Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
D
PROEF
E
- STUCKEN
( Beſchreven in ' t Engelſch )
VAN DEN Wel- Edelen , en Hoogh - Geleerden Heer FRANCISCUS
BACON ,
In fijn leven Baron van S.
VERULAM ,
Grave van
ALBAN , en Opperſte Cancelier van ENGELANDT . Midtſgaders,
Sijn
HEYLIGE
MEDITATIEN ,
EN WIISHEYT
DE
DER OUDEN .
Deſe beyde in't Latýn ,van den felfden Autheur beſchreven
.
NU Te ſamen getrouwelijck overgeſet in onſe Nederduytſche Tale
,
DOOR PETER BOENER ,
TOT
Apotheker tot NymEGEN .
LEYDEN ,
Ghedruckt by Willem Chriftiaens vander Boxes .
ANNO
1 647
FRANCISCUS
BACON ,
KARYO
BARON
VAN
VERULA M. GRAVE VAN
OPPERSTE
ST. ALBAN , ENGELANDT ,
EN
CANCELIER VAN BEWAERDER VAN HET
SECRETE ZEGEL DES
ACADBA. LUC O. T CIUL
KONINCX . &c.
KRUELLIGE
mat
AEN
SIIN
HOOGHEYT ,
MIIN
HEER
Den Prince van
OR
SIIN
ANGIEN .
HOOGHEYT
N gelieve niet vremt te vina den, datick in part of deelvan myn schuldige plighi aen Vvve HOOG
.
uliopiti HEYT preſenteere van
de Schriften
dat Hoogh - beroemde Light ,
de Heer FRANCISCVS BACON , ghclandt ,
Cancelier van En .
in onſe Neder - Duytſche #
2
Spraeck, van my
DEDICATIE .
my
( eertiſts ſijn Eds : Dienaer ) over - ghefet . Het is daer van de heele Weerelt roemt ,
dien Autheur
en welckers Schriften in vele Landen in verſcheyden Talen gevonden werden .
En , op dat ick Syne Hoog
heyt niet langer ophoude ; Het is dien Autheur , daer het beter is van te ſwygen , dan veel van te ſeggen . Dit ghetuyght
cock
onder anderen , zyne Hyſtorie van
Coninck HENDRICK de
Sevenſte van EN
GHE ĽANDT: de welcke, Wanneer den Autheur aen
ELIZABETH , Coninginne van Bohemen ,
hadde overgeſonden , foo heeft Hare Majeſteyt aldus daer op geanderwoorde :
AEN
DEN
HEER
VAN
SINT.
ALBAN .
Mijn Heer; CK
bedanck U ſeer voor Uwen Brieff en Boeck ,
't welck is het beſte dat Ick oyt geleſen hebbe van die I ſoort; en hoe - wel Mijn vernuft niet en verdient die Eer, die Ghy My geeft, Nochtans na dat weynigh ,dat Ick hebbe , foo houde Ick dien Weerdigen Prins geluckich , in hebbende foo Trouwen Schrijver van Hem , als Ghy žijt. En het is my leet, dat Ick niet anders en vermach ,dan door Mijn Brieven, Mijn danckbaerheyt aen V te bethoo nen , voor deſe , en alle andere Weldaden , daer in Ick aen U gehouden ben : en hoe - wel U Fortuynen ſijn ver
andert ,
DEDICATIE . andert , ( ' t welck My leedt is ) vertrouwt datIck niet fal veranderen te fijn , dien Ick blijve
o Welgeaffectioneerde Vriendinne
In den Hage , din i en
ELIZABETH .
Junij , 1622 .
Welcken Brieff, ick by gheval op fijn Tafel vindende. Soo belafte den Aucheur my de- felve over teſetten , en die te bewaren; leggende: Omdat die uyt mijn Vaderlant gekomen vvas .
Veel Geléerden deſes Landts , fijn
yverigh gheweestom veel van deſes Autheurs Boecken te vertalen : de Eene , uyt het Latijn ; de
Ander ,uyt
het Engels , als oock in andere vreemde Talen . Maer niemandt heeft oyt ſijn eyghe Landtſlieden ofte Vader lande daer mede bedoche, ghelyck als off Sy aen den Vreemden meer ,dan aen haer eyghe Natie, verbonden Waren ; en als off deWijsheyt en Voorſichticheyt , hier minder dan elders , beminde ende worden.
geoeffent konde '
Ende alfoo ick eenighe van deſe jeghenwoor
dighe Tractaten ,uyt des Autheurs eyghe Mondt, en Voorſegghen, geſchreven, ende ten Drucke beſtelt hebbe, Soo hebbe ick niet konnen laten ons eyghe Landts - Lie den in hare Spraecke hier mede te bedencken .
En ,
7 ghelyck alle Schrijvers een Beſchermer verkiefen om onder Sijn Vleugelen te ſchuylen , voor alle Nydi
#
3.
dighe
DEDICATI
E.
dighe Tonghen ; Alſoo hebbe ick mede willen ſchuyler onder de Ghenadighe
Wiecken ,van Vvve
HOOG .
HEYTSGunſte :'t Welck, indien ick bemercke Vyve HOOGHEYT
aenghenaem
te fijn , ſal my, een
Spoor ghegeven worden , om noch yets nemen .
ter handt te
Op welckers Gunste en Vertrouwen , my dan
verlatende , wenſche
Syne
HOOGHEYT een
langh - duerendt , gheluckigh , ende zaligh
leven , toe
Dienst en Welvaren van deſen Staet.
Uwes
HOOGHE Y TS
In NIMEGEN, den x x en. Novembris , 1646. Seer Oodemoedigen .
EN Onderdanigen
Dienael
PETER
BŐEN E
R.
Het
Het Leven Van FRANCISCUS BARON
van
BACON ,
VERULAM ,
&
c.
IT groote Licht is gebooren in Engelandt, tot Londen , in't Faer vijfthien hondert en tfestich een Edelman van Oude -herkomſte ; ende is ten fijn yverige neerſtigheyt gekomen tot de Beerften door trap om Advocaet , of Doctor in beyde de
Rechten te zijn. Weynich jaren daer na, door fijn deught en goede gaven is hy gekooren Syndicusvan den Koninck ,endie desKo nincxmoart, of aenpraeck doet aen't Parlament. Hy nu van tydt tot tödt, meer in Wij heyt toe -nemende , is by Jacobys , Koninck van GROOT - BRITTANNIEN , als oock byhet Parlament , ghe koren Opperſte Cancelier van ENGELANDT, en Bewaerder van het Secrete Zegel des Konincx , aen den welcken velefaec ken van Rechten baerAppel hebhen ,uyt -verſcheyden Proyin tien , Steden , en Plaetfen , om die wederom van hem te.overfien, cken. In welcken Hy hem e en opnieuw daer over fijn Oordeeltfpree oock foodanich was quitende, dat alle ooghen op Hem ſaghen ;en dat oock veel vreemde Koninghen , Potentaten, en Ambaffa deurs, Hem
grootelýcx eerden ; wanneer Sy Hare Ambaſſa
giener Verſoecken aen den Koninck te doen ende voortte ftellen hadden ; en dies aengaende, Antwoordt van den Koninck door Hem te verwachten . Vorders : Hem vertoonende als een tweeden Seneca , ofie, ghelück als een Licht der Weerelt , is Hy eerst by cenige.Geleerden des Lants fuppelt geworden ,maer by verſcheyde Autheuren in Italien , Vranckrijck , Duytſlandt ,en Neder landt, boagh geachtgen dickwils door Brieyen van Haer begroet
ghewor
Het Leren sair de Heer geworden ( gelyck ick eenige vas dien, geſien en geleſen hebbe , als oock de Antwoorden op defelvige, van.welcken.op een tijde, den laetſten Regel van een; van dien was perge ut cepifti me, præ cipuè autem veritatem , amare . Hy alfoo in Wyſheyt ende Welſpréečkenthéyt ugrmunrende , en allen te bowen gaende ( ut & Libri & acta probant ), wierde daerom oock ten laetften in fijn Vaderlandt van veelNávolgers benjdt; als eenen Phoenix , die gheen ghelijckest en hadde, en ghelijck. eenen Propheet, die felden verheven wordt in ſijn eyghen Landt; van welcke voor -verhadde genoechfaem getuygen, als onder andere gørk dinden,Sijne Boecken
Sýn HiſtoriaVentorum ; Hiſtoria Naturalis & Experimen tális ; ' Sýn Inſtauratio Magna; ende foo voort . En welcke -laeifte ( dat meer is ) Hy oock dede uyigaen , in't midden van al fijn grootſte Beroepinghen, en týdt- van Cancelierſchaps gheluck cock in fijn Voor-redenvan dien den denKoninck ( aenden welcken Hy'tſelvige was op -dragende) te ſien.en te ſpeuren is ,daer hy feyt Sereniffime Potentiffimeque Rex ; PoteritfortaſseMajeftascuame furti incufare quodtantum Tem poris, quantum ad hæc fufficiat, Negotiis tuis ſuffuratusfim , non habeo quod dicam ; Temporis enim non fit reftitutio ,niſi forte quod detra & um fuerit temporis Rebus tuis , id Memoriz , Nominis tui, & Honori fæculi tui reponi poffit, & c. Welcke Boecken te kennen gheven, dat Hy in de Philoſophie, en de Philoſophie in Hem ,was ingegriffet; ende alle Hooghe Scholen, an Academien, die de ſelvige gefien en geleſenhebben, getuygen'tſelfde, en datſy noyt van die faecken alfoo hebben weten te Schrijven, noch oock met beter ſtül. Nopende Sijn Hiſtoria Vitæ & Mortis , Seeckere Gheleerde en Wife Mannen ſeyden , dat Hy , die dat
Boeck heeft ghemaeckt , wiste al wat een Man konde
willen, of wenſchen-te weten, en waren verlangende om te ſien het princi .
FRANCISCVS
BACON .
principael van dien, fijn Novum Organum ghenaemt. Den Au theur heeft hier beneffens noch een menichte van Manuſcripta ge, laten onder den H. Agent van ENGELANDT, nu in den Hage, ghelyck Sön Ed . E. my ghefeytheeft.
Dit is oock in hem aenmerce
kens weerdich ,dat,beyde Hooge Wijſheyt, en Hooge Officien by Hem te gheluck gheweest zijn, hetwelck oock te twüffelen is, of 'tfelvige met yemane heeft konnen zijn, in foo hoogen graedt ; dies Hy te meer Rari quid kan gehouden worden. Hier toe voerende benen Stadt, datter ghene grooter ( onder de Croon ) en was ; hou . dende als Vry -Hof, en Vry-Keucken : als oock, een ghevolgh van Dienaers, Somtijdts van hondert ofte meer persoonen ; (wan Heer Hy eenighe Ambaſſadeurs of Grooten was verfoec ken
) alfoo de Eere des Konincx Hem oock ten deele bevolen
was. Des Winters, woonde Hy binnen Londen ; des Somers, in's Landt, omtrent een halven dach reyflens van daer, na -by Sýn Vice Graefſchap van ST . ALBANS , op Sýn Vry -Heerlijckheyt VERVLAM; zijnde een feer ſchooneen playfierige plaetſe, daer inne Jomtits veertich ofte vijftich Karoffen wierden geſien op een tijdt, var Heeren ,en Grooten ,om haer affairen en Jaecken met Hem te bergetflagen en te verrichten. Hier dient s0ck een woordt van Sijn Memorie verhaelt : Ick hebbe hem koyt een Boeck in lijn handt fien hebben, alleen dat Hy wel belaste, soo sen fijn Predicker,als My, dien of dien Autheur eens nate fien, hoe Hy dit of dat,op d'een of d'ander plaetſ ,war beſchrijvende ; ende dan van'ıgheene Hy snachts bedocht, en verfonnen hadde, Ons des morgens vroeghie ſchrijven voor - hiel, Ende van het onderſcheyt der Natien , Meyde Hy speenen töt; dat de Nederlanders, in't Generael,wüfer waren den de Engelſchen; maer de Wijste van Engelant, waren Wijfer dan de Wüste van't Nederlandt ; en dat de Françoyſen Wüfer zijn , dan / Schijnen ; en de Spangjaerden ſchijnen Wifer, dann zijn , en foo voorts : Maer, hoe loopt des Menſchens Fortuyn. Hy o ##
Het Leven van de Heer Hy, die ſcheen den Hooghſten Staet te bekleeden, wort ( eylaes !) door nijdighe Tonghen , by Koninck en ' t Parlament van alle Sýn Officien en Cancelierſchap af- geſet; weynich bedenckende, w at Schat in den ſück wierde gheworpen; ghelück dan de uytvallen; en uytkomſte van dienin't ſelve Landt wel hebben aengeweſen . Maer Hy troostede ſich altoos met de woorden des Schriftuyrs 's Nihil eft novi ! dat is; Daer en is niet nieuws ! Want,alfoo is Ci cero var Octavianus ; Califthenes van Alexander ; Seneca ( alle Haer geweſene Meeſters ) van Nero ; ja, Ovidius, Luca nus , Statius, ( beneffens noch veel Anderenſ om een kleyne oor Saeck ſeer ondanckbaerlijck , de Eene gebannen , de Ander gedost, de Derde voor den Leeuwen geworpen geworden : Maer ghelück dan foodanighe'Balling ſchap,Sulcken een Vrydom is, de doodtzhaer leven; foo isDeſen Autheur fijn deportement, een Memorie tot een meerder Eer en Naem ; en foodanigen Wijſen kan geen leedt gheſchieden. - Dat ſelvige bleeck , oocknaderhandt, wanneer dat het Parlament eens op een tydtwederom vergadertwas,en een feeckere faecke voor - vallende, ende aldaer niet welkonnendeaf- gedaenmor den ; Soo SeydeKoninck Iacobus ; Hadde Ick mijnen Ouden Cancelier Bacon hier , Ick ſou wel haeft een eyndt van de faeck hebben
. De eenighe oorſaecke Sijnes voor-ghemelde
miſgunſte by den Koninck en 't Parlament,wort gehouden geweest te zijn, Sün grooten Staet,of, genoote Gaven: waer op volghu de, dat, als Hy met lijn Staet en ghevolgh, in't Parlament was gekomen, en de Koninck daer op lettende, Seyde : Mijn Cance liers Dienaers zijn koftclijcker dan de Mijne ; Sy zijn met goudeknopen geboort en behangen, alsof het geen geldt en koſte,en fo voorts. Anº 1623 in Martio, Ick naer Hollant verreyfende, helb ' Hem, wet Sijn Gemalinne, in goede gefont heyt gelaten. Hy was een groot Liefhebber van de Medicijnen, le vende fonderlingh op Sijn geforsheyt, ( plures.enim gula, quam gladius.
FRANCISOVS
BACON .
gladius occidit ). alle morghens gebruyckende den Cremor Tar tar een ſcrupel of/ 22 aſen , tot een ontbijdt, in een weynich nat, of Sauce van een jonck Hoen , dat ick Hem brochte ; daer toe alle Weken eenfachte Purgatie, des avontdstenſeven uyren ( en ſtracx daer aen eenige lepel-füle, en voorts ſparighe maeltijdt ) van een half loot Rhabarber , met eenige greynen Schoenanthi, te ſamen alleen een uyre in Wijn gheweyèt, en dan weluyt-gewrongen ,ſonder eenigh toe- doen van vyer, ende de Operatie van dien verwachten de ; tot elf of twaelf üyren des fnachts ; en in die tijdt dan ſtu deerde Hy, wanneer yder Napenghegaen was, uytgenomen alleen Sijn lijf-Kamerlingh. Ten -laetſten, hoe-mel Hem Sijne tegenpar týders,van Sijnen Staet Hem berooft.hadden; So heeft Hynadera handt, even fooeen Staet gevoert, als Hy voor Sijn Cancelier ſchap dede, tot Mondt-ſtoppinghe van die gheene, die van -haer gheven , dat Hy in een geringe Staet was overleden . Ende ор dat ick beſluyte, ghelück ick hebb begonnen ; Soo ist, dat, wanneer Sijn Fortuynen nu mer Hem
alfoo verandert waren , heb ick Hem in
ghelaet, woorden , noch wercken, tegens niemart oyt verandert ofte ontſtelt geſien ; ira enim hominis non implet juſtitiam Dei, macr Hy was altijde een en de ſelfde , beyde in droefheye, ghe lijck in blijdtſchap, als een Philoſooph betaemt , met noch altüteen vriendtlijck aenſpreecken, manus noſtræ ſunt oculatæ , credunt quod vident; Oock was Hy mildadich, dat Hy altijdt noch wel meer foudegegeven hebben; en oock met meerder playſier hadde Hý meer vermoche: daerom ,wel waer te menfchen (Hy nu Anø. 1626 geſtorven zijnde, den gen April, oudt weſende 66 Faren) dat een Stâtua, ofte Metalen Beeldt, t’Sijner Eer en Naem , in Sijn Vader-landt opgherecht wierde , tot een ghedenckweerdich Exempel en Voorbeeldt vobr allen, tot alle Deught , Vriendtlijckheyt, Vreedtſaemheyt ende Gedule . # # 2
,
DE
DE
Verhandelinghe van dit VERTAELDE
WERCK .
23. Van Jonckheyt , en Ouderdom . I.
e VA . Rel Van Doodr. de igi
24. Van Schoonheyr .
3. Van Goetheyt, en Goetheyt der Natuyr
25. Van Leelijckheyt. 26. Van de Natuyr der Menſchen .
.
4. Van Argheyr . 5. Van Echrę Staot , en Eenſaem
27. Van Opvoedinge, en Gewoontc. 28. Van de Fortuynw .
leven . 6. Van Ouders en Kinderen .
29. Van Studeerens :
7. Van Edeldom
30. Van Ceremonien en Reſpc & . 31. Van Rechten ,
.
8. Van groote Plaetſen , en Offi cien . 2. Van'c Keyſerdom . 10. Van Raedr .
32. Van Volghers, en Vriendens . 33. Van Negotiérco . 34. Van Faaie .
11. Van Voortvarentheyt .
35. Van Prijs .
12. Van Liefde
36. Van Rechters .
13. Van Vriendtſchap.
37. Van Ydele Glory .
14. Van Atheïſtery. is . Van Superficie , of By - gle loovu .
16.Van Selfs-wijſheye . 17. Van Regeeringhe der Gheſont heyr . 18.Van Onkoſten ...
38. Van de Grootheytder Koninck rijcken : 39. Van Eer, en Reputatie 40. Van Wracck .
.
41. Van Teghenſpoet . 42. Vap Diffimuleeren , en Veynfen . 43. Van Oproer, en Muytery.
19. Van Diſcoureren ,.
44. Van vernieuwinghe .
20. Van Schijn -wijſheyt ": 45. Van Opſchartinghe .
21. Van Rijckdom
. 46. Van de Waerheyr .
21. Van Eergierigheyt .
VAN
Fol. 1 .
I.
V
A
N
DE
RELIGI
E.
E twiſten en tweedrachten om RELIGIE , ſijn ellenden ; welcke den Heydenen onbekent waren , ende het is gheen wonder ; want den waren GODT is een jaloerſch Godt , ende de Goden der Heydenen waren goede gheſellen ; maer de banden van Religieuſche eenicheyt be D hooren nochtans in ſulcker manieren t'lamen gebonden te worden ,dat daer door de Menſche
lijcke Gemeenſchap niet en worde ontbonden . Den Poët Lucretius, aenmerckende de daet van Agamemnon , dewelcke fijn Dochter felffs offerde, ende dele offerhande met verdragh acn ſach ,beſluyt aldus : Tantum Relligio potuit fuadere malorum
.
Maer wat ſoude hy gedaen hebben , indien Hy demoort van Vranck rijek gheweten hadde ? Ofte het Verraer des Buſch -kruyts van Enghe landt ? Ghewiſſelijck hy ſoude ſeven -mael meer Epicuriſch ofte ed . theiſtich gewecft ſijn , dan hy was ; ja , hy ſoude liever ghek oſen heb. ben een vandeuytſinnige Mannen van Munſter gheweeſt te lijn , dan defes Raeds deelachtich. Want het is beter dat Religie 't Verſtant des menſchen uytwiſiche , dan hare Godtureefenthey'e ende Liefde , mits hy Redealleen behoude voor eenen Beſtierder en Menne-mandes wreetheyts ende booſheyts. Het was een groote laſteringhe, wan neer de Duyvel feyde, Ick wil opvaren, en fijn ghelijck den Alderhooghſte : Maer het is noch grooter Laſteringhe , indien ſy Godt doenfegghen , Ick vvil neder dalen , en fin ghelijck de Prins der Dugterniſſen. Ende het en is A
2
Van de Doodt.
en is niet beter wanneer ſy de faecke van Religie laten neder dalen tot de vreeffelijcke ende afgrijfelijcke daet van Princen te vermoorden : 't Ghemeen-Volck om halste brenghen, ende Staten ofte'i Ghemeene Beflen in brandt te ſtellen. Nochte en iffer gheen ſoo groote fonde tegens den Heyligen Geest(indien men het na de Letter verſtaen ſoude) als inde plaetſe van een Duyve, Hem inde ghelijckeniſſe van eenen Gier-voghel, Griffioen , ofie Raven , neder te brengen : Noch ſulck cen ſchanda el voor haer Kerck, als in Sint Peters Schipken de Vlag’van Zeerovers en Alafins op te feiten . Daerom dan , aengheſien dat deſe dinghen de ghemeene vianden fijn des menſchelijcke Ghemeenſchaps, behooren de Princen , door haer vermoghen , Kercken door haer Decreten , alle Chriſtelijcke en Borghelijcke cerbare lieden , van wat Se & e ofte Opinie dat ſy oock fijn , ſich hier te vereenighen , en te verſamelen , om deſe daden ende Ophouders van dien , door Mercury Roede, ter Hellen voor ceuwich te verdoemen . Ende in allen Raedt Naghen, de Religie aen gaende , behoort den racdt des Apofels voor gheftelt te worden , Ira Hominis non implet juftitiam Dei.
II .
Vande Doodt. E Menſchen vreefin de Doot , even als de kinderen vreefen te DS gacn in duyferniſſe. Ende ghelijck deſe natuerlijcke vreeſe ſich inde kinderen vermeert door het vertellen van Fabulen ; even ſoo is het met het ander gheleghen, Sekerlijck de vreeſe des Doots is de betrachtinghe der oorſaecke des ſelven : Ende het eynde van dien is Religies : Doch de vreeſe is in ſich ſelffs maer ghering ; Nochtans loo iſſer een vermenginge van Ydelbert, ende van Super ftitie in Religieuſe Meditatien. Ghy ſult in ſommige Munnickſche Boere ken lcíen van Morrificatie , en Afſtervinghe fijns ſelffs . Dar een Menſche behoort te dencken wat een pijne dat het ſy, een lidt van fijnen vinger alleen te klemmen , ofte verwringen , ende daeruyt te bedencken , wat de benautheden des Doots ſijn , wanneer het hecle Lichaem dickwils wort bedurven , dacr nochtans het leven uytgaet met
Van de Doodt.
3 met weynigher pijnc , dan wanneer een lidt gheklemt wort.Want de alder -levendichftc partyen , en fijn niet altijt het ſcherpte int gevoelen . Ende om als eenen Philoſooph te ſpreecken , ofte ghelijck cen Natuerlijck Menſch , foo was het wel ghcleyt, Pompa mortis magis terret , quam mors iffa. Suchten en Kermen , Beſwijmen , Bleeck ſien , Vrienden bewecnen Rou - kleederen , Pegraeffeniſſen , en dierghelijcke, lijn de dinghen die de Door afgrijſclijck en vreeſlelijck doen ſchijnen. Het is aen merckens weerdich , dat daer geen ſoo ſwacke affc & ie en is in het ghemoet der Menſchen , die de vreeſe des Doots niet en overmee ftert. Dacrom foo en is dan de Doot foo grooten vyant niet , aenge . fien de Menſche foo veel volghers omtrent hem heeſt , die defin ftrijdt konnen overwinnen . V Vraeck-gi'richert triumpheert over de Door ; de Liefde en acht haer niet . Eerſucht tracht daer na ; Om ſchande te ontgaen kieltmen de Doot . Verdriet neemt tot baer ha. ren toevlucht, de vreeſe komtde Doot te vooren : ja , wyfien , dat na dat Ortho fich ſelffs ghedoodt hadde , dat jammer en medelijden ( welcke de ſwackſte is der Affe Etien ) meenich menſche tot itera ven beweecht heeft : Seneca ſpreeckt van viſicheyt . Cogita quam diu eadem feceris : mori velle non tantum fortis aut miſer, fed etiam fa ſtidiofus potest . Het is oock niet min aenmerckens weerdich , loc kleyne ontſtellinghe in goede ghemoederen veroorſaeckt werden , wanneer de Doorbegint te naecken , ſy blijven tot din eynde toe , die ſy van te vooren waren , Den Keyſer Auguftusfterff in een Com . plement . Tyberius in Diſimulatie. Vefpafianus in boerten en jocken. Galba in een Vonnis ſprekende : Septimus Severus fich hachtende , en dierg helijcken : Ghewiſſelijck de Stoiſchen leyden te veel koſten aen de Dooden . Ende met foo veel wercx te maken , deden ſy de Doot yreellelijcker ſchijncn. Beter ſeyt de ghrene , Qui finem Vire extremum inter munera porit nature . Het is even Narucrlijck te ftcr ven , als gheboren te worden . Ende miſſchien, is het eene loo mocyc lijck on pijnlijck voor een jonck kindi , als het anderer .
A 2
III ,
Van
4 III.
Van Goetheyt, en Goetheye der Natueren . CK verſtae Goetheyde in delen ſin , de Affe & ie des Menſchen wel . varen , het welcke de Griecken Philanthropia nocmen , ende het voort Menſchelijckbeyt ( na dat het daghelix wort ghebruyckt ) en is niet genoech om't ſelvige volkomelijck uyt te drucken . Ick geve Goetheyt den naem van Habitus , ende de goetheyt der Naturen , de Inclinatie. Deſe is de grootſte aller Deuchden , ende het Character, en het merck der Godtheyt , ſonder welcke de Menſch maer een ydel , boos , en verkeert dingh is , niet beter dan een ghellacht van ghewormt. Goetheydt is ghelijck deDeucht , die men in de Godtkeyt noemt Liefde, de welcke niet en kan te veel doen , maer wel dwalen . De Italianen hebben een feer onbeleeft ſpreeck -woort, weynich eere waerdich , Tanto buon , che val niente ; ſoo goet dat by nerghens goet voor en is . Ende een der Italiaenfche Do& oren , met namen Nicolaus Machiavel, heeft wel derven in ſchrift verclaren , Dat de Chriſtelycke Religie de Vromen ende goede Lieden, den onvromen en Tyrannen ten roove gegevē hadde: Het welcke by daerom ſeyde,om datter geen Seite, geen Opinie , geen VV etinder daet en is , die deGodtheyr foo groot en lo hoochachtet als de Chriſtelijcke Religie doet . Om dan beyde Schan dael ende perijckel wech te nemen , ſoo is het van noden datmen weete , waerinne defe Heerlijcke Deucht komt te dwalen . Soeckt
hoe ghy cen ander moocht goet doen , maer weeſt gheen Slave harer ſinlijckheydt ofre phantaſien . Want dat ſelvighe is maer ſlappic heydt , welck en Eerlyck Man als ghevanghen houdt . Noch en geeft Æſopus hem gheen peerle , dewelcke beter te vreden , en ghe luckigher ſoude gheweeſt fijn , indien hy hem een Garften greyn hadde ghezheven Godts Exempel leert ons deſe leſſe ten vollen . Hy ſendt ſijnen Reghen , ende laet ſijn Sonne ſchijnen over de Recht veerdighen en Onrechtveerdigen : Maer Hy en regent geen Rijck dom , noch en laet Eer en Deucht op yder een niet eveng elijck ſchij nen , foo veel tot den cenen , als tot den anderen . Ghemeene wel daden moghen een yder mede ghedeelt worden , Maer de beſondere met keure . Ende merckt hoe ghy int maken van een Copie , het Princi
ܵܕܪ
Van de Ercheyt. 5 Principael bederft, en tot ſchande maeckt. Want de Godtfgheleerden houden , dat de Liefde tot ons Selven het principael zy , ende de
Liefde tot onſen Naiſten alleen en gheeft het den Armen , ende u goet , ten ſy dat ghy komt , van (ulck een beroepinge fijt ,in
de Copye . Verkoopt al vvat ghy hebt, voleht my na : Maer verkoopt nice al en my volchi ; dat is , ten ſy dat ghy welcke ghy ſoo veel goets kont doen
met kleyne middelen , als met groote , want anders fult ghy door het onderhouden der Stroomen , de Fonteynen uytdrogen : daer en is oock niet alleen een Habitus der Godtheyt gheregheert door goede reden , maer daer is in ſommighe lieden , ja inde Natuere ſelffs , cen ghene ghentheyt tot de feiffde: ghelijck als daer oock aen de ander zijde een Natuerlijcke Boolheyt is : want foodanighe fijnder , die uyt der Natueren ander mans profijt niet en ſoecken ; die minder boolachtich fijn , fijn die gheene dic allcen tot wederſprekinghe gheneghen fijn , ofte tot gramſchap , ofte anders , die ongheleggelijck fijn , ofte dier gelijcken ; maer die booſer fijn , fijn tot nijt ,ende enckele booſheyo gheneghen : als,daer fijn veel Miſantbropi, die daer van haer werck maken, om Lieden aen de Galghete helpen , ende hebben nochtans niet eenen Boom in haer Hoven , die daer toe bequaem is , gelijck als Timon hadde . Sulcken aert is de rechte dwalinghe der Menſche lijcken Natuyre ; ende nochtans lijn fy het beſte Timmer Hout , om de beſte Politijcken daer van te maken , ghelijck als het Cromhout , 'r welcke goet is om Schepen , die verordeneert fijn om op en neder ghedreven te worden , maer niet om Huyſen te bouwen , die vaſt Ilaen ſullen ..
