Francis Bacon - Über die Lebensverlängerung, 1799 by gnosisclassics

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com

Über dieses Buch Dies ist ein digitales Exemplar eines Buches, das seit Generationen in den Regalen der Bibliotheken aufbewahrt wurde, bevor es von Google im Rahmen eines Projekts, mit dem die Bücher dieser Welt online verfügbar gemacht werden sollen, sorgfältig gescannt wurde. Das Buch hat das Urheberrecht überdauert und kann nun öffentlich zugänglich gemacht werden. Ein öffentlich zugängliches Buch ist ein Buch, das niemals Urheberrechten unterlag oder bei dem die Schutzfrist des Urheberrechts abgelaufen ist. Ob ein Buch öffentlich zugänglich ist, kann von Land zu Land unterschiedlich sein. Öffentlich zugängliche Bücher sind unser Tor zur Vergangenheit und stellen ein geschichtliches, kulturelles und wissenschaftliches Vermögen dar, das häufig nur schwierig zu entdecken ist. Gebrauchsspuren, Anmerkungen und andere Randbemerkungen, die im Originalband enthalten sind, finden sich auch in dieser Datei – eine Erinnerung an die lange Reise, die das Buch vom Verleger zu einer Bibliothek und weiter zu Ihnen hinter sich gebracht hat. Nutzungsrichtlinien Google ist stolz, mit Bibliotheken in partnerschaftlicher Zusammenarbeit öffentlich zugängliches Material zu digitalisieren und einer breiten Masse zugänglich zu machen. Öffentlich zugängliche Bücher gehören der Öffentlichkeit, und wir sind nur ihre Hüter. Nichtsdestotrotz ist diese Arbeit kostspielig. Um diese Ressource weiterhin zur Verfügung stellen zu können, haben wir Schritte unternommen, um den Missbrauch durch kommerzielle Parteien zu verhindern. Dazu gehören technische Einschränkungen für automatisierte Abfragen. Wir bitten Sie um Einhaltung folgender Richtlinien: + Nutzung der Dateien zu nichtkommerziellen Zwecken Wir haben Google Buchsuche für Endanwender konzipiert und möchten, dass Sie diese Dateien nur für persönliche, nichtkommerzielle Zwecke verwenden. + Keine automatisierten Abfragen Senden Sie keine automatisierten Abfragen irgendwelcher Art an das Google-System. Wenn Sie Recherchen über maschinelle Übersetzung, optische Zeichenerkennung oder andere Bereiche durchführen, in denen der Zugang zu Text in großen Mengen nützlich ist, wenden Sie sich bitte an uns. Wir fördern die Nutzung des öffentlich zugänglichen Materials für diese Zwecke und können Ihnen unter Umständen helfen. + Beibehaltung von Google-Markenelementen Das "Wasserzeichen" von Google, das Sie in jeder Datei finden, ist wichtig zur Information über dieses Projekt und hilft den Anwendern weiteres Material über Google Buchsuche zu finden. Bitte entfernen Sie das Wasserzeichen nicht. + Bewegen Sie sich innerhalb der Legalität Unabhängig von Ihrem Verwendungszweck müssen Sie sich Ihrer Verantwortung bewusst sein, sicherzustellen, dass Ihre Nutzung legal ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass ein Buch, das nach unserem Dafürhalten für Nutzer in den USA öffentlich zugänglich ist, auch für Nutzer in anderen Ländern öffentlich zugänglich ist. Ob ein Buch noch dem Urheberrecht unterliegt, ist von Land zu Land verschieden. Wir können keine Beratung leisten, ob eine bestimmte Nutzung eines bestimmten Buches gesetzlich zulässig ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass das Erscheinen eines Buchs in Google Buchsuche bedeutet, dass es in jeder Form und überall auf der Welt verwendet werden kann. Eine Urheberrechtsverletzung kann schwerwiegende Folgen haben. Über Google Buchsuche Das Ziel von Google besteht darin, die weltweiten Informationen zu organisieren und allgemein nutzbar und zugänglich zu machen. Google Buchsuche hilft Lesern dabei, die Bücher dieser Welt zu entdecken, und unterstützt Autoren und Verleger dabei, neue Zielgruppen zu erreichen. Den gesamten Buchtext können Sie im Internet unter http://books.google.com durchsuchen.

---

. Number Classification

,but Table at Librarian the returned .to counter

.It Room the from removed on left be must anot

only Reference for is Book This ,and be not must

. DEPARTMENT REFERENCE

Central Tate Library B ., rixton

LIBRARIES

re Ca acon B is lf She13

LAMBETHPUBLIC

Aneis ) Viscomat St.

Lestonia Vred

LAND

kutsi

Macof Bako von Verulam

über die

Lebensverlängerung .

überrejt

und mit einigen Anmerkungen begleitet

D. Chriſtian Auguft Struve.

Glogau ,

in der neuen Günterfchen Buchhandlung, 1799.

14651

ERAT

W.2

Dem

Herrn

Konſiſtorialrath

Böttiger

e ima

a'us

innigfter Hochſchäzung Seiner

Verdienſte

gewidmet .

Serus in coelum redeas, diuqve

Laetus intersis populo.

Vorrede des Überſekers .

Das Intereſſe der Bakonſchen Schrift über die Lebensverlängerung

dürfte in

unſerm Zeitalter am Lebhafteſteu feyn; wo einer unſerer erſten Ärzte, land , Werk

Hufe :

durch ſein bekanntes klaffiſches die allgemeine

Aufmerkſamkeit

auf dieſen wichtigen Gegenſtand gelenkt het. te

Schon vor mehrern Karen erreg

der wichtige Inhalt

von Bakon's

Hiſtoria vitae et mortis Wunſa ,

mir

den

dieſes Werk durch eine Über:

ferung gemeinnüßiger zu machen . ich das Kennerurtheil gers las,

eine

eines Bötti :

wurde ich noch mehr darin:

nen beſtärkt. „ hier

Als

„ überhaupt findet man ſolche Fülle von

Beobach

» tungen und daraus abgeleiteten höchft

3)» fruchtbaren Reſultaten ,

daß

alles,

3 was zeither über die Kunſt, lange zu leben, geſagt worden iſt, ss etwas

mehr ,

als

kaum für

Beſtätigung

» dort angeführten gelten kann .

des

Dieſe

Schrift verdient daher vor vielen ans » dern eine neue Ausgabe und Bear

Und follte es daher

» beitung. “ * )

nicht Pflicht der Dankbarkeit fenn, daß ich

dieſem

vortreflicheu

mir ſehr ver

ehrungswürdigen Manne

dieſen Ver

ſuch widmete, da er mir die Idee das

ju gab ?

Io hatte anfangs willens, Schrift von neuem zu bearbeiten ;

dieſe al

ſein , einem Bako nacharbeiten wollen , iſt immer

ein

großes Wageſtück , und

durch Hufelands flaſfiſches Werk nun faft überflüſſig.

überdem würde die .

Originalität des vortreflichen Schrift: ſtellers bei jeder Umarbeitung verlieren . I

begnügte mich daher ,

blos

das,

* ). Wielands teutſcher Merkur, 1793.

St. 12. S. 395 .

was Bato aus der fcholaftiſchen Phi loſophie mit einverwebt, und was für unſere Zeiten nicht paſſend iſt, ſo wie einige ganz und

unbrauchbare Vorſchläge

Angaben

zu übergehen ,

zugleich

aber , einige Bemerkungen beizufügen . Bakon

zu überlegen ,

manche

hat

Schwierigkeiten ; ſeine Sprache iſt wes nigſtens nicht anziehend ;

ſo reich

Ideen der Inhalt feines Werks. ich

Habe

ſie nicht immer glücklich überwuns

den, ro glaube ich doch, eine Kople ges 1 liefert zu haben, viſch zu renn ,

die treu,

ohne

ſkla

und für teutſche Sefer

brauchbar und verſtändlich iſt.

Bafons

Schrift war bisher für viele ein unge nüfter

unbekannter

Föſtlicher Schak ;

das darf ſie nicht bleiben .

Bafons

Werk enthält alles, was die Alten liber Makrobiotik

geſagt haben ; aber noch

mehr, es enthält dieſes alles durch die Bearbeitung eines der größten Genies feines Zeitalters in ein völliges Siſtem gebracht ,

und mit den vortreflichſten

Ideen bereichert. neben

Daher diefes Werk

dem Hufelandſchen

Stelle verdient , Fortſetzung

gewiß eine

und dieſes

des erſtern

als eine

anzuſehen iſt.

Wer alſo langer zu leben wünſcht, und es recht wiſſenſchaftlich oder methodiſch darauf anlegen will, feine Tage auszu ? dehnen thun läßt

in dem -

Sinne, als fiches

der ftelle neben ſeinen

Hufeland auch den Bafo in feine Bis bliothek, um ein Ganzes zu haben.

Man ſagt, es ren nicht nöthig, gan me Werke zu fchreiben über die Kunff, das menſchliche Leben

zu verlängern ;

lebe mäßig - ren die Hauptregel ; und dann brauche man keiner Biblio theken, keiner Compendien über Diätes tik und Makrobiotik, und könne 152 Far alt werden , wie Thomas Parr, der weder Bako noch Hufeland kann Mit eben dem Rechte könnte man alle praktifohe Slitherverbrennen , und

alles Wiffenfchaftliche

bei Seite

Feken ; dann bedürften wir keiner uns terrichteten Ärzté, keiner Theologen und Moraliſten , Philoſophen und Furiſten . Es iſt aber doch für den Menſchen ans ftändig, feinen Verſtand über die Mit tel zu üben , welche zu einem langen

Leben beitragen ;

aus den Erfahrungen

aller Zeiten Reſultate zu ziehen, und gewiſſe Grundſäße aufzuſtellen .

Fers

ner faßt der Zuruf : lebe mäßig ! mehr als

den

bloßen Schall;

tugendhaft! 2.

fo wie : Tebe

Da gehört weit mehr

dazu, ſo bald es auf die Fragem wie ? ankoinmt.

Bakons Ideen ſind füßit, und neu , enthalten " viel Wahres

und Schönes ,

und werden , mit einigen Modifikatios nen , in der Anwendung gewiß belona nen .

Joh glaube, das Reſultat dera

felben in Folgendem fen :

zuſammen zu faſe

» Das Leben iſt eine Flamme, die

beſtändig den Körper von innen konſus mirt, so wie er von der äuſern ihn uma

gebenden

Luft konſumirt wird.

dieſe Konſumtion zu verzögern ,

Uin muß

man der Flamme Mahrung geben, und den Körper gegen den Einfluß der äu : ſern Luft ſchüßen .

In allen Körpern

iſt ein inneres Weſen, ( Spiritus,) wel : bes fie erhält; von dieſem innern We: fen geht aller Anfang und alle Zerſtö rung aus ;

dieſes Weſen iſt in den

lebenden Körpern ein belebendes Prin cip

( Spirituo vitalis. )

Dieſes bez

kebende Princip erleidet mancherlei Mo: difikationen , theils nach der Beſchaffen heit des Körpers, theils nach den äu fern Reizen , beſonders von der auf den Körper wirkenden äuſern Luft. - Da: von Hängt die Lebensdauer eines Kör :

pers ab.

Bako

denkt fich

diefes

Princip immer noch als etwas förpera liches oder grob - materielles,

redet von

Verdichtung und Verdünnung der les bensgeiſter

giebt Mittelan ,

und

welche dieſe Verdichtung befördern , und die Verflüchtigung deſſelben zurüchal dieſe beſtehen in den Regimen

ten ; der

Auſſendinge.

rie

Dieſe Theos

ungeachtet ſie mancher

tigung bedarf,

Berich

die wir ihr wohl nach

anderthalb Farhunderten 1626.) geben können

( Bako ſtarb leitet

eben

denſelben Reſultaten , die unſere beſten Schriftſteller über Diätetik und Ma krobiotik darlegen ,

und deren weitere

Ausführung wir in Hufelands Werke finden. mich,

Eben dieſes Werk entübrigte meine überſegung durch zahlrei

the Bemerkungen und

Zuſätze

anzue

fchwellen, da es in jederinanns Händen

Görlik, im December 1798

Struve.

Eine ſehr gute Sammlung zur Mas krobiotik ,

befonders

aus Schriftſteltern

gute Uuszüge vom

Ulterthum

bis auf neuere Zeiten über diefen Ges genſtand enthält : The Hiſtory of mes Health and the Art of preſervi ngit by James Mackenzie , the ſecond Edition , Edinburg 1759.

Makens

zie Geſchichte der Geſundheit, und der Kunſt, dieſelbe zu erhalten , aus dem Engl. 8. 1762. Altenburg ,

Es ist eine alte Klage, daß die Grängen . des Lebens fo enge,

und die des Wiſſens

ro weit find. *)

Ifts alſo nicht konſes

quent, daß, indem

wir , To viel es unſre

Kräfte

erlauben ,, nach

Vervoukommung

unſrer Kenntniffe ftreben ;

auch über die

Berlängerung des menſchlichen Lebens, una ter Begünſtigung der Wahrheit

und der

göttlichen Huld, nachdenken ?

Die Unterſuchung über die Mittel zup Verlängerung des menſchlichen Lebens iſt pol Schwierigkeiten.

Es haben fich dars

*). Ars longa, vita brayis,

inn

ſo

manche. Vorurtheile

und

Meinungen eingeſchlichen.

wöhnliche Schlag der Ärzte Humore radicali ,

falſche

Was der ge von

einem

von einer natürlichen

Wärme *) träumet , ſind bloße Täuſchungen . Die übertriebene Anpreiſung chemiſcher Ur zeneien zu dieſem Zweck betrügt die Hof nung der Menſchen ,

die ſie aufs höchſte

geſpannet hat. Die gegenwärtige Unterſuchung betrift den

Tod des Alters , der eine Folge der

* Nach einer länge beralteten Ikesrie ift ci S : tberCalor innatus das active, der Humor 11 radicalis das paffive Prinzip welches

den

erſtern

zum

des Lebens,

Nahrungsftoffe

dient, wie 098 Del die Flamme nährt beide ſind verhältnißmäßig in dem Körper serbreitet, Herz und Hirn haben , davon Am

meiften erhalten.

Bohnii

anatomicus et phyfiolog.

Circulus

Lipf. 1697,

P. 55. enthält ſchon eine Widerlegung.

1 Uuflöſung und Auszehrung iſt,

nicht den

Lod an Erſtickung, Putrefaction , an vers ſchiedenen Zufällen und Krankheiten ;

dies

fer gehört in die wiſſenſchaftliche Medizin . Indeſſen

glaube ich

gemäß, einige

dieſer Unterſuchung

Bemerkungen

über

den

lezten Schritt zum Tode, oder das Verlös fchen des Lebens von innern und äuſern Urſachen , die aber gemeinſchaftlich zuſam : mentreffen , vorhergehen zu laſſen . Was einer allmählichen Wiederherſtels lung fähig iſt, ohne daß ſein Urſtoff eine Zerſtörung erlitten hat, iſt ſeinem Weſen nach

ewig ,

Durch

wie das Beſtaliſche Feuer.

die Beobachtung ,

daß thieriſche

Körper fortbauernd ernährt, wieder. herge ſtellt und erneuert werden, aber nur auf eine Zeitlang, indem ſie bald wieder

ver

alten, und ihrem Untergange ſchnell ents gegen eilen, auf zu

die

geriethen Ärzte und Filoſofen

Idee ,

ſuchen ,

was

den

Tod

feinem

in Wefen

Etwas nach

nicht wieder hergeſtellt werden kann.

Sie

wähnten von einer Radikal - und ürſtofs Flüßigkeit,

( Humor radicalis et primi

genius, ) welche nicht in feſte Theile über: ginge.

Schon von der erſten Kindheit

an geſchähe eine gewiſſe ausartende Abſets zung, (appofitionem degenerem ,) Mangel an einer gewöhnlichen Wiedererneurung derfelben ,

welche nach und nach mit den

Jahren bösartiger würde .

Dieſe Ver :

derbniß führe endlich in ein Nichts. Ein erfahrungsloſer und unüberlegter Gea danke ! den

Denn

alle Thierifche Cheile wer:

in der Zugend

und hergeſtellt';

vollkommen

erneuert

ja ſie werden mit der Zeit

in Anſehung ihrer Menge vermehrt, in Anſehung ihrer Eigenſchaften

und

verbera

fert, ſo daß ewiger Stoff zur Herſtellung

! vorhanden ſeyn könnte ,

wenn nicht das

Formelle, der Wiederherſtellungsprozeß ſelbſt aufhörte .

Doch dieſes geſchieht auf fola

gende Weiſe:

19 Mit dem zunehmenden Alter erfolgt die Herſtellung fehr unverhältnißmäßig. Man che Theile werden ſehr gut wieder erſezt, manche

fehr ſchwer

und

weit ſchlechter .

Von der Zeit an erleidet der menſchliche Körper jene Martern des Mezentius, daß die Lebenden in den Umarmungen der Cod : ten dahin ſterben .

Die leicht erfezbaren

Theile' gehen verlohren ,

indem

ſchwer errezbaren verbunden im

find .

fie

mit Auch

ſpätern Alter ſind der Lebensgeift, * )

* ) Mit Lebensgeift, fpiritus, ſpiritus vita lis , verbindet Bako beinahe die Idee, welche die grobe Humoralpathologie mit dem Nervenſafte.

Er nimmt eine Bers

dickung, Verdünnung , Ausdehnung, Ver mehrung und Verminderung der Lebens geifter an, denkt fid) darunter ein in je bem

førtdauernden

Körper befindliches

Princip, welches feine Dauer erhalte, mit deſſen Verluſt folde verkürzt werbe und endlich aufhöre ;

er unterſcheidet die in

das Blut,

das Fleiſch,

bas Fett,

leicht

wieder herzuſtellen, da hingegen die troka' nen und porören Theile, Membranen imo todten

aber doch fortbauernden Störper ,

worunter er Steine und Pflanzen rech

$ net, befindlichen Geiſter, die er ſpiritus mortuales nennt, von den in den thies riſchen

Störpern inwohnenden Lebensgci

ſtern , die er fpiritus vitales nennt.

Das

Schickſal dieſer Lebensgeifter hänge theils von der Beſchaffenheit des Störperd, theils ron den Aufenverhältniſſen ab, wodurch in ihnen eine Verdichtung, eine Verdünə nung, et Cuerfwerden und bergleichen Veränderungen bewirkt, auch fie entweder an dem

Störper zurückgehalten oder . Ders

trocknet und verflüchtiget werden . Daher die Idee , daß dieſe Lebensgeifter (Säfte ) ipieder erſezt unð erneuert werden kön nen .

Nur die organiſchen Cheile werden

nach Bako im Alter ( wo die Reprodu ctionskraft nicht mehr hinlänglich wirkt ) nidyt wieder errezt.

4. 0.

Häute, Nerven, Blüt's und Schlagadern, Knochen, Knorpel, ferner die meiſten Ein geweide, nnd endlich faſt alle organiſchen Theile,

weit ſchwerer und nur mit

luſt reproduzirt werden . * ) diejenigen Theile , Deren andern

Ber :

Daher auch

Wirkung in die

der Reproduktion fähigen Theile

eingreift, nicht mehr ihre Funktionen ver richten können, indem ihre Thätigkeit und Kräfte vermindert werden . Su furzem fängt alles an ,unterzugeben, auch die iha rein Weſen nach leicht erfezbaren Theile werden , da die Organe der Wiederherſtel

) Die nugleiche Erfezung der Beſtandtheile des störpers, des Weraltert und unfähig :

werden einzelner Organe für das Lebens princip verurſacht eine ungleiche Vertheia Tung des Lebensprincips ; die Folge davon iſt die Stonfumtion des Lebens, die Zerftö : rung geht von einem Drgane auf das an dre über, 9. 6. .

lung fehlen, minder erſezbar, und endlich ganz vernichtet. i

Der Grund dieſes Kreislaufs iſt: Das

Leben zehrt unaufhörlich, wie eine Flam me.

Don gleicher Wirkung iſt die äufere

Luft ;" welche ' die Körpet ausſauget austrocknet.

und

Dadurch werden endlich die

Werkſtätte des Körpers, Feine Maſchinen und Organe zerſtört, und zur Verrichtung der Reparation untüchtig. * )

Dieſe wah :

. re Art des natürlichen Todes bers dient eine genaue und fprgfältige Betrach tung .

Wie kann män der Natur zu Hülfe

kommen, und ſie leiten , wenn man ihren Gang nicht kennt ? Daher wird hier eine zwiefache Unter ſuchung erfordert.

Die erſte betrift

*) Nicht nur die Luft, ſondern Reije .

die

alle unſre

A. d . u.

confumtion

oder

Deprädation

menſchlichen Körpers ; die

Reparation

lung.

des

die zweite betrift

oder

Wiederherſtel

Bei der einen iſt der Zweck,

lichſte Verhütung des

Verluſis ;

mögs

bei der

andern , Stärkung.

Die erſte begreift

vornämlich

und

das Leben

die

äuſere

Luft, * ) durch welche die Deprädation ge's fchicht ;

die zweite

begreift den

ganzen

Prozeß der Ernährung , wodurch die Wie derherſtellung verrichtet wird .

Die Conſumtion iſt größtentheils allen leblofen Körpern gemein .

Co wie die in

nere Kraft, welche in allen Körpern wohnt, nebſt der äuſeren Luft wirkt ;

auf die lebloſen

ſo wirkt ſie auch auf die belebten ;

ungeachtet bei den leßtern das hinzukom : mende Lebensprinzip dieſe Wirkungen theils unterdrückt ,

theils

eingeſchränkt,

theils

* ) und überhaupt alle übrigen Reije. A. 6. U.

24 aber auch mächtig vermehrt und erhöht. * ) Viele unbeſeelte Körper können ohne Nahi rung und Reparation

lange fortdauern ;

dagegen die belebten ohne Nahrung und Neparation

plößlich

hinfallen ,

und zu

Grunde gehen , ſo wie die Flamme ohne brennbaren Stoff verlöfchet .

Es giebt alſo hier eine doppelte unters ſuchung ; die erſte betrachtet den menſch lichen Körper als u ubelebt und ohne Nahrung; die zweite als belebt und durch

Nahrung

zur Einleitung ;

erhalten .

So viel

nun zum Inhalt der Ab

handlung ! :

* ) Unter Spiritus verſteht hier Bako, wie in der voriget Anmerkung gezeigt worden , Spiritus mortuales, ein in den Körperit tognendes Weſen , wodurd fie fortdauern etwan eine vis cohaerentiae ; unter Spi ritus vitales Das Lebensprinzip . 4. 8. u.

Inhalt I. Allgemeine Betrachtungen über die mehr oder

mindere Fortbauer

der

tebloſen

Körper, ingleichen Ber Vegetabilien . II. über die Uustrocknung , pfen und Konſumtion

Verſchruma

der

( leblofen )

Körper und der Begetabilien , über die Art und den Prozeß der Entſtehung ber felben ,

und über Verhütung und Bera

zögerung des Vertrocknen und der Cona pumtion,

und

über die Erhaltung der

Körper in ihrem Zuſtande ; endlich über Erneuerung , Erweichung und Wieders ri belebung ſchon in Vertrocknung übergea si hender Körper.

Doch

erwarte man

hier keine vollſtändige genaue Unterſua chung,

da dieſe Gegenſtände blos zur

Erläuterung der Mittel ,

das animalia

fche Leben zu verlängern , dienen .

Von

1 der Unterſuchung über die leblofen Körs per und Vegetabilien , gehe ich zur ún .

terſuchung über die Dhiere außer dem Menſchen . III. über die Lebensdauer der Thiere und

über die dazu nöthigen Erforderniſſe.

IV .

Da aber

eine zwiefache Dauer

der

( Körper ſtatt findet; deren eine in der siceinfachen Identität, *) Die andre in der 2 *

Reparation beſteht ;

die erſtere

nur bei Lebloſen ſtatt,

findet

die zweite ben

Pflanzen und Thieren , welche durch die Ernährung

bewirkt

wird :

folgen

hier Petrachtungen über die Ernährung, über die Mittel,

Weiſe derſelben ;

und über die Art und

jedoch wird das

99Hon nur im Allgemeinen gehandelt, denn es gehört unter

der Abfchnitt von der

Aſſimilation und Nutrition.

Von der

Unterſuchung über die Thiere und über das Ernährte mache ich den übergang

* ) Sich gleich bleiben , wie Holg u . dergl.

zum Menſchen.

Da dieß der Hauptk

gegenſtand meiner Abhandlung iſt , bekommt dieſe_Unterſuchung

ſo

mehr Ge

nauigkeit und Volftändigkeit. V,

über

die

Menfchen

Lebensdauer de $

nach

den

Zeitaltern , der

Weltgeſchichte, nach den Gegenden , nach dem

Himmelsſtrich , Geburtsort und

Wohnplak . VI ,

Lebensdauer des Menſchen in Rücks

ficht auf Fortpflanzung, und Menſchens raffen , die gleichſam fortgeerbt werden, auch

Rückſicht auf Temperament,

Conſtitution des Körperlichen, Natur 2c. Zeit und Größe des Wachsthums, und

reiner Clieder . VII. Lebensdauer des Menſchen in Anſes bungi der Zeit der Geburt .

Mit Vors

beigehung alles Aftrologiſchen , werden hier

blos

die gemeinſten

Beobachtungen benuzt.

bekannteſten

VIII. Lebensdauer des Menſchen in Anres hung der Diät,

Lebensweiſe ,

schen Bewegung 20 .

wird in dem

förperlis

Von der Luft

vorigen Abſchnitte über die

menſchlichen Wohnungen gehandelt. IX . Lebensdauer'in Kückſicht auf Beſchäfa tigungen , Rebensart- und Gemüthsbewes gungen und andere zufällige Umſtände.

Über die Zeichen und Vorbedeutungen

eines langen oder kurzen Lebens, welche fich auch in dem geſunden Zuſtande äu fern , phyſiognomiſche und andere. Die Zeichen des berannahenden Sobes hören iin die mediziniſche Zeis hingegen ge hingegen gehören chenlehre, und werden hier übergangen .

Bisher

find blos theoretifche unterſua

chungen über worden ; ſche

die Lebensdauer angeſtellt

ich komme nun auf die prakti:

Unterſuchung

in Rückſicht

auf die

29 Sntentionen ; deren ſind im Allgemei nen drei . XI. über die zur Verlängerung des Lebens angeblich

dienenden Arzenenmittel wird

beſonders gehandelt.

Intentionen . Ich werde die beſondern Eintheilungen derſelben abhandeln , ro bald ich zur Una terſuchung felbft komme.

Dieſe allgemeis

nen Intentionen find : I)

Verhütung

tion ; 2 )

der

Vollendung

derherſtellung : 3 )

Conſum . der

Wie ,

Erneuerung

des Beralteten . "

XII.

Betrachtungen über die Mittel, wel.

che den menſchlichen Körper gegen die Bertrofnung und Conſumtion

ſchüzen;

oder wenigſtens feine Neigung dazu vera mindern und ſolche abhalten .

30 Betrachtungen über die Erforderniſ

XIII.

zu dem ganzen Prozeß der Nutrie

tion, wodurch die Wiederherſtellung im menſchlichen Körper bewirkt,wird .

XIV.

Von den Mitteln

zur Ausleerung

des Veralteten, und Erfaß durch neue Beſtandtheile ; ferner zur Auffriſchung und Befeuchtung der ſchon vorhande nen Vertrocknung und Verhärtung . Schwerlich dürfte man den Weg zum Tode kennen lernen , ohne felbfi den Sitz des codes oder ſeine Gruft auszuſpü : ren .

Auch hierüber follen Unterſuchun :

gen angeſtellt werden .

Dieſe Unterſu

chungen betreffen nicht den Tod über haupt, ſondern bloß die natürlichen Los desarten .

XV.

Unterfüchungen über den natürlichen

Cob, und über die Veranlaſſungen des Lodes.

31 Zulegt folgt eine Unterſuchung über den Charakter und über die Form des Ulters.

Hierbei werden alle

Verſchie

denheiten in Rückſicht der Conſtitution und den Funktionen der Körper , zwi ſchen der Fugend und dem Alter fältig zuſammen geſtellt , Reſultate zu ziehen ,

forg

um daraus

über das ,

was

durch das Ulter keine Veränderung und Verminderung erleidet.

über die Fortdauer.

Die Dauer der Metalle erſtreckt ſich auf einen Zeitraum ,

der viel zu groß iſt für

unſere Beobachtung.

Die Auſlöſung ders

felben durch das Alter geſchieht durch den Roſt ,

nicht

durch Ausdünſtung .

Gold

löft fich durch keines von beiden auf. Das Queckfilber, To Tehr als es auch im Feuer verflüchtigt, wird außerdem nicht vom Alter verzehrt, noch roſtig. Steine ,

beſonders die härtern ,

und

mehrere andere Forfilien dauern Tehr lan ge, wenn ſie auch der freien Luft ausge: Test find ;

am längſten unter der Erde.

Indeſſen fammlet fich an den Steinen ein gewiſſer Salpeter, der bei ihnen eine Art von Roſt

iſt.

Edelſteine

und Kriſtalle

hingegen, auch ſelbſt Metalle, dauern vors 11 züglich lange, und verliehren , ungeachtet ihrer langen Dauex, nichts an Helligkeit. Man hat die Benterkung gemacht, daß die Steine mehr auf der Nordſeite als auf der Südſeite von der Luft und Witterung angegriffen werden,

wie man an Gebäus

den wahrnimmt; hingegen roftet das Ei ren mehr auf der Mittags - als auf bet Mitternachtsſeite, wie an den eiſernen Ges fäßen , die man vor das Fenſter ftellt, zu fehen iſt.

Es iſt dieß nichts ſonderbares,

weil bei jeder Putrefaktion, worunter auch das Roſten gehört ,

die Feuchtigkeit die '

Auflöſung beſchleunigt, welches Vertrocknung die Dörre thut.

bei der

34 Die Stämme der härtern Bäume ich meine hier die abgehauenen , nicht mehr vegetirenden

das Holz oder die Mas

terie derſelben , dauern Jahrhunderte . Man bemerke hier die Verſchiedenheit ihrer Their le.

Röhrichyte Pflanzen, 3. H. der Holun

der, deren Mark in der Mitte weicher, äus ſerlich härter iſt, erhalten lange,

als die

Mark welches

feſten das

ſich nicht

Bäume ,

Herz

des

ſo

deren Baumes

vorſtellt, in der Mitte härter iſt, g . B. die Eichen .

Von kurzer Dauer find Pflanzen , Blät: ter, Blumen und Stiele ; fie löfen ſich in Staub auf, oder werden zu Aſche, wenn ſie nicht in Fäulniß übergehen ; halten ſich die Wurzeln .

fänger er

35 Thieriſche Knochen dauern lange, wie jedes Beinhaus ausmeiſt ; *)

ſo auch die

Hörner und Zähne. Felle und Leber bauern lange, wie man an alten Bergamenten fieht.

Papier kann

viele Jahrhunderte dauern, ob

es gleich

darinn dem Pergament nicht beikommt:

Was im Feuer geweſen iſt, Glas; Zira geln , dauert lange. Das gebratne Fleiſch und gekochte Früch : te, erhalten fich länger als robe, weil das Kochen der Fäulniß widerſteht, ** ) und nach

* ). Das berühmte Beinhaus fu urteu, welches 1798 von den Franjoſen verbrannt wurde. A. 0. u .

** ) Ich erinnere mich an eine Anekdote aus der Hamburgiſchen Chronik, die unzer im Arste erzählt. Der Hamburgiſche , Erzs C 2

36 Abgang des Wäßrichten ſich das Delichte länger erhält .

Am geſchwindeſten unter allen Feuchtig keiten wird das Waſſer von der Luft eins geſogen . Zeit.

Das Del verdampft in längerer,

Dieß bemerkt man nid ) t nur an den

Feuchtigkeiten ſelbſt, ſondern auch an ihren Miſchungen . und dadurch

nes Papier

Ein in Waſſer getauchtes, etwas Durchfichtig

geworde

wird bald wieder weiß

und

undurchſichtig, weil das Waſſer verdampft; ein in Del getauchtes Papier bleibt lange

biſchof, Graf Adolph der II. , wurde, nach dem er fürs Vaterland und die Religion rühmlich gefiorben war, vom Herzog Heins rich, aus Hocadhtung, in Stücken zerhauen, gebraten und eingemacht, damit er zu feis nem

Begräbniſſe

nad Minden gebracht

werden konnte, wo ſelbſt auch dieſer Bra

2 ten zwiſchen zweien Altären begraben liegt,

37 durchſichtig , ftet.

indem

das Del nicht verdüits

Daher hat man Handſchriften zú

verfälſchen geſucht, indem man

in Del ge

tränktes Papier auf die Schrift legte, und ſo die Buchſtaben nachmachte.

uue Gummen dauern rehr lange, auch Wachs und Sonig .

Das Verhältniß und Nichtverhältniß der Subſtanzen, welche mit den Körpern vermiſcht werden , hat eben ſo viel Einfluß, als die Subſtanzen felbſt, auf deren Fort dauer. ' , Holz und Steine und dergl. ers halten ſich länger , wenn ſie beſtändig dem Waſſer oder der freien Luft ausgefest.find, als wenn ſie nur zuweilen vom Waſſer bes feuchtet und von der Luft beſtrichen wer: den.

Steine,

die man aus der Erde ge

brochen hat, erhalten ſich bei Verwendung zu Gebäuden länger, wenn ſie in daſſelbe Klima, und in die Richtung gebracht wer

38 bent, in der ſie unter der Erde lagen .

Die

Beſchaffenheit hat es auch mit den

Felbe

Pflanzen , wenn man ſie verrezt.

Bemerkungen . Wir müſſen von dem Saß ausgehen : In allen Körperlichen iſt ein Geiſt , oder ein Luftkörper *) ticum ) enthalten ,

( Corpus pneuma

welcher in grobe förs

perliche Theile eingekleidet und verſchloſſen ift.

Von dieſem innern Geiſte nimmt alle

Auflöſung und Conſumtion ihren Anfang. Das Gegenmittel iſt Zurückhaltung dieſes Geiſtes. Dieſe Zurückhaltung geſchieht auf zweier. lei Weiſe : fung,

Durch äuſere dichte Verſchlies

oder durch eine freiwillige Zurück

haltung.

*) Beinahe eine Art von ätheriſchen Stör: per.

Man fehe die vorige Note. A.D. U.

Diefe wenn

der

zurückhaltung

wird

Lebensgeiſt ſelbſt

befördert,

nicht

mobil

oder ſcharf iſt, und überdis von der äuſ fern

Luft nicht herausgelockit wird.

giebt alſo zwei dauernde Dinge, das Hars te und das Delichte. den

Lebensgeift

Das Karte zieht

zuſammen ,

ſucht ihn zu mildern,

das Delichte

oder wird nicht ſo

von der äuſern Luft angegriffen .

