Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
F
- FT
TF
- ---
-
- -
-
IIIIIIIIIIII
Comedievan .
Iſrael.
Bertonende Iſraelszondenſſtrafkin ghe/belpdinghe/ghebedt/beteringheende verlaſſinghe unthetthiende capit. Ju dicum: Alseenklareſpieghele der teghenwuozdi ghen tpden -
Ghemaackt Anno 157. door D. V. Coornhert. -
Jodzzº
-
*ndesºzºnenlassbenºrperre efa. 34. 3ckzalbuer kinderen gheben tot woften/endedieber -
*###º im
Eſa.5839. Kp.zoeckenmp daghelher/endewillenmpnéweghenwe -
ten als eenvolck dat recht doet ende den rechtenzijns Sodes nietenheeft verlaten etc. Danzuldymproepen
endedeWheerezalu antwoozden/als ghp ſchºepen zult
ghpuwelaſte
n vanu alhy ſpeken Bier benick. Als eñuwévingherncderlaatmetyetlaſterljckſpzeké. Ä i-
Eſa.65.24.
Endehetzalwezen/datickheneerzproepé/zakberholen:
endedewpleznnoch ſpzekenzalickſeverhozen/dewolf enderlamzullentezamengheljckwepden/etc.
chedruckterGeude, intarsys -
»
-
.
*-
. -
s
-
-
-
-
-
-
-
-
-
i
-x
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
--
-
--
-
-
- -
-
-
-
-
-
-- --
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- -
-
-
. .
-
-
-
-
--
-
»
.
-
-
-
-
-
-
-
"
-
-
-
-
-
-
-
-*
-
-
-
–v
-
.
-
-,
-
-
-
- --
"
-
-
.--
-
-
-
-
-
--
-
-
-
-
---
---
-
---
---
-
–-
-
--
-
-
-- --
--
--
-
---
-
-
“-
-
- - --
--
-
-
-
-
--
“-,
-
-
Ades 7 :>raden. voler. -maſſai. Äge bete ckent-
B4. 4 verheft. zich Marma. edoch/ofdie :
-
J. WEDue9 * blurlaudse.nd.e
PD3 ) Nnºeregel. deſrizdoenctk.
-
--
Cweogitatio D1 11 vaga. rvendeghed-achten.
-
-
S
-
TAriſDe 2 Waadtſman, beſte tobolus, -
D8 8 . voler. des emophon. oder
-"1 Iſrael. Y -Tºvork.
Godes, Ghenade 12 Iohanna. 12.
kenniſſe, Ware 13
-
BA--omal. 3 .. ſh“epdt.
-
P10 o – T'ghebedt. -recatio.-
* .
. Perſonen.
A6 Ä chazib. :
-
J vera. Cognitio 13 .
º
AR G vM EN T. Judiclo.
I# boeghdenieuwetötbeeloudezonden/ Deed' quaadvooz den Heer/zodathy afgodeerde/ Ja den Heer verliet/enhemniet eneerde.
N
Deswertdebeeregram.zo Iſrael heeft bevomden/ Pan God onderwözpen den Heydenſchen honden:
Ä zich verneerde/
Diehemzo hardtplaaghden/
Zijnzonden bekendeeen verloſſingbeghecrde. God
"Ä ºfºrt LTKO.
zijn weldaadts
v,
:
d
DoeſpacIſrael totGodwp hebbémiſdaäzwaarlück. Derwzedevp.anden/verloftons nun beſchermt. Doetonsdatubelieft:maar vandehandt vervaarlick
Ä Dafgodenen diendenden Heere altenennale Diedoeghenadejckhenhzaerzteftontfernt. - - -- - - - - - --
-
-
.
.
.
- -
-
-
-
-
-
-
-
--. . -
.
- -
-
---- -
-
- -
-.
Y
-
C---
--
-
-
-.
-
-
-
-
----
--
-
-
:: --
- -
–-
-
--------
» * -
"
-
-
-
-
-
-
-- - --
–
-
-
-
,
-
- -
-
'
S - -
--
-
-
- -
-
-
---
- -
-
- -
-
-
-
-
-
-
- - - -
-
-
-
-
- -
- -
/
«s
Eerſtehandeling. j.uptkomen. worghetrouweliefdedosvzundtſchapsmoedere. Htraftdeverſtandughezijndolendebzoedere. . Ariſtobohns.
„ . .
- -
--
Thlepderhoedeerijckdoolt Iſraelminboeder Doriderenigyherder/zondereenighhoeder/ RZOpzin Ä weghenhphemzelfverkogen. ſº Eriüemäldtenhelptditſchaapken verlozei/
Ä perigblockéoprechtſchºnendeonwegen. (pleghen jonderhulpetebieden TDir jammerteaa
Ä mseptwil blieden/ Bermagh die liefden inruft Gmdesnaaſtens moeptette Enhelprelchdaarzpmághhelpenishaarhooghſteluft.
Ä
aarmjn veelruſtenbaart Want luttelenderwints (zomen; Gockkoſthetbermaantijdt totbzoodtwinnens vergeren -
-
Kºaartotſnaaſtens voedtſel/laatliefthuerzeiveeten. Sºft'volckmindoenachteboo.roemzuchtsbeghercn? Ickzoeckt völcreerniet/huerſpotmäghmpnetderen. . aarwieweetofherder of Pszinsopmpzalwoeden? . Sodzaimpverſtercken/ofvoozaanſtoorbehoeden. . . -
Ä Ä:
Dieweetdatickmaarzoeck Iſraelseeuw t zyn ÄWinonluſtſchijntzeker/onze alwiſhÄ ewis b Dmzinomzekerlief nonghemackghalopen
Schjaatdiewazelieftkantalduldenenhopen.„ ckhoop nachzijnberring/dus wilickzemſ
hemendemp/daar kom
Ä*
##
------
Eertehandeling. iuptkomen. -
Elekbelor inzonten die hynieten withaten/ Maarbliftdaarufenzepdtmenmachtñieraten. _
"
Ariſtobolus.
Iſrael. :: .
Markamthpupt. Bzoeder Hodgeefu
essenen sºrspart .. -
-
/ickht A i
.
. º
Ä:
v:
G
*
»
-
--
-
-
- - -
-
*
-
-
* - - -
ſrael.:
* -
-
-- -*
----
WBaarafdat dochbzoeder-
-
- --
-
'
Ariſtokolus,
-
-
Danuzeifsghebzeken. Iſrael. --
Dämhnghebzeck totmnsdaten - Ariſtobolus. werdtge achterklap. *, »."
-
-
-
-
-
-
- -
- -
»
-
e“
Die doet müntonghenet.dieenisgbeenlachtertap. TDatbandticknowtin umaarwel totmpuionſte intwelraden. O God/ofick dievoighenkonſte. ad cr altjdt ghevolght/het hädde unp vec ghebaaf. . . Ariſtabolus. . . - - -
Volghtnochmüngoedéraadttishupdenniettelaat. Iſrael.
UBaarindat?
-
: . . . . . . , Ariſtobolus.
Intlatenbanuquadeleven.
.
- -
-
-
.. . . . -
. .. .
.
. .
zskensaac“ -
-
-
.
9:
Kriſtobolus. - -
-
3sarbaraſh-Äj
-
-
--
-
Datzieick mitwaarºÄ münlebéza quaadt?, -
-
- -
-- -
Ab3G. . . . .
-
.. . .
. . .. .
Datghy doudezandennuetalleenmietenlaat Iraar neuwen däarbpboeght/methoopébovémaat. Ditdaedp/alſchpnetdat ghytnieten verſtaat.
- -
Shpſtoptºewigh töö- voo- Soos inſpaackght nadigh. - Ghpenzucht nietdzoeflickoberuwandel miſºadgh. Ghp verachtſtouteyck Godesrechtvaardighepdt TDcoguhcrdtnecktghepdtenſtpveonwaardi
-
FIoſten dezeniewzverdoemelpkezonden
-
““
TBannoch bp de cude (bcelte groot) zijnghebonden?
Ick mennnetdatuluſt/Goods
Ä"
JNaarwat doedp anders netditzöndighbererghen: -
CDm Goods langinoedigheydtt
ckenter HOYaken
2Behaefdegheen neu quaadt: toudekonſt dat we maké. Shpſpzaacktberoemelijckzeerveehoghedinghcn. Ghproemdeu Goodsvalckheplighzonderlinghen/
Hochtans zaghmenaanuveeloudt deſemskleben.“
Bebºp deesvälſcheroemnietallanghebedzevens -
-
z
-
v
M
d epder
º
3ſrael.
-
z
--
Ariſtobolus.
d
-----
--
-
Tisdanterechteenoudezon.de/
WDyckt deespdcleroemnuoockuptttmonde „. Boeghp oöckubzoeder handeltgants WBeetick.ghn Uergh ST'vielte langzoudeickaluoudezondennomen/ Die upt blindedolingaltſamenvootkomen.
Ä
Deesoudedoling/dees groote oneertyckhepdt .
Is noch nietwechmaar bljftmetharebcgheerlickhepdt Wärachtigh/doozr hanterenvandeoudepaden: «Ghpontbeert hetghelosfmethaarloflijckedaden. Shºptaſtmettenhänden/en vergheet zogheheel Bewarezupveringuweroudezondcnveel/ Batghy meerendencernieuwendaarbpgaatboeghen, Zoude God liefbzoeder/hicrmedeghenoeghen? -
-
/
Szulck verarghen pden-unietzwaärtyckſtraffen? . . Iſrael,
„ .
-
Bpſtraftmnburénieriesockzulckquaadtſchaffe. „Ariſtobolus.
-
Biehebbenalleenlijckdenwet der naturen:
---
Die hebtghyoacken nach Mopſes wetinſch Än) Ende doozu(van God boozhnbolckuptgheſchepde IBerdt Godsnaamghelaftert bpdonbeſiedeihepden.
«Dockheeft Godumeeſtief züngeliefdéſtraftp meeſt. Jſrael. et/maareéonredelijckbeeſt. FÄ datmy doch nietvzo iefmaar diemenhaatdoermenleer.
ieft doet den lievenl
Maactmenlieft ernſtraffter/zomaactmen liefdewzect. Ariſtobolus.
- -
Berſtadpdat noch niet-welickſteltnutter.zyden.
-
-
Maarghmzullet verſtaanint verzoeckenvanhºden: Zoghpdat nieten vermidtdooz wareonſchuldighcpdt. F rädcickuterghtniet Goods lange ghcduidcki dt/ ieroeptu terdueghdenupt derzondarenper Maackt dees beroepingvaſtdoo dueghtlicke wercken. ----(doedp dit) meerzondighen. emmermeerzal Goduzynſtrafverkondighcn. moghenwezen. Ennemmermeerzuldp - -
Ä
"# Iſra
- -
-
“
ygheputzen. Pjonſt/maarnieturaädtwerdtvanm Ariſto A iig -
- -
-
--
- -
- -
-
Mºriſkobolus
UBaarsmº
-
ſ
Iſrael.
T'middeldooghniet.dätisonmtgheljck ,, „ . Ä doozt nietzendigézomagh die Ä
F . -
JUNachmengheenſtrafontgaan(zoghp zht
A“
atméſchzödight hier niet?vä wiewozt gezöde
-
TBooz eens naaldenoghe:kroop verletzreenk
- -
Snzandrºgeºlºghickerten Hemer. „ 25jektdersraadtdannierſpotbp alleverſtandeen
Bandat hier eenmenſchna 5oods wetzou war Ariſkobolus.
-
-
Allenatuurlijckmenſch banderjoecht/inzondéſneeft, Maargeërecht Godlicmädézond hiermeeraankleefts
Ä gezondighten herft: Naardaarleefter weldie dezondzagants vegheef Dat/zohpinzondenvºp was bangherect Upindöeghdenvzwis/vanderzonöenknecht
onde
dochefºederwelopaees Ä deryepor Ä
Ä Als Ä wptqugdelaten endet ghoe Ä Ära eben . be mantmetGod h odzoghpwitt Maghditnie
#Ä God niet/cn
-------
Ä
ĺ
menſchterwerelt Tomt niemandt/danzulcke/die tente baten/ Maghsockpernandthopent beloofdeteerven WAoetdannietelckmenſch in vertwpfelthepdt ſterben?“
Neen/nietmin/maar ugront/denmenſchwanhopiga maackt/
-
T'geloofkrightdebelofte ooceerméterdaadtgeraaet/ geoºf Wiegheloo Ä in God magh ontwerden
Diezal(djfthylevendt,umtaffterven völßerden. Onmoghclijckiſthemeenighzinsteruſten Doo dathy rupftheeft toleeſchmetzpnenluſten. Deesquaadtläter verkright/t'beloofdemet
"Ä
-
-
-
SWAaarfterfeenghelobigheonderditwelſtrpden/ ontfanckelijck. Ä ät Goddé wilvoozt vercbähéaanneemtdanckelijck
-
- -
.
Zogheloofde Moyſes dathetbeloofdelandt Shewonnémochtwozdendooz Goods mogende handt gzaghtmer verlanghen enghenietdat gheeſteijck. ongyelobighemietoieſtozbenbeeftclick. „ TDie danwäärlijckghelooftenſtrpdetvzomeijck .
Gmt'quaadtgantstedoden/hemiſtner verdomejck/ Alſtarfhpvooz dezeghe/want Godhem bemint. . . . . hygheenvolmaacktman/hpiseen volmaacktkindt. Äeklepnekinderkens/krpghenoockt'beloofdeghoedt.
Daär blictklaardatmijngrötniemät wanhopé doet. IWHaardathctugrondt doct/zuldpnumoghen verſtaan. Geenon Zegt mp:maghoockpemanthet beloofdegoedtontfaen/gººge Bkrüght TBieonghelovighis? Iſrael.
–
.
Meert. -
-
débeloſ
-
. .
- -
.
tem,
Baardantotughezepdt.
Ickſchenckeueenſtedemaarmerzulckenbeſchept Barghus niet zulthebben/tenzpdat ghpzelfbetreedt. Benrechtenſmalenwegh/die alleen daartoeleedt. Hcheendandieweghte ſmalinudupſtereoghen/ Enonmoghelijckomgaan/zegt/zoudtghp oockpoghen Den weghtebetredenmetbetrouwen koenlijck? rºte.
Meé, wär niemandt beſtäattgunthpwaantondoëlje. Woonshoopverzoetarbepdt wieiszozotdathyloopt Terplaarſenwaart/daarmétemogbekomé wanhoopt Shp;egt welmaghmenoockteffens blüflijrkwegen/ ndequadezondeenghoededoechtghepzezen?
-
donckeren Untlicht-inden doodtenint leben? Iſrael.
-
"JMeen. -
-
--
-
Ariſtobglus.
- -
-
Zalmeninteenghaan/menmoctt'anderbegheben. Iſrael.
-
Menmoet. pVenen WezenzaltgW: ºsamentºsa Fºrmans 2 U zg
. . .
Iſrael
assadweerpala.
º
entttssºweras aeenrata tma aacÄgº nraatmara Neº t
éghnhoud dat elck hierintquaat moet blyben:
Radi hcplhopenmoetghyniet verſtnvet. Ä nwanhoop vertwyfeltdooytonghelobighſwerven
Shpghelooft Hoods woodtmiet: huezoltby verwerben 3jn beloftcnzalighzonderdiete betrouwen? Ghm treet opté weghniet: zoudtghp deftadtaäſchouwé? Lietzodolght uptugront/dat de helover God/ ſchenckenvanseſtadtmetalle menſchen ſpot. echts gfhp die ghabedoo een weghonghaanlijck Dock blickt ubopevalſchpdelenmaar waanlyck/ - Wievant ghoedt wozdenklaptmeteen hertelozemandt -
Ä
Maar wanhoop vertwpfeltbezituwerhextengront.
Eerſte
handeling
iij. uptkomen.
atécnmeet erblickt Sods wildatmét'quaatmaghlt. tgbehodt/verkiezingenuptbeloftenzoe
Ariſtobolus.
Achtzib.
Iſrael.
ghants eenzaam verlaten, Zaghupten.mercktehem Ä J Aldiepindekakenvandenwolvebloedigh. -
Dusnooptemp delieftenghetrouhepdtmoedigh/ P/verſchonende wolfvzomeljckaanteranden
Smditſchaaptctrecken uptufelletanden.
(bedzoefts
Kegt waarombedzoeft ghp/dien Sad niet wil hebbey,
3ebensessbesºnderſ sehe Ä diehen ĺ L
L
t
-
JWet;alight
Achazib. omen oude verd Metwanhopensdzoefhepd/die hemz k.. hlye Shpbeſwaartzünſchouders/meteenlaſtondzag
-
UBiemagh ?
l
Sfºne
. Ä obolus...
Ariſt º Der habe siebev
Dg RUHºt
K
-
:
alin CBode.
Ä Woatis.dandeghenapÄeſſasbannode heptbequaam 4
-
Magiméhier goet werdé/ingehoozaä
JENoet -
.
.
KAoerméhierquaadtbipven en altjdtongehoozzaama
WHatbaatons Teſſiasen Hodes ghenade WDerdt demenſch oockzalighdealthdtbiyftintquade? Daar taeis deghenapen lºcſſiasonsnoodtlijck … «Dnstevpenvantquaadt/datsvandezondeöoodtlijck?
Snbeonstebengheninomſchults leben verligh . . . . . Bootbolbzégézyns wooºtshetiichtons lebes hepligh. Schyntditonmoghelijck bpdenzwackenmenſchen: C'valt Godsmogenthevtlicht die wcrcketnavenſché.
.
-
Achazb.
-
- -
Datzuler Goods willezp/moſtghy eerſtdoenblicken, Maaromtottjdtwinning/dtcmoeptenteontwijcken/ Zalickudoenmarckenklaar vaſtenberoghelück Datdeghehoozzaamhepdtclck hier sonmoghelück. 5Nietupt Philoſophiof Heydenſche blinden/ JERaaruptelcrontwijfijckenzeker onDerbinden:
---
--
-
Dock me upt dekranckhepd vanons veeſch verſchoben Zegt?wiemaghmen haben.t'ondervindcnghelaven? Watwagh hp oockweten/diezelfnieten verzoeckt? . .
Sºuvindtzich alle vieeſch oockwponszelfzövervloeckt «Engodloos banaardt/dat hierniemandtenmagh Soodsghebodt volbzenghennat'Godipke behagh. Pitblicktklaar als dezon.jakinderen verſtaant.
WPatmooghdphierteghen
weswaa Ät dozwaarm rmerda gyp Waanl.
GPnders biuldez
-
Pintghproock Iſraclondoenlyckintberzoecken? - Iſrael.
Ghewisendezeker/zckerder danuptboecken. Ariſtobolus. -
-
Ghnſpzeeckt boowaarnietrecht. wäthebdp metaltt WBilleopzet/aandachtende crnſtighegrondt (pondt Int verzoeckévandien nachnopt zulexte recht gepdogh“ oemooghdprechtzeggédat gbp dir nieten vermocghts Hoeveeljaren/maanden daghen ja hoeveeuren ebdpunditveroeckvtpreijckmeghenduren? ckhontdeweineteenhoehebdp danizevomDen guntghpmetrechten ernſtunoptheizt onderwonden? HEaar hebdp ditgiedaan/enuponttrecht beſteett lochenstguntghpdoozondervindéweet? dan wect gbpghtwis/dathertzteien am?
Ä
hoe/
»
sº.
-
TL
SDa Goodsghehoozzaamhepdtſtadelijck konnétrachtk. WBät daar ZoGodvanntemändtepſchtbovenzijngabeofmacht @mwelvaſtrebouwenimoſtghpaldieperdelben.
Ä Ä;
Daarvaltnu Iſraelt verzoeckeninuzeiben.
WBatmooghdudanwerenvaneen anders verzoeck? «Dfis u/als Gode/elerherteenopenboeck? SDfachtghpuzelvevanzo groterwaarden
Ä zſtdebeſte/ſterexteenwyſſteopaarden WBätbanmochtghpjeggenickbebmthovémynkrache Dusvermaghtoock niemantpäalt méſcheljckgelacht. WPaar dat nieteenverwaant Luciferaanſchgoetdineken Omupten Hemchoogh in d'afgront dieptezincken? TD.at
tranck
Ä DCg
-
TDatzpghenoechghezepdtopuverzoeckenghewis/, niet ents bleeſchs kranchepd.zegtoftb Ä &Undt.”
- -
Iſrael.
Boowaarjadequaatſteenmeeſt/ Daarelek ghelobigheter WBanthpberlaatons nietvso denkzfpkendoodr. *
Ä
Ariſtobolus.
3ebººk.cº. „
s .
.
.
Meen/maarkranckjäjefranekhepdtditsdenoodt Ariſtoboltts.
elijck. ... Jsubpandtkranck/hoeiſtonmoghelh «Dfte oock zwaarom doen/dooz Godsalmogendehandt Donbeſchepdenhepdt wondertmp
Grondtlhcktevernielen eenzo krancken bpandt
Ziedpniet Iſrael dät deesman
Ä“
»
WDiehaozdeoptſpotterſpottenzorechtſpottelücke 25achrhyunoch teghenintvpandrykeperck “: Eenbpandtmoghende/onberwinijckenſt SLmochtwatſchpnébytvolck/die neblindelogen/lept:
Ä Mnoghenhepdt.
---
Zonueenkranck vpandt den kamp regenukomtflaan/
Boemagh die ſterckquellen/ofkrachtighwederſtaane -
-
-
Achazib.
Iſtſpotickenzorekj Äman
Zotoontons doch uernſtenhooghghcleerdewhſhepdt. - -
Doetonsbipkewmoogydp/dat.de -
>
IPTATT -
-
r3 Fernutzr/icke3wigh
"Ängbewman.
sbeginns GÄgd swi
TSerft gHy» oock lochenen onmoghelick omteg T"guuut Vopontwpfeljck Äs wilte wezenzien?
al
Y
bä
Äzib.
gelochent d' machtighepdtbäESo dt d. IBMEett. Dat at Waar waarge -
Ä
#ghes Ä Är
MVIaar waarblickt Goods wille? Ariſtobolus.
Inzijn bolmaacktghebodt/
-
Godwi:
s
Berkiezinghe/hepligh/enbeloften milde. SKGu God ons t'ghunthp nieten wilde Datwp in zünkracht hierzoudenvolbzinghen? Zou God dinghen/
Ä Ä
dzwp hs in alsons
Üdamigh 39l.
Die hp nict zou willen dat wp hierbeleven? Zou God ons belovent'gunt# nieten wilgheben?
TDatenzeggheick
nºÄ watiſtdatGodgebiedt ONUS,
Datwyzünwilledoenende denonzenniet… 3Xünſtemghehoozzamen/hem dienennaacktelijck/ Miettenhalbenintdeel'maargheheelbolmaacktelijck.
ÄÄ DLrDT3
nighepdt.
EſR.58.d, 13. I. Keg.I5.e.22. Seneſ. 17.a.I.Fc. . . Achazib.
-
--
-
Batgebiedt God/ickkét/nietomdatmentzouwercké JMaaralleenomdat
"ÄÄckende zoudémercké. GBOUZ,
Batsweldes wetsgebolgh/niethaarooyzaackofepndt. WBilt Godniet:zoſpeectGodrecht anders dähptmepnt.
Zoiſtnietdoengheenzond/wantditsdanzhnwille Jatzondighenwaardoecht/nat’ghezichtvanubzille.