IV.
Van de Ercheydt. verſtaen Ercheyt, een flimme ende ghekrenckte VVijkest te ſijn , ende gbewillelijck daer is een groot onderſcheyt tufa WI ſchen een Loof-man , ende een VV ijſ-man , niet alleen in't ſtuck van Eerbaerheye , maer in ' t fuckvan behendiche;t : daer fijnder die de Kaert wel verſchieten konnen , maer en konnen nochtans niet wel A 3
6
Vanden Echten Staer,
wel ſpeeien . Even foo fijnder oock etlijcke die aerdich zija ia kluch tinen Faćtien ; maer ondertullchen plomp ende ſlechte gaften. We derom is hit een ander , Perſoopen te onderkennen , ende een ander, Saecken van ghevvichten : want veel zijnder perfect inde Humeuren der Menſchen, die niet ſeer bequaem en lijn om van eenighe faecken te oordeelen , het welck de rechte gheitalte is van eenige , die meer op de Lieden ghelet hebben ,, dan dan op de Buecken : ſulcke mannen ſijn be elet hebben quamer voor Prallijck , dan voor Raedt, en zijn alleen goet in haer eyghen dreef en wandel-plaetſen; brenght de ſelvighe onder vreemde aenghelichten , ſy fullen haer V Vit ende Ergheye dadelijck verloren hebben . Alſoo dat den ouden Regel , ome nendwaes van een wij ſen te onderſcheyden , naeulijcx haren ſtreeck hout , Mitte ambos nudos ad ignotos et videbis. Ia , daer fijn ſommighe die de gevallen en uytkomſten der faccken weten , en nochtans en konnen zy de Middelen daer toe behoorende , niet doorgronden noch begrijpen . Ghelijck als een Huys, ' t welck cenen pallelijcken goeden inganck ende opganck heeft, maer niet een eenige goede Kamer of Vertreck ; dacrom fult ghy ghemeenlijck fiun , dat ſy in't eynde dickwils goede Beſluyten uyt vinden , maer fy en zyn gieenſins machtich de Matery te examineren ofte te wederleggen , en nochtanstrecken zy gemeen lijck voordeel uyt haer onbequaemheyt , dat ſy gheacht worden be hendich yet te beleyden . Sommighe bouwen eerder op mifuckingen van anderen , ende ( ghelijck als wy nu ſpreecken ) met den ſelvighe den draeck ſteeken , dan op de bequaemheyt van haer cyghe pro celucreş . Maer Salomon feyt, Prudens advertit ad greſſus fuos Stultus diverric ad dolos . Da : r fijn leer veel onderſcheyden tullchen Ergheyt ende Wijſheye ; ende het waer een groot werck de felvighe voor te ſtellen , want daer en is niet dat meer ſchadedoet in den ghe meenen Stact, dan dat Erghe Lieden voor Wijſe paſieeren , ende ghic . houden worden .
V. Van den Echten Staet , en Eenſaem Leven.. TE Vrouw en Kinderen heeft , heeft fich de Fortuyn onder. Dworpen ! , want die felvighe zijn beletſelen van groote dingen ' t zy
en Eenſaem Ceven . 7 ' t zy van Deucht of Ondeuc't. Voorwaer , de beſte daden van on
ghetrouwdes ofte die ſonder Kinderen herſproten zijn , zijn ten goede van het Ghemeene befte , de grootte verdienſten weerdich , de welcke Eeur vicheyt inde Memory , ende niet inde Nakomelin ghen gheſocht hebben , ende dewelcke beyde met affc & ie en ver moghen 't Ghemeene beſle ghetrout, ende zich tot de felvighe gant ſchelijck overghegheven hebben : Ende nochtans fijnder ſommighe die eenſaemlijck leven , ende hacr ghedachten vergaen , en eyndighen van ſelfs , ſonder eenighe vrught of goet voor te brenghen , ende reeckenen de toekomende tijden Impertinentien , of onbehoorlejekhe den ; ja,daer ſin anderen de welcke Vrouw en Kinderen niet dan groten laſt en onkoſten achten te weſen . Maer de alderghemeenſte oorſaccke van een Eenſaem lever , is vryicbeyt , principalijck in lieden die veel van ſich ſelfs houden , ghelijck als eyghe - linnighen erghens aen verbonden zijnde , dewelcke ſoo nacuw ghevoelen , dat zy ichier achten hare Gordelen ende Hoetſbanden , Kcteren , en ( luyfters te . Onghetroude Lieden zijn de feeckei ſte vrienden , de beſte Meeſters, de beſte Dienaers , maer niet altijdt de beſte Onderlaten , Want ſy Itaen op de loop om te vluchten , ende meeſtendeel zijn de welen
loopers van delen aert. Eenfuem leven is bequaem voor Conincklijcke Perſoonen , want de Liefde wil qualijck hetLandtwateren , alít eerſt cenen grooten Poel vullen moct. Voor Richiers en Magiſtralen is tet even veel ; want waer ſy lichtelijck te bewegé en te corrumperen fijn , dan ſult ghy eenen dienaer hebben vijfmael ergher dan een Vroa , Soldaten en Krijchlieden aengaende , ick vinde dat de Velt. Heeren ,on Capiteynen , in het vermanen en couragieren harer Soldaten , gemeen lijck hen hare Vrouwen en Kinderen inghedachtich maken . Ende ick achte dat de kleynachtinghe des Huwelijcx onder den Turcken den Gemeenen Soldact blooder maeckt of vertſaechder.Voorwacr , Vrouw ende Kinderen leeren cenigher manieren beleefthcyt , onde Eenſame Lieden zijn ſteenigher en wreeder van herten , bequaem om wrcede Inquiſiteurste maecken ; die van deftigher Nature zijn , ende door Ghewoonte geleydt , ende derhalven conſtant, en tantvalich 3 zijn ghemeenlijck vriendelijcke Huys-Heeren : ghelijck als van Vlif ſes gheſeyt worde : Vitulam prætulit immortalitati . Kuyſche Vrouw en ſijn dickwils hoovaerdich en ſtout op de weerdicheyt van haer Kuyf heyt :
T
8
Van Ouders ,
heydt : Het is een van de beſte banden , beyde des Kuyſcheyts ende Ghehoorſaemheyts in een Vrouwe , indien Zy achtet haren Man Wijs te weſen . Het welck Zy nimmer doen en fal, iſt dat Zy hem jalours bevindt . Vrouwen ſijn der Jonger Mannen Matreffen ; Geſellinnen der Middeljarighen , ende der Ouden Minne- Moeders , ende Voed . Iters. Alloo dat het een Man wel in twijffel ſtellen mach en overleg. gheni; off by Huwelijcken zal , ofte niet : Maer nochtans wierde Hy voor een Wijs Man ghehouden , die daer op deſe vraghe ( VV arineer dat een Man ſoude trouvven ? ) aldus antwoorde : Een longh Man noch niet , ende een Oudt Man nimmermeer.
VI .
Van Ouders , en Kinderen.
E Vreuchden der Ouderen ſijn gheheym en verborgen , ende . ſy niet uytdrucken ; ende de Deſe en willen fy niet bekennen , Kin . deren verſoeten den arbeyt, maer ſy maecken de Onghelucken bit terder ende verdrietelijcker. Sy vermeeren de Sorghe des Levens , maer ſy verſachten de gedachteniſſe des doots. Eeuvvicheyt, die door Telinghe gheſchiet, is den Beeſten ghemeen . Maer Ghedachteniſſen , Verdienſten , en Edele wercken , behooren eyghentlijck den Men . ſchen toe. Die alder eerſt hare Huyſen ende Geſlachten op helpen , ghe. ven hare Kinders ſeer veel toc , achrende den ſelvighen ghelijck als Onderhouders, niet alleen van haer Geſlachten , macr oock vari baer Vercken en Daden , ende ſo beyde Kinderen en Creatueren . Het on derſcheyt der Affecten in den Ouderen tegens hare Kinderen, is dick wils ongelijck , en ſomtijts onbeſcheyden , principalijck in de Moe . der , Gelijck als Salomon leyt, Eenen VVijſen Suonis des Vaders vreuche, Maer eenen dwaſen Soon is des Moeders ſchande. Men ſal dickwils fien, daer een Huys vol Kinderen is , dat een of twee vande Outſten gere . ſpecteert, ende dejongſten darrel opgebrochtworden ,maerſommi. ghe van die tuſſchen beyde fijn , ſchier vergeten , dewelcke nochrane menichmael de beſte betoonen . De Scharpicheyt der Onderen , te sheng
Van Edeldom .
9
ghens hare Kinderen , is een ſchadelijck gebreck; het maecktſe ver acht ; het veroorſaeckt den ſelvigen om quaden raedt te ſchaffen ; het beweecht hen om quaet geſelſchap te ſoecken; het doet den ſelvigen meer verquiſten , wanneer ſy tot eenighe overvloet gbekomen zijn: Ende daerom is het beft, dat de Oudershaer Authoriteyt teghens hare Kinderen houden, maer niet haren buydel.Het volck heeft een gec kelijcke maniere, beyde Ouders, Schoolmeeſters, ende Dienaers : ver weckende ende voedende een Æmulatie ofte afgunſticheyt tuſſchen Broeders, wanneer ſy noch minder - jarich fijn : 'twelck veeltijts uyt komt op tweedracht, wanneer ſy Mannen worden , ende ſoo vol. gens Huyſgefinnen en Familien verwoeſten. De Italianen maken wey nich onderſcheyts tuſſchen haer eygen Kinderen , en Kindts Kinderen, of Bloedtverwanten , foo ſy alleen van den ſelvighen Sram ofte Stock zijo. Sy en geven niet daerom , alhoewel dat ſy niet door haer cygen lichamen en paſſeeren : Ende om de waerheyt te ſegghen , het is in de Nature ſeer na een , ende het ſelfde weſen. Soo dat wy dickwils ſien , dat den Neve lijnen Oom , ofte cenen Bloedtverwant , meer ghelijckt, dan zijn cyghen Ouders , na dat het bloet valt.
VII.
Van Edeldom . E T is een Eerweerdich dingh, een Out Caſteel ofte Ghebouvu HE sien , dat noch niet vervallen en is ; Ofre te lien een ſchoo nen Timmer -boom , even gacf ende volmaeckt : Hoe veel te meer dan een Oude Adelijck- Geſlachte, het weleke de golyen ende’tveran derlijck weer deſes tijdrs, uytgheltaen heeft . Want , Nieuvven A. delis maer de daet van kracht,maer Ouden Adel, is de daet des Tijts. Die eerſt de Fortuyn doen rijſen , zijn ghemeenlijck Deuchtſamer , maer weyniger onſchuldich dan hare Nakomelinghen. Want daer is felden een rijſinghe ſonder een vermenginghe van goedemet qua de Konſten : Maer het is reden ,dat bare Deughden op haer Cheſlachte verblijven , ende dat haer Fauten met hun felven ſterven . Edelbeye in Geboorte, vermindert ghemeynlijck het verſtant, en die niet ſelfs ver ſtandich is, benijdt hem die't is : Daer beneffens , Edele Perſoonen B kon
JO
Van Groote Officien , konnen niet veel hoogher klimmen , ende by die ſtil ſtaet ,wanneer anderen voort ghetrocken worden , kan qualijck alle beweginghe der benijdinghe van ſich weeren . Aen de ander zijde, Edeldom neemt wech de teghenwoordighe berijdinghe , die de Anderen haer toe draghen , door dat ſy alreedein pofteſlie van Eere zijn : Ende de Nijdt is ghelijck de ſtralen van de Son , de welcke meer ſchijnt op hoogheplaetlen , dan op laghe dalen. Grooten - Adel gheeft eenen Monarch meerder Majesteyt,maer het vermindert macht : het maeckt het Volck vol geefts en levens , maer ' t verdruckt haer middelen ; Het is wel , wanneer de Edel - lieden niet te groot zijn voor Souvereyniteyt, nochte voor Justicie ; Ende nochtans onderhouden in ſulck eenen Graet , dat de dertelheyt ende brootdronckenſchap des ghemeynen volcx , door hen ghebroken ende beledt mochte worden , voor dat het al te vroech en al te haeſtop des Conincx Majefteyt kome. Voorwaer, Coningen, bebbende Edel-lieden dat bequameMannen zijn , ſullen groote hulpe en verlichtinghe daer by vinden , als fy hen ghe bruycken ; Ende eenen beteren voortganck in haer ſaccken , want 't Volck is van natueren gheneycht den ſelven te gehoorſamen , als of fy cenichſins gheboren waren om te ghebieden .. VIII . Van Groote Officien ,
en Hooghe Staten .
Aunen , die Groote plaetſen beſitten , zijn drie -dobbelde ſlaven;
M ende Dienaers van Affairen : Soo dat ſy gheen vrijdom en hebben , noch in haer Perfoon , noch in haer Doen , noch in haren Tije. Het is een vreemt begeeren en verlangen , Macht te ſoecken : en Vryheye te verlieſen : o'te Authoriteye te ſoecken over Anderen , ende Vogheze over sich ſelfs te verliefen ; Het opklimmen tot een Hooghe fact is pijnlijck , ende do &r moeyten komen de lieden tot grooter moeyten: ende het is ſom wijlen miſprijſelijck , dat Mannen , door haer ſelffs verkleynioge, tot wat hooghers komen ; haer ſtaen is ſeer wanckelbaer , ende haer wederkeeren , is , ofte eenen gantſchen Nederval , ofte ten
minſten een Ecılıpſis, ' t welck
een verdrietige
ſaecke is ; ja , ſy konnen niet te rugghc kceren wanneer ſy willen ; Noch
1
1
en Hooghe Staten. Noch en willen niet , wanneer het ſoude betamen , maer fijn onge duldich van weghen een Privaet ofte Eenſaem -leven ; jae , ſelfs in Ouderdom ende lie & e de ſchaduwe foeckende ; Sekerlijck , Groote Perſoonen ſouden van nooden hebben ander lieden Meeningen te ont leenen , om haer ſelfs gheluckich te achten : Want , indien ſy oor deelen uyt haer eyge gevoelen , fy en konnen het niet bevinden,maer indien ſy by haer ſelyen overlegghen , wat dat andere Lieden van hen houden, ende datandere Lieden geerne wilden welen; ghelijck als ſy zijn, dan zijn ſy geluckich ( ſoo te leggen ) door achtinge, wanneer fý nochtans maer Ichijnen ' contrarie by haer ſelven te vinden , want ſy zijn de eerſte die haer eygen ſwaricheden vinden , alhoewel dat ſy de leſte zijn die haer eygen fauten vinden ; Ghewiſſelijck , de Mannen in groote Staten ,ſja vremdelingen tot haer eygen ſelfs, en terwijlen ſy in het woelen van haer affairen zijn , loo en hebben ſy geenen tijt overich om voor haer eygen welvaren , ofte des Lichaems,oftedes Ghemoets , forghe te draghen. Illi mors gravis incubat , qui notus nimis omnibus, ignotus moritur fibi. Daer is vrybeydt in booghe plaetſen , om goedt en quaet te doen : welck laetſte een vervloeckinghe is ; want de beſte conditie in het booſe , is niet te willen . De tweede , niet te konnen ; Maer Macht om Goette doen , is den Rechten en Wettelijcken wech tot Bevorderinghe ; Want goede Ghedachten ( alhoewel dat ſy by Godt aenghenaem ſijn ) ſijn nochtans niet beter gheacht onder den Menſchen dan goede Droomen , ten zy faecke dat ſy in't werck geſtelt werden. Ende dat en kan niet geſchieden ſonder Mache en Autho ritert,die de gront van bevorderinge ende Regeeren zijn. Verdienſte is het ooghmerck en eynde van al het bedrijt der menſchen ; endo lich den verdienlte weerdich te houden , is de vervullinghe van des menſchen ratte ; Want foo een menſche in eeniger wijſe Gods Throon kan declachtich werden ; hy ſal ghelijckerwijs Godts Ruſte deelach Converſus Deus ut afpiceret, omnia quæ fecerunt manm ſua, tich zijn : vidit , quod omnia effent valué bona : doen wierdt den Sabbath dath om uwen plicht te betrachten . Set u ſelven de beſte Exempelen voor ooghen , want Imitatie en Navolginghe, is cenen Clomp olie Hoope van Gheboden ; ende na een weynich Tijdts ftelt u felven u cyghen Exempel voor , code onderſoeckt u ſelven ſcherpelijck , of ghy niet beter en dedet wanneer ghy eerlt begondt, ende Reformeert en ver betert B 2
12
Van Groote Officien, betert alles ſonder Braveeren ,ofte van verleden Tijden ,of van Perſoonen , ſchandaliſeeren :-Maer nochtans ftelt dit u felven voor ooghen ſo wel om gocde Exempelen voort te brenghen , als deſelvighe te volgben : brengt de faecken wederom tot haer eerſte Inftirutie ofte inſtellinge , of begin, ende aenınercke waer in , ende hoc de ſelvige ſijn vervallen . Maer evenwel neemt Raedo van beyde de Tijden ; Van den Ouden Tije, wat het beſt is , ende van den Nieuwen Tije, wat het bequaem fte is. Sict dat uwen Cours of Loop der inaten Ghereguleert ſy, dat de Lieden van te voorens moghen weeten , wat ſy hebben te verwachten , maer en blijffc niet al te valt daer op ftaen , ende verclaert u ſelven wel wanneer ghy'uwen Cours te buyten gact ; Bewacrt het recht van uwe Plaetſe wel , maer Moveert geen Queſtien van Iurisdiétien . Ende neemt u Reche licver aen in ftillicheyt, ende de Fakto, dan het ſelvige met luyder Atemme of gewelt na te jaghen . Inſgelijcx ſtaet het Reche van leegher Plaeiſen voor, ende achtet meer eeren te lijn te Comman deeren gelijck ecnen Opperſten, dan ſich met alles te bemoeyen. Om hellt ende begheert Hulp ende Byfant, tot uytvoeringhe van uwen Staet , ende en drijft ſulcken niet van u wech , die u eenighe Infor matie brenghen , gelijck als al- beſtierders, maer neemt het int goede aen . De Fauren van Authoriteze zijn principalijck vier ; Opſchorringe, Corruprie, Hardicheyt, Slappicheye. Soo veel de Opſchorringe acngact ; Vergunt een vry, en lichte toeganck ; houdt ghelette Tijden , gaet doormet 'tgheene dat ghy in handen hebt, ende en vermenght u met gheen Affeeren, ten zy uyt noodtfacckelijckheyt. Soo veel als de Core ruprie ofte Omkoopinghe aengaet ; en binde niet alleen u eyghe , ofte uwes Dienaers handen, die aenbrenghen mochten ; maer bindt oock de handen der gheenen die gaven preſenteeren : Want ghewoonlijcke oprechticheyt , doet het eene, maer de Gherechticheyt, daer van men Belijdeniſſe doet, met openbare verachtinge der giften ende gaven , doet het ander ; ende en ſchout niet alleen de faute , maer oock het Vermoeden : Wie veranderlijck wort ghevonden , ende merckelijck verandert ſonder merckelijcke oorſaeck , die ſelvige geeft Vermoeden van Corruptie. Indien eenen Dienaer inwendichlijck van u beminde wordt , ſonder eenighe andere blijckende oorſaecke, waerom dat hy fulcke cere weerdich gheacht wordt, wordt ghemeenlijck alleen ghe. houden voor eenen by -wegh. Ende voor ſoo veel als de Hardichezo aen
1
en Hooghe Staten .
13
aengaet, het is een Moeder en oorſaeck van miſnoeghen . Gheſtren gicheze is de Moeder van Vreeſe , maer Hardicheye is de Moeder van Hact ; ja , de Beriſpingen ſelfs die van Hoogher mache herkomen , be hooren voldefricheyts te weſen , en niet ſteeckende: Voor ſoo veel als Slappicheyt aengaet , het is erger dan giften oft gheſchencken ; Want Giften die komen alleen nu en dan , maer indien onbequaemheye ende ydele inſichten eenen Man leyden , hy ſal nimmermeer' daer van vry zijn, gelijck als Salomon feydt : Perſoonen te reſpecteeren is niet goet, wantſulck een Man falom een ſtuck broodts miſdoen . Het is ghe wis waer, 'twelck van oudts gheſproken is gheweeſt, Hoocheyde en Ghebiede toont den Man , ende het vertoont ſommigen ten beſten , ende ſommigen tenerchiten : Omnium confenfu capax Imperii, nifi im peraſſer, ſeydt Tacitus van Galba . Maer hyfeyt van Vefpafianus : Solva Imperantium Vefpafianus, mutatus in melius. Al -hoe -wel dat het cene ghemeent wort van Bequaemheyt, het andere van Manieren en Af feftien. Het is een ghewis teycken cenes weerdighen en Edel ghc moedts, die door Eere ghebetert wort ; want Ecre is, ofte behoort te zijn , de plaetſe des Deuchts; ende ghelijck als in de Natuer alle din . gen met ghewelt en macht na haer eygen plaetſen gedreven worden , ende gheruſt en ſtille zijn in haer ſelfs plaetſen, alfoo is dc Deucht in Eergiericheytſeer violent en heftich ; en in Auxhoriteyt ofte Macht, fuil en gheſer .
I X.
Van't Keyſerdom . ET is eenen ellendighen ſtaet des Ghemoedts,dat alleen wey . Inich dinghen heeft tebegliceren ,ende veel dinghen te vreeſen : Ende nochtans is het ſoo met de Koninghen ghemeynlijck ghelegen , de welcke op het alderhoochſteghekomen zijnde , alleen ghebreeckt om yet te wenſchen, 'twelck hare linnen doet te meer verſmachten; ende fy hebben meenighe inbeeldinghen van perijckelen en ſchadu wen , de welcke hare Tinnen des te duyſterder maecken. Ende dit is cen oorfacck van 'tghene daer de Schriftur yan ſpreeckr, Cor Reges infcru B 3
14
Van'e
Keyſerdom .
infcrutabile : Dat de Herten der Koninghen niet en fijn om d'orgronden . Want menichfuldicheyt der jeloerſheden , ende ghebreck van een overheerſchent verlangben, 'twelck al de reſte regeeren ſoude, ende in goede ordre ſtellen ,maeckt dat eenes Menſchen herte fwack zy om ugt te vinden , ofte te doorgronden . Hier uyt ſpruyt het, dat de Prin cen ſelfs dickwils verlanghen en yet inbeelden , ende hare Herten fetten op b : uſelinghen , fomtijes op eenich Ghebouw , ſomtijts op een Ordonnantie, fomeijts op de bevorderinghe eens Perſoons; by-wijlen om te verkrijghen ende te behouden de uytnementheyt ende den prijs van eenighe konſt ofte handewerck , ende dierghelijcke dinghren , de welcke ongheloovelijck ſchijnen te weſen voor Heeren , de welcke den reghel niet en weten: Dat des Menſchen ghemoedt meer vermaecke vvorde door het vvinnen van kleyne, dan te blijven ſtaen op groote ſaecken. Daerom fulcke groote, ende gheluckighe Overvvinners, die vreem
1 de Landen overweldighen , ende onder haerGhehoorſaemheyt bren ghen , worden ghemcenlijck fuvaermoedich in haer eerſte jaren , ende fuperftitieuſch in haer laetite , als den Grooten Alexander ; ende by onſen gedencken Carel den Vijfden , ende veel anderen : Want hy, de welckeghewent is voorwaerts tegaen, ende dan ghehindert ofte be let wort, loopt uyt ſijn eyghen welvaren. Een wel -beſtierde Regee ringhe is een dingh dat felden ghebeurt. Want beyde, matigheyt ende onmatigheyt , beſtaen uyt verſcheyden dinghen : Maer het is Een - faecke , contrarie dinghen te vermenghen , ende een ander, de ſelvighe te veranderen . Het Antwoordt van Apollonius , aen Veſpaſianum , is vol van ſonderlingeonderwijlinge. Vefpafianus vraech den hem wat.Neroës onderganck w.s ? Hy antwoorde : Nero konde de Harpe fellen , ende leer vvel daer op Spelen , maer in ' t Regeeren vvas hy gevvendt ſomtij's de ſleutels te hooch te vvinden , ende ſomtits den Jelvighen se leegh los te laren. Ende voorwaer, daer is gheene faeck, die de Authoriteyt foo feer krenckt, als de onghelijcke ende ontijdi. ghe veranderinghe , de cene tijdt te leer onderdruckende macht , ende d'ander tijd
te leer toe ghevende. De VVujjheyt der Prince
lijcke Afairen in deſe laetſte tijden , is meer gheleghen in benen . dighe bevrijdinghe voor dangier ende ghevaer, wanneer ſy na by zijn, dan in valte ende ghrgronde weghen , om den ſelvighen verre af te keeren . Macr lact de lieden wel toe -lien, hoe dat ſy toelaten , dat
Van Raedt. 15 dat oorſaecken van oproer en troubel hen bereyden , want niemant kan de voncken verbieden , noch weten waer ſy van daen komen , Deſwaricheden in Princen affairen zijn dick wilsgroot , maer de groot ſte ſwaricheyt is dickwils in haer eyghen ghemoederen : Want het is ghemeyn onder den Princen ( feyt Tacitus) dat ſy teghenſtrijdende dingen begeeren, Sunt plerumque Regum voluntates vehementes á inter ſe contraria : Want hitis de Solicifmus ofte faute van de Macht , te dencken het eynde te lullen erlangen , ende nochtans demiddelen niet te verdraghen : Princen zijn ghelijck de Hemelſche lichamen , de welcke, ofte goede ofre quade Tijden veroorſaecken, endede welcke ſeer veel worden geacht, maer hebben weynich rufte. Alle Gheboden ( de Koninghen aengaende ) zijn in derdaedt begrepen in deſe twee ghedachteniſſen : Memento quod es homo : ende, Memento quod es Deus, ofte', Vice Dei : Het eene bedwingt haer Macht , ende hec ander haren VVil.
X.
Van Raedt. ET grootſte vertrouvven onder de lieden , is het vertrouvven HE malkanderen Raede te gheven ; want in ander vertrouvver bevelen de lieden eenighedeelen hares Levens , als te weten, hare Landen , bare Goederen , hare Kinderen , haer Credijt, ofte een byfondere faecke ; maer aen ſulcken , die fy tot haren Raedes- Lieden verkieſen , betrouvven ſy het ghcheel , waer door ſy dan oock te meer verbonden zijn tot alle getrou wicheyt en oprechticheyt . De grootſte Princen en behoeven niet te dencken , dat hare Grootheye ende Aen fienlyckheye in’t minſte verkort ofte vermindere wort, door dat ſy haer opRaedt verlaten ; Godt ſelfs en is niet ſonder 't f.Ivighe , maer heeft het ghemaeckt een van de groote Nainen ſijnes Ghebenedyden Soons. Den Raedt sman Salomon heeftgheſeyt, Dat de Beſlendichey in Raedt gheleghen is : Dinghen willen altijt hare eerſte ofte tweedebewegin ghen hebben ; want, indien ſy niet ghedreven en zijn door Argumen ren, en Reden van Raedt; ſoo willen ſy ghedreven zijn door deGelven
16
Van Raedt.
des Fortuyns, ende fy ſullen vol ongheſtadicheyts ghevonden worden , doende ende ontdoende , ghelijck het raſea eenes droncken Mans, Salomons Soon bevondt de kracht des Raedes , ghelijck ſijn Vader de noodtfaeckelijckheyt des ſelvighen aenmerckte: want het Lieve Ko ninckrijck Godts wierde het aldereerſte gheſcheurt en ghebroken door quaden Raedt: Op welcken Raede gheſet zijn , tot onſer onderwij ſinghe, de twee Teyckenen , waer door dat quadea Raede altijt ' tbeſte is te erkennen ,te weten ; Dat het was longen Raede, ten aenlien van de perſoonen; ende ftrengen Raedt , ten aenlien van de faecke . De Oude Týden ſtellen ons voor , beyde de inlijvinghe ende on - afſchey delijcke t'famenvoeginge des Raedts met de Koningen, ende het vvijs en Politijek ghebruyck des Raedes door de Koningen : Het eene, door dat fy ſegghen , lupiter trouwde Meris ( 'twelck beceyckent Raede ) alſoo dat Souvereynhege of Authorireye aen Raede ghetrouwt is : Her ander, door 'tgheene dat volght,'ewelck ſoo was ; Men ſeyt , dat , na dat Iupiter met Metis in 't Houvvelsjck ghetreden was, is ſy door hem bevrucht en met kinde geworden, macr Iupiter en wilde den tijt niet gunnen totdat ſy baren mochte , maer adthet op ; waer door hy ſelfs met kindt wierde , ende baerde uyt ſijn Hooft, Palas, welck ghe heel ghewapent was. Welcke wonderlijcke Fabel, een verborghene faecke ( dienſtich om Coninckrijcken te regeeren ) beduydt ; hoe dat Coninghex haren Raede van Staer behooren teghebruycken, dat ſy ten cerften deMaterien der faecken aen den felven behooren voor te ſtel. len , het welck is de eerſte ontfanckenille, en bevruchtinghe ; maer wanneer. ſe bearbeydet, gevormt, ende geformeert zijn in de Lijf moeder hares Raedts , ende rijp en ghereedt om ghebooren te wor den , dat fy dan den Raede niet toe en laten daer met door te gaen , met voornemen ende beſtieringhe , even ghelijck als cf het aen heo licden hinghe ; maer dat ſy de faecke te rugghenemen in haer cygen hande , ende doen het voorde Weerelt blijcken , dat de beſluyten ende cyndtlijcke beſtieringhe ( de welcke doordatſe voort - komen met VVijheyt en Machten , vergheleecken zijn by dien gewapenden Pallas) van haer ſelfs her - vooit - komen ; ende niet al een van hare Authoriteyt; maer ( om u felven meer Eer en Aenfien aen te doen) uyt haer hooft en cyghen vindingen . De onghelegentheden , die in Raedt re begbeeren ende te ghebruycken ghemerckt gheweeſt zijn, zijn
Van Raedt.
