D.V. Coornhert - 1626 Hondert Brieven van Verscheyden ghewightighe en stichtelijcke Materien

Page 1

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com



(

-

|||||||||||||||||||||| |

_01 24299223 UB AMSTERDAM

/ …


-

“- -, z% //res

7

ve."

/z & Cº.

-

-

--

// // -

/ /z,

-

-, K-----, -e-4 68------- ------ --T

474

------- --------

&-----

------------ - -

--------------------Z-4-

- …. -- 3. /4

- - - - - - --

--

%-------

- - %/

3-

//

-

/


-

--

- - --

--

-

-

- -

- - -- -

-

-


-

-

-'

--

-



-

-


---


– – –– – – –

D.v. COORNHARTs IHondert

. B. RIE VEN. Dan

Tlerschepdenghewightighe en lichtelijcke Patterien, Noytvoordefenghedruckt,

Südzuckt ins Jaer ging HerrenJesu Christ/1626


-

-

-

-

-

-

-

-

-

--

-

-

-

-

-

-

--

-

-

--

-

-

-

-

m/

-

--

- -- - -

---


BRIEVEN-BOECK.

Inhoudendchondert Bieb -

VAN

-

D. V. COORNHART. EERSTE DEEL,

1 „Thef V. I9. Blufchtdom Seeftniet bwt: veracht de Prophetismiet,

1. Cor. 14. ierich in geeftclijckegaben: maermeeft dat ghp meucht Deest vierich op datelck eenleere/endegetrooft :: msbetrav -

1.Thef v. 21.

-

"A

-

-

Poeft allerdinck/enbehouthetgoede.

Noytvoordefengedruckt. Tº AMST EL DAM.

-

25p IacobAertz. Calom. woonende opt water in die vierige Calom. Anno 1626; V


-

-

--

-

-

-

-

-

-

--

-

-

-

-

- -

-

-

-

-

-

-

-

-

-

--

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

--

-

-

-

- -

-

-

-

-

-

-

-

--

-

-

-

- -

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

,

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-


-

Brieven-boeck.

-

-

I. BRIEF.

Vangoedtte willen,temoghen, endeteverstaen,tot vercaringhevan preucke, Deut. 11. 18. Aen Dirick Iacobsz. Burgemeestertot Leyden. Dwe/troubwevziendt/ anderefhijventindingen/

vandelandtsaecken/daer wingheenfeggheninen hebben. IMAaerhier hebt ghytydinghe vanone faecken/daer Godtons Zeggenin heeft gegeven. Hupden

hoordeick Godt in fünbefchzeven woodt totmp speken „ aldus: Stelt defe woorden inuwe herten, inuwehanden, ende 18. ruflichen uwe ooghen.

Ick dacht dietpdingenae/twag mp

nocbevolen/efionderfocht mp oficroocidadelijck gehoo fame. Onder dit mijn onderfoeckten zerekteick/dat will en maghtt"faemen genoeg 3Pn/om

unich vercte doen/

maeromdat welte docn/behoeft daerverstandt bp. MDant waer will en macht te Zannen 3ijn /van een faecke inden mensche/daer woldt een werckt af: maer gebzeeckt daer

verstandt/ fooligt werck quaedt. Als danpemandtal fchoonde werdes Beeren metten ooghenftende/ diegoet tewefen verstaet/en als hp die verstaende/ metter herten

wildoen: maerdes geen machtenheeft/ten woldtniet ge „"

daen/menlaethetdante doen. TDat is 3onde. WDantmen doetniet/dat Bodt wilghedaenhebben/daerbehoeft dan macht. Hoekrijghtmen die tis nietighemoegh/datmen

foto des Heerenwetintoogh staedelijck hebbe/datmen die verstaet/jaeoockmiet/datmenseint herthecf/foo datmen die wildoen. JM2aermen moet die oock dooz daghelijckfe Hanteringhe aendehanden binden/ endegewemmen/foodat men diegewoon/ende oockmachtich werdeomte doen.TDit alles feldeick hunden inditrijmken/omte hebbenfiade lijck voo oogen/intherte/cfi inmijnehanden metterdaet. Godtwerckt doorWet, intoogh,herte, en handt, Goeywil,volle macht,enrechtverstandt.

Baerhebtghy eentpding-vzuchthupdéin mynboom

gaert geplant/doctmede foo/endeghpult uder vzuchten bedauuckentwelcku/algsfichfelfs bvenfcht. Boude bzunt. R. R. A 2

II, BRIEF


*

D. V. Coornharts II, BRIEF.

Vermaninghe omin Godes teghenwoordicheytalyde god-vruchtelycktewandelen.

|

-

-

Aetghpmiettedoen/aldat umogelijckis/tother leeren wandelen in Godes tegenbwoogdichept/foo dat ghp telcken Ufclfmet gedachten/bwooden/ende

wercken/ stellt vooz Godes ooghen/fyne allfiendeooghen altjtleerthebben vooz ooghen. Ende foo mietalleen uton

ghe/maeroock udenken waermeemt/nietanders dan of Godtfelf voozu font/jaeinuherte ware/gelooftmp/ghpn

fultterreverentievamfulcken grooten Godt/haeftleeren jaeconnenleven/fooghp geernefult willenfterven. TDit

fultghteneersten qualijck allesoghenblick doenconnen/ (wie kant gheenhp mietgeleertnoch geseffenten heeft ) Saaerleertighpuleerst alledagebp wijlenfoo vooz Godt imtrecken/ghpfult daernae alleupreeensleeren/endeten laetten alle Goghenblick dat altist connen doen . Dit tot eenfalich nieujaer alle menschen/ oockfich

:

LUL.

B Dziendt. IA. z.

Vani --

ku


Brieven-boeck.

5

I II. B. R I E, F,

Vantclagenoverde Regeringhe. Hp claeght my vziendt/inubzieffwaerlijck./over die quaderegeringe. Och/ofghpende wp allefo -

erntelijck claegden overdoofaeck vandien. WDat

ist die ult ghn dencken: die quaderegeringe vanelck on

feleven/onfegroothupg-houden, endeclepnemiddelen: Datis one DLuciferaenchehovaerdichept/endeonbarm

hartigheliefdelofchept/totonfennaesten/op datickniet enfegge/partijdighe hatelijckhept. Hier/hier laetongmet ernstich leedt wefen over claghen: Zogfalde lieve Godt ophouden/vamongste plaghen/ wantdie ontfermt liever danhp straft.

IV, BRIEF.

Raet totware ootmoedicheyt, Lydiaemheyt,eneen aendachtich veylichwel-leven. Aenden Raedsheer Artus van Brederoede.

Ercktopuleven/ghp fulturfondichbebinden/let dan op CBodes groothept/ende uclepnhept/ op Gadtg goethept ende u quaethept / op Godes

hoogh-waerdichept endeopufnodichept/foofallufonde terechtgroot werden inuwenologen/als ghpftet wp/ghp fijt/ende wie hetis/daerteghenghphebt gefondicht. TPie grootheptderfondenfaluklepnmaeckeninusogen/ual derstrafwaerdich doenachten/endeufelvendo.envernede renonder Bod/ende allen Creaturen. TDanfallalle lijden

uvan God optomende clepnfchpnen. Alleonrecht/datu diemenschen doen falu recht beduucken. Alle

'

en

s

enBg


*

D. V. Coornharts

endeverachtinghe/alumindan verdienstfähijnen/enden wietontrusten mogen WBantghpfultverstaen/dat allecre aturen/recht overuhebben/om Ugutactjeghen Godtghe

daenteweken/endedat ghynergensrechttoehebbet/en dedat.fpufoofchandtlyck mieten mogenlafteren/algeghyn

noch welteghem Bodeverschuldet hebbet. TDie strafsult

ghyniethaten: wantspheplichefigoetis/maerufonden fultghphaten/ vwantdieboosendequaetfin. Milupe

mandt verachten/ghyfult dencken/die wilmp footen/ daerick vamfelfsvallen wil/dats indenederheit. Bene denismenverplich/omhooge gaetmen anertich. Diehen foorechtvernedert/eiallediehem verachten endeverne

derenbemindt/oundatsphem helpenendevorderen/totte wareendebegeerde vernedertheyt/befitfinfieleinrufen enigfalich.TDitjonne vundtlycke ende Godt-vzuchtighe JAeveuende oock mm /dieu v2iendtitjck vermane/dat ghp

mietendenckt/speecktnochdoet/ofghp hebt Godtdaer inne vooz ooghen/als eenaenfchouwer effrechter van alu

denckenendedaen/gelooft mp/tfalueenfalichouderdom maecken: Indien ghpuinder jonckhept wemette wan delenindeteghenwoodichept Godes. MBiens genadezp metuendemp.

-

v. BRIEF,


Brieven-boeck.

v. BRIEF. Vanachtneminge opgedachten,woordenenwercken, eude desfelfs vruchten.

Aen CornelisAdriaenz. Boomgaert.

I

Ckt heb viendtdie melis van u/maergheenbrief dau vanJ2. ong gemeenen vziendts ontfangen. TDaer ist

duprte bm:ugeweet/aentjtaenfoflofaenfchtjvens gereedtschap/detweelaetteniet/maergelooveteerte/oac verlaet ghpu optfof/daerinonfe vzientfchap gefcheven

is/namentlyck/indueght-gheerigeherten, daervermacht

detjtnietzeghenomdatfähift wittewiffchen.IMaerfult ghp biefkostfonder biefs ware hebben neen. W9at bzengtfemethaer waerlijck wat waerdighs. / wat (niet

aardighs maer)hemellichtenhemelwaertsicpdende. Te weteneen ernstich opfetinde waerhept/omons quaedtte ontworden/intgoede.goedtte worden/doofcherpe acht meminghe/omniettefegghen nochdoen./dandat wpfe kerltick wetengoedttewesen. TDit valtlicht, daermen miethaeftelijcktenfpzeeckt noch doet/ maereerst van elck

toodeelverwacht/intomsichtich gedacht. Gelooftmp/ kommen wp telckendencken:tongewaerheen handëwat fuldy doenendeinfommaons alleooghenblick aenwen men/bponsfelftefijn/aendachtichoponsoordelen/fegg endedoen teumercken/ wp fullentfoo gewoon woden/dat

wp voogalons doenende laten/tepndefullenbedencken: foo machons dupvelnoch menfchekrencken. TPit vinde ick een d'aller besteoeffeninge/telckenonsfelftegenwoo!

dich op alles gereedtte roepen endebp onsfelfmetGode tewesen. TPitwenfchtuenu. l. Adziaentken van herten.

v1, BRIEF


*

D. V. Coornharts VI, BRIEF,

Datfelfskenniseerft ende meestnoodelijckis Aen FransVolckertsz.Coornhart.

Ckhadde welgemepnt/viendtenboeder/felfmual daer bp u. l.gheweette 3pn/endemietmeer doomijn pennetefpzeken/maermyner faeckengelegenthepten

heefttotnochtoe/myncomtein Hollandt mietconnen ip den/daerickdoch denckete comen/foo haet ick fehzpven falgheeregenhebbenvanmijn Reve/A.van Bederode/ endealhadicknuniet altoos tefchzpven/ mochte ickniet

latendefen benger (die mpaenpack) fonderbriefvan mygaen/ maer watfalldaerinnefkaen vermaentothet aldernoodichte ende feltfaemste. Watis dat felfsken

niffe, waeromelck arbepdtom Godt/ omdes dievul dichepts snderfchept/om demaniere vander zielen ver

riffen/ ende omdeverhslentheden Gods/fpnereeuwiger verkiefinghe/enpedestinatie etc. te kennen./eerpemandt finnmiet/fundubbeltheyt/quaethepdt/doot/endeopenbare ghebeken/pijnente verstaen: fonder welcke kenniffenie

unant het quade/eĂąhemfelve hatenofverlaten mach/opt moedichwesenmach/ende Godbehagenmach. Aendefe kemuffelonfesfelfs is danfooveelegheleghen/ als fin wel wepnich wert geacht. De barmhertige Gold verlichte u

allenmenschen/ende oock mp genadelijcktotde vercrijgin ge/vandefe soofalighe als nootlĂźcke kenniffe/twelck niet enfalwtblpven/ indien wp mietblpven inde pelonckeon

fegdupfterengoetdunckenhepts/waeruptickfiehaeften u. I. ende wensche oock eenen poedigen/ endevolherde lijckengas / allendcn vxienden/allenmenschen/ oockt mpfelf.

-

Raede


Brieven-boeck.

P

V II, BRIEF,

Raedtomtekomentotkenniffe vanĂ&#x;neyghenftaet, ende vruchtbaeryck de H.Schrifuere telefcn. Aen Meester Cornelisde Groot,Professor tot Leyden.

'

begeert vammp eenme Kiendtijcke moziken van onfereden laestmael/ mopsende den naesten weghommetemoghencomen/totkemiffe

vanzijnsfelfs state Alhoewellnudefewegh/foo lichtende nachtans die selve wegh/3waerendedupfergeachtineler

klaerig./alg diefelfs kenniffenootlijckendenut/foofieicht

ooghen/der ghenerdiepartjdelijck haerentijdt verflijten

intonderfoecken/ endetwisten vanende omiomutteende diepequefien: TBaeromme ick geerne in uvernemeng be

geertetothet verstandtvande A. B. C. sonderwelckmie mantiimmermeermach leerenliefen/en hebbe unietongeer ne willenmededeptenint contemynghevoelen daer afen dedat niet als een Kabbijofleeraer / wamtick van Bode

/ maeralseen leeren nochmenscheenben ghesondenomverbe teringe/van

menschetotmenschehetmijneonder

ver

standigevoort stellen/endedat noch geb2aegt. GPmeenichdincktekennen/is vanmoode des dinghs -

teghenwoodichept/lichtende goetgheficht/teghenwoo dichenzyntwipfelveniet, als wp lesende in die 3. Schzift/ mettergedachten indenCreaturenzwermen maerdanig diemenschtegenwoodich/alshpinghetrocken finde/met bljtige aendacht/let optgunt hy voo2 heeft. wp alle/foo langhewp diefondtbe MHetlichto

fchamende waerheptons vpandtachten/haerfraffinghe haten/endealoo hetlichtvliedende denlogemachtigedup sterniffenboven het warelichtbemimen. Maer die heeft waerlijck hetlicht dergenaden, die des vziendts wonden bovendeg vpandts kuffe p2ijfende wil-vaerdichis/ om zijnweltverschulde befchaemtheptoodeelende straffetelij den/alleenlijck op datGodt zijn waerhept/oodeel/ ende . gerechtiichept geP2efen werdt Ende W3 -


D. V. Coornharts

Endefoo lange wpfenmethetweet-gierigheooghe A 3-

damg/ endemeerspooyennahoogheguefien/te verstaen dannaemiddelen/omhet geweten quaedttemoghenlaten/

ende hetgoede/datwynualverstaen/temogen vollbzeng/ foo finnvop nochblunt ende is ons ooge eñmitsdien oockt

ons heelelichaemdupfter/ wantdan ontberem wp noch dat eenvoudighe ooghe/ dathet gamtfehelichaem claer

maerkt/datin Christo(hetargerinicke Adams ooghewt geftekenzijnde)opengaet/ endedat diewaerheptbekent/ Teams,diealleenterecht vxy maeckt. -

MDatstaetdenmensche die een vandzijen/ofdietalles ontbeert doch anders tedoene/dandathpmeternfinder waerheptden vader des lichts bidde/ omelaerhept/om

waerhent/endeomeen ernstelthcke aendacht/meteenvat betrouwen/dathy wil/magheñfallgeven/diefooomfuler den Paderbidt/faltgewis um Christovercryghen. Die mensch danfelfteghenwoodichintlichtmeteengoetghe fichthemfelfaenschouwende/faldanoock lichtelyck zijn gedaenteofqualiteptleeren kennen./datmoodichisomder

P. Schziftuere vzuchtbaerlyrktelesen.

-

MDant de Godelijckefchzift verschendelijckig/fpeken de/tot verschendenperfoonen/ foodatzp den eenen scher

pelijck straffet/efidenanderenfoetelyek vertrootet, den eenen strengeljck depget/efiden anderenghenadelijck be

looft etc.Zao wilvannaodefin/dat deleserder „Schif turen oock verstae/wiehpis/want anders is hemonmo gelijckte verstaen/wattothemis gepzoocken/ende moet alsooinonverstandtmoothijcktot fichtrecken/tgundtan

derengefepdtis/eñdit totzijn verderven/ditverstaethier doog: Icklefeeemtroostelijckegenaden-fpokc/dietreckte ick tot mp/ ende zy moetmp (fooick eenonboetvaerdich godtlaos ben)mootljck verderven/inboosheptverstpven

endoensterven. Gfleetck/wesendeeenghebzoocken ver flagenherte/eenstrenge dzepgendefpoke/ effinemedie als tatmyghesept/diedonderflachfallmpthertebeken/efin

wanhoopige vertwiffeltheptvernooden. Hierfietghp u/watt ghevaerhijckheptindesemis geleghen. Hier ' -

ETs


Brieven-boeck.

T

erksoptfirh meestelck/ ende hiertoe helpen de balsche Teeraren/vpedepekendedaergeemeenis. TBaerommoetdemenfthe3 in gedaente ende faetleeren

kemen/foo hp dataendachtelijck als voofchevendoet hpfalfichvindente wesen/eenfondaerofheplige. Als hp eenfondaer/hp falschfien/bootvaerdtch ofonboetvaer dich/bevindthpflichnoch onboetvaerdich/hpfalghewig

weten/dathpiseengodtloos/maergevoelthy boetvaer- *** dicheytinhem wtveefevanderhellen/fois hp eenknecht/.. istup thoopevandenhemel/foolishp een huprling: want Fürsturz d'eenlaethetquade bwtvgeefe banfraffe/endeniet wthiae

tedes quaedts/d anderdoet deugde(macht anders deugt zyn)mietuptliefdedes goedts/maer omioon. Allisimufa datmen een godtloos/knechtefi huprinck 1s/eermeneen

kindt Godes wert/foo enfalldie irkmepnfoofynietvox deren comen)blpvemde/knechten hupelungmedegeendeel hebbenindeerffemiffe Godes mettenkinder. WPantknecht nsch humlingindenhupfe Godes en blijft/fooin defelve geenlicfdes totCPode/fonderdewelcke Godtmietgeno tenofvereregenenmagh worden. Maerhetkintheeftden Klindt Baderliefbovenzinegaven. Ditistdie heplighe/diemen oock aendiendeelt, namentlich die kindtschappe/daer die

goede wille inder waerhept muals, maer noch fander macht / omdiefwaecke Jonckheyt Christiin defenkinder

daerdie Goliath(die quadegewoonte)nochferckigen degeweidig.Haardesekintsheytopwaffende toteenjon-Regling geling/foo vermieltdien TDavid den Goliath/eftig dan van jongelingen/dict"quade verwonnen hebben/ foo defeldan

-

langherhierleeft/bereyckthm den vollcomenouderdomme Anderen. Christi/efi woxteen vandeouderëdie hemkennéfohn van'“* den beginne was. Daerhebt ghy alle die staten der men- Ioam,

fchen/dieick vinden kam inde H. Schziftuere/teweten/ eengodtlofe/eenknecht/ eenhumling/eenkindtGodes, een JongelingendeeenCMuderling. So moetnuelemensch niemandt wtghenomen/ wesentineen van defefes taten. JAaer wennich weetpemandt wiehyis vandefe/ hierin weetig fetker tbyffelt men/ofmen weet

Pitt

-

2.

: LIN.


*

D. V. Coornharts

Zaaerdietwiffelt/wertfekter als hpfichteltopdenne derstentrapzinstwyffels/als oficktwijffelde/ofickben eenhunzlingofeemkindt. Beloobeick my eenkindtte we fen als ick nochmaer hupplingh bem/ick blyfeeuwelijckt (immersfoo langefülck waen-gelaaf geduprt) eenhupp lingh totmijnverderben. JMaerstelle ickmp intmederstet endeneemmy des hupplinghs aertacn/tenmachmyniet fchaden/maermoet mymut vwesen. MPantdie sich verne dert/salverheven werden. Betvernederenistsekert/ d'oot moedige wandelt vePlich. Zalich fpmde ootmoedighevant herten. Omme damte weten/in welcke vandevoofchzeven

fes tatendiemenscheis /diemtons nootlicht het fadich biddenomaendacht/licht/engesicht/het ernstich lesenden B. Schzifturen/ende hetspiegeleindaerinne van anseher teende gedaente/ditmachaldus te wertkegaen. Ick lese/

daerdiegodloofe Alchab Micheamden Propheet vpandt ig/omdathphemde waerheptdat is welverschulde straf) propheteert.Topeick boot/fonder mp daerinnetefoeck& ofspiegelen/watvzuchtmach-my dat lesen doen alsoofall ickstille houden/endeiumpfelvedencken aldus: Janof Pieterverweet mp onlamex mijnghebzeckbpdenhunden: wast waerheytdathpfpdeoflogenheit was waerhept

damckteick hem/ofwerdtickhemdaeromvpandt vplant foo gebackumpmaar Alchabs machtom heuntedoen./alg Achab sicheamdede.Acht iswaerachtich/ick benooc een Achab/datis eengodloofe. WBattaet hier den neun

fchedananderste doendante fuchten met ernstoverfline booshept/inden Heereeengoet opfettemaken/ endehem

tebiddenom verloffinghe/mietvautpçammpe (datongeen goederoede Bodesis)maervandiegodlofcheptinong/

dat een vwandtschappe Godes is. Soomedes ultghpin denexempeleu vandie knechten/ende hupplinghem ufelve foecken effpiegelen/ende daerna inden exempelen vande Kinderen/jongellinghemennamen. Itemleestghp wat guaets verboden/ofwatgoetsgheboden/ofbppemanden

gelatenofghedaen: hout stille effoeckteerst ofghpfulck HUaedtoock laten/eüfulck goedt oock doeufaudet -

-

xempli


Brieven-boeck.

13

Exempligratia. Icklefe/hoedat Josephindenbloem zijnge levens/totonkupfcheytaengefacht wert vanztjnvouve t"welck hp bloot. CPnderfoeckteiidenckt/ foude ier aock vlieden - Ach neen/ hier geltfuchtensende biddens/over

fulckebooshept/endeom verloffinghe van dien. Bevinde ickdooz Godes genade Ja:ick falGodt dancken van fin negaven/ende biddenom volherdinge. Itemickleefe van

watgoedtsghedaen/als daer Popfesende Paulus/om

***

Godeseere/ende haernaestens faluchept/henfelven van ärmvis, Gode verbannen wenischen. Ick houdestille/foeckeoft oocktin Up! lg. 3.

-

-

Boots liefende/falde mensche binden/ 1. Sententien/, ", 2. Wetten/3. Exempelen/4. Belofen/ 5. TOzepgemen- 6. ten/6. Bermaningen/zc.vangoede enquade dinghemals vozen.TPaermoetdeleser stille houden/erkauwen/eitgcle

feneweinaedencken/bp gelijckeniffe/hyleeft de femtentie Christi: Salich fijn 1. d'armevangeeste. Hier valtdefebe-

denekinghe/benickoock armvangheetvindethpinder „ waerheytajae (dat feltfaemvaltofeerfeltfacm) hndancke “ Godt vanzjn mildegave/eübiddelount volherden: maer

vindet hyb.meen/hy veroodeelefichfelfs/treure overzijn * valscherickdom/ende bidde Godeom warearmoededeg

geets.Alfoomededaerhyvindt defe warearmoede2.ge-

4.

bodentezijn/hpfalonderfoecken / ofdieoockbphemis/ vindthpjae/hy doe als boven in a.ofueen als imb Item vindthndewaen-rijckdomende 3atheptverbodentepn: Hºpfpoleofdie oockmhemis/vinthymneen./hpdoeals in a.bindthpjaealsimb. Weesthp van Airmoededesgeets/ diedaer 3. was indeootmaedigenmoeder Christi Atem/

3.

vanderijck-gheetighe Jodendiebindtzpmde ) waenden

.

datzpfagen/ooc medevan4-belaofdearmoede des geets/

' 5. fraffe der rijck-gheefighcn. 02en. Zt.

Pp doe mede als -

Aldus doende/met een wackeren aendacht/vlijtighen

ernst/endefcherpopmercken/falde P. Schzifture voozu wesen/soclarenspiegeleülichtesonne/vandemenscheltjcke Quaedt/ende oockvande

suche goedthept /dat uniet -

3

sie


*

D. V. Coornharts

nodichenfallfpm/ in defen durfteren mood-cupl teghe bzupcken/myn ofcenighermenschen dampighellamkens/ maerfult als een kindtdes lichts / in den clarendaghko

mente wandelen.Jiftmaerdat ghp/ghetrouwelijck blijft/ indevoorde des Heeren/ datis / istdat ghy netbekende eiühet verbodenquaet latende/cfhetbekendegebodengoet

doen.de/stadelijck voortgaet wten pelonckeonfest dupfte

ren vermuftichents/tenhenneifchentlichte waert/ende sult terecht Christi Ilonger fpm/zynewaerhept bekennen/en dedaerafgevpt worden, sonder eenightwpffelich dispu

teren. Danmeuchtghpferghenfätisqueraus, want dansult ghp hetlevend-makende b2ootfelvehebben .TBitdoetmet gantchen ernst. Taetdengetupgersofaenwüfers/mpeñ allenanderen(die vermindereinmoeten, als demogenster re verdupftertdoo2 derjfendefonne) baren| ende gaettot hetbetupghdefelve/teweten/tot des Baders woodt/dat

inufallmeerderen / wantwp zynniet danroependeftem

menindevoesteflage dermenschen, diemaergeluptgeven totontwalkingederflapenden/maer hebben gheenonder fchent/twelck alleenterecht gefighegheven werdt/doot woodtfelve (datnietalleen stemmeisende gelupt geeft,

maerooceenonderscheydelyckwoot/datverstant geeft, lethier welop/verlaetdengegraven/ofteoock andereput ten(mp eñallenmenschen)efigaettottenfontepndeslevenge felve/ghp fulthaestfelveeemfonteinn werden. Balighlig Pfalz 1,

diemaneffivzouwe/die defeoeffeningterhandenneemt/fich fao daghendenacht spiegeltinde weitdes Pseren/het qua delaet/foodathy inder fondaren ende godtlofenweghen mietengaet/staet/offittet/maer alseen vzuchtbaereboom godfaltgedaden vootbzengt,TPit wenfcht ueñhenfelvent, J. 52. V III, BRIEF,


Brieven-boeck.

15

VIII. BRIEF,

Dat Godesvoorcomendeghenade, den menscheeerft ontweckt uyten flape der Sonden, door dat de sonde haer cy gen straffe mede brengt. FA endencktmietbiendt/datick mutterfakeheb be hologen vzaghen/dandefeuwelaettebiefmp boo2bwerPt/namentljc: Welckhet middelis:waer door Godes voorcomendegenade, den mensche eertontweckt, -

wt denflape derfonden. Daeromme ick dp/namtjn klepne gave/mietmingeernebeantwoode: damit diefelvegeerne

van eenmeerbegaefdedanick ben/ foude hologen beant wooden. Reemtnudemjne omdtete verlaten./algghp

beter fulthooven: Ilckhoudet vooptgevoel/vaneemomop- . houdeltickongenoegen/eenveefelyck wzoegen/endequel- , lijckepyneofdzsefhept. .

.

39

MDant Godt kennendedie boofheptzijnerfchepflen/ heeftuptenckelerechtvaerdichept/zine barmhertighept boomemelijck daer innebewesen: dathy onfeonweghen

behepndt/ mettevoofchzevendperlepeaert vanfmerte-*** lijckedoonen. Op datwpdie3hnviendtlyck roepenniet

enachten tenminstenopfyn strengeroedejoudémercken/ ende onsalfoo bedarende/ onefondelycke ellendichert berlaten/ ende wedertotztjnhepläghe falichept (om die deelachtichte wozden)keeren fouden.

-

JNach oock eenich ghefondtmensche/fonder ghenieten ban bzoodt(daermen alle voetfel bp verstaet) onghequeldt

blpven vandenhongherdat falniemandtfegghen: Zu

leeftdemenfchenietalleen bpdenbroode, maerbp allen hat.“ woozde commendeuptdenmonde Godes. MBautdat is die

waerespriederzielen./fonder welcke hemelsche pfe/die

zielefo wepnich als tlichaemfonderaertschefpyfemieton gequeldt/gefondt/jaelevendichmach blpven. Als sichdandonwisezieledermenschenmetlust/hope/

trooft/ toeverlaetendelicfdetot den schepselen/afkeerdt bandeschepper (ditgafgoderie) die daeris het

"h LIL


D. V. COOrnharts

**

voetfel ende lebenderzielen. Ift oockmoghelijck / dat fulcke hongerigheende onverfacdeziele/ghefondt/inruften/ endclevendich (levendich feggheick intgoede) machbip ben

Ofmachhp levendich goetefi in rufenblpben/die sich afheydtvan Gode/die alleenhet bware leven/ die ware fai.48

goedthept/ende die faligherusteist der zielen datgonmo

24

ghelyck.De godtlofenenhebbengeenen vzede. Behalvendatomgemoeghen/ istden fondaernietminder -

ommogeljckteomtvlieden/hetanerteljck wzoeghen/dan

die allgemeenlucht/fonder welches verblasinge niemanten mach leven- W9antin alleredelijck mensch isomuptroede

lijck innegeplant/ die allgemeene wet dernatupren: TDefe

streckt allen fondaeren / eenonvermiedelijcke straffere zijnre overtredinghen: hetzp,dann dat hp fondicht teghen

Gode ofmensche.

JNaidoethp teghen Gode: 3pfept tethem/fmboos wicht/alsukinderenwat doentegenu wille/isuidatlief

ick weetwelmeen vandefefptghpmaervader/endegheen

fchepper/ als Godt van uig: fchaemtghpudanniet/foot

hologen JMajestemtmet uongehao2fame wederfpamichept teverachten, endete wederstaen

Tondichthpdanoockteghenzhneven

mensc he/te rtont isdefe rechtvaerdige boedelder fondaren geree t/vza gen de: fultghn welwillen/datmenudatdede wat mach de fondaer hier anders doen/danftjnmifdoentebelndendat gefthietdan metfchaemte/mettrueren/ende metfmerteljc wzoeghen. Biegevoeltoote miethetphnlick gequelinfjnlichaem/ of die verdietighed oefheptinzingemocde/vanzinebe devenfonden Datichentig debaarmoeder vandeguij -

nende rotfen. TD2onckenschap van dedwerlighe hoof

Zweer. Geplheptvanfwackhent/ende van defchandelijcke Pocken/ende elekover-daet vanzjnepghengequelle. Soo

wertoock alle holvaerdighe spytclijckbedzoeft/ als unen hem veracht. TD'omruft van der ghierigen onverfadelijckt olg benoeghen/watmettenacnwasvantgeldt/ende

'

NAN


-- -

Brieven-boeck.

17

mangh welvaeren/igeentruerichetterintherte der

npdighen.

TDumckt unietmetmp/datdedoomstekelijcked oefhept

endepynehet verdietelijck wzoegen/eĂąhethongerichon genolegen/mietanderszyn/danlupdtklinckende trompet ten, omden flapendenfondaerte wecken / hemmte doeut be

darenende oofaeckete geben/vantebedenckenfijnenel liendigen/pijnlijckenendetruerigen fate het opmercken

vandien/gomeu/mp/ende allemenschen/degoede.ende mensch-lievende Godt/ die alsoo upt enckele barmher ( tichentrechvaerdelijck/endeuptenckelerechtvaerdichept Harmherteljck handelt./daer imme: dathp ' haer epghenstraffealtpdtdoetmetbenghen/op dat wp diege voelendekennen/haten/laten/endefjmgoedtheptaenvaten

fouden. Almen,

IX, BRIEF.

Hoederechtvaerdighe,eersteen beschuldigherfijns fälfs is,verclaringe op de preucke. Prov. 18. 17. Gerne vernemeiek vziendt/ubljtighonderfoeckt inde Bodtlijckefchift.TBroofaeckeweetghp/ick maght'bestevermoeden. Doeditmeerom ufelfs staetteleeren verstaen/toteenfichtelijckeverbeteringhe: dan omhooghefaeckentebegrijpen/toteenweet-gierighe

verluftinge/wiefaldatmogenmipzisen Dithopeick umeyminghe tefinnimutwijffele/bpump'nu voo gewogpen/opdeffpzeuke Salomonis.

De rechtvaerdighe iseerst een beschuldigherfijnsfelfs.

ob 19 G

Ishpinderwaerheytrechtvaerdichtfegdp)hoemach" hpp fichrechtvaerdelijck ist hpdanvaerdich/ onrecht elfjc beschuldigen O

-


*

D. V. Coornharts

vaerdich/foodathpflichfelfrechtvaerdelijck beschuldicht: hoemaghhp rechtvaerdich.fpm TDituweltwyffelents mp eenluft/wanthet weltwijf -

flen/ighetbegin van welleeren.Zulcks valt meet bp die vooptgaenopten wegh der deuchden/wantfadanighefien

telcken watnieushen onbekendt/twelck oofaecke geeft vantwijffelĂŠ. Jaerso istniet metdie stille staen/ja achter waerts gaen/dietwyffelenmiet/maer blplven Joannes in codem,dat is kinderen vanhondert Jaeren. Geeft mp nu de Heerefo welte antwooden/als ahpindefen weltwyf feltdatfalumutendemp luftighwefen. Doox antwoordeiseerfttemercken/datde H. Schrift

doozgaensferomepgentlyckendegeenfins / als die Phi losophenepgentlijckfp2eecken. Alsoo achteick hier bpdat woodtderechtvaerdighe verstaentefpn/nteteen die nur volmaecktelyck rechtvaerdichis/maer diet waerachte

lijck begintte worden: te weten eenmensche/dienunietal

leen dos die letterlycke ofverbeeldelijcke kemiffe infjn herfenen verstaet/watrechtende ohnrecht is: maer die in

fijnhertenualghevoeltfodianighen hatetegendongerech tichept/endesodanighenliefdetotte gerechtichept/dathy bpandt wert/endemeternst beschuldight/nier anderlup der/maereerstende voo2 alfjneyghen gebeecken/diehem fekerderbekendtspn/dananderlupderfonden (daer mede

oock betoomtfinliefdetotterechtvaerdicheptfodanich alte wesen/ dat hp nuhem felfniet meeren verschoont maervoo2 allen andereneert woeght/beschaemt/beschul

dightendeveroodeelt. Tooheefthpnualreede dierecht vaerdigheptlieverdanhemfelve/endedamzynepgeneere/ als die onhaeren wille/ willich totfchanden wordtinfich

elve. Istdamomrecht/datfulck kiefhebbenderrechtvaer dichept/alist noch maereen beginne/dochinder waerhept nadie gheliefdie deugh die rechtvaerdich werdtghemoemdt.

Soonoemtmeneen eerst ghebooyen ghefondt kindekente rechteenmensch/foo wellals een volwaffenman/endefoo

was de mooder foo welmet waerheytrechtvaerdighte

Noemen/als ZachariaS/ Elizabeth/ende andere/ nie: hint


Brieven-boeck.

19

hptnuvolmaecktelijck/maerwelldathpt waerachtelijck was: als hp diedeughde boven hemfelve bemimende/ rechtvaerdelijck oodeelde/intontschuldigen vandenon

schuldighen Christo/endeintbeschuldighen/foo welvau hemfelve als van zijnmetgefel. Too dathy doofulckzijn rechvaerdichoodeelen/mietomrechtvaerdelijc rechtvaer dichmagh genoemdt worden: mietteghenstaende/hp zyme voozleden onrechtvaerdichept int wgoeghenende oodeel

nochhadbeende beschuldigde. TPerhalven hp oock van den bedzoefdentroofterder bedzoefdenhoode dietroofte lijcke wooden. Huyden zuldymermyfyn int Paradys. TPit wenfähtuen allen menschen alsfichfelf.

X, B RI E F.

Dat deverfakingefijnsfelfs, endenavolginge Christi fwaeris de onwetenden: maerlicht ende luftigh den ghenen die henfelve ende Christum kennen.

-

D falkenende Eersteleffe der JongerenChristi/igfichfelftever Christumnate volghen. TDit dumckt ulieve vziendt/fwaeromdolen/ende vz.aeghtmp de

waeromme ich achtsedefe. Ghpenkendtuonverstandt nach Christi bwjgheptmiet/wie verlaet mietgeernet geene hem queldt ende verderft ditSuonverstandt. Wiendeghpt

voorfuler/toudeulustspnd atte verlaten. Hu waendpu felfverstandigh/deffelfhebdyndaeromlief/ende watmen

liefheeft/valtfwaeromverlaten Overdanderspdevolgt elck geernetgenehemrutigh.maerkt endefaligh. Dits Christi verfandt ende wisshept/ kendeghpt voozfuler/

foudetmietuhooghstelutspnnate vollgheni Hutachtghp Christieenvuldighe

neuert eenfothepttefpm / 2.

"

:


*

D. V. Coornharts

haetghp die. MDienvalletmietfvaernate volghentgeene menhaet Soo neemtnu achtop unnoepeltickendefolghe lijck dolen/ghyfult mitrouwen ende willigh verfäken. 3Alsoo vanufelfgaende/falu Christus verschijnen/urecht lepden/ende wijs bp ubevonden werden./foo fuldp hembe trouwen foolamgher foomeergetrouw vinden/endehem begeerlijck vollghen. TDit benaerstichtende betrachtinden Peere. Envaert wel

X I. BRIEF,

Dat de armevangeefte falich fyn, endehoemen aen diefalighearmocde comt. Mat. v. 3.

-

Aen Mr. Gerrit Stuuer, oud Burgemeester der Stat Haerlem,

D

Efe Armoede berstaen (waerde vxiendt) ernighe

tjtlijck/allcen omdat Tucasfchzijft.Zalichfijtghy armen. Liechts ofniet dickmaels deene Euangellift int beede en verclaerde / tguntd anders cothept ver- , -

(wyght. Immers St. Jeathcius verstondt wel/datter verschepden armoede is /des hp willendedoen verstaen/ dat de Heere hier mietenspaeck vandeiichaemlijcke ar

moede/voeght daerbpdat woodekengeest. Rufietmense deurdegante fähiftuerefalichte zyn/diemettengeestbe gaeftspingeweet- Bant niemandtmaghlochenen/dat des geets rijckdamme falicht/daerom roemet Paulus totten Corintheren/ heuren rijckdommunefegghende: Ghy „Coy„Io so syt in allen rijck geworden. ITAaecktdandes geets rijck

' armoede onfaligh. P20.15,15. TDitbetupght oock Salomon/daerhin sepdt. Alle de dagen der armen Inquaedt. Twelck vandelichaemlijcke arm: domme faligh / foo maecktdes

MT


Brieven-boeck.

*

nieten magh verstaen worden, wantd'armemeef bpolie kerlevendanderijcken. Hierbevindt sichderwonderhept

vandefensprenke Christi/houdende. Dat de armevangelte flichfyn. Ende wederomme overdanderzijde/foudeidan moetenonfallghspn/dieryck fpnvangeeste/datoocwon derijcklupdet/wantdie volis vandengeest/is rijck van Acta:4:

geest/fodatmighewaren Stephanus/Zacharias/Elizabet '“ endenmeer anderen. Warendefe dandaer dooxonfaligh

TDits hierdanwelredenevanverwondere dienachtang terfront verdwijnt/als menonderfchept kam maken van

twerclep geet/endetwerelepearmoede/indefen wooden. ong Salightmakers begepen zijnde. WBantfoodaerig cen

geest Godes, welcrveel hebbendenmenschemaecktrijckt danGodtlyckegoeden ende mutsdienoockfaligh, alsoo

vindt menoock eengeest des menschen/diens overvloedt denmenscherjck macckt van menscheljckcquaden/ ende

mitsdienoockonsaligh/maeckt danderijckdomvandefen

'

menschclijcken anfaligh/fomoetd'armoedevandien oockfalighmaken: WBantarnmoedebestaetintmiethebben

vantgoede/namentlick/godtlyckegaven/ofintnietheb benvantquade/namentlyck zottebegeerlickhepden. TDe armoede van fulck goedt maechtonfallig/maer die armoe

devanditquaedt/maecktfaligh. Banthetgenoeghen(dat stadighis)isrijckdomendefalighepdt/foomoethp oock rijck fpm vanghenoeghen/die armig vanbegeren. TDit

verstondt Socrates wel/als hpfpde/foopemantfelfarm finde/cenengierighenrycken/rycker willmaken/die min deremetverstandtdesgierigen begeerten. NBantfecker/ fooveele debiegheerlickhept mindertfooveele vermerdert

hetghenoeghen:wiedan genoegh hebbende/nochmeerbe geert/diemaecktfichfelfmet Tantalo/mitsinovervloet behoeftich/endemitsdien volongemoegens/endepdelvan (aligheyt/wanthpontbeert altpt wat dathy geernehad de. Ditontbeeren vant begeerde veroofaecktmoodtljckt

anrufe/dzoefhept/endeonfallighept. Hubegeertmendinghen/dietydtlijckfinofeeeuwich/ -

endedatnoch wijffeljckf fottelijck. TPebcgeerdetitlijck 3

dUngCM


*

D. V. Coornharts

dinghen bestaeninden lichaeme ofdaer bupten. In den lichaemebestaen/ghefondtheyt/ferckheyt/fchoonhept/ vzuchtbaerhept/welluftendelang leven: daer buptenfon

eere/machte/state/rjckdomme/jonte / endedesighelijer meer. Maerde eeuwighe begeerlyckedinghen/fingoldt lijcke gaven/als wijsheyt/zalighept/endediergelyckeof tegoedtwoldinghe. MByflick wert alsuler begeert/alg datgefchiedtnadenwille Godes daristoteenrechtepn de/meteen recht middelendein rechter wijfen. Betrechte epndeis alleen Godeseere met dermenschennut/hetrech te middeleis Godes verstandt/endederechte wijfeigter

bequaemertydtendematelyck/wamtmenich nocheenkint finde begeert ontydelijck vooz zynopbwaffingemanlijcke kracht/ende menichnochhemfelveniet kennende/begheert

onmatelijckt verstandt vande godtlycke dzievuldichept, ofanderehooghegelicke verholen faken.

#" begeert

men allefuler / oockdwaeflijck bupten ofteghem Godesk wille/onnons epghennutofeere/dateien verkeerdtemulde

is: doo2onsepghengoetduncken/dat eenverkeerdt mid delis/endet"ontydt ofonmatelijck/dateien verkeerdewij feig.TDitepghengoet-duncken dam/defe waen-wjghept/ ZIBat AT2 moede des

geeftig,

endeditvermeteloodeeldes menschen./houdeickte weise des menschengheest/ welcrveel hebben ist rijckdom des geets die omaligh/endewelexmiethebben/isdes gheets armoede diefaligh.maeckt. Sodanighen armenkomtheit rijcke Godes toe/endeniet denrijckenvangeeste. MDant

deferijckendoozharenepghengoedt-dunckenheptfelveo verhaerder zielenkrachten regeren/dengodtlijckenreghe ingeinhenlupden niet toe en laten /Ende allfoo hetfali

derijcke Godtsontberen. Maerdevoofchevenarm geestigevangoedt-dunckenarmfinde/staenhemfelvege laten/verootmoedigenfichonder demogendehandtGo des/ende biddenalleenlĂźck./dat Bodes rijckhen lupden toekomelende datifijnen willeinhenlupdengeschiede. En

de wantfp fuler geloovigh ingeeistende waerhept/naden wille Godes/deur Christinamebidden/foovererzighen

fpdat oock inder waerhept. Daerneemt sichdan

' 0

--


Brieven-bocck.

23

Godtfulcker menschenaen in Christo/diedaeralleen als Heere/ ende Coninck/ende Godt regeert. TDau viert die

tadelijck vä„ menschelterecht den Sabbath/vastende alsoo willen endedan“ fyn enghengoedtdumcken/begherenende

werckt Godt daeroock alles naffinen hepligewille/met

zihnen almogenden arme/endedit findeheplighe wercken an.“ die in (javan) Gode gedaen finn.

Daerommefonfulckearmenooc waerachtelijckfaligh/ want y begeren louter miet/dantguntfin verfekert weten dat Godes willeis/jaemietdandatinhenlupdenghewillt

wert van Godefelve. Dieis almachtich/ende doetaltijdt aldathy wil/foo geschiedt immers altjdttgunt fn wil len/foo woldtoock altythaerebegeerte vervult. Juver-pots lustigheitdes menschenziele/als die begeertevervult wert. TDit isfalicheyt/bestaendeineenluftige rufte die oneyndt

lijckis/wamtintfadigh vercrijghen vamt recht begeerde goedtis altydtruste/deurtghenoeghen/ ende altjdtlufte deurt genieten gelegen. -

-

TDemckt hierpenmand/defe bifth is goet/waerfe geban

gen/hoecomtmenaende warearmoedeonfergoëtduncke jept, die aemmercke ofdit nieten ist den naesten middele daertoe: teweten/datwp defen anfengect/fin/ende goet

dunckenheyttertontendealtijt in allen verlaten / dage fchiedtniet/menmoetdieeerfthaten/dic hatte wotniet um onsfonderlebendigheonder bindinghe van haeremifhan delingheendeontraubwtotong. Tatdit ondervinden kommt mendo o2openercklingheintlichte Gadeg (dats Christus) vantguntons hetgoetdunclten belooft ende geeft. MDat

belooft het doch anders dann lief wat gevetdach anders danleedt/verdziet/ende gequelle Soudeoackeen Caomman/winstgierighfinde/ kommen betrouweneenen diehern hondertmalen winstbelooft/en

detelcken fchade gedaenhadde - waeromenghebuycken wpditpondeken anfest verstandts/ ende defenvijtighen achtneiningheniet tot defen gheefeltjcken ende faltighen

woeckersten valtimmers mietfwaer/te komentut ken- . nie vanongepghen wijfgewaendewaere3othept/ ' -


*

D. V. Coornharts

menderfdaerommietvaren oberzee/nochdieinofvaman

deremenschen ofte opfeltfaeme tyden foecken: maer wm maghen dielichtelijck vinden in along disenendelaten/in angfelve alle soghenblick. WBil

n

een waen-wijfe

zotfien/hy tredevoo den spiegele/ ick mepndenspiegel des levens degodtlückeschrifture/endebefiedaerinathin behoo tendevermaghite wesentin Christo/ende wathnig in hemfelve/jaeinden dupvele. TBoethpditimeternfina voogaendegebedt inden geloove/watgeldethemfalniet

alleenfinepghenzothept/maeroock Godes wissheptal lenerkens kont werden./foo hp benaerstichtinden wooz dendes Heerenteblpven/endedadelijck het quadeleert la ten/endetgoede.doen. TPitgUneu/mp/en alle menschen degaeferijcke Godt.

X II, BRIEF.

Vermaninghe tot gelijck-moedicheyt, omniettebe droeven doort aftervenvan fijnevrienden. Aen Walter enBaerigen Buiffen tot Weßel.

W Teljammeren/ te recht flfgheoeffentspnde/in berstehenden ende boomemelijckt int verliefvan herts-liebe b2ienden ende maghen/ daer aficke

hupden achtdaghen verleden geenklepnp.oefaf gedaemenhebbe/kanick met-liden metudzaghen/hert jonfighe WB. en B. B. inditfähieltjck weghruckeriu weg lieven bzqeders/die Godterbarme. Amen JBaer oockbevondenhebbende/ watde barm

#

-

hertigegenade Godes/met(jnalverwinnende waerhept vermag./tot eenvollmaeckte vertroofinge vanfulc

truen


Brieven-boeck.

25

enhebbeicknietkommen laten/ ufulckminonderbinden deelachtichtemaecken/miettwijffelende/ghnen fultifuler v2iendtilijck van mp aennemen" endeutenmutteghebzupc ken. In allemijned20efheyden(wtghenommendie rouwela

verminefanden alleenlyck)hebbe ick bevomden/datnie mandt anders mijns treurens oofake was dandewaen/ datmy watquaedts geschiede/het fmdan inthebben vant guntmy quaedt/ofintontberenvant geenemp goetdochte boompte wesen. Scheb ooc duyfendtmaelden valchept mijns waens bevomden/daerinne/dat ick naemals ghe wiffelijck bevandt/hetgheeneick goedt/voo my waende quaedt/ende wederomt guntick my quaedt waendcgoedt voomptewesen.TBit behoeftgeenmeerbewje/wamtickt geloovevast/ghplumdenfulcroockmenighmalen hebtbe vonden. Muftghn lupdendocbich/omdatghn quaedt waent voozu datghpubzoedermaet derven, vildpfien dat dit valchis/fomerckt wiehemmuheeft benommen/dits Godt/die alleengoedtis/ende alles tengoedendoet/hoe

maghuquaedt fpn/datuvandengoeden Godt geschiedt ghp unepnt immers mietbeterte weiten/dan die aiweten

de Gadtfelve/hoe lange hetulupdeugoedt fm ubzocders gefeilschap te genieten.JAccmt dan defe waerheptaen/laet

uwaenvaren/endeghelooft dathetuten goedenisghe fchiedt/foofalu trueren verdbwijnen/want den goldtfali

ghenkomenalledinghenten besten.IMaerfoudp treurich fpn/mietomufelfs/danomu.bzoeders wille: fookanick noch gheenoofakealtoos flien van treuren/wanthemis nietquaedts geschiedt.Ofacht ghytquaedt voo: eenver noepdepclgrim /dathyghera eckt aentepnde vanztinen

moepelijckĂŠweg/inde wenfheltjckeruft Stadtsout quaet pnghenomente werden/wtsodanighenverwerden jahel fchenwereldt. Immers detjdenfpnfooquaedt/dat wp den gestopvendickmaelsfalighrekenen: macht ubzoeder danquaet (pn/wtdefenmood-kupl verlottefpn! IMaer (demckt ghn lupden)hpisteonberfiens van hiergeruckt.

Hoemaghdat fun/ daerdepestheerschaptdaerdaghe tjer veelmenschen

erg

daer mennauwclicy wat

'

Der -


*

D. V. Coornharts

ders speeckt/hoot/jaedencktdanvanfterven. Eengod loog foudedaer metdes dootsinbeeldingefwangergaen: foude ugodvzuchtighebzoeder danden ferfuremierghe dachthebben ghp hebtdan geenoofaecketetreurenom ufelfs wille/wantuniet quaets ist wedervaren/noch veel minom ubzoeders willen. Of wildp trueren/omdat God

zijnwille doetzinsrechts gebzupickt, den wercldtre geert Oneenviendt, leert terecht bidden/uwillegeschie

de.TDitspnuuleffe/defeleert nuopfeggen/mietmetwoo! den als voozmaels indenfehyne/maermetterdaedtinder waerhept/bewillightmethertenindefe wille Godes/foo bidtghptmetterdaedt. Daeghtghy wat vzuchtdaerwt fallkomen Hoot/ghp fult waredeughdewinnendzoef hept verliefen/ende met Gode vereenighen. MBinthp niet

deugden/diefichonderdenmoghenden handt-Godesoot moedelijck vernedert - Godes rijcke in Zijn Zicle lact. ka

men. Gadcfelflaetheerfchappen/endenazijnen wille al leg fchicken ende vollbzeugen daermaghdanoock gheen

doefheptblpven/wantepghen willerupmthner/Godes wille kontinne/daer met werdt des menschen willceen/ wat doefhept magdaer blpven daerGades wille fĂźncn fchen wille ist: hoe unagh demenfche trueren/ ondat Go

des willeghefchiedt foo wenigh als pemandt doevigh kanghefpm/als zijnfelfs willeghefchiedt. Tietfoo mocr

dzuck verdwijnen,/ daer de mensche een werdtmet CBode ende Godes wiile, wantGodtist de faligheyt/endeeeuwi ghe vzeughdefelve/daerinnefoo wepnighmagh komen/

ecnighedzoefhept/als dupsterniffeintlichte. Derzenichtu dan unet Gode/ doot verliefen van ueyghen wille/ende bwint defalighe deugden bangelatenhept eif geijckmoe

dichept/foo falugeen trueren maghenroeren/foo wepnig als tquadeden aogh appel Gadesmagh genaken. Maer ghenomen/ditmijnvoofcheven feggen in unieten konde Komen (als ickt anders geloove) ende ghp immunergÂş wilde

trueren(wantniemantonwillens treurt/hoewelclcmeesk onwillens lpdet) watnut faluhet treuren toebenghen Beughde neenfeecker; wanthetisfandeteghen

"

-


Brieven-boeck,

27

bwillen/enfondemagh geendeughdebaren. Boudenhet

treurendan vzeughdeoftrooft innebzenghen dargtegen zijnaert, wanthetis geengodtlijckte dgoefhept/maer on

goddelijcke/offoudetu gefondthept/endelang-leben ver oofakendats verde/wantdoefhept is eenetterintghe bcente/ende heefter vcelegedoodt. „JRaerfoudet well cere

fpnfeertedoeben neen vzpeltyck/maerveelmeerfchande oocbpdenhepdenen/ die van Godenoch verrijffeniffewe ten: hoeveelmeer bp den Chgiftemen. Offouden udgoe, vigetramenu boeder levendig kommen unaken datmoeg, dp mietferhopen/maer welu epgendootdaer wtvzeesen Immers den dootuwer zielen/want defer tranen fonten ne ist sonde/dieisdes doodts baermoeder. Jäft geenfonde

tewillentegen Godes wille sich elfs inGodesplaetseite stellen, endetewenfchen/datdes fchepfels/nietdegfchep pers willeforde geschieden. JRaer wat kammen hier noch

met wtrechten dees prickelvaltonstefcherpendeharde Godegalmoghende willegeschiedt/fpjtonfefwacke fon dighe endefmode weder-wille Godes. Petweder willen helpt hierniet/ende onstrueren vordert hier met. TDug

matecktinden Beereeendeughdevan deemoodt/ghn maet Godes wercklpden/wederghn wiltdanniet/onwilliglp

denig dubbeltipden/oockfonde endefchande. Daeroin waerde vxienden lydtdit ulpden willig/foolpdeteerlijckt endedeughdelijck/isudat nietbeterdam anders hebdpt nict lieverweldam qualijcktelpden werptulpdeninden

Beere/endeverliestuwille in Chito/dienietenquamom zijnen willete doen/maeromzijnvaders wille. Offpnwp beteralsons meester/deeeuwige endeeenige Godesfone

zietaenzin bitterlpden/foo falditzufachtlpden/lpdenen deverfachten.

Maerwatipdenis dit doch foudp dan

welwillen/datuboeder hiereeuwelijck mochtblpvenle venidat waarhemieeuwich gewenfäht/wthetrijcke Go desverbannètespn.Dit wildpmiet/dat weetie wel/moest bpdamnoch eens sterven/foudehpintrechte wareeeuwi ghelebenkommen: waerom wildp trueren/dathp geftopvé/ endedooz den doodt intlevenis getreden. Taetditfondelijckt TP 2 -


*

D, V. Coornharts

hijck omnut/fchadelijck/jaedoodtlijckt truerendan varen/ ferft defeuve quadedoefhept/foo fuldntertont vinden diefaligherufeuwer 3telen/allcendaerinnegheleghente

finn, datdemenfchewterhertenmet waerheyt bidde. D wille geschiede opter aerden als inden hemele. Ditwen fcheick unetherten/dit gonneu demilde Gad/wiengge madige verlichtinge der waerbept/tottroost vauuwe waë B. JA docfheptubeveeldt

XI I I, B RI E F.

Metgelijck-moedicheyt een duechtfame huysvrouwe verliefen.

-

-

Aen Hendrick Louweriz.S Piegel.

Ickgroetuvzientlick metuliebehupg A MICE, geleentheeft gehad. "Maeßfhoonhent(foohaler -

vpouwe die umjneis bphaer Heere: defemm lange

-

feuchtwas)deugdelijckheyt (foo haer bejaerthent was ) ende o2iendclijckhept/foalhaerleben. Was/ eenmang her

tetrechten rot liefde/fobchoo dem jmhertehaerliefteheb ben. Dat is ooclt foo gewief.

-

Ofnuhetlangfaemsterven (fnis nual langerdameen jaerdaer overdoen.de geweet)dän des Heeren gave van

haer/inendeomthemlieftehebbcn/desegelnje moedichen in mm veroofaeckt./en will ick hier nietfegghen: unaer wel

datméfonder merckelijcked oefheyt (opdat deroen wijc ke)een liefwijfkanop offerenden Heere/eñdat mijn konst Man wellevenindit stuck / fuler bp my bcvondenig./dat

Schumagh waerachtelück feggen/probatum elt. -

' ne ignft/


Brieven-boeck.

29

konst, het falunaemacls welkomen/kondys noch niet/ oockm voodenckenalleenlyckmietwel/fo leerdtnet mym gefamentlijel/als metviendelijcke mede-leerlingin wel eveng konste/en Bodeinden gelove bidden/omeen geruft endcgelatenherte.

XIV. B. R. I E, F,

Vantoordeelen, vanwetenendewaenen, de middelen omte moghen wetten,wat menweet, ende wat mennieten WCCt.

Aen Sr. Walraven. N.

Clkhaddemetu gonstige Wiendt/wat gefpoken vant

I# weten: oockmede/hocfoghclijck hetisintoo.deelte, oodeelen, Want niet weiten/vant wacnen/eit want

dolen. MDantfoog menschen oodeelis/fuo is die begeerte endeafkeerztjns gemocds/gemerckt elck nootljck moet navalghen/t'geenhygoedt/ ende affhouwelijck vlieden/ theentpçnaedt waent ofweet/ foo krijght ende woldt oock elckt geenhp meeft bejaegt/ endeten verkrijght noch en woldtnict/t geenhyn vliedt/foo langefulck zijnoodeel inheim blijft. Hier wt kometdatfp vervloeckt worden/die het quade Mifai.5.20 goedt/endttgoedequaedthecten/wantfoohaeroodeelis/“” foofpnoock pflf/datis quaetende verkcert. Hetooghe Mat63 is eenfchalck/dacrom 1shaer gehecllichaem dupfter. -

JRaeranders ist netten genin/welckeroogheerenvul- mat.,, dig is/datigoprecht/vwanthaler grantfchelichaemis licht haerherteig unver/ende pfien Gode/alfodat fm hembe

kennentefpn/alleen eenen varen Godt/die als fopperte Jae etwügtze goedt

wenig alkeengo.cdt maken nuagh ' 3


*

D.

v

Coornharts

wil/doo zins goethepdtsevenbeelde Christm/d"cent ghe wegh ende middeltot verenigingemet Gode/datige tot ware goedtwo-dinghe/waerinnealleen des menschen Roam, 17,3

' bestact/daerom wertdesekenniffe ooc genaemt et ecuwigheleven.

-

-

Gaotefaltenfonditte/jaedalder grootstemenschelteke faecken/dewelcke alsoorecht bckendtfinde/tot dopperste falighcpt/maerombckendt vly vende/tot.de diepste verderf niffe vorderen.

TDitmercke ick nuby ugemerktte fpm/endeditmaeckt dat ghpindefeuwebende bievenfaa begheerlijck spt/om uyt my b2ceder verklaringhe hier afte haagen: die necme mitg/defen wt rechterjomsten/doch mietfo veele als iclt wel

faude willen/ bp ghebzeck van vermoghen: oockmietfoo veele/als ick welfoude vermoghen/ bp gebzeck vantijde: unaerfoo veelcicrmunghenoegh achte voozu./diegccn ver

flandigheint gebzeeckt/ omdoo defemijnekleyne aenwij

finghelichtelycktotmeerderverstandt/dannu by mp is/ te gerakten.

TDenaefte wegholmtekomentothet recht oodeelen van dedinghen ist: datmen voot eerste fich wachte/voo2 on recht teoodeelen.TDit wacht hp fich/diennet vermctelijckt

(dats boven zijn verstandt)en oodeelt:twelck hp oockt mietendoet/dtenieten oodeelt van dinghen die hcm noch ohnbekenditfon. -

-

lierteghenoodeeltelckterecht, diemetaendachtoo deelt vande dingen alleen/die hp weetdat hembckentfpn/

datis/diehp ontwijffelijckende waerachtelijck verstaet. Omdanintoodeelenniettedolen/ is noodichtweere

leye weten ofkemiffe/alseen vandedinghendiemenniet entweetendeeen vandedinghendiemenweet/foodatmen weet/ welcke diedinghenfpn/diemenmieten weet/ ende

welckediedinghenspn/die menweet. Ruis aende kenniffe/van defenietgeweten ofgeweten dinghen/luttelof veele gelegen/fo datfp wepnigh/ofveel fchadelijck ofnutfonmoghen. An dieerste vergrijptmen

fichlichteljck/maerindetwerdeniet/wamtformendieerste bvepi


Brieven-boeck.

3I

wepnighacht/foohout men d’anderhoogh. Jenneme

bp gelyckemuffe/datpemantvoo zündeure verwacht/het aencloppen vamtweelupdé vandewelckdcen hem vzient

lijckgroeten/ ended'ander hemonviendtlyck aenpacken foude. TPefe hoo2ende aencloppen/fallklepnefwarnchent

maken/ounzijndeureteopenen. JBaerwaerhp wiffelijck verfekert/ datdaerfouden komenaencloppen, die doodt endet leven/ende dathy den geemen/diehneerst inliet/ecubwelijck hebben/ended'ander

eeuwelijck ontberenfoude: meyndpoock/dathphooxende aencloppen/foolichteltjck als indie voozgemelde aenelop

pinghe/diedeurefoudeopenen: bwatgeldet neen. Maerhp foude metlupfteren/ ende metkijckendoo allegaetkens

offhuertgens vootopemen/certvlijtelyck peurête ver memen/ofhetdiedoodt ofticven waer/die daeraenelopte.

Soodoen oock alle omsichtige voedemenschen/nietal. leenin wichtighe/maer oock klepnefakcn/fpenooxdeelen

# geenenfaecken/fondervoogaendefekerkenniffe vande CUL.

MDantfn weten bwtondervinden: dareerst gedacnende

na bedacht(foderlinghen intwerck van oodeelen-)me

nighenmenschein lijden heeft gebracht. Daeromen stellen fp nict incenfo2gelijckehazaert/tgceneffekerlickinde

handthebben.Gemerkt intoo.declemmerandacht/vande dinghendiemenfelterlijck weet/niemandten maghdolé: maerintoodeelenvantgheene menmieten wect/ ofnoch

maerwaent te weten/moet menofmagh muendolen. MDildymuvriendtlycke M. weten/watghp wect/foo fpeurtvlytelijrli/ofghp des dingsoofake waerlijcweet/

oftenminstein/ofghpt uptonderwinden weet. Alsoo weet „ mendoofaltedes diner als menfept: dat water is heet merk

omdat hetlangheghehamghenheeft dichtovereengroot ". bper/endenen weet/dathetvperheet is/dooz een verfocht nuet. Ondervinden.

-

Maen weet valfthe ende warefakten/ die Hebbeneenfähijn

fonderwesen, maerdefe hebbenaltydt wesen/meetfonder fehn/oockweet muenquade ende goedefakten

TBig


*

D. V. Coornharts

TDie allcen/endeniemandtanders weet waerachtelijck hetquade/dieinzymherte daerteghengevoelt/foo vpant lijcken hateende afkeer vandien/ dathpt nict allcen lact 1wt v;cefe van traf/maer dathytooc mietfaude willendoĂŤ/ alfondtdaergrootloonmette verdienen. Also nedekent niemant waerachtelijck het goede/dan diedaer toeinfjn hartegevoelt/foo vzientlycken liefde ende luft/dathmt niet allcenmietendoer bwt hope van loon/maer dat hytoo.cniet

faude willenlaten/alfoudehydoot hanteren vantgoede

oockinde alder waerste straffe vallen. Daerommeistoockfeecker/dat wacrdie waerachtighe kenniffeis/dat daeroockmootlyck moetfun/warewtrog dingheende vermielinghevant quade/ende wareimplantin gheende opwaffinghe vant goede. Todalnighig die aerdt

van waerewetenfhappe ofKenniffe.Elck beppdevey ofhpn dieheeftdan niet/endevan warfaken/wie fulermieten bei

vindtinzynharte/dieenmahe sich selvenietvoedt/dathin hecftwaereltcnniffeofgewis wetenvangoedtofquaedt wanthpfoudeftchfelfjammerlyck bediegen/foomcestelle BGet,

W9amtmeestelck in een verkeerdtoodeelftaende/thweiler

het quadegoedt/endetgoedequaedt noemt(dat vijeljck watargheris/dante wesenteen JMinivijt/ die nochgoedt

noch quaedten weet) oodeelt vermetelijck vandingen/die hem noch gantfelyck onbekendtfpm/ endedit uptfooftou ten als blinden waen. Ditis dancennictweten/ of(datargeris) eenvalche waene/wamt wat menmietenbwcet quaettefinn, daten haet -

menniet/ende watmenmieten weet goedtte wesen/daten

lieftmennet/waerachtelĂźckendekrachtelijck. MDant gelijck onkundeonliminnemaeckt./foo maecktoot

onkonde geen hatte.TBitspn bepdefodianigheberoeringhen desherten/datfv in niemandenbuptenzijnghevoelenende wetenenmoghen werfen.

-

Dandendinghendan (daerafdemenfeheninfichmieten bindt/defe waereberoeringhendes harten/fooindenhatte teln quaden/alsindeliefdietengoeden/enmaecke

nen: IC


Brieven-boeck.

*

fich voedt/dathy heeft warekemiffe: wanthetis maer Isar een valsche ofwacn-kenniffe. MDantfowepnich als een en": waerachtichvpermach wesen/sonderheettemaken/tgene daert aenis/foo weynichmagh warekenniffelindenmen fche Wefen/fondertebaren die voropfehzevenberoeringhen oftetochten des harten/van hateten Uaden/ende liefde ten goeden.

---

WDelig waer/ datdie bwaen mede eenrehande haetende liefdebaert/maeromfektereendefo gelijcke/gemerckt nie unantinder waerhept verfektert magh wefen van gebwaen

dedinghen: alsoo magh waenfoo weloploghen/ als op 1. Col. 3.2 waerheytfien/endeisdaeromdie waenfoghelijck.

MBiewaentteweten en weet noch miet/foohm weten foude/datisfckerljckeñwaerlyck/wamtalftaet fchoon zijn waenopwaredingen/foolisdiewaener des noch on feker/maernietdie weten.

-

--

Istdanoock mietfozgelyck/eemenonfekeren weghinnepw. 1,-; te gaen wantdaeris een wegh/ dieden menfherecht vaerdighschijnt/maerztynen wtganck leedettotterdood/Joaº

foo wandeltmenindernacht.

-

Bietvzient/watfo/ghelijckerwerck hetis/vermetelijckt

teoodeelenvanonbekende/jae oock onsekere gewaende dings effithoefekerhetdaertegéis/in onbekendedingëfa

onfekertefpn/datmédaerafmieten oodelle nochverkiefe. Hier toe blickt nudiegereedtteeiveplichtewech/niet altoosteoodeelen/vandedingen/die menmieten weet/jae oockmualwaent. WPantditmietdoende/enmaghmenfich

niet vergrijpenintoo.deelen/vantgheenemen weltweet/ datinnenmieten weet/ofdatvup wetéons onbekenttepn: footenmaghniemandt oodeelende metaendacht/ vande dmgendie hp weet/dathy weet/daerinnedolen. TDitheet gaco, 19

Christus indendagh wandelen/ endefchniet tefooten. Ditwertons doo diegantischeschriftbevolen. Ditleeren dieootmoedigekennerschaerfelfs inChristiftholen/ende dit

wenscht u/ alsfichfelf. -

G

XV. BRIEF.


+

D.

V.

Coornharts

XV, BR I E, F,

Van't quaedtte haten,hemfelfteveroordeelen,Godes straffe willich tconderwerpen in waregelatenheyt,metwaer achtlich berou,daer vergiffenis der fonden, ende falicheytna volgt.

Aen Dirick 1. Montfootoud Burgemeester tot Leyden,

() wenscheu vepden/alsmpfelven/voogeengoetnicu Ddeferlieveende waerde vientinden Heere. Ic

jaer/inowfoudejarenfodalnighen nieuwen wille/

dat wp nietmeer als voogmaels pet teghem/ maer alles metde Goddelijcke wille/willen noch te doen. Amen.

Petis Godes wille/dat wptquadehaten.TDitdoenwp metganter harten/ofwp en hattensº nietterecht. Halten wp tquadeterecht/foo lieftons Godt/ (oofpmonfefonden

ons vergheven, endefootengedenckt Godt die netmeer, want wpendoentghehateguaedt nietmeer/endehebben vedemettenlievenGode/ metwiens heylighe willeong wille danig vereenight/maer is dat noch nietalfoanader

waerheptinons/fo hebben wptquade noch lief endeha tenhet goede/ namentlijck Godes rechtvaerdichemt/dte wp noch veefen. Watftaetons daninonfe hoogh-bejaer deoudthemtbette doen wat anders./dandat wpongfel veveroodeelen/foo worden wp van Bodenietverooxdeelt - Ditdedeinzijn untersteupede mooder: wp (fpdehp)

hanghen hieroftpdennaonfe verdienste/maerdefe (Chi fus) pdt onfhuldclijckt. WDie van ongº fondaren noet nietmet waerheptbekenné/dat Godtons rechtfoudedo E/

waardt/dathponseeuwelijck verdoemde dit istimmers mietfwaerom verstaen. Boo bwin dannoch willen/quaedt

finde/falighgeoodelt worden./van dengaeden Godtfoo wildéwp wel/dat Godfelfmedeonrechtdede/datgquaet/ daerinnedathponse quaedthept ongestraftliet. Medit miettegenzijn heplighc wille,diegoedtis/quaedtgewillt

onewyffelychiae-Matraedtuubierdat wpinonsserver Dae h


Brieven-boeck.

35

daer Christus omschuldelijckheeft geledé/ong fälbermetten mooderrechtfchuldich veroogdeelen/endemetterherten in waerheptroepen: Heerverdoemt/straft/ende vermiest in

mp mynquadeloude maerfel/ende vermieutdoozuwe goet hept myn ziele ugoedtfchepfel/ mtjn quaedt maeefeldeg epghen willendoodet/ende begraeft inder hellen: maer zu goedtmaeefelde goede wille/maechtlevendig in uwenie

benfone/foodatick min quaetheptuyterherten verdoe mende/ende uwe goedtheytpijfende/fonderdewel-ver

fchulde strafte veefen/ nochopubwe/bp mp verbeurde/

falicheyttehopen/uptgantischer zielentot uuptdediepten roepe: Heerefoghpmweeuwelijck vanu verstoot/mnen gefchiedt gheenongheltjck/maer recht: Watkanickidan noch anders doen/danubwerechtvaerdieheprhoog teppij fen: maertreckt ghn unndanoock uptminedootivaerdi

ghequaedtheyt/ende weltverschulde helletot uin Christi omschuldigh leven/mp ghefchiedt genade/etdeick faluwe grondeloofe barmherrigheptmoetenp;pfen. Tig waer/ mijnefondien fpmgroot/maer Ugoetheptist grooter/want

mijne quaethemdtheeft beginne/ ende moet daerom oock epnden: maeralfoou goedtheptfonderbegime is/ alvan eeuwichept/foolis spoock medefonder epnde/fo dat mijn boogheptte gelijckenby utongemeten goethept nieten is/ dan een vonerken indezeeende afgrondt uwes barmher tichepts/maghdatidaerinvallende/oock eemooghenblickt blplvenbandende vooAwaerneen. Laet danmijncfonden heplighe Godt/in uwe rechtvaerdicheyt vermielt werden

wondt/straft/flaet/dootende verdoentmijne quaedthept/

maerktlevendighengesondt/in ende doo ugoedeendege sondewoodt/mjnarme ziele/niet umjmmaer uzielken/u fchepfel endeuepgendom/uoffereick datnaecktelijckop pe/fondermeer epghendoms dacraente behouden/fkraft

ofontfermt/doodt ofmaeckt levendigh/doet nauwegoede nietnamminguade wille/met ufchepfel Heere/inuwehan den beveclicklyf/zielende geeft. Föegtlievevxiendt/als wpalfoo upt Shertengrondtin

der waerhept/sonder -

-

alepghen gefoeck/ons selbe: 2.

- -

OVCC

-

- -


D. V. Coornharts

*

imvergheven: wie behoogen wpd an anderstocdan Gode mepndpoock/dat Godt danztinepgendomden dupvelfall

overgeben: zjnepghenzielkenverderven hetzlynewegh werpen waerlijck meen/ al hadden wpoock alleenfo veel fanden bedzeven/als van Adam af/ alle menschentfaemen

tot nutoe gedaen hebben. Ickfegge anderwerven/groot fpnonfemifdaden/maerfogrootfpm Godes barmhertig htden/datby defongemetengroothept/onferfondĂŠ groot heptklepin werden/niet W02den/jagantfcheltjck als roockt

verdwynen/ als mensedaer bp komtteghelycken. Biet vxiendtdefeldingen waerlijcktekennen/endeinonfcherten levendightegevoelen/bwenfhttoteenmieujaer/ endemieu levenu/allenmenschen/ende oockfichfelve.

B. f. J2. 52.

XVI. BRIEF,

Datt"verlatenvan hemfelve ent"quade , ende Gode tevolgen,Ă&#x;waer valt den onwetenden: maer niet die hemsel ve ende Godete rechtkennen.

Hiendtickmet demjme) groetenubenden herte lijck. Hierhebdp tweeboerkeng/vantgheloove ende Wercken. -

Christusfept/dathygekomenisindewereldt/mietom zjne/maerom zijn vaders willete doen. TDitheeft hp ooc

ghedaentotterdoodttoe/ons tot eennavolghelijck voo beeldt/datgebiedthy onsmette wooden: Berlaet dpfelf,

ende volght mp na.TDatis gefept: vliedt van tquade/dat ghpliedenfpt/ ende jaechtnat goede/dat ick ben/al den

geenendiefulerfwaerbedunckt/ kennenhaereyghen fot hep/noch Christi wijSheptniet. MBielvlietnict geerne van -

-

-

tgelte


Brieven-boeck.

*

t"geemehem vpamtlijcken verderft: ditsonsiepgenonver standtende wnlle. Lienden wpdat voox fulcx/t foude licht/ jaluftighvalente verlaten/maerwp achten onsfelfver standigendeonfen wille voo2 goedt/dus hebben wmaldit

liefende watmenliefheeft valtfwaerjaeonmogelyckom willighte verlaten/foolangement liefheeft.Overdander

zijde7volght oock elck geerne dengenen/diehem vzicndt

injckenfalightofbehoudet. Dat is Christiverstaudt/ende onderdanigewille Godes. Soo wpdatvoorfulexkenden/ fouden wptnietbegeerlyck na jaghen vijeljckjae. JAu achten winzijmeenvuldigeootmoedlichept voolecnfothent

daerom hatten wpt/moethetmietfwaer/jaeonmogelyck ballen/willigh.mate Jaghen/omte verkrijghentgcene unen bpandtljcken hatet Tact ons dan acht nemen op ons

moepeltickdolenwyfullenhaetonson verstant verstaen, danfullEwp onsfelfsoodeeleiepgenwillemiftrouwen/ ende willigverlaten/ eĂąalfo vanonsfelfgaende Chifum genaken/die onsfocckendefall verfehjnen/eitoug rechts weeghslepden totztjnen vader. -

IHetverstaen vanons onverstandt/is bp na onshoogfe berftandt/Want wat wp verstaen bp ons niet verfteente

fpn/daerinneenmogenwynietverkiefenwaerin wp niet enverkiefen/enmogenwyngeen ruft in verliefen/wamtdaer in staenwp gelaten/onderdelieve wille Godts. JAuacht ick/dat niemant ter wereldten magh waerachtelijck ver

staen/dathetlangerleven/hetveelwimmen/rijck gefondt

endewelgewillt/gheachtendeghehouwelijcktfpm/zc.hem goedtis ofquaedt. Die ditverstaeten begeertfulerniet/ diet nietenbegeert/ embedzoeftsich niet alshptontbeert.

Bieris ruft/rustfegtekindegoede willeGades/diensge fhieden wenfchthp/nietdezijne. TDitlaetons indenghe loove.meternstbenaertigen/endender waerhept bidden/ vande vaderdes lichts, diefaltgevenaldiefabidden/ooc Utl. endedefelfsoude vziendt,

E 3

XV II


* D.V. Coornharts XVI I, B RI E, F,

Vermaninghetot gelijck-moedlicheyt intfterven,van kinderenende huyfvrouw.Dat bekommeringhe omryckdom tbeste doet verfymen. Lofvan Seneca, die liever wysheyt ontberen, dan verbergen wilde. Aen Hendrick Louweriz. SpiegelTot Amsterdam. Erlangen/fept men/doetvellieben: maerhetdoet oockwellecden vziendt(anderick ) mepnick.Jift

nietleedtlangliefteontberen Tangehebitkont beertulieve bieven: maerick hebdiemetgheenlanglcedt 1willen befupren. Mubzenghen mp dieonbefuprtmethet

leedt verlanghen/eenlangliefaenloerfeltot verlanghenna - meer. Maerick laet mp van geentegbenwoodigh/ende

fekerleedt/omeenichousekertoekomende liefvangen/ko

men hier meerfulcke bzieven/diefullenmy lieffpnintge mieten: maer wilomt verlanghersleedttekotten/mp den lieventijdt/die hupdenheet/nietilaten verdieten. UBaertole

ditlanghe voopel Waerlich het komtuytlanghena fmaeck vanufchzijven/datheeftnup een vzolijck lief fonder

alleleedttoegebracht.Taethetunietleedt fpn/dat mp niet lecdtis/u vernicude leedt/doot vollghen Want nieuwevant

oudeliefdochterken/weler liefmeerder was/ omdathet ouder was. TDatmeerderlief wifghp fander groot leedt telpden:dug betrouwick/dat de verfehe oeffeninge uniet

achterwaerts enheftdoenleeren. Ditfeptoock u brief, foudcick danin utoencminghc vanfofeltfanne gelijckmoe dicheptniet verblinden feltfacmfcgiek/wamtdefotteme

nichte mecnendedat.fulckedoefhepteerlijck/natuprijck/ jaenoodtlijck is / foudcnuomrufteltjck haerft verdiet vernydende/nahaerfotheytonwns ofonmatumzlijckach ten. Ick achtditalanders/'tis wijfhept met denminste

quets telnden/datnietmogelnckiste vermieden. Doef hcpt guctt/wanthetisongerechtichepts

er: CHE


Brieven-boeck.

39

lijcke straf/oockist angerechtichent/den milden leen-heer/ tot zijnvermanen/tgheleende niette willen wedergheven. TDit doendeghemeenefelfquellers/ elekepghent geleende goeden/dieknooptmen vaft aent harte/als dandepghe naers machtighehandt die wedertotfichtrecht mocthct onrechtvaerdighehert mietfcheuren/met treuren. Laet de fottenspotten/deught moeten die bwijfenpzijfen/maer wat

behoeft dedeughdeanderlunderpijs/als sphaerfelfs al derwenfelhelixstelloonis. Ditbevint ghy,ditweetghp/cñ ditvertelle icku/ist ooc watanders/danofick mijn vient fijnenname wilde leeren kennen. Welaen/ghn hebter vpf

geoffert/eeniffer ugclaten/gcen wafferubeloeft/ghn hebt booxdeelomte dancken/gcen fchadeomte klagen/foolecft hethenneken noch / ende moghtmeerfehdon kijckentjeng

berwachten. Maeroock hetontberen/jaeoock het wegh memenvant feste/ vandelieve moeder/immers vandeva

derselve/dit voodencken/doetint worden minfekrencké, maecktlos datvatis/vanal dat eenlastis/doo vees vanteverliefen/tgeenwp blindelyck verkiefen. Defefaken werdenbovenaldieich hebbe gelesen/ treflijckghehandelt bp onfen Seneca/oms feggeich/nu ghy hemoock begintu fälfgemeentemaken. Datsweleen vandeeerlijckelusten/ die ickuptdefeuwebievenin mynhertghevoelt hebbe/de kenniffedieghpimethemmaerkt/faldonf vernieuwen eñ bergrooten. Ick heb hcm lief als eenfonderlinge luftma kerterdeughden. Hebickhemudaervoomoptaengepe

fen/dats münfhuldt/die fuler aeneen vziendt verfummt hebbe.TDatghp hemmupyst/dat doctugoetootdeel/t welc etpijgwaerdigepxyft. Geefther de Beere/dat wphem omtpts tefaemen wat lesen: hetfalons beydentenmeer verlustigen/om datelck anderzinnutonderwijs vanher tégunt/maerickfox geleeft ghp hemdickmael/eerick daer

wederkom (foot Godtfähickt) dat ghpfo verleckerenfult opdiefoete wijn/datmijnonfmakelyek water/unietmet allenfallfmaken/maereeruptbaké. TDoch is diteentwen fchelijckefo2ghe. WBantdaer Senecafpzeeckt/falick, weil fwpgen/maermetubegeerlijck mafijn

sondern


*

D. V. COOrnharts

verlopemp.Houtstalpeme. MDameerfoudeickbeydemijn vxients bievenbeantwoorden.Doch vergeefierdepenne/ datfndes afwesendetonghenstathouder wilwefen. Ick mochtvanhertenlpden/datdelichtgeladen vankinderen/

endefwaerbeladen van have hemfelfwat ontlastevande fchadclijcke/oftenminstenounodighemocyte: omtfcheep kenzijns gemoedts wat meerte beladen metde ware/ghe trouwe/ende onverliefeltjckerijckdommender faligh-ima

kende kenniffen. Petis wonder/demenschenlieven woe gende kenniffeint verstandt: maernict genoegende deug deindehandt. Derstaen/fonder doen/ig hongherenfonder

eten: flienfonderkennen: enbegheerenfonder hebben. Hºp foudekeur hebbende tuffchenfilveredaelderg/endegoude dubbloenen by thienen/ofbp dupfenden/aenleenighe koop

manchaptewinnen/fondertwyffelt hebben vanhondert dupfent goudendubbloene verkiefen: boven den wint van

tienofhondert Jochim daelders. Baegdp hemofwaer

achtigedeugde/overmits haerbpblyvende vzeugdebeter fp/dan veel goudenbergen/ick bemfeker/de deugdefallbo venallet goudtintoodeelfjns mondts denprijs behalten. -

JT2aerdegeldt-gierighehanden/makenmeet elex mondt

kennifferte schanden. Is datniettebeclagheninedelever standen voopnemelijcken infulcken natuprijckenefiede lenverstandt/als ich afpzeecke, als ickufo gelijck van fimen vensche/als hy uvan verstandeis/ denatuprheeft hemaenughekoppelt /de verlichte reden heeft hemmetu

verfeldt: endehetryckeonbehoeven heefthemumedeerfe genäen gemaeckt (ickfwijgefin nagevolgdevoofpoedt) Och difhenn nocheens deluftter war er deugdé/uvademe cum,u gefp/ake/endeUwedt-Hooper maccktenagoedthepts

verkrüghen/dat waer een wenfhelnickelust. Danfouden

haet vanfelf verdwynen/diehinderlicke onleden vanftin dijeretydttebefrden/int bejaghenmetmoepeltjckheden/ vanfoo veeleinkomften: dathy d’ellendigstemenfchfou

dewesen(als oufe Senecavaneenemagheremiereinveel

vetsieggendeverhaelt)indienhyfelfalleenderentmeester bauztjneinkomstenmoeften wefen, TDaer istueerste

'

Ondief


-

Brieven-boeck.

4

ondieftverbrieft/ende doominenAlchemistheken obenf vermenicht/dat spurupm woodenvooletterengheeft, behalvende vergeltendanck-fchuldt vantijdingen. "Maer

waer verliest de Heer finrecht darnietenist, ick heißt geentydinghenomte beralen/ ausbljftghpterecht(foo ghpfght). mymtijng-heer. Indianderfchuldt wilickniet gehoudenftjn/want ick magh betalen. TDie spoke Senec:Van lieverdewijfheytte derven, dants

verbergen.Hebick altjdtgedacht/fooick nochachte/vooz eenvandalderedelsteende Christelijerste spoken/efitwil

felenter/hpensoude die lichterlick verdedight hebbenvooz vastewaterhept/ wantichpdtootwildar hiernubestaen. Bieris in mpghelooflijckdatuongelooflyckfähijndt: ein ditiseen vande luftigtheongelijckhepden der vzienden/alg fert oftertieindemuftick onhaereveranderingelustiger/ danquinten ofoctavenvallen. Pootnudefen omgeleerden ta elman, Geuece des geleerden mansº woodthouden. TDe

state dieses geschils/is vangoedttegen berers vergheltje kinghe. MByfheptis goedt: maerliefdeis beter. Tithou deickdemeyminghe van Genecaindefente wesen/ditmolet - nufpnbewesen.

Hetepnde/tottweiler verkrügenheit middelfichstreckt, ist beterdant middel. MByfheptisemtddel/totgocthepts ver meeringhe/wamtdooz haer komtmentotgoedthepts ken niffe/liefdelende verkrijginge.TPerliefdenaertiseenlufti

gebegeerteomtgoedtdatzpheeft denbehoeftigendeelach richofgemeentemaken. Het derven vanzinbegheertete bolbzengen/is doefzepts oofake/tis minder quaetmiet/ daninstadigerdgoefheptteleven/doortstadigh dervévamt

begeerde. Zumaghmenfoovepnighware wijfheptfon der behulpfameliefde/als defefonderware wijfhepthebbé.

Ditverstondthpoock wel/efifoudedaeromlieverdewijf - heyt(ineenflechte onwetenhepr)ontbeershebben: dange

momendathetmochtfpn) devolycke endeweldadigelust derlief den intmutspn vandeonwissentederven: endedaer teghemdoofulckder veneen stadighedzoefheptte hebben. WPanthp achtdatbeteris

televen / dann niemandt

'

All


-

D. V. Coornharts mutteleven/fichfelfaleenteleven/ende eenomutliditaen een lichaemteleven. Of(wildptfo hebben. Hp haddelie berwepnighwyfheptmet weldadighe liefdeintghemeen

maken vanhaerfelvetehebben: dan hologe wijfhept/maer

vzuchteloos/omut vooz anderen/ende epghenfoeckelycke wetenfhap. Dat heetd'apostel/dat wpternavolginghe

'': vandendadelijcke leeraerderliefdem/mietonsflf/maer Pong naestenleven / niet dat onefaecken(want fmler der *** liefden aertnietenis) maerelck dat eens anders is. Solo dzaghendefchapen haer bvolle/endegevenhaermelck niet voothaerfelf/maer voog anderen. So voedt dezee viffche/

daerdebeeten/delucht vogelen/endefoogheeftde Sonne warmte endelicht/niet voo2 haerfelf/maer voor anderen. -

Soo ick onem Bencca mietgenoeghheb verantwoodt/ick bentotduplick berepdt/indie alderluchtichte/alderbefte/ ende aldernutte spzaocke dieick kenne. Istmietdebeste mensche dic demeeste menschennut ist nut(feg ick ) int mededeelenvandeialderbestedingen vandewijfheint van deliefdevanzaligheiĂźheerltickt wordenin wel-dadichepte irk kanderqualijckafhepden/foolicflijckendeluftighis defeedelefpoke. TDatsdaer. Jekalchenmiftfceral weder met wooden voo letterentegeben, maerdatlustimpte doen/daeromfalnutin viendthetiefen(ditweetick ) niet onlustich vallen/van zijn luftige leer-genoot/diefotochtich ignau als ghpuahen mocht fpm/ nietteghenstaendeickt hiertweeofdiepaerlenvanleer-ghenootenhebbe/ tot.de

welckeick (immers tot cen)nict anders dan tot u/ mijn gedachten opentlijck derfwtfpeken. Bfchzijven/datu

tochttotmijnkomitedaer / meerder foudepndanuom

fichtichept/gelooveickniet. Jinkerekelyckefakenimmers twiftfchriftenist mijn opfet gamtste verfommen./hologe

moodtuptgesondert. Baert wel.

xv111. BRIEF.


Brieven-boeck. XVIII, BRIEF,

Vermaningeomgelijck-moedichtewesen, intafterven van eenliefwyfofkinderen.

IHiendt. Ick verstae/dat de Heereuvannieubvg. verfocht heeft/inubeminde bedde-genoot/eü oocle imulievedochter/twelck by umettennatuprijcks ooghe overwegenfinde/ougetwijffelt/fwaermoet vallen: wanthetraecktubloedt in udolchter/ciufelfslichaeme/ -

imulhupfvouwe/ met wien ghp eenft: INHaerfooghn tooghe des gemoedtsopenende/indesehepifacmeverfoer kinghetaemmerckt/endefpootdes Heerenliefde(diezijne bemunderastpdt)immers dooykot lpdenvan den quäden verloffende/voertinteeuwig verblpden/enkanicknietge

loven/ofditliefen overweegthet voorschevenleedt so ver de/als deeuwige vzeugt alle bergauckelijcke teibovégaet.

Betscheenfwaervoo? Hoe/vooz Albaham/voo! Toth/ei vooq den kinderen van Ifrahel/haerlupdenoude kenniffe vxienden endemaghen/vaderlandt ende vleefh-pottente verlaten/eimethun veynighenineenarcke/veemt landt/

woetgeberchte/endebodem bandenroodemeerte treden/

maeenonvzuchtbarewilderniffe. Maer alledefwarighept wert verlicht, dooy t'vinden vanden Heere: dienergeug ent

wertgevonden/dandaermenmetterhertendercreaturen trooft verlaet.TBit valtmietfwaer voor den gemen/dienaer

eemigh betrouwenheeft/opdes Heerengetrouheptinfjne beloften: want watlast is deloghente verlaten/daermen waerhept bindt Dithoudeickghewiffelijckinuzijn

' nute hebben/mietnadenletterschenverstande, ineenpdele verbeeldinghe/maerdooz wackereoeffeninghe imlevender waerhept: daerdooz u. E.altevogen/ alsghn ' zistumnate volghen/defaerdtscheliefdeverla tende/wijfkindt/vziendenendemaghen/geldt endegoedt/ oock uepghenleven den Heere opgeofferthebt/ende alle tfelvemetlofferherten(als ofgibpalledatnietenhaddet) F2

indem


*

D. V. Coornharts

inden leerehebbetbefeten/datistfelvealles ghettovem hebtecrghp sterft/ on dat mute commenfterven altmoodt ig. Alfomepnick oock/datghpuwer hupfvouwen ende Kinderen welvaren niet vpandtenfpt/ende henlupden niet enmifgondtverlotte worden wten kercker des lichaems/

ende wtdecs benaeudeellendighe endefoxghlijcke teghen woodigetijdt geruckttewo, den vanden Heere/nietineen vzeemdt/eenfacm/woeft-landt/maerinden Hemele/voort lieflycke endefalgheaenficht des alderhooghten/omme tfelve eeuwelijck met onbedenckelijcker vzeughdenteaen

fchouwen. Alist dat ghp eenighghennack/gesellschappe, dienste/hulpe endetrootfähijnt temiffen/indiendie Heere haerlupdenthupg haelt/pfullenongemack/moepte ende ellendeuniffindefaitighfpn: endeghnt"felveghelyck-moe delijckinden Heeredzagendedeugh.de/endedooy dienrufe uwerzielen wimmen hier undertydt/ ou nacmaelseeuwe

lijck methaer lupdenteverblpden. "Dat gomeu Godt, diedes berepdtis/ indien gibymu wille onwyg en quaedt kennendc/defelveverlaet/ende wterherteninder waerhept kout fegghen/Vwillc (ovader)geschicde.

-

- -

-

-

-

xx. BRIEF.


Brieven-boeck.

X IX. B. RI E F.

De doot vooroogente hebben,daer toebereyden door rfterven van eyghenwille, sich Godewillich opte offeren,en willichleyden. Atem Dirck I. van Montforr.

Aerde oudtsteherts vziendt/u. I. gefontheytalle diehoozeit geerne/tismetionsmedienavensch.

TDe Heeresplaf Hetfähiclyck stervenuwerEds JRichteis nietvzeemadt unaer bvel.Datwynouden

beelsulexgefienhebbende nochoptenomsekeren monghen, oms verbeteringhe wtstellen. MBien ist nietinfjn macht gheftelt/fichfelftertondrmet Godete versoenen/ mits fichinderwaerhept metlifendeziel Bode opte offeren/ fegghende van harten: uwilleghefchiede fooint straffen, rechtvaerdelijck, alsintomtfarmengenadeltjck vanu/met myn/ztele/ende epgendom WDienistinzijnmachtghestellt dekoute desdoodtsheenooghenblickte doenverbenden/ omfuchtothetwel van hiersehepdiente berepiden daen staendeupreis onleecker/ ickfwijgedaenstaeude dagh/ maer denu/ditooghenblick./dat voozhanden is/datisfe ker/ laetons donfekcretjdtberlaten/desekeremet ernst aenvaten/endebzupckentoner baten.Elck umrmaghons lete worden,so fpmuveelanderen is/onderditmijnschzy venfterven hiereffidaerveelmenschen lactonsnutquaedt terven/fooleven wptgoede/dats Godenawenschen. TDit vernmoghen wpin Godeuntgenaden/dit doendemachonst gheenstervenfchaden. Diefün wilwilligh will sterven/ hemmagh gheen sterbenbederven. TDefe will venschicku oock MB. die fjnepghen wille moet dooden/offpfalheim

dooden.TPoothy haer hy doctrecht/maer doodtsphemhp

fondicht/endefallsüchfelfterliefen./fjnsvpandts/dep gilzen wille/onwyfyck

n TPitraedthemafupt my

REN

-

--

- -- - -

-

--


*

D. V. Coornharts

nenname, diehemviendelijckgroete/ende heimgeernege holpenfaghe. Hºpfelveniet de medicijn/vermagfuler doox middeldergavenhem van Gode verleent/ditsfuier van

fijnfiecktemijnbeduchten doolick/datfpumagh/hp wect dat endefaltmp welten besten kommenafmemen.Aengaen demynwoonenallhier/maecktmp soo weynighonruftin

mijngemoede: alstdie van R. lofmaeckt inhaergoede name/ten waredatmetdes wereldts verkeerenint argste

fchandeineere verkeerde/datrecht wepghereneer wode: llekeng-rechteerwozde/ende dat d'onfhuldighejawel

verdiendente straffeneer wode. Jaer wat anderen doen ofachten/staet bupten münder machten. Epghenquaedt doentempden, anderlupdeuquaedt doen gelijckmoedich telpden/endeom wel-doens wilin fehandente verblpden leerdtmen doo oeffeninghenende triden/datvermöghen die menschen die Godes miethaer epghen willevolghen.

Ditlaetonsdoen/ditstmiddeltotrustenmiddenindup findt moepten. Bierimevermoghen wp meer als von Mepnen/begintnumet Uloudebziendt.

JA. HA

XX.


Brieven-boeck.

47

xx. BRIEF. Datmengheloove moethebben,om in Godeskracht "tquadeteverwinnen.

-

S“ “: e/foo valfeh alsghemeenfinde/datghp -

Ubziefmpfpdt) in

u/die opi

twiffelt/jaevertwyffeltaent verwinnenuwer vplan den. TDitvertwyffelemis nutjae oockmoodtlijck/altmiet

vorderstreckt/danop uepgen verstandtefikrachten: want

danendemieteerwerckt Godtdie verwinningeindenghe loovigen/maermietin demongeloovigº.Indengeloovigen feggeick/ die daerfoogantelijck aen haerfelfvertwife len/alsfpvatbetrouwen/datGodt vollbpenghenfal/rge

ne hy belooft (Wuc. 1. 73., 74.) Ende dat bp Gode alle dinghen/oock diedemencheonmogeltjck acht mogelyck fpn/wamtfodianighenenisºnletalltoogomogeljck(Mat.