Denn

die Luft iſt mit dem Waſſer conſubſtanziell, ſo wie die Flamme mit viel

dem

Del.

von der Dauer und Nichtdauer ben

Lebloſen .

Die fältern Pflanzen ſind jährlich, ſters ben ſowohl mit der Wurzel als mit dem Stamm jährlich ab, wie der Lactük, der Weißen und überhaupt alle Getreidearten . Indeſſen dauern einige unter dieſer.Claſſe drei und vier Fabre, s . E. die Viole, beere , Pimpinelle ,

Sauerampfer ,

Erd dahin

gehört der " Boratſch, ( Borago )

und die

Ochſenzungé, (Bugloffa-) ſo ähnlich ſie ein ander ſind, fo ungleich iſt ihre Dauer ; die erſtere Pfanze iſt einjährig , dauert über ein Fahr.

die zweite

Die hißigen Pflanzen dauern meiſtens länger ,' und

zwar

mehrere

Jahre, als :

Drop, Thimian, Meliffe, Majoran,

Wer

muth, Salbey , Gamander ( Chamaedris. ) Der Fenchel hingegen ſtirbt mit dem Sens gel ab, aus.

und ſeine Wurzel ſchlägt wieder Das Haſilienkraut ( Ocimum ) und

der Meiran vertragen ſich nicht rowohl mit dem Winter,

als ,mit dem Alter,

wintern jedoch,

wenn ſie in einem gut vers

wahrten und nicht zu werden .

fie über:

kalten Ort gerezt

Es iſt bekant, daß die Einfaßun

gen von Drop in Gärten , die man des Jah res zweimal beſchneidet, gegen vierzig Jahr bauern .

Sträucher und niedrige Bäume dauern bis fechzig Jahr,

imanche darunter wohl

41 noch einmal ſo lange.

Der Weinſtock kann

fich rechzig Fahr erhalten , und trägt noch Eben ſo alt wird der Kosmas

im Alter.

rin , wenn er in guten Boden ſteht.

Afan ,

tus und Efeu dauern über hundert Jahr, Das Alter des Brombeerftrauches ( Rubi ) läßt fich nicht genau beſtimmen , weil er reine deſte zur Erde 'niederbeugt und neue Wurzeln

fchlägt, ſo daß man den alten

Stamm nicht leicht unterſcheiden kann. Unter den hochſtämmigen Bäumen reichen das

höchſte Alter die

( Ilex ) der Maulbeerbaum

Stecheiche

( Ornus ) die

ülme, Buche, Kaſtanie, forbeerbaum , der Feigenbaum , Lotusbaum, gute Delbaum, baum .

der wilde und

die Palme, der Maulbeer

Einige darunter erreichen ein Al

ter von achthundert, die jüngſten von zwei hundeet Jahren. Die

duftenden

werden nicht ſo alt,

und : harzigen Bäume ob ſie gleich in Anſea

hung ihrer Materie und ihres Holzes fer

$ fter ftud, als jene, z . E. die Cypreffe, Lana Fichte,

Wachholderbaum .

Buchsbaum ,

unterſtüzt von

Die Zeber hingegen

ihrer

Größe kommt jenen faſt an Alter gleich. Die Erche,

welche ſehr ſchnell wächſt,

freicht hundert Jahr, und etwas darüber ; eben ſo alt wird auch zuweilen der Ahorn , der Meblbeerbaum

nicht

( Sorbus ; )

lange dauert die Papel, die Linde, die Weis de, und der ägiptiſche Feigenbaum

( Syco

morus . ) Aepfel, Birnen , Pflaumen , Pfiirſchchen , Granaten ,

Mispeln ,

Zitronen ,

Holzchen (Cornus) erreichen 50

Kirſchen , bis 60

Zahr, beſonders wenn man das Moos das von bisweilen abpußt.

Im Allgemeinen findet man, unter übris gens gleichen Umſtänden, zwiſchen der Grör ße der Bäume und ihrem Alter , ein gewiſ: Pes Verhältniß,

desgleichen auch in Anſes

hung der Härte ihrer Materie.

Gewöhne

lich werden die Eicheln - und Nüffetragenden

43 Bäume älter , als die Frucht- und Beeren: werden auch gewöhnlich

tragenden . diejenigen

deren

Bäume älter,

langſam und ſpät reifen ,

Früchte

deren kaub langs

fam hervorkommt und ſpäter wider ab : fällt,

-1

die Bäume im -Wälde älter als die

in den Gärten ,

auch die faure Früchtetra

als die mit füßen .

genden älter,

Bemerkungen . Sehr treffend

benierkt

Ariftoteles

den Unterſchied zwiſchen Pflanzen und Thles

ren in Rückficht ihrer Ernährung und Wies

dererneuerung . Anſehung

Thieriſche Körper find in

ihres Wachsthums

Berneuerung ( renovatio) in

und

ihrer

gewiffe Grän .

gen eingeſchloffent . Haben ſie ihre beſtimm te Größe erreicht; ſo dauern fie fort fich gleich bleibend, ohne daß neue Theile hin : zukommen,

außer Haare und Nägel, die

als Auswürfe anzuſehen ſind.

Folglid

müſſen die Säfte der Thiere früher peral

44 ten .

Die Pflanzen hingegen

Zeit zu Zeit neue Äſte neues Laub und

treiben son

und Sprößlinge,

Früchte ,' folglich

neue

Sheile hervor .

Da das, was grünt und

fortwächſt ,

Nahrung ſtärker an fich

die

zieht, als was zu verdorren anfängt ; wird der Stamm felbſt,

indem durch ihn

die Mahrung zu den aften geht, dadurch immer wieder von neuem erquickt und ers friſcht.

Am deutlichſten fieht man dieß,

welches zwar Ariftoteles nicht bemerkt hat, an dein Kuppen und Beſchneiden der Hecken und Bäume, welches denStamın ſelbſt ſtärkt und ſeine Fortdauer verlängert.

Bertrocknung; trocknung,

Verhütung

der Aus

und Erneuerung des

Ausgetrockneten.

Heftiges Feuer und Wärme

trocknet ei

nige Körper, ſchmilzt andere ; dadurch wird ber teim hart, das Wachs weich.

Alles

45 die Wirkung eines und

deffelben Feuers !

Auch Körper, welche das Feuer ſchmilzt, macht ein heftiger Grad deſſelben troden. Gold ausgenommen ,

verlieren die Metalle

nach Abgang ihrer volatilen Theile von iha rem

Gewicht, und werden

biegſam .

Dele

und Fette werden in heftigen Feuer trocken , und mit einer Kinde überzogen . ſche Luft trocknet, fend .

Die fria

macht aber nicht flies

Das Alter trocknet am meiſten aus ,;

ob gleich langſam . Ade Körper werden mit den Faren dürr, Fäulniſ angreift.

wenn ſie nicht die Das Alter thut das

nicht von ſich ſelbſt als Zeitmaaß, fondern das ift die Wirkung des innern Werens der Körper.

Die Kältetrocknet vor allem ,

indem ſie zuſammenzieht.

Da wir aber

die größte Wärme , in dem

Feuer befiben ,

von der Kälte aber nur einen ſehr ſchwa chen Grad haben, der fich in der Winters luft in Eis und Schnee befindet, fo find Körper, welche durch die Kälte vertrocknet

46 leicht herzuſtellen . *)

So ſehen

Oberfläche der Erde

durch die

Märgwinde mehr austrocknen ,

als durch

Werdert, wir

die

Sonne, da der Wind die Feuchtigkeit

aufleckt, und Kälte bringt. Der Rauch trodnet.

Daber werden

Räucherungen aus Olibaum,

oder Aloes:

bolz und dergl. in fatarren angewendet. Salz troknet in etwas

längerer Zeit,

nicht nur die Oberfläche, ſondern auch bis in die Mitte, wie bey eingeſalznen Fleiſch und Sifchen, welche durch das Salzen auch innerlich bertwerden . Die erhizenden Gummen auf die Haut gebracht, trocknen und pichen die Haut zu: fammen .

Eben das thun auch einige zu

fammenziehende Wäffer,

* ) Durch Wärme oder Hike können wir leich 4 ter einen Körper zerffören, zerfeben , itt Feine Beſiandtheile auflöſen, als durch den Orad der salte, den wir befißen . #. d. 21.

Der ſtarke Weingeift trocknet wie das Feuer, ſo daß er Brod aysdörret. Pulver trocknen durch Ausſaugen der Feuchtigkeit, wie die Schwämme. Man hat in einigen Gegenden des öfte lichen Deutſchlands unterirdiſche Kornfama mern angelegt,

wo Weizen und andre Ges

treidearten in Höhlen unter der Erde mit Stroh bis zu einer gewiffen Höhe bedeckt, aufbewahrt werden. Das Stroh zieht die Feuchtigkeit in der Vermittelt dieſer Sorgs

Grube an ſich.

falt wird das Getreide gegen zwanzig ober dreißig Fahr nicht nur vor der Fäulniß ge fchüzt, rondern friſch und zum Broobacker tauglich erhalten .

Auch ſou dieſes Ber:

fahren in Cappadocien und Thracien und in einigen Gegenden Spaniens gewefen renn.

gewöhnlich

Man legt die Kornkams

mern ſehr ſchicklich auf den Bödert an mit Fenſtern gegen Morgen und Mitternacht ; bringt auch oben und unten zwei fuftlöcher

an , durch welche die Sonne hineinſcheint, das obere dient dazu , daß der Staub in

Ueber einige Tage wird

die Höhe ſteigt:

das Getreide umgerührt .

Durch dieſe Ans

ftalten wird die Fäulniß abgehalten,

das

Korn bleibt, friſch, vertrocknet nicht.ro ges

die Urſache iſt,

ſchwiude,

Begdünften der wäfs

geben , daß nach dem ſerigten

wie oben anges

Feuchtigkeit , welches durch Luft

zug und Bewegung befördert wird,

das

welches

ſonſt

Deligte

aufbewahrt wird,

mit dem Wäſſerigten zugleich verflogen wäs re .

Auf manchen Gebürgen wo eine reine

Luft herrſcht , halten

fich

die Leichname

viele Lage lang friſch . Einige

Früchte,

Granaten , Zitronen ,

Alepfel, Birnen, auch Blumen , Roren , lie lien laſſen ſich in ironen verſchloffenen Ges fäßen lange aufbewahren .

Am beften ifts,

wenn man ſie in wohl verſchloffenen Gefä Be in die Erde vergräbt, oder unters War fer bringt, es muß,aber in einen

ſtehenden

TE !

Waſſer oder Cyſterne geſchehen ; jedoch be dient man ſich dann lieber der Gläſer als Ueberhaupt

wird

das,

was man in Gruben unter der Erde,

oder

irdener Gefäße.

tief unters. Waffer

verbirgt,

länger friſch

bleiben , als über der Erde. :) Hepfel, Caſtanien, Müfte erhielten ſich in Eisgruben , oder in den Schneegruben der Gebürgsthäler viele Monate lang unter dem Schnee To friſch und ſchön, als wären

7 fie erſt abgepflückt' worden.

5 Die Landleute erhalten den Wein zu Der Ge

ganzeu Trauben unter Mehl.

I ſchmack verliert zwar pabei, aber die Trauz

Die

Gär

tern Früchte werden außer in Mehl,

auch

ben bleiben raftig und friſch.

in Sägeſpähnen , oder in einen

Haufen

Korn lange aufbewahrt. * ) Daher pflegt man zuweilen im Striege Das Zinn in einen Brunnen zu verſenken . D

50 Man glaube,

daß Körper in Flüſſig :

keiten ihrer Art, fich fehr lange friſch ers halten, z . E. Weintrauben in Wein,

plis

ven in Del sc . Granatäpfel wenig in Salz dann

und Quitten werden ein oder Seewaſſer getaucht,

berausgezogen ,

und an der freien

Luft und zwar im Schatten getrocknet.

Auch kann man Früchte lange aufber wahren, wenn man ſie in Wein oder Moſt li

beſonders in Honig und Weingeiſt, uud vor allen wie man ſagt, bend aufhängt.

in Queffilber fchwes

Ein Ueberzug von Wachs,

Pech , Gips, Teig und dergl.

erhält die

Srüchte länger friſch .

Bemerkungen . Die

Fäulniß und Vertroknung fängt

bei den Vegetabilien,

wenn man fie som

Stocke abgeriffen hat, nicht von allen Sei ten gleich an ; fondern an dem dem ſie

Theile, mit

ſonſt die Nahrung an ſich zogen .

Daher rathen manche, um die Früchte za erhalten ,

den Stil mit Wachs oder mit

Gerfloffenen Pech zu überziehen . Starke . Dachten verzehren das Del und Inſchlite

in kürzerer Zeit,

Die Flamme brennt in Gemach langſamer,

nen fuft.

als ſchwache.

einen

verſchlofies

als in der freien

Daher die lampen in unterirdiſchen

Grüften

ſich lange glimmend erhalten ſols

len . Bäume, die Wurzel nicht ſo alt,

bei denen man jährlich die Erde aufiockert,

werden

als wenn man dieſes aller

fünf oder zehn Jahre thut. *).

Auch trägt

* ) Durch das aujuöftere Umgraben wird der Lebenstrieb der Pflanze auzulebhaft und dadurch die Kunſumtion des Pflanzenles bens beſchleinigt ; geſchieht es feltner, ſo wird diere Thätigkeit Stätigkeit des Lebenstriebes

in einen mäßigen der Fortdauer günſtigen Grade erregt . Dieſe Anmerkung verdient eine weitere Anwendung.

es zur längeren Erhaltung bei,

wenn man

die Sprößlinge und Aefte abbricht.

Das

Düngen hingegen mit Dünger ' oder Freide macht die Bäume

zwar fruchtbar,

aber

verkürzt ihre Dauer.

Erneuerung des Ausgetrockneten.

Davon

können nur wenige Benſpiele

angeführt werden .

Die Weidenruthen , de

ren man ſich zum Anbinden der Bäume bes dient,

werden im Waſſer biegſam , das

ausgetrocknete

ſpröde Leder,

wird

durch

Beſchmieren mit Del und Fettigkeiten mild. Uralte Bäume, die lange unbeweglich ge ftanden haben ,

werden von

neuem

ver

he jüngt ,

treiben wieder neue Veſte hervor,

wenn man die Erde um ihre Wurzel auf lockert.

Alte ganz von der Arbeit abges

mergelte Pflugochfen werden wieder

fett,

und bekommen ein partes junges Fleiſch , welches

Telbft von Geſchmack den jungen

! Ochren gleich kommt,

wenn fie auf fette

53 friſche Weide geführt werden.

Leute,

die

nach einer ſtrengen Diät von Qvajat, Zwies back und dergl . deren man ſich bei veneris ſchen Krankheiten oder bei veralteten Kas tharrhen

bedienen pflegt,

äuferſt ma :

t ger geworden ſind,

fieht man nach Vers

trocknung aller Säfte, wenn ſie fich zu er holen anfangen , weit blühender und 'ver jüngter .

Ich

Krankheiten,

glaube,

daß

abzehrende

wenn ſie gut behandelt wer

den, vielen das Leben verlängern.

über die Lebensdauer der Thiere. über

die

Lebensdauer

der

Thiere

hát man zu wenig zuverläßige Bemerkurs gen, und viele fabelhafte Tradizionen . Bei

den zahmen Thieren wird

die Lebensdauer

durch eine abweichende Lebensweiſe geſtört, bei den wilden durch den Einfluß der Wits terung verfürzt. den

dazu

Auch kann man aus

beitragenden

piel für dieſe

Umſtänden

Unterſuchung nehmen ,

nicht als

min

die Maſſe des Körpers,

die Zeit des Trat

gens im Mutterleibe, die Zahl der Jungen, Zeit des Wachsthums 2€ .

Dieſe Neben

umſtände ſind verwickelt, treffen manchmal zuſammen , und find manchmal pon einana der getrennet.

Der Menfch lebt, wenige ausgenoma men,

unter

allen Thieren

längſten

Die Nebenumſtände verhalten fich bei dem felben ziemlich gleich,

als Statur und bes:

trächtliche Größe, das neunmontliche Eras gen iin Mutterleibe, meiſt eine einzelne Ges burt, das Reifwerden im vierzehnten Zahre, das Wachren bis zum zwanzigſten.

Der +

Elephant wird nach glaubwürdigen Nach richten älter als ein Menſch .

Das Elea

phantenweibchen ſoll zwei Jahre tragen ; * ) * ) radi neuern Beobachtungen trägt es 113 Tage und wird über 20 vielleicht über 30 Jahre alt .

A. 6. u.

er wächſt bis ins dreißigſte Fahr, ' hat die ftärkſten Zähne,

das fältefte

Blut,

und

roul bis gegen zweihundert Jahr alt iwers Der Bär trägt kaum vierzig Tage . * )

den .

Zeichen eines

Ein

kurzen

Lebens !

Der

Fuchs hat viel günſtige Umſtände zu einen langen Leben , er hat eine ſehr gute Decker iſt ein Fleiſchfreffendes Thier, lebt in Höhs len ;

doch weiß man nicht, daß er lange

lebt. Er gehört zuverläßig unter das Hundes geſchlecht, welches von kurzer lebensbauer

ift. Das Kameel lebt gewöhnlich funfzig, bisweilen hundert Jahr.

Das Pferd erreicht ein mitleres Alter, kanm bis vierzig Jahr, zwanzig. ſeines

gewöhnlich nur

Wahrſcheinlich liegt die Schuld

kurzen Lebens an

den

Menſchen .

Dennoch wächſt das Pferd bis ins fechſte, und zeugt noch im Alter.

*) Ift ein Zaht trächtig.

Die Stutte iſt

länger als neun Monate trächtig , felten

mehr als

wirft

Der Erel

ein füllen .

kommt hierinn dem Pferde gleich , der Maul Von den lans

efel wird älter als beide .

gen Leben der Hirſche erzählt man viel, aber meift unbeftiintes .

Es iſt nicht wahr 1

ſcheinlich, daß die Hirſche alt werden, da fie ſchon mit fünf Jahren

ausgewachſen

find * ) und bald darauf wächſt ihre Geweis welches fie alljährlich ablegen , und

he,

wieder bekommen , dichter an der Stirn zus ſammen und bekommt weniger Heſte.

LI 1

Der Hund

wird nicht über

zwanzig

46 Fahr, ſelbſt nicht oft vierzehn : hißigſten Thiere,

eines der

welches nicht regelmäßig

lebt, fich entweder ſehr viel und ſehr heftig bewegt,

oder viel ſchläft,

wirft viel Funge ,

Die Hündin

und trägt neun Wo:

chen .

*) Der Hirſch lebt etlide vierzig Jahr.

Der Stier lebt rehr kurz, in Rückficht feiuer Größe und Stärke, Fahr ger,

Der Ochre lebt indeß etwas läne wie die Kuh ;

nur Ein Kalb,

Monate. * )

Fettwerden

etian rechzehn

die Kuh wirft meiſt

und trägt ohngefähr rechs

Ein faules, fleiſchichtes zum geneigtes Dhier,

welches blos

von Pflanzen lebt. Das Schaf wird felten zehn Jahr, ** )

1 ungeachtet feiner mittlern Größe und gu ten Bedeckung, und beſonders da man die wenigſte Galle bei ihnen findet, und es unter allen Thieren das frauſigſte Kopf haar hat.

Denn kein Thier hat ſo gerina

gelt Haare wie die Wolle .

Der Widder ift erſt im britten Fahr gur Zeugung tüchtig , und bleibt es bis ins achte. Das kamm wirft zeitlebens. Schaf iſt ein kränkliches Geſchöpf,

Das und ers

* ) gegen 10 Monate. ** ) aud wohl 15 oder 16 Fahr .

58 reicht nicht leicht ſein beſtimtes Alter. Die Ziege erreicht

gleiches

Alter,

als

das

Schaf, und iſt ihm im übrigen ziemlich nur daß fie lebhafter ift, und

ähnlich ,

etwas Feſter Fleiſch hat , älter werden ſollte,

dahen ſie auch

iſt aber weit hiziger,

und lebt darum fürzer . Das

Schwein

erreicht

bisweilen in

unſrer Gegend funfzehn auch weniger Jah re.

Die Kaße wird rechs bis zehn Jahr

alt,

ein lebhaftes Chier von ſcharfem Ges

blüte,

der Saame des männlichen erregt

nach dem

Atian

Breinen .

Daher glaubt man, die Stage

empfange

mit

ſehr glücklich ;

beim

Schmerzen,

weiblichen

und

fie iſt gefräßig,

ein

gebähre und ver

rohluckt die Speiſen mehr, als ſie zu kauen. Haaſen und Saninchen erreichen kaum ſieben Jahre.

-59 Die Vögel ſtehen an körperlicher Grös Be denen vierfüßigen Dhieren weit niach . Wie klein iſt der Adler und der Schwan gegen den Ochſen , oder gegen das Pferd ; der Strauß gegen den Elephanten . Bogel hat eine ſehr gute Bedeckung ;

Der die

Federn übertreffen durch das feſte Anliegen an den Körper, alle wolligte und haarigte Bekleidung , Zunge,

Die Vögel

gebühren

viel

die außerhalb ihres Körpers aus

Eiern koinmen , ' folglich

iſt die Nahrung

des Fötus reichlicher und ungeſtörter ;

fie

zermalmen ihre Nahrung wenig oder gar nicht,

man

findet

ſie oft ganz in ihren

Kropfe ; doch zerbrechen fie die Nüffe, und picken den Stern heraus. gut verbauen ;

Sie ſollen rehr

ihre Bewegung iſt eine Zus

fammenſeßung von Bewegung und Schweben .

der Glieder

Die geſündeſte

körperli

che Uebung ! *) Ariftoteles beinerkt von

*) Sie kommt den barum fo nüßlichen , ges funden Schwimmen gleich .

der Fortpflanzung der Vögel, daß bei ih. nen

männliche

der

Zeugung beitrage,

Saame weniger zur als bei andern Chica

ren, und daß er vielmehr das weibliche En befruchte,

als den Stoff zur Bildung hers

Daher ſich auch befruchtete Ener

gäbe.

von ben tauben bei den meiſten nicht leicht unterſcheiden laffen . Faft alle Vögel erreichen die ihnen bes ftimmte Größe im nachher.

erſten Jahre, oder bald

Man kann bei einigen derſelben

die Fahre nach den Federn, und bei andern nach dem Schnabel berechnen .

Zwiſchen

ihren Alter und ihrer Größe aber

findet

kein Verhältniß ſtatt. * )

Der Udler fou rehr ålt werden.

Man

hält es für ein Zeichen ſeines langen les bens,

daß er feinen Schnabet

erneuert,

* ) Ueberhaupt kann man tein ficheres Vers hältniſ zwiſchen dem Alter und der Grö ße der Thiere annehmen.

und fich daher wieder verjüngt, woher das Sprüchwort

entſtanden :

wie ein . Adler. )

fich

verjüngen

Wahrſcheinlich wird

Schnabel nicht deswegen verändert, er fich verjüngt,

fein weil

fondern die Erneuerung

ſeines Schnabels verurſacht ſeine Berjün gang, denn wenn der Schnabel zu groß gewachren iſt, ro hindert er ihn am Freffen .

Von dem Geier glaubt man , er werde rechzig

bis . hundert

Jahr alt. * )

Die

Raubvögel, fo wie das Fleiſchfreffende Vö gelgeſchlecht,

gelangen

34 einem längeren

leben. Von dem natürlichen Alter des Has

bichts weiß man nichts gewifes . den Vögeln dieſer Art, fern

Unter

die man in Säus

aufzog, lebten einige dreißig Jahr,

und von

denen im Walde

einige

gegen

vierzig. Der Rabe roll ebenfalls alt werden, und zuweiler hundert Jahr erreichen .

* ) Gufeland 9. 4. D. S. 71 .

Ein

fleiſchfreſſender Vogel, fliegt, mehr figt hat.

der nicht To viel

und ſehr ſchwarzes Fleiſch

Die Krähe hingegen, ihm , auſer an

Stimme und Größer ähnlich, ganz ſo alt,

wird nicht

gehört aber doch unter die

Langelebenden . Der Schwan wird ganz bis hundert Jahr alt.

getdiß rechzig

Er hat die meiften

Federn, lebt von Fiſchen und iſt in beſtän ;;

diger Bewegung. Die Ganß lebt ebenfalls lange,

ob fie

fich gleich von Pfangenfpeiſen nährt, vor: Mehmlich die wilde Ganß, daher das deut: fche Sprüchwort ; er iſt älter als eine wil: de Ganß. * ) *

Der Storch ſollte ſehr alt werden , ivenn

jene alte Bemerkung richtig iſto

daß nie:

mals Störche nach Teben kamen, feit dieſe Stadt 'erobert wurde. Bermieden ,

ſo mußten

Wenn fie alſo dieß fie mehr als ein

* ) Magis senex , quam anser nivalis.

hundertjahriges Gedächtniß

haben ,

oder

die Alten lehrten ihren Jungen dieſe Ges ſchichte.

Doch dieß klingt alles fabelhaft.

Der Specht ſoll bis gegen ſechzig Jahr alt werden .

Er frißt faſt alle Arten von

Speiſen, verändert zuweilen ſeinen Schna: bel. zwanzig Jahr.

Der Pfau lebt gegen

Der Haushahn ,' ein lebhafter, ſtreita ſüchtiger geiler Vogel,

ſein Fleiſch iſt rehe

weiß, lebt kurze Zeit.

Der Lürkiſche oder

Indiſche Hahn, ein zorniger Vogel,

von

weißem Fleiſch, lebt nicht viel länger.

Die wilden Sauben gehören unter die fangelebenden,

funfzigſte Jahr.

erreichen

zuweilen - das

Die zahmen Zauben und

Curteltauben hingegen ,

leben etwa . acht

Jahr. Fafanen ſechzehn

und

Rebhüner

Jahr alt werden .

viel Junge .

Fönnen

bis

Sie brüten

64 Unter den kleinen Vögeln ſoll die Am fel am längſten leben .

Der Sperling wird am wenigſten alt, woran die Salacität der Mänchen Schuld ſoll.

reyn

Die Diſtelfinke aber,

welche

1 nicht größer iſt als er, trift man von zwan Jahren .

zig

nichts gewiffes .

Vom

Staare

Die

man

weiß in

man

Häuſern

hielt, lebten nicht lange.

Von der Lebensdauer der Fiſche weiß man nicht ſo viel geiviffes,

als

von den

Landthieren , da fie ben ihrem Aufenthalt im Waſſer nicht ſo beobachtet werden kön Die meiſten derſelben athmen nicht,

nen .

daher iſt ihr Lebensgeift mehr eingeſchloß fen. * )

Da ſie im Waſſer leben ,

ſind ſie

* ) Die Schwimmblaje ( vefica aerea ) konnte dem Verfaffer nicht bekannt feyn .

Sie

können dadurch die eigne Schwere ihres Körpers vergrößern und vermindern, in

65 von der durch die äuſere Luft entſtehenden Vertrocknung

:27

und Depräðation

befreit.

Sie haben ein febr kaltes Blut ; manche derſelben

find

verſchonen

fehr gefräßig,

felbſt ihre eigene Gattung nicht.

Sie ha

ben ein weiches und nicht ſo "zähes Fleiſch als die Landthiere, werden aber fetter ; bes

Berhältniß gegen das Waffer. Dieſes ge? fchieht, indem ſie die in derſelben enthal tene Luft burd die Bauchmuskeln zuſam . men , oder aus der Blaſe Brücken , störper verkleinern ,

ihren

und im Verhältniſ

gegen das Waſſer ſchwerer machen , und

El folglich leicht nach der Tiefe ſchwimmen

-1

können .

Läßt die Wirkung der Bauch :

muskeln nach, ſo wird die Schwimmblafe wieder zu ihrer natürlichen Größe ausges dehnet, und der Körper größer und leich: ter gemacht, ſo, daß der Fiſch leicht in die Höhe ſchwimmen kann .

Einige Fiſcher

als die Schollen , haben keine Schwimm blaſe .

A. 0. 11 . E

ſonders aus den Walfiſchen bekommt man eine ungeheure Menge Del. Die Zahr

Delphinen

leben ;

ſollen

gegen dreißig

wie ein Verſuch

ausweiſt,

da man einigen, die man gefangen hatte, i die

Schwänze abhackte.

gehn Jahr zum Wachſen .

Sie

brauchen

Sonderbar iſts ,

was man an Fiſchen will bemerkt haben, daß ihre Körper im zahren

ſchwinden ,

Alter, nach einigen wobei aber Kopf uno

Schwanz feine vorige Größe behält.

den Fiſchhältern der Römiſchen Kaiſer fand man Muränen , die ſechzig Jahr alt waren . vertraut, daß

Man wurde mit ihnen ſo der Redner Craffus über

den Tod eis

ner derfelben Tränen vergoß. Der - Hecht lebt am längſten unter den Firchen in füßen Waſſer, vierzig Jahre, * )

zuweilen gegen

iſt gefräßig,

trocknes und feftes Fleiſch . * ) wohl auf 150 Bar,

und hat

67 18.

Karpfen ( Abramus ). Schleien , ( Tin

cra ) Aale, rollen nicht über zehn Jahr alt werden .

Salmen

wachſen ſchnell,

und

werden nicht alt, ſo auch die Forelle ( Tru

ta.. )

Der Barſch ( Perca ) wächſt langa

ſam und lebt länger . Das Krokodill, ſagt man, werde rehr Der

alt

Zeitraum

iſt ſehr groß,

reines Wachsthums

ſo daß man glaubt, es

rei

dieß das einzige Thier, welches fortwächſt, ſo lange es lebt

0 Bemerkungen.

Es iſt dywer,

eine gewiſſe Regel der

Lebensdauer bei den Thieren aufzufinden . Man hat hierüber noch zu wenig Beobacha tungen , und die Urſachen ſind zu verwit felt.

Ich will nur das Wenige bemerken .

man

findet mehr langelebende unter

dem Vögelgeſchlecht , als unter den vier füßigen Thieren ,

z. E.

der Adler ,

der

}

Geier,

Rabe, Pelikan,

Ganti

Schwan ,

Krähe,

Specht, wilde Taube sc .

geachtet fie binnen einem Jahre völlig aus : 1 gewachſen ,

und kleiner

ſind

als jene.

Die Vögel ſind gegen die Witterung am beſter bedeckt;

ſie halten ſich meiſtens in

freier Luft auf,

fie gleichen darinn den Bes

wohnern einer Geſundquelle, falls ſehr alt werden .

welche eben

Hierzu kommt ih

re Art fich zu bewegen , welche das Mittel zwiſchen

Schweben

Clieder,

weniger

lich heillfam ift.

Bewegung

und

ermüdend und

der

vorzüga

Der Fötus leider nicht

von dem Druck bei der Geburt und dem Mangel Vor

Nahrung

allen andern iſt

in die

Mutterleibe . Haupturſache

ihres langen Lebens, daß die Mutter mehr als

der Vater an der

Geſchöpfe Antheil hat.

Entſtehung dieſer Daher fie nicht ſo

ſcharfes und hißiges Geblüt haben.

Man kann annehmen ,

daß Geſchöpfe,

zu deren Hervorbringung die Mutter mehe

69 Als der Vater

beigetragen hat, auf ein

längeres Leben Anſpruch

machen

können,

welches der Fall bei den Vögeln iſt, ſo auch diejenigen,

die länger von der Mutter ge

tragen werden , indem fie mehr von dem Weſen, der Mutter, als von

väterlichen

Saamen zu ihrer Bildung bekommen ha ben , ja man kann vermuthen , daß Kinder, welche der Mutter am hen,

meiſten ähnlich res

ein höheres Alter erreichen , wie ich

felbft die

Bemerkung an einigen gemacht

habe ; *)

ingleichen werden Kinder von al

* ). Dieſe Beobachtung

gewinnt

noch mehr

Wahrſcheinlichkeit durch eine andere Beobs achtung des berühmten Cutten

( über die

Erblichkeit der Scrofein ; er Bemerkt, daß in Familien , wo viele Stinder ſind, und wo. gewöhnlicher Weiſe einige unter ihnen eiz nem Theil der Ältern , die andern aber bem

andern in Rücficht auf förperliche

Conftitution ähnlich ſind, auch wenn nur eins von beyder Ältern an Scrofeln litt,

70 ten Vätern mit jungen Müttern erzeugt, vorausgerezt, daß die Väter geſund waren, gemeiniglich alt.

Die Wefen leiden bei ih.

rer Entſtehung am meiſten von günſtigen und widrigen Einflüſſen .

Daher trägt der

mindere Druck und die ungehinderte Nah . rung des Fötus in der Gebärmutter viel bei

zur Verlängerung des Lebens, *) gewöhnlich nur die Stinber,

welche dem

fcrofulören Vater, oder Mutter am ähtt lichften

find,

von dieſem Übel befallen

werden, hingegen die übrigent Studer , die die mit demjenigen von Ältern, das keine fcrofulöfe Schärfe bei fich hat, die größte Ühnlichkeit haben , auch gänzlich frei blei Ben. ( Anfangsgründe der praktiſchen Arts neiwiffenfdjaft, a. d. Engl. 1784. 1 h $. 191' X. A. d . u.

* ) Dieſe Bemerkung gießt einen neuen Beis trag zu dem Beweiſe von der Schädlich 1 keit der Schnürbrüfte, beſonders bei Schwangern . Der daðurd verurſadite

71 auch, wenn die Jungen nach und nach hers vorkommen,

den

wie bei

Vögeln ,

oder

wenn nur Ein Junges zur Welt kommt, wie bei den Shieren,

die nur Ein Zunges

bringen . Die längere Zeit, während der das Kind in dem Leibe der Mutter getragen

wird,

wirkt auf folgende Weiſe zur Verlängerung des Lebens mit.

Der fötus erhält

mehr von dem Weſen der Mutter, kommt ausgebildeter zur Welt,

2) er

3 ) er wird

11 nicht ſo früh von dem verzehrenden Einfluß der

Luft angegriffen .

Hier machen die

Perioden des menſchlichen Lebens größere Umkreiſe.

Es iſt zwar wahr, daß Kinder

beſtändige Druck auf den unterleib , ift an

1 der geſtörten Ernährung des Kindes und an feiner daherrührenden Schwädlichkeit fchuld, welche die erſte Anlage zu Verfür zung des Lebens ift.

Nütter, wenii

werdet ihr dem Winke der Natur folgen ! A. 0.

72 und Schaafe, welche fechs Monate getra: gen werden , fürzere Zeit leben ; allein dieß hängt von andern Urſachen ab , Bloß von Vegetabilien

fich

nährende

Thiere leben kurze Zeit ; länger die Fleiſch freffenden ,

oder die fich von Gefäme und

Die Ra: Früchten nähren, als die Vögel. gleichſam ihr ben werden auch alt, - die halbes Futter erſtehlen .

Die Ganß fin

det, außer den Pflanzen, auch im Waſſer etwas zu ihrer Nahrung .