17. zijn drie. Eerst , De openbaringhe der ſaecken , waer door de ſelve min verborghen ghehouden worden . Ten anderen , De verſwac kinghe van de Authoriteyt der Princen , als oft fy minder waren in haer ſelven , dan ſy in der daedt zijn. Ten derden , Het perijckel en ghevaer van ontrouwelijck verraden te worden , meer ten goede der gheener die Raede gheven , dan dien Raedt ghegheven wordt . Om welck te verhoeden , de leere van Italien, ende de daedt van Vranck rijck, Cabinet - Raden ende Middel inghebracht hebben, ecn Remedie ergher dan de Sieckie . Maer ſoo veel als het Ghehejm aengaet. De Princen zijn niet ghe houden al haer affeeren mede te deelen met yder Raeds- Heer , maer moghen daer van kielen en achterhouden. Ten is oock niet noodich, dat hy die daer raedt vraeght, wat hy doen fal ; foude openbaren , wat hy doen wil. Maer laet de Princen daer in voorſien, dat het open baren van hare faecken niet van ſelfs her- voort en kome. Ende coo ycel als aengaet den Cabinet - Raedt,de ſelvighe mach voor haer fpreuc ke hebben , Plenus Rimarum ſum . Een Clappaert die het een ecre acht te welen te praten , ſal meer ſchade doen ,dan weynich , de welcke dit haer ſchuldighc plicht achten , fwijghen en heelen . Soo veel de verſwackinghe van Authoriteyt acngaci, de verhaelde Fabel wijſt daer van de Remedie aen : Noyt en is eenigh Prince berooft gheweeſt van fijn aenhangh door lijnen Raedt, uytghenomen wanneer daer een ofte al te groote achtinghe ghewcelt is in eenen , ofte wel , een al te nauwettamen -verbinteniſle van veele verſcheyden . Soo veel dc laetite ongelegentheyt acngaet; Dat de lieden ſouden raden , op haer eyzen baet en profijt lettende ; voorwaer , Non inve ziet filem fuper terram, wort verſtaen van de ghelcghentheyt des tijdts , ende niet van alle menſchen in ' t byſonder . Daer zijn ſommighe die van natuyren ghetrouw , eenvoudich, oprecht, vroom , en recht- uyt zijn , niet ergh noch dobbelt; dat dan de Princen boven al, fuicke Mane nen ontrent haer fien te bekomen . Daer beneffens de Rueds. Lieden en zijn ghemcenlijck niet ſoo vereenicht , ofte den eenen ſtaet wel tot Sinuinel over den anderen . Maer het beſte middel is , dat de Princen harc Ruedes . Mannen , alſoo wel . als de Raedts- Mannen hare Princen, kennen . Principis eſt virtus maximanofre fuos.Ende acnd'ander zijde: Raedts . Heeren en behooren niet leer ie fpeculeeren om te door. с gronden
1
, ...
18
Van Raedt.
gronden de perſoon van een Souvereyn. De rechte ghelialteniſſe ce nes Raedes - Heer, beſtaet meer in de ervarentheyt ende gheleertheyt van fiju Meesters affeeren , dan van ſijn Natuyr te kennen: want dan is hy gheſien hem te lullen raden , ende niet ſijn humeuren te voce den . Het is een ſonderlingh ghebruyck onder de Princen , de mey ningen van hare Raeds-lieden te verſtaen,beydein 't beſonder, en dan t'lamentlijck van allegader : Want private opinie is feeckerder , maer opinie met teghenwoordicheyt van anderen , is met meerder ach tinghe. In't ghemeyn zijn de lieden ſtout in haer cyghen humeuren , ende in gheſelſchap meer ghehouden aen andere lieden humeuren ; ende daerom is het goetdeſe i'ſamen te nemen , ende die van ghe ringer ghellacht zijn , liever in't beſonder om der vryigheyts wille
,
ende der grooter liever in geſelſchap, om der reſpect wille. Het is te verghcefs , dat Princen Raede nemen , Affeeren aengaende , indien ſy oock ghecnen Raedt nemen , aengaende Perſoonen : want alle ſulcko affeeren zijn alsdoode Beelden , ende het leven van dien , als de uyt voeringhe der faecken , ruſt ende ſteunt op de goede verkieſinghe der perſoonen .' En is niet ghenoech te conſidereeren aengaende deper ſoonen Secundum genera, ghelijck als in , een Idea of Mathematiſche beſchrijvinghe, wat ſoorte van lieden het ſoude behooren te weſen, in individuo: want de grootſte dwalinghen , ende oock het grootſte verſtant , vertoont ſich in het verkiefen van dien . Het was waeracb tich en wel gheſproken , OptimiConfiliarii mortui: De Boecken ſullen recht uyt ſpreecken , wanneer Raedes - lieden twijffelen ſullen ; dacrom is het goet in die ſelve ervaren te zijn , principalijck in de Boecken van ſulcke , de welcke ſelfs op het Tonneel ghefpeelt hebben .
XI .
Van Voortvarentheyt. ER gheneycht te zijn om een eynde van faecken te maecken , is een van de alderghevaerlijckſte dinghen . Het is ghelijck het
gheene dat de Medicijns Predigeftie , ofte haeſtige verteeringhe noe men , welcke ghewiſſelijck het lichaem met rauwicheden vervult , en verborghen zaden van ongeſontheden: dacrom en moet den ſpoet om
Van Voortvarentheyt.
19
om een eynde te maecken, niet by den tijdt, die ghy daer op ſit, maer by het wel vorderen der faecken weſen. Sommighe draghen daer ſorge voor, om veerdich van een faecke te Acheyden , alleenlijck om tijdt te ghewinnen , ofte om te bedencken cenighe quade uytkomſte van de faeck , op dat fy mogen gheacht worden als Mannen die voort varende zijn. Maer het is een ander , kort te maecken door verhan delinghen , ende een ander, door af- ſnijden . En faecken foo ver handelt by ſtucken , wordenghemeenlijck verlenght in't gheheel. Ick beb een wijs Man ghekent , die voor een By -Spreucke hadde ( wan neer hy merckte dat de lieden ſich haefteden , om een ſlot van facc . ken te hebben ) VVacht een vreynich , op dat vvy te eerder een eynde moghen maecken. Aen de ander zijde, rechte voortvarentheyt , is een koltelijcke laecke, want den Tijde is de mate van de affeeren, ghelijck het Ghelde is van de VV aren ;en die affeeren zijn duyr gekocht, waer weynich baeſtens is. Gbeeft goet ghehoor den ghenen die de eerſte informatie gheven van faecken, ende ftiert den ſelvighen liever in het begin , dan datghy hun in het voortvaren van hare woorden foudt hinderen ofte op -houden. Want die uyt fijnen eyghen drift ghe brocht wort , ſal ghemeynlijck voorwaerts en achterwaerts gaen , ende verdrietigher vallen in alle ghemeyne faecken , dan hy loude konnen gheweeſt zijn in't gheheel; ende by wijlen wort her gheſien , dat den Moderateurmoeyelijcker is , dan de Diſputeerders. Hervate tinghen zijn ghemeynlijck tijdt- verquiſtinghen : maer den tijdeen is niet beter wederom te ghewinnen , als een verſchil dickwils te ver. halen , want het verjaeght mcenighe ſeltſame reden , wanneer -ſe op het poin & zijn om voort te komen. Een langh en curieus verhacl , is foo bequaem om haeft een eynde te maecken , als eenen langhen Tab baert, ofte Mantel met een langhe ſleip om daer mede te loopen . Voor - redens , paſſagien , ontſchuldighen , ende dierghelijcke Complc menten , ofte Plichts- pleginghen aen perſoonen, zijn groote Tijde vernielders : ende hoe -wel de ſelvighe ſchijnen uyt hcuſheyt ende ootmoedicheydt voort te komen , nochtans zijnſe rechte brava . den . Wacht u te vol van materien te zijn , wanneer daer eenighe verhinderinghe ofte teghen - weer in des Menſchen wille is . Want voorkominghe vereyſcht altijt een volle reden , als ecn Fomentatie oft ftooringhe van leden , om de ſalve te doen door-dringhen. Boven C2 alle
20
Van
Liefde
alle dinghen , Order, en ſchickinghe, is het leven van voortvarent heyt, indien de ſchickinghe niet te ſubtijl en zy: Want die niet wel fijn ſtucken verdeckt , ſal nimmermeer eenighe ſaecken te degen be ginnen ; ende die te veel verdeelinghen maeckt, ſal nimmermeer cenighc ſaecken wel cyndighen. Tijdt verkieſen , is tijdt ſparen ende winnen , en ontijdich woclen , is maer de Loche Naea . Dacr zijn drie deelen in laecken , te weten , de Voor -bereydınghe , de Ver handelinghe ofte onderſoeckinghe, ende de Op-maeckinge : Indien ghy geerne wildet haeltelijek eyndighen ,laet het iniddelſte zijn het werck van veelen ; ende het eerſte, en laerſte, het werck van weynighen : Te wercken op yet dat in gheſchrift beſtaet , . maeckt mceltendeel den ſpoet te lichter: Want al -hoewel dat ' t ſelvige gantſchelijck mochte verworpen zijn, nochtans het ontkennende ſtuck brenght een be ter beſtieringhe voort als het onbepaelde , ghelijck als de afſchen van meerder voort- teelinghe zijn , dan hetſtoff.
XII.
Van Liefdes. IEFDE is altijt de materie van Comædien , ofte Bly - eynde- Spe Lie n,sende dickwils van Tragedien , ofte Treur- Spelen , len 't welck wel te kennen gheeft,dat het een paſſie is , generalijck licht,ende fom tijts uyttermaten . Uyttermaten mach het wel zijn , dewijle dat het ſpreecken in een doorgaende Hyperbole, nerghens anderswel en ſtaer, dan in Liefde , nuchte 't en is niet alleenlijck in de maniere van ſpreecken ; want nadien dat het wel gheſeyt is, dat den Aerts- vleyer, met den welcken alle kleyne Pluymftrijckers in verdrach zijn , den Menſeb -ſelfs is, ſo is gewiſſelijck de Liefde noch meer. Want daer en is noyt Tulck cen hoveerdich menſch geweeſt, die foo goede opinie van hem ſelven hadde, alsden Beminner doet van de perſoon , dien hy be mindt : Ende daerom was het wel gheſeyt, dat het onmoghelijck was te minden , en wijs te zijn . Nochte deſe fwack beyt en vertoont ſich niet alleen teghen anderen , ende niet teghen die parthye die gheſint wort, macr vertoont haer mecft tot die , die bemindt wort , ten zy dat de
Van Vriendtſchap. de Liefde, weder -Liefd bejegene . Want het is een ware en vaſten reghel , dat de Liefde altijt gheloont wort , oftemetweder Liefde , ofte met een inwendighe heymelijcke verſmaet heyt. Hoe veel te meer behooren dan de lieden haer te wachten van deſe paſſie ,'twelck niet alleen andere dinghen verlieſt, maer ſich ſelfs, aengaende andere ſchaden . De Poëten beelden aerdich uyt , dat , die Helena verhefte , verliet luno en Pallas. Want wie dat oock de beweginghe der Liefde in achtinghe houdt, verlacebeyde, Rijckdom ende Wijſheyt.DeſePaſsie vloeyt meelt ſelfs in de tijden van ſwackheyt, welcke zijn , groote voorſpoet, en groote teghenſpoet. ( al.boewel dat het laetſte van deſen het weynichſt gemerckt wort.) Welcke beyde Tijden, de Liefde ont voncken , ende maecken de ſelvighe heftiger en heeter, ende daer door beweſen wort ,dat het is, het Kinde des Dwacjheyts. Sulcke doen alleen best , de welcke maecken dat defe Affectie goct quartier hou
den , ende de ſelvighe gantſchelijck ſcheyden van haer ernſtighe affec ren , ende fonderling hares levens. Want indien't met delen eens vermenght wort , het ontroert des Menſchen Staet, ende maeckt dat volck in gheenen deelen bequaem, om van haer eyghen voornemen een goet eynde te maecken .
XIII . Van Vriendtſchap A ER en isgheen grooter Woeſtijne , noch meerder Wildera te ſchap, Gemeenſchap, alleen een bloote t ſamenkomſte is. Ende gelijck als het ſeecker is, dat Eenicheyt in de Ziele, 't lichaem en natuerlicke beweginghen verſterckt, ende alle bettighe beweginghen verſwackt: even ſoo gaet het onder de lieden , Vriendtſchap vermenichvuldicht vreucht , ende fcheyt ſuaricheden , of verdrijft de felvighe. Daerom , wien ſterckte oft kloeckinoedicheytontbreeckt, laet hem Vriende ſchap in eeren houden ; want het jockvan Vrienatſchap, maeckt het jock des Fortuyns te lichter. Daer zijn ſommige dic leven, als oft ſy al tijdt Cumædien op een Tonneel ſpeelden, vermomtteghens yder cen , end C 3
tſchap Van Vriend . ende bekent alleen aen hen ſelven . Maer een gheſtadige gheveynſt heyt is ſeer bekommerlijck : ende die alleen voor Foreign is , en niet
22
voor Natur, is eenen rechten Huer-lingh. Leeft niet in gheduyrighe verſmoortheyt , maer verkicft eenighe vrienden , om met den ſelvi ghen te verkeeren . Het ſal ' t verltant openen, het ſal u affecten ſuyo veren , het ſal u affecren voor - bereyden . Een Man mach wel eenen hoeck van fijn Ghemocdt voor fijnen Vriendt verberghen , al ſoude het alleen weſen een ghetuyghenillo voor hem felven d , at het niet en is uyt lichtveerdicheyt,maer uyt rechter Vriendschap, dat hy lich ſoo openbaert , Ghelijck als het ghebreck van rechte Vrienden , het loon is der trouwlooſer natueren , loo is het oock een verhinderinghe van Staet ; de een verdient het , de ander en kan het niet ontgaen ; ende daerom is het goet, de Oprechticheyt te behouden, ende in dereecke . ninghe van Eergiericheyt te ſtellen ; dat , hoe dat eenen hoogher klime, hoe hy te weynigher vvare Vrienden hebben ſal.Perfectie van Vriendo ſchap , is maer cen Speculatie. Het is Vriendtſchap , wanneer een Man kan ſegghen tot ſich ſelven: Ick hebbe defen Mangheſintſonder ee nich inlicht van profijt ; Ick ben open-heștich ; Ick fondere hem uyt de ghemeenſchap der gheener, met welcken ick leve ; Ick maecke hem cen deel van ' t gheneick wenſche
XIV.
.
'
Van Atheistery. CK ſoude liever alle de Fabulen in de Legenden,ende den Alcoran ghelooven, dan dat dit ghemeene , en groot ghebouvu des Verelts, foude ſonder Beleyder zijn : ende daerom en dede Godtnimmermeer eenighe wonderheden , om daer door de Atheisten te overtuyghen , ter oorſaecken , dat ſijn dagelijcxſche wercken hen overtuyghden . Ghewiſſelijck , een weynich Philoſophie ,neyghtdes Menſchen verſtant tot Atheiſterye; maer grondighe, en diepe ervarentheytin de ſelfde, brenght den Menſchen wederom tor Religie. Want wanneer des Menſchen Gheelt fiet, of merckt detweede oorſaeck ( wilt en woeſt verſpreyt zijnde ) foo blijft die ſomtijts ſtaen op de ſelvighe: maer wanneer hy merckt ende fiet de ſelvighe verbonden ende t'famen ghe
Van Atheïstery. 23 gheknocht, foo vliechtſe tot de Voorſienicheyt ende Godtheye. Die Schole, de welcke aldermeeſt beſchuldicht wort van Atheisterye,leert ende betuyght Religie, te weten , de Schole van Leucippus, Democritu , ende Epicurus. Want het is duyſentmael ghelooffelijcker, dat vier veranderlijcke Elementen, ende een vijfde Onveranderlick vveſen, be hoorlick ende eeuwichlick bare plaetſen gheftelt , gheenen Godt yan nooden hebben ; dan dat een Heyr van eyndeloſeſmalle deelen ofte zaden , ſonder welop hare plaetſen ghefteltzijnde , ſouden deſe order en ſchoonheyt voort-ghebrachthebben , ſonder eenen Godt lijcken Overfen. De Heylighe Schriftuere ſeyt: De duvaesheeftghefeyt in fijn berte; Daer en is gheen Godt. Daer en wort niet gheſeyt : De dvvaesheeftin fijn herte ghedocht. Alſoo dat hy het eerſeyt , ghelijck als by lich ſelven daer na Naende, ende na een dingh , dat hy geern ſoo wilde hebben , dan't welcke hy gantſch end ' al foo kan gheloo ven, ofte daer toe gheraden worden . Want niemant verſaeckt datter een Godt is , uyghenomen daer het voordeel voor zijn ſoude, indien daer gheen en ware : Epicurus is hier mede beſchuldicht gheweeſt dat hy maer veynſde om ſijn eyghen Eers - wille , wanneer hy ſeyde , dat daer ghezeghende natueren zijn , maer alle fulckes die hen ſelfs Godt waren , ſonder te letten ende oplicht te hebben over de regeeringhe des Weerelts : waer in dat fy ſegghen, dat lıy fich na den tijde voechde,ende de huyck na den windt hingh ,die doch by hem ſelven in ' t verborgen was denckende, datter geen Godt en was : Maer ſeeckerlijck , hy is tot ſijn onſchuldt ghclaſtert , of qualijck verſtaen gheworden , want fijn woorden fijn Edel ende Godtlejck . Non Deos vulgi negare profanum , fed vulgiopiniones Diis applicare pro fanum . Plato en kondeniet meer gheſeythebben ; ende al hoewelhy de vermetentheyt hadde de bedieninghe te ontkennen, nochtans en hadde hy de macht niet , om de Natuer te verſaecken . De VV'est Indianen hebben Namen voor hare bylondere Goden , al - hoswel dat fy gheenen Naem voor Godt en hebben : Ghelijck als ofte de Hege denen de Namen gehadt ſouden hebben van Iupiter, Apolio, Mars, & c. maer niet het woordt Deus, oft Gode; 'twelck vertoont nochtans, dat fy't verſtantghehadt hebben , al hoewel niet het volle begrijp. Alſoo dat het de alderwoeſte Wilden houden , met de ſubtijlde Philoſophen , teghens de Atheiſien ! Die
24
Van Atheïstery.
Dic Gode verfaecken , vernielen des Menſchen Edelheyt: want feec kerlijck , de Menfch is van den aerdt der Beeſten, voor ſoo veel als lijn lichaem aengaet : ende nadien hy niet en is van Godts acrdt door fij. nen Gheeſt ,loo is hy een vuyl en on - edel ſchepſel; inſgelijcken ver nieticht hy de grootmoedicheyt , ende de verhevenheyt des Men ſchen natuere : Want , neemt een exempel aen eenen Hondt, ende merckt wat een couragie ende hoochmoedicheyt hy op hem fal ne men , wanneer hy ſich ſelven vindt beſchut en beſchermt door een Menſch, welcke hem is in ſtede van Godt, ofte van een melior natura . Welcke couragie openbaerlijck fulcx is , als dat 'tſelvighe ſchepſel fulcx niet en konde beâamen , ſonder te vertrouwen , datter een be ter Natuere zy dan ſijn eyghen :
Even alſoo , vvanneer de Menſch
rust , ende ſich verfeeckert op de Godtlijcke gunſte ende beſchuttinghe, verſamelt een Krache ende Geloove, welcke de menſchelijcke natue re by ſich ſelyep niet en konde bekomen . Daerom , gelijck Atheiſte rje in allen ghevalle ſeer hatelijck is, even foo is het in dit ,dat hetdes Meoſchen Natuere berooft vande middelen , om ſich ſelven te verhef fen boven alle menſchel jcke Twackheyt ende brooſheyt : Ghelijck als het is in particuliere Perſoonen , ſoo is het oock in gheheele Volc keren ghelegen . Daer was noyt fulck eenen Staet voor Hoochmoe dicheyt , als Romen : Hoort wat van deſe Staet, Cicero ſeyt: Quam vo lumus licet Patres confcripti nos amemus, tamen nec numero Hifpanos, nec robore Gallos, nec calliditate Pænos, nec artibus Græcos, nec denique hoc ipſo hujus gentis & terra domeftico, nativoque fenfu Italos ipſos ó Latinos; ſed pietate ac Religione , atque hac una ſapientia , quod Deorum immortalium Numine regi, gubernarique perſpeximus , omnes gentes Nationefque fue peravimus.
XV.
Van de Superſtitie,
ofte By -gheloove.
ET was beter gantſch gheen ghevocien van Godt te hebben , HT dan onwecrdelijck van hem te ghevoelen ; want het ecne is ongheloove , het ander is laſter ; ende ſecckerlijck , Superfitie is een verwijt van de Godthege: Atheifterye laet ecn Man by tín annen , by Philo
25 Van de Superftitie , ofte By -gheloove. Philofophie , by Natuerlijcke Godt-vreeſencheyt, by de VVetten , by denſienlyckbeyt , 'twelck alle Leydts -lieden mogen zijn tot Dcucht, al en waer ſchoon de Religie niet ; maer Superfruie belpt al deſe van 's ' Paerdt, ende richt op een wreedtheyt in der Menſchen ſinnen : Daer om verſtoorde Atheiſterye noyt cenighe Staten , want het maeckt een Menſch van ſich ſelven moede, als niet verder op eenich dinck letten de. Ende wy ſien dat de Tijden tot Atheiffery, (gelijck als den tijde van Auguftus Cafar, ende by onſe eyghen Tijden , in ſommighe Landen ) gheneghen waren, en zijn Borghcrlijcke Tijden . Maer Superftitie is de verwa rwarringhe gheweeſt van mcenighe Staten , ende brenght in , een nieuw primuns mobile , 'rwelck al de Circkelen van Regeeringe over weldicht . De Meeſter van Superflitie, is het volck, ende in alle Super fisien volghen de Wijſe lieden de Gecken ; ende de Argumenten zijn bequaem ghemaeckt , om een verkeerde order in 't werck te ſtellen. Daer en isgheen ſulck en Atheift , als cen Hypocrije, ofte Bedriegher : ende het is onmoghelijck , dat , waer de Generalteyr, oft ghemeene ſchap, Superftitieuſch is, ofte daer moeten veel van de leyders, Hypo criten zijn. De oo: ſaecken van Atheiſterye, zijn oncenigheden in Re ligie, ſchandael ofte erghernilfe der Prielieren , ende der Gheleerden Tijden , principalijck , indienſe voorſpoedich zijn : Alchoewel dat ( ſoo veel de oncenigheden acngaet ) cen principale van dien , ver weckt yver aen beyde de zijden ; maer verſcheyden verdeelinghen , brenghen in Atheiſerye. De oorſaecken van Superftitie, zijn de wel. behaghende Ceremonien ; de over - groote uytwendighe Heylicheye; de achtinghen van Traditien ; delilten en treecken der Prelaten ,om hacr eyghen cergiericheyt code ghewins wille ; ende Barbariſche Tijden , principalijck met ellendigheden ende onghelucken vermengt. So perfirie ſonder dit Mom - denſiche, is een leelick dinck ; want, ghe lijck de leclijck heyt van een Aep oft Simmete meerder is, hoe meer fy eenen Menſcheghelijck is : Even ſoo is de Superftitie des te leclic. ker, te meer de ſelvighe,Religie ghelijck is : Ende ghelijck als goed : ende gheſonde koſt verderft in kleync wormkens , even foo beder ven goede manieren en orders, in een groot ghetal van kleyne aen merckinghen ...
D
26 XVI.
Van eyghen -Selfs wijſheyt.
EN Mierken , is een wijs Schepſel voor fich felven , macr her is EEN een ſlim dingh in eenen Boogaert of Hoff: ende ghewiſſelijck, Jieden die groote liefhebbers van haer felven zijn , verteeren het Ge men: Onderſcheyt met reden tuſſchen de liefde van u ſelven , en Gheo Selſchap of ghemeenſchap, ende weeft ſoo ghetrouw tot u ſelver , dat ghy niet ontrouw en zijt teghen anderen. Het is een ſlechte Circkel ofie begrijp van de handelingher eens Menſchen , Hy ſelf: Het is recht de Aerde, want die ſtaet alleen valt op haer eyghen Center ; waer alle dioghen , die ghemeneenſchap hebben met de Hemelen , ſich beweghen op het Center van een ander, 'twelck ſy profijtelijck zijn . Alle dinghen tot ſich ſelven te ſchicken, en te brenghen, is lijdc lijcker in eenen Souvereinen Prince , vermidis dat ſy ſelfs niet en zijn hen ſelven , ende haer gheluck of ongheluck toe -ſtemt oock'rghe mecne beſt, maer het is een wan -hoopich quact in eens Princen Die . naer, of in eenen Burger in een Republick : want wat ſaecken door yemandes handt gaen , hy verdraeyt de ſelvighe tot ſijn eyghen goet en profijt, de welcke dickwils noodtfaeckelijcker wijſe welen moe ten Excentrick, tot het voornemen van ſijn Meeſter of Staet. Daer om laer de Princen ofte Staten haer ſelveo ſulcke Dienaers verkieſen, als die dit merck niet en hebben , foo fy niet mcenen , dat haren dienſt maer zy als by - loopende . Ende 'ighene het eynde ſchadelijcker maeckt , is , dat alle proportie van dien verlooren is. Het waer on verdeelinge ghenoech , indien het profijt des Dienaers voor des Mee . fters profijt gheacht wiert : Maer nochtans is het een veel grooter ex tremiteyt , indien een kleyn profit der knechton fal gaen voor noch en grooter profijt des Meeſters: Ende nochtans is het ſooghelegen , want igoer dat ſulcke Dienaers is toe -gemeten na de forme of mate van haer eyghen Staet , maer de ſchade die ſy verkoopen voor dat goet,is na de mate van haer Meeſters Staet. En gewiſſelijck, de natuer van uytermaten beminners van haer eygen ſelfs is,dat ſy een huys ful Icn in brandt fetten , al en waer het maer om een Ey té braden; ende nochtans zijn deſe lieden in groot credijt met bare Meeſters : Der balyen
27 Van de regeeringhedes Gheſontheyts. balven dat ſy alleen ſichmaer bevlijtighen om haer Meeſters te beha gben , ende hun ſelfs profijt te doen , ende om een van deſe inſichten , willen fygeerne verlaten 'tgoet van al baerdoen .
XVII.