17.20, 19.26. ) gemerckt defe/foo welweten wiemet, als wie tegenhenlupdenis. Aiderbefteman/jstudanfo.oon

mogelückte overwegendie krachtenvan uhulpereffiaen vechter Overdergheloovigenzijdestaet/diealmoghende

Godt, dieverwinnendeheldt Jesus Chziftus/de getestdes ferckhepts endedie vzymakende waerhept. Dlieve wat bermoghen hierdoch teghen: diegodt-vluchtighedupvel/ .

deverwonnendoodtendehelle/des vleesches kranckhept, metdie nietigheloghen - bwat vermagh dedupvelteghen

Gadt of wat vermoghenhebben daodt endehelie teghen heurenverwinner Jefum/ofhet krancke vleefäh endela gen/tegend almogendegeeftende vaerheydt gelooft CBo

debovenmenschen betrout Godes waerhept boven der logemachtige menschen versieringe. Peeftniet sghp klepin gelovighe/daerfonder meermetions/dan methenlupden/

(4.Lieg. 6.16.)maer denektmet waerhept.Is Godtmet ong/wiefalteghenongfu.(liom,8. 31.) XXI.

-


*

D.V. Coornharts xxI. BRIEF.

Wathetgelovefy, zst

deffelfs

-

werckinghe ende vruchte.

W Aerdevient/ende methertenbemimdeboederin den Heere. Ick endemyn gefeifchap gefondtfpn

de/groctenu allen metwenschinghe vanontwo dinghe alleronwyfer/ende verkryginghealder

goedebegeerten. Amen. Rietfuttel verblpde mphet verstaen vamualderlijf lijckerwelvarenthept/maernoch alveclmeerhetaemmer ken vanu erntelijckebeso?gingenaderzielen gefonthept: -

dieick gewisfieinuwebegeerinickehanteringhevant ge sondt-makende woodt Godes/derechtemedeeijnderzie icn. Hiernafieickmetlusten/uherten wenfhelijckluften/

endemoetdencken/datuwehoochsteifhatdaerfp/daert hertefostadelijck toleisstreckende/ootmachickniettwy fclenhpig bp ulupden/inwiens nameghytefamenkommt. Beroerende nude bzaghe: wathetgelove y?daerderefolu tion op was: Dat sich niemandt desgheloofs rechtelyck magh beroemen, dan die wacrachtelyckt"quade 1nfichfelfont wordet, ende in Christogoedt wordet.'thaddedefe meeningehoe wel metandere wooden) Allistnufoo/ dat andere defe ant

bwoodeimpertinensfouden achten/overmitsfpmieten ver

claert/wathetdinckfp (tweick devzaghe was/maeral leenlijck watdes dings vzuchtefp/fo machtmochtang. mp geenfins gualijck behagen/datinnennabolgendedes waer

hepts leere/denboomaenhaer EvzuchtèleertkennÊ/twelle ulunderbefluptindefendoet/ende rechtinneheeft. TDefe ulundervzagheheeftmpfoohoogheeertjtsterhertenge gaendatick aletlicke jaeren voozledendaerafwatgestellt hebbein geschrifte/onder defettweevoopflaghen/nament

lijck: Hoede menschgewis magh comen, te weren, offynghe

Ioove recht danvalfehlende foohytvalsch bevindet, hoemen geraecktaentware geloove-MBelckmingeschrift(dasrtoeval lende

------- -

------------


- ---------

-

Brieven-boeck.

49

lende faeckenbehindert/ icknochnietigheheel volmaeckt hebbe/eitig genoemt/Den toets-steen vant ware geloove. Tot

ditfähivenbeweegdemphetfien/datelcke Sectaris sich voedt maect/het ware geloove alleente hebben. Jitemdat

Christusfept/die mieten ghelooftverdoentfalfpn: Ende dat dapostelbeveelt.Ondersoeckt ufelven ofghyintgeloove “

fytproefghyuselven. JBaerditalles overgeflagen houde" ick hetwaregeloovetefpn:Eenfooherteljck als ontwij felijck betrouven/dat Bodes woodt/foowelintrecht

vaerdichdzepgen/ als intgenadighbeloven waerachtich/ endedat Godt(wiens woodtditis)rechtvaerdich/ghe nadichendealmachtich is. MDantonmogeljck istdatfulckt waerlijck injemanden mag fpm/ofdaerenmoeten

wtvolgen/uwe voofhebenvzuchten/vamont derquaderendedeelachticherder godtlijcker

natupren/foodardeoude menschelterft/efiindiens plaetse een nieuwe aardt/oodeelende lufteinde nuenfthe (niet ge

waentmaerwaerlijck) woldtbevondenendegenoten/alg diedaminder daedt bevoelt/dathetiquade/"twelck hemte voozenlustede/dathy.tbanfelfsfonderhope vanloom/jae

metvzeesenvan straffe dede/hemnufulckengrouwelende walgingeisgewogden/datshemmieten magh luften/ende

hpoockomgheen loonfoude kommengedoen: daer teghen hemhetgoede/daer afhem infjmenouden aerdtwalchde/

fqo lustighende liefig/dathptniet alleenfonderloombe gheerlijck moet doen/ maeroockmietwtveefe vanfraffe maghlaten. Doch heeftdit ontworden vant quadeende

wodenvantgoede (twelck de Peplighefchziftnoemtden oudenmenfchfterven/ende met Christo verrijfen)zijnbe

gime/zinopwaffinge/endezijn vollmaeckthept. Tuffchen winterendefomerisdelenten/tuffchen machtendedaghde fchemeringhe/endetuffchen kindtshept ende ouderdom

medejonghelingschappe. Hiervergrijpenfich veele bp ge bzeck vanonderfthcpt/fichfelfte hooghe stellende/eñwo2

denvoeghmeester/maerblpven langeknecht. Ende waer hier afveeltefegghen/ oock hoemenkomt aendefe waere vernieuwinghe/ende aentware geloove/ofdemenfchedaer G5

Cockt


•

D. V. Coornharts

oock pettoedoet/endeimdienjae/watzt.metmeer andere wichtighe/doch nuonghebaegde (ende dacromhier onna

dighe) faken/dieoock wattelange vallen/endemietfovep lich omoverveldt tefenden. Daerom ick umet dit mijn schijvenniet anders heb willentoonen/dandat mp ulup derdoen vanhertenbehaeght/dat ghpnodigheendenutte fakenhandelt, endedat ick die dickmael betracht hebbe/ herteljck wenfehende/datghy hierinnevooptvaert/ende verlicht moet worden vanden barmhertighen vader des lichtg.,MBiensgenadeghp wogdtbevolen/o waerdevzient.

xxII. BRIEF.

Vantgeloove,watter gelooftwert,hoedanich de recht eloovige syn, totvercharinghe vande proke (1. Ioan. 5. 1.) Alle die gelooft,dat Iesusis Christus,die iswt Godt geboren. 3p/bziendt/welkennende mijngoedt willichept/ maer qualijck nijnearmoede. Begeert van nnp een gifte/dienmoghelijckis boven myn vermoghen: te verclaring wetcm he vandewoo der 1. Ioan. 5. 1. Wie daer 2, Noa. 1.1 "gcloof dat Iesusis Christus, iswt Godtgeboren. TDoch nadien

aentrechte verstandt van dienveele gelegen/endemitsdien dievzagemutjaenodichis/en hebbeicknietkonnenlaten/ daervannamyndergavĂŠkleenheptu. l.'tguntickhebmet tedeplen/onderverbeteringhe/teweten ditte. Ick vinde watzwarigheptsindesengelegentepn/te wettendaerinne Gfhier wertgefpokenvantgeloove/daer dooz Christus

wertaengenomenvoorde wedergeboote/danvant geloo vedergener/daer Christus nualaenghenomen/endeinde welchedie wedergheboote mualghefchiedtis. Peteerfte dunuckt


- -- -

Brieven-boeck.

- -

-

*

duncktimpubwe: maerhetlaette weetick mijn mepninge tefpn.TD"apostelenfähilft hierniet/als inteerfeCapittel

zynsEuangeliums/datfule gelaovermacht verkrijgtom Joa.1, 1.

eenkind Godesofherbozentewozden/ofdathylherboxen falwozden/die gelooftdat Jesus is Christus: neen/maer dat fulckgelooverwt Godtgheboxenis. Als willendete kennengeven/datditeenpzoefftuck ofmerck-teeckenf/

daeraenelekmagh wetten/ofhp oock wt Godtgeborenist danmiet. Alsoo vindt men eengheloofdat den voorgangh

heeftvoorde wedergeboote/te wetendaerdoo demenfche Jefumaenmeemt/in welckaememenende vereenighendie wedergeboote gefchiedt. Ende ooc medeeengeloove doch omepgentlijckgeloove genoemt) datnade wedergheboote

konnt/ dwelckdoo haer klareendeghewiffe kenniffedes

goedts/met sichbenghtwareliefde. MBaer afende niet vant voogaende d’apostel hier fehlinttepeken in mine ooghen. TDaeris numijngevoelen eenvuldelijck verklaert/

omtwelck oockte bewifen optkotte moeten verklaert werden diedzije stucken/indefe wooden Joannisbegre

pen/ namentlyck/1. 'gelooven, 2.watgelooftwert,3. ende * * * hoedanighfulckgeiooveris. Bantwoodt geloove/vindtmen( benevenmeer andere) hetcenc d entweerele pebetekeningen/foodat ge- nen onderschep ndanwterlnick t wt hetagehoog/tf ofinnerloofvoortkom -

-

IO

lijck/maer"tander wtblondervinden. Teersteig een vaft Pfs.9.10

betrouwen tamdereenfekerweten. Dat is omditswille/"2" maerditmietomdats willen. WDantmen ghelooftomon derbindtlijcktemoghenweten: maermenweetniet-onder bindtlijck omtfelvetemogen ghelooven. WBant watmen weet/enmagh mennimmermeer ghelooven: maer "tgunt

mengelooft/maghmennoch welweten. Dieteersteheeft/ magh Chziftum weder verlaten/somen machfenaenleent- ä ghec Jongeren Christi,die dootdwterlijck gehoop/ende“

oock aene Petrum/die doot innerlich gehoo geloofden/mat“ dat Jesus waer Christus. Maerdiehettweede/dats die “ ondervindtlinicke kenniffe heeft/enmaghnietafgefchepiden nomiss,

werdévanJesu C bis --

es väflich felve sehr 2.

sass, d

\


- D.V. Coornharts

OBal,5,6,

wantheteerstegheloove heeftmaer bloote getupgheniffe sonderliefde: maer hettwcedeheeft ondervindtlycke ken miffe/ endemitsdienoock onaffcheydelijckeliefde/diedaer ig eenonderhouttervandegeboden/endedaeromnummer meer Christum magh verlaten/den weltkenong devader gebiedttehooxenende volghen/van welckondervindthijck geloofnualverfelfehaptmetterliefden/d Apostel St.Ilan hierspeecktfodenaestvolgendezyne woodentot hetvier

deverfettoeopentlijck verklaren/ende geenffingsvant ge WLuc.4.3.4. Mac,2,9.

loove/dat diefondarenghemeen mogenhebbenmuettedup belen.

Dats gefepdtvantgheloove/waer vannukomendeop.

"tgundtghelooftwert/fieickte weisen Jesus Christus/te weten dat diteenfelve perfoonis: datis / dat Jesus die Efai,53.

falighmaker/diena den vleefhe/fonder allen behaeglijckĂŠ fchyn/veracht/ellendich/ vollpdens (infummaeenman

Efai,9,

der fmertensig)oockfp debeloofdeIHeffas ofChristus/

wiens namefoudefin wonderlijck/cenraedfman/Godzc. wiens rijck foude wozdemverb2cedt/ die opten stoel TDa vidts foudefitten/ende (metten kotten)dieniet verach

telijckendeklepn/maerheerlnickende grootfoudewesen: alle twelkenietin den vleesche(food apostelenoocklan ghedzoomden)maerindengeefe geeiltelijck gefchiedt/foo #" rijck oockig mietfichtbaer/vander vereidt/maeron ¡ftenlijck indengeefte. Soo wie nuooc gelooft/dat defever

achte/ootmoedighe/ellendighe endeltjdtfame Jefugoock fin dieheerlijcke/hoogh verhevene/faltgheendeoock over bwinnende Christus/datig: wie gelooftdatmen waerach telijck dooz verbmoppentheptheerlyjck/doozootmoedichept

verheven/doozellendefaligh/endedoolpdtfaemheptvic toxicus wertin Jesu Christo/datis: dat defe vondende

falichmakerJesus oocmedefp diefalvendetrooftor Chzi fus/die neemtheumaendooz dit gheloove/ende verkrijght

daer doo2 macht omdoo dit aenneunen ende vereenighen

metten eenighenfene Godes / oock felfte wo den een Noa. 1, 12, kindt&Bodes bwt-ghenaden,

"twelck Christus isvanna

tupren.

ZMAaer


Brieven-boeck.

53

32aeromnutefegghen/ hocdamighde geeneis (daer St.Janhieraffchzijft) foo wiealle oefedinghen/ foo wel die werckinghe vandenfupverende Jefu/als van dever eenigendeChristo geschiedendewtondervindtlijckhept ge looft/of(omepgentlyckte fegghen)ontwyffelijck weet: TDefebevonden hebbende eerstdie wonderlijcke weldaden/

diedegene die gebaertheeft(de Bader) hemnochvpandt spnde/heeftbewesenundengenendiegebotenis (defone)eñ vootsdaerwtopgestegenfpnde/tothet waerachtichaen fehouwenintlichte vandehooghe waerdighegoethept/eit

onuptpçekelijckevriendtlückhept Godes ende Christi/fa dathpnufeteifmaeckt (niethoot ofgelooft)hoegoedt

-

endefoetdatde Heereis-/ bevindet infichfelvedoo defe Pº

ondervindtlycke kenntfe/dat Bodralleeneenware Godt„. ig/ende Jesus Christusis/dien hp gefondenheeft/fodani gheliefdetor Godeende Christi datdefe onderhoutterder geboden/oock dengeboden Godtsin hemonderhout: daer innedathy met geheelder herten effiziellenliefheeft Sode/

endediewt Godefpngeboten/(food Apostelfept)welcke

liefdeinfach behelfer den gantischen weit ende Propheten.„„, Aentbevindenvan welcke wareliefdeinhaerenherten/fp “ lupdennietminfckerenfpn/dat fpwt Godefongheboxen, danpemandtdiezijnhandtbxandet/sekeris datdaer vper ofhettenbpofaenis. Ick wode hier afgeruckt, was doch haetteepnden, moetnuepnden/ metviendticken groetel.

-

-

- -

-

-

--- ----------------- - - - - -

- --

XXIII


D. V. Coornharts XXI II, BRIEF.

Vanwaregehoorfáemheyd.Verclarendehoeverreeen Christenin defenlevenmagh komen. Enofde deurstredene veylichen inruten is. Anno 1578. AenCorn. A. Boomgaerttor Delft.

Briefkenhebickvxiendticke C.Boomgaertont fangen/endefoo geerne geflen/datujonckhept fich methetbeste deelbekommert/ als ickfekcrweet/ datderzielenbovendes lichaems goeden waerdichtespn. Dvagenfonniet kurieus/maermutendenodich/dug mag

ickudatniet qualijck afnemen/ nnaermoet udaeromte meerliefhebben.Curieufe vzaghenfint/ofdieniet noodig enfpnendeonfichtelijck/ofdie ons verstant telhoogefpn:

als ofdelHeere intdal Josaphats faltenloodeelkomen: Hoelanghe Aldammet Hevaintparadijs bleven: ender gelijckenmeer.CPfte waersmGodt welwetendedat Adam

"tgebodtfoudeovertredé/hem tgebodtnoch gaf/van waer diehovaerdigheghedachten quamen indendupvelenvoop haren valle/met anderemeerfodanigheonmodighe/ofalte hooghefaken: fulcke enfpmgeen ubwetbweevaghen/want

hetonderfoeck vandien/ende de wareantwoodedaerop elcken welmut, maer niemandtschadelijckenmaghfpm. Immergfin fpm veelennodich. WBant niemandtmagh fp néganck rechtfrieren./sonderte wetéhetepndefjns wegs/

tewetendeplaetfedaerhin begeerttewesen. Ende qualijckt maghpemanteen begeerlijckenluft hebben(diedes wan

delaers moepten alleen moet verlichten)tekomentotee nigherplaetsen/sonderte verstaendlerusteende verplichept diementaldaerna dergheledenmoemtemis verwachtende. TDefe fakenbepdefpnbegrepen inubwettbweevagen. MDant indie erste vzaegdp:Tot wateyndedie Christenpelgerim in de

lanlevenmaghkomen, endein detweede:Hoedanichdateynde 1Sa.


Brieven-boeck.

55

is,te weten ofdie doorstredeneveylich, ende dievoll-wandelde inrutenfy. -

Alhoewelick nutotbeamtbwoodinghedesertweevza

ghenuwelfoudewenschen eenen Paulum/ toteen beant woodervandien/als diein bepden verfocht was/foo hp eenengoedenftrijdt gestreden endetveldtbehoudenhadde/ endezijn wandelinghe/noch in denlichaenelevende/dieal haddein den hemele/daer geenomrusteenis noch aenvech tinghe/endemutfdien wtondervindtlijcke waerheptu hier op antwoodegevensoudemoghen. So enhebick gevzaegt finde/mietwillen malaten/defeuwe vzaghente beantwooz

den/mietwtverfochthept/want ick geenvanbepdennoch berepckten hebbe/maerwtdehopemynggheloofs hou dende/dat van Godesghenadein Christo Jesudoofpnen geest der waerheptdiegeloovighemenfhehierter wereit maghkomen/tot eenfoo warenendeoprechten onderda

nichept Godes/dathy Godes wertvootaenwaerlijevol bzemgt/daerinne/dathp Godtbovenal/uptalzyn herte

endekrachten/endezynennaesten als hemselveliefhebbe/ endedathy also dooz liefdeinChristo uetGodevereenicht

fpndeveplichis/rustichis/ende soheelfonder aenvechtin ghe/alsdieooghappelGodesfelve. Begeerdngrondt effi redene vandefemtyne höopete wetten/fonleeft vandefebe

loftenvangehoofaemlhept:

Deleereu Godtfaluhertebefinden/efihethertenwg“ faedts/dat ghp den HeereubvenGodtliefhebbet vangant fcherherten/ ende van gantfcher zielen. Eze. 11. 1.20. 36.25.-26.27. 2. Thef Z-5- 1. Thef:3. 12. 5.23. Tuc. 1. 75. Phil.2. 13. -

Pandeveplichept. MBp weten/datfoo wiewt Godt Ioasis geboxenis/dieenfondichtniet: maerdiewt Godt geboren is/bewaerthemfelven/endedeboofeengenaerkthemniet. DLut. 1.74. Zeph. 3. 13. JAich.4.3.4. Oze.2. 18. Efa. 35.9. 26. 1.2.3. 32. 17. 14.3o. Ezech.34.25.28.

TDaerfiedpmaereendeel(nergens maal)vandefpo ken dergodtlyckerfähift/betupghtdooz den H.geestder

waerhept, diemietenmagh lieghennochbedziegen/daer OP


*

D, V. COOrnharts

ophetvooxf3.mijngelooveig gegront-vest. Die bewijfre

den is defe: Godtheeftfuler belooft/daeromfaltghewig geschieden/wamthy is almachtichende waerachtich. Gf

nufhoonalle menschenop aerden/niemandt wtgenommen metkonst/metschoonefehyu/ende metdoodtlijckdzepgen

hiertegenriepen/footen maghick niet geloovenlogemach tigemenschentegen jae bovenden waerachtighenende ge

trouwen Godt. Ick weet welwatonlust my opkomtal- leenlyckdoot belpdenvandesemijnefalighe hope/vanden fähijn-hepligendes vereidts: maerick weetmede/datmp die waerheptnietbeschaemtlaten/ende derlagen-mimer

grimmenniet verschicken en magh. Hierhebdp numijn gevoelen/foo naectelijck als eenvuldelijck gefepdtendebe

wesen/ist unut/dats mp vanherten lief. Js Christus u leermeester/endeghy metmpoockzijnjonger/fo leeren wp t"faemen van eenen meester/diealleenmachtgeeftomdolen

"tgunthpdget verstaen. BitwenschtugrondtlĂźck uende aller menschendienstbwillighe.

Colognhart, Hetrymken onderubriefmy behaegt, Om die lieflyckheyt van die goeywenische, Wie die heeft: datis'rgeneghynavraegt Gehooraemheyt,enrutineen meuche.

XXIV,


Brieven-boeck.

57

XXIV. BRIEF.

Wankenniffe dergeetelycke dingen, endedathetver. staenderdingen,ende’twetenvansynfelfsonwetenheytvey lichmaeckt voor doolen.

Ankenmiffeder geefeltjckerdings, was laefmael

onfereden/die bevielusulchs dat ghpfeopschrift vanmp begeerde/mudo.chtfemp oockfichtelijck/ daerommebewillichdeier ulichtelyck / endedededat vlti

telijcktfothaeftickt hups quam/nufaghickubzoederhier des ickuptmijndenck-schrifthierf'om udatbp fulc kenfekerenbodetesenden. Mijnmotulen hielenals volgt. Allekenmiffevangeetelijcker dinghen/ is inden mensche

upttupchmiffe ofuptondervinden: Bandesonderlingein lichtinghe des geetsen was onsighefplakeniet dus laet ick oock hierdaer aftefppelken. WDtturmchmiffeis, die ken

niffe, die inoms komtdoo2 hooxenfeggenofdoo lesen. Soo lange defeletterlijcke kenuniffe mietupten dooden verweckt

en woldt doodenlevendt-makendengeeft Godes/ magh menjaemoetmendickmaeldaerinnedoolen/ endefoolan ghe ontbeert umen bwarehata tot hetfoo bekende quaedt/

ende wareliefdetothetfoo bekende goedt. Soo langemen defeontbeert/ en maghmeninderdaedthetquademietla ten/nochhetgoedenietvollbzengen/fo datdefekemiffe als felfuptendoodenletter/endeniet uytenlevendengeest voort komende/ het quadein niemandtwaerachtelijckdooden/ noch hetgoede inniemandt lebendich maken enmag:maer

wel wzoeghen/ verdoemen endequellen meteenfähicke lyckeverbeeldinghe/vamdeeeuwige doodtderhellen/twelc allmedeeenfoolnutten als wettelijcken dienstig indenfon darendenvoorgang hebbende. Anders istmetdie kenniffeinden menschegeborenupt

wareondervindinghe/diemenvande dingenterfalichept 0m weitenmodich

eng int deel/ofintgeheel. o


*

D. V. COOrnharts

fpig intdeel/wert minder geweten van eenighdingh/dan mendaer afmieten weet/foo dat het nietgeweten/meerder

is dan'tgeweten: ofdaeraf wertmeergeweten/danmen mietdaer afwect/foodathetmietgeweten minder ig,/ dan "tgerennendaerafwect. Geltickofpemandtkenniffe had de van dieonweghenof weghen/diedaerfpn in eengroot bosch/hebbendethienonweghenofweghen: of dat hin die fevenoniweghen of weghenkende/maer diedie niet/wamt fevenfonmeerdandte/ foo wederom die minderig dan

feven.TD'eerte kennifferte weten/daermenminderweet/en deumeierder nietweet Vancenigh-ding/dooltmcn noch dick mäcl: welcrmoepelijck jae finierteljck ondervinden, het

omfien/achtnemen/ende opmercken/foo wackertende ver meerdert/datmer vootsaen/minderbegeert, doctsfbe staet/'tgheenemenfoomet fimertenbebindt/dat mennoch mieten verstaet/datismen betreet minder dneweghen/die menweethemnoch onbekendt te bwcfen. INAaer d'ander kenuniffe / teibwertendaler menmeerder bwe

tenschap ende minderonwetenheytheeft vaneenighdingh doctminderoffeltfaemer doolen. TDatfelvefeldendoolen (foot mietfondermoeytenende verdiet enghefchiedt) doet Sabbathe daumnoch wackerder opnnerclien / (11.

minder doclen/ endeten

MBeetenof

laetten nictmeeronbckendedinghen willen begheerenof

ruten,

DOCUM.

-

TDaerdanoock is geheelekenniffeleenighdinex/enmag mcn'tfelve (met aendacht handelende) nict inne doolen. MDant defe marckt/datumer geending verlact/datmenniet

waerlticken weet quaedttefinn: enoe wederomme datmer Teil TT UNDfen.

aenkleeftochtedoet/dandat menwect goedt

Verstactmn hierickspeke vankenmiffe diebindenmen fcheig/niet diein Godels /want Godtweethetal: gheen

menschweethetal.J Maer welmagh demenschewetenwat hetig/dathmgants niet ofoock maer voo: eendeel: ende

foomede wathetis/dat hp maerboo2 een deel/ofdathpn gantflijck weet. TPiedaudefenmenscheljcke kennife heeft van -

se: HHLA


Brieven-boeck.

*

faecken/enbestaetnietaltoos vandathy weltweet mieten wieet/ oock mietdat hp Maier

' boo! '

meten: maeralleen'tgenetwelckhp weltweetdathy weet.

'' fulerdoende metaendacht/enmag hpdaerinneniet OIOle N.

Wantdesekemiffeis felflevendighirahem/ doet hcm tquadehatenendein hemdooden/ tgoedelieveneiinhem leben/fpdoethetonbekende als quaedtheptfelfvlieden/ei het bekendegoedtbegherenende verkrighen/endemaecht den menschelfaligh. Ditjonneude milde Godt/doozonen Heere Jesum Christum/ inzünenlevendt-makenden P. Geest/wtgenade/ende ooch mp.

XXV., BRIEF.

welckhet naeftemiddelis, om Godes gebodtboven eyghenlufttevolgen. Mr. Gerrit Stuuer,oudt Burgemeester der Stadt Haerlem,

G enghenluftte goote wijfhept istviendt/Godes ghebodthoben volahen. Hierafpzaken wp laett

mael/muvaegdpnadenaeftemiddeldaerroe. TDie

achteichonderverbeieringheonsfeifverdachtte" warmenbetroutongeermeldenraedtdes ghemen/ DIE NEN mitrout. Soo langhede mensch. 3in enghen oodeelbe trout/too langhe volchthp/tgeenheim dumckt goedt/ende wiedttgeenhemducktguaedttewesen. Heu ig onfer-al deroodeelmeest verkeerdtinder jonckhept/tgeeme goedt

isquaedt/ende’tgeene Quaedtisgoet achtende MBatmag angfulex vollghende/

s opkommendan angen“, zoe

2,


69

D. V. COOrnharts

wzoeghenende doefhept wantdaer wp mepmente ber kryghen/wesen/hryghen wpfhaduwe. Terwe vermoeght der zielenhongyermietcaf/ foo volgtfraeroptekotelust/ een geduerich wzoegen/ende’tgenewyfottelijck begeeren/

verwervenwp niet. Is datniet eendzoevigh verdiet wienghebeurtdatnietdagheltjer wieletop ditbedzogh wie mitroutfulckefjne bedieghelycke valfcheendefcha

delijckevwaenwepnichlupden/maermeefelckfootfich

alledage (ickfwygevantgantfeleven) hondertmaelaen eenfelvesteen: onophoudclijckt laten bwyong bedziegen van eenfelve bedieger. Spin wp dan nietfotterdameenefeld die

weetfichweltewachten vooz de plaetfe/ daerhp eenmael hceft gefmeuvelt.

-

-

MBieonferenvolght nietsonderalleomfien zijn blinde opinie/zynfotte waen/endezyn verheerde/verderfelycke/ endefenynighelusten vallende allfoot eleken indendoodt derfonden. Doofhadeingeldt/voo2 verlies vaneere/ende

voo guetingheindenlichaeme wachten wpons voofich teltjck :maer wie verhoedtzyn arme ziele so wijfjckvoop fhade/voo: qrietinghe/jac voo2ftervenen Liederven of fynwymfoogantsfot/datwp mieten weiten/datdiceeuwi ghe ziele edelcrende beteiris/dant verrottelijckclijf/ ende het bedpiegeljcliegclbt felden pcmandt fooliftclijck lockt

ong die fenjnighelufte/datduprkfoo lange wponsepgen ood.celgeloofgevenendebetrouwen/ wantelck mcet be geerlijck lustenna't genezijn opinie ofvalsche oodeelheim voortalderbeste verbeeldet Inzingeingede. JLacrfoo wp Uwaken/op ons verkiefen innercken/eindeoptgene ongdaer

doo op kommt acht nennen/falhaesthet valfchebedoch van ong verkeerdtoodcelons futler bekendtworden/dat wpt uietallccnvooz verdacht/ maer ooch voo2cen bekende be

dziegherfullenmoetenhouwenendefchouwen/ want dan unoghcnwpfoo wepnigh/als eengierich koopmaneen be kenden blanck-roetier betrouwen. TPitmiftrouwen van

ongepghenverstandtenderaedt/ doetons meteen ernste

ückehate daer afkeeren.Als windan alsooonsfelfs (en diemitfdienlichteljck ander menschetgrecht) -

n“, 02den


Brieven-boeck.

6

worden wpbequaemomGodetebetrouven/oockmieteer.

MDantmenmoetpemandtbetrouwen wie anders danGo de/maghfulckmitrouwerzynsfelfsendealdermenschen betrouwen. Die favandedupftermissen loghenefibedzogh fchafkeerdt/waerwaerts maghhy sich anders keeren/ dantottenlichte/waerheptendetrouwe Ditis Christus/ die willnoch maghniemantbesieghen/dieopenbaertong Godes wijfenraedt inzjnheimlich gebodt/ ende die w체st onsaen/tottengetrouwen effi waren Gode.TBaerwaerts

vziendt/laetons/doo een mitrouwen vanonsfelfsaf wijckendehaettenintgeloove/met vaftbetrouven/tenfall unoch niemandtberouwen. Baert wel.

X XVI.

BRIE F.

Datmen in kermiffenen pronck-maeltyen hoort afte breken den overdaet,om denarmenwat mildeyckerte geven. Aen Dirck I.vanMontfort.Tot Leyden.

Hiendtick volshemijn belofen/ ende groete u. l. neteenbriefken/dooz vziendts handt/mcteenin gclepdtbziefken/datu falgelieventere erstergele genthent te beschicken op TPelft. Taegdy nuniet meer

f채hift/foomtochtghpdcncken/dat ghyfoogeernefulcke moenten bieven vanmp hebtom my liefte docn: als u.

meymingheiuttelwas omfulcke bieven van mptebedin ghen/maerweetgetroot/ickfieomna het briefloonbp u begeert. MDatis dat Eenvziendtl체ck aenspeken van

godtl체cke faecken. -

n

welcke fullen diefpm die Z

M.


*

D. V. Coornharts

u. I. bchoordegeschevente hebben/ voo defe Tepdtischen ommeganck. Wantnukomtditmninfährven als vpghen na Paefchen. MDats danghp moogtmeerom.mcgangbe leven. MDatfal men inden ommeganghendorn. Een af

bzeck vanhovaerdpeopretafelen/eenloflijckerempelvooz uwe kinderen/ende een nutteende godtlycke uptdeplinghe aende behocfighen/van tgenennen in fulcke ommegangen

oftekerck-miffen gewoone 1s op'toutaer vande verwaen

depomp ofpachtteofferen. TPit waerniet gevaft/maer watmin gebast/ voodalderbeste gast. Wie is dat TDe IHemel-Coninck Christus. TDieplacht menfoodoo liefdie aenzijnhongerigheledekensfelftegatte hebben. Twy feltghy oock hieraen. Ick weet neen. MDelacn: Jgdce Hemel-Coninck nietal wat grooters in ubvenologen/dan

een Coninck van Spaengien. Ick weetJae. Owatgroo terkosten foudy willich doen/omeen Coninck eerlijckte onthalen/indienhynuontboden hadde/dathy ugast wilde

fn/endeumetuwe kinderen aldoendatghp begeerde. So wenfcheick nu/dat ghy voot aende pacht wat meerder veracht/dootmoedighe verachtinge wat minder vzeest/de tafelmet wat minder gerechtenbeladet/ende denhongeri ghen vandees minderinghe wat meerder verfadet. Dat uptliefdemetbetrouvenghefchiedende/fuldygon steheb ben/ oock uwe kinderen bp den grooten Hemel-groninck

Chifum/net bwienmenfoo houdet gheen dupfernacht

mael/maereenklaer daghmael. TDefe waerdeliebeende edelegast/ wenfchtumetulieve bwĂźfendekinderen./alg fichfelve -

Cooznhart.

XXV II


Brieven-boeck.

63

X XVI I, BRI E, F,

Datmen dooraenvechtinghe tot gheduldicheyt moet komen.

Jckmaelhebrickuhoozenwenfchen omdiedeugde des gheduldichepts: nu wozdtsp uvan den Heere aengeboden/endeghy wepgertdiefalighmakende

gabeteomtfangen/toondy ufaoniette wesenteen trage die pa,„. daerwilendenieten wilighy wilt geduldig worden/maer ghp wilt nirthet muddel/fonder welckmens mietenmagh worden. Batis ditmiddel aenvechtinge. Hier klaegdp over/mepntghpdantemogen verwummenfonder ftryden

-

eninge geduldichtewo-": verstandichte wordensonderoeff dp

denfonder aenvechtingerfoofp

waerlijck bedzogen. D .

begeerteis ooconrecht/den dag-loon begeerdy/maer den arbept vliedy: TDoo verfoeckinge/ftrijdeneffitipden geeft Godt verstandt/verwinningendeverbinden. MDatikanhp bweten diemieten verfoeckt wien mag ihm derwinnen/ die Fecht

mteten Strydt ofwatmag hem verbinden, diemieteerten TDcut.8.2.

pdt: Onmoghelyckis zin enghen wackheyttekennen/“** "twckck verstandt 1g/fonder acnvechtinge/om Godts ver winnende hulpete bidden/fonder warekemiffe van engen fwackhept/ende waerachteljckte verblinden/sonderin des Heeren kracht zijn vandente vervwinné. WBatigºu vplant daer overghp meetklaegt longeduldichept/in verschen

den aenvechtingen/foo hebdynuindefeuwe acnvechtinge

- a "

so fake mietfoghpdoet van treuren, maer vanverbipden. **** Verftaet dito waerdeman/wamtdefedencht heefteen vol maeckt werck/defe biedtudielieve Godt inder aenvechtin

genu acn/ontfangt diemet danek-baerhept eñmetvzeug den begeerlijck/so wogtuftritt verwinninge/effiulpdéver

blydinge. Titdoethuyden hundenterwylinder genaden kifft die genadigeGod ufo genadelyck zijngenade aenbiet/a. „. In die falgh-makende geduldichept/fo werdp geduldigh/

holmaecktendefondergebzeck. XXVIII.


*

D. V.

Coornharts

XXVIII. BRI E, F,

van’t sterven,fich daertoetebereyden,hetfondighen telaten,de straffen Godestebewillighen, sich self veroordee len, ende met Godeswille revercenighen. Aen Dirck Iacobfz. van Montfort - oudt Burgemeester tot Leyden.

Riendtick vanthetepndevanmijn doenvoox"tge mecn/datmynualvyfweken veronledicht hadde/

metgeenklepin versupm.mynderhups-faken/daer ickt oock een dagh die ofviere wat inneghefchickt heiĂ&#x;

bende/vielmtjnhert op U/omdenfelventenoghen dienen meteen klepinghefpzaerken / onlaner ghevallentuffchen

twee ouden/ teuneer oundatter eenigheghemeentchappe wag met d'appelen(ick denchefv intParadis spnghe waffen/foo edelfondie)bpump gefonden/wantahelijck diteen boom-vuchtis/foo roerdeditghefpaeerkeneengt boom-vzuchtg bete/ te weten het wzoeghen vandefande. Sickmettweejarighemannen bwanderende/ daerafdeen

falheeten A.ended'ander B. hsolde A.fegghen alsoo: Ick moethaeffterven/ende duchte voo2teeuw ich sterven/over

mitg mijne fanden.B. MBelcke, die voogledene/ofdie ghp noch dagheltjerpleegt - A. Beyde. B. Sterftnudiefon

de voozulifyck sterven/ foofpdy bevzytvanteeuwich sterven.A.MDaerblyfuckdammet mynevoozledenfonden

B. Indebarmhertighe verghetenheptGodes/dieenghe denktnietmeer/diefonden dergenerdie aflatenvanson dighen/sterft ghp"thanterenderfondeninu/foosterftdie gedenckeniffeuwer voozledenfanden in Gode.A. Hoefou

deickdiefonden bestifterven: B. Onthoudthaerhetvoet fele.A. W9atig, datt B. Sondighen.TBoot dickmaelfon

dighenkomt defe quadeinwoonder/doo gewoonte/dats dick teghen Bodts gebodtdoen/imons. Beeckt ge

''OONE


Brieven-boeck. - * boomtedoodickaflatenvanfondigen/endedie fondemet hetfondighenfallomtwordenenderupmen.A.Ghpfpzeeckt vaneenfwareftrijdt/te wetenhet wiederstaen vanone ver-

Keerdelusteu. B.Jlsteenf warefakeleedttedoen/endete kremcken/jaete doodendiemen vpandtlijcken hatet - A.

ABeen/maerlichtende lustigh/ick merckewaerghp wesen wilt.Ghp wiltfegghen: nadient mpfwaervalthetqua

Tete dooden/datickdiefondenoch mietenhatevanherten.

25 TPoolick A. MBaerijckneen B. TPaervicndenstry denistmaereenpelendespiegel-vechten/daer volgen geen wonden/veelmindedoodtna.A. Tissoo. B. TDaer vpan den verehten/istgevecht bloedichendefel/ deen doodtende vermieltd andermethoochterlusten.A.MDaerheptist/foo ist mede(ickmercketmu) dattergheen warevp.andtschap enig tuffchenmpendediefonde. B. Hetmaghwelfin.A. Italhetisfoo/ick haetemynfondenniet/maerderfonden strafhateick. B. Datsverkeerthept. MBamtdeftrafder fandendie goedtig als wesenderechtvaerdich/ endeudie nendetenbeften/haetighp/daer ' bcmindy diesonde/die

#

omrechtvaerdichis/endevoozubederfelijck/sos bemindt ghp

fo haetghp tgoede/is dat geenverkeert

hept: A. Tisfoo/ickmoets bekennen/waerwtkomtdat te: B. MBteen verkcertoodeel/die tquadegoedt/eñtgoe t dequaedtfepdttewesen-Soo langhedativalsche oo declin

in blijft/foolanghemoetghptquadebeminnen/ende’t goe dehaten.A.Nievehoe wozdeick dat quijte: B.Dooz ware

kenmiffevandatfulerquaetleeltickende verderflijckis.A. MBaer haeltmendie warekenmiffe ! B.Jintalgemeenlicht

dergenaden, dootmiddel van wacker op.mercken vanu

doeneñlaten/te weten/watdituvalfhoodeelu belooft/ endewatghn verkright AMDatbeloofthet? B. Tlusten derust(dats falligheit) doopt verkrijghen vantgeneghy goedt wanendebegeertendedoo2tontberen vamt gene'

Muaedt wanende veest. Poevaerdy hierinne - A. Ickt“ moetwaerheptilpden/altindt vindeick mmbedzoghen.In plaete van de beloofdelust enderust verkrügheich ware

onruteiverdiet, als die

luftsmelalseen bit“


-

D. V.

Coornharts

verdwenenis/oo aenkleeft mp eenlangh duerich treuren endegequelle. B. Gebeurtudatdickwils.A. WBaerlijck ja. 23. Shy doetkoopmanfhap.A.Jedoe. B. Gewinfoeckt

ghpdaermede. A. Alsoo. B. Ofuerndzogh metghelofte an welbetalendperafkochte maernietenbetaelde fou dp-hemoock die tweedemael willenboghen/- ende uware betrouwen A.Geenfins/dat waere gewifefchadeghe daen/daeriseen koopmanteloogstoe. B. B verkeertoo deeldoetudaghelijer defeschade/nochgheloofdpendebe troudpdat.A.Poed'atte 25 Petbeloofutgewin van luft

enderustfooghpzijnenfinne volgt/endehetgeeft utelchen dieschadevanverdieteffionruft. A. Jekimocts bekennen. B.Bekent danmeldedat ghptufelfdoet/dat ghp onwys fot/endedat gbpindefmootstedinghenuredelijckheptmif bzupickt/maerindiedierbaertenietengebzupckt. Offpn der zielen goedenmietedeler damdeslichaems - A. Glae/

dat scheeltteveele. B. MBaerom3pdpdaerfoo onachtfaem inne/endeint minderfoo vlytich A.Ick weets niet. B.

Petkomtalmedeupthetfelve verkeerde oodeel datdie

verganckelyckehave beterhoutdanteeuwighegoedt. A. Micvehoewodeickdit valischeoodeelquyte: B. Steeckt wat dat valseheooghe/diens verkeert oodeelu inallenbe dieght.A. Poefalier beginnen B.Ter ernsteltjck op zijn omtroubw/foofuldp diein allen merckenende kennen/fo falt

betrouvenminderen, danfuldp twijfclen/oftugoedtdam

quaedtis/dat hetuvoorhout. Deftwyfelig dieditver keerdeoodeelwtsteectdooxt niettoefeminĂŠtat zijnvoop geven/daerdoozdanfulck verkeertoo.declontwordtende verdwint. Hier wertghebozen die wareghelatenhept/cen moeder vandie rustighegelijck-moediehept/ die den men

fcheupterhertenfonverkiefĂŠverlatendetotSodedoetloo pen/henn Bidden/ende met waerbeptdoetfeghem. Dynwille

echiede opter aerden als indenhemele, A.Oheplich woort/ oe falighis hp/ die ditmet waerhept kanfpzeecken tot

Gode. Saaerhoemaghickdatdoen/dic noch geenvpandt enbenmymrefonden/endemitsdieninde verdoemifffael B, VPatfullenwpften fegt houdpi Godtoock berer damu felf


Brieven-boeck.

*7

self A.Boudeickmiet25. Ick weetsniet. Boudp Godt wisserdamufelf A. MBat vagenis datte, wie Haudt dat niet BGhp geen vanbepden. MBanthielt ghp Gode be terdam ufelf/ghy foutztjnvaderlijckegoedthept met ä trouwersoxghvuldichept voor uvastergeloovente waken danghp booy ulkinderen/endefooghp Bodt wift wijferte

pndanghp/sofoudp alldatuopkomtvanzine hant voran talderbeftomtfanghen, als die beterdamghp weet/watut bestis: ditdoedp geen vanbeyden/dus houdpufelfnoch betertegenulkinderen/dam Gadttegem zijnfchepfelen/ende oock u verstandt wijferdanGodeg. A. Tatmoetick met

hertentoetemmen. BBfGodtumu wildeeeuwelijck ver doemen/foudehpuomrecht doen/nadienghyfulcken lieven Peerefoodickmael/ende fofwaerlijckhebt vertoontdooz ubvefonden A. Reenboopwaer/maerdat bedemcken balt

fbwaer.B.TDatdoetualmede"tverkeerdeoodeel. A. Hoe dat B.Ghp oodeeltgoedt’tghene Godtquaedt oodeelt.

A. Baerin B. Daerime/dathetquaedtongestraft blp ve/ditwenfähtendewillt gbp. DitsplattegenGodts wil le/zyn wilis almachtichende geschiedt/dieuweniet/ditsu waerheptende verdiedtA. Hoeontgaetmenditverdiet B.Als menvanhemfelftotGodevliet.ATBooz watmid del B.Doort verlatenvanuepgenvalfhoodeel eiqua debwille/ ende vereemighenmetCBodes rechtvaerdichoo!

deelende goedewille.A. Ditsaltfelve Poekomtmenaen fule verlaenendevereenigen B." Titelveis algesept/ende feggenumede/doo hatte vandatvalsche oodeel diehatte komt wtondervinden vandequetseeude onrute/fo wpter font vande wint-foeckendekoopmanfplaken/die deube

kenden bediegermetdetweedemaelkanbetrouwen. Dus verlaet den bekenden bedieger. All. Aichhierbehoeftrydt

toe/ickmaghmozghen sterben.B. Maebandage oock van ditunre.A. Datbedenckenvaltmpfchzickelyck. B. Be denckt dat tadelijck/fettelckeupreaenvoog dielaette/be

reptteleken uhups/endefegt totufelf gbpfultifterven. A. G fovernmeerdertghpmjmgrouwelevoodeeuwighe berdoemeniffe/ie Hoopteghp - -

-

fautwunderen. B. 2.

#


**

D. V. Coornharts

voo stramden/voorhoedtmenigbschipbxeuck. Ende ken niffe vandesperijckels groothemdt verdziftderoeckelose onachtfaemhepdt.A."Tisfa. Waerop almen neestach ten: 25. Bpmietmeertezondighen. A. MBatisfondigten B. AnderstewillendanGodt will. Sozondigetghp noch dagheltjer/daerghpmepntdeughtte doen. A. MDaerinne dafi B. Meyndt ghpnietdeughttedoen/als ghp Godt

bidtdathpu uwe zondenfoudevergheven/endeuhier nae ghevenheteentwigheleven A.Jaickt trouwen... Maer -

' dat zomdighenfyn

B. Istjeghen Godts wilghe

eden/foitzondighen. A. Datbekenne ick/ maer hoe foudedatjeghen Godtswille fĂźnf B. CistegenGods willedathp den omboetvaerdighen die vooz-leden zonden

foudevergheven/oockdathy den quaed-blpvendem faligh foudemaecken.A. Datghelooveick/maerbenick anboot vaerdigh B. MBieheminderwaerhepdtniet-afen keerdt van't quade/endedoethetgoede / die is onboetvaerdigh. Madien oockdie zondeonfaligh.maerkt/fomaghdie vol herderin zonden mietfaligh, wozden. Salmend onallig - heptontgaen/menmoet diezondeverlaten/endefalmenfa igh wozden/menmoet(in Christo).goedt worden. Want

sondergoedthept/datis sonderGodt/enis gheenfalichept gemerctGoddie faligheptfelfis.A.'tig waerachtig. WPat

falic doen B. Watanders/dandatgbpaflaet vanzondi gen.A. Banwatzondigen B, Bananderstewillen/dan

Bodt. A. UBaerime B. TDaerinnedat ghpftende Go des willetestyn/datdiequadeverdoemt3p/overmits God rechtvaerdighis/hierimeuvilletegem Godeaflaet/ende datghymetGodewiltdat die quade verdoemtzp.A.dats licht bananderendie quaedtfjn/maerfwaer vanfichfelf

tewillenmet Bode-B.Sftswaervoozute wetendat gbp guaedtzpt. A. Keen. JAaerlicht. MBiens zonden magh icklichter endefekterderkennendandemijne B.Ist waer het bekendebalfhooxdeelte verlaten A. Meen. B. Jesu

oodeelmietballsch! A. Hetig. B.Gheloofdp dat Godtg? -

‌ oodeelopechtis A.Ja 25.Derlaetuvalfhoodeelende

zondigende wille/ende vollghtGodtsrechtvaerdighe ' -

- -

-

-

-

Deel


Brieven-bocck.

69

deelendeheplighe wille. TBaermet vereenightut. Seght bwterherten: O Godt verdoemdymp eeuwelijck/ghp doet rechtelijcken wel. Maerkt ghp mp beter endefaeligh. Ghp doetgenadeltjck. Heerick verliefemtjn Ziele/winte

ghp/u offerickdieop / doetfootugheliefe/verdoent of maecktfailigh. B willeghefchiede/nietdemjne. Ghpfjt degoedighe Heere/ick die quade unterht. A.Geomdelickt

dat wterhertenfgabenmet waerhepdt. B.Ickbenfeker - datdiefofonder achter-deureopentehoudévandoop fuler

falightewordenmeteemovergevengemoedtendeghelaten Ziele can doen/die verdoemeniffenietenfallfien/ want ist dathwponsfelfoodeelen/foofullenbwp nietigheoodeeldt

worden.A. Datfeptd'Myostel. B. Salomonfepdtoock: datdierechtvaerdigheeerft een beschuldigheris van hem

felve. Hercktmut Soddende vereenlightdes Menschen willemetdie Zeplighe wille Godes. MBatmach-Godtdan - anders willen dan faltigheydt van fulcken vereenighden Bielenethemt Die IAenfcheheeft Godt zijn Ziele opge

sffert/sonderpetepgens daeraentebehouden Soude God zijnepghendomme wegh werpen. De Mensche willdan

so Godt will die wilder Menschenfallighepdt/ wiemagh hier verdoemens A. GPfaligevereeniginge. Defeverleene ansdebarmhertige Baderdoozzijnen lieben Goone/ ver

mitszijnen Peplighengheest der waerhept. B. Amen. Deferedene Bindtaldus gheepdt ende voll-epndt zünde - quamen wp wederindestede / wp fchepden vzundtlück. ' tradtimmtenComptoir dachthetghehoodena/ende vantdatwaerdichtestellenopdit pampieromudatover teizenden. Hilft u demoepte waerdigh/ laethet wtfchtj

ben, endezendt mp defe weder. Goet de Bumden/en baert wel.

- - - -

I3

XXIX


D. V. Coornharts XXIX., BRIEF.

Vanwelenquaelijckbidden met defelfsvrucht: Tot vereeniginge

' fproken Mat.7.3. en Iac.4.3.

Itsnualreedeufstevzaghein fes daghen. Mein antwoo.de feick u’t bode-geldt waerdigh 3thn. Leughynietafenlaet:famercktghy aenmynniet af latenmedeweldatuvzagenmp diemsepten van tant bwooden waerdigh3 jn.

-

B wondert(fchrifdp)hoe S. Jacob magh obereenftem smatvij... menmetten Heere Flefu/fegghender Al diebidt salghegheven worden. Radiend'apostel.opentlicht sepdt: Ghybidt ende

***enverkryght niet. Hadtghp d'apostels fegghendaeralen vollghendevooptghelesen/ uberwonderen waer verdwee nen. MBant dieredenfepdthpftraerdaeralen/waeromzpa

biddendemieten verkrijghen/tewetenomdatzy qualijckbid den,op dat zy't(berkregen)in welluften foudenverteeren.Ban fulck biddenenfpzeeckt die Heereniet/maer van welhidden

dus eng hiergheenstridtalltoog.

„. . Baghdpwat weibiddenis Paris biddennaChrist " wille. MBiefabidt die woldtverhoodt. Hoebidtmenna Christi wulles. Als wpin dengheeftende waerheptbidden

metontwifeltjck betrouwen van verkrpghen/om’tgheen - hp felfonsbeveelttebidden/int Baderomfe: TDatig am groot-maeckinghe vande eere Godes/en vermeerderinghe van Christirijcke. GmwareonderdanigheptGodes/om vergevinge vanfhulden/ende omverloffinghevanzonden

ende van alle quaden. Bidtfo/verkrightende wogt Gode delijckdoo Chziftumonsen leere. Amen. --- =

-- - -

-

-

-

XXX.


Brieven-boeck.

JJ

XXX, BRIEF.

Verclaeringe van't rechtbegeerlijckbidden. Aen Dirck Iacobfz. van Montfoort.

4

VL ist fo/waerdeendeoprechte Biendt/datick alle Mens dageopter wachtfitte omfelfin Hollandt te co men/mondtlick (gebet de Beere)met u T. ended'an

der Bienden / naer langhen wenfche/eengewterhertente fpzeken/soen hebbeicmochtangniet kommenlatenu T. noch defe mael eenstmetern hertelicke groet-bziefaen tefpzeec Ken/doo2 gheleghenthepdtdefes bodes/mtjnbupzman al

hier/diedaerte doenheeft / ende metkinderkens beladen 3hnde/naerstichis omdenkoft/aenden welcken(so hp wat hulpeinraedt of andergte doenheeft ) u T. middelheeft omdeughdeteoeffnen / ende Bode diensttedoene. CD vziendt mpgedenkt hierdatick onlaner van't verkeerde enderechte bidden wat ghefchzeven hebbe/ ende betooght dat die alleenrechtbidden/welcker begheerljckherte tade lijck omponende omgoedtheptte bekomen/geenoofaken

daerdoo suler wertaengebodenen versupmen/rechts als

pemandt dieop eenwack in Zeedweef/gheenfins verlup menfoudebegheerlyckende wackerljekt aente grijpen de koorde/die hem witcenvooz-bp-varende Schip/omshemmte

berghen/toeghewoypen werde. MDant evenfoo feiere diese begheerlijckig natleben/ig derechte bidder begeerlyck na goethepdtende deughde.

Huis de bergh-koorde) daerdooz Godt aenbiedt het levenderzielen./t welckgoedtheptis/ja Christusfelf) ge meenlyckbp.de verachtinghen/verdzuckingen/ze. Jemen deghemeene biddersdeseberg-koorde (die funiculum Amo ris)oockbegeierlich aen: Wepgertnietmeestekck bidden -3pdanoock reichtdie het middelom’t begeerdete verkry ghen wepgheren- Werdt oock pemandt falßgh

'


* - D. V. Coornharts krupsenijdens Keenvzpellick. TDaeromnemenfuicks Paso,1,2%

derechtebidders altydtvzolijck aen: als die welverstaen/ dat Godtdooz lpdenghencest/endedienhplief heeftcastp det. Ditzinsediefichtonnen verbinden als zy in meni gerlepe aenvechtinge vallen (tbvclckeenparadox (of won der-reden) booz t volckig) wanthetalle-mangdungh nie.

ents / maer alleen twerck vanderechtebidders. Bit wenfäht ufolangerfolmeer/ooeftchfelfdenPeerde Groot

' allen goedt-bwillighen U BÂşundt endebzogder in den eere.

XXXI.

BRIEF,

Van de bereydinghetotterdoodt, en vandegheljck

moedigheyt.

-

Aen Montfoort voorfz. -

Aerde endeoude Punt/ualderwelbarenis mp hertelickeulief/u willigeappel-giften waermp niet leet/foickmiddelhaddcomuofuweneenich

-

-

lieftedoen/ mietmetterpaet/maermetterdaet.

TBit hebrick nuniet. DUBatmaghick nu

' doen,/ datt

met wooden (waerentenschnoch epnden/'t waermutter) dancken Bootsmerckeiekinuwenbrief/bpuwel ver staente zijn / datuwe langhevoozledem/roxtetoe-tomende jarendzepghen. CPhoegheluckichzpdp.daerdooz folgthpt rechtgadeflaet. MBantdaerdehope van noch langhele

vendes Zeughtsvozderinghcter deughdenvertrecktende verlangt: daer dringtdeveefe van haettesterven / ter deugh


)

Brieven-boeck.

. "

deughdentefpoedenendetehaelten. Want hiermoetmen deughdlijck werden/ofnimmermeer/ghemerckt menhier maindernacht gheendeughde enfalloeffnen/ ende sonder fulckeoeffeningheen woldtniemandt deughdelijck/datis goedtende Godlijck. TDitis meetgheleghemineente wog denmetGodes wille. Hierdooz wozdt demenfhegelaeten

endelos vanalle verkiefenendetonnuttefolghen. TDieniet en wilverkiefen/wat machhp verliefen. Baermengheen -

ja heeftverkoozen/en woldtdoozneenmietverlooxen. TDie mietenverkiestryck te fĂźn / wat magh hemdfarmoede haden Bootsindien wpfoghen mct treurendatone inderen ofMBeduwehulpeloog verdzucktfullen worden:

deghelatenhepdt werpt defogheopten Peere/beveelende hem defo2gheoverwyfende kinderen. Topghen wphaeft

testerven: ditdort.zdndederven/ endedortdandegelaten heytghelijckmoedelijck den doodt verbwachten. Boxghen

wp danoock/dat wp dustervendequaclijckenverdoeme

lyckfullenfterven: Petprickeltons omnu/dewpltnoch hupdenheet weilendefalighlijckteleven. MBatmachmeer aenporenterdeughden TDtvoodeelvindeick inmijnon durigheouderdommede. Ditfieickvindt ghpoock daer inne. Connenwydan also; na ons bestevermoghen wo stelendenabwareghelatenhepdt daertoe, indenghemendie

diedaer riep; Bader niet foick wil/maerfoghp wilt;ge raken:fulx dat wponse Tieleden Heerekommen op-off ren/ommedaermedete doennietnaons blindebegheeren/ maer nafjnefalighmaeckende wille : GP hoe falighljckt

fullenwyleven Hoeveylighendefekerfullenwp sterven Dit verleen delieve Godtu. endemy / ende allen goedt bwillighen Menschen. Amen.

Goet u liebe B. GDock

onfenaertighe II. dieicknufe vlptelijck tearbepden om als een reicht dankbaer Mitindt fijne Ouders doo eenen hupfchenende Bodtvzuchttghen wandelteverblinden/ende doo2fijnftadigh studeeren den lanert-lebenden een trooft

stockteverstrecken. t

XXXII


*

D. V. Coornharts XXXII, BRIEF,

Vermaningheomwelendedeughdelijckte leeren le ven,endeffelfsvrucht.

Aen Cornelis A. Boomgaert, en Adriana Van Santen.

V

B. bepdegroetenubenden/u toewenfehende/dat

unnadenlichame/endebeterdam wm naderzie lienhebben: JPatisghefonthept ende deughde. TPitdiende alleenlyck op dat niet verghetenen foudewordenumaeerfeltotonschuldt der OnPartpdighen/ totuwercomte dieick nu alledagheverwachte, foo wp hopenind peofvierdaghenheel besteldt teiln, actide Brieftbode-laons waerdemetsich b2engheu. Teestmijn bedenchen: Almatmennietnoghelichen ghelooft/ be taetunenniet. Swaerlick bestactmentgummen langh faeunenfwaerlyck omdoen houdt/maerlichtelyck begint mendinghen diemen lichtenlustigh achtomdoen. Jickt meenin alle defen/dinghennietdandat goedtis/ja"talder beste. Welcke ? Dolmaecktelickt Mode gheh002faemen/

Daer toe kommen dooz t bewanderten eine wegh der deughde/dats Christus 7 dienen deughdehanterende be bwandert. d'Eerste vandebooighedzielen betredendefen -

-

hepl weghniet. Dietweede langsaenende verdietelijckt: maerdederdefpoedelijckende methuften.“ Bei einer eerfte laetick baren/nemendevoo handeln dederde. WPatig die

undbandevorgeseheven wegh lichtendeutightech den

ehemmiffeder waerheydt. Mantdie "ersten

das deughdelijcklevenvolljckleben ist. Ende daer dit lu fighis/daerig wel-levens fchoonegedaemte/endebeloo nghe/want deught verheughten doetinluftenrufen. TDit

verstandt maeckt begheerijck den boofheben weg -

Ls


Brieven-boeck.

75

bewanderem: diehoelangher hoelieber valt intbebinden vantlustigheleben. GPns ernstighvoopnemenzp, dan am alons gantschelevenrecht upt/fonder terlinckerofrech terhandtafte wijcken/standtvatelijcktebetreden / ver

midtsdehulpe Godes/die ongs liever helpt/ danwp in hulpe begeeren kommen. Zoude ons onhervarene wande laers defes weghs daer op noch eenighe moeplickhepdt doenbeduchtende langhduerighepdt vanalle ong leven:

Laetons vaftinden Heere vooz ooghennemen ons ghe dachten/woodenende werckenonfhuldelick tebewaren/

mieteentghe Haren/mieteemighemaenden/wekenofuren/ maer hetteghenwoodighevierendeelupps. Salong dat oocklanghofmoepeltjck duncken Ick houde neen. Tie velaetons datbestaen/'tis haetghedaen. TPolen wp't dickmaelmet opmercken/ van dat wp 't qualijck of wel

doen. Betfaltons leeren weldoen. Booz t verdietvan

ons verlies/endedoozdeluftvan't ghewin/ dat wpdat doendefullenbevinden. Als wp een vierendeelupscom nenrechtfoo wanderemin Christo / wpfullent twee/die quartieren/jaeen upzleeren doen/dagen/weken/maenden/

jaren/jaetgantischeoverblĂźffel onslevens. Ban leven wp weilendefalighin Gode. TDenektditwyderna. Ende doet vlptelijck het wel-bedachte. TBit wemfcht ubeyden als fichfelf. B. R. R.

2

XXXIII. - - -


?“

D.V. Coornharts X XXIII. BRIEF.

Ofyemandtfo volmaecktkanwesen, dathyniet tot eenighertjdten zondight. -

V“ is mp alt müne lief/ waerde liebe Pundt/uv2aegh aenmp/ghezonden/heeftmpge vonden/ende wagdefe.

Generckthierniemandt fo volmaeckten woldt/dathy alledinghenweet: Ofdam pemandt soo volmaeckt kann

wesen dat hp niet onwetende tot eenigher tpdt en zon dight. -

Antwoorde.

Alistfoo/datgheen IMenschallesmagh weten(want datalleendes alwetenden Bodeg engëfthappeis)famach

nochramselck weten/watdinghenidathinweet. Immers ditmaghelch weten. TDie ditgadefact/machlichtelick endefekterlich wetenwatdinghenhn mieten weetete weiten alle andere dingen die hpinfin wettenschapmietenvint. Derstaetmp/ ick spekevanfektierlich werten, ende miet Wantwyfeltjck wanen.

Zobendien maghoockelcklichtelijckweten / dat hp doendedinghendiehp mieten weetof hemdt / fchaedclijckt maghdolen/endeoock datmendaer meetime dooft In

fulcheiwetende Menschenmagh deugeese voofwaerlijckt Weet, of ruft.

ledoolen een vast voonemenmaerkten: Dmmtetalltoote bestaen(veelmintedoen) datznniet feeckerltjck ein weiten goedtke 3in / ende in fulck opfet vasteltickt volhar den. „Die ditdoetmaghhier sovoimaecht wefen: dathp tot gheendertpdtonwetenderen Zondlight. -

-

"antinroenvan'tghene hyseeckerlückweet goedtte "Wheen hatihn mietfleckerlich entwertenmaghihmoock

Zünenmaghbynietzondighen." Endemriacitentan alle "Sodighen als diedannletguaede endoer“ nach

bPoock3ondighen:dienuetdandarlehrendor" gheen


Brieven-boeck.

7

gheen quaedt metallenendoet: Ditsden Sabbathrecht Italien vieren. G Bยบundt / hoe groot vindeick./endehoefer : " vepligh defe wetendeonwetenhepdt. TDefe wenfchtu van herten

-

-

-

B Biendt D. V., COO RNHART,

XXXIV.

BRIEF,

Hoeyemand machvolmaecktfijn in der Liefden: Alsoo niemand volmaeckt is in der kenniffe Godts.

V -

derkemiffe volmaeckthepdt bracht u laette

fchzijven Bundt/mp een B2aghe/ die ick bp uge bzaeghtte zijn vermoede/doo2den teghenbwop der Tupden / die nietkommende openbaere waerhepdtweder

faen ; metrurieuse Baghen den beduchten valhaerder verlepdendedolinghen mepmente vooz-komen. Ende ist defe: Dzaghe.

Ghemercktbwp liefhebben/madat wpkemen/endemie mandt ter MBereldt volmaeckt ist inderkenniffe Godes/ hoe datpemandt kam volmaecktfjn inder Tiefden Fit 3

Antbwoode,


*

D. V. Coornharts Antwoordic.

-

Boyemandt vaeghdehoe/of waeraenmacheen ITen fche weten / ofdevolutaeckte Tiefdie Godeslin hem3p:

menfaldatmoeten bekennen te weisen ee isodighe ende nuttevzaghe. Roodigh waerdie/onnuctdoo: onkonde fichfelfs fulckstoetefchzpven upt waenen/ aleer hy die

waerlyckheeft: Ende nut waerzy / omdooz t bevinden datuennochnietenheeft die vollmacckte Tiefde/ met be

gheerlijcker ernstdaernate trachten.

Naerick vernemedef Paghemeest vooghebwopente wordenbp den ongheloovighenendespitf-voudigen vpam den van der gheloovighenonderdanigheydt Godes inde

fen leven. Tynfe mietrecht ongheloovighte noemen / die die klaere wooden der Peplighe Schzifturen mieten ghelooven - Immers diese upthaer vernuft touteltjck weder-speecken.

-

Sam“, d ApostelJoamesschriftdupdelijck wat volmaeckte „Tiefdeis/oockmedein wie dieis. Maer die synwoodt houdt / inhemis waerlijck de Blicfde Godes volmaeckt. TDaerfepdthy wat dievolmaeckte Tiefdeis. Js desein niemand./fofpzeecktd'Apostelnietminder spottelijck/dan ofpemandtsende: die Menschekent Godt/ die als Godt felve al-wetende ig. JM2aergheen menfth ist als Goldtal

wetende/dus kentgheenmenische Godt. Also enhandeldtd Apostel der Tiefdeu hierniet, want

vootvarendeschifthy straexdaer aenintfelveveerken: “ Endedaeraenwetenwp/dat wpinhemsin. Tievefight doch/fo d'Apostelfelve noch oock van d’ander weder-ghe

Isam. 3.boome/dienieten moghenzondighen / fulcke volmaeckte Vliefde/die Christi woodtonderhout/infich mietwaerlijckt en hadden ghehadt / hoefoudehp endezydaeraen hebben -

moghenwetendatzpin Christo waren CPfeengichtighendekranckmanfp.de/ ick weetdatde

ghefondtheptmethaer krachtiump waerlthek mietwaen lijck is/datniettenhalven/maervollmaerkt: Endehpge vz.aeghtfinde/waeraen hpdat wite.Op antwoodeidaer aen/ datick ’t bedde/datmpdgoeghalsickgichtigh ' Mil


Brieven-boeck.

29

lan bwas"nufelfopmtjnefchouderen daghe/ende drande reverckenderghezonde menschen doe: Endehpdaernae oockfepde/dathy fulcke werrken noch nietendede/ oocht Mettedoenen vermochte. JRaernoch gichtighendekranc lagheopfjnoude beddevanon vernoghen: Diefoudefulc en: Poe waertheunmo mangfegghenmoghengheloov en ndo ghe vanfuickeghefonde were gheltjckaentmietmo Ken/waerlyjekte wertendathyghefondt waere/ of datde

gefondtheydt volmaecktinhem waere Sekerindien hp n ke mietdolen ware/hp foudeaen't mietvermoghe thent fanfulc ngevan

wercken/waerlyckmoghenwetendathyghee

(ickfwyghe vollkomen)altoogin hem hadde/maerwaere ndekranckhept. 3iecktee Datsgheblekten bp een noch heelfleckfinde. JRaer.de Halfghenefen blindeftch verwanende dathp vollkomentlijc -

henesen wareghewect/fulckxgheroemt/ endepemand emghevaeghthadde/waerbphp fulex wiste: Ende hin daeropdan haddegheantwoodt/ daeraen weet ickdat hetgefichtin mm volmaeckt is/wamtick fiemannenwan e menschen mar, cht-fenden. delen/gheltjck oftboomen waren: dere NBant fรถudenfinderghepot/maermietgheloofthebb

hp "tvolcomen werckdegghesichts noch niet hebbende/ daeraenoock gheenfins enmochtweten/dathetgheficht Volmaeckt in ihrem wagt maer lichteltjckt dat het noch niet bolmaeckitinheim waer/endedateen valsche waren hembe toovert hadde.

JMBaer, Sint Jamen was noch doll noch met waen be

toovert. 3p wife waerlijckdathp twoodt hieldt/ende bwiftdaeraendat de Tiefde Sodes in hem volmaeckt was.

Feuen was defe Apostelgheenal-wetende CBodt/maereen IAensche die favolmaeckte kenniffe Sades nietenhadde/ datternochnietaltoogaenghebaek. Ist oock moghe lijck dat eeneyndtltick menscheltjrk verstandt / die on ghemeten ende oneyndtlycke wyfhepdt Godes bevaten foude.

So moetmennufegghen/dat defe Apostellonwaerhept Heef ghefchzeven/daeraen: dat de Liefde Godes

"


* D.V. Coornharts lijckinhennvolmaecktwas:Ofmenmoetbekennendatder Tiefde Godes indem wedergeborenen waerlijck vollmacct magh wesen: ntetjeghenstaendezy geenfulckevollmaeckte

kenuniffe Godes/daernietaen enghebzeeckt / hier mieten hebben. Beteerte waerlasterlyck/datfullenzynietderren fegghen: maer"tanderischziftmatighe waerheydt/ die

maghniemand wederspeken.

-

Taetonsuufen vanwatvolmaeckthepthierwertghe spoken : daeris volmaeckthepdt/ diemieten magh ver

meeren/daeris vollmacckthepdtdie welmagh vermeeren. Deersteig Godvelijcke / dellaetteis 5 Menscheltjckevoll maeckthepdt. Godt heeft defjme vanniemandt / maer

alleenlyck vanfichfelve / maer des Menscheheeftdefine vanGode / ende net van fichfelve. Dandefe endemiet

' de Goddelijckevollmaeckthepdt ist dat vup nu han

DIEle.

Defe IMenschelijckevollmaecktheptis Tiefdetehebben daernieraen enghcb2eeckt omfalighte werfen/alig zpooc

jongende kleyn foldatzm altydt vermeerenmagh. MDant ghelijckmenhetleven nie en mach deplen noch half heb ben/maerheel ofmietendedoodt: foistoockmette Tiefde. Eeneerft-ghebooenkindeken / datfijnvolmaecktelede keng heeft/isso welleenvollmaeckt IVMensche/ alscenvol

waffenman. Alis fchoondeman veelgrooterendeter kerdan'tfwackelklepnekindcken.Ickfegghe nochmeer: Een groote menichte grootcpenninghen van't alder-lou

terste gout / moetmen bekenumen meerderunghetale ende fwaerder ingewightete weisendaneeneenfaemklepimpen minghfken / grepntgen vandenfelvengoude. JPMaer

'

maghmenoocknetwaerhepdtfegghendatdie groote me nichtegrootegoudepenninghen/ louterder/beter/sfvoll maeckterfjn vangoude / dandat klepnpennincrken of grenntaren vandenfelvengoude - gheenfing. TOe Fon tenne ofBoxin ist meerderdaneendophen/de Zonnemeer

derdancenglamtfken/ende Godig meerderdaneen vonex ken/waters lichtsendeliefdedaeruptvlietende: IMaer if wateroock beterindefontepne daniutdopken!"tlicht inde


Brieven-boeck.

ZIT

inde Zoyne beterdamimt glanken . . Ban het bup, der Tiefden in Gode komt het vonerken inder herbootenen herten /ist

ander: Tiefdedande Godtlijcke Wiefdefelvey

diedoofymen B.Gheeftwoldt wtghettozt indehertender herbootenen Godes Tiefdeis volmaeckt: MBatmachdan aenderherboxen Tiefdeghebzeken/daer doo23p mietvol

maecht soudenfin Sp hebbenheurevolmaeckthept der Tiefde nietinhaer felve/maerinGodeydaerinnehaer Liefde bestaet als der Bonnen straleninde Bonne/endedaermcde 3p eenfijndooz

- Chifum/als hpmetden Bader/de Baderinhem. Soo datde Wiefde / daer me die BäderChristum heeftghelie bet/in haerig / oock mede Christus selbe. IMMagh hier aen fulcke Wiefde pet ghebgeecken om volmaecktte bwe fen Taetde Tiefdefin klepin in den hindertens, ende groot in den mannenmaklepmhepdt endegroothepdt van elcks kenmiffe. Hetfalin bepdenochtans warekenniffe moeten -

fn/faltwaere Tiefdewesen/endein waerheptbestaen. Mu en magh warekenmiffe mietwaerachtigher werfen in deene bekende faeckedamind"ander. UBant waerhepdt ist als Godtfelfeenvuldigh/endefondcreenighe veranderinge/in allenhaerfelfgheltjckt. Hoenig, dande waerhept van Weele ende grootefaken.In demeenennenfehegheen vollkommener waerhept/dan in een -

-

andermenfehe van wepnigheende klepnefaecken/fo voog van't goudt/licht/2c. is gheroert. Bo wilick hier devooz ghenneldecurieufe wederspeeckers van de vollkommene on

derdanighept Godes indiesenlevennuaenspek/ endede felve aldus vzaghen:

Tpdp Scept'nen ontkennendedatmen eenige waerbept magh weten": of laet ghn dat toe - S. W9p latenttoe.

O. 5Magh eenherboxenmensche weten dat de Schepper

beterist damalsinschepfelen H. HÂşpmagh, O. Jagh eenmimmaerftinmimeken/eeugierighaerdtfjngeldt/ende eenroem-ruchtighefjneeer / boven alleanderedinghen/ oock bovenhemfelpenfoliefhebben upt alfpinherte ende T

krach


D.V. Coornharts

*

krachte / dathylieverternoodt fijnlevenfoudelaten/dan frin mimekijn / fjngheidt/ offjneere foudeverliefen

# “ab

TPat alles klammen bewijfen bp veelenge

SIEN TEfrin.

CD. Soo maghoock fulckkemerinder waerheydtdat Godt felfbeter ist dan alle fineschepflen(daeronder hpm oock felveeenig) Godcliefhebbenhovenhemfelve. NBant

ghpbekendtfelve/datwp liefhebbennawp kennen. MBat gebzeeckternuaenfodangeliefde/omte wesenvolmaeckte Jaenschelycke Tiefde Teghen- Pierfullendeteghen-speeckers vande vollkomenonder worp. danigheydtmpteghen-woppenendefegghen : Alderher boonenliefde/ als oockdevoopfheven/ig bepaeltende

heefthaermate/hoeveele zy lieftendehoeverde3p streckt. Biemaghfoowepnighdeonepndelycke endeonghemeten afgrondt vande Godtljckehologh-waerdighepdt begrij

pen, als een dopkenvander Zeeal des felfs afgronden. JAuenig die vollkomenkemiffe/endemitsdien oock nietdie vollkommen Tiefdenade Godtlijcke waerdeingheenherbo

renmenscheindefenleven/hp 3p danoudt ofjong in Chi

fo. Spfindanälghebzeckeltjckendeonvoimaeckt inder Tiefden/endedaeromme oockzondaren / alsº niet onder houdendedeghebodenGodes.TDoenditdealderheplighlte menschen niet/wat menfchedoethetdank Ghp-lupden/o vp.anden bande vollkommengheholopfaem hepdt/bebwijstugantgonghcloovighende arghliftigh oun

waerheydtinloghente verkeeren. Want nopendeuweon daut...«, gheloovigheydt,'tis" klaer datde H. Schriftbetupght dat

“ Godtfulckevolmaerkteliefdebelooftindt levenregeven,

“Defen geloofdp indefenniet immergghp wederpleerte fouteltjck: Js datgheen volmaeckte onghcloovigheydt/ bivatfalt danwesen

Aengaendemuuwe arghlistighepdt/enkondp nochfelve mietiteltickghenoeghverberghen/datghplupdenindefen terzijdenstelthetghebod tong van de Tiefdeghegheven:

ende kommtvootmeteenverzierdtghebodt/dat Bodtons mietenheeftghegheven. -

- - -

-

ZMDant


Brieven-boeck.

sz

MDanteenvanbepdefalwaerftjn/ teweten: dat Gadt ong bevecldt tekennen ende liefte hebben nafjneomepndt

lijcke goedthepdt/endedefelfsonghemetenhoogh-waer dighept: ofnaedemateendebrachteulonfes verstandelic hepts/ende onferhertenzielen endeghemoeden. Peteertete bewirfenis ulupden onmogelje. MBantmen daerafgeen geboten vint indegantfche Bpbel. So encan u dichtenons geengebot Godes maken.TPaeromenig he niethebben vanfulckeuwegedzoomdevolkomen kenniffe effi liefdie nadeonepmdelickegoethept eft bwaerdighept CBo

des indenherbozenen geengebzeck noch 3onde.God alleen/ geenmenschen/maect wettoverfümer kinderëconfientie.

2p wettendatGod haerafiepfcht liefdetothemdwaerts. Poedanighenaffine Goddelijcke hoogh-waerdigheydt omepndtlücke endezondermate. Reen.TPatsnier Godes

epfeh/maerulupderverzierfele. Hoedianighdan

Soda

mighals omfeleere Christus die aen allen Kanten bepaelt/ endematiget. TDie ghebiearong: Datonfziele, wyGodt onfen Heeremat.22.1 füllen liefhebben uytalons herte, metal metalonien Wut. 1027

ghemoede,ende uyt allconfe krachten. Hebben wngeenherte geenziele geengemoet ofgeen -

krachten - WDie mach datfegghen/beveeldt Chziftusons

Godt boven allefulcks lieftehebben dat blijcktmergeng/ maeropentlijckthetjeghendeel. MBy vermogendanim uners Godtliefte hebbenupt alle"tgenedat wp hebben/te wetenuptonsherte/ziel/gemoede/ende krachten.

EPfmoghenwp niethetghenewpkrachttoehebben/ende dat Wyn vermoghen WPat naghmen Zotlickers fegghen

als Godtdan vanons epfcht sodanighe volmaeckthepdt inderlicfde/als hp ons vermogentote verleent: foen epfcht

hp ons nietbovenons vermogen/maertgenedat wp ver unogen. TDatg volmaeckte menscheljcke liefde. Daerinne

mogen wp mafijnen wille/gebiedenende epfiehe vollmaeckt wesen/doogonfen Beere JiefumChristumfynězone: dieons daer toebengen moet.Amen. Piermede waerde Bundt achteick uwes vzagens genoegfaemtestjnbeantwoort/ten Umintent"onfer bpeencomte toe/datickmuinde vaften vast WErhope. T. 2 Ziffer


D. V. Coornharts Afferghebzeckaen / datis uietaemmtjn wille/maeraen mijnvermaghen / bovendatmaghithner/ dat ick hebt hergeickniet immer sÂş voozuniet/dien mitin herte openis. bzenghong verstandt doogoeffemingh in die handt.

'

NLIN.

XXXV. BRIEF,

Onderfheydttuffchenfeylenenzondighen,item vanonfchuldighen

ä doolen.

Je niet entwifeltenleertmiet: MDant bhpvende opfjmoudeplaete/ engaethynietvoot / komt nietdaer hpmopten Was/endeftet nietdathpnopt. waeraensoudehndamtwyfelen 4,5 Maeru voort

EM-

ganckverlustmpdoozuweltwyfelen, daticknumercke uptdituwes vzagheninulaetstefchijven/te weten: CPfdaeronderscheytis tuffchenfeplemenzondigen/ende waerinne hetfelveonderscheytbestaet. Antwoode. -

Nadaerisonderscheydttuffchen/ endedienietklepn: Wantfeplenofdoolen istpet doendatmen waent recht te: 3ijn: maerzondighenispetdoen/datmenweet:ofwaendt onrecht tezijn boogdatumens dort.

1. Mahetdoolen volghtdoefheydt vanpettomrecht

ghedaentehebben/maerntethet woegendebeschuldighen vanpettegenfinghewetenghedaente hebben : daer" ghewetenaldzepght vootzondighen/endenaederdaedt/

'en al in twerck metwzoeghenende beschuldighen --

2,JWend


85

Brieven-boeck.

a, zaemdooltfonderwetupton weitemhepdt menson “n (natupplyckofGodtlich)upt '' dewet-gheber, gen veracht 3. Hetdoolenheeftgeen wet-geverhetzondigen -

-

4. Willemsendooltniemandt/onwillens enzondight

niemandt, Want wieergheims toe-gaende/toehaeltende oudemiethieverrechtendekotgaen" krom/ende langh

mºnat werck machmen oock3onde noennen/ alsneu daerime mietenbewillight

leemtofeentpçangheweibelück pemandts handtmis bzupickende/deffelvens lievekinderen daermede vermoo? de/fonderjateghen des Baders wille. Die falfich be

voeven / maermachthp sichoockmeternstdaeroverbe schuldighenofwzoegen Datenmaghniemandt gheloo ä oftdamonwillens / maer mein zondight

inn

EMB.

s. Gockten machemenheit doolenfomtpdts niet

-

mpden

endedamistonschuldigh : maer hetzondighen machmen miden/endedacromme ein istnimmermeeronschuldi ZRen woldtbp willeghenootsaeckt omeeninf ckten

weghinnetegaen: alsofpenau" boop eenfhept-vegh feierlich wistedatope" bendenzpnedoor-vp.anden zjn/endedat d'andere replighware/sonderte weiten Welckt vanbepdenveyligh3-

Genickeineonwetenheydtfckerlyckwetende/soudt u"an stilleftaen/endevermoottewordenmietet" nae niemandenwachten die hemdenvepli -

genweghmetghewischenmitte kondeaenwissen. daerindienhp also stillestaendehemvan achtern eeni -

ghef

medeodt vpandemoockvermaennen" ghenaken

/ ein

jemaghenaejaghen, hpfoude’tpericuledes doots voog denfellerendoodtverkiesen/ endedieenofd anderevan die tweeonfeeckere wegheninnetreden. „

- 4" … … a

"mensch so ahenoodtsaeckind" foodant ghendfrierahelichemontieren twyfele voort ging eine infjnen vpandem handenviele --

-

: hpen Z

weiter:

-


* D.V. Coornharts des wechs dolen/maerhpensoudedaeraennietzondigen. FHp foudeintreurighe doefhepdt/maier nietin fchuldigh bw.oeghen vallen. - -

MDant ditwaereenmootfaeckelijck dolen/maer geen vp wilighzondighen/overmidts infühne machtnicten waere ghebweeftkenniffe te hebben / welcke vegh deveplighe of

onveplighe waere : Noch van ghelijcken oocknet om hetpericulelfjns voozt-ganckr mct veplighe stille staente vermijden. -

Dnverstandtis doolingsoofaecke als menleest/ooeen

Fini, Bielezondightuptonwetenhent/ fulcke dathy ghedacn heeftpet vandendinghen/die Godt verbiedt/ ende3p nae maels haerfelvefchuldigh bevinde etc. Bietdaeren weet die Zielcaf32enschnietvoo2/ maereerstnade daedt dat

'' ckdede.

TDitheet de H. Schziftoockfelfonbwil

OOlCM.

Häum.15.2

-

-

Ende (fpdtna JAopfen de Heere) de P3xiefer fallboo2 alde menighte der Mitinderen Jfraels bidden/ ende hetfall

hunvergheven worden. MBantzpen hebbenniet willens ghefondight. Danfodanighefendt de Heeredatfeifmede/ datzmonwetende hebbenghezondight. Alhoewelalsulcks ghefchiedtuptonverstandt/ende on wetende/foo werdtdiedoolinghe nochtans almedezonde ghemoemt/dochminderdandiemet voo2 wetenghefchiedt. MBantzpenghefchiedtmietfonderfchuldt vanonachtfaem berfUpnlintmerckensp des Heerem wegh : TDie 3p ghe ihoodthebbende vergheten/offelftelefºn/ofte hoo.cn liefen

verroeckeloosthadden / endemoghelijckheydthadden om Pum.15.26 diete weten. TPaeromfpdt daer oock de Heere : WBant

alletvolek fchuldighis doozonwetenhept. Solcestmenintopenbacrvoo aldenvollcke in den federn

na voozgaendeklockegheflaghdekeuren endeghebodent

Op dat dieelckfelve hooren/of uyt anderen waeghen/fiah daer naefchicken, endevoofchadebehoedenfoude/op dar niemandt hemnamaelgdaertegenmisdaen hebbende met

amwetenhepdtderfaecken ontschuldighenensoudemsgen. W9aut dacrismogkelyckhcpdtghetweest om -

ben:e


Brieven-boeck.

87

fullerte hebben/alheeftmen diefchoonmiet. 32aer on fchuldighis alleonbwetenheydt/ende oockdoolinghedaer unt ghevolght/daermengheenunoghclijckheydt omweten enheeft ghehadt. - Daerommeen was mietonschuldigh des volckafgade -

ren: Wantzpdes Heerenghebodt weltwisten/eerzp fuler

deden. Daeromfeyde de P2opheet : WBeetghn ditmiete gar, Hebdptmietghehoodt : Ist uniet vanaenbeginne ver kondight - Biet Bundtdatenis mu gheendoolen offep

lenwt mitverstandt/maer willensende wetensfondighen.

Hier affepdt de Schrift : TPenghenendiedaerweethet Bacobar, goedetedoen/endedat nietendoetdienistfonde. TDitwag sack des JMeestergfegghen: TDeknecht diedaer weetdie Aue"-7 willefins Heere/etc. TPeen fallveelflaghenlindenomdat hp witzenmietendede/d’ander minder/ maerfalldoch niet vzpgaen/omdathpfchuldelijckheeft versupmt tgunthy

behoode/endeschuldigh waste weten.

-

-

All istnulfulckg dat d'een doolinghe (waerder ig? / ende

meerderstrafverschuldetdandander. Booenisnochtange

gheen doolingheonschuldigh daer men waerhepdt hadde moghenweten: CPfdaermenfondergrootequetfelonghe

daenhaddemoghen latentghenemen mietenwiste. Alle an, die mepnendeketterste dooden / de. Widtmaeten Christi

dooden/upt onkunde Godes ende Christi/mepnende Godt daer aentedoeme eenen aenghenamendienft.

-

TDatfulcksuytonwetenhepdtghefthieten machmenniet 1 Tomas,

ontkennen. Want(fpdt Paulus) hadden3p den Heere *** dergloxienghekendt/ nimmermeerenfoudenzphemghe krupfthebben. TPatfept hp vanden Princen der werelt. Act». Immerg hp Paulusfelveenfoudeden Heere in firmelidt matenmietvervolght hebbettghehadt : Soohpfeghekendt .

hadde voorfulcks.

Maerdatdedehp oockfoohpfelve“

fepdt)onvetende. JRaer


*

D, V. Coornharts

IMAaerwas hp endedie P2incen,daer dooz onschuldigh ofonschuldight die onwetenhepdt nu noch aldeghene die

henlupdenfulcksnadoen Gheenfins. MBantonmoghe lyckisthenlupden/jaallemenschen omweten/datde Widt maten Christiketters fijnofverlepden. Want datenig gheen waerheyt. WPat gheen waerhepdtis/en nach oockt niet gheweten worden. -

Boo en moghenfulckevervolghers oockmietwetendat zprechtdaeraendoen: maerlichteltjckmoghenzpfeecker weten (so zy hunfelven willenlonderfoecken ) datzpfulcks

mieten weiten. Ist dangheenrecht schuldighe onweten

heydt infoohoogh-wightighenfakte vermeteljekte doen tghenedatumen nietfeeckerljck ein weet ! Sonderlinghen

noch alszydes gheenuptdzuckelijckbevelvan Godeheb

'

/ NOTITLN

enderisch ledigh staen ende onghedaen laeten -

-

Hier hebdp mu/herts-vzundt/maecktelijckenderondeltjc

mĂźnghevoelenvan'tonderscheptdatteris tuffchenfeplen endezondighen/waerime datbestaet/ende watschuldigh

ofonfhuldigh doolenistwelck aldinghenfijmwelwaer dighombeterendebeeder / dan ick muhierinfchzift hebt moghendoen(ommtjntjdts ko2thepdt/ende uvozderlĂźckt

hegheerenvan antwoode)omfulcks bymondebeiderte

handelen als ghpoverkomtmet u Pupfvpouwe : datickt noch verhopein defe aenstaende JRaert tefullenghefchie

den. BeiHeerefalt geven/iftons faligh: ghpfult verne mendatghp bp Gadtvzessende/verstandighe/eude vome IHMenschen koomt/dieu liefhebben.

-

Weet of ruft.

XXXVI.


Brieven-boeck,

*

XXXVI., BRIEF

onderscheidetuchen zomdedoen van den Mensche, felf, bf"tzondighen vandeinwoonendezon.de.

Verclaeringe derSpreucken 1 Ioan.3.86. Ende

Bewijs, dat die wt Godeghebooren is, niet en zondight.

-

"F-Schrºbenliebe Brundthebickommtfangben / met dritu voostel:

-

Wiezon.de doetisuytden Duywel.1 Ioan.3.8. Item 1 Ioan. 3. 6. Aldiezöndight heefthem(teweten Godt)ghefien noch ghekent. Rulaetghptoedatdieeerst-gebogenkinderen inChristo noch moghenzondighen. WBatzondemeyndthier Joan mes dan - MBant speeckt hp van alle manieren vanzon

de/menfalmoghenflupten/datdejonghe kinderen inChi tontet wtGodtenfinghebooyen/maerupt den TPupvel fijn. „Maerspeeckt hp vameenlighezondenintbpfandere foo wildrick weltweitenhoedantgh diesyn/ende wat Rae men bwp die ghebenfullen.

--

Evenditelve Priendtiseenbandevoonaemstebewift Woam,3,5 reden/dat(epghentlijckte speecken) alledis upt Gode ig ghebologen/gheenzonde endoet / ende oock niet en mag Soodefelve Aposteloockopenbarelijckfelve

z" chziftint naer-bolghende veerfken vande eersteghemelde.

fjne Spreucke.

Wantniemantenmachteffensfjnende bleiben eenklinik Godes/ende een kintdes

g

iswtGode/endeooc upd


-

--

*

-

–

D. V. COOrnharts

uptdendupvelghebooxen: die danleeren dat alle Men fchenfoo lange zip hier levennoch zonde doen / diemoeten

nock noodtfaeckelyck fegghen: dat alle JMenschenupten dupvelfin: Gfdat d'Apostelonwaerheptschrift, dat alle die Zonde doet Upten dupvelis. Houdenfp vooz waerhepdt/ dat alle IMAenfchenzende doenendeuptendupvelfjn : Poe moghen 3p booz waer -

hepthouden/datterieeneenighmenscheupt Gode3p geboo ren! Iferfulckmieteen/foo was oockd'Apostel Joannegie ended ander Apostelenhaer levenlanck-totterdoot toeme

demiet/maernochdupvels kinderen. M9ant fv warenoock noch altsamen menschen/endemosten(fooeemigheleeren)tot haerfterfdaghnoch fondedoenendefondighen. goam 9.4. - TPatiupdt leelijck. Bant dedupvelig eenmooder ende

logenaer van aen-begime/fulermostenfp danoock wesen/ endenahaer Bader aerden. - Offalmenmufegghen/datde menschen welteffensmo -

ghen wesen/endetotterdoottoebiyven/uptendupveleende dupvels/endeoockmedeupt Gode endeGodeskinderen Zegghenzpdat/wiefallhenlupdenkommengelooven Pen lupdenfeggheck/henlupdendiehartneckelyck leeren: dat aack deherboxenkinderenGoldes totharenlyflickendoot toe/noch altytimhaeralderbefte werckenzondighen Zpfchtjveudegheboote der gheenre die upten dupvel

-

-

,

fo groote krachtentoeten quaden: dat fp nietsgoetg? altoosenmoghen/maernoodtlijck het quademoietendoen. Zomoetenfp wederomme degheboote dergeenredie upt Godefjn/oocktenmituntenfoo grooten kracht toefchzij venten goeden: datzpniet quaedtsaltoos en moghen/

maernoodtlijck hetgoedemoetendoen. TPoen 3P dut/fn fullenmoeten bekennen/dataldieupt Godegebozen geen 3ondeendoet/noch mieten maghfondighen.Ende ditfepdt Ioann.3,9 sock d'Aposteluptdzuckelijck. IMAaer willenzplieverhaeraenghenomen waen/dan des

Apostels waerhepdteerenende aennemen: 3pfullenmoe tenfeggendatdes dupvels quaethept veele machtigher ist pmden menschenquaedtte maken/endeinhaer

aunt:


Brieven-boeck. ...

*

battebehoudenzdanGodesgoetheptis/omden menschen goettemaken/ende daerinnerte volharden.

Dithebbeichte erst willenfegghen totbewig / dat alle dieupt Godefyngeboten. (zpfyndanjong ofoudt inder gebooten)felfnietenfondighen: daerafickhiernameer dencke tefegghen/nadatick myn meeningheintkoptfim

pelych verclaertfall hebben: MBatnamemenfoudemiogen geven de fanden/daer mede dejonghe Kinderen nochfondi

gen/indientfoware (als neen)datzpdam nochfeiffandige,

Ditfoudemoghenfin/doolen uptonwetenheydt/ valen .

. .

uptonbedachthept/verwomente werdenuptkranckhept endetheer anderedierghelijcken/diemeneenighfing daertole.- . . .

ä

mogenbedencken/daerafick nochbeedermepnete handelen/inden onderschept diedaeris ruffchenfeplenende

-

fandighen. 32aerepgentlijckte speeckenist zonde/daer

mentegende bekende wetBodesmetiustempetbegeert ofts will allen vollghdedaerniet nahetdadelijckevolbenghen

vandien. Dieendoendehinderen Goldes nietzpfinden jongofeoudt/wackoftesterck.

"" -""

.

Misantniemanteniswt Godeghebooyen/dan doofin bwooztdegleveng: dit wooztis.de waerheptfelve." TSie

heefthaere erst sobekentgemaeckthetquadeende sockhet goederdatzplvanhertenhet quadehaté/eñhetgoedelievé. Pierdoofynzy vermits defelve waerheptdat Christus an, is)fa waerlievingemaerktvantquade:datzp'tbekende“ quaet/niet mogenlieven noch willen. Wie machteffens eenfelvedinck haten endelieven: Mietwillenende willen ditvereenighthaermet Gode/ende dit maeckte van Bod

delijckenatupren/die zy deelachtigt worden. WantGodt haethetquade/endeliefthetgoede. - - - - TDitig nude goedewille:die werckt Godtfoinfjnekin Phila,

deren/ende faloockwerken hervolbenghennadengoeden wille. Augaetdebegeerte/zy findangort ofguaet/fuler voorde wille/vanghelijckende lustvoordebegheerte/dat termieten machghewilt worden / fonderdatmente erstbe Wheert/vangheljckenmietbegheerdr wozdensondervooz e, gaendelust - -

-

-

JAMA 2

– TPit


* D. V. Coornharts „ Ditkindt&Sodeskendt nuindertwaerheydthetguaede/ be d

“: “

Pet

„kendeguaedt einmächhemdan mietgheluften / endedaer

omme oockniet begheeren/noch minoock willen. Im mershp heeft lust/begheerteende willetengoeben : dats verde/vantquaedetewillen / dat is hp nu upterherten

vpaudt ende hattgh. Nach oock pemandt vywiligh Thegheerlück ende lustighdgen'tghene hp doodtlijck haet Ende bpanditis.

-

Soo maghdandeherbozenehp 3p kindtoftemangheen

Sanºzomdedoen oftezondighen. MSantdit Taedt der bekende Joam,8,32

waerhepdt blijftinhemendelaetdatniettoe. Ghenerckt

“Hemde waerhepdt waerlijck bpheeftghemaeckt van de erten: dat kende laghendeffelfsquadelustenende

3p datquartmumietmaghen noch willen : sonder welche bepdegheenzondeenmagh gheschieden. Ende hiermede Houdeick soo krachtelick als waerachteltjck metde P.

ä dat alle dieupt Godeige ghebgozen/geen ndeendoen/noch oock enmachzandighen. So d'Apole teloocknacektelijck upt-speecht.

---

-

„ Hierdenckt ghy Pundtmogelückaldug: Altmietfonde

-

daermenhet bekende endegebodengoetmietendoet

Het

is. Zooistmede(fuldpfeggen) datmenhetbekende ende

verbodenquaedtdoet datis oockzonde. WBelaen; diet goedewildoen/diekentdat oockinder waerhept. Datbe kenneick u. Hºpkentoock waerlückhetquade/diedathaet endemieten wildoen alsoo. Bietgoede wildoen/endet quademietdoenen will. Als dienietvangoeden wille Ppis. Gockupt Sadeghebo

ren. Onghetwyfelt. Als ditalleskommtup thatevan't quade endeliefdevan tgoede / endemietupf veesevande traf/noch hspe van loon - Bant dit valtnietindenkin deren/maer inden Knechten ende Pupplingen. Bathoudeick (fuldpfegghen) alfoometu. JAufchzift

m“ Paulusvanhemselve/ofwanenander das hieralleenst tmoet altydtfjnvan eenherbooten Mensche) datbp niet endloethetghenedathp bwil(teWelten" goede) maer - - -

- -

-

,

d

bp OILE


Brieven-boeck.