Enghehoozzaamhepdtzond'/als regen Goodsbehagen. Busklaptghpplompeljcktegen des ſchzifts gewagen. Daarzendt Goö tot Iſrael/minwerte hozenwilt ſpöen/ TDie
Ä leer/op dat ghp die zoudt doen.
Shpzultſeonderhoudenenvölbenghenmetterdaadt. DitſpzeectGods waarh; zelf.udichtéis menſchépzaat. Deut4.ä.I/6.H3/5.31/ 6.1.3/7.II. Ec.
.
God bers
Vandeverkiezinghetupght deswetsverkondere/
kieſt den
Godverkieſtuhupdentotzijnvolckbpzondere Smteonderhouden allezpnewetten.. TBits Goods verkiezinge/wiemagh die doch beletten
onderda
TDeut26. d. 18. etc. r.Theſ2b.12/4b.7/ 2.Theſ2.cr3. PetIá.12. Vom 8.e29. Eph.I.a.4/2.b.Io.
zpmentot
nighePdt.
14
* -
-- -
-
-
«sobe, Chaarindebeofenfrektºdºwn erszoberbt? Än Daarwihn beſºnhººerºnºghºhert Ä“ Zodatzphemmethermetzeendemetzinnen enon- Als huer Beeren Godliebenen beminnen. TOeut.3ob.6. Ezeld.19/36.e2 26/37.f23. Eſa.54r.5/ Ä 65.c..17.186od. 18. Zach.I3.ä.2. Zoph.z.c. 3. CDze.2. d. 17.
1tighrpdt.
Joan.8.e.36/17.c.I9. 2. Bet.I b.lo. I.Pet.2d24/3. d. 18. I.Joan.3.a.5.
Würth. 17.g75.
Sal.5.L.I6. 2.Theſ3.ä.3. I.
Ä
5.d.23
war"Ä zijn God bemint/die doetdat God hem bebeelt -
IDitbelooft Goodswaarheydtdiet dégelobersuptdeelt. #zijnbedzieghers valſchgodloos enonnenſcheijck iczakenlochenenzo klaarenzoweniſchclijck. Merckt nu D Iſrael/zoghp dezenmanhoozt
Zndponghelovigh vantGoddelpkewoodt Enzultbozelafters van Godmoetengheboelen/
Bockvºpzonderwzoeghenmetterzandenboelen. Jftu dannier beter/Goods woozdttegheloven? JUNet een Godlijckleventeppzen God van boben? Ende een bitter wYoeghen oVerdenzondentennaken
Ominghehorzzaamheydt Godeteghenaken? Ditradeick/ditbiddeick/ditvermaanickmettrouwen Ghelooft/wiltenbegint/nemmermeermaghturouwen. -
Eerſte handeling. iiij.uptkomen. Deloghentreckt van Goddooz ghedachtenverkeert GEn maackt balſche goden/diemeeſtelck dienten eert. Iſrael. . . Achazib.
D# gaethpm binnéenlaat mpgrontlijck bedzoeft. Bathmt goetmepntweetic/diedatdichebbepoeft. Dinredéiskrachtigh/ick maghs nictwedereggen. ºock zieick dat ghpzelfSaarnietjegensmooghtzejen Auertdzuct mindzuckighherttwjfijck aä allenhoecké, Achmpisbangenweetnerghenstrooſttezoecken. --
WBjtdatuzelfs
ºbºAchaz blinde als lichtvaardigh -
Hoedat? Achazib.
Ghpbetrouthem/enhpiſt nietwaardigh. Cis
r; Eiseen ſchalck bedziegher/eenbernuftighſnappaart/ «Eenliftighverlepderen doechtrocmentklappaart. Zegt doch:iſtgheenzotheydt/dat Ä eens anders hooft 25obenu/van uyert/dar hp nierenkent/gheiooft? Iſrael. -
Crouwenja. -
Achazib.
Bitdoetghp/ghyghelsoft;jnwooden blindt , KUNeerdan Sewaarheydt klaar sieghn innzelfbevint. Doch alklaptzo ſchoötgés vä Göbzinvälſchemondt. VDattergheen Godenis/zept hp mein ſ'Hertengront. IBatzou dat? zou
Iſraci. Achazib.
» --
« K.
Elckdoerzuler:zoudtninhem wonderen.
Erkzept
WDie Godminſtacht/zalmeeſtheerlück vä Goddandcré. ºther Äs Dits des wereltszede:dit docn alle wpzen. Busmaghick deeskloeckhepdtinhemnuct Ä # Pſ 14 -
- STiswijſhepdt vooz den lupdenzijn grontte verberghen. “”
WDanthetnaacktontdecken zoudenſlechtenvererghen. hierdoo/al was ghereedt d'antwoodtinmünémonde/ Beantwooz.de icrntet
verbarghSinningräde. agº ſrael. --
--
MBatgrontme hier? pndp doch grontmepndp Ä
-
-
-
---
Datdedinghenandersjn
Dan hetgemeé volck wajºwele ocºdeeltnadéſchºn.
Nochverftaickunietisierbederverklaren. Achazth, hazih.
Gharen/enmijns hertengront gromtlijckopenbaren. Metmeternſtop mijn wooºdt/ghyzultwanderholen.
KNaarmaketnterghemeenboö. Janallemansozen. Iſrael.
xsghenietickkäzwpÄerttoten ſteigeſpot. Achazib.
-
-
Mijngroteliefttotu heeftmijn hert toontloken - - Datnuboo! uaenzaken zullenkonten
-
Dienoptlebédighmenſchilptmijnmondt heeft Snoms. Kegt.houtelckmettémont God nietvoozrechtvaardig. -
Iſrael,
-
Ghewis.
-
-
-
-
Acha
zib.
-
.
aturſºrstands Deshalºr rechtvaardigheydtte wezenroghert Ä -
-
.
.
-
Timºsfººrnº
-
«Gheenſſins.
Achazih
Fabriziº
Spºnsº Ja. - -
-
- --
-,
Achazib. -
ep Bindnmacheinu/ommettrouwe Godghehooyzaamtezjnnaalzijnswetsep ches
Iſrael.
zaatenisinmpnet nºcyingheenenblepſche. -
Achazib.
-
Rochtans epſchtdat Godelck op eeneeuwigheſtraf. «Bodepſcht dan tºwerck Van elck/daar hp nopt doens machttoegaf. . . . MDat dunctu:gaat Godbier#rechtbaardigheganghen? -
r
Frenzonet.wpheiben in damalanfanghew TDusepſcht ons God beÄ dat wpmochtêtebozen.
Maarweerdooijnzondein Adam verloren. fä 310.
Zoſtraftons dä noch God omeésandswerck quaat. Dunctudäoock
dazuºFebruaardabºrn beftaats [r
JPeen.t'was epghenmiſdaat) wp wareninzijnlenden Baar dooz wponsmet
Ä Ä Gode oockafwenden. Chaztb.
AT'lluptnier.diemieten is/magh zich tot gekwerckſpoé. mochtéwp miſdoé/wp mochtédäoockrechtdoen
#
2UUGTT.
- Datis Waar.
-
Z
-
Achazib.
Eerhyteelde/zoickmerck
Seloofdehnendeed' boet/ditwas een doechtlijckwerck. Andéwp quaadtdoensſtraf: waanónietweldoens loons <5hpzit dangeensquadé/maareens goeden Adászoon. Lidtghpubadcrsſtrafnualrechtvaardelijck?
ckmerckdatghpdithooztmetgelaatonwaardelick Altüdt -
-
*tenbredewa IER.at ick hier
17
dtbenönwyzenhargy.
Ä zwnghendewpzenſtatigh/
Ärleerupten jemelebinghen. ºhnergronttézinäanmerckengheringhen?
Ä ºptighhuerſchiftédieghpwarächtigt Ä. ÄBaarſtaatdather 5odal(nietuptghenomen) zelfdoer. Ä damszödtmiet Adamsmaar Goöesdaat. -ºfmrechtbaardigheydtdat Goº Adam.daaromſtaat º Adam/ja oock wp/gheenſtrafom Gods werckens Bekanrechtvaardigheydtindees handelmcrc.en? Iſrael.
--
-
-
-
Äreenismutehooghrºmaghoockmietvoogdelen.
-
Ärechtbaardighenösj arwena Godsoodee undeſchuft beſcheven Baarſtaatdathp elckméſchloönazijnwerckzalgeben. -
-
-
b.
-
.
B deckmäkel gene Ä alderwyzenvzocdtheadt, Ä zÄnrechtbaaröighent koomicknu op zijn goedthept. gºach:is Hpoock goedtdiezich laat verdieten/
*Höcdthepdtte vooderenenjichte djs Zſräe.
HAeen.
-
-
:
Igºrºsºmensajtaatsbeau
--
Gheſtadeyckdienes
Y
Iſrael.
Ja
Ä --
- -
chaib.
ºbra-aºenig 3Deen. „ Achazib.
-
-
beftéodonsdäliefhoemaghdat warachtighzin
-
Ä hºmeefteteelſchept totdeeeuwighepjs tsnachtans degromtfeſt banonshemelſcheleere.
SheeftmenGoddanalrechtieftsenjoedtjej eere . . . .,-- 3ſrael,
Ghpwadet altediep. -
.
- - -
-
-
-
Akchazib.
Baarboo wiltnierzoghen.
chontdeckteengrontvoorgt empnbock verbogen Kegtnoch.dienen liebetenjon /
abgeben,
-
ºrrºnsºnºrensºur Inkrº/
fWIG
-
STrouwenja. azib.
dÄ menſchen? hertéluſtendaar wpmeeſtomwenſchke
Warghebiedr God
- -
-
ST'guntonsvä
Ghekſſins.datverbiedjenghebiedtdat eckhaat. -
hrer Ätonspfboomman Jedesfa hoewarachtighentrouGodoockisin zijnwoozden: Lºepnick dat wpbendererftondtrechtswelhoozden AlsdeliſtighemanSoods beloftenbmothaalde. wiekrijght die doch bäGad?wie leeft dtenoptenfaalde? räte.
-
. Die;al GodeerſtsºÄditſterfipkeleben.
Meen.Godbelooftſehier jaardentegheben. Vierter werelt/met hier na/ſeeſtména flopſes gebodt/ wat
Hod/
troudaars by 3Ruziedpwat waarhepdten reepwaadaº goedthept zonderlingen «dochwat Ghp kaltonghehoo.de Än wonderpke dinghen Die nocytang waar
Ä.
4
d
Zyzijn warachtigh.
*
Enoockzoberhalen/datzpghcheel krachtgh/
Inmenighmenſche Ä vzuchteneten Zonderbandees woztelofgrontzelf petteweten.
,
Balſch Rechtofbuptenweteoppemants noes waarghezet 30.dtel.
Eenopechtebzille zoklaarzupberennet Datzich alledinghenzo;pzijndaardoozroghen
Degants anders ſchonen untgtemcen volcro
Blwiſt ſchoon bezemannier algosvandiebzille SAochmoſthughenieteninderhertenſtille. Dezslighevzuchten van datopzechteoozdeel.
Zoghenicrmenighmenſch ditonwaardeerlijck boozdee? Alkenthn dees grant nier als die maarinhemis. Phnoodeeltghoedten quäadtmeteenkenRiſſegzewis. Dieſnoer-recht anders ts dä des boicr kennisbcrkeert. --
Bpvlietalſtmeeſtequaadtgutteckalftbeſt begperrt.
opadickernbillevanjčarengbeichte. Bgs
-
-
-
-
--
A
-
-
- - --
*
---
-
zSegheerdpeen.'neemt
aſb. . . . . ofickditaldichte. "# Lºß.
-
-
19
WBathontºdzoöick watsdit-noptzaghick zulckwon Battecſtontbovenſcheen zieicknuondere. (dere. Datlicht ſcheen is dupfter/ dat ſchandtſcheeniseerlijck ST'goeris quaat t'quaat is goet enthatighis begeerljc.
Jºlizieick met waarhepdt dat hetiseengheſpot Cedienenen teereneen onzichtbaren God/ Bandewelckeniemandrzekeren magh wezen
Ä d
Sºfhnoackis. Jck zwijgh vanzingoedhepdtghepzezen/ Icmerck nut“was vöozmaals oocalin myns hertégröe JRaarbuptenmyn mp metluſten kont.
wetºÄ
hoedtumondtzulckedinghen
Holam
teklappen. an baatgen moetghpzoet wijntgen tappen. Ä dat zure intbalcroozd eel/datmoetghy verſchonen/ iszupz IWBildp anders vzeedzaam bpden menſchen wonen. Shelaatumerwoozdendat Ä alleen betrour ten Goddes Hemels den niemantsoogh aarwilt banötenaam-Goduhertgantsaftrec
Ä" Afbal Ä b? -
GmGodenteeren die Bodenkonnenſtrecken. DiewaanGadloont Ä volckmetarmoedepijnlirk Metverachting ſpottelijck/jametterdoodtvenipiljck. Endatzoueen Sodzijnghoedtenrechtbaardigh Tzijntoberſehedzomen die Godenzijnecrwaardigh"
Diehuerdienaarºghoe davantguaderecht bevºpen Enweelbigh doenleben
ĺm fallentpen.
-
-
s
-
Lieber welckezindie? äzib.
-"
» Menvinterbeclinghetal
Groebal
Kºaarmeeſt werden odºjAſtarothende Saal. Ä aſ r UBatloongheeftelck den menſch/die trouwelijck dient -
zjnbeelde? Achazib. aroth gheeftrijekdom methaar dochter weelbe. gcbodtobert Baa -
Ä
-
Äc.
Ä
Iſrael.
WBatvintmédoch "Ä goetenzo wenſchelijck? Achaztb.
Bitbeiobenzpºn tict(als dc waantSod)na zpntict( B ſºdeestthdt Gf
2LO
Sfineendzoom/dienietdandenſapendenberbld", Hºaarghebentmetterdaat taſtejck enaanſchouwelgt. Tºbcloöfdeghevenzpinderwaarhepdttrouwelijck/ Gmzalightemaken niemandthuers ghelijck s... . Js hynietrechtzaltgh die macheigh/weeldighenrijciss.
Is dat nietvan eenmenſcheenrechte Godtemaken? WDie almaghdathy wilheeftwenſch van allezaken. Dierijckis heeft den boznvan allewelluſten. Is dat gheenzalighepdtom º interttſten? Jſrae
Zovupzighenliefdebaarrditſchoonbehaghen TDatick inmijnherr banalmijnvoozleden daghen
3Doptzo tochtighenliefttortenwaangodenvandt. TBats nietbzeemdt. Achazib. zib 3ſracl.
-
waarom doch? Azi
zib. Tesheedwas nyerſ Ä Bandatghpmocht liebeneenpdelwaanendeſchin
#
4T'Welck zindienaars enDePyn.
loontmet ſchandt/dzaefhepdt
ſrael. Jekaterineamºr desnaturssºn IHaar oockhaat tot d'oudemetalzingheboden. Ä , Fenghequellen wzoeghenmijnspertenomruſ
-
tigh.
WBaankumt dees verandering.
-
-
Achazib.
Doo denkrachtbanmingheeſt Endees bzilsnuttighepdr/dieuoodeelzagheneeſt Datnieuwelieftenhaät däarinneisghebozen. . . . . -
Ä
Ä
UBantwatmenghoedtoo.decitwert gelieften verkozen/“
Ä“Snºatmengºººººººnoetmenhaenenvlied er“
Dits vanlieftendehaat/doozſpºonck in alle lieden." Zo krachtighis mijngheeſten des bzilsoozdele
Datzplieftenhaatbaarttotſmenſchenvoozdele.
- -
Wiehaat pliedt van alle darinderwaärhepd quaadt//is.
3Waar lieft bejaghetal/datrechrghoedtentotbaat is. TDatminghceſtenoozdeelrechtzjn/weeru bebinden. IEuslaatgheentovergheeſtuzinmeerzo verblinden/ * Datmenu rooft decsbzilvan bevintlpker
assº-
-"
Euueenbalſcheopzet/onderſchijnbanwaarhepdt. Ko datÄ weer als dooz verblintende verzot
WBare Bodenverlaatomeenonbckende öod/ SPntrou/onghoedt/hatighendeomrechtwaardigh. Bwer noch ghcensmenſchen edeleliefdewaarogh/ Als die maarbedzieghl;ck dooz waä behaaghts SEnmetonzalighepdten wareellendenplaaght. Bantlaatghp dezen bzil(uoozdeel veranderen ck/met waregodenzullenvanuwanderen. anzuldp bedzoghendenwaan-god verkiczen SEntwarachtgheghoedtghehelpkenverliezen. Zovec is aantooz.deei/aantoozdeclghcleghen.
Ä
*
Datdoetheelrecht ghaan/ofdölenoponweghen. WDiemingheeſten öozdeeldooz verwaantheydt verlaar Wirüghtflucreenvalſche lieftende oock ecnvälſchehaat? Lodat hpdenwaan-Goddanmethertenmoet munnen/ GEn de Ware Goden
batºallezpnenzinnen.
TDatsgeézoge.wjftmp/démiddcl t'minder vomºv Gmzekerenhaaſtaändcesgadentekomen. Achazib. Jck hebbe weezonen Ä Ä berſtanden aar leerzaldden werden dooztºwerckuwer handelt/ ezebepdegodenzagantſethck volmaackt/ TDatghn volkomentijcktotubegherenraackt. UBatwildp meerghpzult niemandtderrenmoepen. Ghpzelfwerdtdebognedaaruhepluptzalvloepen. *
.
-
Ghpzelfzult deeg godennaaruzinnemaken
Ghpzelfzultdoozuzelfaanuwenſehegheraken. -
-
-,
l.
war wºhl?Fºtºs hat nahe berlanghen. -
Achazib.
Jckhaaluminzonenmet jedighe ghanghett. Die zullen uvan als grontlück anderwpzen.
Ä viptigh haarraadt/elckzaluzalighpyy; ckhaöhuer alvanzelfspanudienftghefpzoken. iet doch: ditſpel wilvaozt/zy heibenons gheroken. Jckzicze däarkomen.ghp macoghtmethuerpzaten
2Bstroutenvolghtpaar raat/ghnkomtaangelten ſtark. 25 iſ Eerſts
Aiddele Ter bals
Ä.
3. -
Eerte handeling. b.uptkomen. Booſhcptmetb bedzagh helpérothog #Ä gew ## ##alſch
-
enge W.
--
Amal. Antal
Hl. Maruna.
Hoeden dagh heer.
JUHarma
Tſ
-
-
-
Iſrael. -
-
-
Iſrae.
** “zegtmp;pdp Achazijnens AUlal.
PHärtlºs
Jawp Heer? Iſrael.
-
MBildybenmetmp komen wonen
-
Entratiweljck dienen?ickzalueertjcklonen, Aumal.
Maruna.
Shaarne. -
3ſrael. WBatkondp doen? Amal.
-
-’
-
Marma.
MByzullentutonen
Deelmeermettenwercken/danmetſchonewooden. 3.
ael.
-.
#Ä
3?ochtans waartmp dathetminozébpozd, Shoedewaarpzifthaarzelfditdedconszwpghen. smaÄ (nughptzo wilt) war nur wpdoenghee irpg)en.
-
DUBy
-
--
# bep Daetoºenindercke Alchempe
Datsoptfranchops ghezepdt Bnart quineſtmpe 3Utaarin Jºeerlandtſchetaalheet dees Alchemy
Ä konſt die nawenſchr'begheerdealgheeft mp. ie Kanzo veranderen alderleydinghenaart/ Datzpuntſnoepaardegoutmaackt dierbaaren waart, Den boermaackt zwedelöennederen verheeft/3p Enaldes hertenluſt Äe gheeft//yp.'" -
Ä
-
EC RE.
Zuldp mg dieleren?O
Än Godlpkekonſt. Uläd!»
-
Shewisendatalieenojmitsdegrotejonſt WPiedaaristuſſchenuenonsliefvadere. Iſrael.
-
-
-
-
"ºººººººººººººº-F \
--
Mna,
-
WBzzullenumakeneenboznaffontepne Die ättpdtovervloeptvangout outercarepne Satzobevayckisenzo woaöeryck van äracht Datgypnawil bekooint amptereiecreude macht. Iſrael.
en edtſchap/ſtof and hiertoebehoeftre handeling/ p/ſtofengoep uck Dat? Baarkrijgy Aunal.
Zought niet/belghtmaarons wandeling. STghercctſchap etdeftofievericknabeggeren JWaar des konſtsyandeling zatunnyn Özocderleren. Serſtmoetdaar zyneenktock vämaacreialseeuyerte Ghenaamt Coz impium/Verſtect boo? Wºzoeghes ſmcrte, Om dees behoeven Wynietzeer Verde regyaan.
«Ghp hebtſeal zompuwuo den doen verſtaan. Cupiditaspavaishaaravenghcreedt. BDiebzandtzeerlichteyckwelgtoedelpkenycet TBooz delectätio(indcVerbeeldunghezcer)
en hectals dehelſcyegloet.
Falſibonikol diediſtilleer-klockleverick decskrupden/ «Ä oteenghereedtghebzupck/bpatreley upden: Falſitas'bpmate/bpellen/byghewichte/ tem duplicitas zwaarintwoodt in daadtlichte
pochziſisſchijnghoedten Aſtus beyendigh/ ict goutzijnrechte heer flucrmakenafwendigh/ SEnddendatonsfontepnallemansgout verovert/ Zomendevettemelckuptveemdekacpentovert.
Asmijn bzoederditſtofkonſtelpkenberept. TDiezeguutguntha doet.hetmijnheb ick ghezepdt“. MLMarina.
-
KPjnbzoeder/Geerlevert/maarick ghebzupket
Totverkrpging vaneer/vanwelluſten van Ä* STenis gheen minder konſtgourwelteggebzupken Bandat te bejaghenunons liſtighe vunkcn. -
- -
-
Iſrael.
Batis dit rechtghebzupck?
MRiltzünendeoock ſpÄ Batis veeluptghevenendeveelbewaren
-
Icägheefrückeyckuptdoch veel Ä danick magh? -
-
-
-
UP
TL
.
Aandenarmen -
Betroks
Jºſt JTAarnta.
-
- -
-
Somtjdts voozt volck inden klaren dagh/ - Qietom der armen nut/maaromrvolexjönſtendeeee
ÄDoch zündeesghiſten kenn ich gheefroreenmeer Ä“ Dennoghendenrücken hermetiſckuntdonckere „ Baarlyör ſchéckgeégerupgh. daaris gaafgeépzöckers Iſrael.
Ghecfdydenrickenmeſt-datswarerinzregebzache. JſWHarmla.
T.
Eck wil Datswaart zijnmachtighéenhelpégevers tot mache thage. Merckt doch.at mindoenſtrecktomte koméint yoghe. Pºthier amtimmzrickhoaghboozderlunder oghe/
Ä
icopzpdenghewaden gheſteentenjuwelen/
-
Ä Zºerºrch apÄfgheafºº. Ä“ Dietvolckdoeiverwondere eneerwaardelijck npghen Endit alombovenmins ghelijck op reſtnghen/. Omdehaoghſtetezijningrootächtbaarheydteerück. dachin Datmennenoock anders demaaltpdenheerück ÄltP- TDieick dickzopzachtighalsieckertaeruſte? " Mant behalvendevliſt totdeſmakelnkeluſte -
Inmenighvuldigheydt vanweeldighe
Ä
TBoeickmijnheeroockmiltendeheerlückenpºpzen TD00? Ä cheraden/dienoptbupckenvulden. WBantickdoepaftepenp?achtelijck vergulden/ Bentaarten wapenen/den vladenbeſchilderen
Den ſukaden verwen/entghezichtzoverwilderen , Datdehamttwiflijckgriptentooghtwiſtmettékaky IDietwint/dedierepzachtofdeleckereſnake. Doo! zulckenghaafrijckenende heerijckenleben
-
E
-
# ick mijnmecſterſnelinhooghepdt verheven.
ehoghentreckenhemdooontfanghenskonſte.