Van de regeeringhe des Gheſontheyts.
dicinen , te weten , eens Mans eyghen Obſervatie, waerby hy, of ſchade, of profijt bevindt,isde belte Medicijn om gheſontheyt te behouden . Maer het is een volkomener beſluyt te legghen ( dit en komt niet met my over een , daerom wil ick het niet ghebruycken ) dan dit, dat en ſchaede my niet, daerom mach ick heo wel ghebruyc ken : want ſterckte der Natueren in lonckheyt , doet meenigte over tredinghen , ende ongheregeltheden overwinnen, welcke dan een Man ſchuldich zijn ,tot dat hy oudt wort ; onderſcheydet van het acn . komen der jaren , ende en denckt niet noch al te volherden in de fel vighe dingen. Seeckerlijck , ſeer veel luſtige oude licden krijgen de doodt op den hals door ſulcke ghevallen ; want Ouderdom en kundt ghy u ſelven niet gheven. Sier voor u , van eenighehaeſtighe ver anderinghe, in eenich groot ſtuck van u voedtſel e , nde boe verre de noodtſaeckelijckheyt vervordert, ſchickt al de reſt naer advenant : want het is een gheheym ſoo welder Natueren als des Staets, dat het
beter is veel dinghen te veranderen , dan cen. Vry.gheeftich te zijn , met een gheftalte van bly-ghelaet vergeſelſchapt ,in tijden van macl tijdt, van flaep,ende vanoeffeninghe, is het beite ghebode om langh te leven : foo verre ghy de Ghenees konſ gantſch en gaer in u ghe ſontheyt veracht, ſy ſal te vreemtzijn voor u lichaem , als ghyſe van nooden ſult hebben : ſoo verre ghyſe al te ghemeyn maeckt, ſy en wil buyten ghewoonte gheen werck doen , wanneer de fieckte komt . En verſuymt, nochte en kleyn - acht gheen nieuwe toevallen in u lichaem , maer ſoeckt en vraeght andere ghevoelen daer over. In lieckte , houdt voornamentlijck de Gheforsheyrin waerde, ende in de Gheforsheyt, de oeffeningbe. Want die harelichamen ghewennen vecl te verdraghen , wanneer fy in Gheſontheye leven , moghen in de meeſte D ܂ ܕ
28
Uan On-koften.
meelte kranckheden, foo ſy niet te heftich en zijn , alleenlijck met ſacht handelen en voediſel gheneſen worden. Celfus en konde dat niet ghenoech gbeſeyt hebben, ( als een Ghences- meeſter zijnde) hadde hy niet alſoo wel oock een wijs Man gheweckt; wanneer hy het voor een van de grootſte gheboden uyt gaf, nopende de Gheſoneheye, en des levens bevorderinghe. Dat een Man behoorde te veranderen ende te verwiſſelen de verſcheydentheden , maer met een ghenegent heyt van een kleynder wyterfte. Ghewendt u tot veften,ende vvel te eeten, meer eer tot vvel te eeten ; tot fupen en vvaecken , maer liever tot ſlapen ; tot ſitten ev fich te oeffenen, maer meer tot oeffeninge, ende diergelijck en ; foo ſal de Natuer behaecht zijn, ende nochtans Meester. Packen ghe leert hebben : Sommighe Heel -meefters zijn ſoo opmerckende, over een - komende met de humeuren van een Sierke, dat ſy de rechte hulp middelen der fiecten niet en vervorderen; en ſommige wederom gaen foo reghel-recht toe in het benaerſtighen , na dat het de konſte voor de fieckte vereyſcht, dat ſy op de gheſtalte der Siecke niet ghenoccb facm en letten . Neemt een van die middelmatich ghetempert zijn, ofte ſoo het in gheen kan gbevonden worden, maeckt een t'famen bindinghe van beyde de ſoorten , ende en vergheet niet alſoo wel te roepen die beſt met u lichaçm bekent is, als die ſich de beſte aen . ſienlijckhcyt van ſijn konſte ende ervarentheyt verkregen heeft .
XVIII.
Van On- kosten . TICKDOMMEN zijn voor hetverquiften ofte vertceren , ende R Wooneonkoſten, moet men gaen nade weerde des oorſaecks : Want , goetwillighe verdervinge van ſich ſelven , mach alſoo wel zijn voor des menſchen Vaderlands , als voor het Koninckrijcke der Hemeler , Maer ghewoone onkoſten behooren gheftreckt te worden na eens Mans- Stact, ende beſtiert in ſulck een oplicht, als dat het zy binnen ' t begrijp , ende niet eenich bedroch onderworpen zijn , ende ghe dreven na den beſten ſchijn , dat de brieven ende reeckeninghe wey nigher belopen moghen ,dan ſyuyrwendichlijck gheacht worden . Het
Van Onkosten .
29 .
Het en is gheen ſchande neder te komen ( voor de Alder- grooeften ) ende te ſien op hare eyghen Stasen . Sommighe houden ſulcx langber op ,niet alleen nyt verſuyminge,maer twijffelende dat ſy haer ſelven in fwaermoedicheyt brenghen fullen , ten eynde dat ſy het verlopen ful. len vinden : maer wonden konnen niet gheneſen worden, ſonder na foecken . Die fijnen Staet ſelfsgantſch niet en kan overſien , heeft van nooden goede oplicht te draghen in het verkieſen der ghenen , de welcken hy meynt in het werck te ſtellen, ende veranderin de ſelvi. ghen dickwils; wantnieuwe zijn vrecfachtigher, ende niet loo liſtich : Hy die maer felden fijnen Sinet kan overfien , heeft van nooden , alles tot ſeeckerheden te brenghen : In 't klaer maecken van cenigh Mans- Staet, ſoo kan hy hem felven alſoo wel te kort doen, door alte haeſtich te zijn, als door 'iſelvighe tc langh te laten aenloopen. Want haeſtighe verkoopinghe, is ghemeynlijck alſoo onprofijtelijck als in tereft : Daer beneffens, die het al op eenmael wil klaren , fal we derom invallen ; want ſich ſelven uyt de banden bevindende , lal hy wederom tot fijn oude ghewoonte keeren ; maer hy , die ſich fd . ven klaer maeckt metier tijdt, treckt aen een kleedt van ghewin , ende gewindt alſoo wel aen fijn Sin , als aen fijn Staet. Voor wacr , hy die eenen Staet heeft ie vernieuwen , en mach gheen kleyne dinghen verfmaden ; ende het is ghemeynlijck , minder oneerlijck , kleyne onkoſten te ſparen, dan na kleyne winſten te buyghen . Een Man behoort niet geern onkoſten te beginnen , de welcke eens be gonnen zijnde , volvoeren moet ; maer in dinghen die nictwedere om te doen en zijn , moet hy mildadigher zijn .
XIX .
Van Diſcourſen. OUMIGH E in haer diſcoureren ,verlanghen meer ghepreſen te Spord worden van weghen hares verffants, door dat ſy machtich zijn alle Argumenten te houden , dan van weghen de waerheyr der faecken te konden beſluyten ; als of het een Eere Warc,te weten, wat gheſeyt mach worden, ende niet wat ghedocht mochte worden . Sommighe hebben ghemeene plaetſen, ende voort- ſtellinghen , waer in ſy goed D 3 zijn ,
30
Van Diſcourfen.
ende hen ghebreeckt veranderlijckheyt , welcken aerdtvan armoe de , is ghemeynlijck verdrietich , ende foo nu en dan belachlijcks : De alder - eerlijck ſte maniere van ſpreccken, is , gheleghentheyt te gheven ; ende oock wederom tc matighen , en over te gaen tot yets anders. Het is goet, ' t Diſcours van de teghenwoordighe Occafien te veranderen , ende te vermenghcn met het Argument;Fabelen met Reden ; het yraghen van Questien , met legghen van Opinien : ende Jock en Boerse , met Ernst. Maer ſommighe dinghen zijn vry van boerten ; namentlijck , Religie , affeeren van Staet , Groote perſoonen , eenighe teghenwoordige Saecken van ghewichte ; ende elck dingh , 'welck een medelijden verdient ; ende generalijck bchoorden de lie den onderſcheyt te maecken tuſſchen ſouticheyt ende bitterheyt : Ghewiſſelijck , hy die cen Satyricale ader hecft, loo dat hy anderen ver vaert maeckt van fijn verſtandt , die heeft van nooden vervaert te zijn van een ander Mans memorie. Hy die veel vraccht , ſal veel lee ren , ende vcel contentements gheven , principalijck, ſoo verrehy lijn Quefien aenleydt tot de wetenſchap der perſoonen ,dien hy vraecht, Want hy Sal gelegenthey geven om hem felven in't ſpreken te beha gen , ende hy ſelfs ſal gheduerich wetcoſcrap.ende kenniſſe vergade ren : Soo verre ghy uwe wetenſchap altemets veynſt van't gheene dací voor ghy ghehouden wort wel te weten , ghy fult op een ander tijdt ghedocht worden te weten, dat ghy niet en weet: Het ſpreken - van eenen, dat hem ſelven raeckt, is dickwils niet goet ; ende daer is maer een ſaecke, waer in cen Man ſich felven met bequaemliéyt prij fen mach : Ende dat is het prijſen van eenighe Deucht in een ander ; indien het ſulck een Deucht zy , na de weicke de Man felfs dan is haeckende. 't Diſcours , welck anderen raeckt, behoort maer ſpacr . laem gepleeght te worden ; want'tſelvighe behoort te weſen als een Veldt, ſonder tot yemandt t'huys te komen : Diſcretie in 't ſpreec ken te ghebruycken, ismeer dan weiſpreeckentheyt ; ende aenghe naemlijck tot hem te ſpreecken , met welcken wy te doen heb . ben , ismeer dan in goede woorden , oft in goede order te ſpreecken . i Een goet volherdent Diſcours , ſonder cock cen goede ruffchen. beyden ( prceckinghe, wijſt aen , lanckſaemheyt en glicbreck ;ghelijck oock een goede wederlegginghe, ofte tweede reden , ſonder datde felvighc weder beveſticht is ,toont ſich van kleync ondervindinghe, ende
Van Wys te ſchönen. 31 cnde weeckheyt : Ghelijck als wy fien in de Beeſten, welckedeon bequaemſte zijn tot het loopen , zijn dickwils de wackerſte ende gauwſte in't omkeeren. Die al te veel omſtandiсheden ghebruycken cer hy tot de materie komt, is moeyelijck ; en gantſch gheen te ghe brugeken , is gheheel plomp .
XX .
Van Wys te ſchijnen. ET is een opinie gheweeſt, dat de Franſchen wijſer zijn , dan ſy ſchijnen ; ende dat deSpangjaerden wijſér ſchijnen dan ſy zijn : maer hoe dathet oock zy tullchen Volckeren , ghewiſſelijck het gaet ſoo tulichen Menſch en Menſch . Want ghelijck als den Apostel forecckt van de Godthegt: Hebbende eenen ſchijn van Godtkeye, maer verſaeckende de kracht van dien . Alſoo zijnder ghewiffelijck in 't poinct van VVijheyt ende vermoghen , die daer ghemeenlijck ſeer weynich, ofte niet uytrichten ; Magno conatu nugas: Het is een belachlijck dingh ( ende eyghen voor een Satyr ofte Bergh Godt ) voor perſoo nen van oordeel, om te ſien wat deſe Formalisten al doen , ende wat Perfpe & iven ſy ghebruycken , om het Superficies, een lichaem , dar diepte ende lenghte heeft, te doen verghelijcken. Sommighe zijn ſoo Verborghen en ſecreet dat ſy hare Waren niet en willen toonen , dan in een doncker licht ; ende ſchijnen altijde noch yers achter te houden , wanneer ſy by haer ſelven weten ,dat ſy ſpreecken van'tgen , dat ſy niet wel en weten ; wilden nochtans geern gehouden woró den van anderen , voor te weten , 'twelck ſy niet wel en moghen ſpreecken : Sommighe behelpen haer felven met onthoudinghe ende ghelaer , onde zijn wijs door teyckenen , als Cicero ſeydt van Piſo ; Dat , wanneer hy hem antwoorde, by lichte een van ſijn wijnbrau. wen op , tot aen het voorhooft , ende trock de ander nederwaerts aen de kinne : Reſpondes altero ad frontem fublato ; altero ad mentum depreſo ſupercilio , crudelitatem ribi non placere. Sommighe den ken den prijs te behouden doorbooghe woorden te ſpreecken ,ende gaen peremproirlick voort in haer diſcours ; ende beginnen , 'twelck ſy daer na niet konnen uyt- voeren , of goet maecken . Andere , ſullen ver ſmaden
32
Van Wys te ſchönen.
ſmaden, al dat ſy niet begrijpen konnen, en achten het licht ; ja als een onnoodich dingh , ende fy willen dat hare onwetentheyt , oor deel , en verſtant , fal ſchijnen te weſen. Sommighe zijn wederom noyt fonder verſchil ; de welcke ghemeynlijck de perſoonen tot fubtijlheyt ophoudende , de affecren willen te niet doen, van welc ken Gelins ſpreeckr: Hominem delirum qui verborum minuciis rerum frangis pondera. Van welck gheſlacht alloo Plaso in fijn Protagoram van boerterye ( inbrenghende Prodicum ) doet hem een Ghelpreck maccken ; de welcke niet beſtondi dan in Diftinétien , van begin tot den eynde toe. Ghemccnlijck fulcke lieden vinden voordeel om te zijn van de Negative oftewederſprekende zijde io alle deliberation , en achten bet als een eere altijdt teghen te ſpreecken , en van ſwarig heden te voorſegghen : Want wanneer bare voorſtellen wederleydt zijn , ſoo heeft het een eynde met haer ; maer hoe verre de felvighe goet gevonden worden , ſoo vereyſcht het met hen een nieuw werck; welcke valſche, en verkeerde Wijſheyt , is den val en ontdoeninghe der faccken . Om dan te beſluyten , daer en is ſoo verlooren Koop. man niet , noch ſecreten Bedelaer, die ſoo veel ſtreecken heeft om het credijt harcs Rijckdoms ftaende , en op te houden , als deſe ydele perſoonen doen, om de eere en opinie harer volmaecktheyt te be velligheo .
XXI.
Van Rickdom CK en kan de Rijckdom gheen beteren naem gheven , dan de ballaft I van Deucht.'t Romeynſchewoordt Impedimenta, of verhinderniſſen, Juydt beter ; want ghelijck als de bagagie voor het Krijghs-volck is , foo is Rijckdons voor de Deucht : het en kan nietghemilt worden noch achter ghelaten, inaer het hindert het voortgaen ; ja , de ſorghe van dien, verlielt of belet ſomtijdis de Vi& ory. Daer en is gheen reuel ghebruyck van groote Rijckdom , uytghenomen dat het zy in de uyt dcclinghe, de reſte ismaereen inbeeldinghe; dacram ſeydt Salomon : Waer veel is , daer zijn veel verdoenders ; endewat heeft den eghenaer daar van , dan het aenjuon mer fojn ooghen : Een perſoon of Menſche kan
Van Ryckdom .
33
kan gheen groote Rijckdommen ghevoelen ; daer is een bewaringhe der felvighen , ofte een macht daer van uyt te deelen, ofte een naem der ſelvighen, maer gheen volmaeckt ghebruyck voor den eygenaer. En fiet ghy niet wat ſeltſame prijſen daergheſer zijn op kleync Gheſteentjens en Rarieteyten , ende wat wercken van opgeblaſent heyt datter gedaen worden alleen om datter mochte ſchijnen eenich ghebruyck to weſen van groote Rijckdommen ? Maer ſy moghen dan zijn tot ghebruyck , om lieden te koopen uyt ghevaer ende trou blen , als Salomon feydt: Rijckdommen zijn als een flerck Cafeel in des Rijcke-mans inbeeldinghe. Maer dit is ſeer uytnemende beduydt, dat het is in de inbeeldinge, ende niet altijdt in der daedt. Want leec kerlijck, groote Rijckdommen hebben meer Mannen verkocht, dan ſy hebben vry ghekocht. Socckt gheen hoovaerdighe Rijekdom , maer fulcke, als ghy rechtvecrdelijck meughe verkrijghen : Ghebruyckt haer ſoberlijck , deelt haer blijdelijcken uyt , ende ſcheyt daermet ghenoeghen van ; nochtans en hebt gheen afkeericheyt daer af, nochte en verſinaet haer niet als de Munnicken doen , maer onder ſcheyt wel als Cicero ſeydt van Rabirius Pofhumus : In Audio rei amplia firande apparebat, non avaritia pradam , ſed inftrumentum bonitati quari, nochte en vertrout anderen niet veel , die de ſelvighe ſchijnen te ver ſmaden ; want ſulcke lieden verſmaden haer , die buyeen hoop zijn de ſelvighen oyt te ſullen verkrijghen , ende gheen zijnder Dimmer dan deſe, wanneer ſyſe verkreghen hebben : En weet niet geldt-wijs; Rijckdommen hebben vleughelen , ende ſomtijts vlieghen ſy van haer ſelven wech ; by wijlen moeten ſy gelijck als vliegende afgheſec wore den , om meer in te brenghen : DeMenſchen laten hare Rijckdommen achter, ofte aen hare Verwanten, ofte aen het Publijck; ende mate lijcke ghedeelten vallen uyt tot het beſte van beyde . Eenen grooten Staet achterghelaten aen den oudtſten Soon , is voor alle Voghelen rondtſom in het Wout om op te loeren, indien hy niet de alderbeſte gheſtabileert en is in jaren en verſtandt: Even ghelijck, hoovaerdi ghe gaven , giften, en fondatien, zijn allecn gheſchilderde Graf.fteden der Xelmiffen , de welcke haeſtelijck fullen verrotten , ende inwen dichlijck bederven . Daerom , en meet uwę profijten niet af door de hoedanigheyt, maer hervormt de ſelvighe nacr de mate ; ende en Schort de Liefde niet op tot dat de Doodtkomt; want ghewiſſelijck, foo E
Van Ambitie , ofte Eergiericheyt. 34 foo het een Menſch wel te recht overweechi , hy die loo doet, is eer liberael van ander Mans goet, dan van ſijn eyghen ,
XXII . Van Ambitie , ofte Eergiericheyt. ERGIERICH & Yr werdt vergheleecken by 't Choleer, ofre dat de menſchen altijde ernſtlich macckt , vol gauwicheyts, ende is altoos beſich , ſon verre hy niet gheltopt en wordt ; maer ſoo verre hy belet of tc ghen gheſtaen wore , ende dat hy gheenen wech kan uyt vinden , by verbrandt en wordt daer door boos en vinnich . Even alſoo is hec met eergierighe lieden , wanneer ly den wech open vinden hares voor deels , en dan loo voort- varen, zijn ly meer beſich of actijf, dan dana gereus; maer indien ſy af en aenghedreven worden in haer verlan . ghen, ſoo zijn ſy verborgher wijſe niet te vreden , ende fien op de lieden ende materien met quade ooghen ; ende 'tbehaeght haer beſt wanneer dinghen achterwaerts gaen , ' t welck is de alderllim te ey genſchap , die in cens Princes of StaetsDienaer wefin kan : Daerom is
het goet voor Princen ( indien ſy eergierighe lieden ghebruycken ) het loo in't werck te ſtellen , als dat ſy moghen altijt voorwaerts ,ende niet achterwaertsgaen ; ' t welck de oorſaecke is , dat het niet kan zijn , ſonder niet wel te vreden te zijn : Het is gheradeo ſulcke natueren gantſch niet te gheb uycken ; want loo ſy niet en worden ghevordert door haren dienit, ſy willen een ordre nemen , haren dienſt met haer felven te doen vallen : Soo veel de Eergierigheden aengaen , deſe is het weynichſte ſchadelijck , te weten , de Ambitie, ofte Eergiericheyt, om te blocyen in groote dingen ; dan de andere, om te verſchijnen in alle dinghen , want dat verweckt verwerringhen , ende bederfi affeeren : Hy die foeckt uytmuntende te wefen onder treffelijcke lieden , beeft cen groote vlecke; maer t is altijtgoet voor het ghemeen :Maer hy , die daer alleen arbeyt te zijn een ecnich voorbecidt onder de Coiffers, is het vervallen van een gheheelen Tijde. Eere heeft drie dinghen in fich ; Deo grondt van Avantagie : Hit na-by komen tot Koninghen, ende uytnemende perſoonen ; Ende het rijſen van eens Mans eygen For
Van jonghe Lieden , ende Ouderdom . 35 Fortuyn : Hy die de beſte van deſeooghmercken heeft, is een eerlijck Man in fijnaenſien : ende een Prince die van dit ooghinerck kan on. derſcheyden in een ander ,die daer poocht naer te haecken, is een wijs Prince. In't generael , laet Princen ende Staten ſulcke Dienaers ver kieſen , de welcke meer ghevoelen van hare ſchuldighe plicht heb ben, dan om hoogher te komen ; ende ſulcke , de welcke het werck meer beminnen uyt een Ghevviſe, dan uyt 145t ; ende laet hacron . derſcheyden cen altijdt - woelende natuere , van een ghewillich ghemocdr .
XXIII , Van jonghe Lieden , ende Ouderdom . EN Man die lonck van jaren is ,mach oude zijn in uyren ,ſoo verre
Sgheenen tijde verlooren en heeft, maer dat ghebeurt ſeer ſel Ehy den . In t ghemeen , ſoo is de leughe ghelijck de cerite Bedenckinghen, nici foo wijs als de tweede ; want daer is een Icught in ghedachten , alloo wel als in larcn . Natueren die ſeer heet zijn , ende groote en heftighe verlanghen hebben , ende verſtooringhe onderworpen zijn , die en zijn niet bequaem voor eenighe handelinghe , ter tijdi toe dar fy de Meridiaen harer laren ghepafieert hebben: maer fachtmoedige Natueren mughen goet doen in bare leught: Als aen de ander zijde, hefticheyt ende levendich te zijn , is een uytnemende gheſtalte in ouders dom , voor affeeren : langhe Mannen zijn bequamer om te vinden dan te Rechten ; bequamer voor Execurie, dan voor Raedt; ende bequa mer voor nieuwe voorwerpſelen ,dan voor oude ſaecken : Want de ondervindinge van Ouderdom , ſtierf haer in de dinghen, die daer bin . nen het Compas vallen ; maer in dinghen gantſchelijck nicuw , veľ: affee leyt fy haer. Dedwalingen der Jonge -lieden, zijn de ruijnen reni maer de dwalinghen der Onder , klimmen alleen tot defe op , die meçr ofte ļiever mochten ghedaen zijn ghewecft, longhe-lieden, in hcę gheleyden en bellicren van Saecken , omhdſen meer dan ſy houden konnen ; veroorſaecken meer dan ly konnen ftillcm : vliegen pa hot eynde, londer confidcratie der manieren , ofte middelen , om te achtervolghen eenighe beginſelen ,daer fy met grootçp onverfione Ecrit
Van jonghe Lieden , ende Ouderdom . 36 eerſt op ghevallen zijn , en vraghen niet naer nieuwigheden in te brenghen , 'twelck na lich treckt ende veroorfaecktonbekende ongheregeltheden ; ſy ghebruycken ten cerſten de uyterfte mid delen : ( ende 't welck alle dwalinghea verdobbelt) ly willen do ſelvighe niet bekennen , nochte her - doen ; ghelijck een onhandich Peert , dat men noch onthouden , noch omkeeren kan . Lieden van Iaren , werpen al te veel voor, raedtflaghen al te langh , waghen alt weynich, hebben te vroegh berouw , ende ſelden brenghen ſy eenighe affeeren t' huys tot een volkomen eynde ; maer ſtellen hen ſelven te vreden met middelmatighe fucceſsie, ofte af- loopinghe. Seeckerlijck, het is goet bevorderinghe te vinden voor beyde de parthyen ; want dat ſal goetzijn voor het teghenwoordighe : ter oorſaecken , dat de Deuchden van d'een ende van d'ander in laren , moghen de ghebreken verbeteren van beyde gaer, ende is in't toekomende niet , op dat jonge Lieden moghen leeren , terwijlen dat d'oude doen ; endeten lelten , ten oplichte van de uyterſte toevallen : ter oorſaecke dat Authoriteyt en Macht de oude Lieden volght ; ende de gunſte ende ghemeenſchap de leughe: maer voor het manierlijcke deel wil licht de fenght de voor-keurhebben ,ghelijck als Onderdom heeft voor het Politijck . Eenen ſeeckeren Rabbi oft Meeſter op den Text : ( Vvve longelingen fullen Ghefichten fien , ende uvve Ouden ſullen Droomen droomen .) Brengt in, dat longhe lieden zijn naerder totGode toe- ghelaten, dan de Ouden, om dat 'tGhelcht een klaerder verlichtinghe is, dan eenen Droom . Ende ghewiſſelijck , hoe meer een Man van de Weerelt in drinckt, hoe't hem meer droncken maeckt: ende Ouderdom is meer profijtigh in de macht van ' t Verflant, dan in de Deughden van Wil ende Ghene ghentheden .
XXIV .
Van Schoonheye. E Deught is ghelijck eenen koſtelijcken Steen , die meer luyſter heeft,dan fy llechielijck is ingheſet: ende feeckerlijck , Deught verthoont haer op het belt, wanneer ty gheplant is in een bequaem lichaem , al-hoewel het gheen uyiwendighe çieraet en heeft, ofte om hangh
Van Schoonheyt.
37 hangſelen , ende door de weerdigheyt meer uy!munt, dan de ſchoon heyt in de ooge. Nochte men heeft ſchier niet geſien , dat ſeer ſchoone perſoonen van groote Deught zijn, ghelijck als ofte de Natuere liever beſich waer om niet te dwalen , dan om ſchoonheyt voort te bren . ghen ; en dacrom worden fy bequaem ghevonden in ſchoonheyt, maer niet in goede gheeft , ende ſtudeeren liever in ghelaet, dan in Deught te hebben . Aengrende Schoonheyde van fachtſinnigheydt, is meer dan van ſchoon coleur; ende die van goedaerdicheyt ende aen ghenamenatueren ,is meer dan die van aenghenaemheyt. Dit is het belte deel van Schoonheyr, 'twelck gheen Schilder kan uytlegghen ; noch dat door het eerſte aenlien kan bemerckt worden . Ende daer en is gheen ſoo uytmuntende ſchoonheyt, de welcke niet een weynich vreemde ſtreecken en heeft in de proportie : Men kan niet weten of Apelles, ofreeslberius Dureer, degrootſte gecker was ; van welcken , de een , een perſonagie van Geometricale proportien wilde maecken ; ende de ander, nemende daer toe de beſte en principaelſte deelen van verſcheyden aengeſichten, om daer van te maecken een ſchoone: En ſulcke afbeeldingen ( dencke ick ) en wilde noch konde niemant be ' baghen , dan den Schilder ſelfs , die de ſelvighe maeckt . Niet temin dencke ick oock, dat een Schilder wel een beter Beeldt mach maecken , dan het oyt gheweeſt is , maer dat ſoude dan komen door een gheluck, oft by gheval, ghelijck als eenen Muficant die daer een ſchoon ghe Juydt inaeckt in't Muſijck, ſonder eenighen reghel. Soo verre het waer zy, dat de principaelfte fchoonheyt gheleghen is in bekomelijcke ende betamelijcke beweginghe en ghelaet, en is niet wonder, al - hoe wel datſommighe oude perſoonen ,dickwils vriendelijcker, endelief hebbender ſchijnen dan jonghe lieden ,Pulchrorum autumnus pulcher : Want gheen jonckheyt kan bekomelijck zijn dan door pardon , ofe dat he haer toe ghelaten wordt ( de jonckheyt toe: ghevende , om wel.ftaens wil ) . Schoonheyt is ghelijck als Somer -vruchten , dewelcke lichtelijck verrotten moghen , ende niet duyren konnen ; ende fulcx maeckt mecftendeel een onge'onde Ionckheyt, ende fedt de Ouder dom een weynich uyt haer ghelaet. Maer nochtans, ghewiſſelijck wederom ; indien het raeckt ende gheluckt, het maeckt de Deughe te fchijnen , ende de fauten beſchaem. Van E 3
38
XXV.
Van de Leelyckheyr.
W
ANSCHAPEN perſoonen blijven ghemeynlijck de Natucr "
gedaen heeft , ſuodoen ſy oock by de Natuer, zijnde voormeeſten deel ( als de Schriftuere leyde ) berooft van natuerlijcke gheneghent heyr; ende foo hebben ſy vveer- vvraeckevan de Natuer. Seeckerlijck , daer is een over- een- kominge tuſſchen het Lichaem ende den Geelt, ende waer de Natuere dwaelt in het cen, fy waeght haer in het ander; ubi peccat in uno , periclitatur in altero, Maer doordatter een verkieſina gheisin den Menich aengaende hetmaecken van ſijnen Gheeſt, ende een nootwendigheyt in de ghedaente fijnes lichaems. De Sterren van de natuerlijcke gheneghentheyt zijn by vijlen verdouckert door de Sonne des Tuches en des Deughts; daerom is het goet yan leelijck heyt te confidereren, niet als een teycken ' welck mec: bedricchlijck is,maer als een oorfaeck de welcke fulden yan haer effect dwaelt . Wie dat oock aen ſijn perſoon yet heeft daer door hy verſmaet wordt, heeft oock alfoo altijdt een gheduyrighe ſporc of prickel om fich (civen te redden , ende te bevrijden van die verſmacthcyt: Daerom zijn alle de wanſchapen lieden ferRout; ten eerſten, door haer ey glen beſcherminghe, cm - fiende dat ſy verſmaet worden , maer cock met verlenginge des tijdis, door een generael gedaente, Inſgelijcken, verweckt het in haer een klocck verſandt, ende principa'ijck in defe glieleghentheyt, om op ander lieden ghebreecken tę lecten, op dat ſy yet moghen hebben , om wederom te legghen ende foo te betalen. Wederom ncemt het wech jalouſie teghcns hen by haec meerders ghelijck als perſoonen , de welcken fy ten allen tijden tot baer rere maeck mogen verachten ende verwerpen , code brenght hare Mode begheerders en Nijders te bedde , als nimmermeergheloovende, dat bet moghelijck loude zijn voor haer tot cenighe bevorderingere glic raccken, tertijdt ros, dát ſy hacr hien in belirtinghe. Suodat, om te beſluyten op de gheheele materie met een goet verſtant: Leefijekheya is een trap tot bevorderinghe: De Koninghen in oude tijden ende co ghenwoordich in ſommighe Landen , warçn ghewendt groot vera trouwen
Van de Natuere der Menſchen.