Auch die Bebeckung des Körpers bat 1 Einfluß auf die Lebensdauer ; ſie hält die Wirkung der veränderlichen Witterung son dem Körper ab,

welche ganz

ſchwächend und verberblich iſt.

vorzüglich Dieß gilt

beſonders von dem Vögelgeſchlecht. leben die Schaafe,

guten Bedeckung, nicht lange ; Urſache Thieres, nahrung .

liegt in

Zwar

ungeachtet ihrer ſehr

den

allein die

Krankheiten dieſes

und in ſeiner einigen Pflanzen:

1 73

Der Hauptſitz der Lebensgeiſter iſt ohn : ſtreitig im Gehirn ;

ſie wirken ganz beſonte

ders ausſaugend und konſumirend auf den Körper.

Es läßt fich vermuthen , daß der

ren überfluß,

oder Hiße und Schärfe vor

nehmlich das Leben verkürze.

Auch dünkt

es mir eine der erſten Urſachen der langen Lebensdauer der Vögel zu ſeyn , Köpfe im find.

daß iher

Verhältniß des Körpers ſo klein

So iſt das Leben der Menſchen vera

hältniſmäßig kürzer, da er ein ſehr großes Gehirn hat. *)

Das Schweben und Tragen dient vor allen

Arten

der

Dauer des Lebens.

Bewegung zur

langen

So werden die Waf

ſerbögel, der Schwane

und andere Vögel

im Fluge getragen ; wobei zugleich eine mit einiger Anſtrengung verbundene Bewegung *) Dieß hat Sömmering bewieſen . ( S. Hallers Grundriß der Phifiologie von Söm mering und Redel, Berlin 1788. ) 9. d . y.

74 hinzukommt.

So auch die Fiſche, von de:

ren Lebenslänge wir noch wenig wiſſen. 9.

Ein längeres Dafenn genießen

gen Geſchöpfen , welche in

diejenis

einer längern

Zeit zu ihrer Ausbildung gelangen . : meine hier nicht das

Auswachfen

Ich

allein ,

fondern alle andere Fortſchritte zur Reife; wie z. E. bei dein Menſchen erſt die Zähne dann der Bart 2c. hervorbrechen .

Hier

iſt der Kreislauf des Lebens durch größere Zirkel bezeichnet. .

Die ſanfteren Thiere leben nicht lange, 3. E. das Schaaf, die Laube .

Die Gate

dient bei vielen körperlichen Verrichtungen als Reizmittel.:

Thiere, deren Fleiſch mehr ins ſchwärzs . lidhe fällt, leben länger, als die von weis Bem Fleiſche. Die dunklere Farbe des Fleis Town of**

ſches, zeigt mehr Conſiſtens der Säfte an. Bei allem , was der Zerſtörung unters worfen iſt,

kommt in Rückſicht auf die Ers

haltung des Ganzen viel auf die Quanti

75 tät des Stoffs an.

braucht längere Zeit, ehe es verlöſcht ; ein : wenig

Wafer

bald .

verdünſtet

Der

Stamm ,verborret nicht ſo geſchwind, ein einzelner Zweig.

als

Daher fönnen,

feuer

Ein großes

es iſt hier die Rede von ganzen Gattungent, nicht von Individuen , ßen Körpern,

Thiere von gros

länger fortdauern,

als die

von kleinen Körperchen , wofern nicht eine andre wichtige Urſache dagegen iſt.

über die Ernährung.

Ein Nahrungsmittel, muß im Verhälts niß auf das zu nährende geringer und vor einfacherer Subſtanz feyn .

Pflanzen werden von der Erde und von bein Waſſer genährt, Thiere von Pflanzen , Menſchen von Thieren .

Es giebt Fleiſche

freffende Thiere , fo wie der Menſch ſelbſt fich

zum Theil von Fleiſchſpeiſen nährt.

Menſchen und Fleiſchfreffende Thiere wera,

76 den von Pflanzenſpeiſen

fehr richlecht ge:

Sie könnten vielleicht von ge

nährt . * )

tochten , und am Feuer zubereiteten Früch . ten und Gefäme, mit vielen Vortheil les ben , aber gewiß nicht von Pflanzenblät:

tern,

Die zu nahe Verwandſchaft oder ſube ſtanzielle Gleichheit dem Genährten,

*) Die

des Nährenden

mit

ſcheinet nicht der Natur

natürliche

Beftimmung

der Nabs

rungsmittel erhellet fchon aus dem Bau der Zähne. Die Grasfreffenden Thiere find bloß mit Scheidezähnen ; die Fleiſd : freffenden mit Hunds- oder Eckzähnen, und die Körnerfreffenden mit Badjähnen verſehen ,

Der Menſch ift mit allen brei

Arten von Zähnen Begabt ; ein Umſtand, woraus fic fchließen läßt,

daß ihm der

Genuß aus dem Thier- und Pflanzenrei che freifehet. ( Lietaud's Zergliederungs kunſt, Leip. 1782. B. a S. 111 . 4. d . u.

thi

77 gemäß zu feyn , hieraus laffen fich keine Schlußfolgen ziehen .

Thiere, welche ein

gig von Pflanzen leben, ſpeiſen unberührt.

laſſen die Fleiſch

Uuch unter den Fleiſchs

freſſenden genießen ſehr wenige Fleiſch von ihrer eignen Gattung. Menſchenfreſſer nicht

ihrer

ſondern

verfallen

Feinde und Gelüfte.

machen

Die ſogenannten Menſchenfleiſch

gewöhnlichen

Nahrung,

aus Rache gegen ihre

auf Verwöhnung auf dieſes

Ein Acker wird nicht mit Vors

theil mit ſeinem eigenen Korn befäet, auchy pflegt man nicht ein Reiß auf die nämliche Gattung zu pfropfen. * )

1 *) Gerade die Stuffenfolge der Abweichung dieſer nahen Berwandſchaft ſcheint die Stufenfolge der Veredlung und Verbeffe rung der Natur zu fey'n .

Begattung in

ju naher Verwandſchaft bringt eine mindre voukommne Nachkommenſchaft hervor, als die unter fremden

X. 8. U.

78 Je beffer der nährende Stoff zubereitet ift,

und je mehr er dem Wefen des zu er

nährenden gleich kommt, * ) deſto blühender iſt die Pfianze, deſto genährter das Thier. Ein Zweig,

den man in die Erbe fteckt,

fommt nicht ſo gut fort,

als wenn man

ihn auf einen Stamm pfropft,

und wo er ſchon wohl

Natur gemäß, ift, zubereitete gute

der ſeiner

Nahrung

findet.

So,

ſagt man , ſoll der Rübenſaamen , wenn er blos in die Erde geſteckt wird,

bei weiten

fein ſo großes Kraut hervorbringen ,

als

wenn man den Saamen in eine Rübe thut, und ſo

gleichſam

eine

unterirdiſche Ims

pfung an der Wurzel unternimmt .

Man

bat ferner gefunden , daß wenn man Zwei ge von wilden Bäumen ,

als von ulmen,

Eichen, Buchen auf Stämme pfropft, weit größeres Laub hervorkommt, als ohne Im . ohne von derſelben Art zu ſeyn . 41. 6. U.

79 Auch der Menſch wird von

pfung, kochtem

Fleiſch beſſer

gea

genährt, als von

robem.

Thiere bekommen ihre Nahrung durch den Mund, Pflanzen mittelſt der Wurzel, hierin ähnlich

und der thieriſche Fötus, der Pflanze,

mittelft der Nabelſchnur, *)

Bögel eine kurze Zeit aus dem Dotter ih ter Ener, wovon ſich auch, wenn ſie auss gekrochen ſind, etwas in ihren Mägen fin det. Das

Nährende

macht

reine

Bewer

gungen vornehmlich aus dem Mittelpunkt zum Umkreis, oder von innen nach außen . Fedoch iſt hier zu bemerken : Pflanzen wera den mehr durch die Rinde, äuſern

und durch die

Theile, als durch das Mark und

die innern Theile ernährt.

Denn wenn

* ) It bas hohe Alter nicht Rückehr in die Kindheit ? eine wiederholte Vegetation ?

8. D. u.

man ſie rund herum abſchält, ſo gehen ſie ein .

Das Blut in den Adern der Thiere

nährt nicht nur das über ſondern auch das unter denſelben liegende Fleiſch .

Bei der Ernährung geht eine doppelte Berrichtung vor, nehmlich die Ausſtoßung ( Extruſio )

und die Anziehung ;

erfolgt von einer innerlichen ,

die eine

die andere

von einer äuſerlichen Wirkung .

Die Vegetabilien affimiliren ihren Nah

rungsſtoff auf einen einfachen Wege, ohne merfliche Ausleerung .

Denn das Gumi

und der Pflanzenthau find mehr Hervorras gungen,

als Abſonderungen .

Die ſoge

nannten Knorren gehören mehr unter die Krankheiten . * ) Die Subſtanz der Thiere hingegen wirkt mehr in fich ſelbſt, genießt fích mehr ſelbſt.

Daher fie das unbrauch.

bare ausleert und das Beſte aſſimilirt.

* 5 Doch dünften die Pranzen aus,

4. 0. u.

Von den "Stilen der Früchte iſt zu ben merken ,

alle Nahrung , die oftmals

daß

Früchte von beträchtlicher Größe producirt, durch fo enige‫ ܘ‬Wege hindurchbräugen muß, denn niemahls finden tvir die Frucht ohne Stil blos aufder

Der

thieriſche Saame

wenn er friſch iſt,

iſt nur

attein

der Fortpflanzung fäs

hig, da hingegen der Pflanzenſaame lange der Ernährung fähig iſt.

Jedoch kommten

Ableger nicht fort, und ſchlagen nicht aus, wenn man ſie nicht friſch in die Erde rezt; aud vegetiren

die

Wurzeln

nicht

lange,

1. wenn ſie nicht mit Erde bedeckt ſind.

JE Die Stufenfolge der Ernährung

den Thieren iſt dem Alter gemäß.

bet: Das

Kind im Mutterleibe begnügt ſich an den mütterlichen Geburt

Nahrungsſäften ;

bekommt es

Milch ,

nach

der

ſpäther hin

Speiſe und Trank ; und wenn der Menſch

82 zu

Fahren fommt,

will er

feſtere- und

ſchmackhaftere Speiſen. * )

Bei

gegenwärtigen

der

verdient

noch

merkſamkeit,

der ob

Unterſuchung

Umſtand unſre Auf,

beim Menſchen eine Art

der Ernährung von auſſen her, und nicht mittelft

des

Mundes

ſtattfinde.

So ,

beim Marass

werden bei Auszehruugen ,

mus Bäder von Milch in dieſer Abſicht ans Einige Ärzte halten die Ernäh .

gewendet .

rung durch Kliſtire für anwendbar .

Dies

fer Umſtand iſt umſo mehr der Bemer kung werth :

denn

ſolte

die Ernährung

entweder von außen her, oder auf andern Wegen ,

als mit

Hülfe

der Verdauung

möglich . ſenn ; ſo würde man , ten Leuten

aus Mangel

die bei als Verdauung "

entſtehende Schwäche durch dieſes Mittel * ) Möd ten

doch unſre Mütter der Natur

folgen , und dem Stinde nicht die Nahrung des Erwachſenen geben !

A. d. u .

verhüten,

und ſie gleichſam wieber jung

machen können :)

über die Lebensdauer der

Menſchen. **) Die Schrift redet bekanntlich von dem viele Jahrhunderte fortdauernden Leben der

*) Eine vortrefliche Idee ! Ich bin faft voit der Möglichkeit, hierdurch das Leben alter Perſonen

Fahre

lang

fu friften, über .

jeugt : vorausgeſeßt , daß fie dabei wohl zubereitete Nahrung zu fich nehmen müſ

3 fen . Währende unb färkende Stliftire, und beſonders nährende Bäder von Milch, vont

2 China, koherde, son Fleiſchbrühe und ans dern nährenden Subftangen würden dies fen Zweck erreichen .

A. 0. U. **) Db gleich in dem Hufelandſden Werke dieſer Catalog von ausgezeichneten alten Perfonen zum Theil befindlich

und bis

auf unſre Zeiten fortgefekt ift, fo glaubte idy dody, um nicht in den Fehler der uns

Menſchen vor der Sündfinth ;

jedoch fina

den wir von keinem der tauſend Jahr ere reichte.

Sie rechnet eilf Generationen der

Erzväter vor der Fluth, hingegen von den Nachkommen Sains

nur acht Generatios

nen , ſo daß die Nachkommen Sains noch länger gelebt haben müſſen ; folglich kann bei dieſem Umſtande keine beſondere göttli: che Gnade gegen die Frommen getreten "reyn.

ins Mittel

Schon unmittelbar nach

det Fluth wurden die Menſchen nur halb ſo alt, und zwar diejenigen, Sündfiuth

die nach der

gebohren worden waren ,

hingegen Noah, der vor der Fluth geboh . ren wurde an Faren jenen Altvätern gleich

44 kam .

Auch Sem lebte rechshundert Jahre .

Drei Menſchenalter nach der Fluth , wurde

solftändigkeit

verfallen , dieſes Vers

zeichniß in der Überſezung beibehalten zu müſſen ; auch enthält es manches Eigene. A. 0. u .

85 die Lebenslänge der Menſchen bis auf den vierten Theil verkürzt, bis auf zwei Jahr hunderte. )

Abraham lebte 175 Jahr, 180 ,

Ifaat

3acob gelangte unter vielen Un

glück und Kummer,

bei einer zahlreichen

Nachkommenſchaft, bis zum 197 Fahre.

-1 Ismael wurde 137 Jahr alt. rah, die einzige Frau aus jenen Zeiten, von deren Lebenslänge wir Nachricht has ben ,

ſtarb im 127ten Jahre.

Foreph

1 lebte 110 Jahr ;

ſein älterer Bruder Les

6 vi

Ebenſo alt

hingegen 137 Jahre .

wurde des Lepi Sohn,

auch ſein Enkel,

Aarons und Moſes Vater .

* ) Man leſe die Bemerkung in Sufelands Stunft, das menſchliche Leben x .

Ch.1.,

S. 82. über die nady unſerm Maafſtabe, nicht abjumefiende Chronologie jener Zei ten .

A. d . u.

lebte

120

Fahre ; er

ſagt

ſelbſt im Pralmen : unſer Leben währt ſiebs zig Jahr, wenn es hoch kommt achtzig c . Ein noch

jeßt gewöhnliches Lebensziel. *)

Aaron, der noch drei Jahr älter wurde, ftarb in demſelben Fahre mit ſeinem Bruz der.

Phine a s , Aarons Enkel, gelangte

bis zum hundertſten Zahre,

wenn nämlich

der Iſraelitiſche Feldzug gegen den Stamm Benjamin , Phineas

bei

welcher

zu Rathe

Unternehmung

gezogen

wurde, in

denſelben Zeitalter fich ereignete, chen

dieſe Begebenbeit

in wel

in der Geſchichte

aufgeſtellt wird .

3ofua genoß ein blü: 2 hendes Alter bis 110 Jahre . Der Rich ter Ehud muß wenigfiens hundert Fahre gelebt haben,

da unter feinem Regiment

*) Dieſe Worte dienen zum Beweiß, daß die

damaligen Menſchen nicht älter

wurdeu

als wir. 4. 0. u .

87 Paläſtina ' nach Beſiegung der

Moabiter

einen achtzigjährigen Frieden genoß .

Bob lebte. in ſeinen widerhergeſtellten Glücksumſtänden noch 140 Jahr, ungeach . tet er vor den Tagen ſeiner Leiden ſchon ro 1

alt war,

te .

Der Prophet Eliſa wurde wahrſcheinlich

daß er Männer zu Söhnen hats

Der Prieſter Eli lebte neunzig Jahr.

älter,

als ein Fahrhundert, da er noch

nach Elias Himmelfarth rechzig Fahr ges

lebt hat,

Greiß - mit kahlem Haupte,

der

und ſchon damals war er ein

Kinder Spott.

Der

und deshalb Prophet

3 es

faias wurde vermuthlich hundert Jahre . Er

verwaltete fein Prophetenamt rechzig

3ahre .

Doch iſt nicht bekannt, wenn er

es antrat.

Der alte sobias ward ein Greiß von 158 Fahren , ſein Sohn lebte 127 Jahre. Es iſt wahrſcheinlich,

daß unter den 3ü.

den , die aus der Babiloniſchen Gefangents ſchaft zurückkehrten ,

viele Greiße gewefen

88 fitto .

Da fie ſowohl den erſten,

zweiten

als den

Tempel kannten, dazwiſchen doch

ein Zeitraum von ſiebenzig Jahren lag, Späterhin ,

nach vielen Jahrhunderten

fur Zeit der Geburt Chriſti , leſen wir von einen neunzigjährigen

Simeon,

von einer hundertjährigen na.

auch

Prophetin Ans

Sie war Tieben Jahr verheurathet ,

geweſen, und achtzig Jahr Wittwe, hierzu rechne man noch die Jahre ihrer Jungfraus ſchaft, und die Fahre, die ſie nach der bes kannten Weiſſagung

pon Chriſtus durch

lebte . Die Nachrichten über die Lebensdauer der Menſchen in den

ſpäteſten Zeiten,

bei

den alten Schriftſtellern ſind nicht inehr zu verläſſig ,

ihre Erzählungen find. To gern

mit Fabeln vermiſcht, auch iſt die Zeitrechs nung bey den Alten nicht beſtimmt genug. So erzählen ſie manches Romanhafte von dem langen leben der Arkadiſchen Könige. *)

* ) Pliniu $ Hift. nat. VII. C. 49 .

Der Athenienfiſche Geſetzgeber Solon ,

wurde mehr nils 80 , Epimenides aus Kreta foll 157 Zahr gelebt, unb 50 Zaha

rë in einer Söhle zugebracht habeu . Jahrhundert darauf wurde enos

balb

phanes

von Solophon 102 Fahr alt

und drüber.

Im 25ten

verließ er ſein

Baterland und ſchweifte 1 2 ganger Fahre ju

umher,

und

kehrte

Mann, der eben ſo

dann

Ein

zurück.

unftät in ſeinen Ge .

müth war; als er in der Welt lebte,

ſo,

daß man ſeinen Nahmen Xenophanes in

Fenomanes

Dichter Anakreon Jahr.

verwandelte . verwandelte. lebte

Der

über achtzig

Eben ſo alt ward Sophokles.

Der Perſer Urtaxerxes ward 94, ein etwas ſtumpfer Kopf,

dem die Regierung

nicht ſehr am Herzen lag, vou Ruhmſucht, und doch ein Freund der Ruhe.

Geors

gias der Leontiner, ein Rhetor, lebte Fahr.

Kurz vor ſeinem

108

Tode fagte er ,

er könne fich nicht über ſein Alter beklagen.

90 Irofrates warð volle 98 Fahr . mofrit von

Abdera , ſehr heftig in Rea

den und Schreiben , ftreng ,

Des

gegen

109 Fahr ,

ſeine Schüler

ein großer Filoſof,

und einer der erſten Naturbeobachter unter den Griechen ,

viele Länder und

der

mehr die Natur

noch

Diogenes

ftudirte.

pon Sinope lebte 90 Jahr,

Zeno ward

ein acht und neunziger Greiß, ein erhabes ner Geift, des Vorurtheils Verächter, vou Scharfſinn

ohne Bitterfeit,

welches die Herzen einnimmt, auch Sokrates befaß.

ein 1

Talent,

und welches

Plato erreich

te 81 Fahr, Theophraſtus Ereſius wurde 85 zahr, tus Duin

ſo auch Carneades .

63 Fahr Augur, folglich muß er älter als 1 2 80 Fahr geworden ſeyn,

ein kluger, vors

fichtiger Mann , in allen Verhältniffen des Lebens mäßig,

verband Ernſt mit Freunds

lichkeit. Zu Cicero's Zeiten lebte ein ges : wiffer Drbilius ,

ein Gramatiker von

beinahe

hundert Fahren .

Er war erſt

Soldat,

dann Schullehrer,

bitter in

den und Schreiben und gegen eine Schüs ler rehr ſtreng. 1 Cato ward

über 90

Fahr, er hatte eine eiſerne Natur, war ein

heftiger Sprecher, lungskunſt,

geübt in der Verſtels

ein Freund

des Landlebens ,

ſein und ſeiner Familie Arzt .

Ciceros

Jahr.

t :

oft

Nie :

mit

Gemahlin ,

erreichte

Terentia , das 1o3te

Sie erlitt mancherlei Unfälle, war der Sicht

behaftet.

luceja

wurde weit über hundert Jahr alt .

Sie

fou ein ganzes Säculum hindurch die Hüh ne betreten haben, vermuth lich erſt in der Rolle eines Mädchens, Mütterchens.

dann eines alten

Galeria

Capiola,

ebenfalls eine Schauſpielerin und Tänzerin , wurde neunzig Jahr, nachdem fie die Büh . ne Betreten hatte,

bei der Einweihung des

Theaters des Pompejus Magnus, wieder vorgeſtellt,

nicht als Schauſpielerin ,

dern als Wunderwerk.

ſons

ja ſogar bei den

92 Ludis optisis für den Auguſt zeigte man ſie wieder

auf

der

Schauſpielerin ,

Bühnc. zivar

nicht

Eine

andere

ganz ſo alt,

doch von hohem Stande, Livia Julia Au guſt a , des Käiſer Uuguſts Gemahlin, betrat im neunzigſten

Jahre die

Bühne.

Selbfi Auguſt hatte die Idee vom menſchs Vichen Leben ,

als von einen Schauſpiel.

Sterbend befahl er ſeinen Freunden,

ihn

žu applaudiren, wenn er würde verſchieden ſeyn . Junia, Craſſus Gemahlin, M. Brus tus Schweſter lebte auch neunzig Jahr.

Merkwürdig iſt das ſechs und fiebzigſte Jahr nach Chriſti Geburt zur Zeit des Kai ſers Veſpaſian ,woher man gleichſam An'n a len der Makrobier *) hatte.

Die

Schakung hat hierinn die meiſte Autorität, und giebt die zuverläßigſten Nachrichten Damals fand man über die Lebensalter.

3. *) ftatt Langelebender.

93 in dem Theil von Italien, welcher zwiſchen den Appeninen und Padua liegt, Menſchen von hundert Jahren und drüber, viere, die über hundert und zwanzig Jahr alt waren , vier

und

funfzig hundertjährige Greißer

fieben und funfzig von hundert und zehn Jahren ,

zwei Menſchen von hundert und

fünf und zwanzig, !

viere von hundert und

dreißig, -fieben von hundert und fünf und dreißig , drei von hunder und vierzig.

Auſerdem

lebten- allein

Parma

fünf Menſchen , unter denen drei das hune dert und zwanzigſte, und zwei das hun dert

und dreißigſte Fahr erreicht hatten .

Zu Bruxel lebte ein

hundert und fünf

und zwanzigjähriger Greiß,

zu plaže n- !

tia ein Greiß von hundert ein und dreis, Big Jahren ;

zu Faventia

ein

von hundert und zwei und dreißig . '

Weid In eis .

ner gewiffen kleinen Stadt ( damals Velles jacium genennt ) auf den Hügel um Plaa fentia,

lebten zehn Menſchen,

von denen

94 fechs das hundert und zehnte,

und viere

das hundert und zwanzigſte Jahr batten .

erreicht

Zu Arininum endlich lebte ein

Mann von hundert und funfzig Jahren, Namens M. Apponius . Um nicht zu weitläuftig zu ſeyn, de ich keinen unter achtzig len .

wers

Jahren aufftel

Bei jedem habe ich den Charakter

hinzugefügt, oder eine kurze und der Wahr:

WIL heit gemäße Anpreißung,

und habe befon:

ders der Umftände Erwähnung gethan, die nach meiner Einſicht etwas zur Verlänge: rung des Lebens beitragen , worauf Chas rakter und Glück nicht wenig Einfluß has ben, denn ſolche Menſchen pflegen gewöhn lich alt zu werden ,

oder können doch auf

ein langes Leben Anſpruch machen ,

wenn

fie auch nicht gänzlich die Anlage dazu ha ben . Unter den römiſchen ferner unter Kaiſern,

und griechiſchen,

den fränkiſchen und teutſchen

findet man bis auf unſre Zeiten ,

unter einer Reihe von beinahe zweihundert Regenten, nur vier achtzigjährige Greiße, wozu man noch die beiden erſten Käffer, Auguſt und Tiber rechnen kann, von denen der erſte acht und ſiebzig,

der zweite fechs

und ſiebzig Jahr alt wurde ;

beide hätten

achtzig werden können, wenn es liviá und Auguſt war ein

Cajus verfiatteten.

gemäßigter Character, aber heftig in Augs

führung der Geſchäfte, feſt,

fanft heiter,

nüchtern in Anſehung der Speiſen und Gea tränke,

ausſchweifend in der Bolluft

in allem glücklich .

Im dreißigſten Jahre

erlitt er eine ſchwere Niederlage.' aufgegeben .

Er ward

Ein Arzt, Antonius Muz

fa ſtellte ihn durch . Falte Mittel her, bie andern Ärzte hißige Mittel,

die fie der

Krankheit gemäß hielten , angewendet bats ten . * )

Vielleicht diente ihm dieſe Kranks

* ) Er hatte einen Leberfluß ( deſtillationi bus jecinoris vexatus . ) Die dankba:

96 !

heit zur Verlängerung des Lebens. Dis wurde

berius

älter.

zwei Jahr

noch

Er hatte ein ſehr ſchmales Geficht. * )

fprach langſam aber ftark, war vollblütig, ein Trinker ; die Wolluſt Felbſt machte eis nen Theil ſeiner Diät aus ; doch ſorgte er Tehr für ſeine Geſundheit . . Er pflegte zu ſagen :

der nach

es fei ein Narr,

dreißigſten Jahre noch

einen

dem

Arzt

nebme. Der Kaiſer Valerius war rechs und ſiebenzig Jahr,

ehe er in die Gefangen

ſchaft des Sapor , des Königs in Perſien gerieth ; nach der Gefangenſchaft nech fieben Jahre. Tamen

Dodes.

Geifteskräfte,

101

lebte er

Er ſtarb eines gewalt Er

hatte

mittelmäßige

ohne tapfer und ſehr erfah.

ren zu ſeyn, ſtand aber in hoher Achtung .

ren Römer ſenter dem Muſe eine Star tue. Sueton. in vita Auguſti ci 51 60 , * ) vir lentis maxillis nannte ihni Auguft.

BUL

Unicius Juftinian lebte drei und achtzig

Jahr.

Vou Ehrgeiz,

felbft nachläßig ,

glücklich

gegen fich

und

berühmt,

durch ſeine tapfern Feldherrn, ein Weiber: knecht,

ohne Charakter, von andern geleia

tet. um von den weltlichen zu den geifilis chen, mert .

erſten Männern der Kirche zu Der

Apoſtel' Johannes,

Liebling unſers Henlands, neunzig Jahre .

kom der

lebte drei und

Mit Recht bezeichnet ihn

das Attribut des Ablers, er war voll götts licher Begeiſterung, Apoſteln,

wegen

ſchenliebe.

ein Seraf unter den ſeiner glühenden Mens

Der Evangelift' Lucas era

reichte das vier und achtzigſte Jahr.

Ein

beredter Mann, war viel auf Reiſen , der

+ unzertrennte Gefährte des Paulus, und eim Arzt.

Simon

Cléop has,

Bifchof

1 von Jeruſalem, sig Jahre, ſtarb .

lebte hundert und zwan

ob er gleich

Ein

den Märtyrertod

geiſtvoller Mann,

feſt und

98 Dioniſius

volt edler guter Shaten .

der Zeitgenoſſe des Apos

Areopagita,

ſtel Paulus ſcheint ueunzig Jahr alt ge worden zu ſeyn. , Man hieß ihn den Bo wegen ſeiner erhabenen 1

gel des Himmels, Theologie,

er zeichnete ſich ſowohl durch

Handel als durch ſeinen ſpekulativen Kopf aus.

Aquila

und

Piscilla,

des

Apoſtel Paulus Mitarbeiter, wurden wes nigſtens gegen hundert Jahr .

Ein edles .

Paar, in alle Liebe ausgegoſſen .

Unter

den vielen Eröftungen, wodurch ohne Zweis fel jene erſten Stifter der Kirche belohnt wurden beglückte ſie auch die, ihrer zärtli chen ſterin .

Verbindung,

als der ſüßeſten Trös

Paulus ,

der

Eremitte ,

lebte hundert und dreizehn Jahr.

Er hielt

ſich in einer Höhle auf, bei einer harten einfachen Soft,

fo daß es übermenſchlich

zu ſeyn Tchien,

wie er ein ſolches Leben

aushalten konnte.

Er brachte ſeine Zeit

mit lauter Betrachtungen und Selbſtunter.

INS

99 haltungen

zu .

war dabei

Der beilige Antonius,

gelehrt.

der erſte unter

ben Cönobiten , oder ihr Stifter und nach andern

ihr Wiederherſteller, erlebte ' das

hundert und fünfte Fahr, andächtig , com plativ ,

und doch in bürgerlichen Geſchäf.

ten brauchbar, führte eine ſehr ſtrenge und raube lebensart, doch in einer ruhmvollen Einfamkeit

nicht

ohne Anſehen ,

ihn nicht nur die Mönche, ftanden , Filoſofen ,

dem

die unter ihm

ſondern auch viele Chriften und als ein lebendiges Ideal vol

Bewunderung beſuchten. Der heilige Athanafius fiarb über achtzig Jahr alt.

Er befaß unüberwind .

liche Standhaftigkeit ;, herrſchte ftets über den Ruf,

unterlag keinem Schickſal,

war

ungezwungen bei Höhern, herablaffend gey gen das Volk und ihm

angenehm ;

Streitigkeiten geübt, und voller Muth und

Geſchicklichkeit.

Hieronymus

foll,

nach der übereinſtimmung vieler über neun,

IOO ein gewaltiger

zig Jahre gelebt haben ;

Schriftſteller, volt männlicher Beredſamkeit, mit mancherfei Kenntniſſen, Sprachen und Wiffenſchaften ausgerüſtet, Reifen ,

war viel auf

führte bei berannabendem Alter

ein ſtrenges Leben , zeigte in feinem Privat teben einen hohen Geiſt, und leuchtete weit umher aus der Dunkelheit. Unter zweihundert ein und vierzig Päb , ften zählt man nur fünf, und

drüber erreichten .

ffarben

viele

früher

die achtzig Jahr Unter den erſten

den

Märtyrertoð.

Pabſt Johann der drei und stan : sig fie lebte neunzig Fahre, ein unruhiger Kopf; vol Neuerungsſucht, der mancher: lei Veränderungen, rnngen machte,

auch einige Berbeffe:

eine Menge Reichthümer

und Schäße bäufte.

Gregorius III ,

ward während der Trennung zum

Pabſt

gewählt, und ſtellte einen zwiſchenkönig Bor,

ſtarb

als

neunzigjähriger Greiß.

Paul III . ward ein und achtzig Jahr ;

IOI

von ruhiger Gemütsart, voll tiefer Beur: theilungskraft, ein gelehrter Aſtrolog, äus Perft ſorgfältig für feine Geſungheit, aber ſu nachſichtig gegen die Seinen .

Paul IV . lebte drei und achtzig Fahre, cin rauher und ſtrenger Mann, von hohem Geifte,

herrſchſüchtig,

beredt und thätig.

Gregor XIII . ward nur drei und achta zig .

Ein ſehr guter Menſch ,

geſund an

Seel und Leib, ein Staatsmann,

enthalt

fam , Wohlthäter und Freund der Armen. Nun folgen noch einige Beiſpiele,

wel:

che aber nicht ſo viel Zuverläſſigkeit vor fich haben,

und

welche fich auf minder

fichere Beobachtungen gründen.

Der Stö

nig- Arganthonius, der über die Gas den in Spanien berrſchte,

fol dreihundert

und dreißig, uach andern vierhundert Jahr gelebt haben ,

worunter achtzig ſeiner Res

gierung. begriffen ſind.

Cy ne as,

König

von Cypern ſoll auf jener damals glüdli, chen, wollüſtigen Inret hundert und funfa

102

sig oder rechzig Jahr alt geworden reyn . Zwei Könige in latium , Vater und Sohn , wurden einer acht - der andere rechshundert Zahr alt.

Auch erzählt man von

drei

Jahrhundert alten Königen in Arkadien.

Arkadien war ein für die Erhatung des Wahrſchein.

Lebens ſehr günſtiges Land . lich würde vergrößert.

dieſer Umſtand durch Legenden Ein gewiſſer Dando in Jl.

lyrien ſoll ohne Beſchwerden

des Alters

fünf Jahrhunderte gelebt haben . * )

Die

JE ganze Nation der Epler ( vermuthlich ein Theil von Aetolien ) iſt in dem Rufe eines langen Lebens.

Man wil zweihunderts

jährige Greiſe unter ihnen gefunden haben. Vorzüglich zeichnete tion ein gewiffer

fich unter dieſer Mar

litorius

aus,

ein

Rieſe von drethundert Jahren . Man ſagt, daß auf dem Gipfel des Imolus ben Alten Lempſus hieß

( der bei

mehrere Mens

* ) Plinius Hift. nat, 4. a . D.

IO3 fchen hundert und funfzig Jahr alt worden find.

Bei

der Effeiſchen Sefte bei den

Juden, ' waren hundertjährige Greiſe wöhnlich .

Diere Sette hielt eine ſehr eins

fache Diät thagoras.

nach der Vorſchrift des Py. Apollonius von

Dyana

$ wurde älter als hundert Jahr,

und war,

ſo wie es in fo boben Alter möglich iſt, ein 1

ſchöner Mann. göttlich verehrt,

Er wurde von den Heiden galt bei den Chriſten für

6 einen Magier .

Er beobachtete eine Pytha.

goräiſche Diät, reifete viel,

genoß großen

11 Ruhm.

Gegen das Ende reines Lebens

trafen ihn Anklagen und Schmähungen ; doch wuſte er ſich ohne Gefahr heraus zu ziehen .

Er verbanfte rein langes Leben

nicht nur ſeiner Pythagoräiſchen Diät, fons dern auch reiner Geburt.

Sein Großvater

lebte hundert und breißig Jahre.

Es iſt unbezweifelt, Metellus mehr als lebte .

daß

Quintus

ein -Jahrhundert

Mach glücklich verwalteten Conſu .

104 laten, wurde er ſchon als ein Greiß zum Pontifer

Maximus

erwählt,

verwaltete

1 dieſes Amt zwei und zwanzig Jahre, ohne bei Herſagung

der

Formeln zu ſtottern,

ohne daß ſeine Hand bei den Opfern zit terte.

Appius Coecus wurde unge,

7 wöhnlich alt.

Die Zahre weiß man nicht.

Den größten Theil feines Lebens brachte er blind zu.