-
Danoñdenſchupfthemopdesghemeenenmansjonſte. Datsdaarvantuptgheven.hooztnumjn verklaring Pandevoozzichtigheende nutte bewaring.
Alſmengheſteghenisinenighenhaghenſtaat Autbare Danmeert noch dicinkomftuandevzuchtbarebaat. nºpterf. Derechterkanvetmerczuptmagher twiſtenzupghen/ T'hcetomrechtvaozdering/maartis omtrecht tebupgé.
Dortfangheriszijnzelfsnietzinsheerkbaatzoecker Eiößftinettengheldezünsnier inspºnsºrss v
- 2f e Toller ſchintzijnheerºbertbclckghoedtdadigh -
Räär totzhnepghenbaat
Är hp elckonghenadigh.
Iſrael.
JUAaar däätdooz "
wei
jöſt des gemepn volcr blozé:
. . . JLRATINä.
-
TPaar achthynietmeerop/degheefthpnutevogen. I'volckmoethemwelerem grootachten enontzien/
ſaoock (ſpijthuerherte)metſmeeckenghavenbien. Evalckzcifbehoeft.dejonſt der hanſſenondzaghelück Die vergharenſchatten doozt nemenontraghelick: Diahem zelftevpenbantrechtvaardigh beklaghen Dfomeenen nieuwenhagherſtaatte bejaghen. Hier in Dienick ghetroubp daghen.
#tambº TAL
-
Bbenderkonſten dienſtismp eengroot behaghen. Cotrijckdomen machtepozdemyuvaderswoozt. IFAaarnuickubenden hier afhebbeghehoozt Doelickt'beghecrickhert veel vupzigherbanden. WDanteenghereedt middelſpoedightgheredehanden. Mupindeickwarachtighonghelooflpkezaken Hebbe icknietzelve machtomzelvetemaken JUNet mijnepghenhanden zomoghende Goden TBatzpmp verloſſenutpt allempnenoden?
datzpmpgheven volkomclick.nawenſchen/ #jckdom /machtenluſteenzalighepd der Ä
t WBatſtaäwp hier vergheefs/laat ons flucrgaäbinnen Sheenwerck magheyndenvooz des werer beghinnen. MWNaar die Wacker beghinthebetalhalfghewonnen.
Amal. NAarma.
--
sº
Saatvooherwpvoge verzoecktmuwatwpkonné.
Chorus
Stem Pſal. 16. IElaasickzietbeginbantroerighheydt Mitsinseuzoechtvan Iſraeisbindetpden. Wypterght den Heermetnueuwezondigheydt.
Menraadthem weldathphet quaadtzalmpden
# acht ÄÄÄ dc Ä iehem
oft wert jammerijck bedzoghen.
Armoedeklewnonzieten vzeeſthymeer Dantwzoeghenfelvantzondigh quaadtgheweten/
Sockdänden ſtrafvan3jng;erechte Ä
TDg.
2L5
ergheten, WDerzielenhemlwerrinzinhertb y
Bootzemeiſchghoedthcefth t'aardtſcheberkogen Z.o werdtcmſchau httwezrnzelfvcrioz.cn.
JAorthroemt bezordathy den zeer betritt:
Earhyghelooftenis van Goods ghelachte. 3 Maar hoemaghcen die troaſtenhopebout Opryckdom quaadt/opwceidezat op machte.
Denvaren Godmetghantſerherteneren? JWenkanghecaſſins tepas dienen twee heren, Iſracimaackzelfmetzhns Vernuftenhandt/
-
Dafgopkens booſch die waanto ſchoonkanpºonckes Watzptothuertreckenalzünverſtant. ZLhnherte bzandtmlicfdcdlindtzodzoncken Dat hp aanbeedthetmaacrezijnderhanden
Doszthooghſteghoedt.TBen waren God totſchanden, 3Asptamoureur dooz Benusluſt verdwaaft Zaghinenzo hcetin boelderpcwoelen:
Als Iſraczormvupzigh jaaghtenraaſt/ Un denekt noch achtmetmeerop Goodsgheboden SYaſhctenmacht zijnäfgodiſcheboelen.
Jlèaardaghennacht dienthnzijn twee afgoden. .
Ypſpostnat’ghoudtmetloghenanbeſchaamt/ Net arghcliſtmetwocckcrsfelletanden/ JUNetſchaon bedzoghenvaiſcheydtkonſtghenaamt Bechtofrijckdom hier in d'aadtſche waranden Snepndelyckzhnepghcndomzoublpven/
Snofzpmochtmetzalighepdtgherpven. Elck ſipghtinthoogh Dooºpzacht
Ä“
-
-
3n htpiraadt klcedtkoſtenvceldzonckenwpnen «Lockhaoghghcbou want dehaoghmoed DF
Maackt dat niemandt dieneerſteherwilſchpnen. „Maar elek eenpoaght/om dopzzinpomp miſpzezen 2öObe! andcr 1Utachtighgheachttewczen. ZHIdoms 200ghmöcdtenghepleghulzighepdt, St. Waszo hoogh vooz God noch nºptgherezen: Als Iſraels pzashtenzatte ſchuldighepöt. „Die Dital pleechtzcnderzijn Gadtevzczen. Lou Goodsghedulr ditongheftraftaanſchouwen/ Sºeézpghewis. Ick wacht Goods wzaackmetroubven Die ſtrenghe waack komttraaghlyckkruppen aan/ -
Laarzphomtaan als Wºdaarminftop dincken. Iſracenzalpaarnietontluppen/dan. " .
.
"
JRaar
M
Ä tooznuptdzkncken. plaat den Geer/diens wer wilhpnietvolghen
BitgrotequaadtmaacktGodophem verboighen.
Tweede handeling. j.uptkomen. Diett'licht Goods verlaatmoet intdoncker werben/
Goozrblindebegherenvoertloghenuntbcderven. :
3chazib. -
ASchendelpken iftzadatmn der Philoſophennaeſwhſhepdt laſtertickwcet dat minpzijs lepdf Bpdenpzoedendiens ghceſt vºrnuftepken ruvckt? Bat Godmºhndienſtloflückzclvedickmaal ghcbzupckt. 25zupct Godmynkloeckelift nietdoozgaäsengemcelüc/ Aant volckverwerpende verhertheyt ſteenijck/ . TDie
Ä Ä liefdevande Godipkewaarheydt?
ckbentdoo wiéhnrqoft zynrechtledende klaarhepd: verwertſevoots in eenverkeerden zinne. . . Batick oock ghaarnedoe wanttistotmijnghewinne.
-
Tisoockrechtdatloghenhemtlicht gaberohen. WDieden trouwen waarhepdt nieten wilgheloven. Zoghaathetmet Iſraeldezatſte der dwazen. <Ecnverkeerdenzinmetaluckhemſchirrinblazen:
reatſthe waan
Zo behendighdathcm grandelyckzalbederven/
Doet bez
Tºguntdaar hpweeldeenmacht doozmepmrte Hwerbé, Ä
Ä nu Ä dat Iſraelszoonzalhouwen Ä 2Mant Koninerkint der Philiſtijnsvolontrouwen. Die is eenzaam/duszal hpdaarwelna lupfteren.
-
WBant des kroonshoopzalzijnooghzo verdupfteren/ TBät
# geéquaad (dat veelindees echtlept verbozghen)
<Enzavzezen boozzien/bedencken noch bezoghen.
Ä den Philiftinswanenreghebiedcn/ Daarzaldienen als laaf die Goddelozelieden.
Dochmoetick hemgheenſſins dutſerreet bedieden. Tis Goods ſchicking/diezal läczaämaarvaſtgeſchiede, Tºbierken das ick nubzouzalhyeerſtrecht pzoeven. Gºbertachtig, jaardanzalzünhitterhepdt bedzoeven.
Twee
28
«Tweede handeling. ij.uptkomen. MBichooghis ſtijghthogher/veelhebbémeer danteveeb,
Ä Iſrael.
-
H
.
Achazib.
erbindeick Achazibmnnenghctrouwenraadt
-
nenjonſtighen vzundten hulpermetterdaadt. UBaarde vaderickmoet udanckenenpzyzen/
Danuhooghwpzeraadtenbpftants bewpzen. WPät watghymnoptriedtvindeick wisſen warachtigs. MD raadts maackt mp zo rück / Weeldighen
Ä
INZUCITIC)/
Batick niemanten wijck: niemantmaghmpkrancken. ick mp danuwerniethooghlyrktebedancken? . . oozuhecft nptkryghéväveelgraefſchappé verblzda GEn bennujertogh van
Ä
Äsabaommen zur Chazib. A
-
“/“) -
Batumijnhulpeenraadtzowcheeft doenghedpen/
Boetmpuwenthälvenoock herteljck verblpen. Dis den wpzenradencengroteeerende luſt/ Alſmen huerraadtwelvolghrenkomtterbegeerderruſt. Shelijckteeren luſtis vooz eenghoedt FVMedecin/
Datdekranckeraadt volghten verloſt werdtvanpin. Mu hpzonaarftighzhdtomgoepraadt tebeleben/
2suckzoghpuldigh benomghecdenraadtteghevens «Envermaghtminjonſt nietdaticx hierbplate/ Maar wilu voozderentotnoch eenyogherſtate.
-
-
Iſrael.
>
IWHaartok.” .
-
Achazih.
weshopwaartºtºjºtennegehren.
Das warmºdem.azib. Boozt middelvanuzoon.
-
-
Diezalickindcrecht tebeſtedenppnen/ Mandes Konincrdochter vande Philiſtpnen. Dees dochter secnigh/huerauders zijngheſtozben. - Berdtdezeuzoons bzuptdekroneisverwozven.
Hchzoemthetaanzoeckenniet/alisuſtaatſlechtere Riis pläoningin/gbpHertogh of Kechtere. .
-
-
39
Bankghpzjedemeeſte Hertoghopteraarden. Beel
Ä
"
nrºjekdominmachte in landenen in lupden. allenzeren Koningontzietumachtehunden.
-
-
-
-
ºtanºjºnkoºrehpenſioning Tºß.
ºwenſchepkeraadt. Swat groterbeloning Sheef Ä Ä icrberghellen. Mondpdat volbzenghen. Laathermp beſtellen.
Blhttbus : G0erei. -
6
--
kºnahºerºnoock de Koninginne.
-
zaonzalickbeeldeninhuerherten zinne Zoſchoon wjs/ee/ machtighvanlandenen ghoeden/ Batzpalbegheerjck dees Äloft zttllenſpoeden.
Ändynieteerenswaartöovenallen
-
chen.
ºenºlmeerdaeeheiben danickzouderrenwejchens AD Ä bantickopzechtna behagh, -
Baar doo is ugheloofbgmp zoveelmeer Änt plagh/ ,
Ähºgeenaackzovzeitmöoghtſpekenjet umont/ Boodert daaröm dezaackghnkrüghenaijijanck. Achazib. Ickga daebeſtellen betroutmp/hetwerdteerlanck <Pftckmöets ghelobenuntal mijns hertengront.
A
Sweedehandeling. ijuptkomen. Sºbolck berachtwyzenraadt/elckwilander ghebiedens Diepoogh klimtvaltneder devºpedlen bzeemdelieden. Ariſtobolus. Ä I# u3ſrael/desheefempt' denberhueghr Ämuluſtennutswil/netommjnbaat. bzueght. -
Alzieickmeeſt Als die ghenn
Ä tMaadt/
enhetafgheraden beſtaat/
Äghaarck betoantin dienen der afgöden: Rochlaatick nietaf/inuonbekendenoden ºteſtreckeneendzundt warachtighen ghetrow/
*. -
.
. .
-
-
GPm reboozhoedenbanuaanfaänderj Zchoo/owaardeman/dat ghn nzoonhoogh geachr -
Buwen wir aaneenvzeemtenbödaardj º.
- -
*
es
-
-
-
-
-
- ---
kºnomanden kroontemoghengheraken: Ennmoghende hups nochmoghendertemäken. Ghnzſtvanzelfmacheighontzieneerückenrück: „. Attwen MDathuwetghwaan meerder waarömietaanws geljcº äznzin UBaatthuwennietbeteraan bekendenaburen?
meerder. WBatzoerktghpeenveemtvolek vanvzeemdernaturen Bancenveemdeſpakeenväbzcemdezeden. (vzeden.
Ä niet vernoeghtbliftonbernoer htt'on
Dicn Ick weetva
Ärven
Dhupsendeafkomſtgrondclickzalbederven. ; Bitvoozhoedr doch wijſlijck/ſtrectulandreengoetheer, Ghn hebt nuwererghendeghalenzoeet Ä nietmeer, Dithalfismeer d'anthee/bevºoghdptvÄ enwel, Jºaartheelwertute veel/u/oock der landenghequel.
Ä
TBatheelmeroockditdeelzaluzothendt verliczen.
Danzuldptickzegtu/berlteſpadebeklaghen/ Iſrael.
–
*
.
.«
Den Philoſophenzat/maghuraadtbehäghen/ NRaarmp niet noch -
-
-
Äpolitpke verſtanden, -
U?
Der Philoſophenwetzalightallenlanden/ Tghaatoockwelals P#Fuſick Philoſopheren. Tzijndzomendcbzcedehootzingoettevermeren. ck wilmijnmacht merenzo werdenck machtigher/ Zegt nu:isuofmijn bocztſtelwarachtigherº Jftu oftmijnmuttervoo Pozinsenoiderzaten?
Zalmachts vermeringhempenmijnvoickniet baten tit beſchermenmijns anrs/entemmender vpanden? ek zwpghevantomtzich wiezalwp aanranden?“ – „ Ariſtobolus. „ . . RBiezfn Dicbermeerdert zijn machte die zijnjonſtebermeert/ -
Ä 15ponderzatenenveemt zodathenaelckminteneert.
Ä haarmiedevwandtmaactinºuntenlieftailigh/ * Enonderdanentrouopoerighenafjallig -
Ditzaluwis gheboeren omdeveelhepdt der volcken
Ä Asuzoondooſees echt verheveninden wolcken
Ä. ÄÄÄÄÄnººgaarºvk. Ä Zadatzinperſoonzefzinbocknietmaghigherpven Än klattentehazenenoptrecht tewaken. den
DänzalPP ouachtzaam alzünderlandenzaken
3.
-
-
-
-
51
-
Ä doen handele..
Derbºrs
hierzuleiqi alckwaneelen verkopcn/eere n-ftaten berpachten/ FÄhºrlinghºng
ÄLIL ÄÄ
vockſtarrenenſeeren weijerhoo.deklachren Ä Bºzoonzaldoen hatenbanklepnenende groten WDitmaackthemtebpandt zijnepghenhupſght.iotert.
1gt dë
-
sunreu
Dºnaldanoeemdemachtmetſchanden behoeven
des voix
STotzinmachtsvernielingenzijnsvolerbedzoeven... bate. Bewaghenghetrockenbanbeel weeldighepaarden/ Lºoetholfenen ſtotentorpletterenteraarden/ Als dezotteboerman beplighenſaperighſlupmt. Denpaardé/toom/enwegh hcelonachtzaam verzupmt. Iſrael.
-
Batmaghzogheſchiedémaar hetmaghoock welznj Datmenveelandtsteffens beheerſehaptwelendefjn. Dochmepnickmietdat ghnditzuſt weiterſpzeken... Diemeerdkrught heefrmeerdesmagh hémingebeké. Meerkrijghickdooz dirlandt/tottenmpnentesccgyen. .
Än mb oe3hen Vegherenbern # Bºgheerdºweredeenweretrºgmaack
Äo
Iſt dat ghp denÄ landen bergroot.
blandt
Beeiverkrpghenmaghtvee
Mèeel krn
Yoinwerpvanveehoursveegrotevlammen
tgheéruſt. Äs
Ä
envoerenſchedes beſchermensnoodt. nut.
Kowel alſklepnmuſchgévehoeft de zwaä zijn plupmé. Iſrael.
Legt datt ghoedtdtinck mijnwende;alrupmen/
/
Gmweeldighteruſten/alft mpghelicftendepaſt.
Deswend ergrºbe er/ghpzoeckt Laſt. ruft tnmengeba nghe Dan maſ WPanthetwelhcerſchappentgabondtrndemozghen
Ä her
ZÄldjäärtderij
ſºrgt.
TDiedanzijn landen meerrvermerrtdezoegh onluſtigh. Ditsvermeringvanlaſt/ſchijntu datlichten ruſtig? „Iſrael.
" - -
ST'ſchinrher ueenkuſtis/mp meeonluſtreladen“ Booz dient onluſtighenhatelijck/afraden. Altjdtpziſt ghp voo goer/tgºmtic quaatmoetſcheldk. i Vaaromvoghickurzat nemmermeerofzelden. AriſtgbolrIS.
Ä
Diege goedéraarvolgºthemuclghtaltjdt Iſrael. s
-
- A. Jſtae. – Diebzeemderaadt bolght/toont dat hp hemzelfnet
verſtaat. -
-
-
Ariſtobolts.
Zulck waänthemheel raadtwüs/diezotiseñgheck. Iſrael.
-
-
Zulckbeſchuldight andermetzinepghenghebzeck. Ghpzoudt mp nictradenwaandeghpiuniet wijs.
--
Ariſtobolus,
IBaandeghpuniet wijs/ghy valghdemijnabijs: is omraadt bzaggenta Ofghpzoudteen ander/ Ditdoedyniet/enzult teſpadebeklaghen . . . . . . .
Ä
ening/ nonnuttebewe IArthopeloos beroui o " Ä -
4.
derliefftebzoederlaatu doch ghezegghen.
.
.
ÄjewjÄttelegghens -
ghender
Ä
pendcruzakenghaanmenghen.,
Äh- Tſwaarſteweeght aſthdtmeeſttzalütegronde zengé. iyck
Ghy;oertvzeembchoogheydt uepgen werdt verſchové Ghelooftmp goedemant vetdziftghewtſlijckboven. Jſtdat ghy aardenpotmettenkoperenſwemt/ heklemt º Shy wertind'eerſteſtoumaankleunſchaardég Zou nucen läoningrijcku Hertoghdom wpken? Uepndyteheerſchappenoberzo veerpken? Foudp die doen dänſennaupppen oftinghen?
",
.
.
5Peen uvolcken landen zullenzp bedwinghen/
En als armeſlabennahterphp doen danſen. Berwachtdanteghenheydts verderflpkeeanſen/ , Als devzeemdelinghentvölcklegghenopten hals/ Whovaardigh/felghierightonkupſch leckerenvals/ -Dieuellendigh völckten beentdezullenknaghen. Des zullendebzoedenurourapzoenendzaghen/ Enboo! eenoozzakedeuvzaghers ghewaghen/ -
Bathetisovert leedtvantlandtsäanſtaändeplaghen. Iſrael. hebieden Daarkoom warter wille/maghiekmaargntvlie den. IIberdarläoningrück.deplaaghmaghmeno -
- - -
- -- -
-
- -
-
-
Komtſeick achtſenier.raädtghn die ugaarne hoo
Ä“
- -
Tweede handeling. iiij. uptkomen. MDaarmoedtwilleheerſchaptmetfelhepdt bloedelijck/ Htoºtzich de Tirannpeint verderben ſpoedclick. -
-
Meregel.
-
-
*
Eubulus. -
Achazib.
Bemophon. Amaſſai.: Vbulus is weer d'eerft nazijnghewoonlijckezee/ JPughebzeeckt hier niemädt/elck neemzijnoudeſtes, -
-
Deſchalckeis verſchalckt/dejagherisghevanghé/ h
ſ.
Endiet diéſtbaarhepdtsjuckonsmeyndetaanhanghé/ - Moetons ghebodt pdenendedzaghenonsjuck/ . Datmoghenwp danckenonzenliſten tgheluck.: g.
JPumoetmenmijnheerenmetkloeckhepdt behendigh Efſren Bit volck in dwans houdenvaſtende beſtendigh/ ghe dan W9antzowellepdtdedueghtintzozehvuldigh bewaren/ Als intkloeck verkrpghen binnen liſtighepdtsjaren. Ende wantmen bewaartmette ſtrengheydt blocdigh/
Äa Ä Ä Zº,
Dfmet vziendelickhepdtzacht/zoetende goedigh: Zo werdt hier nu gheleydt in beradinghe wijſlijck/
WBelck van tweenzekerftis/(want dat is meeſtpzijlijck) Dmdees (doozhuwelijck) aanghewonnen Landen Eeuwelijckte houdenindit Coninckrijerbanden/
Haarweeldigherijckdomſtadelückteghenieten/ Ent'vetvanhaarnering in onsteplte doen vlieten.
Eubulus. JMetoozlofmijnheeré/dezaackis wichtighenzwaar/ WPaartquaadt dat de Koningzelfteghéwoodighwaar? -
-
GPm zijn goetbelieben
ÄNÄ teverſtaan: eregel.
GhpſpzeecktwelEubule/het waaroockalzoghedaan/ Zo des konincronledeinjachtenen banckerten CDnachts Wem tºkomeninden Kaadt nietenghing beletten, 3äaml IVAaarofhpſchoonhier waarzo bupté zijnverſtandt/ Pince. Inis desonverzochtenmoepthemniet mit het Landt/ WBaar van hp dezoghegantſelijckheeft bevoien/ D wijſhepdt mijnjeeren/daaraanhp nietmagh dolen. TDe läoningzalwillightoeſtemmen/tekenen/
Endoenzeghelen/wat wpbootbeſtzullen rekenen. emophon. Daswamfºtatºessner verlºgº drÄ -
onzer
Acht
T'onzerceren/cocktstomzer huppen ſtichtinghe.
d!!4 «
* *
---
* * GFUbttlug.
--
Ä. Äts haaghtmp/enly dat/nuhetminherébchaaghºs hier oock penrandt (dit achtick nutghevza ). ”Äj WBpzijndaarallevzeemtwaart nieteé raadtſlagh bledº Zander die kenniſſe incenzakezo groot J'ettewillenfupten? : Jºeregel.
:
Dat is bangheenenncodr. Tzynmenſeiéaisons volck, die eenmëſchkentterecht Kent oocktererſt den aartväalt menſcheltckgheflecht. Gock maghmšgheen upchepmsditvooztſtel betrouven.
Zegt nuop Achazibwatzoudtghn tºzekerſthouwens
Pºhſtghude sº -
-
. ..