32
trouwen te ftellen op die ghelubt waren , om oorſaecke , dat , die nijdich zijn teghens een jeder, zijn ghehoorſamer en dienſtigher te ghens eenen. Macr nochtans 'evertrouwen op hacr , is eer gheweeſt als op goede verſpieders, en aendraghers, dan als op gocde Magi ſtraten ofte Officieren . Ende deſghelijcx is de oorſaeck inde den gronde van leelijcke perſoonen alcijdts ſoo , dat fy willen foecken 1 indien ſy van eenich goer verſtandt of gheeft zijn ) haer ſelven te bevrijden van verachtinghe; 'twelck zijnofte gheſchieden moet oft door deught, ofte door booſheyt: ende dacrom raden fy altijt , ofte de beſte Menſchen , ofte de quaetſte , ofte wel van beyden gantſch ſeltſaem vermenght .
XXVI . Van de Natuere der Menſchen. E Natuer is dick wils verborghen , ende ſomtijts overmeeſtert; felden uytghebluſt: Sterckte,maecktde Natuer heftigher inė wederom keeren : Gheleertheyt ende Diſcours, maeckt de Natuer onberoerder ; maer gewoonte alleen verandert ende brenght de Na euer onder: Hy die overwinninghe foeckt over de Nutuer, laet by fich niet begheven , nochte tot groote , noch tot kleyne vlecken : Want de eerſte wil hem verworpelijck maecken door dickwils te millen ; ende de tuveede wil hem eenen kleynen voortgangermaec ken , al hoewel door dickwils op - komen : Ende in den eerſten laet hy ſich oeffenen met hulp , ghelijck als Swemmersdoen met blaefen ende Riedt; maer na een weynich tijdts laethem met on - profijt han delen , ghelijck als Danilers doen met dicke ſchoenen ; want ' e baert grootevolkomenth- yt ,ſoo het wercken ſwaerder zy ,dan het ghe bruyck . Wacr de Naruer ſelfs iterek is , ende volghens dien de overe winninghe ſwaer , ſoo heeft men van doen voort te varen by deſe trappen , teweten : Ten eerften, de Natuer te beletten , ende by tijts op te houden ; ghelijck als hy dic de vier en twintich Letteren van het A , B , C , her -halen wilde , wanneer hy gram was , ende al . foo het ghetal te weynich maeckte ; ghelijck als eftecen Manom Wijn te vermijden , af - liet Ghefont-heden te drinken , en quam aiken
40
Van de Natuere der Menſchen .
allcen tot eenen dronck yder Maeltijdt; ende dan ten leſten, gantſch en al op te houden : Maer indien een Menſche de macht ende voor nemen heeft om hem ſelven t'cene - mael te onthouden , dat is het beſte ; Oprimus ille animi vindex , ledentia pe &tus Vincula , qui rupie, dedoluit que femel: Nocbte deſc oude maniere en is niet verlooren , de Natuer te buyghen als een kleyn pacxken , tot cen verſcheyden uyterſte , om 'i ſelve recht te maecken , wel - verſtaende, waer de verſcheyden uyterfte gheen ondeught in en heeft. Laet niet een Man een gheſtalte op hem ſelyen aen nemen ,met een gheſtadighe volherdinghe van dien , maer want het vertoeven verſterckt het nieuw met eenighe onthoudinge: aen - ſet , Ende ſoo verre een Man niet volmaeckt en is in fijn pra&ijck, hy ſal alſoo wel fijn fauten in het werck ſtellen als ſijn be
quaemheden , ende bekomen een gheftalte van beyde-gaer : Ende daer en is gheenen anderen wech om dit voor te komen , dan door tijdighe op houdinghen , of af- latinghe . Des Menſchen Natuer wordt belt af- gheſpeurt in 't particulier, want dan is daer gheen ghenegonthey ', ( ghelijck als oock in paſlie) want dat brenght een Man uyt lijn cours ,en op een nieuwe aerde, fatſoen, of gronde , om beproeft te konnen worden , want dan ver laet hem de ghewoonte . Dat zijn gheluckighe lieden , welckers Natueren met hare beroepinghe over een komen , anderſins mo . ghen fy wel ſegghen ; Multum incola fuit anima mea , wanneer fy met dinghen om-gaen die haer niet aenghenaein zijn . Tot wat ſaecke dat een man hem oock begheeft in lijn ſtudeeren , arbeyt, of beroepinge , laet hem feeckere uyren daer toe verordineren ; maer aengaende de ghecne die tot lijn Natuer aenghenaem zijn, laet hem daer in niet ſorghen voor eenighen gheſetten Tijdt, want fijn ghe dachten willen daer na vlieghen van haer felven, ſoo alleenlijck , dat hy hebbe of bchoude tijdts ghenoech tot fijn andere arbeydt ende dingben .
Van
44 XXVII.
Van Ghewoonte ; ende Op -voedinghe. E ghedachten der Menſchen zijn veel tijdrs over- een . komen de met haer gheneghentheden . Diſcourſen ende Spreucken , met hare Gheleertheyt, en ingheſtorte opinien ; maer hare daden zijn , na dat ſy ghewendt zijn gheweeſt. Ende daerom ghelijck als Machiavel wel aenmerckt( al- hoewel in eenen ſeer ſeltſamen ſchijn ) ſoo en is daer gheen vertrouwen te ſetien op de ſterckte des 244 fuers , nochte op het ſtoffen van woorden, ten zy ſaecke datſe ver Acrckt zijn door gewoonte. Dencerſticheyt des Ichijns. is defe, dat, om een eynde te maccken van een wan -hopighe ende ſtoute t'famene rottinghe, ofte ſaecke waer in ſy vereenicht zijn , cer Man ſich nict en behoort te vertrouwen op de ſterckte van een ander Mans ſtoute Natuer, ofte oock op fijn reſolute aen -neminghe ; maer betrout u liever ор ſulck ein , die lijn bandt alreede in'o bloedt ghehadt heeft. Machiavel en heeft niet gheweten van eenen Munnick Clement, noch van ecnen Ravillac , noch van laurequi, noch van Balthaſar Gerard ; en nochtans blijft ſijnen reghel vált , dit de Natuer , nochte Belofte van woorden niet ſoo ſterck cn.zijn , noch verbinden als het ghc bruyck . Superftitie, ofte Afgoderije, is nu alleenlijck ſoo wel ghevor dert, dar lieden die alleen eensverſoeck van bloedt ghedaen hebben, zijn alſoo ſeecker, als vleeſch -Sächters door oeffeningho; ende devo tighe, ofte Jeſújriſch-vcornemen , is gheworden ghelijck de ghewoon te , ja cven in materie van bloedt . In andere dinghen is de Predo minarie ofte heerſchappye van Ghevvoonte al opſichtbaer ; derhalven, dat een Man lich ſoude verwonderen de lieden te booren bekennen, te pande ſetten , belooven met groote woorden , ende ſien den ſelvi gen dan doen , even als fy vari te voor en deden , als ofte ſy doode Beel den waren , ende maeckſelen alleenlijck beweecht door het Radt der Ghevvoonte . Dacrom dan , dewijle de Ghevroonte de principaelfte Ghebiedtfter is des menſchen leven, laet delieden foo veel, als het mo ghelijck is, haer benecrſtighen om goede Gheuvoonten te verkrijgen , ofte te houden . Ghewiſlelijck , Ghevvoonte is ſeer volkomen , want het begint in jonghe jaren , dit noemen wy Op-voedinghe , iwekk F nict
42
Van de Fortuyn .
niet anders tn is dan een vroeghe ghewoonte. Want het iswaer , dat late Leeracıs konnen ſich niet Too wel buyghen,ten zy in ſulckeghe moederen , die ſich noch nerghens vaftelijck toe begheven hebben , maer noch open zijn , ende bereydt daghelijcxſche verbeteringhe se ontfanghen en aen te nemen , 'twelck ſeer raer is. Maer indien de macht van een eenvoudighe, en ghemeene ghewoonte, groot is , ſoo is de fterckte van de Geuvoonte, die door tijdt beveſticht is ,noch veel grooter ; want alhaer Exempel aen -wijft, Geſelſchap maeckt moedt, Benydinghe verſterckt, Eer macckt hoogher; ſoo dat op ſulcke plaet . ſen , de kracht van Ghevvoonte is op haer verhooginghe. Seeckerlijck, de groote menichvuldicheyt der Deughden over des Menſchen na . tuer , beruſten op Societeyten wel ghereguleert en onderweſen ; want Republicken ende Gouvernementen welgheregeert, doen de Deught grocyen , doch en verbeteren de Sententien niet ; macr de ellende van dien is , dat de aldermachtichſte middelen zijn nu daer heen aen ghewendt,nade welcke men't weynicht behoort te wenſchen .
XXVIII.
Van de Fortuyn . ÉT en kan niet gheloochent worden dat uytwendige toeval llen veel helpen tot 'sMenſchen Fortuyn; Gunſte, gheleghen doode van anderen ; occaſie over een komende met Deught : Maer
voornementlijck leydi de forme eens menſchen Fortuynsin hem fel ven ; ende de aldergemeynfte der uytwendiger oorſaken is, dat de ſor tichevt deseenes, is de Fortuyn des anderen : Want niemandt en werdt ſoo haelt rijck , dan dooranderMans fouten , Serpens nifi ferpentem co mederit, non fit Draco : Open en ſchijnlijcke Deught , brengbr prijs voort : maer daer zijn bedeckte ende heymelijcke Deughden , die goede Fortuyn voore brenghen ; die ſeeckere vry maeckinghen barer felven zijn , ende gheenen naem en hebben. Het Spaenſche woorde Deſemboltura beduydt den ſelvighen ten deelen , wanneer daer gheen ophoudinghen , noch ruſt plactſen in des menſchen Natuer en zijn : want
Van de Fortuyn .
43 want foo ſege Livins wel ( na dat hy Cato Major af - geſchreven hadde met deſe woorden ) In illo viro tantum robur corporis & animi fuit ut quocunque loco natus effet, & fortunam fibi fa & urus videretur. Hy vale hier op uyt , dat hy hadde verſatile ingenium : Dacrom , indien een Mannaeuw ende neerſtelijck om -lict, hy ſal de Fortuyn lien ; want al. hoewel ſy blint is, ſy en is evenwel niet onſichtbaer. De wech der For tuyne is ghelijck den vvilten melekachtighen vvech in de Locht , de welcke een t'lamen -komminghe,ofte eenen knoop van een ſeecker ghetal van Sterren is, niet ghelien in 't byſonder, macrghevende licht alle gelijck : Even ſoo iſfer een goet ghetal van kleyne , naulijcx ghe ſpeurde Deughden, ofte liever Faculteyten, en Gevroonten , welcke de lieden gheluckich maecken . De Italianen mercken op ſommi ghe van deſen, ende ſulcken , als een Man niet en ſoude vermoeden : Wanneer ſy ſpreecken van een die niet miſdoen en kan, ſoo willen ſy inbreeckenin fijn andere conditien , met deſe woorden : dat hy heeft Poco di matto. Ende ſeeckerlijck , daer en zijn gheen twee andere ghe luckighe cyghenſchappen meer , dan een weynich van den Geck te hebben , ende niet al te veel van den Vrome ; daerom , uytter mate be mioners van haer Landt,of van haer Meeſters ,en waren nimmermeer geluckich, nochte en konnen het niet zijn; want wanneer een Man lijn ghedachten buyten hem ſelven ſtelt, foo en gaet hy ſijnen eyghen wech niet.Een haeſtich onverwacht geluck , mae & een waech - hals een ayontuerder , maer de geoeffende Fortuyn maed den Man van vermo gen. Fortuyn is weerdich om ge- eert en geacht te worden , al waer het alleen voor haer Dochters, Vertrouvven , ende Aenſienlyckheye. Want gheluck brenght deſetwee voort : De eerſte in den Menſche ſelfs; de laetſte, in anderen teghens hem . Alle wijſe lieden , om den haet harer Deughden te verminderen ,zijn ghewendt de ſelvighe de Voorfichrig heyr ende de Fortuyn toe te ſchrijven. Want foo moghen fyſe te beter op haer nemen , ende daer beneffens is het een grootſheyt voor een Man, te weſen de ſorghe van dehoogher Machren : Ende het is aen ghemerckt , dat die gheene , de welcke opentlijck al te veel hare cyghen gheſchicktheyt, ende wijſheyt toe- gheſchreven hebben , eyn dighen ongheluckich. Ende daer ſtaet gheſchreven , dat Timotheus van Athener ( nadat hy in de reeckeninghe, die hy over gat tot den Staet van ſijn Gouvernement , dick wils deſe Spreucke tuſſ hen beyde F 2 in .
44
Van 't Studeeren .
ingebrachtheeft, te weten ( Ende hier in en hadde de Fortuyn geen plaet se ) noyt gheluckich was in eenige dingen die by daer na aenwende.
XXIX .
Van't Studeeren . TUDIEN , dienen tot vermaeckelijckheyt, tot çieraet, ende tot bequaemheyt : Haer voo : naemſte gebruyck , aengaende de ver maeckelijckhcyt, is in een heymelijck , en afgheſondert leyen ; aen gaende 'tçieraet van dien, dar beſtact in diſcours; ende de bequaem . heyt, is in 'toordeel ghebogen ; want ervaren lieden konnen het uyt vocren , maer Gheleerde lieden zijn bequamer te oordeelen : al te veel tijdis daer in te verdoen , is ſloffigheyt: haer al te veel te ghe bruycken voor çieraet, is ghenegentheyt: oordeel te maecken gadr ſchelijck by haer regulen, is de Eer van een gheleert Man. Sy maecken de Natuer volkomen , ende worden volmaeckt gemaeckt door onder vindinghe: Erghe lieden verſmaden de ſelvighe; Rechte lieden zijn verwondert over haer ſelyen ; ende wijſe lieden ghebruycken haer : want ſy wijſen niet aen haer eyghen gebruyck, maer datter is een wijl heyt buyten haer, en boven hacr, ghewonnen door opmerckinghe . En leeft niet om teghen te ſpreecken , noch te ghelooven, maer te overweghen , en te over dencken .Sommige Boecken moeten beproeft en verſocht zijn , andere opgherwellicht, unde etlijcke andere ghe kauwt en ver eert ; dat is, fommighe Boecken moeten alleen ghele ſen zijn ten declen ; andere, mocten geleſen zijn , maer niet curieuſe lijck ; cnde etlij ke andere, gantſch en al ; ende metneerſicheyt en aendacht uyi lelen , macke cen volmaeckt Man : verghelijckinge met anderen ,maecke een prompt Man ;ende ſchrijven , een ervaren Man . Ende daerom , indien eco Man alleen weynich ſchrijft, hy heeft een groote memorie van nooden ; indienhyweynich confereert, hy heeft ecn groot verſandt van nooden ; en indien hy wcynich leelt, hy heeft groote ergheyt van nooden , om te fchiinen te weten , twelck hy niet en weer. Hiſtorien maecken de lieden wijs; Poëten , verſtandich ; De Mathematijcken, ſubtiil; Natuerlijcke Philoſophie, vernuftich; Mirale, dapper; Logick, ende Khetorijok , machtich te diſputeren ; Abeunt ftudir
Van Ceremonien en Reſpect, ofte Op -ficht.
45
in Mores. Neen ; daer en is gheenen ftandi ofte verhinderinge in der Menſchen ſinnen ,ofie het mach door bequame Studien overwonnen worden, ghelijck alsde kranckheden der lichamen oock hare cyghen toegevoechde oeffeningen mogen hebben Met den kloot te ſchieten, is goet voor den Steen in de Nieren : met den boogh te ſchieten , is goct voor de Longe en Borste: Sacht wandelen, voor de Mage: Te Peert te rijden, voor hetHoofe; en diergelijcken .Daerom dan , foo verre eens Menſchen finnen wandelen , laét-hem de Mathematijck ſtudeeren : foo verre fijn verſtant niet bequaem en is dat te onderſcheyden, laet hem de School -Doctoren ſtudeeren : ſoo verre hy niet bequaem en is Materien te wederlegghen, en verghelijckinghen uyt te vinden , lact hem faecken van Rechten ſtudeeren ; alloo, yder ghebreck des Geestes , heeft cen particulier remedie voor haer felven .
XXX . Van Ceremonien en Reſpect, ofte Op-fiche.
Y die alleenlijck Redels is heeft van noode uyttermaten groote heeft ſeer koſtelijck te weſen , die ſonder fraeye Foelieingeſet wordt ; maer gemeynlijck is het met de prijs als met het ghewin : want gelijck als het ſpreeck -woordt waer is, Dat kleyn ghewin cenien ſuvaren buydel maeckt, om dat ſy dick wils komen, waer dat grooten inaer nu en dan komen : Soo is het waer, dat gheringe dinghen , groote commen datien gewinnen , om dat ſy geduerich in't ghebruyck zijn en gemerct worden, waer als dat de gelegentheyt van ecnige groote deught alleen op Heylighe dagen komt.Om goede manieren te onderhouden, foo is het genoech de ſelvighe niet te verſmaden ; want alfoo ſal ecn Mande ſelvige onderhouden in anderen ; ende laet hem dan ſoo een goet ver . trouwen hebben op lich felven , als voor de reſte. Want foo verre hy forchvuldich zy de Ilvighe te laten blijcken , hy ſil harc gunſte verlie ſen . Sommiger luyden gelaet,is ghelijck een Vecrs, waer in dat yder Syllabe afgemeten is: hoe kan een Man groote faken begrijpen ,dic ſijn finnen te leer breeckt om ſlechte aenmerkingen ? Gantſch geen Cere. monien te gebruycken , is anderen geleert om inſgelijcken gantſch geen F 3
en
ni
46
n
Va
o em
r
Ce
e
fp
en Re
te
&t, of
e .
ch
Op -fi
teghebruycken ; ende ſoo vermindert het Refpe &t: maer principalijck en zijn fy niet om teghen vreemden vergoten te worden , ende teghen narueren daer toe gheneghen. Onder Gjn Lantſlieden ſal een Man feecker zijn ghemeenſchap te lullen plegen ; ende daerom is het goet een Weynich ſtandtte houden. Onderlijn mindere ſal een Man ſeecker zijn van reverentie om ontſien te worden ; ende daerom is het goet een weynich ghemeenſaem te zijn . Hy , die al te veel is in eenich dingh, ſoo dat hy aen een ander oorſaeck geeft van ſottigheyt, maeckt of verkoopt ſich felven tot goede koop.Hetis goet lich ſelven na an deren te vervoeghen, indien het zy met bewijs ,dat het een Man doet uyt ecnich inſicht, en niet uyt lichtveerdicheyt: Het is een goet ghebodt, een ander gencralijck na te volghen ; nochtans om yet daer by te doen van u eyghen , als ofte ghy ſijn meyninghe wilde toe ſtacn , laet het zijn met onderſcheyt ; foo ghyfijn voor-ſtel wile volghen , lact het zijn met conditie; ſoo ſijnen raedt u goet dunckt , laet het zijn met het voor gheven van eenighe reden . 'tVolck hadde alfoo te be mercken , niet al te uytghelaten te zijn in de Hoofſche maniere te volghen , ofte Baſe les mains te maecken ; want al zijn ſy noch ſoo be quaem , ſoo willen hare benijdersvoorſeecker hen’tſelvighe toe eyge nen als een achterdeel van bare groote deughden . Het is alſoo , verlies in affeeren , al te vol van Refpe & en te zijn , ofte te curieus te zijn in Tyden ende gbeleghentheden te letten. Salomon ſeydt: Hy die op de VV inde ledt, en ſalniet ſaeyen ; ende hy die na de VVolcken fiet, en jab niet infamelen. Een wijs Man kan meer gheleghentheden maccken , dan hy vinder.
XXXI. Van Rechters en Plechters.
goede faecken met quaedt voornemen . Want ſommighe van. ghen laccken aen, nimmermeer denckende een goet eynde daer van te maecken maer ſoo verre fy ſien dat eenich leven in de faccke mochte wcſen door andere middelen ,ſy wilden wel tevreden zijn eenen danck te begaen, ofte een vergeldinghe te ghenieten door de tweede handt, oftc
Van Rechters en Plechters.
47
ofte ten minſten goet ghebruyck ondertuſſchen te maecken , van goe de hope. Sommige houden ſaecken aen alleenlijck om een oorſaecke te bebben om anderen te verhinderen , ofte om een onderſoeck te maecken , waer toe ſy anders gheen bequaem exkuys en loude kon nen hebben , ſonder yet daer na te vraghen, wat van de faccke ghe fcbiet, wanneer hy fijn felfs voornemen volbracht heeft. Neen. Som mighe nemen Gherechten of ſaecken aen , met een vol opſet de ſel vighe te laten vallen , om de weder.parthye te behagen . Gewiſſelijck, daer is ten deele een Recht in yder faeck , ofte een Recht van billick . beyt , ſoo verre het een ſaecke zy van Verſchil; ofte een Recht van verdienſte, ſoo verre het een ſaecke zy van Eyſch . Indien affe & ic een Man leydet om de onrechte zijde gunſtich te zijn in Juſtitie, foo laet hem liever daer na rechten om defaecke te ſtellen ofte te maecken , dan daer in teghen recht ofte reden te bloeyen. Indien gheneghent heyt yemandt leydet om de parthye gunſtich te zijn , die het weynichſt verdient heeft , foo laet het hem doen , ſonder te kort te doen , ofte te beſchamen de ander parthye die't beter verdient heeft . Soo verreeen Man de ſaecke niet wel en verſtaet, ſoo is het goer de ſelvighe te ſtel.
len aen eenen goeden Vriendt , van vertrouwen en oordeel , die daer ſegghen mach, of hy met eeren in de ſaecke mach voort - varen . Ver lenghen (maeckt den parthyen, of foo miſſelijck , dat een oprechte deylinghe ( in het verſaeckende van den beginne de faeck te dienen, ende het eynde of goetſucces de partbye voor oogen te ſtellen , ende van gheenen danck meer te vermanen die men verdient heeft ) wordt niet alleenlijck voor eerlijck ghehouden, maer oock gunſtich. In faec ken van gunſte behoort het aenkomen wegnich plaetſe ghegheven te worden , om dat van ſijn vertrouwen gheconſidereertworde ; en dat, ſoo verre de ſaecke niet anders kan ghewonnen worden dan door hem , men dan gheen oordeelen neme van dit onderſoeck , maer dat de parthye ghclate of ghefonden worde tot andere middelen . On wetent te zijn van de waerdije der faecken, is ſlechticheyt ; alfoo wel als onwetent te weſen van het Recht des ſelvighen , is ghebreck van conſcientie. Secreesbeyt in faecken ofte Requesten , is een groote hulpe om die te verkrijghen. Want te fegghen de felvighe wel geavanceert te zijn, foo mochtmen ſommighe parthyen de moet benemen , ende het maecktop , ende verwecktanderen ; maer den tijdt wel waer te nemen
48 Van Volghers en Vrienden . nemen voor de ſaecke, is hec voornaemite . Ick en ſegghe niet al . lecnlijck van den Tijde ,ten aenſien des perſoons, die het vergunnen foude, macr ten aenfien der perſoonen ,die 'tſelvige ghelien zijn, te gea te gaen . Laet ecn Man in het verkieſen fijner middelen , de alder . bequaemſte liever dan de grootſte uyt-kieſen ; ende haer liever , die daer dienen in eenigh : ſeeckere dinghen , dan die alghemeyn zijn . De her- ſtellinge van een ſaecke, die te voren afgheflaghen is , is ſom tijdts ghelijckle cerſt vergunt was. Soo verre een man ſich niet en vertoont ofte verſlaghen ,ofte qualijck te vreden te zijn ( iniquum pe tas, ut equum feras) is eenen goeden reghel , wanneer een Man gunſte heeft; maer anders waer hetbeter dat hy met fijn faeck voort-voer. Want de geene die in het begin gewaeght wil hebben het proces te verlieſen , die en wil niet in't beſluyt het Proces, ende lijn eyghen voor zaende voordeel , verlieſen . Daer is gbedacht gheen Requeſt ghemackelijcker te weſen aen eenighen grooten perſoon, dan fijnen Brief of Voorſchrijvens,aen hem teverkrijgen ; ende nochtans, ſoo verre het de ſelve in gheen goede ſaeck en verleent , ſoo vermindert hei foo veel fijn aenſien .
XXXII . Van Volghers en Vrienden . · Oftelijcke Dienaers en behoorde niet gheacht te worden ; op Kastel dat terwijlen een Man ſijnen train langher maeckt , hy ſijn vleu ghelen niet korter en maecken : Ick en verſtaehaer niet alleen ko Itelijck, die den buydel belaſten, macr dieverdrietich ende moeye
lijck zijn in veel dinghen . Ghemeene Volghers en behoorden gheen andere conditien te wenſchen , dan guntie en voorſpraeck , en be ſcherminghe voor onghelijck . Muytachtighe Volghers , behoorde noch weynigher gheacht te worden , de welcke nict uyt afte& tie hen en volghen ,met den welcken ſy haer begheven hebben , maer door eenich miſnoeghen dat ſy op anderen ghemunt hebben. Waer naer dat onverſtandt ghemeenlijck volght , twelck tuſſchen groote pere foopen dickwils rijſt. Alloo, moedighe Volghers, zijn vol van onge reghelcheden ; want fy bederyen affeeren , door ghebreck van fe crectheyt,
Van Volghers en Vrienden.
42
creetheyt , benemen'sMans Eer , ende veroorſaccken hem wederom in hact te vallen . Het ghevolgh van ſeeckere Staten over.cen komçnde met 'tgene daer van een groot Perſonagie profellie maeckt, als Soldaten , eenen Overften die in den Krijgh gheweeſt is, en dier ghelijcken , is altijdt gheacht gheweeft een Burgherlijcke en manier . lijcke ſaecke, en is veel van ghehouden, ſelfs in Movarchien ; midts dat het zy of gheſchiede ſonder al te groote menichte van Dienaren . Macr het alder -eerlijckite gbeſlacht van dien , is , om ghevolght to worden ghelijck als een ,de welcke de Deught beghcert te vorderen , en verdienſten in alle ſoorten van perſoonen : ende nochtans , waer
gheen uytmuntende onderſcheyt en is in de volmaecktheyt van dien, daer is het beter fich te vervoeghen tot hem die 't beſt paſſeeren mach, dan die daer ( chijnt de aerdichſte of machtichſte te weſen . In cen Gouvernement is het goet, Lieden van eenen graedt , met een op te over -gieten, Want eenighe buyten ghewoon gunſtich te zijn , is den ſelvighcn moetwilligh , ende den anderen qualijck tevreden te maecken , om dat ſy 'tfelvighe hen ſelfs oock als fchuldich moghen tocoreeckenen : Maer delieden met groot onderſcheyt gunite te be toonen , is ſeer goet ; want het verweckt den eenen danck baerte zijn, ende de anderen ghehoorſamer in hare ampten , ter oorſaecken dat alles van gunfeher.komt. Het is goet, niet al te veel van yemant ten cerſten te houden , want men kan in de proportie niet volherden : Van ecnen alleen gheregeert te worden , is niet gaet; ende van vele ontrocken te worden, is ergher ; maer raedt ie vraghen van ſom mighe Vrienden, is altijdt eerlijck ; Want die aenfier, ſien dickuvils meer dan die ſpeelen ; ende de Dalen ontdecken de Berghen beff. Daer is weynich vriendtſchaps in de weereldt , ende voornamentlijck min . fte van al , tufichco lieden van eenen graedt , ' twelck van oudts ghewoonlijck was groot gheacht te worden . Aenguende vriende (chap, die overigh is tuſſchen hoogher ende laegher , welckers cenc Fortuyn , de andere mach begrijpen .