Sein Schickfal ſchlug ihn

nicht nieder, er verwaltete ſeine zahlreiche Familie, eine große Menge Klienten , ſelbfi den Staat febr brav.

und

In ſeinem

böchften Alter tief er fich in einer 'Sänfte in dtn Senat tragen,

und wiederrieth den

Frieden mit den Pyrrhus aufs

heftigſte.

Der Anfang feiner Rede ift ſehr merkwür: dig, und athmet Begeiſterung, Stärke und hobes Feuer der Seele. , „ Berſammlete „ Väter !

mit großer Gebulo

viele Jahre

babe

ich

meine Blindheit ertragen ;..

»» jezt wünſchte ich auch taub zu ſeyn , - da

105

-1 !

o ich hören muß, daß ihr mit ſolchen vera is fehrten Rathſchlägen umgehet. Hiero,

König von Sizilien zur Zeit

des zweiten puniſchen Krieges,

ward - bei:

nahe hundert Jahre alt ; war in Anſehung

76 ſeines

öffentlichen

gemäßigt,

ein

und Privatcharakters

Verehrer der Götter,

treuer Freund, , brochen glücklich .

ein

wohlthätig und ununters Statilia, aus dem

edlen Geſchlechte der Claudier warb neun und neunzig Jahre alt .

Clodia, Ofilius

Tochter, hundert und fünf.

xenofitus ,

alter Filoſof, ein Pythagoräer

ein

hundert

und

leb

rechs Jahr,

genoß ein

gefundes und blühendes Alter,

und ſtand

Beim Volk in großem Ruf der Gelehrſam : keit.

Die Bewohner der Inſel

Corcyra

ſollen ehemahls ſehr alt geworden feyn ; heut zu Lage aber werden ſie nicht älter, als, andre Menſchen .

Der

große

Arzt

Hippokrates wurde hundert und vier Jahr alt und befiegelte den Ruhm ſeiner Kunft

106 burch

langes

ein

Leben.

verband

Klugheit mit Wiſſenſchaft, war ein großer Beobachter,

barchte nicht

und Lehrſyſtemen ,

Worten

nach

ſondern zog

nur den

Geift des Wiffens heraus, den er vortrug . Dämona te ein filoſof nicht nur Profeffion,

von

ſondern auch den Sitten nach,

lebte zur Zeit Adrians als ein faſt hunderts jähriger Greiß .

Ein Mann von

großem

Geiſte ; fich relbſt beſiegend, ohne Affektion Angelegenheiten

hielt er die menſchlichen geringe,

war

populär

und

Als einmal eine Freunde das

angenehm . Geſpräch

auf rein Begräbniß ſpielten , ſagte er : kümmert euch nicht um

bed

mein Begräbniß .

Meinem leichnam wird der Geruch rein Bes gräbniß verſchaffen . Sie erwiederten : Alſo wilft du dich den Kunden Preiß geben ? Er gab zur Antwort :

Da ich

mich bei

Lebzeiten beſtrebt habe, den Menſchen nach meinen Kräften zu nügen, man mir verbenken ,

warum

ſollte

wenn ich auch nach

107 meinem Lode für die Thiere etwas übrig laffen wil ?

Ein

Pandoren

genannt,

nach

zweihundert

Auch die Seres

Volt in

Indien ,

Jahr erreicht

die Sage

rollen der

haben:

eine Indiſche Nation,

follen mittelft des Palmenweins ſehr alt, i

ſo gar bis dreihundert Jahr alt geworden

· feyn. * )

Eufranor,

ein Gramatikus ,

* ) Auch die s Ägypter wurden nach dem Zeug o miſle des Iſokrates ſehr alt . Sie waren eitt ſehr geſundes Volk .

Ihre beftändige Ges

fundheit leitet Herodot von der beftändi gen Witterung ber. Ihre Lebensart trug gewiß

viel zu

ihrem

hohen Alter bei .

Schon die Erziehung der Kinder weckte auf Abhärtung, fie mußten baarfuß gehen, und nichts anders genießen , als Wurzeln und Früchte. - Die Diät der Ägypter war beſonders eingeldränkt.

Selbft den

Königen war eine gewiſſe Quantität vort Speiſen

und Getränkent

vorgeſchrieben .

( Sprengel, Perſuch einer pragmatiſchen Geſchichte der Arzneikunde. Ch. I. S.54 . ) 4. d.

TOS wurde im Schulftaube alt,

und ein Greiß

von mehr als hundert Jahren .

Der äl.

tere Ovid, der Vater des Dichters, ward

ein neunzigjähriger Greiß.

unters

ſchied ſich ganz von den Sitten Feines Sohs hes , verachtete die Muſen ,

und ſuchte den A ris

Sohn von der Poeſie abzumahnén . nius

Pollio ,

der Vertraute des Au .

guſts, ward über hundert Jahr alt. machte

ungemeinen

Redner,

Aufwand, war

verehrte die Wiffenſchaften,

jedoch heftig, ftolj grauſam , genugſam , voll Egoismus.

ein tár

und ſelbſte

Vom Senes

ka ſagt man insgemein , er habe bis huna dert und vier Jahr gelebt. nicht möglid ),

da er gewiß nicht als ein

abgelebter Greiß zum berufen theil

wurde .

rehr, eifrig

Zur Zeit des

Das iſt aber

Er in

Lehrer

des

Nero

war

im Gegens

ſeinen

Geſchäften.

Claudius mußte

wegen

Ehebruch mit einigen vornehmen Frauen ins Erilium .

Dieß 'ales läßt fich von ei

109 nem ſo hohen Alter nicht denken . Niter des

Johannes de

bus hat man vor

allen

Das

temporis nachfolgenden

Jahrhuuderten durch Tradizionen und der gemeinen Meinung zu Folge bis zum fa: belhaften erhöht.

Er ſoll über dreihun .

dert Jahr gelebt haben .

Er war von Gee

burt ein Franke, und that unter Karl dein Großen Kriegsdienſte.

Gartius Ares

tinus, Petrarchs Urgroßvater,

gelangte

bis zum hundert und vierten

Jahren bei

ungeſtörter guter Geſundheit ;

am Abend

feines Lebens fühlte er mehr die Abnahme feiner Kräfte, als eine Krankheit, welches die wahre Auflöſung durchs Alter iſt. Unter den Venetianern findet man viele alte Reute, worunter auch beſonders ause gezeichnete find.

Um merkwürdigſten iſt

das Beiſpiel des Cornaro, eines Vene: tianiſchen Edlen .

Er hatte in ſeinem fecis

und dreißigſten Jahre ſeinen Körper durch Ausſchweifungen

zerrüttet, ſo,

daß die

ΙΙΟ Ärzte ihm einen baldigen Lod vorausſág: ten, wenn er ſich nicht entſchließen fönnte, ſeine Lebensart zu ändern .

Cornaro hatte

Muth genug, -auf einmal ein anderes les ben anzufangen .

Er nahm täglich nur eis

ne gewiſſe abgewogne Menge Nahrung zu fich,

enthielt fich aller Ausſchweifungen .

Bei dieſer Diät lebte er munter und ohne Beſchwerlichkeiten bis

in fein

hundertſtes

Jahr und drüber, in welchem ihn ohne ale le vorhergegangene Schmerzen plößlich eie ne Ohnmacht überfiel,

in der er den Geift

aufgab. : Et ſtarb zu Padua im Jahre 1590.

feinem

Fiebzigſten Jahre wurs

de auf einer Reife Fein Wagen umgewor. fen und er von den fcheu gewordenen Pfers den geſchleift, daß er ſich einen Arm und ein Bein verenkte, und einige Verwunduna gen am Kopfe bekam , dennoch ward er in kurzer Zeit auch von dieſem

Vorfall ohne

Hülfe der Ärzte hergeſtellt.

Bis an reia

nen Dod blieben ſeine Sinne in der größten

III

Volkommenheit,

ſein Geiſt war

heiter,

ſeine Stimme und rein Gedächtniß erhielten 1 fich ſo gut,

daß er zuweilen in der Vera

Tamlung ſeiner Verwanden Lieder zu ſingen pflegte, hatte.

die er in ſeiner Jugend

nes Alters

gelernt

Er nahm in den lezten Jahren feia nicht

mehr als

zwölf Unzen

ausgeſuchte Nahrung, und vierzehn Unzen Getränke zu ſich . ben

Durch dieſes mäßige les

gelangte auch

ſeine Frau zu

einem

und überlebte ihn

eben ro hohen Alter, noch um einige Jahre.

Er ſchrieb in resa

nem fünf und neunzigſten Jahre noch ein Buch , worinnen er

ſeine Stunft mittheilt.

Willhelm Þortel, ein Frankreicher zu Bako’s Zeitalter, hundert und

gelangte . Beinahe zum

jwanzigſten

Jahre.

Die

Spiße ſeines Barts um die Oberlippe wur. de nicht einmal grau , auch bekam er keine Platte. Ein ſchtwärmeriſcher etwas fantatie ſcher Kopf, er reiſete viel, war ein Mathes matifer, und von etwas Keßerei angeſteckt.

112

In England iſt wohl fein einigermaßen be völkertes Dorf, wo man nicht einen Mann oder Weib von

achtzig Jahren antreffen

Erſt vor wenig Jahren wurde in

follte.

den Flecken Herforth bei dein Frühlingsfes fte ( ludós floreales ) ein Reigen und Tang 3 von acht Männern angeſtellt, deren Alter fufammen achthundert Jahre mber das,

ausmachten

was dem einen an

hundert

Jahren fehlte, bei dem andern drüber war. In dem Hoſpital Bethlam zu London, welches zur Erhaltung und Aufbewahrung der Wahnſinnigen errichtet worden iſt, fins det man von Zeit zu Zeit viele Wahnſin, nige,

die ihr Leben ſehr hoch bringen .

Bemerkungen. Die Fortſchritte der Zeit und die Fole gereihen

der Fortpflanzung

Gränzen der Lebensdauer

ſcheinen die

ganz und

nicht eingeſchränkt zu haben .

gar

Seit Mos

113

fes Zeiten

bis

auf

unſer Menſchenalter

war das Ziel des Menſchenlebens auf acht sig Jahre geſtellt, und man ſpürt keine alla mählige Abnahmer

wie manche glauben .

Es iſt wahr, daß zu gewiffen Zeiten und unter manchen Himmelsſtrichen die Men fchen länger oder

fürzer leben ,

fänger

lebten ſie meiſtens in jenen unkultivirten Zeitalter, ; bei einfacher Lebensart, und bei

Mi mehr

körperlicher

Bewegung ;

dem civiliſirten Zeitalter des Müſſigganges.

kürzer

des Luxus und

Aber dieß ſino bloße

übergänge. Die Fortpflanzung ſelbſt trägt nichts bei. nämliche

Ohne Zweifel iſt dieß der

Fall bei den

Thieren .

Ochſeny

Pferde, Schaafe find in unſern Zeiten nicht ſchwächer und kleiner, als ehemals.

Der

ganze Abfall der Lebensdauer ereignete ſich burch die Sündfluth . che Revolutionen in überſchwemmungen

Auch können ähnli der Natur , einzelner

große

Gegenden ,

Susbrennen des Erdreichs durch anhaltens

114

de Dürre, Erdbeben

u . f. io. einen gleis

chen Einfluß auf das Lebensalter der Men fchen in einzelnen Gegenden haben . iſt wahrſcheinlich, daß ein ähnliches Ver hältniß auch in Anſehung der Größe des Körpers ftatt findet , welches durch die Fortpflanzung

keine Verminderung

erlei

ohne Rückficht auf Virgils Ahn

det

dung von den kleinern Menſchen der Nacha welt, wenn er ſagt : Grandiaque effoffis mirabitur olſa ſepulchris.

Man hat eine Sage von ehemaligen

Nieſen, deren Gebeine man in Sizilien und an andern Orten und

Höhlen

in alten Grabmählern

gefunden haben will.

Aber

feit beinahe dreitauſend Jahren , ro weit unſre

zuverläßigen

wohnten

niemals

Nachrichten

gehen ,

dort rolche Geſchöpfe.

Es iſt der Bemerkung werth , daß ſich die Meinung von einer beſtändigen Verſchlim

115 merung der Zeiten ,

ſowohl in Anſehung

der Lebensdauer, als der förperlichen Grös Be und Stärken und überhaupt von einer allgemeinen Hinfälligkeit

und

Verſchlim

merung dem menſchlichen Geiſte ſo tief eins geprägt bat.

In fältern

und nördlichern Gegenden

dauert gewöhnlich das Menſchenleben länt. ger als in den wärmern. der Kälte

mehr

Die Haut iſt in

zuſammen gezogen ,

die

Säfte des Körpers find nicht ro verdickt und ausdünſtbar, ſter

und ſelbſt die Lebensgei.

find weniger ſcharf und konſumirend,

und leichtet geſchickt zum Erſatz des Vers Johrnen, auch die Luft iſt, wenn ſie nur mäßig

von

Sonnenſtrahlen durchwärmet

wird, nicht ſo verzehrend.

Hingegen uns

ter der Äquinoktial - kinie, wo ein doppel ter Winter und Sommer herrſcht,

Tag

und Nacht einander mehr gleich find, wer den,

wofern nicht andre Umſtände dages

116

gen ,

wie in

die Menſdhen ziemlich alt,

Tranquebar und Perut. Die Bewohner der mittägigen Inſeln werden meiſtens alt.

Dis Berrohner Ruß

+ lands leben nicht ſo lange , als die der Orkaden ;

die in Afrika unter der nämlis

chen Linie nicht ſo lange,

als die Bewoh ,

ter der Canariſchen Inſeln.

Die Japaner

leben länger als die Chineſer,

ungeachtet

pe dieſe bis zum Wahnſinn nach Verlänges rung des Lebens ſtreben . weil

der

Seewind

Die Urſache ift: kalten

Gegenden "

wärmt und in warmen fühlt.

in hohen Gegenden findet man mehr alte Leute, als auf dem flachen Lande 24 beſonders in Gegenden, die ihrer Lage nach über das flache land erhaben find, auf den Gipfeln der Gebürge . die Lage von Arkadien ,

nicht

So war

in Griechenland

und von einem Theile Átolien's , wo die Menſchen ſehr lange lebten.

All

II7 Auf hohen Gebürgen würde dieß auch der Fall ſeyn, weil daſelbſt nur reine heis tere Luft herrſcht, wenn nicht ein anderer zufälliger Umſtand dagegen wäre, ich meine das Aufſteigen der Dünfte aus den Thäs lern , die ſich an die Gebürge lagern . Man findet auf den mit Schnee und Eis bedecks ten Gebürgen, keine beſonders alten Leute ; nicht auf den Alpen, Pyrenäen und Appe: Tondern auf Mittelgebürgen . *) ninen ,

Auch in Thälern leben bejarte Menſchen .**)

In den folefiſden Gebürgen werden die Menſchen ſehr alt,

wobei auch die ein :

fache Lebensart der Gebürgsbewohner gros Ben Einfluß hat. Ich fand einen munteru gbjährigen Greis in der Strauſebaude auf dem Rieſengebürge, der große - Laften über die fieilen Gebürge fragen konnte. A. 0. u. **) David verheißt den Gerechten, ſie rollen wohnen auf dem Berge des Herrn . Hela montius erklärt dieſe Redensart fo :

118 Hingegen erreichen die Menſchen

auf den

Höhen der Gebürge gegen Äthiopien und Abyffinien ,

wegen der umliegenden

Sandwüſten wenig oder gar keine Dünſte fich an die Sebürge legen ,

auch zu

Fern Zeiten ein ungewöhnliches Ulter, nicht felten werden - fie 150 Jahre. * ) fie rollen alt werden

auf den rohõnfter

Bergen . Ein fchöner Berg heißt im Orient ein Berg Gottes . Auf einer der höchten Höhen des Vorgebürgs der guten Hofnung baute fich ein mann ein Häuschen, und überlebte da oben die ganze Kolonie . 2. 8

Auch auf die Größe der Menſchen fou die Bergluft Einfluß haben , wie der Ritter William Tempel behauptet, ( The Works William Temple, Vol. II. P. III ) Co fin: det man beſonders große Menſchen auf den fchweizeriſchen Gebürgen ,

den hohen

Gegenben von Schottland, im nördlichen Jrland . Dieß ift eine Beftätigung einer vorbergehenden Bemerkung des Berfaſſers,

119

Sumpfige

ftiuftehende

und

Waffer,

beſonders im flachen Lande, , ſind für die Eingeboruen in Anſehung der Lebensdauer wohl aber für Fremde .

nicht ſchädlich , Sümpfe ,

quweilen von Falzigen

welche

Waſſer überſchwemmt werden , ſind in dies

ICM

fer Rückficht nicht fo zuträglich , als wenn fie von ſüßen Waſſer bewäſſert werden. Zu den it

einzelnen Gegenden ,

welche

wegen des hohen Alters ihrer Bewohner befannt

ſind,

gehören :

Arkadien ,

Jndien jenſeit des Ganges ,

lien ,

Sranquebar ,

lien,

auch die Arkadiſchen briden

Was

Brittanien ,

Aetos Braſi:

Irland,

Inſeln , und die Her

die Alten von Atiopien in

dieſer Rückſicht ſagten, iſt ohne Grund . Der höhere Grad einer geſunden Luft, läßt fich mehr durch die Erfahrung, als daß Leibesgröße mit der Lebensdauer in einem gewiſſen Verhältniſſe ftehe . A. 0.04

120

durch Schlüffe beurtheilen.

Nan könnte

einen Verſuch machen , mit einem Lämmers Fel, und ſolches der freien Luft ausrezen , und bemerken , ob fein Gewicht vermehrt oder vermindert worden ſey ; ob es Feuch . tigkeiten an man

fich gezogen habe :

die Trockne

oder die

To wird

Feuchtigkeiten

oder wenn der Luft entdecken fönnen ; ein Stückchen Fleiſch ſich lange ohne zu Von dem und dergleichen

faulen erhält . fou

ins fünftige

weitläuftiger gehandelt

the

werden. *) Der Anblick

von abwechſelnden Hüs

geln und Thälern, die unſerm Auge ſo an , genehm ſind,

erfüllt uns mit einigen Vers

dacht in Abſicht auf die Güte und Reins heit der Luft, zum Beſten der Lebensdauer ihrer Berwohner.

Denn ein flaches mäßig

* Dieſes Erperiment können wir bey un fern Hygrometern entübrigt lenni.

A. 0. u.

121

troknes, nicht ein ſehr unfruchtbares ſans 16

diges land, wo keine Bäume ftehen, und kein Schatten vorhanden, iſt für die Ver längerung des Lebens günftiger.

Die Veränderlichkeit der Luft iſt, wie ſchon geſagt worden, an Orten, wo wir U

wohnen , ſchädlich .

Hingegen iſt die AGs

wechſelung der Luft auf Reiſen, ro bald man

ſich nur daran gewöhnt hat ,

beilſame.

ſehr

a DDaher Leute, die viel reiſen ,

ihr Leben hoch bringen .

Ebenſo werden

auch Menſchen alt, die zwiſchen ihren vier Wänden

an ein und denſelben Orte ihr

Leben zubringen .

Die Luft, an die man

M ſich gewöhnt hat, konſumirt weniger ; aber Die Abwechſelung der Luft iſt mehr näha

1 rend und wiederherſtellend. *)

*) Ales Gewohnte konſumirt weniger ; man kann dabei lange leben ; ob aber geg ſund feytt ? iſt eine andere Frage .

9. 8.

11 .

122 Es ift in dem Vorhergehenden , er wieſen worden ,

daß die Folgenreihe und

Anzahl der Nachkommenſchaft

nichts zur

Verlängerung oder Verkürzung des Lebens beiträgt :

hingegen hat die unmittelbare

Beſchaffenheit

der

ſowohl von

Eltern ,

Seiten des Baters , als der Mutter , ganz Es iſt der

ſehr großen Einfluß .

gewiß

Unterſchied

groß

zwiſchen

von

Kindern

Greifen , oder von Zünglingen, von Mänts

RE nern von gereßten 3ahren ,

oder die von

damals geſunden Vätern ,

die bei guter

ge Laune waren ,

ober die von Franken und

fa trägen, oder von trunkenen Vätern erzeugt worden ſind. auf

Es kommt hierbei viel an

die Stunde der Zeugung,

ob nach

erquickenden Schlaf und zur Mors

einem

genſtunde , * ) Feyer

nach

von Liebesgenuß ,

einer langen

oder

nach

oft

Boerhave hält die Morgenftunde und die Kinderjeugen ambeſten . Frühlingszeit zum A. d.

123 wiederholten Umarmungen ;

ob im Feuer .

der Liebe, wie gewöhnlich bey Baſtarten ; oder bei ſchon erkalteter Liebe ,

Kinder aus alten Ehen .

wie

die

Eben dieſe Rück

ficht findet auch auf Seiten der Mutter katt : Zuſtand der Mutter während der

Det

Schtvangerſchaft, wie ihre Geſunsheit uno Diät

beſchaffent ?

ſchaft bis gegen

Zeit der Schwangere

den gebnten Monat oder

Es ift fchwer,

fürger ?

geln aufzufinden ,

gewiffe Grundres

wie alle dieſe Umſtände

auf Verlängerung des Lebens wirken , um #

ſo ſchwerer, weil oft das, was jeder für beilſam hält, gerade das Gegentheil wir ten kann .

So wird jenes Feuer in Uma

armungen ,

welches ftarke

Kinder

hervorbringt ,

und muntere

zur* Verlängerung

des Lebens weniger dienlich ſein, weil hier durch Schärfe und Entzündung der Säfte bewirkt wird . )

*) f. Über Geſundheitswohl und

Boltsvors

I24

Es iſt vorher bemerkt worden ,

daß

der größere Antheil der Mutter an dem Keinde zur Verlängerung des Bebens güns ftig ren .

Aber auch hier iſt der Mittel

teg der beſte.

Beſſer iſt eheliche Liebe,

als Maitreffenliebe;

die Frühſtunde zur

Zeugung beſſer ; ro auch ein nicht allzu hißiges. Temperament u . dgl.

Auch ges

101 hört hierher :

daß eine ſtarke Sonſtitution

des Körpers mehr

für die Eltern ſelbft

gut iſt, als für den Fötus, Anſehung der Mutter.

beſonders in

Plato bat daher

nicht wohl gefchloffen , wenn er ſagt, die Beugungsfähigkeit verliere viel , weil die

1 Weiber nicht auf eben dieſe Art ihren Geiſt und Körper übten , als die Männer . der Unterſchied

Eben

zwiſchen den förperlichen

Fähigkeiten beider Geſchlechter iſt für das Kind ſehr heilſam . *) Die zärtern Frauen

urtheile, von C. 4. Struve, Theil 1. S.

232 , u.f. * ) Wenn das andere Geſchlecht weniger von

125 haben mehr Nahrung für den

Fötus, als

die von allzu ſtarfen Körper, ſo wie das auch

von

den Säugenden

gilt.

Spatanerinnen, die vor dem 22ten oder

nad) andern, vor dem 2oten Jahre nicht heyrathen durften ,

und daher Andron

manen genannt wurden ,

gebaren eben

012

ſowohl trefliche uno lange lebende Kinder,

als die Frauen in Rom und Athen oder die Chebanerinnen ,

die im ztvölften oder

vierzehnten Fahre ſchon Männer nahmen .

heid

Der Vorzug der Spartaner beruhte auf

ihre mäßige Lebensart, 'nicht auf die ſpär tern Ehen ihrer

Frauen .

So viel lehrt

die Erfahrung, daß bei gewiffen Familiet ,

1 den nöthigen Leibesübungen und den Luft genuß abgehalten würde, dürfte es beffer , um die Geſundheit unſerer Frauen und um das Wohl unſerer Nachkommenſchaft ftehen .

In dieſer Rückſicht ſouten mäda

den und Knaben durchaus gleich erjogett werden ,

126 die Anlage zu einem

langen Leben einige

Zeit lang erblich iſti

fo wie : Erbkrankheis

ten fortgepflanzt werden . * ) Perfonen , die bleiche Wangen , weiffe Haut,' und weiffe Haare haben, leben in der Ordnung

nicht

ſo

lange ,

als

fchwäglichere oder brauneré Haare gu

die

tragen .

viet ' Röthe des Gefichts bei jungen

feuten verſpricht nicht ro fehr ein langes leben , als ein bleiches.

Harte Haut

wird für ein Zeichen eines langen Lebens gehalten ,

mehr als weiche.

Doch ver

fteht man hierunter nicht eine dicke ſchwam migte Haut, eine ſogenannte Gänſehaut, fondern eine Haut, die zugleich hart und

* ) Dieß fagt man im gemeinen Leben, fo daß die Lebenshofirung vieler fich allein

auf das Alter ihrer Vorfahren gründet . Es verdiente dieſe Bemerkung, unterſucht zu werden ; jedes Stirchenbuch, und viel Teicht jedes adliche Geſchlechtsregiſter, fön : te Beilagen dazu gebett .

tay dicht iſt.

Eine in große Runzeln gefurchte iſt eine günſtigere Vorbebeutung ,

Stirne

als eine glänzende - und glatte . borſtenartige

Kopfhaare

deuten auf ein längeres Leben ,

als weiche

and"

Rauhe

gleichſam

und zarte ;

eben ſo frauſe Haare,

fie zugleich

hart Find

wenn

das Gegentheil ift

und glänzenden Haaren , ro

bei weichen

À 0

auch wenn das Krauſigte mehr dichte ifti als fich in viele foken ringelt. 2. Ein

früherer oder ſpäterer Kahlkopf

ilt gleichgültig. *

fchen

mit

Wir fehen viele Mens

fahlen Köpfen

alt werden.

Auch iſt es ungegründet, daß das frühe Grauwerden der Haare ein Vorläufer des anfätigenden Alters fen: Beformen fehr

Diele Menſchen

zeitig graues Haar,

leben nachher noch lange.

Ja vielmehe

das ſehr frühe Grauwerden ,

나

und

ohne Kahl.

kopf, iſt ein Zeichen des langen Lebens.**

* ) Überſeker hat dieſe Bemerkung durch die Erfahrung beftätigt gefunden .

128 Das Gegentheil, wenn beides fich beiſam men findet. Wenn die obern Theile fehr behaart find, deutet es nicht ſo ſehr auf ein langes Leben, fe auch wenn

Mähnen , berezt iſt,

ren , wie mit

gen iſt es ein Zeichen wenn

die Bruſt mit Haa hinges

eines hohen Alters,

die untern Theile, oder die Hüften

und Schienbeine soll Haare find, Die

Leibeslänge

ganz ungewöhnlich

iſt

wenn

ſie nicht

verbunden mit

einem geſunden Körperbau, ohne geſchlank zu . reyn ,

beſonders mit Gewandheit und

Munterkeit des Körpers zeigt von einem langen Leben ;

hingegen werden Leute von

Kleiner Statur älter , wenn ſie nicht 34 lebhaft ſind,

und, gu , heftig in ihren Bes

wegungen .

Anlangend

die Soſtituition

des Kör

bers . klein ſind, lange Beine haben , leben geo wöhnlich länger, als die von einem furs

129

gen Wuchs und

kurzen

Beinen .

Ferner :

Leute, deren Untertheil des Körpers weiter, wo der Körper

und der obere enger

eine pyramidaliſch aufſteigende Sigur bil det

pflegen länger zu leben,

mit breiten Schultern ,

als die

deren Untertheil

des Körpers fich verengt. Magere Leute ohne heftige Leidenſchaf ten, von ruhiger Gemüthsart, haben mehr Anſprüche auf ein langes Leben, als fette Körper und

heftige,

als

ſehr reizbare ,

ſtarrſinnige Menſder .

zornige, Wer in

14 der Jugend ſehr fett wird, bringt meiſtens Im Alter iſt das

ſein Leben nicht hoch .

Fettwerden eher unbedeutend. Ein langes und allmähliches Wachs thum, iſt ein Zeichen eines langen Lebens , noch mehr, wenn dieſes Wachsthum eine große Statur bildet ; nicht ſo, wenn es in eine kleine Statur übergeht, doch bleibt es

dann

immer

eine

gute

Vorbedeutung .

Schnelles Wachsthum und Emporſchießert

130 zu einer großen Länge, hält man ſchlimme Vorbedeutung ;

für eine

weniger ſchlimm

wenn das ſchnelle Wachsthum eine

iſts ,

nicht zu große Länge treibt. Feſtes Fleiſch, ein muskulöſer nervig nicht ſehr

ter Körper, Vintertheile Siken groß

aufgetriebene dicke

doch ſo, genug ſind ;

aufgeſchwollene

Blutadern ,

daß ſolche zum ferner, find

etwas Zeichen

eines langen Lebens, ſo auch iſt das Ges gentheil davon ein Zeichen eines kurzen . Ein im Verhältniß zu dem Körper et was kleiner Kopf, ein mittelmäßiger nicht ſehr langer oder ſchlanker , oder ' aufges bunſener,

oder ein zwiſchen die Schultern

gleichſam eingekeilter Hals ; weite Naſen löcher bei jeder Geſtalt der Naſe,

ein weis

, tes Ohr ,

ſtarke, dichte,

nicht ſchwache

oder einzelnſtehende Zähne, deuten auf lana ges Leben, und ganz vorzüglich, wenn -bei ſchon

reifen Jahren neue Zähne hervors

131

We kommen . * ) bene;

Eine weite aber nicht erha:

vielmehr niedergedrückte Bruſt ;

eta

was ſchiefe Schultern ;

ein flacher nicht

hervorſtehender Bauch ;

eine volle

Hand

die hohle oder ſo genannte gewölbte Hand darf nicht mit vielen Linien durchſchnitten Ein

feyn .

kurzer

etwas runder Fuß,

nicht fehr fleiſchigte Hüften, nicht heraba finkende ſondern aufivärts den ,

find Zeichen

Ferner,

etwas große Augen ,

glänzenden Augenſtern .

gewölbte Wa.

eines langen Lebens. mit etwas

Die Sinne dür:

In Rüdfidht auf die Bemerkung , daß Pfanzen und Thiere, die neue Theile hers vorbringen, beſonders zur Erlangung eines hohen Alters fähig ſind. Beiſpieler das Leute von hohen Jahren noch neue Zähne bekommen haben, lieft man mehrere. Doch ift dieſes Zahnen im Alter zugleich eine Anzeige des geſtörten unregelmäßigent Wirkungsvermögens in einigen Organet. A. 0. u.

132

feir nicht allzu fein feyn,

ein fangfamet

Puls in der Jugend, und ein etwas ſchnels terér bei herannghendem Alter . Das leich te und mehrere Minuten lange Unhalten des Athems; der Jugend,

einen etwas

harten Leib in

und flüßigen im ſpätern Zah:

ren rechnet man unter diere günſtigen Bor bebeutungen . Im Betref der Zeit der Geburt

hat

man nichts bemerkt, was in Rückficht auf Lebensdauer oon Bedeutung wäre, fo hält

1 man dafür, daß ein Kind im Winter

ges

boren, alt werde . * ) Eine

Pythagoräiſche odeč mönchiſche

lebensart, nach

ftrenger Obfervang, oder

mit" der Wage abgewogen , wie Corna: ro lebte,

Tcheint Pehr viel zur Verlänge

rung unſers Daſeyns beizutragen . Doch Nach Boerhave werden die gefundes ften sindet im

December , Fanuar und

Februar geboren .

A. 0. u.

leny

133

findet man unter Menſchen, die ſich keinen diätiſchen Zivang anthnn ,

und ganz nach

der gewöhnlichen Weiſe leben, fehr alte ;

nicht ſelten

und relbſt unter dieſen Freffer

und Säuffer * ) und Leute, die einen rehr

guten Diſch führen .

Der Mittelweg in

der Diät hat rein gutes,

und dient zur

Erhaltung der Geſundheit, hat aber wenig t

Einfluß auf Verlängerung des Lebens. **)

Eine ſehr ſtrenge Diät erzeugt wenige und dicke Lebensſäfte, und iſt daher nicht ſehr abzehrend, aber eine weichliche Diät giebt viel Nahrung und daher mehr Wiederer: fat der verlornen Kräfte.

Eine mitlere

Diät bewirkt keines von beiden.

Sind

*) Id erinnere mich eines 97jährigen Grei ſes, der den Trunk fehr liebte. . d. u .

**) Eine wichtige Unterſcheidung, die durch das Vorhergeſagte beſtimmt wird. 4. d. u .

134 beibe Extreme ſchädlich, so iſt der Mittel: weg heilfam , ihr Gutes,

haben aber beide Extreme

ſo kann der Mittelweg weder noch ſehr verderblich

beſonders heilfam , reyn .

Zu der ftrengen Diät gehört das

Machen ,

damit die ſparſamen Lebensgeis

ſter nicht durch vielen Schlaf unterdrüft terden ; ferner, körperliche Übung, damit Enthaltung von der

ſie nicht aufgelöſt,

Soluſt, damit ſie nicht erſchöpft werden. Wer eine reichliche Diät führt, hintänglicher Schlaf, mäßiger

Genuß

dient

häufige Bewegung,

der

Bäder und Salben,

dem

Geſchlechtsluſt

a .

wie ſonſt gewöhnlich

war, hat man mehe zum Vergnügen , als in der Abfidit,

das Leben zu verlängern,

angewendet.

Es fol

davon

weiterhin

ausführlicher gehandelt werden.

Hierbei

verdient erwogen zu werden ,

was Cel .

fus , der berühmte und weiſe Urgt ſagt : Er empfiehlt Abwech felung und Vexändes rung in der Diät, ſo daß man fich immer

-4

135

nach dem , was der Geſundheit zuträglich ift, ridítet

So gewöhne man ſich

bis

weilen ans Wachen , überlaſſe. fich bistveis len dem Schlafe ;

doch ifts beſſer, gehörig

schlafen , als zu viel wachen .

Man faſtet

manchmal, ſchmauſet ein ander mal. Das leßtere ſchadet weniger, als das übermaaß in dem erſtern.

Zuweilen ſtrenge man ſich

mit Kopfarbeiten an, ein ander mal feyere man .

Im ganzen genommen muß man

mehr Zeit auf Erholung, * ) als auf Ans ſtrengung des Geiſtes tvenden .

Unftreitig

trägt eine gut eingerichtete Lebensordnung das meifte bei zur Verlängerung des Les bens .

Ich habe noch keinen Menſdyen

gekannt ,

der ſein Leben vorzüglich hoch

brachte ,

der nicht eine gewiſſe Eigen :

beit in ſeiner Diät beobachtet hätte. **)

1 *) mit Einſchluß der Stunden des Schlafs. A. 0. U.

** ) Solche Genies der akrobitik haben, wie

2 136 Ich eri

Einer thut dis , der andre dag .

innere mich an einen hundetjährigen Greiß, der

einmal der

Nach

muſte.

auftreten

Zeuge

als

Verhandlung

ihn der

fragte

Richter ganz vertraulich , wie er es denn angefangen bätte, ſo alt zu werden ?

gab zur Antwort : ich habe gegeſſen , ehe mich hungerte,

und getrukeni,

ehe mich

burftete. Das

religiöſe Leben

ſcheint

einigen

Einfluß aufs Ultwerden zu haben . Lebensart beſteht

Dieſe

in Geſchäftsloſigkeit,

Betyunderung und Betrachtung göttlicher Dingen

in überſinnlichen Freuden ,

andere Genies,

edler

immer etwas Beſonderes

an ſich : manche lieben vorzüglich gewiſſe Speiſen oder Gewohnheiten , manche find Leute nach der Uhr.