93

doethetghenedathphaet (te wettenhetquade)"goet (fept noch datick wil/endoeickniet/maert quaede datick * * * ate datdoeickt.

Dit bepdeis immer sontwifeltjck 3onde doen / ende zondighen. Bitdoet Paulugfelve/often münften een ander herbooten Jenfche. DUBatfhin van waerhepdt mach dann

hebbenu voogaendefegghen/datalleherbooten Senfhe (hp 3p dankündtofteman) gheenzonde endoet/ noch ein Unach zondighen.

' els

derApost

--

TDiefelbeschim/ja’tfelvewesen vameeman

wooden hebben - die defe wooden Pauli

dupdelijck verklaeren. Die houden dat alle (dats niet

wenighe/als mannenalleen / ende miet kinderen) die upt, „.

' ghebozen (datfjnoock dekinder keng)geenfonde

EN

--

TPatischem nochmietghenoegh/hpfpdtdaernoch bp/ dathp mietenmaghzondighen-Biet/daerfepdt Bint Jan fulcksoumogeljcktewesen. Peeftoockpemandt ter Werelt machteen eenigeplaetfe uptdemgantischen Bpbelvoottebenghen/diedaerhout dataldieuptGodeisgdebogen noch3ondedoet/endemoet zondighen Ghpfelveweetwelmeen. Daerfied pnumietfrhyn / maeronlochbarewaerbepdt felve van mainvoopfz.bwoodenmietuptmünbernuft/maer

aupt den P.Gheeft dooz den Apostel vootghekommen / te weten Upt S. Jan. 5-Merckt nun of devolo den Pauli bpuimegheboerdt/ mietbolcomeljck met G. Ilang voogf. woozdenober een -

stemmen/datsverde vandaerteghenteistryden/wamt 3p

' “was feiveclaerder findedandie voofz woogs EN - PAUlt,

amtdieoockfelfint naest-volgende Beerften aen finanz, woozden: 't goedtdatick willendoeickmiet/ diefelbe wel

uptdzuckelijck verclaerende/ gheeftopenttickets kennen/ datfülckherbogen zenfchedaer afhpfpzeeckt/felbe niet

endgetdat werckvanzendedoen/ofzondighen/maeront fhuldight henn / feydt dat bptfelf mieten dort / ende -

B 3

(chupft


*

D.V. Coornharts

fchupftdat quaedebwerck op eenander. Komt,7, 20,

-

-

Op wie anderg, doch d'Apostelen verfwilighthemdaer

niet/maer noemthem bp namen/fegghende: Zooendoeickt

dat nuniet / maerdefonde die inmp woomt. Ziet doch Pundt of3p den Apostelnietonschaemelijck en loghen straffen indesefinewooden : die daer upttrecken, dat hp (Paulusfelf)doenoch dat quaedtdede endezondigh d L.

W9amtzpfegghendatd'Apostel die wooden : 't quaedt datick mieten willdat doeickt : bamfyn epghenperfoone heeftghefpoocken: datomtkentd Apostel/ende fepdtplat

uptdathptmietendoer.d'Apostelfeptmeen/zpfegghenja. IBieigt hierdegheloof waerdighsteindefen dats daneen leelijcke doolinghein fulckelupden.

‌ - - - --- -

Bootsnopende dezondefelf/ die Paulus daermaeckt de werck-man van't quade/enfeptd'Apostelniet: Boden doeick dat nu miet/ maerdezondedie mp van mijmeoude

ren/ofvan Adamis aenghebooxen. Heen/maerhpfepdt dezondediein mp woomt/wat anders ist/datinons met terbwooneis ghekommen, ende wat anders istdatons van

onfeoudersisaenghebooyen. Eeninwoonderenis ghceninghebooten Burgher. MBat -

den IAenfche aenghebooyenis dat isnature: die vanden

menschein wesenblyvendelniet afgheschepdenworden, als athemen/hongeren/do2ten/eeten/dincken/zt. JAaer wat denenfchefelfaenghenommenheeft/oftenmettertpdtaenge Went/dat machhp in wefenblyvende/verwerpen/endemet ter tpdtontwennen ende verlaeten. -

Humoetmeneggemeenvanbepden: teweten/datzonde endemenschecenfelvedinckisendegeentweederlep dingen:

CPfdatzpnietenfineenfelvedinck/maertweeverschepden dingen: fodatzondewatanders zy dande mensche / ende demenfthe wat anders dan dezonde. Ten is gheen een feivedingh. WBantandergmofte Godt oock de Zondeghe

' hebben /

ghemerckt hp de IAensche heeft ghe

(ICCH,

JMeen/Godtheeft demenfche/ maerde mensche hsef-de


Brieven-boeck.

95

menscheheeftdezondeghemaeckt. Godesmaeckfelwas goedt/des menschenmaeckfelis quaedt. Hetfijndan ver fchenden dinghen demenfcheendedezonde. So werktdan

elckfijnepghen werck: fulcks dat watde mensche werckt ofdoet/daten doetdefonde mict: WDederom/watdezonde

doet/daten wercktofdoetdemenscheniet: maerelck van bepdienisfelve werck-man vanfjnepgen werck. TDie Zondemnach niet andergedoen danzondighen / de

3Menschemaghwelandersdoendam3ondighendeherboxen menscheen magh nietanders doendandat goedtis. TPefe tweeupterstefindeboomendaerafde Heerefept. Alfo en magh.de* guadeboom gheen goede/maer moet aMat7,19.

quaede Buchtendzaeghen : Herzondighevleesch gheen

deughdelijcke/maermietdanfondighevzuchtenvootbyen-"* ghen : ed Oude mensche/gheennieuwegherechtighepdt Colis. maermietdandoudeendeaenghewendeboofhept wercken:

endehetallichaemderzonden/gheenheplighepdt/maermiet"“ danhemselven/datszondedienen. IMAaerdiequadeboommaghuptgheroept/'tonfienlijcke

zomdighevleesch ghekrupft/doude menscheuptghetoghen endehetlichaemderzondenghedoot werden: Endedit al leg als defichtbaremenschenachintleven bljft / die dan noch terecht Gode begintteleven / mae den inbwendighen menscheint verboghen vooz Gode. -

Hier blickt noch almede datde 5Mensche/dieeengstedt maeckfel Godes is / al heelwatanders is dandezonde/ des IAenschenquaedemaeckfel : datis nochtertontniet ghettoven/ als d inwendighemenfehdoo.de weder-ghe-

-

boote eerst levendigh is gheworden. Meen voowaer/gau.„, damit Zaedtder Douwen/te wetende bvaerhepteerst ge

boopen / tuffchen "twelcke / endetuffchender Blamghen Baedt waerachtighe vpandtschap wodt veroofaeckt / Delogen dam begintmeteenwettigheftrijdt/derflamghenkop/eerft recht bestredenteworden/ vermieldtende vertredentewo den : Ende tenlaetstenghedoodt ende begraevente wog dCM.

A

„Jederckt


96

D.

V. Coornharts

Mercktmudattetdieinwoonendezon.de ist die falanghe hp nochnietheelghekrupft/ ghedoodt/ende begravents/ dezonde doet/ende zoudight : Ende niet dieupterlye ke van Gode ghefchaepen/ noch oockt nietdeinwendighe

nacBodeghefchapen/ende uptGodeghebooxen Mensche: MDantdefe tquademuvpandtlück haetende /„dat nieten magh bewillighen/endedaeromme oockmietendoet: Als dienunieten maghzondighen.

Maer ditdoetfo langhe

hpleeftdeinwoonende zonde/doudemensche/ hetzonde Lijckevleesch / als wesende mietuptGode/maerupt den dupvele/ die andergenietennachdoen danfondighen foc langhehp leeft. -

Bitis devooghemeldequadeboom/ diegheengoede/

': maer niet danquaede vzuchten enmach voot benghen JAaerdat (deherbogen, Mensche) ist die goede boom / die

gheen quade/maerntet damgoede Buchten enmachboot benghen: diebenghtfp voorttotfjndertjdt, diet alles

fo welghedpet / datoock eenbladt van defeboom mieten magh vallen. MBantfjmwille istinde weitdes Beeren/daer hp macht ende dagh op denckt. MBaer her fouden dan doch kommende guaede begheerte/endequade wulle /fon der weickebeydegheenfondentenmagh gheschieden. sa... „Bituaet fietmennu datniemandtaenghebooyen/maer

3". bpelchs vermetenonverstandtverkooyen ist : ditis der IAensehenom-wechbpelckfelve bewandert/die elckmen PA“

fchefelveniet Adaminions/heeftbedoxven : Ende dit ist

doude menschenadevoozleden wandelinghe/diemen moet aflegghen : Endedit gedimbwoonendefondie/die defonde

doet/oock indeneerst-herboogenkinderen. HBuisdefeopeen upzeof dagh niet inong teffens ghe

homen/ghebooyen/opgewaffnende sterckgeworden./maer - allenerkensmettertp:/ende veele hanterens: daerdoozist nockdathpdenherbozene endeggedt-willighe/maer noch

fwacke Kinderkens - noch teghenhaer willealtemetver rascht/ endeindeverfenen haerder oudegangenbelaeght endebüt/ende alsoa hetquaedtdatfnuieten willen / dooz Onachtfaemhepdthaerderoudeghewolonteendeswach: Es


Brieven-boeck.

97

doet doen/endehetghebwilde goetdoet laten. MDatmen niet langhe aenghebwendt/ noch nietdickmac hecft/datkammenoock haeftende lichtelyck ver aten/maer watmendoo2 langhetpdtende menighvuldigh hanterentot een veroude endeterckeghewoonte heeftge maeckt/enverlactmcnfo haeft niet. WDathaeft woldt/dat ontwoldtoock haeft : maer dat verlangth inne count/gaet langupte. Tichtervalletfjmoudefchoenen/danfjmoude zedente verwerpen / foomen ghemeenlijck fepdt. TPefe huadeghewoonte van'thanterenderfonden/ fijndeftric-Pas“ ken der boofhepden/die denboofen banghen/ende dieban den derzonden/dacrmedehpfelf werdt gebonden: die ver

'

strickenhemtenlaettenfoo vast/datvan fulcke Jeremias (als wepnighhope tothaeruptkomftehebbende)fepdtal

dus: Istfoldateen ITAoziaenfijnhupt/endeeen Luppaerdt Teress fyn vleckenmagh veranderen : Soomooghtghp-upden

goedtdoen/mughp't quadehebtghcleerdt. Gheleerdtfept hp/ nietaenghe erft. Hierdoo, wasdes volcks finerte wietonghenefelyckgheworden. Teweten/voor denmen

#

3O. Isa • • 17

niet vooz Code / diehaer noch ghencsinghebe

OILIfDC.

-

Allefulcks mochtmenmerckeninde verbweckinghe van Tazaro/endehet jonghe,5 Mepfken. Tazarus was jae- Ioan,ur,33 righ/hadde vierdaghendoodtgheweeft/ was uptgedae ghen/lagh inden grave beflootenmeteengraffteen/finc

kendeendeghebonden. Hoefwaerelyck ginckfin lebend maeckinghete wercke : Want datahefchiedeniet sonder Christiverstoolinghe/tranen/fchudden/ofbeven/endelupt stemmighroepen. Als hy nu allevendigh wagdolewop den'den vandeghewoomtetenzonden / noch eerst OlltblondLU.

TDaerteghemen was des Overfen dochterken niet kan-Alaat»

ghe doodtgheetfoock mietuptghedaeghen/begraeven nochghebondct/maer laghnoch binnen denhupfe / ende werdt vanden Heere/fonder verstoolinghe/weenenofroe pen/alleenlijck meteenhandt-roeringhe Christi levendigh P hennaeckt. J2 IHet


-

D.V. Coornharts

Hetig waerachtighdatmemandtdieniet daneenfähiede ig afgheweecken vandeurechten weghe/foo wepnighdaer op ist als een ander/diedupfernt fcheden dacraf1s gcdoolt: nacr nach defe oock foo sichtet jck ende haeft als d’ander metcen fchede daer weder opliounen . . Ditfall niemand fegghen.

IHant watpemandtlangh heeftgheleerdt/en ontleerthpm miethaeft/sonderlingheals die veroudeghewoonte fehynt verandert tefjmineen tweedenatupre/voighens’t gemeen

fegghen. Daerbeneven blüfft mede eeuweijck waerach tighhetfegghen / dat/al wat JMenschenhandenmoghen macelten,dat JMenschenhandenfulcks oockmoghenbeec ken hoevecletelichterendeteerder Godes almogendeham

denin denghcloovighen JMenschen,/ datthaerhandenghe Umaeckt hebben.

-

TDie werelitt dataf-bzeecken ende doendoo2 den vingher fijng geets der waerheyt indenherbozenen/dochnietfon derhenlundermede-wercken / dat wild Apostel: daer hp fepdt : Jfdat ghpdoo dengheestdewerkendes vleesch Rom. 13. döodct/fo fuldp leven. TPaerbetoomt Paulus noch alme de (als oockdoozgaengs) bwiedeghemens, die indenherbo renende zonden nochdoet : die moemthp?mlet werckender

Minderen Godes/maerwerckendes vleesch. Alle werck isfijn felfswerck-mans werck: die werck-mannoemthp hier tvleefh/endemietdefichtbare IPenfehs. Hetvleefch dam/mietdegheeft/ ig deghene die die Zonde

doetendezondight. M9at vleesch - Hetgoedefichtbaere

Kalat, K.

maeckfelGodes - Meenwaerlijck/ datenzandightniet/ maer wertmifbzupckt vandeinwoonendezonde: fo ghp int beedehebt moghenften/intbseerkenbm mp/daerafin dzuckuptghegheven. 3Maerhet quadeonfichtbaremaec feldes Menschendoetzondeendezondight: ditquade/ende mietdatgoede vleesch/fpdt Paulus/

' Chzififijn/

ghekrupft hebben/ met fijmegheneghenthepden ende be gheerlijckhepden, TPjt


Brieven-boeck.

*

-

TBitig (fpdt Augustinus hier op) ons bwerck inditle-»

ven: dat wpdewerckendes vleeschmettengheetdooden/ daghelijcksquellen minderen temmenendedooden; Hoe,

veelefinder dievoot-varende/mugheenlustenhebben/ in, dinghen, die haer voo2 maels verlustighden - doehethen-" * lupdenverlustighde/endefpdaerimenietenbewillighden/” wothetghedoodt : maerwanthet mumieten verlustight” iF hetghedsodt. 3 P.

Dertreedtdendooden/gaet voorttotten lebendigen/treet,

op den legghenden/vechtteghendenstrydighen. TBaeris,

eenlust doodt/maerdanderlusteleeftnoch: diedoodtime, de als ghphaernteten bewillight: alsudangantschelijck nietmeerenghelust/fa hebdp ghedoodt. TDatfchzift Augustinus-int 13.Sermoon op des Apo -

stels wooden/welckfjnfähijvenick hierstelle tot bewy

niet van alditmijnvooß.fegghen/ want datzynepghen bewijs medebzenght/uptdes Apostels fegghen : #Maer alleenlijck dat fulckt mijn ghevoelen niet nieuw : maer oockt albp denoudeniggheweeft. -

Ick wolde Punt/mpfelf/foooocku (foickvermoede) telanghe/overmits die faeckefoo wepnigh woldtghewe ten(als zy meeft elck eenho.dghnutisom weten. 52eemt

daeromme nochdefe toe-gifte: gamtfchonbekleedtvanbe vvys hier intcoxteghefteldttotalemeerder verclaeringhe,

Tuffchen

JA 2

-

-

Bonde

Dy


* D. V. Coornharts Bonde doen/ofzondighenbanden -

IMAenfchefelf.

Anbwoonende zonde.

TDitghefchiedt als Inwoomende zoude TDe JMenschefelf Zondedoet ofzondight. Zondedoet ofZondlight. Te Wetten Als de Mensche

1. Bichwillenge vanlustlaer 1. Bjng ondanckF ban die vanghein. zombenluft gevangemis. 2, TDezoudeleeft/endefonde 2. TPezondeis ghettoven/al oocktinhem leeft. leeftdienoch in hem. 3. Petzondighengoedt boo! 3. Petzondighenquaet voo! fich waent/ende datlieft. fiehweet testin/eĂźdathaet. 4. Zyniedenbegeefttot war 4. Tichfelf CBodeheeftover gegeven/endefjm ledem tot pemen der ongherechtig heydt. MDapemen der rechtvaer dighendt. BImSondancks wortbe 5. TPezonde moedt-willens 5. DICnt. let hett ghewilde goedt te

valbenghen. 6. TDegoedefrafhaet/niet 6.TDequadezondehaet/niet

de goede straf. dequadezonde. TPedeughde felfmeerlieft 7. Cloon derdeughdienlicf/ 7. niet dedeughdefelf.

als haerloom. ---

TDe Heere doodeinons/ong enghen/ende volmaecke im otgiftjn levendigh-maeerfel. Amen.

XXXVII.


Brieven-boeck.

IOL

XXXW II, BRIEF,

Vande verzoeninghe met Gode. Aen Dirck Iacobfz. van Montfoort.

Bde/waerdtte Bundt / methertengroeteicku |

beyden/bpuwefende/hoozdeick ubermanenvande SP2oke Pauli: Want Godtwas in Christo , verzoe 2 Co. 5,79

nende de Wereldt met sich felve.

Het wonderde mp eerst/

Maler als ick daernae vermam / dat een ander met u T.

daer afghefpoken/endedie spoke op het Godtlijcke Tij denin endemet Chziftoghedupdethadde/ hieldtmijnver wonderen sp/vanfulck u vermanen / die lieverplagh tot mp te fpzeecken vande middelen / hoemen beft daer tole

magh komen : dat wp metwaerhepdt totGode kommen bidden: B wilghefchiede/zc. MDant nietdieponderfoeck vande Goddeltjcke hooghepdt/maerootmoedigheonder damigheydtvande Goddelycke wille/ maecktons faligh in Christo/dienietomfynen/maeromfyn Baders willete doene/ghekomenis/welcks navolgingh indefenons ver foendtmet Gode.

Dochmaghicknietilatenuteraeden denselvenu goeden Vzundt/die uldaerafhaddeghepoken/tefegghen/datdie

voogfchzevĂŞopinie van GodeslydentinChristi menschepts hijden/alover veelhondert Jaeren optebaneis gheweest/ ende als Ketterye verwopen/men nocmdefePatri-passioniers. Endefekterfooveele de moodt/ofnut magh beroerenbande vooxfchzeven Spoke up fulckemeeningheteonderfoecken. MBat foudet my baten/ ofGodt alfhoonin Christo alde

MBereldthaddeverzoendt: als ick noch onverzoendt tont onderdentoon als mp;inChristo noch netfinde; Go

des Tiefdenoch nieten waregeopenbaertinChristo : MBe derom/hoemoghenbwp

ofmietweten./hoe Godt 3

R


D. V. Coornharts in Christo de MOereltmetfichfelve verzoendt/ als wy met Godeverzoendt flininende doo Chifumi Soudefulcke grostefakcinoms moghenghefchiedt fjnalflapende ende buptenons wcten Boowaer Dundt neen. Wat geeft fulck blindt vaghendandoch anders tekennen / dandat fulckcvpaghers noch nictvan Gode met sich in Christo en fynverzoendt : Alfooachtick (onderverbeteringhe)soda nighemuttertefin/inhaerfälfghebzeck / ende in Christi milde help-luftteonderfocelken: iPoedeonverfoendemeu fchefichhoudenfal/om bequamelijckdieverzoeninge Go des metfynzielein Christo bettelnden: danhoe Godtdie cengheestis / in Christi lyfijcklijden heeft moeten lyden. MDant ditlaettisonmoghelyck weten/overmidts het niet enghefchiedt: maer"teertisnoodtlyckominderdaedtte ondervinden/ wanthetal der kinderen Godes hertenbe

vcdightvandentooxenGodes. Ick fegghe van't eendat hetonmoghelnickis. M9ant fos weynigh als Godtmet

Act,17.23.

IPenfchen ooghen magh wo den gheften: Soo wepnigh magh hp metmenscheltjckehanden wordengeraeckt. Hun merg hp en vogdt daermedeghe-eerdt / mochte onteerdt. IHp fitte hooghe. JPMenschen ons ghelijck moghen van J. Menschenhanden weldact endemifdaedtontfaugen:maer

gab es vatmagh die althebbende endealmoghendeGodtdes He mels vanons ghenietenofijden Werpenwy damalmet

steenennaden Hemele/fpfullen wederopoufenkop vallen. Daeris gheenmaghtbupten Bode-MDatfchepflenfouden daneenlighemaght hebben om den Almaghtighen pette doenlyden Christi IMenschept als sichtbaerendetasteltic

zijndemochtdooz finfelfs bewilginghelpden aengedaen werden : JNaer hoe mocht fyn Godthepdtfelveecnighe

inflycke pyne offmerteghevoelen - de BĂśme heeftfoot fchynt een Wichaem: wantzpfichtbaeris/ende eenbepael degrootehecft: Wiemagh dierakenofquetsen/alleenlijc omdatzplong telhoogheis.Js Christi Godtheptons niet

telhooghe. Immers Godtfelve NDie falfyneeuwighe/ oneyndticke/endeonfichtbarenatupre, dieeen Gheestis metfwaerden ofhandenghenakenofraken - "Cigalan derS


Brievem-boeck.

*

ders Bundt’tisalanders. Godtfelfis de Tiefde/die Isa...s was in Christo. Die Liefde / on ons van ongleedtte

vzpenleedt. An Christo dat lpen. Dat is upt liefde ferf hp den Wichamelijchen doodt/omonfezieleninhempeven digh te maecken. Plieve Punt, als wpdooxonfrongherechtigheimt/fchalc hepdt/loghenende wiederspannigheydt Godes/Chzition fchuldt/onmoofelheydt/waerhytende onderdianighemdtin onsghedoodt/endcuptons verjaeghtende (fovceleinong was) vernielthebbendedentoon Godeskinder waerhepdt onderwoppen waren:Ende wponsfelfdooxdien verstaen -

dedoodt-fchuldighente wesen/ong mettenreichtenmoo;der

veroodeelende 7 der ghenaden stemme Godes inChristo“ hebbenhooxen speken, intdoodenende krupcen vanomfen ouden IAensche met fjne begheerlickhepden ende luften/

daer dos: wp hemdan oock toe-hoolzen : Pupden fuldp met mp wesen inden Paradise. Want Godten werpt hetfjnemiet wegh / want wp danluietmeerals vooxong

flf/maer Christotoebehooxen. Dunckt unietdat windan terecht van Gode/datsvande Tiefdein Christo metGode

-

fijnverzoendt: Ick houdewaerlyck jae/oock datdithet" wareEuangelium/endede waere blindeboodtschappeis: ".

Bierkartons nahooxen / ende mietpoorennadelaje- '“ stept teonderfoecken/op dat wp mietdaerafftrenghelijck im

verfooten/maerghenadelijckaenghenomen moghenwo-" den. TDatgome Godt alle die"tmet ernst in waerhepdt

begheeren. "Tfallfjmontwyfelfjck. Baert wel Dzudt/ leeft endelieft.

XXXVIII s


14

D. V. Coornharts XXXV IIF,

-

BR I E, F,

Ofmen nietweleen Christen maghwefen fonder het onderscheytvandeperfoonen inder Godheytte ver staen. Onderscheyttuffchenzonde hebben, ende

zon.de doen , tot vereeniginghe van de Sproken 1 Ioan.1.8. Ende 5. 18.

-

Ck hebu Brieflieve Duntontfamghen/endedaerinne ghelesen uwevzaghen / maetverstandt vandefe tw.cc

ÄSpoken t Joamas. 1. Maijn Daderismeerderdanick ben.

„gaan... 2. Bowp fegghendat wp/gheenzondehebben/verlepden wp on felve/ende die waerhept ents in ong niet.

. . 58. Alldie gheboopenis upt Gode/endoetgheenZonde/ want

zijnzaedtbliftinhem/ende hp enmaghnietzondighen/ wanthpisº bwt Godtgheibooxen.

1. Dreden vamtwijfelopdieerste/feldptefindefe : Hoe

machteenfijn/daer deenis datd'andermietenis - TDit ig daerdeen meerdcrig dand’ander. 2. Op d'andertweetbwijfeltghpaldus. Hebben die ment

fchendieuptGode ghebooxenstjnnoch zomde: Hoefal mens verstaen/dataldiewt Gadeis ghebooxen / niet magh zondighen

Op deerte uwer vooscheven Daeghenfoudeick ant wooden/nae’t ghemecen ghevoelen van die Spokemo

ghenfegghen: TDatChristus daerfpzeeckt niet als Godt / maerals een IMensch/willendetekemengheven/dathy nadiefwacke -

menschept/die hy doentertydt aenghetoghenhadde min

der was danGodt. JBaerfoick willantwood.cnna der waerheyt/moeticbekenné/daticteklepn benomdie groo tefakete verstaen/ja oocdatickmieten magh arbepdenna t verstantvandien/solanghemenmp nietendoetblycken: datniemandteen Chziften enmach wesen/fonder

greich TC VET


Brieven-boeck. - * te verstaendenrechtenonderscheydtvande perfooneninder deick unden Heere B. Godtheydt. TDaerentuffchenarbep ommetgheneickmualomtwyfelyck verstaengoedt U2

#

fen/dadelijckteleeren doen / omnieteen omnuttehob der/ maer een dienstbaredoender des WBoo2dtste werdet/ende

met unyn clepin pondeken ghetrouvelyck in medere oot umoedtte woeckeren. TDaer hebdy mmtjnghevoelen inde

fen. DT.falhierindoen/sode leere ufalin-gheven. „ Belanghendenudietweede Spokeenhoutniet : Soo wp fegghendat wp nieten zondughen/maerfa wp fegghen dat wp gheenzonderenhebben. Kuist watanders zonde „te hebbenendetezondighen. Een Bouvantseventigh-ja renmagh kinderen hebben/sondervootsmeer kinderente

-

winnen. Tomoghtoock Dauid finzonde welalfyn le-P'“ ventotfjnvernederinghe voogooghenhebben/alhoe-wel

hpdaermanietmeerenzondichde/als de H. Schriftopent-3Com.3, lijck van hemghetupght. Cis een quaede volgh-reden: IHp heeft voozmaels ghezondight: daerbpbljckt/dat hp

nochdaerma altevendoozondighde. TDatis oock Bode willeniet by Ezech.18.21. mochte oock nietChristiwille/ daerhinfepde: Gaet endetenzondightnietmeer. Hetvol-Iger,

benghen vandefenwille Godesionsmutterendenoodi- " gherdanhetonderfoecken vande H. ende hoogh-waerdi

' TPievuldighepdt / ditlaet/dat doet/foogaethetu Clo

.

GP

XXXIX.


D. V. Coornharts

1“ r

X XXIX., BRIE F.

Vancurieufevveet-zucht,&C. Dathet nae-pooren vanone quaedtheydt, endedefelfsoorlake ons nut is.

K#

ban

onsequaedthepdt

/ ende van Godeg

goedtheydt wenfheicku als mpfelve lieve I2... doo inlichtinghe van des Heeren gheets claer

hepdt/ vermidts dieinwoonende waerheptones Heeren Jesu Christi.

- --

Jgu watnutsghefchiedtdoozonfefamen-fpeken/dat waermijnhertfen wenfche. JMaerdatghp jonge-man so begheerlyckfijtterwaerheydt/is mp eenfonderlingeluft. Hilftdandat die begheerte foobeschepdclijck als vlytelyckt

bestiertwert./tfal Godebehagen/allen '' verblijdeu/

endeujonckheptveylighenindefefaghclycke daghen/jae machten.

Het befchepdenbeftiervande beghecrte/Westaet

indeuonderfhepdtvande faken/ elcknuteghenwoodigh uoodighofonmoodighzijnde : „Maer het vlprigh bester rustop wareachtingheons docns endclatens/maerwant ick uinditlaette min zie ontbleecken daminteerte/fo will ickt uwenbestenudaeraf wat fegghen.

Ghp vaeghthooghefaecken/vandeaenbedinghe ban Christi IMenschepdt/vande Erfzonde/van Adams vol maeckthepdt/vandeonboetvaerdighe Bodtloofhept/ende

vandeon-af-valijckevollmaeckrheydt: Ditvzagenfoude

mp noodtlycken u(maer die henniffebputongefelfs van u inminherffenenghebacht) hebben doen vermoeden een Adamsche weet-gierighept-Zonietuwe woodenindefen

nwenfelfden Briefvantgoedtgenoegendatbpubwag/eer ghy vanhierrepfdena Tepdenende den Baghe / anderg

ontdeckten/doch ramtdaeralwat hefs bponderdie wohnt daer ghp vootfch2yft van niettewillen af-laeten met het ZMP2


Brieven-boeck.

Ioy

WBedulwken den Heere on-ophoudelijck te bidden - am "t verstantvan deboven geschevenpoincten. Befdenkt ghp. Statermietgefchzeven: die wissheydtte dorneheeft, dathp den Baderdes luchts daeromfallbidden Jaevppe lijck. JRijnvzundtlycke R. TPanhier moet verstaenfjn/ datteroock een Geerteljcke gierigheydt/ jaegulfigheydt

- -

ig, die veele kennĂźffenindemagheder verbeeldingheninne fchzobtende deur-fwelghetfonder erkauwen ende verdouwcm/fodatzpmiet totvoetfel/ naer totlaft dienen. Jim

mers,(dat noch argeris) begheertmeestelck kenniffe van fodianighedinghen / tot welcker begrijp endeomtfanghen hp noch foogantsonbequaemis/dathetonmoghclijchig

voshem/ soo langhehpinfulckenstateis/die begheerde kennĂźffteverkrighen. Hier iseenonbeschepdenbestier der begheertenintspel / die den JRenfthe noch ghecnken

niffe hebbendevande eerste Teffe/ ick mepneden A. B. C. viptelijck doctarbepden/mietom die Wetteren / maerom hetlefantekommen. Soodoctmentaltijdtverloozenmoep ten. WBantonmogeltjck isttot konfte van'tlefente kommen 2 Tim,3,7, aleermende Wetteren welcam/ende foleertmen altjt/fonder

immermeerte komentotkemiffe der waerheydt, Hierom isbovenende voozalnoodlighdatdie wifebefchepdenhept onfebegheerten bestiere/alfo. moetde Mensch inden Heere

eerstarbepdenomteleeren verstaen'tghene hp muontfanc kelijckis/endemiethetghene datbovenhemis/omme also by trappenopallenerkens ( niet teffens met eenen hup) vandeeneclaerhepdt totd'ander fijgende/dooz den gheeft Christi in alle waerhepdtghelopdette worden. TDie fijn

epghenquaethepthemfelfs rontfomvooyooghenstaende/ nochsomietenkent inder waerheydt/dathylhemself boven . alledingthenrecht vyandtlijck haet / dat hp hemfelf als

d'alderfinoodtste MDozmonder Gode/ endealle Schepselen vernedert/endedathpelcke avghenblick vlptelijck umt 3p nenepgen Egipten endehelfchedupfternis noch nietaner

stelijckvliedet na't Hemelische Landtderbelofen / jaena Chziftumfelf/dichet ware

zug

WBereldts ig : 2.

-

#

-

- -


-

D. V. COOrnharts

*

falldefellendighcdunsterlingh/in fjne blindedupferniffe

blpvendc/doch moghen kennen endc verstaen van Christi JMenschepdt/fwygy.cfyne Godtheydt/ oftmen die behoot

teaenbeden danniet.

Magh oock pemandt flienfonder

licht kennenfonderfien - oodcclcnfonder kenniffe ! ncen boopwaertig alpdelcende verlooen moepten / want die Zoan, 1,5

dupftermiffenen begrijpen t Licht niet.

Al-hoe-wellnuhetnifvertandt van der IT-Menschen ghe bzeck/datmen Erfzondenoemt/ditghebzeckfo verwende lijckdemonwjfen INenschen voostelt/dat3n altfamenfel vieleeren defefaecke foohooghtefin/dat gheen ITAenfche

lijck verständt’tfelvemagh begrüpendaerwtdan vollght datzpflf/als oock IDenschen zijnde/tfelvcoock nietno ghenbegrypen ) endezy midtfdien anderen willenleeren/ "tghene zy bekendenfelfniette verstaen; so en mach icrvooz gheenommoodighemoemtenhouden/ maerwelle er voop een

befchepden tieringhederbegheerten/dat de Menschemet

aendachtigherernst inden Heerena peure infijnen gromdt wiedoofaecke zy vandezonde endetquadedatinhemfelf is. Teweten Adam of hyfelf. MBant inden ersten ist ommogheißck/dathy deurfulckernstighna peuren vande oofaecke derzondeninhemniet en foude gheraecken tot meerder ende waerachtigher kenniffe van flynderzonden groothepdtende veelhepdt/danofhpt nict endedc. MBelche

kenniffe moederis van wareootmoediglhept endegelijck moedighepdtinteghenhepdt. Ghemerkt unen danrecht

verstaet/datons gheenonrecht en magh ghefchieden van Gode noch IMenschen/ foodie alle doo2ons ende wpner . ghengstoerecht hebben. Ende wanthctonmoghelyickig/ dateentgh mensch meternft Woeghenmagh maccken over

eens anders zonde/foafalde ernstigheop-mercker vanden ghenen die oofaecke vanzondeinhemis / altydt fijn ep ghenluft / begheerten/ende willinhem/endeniet Adamek 3ondighenbuptenhem / die rechte oofaeck vinden vandef zonde/daerdoogoockinstrengheversozdeclinghe/hemfel verdoemen/doofaecke vandezonde/te wettenhem -

---

-

'' EMPRI)LIN


Brieven-boĂŤck.

IO9

epghen verkeertoodeellustbegheerten endewillebpandt inclt haeten / wettelijck bestrijden in Christi waerhepdt metallefine Salat ende kracht verwinnen/krupten/

'

lustenendebegheerlickheyden/ende also wozden een vande

Menschen die Christotoe behaoxen.

Diesen A. B. C.

teleeren/ ignoodigh voo alle lust omieeren liefen. TDie defe Teffenietenheeftgheleert/igongheleert/ endegantfch onbequaem / om in den gheet Christi teonderfoecken/ welckedatzp. dehooghte ende diepte/etc. Hier rade ickt nup felf / oockulieve M. ende allegoedt-hertighe HDen- .

fchen voogalmeteenbefheyden bestieringhe der begheer ten / endemetaendachtigherop-merckinghenutertondt onfentjdtder ghenadeninnete gebzupicken/t welck doende mitg" deghenade Godegin Christo onfen Heere / wponse Pondckcng ghetrouwelijckfullenbesteden/ endeintklepur

also Ehetroustjnde bevonden/over grootergestellt worden. TDitverheen ons Godt dooz Chziftum infjnen Ghcest der WBaerhepdt. Amen -

-

l

-


• D. V. Coornharts XL.

BRIEF.

Datmendentoorncanvermyden. Lanck-moedigh ende ootmoedigh van herten maghworden , en vande rufte ' vrede, die Christus denzynen gheeft. -

O

Pfe laette wooden/ Dundt/ waeren van'tbe dwinghenjaeuptroedendes toons/ niet der tooz

nigherkrachten. Ghp hieldt datomoghelnick/ icklicht/alfner"trechtemiddeltoe wilghebzupicken. WPat

doedaerop myneredenen waren./ghedenckt ufmepnick) nur nochbeter/ danghpdoemiddelhadtomdiete weder ghy doetertpdtnoch nieten comdeftoe

:

INNEN.

TDitmaecktnuditmijnfähiven/ op hopenofghphier doo2 niet alleen niet meer voo2 niet weder-specckelijck /

maer voo toetemmelrijckfoudet moghenachten. Ick fepdedoe/fegghetnu noch/dat die tooznige krach ten in ong goedtfijn / maer het onbefchenden vertoopnen

quaedtis ende zonde. Laetfchoonpemandtfotheet/dxoog/ of coleryckfijn vannaturen/dathyniet minder ghereet ist omte vertoons dandzoog bofpoederomtebanden/"twelc

mettenflegmatike/koele endetraghenaturen (als bp nae vo.chtighftrop teghelijckenfijnde)fonietenig : Hoo unolet

mennochtans bekennen / dat fulck bofpoeder nimmer „meerenfalvanfelfs banden/ºtenzydanfakedattervup 2 bpkomt. MDatis nudit vupp in defeomefake MBaenof weten dat ons of pemandtomrecht ofquaedtghefchiedt. Ditcanoofaeckezün/datdetoonbandt, nietalleenint bofpoedervande coleriken/maer oock (doch langsamer) int vochtigheftrop, derflegmatiken. Solo


Brieven-boeck.

"I''

Soo moetnu volghen/ dat soo wie venlighcan worden boo2dit vup van waen ofweten dat hem ongheljck of quaedtghefchiet/fo wepnighzondclickmach vertoozneu: als hetdooghe bofpoeder ( daer nimmermeer vonck of

vup2 bpcomt ) veyligh ende verfekertis vootbxanden. Daegdp wie verpflichis van defe voncken ofvandat vupg!

Ackfall antwooden/ die van Chzusto foogheleerdtheeft/ "ar“ - dat hp fachtmoedigh ende ootmoedighis van herten: « Natdefe Meerlingh oock felfs fulckr wesende die ruste «filmre Tielenheeftghevonden. TDatis waerachtighvolghens defe woodenChristi/dat diefachtmoedighefchnieten vertoondt/ oockmietdoot moedighe. MDant defe ingheduldigheydtfjm ziele beft- u.„ tende/verdzaeght ghelijckumoedelijck alle wat Godt ver

henght/overhem ende anderenteghefchieden: Ende waer achtelijck kemmendefjnvoor-gaendezondige wandeltegen fo lieven Bader verootmoedight hemfo/dat hp weethem felfs allefmaethepdtende Lasteringhen waerdightewesen. Immers nughekommen wefende tot warekenniffe vande

goedthept wilhepdt ende aimoghenthepdt Bodes: WBeet hp ontwijfelick/datfo wathem op-comt/niet enghefthiet

sonder Godesfchickinghe / die verstaet hp vasidatbeter verstaet watons goedtis/danwyfelve / oock dat 3pne goedtheytons liever"tbestegondt danwponsfelfofon- JMat.7.11.

fenkinderen. IMAoethpdanoockmietfekerverstaen/ dat“ fo wathemop-comt/het/fpdanfonder middel/ofdoo mid del vanJAPAenfehen/hemop-comtvandiemgoedenende wij

fen Dader/ endemitfdienoorkdathethem alles goedtis: „ AGg moethm dan oock wetten, datalles bvathem van Gode Teur.

ofvan Menschenop-comt/goedt/ja talderbeste voohem moetwesen. Maghoock pemandtdoevighoftoonigh Senas.

wozdenom’tghenehpweethemgoedtte werfen. Die oock z“, inder waerhepdtootmoedighis/enepghentfich gheendin ghen/nochachtsichtotgheenendinghen/hetzpdangeldt/ levenofeere: WPanthp weet waerachtelijckdathp gheen

rechtaltoosenheeftovereenighe Schepfelen : maer dat

zpaltfamenrechtoverhem hebben. Wie magh ' TOVUglye -


* D. V. Coornharts rovinghevangheldt/levenofeere/foodanighenrechtoot moedighen JlMenscheinfijnfelfsoodeel veronghelycken Hym verfactfjuguaedtheydt foogroot testingheweest te ghen Bode/dathy oodeelt dat alle Godes Dienareuende Zschepfelen waeck-gierighebaedels over then behooRente wesen. 19p verstaet dat ihm verschuldight hebbende met doozmenghegeeffelt te werden / noch nacrunet vlaffen roe den wert gheslaeghem. Hºp verstaet dat hin op't asider diepsteihoot verdrucktte worden, dit wenführendesoeckt hp oock / wie magh fulckenrecht ootmoedighen INNen fchemer veronghclijcken/metfchelden/of lafieren daer toe

' / dat hy foude wanen dat them onghclyckghe chiede -

TDzucktmen hemonder/footmenhemnederwaerts/ver achtinen hemfehandeltjck/hemghefchiedtnaefjnen wille/ endefegghende infjn harte / ghpfoot mp daerick wesen

wil/datis nederoptlaeghte/daerickfeifspogheteval leu: '' foodanigheenfichoock wanenveronghelyckt/ sich bedzoevenofvertoonen - datachtickonmoghetyck. TDatmenfulcks magh wozden achte ick moghelijck dooz

Godes ghenade in Christo.TDaeromachticroockmoghe ““ lijckdatmendoop waere ootmoedighendt ende fachtmoe dighepdtmagh connen toteen bwarerufe des herten. MDant defe ghettoven ende recht ootmoedigh JMensche Rumctterhertenghefchepdenfjnde upter Wereldt (te we Joam.2,14

tenbegheerlichepdtdesvleefchs/begeerlichepdtderoogen/ endehooghmoedt des leveng) heeftnuvgedein Christo den

„... rechten Salomonende Pede Post verkreghen. WBatvede/ruft/ende blijdtfchapis ditte MBereldtsches

-

-

Meen. Wat de wereldtgheeft dat maghfe wedernennen/

– 22. JMeen. 'Tis Christirut/vede endeblpdtschappe. Die wilfeniet weder nennen. MDanthem berouwenfjnegaven miet/endede WBereldt machfe hemnietnemen/wautzpgeeft - * fulcke gavenniet. TDaeromfepdtdeleere oock/ickfalu “weder fen/ endeuhertefalverbljden, enden bljdtschap “fallniemandtvan unemen. „Sie


Brieven-boeck.

IIZ

Biet Pundt/datsündes Heerenbwooden /zijn Rijckis rechtvaerdigheydt„vrede,endeblydtschapinden H.Gheeft.

3 9 P P.

Indit Lijck des rechtvaerdighepdts gheeftmen elck dat im elektoebehoot/te weten Gode/ghehoofaemhepdt, ende

den Jaenschen weldaedt. MBien maghdaer omrecht ghe fchieden ofgram wozdem - Hier ist diesoeteende besten - dighe Bede/wiennaghdaer verstoodt worden. Hier ist

'' / bwie magh daer dooz doefhepdt toonigh worden. Keen. Meen. Godt verstoodt dooz fijnen Christumlichteltjck het läycke des dupvels: Alaaer alledupvelenendemenfchen/enmoghen Godes Kijckeniet verstoogen.

-

TPaerimeteromen benaertight/datongº dattoe-komme

bidt/endedatinonsfilmen/altijdt falghefchieden des He melfchen kominckx wille. MBatmagh ons danbedpoeven/

verstooxen / of vertooznen - TPitjonne Godtu/alle dict begheeren/ende oock mp. B. Pundt ende TPienaer.

X L. BRIEF,

Hoemenvruchtbaerlijckmagh vertoornen, sonderte zondighen, totvereeniginghe van Christiverbodt, met Dauids ende Pauwels ghebodt : Van te toor 11E Il.

Aen Mr. Cornelis de Groot, Profeffoortot Leyden.

W/

Bievenfrin Klepn / u verstandtis groot / dat maeckt mijnantwoodt oock niet groot op defe uwegrootevzaghen. WBantwepnighis genoegh voozden verstandighen.

"Tig (

zl


*

D. V. Coornharts

Pal... "Tignietteghelooven/fhijfdp: dat Dauidende Pau "be“ lus inhare leeringhe/ teghen dieleeringhe Christiftrijden.

„ Hochtansbeveelen defe beyde / datmen fall vertoonen. Ende ditverbiedt Christus. Watuptkomste ziedp hier datschijftmp. Baerne fooveeleier verstae : Christus verbiedt waeck-gierige toon tot eens anders verderf : 3 Daer TDauidende Paulus ghebieden minlicke „, toon tot eens anders behoudeniffe. Bederflycke toon SM h

Fas, wasin Cain in Saulende in meeranderen Maerdie ", heplfame toonheeftmenghefien in Mopfe/ jaeoock in

L D

Mar..». d. Christofelve. MBiewas optfachtmoedigher TDatg vandentoon toteen ander. Maerdaer ist noch

een vertoonen tot onsfelveover onfeepghenzonden. Daer P'“ deseig / maeckt 3p dat wp lichtelijck over ong felveeen

„, strenghrechterflyn/maerlangfaemovereenander. ZDefe ” toonwerckt die wetin allen gheloovigenzondaren: Hier doo, wogtmenkinderen des toons. WBelcke tooyn inal

acan... lengheloovighenherten baerdteenware doefhepdt over heurezonden/ende diedoefhepdt penitentieter fallighepr. BeghtnuB zundt/dunckt unudat hetghebodt van fulckt

vertoonen/het zy danavereens anders / of overonfeep henquaedthepdt/alstotbeteringhe dienende/nietrechte jckdoo, TBauidende Paulum werdtgheboden Strpdt dit vertoonen oock cenighfinsteghenhet ver bodt Christi van dat waeck-gierighe ende verderflycke

vertoonen datfuldy/mepnick/mietfegghen. Baert wel endeghehoofaemt hierin des Heeren Christi / oock TDa vidsende Paulighebodt/endeghn fultfowepnig hintmiet bertoonen als intvertooymenzondighen. Godt u/ende oock mp.

Dat verleen

-

XL 11.


Brieven-boeck.

" . .

-

-

XL II, BRIEF.

Hoete verstaenis,dat den hebbendenghegheven, ende die nieten heeft ghenomen falworden,

totverclaeringhe vande Sproke Mat.13.12.

G"

vรงaeght Budt/watmeeninghe gelegennach fijninChristi wooden: Die daer heeft falghegheven mat.1 3,1

worden,ende overvloeyen: maer die nieten heeft , van hemfal oock dathy heeft,ghenomenworden. -

Twyfelengoofaecke/fieicktewesen / datghp verstaet datmen niemandt "tghenehynietenheeft en magh bene

men. Ende daerbpdatfuler daneenvergheeffche Spoke foudefjn. "Twelck ghy den Heere Christo/dewyfhepdt felve mieten mooght tole betrouwen. Omumjn gebor len (t'uwerbede) hier afmettedeplen/ fuldp wellettende

opte vooz-gaende wooden van defe Spoke Christi licht. " connenmercken/dathpdaerhandelt vant weerelepe aerdt van Menschen/te weten van waen-wjfe Pharifeen/ ende van leer-gierighe Jongeren. " WDienual waentteweten/"tghene hpnoch nietenbreet/ en magh foo langhe die Lavaengheduprt/dat niet beghee weten. WDienietbegheerdt / en werdthet nietighe -

' gHeven.

TBaerome en vogdt die waerheydtg kenuniffe fulcken zotten/waen-wijfen/ghefwollenfijnde volwaen-wetens/ "tverfandtder waerhepdtmietghegheven: Maerweldein

honghcremde nae degherechtighepdt. MDantdefe wep gherend aenghebodenghenademiet: maerontfanghendie niet minbegheerlijckt: dann een verdooldeineen Bofch voll

3Mooders begheerltjck aemeemthet aen-wissen van den rechten weghomupthet Boschinveplighepdttegheraer ken.

P3 2

Bat


D. V. Coornharts

1“

Datnu Christus vanfodanige waen-wijfen hier speeckt/ nopendeheibenemen/verclaerdt de Heere mietdupfteripck

optentraghenknecht begravertinspondts/ fegghende: Alle die daer heeft falgheghevenworden, endc overvloeyen ? maer dieniet en heeft, dienfloockbenomenworden'tgheen Mat,25:29 hy fehynt te hebben.

Immersby Tucam noch naeckterghemoeghdefe felfde „, Spokeverhaelend/fpdt daer/mietdathp hceft/oockuiet dathplchynt te hebben, maer naecktelijck dathy waent te hebben.

Dacromme alsmen deene dupftere Spoke der Schif tuppen net een ander Schriftelijcke klaerder Spokewill verklaeren ("twelckontwyfelick defeeckersteupt-legghin gheig) achtick’t verstandthierepghentlijck te fjn : dat degenediedaerheeft (teweten woeckerofghewin totfjun

entfamghenpondt ) fall noch meer verstandts ghegheven/ endevan deene claerhemdtindianderghevoert worden. HRaerden traghenofwaen-wüfen/diedaernietenheeft

(te wetenghewinvanftjnpondeken/of woeckerdes ver standts endeder deughden) dienfalbenommen worden./miet die woeckerdie hp nieten heeft/maer feinpondekendathy agheta, to. heeft. Datfindeghene die des waerhepdts liefdemieten

' Willen aenncunen noch bcnaertigen/endedaeromme

ogantschelijckberooft worden van alleredcluckheyt/dat in eenenverkeerdenfmewordengegevè/doo, dierecht aerdighe straffunge Godes/soldathphaerzendteenwerc klingederdolinghen (alst met Aichabtoe ging')foodatzp/ die de waerheydt nietwillenghelooven die logheugaerne

gelooven. Zietdaer Pum optkottstemingevoelenvan uvooz-ghewoppenAbpzoke. Mubiddeick dat de Heereu/ mp/ende allemenschen hoedevoo die traghe endeverderf

ihcke waen-wifhept, maerbegavemet warekenniffe van onfeonwijfhept/op dat wp verstaende wirfhepdtte behoe

ven/denBader des lichts (diese elekgaernegheeft/daerom ändengheloovebidden/vmp die overvloedigh verkryghen/

' die ghetrouvmelyck besteden moghen.

-

-

-

TDat werde XLIII.


Brieven-boeck. XL III.

117

BR I E, F,

Raedt om in defen tydt der menighwuldighe Secten, recht voor Gode te wanderen.

M“ der waerhept. "Teersteghefchiedtmeest in Ce-,z. dient Godt inden uptwendighenfähijn/of in

remonien/tander inden gromdtder Bielen.TB"up-, terlijckedinghenfintot wepnigh : maerdie Godtfalig-, is totallendinghennut/hebbende debeloftedefesendedes „ toe-kommenden lebeng.

Heuarbepdtelckmeer/om voozden Menscheneen Chi ftentefchtjnen/dan oumfulckg inder waerhepdt voozGode

tewesen/ hier uptkomit den grootenpverende vlpt onder meetallen Sekten / intvermpden vandeguaede/emdeint

hanterenvandiegoedt-ghewaende Ceremonien. . . TDit maeckt den twist omde Ceremonien ende Opinien foogroot. Hierafenmachmennietrecht oodeelen ( als oockingheenenfaken.) --1. Sonderware kennifetehebben van'tfeggen derpar. tpenaen wederzpden eofoodeel. claeroogh 2. Sondereen „Rat,6,22 -

- -

-

3. Ende voonemelijck fonderheitlicht der ghenaden. „Boudeptemandt alle die Beckenkoopen/'t foude eenftha melghefelallefringheldt/ende foudehpfedooz-lefeu / alle PI

zünfpdtkosten. Alsoockfynooghedupster - wat baet“* hem tiefenmeteen blindeendeonrepnooghe. Pierom willChristus datwp eersthetinwendigheful- „ lenrepnighen/opdathetuptwendigheoock repnwozde. Tut Hu leerdtelck teghendit openbaerbevel Christi / het uptwendighe eert te repnighen. Hier moetinnen Christi bovenden Jenfchen woodtghelooven endeghehoo2fae NLIN.

Inwendigh repnight sich dementhe als hpfjnonber -

JP 3

standt

-


* D. V. Coornharts „, fandtbekennende/fijn valfhoodeelverlaet / dooz "t ber staendathy mieten weetwatgoedt ofquaedtis/mietmeer • Tum/11/verkieft dit noch dat/fjnen willefterft/ende anders nieten

“ foeckt begheert of wil/dandathpmeerendemeer Gode magh onderdauigh werden / ended acrombidt dagh ende nacht.

smate, 3

-

TBoozfulckverlatenvanfichfelven/doofynkrups ghe

““ duldelijcktedzaghenende dooz Christumnate voighen in

„finewandelingeendevanthem teleeren dathp ootmoedigh ende fachtmsedigh vanhertenfinde/ nietighekomen was omghedient te worden/maeromte dienen / ende elek een soam... goedt / maer niemandt uaedttedoen. Ende omniet 43. zyn/maerftin Paderswillete doen. TBit alles bevecidt ong Christus/dieindefe3pneWoorden blyf (datis,die dit

„ metstadigheroeffeninghe als een Ambachtleert/endedat “ dadelijck vollbzemght) blift inden wooden Christi.

Dit

isoock rechtzyn longer. Defe bekent oock de waerheyt,ende die waerheydt maeckthem vry, van allentwiften/wanen/ende quadcopinien/ foo vande Ceremonien als anders. Ende

danweethpwatrechte/ende watvalfehe Ceremoniensyn/ ihm vermpdtdie ballfche/eude bzupicktdierechte/met eenge

wiffefekerheydt/alenhadde hpdaerafnoptgedisputeert. F. WPanthpwten Spelonckederdupterezomdelickheptghe º“ komenisintlicht / maeraldisputeerden die bipven inde

Joann.1.9

„ Spelonckedupfemt Haerdaeraf/fpfullen die waerheydt F". nimmermeerweten/wamtzp blplvenintdoncker, endefjn “ die Lupden/diealtpdt leeren/ maernimmermeeren Comen

“totkemniffeder waerheydt. Daeromvalght deodenende Joaut,8,32,

denraedt Christi/bljftinfjne wooden/ endeghpult die

Danuta,

waerhept ghebwis kemen/endediefalu vxpmaken. TPat ghy denupterlijckenfähijn van de Afgoderpe ver

der...

mpdet/ fooghp fehzift/ enmachicknochniemandtinu

mipzifen : Haerdat gbp daerbeneven'thertein wen digh volware Afgodenbehaudt/diedientendererdt / en magh ick noch niemandt in urechtelijckpitfen. MPat haetherreynighenvantgrafuptwendigh/alistin wendich bijftvolfinckende dood-beenderen 4 MBildp fest: CEN


Brieven-boeck.

119

weten dat ghynoch"therte hebt volAfgoden endewelcke diefijn: Reemt maereen upgeachtop uwe gedachten/ende begheerten/ghy fulthaeltvernemen wathetalis dat ghn hoopt/betroutendebemindt bovenofbemeven Godt. TDit

fĂźnware Afgoden defekeerenuherteafvanGode: Hier keerdt uaf wildp Godeghenaken. Baert wel.

XLIIII. BRIEF.

Vande onderscheydtder Perfoonenin der Godtheydt.

Item,van de Menscheydt Christi, ende van de Erf, zon.de. Bedenckinghe. Allen den

Heere Aggaensvan Albada. Doctor in beyde Rechten tot Colen.

S

Senden E.fchtjven/waerde/liebe Heereende alder

bestemanaenmp/fochtick/naettbewerp mijnsschutz vens aen uE. maer vergheefs : Alfooick bevandt datickdoo: over-grootehupflijckemgepten/doemicfchleef gheen tpdtenhadde omdieminutefelfaenuE.ghezonden

tecopperen/wijghete grofferen. Derhalven ick dituE. foo viendelijck fehzyven op fulck mijn enrijp fähijven/ "tfelbeufchtjven metrolodebwanghen"heb

meinteg

-


• D, V. Coornharts A9. E.oodeelopt Boeck/ende TP... berispen/hebbeickt metgrootenlustgheften/endeintmeerdeel van 'tghenetckt daerinnehebbecommen verstaen/ niet anders gheften dan eenspieghelminsghemoedts/fonderlingenin die treffe lijcke endemerekelhcke onderfchepiden tuffchen upterlycke endeinnerlijckedingen/endedaeronder oock tuffchen'tge

fehzeven/endeheteeuwighewoodt/ ofomrechttefeggen) tuffchenghetupghniffedes woodts/ofdieroependetem me/endevant woodtChristofelve : Maerbovenal van die favvaerachtighe als krachtighegemeentchap/diealle Godes kinderen Intetalle Schepfelen Godes ) in Christo

hebben / uptleutereghenaden methetGodtlycke wesen. IMaerdaerbenevenis mede waerachtigh(menmoetnaec telijck ende eenvuldigh handelen ) dat indatu G.oodeel

opt Boeerkenende antwoode vandien/faeckenfünboven ende aockteghenmyncleymoodeel.d'Eerstefindievande onderscheptderpersoneninder Godthepdt/wamtickinder waerheydtmoet bekennen daer affoluttelfekerekemiffe tchebben. Dat ick foo langhe de Heerefelve mp daeraf

niet meeruptghenadenenopenbaerdt/endeinfühnenlichte Chrifoldatlichtdoctfien/ick my hopete wachtenvoor die vermetelheptvan eenighander oodeeldaerinnertegheven daninde Schrift is uptghedzuckt. Soogaethetmp (ick

moetnaecktpçeken)bp namcdeintstuckvandatde Heere Christus mafin Henschepdt gheencreatupr / macreen Boone Godesfoudewiefen.

Hoe-welick in dit fuckt al

cenigh ghevoelen/waen/of wetenhebbe/daer wat (doch

“uch ) teghen Zijnde / meeft bestaende

gTon

t.

-

op defen

-

Christus heeftfijn JBenfhepdt vande Maget 3Maria

aenghenomenofnet : fepdtmenmet Maenno neen ; het ' weder fehziftelyck. Sepdtnenjac/foo heefthn die fclvemenfhept Narie / foodie was (te wetten ong alder

menschepdraenghenomen) ofeen andere / teweten daer ernigheveranderingheime was./fooomdieoverschadu

winghe vandekrachtdes 13. Gheets/als unvermenght Hepdtvannanlyckenzade. Ist eerste/foo heeft Chifug LEN Y-


Brieven-boeck.

IL

eenghefhapen 3Benfheptals 3Marie/ende fooneralder is/aenghenommen. Maerfepdtmen'tlaette / foo heeft

Christuseen anderveemde/ endemietonte menschepdt die gheschapenis/aengenomen. Endedanis die menschepdt Christi, diehp/indertpdtaemammietoniemenschepdtende danten heeft oock dieghenade mietoverbloedighigheweest/

daernuelck/ooc de Beer CSwenckveldtselffert diezonde vervloedightefringhe weest/tewetenindegant schemen

fchelyckenatupre. TBitlestfoude oockmietfähiftuatigh noch toteereonses Peeren Christilupden. Naer wilmen

ooch hierschepdendevandefichtbaere/tatelijcke/endelp

velyckemenschepdt/ diehpghebenedptop. Allerdenhadde/ gaentotzineonfichtbareende gloriose menschepdt / daer innehp mutigsterrechterhantGodes/fo canu E.oock licht

merken watswarighepdendaerupte foudenryfen. Daer heb

- dp. vzundtijcke Peere rondelijck eenighe bande

Hooft-faecken mynstwisfelens aendit uE. ghevoelenin defen. Medezijnde eenvandevoop 3.falken / die ickin der waerheptnochniet bekennefobovenmijnverstandttewe- 38.Brief

fen/datickdaerinnenoch nieten der foodeelen noch be flupten. De Beere verlichtempinaldatmptotzinder errenmoodighis. Amen.

-

kommendemuvamdefaken/diedaerfjnboben/totdiedaer 3hnteghemmtjnoodeelymerckeickertweevoozmemelijck/ daerimeick moethouden ( lieve lydt mp/icklydeu S. gaerne)datde Heere C. S. ende vollghens dienu E.gheen

rechtinen hebben/ende zijn wichtigefaken. TPeertevande vooßtweeis/u Soodeellvandeaengebsoren Erfzondel ofverderfdernatupendooz Adamgefchiet, so gibplupden dathout:Eüd’ander (daerupt volgende)is/demonopyou

delijckenstridttottendoodt foe(nietderzoude/maer) der lichaemg, DBantickhoudefulcke Leereis/niet alleenon

fehziftelijck/ja weder-fähiftelijck/maeroock sohecklaster lückteghemden gekrupften Jesum/Salighmaker des MBs " relts: dat alle zijne Tiefhebbers fulcks verstaende INGEL braerbeptieren , -

sammengen Ball warum: - ---


*

D. V. Coornharts

TDerhalvenick uE. alsdenghemendie Christieereboben allenfoecktende lieft/moettoe-betrsubven/dat ghp 'tfelve

kommendeinder waerhept te verstaen/fulckeonwaerhepdt wiet langher enoudet willen voostaen. Pandesefaeckeis gheschilletuffchenden Hosft-Pedi

tantender Gherefoxmeerden allhier/die mp/willendeham delen banden dwangiuder confientien./ghedonghenhieb

benopte Erfzonde / daerafzy alover een Jaer van mp hebben eenghefchzift (niet clepn)onder beloften / snder

henlupdenhanden van antwoode / ende dathetindzuckt eude gaen/maeren verneunenoch niet/sonderte weten wat

3p doemfullen. TPochismp binnen bpfoffesdagenvancenvernaemde endeachtbareperfoon Centedulleghelevert/zoudendevier

vzaghen/dieick beantwoodthebbe/net bp vaeghfelevant acht bzaeghen/ daer van Loppe indefen mede gaet / als

oock mede eenghedzuckt exemplaer / mjng ghevoelens ban Pauli woodenint7. ad Romanos,die bpvcelen Leera rennietrechtverstaenfinde/mifbzupckt werden / totbe wis vandebipvendezondelickhepdtofzieckte inder ghe loobighen Zielen / totclepneeere vande ware Medico der MZielen Jesu Christo. Ofu E. de moepte wilde nennen "tfelbe te dooz-iefen. - Ende want ick nu albwatelaerderendefeeckerder dann -

(oder 13. of14, Raeren) alsick metu L.tot Colenspach/ bemercke watleelijckerschant-vleck dieopinievan de erf Zonde/ foomendienunmeetleert/moodtfaeckelückbenght

optendos luchtighenendeheerlyckenname Jesu/omser,ja des Bereldts Peplandt/ endedaer-beneven watkracht gherhindertothetfaligh, wozdender Menschen / fulcke

Leeregheloovende : En mach ick met gheengaederon fientie, die Apostille Berneri / als daer met bevleckt Jühnde ( hse-well anders stichtelijckende oprechtinveelen dingheim) bestaenovertefetten/'t welcke/enal watgroo erstickt anders uS.(veelmin'tghemeenbesten)gheenfins

amfoudekommen werpgheren anderwplente doen. Onder

ehemmgrauerch V. -

7“

by MP WitalmeternstigbertGAK


Brieven-boeck. - * aendachtende vlptmeerdan 25. Saremiume gearbept/ende inverschepden Boecken metnotulenvertropt Legghender

dieick nu bergacdcre/om voozmin affchepdt (ghevctder Heere)tevolepnden : Dit fün Bpbelsche Locicommunes nietalleenvandinghen als vanGode/banden duphele/bau

den Mensche/ van waerheydtloghen/wpfhepdt/dwaef. hepdt/ete. „Maeroock van de vercklinghenderdinghen/ als tewetenwat Godt werckt/vmat de Mensche werfekt wat waerhepdtbwerckt/t.metheure Caufis,qualitatibus,&c.

„Summa Methodice besch3eben / foodatmendaeroockfat noghenficmelcks dinghs gantische aerdt / ende bcneven dienoack sonderlingheldeffelfs verckinghen nacnnentlicht guisquid, ubiquibus auxilijscurquomodo, quando &c. Bulckr dat de H. Schriftfelfs vao alle rechtlecr-gierighenbeter

upt-leghfier van hacrfelfs falmoghen wiesen - dan alle Senfhelijtkeglofen of comumentarien. : TDitwerck haddeick nualvoo u. E. fühzyvenact my metfoodanighen ernstighenopfetterhanden genommen, da --

-

irr voog hebbcinden Heere tecpmden / ofdaer innefelfs mijnleventeepnden/fos ohndclugrootcumut derJAenschen

bp mp daerupte verhoopt / als cock mede dat ick nu demcketcverlaienhetschifteljck handelentcghende Con fitopianten/als dienubevinde/dathenlupdenfähijven/in plaete van Christelijcke handelinghen/geraeckt tiefin tot

Investiven/daermedezip (fonderlinghe TDaneug)mpfoo

bitterlickaenghetat hebben dat nietalleen die grootege vaerlickhepdtmijns levens / maeroock die leelijckebe vlerkinghe mijns Maemens ump ghcnoodtfarckt heeft tot verantbwooding the fou E.falmoghenfienint boeckr

kenhierby gaende. Gemerktmp vanfulckentwift handel walght/als mp moepelijck/niemandenfichtelijck / ende veelen argherlijck zijnde.

Dochheb ickter Wiefden vanu E.wat voo-ghenomeu/ endealbestaeno vertefetten/ als diegaerne uE.metal mtjm.clepin vermoghen lief/dienst ende vzundtfhap foude Letwijfen/daerick falmoghen. JAp oock bwil-vaerdigh aenbiedernde/ou redentegheven vannun ghzevoelenboo2 S. 2 fchzeven


12.

D. V. Coornharts

chzeventeghen die Erfzondefoomendie mulhoudt (daer upt het ghevoelen van de bp-blyvende zondelickhepdt

moodtlyck vollght/als eenaenghcboo2enendeonaffhepde lycke quaede qualitept ) indient u E. TDominus Hep den/ofwie t anders ghelievenfal/uweredengrondt ende oofaeckevanfulckugevoclenfommierlyck overteschitz ven: Indien oock uiet / foo willick oock vanhertenfoo

gaerneuter Wiefden daeraffwilighen/als utenutdaeraf andelen: Ghemerktick mimtpdt oock weltweet tebe eden intvoofchzevenmijnvooghenomen werck. Twist oeckickniet/maervzede/vzundtschap/ende lief demetal em,3 Menschen mutwillick fundaerick can/ endeniemandt fchadelijck / endeten bearbepdeinden Heereniethologhers

dammymquaedthepdt/ende Godes goedtheptinder waer

hepdttekemen. MBarehatetothetquade/ende wareliefde Tothetgoede;niet in die verbeeldinghe; maer in die toght des herten; te verwerben / om alfoo mp felfmeerende

meer verlaetende / Godemeer endemeer teghenaecken/ endedaermettevereenighen in Christo Jesu/onfen Beere ende Balighmaecker / Amen. it alles wenfcht u. E. TP.Pepdienende allen Liefhebberender NBaerhepdt. In

' selbenonen Peere/uE.herts-willighe TDienaer ende D. v. COORNHART.

-

-

-

-

--


Brieven-boeck.

I 25

Vervolgh opten voor-gaenden XL, I III,

BR I E, F, -

Item,onderfcheydtvan eeuwigh, endedaton eyndtlijck is. Allen den

Heere Aggaeus van Abada. Doctor in beyde Rechten tot Colen. -

A

fi-terbingebanale quade/ende verkrjginge ban

allegoede begeerten/wenfheick uE. alsmpfelve van Gode den Badere/dooz Chziftumomfen Heere. Amen.

-

Maemym laette fähijbenaen u. E. Hoogh-waerde ende

bumtlücke Heereis defonge Joncker B. bp mpgetomen ef verstaen/datuE. mepninghe welfoudefjn van woon plaetseite veranderen. Bermetelhepdt waert mijn wijifer,

wiensgelegenthepdenmy oockgant schonbekentzün, hier geenonvpundtlijckheptensoudethnte wenschen dat u S. gelegentheptware hierbp onsitekommen. Dat machickmu z t Lantende cht voode: mietwachten/voonenmeltjcom dievzu aen ent hop ver kte lüc yfe utw pto Endedaer voledaeru

inte willen raden/tbwelcick mp oock welfalwachtëmaer

bmotocommtjn# wille, die tfodanigen ernftig eendach

ofviermet uE. grondtick/naeckt/endemetopenbostte fpeken/dat fau E. hiermietenfoudekomen/maer noch on trent Rey totCiolente vinden wesen/ icknietendenckelte latendaerterepfen. Benetu S.tot watepndeic diemoep tenfoudebestaen/'t foudefijntoteere Christi endehepl der Menschen ) daeronder oockmpfelfs.

MBantickfoude

denckeneemaelgrondticktekonfereren vantweegroote faecken/daerinneick ziedat wp - -- -

-

Wepaigh

verein


-

*

D. V. Coornharts

die oock(fos mp nochbeduncktfooalleenfin) dat fulck mitverstandt wegh genommenfinde/wp gantschelhckfou deneenfijn: datis vande Creatupplyckhepdt Christi/ende vande Erfzonde/foodiebp de Heer C. Swenchveldt wert

ghcleerdt , endefoudewelhopendationsevereenigmghein desetweefuckenniet heelonvzuchtbaervallensoude. Ich

bekennerondelyck, datickdiematerievandeonghefetyae penhepdt des Menschepdts Christinieten verstae. Am mers datickdienietfo C. S.die leerdt/entanverstaen/jae datick nochnieten verstae oft noodtijck isterfalghepdt

“datinnen verstaeof Christus maeffinmenschepdteen schepfel es daneen Zoome Gadesig. Ditmofte den voor-gang heb ben/op dat bwpingheen vergheefthe disputatie en fouden

treden. MBantu E. houdenfulcksbovenalinoodtlyck (fa irkt mercke)dattanick noch fooniet verstaen. Too most

hetoockgaenmethet stuckvande Erfzonde/twcick in St. unoghelijck eenomnoodighe questie acht / cmdeickganftig

noodigh alsoo het mit verstandt in dieneen vzuchtbaere moederis van vcclverderflyckedoolinghenn. Macrfoude,

u S. hierafunetmpingheen Christelijek ghelp cckgheint (thnte treden/soo willick gaermedaeraffwijghen/ endeu E.fjnmepningheindienvzplatenbehouden bereptfjude daer-beneven mp telaten onderrichten vandconcreatupz lijckhepdtons Heeren Christi/maet verstandtcndebericht * dat heenoodtlijck dient verstaenterfalighepdt. Bantbchalvenmyneoofaecke van u. E. niepninghein defennier tekomentoeftemmen inmpnenlaetfengeroert,

3thndernochverlemeieranderen mietfoogheheellicht, als nnp beduncht/daeraficker hier noch eenoftwee moetfel

ken/ofn E.fulcks voot-wetende / mp derhalventelichter daerinnefoude nuoghen voldoen/mae’tbljck vandemoodta

fakeltekhendt vande kennifedeferfaecken, als eerstedat Godtmagh weilalles upt nirtfcheppen/datsthnwissheit ghelieft : schaer magh mietbaerendatmieten is ' enghentlichte felfstwefelickhepdtis nu ChristiHienschelt

mietvan Godeghefchapen/marrupt Gode ' (dat bekenneick)Christus uafpn, Menschept

efelbe gdt/


Brieven-boeck.

*7

i

äß

Godt/endeaenbiddelijck, maeris dit/fanoetmenfegghen dat Bodtupthemfelvemach vaoptzenglen/baren/offee len/tghene wp alle houdendatin Bodeniet emig/te weten fichtbaerhepdt/ kpdelickheydtvanpyn / doefhepdt/zt. Beranderingheintop-waffen / ende dergeltjrkenmeer. Bitverbiedtmptghetupgh vandegantische P. Schziftte

D

ghelooben.

l "E

l

-

-

Sitem / menfallmoetenfegghen / dat die IAenschepdt M th

l (..

Christialvau eeuwighepdt/ fander allebeginne im Gode is ghcweef/teghender Euangelistentupghniffe: Endehet MDoodtis vleefchgheworden. MDant wat eeuwighghe weeftis machindertydeniettingheworden: Gfwilmen

hier mietaen/maer fegghen/dat hält MBopydt indertpdtis bleefighebwozden : foofalmeunmoetenfegghcn/dat Chzi fusnafijn Menschepdtgheen Zoone/maereen-Schepfel Sodesis / endemitsdiennafin Jaenschepdt niet Godt felve; maer wilmendatlaetstehepdefegghenteweten/dat

d

Christusindertpdtis Renftl) ghetwoden / endedath

des nietteminnafejn 3 Menschepdt is Godtfelve. Men fallmoetenfegghen/datter wat (tebnetendiemenschepdt welck te vooyen niet Godt Christi)Godtist

'

d

enwag: Endedat mitfdien/die Godthepdtbermeerderdt

ig/efütevoogenmietvolcomenen was/vnamthetniet vollko

menis datvermeeren mach/ditlupdet qualijck. Jamen fallmoetenfegghen/datter Godthepdtmagh zijn/ dienter eeuwighenis/maer beginneheeft. WBantal machmenge

lichtverstaendatGod vanmietpetindertpdt mach fchep pen/ endebeginnedoenhebben 7 fulcks dathptmet fün almagende wilvootfonderepnde/dats omepndeltjck, daer bipven / endein wefenonderhoudt : " Soo en machunen bedrunckens) gheenfing verstaen/ datfulck oneyn

dekick ghschapen wesen/ eeneeuwighongeschapenwesen

als achtselfissuezzin.

.

Hunter -

)


D. V. Coornharts

"

Ammersdieniet, die denonderscheydt verstaenvameen a Seunigt wigheydt ende“ oneyndtlicheydt. TDaerin bestaende / date

“ heighene oneyndtyckis beginne heeft/epndederft ende F" vande eeneeeuwe indiandergaet/fonderophouden: maer P's“ datdie beeuwigheytso wellissonderbeginals fonderepnde nats. oockfonder vooy of na : WBefende een stille endeonveran

': derlijckevooz-ooghenthepdtteffens van alle tghenewagy er igende wozdenfal. Hierinfalmenqualijck die Menschept " Christimoghenbyenghen / ende niet min quaelijckin die Bodhept. HAeer andere sodangeredenémins ongeloofs ' -‘, indefeleere des HeerenCaf Swenckfeltsfalick (gebet de para» Heeredat wpbpeenromen)kommenbp bengen/die welcke *.

met waerhepdt weghghenomenfindet mymongheloof in

defen oock weghghenomenfalwesen. Baertoe ickmp onpartydigh / ende sonder alle boop oodeeldenckelte laten binden / allfooickopentlijck ander werven bekeme/datick defefaecke (als mijnnederhepdtte

hooghe wesende ) mieten verstae. Boudet dan niet een moedtwillighevermetelhepdt voomp fünfte willenooz deelen/ofeen opiniete vattenindefefake/dieick welfekter

wete bovenmitinbegripte wesen Alditsegicktatbetoogh vanminonpartpdigheydt in defen/op datuE.dieverstaende/endedaerbpwetende/dat aentverstaenvandesefakte falighepdtisgheleghen/ niet enfoudelatenteonderrichten mp/ dieu E. hetbestehen -

fchet.

- -

-- -

-

- .- -


Brieven-boeck.

129

XL,V, BRIEF.

-

Ofmenreynvanherten machworden. De Sproke Prov.2o.9. Vereenightmet Mat.5.8. En Tit. 1. 15, &c.

O“

edeler berlanghem om een repnherteteheb ben: MBatisedeler - "Tige het middelom Godete

fien/te kennen/telieven/endeeenmetteworden. Alsihm nietrechtedel/diedooz vereeniginge met Godevan 13-f

Godtlijckeraerdtis gheworden . Doch is bpdit uhep ligh verlangheneenonveylight wijfelenfompu Briefmet bzenght. Salomonfept (fegdp)

niemaahsegghen minberteisrepn: Ickbensupver“ van Zonden

Alvermagh muhetonbefhepden fien op defe Spreucke; fonder telettenop andere defen verclaerende; inveclen/foo beele/datzpfegghenonmogheltjckte zijnt dat eenligh ghe loovigh mensche/hoelhooghe oock begaeft/ eenfupverher tefoudehebben: Ende doo2fulck haerongeloofniet eens

en verlanghen/nochenbestaenindenHeere / om fulckste worden: so feick fulck simunoch niette wesen/overmidts

ghpoockfietop Christibeveelen / endeop. Godes / oockt Christi belofen. "Twelck maerkt/ dat ghpindefenzit niet als damderelongheloobigh, maertwijfeltjck.

MDant/segdp/macht niemandtsyn/ hoefalmenverstaen die wooden Christi: Reynight eersthet inwendighe. Be-,

veeltChristus dierepnigingevoogeendeel/maer nietint's

gheheel MBiemaghdatighelooven. Pp wilimmersden “ onrepnenendedupiteren Belial/dieeen onbevleckt lam-F"

melkenendehetlichtfelveig / mietstaedelijcknevenhemin Fä" "s menschenherte/ofinwendigheytlaten woonen Ofzin", Godesbeloftenonwaerachtigh - Belooft die den boet -

- -

-

R

vaerdigen


*

D.V. Coornharts

ga., verbighen niet sosupvertemaken als fneeur Of zijnder “ gheenboetvaerdugenop Aerden dit maghmen mietfloche

nen. CPfis Godtonghetrou infijn beloften - ditmagh mennietfegghen. Hetmoet damimpemandtghefchieden.

Defefoudedammoghenfegghen / myn herteis repn/ ickt

„s, benupvervanzonden. Pfleghdynoch) fpot Christus «emetong, diefeptfefaligh/die fupvervanherten zijn/want

pal... zyfüllen Godtfien? Bijndergheen/wiefal Godtfen Rie

"... mandt. Boude Christus dante vergheefsfulchs feggen! '“ Ofwaertgheenvergheefsfegghen / foopemandtfepde: " Zälighis de HMensche die(vloghelen hebbende) inden He melvlieght/wanthpfaldaer Godtfien. WDaerdat niet eenspotyckeende vergheeffche reden - MBelcke fouden die aTit,1.5. oockfijndaer Paulus affept: dattcthenalles rennig/te “wetendenrepnen? Riemandt. Dat wareghefpdt: den

ghemendienietenis/was/noch wesenfall / ist alles repn. ZWDiecan fulcks vermoeden.

-

Mochtans fepdt Salomon daer weluptdzuckelijcken: datniemandtmagh fegghen: mijnherteis repn / ick ben fupvervan zonden. Die 31jne Wooden3Umontwijfeltjck

ghepzokendooden gheestderwaerthent/endemoetender

halven oock waerachtigh-zyn: foo zijndie wooden Ifaie ende Paulimede. Immers die wooden Chzifti/die felf

die waerheptis/oock medeenckele waerhept. JAuftrijden defefaeckenteghenmalcanderen.

TDitmaghniet vallenindewaerheydt/want dieis een altydtghelyck. Wat falick hier “traf egghen -- --

Zietdaeris uoofakevantwyfelen/fooickinu Brief mercke / ende enis nietonghefchicktelijck ghetwyfeldt/ maerwelvoogfichtelijck ongheoodeeltghebleven/ totdat

-

-

-

-

' ghpfeker waertvandenrechten verstandedefer dium geln.

W

-

-

TDaeromghpmepnende datier verstae/mp bzaeghtmae minemeeningheindefen Die wilickuhartelijckegaerne (onderverbeteringhe) .. metdeplen/metfulckenghedingenochtans/dat ghpfe niet ONLU


Brieven-boeck.

I 3L

aenenfiltnemendoo zu vermoedendatierrecht verstae: ITNaer alleen dooz tpçoevenendebevinden/datmijnghe

n in defen over-een-ftemt met de gantische

Schrift

P twijfelindefen komtdoo mietalleemu(maereenghe meen mifvertandtopdie wooden Salomonis. TDie en

feptmietuptdzuckelijck (fooghp 't qualijck verstaet) dat Niemandt fegghenmaghmtjnherteis repn/2c. MBant foo

enfpzeeckt Salomonmiet: IBaer hp vz.aeght: WDiemagh fegghen unynherte is repn/zc. MBt dit vaeghen flunt meestelck/endeoock ghp/als ofhpfepde:JRiemantmaght Zegghen/ende dit qualijck.

-

MDantfulckvzaghengheefteverstaen, dat hetgantisch felden/ maergheenfints dathetnietenghefchiedt.

Zoo -

-

vzaeght Salomonfelvemede/als van watfeltfaems: WDie faleenstarcke Brouwevinden - Ende gaetfelterfondtfelfProbst daeraenbefchzijven hoe zpis / endedat ghecn Platonische Ideam,voogeenspotlijck beeldt/maer voogfodalmighalfmer

meerdanhondert heeft ghevonden.

ZovaeghtdApostelmede: Wieheeftdes Heerenfinne, ghekendt - daer fehyntoock ofdaerniemandt en waere.**** IHochtangfepdthp tertondtdaer op : Maerwp hebben denfime Christi. "Is datnietdefinne Godes - IMaghmendiehebbenfonderdietekennen. Immer hpfeptint * _ ro felve Capittelrechts daervoo2: dat degheet:onderfoeckt oock die diepten Godes.

-

-

-

-

Ende foovaeght, Salomon mede inditfelve Capittel: Proao,6 WDiefalleenghetroumanvinden Binder dangheen ge- et. weet Ofwas Abrahamnietghetrou Rehemiasfept Ha. MDas FNopfes mietghetrou die waerbeptfepdtja. FĂźegsas JPaaghofwill Salomon hiermeentoefegghen - Papelijck neen. 52aerweldatsefofeldtfaemzin / datmenbp nae twyfelfjck vpaeght ofdaeroockpemandtist die rechtghe

trou werdt bevonden. Om defefeldtfaemhepdts willen fehzpftmeroock af.

-

-

WK, 2

.

Zodas

-


D. V. Coornharts Zoodanigheplaetsenvindtmerfeerveelende. Schrift,

daermenopentyckfetmietby verstaentezynammogelijck hept/maerfeltfaemhept. Bulcks houdeick hieroock (on der verbeteringhe ) te weisen die unepninghe Salomong.

Endeditenstrindt noch teghen hemfelven / noch teghem

'' 'Pauli wooden/noch teghengheen plaetfen der . Schzifturen. TPatfodanige repneherten ootfeltfaem zijn/maerdatfür

3jnfallmp lichtvalentebewisenmet veele claereghetup geniffender Godtitjcker Schriften. Istdat ghp"tvan mp begheert. TPaerentuffchen dationderdie seltsame upden

inder waerheptoock ghereeckentmogenworden./ghpende R... Benaertighetinden Heere / "tfal Jae zijn ende NEM.

-

XL,VI., BRIEF,

Dat dezonde is een ontberinghevan'tghene in onshadbehoorente wesen:watse doet,oflijdt,

bedenckinghe. Aen SPIEGEL.

T“ '' 'ZÜn.

boomemen fall derepfetat TPeift f nach H

Befen abendt komme ick unghedachten die niet

Hooghin Godes goethept fügen/maerdiepinonsequaet Heptzincken. Austumptehelpen/'t machunutzjn/maer mit schaden,

Gmledigt


Brieven-boeck.

***

Onledighfilmdeteghenomsen Grobbelaer/ende zypnein blasersinthandelen vandezonde / baltmpinne/intliefen

vanverschenden werckingender zonden, als dathp heer- '' ijckhept werckt/ verlepdct/d doodet/zc. "T" heerl . fchap lght. enevo Entghr/beg r D - 1:1, -

TDatnieren is / maghnietleben. Dat nietenleeften maghnierdoen noch wercken. TDezonde moet dan war wesen/oockleven. Ist Wat: "Tige Schepper/af Schepfel. een/gheen Sc # wantdie is goedt/dezonde quaet.

sdezonde een Schepfl/hpmoet een Schepper hebben. Ende wanthpguaedtis/enmaght degoede Scheppermiet

zijn. Zoomoeter een quadefchepper zijn/imdiendezonde eenfchepfelis. 3Maerdaeris gheenquade/endemietdan een goedefthepper.

Dezondelsdanoockmietghefchapen/noch gheenfhep flymaereenpdelniet. Maer dat nieten leeft nochdort niet/hoekomtmenditte fegghen/ telweten/dat dezondein

eft/ende watdoet - "Zoudet welomepghentlijckfin

onsle n ge

Alis oock dat bwp de zomde in onsmoeten

OODEN

TPezondeenleeft miet/hoemaghmense dooden HAaer watis dezonde Iteending/of wesen: Meen. Petig daneenbmerck/ghebwzocht/of werckende. Een wonde ist ghewzochtewerck/het werckende werck ist wonden. Zoift

ondighenhet werckendewerck van deghewzochte 3onde. ewondeis verliesmethebben vampijnen vandegefont hept. TBezomdeis verliesmethebben vandzoefhept van

begoedthepdt : dat is mietghesondt zijn/mietgoedt3n. „Gomma/dezonde istniethebben van't gundt wplomonfe

welzjn/of volmaeckthepdthaddenmoghen/ende behooz den hebben. TBit ontberen queldt denJBenfch. TPatizit

quaedthepdt/vpandt vanonfernatupgemgoedthepdt/zt. JMeerighierafnubp mp gedacht/namentlijck/dat het

lebenderzondenis/als wpdat nierdoen/dats quaetdoen metlusten hanteren/dat heetick dezonde televen/wamt wp danonsleventotdat niet/ofde per besteden. -

s


'“

D.V. Coornharts

als wptbegheven/ende tot watdoen/of weldoenons be gheven/danfterven wp dezonde / nietdathyleefde/maer dat wp hemmleefden/zc. TDitfiet op tem-lust. " Ick valle

telangh, hier isghenoegh voo u om metredenwattebe rispen/alsuoch mietfeererkaut/ofverdoubwet/ontpdeltjcke uptgherefptzijnde/ende noch omrijp.

Hetzjninvallendeghedachten / ende loopende oberleg gingen doch nietheelfondergrondt. MBatfoudeickfähzo men ute fehplven/dienick mynghedachten mietenmpdete

openbaren Tot watepnde - Om dietot naerderonder foeckte verweckendoozuwelberipen. Dat doethcbdp. luft/ofneen/foruft. Ende vergeetnietuwe Tieftalen te gT0eten.

XL,VII., BRIEF,

Dat droefheydtoverzyne zonden,boetvaerdigheydt werckt endeblydtfchap.

-

Are ghezondthcpdt derzielen/datig verloffinge vaneyghenquaedthept/ende verkrpginghe van Godes goedthepdt / dooz der Bielen. Nedicuum

-

Christum Jesum / wensche ick ubendentoteen nieuwen Jlare / lieve ende Gadt-vzuchtige Biendinnen -

inden Heere als mpfelve. Amen. TDatick tot nochtoleumietenhebghefchzeven/ ig belet

ghebweetdoo2merckelijckeonlede derdisputatie/daerickt voo2 anderen hebbeghefchevenende gepoken. "Twelck (danckzy de Heere)ncrgengnagheheelonvzuchtbaerenig

gheweest. Wat daer voots affalvallen/weetde Beere/

die tallestenbestenfalschicken / endedienick-t -

-

-

' EfENDE


Brieven-boeck.

I 35

wesendefizinfakemetmyfelvebeveele. Nu een veynigh tipts hebbende/mogtic mietlatenu bepden wat tefähijven

van doefhept/daer afwp/als icdaer was/watfplaken. IMAenisdoevigh over 3onde diemen heeft ghedaen/ of dienen nochdoet." Teerfenoemtdeiz. SchziftZonde heb

ben. "Tander Zonde doen, ofzondighen. JAenheeft de

zomdevelofqualijck. Qualijck alsmen alleen fiet opter Zondengrootheydt/endemietgefamentlijck optegroothiept vandebarmhertigheyt Bodes/endedaeridoo, die treurige fünnekens overladet/hetverstantverdupfert/die hope ver jaegt/ende in een verdoemelijcke vertwijffelthent verfinckt ofineen Godtloose verwoetheptverwildert. „Maer wek

heeftmendedzoefheydt/ als 3p den Menschedienttoteen omsichtighe verhoedinghe van meerte Zondlighen; tot een ootmoedige verncderinge ander die mogendehant Godeg:

endetoteenfaghtmoediglhemedoghenthept endelpdtfaem verdgagen vanonfsnaesten zondigen tegen ong. Baligh ig demenfhe/die also Godtlijck bedpoeftig / want hp fal vertrooft worden.JEAaer die munoch zonde doet/hecft oock

recht/dathy fichtenaenschouwen vandes scheppersgoet hept/ende fijnepgenfinoothentherteljck Uedoeve/over die

hovaerdtghe toutheptby soofmoodenaerdt-wom/teghen

fulckenalmogenden/goedcn/endelievenschepperbedzeven. MDant defedoefheptisfo rechtvaerdige als onvermpde lijcke strafoverdezonde. Dyis oock fodianigh/datzp. bp denonwilligenverdubbelt/maerbp déwilligenverdwint. ZMBantom onfeoxrechtvaerdigheonwil/ enlact Bodt niet

rechtvaerdigtezijnint straffenmaerdoozonebewilginge intdagenvande wel-verschuldestraffunge/enmagderhal ven geendzoefheptmeerintgemoetblpven. Bemerktalle dzoefhept niet anders enis/daneen ghequeldoo?'t hebben bandatmengaerneontüeerdt/ ofdooy'tontberem datumen gaerne heeft.Alfdamdefeterechtdzoevezandaerfichfelven

alle straf-waerdighoodeeldt/endedaerinnemetherten be

willigt,foisdaergeldzoefhentmeer/als die daerverstaet. recht te zyn/dathy doefhept heefteüblptfhap ontbeert. „So maecktdieserechtvacrdigheptinfulcken menscheä UNT


v“

Coornharts

D. V.

MDanthpgheeft Godthetzpne/te wetten/heerschapppeint rechtvaerdighstraffen/endedenmenschehetzpne/nament lijck/onderdianigheptint wilighlyden: doch blift inde

groudteenonophoudelijcke begeerteom verlotte worden/

nüet vande straffe diegoedtis/maervansynezondeliczept, die quaetis : Ende omteverkrijghenniet eenlighlloon/ d'welckhp onbwaerdighis / maerdie ware deughde/die hepligh ig ; Ende dit alnietjeghenstaendehp hemfelve alderzondenende quaedthept waerdigh/endealderdeugh

denendegoedtheptonwaerdighlkendt/ acht/ende weet te wesen. Immersinderwaerhepdtverstaende/dat Godt niet mindanrechtvaerdelijck metfich en foude handelen/

fohpdoudezondenmetnieuwe/met verkeerrheydt / ende met verhardinghe degherten strafte/ ende mitsdien booz

fulckeneeuwighenaffhept van Gode veefendemeerdan

voort schepden der Zielen upten Tichame/fookrupptdefe

''

Bieleuptdiepernoodt/in ware ootmoedt endevastbetrouwen op diegoedertierenhepdt Christiaen zynevaeten/van't Alertschefofonserzonden volfchinende effi wacht diemettedzoevedzuppelkens vandeiheete walm

te heursboetvaerdighenherten: die dooght 3p met die verootmoedighdeponckvan't hapr haerderhovaerdiger ghedachten / die kultzp. vziendelijckmeteenbegeerlijcke

lustomzynmederevoetstappennate volgen/endedie falft zpmettendierbarenfallvevanbarmhertige Almoeffenaen denrechten Armen/wesendeeenfoeterokeChristi/endever Krüghtfoodooz wareaf-latinge/ware verghevingehaer der 3onden.

'

-

O Biele/hoeweiligu/dienfulcks wedervaerdt. TPitjoumediebarmhertighe Gadtubepde/lieve Dziendin neninden Beeren/ allen rechtdoevighen/ende oockmp/ wienghp den Heeresultbidden.) Bdienst-fchuldighe d

d

XLVI II,


Brieven-boeck.

139

XLVIII. BRIEF. Omin Godesteghenwoordigheyt Godfruchtelj ck te wandelen. Allen den

Raeds-Heer ARTUS van Brederode.

G

pbeet/Rebe/uptonderbinden/datick uliefheb be: dus magh icktaen uliefde ( want weidaedt baerdtdie)totempniettwijfelen. TDemjmedzingt

mp unut tezijn/ metdefeminevermaninghetot.de veese Godes. Reemdp-dieterhertentotufelfsaobaer / ghp fultimplief doen/endeufeifbeteren. MBautdie God byeesty

heefthenaltydt voogooghen/daeromversupmshpoock niettedoendatbehoolyck/endehp wachthem pettedoen

datombetamelijckis. Bp eerbaere Tupdendoen wp alle blijtomgoedtte schijnen/alisdickniet veele goedtimonst

SPockom tquaedtteverbergen/hoeweldatdickmael veel imons herteschuplt. TDit doen wplom voor den Menschen bzoomtefchijnen.

Ist niet wat eerlickers vooz Godtte

goedtte wesen: Bijnooghenienalleons doenendencken.

Todemcktdan (Reve) in alledatahpfpzeeckt ofdoet/dat #Godt des Hemels uteghenwoodigh is / eude alles ICI.

TDitfaluluft maeckenombwelte doen/ende doenbeesen .

om quaedttedoen. So fuldp meer bljts doendooz deugts hanteren/omin Godes aenfehoubw@goette wesen/danom

dooz een pdele fhiju vooz denJMensch vanden JMenschen oedt testingheppefen. TPan volght de waere eere van

elfsdevnäre deughde/dan heeftmenenvolticketonfien rie/ende damifinen l

anteilende faligh.

TPit I


D. V. Coornharts

-

-.

Dittedoenig wijfhepdt: dittehebbenzijn vzuchten der wyfhepdt. Hiervan is deveefedes Heeren/ het rechte beginne. Begintdan/bevindtdan / ende bwintdan/her rustighe/luftighe/ende falighe Leven. TDitdoetterfront/ isonfeecker. Beeft Godt. Aleeft ende vaert

sahen

L

9

2.1583

-

XL IX.

BRI E F.

Datmen derZielen ghezontheydtfallbenaertighen, door’t sterven vande Zonde. Aen Ioff Catheline van Brederode.

B

Emindeliebe Michte/u JPMoepe/die kranckisende ick dieghezondtben/(Godtdanck) greetenu met u

Buster/Oomende IDoepe/viendelijck. Dbeyder ghezontheydtaenden Wichameligmp lief/ ende wenfcheu

met u Susteroockvanhertentebenaertighen die gefont ' uwer Tielen. Die moghenmietghesondtzyn/foo nghedaerinneblpvender zieckten oosaken : defe zyn die Zonden. TDie Unoet dan elck die ghezondt will wozden

- met Godtschulpe endeghenadedaer untdzijven : Onn in plaetsevandezondenware deughdente bekommen. MPant defeveroofakender zielenghefonthepdt ende faligheydt. GP Richtgens weestnaertighendefoghwuldighomfulck teverwerven. Baer toe en behoeft niet veelelefens van

hooghedisputatien : Saaer eemootmoedighterven van

hobaerdpe/welutende’t guade; Peeleghelerde ver "-

I


Brieven-boeck.

141

dit wel/maer bwepnigh doent-Iftnudat ghpfulckg leerdt

doen/daahelicksuzunnelyckhepdt ferft / ulutenderft endedeughde verwerft/fo werdtinuder Bielenghefondt hepdtgheerft / met een gherufigh leven/ende eeufalight fterven/omeeuwelije televenmetBode/dienfuldp danaen ghenaem/lief/ende waerdt wesen/ als rapne Jaeghde kens ende Bupden Christi/dats watgrootergdamterf lijcke,5 Menschen(ja aerd women/al warentoock Conin

ghen)hierte behaghen. Ochhoefalighfuldp zijn/ istdat , shpfadelijckbenaertightfulckeghesondthepdtuwer Zie len / ist dat ghpaltydt Godt voogooghen hebt endeder wijsenraedt bovenuwe Jeughdelijckeluten nae-volght. TBit wilGodtgaerneghevenbegheerdptmet ernst, ende ditwertuherteljck ghebwenfcht banU W. J.J. --

L. BRIEF,

Waeraendatmen mach bekennen,ofmen eenighdinck feeckerlijckweet of waent,datmenderechte Leere volght,ende een Christenis.

-

Aen M. Cornelius Fabius, Rector tot Rotterdam.

Vpoefdesgoeden MByns mietgheichzeven / maer Rumdt/aenuen bwas mijnkopteamtbwosdebande

aeneeugheheelonbekende / diens kozte Brief een schijnhaddevantepzonckenmet dupterheydt/daeronick denfelvenooc Enigmatice wilde

annes infä R

-

-

--


* D.V. Coornharts wpfendatmpal wondert/dat ghpfchzift/umetdie kop teantwooz de mieten vermoegt;niet teminomu(maghick) tevermoeghen wilick hierbzeeder defen bitten Acker met incktbeploeghen / endebestaentebeantwooden uwe Dzaghe/bp mp mualmeer daneens beantwoodt/ te *vwetendefe: MBaeraeneen Menschmaghbekemen of hp

'

«- oock eenighdinckfeeckerlyck weet / dan ofhp aenzimme «mepninghe of verstandt vaneenighefaeckenochbehoodt «etet wijfclen.