G
so XXXIII
Van Negotien , ofte Handelen . TET is ghemeynlijck beter mondelingh, ende door woorden te Han handelen , dan door Brieven , ende door de overdenckinghen van den derden Man , dan door den Man -ſelfs. Brieven zijn goet ,wan neer een Man wederom geantwoort wil zijn door brieven ;ofte wan neer het tot des menſchen rechtveerdichmaeckinghe dient , daer naer fijnen Brief voort te brenghen ; oftewaer het ghevaerlijck is , in ſijn reden geſtoort, ofte by beurte gehoort te ſullen worden . In eygener Perſoon.een faccke te doen , is goet , wanneer cen Man in goede achtinghe gehouden Wort , als ghemeynlijck met lieden die minder zijn dan ghy ſelfs, ofte in faecken al -waerdat eenes Mans Ooge( fiende op het ghelaet des Mans , daer ghy met ſpreeckt) hem een beltier mach gheven , ſoo verre te gaen ; ende principalijck , waer cen Man wil vryigheyt voor ſich ſelven behouden , te maecken , ofte te breecken . In het verkiefen van Inſtrumenten , is het beter te kieſen lieden , die recht.ende ſlecht zijn , endedaervoor gehouden worden te ſullen uyt voeren , dat hen bevolen is: Dan dele die daer ergh zijn , om ander Mans faecken ſoo te handelen , dat ſy daer door haer ſelven een wey nich cere mogen verkrijgen ende aen doen , ende diede affceren willen helpen tot raport , om voldoeninghe te gheven. Het is beter de per foon ee ft wel te onderſoecken , met den welcken men van verre hon delt , dan darel jck opt 't voornaemſte poinđ te vallen, uytgheno men dat ghy hem reynt te ondervangen door een korte Vrage. Het is beter te handelen met lieden , die eenighen appetijt hebben , dan die alrede ſat z'jn : Indien een Man handelt met een ander op condi tien , het eerſt aengaen, of volbrengen, is het inder daedt al, 'twelck een Manredeticker wijſeniet en kaneyſſchen , ofre vorderen , ten zy dat in de Narucr der faecken foo gheleghen zy, dat het ſelvighe alſoo eerit motie voorgaen , ofte dat hy anders tijn weder.partije kan aen saden , dit by lijnder noch van doon ſal hebben in cenige ander affe. ren , ofte and rsweldat hy gercekent zy voor den eerlijikiten Man . Alle Pr..cijikis , ofte , om te ontdecken , ofte, om te wecken . De liide !, onidecken hen felven in te vertrouwen , in paſſie ſouden daer
ор
Van Fallien , ofte Selten . 31 op verdacht te weſen, ende uyt nootwendicheyt wanneer fy geerne yet wilden beſchickt hebben , ende en konden geen bequamer Ichijn uyt vinden Soo ghy eenigen Man wilt naer u handt ſtellen , foo moet
ghy eerft kennen lijn Natuer ende Manieren, ende dan hem aenley den ; ofte Gijn oogh -mercken kennen , ende dan hem aenraden ; ofte fijn ſwackheydt en nadeel weten , ende hem dan hier door honden onder vreeſe ende bedwangh , ofte wel die op den ſelvighen yet te ſegghen heeft, ende den ſelvighen dan ſoo regeeren . In 't handelen met erghe ſubtijle Perſoonen , moet men altijt op haer oogh-merc ken letten , om haer woorden te beter uyt te legghen ; ende het is goet , weynich teghen ſoodanighe te ſpreecken , oftevan 't gheenç daer ty 't minſt op verdocht zijn .
XXXIV.
Van Faftien ,
ofte Se &ten .
E el Menſchen h: bben een ſotte opinie ; dat ( voor eenen Prince) VE lijnen Staet te regeeren , ofte ( voor eenhooge Perſoon ) fijn affee ren teitieren naer het inſichtder herten, zy het principaelte deel van de Regeeringe: Waer dat ter contrarie de grootſte wijſheyt gelegen is , ofie in het beſtieren der dinghen , die daer ghemeyn zijn : ende waer in lieden nochtans van verſcheyden Se & ten over - een komen ,ofte in het handelen met particuliere perſoonen met over een-komin he van een voor een ; maer ick en ſegghe nict , dat de bemerckingen van Secten behooren verſuymt te worden . Ghemeyne lieden moeten volghen, maer voor groote lieden , die van haer ſelven machtich zijn, is het beter hen felven neutrael te houden . Nochtans behoort den Autheur ende Beginner lo matichlijck haeraen te hangen , dat hy altijt mach weren een man van de Secte. Ende welcke van dien het beſt met de ander paſſeeren mach , maeckt gemeynlijck den beſten wech ; De alderſwackſte ende verworp'te Secte , is de ſterckſte in verbin . dinghe: Wanneer een van de Faaien gedaen is , de overgheblevenen verdeylen, t welcke goet is voor een tweede. Men ſiet ghemeynlijck dit Lieden die eens in een plaetſe gheftelt zijn , bande-houden met de andere Secte van 't ghecnc door'twelcke ſy in ghenomen zijn , G 2 vers a
Van Prys. 52 verraderije in Secten behoutlichtelijck den prijs: Want , wanneer affeeren langh in de ſchael gehangen hebben ,ſo ſal een Man alleen de felvighe dickwils overhalen ,ende hykrijght alle den danck en de win Ne. Het over- gelijck dragen van twee Se & en , en komt niet altijt uyt moderatie, maer uyt eerlijckheyt des levens , met een voornemen van beyde-gaer goet ghebruyck te maecken. Seeckerlijck ; ſy houden het in Italien een weynich in vermoeden, wanneer den Pans gemeen lijck in lijnca inondt hceft Padre Commune , ende nemen het als een teecken , dat hy alles wil brenghen aen de grootheyt van ſijn ey ghen huys.
XXXV.
Van Prijs.
Runs S is de weerſchijn des Deughts ; maer het is als een ſpie PRU gbel ofte lichaem , het welcke den weerſchijn gheeft. Indien het is van het ghemeene volck , ſoo is het ghemeenlijck yallch, ende van geender weerde; ende volght liever ydele perſoonen naer, dan deughe Jamen : want het ghemeen volck en verſtaet niet wel uytſteeckende Deughden : De flechifte Deughden trecken , en bebben haren prijs van hen ; de middelmatighe Deughden wercken in den ſelvighen een ver wonderinghe ofte verbacſheyt; maer van de hooghſte Denghden en hebben lý gheen gevoelen, nochte en konnen gantſch gheen bemerc. ken : maer teeckenen ende Species virtutibus fimiles zijn in het beſte aenlien onder hen . Seeckerlijck , Faem is ghelijck een Rivier, die veel lichte, geſwollen , ende opgheblaſen dingen ophoudt ; ende verdrinet ſware ende ghekercktc dingen : maer ſoo verre Perſoonen van qualiteye ende oordeel te fameo komen, dan is het als de Schriftuere feydt; No men bonum inftar unguentifragrantis; het vervult alle de hoecken rondt om , ende en wil niet lichtelijck vergaen , want de reucken van Salven zijn gheduyriger dan van Bloemen. Dacr zijn ſoo veel valiche poincten van Prijs, dat het een Man wel terecht mach doen cen quaet vermoe den te nemen. Sommige Prijſen komen gantſch ende al yan'c vleyen yoort :
Van Prys . 53 voort : ende ſoo verre hy een ghewoone Vleyer zy , hy ſal met ſekere ghemeene dingen verlien zijn , die dienen moghen om yder toeghe eyghent te worden. Soo verce hy eenen erghen Pluimfirijcker is, by ſal ghemeenlijck den opper- V leyer volgen , twelck is de Menſch ſelſsa Ende waer cen Man dunckt by ſich ſelfs 'tboſt te weſen , daer ſal den Vleyder hem meeſt in ophouden : maer ſoo verre hy ecnen onbe. ſchaemden Vleyer zy , hy ſal een Man, in't gheene dat alderineeſt te . ghen fijn conſcientie ende ghewiſſen gaet , ende waer in dat hy weet dat hy meeſt lijn ghelaet te buyten ghegien heeft , 'meeſt van allen daer in, als tot den Hemel toe verbeffen ſprerá con bevelen , ja hem ſcientid. Sommighe Prijſen komen uyt goede wenſchen ende aen . ſien , 'twelck een fatſoen ende maniere is, die wy in alle Burgherlijck heyt tot Koninghen ende groote Princer ſchuldich zijn , Laudando pracipere, wanneer ſy tot den lieden fegghen , wat fy zijn ; ſy werpen haer voor , wat ſy behoorden te weſen . Sommighe lieden worden ghepreſen gantſch Godtlooſelijck tot harer ſchaden , om daer door haet, nijdt, ende jaloerſheyt teghens haer te verwecken ; Pefimum genus inimicorum laudantium . Seeckerlijck matighe Prysgebruyckt
met goede gheleghentheyt , ende niet ghemeen , maer te recht toe gheeyghent, is , de welcke het goet doet. Salomon feydt: De ghee. nighe, diefijn vrienden hooghlyck prijf , vroeghop-flaende; het ſal voor hem niet min dan een vervloeckinge zijn . Al te groot te achten eenige Lieden ofte Materien , veroorfaeckt teghenſprecckinghe, ende ver weckt beſpottinghc ende haet,
XXXVI. Van Rechten . ECHTERS moeten indachtich zijn , dat haer Ampten zijn fus RES dicere, ende niet pus Dare ; de Vřet uytlegghen , maer gheen Wet te maecken of te gheven ; anders ſoude het zijn ghelijck het vermoeden van de Roomſche Kerck, de welcke onder ſchijn van uyt legginghe der Schriftueren, een Authoriteye ghebruyckt , en ſich aen neemt van daer toe te doen, en te veranderen ; onde voor te ſtellen , G3 ' twelck
Van Rechten . 54 'twelck ſy niet en vinden , noch en is; ende onder de ſchijn van oudt . heyr, inbrenghen nieuwigheden .Rechters moeten meer gheleert we fen , als verltandich of ſcherpſinnich ; meer met opſicbt begaeft , als met ghemcenen roem ; meer wel bedacht , als in haer ſelfs doende . Boven alle dingen is waerheyt en gerechtigheyt haer beroep, deught en cyghenſchap. Vermaledyde ( ſeydt de Wet ) is hy , die de teeckenen des Landes verſet. Die alleen eenen feen niet recht en leydt, is te ver foeyen : maer hy is een onrechtveerdigher Rechter , die bet hooft is der verſettinghe der Lande-teeckenen , als hy qualijck oordeelt , en wijſt van de eyghenſchappen van dien . Een onrechtveerdighe Sen tentie doet meer ſchade dan meenighe quade exempelen ; want deſe bederven alleen den ſtroom ,de andere bederft de heele Fonteyn. Daer . om ſeydt Salomon : Fons turbatus et vena corrupta est juftus cadens in caufâ fuâcoram adverſario. Het Ampt der Rechteren mach lich ſtellen tot de parthyen die rechten , tot de Advocaten die de faeck handtha ven , tot de Klercken en Dienaers der Juftitie onder hen , ende tot den Souvereyn ofte Staet boven hen. Daer zijnder ghewiſſelijck ( ſeyde de Schriftuere ) die 't oordeel veravderen in Alſem ; ende ghewiſſelijck zijnder oock lommighe die tlelvighe veranderen in Afijn; want,on rechtmaeckt het bitter, en opſchortinghe maeckt het luyr : de prin cipaelſte ſchuldighe plicht eenes Rechters is, ghewelde en bedroch onder de voet te treden ; van welcke ’tgeweldt de Ichadelijcxſte is , ende de openbaerſte ; ende tbedroch , de gheheymſte , ghellepenſte, ende vermomíte : Voeght hier by de twiſtighe , en knibbelachtighe ſaecken, de welcke uytgeſpout behooren te weſen , ghelijck het exces van't Hoft. Eenen Rechter behoort hem te bereyden tot een recht veerdighe Sententie; ghelijck als Gode ghewendt islijnen wegh even te maecken door het op.werpen der Dalen , ende neder- werpen der Berghen. Soo wanneer daer aen d een of d'ander zijde een hooghe hande ſich vertoont , heftighe achtervolginghe , erghe avantagien , t'ſamen rottinghe, macht , grooten Raedt; dan is de deughe des Recho ters om ghefpcurt te worden , maeckende de onbillickheyt tot billick . heyt , op dat hy ſijn Voonis en oordeel mach planten , als op eenen vaiten en even grondt. Qui fortiter emungir elicit ſanguinem ; en waer de Wijn -perfle hardtghetreden wordt, daer gheefthet eenen harden Wijn ,(maeckende naden balt. Rechters moeten mijden harde en Swarc
Van Rechten .
55 fware onderwijſinghe, ende ghecoleurde inbrenginghen : want daer en is gheen flimmer pijniginghe, als de pijniginghe der Wetten . Prin cipalijck in ſaecken van Penael, oft breeckende Wetten . Sy behooren beſorghen ofte te maecken , dat ,'tgheene ſy dochten voor te ſtel. len tot een vreeſe, niet en ghedye , ofte tot ſtrengigheyt verandere: ende dat hy den Nach -reghen niet op der lieden hals en brenghen , daer van de Scbriftuere ſpreeckt; Pluetſuper eos laqueos: want, geperſte Penael -vvetten zijn eenen Slach - reghen van netten of ſtricken op der lieden hals. In faecken van leven en doodt , behooren de Rechters foo
verr ' ( als de Vet immers toe -laec ) in de Iuftitie barmhertigheyt te ghedencken , cen ſtrengh gheſicht werpende op het exempel ; maer een ooghe barmhertigheyts op de perſoon . Patientie en matelijck heyt , en parthyen te verhooren, is een ſonderlingh goet en deught, die in het Gherecht vereyſcht wordt , ende eenen Rechter die veel woorden ghebruyckt , en is gheen wel -gheftelt Inſtrument: Het is gheen Eer voor een Rechter uyt te vinden , 'tghene hy mochte in be quamer tijden vernomen hebben aen de Banck ; ofte ſcherpigheyt des begrijps te vertoonen in Raedt , ofte merckelijck heden te kort af te ſnijden , ofte onderſoeckinghen voor te komen door Vragheri, al hoe - wel daer toe ghehoorende. De deelen eenes Rechters zijn vier, het welcke blijckelijck is te gheleyden : Veel-moeyelijekhey ; Ver t handelinghen , ofte onbetamelijcke ſpraecke te matighen ; Te ver halen , uyt- kieſen, en te verſamelen de materiale puncten van't geene gheſeyt is; ende den Regel en Sententie te gheven : wat dat oock boven deſe deelen giet , is te veel ; ende heeft. ſijnen oorſpronck , ofte van Eer , ofte Wille te ſpreecken , ofte van ongheduldigh eyt om te hooren , ofte van kortigheyt van memorie , ofte van een ghebreck van een gheftadighe , en even op -merckinghe. Het is een vreemde faecke om fien , dat de ftoutigheyt der Advocaten ſoude yets vermo ghen met de Rechters; waer ,als ſy Godt ſouden na volgen , in wiens itoel ſy ſitien , die de hooghmoedige en opgeblaſene onder de voe ten tredet , en ghenade gheeft den nederighen . Maer het is noch vreemder , dat de ghewoonte des tijdes de Rechtersdaer toe brenght , dat ſy bekennen een merckelijcke gunstgenooten te hebben ,die niet anders kunnen als groote menichte van onkoſten ,ende vermoeden van du, ſtere om weghen veroo : ſaecken . Den Rechter is ſchuldich den
Van Rechteni 56 den Advocact cen weynich re prijſen , wanneer de faecken wel wo: derleydı zijn ; principalijck aen de zijde die daer niet op en doet , of verwerft ; want dat ſelvighe houdt het aenſion fijnes Raedts by den verſoecker en aenleggher op van 't Recht, ende doet te niet in hem de inbeeldinghe fijncs faecks: Alloo is men oock den ghemeenen lisden fchuldich, een Burgherlijcke beriſpinghe der Advocaten, waer cyghen Raede lich vertoont , verſug minghe, ſlechte ondervraginghe, onbillicke aen porringhe, ofte een ſeer ſtoute beſcherminghe . De plaetſe van Juftitie , is een heylighe plaetſe, ende daerom en be.
hoort niet alleenlijck de Banck , maer de Voet- banck , het begrijp, waer den omganck ſonder ſchandaul ende corruptie bewaert te wor den : Want ſeeckerlijek, Wijndruyven ( als de Schriftuere ſeydt) en konnen nier van doornen ofte diftelen vergadert vvorden : Noch en kande jufissie haer vruchten niet voort-brenghen met foçticheyt, onder de braembeſyen ende Steeck beſyen der eyghen ghewin ſuygende Klerc. ken en Dienaers, Het wachten acn't Hoft zijn vier quade Inftru menten onderworpen : Ten eerſien , zijn het bekende perſoonen , die daer zacyers zijn van Gerichtsſaecken , de welckehetHoff ver maece ken , ende het ghemeene Landt mager. Detvveede ſoorte zijn van die het Hoff verpanden door groote krackeelen van Iurifdiélien, ende en zijn gheen ware Amici, maer Parafiti Curia , verheffen het Hoff boven haer begrijp , om haer eyghen voordeel en profijts willen . De derde ſoorte zijn, van die de Nunckere handt des Hoffs geſeyt ofie ghehouden moglien worden ; perſoonen dievol van açrdighe kluch ten , en flimme en kromme treecken zijn , waer door ſy 't Recht , en den gocden loop des Raedes veranderen , ende de luftitie brenghen in duyſter Lijnbanen en Doolhoven. D : vierde ſoorte zijn , de op brenghers en uytvoerders der vervallen facsken, die den ghemeenen ſchijn des Hoffs of Rechts van Iuftitieonder deHegghe , Rechtſprecc wanneer het Schacp loopt om tc ſchuylen , is ken '; tot de welcke, feecker een deel van ſijn huyt te lullen verliefen. Acn de ander zijde , concn ouden Klerck gheleert in Exempelen , moede van Rechten , ervaren ende verſtandich in Gherechts ſaecken , çn Hoffs affccren , is ceo uytſteeckende lidt van het Hoff; die ſelve wijſende dickwils den Rechier felf; den wegh . Tenlaeften , de Rechters behooren boyen alle dinghen , het Dolwyt van de twaelf Romeynſche Tafelen te ghco dencken ,
Van Rechten .
57 dencken ; Salus populi fuprema lex , ende te bekennen ende te erken . nen : Dat, ten zy de Wetten tot een eynde aengheleyt worden , dat het zijn benaude dinghen, Oraculen die niet wel ingeſien zijn ; daer om is het een gheluckighe en ghewenſchte faecke , wanneer de Ko ringhen en Staten dickwils met Rechters raedeflaghen: ende wederom , wanneer de Rechters dickwils beraden met Koninghen en Staten . De een , wanneer daer eenige materie des Wets is tufichen beyde komen de in de affeeren van Staet. De ander , wanneer daer ccnighe conſide ratie des Staers komt in de materie van de Wet : want de faeck ghe bracht zijnde tot oordeel , mach dickwils zijn, Meum Ó Tuum ; wan neer de reden ende ghevolgh in der faecken magh loopen tot het pun & van Staet en welvaren . Ick en noeme de materie van Staet niet alleenlijck de deelen van Souvereynſchap, maer al 'tghene dat eenighe groote ontroeringhe mach in-brengen , 'tzy periculeus exempel, ofte . 'cwelck openbaerlijck een groot deel des volcx aengace ; ende en laet niemandt lichtelijck ghelooven , dat rechtveerdighe Wetten en ware Politie eenighe teghen -partye hebben ; want die zijn gelijck dezenuwen cn gheeſten die fich beweghen d'een in d'ander Nochte en be hooren Rechters niet ſoo onwetende te weſen in haer eyghen Recht, alsdat bun niet naghelaten ſoude zijn ( als een principal deel harer Officien ) een wijs ghebruyck en aenleydinge der Wetten : want ſy moghen ghedencken, wat de Apostel ſeydt, van een grooter Wet dan hzer is ; Nos ſcimus quia lex bona eft, modo quis eâ utatùr legitime.
XXXVII.
Van.ydele Glorie
.
ET is een aerdighe Fabel van Æfopus, daer de Vliege, ſittende op de ſpille van de Karre , leyde; Wat al ſtoff kan ick maecker ?? HET Alſoo zijnder ſommighe ydele perſoonen , dewelcke dencken , dat wat ſich beweeght door , groote middelen alles wat alleen gaet ofte en hulpe, dat ſy het ſolacs zijn die het beſchicken , of te weghe bren • ghen . Die mocdigh zijn , moeten noodtfaeckelijcker wijſc altijd H doende
Van .ydele Glorier . 58 doende weſen, want alle fraeyigheyt ſtaet op ghelijckeniſſen. Sy moc, ten nootfaeckelijcker wijſe heftich zijn haer ydelheden goet temacc ken , nochte en konnen ſy nict fecreet weſen , ende daerom niet uyt rechtende , maer als de Françoyſche ſpreuck is ; Beaucoup du bruit , & peu du fruit, luydt roepen, en weynich uytrechten : Nochtans iller ge wiſſelijck ghebruyck van deſe hoedanigheyt in Burgherlycke affeeren, waer dat d opinie oft inſien is van verhooght, of gheavanceert te ſul len worden ,door dought,of verdienſten , of grootſicheyt: Deſe lie den zijn goede Trompetters ; wederom , ghelijck als Tirius Livius aenmerckt in de faeck van Antiochus, ende de Æroliens. Teghen ſpreeckende leugenen ,brenghen ſomtijdrs groote effecten , gbelijck als ofte een Man fich wilde onderwinden , tuſſchen beyde de partyen te handelen , ende voorwenden tot yder een van dien in 't byſonder, meer ofte grooter intereſt dan in de ander ; ende in ſulcks en defghe lijcken , ghebeurt het dickwils dat een Man yet van niet fal maecken ; want leughens zijn machtich ghenoech om opinien te baren , ende opinic brenght een weſen voort; macr principalijck in faecken van groot avontuyr, medelijden, bevel , ofte ghewichte : ſulcke conditie of practijcke, en t'ſamen - ſtellinghe der glorieuſe natuyren, gheeft oock luyfter en leven tot de ſaeck ; ende die van foo gocde en fiechte natucre zijn, ghevoelen meer van den ballast, dan van het zeyl. Ghe wiſſelijck.ydele Glorie helpts'menſchen memorie ccuwighlijck te duy ren : en de Deught en is noyt ſoo aen des menſchen natuyr verbon den gheweeſt, dat ſy haer Recht van de tweede handt heeft behoeven te ontfanghen : nochte en ſoude de Faem van Cicero, Seneča, Plinius ſecundus niet ſoo aenghenaem voor haer jaren gheweeſt zijn, ten waer datter eenige ydelheyt met haer ſelfs vermengt geweet ware; gelijck als 't Fernis, 'twelck 'tverhemelte niet alleen en doet ſchijnen , maer oock langher doyren . Maer , dewijle dat ick van ydele Glorie ſpreec ke , en meyneick het niet van de eyghenſchap; de welcke Tacirus , Mucimo toe- fchrijft : Omnium qua dixerat feceratque arte quadam , oftentator. Want dat en komt niet . Her van ydelhert, maer van acn ghebooren groot hertigheyt ende diſcretie ; ende in ſommighe per . Toonen is het niet alleenlijck wel ftaende , maer oock aenghenaem Want ontichuldinghen , ophoudinghen ,ja ſtilligheyt al geregeert,en zijn maer kontico van vertooningen , ende van alle konſten en zijnder gheen
Van de groothey der Koninck -röcken. 59 gheen beter dan daer Plinius ſecundus van ſchrijft;'cwelck is mildt te zijn in anderen te commandeeren , ende te prijſen in't gheene daer een Man ſelfs eenighe volkomentheyt ende wetenſchap in.heeft . Want, ghelijck als Plinius ſeer verſtandelijck ſeydt : In het prijſen van anderen,doer ghyw felven recht; vvant hy,dieghy commandeert, is, ofte on der to in't geene daer ghy hem in prijst, ofte boven u : Soo verre hy onder u is , ende vveerdich is an ghepreſen te vvorden, foo zijt ghy noch meer : Soo verre by boven u is, en ſoo hy niet vveerdich en is om gereconiman , deert te vvorden , ghy voch vreynigher.
XXXVIII.
Van de grootheytder Koninck - rijcken. JET fegghen van Themiftocles , 't welck al te ſtreng ende arro gant was, is profijtelijck in Cenſueren vernieuwinge; verſocht Han zijnde om op de Luyt te ſpeelen , ſeyde: Hy en konde niet op de Fiole Spelen , maer hy konde wel een kleynVleck ofte Dorp, een groote Stade van Neem ende Faem doen vvorden : Deſe woorden , ſelfs in jock ende boerte, ende niet ernſtelijck geſproocken , waren niet Burgherlijck , ende en konnen ten geenen tijden een Man wel ſtaen, van ſich ſelven te legghen. Maer hetmach een goede toepaſſinghe maecken ; want om de waerheyt te leggen van Politijke , en lieden van Staet , daer zijnder ſomtijes ( al-hoe-welfelden ) die eenen kleynen Staet konnen groot maecken , ende konnen nochtans niet op de Fiole ſpelen . Ende daer zijnder veel , die ſeer argh ſijn om op de Fiole te ſpelen , ende nochtans is haer procederen van haer Konfte, eenen bloeyenden Staet te niet te doen gaen , ende bedroeft te maecken ; want gewific . lijck deſs onaerdighe Konſten, waer door verſcheyde Poluijcken ende Gouverneurs, beyde haer Meeſters te vrede ſtellen, doen her gemeyne
volck verwonderen , en verdienen gheenen beteren naem , dan om op de Fiole te konnen ſpelen , indien ſy tot het welvaren ſtreckte. ende uytbreyden hares Staets, die fy regeeren niets toe en brengen : De grootheyt van cenca Staet in Landt en begrijp , kan men weten door 't meten ; Ende de grootte der inkomſten ende renten worden H 2 opene
60
Van de grootheyt der Koninck -rycken .