Äg. Heerſchapppe ? f a;
h
-
Ickzal (opverbetren) egghenmijnfanthape/ Ghensmenuptiºen äardt Valdeghem.ccneman/
Mart des Tjierjiejde ghewiſiertraden kam. Ä Wolcz,
Eerſ is hetHeromnes als devoindtonſtadigh/ Schandelijck ondanckbaar bangoedtheydt weldadigh/ anertºlticitighbooz gepaar gierighnader winſtébupck/ Emmintbovenbºnheydt denſnodendienſt vandébupck. Zau inti Liotting Adin wel Vaſt willen bouwen
JOptvalcronſtade jonſthetmoſt termoodt berouwen. Whet waaroGck eeizsklepdt diemendierzoude bekopen/ Optondancbare polcrdanckbaarheydtte hopen. TGit bevädt Ponſes wel/wtés weldadémenghvuldigh/ TDit Volck wilDeloneunuctcen harde doostonſchuldigh. ITYaar waartnieteé Plomphendt waardighaldfchandé/ Aan andrente ſtellen Batmenzeifheeftinhanden? Verſtaat mp.de Koning heeft machtom (ſpijthuerherte) Dit Volckte doen dienendCo Vuces van ſtraffeſmerte. IBat behceftmen dan doch metweldadighetrcken/
Gheoozaarmheydtonwis den volcke afteſmcken? Wat noodt iſt te bilden die verachtelieden/ JÄnde ioning macht heeftom ſtrafijckteghebiedens
JUNreriaathct volckt'quadeom deſtraftcbzezen/ Dait dedueghe hanteert/omtezijn ghepzezen. (ken. Des dootsäert heeftmeercracht sooº opzoer afte ſchzic Dan Te3 dueck3ts beloiuing. OIm zich Weite ſchicken.
Petanertigheontzich baart danglehoo?zaamhede. Ez.
:3 d
Endieghepoozzaamhepdtbaartweeldighebzede, Liedwang (hoc ſtrafoock);altvolck duldelijckpden/
Alſtmaarmagh innering doo?tghewin verbipden/ Sroteſommen kryghenenweeldryckteren. Zo willigb dient nuclckt'gheltenbupck/huer twee heré/ Datzp d'arme vzpheydtghebeeinieten achten. *
-
--
Ditst'ghemeenghebzupck/oock bp dees Joodtſche Che Datvzpearmoede mindanſlabernperijck/ (tlaubté.
Speächt werdt intherte van t'Heromnes alghelick:
Bus is doo deſtrengheydtgantſclijckniette öuchten Booz wederſpannigbeenopzoerſeyegheruhten. :
Sackmaghmenniettwpfen aan Deveplighepdt/
-
5helegheninſtrenghepöts ontſchlijckehemligheydt.
“
n ſonnina hctſtaatgants buyten des läonincr machte Recht bemintte werden inſ volerhertenghedachte/ .
Ä ſw.pgpevanftadigh we bemintte bizven: WAaarghebzeeftte werden ent'bolckinancrtteſtpven
-
. 3
. :
angt nie aan den Volcke/maar aan den loning alleen. Shemerektmudgoytontſtch ofdooz die liefdeghemeen/ L'volek beheerfchapt werdtvän d'overhemdtstomen:
Enlieftonzekeris maarzekert Vºeeſlijckſehomew Lomoetik die ſtrenghebeerſchappyepanzen - ſº Tot dat ick beterhuermer warachtigh bewyzen. -
-
Jºeregel. -
-
,
B/vcoºts Eitbulevoeghtnuſpekens beghinne. Vogh Optghezepbe/ofnet?ltat hozentiwen zinne. -
Eubulus.
Whootdan Heer Pºeſidentmetmijn Heren altſamen/ l Achazibszegghenisteghenhct betamen/ eghendes zonincreer (die wpmoeten beweren) eghen des Joodtſchélädts/gockonzer landé welvaré/
nie sockhoeliftigbalzuler die ſchoön-ſpycker zepdt) eghen deghezchteveplighezekerhepdt.
GDozzake
-
IDät cerſt daar hpzepdtvanſ'volºrougheſtadigheydt/vj irzalin des loniner ſtrengheonghenadigheydt glerg ietminmaarmeerwerckend an unzjn goedigheydt. Wend des Hemerckt niemädtmeerzoeckt verädringmetfpoedig- Ä
ädic bdºtickt werdédooz felhepts wandering. (hepStÄ ecken nieeghezonden/wenſchenlifs Verandering.
Ä
Maartpoer andäckbaayendrſpruntuntberghetébept Ä tes erkannt nietint Volck daardesioninerwethepötja Kadrijck weidaendc (zondervz.cinem rekrencken) re VilVEEs Eg
TB0033âtel,
86 Dooz nieuwe weldaden/dleotidenzo doetherdeneken, aten ältydtzin weidoenweten/ Dataldonderz Maaralwert weidaadthaaft/miſdaadt werdtniet ghlier des Coniner weldaat # Äomtvolgheckéon dädat daa däckbaarhepdt.maar diéoverlaft geſch
ecktmetv
- Zodick dat nieuwemiſdaadt/d'ondeontſte -
„ keen dolle wzaack-gie- rig dt/lic erzoen - hepdt/ onvhep Daft eenrig nes ts rom aad the equ tin vel zif ſto Die bed ver ot. dt
«Dndanckbaarhey quietſtniet.maar wzaackwerckta PNincen moONDt.
delj
ck. Ä Bluchthetvolckvoo: ghebaarhuerhertmoetoo nadeljc Ä Buchten vanhuer Koning: wiens rli doenonghet. ckhepd
Alleenoozzakeis vanalhuerghebaa elder päarlickhepd een et quaadtheer Ächtig rga uer nde väh eéa ns/ Pzi #". Tothet ch. .Df maacktſezodoldooz wanhopen duchtigh/ n delen/ Datzphuer läoningzelfzo anertigh doe eben. quabeb Dathpvlucht uptzijn Kickofuptzinigh epdtnaedt ier de tgh Bclänghen des volcrwinſ t'goet: blo weltinhäefen
Ä
Pj Jaditdyyfthun/alſtpaftmethe is
WBeetelckweldatzonderghe 3Uetneringenwelbaart des volcrmeeſte bipheydt.
Ghecn Tnzanen hecrſchapt. daar wijckt dä debyphep JLagh winſt(zo hp oockzepdt) dévolckemeeſt bby Wetmoet oock bovenalzulck verlies hatighmpden:
Doo! mutpterſchopwerpen van eenhooft innöden/ CBfdooz huerenghen Heerte berjaghen ofte doden. Cemeer noch als daaris die honger ſcherpen terlick Dan werdt vunheydts vcrlics cerſt recht bit rwilſterven/ elcklieve Diemen danzo begheert/dat e nuurlanghert
Dandiezoctevzphepdtce derven: en vzemee Dat voickis tevzeezen/dat den doodtmiet der eſt/ſte gal lin Pj Fanmerckt de Pinstelaatzündo
TBeghez
bzeefde
et dolle zwaa moeten Alshem tveelhoofdigh dieromringtm vander aar den zeif vgee- Dmzijn anertighleventejaghen 3en. Endan blickt dathetvolck/dieeerftebe dennte Coning ma eñl oon mkr «Dock macht heeftomhe ontſchat Ancrtigh Daarme Achazibzepdt/teſtaan indes läonincrm
zete engheninſvorghedacht Ä” Änziehcºee minick maghméveelminopbon teleftze Än.h Marnetha ond gedurg „Menkä aſtv es maké/maarniet läg zenou zeeerh boeder. Dant als deveezervzeeſtſtadigytemoetenv
?
Roethptbeeflick.ppnenombanbzees verloſt te wezen ndelangdupzighepdtis vzeeseenhoederquaadt/ des bolº Naar lieftvoedtmézolicht alſmézeteeltdooz weldaadt/efde tot
Bildeghedierttemtmendooz weldoen/naerwenſchen/Ä
Änzenienſºudºnietinnredeckemenſchen.
Ä
Dfmaackt d'edelreden (onsnatups vercieren) licht verg Den redelijcken menſch argherdan wildedieren? kreghett Beldaadtbaart liefde zoet/maarmiſdaadt bitterhaat. ende ot
Bildp liefghehadtzhn? hebt lief.ghewisis deesraadt.derhou Doet méonsgoedt öfquaadt/ vgiendtſchap ofſchenmiſſed
Darelieftofaat komtvoortwidiekenmiſſe:
(leedt Ä
Zonoodtlück als elck haat / dien hp vpandt waantmet Än Zonoodtlyck bemintelck/dien hp hemjonſtigt weet. teverd
Dantebenzo veelrechts heefthetweldadighe lief . . . Tot liefde: als tothaat/vanleedtsmiſdoen tongherief. zet is onmoghelijck vooz die menſchelücke kracht
jemandttebeminnen die haarmiſdoet daghennacht,
Dockiftonmoghelick den weldoenderte haten. Bus blickt dat die liefde bandenonderzaten/ zo welſtaat inde machtvandes Conincrgoethepdt Als des volcrbzezehangtaandesConiner verwoethepdt hp maghhem doenlieben als eenbader ghepzezen. zpmagh hemdoenontzien als Tpzanwrghelezen. Bock
Ä hp des volcrlieft veften inſtadighepdt/
Doozzijnliefttothunlup/moeder van goedtdadighepdf Deftrengheheerſchappp blickt dä zoughlyck en onwisz Endezachtezeker/zozy oock warachtighis.
Desneemtmaareenvoozbeeldt/vooz veel Hthoninghät Lo lang die CEgppſche goede Coninghen
Bitvolck beheerſchaptenmetzoethepdtgoedelijck/ Dtendet'volck willigh/nutlyck enootmoedelijck.
Aaarzo haaft als Sharotbolck ſtrenghelück dequellº Endees Kaadt Achazibs intwerck beganteſtellen:
Berloozhpaditvolck (datzich nieten lietdwingzen) Dockzichzelfmetzhn volck/die indéſtroom verghinghſ. TBitzpons eenſpieghel/tot waarſchouwinghupden. T'wastzelveaart van volck/jadezelvelupden.
Sockwas dat heerſchappenvän Pharovan eender aarº Als Achazib nuraadtvosztſteltenverklaart. einraadt is danzetter/nietom langheerte duren/ daar verjaaght ofghedoodt tezhn in Kozter Uzen.
ſºgar teghende
vºr. Fºx se
8 ..
.
Ä goedtickheerſchaptenmeeranber hondertjaren Hetgoedigyregerenbych#Ä r enhepiigh.
Wie goes dighe
heerſchap
cyaziv. . . . . Ä gheé Loning Venligh, wandschefºrgº danzwaardébloedigt, -
ĺ 3C
Londvzeelijckötzich
STU JU TUL.
-
LZz1V.
Perachtingis ghezelbande zachthepdtgoedigt. «Eerverzelt althdt
EttbulUs "Ä zad moet dueght loben, cyazlV.
Strégheptödzuckthet voick/zoetheptſteltdatboven, Änjungſterftlieverdanhpbolck zou ſmcken. Eubulus. .
.„
-
Denbolckete helpen is een Koningjckteken Dc Pzins dient tot hupenetº verdzuckinghe: Towevaartsvoo.dering nettotroofenplu- kinght.
Achazit. MDatbaat déIkoningtrijck gebzupckthpt nictna luſt «–-Eubulus.
amerººs" des Itomincrruft, -
Eé Ikoningis
chazib.
Delioningmagh weltºvolckmaartvolck gheé Loni (cntberem
Eubulus,
-
Zonderonderzatenzijnioninghengheenzeren. C'volkbliftzöder v balck./datmaackt Cn Ä C-
»
UUUUU
chazib.
zondervzeeſlückontziehheeft deſceptergheé ſchonin „. Eubulus. TBienveelvzeeſlijck ontſéontziet oockveléinzijn -
-
T'gaat weldaart volcnict dépzinsmaar Vooz dépzi Endesläoninröluſt -
deºÄ lieft vooyhoedt.
(vz
chazib.
Des Komincreerenſtaat waſtdooztzapen ban Gloed -
Gubulus.
Zo des artzseerenbaat/dooztfterben bäzünkra Achazib.
MBaarmédépzinsnietveeſtöaarmoetzünſtoel wä Eubulus.
-
- -
UNaarniemandtzekerisvooſkoniner feiebcker Baaris bekoningzelfoocknerghensrechtzeker. F -
4 -
Meregel.
-
Bezaacktishaaſtghenocchaanweer;ndenghekalt. Xegt gbp nuTDemophon wat meningu beſtghevalt. Demophon.
Eubulus redene heeft welcengoedeſchin. IWHaar Achazibs meninghoudeick warachtightezjt. Jſeregel.
-
Wat duncktu Amaſſavandezerzakenzwaarheydt?
wº„ Amaſſai, al negoº is waarhcpdt. -
-
Achazib ſpzeeckt -
Äeregel.
-
"..
-
Eubulus raadtſchijntmpoock veelmeereenwenſché/ Danmoghelickom doenmettenverkeerdenmenſchen. Berkeertisalditvolckenzo hardtneckigh vermaart/ Dathphemzelfverderft/die dees verdervers ſpaart. Är heºſchap Dusbeſluptickuptkrächtvandemeeſte ſtemmen/
Datmenditvolckmetmächtghewcldighzaltcmmen. * Kºenzalze heerſchappenmeteenpzeren roede. JPNenzalze bedwingheninzielen ghemocdc. Menzalzeſtrengſchatteninhaafendegoede/ Schadelºckuptmelcken van allen overbloede/ Jazo heelarmmakcn/dat zyniet denckenenzullen/
Gmhuer Godtofvzmhepdt/maarom den bupckte bullé.
Enom immers gheenſſins voo! opyoerteſchºomen/ Werden doo Demophontzündertjdt wegh ghenomen? Diegrootſtevanditvolck/demeeſte en die hoofden/ Doo wiés machten hulpt'volckvooymaals ghcloofdé/ Zichzelfte beſchermen oftcvzpen vanons macht,
Zo werdter ghcenopzoeronderditmupterſchghclacht: WBant niethuer/maarons bolckzalden ſtaten van eeren/
25edienen/en wecldighztchdaarop erneeren. „ . .
Deesweghſtreckt tötvefting bande läoninglijcke ſtaat Danzünigroothepdteneeroocktotons alderbaat.
Daaris mermeerte doenwpmoghennuſchepden. Glckgana hups/ick gadezezakebcle.pden.
Chorus ij. Stem: Suſanne ungIour.
OÄ is d'uptgang van d'Akardtſchedinghert Miemandtenweetwathemgoedtzalwezen. Bandat alleenelckmenſch zijnwil gheringhen
Steltin Godswil/los vanhoop en Ä
Od.
-
ºe
A --T
-
TGitzoudeonsalbandzoefhepdtghenezen. Daäromons Godt datzohoogh heeftbevoken Hp kenthetgoedt//daarin wpblindedolen TBiet zupz vooz tzoet/achtenenverkiezen, Zolopenwp uyt die Godlijckeſcholen
*tz
- -
Ditdoetons alſ’herten ruſt verliezen.
Tiszothepdtgroot/petonbekentstaanbaarden, MDant dat doetdick venjnvoo! windzincken. Maar wüſhepdt waartdatwyons hert bewaarden Booztinſloºpen vantvenijnsinſchincken. Dat luſtons biedt intraeckeloosdincken/ Baaronsbegheert liftelijck werdtghevanghen
Die doetons dannaonsverderfverlanghen. Zo krachtighkantpalſch oodeelbedzieghen. Danbolghthethert willens metblindeganghen,
Denwaanluſtquaadt die fluerzalverblieghen. TBit doet Iſrael.metzijnberwaantaankleben Banhoogheydtgroot/demeeſte wilhp werden,
iHp heefttevcel/en benaarftightzijnſneben. Dooz meerbegheerts/datzalhemverwerden. wilinthooghmenzalhem neer terden.
#
aarthemniet beſtmetzhnteveelghenoeghen", <Eminzhnneſthem ſchickelijcktevoeghen.
Sºuzalintleſtzijnzothendthemſchenden, Als hyzichvindt in dzucken bitterwzoeghet
Doozluſten quaadtdiezijnhert verblenden. Die Philifthns/gaanmedezelveweghen Diewanenoock häarmachttevergroten/ Dooztklepnmaken van Iſraelneerghelleghert Naardatzalhun van haarmacht verſtoten. Als haargheweldt langt'volckheeft verdzoten
SWRoetelck andermetdoodtlijckoozlogh quellen. Die It
Ä dooz wzeethepdtt'volckontſtellers
JRaarniet ſtillen. dopzoerzalhemſchepnden. . Dockloert die wzaack/altijdtop denrebellen EnTyzannp moetmetſchandeneynden. Zobarenzy die goedenraadt berſmaden/
SEnhaarquaap luſtvermetelmatreden.
"Die maaktdatmen begheert dat noch zalſchadete T'goedtſchpnend quaadt werdtmeeſtom ghebedew. beſteden
Den ºeren.dtgaateckdwaas
Manegunehpmistenweetofthemzabaten -
"
SA,
Wºatwaregoedt/datseen hertrechtghelaten/ ÜBaar beſtgheſpoedtomooghlijckt'aanſchouwen uzoecktelck blindthet waangocdt Waart Om Hätet IDwelckons bedzieghtenverderftmetropuwen.
Derde handeling. j.uptkonnen. Als veelhoofdeneenhooftsluſtmoetenbezuyen. Etomthaatmet
ºjº magh mietdupUen. -
TAE.
-
-
OÄ. herdenckenvanmijnvoozleden bzuechde. Ät «Dellendigh vermaan van mijn wcetaighejuechie. #re Okatyvigh verhaalvanmijnbercofdebºphepdt. Achtruerighepdtbitteruntdiezoctebipheydt
"
.
. -
(Bieicknuontbere) ghebozen inmijn herte # mijnherte vervultmetquelendeſmerte: Oequeldp mp dus hertzondereenig hopen Booz t'bluchten ofweren utemoghenontlopen? Langhe queeltmenpijnlijck eermenkomtaantſterben.
Enick ziegheen middelom Hypgepdtte verwerben,
Mºninºarverducktöteenmoghendehandt. Ä Diedoetnaluſtenwil nietna behoozlijck verſtandt. - Äme. Felhepdtmaackt den UBetté/méſpoozterrecht noch redé. Devzome werdtberooft vernielt/envertreden. Ä“ WDie Gadtvzceſtenrecht doetis der Heydenenroof. Dieghebiedeningoedt/in lijf/jaint gheloof. Diebezittend'erfnisvansen zeerederheren. Die verbieden den Godt des Hemels recht teeren. Endwinghenmetgheweldthuer Afgodente verheben/ Dpverbeurnis vanhaef vanlijfendevan leben. Zu beſpiedent alles dattervaltinden landen. WBantonshupſghenotenzijnonsquaadtſteppanden Dien't zowelzouwzoeghenzomenonsnietbeklapte Als dees/zohuerweethepdtons blocdt nieten tapte.
WBät mémaackteen Godſdiëſtbädegrouwelijczemoozk SUBieheeftoptvanfelderen wzeeder Godſdiéſtghchoozt Zo wie metbetrouwenden waren Godtghelooft
Werdtverbandt/ghehanghen/ghefteentofonthooft 25phopenonderſchijn van eenrechtvaardigheydt: O Godthoelanglijdtghp Dees grooteonwaardighendt hoe
# Ä Ä Ä Wolcke
? sitblogdigh W) vernicleRValiu VerkozenVolcke C V -
-
-- --
-
-
Derda
des VolP
-
-
42
-
-
-
Derde handeling. if. uptkomen. God ſtraft debooſhepdtweetvätheerſchappétpzänigº Sotk des volcrpberzot/enopzoer wederfpannig. Ariftobolus. Iſrael. Avind' ick uweer hier/ellendighe Jſracl? -
-
Schyadtghpraadtghebalghtzowaarunoch alwel
"Kottc.
Wer.
Tiehebdp verlaten/maar hetdzoevich verdzict: Bantionwijs opzeten verlaatu waarljckniet. HUNp deertdc.ſmcrtighcpdtbanubittere wonden. Iſrael. (zonden/ Jºckhebloon namijnwercké Godtſtraftmnommtjn Zinſtrengheplaaghenzalgack gheenſſins ophouwen/ Zzolangick liefdeloos dusſtikzalaanſchouwen/ Tees Afgoderpen/godloosengrouwelick/ -TDie deepdenspleghen/dwinghende ontrouwelijck Dieonwyze Jodentoteeringvanhuerbeclden. Rechtsofdiehuereerders petwatgoedts uptdeelden. Zalmen Soditekeeerdoen/tmaacrel van albaftere L Zalm.cnzienen wdenzulcken Godſlaſtere ? ZalmenÄ verlepdenzo veelonwyzezielen?
Mecn/tckniet/ickzaleerald’Afgodenverniclen/
JFetalbiezeeeren/daarkoom afdat wil: Ä myomdattcrzie/lpde/enzwpgheſtil. JPaar zoicit deeslaſterupten lande ga jaghen/ Zal Godt (ck wects) van mp/wechdoenzijnplaghen? 5 Tºp weder beminnen als zijnlievezone Enghevenmyvnheydtmet welvarentelone.
Godt
Godtheeft die menſchen lief die zjneerebeminnen. 15cminick Godseere/hocmoghenmijnzinnen/ ºfthoc. Zulckzfingrootſte ſins verdzaghen ? Tºº! bres
Ä
Bei rechs Einnverlädt dat niet/entzal Godt behaghen. . . MDant die verbiedthooghijcit dees Afgodiſche ſcholen" tejck
Ariſtobolus. Holaman, heeft Godtut'beeldtſtozmenalbevolens Datdemenſch van zelf Godeniet welaan.
1:: Ich VCI: Aclºu.
-
Ä Än Lºe.
Zonder Godesbevel heeft dat Nopzes ghedaan. Ariſtobolus.
Die was Sverhepdt die niethetvolck/heeft diemacht. Ehpzjtnuzo serneerten gants touder ghebzacht/
43
DatghrgheenBoºſtmeer zit, dus radeick dat ghrt u rael.
(Wacht.
WDas Gedeoneé Poyſtºncé/nochtäs heefthptgewzacht. Ariſtobolus.
T'washem uptdzuckelyck van Godcgheheten.
Zulcrvanzclfnatedoenwaareenzondigh vermeten.
Äſta
Mietghp/maard'Overheptheeft dAfgode daarguezet. Ä WDilt ghp den Afgodenrecht untroedenna Gods WBet/ is Berntelt den Afgodenghemaacktdoo uzelfshanden/ Ä
TiejÄjer otſtanden. Ä Jſrael. 11Pat Afgodenzijndat ? . . Ariſtabolits.
Bhooghepdtcerzuchtigh?
Btrooſtoptenrijckdomen uweelde krupſvluchtigh.
Beeckteerſt dees uepghenghemaackte Afgoden/ Dieghu boven Godteerten bccroutinnoden. Dit Afgodenſtoymeniselck van Godeghcboden.
Ditmooghtghn venligh doenbupten anert van doden. Beeckt ghp dees Afgaden/Godtzald'ander Doébzeken
Boozzynenghezandtenenzelfzijnlaſter weken. (digh? Tinwédighreynighteerſtdoo waarhepts kracht behéhetin <Pldat daardoozoockrechtrepn werde het wtwendich. §ighe WDatbaat dat ghp Tempels väſchijn-Afgodébevzjotn er Als die ware Afgedeninuhert blpvenaltijdt ? gere Als dicuhertziel./moedt/luſt/wilendcghedacht
hlicht
25ovenden Heer betroutdient/eerrenvoo! heipers acht
JPYaarhoemaghudzoomédat ghn Hodsecrebemint? Shpdie Afgoden dientinuhertcverblindt Shp/die hoogheydt/welluſt/ja oock hetſnadeghe't 25oben Godtoptyooghſte Altaaruws hertenſtelt?
Ä
Iſrael.
Tisal wedertoude.ickmepnghy hebt gheſwogen „ Ariftobolus. (groot.
Altjdtafteraden/tguntickmeeſtheb verkozen.