-

-

-

Boots beschrifdp.de doolinghe van verwaemthepdtin dewaen-weters/dienietminfchaedelijck danghemeen is.

Derhalvenickt hierminghevoelen van de oofaecke moet fehntjven/vande grooteghemeenhept vandit waen-weten

daerafwepnigh / CD ferwepnighHAenschen vpp zijn. Defeolopfakeachteicktezijn / het bcfchzijvendes weiteng bp denghemeenen ende achtbaersten Teeraeren onwaer achteltjckghedaen. MDant 3p nu meeftalle debware we temheptnict anders fegghente werfen / dangoedt-duncken

van fakenfonderalle feieckerhept van(ratiocinatione)rede neringe/of(experientia) bevindinge: Boelckin zijnhoogh

stefakenponcketmereengheloove/daerafmengheenre den maghighevcn: Ende dat hier indentpdtmietennagh bwozdenonderbonden. JAuis ditmietdancen blote wacn. TDefe waenig lichtountebekommen/ende werdtdaerom van

allen Secten-dzijvers ende volghers licht aenghcnomen/ die altfamen alfao wanendete weiten/ nochnieten weten fa menwetensoude. TDit moetoockzijn. MDant wistenzp watrechtwetenzp/fo enmoght de waenhenlupden gheen

fins vermoeghen. Zeeckerelck weet cenigh dinck of hp weethetniet. Intghenehp weet dathpweet, magh hin

mietdoolen. Vangheltöcken mit in'tighene hpweet dat hp nietenweet/teweten in'tghenehm weet dathemnoch onbekentis/wanthpvantghene hpweethemombekendt rezijn/mietenmaghoodeelen. Ende en ist daerom miet noghelijck dat defebvretendezijn vetenfchap ofonweten

fehapmagh doolen / foo langhebpachtflaetopzyndocn Ende laten. *- - -

- -

JRaer


Brieven-boeck. z

Maerdegemedienieten weet/enmaghoockmietweten dathp wat weet/ofignozeert. Defemagh wanendathy weet’tgunthpmochtans niet en weet. Alfoo waent mu

elckdie ghelesenofghehootheefteenich dinckdathpsuler f

weet/fonder(Causam scientie)doofaeck deswetengte ber staen/ endefonderdat dingonderbondente hebben. Boo

maent de blindetewetendenatup, der verbmen. WDantge lijck.de weitermietenmagh wanen/foo en maghde waener mietweten wat hett gheweten ofghewaende dingh ig.

Mooghtghp wetendedennaesten wegh vanuhups tot ten kercke : CDock eenighfing wanen welck den naesten weghdaerwaerts is . IMMagh wederomde niet-wetende waneroock dienmaesten wegh weten Feenghewiffelijckt foo langehp alle der stratenlanckheptendekotheptoock rechtheptdaerwaerts nietkennende/geenghewiffe (ratioci

nationem) redeneringhemagh maken/ offoo langhehem deexperientiedemnaesten weghdaerwaertnietheeft leeren kennen. WDant ickt achte wetenfhap te zijn eenfeeckere »

kenniffedooz rede-neringhe ( als dathetgheheelmeerder » ist dan'tdecl/etc.) ofdoo2ondervinden (foomenfoetende 3 pr/ghefonthept ende zieckte/etc.) onderbindet endeghe-,

voeldt. De waenmagh foo welloghen als waerhepdt" boox hebben: JAaer wettenfetallcen op waerheydt: daer

ommaghdie wel / maer defe gheenfins bedzoghen wer den. Welck bedzogh in den waenergghefchiedt doo de middelen van valscheredeneringhe/ofdoo2 vermieteletoe

stemminghe : M9elcketweenumeestheerschen/ daerom

' groote menighte vanbedzoghenwaners werden ghe ONÖIEN.

Hier is een anderonderschepdtte merken / te weten ooghen hebben / doch bepdebuptenhaeren weiten / al

tuffchende wamers dieloghen / ende die bvaerhepdt booz leen in den walne.

WBank gheljck de Waen die loghen

voight/moetbedzoghen worden / alsoo maghde wamer die waerheydt volght / noch bedzoghen werden / mag

feggheick / niet moet. MBant foo langhe deghewiffe rede-neringhe / ofte - -

anmelden 3

3ple

h: NO


“

D. V. COOrnharts

noch nietonomtbindelijckghebonden / jazin waennietin weten verwandert hebben , foo langhennagh noch die felve

zyne waen/nufchoonalop waerheptfremde/ vander waer heptafghetogheu / endetotterloghengheleydet werden./

dooxeenigheanderestercker waen/dooz welfpzekender/of (omrecht tefegghen) arghe-listighetonghen in hen ber beeldetzijnde. MDant deene wane magh d"ander(foomen daghclicks fiet)verwinnenendevermielen. Bit geschiet indenghenen die alleen upthooxenfegghen ofleseneenin ghebeeldckemiffe/waen/ofvermoeden hebben. TDitdoct fwermen vandeene Sedteind ander / ende dit maeckt die Wereldt vollverringhencendool-Hofende Babels ghe bou. TDie waendandie loghen voogooghenheeft ( bup

ten zĂźnweten/wamt waertvoolaghengeweten/somoght hytmietvolghen/wamtniemandt willbedzoghenfin)moet bedpoghen wo dennoodtfakelijck. Endede warendie waer hcpt (medebupten zijn weten voo heeft / anders waert bweten endegheen waen) maghbedzoghen werden. JBaer

dewetenschapdiewaerhept of loghen vooooghenheeft/

'

gheenfius bedzoghen wer den/maermoetmoodtfakelijckdeloghen hatten ende blieden endedaer op achtneemt/

ende dewaerheptliefhebben/endenavoighen. Also magh die waenonstadigh/oock magh,3nghetaedigh zijnint nae

volghen van't ghewaende goedt : 5Baer die wettenschap NOLt 3tnint na-volghen van'tghewetengoet.

'

Ghpftetnuv.undtlyckeFabi, dat niemandtenmagh ver derflijckdoolen in'tgunthp weet / hetzp.dandathp zijn onverstandighepdt/ofte oockfin wetenhept weet: Zidaer

elck moetdoolenintgunthymietenweet / endenochtang waent te weten. TDit doet nu mcest clck. Ende ghp (moghclijckbupten umepnen) beantwoodt uepghen bpa

ghe/dochnebelachtigh/daerghpfght : defe openbaere , dvalinghein anderen(ick voeghedaerbp/infichfelvedic maelbevonden)behoot immer den voofichtighen telbe nenneneen haetighoodeel van eenighdinck vasteltjckte

affeureren Maler hier voeghdp by'tgutdaergheenfing bpenvoeght. Te wetenditte: Endenochtansistonge nocgelijckt


Brieven-boeck.

“

moegelijck altpdt in tbwijfelte fuermen metten Academicis

en Scepticis. WPantfeker niemandtenmagh voofchtigh zijn fonder waere kenuniffe ende wetenfhappe derdinghen omdiete vermpden / ende dergoedenomdietebekommen. JAuen magh niemandt het lichtvaerdigh of vermcteltoc

stemmen(daertaluptkomt) vermpden/ fonder waerach telijckin anderen/oftinhemselvente weten/de verderflijc ke quadendaeruptfpuptende. Beecker magh niemandt defe weten: Hoefondt behooplijck zijndatpemandt fulckg

vermpdes Jist oock behoolyck dat pemandt doe "tghene bovenzinvermoghenis Reen. Macht dan pemandt mpden/so machtpemandt weten. Dieditquaet danwect/ ig immerggheen Academicus;ofacht ghp het waerachtigh weten vanepghenon wettenhept/vanepghen vermetelhept ef vanepgenroeckelofighept voozgeenweten fulcke blin

den hare blintheptwetende/vermpdenhenlupden vermetel toe-stemmen/oo fakevandolinghe: zittenghelatembp den

wegh/verwachtennae "tlichtdes MBereldts Christum/die ghewiflijck kommttotfulckeghelateneherten/ verlost van blinthepdt/gheeft licht/gheficht/ende steldthcnnfelf(datz

fummum bonum , "topperftegoedt ) vooghenlupdcropen doghenintlicht/daerdoo23p dam/overmidts aendachtigh

op-mercken/metziendcnooghenintlicht Christumkennen/ endein hemden Bader. In welcke kenniffeheteeuwige levenlepdt. laerg

TDatenblpvengheen Scepticienen, oftwyfe -

Tothiertole benick gheweeftintberclaeren vanden on derscheindetuschen wanenende weten/oock heuroofaken/ werckinghenende vzuchten/omte naeckterteopenemmin antwoodeop. uwe vzaghe/die(mingsoodeels) medeeens

blindenvz.aegheis/recht of hpfeyde: Poemaghpemandt weten dat hin waerhijck fiet. Rechts oock of pemandt

vaeghde : Hoemaghpemandt weten dat Supcker foet ist Smaerktendefiet/fpdt de Palmist/hoefoetdat de Heereig. MDant alle wetenfhap hanghtaentgoede/dat

isaltpdt/schoon/foet/endemut. Menkentden Boomaen

harenwuchten. wilpemandt weten of bp de ''


D.V. COOrnharts

lückte Leereheeft danniet : Hºp mercke op defes Booms (ickmerndes Teeringhs) vzuchte. Want is de Leere Christeltjck/zymaeckt Christenendenghenendiesegheloo venende volghen. JMenig ofmenschlimt een Christen/ ware. Leere maeckt wareChiftemen/die Chziftenen zijn in

der waerhept/alfchijnen3p ketters bp deloghen/dats bp de MPeteilt. Dewaen-Leeremaecktwaen-Chzistenen/die gheen Christenenin der waerhepdtzijn/ maerindeloghe

„ nenfhinenvoorde Wereldt. Een Christente weisen be c't". staet in't waerachtigh hebben ofdeelachtighte zijn der Christelijckerende Gadtlyckernatueren / dat is in ware

TiefdetotGodtbovenal/endetottenmaesten als sich felf. JAuenmagh niemandtdefe Tiefdehebben/fondierte weiten

dathpfe heeft: MDederonmaghniemandt weten dathpfe heeftfonderdie tehebben. MBilmupemandt weten dat hpm ditdinck (namentlijckt die ware Teere/daerelckt nulountbwis

stet)ghewiffelijck weetdanniet/die-onderfoeckefins her tengrondt/ ofdaerinneoock woondtdefeloutere Tiefde.

aaan, MDant moghenanderen/daer aendat wp maltanderen lief wp Jongeren Christizijn(foode waer ept leert (hoeveeletemeermoghen wipfelve aendefe eeni ghe Hemelische vzucht des Christelijckenleerings/endeaen ditontwijfelijckmerck-teken inong weten / dat wp de

'

ware Leere Christihebben. MBildpfeherweten/of de Hae decine waerachtighengoedtis,neemtsein./gheneestzpufoo dat.de zieckterupmt/ende deghezondthepdt in kommt. Solo

' aenhaer wacrachtighept/ ofoprechtigheptniet twyfelen.

Daeronsefchatis/daerisonfeherte/wildp weten/wat ghy meet indt : JAccmt waer / wat hebben umeck berblydt/ende watontbeeren umeestbedzoeft / oock wat ghpernstclijerstebegheert/waerghpghpmeeftomdemckt ende wat ghp meeft benaerfight / wantditis u Godt of Afgodt/ufimmumbonum,ofopperstegoedt. Ist Godt/fo hebdp ware/ ist Creatupre/foo hebdp valische Tiefde ende WLeere.

JMaer


Brieven-boeck. * *

-

MelaereenChristentefhünenbestaet inblutigh onder houdenvangoede/ende vermpden vanquade Ceremonien/

ende in eenna-ghebootfedeughdlijcke wandel. Ruge looft wepnighvolcks datmen inde waerhepteen Christen

: daerom arbeyden oock wepnigh Tupden magh wesen temente wozden/ endedaeron Wogden oock am Chzif

g

migh Lupdenrechte Christenen : Maerveel Tupdenzin endeblpvenschijn-Christemen / met Doopen/met Nacht maelhouden/met Jaiffe hooyen/Diterck-gang/ende Melmig

heven/zc. Ickhebnunietmeerthdts. Heb nochtang efaen (namynkranck vermoghen)ute vermoeghen. Ist mietghefchiedt/foneemtde wilvoort werck. Bamudienst willigheJ. -

LI, BRIEF,

Dat niemandt Christum zynen Heere magh noemen, dandoor den H. Gheeft.

M Pnduncktdatuvagenfalepnden/alsminant woodenepndet. IMaeruwel-vzaghen/maeckt

mpfoo lustigh tot welantwooden: dat ickniet enfalfwtighenopfulck uvaghen/dandaermijn of tpdtghebzeeckt. Zu vz.aeght u Briefken

andt

-

TTC

Niemandt (fpdtd'Apostel)magh JesumeenHeerenoe-, men dandoo den HGheest. Poemdendan (fghdp)die “: IAiraeckel-doenders Jefumniet een Heere - GDock mede

„22

die Jodenniet/ als 3p voozaltpdt begheerden datbgoodtgean... des Lebens z

achtensenEbankenvee -

-36.

Mit


* D.V. Coornharts MBant tot d'eerstefept Christus felve / dat hp niet enfall kennen/ ended'anderefheldthy ongheloovighen. TDate U vaghe/endeditig mitjn antwoodc.

-- -

-

JNiemandtenmaghtwee Heerendienen. Slck is knecht desghenen/wiens wille hy doetendedient. Wiezonde doet ig eenknecht derzonden. Wiedann noch de Zondedient/mag

gheenfins met waerheydt ( dats doo, den 13. Gheeftder waerhept) Jefunztjn Heerenoennen. Tot foodacnighen

„ zept Jesusselve Moatnoemdp my Heere / ende endoer

““ niett gheneick ufegghe dat is ghefendt/hpnoemtmn Heere / maermietinder waerheydt. MDant diens Heere benick diemynen(nietzpmen) wille doet. 3 Maer TDauid

„madatstuch Prievootsmietmeer:3ondighende endemits ”"dien(nietzpmen/maer) mpnen wille doende/noemdemp in palte,... den H.Gheeft (dats inder waerheydt)zynnen iBeere. TBit

nat* zyuendempeennae-volghelyck Exempel. Dit weniche ick U ende mp.

-

Hoete verstaenis: Dat Godtwill dat alle Menschen fa

lighworden, tot vereenighinghe vande volghende Texten.

“TOdt wil(fghdnupt Paulo)dat alle JMenschen faligh worden : Christus feydtdatter wepnighfaligh wo3 “den. So gefchiet niet tgcenGod wil(Job 23.13. Pf,135.6) fchtjntdit Godes almoghentheptniet te quetfen

".

gan, „.. JAeen. MDant Godt will datop eenwrife / ende anders gheen/te weten: doo Chifum.Defis de wegh tot Gode open staende voo2 alle die UDereldt. Alle diedefen wegh

stantvatclijck wandelen/komenaltijttot Bode/ende wo

„, denfaligh/endeniemand anders. Zooghefchiedtdie wille “ Godes hier imcoock altijdt. WPantdienergeng ein wildat

pemandt falfalighvorden bunten / offonder Christum. MDantinniemant anders entsfahighept.Alle diesein Chi sto vollstandeltjckfoecken, die vindenfe/wamtzpfoeckendie

faligheptdaerzpis. Endeditis Godts wille/mäerniet datuenfefoeckenfalldaer 3p nieten is/dats bupten' UUM,


Brieven-boeck.

***

fum. JMercktmu ofGodeg will hierinmietaltjdteughes

schiedt. TaeteonsdanoocknaGods willediefalighept foeckendaerzpis/in Christo/ende wpfullendiefoeckende naGodtswille feeckerlijck verkrijghen, Amen. -

L II, BRIEF.

Vermaeninghe, totwaere nae-volghinghe

CHRIST 1.

E erbare/waerdelende

Tiebe Viendinne/ u T.met deffelfs lieve JRan / groete ick met goeder herten vziendelijck. W9 Dl. fchijven met de twee in-legghende mijne -

--

Blieven zijn mp behandight. TPeuwelepdt hier imme/

#

bolghens ubegheeren(dieick blpdclĂźcklas/foom dat

metdielieve JMaghet watbeteris/dant was; daer af die Heereghedanckt3n; alsom'tgheneick doozupenneupt

uwenghemoedefagh ghevlotenoptpampier/ghetupghe nis gevendevanootmoedighe Godtfvzuchtighepdt/daer innede Heere udoe volherden. Aimen. -

"minrepups vomwengheduerghekrankhepdt/met verfehenden minrevoop vallendehupg-faecken/maecken mijnen tydt clepin / die ist van felfs kot / foo dat ick viel reden hebbe elcken TDagh dooz den laetten aen be

fien / ende mp hupden des

gen stemme boom 4 2.


***

D. V. COOrnharts

metGodes ghenadefootedzaghen / datick (mietgoedt endequaedt magh weten/maer)"tgoedemagh leeren inder

daedthanteren/ende’tquadelaten. MBantfoodoendelate ickmpfelve/die quaedtben/endevolghe Christumnae/die goedtis. Chifumma-voighen/ ghcfhiedtniet metten monde/maermetterdaedt/alfunen in zijne woodenblyft/

ende vanhemfoo leerdt , dat wpoockfelvefaghtmoediglb Amatendeootmoedigh vanherten werden / foo dat wp onsen toomendehovaerdpestervende/ende dicfaghtmaedighept endeootmoedighepdt Christilebende/dammet Pauloinder

waerheptmoghenfegghen : Icklevenu / netmeerick/ maer Christusleeft inmp. Ofälighna volghen Christi. MDantdaer Christusalso leeft/daerist quade (datzhinwp) doodt/endedaer leeftdegherechtigheydt(datis Chzustus) foo! werdtde JMenschegantfcheltjck vy ende vzeemdtvan "tquade/fo werdtdes Menscheepghen/onder/jaeen methet goede/endefo wodtmengoedt/endedoozdie goedtheptder ghenadenin Christo/vereenlightmetGodefelve alderzie lenfallighepdt. TPat jonne Godtu. / u lieve INAan / die „goede. JMBaghet/endeDockinp.

LIII.


Brieven-boeck. L111.

151

BRI E, F,

Waerdoor den Mensch fälighwerdt , ende dander onfälighbljf. Erfamelende Bome Pundt. IPpigeren Brief be handetmetonderteeckeninghe vanu S. tbweevooz namen/fonderbpnamen: wclerfofmpdede vernoe

den defelve van uE.tecomen / deryalvenmünder antbwoodenkothepdtintbefteghenomenfalworden/ on

dionfeeckerhepdtaten wie: Ickghevcu T.(ofistpemaut anders defthijverdegsfelven ) vollkommen gheloof/intfeg

ghendatde vaghenieten kommt upteurcufhepdt / want elck beft wectztjns doensolofaecke / ende daeromin des

felfs verklaeren/gheloove behoodttehebben. TDat recht ig u W.Unpimmtjneantwoorde/medefchuldigh / ende be troubwedeffelvenredelickheptoock toe/gheloovedaerinne bputefullenhcbbert.

Boox"teerteberclaereich damingoedertroutwen/dat de dinghen dieick waerlijck wete/wepnigh/ende dieickniet entwete/ontallicke veele zijn.

MBeet oockmietmpfelve

optvoozeen al-weternptgegebente hebben(desick Godt dancke/ende sonderlinghenniet diefake/daerafu L.vza gheroert. WPaerom mynroem nieten isoofaeckelutwer

vzaghenaemmw/maermagh welzinu L. twyfeleindien/ ende vermoeden/datickmeerwete/danick wete.

Wichtelyckerisindiehooghe wichtighefaecke tefeggen |

hatdie mietenis/dam bvatdie ist. In dit bwerckt benicht mudoende/te bweten./dat der Pedicanten Teere(fo fomummi ghedieleeren) vande Pedestinatiegheen waerhepdtenis/

endehopedatditmijnwerck mietonbzuchtbaerfalwesen, endedatur T.die metandieren in dzuck fullenften. Riette minopdat nu miethceliftonnenblpve van mijnantwoorde

opubwevzaghe 4 na -

-

--

vor: vorgesehen ener E 3


s“

D. V. Coornharts

„, effectenindeghelijckhepdtalder menschen van'taennemen

''

dergaven Godes intalghemeen / elckeven „krachtclickaenghcbodenzünde/fo veleelck noodighende vatelijckig : Soo hebbe icknietkommenheelenditmyn voostel/te weten/datick houde vannatuprenelch mensch gheneghen tezyntot zijn hepl ende faligheydt. TPat die Tiefdc. inons allen/eerstaenong selve begint/ derhalven ong nieten woldtghebsdemonsfelveliefte hebben/ maer ons Racsten als onsfelve. TDie defe gheneghemtheydt recht ghebzupickt / neemt begheerlijck aen de Midde len. hcm tothepleudefalgheydtvanden Heereghenadeljic CC

aengheboden zijnde / besteedt zijn pondekens recht/ende wel verkrijghtderdeughden woecker/daerdoozhp goedt

wodtendefaligh/deur Godes ghenade. Tiedit bevindt metterdaedtinich / weet waerlijck waer doozhpfaligh wodt/endedamckt Gode. Hykanoock waerlßckfiende hindernissender anderen van faligheydt/oock doofaecken daer doozy quaedtendeonfalighblijben. Befe en magh

fichniet becommerenint onderfoecken waerondeenquaet bljft/endcd'ambergoedt woldt/maerdatinfich gronoelic verstaendevernocghthyfich. JPaerdieinfichfelvenoch doop ondervindtlijckc waerheydt mieten weetdat hpdefa

lighept nochnietenheeft verkreghen/ en maghoockniet waerlijck wetenwathemdaer inneheeftghebordertofbe hindert. Hoefoudehydanmogen verstaenwat anderentot faligh, wo den behindert "Tishemonmogclijck. Bodani

soana... gen Waeghers (dominc hicautem quld: Heere watfaldefe) es MBaer goedtdes Heeremantbwoo.de : quidad te.tu-autem fe «« quere me. MDatgaethctuaen: Dalghtghy mp na..) Te g zenendeteglehaoxfannen/denneestierte volgen/fjmfelfge faligheptunet C53des hulpetebenaertigen/met v2eefeende

Phil2,1, bevente werckcn/fichfelverechtliefte hebben / anderen Godcte bevcclen/endete onderfoecktenintbevindelijckt na gaen van Christi voetstappen/hoe endedoo wat middelde

IAenschentot Gode/endetotgoedt worden kommen. TDit wenfcht middelertyt (totdatdemontibeterdandepenmede

meeningefalmogen verklaren)u W.alsfichfelven. Ddienst bwillighe J2,JA,

LI III.


Brieven-bocck.

"

LI III. BRIEF.

Desproke Luc 17:10 Van omnut knecht,&c.vereenigt met 2 Tim.2.2 I-

-

N fetuv.ccmtschynt: Jet beendclijck twyfelende / fähifdp. mp/dat Hoe Godtpemandtalgedaen Nutzer hebbende/dathpfhuldighliste docn/noch beveclt

ichtehoudenvoo eemonmut Jänecht, Iship (fghdp)3in geroochtomut/diezyns Heerenbeveelendoet ? Of be beeltdeleereonmuttedingen: Ditlaettedmchtuonmo gelichtvanden al-wyfen Heere, dienie vergheefsendoet. Doethpdannuttedinghcn/hoemagh hpmet waerheydt egghendathp eenonmutknechtist - Godt diediewaer heft fiveis 7 envilimmers mietdatzindienaeren - all wertoockupteeemenootmoedighenfhin)fullenlieghem. Antwoodt. Godtbevecltmietdannuttedingen.JMaer wie zijnznnuttonsfelve/ende andere menfchen onsgclijt/ Jobs, s; maghionfongerechtighept fchadelijck/ende ansehulpemut

zin": Daer of wyalfondighen/wat noghenwp Gode fhaden. Ende ofwp alrecht doen. MPattghevenwphen

– 6.

of watomtfangthy vanonenhanden Miet. Alfdan al fchoonpremant aldoet/dathem van Gode isbevolen (dat ***

-

innerlich allfeldtsaemgheschicdt) foo blyfehp nochghe icherweiso omnuttendienaer Bodes : dathymetoprech terwarrheint/einictmetvalsche ootmoedlicheptmoerbely menschen jaoockhemselve fo mutig ghchweeft int vlptigh

den dathy Gode eemommutknechtist of hpchoon andere '': ghebzupickenzins pondekens: dathy vanden Heeregthe

pesen/endeover meerder ponden gherstellt werdt. MGeest

"righwoeckertmetupond/ende weestnutufeiverende audeTCM.

". –=a

s

-

--

- -

L

v.

-


D: V. Coornharts LV, BRIEF.

VanfijnOuderste eeren endete hatten, verclae ringhe,tot vereeniginghe der volgende

Texten. „TTCK wilde min koxtantwoodenusooftichtighwaere

"“ | als mp ukotivagen lustichis.Indefe Biefvaegdp « Lhoet famenmoghenbestaen / die gheboden van onfe

«

Dudersteeeren/ende van Baderei Moederte haten. Ghp verstaethier eerenvooz liefhebben / endedatniet

qualijck. MDantdienenlieft/dieneertmendaermenmagh. Berstadp mu oock / dat niemandt een opecht Jougher

Christienmaghzijn/die nochfün Duders lieverheeftdan Christum : oafuldplichtmerken, datChristus hiermet datwoodthatenmiet andersenmeymtdan minderliefheb ben/endefult denfinnedes Heeren hier hebben. WBant defe

zyne wooden van'thatenderouderen volgenstracraende

odéter Bauploft/die Aertsche boven Hemelschedingen eminden. TDie hatedendamfulcks niet/als Paulus/diet

ostverlaten(dashier hatten) on Thai alles voodpeckk „... fumte winnen. WTaethetdan alles) datubelet Christum revolghen/so haetghpnaden bevcele Christi ende sultfin geans... Jongherztyn. WBantdatdoende/blüfdp in3jne wooden. TDitdoethupden.

ga,

Ghp v;aeght noch/naet verstamtvandeialder-eerstebe eloftemiffe/houdende: Dat der Vrouwenzade der Slangen hoof, “ende de Slange deflelvensverfenen vertredenfoude. Datver

standtfalunietverholenblpven als ghpdaedtlyck bevint dat die wacrheptfelve/Christus in u vertreedthetinghe

ven vandiebedzieghelnickelogen, die verkeerdelusten ende verderflijche begheerlyckhepdt / cerdat utoe-stemmen die totwil/fbwighewerck/laet worden. GEnde


-

k. ec bo nve ie Br Ende datdiedupfterlinghen/bpanden der waerbeptu

om weldoens wille/endeomwaerheptstupcheniffelinitif

eere/ende have/doodtlihck vervolghen. Baertole helpeu Godt / dooz een vlptighopmersken/ende waememinghe ubwerghedachten. Amen.

LV I. BRIEF,

Of Adam wijs was.

D

At Adam van Godewigghefchaepenwag/fgh dp/dat hp niet wijsen was/maer Woyden mochte/ gheloove ickht f – pt - en tgoede

Nieveseg doch/o wijfhe miet ken endequadedinghen CPfzy (daerzpis) hetquade mieten doetvlieden endetgoede verkiesen Menmoetjafeggen,

n wyfhepdtende onwyfhept/gheen onderschept

of

NachtEN,

Soudp welkonmenghelooven/dat Adam/den doot voop "tleven verkiefende/het beste verkoo: Peenghy. Melaer -

-

was hierzin wirfhepdt Bootsmagh niemandt begee ren/ of willen weiten tghene hp nual weet. MBitAdam goedtende quaedt/ hole moght hpdatdoo "tmiddel van

eten - Meist deverboden vzucht begheeren/of willentewhp

danoock goedtnoch quaedt/hoemoght wijs zijn Fjsi ghpoock/die heimfelfende ' kam raden : "

Rietheelonwüsiehp / dienachschoenfelfghengoeden raedt hebbende/ goedenraedt kambolghen : INHaer wat . wijfhepdt magh doch zijnin denghemen / die niet alleen eht hemfelve welkanraden/maer ooc Pheen ander/wochog f B gheen eß oock bem --

- -- - - ------- W.

- -

- - -

. ."


D. v. Coornharts goedenraedt wilvolghen Poighde AdamGodes aedt. Was die niet goedt - Kiedthemdie Godtlijcke

wyfheptniet; doot verbodt; van denboom des weitens

nietteceten Hochdedebpt teghendes wisshepdts racdt. Poe hp wysztyn/of ist wirfhepdt des wirfhepdts raedtke verachten - dit dede Adam. TPat nu defe zyme

onwtifhepdtons fooonderwĂźfe dat wpmietonsconwrife goedt dunckenzmaer Godes wirfheptinzinghebodtmo ghenna-volghen/moet de wijfhepdtChristi werckeninu/ endeinallen Menschen.

1L VII. BRIEF.

Verclaeringhe vande Sproke: Wy waerenalle Kinde

rendestoorns,&c. Eph.2.3. Altmepningheghp hebt/verclaerdp/ende welck mijne mepningheis / bzaeghdp (indefenubven

Brief) opte Spreucke: Ende wywaren Kinderen destoornsghelijckd andere.

tenoemenkinde

3Mercktmu: De Beereplachteemighe ns (hp3pdat goedtof quaedt) wiens wille 'ghee 3p

auma,39

MBaertghp (fepthp)

/ghpfoudt

kinderen Abrahams F Abrahams ' Ende noch : Ghpzijtupten

F"Bader dedupbell endegbywitzuwes

Paderswerthen ' dgen. Alfa ist hete een Zonedes Ongheloof s / die daer i, "werckt’tgheende songheloofs ist. Sowerdt moghelijck *** ockdie Fondaerghemoemt, niet alleeneendupvel / maer gock dezonde ## Gmdes willen/fdietrachte/ a: - -


Brieven-boeck.

*

bwerck-man derzondeiggheworden: Alfo wodt meldeter

felveroofaeckendedupvelbetongheloof fälfghezepdtte 3hn. Maereen zoomedes toons is/die sich felfdes tooping

. ostel den ghenen / die daer doen FF" chtd'Ap rdi maelick wae ntghghel MDa , Linde die Meercken des Lichts / ende des Daeghs t, ans,

rendes lichtsende des daeghs heefighenaem alsoisttoe-F stemmelijek/dat wpoock ditverstaen/te weten: MBp wae renkinderen des toong. MDantmenmoet vooz waerweten datheteendingis eenkindt des ongheloofs/endeeenkindt des toons/na des Heerenvoot: die den Domenieten ge- F

loof/faltlevennietien/maerbesverrentoon blüftop E . rhebdp Bundtmijnmepninghe opte boofheben hem Dae -

Spoke Eph.23. uverklaert/met (nictumyne/maer) Bafilij Magniepghen wooden) byhem ghefchzeven Regu. contract 268. MBildp nocheenghetupgeupten Budenhebben (ick fouder veel waertnoodigh/moghen stellen)fooneemt hier

mede noch bp miinghevoelen in defen uptenepghen woop den Theophilati, opdefeplaetfe: Ende wp warenvanna Poudendealbus. tueren kinderen des toons. Datis/wpfelvehebben oock Godeverbittert/ende tot» toon verweckt. Ende wp en hadden niet anders voog» onsdam toom/gelijck des menschen zoon van natureneen,

Menscheis also haddenwpoockvannaturen dentsoren. „Am Endeghelijck als die kinderen derHellenende derverdoe-„.. meniffen/defeldingen wordenghefepdt waerdighte wefene, z".

Alfowordenznighesepdt uptentoonghebooenitezijn/die „“ rdoendingen die dentoomverschulden. Paeghdynu „** dae waertoeick hiermieten stellenihnepghenmepninghe/fon- gen.. antwoorde/datei“, der deferouder Teerarenmepmunghe. Ick ooz dienieuwe -, " " > e/d ngh mmi eme mün lve efe udi op dat doe/ ier

mepninghe dernieuwe Teeraeren/indesenunetnieusoude " -…

"

-

--

fähijnen. Vaert wel. “

. . .

:

-

-

-

-

--

---

- -- -

-

-

--

-

D 2

-- - - -

-

-

-- - -- - - - -

Lvi 11.

-


**

D. V. Coornharts LV III, BRIEF,

Van desghevallen Menschen opstaen in Christo, wat gaven verlooren,ende noch over-ghebleven zijn,tot

- - -

-

vorderinghe terfaligheyt. Onderscheydt tuifchen de Genegentheydt ende Begheerte: Datterieenighe

Leeraers den Menscheteveel,oock eenigen tewey nightoe-schrijven. -

'

Pn verstaet/vundtlijcke M. Cornelis Fabio, wat

FC

171,

her oo baer gheleghen ist inde daeghelick

fchefamen fpakevanGodtfaeckende Menschen. Defe wertons nubenomen deurde verschepden heptoner hutten/maer nicthetfährjven / dwelck een af

wesentt"famen-spakeis. Alsoo beginne ick datteomune dienoozbaerlycken Lustniet temiffen / begheerende dat ghpmphierinneuweletter-spaecke nict en laet miffen. TDaertoeenfalluniet veroofacckendeur stof one bepder - begrip reihooge/ofte onsnuonmoodigh zyndc/als van den - wesentlijckenouderfeheptder eenvuldighedmcheyt Badeg

N

vandeverboghenoodeelen-Godes/zc. JNaerfall ufchzij vensoofakeghevendeur thandclen vanfalken/ om welc

-

kerecht te verstaen/wp vanden Bader des Licht unctge

. .

. moeghfamegavenendebeloftenvoofen / ende dicons al

"

... dermeeste vannoodezijn: Als natuentijck bande gedeelte

des 3Menschen/endezyn vereeniginghe dooz Chzistum met - Gode/datis vandes gevallenmenschenopstaen in Christo “ bwtenzondendie openbaer zijn.

-

-

-

S„g. Minredenvalt vandenmensche/die bestaet inweißen, ein "F. inghedaente van irifende van ziele. Bantwefen endelicha medes menschenfpzeecke ick hierniet: maer vande Biele/

endehaereghedaente. MBant hierinne ghefchiedt de ver anderinge als zyninChristolopstaet/endefalighwert.MBaer d002

dan oock het Lichaem/ tengoedenverandert wert/te

. . . "

Vettel


Brieven-boeck.

19

weten in Zedenende rechtghcbzupck. Alleghedaente der anom..

Zielenistverliefeltrick/ ofteamverliefeltrick. TD eerste is „F“. goedthept of quaedthepr. MBant de Tucleuntgoet quaet/ Augustie endequaet goetmagh worden. TPefe verliefelijcke goedt- libarbi: hcpt endequaethcpt bestaet/tcbweten diegoethept in omnoo- lib:3. cap

felhcpt/endcfalghept: maer dcquiaethept infühuldighept

endeonfallighept. Aengaended Minder/te weten d'onver-

F“

liefeltjckghedaente der Tielem/ig haere krachte/die sonder- '' linghe wertghedeelt/ineen verstandele/ende een bewege- meritum Ihrke. TDe verstandele krachte heeft in haer reden ende boni ope wille. JDaerdebeweghelnicke/gheneghenthcpt endeghe, ris Parum

voelen. Datoeverstandele krachtnochis inaldermen-"

fchen Zielen, oochindenquaedenals bluchtooen vande" bwille. Bock en behoevett gheen bewys/dat alle IPen-" quo fhennoch gliemeghenznn totfaligheydtoftebchoudemiffe/fpistian - desighclijtraffhouwelijck van oufalighcpt. Alfo mcde proponat datinnen gheen redelijcke J. Menschenen vindt/ wicng Biele erroris& 11CLAUCITY

mieten wertbewceghtint ghcvoclen van rufte / ende luftg/ 'cultati oftc vande contrarien. TDeghedaente der Bielen dan/ die ut ad hec -

-

verliefeltjck was is dooz des menschenovertredinghe ver-" looe. To datzphet goede quijtis / ende "t quaede heeft/cendo fed wamtzy mitomoofelheptende falligheyt/ende heeftfchul- studendo keghedaeute is Perveniat. llighept. Maerdeonve rliefelijc de/endeonfa ck indegheval len zolldighe noch voo, handen/oo endcomfa- and fia

lighezielen. MDantindeseisende bliftdesnietteminees" moghelichhept/omme hetgoedete verstaenendete willen" banghelijcken mede deghemeghenthepdt ter faclighepdt/ nebiturti.

metdafehouwelickhept vandomfalighept/endeghevoelt quam que (oocknaderdolodt)haren onruftende verdiet/nnoghclicknon bene er vfa fit hept hebbende/ omneoockte ghevoelen ( foo die weder ä“ guaemen ) des goedthepdrs Dzuchten / als ruste ende quamac -

lufte.

-

-

Also bebinden sichnoch inde Zielen aldermenschen (hoe Fann fer oock vervallen)defedzie/namentlijck: debeweeghlijc- '' Co hept deredelijckhepdt/endedebwille-keure/wamt wtgheno-Haram mengheboopen zotten/eerstegheboopenkinder keng inne." koofe/ofte verfufte Wupden.( hieruüetafenfpzeke)

da

- - - - - --

3

fo. ew


* D.V. Coornharts foten bindtmengheen menfhehpen ghevoeldt omruft ende

doefhept/hpenis gheneghenterfalighept. (MBattoondt elckerlier/hoe-welblindelijck / foecken in allen anders t)

Endehpenweetdit uptdatteonderschepdcn/endevolgens

dienoockte verkiefen. Humaghlicht verstaen werden./ watover groot behulp totter Bielen weder-oprechtinghe findevoofchzevendzie over-ghebleven Godtlijcke gaben inde Ziele : Allfmen wilaemmercken/hoedie Biele/ wefende

verschepden van Gode(buptenwiengheengoedthepdt en is) altjtderfthetgoede daertoe 3p is ghemeghen / ende mitsdiendanoockheeft het quadedaerzpaffhouwigh banis/endedaerdoo2dann oock altytighevoeldtonruftende

verdiet. WBantdefpoprenden mensche totaemmerckinge zymes staetsendeacht nemĂźnghezijns doensendelaetens. Item/alfmen willaenmerckenhoedcredclickhepdt / deur

muddelvande alghemeenfhinende Zome der gherechtig hept/endenaerftighelopmerckingtin'tondervinden waer lijck magh verstaender Bielenepghen eertonfaellighepdt

eindedanquaethept/metde Godtlyckeeerstfalighept/ende dangoedthept. Ende alsmen wilaemmercken/datalsoin den menschemagh ghcbooten worden. een willcom verlost

teworden vanfineonfalicheptendequacthept/endeomume teberwervende Godlyckefatighepdt endevoots goedt hept. Hadienmuvanfogoede willc Godtde Bader is/ge merkte dieteeldtinde bedroefde Ticle/foenfal de Schep per vandienhetvolbenghen oock gheenfins versupmen. Ende want hiermublijektwat grooterwerckingheinde

-

-

bweder-oprechtinghederzielen oock werdt bevonden bp de

gheneghenthept/moethieroock eenwepnigh ghesepdtfin van den onderscheintdiezynheeft netten begheerten/miette

ghenstaendeick hieraferghensgheroerdt hebbe/wamt 3p - foluttelverstaenwert/algfp. welgroot/endeomopte staen teweten/noodigh ig.

-

Allegheneghenthept(ick speecke vandie upternaturen

„ -

-

- endeniet die uptghewoontevoort kommt) is onveranderlije, maermeestallebegheerten zizufoveranderlick / datmen hUpdiendit/mozghen/jaeveel-maels -

-

taurarena

gCCTL.


Brieven-boeck.

IGL

geert. Endeis mitfdienalleghenegenthept haerfelbeghe-2. lijck,daermennietongheltjckcrgen vindt/oock ineenfelve

Aenschedandie begeerten. Doch ist allegheneghemthepdt,. altydtnatuorlijck, ende moetccuwigh (als willekcureder vende) volghendeordeninghe van Godegheplant in der

naturen : Jeater wiebevindt niet dat meestalleonsebe - gheertenomatuerlich zyn/endeplatjeghende Ozdoman fiedernaturen - TPegheneghenthepdtisaengebooren, die 4 begheertenmiet/maerverkooyen.TPacrommezymdefeoock wiligh/endedienoodclijck. TPeghemeghentheptisfonder/ 6 debegeerten zijnmetkenniffe. TDie ist altpdtgoedt, ende 7 kommt van Godeinde nature : 3-Haer defe begheerten zijn S

meetentpdtquaedt/endekommen vanden Mensche(upten

oodeele(balschof recht)vandelustigheverbeeldinghe) in de Ziele. Altpdt streckt die gheneghenthepdt tot behoude- 9. nille, endevliedtaltpdtdebederfemiffeder Zielen: Welcker bedervenmeetina-ghejaeght/endehare behoudemiffemeest

gheolodenwertvandebegheerten. Paeghtmen degheme ghenthept tot watepnde3p streckendeisterfallighepdt 3p

magh gheenwaeromme alltoos vaotbenghen: Jäaerdere begheertenwetende wat3p begheeren/ wetenoock waer omme. WDie begheerdt dochpet/hpenbreetboaeromme hpm fulchgigaermewerkreghe - daeromune 5hn oock meestalle

hegheertenverfeifhaptmethope.eudebeese/ maermietder zenegentheytdefe peurtna/tmietdatonnoodrufligh: maer die 2.

eldennapetnoodluftighs. Alsoozijndese

ä.

delijck/maerdieisverfadelück

Ander


-

D.

162

Coornharts

V.

Ander ode, van donderscheyden tuffchen de Na tuerlijcke Gheneghenthey,die noodtfaeckelijckis,

enkeurlijcke Begheerlijckheyt,diewillighis. - |Altjt natuerlijck.

JMeet onnatuerlijck. Omoodclijck. Ineick sonderling.

* | Jootlijckt.

3- Inelck alleeng.

-

| Mut,

J2ut.

4-

#

j. | Altjt

Telden "Eerlijckt.

Soest.

l Gsedt. 7. | Stadigh.

6.

- - Stadigh.

8. Onverdzifflijck.

Berdjfjck.

Derbleclidinghe. Itenniffedes mensché.

9. IO,

'

II.

Ftenniffe. "

Beraedt.

12. | der Y Oozdeel.

Genegët-| - | Perliefen. heytis § 14-

ja,

1.

Beef.

16. 1

- Macrom.

-

| Berbeelding

-

Beraedt.

e

Begeerte JRietfomder GPodcel. is Berkiefen. Pope.

''aime. 18. voot l Moodpuft.

17,

19. Streckt tot wesensonderhoudemiffe. -

-

-

|

A920efe. " . ! Waaeromne.

"Fit Upt ! Tufte. Streckt tot:

-

- -

erheringe, Verschenden

20. | - - - - - Cenfelvedinck. " dingen, 21. | Embolght gheenrouwe. Bolghtmeest rouna. 22. Peeft altytluft totgheselle Heeft die verdietint ghc Ult Jellicken, 23.

or

-

geniet boight ruft,

mieten van'tbegeerde/do berandert zijnde. v Plniemeet onruft tot een ALTE.

-

-

--

-

- -

Ick


Brieven-boeck.

Ick weetwel dat deemine vorschiebenbeschüvinge vandeghedaente derghevallenzieleneenighenfallmitha

ghen/overmidts ick defelvehier vooz fommighenteveele endevoogfommighentewepnighroe-fähive: 3Maermp mifhaeght wederommehenlupderbefchivinge vandien. WPanteemighemaeckenden menschenufoogheheelquaedt/ dattermietgoedtsaltoos inne is over-ghebleven: Andere

verheffen hetover-gheblevengoedtte hooghe/endedoven datoock denmenschetoe-fähiven. -

-

-- -

- - - ----

Alfoozondightmenhierimmeoverbende zwden/ teghen Gode endedenmenschen: Wantalso dieerste ondanckbaer zymvandegavenGodes indenmenschen die 3plochenen: Alsozijnd anderonrechtvaerdia aendefelvegaven/diengt epghendomzphenfelveaememen. Is dat niet ghefon dightjegheng Gode - JRaerteghen den menschenzondi

ghenzp bepdedaerinne/dat3p den menschenvoot-gangh opten wegh derdeuchden vertragen/behinderen/jagantfch

op-houden fluptendealfooden Hemelvoo2 anderen/ende vooy henfelve. WPantfecker niemandt enmagh bestaen

(ickfwijghevolharden)hemfelvete verlaten hemfelfge weldtte doen/ende Chifumnatebolghen/die daer waent

antschelijck berooft te weisen van allegoedeghemeghent

epdt/endevandemoghelickheydt/ ommete verstaenende

aenvaerdendie aengheboden ghenade Godes in " Al OI.

-

Datmoghenzpoock vor deren/ dieallefulckghenfelbe toe-fchzijven/endetfelve oockfoo groot naecken / dat3n

vermetendeurfulcks alleen waregherechtighepdt temo ghen wercken : WBanen 3pdanoock / datzp behoeftigh

zijnder Godtlijckerhulpen - JPMoghenzpdaerommedan

oockupterhertenbidden kommenzp die oock verkrpgen Reenghewiffelijck/nietinonfmarmlepdt Godts kracht/ maeronsekrachtbestaetin Godes aimoghende arm- - -

Hieron acht ick tuffchen defen Scyllam, ende Caribdim, het rechte middelte wiesen ditte :

. .

."

TPatdemenscheleere verstaen watgaven/van wie/ende

tot watepmde, dieinhemzin/ „e maghhpdeur

:


D. V. Coornharts

wifhepdtdefelvegaevente rechtghebzupicken / Godete rechtdaerafdanckenende prüfen / ende midtfdienoock pArif-waerdigh werdenin Gode. TBie "tfelve wilverlee

nen / deur Christum oufen Peere/u/mjn vzundtlücke JA. Ende B. C.

-

-

-

-

--

LIX. BRIEF. Dat macht,wille,endeverfandt van noode is, omyer welte doenof laten. Deen comt uyt "tonverstant, ende d’anderblijftdaerin , door ghebruyck ende mifbruyck dergaven. Daer van ä oorpronck - isdewille.

-

Olghendemine belofen / endeuwe begheerten vzundtlijcke Fabio, vareick boot met mynbegon nenfake. Immtjnen vooz-gaenden Bief hadde

ick gehandeldt van de ghedaentedes ghevallen ziels/ende vänhareonverliefelycke krachten/naementlyck debeweeghlijckhepdt/de redelickhept/ende die wille-keure,

--

Endewantdaeroockghesepdt was van deathenegenthept ter falighepdt/ komeicknu optguntdaer upte endeupt s mifbzupckvoot-komtiuden menschelte weten

ä

op'tfimertighghevoelofte ongenoegen der zielen vanGode berfchepdenwesende. -

TPatnopt IAensch/nadenghemeenenloope dernaturen hebooxen zijnde/op Aerdengheweets/nuis/oftewesen al/diemietinztin Jeughtmet Adamghezondight / ende

Godverlatenheeft oftezondigen/eüberlaten - -

- -

aner


Birieven-boeck. -

15

miet/datpemandt verstandelijckfalmoghenlochenen. Also komentotditfinertighghevoelofteonghenoeghen derzie len alle IMAenfchen. Diehebben alt fannen dan noch daer

benevenmoghelickheydt/ommeteomtfanghenGoldes al ghemepneaenghebodengenade/endemitfdienverstandigh oockvangoede willete werden : Endemoghen foo alle "IMAenfchen hare ontfanghenghenade recht ghebzupickende

meerder ghenade vandengenaden-rijckenGode bekomen/ endewthaerfelve/endehaeremonrufein Christokomen/ daermenalleenvindet de warerustederzielen.

-

DitgaenwthenfelvetotChristum/ is eenghefchiede niffe/ghebeurendein allen waren Chriftenen. JAu befbaet

alleghefchiedeniffe: Inlaten/ofdoen/daerom moetente famen zijn wille ende macht. WPantdatmenmieten magh, latenofdoen/infgeljcir datmen alfhoon welmagh/maer

mietenwillaten/ofdoen/en wertmietghelaten ofghedaen.

Saaer dat alleen / ende nimmermeer anders ghefchieter watte alsmenswil/endealsmens maghdoenoflaten. Alistnufo/datwille endemachttestamenzijnde / altdt eenigh doenoflatenvootbzenghen/so enfĂźnzpmochtang

nietighenoeghommepet weltedoen/oftelaten. NBantdat igonmogheltjck / fonderrechtekenniffevan diefaecken.

Daerafig dieerstekenniffe van't gundtghedaen werdtof r. ghelaten; want niemandt welmagh doen'tgunthp mieten Werftaet. TBetweede/ig kennife van den epnden/bwaertole 2, sock waerompetghefchiedt/ghemercktomogelijck recht te gaen/fonderkenniffe vande wech endeplaetfedaermen bwil wefen. Ende dederdeis kenniffe van deftaetedies doen- 3.

dergfelve/footdeneenenniet en betaemtte doen/dat dan

der mietenvoeght.telaeten / ghclijck hetfraffen der mit doenders/behoot gheenflecht Burghertedoen/endegeen Mäerhtertelaten. TDaermoet dan bp de wille ende machte

nocheenderdezijn/te weten verstandt/falderpet welghela ten ofghedaenmoghen worden.

-

Rademaeldanalle Jaenschen van der Jonckhepdtaten komenintvooysz.fmertighghevoelendeomrufederzielen/

e vorfthepden '

die henlupden/foo lange zip van -

-

2.

-

Fs

-


“ SG D. V. Coornharts gheenfins verlaet. Soofchijnet voowaer wonder / dat by den nucesten menschenfo gamtschwepnigh voordert/fo danigeovertreflijckebchulpfaemlhept/efionophoudelijcke aenpoxringhe/ommeuptomruft inrusten tekomcm/te we ten degenegentheytterrufen / die van Godelinderzuelen onverschepdentlyckisgheplantet. Endedit noch temeer allfmen ziet / dat daer beneven noch alle uneufchen begaeft 3ijnmet moghelickhepdt/ omme meerder ghenadeteont fangen/ende verstandighoock bangoeden willete worden: Biom. 1.19. Pfad,19.

fadeur diendathetredelijck verstandt / aenfehouwende Godesheerlijcke werckeninzijnefchepfelen / deur’t ver fandt vandten vermagh tekomcn tothetghene vanGode"

ghewetenmagh werden/ oock vanzjneeuwighekrachte/ ende Bodtlijckhcpt / als oockdeurdiendat alle menschen hebben hetbehulp vande wetder naturen/van een anderte

doemfomengacrne wildeghedaen worden. Endenochdat wp genaemde Christenen bovendefe alghemeene Godlijcke gaven/oockbefchonckenzymmetdeover-klareghetupgh

uiffenderGodlijcker Schrifturen. Maerfo alle verwon deringhe vooptkommt uptonkundederfakten/moetdefe ver wonderingeoock verdwijnen inden genendic hierafeenig Pofaecks,

fing verstaenderechte oofaecke. TDefehoudeickte wesent dat veelen ontb2ceckt/endedat wepnigl) hebben verstandt/

wille/endevermogen/ommenythetquade endeomruteint goede/endcrustetekommen. MDantfulckr/daerdefedzie/of

z“ I9,2%

cenigheder felverontbzeecken (foghefeptis) nimmermeer enmagh/ende daer zy allefjn/altijdt moetgefchieden. Se

kerfonder verfantenmagh't quade geenfing gekent/noch min verlaten werden. WDant van't quadete wijckents ver standt/ende daergcen verstaaten ig/enig mitgoedts der zielen.Aengaende den willeendc machte,istelcfo Condt/dat

sonderhaernietengeschiet/datfulckr geenbewys bederf heeft. So entbehoevetoockmiet/datternict goetswertghe wilt/mochte vermogè/fonder verstant.TDaerommelt voot

metverlatingevande willeendemachte/wellunogteblpven alleeninthandelen vandenverstande/endeonverstande/ten bwaermp de hoog zwightigheptdeferfakten/bp velen -

' Ug


Brieven-boeck.

"7

migh verstaen/demoeptevanvorderonderfoeckenhieraf dedebestaen. Macreeric daertockome/wilicoptkotte my mogeljc beantbwooden/eenfeerfwaretcgendwo p hier gemeenlijc vallende: te weten/waerdeurheit kommtdat d'een bijftin/ende d’ander kommt upt hetonverftant: mietteghen

staendeclckheefthet voof. behulpofteaenpoxringhe van denfmerteljckengevoele/mitsgaders demogelijchept/om meverstandigh/goet willighendemogendete wozden.

Hiermoetmen aofakeaffeggen/ofGod/ofden mensche. Beptmen Godt/ als die deen verkiefende/meerderlichts

geeftdand ander/dienhy verwerpäde/intdupferlaetbly ben:fafpeectmenopentlijckentegende Z. Schziftureende

Bodtlijckenature/endetenmaghdan Godtgheenfinsont fhuldigt werden indezonde/ef verdoemeniffe vandenghe ballen Engelen/eit vor den danooc wech genommen allepe

dicatien eivermaningen/totberouendeboete/als eenpdele onnutte/eñonmoodige moepte/generckt die versupmdesfte verwopeneftch mieten mogen/cfide verkooyen(ooc fand er fulex)fichmoetenbekeraren.IMAacrfeptmendaerafolopfake

te zijndemensche/te weten/datd'cenwill ended'ander niet en willGodesommtfangen gaben welgebzupicken/endemeer ontfangen/fofpeecktmenmetter Schrifture/nette Godt lijckenature/ende tot Gadeseere/cf der menschenfchande/ endedit achteickt die waerheit te werfen. MDant fowelheeft deen als d’ander van Godeontfangenecn vpnebwillekeure/

omme d'ontfangen gavenrechttegebuycken endemeerte omtfangen/alsomdietemifbzupicken./efinienwegaevente wengers/overmits devpe Godleenmaelgewilt heeft van denmenschengedienttewesen/mietdeurdwanek/omwillich/ maerdeur aenlockinge/vpp willigh.Also endwinght Godt niemant.JAu Ültjetaen bepden/dathungern gerade en ont

beettomfchtebekeeren. MDant waerdat/solenmogtgeen

bekeeringegeschiedéditsvalsch/wanteenigebekeers fich. Effienfoude oocby den anderengeenwzoegingemogëfin. MBanthetonm gelijc is een wacrachtich wzoegentehebbé onommogelijckedinghen.ITMaerhaerwomen sterftniet. Bp hebbendan woegen/endemitsdienooc moghclijckhept

omned aengebodengenadeteomtfanghen/ende ich totdeu Heeretebekeeren.

E 3

T-Paier


16

D, V. Coornharts

TDaerommelhoudeick hier vooz den naefenoopfakte/dat

d'cen komtupt/ended anderblyftnonverstandtendefon den/het rechte ghebzupck endemifbzupck. NBantideenfijn ontfanghenpondekenrecht bestedende/meerontfanget/effi d'anderdat mifbzupickende/verfupmtmeerte ontfanghen/

fo de Heere'tfelvemetten Parabele vandenponden naeck telijck verklaert.

-

Daeghtmen nnp danden oofpzonck vanditgheb upck endemifbzupck/ickfallmoemendes Menschen wille / bo wenden welcken unen niet anders en mach binden/tenbmaer

men Godewildemaken Autheur van't quade / ofte eenen

quaden Godt / benevendengoeden Godt stellen/metten JRanicheen.

-

Gockduncket mponmoodigh boo der tefoeckenmaeeen

anderooxfake/alfmenderechte heeft/foothier valt/ want watist doch anders dat Adams valle/jaeoock het vallen vaneentghe / endehetfaenblplven vand’ander Enghelen

veroofaeckt heeft/danharenwille - Adam machte wel staendezijnghebleven/maerhp wildemiet/foo gingtoockt

mettenghevallen Enghelen. Alsdovantvallen, alsoois oockvantblpven fegghen in onverstandt / gheen ander

oofaeckedande wille. Endehier inneren machmen CBodenietfchuldighmaken.

MBantalkomtvan Gode allemachte./fso allenachtgoedt is/fotenkommt van Godeniet alle wille/ghemerktniet alle bwille goedtis. TPe moghelijckhepdtonte willen inden

IAenschen/komtuptGodcallcen : Ende dequaede wille

inden mensche/kamt vandenmenschealleen: maerdegoede willeinden mensche/ kommt van Bode/ende menscheltefae men. MDantdefewertinons gheteeltdeur Godes Geest/ diedemanis werckender / ende deur'g menschenhonghe bekommerde ghemoedt / die "twyfig lpdender

'

L.

-

AlsoblĂźfft Godtgantschonschuldighvandequade wille

indenmenschefdie hynietenschept/maerweldemogelijk heyt daer toe/endeigniet quaedtsinfoodaenighe moghe lychhept/ghennercktvandefelvehetgoedtoock mach ' Ilt


Brieven-boeck.

***

wilt worden/ ended eenfonderdandermieten mochtezijn/ alsdementhe(so Godtdatgewilltheeft)vzpfoudewesen. Endehierenbovenmoetmen noch Godtdreeregheven/van

'' willeindenmensche /

als die hp ghebenedpt

daerimeteeldtdeurzpnen P.Gheest/fonder welckx in lichtinghe demensche mietgoedts enmagh verstaen/ be geeren/mochte willen.

Sooftarenhierdandegemiette min

noch vaft des Apostels wooden mietenhebtontfaughen Vale. : Wat hebdp dat ghp 1 Co,47

*Tmifbruyck hout den menschein zondelijckonver

fandt,dooronachtfáemheytende ongeloof. Van de goedewille: Wat die is. Ck hebbe ghesepdt/ dat hetmifbzupck denmenschen Corfand hontinonverstandt/ endeditovermidtsonachtfaem- mal was hepdtfjnesfelfs/metquaedebestedinghe banden ont- är

fanghenponde.

... &omnem

-

Albus voedtdekoone zinmoeder, dat is 4 hetmilient ' onderhoudt betonverstandt / daeruptbp voot-" TDitonverstandt / fao weitvan menschelthcke/als van '' ON,

- -

Godtli-ckedinghen/is natuerlijck/ endebuptenronfenep-

ghenschulde in elcks Zeught.

- -

-

Eccli

Maerdatmen daerinne/"“

endemitsdienoockinguaedt-willighepdt/endeonwermo- „', ghenbljft/isteghennature/ende mietfonderonfenfchulde/

endeghechiedtfulcks dooyongheloove. MBant defebaert inden mensche een valfehghenorgen/deurhulpe van .-

.

-

' -

al


*

D.V. Coornharts

behaghenende quadeghewoonte. MBp enpoghennageen gieren. ...goedt worden./overmits wp onsalgoedt waenen. Ende 23

F wepnigh als een Moriaenzyme hupdt magh verande ren)foluttel kommen wp/die tqnadegheleerdt hebben/ het oede doen. Daer bemeben doet het Ongheloove den Innen

' willens versupmen/noodtli-cke/ endehamteerenon noodtlijckedinghem. Bovendienis oockhetongheloove -

deghene dieindenmenscheibenghet/ ende helptvoedende voofchzevenonachtfaemhepdt van de waere kemmiffe der dinghen.

Houden defedinghende JMenschen nietinon

verstandt

Beroerendeden wille / die houdeickalleendangoedtte zijn/ als3p eenvuldelijckhetgoedewil / endedutom3pne goethepts/oftetenminstenom zijndergoethepdts vzuchte wille. Peteerfteis edel/maer"tanderig oock goedtalst rechtelijckgewilt wert/te weten/deurbehoolycke middle

len/ endeheeft oockghemeenlijck den voop-ganck eermen komttot den vooß.eedelsten wille/ wantdieisrundenlie Wenkinderen Godes/maer niet inde loon-fuchtigheißup

linghen. Maerdefe goede willeis bp wepnighen. TPaer teghen willmeestelckhetquade/datis dezonde/maerniet guaethepts straffe: Endeelck wilwelhebbender deugh

denloon / maer niet dedeughdeendegoedthepdt. TDit houdeick gheenfins voogeemengoeden/maer d’andervooz eenenquaden wille. Hier mooghdp dencken aldus : Balighepdt is goedt.

Daerommediefaligheyt will die wil'tguntgoedtis. Ka demaclmutalle wille/dietgoedewil/oock goedtis/ende alle de werelt/fo welquadenals goedcn/de fällighepdt / ende mitfdiengoedt willen/foo noct immer vollghen/ dat de quadenoock hetgoedc willen/ eencngoeden willehebben/ endsvangoeden wille zijn. Antwoorde/elck is welterfaligheptgheneghen/maerin

elck enisgheen willeter fallighept. Aukomtdewillevoor Upter Üegheerten/maerdeghemeghentheptupter natueren/

van welcheonderschept namentijcktuffchenghemeghent beptemdebegheertenghehoodtis. TDequadenen u: -

SUM


Brieven-boeck.

171

dandefaligdept niet. MBantmadien willennietanderen ist danpettebegheerenmetredene : Hoemachtreden ma ken / datpemandt welfoude bwillenfijn in een stadtfonder

tewillen betwedenden wegh/fonder welckmendaermieten magh comen daerdam gheen redenenis/daerenistoock

gheen wille. TBaerommehebbe ick oockghefept datal leeneengoede willetezijn/dieeenvuldelijck/ofteirechtelijck

hetgoedewill. Wiedanschijnendefaellighepdttewillen, endenochtang mieten willen de deugh.de / immers Chzi Au stum/deneenighenweghterfallighept/ diehebbengheenen Vide ufti. goeden/maereenen quaeden bwille/wantzyigionrechtvaer p" 4 digh/willende loon fonder arbepdt.

Defeis inden traghen/waerafmenleeft: detraghe will ende willniet. Sodanighengoeden wille (fhijnt)vintimen inde gantische WBerelt. Eick will dendupveldienen/ende Prob,13/

Godesloonhebben. Elck wilden Hemel wel/ maerniet den wegh/dats Christus.

-

Raerdieen werdtniemandttedeele, dan diehen felbe

vanhertenlaten/ende Christumnavoighen/datis/inzipme voet-stappen treden/endeinhemwanderen. JAuenmagh ditinniemandenwaerlijckgheschiedensondereenen waren hate totons flven/ende erne ware-Liefde Christi. TDefe Hate ende Tiefdekomtin niemanden/fonder waer

achtighekenmiffe vanonfe quaethept/endevande goethept Christi. Defe waerheydtblĂźftverhoolenallenongheloa bighen. Wantdie enbipvenindewooyden Christiniet/f enfijn zynne Jonghers niet/endeenkenunendacrommenge

dewaerhemdt niet. Hetongheloove hout danden Helen fchein quaedt-willigheydt.

-

MBilpemandt dit noch klaerdermercken/dieletteop.de verckinghen / die tonghelooveheeftindenongheloovi

ghen. MDantaengeflenhetongeloove iseenvalsche wane/ datis eenvermoeden/ den dinghengamtschonghelijck of contrarie zijnde / foodoethet denmensche verkeerdelijck 1. ghevoelen vanden woode Godes/endedes dupvelg; oock

vandemiddelenterfaltghepdt/endeter verdoemeniffe ende 2. Je aack vanderJMenschendoenende vermoghen. . . . . PS - Alfa -


v“

D. V. Coornharts

. . . Alsoohoudenalle ongheloovighenfall

upterlick - anders ) inhareherten Godes WBoodt valsch / ende Sa thang MBoot waerachtigh/endemitsdienhet goede quaet/

ende'tquaedegoedtte wesen. TDefgelijcksacht/jaefepdt 2. elck vxpmoedelijck het Juck. Christifwaer/ endelastigh/ ende daerteghens, Sathaus "Hucklicht endelustighte we fen. TDusmaeckthett gheloovevan der loghen/'t welcht der waerhepdtsongheloove is / deurdienaenghenaemen

t

fchtjn begheerlijckten quaden/ende Sathansdienste/ende

daerteghendeurden hatelijckenfhine affhouwigh van "tgoede/ende vandendienste Christi. Is datniet een on

z -

willighepdt tengoeden. TDit werckt alles hetongeloove 3. indem menfche. TPat maeckthem deurden valfchen warne

van’s menschenvermoghenvoedt; ofdattermadezonde fos gantisch mietgoedts inden mensche overis ghebleven/

dathynietenvermaghdaengheboden ghenaede aentene men/endeteomtfamghen : Ofdat die mensche die niet en

behoeft/maerfelfs/endealleen upthenfelve alle goedt ver wacht. TDaerome d'eerte nietenbestaenomte verkrij ghen "tgunt3phen warnen onmoghelijck / ended, anderniet enbidden/om'tgundt3phen warnen onmoodtlijck : Ende blplvenfoomede v2eemtvan allegoetbwillighepdt dcurton ove." Twelckmedeindemenschenkonntendebljftdenr

denvalschen wanevander Menschendoen. MDant eenige houden/datde menscheniet altoosendoetint weltbesteden vanzpmenomtfangenponde/mochteoock intontfangenvan deaenghebodenghenade Godes/zindaerinnegantfehle digh / macronledighimtquaede / verwachtende tot dat

Godt(dienzp't alles alleenfegghentewillenende wercken inallen)deurzijnderpedestinatie/henlupden bupten ende . onderhenlupdertoe-doen/ofbebwillighen/falighfallmaec ken. WBaerteghend anderehouden/datzpnualhepligh

Zunende volmaecht nietjeghenstaende zynietenzyndan 3onde/ende empoghenmitsdien niet omheplighte worden 2sms, vanden welckenChristusfepdt: MDaerdp blindt (teweten upter naturen/ofoockinubveooghen) foolenhaddet ghp

-

- gheen Zoude-

-

IHet


Brieven-beeck. j

' zahlsebenen

173 dan denJBenfcheinguaedt-will

. eydtefoovee itgh ledemachte betreft - End

/ houdeick defelvete -

weseneendeughde / volbenghende in den vzomentguntte recht werdtghewilt ofnett ghewildt. Defe heeft haere werckingheintlaeten van't quaede / endeint doenvan't goede. Petquadeheeft vanfelfs gheenmacht/wanther isfelveniet. Endedoet oockmiet/joint doenvan'tquade

datnietis/als intilaeten van't goede/dat watis. Maer hetquadekrightvermoghen inden Mensche upthet mit lvandela bzupick vander Bielen krachten / deur" middel keis de elc dew te/ oom hew deg uae urq tde an the n/d was ghe ie dt/d en vandenGodtloof haere Zaw - WSet derongherechtighep

-

ferckhepdt woldtghenoemt. Alsowundtmen diedeur grooteghewoonherdt vanveele.„ MBijnsinne tefloppen / machtigh zijnghewozdenomme“ -

veele WDijnste verfinden. Endedefe enmoghenoack geengen.„ goedtdoen/wamt 3ptquaedegheleerdt hebben. MBantzp ontbeeren kenniffeder waerhepdt van't quade / endezpine hepdt. Bese hatelijckeleelijckhept/ende verderflyekeboofton gheloove. ur" )de tis hoo ghe foo kenniffe ontbeertmen( Hetongheloovehout den JMensche danfowelinonvermoJ ghemals inonwille endeonverfandt. Mopende demacht inden vomen / ende deur watmiddelen die indenmensche -

kommt ende waffet/fullenbop ergheng moghen Hoogen.

P2

LX I.

-

-

-


7“ D.V. Coornharts LXI.

BRIEF.

-

Dat des Menschen benaerftinghe is tot rufte,ende vré

dewelckdie is,oockdevalsche. Datacht-nemin

ghe,totbekeeringhe, ende achteloofheyt -

tot doolinghe brenght.

An alle frijdtis vede / ende ban alle arbepdt ig

ruste/hetepnde. TDefebepdezijntweerelepe/ als waerachtighe/ofvalsche : de waerevedebestaet

ineenfeeckereveplighepdt/maerde waererustein

-

een vollkommen ghenoeghen. Tot veplighepdt komtmen deur deburgherschappeinderstadt Godes: Macromte komentothet wareghemoeghen/ behoeftmen het verliefert .

derquade begheerten/methetverkringhen vamtbegheerde edt. Hieronist/datdegheloovighen altydtbidden: t welck in dengheeftende waerhemdtghefchiedende, oockt

pe... altydtdoetverkrüghen. Wantditzijnde Tupden/daer u// af menleest/dathenhare begheerte wert ghegheben. Nu berluftight het verkrijghen der begheertendie Biele / ende is eenboomdes lebens. -

Saisdanfulcke rustegheen onghevoelijcke/ofteonghe wetenfalligheyt / als die rustein denflape/ofdoodenist, maer is een bevindtlijcke ende wetenlycke Lufte / ende mitfdienoockfaelligheydt/overmidtshareouvergancke Königbept. ltjckhept. TPeferufe endevgedeig dande fäelighepdt/die

vanallen Menscheninallenharenarbepdt endestry.dtge

fochtwertendebenaertight: TPochenverkrüghtclick die niét/obermits des dupvelsbedzogh/ende(foghefepdtis) der mienfthenonachtfalemhept. -

Bande waerachtighevede leestmen het Hijcke Bodest “tebestaeningherechtigheyt/vede endeblpdtschapinden P.Gheeft. MDaermenelck 'tfjmeghceft/isaltpdt vzrde;

welcks verkrpghenendegebzupck harenbegeerders J

9


Brieven-boeck.

*

berblpdet. Soodaenighenvedeis a waerachtigh/beeu- ' wighendesfonderepnde : MDaeraf Prince ist Christus" es Jesus / die e alleen ong defelvcdettrznnen doode ver-d Sus.

werft/aenden Godtdes vzeden. NDildp hier affien veel““ fup verlycke/lieflijckeendeklarebelofen/soleeft (beneven andere plaetfen) Ezech.34. 14.25.37.26.Agge.2. 10.Bach. 9.ro. Cfai.32. 17. 18. 52.7. 53-5. 54.10. 55. 12.65. 17. 18.

*6.12. 14.1,9.Joam 14.37.16.33: Luc. 1.79/etc. Ende diedemiddelenbegeertteweten/waerbpmendaer toekomt/die spoxeopten aerdtdergheenre/dienzp belgoft

werdtendeghegheven: daerfalmenvinden, dat herfinde“,

ghene, die "thebodtverfen - die bopdes Herren Meet" mercken/diede MBet Godtg“ beminnen/inden Heere ho- ä

pen/de.waerhepte onderhouden/endeinden welckenf Godt "...“

''

felve alles wercket.

Allanders ist metden valischen bede / als wesende een Hier

verbondtnetdoodtendehalle. MBant defe is eentoe-ver *** laet derspotters/emdevalsche Teerarcn/ dme over"tvolckt

Heerschappen/endefegghen: defwaependeroede/enfalons niet treffen want wphevbeminderlagen ohnfehopegestellt endemetloghem zijn wp bedeckt. Dacghdp mp wat defe

koghenzp. Jck fallvpmoedelijck fegghen: dathetis.de achtelijck/maerimpultativclijck rechtvaerdight/fdat der ghene/die al"tlevenoeur nochongerechtighept bljft doen

valsche voet-makinghe/dat Jesus hierniemandt waer

de/des niet tenuin rechtvaerdigh is dat is/datde JMen fchezondigh blpuende/hepligh/ dendupvcildienende vp/

endemet Adam noch inden ouden menschelevende / met Christo ghettoven/endeindenmieuwenmenschelebendig ende berriefen is.

-

TDitnaecktmennudenTupdenbzoedt/ endedie gheloo vent. TDaeromumefullenallefulckelogenáers/oorklogen

gheloovers/fchfeiftotmolzterentooten/aenden Hoeck steen/die3pneoodeeleintghewichte/endezpnerechtvaer dighepdtindemate stellende/dehopedeferlogenenmetha

z

verniclen/ende haerenderrele netwatere verwoesteht B 3

MBauf


7“

D. V. Coornharts

MDamtditzijndeloghenpredickers / die denvolckebe

Exech. 13

"dieghen fegghende Bede/vede/endedaerenis gheen bp d'harentanden verlepders/ dieop ' vede. TDitzijnde wiehenlupd enniet war cdicken vzc.de/mac rfoo „Mich,3. "ten/endep

indenmonde en verpt / teghendienhetzen3p krygh aen:

e, zielte. Ende ditsinfo/die fegghenfullen/hetisvede/daer enis ghceughevaerlijckhepdt/maer’t verderven fal hcnlupden

(als definierteeenerfwangeren Douwe) overvallen ende Teres,15. 3penfullens nietontvlieden. TDanfullen3phenbedzogen binden/ endefegghen : WDp hebben vzede verwacht/ende

daeren wertmietgoedts upt: Ende den tindtvanghene

finghe/maerfiet daeris verschickinghe. MDant wie heeft -

F" ‘‘, opt Godeweder-staen/ende vedeghehadt - Soodanighe “valsche (maermietde warevede) is danbinden Godlofen. J. Maerde warevxedcis bp allen Christenen / endedit niet allcen na/maer oock indeauftrijdtteghen dezonde. MDant

3p wetteltjckfrijdende/rechtvaerdighept doen. TPeftig baer-moeder van t levenende vede.

-

Alsogaethet oocknetter Husten: die verstaeicktewe "fem nieten Ihonicksche ledigheydt / vandenwerckender Wiefden/maereen Christclyckeophoudinghe vandehate lycke werckinghen der dunsterniffen. Gnnogheljekt ist -

Eai.1.16. 58/13.

teffenstedzaeghenhet Juck. Belials ende Christi. Het Juck Beltals dzaghenwp / als wp naonfczotteluten/ guade begheerten/endecpghen willcd.oenendeleven. TDat isdanuiet Godes opechte/maeronseverkeerde verckin ghe. Hier af/hier af/fegghe ick/wertong bevolenteru

sttn/daerGodtfept: Läuftetvan verkeerdelijcktewercken. Stem/daer hgfepdt: Ilftdatghpuwen voet (ubegheerte) af heertvanden Sabbath endeophoutuwen willetedocn

'

Sabbath/fo fuldp/ghenaemt werden Heplighe mijnen welluftighen Sabbath/ende de

opmpnen

#"

des Heeren/dten ghpfaltceren, als gh öttnauwen we cgi... ghen / endeuven wille mieten werdt hebonden. Ende daerhyfent: Istdatghy weder-kcert/ende rust/foofuldp

fälligh/in stilheptendein hopefalluferckhepdtzijn. Pet läuten damistonsbevolen / namentlick/ # '

-


-

Brieven-boeck.

77

hondenbanquaedt doen / ende Godes goedt doen in ong

wilightelpden. TDut läuten alleenisons werck. MDat maghdoch goedts vanons/die guaedtfijn/ghedaen wer- den. TDaerom/wamter maer een werchteffens in ongen

magh ghefchieden/fooenmagh Godt in ong nietwercken/ foo langhe wn onledigh fijn. UDederomme / magh fijn goedtheptniet laten hetgoedeinonsite bwercken / als wp

vant quaetdoenledighfijn/aflaten/ ende Läuften. Dit

stille zijn is eenwerk dergherechtigheydt/wantdat in wpfchuldighonen Scheppere/Heere/ende Doedere. Ist mietrecht/dat wp vollghendiens wille/ diens epghen wp

zijnt die wildatwp Husten. TDatdoende/doen wprecht vaerdelijck. Ende want allerechtvaerdighept vpsdebaert Esai 3. foigt hierdanoock de v2cde een werck (sfvzuchte)der ghe

rechtighepdt/endehetswigheneen bedienunghe der recht vaerdighepdt. TPaerop volght dan ooch een eeuwighe veplighepdt. Danzittenfoodaenigheruters/ende volck Godesindefchoonhepdtdes vzedcn/inde Huttendes vertrouwens/ende inde weeldigheruste. Als wp also stillezijnende ledigh/soenisGodnietmeer

“ -

filie / ende ledigth / maerwerckt terfondt in ong Beer

lijcke/wonderlycke/ende wenfcheltjcke werken. TDweickt hp dannochnoemtzpnerufe/toefchipvendealfouptghe

e ons „„ nadenlonsruiten/hemselve / ende3min werckingh verquickt den “,

lupden. WBantdatis (fept hm)mijn ruste/ vermoepden. "Etem/als ghy voodenhongherighenubwe Bicle uptfotet/endedie bekommmerde Bielen verfadet/foto falulichtop-gaenindedupftermuffen/ endede Heere falu rufegheven altpdt. Biet fooviertmenterechtedes Hee ren Sabbath/hwantdanruftdie menscheinGode/ende God felve werckt inden menfche. TPaeromune de l'Heyligendamm

hetnerehen Bade, endemiethemselvede.„

oach vanfoodang segghende: Heere/ghpfuitonsvedegheven/" eeregheven / want alleonfettwerckenhebt ghpinions ghewacht. Soo-

nie

danighe Lupden werckenderwaerhepdf/kemenintlicht/""

anzu stet“ #“

op dathare werckengheopenbaerdt worden/wamtzpfjn

inGoldeghedaen. WPaerammeroepenzp -

LN


*

D.V. Coornharts

Opentughppoorten (der Stadt Spon) endedaerfallin gaeneenreichtvaerdich volch/dwelck waerhepdthanteert/ deoude doolingheis wech ghegaen) ghp fultonderhouden vzede/vzede/wamtwy hebbenin ughehoopt. pascherau"IT-Maermettevalscherusteder gheenre/ die nochinhaere fte. oudedoslinghensteecken defelvebeminnen/endedaerinne -

„e, volharden/enist niet alson. Laut defe fün unter Stadt Sponghewoppen/ineen Wandt datzw. mieten kennen./daer 3p machtende daghdienenveemde Goden (lusten endebe gheerten)diehengheenenrusteengheven. MDaer bpdatte Snenhebbensfelveniet. CDeck 1ffer macreencn waeren

Godt, die alleenghetrouzünde/allcengheeft tgynthpbe looft. WBatidaerbuptemis/enis mietdanloch ende bedach ruft beloovende/macronrufe ghevende.

Alsoo hopende Tottenaltijdt/maer verkrighendeghe oopterustemimunermeer; endebebinden midtfdienstade „ ich / dat metdehope een onghenoeghelijckeonrute waerachtighte Pois,13/12 van'tgunt vertsghen werdt/die Zielen

'i

quellet.

„Haaeroudederustemoghen zijnbpdenghemen, die lust hebbende3pnenvoeten(begeerten)teroeren/mieten ruftet endedoendatden Heere nict enbehaeghet. TDie van zpne

quade begheertenonophoudelijckomme werdtghedzeven/ ghelijcktzandt vandebarender Tee/dienietmaghrusten Hoemaghhp doch(fcgieknoch)ruften/dieoptenonvegen

-

«eiz,2. doolende indemenighvuldigheydtzijnreweghen(begeer lijckhepdenendeverkicfingen) arbepdet/fonderte feggen:

Ick wilruten MDaerommefeggenzpdat niet Epheb benghevondenhet Teven/mietGod.cg/ maerhaerderhans

„den/dats haerderepghengoedtdumchenheydt/ende darr "omme engheloovenzpniet datzp kranck zyn. Alfo quelt -

den zottenharenarbepdt / die mieten weiten inder stadt

(Sion)te gaen. Bpdzoomen wel een verfaeding he ende rufte/maerontbwakende vinden zy henpdelende vermoept. pev. 13/26. Bautder Godloofenbupckig onverfadelijck. Soofiet men oock/dat derut-hebber indenrijckdommen / niet en

heeftdancemdzoom-ruste/welcksvalsche foethept -

-

a“ C

.


Brieven-boeck. -

79

lijckenmetteghedenckeniffedes doodts/veranderdtin hit tece ende Ware omrufte.

-

-

-

Jochlaetfich alle debwerelthier immelbetoolvieren. INRaer

die3pneonrute onghenoeghen/ende onvede inder waer heydt verstaet/dieverstaet oock lichteltjck / dathp voot varende inzwnefelfs verkoogendoolinghen/foo langher so wijderververdét van debegeerderuste/genoegen/eñvzede. TDaeruptbemerct hp mede/dathpgemiftheeft/eit geraetet

ig opfwareanweghen/daer hemde Tonne des verstande niffenniet op engaet / ende ditalleemlijckdoofynblindt ende vermetelverkiefen vaneenen wech/henonbekentzijn-

-

de/diehen welgoedtscheenindenooghen/maernubevoelt Pabst znnelaetstente streckenrotterdoodt / endebevindt oock met treuren waerachtighte 3tjn : dat foo de wie op 3pnen 6 weghnieten achtet/stervenmoet/waervoo goede God PNov.19/16,

uvzundtlijcke Fab: behoede, ende ongs allen. Amen.

LXII. BRIEF.

O

Wandeluft des lichaems,des redens, ende des

ghemoedts. Aen H. L. SPIEGEL.

E“ bembehaeght nietdathemgoedtis. Wantaldat 3Menschlufttedoen/dat

/ maer

behaeght/fchtjnt welgoedt/maer"tig nietalgoedt/dat goedtfehynt. TDickmaelschijntgoedt’t gheen quaedtmaeckt denghenen

-

die tdoetofverkright: Oock tgheenheimbetergoetdoet -

-

-

-

-

-

*

- 23 -

ortheren.


D. v. Coornharts ontberen.3. Dagh'tgeendanfelfgoedtis 3pnen hanteerder of verkringheroockcenighfins quaedthept offhadetoe benghendatsfwaerom vermoeden. Tenis danfoge feptis)nietalles goedt/datgoedtfchtjnt. JNaer alle wat goedtis/datfchmintoock goedt voo, die der dingen waer hepdtweten. TDefe wetendat goedefchijn/onderwesen/cen bedieghelycke pdelheptis.TDätwetenbevzijdtfülcke we ters waerachtelnick vanbeter gheacht te willenfjn/danfin zijn. Ende ein benacrftighen in alle haer doen niet anders) danom beterte worden dan3m zyn. Ty foecken wefen font

derfchtjn: die doch vanfälfsfonoodtlijck het wefen volgt: als defchaduwedenmenschennoodtlijck moet na-volghen die in der Bonnen-licht ter Bonnen-Waerts treden: nacr dom wijfen derdeuchdcnfhijnfonder wesen/ontbereut we

fenaltpidt/met oock defhaduwefelve: als die vandezonne afkeerdthaerfthaduwe volghen, diealtytvoo-loopt/ei nimmermeervanfjn bejaegher./bejaeghten woldt. "Soo

"e wareecrevandieffoecken: Endefo volgte diese blieden.

Diedamalfootcrechtkanonderfahrpden'tgebwaende upt het warego.cdt/enmaghoock nimmermeer nacd pdelheint oftwaen-goedt(datquaedtis)maerntet anders dan't wa

regoctbejaghen begecrem/lusten/noch behaghen. TDitja ghen/naverkrijginge van'tgoede / igs staedclijck’t goede. hantieren. MDant diealtydtna tgo.cdc.jaeght/vliedt altet Wan't quade/twelck goedtdoen is / ende verkryghtaltjt

het goede/'t welck goedt worden is.

-

-

„ zijnDiealtydthetgoede verhirnight verbright ooch allendt goedebcgheerte. TDitverlustightdeziele. Sulck ver krighenbaerdt vollkomen ghenoeghte / ende fulckelufte warehlpdtschappe."Tis blindtschapdaerghcendocfhept

naten vollght. WBant het begheerde wogdtdaeraltpt ver kreghen. Hoefoudedaerdoefheydt zijn Soo maeckthct fadigh verkrijghendergoederbegeertenaltjdtfligh. ZDaer want ick hier voo! oock aengeroert hebbe quaet

tezijn'tgundtbeter goedtdoetontberen:foo foudeyemant unaghenwanen/ofick hieldt : datterieenlighgoedt s“ OIL


181

Brieven-boeck. owekt medequaetig.TPeesfall weiten/

ghennernlich oockgoedtnoemtdingendiemiddelbaersönl Freiweten diementengoedenfoo welalsten quaeden magh ghebzupicken / als eeten dizincken / bp-flapen/konten ende anders meer, diemcn deughdelijck/endeoock 3ondelize naghdoen. Maer so ein ist nietmethetghene/dat van ' goest ofquaedtig. MDantniemandtenmagh qualizedoen/ Saeraendathp Gode/ende 3rnen Jaeften/nae Godeg be geliefhebbe: oock gheenfins well doen/dathy Godehende

znnen aesten hatte. Bemercktsucheliefdevanfelfsgoer Endefulckehate vanfelfsquaedtis. Daeromnaechtoockt fulcheliefdiealle sodanigheliefhebbers altpdtbeter / ende

' Anzmh' Zijn«allefödianighenhaer altpdt argher of quaeder A

Taetongº nu weder kömentotte Tufte: die is booyneme

lichviereiepte weten: des lichaems/de vernuftg/ende des ghemoers. Deerfis zinnelych/detmeederedelych/en FederdeGodtli-ck. Goedtis delifliche redens endede redelijcke Godes raedtvolgende JParralfinende luftedeg Michaems volghtteghenredens/ ende des vernuftstegen

Godesbestierfomaghzynietsindan uaedt. Felichaemsluftdiemenghevoeltinnootdufts genie ten/ir goedt / allfmende krachten deslichaems daer doo2 onderhoudenzijnde/totdienstvandereden ghebzupckt. So Hoockdelustdes vernufts niet quaet/hnaer gocdt/alfinen Feuermeeringeder wettenschappen/tot Godeseereeñdien stegebzupct. Maerdaerde luftdesiichaemswort gevolgt

neuerfilmm wandesredensverbeteringe/ooenededeluft des redens/totversupm.vandes gemolets goet-bwodinge/ fomagh zynietgoetzpm/maer quaet. antis guaet/verbeteringentbeftete verfupmen/om mindergoet. Upfis mindergart/dane reden/efidefedan "tgemoet. IMaeraltpt/enden elck mensch ist ontwipfelückt renquadelustzpfhin danfogoet als zy magh/daerdoo?

diemenscheverfümmt te benaertighentgheenhemteghen woodelijckmoodghis totverbeteringevan spnlichaem/ hanzpn verstamt ofvanzpnghenoet. B 2 RPge:


D. V. Coornharts

*

Baerzpmueen Laoningdie willeheefteenfiznre Onder fatenmildthepdttebewyfen/hp lepdethem in zyn Schat kamcrvolpenninghcn van kooper/van Tilver/ cndebahn

fijnengoude: die steldthy 3pnen Onderfaet voo/mct be vielvante tellen vancender diereley aerdt vanpenninghcn/ endemetbeloften vanhemtot enghendom tefchencken alle diepenninghen,die ihn gheteldt falheĂśben/binnendentpdt/

dathphem fulcktellen toe-laet / hetzpupren/daghen of Weecken.

-

-

Soo nulfulck teller demeestelluft hebbendein die koopere penningheim/fjnghejondetpdt int tellenderfelver bestede/

maghmenoockfegghendathp quaedt doet. Meen. MDant het kooper is oock waerdpe / ende koopere penninghen tellende/vermeerdthymoock zijn habe.JPaer Want hpdacr verfupmenfoudedefilverepenningheuteteilen/fo foude hp

versupmengrooter vermeeringhe fjnre havcn / "t welch gualijek ghedaenware. Too mede/imdien hp zyncntydt noch albestedeint tellen vandefilverepenninghen / over midts hp daer dcmeefte luftinhadde. WDanthy daerdoo? "tgoudttellen./endenochgrooter-meerderunghefjnder ha benfoudt verfupmen. JAaer ofhp dan noch alde goudepenninghen telde/doch -

mietfadeizek / ende datuptluftinde veranderunghe van fomtpdtsfilver jafontpdts oock koapertetellen/midts versupm vandie felvetydt goudttetellen/eudefynhavcop 't neeske/dathy foudemoghente betcren / einde verunceren:

Salmen niet moeten bekennen, dathy hier innequallyefou dedoen/endezondighen. Sulcks ghefchiedtniet (fghdy) uptquade wille/maeruptlufte/omde veranderlinge. U9aut altpdt goudttetellen/ende anders niet / foudemenmoede worden. JAcen. Gheen gout-gierighefall dat ghelooven.

JMaerfegghen/datfulckeentgoudt mieten keindt beterte wefen dan'tfilber/ja kooper. MDantfo hpdatbeterkende

dan'tfilver ofkooper/hp moestin tgoudts verkrijghen oock meet verlustighen(tfelve bovenalbegheeren. Ende datalleenrellen/foolanghethemtellens Ende verkrighens tpdtghejoindt ware. WPantdaer eniggheen "

‌

-

besser UIU.


Brieven-boeck.

*

dan’t verkrijghen van'tghcene menmeeft begheert. Tact nudeg Dichaems nootduft dc kooper-luft bmbwij lenternoodtghcbzupckett/foomcde des redens (mehocfte,die filver-luft des vernuftg/als middelen am tgoudtdes ghe mocrg des teontfaunckeltjckerte 31jn: So is mochtans nict teghelooven/datpemandt waereende ghcoeffende kennife

heeft vande waerde vaneltkdcferd pe/luftfoudemoghen hebbenintverbeterenfinslichaems / ofte vermuftsmeer tpdtte besteden / dandeblootenoodruftis verepfchende/ om alle d'ander tydtfichte verlustigen int verbeteren van denghemoede/doo2 winniughe van waere ende CBodtlijcke deughden. So mcnpemandt anders faghe doen/menfoude moetenmet Walerheydtfegghen/datfulck eenghcen waere

kemiffenhaddevandewaerdedes goudtg/ filverg/ ende koopers/of tcm uninfengheenachtenfloeghe opfulckfijn LIN.

MBiedanmiddelheeftom vlntelijckte befpeuren / wat

hemmmmeesthindertofontbzeeckt/toteenlustighendefa lighlevente bekommen. Ende deutrlusttotcenigheander dinghenfich nietbovenalverlustigheint wechnernen van

fulckehindernisfen endeintverkrijghen vanfulckebchoef ten: die magh wclvooghe wiffe waerheydtweten/dathy nochghren wareonderfcheptenhoeft tuffchen het dierbare

endesmoode (Jere, 15. 19./nf heeft hp cenigheonderfhept/„/10. dat die in hemnachfwackig/datfederdeughden name on- Held,

waerdighis/als wesendemaereengheschilderdedeughde indespeculatie/sonderlevendighekracht/ ofindedaedt, of werckinghe.

2

3

1LX II


“ D.V. Coornharts LXIII. BRIEF.

Ruft en pijn,noodtlijcke oorfaecke fijn van

vreughde,ofdroefheyt,en van deverkie flijcke dinghen. Aen H. L. SPIEGEL.

Ethetopen waeter verwacht Matheum. Bel houdeick nughp een hebt. Hier krijghdp antwoode op. u lefte fhijven van luft en pyjn/ vzeughde/endzoefhepdt.

M#

-

w" menghet twee verfehenden faecken in een/dat ver erdt U.

Algºpemandts Bielefwaerlijckdoevighis/ moct dan deffelfs lyfinoodtlückterfondtfmer tighepynghevoelen

WHetghemeengbevoelen roeptneen : Als pemandts Tijf grootepijmeghevoeldt/foude dandeffels Ziele noodtlycke treurighe doefhept moetenhcbbsn - Ghp bekend't neen.

Immersdatmendao/endeint gevoclenvanlisflijckepijn/ Ülpfhap magh hebbenindie Biele/ endedat mitfdienpjn gheenmoodtlijcke oo2faccikcig vandzoefhept of verdiet. Boo blickt dat Wljfende Biel verfchepiden dinghenzijn:

Dock dat ghelijck de Biel doefhepdt of blpfhapmagh hebben/fonderdat daerdoophet Wijf medepijn ofluft ghe

voeldt : Het Tijf medepijnofiluftmaghhebben/ sonder dat daerdoo.de Zieledoefhepdtof blpdfchap heeft/ende

nae-dienelck vanbepden/ bupten alleghemeeenfhap van d'anderopfichfelfsalleenmagh hebben deenpijn oflust/

d, anderdoefhept ofblpfhap : datdes eenen hebbender dinghen/des anders hebbenziner dinghen intminsteniet Roodtlijck moetbehinderen/ofminderen : IMaer

de:


Brieven-boeck.

185

defertfon vollkomeljemaghhebbenoptefelveoogenblick, als d’ander de 3pne heeftintjeghendeel. STe wetenpenant

maghteffensnader Ziclenopthooghsted oefzyn alshin doo, Tijfs nood2Uftg" ghenieten ghevoeldt die vollkommenste

wellust.Et contra. Want foowennigh dopperfieblpdfchap . mietvermaghte malten dat het Tichaendeminstepijnntet

enghevoele/ofdie magh wegh-nennen/ fao magh oock.de meestepijndes Nyfs nietmaecken dat de Tiele denuinste blpdfchap nict engheniete/ofdie magh wegh-nennen.

Dichtoug een wenfehlfghdy/fonderverkiefen/etc. Ick heb voo defenghefept/dat ick on twoodtwenschelycke - ofverkiefelijcke goedenniettbwisten wil / noentfe keur

lijcke / aenghenaeme / ghemackelijeke / bevallighe/of anderg" / "tig alkydthetteghell-deel bautegenhepden.

Bhp flf noemtdefedinghen verkieselijcke/etc. TDits waer/zin zijnmoodtlijck of verkieflickt. Jifteerft: foolis

dacrinons wenfchenaheem minderzothept/dan het wen fchen van niet te sterben. Hilft laette foo ist ons willigh werckt. „Soo unoghenwp"tgantschelijck laten / endedat lactendeghcendorfheydt altoos van ptjn/ noch anders vernemen / foo bljft onfe blpdfchap stacdclijck vollende ghehecl.

Derkiefeniseenwerck vangoedt/quaedt/beter/erger/zc. fich streckende tothet verkrüghenende behouden / of tot verwerpingheende quitblpven bangoede ofquaede/ etc.

gheweten ofghewaendedinghem. Bulck werckis derma tupren/endcnietdesmenschen/endederhalvenonvermpde lijck : Of'tis des JRenfchenende miet der Natupren werck/endedaeroumme vermupdelijck.

achte ghn niet heteert / maer hetlaett. (ultfeg gYen.

MDatmenmaghvermpden/ datmaghmenlatentedoen. Demenschemagh danlatenpette verkiesen/vantgheenhp onfecker is.

T9jg


186

D. V. Coornharts Die mietverkiest heeft minder noch meerder: Maerisghenoegelijcken stil

In Godeswijfe endelievewil. Wie boven macht

Niet wenicht, ofwil,

Rust dagh, ein nacht Invreughden stil. MDanthinverstact/dathemaltpt zijnalderbettghefchiet dus racektzringhcmocdtprin/dgoefhepdt, noch verd2ier. IHet verkryghen van't begheerde goedt is blpfchaps 007

faeck / dces verkrijghtnetztjn wetenaltijdtfjnopperfte goedt. Sohecft hp altydt d'oppersteblpfhap. MDatmin dcringhe maghdaer zijn

-

-

IMacckt rechtonderscheydt tuffchennatuplijckegheme ghenthepdt/dienoodtfaeckelijckig/endekeurlycke begeer lijckheydt/dic wilighlig. Dootsfghdp/doch dic wp als

gheleentgoedt/sonderongherte dacraemtehangen hoogen tebefitten/hier fegdprecht/zietmamen als boomen wan

delen, sonderklaeronderscheint. MDant wat wp behoolzen tedoen/datmoghen wpdoen. MBaerwp therte mietaen enhangheninthebben/noch annte hebben/ofbichouden/dat

quett/noch ontrustdes harten vzeughdemiet/ mt nietko men / noch immt wegh-gaen. Dits almynfegghenvant

mietverkiefen/datbuptenonsmaght staet. Derstaetmp/ ickfegghevan detydt dievooofachteris / endemiet nu. Tittelickom cetn/daerghcfonder enminghcfonderfpijs voompftaet / gheoseloft on welckrmpbelieft teeeten/ hebbe ick gheen wichtigheoofaecke (als van argheringe

myns Raesten tempden/ofnmjnhuftetemmen/2c.) ickt faldeghtfontfte verkiefendencumen/want dat staet in myun

maght : JNaer fulcks te verkiefen om de toe kommende spyfefoote verkrijgen/of verkreghen hebbende/omdagen/ -

-

NACM


Brieven-boeck. - 17 maenden/offarentebehouden/staetbuptenmimmaght/is pdclghequet/endewillighczotheydt / bpditkondp mijn

" der andere ; bpu gestelde verkiefelteke dingen UlerCKEN.