openbaer dour Calculatie, ofte optellinghen. Hoe veel Volcks datter is , dat mach blijcken door Moniteren , ende het ghetal der Steden en Vlecken , door Caerten ende figueren ; maer nochtans en ifſer niet onder Burgerlijcke affeeren grooter dwalinge onderworpen , dan de rechte Valuatie , ende'tware Oordeel aengaende degrootheyt eenes Stacts ; Sekerlijck , daer is cenighe ghelijckeniſſe tufichen het Rijck der Hemelen,ende het Rijck op defer Aerden : HetKoninckrijck der Heme len is verghelcecken niet met enige groote Kerne ofte Note ; maer met een Moſtert- zact, welckis cen van de aldergeringſte zaden, maer heeft eenen geeft ende cygenſchap in ſich ,haeſteli,ck op te komen , ende ſich ſelfs wijt ende breet uyt te ſpreyden. Alſo zijnder Staten die groot ende rijck van Landtſchappen zijn , ende nochtans niet be quaem om 't telvige wyder te verbreyden , ofte om ghewin te doen : Ende anderen , die maer een kleyne ghedcelte ofte Stamme en heb ben , zijn nochtans bequacın , om gront- fteenen te zijn van groote Monarchien. Stercke, en geweldigeSteden , groot verſchot van ghe weer , mcnichte van Wapenen , fraeye Stalen , Elephanten ( foo ghy wilt ) groote Schatten, groot ghetal van Krijghs - volck, van Grof - gheſchut , ende vorders alle gereetſchap des Oorlochs ,en is anders niet, dan een Schaep in eenes Leeuuden hurt : ten ſy ſaecke dat fy voortbrengen , ende dat der licden gemoederen Krijgh - achtich zijn : Dehulpehier toe, zijn Dach- huerders, ofie Soldaten; maer ce nen Prince ofte Staet , die op vreemde Krijghs.lieden ſteunt door de gagie die hy haer geeft, ende niet op ſijn eygen in eborenen macht, mach fijn vederen wel voor eenen tijt lang uytſpreyden; maer het wil haeſt daer naer vcranderen . De zegheninghe van Iuda en lachar en fullen malkanderen noyt niet ghemoeten , om beyde te zijn . Eenen jonghen Leeuvv , endeden Ezel geleyt tuſſchen fijn packen : Nochte en wil het volck , met tributen en ſchattingen overl .den ,oyt bequaem fijn voor eenici Rijck. Adel, ende longe Heeren,vermenichvuldigende in al te groote nenightc, vcroorſaken 't gemcere volck als Ploegers ende Lants -lieden te worden , van herten teſwcecken , ende allen der Edel lieden arbeyders; even ghelijck als in cen kleyn Boſſchagie, in den welcken , loo ghy uwe groote Stammen ende Boomen te dick laet grocyen , ghy en fult nimmer geen goet kleyu hout heb ben , macr alleen ſtroncken , ende doornin . Indien ghy u ſelven berooft
61 Van de grootheye der Koninck -rycken. berooft van het middelſoortighe volck , ghy neemt wech den vocdt Iter , de welcke de zenuwe is van het Krijghs- heyr , ende van waer ſy al herkomen ; ende ghy brenght het hier toe, dat het hondertſte. deel niet bequaem ſal fijn om den Helmet te dragen , en ſoo volgens groot ghetal van Volckeren , ende weynige Sterckte. Seckerlijck , Virgilius voeght de Wapenen, ende den Ploech, ſeer wel ie ſamen, in de gheltalteniſſe van Out- Italien , Terra potens armis atque ubera glebie. Want het is den Ploech die den beſten Soldaet maeckt. Maer hoe ? Ghemainteneert in overvloet , ende in de handt der overwinners , code niet der arbeyderen . De thuys- fittendeKonſten , en curieuſe Ambachts-lieden , die den vinger liever I ebben dan de handt ofte arm , hebben in der Natueren een teghenheyt in de Krijchs- lijcke ghedaenten : Ende meeſt, alle ware Krijchs-lieden zijn ghemeenlijck een weynich tot ledicheyt ende ydelheyt ghencghen , ende beminnen 'tghevaer liever , dan moeyten ; nochee enmoeten ſy daer niet al te veel van onthouden zijn , foo verre ſy in goede dapperheyt behouden ſullen worden. Niemant en kan geſontheyt ghenieten ſonder oeffe ninghe , nochte gheen natuerlijck ofte Politijck lichaem hebben , buyten 't ſelvighe: Ende tot het Polityck lichaem eenes Koninckrijcks ofte Staets, is eenen inwendighen Burgers Krijgh, als de hitte eenes koortſe ; maer een eerlijcken buyten -Krijgh , is ghelijck de bitte der oeffeninghe. Ten minſten , mogen Ontdeckingen, Zeevaerten , Eerlijcken byſtant van andere Staten , de gheſontheyt beſchermen ; want in eenen ſlappen peys ſal beyde, couragie, en wil, vervallen , ende goede manieren bederven : Vrye Staten van natuerlijckheyt , moghen grootheyt verkrijgben ; ende de jeloerſe Staten , die alleen op de eerite tribuyt ende wortel ruften , ſal haeſtelijck een lichaem om dekromten en tacken te draghen , ontbreecken : Waer het aenſien van grootheyt van ghemaeckt wort, de ingredientia zijn leer menich ; niemant en kan door de groote ſorghe die hy draeght, ſijn geftalte cenen ellenboogh verhogen in dat kleyn ſtatuer van ' men Ichen lichaem : Maer ghewillelijck , in het groote glebouw van Koninck -rijcken, en de gemeene Befien, is het in de macht der Princen ende Staten ghelegen , door ordonnanicn ende conſtrutien, Wetten cndc H 3
62
Van Eer ende Reputatiews ende manieren , die fy. moghen in brenghen , grootheyt voor haer nakomelingen ende navolghers te faeyen , maer deſe dinghen blijven ghemeenlijck de Fortuyn bevolen ,
XXXIX . Van Eer ende Reputatie . Verkrijghen van Eer is niet anders dan een openbare , en feec. kere ontdeckinghe van eenes Mans deught en Weerdicheyt ſon der ſchade : Want fommighe zijn ghenegen tot Eer en Aenfien in haer doen , van welcke ſoorte van meoſchen ghemeenlijck veel pratens
'
is, maer inwendich weynich verwondert . Ende ſommighe anderen verduyſteren baer deught , door 't ſelvighe te laten blijcken , daer door ſy dan te weyniger gheacht zijn in der lieden opinien : Soo een Man aen neemt het gene noyt begonnen is geweeſt, ende volbrenght het , of dat wel begonnen is , maer daer na wederom verworpen , of gheeyndicht is gheweeſt, in een onbehoorlijck fatſoen , door on behoorlijcke middelen , die fal meer eer verkrijghen dan of hy een ſaeck ghelint was van groot vervolgh ende deught , in de welcke hy maer eenen volger is van anderen : Soo een Man ſijn affeeren foo kan richten, als dat hy in etlijcke van dien contentement gheve tot beyde de partyen, ofte tot de t'lamen -bindinghe ofte oneenigheyt van het volck , om de ſelvighe te doen over een komen , foo lål het Muſijck dies te volkomer zijn : Een Man is cen quaden Huys - Heer van lijn eer , de welcke daer eenighe dinghen aenvanght , Waer af het miſſen hemn meer ſchande mach acnbrengen, dan het volbrengen eer ; diſcrete dienaers helpen veel in aenlien : Haet , de welcke de kancker is van Eer , wort beſt onderſcheyden door het verklaren van een Man , door fijn eyndighen , en beginnen , als te weten dat hy meer verdienſten najaeght, dan Faem : ende dat hy de uytkomſte der faccken ondertuſſchen meerder Godts voorſichtichezi, ende Fortugns , dan fijn cygen deught en kloeckheyt toc ſchrijf- : Deware overweginghe der graden van Souvercine Eer, zijn deſe : In de eerſte plaetſe zijn geltelt Condirores ,Planters, ofte Fondecrders des
Van Eer ende Reputatie . 63 des Staets . Inde tweede plaetſe zijn Legislatores, gevers der Wetten , de welcke oock genoemt werden ; de tweede fondeerders, ofte Prine
cipes perpetui , der oorſaecken dat ſy noch gouverneeren nae haren doode ; door bare Wetten . In de derde plaetſe, zijn Liberatores ; fulcken als de welcken daer ſtillen en eyndighen de langhe ende 1
beklaghelijcke ellenden des Inlandtſchen Krijghs ; ofte die haer Va derlant vry maecken van't Jock der vreemden , ende Tyrannen . In de vierde plaetſe zijn Propagatores , ofte Propugnatores Imperii, ſulcke zijn, de welcken in eerlijcke Krijghen hare Landtſchappen verbrey den , ofte civile wederſtandt ende beſcherminghe doen teghens hen, die de ſelvighen overweldighen willen . Ende in delaetite plaetſe zijn Patres Patria, de welcke rechtveerdelijck rechten , ende maecken de Tijder goet daer fy in leven . De graden van eer in Onderſa ten zijn eerft Participes Curarum ; deſe , op welcken de Princen het grootſte ghewicht der faecken ontladen , ende zijn hare rechter han den foo als wy haer noemen . De naelte zijn Duces Belli , Krijghs. Overſten , der Princen Capiteynen ende Lieutenanten , ende ſulcke , als hem merckelijcken dienſt in den Krijgh doen . De derde zijn Gratiofi , gunſt -ghenooten ; ſulcke , die dele manieren niet voor- by en gaen , altijde haren Souverejnen Princen goeden trooſt in - blaſen , ſonder ce nigh achterdeel des ghemeynen volcks. Ende de vierde zijn Negoti pares ; ſulcke , als die de hooghe plaetſen onder Princen belitten , ende voldoen den ſelvighen door hare bequaemheyt .
XL.
Van Revengie, ofte Wraecke
.
REECKING E is een aerdt van wilde luftitie,na dewelcke Who hoe veel te meer datter een Man na toe loopt , ſoo veel te meer behoort de Wet het uyt te wieden : want voor ſoo veel als 'teerſte ongheluck aengact, daer door wordt de Wet alleen te kort ghedaen ; maer wraeck ſet de Wet uyt fijn Officie. Ghewiſſelijck , wanneer een Man ſijn leede wreeckt, hy is maer even ſoo goet als ſij acn vyandt ; maer ſoo verre hy het over lactgacn, hy is d'opperſte: want
Van Revengie , ofte Wraecke . 64 want het is een ſtuck of daede van een Prince,namentlijck, te verge ven . 'tGheene voor-by is, en is niet meer , ende wijſe lieden hebben ghenoech te doen met teghenwoordighe en toekomende dinghen : dacrom beuſelinghen zijn maer met haer ſelfs , die daer arbeyden in voorleden faecken . Daer en is niemant, die yemantonghelijck doet, allcen om des ongelijcks wille, ſonder daer door ſich ſelven, ofte pro . fijt, ofte vermaeck , ofte Eer , ofte diergelijcken , aen te doen , ofte te verkrijgen. Waerom ſoude ick op yemandt vergramt zijn , dathy ſich ſelven beter beminde dan my ? Hy, die een vereeringh : wegh geeft, ſcheydt van yet , ende dacrom verdient hy danck : maer hy , die yemandt onrecho aen doet, verovert yet ; ende hec mach daerom , te beter verdraghen worden Maer ſoo verre yemandt onghelijck doet,alleenlijckujt een booſe , quade natuyre ; Wat is bet ? Het is alleen ghelijck de doornen ende diſtelen , die ſteecken, om dat ſy an ders niet doen en konnen . De alderverdragelijckſte ſoorte van wrake is voor deſe onghelijcken,daer gheen Wet voor en is om te ſtraffen . Daerom , lace een Man toe- lien , dat de wraecke ſoodanigh is, datter gheen Wet en zy om de ſelvighe te beſtraffen ; anders is des menſchen vyandt noch altijdt met hem in de voorhandt , ende het is, twee voor een . Sommighe, wanneer ſy haer leedt wreccken , verlanghen dat her de parthye mochte weten, waer het van daen komt ; dit is het al . dermannelijckſte, ende moedighfte. Want dat vermaecken en ver langhen ſchijnt, en is niet ſoo ſeer om ſchade te doen , als om de par thye te doen leedeweſen hebben ..: Maer booſe ende arghe vleyers, zijn ghelijck den Bot , die in't duyſter vlieght. Onghelijck van Vrien den aenghedaen, wondet meeſt, om datden Nach komt, daer wy niet op gewapent en zijn : Daerom wilt Cofmus, den Graef van Florencen te logghen ; Wy leſen, dat voy ghehouden zijn onſe vyanden te verghe ven ;maer vvy,en leſen niet, dat vvoghehouden Zijn, onſe vrienden te ver
gheven . Maer hetwas ecnen beteren Gheest ,die daer ſeyde, ( ſoo wy Godts woorden over -ſetten in een gheftalte met de woorden der men Ichen ) ſullen vvy 't goede ontfanghen van onſen Vriende, ende nier het quaedt? Dit is voorleecker, dat een menſche, die fijn leede ſoeckt te wreecken , houdt fijn eyghen wonde groen , de welcke anders ſoude heel ende geſont worden. Openbare vergheldinghen en wreeckin gheo , zijn ghemeenlijck gheluckich , ghelijck als deſe van Caſars doodt :
1
VanTegben-fact. 65 doodt : van den doodt van Pertinax : van den doodt van Henricus den
derden van Vranckrijck ; ende van verſcheyden meer. Ja, datmeer is ; de wraeckgierige lieden leven eer het leven der Tovereffen , de welcke cyca ghelijck als ſy boos- aerdich zijn, foo zijn ſy oock ongeluckich .
XLI.
Van Teghen - poet. ET was een hooghe ſpreucke van Senese ( nae die wijſ ) Bona rerum ſecundarum optabilia , adverſarum mirabilia : Secc kerlijck, indien Miraculen bevel hebbers zijn over de Natuyr , foo verſchijnen ſy meeſt in teghenſpoet. Maerhet is noch van hem een bonger ſpreucke ( veel te hoogh voor een Heyden ) illud magnum habere fragilitatem Hominis de ſecuritatem Dei. Dit ſoude in Poëſie beter plaetſe gbehadt hebben , waer dat Tranſcendentes meer toeghelaren worden : Ende het is in Efe &t uyt ghebeeldt in de vreemde verçier ſelen der oude Poëten , 't welck niet en ſchijnt te weſen fonder ghe heymenis . Neen ; maer dat het naeckende is tot de Staeteenes Chri Helycken men che . Dat Hercules, wanneer by gingh om Promotheuns te ontbinden ( door welcken de menſchelijcke Naruyr aengheboden wordt ) de lengte van de groote Zee over -leylde in eenen aerden pot, ofte ſchert, ſeer levendich het Chriſtelycke voornemen afbeelde, de welcke daer ſeyle in dat brooſe Schuytjen des vleeſchs, door de groote golven des Weerelts . Maer om het voornaemſte te ſegghen : we deught van Voorſpoet, is, matiga te zijn. De deught van Tegen Spoet , is fterckteen dapperheyt , de welcke in de zeden degrootſte deught is. Voorſpoet is de zegheninghe van het Oude Teltament . Teghenſpoer is de zegheninge van het Nieuwe, ende brenght de groot. fte Benediétie met lich , ende de klaerſte openbaringhe van de gunſte Godts. Ja , nochtans in het Oude Teftament , foo vetre ghy na Davids Harpe luyftert , foo fult ghy meer droevighe lochten vinden , dan vrolijcke; ende'tpenſeel des Heylighen Gheefts heeft meer ghcarbeydt in dedroeffeniſſen lobs te beſchrijven , dan in de ghelucken Salomons. Voorſpoet en is niet ſonder vreeſe en quade (maeck ; macr Tegenſpoet is I
66
Van Teghen -ſpoet.
is nimmermeer ſonder vertrooſtinghe, en hoope . Wyſien in het Naelde - werck, ende gheborduerde dinghen ,dat een levendich werck op een duyfteren en donckeren grondt ghemaeckt, behaghelijc ker is , dan een doncker ende melancholijck werck tehebben op een lichten grondr. Daerom
dan , oordeelt naer advenant van de
ghenuchten des herten , na het behaghen der ooghen . Ghewiſſelijck, Deught is ghelijck dekotielijcke reucken die uytermaten lieffelijck zijn , wanneer ſy ontſteecken ofte ghewreven worden : want Voor {poet ontdeckt beſt ondeught , maer Teghenſpoet ontdeckt de beſte Deught . De ſwackheyt der Menſchen ſinnen, is dickwils byſonder , ende aenfienelijck ; daerom , dat ſommighe Natuyren niet ſoo wel verſcheyde ongheleghentheden konnen verdraghen : Sommighe en konnen gheen ghebreck verdragen , ghelijck als of de Menſchen met langhe klecderen ghebooren waren : Sommighe en konnen het praten der lieden niet verdraghen , hebbende haren ſchat ſeer licht veerdichlijck opgheleydt in der Menſchen monden ; kiſten, die altijt open zijn : Sommighe konnen gheen verſmaerheyt verdragen , ende waer dat het in der Menſchen eyghen macht gheleghenis ,ofte Goudt ofte Silver te weſen, ſy begeven haer ſelven als ſlecht geldt te zijn ,ofte legh -penninghen, na dathet den lieden ghelieft haer te ſetten : Som mighe quellen haer ſelven met groot verdriet door’rverlies van hare plaetſen en Ampten , ghelijck als of het niet alſoo goet en was in een Dal , als op een Bergh te woonen : Sommigher licden herten ſterven in haer ſelyen , ſoo verre fy in hare hoop en voornemen bedroghen zijn ; ende ondertuſſchen vergheten ſy, dat ſy het ſelver in perſoonen waren , die haer ſelfs deſe vlecke ſetten . : Soinmighe zijn onver duldich door den arbeydt des lichaems, ghelijck als oft ſy de Naruyr wilden bek hamen , ende noemen haer ccncn Tyran ofte Stijfmoeder, ende fuo voo e van de reft. Macr ſterffelijcke lieden behoorden altijdt hare aen ſichten na Godes voorſichtigheyt te wenden , ende fich te buyghen voor de ſelvigbe, wetende dat tot wel.gheftelde en ſtandt valtighe ghemoederen, altijdt ofte l'rede , ofte overwinninghe ver gunde en verteeckert wordt.
Van
67
XLII .
Van Simuleeren , en Dißimuleeren, of Veynſen. ISSIMULATIE, is inaer ſwackePolitie ofte W jilheyt, want weten wanneer de waerheyt te ſpreken ,en 'tſelvigete doen is ; daerom is het een van de ſwackſte loorte der Politijcken, dat de grootſte Huy chelaers zijn . Tacitus feyt van Livia, dat ſy was Cum Artibus Mariti con fimulatione filiibene compoſita , toe- voeghende de Konſten der Politie tot Auguſtus ; ende Dißimulatie tot Tiberius. En wederom , wan neer MucianusVeſpaſianum moedt ghevendeom Wapenen op te ne . men teghens Vitellium , ſeyde : Vy en ſtaen niet op ieghen dat door dringhende verſtande van Auguſtus; nochte teghen de uytermaten looſheyt, ende verborghentheyt van Tiberius. Daerom dan deſe cyghenheden , Machten van Konſt en Politie , ende Diſsimulatie , ofte ſecreetheyt , zijn inder daede verſcheyden , ende om onderſcheyden te mogen wor den . Want indien een Man een doorgrondendt verſtandt heeft , als dat hy kan onderſcheyden watſaecken hem opgheleyt, ende wat Wederom ſecreet moeten ghehouden werden ; ende welcke faecken half ende half, ende voor wien ,ende wanneer; voor haer is de ghe veyn Atheyt cenen binder , ende een arme ſaecke: Maer ſoo een Min niet en kan tot dat verſtandtgheraecken , dan is het hem bevolen , als den bequaemſten wegh , generalijck verborghen te weſen, alsgaende by een die niet foo wel lien en kan . Seeckerlijck , de alder -dapperſte Mannen , die oyt waren , hebben al een open -hertigheyt ghchadt, en vryigheyt in ommegangh, ende eenen niem van feeckerheyt ende waerheyt : Soo dat ſy by wijlen ,wanneerſy in der daedt dochten dat het de ſaecke vereyſchte , maeckte Diſsimulatie ( ſoo ſy daer toe ghewende waren ) ende de vorighe opinie van haer goet gheloove, ende oprechtigheyt in 't handelen, den lieden bekent was.Daer zijn drie Graden voor eenen Menſch : om ſich ſelven, ſtil te houden enda te beſchermen : De eerſte is,verborgen te houden, ende ſecreet te zijn , wanneer een Man fich foo houdt , dat niets aen hem kın ghcſpeurt worden , ofte niemandt ſijnen ſin kan voelen ofte kennen. Derweede is Diſsimulatie in het ontkennen , wanneer een Man teyckenen ende I a Argir
68
Van Simuleeren , en Diffimuleeren, of Veynfen .
Argumenten lact vallen, dat lijn meyninghe niet en is,als hetis : Ende de derde Diſsimulatie in het toe-ſtaen , wanneer een Man ſeer verſtan dichlijck ende aerdichlijck veynſt, dat dat lijn meyninge is , 'twelcke het niet en is : Soo veel als het eerſte aengaet van dele ſecreetheden , het is in der daedt de deught cenes Bekenners ofte Belijders : Ende ſeeckerlijck , ecn ſecreet Man hoort mecnighe Biechte , want wie wil hem ſelyen openen voor eenen Inappert ofte klappaert ; maer in dien een Man ſecreet gheacht is , het verweckt ontdeckinghe , ghe lijck als de meeſt.ghellutene Lochtin -fuyght, ende de wijdilte opent; cnde ghelijck als in Confeffie, ofte Bicchte, deontdeckingheniet en is om eenigh wecreldts ghebruyck , maer om de verlichtinghe yan des menſchen herte ; alſoo komen ſecrete lieden tot kenniſſe veeler dinghen ; nademacl dat het volck liever heeft hare linnen te ontla den, dan de felvighe mede te deelen. Daer beneffens, om de waer heyt te ſpreecken , naccktheyt is hinderlijck , alſoo wel in't verſtant als in't lichaem , ende het en doet niet Wcynich tot cens Mans aenfien , in manieren en adtien , foo verre ſy niet allegader open en zijn . Voor foo veel als ſnapachtighe lieden , ende onprofijtelijcke perſoonen aen gaet , die zijn ghemeynlijck ydel , en niet om te ghelooven : want hy die al ſeydt,wat by weet , wil oock ſeggen wat hy niet en weet : Daer. om laet het ſoo zijn, dat een geſtaltedes ſecreethegts, is beydePolitijck en Zedelijck , Ende hier in dit deel, laet een Man ſich ſoo verheeren , dat lijn acnficht gheve fijn tonghe vryigheyt te ſpreecken ; want dat een Man ſich felven ontdeckt , door fijn ghelaet en weſen , dat is een groote flappigheyt en verraedt,waer aen dat oock dickwilsmeer ghe ſpeurt, ende ghelooveghegeven wordt , dan aen des menſchen woor den . Voor loo veel als de Tuveede aengaet , 't welck is Diſſimulatie, de ſelvighe volght fecrcetheyt dickwils, door een noodtwendicheyt : foo dathy, die ſecrect wil weſen , moet in ſommigher vocghen den geveynſden ſpelen ; want het Volck is al te argh, delieden toe te la ten ( in een faecke daer ſy in arbeyden om te vernemen ) een onver anderlijck ghelaet te houden , ende ſecreet te zijn , ſonder eenighein clinatie , ofte ghenegentheyt te vertoonen tot den cenen wech , ofte den anderen : Sy lullen een Menſche foo beſetten met Queſlien en Vraghen , ende voeren hem aen, ende halen hem ſoo uyt, dat hy fun der een gantſche ſtommicheyt wat ſal moeten ſegghen ; ofte ſoo verre hy
.
Van Simuleeren , en Diffmuleeren, of Veynfen.
69,
hy niet en ſpreeckt, ſy fullen alſoo veel uyt lijn ſtil-ſwijghen vergade ren , als uyt ſijn ſpreecken. Soo veel als ivvijfelachtige ofte Oraculeuſe woorden aengaen , die en konnen niet langhe duyren ; ſoo dat nie. mandt ſecrcet kan weſen , ten zy hy ſich ſelven een weynich bots ir. Diſſimulatie ghcve ; 'twelck maer is als of het ware, het ghevolgh en aenhangh van ſecreetheyt : Maer ſoo veel als den derden gracdeaen gact", welck is Simulatie ende valſche Profeſſie ofte Beroep ; dat ſel vighe houde ick voor Plichtigher , ende voor niet ſoo Poluijck, ten zy ſaecke dat het zy in groote ende rare affecren . Ende daerom een generale ghewoonte van te Simuleeren , ( 'rwelck is de laetſte trappo ) is een faute , ſpruytende , ofte uyt de valſcheyt der Natuyren , ofie uyt bevreeftheyt , ofte uyt een ghemoedt, dat ſom . mige groote fouten onder fijn leeden heeft, het welcke ( om dat een Man de ſelvigen nootfaeckelijcker -wijſe veynſen moet , ende verbor ghen houden ) veroorſaeckt hem Simulatie in het werck te ſtellen in alle andere dinghen , op dat fijn handt veel -tijds niet uyt het ghe wricht engeraecke: De groote voordeelen van Simuleeren ende Dis Simuleeren ,zijn drie ; De eerſte is, om alle oppoſitie ende tegenſpreec kinghe meder te leggen ; als oock om te begrijpen. Want waer dat des Menſchen voornemen openbaer gemaeckt wort , is het daer een Alarm ; om op te roepen al die tegens hen zijn . De tweede, om een ſchoon vertreck voor fich felven te bewaren ; Want , foo verre fich een Man verpant door een openbare verklaringe, hy moet daer dan mede doorgaen , ofte eenen val verwachten. Dederde is , om ander lieden fonen en voornemen te beter te vernemen ; want het Volck wil Gich qualijck tegen hem opſtellen die ſich ſelven open leyt ; maer wil hem fraey aengaen laten , ende veranderen hare eyge vryigheyt der woor. den , in vryicbeyt der gedachten ; Ende daerom is het eengoet, ende souw Spreeck- vvoort , der Spangiaerden. Segt een leughen, ende vinde een vvaerheyt, ghelijck als ofte daer anders geenen wech en waer , om te ontdecken , dan door Diffimuleeren : Daer zijn oock alſoo drie Achterdeelen , op dat het mach ghelijck gaen ; De cerfle ; Dat Simu latie ende Diffimulatie ghemeenlijck vergeſelſchape worden, met eenen ſchijn van bevreef heyt, de welckein yder affeeren bederft de vleus gelen der rondt- op - vliegende dingen nae het Merck . Dettveede; dat het verbaelt maeckt , 't ghevoslen van menigb, die de ſaecken wila den | 3
Van Simuleeren, en Diffimuleeren, of Veynſen. 70 den bedecken , ende doet een Man nae lijn eynde wandelen , alleen in effect ; De derde ; ende de grootſte is , dat het een Man beroof van een , van de principaelíte inftrumenten om te handelen , 't welck is Credje ofte Gheboof. Dacrom dan om te beſluyten ; Reghelen van Politie (waneick en gae niet vorder ) vereyſſchen deſe vermenginge : Dar een Man hebbe een gheftalte des ſecrectheyts ; cenen Naem van openbarticheyt, ende goedt ghelove, ende een aerdicheyt te Digi muleeren. Wanneer daer gheen ander remedie en is , daer is een miſ. grijpen ,waer van men een yder behoortte waerſchouwen. Endedat is defe,dat veranderlijcke en onftantvaltige lieden zijn gehouden voor Diffimuleerders; want wanneer het volck vindt, dat een Man huyden dus is, ende merghen anders, foo dencken fy, dat hy den ſelvighen Man was, die hy daeghs te voren was ; ende dat het maer een ont deckinghe is, wanneer het in der daedt veranderinghe is ; ghelijck als de ghemeyne dwalinghe by het fimileeren huylhouden ; wanneer 'evolck dat voor onderfcheydinghe ende ontleedinge der lichamen neemt , het welck een veranderinghe is. Ende ſulcke Perſoonen zijn qualijcker uyt te vinden,endeaf te beelden,dan Diffimuleerders: want Diſſimulalie mach ghefpeurt worden door Hevel, dat is, door wetende des Menſchen eynde ; ende oordeelende daer uyt van hare intentien ende voornemen. Maer onſtantvafticheyt is qualijck ghebracht tot eenighen Reghel ; uytghenomen dat het zy door het noteeren der tijden , der wederom -keeringhe, ghelijck als het is gheleghen met de Tijden des Vloedts: ofte door een generael ooghmerck, dat een Man niet en ſchijnt langh te ſullen verblijven, 'tgene hy van te voren was.
XLIII.
Van Muyterije ; en Oproer. CHABPHERDERS des Volcks, hadden van nooden te ken nen de Daghen der Tempeeſten des Staets, de welcke ghemeynlijck de aldergrootíte zijn , foo wanneer de dingen tot een weſen groeyen: even als Natuyrlijcke Tempeeften op het alderhevighſte zijn omtrent de Æquinoctiael, wanneer de dagen en nachten even lanck zijn : ende ghelijck
Van Muyterie , en Oproer. 71 ghelijck als daer ſeeckere holle ruyffinghen zijn , en ſecrete ſwellin ghen derZee , eer dat het tempeeſt komt ; even ſoo zijnder oock in Staten : Ille etiam cecos inftare Tumult us Sepe monet, fraudefque de operta tumefcere Bella . Seeckerlijck , onbehoorlijcke, ſtoute, en vrye Diſcourſen , wanneer ſy ſeer ghemeyn gheworden zijn , en onbedeckt; worden ghetelt onder de teyckenen en voor-boden des oproers . Virgilius verklarende den voortganck , ofte d'afkomſte van Faem , ſeydt, dat fy was des Ru. moers Sufter . illam terra parens, ira irritata Deorum
,
Extremam ut perhibent, Cao , Enceladoque fororem Progennit . Ghelijck als ofte Faem ende Rumoeren , de overblijfſelen van ghe paſſeerde muyterijen waren ; maer ſy zijn in der dåedt niet minder dan de voorſpoeckſelen der toekomenden oneenigheden ; maer hy merckt het te recht aen , dat muytachtige oproeren , en muytachtige Famen , niet meer en verſchillen ,dan als Maſculinen Fæminijn : Oock foo is dat geſlacht van gehoorſaemheyt fufpe & om gehouden te wor den , waer van Tacitus ſpreeckt : Erant in officio ſed tamen qui mallent mandata Imperantium interpretari, quam exequi. Wanneer op Geboden en Bevelen ghediſputeert , ende tot den ſelvighen eenen nieuwen Sin ghegeven werdt, dan is het, het eerfte proeffluck van ongehoorſaem heyr: Inſghelijcken ( gelijck als Machiavel dat wel aenmerckt ) dat wanneer Princen , de welcke Geemeene Vaders behoorden te weren , ſich ſelven als Partjen vertoonen , ende leunen op een zijde, dat het is als een Schuyt die ongelijck gaet, voor dat ſy om -valt: Alſo, wanneer oneenigheden , krackeelen , factien , opentlijck en ſtoutelijck ghe hanteert worden en in 't werck geſtelt, foo het is een teycken , dat het ontſicht des Gouvernements verlooren is : Ende ontſach is dat,met het welckede Princen van Gode omgort zijn ; de welcke daer draghen het uyt - doen van dien ; als van een fijn grootſte Oordeelen : Sol vam singula Regum. Soo wanneer eenige der vier Pilaren des Regie ringhe beven , ende ſeer onſterck gheworden zijn ; ( welcke zijn Religie,
Van Muytery , en Oproer. 72 Religie, Jufficie, Raede , ende den Schat ) de lieden behoeven dat wel voor ſchoon weder te bidden : Maer lact ons het Voorſegghen achter wegen laten , endelaet ons van de materialen der muytenjen ſpreece ken , ende van de oorſaecken van dien , ende van de middelen : De materie van muyterijen is tweevoudich , Veel armoedts ; ende veel onvreedſaemheyts:Gewiſſelijck ſoo meenighe omghekeerde Staten ; ſou meenige oproeren : merckt Lucanus wel aen ; ende den Staet van Romen , voor dat den inwendighea Krijgh was : Hinc ufura vorax , rapidumque in tempore fænus, . Hinc concufa fides, de multis utile Bellum
Dit ſelvige Multis utile Bellum , is een feker, ende ongetwijffelt tecc ken van eenen Staet , die geneyght en gegeven is tot Muyterijen, en oncenicheden : Soo veel als het miſnoegen aengaet, dat zijn de rechte humeuren des Politijcken lichaems, bequaem om een over natuerlijckc hitte te vergaderen, ende te branden : Ende en laet het perijckel van dien hier door niet afghemeten worden, te weten , oft ly rechtveer . dich oft onrechtveerdich zijn ; want dat waer al te redelijck gheoor deelt : nochre hier door niet te weten , of de ſwaricheden ende ver drieten , na de welcken dat ſy op -rijſen , zijn in der daedt groot ofte kleyn; want dat zijn de alder -perijckelooſte miſnoeghen , waer de vrcele grooter is, dan de voelinghe. Deoorſaecken ende bewegin ghen der Mutterijen , zijn Religie, Schattinghen , Vernicuvvinghen der Wetten , Bevorderinghe van onvveerdizhePerſoonen , der Vreemden Duyrte. Ende alles wathet Volck veritoort , dat verſamelt ſich oock tot een ghemeyne oorſaecke Voorſoo veel als de middelen aengaen, daer toe moeten eenighe generale Preſervativen ghevonden worden ; de rechte geneſinge moet met de particuliere ongeſontheyt over een komen. Matighe vryigheyttegheven ,om verdriet te verdwijnen , is cenen goeden wogh en reghel, foo hat zy fonder al te groote ver caertheyt, ofte braveeren : Want hy , die de humçuren anderlines heen keert, ende de wonde veroorſaeckt inwendich te bloeden , ver oorſaeckt quade Suveeren , ende ſchadelijcke Ghefuvellen. Ende al Too magh de faecke van Epimethens, Prometheusworden in dit ghe val : Epimetheus,wanncer lwarigheyt ende verdriet wegh vliegende, by ten lactften cendeckſelfoot,ende behieldt de Hoop in den bodem van 't
Van Muyterije , en Oproer.
