij
seines. . .
158
-". . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . - - - - - - - - - - --
-- -
Dan Wall ighevoelen. Defekteberifling "ä" '' -
-
''
-
e
örcinéeit, ehde by Reynald Dontsclock deshrevenende
- damit
Febtrendsby Hickenlam atingium Werbt so 20 : " " . . . . . . . . . . . . . ::: .
ent - Ministerium,in
3-
Copys ván jäftigufen;byde Predicanten for Rotterdam in schrift
''
'' ä
HviiF
elevertol.
2
a Competizium,feu. CommentaijCatechetiniert n".584." i jr.- 1oo (I trowe DZäEhärisy ] Gef CalusiedNebulo is lät 6äiö&cdcocculta DeiProvidential, -
-
---
-
Idän,Calvini, exoff
#
d
--
-
FäE: '' # üh DeiPsdestinationen, vertereco EikeudebatConradus Badittsitz8
vidence de Dieu& Sefmons de la - - - - - - -- - - - - -
3: F- - üt
--
-- -
üffchen Iacobus.AndreasendeTheodore
rtr her
delende
#ePredehnte Ghedrückt n,anno 186 ván defol,878.tor 970,han gTübingheni 87. "Mit
n“ # KIt'Catch thüls-FEE. “: 1:1 4
'#
Kai -
-
scha ere :te Ghent byGualtier
h
--
- -
n t Dordrecht: 1578, Gedruckt tor Enck italienöpt Eltschinum. 1 : Zby Iaß
-
„f -
entaires ...für toutélesEpistresde er " "#incaketentestesserspitze idde M. eiz. 1 ist die "All - l'Apostre,&č, po »: „“. rz -- -
-
-
-* -
1 : 1
' # “ut or am
Laut
-
e
- -
un
W. - -
t -
- - - “:2“?“
- „. . . . . - r
-
„I 3:1:
W 4,3 Lit: U.CI
NIS - - - Ei -
anstäd
-- - -
-