-

-

"s Menschenverkieseltjtkgoedt/datis ghenoeghteofte bluffinghe eicker 3pner natuerlijcker gheneghemthepden. TDemiddelen hiertoezijn / goedelucht/Spijfe/deerfel/vp hepdt/vede/fyne Douwe/ren verstandigh leer-3-Meetcr/

goede Boecken/ende Unflickeghefontheyt / dit zyn ver kiefeltjckedinghen(feghdp)voox alle verstandighen.

Heen. Wanthetmaghby wplenvoodenverkieferver derflijek zypn/mict verderflijckx is verkiefeltjck / maerte

vkieden. "Tzpfo/fuldpfegghen : Isaer alsmen fulckr

wectniette fĂźllenschadetyckzyn/ maermut / dan moct mens verkiefeu. Agdaer moct of nootfakclijchent/foisinfulergeem ver -

kiefen. Istvzp/safalgheen recht wijs mensch fulcks te feier verkiefen / want hp weetdathp 't magh verliefen.

Slshem't hebbenlief'tontberenfoudehem leedt zijn. TBit waerfkere rustin zu maght faende/inhazaert ghefteldt

om"toufrecker. Dat magh gheen wijfe net voo-raedt doen. Maer welheithebben als ofwp t nieten hadden/ berepdtom verliefen/datsfonderverkiefen vanbehouden/ dts vzcughbesonderrouwelief/fonderleedt/lust/fonder verdiet/5hnepghen Beer/3 zu v2p 3jn/cuinfulcks altpdt dancklaer/enblp zijn.

Als-

Der


* D. V. Coornharts (Der Zielengaeden zün verstandeltjckhepdt/redene ringe/ghedenckenis/2c.) (TBatmen')

- _ _

–----

-

Blindeißt:

niet en | Eüenzuniet bwect. verkieseltjck. NBantdevoe-

("Berkrpghen

in ons macht

nier

de verkieft

-

ÜVergeefs.

ig/weetmen

leen

-

J

. .

(mut.

(Schadelije ig/eit niet fchaedelijck ist fa/efizpn|Pentgeen an nut. . -

''

TDgt 1 «

"n

'

j Ruferfchadelje/na maclsonfekernut.

ijcktoum

Juwepnigh feecker nut/namaels groote

U. fckerefhade/zc. (Autis/en mietfchae

-

krpghen { JMcer nut ist dan "tgheen fchadelijckt.

|nu ' ' Ende hier moctfulcht weter

onseker schadelyck.

noodtlijck verkiefenintver-

' ' Ü' ' ' ekere Uate/of Ut/2c.

werpen van deene/eit intbe-

E

jagen vand anderdingen(Jinonfer) (Pozdert/ef)

(IHiermoetde

:: "niert weiterver * Be- |zyn fclrijck/ | schaden. | een kiefen

L -

den

wir

fae-

-

-

s im one- kiefen

ligh Hier mach Schadeteilevé de wetterniet

magt/eit

magh

en 3pn

Ein

diK JAiet en - dit ver-

Uniet

J

er

verliefen. J)

| U

TPe


Brieven-boeck.

189

De verkieselthcke goedenzin natuplijek / offelfstan digh / denatuerlijcke en maeckenden hebber mietgoedt/ fonder defelf-standighe: Defemaeckenden hebber altpdt etfelf-fan goedt/ oocksonderdenatuerlthcke goeden. digh goedt is Godt / doo2 wiens ghemeenfhap de Ziele goedt woldt. Soo dat alle deelachtigheydt der Bodtlife kernaturen / die in des JMenschen Tielekommt / defelve

noodtlijckgoedt maecktdoofinfelf standigh wesen/ dat in fulcke DZiele verwesent / of werfen gheeft / of met deeldt.

- ZDaer het natuerlijcke/ofghefchapen goedt / hoe-wel

vanfelfs goedt wesende/enmagh denhebber / maopende het wesentlijckgoedt nietdeelachtigh.maecken, want het fulerfelfs niet en heeft/2c. fen/ -

TDie natuerlijcke staen oock in ong maght te verkie maer niet altpdt het hebben / noch altpdt te behou

den. Die Godtlijcke altpdt. TPat will Godt ons upt ghenadengheveu.

Alg 2

LXIIII.,


- D. V. Coornharts LXIIII.

BRIEF. .

DateenChristente Strydenheeft tegenzynevkeesche lijckelusten. v

Van't innerlijcktrecken des Vaders , opte Sproke Ioan-6-44-45

Van devryewille,ende doen des Menschen, tot zyne bekeeringhe. Altongemackt/behalbendupfent andere veelfwaer der/bgenghtons oockdithatelijck oogloge (waerde

In Samten. 1575.

Pundt/ende Boeder)metsich / dat Bodenende Bieven gantisch onveplighgaen van Buundt tot Dundt/fomp/bchalven veele andere/defeuwen Briefvan den 25. Octoberlet-leden oock condt maeckt / dat mijn

laetsteaen D T. vanden 10.Julij/mietentsbehandelt die niet klepin was/antwoode in-hieldt van mpnmepninghe van'tghefichtderzielen/oock af-wpsinghe van mpne(mo

ghelpckmodderighe)Boeerken/ende aenwpfinghe tot de fupvere Fontepne der Bodtlipcker Schziftupen/oock on derrecht / hoe defelve vzuchtbaerghellefenmagh wozden/ ende ounderscheydt tuffchen ghemeghenthepdt ende begeerte/ wclckgniet verstaenleen krachtigh hinder ist ten verfan de/ban veelehoogh noodtlipckefaken. "Ick bedancke B. vanznn JAcesterlijck geschrifte/dat mpfer Ende A9 L. van de moepelijckhendt daerommeghehadt / die mplcedt ist als die dooz defe brabbelinghe mutter faecken

#

hebt noeten versupmen. Belanghende A. B. boeerken bebinde ich eendoodtlijck angele/bedeckt methetfoetelaes

van vollmacckthepdt/ veeleTielverderflijckedoolinghen

“znndaerime/als omuptveeleneementenoemen / dateen “Christennictenheefttestrpdenteghem3pn vleefhelijckelu ften 2c.

ZWPant


Brieven-boeck.

ion

MPanthetiquaet wicht banfelfsmiet/ maermoetdooz eenen sterckeren (Christum) wtghedgeben worden/ditghe fhiedt binnen/endc mietburstenden mensche. Sog die dann

zpme ledcn laetghebzupicken/tot wapenendergherechtig hepdt/ig hp een HidderChristi / dewple hp noch almet Christoinfich hetguadebetrydet. -

Jls dit gheen Christen. Odefe meeninghe maeckt tra ghe menschen. Endedoetzottelijck hopen/dat Godtong bupten ong toe-doen in een ooghenblick ghcheel falver

nieuwen/etc. k ASomma/ic hebbe demna-bolgher ende Teeraer/oock de Leereban A. B. onderooghen vzundtlijck beript / met foodanigheinbefchepdt/dathp eemighedungen indentwee

dendruck/dooz untyn vermaninghe (foo hp opentlijckten aenhoozen van 6.of8.der 3pmen/bekent heeft ) heeft bwt

gelaten ende verandert/maer"tendeoght nochallniet. Ende falu E. hier afbzeder vertellinghe hoo.cn(faang de Heere cengte fatmen boeght) bp monde.

Ommenu aock watteantwooden op. ck u bzaeghe van't . trecken desVaders. Bindeick voonemelj twee mepnin-

o4-66

ghen van'twoodt Trecken, inde H. Schzift : MBaer af deeneis gheweidigh/d’anderminlijck. -

Soldat deen een

moodtdwanck / maer dandcreenacnlochinghemet sich„.

s

benght. Alsoofietmen dat Saulus gheweldelijck heeft ghetrocken. IRaunencnde Douwen/die oock noodtfaecke

Ijck/endchaers ondancksmoeften voighen. JMaerminnelnicktreckt Godt den 3pnen mettenbanden o.. der Liefden. TDie danoockfoo beghcerlijck endewilligh

dit lieflipcktreckenGodesna-volghen/dat 3pfelfsgaerne ghetrockenzpmde/den Heeredacromunebidden/fegghende: Treckt my tot dy,fooloopenwy, &c. Bewple nu de H. Cant... Schriftnaecktelpck betupght/dat Bodtopdefebwpfe den zpnenmimmclinckentreckt endcaenlockt ( vwclickaenlocken gantisch lievelpck wt-ghebeeltstaetCant. -2.3-4-5.6.)ende men wederommenerghens enleest/dat Bodtpemandenge Hwcidelpcktrecket (ick 1uepin in

2Zielen./daergumme Al Q 3

Og


*

D. V. Coornharts

foo wepnighhetTichaemelijckneder-werpen, Gault / dat mieten was daneen overtunghinghezpng dolenden/doch goedt-willighenherten/ foooock JT2opf wonder-daeden

meet wareneen overtupginghe van Pharaonis hertner kighherte) foo wonderdtmn/dat INenfthenditlieffelijckt trecken Bades/ tot cenghcw.cldightreckenmoghen tree ken opentlijc tcghen "tghetupghder Schzifturen/fso hecr lijc vanden minnelijckenaerdt Godes lupdende. MDant aldus doende/maechtmen van Godcs gaben cen

noodt-dwanc/ghemerckthetgheen gavemagh zyn / die niet foo wiliigh werdtontfanghen/als ghenaedelijck aen gheboden. Teeftdoch felvennetacindaght de omme-fanden van de Spokeinghefchille zynde: endeghy fult defempnemep -

-

ningherondelpc daer upt-ghepzoockente zyn/bcvinden/ dooz delwacrheydtfelve/ endeditintnaest-volghende met “defe clare wooden verfet:Alle dict vandenVader hoortende •lcert, die komt tot my. - JMerckt nu. Voo hadde Chefus ghefpdt: Niemant comt tot. mp/ten3p dat de Vader heim trecke. Hier ver claerdt hp nu/bmelche die ghene zyn die tot henn connen/ende ooc doo wat wpfe van trerken. Welck ist diehet speec kenendeleeren Gades. TDitig Godes wercht akcen. WDat doetnu de JNenfehchter toe iHooxen endefich laten lee

ren/ oftehctghchoo.dete verstaen.

TBit ist des Iren

fchen werck / die hoodt Godcs UBoo/dt/ende leerdt dat

verstaen / fonder welck allefsaecke/ende leeringhe ver gheefsig. -

SietalfotofendtChristus hier / dat alleen de Padertot Christumtreckt. Welcke CPfte watJMenschen TDie

begheerljck naeznwoodenlupfteren/ende aendachteljc opt verstandt3nner leeringhe mercken. TDitzpn menschen die welcke haere Zielen bevoelen ndel endeonverfacdetvanden fünckenden dafderzonden / te

“", rechthongherennadewoo den Gades het bloodtdes le Feb.2. bens/datis/nadegherechtighepdt: "Tfelve begheerlijckt

" Pizab./4

ontfanghen / bp fich verbergheim ende bewaeren, ende DIC


Brieven-boeck.

L 93

dieforecht arm-gheefigh zyn(vaneghen verstandt ende vernuft) datzp, der wijshept nae-spozen/ als nagheldt/jae alleg voodpeckt achten/ende vercoopen / omme defen ber Hoghen Schat inden Acker haerder Bielen te becommen. Deut. 33/

TDefe ghenakenoatmoedelijck des Heerenvoeten / ende omtfanghenzpne leeringhe / daerwaehenlupder dofigh herte/als een Hertnaeden Fontepnen verlanghet. Ghp

-

merckt wel/dat fp alleden woode Godes niet aendachte

lijck hoozen/ghetrouwelijcbewaren/endebeschepdelijcer kau wen/diefich des welhoogh beroemen.

Sodanigheentreckt Godtniet tot Christun/ghemerkt zp-lupdenfichnieten willen latentrecken. Want in hen

updenen istniet de begheerlijcketochtighendt ter waer hepdt/als diehetpferis vanfoodanigher aerdt/ dat daer dat nieten is/ dekracht defegº Goddelijcken Tepn-steens

harewerckinghevantotfichtetreckenfloowepnighmach hebben / als de Zepn-fteenheeft aeni Houdt/Been/Noodt/ Cooper/2c.

Summa/benevrn defe onbequaeme JBenfchen totte aen treckelijcke krachte Godeg / tc wetten/ benevendefteen achtighe/dooz-achtighe/ende betredendichte aerde/vindt-Imat. 13,8

mennoch algoede/openende vzuchtbacre Aerde/die "tghe- *** zaendc Cooxen in fich diep ontfanghet / bewaerdt ende vzuchten gheeft / dat is : daerzminder(doch luttel)die t MDoodt Godtg/begheerlijck bewaeren/ende aendaghteltjc leeren verstaen/foo de gantische Schrift betupght. TMie tupght mcde/datter veele zijn dic nacden MDoo.de Godes mieten willen lupfteren/noch daerop merck.cn.

Ditbeklaeght sichGodtdoo-gaeng by de Propheten/'“ fegghende: Bp willen nictholo;en: iPetznn loghclachti- …

3e/9.

ghe Boonen / nict willende Godes MDethooxen. Eltem / ghphaetdeonderwpfinghe/endeverwerptachterrugghe # I7% mpnen wooden/tmet dupfendt diergeltjclten.

zola,1./28.

Rae-dien nun die leere felve bpi Sanck Joannen wel naecktelnickt upt-spxceckt: dat alle die tot hen comt/

die "t vanden Bader hoodt ende leerdt / welck Ba derlijc speecken ende onder-wpfen / nict alleen ". Fl


D. V. Coornharts maer docdoo2.de gantische Schrift hettreckendes Baders bijckt te vwesen. Ende madeunael oock niemandtenmagh lochenen / dat alle pekeuende onderwpfinghe verghcefs g/fonder des JMeufcherhhologen endeaennaercken op’t verfandt/ twelckt

een Menschclijck werckis ( want Gadt van niemand ent hoodtlounghelccrdtte worden) endcdat nach ecnvy wil

lighwerck ; foodatelck des macht heeftonnte docn ofte laten; fo encanick inder waerheydt ghcenfins merck.cn/ dat defe wood.cn Christi ecnighfus dienstclijck unoghen

3pntat vernielinghe vandes IDenschen vzyen wille (daer

toe3p numeetmifbzumckt werden) macropentlijck/ dat 3m hrachtelijck dienen tot bcvestinghe vande vppe wilte.

Inwiens maghtGodtccm-maelghestellt heeft/fulckmin ' aenlochenende treckenGodeste volgen oftewcp glycren. TDochmademaelickdefefaecke beederinecnighc Boeer

kensighehandeldt hebbe/laeticx muhierbp berufen.MBen fchen.de/dat wpaltfaunenfoo vlptigh moghen werden int wt-gaen vandedupfterc Spelonckconferblinder opinien/ dat wp intlicht colnende/ fanderallediputeren/de.waer heydt ong terfaelligheydt moodtlrick zijnde/ WEE

''

“ende wel belevcu.

TBit gounc de licve Godt ongs

N

LXV.


Brieven-boeck. - * LXV. BRIEF.

Gfde Mensche oock yet doet tot fijn fäligheydt.

-

T. mpnewoodenals ghp/Bºundt / laetsthier

waert, merktegbp/soau Briefmetbengt/min mepningheteztin / datdemenscheasckpetdoct

totzinfalighepdt. Bitumerckenis rechtende die mpnemepninghehoudeick oock voorecht. Maer gbp acht die omrecht om defe wooden Pauli: Cany, Netdatwybequaemfijnyette dencken vanonslelf, als uytons» felfs,maeronfé bequaemheytisuyt Gode. Binwp danntetbequaem(seghdp hier upte boots) on watgoedtstedencken Poeveeleteminderom watgoets tewillen Poeveelenochteminderom wat goetstedoen MBattedoentorzinfaltghepd/is.goedtdoen. IBp ber moghenniet goedteste doen. Ergo / niet tot onfer falige -hept. TPatis ulbeflupt. ooydt mumijnantwoode. Koptheblickt ."

g“

wp vanonsfelvepetdaertoemeghendoen. Pierime 3p

dpibedroghen. Aboofepdt oock Paulus mietfumpelpick/ dat wp niet goetge (goedt werdtdaer verstaen / maer niet

ghesepdt)envermoghem. Reen. „Maerhpfpdtdat wp't mieten bermoghen vanonsfelf/algupt onsfelfs. Ende ditig waerachtigh/maermietuvooz-fchzeven befupt.

Mercktdoch. Herftenigh Densch vanhemfelf/dat hp bovendonredelijckedieren/ eenredelijcke Biele heeft datfalniemandt fegghen. Defe verstandeltjcke krachte hebbendan alleredelijckemenfchen/als een ooghederghe

dachteninde Biele/upt loutereghenade Godes: dit ooge magh demenfcheopenenende op-mercken op'tghene daer boo2berschimmt/ofte oock toe-flupten/fonderteachten opt gheue daervooz kommt. -

-

-

BH

JHaer


*

D. V. COOrnharts

Iraaer watbaetpemandtzijn werck van'toogheteope

nen/als Bodtdaer vooznieten lactlichtenhetlichtzpnder ghenaden JMiet. Intdupfter enfietunen miet. Taet nut

demensche zinooghe opendoen. Laet die Tonne derghe nadenklaerfthynen/laethenwacker op merken : WBat falhpintlichtziendat gaedt oft wesentis/tenzpfaecke dat Godeg wcfentlijckt goedthept zichfelf voox fulcken open ende op-merckendenaogheintlicht vertooncende verschij

ne - Hiet altoos. MDautdaer mietenis entzietmemmict.

Itaaer daer Godt/die felveeenwesen endelichtigs/ inde

page. maerheydt Christi/ die oock hetlichtis/metzin hepligh wesen werdtgeften/daerfeptmenmetwaerhept: Indpmen ktchtefien wp hethicht. Soo ist nuopenbaere waerheydt/

datwfonder Bode vanonsfelf als uptonsfelf mieten "moghendenckendat goedt is/veelminder willenofdocu.

JPaerofdaerfeven Zonnenklaerftheenen/ende of Godt feiffichintlicht vertoomt/watfaldat vorderen om Godt tesien endemitsdien wargoedtstedencken/ ist dat ick hat licht hate/datvluchte/endcmtjneooghen moctwillighlyck toe-flupte Rictaltoos. Ons werck wogt dan van Bode

daertoegheepfcht/teweten,hctopenenonscrooghen / tot zijnvooz-komendcghenade intlicht. Gelijcknuhet verschihnen vanden lichte/ende dieopenba ringhe Godes inznnenlichte/('t welck Godes werckinge -

derghenaden ig. (fo noodlights/dat niemandt fonderfuler

pet goedts magh verstaen/ficn/ofdeneken: Alkoo weder omnmeist het Opeutender urogenkotten lichte ende Gode/ zuct

hetop-mercken;datdes JMenschen werckenzijm;foanoo dighdatumenfonderfulcks nictgoedts maehfien/verfacn „ofidenchen. Indes foudcGodt Jisrael te verghecfs be s: hebbenghehadt/foo hpmoodtlijck/ende mietmoedt

'

- 48

' willigh blindtbwaereghebwcet/ endgfoo hp niekmaghende

***fien ofversiaen / nietigheimerckt enhadde op des Heeren voox-komendeghenade. CDitdemckt na.

Ghp werptmp nochteghendie woodendes Apostels:

" Dewelcke (Ă–hrists)is over-ghclevertomonfzonden, ende -

hy


Brieven-boeck.

"7

hyisverrefen omonfe rechtvaerdighmakinghe. Daeruptbe fuptghp/dathetGodtfelvedoor Christum alles doct/foo die Zondente vergheven/ ja weghtenennen, als oms recht baerdighte malten. TDoct Godtdat alles felf/fegdp. M9at blpfter overtedoenvoop den 3Menschc. ditis ufegghen.

D

-

Poot muhetfegghen, nict vanmphierop/maer van Au-, '' gutino-dienghp fooveelgheloofs plaght tegheven / die bis Apo defplaetsehandelende schriftdaeronaiso: Moatistdathp steli-Scr

fept/omonferechtvaerdig-werdinge op dathyons foudemo. 15. rechtvaerdighen/ ende ans rechtvaerdigh maken. Ghp - -

fulteenwerckGodes wesen/ niet alleen datghy eenmen-, fche zyt/maerdatgbprechtvacroigh zyt. MBanthet be-, teris rechtbaerdighte wesen/dameennuenfrhete werfen. Ilft, datGodt ueenmenschennacckt/endeghpufelfrechtvaer-, digh maeckt/fo maeckt ghp watbetergdanGodt(ditalles behaeght unoch wel/wanthetfähijnt vooyu maerhoodt nu wathpftraer daer aenfepdt/endelaetu dat medebeha- - -

ghen) maer Godtheeftdpfonderdpghemaeckt : M9amt» ghp hebtergheen bewilligingemetallentoc-ghedaen/dat,

Godtumakenfoude. Boe foudp/dienoch nieten waert), bewillighen - daerommeist/datdiedpfonderdp heeftge-„ maecktenmaecktdpmietfalighfonderdp. Soo heeft hp „ damghemaecktden onwetenden/ maerhp rechtvaerdight,

denwillighen.

Sietdat fepdt u Augustinus.

''

wp dannietrechtvaerdigh Sonderons werck van willen/

fallen worden wp oocmietfalighfonderdatfelveonfewerck. Ditepfchtons Godt. Dit willenwercktGodtoockfelbe

inons/mietfonderonstoe-stemmnen. Dit doetendeghp fult/uptGodes genade/in/endedoo Chziftumfaltgh wog den. Dat gonne u Godt.

Bß a

LXVI.


-

D. V. Coornharts L,XVI.,

BR I E, F,

Vandewarepenitentie,endegheloove,daer rechtvaer

digh-wordinghebyis. Ende verclaeringhevande “ sproke : Defe woorden, die ickuhedenghebiede,

TPgut.6

ullen wefen in uherte,&c. Epdinghenwarenmp (sonderlingmpn Neeltjen/

Wesel.

die ugroet) lief/faois mp aock R. J.groet ende wei-baren/ende bovcnaldenfehymbian vzede met

ten P. P. Godt benghe dietot wesen. Seecker mentwisttomrecht omde waogden/daer unen inden Dingen censis. Bothduucktmphiereengauntfch anderverclae

"ä diesen dan üp

Kalvyn ( Beza/ Mustulum/zt, die allealleenstelleninde Imputatie. Want defe tellenpenitentieendeghcloove. MDelaen/ F Ueenet gheen valsche/maer imarepenitentie endegheloof. Isthe Tou/aftedeboetbaerdighept waerachtigh/soo maghrfch metten Bondtniet weder-keerentothetu #" / Nach Wette

tenflicke ende moddere

gheloabe le

Wendt-makende/somoetendaeroock des gelaavenskeven dighevzuchten valghem. Aaa bolght/ waereendamhep den/hetzppenitentieofgheloqfinder waerbepdtis dat daeraotk moetzpmrechtmaerdigh-wodinghe/daeröpick

dochanders mieten verstae/danminderinghe banonstan echtvaerdighepdt/ ende toe-neminghe vanderechtvaer

ept Chzifttinons. MPat naadt istdan unctwooden etwisten/daer wpindendingheneens 3jn.

-

Datghp mepndeeengheanderefecreten van Embdenin

mßnschriftkomendetefien/dooldpfoogheheel/datteroock RietetenLetter bpen was, Pupdenlese ick bp Mopfen : Defe woorden , die icku

Wedenighcbide ( teiweten öode lieftehebben ben'' -- - -

-

--

-

-

-

--

-

--


Brieven-boeck.

-

flienwesen inuberte, endeghyfaltfu Kinderen verteilen, ... ... endeghy sults cover dencken - zittende in uwen huyfe,ende de. gaende inden wege,ende flapengaende - fopstaende , endete

ghyfulte tot centeecken binden in uhandt, endezyfallen -

welenende beweeghtwordenrutschenuwenoogen. Endeghy fulte schryven toptendorpele uweshuyles. “ Eck hebbe gheen kinderen om die fulckyrte verteien/ mochtans verstaeichtfelveoock tot ke zum mutmaecken. Baerioegafmp de ick

n

-

em: Die

->,

-

ZIch dachte,inthertete3pn isindebegheerte lust/ endetiefdekot het volbengenbandengebode Godcas/ende dttmettenghcloppe wandemoghelichhepdt inChristo/fon Der welck her alles vergheefsig.

B. anderen3pnimmydehabinsderdeughden/diedooz fulc verteiliengheggdeelt/

' hebondenzpnde/vermaent/

endeberephtzpnde/ghesterckt worden dss dit Bootdes Levels. mpnledighepdt van Mierduschefaecken M.

zum

ende luften/unmin Ziele(hups) daerdamhetover-deneken man diese wet/vande Goddelijcke Liefde ongs werck wirft eenopftmaecht/ endevoormemen omme tegaemuptange felve tot Christum. TP. Opdefen wegdisziponsoock boven allmoodighte over-dencken/totonderfhept vander Creatupren Tiefde/

ende Liefdetotten Schepper / daer vppelijck fcharptop

footsons defe MBet ' behoeft/omniette doolen/endenghe In weghfelve/endeoock deaenkopfi

vanhaerfelbe.

E. Petflaepen gaen/ verstaeickniet alleenhetover denckenendeonderfoecktenoner Wiefden/ofdieoockalleen endebovenalltotGodt streckendeis/dam oock daerbene

zentotCreatupren/als wp's abondtsgaenflapen/'t welc onghetwyffeldt een Godtfaelighe over-denckinghe ist:

zaeroockmede/alswpdeurandereghelücke noodtsaec kelijckedingthen/tot des Michaems onderhoudt (als den bunde flape)ong moeten

m

bestimmung

"3

-

d, f, h.


* D.V. Coornharts faken/deur bedenckinghe vande Aerdtfchedzoomen/bwant ongdaerfonderlingen vanuoodcnis defe overdemckunghe van de WBet des Heeren/vooz-fepdt/totdat bwp wieder op staen/ofvan den flapeder3onden/of van den voofheven Godtlücke faken/deur"tdzoomen vande Aerdt CJC.

J. Jindefenopstandt/isons dit ober-dencken hoogh uoodigh/ommeons versupmendeghebzeck daer bp ver merckende/te vlptigher/ende wackerijck bidden/endear bepden omde verkryginge vande Liefde Godes. G. Bewelcke inder handt)dats inderdaedt)ghebon den/namentlijckdooz't stadigh hanteren/ende daedelijcke oeffeninghetoteennamlyck habitus, ende vollkommenouder domChristighewozdenzijnde / in onsmagh wozdenden bandt der vollkommenhept/ende onderhoudinghederghebo den Godes/zc.

Het Pampier werdttekleen/ick werde belet. TDit bin

deickbovenalnut namentlöck/machtende daghmünge dachtenendewillete hebbenin de MBet des Beeren/zc. MBelckempne gedachtenitk u(dienicktdoch wildefchip ben) moftedeelachtigh.maecken/omfulckgfelve vor der nat dencken/ende unuttemaecken. Vale. Goet de Byun LN.


Brieven-boeck.

*

LXVI I. JBRIEF,

Toets van LUTHERS Leere, van de Penitentie, verghevinge derzonden, endeheyligh-makinghe.

V

WKundt ditfähivenghefchiedt mietubventhalben macromonfen Pundtljcken C. willen/diefchepde

laestmaelvan hier/fondermp wederaentefpzeer ken.

TDe Teeringhe Tuthcrioodeelde ick optlaettomfer re

denennethem binnenmynwooninghe voo2onrecht, so hp wtdeoprechtigheydt derselver Lutherszendinghe fcheen tewillen bewijfen. TDitmijnooxdeelfchcenhem watte harde.Ende bzaegde

mp of ick de Leere Lutherivoozquaedt moghteachten, so 3prechthieldt vande Penitentie/vande verghevingheder 3onden/ende vandeihepligingheofbeteringhe des Devens.

Defe diehoof-fucken greephp meesterlyck/ want het hier aenis gheleghen.

-

Ick antwoo.de/fo Tutherdie fuckenrechtle erde/dat hp waerhept leerde/ende ein wildedannazijnfendinghe/fo feermietvzaghen/ maerfepde/dathpdaervannter recht ein leere/alfoo! was doeter tpdt (die onstekot viel) ons vopnemen/om totzpuer weder-komfte/namiddage/daer

afint beidetehandelen. Dit is nn doo ecnigh onbe waent toe-valbehindert. Ende omditghespecktereer

sterbp komft tevzuchtbaerlyckerte docn werden./heblickt hier willenteenwepnigh bewerpen/mijnmepninghe vande bware Penitentie/ended it upte H. Schziftupre/... alsº eerst

optkotte Amos 5. 15.Haethct quaedt,einbeminthetgoedt. tem GPzeas 4. 3. Keerdtweder toten Heere,neemtweghalle

ofheydtontfang hetgoede,loof Godt,endemitrout denAf gºodcn &c„Eüwatb2eeder Eifa.1.16,17, Ezech.18.21.22/zc. Dau,


so Pov.: 223.

D. V. Coornharts

Danalletwelck (omkotte 3pn) men(Mudie. 10.15.) vindteenfeeriedel Exempel/inhoudende waere belpdinghe

vanzonden/ghclaten onderwerpinghe onder Godeshant/ ghcholopfaene diente des Peeten / die fich haerder oock

biddinge omvcrioffinge/ verlatinghe van't quaede / ende UN-

de.

-

-

Dieaer toe dient alledit Totverklaeringhempngsghe

voelens van Luthersmepningheindesen/due ich niet kam gheloovendaer metovereente stemmen/ als die (upthet feivelesen/dat bp mp inzpme Schriftenigghedaen vaft gheloove/dathphet middelweghneemt wtenmenschenfest niettoelaet / door twelek Godtfulcke rechtepenitentie werckt indenmenschen / namentlpck hetvp-willigh/jae begheerlyck toe-stemmenintveroodeelenzpmsfelfsdooz "tlichtder vorox-kommendeghenaeden Godes in Hemfchts nende: MDanthipmaecktden mensch gameschdoodt/ een

stockendeblock. Bovendien/foo zieickhenfoogheheel bouwenopteizupt-fcheldinge/ endemiettoe-rektemingelder zonden / dat hp niet allen het goedt-wozdem terzpden

schupft, maeroockhetiquadetehaeten/fwijghe verlaeten wantmen bidtdoogätens die straffe/dierechtvaerdigh/die goedt/jalons mutis/ endeupt Tiefde Godes voortkomt/

af: IMaergheenfins dezonde heteenighequaedt/t welck wechzvnde/de strafvamfelfoudeverdwynen / endedit Kommt oundatmengemietmoghelijckghelooft om'tgroote verderfonfernatuprenin Adann / recht of deg zieckten groothept voor denlieben endealmogenden Medico Chzi to ongheneeflijckware. Bits alles foniet. Jgdanhet Prov,28/23. berouTuthe rionrecht: Hoemaghhp een warevergevinge der3onden hebben Hoeveeleminnoch waerebeferinghe ende goedt-wodinghe Infumma/ick ziehenlupden one

Justification/of rechtvaerdigh-vodinge ''

lenalleenlyck inde Inputatieforadatdezondenendequa den noch waerlthck in anszymndenende bipvende / ons om

Christionchuldt niettoegherekendten worden, endeghe acht als ofzynietinoingen waren: Ende daerteghende deughde endegherechtighepdt nietinong zijnde/omstse gerckelt


Brieven-boeck.

2O3

gerekent wotonde gherechtighept Christi / als ofdie inong ware/hoewel die in der waerhepdt nietintons enig /

oßtekonnt: Isdat gheendzoom ofdolletooverpe: Zoo weet ick niet wattooberpeis. JBendzoomt datmen hon

gherighetet / maer 3pfullenmethongher endepdelhepdt wacker woden / Godt ghebe dat het niet te laetghe fchiede. Ick weet wel/dat wp alledieImputatiebehoeven/maer -

-

verstaedaerbp/datter watauders meerby moet zyn(nae

deverklaeringhe der P. Schzifturen) falde Justification ofte rechtvaerdigh-vodinghe haer volle leden hebben.

WPantghelijck wpaltfaemen booz onfe bekeeringhe het uade waerlyck hebben/endehetgoede waerlöcontberen/ omoet benevenhet voofchzevenniettoerektenen/en impu

terenoftoe-rekenentenlaetstenoock komeneenware (niet imputative ontwordinge van'tquade/efileen warenietim putative/oftoegerekende)maerbevindelicke goetwodin ge/eihepligh-makinge/fodat wp nuin Chziftogenesen/effi

totznne Houdthept ghekomenwesende/hetquaede waer achtelijck ontberen / endetgoede waerachteltjck hebben/ "t welck hetrechte weder-fpelig/ vanonfene ersten quaden staet: Gomen anders van defen waren Medecinder zie den Christus Jesus onfen Saligh-maker/geenbedziegen den Tapfalver/diet volckmietgheneest/maerbegupgheldt en willen maken. TDat verre vanovas zyp. Hier

wijder

bp monde. Bütmetheum vzundthijckghegroet.

ce

LxvIII.


D. V. Coornharts

o

L XVIII. BRIEF.

Van'tveroordeelen omgheloofsfaken, onderscheydt

van de opinien ofperfoonen. Doolinghs berilpen. Amo

Van't Eedtfweieren,endenoodt-weer. d'Overheyts

". Ampt in't wederstaenderboosen, of Dieven

dood

waerdigh zijn.

-

V

Eminonrutighziecke-bedde kommende in myn moepelijck Comptoir/vinde ick"tfelve

' mijn

Socrati

langhe ledigh zijn vollwerckr." Twelc minfchzig

acriusobiurgätifa-

vennu op. u Bief(herts-v2 undclycke J2.) wat kopterfalmaken.

“

Dan'tooxdeelen van anderenomgeloovens fake/dumckt

"... mp (onderverbeteringhe) goedtonderschepot tegheven/ "po datmen veroodeeltdie opinie ofperfoone. Teerste eer dixit: baerlijck ghefchiedende/ achte ich recht / "tandcronrecht Nonnef-ofrecht. Onrecht/ als die H. Schzift gheen untdzuckelijc

eiseratheke verdoemeniffe endzepght/ macrrecht als 5pt depght/

"suchBeroerend e aheaualificeerdepersoonen.

-

' s".

eugheroerde Apophtegma Socratis 85.hamght tes: Anns aengheleghen tpdt ende plaetfe / fonder weicke ( oock tu quoque die matevantbeschuldighen) rechtteghebaupcken/gheen

rectius fe-fakete rechten magh ghefchieden. Ick acht welrecht/fa

cities" pemandtdoo zynisch invenfenynghetropdthebbende/wt

'' meeninghe/dather Medecinz / inde ahemenne Boni " putten/ noch leefde/dateen andertwanendeof wetende/dat Salcine fuler femijn waer/eertendealvoodenfelven/tuffchenhem taxavit ended anderdaer afging/vermanen/ende onderrichten/op hocipsum hope ofdiefehlt verzpndoolingheverstaen/ endefelfden

' volckevoor die Bon-putten/ofzpngetroptfenin mochte "waerschouwen / "twelck vzuchtbaerlierte soude vallen. " Maerobpomwillighbleefof doodt waerfoudedaerem drehende- die ander; defenopentlijck tothetghemeen bederfghezon at,85. dight hebbende; mietfchuldigh3jn/opentlijck

falen # Ung


Brieven-boeck. linghetothetghemepnmut/bekent temaken

205 Phocion

Pan de WDet Nopft/ende Chifti/ mopendehetfveeren cum illi ende weeren. MBerdt oock die fwaerighepdt meet weghpoculum ghenomen/alfmenfiet op tweedinghcn/teenis op enghen cicura ré weer-wake/"tander ist opte mepninghe Chrift. Alsº is Peak" die epghen weer-wake verboden: daerom 1s niet verbo- '

den desverhents beschermdergoedenende trafder qua-" den. Ziethet 18 ende 2o.Apophtegma Photionis (nughp ruselnü my op. Socrates hebt ghebwefen)endefultdaerdefen onder-quidfilio

scheint vandeepgen wake endepublijckestrafvinden. Teveler d wetenint 20. van de epghen in hemniet/ ende '' int 18.vandepublijckestraf/wpake/ die indie hem immers was." :ar;

"tersteig altmtineé Chzustëomrecht Hetlaette metalltpt." TDoch beroerendedit/ende oock hetfweeren/gedenckt mp precipio

aldus ghehandeldtte hebbenmetten Dooperen / dit nuetárque eriä weerenende nietsvseeren hoogh dppvende; Zegt/hout ghp oblecro, "tgunt Christus ints.Cap JNat. leert/endeghebiedt niet ' ob

alsoo waerachtighendenoodigh/ omtconderhouden/als" defefakenints. Capittel Jae wp. Hetovertreden van ". Christighebodt int6. Capittel/is danfoo welzonde/als fibusmale banditint 5. Det is. velis.

Spmenu MByvenoock, Jazp. TDatghepinen magh „8. dickwnlg/mochingheenmaendt gheenwebbe/ veelmin withoch in

ghebliepeltenden behaupcktworden. Einmagh.“ Soo ''

folghenu Moylvenmetspimen/endeghp-fundenmetbou-" wen / ende andermeeringhe vorder streckende dan opten ducererur mozghen/opentlijcktegendatnaeckteverbodt Christi/van ibattac nietjeghendenmoghen te fo/ghen. TDit mooghdp nietrus, eiau lochenen. IMetwatconscientiemaghudit vzyzihn te ex 1n duftige ietdienoot A.Daerverbiedt Christus/m folgen/ “ . Wielaen/so rvloedighemoodtfakel gbeendeove o maerdieonmoodlufti ijck '' verbiedt Christusdaergeenmoodt-weer/of ä in fwceren/maer hetlichtvaerdigh weder-flaenendefweeren. faciemex TDatsugloffpdenzp. 'tAnderis uglofe/fpdeick/van ' Tum

't foughen. "Huhebdp-nietmeerrechts overmp / danick " overu. JPMoetickt

ugleichen -

auch dempne. WDildyn “

-

ciens: Nö.

hunc,inquit,compescet aliquisindecorefegerentem? - -


*

D. V. Coornharts

dat niet : Derantwoodt uvanzondighenteghen Christi “verbodt/vanteghendeumo2ghentefoxghen/ banniennan den ubiddendetc wepgercn/van deander Wange te bleden/ es van den rock tottenmanteltegeben/zc.

19uerfendenzp/dat ick vermuftighwas. Ende mp docht datick soo well Schzifture ghebzupekte / als 3plupden. GDopdeeltghp. TDitgedanoockghesepdtvan Christi mep Minghe.

-

TBieenachteickniet hier ghetweefte zijn/teghen't gunt

zymgheetdoo Paulumende Petrumleerdt/dat d'Over hepdt vanGodels inneghefteldt / tot befcherminghe der golden/ende tot trafder quaden. Hier afheb ick oockt wel ghesepdttotten TDaopfghefindenaldus: Maghoock pe- .

nandt meeninghehebbende am Bodete ghehoo2faemen/ daerinnezondighen/dathy doettghene Gadtbeveeldt/dat is/dathp Goldeghehoofacmt? JAcen. Als eenigh Over heydt dan staende in volopmemen om Godes wilie tedoen / daerinnedathp den gaedenbefchermt / ende den quaeden fraft/fulckg netterdaedtvollbzemght: Bondigt defe oockt“

daerinnc Reen. Immers hp doetdaer deughde inne/ als Godt ghehoofanende. TDit weeren danban der qua

den quaedtdoen/is een deughde.Deughdemaecktniemant quaedt/maergoedt. So enis immers hetgoedt-worden,

endetghehoofamen van Godesoodeninghe mietquaedt/ noch verboden. Als nudie uaet doenders famenighvul digh ende ferck zijn/dat d'Overhept metten dienaeren die mietunoghenfraffen/fodathptmet unenighte van Onder zatenmoet doen / ende foo een Herderstrecken voox 3mne Schapen. WBaeromfoudetden Onderdamen doox d'Over hepts beveelen;doende datGodtghebiedt, namentlijck/den

quadente wederstaen/totbefchermingheder goeden/zonde zinmoeten / datd'Overheydtdeughdeis Ghm verstaet

minzimne/mijn tpdtiskot/dochfoovcelemoethier noch In Zin.

-

Ofd'Overheimttotdufdanigelupdenaldugfende: Ghp maeckterzondeaf datmendenquadenweder-staet. Ghp enbeihoodt niette willen / dat wp omuwen willezonde -

TIOCM.


Brieven-boeck.

zo7

doen. Dat willen wp ons oock wachten. TDugweetdat wp Ulupdenmietguacts enfullendoen/maer ugaerne ne venons linden/ maer wcetdacrby/dat wy unietenfüllen befthermen (tot unfer befhuldinghenau oodeel) algpc mandtu zijnfhuldt lochent/valschpt/gheweldt/ of over

daedt doet. MDantdanfouden wp die quaden weder staen/ twclck ghp Zonde acht/fo waertuoock Zonde/ons totfulc

kenzondighen werckteporen doo uaenfoecken. Dus klaeghtons niet/als utongelijckgefchiet/2c. W9atgheldct/ daerenfoudengheen quaet-doenders (voonemeljc in dees boofe tpden) ghebzeken/die den TDooperenfulckcnoverlast

foudendoen, dathenlupderbenautheptterstondtecnander gloos op defe Texten(JRat.5.)foude vinden.

Maerdaerghpfeghtvandedievente beklaeghen. Ben ick eens metunnepninghe. EPnrecht ist / dat die fraffe

fwaerderzp/dandemifdaedt / dit ghefchiedtinthanghen vanfimpele dieven. . WDie verloo niet lieber al"tt gheldt van de WBereldt / dan zijn bloote leven. "Tilevenig dan beterdangheldt/oundit minder verlies/werdt datmeerder

(te weren't leven)foo lichtelijck ghenomen.

Ende dacr

omfoudehierte Lande/daerinnen dievendoedt / oock on rechtzynounghcldt-fchaede heimdoo2'tbeklaghen aenden Liechterinden doodttebrengthen. Om aufeminderfchade

'ULIUCN. “n wp ceng anders meerderfchadeniettebenaer J.Maernoch vandenood-weere : Soopemandt van een gutact-doender aenghevochten wodemetztjnghezinde/on der welck hp weetnachomrijpe Bielente51jn/ende hp merkt

datzp vermootfouden wordeninonverstandt / ofdathy

weerende/denmooderdoodt-flaen soude in onverstandt/ entschynetfo vzeemtniet / dat defe Herderzijnlevenvoo2

zijn Schaepkens waghende/ heminde weereop-maecke teghendenmooder 7 wantditis zyn Ampt/zc. „JMacr feldteenmooder teghemeen Christen. TBefe indonver mpdelijckenoodt vanfelfg doofeeckenteworden/of den moorderte dooy-feecken. TDaer3p gheen Upt-komft vo02 gheen vanbepden. EP CIe 3 Defe


29.

D. V. Coornharts

Dafe Christenbedenckende / dathy den mooder in zijn moodt-lutdoodende/3thn zieloock eeuwelijc foude mooz den/ende daerteghen/dathp omdes Innoozders zielete wun

nen (dienoch tot beroufoudemoghen komen)zijn ziele in

d'alderbestemepningheftaende/zynleven alsooghevenfou devolozzymnaefte/ja vo02zijn bpandt/endealfofalighfier ven/en foudemietfchijnen qualijck / maer weldaeraente doen/indien hp hemfelfeerletdooden/dan hp zijndooder foude dooden. Ick keneen/diedit metterherten berepdt wagtedoen/alghpinfulckenmoodefondt/doch Godt.de Peeregafnoch eenupt-komfte.

Tenlaetten/vantghehoofamen der Overhepdt/inal lennietjeghen GodtzĂźnde/fegdpfjn. Och ofwp liever bedclende / ballinghen waeren methet verschoonen , dan

rijcke Overhepden met het veroofaecken vanden omry pen doodt / van foo veel woefte enderoeckeloofe Zielen.

MDatden Israelptembevoolen was (oock in Politicis) en isons Chziftenenalfoonietbevolen. JBaerdaerong die fachtmoedidendienen. 0 ge Christus teflapis/ moet dieĂ&#x;loedige,JRop fishenlup Vale.

LX IX.


Brieven-boeck.

299

L, XIX. BRIEF.

Van'tfchelden, verwijt,endeberispen, van Rechten, ende onrechten Edeldom , ende

Christenheydt.

Edelman klaeght mp / datghn Euangelisch N man/t enaen-hoolzen van veele goede Wunden/in een openbare Herberghe aen Tafelden Edeldom hebt veracht: Tegghende/dat niet alleen hpdaer inne verstoodt was opu/ende noch is/maerdatoock eeni argerden aen u. WPat hier gheanderen fich

::

vanis/weetghp beft. Ick haddeubefchepdenerghehou den/dandatghpeennutte faeckeupten Hepublijcke te ver werpen/ende u epghenghebzeecken in een anderte fehelden

(endedatfoo opentlyck)bestaenfoudet hebbengehadt. Ilge die belooninghe derdeughdelychedaeden niet hoogh nut inalle Republijcken - Hierupt is d'Edeldomghekomen. Jiftnietecnonbefchepdenhepdt anderen in'tghenemenfelf

fchuldighis/teberispen TDit hebdp hier inne ghedaen. Poedanigh defe onfe Edelman vooz Godeis inzmengrondt/ achte icku/alg -

ump/omkandt.

-

Dusenbetaemtons gheen vanbepdenderaer afteoodee- „ Go".

len. "Tenig ongoock niet bevolen/ma

verboden van-

den Heere/dichemu/mp/ende alle IT-Menschen noch eeng te'n'3

rechtmetvollekemiffe vanfaeckenfaloodeelen.

Maer

laet ong naumepninghe nochadmemen datzyn Edeldom

nietenbestaetin vomighepdt / maerallcenlĂźck in dege plupmde Flutwellen Bonet/indezpden Cleederen/int ver gulde Liapier/ende Spooren/in IHelm/ende MBapenen/niet daneenuptwendighefchijn van Edeldam wefende: JNepnt

ghp/datu TPoopen/u Nacht-maelen/u Pedick- be" u CL2


**

D. V. COOrnharts

eiplijn/Ban/endediergclicke mcer uptwendig hefchadu wen van de ware Chziftenhept u een recht Christen mogen maken / fonder ware Boederlycke Licfde 13ebdp defe Tiefde oock betoomt 1nute wefen / als ghp ongheterght/ ende fouder alle oo fake / een Jenfheuonbekendt / bp vcele andere menschengingt befpotten voo een fchadubwe ihck Edelman - TPatdummckt unn niet. NBant fulcke on

wundelijcke liefdeloofigheydt fchtjmtufeifdaerbetoondt te hcßben eenfhaduwclijckt Euangelisch-man. CPfmepn

dy/dat ghnfonder Boederlijcke Wiefde meereen Christen/ danhyfounder vzomigheydt een Edel-man magh wesen JAeen voo2wacr/nietdiefehadubwe ofnacm/naer hetdingh ende wefen macckt den Deufche ecn Christen / ende Edel -

nan. Schijn ist uncestfonder wefen / ende weisen meet fander schmin/inde MDerelt. Hypocrijten zijndes MBereits leylighen : maer Peplighen zijn "s Wereldts Ilketteren. ASchanctu/foo erntelijck/dat ghy een Christenfähijnende/

datnietenzijt : Als ghn themfchamperlyck verweet / dat hp/die een Edelmanfchint/dat nieten ist. WDant van

ufelve kontipt/maer van hemmooghdytmietfeeckerzijn. Bevindthy nudeuru hatclijck verwijt infich/dat hp geen

recht Edel-nanenis: foomoghenhem uwe onbefchepden berispinghendooz Godes konst / nictdoozu beschepden heydt/nutztjn: Endebevindtghy/doo, dit münernfigh vermaen/datghp/gheenrecht Christen enzyt/foofalludit

mynfähivenoocknutzen. Lianhpinde waerheydtver

staendiatdiedralder-edelsteis/dieuptdalder-edelfe/oudt ste/beste/endemoghcnfteis ghebooxen/t welck Godt ig:fo falhp beghecrlijck zijnde on recht Edelte worden / het middelon upt Godtghcboozente worden./ tr weten/ her Toau, /12, aemeinen Christiinden gheloove/bovenalbenaerftighen/ endein Christofekerlijck verwerven / ende daneen waer JWat,5/45.

achtigh Edelman wefen. Piondtghp oock verstaen/dat die Menscheeenreicht Christenist, die oock zijn vpanden (fwijghe anderen)upterhertenlicfheeft/ goedt wenfcht/

ende goedt doet: Sofuldptmeternstbevlytighen/ doot grondtlückaemmercken van degroote Tiefde / diede R" mo“

------- -


---

Brieven-boeck.

2 IT

hep moghende MajesteptGodstotoms/zin verdorbenfdiat

flen(noch vpandenwesende/betoomtheeft/daerime hp 3pnen eenighem Zoome voo2ons inden doodtheeftghe geven/enfutlicht/vermitszpme gemadein Christo/u vpan

den/Menschen uwesighelijckzijnde / upterherten kommen liefhebben / ende alsoo een waerachtigh-Christen wesen. TBit alles wertu/hem/ende allenmenschclughewenficht.

LXX. BRIEF.

Datmen't schelden overhemselve,alsanderen, ghe duldighlijckmoet hooren.

D#

IA. mp eenGodtloos Libertinnoemde / tez aen-hooen van veele vzoome lupden / maeck teu (faghpmpfchzijft) fotooznigh/dat ghphemfchel

devooeeneerloofen Kamen-fchender/fegt nubeste man/weetghpalfekerder/datick dieschand-namen miet/ danhpdatickseimmers waerdigbenvooz Gode? Bjonfte tot mp/maghfoowelu/als zynhate totmp/hem intooz deelverblinden.

Weligt waer/dat ghpint verantwooz

den eengoede/ende hp intfchelden van mp afwesende/een

quadefaecke hadt. 5Baer datahpufelveint vertoonen ommpnen willefulcks verarghde/dat ghptquade/"twelck

ghp waendempte gheschieden/met quaetendefchelden be fondtte verghelden / enkanick nietp2tzfen/maeris mp leedt. Sooistmede.TDathp fichaenmy vergript. Godt ghevehem kenniffe/vamfulcke zypne doolinghe/ugheduldt inthologen vanachterklap/al waertoock van ufelve/ ende alle achterspfooonschuldighen wandel

'

klar:


* D. V.Coornharts van

infichfelftefchande werden/ tothenlupderbete

TUmgye.

Van achter-clappen en faem-rooven te ontleeren.

DAltghy mp achter- ' lasterlijck fcheldet/weetickt ende#

dat ickfulckx/als mpullaster-tonghebe

fchildert Weet Godt/endeick : JNaerghpweet/dat ghp "tgheneghp mp na-zeght/mieten weet. JMBooghdy dan oockmietweten/datudie logen-geest desachter-claps be

heert. Solangegbpdienghehoofamelijck dient/mooghdp gheen dienaer Chzifizijn/noch in zijn Kijck kommen. TDit

fewetenist unut endenoodigh. MBantfo haetghpfuler inder waerhept weet/fuldpdienvalschengeeft vpantwo den/hemverlaten/endeswijghen/ofwel speecken van den

ghenendaer afghp mietguaets entweet. TDitfalu gonst maecken bp den Menschen/rusteinuwe conscientie/ ende berzoeningheibp Gode/alsยบ dooy die bware geeftder Lief den

wtuis verdzeven/devalschegheetdes haets. Paet.de fen Uwen vpandt in U/miet mp/u Bundt bupten u. Ende filt welldoen.

L XXI.


Brieven-boeck. L,XXI,

*

BRIE, F,

Vande ghenegentheyt der Menschelijckenatuyre, be #" enliefde,luft, en bljdschap goedtheyt,ende aligheydt,watdie is. Enofeenligh Mensch,Godt, Mensch, ofyetanders liever machhebben, dan fich felve.

Aen H. L. SPIEGEL,

-

En poedt/maerniet denfinuwes antwoodtglbe haeghtmp/umifhaeghtoock myn tafelken/ ghn laet mphetmine/endeick uhetuwegaerne behou den. Betminewederleghdp mietmetredene. IBaer

maeckt heel een anderwerck. TParmagh ick weder-leg ghen. Endefullen/onderverbeteringhe/detegen-stellin ghenoms bepidermepninghen verliehten / en den anderen

stichten. Alleredelijcke Menschenhebben (nopende Haeringhe planteghemeghenthepdt) eenfelvenature/ haerfonderop houdenaenpozrende totfaligheydt: dit aempogren werckt deblootenature alleenvanfelfs alleensin allemenschen/ welcke falighepdtmaghinalle menschen worden. Ende blickt mitfdien/dat gheneghenzhntotfalighept veelmin ig danfaligh, wozdenofwesen/endedat ditis mietdancla renature: 3.MaerdefefaligheptwercktGodtende 32ensch tefamennietalleens inalle/ maeralleenlyck infommighe

menschen: Welcker falighept moerindefe menschen wo den/endeblicktmitsdiendaffalich wordenende wesenveel meeris/damitotfaligheptgheneghente wesen/ende datdit igover-natupglĂźck/enverde bovennatup. T9d 2

Alle


*

D. V. COOrnharts

Allegoethepdt (fegdp)ig beter dan’tmiddel/ hetvinden beter dan'tfoecken/endehethebben dan't belaghen. *. Baligheydt(dats luft/daermeninrust)uftepnde. Tot weicks verkrijghen/ofhebben/deughde het middelig.

*. Zois dann defalligheptbeter dandedeughde. Teghen . Talighepdtis Godtlijck / dats goedt/ofvan Godt stellinge. lijckeraerdt wecn/endenetdeluft/daermenin ruft / die eenghevolgh / ofghefellinne ist van de goedthepdt / als

defchijnvamt wesen: Anders vefondt-Godtsfalighepdt felfin zijn blpdtschap/ endemietinzingoedthepdt / men moftedanfoeckennadopperste blpdfchap/nietna d'opper ftegaedthepdt. STot verkrijginghe/van de welckedeugh

de het rechtemiddelis. . Bois dangoethepdt (nietfa lighepdt)bcterdam diedeughde. Ant

TPeugh.de teleeren/endetehanteren/ig arbept: Diemant

woorde. doet arbepdtomdesarbepts/

maer on des vooxfchzeven lust willen/diedes arbepdens epindeis in allen JlMenschen,

die deughdie leerenende hanteren.

Tegent.

All werdtdedcughdemietghelcerdtfonderdeffelfshan teren. Bo hanteertfe niemandt/dandiese recht kent: diese

rechtkendt/hceftelief WDatmenliefheeft / dat doctimen gaerneuptliefe/datmengaerne wt liefdedoet/valtlicht: MDatlicht valtoumdoen/valt geenarbepdt/maerheeft luft

totghefeifhap/alseennavolghter derdeughpen. Dienst hantierenhet middelis totgoedt 5jn/ endemidtfdien oock Uminder dan dathacrepude. Antw.

CBock zijn allermenschenwercken/goedt/quaedt/ofmid delbaer/'tquaedtfelveendoetniemandt danom des lusts bwillen / diehp dooz fulckdoten verhoopt.

Poe veel min

bepde d’anderen. Too doet dan niemandt eenlighwerckt des lustig willen/die hpfelf daer dooz waent tege

"n

-

Dat


Brieven-boeck.

215

Dat wareghefentaldus: Allewerckenderonwissemen. Anrw. fehcn/alstenonrechtenemndestreckende/zynquardt.Ergo oack alle der wijfe menschen werckenten rechtfepnde frec kende. TDits foo miet: JNaerdttig waer.

Allegorde wercken zijndacromgoedt/datzpftreckende

zijntothaeren rechten epnde/teweten totdegoedthept felf EU.de

totlufte-waert/goedthepdts ghevolgh of TDie

NACTE.

-

Item/alle wercken/dieniet quaedt/maer goedt/jae die

oock middelbaerztjn/streckentengoedenennde/namentliche degoede / als redenbovenluft volghen/deught uptliefde anteren/2c. TDemiddelbare/als eeten/dzincken/2c. Oma t Ilijfinferckeghefonthepdt totter Bielendienst teonder

houden: dus endoetmengheenmiddelbare/fwyghe goe de wercken am lusts/maeralleen omgoedthepdts willen. "Tghemedaer alle Menschen allehaer bwercken omdoen Tegenst, 3p bovenal / ende is alder Jaenschen opperfte

nen

goedt.

-

TDevolopfz. luftoffallighepdtistgheendaeralle menschen alle haer wercken omdoen. TDe vooß. uffaellighepdt ist dan aller JMenfchenop Perste goedt.

•. Devooß.goetheptself endemiethaerstaert-Joffrou/Antw. dcluft is defallghemdt/ofuptersteepnde/daerder wijfeof goede JTenfehen alle haer wercken oumdoen/die oockt alleen endemictd onwijfeluft-volgerg faligh, wozdenofzijn : die voo23.goedthemt/endegheenfung deluft/1H danalder wij fen opperftegoedt.

MDant alle JMenschenzünnatuerlijek gheneghen tot ong Tegenst hooghstegocdtaen Tijfen Bicle: Boudenu de JRenfch

daerteghendoen/alssichlatendooden/honger-lyden/zc. Omeens anderslevenofverzaedinghe : datmoght net

b. comen wtdes Menschelyckenatuere/ maerupt wat an derF datjeghende natuere trijdigh 3p / Ende guaedt. TDd 3 IMBarzt

-


*

D.V. COOrnharts

MDant devolofchzevennaturpreis goedt/ endeenmachniet frydentegen haerfelvs. Antw.

'-

b. Reen. Maeruptwijfhepdt/mietwesende natupre: die strydt welteghendenatum/ende istnochtansgoet/mĂźnder quaet voortbeste verkiefende.

T Ege nft. e. MBpfjnoockgheneghen totbeftherminghe oner kin hulp-behoeftighen/fulckr tedoen verlustight

''alle Dan OOcht

d. Maerisons enghenghevaerfoogroot/ ofgrooter alsthare/foweeghthetfwaerte altydt meest / ende dies maghendees geencontrarieheeten/alstrydenzpte.met. e. MBanthongherende veefe vooz traf of win-luft/zc. boffenelck oockvaken.

Anrw.

e. Riemandten hinckt vaneenanders zeer/ghevoeltzijn epghenhongher/ditsgheneghenthepdt fonderverstandts verkrjginge. JRaerwaenofbwetenbaert wiltotterkin deren of hulpe-behoevendenzijnfe goedt/ tothaervermie

ling zijnzip quaet. Hetlyfghevoelt beschermenslust niet. Immerslustiftepndemiet vanderkinderenbescherning: Raerderkinderen/zc. welztin. -

d. TDit weeghen van'tfwaerftegebaer is het verck niet vandeghemeghenthept/maer van't redelijck verstandt/dat

Heerschaptoverdeghemeghenthepdt: dees isaen-geboo ren/maert verstandt niet. Hier ist keur / gheenmoodt dbwanck/ende mitfdien deugh.de/gheenuatupre. Ghefonde

Sterckheydt/isrechtetensendedizinckenstepnde / niet de finao.de buynck-dienst. e. Tenzijngheen contrariendiet"famen vereenighen / of malcanderennevenfich moghenlijden/of blplven/ elck zijn

aerdtendewesen behoudende. 32aerdie nietconnenver

eenighen/deend'anderverdzijven/ ende van zyn wesenbe rooven. Hetpferdat vannaturenkoudtis/enlichteloos magh pfer eĂąt vper/welckrnatup heet endelichtig/mo ghentfamen vereenighen/ endehaerwefenelck

b: NEW


/

Brieven-boeck.

- -

217

Maeronmogelnick ist dat licht/enlichtelofhepdt ofdup sterniffe/hetten endekoudthept tfamen vereemighen/ofne ven maltanderen moghenblpven:maer datfijncontrarien/ died’eentegend ander frijdende/nietmogen tefamen blpven/maer deend'ander verdzijvenin wat fake het oockzip. Zoo verderven demoeders haer hunderkens/alg/zp die Upthongers natuplyckegenegenthepteeten/endevermie len/offelf verderven/"twelck het contrarieig vandiete be

-

fchermen.TBitverderben magh dannieteomen uptegheme ghenthepdt der natupren/maerupt wat anders/dat gheen natupgemis (anders most natupftrydentegendenatup2) mochtans machtigher dandevooxfcheven geneghenthept der natupren : WBant die wert verbvonnen van eenander.

Ditis waenofweten.Die gheenvanbepdendenmenschen aengebogen/endaeromgeem natupgen31jn/maer unachtiger dandie natup2.

Daertweestrijden/gheschiedt desverwinners wille/die Tegenst, isfarckerdandeverwonnene/geschiet dan impemant

dathp een ander lieverheeftdanfichfelf/daeris’tqua a. de sterckerdantgoede/te wetende goedenatupre.TDits

ongeschicktomfºggen.Allemenschen danfoeckenhaer

' falighepdt/endehebbenfichfelvelief/bovenallen (AMUENCEN. 2. MByfheydt (jazotheptdickmael)verwintdenatupe/int Antw honger-pyn/jadoodt willightelpden: Ergofercker zyn (dewijfhepdt) tg goedt/ergo beterdande krancke natup/ mietfo goet wefende. TBug ist beflupt valfch.

. Ghelijck waen vanzadttezyn / gheen natuplicke Tegen. hongheren magh verdplven: alfotenmagh oock tverstamt der Tiefden/gheennatupplijckeghemegenthept tot. epghen

welzijnende falighept verdzijven. Waetonstvolckfelf vagen/endefegghen: MDaeromlaetghptquade/ofzonde te docn CPm desstrafe verumpdinge.TDatis danomuweg

felfs rufte/fietfoisdieuwes voofchzevens latens: epnde/ ende nietdie Tiefde Godes/ofeenighermenschen. Also

---


* Antw.

D. V. COOrnharts

-. Also. IMAaer wijfhept latende des life ghenegenthept tot ghezonde sterckheydt blpven/ doethetswaerte meist

weghenende verkiesttermoodtderzielenboven des Tyfg ghezontheydt. Tegenft. b. Daeghtmen voots : Waerom doedp de deugh.deof

tgoede - Omdes loons lustighe verblpdinghe : dit ist danuepnde ofopperstegoedt/niet Godt of5 Mensch. TDit ig fulcks inknechten ende Pupglinghen dieflaghveesen/

endeloonhopen/maer niet in Lefhebbers der deughden. MDacromlievendiededeughde Omdatzpgoedt/fchoon/ edel/ende hoogh-bwaerdighlig: Soudenzp datgoedt niet

gaernehebben. Ja. MDatmengaerme goedts hadde/dat verblpdtdenverkrĂźgherinthebben. Also: dat verblpden ist epnde/dat verblindenghenietfulck verkrijgher. TPat . verblpdenheefthpdanoock felf am zynfelfs willen/ende

en lief danoock de deughdemietom haer goedthept/maer omzyn verblpdens/datgom zynfelfS willen. Antw.

b. Also. Ende datbp ghebzeckvan kenniffe. e. Reen. Riethet verblpden/verfallendegoethepdts ber krijghen/maergoetztjn/isfelfs "tupterfte epnde.

Tegent.

IHeefthpooc Godtfelbelief/omdathp hemde deughden

endegoetheptgheeft/en uptghenadendeclachtighmacckt: MBieftet nietdathy Godtlieft/nict om Godeg/ ofom zijn goethepts/maeralleenlijck/endeepghentlijck omfijnfelfs vandefallighepdt/datis dannochalomzijnsfelfs

'

IllCN.

Antw.

TDitghefchietbp ghebzeck ban bwijfhepdt/diedegaben vooz beteroozdecltdandenghever.

Tegent. a. TDe JMAenfeh can gheehander hooghfe goet dooz 3in rede-necrmghmaken/als Godtindenature ghestelltheeft. b. Petupterstedaerelerdings genepgthept to c-streckt/ Aller deffelfsopperstegoedt.


Brieven-boeck.

2 I9

". Aller menschenghenegenthemdens vermoegingstrecken

totrustigheverluftingzijnder Tielen : die is dauzin d. falighepidt einde opperstegoed. a, TDemenfchcandoo rede-nering verstaen/lieben / ende Antw. ghenieten intbwo3dcn cndefjn: dacr hp onbwetende tote isgheneghcn. Godt heeft indenatupreghefcltnoghclickheydt omte -

-

- -

verkrijghen/maer nicthct hebben van't hoogfegoct.. 't Hebben isbeter dan’t verkrijghen. Niemandtig ghe

b. neghenom te verkryghen'tgheen hp heeft/ergo "theb ben/alg bwcfende

'' epllde/1A beter dann

degheneghenthcpt/volghens ueerstefegghen. *. Wat Goatheftighefteltindenatup:/is Godes wert. Riet Godtfelfide werck-manis beterdanfynwerck / die is danbeterepnde danfünftelfelinde natupre. Tiedem/en niet dieblindeghemegenthcpt maghdie leeren kennen. Ergo

maghrede-nering beterepnde (nietnaken/maer) voogoo

' stellen / dan tgunt van Bode in denatup2ig ghe eIDt.

-

c. TDegheheele ende vollkommen Bon aller goederent/ig

' danfjnonvolkomendeelen/ende upt-vlietended up Pelkens.

MDan der menschelicke ruftighe verluftinghein der Zie len/ig Godtdegheheele ende vollkommen Bone. Ergo/be TET,

.. Godtfelfendemietdes menschen faligheydt / is des menschenopperstegoedt. Ditleerdt demenfchekennenen ghenieten/mietdoo2 die blindeghemeghentheydt in's men fchennatupgghefteldt/maerdooz middelvan’s menschen

rede-neringe/dats doo2 t.ghebzupck vanfzuredcn ende die " Godthyckegaven.

sentiert van Tichaem baerdt de Ziele een rustighe Tegenst Eg

Reeu

-


* D.V. Coornharts Antw.

Reen. Deelghesondenvan Tichameleveninverdieti gheonruft.

Tegent.

-

Alle natuerlicke vermoeging ende vermakelirkhepdt der upterlicke vpffinnen/barende Ziele rustigheluft.

Antº.

Reen. Derkinder-eetters lichaeme maghinhonghers berfadinge luftghevoclen middem in d’ellendighe treurig “Hepthaerder Bielen.

Tegent.

TDie Zielebphaerfelfepghentlijckgheneghenztjnde tot bweten/wert noch meer verlustightdooz't bekommen / ende aen-bwas vanbwetenfhap.

Antw.

Peele krijghen omrufligh bozoeghen dooz weitens aen

was. Ergo/infichfelf nochnoodtlycknoch waerachtigh. Tegent.

Infamgheneghenflintot rustighelufton erzielen./daer allede deughden middelen tole Zijn/foofchijnen wp tot alle

deughtte bejaghenghencghen/op dat wp rustigheluft het upterteepndemoghtenghenieten. Antw.

Reen. Gheneghenzündetotwaerhepdtsweten(diedan noodtlyckmoetbaren Tiefdedesighewetengoedts) ghe zupicken wp de deughden/intetomlufts willen / naerom datbckende goedt ghelrijckte worden./dats Godtlijck. Per

goede/ofdiegoedtis/foecktnimmermeerzijnepgen/maer eens anders mut: MDantdienu algdedtig/maghnietgoet

wordenende woldtalitydt verfeltmette ruftighe ein lustige falghepr : dus ist die eenghevolgh/maermietfelfhetepn devant 5 Menschelyckedoen, "twelckgoedtzynis"tepn de

dangoedthepdt / niet goedthepdts epnde lustighe

TUI.

Tegenst *. Alwatghefchapenis/datis ghenepghtfjnhepltebe

naertighen. Jisnude menschoockghenepghtpetan ... dersbovenfichte lieben / endenietzin ersten: A


Brieven-boeck.

221

diengmuttefoecken/ vaeck totflinfelfs quets / foo Exemp. fhijnt(hierin)de natuprte ftrijden/ twelck gheenfins Regulus

*. zijnmagh. Souhet epnde vande Licfdewelfijndeghe- “na liefdefchoonheptte ghenieten / endedaerin/als oock

int liefheben rüstigheluft tevinden : Too waerin allenghcbalfalighepdt noch hct Upterste epnde.

Also. smaerder menschenhepl/is verkringing hebben/Antw. endeghenieten/vant untersteepnde zynsghenegenthepts: dats goedt/of Godtijck fjn/ende niet luft.

is

ück,

/ endebehup

mildt .. TDitgoedt wesen Peerl / miet bedelachtig h / behoeftigh / epghenfoecke ' Ü

-

TDe Godtlijcke geeft/maerontfaugt nietvanmenschen, ditghevenmeerdertfjn schatten./datsverde vanminderen als dann die gaefrijckte Tiefde in haer minder goedtfchaede htjdtint vergrooten vanander Tupdenmeerder goedt: dit ist foo luttelstrydighteghende natupr: als daer pemant willenglijflijckelutont beerdtom verstandt/ende deur dat

des ghemoedtsgoetheptte bekommen. Tbegheeren wilfelfghenieten/Tiefdewillaetenghenie ten/begheerte heefighebzeck liefdeovervloept/begheerte treckt totfich/liefdegheeft banfüch/begheerte wilhebben/

liefde wilfchencken. Begheerteuoch niet goedt wesende/ wil goedt worden : Tiefde goedt wesende/helpt anderen tot goedt-wozdinge.

-

Begheerteiseen verlanghende intocht des hertentotep ghennut : Diefde eenghenoegheltjcke upt-vliet des her

ten/tot des anders mutstreckende. eerwaerts/ dieopden Begheerte fietopwaerts/Tiefdew gaef rücken Godt/ maer Wiefdeopdenhulp-behoevenden -

mensche/begeerte strecttotgenoegte, liefdeisingenoegte/ begeerteig altptarm/liefdealtpt rijck/begeerteisepgen foeckelyck, liefdefoecktmiethaerfelfs/maereens anders/ EC 2

begeer


D. V. Coornharts begheertefoeckt hulp/enomtfangt : Tiefdevilhelpen/en geeft blpdelijk/begeerg will met Gadcen worden/deltefde is met Bodt cen: wtfein rendsluftigcherts-toghte/om die geliefe schoonheytte gemieten/en omnac machtint goede "tghellefoe teghelieven. J. s als ecnovervloepende back onderdie Fonteynevoo anderen over loopende/of als esn

volwaffenvzucht-dzaghende boom/beglycertet seien leghe back/eneen jonck fchaotgen dat voedtfeltot wafdion voog fichfelfallcen bchoeft/zc. d. Also: ditsniet ruftighelust/maerdeffelfs Fontepn/ dats goedt of Godlijck zijn. . .

Tegent.

Jafelfhet endeder Tiefe Gadts tot onsfähijnt niet

a.omons bovenschlicfte hebben: maer felfint liefhebben h. ishy falighfofaudeunededie Tiefdetotgoedthcpdtong º,falighen/ende falligheydt baren.

Antw.

... Hetepndeder Tiefden Godtgºtotous/iskong zijngaet hepatmette declen/mietom pctvamong tontfamghen. TDe Schepfelen behocvenztjn/nicthin den Schopfelen / Omnia dat Dominus, &c. iHp was alleeuwighgoetcnde volmaeckt

alisthemeenlust dat wyzyms goetheps ghenieten/instin ghehoozsaemhept: "Tishemnict minder lust / dat wpfe

dervenin onewcderspannigheydt / treais (nacghemeen“

wpfe vanfpeken) barmhertaghe Tiefde/ "tander/recht vaerdighe billichhept bcpde zijufe evengoedt.

MDclicke

goetheptaltjdtluft totghesellschapheeft. demenfehlintli . Soo Tiefd estreiscktoock “l iefen

CN

ali , TPeeF faligh -

". Liefdetotde goedtheptisalfaligh/maerbegheerte tot

gaedtheptbodert totfaltghepr, Tiefdeheeft begheerte bejaeght/ende verkrüght degoe dthept. beef, -

Nemo


Brieven-boeck.

223

Nemo naturam fervans Deo contraire conatur.

GPnsepghenheplibovenalbenaerftighende(daer wp toe

'' zijn vannaturen) moghen wp dan niet teghen Odt DOCM. -

Alfoo: pic Godesfchicking ghchoofaem: fo, weildie Antw. niet goedtztjnde/dooz waere middelen begheerdt ende be

naerfight goedtte worden./dats Godtlijck/endealfoozyn hepitefoecken : als die ghenedienu alGodtlijckig/miet enbegheert Godtlijckte wozden/maerdoofyn Godlijcke

aerdt anderennavermogenoock daertoete vorderen. Die arm tsfoecktrijekdom/dieryck is/foeckt anderenrĂźckte maken. Cebesfalighen vanden Berghcomende/foecken miethaer hepl/datzpalhebben/maerderverdooldenhepl/ die3p foceken/maer noch nieten hebben.

Bietmeerint 3. 4. en 5. ghefpeck van des Opperste goedtsna-spooxinghe/weler verkrhigende overvloepende Fontepneons allen wilgheven. Amen.


D.V. Coornharts

-

LX XII.

BRIEF.

van de Levens der Menschen, mer,teghen, of boven Natuyre. Dat Lijfen Zielgheneghenfijn tot heyl: endaer toe comt, door waerheyts kenniffe.

-

Terzievp (vumdeickeSpiegel) optkottemtin mepninghen verclaerdt/ vanone wanderpaet/ fonder alle bewig/omeerftte vernemen / ofghp

daerpetjegheng hebt. Jimdienja/dat fährtiftmp “ over. "Ick wilt weghen. TPegrondt houde ick sprecht/ maerboantuteghen-fpaecke veel maelen mijn fegghente

meerghebwapentvootte kommenheeft veroofaeckt: Zoo hebbeickditwerck ( ick houde de kenniffe defelfs noo dtghende nut) onghemaeckt ghelaten / totdatghpmpu firmefulthebbenghefcheven/diebpu hierop macß

:

UN

TDeg


ass Brieven-boeck. ( Af, “ fehou-

fRa

Lijfs ghes megenthept toondt (ich

('

'

endeon-lban

moosel/

Net

Am dat terfondtna

idee" wt

Upfen | derboote Ziele ZDaer der

|

inghe-|

'j Ug EN TO

-

“ "…'' ofte- # ' " ": se Waen.

Bo.

je

'' U. * Jan Bielej

Beter Edats -

-

da) zuve "N„ „] (redclinch Latende tquade, Upt ä z" D

-

Uven

' „Er

Plie- (meest) - (Tüve")

TDE UNO-

-

Zielen niet

DEN

er glye-)V.TDoendetgo hope vanloon.

O

denghdelijek bermitg waers -

bepts kenniffe begeerende ende hanteerende de deugh.de met

vzeughden om

---

JOEdt Le kuerde. -

ijck: wtfupve Tiefdie re Tiefde/

zoeckende zins maefté/mietmeer epgennut. -

-


*

D. V. Coornharts

TDitheb ick nochhiert'ubvenbesten moetenfeggen van't woodtbovennatupre/ofover-natuerlijek. Salmen mu vzuchthopen/menmoetmeerder Schziftunrem stylvolgen dan onfe goedt-duncken; CBock vollghemdc.goede menschen

meer Godefelvedanfjn Schepflen ja meerdan haerfeive ofhaer natupre.

Godt 1gibcterdaufhin Schepfelen/ende

mitfdicnoock beterdan hacrnatitpre. Tp leven danbo ven natupre / dus is haerlevenoock beter damit levender ghefchapen natupre / Want het 1s mietunker als vooz Aa tuerlijck van aerdt/maer over-natuprijck, Hepligh/ende Godtlijck.

-

IHzen kanndoomifzupick onder denattparkomen/ ende als paerden ende nuplen worden die men toolnen moet:

MDaeronmietdootghebunck/der Godtlyckegaven/daer boven als recht-finnighe ende deughdelijeke JAenschen Ofdichaerfelftoncloosleeden 2 Bfghceft cenfelvena tup van felfin den leplighen JMenschen/fernderhaertoe

doen/alwatterinhaer goedts wozdet - Ofghecftdie oock indenboofen/fonderhaer toedocn/ alwatter quaedts m haer wozdt - Ghp bekendtbepde neen. Ende wilt noch immers binnen denatup2blyven. TDe boofen vervallen doo: haerversupmonder : Ende degoedenryfen doo ha reachtmeminghe/ende welghcbzupck van Godesgaeven/ boveude bloote natupre. JMcrekt: de rechtvaerdighept

is eenqualitas(ofhoedianighept)die wogt natuprijck voot ghebachtvandeghemeghcnthept/ofniet/ig"teerte/fofijn

alle JMenschenrechtvaerdigh / dat's niet / "tig daneen ander/teweten/Godtende Mensch / die vermogheninde natupre/dat 3pfelvenieten vermagh. Ergo / bovenna tUpr/en ober-natuerlijck. TDe waerfähijnlickhept der preuckenNaturamfequere,&c.

(fegdp)doctudiehoog acht. Lieve wacromfwijgdmmpte verclaeren/ofdenatuprefelf/danofdemakerende Schep per der naturmren Godt is. MDant ick had ughev2aeght

ofghpbpdenatupr Godtfelf: Ofallderdinghenenghen aerdt ende kracht van Godehen ingheghcven verstondt/

veele Hepdenen hebben bp "twoodt : JNatupre Godtfelf ghEs


Brieven-boeck. gheulepnt /

227

' "toock fot ich willmetude Naturere

weten den Scheppervoighen : JAaerhoutghpdat den

tup van Bodtgeschapenis/foo willich lieverde Schep perfevedanzum Schepselvolghen. Pandescuonderscheint pgeeckt mim/vandesefwegtulaette Bief. Teght doch Bolgt ghyniet Godt/maeralleenlyedenatuprematureferat „. ick/dieniet anders en vermag./dante bejagen/ofte vliedern (nieteens anders/maerallcenhaer epgé)baetoffhadethnis sultghy mogen vzuntflin/ofliefhebben damuselve Wildn felffulckevzunden hebbene zelfooc vvogfulck vuntgeacht zijn Ick kantu ( met myn hart ) niettoe betrouwen. Bolghtfulcke vzundtschap mietuptuepghenfehzy venende die preucken - IAynreden moetdattoe-stemmen. Eirt bzundt/waerghpufelftelckensime verwertdoozaf-keer rensfehziftuerlijcken/ghemcencn/ende met reden overeen stemmenden woodes. Hierhtevzumtschap befact in tief de (nietin begheerte) diehaer van vzundt willatenghemie

ten/maer nietenfoeckt van vzumdtte ghenieten endeheeft haeroofpongeerft uyt blindeghemiegenthepdt / die mit bovenhaerfelfs nutkamfoerken/ dacrzpnatuprijtkig, endeblüfttothaerfälfghekeert metepghen Tiefdes totdat warekemuffe vanovernatuprijck goedt: als deugh.de effi

deffelfs Bozne;Godt;dathaer kennelnick ghewo;denztjn defulck goedt inden vzundt/als haerfelve/endein den oo fpzonckelijcken Bon/ bovenhaerfelve / ende allenupt bloeden doet lievcn/fondiereenighepgheng hefoerk.

IAopendedeverkiefeltjckedingthen zijn win't ghenoegh faemeeng: Als die gheschiedenfonder aenhanghdeg her ten/footinoing fehzijvenvoo2 definigaenghewesen. JNaerghn spint al u verck uyte gheneghemthepdtder -

natupren/endeweder-speeckt hetkomenbovendenatup re. JAuig waerdat natuprenieten trijdtteghenheurfel ven/datsteghennatupre. TDes Thfs gheneghenthepdt

totdeffelfsheplignatupr : Als dat willighomgherech tighepts wille/ofandersintverderven werdtghegheven:

Toisdaerpetdatteghendes Tyfs uaturpreistryder: doet ditdegheneghenthepdt der

z

die oock natupr

' T


*

D.V. Coornharts

stridt denatupsteghenbaer feif. Ditisfoniet. Ergot isteen ander/diedardoet/ engheen natupreenis. MBies Godt/ en des menschenverstandighepdt / die gheenna tup2en zijn. -

Besiensche is een welghemaeckt SchepselGodes/ maertertontmazinghebootemietvolmaechtin Tyf noch 2-Ziele : ZMBant

' jck het Mitindekens Tichaelm vanledern

een welghemaeckt kindekenzijnde/derhalvengheen vol waffenmamenisingroothentenkrachtet Alfooenig zijn Biele ten eersten niet vollkommen in versandtenkrachte:

Maerdanist Tichaemvollkomen / altinghezonthepdt heeft berepckthetuptersteepnde züns waffens ingroot hepdten krachte / daertoe hetis gheneghen/ blplvende dan vootsgheenandergheneghenthepdt/danomfulcks teonderhouden / foo veeledenatupre des vermaghin den

mensche:fomedede Zieleals zy berepcktheeft d'upterste

verstand tende krachte/daertoezpisgheneghen. In Zielen Tijfbestaet demenfeh/ elckheeftfijnghene ghenthepdt / freckende totelcks vollkommenheydt ende

'

/ endcaf-keerighepdt van 't gut daer te

gyem US.

MDantdenatuprijckeghemeghenthepdt tothaerupterste

epndegbekomenzünde/hout op/ende rustvan fichvorder telstrecken/so wellin Bieleals in Tijf: Ende staettemer ken/dat bepidedie ghemeghenthepden voof. te weten des Tijfs/endeder Zielen/felf nietenzijndes Tjfe, noch oock

der Zielen vollkomengoedtheydt/maerdaer toeaenpopren elck intzyme. Gheenvandefenmagh vanfelfpetjegen ofboven31jnnatup. „Maermoetenmoodtlijck altjtende

inallenmenschen epghenheilvoighen / endezinverderf vlieden: als die Dis’t watervolghen/ endet Ländt vlie den moet/ende Bierenter contrarie/zc. TPeghenegenthept in Zielen Tichaem zijnoock bepdefonderkenniffe. Hoe

weldeen/namentlichder Zielengheneghenthepdttotken niffe/ofwerenfhappenatupplijckenaenpodt: Hochzpen fühnsock gheen vanbepdendeughden, als aenghebooz.cn/ A

mietverhoo.enwesende. Immers/zpensijnoorl n: ( -


Brieven-boeck.

*

fälfsbande goedendingden/ die menniet/maeronder den middelbarendingen/die men welmagh mifbzupcken,

Saaerder Zielengheneghenthept tot weten streckthaer bzupicken : maer dat verkreghenfjndel des Wpfs ghene totverkrpghinghe vantgoede darmenmietenmagh mit

ghenthept (nochter doodttoe streckende / tot onderhoudt Wandeglichaems.goedthept/ofghefonthepdt recht moeten

upckten. ghebz TDitig wijfhept/verfälfthapt metalleanderedeughden/ bestaendeineen vollbwaffen dacdt-vaerdighepdt (ofhabitus)

vanhaereyghentlijcke aerdt/ofnatupre. Befe wijfhept datwarekenuniffeis van Godlücke en Demichelijcke faet ken: Ältendtdandes Scheppers goedtheptschoonder/be ter/endeeelder dandes menschen / upt die Fontepne alre

goedeugevloten weisende. MBelckegoethept komende inden mensche/dooz t middel van waerheitskenmiffe vermengt haermetder Bielengtheneghemthept, die blindelingh nae’t goedestreckt./daer upt noodstfaeckeltjckt werdt ghebooyen die Tiefde tothetopperste oftebestückende goedt. K2uig de TiefdevoofhebenGodlijck/endemietnatuer

lijck/als gevlotenwesende uptde Godtlihcke goetheptinde natuerlickeghemegenthept der Zielen voofheben/door’t middellvandekemiffe (diemieten woldtaengebozen) ver beeldet in het ghefichte derghetupverderziele. Ende ist der Tiefdenaerdt/dat 3p den Tiefhebber methetgheliefde

vereenight/alfo.zydaer toeis gheneghen/endevoozdat die Tief hebbermethetgheliefde vereenlight3 jn/mieten magh ruften.

Defe vereeniginghe der ZielenmetGode/ maerkt dooz Godt/datsdoo goedtheydts verkrijginghe den Mensche felfgoedt. Hinbwelckeghemeghenthepdtg" bejaeginghe de JRenfthe noch fjnopperstegoedtnae-spoo/dt / omdeur goedthepdts verkrijghingheint goedefelfgoedt te wog DEN. -

-

-

If 2

Z-Waer


23O

D.

V. Coornharts

3. Maerdat ghebworden zijnde/is die gheneghenthepdtder

Tiefden omgoedtte worden/tothaeruptersteepnde geko unen/werckt/noch bejaeght niet uncer / unaerrustom haer

epinde/dats goedt Wefen.

Danhebbendeendez inde alles datdes ghenegenthepts endebegheertens upterteepnde was/enmagh't geenmen heeft/endenualis / vanftlck menschnietmeer bejaeght/ noch begheert worden/voo2flichfelve/foo wepnighalseen back onder denupt-vloedt van een eeuwigh uptvlietende

bozne/staende/ endetot over-loopens toe over vollzijnde/ eenighwatermeermagh behoeven ofbeghecren vooy sich felfomvolte zijn / naer noetaltijdtdoo de vereenigin ghe metten voofheven Bogne upt-vlieten vooz ande TCU/2c.

LX X II I.

5 69. «Gack,

BR I E F.

Vandroefheydt overzijnfelßzonden. En ofdevol wafen Christenen nochaltijt droevigh moetenzijn, over ander Luydenzonden. Mierde Pundt/volghendeubegheeren/endemine beloften/fchzyveick uhier/onderverbeteringhe

van verstandigher/mijnghevoelcn vande doef hept. TDie is een verstoolinghe deggheimo.cdts

doozeemighteghenwoodighgheweten ofgewaent quaer.

ABp is quaedt of goedt. GMuaedt ist alledzoefheydt die in den Menscheis/overmitsdat Godts willeghefchiedt. ÄRaer3piggoedt/alp 3p inden Jaenscheis/

ve: QIC

-

-


Brieven-boeck.

*

Godegraedtuietenghefchiet indenmenscheflf/ofinan anderen. „Hoodalnighe goededzoefhepdtiz. Um allen recht boetvaerdigen Zondarell/over haer enghen/ ende ooclt over

ander Wupden zonden. TDefe menschen werden van den

Heeresalighghemoemt/nietals ofdoevigh fünfelvefaltg»: ware/maeroundatzp den menschctotfaligheydt vo;derlijc '“ is/als die daerinne veroofacckt een hatte tegen hetfimmert barende quade/een aflatinge van't quade/ende het verkrü

' des goedts/welcks ghemietinghefalghepdtistende Ipdtfhappe. Endenademael tquade/ofdezon.de dieeeni gheaofaeckeis van alle dacfhepdt/foomoetenmoodtlijckt

alledienoch zondighend-Navigh zijn/ hetzp dau willens/

d'welchfalighept ofonwilleng/'t welckonialighept ver oofaeckt. IMAacrenmoghenwederoumme oockmietmeer docvigh zijnoverhaerfelfs zouden/die mietmeerenzondi ghen.

ant daer cenighdings oofaecke verdwccuemis/

en magh hetdinck nict zucer werfen.

-

Beroerendenuhctdoeven overdes JMaesten zomden/ig

omnoghclych datpcmandt recht ' Inlagh)ZÜn / on zijnen Maestens overtriedinghen/dle noch over3ijneyghen Zondleunietinder waerhept docvigh cnis. JT2aer die dit

is/maghoock / jaemoctom zyn Haefells zondenterecht d;oevighfijn/ende anders niemanbt. Ick fegghe anderg niemandt ghennerclátick ghcloove datter Muenfelsen unagen zijn opter aerden/die(foamuen van Tacharia/Elizabeth/

ende unter anderen leeft) doo, Gods ghenadeterechtma ghenghchoo2faem zijn. Ofnu defe inhacrenghemoede osckverfoomiffelpden/doo ander Lupdeumidaden ist eengroote questic/die-ouslupden(moghelück nochnietver deghemoegh in Christo opghewaffen zünde ) welonmut mach wefem/jafchadclijck/als die onledich zijndeint weet« -

-

gierighonderfoeck watdemannendoen, dieden volcomen ouderdomme Christiberepichthebben / daerdoo: dewyle berflupmente doenc t gunt ong liiuderkeug in Christo /

noch betaemttedocme. TDoch oun wathier aftefchijven/ foo weet dat degheme/diedaerfegghen/dat devolwaffen Chifenen noch altpdt treuren

e

er lupder son 3

8


* D.V. Coornharts devppheptindefen eenbalsche vxpheytnoemen/fo.de dupt

fche Theologus oockdoet. Degghende / dat3ptomrecht hierunder tpdtwillenzin als Christus was naede verrij

femiffe. MDant (septhp)hetalder edelste/ende Godt-ghe hoofaemstelevendatopt was/ofwerdenfalop aerden/is ghcweeft in Ehisto / die is doevigh ghetweeft over an

der Lupderzonden. Ghemerkt hp selve gheen zonden en hadde.

Wie magh danterecht een Chziften zijn/fon

der overzijns Raetenzondentebedroeven. Andzehier teghenghevoelende. Bekemengaermedat hetleven Christi/hetalder-volkomente/jaallcenrecht vol komen/endlegantfchfonderzondeis. JRaer daer bp feg

ghenzpmede/dat deduptfche Theologus hierfepltinton derchepdt. MDant hp houdt well dat de Christensen fche hierin dertpdt in der kracht Christi / de 3onde voll

kamentlißck ferft.

Naer rechts offulck ghettoven

IMenscheoockhier inder tpdtmet Christodooz finleven dighekrachtnieten verrees waerachtelijck / pzeeckt de

Theologus voogschzeven (zegghendefe) daerinneonbe fcheydelick/datulcks hierindertpdtghefchiedende/ghe fchiedensoude moeten/anders dann Christo / te wetten/

vooy deverryfemiffe. MBant(fegghendefe Wunden)hetis onmoghelijck dat een recht Christen mietfoudebedy.oeven

overfünfelfs3onde (fwinghe ander Wupder)foolanghehp derzondenwerckinghe noch levendigh in hem bevoeldt/ t welckghefchiedtinallenChristenen / dienoch nietdoo, ghestreden/endede Zondenoch nietgheheelghettoven zijn.

Maerwantde Peplighen / daer defe doo-Rrpdinghe endedoodtterecht imeisighefchiedt/ foodatzpnetghe lyckendoodt Christi/Christo ingheplant, endebovendien noch in endemet Christs verrefenzyn / foodatzmmuniet meerenleven maer Christus inhen-lieden / ende midts dien haere wandelinghe hebben in den Hemel / foo en is fulcke ondaeflickhepdtinhen-lupden/niet voo/maer naede verrpfniffe / te weten / dieerste / daer inne sich

#IL.meldetdeonbefchepdenhepdt vandenduptschen Theo -

-

-

-

- - -

a:“ ---

Also


Brieven-boeck.

2,33

Alsoofegghen defe Tupden/ghel端ckinChziftonunaede verr端feniffe gheendzoef heydt altoos meerenis/datalfoo mede inde Tidtmaten Christi/diemetharenhoofde verre fen31jn/gheen doefhepdt meer enig. Overmidts oockt

In de plaetse / daer3p nuwandelen / dats in den Pemeler, foo luttel

#hepdtgemagh wesen/als inder Hellenbipd

fchap magh zijn.

GPockmedeis het Rijcke Godes rechtvaerdighept/vze aam. 14

de/ende blpdtschappeinden H. Gheet. Dit H端cke Godes en vaert mietupt endeinfodanighen --

-

Tidt-maten Christi/maerbl端fft stadelijcken in henlupden. Ende wantblpdtschappeendedzoefhepdtgheheel strydi

ghefaecken zijn/ istfoonmoghelijckdatzp. bepdeteffens in eenmeufchefoudenmoghenwesen / als lichtendedup sternfeineenluchte. TDefe redenen/ met veelmeer andere benghenfommighe daer teghcnvoot / die den verfochtengoetfchtjnen/ maer demonverfochten quaedt ende ergherlijck. MDant defe alle anderen / nae henlupderhertelende staet -

-

meten / ende allesvoor valchhouden / datzp-lupden in hen mieten konnenbevinden / rechts of3p-lupden mutal wareghekommen op talder-hooghfte.

TDit is welleen van devolonnemeliertebaer-moeder ban die argherniffen/voo2 defenfo vermetcleals onbekendeber

waenthepdt/endeomrijpenoodeelhebbenftch alleGodts v2uchtighe aucCftelijck te Wachten.

Daerhebdynuhet vollbpenghen mijnderbelaftenbzunt lijcke P. dunckeruwattedupfter/dat wilt niet my wift ten/maeruflve, die vanfoodanighen wichtigheufaeeke een kot Schriftbegheerde. TDebarmhertighe Gadt tooneons one epghen3onden/ (oo claer endefwaer/ dat wp daer recht dzoevigh over moghen werden / defelvemoghenhaten / ende defelve

te recht moghen verlaeten met dzoefhepdt met al. WPant


* 4oaut. 16.

D. V. Coornharts

MDant nadepthnlycke gheboote werdtbebonden deblpdt fchappe / die vollkoments/ende van niemandenghenomen

magh werden. Defe blpdtschappegome die lieve Godt

' goedt-zertighen/endeoockudienst-willigen inden ELTE.

L XXIV. BRIEF.

Disputerensnut: Alfoo de Lands-leeremagh doolen: Ofyemandt met goeder confientien magh fwjghen,grovedoolinghen, die hy vermagh aente wijfen.

H

Et is ontwijfeltzek waermijn vyundtlĂźckte WB... datickinlanghenieten hebghefchzeven/eenfideelze doo2 groote belemmeringhe van moepten / eenf deels deur mpnre Hupfbzouwen graote kranck

heydt/nochdoodtlijck(foot fehynt) gheduprende: CPockt eenfdeels doozdienis / mepnde u W. mijn bziebenaenons

bepder JM... oockghemeente zyn: JMaerbovenal/dooz dienickbwete datonfe vzundtfehapaleen beftendigergront

vest heeft/dandatzp dootschzyvenonderhouden/ofdoot

mietfähivenvermindertfoudemoghenwerden. Vanu W.graeflijcke giftehebbe ich in Cooper ghegra ven;die dank inminherte begraeven; wenfehende middel om die met woeckervoo u WL.tenoghen ontgraeven) ende

danckeunoch al(na gewoonte)maermetwooden/totdat ick middelfalhebben/woodenepndente docn worden, die peren legghen, -

-

"Tghe /


Brieven-boeck.

*

"Tgeboelderpartpdighenober wederzpdenbande aen faende disputatiequeldt noch verlustight mp niet vincar

veritas. Datde Tupdendiempjonfish fehynen/fegghen/ vandeonvzuchtbaerhept derdisputatien/machickniettoe stemmen. JRoghelyckdooz diennutinneufwyfhepdtgheen behaghenmachhebbeninharerechte wifhept. Maerhoezp. mp foudenamtbwooden en weet ick miet/

indten ick hen vzaeghdealfoo : Ist de Koomfche Teere recht Ackgheloove 3p neenfullenfegghen. Biefauden

wpnoch ghehadthebbenhadde Luther mietghedisputeert. Bagheick/is de Lutherische Teer van'tHachtmaelrecht Keen/fullenzpmogheltjck antwoorden. Daerinnefon denwp noch hadde Zwingel eerst/ende daer nae Calvin niet ghedisputeerdt / ende die Wereldt met Boeckenver

vuldt / voltwisten/laterensende scheiden. So hebben dandiedisputatien goedt ghedaenindeverbeteringhe van de Bleere/oock nampnerjonfighenberispers oodeelfelve.