WHadtghpmijnraadt gebolght/ghy waart noch Vºpen
Doozt volghenvanuluſt/volghtujammerennoodt. Pondp dit (goedeman) noch vanzelfs nict Verſtaan ? T'verzoeckenleeretu: wat behoevetminvermaan?
Jckzoeckmetminraadtunietmijnzelfsbaat. - TGhz weetwel wie ick benoockmedein watſtaat. Gailäamtupt Batick dit doe de Janſſen verbolghen
Zouden mpvernielenofvpandtlück vervolghen. STotmjn gevaarlickpeptenunut ſtreckt dä mynwº
-
*-
44.
Tzalu/nietmp/baten/
Ä nabolgghhoozt. T&TL.
Danugaedtjonftighepdt danckeickuhoghelijck. „„ Paar töeeldrftozmeninthert/ismp heelonmoghelijck Zoudeick de Kerckgodennoch zolanghemoetenlpden/
Zp bleven Daarweſtaanteneeuwighentyden. «Sodseerenſmenſchen hep/ghelden mphierinnemeeſt. Gods wooºdtgheltmeerdantu. zo vuyrigh puert min Daticknunietlägheru weerſpzckémagh hozen. (geef. Godt bewaaru/ickhaaſt/om den beelden teſtozen. Ariſtobulus. -
CD Iſraelhoehaaft ghpÄ
ºrien grandiggº
. LHL
-
Maeeuwighebºphepdt.t'ſekreetisuonkondigl. Dit vootſtelismetheeluptmyalleengheſpxoten, Deen.tkomtbedecktelyckupteenighegroten. Dietliftighinblazen wackere URoerbincken
-
25elovendebpftandt/meer danghy kondt dineken. Baarop verlaatick mp, ick bentalleenniet dietbzottt. Ariftobolus. Verbloecktis demenſche dieoptenmenſchebetrout.
Derde handeling. iij. uptkomen. Volcken Pdzins werdtgheplaaghtdoozopzoerigehande Als tweedzachtpartpdigh bederftlupdenen landen. Ariſtobolus.
PDÄ t'arme Jootſche lädt/dooz Gods Hzoeckinghe
-
-^ T'wast'landt ban beloften / t'werdt nut'lands Van bloeckinghe.
ſtaat WPanttot ſtrafbandesvoler Äſgodiſche godlooſheydt Ä Maackt Godegrüskintheereébipocrit belbooſheng Eëweedigh verwiftmëſchwiés Pincévzoeghontbpté
czon-
T'Volckten beentoe knaghen/entreden tothetſplpten.
Die belaghcndet volck (doozt Goddelückſchicken) Zelvezullenballeninhner epghenſtricken. Zo wonderlijckheeft Godtaldezakenberwert.
T'yoofthaatopentlºckt'lüf:
-
j haat zün hooft bis
URL! TILTT/
Afgheſlooftdöoz verdziet/nugo lag lädtzaam ghedooght“
- F
SDathetnieughierighljcknaveranderinghepooght. Begrote Cadettenzjnoock npdelijck twiſtigh.
"Deeck totzhnzpdet'blindevoicktreckenliſtigh. . . JPMaackt die liebeeendzacht den landtſchappé machtigh: T ooztleynen IDemachtmoet hier bgaand chtigh/dza geſchil tweeda ft/jf/k WPatteristuſſchenthoo groteleden. ver Oberderfvan menſchen/Landenende Steden.
Derde handeling, iii uptkomen. Baarmen tſchin-quaädtverjaaght/ent'quaadthoude in der herten/
Paarteenbluchtigheluſtveellangdupzigheſmerten. olus. 15ode. . om Bode: vÄr zogheringhen? Z»t willekAriſtob -
OIDL.
Zoud'icknietſpoedéheer?noptwöderlijckerdinghé
Dao bodegheboodtſchapt/danicknuboodtfchappe.. Ariſtobolus.
-
-
Bertelletmy. Bode.
clappe. Deenheerhoudt mpniermetten ndeling
Jekmoets den koningzelfmo -
.. .
.
verkondighert.
Ariftobolus. Berhalet mp intkot/ghy enzult nietzondighen. -
WBantalgadpopthofghnblhftbuptendemitren Danſ Conincxkamerdiekomtnietuptvoo: elf uren/ Entzündaareerſt ----
- -- - -
-
ºrtag neghenuren ghellaghen. d ODL.
-
Iſt noch zo bzoeghheer/zo wilicrughewaghen.
-
„,
Dochzoickkoutſtmagh.want ſpoedt betaamt débodent. Hoedat veelvermaardeenmoghende Jaden Aanhunlupder Landtvooghteendzachtelück haddéghe Datmé d'armejodéveelteffréghclickplaaght (klaaght MTNettenghedwongheneer/endienſt vanonze gaden/ Webdp.zelfwelghehoozt.nugaanzpt noch verſnoden/ Bt
Dooeenmupterſchrumoerondertkaf vanden volckeſto Schitterende zoſnel/als blireminden wolcke Band'eenplaats in d'ander:zo datmeneervernam
-
Dathetalgheſchiedt was/dan van waar Dathet Ä
zu-
-
IDemnighongheachtbolcr (noptarghererempele)
WPierpenalons Goden uythenlundertempele. Daarzp vooyts by hoopenftoutelick in vergaarden/
Der ver-repekent gheweerenmetſcherpe zwaarden: GBm reghen ſ'lionincr wethaar wetdaarte hozen
Panopzoerſche ſchalcken: diet volck altevozen
--
zepmlijck haddenghelocktmet waarſchpnendcwoodä? Aan hier partndigheenweerſpannighe koo?den.
Kncrtwas by den rijcken.ſtilheydtby den vzoeden/ -
Bpd Booght bbaaſthept.diemoghditmietvoohoedé.
Zºonºerzésghingtaan/enzoſelickvoogh hervooge Daar hebdp dezakemettenkotſtengheoozt.
3P wilick gaanmijnheerenbepeelu Gode. Ariftobolus.
STzünzeltſamedinghen. gaatinvzeden Bode.
Derde handeling. v.uptkomen. Danbolght ſpadeberau üabe haafighedaadt
Daarmen den goedenſtrafniet denquadezonden haat. ſrael. Ariſtobolus. O#Jbindeickw weder hier? -
2 hrupt
-
*
*
Jekvalvantguaadtinargher uytenketelintbier.
sie “Fatmn errft gewindochtvaltmn ſchadeint bzoeck. T.
Daarick ernſtljekom badr werdt mp eévpandts vloeck THaariekmeeſtop Hoopte zeesicknuboo! metbeben. Daaricknipop verlietheefrmptrouioos begheven.
Ihclas op een bzooſch riet ſtoendemijn handt verdoot/ Jetriert:zek aanſtickeitenheeft mijnhandt doozboozk. Zchick ben bedzoghendes: min blindewenſchen/
Berboecktis demenſch die betroutop meiſten
..
TDit was (zompghedeneſtt) totmnuiaatſtereen/ D hadierrecht verſtaaniek waarniet in dit gheween. ZLch thadde behoudenzo nettighgoedtmanshooft."
35sten uraadtghetron hebiek anderen ghelooft. . . Die beloafsenwanderen maaektenmnveel
Ä
pºijs
naarbovéhaarklorckhenrheeft des lädtvcochtsliſt.de Die drn hocfdenvan een et rºlol tvandéhoofdédeelde. Jahoofsenvanipven enfelijk daärmet ſpeelde/
Lork met een gröotdeelbsler d'ander ghinghend!nben/ ZcNDEr laghzonderſtoot, als vertzaaghde Wpbett.
“
MZo blickt detrouzeltzaam bp beelgroote Hanſſen. Ent'volck is onzeker als demommeſchanſſen.
- -
WBeemijns/watrijckerroof/wat moozden grouwelick/ SEn wat anertighvluchtenzien mijnooghenrouwelijck Aantarme Hoodtſchevolck. G waartnopt begonnen. 3Duzieick gheéraadtmeer noch trooſt onder der zammen. "
Ariftabolus.
- - - -
Als menſchétrooſt Hdwijntplacht Godmeeſttetrogſté/ Diethem maartoebetrout/alwaar hp banden booſken/
Bandenbooſtenzondaars/dke optleefaenop Aarden. IDät God helptdémenſchnietna méſcheljckerwaardé.
WAaar hp ziet op haarnoodt/boetvaardigh berouwen/ 1 Kechtootmoedigh biddenenverkrnghens betrouwen. TBaarom DJſrael/zoghputzelfrecht miſtrout/
Enghpuootmoedighaan Gods beloften houdt/ Dathpzijnvolekternoodt nemmermeerzalverlaten: # ghewiszai baten. Zoweetick noch een
Ä
"
"
T&e.
-
-
-
- G Jadats alimmy:zegt hoch wat weetghp voozraadt? -
---Ariſtobolus. IWKenzalt Ghebedtzendé aan Gad voo! eé Ambaſſaat. -
-
- -
*
DRuſtghphaarterecht upt/ghn zultnawenſch bkrpghen IWeetghn hier oockraadttoe.ickmierckncéaanuzwpgé: Zegt wat doet ubidden?
--
-
-
-
-
-
-
Iſrael. MWNijn recht bekendenoodt.
.-
Ariſtobolus.“ Weekisdienaadt-
-“
Jſrael.
-
ST'ghequelbanmijnbmanden groot. Ariſtobolus.
-
l.
Haat ghpubpanden?
-
Iſrael. - -
25itter der dan die doodt'
Ariſtobolus. WDatvpanden: dietlifof die deziele wondent. Zijnt de Philiſtpnen? ofzijnt Uwe;onden.
-
Iſrael.
Jckhaat den Philiſtpis/diegº:ellenmijnlijfengdet. -
Ariftobaus.
-
metughemoedt. Ä. nunochvundt De;ondeis vpanden? K biº Sc: vzundtſchap(hoo!ick) met Godes dannoch Poudp -
-
-
Q
-
-
-
- -
Zozeydt daartºghebedtniet wanthet werdttotſchande „Maarzegt. is Gods ſtrafmietgoeten rechtvaardigy Jſrael.
Ja. Ariſtobolus. Zijnuzondenquaadtenrecht ſtraffenswaardigh. Iſrael. Zyzijn.
-
--
n
Ariſtobolus.
M»
T'ghebedtis danaberechtsenverkeert/ s Ä quaadt waar vant goedt verlofſin.
-
IWPant
egheert.
-
Shn begheertverloſſing van Godes goedeſtraf/ Piethanuzondequaadt/dieen biddetghynietaf. n Dat Godtnvpandenupt den Landezouaghe Bidtghp/maar 5ods bpandtwildpinthertedzaghen. zoudy dannoch vºundtſchapmet 5odes vpanden Zotzendt daart'ghebedt niet wanthet Zegt noch: weet ghy niet wel dat Gödes ſtraffinghe --(leert? --Iſrael.
Ä
-----
Ghewis.
--
--
Ariſtobolus.
Jſtnietzijnſtrafdieu Äquelljck deert. - -
-
I rael.
«TiG.
. . .
Ariſtobolus...…......
WHebdp die ſtraflief? -
-
-
-
Iſrael.
JPeen/maarleedt bobenal.
-
-
JNijnzondenzijnhonich by ſtraffensbitteregal. s.
Ariſtobolu @ menſch/uzonden quaadt/zynueenberblpdinghe, Et: ghp haat truerighijck Gods goedekaſtpdinghe. Zitaitighe bidders werden van Godt nietverhoozt. -
Gt beinintu quaathepdenhaat Sods heplzaä woogdt,
Izoudy dannoch bºundtſchap met Godes bpanden/ ZLozende daart'ghebeDtniet wanther werdttorſchandé. Antwoodt noch. Veeſt ghp niet ſchade in rjckdoms d00 MCU ?
Iſrael, Jä .
Ariſto
-
- --
Ariſtobolus. Orelmeer bangbpvgeeſt des lieben Godsvertooznent -
-
Ko iſt.
-
-
-
-
ſrael.
---
-
Ariſtobolus. JURo
tghy aan den Philifthnsuleedtſmertigh
* Paluſt wzeké:zoudtgyp hunlüpoockzünbarmhertighA Iſrael. FPeen.
Ariſtobolus. na Wenſchlägghebzupcken SWRoghtghy ogzei acht/veleghelts/metwelluſt der bupcken: -
Ä
udtghpu doozalzulcrnietzaligher vermoeden/ deughdégoeden?
SDandooztverkrughé GodsÄ
º
L&Ig
Bat wildp datickzegghe? - -
-
Ariſtobolus-
-
Sheenloghen/maarwaarheydt. Bereniet/is dat een klepne zwaarhepdts Ehpvzeeſtöen DatÄ van Godebidtinfherten onruftighepdt/ ÄHtrecktomt'verkreghenteberdoeninwelluſtighepdt. <Dock zijtghpwzaackghierighende betroutinnode/ SPp Godesbpandenu Afgodenſnode.
dan noch vzundtſchap met Godes vpanden/ Ä zendtdaartghebedtniet7wäthet werdttotſchandé, Iſrael. -
-"
-
WBatſchaadthetghebedt doch totcenigherſtonde? ſt Ariſtobolus. h *
-
Eenherteloosghebedtſpotmet Godtents zonde. Petbidten begheertnietzijnbeed teverwerven.
-
-
ST.middeldaar Goddoo geeft/wildyniet/datis ſtervé: Sterben vanepghen wilen banublindt verkiezen. loonwinnen/maart'quaadtzelf/niet <5hp wilt verliezen.
Ä
-
-
Iſrael. -
--
Js dituzegghenrechtzdemzalniemandtbeden. Ariſtobolus. WHoedat? Jſrael.
Eerwpgoedtzünzin wpalvolquaadtheden.
- -
Dievolquaadthedenis/smet sºrganen Ä.
FG SPiemädt wiltberderben
des gheens den hygoedt gunt TDevzundt derzonbé dä/zendtaan Godt geebtödés pof. -
Gmbanzpnen bzundentemoghenzijn verloſt. Js dit waar: zomoetghphet bcden oock afraben.
Enzegghendat nicmandt verloſt werdt vande quaden, Ariſtobolus.
--
uaadthcbbenen minné FWHenmaght'qadt
Menmaght'gua
Ä oock hebbé/en hatens bpandelſ
Diet'quaadt noch hebbenen dat nieten haten/
SEnkomtverloſſings beed/nieteen hapzkente baten. Haselbid- Maar die t'quäadt heeft/rechtkent/en vpädthck Haaſ den TT Rct betrouwen biddet volherdigh vzöeghenlaat/ @mverloſtte werden van Godshpandenquaadt, Bundtismetdeftraf Gods/vpädtväepghémiſdaad, Beslpdenszupvering nemmermeerenverſmaadt/ Azo bpt den middelvanzhnghenezing verſtaat/ Deze noch quaadt zijnde bidtom goedtte werden/ ht ºeghtmetvoherden/ Baataf vanzjnzonenpleeg Endeberkrightaltijdtvandemildthepdt des Heren/ Hawenſchhet begheerde ja meer danzinbegberen.
shpvnandeyck verſtoozt/ WBantop Godsvpandemiedt Bus werdtoockzjngheb
altijdtmeteeren verhoozk.
3Haarghy die ronde quaadt altytvänieus wedpleeght Enu lieve booſhepdt nemmermeerrechtafvceght/
Ä alſ noch vzundtſchappemetHodes vpanden/ . USzendt Vaar es ĺ hetwert totſchandf, -
TäRE
-
-
Jekmepndat dezeman mp noch eens dolzalmaken,
Why baltmyhartteghens in allempnczaken. Biddeick qualijck als ick mpnen;ondenbelpe? Draadt miſhaaghtmp noch die ſtelick aan d'eenzpe Bant'Ghebedt naaruzin/cierlijck toeteruſten.
Äck wilherinnedoenzoot mp zelvezalluſten. ht/ Tghebedrzalickzendenonghepzoncktendeſlec JPNet kenniſſevanzonden. want dat Ghebedtisrecht. ... .
Ariſtobolus.
MBaarlijckneen JIſrael/ick wºluniet verdullen. KNaarzaaghugaarn doo welbiddémet dueght Übulli Eneens recht vºn werden vanzondemetzijn guaden/ MAaargHP Bacht Googaás myn bzüdtlijck entrourad,
Batzaºgroateltickmaarmn gheenſſins ſchaden. Baart Wel/bebencktu bet/ik wijck die mpverſmaden. TGen
JR.
-
Derde handeling. vj.uptkomen. 2l belijdtmenzijnſchuldtzonderrechtleedtwezen/
*Thelptniet/oockt ghcbedt/nuetzonder Godttebzezen.
Iſrael.
Cogftatio baga.
-
Dthct bedenghefteltzaghick U Vinzigh ghemoedt. Aitalek, Dusmaackteick t'C5ebedtree omondt'biddémette biddé. teſtngétottéHeermettwee blogelčluchtigh/ (ſpoet
Ä antwp biddenmeeſtalt'guntwy kennen noch weten. «En bp grotelheren moetmenſchaamte vergheten. 2Lls zy antwooz.de heeftzalzptkomenzegghen. Jck koom helpcnbcdcn. -
Iſrael. Gäanwyopten knien legghen. Cogitatio. Topfe Df Godtons biddenÄgº zal Verhozen?
-
Ä“
LQL.
watſchaadtdateésverzocht?tisklepnmoepte bloé.” Wheer.
Cogitatio.
UBaartghp de Heer/zo
-
Är Wheenſmeken. UCIL.
»
-
IWHoghtick mp zelfhclpen/tckliet alt'biddenſteken. „MUMaaraant beden. CD
Bez wp hcbbenghczondight. TDI
-
-
menſché TDat tdoen alle verkondight. wooºdt Gods /zoden Dunck godloos ghpopt uwel dat zoſpeel de gh Ä Als de Philiſtijnen ? die leven in weclde/
de Werelt
Ongheſtraftinvoozſpoedt/op des ghelucrbaan effen. WAoſtuonzalighe tongheluck alleen treffen? Jſrael. /
-
ſchapt»
Zoudtwelongheluckzün/enniet Godesſchickinghe Cogitatio.
Achtghp Sodtrechtvaardigh Jſrael.
Jametberſchzickunghc.
Cogtario,
WVaartGods were zoghºmepnt) hpplaagdedébozé/ h Den Heydensdenveemdendenrechten godlozen. Enzguuzijn Volcke Van bcb2pen.
Ä
TRC
T'ſchijnt daaröbzeemt. wpzien den bºoméalththpen. Daarteghen die quadenghenoeghelijck verbipen/ 8 TBicbloepen in eeren/weeldight'allentren,
Laatons beden. G Heerwp hebbenmiſdaan Usozu/
es Enteons Heerous Godt trotloos beraten: -
/
D
/
G
ºock be heer
cogtatis.
f
ya etat der Lerſtv erláte tt nsoDe Beer a me erfo Peerzebent t Otts z Ä Iſrael.
WB KÄt. Hat Godf
Beef
Ä
Meenwpverlieren Godºooondewwaartomharkº
Än "
Cogitatio. Meenzo niet. hadde Godtmet twpflijckertrouwen
Dns nieteerft berlaten/maar bp der handtghehouwen,
jet.
Memmermeer waren wp doozzonden afghevallen. Ep hoeſchendtijck verliep datſpelmetons allen.
Wazaack- Dofons detpdennoch cens den meeſterftelden.
Ä“
Hoebitterzouden wpt den
Än
verghelden ?
T&TL. -
»
Welterkuer. datis noch mjnhooghfte berlanghen. WDie weetwiens hond noch eens den Haeszal banghen? Bidt voogts. eñwp hebben ghedient 15aalafgrpzelijck. Cogitatio.
A
WHaddenwp hemghedientterecht endewpſſelijck/ MBy waren nunietarm/verdzuckten in rouwen/
-
JURaarhaddénoch rijckdom machten weelde behouwk Iſrael. MBatnu: t'verzoeckenleertdathp was onghewis. -
EnonsternoodtveräaCogitatio. Ä. des goethepdfen
Pfons Godtalzekeris?
irouwe. Die (zoghezepdtis) lietu/eerghphem berliet.
WDatgafhpuoock optdanellendigh verdziet? wen op IBaargheeft Godzulcr? diegheeft vooz goudt ſchupm/
25etrous Ghp weet dat Baalryckdom/machten weeldegaf. vooz kozenkaf.
rijckdom
ºſmaght Diegheeftpjntjckghebzeck/het vervolghendekrups/ JUNet Ozoeve benauthepdt binnen enbuptens hups. Iſrael.
T'ſchijnt warachtighalzo, maar menmoets mumier Gndert'biddéhept mp3onder dustekrencké (dencké JUNetumenighfuldighen wijtlopighzwerven.
Cdgitatio. Wäntickdoen t Ghebedtrechtgrondelijck verſtaan. Zondermin berichting waart verlozenwerck ghedaan. Puhebdp ghebedenmetvernuftigheaandacht. Kegt. mepndp dat PetSodtal verhooztofte acht ſ Jck help uvoo!deren tot des Ghebedts verwerben.
-
-
-
-
L
sie anºnenºrsºlaren Biezalons alzegghenwatzp heeft vernomen.
Derdehandeling.vi.uptkomen. WDie noch bundtſchappehoudtmet Godesvpanden . WDiensbiddéwerdteévloeckenlydtontzegmetſchandé. Pecatio.
Iſrael.
Cogitatio baga.
e
2Ses
ITjÄng jendtmenmpdantotzoeerwaardighenkoning
Ä
Fp.zoeerlozenzaackvooz die Heerickhepdt gottyck Ä" <Lebzenghenzo häaſtigh/zolichtbaardigh/jo ſpotlck: bidden. WBaft ueen luſtom mp zoleelijckte beſchämen? Gep. datickudolheydtmoſteghehoozzamen.
Hºopt was ickzo ſchaamrootnoptzolanertighverbaaſt/ Mºsicknugbeweeftben doozu onbedachten Haaſt. Kºhnledenbeven noch alleen dooytherdincken. Sº dachtick/dienumoght inden Afgrondtverzincken/
Zohaaftopmpzaghen Godsdooizichtigheoghen Daarglinſtrende blarymentooznighlijckuptbloghew, SEndietteffens merckrºn vanboven totonderen. Jadtghpzijnftem ſchicklijck kotu hozen donderen/
WNet ghe redenenenmet waarhepdtſpptigh: IZhn trou/aan ughethoont/verhalendeberwptigh/ Sockuontrougdöloosenondanckbaarhepötgroot: Ghp waart van verſchickengheftozven degaadoodt. WDieztjºghp doch Iſrael/dat ghp vermetelenſtout/ Die Godlijckeyooghepdtzo ſchandtlijck verachtézoudt?
Ä enzuldp nietmeer zomet beſchaamthepdtfchenden. ebdperweerte docn/ghp moghteenänderzenden.
Iſrael. PBatheeft C5odgheantwöozdt: dat laat mp eenshozer, -
Pecatio.
„WNetgelückmoedighepdt ſmeert (kondp)hertenoozert.