Gewöhnlich glauben

fie, dieren Dingen ihr hohes Alter zuſchreis ben zu müſſen , ungeachtet die Urſache da's von weit allgemeiner ift.

A. 8. U.

llen

137 Bofnung ,

heilfamer

Bangigkeit ,

fi fen

Rummer, und in beſtändiger Abwech relung uno Veränderung ,

Reue

Büßung,

und

alles dieß kann viel thun zur Verlänger rung des Lebens. ſtrenge barfe Koft ,

Sommt

hierzu eine

wodurch der Körper

abgehärtet, die Hiße der Eeiſter gedämpft wird ; ſo läßt fich's denken, daß man unter + ſolchen Umfiänden ,

das Beben ungemein

hoch bringen kann, ſo wie Paul der Eres mit, Simon der Stilitte, und die Anachos relen ,

und mehrere andere Mönche in der

Wüſten . * )

*) So wenig als die Mönchsdiät gen Obſervan ; ju dieſem lungswerth ift,

der firen

Zweck empfeh

ſo erhellet daraus,

daß,

uin alt zu werden, man ſich nicht pflegen , noch reinen Körper durcy übertriebene Schonung

verweidhlichen dürfe ,

welches

vielmehr das Leben verfürzt, ſondern fich durch Ertragung der gewöhnlide? beſchwerden abhärten, weiches Lager und

138

Hierauf folgt zunächſt das literariſche Leben der Filoſofen,

Rhetoren und Grams

matiker.

Auch dieſes Leben hat Muffer

und

unter

wird

Spekulationen

geführt,

welche ohne Verbindung mit bürgerlichen Geſchäften, keinen sehrenden Kummer vers urſachen ; ſondern durch Mannigfaltigkeit und unbefangenheit

angenehm

Gelehrte

unabhängig ,

leben ganz

werden . find

Herren ihrer felbſt, und ihrer Zeit, genies ßen des Umgangs junger Leute, haben eine Fehr angenehme Unterhaltung.

Man fins

det unter den Filoſofen, in Rückſicht ihrer Sekten und Schulen , terſchied ,

einen großen Uns

Betref ihres Lebensalters.

weiche Speiſen vermeiden 2c.

Vortreflich

iſt, was über dieſe Joee kant ſagt. ( f. Hufelands Journal, B.5. St. 4. Von der Macht des Gemüths , durch den bloßen Borſaß ſeiner Frankhaften Gefühle Meiſter ju feyn , von 3. Stant. )

A. 0. U.

139 Diejenige Filoſofie, welche nicht mit Abera glauben vermengt iſt, ſich mit erhabenen Spekulationen beſchäftigt, als die Pytha goräifche,

die Platoniſche,

auch diejenige

Betrachtungen

Filoſofie ,

die

Weltfiſtem

und über das Mannigfaltige

über

das

in der Natur zum Zweck hat, Vorurtheilss freie ,

erhabne und große Ideen erweckt

über das Unendliche, über die Weltförper , über die Heldentugenden u . f. w ., C

die

Verlängerung

des

Lebens

iſt für günſtig .

Dieß war das Siſtema des Demokrit , Fis

han

laas, Xenophanes und der Stoifer .

diejenigen Filoſofie,

Auch

welche fich nicht mit

erhabenen

ſpekulativen

ſchäftigt ,

ſondern über Gegenſtände des

gemeinen Lebens , bensweisheit ,

Wahrheiten

über Volksmoral ,

bes

les

entfernt von ſpißfündigen

Unterſuchungsgeiſte , ruhige Betrachtungen anſtellt : ' wie die Filoſofie eines Carne as des , auch der Akademiker , der Rhetoren und Granimatiker .

Dieſer iſt entgegenges

140

feßt, jene hypothetiſche Filoſofie,

die

ſich

mit Spitfündigkeiten und Kopfbrechenden . Grübeleien beſchäftigt, die ihre Säße auf der filoſofiſchen Goldwage abwägt ,

und

in Leiſten zwingt, wie das Siſtem der Bes ripatetiker und Scholaftifer.

Auch das Landleben werden .

dient zum alt

Der gewöhnliche Aufenthalt un

fer freien Himmel, und in freier luft, die beſtändige Bewegung und Thätigkeit,

die

welche einen die Natur

friſchen Speifen ,

Pelbſt barreicht, fern von Neid und Sors gen .

Das Soldatenleben hat ebenfalls ben Viele vor:

jungen Jahren ſein Gutés. trefliche Srieger hoch.

brachten

Corvinus,

ihr Leben fehr

Camillus,

Xenophon,

Agefilaus und andere ältere und neuere . *) Es iſt gewiß ſehr heilſam , wenn von der Jugend bis ins hohe Alter , alles fort:

Friedrich, Laudon, Ziethen .

111

141

ſchreitend beffer wird, wenn wir für eine arbeitsvolle

Jugend

mit

einem

ruhigen

angenehmen Alter belohnt werden.

Ich

glaube ſelbſt, daß die den Kriegern gervöhne lichen Gemütsbewegungen,

der Wettſtreit,

die Geiſterhebende Hofnung des Sieges, den Lebensgeiſtern eine ſolche Wärme mit theilt,

die zur Verlängerung des Lebens

dienlich renn kann.

Verlängerung

Arzeneien zur

des

Lebens .

Die Heilkunde beſchäftiget ſich insges mein ausſchließend mit Erhaltung der Ges ſundheit und Seilung der Strankheiten, hin gegen

findet

man

in den

Schriften der

Ärzte von den eigentlichen Mitteln zur les bensverlängerung ſehr wenig und nur im Ulgemeinen .

Indeſſen will ich

die Seil

mittel erwähnen , welche die Materia mea

142

bifa

Herzſtärkende

( Cordialia )

nennt:

Warum ſollten nidht Arzeneimittel, die zur

IC Erhaltung und Stärkung des Lebensprin gips dienen , bei einer vernünftigen Anwen dung und Auswahl in Abſicht der Diät zur Verlängerung des Lebens wenigſtens einigermaßen zweckmäßig ſeyn ?

Ich will

zu dieſen Zweck einige der vorzüglichſten ausſuchen : *)

* ) Hierauf folgt ein Statalog von damals geſchäßtën edikamenten , die die neues ré Heilkunde längſt verworfen und vergefa fen hat . Ich werde jedoch einigen Ber felben auch in der Überſegung eine Stelle einräumen , woraus erhellet, wie man das Wir lachen über mals darüber dachte. Die aftrologiſchen ",

kabbaliftiſden ,

inagis

ſchen , theoſofiſchen Thorheiten unſrer Vä ter, aber nicht über den Unſinn in den lebten Viertheil unſers Jahrhunderts.

Wie täuſchte nicht mit dieſen Thorheiten Caglioſtro fo viele Weiſen und Thoren in ganz Europa . In La Fontän's chirurg. Abhandl. findet ſich die Abbildung eines

143 1 ) Geld unter dreifacher Form , trink, bares Gold, Gold in Wein aufgelöſt, oder Gold in Subſtanz, wie das Blättchengold, Goldfeilſpäne.

Das trinkbare Gold ( au

rum potabile) giebt man in den gefähr.

je lichſten Krankheiten als eine trefliche Herz färkung, mit gutem Erfolg. daß

der Salzgeift

als

Ich glaube,

Auflöſungsmittel

mehr zu dieſer Wirkung beitrage,

als das

Gold relbſt. * )

Talisman , son

Caglioſtro gefertigt,

der

durch einige unleſerliche hingekrißelte als te Schriftzüge , Erſcheinung der Geifter, Stein der Weiſen und ewige Jugend bes witken foute. Mebrere dieſer abergläubis fden Reinungen und Mittel zur Lebens: verlängerung Ehrmanns

findet man

geſammelt in

pſychologiſchen Fragmenten

zur Racrobiotik. Frankfurt 1797. A. 0.

) Die alten Chemiftent glaubten

11.

in dem

Golde, als dem einfachften störper,

eiu

144 2) Perlen ſind nicht beſſer als Breba: ſchaalen . 3)

Edelſteine

ſind verdächtig

und

vielleicht ſo ſchädlich wie Glas.

4) Der graue Ambra ift das beſte

HIL Mittel ,' die Lebensgeiſter" zu beſänftigen und zu ſtärken . *) ? Urweren ( ens primum ) ober einen Spi Und durch den ritus rector zu finden . Gebrauch derfelben ſollte dem menſchlichen

CE Störper die Seftigkeit und unzerſtörbarkeit des Goldes mitgetheilt werden können, dies ren das Mittel der Unſterblichkeit, wenigfiens eines langen Lebens . Boets have fagte

ſie thaten nichts anders als

jener, der, um ſchnellfüßig zu werden , viel Hafenfleiſch ab. Aus eben dieſem Sdíluß werden in der alten Materia medika, und auch jest noch von dem gemeinen Volke viele Mittel angeprieſen ,

3. E. Elends:

klauen gegen die Fauſucht, weil das Elends: thier mit der Fallſucht behaftet ift. * ) Ambra wurde von den alten allgemein

145

Ob das häufige Blutlaſſen etwas zum langen Leben beitragen könne, bin ich ſehr in Zweifel.

Es iſt möglich , daß es dieſen

Zweck befördern kann, wenn es zur Ges. vjohnheit geworden iſt ,

entſprechenden

unter

Umſtänden .

übrigeus

Die

alten

Säfte werden dadurch ausgeleert und neue herbeigelokt . * ) Auch verſchiedene auszehrende Srants heiten können nach vollbrachter glücklicher Heilung dienen .

zur

Verlängerung des Lebens

Denn fie erzeugen neue Säfte

F nadh Uufzehrung der alten . ** )

Mit Recht

für ein Mittel, das Leben zu verlängern, angeſehen .

Der Ambra wurde zu Baco's

Zeiten in England wie das Salz zu Speia fen gebraucht. A. 0. u .

*) Häufiges Aderlaſſen iſt an ſich däblicy. A. d . u .

Boerhave erzählt folgende hieher gehöri:

146

heißt Wiedergeneſen , verjüngen .

in dieſem

Sinne fich

Daher kann es zweckmäßig

reynt, gewiffe fünſtliche Krankheiten zu ers regen.

Dieß geſchieht durch cine ſtrenge

und auszehrende Diät .

3 Intentionen . Nach vollbrachter Unterſuchung über die lebloſen Körper und Vegetabilien

ge " Anekdote.

Ein Melancholiker bildete

ſich ein , er trüge von begangenen jugend lichen Ausſchweifungen etwas beneriſches Gift bei fich. Er drang in feine Wrate, ihn der Speichelkur zu unterwerfen .

Er fand

Ärzte, die ihm feinen Wiuen thaten , und wurde dadurch von ſeiner Einbildung ges heilt, lebte achtzig Jahr, ob er gleich nicht aus einer Familie

von Makrobiern

abz

ftammte. Als die Luftfeudie ſich zuerſi in Italien zeigte, fannte man to u nicht die Wirkung des Quekſilbers. 21.

d. u.

147 über die Chiere und den Menſchen , men E zur

koms

wir unfern Zweck näher , und gehen Unterſuchung

über.

der

Intentionen

Die gleichſam den Weg des Lebens

zeigen .

über dieſen

ber noch fehr

Theil hat man bis

wenig brauchbares .

giebt allgemeine Bemerkungen , i nichts Gründliches enthalten .

die

aber

Man

fin

det bei einigen Schriftſtellern viel über einen Calor naturalis, über eine Radikal-Feucha tigkeit ( humor radicalis ), von Speiſen , welche gutes Slut erzeugen ,

von Erquit

UL. kung

und

Erneuerung

Diere Leute mögen

der

Lebengeiſter .

einen guten Willen las

ben , aber der Zweck wird dadurch nicht erreicht.

Wir lefen bei andern von aus

Gold bereiteten Medikamenten , weil das Gold am wenigſten der Verderbniß unter : worfen iſt,

von den Edelſteinen ,

Erholung der Lebensgeiſter , geheimen

Eigenſchaften

die zur

wegen ihrer

dienen ſollen ;

ſie

wähnen , daß wofern es möglich wäre ,

148

dirſe Prinzipe in Gefäßen aufzufaffen und aufzubewahren,

fo hätte man den anima

liſchen Balſam und die Quinteſſenz, welche die ſtolze Sofnung der Unſterblichkeit giebt. Das Fleiſch von Schlangen und Hirſchen foll zur Verlängerung des Lebens dienen , weil die Schlange ihre Haut ablegt, und der Hirſch

reine Geweihe,

wozu man

billig den Adler nehmen ſollte ,

weil er

einen neuen Schnabel bekommt.

Es ſoll

ein

gewiſſer Menſch

Erde gefunden ,

eine Salbe

in der

und ſich von dem Kopf

bis zu den Füßen, ansgenommen die Fußa platten , damit befirichen haben .

Durch

biere Salbung wurde er dreihundert Jahr alt ohne alle Krankheit.

Ein

gewiſſer

Artefius fühlte : die Abname feiner les bensgeiſter, und zog die Lebensgeiſter eines ſtarken geſunden Fünglings an ſich, Füngling ſtarb .

der

Er aber ſoll noch viele

"-Jahre von fremden Lebensgeiſtern fich er balten haben .

Manche

träumten

von

149 glücklichen Stunden nad; der Sonſtellation des Himmels, in welchen man die Arges neien zur Lebensverlängerung ſammeln

und fertigen müſſe, und einige dergleichen És iſt Märchen und Aberglauben mehr . zum Erſtaunen, wie Menſchen fo verkehrt .

feyn konnteu, fich folches Zeug aufheftea zu laſſen .

Bebauernswürdig iſt die Menſch

heit, die zur Beſchäftigung mit folchen un nützen und albernen Grillen Ich glaube , Zwecks

des

nicht

verdammt iſt !

daß meine Intentionen verfehlen ,

wenigſtens

find ſie weit entfernt von eitlen leichtgläu . bigen

Erdichtungen .

Jedoch

wird

die

Nachwelt noch ſehr viel zu den Materia : lien , ren,

welche zu tiefen hinzufügen ;

Intentionen wenige,

ſelbſt.

Intentionen gehös

aber nicht viel zu den Ich will noch einige

aber wichtige Bemerkungen vors

anſchicken . Unſre Beſtimmung muß uns wichtiger fenn,

als das Leben relbſt.

Daher it

150

alles außer " meinen Zweck , was mit der Beſtimmung

und den Pflichten

des Mrn

ſchen ftreitet,follte es anch noch ro par: fend

den

( prechen.

anzugebenden Intentionen ents Ållenfalls werde ich dergleichen

Dinge ganz kurz berühren , aber mich gar nicht dabei verweilen .

Folglich kann hier

nicht die Rede regn von einem Leben

Höhlen , wo kein Sonnenſtral, und keine Witterung hinwirkt,

wie die Grotte des

Epimenides, noch von beſtändigem Baden mittelſt

künſtlich

verfertigter

liquore *)

oder vom Einhüllen in Säute oder Wachs, ſo daß der Körper mit einem beſtändigen Überzuge eingefaßt iſt, dichten überkleiſtern

nichts

von dem

des Körpers,

noch

von der Sitte einiger wilden Völker, noch von einer genauen Ordnung in Speiſe und * ) wozu id, unmaßgeblich den berühmten Li

quor des Scommerzienrath Böhm in Göré Tip vorſchlage ? ? ? A. 0. U.

151 Trane ,

welche weiter nichts zum Zweck

hat, als das bloße Leben , nach

dem

Beis

ſpiel des Herodikus bei den Alten, und des

Venetianers

Cornaro

neuern

Zeiten , welcher jedoch weniger fireng lebte, nichts

von

allen

diefen

Wunderdingen ,

Künſtelenen und ängſtlichen verdrüßlichen Lebensbeſtrebungen : fondern ich werde nur

2 folche Mittel und Borſchriften aufſtellen , welche mit den Lebenspflichten übereinſtiin : men , wenigſtens nicht viel Zeit und Bes Tchwerden erfordern .

Man muß den Menſchen den Wahns glauben benehmen, daß der mächtige Gang der Natur durch einen Schluck des Mor gens gethan, rückführen,

fich laſſe aufhalten und zus oder durch den

Gebrauch

ir :

gend einer koſtbaren Arzenei zum Ziele ge bracht werden könne ; da doch die Erfül. Inng eines ſolchen Endzwecks weit fchwes, rer iſt, und nur durch mancherlei Mittel,

152

und durch deren fchickliche Verbindung ers reicht iverden kann .

Nieinand müſe thöricht ſich einzubilden , Sache,

genung fenn,

daß eine nie' geſchehene

niemals als durch nie verſiichte

Mittel volbracht werden könne. aufrichtig ,

Ich gefiehe

daß

manche

meiner Vorſchläge fich nicht auf Selbfter Denn dieß iſt bei

fahrung gründen .

nicht wohl möglich :

meiner Art zu leben,

fondern Sie find mit der größten überzcu: gung aus meinen Grundfäßen hergeleitet, und aus Vorderfäßen , die ich theils auf geſtellt, theils in Gedanken behalten habe; und gleichſani

aus der Natur geſchöpft.

Sorgfältig habe

ich

dahin geſehen ,

wenigſtens fichere unfjädlidze Mittel vor: jurchlagen ,

wenn

ſie auch nicht allemal

von dem erwünſchten Erfolg ſeyn, ſollten. Noch verdient folgende Erörterung und Unterſud ;ung

genau

crwogen zu werden.

Nicht alle und dieſelben Mittel , welche

153 zur Geſundheit des Lebens dienen , find

auch zur

Verlängerung deſſelben brauchs Verſchiedene Mittel fönnen zur Era

bar.

weckung

der Lebensgeiſter und Stärkung

I. der Verrichtung des Körpers dienen,

und

doch das menſdhliche Leben verfürzen ; ane dere Mittel dienen das Leben zu

verläna

gern, und ſind nicht ohne Gefahr für die wofern

Geſundheit ,

durch

nicht

die Anwendung

dieſe

Gefahr

abgewendet

wird.

Hierüber roll nach Erforderniß der Sache

CIK

gehandelt ,

dent .

und die nöthigen

Behutſama

keitsregeln und Warnungen beigefügt wers

Endlich

will ich verſchiedene

Mittel

nach Maßgabe der einzelnen Intentionen in Erwägung

bringen .

Die

Auswahl

dieſer Mittel überlaſſe ich den Leſer. würde reyn ,

weitläuftig

und

ohne Nußen

bekannt zu machen ,

was für die

verſchiedenen

körperlichen

Stonftitutionen ,

lebensart, und für jedes beſondere Alter

154 paßt ,

welcher Drdnung dieſe Mittet

nach einander gebraucht werden

müſſen,

und wie der ganze plan der Kur einzurich ten und zu befolgen iſt. Ich habe bereits in der Inhaltsans zeige drei Intentionen feſtgeſetzt : tung der Konſumtion , der Reparation, teten .

Verhü

Verpolkonnung

Erneuerung des Veral

Dieſe brei Intentionen werden in

acht Operationen abgefaßt. Erſte

Operation

zur Erweckung der les

bensgeiſter. zweite Operation zur Ausſchließung der 1

äuſern fuft.

Dritte Operation in Anſehung ber Säfte

des Körpers . Bierte Operation in Anſehung der Eingea weide und Abführung der Nahrung. Fünfte Dperation betrift die äuſern Theile in Rückſicht der Anziehung des Näh renden .

1155 Sechſte Dperation betrift den Nahrungs 1

ſtof ſelbſt und die Art der Ernährung. Siebende Dperation Erneuerung der Theis le,

die ſchon zu vertrocknen angefangen

haben . Achte Operation betrift die Abführung der

aiten Säfte und Erregung durch neue Säfte: *) Die erſten drei Dperationen ſind unter der erſten den

Intention 'begiffen , die folgen

gehören zur zweiten Jutention,

und

die letzte zur dritten Intention . Da dieſer Abſchnitt

zum

praktiſchen

Cheile gehört, ro werde ich unter die Ge

* ) Die beim Bako noch angegebenen Opera tionen , die dritte , in Anſehung des Bluts und der blutmachenden Wärme, die adyte, über den lezten Akt der Aſſimilation , ſind unbrauchbar , und daher in der Überſekung weggelaſſen worden . A. da u .

156 ſchichte, Verſuche und Bemerkungen , Vor ſchläge, Mittel, Erklärungen der Urſachen u. dgl. iniſchen .

Dperation in Anſehung der Lebensgei

fter, ſie thätig zu erhalten , und wieder

zu erwecken .

Die lebensgeiſter und Triebfedern

von

find

die

Prinzipe

allen körperlichen

Verrichtungen, dieß erhetet aus dem Kon ſenſus und aus unendlichen Beiſpielen.

Wer die Lebensgeiſter in dem Körper eines Greiſes, wie ſie in der Jugend wa ren , wieder zurück zaubern könnte, der würde das große Triebrad der menſchli chen Maſchiene, welches die übrigen Fleis nen Räder in Bewegung

reßt,

in Gang

bringen, und den Lauf der Natur zurücks , rufen .

157 Je mehr der Geiſt einer Subſtanz ents zogen, oder die Flüſſigkeit derſelben durch Wärme verzehrt wird , es ſei nun dieß eine Wirkung des Feuers, oder des Alters , deſio kürzer

iſt die

Subſtanz.

Dieß findet man überal.

Dauer

einer

ſolchen

Die Lebensgeiſter müffen in einer ſolo den Temperatur und in einen ſolchen Grab der Thätigkeit geſeßt werden ,

daß fie die

Säfte des Körpers nicht trinken oder eina rohlucken ; leden .

ſondern wie man ſagt,

Es giebt die

weg ?

zwei Arten von Flammen,

eine int bloß brennend und ſchwach,

wodurch die dünnern Theile verpflichtiget werden, auf harte Körper wirkt ſie nidit fehr, wie das Strohfeuer ; ſtark und ununterbrochen ,

die andere ift greift

harte

1 Körper an .

Die erſtere 'trocknet die Körs

per und ſaugt fie aus , ſtärkere Körper hins gegen werden dadurch verdünnt und flür fig gemacht.

158 Auch

von " gertheilenden Arzneimitteln

Serpflichtigen einige nur

allein

die flüchtia

gen dünnen Cheile bei Geſchwulfren ;

laf

fen Verhärtungen zurück ; andere zertheilen gewaltſam und erweiden . Unter den abſtergirenden und purgis renden Mitteln ,

führen manche bloß die

Flüſſigkeiten ſchnell ab ; andere leeren auch die verhärteten

und

ſchleimigten Konkre:

tionen aus . Die Lebensgeiſter müſſen einen ſolden Grad von Wärme bekommen, daß fie mehr auf die harten Theile wirken, und die wia derſtehenden erſchüttern und hinwegſdaf: fen, als die dünnen aufören .

So wird .

der Körper wieder neu belebt und ſtark.

Man muß dahin arbeiten ,

daß die

Subſtanz der Lebensgeifter dichter werde, ihre Wärme anhaltend, nicht bloß erhiza zend ; ihre Quantität zu

den Lebensverə

richtungen hinlänglich, jedoch nicht über:

159

flüſſig ,

ihre Bewegung gemäßigt , nicht

ungleich und ausſdyweifend ſey .

Daß die Dünfte große Wirkung auf die lebensceiſter haben,

erhellet aus dem

Zuſtande des Sdílafs und der heit,

Trunken

und der niederſchlagenden , wie der

freudigen Gemüthsbewegungen , und aus der Erholung der Lebensgeifter durch den Geruch ,

bei Ohnmachten und Schwäche.* ).

Die Verbichtung der Lebensgeiſter ge: ſchieht durch die Verpfiichtigung, durch Ubkühlung, durch

Beſänftigung und Bes

ruhigung derſelben ...

1 ) Rant weiß, daß die Nervenkrankheiten , die hiferiſden Zufälle ganz andere Urſa chen haben , als Dünfte oder Papeurs , daß Trunkenheit und Schlaf von Reizen auf Das Nervenſiftem entſteht , daß dezu feine befondern Geiſter und Dünfte nöthig find. Die Erholung aus Ohnmachten durd Sex ruchsreize gehört nicht hieher.

4. 0. u.

160

Alles , wirft ,

was

die

Verpflichtigung

des

drängt den Körper gegen ſeinen

Mittelpunkt zurück

welches cine Bers

dichtung iſt. Hier iſt das Opium , das wirkſamſte und

kräftigſte Mittel, ſo wie nächſt dem

Opiate, überhaupt Schlafmachesde Mittel. Schon

drei

bewirken

Gran Dpium

Bewegungsloſigkeit

der

cine

Lebensgeiſter . *)

Das Dpium, fo wie die Opiatmittel, wirkt nicht fühlend, denn es hat merklich erwär mende Cheile, ſondern die fühlende Wir kung deſſelben iſt blos eine Folge der Vera pflüchtigung

der

Lebensgeiſter .

Dieſen

Erfolg bemerkt man am deutlichſten, wenn es äußerlich, aufgelegt wird.

Die lebens.

geiſter treten zurück, und der Theil ſtirbt ab, und wird brandigt . ** )

Dpiate wir's

* ) Das Opium vermindert die Reizbarkeit, oder vernicitet fie in großen Gaben . A. d . u .

** ) , müßte in regr großen Gaßen Fenit ; au

16V

bei heftigen Schmerzen

fen

som Stein ,

oder nach Amputationen der Glieder ſchmerz ſtillend, mittelſt der Verpflüchtigung

der

Lebensgeiſter. Die Griechen legten den Opiaten einen großen Werth bei, ſowohl als Heilmittel, als ' um das Leben zu verlängern , mehr die Araber :

ihre Ärzte , die ſie die

Hände Gottes nannten, reitung noch

noch

nahmen zur Bea

vieler Arzneien ' Opium , indem ſie

andere Mittel als Korrigentien hins

zufügten , dergleichen Zuſammenſeßung iſt der Sheriak des Andromachs,

der Mitris

pat. )

Berdem erregt das Opiumt auf der Haut Röthe und Entzündung .

A. 0. 11 . *) Die Empfehlung des Dpiums zur Berlätta gerung des Lebens iſt eine theoretiſche Grille, die vielmehr den größten Nachtheil haben kann, f. Blumenbachs Bibliothek,

162

Alle Mittel, welche zur Heilung pefti: lentialiſcher und bösartiger Krankheiten, mit

gutem

Erfolg

angewendet werden ,

um die Lebensgeifier zu beſänftigen, wens ſie aufbrauſen,

könnte man ſehr ſchicklich

auf die Verlängerung des Lebens übertra: gen .

Die Wirkung iſt

in beiden Fällen

dieſelbe,

nemlich Verdichtung der Lebens:

geiſier.

Dieß , thun ade Opiate.

B.I. S. 570. über das Opium und feine Wirkungsart bei den Morgenländerte Der berühmte Reine gg6 jog ſich durch den Genuß von Opium , das er mit Umbra im Staffee zu nehmen pflegte, im Herbſte und Frühlinge, heftige Kongeffionelt nach dem Stopfe und Narenbluten u .

Beide

übel bejelen ihn ſehr heftig in der lezten Woche vor ſeinem Tode, der plözlich er: folgte.

Reineggs

hiſtor. geograph . Be

fchreib. des Kaufafus, 2ter Theil, 1797.

163

Die Türken brauchen bas Opium auch in großen Gaben Stärkungsmittel;

ohne Sdjaden ,

als

fie nehmen es vor der

Schlacht iba es hingegen für uns in klei : ken Gaben ohne hinzugerektes Korrigens tödtlich ift . *)

Die Sürken

auch des Kaffeegewächſes , fie trocknen

pulvern,

Waſſer genießen .

bedienen fich deſſen

Frucht

und mit warmen

Sie ſagen , dieſes Ges

tränkes erquícke den Geiſt ungemein , -undi mache münter .

großen Gaben aber

macht es Betäubung und Veripirrung der Sinnej i Wordus ſeine Ähnlichkeit mit den Dpiaten erhelfet.

Selle ersähltbole von einer melancholifchen Weibsperſon , bei der täglich anderthalb

. bis zwei Unzen laudamum zum täglichen Unterhalt nöthig waren . . 0. u .

164

1 Opium iſt ein Polluft erregendes.Mit: tel. *) . Dieß erhellet aus

ſeiner Wirkung

zur Stärkung der : Lebensgeiſter. Im

ganzen Orient

iſt seine

Setell genannt, berühmt.

Wurzel

Die Indias

per kauen fie beſtändig, ſie werden dadurch auf eine bewundernswürdigé Art erquickt, zur Ertragung der Arbeit,

zur Erholung

von der Müdigkeit, und zur Eckebrirung ibes. Beiſchlafs.

Es iſt dieſes

ein narko

itiſches Mittel, da es die Zähne ſchwärzt. " **

In unfern Zeiten iſt der Lobak gea

ipöhnlich.

Es giebt Leuten die beim

Ges

brand defletben , ein foldes unnennbares heimliches Vergnügen empfinden, daß wer ihn einmal gewohnt iſt, nicht leicht davon abgeht. ****

Er wirft ganz gewiß zur Erho

Moſchus und Ambra, mit Obium verbun ben , ift, nach Gtmüller, ein Aphrodis ſiakum .

Bei vielen bewirkt das Opium

Sclafloſigkeit und Pollutionen . H. d . 4 .

165 lung des Körpers von Müdigkeit.

Dieſe

Wirkung erfolgt daher, weil dadurch die Gefäße geöfnet, und die lockt werben .

Säfte herbeige

3 Eine gewiffe Berdaffenheit der Säfte des Körpers ſelbſt gleicht der Wirkung des Dptums, wie bei einigen Arten von Mes lancholie .

Einige Melancholiker: werden

ſehr alt . Unter die Opiate, die man auch bes täubende Mittel nennt, gehören : Dpium, Mohn als Kraut und Samen ,

Bilſens

kraut ,

Cobal,

Mandragora ,

Cicute ,

Nachtſchatten ; unter die Zuſammenfeßun . gen :

Cheriak, Mitridat,

Paracelſus ,

laudanum des

Diascordium ,

Philonium ,

Pillen der Hundsjunge ac . Aus dem Erwähnten ließen ſich leicht einige Reſultate oder Vorſchriften zur Ver : längerung des Lebens herleiten , in Rück . ficht

auf

die

Intention zur Verdichtung

der Lebensgeiſter durch Opiate betreffend.

266

Man könnte jährlich von Fugend an * Ende des Mais , weil die Lebensgeiſter im Sommer meiſtenis aufgelöſt und der dünnt werden , eine

man alſo nicht ſo leicht

Blutvergießung

eine Opiatkur brauchen . *)

befürchten

hat,

Man nimmt

eine Zubereitung von Dpium,

die ſchwä:

cher iſt , als bie gewöhnliche,

und welche

eine geringere Duantität Opium enthält , und zwar des Mergeus noch zwiſchen dem Schlaf.

Man bedient

einfachen Diät, würze. Sag um

ſich dabei einer

ohne Wein und alles Ges

Dies Mittel wird bloß den andern genommen ,

einen

und mit

dieſer Kur vierzehn Tage fortgefahren .

Außer dem innerlichen Gebrauch, könn: te man ſich auch

der Opiate mittelft Räu

cherungen bedienen .

Aber dieſe Anwen :

*) Eine ſolche Stur dürfte wohl nur ein bis Tarrer Engländer unternehmen - oder einer , der Brain's Siſtem falſch verſteht. A. 8. U.

167 dung dürfte nur jedesmal auf ſehr kurze

So könnte dieß Räuchern

Zeit gefdrehen .

des Morgens nüßlich den

Dampf

von

ſeyn ,

einer

indem

man

Miſchung , aus

Opium , Tobak, Aloesholz und getrockne ten Rosmarinblättern mit etwas Myrrhe durch Mund und Naſe einathmet.

Folgende Mittel

kommen den

Opia

ten am nächſten : Safran , Safranblüten , i i grauer Ambra , Korianderſamen , Amomum und Pfeudoniomum ,

Rhodiſerholz,

Pom .

meranzenwaffer , und vornemlich ein Auf 1

guß der Pommeranzenblüten in Mandelöl, Muskatennüffe durchſtochen und in Roſen waſſer mazerire. Dieſe Mittel können zur ordentlichen Diät gebraucht werden , zu

und tragen viel

Verlängerung des Lebens bei.

Ein

Apothefer in Kalekut verlängerte ſich das

i Leben durch Ambra auf 160 Zahr, wie man fagt.

Durch eben dieſes Mittel wer:

den die Vornehmen in der Barbarei alt,

168

da hingegen das gemeine Vole das Leben nicht ſo hoch bringt.

Unfré Vorfahren,

die länger als wir lebten , brauchten den Safran

rehr

häufig

in Kuchen und in

Suppen . Nun bensgeiſter

folgt

die

mittelft

Berdichtung

der les

der Kälte.

Das

Berdichten ift eine der Kälte eigene Wirs kung , welche ohne einige Verderbniß, oder fchädlichen Einfluß geſchieht.

Daher iſt

diere Wirkuag ficherer, als die mittelft der Opiate, ob zwar nicht ſo heftig, wenn ſie von Zeit zu Zeit angewendet wird.

fo fern ſie aber ins gemeine Leben überges tragen wird : ift fie zur Verlängerung des Lebens weit wirkſamer. Die Wirkung

der Kälte auf die les

bensgeifter geſchieht durch das Einathmen durch Dämpfe und durch Nahrungsmittel . Die erſte Art iſt die heilſamſte, aber faſt ganz außer unſrer Wilführ ; die zweite iſt auch wirkſam und in unſrer Gewalt ; die

169

iſt von fchwacher und entfernterer

dritte

Wirkung . de

Eine klare reine Luft , von der Sonne erhißt,

nicht zu rehr

oder durch Däm .

pfe verderbt, verdichtet die Lebesgeifter am beften . 22

hen

Eine ſolche Luft iſt auf den Hös

trockner Berge , oder

in freien Fels

dern, die der Wind beſtreichen

kann , und

die doch Schatten haben .

7 :

Anlangend

die

Berbichtung

bensgeiſter durch Dämpfe,

der les

ſo liegt der

ganze Grund dieſer Dperation in dem Sal. peter, der ganz zu dieſem Zweck erſchaffen worden zu renn ſcheint. Der Salpeter iſt gleichſam ein fühlens des Gewürz, wie fchon die Empfindung RA BARBA anzeigt. Er beift und greift die Zunge und den Gaum eben ſo mittelft ſeiner Käl. te an,

als die Gewürze durch die Wärme.