Lieve/ofmensevoots vz.aeghden: Zytghpfeckerdatde ferGherefoxmeerde Leerein als recht ist : MDatfullenzp

dochfeckersfegghenidat ditgheen menschenzijn die do len/maerfelf@Boden/diemietdoolen entnoghen datfullen

zp lupdenfich well wachten. MBelaen: Taetonsnaerde faecketwifeltjck stellen / dat oock dooling in defe Leer maghfluppen/fo wellalleinder Apostelen Teerheeft mo ghendoen("twelckde TDelfthe Pedicantenfelfwelhebben moetenbekennen. Endenemendatick waerhepdt/ endezy dsolinghe hebben: Saldietond-makinghe vanfulckedoo Mingheoockpemandtmoghenfchaden! Reen. Taetnudie waerheptober heur/mietovermijn3pdefaen: mach deige

leerde waerheytvandeongheleerde loghenaenghevochteu zünde verdupfert worden Gheenfing / maerweldeste doozluchtigher blincken.

Maerveefeu defe wie Tupden/dattergeen epnde aen enfallvallenickfal"toockduchtenupt die wooden Christi

oockfelvetdathetmoodighis datterargerniffenzijn/maer» weedoo wien. MDat hebben fulckeftille-zitterg/henfelf- » leberS/endedanck-gheversduz teveefen / vooz een

'

-

P

anderF


r

-

-

-

-

-

-

-

-

*

-

-

-

-

-

D.V. Coornharts

andergmoepten - Hebbenzp noch wil / noch verstandt/ mochte vermoghen oum anderen inde vorderinghe tot de wacrhemtg naodighekenuniffenut tezijn : Ick hope dat zpt nietenbenpden/dathetdooz anderen ; demgepten ende

ondanck inden naeme Christighetrooftzijnde ; wettclyck ghefchiedt. Ofis aende kenniffe der waerheydt in Mieli

gionsfaken niet altoos ghelegen. IMaeroch ofdie wy fe Lupden (fazpinder waerhept inditftuck wyg waren/ "twerk zynmagh) mp hier afvuntlychtaenpaken/ende

fulckgonderrichteden datierkonde verstaen; datick met goeder conscientienteghen Gode/tcghen myn Baderlandt endeteghemmpneneven-naesten mochtefwjgen/ tot grove doolinghen/dieickfeendewete. Hoegaernefoudeick als

een Disch verstommen / endehenlupdenhondert Croonen voozdie konsultatienfchencken. Bitis waerachtigh. Bit feghtfoodanighen Tupden met ernst/ endeditbehooenzym

mpniettewengheren/fa3p vanfĂźlckhaerverstandtfecker zijn. Bo verde van defe fake/mpbovenalterhertengaen de. Boozdyangmpner tonscientie. Onmoghclijck ist my omgheloaven / dat doozhet Muris

studium, afbzeckfoudevallen indegoede konten. Bp R. en handeltnietmeerberoerende unyne Brieven / gh wcet wien/ende wat ick mepne. Danone Bendicts Beerfen bedanck ick hcm. Hebben anderen een vliegendt verstant/ ghp hebt (bovendat) een arbepdtfamehamt. TDanckt den Heeredubbeltfout/met voot-vareninfo uptghellefen be

gime/totuwes Maestenende Baderlandts ghewinne. Ghebicdt mpaen alle die vzunden bundtijck endienste

lijck aen dominum Lipsium,Plantinum,&c, metzjn lievegade

endeoock onsenjongen Ja... den Baderheblickonlancks ghefch2even. JPijn JAccltgen/Zieckter doodt/groct u. T. bzundtlz/jck. Vale. -

-

de-

-

-

--

-- -

--

LXXV.


Brieven-boeck.

*7

Lxxv. BRIEF.

. .

. . ."

Dat Testament maken,ende wech-gheven der goeden

nazijn doodt nietfoo Christelijckis,als dewylemen noch leeft, ende die heeft. -

-

--

.

-

- -- - - . ."

-

At ghy een Testament wilt maken buntlijcke R. fepdt mp u. Brief/diempraedt vzaeght/hoeghp t

-

- fultinaken am Poeeffen tevooz-komenonderuwe . . " Erfghenamen. Ditfuldyfeeckerlierste doen/fa

ghpdieninstiekost omdiemeesteniet enontsiet. Datis/ folghp gheendaelderen antiftet intraeds-pleghen (niet unct

ump/ofmtjns ghelijcke ongheleerde Rotarifen/maer)met gheleerdetende verfochte Liechts-verstandighen/omu Erf

ghenamen etljckehonderdtdaelders tedoenbefpaeren int anruftigh / maernietonkostelijck plepten. „Ick wyfeu

vanmpfelvetot verstandigherindefen danick,7daericht in fulcks felfraedt faudeghebzupcken als hen-lupdendaer innebetrouwendebovenimpfelbe. WBantelck verstaet beft

"tghenehp meestheeftbenaertightendeghehanteert. Ghe looft mp/hetonverfandt vanong Jotariffen / is het vet vande Ketel der Advocaten/Procureurs/en Soliciteurg. TPatzpmugheantwooytop dieeerste Dzaghe. , . ." Optetweede/namentlück/oftoock reichtig dat mente famentenmaerkt:foudeickgaernefwijgenom vand'Ad in dit fuck gheen Fietter ghefcholdente wer

ten

EM.

-

-

-

32aerickmoet mijnmeeningedaerop verclaeren/om bp umietbevepmitte schijnen. . Baeghtmeneen Liechts-verstandighe/oftoockrechtigt datpemandt bp Testament disponere van ander Wupden goedt, Hºpfalantwoodenmeen. Gg 2

Baeght


D. V. Coornharts

**

Paeght/ofdeghemedienietmeerter MBereldtemis/oock petepghengster Wereldt maghhebben. Reen/moethpfg ghen. Die ghettovenis/enheeftdannuetmeerepgens. Also. Hierupt volght/dataldiebpheur Testamentpe mandt Causa mortis, wat gheven/fulckegifte doenvaman

der Wupden goedt / daeraf3p onrechtelyck disponeren MDant solange alsthemepghen was hieldenzp"tgierigh lijck: maer nualsteen andersfalfyn/ ghevenzp't milde lijck. Omilde Wupden / diemieten gheven/damals zy't moetenlaten/alsthennietmeertoerhoot/maerbeure Erf ghenamen. Bietwatzpmethen inhaer doodt-kist wegh

bzaghenendeghpultheurepghendom verstaen/daerne menzpmiet/maermengeefhenlupden/niether beste/maer Hetoudtsteflaep-laken. Maghment oock gheveninoemen dat mennietlangher maghhoudein IMaghr mildtzepdt zyn/datmen eens anders goedt wegh fchemckt Bayelyjckt

neen. Seeftimuleven/ geefdevilghptmooghthouden ende hetunachtoebehoodt/datis damckg-waerdigh. Au lebende hologet u/"theeft tevooteneen andertoc-ücholozidt/ ende’tfalnaudoodteen andertoe-hoögen. So hetfpzeeck sº wosdelijcke Kümken welfept: Hetgoedtdatmutiertpdt

«ismyn: was eens anders endenochfalfijndaerftaet niet ...meertotempnenghebode / danick verteer/ende gheefom „.. O-JOBE.

Daerhebdp minooxdeel / ghedenckt Godesoodeel, ende diewoszden des Engels/die menmetdeenhandtop

waerdts/met d'andermeerwaerdtsschilderendealfooddet fpzeecken:

Datick

afis mijnsghebleven,

Dat ick hielt,heef mybegheven. waertwelendelaet die boog gaendekaerffelichten, –

-

- -

-

-

- T- -- - -- - -

-

-

-

/

- - - --

-

. - -

Lxxv1.


Brieven-boeck.

***

LX XVI. BRIEF.

Onderscheyt tuffchen Leeren,enghetuyghen, enof yemant zulcxmach doen,sonderfelfvol-leert tezijn, Aen PLANTYN. Et is mp onmoghelyckom ghelooven / dat ghp - | jonfighe Plantijn mp tot Haerlem vanfelfs aen ghefpokenfoudet hebben/foonietuliefdetotmp/

-

Ăźeven-mensche; daertoe en haddelghedonghen.

Ditmijn vermoeden/maeckt dat icku/der vzundtlyckhepte

halven/moet bedancken / foomer naeckte wooden voozu moepten vanufchzijven/doozmin begheeren/aen mp/ghe daen/alsmetrer daedtintverclaeren myngeghevoelens op. tfelveuwefchiventot uwerverbeteringhe (mietverbit

teringhe) also uvooz-ghemelde Liefde tot mp eenvatbe trouwenin mp baerdt dat u. E.'tfelve welfalt kommen ne menint goede.

Also antwoordeickert/datickwat anders verbracht hadde/dammpromtendeditovermitsfo ich merke, datur E. mijnmepninghenietrechten hebben verstaen geenon der schept makende (indefeubve Brief)tuffchenleeren ende

ghetupghen.

' leerenis alleenGodes/ naerhetghe

tupghen's menschen verck/ditlaette ist middelom tibe verfaeutsMaerteerstegeeft macht om'tgunt verstaen werdtte doen. Het leerenhebicknoptimijn da ghenomder wonden/maerhetghetupghenwel / ende dat

'

nochinfjn matete weten/noptalentenighebyfonderegthe mepnte/of als eenghezende van Bode/oock inspt ( mfinst weitens)fonder waerhepdt / ofboven mym verfandtende kenniffe/2c. Baeron alu-Brief gheheelimpertinensis/

-

of gamtschnietendienttoempnfakedatsdaer, Gg 3

KTeng


**

D.V. Coornharts

Tenanderen/ fieick u Biefhandelen vandpedinghen

voonenclijck / te weten / hoe de Weer-lingh / hole die Leeraer / cmde wat het middel moet Wefen / ofte In strument.

-

Belanghendede Teerlingh/weetmenwel datniemandt rechtghcleerdt en magh werden / dan die zyn zothepdt kennende, bevindthoe moodtgh hp bwijfheydt behoeft/ om

Godete ghchoo2faemen/om’t welcktedoenhp begeerlijckt den W9ader des Lichts om wijfhepdt kannbidden/ met haft

bctrouwen ende verkryghen. I-Naer want gheen ander menschenmagh weten wat inden mensche is / dan des

menschengheetfelve/fooghetupght een Christen upte al ghemepnewetdernatuprenvoog allen menschen in t ghe

mepnwaerheyt die niemandtschaedelijck / endepemandt mutmagh wesen/ t welckdandie voofch2even recht-leer

gierighebegheerltjckt alsgoedt aennememdealleenghenie ten/maerdie zotten endeepghen-wyfenniet. - -

.

. .

Soo veelenndeghetumghen (bpu Teeraers ghenoemt) aen-gaet/waerweltewenschen/datzptfelfalwisten/ende midtsdien merghens inmoghtendoolen. Maerwanthet gheenmenschhieralmagh weten / datisfelfGodt wesen (alsoodis al-wetenhemdteeneyghenschappe Godesis)foa

duncktmp datdit ufegghen alle vermaen / ghetupghen/ endeonderwijfen weghfoudemoeten nennen/als niemandt

fulcksfoudemoghendocn/ten waerhpfelffoo vol-leerdt waere/dataenhemnietmeerte leerenenis. JMaerhou de daerteghendatelck fchuldighende verbotnden is / 3p

mendoolenden Raetentebetupghen tgundthp derhalven feeckeris: Exempligratia - bp ghelijckonis. Reemt dat ickincenscholezp/daer verschepden Claffes zijn/te weten/

daermenleert A.B.C.fpelden/lesen/Gammaaticam/Lie thoxicam/TDialecticam/Poesie/ende Guecks : Ende ickt

noch erst fitteindeleeringhevan de Grammatica / sonder Hoogherghekomentezin / dandatick nu welkau

'

-

--

-

-

-

r


Brieven-boeck.

24f

endemijn Declinationes/Conjungationes kam. Soobe kenne ickgaerne/dat ick mp foude vergrijpen/ indicnick pemanden wildeonderrichteninde, Sintarin / fwijghe in Lietholica/ofanderhoogher lionsten of Teffen. ITAaer

ofickpemandt mijuremet Scholierenhoodedooleninden A. B. C. ofintspellen: Ick achtedatick fhuldighfou defijndietweedoolende / heur doolingheteovertupghen/

endete onderwyfen. TDtt foudeick oock nuetghe wiffefe kerheydt kommen doen(want ick nualghewig lesenkonde/ fonderfulck leerlingh/ofmpfelftebedzieghem.

TPaerfiet

DE. nutghebzeck vanonderscheptinufhijvenaenmy/ endemidtfdien die uve fentemtieghefteldt Dupten waer Hepdt, JNamentlijek: -

Datniemandt wat voodeels en magh doen met ver manen/straffen. 2. dienochfelfniet vol-leerdtis. MBant >> almepndp/tfthoonin elckfuck/daerimpemandt een ander:

foudewillenberichten/foo ist nochdoolinghe. Ghemerkt ick in die Gammaticanochself mietvol-leertzhnde/eenen anderen welmagh oderwijfen indie TPeclimatien/of Con

jungatien(foickdiedeelenwelkan/endehm niet)allen ben

ick nochmietinde. Sintarivol-leerdt. Alsoo wesend A postelen op Christum/aleerzfelfvol-leerdt waren / als

die noch al nae Christi doodt / fline verrisseniffe mieten gheloofden. Immers Petrus wage nae den Pinerter dagh noch gheenfing vol-leerdt / als hem Paulus be rifpte. Titet hpdaeron van Christote ghetupghen. Reen

vpeltick. Ag nu defeubvemepningherecht/ foodede Petrus int z" omrecht / wanthpen was nochfelf niet val eerdt : ditghelooveickniet, maergheloove veeleerdat B L. mepninghe hierinonrecht ist. JAu


**

D. V. Coornharts

Rucomende opuderdefuck/namentlick ophet middel bzupsktghp defergheltjcker wooden: die leeringhecount upteleere: dieliefdeuyte liefde/zc. MBelcke maniere van

(pzeeckenfonderlinge defe oock/nadcnwoode des voots endenadenbeveeledes bevcls/zc.vzeemtlupdet/ende doch welte verstaenis. MDant wieverstaet niet/datmemfon derlicht nietenmagh verlichten. Sonderhettenheetma ken/endefonderoodeeloodeelen. Alsometd andermede.

IMDaer wie verstaetoock niet dat fulcke wijf van fpzeer kenmeerarghermiffeinblengt/dan vzuchtby deuonwyfen die fulckemanierevanspekten inde H. Schrift nieten vin den Booz waerfa veelmpaengact/argereick mp daerfo luttelaen/alftimplutteldupferis. -

Maerdatheeftmp verwonderdt dat ghp die woode keng hemfelf leeren / fooveeleghebzupickt diedie Schrift

foa niet en ghebzuckt / ende ghp miet enghebzupckt die woodekens : TDat Godt den JMensche leerdt / die

3p doo-gaens ghebzupickt. WBantzpfullen alle van Godt heleertztjn/zc.fepdt die Schrift meer daneenmael. TPit

updt oock beter. MBantGodtisfelfdewijfhept / ende

maghdaeromden onwissen leeren: Maer wat menfähig elfdie wirfhepdt Ofis eenlightmenschfälfdis wifhepdt/ foolishp immersfoock wijg: Hocmagh die damhem felve

leeren Magh oockpemandtleeren'tgunthpnualweet/ ofKans Boozwaerneen. Canofweethp"tdanoockuiet:

Poemagh hp hemfelfleeren'tghenehp mieten weet - Of magh demenfche hierfonder whifhepdthemfelfonderwij fen / endefonder bwetenfchaphen feifleerenweten Ack achte welmeen. Ghpfulthetoock(demcktghptna) neen

bevinden/endedaerbp oock/datdiehooge wooden uweg Biefseenlighfing waterloofe wolcken geachtfoudenmo ghen worden,/ endedatzp beschepdenhepdtontberen/hem feifverstricken. TDoch achtickumeeninghe (fooickt die ten besten verstae)te vsefen ditte:

Pat niemandt een goedt Teeraermaghzijn / die niet eersteen goedtleerlingis gheweest. TDatia/datniemant

verstandtuaghhebbenfonder ondervindtlyck verfer E


Brieven-boeck.

*

endedat.fonderrecht verstandtonmoghelijck is eenander rechtteonderwijfen. Allet weltkick metu waerachtigh

houde/netdienonderschepdralleenlyck/dateick welmach jamoet een anderdollende onderwijfen in dendingen/daer

afhp nualheeftfeeckereendeondervindtlyckekenmiffe/of heumfchoon noch alin eenighen anderen dinghen kenuniffe

ontbzeeckt. Immers/datoock elck fchuldighis een an deren doolende/hetghetupgheniffe zijndermepninghe aen

tegheven / of hp nochfchoondatfelveniet upt verfocht

hepdten wieet/alstmaerghefchietfonder authoritept/ende onderverbeteringhe/gheltjck deen ITeer-lingd'anderin af

wesendes Meesters inder Schoolen onderwijst. Ende hiermedeophoudendebetroubweick uE.jonstetoe/datzp ditmijnjonstighbericht / opufchzijventot uwenbesten, endemijndermoepten, ghefchiedende/ oock weltenbesten fallmemen van UE.dienst-willighe J.J.

L XXVII. BRIEF,

Hoemenfich voorfichtelijck in defentijdt faldragen omnietverleydt tewerden.

V

Allerde/Tiebe Pundt/ mpig behandetuboeex kennetu T. Brief/ welcks inhout/alsoock van

devoo-gaende iekfoorecht weil verstaen hebbe/ datick wenfcheibpu T.fowell verstaente zynge weeft/niet

“ bepdebzieven/maeroock minboeter

ken/ van den Toet-steen der waere Teeraeren. Maer ditbende bindeickneen. TDie fchuldemaghfijn mijn alte altegroote loopende handtintfcheiben: CPf

nie

N


* D.V. Coornharts in Pups-faken/ofeenighvoo-oodeelvan mpnenperfoo ne:'t welck (foou W. laette metbenght). mp/overvloedigh acht van rijck-dommen des gheets. TPat in dit laetste

waerhepdtoudewesengheepdt / doo u T.armoededes gheets,die ickin u verhope; houdeick welmoghelijck te wesen, IMAaer diten magh ickt fulcks mietghelooven in

usegghen/vandatickfijne woodengeweldelijcktreckete gehen u.T. mepninghe : Want ick dat weet anders te ve

fen. Ick macht onverstandelijck doen ; dat altpdtghe

beurtbuptenvoonemenz maergheenfins gheweldelijck/ t welcknimmermeerghefchiedtfonderopft. Benick dan

noch so gheheelletterlyck / dat icku LGheetelycke ap plicatieop eendierlycke confundere / faou L. mp fehp ven/fooĂ&#x;iddeick dielieve Gadt/dathpmpnerontferme/ ende doofjne warearm gheefighen/mp ghenadighe aen wysinghebelievetedoen / van fulckenyne valischerjck domme. IMaerfalditinmy tichtelijckghefchiedendooz "tmiddelvaneenigh mensche. Die fal my methct twee fneedighwoodt/dat (niet 1pfe, maer Godtfelve dixit)oock WTijfen Biel van eenfchepdet/inmpfelvetefchande maken/

endedito krachtelnick als waerachtelijck met Godlijcker Authoritept: CPfhy fallmetfo lanckmoedigh als goedigh onderwijs Unp van miane Glindthemdcn fooomtwyfeltjckcun overtupghen;dat ick fodianighenftenden Tepdtf-man,daer boozhem nukennende;niet minootmoedelijck dan begeer

lijckom van heimgheleedette worden,/ dehandt falbieden met bidden.

-

. .

.

-

--

-

-

JRaerfonder een vanbepden/ enhopeicknimmermeer

mijnooghentclaten blindt-hacken/oungbcledette worden vaneenighemenschen. Baox.de welcke Gadtons doo: zy nen Gheestderwaerheydt inde 13. Schrift ( dieick in all daerierdaedtlijck verfacht hebbe, waerachtigh bevinde/ endederhalvenboven aller menschenleerebetrauwe)fame nighbulldelijck/algfoghvuldclijck / niette vergheefs en

waerfehout.

-

--

Tiethoenaecktende onbevepnstick die deuremjnre zie denhier openevoozu Wl, als dienick houdeallergoedt ' ILUl


Brieven-boeck.

*

ligen Bundttewesen. TPaeromfaltdefelbewelintbeste konnennemen vanmp/diemoghelĂźck nietminderen ver staemijneenvuldighe(doch mietonschuldige)onwetenhept/ danu T.fjnarm-gheefigheydt/diempoo deeltrijckvan gheeftezijn. Bolgenswelckoodeelick oock vootsmeer

futtelmaghvermoedendatH.II.ofoocku T.felvefiehful lenbemoepen met mp/als upt mp niet verwachtendeeeni

gheeffectuelevzucht. Fietjeghenstaendeu T. nuwelheb ben bemerckt/datick welbegheerlijck was onvoorderte fpzeeckenmetu W. ofmethem / dieinfine Schriftenfelf niet luttelentupghtvanfjnenclaerenghefichte/ofwesent lijcke kenmiffe / op hopen/ oftfelve in mp dooz.de naeck

te Biechtemijnderonbevepndertonghennochmochtefien eenighe ' dupftermissen/ diemynsonweteng

nochfoudenmoghenwesen in mp : die gheen dinghter Wereldt feeckerlyck en wete / dan dat ickr mergheng naeal en wete / op dat die mpne dupftermiffen doo 't

middelvanistine Godt-gheleerdetonghe (foshy dieheeft) van Godeverlichtmoghten werden./ t welckgheen Tief hebbers heurs Masten denselven en kommen weygheren. Bfhp 3.J. ofu L.fchaonalnietighefindt moghtenzu pemandts anders mepninghetoetevallen.

Reemtknochvoo"tlaetste ) degrondt-vestming doo linghg vante willenloodeelen vande Weere (foo hetdoo

lingheis)indefen. Opdatu T. endel.J. mp / often minsten anderen (twyfeltmemaenmp) telichteljckerful lenmoghen helpen: -----Reemt datick nu verfondtgantisch blindt in Godtlic -

kenfaeckente wesen/ oock dat de Paus/Luther/Calvin Memo/TDavid Jo?. Hendrick RiclaeĂ&#x;. H.-J. Swenck beldt/voompftonden / elck mp aen-biedende dehandt/

met beloften van mp recht teleeden / endeelek vandian der fegghende / datzpelckfelfblindtzijn/ myn blindt heydt maecktdat ick mietenmaghfien welcker van allen

ooghenopenfijnende fien. . . . WPatfuldp mphierraden.fal

" trennt optonfeker De "

2.

-


24*

D. V. Coornharts

dehandt bieden omtelaetenlepden datlupdtabentuer ijck. Haaer ghenomen jae. MBien van allen falickt die handtbieden/ende waeromdefenmeer dandander. Defakeiswightigh/betreffende deeuwighefalghepdt/ ofverdoemeniffe. Vale

LXXVIII. BRIEF.

Watvrucht.de waere wetenfchap van goedt ende

quaet, endevanfijn nietwetenveroorfaeckt in den Mensche. Macht na wille int goede. Amen. Anaensicht/ maermietheelvan ghemoede/onbe onleden hebbeick ghehadtlende sozsakemetghele ghenthept hebbe ick ontbeerdt, federtu T. laetste schĂźben aenmp gezondenbp J. P. H. omumet eenbrief

kende Bundtinden Heere/verscheiden wichtighe

-

ken aentefpzeecken. JAaer wat is daer anders bp ver

sup.ntvoo zu./die met Bode(so ick mercke)self kondtsple ken/dandootfwtjghen vanmenfchen/Godefelfte hologen

dusen behoeftdatgheenonschuldt/ nochveelemunder/of ickden voonoemden II. B. B. intminsterniet vermoeghten mochte hebben/infjnebegheerten, als ihm minder gheet bp mm / daneenigheonbeschepdenparfersyen mischten van mp upt blinde jonsteaengheghevenhebben/intfamen-fpze kenheeft moghenvinden.

JekenmagnunietrĂźcker zin/damickmuen ben Samp deen uptjomste veel Hoogherachtende ist : folg --

-

-

-

post: "Al


Brieven-boeck.

247

d'ander uptafgonft opt alder-nederfete verbwerpen: maer

ditenmaghniemandt teveeldoennader waerhepdt vooz Gode/hoewelick (danck3p den Beere)voor den menschen mietferberispeltjckenben. TDochgheltjckonrechteppis niemandt verbeteren/footenmagh onrechte lafteringhemie

manden verargheren:danwellverbeteren/teweten/denge wen/diedoozonwareupterlijcke totzpnewareimerlycke ghebzeken werdtaenghewesen. MBtdit voofhevenmagh uT. nulicht mercken(datghy van mpte weten begeerde)

hoet mpgaetinden Beere: MDamtickenhebbe noch alle 't goedt niet verwovendatick begheere: Ende'tis dooz mijn versupm(nietdooz Godesommildthepdt)datieront bere. TDit bemickfekter/dat ick wete/wat ick mieten wete/

ende watick wete. Datick wete (unt ondervonden waer hept)enmaghickniet indoolen: datick weetniette vweten/ enmaghmpnierbedzieghen. Endedaticktwyfeltjck ver moede/enmaghickniet betrouwen. W92aeghdp/waer bp ickfeecker wete/watick weet/ ofmieten weet : Jck ant

wooz.de/datick uptondervinden wete/ dat ich alwat ick weetquaedttezyn/hate/ende verlate: WBatick weetgoedt te wesen/lieve/endeverkringhe. IMAaer wat quaetickniet en hate/noch wat goedticknietlieve(methertenmepneick upt eenenmbolfighentochtendedzift desghemoedts)dat wect ick dat mp noch onbekentis/ofickr al fchoondup fent-mael ghehoodt/ghclefen/ghedacht/endefelf audieren ghefept hadde. So houdeick opt kotste ghefepdt / alle

het weiten datgheen warehate ofliefde en baerdt in mym herte/voo2 cendosdetupghniffe/ende geenievend-makende

gheest. Sonderdesegheeftisonfe Zieledoodt/ alt Tijfis fondierde Ticle. EndesonderliefdeGodes/emdedes nae is alle Läeligicdoodt/zpfchtjmedan foo hepligh als sp .

' will.

Hier hebdp diehooft fomminshertens naecktbefthe ven. Godtfehnbemetznnenvingerdes H. Geests meer endemeerzijnwetder Tiefdeminuherten / inalder Godt vzuchtighenherten/ende in my/Aumen. Hh 3

LXXIX.


D. V. Coornharts L, XXIX. BRIEF,

Predicanten die met authoriteytleeren: moeten doen

blijcken; tot verfeeckeringhe van de Leer-linghen; datfewettelijckfijnghelonden. Aende Predicanten van de Waterlandtsche Gemeente

Hans de Reis , Iacob Ianz. &c.

D

E leereghevempteschijven/enujonstige Daun den telefon / totfjuder eeren/gheleghenindever meerderinghe vanden Hycke zijns Zoons Jesu Christi. Amen.

-

Herts-lieve Bunden / ick haddenualvanu Tupdenhet gewoelen vanmerckelĂ&#x;cke onpartpdighepdt. TDitis noch

inmp vermeerdert/dooztghespakeopleergifteren avondt tuffchenons ghehouden. TDoch is fulck ghevoeleninmp nachniet volcomen/omredenendieicktergheleghender tipt hopeteverclaeren. Jaeren hebbedaereutuffchen niet moghenlaten meteenvuldigheonbevepnfthepdttevercla

renmijnghevoelenvanu Tupderpver/inden welckenick heenmeerder vuprighept/maerwelmeerderverstandig foudewenschen. TDit ghefchiedt tot mijn moepten

'

ende verfupm mijnderhupg-faecken / endetotbeteringhe

vanubenden/endenutvanveelenanderen/daer willetdoch, ditbegheereick totloondesermijnremoeptenvoogaenne men/endegheenfins voo lustvan berispen.

Heveneemigheanderefaken wasinonengespake oock in bedenckingheuprgheftelt : Petfuck vandezendinghe der Teeraren. Hierafwilicknu wattotufpekenmetter Pennen/endeditfakotalgick falmoghett. -

-

Jick


Brieven-boeck. N FI0nt. 10/

Ick moetghelooven/datghp-lupdeninfo groot-wigh- Sais tighenhandelals ditis / niet handelen willennae goedt-" dunckendes menschelnicken vermufts/maer alleennafeke- 1“ reghetupgemiffe des Godtlijcken S:hziftg. TDefeleertong" dat niemandt als Teeraer en magh leeren eenighe Ghe- Ato. 3/4

rtoewettelyclighefanden - te zijn van Ephe,6/19 ': mepnten,sonderdae Gode.

Dant Christelijckvermanenonderlinghe wtdewet der “ Matuprenghefchiedendefonder authoritept/enwerdthier", niet ghefpoken/wantdatelck fulcks öfchuldighis/dats "in meer danghcoozloft / alt maertoe-gaet / ghelijckt d'een aus. ÄScholier den anderen in af-wefen des JMeesters onder- un", 24 / wijf. 4Lieg,5/3/4/

Bandevoo2scheven wettighezendinghe/moetghewiffe “,

-

epotfon/miet allen bp den Leeraermaer nacon“, verschereh dene Leerlingen,dieandergfonder onderscheydtfolicht een“ " 5. blindelegdtf man / een valisch/ofvanfelfloopende P2o- 7/31. pheet/een Enghelfchijnende Satham/ ende een Pupplingh/ '' Joan 4/1, TDief ja verscheurende UDolf: Als eenrecht-fiender/Po- Ero,4/1/8/

pheet/goedeghees/of Herder blindelinghna vollghenfou" den. Tot voo-hoedinghe van 't welcke die ghetrouwe Gadtongdao gaeng foo heelerntelyck waertchouwen- statt,

t welckvaowlervergheefs ware/fo die Schapen nieten n", behoefden verfeeckerlijckte weten/ wicng stemme zyfullen“.

':

na valghen.

Gadtoock inseine ps, TDaertoeheeftonsdiesoghvuldighe eldet Schziftuere vooz-ghebe

hoehp Zendt/ oock waer

OIL".

-

. Ö/9

Demanierevantzenden Godesistweerelepete weten ", fonder endemet middel/endedit tot vierfaecken/nament lycken/omeenfichtbare Liercke 1.testichten als HDopfes" te 2. reformeren/als Eliaste 3. vernicubven/als die Heere Apa:22/

Christus/endefyne Apostelenendevoot te4.teclen als " der Apostelenna-volghers ghedaen hebben. -

„ITNut24/23/24/25/15/14/16/12/7/15/16/Nutr. 12/1/3/1 Tal,2/8/Phil,3/2/";

d, 1 Ioa,4/1,


25 G

D. V. COOrnharts

In welckedie voofchevenzendinghen/naementlück/ indezendinge JNopf/Elie/ende Christi/metzne Ilonge ren/menvespeurt die unaniere van 3cmdinghe / die fonder middelgheschuedt/alfoo die vangheenen menschen / maer van Gode alle enghefondcnfjmgheweest. Naerinde vier

"/dcfietmen, diemanierevan zensinghe doo: 't middeivan "menschenghefchiedende/ alsin JMathia/Timotheo/Tito/ *

endencerandere ghefchied: 13.

- -

Ende staet hier teletten TDatinbeyde dcfe wijfen van

„zendingenmerchelnicke verstecherthent voor den menschen '' is gheleghenfo dezendinghetot decrste diegheschiet met

"wonderdaden/ende dezendinghetothet vierde / doo een Iterclke/aen weltToprechtighept niemandt unct recht math 2" twifelen. oghy-lupdenmuzijt gefonden van Gode/fonder mid 14/1 1. '“ deife nachdie onlichtighe Teerling una"tgebzuprl Go 38.

des/inder Schriftuerenbetupght/ wettelijck af-epfchen

Boao/z. Wonder daden/totghetupgheniffe/ende verfeckerthepdt ". (vooxhem) vanuweizendinghe. Maervermoogdpditniet/ 1:/si.

foepfcht menu rechtelijcktaf/bcwyjs/dat ghp doo2middel

'“ zit: ghesonden.

-

CDm ditte doenis unoodigh telbewijfen. TDat die kercke

daer afghpft ghesonden die waere Miercke Godes zy/ endegheblevenis/fondervervallinghe ofverwoestinghe van der Apostelen Tiercke af ( aendwelckroprechtighepdt menniet entwijfeldt)totop defeuwe Wittercketoe. TDttvermooghdyfoo wepnigh/als doo2miraculen. So

blicktdan Datghp-lupden van Gode/ noch fonder noch

doozmiddelende midtfdien oock gheenfinsen zittghefon denmaer vanfeifstredet/ofloopt indefendienst / onder

fchijnnochtans banghefondente zijn. TD"welckickmieten maghrechtoo.declen/als mpfhynendeteghende H.fchzift die fulerfofwaerlijck berispet. WBantdat diefienlijckelterckefedert der Apostelentpden

jammerlijckverwoest/vervallen / ende verdopvenisighe

weest / en mepnick nietdatghp-lupden fultiontkennen. Taetons Rufenwiefe weder opgherechtheeft / ofghere fozmeert.


-

25 I

Brieven-boeck.

folmeert. Zeghdp/wp-upden; sogeysch ick gelooflijcke hieht vanulastendebevelomindesethden fulckstedoen, neun for Elias.infinentpdendede bljcken. Bermooghdp dit 563. gocktte dOCM

daer feghdpdat diekercke haerfeiftweder opgherecht endegherefoxmeerdtheeft/ofte vervomt/foofghdpwat/ der FinnengheenExempelheeft in der Schrift / oock ghp-lupden gheen bevelhebt omnute doen in die Schrift

op u./ende in dees tydt lupdende. WBat feeckcrhepdt maghdanpemandt hebben dat fulckeuwe vervonde/ of opgherechtekerckedieware kerckezy - Maghmendes mietfeecker3hin. Hoemaghmenfeker zijndatghp-upden vaneen ware-Ghemepnteof zcrcke Godes/ende mitfdien

wettelick ghesondenft. I

Daerlaetons noch allnemen/ofeemigh kerckehaerfelf

machtereformieren ofweder op rechten so vagheich/hoe darghechiedt, sonder/ofdooreen Weeraerende Predit : fovpagheicknoch watfekerheydt tie a Beghdp/fonder

ghpmeermooghtgewendet fulckufamenloopen endever

derenvanfelfsmeerfalmahenteeminare vergaederinge Feridtmaeten Ehzisti/een wareliercke ende Ghemente 'damhetfamen-loopen van anderen/ofder Homic en vormals heeftghedaen Gfeenlighlander wolchoor nochdoen WBatmaghmer anders afoodeelen(nae-dien daer tole gheeney P2ES bevel Godes enzp/oock gheenghe zonden Leeraer)dandatu vergaderingeghe schiedtuptep

gengoedt-duneken/alseennieuwe JPMomic terpe.

- *Preditatie/so Zeghdp.dandathergbeschied isdefen boomenecaerenbeamten vage ich noch: Wie Weeraerheeftge/15 zonden Zegdp/defekercke: Boemagheenfienlyckekercke

Finahewertvolozharevergaberinge, diedoch eristniet moothaermoeder / noch die Wiercke voog die P2edicant Insidolenochgheenkercke/hoemoght zweenligh Leeraer zenden. Ende ofmens nach all eenkercke wildenoemen/

holesalmenseeckerlyckmoghen wetten / dat hetdie waere erche was meastgheenwarekerche/foenimoght3poor mietwettelijckzenden. Ji

„Seecker


-

arts D. V. Coornhdemoo

dtlijckhepdt Beecker mp wonderdt/datpemandt overmidtsdatter oockbpwijlentekemenghefchieden van verlenders. MDant danfoudenoock Christi ende zynder Apostelen wonder-daeden onmoodighende vergheefs zün gheweet. Zijnzpommoodigh; waeromghebaedte Christus endemutbaerhieptder wonder-dadenbestaet wechtenemen

„10/8.

„JTAar,16/17

Joa./z3. 4/53.

JMat.27/54 Erg,4/8/31, oa,5/36/2t

oaut,8/38/ IO,

redoen NBaer toeheeffe Christus belooft . Hebbendie wonder-daden gheen bewyflijcke krachtten geloovedien stelickende mut: MDaeron staetfadickmaels: datterveel gheloofden/avermidts demonder-daden. Baeromtupgt Christusfelvedaerap - Zepdedieniet/de wercken dieickt doe/ghetupghenvan mp endenoch gheloofdp. mp niet/fo

ghelooftden wercken. Offoudende Boedershier teghen willenfeggen Offouden 3p weldencken! Neen Christe: am wander-tekensteghela oben ist onfekter/bwant ghp fegt

felve/datoockvalsche Meeraers well wonder-daden kommen

doen: 3Merckt dach. Of hier nietenbehoeftonderschept daerime/dat deentupgedanderstift/tewetende Leere/ den wonder-daden/ef wederom/de wonderedadem/deleere. Taet devalsche Teeraers alschoon mirakelendolen: omo

gheltjckithen-lupden recht teleeren. Maernietonnage

trick istden rechten Teeraers miraculente doen/ghemerkt Christushen-lupden diebelooft tefullen vermoghen/ jae gockhet werpen vande Berghenindezeeals zimmaerge endefulter tot Gadeseere eude der menschen

':

Epi mut Us".

Baerderende Nieve Dunden des (metalheelmeer) an dere wichtigheoofaeckcu verbiedenmp krachtelickt aen -

allenzpdentaete stemmen, datghp-up den indesewichtige

fake handeltnade 3. Schzifture/endedat ghp-lupden van Gadegefondenfoubetztjn/omfjmegemeente teleeren, als metauthoritept/efäupt Godesbebele. Bitdunctmp noch tans uTupderboomemente zyn/endedit (allmpbeletten andere biomeende onpartpdighe Tupden aente wüfentot U Gheinepute/solange nur mietghendeghfaemen blickt um 3endingevan Gadete wesen: Gftetotdat mp blickt/dat

gibpleert nietals van Gode/maer als vandeJet der Ha tupren


Brieven-boeck.

***

enghe tupren/liefdeendepvertotuwes Raestenheylalle nge/sonder

fondenfinde. Emonderwijsende/onderverbeteri

beroodeelenenbammenvan anderenfonntgeboelenanderg

als hetuwe. Doch niettemin/ofmp nochfchoongheen vandees tweetuckenenbleeck / foobhyrktmp/dat ghp

lupdemonder allen Mietekenmuter tipdt/ die Sacramenten „ ende Pedicatienghebzupcken/vel dieonpartpdighste zit: “ wtghenomendielupden welkemmende / heurmepninghein eenighenfuckenongheltjekteztjn/ endedes niette minu / begheeren / ende van u. ghetwepgherdt

“sehr Utl.

-

Daeromföolangheick bandenende stricken ofverkmo pinghe zielbpenlupiden / hetzpdamindenepninghenbaum Sacramenten oft anderefucken/enmaghick metgoeder

confientietpemandttotu als toteen rechtenpartpdiglben ghemepmteaen wissen. Bitheblich mitengoeden moeten fehpven wt rechter Wiefden/ende Christelücke vzphepdt/ believetuteantwooden/ hetzpbp monde oftehandt/ende mp tevermoegen/tfallmp liefzijn/ofneen/tfalgelje-moe

' '' zin bpubepider endealdermenschen lief oght/omtpdtsdierhepdt/mietbreederschrifvent OP '' verstandighept dienwepnigh 'r 'Sickm CT1N DEN THEerg,

CN0kg) s.

Eli 2

Lxxx.


D.V. Coornharts IL, XXX, BRIEF,

Verclaeringhe

van de Sproke Mat. 7. 11. En 13. verf.

-

Aenden Cronijck-chryver P. BOR.

W/

An TPodpecht thups komende/ vandtickalder

ckste B. ubriefmethet parkenboecken. '' W32ief hielt twee Baghen. Reemt hier op bep deantwooden/onder verbeteringhe/ van wijfer.

d'Eersteig upt IBMat.7.11. veroofaeckt/daerghpfght: Maerhoemagh Godt/diegoedtis/ heur Bader wesen ÂŤEengoedeboommaghimmersgeenquadevzuchtenvoort bzenghen. Hier upttanick mpmietweltredden .

TDatfuldplichtelijck kommen/kondp/mercken/hoemen hiermagh verstaendat woodt Bader. Gerst maghmen verstaen/dat Christus hier Godshenlunder Badernaemt/ maden waen/ende nietnaeder waerhepdt. Zoo was Jo

seph ghenaemtde Bader Jesu (Tuc.2.48.) maer nae den waendes volcks (Luc.3.23.)fo waendendie Hoden Alba

ham (Joan.8.39.40.) ende Godeheuren Bader(Joan.8. 4.42.) maer hpen wastniet(Joan.8.48 ende 42.) Ende waerma defen verstandenietvzeemt/dat Godt hen-lupder Bader wag/dewijlezy noch quaedtwaeren/in hen-lup der

er lupder waen / ende nochtans mietinder waer epDT.

Menmagh oocknemen/algofChristusfpnen Jonghe wetten/Godthaer Bader ren/kimderen Godesnoemde (te waeren/unaer na'tghene 3p TC

ä na"tghene3p doeal

nochfouden worden. Ghelijck TDavid ghenaemt wageen man naGadts herte( 1 Lea. 13.4.) nietnaetgheenhpdoe albwas/ als hp nochinfich haddedie quaede

weite:

e


Brieven-boeck.

***

wijsebegheerlijckhept) daerupttotzijndertpdt nochfou flag(2 Mie. 114.15)maernadeonderdalnigheptGodes/die denfpzuptendiequaedevauchten vanover-spielendedoodt

namaelsinhemfoudeworden.(3 Heg.15.5.) Ghelijck als oockt Christusfepdtzpnen Jongheren alghefepidt tehcb ben/dat hp vanfinen Badergehoopthadde (Joan. 15.15) mietjegenstaendehp henlupdennoch veelehadde tefeggen/ dat3p doetertpdt noch nieten moghtendzaegheu(Joan.

16.12.)endena defe wijsevan speecken, waeren zy noch gheen Rinderendes Baderg; maerfoudendatgewifeltjckt

worden/ t welck Gode ende Christonieten was verhoolen S. 29. ) Soo ist hier mede niet dupfters in diese

ä P20

L.

-

--

Tenlaetten/isdaerinder waerhept fulckenonderscheyt ruflichen Baderende Schepper / dat Baderteeldt uptfich

felfkinderen, Schepperfcheptuptmietfchepselen. Des ttiette min wertbp wijlen oock Bädergenoemtindefchzift

daer Schepperghemepnt wordt Luc.3. 38. Reemt mudat hier Nat.7. 11. Schepperwert verstaenbpt woort Bader/ fo valter geendupferherdtaltoss/wamt wpfingefchapen banfogoed Eaertnaonfendierlicken mensche/waerma wp

onferkinderëBaders werdengenaemt/datwpoor(als vo gelenendedieren)foghedagen booy den Fitinderkens/ die

voeden/endegaerne besoyghen endegheben all dat wpbwe tenvozderijcktefjntotheureopwaffinghe. Dits dande

goethepdt/upt welcks aerdt wp GodtonenSchepper tot een Dader (hierfolgenoemt) hebben/eñonfenkinderentgoet konnendoen/maernietnadequaedthepdt/die wpfelfaen

ghenomen hebben/daerdoo one willeendebegeerte quaet zünghewolden/endedaermawp (nochhierinonherboogen 3tjnde)metrecht quaedtghenaemtbwerden. Hierziedp nur dat diteen krachtigh bewijzig vandeonverdoventhepdt

' natupren, als dienaden Tichame(dat wp van Adam hebben)goedtfjn/zc. TBeleeremaeckelong doofjmentvoorde wareninderen Gode/ende goedevzuchtenuptzpmegoede WLeere. Amen. -

Ji 3

Hols


* * *D. V. Coornharts Hola 1 detwcedevzaghe waste beantwooden / beros “roerende: dat eengoede Boomghecnquade/noch eenqua “ deghecngscde suchten enkandzaghen (JRat.7., 18.) Hier

ficick den Heerespeecken vande Propheten, ende Leerae ren. Die wilons Christus kondtmaken/foo quaedenals oeden/omdefenteaencleven/imaerdiete vlieden.

'

MBaer

Bp heure Buchten. Welcke - Heure zeden (allcen)

neen. TDie zufoo welaldermenschen vzuchten, als Pre dicanten. MBelcke zündle - TPatmerekt aentgheen daer

defevzuchtenuntkommen/te weten/aen't zaedt: Wat Be Leere hetwoodtdefer3apers/ofPedicanten, t welck3 zapenindenAcker-hertenheurder hooders. Als ditzarett ditwoodt/of defeleere goedt: Pet moet ingoedt-willige endestandtvastigheherten/nasdtlyck goede vzuchten / of menschenvaoptbenghen. Jedaeristguaedt/Quaden. Also enmagh diegoedeboom/dat's debwaereendegoede Leere/ gheenquade/nach valschen Ende wederomdie Guade boom dat's de ballscheende quaede Leeregheengoede vzuchten booz-benghem. TPitseeuwigh waer / endete verstaen mietwaer: Raerlichtende claer. Baert wei. A

-

-

LXXXI.


--

Brieven-boeck.

***

l

LXXXI. BRIEF,

f

Hoe de Ieught inzonden valt. Bedenckinghe. Ja. ' is behandetu Briefmettenin

“ Vhelep den/bedancke-udermaepten/ endelaeremp |

duncken datdie Predicauten lanckfaem diedis. putatieopoolbillicken conditionsulen aen-gaen. Temin noch/datick vastghelaove (wtdieredemen/die on lanckx tuffchen den Prince endempghe vielen ) dat 3pne Exe.die niettoe-latenfall.

Heuwat vanuweltwyfelenaendenkinder keng/zc. kinderkens/heeft Betpdelghespelwand mietquaets infich. Hetfinghender Daghelkens/huppelen Der

t

/2c.is niet quaedt. Diefünnekens moeten

werckenso wellindenjonghenmetjeughdelijcke/ alsinden oudenmetmanlycke dinghen. atigheptinfpiftendedame Dieghenegenthepttotonm -

keis niemandtaenghebooxen. Anders most die natupre teghenhaerfelf trijden / ende haerfelfover-lastighende fwack maecken/inplaetfevan verstercken. JMeen Bundt dit ist niet. pdt

Maerthereomt dandeformatighe

Eertig waer/

habitum, darzpnoch gheen deughdeghehanteert / gheen (daed-vaerdighepd).vanmatighepdt/endemidtsdienoockt gheen matighepdten hebben.

Dieleckeremake vanfpfe endedamcke (lecker schrift dpfelf daerbp (&bene)lockt dieghevoelicke zinnen aen. MDatcandit dierfonderbestier/van deughde die matighept Heet. Diehebbenfe nochniet. Jaaer wel’t verbodt der

CPuderenfalls die voedtztjn)gelijck Adam vanGodehad moghte) oock wogenbovendaten de: TPatzp.(

"r

loc kende

O

-

Deser


* D.V. Coornharts Beser vindtmerfelden. Odits een faellighe Jonck hepdt. Ickheb mietveeltydts meeromfähiven datick

gaernefoude/endelichterfegghen/maerlaetons (intkopte) memen. Dat wp vanonwyfeouders/lotte voetters/licht vaerdighefpeel-ghenooten/ambitieufe/gierighe/ende ver doxven Bchool-meefteren / valsche P2edicanten / quade Rom.5/19

'', exempelenvanelck/2c. aenghevoert worden tenquaeden/ Hege/-/verdoven worden / ende Heurenzondennae-volghenende II, 15/28%

LTV-Em.

Imitando(dithoudeick een ware/enferquaede erfzon de)fooisdaerteghen waerachtigh/dat wp allfchoondaer deur inquadeghebwoonteraeckende/ingheen veelargher

conditierenzijndan Adam was.

Ghemerckt teghen een

pomdtdupftermissen (laetsmpfooghelijcken ) in Adam eenpondtlichts was,/ endeteghen onsethienponden dup Nom.-5/2 „ sterniffen / onsdaerteghenthienpondenlichts zijn ghe - 21/17%

gheven/ vangoedtonderwijs/Exempelen/Bet/Pophe

ten/ Euangelie/ Preditanten/ etc. MBathebben wp 't dan foo veelergher als Adam.

Hiermede totgheleghe

ner tpdt. Baert wel.

LXXXII.


Brieven-boeck.

***

LXXXII. BRIEF. Wanden vallende

'

opkandinghe deseerften Mensche

ghelkeltenilen.

zyne Christi. "

Devol-doeninghe

Aen Dirck Iacobfz.van Montfoort, Burgher meestertot Leyden. B mofteick/vpumdtlĂścke TD... Montfoot/u S. eens groeten/mette verwittinghe vanmyn weder barenmet M2. Bander Talen.

Aenzijn T.hadick/mugheledemontrent acht bwe

ken/ghezondenteenghedzuckt Eremplaer vanmtjn Proeve vande Nederlandtsche Catechismo,met verklaringhe/datickt diemepndetedoen presenteren aende z. B. Staten (dien 3p ghedediteertig) maer datiekeerftgaerme uptztjner T.

foudevernemen/sfhpmepndeflf/ofdoopemandt vande Pedicantenmptekonnenonderrechteneen vanbepden/te weten: datick daerinneonrechthadde/oftenminsten/dat etuptgaenvandienvooxdefetpdt schadelijckfoude val eninghemeen Lantsch-fakten/met beloften datingheval een vanbepdenmoght ghefchieden/ick dat Boeerkenon derdzuckenfoude/zt. MBaermaehp 2.B.T.tot Haerlem ghekommen zĂźnde/met ' daerafheefighepoocken/dat

wptotzpnenhupfe/inbpfjn van Damio Pedicant al hier endevameenligheanderemannen dieompartpdighwa ren/ong vzundtlyckopditfoudenbespxeken. Hiertoebwagt

ick willig. Maerhp 239 T.veranderende. Pantdaerna goedt/datwpdeffaecke bp gheschifte infilheydtouden handelen. Ditbewillighdeickmede.

So heeft R.BDI.

mpdaertoebpfijnhandtghethevengelevert vier Arte kelen/dieickfoudebeantwoorden. Biemepndeick darfe fouden

benennetz und

Catechismo /

-


* D.V. Coornharts tenminsten wederlegh van de bewijs-reden mijns Boeer kens voo-fepdt/ghengemt Proeve &c. Maer als ich die thupg opende/vandtick defe: Articulen.

-

“ns 1. Poede menschghestellt was voo fijnen val/vwesende - ghefchapenna Godts Beeldt / ende wathetfelve Beeldt Godts is ghebweet. - - - - -2. • WPatfchaede demenfche dooz den val indit Beelde -

Godtsgeledenheeft.

-

-

-

3. Poeeen menschein Christoherbootenzijnde / indit tpdtljcklevenghefteltis.

-

-

4. Endehoe defelveghefteltfalwesen madathy van den dooden verreisenzijnde/dereeuwigher faligheptin Christa deelachtighfal wesen.

TDefevzaghen beantwoordeick/ende gafhemdieinge fchzifte/te wetendefe:

-

-

Antwoorde.

'': 1. TPemenschwag goedt ghefchapentoteen BeeldeGo fb.

des/datis om(so hp Godeghchoofaemde)tewordeneen BeeldeGodes uptgenaden/ endedatinChristohet woot

Godes, die uptepghender naturen het Beeide Godes/suler alleenis/datfo wiehemmfiet/die fietdenDader. Mensch.

2. Hadienmienmieten leeft datdemenscheeen Beeide Bodes was/ofdathy thadde/enmagh hynietintbeelde Godts/dat hp miet/maer welliuf jne goethepdt/onnoofel Bundtschappe Bodes/diehp immers hadde/

# hadegheledem hebbenghehadt. MDantniemandtenunagh chadelpdenint ghenehpmietenheeft/mochte enis. -

-

- -

-

Gheeneycke. 3. Hechtscontrarie hpghefeldt was infjnenball.TPoe

* was hp quaedt / Godeonghehoofaemfondigh/endeteam bpandt Bodes. Maeruadewederghebooteis hpgoedt/

Gadeghehoofaem/hepligh/ende een Panndt/jaeen n:


Brieven-boeck.

261

Godes. Metdefenonderschepdt nochtang/dathpnaede weder-gheboote mieteeuwelijckenmaghaf-vallen, daer voo23pnen val welmoghteaf-vallen/endeghevallenzhnde haddemoghen afghefchepden bipvenvan

'zuweilen 3»

4. Alg. Engelen Godes inden Hemele.

CB ngelscheof

Ende wantmen mp vzaegh.de/twelekick beantwooy.de/fa ' namick oockfulck rechtover hen/als 3p over mp / mede vzaghende"tghenehiernaevalght/ onderdevoofchzeven Umgne antbwoode.

Namentlijckt:

1. GfAdameen Beelde Godes was ghefchapenfoldat bpdatinfich hadde/ende wat dit was

2. GfAdam datdoofijnenvalleheeft verlooxen - ende dit voozfichfelfalleen/dan voop die gantischemenscheljcke. natupreimal 3pnena-comers. z. Gfdiefchaede bp Adamindertpdtgheleden/inhem felve in der tpdt als hp gheloofdeghebetterdt is / dan NIE

9

-

-

-

-

-

4. CPfAdamszonde/schuldetende verderfindiegantische Menscheltjckenatupre/ doogones Heeren Jesu Christi rechtvaerdighendt voldoeninghe/dierbaer/ende 3Medici malebloedt/gantfcheljckis wecß-ghenomen/gheboet/ende

sen/danniet. ghene 5. Bendtmenmeen. Of Christus daertoeisgeromen inden Bleesche. Of Christussuicksheeft willendoen/ endeof Christusfulcks heeftmoghendoen/danniet. 6. Sepdtmenhier toe ja. OfGodes rechtvaerdighept metdievolle betaelinghe Christivermoeght is / dan niet: Of Godes toondaermede versoentis/danmiet.

-

7. Zepdtmenoockja/totditte. Offülcke voldoenin ghe ende verfoeninghe Gode dooz Chziftum ist

'

in die gantische Laienschelthcke natupre ende afkomfte Adams / danalleen in eenighe verkoone ende herboo2

--

"

--

-

Inka

EPf


* D. V. Coornharts Pfullehs dan nach indie verkooyne endeherboome “ intgheheel/ofwaenlück maervoogeendeei isgheschiedt. Besevootschevenantwoode metdefes. bpegevaeghde JD. P. Laen. Diese ghelesen hebbendetertout qualickt der netghenaeghde / als welmerckende/watclepneeeredefe bzaghen/gafick den23.January 1583.inhanden war

Leere Christodoet/doch menfaudetmp aack beantwoo den Raeren hebdaerntetaltoos van vernommen. Dann gberepithndeinden Haghe / antfinghickeen steigtbei daeropick hebgheantwoodt/alg vollght.

LXXXI II. Van de

BRIEF,

Disputatie.

Erfame Boostenighe/ende Jonstighe Beer/Bur ghermeester R. Bander Laen.

-

W. S.fchpbenvangifterismp behandet/diepar tipe diemenimpheeftgestellt oftenoch falwillen stel

lenismpaenghenalem - mariniert die conditie/datmen noch 'soude soeckenna Popofitiendieichsoude boots stellen. MDantde Catechismusfeldt die twee/dieimmtjn Proeve bp mp werdt aenghevochten/teweten:

JPatonmogbeltekistgbebodebande Tiefde totGode "endeden Kaeltenvollkomeitlich teihouden.

Ende

“.denDat wp alleghenen ht fünbannaturen/om Gode ende k“ Raeten tebaten. ghts Sijn


Brieven-boeck.

*

Bijndat bepdegheen Propofitienbande Teeraren ubwer

Ghemepnten diebehaozenzpteverantbwooden / fo3pfe voozrechthouden: maeriekte weder speecken/fooick die

vooomrechthoude. Ickhoudedievooomrecht/endedoe nuint weder-speeckenvandien/tgheneeenChristenfhul- » dighis tedoen. MBepgheren3p int verantwooden han» , heure Leere,"tgheenzpnotoolijckfchuldighfintedoen/ wiefaldatmogheinpzijfen MBatfalt andersfehjuendan datzp/gheen middelfendeomhenlupder Meerete verant

wooden/metfulckeuptvluchtenverhopenteontgaenheu refhuldigheverantwoordinghe BE. selve kanditlicht mercken/elck behoodt zinfegghentebewifen. Riettemindwat hieraf/te weitem/de modo conferendi,be

' fallbevonden worden / falmenmp(daerop voll oodr zünde) berepdtende willigth toevinden. TDie met hartengaernefte/datde Peeren Staetenden rechten wegh nulhouden/daerime 1 datmen die Leere methwaerhepdt/ endemietmetmaghr vso willstaen. Dirigloffelück ende Christeltjck. Maerme het volherden hen-lupder Edel

herden/endeu€.fallgeghefonthept wert gewenfeht van (die hier op Mittwoode verbrachtende ige ) BMI. diensts

schuldigte Bundt, R. R.

sk a

LXXXIV


*

D.V. Coornharts LXXXIV. BRIEF.

De H.Schriftalleentelefen II,158e

wijheydt niet van Men

fchen,maer WanGodetebegheeren: Dat het nae volghen Christi beft leerdt , en vey -

ligh maeckt.

Hunden/hierzendeick u Tupden open/ombpu ge

lesen teworden/mynamtwoode optfähivenvan IMP2r. C. Boom / die dat oock open omghclefente

worden (foo D. E. mpfhaft ) doo2 uwenhanden aen mp haddebestierdt. MDatumooghdp hier dooz anders vermoeden/dan of twp.

bepdeomuboeleerden. Ppmepnetgoedtmetu/duchten de of myjndoolingheu verlepdenfoudemoghen: so faghe ick oock gaermedatghp-lupdenhetbestehaddet. TDat ickt

noptaenhangh vanpemandt/ofhcerschapppeoverughe looveghefochthebbe/weetick waerachteltjck (oock ghy

lupdenfelf / ghelooveoock/dathptgheenfinsenfoeckt. Leestdaerommetaendacht / endetoetstonemepninghen opte H. Bchzift/die magh mietdoolennoch verlepden. HÂşp

endeickmoghenverlepdt worden./endeanderen verlepden.

Ditdaeromvooons beyden ghcwaerfthoudt / als vooz Menschen. Hebdp whifheydt vandoen/foeckt die niet bp ons (mogheltjck omrepnecisternen) maerbyn den supveren

Fontepne/dats de Baderdes Nichts./daerafbegheerdtfe metootmoedt/ endeditmet eenstadighenende ernstigheu uptganck vanufelfdupferniffen tenlichte-waerts/dwelc

Jesus Christus is : Ickmepnmetdatelticke endewaere verfakinghe endeverlatinghe vanufelf/endemeteenghe Jatenena volginghe vandevoetstappendes oomoedigen/ faghtmoedighenendeliefhebbende Tam Godes. Ghelooft mphierime/ endeverfoecket (ick bidgu)ghp fultbebinden/dateen up2doengmeer leerdt dan dupfendt dashen


Brieven-boeck.

*

daghen lesen. Taetden Boom des wetenfhaps baeren/ eet vanden Boomdes levens/dat Christus is/in het nas

vollghen vamfein wareghehoo2faemheptonderden Bader/

als diemieten was ghekomenomzpnen/maeromdes Ba dergwillete doen. Bolghen wp hem hier inne ghetrou

welijck nae; Riemandtenfalons upt defenwaeren Per ders handttrecken/mochte ons verlep den mogben. TPit u met herten als hemfelve. V. alder Bundt

LXXXV. BRIE, F,

Demanierevan bewijfinghe uyter H.Schriftture. Van devreemdefraffe. Van Adams ende onfenfandt, voor ende in’tzondighen. Ende oft pijnlijckfter ven der onnoofele Kinderkens een strafom Adams

zonde zy. - -

- - - -

-

-

-

-

-

-

-

Menden

Rector M“. Cornelis Fabius,

r Rundt/ ick was im mepningheumulate fehntj

-

bente beantwooden met een Bundtltjckfwijgen:

' ' Ubve '' ' “ aer optckt Utenaen-hologen myns Boederg

de/datu T.fulcksbupten waerhepdtspacekt als '

fwachheydt ganzutwe Collectiendacrime *-

---

-

se,

-

-- -

-


*

D. V. Coornharts

Alsoick qualijek kondeghelooven'tfelbefchiven u ernst tewesen/ofeenighghelooveby utemoghen hebben: maer fiende intschijven vandie van R. aen mp/dat ghpubzief open/enveoiiidarghelfente wozden/aenhen-lupdenhad

detghefonden / dochtmpdatghpufelfs most latenvooz fitaen / dat fülckstufchzijvenal wat treffeltjckg inhadde.

Hebbeickonfeoude vumdtschappe/ende ooch den vzunden telieveniet kommen laten/foovceltpdtsmingroote onlede teontstelen/ende u W. teantwoodcn.

Alleghefchillein Lieligions-faken/iglom die waerhepdt vandeis. Schrift/ofte van deuntlegginghe vandien. Gm "teerte ist niet/maer amdeuptlegginghe. WBantmeestalle Seeten houden die P. Schrift vooz waerachtigh / maer gheenfing deen des anderguptleggingheofte leere. TPacr

houdt elck de3pme voo2 opzecht / ende des anders vooz valsch. Ditbestaetmente bewifenmetratiocinatie (re

de-neeringhe ) allcen / metten Menscheljcke Authori tepten / als Concilien / TDoctoyen/Weeraeren/ouden/of nieuwen alleen/ofmet ratiocinationibus, ende H. Schzifture

tefamen: Gfmetter H. Schzifturenalleen. d'Eerste die

-

s

m

Zün onrecht/als wefendedeertete dupfer/hett werdeon feker/(foalle menschen doolen) het derdeeenmenghfie van defupvere bone endetflijckdesmenscheltickenverm maerhetvierdeis opzecht. Alsoo die Godtlitzcke ufts: om teleeren/teberispen/tebe ee nut1S (ende er tercn/endete onderwijfen/op datde MenscheGodes voll .. maeckt3p tot allegoedtwerck.

äh

" . Ladienmenighe Spokender Schrifturen dup 3", stereenigheteghen mal anderen endetenighe absurd s" fhönen/fabzupcktmen nochindie verklaeringhebamdien "

i

ratiocinationibus, ofCollectienfd mengmeestnoemt. Bie dupterfehnenberklacremenmerklaerder, Schriftuerlijt

gem. 20. Wie Spreucken/als: Ickfal4 vonot-flaen/ende itk falle **** vendighnaken. Poedattemeier of wat al-Sodtdooden es Pet/s, ende lebendighmmaktien k edooz 3pnen-Chziftun doodet' -

-

-


Brieven-boeck.

*

ongnadenbleefhellendemaecktons lebendich-nadengeest. f

Sogaethetmet die verklaringhebande abfurd-fhijnende

f

fpreucken/medete wercke.

M

Haaer die contrariefchinenmoetmen bwetente bereeni

ghenyoock fijnepghenmepninghe waerachtigh/ endeeens met: maerder wederfaecksvalsch/ende strijdightegen die felvefpzeucken/endetegen diegamtschefinne der H. Schrift turen doenblijcken/als wesendeghefpokenproprie, ofon egghentlijckpar tropum. -

-

TDie Collectien upter Pepliger Schriftueren zijn waer achtigh of valsch. MBaerachtighghelijck (bperempel) als menfepdt / nae-dien die met tweeponden ander twee

ponden hadde ober-ghewonnen / foo wel vanden Beerenatays hoo.de: Epighpgoede endeghetroubweknecht/zc. Als die netvijfnoch ander vpf haddeverovert: IBietwijfeldt/fa die met eenpoindt noch een anderpondt daertoe ghewoec

Kerthadde/hpensoude oock ghehooythebben: Epighp goe ยบde endeghetroubve Kunecht/2c.

Raervalsch is defe Collectie : Raediendie Peplighen

hierindertpdt vanden SMenschenghebedenzthnde / oock anders ( als Mopfes vooz Pharao Erod. 8.9. vooghet

volck Ero. 32.101 1/etc.) Godevooghum baden/endever Hooydt werden / die wijle3p nochmettensterfltickenrock waren bekleedt: Poebeeltemeer ist waerfthijnlijck,/ dat

die Beplighendooz taflegghen vanden vleescheibp Gode zijndelsende verfochtwefendevoo-biddingeredaen/inhare aen Godevoozdenmenschen / verhoodt fullen

'

worden

staenbupckt Collettienteghen Collectien/of Collectien teghemenckel Schzifture.

-

Beroerende "teerte/heeft Memoaldus mifbzupcktfรถn Collectie : Heeft Christuszinmenschepdtaenghenomen van Malaria / die oock van Adams Menschepdthaere

-

menschepdthadde diewelcke/ende onferalderonderbwoz penig den quadenluften/die 3ondezijn : Boo moet oock . Chztstugfelfs die quadeluften/ endedie Zonde onder-bwoz P einzl

e

Wegft.

Tl

MDaer - -- -

_-

- - -

-

-


D. V. Coornharts

*

Moaertegemeen ander Collectiestrüdtindeferwissen Beeft Christus in Menschept niet aenghenomenvan KMaria/ ja van Adam/foo emis hp gheen waerachtich menschghe weest. Immers/foenheefthyniet anse menschept/maer een anderaenghenomen/endeig mildtfdien mietgheworden -

onfe Jesusende Berloffer.

"

- - -

-

-

-

IMAacr daer men Collectie ghelupckt jeghen enckele, Schzifture/daer bestrijdtfeeen eenfame/oftebeele Speut

kender H. Schzifturen. Ist een eensame Spreucke 7 foo, bzengt diemethaereenbpfondere/of alghemepnemepnin

gheder H. Schzifturen. Teghen een bpsondere neynin gheimeeneenighefpoke/gheldente recht die gecalligeerde

. . . Absurda, ofongheschickthemden. Boogaethettoemethoc et.&c. (ditismyn Michaem) WBanthoe welmergensge lesen woldt/hocnonct corpus meum»(it welck danfoudefjn,

spoketeghenfpoke) foolaetmen nochranstalhierghelden, die Schriftuerlijcke absurdenupten Phraider fehzifturen: Algickben die wegh,deure,wijngaerdt,&c. Item/hpistop-,

ghebaren/zitter rechterhandt/falvandaer kamen/2. Anders gaethettaedaermen Collectienghebzupektte

ghenmenighvuldighe Spreucken. Immers die daer-en bovennochflinteghen hetalgemepnverstantder Hºfchif turen. WBanthier euunoghengheen Collectien/hoe waer achtigh zynooth fchijnen/ghellaove hebbentegien die me

menightederciaerghetuyghen/endeteghen hetalgemepne

verstandtder iP Shiftuieren.

-

- -

- - -

- -

1. Pierbeinickt nu ghekonnentotufaecke bundeltjcke JNr.

***/C. B. MDantghy bengColle hthiervoot twee wacke, onbe ctienteghe endedupfte fhepd 34/11.

ene

re

ngstfoo groeteme

#

mighte Spoken van claere Schrifture / endeteghen"tal

17/10.

gemeen verstandtdeffelventhoudende: Dat Godt elckmensch

s", floordeelen naßnwercken: Datelckzyneyghen - last fil ". dragen: (endedat daernoodtlijck umt moetvollghen / odcke '“ betupght wertmeterpreffetexten/) Dat de Seone desVaders

ev. midacdt niet enfad dragheu. 7

-

Peo.o/12, SPodeele - - - 12/14. 24/ 12, 17/15, Gze.14/13/20. 18/ao/30.33/12/ao. 7/27, 2 Bara,6/ao/23. Mai, 16/2 Lut.6/38. /9. Col.3/25. 2 Co./19. b Gal.6/5/s. -

""""

Zuch,9/10 sckzette/20/17,„Mat24/16,4 Liegu,14/6. 2. Par,24./4.

-


Brieven-boeck.

*

Gordeeltnufelveofsultkeuwegiffingfkens oocktegen famenighteclaeretupgheniffender Schrifturen/antwooz dens waerdichztjn/endeoficknietrechten hebbetetwyfe len/dathetunieternstenzp. -

-

TPegniet te min noch omu/oftemmintendanderleferg

ban defen te doen verstaenhoefwack ende onbeschepden Uwe colletrikens zijn/foneemt boven't ghene boopfpfis/ een ghenoegh behoodt te wefen / defe ant

' h

woode.

Ghparbepdendetebewysen / dat wpmeeraenloerelen tot/ende minderghenadetegen dieZondehebbendann Adam

hadde/fchziftaldus: .

-

-

" Adam hadde dieimlichtendefpzake Godes/endewetder» „naturen /.fulcks dathpfaghende verstonditdathpzpmen»

Schepperbehoo.detegehoofamen/endeoockmaghthad- » deonfulckstedoen. Naerwpinomsekinhepdten heb-,

bennochverstandt/endedaeronumenorh wille nochmaght, om't quadetempden/fulcks dät wpdaerimegheheel fin,

verfoopen/eerwp konnen verstaendathet quaetig. TDitfynuepghen wooden/diehoudeickaitfamen vooz

PD

hwaerachtigh / maerwatbefluptghp hieruptevoog ute

ghenminghevoelen. Rietatoos. Immers dat werdt tercontrarien dooxditufegghenbevetight : WPamt doe Adamfagh/ende verfondt/dathpfjn Schepperbehoo.de

-

-

te Shehoofamen/endeoockmaghthaddeomfullertedoen/ doe endemieteer/washemhetovertreden van dienzonde.

Bomenniet wilhouden/dat Godttprannighlijck van hem

hepfchte "tguntboven synvernoghenwas. Dat wpmu inonfekindtfhepdt gheen verstandt/wille/nochmaghten

bebbenom tquadetempden/maertdat hetmietmpden van dienongalfdanoock noch geenzondeenis/totter tpdttoe dat wpmededieinlichtinghe Godes/"tghebzupck vande

-

“,

werdernatupren/endet verstandt dat wp Godebehoopen ",

reghehoofamen(als Adamhadde ) deelachtighfinghe " bwozden. Wantdaneerst/endenieteer werdtonghetover-

tredenvandien (alstoock Adam was) oockmedetotzon de. MDatschadetons hier. die voorgaende ' 2.

-


*7*

D. V. COOrnharts

banonfonverstandighe kindthemdt - MDat weet W9 W.

oock hoe langhe dat Adam eer hp tot dat verstandt ende die overtredinghe quam/gheleeft hadde WBat bebwijft ghp

muhiermede WDatis hierdochvoo2onderscheydt tuffchen Adams ende onfejonckhepdt / indc welcke ghezondight werdt dat wp (fghdp)int quaede heelfjnberfoopem/eer es wpa kommen verstaendathetiquaedtis.

"

Wieve/fght doch/kende Adamhetquade eerhp vanden boom des weitens haddeghegheten ! CMuam hp oock nict

heelintquaedeleerhp'tquaedekende 1 MBanthpenkende 't quaedt mietdanupt erpericntieeen mocder van meetal des menschenfeeckerwerten. -

Merckt nu/ oft gheneu W. alsoftgantisch onghellick waere/voozfelt nietum allen tuckenghelyckis. Ickfieukonfteljck fubtilisierenindefe faccke / die u. al fchoontoe-ghelatenzijnde/mieten magh diencn tot bewilligt vander natupren verdopvemthept/fommendatidyft.3. Maer verstaeweldatalfulck ufegghen van dat wp minder ghe

madefoudenhebbendan Adam hadde / ghedpenfoudetot fweetenint verantwoorden. Bande alghemepneendeceu

wighe LiefdeGodes,diesonderlaenficn vamtpdenofteper foonen allenmenschenfovccleghenaden aenbiedt/ als elck

„terfaltighepdtvannoodenisendehemtrouwege mein pondeken(alwaert fchoonmaerhetboeck der Schepselen) woeckerende benghenmagh tot Gode / die niemaudt cn epfchtboven vermoghen. TPat ghnhier uptoockfehlint te bwillencolligeren/ dat -

-

wp minderghenadehebben dan AdamoneBader hadde uptfrafvan Adams avertredinghe/strydctopentlijckte ghen dierechtvaerdigheydt Godes/fos ons diedooz Go des gheetinde P. Schriftis ghcopenbaerdt(menschclyck dichtenbande rechtvaerdighepdt Godes/ gheldetbpump niet) foodanigh/datde Zoome des Baders misdaedtniet endzaeght/etc. Endehoeghp metfulckuopinie van ver minderinghe dergenaden/dooz Adams zondo/bestanfou Mos/3//det moghen teghenfoo.grootemenighte Schziftuprijcke tupghen/Houdendoldatdie ghenadein Christo -

an:

-

-


Brieven-boeck.

gherigghetweetdandezondevan Adam/ghebe ich umet

ermittelbetrachten.Daeromienuhiermedefchepidende van ueersteopnievandatwn nuargerinstatedan Adameert

was foubenghebooten worden. Come totuandersegen streckendetot bewy (faghpuneput)dat wp altfannen dann

Adams zonde ghestraft werden mede een menschelrich goedt-duinckenende Collectie (gheen Schrifture) wesende. mandie ghpneemtuptdiepijnitschert deromnofele kinder- ” kens doodt. Hieropfeggheick defeuwe Collectiete fin”

aparticularibus, endedaeromniet vast teflupten. "Das aparticularibusis / blicktdaeraen/ datalherhinderhaus doodt niet fooopynlyckenvalt alsghp tmaecht/ ghe merkter veelevancenhert-vanghedoodtblpven/ eenighe

verstichen haestelijck - andere sterven, sonder püne in heuren flaepe/etc. TBusenfluptdefe Collecieniet. zaaerghenomenditpynlyck sterven algeneraeibwaer/

endeferher, wiefallmp verhieden daerregthenie ratio ci neren/colügerenendevermuftiliserenalou MDaergheen mit daedtenis/daerenis gheenstraffinghe Godes. In

den omnoofelen Kinderkens ents gheenmuldaedt, so bolgt munoodtlyck dat indenonmoofelen hunderkensgheen straf enzp/ende müdtfdien oock dar hen-lunderpynlijck sterben

deotheenstrafigopghelcodt. Beantwoodtmueens defe Collectie.

MGoven all dit magh icknochrolligerenin defer wijfen: Godt voo-fiendedatdiemensichen verdieteilchhepdenhem felfdaer infwaeretoe-vallende uptfoulden waenel (L

verliefen doofwaerdt / strick/ of water ("

alfoo

haere onverstandigheende onripe zielen doog defenomep dighen / inden ecuwighendoodt benghensouden heeft fulckeheuredoodtliche onweghennet merteiche doo

nenmilenbeheimendaervoo affchlichen" aifooboo2 denceuwighendoodtbefehermenfoudel ende behouden Oze. "ihren" den Kion Godtderzondaerendoodtimet"

wil/maerdatzphenbekeerenendeleben.» / zphenü II. l 3

Liebe -


D. V. Coornharts

27.

Liebefegtdoch/wiens ratiocinatie hiermeer streckt tot Godeg eeren/endetothetgemeen verstandtder H. Schif turen - MBaerditdanoock nietde dootphnlyck gemaeckt sonder alle straffe van voogaende bedzeven3onden magh datdanoock zijn / alt magh endebetter lupdet danuwe vzeemde Collectie/ wataldiedandoch uptrechten Miet er altoog. Daermedelepdtderestevan defeuwe quaderol .. lectieinderaffchen / oock mede die/dat gheen Baderfilm e, kindt berepdttot die alderminstepijne : Ghemerktdefe clepneendekotepijmedangheodineerdtfoudezijn om den 3Menschendaerdoozafteschicken/endete voorhoedenvan degroote endeeeuwighepyne/ ende nietdemenschen omin eenlighepijne tegherialien. -

Haerofickaldusfepde: Godt wildeCroondereeren ga.jr. endeder falighepdtfchenckenden verwinner: fonder tridt valtgheen verwinnen. Sondermoepten/arbepdt/perijc 2Co-/17/ kelen/ja wonden endefmerten valtgheen trijdt. Bolght

% hiernuupte/datGod luftheeftofwilleomden verwinners WDie faldat "?“ fegghen: Meat dank Godt wilkroonenendefalighen. Dat F" z" gheschiedt nietsondertrudenmet finaencleven/alfoo will ", tequellenmet perijckelen/wondenende finerte

"

Godtmietdesstrydersghequel/maerfalligheydt. Alsoo

z“ mede Godt steldtons hierin Bollwerckdieser Meereidt am ongs wade victo.giemeteerendaerupt tehalem. TBit wilhp. TDit ghefchiedtmietfonder een koptlpden. MBill Godtdit

epghentlijck Ofonseeuwigh verblpden Laetick unoch watbeter helpen/danghpufelfs / ende datnietmetdupfter collectie / maer metnaeckte Schzift. - aeg 12/14 Rathanfepdttot David: Daerom fildezoone die ughcboo senisden doodt sterven. Daerblickt dann trafindes kints doodt/omdes Baders mifdaedt. Raer het was den doot

alvanfelfsonderbwopen oun Adams ( foo ghpfhijntte houden)mifdaedt. Soo en was dan ditkindts sterven gheen trafvan TDavids mifdaedt / maer welfijnjonck

sterven. MDaerom dat . Op dathet volckwetende Da vids3onde/oock Godts rechtvaerdighepdt verstaenfoude

totweghneminghevandenlaster, die David Sulcken ke -

-

nimckt


-

Brieven-boeck. *

**

minck Godtsnameghedaenhadde. TDefe sofaecke faet daeroockvoo/te bweten: Omdathy de vyandendes Heeren“ had doen blasphemeren. - TBooz defedaedt : Daerom al de**

zoone die ugheboorenis den doodt sterven. Zietdaer blickt

datdeedoodt(dnetkint doch eens vanfelfmoftesterven) berhaeft wo2de Toteere van Godeg naem/ endegherechtige

hepdt. Maermp wondert/dat unietaltoos inditfchts-,

venindenfünneghekommenist vandeblinde Joam.9.2.daer afChristusfepdtdathp blint wag/mietomfünfelfs noch omZijnderouderenZonden : JBaeropdathet werck Go

barrieur gheopenhaerdt soude werden. „Baer toe, „s des ( denckt ghp ) foudeickdat ghedacht hebben - daer tole: “, datternoch anderoofaeckenghenoeathfin ( daerdeseeen“ vanig) daerdeur Godtdemenfchen/nadenTichame on- ' ghemack/doodt/ende anderghequelmagh taetzenden/fon- / derluftte hebbenimheurghequel/ oockfonder trafvan, &# /17/ heurepghen/ofheuroudcrs zonden."Twelckfoo u T.dat ", haddetbedacht/enfoudp(achtick)vanditphnlyck sterven Juditº/ deronmoofelen linderkens gheenfooonseeckeren Collectie ghemaeckt hebbenghehadt. - -

MBildp nochmaerkterfonderaffectienfien wat absurden infich heeftdefeubve Collectie/foolaetong naerufegghen

fchoonnemen: dat wp teghenAdamseenpondt dupter niffenmetnegenbanden detootfen: MPplupden weithien pondendupftermissen/metnietmeer daneenklepnikaerfken enhebben: MDatfallmen hierna"talghemeenverstamt der P. Schrifturen (oockspecialijcknadegheljckeniffe vande „JMat,25./z

ponden)doch anders uptmoghenflupfen / dandat Godt“ narate endepzopotie so veelmin / ofdathp ongevenfoa veeleals hp van Adamepfchte/epfchenfall stemdp metdie

P. Schriftsghetupgheniffen heteerstetoe/ foo ist nochall ghelfjck/wanteenkindts handeken ist folicht volumet een klepintgen/ als een manshandtmet watgroots. IBaer

fegdphetlaette/sofoutghy vanGodden lievenBadereien hatelijcken Tpzan maerken : diethienigepfchendevant

maeerfelfjurehanden/mietjeghenstaendehptmaer eenen

heeft verleendt. Buncht udatoockalte accorderen 3Fue

",

-

-

-, - - --


D. V. Coornharts 103/13/

p:

Eclu.18/9/ 12/

zyme goedetierene Baderlijcke aerdt/ dieuptloutere recht vaerdighept barmhertighis - metzinsgheetsghetup gheniffe : Dat hy ons boven vermoghen nict en laer bc

"Tor.10/13/ kooren ?

Bovenalledit wildeick dannoch weluptu/ o Bunde lycke R.hooyen/of die menschenugheloovendedaerinne/ datwp veel minder lichtsende veelemeerderdupsterniffen

dan Adamhaddehebben / henfelfoockmer rechter ernst fullenmoghenbeschuldighen/alszp;ghelnick Adamdede, zondigenzp fulléimmers die schuldenietopAdam/metop Evan noch niet op het Serpent/maerop Godefelffchup vende/feggen bp heunfelf : Peeft Adamvcel minder aen vechtinge/cfiveelmeerder genade hebbende/over getreden: Hoefouden wp't doch latent Jimmerg/hoe ist moghelijck/ datpemandtmet waeren ernst wzoeghenmagh makenom nietighedacnte hebben/ "tighenehp verstaethemdumoghe

lthck gheweesttestinoun doen. Baerghpmu Schzifturebp-byenghende/fegt, dat Godt den menschendiedoodt toezendt toteenfiraffinge der zon den/diet nietomhenlupdenteplaghenom Adamgzondet

maeromhenlupdenafte schicken van haerepgenzonden. 3RaerfalmenditdzepghenGodeg nennen (foo u.T.dat will

dxpven) als of wpdooz Adams zendealtfaemenden pin lijckendaodt zijnondertwo Apen/bwaertoefullendefedzepge

menten Godcg dannoch nutztjn Haagh'tgenemualghe

schiedt is in Adam deurfulckdzepgenverändertworden/ so datherdanniet geschietfoudeztjn Raghmendengenen die alterdoodtveroodceltismeternst demghen/foohpdit of datdoct/ den doodtfalsterben 1 MBildp den al-wissen fhe fottelijckhepdt / ende spottelijckhepdt toe

'

plven

Epndtltjck (ick verloopmpintlang worden) foomtbint defenknoop/hebdpsmaght / endeghp füllt mpnutzin: Beeft Christus-onfekranckhepden waerltjck wech gheno

men/ende onfefmertenghedzaghenyofemiet: Weildp meen hier toefegghen. TDie Propheet fepdt jae daer teghem.

Ishi.53//

Ick vzagheuvoort: Jis one traf op heunghelepdt' -

-


Brieven-boeck.

275

niet ! Ghp mooght gheenmeenfegghen/ daer des bvaer hepts gheeftja fept. „Boofept nudie gantische Schzift/dat "hiertote Christusfig ghckomen/dat Christus dit vollbracht heeft/ende dat Christus hier toe aenden Crupccriep: con summatum ef,'tis alvollbracht. -

Alfootblickt nuoock krachtelijck hier doo/dattergeen zoodanighe straffemeer(het3p vande lijflijcke doodt/ ofte N,

p e

andergenmagh zyn)opt menschelückegheflaghte/geno mennochaldatdiete voogen dooz Adam daerop moghte gheweestziju/'t weltkick inde H. Schziftmieten kanlesen. Ghp vunt(seggeick noch)en wilt immergenietbestaen in defenstuckedie logen krachtigertemakenintvangen/dan die waerheptintb2p maken die zomdeint wonden/dandie

gherechtighepdtintghenefen den ghettoven Adamint

f, 13/14

dooden / damhetlevenfelfChristum Jefumimt levendigh '' I/IO doodenvan den doodt felve. Welckg doodt Lom.6/23. Col.2/13.

“ p 13

1Cs. 15/54/ 7» -

TPaerhebdp Bundt langherantwoorde/dammtin vooz memen was tezenden/daer fiedpooch wat manierevanbe

wissinghe ich vollgheinSchriftuplycke faken/eudeoock denckete volghen/alfoo langheick gheenbeteren zie.

BT. enbzupcktdiemaniereniet fooick zieaendefeuve bzeemde Collectien / die ghp vppmoedelijckfeldtjeghen naeckte ende menighvuldighe Terten / die u D.eerstbe hoo dete wederlegghen/endemetubvemepninghetever-ee nighen/maerdatenbestadp mieteens/Colligerende absur da/foghp hebt moghenfen/die bp mp hierinmietenghel

den... Hebdp trouven beter ende vatermanierevan be

wijfen / die fuldp mp foo wepnighalsickudefemine/ mietwillen verberghen / endeick diefeckerder bindende/

wildempnelaeten/ende den uwen vollghen.

TDoch foo uwemeeninghe fulexmoghteveranderdtzijn/ datgbpacht mijnmeeninghe van de Erfzond / en Erf strafvnrecht / ende der Pedicantenghevoelen daer af JB um

recht


17“

D. V. COOrnharts

rechttewesen/foobehoodp mettefelvedaerimetegen mp tefaen/datfalu T. niet onvenligh/endemp mietfchadeljic zijn. MDant3pfullentgaermelpden/endemetupzoncken.“ Endeghp als myjufinneindefen wetende / fulthenlunden heteronderricht daer van gheven. TDitfallmp u in hen lupdenkrachtigherdoenaenbechten/endemy teleer/fooick

doole/tefchandemaken/ende verwimmen. Dat fallmp nut/ ueerlijck/endeden menschenfichtelijck zijn. Alle welcke

'' faecken/maerbovenal Godegseereick vanherten wen C

L.

-

TDatghn mp vermaendtteblpven bpdeghemeeneopinie fooveeledie waerhept maghlpden : dumlckt. mp ghefendt

datickfallblpvenby dedupsterniffen / foo veele hetlicht) datmagh lpden. MBiemagh tweefoo contrarie Heeren te paffe dienen

Doch fuldp bevinden/datmijnghefchzifte/datoverge levertisaende TPelsche Pedicanten (die vandecgfaecke hebbenbegeerente handelen/endetedisputeren)naalle ver

moghenaenstaotende argberniffeis vermpdende. Ende hiermede wilickuv undtlijcke lieve R. netten Bunden aldaerbeveelen deghenade des Aluoghenden.

Lxxxv1.


Brieven-boeck. LX XXVI.

*”

BRI E F.

ofde Mensche vry-willigh, ofnoodtfaeckelijckzon dight,endevande Godtlijckevoorfienigheydt. waerheydts kenniffe , ende daer deurwaerehateten quaden,ende Liefdeten goeden, Domine I. Lipsi, wenfcht u alsfichfelfs.

T. fchiven vanden neghenden werdt mp gister awondt behandelt. Bedanekeu vo02 aldebundt

ichheydt. "Ich dencke uv.undtlych techiven of te wrighen. Caniernietfakotalstu L. gaer mefagheynemetfokotalsiervermagh. All wat douden fegghenigghcenloghcn/t is ooch nie albwaerhept.GPUde doolinghe empoferibeert gheen waerhepdt/opteghemeene regheeringhe Godes einzegghe ich niet. TDie tierdt het grootefchipdaer/endefa hethemghebenedpt belieft: maer wingtzynodeninghe Pieterof Islam neerwaerdtste wil Confan.

Jenloopenals" schipopwaerts vaert - ditis mmonge Fol.67. moeghen. Ditfähijntu L. upttebuchen metdie bwooden Ghmzon pag.67. Libere,igitur necessariopeccas,endemetdiedpedaerin Endc BagroN

ondervolghendeghelijckeniffen/maeren 3ie niet hoe U W. nootfakeltic,

selbefall kommen vereenighennetdat daernaestbootag. TDe JUMenta g"Homines.deliberareeligere,&c. TPitroerdt des Den ichen fchen mogen wille. Hieraffpekeich. Alengaendevantupt-latendat" Cr

mm mithaeght ineens anders werck/ is mynfinfoo weg- verkneifen.

mithalten anders werckeenwoodtteveranderen Pil ick watghcheclnampnenfünne hebben/so maghier ulckx feiffchtsvenendemaecken/maerint vertaelen weet ick vel wat mm betaeumt.

"Ich hellemediathetschijvenrypervalt damhetspekten/ macrooch veelangermoepelticker/endenoch alldupfer der. TDithebickmeteenighenalverfocht. Immers met IBM m 2

TDoctöz


**

D. V. COOrnharts

TDoctor Bafugalover vier Ilarenindesefake: daer bmp doo veel Bievenmalkanderenfuo langerfaminder/ende tenlaettenin eenvierdcel up2s fpzeeckcng claerlych ver fonden/endemercktendat wp undenfinefo eens / als in den woodenoneeug waren.

Hierom had ick eenUpken

speeckens voor bestverkooyen. Belanghende u .onleder diefoudeint schzyven vcelemeerderdan unt speecken wog den. TDitveedeickmedevoo mp/dienicrminderoule dighenbendlanu T. Endedat (foo veelemepnen ) in een onnoodighe/maerfoick verstae in eenehaognoodigefakc/ tebweten inny van Godetelaten gebuycken (dewylchet noch vzuchtbaerfchijntte vallen) voo2 een willig beec-yfer vande moodelijckekerckerder confetcntien/dieeengenmu

wederoptenoudenafgebokengrontbestaentelherbouwen/ waerinnediestede van Lepdenficheerftbetondefalofljckt

tequijten/datick vanherten welfoudewenschen'tfelve bp henlupdenfoo stamtvasteltjckvolvoerttebwerden. Auter faecken. Sick kogtstefalmoghen/nae datickuT. fchip ven wat v2eeder beantwoodt hebbe. Macr dit fchzijve

ick met fuicken ghedinghe / dat foo well u. E. als mp (duchtendevoo2te groote lanckhepdt) gheooloft falfijn Umetfwjgente antwoo2dcn/follder Wertunaeden aver weder

zpden Wanonverstandt / dat nict mcer foudekonnen / of

'

will abepot / die Uet mcer foudc willenault

002dell.

TBp handclenmuvam Menschelijcke/endeniet van God # TPUpbelfehe b2phepdt/endemoodtfakelijchepidtint 0MĂœlgen. -

Petzondighenhoudeickte zijncen menschelticdoen van tquade/oftlaten van'tgoede/dat verboden ofghcbodenist / welck doenendelaetendeum.cnscheig vermpde

' abe (TH,

-

P2pbwillighzondighenig net mp een willkeurigh doen

of latenbant verboden quaede / ofghebodengocdevoort

doensflaten/vermpdeltjcwefinde.

Daer hetmoodtfake

lyc 3ondighen (ist anders zondigyen)foudezyn/ daer' -

00


Brieven-boeck.

279

doo eenrehandel innerlijcke drangh ( niet upt-bwendighe

¡ dwangh) moetdoenhetverbodenquade/ oflaeten hetghe bodengoedeonvermindelijck. Hierupt kamu E. nulicht mercken mp (foolamghe fulck ghevoelenin mp blyft)foo onlinoghclijck tezijn omghelooven/dat fulckcouvernpde

lyckenoodtlakelychepdt in eenfelvewerkfoudebestaen/ neven die vzpheydt: als het claerte lichtnevendicfwaerfte

dupsternissenin eenfelvelucht. Daerom magh ick oock gheenfing vooy opechthoudenu II.femtentievoofth2even

Libere,igitur nccellariopeccas. JAetditbwennighwag nu ghemoegh/(immerg voo u W. als voo2 een verstandighe) verclaer doofakemijnderopi

nicn: maerwantdefedupftere Spielonche veeleflupphool keng heeft/hebbe ick totvoolhoedinghe van u T. moepten

inveeleschijvens/metdefclepneumoepten in wat meerle fens/willendefelvempnemepninghe wat elaerderontdce ken met ecn ubverd2pe gheltjcltcuiffen / doch ghetrocken zijnde van de onredelijcke TDieren/ofwilloofedingen opten

redelijcken mensche/ende defelfs wille/daer afwpnulham delen. Alfoodaerinnemeerdcrghelijckeniffe falztjn met

defonsefake/offhoongheenghelijckeniffe het ghelleken ding/mietinalsgheljchmaghzyn/alst nietecnfelveding falzjn/ende gheengheljckcniffe meer. INennemedateemigh Prince willende een bwoest Ein landt bebolcken / daerinne stelle ecn JPManende Doubwe/ bepderecht gaende/ende vzuchtbaerwesende : 3-Net ghe bodt van fonder hincken recht tegaen op d'aerde : Ende met verbodt van reclimmen op eenighen boom op. ftwaffe van vallen/vanbcenbeken/van Iltreupelztjnvoo haeren

haeren nae-comclinghen/eude volghensdien vanaltydtte hincken. TDooz t aen-fchouwen van eenighe lustighe Buchtaenghelocktzijnde / climmenzp op een Boolm/

vallen / beecken elck een been/ende hincken / alsoo zp bepde ooc alle heure nae-comclinghcn/volghens die ghe d2epghdie straffe. JN UN 3 Hier -


*

D. V. COOrnharts

Hier valtdevzaghe/ ofmenmoethoudendat die eerste tweezondighdenvywillighlijcken dan moodtfaeckely.ch/

dan bepde/int verbodenklimmenopten boom: Clommen zp noodtfaeckelyckopten boomdoogeenigheinwendighen Endeonvermpdeltjckendgang/gheitjck het vup2noodtfake

lyckopestyght / ofghelyck 3p optenboom / fonder opte krancken steumfelvoot ghewight hoo.de/lichaemen van der aerdenin dieluchtzijnde/noodtfakelyckdooz haer lijfs

fwaerhepdr) mostenneder-vallen: Wie falmoghengeloo vendatzp. vp-willighdaerop klommen/ ende datzy daer aenghezondight hebben ? dat mepnick mietdatpemandt falmoghenfegghen/ oock meldenietdat3p der op fijnge

klommen vp-willigh endenoodt-faeckelnjck. Ergo v2p willighendeniet noodtfakelijck/endczondighdenin fulck klimmen/datzp haddenmoghen vermpden. Alsofjn zy beyde vp-willighoock ghevalleninde traf

vanmanckheydt / diehenlupdente voo.eu vermpdelyck wag/ende niet moodtfaeckeltjck. TDaer byn falmenoock moeten toe-staen / dat3p nufo vp-willighkreupel ghe

worden zijnde/vootsnoodtfaeckelijck kreupelzyn/ ende onvermpdelijck hinckenmseten. MBilmen mphierteghen

werpen/datdefekreupelen/mevenfulckeghewodenmoodt fakelijckhepdtvan hincken/oock weleenighfinsvp-wil lighlyckdat werck vanhincken foudenmoghendoen : zo daer eenopiniequamonderdenkreupelen, datfulck hinc ken welfondt/ende eerlijck wareoflustigh / ickfal’t niet

ontkennen: maerfalmenmy oockmoghemontkennen/foo dathincken wederomfhandeltjck / of verdietigh bp den kreupelcngheacht werden / dat3p altfamenteghenhaer willenoodtfaeckelijckendeonvermpdelijck hinckenfouden moeten/dathethemallen onmoghclijck wareomtelaeten 2Zoo hinckenzp hier nunoodtfaeckelijck ende mietwilligh.

IMAenzietdanoockin defenfulckenonderschept/niet alleen tuffchen die twee alder-eerfte/endeallena-voighende/maer oock indie handelinghe vande twee eerstekreupelenfelve/

teghenhenfelve/voo endenaheurval. Datzp bepdevel daer vooz / maergheenfing daernadie

nicht: "thincli CNN


Brieven-boeck.

28

thinckenmoghten vermpden : In bwelckniet vermpden na/maernietint vermpden voor den val der Oudercnheure

makomelinghenkreupelshen lupden ghelyck foudcn fjn. Als dienopt (ghclyck heuriouders)wilkeure nochte nagt

enhebben ghehadt om dieaenghebooxen manckheydt ende hinckinghete vermpdenfoo wepnighals heureouderennu KreuPels ghewo2den31jnde. Pen luziden was het klin

men optenboomeen vermpbelijckezonde/umaernae tdoen vandat verboden werck/ waghenbepdendiemanckhepdt

eenonvermpdelijcke straffe/daerdoo zufomoodtfahelijck

' hinckenlutgaen / dats hen doeonmogheltjck wage Tellt LN.