Dant ghpzultvernemendatu gants nierenluſt: Maarweldatuontruſt/udtevantquaadt doénietruſt. Eerft als ick had verthoontubelpding vanzonden/
Was die ſtratrin Godes alziendeoghenbevoñden/ Weg woeſtzomiſtrouwigp/za anern,
Haw Z
-
H
-
zo vermetclzobkindt zo;otzowaackghierigM 5.ogodtlsoszo vervloecktende zohovaardigh. Dafzy afgrpſljewas vooz Gods aanzichteerwaardigt. TDitbewees niet alleenzynghelateverthooznt/ maaroork zynätwoodſtrengnet bwpting doozdooznt. Doch ſcheentcerft dat Godtnietenzoudeantwoozden. WBantmermaar belpdinggheen biddinginhoozden. Metaldat wild ghcklap (fpack God) is niet ggebed wheeft maar hertelooszymmiſdaadt beleden. oc welmp zijnmeeningnaacktelijckſtaatopen. TBieſtreckt omderocdenfetzinzondenteontlopen. -
/
- -
----º
- Zabist hp dwaaſlijckom zijneeuwigh bederven/
andden. Dat isomongheſträftin weelden wiltte;werven. Ihm bidtomveranding vanmingoedenature/ 6
- -
Tatickniet lievenzoumijneyghenſchepſedure. Hp bidtalsofeenzoon diendevaderrecht ſtraft/
Gmdathylaſtering vanzijnvaderhadtghebaft/ Tot;pnenvaderriep/meteenlaſterlijckſmeken: CDſchelm/O dief Gmoozder/vergheefrminghebzeken.
Holaſtert mn Iſraeldoozinſtraffngsſmerte JUHidtsonderzin biddentnzijn godloosherte. Daar ewpfelthp oftck.de wereltoock beſtiere:
BäÄr gloeyt waackgierighepdt alsrootſtaalindéviere WPaar äththymijn ſtraffingvooºonrechtvaardtghepdt: Endaar Hachthp zulcrinijn groote hºghwaardighept: Dathp Verde boven mp/Herſngdeghelt betrottt/
Eumenſchelticke macht grooter dandempne hondt. Alditſchiet bedecktelijck inthert van decs quadezot/
Daar/maarnietmettémödt/zerºdt hpdaaris gek Godt. Zijnmödtpºtiftmp/maarthertis zijn afgods tempele/ IDjezägh doch Van bidden optzulckenerempele.
Sºnet- ... Loick nochmaaren waarzinſchepper endevoeder/ ſchºn. Die hood' hp teeeren als zijn Beerendebehoeder. Kºaar º Addehnmijnhuipetrou noch noytterecht geſmaackt ** - Älepnderwaardemiſdaadtdaar innehn mugheraackt.
sºu hebbend Ägypters dAmozrheen Ämonskindzen „Bock de Philiftpnen hcm dickmaal willen hindzen. Ja dees met andere hebben hem voozmaals verdzuckt:
- Än riep tot mw/tck hebhem upthaar handtgheritekt/
Aditvergasthn fuer mijnweldaadtmoght niet baten/ JERP/zijn trouwe hulper/hceft hp trotloos verlaten: **
Envzeende Afgodeutotmijnverachtingghedient: .
Baaſº -
_
Saaront oock erbetfck niermeer dienſpotterbziendt. ckt woil gHeen nieuwe Hulp meer tot d'oude Boeghen/ Lo typ zonV Totzond Voeght/tot mijn onghenoeghen.
Goedicknaaalheb ick hemter nöodtheerlijck verloſt? Äck Holp tyenn als d’Afgodthemnicthelpenenkoſt. STAoggt mijn bevondentrauu oock nietghetroumaken? *
SVAogtgt D' Afgods ontrouhepdt/uniethem doen bzaken? H'nte B TDue Helpen kan/helpenwil/en helptaldcn dagh/ STMiſtrout hp/en betrout die niemandt helpcnmagh.
Äg“
a die hemontthelpet/vermieltende verderft.
Äwerft
sdatmnct dollhrten verkeerdclijck ! KWKetzulcke berkeerden benick oock rechts verkeert/
Syeefantwooztverkeerdlijckop huerberkeerdebegeert Snzeg Dat HP ternoodtnumagh gaanaanropen
2Zijnepghen Afgodendaarophp plaghte hopen: MLaat dezehem helpen upt Ä dzuckigh gheſchille? 2Zozy mogben/ck hebswelmaght/maarghecnwille. TBitſpzack Godtzo ſtraflijck daticker noch afgrille/
Äckſtädeerloos beſchaamt/Godſwecgh.doc vootſtille
Enickmaghoockzwpgben. wantnuhebickvolzeydt. Iſrael. Oſtrenghe antwooz.de/ D wanhopigh beſchepdt. Gheenſchepſelen heeft macht am mijn kommer teſtelpé.
Ä Ähy wilmp nict # <Tºpdenwaſtick heb machtende verſtandt verlogen. MBeemjns ellendighe/wat deedickpeghebozen.
-
. ... -
Wp züghtinomunaghtteraardentwarf vÄ
* * [.
Chorus ij. Stem: Pſalm.xii. <aaseher derwpenraadtverſmaabt. PID 5etroozttelaatzijnzothepdtquaadt?
wº
Als vaiſche luſt werdtware routwe. „Mºhaar die zijnzintcluptengaat/ Sheniet des wijſheydts trouwe. Dezorwardtop d'Overheydt gran/
e k M.
-
ſº
Ennercktniethoe tonnozel Lam
ſº bº
Zinbooſheydtstyzaupmoetipden... Dathyalsten verwoede Kam
*sº
- nzchfelgaabeſtrpom.
D ü
sº
Die t'hertnoch volAfgodendaagh 3'verighd'Afgodenſchhnbelaaght/
EndÄſgods beeldt raſch gaat vernielenz
Ä# Änººoo t Altaarzynderzielen. Ä aams dienſtbaarhepd -
Diensziel noch vaſtghebonden lepdt/
--
»
º
•
-
Inſlavernponder diezonde. Terzonden dienſtifthert berepdt/ EndientGodtmettenmonde. „ „ W5zupckt Godt uptliefdendanzjn Roe -
*
-
Ä eerdan booſhepdt moe/
-
-
iddenafdesſtrafsghenezen. T'quaadtminnenzp/datneemtvaſt tot Enhatentgoedt metvzezen.
---
-
Jſt wonderdat delieve Godt
/
<TYverkcert bidden vanzulckenzot/ Cotzijn verderfniet wilverhozen.
Lo werdtmeefteler Ghebedteenſpot Die t'quaadt noch heeftverközen,
*
*
-
Devierde handeling. j.uptkomen Moodtzoeckt boodt die zichfoot / opent zin duyffer -
ghezicht/
(licht. -
-
Miſtroutdenloghevalſh/enmercktoptwegh-wpziº 3ſrael. -
Ariſtobolus.
Entſchentrooftte derben in verdzieteljck pdºrn Daltzwaaralwaardhoop/vánamaalsteLºbhydé.
ºrºroIBatzwaarverdziet iſt danGodes trboſtte derben. fighP Zonder alle hspevantrooft teverwerben? Ick ontbeerhºpeloostrooſt van Godtendemenſchen/ Daardosº dedoodtvzeeſlijck mijnhoop is en wenſchen @mdoo: eenkoztepündelanghe afteweren/ UBerdt hetomzighlirrſtemijnwenſchelück Ä -
Jek had pdenstcbeelinmijngaedtende bloedt/
Tsſ dees vertwyfeltheydt nochquelléminghemoedts Wof Gadt noch wengberenzoſpptighende ſtraf?
schwaarmänmoedersfmpgbewozdeneen 's
Wriſtdbolus. *ºrarrºa F. ghpbadet qualijck. -
LSTLl.
-
O Ariſtobole/t'qualijck biddenbetaalick/ IWNetſchaamtenen dzoefhepdt zogyymp pzopheteerde. adickt uraadt Ä nu altbegheerde.
sº
O9
Bolght noch raadt. Iſrael.
-
-
SPeenlepder/datsnualveeltelaat. Ariſtobolus. Ofick u neenbewees?
-
-
-
Iſraelck bolghdeuwenraadt. -
-
-
Jºaardatsnietveeltegrootzijnminzsndéöwaardigh.
-
SEndeſtrenghe Where is my veelterechtvaardigh. Ä Wien,
Ariſtobolus.
Bobenallebepdeſtrecktzinbarmhertighepdt, Iſrael. Dengoeden. Ariſtobolus. Gockquaden/diet'quaadtmetſmertighleydt/ ſ’herten grondt, Bekennen/betrueren/en
Godt
Ä“
-
Ä#
--
LTL.
Azulcris in mp niet. „T Ariſtobolus.
-
.
.. Ghp verkrpghetterſtonöt WBildpmaariberlaten
"Ä Än balſcheoozdeel. LA2,
Biebzilendoetsmyniet/dus waardatgheévoozdeel. Lºkomtaan deftréghept 5ods/alquht die elexmiſdadé WBathelpetmp/alstckſtainonghenaden? . . Der thpbarmhertighalder werlt miſdadigh/ IBatbaats mp/blyfthpmpftrengen onghenadigh ? Ariſtobolus.
"
T'zpnuzoghenomen.zegt/gheſchiedtuonrecht? Iſrael. -
ZPeen.
-
-
- -
Ariſtobolus. /
*- -
ſtnualrechtdatulampteghendenzonbecht? geſchiedturecht: waaröbcklaaghtghytudus ſchädigh -
TD
z.
3ſrael
„“
Jſraef.
--
-
Alis die ſtrafſchošrechtzpmaackt nochtásellédig.
Zitters psaf
Ariſtobolttg.
-
Jaboo rentijdt/recht als hetſmertighekozozjf/
ſtrect,
Ä Äu vervupldezeerentotghenezingbevant lijf. ÄZovaltdieſcherpeſtraföerzielen vunle wonden/ . «Dock zupvering bitter vandeveroudezonden
Dit lijdtmenſchtrooſtelijekzonderdoodttevzezen. Godtſtraftnietomdoden/maaromteghenezen. rael.
-
-- --
Datis ugheboelen/maarickhoudts anders tezijrt. Ariſtobolus. . . . . . . TDats om datuoozdeelrecht anders is dantmijn.
Perloſfit ghe Vant
Eaſche
Iſrael.
Ko iſt.
--
Ariſtobolus. WBiſtghn ghewis/dooz die zekere waarhepdt/ -
ºdee. datuoodeeivalſchwaar/enhetmijnrecht bolklaarhept Koudtgbpnietwillighlijckmetmphieringheboelen? Iſrael. Ja.
---
. ..
Ariſtobolus.
Ghn hebtint dienenvanu Afgodſcheboelen Poozdcelnaghevolght in allentällen ſtonden. Zegthebdpt warachtighoftevalſch bebonden? Iſrael Valſch in alléſtucké/ditaueitenbeſchaamt mp meeft. -
Ariftobolus.
--
Js mijnoozdeelaltijstteghenuoozdeclgbeweeft ? Iſrael.
-
Tis.hadick datgevolght/ick laaghdus niet Bſchobé. Ariſtobolus.
WBatlet unudan mijnrechtoozdeeltegheloven. TUBerpt wech het balſchoozdceldat Godt u Wil vernielen.
Ghclooft dathrzupverthetonrepnuwerzielen.
.
«Endathy doodtdezondeinuhert noch verhevcn/ CDIN
Ä heylighedueght daarinnete doenleven. Zou dat welmoghenzijn ?
Iſrael. -
Ariſtobolus.
STiszaiek n vermaan.
-
-
WBildptzefzekerzijn zelfwetenenzelfberſtaan?
Werlaatuvatſchoozdecdatuftadelijckbedzieght:
.
35
sErkrightcenrecht ootdeeldat nemmermeerenlieght. Joe 3al Datte werck gaan: wiezalt mp indzucken ? Ariſtobolus. . . Treckt den bzilvanunues/treedtſein dupzent ſtucké. «Er zet dees wederop. -
-
Jſrael. IFMeen. tis altefpnen bzil/
-
1
-
WBandat ick Diezo haaſtaan ſtuckenbzeken wil. Ariſtobolus.
-
Defijnheydt van die bulzuldy haaſtmiſpanzen/ Als deklaarhepdtvädees dicnsvalſchepdtzalbewpzen SOtelt Dees eens opten
"
LAL.
Dees doet my wonderſpozen.
-
*Tſchijntnuaweeranders dantmpſcheentebozen.
Ä
Äunckedeesbiºgbeichtgröötejckjalſtercken/Ä. Beeftzpeenighname. -
-
-
Ariſtobolus. Ja / UBackerop mercken -
- Dpalughedachten woozdenende wercken/ SEnop Gods doenmetu. ditmaacktwyzeklercken. . . Doch
opmerckennochſmenſchen klare Äs Ä" gHe; -
-
Santsghewaarhepdtkennézonderhethemelſcheicht.Ä. Dederomzal niemandt.de waarhepdt kennenmoghen/ j Alftödthymidtsintlicht./ſlupthnmoetwilligh d'oghé. jſj OptnerCs Atzaaghoock een Docto! ernſtlijck in een openboe pleeft nochen verſtaat iſt in een doncker hoeck. okomt dandekennis doo: Godt enmenſch tegaar/..
ken.
Demenſchaanmercktvlptigh/Godt ſchenckt Hem zün ſº
lichtcklaar. „Datzal Gods ghenade boozuooghendoenblincken/ -
Enuallenoodtdurftovervloedelijckſchincken. Ä endekrachtigh/ Danvootskenniſeghewnsenwarachtigh/ Dan Godt/vanuzelvevanaldat ghy behoeft/ Pätgoedtdat ghpontbeertenvät'quaatdatubedzoeft.
Klseerſthet h
Oockmedecenmieuhert/nieuwil/ennteuweghceſt/
(
Daardoo Godtdenmenſche volkomentjckgheneeſt. Landerweckedinghennieten werdtrechtghebeden. Danzuldprecht biddeningheeſten in wäärheden/ BanzalGodtmildtgyevenaldatgyp kondtwenſchen/ Bang
Danzuldp;aligh;nbobendenghemeen menſchen Ändanzuldymynsraadtswelmoghenontberen.
UVant dan3älbraden.de wwzegheeſt des Heren.
-
Iſrael.
Äské- Deesklarebzilthoomtinpnaacktelijckvoooghen Dijnicht ghelovighepdtent bedzogh vandeloghen.
u.“
Fp unins.hoeblinbeijckheeftmydiebedzoghen. göe hebtckzinbalſchepdtzolanggheloven moghen? Bandticknietontwpflückmetſmertenralderneren/
--
datmijnzielmet waarleedt zijn valſch liefmoſtbezueens Zijnleedt blijftſtadelyck/zijn lief als eenplvervliet.
Ä
bitter verdzier. bp beloofdemp ºn beloofdemy weeldeengafjammereilendigh .
,
. .
"Ähe Ditbevandtickdaaghijcx noch behielt mpbehädigt Ä Änzinſtrick bedzieghljckdoozhnargheliftighepdt. 9* Banditvalſche oodeeloozzaack van mijntwiftighepdt. ZalÄ danditbedzogh noch langher verklicken? ! daarlepdtdebzilaanhondert dupzent ſtické Sheéſſins.
Epgodlaos Achazibghy bzachtmpinſchanden/
-
waardp/o ſchelm/nuhier/ickſchuerdeumetmün
-
ſchalcke verlepder/liftighebedzieghere/ Ä TDubbeldehypocrhtenzeerbalſchelieghere
-
O
Ach in wat
Ä benick doozugheraackt. . . Ariſtobolus.
Adieu Jſrael/ick ga/ziet
#ghp blptighwaackR LTE.
G Ariftobole/zoudp mp nu verlaten? –
Ariftobolus.
-
Wijnblpbenmagh letten/enugheenſſinsbatent
-
Jºckhebzulcketekensinualbernomen/
Datwyzerraadt danick/uhaaſtbpzalkomen. Sodstrooftbijftbupté zolägméſchop menſch betrotte, vaart welmä.blüftwacker/zietdat gbp goep wakehout.
Devierde handeling iſ uptkomen. Diezhnquaathepdtrechtweetenghelobigbverſtaat Sodsgoedthepdterrtbiddenom verloſung vätguaadt/
Iſrae. Pandt. - - -
Johanna.mettenguldenzonne in den Cognitio bera.-
ses S
_
6
Sft die trouweraadtſmanmydanoock befwjcken In dezehooghftenocot/nuckellendejcken Dan Godtben verlatéondermjns vpandts hädt/ ZO gzeyeel machtelooszonder alle verftandt? -
Zeker3o ick als voo!/zhnraadt niet wildebolghen/ “Tºmogbt ſchpnédathpghing/terecht op mp bbolghen. IWHaar nu benick zijnsräadtszo herteljckenbegherigg. WDitweetyp/enis noch van mp zoheelafkerigh. Godtwepghert mybpftantit/demenſchwil niethelpé/ -
Enick magh zelfgants nietom mijnkommerte ſtelpen. „
WSaaralicim wenden wien jeeminghellaoh Ä SWAaar wat iſt Godt doetrechtickºſchuſdehäröſägh. Ä * ck heb Godt verlaten endenmenſchgheaankleeft: .
Ä
ſdan onbehoozlückdatmp Godtenmenſch begheeft?
-
WBeemijns/väachtrendzingt/d'on bmpdelijckenoodt kenliſt
Booz wacht mpt'lepdekrupsalmjnderluſten doodt. Ä
SWRijns hertenönghenoeghenzdtnetdat ick hier rufte. ” <Entvoortgaaniszwanghermetdoodtlijcker onluſte. «Dfick noch almeternft beftondt boowaartstegaan. Ickyeb daÄ gheen krachttoe/kanmijn wegh oock niet # mniſſe vä enghè erſtaan. ONULTUCI
25lijfickſtaan/ mphonghertop dees verdoz.de wenden: «Gaickvoort/ick doolmeer/ick kanmyzelfnietlepden. Bljfickdefelle wolfzal mphiereenzaam verſlinden/ «D5äick dauvooztick valindengrachte der blinden. WRondtſomme verſchzickt mphetancrtigh beduchten/ TBaartoeicknietkandoen dannnetherten verzuchten.
Johanna. Evenzowepnighals die al-vervullende lucht -
Ä ledighlaatmaar vervultdatmettervlucht: wepnich alſtwatereenigh onbedijcktdal Indoredooghepdtlaatmaar bevochtighetal: TEndezowepnich als die ſtralen derzonnen Eenopendonckerhupsdoncker latenkonnen/ -
-
- -
=----
«Äº DÜ9.
ghenade U ULTIT
heſchöts }
paarmoetémethuerglantsdathuys blicheé ghereedt # Als daaropeningis/al waartmaar doo: eenſpieet: Sowennighvermaghick datick van trooftledighlaat Denmiſtröoſtighenmenſch leegh van quade ToeVerläat. Howepnigh vermaghick niettebedouwen ſpoedigh/ Mettenhemelſchendouw een do herteootmoeöigh/ Enzowepnighmaghi klaren Bods lucht te toghen
Denrechtarmeuvangpeeſt blindtinyuerzelfs "sº
/
2.
Iſraelisleegh vanwaan die heefthyzo verſchoben/ Dat hp den loghen valſch nietmcer enmagh gheloben.
Why is recht ootmordighen bphemzelfs zozot/ TNathyzichkanbupghenonder den hoogh wpzen Godt, JNuick hemzo bequaam heb konnen beſpicden/
-
JÜNoetick hemmildelijck Gods gavenaanbieden/ UDatgheldcthpzal die begheerlijck ontfanghen.
Godtgroetu Iſrael/Godt boetuverlanghen 3Metzijn trooft/mct zynhulp/metzjnryckcgoedthepdt/ Jſrael.
--
Jºoptmijn daghenvoeldeick unmijnziel zulckezoethepdt Als die minlückegroct/daarnuin heeftghebaart. WDiezpdp ?waankomdp zegtedel Pzinceſſewaart. Jek kenuniet altoos: wat doetump verzoecken/ JUNetu jemclſchlicht in dees dupſterehoecken? Johanna.
-
Ghpzijteen Hebzeeuſchmanmjnnaamis Johanna/
Ä
wie ick ben/desick oock daarban//ga Omute verklaren van waarick benghekomen.
JPu weet
Jck koom ftracr van Godemetgaven uptghenomen/ Dmu hier ligghende intwanhopigh verdomen Lieflickte vertrooſten vanuancrtighſchºomen/
Enmetdueghr verbullen/nau quaadthepdts Vernielen/ Iſrael.
Ozoete Medecinderellendigher zielen. Jump is doch niet
sº
-
naamdp hier uganghen? O) d!!!! @.
-
Jck koom om teghebennietomteontfanghen. Jnt zaghiekmaarzonde/enrecht bekendenoodt/ Ein haaftempt'uwaarts doeghp banuzelven bloodt. CDmt: toevlucht tezijn/doeghp nietwiſt waarvlieden. Legt. wat bzachtuin J TAL.
“Äl
-
Per-T. Bedzieghlijckelieden/
Ät- MYaarmeeſtmijnverwaanthept/die deloghégheloofde. Ä„T velckmins hertenoozenter waarheydtzoºdoofde Ä " Tatickmw vannemanhoewis Oock/enlietraden. Johanna. Zoudtghp nu
"sººº
willen verſmaden.
LTL,
jºcctt.
zsan
ºht.
"
.
.
JoHauna
.
Ä
Godtisdewaarbepdt.
t
TBath
ypſe
a resbº“
Rºte
Johanna.
ºhm
#
Säntkons
S>
- -
Gheloofdpt-
ſte des
frael. Ja. ohanna. UBaar bp ?
n
ghelaoſs.
Iſrael.
-“
Lolang ick my had ghebupght Voo! Godtenhem diendeals mijn Heerenmijnhaoft/ Gafhpmp beelmeer goedts danhymy hadde belooft.
4
Sockhebick hemterecht natpleghen van mijn;onden/
or,
n
Jnzinghedzepghde ſtrafwarachtigh bebonden. Johanna.
Wildp Godtwel weder ghcloovenmet betrouwens
Zhnzoetebeloften zowelwarachtighhouwen/ Ilszhn ſtraffedzepghing ? enalleen op hembouwen?
=
Iſrael.
Sodtzotebetrouwenis mn gants onmoghelijck.
.
*
-
-
Johanna.
Oft Godt wildegheben? Jſrael.
Jck danckehem hogheljck. O Woodt Godt mp dataan/ick ontfingt begheerlijck.
>
ohanna.
-
Paar iſt. daaris zijntrou/desgheloofsgaveheerlück.
Blift Gödtujeerghetronendedienthemeerjck BP zalubcb2pen vanujammerendeerlyck. Iſrael.
A
-
Lofgaafrijckemilthepdtoiempzödaarquaat-aardigh
Begaäft meteenklepnöodtzodierbaaren waardigh. WDits eenkoſtelijckering/zupverenvanloutergoudt. Johanna.
ST'gelooflijdtpzoefint vun/maart'Bbädt niet als hout Beſchw Daarinne iſt banaardt alſtonverbzandeljck goudt. ving der SDnevndtlijcketrouhepdt bedupdt des rincrrondigheydtgheloofs. Whaar klare karbonckel dient tot wpzckondighepdt/ des nachts aanvechtingdupſteren vervaarlijck/ Dant zu lichtint doncker als een ſterreklaarljck. teeck themaanuvingheren wilthem vlntighwachté. p is;o wonderijckbanwerckingen krachten/ K .
Ä
W
G4
-
. Zowelindueghttedoen als inberfkandts betsghet) Datghpaltberftaangoedtna wilwerckenzuſtmoghe SDadat ghpdenquadenzulthebben verwonnen. Dochbehoeft daarmeer toedat Godtualzaljonner; Koghphierin trouzhten blüft in Godes UBet, Iſrael. Hoezalicratkrpghen? -
Johanna, TDooytghelovigh Ghebedt.