Er beſitzt dieſe Wirkung einzig unter allen 1

bekannten Körpern .

zen , die an ſich erkältend find , und nicht

Faſt alle Subſtans

170 durch Zufall, wie das Opium , haben Fehr wenig Geiſt ,

hingegen

Subſtanzen erhigend. Peter zeichnet

find alle geiſtige Nur allein der Sala

fich dadurch

aus ,

einen Überfluß von Geift hat, füblet.

daß er und doch

Der an ſich hißige Kampfer

füh

let nur zufällig , indem er bei Entzündun gen die Ausbünſtung befördert. Wenn

man Flüſſigkeiten will frieren

laſſen , oder zu Eis machen , ſo miſcht man unter das Eis und Schnee, mit denen man die Gefäße belegt, Salpeter, wodurch das In Abfühlen deſto mehr befördert wird . warmen Ländern, wo kein Schnee vorhan. den iſt, ſoll man das Gefrieren allein , mit telft des Salpeters bewirken können .

Waſſer aufgelöſt

( welches größtentheis

aus Salpeter bes

Schießpulver

ſteht ) getrunken , brauchen die Seemänner und die Soldaten vor dem Treffen , ſo wie die Türken das Opium zur Ermunterung der Tapferkeit.

Der Salpeter

iſt gleich.

171 file

Fam

der Erdgeiſt ( Spiritus terrae ) .

Man

weiß, daß man in jeder Erde, die man To

1 bedeckt und aufgehäuft hat , BE

daß

keine

Sonnenſtralen hinzu können, eine Menge Hieraus ergiebt

Salpeter ſammeln kann .

fich , daß der Geift des Salpeters nicht nur dem thieriſchen , ſondern auch dem vegeta biliſchen Geiſte nachſtehet. Thiere, welche Salpeterwaſſer trinken , werden merklich fett :

das iſt ein Beweis

der Kälte in dem Salpeter . wird durch den Salpeter düngt.

Der Boden am beſten ges

Aller Dünger führt Salpeter bey

ſich : auch dieß iſt ein Beweis der geiſtigen Cheile in dem Salpeter. : Hieraus erbellet, daß die menſchlichen Lebensgeifter durch die geiſtigen Theile des Salpeters können er: fältet und verdichtet werden, und von ihs rer Schärfe verlieren .

Eben ſo wie ſtarke

Weine und Gewürze u . dgl. die Lebensgeis

ter erhitzen , und das Leben verkürzen ; werden

ſo .

ſie hingegen durch den Salpeter

172 folglich

befänftiget und unterdrückt, die Lebensbauer verlänget .

Hierher gehört der Gebrauch des Sal. peters " in Speiſen mit dem

Salze.

Ein

Theil Salpeter, von drei bis zehn Gran, unter zehn Theile Salz, oder in der Suppe zum Frühſtück, ſo auch im Getränke. : Ben jeder Gebrauchsart

dient es ganz beſont

bers zur lebensverlängerung : *) * ) Bafo hatte eine ſolche ungemeine Wot: liebe gegen den Salpeter, daß er ſeinen ganzen Einfluß

anwendete ,

SRittel in Aufnahme zu bringen . nahm dreißig

dieſes

Er ſelbſt

die lekten drei Jahre alle Morgen Grane Salpeter , und

forderte

alle Ärzte auf, feine Abſicht zu unterflüss zen .

Der Salpeter wurde eine Modear

Jenei in England .

Man wendete ihn

fafi in allen strankheiten an , und nahm ihn felbft bei der beſten Geſundheit als Palliativ.

Aber der Erfolg war, daß dies

jenigen , die ſich des Salpeters zur ges wöhnlichen Diät Jahre

lang bedienten ,

173 Die

nahekommenden

dem Salpeter

Subſtanzen , können noch è

ſicherer und in

größern Gaben gebraucht werden :

ffer gehören

alle Subſtanzen ,

darun .

welche einen

etwas erdartigen Geruch von ſich geben,

3. E. wie der Geruch

reiner und guter

friſchaufgelockerter und umgegrabener Er de .

Man

Borretſch

rechnet zu dieſer Klaſſe den ( Borrago ) ," die

Ochrenzunge

eine tägliche Abnahmeißter Kräfte, eine ungewöhnliche Eßluft und Durſt empfans deu ; beſonders bemerkten die Damen, daß ihre Eheherren, feitdem fie Salpeter brauchten , ihnen wenig Vergnügen macha #ten .

Sie wurden

ſo erbittert auf den

Sangler, als den Störer ihrer Freuden, daß ſie ihn mit den ſchrecklichſten Beſchim pfungen überhäuften ; ja er konnte ſich kaum gegen

die Anklagen der Zauberei

und der ſchändlichftert Giftmiſcherei öffenta lich rechtfertigen . Humelius in Tractat, de artritide. 9. p.

174 1 Bugloffum ), das Zungenblatt bugloffum ) ,

Pimpinelle ,

( Hippo

Erdbeerkraut

und Früchte, rohe Gurken , Upfel, tet

und Knoſpen

vom

Bläte

Weinſtod ,

auch

Violen . Hierauf kommen

diejenigen

Subftans

gen , welche einen: ſtarken Geruch upon

fich

geben , die mehr erhibend find, aber doch noch etwas vonijener fühlenden Eigenſchaft bei ſich haben .

Meliſſe, friſche Zitonen,

grüne Pommerangen , gekochte Birnen. Man bemerke hierbei, daß die Subſtans gen , die unter die flaffe des Salpeters gehören ,

mehr unſerm Swecke in ihrem

rohen Zuſtanden entſprechen, als wenn ſie im Feuer gewefen ſind! tende Eigenſchaft jerftreut.

Denn jene käl

wird durch das Feuer

Man braucht

ſie daher ſehr

gut im Getränke oder roh . Eben ſo wie die Verdichtung der les bensgeiſter durch die Opiate zuweilen ",mit telſt des Geruchs bewirkt wird : ro geſchieht

173

daſſelbe auch durch die dem Salpeter ähn: Der Geruch friſcher

lichen Subſtanzen. reiner

beſänftigt die Lebensgeiſter

Erde

1 vortreflid ).

Wenn man dem Pfluge nacha

gehet, *) oder die Erde umgräbt, oder Un kraut ausjähtet .

Das abfallende Kaub

Vielleicht eine Urſache des langer Lebens vieler Candleute. Man hat in den neu érn Zeiten

dieſen

Spaziergang hinterm

PRüge Schmindſüchtigen angerathen . Das Erdbad iſt ein vortrefliches Mittel in qurzehrenden Strankheiten , in Scorbut u . dergl . und in dieſen Strankheiten von dem ſpaniſden Arzte Franziskus Solano de Lucke niit

dem

ausgezeichnetften Erfolg ange:

wendet worden , -aud, eines der vorzüglich Man hat ften Nittel im Sdeintode. behauptet, daß der Dunft der Gräber, die Leichname

der Erde , wenn ſie nur

ſcheinbar tod find, erwecken fönine, und deshalb Vorſchläge gethan.

Engländer Eingraben haben endlich das tägliche in pas tá Erde, als ein Mittel zuim langen Leben empfohlen .

Noch mehr zur Beftätigung

176 im Herbſte gewährt den lebensgeiſtern eine Heilfame Erquicung. fterbende Erdbeere,

Beſonders die ab ingleichen

der Duft

von Biolen, von Begebreitblumen , von Bohnen ,

von Brombeeren , hat ähnliche

Eigenſchaften . Ich

kenne

einen

vornehmen

Mann ,

der fehr alt worden iſt, und der alle Mors gen, ſo bald er vom Schlaf erwachte, fich ein Stück Erde vor die Naſe halten

ließ,

und den Duft einzog.

Endlich

gehört

Lebensgeifter, Felben , ihre

indem

zur

Verdichtung der

die Beſänftigung

ders

ihr Feuer gemildert ,

und

beftigen Bewegungen

beruhigt

werden . Zu dieſer Abſicht dient alles,

was dea

nen Lebensgeiſtern angenehm ift. der Wirkſamkeit des friſchen Erdbunfies is Hufelands Journal T. 386. .

N. 0.

177 würbe unnöthig reyn, das richon geſagte zu wiederholen. Um die Hiße der Geiſter zu mildern, vermeide man Gewürze, Wein und ſtarke Getränke, und alles was den Gaum hef tig reist, und eine brennende Entzündung 1 auf der Zunge erregt. Wie das Aufbrauſen

und der übers

fluß der Lebensgeiſter zu beſänftigen und zu vermindern rey ,

indem eine kleine

flamme nicht ro rehr zehrt, als eine große, abgehandelt werden.

fou noch kürzlich

Die Erfahrung lehrt,

daß eine fru

igale Diät nach der ſtrengen Obſervanz des

Mönchslebens

oder

des

Ereinitenlebens,

deren Qauptgefeß Armuth und nothdürfti: ger Unterhalt iſt,

das Leben verlängert.

Dahin gehört Waſſertrinken ,

hartes lat

ger, kalte friſche luft, ein frugaler Diſch , von Zugemüſe, Früchtet , Fleiſch und fi

fche, mehr geſalzen und eingemachte Speis fen, als friſches und warmes Effen , seit

178 härenes Hemde, öfteres saften , häufiges Wachen , feltner Genuß ſinnlicher Vergnü: gungen u . dgl.

dieſes dient, die

Alles

überflüffigen Lebensgeiſter zu vermindern, auf diejenige Qualität Zurückzut

und fie

bringen , die zu den Verrichtungen des fer Die Folge das

bens hinreichend ift.

von iſt eine mindere Depräbation . Eine minder ſtrenge Diät,

als dieſe

harte Mittel zur Kreuzigung des Fleiſches, die aber ſich immer gleich bleibt, und nie ausſchweift, wird eben , dieren Erfolg has ben.

Eine etwas größere Flamme iſt nicht

ſo zehrend, wenn ſie nur ruhig und unge. ſtört

ſich

Flamme,

gleich

bleibt ,

als

die in Bewegung

eine kleine gereßt wird,

manchmal auflodert,

und manchmal wies

ber ſchwächer brennt .

Das Beiſpiel hiers

zu giebt uns die Lebensweiſe des Genetias ner Cornaro ,

dar ſo viele Jahre lang

Teine Speiſen und Getränke abwog, unb hierdurch über hundert Jahre erreichte bei

179 dollfommnen Kräften und Sinnen .

Fes.

doch darf der Körper durch eine rolche Les bensweiſe nicht geſchwächt, ſondern muß hinlänglich genährt werden . Anlangend die Zurückhaltung beftigen

Bewegungen

der

der zu

Lebensgeifter,

denn die übermäßige Bewegung verurſacht Entzündung ; den Schlaf,

ſo

geſchieht ſelbige durch

durch Vermeidung übermäßi

ger Arbeiten oder heftiger Motion ,

Verhütung der zu großen Ermüdung und

2. Erſchöpfung, endlich durch Verhütung bg ſchwerlicher, Gemüthsbewegungen.

Fabel erzählt,

Die

Epimenides

daß

in einer Höhle

ſchlafend und ohne Nahrung habe .

ein gewiſſer viele Jahre zugebracht

Denn die Lebensgeifter werden

Schlafe weniger conſummirt.

Verſchiea

dene Thiere, als Fledermäuſe nnd Seiden würmer, ſchlafen den ganzen Winter hins durch So

eingeſchloffenen Raume. 7 ſehr vermindert der Schlaf die Dea in

einem

180

präbation des Lebens.

Dieß thun aud)

die Ameifen und die Bienen, *)

wenn ſie

keinen Honig haben, ſo auch die Schmet terlinge und die Fliegen . Der Schlaf nach dem Effen iſt in ala fer Rückficht für die Geſundheit nachtheis lig.

Jedoch in dem hohen Alter findet

zwiſchen dem Effen und dem Schlaf ein gleiches Verhältniß ſtatt ;

dann wird eine

öftere Erquickung und öfterer Schlaf erfordert,

aber nur von kurzer Daus

er. ** ) Auf der höchſten Stufe des Alters * ) Man vergräbt an manchen Orten die Bienen den Winter über in die Erde.

A. 0. U. **) Dieß fimmt ganz mit der Natur übereitt, Boerhave ſagt: Alte Körper müffen nur fauft befeuchtet, uidit überladen werden. Sokrates 'befahl dem Aufwärter, ihm nur wenig Getränke einzuſchenken, aber ſo oft als er és verlangen würde.

Plažregen

wirkt zerfförend, der Chau ift erquickend.

181

wird ſogar eine vollkommne Ruhe und ein faſt beſtändiges liegen, beſonders im Bin ter ſehr nüglich ſeyn. Bewegung t

Ermüdung und Ers

fchöpfung iſt eben ſo nachtheilig, als alju ſchnelle und heftige Bewegung ,

wo die

Kräfte aufs äußerſte angeſtrengt werden , eine mäßige

nicht

hingegen iſt heilſam ,

ſchnelle

Bewegung

als mäffiges San .

zen, Reiten, Kegelſchieben u . r. w . WA

Gemüth sbewegungen, in Rüds ficht

ihres

Einfinires

Lebensdauer.

auf

die

Auzu große Freu:

de verdünnet und zerſtreut die Lebensgei fter,

fürzer das Leben ab. *)

Familiens

Dieß beweift bas oben angeführte Beiſpiel des Thomas Parr, der wenig auf einmal, Eben dies gilt auch aber ſehr oft af. von dem Schlafe der Alten .

u . d. U. *) Id habe mehrere Menſchen getarnt, bes

182

und häusliche Freuden ſtärken die Lebens , geiſter.

Die Eindrücke finnlicher Freuden

find ſchädlich , heilſam aber iſt die inners ' lidhe Freude des Herzens, die aus der Ers innerug entſteht, oder aus der Hofnung, verbunden dungskraft.

mit

einer

glüdlichen

Einbil.

Mehr noch dient die zurücks

gehaltene und ſparſam mitgetheilte Freude zur Stärkung des Lebens, als die ausges laffene und ausgepredigte.

Kummer, und Traurigkeit ohne Furcht, wenn ſie nicht mit zu großer ängſtlichkeit verbunden

ſind ,

können

das Leben eher

verlängern und hinhalten , * ) denn die les bensgeiſter werden dadurch zuſammengefos ſonders Leute von Fahren , die nach einer Beftigen Freude bald farben . 2. 6. 4.

*) man erinnere fidh an das, was von dent Laugen

Leben der melancholiker geſagt

worben iſt.

A. 0. U.

183

gen ; welches eine Art

der Versichtung iſt.

Heftige Furcht fürzt das Leben . gleich die Traurigkeit, ſo wie die

Furcht,

die Lebensgeifter zuſammenzieht , ſo geſchieht bei der Traurigkeit eine' bloße einfache Zu Tammenziehung ,

dagegen

verurſacht

die

Furcht, welche mit Sorgen und Hofnuna gen vermiſcht iſt, Erhitung und Bedrängta niß der Lebensgeiſter. Verbiffener Zorn iſt auch eine Art von Bedrängtniß ,

und sehrt die Lebensgeiſter

und Säfte unſers Körpers, fich felbft über laſſen , kann der Ausbruch des Zorns mancha mal nüßlich reyn,

To wie Arzeneien,

die

eine ſtärkende Wärme bewirken . Die ſchädlichſte Leidenſchaft

iſt

Neid, der die Lebensgeifter verzehrt. Folge davon

der Die

iſt Abnahme und Aussch

rung des Körpers.

Seine Wirkung iſt

um fo verderblicher, weil ſie beſtändig forts dauert und niemals feiert. *) + ) Zimmermann fagt: Es giebt Leute, die

184 Das Mitleiden , welches von fremden Seiben veranlaßt wird , die uns nicht ſelbſt betreffen , iſt unſchädlich ;

ift aber eine ges

wiffe Ähnlichkeit unſrer Schickſale mit der nen des Leidenden verhanden , nachtheilig,

fo iſt es

weil es von Furcht begleitet

wird . Die Schaam iſt ganz unſchädlich Schaamhafte

leben

gewöhnlich

lange.

Aber die Schaam als Folge großer Bes fchimpfungen ,

beſonders wenn ſite. lange

dauert, zieht die Lebensgeiſter bis zur Era Rickung zufammen ,

und

iſt höchit vers

berblich

alles, was auf irgend eine Art glücklich ifte beneiden, und gleichwohl zu einem hohen Alter gelangen , wenn auch ihre Geſichter dem Abgrunde und ihre Stöpfe umgekehr: ten Befen gleidjen. ( von der Einſamkeit, Th. 1. S. 495. )

4. b . u.

1 185

Liebe,

nur nicht unglückliche und zu

heftig angreifende, gehört unter die Freude, und wirkt nach gleichen Gefezen , wie jene. Unter

allen Gemüthsbewegungen

die Hofnung am heilſamſten ;

und

iſt hat

großen Einfluß auf die Verlängerung des Lebens, wofern ſie nur nicht zu oft getäuſcht wird, , fie weidet die Einbildungskraft durch heitere Ausſichten , und angenehme Bilder. Menſchen ,

die ſich ein gewiſſes höchftes

Gut, als den Zweck des Lebens vorſteckent, und vorſtellen ,

ſtets mit ihren Wünſchen

darnach fireben , und ſich ihm nähern, les ben meiſtens lange.

Haben

Ziel ihrer Sofnung erreicht,

ſie dann das und bleiben

ihnen keine Wünſche mehr übrig, ſo wers den ſie niedergeſchlagen , und enden ihr Les ben in kurzem .

Man könnte die Hofnung

mit geſchlagenem Golde vergleichen , wela ches fich ins Unendliche ausdehnen läßt. Bewunderung und ruhige Betrachtung trägt vornehmlich zu einem langen Leben

186

ben.

Die Lebensgeiſter werden in einem

angenehmen behaglichen Zuſtande erhalten, wenn ſie nicht geſtört werden .

Daher

wurden alle Naturbeobachter , die so viele Gegenſtände der Bewunderung vor fich hat ten,

Demokrit,

als 3. B.

Parmenides ,

Plato ,

Apollonius ,

alt.

Siuch die Rhetoren , die die Gegenſtände nur oberflächlich behandelten , Licht der Beredſamkeit , terien

ſuchten ,

brachten

und mehr das als dunkle as ihr Leben hoch.

Borgias , der Leontiner , Protag.0% Pras ,

Irokrates ,

Seneka .

wie die meiſten Ulten plauderhaft und ges ſuwäßig find, ſo

findet man ſehr oft un:

ter den geſchwäßigen Leuten , Alte.

Dieſe

Geſchwäßigkeit zeigt eine obezflächliche Bes trachtung an ,

wodurch die Lebensgeifter

nicht ſehr angegriffen werden .

Schaffin:

nige und ſubtile Spekulationen fönnen der Lebensdauer ſchaden .

Die Lebensgeiſter

werden ermattet und verzehrt.

187 Ich füge merkungen

noch einige allgemeine Be:

bei,

über

die Lebensgeiſter .

Man muß Sorge tragen , daß die Lebens. geiſter nicht aufgelöſt und zu rehr verdünnt werben ; *) dieſes geſchieht durch unmäſſige Arbeit, heftige Leidenſchaften , ger

allzu häufia '

Schweiß und Ausleerung ,

Gebrauch warmer Bäder, nuß der Wolluft,

häufigen

unmäſſigen Ges

große Sorgen und Bes

kümmerniß, ängfiliche Erwartung,

endlich

bösartige Krankheiten , körperliche Schmers zen und Martern ,

welches man alles ro

viel möglich vermeiden muß.

Das Gewohnte und Neue ift für das Lebensprinzip günſtig.

Gang

ungemein

heilſam iſt es zur Erhaltung - der Thätiga keit des Lebens, daß wir das Gewohnte nicht bis zum Ekel beibehalten , noch das

18 *) kan denke ftatt der Lebensgeifter an Blut oder Säfte, oder an Erſchöpfung der Sträf te, das Reſultat ift immer daſſelbe. A. d . u . ,

188 Neue eher brauchen , als bis unſer langen darnach

recht ftark

und

Vers

lebhaft

worden iſt. Man

muß

alſo

neue Gewohnheiten

mit einer gewiffen Beurtheilung und Sorga falt ablegen , ehe fie uns zum

Ekel wers

den, und die Neuerungsbégierde auf eine Zeit lang unterdrücken , bis ſie ſtärker und lebhafter wird . * )

überhaupt richte man

feine Lebensweiſe fo ein, daß fie mit vielen Abwechrelungen verknüpft iſt,

damit nicht

die Lebensgeifter durch das ewige Einerlei abgeſtumpft werden .

Seneka ragt zwar

fehr gut : der Thor fängt immer an zu tes ben .

Endeffen iſt dieſe Thorheit, wie viele

andere, zu einem langen Leben zuträglich. Noch iſt in Unfehung der Lebensgeis fter zu bemerken : wenn uns die Empfins * ) Dieſes ift ein vorzügliches Mittel zum Les bensgenuß, um immer den vollen Genus einer Sache zu haben .

4. 0. u .

189

dung lehrt, daß unfre Lebensgeiſter fich in einem

guten ruhigen

ftande befinden

und geſunden Zu

welches die Ruhe des

Gemüths und die innerliche Freude anzeigt ; ſo ſuche man ſie, darinne zu erhalten ; fie in einem geſtörten Zuſtande , Traurigkeit, Hang

find

wie dies

zur Unthätigkeit, oder

fonſt eine Verſtimmung des Geiſtes anzeigt,

To ſuche man dieſen Zuſtand zu verändern.

Die Lebensgelfter werden in einem gleich

ind

mäßigen

Zuſtande erhalten ,

durch

Befie

gung der Leidenſchaften und des Tempera ments ,

durch

Diät, Enthaltſamkeit von

Wolluft , mäßige Arbeit, Genuß der Mus fit; durch das Gegentheil werden fie ber ändert und betäubt, als durch heftige Lei penſchaften ,

Ausſchweifungen der Dafel,

unbändige Wolluſt, ſchwere Arbeiten; an haltendes Studieren und Geſchäfte. Menſchen

Die

pflegen bei heiterer Gemüthse

ſtimmung, wenn man mit ſich ſelbſt zufries den iſt, wollüſtige Genüffe, Arbeit,

Uns

199

ftrengung und Geſchäfte vor chen und zu affektiren . leben will ,

muß

allen zu

ſu

Wer aber, lange

grade das

Gegentheil

ttun .

Ficinus *), ſagt nicht übel :

Alte

Leute ſollten zur Stärkung ihrer Lebens geiſter, ſich an die Sandlungen und Sit ten ihrer Jugend erinnern , der genießen ,

( ruminare

und

ſie wie

wiederkäuen .)

wieder in die Einbildungskraft zurück rų : * ). Marfilius Ficinius in 15. Fahr: hunderte fchrieb ; de vita lib. III . 1 %.

Lugd. 1595. Seine Behauptungen find : die Lebensgeiſter des Menſchen ſind von derſelben Natur, wie der Äther , worinn die Geſtirpe ſich bewegen ; wenn man alſor wie Apollonius von Tyana , dieſes Äthers theilhaftig werden könte, o dürfe man auf ein ſehr langes Leben Anſpruch machen . Auch ſchlägt er den Greifen vor, das Blut junger geſunder Leute zu trinken , um ihr Leben zu verlängern ... U. D. U.

191

Eine ſolche Erinnerung iſt gewiß für

fert.

Ulte ein ſehr großes Vergnügen,

ein für

fie eigener Genuß.

Es iſt angenehm mit

Leuten umzugehen ,

die einſt init uns ers

zogen wurden , wenn wir den Ort unſrer Erziehung wiederſehen.

Veſpaſian legte

darauf einen großen Werth .

Selbft als

Kaiſer wollte er rein väterliches Haus, ro klein als es war, durchaus nicht umans dern ,

um ſeinen Augen nichts von dena

gewohnten Anblick, und von der Erinnes

rung an ſeine Jugend zu entziehen . trank ſogar an Feſten aus dem hölzernen Becher -mit filbernen Rande ,

den

reine

Großmutter gehabt hatte. Das immerwährende Fortſchreiten zu

4 dem Beſſern iſt für die Lebensgeiſter gang beſonders angenehm .

Wir müſſen daher

unſere Jugend und unſere männlichen Fah. re ſo führen,

daß uns fürs Alter neuer

Croft übrig bleibt, welcher vornehmlich in einem mäßigen Genuſſe der Ruhe beſteht.

192 Alte Geſchäftsmänner , Ruhe

die ſich nicht zur find Selbſtmörder.

Tetzen wollen,

Ein beſonderes Beiſpiel davon an dem Caffiodorus .

finden wir

Er ſtand in

ſolchen Anſehen ben den Gothiſchen Köni gen, daß er die Seele ihrer Handlungen war .

Nachher aber

Kloſter,

wo er als hundertjäriger Greiß

ſein Leben beſchloß. Bebutfamkeitsregeln

begab er ſich ins

Hierbei müſſen zwey beobachtet

werden .

Die erſte : man muß damit nicht ſo lange anſtehen ,

bis der Körper ganz entnervt

und fränklich iſt.

Bey ſolchen Körpern

wiro jede Veränderung,

wäre es auch der

Umtauſch mit etwas Beſſern , den Tod bee ſchleunigen.

Die zweite :

man verſinke

nicht in eine gänzliche Unthätigkeit, immer

einige Gegenſtände

habe

des Nachben

kens, auf welche man den Geift rubig hef ten kann .

Dahin gehört das Vergnügen,

das uns die Wiſſenſchaften gewähren , das Porno Bauen und Pflanzen .

193

Endlich , dient Thätigkeit, Anſtrengung, 1 Arbeit , die man gern und willig unter

nimmt , zur Erquickung der Lebensgeiſter : da hingegen Widerwille und Verdruß fie niederſchlägt.

Es wird zum . alt werden

beitragen , wenn man ſich ein unabhängi ges Leben ganz nach ſeinem Geſchmacke wäh len kann, oder wenn man ſeinen Geiſt ro nachgiebig gebildet bat , daß uns das, was

uns

das Schickſal, auflegt ,

an ſich zieht ,

mehr

als gewaltſam dahinreißt .

In Anſehung der Affekten muß man beſonders für den Unterleib Sorge tragen, weil derſelbe großen Einfluß auf die Ges müthsbewegungen hat, die

gewöhnlichen ,

ich meine auf

ausgenommen auf die

gewaltſam erregten.

-1

1 N

194

Operation zur Verhütung des Einflur ſes der äuſern Luft.

Die Verhütung der widrigen Einflüffe der äuſern Luft befördert die Berlängerung des Lebens,

I ) weil nächſt den innern le

velisgeiſtern , die Luft vor allen andern ob ſie gleich die Lebensgeiſter gleichſam be lebt, und ſehr viel zur Geſundheit beiträgt die Säfte des Körpers konſumirt und 13 die Vertrocknung beſchleuniget. verſchloſſener Körper,

Ein

welcher nicht auss

dünftet, behält den eingeſchyloſſenen Geiſe zurück, und macht ihn in die härtere Chei le übergehend, wodurch dieſe erweicht und erfriſcht werden .

Der Grund zur Erklä

rung dieſes Phänomens liegt in der Vers trocknung lebloſer Körper.

Es iſt ein uns

trügliches Axiom , daß durch Abgang der Lebensſäfte die Körper trocknen ; wenn

felbige zurückbleiben ,

erneuert werden .

hingegen

erweicht und

Hierzu nehme man noch

195 die

Bemerkung, daß alle Wärme an fich

ausdehnet und befeudítet,

nur durdh zu:

fall zuſammenzieht und trocknet .

Das

Leben in Höhlen und Grorten , wo die Luft keine

Sonnenſtralen aufnimmt ,

hohes Alter begünſtigen .

ſollte ein

Denn die Luft an

fich bewirkt nicht ſo ſehr die Auszeirung des Körpers ,

wenn

ſoldie

nicht durch .

Wärine befördert wird . Reliquien

Viele alte

und Denkmäler beweiſen uns,

daß es größere Menſchengeſtalten

gegebeit

habe,

als alle nadyfolgende, z . E. in Si

zilient

und

Menſchen Nun

in andere Gegenden : lebten

meiſtens

iſt zwiſchen einem

Diere

Höhlen . * )

hohen Alter und

zwiſchen Größe des Sliederbaues ein ge wiffes Verhältnis . wähnt

der Sjöhle

Auch die Fabel era des

Epimenides.

Das Leben der Amachoreten und Kolums

*) Auch Somer läßt feine Cyklopen in Hobs len leben . A. 0. u .

196 naren dünkt mir etwas ähnliches mit dem Leben in Höhlen geweſen zu ſeyn,

wo die

Sonnenſtralen nicht ſehr hindringen konn ten ,

und die Luft keine große Verändes

rungen und Abwechſelungen erleiben konnte. Simeo'n der Stilitte und Daniel und Saba, ſo auch die andern Anachoreten und Kolumnaren wurden ſehr alt.

Nicht

weniger die neuen Anachoreten unter Maus

/ ern und Säulen

verſchloſſen ,

erlangter

öfters ein hohes Alter. Am nächſten kommt dem Leben in Höh len, das Leben auf Bergen.

So wie die

Stralen der Sonne nicht in die Höhe drin: gen , To find fie auch auf den Gipfeln der Berge, wo ſie nicht reflektirt werden , wes nig wirkſam .

Dies gilt von Bergen , wo

eine klare reine Luft herrſcht,

wo wegen

der trocknen Thäler die Nebel und Dünfte nicht emporſteigen , den Gebürgen , Dafelbft

wie der Fall iſt auf

die die Barbarei umgeben.

leben, noch

heut

zu Tage die

197

Menſchen nicht ſelten hundert und funfzig 3ahre. Die Luft auf Bergen und in Höhlen fonſummirt wenig oder gar nicht. hingegen

wegen der Sonnen

unſre Luft

wärmne ſehr zehrt, daher man ſie von dem Körper abhalten ſollte. *) luft abzuhalten ,

Um die äuſere

müſſen die Poren ver

rchloſſen , oder verſtopft werden .

Das er

ſtere bewirkt die Kälte der Luft, die Nackts heit der Haut,

die durch die Kälte. abges

härtet wird , das kalte Baben , zuſammen : ziehende Mittel auf die vaut gelegt, Maftig, Myrrhen .

Am meiſten wird die:

fer Zweck durch Baden erreicht, aber felten,

als

welches

beſonders zur Sommerszeit, 1

Alles kommt hier aufs Slima an ; fer Stlima fordert Bekleidung und Bedef kung. Aber allzuviele Bedeckung erſchlafft, die Haut, Pezt fie in eine beſtändige ſchwä chende Ausbünſtung.

A. 0. U.

198

angciverbet werden muß.

Man 'bedient

ſich Bäder aus zuſammenziehenden

mines

raliſchen Wäſſern , Eiſen- und

Vitrioli

pierdurch wird

die Haut

fchen Gehalts.

kräftig zuſammengezogen .

Die

pfung der Poren geſchieht durch

Verſto : Fettigkei

ten , Salben und Dele , wodurch die Sub: ftang

des Körpers

eben , ſo gut erhalten

wtrd, ais der Anſtrich mit Delfarben das Boli conſervirt.

Die

alten

Britten be:

mahlten ihre Leiber mit Weid ( Glaſtrum ) und wurden ſehr alt.

Szeutiges Tages

bemahlen ſich die Bewohner von Braſſilien und

Virginien,

von denen beſonders die Bor fünf Jah

erſtern ſehr alt werden . ren

trafen

die franzöſiſchen

noch einige an, son

Miffionäre

die ſich auf die Erbauung

Fern ambu ce

vor

hundert

zwanzig Fahren zu befinnen wußten ,

und da

ſie ſchon in ihrem männlichen Alter waren . Als man den Fohannes de Dems poribus , der dreihundert Jahr alt ges

199 worden

ſeyn Foll,

fragte,

lange erhalten habe,

wie er ſich ro

antwortete er :

äu

ſerlich durch Oel, und innerlich durch Hos nig . beſonders die im

Die Schottländër, Walde wohnenden , Ulter .

erlangen

Por einiger Zeit

lebte eine

von hundert und vierzig Fahren, mal

gezahnt

hatte .

haben die Sitte ,

hohes

ein

Frau

die drei

Die Schottländer

fich nackend am Seerde

mit geſalzener alter Butter zu reiben , und gleichſam zu überzléhen.

Auch tragen fie

gewöhnlich wärche und senden in Saf ran

getaucht.

Dieß

Verfahren iſt zwar

eingeführt, um die Wäſche beſſer

zu Fon

ferviren, allein ich halte : es zur Verlänge: rung des Lebens dienlich . iſt unter allen

bekannten

Der Safran Nitteint ,

zur

Stärkung des Körpers äuſerlich angeweit det, das beſte.

Er zieht merklich zuſam

men und hat einige ölichte Theile ,

und

eine ſubtile Wärme ohne zu erhißen .

Ein

200

Engländer legte fich, um den Zolt zu hin tergeheit,

einen Sack Safran

auf den

Magen, und befand, da ' er ſonſt in hefs tigſten Grade reekrank wurde ,

ſich

ſehr

wohl, bekam nicht einmal Ekel,

Hippokrates rieth im Winter reine Wäſche auf der bloßen Haut zu tragen, im Sommer ſchmutzige und in Del getauch : te . weil im Hünftet .

Sommer der Störper ſehr ausa , Ich bin überzeugt,

daß der Ges

brauch des Déls , es ren Oliven- oder für ßes Mandelöl, die Haut damit eingeſalbt, das lange Leben befördert.

Dieres Sale

ben muß alle Morgen geſchehen , ſo bald man das Bette verläßt.

Man miſcht zu

dem Dei etwas weniges Tanwarzes Salz Das Salben muß ganz und Safran . ſanft geſchehen , mit einem leinenen oder weichen Schwamm . damit blos die Haut.

Fleck

man berührt Die Flüſſigkeiten

auch die ölichten zieheit einiges aus dem Körper, wenn fie in großer Duantität an

201 werden ,

gewendet werden

kleiner Quantität

von dem Körper

fie

eingelogen .

Man beſprengt alſo den Körper ganz ſanft oder beſtreicht das Hemde mit Del . fönnte dagegen einwerfen :

Man

dieſes Salben

mit Del wäre bei den Griechen und Rös mern ganz allgemein

eingeführt geweſen,

es habe einen Theil der Diät ausgemacht; und doch wären damals die Menſchen nicht älter worden .

Antwort : Das Del wurde

bloß nach dem Baden gebraucht, von Atlethen . unſerm wie

Zweck gang

das

außer

Warme Bäder aber find

Salben

entgegen gefert, damit

übereinſtimmt. 1

Das erſtere öfnet die Poren , das andere Das Baden iſt daher ohne verſtopft fie. darauf folgenges Salben höchſt ſchädlich . Das Salben auch ohne Baden vortreflich. Die vorige Anwendung des Salbens ges fchah inehr zum Bergnügen ,

und wenn

man will, als Geſundheitsmittel, aber nics mals in der Abſicht, das Leben dadurch zu

. 202

verlängern .

Man bediente fich foſtbarer

wohlriechender Salben, die bey dieſer Oper ration ganz ſchädlich find.