Alsoo moctmenncenfegghen/datdemenfhe/foodattigh van Godels ghef hapen / dat hp hetZondlighen mochte

vermpden/ofniet. JPMoghtehptvermpden/foo was dat werck vanzondighen vpwillich/maerniet noodtfakelijckt ende daeron oock te recht Zondligh endequaedt. JPMoght

hp toock niet vermpden/footen watniet alleengheen vp willigh/oock gheen noodtfaeckelijck / macrgantschlick gheenzondighen: Ten waermendan hetkrancke Schep

felmaghtigher wildemakenintbeletten/dand'Almogen de Schepperintbol-voeren vanfjn TPecreet/ offchirkin ghe: Ofdatmendenghemen die hemmoodtfakelijck hadde doenzondighen (dat foudedam Godtfelve zyn Y derzon den/ende des quaedthepdtgoo fake wilde uaken/'t welch lasterlijck waretedencken. -

Endenmaghfulcknoodtlijckende aen-ghe erft zandigen ofhinckenderna-comers (footerghensis) weleenigh fins ghenaemt werden(met watrechtlaetickdietfoonoe men verantwooden ) eenonvermpdelijckestraffe van der eersteouderemzonde: Maerhoehenlupdendatzonde mach zyn/dathenlupdenfoonoodtlijck is endeonvermpdelijek/

datzp"tmoeten doen/ondemietienmoghenlaten: Endehoe pemandt fichmet rechten ernst waerachtelyck daer over

falmoghenwyoeghenende beschuldigtzen, falick uptu L. gaerne/ofmetredene/ofmette H. Schzift('tis mpin defen

gheljck)fien bewyfen/endemp als vaneenfeldtfamewon DECs


a.

D.V. Coornharts

der spoke verwonderen. MDant nietwepnighenisghe legen acmtwelontbinden vandefenknoope/fonderlingen in defenonsentpden/daerverkeerdeleere defefaketeertptson noodtlyckmubovenalmoodtlyck heeft ghemaeckt/ om bp Godt verstandighenbeschedelisch gehandelt te worden. DaltuT. nudit min fchzijvente langhe/ foowptdatu epghenschpvEndefe wooden-Scribe-tamcn adme,fiplacet, de totare clarius: Ende op dat defemijnebriefimmers haer boodfchapten vollenfoude doen/hebbe ick maer willen aenroercnop u T. aen-teeckeningheindeltift/Pag. 67. nevenuwe wooden: -

g4

-

-

-

Advitium sciente & finente (datinntnooghenfer welwas

-

fonderdefe Annotatie) quadamietiam fententiavolente , quia (zeghdp voo2 reden) nihil certe invito Deofit. "Tghenehier naevolgt/getogen uptmijngs Boeerken vandetoelatinge Godegp. Too. Aldus ghefchiedtaldat Godt wildatge fchiedenfal: Riet van altgene Godt wildatnietghefchie

denfal: maer veelevantghene Godt mieten willdat ghe schiedenfal. Endedaernaepag. 109. Baergefchiedtson derdie wille Godeszonde : daer ghefchiedt metdie wille

Godesdeugbde; daerghechiedt jeghendenwille Godes niet altoos ; ende daerghefchiedt dooz den wille Godes alleginden onredelicken Creaturen. Hiermetepndeick/ende inditlangfaemepndenvan'tbe defer faken/kan uT. licht merken./hoe langfaemdat ctepndevan dienbecomenfalworden / tuffchenonsmet fchtjven/daer moghelĂźcke entwoodtmondtick verclaren op eemonferbepder vzaghenin een ooghenblick degantische fake foudekommen epnden. Remet metfoo goeden herte alstuptboot kommt.

LX XXVII.


Brieven-boeck.

*

LXXXVII. BRIEF,

Noch van't

"f dafwtvrye wille,ofnoodt

faeckelijckghechiedt. Onderscheydt tuffchen be

'' noodtfaeckelijckheydt,willigheyt, endevry willigheydt. Endat Godesvoorfienigheydt nieten noodtlaeckt potzoudighen.

Aende Professor I. Lipsius. --

Ck maghnietlatenmetdanckseggingeGodes mp upt rechterhartente berblpdenindesennwenbrief vanden

„A.rs.defer. Bzaeghdp waerom mymtwyfeltjcke hope

''

is bastende waerachtigh endemidtfdien niet vergeefs mijnvooighefchzijven aen uE. Jckfagh foto heele(tot wanderems tae)welghefept inu Constantia

datick qualijck moghtghelooven uE meeninghe tezün datdie IFMenschenmoodtlijckzondighen. Mochtans doeht mp fulcr noodtlijck tefchupfen in eenighe uwe wooden

aldaer. TBitbedzoefde mp. Hochtanshoopte ick meen.

TPesehope dangmyntotfähiven. Endeindefen vetight mp nuditufchijven.

-

-

Alfoois nuons ghefchillnietinden dinghen/ ick mepn deboozneemste / maercleeftmeetindewoozden

Over

midts mp uE.oockuE.mijnphase/of wüsevanfpeken moghelückmietghenoeghkondtig, alsº mal anders fehltö benbwepnighghellefenhebbende. TDat ist in't bewooden

bantnoodtfakelijck zoladighen / ende inden chine ubwer

mooden vaude redenevandien/alsoftzondighenmoodt

fakeljcmastegheschieden : Omdatfuervoofienisvan Bodelwiens voostenigheptmietmaghfimoneecker. Van bepde willick münmepninghe verclaeren, fooick costste endeclaertefalmoghenyonderverbeteringhe/endetother foeck/of wpdaerinneoockmoghten eens3pn. -

In

Hier


D. V. Coornharts

* Onderscheint

tufchen Lo

(bedwig.

A, . .

s

akeljic 21, 3Âť

illig: hand:.

Pier toedienteerstdonderschepdttuffchendefe vier Ka men/in's menschenwerken reaenmerchen als bedwang/ noadtfaltelychepdt/willighept/ende vzpwillighept. Baer van d'onderschepdttuffchendietwee laette so elepnfchint als 3p groot ist: Ende by any noch noyt uyt yemandt ghclelen

" of gnhoordt.

--

Jadeersteghechieden wercken/die menfeptte Zynghe

diwonghennadetweedenaabtakely:ke naedederde/wil lighe/endenade vierde/vp-willighe. Hetghedlbwanghen werck mighte anders ghefchieden/maerdithangtaemeen

anders/endemietaenons beraedt endewille. Sao en be raedt hem niemandt / aack heeft niemundt will am 3jm gheldt tegheven / een machtigh Tyran / ofgheweldig Hoover die themonghevaeght/endefonder eenighekeur van drit of dat tegheben/met kracht beneemt/daeren valt

oock gheen beradinghcofte bewilliginghe/algreenmensche doo t natupplycke ende onvermpdelycke fterven / zijn B.

gheldtnoodtlaeckelijckter MBereldt maetlaeten. Angheen desertwee wercken, so dieuptbedbwang/als die uptmoodt faeckelijckhepdtghefchieden ; ist daeron oock even foo-,

wepnigh-deught ofzonde/eere/offhandel loon ofstraffe/. als daeris beraldinge of wille. Allandergeistmetter machen wirken, diedaer geschies

denwilligh, wantdiese moghen mietghefchieden noodtsake lijck/aock mietfonderberadingthe ende wille/maerwelmet beobwungh. WDant wat moodtfaeckeljck ghefchiedt / en Muagh net anders dantghefchiedtghefchieden. Hier halt

gheen beraedinghe/ enefonder Geradinyheig gheen wil le. INghfichoack een sterfljck mensche beraden/ofhpn op"tlanghtenaghelnick is/gheleeft hebbende sterben will danmiets FAeen. JAuervielberaedt menfich/oock wil

menwelinfommighefakenvaerdwang ist. Als daereen maghtigh Tpran / ofgheweldigh Roaver totpemandt fepdt: Gheeftimpflukrugheldt / af ick meemu tracker

Het leben. Sulck over-gheven van't gheldt gheschiedt

Willigh / doch niet bel sonder dwangh. Bantal -

- --

-

-

-

-

'

#


Brieven-boeck.

285

Hp keur endewilleom"tminste quaedt/foolighpmochtange ghediwonghen om een van bepdequaeden teaenvaerden/ endeinditwerrkisdeughde inde Godt-vzuchtighe voo

g

hocdinghe vamargher quaedtder ghcbweidighedader. Tc weten van moodtte bedxpvenaen3mnenperfoone/ dooz t

l

bewillighen indenroof aen zijn Have / ende inde wijfe heure,vanliever"tfinoode/ende weder-krijghlijckegheldt/ t

dan vanhetedele/ endeonweder-becomclycke levenhierte berliefen. TDitigeerly.ch/endeoock nut / die heimloondt metbehoudinghe van't beftete weten van't leben. Weder

omiftoock gheheelanders methetvry-willighe , dan met fulck wiligh werck. Ghemerckthet vpwillighe werck

mietrnmaghghefchieden/ghedwonghen ofnoodtfaecke lyck oock gheenfins sonderberadinghe endekeure. Dit balt in den milden Tiefhebbers/diefonderalle dbwangh/of

nootsake/maermietfonderberaedingheendekeure/ofmen wilgevendanniet/defen/ofdien/aldus/offo veele nu/ of Uno2ghen/2c. Ende ditis altpdt deugh.de/eere/ ende nim

mermeer sonderloom.

-

Baer fietmulu T. mijnmepninghe van de onderfhepdt tuffchen desevierelepewyfe van wercken. De welcke fa voo goedttoe-ghelatenzhnde: Endemagh menniettoe laetendateenfelve werck foude ghefchieden vp-willigh/ endenoodtlijck. Ten waerdan op deft bwjfe foo wellinde

deughdeals indezonde. Alsfoopemandteerst vp-will zl

l

lighzondighende ofdeughtpleghende / dat foo dickmael pleeght/dathct woldt eenfod vollmaeckten habitus , dat d'eenfoo wepnighdan voodts het verck der deughden als d’ander hetwerck derzondenmagh laten/endefoo wt een wiligh begineen noodtfakelijck epindemaeckt. JIckt mepn dat d'een fulek een dupvels kindt vandupvelfcher aerdtfulcken Godloofe bwozdr / dat heun verblpdt ende verlustightintquaedtdoen : Gheljck dändereien kindt

'

Godes/vanGodtlihckeraerdt endefulckenheplighevpot dat hp hem verblpdt ende verlustight in 't goedt doen / 52 m 2 . . - fast

--

- -

-


*

D. V. COOrnharts

faodatdeenintgheenhpaloodooz t habitusinghelift ist

'

foo magh recht doen / als d’anderdaer in magh Zondighen. Ick bcn hier weder lang. IMacrdemuthepdt/janoodig -

hepdtdefer onderscheydendoet mp dit hier stellen/ endeko uncudeuu van dcfontdeckingheutins ghevoelens/vande onderschept/tuffchendwang/noodt/wille/ende vzpe wille. 4Tot die voofcnighept Goldcg/ houdciclt voozal datidit

Menscheljcker wmfe/ende onepghcntijck werdt toerghe (chzeven C53.de/in Walenseeuwighewyfhepdt is een tegen woodigyecnde ghchcclevoog-ooghenthepdtteffens alder

dinghen, diedaergheweestzyn/nu zyn/ende noch werden fullen. Ende dat Godt oock soo luttelmagh zijn sonder fulckezpnealweltenhepdt of(lactmpfoofegghen) alsfien lychepdt/als fonder3pnegoedthepdtfelve/hout u L. oock

elveelf daerombehoeft dat hier gheen bewis / foomede nict/datG3 des vao3fienighepdt (ofal-fienlijckhepdt)niet

eumaghbedzoghen worden/ ghemerktick datfoo houde

metu L. Haerdlitschrinettebehoevea/datfulcke vooxfie nighepdtGodes nietenmoodtfaeckt dathetghene te ghe fchieden voofenis/fulckx moetgheschieden. Wanteerft (op datickaverechtsvandeangheschickthemden beginne.)

Indienfulckx ware/founoghtendiedoendersfulckermoot fakelijcke ofonvermupdclijcke wertkennietzowdighcn/ ooc

moghtdanzande gheen Zonde Jüm (oock bpden menschen) of Godtfaudeder3onden oogfake moetenzyn. .

Bootsmoet unenfegghen/datdezandeghechiedt noot k/oundat Godt dieghcwiffelijckheeft vao-fien : Gf odt vooftetdienaadtlzck (laet mpfuickspeecken hier

toeyomdatdieghewiffelückfallgeschieden. "Teerste feg ghendevaltmenindevoochevenongeschickthept maer tlaetstefegghende/niet. "Ten was Gode nietnoodtfake ich den Haensch diedaermoghtzondighente scheppen/ veelmin bzytefheppen/daerdoozhyzondighenmoghte. Baeromen wagoock het zondigen den mensche miet noot fakeltickt / nuGodt hetfcheppendes vpenmens

'

ehenhaddemoghenlaeten: Alsohaddedevpe ' -

an:


Brieven-boeck.

287

het 3ondighenmoghenlaten. Ra-diennudatalleenmoot faltelijck nuagh ghenacnnt woden / dat niet anders dan't

gheschiedtenmagh gheschieden: Hoenmagh oockditzon dighendeg JMenschen nietnoodtfakclijck ghenaeumt wog dcln/ghennerckt hp haddemoghcnonghefchacpen, ende nur

alvy ghefchapenwesende/onnoofel/dat's sonderzondigen bipven. JDacrfaghefchapen gesende/endenughewis in fach fälfdefaeckefaa3jnde/dat bp 3ondighenfoude: Boa mastfulcks noodtsaeckelijch ind ecuwighe endeal-ziende ooghenalleeuwelijck vootghefchieden ghchwuffelijck voo 3icn Zyngheweeft. Bp ghelijckenig (lactdecs unijnzinne upt-beclden) ofpemandtintlichtstaende/ vooycenklaere ende onbedecktefpieghelfich beweeghde metbupghen/met

upt-strecken/metdzaepen/ende keeren/allefulckrinoodtfa

kelijck foude macten verfehnen inden felven stillen onbe weeghlijckenspiegel/sondernothtanscenighfing denmen fchefo voo haerftaende/totfulch zijn beweghentenoodt faken : Alsoo verschijnt alder IHenschen/t3pgoeden of

'endoenende latenvoo

defenseeuwighen Spieghcldes

odtlijckenalstenigheydts. In welck ghcfcht zy even, foo wepnihbedzoghcn alsdemenschen daer dooz ghenoot faeckt maghen werden.

-

-

Hierbphopeickdatu T. mumijnghchoelen im defenon

twyfelyck verstaen / unp foo ickdoole beschepdclijck be ripen 7 offeggheick hierrecht nietteghen-fpgcecken en fat/ende verwacht tcrgheleghcudertpdf antwooz.de.

' '# nä ““ nighept Hodes (foovecleons nederheydt die googhepdt ' ren groot declinfichbehclt vande Bod Ul

vzuchtighepdt isnietzeemtvanmynghevoelen/sou L. eemfdeels maghfieninditimlegshende Compass totruften alovereenwpleupt-ghebeeldt/mastbegrip van ZanalleAN Ans. Aengaendemumijnhinckendeghelickeniffe/ frechende -

apte Erfzonde (sogul L. rechtferbt) pasinngin Brief bersofaecktdsozu W.

gibt

n thiuckende p"

-


*

D. V. Coornharts

ontsteldeherpe. Alfoo ick verfondt dat u T.diete paffe brachteopten Mensche (fo mp noch welhalfdunckt) cfi en

mogten die niet altoosterfakengedienthebben. Want dan mote Godt des Paerdts hincken/ endedieongheftelthepr der Herpen veroofackt hebben / alsmen wilfegghendat het Godtfelve alles doct : Of maeckthet Paerdtfüchself hinckende/cñde Herpefich elfgualychlincliende/fomoght men defe bepdequaede wercken Gode nict toe-fähipven / fonderzingoethepdtoo fake van't qnadete makcn. IMaer

nu ziende 7 dat u L.daer bn verstact nictanders dandie

Godtlyckebestieringhedes MBereldts metalle zyninghe wepdt /diens wysegaedthepdt/ oockderonwyfe Jen fchen quaedthept/ten gocden canfchicken/endcnietdie ver oofaeckinghe van alledatter gheschiedt/ "twelck mieten foude konnten wesenfonder verfaeckinghe vande Godtlijcke goedthepdt. Soofhepdeickdaer af/ fonder hiermeer

optefegghen / damalleen omooloftevzoeghen / ofick beneven indie plaetse defeuwe mepningheverclarende wel maghfegghen alsoo : TPe Autheur verstaethier bp / dat Godt oock der quaeden quadebwerckentengoedenbestiert/ unaer mieten veroo2faerkt.

Soo veelenuberoerdt defe u T. wooden indefen Brief/ Nepeccatum quidcm fieriinvito Deo ( die verclaeringhe was vande wooden inden lijst ) quadam etiamfententiavolente (Deo ) enmoghen (dumcktmpnoch) defelaettewoo den met die erste voofchzeven (Invito)fooniettot defeuwemep

minghe verclaerdt werden/ om redenen hiertelanghende lichtelijckte merken in mintweedeboerkenvan de Toe latingheGodes (hier inne gaende ) van de 91.totte 115. oflefte Dist. toe. -

Betzendenvandetweeeerstebladen/met daenteeckenin gheindelt ist, fallmp dienfeltjck zynintverstaencenigher dinghen mp dupfter/ alsick mu't begonnen werck weder

ter handenneme / "twelekickterfondt wildoen: Algiek optghene voofepdtstaetfommiertycku W.

annes

-

- -

Es


Brieven-boeck.

289

hebben/ ended anderdierghelijckeghedrucktebladen dann

vootsbegheerlück verwachteu. De Heere verlichte u verstandt/ende sterckeugoede wille.

LXXXVIII, BRIER,

Vervol hop"tvoor-gaende van’tzondighen , ofdat noodtfaeckelijck ghefchiedt ten respect van Godes

, datfulcke Leere tot oneerevan

Godt,endeverhinderinghe der Menschenfäligheyt streckt.

Aen Iuftus Lipfius, Professorin de Academie tot Leyden.

-

T

Gae ueeuwelijck wel/Domine Lipfi. Albeeleman der(dant Soratidede) behaeght mp 'tgheneickt

fehzpve: Endeveeleminderdan bp vermagh ickr techpvenfoot mp behaeght. Bant ick Idioot ere ontbe het middelvamgheleerdthepdt. JBaer dat noch bovenalindefenhandel/niet licht(oeck vooghelle erden)

omweltdatskosten klaertebeantwooden - dit bracht mpinberadinghe van vootsteswighen. Temeer noch omdatons bepdenghcenmoepten/ endemitsdien weltpdt ghebzeerkt. Booz waer/mp dieinvierofvpfdaghenver

hupfeopten zaghe meteenfeerkrancke Pupfvzouwe/die mpnefoighvuldighepden (als voo-maels) niet meeren

'' dat nietä ' erdeick ghedzonghen mp selbe dit unzn fehypven not unzufag dieretpdt testellen. --

Fliebe


*

D. V. COOrnharts

Liebelpdtdochgaedtlijck/mijntraegh verstant dat noch gheenfingen kanbegrijpen defeuwe Paradoren.

Libere

gitur necessariopeccas. In welchemp dunchtite3inmietal leeneen onmoodighe/naer oockfchaedelijcke fubtplhept: wederfulcruptouden ofjonghen vootkommt. Watmoodt

ist hierdemoodtlakelyckhept testellen respectu Dei:fonder derlingintwerck van zondighen TBit wercktde Mensch endentet Gadt: Ende dit pdt Godt ende niet de Mensch. Kiet van Godes ghedaghen/macr van's, Nenschendocn

(namentlyck vamt zondighen)fpeken wp: TDit IMensche lick werck fepdt u T. te zijn willighende moodtfakclick: Dat dunckt mp nochniet andergghefept/dandateenfelve Juchteteffeng lichtende warm : Bock dupfterendekoudt 3p. TDät maghicknietighelooven/hoeferier mp oock pyne. MPantal watnoodtlakelyckghefchiedt/datmagh Miet/ al wat bwillighghefchiedt/ dat magh wel/vermpdt

werden. Sondefeghdp gheschiedtnoodtlakelyck / ergo gheenfins vermpdelijck/3m ghefchiedtoock wiligh/ergo bermpdelijck. TPat's naerufegghen: Bondeghefchiedt onvermpdelijck ende vermpdelijck. Ditmoetick houden voo2 openbare contradictoria. TDuptvlught van respectu Deien magh hier niemaltooge helpen. W9amt Godt en bwil

nochendoetdezondeniet. IAenmoet noodtlijck segghen een Wandpen/telweten/dat zondighen ist een doen Godes/

ende rusten ofnietdoender Menschen: CPfhetiseentfa nenboerckinghe Gades/endeoockdes KIAenschen: Ofhet

is een vierenofrusten Godes/ende eendoendermenschen.

"Teersteis opentlijckvalsch. Hettweede mede. Betderde «is danwaer: daer Godt in viertofrust/enwerckt hpgeen esnacdtfakelijchepdt/ nochdoo zin voo-weten noch dooz “ zijnpedestinatie/nochdoo zijn Factum ofmootfähickinge/ nach anders. Boozondightdande IMenschevpwilligh endemietmoodtlakelyck/oocktenrespecte Godes. Ilcenmag anders noch uietmerckenooc uptdit ul. laet

stefchipven / dandatghptachtalsofhet werck Godes vantziemonses werer vanzondighen/ fulckong --

-

-

- - -

- -- -

se:

werc


Brieven-boeck.

29 I

verknoodtlijck veroofaeckte. Mochtangfeytu T.flf hiernunoch opentlijckteghen : Nectamen harc scientia Dei ejus causa est curmalumfiat,fed quafit autfuturum est,ideofitfi

vepraefcit. TPitbewyfdp vootsupt Augustino/feagender Ipforum (hominum) prescivit peccata non fia. TBitalleghoude irk metu W. Hummers/ickfegghe hetfelf / dug behoefde 't bewijg hier niet. JRaer wel/hoedat hetder JNeufchen zoudcnmoghenzijn/als die moodtfakelijck ghefchieden/om dat Godtdie voo-fiet/ende dat ont wijfeltjck. JPaeckt defeont wijfeljckevooz-wetenhept nu des menschenzonde

noodtfakclyck/datis een werck Godes - MDie maghdat verstaen - TDitfeghdp niet dupfterlijck in die wooden: d nccessitatem quandam cventis rebuque omnibus inĂ&#x;itam ag nocimus.

TDitmagh ick nietagmofteren/fondercontrariate beken

nen. Hierachticku T. bedzogheute wodendeurtanbe dieghlyjckevoo-weten Bades vanonszondigen/t welck mieten is eendoenofmaadtfaken vanonszondighen/maer een ledighlghedooghen vandatons quaede werck.

Ende

continulicht merckenmijngevoelen vandefeuwe wooden: quamlibertatem,quomodo magis stabilirepoĂ&#x;im,quam cum cri

boeam, infitam homini,ut necessarium fitquotiespeccat liberum eumpeccare 2 MBantickdit ziefoodaenighe openbaere Plug nantiate zijn/jaepzivantia / dat heteenmoodtfaeckelujckt het anderweghneemt.

* -

- -

-

-

-

Hoemagh ineenfelvesubject('s Menschen wille) vpp heydt blpven/als daernoodtfakelijckhepdtis: Evenghe lijck hetleven/ofghefchtmagh blyvendaer doodt in den Tichaeme/ofblindtheydt inden ooghen ist. Poe magh menmufoodoendedievpphepdtmeer vermielen. D T. be kendt immerg hier oock felve : Necessitatem cum volum tate, & magis cumlibera voluntate pugnare. Godt is Ignis consumens.

TDatvunzcomtvanfelfden weet-gierighentena/ofdie weet-gierighetomtdat vp-willightena/ foodathpflich. moodtsakelijck bzandet. "Teersteisniet. Ergotlaette. TPathp willighdoct/moghthplaeten. -

CD a

-

JRaer


-

D. V. Coornharts

3Maerdattenatomende met Phaetonte/bxandet hp fich

wiligh / nietnoodtlijck/ noch respectu Dei noch anders. MDant albzandethpfeh/dattena kommende/noodtlijck/foo hadde hp fulckte na kommen moghen mpden : Soo mede het zoudighen. JDaermosthp t tenackomenonvermp delijck / foo ist wcl noodt-faeckeltjck / nuaer gheensung willighlijckt. TDie unghevoerde, Spoke der MZ. Schzifturen / mercke ickniet meer vooz defe u. U. mepninghelte doen dan Augu -

stini: WBanthier washet werck ofdoen der Joden / het doodenChristi / foomenGodefelfmict wilmanflaghtigh maeckenaenzpnen beminden ende onschuldighen Boone. TBit werck dedien zyn (fghdp)noodtlijck/ergo nuet willigh/ noch veele minder vp-willigh. Ergo oock niet UCCr QUA

lijck/ofzondelijck/dande Tomezondighdeint stillefaen/ ofterugghegaen. WBant dit was medic voofienende ge

odomeerdt. Ergomedeonmpdelijck / ende noodtinck. MBiemaghdit ghclooven. Inden Joden was willighly/ nietnootly ck hervuphaersnydighepts/ anders en war dienpdtinden Joden geen 3ondegeweckt. Dit quam Chzi stug vpbwillighlyck, endemict moodtfaeckelijck ( anderg waerthem gheendeughde ghewcet) onlong te verloffen te

na. TPoe was hetbandenmoodtfakelijck. 3.Maer het te nakomenden vupre Chzifti wasnet minder vzywilligh/ danhetbenyden Christider Joden vxpwilligh was.Erga

gheen van bepdennoodtfakcijck/endeghefchiede mit den HetlydenChristideughdelijeh/maerzetdoodender Joden zoudelijck. J2aer want ick defe ghefchiedeniffe all over

rwaelfJaeren epghentlijck ghehandeldthebbe in teerste Boeck TDist. 153. Ten epinde toe oock beederdamit r hier

unagh verhaelen/soo falt u T.daerlichteijckermoghenle fen damick hierfchzpve.

DT. fegghenuptminfegghenvande Spieghele/ dient keghenu/voomtjughevoelen/want die Spieghel lpdt die verbeeldinghenoodtlinck/maerdemenscheveroofaecktdie

doozyndoen wiligh. Endebesiuptenoch alldatdefe ' Nord-DT


Brieven-boeck.

293

noodtfakelijckhepdt van’tzondighen Respe&u Dei gheen finsnoodtfakelyck/of fightelijck/maergantischvergeefs endeargherlijck hierinnehwerdtghevoert/ende oockgeen

' metterwaerhepdt nevenhet willigh Fondighenmagh 21TION.

-

Immers in allen ghevalle vollgheickt gaerne/datmeeft . streckttotte Godlyckeeere/ende der Menschenfallghept: * danft jeghendeel. TBaer voo, ichfulck stellen van Liberé *

igitur necessariopeccas houden moet/alfo"tfelvenieten dient * om den menfthe van't Zondlighen/maer bwclom Gode van *

ongherechtighepdtint straffen/te befchuldighen : CBock • Nota niet omdenmensche vzuchtbaerlyck te vermaenen tot op- » houden / maer welomhem verderflyckte doen volharden » intzondighen.

--

P -

MBthetvoofpdemaghicknoch niet anders gevoelen, dandatu T. mietvypis vandoolingheindefeaen-tekenin gheinderandt: Quadam etiamfententiavolente, endeten zün wphierinmiet in den wooden/ maer in dendinghenfelve oneengalfmengop's Menschen leerstezonde oock willne

men/als u.T. hierdoen. Nonfitaliquid(fghdp ex Augusti no)nisi omnipotensfierivelit : velfinendoutfiat,velipfefacien do. Idquevultquodammodo Deusdumfinit,&c. MBantdefe aliquo modoopent (mijns gevoelens)den menschen die dope van omnibus modispeccandi. MBaertoe is defefo/ghlijcke

. fubtplighepdtdoch anders mut! MBildeGodt(jaoock int

alderministe) datde menschefoudezondighen Poemoght datdemenfcheoock in talderminste vermpden 1. JBoght

hptmietvermpden, foowatnoodtfakeltick. Was dit/ soo wast nietwilligh / veelminvzp-willigh / want defe strydenteghenmal anderen. MBaerblüffthierher verstaen vanderechtvaerdighepdtdes straffens/omeenonvermp delijcke zonde - MBaer blpft hier het waerachtigh Derou overeenonvermpdclijck werck van Zondighen - Immers

hoemaghpemandtmeternstopfet maken/ omheronver mpdelijckzondighenteverlaten - All wat Godtfelfdoet/

datwilhpdat geschiede: Waer wilhpdathetalfallge fchieden/dathy toe laet Ils

: MBie magh Q 2

se

-

s


D.

v. Coornharts

ontschuldighenvan quaedthepts oo fake - De Mensche

moghtfooturtelghezomoight hebben/ als Sonne/Meane, ende anderonredelycke Schepselen/indienhp hemniet ghe wilt hadde v2p te zyn. VPit bekenne ick. Naer noodt

faecktedit willen Godes vandes JMenschen vpn zyn hem tot 3ondigen: ditonthenneis. MDant was dit/hoemogyte hm vzy zyn Godt wildedat desMensche foude van zin.

Jubilde Gadtdaeromdathy foudezandighen: Acenvne lijck/maerltetdat vppeltjck toe. Godt wilde niet dar, die IHenfchefoudezondighen: HRaerweildat hp maghtfoude

hebbenamtezondighen/ofweitedoen. Hierinist dievan - hepdtghelegten. Non vult ergo Deusinendout pcccethomo. Nota.

Ende hierinnehoutfich Godt(fouT.upt Thoma Verhae

lenadmodumvolentis , te wetten, datdemensche b2pelijckt magh willenhet goede niet : maer het quaede fonder of buptenGodeswille. Endedit feggheich Lib. "Die IO4. Maernergens dat Gid willdat de mensche 30ndige. Ende

verstaetu L. midtsdiendesempneplaete)

teghem Impnen

3inne/endeuptghedpuckte wooden. TPMeru N. mufpdt: Nihil,inquiunt,viriumin homime ein „_ ternarum live internarum nilia Deo,&c. Pebbe ick waerlijckt meternftigher aendachtopghelet/ oocktal oberlanghe wel

verstaen/watdit voop eenobjectie is / als die allover 29.

Fren

P. Miclaeß. vooz-ghcwopenmet diese woo2 CPnmaghelyckist dat een goede Boomquaede Buchten

EN:

foundedaghen : Godtfelfisdefegoede Boom/waer Upt fdoo alles voothomt. Hoozyndanooch alledermeint, fchen krachteninnerlijck/ of Upterlyck goedt. TDie mo Phenoock miet/dandat haerggheltief is/dats goet/voort benghen. So moghendan oockt nochredelijcke krachten

noch maghtum willen/zc. niet quaedts voo2t-benghen/ als comende alles upten goeden JBenfehe van den goeden Gode goedtghefchaepen WPaerher comtdamit quaede MBten TDupvelende Hemele die is oocheen goede Enghel

indesheenguadendurvegeschapen/hoeunightdie “ -

quale


-

Brieven-boeck.

---

*

quaetvoort-bengenofdoen Kochtans werter quaet ge daen/datdoetde goede Godt niet/de.goede Enghelniet/de goede menscheniet. WDie docthetdan - daer op defelde IP. JAiclaesz. antwooz.de onwyfelijck : CBaerne falick

(acht ghp't mp waerdigh) ditnueensfien bpu T. wellbe antwoodt : Didts dat ick die hebbende u Wieden dan oock afverklaeren will/mynghevoelen/ die toock alwat nae-ghedaght hebbe. Dit bedencken vooß. veroofaerkte mp / datick die mpnewoo den : De Autheur verstaet hierbp/zc. stellen wilde/nietneven delaette/maer bpd eerstedpeghelijcke niffen van’tmancke Paerdt/2c.Also mpdochtedatuwere -

dene daer manckede/ghemerckt3prdaerteneerftenvaltniet op doofake/maer opte vzuchtvantguade/ofzondighen.

MDant hierfeldp Instrumenten daer Godtdooz werckt / dienualhinckenendeontifelt/dats verdovenzyn: Ende niethoeofdooz wienzp verdovenzyn. Bandit verderf houdeicknietdatu II. Godeoozfakemaeckt: „Maer wel vant weltbestieren vanfulcke verdopven Schepselen/fo.de voo-danffer/tSchip endede MBagenmerbengen. Hebbe

ich nuindit stellen op een onrechteplaetfegedoolt/datwill irk niet/ oockmeteencenighwoodt nietwederspeecken.

h ofdat mijnlaetteendeminste doolinghmoghte blp LIN.

-

-

-

Lievelpdtmijnrupdt verstandt/ foointguaelijck ver

staen(moghelyck)van'tghenebpuwelisgheepdt : Of intfooqnalyckupt-bceldenmyns zinnes/dathetu T. niet wel verstaenenmagh. TDochbegeiere icknochteweten/of U II. oock ongaernefoudelpden/dat ick mag stellenneben

defedpeeerstegheltjrkeniffen/neven Libere igitur necessario Peccas. Ende wepnigh.meer andere ( foodaer meer mo ghen zijn ) plaetfenin denrande Caute. CPfeen Handt/ mits datick inmijnbrief vooghetover-ghefetteboeck ver-

clare TDaticksultkeplaetfennietrechtenverstae: Enom fichteltjck ghelesenmoetenztjn. Indienjae/fo verwachte ick allenerkensd andere blaedendes tweeden dzuckx/met

aen wüsinghevantghenebpuLis verandert, -

-

- -

-

"E:

Kr

-

Oo

3

- -- -

- - - --

.. -

Gaerne

.


9“ D. V. Coornharts Gaernewilickaenomente recht)opzechten S. fhif telyck/ ende aenden Burgher-meester mondelijck fulcken uwen wundelijkenboodtfhappe van groetendoen/foghp oock unet vundtlyckerherten werdtghegroet.

LX XXIX., BRIEF,

Raedt teghendes ghemoedts aen-vechtinghe,droef heydt,endefwaer-moedigheydt. Erbare/ende Godt-vzuchtighe Piendinne mp ban

E perfoone/ marrnietvanghemoede heel onbckendt/

dooptverhaelubweg Boederg/ick hebniet moghen

latentefehzĂźben/datic doot vernemenvandedzoef heydt dieinuig / eenfonderlingheblpdtschap verneme in mp/Bodt damckendedattermenschenzyn/dieterechtrou

wedaghen : Maer daerbeneven wat mpgheenclepne vzeughdetehoozen/als hp mp verhaeldedatu II.hem hier ghefchickt hadde/mietupt een wantroubventot Gode/om

aen menschentrooft tefoecken: maerupteen Bodt-betrou wende beschepdenhepdtomdiemiddelenmiette verwerpen die Bodtfelveteghebzupckenbeveelt/namentlijck/het ver nemen/wat Godt anderemenschenvoo2gaben magh ver

leenthebben/welckertupgheniffe totmunderingevanuwe qualefoudemoghendienfigh zijn, Alistnufoo/datickt

dieclepnhepdt minregaven in defenwelkenne/foenhebbe ick verfoght zijndemietwillen latent felve clepnpondeken uniette ontdecken / op hope/ofudaer eenigh. vzuchtbaer

woerkeruptontstaenmogyte. In welcke hopeick mieten

fallbedroghenworden istmaerdatu L. favlptighis goe denraedt bobenuepghenzimmelte vollghen: Als ick s: A


Brieven-boeck.

297

falfiendatdefenmpnenfhamelen raedtute mutiggheko men. Hickt verstaeuptu Boeder/dat ghp Godtfaelighe luftdie ghp plaght teghevoelemontbeerdt, ende daertegen eenonfallighedzoefhepdt (fooghmit qualijck waendt) heb bet: Sulckg datidaerghp boozmaels beughdenaemt in

Godetedamsken/ende lovenidat ghn nu verdietigeellende ebt/doo2invallende ghedachten / die daerpoghcnomu Godetedoen lachteren/endete wandancken : TDoch uwe

undancks/ende methertclijck lecdtwesen, sonder daerime ebewillighen. TDatnusultr den Bunden Goldes welge neen is / weten niet alleen alledie dit metu verfoght heb

men/endeonder diefeive oockmedeickfelve : maeroock al niemaerghelesen hebben ghelijcke/jalonghelijckefaecke/in Job / in Jeremiaghefchiedttezyn, diedaerinne noch al ehemente bewillighcn. Immers/dieghellefenhebben/dat Je Heere Chzustusfelveriep: Mlyn God, mijn God,waerom aebdymyverlaten 2 TDut bedencken maeckt dandat ick mp "foghefeptis)fo qualijck hcb connenbedzoevenin defe ubwe

doefhepdt datick oock oofaecke hebbe ghchadt omnn daerinnerteverblpden. Wat Christen menschefoude sich net verblpden, dat hippemandt zietheplighlyck of Chzi tclijck/datis als Goldes Heylighen / ende als Christus ' tquadedzoevigh zijn: Gffoudet docvens waer digh zijn/datpemannt unetten Leden/ende tidooft der Gold

falighenghemeentchapheeft 2 Ghemcenschap feggheick in docfhendt die in veughdenkpndet T. is faltgedorf hepdt/die vzeughdebaerdtlende tisnuttedocfhept/daer menvoop eenkot verdiet die eeuwige vzeughde verwerft.

Soodanighedzoefhepdt isghcweeft in Job, in Jeremia, ende in alle Godes Heylighen: WDant diese metzjmrecht

vaerdighepdt bedzoeft/ghewondet / endeter Bellen ver footenhadde/enheeftfedaerinnenietghelaeten/maerdaer mptinvzeughden/ghenefimghe/endeter Demelenghevoert. TDatig Godlijcke doefhepdt: die wondtendegeneest/ende

diemaecktdoevighoveronsequaedthepdt/ maerhyp ver trootinzpmegoethepdt. Anders doencenighemenschen endebpnamen die goede MBper. So men in3pne -

sch“, Zuct


D. V. Coornharts ziet/daerhp bequame middelenghebzupcktomden IAen fchen totrechte doefhepdtinte wysen/ maer ick wenfchte weil die befchepdenheydt inzpme Schriften ghevondente werden./dathy oock foo bequame middelen aen hadde ghe

wesen/omdenrecht-doevenuptfulcke doefhepdttot wa retrooft/ende Goddelijckeblpdtschaptewyfen. Ditlaett vindeick fooin hemmnet / maer weil dat eerste. Bp den fcherpenendebptenden Edick/moet oock faghte endeghe nefende Olpeghebzupckt worden infoodaenighe treur wonden. Lichter ist te wonden dan re ghenefen. TDit kan Godtbepdebest. Soo welverderftfchdonbefthep denhepdt des menschendooz tadelijck aenfehouwen zijmre Zanden groothepdt/alg hp daerbenevenmietenaenfchoudt des Goddelijcken goedthepdts groothepdt: Alghet tade lijckt aenfehouwen op CB50deg goedthemdt / founderte aen

merckenzymepghen quaedthcpdt. WBant foo dat eerste

bzenght tot wanhoop / foobenghthetlaettetot valsche vphepdt. Sooendoenzminiertdie Godete recht kennen.

MDantdefeverstaen/datGodtmietmin barmhartighdan rechtvaerdigh/ ende wederomnict minderrechtvaerdigh dan barmhartigh is. TDie eerste hebben Gades Ăœarm

hartigheydt(indenfchtjn maerin der waerhepthemselve) lief: Ende haeten inharengrondt Gades rechtvaerdig hepdt/beminumendealfo/mietdan eenen halven Gadt: maer

danderen wetendedat Godes rechtvaerdighepdtevensoo goedtis als zynbarmhartighepdt / hebben evenfoo lief C53des rechtvaerdigheydtals zijnbarmhartigheydt/ ende

hebbenfolief eenen gheheelen Godt/ dienzpweten barm hartighte 3pnuptzijnrechtvaerdighepdt/enderechtvaer digh tezijn uytenckele barmhartigheydtendeliefde / als die altpdtcastpdt den ghenendiehp lief heeft.Ohoe faligh zijndelemenschen. WDantzpftaenfonderalle verkiefinghe Godeinzijnhemlighoodeel ghelaeten. WDil hp verdoc men / zu stemmendatnetherten umt liefde totzijn recht

vaerdighepdttoe/fegghende: Heere verdoemdp mp/ghp

doetrechtvaerdclijck. MBilhpfaligh maken / zy willen datmede/zeggende: Heereghy doetbarmhartelijck: NBant Ill


Brieven-boeck. a

299

naemijn ongherechtighepdt komt mp berdoemeniffe toe:

Ende maubarmhartighepdtfalight ghp nup. Teghtnu l

lieve Biendinneinden Heere/of diedocfhepdt infulcken erte oock langheplaetfemaghhouden - Dyelijck neen.

1/

Pantzpzijnvereenlightmette Boddelijcke wille. Die ist die in allen ghefchiedt. Ghefchiedtdandat zy met Gadt willen : MBaer blpfthierdzuck of verdiet 1 MBil Godt dat3pinder Hellenzin / 3n willendatmet Godes recht

f M

vaendigheville oock. M9atomwilis daerdie hemmagh D

quellen watepgenwilligdaer/daermennieten willanders

g

dan Godt will.

-

Als dannietenghefchiedttegenonswille: MDaerfoude M N

f

hierher komendpocfhepdtofverdziet. TPool een willmet

Godes wiltehebben/wert menvereenigtmet Gode. Die metGod vereenigt is/die moetGodmet sichhebbéalwaer hp oocinder Bellen.WaerGodeenigmettenmensche/daer iF Godtmetalle zijnvzeughde ende falighepdt. So moct

Mal

g f

fulck vereenight Jaenschmet Bode/al waerhpfchoon (oft moght zijnals neen/inder Hellenin beughdenzym. JAaer ditmaghnietzijn/waer Godtis/daeris de Hemele. MDaer epghen willeis/daerig die Helle. MBaer defe mieten is/

magh gheen Bellezyn. Poefoudedandes Mensche/dienst willemet Godes eenis/endegheenepgen willemeerheeft in der Pellenmoghenzijn - Godes willeis almaghtigh.

Die gheschiedtdanaltydt/dienswilldaneemismetGodes wille/alwaertoockin’trechtvaerdigh verdoemen : Poe maghdaerpetgheschieden teghen 3pnen ( die doodt is ) Poemagh hpdgoefzijndienmietghefchiedttegen/

ille -

mir alles mazpnen willes

Hoemaghdaer Helofberdiet

zijnindenghemen/die eenis metGodt/died’eeuwighe ruft endebzeughdeis. TDaerom imaerde endelieve Zufterin den Heere/en binde ick gheenenbeteren/noch heplfamer Haedt/dant verlaeten

banons bwillenteghen Godes wille/ omuptomruft/ende hepdt/in waereruftendevzeughdetegheraken. MBil odt straffen: Taetong willenghestraft worden: MBil

'

feifter Hellenoptverfte GodtterHellenfooten/laetonsIPP CRde -

-


so

D. V. Coornharts

endediepstevan Gadt loopen/endencer zinckende/fegghen uptwareootmoet: Heere/wijckt van mp/ich beneen3on daer. Daerditghefchiedt inder waerhept uptrechte ende Jewendckenniffe vanonsequaedthepdt / ende van Godes

goedthepdt / emist Godtniet welmoghelych (laet mp foo foekenfoodanighenrecht-ootmaedighen/ vernederden./ endegheboken hertgente verlaten. Pp moet fulckene deredaelkens vervullenmettengenadendouwe zijnregoet

hepdt/endes ulckeghewondchertgens/algeenghekreu

ckt Liedchen verbinden/ende foetclijck ghenefen. W9ant Godt ig goedt/endcviendeltyck. CD 1 of wp hemghebenedpdt daer vooterecht kenden foomoften wpoock verstaen/dat alle watons vanhemop comt/hct3ndandao guademen fchen/doo: Jobs dupvels/ja oockdoo2onsepgenooz.decl/ ongheplfaem/goedt endefaiighmoet vefen. IMMagh oock pemandtrecht doefzijn/ ondat hem The

ghefchiedt tghenehm weethem goedt ende fallelighte zyn dat fallmtemandtfegghen. TDoch wertdit bp wepnigheim (dat ick weet)recht ghemerkt/ oock medcnictdatacn-ge

vochtentezijnmetquadeimbeeldinghcn/ gheenfins/maer daerafverwonnente zijn/zonde endequacdtis. Immerghet verwinnen vanquadebckooringc/is deug

de. Ditgaet niettocfonder strindt / die strindtnietfonder unoepten ende verdiet. WDil Godtdat wmftrijden: waer onn willen wp den strydt upden - WDil Godt dat wp in

moeptenztin: waerom willen vy ruften Ofluft onsite willenteghen die almogendewille vanden goeden Godt

ditbaerdt doefhepdt. MDantzin wilghefchietendedou femiet/dit sonst verdiet. "T1s waermenighmenfeh/die

vooz macls dooz eenengoeden upterlijcken wandel diezg inhenfaghen/doo vuprighe aendaghr die3p in henghe voelden / endedoo volricke vertrooftinghendiezp verma men/ingoeden v2ede fonden / weldacraen waeren ) ende mepnden (maerte vzoegh)dat zm Bodtte rechtkenden/ende waerdelijc lief hadden/haerfelf daerafberooft vindende/

vallen als mpt eenenblpden Pemeleineenentzoeven Belle. Hoevelnoch dickmael sichbevint/datzp nochnopt Godte -

-

LL ht


Brieven-boeck.

3o1

rechtghekendt/zijnkiefdeghehadt ende die waere Godt l IN

s 0

M

lijckevzeughdeghemaeckten hebben ghehadt : dan be doeft diewaenoverfulck groot verliesfunertelijck: maer danplaght Godt dooz onder-vindtlijcke waerhepdt den

3pnenfulckenwaen-vzeugde endefhin-liefdetebenemen: Gmhenlupdenmeteen ware/endeeeuwig-blpvende vzeug deende liefde te begiftighen. Dit wenfcht u / dit ver

wachtghewiffelijckinu/endeditin uziende/falhemdoo defeuwe Godtlyckedoefhept in Bode uwenthalven ver M

blpden. D T. hertg-jonftighe/endedienst-willighe

M

COO RN HART, d

I Ck nemedatterpemandtin vieleenghedachte/datter gheen Godt/ofdatGodthemeen-Bathanofdupvelis/ maghmenoock argherdencken? WBatheeftdiehierte

dencken Aldus: Als Godtvoo-maels in3pnen Zoome/ mptothemlockte: So hieldtick zinghebodenvooy guaet endelastigh/die luftendesvleefchs voogoetende lustigh. Soo berlietick Godt/als ofhp mp eendupvel/endehinder

minder lustenhadde ghetweet : En voghde den dumvel g N

metz pneusten/alg oft mijn Godt haddeghebweeft. MBat

is dit anders dan vandendupvelmijn Godt/endevanGod mijn dupvelghemaeckt. „Soo medeals ick Godtsrecht

vaerdighepdtfooveefde/datick bedecktelijckomonghe fraftinminzondente bipven / welwildedat Godtniet rechtvaerdighen waere k dat is dat Godtgheen Godten

waere. M9antfonder rechtvaerdighepdten foude Godt gheen Godtwesen. Soodaenigheftucken vindende meer inmp/wathebrickdantedenckenanders dandat Godmp toe-liet/doo defeverbeeldinghenaenghe wesenteworden/ datick metterdaedt dickmaelgheroepenhebbe: daer einig

gheenGodt Soo worden wpinghe wesentotonsequaet bepdtdiebedecktelickimonsengrondtis. Ende sodoodet Godtdoozdie zonde/diezondefelf.

". " " Pna

. Mit


*** D. V. Coornharts MBiebertaetmietdatdefe quadeghedachtenniet bebwilligt ' mietquaedt/maer nutztjn/a ls wpfefa kommen ghe verlaetinghevantquaede zupcken/to tkennziffehate/ende

werck feivedat in OnSUS.

XC, BRIEF,

Dat de H.Schrift nietal Letterlijck, nochal Gheefte

lijckte verstaen is. Van de comfte Chrifti in den Wolcken: Ofdienuisghefchiedt. Wat Ziele , en Geeft inde H. Schrift beduyt. -

SÂş.1577

Laer ghesicht/waerachtighlicht kemiffe Christi endeliefdetergherechtigheydt/3p umetallen goet hertighen(herts-jonfighe Bundt)Amen. W9/fchzpven in Auguste 1577.is mp waerde/gifter

behandelt/waerinneickgaerneghelesen hebbeumeeninghs daeropickuwilantwoorden, so ick claerlijerste endekot stefalmoghen. Ende eerstdatdie Schrifture Gheeteljckt te berstaen/Houdeick metu/maer mijnmepninghehier nne (onderverbeteringhe van wijfen) verclarende / acht

Ăźckdatmenzomdightoverbepde3pden/emdedat de middel weahveplightig. MDant diemet Luther alles willen verstaennade Letter/ maghick miettoe-stemmen. Die toock metten Papen -

Gheeten alles allegozieren / Gheetelijck verstaen/ende

alletoziewegh nemen/enkanickxmede/gheenfins mede houden. Maergheloove dathp hier innerecht wandert die t middeltreffende/elck intznne verstaet foot ghefchze

wenis/het Gherstelgebe Speestripck/ende

an: EC


Brieven-boeck.

3O3

Tetterlijck. Maertoenoodichzijnghefpouwen klautwen welcke TBierkensfo 3p erkaubwen bequaem31jn tot Offer

hande. Belanghende hetfoecken van deghenade Godeg/ igpzijseltjck/ende werdt defelvealtpdtmeeft vernomen in onferechtvaerdigheonghenadeoveroneongerechtighept, dewelckeis hervup2dat Christus bengt. Also mrdeweetick / dat Christus/de nieuwemenfhe/

-

ende verrpfeniffedes levens in niemandeenkomt dandooz "teemighe muddelvan’t verdplven/dooden/ende begraeven

van den weder-Chzift/d'oude mensch/endeter Bellenboe TEN.de DOOdt.

Sao veelemulaengaet hetcomen Christi in den Wolcken, daeruptmenfoudemepnenniet onbilligh (fooghpfght) dat defºtoe-komfte Chiftinughefchiedt/2. TDunckt mp waerachtelijck (ick preke vanhertennaeckt) datmengeen

fpokenindie Schriftenkanvindendiekrachtelijckerfuler udiumcken weder-vechten,/ dan die twee plactfen bpufelbe

daertoein-ghevoert. WPantfal"teendeelelck dieser Spo- „mar, " kenwaerhepdtzijn/hetanderdeel/of dieommer standenen „z.

maghengheenloghenzyn. Auhoutdie erste Spoke/dat *** die vercorene van denwinden ende toppen des Hemels by een

füllen versaemt worden : Tieve/verklaerdtmy doch/waer

fulcr nughefchiedt/ofte optvoo-maelsgeschietis Alfa medeftaer bpd ander: Alle ooghe falhemien. Dit foude MH. R. ofde 3mme nochmoghen verwenmeteen Allegorie, niemende voog alleooghe/alle verstandighe/maerhoemagh anenfulckrbupghende woodendaeraen vollghende / ick

mepndefe : Oockdie heimgheprickelt ofghcsteecken hebben. TDitzijngheen Heplighen/noch ditztjngheen verstandige

MDaerghefchiedt ditnu/afwaer istoptgheschiedt/dat alle ooghen/oockder Gadloofen/Christumzien/ofgezien heb ben - CPfwaerheeftmenghezien/datalle Godloofen/of allegheflaghtender Aerden (dit magh na degloferendeal legorie gheen Hemelfth gheflaghte zum Yzich bedroeft ende

ghetreurthebben over Christum? Ziet felvede ander Texten in haeren omme-standen wpder na/ endeghpfuilt bebinden/

darghp weidget/dat ghpnet u verstandt(sogghpfhöft). JPP 3 gheen


D. V. Coornharts

*

gheenoodeelhierover speeckt/ ende dat defe Schzifture demepninghe voofchzeven/ die uldaeruptduucktte vol ghen verniclet ende weghneemt. Petvollghende Artijckeluwegbriefs/houdendeuternfe lyrk trachten om verlost te worden van't Wichaem des doodts/om decrfte verrijfemiffe deelachtighte wodcn/ende

eenfeeckergheloove van eeneeuwightoekonende levenna ditlevenin den Creature/hceft umpuwenthalven (fooick u. recht verstae/ agick verhope) waerlijck verblpdt. Voogts mademaelickuv2pmoedclijckaengebodenhadde

op alles dat ghp mpfoudt willen vzaghcn/teantwooden/ zoo ick verstandtdaer ban hadde: Ofneen/vpmocdeltjckt umjnonverstandtte belpden. So doedp wat mindan b2P moedigh / dat ghp voo defeuwe vzaghefoo fchzoomende

pzetmaeckt van u touthepdt/met veronfhuldunghe van dien/doch fehpveick toeucerbaerhept/oock onkunde van mp/die (foghpmprechtkende) rondeljckte handelenbpu verstaenfoudchwerden.

Omdan opdefe uwe Baghe watonderfchepdt daer3

Chefs“ tuffchen Gheeftende Ziele, teantwoozden/mocteertghefept ver zijn/dat ick welverstae/dat deghenediedaerpzeeckt ge " nehp weet/eenaengheverderwaerheptis/ maerdtedaer

lieghteenvalchetupgheis. "Tzip numetmp foo twil.

ckfall / oftuptweten oft untwaenen, umihn ghe voelen hier afrondelijckfegghen CPodeeldtghpweleer hp taemeemt: Eerstis waerachtigh/dat deH. Schrift eerfeldenepghentlijck speeckt/maermeemtveelmaelseen bwoodt voot andere. Alfoo beteecktentdat woodt Ziele

5" somiydts eenpersoone/oftegheheelmensche/sommtptsthet ". * Wichaemalleenfomtpdtshet eleven/endefomtpdtshet * * *“ voetfel ofonderhout / oock verschepdenanderedingen. SPAaer wamtd Apostelhierdees bepdebenevenhetlichaem datdederdeis) foo'onderfchepdelijckfeldt opu vooz-ghe feldeplaetse moetmenghelooven - dat hp oock met elck Woodt wat op fichfelveheeft willen betekennen.

Alsoo

Houden verschepdengheleerden vap defe twee / welcker. -

-

-

- --

-

Innepe


Brieven-boeck.

3O5

mepninghen hier testellen/lanckfouden vallen/ende fegghe daerom (na mijneenvuldighepdtendeklepin verstandt)dae hier niet omepghentlijck ghenommen magh werden boo! t

woodekengheckt, het wareoodeel/ende vootwoodehen ziele,die beweginghe(niet des lyfs/d welckdoozrdierlijckt levenghefchiedt/maer)der zielen / d'welck veroo2faeckt hwert npthettoo decl: Hickmepn bcgheerlijckhepdt/luefde/ luft/wille/hate/af-leer/toon/endcdierghelijcke meeran

dere bewegingender Tielen/fodattereenbeschepdene/ende feredelefchickinghe indem unenfehe bp den Apostel werdt

vooghefteldt/endeghewcnschet/te wetendefe: Eerst/dat hctooghegheen schalchzp/naerkicht/dats waerachtigh ende op2cchtzp. TDit mepnt een wacratchtighoo.dccl/ende kenniffe der dinglhen/'t goede nocmende goedt/clnde "tipulade

quaet/rechtsteghendes MBereits valtheoozdecl/dat het goede quaedt nocnt/ende tquadegoedt. Ende want gheen dinghenverlustighen/begheerdten worden./noch ghewitt/ dan onderfchtjn van goedt. Soo volfghtmoodtlijck/ dat dacr"toodcelopzechtende wacrachtugh 1s/dic ziele die het

oodecimoetghehoofamen/ danoscknietdandatwaer achtelijck goedtis/pcgheert lief, ende will Ende wederoun

niet en blicdct nochte enthatct/dan t.ghene waerachtelijcht quacdtis. Als dann alsoodebegheerlijcke kra hten/te we ten/die Tiele/foedacnighen wacrachtighcnoodcci ( den geeft)gehoo.fannen ein vollghen, wat maghdaerupt worden

dan een Heiligeondcrdaniglent des Lichacms/ twelle den begeerlytlik krachtenderzielĂŠmietandcrs is ondervopen/ dan die Sicichetoodeeldeggcefig, is ditdangccuvalche geef/maereengcestder wacrhcpt/fo is degchccle,INeufchc

ghcheclopecht/ende onberispelyr/onck voo, Gode. MDant danisdaereenopechte odcninge/offchickinghe/fo datde minder endefmooder altpdtende in allenden mecrderende edelsten ghchoofacmtintgoede/tewetentTichacmderzie

lenkrachten/de krachten derzielen den getest/endedegrest Gode. Daeris daneen waerachtigh Jongher Christi,die in 3mne woodenghebleben zijnde/de waerhept kendt/ende

die heefthemoockvapgemäeckt vandeloghen/endeumidts lienvanalle quadelusten,

Tiet


*

D.V. COOrnharts

Bietfo ist alleendefegheeft der waerhepdt/dit wareoo

deel/diehet voedtfelist der Zielen / ghelijckhetupterlyck Broodt des Tichaems.

Ende ghelyck de Ziele hetleven

ig des WTichaems/ also ist defe gheeft der bwaerhepdthetle ven der Bielen. TBit gonne, die liebe bwaere ende heplighe Godt / tot vozderinghe van fultke waereheplighepdtin

gheest/zielende ltifu/allen begeerlyckenherten/ende oock mp. B en alder Bzomen TDienaer.

Reemtmijn mepninge/verclaertindefeghelfjckeniffer

1. PetTichaemis de MBaghen/diebeweeght woldt/ende vanfelf gheen leben heeft.

2. TDie Ziele met haer begheerlthckel endeaf-keerlijcke krachten/zijn de Paerden die den WPaeghentrecken/ ende doen Ăœebweghen.

3. De Gheetofte verstandigheoodeel/is de Boerman/ -

die Paerdtende MBaghen bestierdt/endedatterecht/

altdegheest der waerhepdtis / maerqualijck alt eenloghen-gheeftig.

XCI


Brieven-boeck.

307

XCI., BRIEF,

Van'tduyfent-jarighe Rijcke GodesopAerden, ende ofdefelfsna-porennut is. Ertg-bundtlijcke liebe Fluerigh/ V. WT.bwenische

ick als mp felvewaerekenniffe ones felveg ende Godes. Pupden zyn mp behandelt van wegenu T. diens heplmpaltpdt liefis/vpfBendt-bzieven/de die in -

Matijn/als tweeupt-fchziften/ eenaen Jonck-Beer H. B.

Gulick/ende eenaen Ivan MPßnbergen/maerdederdeiaen unpfelvenu haetjarigzijnde/endetweeint Rederlantsch/ bwaer bandeen ist dannJ. van WBjnbergen aen B. WI.eneen

van B. T. aen ump. Enhebbedie welverstaen. Op alle dewelcke ufalbelievente vermoeghenopditpas, metdefe mpnekoteantwooz.de vermidts mpnes tpdts kothepdt/ beronledight zijnde Totmpnesmaeftems nut.

Endeeerstnopende 'tfchplvenubwegs besten Buntgt van "tdupfent-jarighe Mäjck/magh B.T. uptimpmenname feg ghentghene volght: dathemhetina-peuren van die dup fierefake welmoetghedpen/is mitin wenfthe/meer danickt

fulcks van mp felve foude kommen hopen. Poe verre hp toe ghenomenistinzinChristenhepdt/ofhpherbooenig/ Godelief heeft/meerdanGodes gaeven/ ickfwighe zijn ep/ghenloon/mutofgaben entweetickmiet: „Maerwelldat den Puplinghennoodighlistehopenoploon/ ende Bode niet omGodefelf kommenlieven noch dienen/doo onkunde

Godes, die beteris danallezwnegaeven. Bewplemen muveelemenschenvindt (alsº voozmaels mede)diefichhoo

gebekommerenmettenhopedeffelfs dunsent-jarigenrijer hierop Aerden: Hoogheeftmpfulcreenbedeneken/datter veele. Menschenzün/diesoeckende zinnahetryckeGodes/ gave Goddathet wareuptfowpfeliefder diemietenfoeckt

dat haer is / als upt eeneyghen-foeckelijckebegheerte

diefeif wilghenieten(maer sich --

als die Tiefde,

"


so

D. V. Coornharts

latenghenieten. Begheerte heeftgaerneloon/Wiefde be gheertniettehebben/imaerheeft lufttotgheven. TPetrou we lup;linghenmoet menoockpijfen: maerbp. Länderen Godesenzijn3p nietighelnicken. . . . . TDes Irans reden; bp B.T. mp verhaelt;die hemdoen -

-

-

ghelooven: dat Hiycke Christi dupfentIlarenhierop Aer dentefullen wesen/zijn vwightigh/myoock mietnieu: Maer daerop myimmepningheoverveldt tezenden "foudevallen

voozhem ofP.T. ghevaerlijck/voomy moepeltyck/ende voor niemandt duchtick;vzuchtbaerlijck. WPamtmietheel

weit kam ick uptufchzijven zynpersoons staete mercken. 3Maerwatderhalvenmynbedencken is / te wetenvan't dupfent-jaerighelfjck voofchzeven / fuldp uptditmijn fchipven/die mynfelfs stact (Godelof) nietheclombekendt 1g/licht unoghen mercken. Dat de Propheten veelfaecken

hebbenghefchzeven van een Länick - die noch upterkijcken zynghefchiedt zieick wel. TDatvcelehouden/dat 3p up terlyck moetenghefchieden/of die Propheten onwaerzijn -

leseende hoozeick wel/ ende offulcksaltpdt innerlickis ghefchiedt/ghcfchiedt/endeghefchiedenfal/en wilick niet

vooy waerheydtfegghem. IMaerwelldatickdie Schif tendaerafin Apotalppf nieten verstae : Dat mp dat Boeck van Joannes des Apostels Phasegantsch vxeemt dunckt: Ende datick mpnenkortentptvzuchtbaerlycker damintonderfoeckendierfakenweette besteden / mp daer Uedenieten benoepe. Eerst/oundatheteendupfterefakeisföffettwistenom.de

felve weltoondt/ende oock noch anderefaken volozhanden hebbe/mp mietdupfter/maeromnoeffenenmood ich weisende. Tentwecden/dat mtjn/ist mp omweten noodig/vamfelfs fondermoepten falopengaen. TDatmponmoghelijck balt

verde daer afblpvende klaerlijckte zien endete kennen. Endetenderden/afieralfoudenogheinrecht verstaendat hetmp mietaltoassoude baten/algick vermits datonder foecken vandiekenniffe versupmtfoudehebben teworden eenoprecht Mijer-ghenoot Christi / endealfoo / alg mijn

Bauplofts-kleedtdervende / daer hupten soude ä II - ... -

Wien/


Brieven-boeck.

3.Og

blpben/ofupt verstoten wordé. Daerbphoudeicbooy bat fchoö niet altoos gefochten hadnadat verftant/maer

mp benaertight hebbendetewo den een ware bärex-ghe moodt : Taticlzdanmede (footalfoo komt)dat Lijckfall genietenmetald andere/alhaddeic noptdaer vangehoot noch opghchoopt. WBant dat gheenArtijckeldes geloofs

emis. Piet veelweten/maer deughdelijck wesen/maeckt

onsbequaemtot Christi Hijck. WBarbaet mp wetenschap mp noch onmoodigh/ofte hooghezijnde/als ickdoor’tbe naerftighehandie/de liefde methaer deughdemaertenont

bere. MDatbaetgoedttewetenfondergoedtwesen. Jekt

laet anderen dientlustAdamierende van de weet-vzucht eeten/mp luftmawefensivzucht / die wastinnederedael kens/bedouwet metterghenaden eenwilligheytmet Gode. TDientluftophoogh-wetens doprebwaen-vzuchtenteklim men/fullenpdelbipben van waere goedthepdt / endeghe dzoomthebbendedat3p Zadtaten/ haeren maghepdelbe

binden / als zytontwaecken. TDaer voozbehoede Godt den Jaan/uptwiens name B.T. mp hier afheeftgefehze

venendeallegoedt-mepnendeharten.

Hoolickinditmijnmietnae-poorendierfaeckenmoghte doolen/anderen vlptighdaerinnezijnde/fullenmijnonver fandtgoedtlijck dzaghen. Ickmaghlpden/dat anderen

indefenhaergoet-dumcken volgen. TDie enzymmpdaerom niet teleeder. MDant de waerhepdt; nietickofeenighe

Menschen behooptalleemoverdeconscientienteheerschen. Ende ditzp. tothiertoe van hetdupfendt-jaerigherycke ghepgoochen. -

-

--

-

-

-

-

- -

-

- -

-

- -

-

-

-

-

-

- . . .

.. .

"

.

. .“


sie D.V. Coornharts XC11. BRIEF. Dathetforghelijckis naonnoodighe,ende hooghefa kencurieufelijckte trachten.Van H.Niclaefzende zijnonghehoordtnieu.Woordt. Dat hetghelooven endehopenvan allerMenschen fähielijcke bekeerin

ghe ende regheeringcopter Aerden schadelijckis.

“ kemiffe vamfakenunoodelijck zijnde wenfeheicubwaerachteltjeinder waerhept/dats in JesuChristofonen Heere/ tot wienseere/ende Uhepl/dit antwooden noetighedpen. Annen.

Monstighe Bundt. Be Man die van mp teleem hadde die ghpmoghelnick noch kendt/ vandatghphemeengfaeght in mpnen hupf/heeftaemmp ghefchzeventeen Brief dieickhemhier beantwooz.de/ende aemuzendeformp des JMansnameisvergheten / opdat ConfeildelaFrance desolée,

ghpfe hemfouldet moghen behanden / indienghphem noch kennet/indien miet/fofallaltptu hetiefen vandienmietfcha

delijckmoghen wesen.

-

Boozteerste/saldiegoedezman weten/dathp dooltint fchzplven vanfulckehologhefakeniaenimpmediere/die alobere

30.Jaren eenveefeghehadthebbehooghefaktenteamder foecken. TBitig waerachtigh. Ende 31jnderhalven mijn ooghenmoghelijckte dupferom fulckehooghedinghente aenfehoubven/ofmoghelijcktefwack/foodat mp d'onghe wo onte demgkantfefulckerdiepe perukarten mieten magh

berdzaeghen. Bootsighwaer/datdetpdtforghelfjck is/indewelcke dewyfefwighet : Maervoo wien - Boozallengoedt willighen Seew. SMaer

unmittent: QUlla


Brieven-boeck.

31 T

honden. Beteris die zijn3othepdt/dandie3thn bwijfhepdt „.

verberght. Nemontstecktgheen itaerfe onteverbergen“ ondereen Coopen-mate. Soomen van anderen ghedaen wilwerden./moet menanderen doen. TPaerinne ist behelf

Betende Propheten. WBatdoolende IAenfchefoudenier willen/ datpemandtzijndoolinghe verstaende / hem die kondt maeckte - WPat Godtvzuchtigh JBenfiche ziendez nen JMaestendoolen nae der Bellen / ende hebbende waer hepdt endetoughe van den Heereontfanghen/ omfulcken

zymdoolinghetemoghen over-tupghen/magh metgoeden ghewiffen zijns Raestens Ziel-verdervinghe fwyghende aenschouwen Boozwaergheen Christen die Tiefdedzaegt tot zyn Raestens welvaren/ende ghetrooft is 31jnleven te berliefen anzpnen Raetente winnen. JRaer welde Ti bertynendie liefdelooselcks verderben./fwighende aen zienallcenom allemansgonfte ; haer vellust ende hupdt heelte behouden. Belanghendehet vermpden van de ver

stooxingedes vzedenalder Secten/d welck een valchevcde ,

is. Beeftongmeesterfoluttelmetzhnvooz beeldt geleert dathp fichfelffeptghekomente zijnom’t Swaertitebzen ghen/ende’t Dup2teontifteken.

-

Haaerdatde Blieffpzeecktupt H. R. vaneenpeder vpp telaten inzpmengheumoede/weetick wel/nademaeld Apo stel Paulus,feggeude: Niet datwy Heerenwillen welen over 2 Co., 1/ag u Gheloof, mietenheeft willen ghcbieden ober eens anderg

gheloove: datfulcks oockons flechte ghesellen gheenfing enbetaemt / daeromuickr mp oock We'leeuwighdenicke te

wachten metGodes hulpe/foowclipdeltjckerals doenlic

ker wijfe : 5äaerdaerbp wandertmp/dat H. Riclaeß. fulckrtefähipven hemnietenschaemt/diefich als een Da der vanzjn(hatelijck)hupg der Liefden ghcending mcer enonderwindt/damalseen.Allerdtsche Godt tegheblieden/ endeteHeerschappenindengemaeden derblinden sich blin onderzynblindebeleedinghebeghebenhebbende.

:ckmagh mietlaetenute dancken bande goedt-willig

hepdttotmp betoondtindemoepten vantupt-fähipvender dinghenfooint Francops als -

“ GR) s.

JRaermagh NIEL


-

D.

v. Coornharts

niet latenute verclaeren mijn arm oo decl/miethologherte

strecken/dandatick dat Francopfthe upt-fchziftvan Frere Roland,&c. houde vooz cenghelupckerdt/maer doodtlijck femijn/daeromickr mietmagh toe stemmen/hoeferoock dichelschedinghen (fooickdie noch moetachten) oockmet

Hemelschewoodenverbloemtnoghenzin.

-

Tenlaetten moetick oock fehpven ( naedemael ghp ) mijn ghevoclen van dat Schrift im Febz. #begheerdt o. 1568.

Hpfepdtfelve/datterghehoodtfalworden (doozhem) alfĂźlckenwoodt/d welcknoptghehoodtis vooghecnen. Sal. 1,8.9.

TDatigdanoock eenander. TDit woldtons verbodente

ghelooven/endeal waerde Pedicker van dienfchoon een Enghelupten Hemele foolis hp vervloeckt. Belangende mu zijnvoofpden faligheydtin allen Menschen/soudeick (moghelyck) sogaerne zienende wenschen als hy: Raer onmoghclijck is mp ditzijnfegghen teghelooven. Boo

langhe ick des2Ăśpbelschen Schrifts ghetupghniffe ghe loove(datickhopehier altpdttefullenzin) boven defest . " IMenschenfegghen/dieplatdaer weder-speeckt. . Boven dien houdeick dit een van de omutterquestien daerd Apostelaffepdt/ja vooeenfoghelijcke questie. Omutis 3p voozallendenghemendienoch gheenfupver hertehebben / wantdefe en moghen Godenietzien noch

fulckg verstaen. Tp is oock omnut voozalledie fupver

vanhertenzijn/wamtdefezien Gode/ende verstaenin Gode dewaerhept deserfaken/londer allendisputeren. Soghe lijck/fafchadelijck is defe questie voo! allen boetvaerdigen herten. WDant teghelooben dat alle JMBenfchen/nicumandt Upt-ghenomen/hier op eenbefremdetpdt inde eerste onmoo

felheydtfullenkomen / moet noodtlyck wegh nemenalle goedtopfet/afbzeck/fridt/bidden/ende vlptomgoedtte worden/ ghennercktdegheloovers deferdinghen moeten ghelooven / datzp't booz dientpdtgheenfingenmoghen worden, endedat 3ptdan (oock bupten haertoe-doen)ful NBat den moeten worden. -

.

.

."

N


Brieven-boeck.

3 II

MBatoockdefehope vanderegheeringe der Godtfaligen opter Aerden allhier unterlijck veroofaeckt heefighehadt inden Munsterschen TDoopers/oockanderen/iselck cond. Endeduncketmp veemt/datpemandtnoch zynepghenfa

ligheydt nietrecht bemimmende/feermagh verlanghennae alle JMenschenfallighepdt. JRaer valt hier lichtdatumen

metten Esopischen houdt optengrootenfhaduwe / ende optetoe kommende Heylighepdt ziende/het wefendat vooz ons in den mondt staet/ofdameraen-kloppet/ende onfente- .

ghenwoodighenheplte wercken versupmet / d welck in mpnen ooghenfchaedelijckis/ende verderfelijck. Daer

afdefallig-makende Godt wilbehoeden/uende allengoetÂŤ, willighen/oock mp/u TDienst-willighe. MDachtu vanfulcke hoogheontpdighe/ endefopghlijcke

spekulations / ende leffen. Ist dat ghy d'eersteleffeons Heesters ( lochent ufelve) endedaerbyoock detweede Leffe (leert van mp dat ickfaghtmoedigh endeootmoedig benvanherten)noch niette recht vaftenhebt geleerdt/daer

'mp waerlĂźck noch veelghcbzeeckt. allen. . -

-

- -

- -

- - -

Godt helpeons -

-

-- -

-

-

-

--

-

-

-

---

- -

-

-

-

- - - -

- - --

-

Xc111,


*

D.V. Coornharts XC III. BRIEF,

Waer het quaedteerfther comt,waer’twas,ofis. Van

weet-gierighecurieufheyt, enhoe Godt wildat alle Alo. 1577

Menschen fälighworden. Odt verlerneuendeon allen diegenade in Christa

G

van inzpnewooden ghetroubwelijcktebipven/op dat bwp te rechtzpme Jongherenmoghenztjn / den

almoghenden waerhepdt bekennen/ende doophaer vande Zielmos.delijckeloghen bev2pdt moghen worden, endedat te recht. Amen. ijek fcharpvenheblickt W" iebe Genant/u Bundthmede

uwe Page: waer omtfamghen/ende gelesen/oock n nde t-gekomen. SPm dei e oog qua inn isv het beg upt ane waeropteantwoodenicke erstfegghe : Rae-dien den repnen alleg/ ende demonrepnenniets mietrepnig / dat oock eenfelve verck/den eenen goedtis/ endeden anderen quaedt. Ilg ditin alle verck/'tis oockint Draghenende antwooden: JBenmaghdanoock wel endeoock qualijck

Baghenende antwoozden. CNualijck vzaeahthp/dieniet Uptmoot/maerupt eenketeligenieufgierig Hept met Aldau begheertte weten. MDant alle vzaeghen comcn voot upt eght bp / die r welvza wetensbegheerlijckhepdt. Rae ende moo dt be mietuptnieufgierighepd/maermptaenpor

gheertteweten. Also medeantwoodtpemandtqualijck/ die"tghebaeghdefelf nieten verstaet: Of foohp 'tfchoon alversitaet/die cenen nicufgierighen Vagherantwoodt/

ende alsosonderonderschende deedele Roosenstropet vooz den onrepnen Dercken. JRaer welantwoodthp/die den

arm gheefighen/ende upt noodt-vzaeghenden 5 Menschen milde aenwnfing he doetvan'tpondelten des wacrhepdts JA bphen wesende.


Brieven-boeck.

„R15

, Rubwageerstmjnboomemengehcelniet teantwooden „boogendeal-eerickmomdelijck (so ick onlanerdenckedaer tekomen)offchziftclijck/den waeromme vandit bzaeghen

vernomen foudehebben/ endeverstaen/ofsulckrupt/dan fonderrtoodt voot quame: dwclickicklicht uptubweant

woode vermerktfoudehebbenghehadt / omdanteant woodennaert behooyen. MDanthetigfeker/datinumeesk

allede Wereldt meer vhntelijck arbepdt ome te verstaen ken diehumotumoodigh zijn / danom inderdaedt weilte

cleven'tgundtzy nu verstaengoedtendenoodightezijn/

''#

t

' tePleghen/mieteumagh toe-neunen

in Chgiftd.

-

CD ditiseenverderflijckeplaghe/ende sondeltjckeweet gierighepdt/waer deur noch elck alle dage werer genoegh

hebbende met Adam/omden Luft-hoftebouwenendebe waren/ t welckhemvan Godeis gheboden/datfelvelaet/ ende ledighlijck heromfwervende/gaetfpeculeren intaen

fchouwenvanden Boomdes weitens / endedaeraennoch alledaghe (doendetguntverbodenis) denlepdighendoodt

infwelghet. Alsoo mepndeickfulerniette willen voeden inpenmande/maer veeleer vandatfchaedelijck nae-fpeuren der onmoodpuftighe wetenfchappenafteraedcn/daericks moghte/ende daghtedaeroin oock d'ao2fake vandit u vza

ghen eert uptute vernemen / sonder voo/als noch petdaeropteantwooden: Maer wantickongaernepe

mandenfoudezyntot arghermiffe / immers ugheenfins/ daerinne/als ofick upt verachtinghe/wan-gunfteof ver

waenthepdtfweghe : GDockmede/want ick ufulckebe fchepdenhepdttoe-betrouwe / dat ghp welkondtonder

fchenden wat unaodigh 3m/endebwatniet foodatghpider halvenin onmoodighefaecken/gheen verlooxen moepten en foudet buillendoen/ende oockvoonenmelijck/wamtick ver moede/dat defe ubwe vage isveroo2faeckt uptimpmchwooz

den/doo: andere toe-vallendefaken mctughefpoken/ als ghp mp onlanckr desavonds totinmijn Herbergheghe lepde. Bootenhebbeickniet willenlaten watte antwooz denop. uwe vaghe -

-

-

vorsehen,ärvooz fovecleren -

-

' l

-


D. V. Coornharts maghlpden/endederettepaeren totonfeeerstetfaemen konnte. Reemtdaerommeoprekeninghe defeantwooz.de ende doetdaer met up2oft inden Heere / metdienraedt

mochtans/dat ghpunmeten bemoepet net hetmaedencken ofonderfoeck vandien/ bp foo verdeghpinufelveneten bevindetnoodtfacckelrickhept van defe uwe begheerte am weten. MDant dante willen weiten/waercurieufzept voedt

felghegheven/ het quaede verstift/endeufelfupten Tust hofghedzeven. Ende willnumetkotte wooden / faoickt klaertemagh verclaercn/ mpnemeeninghe eerft wacuen/ het quaede eerst her-tomt / ende dan waer’t was ofte

Belanghende"teerte, verstaeick : Dat Adamnietzot, oockniet wijsen was ghefchaepen/ maeromberstandigh/

doch redelijck / foo dat hp moght verstandigh wozden. JEAerckthier opten onderfchept tuffcheneenonverstandigh ende zot gebooyen knechtgen. TWDitonverstandighe knecht

gen was Adam. Gadts wijfhepdtqnamzynonverstandt te hulpcintwaerchouwen/ofverbieden van't quaede/ende

intradenofghebieden van't goede. JAuhadde hp al foo veelghebzuperzijnder redeltjckheydt (geunerckthp mieten was inden tate eens Zupghellings)dathn vermoghtende bchooxdete volgenden wijfenraedt3nns Badcrg/ditdc.de hp miet/endeditwas hemzonde. Bietdanhierimmeoptcoxt sted'ooyfake. Jouckhept bzengt metfichonwetenhepdt:

MDantwatkan hp weten diemietenversoeckt. Ende wat magh hy verfoght hebben die nietlangheheeft gheleeft TDefejonchept/enonverstandighepten ist gheenquaet nach gebzec: maerinonverstant teiblyven/isquaet/endegebec/ daerom oock mergens die jongetinderkteng/maer weildie

kinderen vanhondertjaren vervloecktwerden als traghe knechten/die metheurpondek Egeentwoeckerdes verstants enbengé. TDitiblpvé in onberftant kommt voortuptroecke lofe verfummelhept/eñtrageanachtfaemhz.diemoederhier afis epgenbehagen/ende waenwijfhept/welckerzonde en

blintheptblüft.Ditepgen behagëheeft heuroofpzoneupt waen/die wortghebooz en Uptfehyn. TPeschinist -

-

n E'


Brieven-boeck.

"7

bzengtoockmietvoot / teweten/ gheendeughde (daerfe hootendemagh wesen)dats dezonbedienietig. MBamt alle wat is dat is goedt. JAumercktghp oock lichtwaer metsplaetseis/datsmergeng/te weten/buptenGode/ende inallendenghenendiefichaffchepden van Gode. MBant datnietis / magh in watgheenplaetfhebben. JRaer wilmenimmersmietsplaetseweten/menfallevinden inde Godloofighepdt. Defebestaetintontberen Bodeg/dieal dergoethepts wefenig: Ende kommtdefe Godioofighepdt boot upten af-keer van Gode/ "twelck den IHensche ver

dcrft/endetot niet maeckt/nietnazijn wesen/maer nazijn ontberen van't BeeldeGodes/tot welcherdeelachtighepdt hp/ghefthaepenis. Moptfepdeick./dat Adam bwas ghe fchapeneen Beelde Godes/maer weltoteenbeelde Godes.

Dat is/dathp/metmogheltjckhepdtomfulckxteworden/

' lebepin efetpdt.

Endehier medefallughenocghen vooz -

Endeomumiddelertpdtniet heeltelaetenonghebwapent

teghendie quaedt spehers achter rugghe vandenghenen D

die3pmietenkennen/ende ditalfonder wzoeghen/ t welck eenopenbaertepekenis van Libertynfhap/foomooghdp u,3Manfegghendathp mptomrecht na-dicht: dat ick miet en houde van'tghcbzupck der Sacramenten/ als datrech

telijckghefchiedt : IMDaer van henlupden ghebzupck der Sacramentenenhoudeickniet/vandiehetrechtegebzupickt niet en hebben.

-

-

Beroerendenuhet nietighelooven vaneenfichtbare kerc ke/beto-ondthp/dat hpmochfelve mieten verstaet wat ghe loovenis. Hekerfo hp wistedathetgheloobeflich streckt

alleenlycktotdinghendienietenfhinen/endeonsichtbaer

' foudelicht verstaen / dat niemandteenfichtbaere

ercke magh ghelooven. Immers/dathpende zijns ghe lijcken hier inneopentlijck doen teghen dat Articule deg

Gheloofs/houdende: Ickgheloove een Christelicke Kercke. MBantformen die ghelooft/hoemagh menfezien Ofziet

mense/hoemagh menfegheloovens IHenghelooftimmers miethetghenedatmen ziet/maer dat weetmen. A.

Hir. 2

Ende


* D.V. Coornharts Timº“. Endetenlaetten/ van ufegghenupt Paulo/dat Godes „wille is/dat alle Menschenfalgh worden. Hebdp recht imme. “JMaerfultifulcrbeterkommen voo-staen/alghpditgene raclbzemght op zynspeciael/te weten aldus: Daghoockt pemandtfaligh, wozden fonder tekomentotGode /diefelf onfefaligheptis Mecn/moet menfegghen. JMaghsock pemandtkomen totGodefonder daerwaertste gaendooz Christum/die alleenden wegh ist totGode-vmaert - dant

woodefaloockneenzym. KeemtnudatGodtfepdt: Tick wildat allesMenschenfaligh worden(dit's het generael) diedoo Christummtjn Zoome totmp komen ( dits het

fpeciaelindegamtsche Schriftupt-ghedzuckt)falldit oock pemandt weder-spacken. Meenvzpelyc/oockumanmiet. TDefe wille Godesdan / dat alle die volhardigh betreden den weghtotGodewaerts (Chifum)faelighfullen wog den/isaltpdtgheschiedt/ghefchiedtnochaltpdt ende fal noch altjdtghefchieden fonder eemigh verandereu. TPat

zpmughenoeghopallesbeantwoodt vooxdefentpdt/ mp Watkoptendedierezijnde.

JRaer datinumagh beroeren

fommigher Wupdenquaedt speken achtermpnem rugghe/ enfuldp Uldat nietilatenquetfen, nocheinmarcktu

' nie

mandt haetelijck dooz tverantwoodcn vanmp. ieve/ wijght ende laetdie waerhepdtfelve/tzündertpdt/ mpa

verantwoorden. Baerentuffchen wectick dat mtinfrpt metgheduldighlpden vamnaem-fheudinghe/ hen-tupder aenvechtinghemetfaemroovingheder onfhuldighen, in eerlijckhepdtendemutbaerhepdthen hupdenstrydt verdete

hovengaer. TDie Beere ghevehen lupden(alszp"trecht begeeren)beterfimen/bcwareu/emdeons allen voozaldat quaedtis / endebefchenckeumeteeneuvgundelijcken ende faght moedighen Sheet der Liefden in Christo onsten Peere.

-,

--

-

Amen.

e

X i Vre


Brieven-boeck.

*

XCIW. BRIEF,

Vandendwangder Conscientien. Hille/H. Burgher-meester/oudejonfige Dumdt/

NiclesVerlaenenfallmptotgheen/ naer maght endemiddelzieick mp totalentpdenghebzeken/ omaen uE.felve/ofaendenuwente toomendanc

baerhepdt voo2 defe laette vzundtlyckhepdt : Int poe digh vorderen vande Apostille/behalvenfomenighvuldige voo2 gaendejonstighepdenbpu E.mp/ghetoondt/fooda dighzynde/ende fooveele/datick weleermpfelvedam die

vergheten falmoghen. TPat ick mp nu optgheluckigh d al

hebbiegheachtdoo, diekenniffevanfoodanighenhelp-ryc kenmanis waerachtigth / maermoet mp wederomdaer inneongheluckighrekemen/datmijnkemiffe uE. nergens imenutofluftigth / maerdoo-gaeng umoepelijckendela

figh is ghevallen, als oock nochteghenwoodelijck ghe fchiedt in defe fakefelve vande verwoven Apostille: Also ichdie(omnaeckt totcen Dunttepeken) mcervinde een strickvoominghemoedt/ofsloedt/ofgoet (dattlepnig) l N

danecn bescherminghe/vpheydt/of verligheuptgang bp mp verfoght/endeditovermidts 3p is conditionacl/dup

l

allehetdepghender Counmiffarientot Lepdenteghennp

ster endegantschtwyfelachtigh/fooickinghclijckx mede hebbe bevonden ghehadt.

Daeghtuâ‚Ź. welckdiese strickezp. - Ickfallantwoo den/te zijn/dat mpne Ed. Heeremide Staten mp niet en ne

men in bescherm/danonderghedinghe van mietuptte ghe ventstuck vanderreligiemaengaende / danby henlupden

ronente. MDantnadienmp comdtis/datdie Bittererders vantgundtick foude willenupt-ghevcn/wesen sullendie Lupdenfelve/ welckermeyminghebp my wederpzoocken

foudewordenende - - --

W

welches

mettenwaerde 1. 3


*

D. V. Coornharts

voeren ; CBock daer mede tot eenigheplaetsen werdt be fchermt/nadertwee vernaemde WLeeraeren Leere / die ickt

voonemelijckteghenzp: WBat consentommijn Schziften temoghen upt-gheven/falickmeermoghenverhopen/dan WLutherhaddete verhopeninzpmentpden vande Loomfche GPverhepdtomzynne Schziftentcghenhenlupden uptte ge

vene Alfoo beuick ghenoegh verseeckert vande wepghe ringhe bandien voo"t verfoecken. Jubenickfo gualijckt daer aen/datick vermetelijck bwane/of waerachteltjckt we te/dat die leeringhe Calviniende Beze (defer algemepnen

Gherefoxmeerdenleeringhetalhier in Hollandten kenneick miet/fo3p gheen Boecken uptengeven/zc.)oockhenlupder aenhangheren mp nubekendt/onrecht ist in hooft-faecken. MBelcke waenofweten mp (die mpfelve ledightezin wete/ ende oock met middelen am die onwaerhepdtderselverlee

ringhen/krachtelijckte ontdecken/begaeftte zijn/wameof

wete) gheenfinsenmoghentoe-laten/datick fulcke groote endefchadelijcke doolinghen/fwijghende aenficm/endemp

nen even Hensche daer van onghewaerchouwetlaeten foude. MBaer teghenmp voonenmelijck aenpot mieteeni

ghe Goddelijcke/of Irenscheltjckezendinghe(oickgaer nebekenne vanniemandenghezondentezijn, maeralleen

lijck ofLiefdetotmpnen Raeten(diemoghelijckopecht in mp is)ofdie alghemepne MBetdermaturen/van een an dertedoen/datick wildemenmy dede/diebuptenalletwyj

feleinmpis. 3 MaerfoudeuEmepnen dese Tiefde ofte MBernietighenoegh hiertoetezyn: Soo stelleick uteghen den Bief Thome Tplij/bphemgheteeckent/ende (foo ick

mercke) bp Arentende TPonte-klock/zpnemet-Pedican ten/ghedight / dieopentlyck tot mp hebbenghefcheven:

ce Dathetelck Christen nietalleengheoorloft,maerdatelck oeck «« schuldigh zytebestraffen die mitbruycken in Leere, ofSacra es menten die hyfietin dieghemeyntezijnstydts, ende fiende dat

« fülcksnierhelpr , maerdatzyhen tyrannighlijckdaerteghen « stellen,anderenuytliefdentevermané van haer daervante ont

« trecken. WPit alles einochmeerzeptTylius(metdievoozü.) 1. -

- -

-

-

-

in

-


Brieven-boeck.

32

inzijn Biefaenmp/dateenpegelickfhuldighis te doen. HieropenbaerdtfĂźchnueertden strick/endedie benaudt hepden aenbepden3pden / daerinne/ofdaer tuffchenumtjn Ev. H. B.die Stacten mpmustellen. MBant benick hen lupdenghehoo2facmin dutghebodt/dat 3p mp particulier

1tyck/dupterlyck/ende conditionelyckgheven/fso datick nictuptengheve'tfuckderreligieberoerende/sonderhen

lupderconsente: Poefalickfwpghende teghen die Tiefde of Wetder Jatupren/ totfulckegrooteende verderflijcke ghebzeecken/endemidtfdien nictdoende dat elek Chusten tedoenfhuldighligs/ eenChristenende Bodeghchoofaem

moghenwesen . Benick danhierinnedoende / dat elek Christenschuldighiste doen, ofdatdiealghemepne WBet der HNaturenleerdt/Godeghehoo faen : Hoe falick nict

moetende Ed.H.-H. mptegen BodeendemynConscientie bedecktelijck ghebiedende/onghehoofaemwesen - Ghe fchiedtditleste/jf/engoedtperieliteert/ghefchiedtdateer

ste / myn Zielepericliteerdt. W9at fal B. M. hier doen Godloofelijck doenteghem zijn Confientierende Bode/om dekokenende Hupdt/in een verdoemelijck woeghen val

den : Gfter liefden van Gode ende 3pnen Raeftenrecht doendeinder IBenschenhanden vallen - Beese ickGode

meer damden IMenschen / men fal mp handelen als een Perturbateur van de ghemepne ruste. Beese ick den

JMenschenboven Gode/ick verlies mynghemoedts rute/ endehandelempfelfalseen. Schellemendetrouwelaofeint HyckeChristi. Sijns Raems groothepdt (uiet diemp ne/die een womendedzeck ben) foeck' ick.

3.Den 3epdt

numede ( doch watbedecktelijek ) tot mp : Ghebieden-Mat" de , hebben wy ugheboden , dat ghyniet leeren en foudt in defen Naem : MBat magh ick hier anders antwooden A met goeder Confientien/ dannmet Petro Menmoet Godie Neer ghehoorfaem zijn dan den Menschen. Ick heet die Ver weweldienenfallvooz-wenden/dat men mp mieten straft

ter faecken van de Conscientie! / maer als Perturbateur vande gheuepne ruste.

TPeiĂ&#x;


*

D.V. Coornharts

Gef Pharifeeufchecolo engheback den I adenmiettegen Chifumfelve/noch teghenzpnen Jongheren/mochteoock nietden Bepdeufchen Tprannen/teghenden Martelaeren/ vangelicken nietden Läomanistentegende Euangelischen. Hochfalmen(achtick)fichnuoockmietfchamendefen val fchen verweefädeerfeltenemen. Istnicteen valscheverwe die teghende waerhept strpdet - Strpdtdienietopentlijck

teghendie waerhepdt. Of comet niet upt conscientie(zp Fp danfchoonopecht/of bedzoghen)als pemandt/mietbe

erwetende/watferndtoffchanfttotGodeseere/ endeder Menschenheple Gfdan choonaldie Joden/die Tpran

nen/ende die aomanisten, den Heere Chziftun/den Mar telaren/ endeden Euangelischen (daer "timmers opecht was) Polityckelijck verboden heur mepninghe anderen deurfegghen offchzysbeughemepnte maecken : JPMoghte

fulck Politijckeverboden dennatupre van defefaeckevan Confcientiefoo veranderem/dat hetnu vootsmietmeereen

fakeenfoudewesendiede Conscientieberoerde Reen vpe lijck. TDer JPMenschen wooden en hebben gheen maght

omderdinghennatupreteveranderen. 52aerwaerbepts onderwijs vermagh weldoo, Godeszegheninghe/d'Opi

nie des Menschenopeenvalschewanestaende/teverande ren. Ofick mufthoonalbedzogen wareindevoofheben

mpnen wane; M9at magh niemloflijckertot de Godlijcke

Leereendevor delijckertotmpnbeteringhedoen / dandat mendooz wpfe menfchenmp bewijfe/ datmijnvoonemen

geen waerhept/maerwaen/goedt-duinckenende vermetel

hepdt3n: Benick kranck in der Tielen doo: een valische mepninghe/men bzupckedaertegemeenfachtmoedighende verstandigh Medico der Bielen/ diemp met Christelicke

onderwpfinghebestaetteghenefen / ende niet met dep ghendemoghenthepdt/diemet den boedelof gebanckeniffe

bestaette dwinghen. TDatmaghhclpen / dit magh ver derven. Bantdie Conficmtie vanniemandendanalleen van Godefelverbupathelticken ist/fulckg dat ghrenmensch

op Aerden/IMagt Jurisdiction/of Heerschapppern heeft Obereeng andergConfcientie,TPielacthaergaerme locken/ INNCE


Brieven-boeck.

323

maergheening dbwinghem. Ban welckeondtwingheltjck-

“:

hepdt der Confientiendie Ed.JAoghende IH. H. Staeten pasvudes Generael/mierminbwaerachtelyck dankrachtelijck hebben kommes

ghefcheveninheuren antwoordeteghen't Boeckxkenvan apuisan Dom.Jan. Ruziert P.E. mpnenmoodt. Ick fieke acn "de#

denpuntevanden meile alseensturkenbootvoort vper" ghchouden zynde. MPicke ich denbrandt des vpers/myne wonde wert grooter. MBijcke ick diegroote quetfunghe/&ne peut ick bande. Allderbefte IMan hebdp vertantsghenoegh fouffir (aenliefde/noch jonfttat mp/enghebzeket ugheenfins)foo gu'autre

trechtindesenmpnenmoodtlofdoo ufelflofdoogheleer" # den eengoettrachtsmanvan (E.diezunepobenversandtin" annes. T, c. Vale. defe ftwarefakemig-trout) B.

Beza. Traic. fo, 39.

XC W. BRIEF.

-

Of d'Overheydtghehoudenis den valschenGods dienst wtte roeden.

Evaerhepdts Tiefdedoctmpfpeken/dieheeft u Ajo,1980 Tieve Casper Coolhaes doenfehpven. Endefalder

halveninfmiddenvanons bepden wesen/ tot ver lichtingheonferbepderharten/ende stichtingheonfes, Jae ften. Amen. f

-

W9 Apologieis mpbehandet/endehebbe dieterloop (on mijnderonleden veelhepdt)ghellefen/doch metvzeughden/ overmidtguwcompartpdtghepdt (mp vanoudts Bekendt)

daer haerfelfnochmeerendemeeropenbaerdt. Rumofte ich dankbaerheyttoonenvandieuwe bundeltjcke)gifte. TPitwiftickmerghengsbetermet

dann Ngt"

s“


-

D. V. Coornharts -

-

"

--

dengeverdiergiftetotbeteringemeestmogtestrecken.TDit „moght vallenmetpijfenofmet berispen : WBantnaeghe

„pesendeughdewastoock/mindertberifpte doolinge. Deele wandtick daer inumeteppijfen/wepnigh(doch all wat te be

rispen. 32aer het pyfenstedt denghepgefemein verfoec kinghe/tot verwaenthepdt: TPaerteghen streckthetberif . pentot vernederinghe. -

TDitmagh beteren/dat magh verargheren. Alfoo. mam

ick hetfeeckerste voor / denckende/datickuhier umnebe ooy dete doen/'tgheneick liefte vanuendeanderenfoude pden. Gemercktick des v2unds wonde boven des vpandg

Kuffebeminute. Also hebdp nugheenkuffete verwachten maereenwonde. Daneen wightighefake wilick verma nen/op datghp unaechtermooght verclaeren/ indienickt uquaijck versta: @fdat ghp"tgheneick rechtfegghe ern stelijck mooght na-trachten.