TDaarepſchtoockmeertoe. Iſrael. IBät ?
Johanna,
Itemiº vam ghe-
Atennis in waarhepdtbepzoeft. Iſrael. WPaarafdoch Johanna.
Ä
Vanghebervanbidderen Änchef
behoeft
. .. Iſrael. WHoezalicktſpoedelzertdaaraanmoghenraken
-
Ä
s -
Johanna.
Oln Wel
Hier ſtaat Cognitio/oe.attukondighmaken.
te bidde.
TAL.
Dat doet CD bzundinnetotmpnenbooz.deele. Cognitio.
-
Gaarne.neemt die ſchalen van warachtighoodeele. „In deen legtuzondenzwaarenmenighfuldigh/
eine Ändanderlegt de Wetenzietwatghnblüftſchuldigh, Wä21
Ä* UBant daarzyhet quaadtzo ſtrenghelhckverbiedt/
Ä-
Epſchtzy wareonſchuldtdiehebdygamtſeljckniet.
Äh
Endaarzit goettbeveeltepſcht;p die cdeledueght. j Daar afghppdelzijt/maar volquaadtalvander jueght/
MOedt.
Ditdoet dandiepzinckenmetnedzeſpoedighepdt/
Akemiſſe Jn warehepligheenvepligheootmoedighepdt.
Äghe- Dankomtoock dooytweten van alle dueghts ontberen/ Onghenoeghten onruſtdiebarent goedts begheren/
bzecr/
ÄÄÄnheit weeghtvootsuchatejceothent/ dt, Ä“ Detdew ſhepºthepzaamvädawerde Sodhen Jenniſſe D auaadt Ä geothepot ukranckhepdt/zijnmo Bj
gheimthepºt.
Ä San zuldz klaar mercken/alſtuzo boo?oghenlepdt/ Fººt »
Seheerlijcke glamtſeban Ä
65 Leert/
Doet
Dieuwepghertt'ghunt ghytotu bederven begheert.
Sºs. -
Ä
SZijnminlicke goedthepdt/dieuzelfkomtaanbreden
Einhendietizothepötalst verderf/plaghtevlieden. " <Bock zijnmachtoneyndtlijckvolbzenghendekrachtigh Änzjnvolck/tgunt daartoczy zich kennen onmachtgy 3Dumerckt ghy wat daaris unoodtlick behoeben/ Ä
SDamétlückgöedt wozdé/dat niemädtmagh bedzoeven. Ä DitmooghdpöbeſchzoomtváGodtbiddémet wemſché. Ä <T verkrnghenſchaadt niemädt/enbetert allen menſeyé.oeven. ABanthetiseen verlies vanquaadthepdtſchadeljck/ Eneenzaligh krpghen bangoethepdtgoedtdadelijck.
Den zal
Eckbidtditboo: hem zeifoockvoo zyn.bzoedere.
Ä
ABantdit verkrpghenmaacktelck verkrpghcrgoedere Ä Danhn eerſt was. ditmagh ghcenmenſch verquaden. .“ WHE.
«Dchof alle menſchenghelöbigh hier om baden/ Enwijſlick verlieten alt'ander blind verkiezen/ WDelcr verkrpghenmeeſtarghten ruſtdoct verliezen/
Zpzoudenallettdt het begheerdego.cdtverwerven/ «En Gods hepligheruſthieren hierna beerven. Ditwaarterecht voozalhet Ricke Gods ghezocht/ Enzingherechtighepdt. Diehuyſbaderwijs bedocht Zoudeuvanttoewerpſelzorjckclick bezoghen:
Poozai Hods Ä.
Datonnodighzouzhntezo?ghen boo! den mozghen.
zoeckeli
Zowerptmenoptenheer öezogh van alle;äken. Betrout zyn goethepdtwys, die zal Voo! : waken. Diezaltalwclmaken/ughenoeghlijck voeden/ Enheel zo2ghbuldelijck Voo! alle quaadt behoeden.
” -,
Ditsdezaligheles/diewpuvoogſchzpven.
Dits Gods wooºdt.neemdptaan wilöp daarinblpbés Daar nede een werden endcumaken ghewoen/ JPemmermeeru Gods wilte dorn?
"Äaltjdt TZL.
Dmoght my dat werden ickvindt boven mijn macht/ ZWAaarghpeelmaaghdekens Goddclijck banghellacht/ Whebt verſtandten macht/zo ick nukan mercken
JUp ditte doen verſtaanendadelicktewercken.
GÄrätFr.
MDeeſt ghp mijnlepdtſlupdenick volgheu ſtilie.
Ä
Jckzalledighruſten doetghpinmpu wille. Ohemligheluſte/GD goedtwerdens verlanghen/ DzIcteleringzenzaighmaliendezäng;en/ Die myi „gewondezielmernzoetjepdt mºrgen
Trooſt DCL 3i F.
-
K.
Zoliefijck bedouwer/datzpberſmelt innighlijck/ TBooz begheerten vupzigh metzohemelſchen krachte/
Datmijnzin/mijnreden mijnverftandt enghedachte Als nevelverdwpnenvoo derzonnenklaarhepdt. Jamijnledenzpghen dooz krachtelozeſwaaryepdt. Jck mott. Johanna.
-/
Hyvalt inzwijm ghcheelijck vanhem zelben. PBedergleboo2- JRit iſt tjdt inzpnbozſtgrondelijckte dclben. CE-
Gmhem teberoven van hemzclfs/tzpnder baten.
JPietzonder;pnwille. want hpſtondtons ghelaten. TBaarbeneemick hemmeteenghenczendeſmerte
Tynſteenen hert/engheefdaar booz eenvleeſchen herte. TD'eyghenwillighepdthardtis nuupthem verlogen. CFenghebooghzame wilis baar Voo! ghebozen. Ruiſtmet dezen menſchalgheheel gtzt wonnen/ Ai werdtzpnlifoockſtracrvander doodt verſonnen.
Zart der WBant Godtiszyn vader hy is nu Gods kindt.
Äeren TGienhynietanertighveeſt noch omzpnloonbemint.
*
Ärhniefton jedheydt;pngoedighejader 3Veteënatup? Godtlijckupt des heylighé Gheeſts ader. Doo! ons bepiderwercking in hemnughewozden. WHet waarnu alſchter tijdt dat wp hemaanpoden
Omden Heerte bidden/dieberepdtistegheven Derzondenware doodteneen dueghden-rijckleven. Iſrael. Barmhertighis o Godtmctmpuwanderinghe. Jck voelinmijnherte zulckenberanderinghe/ TNatu UBetdienick eerſt hate dooytontruſten/ JEpnuzowenſchelijck s: datmyns herten luften Gnophoudclijck niet anders en bejaghen/ Dandes WBets Voibzenghé: nietupranert voo! plaghen/ JUNaarom datzpzozoetis/lichten luſtighomdzaghen/ Gvermidts haar goedthepdts/en ſchoonhepdts wel behaghen. Cognitio.
Ghyziſtblyde Iſrael/zowaartghpoockvooztpden/ Mls Achazibg bedzogh uindzoom dee verblpden.
noaar- Iftnumcdeghecndzoom iſt gzeenwaans vermeten. Iſrael. heydt vcr Dat was enckelloghen/die maghmenmietweten. zekert. -
Ditsf
w- -
WOitswaarheydt diemennetmagh hebbenmettoanen. Jck waande des loghens bedzieghlück vermanen, GNaarnu Weetick ghevoel bewundelijck.
-
was Är Ognltt0.
Hebdptbanuzelbe? Iſrael.
SDneen/zo blindelijck
-
* Enmaghick mp zelbenugheenſſins meerberomen. Bämpkomt nietdanquaät tgoetmoetvä Sodekomé. Ä
Ä
Banu GP lief Bader/umoetick daaraf dancken.
Shyvertrooſtdendzoeven/ghygheneeſt den krancken/ *** «Enghphelpt denſwackentwilletevolbzinghen. Waddeickmachtnawil/ick dedet in allen dinghen SPauheplighewil.maarnuaankleeft mp t'quade. O waarick daarafvzp. Cognitio. Bolght ghp onzenrade/ Ghp krijght volkomen kracht omgrondtlückte Hniclen/ Mlt'aankleVende quaadt/enſwackhepdt uwerzielen. - -
T'quaadt hebdp van zelf/daaruzieltruerighin ſneeft. Sodisenheeftalleétgoetdat goetmaakt die hpt geeft. JPaar hp gheeft dat alleen dietrecht bidt en begeerlyck. Diebidtalleenrecht/dienazpnwoodenleerlick WDie Ingheeſten waarheydtbidtmet verkryºghés betrouvé. recht God is geeſten waarheptdit gheldt inzhn aanſcgouwé. bidt Doeghp om verloſſingbaadtvanuvleeſchs vpanden/ Badet ghpinden vlccſch/t'Ghebedt werdttorſchanden. Ende dooz balſchewaan/intoozdeelbedzoghen/ Baadtghpnietin waarheydt/maar in ontrouweloghé.
IWHaarnuzalmét'Gebedt/gheſchicktna Gods behaghé Bherteljck verzoeck voo?zpnoghen doen dzaghen/ Wo werdp nawenſch van#Ä VerhoOzt. WIL
d
WBaarvindick zulck Gycbedt? Cognitio.
Zpkomthierrechte voozt.
Serghytzelveverzintzalzpughenaken/ Zohaaſtubegheertezobupzighzalblaken Dmverloſſingbant quaadt datinuziel noch woort/ Datghpu verdoennis zogants nieten verſchoont/ Datghp/bebºpSt Vant qtaaBt/eer dé gemel;otzdtderbe/
Bandusquaadtbpbende den GemceFÄsen. T
G
-
Totdezehupzigheydtkomdneerenbequamer Loghpgaatinuzelf/datsinnſlaapkamer/ WDtſluptezdebuntenaluwerzielen krachten/
Allethtelijckeſwerbendeggeöachten/ «Dmmet dees tweeſchalen aandachtigh toberweghen Gods groteweldaden/en Uondanck daarteghen. ZLomaoghdy ſchickelijck bp gheſchzifteſtellen.
Tverzoecköm verleſſing banaldatumagh quellen, JUNijnzuſterzaltgpebedttorterzielen verquicken/ Bequamelijckruſten berepdenen ſchicken.
Dpdateerwaardelijcky Ghebedts verthoning/ „JUNet vzucht magh gheſchiedöaan die hooghwaarde Ko NlNg. (
Iſrael.
Zwis daar eens ghewseſtmaar werdtzo beſchaamt Datghpze zultvinden onwilligher danghptraamt. -
Cogitatio.
Zoº.ght niet. 3p werdtberepdt/zo eerlijck nat'betamßt Datzp dees Lcgaatſchap nieten zal ſchamen.
Ä
TGIL.
Berkoyen maaghdekés/mijn grotehartſtoozlijckleedt Belemmertmijnzinzo/datick nau;elfenweet/ Hoeendewatick beſtaan den Heerezal beden. ... Johanna. . . Miinzuſter Cognitio/zalmetn binnentreden SEnt Requeſt bewerpen/nierenkanontbluchten Haar verſtandighepen/ghenaamtfghceſts verzuchten. Beſchickt ghphaartpapier van klare aandachtigheydt/ JUAetten
Ä jnckt vander tranen klachtigheydt.
Gaatte;amenbinnen tckzalt'Ghebedt hierbepden/ Endehaar/alszp komt nat'betamen berepden.
Devierde handeling. ii. uptkomen. Baſien Kalmismet ſ’herten aandachtigheydt/ Derzelſchappent'biddeningheeſten warachtigheydt. Pecatio.
Johanna.
IÄ zijnmoodt/hp ghelooft nu Gode/ Berendtzich tot bidden enzamp weer als Bode Schickendaarickeémaalzaſchandelijcken gheweeſf. JUNaar
6s
Ä eerbaarheydtbooz nieuwe ſchaamte
KAaar wank U2ee
W
zaaghick gaarnevoonhoedt. dat alleen zou hermoghert
Godsghenade.diemaacktjanftig vos Sassogyeit. G waar die te Winden.
-
Johanna. TDen begheerlijcken voet.
-
3Loopickbcgheerlück eerſtvan zelfintghemoedt Zegtop Pzccatio watisubegheren ? Pzecatio. D WHemelſcheÄ glder erett/ 3UNinlijcketrooſterſſe der bedzuckten menſchen
Ä
Btemoghenſp?cken was mijns herten Wenſchelt, Johanna.
IBatbegheerdp? Pyecatio.
Demenſch die zich totbiddenbereydt/ EZalmp wederzenden dooz die hoghe Maieſtept. Baar heb ick noch onlamcrzulckeſchande behaalt Datick vzees vooz die reps. Johanna.
Peenbºundinneghy dwaalt/ DZulcke veranderingis nu in Iſraelszaken/
Datghygheen zwarigheydtindierepshoottemakert. «Godeshooghwaardigheydt was hem voozmaals on nUigt
-
Dock zijn onwaardigheydtbol booſhepdenzondigh: Batmaacktehem vermetelſtottende onbedacht. Twelck uonſchuldelijck in die beſchaamtheydt bzachk. TDes g
Hºukenthunawaardendiegoddeckegrooheydt
Ä
Whp kentoock ootmoedigh zijnzondelijcke ſnoothepdt, Duszitneder bp mp.ick wiluzo toeruſten/ Dat ghy daareerlijck komten verwerftmaerluſten
ruſtin:
Alle dathp verzocckt. -
Pzecatio.
Alſchicktghpmpſchoonoptbeſt/ . WDatenis nietghenoegh. wanteenbeter Requeſt KLRoſter zijn dä -
anºn Ä bzachtmp die ſchenmiſſe. QIGITTT&T.
Zoght niet.dat werdtgheſtelt bymijnzuſter zenniſſe. Dieberendt oockvoozutwee luchtighewiecken/ et Baſtenmet Aalmis vooz
abzondºenziecken. VW
-.
- - -
70
aſten, Petbaſken nietalleenop;ommighedaghen/ IWAaaroock dooztheel lebentotondueghtsvertraghen. Mietvannoodtdurftigheenghazondeſppzen/ MÜNaarbanzondé doodtlick cnvaften waartompypzent. Godwiniet datmétlfkräckt dooz nootdurfts Jerven/ 31Aaar Datmen deziel j quaep luftenteſterven. TBaaromnoemtmens baſten./dats in aanbechting baſt/ -
ſtaan/
Ditgheſchiedtinſtryders die manlijck onbelaſt/gaan/ Pfongheveltbpben vanbeghering vanhooghepdt/
Rijckdom/eerlßfswelluſt dieſmekelijckintooghlepdt. Zo datmen vzpwflighenſtandtvaſtighkan vaften/ Banoverblocdtinſpys of danck (doodtlpckelaften) Dock vanpzacht inkleeding in pupſraadtin woninghs" Dieelck dup bckoftight tot hobaarts verthoninghe.
B'ander Vlueghelaalmis Werdt bpt baften ghepaart WPantzp deplt den armen/denoberbloedt beſpaart. WDiezyn bunck.pdelvaftomtevullenzpnkiſt/ .
Halmis.
Jsghierighenbaſtniet: maar bietgheſpaardemiſt/ Endooz liefdenwtdeelt aan den rechten armen“
TDie vaſt.zulckontfarmerzal Godroock ontfarmen. Ende inzwnghebzeck beſcpenckenrückelijck. Dezetweewtecken/danzullenghelijckelijck/
Ä Heeredzaghen. Zécatto. Czyn wiecken die "Ä diecerfte/behaghert.
Btichtendeſnellyck -
OIKT!!! B.
Poo!tsmoekick dezezackt om ulichaam gCºden. ncronn-IDane hy is als eenzacknuſnodeghewozden/ yghenooghcn cn warachtighoozdcel. 02dett/ Änzpne Als een ledighezackmagh hp tzpnenvoozdeel/ Uält.
Deel gabenontfanghenbanden milden Sode/ Biemet dierbaar goeben vultzulckezackenſnode. Gott den zack dichtomtpfmet deesbandt in trouwé/ Dan verledcnzanienbetgheftadighaanſchouwen. Biezahem zynſnoothepdtzovaft doengbedincken/
Lontde
ebben.
Dat)zzicº niet Verbeft/ –
-
Dierufting behaaght
Ä ſtadigh neermoetzincké. getätG.
Ä gheefoock wieze begeckk. -
GIGIN!?A.
ſſchen ft pt 900 1 F.
Ghnzpt een vzou/die moet bedenmeteéhooft bedeckt,
KAetklºpn verwozpenſtofenannutteaſſchen.
Siim klernbeptmoet opthoofttot Bwaanthents afwaſ <CT'bung vä ºzoeckinghe/heeftznn ſtoppelé Hbzät/ . (ſché. TBus Dient d'aſch opt voozhooft / tot ontdecking van zijn LaaT Die nieuwe ſchoener U Wocten 5ckleedé. (ſchädT. Derla "WDautzpzu luften dicrlyck wilt hp ſtadtgh verrreden. tung bald Zpn guadeghewoöteen wertvoozts meer nict Öſchoont.gade TDe DooDe hupt is nut toteen niculcbens ghewoont. ghewoäs
«Een Dode honotzepdtmendat niemandtmeerenbºt. SEnde des bpandts doodt veylight Ugoznieuwcſtrijdt.
Es
De Vierde handeling. iiij. uptkomen.
Ä vanzonden/verwilliging inde ſtraf. SWAetverkrüghens gheloof/biddenwaarijckdézondéaf. Cognitio. . . Johanna. Iſrael. Pyecatio. E Requeſt is ghemaacktdewieckenzpn berepºt T'ghebedt
Ä
baardigh/nu dient ntet lägher
ghcbepdt/
Dandat wp dc Requeſt tezamen oberlezen/ Dfdaar in petghebzeckofte Veelmoghte Wezen. Believet Ute docnc:'
Johanna.
Reen. elckleeſtbeſt zpzelfs handt. •
ogtitio.
/a. *
ckbegindanlezens/letterop metalt verſtandt.
Ä Ä
Aandenalmoghenden goedighenweldadere/ Der kominghen ioning der licfhebbers Badere/
C
Derbedzocfden Trooſter derzonden verghevere. Ender vernederden beerlijckeverhevere.
-.
Gheeftklaaghlyckte kennen mctnedercootmoedt/
IWHeteenghebzokenbert/met waarberouendeboet/
Renmiſ
Iſraelumajeſtepts ellendigheonderzaat/ .
EU G1
"
Boozmaals hemlighengoedt/daarna Ä enquaadt: quaadt Quaadtdoor logbés gheloofenzin ſtoutconvoethept/hevot. Maargoedt dooz die ſcheppingváu Godlijcke goetyept/ Diehemghekroont haddemetloflijcke eerwaardighept/
- Diehndoozonwpzeenluftighchooghvaardigheydt Werſchalcktzinde verliet in ughebodts verachten/ Daardoo bpmetalztjn (hem belghende) ghellachten/ Ellendightsgheraackt inſ'doodts bederveniſſe/
Buptenughenade.cnrijcke crveniſſe: Bgtnietteghenſtaandelt milde sº sºv 11
-
72.
-
kentniſſe TPaarna aanmaerckendcziſt Gttders ootmoedigheydt
Ä Belgſtenghenadigt hem haddeghegheven/ * En hun (zolange zuonderdanghöleven) -
Boozalienjammeren trauviehhckhecftbchoedt/ ZEls Doerechtvaardigh Loox d'al-ſmozendezondtbloedt Den gyelieföen Jacob U gheyOOzzaam jongliere -
Metzinghcheele hups boo! d'Egppſchehonghere Dock den Suppliant zelfvooz des FVNepys verdzincken/ Poozhonghervoo dozſtenvoot'vpandtlºckkrincken Dienghpgaedtljck vergaaft veelgrovemiſhandelung/ Dndanckbaarlück ghepleeght in zynquadewandeling/ Jahcm beplighftelde als een bzuchtbare plant/
Ändcvette weeldevandat beloofde Landt: Eelpdin- Alwaarde Suppliantin zijnplompe weclde
ghe vºn Pheel verghetendemetten Afgodenſpeelde/ …, .
zºiden. Waardoozhy dandickmaalüheplzäamſtraflijdé moſ) Daarupthem ugocthepdt/alshymaarriep/heeft bloſt Zºo dat de Suppliant immers welhadde behost Danckbaarlijckte lebennauzalighmakend woozdt/ Engantsteberlatenzijnzondigheweghe / Ipſnode Suppliant/doendeplatdaartegten/ -
Zogants wepnighdededatugoedthemdcghenoeghde. TDathp totdeouden oock nieuwezonden voeghde/ Derlatendezijn Godt/zijntrouwe hulpiunoden/ «En Vlptigh dienende onghetrouwe Afgoden/
Zijnder Handenmaacre/rechtsofhy had gtze:woen/ Blangmoedigheydtzacht/totgrouwelyckentoczn/ ſUNet Wupzigherhittcnteghenhemteontſteken.
Geroo“ Zograatzolaſtertickenzomenighfuldigh/ Deshpaanmerckendedezczyneghcbzeken
FEÄ
Ä ”Gemzeterecht verſtand derverööemenienſchuldigt, Deneeuwighenbanne VannaanzichtrechtvaarSigh/ Enallenghenadeghehelicken onwaardigh/ Ja oockgants onwaardigh omimmermeer temogherr JUet B5ede verſchpnen boo! uweguedtheydts oghen/
smer-
MAarwanthºpoeendemetdoodtlijckeſmerten/
gghe-De bitteredzocfhepdtenzwaredzuck zijns herten/ zoe.
TDooztontberen uws wooºts/derzielen verzoetſele/
Die vanderzonden dafen verkrcegh gheenboedtfele/ Naar h5gherighverdweé/midts inbleeſchelijckeluſts
Kennis Daar dezonbighezielgheenſſins in maghruſten. äejè Zulerdatbºnub ndtinzinziele bedzoeft/
-
„-
-
-
73
-
SZijngrootonvermogbenzinzothendt/zijnbehoeft ziehende <Dockzijnverkeert oözdeel/oozzaack vanalzijnquaden/Är IBoozt gemelſchelichtuwer milder ghenaden/ moghen. Dicmethaar bzachtkennisväzijnbooſhept indégrédt/ Dock bäugoedthepdtgroot:enhemoock maackteködt/Itemis
Datuwe Rajeſteptuptliefdenheeft bevolen/
Van Go
Domhulpte bidden/al die hulpeloos dolen/ Zonderu Maieſtepts beloftente verzwpghen/
des milde
Dat deghelovigh bidder ghewis zal verkrpghen/ Daar doozzphemgaveneenontwpfeljckgheloof/
Ä Ä
Dat vooz openſtaat/enhemnumietmeeris doof: Als hybidtnaaru wil/dienieten wilbederven/
bcloften.
edtz
TBenbekeerdenzondaar/maar hem t'levendoenerven. Baaromde Suppliant wetendemu waarlhck/ overghe TBat ghezondightheeft grouwelijckenzwaarlijck/ Äghe - T'welck hp voozubeljdtmetzulck grondigh leedtwezé/ Ä
Ä
Ä
Dathp d'eeuwighedoodtveelminzoudevzezen/ Ban langherteblpven eenſlave derzonden:
handt.
Als bieditonrecht/deſtrafzorecht heeft bevonden/ Bathpzichvºpwillighmeteeniydzaamghedult/ B ſtraffingoñderwerpr/dienhyzwaarijckheeft bſchult/Shelatk Zegghendeghelatenmet trooſtloos berouwen/ hepdt.