Virgil fagt

" recht paſſeud : Nec Caſia liqvidi corrumpitur uſus Olivi . Das Salben mit Del dient auch im Wins ter zur Geſundheit ,

indem

es gegen die

Stälte ſchüßt, und im Sommer die lebens geiſter zurückhält, und den zu dieſer Jah reszeit

am meiſten gehrenden Einfluß der

Luft abwendet.

Das Tragen von Kleidern mit Sals ben oder Del beſtrichen auf bloße Haut, fönnte nicht ohne Nußen ſeyn, dazu dieit ten am beſten wollene Kleider, welche perr leinenen vorzuziehen find.

Die Gerüche

halten ſich länger anf der Wolle ,

wenn

man wohlriechende Pulver darauf ſtreut, als auf dem Linnen . * ) * ) Mart leſe in Hufelands Sunft z . B. 2 .

203 :: Wenn die Grrländer anfangen zu frans fen, ro . fchaffen ſie die Teinenen überzüge der Betten weg, und hüllen ſich in foliene Tücher . i

Viele Perſonen tragen mit gros

ßem Nugen wollene Kamiſóle auf dem blos ßen Leibe unter dem Hemde.

Die Luft,

an die man ſich

gewöhnt

hat, iſt für den Körper nicht ſo abzehrend,

als eine neue und veränderte . die in ihren Hütten

Arme Leute,

zwiſchen

ihren

vier

Pfälen ihr ganzes Leben zubringen ,

wer

den gewöhnlich ſehr alt.

In Rückſicht

anderer Abſichten iſt die Veränderung der c

Luft heilſam.

man müßte aber hier das

Mittel erwählen , leiſten .

um beiden Genüge zu

Man ſollte alſo,

wenn es möge

lich iſt, ſeinen Aufenthalt nach den vier S. 176. über die linnene und flanellene Bekleidung

Darwin Zoonomie, 2 .

Ch . 1. Abth . 4.0. Engl. Hannover 1797. S. 37 26 .

4. 0. U.

204 Fahreszeiten verändern , weder zu viel reis fen , noch zu lange an einem Drte bleiben .

Operation in Anſehung der Säfte

des Körpers. Es giebt zweierlei Arten von Körpern, die nicht ſo leicht konſumirt werden , harten und Fetten, wie wir an den

die

Metals

len und Steinen , an dem Del und Wachs bemerken .

Man muß alſo dahin trach :

ten, um den Säften des Körpers etwas mehr Konſiſtenz und mehr Fettigkeit zu ges ben .

Die Konfiftenz der Säfte zu beförs

dern, dienen

1 ) feſte Nahrungsmittel, 2)

eine Haut und Muskeln verdichtende Käls te, 3) körperliche Übungen. 1 )

Feſte

Nahrungsmittel :

Rindfleiſch, Schweinfleiſch , Wilopert, Zies genbockfleiſch,

wilde

Gänſe, wilde Lau .

ben, beſonders mäßig geſalzenes Fleiſch, eingeſalzene getrocknete Fiſche, ziemlich als ter Käſe u . dgl .

Gerſtenbrod iſt feſter als

205 Auch das Roggenbrod ift. dicht

Roggen .

wenn es mehr Kleien bey fich hat,

ter,

als wenn es aus bloßem Mehl beſteht.

Die Bewohner der Drkaden, falzene

Fiſche genießen,

die ges

und gemeiniglich

die Fiſcheſſer ( Ichthyophagi ) heißen, lé ben lange . Die Mönche und Eremiten werden ben einer

trocknen

und ſparſamen

Nahrung

meiſtens alt.

Auch reines Waſſer häufig

getrunken , verdünnt die Säfte. 2)

Perdichtung der Haut und

Leute, die uns des Fleiſches durch Sälte. ter freien Himmel leben , werden insgemein älter, als die in Häuſern , aber die in fäl. tern Gegenden älter, als dié in warmen . auzu viel Kleidung und Betten ſchwächen den Körper. Das Waſchen

des Körpers mit fala

tem Waſſer dient zur Verlängerung des

206

Lebéns, laue Bäder find in dieſer Riidficht fchädlich . *) -3 ) Körperliche Übungen. Müs kiges Leben

macht

das

Fleiſch merklich

weich und ſchwach ; Übung aber ſtärkt den Störper

wofern man nur nicht über

müffig ſchwißt, oder ſich übermäßig ermü det,

dadurch wird das Fleiſch hart und

dicht.

Das Schwimmen im kalten War

Fer iſt ſehr geſund .

Körperliche Übungen

ſind im allgemeinen beſſer unter freien Him : ' mel, als im Haufe. **)

Das falte Waren

und kalte Baden

dient der Ingend zur Abhärtung des Kör: pers ,

folglich zur Verlängerung des Les

beus ;

warme Bäber dienen für alte

Leute zur Erhaltung und Friftung des Les aber mit genauer. Rückſicht auf bens Sthenie und Afthenie, welches der Arzt beſtimmen mus. A. 0. U.

***) Ich erinnere mich Hierben an eine Stelle

207

Um die Säfte des Korpers feucht zu erhalten , wobey die Rede nicht iſt von der Abſetzung des Fettes, mittel , ung

dienen Nahrungs

welche nach geſchehener Verdau

etwas Deligtes in den Säften erzeu :

gen , g . E. gebratenés Fleiſch, ſüße Sachen ,' Zucker ,

Honig, *)

zien , Datteln ,

ſüße Mandeln,

Weintrauben ,

Piſta :

Roſinen u .

Dagegen find alle falzige und zu

dgl .

in S cinlers Lebent, wo Semler erzählt, das

er ſich

bei

körperlicher Bewegung,

Solihacken u. dergl . das er unter freiem Himmel that, weit beffer befunden habe als 5 cumgarten , der fich eben dieſe Notion in ſeinem Hauſe machte.

4. 6. . Süse Sadient find für alte Leute dienlich . Ich habe Alte gekannt ,

die eine große

Menge Zucker geroffen . Der Zucker nährt * und macht fatt. Die Neger in den Zuckers plantagen mäſten ſich vom Zuckerrohr, A. 0. 11.

208

fcharfe Speiſen der Erzeugung der friſchen Säfte entgegen . Bornehmlich

dient das

Trinken ' zur

Befeuchtung 1 und Erfriſchung des Körpers, welches das Behifel der Speiſen iſt. Das Getränke darf nicht fäuerlich ,

zu ſcharf,

noch zu

doch von ſubtilen Beſtandthei

len ſeyn , wie der Wein. * )

Das Honig

waſſer ( Hydromel ) würde dienlich ſeyn, indeſſen hat der Honig eine Schärfe

1 1

die Chemiker- ziehen

aus dem Honig ein

ſehr charfes Waffer , welches fogar mes talle auflöſt,

beffer iſt ein Srank mit

Zucker , der wenigſtens ſechs Monate ge legen haben muß, Strudität verliehrt,

damit das Waſſer ſeine und die feinen Theile

des 3ncers annimmt .

So dient auch das

Bier, ingleichen ein Trank aus Bier, mit dem

dritten Theil

einer Abkochung von

* ) Ein Alter ſagte : Vinum rhenanum eſt meum arcanum . 4. 0. U.

209

fetten

oder dicken Muße,

Wurzeln,

als

Klettenwurzeln und andern füßen Speiſe wurzeln .

Operation in Rücklicht der Eingeweide zur Verdauung der Nahrungs

mittel . Die Mittel, welche zur Stärkung der Verdauungswerkzeuge angewendet werden , überlaſſe man dem Ärzte ; wir wollen nur unter dieſen Vorſchriften

diejenigen aus

wählen , welche ſich auf Diät und Lebenss ordnung beziehen . Man ſuche den magen,

den Hausvas

14 ter, in deſſen Wohlbefinden der Grund zur Berdauung liegt, zu ſtärken ; er muß nicht übermäßig

ausgedehnt werden ,

er muß

nicht erſchlaffen, rein reyn, nicht mit Flür

1 figkeiten bis zum

Ekel überladen werden ,

darf nie ganz leer und nüchtern reyn, muß

210 Denn die

in Appitit crhalten werden . Eßluſt ſchärft die Verdauung. Es iſt zu verwundern ,

daß man von

dem warmen Getränke unſrer Vorfahren Ich kenne einen ſehr be

abgekommen iſt.

der Mittags und Abends

rühmten Arzt,

ſehr warine Suppen genoß, und ſie wünſch te bald wieder von fich zu geben. ſagte, ich brauche keine Suppen , etwas Warmes . für nüzlich,

ſondern

überhaupt halte

das erſte

Getränke,

ich es es ſeny

Wein oder Bier u . dgl . was man zu trin

ken gewohnt iſt,

beim Abendeſſen immer

warm zu trinken.

Einen Biſſen Brod in Wein geraucht, halte ich ben Tiſche für nüßlicher als den Wein felbfi. Alles kalte Srinken , wie das gewöhn liche Erinken der molken,

kalte Dekokte,

Gerſtentrank ift des morgens ſchädlich bey nüchternen Magen ,

beſſer werden ſolche

Getränke die

Stunde

fünfte

nach dem

211 Mittagseſſen oder eine Stunde nach einem leichten Faſten

Frühſtück

genommen.

Öfteres

iſt in Rückficht auf Verlängerung

des Lebens ſchädlich. Auch den anhalten : Der mas

den Durft muß man meiden .

gen muß rein aber immer etwas feucht er: balten werden . * ) Friſches Olivenöl,

worin etwas Mis

tridat aufgelöſt worden iſt, in die

dem

im Rückgrad

Magen entgegengeſetzten

Ges

gend eingerieben, ftärkt den Magen unges mein .

Die Güte der Luft erweiſt fich mehr aus ihren Kennzeichen als burch Erperi mente .

Die beſte geſundeſte Luft

in großen Plänen,

herrſcht

die der Wind von als

len Seiten durch ſtreichen kann, *) Benjamin Kuſch,

beſonders

der große Arzt, fagta

daß, wer einen guten Magen babe, alt werden könne.

Auch finden wir bei alten

Leuten meift einen guten Magen .

# . 0. u .

212

wo trockner, nicht ausgedörrter, doch nicht fandigter Boden , wo Majoran, Feldfüm mel ( Menthacampeſtris ) blüht,

und die

nicht ganz ohne Bäume und Schatten iſt, ivo

einen

die Brombeere ( Roſa Rubi )

Muskatenartigen aromatiſchenGeruch giebt. Sind Flüffe in der Nähe,

fo iſt die Ges

gend minder geſund, es müßten kleine klare und helle Bäſſer reyn. Morgenluft iſt zu Erhaltung des Les bens zuträglicher, als Abendluft.

Eine

Luft, welche von einem mäßigen Winde be wegt wird, iſt heilſamer, als heiterer Him mel.

Um zuträglichften iſt der Weſtwind

des Morgens,

und der Abendwind Nach

mittag .

Die Gerüche find befonders Herzſtära kend, aber man muß fie nur abwechſelnd genießen .

Auch der beſte Geruch iſt läſtig,

wenn wir ihn beſtändig genießen . gehören

Dahin

die Gerüche von Kräutern

Blumen in freier Luft.

und

Daher das Sig

213

jen

und Spazierengehen

in einer folchen

duftenden Atmosfäre rehr zu empfehlen iſt. Eine Art von libation wäre ,

wenn

man während des Umgrabens Bein in die friſche Erde göffe,

und dieſe erquickenden

Düfte auffinge. Anlangend das Gehirn als den Lehr ſtuhl und die Univerſität der Lebensgeiſter, ſo ift zu bemerken : daß das Gehirn gleich ſam unter der gens ſteht ; ſtärkt,

Vormundſchaft

des mas

daher alles , was den Magen

auch für das Gehirn

Mitleidenheit beilſam iſt.

vermöge der Noch will ich -

einige Mittel hinzufügen : Fußbäder ſollten

zum

gewöhnlichen

Gebrauche eingeführt werden , B

und zwar

wenigſtens einmal in der Woche. bedient

man

ſich eines Bades aus Lauge mit

ſchwarzem Salze und Salben, Chamillen, Fenchel, Holunder, Koſius mit den Blät tern der Angelika. chern alle Morgen

Auch würde das Räu mit Rosmarin ,, den

214 Stengeln von getrokneten Lorbeerholz, von Aloeholz dienlich ſeyn. man

durchaus

nichts

Äußerlich warmes

foute

den

Stopf bringen, z . E. gewürzhafte Umſchläge . Erwärmungsmittel

Uber

fönnen

die

Fußſohlen applizirt werden.

So hätte ich von denen Mitteln, die man zur Diät anwenden kann, nur einige ausgeſucht.

Die öftere Abwechſelung mit

Okiedikamenten ranz.

iſt eine Frncht der

Igno

Man kann ſagen, daß die Menge

ber Gerüchte nicht ſo viele Krankheiten ver urſacht, als die Menge der Medikamente wenige Kuren bewirkt habe .

Dperation in

Betreff der äuſern Theile

zur Anziehung des

Nahrungs

ftofs. Nächſt dem, Į

was eine geſunde Vers

bauung zur gefunden Ernährung beiträgt,

215 gehört die Mitwirkung der Verrichtungen von Seiten der äufern Theile .

So wie

die Berrichtungen des innern Körpers den der Nahrungen

überfluß wird

ausleeren ,

der Nahrungsſtof von den äuſern

Theilen

angezogen ,

ſchwächer das

Verdauungsvermögen ,

Mitwirkung der anziehenden Kraft nöthig .

deſto mehr iſt 4 die

Die wirkſame Anziehungskraft der äu fern Cheil wird beſonders durch die wegungen des Körpers erweckt,

wodurch

die Theile erwärmt und geſtärkt, den Nah . rungsſtof ſtärker an ſich ziehen .

Doch

muß darauf Rückſicht genommen werdent, , daß, indem

die Glieder durch Wärme und

Bewegung nzue Säfte bekommen, ſie nicht ſogleich der vorhandenen alten Säfte be raubt werden . Morgens,

Friktionen , beſonders des

find in dieſer Abſicht dienlich,

aber immer muß auf die Friktionen ein ges 3

lindes Salben folgen.

Dazu dienen auch

förperlıdje Übungen, nur muß die Bewe:

216

gung mäßig ſeyn,

nicht zu ſchnell,

noch

mit höchſter Anſpannung der Kräfte, noch bis zur Erſchöpfung.

Doch

gilt hier,

wie bey den friktionen, die Behutſainkeits regel, der Körper darf nicht zu heftig aus: dünſten .

Dieſe körperliche Übungen ges

ſchehen beffer in freier Luft, als zu Hauſe, beſſer im Winter als im Sommer .

Auf

die förperliche übung ſollte nicht nur das Salben jedesmal angewendet werden, fons dern bey ſtarken

Bewegungen

ſollte man

vor und nach ber das Salben anwenden .

Dieſe Übungen darf man niemals bey ganz nüchternem Magen anſtellen, nig als bey

vollem .

rowe

Man genieße des

Y Morgens ein leichtes Frühſtück, in mäſſi ger Quantität.

Soll die körperliche mos

tion zur übung der Glieder dienen, ſo müf ſen alle Glieder gleich geübt werden,

ſo

daß fich , wie Sokrates ſagt, nicht die Füße bewegen ,

indem die Arme

oder im Gegentheil,

ruhen,

ſondern alle Theile

217

müſſen an der Motion Nntheil nehmen . Es

dient zur Lebenserhaltung,

daß der

Körper nicht lange in der nämlichen Stel lung verbleibe, ſondern daß man alle hal be

Stunden ſeine Lage verändert, im Schlaf.

außer

Die Mittel, welche zur Ertödtung des Fleiſches angewendet werden, können auch zur Belebung dienen .

de , tern

das Geiſeln ,

Ein härenes Hems

alles Reizen und Mars

des Körpers

ſtärkt

die anziehende

Kraft der äußern Theile. Cardanus empfiehlt das

Peitſchen

mit Neſſela bey der Melancholie .

Es iſt

mir davon nichts aus der Erfahrung bea kannt, ich beſorge,

es möchte, da einige

Neffeln giftige Eigenſchaften haben ,

eine

Art von Flechten auf der Haut durch den öftern Gebrauch dieſes Mittels entſtehen.

218

Operation in Rückſicht des Nahrungs ftofs, und der Art, ihn beizu

bringen.

über die

Der gewöhnliche Vorwurf

Menge der Gerüchte ziemt beffer dem Mos : raliſten , als dem Arzte .

Denn manches

kann für die Geſundheit nüßlich,

Verlängerung des Lebens Die

und zur

röhädlich

mannigfaltige Miſchung

der

Tenn . Nah .

rungsmittel, die oft ro ſehr widerſprechen : de Dinge enthält,

wird in den

Verdau

ungswerkzeugen oft beſſer abgeſondert, als einfache und einander entſprechende Nah rungsmittel.

Überdem wirkt ſie beſonders

zur Erwéckung der Eßluſt, der Verdauung .

als des Reizes

Ich bin alſo gar ſehr

für die Mannigfaltigkeit der Tafel, nach Beſchaffenheit der Jahreszeit oder ſonſt. *) * ) Sehr leicht dürfte Bako hier migperffan den werden , indem es ſcheint, als ob er die Schwelgerei begünſtige .

Ss wahr es | $

219

Eben das gilt von einfachen Speiſeni als zur Vera

die ſowohl zur Geſundheit, längerung des Lebens dienen .

Zu harten

Speifen gehören ſtarke Getränke und ſchara fe Gewürze ,

zu leichten Speiſen leichte

iſt, daß die Menſchen ehedem ben den eins fachſten Speiſen alt wurden : fo würde dieſe zu einfache Diät bey unſrer jeßigert Verfaſſung, und beſonders bey der Vers wähnung unſers Magens, eher das Leben verkürzen . Unſer verwöhnter Magen muß manchmal zur Verdauung einen Reiz bes man braucht kein Schwelger fomnien . zu feyn , wenn man mit Auswahl eine Man Nannigfaltigkeit der Cafel liebt.

iBeiß ja, daß es " gewiffe ganz ſonderbare und heterogene Zuſammenſerungen vont Medikamenten giebt, die dodj große Wir kung thun , und die fich die größten Ärzte nicht zu ändern getrauen .

Sollte es mit

den Gerichten nicht eben die Beſchaffens heit haben ? A. 0.

220 Getränke und fette Zuthat .

Man nehme

nicht nur ben der Abendmahlzeit ein war: mes Getränke zu fich , ſondern man ges nieße auch , um den Magen, zu präpariren , einen

guten

warmes

Schluck

Getränke,

woran man fich gewöhnt hat, und welches mit etwas Gewürz verſenyt ift, eine halbe Stunde vor dem Effen.

Auf die Zubereitung der Speiſen und Getränke fommt fehr viel an .

Das Hra:

ten muß an einem lebhaften Feuer und ge ſchwind geſchehen .

Alles feſte Fleiſch effe

man nicht ganz friſch,

ſondern etwas ge

falzen, zugleich aber nimmt man beym Effen wenig oder gar kein Salz zu fich. Das Salz

iſt in

Speifen dienlicher,

der

Vermiſchung init

als an und für fich .

Man ſollte das Einpöckeln und Einwäſ rern des Fleiſches vor dem Braten allges mein einführen, ſo wie man einige Fiſche behandelt, ehe man fie bratet oder kocht.

221

Es iſt von großen Nußen, das

Fleiſch

fchlägt.

wenn man

vor dem Kochen klopft und

Daher find Rebhüner, Faſanen ,

Hirſche und alles Wildpret, wenn es nicht zu lange gejagt worben iſt, vom Geſchmak ſehr angenehm .

Manche Fiſche werden

durchs Klopfen und Schlagen wohlfdmets kender .

Auch die harten und berben Bits

nen und andere Fruchte werden füß, wenn man fie drüdt und preßt . Man ſollte diefes Klopfen und Schla gen

des härteren Fleiſches allgemein ein

führen .

Es giebt die beſte Zubereitung .

Mäßig geſäuertes und nur wenig ge falzenes Brod, welches in einem hinläng lich ſtark geheizten Ofen gebacken worden, iſt das beſte. Die Zubereitung des Getränkes ,

Rückricht auf Erhaltung eines langen les bens ,

beruht auf ſehr einfachen Grunds,

fäßen .

Von dem Waſſertrinken wil ich

nichts ſagen .

Man kann ſich das Leben

222

burch eine ſolche Diät eine Zeit lang fris ften, aber man wird es niemals dabei aus ßerordentlich hoch bringen. * )

Was aber

* ) Vielleicht unter gewiſſen Umſtänden grade

das Gegentheil ; friſch Waſſer fiärkt die Eingeweide und ichweiſt ſie aus .

Die al:

ten Griechen und Römer hielten es für eine Panacee .

Wer fich in der Jugend

allein am Waſſer genügen läßt, wird nicht leicht in

hißige

Herodot

hielt

Strankheiten

derfaden .

das Waffertrinken für

eine . Urſache des langen Lebens der Ätio: pier ; fie tranken ſo leichtes Wafer, daß das Holz darinnen zu Boden fant. Fries brich Hofmann preift das Waſſer als

eine Univerſalmedizin . In den Miſcell. Nat. Curios. Dec. I. a. III. obl. XV. lieff man von einem 120 jährigen Alten, der trank

noch feine volen Zähne hatte ; von Fugenb

Quellwaſſer.

auf

reines

friſches

Der bekannte Rechtsgelehr:

te Tiraquell , der Verfaſſer von 40 . Stindern und 40 Büchern , erhielt ſich bey vollkommner Geſundheit, trank nichts als Waffer .

223

die andern geiſtigen Getränke anlangt, als Wein ,

Bier, Sonigwaſſer,

(Hydromel )

u . f. w. Po iſts eine Hauptregel, daß dieſe Flüſſigkeiten ſehr fein reyn , und einen ſehr

-16 gemäßigten Geiſt haben müſſen.

Dieres

thut nicht das Alter allein , wodurch die Beſtandtheile zwar fubtiler,

aber auch die

Geiſter deſto ſchärfer werden .

Um dieſes

zu hindern, wird ein Getränke beſtändig in Bewegung gereßt,

entweder durchs Vera

fahren auf der Axe, oder zur

See, oder

indem man es in Stricken aufhängt, und täglich ſchüttelt.

Hierdurch werden die

Beſtandtheile verfeinert, und die Geiſter in Gährung

gereßt.

Ben

herannahendem

Alter wird die Zubereitung der Speiſen fo eiagerichtet,

daß fie ſchon mitten auf dem

Wege zur Chilifikation find.

Die Bera

$ förperung der Speiſen und Getränke, ehe fie in dem Magen zuſammen kommen , der erſte Grad der Chilifikation .

iſt

224

Man nehme junge Hüner oder Neb . häner u . dgl .

koche fie im Waſſer mit ein

wenig Salz; hierauf werden ſie geſäubert, getrocknet ,

darauf mit etwas Zucker in

Moft

jährendem

oder

Bier übergoſſen .

Das Nuspreſſen der Speiſen und das Zer theilen derſelben in kleine Stückchen , die man gut würzt, bekommt alten Leuten ſehr wohl, befonders weil ihnen die Zähne zum Sauen fehlen

welches Kauen die beſte

Zubereitung der Speiſen iſt. Das berldhrne Vermögen zu fauen, die Straft, die Speiſen zu zermalmen , wird erſetzt

durch die Erzeugniß neuer

Zähne.

Dieſes geſchieht 1 ) durch eine gänzliche und wirkſame Inſtauration

des Körpers, 2 )

indem das Zahnfleiſch durch ſchickliche zus fainmenziehende Mittel ſo.

feft

gemacht

wird, daß es einigermaßen die Verrichtnng der Zähne

erfeßen

kann ,

ſolche Zubereitung der Speiſen,

durch eine daß man

225 des Rauens nicht bedarf. iſt das beſte ,

Dieß leßtere

was ſich am erſten thun

läßt.

Operation , betreffend die Erneuerung deffen , was ſchon

trocknen

angefangen ,

oder

die Erweichung des Körpers.

In der Fabel von der Wiederherſtels lung und Verjüngung des Pelias zerſtüika kelt die Medea

den Körper des Greiſes,

kocht dieſe Stücke alsdanni : nimmtgewiffe

Eine Art von

Arzeneien in den Kefſel.

Sochung

wird vielleicht zu dieſem Zweck

erfordert, die Zerſtückelung iſt nicht nöthig . Doch findet auch gewiſſermaßen eine Zer> ſtückelung ſtatt, nicht mit dem Meffer , ſon dern im Gedanken . Eingeweide

Da die Konfiftenz,der

und Theile

des menſchlichen

Körpers ro verſchieden iſt,

ſo kann auch

die Ernquerung derſelben nicht auf einerlei P

226

Wege vollbracht muß

nehmen , der

werden ;

fondern man

auf jeden einzelnen Theil Rückſicht außerdem was zur Erneuerung

ganzen Maſſe

des Körpers

gehört,

wovon ſchon im Vorhergehenden gehandelt worden iſt.

Bäder, Salben u . dgl. er

füllen dieſen Zweck, Tonft iſt noch des zu merken :

folgens

man muß nicht zu ſehr

anf die Hofnung bauen,

dieſes Werk zu

vollenden , in Rückficht deſſen , was wir von Erweichung und Durchwäfſerung der lebloſen Körper bemerkt haben , wodurch dieſe erneuert und hergeſtellt werden,

das

von ſind im Vorhergehenden einige Bei ſpiele angeführt worden .

,7 leichter geht

dieſe Operation ben leblofen Körpern von ſtatten , weil dieſe die Flüſſigkeiten an fich ziehen und ausſaugen ; ſchwerer bey thies riſchen Körpern, weil die Bewegung felben

von

dem

der

Mittelpunkte nach der

Oberfläche zu gehet.

Erweichende Bäder,

die ſo gewöhnlich ſind, reizen wenig, ron,

227

dern ſind vielmehr fchädlich , weil fie mehr ausziehen als einwirken, und die Kompak. tibilität des Körpers mehr auflöſen als be feſtigen . Die Bäder und die Salbungen, welche der

gegenwärtigen Dperation zur Erweię

chung

( Malaciſſation

fprechen ,

müſſen

des Körpers

dreierlei

ent

Eigenſchaften

baben . „ 1) Sie müfſen aus Materie beſtea hen , welche ihrer Subſtanz nach dem Köra per und dem Fleiſche des Menſchen ähnlich find ; als die äußerlichen Erhaltungs- und, Ernährungsmittel. benfelben werden,

verbunden

welche vermöge ihrer Subtibilität

auf den Körper wirken ,

Es müſſen mit

folche Subſtanzen

dadurch fie die

nährende Kraft der Theile; denen ſie bens

gemiſcht ſind, dem Körper mittheilen.

Müffen ſie etwas, wenn auch im Verhälts :

niß zu den übrigen Beſtandtheilen wenig, von der Miſchung der zuſammenziehenden Cheile aufnehmen ;

fie müffen keine bittere

228

und herbe ,

ſondern

geſchmeidigte öligte

-und ſtärkende Subſtanzen bei fich haben.

Die

allzu

große Ausdünftung muß

man zurückhalten , damit durch die Zuſam: menziehung der Haut, die Verſtopfung der Poren, und die

Wirkung von außen nach

mnen befördert wird . Nichts iſt dem menfchlichen Körper ſo konfubftanziel, als laues Blut, es ren von *Menſchen oder von Thieren .

Die Erdidja

tung des Ficinus von der zur Verjün gung der Kräfte im Alter unternommenen Ausfaugung des Bluts aus den Arin eines Jünglings, iſt von keiner großen Bedeu . tung.

Denn eine Subſtanz, welche den

Körper son innen nährt,

darf durchaus

nicht dem zu nährenden Körper gleich oder ganz homogen renn ; Grad geringer,

vielmehr um einen

und untergeordnet, damit

folche von dem Körper benußt werden kann. Hingegen gilt es ben Anwendung äußers licher Mitfel, daß je mehr eine Subſtanz

( 229

Körper gleich kommt,

die übereinſtimmung,

deſto beffer iſt

oder deſto juträgli

cher iſt ſie ihm . * )

* ) Die Erdichtung des Sipinius dürfte doch man wohl nicht ſo unbedeutend ſeyn. erinnere fich

die ſogenannte Transfus

ſion , welche darin beſtand, daß man ziet Blutadern öfnete , und vermittelft eines Röhrchens, das Blut aus den Pulsadern andern lebenden Geſchöpft in die

eines

des einen feitète, während man durch die andere Aderöfnung das alte Blut auslau: fen

lief .

Dieſe Methode ward unter

Ludwig XIII. in Frankreich allgemein nn hofte das Mode im Jahre 1658 . durd, das menſchliche Leben zu verlängert, ja man glaubte fogar, fich unfterblich ma Denis und Ris chen zu fönnen . v & zu Paris waren ſo glücklich , einen jun. gen Menſchen , der an einer "unheilbaren Gdylafſucht litt, durdi Anfüllung mit Lam mesblut völlig herzuſtellen .

Da man aber

die elendeften Menſchen zu dieſer Opera: tion nahm , ſo farben einiger und man

230 Von jeher nahm man án, Slut von Kindern ,

daß das

den Auffas heife, und

Tehon verdorbenes Fleiſch wieder herſtelle. Ein Mittel, wodurch Könige ein Gegens fand des Neides beim Bolte wurden . * )

kat ſeitdem ſie nicht wieder gewagt, In der That verdienten dieſe Verſuche unfre

Aufmerkſamkeit.

Hufeland .

glaubt, 'man müfte ben gewiſſen Stranfa heiten, beſonders der Seele und des Ner: senfofem

durch dergleicher plönlident

ungewöhnlichen Eindruck eines neuen Blus tes auf die edelften lebensorganen, eine 1 große und Beitfame Revolution bewirken fönnen .

( Deutſcher Rerkur 3. St. 1792 .

S. 260 ,

* ) Boerhave fast: man könnte ftatt des Bluts friſá gemolkene Mild nehmen. Dies that auch Ludwig XI. Stönig von Frankreich . ! Wraxalls Memoires of the kings of France of the Race of Valois. Die Fuden rathen alten mit Apoplektis fchen Zufalen , Sittern oder Auffaß bebaf

231 Man erzählt , Heraklitus habe ſich, als er

an der Waſſerſucht krankte, in den

friſch

aufgefainittenen Bauch eines eben

erſchlagenen Ochſens ſtecken taffen . * ) Nan bedient fich auch des lauwarmen Bluts

von jungen Kaßen bei der Roſe,

um Fleiſch und squt herzuſtellen.

Bei

Amputationen der Glieder ſteckt man das Glied, oder denjenigen Theil, woraus eine

: teten Perſonen , das Blut von jungen Stina Oeuvres de Voltaire dern ju trinken. T. 5. chap. 80. A. d. u .

* ) Wahrlich ein großes Mittel, welches eine große Revolution in dem Störper bewirkent mußte !

Die erſtaunenswürdige Wirkung

friſch geſchlachteter Thiere, bei Lähmuns gen , Werrenkungen u. f. w. wird immer noch zu wenig von

den Äriten erkannt.

Faft unheilbare Übel wurden durch dieſes Mittel geheilt. A. 0. u.

232 heftige Blütergiefung erfolgt, mit großem Nugen in den Leib eines friſch geſchlachtes ten Thieres.

Dieſes iſt ein ſehr wirkſas

mes Blutſtillendes Mittel. Bei ſehr gefährlichen

und faſi unheil

baren Krankheiten , bedient man fich häu: fig friſch serdylachteter und aufgeſchnittes ner Sauben ,

die man wechſelsweiſe, eine

nach der andern , Kranken appliziret . auf eine

an die Fußroblen des Zuweilen erfolgt dar :

bewunderswürdige Hülfe.

Man

glaubt insgemein es werden die böſen Säf te aus dem Kranken dadurch herausgezos gen . *) *)

D. Cofer in Pforzheim empfiehlt bei Epilefien und Zuckungen von Würmern : Man nimmt eine Taube, bringt ſie an den Hintertheil des Stranken , daß der Af ter der Taube genau auf jenen zu paſſen kommt die Taube bekommt Zuckungen, ftirbt,

und der Stranke wird wenigſtens

vor dismal befreiet. ( Schweiz. Muſeum der Heilkunde, 1795. III. B. S. 140.

233

Nächſt dem friſchen Blute kommen die nährenden

Subſtanzen

Störper gleich , Ochren ,

als das fette Fleiſch von

Schweinen ,

Butter , Eydotter , Wein,

dein menſchlichen

Hirſchert ,

Milch ,

Gerſtenmehl , füßer

Wein mit Zucker oder Moft.

Zur Heimiſchung, um die Wirkung zu ers hoven, dienen Salze, auch Wein, als ein Die

dahingehörigen

zuſammengiehenden Mittel

find Safran ,

nüzliches

Vehifel.

Maſtix , Myrrhen , Myrthenbeeren. dieſen erwähnten Bad

gemacht

Ingredienzien

Aus

kann ein

werden : * ) . Die

Ärzte

der Nachwelt werden noch beffere Mittel erfinden.

Auch rollte man nicht die Ausdünſtung lebender

Körper

anzuwenden

vergeſſen.

Ficinius ragt : im Ernſt : David habe ſich

Ein Vorſchlag für Ludwig XVIII. der fich täglich eines Bades von Fleiſchbrühe be dienen fou .

das Mädchen zwar mit Nugen für Teine Geſundheit,

aber zu ſpät beigelegt.

hätte noch hinzufügen mögenx daß dieſes 1 Mädchen auf Perſiſche Art mit Mirrhen und dergleichen hätte follen gefalbt wer den, und zwar nicht blos des Vergnügens wegen , ſondern um die Kraft der Ausbüns ftung eines lebenden Körpers zu erhöhen . * ) Barbaroffa legte im hohen Alter auf Rath

eines

jüdiſchen Arztes

junge

Knaben unaufhörlich auf die Gegend des

Ärste haben Greifen nicht ohne Grund angerathen , fid junge Mädchen zu Schlafs gefährtinnen zu erwählen .

( Joh . Henr.

Cohauſen Hermippus redivivus five exer citatío plıyfic. med. de methodo rara ad CXV. annos , proroganda ſalute per an helitam puellarum . Auch der berühmte Senjamin Ruſdi gicbt dies als das ficherfte mittel, das Leben tu verlängern , an, ob es gleich für moralifd - verwerflich gehalten wird .

235 magens und des Krummbarms als Bä . bungen .

Es giebt alte Leute, welche in der Se wohnheit haben,

junge Sunde die Nacht

fich auf den Magen zu legen . Man erzählt von einigen Leuten, die mit langen Naren begabt waren , fich

daß fie

die Auswüchſe der Naſe abrchaitten ,

1 ſich in dein Oberarm chen lieben, ſteckten.

einen Einſchnitt mas

und ſelbige einige Zeit hinein .