Sin't beginne van't Bladt 104.Verfo/fchifffdp alsoo: ee Soo laetsedan mede bekennen , dat een Christelijcke Over

“heydt fulcks ghehouden is te doen : Te wetten, den val “ fchen Gods-dienst uytteroeyen, ende den wacren acn te rech Ten,

-

A

Alledit fegghenhoudeick (onderverbeteringe voor) on Waerachtclyck ende weder-fchziftelijek. Dwebewtzfingen upt JPMopfe enmoghen inden Eijcke Chzifii nietghclden.

Enofu dat noch altac-ghelatenmoghteworden(als necn) foo mostghp alle die Politischeodeminghe,MDopf vollko mentlijck leeren onderhouden (twelt wonderbaertycleon

geschickthepdenfoudemet benghenyofghpmoft bewijfen maghttehebben/om daerafredoen/cnde’t guntughelieft wt te laten/ditis allen menschenommoghelfjck. HIckzie mede wcl/dat ghp willende onderfchepdt maec

ken / daerbpfeldt Christclicke Overheydt, als diefulcke maghd den on-Chifeltjcken gheenfins sinfoudt willentoe

fehzpven. JRaer hoefalmer defe commen buptenflupten

Gheen Overhepdtenheeftdie maght(verstaeicküanders recht)om datbp eenChristenis/maeromdathp vert --

- - --


d

Brieven-boeck.

*

is. Bulcksdat ghphetAmbt/ endemietdefe ofdie pers foondien maght toe-schtjft. MBant anders fouden alle

Christenen oock gheen Overhepdtwesende/fulcks metter handttedoenfhuldigh zijn.

-

-

Dock falmen in Europa gheen Overhepdtbindenal waert oock een Alchab/jae Peroflf/ die hemfelf mieten

houdt vooeenChristelijcke Overhepdt. Saifulcken MBolf die WBolven/ofdie Schapen bpten. SaldieAfgoden-die naerntetdie valschereligiegheblieden/ endedie waere vers hiedenmoeten

-

-

-

Petcontrarievandefeuwemepninghe/leert de Coninck dant Gheetelycke Coninckrijcke Ilfrael/daerhphetupt

roedenvan tankrupdt / tot vorder mghe van de Merwe, "* gheenfinsen wiltoelatenden knechten. MDantelck waent hemfelflichteltickeenknecht Christi / mietjeghenstaende

''Chzistum eenen Heeremagh noemen / danienden -

EU

Soo foudendan Baals knechten / hemfelfs Wunechten Christi waenende/wt-roedendie goede Terwe/hen-lupden

onghelijckzijndelsendebeschamende/endegheenfing heton

krundthemupdenghelijck zijnde / want ghclinckbemindt gheljckt. TDitlaetdan de Meesterniettoe. TDiefal"tfel

beeerftindenOugst(nietnu)3pnen Enghelen(niet Conin- '' ghen of Princen)tedoenßeveelen. --

'

tpdtis) kot tezijn/ daerick Epuldtitjck/om (fo beelfoudcmoghenfegghen/moetick hier vzaghenaldug: Ofalle MBettiahe Overhepdt/WBetteltjckemaght heeft/ omme 3pnen onderfatente verbieden/of oock teghebieden een Godgs-dienst/diehp waentof weet/valfeh/of oprecht EN Lehwefen.

- --

Beghdphiertoeja/foomoetmenoock fafggendaertoe/ dat bmp Rederlanders / ende sonderlinghe die Gherefox

meerde/Liebellenzijm/wamt wp/ende oock 3plupden/ geen finsen willenlonderhoudendieGodfdienst/die-ons wertge

bodémochteooclaté, dieong wertverbodenvandëkonine Ban. Spaengten/dieals Gave van Pollant/onswettighe –

„Öf 2

Tandf


* D. V. Coornharts Landsheereis ofwas/ten waerdandatmen wildefeggen datd'Onderfaten nier schuldighen zijn heuren WBettighen

Overheydtteghehoosamen, inalle"tghened Overhepdt henlupdenwettelyck ghchiedt.

-

smaäerwildpoocknetenhier toefegghen / foomoetoock neendaer toe werden ghefepdt/datdie 13. 13. Stactenfelve

(wyghe d'Overheydt vaneenstede)fulerfoudevermogen. So men nict wildefegghen/dathetmindermeer vermagh dan hetmeerder.

Bovenalleditenblicktnoch mietwettelijck/welcke van alled Overhepdenungantisch. EuropadeChzistelijckeover hepdt 3p. - - " " -- -

-

miners enzymt diegheenfinste achten, welcker Tecra ren Godes MDoodt (ickmepnnietden Bpbell / maer die ware DLeere)nieren hebben. Bock deghenne, dienictwct

telijck kommen doenblicken / datse van Godeghesonden zjn: WDie heeftoock van alledie men Euangelischemoemt/

bewesen/dat harekerckeende Religie alleene de warezp: En alled'andere Diercken ende Lieligienvalsch. JAumooghdpfelfoodcelen vuntkijcke R.upt defebvep

nighbehalvenveelmeerandere)mpneredenen, ofick on rechthebbe datmy uvme voofchzeven wooden / hier nu in questie/mieten moghenbehaeghen/ ofick oockmetgoeder Confcientien u/dienickfo bescheiden als onpartipdigh hebt ghevonden /, deftgrootefaecke moghtc verbergheim. Ende

ofghpnietschuldighenzytvansulrikeuwe Teere/daeraen foto feerbeclets gheleghen/redcnete gheven/ende dietelver antwoodenteghen mp. Doedp ditte/hetfalump liefzijn. TDoedp "tmiet/het“fall mp leedt zyn/nict mpnen/maeruwenthalven / fehltfd antwoode / foo zendt defen mpnen Bief ghefamentlic wederomme./nmetalenteeckeninge van Cijffers of A. B.C. vandeplaeten daer op. ghp antwoodt. MBant ick hier ghcendubbeldtafenhoude. Hetfallfoooock co2tte mo

ghenvallen (datonsbepdenbestdient) als/fonderwederte berhalcudie wooden

-

-

-

- - - -

-

-

Doee


Brieven-boeck.

3:27

TDoetdatu goedtdumckt. Hierheeft ghedaen maeden MPet der Raturen/die strafofberispinghe bovenpzig of loffoeckt. B. N. Perts-vzundtlycke R.,

2. Aen

X CVI. BRIEF, -

Caspar

-

Wan't ghebieden desOverheydts,infaken van de Re-Coolh

lige, endevan't straffen der Ketteren.

Aeneenvermaerdt Predicant CasparCoolhaes.

V“ des P. Sheets/Tiefde Godesende vereeniginghe met Gode/deur zijn H. WBoozdr Hle fum Ch2ttum / wenfcheick u Nieve ende WBaerde

als mpfelf. Amen. WDwenrecht-minijcken Brief hebbe ick hupden omtfan - -

ghen/ende meteen wel-behagen deur-lesen. Icknam vooz

on D.Loock mpnentyt(ons beydente copt upt-tomende) te verschoonen / naer3iendedat ghp ( lievelaetons die

MDoodt-belecfhepdt/offtperstituenrondelijck eens laten varen van D. T. DE. c.)mepndtdat wp ineenenfhupte zijn/endeickdaeraentwijfele / moght ick mietlatenvan ander-werven umet myn fehpven moepelijck te werden/

onderlinghenna-diendatufulcksbundthekvermaenniet edt/maer litefis/foo UBriefmet bengt / ende defetpdt gockt weltbestecdt WeTdt.

-

Eckhadde welghclefcn'tgheneghp mp acntwijf/fol.87. ende anders meer/streckende/foompdochte/teghens d’O verzepdts gheweldtende dbvange

fuck bande

a"


D. V. Coornharts maerdaer-benebenhaddeickmedeghelesen niet alleen die

plaette Fal. 104. Berfa bpmpu afgheichzeven / maer bovendienoock ecnigheandereplaetfeu/als fol.74. Ber fo/zc.75.'tghene valght: -

-

-

Maerd Overheydtfoudedie(Kierckenrodeninghe)stel

“len, oftedooz Godfalighebequaenne JPamen stellen lae

“ten/endedie goedt ghevonden endegheappzobcerthebben e-de/foudezy diefelbeonderharen Namenlastende Wevelin

redzuckgaenlaeten/ende denGnderfaetenghebiedendiefelve «eteonderhouden.

"

-

Hierdachtickaldus:ghebodenfonder exekutie/bzenght d'Overhepdtin verachtinge. Gheeft menoockd'Overhept

in Mieligionsfake defemagt./fatomenwpontwipfelyc van nieus in dwangh vande Conscientien. TPat mifhaeghde mp. M9ant Christus gheeftnergheng d'Overhepdt defe maght. Ick dacht. R. mepndt hier moghelijck methet woodtghebieden,raden/fondertewillenstraffen den over treders / alleenomeenontfichtemaecken: IMaerziende

daerbp/datghpte voopenhaddet ghefchzeven / wat ghp met dat ghebieden moght ick fulcks niet ghe

“ OIL CN.

Defeuwe wooden staen Fol.-23.aldus : Ende of het die Ghemepntenietendede (seweten/ ofd'Guderlinghen

„heur Ambtniet trouwelijcenbedtendenzc.) MBiens Ambt „istdamepghentlijck Hietd'Overhepdt / M. Ick foude "fegghen/ja: MPantickhebbovenghefent/datzpfchuldigh "istehoudeus-Bodts MBoodt/datma telvegetickfo migh “t levenaenghefteldt werde/ ends schuldighis testraffen alle diehetmoetwillighlijckover-treden : Hier speecktgbp van straffen: JNaermoewilligheovertredergfeghdp. Dit lepdt elck ander op. Elck dupdt anders doolinghe vooz

hartneckighemoetwillighepdt. Ende ofick noch hadde moghentwijfelen hat ghpmepndt metdat woozt straffen,

soo verclaerden mp dat uwe woodenterfondt daer aen bolghende / daer ghp d'Overhepdt maeckt Boedtster

Peerender Itercken Bodts. Ickmepnde altpdt ''die -

TE


Brieven-boeck.

*

tware Herders den Tiercke Godes met den Godtljcken

woodenvoedende / ende wepdende / fulcke Doedtster Peeren waeren / endeniet P2incen ende Cominghen/ van felden penlandt in den Beere Chifum gheDOfL,

iche

' I6,2, -

Bootsvarende/fghdp/datdaeraffter Beerlijckfähilft IRufulus/Bullinger/Calvyn/ende Beza. Beer Peerlyck feghdp/ende ditis waer/als ghp"tverstaet vooz ghewcla

delijck/foo de Heeren; Godtloos zijnde ; meet Heerijck/ dat's ghcweldelijck handelen. Gheen defer IMannen ben

De h

' ere ick vpandt/desig Godtmijntupghe / maer gheen dieser " isquid Namen Schriftenindesefaeckelhoudeick voo recht des discrimi is de Godtli-cke Schzift mynghetupgh. TDit uptfen nis fitni vandese, Schipvers op defefaecke nam alletwyfele wech ter here

van uwemepningheindit stuck. NDantbelängende Buf ticos, fe -

culum/die wilopentlijck/dat mende verlepdende Wetters ductores falvanghen/ofbamuen. Bullinger leerdt / datmendcn & educ

Retter doo d'Overhepdts maght faldwinghentenghe- tos. loove/ende Calviju ende Bezalceren opcntlijck dat menfe 2.Deca, fal dooden. Serm.8. -

-

-

-

Behaeghtuhen lupderschyvenindit stuck: Boemo ghen wp Incen Schupte zyn - Behaeghet u miet / hoe mooghdpheurfchnvenhuerinnepfen. Nochtanspzijf De ill dpdeter Mannenoorbeelindit stuchendehoudtooch beura"

UI

argumentenvooghemoeghfaem. Wiever/welckerzijndie " Magie - In

doch Het mis-trouwen vande ghetrouwerende Aimagh-

f

tighe waerhepdt - TDat's bplo gheen vast Argument. "

Titbrunckenstufulus ende Beäopentlich

auftut, andere

lusfegghende/ datter anders nietbestendighs in alle die ligionis

Chiffelijcke Religie bestaen soudenoghen ende Beza Potesta

daerhpfpdt: Endewieenzietniet/foo die Magistraet in rehaber. dit stuckdiffmuleerdt / dat daer 3p eengrootpericule/

-

ende openbareruine vande Kercke Ende wie ein ziet niet Taic.

datmenfoodoendedekerckegrondtvetetnietopdenfeenrotfebande waerhepdt Christi / maeropt wel-zandt van de ho.l'Au du den arme der

Menschen.

Magift.

Bouden fol. 296.


*

D.V. Coornharts

Soudenditgemaeghfameistercke Argumentenzünf Jck moetdathoudenvoo Menschen vermuft/ voo2 blinthept/ boo2openbaereongheloovighepdt/onläonde der waerhcpt Endemus-trouven Godeg.

-

TDefedingen voopfchzeven/lag ick bovendie andere ubve aen-ghewesen placrfe HFolia 87. Ende waeren foo platt

naeckt / ende openbaer / datse de voop-fchzeven plaetse alverde over-bweghen. Alsoo konde ick miet mepnendat

ghp endeick dieserfakenhalven in een Scheepken waeren. MDant defeldingen opentlijc contrarieren u feh2yben nu aen

mp/dat ghy geenander strafenmeputdammerten woode.

GPmkottemaken/endenaecktelijc minzimetefeggen/ houdeick/datso wenigheemigh Hupf-Vaders-Ambt ist (defeghelijckeniffebzupckt ghp)zymghezinde tedwingen totzijn/ofte verbiedeneenander/dan zijnäeligie/ende oef feminghe vandien(aenlocken/vermanen/endeberispen/enf

fchoon niemantverboden)evenfowepnighis oock eentg Overheydts Ambtzpnen CPnderfaeten tot of van eenighe religie/of exercitie vandien(nietjeghendeerste befchzeven politiquerechtfinde)tedtwingen.Offiulernedeumepnin

'' mp weltehoogen. Poe-welmp defeuwen

zief half jafhijnttefegghen/daerzpfepdt/datd'Over hepdt den anderenfwackenende onverstandighendNaeghen

endeduldenfal(bpal-dienghpdat verstaetint ghedoghen dat elck Godtden Heeremetleerenende erercition/mae zijn

gheloove endemepninghediene)maertwyfele wederomme eenighfins / doo dienghppzystinditstuck die Schriften van de voofchevenviere/ghemercktdiemepningheplat telijckteghenhet voofchzevenfrpden. Jaeoockteghende H. Bchziftfelve. Baert wel,

XCV II,


Brieven-boeck. xcv11. De Leerevan't

BRIEF,

-

Ketter-dooden in I„Lipfius Politicis"

werdtonderfocht endebeript.

-

-

-

Aen H. L.SPIEGEL.

(

-

..

agt, antwoordeiche. Zondags buncht mp)fabondts / dar wp in groote faetkengantfch

I waeren verschepden / fonderhemte fegghen/waer

-

inne. TDoch had ick u meternst jeghenheim vers

antwoogdtvangheen Papst noch Letterdooder in uherte teztin. Jopende I.T.uliefde tot ongs bepden;ubwebgren den; moetick loben/maer ureden tot mp van Zijn gedaen

te/doetup noch min danvoo2 hopen/vande vzucht uwer moepten. Tieve Dziendt/fchnft hp waerhepdtint laerfte

veranderen (naer zynmeeninghe)van herten: Hoetmagh hp zijnfähiven inde eerste Politica verdedinghen Schrift hp 11/daer hy neenmepndt/wie magh zynwoodengelooe ben: Daeromalfehleefhp mu/dat hp hethupdenfdarghs

mooden,um Gadts-diensts verschil/vpandt waer/watfalt 3tin Soo heelblindtenbenicknietintfien/datfulcrghe machiavellifeerdtfoudezijn. MBantbehalvendathp3pne

JP2incenternoodtom’t volcktestillentoelaet/ metopft hallscheeedente doen/ende arghers (Libro 6.cap.3,ende 5.)

CPock Lib.4cap.3.Dist. hicigitur Dist.& annon Dist. omitte re,&c) Soo zieickheimfähijven/zc. Ppis vanden3pnen

te hooghegheheven/dam hp mynfehzpvensfalachten/foo ück nu beginte mercken. Ick acht het behoo.enfohoogh

dat nochmijnname/nochmynileven/noch almijn Bunden bp mpniet enfullen vermogendoenklepnachten myn we Menindefen(mietbwanen)vander Tupdenende Tanden ver

Werf/dat menuptfulck zünfhivenheeft te verwachten/

foodaergheenblusch-waterop' poppen(gheen ' -

T

. - - -


D. V. Coornharts

poppen / maermoodt-brandt-poppen ) en werdt ghe gofen / ende dat foo well upt een Latynfth emmerken/ alguptmijn Kederlandtsch/ myn armoede/woch rustfall niet verschoontworden. Busis diteen Lüftcamp/ an den nieuwen moodt-ßandt wat Uaemyn Maght tehin dgren

Benickin' es, 24/an.

''' ' bos

ich liever/dau benmijnmaght/diepo an, t lpde vermoghen hebbent wzoegenv besteedtt sterve ick

' klepin

/ e intharnasch als mp ruftnoodigh was: soofaltenmünsten pemandtmingoede willnietlachteren. Baltdatoock an derg/mpvermoeghtmetmnonschuldighghemoedt. Dat moghtick ooeniethebben/fotchupt hateophenditdede/ endemietuptliefdetenghemepnendeten. „. . . Anledes nietteghenstaende fuldpmp wilighvinden/het gp metheuntespeken ( danfoudpizien/datick veeleermet natteoogHen/ended goeberherten/dammet tooznighgelaet/

of woodtmethemsoude handelen) alghelaetickmptot uernstelticker als uliefis / foovermidts mijnvy everu (megheltjck alte groot) ende hetzien vanu

P

schepden wijfeintspekten intbestaen van't afiepdenvan't

iboojnemen/ende anders / daer 3.L. oock Meesterinis. epindelpick mpnfchzpvenaenhem / endempnnoepelyck repfentot K. toomtmeerdanzjnantwooz.de/endeudoen/ datick mpn untersteghedaenhebüeomu defenkamp temp denyof tenminsten/ommetteminstequetseite strpden. Voll- -

ghens mpnfchpvenaenlufelve: Dat ghp metredenfoudt

kommenbegheeren/dat foudpimp moghenghebieden: Dit was mijnvooynemen/ditig nochmijnhertendefimme. Kie mandtwill ickleedt/veelminfchade doen Elcknutfijndaer ück magh. TPitfalic.pemanden(aldumcktur anders)indefen zijn/ick dielieberdefeure doodt ware/dammpfelf alleente

leben. Dit fehpve ick omte voo-komen der Bunden moepten bammppet afteraden met voog-houden vanmijn fchadeofonghemack. WPant fuler ist mpdoo recht doen

:

/ dann ruft ende wecldedooz mpmonbehoozlijckru

M

Eck


Brieven-boeck.

*

Eckbaerbootinminonluftighe/maerhoogh-moodige omruft verschijndtmp middelertydt middeltoteen herts rustigherust. Ohoegaerme falickdieomhelfen - Baroet ick met mijnherte/datumeergheopemdtis danpemanden

ter Wereldt/behalven Bendediemetmpdaerwag/welt Kebepdeoockfleutelen hebbenminderhertenschuplhoex

kensendebedanckempidermenghvuldiger vziendtschap pen/mp beweisen, dieick meer wildanmagh verschulden

maer gheen Menschen Brundtschap en moet sich vor der

n damtsthetGutaertoe/foohoudeick uzinoockte

EU

Kopthebick fulckberwanetgheboelenbammpfelf ge

' datickfoudewillen alles te rechtbenghen , maer ebbe oockaleenige Barenboilghehadt/die ick noch hebe be/ommtjnklepnpondekenteghebzupicken / omfoo verl Hinders booz anderentevoo kamen/als mpmoghelückte zündunckt. TDatdemcke icktedoen/fo langheick metre denseghebzupck atheme/datis eenander/mietumpfelveal leente leben.

Raer watbengdp nochbederboot Haedt. T. nie

mandttestraffen:danoproerscheletters Endedatniet on religie/maeromoproer / ditzinzipnewoo den tot u.

KZeghdp. Ickghelooveugamtscheltjck : Maersepdthp

'

oinzthn Boeckfchzift/sofpzeeckt hp openbareon

aerhepdt/ende ensoudehemmochu/noch een Enghelupt den Penelfulckxfegghendeniet moghenghelooven. Hip wilghedoodthebben/ dieanders vanHeligie/ghevoelen/ fpekennende doen (te wetten/nieubwighepdtin-bzengen/zc.)

dande Patres, leges, ritusveteres, &c. Endedatfonderghe nade/banden/fnpden/zc. Ten wared'Overhepdt des niet Umaghtighen waer/danfoudet metcedt vergheben werden./

tot datmense veplighteghen eedt moght banden / dat's machiavellisieren. Stijn fehpben gheeftden Spaenjaerdt recht / maer den 3. P. Staeten / ende Gherefoxmeer

# onrecht / dat Käebellen zön/ foohp waterhepdt AG

a.

Emmer


D.V. Coornharts Immers hp veroodeeldtfichfelfterdoodt/quia innovat.

MDat TPit Lietterbanden dat bpdefe Lands-regeeringe nochnietghedaenis in diese Landen/ hp vindtdepatriasle

ges, noch ritus miet/maer bestaetdie Landt-verderflycke/ endebevomdenheploofenieuwighepd/dood Overhept/die hp bestaette vozmen/hier intevoeren. Datgeen. CPock

bitschzickeltjckte Exempelvoozoogentestellen vande Ca tholische Francopfen/ falldat denCominck van Mavarwa credyt maken

-

- Somma / ick zie op Lipfibwooden/daerop fullenlander Jaenschenmedezten, die weten altfaemenzijn harteniet/ noch ickmcdeniet. Synfhiftindzuckhoudeick ( ben't maghtigh/waeraghtighendekrachtigh/fullerte zynte be wylen)fentjnvooz landenende Wupden. JMachergrooter verschil zyn Hustelickimpinzynplaette. Soo ick dat haddeghefchzeven. Ickfoudemietfegghen/datick behooz of(fooghpt wiltdupden)moetdoolen/maerbekennen (ten minsten waerick eer-gierigh. ) in mpfelven dat ick hadde hedoolt/ende wenfchendatmen mp op 'tfachtste handelde

'

bestens schade. TPat benick Lipfio Uptendes tedoeufchuldigh. TDatbenickberepdt (mogheljck berep der dan hp om zijndoolinghete kennen)te doen / endedit

foudeick wiligh doen. “ Ick hebbeindetweede/derde/ende vierde Capittelen van

stvierde Boeckminder Policiengeschevenvan dereligie/ «. ende vandebesorghinghe/oockbestieringhe deffelvens/foo « veele des Pincemofte Overhepdts Ambt belanght / dat „wodt bpleenighequalijckghenomen. Meyn mepninghe

"weetickfelvebet. SIMp staetdan toe die te verclaeren / "t welckickdose alsolo:

-

“ Den Princebetaemtzt in Ondersaetenmethet beste/best «etebefoxghenende bestieren / die WReligieig beft/diebetaemmt

er damit. Datfalhy weltofqualijckdoen. Welmet/qua .lick sonderfeeckerekemiffe/welckde ware3p. MBeethp 't

„miet/rustemis best/ weethp?thet betaemthemwaerchim

"lrichtebewusen: So ooch dat d'Onderfatenmoghenfeker "weten/dathletde wareige/ofdatzpmoghen rustemintaen - -

-

zuCNCM.


Brieven-boeck.

***

nennenbandes Princem Lieligie. Ende wantelck voop hem reeckenfhapfallmoetengheven mietde Prince / : maerwel” die verlepdende Harders/oockt voo2.de verlepden/foo noch.“ „tans datzp't medeontgeldeinfullen/ van haerghevolghtte» hebben: Soo woldt de Ghemeente oock toeghelaten / tel,

weten/ofterustemintaennemen/ofverlateneender religien, Unetdienghedinghe:

r

-

TDat die Princerechtelijck maghendefalfraffen/ alle die” een anderdoende/datzyniet willen vananderenlpden/pe-” mandtmifdoeninbloede/ ghemoede/ofgoede / oock in nameendeghebzupck vanreligie/ of v2phepdendeffelveng,

alwaert oock fchoon onderdeexel van religie. WDantdat,

roerdtde Politierende is strafbaer/ze. Ende datzin.de, turbones,(opzoerders/of verstooders van deghemeeneru

ste) bp mp daerghemeendt/maerniet diedes Landts reli-” giemietkonnentoe-stemmen/of moeten daerteghenfpzeec-* ken / upt drangh haerder confientien/ende niemandt met» woodenofmet wercken verongeltjcken/2c. DP TDat/ofdierghclijcken anders/dat reden magh epfchen/ foudeick doen: TDat of"dierghelijckendatondertpçeecken bevon den soudewordentebelhoogen / foude J. T. moghen

doen, tat demeeste verschont.ngezijndereeren/eüaldermeest tot demeeste voorhoedinghevant moogdelijck quaedt/upt zijnvoofcheven mcpminghe/om dereligions-verschillen

tebeduchten staende. Ick gheve vanherten het mpne om betermaerickmoethetfoo verstaen. ITMaer wilhp meer

zynname/dander Landtatenverderf verschoonen/ick falz,„es mijngheweten verschoonen/ende tonmoofelvolek/doozheel Europabphemterdoodt gelepdt wodende/omdereligie/ verloffen nae mijnvermoghen. Ende des niettemin als

fulcroptfoette/endebeleefste/maertreffelyckste doen/als mp mcghelijckfalzijn. WBanthierghelden meer Tupden endeLandengwel-vaeren, daneems JBansonrechte eere. Ende wat ghp/of R. my metreden kondt bereden/ daer

benick wilightoe/sondernothtans zynwederfehnvente entzien. MPanthp/nochniemandtpetvermagh teghende

waerhepdt, die indeseover m

is/fonder oock 3

J


3“ D. V. Coornharts ofmoeptenteontien/ofpemandtgongumsthetzint bwe ' kommen/ofint doendzucken myn booz-ghenomen ch/21ft.

Boots/madien ghpmpfelfs gheen reden einhebtghege- . ben/om temoghengheloovendat "E. T.foude willich zyn

omindzuckpetfulckstefchpben/ dat ickmagh verstaen ghemoeghfaeme triakel tezijn teghenhetdoodtlihckfenthin datick heum/u/ende bviehp bwil/ bp bwien hp wil/ berepdt ben in zehn Boeck aente bwijfen : datickmeternft mepne

maendaghetoe-komendemin Boeckte doendpucken/ten waredandathp ofghp mp feudt willenredengheven tot boozen staet ghestreept. Baert gan 't ghelle

XC VIII., BRIEF,

Nochvervolghoptvoorgaende:Van'tvypreecken ende leeren, envandie rechte straffe derval fche Leeraers.

V#################

gickbobenfherpfmi gedubbelthepdt. Lipfifpzekenindzuck/maeckt

bat ickopentlichspekte mettenmonde"tgheenmp rechtfaldumcken/denckicht nietteverwĂźghen in dzuck: Endedatnietompemandt leedt / maer omveelen nutte doen. AMHinblufch-bwaeterigshaeftighe-emmerdt/

dat mepudeick(omimmers den Prundentenvollentege lieben)ute toomebsort uptststem/maerdlitu

sehr' &


Brieven-boeck.

337

andertdat mijnvoogenemen. B luft om Bundente ber

fchoonen/hemvannaem-quetse/ endemp vanfthaedelijcke moepten/is mphoogh-aenghenaem : Raerfooen was mietuheftighaenstaen vandat ghpin mijn werck teghen hetRietter-doodenzthntegroote achtbaerhepdt meer solche te verschoonen/dammpnepericulenint afraeden van tegen

RL. endeaenraden van tegen Calvßntefchtjven/daten had De

' '“

begand h f jnsboofz. voopnemen beranderinghsoofaecke/ig

defe: Gbp mitindetweehoof-fakenfo ickzie/endedaer smoock gheheelijck inubp-gaende waegh-fähift oftlant.» nut is,&c. Ende des straffungs-wyse,&c. Petv2p-leeren bindgs

ich raedtfaem/ghphout anderg/endedoolt. Ainredenist defe: Waerhepthoudeickmaghtighende mut/maerdelo ghenonmaghtighendefchaedelijck. WPaer doo ick voog bwaerhepdtfegge: Js de Landgeleere waerhept/watmach deloghens aenbechtenhaerfthadeu-Ils3plagen/dewaer

Hept behoothaertefchaden/totheplendemut der Tantza tenintverlies vanlogen/endeghewindes waerhepdts/al waert maerinfer wepnighen. Kopendedestraf/houdeickditmede voszontwijfclicke waerhepdt: Alleoodeelisonrecht (allwaert oock infich, felverecht)dat voot komt uptomfektere kenuniffe: Gooigt

oochdeffelvenstrafzpfp klepnofgroot. MBill Wipflugdanstraffen/dieindercligie doolen/ofqua lijck leeren/hpnoet voozalcen rechter wijsen/die metfeee

Kerekenniffe van de Leere onpartipdeltjck an oodeelen. Bermagh hpdit niet: fooraedt hpden Pincenteblindt

potten,endetemommeranfen op mcnighten van onmoof der Menschen halfen. Dit is devon.ckgheweet des te ghenwoodighenghemeen-landts bzandt/die blaet Wipf bloedt-penne wederop. TPaermen foodoodt omgheloo

vensfaecken/moeten veelomoofelenterven / daermengt Jaet / niet een. „Maer wat reden / fbwijghe boat Godt

beveeldt dit den Printen - Pet Godtloos ende onver nuffighvernuft vanden Bodtloofen Mecenate 2 CP God koofe bloedighe / overwoedigherardt.

TPgt


3“

D.V. Coornharts

Dat Pestilencialefenijn/acht Tipsiusdes Tandts IMAede

ein: die (metzynraedtflupden) houdt het vpfpzeecken/ endefchzpven des ghevoelens voo! verderflijck. TDe Bee ren Staten/die van Tepden/endeick met haer/houdenfulc verbodtheteenigh.merck-teecken van tprannpe. IBaer daertfh-pvenende speecken v2pis/daeris mietonv2phet

weder schipvenendespeecken : Als dande waerhepdt.de loghenopentlycktefhandenmaeckt, dumckt Tipfio dat

gheenstrafte wesen: Ppfal/mepnick/het contrarie aen zjnonghebondenfehyvenmubevinden/foo hp zijneereniet alte lichten acht/datickqualijck vanhemgheloove. TDe trafzy demifdacdtghelijck, woodelijckede wooden/ende

dadelijckede daeden. Onbeschepdelijck mifbzupckt ghp auc:23/5. endehn/dat woodt • Oproerisch - oock d’andertweevan b nat,26/65 Godts b Laferaers, ende Christ-verachters. d'Eerste twee dooden Christum als een oproerder ende blasphemcerder. Endehetderdezoude TDavidisten/JMennoniten/jac de Ge refoxmeerdefelve (noemende des Gutaerg- Sacrament cen

252oodt Godt ) als Godtsilateraers omdenhalleben ghenbpden Papisten/ende Tupterfchen/zc. So fubtijlig men muom bloedttetoten / in tbzeedt upt-strecken van fulcke bloedt-wetten. -

Jopendedonghebzepdelde Dyhepdt/fooghytnoemt/ diengoofaeckefoudewesen/waerheydt of loghen. d'Eer ftemagh (nochhootmenmietende vermagh) licht/delo

ghentemupl-banden. Weerdt permandt loghen / dat.fal mcetztjnuptstaet/eer/of baet-fucht. Poudtmen den ge blekenloghen-leeraervoopeen Hemden/hp komtingeenen statevaneeren/verliestzijn qualijck ghefochte eere/endehet onderhoudt der ghenerdie hem een Christen-leeraer waen den/bp den welckenhpzijn nutfoghte / endemidtsdien in

allenztjn Summumbonum ( of befte goedt. ) WPat traf magh menhemfwaerderop-legghen

-

TDaerhebdp. mijnredenen(intkopte)van mijnghevoelen

foointvzy-fpeken / als intdoodenderverdooiden niet mifdadighen. Tipfusgheve die foogoedtvanzznighe boelem/endedatonlancks/imagh/ofwilhp / endeick -

ggC


Brieven-boeck.

3ss

ghestiltzin ofneen/hp bewiĂśsein openbaerendzuckein't Ibekennen zijnredoolinghen/dat hp der JBenfchen Bielern/ endeder WLanden ruft Hosgheracht/dan zijn onrechte eere/

dathemnietfwaerenhootteduncken / nae-dienhpfelve bekenditdathp behooydtte doolen: Gfick (diemepndete ruften)fallmoeten bewijfen / dat mp der JBenfchenhepl/ ende der Tanden bvel-baren meer ter Herten gaet/danecng JAang altegroote achtbaerhepdt/ diehp nu Tandt-ver

derflyck hceft ghemaeckt. Dfhpven neemlick ten be ften/so neemtoockdit.

GPpmhnvoostel bandeghenoeghfametriakel/kondp niet belooven / feghdp : Maerraedt mpte wachtennale duptkomft des Boeckstot. Franicker. TDatis mp alon

feker/fa oftuptcomemfal/als wanneer. Ghp achtdather W...foo quaedtmietenmeent/ als upt 3pnewoo den weltefpimmen ist: dat's bundtlyjck van hem

ghevoelt/maeroockblindeltjck,IBaerwatte pimichlick endete vinnighlijck fchtjnthet van mpghevoeldt. Ghp nietick/mooght datoock bweten. 32aer weltweet ick dat ghp felf medegaerne dupfter fährtift. Boogdtfulck een danoock ongaerne telpdenztinkogtendedupfterfehzpvens

bzuchtes Ende D.mepningedupdennamyn(fegdp)voor fchevenvoet. Jaedocht mp/alstudiegoedt/ datfepildt

noch weleen Boeren tredt. l

Olieve M...Ghp acht mp waerhijckberfuft / met het boot-b2enghenderwooden indivinis,metcoerce, met nova Numina,met Lactantij voorden. Flaepndp dan / datmen

den Bischdenaerkte Angelbiedete datickfulcke Bloem keng mietenkenne - dat ick depadden daeronder mieten M

mercke

f

Ritus vetus, maghmen opte Schrift dupden (fghdp ) datmaghmendoen : Maerdat wel. Bezadupdet den Zoon kuffen , op 't Ketter-doeden : Te weten / dat de Psal.2;

d

Princenden Zaonekuffen/als 3p Retters dooden. Dat maghmen mietdupden B. bl

Sick


“

D. V. Coornharts

Ick foude des Overfetterswooden (fghdp voots)mo ghendupden tot Wipf verschooning: Enfegghen dat ick bemalte wyshoude/ze. Reen. Pundt / zyt ghp hem Dundt teghenGode : Ich lieghe tot bedzieginghe des Bp hadde moghen in

volcks nietomdupfent Lipfeus.

houden / "tgheen hp sondernoodtheeft laeten upt-kycken. Speecktghp hier niet absurdelijck! Als ditdoen Wipfy nu allegÂş wijfhepdt ende waerhepdt gheworden : "tghcen u mondtfelf op Palm mpfepide: JAnette fullenghelooftheb ben Tipfj werckte wesen/foo darmazpmendoode waerupt ghekomen - -

-

-

-

-

"Immers. Dieschupt-voer/min Briefist hierniet vol. "Ick boodtditaen/tot Pinerteren falickophouden / ende

dieerste werck-daghmethetdruckendanvoogt-varen: Ten waerefake/datmen mp daeren tuffchen voorfeker / niet Machiavellisch, lietbweten./dathp willighis/vandefefaken metmptefpeken/endemy daer toedaghendeplaette bete

kenende/binnen 14 daghen/of die welken, etc. Ick haefte

"tig bp vieruren. Remetwel/endevaert bepdewel.

XCIX.


Brieven-boeck.

***

XC IX. BRIEF.

Ofineen Landtnut is,dat elckvryLeere endefähryve ingheloovensfaken wathembelief.

Ifähilfchziftelycktevoleepnden.

Ck zietuernstte wesen/onsmenighmaelbegonnenge

Hetfofis demoep

ten waerdigh. 'Tis mp oock ernte. Hetmaghong bepder oodeelbeteren/maer mietargherrn, TBaerom (believet u) vollght defen voet/of wijftbeter/ ick wilu voll Humani

-

ghen.

Petfallaldus kostendeklaervallen/oorklichtvooz "

ong bepden intfchzijven. JMetgeding:

Mae-dien ghp met reden alleen / ende miet met B.poteitatis Schrifts authoritept wilt handelen: fooepfcht van mp efuniculi

met daticu authoritept vande Schrift of Menschen(dieque,quod

ick veel minder acht dan de P. Schrift) toe-laefteghen colere. guterie mp. „JBaeralleen reden It. betekent Koornhart. S. betekent H. L.Spiegel.

'' aut ob est alterius

I•

Mit... Van naturen istelck vzptespeecken/endeleerenReligio. bw.athemgoedt dunckt.

Sed nec

S. 8. Dannaturenis al"tgoedt ghemeen. Mochtans religionis

# ' “ enderoofmeenwelgheschickt Lant bestieren.“ religio ETDET NICHt.

Mit. º. Hetvp-peken/daerwp vanfpzeecken/en magh '

niemandtschadenbuptenzijnbelieven. Titdoetdieftende

U1e

'

roof. sughelichen gantschongheinckonsefake." S. .SoGhm kend tloghen-peken strafwaerdigh. " P º. Meen/berispens/maerntet straffens waertigh. ". nus ad -

D v. 2

ZMDaer-

capulam.


34.

D. V. Coornharts 2-

-

Lt. 2. MDaerheptte betupghen ist recht/ maer het ber- .“ dempen onrecht.

-

-

-

-

-

S 5. Noghenvoo waerheptte leeren ist hinderlicende onrecht/het weeren loftickt. Mit. e. Zoloflijck altisloghenmetfekerheptte weeren:

ofchadelijck ist/ende onrecht/waerhepdtonderfähijn van oghen/te weren. TBitvaltmeest/datminst daermenopt avontup het leeren weeren wil-

-

S. d. Jick willop. gheen abontup?ghebonnisthebben. Fit. TDitig dekooft-fakebekent. Bebwjft datallerech-

-

terg/fa fekerekenniffemoghenhebben wielogenleert/als wiedoodt-flaet / of bekenditdat ghP teghen Bit ufegghen

loghcn Leeraers/ op 'tavontup2ghevonist Wiltheb CM. 3

Wit. . TPhwangmaeckt d'ovcrhepdthatelijck/ endemits dienhaer staet onfekter. S. b. Over-groote vphepdt verdilgetfichfelf.

Hit. ... Ghp bestaettebewpfenmetonsghefchilffelf. Dit bewiösengeldt niet. Ickfghfulcke Dyhepdt vanvpte fpzeken/zc. Behoolijckendematigh/dats nietover-groot tewesen. Bewyfeerstuteghen-speecken. Merckt/ ick

'niet dat alle dwamgh quaedt / noch alle vpphepdt

goedt 3p.

-

3Maerober-groote dwangh/isaltpdttprampe ende

quaedt. Zaois aack alleover-groote vzyhepdt / te we tenonmatighe/altpdtquaedt. JRaghmen daerom feg ghen/ datrechte vzphepdtquaedtis/endeftchfelf verdil Et

Z5. 4. Ick verstade bepalingh vanubehooljcke/over groote enderechte vzpheptniet. Jek meengroote vzpheyt; datelck magh leeren wathp wil-Bolgende ong ghefchil. R. Boo verstaetighpuepghen woobenniet/diebengt

ghpin.'T gefchillhoutnietvanover-groote vzphept/maer

ä

vanopheydt. Berdilghetdees haerfelf dats hefepdt/maerniet behwefen. I

-

NE


Brieven-boeck.

343

4

f

' *. Hintghemoedtenmaghniemandtoberanderheer

LEIU.

S. b.d'Overheptbetaemtde Tandt-ruft tebefoxghen. Lt. e. INet nutte/niermetfchadelijcke middelen bewijst eerstdenutheptim defen. CPfghp hebt niet beweisen. Boots is hetbesorgen vande Tant-rustmietdatmenverlogen/vele

minfchadelyck werckbesta. Petbestaen van'tondwingthe lijck verstandttedwinghen/ig verloogen werck /„immerg

fchadelijck. MDanthet verstoodtde Tandt-rust. S. d. Integhemoedtdwingtmen niemandt/maer fulckg

“n tot Laudt-verderf teleeren/ achtghp straf-waer UI

Gng gefchilvaltdann oft doenlicis intbwerckte stellen.

F. Rietstraffens/maerberispens-waerdigh. TDitig Norm.

hetwerckvandeghemendiewaermepdtkennen/fwaertrick“ /of kentmen die/maerd Overheydt lichteltjc die straffen. Alle macht."

Pverhepdthentgheen waerheydt / die moet doolen int"

F

straffen van'toubekende. TPat valt dan medeongghe

fchille/endedaerby dannoch oft aut/oock oft behooljck ig. Wijckt nict vanons ghefchille. J»

Mit... d'Overhepdts annibt eindegebiedt streckt niet bwij derdanover Tijfende Goedt / endeghcenfins over tge

moedtder Onderzaten.

-

Ä5. 6. Strpdigheghezinthepdenmakenstadighgekif/ ditoproer.

-

J. S. Reen/maergheweldighetprannpetcgen defe b2p- Theophilen hept. WBameer/ofwaerhebben verschepdengezinthepden ' oppoerghemaeckt/tcm waerintSymposio Luciani?

Acta Pack

S. 4.Daermen- andersGodtfdienstversteurdt/Beelde- * formt/tvolckteghenelck anderophitst/elck willdoch zyn ghezinthepdt vermeerdt hebben.

Fi. 4. TDit wiltighp/maementlijck dat d'Overhepdteengt anders/teweteneenigedes volcks (daerogerechte Gods

dienstbp magh wesen)verstoße. Ditmaeckt optoer/ niet het trijdigh/of verschepdenleeren. DW 3 *

d'Over


*

D. V. COOrnharts

d'Overhepdtmagh een valische Gods-dienst hebben/alg Mioomsche/of Dlutersche/of Calvynfehe / pcmandtmagh die waerlijck voor valfeh kennen/berispen/ende verstooen.

Raumeeninghe fallmendie straffen, endewaerheydt wce ren. TBitkomt uptu straffenopavontup. 6

Wit. a.

d'Overheydt verstaet sich luttelinfaken des Ge

loofs/vide L.168.169. AG. b. Een Overt behoodtfich alleste verstaen. NBat hp mieten weet/daer toe heefthp zijn * raden;deoutfite ende

#

wijstedes Wandts. Hemis oockzijn hepl ernst / heeft diesbeter+middeloun defefaktengrondighte verstaendan de Ghemeente/die veelonverfocht zyn.

1. Mt. e. Hetghefchiedtminstdat meetbehoodt. 2. Hoefalhy die wyferaden kennenendeverkiefen - aen die wijfhepdt die hpinhaerziet - p kendt die vwyfhepdt mceft felveniet.

-

-

-

3. TPegoedt-mepnendevalsche Teeraeren/ is medehaer

hepl ernst/foonfekeris meetald'Overhepdt/ alsfulcker Waen-leeraren ernst. 4. TPeghebooxen Overhepdtismeeffendeelminindeleer/ -

-

endemeerin welluften verfocht/dan de Ghemeente/die der bequaemer zijn dan d'Overhepdtomwaerhepdtte

'

CNNEN.

H. . Ick can niet verstaendat d'Overheptmin(maer omdatmen umt de Ghemeent deverstandight kiest ) eer

' mogheltjckhepdt hebben / om waerhepdt

te ver

AILIMI,

Hit. MBeeldeplompt altydtden zinne/armoede soeckt list/ endebzenght kloeckheydt (foomenrechtfepdt) imme. TDe doon-achtigheryckdom vertickt/ flecht vermoeghende mood Auftfoeckt verstandt. TNefe vindtmer meest/rricken (daermen Overhepdt wt-kief) mimte. Soo maghmen veel waerhepdt-foeckers/ dan upt wep lichtelicker

'

nigh rycheluft/ofgheldt-foeckerg / verstandighen vin den.

MHier


Brieven-boeck.

345 -

Pierbp voeght noch/datnochfoowelonderd’Oberhep den/ofrijcke/alsonder deghemeene Tunden / de meefte

hoop onverstandig/ende onboom/maerhet kleinstehoop ken verstandigh/ende vzoomis/foo fouden altpdtdionwp fen meet wissen/overden wissen / die tvolckg doolinghen rechtaenwyfen. 7.

meefte It...middeloun Die in de dieSchriftgheoeffendtzin Welte verstaen. / hebbendi h die

S. d. GheeftdanGodtgheleerden hetoodeelindefen. Mit... TPatzungheen Schzift-gheleerden. Hondm met waerhepdt een Godtgheleerde wysen/menfallfulckmidoren endedit ufegghenPijfen.

S. a. Ick meen Theologos verduptst tehebben. lit. e. TPIris de leeringhe van Beza/die wildat dekerehe (Theologienen)toodeellvande liettersalleen hebben/ende niet d Overheydt. TBiemaeckt mcn dus doende blindeha

dels van der Theologanten vonniffe. WBar dit wercht/

heeft menghezien. MBildp dan wederden WBolfde Scha penbebeelen

Bootsmotghy verclaren war Theologog ghp meent Cathalycken/of Luterschen ofCalvinisten - diese zijn al t famenonderlingen

erregt

Mit... Bp niemanden ismeerpartpdighepdt/ dan bp den gheoeffenden inde Schrift. AS. 9. Laetdand onpartpdighe Oberhepdttoe/het ber

kiefen vaneennieuwe (Leer nepndp)of veranderinghein gheloovens faken. - -

-

-

W. e. So onfeker/jaefo onmoghelijck ist fulcken Ober

hepdt als God-gheleerdiente wijfen. TDe Turck feiffoude

Zijnvoo-goldeeluptzijn Alkoanimone Bpbelbenghen. S. a. Hochverstaeitkniet/waerom d'Overhepdt min

waerhepdt can bemerkenals "tvolck. IK- *. Hier vanmooghdp voldaenzijnhierboox 6,-. -

Het


***

D. V. Coornharts 9

Rit. 4. Petgaetde Ghemeentemeestaen. Diemagh3in

"sondersoft deesmietfonder Ghemeente ofonderzarten nt bwille. 3plomzpme ist hp/nter Omdeferwi ' e Ghemeente / is fhuldight zujnde Bostomd S. b. Dellen eg -

voo: haertefonghen. Een quaedeleer/maecktquadelup den. Die Wandt-verderf/ dit behoodt hp te vooz-ko NULAN,

-

Dt.c. Ditibchologenheeft zijnbchoozlijcke antbwoo2de/hier boo4. -

Ghelijckhepdtbevzedight/onghelijckhept maeckt twist. Alg d'overhept eenigevanzpneonderzatenhaer wilgeeft/ diehp anderebeneemtofwepghert/foo maeckthp die tout

overdanderen TDie hem hatelijck/envoo: haermedeon derzaten beducht: diehaetteeldtopzoerteghend overhept/ dat duchtenteghend"ander müssetroubwen : defe tfacmen Landg-biederven. IO

Lt. a. Hetverbolghendoethetongheloof waffen ende maeckt kletters.

A5.b. Betvyptoe-laten beelmeer. Lt. e. Ghp bekendtmijnfegghen/ick ontkemeufegghetts Bebwijstdat/kondp,

2,

AG. d. In Spanien zijnfo veelketterpenniet als hierz Koch weetick gheen Landtdatheel“ over u3pdeis.

s

Andersfoudp eenGodlofenhoophaetvernemen. Emb denfeter watna. Läomen/nochGriechenlamt/heeftnoptelc fulcke vzphepdtghelaten alsons ghefchilin heeft. MBildphetvp-pekenpet bepalen/solvaldpftracks in

Io

-

mijnmepninghe.

n. Mit... Over60. Jaren moghtmenfulcks mede van de

Rederlandenghezepdt hebben- MPantmen doe so wenig

merktedenetterighenaen was vandehert-apostumedes boltr/alsghpdienuwepnig wilt.merckenvamt, Spaenische

belt: maerdiefalfobwelmetoprolerupt-bartenmoeten (so INER


Brieven-boeck.

347

metolpe dienfmokendenbandtmedebestaet tebluffchen) als hierghefchiedtis / dooz'tbluffchen vandeketterpen met bloedt-stolztingthen. 2. Polemig heclover mißnzigde/als mede.de bereenighde

Provincien.

-

3. JMeen/ick bepaele dat niet/algmende Policienieten roerdtiueen anderSeere/bloedt/endegoedt. II.

It... Betweeren vanvzp-leerenveroofaeckt vervolght ditgaetmeestoverden vonen/ overmidts d'Overhepdt denrechten middelghebzeeckt/om waerhepdtintzekeriupt logenteonderschepden. S. b. Die Liechterbehootintfeker teweten wathp oop deelt/een WIceraer wathpleert / doetpeumantanderg / die -

doetonrecht.

-

Wlt. e. Alditzufegghenis recht/endebetoomt almijnfeg ghenrecht. Ten3pdat ghp nubewijft/dat deftaet van

rechter/vanfelve allen rechters verfkant geeft/om hier imme

int sekerteoodeelen. Dat doende/falickuneengelooven. IMaervermooghdptmietfoobehoodp mynjatoetestem men/naditubelpden S. d. Hier valtdegrondt-fpaeckonfegghefchils./jae

ickfgh/de Fiechterheeftfowelmoghelijckhepdtomteon derschepden wie 1 waerhepdt tupght/ofniet/alste von niffenin anderhals-faken/doolt pemandt/ze. Dit valtin

“hen oock wel/datdonschuldighe werdtomeghe 2at e

b. 2,

-

Balmendaeromdoberheptover"tlifte oodeelene sont memen. Juwilicmaerdwang/dits minderals dëchals. 1. Wit. Reen/alg voo/6. Artijckelblijckt.

2. Bande Paep/zc. oodeeldenderechtergrupt giffing. Bieig onseker/ditsonrecht. - 3. Ja. Waermennietfeker enig. Banmifdaedtmagh

menfekerzün/van mifgelovenfonietindes rechters ambt. Blückthetiquaetdoennietfekter foistnietstraffenfeker. 4- Maerdwangh/zt-feghdp. Ghnmoetaen'tdooden

ofteaendeverachtingheuwies :

-

-

kommen- 1C

-

ver

n

2. se


*

D.V. Coornharts 1.

-

-

-

It. . Pet waere mutter ernahe balfthe leeringhe toete laten/daneen waerachtig Leeraertefraffen/ oftedooden. TDjit valtmeeft daermen het vpp leeren wui beletten. DMB onkunde vandebwaerhept. -

-

S. ·. Dewaerhepdt verdaedight licht haerfelve / ig krachtighende doozdzinghende. „Maertins meet waer menomtwist. Alfooons luttel waerhepdt

'daer ENU 13.

It. «. Dit's ufelfteghen/dubbelt-foudt want datde waerhepdt felfhaerfelflicht verdadight is alsoo: WPat behoeftzp.dandes Overheydts voor-standt/dats een. Ten

anderen kentdoverhepdtdamoock luttelwaerheydts/ooz deelt indesenmeestnah etwaerschynlycke / dat's nae den d'overhepdt mcest omrecht in

waenoptomseker. Zodoet zieher oodeelen / bolghens ufelfsbeken. 11.Air ' Ickel. b.

45. 4. Minmeeninghis/datdebwaerhepthaerfelfver dadight bpd'overhepdt/datbleecktendeelin Pilatus/ die oodeeide de Nanonschuldigh / 3pbrachten Wetten bp die verdoeunden.

-

-

-

Ik. •. Hier Abchzifturieerdt ghp/onghehoudente ant wooden/maermeemt willigherantwoode. "Sisaparticu Mari , boven dat u meet teghen : WPantin Pilato bljckt datstaet-fucht den wacrhepdt-kennenderechters (foghp't

immers wiltheiben) verdzuckt. Doch meer hier blickt untuevghen woodenminfegghen/datu Theologanten/ MDolfPedicanten/offhijn-deughdelijke Pharizeen/ het gsideelvande leerhebbende / doverhepdt totgheblindt mifbzupicken, als vooz Artijckel7. bp mp

's

istighelfepdt.

-

---

z. Brachtenzp die Wettenrechtelijck /foo hebbenzp Ehzistum te recht als eenoproersche verlepder ghedoodt. Bit ufpeken waer hier oock in Spamgien teghendeghe

ameen Landsleereergo valdpint(waert: 5MNaerfghdp) hat die Wolvendat Tammekentourecht dogden/foo igu

egghenonrecht/hctumpnerecht, -

-

Godt


Brieven-boeck. 13.

-

349 -

-

Mt. 2. Godt openbaert welpemandt zijn waerhepdt als den Propheten.

-

-

A5 b." Tenghebeeckt Godt aengheen middelen wilhp zynkerck vervogmen. st. . TDatsgheen antwoode. WBelaen. Als Godtdat -

wildoen/ foobzupickthp denmiddeloock van waere Tee raerg. B. Overhepdtpooght de Wlandtg-leere die ver dovenig (bwant 3p moet vervoxmt zijn) te handthaben“ die verdopven WLandts-leerevoopstaende tegenden waren Tee raren weder stactmenGodefelf. Is dat bestaen Bodt

drick Gheenfing / maer oockfpotlijck./ende verghcefs. MBantal wat Godt wilghefchiedt.

-

S. 4. Demiddelen die ick meenzijn Popstentevermur

'

bven/als dooz TDaniel/te verharden/als in 't Hert des Conincx/zc. MBonder-dadenzpmebodentegheven/ende Andere.

Mit... Alsghp bemautztjtfoofchzifturizeerdp / van mp bwildp’t nietlpden. Jgdit billick doch vindtmengheen an der middelom deloghente wiederstaen/dand'aimoghende endebeschamende waerhept. WBacrom wildp dan/datd'os berhept dittweefneedighefwaert verlaete/ende gheefthaer

inde handt dat bloedighelodenfwaerdt/dathetlüft macr gheen valsche opinie magh dooden. DWDildwfchrift de Jodenbaden God/alszpflich bveerloog. opten, Sabbath lietendodcn: maer verfocht zijnde voegden 3p het werentothet bidden. Christus ghebiedthem tebe

tupgenvoord overhept/diedezpmendodenfullen/uptmepe munghe van Godediensttedoen, 14

Rit. . Als deleereghebaeckelijckig/foo behaotse elck bzoom manteberispen/diedatvermaghmetde waerhept/ endedat grondtitzek verftaet.

A5. b. Dieftchfooveritaet - doethetdoozbetamelijcke emde behoozlejcke middelen. Er 2

Die"


*

D. V. Coornharts

K. º. Bietdanfodolet/fpzeeckt inghelooveng faecken

wathem belieft: Endeis oock eenvan de elck, die ghp wilt meeren. Weertighpitfulcke./fats uweerenvan bitte leerenden Landeschaedelijck. Ofghp moet fulcheuntu verhodt3onderen/maerdatmet kenbaere merchitektengon intseeckerfulcke ware: Leeraers uptdevalschen telhennen Biebwhtons. CPflaetu Liechters oodeelenoptionsrecher -

Io

2.

3•

endeonrecht doen. Mauselfssegghen, 11.6. _AS. " Batanders isteennieuwe Teerintebengheny of eenighemifbzuptk/tebeteren/tottetlef Zijnde“Conci lien. TPaerfagh Erasmus op. Zulchsinnleemichelich ' man alleengheaoloft tezijn/tenwaer sonderlingh 5 b ETOEU, I. ' *. We Chrifteneneennienwe Leerein bengende bp den Homepnen3innauoodeeldanrechteltickigeboot. Ergo/de JKartelaers gheemiHepligen/maer oproerders. ditisteg Edeleerevan gamtsch Europa ergo Strafbaer. 2. dcºnverstandige endeblindebadels der Neolfächen, --

loganten alsvooz 7 ende 12.Artijckcl. 3. TDe Conighendennifbzupickenaente gheven/ips fich

feifinghewisse doodt tegheven/als Art. 1". Erstmut niemaer Christus moetder vomenvooz beeldtnesen of bwildp Heydeniferen Socrates,&c. 4. Leert den Toningenfekerlycelckvoommanhemen. 5. overalintonfeker. Zomede hetfanderlinge berale P- Ghp stellt elt die groote fake die gr 1 f.

.

"... eBoafden vaneen onbwaere Leere, ein lpden ghcemberispinghe/upt Weese banghenot ofeere teuerlies

'002CU.JAaer heetendatdupterlycke Hiercken-vzedetever -

-

: •

- -

S. b. TDats“ omrecht. Hier halt Klachtaend'Overhent/

of biddinghe tot Gadt/maergheen oproer/foopinghof andere middelen/die veel argerzijndante ghebeken. 1. K.-º.-Tisdam oockonrecht deesomrechte wetvanver Bodtte unaken/vant vpp-leeren/ Ende d’gmar ECC teljckteberispen/tewillen weeren. chte Leerrech A

r

TDie

-


Brieven-boeck.

*

*

2. TDit verbiedtuwet van vp-peken MDaertnieteen ghewiffedoodtghefocht/in Spangiemaen den Coninck nu (ofvooymaels aen Carslus,den5.)teloopen klaghenover der kerckenghebzeken MDaer wijfdp den vzonen 3. Jgubwetrecht/hoe kommende vzone daertegenbid den Biddenzprechtelijckdaerteghen: Hoemaghu M9et

, -

- -

-

vandat weeren rechtzyn - 4. Wilmen optoermpden/ menmoetzijnoozfake mp -

-

-

den datig detprampe/te wetten/dit weeren van vzphept.

5. Jckkeme gheen argher ghebzeck danloghen/ende banninghe van waerhept. IBant ditis oo fake vanombwe

tenhept/wogtel van alleghebzeken. S. d. Allen den Cominck van Spamgien istals klaght

„.

ghefchiedtonmoodigh-meer. Jugheltet Godtbidden(niet

teghemeenbillicke wet/maer)tegemonverftaudighe woe- .. den/als Jefabel/zc.fichfelfbeteren/endemietupt-byeecken -

voo24 beroep. TBitzihn Bluthers wooden, dieick recht de. houde/alisthem feifteghcn.

-

-

a. Ik. TDeklaghtsdamupt voor die epdt/voo defe oock hier/wamtick hebgheklaeghtaendcn H. H. Staeten.

--

b. Hoekande weit billick zin / die waerhepdt teleeren berbiedt

-

e. Ghp Schzifturieerdt. Onghehoudenteantwoorden. MBelaen/moghtende Prophetendat nietberispen/foo zijn

zpmietomdebwaerhepdt/maeromopoer ofovertredingt man aus ghedoodt/ja oock Christusfelf. Bit's teghende Taudts-"Si"

leere, ergo B. strafbaer.

-

d. Dits toude. Poekentmenhet ware beroep - Bietn

feeckerhept.

-

-

«. Redenontbeecktu/daerombenghdp. Schziftuere die gheloove-itk/ endeisuopinie teghem. JBaer wat is op

DLuthers egghenteachteul ofwatghp teghenrecht vooz -

rechthout

-

-

-

-

16.

-

Mt. •. Byetoe-latinghevanleerenenmaerktgheenlop roer/maerfulckgetpranunigh bestaen te Weeren. -

-

--

-

-

Ex 3

-

-

Beck

-


* 2. 3.

D. V. COOrnharts

S. b. Deeleleeringhen zijn inhaerfelven "oproerifch/ als 32untersche / de Boeren 3 kringh. Immerg vers fchepden *ghezinthepden ghevenoo falte van tbwift.

z. B. ... Daerisoockwareleereonder. Ergo/fatmen diemetd andereoock verbiedenende weeren. Ickontkcn

ditbeflupta particulari.

2. menwert anders. Sprampe wasoofakeimtvoor staen vande loghenendequade,5 Menschen/endeint weeren

ban't bp leerenmet hetdooden van veelgoede menschen. s. Teestdedaden-fpieghelonfertpden/daerin fuldp.zien/

::enter-

d'o verlaste Boeren opten been

ACH.

4. JMietnoodtlöck/algboo/Artijckel 5. e. Dit's cen Weer-klanck- „Raer tprampe doet fulcks. a.

S. 4. Ick wilgheenaware Leere / maer "tv-pleeren teghen fpeken

b.

Wattprannp b wafferint Tandtte Clrefover ubeltende

be lestilzck.

MBildp noch toe-staen/ datfulcke

2p leereu.

G

4.

# ck verdadighe der Edelenfaerkniet maerghpfchtjnt Thomas J.Munsterhetvpfpzekente gumen. Ziet 4 opt 5. Artjckcl. -

Hit. *. Gnder"tv pleeren/is oock de wareleereuOber

' nietintseker kenlijck/ foo wildp dande ware Leere weder-fpeken.

*. Impertinens. Die leerenteghende Policie/lifende goetrooven/zynaenlyfendegoedt strafbaer. Ditseghick feif/tanderfght ghp/ick ontkendt. Boofghdp hier niet

altoos / dochfoudeickdienieuwe Munsterschen intiant teleef)mietghedoodthebben/maerghckerckertomhaer

tebetterenindemepninghe/zpwarenwepmigh Moanthaer meeninghetwas niet opfetteltrick quaedt/maer Badegbe

beltedoenendedooldengroflück.

Deeg


Brieven-boeck.

3 j3

Deesketterpeise erstupttprampe veroofaeckt e. Ick fehyn/noch doedatniet. IB채er ghp ontkent miete Bat vander Boerenloproer/der Edelentpramped'oofake

wag. Ditsbevetighen vanmijnfegghen/datnietdieleere

maertprampeoproermaecht. d, Ilazietopt 5.Artijckel. 17.

It. a. In veel Landen zijn verschepdenghezinthep den gheoogloft, daermenin stadighervzedeleeft/dus maecken dienter moodtfakeljck twist.

5. b. Daermoet vermenghde Overheydt elekerghe zimtheden zijn: Ende dat nietheelstrydigh/ofelck ander verdoemende3pn: Als in * Tettoubven. Gfte datde Post

derselvergheenstoe-staet/maerfthatomzinghemot/ als de*STurck. Maerdienist voot leeren onder den 3pnen ongheoozloft. 1. Min. e. MBatmoodtistin Dilettaubven/ofinde STurckpe - -

-

teloopen ! In Duptschlandt was een eenighemachtighe Overhepdt (Carolus CAuintus)dieghedoogdeepndtl체ckt

tweeverschepdengezimtheden/drend ander verdoemende/ dienochinveden leben. Lichterhoutmenvede/bp veele/ dan bpnier damitwee verfchepden ghezintheden

2. Hig darniet daneenhooghe CPverheydt/ die tvy Herrenmagh weeren. Sofeghdpjae formpnjaefegghen

MDant dan blickt z체nghedooghen van verschepdenghe zimthepdcn/gheentwitte veroofaken. IMAaerztjndertwee fomagh deenmietweerenindes anders gebicdt/dandient dit nietterfaken. 3. Dit steghenu/voo mp/wamt dat ghenot kommtden aDopftdauupthet vzytoe-laten. -

4. Banghelickenmetten Turek-

. Wobeweisig dufdatenigh : de Turck weerdther byp leeremonder den zypnen. 't Jis danden Lande schaedel체ck/

die aparticularistenfluptmietwel. Zoo maghick oockfeg

ghen/de Poollprothetvp-leerenvanallerlep ghezindthep Wien, Ergo/demTandemut. Wieveheeft win Grempelniet le rechts als hetUbOL, hts alsh In

e


14.

D. V. Coornharts

S. d. In Duptflandt/Turckpen/zc. is nieuwers ghe sozloftingheloovens faken teleeren watelck belieft.

-

: We... Gooter ende eer valttwnftendeoproer/daer maer

etweeofdpe leerendan veele. In Buptflamt blpven twee in beden. Dichtermoghenveel in vzeden blpven. Mein UpdtinTDupfchlandtdie Swingelscheende Calbjmsche/oock (mu) TDooperg.

Rieuwerg. In

.." -

Polen,

-- -

- -

h

Bonder bwaerheptstupghemiffe en magh menniet

21EWIEN.

S. b. Schopthetongaen waerhepdtstupghnis, die die Schzift hebben/ofaenachteiloofhept ende quade will. -

Wit. c. Ideen. Hetfcholzt aentrechte verfandt vandes

Schziftsghetupgheniffe/ elckhoudtzijn verstandt daerarf vooy waerhept/des anderen voo2ontwaerheytt zijne achte

loog esäquaeiwilligh: So zünfpalvanfelfs verdoolt. MBie nachfe dan verlepden van den weghdaer3p niet open3jnik

fomaghdandat vppleerenniemantschaden/maervelennut zijn. Bijnder quaedt-willighe / daer zyn oock cenighe goedt-willighe/dieoptleerenletten. JRaghtnutztjn/dat men vanfulckede waerhepdt weerdt/methet bwcercn van C b2p-leeren 5. d. Jckfgh/'t schoxtaldenaem-Chriftenenaent be leben banghebweten waerbept. "Tvolck weetmaerteveel. Dewijfhepdtdes oudentpdts leerde alleengoetdoen/ende 't quadelaten. Bermuftigthdie Schriftte verstaen/igsalle P

manfo heel nut niet.

M. . Sckroep van'tonderfoecken des dapvuldighepts der Pedestinatien/2c. Bermaenende tothetlaeten van't

quade/endehanterenvantgoede.

Hier doo hette TDa

neus oockdeTD.Pedicanten d’Oberhepdt op mp/om mp

redoen straffen/datis willen waerhept weeren mau beken Ende leeren. I9.

- Hit. - Bemandtmaghnutte waerhepdtkondt zijn. Zal hp die verfwijghen

-

-

-

-

wp


*

Brieven-boeck.

S. b. MBpmeenenhupden waerhepdttehebben/die wp mozghenteghen-fpeken. Ende foudenfo vaken onmoodi ghentwist veroo2faken. -

-

Wlt. «. TDat's ghefepdt: Eenighe waenen waerhepdtte weten/die3p nochtans nictenweten. Ergo, zyn alle Men fchenwaners/ende niemandt ein weiter van debwaerhepdt.

Dit argument van't bpsonderendeughtniet. Endeboven dienfoomoghenurechters oock gheen waerhepdtweten/ maer wanen/ende Uptonfektere waen oodeelen. TBit be

kendpomrechtte wesen/11.b.

S. d. Beerstefegghenheb ick vootoe-ghefaen. Hier wilickfegghen / dat meet elekom waerfehnlyckhepdt

ä / ende fich laet bzanden / jaemaulijcks waerfehn Ickhepdt.

H. •. Bfegghen/van meefelcktetreckenopal/bebmisst miet/dandat teghenubelpden/11. b. derechter optonfelter oodeelenfal/ende onrecht doen. 2U.

JAachtans betametmietdatmende bvaerhept ber Le

H. . MBatwaerhepdthebdp die mietghenoeghbekent is/diehoogh noodighverkundightdient, endedue d'over hepdt weder fpzckenfouf -

Mt. •. TPat Bodt niemandt fchept ten verdoemeniffe/

datde Menschenmietfaligh“ worden./guaedtblpvende/fan dergoedtteworden/dooztoe-rekeninghealleenlyck/ende andere veelmeer/algepghen wil't Itetter-dooden/2c.

. . . . Bithoudeickbehoolijckfooteghelooven,

die tom haerghevattewaennietteverlatenteghen-pze enyhouick datdit in degrondt moeten toe-staen - doch

kanickmietverzinnen/datdithoogh-moodigh verkondigt dient: dat eenmanaomberoepenzijnijfdaerom waghe. 2. TDithouickmaulijck b waerfchtlinijck/bvantGodts

* barmhartighepdt/c. Bp kent dzynschepfels/zc, Beele meemen/dat dedupvelennoch falighfullen worden. -

Pp

Die


D.V. Coornharts

- It. a. TDie beroependauherendatte doen. TDie kuendt

menniet/derhalven almedeonfeker. 52aer alle verstandi ghenzymberoepen upter natupren WBet/ die wildp doozu wettstraffen. b. Boismetu waerschijnlijck/dateeuwelijckhet goede - -

- - -

- -

gemeeufchapfalhebbenmethetquade. e. Jis Godt barmhartigh/ hp is oock rechtvaerdigh. d'Een verdziftd anderniet noch strijdenniet / maerzön eendzachtigheeubweltzch.

vAldat Godt wildat kam hp / maerhp willnietaldat -

Alle 2I

It. a. Om'tkotte stelle ick nude boofheben waer Hepden. -

b 22.

Wit. •, Hierniet omdeverandering boofheben. S. b. 23.

Rit. . TPatmende bwaerhept vzpelijck magh betupghen stemdp toe: WBaeromdefe vooz-ghemeldemüet .

B. b. Een Man magh waerhepdtbetupgendelieghen/ als 3phemnietkondtenis. Gheen dinghishemmeer als waerschijnlijck/foo langh hytmietbefochten heeft. WBant -

-

waerhept kommt uptondervindingh/enomwaerschinlyck hepthootmengheenfcheuringaente rechten. It. e. Alditu vooz-stelis waerhepdt/ maerontwaeris "tgheenghpdaeruptwilt beflupten. Heeftniemamt waer hepdt uptondervinden/omdateenighefonderfulckralleen upt waerfähijnlijckheptbetupghende/lieght? Hebben geen vanu Liechterg" ende WBet-maeckers?/ dan oock miet/dan

waerfchtjnijckhepdt Soohebben3p gheenfeeckerhepdt. Zo dolenzpomrecht/naufelfe bekentemiffe voof3. 11.b. AG. d. Ghp dupd mijnfegghenbuptenmeeningh. Ecke berstae niemandts ghetupghnig bp den Liechter anders

hootteghelden/alg naer bljck vanztjnfelfs ware wetten

schop

Ick


Brieven-boeck.

7

Rit. •. Eick bedupdeufeggen wel/ endenau meeninghe.

Pfbewyt (naetpçeken vande grauwe IPonick trium sterdam vootpdts) dat de H. Gheeft inden Meethouders (al waren3p oochalfmal)comt/tertont als 3pdetrappen

handen Siedelhupse op. treden/ om Burgheimeesternof Schepenen Eedttedoen/foo, dathet Ambt Wyfhepdtgeeft allen Ambt-lupden.

-

-

24

Fr. - TPoot weerenbandewaerhept/zinoptale Pep al

al g

lighen vervolght.

-

-

-

r

. . .". Alle" verstandighein Tandt-bestieringhehebben opthet van-leeren verboden. IMAopfg/devalsche Pophe ten/ende Plato de leg.1.ende 2,82c.

5

„H: - JPatomtkenne ick. DeHomepnen waren ver standighin Landts-bestieringheyoockheel Wiepferen/die" niethebben verboden.

-

a. Ich pdegheenbewignpte P. Schrift vanu/tenzp dattghp fulcks oocklindtvanmp. IBildp daeraen/hetko

te Liedekenfalhaestghefonghenzhn.

-

3. Amicus Platonisamicus,&c. fed magis veritatis. Bewijsk

datick Platoni in alzynfegghen behooze te ghelooven/ dan bestrickt mpmetz in gheloof-waerdtghept. Eerniet.

IDoch soudenau meeninghe Plato 3pnen Fleesterin zpun doodt beschuldighen / ende Finne hatelijcke rechters ont

schuldighen / dat ghelooveithniet / dus helptu Plata LNUE, S- ". Poe gingtden Homepnenna:3oo.

Haren ber

bolgb/endetemeritoelating *** : Sick hebtwee Exempelentegheneen gheftelt. - Tät. - Inttoe-latenvermeerde/int weerenminderde der Momennen ghemeen beste. ---

" - "Leersteigsteghenu/ "tanderteghen Plato felve/ ende engheldendaeromniet. .-

-

-

-

2. 5.

". Geen rechterkamrecht onderfchepden/of vakten/

erwaerbept/ofvalscheptahetumgher wert --

-

Fp

2

* I

TDit


sยบ

D. V. Coornharts

Wlt. Ditfeghickniet hebtnietighesepdt/ofghefheben. Pfegghen 19.d. heeft diemepninghe. MBildp die staende houdeu:fao.fghtteghenufegghen Artijckel 11.b. Raer bekendp (foothierschijnt) dat eenighede waerhepdtver staen: Bomoetghpfegghen/datmendie welmagh verbie den b2p teleeren/2c.

A5. b. Dat's techaoghe. MDant elckoprechtman ist anae-fpeurder der waerhepdt / dien moct waerheydt naeckt voop-komendes bekennen. Befoeckett mer mp. 1. Rit. e. V. fegghen/ onder mpnen naeme / igdante ooghe. "i. rechteristgheen op2echtman/ende mitfdienoockt - -

-

nietna-peurderder waerhepdt.

- -

-

-

3. W9atmennae-fpeurt. omte kennen / datenkentimen nochniet. MBantniemandten magh moepte doen/om'tgeren

hpnualkentitekennen- Zokentfedenafpeurderniet. 1Indien hyweet, daer hynaspeurt onrutigh, Wie is,om"gheen hyweet,omwetenlustigh,&c. Ditfegghe ick hier niet als eens ghetupghen / waerdt banaenzien: JDaer alseenredelijck woodt/dat zijn ep

ghenwaerhepdt met benght. Weder speecket als myn bwoodt('tis doch ghemeengoedt)ick fallmijn fegghenmet reden verdedighen.

4. Petbefoecken, istnochsoecken. Dat valtbp onsin defenonfchadclijck. Maer"tbefdeckendernae spieurende Artzen/ofhaerghewaende konst waerhepdtig helptveel Bielen vander vwereldt. Banghelijckendit befoecken van d'Overheptsonwetendeverbodt indefen / igieenverderf

van Tanden ende Wupden. Advig aen TDuptschlandt/ Banckrijck: Immers defe Rederlandenfelve. -

z. B. d. Hier banis mijnmeeninghe verklaert/11, alsrech 2. Ichverstaedatet recร pghen als ter tpd.tfhozt. sein weltaenderungen LETFU

i --

--

-

--

Defe


Brieven-boeck.

39

- k. Defeuweverklaeringheis ubewaringhe(ick hoop) oock bedaringhe.

-

2. Waethetschoomaenbepdenfholten. Boo boutghp nochoptonfeker/dit wildpfelfmiet/alsonrecht/ 11.

g

MBildp fegghen / dathetfomtpdts aen cenighetupghen fhot: MBat bewijftdp Miet- JBaerfegt ghp/dat het altpt

aen alleghetupghenfehot/foolaterdt ghp Chzistum/alle ware Prophetenendes Hartelaren. TBit's teghendeleere niet vandit of dat Landt / maerteghengantisch Europa daermen Chziftumpzedickt. TPitv2p-fpgekende/maeckt u WBet/die ghp voop hebt/felf straf-baer/ende valtinuep ghenghedolbengracht. 26.

st Rit. •. MBildp dan hethupdens-daeghs verbolghboot ALN.

AG. b. Beenick. Jck bersta/datmendie mit bzupicken/ die2 MBetteljck ghestraft worden./bchooztte beteren / om

"tvolcktevermoegen. Patmen oockgheen verlepdeseen boudighe JBenfchen'tspektenverbiede: maer4hartnecki

1. 2•

3« 4

ghe/s overtupghde/“ verlepders/die am7eere/ofghenot/5.6.7. sz

of petanders ofupteen aenghewendtteghen-speecken/

9.

so haltarrighlijck fulcks’t volck vervoeren/endevanhaer

MO,

gheen“ WDettelijcke/of Goddelijckzending/nocheenige 11.,

nacekte waerheydt/ofoprechtdeughdelijck vooz ne- 14. men. Vatmendie"tspektenverbuede endeonghehootfalem zünde/unerbamen/ofanders dbvinge. . - - K. º. Intlesenbandituflot, dochtmp niet anders, dandatick de fabel-dichter fagh bestaen/ een Slot inde

Wuchttebouwenmetzpmejongers inmanden van Aern deninde Tuchtghedzaghenzijnde/ enderoepende/bzemght

Metalck/bzengt Steen/bzengt Pout: MPpfullenmetfeuende timmerenfondergrondt-vest. DMBant

-

-

".

- --

-

.

-

r. Wiefaloodeelen/ofmifbzupicken zijn - dieselbe

diese oprechtachtensendehanterenals Peplighdom -

-

-

- - -- -

- -

-

-

- - -

-

-- -

-

-

-

-

- - - - --- -

- - - - - - - -- -

Pºp 3

---

: " -

- -

MBat

1j.

4


*. D. v. Coornharts 2. MBatmepnthier uwoodt MBettelück d’Oberheydt aen-gheven - dat waerfich moedtbwillens in den doot ghe ben/fo 15. Wr.2. blijckt. --

-

3. Inttoe-laten van’t vp-packen der verlepde eenbou dighe IMenschen/hcbdp reden voozu "ris oock mynfeg ghen / als mede begreepen zijnde ondert bwoodt elck.

JRaermet watfekerheptfullenuwerechters defe kennen MBystons die. WDant die intfekerkennende/falmen oock intfckerde hartneckighe verlepdergºnoghen kennen. 4. WPiekent die ont wijfeltjck voo: foodalnighe ! Belp den zy willengfelfdatzp"tzijn Jeen. Maerfegghen

dat haerbeschuldighers verlep.dcrs Zijn. Baldaenklagher danderechte rechter indefezünfelfsfake wesen 5. G vertupghde(feghdp) van wie Dan haer ghewe

ten. Dat moghenurechters mietweten / diekommendat Boeck des hartenmietlefen/tis vo02 heurghetoten. Van

haerpartpen 1 MBargheloofmoghen fulcke vpandtljcke ghetupghendach hebben

-

6. Berlepders (fegdp) wijft hoemendiefteckerljcidaer booy magh kennen. Offeght(teghenufegghcn 11.b.) dat menoptonfekermagh oodeelenende straffen. * . . 7.8. CPmeereende genot) TPatfullenzpfelf mietfegghen:

Endeheurgdoens W9aeromme/enmaghfonder dat gheen ander JVAenfchweten.

v yc

ZUn.

bewerteten stehen - -

Hoedianighmoetdie

- -- - -

-

-

10. TDtemenhierinfalghelooven/ow.destrafmetfec kerheydt temoghendoen

-- -

11. Allen bwien fall die verklaeringheftaen. Allen den be

Klaeghden Teeraer Ofaenden beklaghenden WIceraren CPfaenden rechterheim des niet verftaende Maler(segdp) fommighe rechters verstaen sich des wel. Leertong dan/

waeraen wpfulckerechters sekerlijckmoghenkennen/te weten/ditminstehoopkenrecht-verstandighe/uptenander groote menighte daerin onverstandigh wesende

MBist in alleditwerckeenigheware feeckerhept/offegt

datmen blindelijckoptontekerin defenwightighen be: - --

-

-

-

- - -- -

.. :

-


Brieven-boeck. *

*

behoodtteoodeelen/endete straffen. Maerditmooghdp Mietfegghen/als anders ghefepdt hebbende.

-

12. 13. Bodtlijckezending/maeckte waerhepdt/ofrecht

deughdelijck) Dit's defaeckefelf. Elckfept dieover zijn 3pdete weisen. Wiefalghelooft werden die beklaeghde/of de beklager/ofdeonwijfe/ofonfekteren rechter 14. Elck WLeeraer wendet voo2 een deughdelijck vooz

memen. Datmagh hp onder alle IMenschenfeckerweten.

ä hier(kondp) eenfeeckere grondt om'toodeel opte QUUULN.

-

-

-

15. TBbwinge.) JAendbwinge damfo welde waere als die

balfche Teeraren. MPanthet verbodtbeheltfeal/ behalven

des Wlandts Teeraren. 52en weetnietfecker welcke de ware/ofvalschezyn. Mendwingtsiedanal. Waermede JAPAet Ban/boeten/ende kercker (ghn wiltfemietdooden.)

Bp verachtens. Wat dan - Nenfalfedooden: ofd’O verhepdts ghebodenin verachting bemghen. Bietwaer ghp wedermoet kommen. Totnieuzaedt (bloedtfotinghe) vanoproer. Soofalmenden waren Leeraeren mede doo den. CBp wat grondt Gp eemighefekerhepdt Opttwij felijck wanen. Daer ziedpubestaen van eenflot indie lucht

tebouwen. IBaghmendatbetrouwen 1. S. d. Saleenreichterterechtzitten / hp behooter fondervoo-oodeel in allefakentekamen. Soo well hier in als inandere hals-faken Tandt-twist aengaende/ofin ghewogteldepartpfhap/alg Hoecks ende Cabeljauws/ maecktfo welvoop-loodeel/als dit-

-

-

-

Balmendiest rechthupg flupten. " 2. Ackmeenmetreden/ofdat rechte misbaupckenzijn/ die metnaecktebetupghde waerheptfulcks blicken. -

3. Wichtelijekhootmen aeneens,JMang antwoodt/of hptgheleerdevoortkalt/offelfspetboop-stelt. -

4. 5. Diedood Overheptovertupght ofonder-baegt ' datzphaerwaerhepbts kennüffenietkonnendoen blijcken.

-

-

-

6. Jckhouals voorderechtermogelijckhept te hebben om waerhept te verstaen. TDitz -

U


* D. V. Coornharts 7.8.9.ro/ze. TDits/fompdumckt along ghefchil/ oock ' ' "tvolgende, ende vooz gaende, TDaer van bp monde zecder.

r. Mit. e. Ja. Renflupt rechtelfjck allerechterSupt hetooxdeeldielitemfuamfaciunt, dat's dieeen vooz-oodeel hebben/teweten/inhaerepghenfake oodeelen. MBiefallin Landt-twitzijnpartpe/ watCalvinist den

Papist totzinrechter ghedoogheni NBat Hoetx/een Cab beljau &cÖtra.

-

Dat waer"trecht-hups voor den hlaegherghefooten / dat waer’t Schaeptotten WBolftebiechtegesonden. Die kandat verdedighenineenighehals-falten 2. MBatfeeckerhepdtmooghdponsgheven/miet alleen -

van der rechteren kenniffe der waerhepdt/alg ban Haeron

Partpdighepdt

-

Zietober aluonfeckerheptindefen/dat ghpfelf bekent onsgbeschillete wesen. -

3. MByst ong doch defe lichtelijckhepdt ban een fähijn

Leeraeruptzijn woodente kennenupt eenware Leeraer/ en diesekerijckte konnen onderfchepden: Endeallons ghe

fchilfalupt/ endede wereldtgheholpen zijn. MBant dan fall niemandt meerbedzoghenkonnen worden.

4. 5. Defeblijckfoudestaentotooxdeel van meesteenon verstandighe/ofpartydighe (jabepde)oberhepdtindesene

ob datiekerheptwesens Alditbouweniginde WBole

EN

6. Alldie 't moghen hebben / die hebben kemiffe der

dwaerhepdt / derechtersmogbenfehebben: Ergo/hebben alle rechtergkemniffsder waerhepdt. Bochebben oock alle

Menschendie: MDantzymoghenfalhebben. Zoodoolt HAaer ofnoch fomtpdts

niemandt. TBits

''

eenrechterdiekemiffe alhadde. MBiefalong verfeeckeren,

dathp amstaet-sucht of baet-fucht diemietenfall verdzuc kenlaten Epdpditmeerfeecker/danghp waertvanuwen JPilato/ 2. 4. Artijckel

Gonseeckereseeckerhepdt. Reet.


Brieven-boeck. 7.8.9/zc. Keen. Alons ghefchillig datniet.

36g

Maer of

alte rechtergfeckerljck moghen weiten wat een netterof balsch Leeraeris / als wateendief ofdoodtflagerig.

„Ich wachtmondelingebetterbebojägt

ofgheenaltooge

allCo

C, BRIEF.

Aen Iufus Lipfius, overfijn Leere van'tKetter-doo den,infijn Politica.

G diemp verfeeckerdt/datick u Boeckintwee Hooft agys Elfter abondt werdt mpubwe bordereverklaringhe

fucken recht hadde verstaen. TDerhalven ick die houdemietalleenomut/maeroockt Want-verderflijck-Tpdt waerhepdtstupghnis/methaereepghene ende onbehwimm

peldewooyden. Ick denckefchamp/ noch fmaedthepdt. - Ghphout voozmutendeheplfaem) datin elck Hßck maer

een religiezp. TDitsrecht/ alsdiegoedt/maeromrecht/ als die quaedtis. WBantfoodit bwaer/moght daeronder detwee/ofmeer/een goedtztjn: "Twelckfulernietzijnen

moghte/foodat waer/teweten/foodaermaereenwaer/ ende die quaet. TDanfoudcoock deveranderingecenre qua

der religiegaedtztin / vanghelijckenhetmiddeldaer tole dienende/namentlijck deffelfgº weder-speecken. B Boeckfepdt mede/des Pinken Ambtte zijn / dathy de Lieligion befo2gheende bcfcherme. Poe - nazijmfelfs/ of naceengt anders oo decl - CPoxdeel/feggheick/datmen mcent upt voop-gaende volle kenniffe van faken. Jeen /

feghdp/datbetaemt den Prince uiet/maerhpfaleenin-fien -

-

Z3

heibe

-4


D. V. Coornharts

3.

hebbenoptekieligie: Endedat meeromdietebeschermen danomdaer afdekemiffetenemen. Zoudedat nietwel mogbenzijneen blindt/ende Partpdigh vooz-oozdeel 1 De Princefal dande Heligie befthermen / niet nae zijn

(elfs/maernaander Lupderoodeel. Batmaghoprecht valsch. MBiefalditvonniffen die anderenfelf of

' eurpartpe. CPfeenderde/die Godt-verstandighendeon

partndigh 3p Gheen vandeerste twee: WPamtdat waer Liechterzijnende klagher. WDie vanbepded'eerstetwee (fwflighebepde) falldefenderdenvooz foodanighoodeelen / ende tot heurbepder Kechter verkiefen Gheenvanbep-, den : Als die bepdehem/anders danzpelck gheboelende/

vooyzeen Wetter/ofverdoolde/moeten oodeelen. Hoch Prince nochniemandtfaldanvande Lieligieoo deelen/of zip waer/dan valchis/fso enfaldan de Prince die mietbefolghen machte beschermen. WPantdatfoudege blindtpotzin/fo.de hinderenspeclen / endeop. hazardfoot -

-- -

Politica

groot-wightighenfaeckeghewaeght. Boudehet vollghen van defen uraedt oock nutztjnende heplfaem

tät laetons fulckuonrecht/vooy recht/doch onrech lijck achten: IHoefalhpfebefchermen - rechtvaerdelijckt

I. Lipsij ende bequamelijck/fghdp. MBaermedes JMet vupr/ende

Boeck 4-metfwaerdtleerdp. Ditdoodt Haenschen, laetende de 3. Cap- Wetterpeleven: 3 Aaerwaerheptsonderwijsendoodt/ of

Dist, 6 beschaemtdeketterpe/laetendede Menschenleven. MDat is nutzte

Tot wat epnde falmen dan,JMenschen omgheloovenge fakendooden/metbanden/ende affnpden - Tot deghe meenrute/fpdtu Brief. TDat's verloopen vleesch-hou derpe/waer doozdomrust vermeerdt woldt, TNaerteghen

de ruft vermeerdtdooz "trusten van fulckonrufteljckdoo den. Bit laette was oock hetghevoelen der Generale Statem/endefoolis noch hetfmerteljck ghevoelendes Co

"mincks/ende defer Landen upt ondervinden. Braedt ige dan verkeert/ende Tandt-verderflijck.

WPelaen/hetdoodens vzuchtzprust. MBp willentfaiach ken, Zalmenguaet doen/opdattergoedt uptkome '' -

--

-

-

-

QEM


4

Brieven-boeck.

doenif/datmenden Bodtloofen b2p oodeele / ende den

rechtvaerdighenverdoemer TDitmagh/jaeditmoetbal-P“ len / immerg hetvalt meest/ daermendefenuwenraedt bolght: 32aerten maghniet vallen/als menom gheloofs

fakenniemand endoodt.

-

Beter verderft / schrifdp (4.3. dit.4.) een/ danrdeen hepdt/diebestaetinChzifo/ende zijnleden / die en magh -

' menfehlbzeken/maer weldipterlijcke fähijn van een epdtder Godloofer kercken/dieig dickmaeleentfamen fweeringhe keghen Chifumende zyne waereeenhepdtmet

zymeleden. Danverderfroockmutterfulckeverderflycke eenhepdt/daneemeenigh,JBenfiche. Immerg/menmoetgeenquaetdoen/op datter quaetUpt

kome/daergheen goetuptenmagh komen/ doodtimende goeden/men mindertf/dje t’t Wandtmeeftbehoeft: dat's

quaedt/doodtmen Retters/menmaecktsermietgoedtmede: Umaer menbeneemtheur Hetmiddelvangoet bwozdem:foude dat goedt zijn

Senfhickt anderenaf-Beterferfteen/damal"tvolek bederft/fegghenleenighemetheurghelfjckeniffe van’t ver

rotte Widt / endetfchofde Schaep. 5Maerhoeweetu Prince wiefulckig IAenfimpdtmeest of deghelonde Le

den. So valletaverechts. Temeernoch/omdat heur bloet

Jaedtis vananderen. JMBaerditwas Caiaphaffensraedt dieChristumdoode/zinApostelen omdenhals brachte/ ende aller IBartelarendoodtsoofakeis.

CMuaetdoethpoock/dietmeestevoortminstequaetber kiest/t welckkomtuptzothept. Petketteridooden (ick meendoodenom religions-fake)bandt/ofverfomtinvee lende hepifame waerhepdt/totverderf vander Landtza

ten Zielen hetlaten/hout upterlücke vzrde / endeten ver Derft niemanden.

-

IAenontteeckt des gemeen-onrufs bandt/doozbzan den ende affnpden. TDaertoleraedtghp/dat is opeint vup2gieten/ombluffchentvup:/twelck des temeerbzamt. Rietdoodenblufchtfülckenbrandt/datig methet MBater

van koelfzijn/endedoodengeophouden. Z"

Touwe


3“

D.V. Coornharts

Soudedefeuweraedt/ gheboden/ofdetreten, dannietz hin

heraum

ende verderflijck voog Nupdenende Dlans

den

Allgmendannoch foudebranden/afmpden/endedooden: Bofoudemendooden/die openbaerlijckint ghemeen/of die inthepmelijckopfchfelfalleen/tegen des Landtgreligie tezondighen/woztgheoodeelt. Totte laetsteghelaetghp uneente fegghen/tot dieerste ja.

Daerzp een Petrus/Joannes (Art.5.28.-29.) ofen ander.Tidtmaet endezendt-bode Christi. Pp fiet Christi

nameindes Landtgreligielasteren. Deffelfsteghen-spe kenverbiedtmenelckopljf-straffe. Bpmoet Gode/boven u Prince/ghehoofamen/daer doodtmendan Christum in zijn Tidtmact/ofzendt-bode datmepnick mietdat cenigh

recht ChristenfalachtentezijnChristelijck/maer welHeps denfchende Tprannisch/op datick met de H. Schzift nict arghers enfegghe.

z, boec.„Maen verschoonteghdp/de.laetteleenfaenende hepme ückzondighende/teghendes Landtsreligie / niet alleen

4. Cap-

ist.2-3 int niet straffen/maeroockintnict onderfoecken. Ja om

"datahpenietenmooghtstraffen: Wantfwyaben 3p te * * ghenhaerconscientievan waerhepdttesprechen tothaer Haeflien / of waterhemdt telochenen/ als menhaeronders

foecktmet vzaghen: Bootenmagh oock de Spaensche In

guistie in Spangienfelve/nictweten wat3nghelooven/

''

- -

moetfede P2ince oock Welzüng ondantx/on estraft laten. __ .

--

Z-4- dist. Ceweten/den Tibertijnen/ende Godlofe vepnferg/maer 4.6.7. mietdenGodtveefenden ende opzechten vanharten. MPant

' moetenfichfelve melden metterdaedt / of met heute Co2dt.

-

MBantghpstelthetwoodtschandacloock inu Briefbe weffendie verstooders. Bengheefterghermis oockmetter daedt/als menkomtin Riterck nochin Clups (foomenfept) om Pedicken te hoozen/ noch Sacramentente ghenieten.

Abwright/zijnmondt/ditwerck spaceckt / dat ihn anders ghevoeltdamde Tandts-leere/ ende beript die so

m '

--

-

NE


Brieven-boeck.

17

daedtende wandel. SAoetmen naeuraedt hiermedenier banden/ affnpden / endedooden - Pebbende Roomsche Catholijcken ditbloedt-spelnietighepeelt HieristdwangindeConscientie / daerteghen moethp waerheydttotzin Maesten verswijghen/ ofmetterdaedt bepnfen/dathy de Landts religie voox goedthoudt/ende

fo zynConscientiequetsen/omzynlifengoedtte verscho nen: Of hpmoetlifengoedt verliefen/omzijn Conscientie, teverschoonen. Piero verheeftmengheklaeght des Co

' tprampebeschuldight/ ende hem voo2fulcks vers 02Pen. -

Besedtwangmaecktniemandtrecht-gheloovigh/ maer beel Godloofe Libertijnen/ende bvare,JPMartelaren,

TDitiaette ist bestdat3p doet/maeris dat rechtnut/of 4.4. die heplaem voor de Tanden. Soo veele3p hierghefteldt op J. 8 dit voogf. ug" kome nu aenu wie van't be wyfenfelve. TPat neemdp upt authoritept / upt reden/of unt bepden. - -

-

-

-

-

Ist authoritept, dieis Goddelijck of32enscheltje. Riet Goddelijck/maer Menscheljck/wantdefe/mietdie/teldp. Tat wat volck speeckt u Boeck JPiettot Hepdenen/maer die Christiname voerenTDefemoghengheen ITenschen Wetten/ofraedt bolgen/ fonder Godeste verachten/daer 3p Godes Betenderaedt -

-

-

afhebben. Betis dannutter endeiheplameru/der Pep denen/oockder Baderen (die als MenschenzĂźn) Wetten enderaedtte verachten / dan de Goddelijcke wetten ende Laedt,

Offoudedevooden/diebandegoedertieren ende Bep- 4.2. difft, lighe Gadtdes Hemelsfelvekomen / welfeer Godtloos 15 moghen wesen/endeuwesraedts woodt / dat komt van

een Godtloos mensch/toteenGodloos Tyran ende Chzi stemenmooder welmoghenzymmet allenfer Godtbuch tigh! WDiemaghdattoe-stemmen Booz-bwaergheenrede lijck Hepdenfelve.

-

Defe Ăźweraedt dan endeghebodenen komen niet upt Gode/ende oockmietupt die

et TEUENINUgl # 3.

CI


* D. V. Coornharts (che ("twelchetderde Tidt was) maeruptu/uptdenkzep denenende Baderen/dat,5 Menschen zijn/dienietteghebie

den hebbenbuptende BodlĂźcke Schrift/daeruraedtplat jeghenis/oockteghenderechteredenen/foomudoogaens

# gheblieken: Endehootbp niemandtaengenomen/maer pielck verstootente werden, nietalleenalspdel/endeon

nut/maerfchadelyckende verderflijck voo.de Tandt-zaten

ende Tanden. JAeerhaddeick op die tweeuwe Hooftstuckentefeggen/ maerlaetdatmuhierbpblpben / vermidtg dateen Brief gheen Boeckfoudewesen. Mig-haeght uditmynfehp -

'

-

ben/veele Menschenmifhaeght oock ufchzpven: dat tot dienstghefchzeven van'tghemeenbesten/foheblic dit totdeffelvems/endeuwenbesteghefchzeven/uptrechter harten/dat weet d'Allwetende / dienghp werdtbevollenbpa

mp/die voozderantwoodt(believet u) hier op wacht.

D.V. COORNHART. -

-

F 1 N 1 s.

-

-




-



-

-

-





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.