Ä zijt de Weer/doet dat goedtis in uaanſchontwen/ acht/ghelatenherte/datnudiepinootmoedtis/ Bniet behaghen/doetdatinuoghengoedtis/ BP wilt willighlpden/enghelijckmoedigh dzaghen.
Maarwanthetonrechtis enteghenübehaghen/ Dat oberumaacrelvzeemdeen quade Heeren
ºder 3Olden.
<T'ghebiedtzoudenhebbentotuweroneeren: Berſchint de Suppliant gheheelootmoedelijck/
ĺn
WBtd'alderdiepſtenoodt/begheerlück/enſpoedelijck/ Boozuoghen Godtlijck/ghenadighenopen: IWAeteen vaſt betrouwen enontwpflyckhopen Banverhooztte werden in zijn ſchamele bede/ Doozkondt vanumiltheydtenzpneliendighcde.
23etrOtte WeU Van
Ä
Diehem vaft verzekert underghenadenklaarheydt/
Datu goedthepdt/ulieft/uzekere waarhepdt JPietmoghenwepgheren het bidden metſmerte/ Baneenbedzoefdezielen ootmoedighherte/ . TDatmet vaſt betrouwenubeloften aanſchout/
God 1!iet
Alzhnevghen vermoghenvolkomentijek miſtrout“ Kichzelfſen dezonderecht vpandclick haat/
WPPL,
E
b
-
PBien
C50edts
Ä ºp
74.
T-- --
-
-
Goedtwiklighmaderdueght uptrechter liefdenfkaaf GFnlufttzecft omlevennatt Ghebodt eendzachtigh.
-
Kltweick de Huppliant unzich ziemdewaracht Verzceckt nu hertelyckzonder ernighophoUWen
UDtgheheelderzielen/metontwpfelickbetrouwsen/
«Entrooſtcljck vermaan vanubeloftenghenadigh/ Datudöchghelieve CD läoming goedtdadigh/ Barmhertighzoet/minlijckverbiddelijck/goedigh/ Goedertiere vzundtljckmildt/vol.goedts ouervloedig.“ Whopc der truoſtiozentoevlucht der armen Dient ſtraffenniet luſt/maartghenadigh ontfarmen
Ä Spoedighteontfarmenover den Suppliant # Änhenmaarteºen vanzjnººnºhandt. ÄDpdathnzonderºeesaeinsebensº j Bo heermagh dienen/inhepighepdtmetbit/ j Dicubehaaghijckis/Heerhelptzºmagh hpſnelſpoerr
ÄCº.,te
Totuzalighedienſt. dit doende;ult weldoen. etc.
Johanna.
Än die Requeſt.” LCáttO. -
WBatdumcktu Pzecatio: hoe
Die is goedt.optgheloofväGods goedthepdtgheheft Dieootmoedighe bedeenzaimynietbeſchämen. WBp krpghenghewiſlijck Fiat/jaende Amen. L&E.
Spoedtnraſchheenghebedt.haaſtutotGode/ UBantſpoedighehulpheeftmijnzielvannode. t PB2eCat10.
Eengoedt Medecijnhäaſtomtberlanghé der zieckert, Ickghampoock haaſtenmettweeſnellewiecken/ Dm Iſraels verlanghendienickboopgheringhen Tpding Vant verkryºglycnzijnsbcgherenstebzinghert.
Devierde handeling. v.uptkomen. Als dcboctvaardighezynquaadtheptppnlijckuptſpout/ Xupverthem des Lams bloedt dat ghenadeljck bedout. Cognitio. MiddEde za!'nen.
Iſrael.
Johantita.
VÄ als MÜNoyzes badt metten handenſtedigh OpgheheVenwaart ghp DJſraelniet ledigh:
Ä MHaarghz freedt dapperijcken verwont livpanden/ b". UBildpnnintbidden ledighypnvanhanden Iſrael
Iſrael. nº ohanNA. ismjn berſtandt enkraehte.
-
kBatzalickdoen?
Boetdat ghpmu goedtweet/enbindtinumachte. Alweetghptgoedtte;hndat ghwalu Gerenvzeemt/ Goethe Benquadenghewoomtéterftontalhaar machtbeneemt/gº adat ghpze alteffensgrondrlijckzoudtvernielen: Ä ie machtvindp noch nietindengrondtuwerzielen. . Ä
Zulck beſtaantenemäalwaaruzwackhepdtnoch tevee.j wmaarmooghdptintheelniet/beſtaaten doetdat intdeel.
Beſtaatſebºp intdeeltevernielen enmoo?den.
Batwerdthem grootafbzeck. letwelopm/nwoozden. Aliftdat Godtueennieuhertheeftghegheben/ Zois noch toudequaadt nietaluptughedzeben.
5ſien (W
3?een.tis daarmcteenhupnietalinghekomen.
teffens
STwerdt daaroockzoniet alteffens uptghenomen: Tnieuhertismaareennieughebooghzame wille/
Ä
Biehaarbupghtonder Godtinghelatenhepdtſtille.
Werdt
#
Iºwelck niemandtenvermagh/zolanghede ſteenthept steenee Bäzünwilhardtneckighmochinthertenghebeent/lepdt.erer, Banditverſteendehertshardtneckighedaden
Zpdp berloſt/maarnietgheheelvan alle quaden. Baarzhnveel Afgodennoch inuhertverboughen/
Bieghnalmoetbeken/vermielenenverwoghens Iſrael. MBelckzijn dies Cognitio.
Aldat ghnbuptenofbemeben Godt/ # (Perckt hier doch vlptighoptis van grotezakentºlot) ſººf §Noch goedtwaant/bemint/wiltenmetlufté aankleeft. Wºdº. Ick weet weldat Ä Godtnuzobovenal verheeft, Soede Datghpteerzoudt willen (vant doézeggheicknochniet) ºººº
Allaten dä Goddienghyvoot hoogſtegoedtaanziet. Ä
naar dies nochmaartenmisieren wüintagbemeen/* SEndemietbanelck dingint byzander alleen.
Deeskrüghdp allenerkens dooz kenniſſe der waarbepdt/ Allewerke Jntſtpghen uptminderineenmeerderklaarhepdt. UBildp nuklaarlijckzienhoeveelderlep Aſgoden/
Lttſten/toeberlaten/en bp-troofteninnoden/ „Dndereengoedeſchinmetliftighetreken/ Inverholen winckelsuws hertentempelſteken: Zoonderzoeckt ugrondt/metaandachtigh
MEEKAtº
K0E.
BelgK Be intnerF
- Aſche Af
zwºabºs gad&zget
7b
MBatuzouberblpden/zoghptmoght verkrpgherº <Dock wat bedzoeven zou/zoghptmofte derben. WBtghenomenalleen/dueghdeteverwerven/ Ä teverliezen/telaten/teſterven. WBelcke bzueghtendzoefhepdtzaligheydt doenerben. -
Bant war ghpbupten Godtnahooptofvoozbzeeſt/
TDatis een Afgopkeninuhertendegheeſt. Laatons ditalghemepnint bpzonderbepzoeben/ nintbedzoeven. <Endat nietindevuechtmaar allee 3Legt: hebdp nieteentrou/bedienſtigh/een vzoljck wff. Iſrael. Ja.
-
-
Cognitio.
Sterfzp/zoudpniettrueren/om datongherjfd Iſrael. Herteljck. -
-
Cognitio. Dits daneen banu Afgodenquaadt/ Dieghp bupten Godtlieft/zo heelbobendemaat:
Datuhetgheſchieden van Godes willegoedt/ Zozeer zou bedzoeben/inu onwijsghemoedt:
ieden/ ghebden. Datghpwelzoudt willen/dat niet Godschie KURaaruwilenbeveldaarinmoghtgheſ Zo iſt oock metliebe Buders/ bzundenen kinderen. WBantnaamze Godt wech/u bedzoefdehetminderen. -
Als diezelieverzoudtteghens Gods willehouwen/
ouwen. (IBaartinuvermoghen) omt'vermpden vanr Zoiſtoock metugheldt/eerghezonthepdtenleven/ Daaruherrbt.yten Godt noch bedeckt gaat aankleben. Alhoewelnuuhertintgheheelſtaat gheboghen en/ Dnder Hodt: zodat ghy den doodtliever zoudt dogh Ban willensenwetensvetteghenzpnwilledoen: Zokondy nunochtans hier bpklaarljckenbevzoeneydt/ Datelckdee noch ontbzeecktveelghelatenſtilligh Dooyonverſtandighepdt/nietdoo quaadtwillighepdt, Almaghu goede wilint ghcheelnietvereelen/ Daarghebzeeckt noch veelaaninelck vandendeelen. Iſrael:
Minonverſtandt (daar van mp deheermoetbebºpen) Hielt die dungenvoozzepdt niet vooz Afgoderpen/.
Maaro Ngheneghenyepdtgantsonverliezelijck .. Cognitio.
Cognitis. T'komttiptonberſtandtcnvalſchoozdeclberkiezelijck. "Twelck noch ghelaten heeft in ughemoedtonverzocht/ -
Deelbalſche opinien/dient'quaadtgoedt heeft ghedocht.
Sñtgoedtſcheenhaarquaadt/inveel/nietalledinghen/ Die tgoedtghewaandequaadt/doen begherégheringhé/ Ent'quaadtghewaande goedt/ancrteiijck doenvlieden: „.. Zomoet de waarheydtzelfdeeswanen uptwieden Ä“
Jºetahuerwotelen. wantbyvendieindegrondt-Är 3Pimmermeer werdtuhertrepndaarafenrecht ghezödt. Ä Iſrael. . . . . . . välſche O waarmijn hertbebzijotvan almijnblinde wanen/ Waner Zo waar mijn trueren wechmetvcelonnuttetranen. 19al ZDewaan iſt (zo ick merck) diempzondelyck bedzoeft. Ä WHoe werdtmédé waanquijt:'ick yebs hier nietghepzoeft. Ä Cognitio.
heydts
JURijnzuſter Johannaheeftinplaatsvaneenteſſche/ mºeder Eendierbare dzanckcineen cdele fleſſche: Daarafzpughenoeghgants omnietzalſchincken.
WJoemer
Vaul Val
Dendzanckzuldyterſtondt begheerickinnedzincken: jj Die dooy waarheydts kenniſſebande dode wercken ne Floſk Thertzupvrenzal: entotdienſt van Godt zoſtercken/ werdt, Datghy nietmeerenleeft der menſchenbegheerlickhept/ JUHaarden wille Godes totpzijs vanzijnheerlickhepdt.
WBantzydziftgrondtljckuptaldes hertenbooſhepdt Aldebalſchewanen/jadeſchalckelooſheydt Dan alle dequadeen fmekende ghedachten.
Iſrael-
-
Dats vooºwaareendzänck van wonderlücke kracht, MDanbeteren heb ick niemijn daghenghelezen. WHoeis des dancrname? Cognitio. Derzielen ghenezen. -
Iſrael. MDaarafiszyghemaackt ? -
-
-
Cognitio.
-
JRietdanvanlouter blocdt/
Chloete
<Dnſchuldigh "heblotenupteen Lammekenzoet/ Godtlºckhepigh/lijdzaam/onnozelenonbevleckt/
Chriſt
#
Äenvolkomen offerboozaldat den menſch gebzeckt. Als hpdatinnedzinckt/waardigzlijckzöotbehoözt/ -
30.
ztelen MyeriezeR.
73
-
Jſe WHoegaatdaktewcrcke
*.
Cognitio?
_Aldus.lewelopmijnwoozt. Waaarde-Tlamfterftalſtzºnbloetſtor.däſterftooek weldeméÄer Zls huzijnluſten ſterften willés derftznn wéſche. (ſche/
Ä -
$ T
T
T
Als dennéſch het Lábolghtint lijdzaäkrups ootmoedigh | Däſterfthymethet Lä/en dzinckt dees däcke bloedigh/ Als demenſchonnozelhet quadeftadelijckmidt/
Godesen der menſchen doengheduldelijckenlidt , .
Dolghthnt Laminden doodtenwerdtgätſelhck bebzide Bant qttade.zo dzincktmé dees dzäck waardeijckt altjdt.
(
Enzo komtmenterecht aanderzielen ghezondtheydt. „ | Madiénumenigh Afgodt noch inuſhertégrödtlepd Enghpnumiddelhebtom diete verdºpben:
Zoſpoedtuflucraantwerck/laatternieteenin bpben. WHaaſtudietebeken/teſtozmen/te vernielen/ IBt den Tempel Godest'inwendigheuwerzielen.
„Dit doetmu/ditmooghdp/dooztbehilp van den dzanck BP dict TDiemijnzuſterubiedt: dzincktvzp/ghelooftmp/eerläcis Zullen upturtipmenal die guadehumoYen.
Zupverzepdtzalkomenbunnenuſherten dozen. Danzuldpuwen Godt under waarhepdtaanſchou Wen. Diezalzelve komenzpn waarſchap in uhouwen.
Eºſtaseljckwonen totelcrgaedterempele JÜNetailezynſchatten/inuſ’hertentempele. -
rael.
JUNoght datghebueren mp/omoghs dat ghcbueré/my Zowaarick ghenezenen banalletriieren/pzp. Jck heb ecncngoedcndzoneck begheerlhekinghedzonckene
Diempuzuſtecevalin haddegheſchoncken. Jnden inoindt gaft eenſmaack lievelijck endezoet/ JVNaar binnen mijnherte ballet bitter als roct.
WPaar weiterdaar ziedet het bjthetſchupmt/het wzoet/ Euroerr alt'5erteom tverſtooztalmtinghemoedt. DRscht als werckende wjn tvataan allenkantenperft. Dietzäck is nº teſterckach.mp dunclit mpt'herteberft Senſtanräftightin nijnkcel daar afickmoetgrouwué. Hept doch cityCubt man maet berſtéofſpouwé
Ä
Igntkt0.
# bzas *
Hup: wat leclicker dzeckv.at vuplheydt afgryzelijck
Kuºmtieröootingaan vandierepnedzanck prº
W
79 SZiet daarzvn ghehecle/daarhalbe Afgopkens: TBaar armen/daarbeenen/en daarhaizenmethopkens. Datsterechteenheylzaamengodtlijck beeldtſtozmen.
# CelIt
Fp watkruppen hieralopinietzewoznnen. WBonder ift/datzphem thertnietafen ftaken. Daart'herteen woningis vanfenpzighed!aken/ Ban verkeerdewanen/van doodtlycie i:ften/ 30e maghteen oghenblick ruſten.
ſtognet.
ZDeFod
Äbtissin
Ät
TOUL
%
Schoch/hoebägismñhoehardtwerdtdiemedecin. Äd SCognitio. „ rupint --
T'quaatſlupptmet luftéin/maartrupmt althtmetpjn. met;ppne Kptghetrooft Jſrael: ick zieuzaack ghewonnen. Gheen medecijnenzoudebeter wercken konnen/
TBandees danck in uwerckt.zo ghp zelfboo! oghenziet. Daardemenſch hetzpndoeten bzupmt Godtzpnwerck -Ghp hebtubeſtghedaá/tot betring uwer qualé/ (nier,
"Endooſdzancrimemen uptal uſherrenpalen JWHannelijck ghewoypen alleu Afgoden/ Sn wandeltzo doendein des Herengheboden:
Rneuſch
Zoint latenbantquaadt/datsuzot begheren/ Als intgoedt doen levcnnaden wildes Heren:
Ä
Äsde
Ä
Godtzaloock niet latenugoede wilteſtercken/ Werck Smna wilhet goede dadelijckte Wercken. IllLt, Alzpdp nunoch ſwack/de krachtezalkomen/ Koghewis als ghn dees quaadt-rupming hebt Önomen. Lapzalbersgupchelenen latent'quaadtintherte Palſche Gheſtadelyck bpven/metzpn truerigheſmerte: gyCUL5its
Kºhakéde het volek vzoedtmeteen bedzieghlijcke mondt/ gye. Datzpghenezenzpn/alblijft dezieckt indegrondt. Dithebdyrecht anders met Godt bevonden/ PBare Die ghenceſt deziele dooztuptdypven derzonden:
gbenszins
Enberfterckt den zwacken doo zyn gheeſt warachtigh/ ghe. Batzpmoghenna
wº je krachtigh. TAL.
HMijnhertisſlap/mijnmondtheefteen bittereſmaack/ mijnhooft dzaapt/toogh ſchemert/ick weet zeifnau war -
-
Olya NNa.
(ickmaack.
ST'hooft ſtilick dootſmeren mct dees baſem/fpn.
Zºnzeg
Kepnight gbp nu den
ringhe.
mºÄ die Alzem/wijn. TAL..
Die wijniszo bitter/rechtsofzpalvolraet/hing. Johans
Johanna MBerzach-Dandes gheeſts vertrooſting/ditwaterkenzoetenrept. -
-
T'bitterzupbert grondigh.neemtnudeverzoetittg/
rüghe. Dat Criſtalinnighvlietunt des lebensfontepn. TDit verzoetalle bitter/liedjck in allen ſticken/ Endoethetſwackehert verquicken.
# Iſrael.
Jckdanck u Pzinceſſen vanuhulpghertevelijck" E'geeſts Datwaters doch dat?noptwynzo lieveyck/ jeºjo- Zoedel/zo krachtigh/zo honich zoet/enzo Ä ſtnighe. Endzanckuckmijn daghen/dat weetick nu voozwaar Het berſtercktmijnherte/het verblijdtmijnzinnen/ getverzoetmondtenkeelendoetmy waarlijck kinnent/ dataldesvleeſches welluft(oozzaack vämijnzwareval) Bp diszoethepdt Hemelſch/nietis danbitteregal. Duszaltmn lichtvallen/diemoederalderklachten/ Dieſmekendewelluft/muvootsaante verachten? . . maarzegtkomt daarnietgaan/metſnelligheytſpoedigt Wyet Ghebcdt: jazpiſt/bzolijckenblpmoedigh.
TBevierde handeling. vj. uptkomen. Lobidtmenna Godswil/zo werdtmen altijdt verhoot Enzo
sº elck zijn wenſchna Gods mildt belovendt OCZdt.
Perhoos ringhe Bes Ehe-
bedts.
Pecatio. AHeeft datick/O Iſraelmetootmoedigh gheſchzep/bade Godtgoedtlijckbhooztop als hebbé wp fiat.
Mietalleen quitſchelding vanuzonden verleden/ UNaaroockvzphepdt/ban die noch heerſchen in uleden/ Polkomen verloſſingheeftons de Geertoeghezepdt:
Wiens goedthepdtghenadigh nuontfarmt overuleydt.
Äch/dees
vzoljcketpdinghe/ TDeeg. In W5zengick ublpdelijck tot uweberbludinghe.
Lendrmp vzpals ghy wilt/met zulck bzöeckbegheerlick Ghpkrighraluwenſchenick verzoeckt gantseerlijck. Uzoeminijcknepghde Godt zijn Cozenaandachtigh:
hce goedtlijckmercitte hp op mpnen woozdenklachtigh: Hoeliefijckhoevºundtlijck hoerecht ghenadelijck WDiſchte bpuzanden upt: hoeheelgoedtdadelijck Woofdchputebºpen nuetzijumogbendeermen
=T
FDanalubpanden/envoots bepligyte beſchermen. Ende ditalmetghelaatzotrooftlijck tot.mpghehelt/ Datdooztzoetherdenckenmijnhert noch van Bzueghden (ſmelt. Iſrael.
JAuſmake endezieick hoczoetdat die Beer//is.
Gnders
Äpºtmar zijn goedthepdtal beei Ä SDAijn quaathept;al bgaan/zijngscdthepdteeuwigb dU- Ä Grootis mijn
YRELT//9.
Hoevzundelijck is 5odtloofthemtalderuren. (ren F1Rijnzielis zovuolijck/ick magh mynietbedwinghen/ Den barmhertighen Heereen Lof-ſang tezinghen.
Stem: Pſalm. iij. Df/pzijs/roem/danckeneer/ Zingtnuden grotenheer . Mijnzielmetalhaarkrachten. Zijnhoghe goedighepdt
Daaltop d'ootmoedigheydt Dietrooſt van hem wilwachten. Zijnliefdemildtenzoet Ijaermeer totghevenſpoedt/ Dan wpons tot begheren. ruſt/ ZZO Ons
Ä
Äshem t'ſchenckeneenluſt/
Zinnfildthepdtmoetickeren. Zijn mildthepdteentwighgroept Zijn goedthepdtobervloept/ «Dmhaarte doenghenieten. WHnis des dueghdts fontepn/ Enſpoozt na daalkensklepn/
Daar inhpneermagh blieten. Danniemandthpontfangt FTNaardienahem verlangt Arijght alzijns herten wenſche. Gh?enſchepſel was hemnoodt/ MBrvmeldoensluſtebloot/
Schepºº den goeden menſche. Die heeft zij Sadt veracht/ Zºo heeftoock zijnghelacht/ Die Daarom moſtenſterven. CPUs
ſs 2. Onsmiſdaadtwas zeergroot/ UBplagheninden doodt
Intvootburgh vant verderben? Ion waren 5odsvp.anºt/ Alshpuptliefdenzanº Dentrooſt vanzhnghenaden: MBykonden zzijnhulphpbiddenn onsaal biedt/
Äwndaaroptom baden pzaghop onseº Ejnackteons die bekent/…., Sjnmildthepdtgheº* TGieſchencktmer volle maat/ Äjetghebzeck verſtaat/ En wilbeſchoncken Wezen
Tghe- Göckom teghevenbeº/
bej“ Ärjhebcdtsºebel Äjoft(omoptebouwen) Dathy wilgheven al/
Äjeckombiddenza/ * Ugien
Fjnwilmetbetrº Gödt gheeft diehen ghelooft/
Godtjn 25oben tjernuft verdooft/ jen“ Endiezijnwoodt aanhoYen.
jeef. Gockdiebem Fjenkt denlieflijckvzeeſt/ armen Äſ/ Endieinſchulte Äs, Die d'armen trooſtljckgheeft Diensoogh doefºe aänkleeſt/ Diensziel jcktmoerzwerpen/ Diebidtmetrecht Ootmoedt/ TBiet'quaadtlaaten Boe goedt/
Zavaſtinnbeed verºen Bildände milde Godt
Shevenzo zyn Gheºd Enkelsſten doenblicken: Zagaan Wy armen//al Todicontfarmen/zal W5eden ootmoedelijcken. HP zalinvoltertrach Hnsgzeven wilºn Itacht/ Enyem ghetroube WP3en.
--
---
Betroutzpnwarewoodt/ «En bidtzodatbeboozt. Ghpzultzingoedthepdtpºpzen.
-
TBathebickghezonghenuptvupzigberherten/ Dooz bevondentrooftna langdupzigherſmerten. Helpt die goede Godtzo d'onwaardighenuptnoden/ WDiens.hertzounietluſtente doenna;pn Gheboden?
Tist'hooghſte verlanghenindengrondtmynderzielen. <Dzaaghickdaargamtſelück mijnvyanden vernielen/
Datick Godtmoghtedienen van alt'quadebevºydt. Cognitio.
Tzal
wÄt binnen/waackt/bidt/benaarſtight met vlpt/
Tebhoven in Godswoodtenwachtmetghedult détüt/ Banu verloſſinghe/zo werdp haaſtheel verblijdt.
Eynde.
,â&#x20AC;&#x153;