Hierdurch ' bekamen fie beſſer ges

bildete Naren . * )

wäre dieſes wahr,

ſo

*) Im funfzehnten Jahrhunderte wurde zu Tropea

in Calabria

ultra eine

neue Methode erfunden, abgehauene oder erfrorne Glieder wieder anjuſebent. Uner : fahrne Renſchen verſuchten dieſe Opera : tiort juerft an abgehauenen Naren ;

fie

ſchnitten aus den Muskeln des Arms ein Stück Fleiſch, in Form der abgehaueneu Nare, in der Art aus, daß es, vermittelt

4 einiger Gefäße, noch mit dem Arm zuſam menhing, banden alsdann den Arm derges

236 würde es die Sympathie zwiſchen Fleiſch und Fleiſch,

beſonders bey lebenden Kör:

pern, deutlich betweiſen.

ftalt ans Geficht, daß die blutige Oberflä che der Naſe jenes Stück Muskel berühr : te .

Man ließ den Arm ſo lange in die

fer Lage , bis die erwachung geſchehen war," und fid) dann die Faſern oder Gefä Be, welche den Arm mit der neuen Nare vers uammenzogeit. Ein gewiſſer

banden ,

Bingend Bia neo wird für den Erfinder dieſer Operation ausgegeben . Zwei fizi lifdie Wundärzte , Branka , Vater und Soon , machten fich zu Ende des Isten Fahrhunderts ſchon dadurch berühunt.

der Familie Bejani war dieſe Stunft erblich. It alpar Tagliacoppi , Pro: feffor ju Bologna , erhob dieſe funft zu einen

Hauptzweig

der

Chirurgie.

machte ſich durch eine Operationen fo bes rühmt, daß man ihm zu Ehren eine Bilds fäule in Bologna errichtete, tvo er mit ei : ner Naſe in der Hand vorgeſtellt ift. Er 'verſichert in feinem eigenen Werke, daß

237 Operation in Anſehung

der Ausleerung der alten

Säfte, und Erſak

durch

neue

Säfte. Es iſt zwar, was hier vorkomt, meift fchon in dem Vorhergehenden abgehandelt worden ,

indeſſen da dieſe Operation eine

der wichtigſten iſt , wil ichs kurz wieders bolen . Man weiß, das Pflugochſen , die von Arbeit ganz erſchöpft ſind,

wenn man ſie

auf friſche uud angenehme Weide führt, zartes junges Fleiſch bekommen ,

welches 1

audy einen guten Geſchmack annimt.

Hiers

aus erhellet, daß die Regeneration des Fles fches möglich ren,

ja es

iſt fogar wahrs

dic neu angerezte Naſe viel feiner riede, aud , viel größer und ftärker zu ſeyn pfles ge, als die verlohrne.

( turt Sprengel

Geſchichte der Arzneikunft, 25.2 . S. 549 . und 25. 3. S. 471 f..

238 ſcheinlich,

daß die oft wiederholte Verjüns

gung des Fleiſches auch auf Knochen und Häute eineu ähnlichen Einfluß habe . Durch eine lang fortgerezte und ſtreng beobachtete aus Ovajat , Saffaparille, China , Safſafras werden vorerſt die ganzen Säfs

Diät,

te des Korpers verdünnt, dann aufgezehrt und

eingeſogen .

Methode

Durch dieſe

werden die Franken anfangs äußerſt mar ger, blaß, und ganz zu Gerippen, fangen fie an fett zu werden, Farbe ,

und

werden

darauf

bekommen

merklich serjüngt.

Man ſollte ein ſolches diätiſches Verhälten bei , zunehmenden Jahren alle zwei Jahre anſtellert, und ſich häuten , wie die Schlana gen . Ich wage es drcuſt zu behaupten, ohs ne daß mich jemand unter die hetorodoren Purgierärzte ( Haeretios Catharos ) jählen wird, das wiederholte zur Gewohnheit gee wordene Abführungen mehr zur Ledensvers fängerung bertragen , als keibgsübungen

239

Dieſer Zweck wird ers .

und Schwitzen . * )

reicht, wenn zugleich die vorher erwähnten Mittel angewendet werden, das Einreiben der Salben u. r. w .

Denn durch das

Schwißen und Ausdünften nur die

abführenden Säfte

ausgeleert,

und Dünfte

ſondern auch gute Säfte und

Lebensgeiſter , laſſen.

werden nicht

die rich nicht leicht erregen

Abführungen, wenn ſie nicht übers ' .

mäßig fenn ,

wirken

vornämlich auf die

Säfte, Purganzen thun die beſten Dienſte, wenn ſie vor dem fie trocknen wähle folche,

Eſſen genommen werden,

dann

weniger aus .

Man

die den Magen am weniga

ſten angreifen. ** )

Weder öfterer und unnöthiger Gebrauch der Abführungsmittel, noch viel Sdwiken und übermäßige Bewegung lange fortge ſetzt, dient zu unſerm Zweck, es find dies ſes vielmehr

die

größten Schwädjungia

mittel. **) Die Ärzte werden dem Verfaſſer in An

240

über

den Tod.

Ich komme, nun zu der Betrachtung : über die Veranlaſſungen des Todes , und über die Zufälle beim lezten Akt des Lebens,

wohl kurz vorher, als nach demſelben . Es iſt hier die Rede mehr von den natürlichen , als

von

den

gewaltſamen

Lodesarten ;

doch will ich auch davon , - wegen des Zus ſammenhanges etwas einfließen laffen . Zur Erhaltung des Lebens, gehören, , wie mich dünkt, drei Erforderviſle : leichte Bewegung ; mäßige Abfühlung und ſchick. liche Nahrung .

Die Slamine bedarf nur

zweier : Bewegung und Nahrung . fehung

des Geſagten

Denn

nidit beiſtimmen .

Abführungen muß man nicht zur Getwohn Heit machen ," fie ſchwächen die Eingeweide eben ſo, wie der beftändige Gebraud der Kliftire. Wer am meiſten medizinirt, wird die Geſundheit am Weuigſten genie fen , die er ſucht. 21. 0. u .

241

die Flamme - iſt

eine

einfache

Subftang,

das Leben iſt eine zuſammengerezte Subs ſtanz ,

die ſich verlieret,

wenn ſie in die

Natur der Flamme, übergeht.

Eine Flamme wird von einer größern und mächtigern Flamme verſchlungen und vernichtet, Weren .

wie viel mehr ein lebendiges

Die Flamme verliſcht, wenn ſie

zu ſehr niedergedrückt wird , wenn man ein Glas über ein brennend Licht fürzt.

Auch

die durch Wärme verdiinnte Luft verändert Um auf die Flamme und löſcht fie aus. Wenn das Blut

das Leben zu kommen. in die Hirnkammern

ſtürzt,

erfolgt

ein

plözlicher Tod, weil den Lebensgeiſtern der Raum zur Bewegung und Thätigkeit ber nommen wird .

Eben daher verurſacht ei

ne Kontufion am Kopfe Eod .

einen plözlichen

Dpium und andre betäubende Mits

tel verdichten die Lebensgeiſter, und benehs men ihnen die Bewegungsfähigkeit.

242 Giftige Dünfte,

welche den Lebensgei,

ſtern fo Tehr zuwieder find , ſchnellen Sod ,

verurſachen

fie wirken durch eine fpécis

fike Malignität.'. Auch der äußerſte Grad von

Trunkenheit iſt manchmal

fung zu einem

plözlichen Tode .

Veranlaſs . Die Les

bensgeifter werden durch ihre zu große An häufung überſchüttet.

Ein

fchneiler

Tod iſt oft Folge des äußerſen Schmerzes oder plötzlicher Furcht, ž . E. eine unerwars tete ſchlimine Nachricht.

Nicht nur allzugroßer Druck, ſondern auch alzugroße Ausdehnung der Lebens , geiſter iſt tödtlich . " Heftige plözliche Freus de hat mehreren schon den Tod zugezogen. Nicht ſelten iſt ein plözlicher Tod die Fors ge großer Ausleerungen, wie bey der Punkts tation der Waferſüchtigen , wenn eine Menge Waſſer ausgeleert wird,

vornehms

lich bei plözlidhen Blutergießungen .

243

Das zweyte Erforderniß zum Leben iſt die Abkühlung Zurüchaiten

( refrigeratio . ) *)

des Athens tödtet

Das plöglich,

wie ben Erſtickten und Erwürgten .

Doch

fcheint dieſer Umſtand nicht ſowohl zur bers hinderten Bewegung, als verhinderten Abs kühlung wenn

fie

Auzuwarme luft,

gehören.

auch

ungehindert

eingeathmet

wird , eiſtidt eben ro, wie das Zurückhal ten des Nthems. ro erfolgt Erſtickung von Stohlen - Dünften , vom

Dünften der Steint,

kohlen neugeweißter Wände inin verſchloſſes nen Gemächern , To ſtarb Kaiſer joviant. Tödtlich

ſind

auch die Dämpfe trockner

überhißter Bäder, ſo wurde die Mutter , Conſtantin

Fauſta

des Großenr: umge

bracht. Der Pulsſchlag

der Arterien ,

und

die Bewegung des Herzens, die Ausdehé nung

und

Zuſammenziehung

iſt dreimal

*) Verminderung ber allzugroßen Lebenkon

fumirenden Wärme.

244

zum Eins Fchneller, als das Athmen, und . Uusathmen rechnet man den dritten Theil einer Minute .

Könnte man die ohne Zurückhal

Bewegung des Herzens

tung des Athemholens ſtill ſtehen manchen , ſo würde der Tod noch plözlicher , als beim Erwürgen erfolgen . *) . Gewohnheit und übung vermag indef: ſen etwas auf dieſe natürliche Verrichtung des Athmens, Perlenfiſchern , übung

wie bei den Tauchern und die

durch

eine beſtändige

wenigſtens noch einmal ſo lange

ben Athmen an ſich balten können , als an dere Menſchen .

Unter den Thieren , welche Lungen haben ,

giebt es manche,

die auf kurze Zeit,

andere die lange den Athem zurückhalten fönnen, nachdem ſie eine größere oder mins

Dieß geſchieht bei Vergiftungen von Kirſchlorbeer. (Lauroceraſus.)

-243

dere Abkühlung bedürfen .

Die Siſche bes

dürfen einen mindern Grad von Abkühlung bedürfen ,

als die fandthiere,

indeffen bes.

dürfen ſie diefelbe und erhalten ſie durch . die Luftröhren .

So wie die Landthiere eis

ne zu warme und verſchloffene Luft wicht ertragen ; ſo müſſen die Firche im Waſſer, wenn es lange mit Eis bedeckt iſt,

erſtik.

fen . Auch das Bedürfniß und der Genuß des Schlafs gehört zur Abkühlung.

Denn

Bewegung verdünnt und vermindert die fea bensgeiſter , erhöht und vermehrt ihre Wär, me.

Der Schlaf beſänftigt ihre Beweguns

gen .

Die Natur erheifdit regelmäßig dent

Schlaf einmal binnen 24 Stunden, und zwar wenigſtens fünf bis ſechs Stundétt.

Anlangend das dritte Erforderniß zum Leben , die Nahrung,

ro betrift dieſe mehe

die Cheile des Körpers als die Lebensgei. fter .

Dieſe Erneuerung des menſchlichen

Körpers wird gewöhnlich alle Sage erfor.

246 Ein breitägiges Fafien kann ein gea

dert. ( under

Menſch kaum

aushalten . Indeß

Bermag Gewohnheit und Übung auch diefein fall piel. erträglicher.

Kranken iſt der Hunger

Es hat einige Wunder der .

Natur gegeben ,

welche ohne Speiſe und

Trank eine ziemliche Zeit lebten .

Loote Körper werden,

wenn nicht

die Fäulniß dazwiſchen tritt, merfliche

Abnahme erhalten .

länger ohne Pebende

Körper bleiben nicht drei Tage in denſel, ben Zuſtande, wenn ſie nicht durch Nah rung Erfas bekommen .

Dieſe dinelle Ab.

nahme iſt eine Wirkung des Lebensgeiſtes,

der fich Theile des Körpers in die Nothwendigkeit bringt ,

ihren Verluſt wieder zu erleben .

Zum Beweiß dieſes Sabes dient auch die porerwähnte Bemerkung, daß Thiere ohne Nahrung länger fortbauern können , wenn fie ſchlafen .

Der Schlaf iſt nichts

247 , bers, als die Wiederaufnahme des Lebensa geiſtes in ſich relbſt. Eine, zu häufige und anhaltende Bluta ergiefung beim Blatſpeien ,

beim Goldas T

äderfluß, wer eine Zerreißung der kleinen innern Blutadern

vorgegangen

iſt ,

bet

Wunden, verurſacht ſchnellen Tod , indem das Venenblut mit dem Arterienblut, und das Arterienblut mit den Lebensgeiſtern in Verbindung ſtehet.

Der Menſch nimmt täglich , zweimal Nahrung genießt ,

wenn er

mehr Speiſe

und Trank zu fich , als er durch Harn und Stuhl und Schweiß ausleert.

Man wird

fprechen , das iſt wahr, denn das übrige geht

in die Säfte,

des Körpers über .

und in die Subſtanz Aber man denke, dies

Ter Zuwachs geſchieht des Tages zweimal, und doch wird der Körper nicht überladen . So werden auch die Lebensgeifter erfezt, aber auch nicht übermäßig angehäuft.

248 Die Nahrungsmittel müſſen Art und ſo zubereitet ſeyn , bensgeiſter auf

von der

daß die Les

ſie wirken können .

Der

Dacht iſt nicht hinlänglich , die Flamme zu erhalten,

wenn kein Wads vorhanden iſt.

Die Menſchen können nicht von Pflanzens nahrung allein leben . Alter erfolgt,

Die Abzehrung im

weil ungeachtet Fleiſch und

Slut vorhanden iſt ,

die Lebensgeiſter ro

abgenommen haben ,

die Säfte und das

Blut ſo unbrauchbar und veraltet gewor's ben ſind ,

daß kein Verhältniß derſelben

zur Ernährurg ſtatt findet.

Wir wollen die . Erforderniſſe zur Ers haltung des Lebens nach dem

gewöhnlichen

regelmäßigen Gang der Natur berechnen . Um die Thätigkeit in ven Gehirn zu erres gen ,

bedürfen die Lebensgeiſter ohne une

terbrechung die Bewegung des Herzens, in bem Drittheil einer Minute,

das Athmen

alle Augenblide, den Schlaf und die Naha

249 rung binneit drei Tagen ,

die Ernährungs.

fähigkeit bis über achtzig Jahr .

Fehlt ei

nes dieſer Erforderniffe, ſo iſt der Tod die Folge davon - Es giebt dreierlei Urſachen des Todes.

Verluſt der Lebensgeiſter in

Rückſicht ihrer Bewegung, in Rücficht der Abkühlung, und der Erwärmung.

Es giebt zwei wichtige Vorläufer des des

Lodes,

und zwar einer von Seiten

Kopfs,

der andere von Seiten des Sera

jens .

Die Krämpfe

und die leßte Ars

beit des Pulsſchlags, auch das tödtliche Schlucken

iſt eine Art

von Convulſion .'

Im lezten Lodeskampfe ſchlägt der Puls außerordentlich Tchnell.

Im Sterben zit:

tert das Herz, To daß fich ſeine Zuſammens ziehung 1 | miſcht.

und

Ausdehnung beynahe

ver

Damit iſt Schwäche und Ohrs

macht, und öfters ein Stilſtand des Pul. fes verbunden .

Das Herz wird fchwach ,

es hört auf ſtark und ununterbrochen fich

250 za beben .

Kurz vor dem Sode zeigen fich

folgende Umſtände : Der Sterbende wird Mehr unruhig, er wirft fich umber,

er be :

wegt die Hände, als wollte er Flocken rup fen, er hält feft, was er ergreift, die zähs ne klappern feſt zuſammen ,

ſeine Stimme

iſt krächzend, die Unterlippe gittert. fe bedeckt ſein Geſicht, berliert ſich,

Bläſa

das Gedächtniſ

die Sprache ftockt, er ſchwist

talten Schweiß; aus, das Weiße im

fein Körper

dehnt ſich

Auge ſteht hervor, fei:

ne ganze Miene iſt entſtelt, die Naſe wird (piß, die Augen boll, die Wangen Finken T ein , die Zunge zieht ſich zurück,

und wird

convulſiviſch bewegt ; die äußern Glieder erſtarren.

Ben einigen erfolgt eine Bluts

ergießung, Schaum tritt vor dem Mund, fie erheben ein gellendes Gefchrei, fie ath men ſchnell , der untere Kienbacken fällt herab u . f. w . *) * ) Miscellaneen für Freunde der Heilkunde bon 6.4. Struve , B. II. 6.90. Oes

251

-Nach dem

Tode erfolgt das Aufhörest

aller Empfindung und Bewegung des Hers zens ,

der Pulsadern ;

Glieder.

der Nerven und

Der Körper iſt nicht vermögend

fich aufrecht zu erhalten , und wird ſtart. Die natürliche Wärme verliert ſich , endlich erfolgt Fäulniß und Geruch .

Die Schlangen und Aale, auch die In fekten beivegen

fidy lange,

fogar die eins

zelnen Cheilt, wenn man fie durchſchnitten bat ; die Landleute glauben ,

daß die ein:

gelnen Theile wieder mit den Ganzen fich in vereinigen ſtreben .

Vögel hüpfeu noch

ejne Weile herum, wenn ſie geköpft worden ſind. * )

Die

ausgeriſſenen

mähide des T0023.

Serzen

der

Audy Creve

pom Metallreif, S. 47

52. A.

. u.

*) Ich erinnere mich irgendwo von einem Deliquenten geleſen zu haben ,

der der:

fprochen hatte, wenn ihm der Stopf würde

252 Thiere zittern noch lange.

Ich erinnere

mich ſelbſt geſehen zu haben, daß das Herz eines Menſchen , ten wurde, te Todesart

der lebendig aufgeſchnit eine in England eingeführ

der Verräther

als

nach einiger Zeit ins Feuer geworfen wur de,

in die Höhe ſprang,

halben Fuß ,

anfangs einen

und denn immer

Dieß dauerte fteben

weniger .

oder acht Minuten .

Man hat eine alte glaubwürdige Sage, daß ein Ochſe beim Ausweiben gebrült ha : daß der vorherer

ben ſoll. ' Gewiß iſts, wähnte Verbrecher ,

als

man

Herz ganz herausgeriffen hatte,

ihm

das

und rols

ches der Henker in der Hand hielt,

drei

oder vier Worte betete.

Man hat ſehr viele Beiſpiele von wies 1

deraufgelebten

Menſchen,

die für tob ges

abgehauen fenn , noch bis zu einem fen Ziele zu geben .

gewiſ

Er gieng auch wirks

lidh kopflos einige Schritte, bis er umſel, A. 0. u.

253 Balten wurden ,

die man anf die Todten

bahre legte oder als Reichen hin zum Gra be trug, aud) von einigen , die in der Erde wieder

lebendig wurden ;

nach einiger Zeit ,

wie man ,

als

da das Grab geöfnet

wurde, ' an den durch Stoßen und Windert des Körper im Sarge verurſachte Kontu . fionen am Kopf und Munde bemerkte. Die neueſte und merkivürdigſte Geſchichte dieſer Art ift die von Jobanu Scot , ſpißfindigen Scholaftifer.

einen

Er wurde, als

ſein Bedienter abwcreud war, zur Erbe bes ftatet. ihm

Denn fein Bedienter kannte ſeine zuſtoßenden

fchlagfüßigen

Zufälle.

Man öfnete das Grab in einiger Zeit und fand ihn in einer ſchrecklichen Lage. ähnliches Schickſal wiederfuhr zu Bako’s Zeitalter einen zu

Cembritſch

begrabnen

Schauſpieler. * ) * ) Ähnliche Beiſpiele findet man in Bühies re, in Gufeland von der Ungewißheit des Codes in Creve pom Metaureik .

Auch

254 Ein vorneh nier Mann erzählte mir, et wollte einmal im Scherz wiſſen , wie einem Erhenkten zu Muthe fey . auf,

Er knüpfte fich

fezte einen Schemmel unter, und hob

fich manchmal in die Höhe, und

ließ fich

wieder nieder ; indem er glaubte, er fönne dent Schemmel ja wieder erreichen . es war ihm nicht möglich,

Allein

und er mußte

fich von einem gegenwärtigen Freunde hel fen laſſen .

Als ihm jener fragte, wie es

ihm gegangen wäre ?

gab er zur Untwort,

Schmerz habe er nicht empfunden , anfangs habe ihn ein Feuer " vor den Augen

ges

fchwebt, dann ſei es um ihn dichte Finſter niß geworden , hernadı habe er einen dun kelgrauen . Schein bekommen , wie bei Dhn machtenu " )

Ein noch lebender Arzt, der

ſchon im Valee Maxim , I. I. c. 8. und Plin.-H. N. 1. VIII. c . 52 . Uod u . & ** ) Site über die Wiederherfelúng che'nte bar fodter Oxenfben

a du Engl. Leipzig

255

einen Erhengten nach einer halben Stunde durch Friktionen und

warme Bäder zum

Leben tradite, behauptete,

es könne jeder

Erhenkte noch während dieſer Zeit belebt werden, wennn er nur beym ferunterfal: len das Genicke nicht gebrochen habe .

Von dem Unterfchied zwiſchen der Fu gend und dem Alter. Die

Stuffenleiter

der " körperlichen

Ausbildung des Menſchen iſt: niß ,

Empfäng:

Belebung im Mutterleibe ,

Geburt ,

das Saugen , das Abſeßen von der Bruſt,

74 Genuß von fänglich

Speiſen

von

und Getränke ,

Kindernahrung

Zahnen gegen das zweite fang des Gehens ,

ana

das erſte

Jahr, der An

das erſte . Reden , das

1791 , S. 166. beſtätigt das nämliche, and Ertrunkene empfanden etwas ähnli: Mhes. 6. 31 .

U. 8.

236 zweite Zahnen um das ſiebente Jahr,

die

Entwickeluug um das zwölfte oder viers zehnte

Jahr , die Zeugungsfähigkeit,

monatliche Reinigung,

die

der Ausbruch der

Haare an den Füßen und unter den, Achs ſeln,

die Ausbildung an Kraft und Stärs

ke und Größe, auch Beweglichkeit der Glies der, -- dann das Grauwerden der Hads re und der Kahlkopf, das Aufhören der monatlichen Reinigung und der Zeugungs fähigkeit,

bie

des Alters ,

herannabende Kinfälligkeit das

dreifüßige Thier ,

Menfch mit der rücke,

der

der Dod. )

Auch der Geiſt hat ſeine Perioden der Ausbildung

die man aber nicht nach

den Jahren eintheilen kann.

Die Abnah .

mé des Gedächtniſfes und dergl. wovon künftig ein mehreres,

* ) f. Fauf's Perioden des menſchlichen les

bens.

257

Fugend und des AI:

Unterſchied der

ters.

Die ſanfte und glatte Haut des Jüng lings, die Runzeln des Alten, beſonders an der Stirn und um die Augen .

Das

jarte weiche Fleiſch des jungen Mannes .;

das härtere des Greiſes ;

die Stärke und

Behendigkeit des Jünglings, die Abnahme der Kräfte und die Schwerfälligkeit in den Bewegungen bei dem Greiſe; das ſtarte Verdauungsvermögen des Jünglings, das ſchwache des Alten ;

die weichen ſaftvollen

Eingeweide des Jünglings,

find beim Grei si

fe mit ſcharfen Säften angefüllt und vers trocknet ;

der

aufgerichtete Körper

des

Jünglings, der krumme Rücken des Greis .

fes ;

die Feſtigkeit der Glieder beim

Jüng.

258

lingr die Schwäche und Alten ,

das Zittern beim

das feurige Blut des einen, und

Flegma

kalte

des

Blut

das

andern ;

die leichtzuerregende Geſchlechtsluſt beym Jünglinge, die Trägheit des Alten . Säfte des Körpers find

Die

beim Jüngling

friſch, beim Alten roh und wäffericht';

die

Lebensgéiffer des Jünglings find viel und aufbrauſende die des Greißes wenig und matt;

' die '" lebhaften

und

vollkommnen

Sinne des Jünglings, die abgeſtumpften und mangelnden des Alten ; die ſtarken und vonzähligen Zähne

des

eife abgenuzt, im Gr Be Greiſe beim

Jünglings

find

fallen

aus.

und

Das ſchön gefärbte Haar des Jünglings wird beim

Greife grau.

Der mit ' Haaren

bedeckte Scheitel des jungen Mannes, una 1 Die Platte des Greifes ; der große und gea

259

ſchwinde Puls.des Jünglings, der langa fame und fchwer, fühlbare Puls. Des Al ten. *).

Der Jüngling leidet mehr an hite

digen und leicht heilbaren Krankheiten ; der Alte an langwierigen und ſchwer heil baren . Die Wunden

ſchließen

fich eher

beim Jünglinge, langſamer beim Greiſe . Die

blühende Farbe

der Wangen

beim

Jüngs

ling erblaßt im Alter, oder fein Geſicht bes kommt eine rothe Kupferfarbe.

Der Jünga

ling,erträgt fatharaliſche Zufälle leicht, der Alte ſchwer.

Auf keine Weife gewinnt der

Alte in Anſehung des Körpers ; te denn das Fettwerden reyn.

es müßa Die Urfa.

* ) Der Puls der Alten ift soll und intermits tirend . Ein regelmäßiger Puls ini hohen alter zeigt eine strankheit, gewöhnlich ein Fieber an ,

A. 0.

260

che davon fälle in die Augen ;

alte Körper

dünften nicht gut aus, und werden ſchlecht genährt.

Dies Fett iſt nichts anders als

ein überfluß an Nahrung von dem

was

nicht ausdünftet, oder nicht vollkommen in die Säftë übergeht. Manche alte Leute werden gefräßig, weil fie viel ſcharfe Säfs te haben , und minder gut verbauen .

Ich komme hierauf zu den Gemüths zuſtand . In frühern Jahren gieng ich zu Poir teau in Frankreich mit einem Franzoſent um , der Fehr viel Wiß beſaß und ſehr geſprä chig war , der in der Folge ein Mann geworden iſt. waltige Invective Alten .

großer

Dieſer hielt eine ges gegen

die

Sitten

der

Er ſagte, wenn man die Seelen

der Greiße wie ihre Körper fehen fönnte, würde man ſie eben ſo verunſtaltet finden . Indem er ſich ſeinem Spottgeiſte überließ,

261

behauptete er , die Seelengebrechen der Al ten fünden mit den Gebrecen ihrer Rör : per

Verhältniß.

Runzeln der

Die

Kaut und die Unverſchämtheit , die Ber: Bärtung der Eingeweide und die unbarms herzigkeit, dies triefenden böſen Augen, und der Reid ,

die eingefallenen Augen ,

der

krumme zur Erde gebeugte Rücken zeugte Denn

von Atheismus.

ſie

wagten

nicht mehr, wie ſonſt den Himmel anzufes hen,

die zitternden,

ſchwankenden,

abges

mergelten Glieder, und ihre Unentſchloſſens beit,

die eingebogenen Finger

zum Greifen ,

gleichſam

deuten auf Habſucht und

Geiz ; ihre ſchlotternden Sinie und ihre Zag: haftigkeit,

ihre Rnnzeln

fchlagenheit und Hinterlift.

und ihre Vers Im Ern

4 fte finden wir ,

daß die Schamhaftigkeit

und Beſcheidenheit der Jugend beim Ulten

bambol. 262

etivas ausgeartet, die Güte und das Mits leiden des Jünglings iſt beim Alten wie 1

mit einer Cruſte überzogen , an die Stelle des rühmlichen Wetteifers in der Jugend tritt beim Alten boshafter Heid, an

die

Stelle der Religioſität und Andacht wegen der Wärme des Herzens und Unbekannts fchaft mit dem Hören ,

tritt bei jenem

Lauigkeit gegen die Religion , wegen Erkalı tung der Liebe und des beſtändigen Ums gangs mit dem übel, und auch wegen der ihm eigenen Leichtgläubigkeit. des Jünglings iſt heftig, gemäßigt.

Den Jüngling

Der wille

der des Greiſes begleitet eine

gewiſſe Leichtigkeit ſund Behendigkeit, den Alten Gravität und Feſtigkeit; ting

Freigebigkeit ,

Menſchenliebe ;

Wohlthätigkeit

den

Selbſtgenügſamkeit ,

den Jüngs

Alten ben

Geig

und unb

Jüngling Zus

. 263

Mistrauen und Argwohn

Alten

den

trauen und frohe Hofnung ,

der Jüngling

iſt gefällig und nachgebend, der Alte mürs riſch und

verbrüßlichy;

der Jüngling iſt

aufrichtig und offnen Herzens, behutſam

und verſchloſſen ;

dei Alte

der Jüngling

3 ftrebt nad einer gewiffem Ziele,

der Ale

te forgt nur für das Mothwenbige ;

det

Jüngling iſt zufrieden mit der Gegenwart, der Alte lebt der Vergangenheit ; der Jüngs ling verehrt,die Höhern , * ) der Alte unter wirft fie ſeiner Kritik. Jedoch ſo wie am Körper, ſo haben wie am die Alten auch am Geiſt einige Vorzüge, wenn ſie nicht ganz abgelebt find . Erfindungskraft

iſt

zwar

Die

nicht mehr ſo

lebhaft bei ihnen, aber ſie gewinnen deſto *) man merke :

u Bakon's Zeiten ! 9. b . 11 .

264

mehr

an Beurtheilungskraft ;

fie

ſehen

mehr auf das Reelle und Vernünftige, als auf das Glänzende, ob ſie ziyar Wortreich und praleriſch werden ,

vornämlich

das

Vergnügen des Sprechens fuchen, weil fie der Sachen nicht mehr ſo mächtig ſind . Die Dichter , haben

Recht, wenn

fie den

alten Sithon in eine Cicade verwandeln laffen . *) ti *) Titon , der Liebling der Eos.

Sie

bath für ihm beim Zevs um Unfierblichkeit, aber vergaß zu gleicher Zeit um emige Ju gend und Entfernung des Alters zu , bit ten .

Er wurde endlid, alt, kraftlos und

juleft blieb nichts weiter von ihm übrig als die Stimme.

A. d . u.

S *** ,

Seite Abkühlung -243 Abraham 84 udler 60 Agiptier 197 Alter, Unterſchied von der Jugend 259 Ambra 167 Annalen der Mokrobier 92 Yntoniùs , der Heilige 99 Anziehungskraft 215 Appius coecus. Alppollonius von Tyana 3103 Argantorius IO2 Arifteles, über den Unterſchied der Chicre und Pflanzen 43 über die Fort: 60 fle.jung der Vögel Arkeſilas 89 141 Arzeneien zur Lebensverlängerung 108 Aſinius Polio Athanafius 98 Attarerres 89 Auguf 92. ingleiden 95 Ausleerung der alten Säfte 237 Ausſaugen des Bluts , zur Vergüngung 228

Baden Bäder unb Salbungen Bako , über den Salpeter Borborosia 1 Bedeckung des störpers Betel Bertlam Bewegung Bewunderung B !u ? pon Sinderrt . 27 Blatlafen Bier

29 und 128 227 172 234

Calor innatus Cato Celfus Conſumtion Eleophas Cornaro Cineas

Dando Dämonas David Delphinent Demokrit Diät 172 und 233 — 242. frenge Dünfte Dionis Ariopagita

Eigenheiten in der Diät Epier Epimenides Erhengte

264 IO 188. 216 185 230 145 208

89 ! 134 23 97 109 102

106 233 66 90 238 I59 -89 135 102 179

Crneuerungen des Vertroductch Erweichung des störpers Elleenſche Sekte

225 103

Fabius maximus Faſanen Sicinius Filoſofen Fiſche Fildeffen Fleiſch, gebratenes Freude Frictionen Fußbäder

90 63 228 136 64 205 38 12 215 213

190 -

Galeria Saus Geburtszeit Gcbürgskerohner Gegenden in Nücfidt de $ Altiverbens Geier Gemütsbewegungen Geträule Getränke, warme Gold ! Georgius der Leontiner Qortius Aretinus Granatäpfel Haaſen Haushahn Hedit Heraflitus, Hofnung Honig

" 91 62 132 116 119 61 181 213 210 143 89 109 * 80

58 63 66 Heilung der Wafferſucht

231 180 208

105 99

Hiero Hieronimus Hippokrates Hirſch Humor radicalis

56 16 56

Hund

1 Jejaia Intentionen Jeal Johann XIII. Jobines Jobatnes de Temporibus Jrrländer Juſtinian

86 146 87 160 97 100 und 198 203 97

! 1

168 Sälte 163 Saffee 67 Starpfent 58 Staße 282 ftleider, Salbung derſelben 35 Sinodent Stornkammern , unterirdiſche 47 Strankheiten , abgehrende, Einfluß auf Le : bensverlängerung 53 und 245 87 Strokodil 182 Stummer Landleben Lebendart, ftrenge Lebensgröße fibation Litorius Litterariſches Lebent Lucas 1

140 132 187 2I2 182 135 96

Luft - Güte

119 und 194 211

Magen -Stärkungsmittel vorzüglider bei Alten Menſch, Lebensdauer Menſchenfreſſer Metalle , Dauer Mitleiden Shittagsſchlaf Mönche Moſes Nuräne

Nahrung Nahrungsmittel Nafen, lange, zu verkleinera Neid

229 215 32 32 184 I80 205 86

204

246 248 23.5 102

Dlivenöl Drbilius Dperationen zur Lebensverlängerung Opiate Dpigtkur Opium Dvid

211

Pandoren Paul VI. Paul der Eremitte Peitſchen mit Neffeln Pfau Pferd Pflanzenbauer Plato

I02 IOI 98 217 63 55 39 go

90 104 165 166 160 108

II ? 289

Poftell Purgauzen

Queckſilber Quintus gietellas

32 103

61 262 136 78 114

Rabe Neinegg8 Religiöſes Leben Rübenſaamen Rieſe

Gafte Salbe zur Lebensverlägerung Salben Salpeter Safran Schaant Schaaf Scheintodte, wiederaufgelebte i Schlaf Sciefpulver Schwam Schottländer Schwein Seenela Ceres Sokrates Soldatenleben Specht Speichelkur Speiſen - Bereitung Sperling Stämme Steine, Dauer

200 148 201 169 199 62 57 180

245 170 62 199 88 108 177 216 141 146 220 64 34

Stier Storch

3: 102 6i : 6: i13

Cafel, Xannigfaltigkeit Zauben 63 Terentia Liber Lod 22. 240, Vorboten des Todes Toback Crinken kaltes

218 232 91 96 249 174 208 210

Übungen des Störpers Umgraben der Bäume Urweſen Valerius Beſpaſianus Verdauung, Stärkungsmittel Vertrocknung Dögel

206 51 144 96 191 209 44 59

Wachsthum ate Lebenszeichen Waſchen mit faltem Waffer

129 20 $

Waffer, friſches Xenophanes Xenophilus Zeiden der Lebensdauer Zeugung, Einfluß aufs Altwerben Born

89 105 121 12 %

imentate

9K k