73 van 't Vat . Ghewillclijck , het Politi;ck , en konftich onde houden van de Hoop, in ſommiger manieren , is een van de belic Antidoren trgen het vergift van Mufnoegen: ende hetis een ſeecker teyeken van een vvysGouvernement, ſo verre het de Menſchen kan ophouden, en voeden door Hoop ; wanneer het niet en kan geſchieden door vol doeninge : alfoo het voorſien ende voor-komen, datter geen eygen ſinnighen, nochte gheen ophouders en zijn , tot den welcken de on vreedſamen haren toevlucht moghen nemen, ende onder welcken ſy ſchuylen moghen , is ſecckerlijck bekent, een uytmuntent werck van Behoedinghe te weſen. Ick verſtae ſulck eenen eyghen- ſinnigen, die van groote macht en aenfien is ; die daer over - eenkominge ende verbondt maeckt met de miſnoegende partye, ende op den welcken *
de ſelvighen hare ooghen flaen , endedie oock in 't particulier, voor fijn eyghen perſoon ,ghedacht wort qualijck te vreden te zijn . Info ghelijck en het deylen en breecken van malkanderen alle verſamelin . ghen ende orders, te weten , al die teghen den Staet zijn , ende ſetten den ſelvighen in ' byſonder , ofte ten minſten in't vermoeden van ontrouw , de een teghen de ander; en is oock niet een van de quaetſte middelen . Want het is een wanhopighe ſaecke, ſoo verre de rechte parthye des Staets, vol van onecnigheyts ende factien zy ; ende de valſche weder- parthye, gheheel en al vereenight blijft. Tenlaetſten, en lact de Princen niet zijn ( reghen allen uytkomlien ende afloopin . gen , ſonder een , ofte liever meer perſoonen van krijchlijcke Deught ende weerde ; om altijt omtrent hen te zijn , tot de onderdruckinghe der muyterijen in haer beginſelen ;want ſonder dat , daer waren meer vreelen en bevinghen ( ghewent te zijn in 't Hof ) om de eerſte uyt breeckinghe cenes twiſts , dan wel goet waren , ende den Staet loopt als dan in perijckel , daer Tacitus van ſpreeckt: Arque is habitus animo rum fuit, ut peſſimum facinus auderent panci ; plures vellent; omnes pate rentur ; Maer lact ſulcke oorloghs Perſoonen verſekert zijn , ende wel gheacht , liever dan ghemeyn ; endegoet Ghcſpreck houden met de andere lieden des Staets; ofte anders, ishet middel ergher dan de Sieckie K
Van
74 XLIV .
Van Innovatie ,
ofte Vernieuwinghe.
YHELLICK als de gheboorten der levendigen Schepſelen in't Vernieuwingher ; de wclcke de Schepſelen des Tijdes zijn : nochtans niet tegenſtaerde , ghelijck als die ghecne , die d'eerſte Eer in haer shellai ht ende afkomſte brenghen , van meerder weerden zijn , dan de meeſte die naer komen ; even ſoo is het eerſte van 't gheene dat voor gact ( by aldien het goet zy ) telden verkreghen door navolgen . Wani't Quaer , in des Menſchen Natuye ( nac dat de ſelvighé nu verkcert Itaet) heeft een Natuyrlijcke beweginge, ende het ſterck ſte in e volherden ; Maer 't Goet , gelijck als een ghedwonge beweginge zijnde , is het ſterkſte in 't aldereerſt . Sekerlijck, yderMedecijne is céu Verrievvinghe, ende hy , die niet en wil nieuwe Remedien ghe bruycken , moet nieuwe fieckten verwachten ; want den Tijde is den grootſten vernieuwer: ende indico denloop des Tijdts dedingen ver andertten erghlen , ende in dien Wijheyt ende Ruededen ſelvigen niet en ſal ſoecken te veranderen ten beſten ; Wat ſal het eynde zijn ? Het
1
is waer , dat alles wat inghewortelt is door ghewoonte, ( al. hoe- wel het niet goet en is ) is nochtans ten miniten nuttelijck ende dien ſtich ; « nde deſe dinghen die langh te ſamenghegaen hebben , zijn als of ſy t'fanen afghek noopt waren in haer felven ; waer als nieuwe dingen niet foo wel en lappen : Want al-hoe- wel dat fy helpen door hair voordeel, ſy hinderen nochtansdoor harę onovereen - kominge . Daer beneffens ſy zijn ghelijck als vreemdelinghen , aen de welcken men ſich fier verwondert , maer die weynich gunſte betrout wor den : Al dit is waer ; indien den rijdt ſtilſtaen wilde , de welcke ter contrarien ſoo rondtom loopt , dat een moetwillighe ende ſtoute te rugh -houdinge van Ghevroonte , cen fulck oproerigh dingh is , als een berrieuvvinghe Ende de geene die foo de oude tijden al te veel ecre aen doen , zijn alleen een geck -ſpel ofte beſpottinge der nieuwen . Het ware dacrom goet , dat de lieden de Exempelen des rijdts ſelfs in hare t'ernieuvringen wilden na-volghen ; ' t welck inder daet groo telijcx verzichovi ; maer ghcruſielijck , by weynich , ſchier niet om ghe .
Van Op- ſcherringhen.
75 ghemerckt te kunnen u orden . Want anderſins is al wat nieuw is, onverwacht , euide het verbetert altijt deeen , ende verſlimt de ander : ende Hy die daer door geholpen is , neemt het voor een Fortuin , ofte goet geluck , ende bedancktden tijde; ende hy die ſchade lijdet, voor cen Onghelijck , ende reeckent het den Aucheur toe , als de Oorſaeck van dien. Hetis inſgelijcks goet , in Staten , niet vecl nieuwe onder ſoeckinghen in't werck te Itellen , uytgbenomen dat de Nootuven . dicheys zy aen - dringhende; ofte hetVernieuvringhe mach zijn , tgee nige het welcke deVeranderinghe aentreckt ; ende met het verlangen des Veranderings , het welckede Vernieuwinghe pretendeert ; endein legen , dat de Nieuwicheyt , ( al-hoe-wel het niet verworpen en zy ) nochtans in Sufpicie gehouden worde ; ende gelijck als de Schriftuere ſeyt ; Dat vvy moeten past flaende blijven op de oude vvegen , ende dar fonds om ons ber fien , ende 'vernemen ' t vvelck den rechten ende vvareu vuegh zy , om daer in te vvandelen .
XLV.
Van Op - ſchortinghen. E Fortun is ghelijck de Merck -plae:ſe , waer dat dickwils (ſoo ghy een weynich wachten kondt) den Prijs vallen fal: Ende wederom , Soo is ſy ſomtijts gelijck Sybillaes offer, 't welckin 't eerſte een ſaecke ofte ghemack ten vollen soone, ende ſoo aengaet by dec len , ende nochtans den Prijs ophout; Want , Occaſie ende gelegent heyt ( nae dat het in tghemeyne Vers-fpreuck te kennen gegeven wort ) vertoont een kaelhooft, nae dat ſy haere vlechten in't voorhooft ghetoont heeft, ende niet aenghenomen is byden ſelvighen ; ofte ten min . Iten vertoont zy eerſt den Heughel ofte het oore van de kruycke, om daer by aenghenomen te worden ; ende daer naer den buyck, die qua lijck om te vatten is : Ghewiſſelijck , daer is gheen grooter Wijheyt, dan den tijde wel te weten , om wanneer dinghen aen te vangen , ende wanneer de ſelvighen van ſich te late zijn . Perijckelen zijn nietmect Iwaer , wanneer ſy cens licht ſchijnen ; ende ghevaeren hebben de lice den meer bedroghen , dan ghedwonghen . Ncen ; Het waer beter de perijckels ien halyeu - Weghe te ghemoeten , al-hoc-wel dat ſy K 2 gantſch
ghen rtin 76 . Van Op - ſcho gantſch nict naerder en komen ; dan al te langhe wacht te houden op bare aenkomite : Het is niec goct voor een Man al te langh te wahren , ofre te waecken , op dat hy (miſſchien ) niet in flaep en valle . Ten anderen : Bedrooghen te worden door alte langhe ſchaduwe, als ſommighe gheweeſt zijn , wanneer de Maenc leegh was , ende ſcheen op harer Vyanden rugge ; ende ſoo oock af te ſchieten voor den tijdt ; ofte de Perijekelen te leeren aenkomen door het over- vroegh ftruyc kelen nae den ſelvighen toe, is een ander Extremiteyt. De rijpheyt , des ghelegentheyts, moet altijt (als wy ſeyden ) wel overwegen we. ſen , ende generalijck is het goet om al de beginſelen van groote faec ken , altijt Argos te bevelen , met fijn hondert Oogen ; ende het eynde van dien Briarius, met fijn hondert Handen , om eerſt wacht te hou . den , ende dan te bloeyen. Want het Helmet van Pluto ( 't welck een Politijck Man ontlighibaer doct gaen ) is Secreethese in den Raedt , ende gauwicheytin de Executie Maer , wanneer de dinghen eens tot Executie ghekomen zijn , daer en is dan gheen Secreesheyt te vergne lijcken met Gauvvicheyt : Even ghelijck het beweghen eenes koghels in de locht , de welckeſoo ſnel vlieght , dat hy de ooghe ontloopt .
XLVI . Van Waerheydt. AT is Waerheydt , feydt den boertighen Plautus ? ende hy WAT en wilde niet toeven na een Antwoordt. Ghewillelijck , daer zijn ſommighen die gheneuch'c ſcheppen ; ende achten het een ver bandt te weſen, een gheloove te itellen gheneyght zijnde tot Vryen wille , allo wel in't deocken , als in't doen : ende al -hoe-wel de Secten der Philoſophen , van dien aerdt alleen begonnen ; nochtans blijven daer feeckere ontde kende verſtanden over , de welcke van de ſelfde acílem zijn , alhoe wel daer wel niet foo veel bloers in hun en zy , als in dele der Oudt - vaderen was , Macr het en is niet alleen de grootlic mocyte ende arbeydt , die de lieden aanwenden in het uyt-vinden des Waerheyrs : nochte wederom , wanneer die nu uyt - ghevondes is , en belalt , dat der menſchen ghedachten , en niet de leughens , haer in gunſtebrengen lullen ; maer de Liefde allcen ( al - hoe - wel bedecki ) die
Van Waerheyr. 77 die ſy tot de leughen draghen uyt der Naturen. Een uyt de hooge Schoole der Griecken , ondervraeght de Materie, ende vertoeft een
1 weynich om fich te bedencken , wat daer onder ſchuylen mach , dat het Volck leughens ſoude beminnen , de welcken ly nochtans niet en ſpreecken uyt vermaeck , als de Poëren doen , noch om voordeel ofte profijt , als de Koopleden ; maec om de bloote leughens vville . Maer ick en weet niet wat ick ſezghen fal; dan dat de ſelvighe Waer heyt een naeckt ende open Dagh-licht is,de welcke de Maſkeraden , of Mommen -aenſichten , endetriumphen des weerelts, nier half foo ftatelijck en fraey doet ſchijnen , als het Keerſen - licht. Waerheyt kan lichtelijck tot de waerdije van een Peerlekomen ,die het beſt by Daegh vertoont , maer die niet rijlen en ſal tot den Prijs eenes Dia mants, ofte Carbunckels, de welcke beſt ſchijnen in veranderlijckelich ten . Een vermenginghe eens leughens , brenght ghemeynlijck , en altijdt, vermaeck by : Twijfelt yemande daer aen , dan dat ( indien alle ydele opinien , vleyende hope , valſche vvaerdye , inbeeldinghen by maniere van ſpreecken, uyt der menſchen (unnen ghenomen waren ) het ( ſegghe ick ) een groot ghetal der Menſchen verſtanden, vol van arme verſchrompele en gheſchroncken dinghen wilde laten, vol van ſwaermoedigheyt, ongheſontheyt, ende onbehaeghlijck tot hier fel ven. Een van de Vaders noemde de Poëſie ſeer ernftelijck , Vinum Damonum ; der oorſaecken , dat het deinbeeldinghen vollet en voe det ; ende nochtans en is het maer met een ſchaduwe van leughen . Macr her en is de leughen niet die door de ſinnen gaet, die de ſchade den gheeſt, ofte fin , die in -ſchroeft, en ſich daer in fet, ghelijck als wy daer te vorens van ſpraecken . Maer hoe ſeer dat oock delo dinghen der menſchen verkeerde affe & en en oordeelen befitten ... Nochtans, Waerhey ', die alleen haer ſelven dichtet , ghevelt voor een leere ; dat het ondervraghen des Waerheyts , 'twelck ſoo veel is als het ghebruyck te ghenieten van dien , is het een en alleenlijck Souve reyn goet des Menichelijcken Naruyrs. Het eerſte Schepſel Gods, in't werck der dagen ,washet licht der Sinnen :Hetlaetſte ,was het licht des Redelsjckheyts. Ende fijn Ruft - dachs.vverck , altijt lints dien tijdt , is de verlichtinghe des Gheeftes. Ten eerſten blies hy licht op de Materie ofte Chaos ; dan aeſlemden hy lichrin'r aenlicht der Menſchen ; ende noch tot deſer uyren aeſlemt ende blaeſt hy in het licht op het aenge licht K 3
n
78
Va
ydt .
rhe
Wae
licht van ju uytverkooren. Die Počet diede Seite verheerlijckte en verſchoonde , de welcke anderſincs legheren , is de minſte van al de relte ; die dier leer vermaeckelijck ſeydi : Het is een vermaeck op ber
Lande te faen , onde te fien de Schepen in de Zee op en noder ghedreven en gheſmeten te dvorden . Ende een ſchoon vermaeck in een venſter eenes Cafieels te ftaen, ende te ſien oenen Slach vechten ,ende de avontuyren van dien , beneden ; vvel-verſtaende, dathetaenfiengheſchiede met jammer ende medelijden , ende niet met opgheblaſentbeye ende hovaerdicheye. Ghe . willelijck , het is een Hemel op der Aerden , om te ſien der Menſchen gemoeden in Liefde te bewegen,en te ruſten op voorſichticheyt, ende lich tot de palen des Wacrheyts te keeren , ende vorders te gaen van de Waerhey, der Theologanten en Phiolofophen , tot de Waerheye der Burgherlijcken Affeeren . Het ſal bekent worden , by die het niet in her werck en ſtellen , dat klare ende ronde deylinghe , de Eere des Menſchen Natger is : Ende dat vermenginghe met valſcheyt , is ghe lijck Alloy in Silvere ofte Goude Munt ; ' t welck het Merael wel beter mach maecken om te bewercken ; macrhet verſlint bet ſelvige; Want deſe Draeyingeen kromom -loopinge is het gaen der Şerpenten, de welckeſchandelijck gaen op haren buyck , ende niet op haer voe ten . Daer en isgheen faute, dewelckeeen Menſche loo met ſchande bedeckt , dan valſch ende trouloos bevonden te worden . Ende daer om ſeyt Montaignij ( eçr aerdich , wanneer hy de reeden vraeghde , waerom dat hei woort van (Ghy Liezhe ) foude fulck een Ichande voor 't Volek zijn, ende van haer ſoo ghehatet worden . Seo verre hetwel overweegbt vvorde te fegghen dat een Man lieght, het is fooveel gefert, als dat hy God braveert; ende is ſtouttegen hem; maer is bloo de voor de Menſcher Want een leughen vertoont Gode bet geſicht , code keert lich van de Menſchen . Seeckerlijck ,de boolheydt des valſcheyts , ende het breeken des Gheloof en Waerhegis, en kan niet miſſchien loo hooghlijck będuydt worden , dan dat het fal zijn het leltegheluyt ofte Klockc-ghelay, om het uyterlte Gericht Gods op het menſchelijckegellacht te roepen;hetis van te voren geleyt geweeſt ;dat , wanneer Chriftus komen fal, dat hy geen Geloove op aerden lål vinden..
PIN
I
S.
TAFEL
79
T
A
F
E
L
Van de Heylighed
MEDIT
ATIEN .
1. Van de Wercken Godts , ende der Menschen
.
2. Van de Miraculen onſes Salichmaeckers. 3. Van de onnoſelheyt desDuyfs,ende voorſichtigheyt desSerpents . 4.
Van de verhevinghe der Liefden
5.
Van de moderatte der forghenw .
,
6. Van weereltlijcke ofte aerdtſche Hoplovu 7.
Van Hypocriten
,
8. Van Bedrieghers. 9. Van de verſcheyde ſoorten van bedriegherijen
.
10. Van Atheistery. 11.
Van Herefye , ofte valſche Leeres.
12.
Van de Kercke , ende van de Schriftuyres
.. YAN
81 I.
VAN
DE
WERCKEN
GODS ,
Ende der Menſchen . ODT beſach alles tghene fijnHanden ghe maeckt hadde, ende fiet , het was alles ſeer goet: Wanneer den Menſch ſich omkeerde , ende aen ſchoude alle de vvercken die fijne Handen gemaecke hadden ,bevondt dat allesmaer ydelheyt, ende quel linghe desGheestes was. Daerom , indien ghy arbeye den ſult in de Vercken Godts, u Suveet fal zijn als de Salve ecnes goc den Reucks, ende uwe Rufte, als den Sabbath Godts. Ghy ſult wandelen ende arbeyden in 't ſweet van een goede como ſcientie, ende ſult den Ruſt - dach houden in de gheruſticheyt, ende vryheye van uwe Ghenieringhe. Maer ſoo verre ghy na de heerlijcke daden der Menſchen wenſcht , uvven arbeydt ſal met verdriet ende fwarigheyt vergheſelſchapt zijn , ende uvue ghedachteniſſen met qua den (maeck , verwijt,ende op -ſpraeck vervolght worden : ende recht. veerdichlijck wordt het aen u ( 6 Menſch !) gheſeght; ghy, die Go . des Handewerck zijt, dat ghy H & M gheen aenghenamen dienft be wijſt, zijnde fijn eyghen werck, alſoo ſal hy u verghelden met fooda nighe bittere vruchten .
II.
Van de Wonder-heden onſes Salichmaeckers. Hy heeft alles welghedaen
.
EN waerachtighe Bekenteniſſe endetoeſtemminge : Wanneer E Godt alle dinghen hadde gheſchapen , ende fach dat elck dinck in't byſonder, ende alle dinghen in'rgenerael, uytnemende goet waren; Godt, het vvoprde in de vi'onderheden die by dede, (nu is yder VV onder L сең
82
Van de Wonder -heden onſes Salichmaeckers.
een nicuw Schepſel, ende niet over-cen - komende met het eerſte ) en wilde niet doen dan het welcke tot ganſte , ende der menſchen goet ende profijt diende : Moyſes dede Wonderheden , ende ſtrafte de Ægyptenaren met veele plaghen : Elias dede Wonderen, ende ſloot den Hemel toe , dat geenen Regen op den aerdt-bodem vallen ſoude, ende wederom bracht hy neder het vyer Gods van den Hemel op de Over ften , ende hare Soldaren. Elizens wrocht alſoo, ende hy riep de Bee
A
sen uyt her Woudt om de jonghe kinderen te verſcheuren : Petrus floegh Ananius den gheveynſden Kerck - roover , op ſtaende yoet doot: Ende Paulus floegh Elmas den Tovenaer met blindtheyt: Maer I e sus en dedealſo niet ,den Geest Gods quam neder -dalende op Hem in de gheſtalteniſſe van een Dugue, waer van Hy ſeyde; Ghy weet van vvat Gheeft ghy zyt . Jesus Gheeft , is den Gheeft eens Dugue : de Dienaren Gods, waren als de Oſen Gods, die het Coorn uyt traden, ende ſtampelden het Itroo onder bare voeten . Maer Jesus, is het Lam Gods, ſonder vurdeck , ofte oordeel. Alle fijn Wonderheden waren vervult , om des menſchen lichaemswille ; ghelijck als ſijn Leere re fpe & eerde het wel gevallen der menſchen. Het lichaem der menſchen heeft deſe dinghen van nooden ; Onderhoudinghe , Beſcherminghe van wyruvendich ongelijck ende de Medecynen. Hetwas Hy, die eengroote menichte der Vil hen trock in de Netten, op dat hy den menſchen mocht liberalijcker ende grooter voor- raedt gheven . Hy veranderde het Water ( een kleyn weerdich voedtſel desmenſchens lichaems) in Wijn, ende noch veel weerdigber,'twelck des menſchens herte ver . heught. Hy gaf den Vijgeboom een ſententie om te verdorren ende te vergien, als niet doende den plicht daer toe hy vcr -ordonneert was , welke is , vruche te dragen ros des menſchen voedſel. Hy verme het
nichvuldichte cen hleyn getal van Brooden ende Viſchkens, tot de ghe noech - doeninge van een heyr volcks,om den ſelvighen te voeden: Hy beriſpre, end fulde de Winden , die de Zee -varende lieden dreyghden te veritroyer : Hy gaf ſterckte en beweginghe wederom tot den Lammen ; lichieden Blinden ; ſpraecke den Stommen ; gheſontheyt den Siecken ; reynigheytdin Melaeiſchen; eenen reynen gheeft den Belete nen , ende leven tot den dooden. Het en kan niet beu eſen nochte ghe vonden u orden , dat eenighe van Sijze vvonderen, van eenige wraeck of e vordcel gheweeft zijn ; maer in i teghendeel vol van Goethey', Barm .
Van de Onnoofel-heye des Duyfs, c. 83 Barmhertigheyt , en des Menſchen lichaem reſpecteerde. Want ſoo veel als Rijckdom aengaet , Hy en konde fich daer toe niet verſtaen , dien aengaende eenich vvonder- teecken te doen , uytghenomen een alleen . lijck, dat Tol mochee ghegeven voorden aen den Keyſer.
III.
Van de Onnoofelsheyt des Duyfs, ende Voor -ſich
tigheyt des Serpents. De dwaes ontfanght het woordt des Wüſheyes niet,ten sy Saecke ghy hemonideoke wat hy in ſijn herte heeft . O T cen Man van een bedurven verſtant, is alle onderwijſin Tel ghe ende goede vermaninghe heel onvruchtbaer ende veracht ſaem , die met ontdeckingheofte openbaringhe harer onghereghelt heyts , ende booſer aerdt harer finnen niet en begint; het welck dan wederom ghencſen moet weſen, even als een playlter,'twelcke buy tens tijdsvoor dat de Wonde door-fochtwas,aengheleyt geweeſt is : Want, Lieden van verdorven verſtant, die alle onderſcheydinge tuſſchen quaet endegoet verlooren hebben, worden beſeten met deſe Prejudi ciale opinie, dat ſy dencken , dat alle Vromigheyt, Eerlijckheyt , ende Goethegt, her - komt van een ſlechticheyt van manieren , ende vangebreck des ervarentheyts in de affeeren des uvereles. Daerom , ten zy dat ſy mo . ghen vernemen dat deledingen, die fy in hare berten dragen , dat is te leggen, hare eygen bedorvene beginlelen en wercken , ende de diepſte wortelen harer errigheyts ende verdorventheyts , hem door en door bekent ende bewuſt zijn ,die daer om uyt is, om hen -lieden teperſua deren ende te beweghen ; fy maecken alleen een gheſpeel van woorden des Wijſheyts. Daerom hy, die na eenige goetheyt haeckt ofte hoopt ( niet verandert , nochte particulier voor ſich ſelven , macr een vrucht -brengende ende ve krijghende goetheyt, de welcke an deren oock tot ſich trecken mochte ) behoeft deſe poin &ten te weten , die in de Revelatie, de diepten des Satans ghenaemt worden : Dat hy ſpreecken inach met authoriteyt en vvare invoeginghe door-drin La ghende .
84
Van de Verhevinghe der Liefden .
ghende. Hier van komt en ſpruyt het Ghebodt i Beproeft alle din ghen , ende behou dat 's vvelck goet is: het vvelck een onderſcheydende verkieſinghe verdraeght uyt een Examinatie , Uyt devvelcke gantſch niet en is uytgheſloten ; uyt de ſelfde Fonteyne Ipruyt dele Dire &lie en ondervvijlinge, Zijt voorſichtich als Serpenten, ende onnooſel gelijck Duy. ven. Daer en zijn noch tanden , noch anghelen , noch vergift , noch kruypinghe op den buyck , noch dreyingbe der Serpenten , de vvelc. ken alte famen niet en behoorden bekent te vveſen , ( voor foo verre alsons de examinatic leydet ) en laet niemant hier een onſteckinghe ofte beſmettinghe vrecſen , want de Sonnegaet neder in dalen , ende en is daerom niet vetllimt; nochte en laet niemant dencken , dat by Gode hier in tempteert , want ſijn Neerſlicheyt , ende Generalitet van Examinatie, wort ghepreſen ; ende Godt , is genoech om ureyn endeonbe vleckt te bevvaren .
IV.
Van de Verbevinghe der Liefden. Sou ick my verblijdt hebbe des ondergancx der gheenen die my hatede ; ofie playfier daer in ghenomen wanneer den tegen poet hem over quam
.
E deteftatie ofte verſaeckinghe Jobs , voor een Man te bieven ofic te DI beminnen , waerdat hy wederom gbelievetwordt , dat is de liefde der Publičanen ghecontracteert, ende verbonden door profijt ende goeden dienſt van deeen teghen de ander; Maer lijnen Vyant te lieven, is een navolginge ende imitatie des Godlijcken Natuurs. Maer nochtans wederom vand ſe liefde zijn verſcheyden graden ; Waer van de eerſte is , onſen Vyandt te vergeven , wanneer hy leede-weſen heeft, ofte ſich deſen bedrócft hout ; V an welcke liefde daer eenen ſchim , ende ghe lijckeniſſe is , ja , even inde cdele beeſten : Want , het is van Leeuvven een aengenomen opinie ,dat hare friſligheyt ende wreetheyt ophout, regens alle dat fich lelven voor hen nederſpreyt, en onderwerpe. Den svveeden graedt is , te verghuven opſe Vyanden , al-hoe -wel zy tegen
Itaen
Van moderatie der Sorghen.
85
ſtaen ſonder ſatisfaélie ofte ſubmiſſie. Den derden graede is , niet alleen onle Vyanden door de vingeren te ſien, te pardonneeren , ende te ver draghen , maer ſelfs van den ſelvighen te verdienen , ende hen goet te doen : Maer alle deſe drie geſtalten , ofte hebben , ofte mogen heb . ben , alſoo wel een ſeeckerebraverij ofte grootſicheyt des ghemoets in lich , als een reyne liefde : Want, wanneer een Menſche merckt dat die ſelvige Deught van hem ſelven voortkomt ende vloeyt, het is moghelijckdat hy opgheblaſen is , ende liever contentement neemt uyt de vruchten ſijnes cyghen Deughts , dan in 'twelvaren fijner nae buyren : Maer ſoo verre uwen Vyande eenich ongheluck over-kome , elders anders van daen , dan van u ſelven ;ende ghy in de inwendichſte beweging heder herten beſwaert , ende mede-lijdich zijr , ende in gheenderley manieren u daer in verheught, als ofte uwe daghen van recht ende vergeldinge ten leften ghekomen waren ; Dit isterpreteere ick te zijn , de hooghezi ende verhevinghe der Liefde.
V.
Van moderatie der Sorghen. Ghencech voor den Dach , is de forghe van dien
.
A er behoort mate ghebruyckt te worden in wereltſche Sorgen , Dance anders zijn ſy beyde on - profijtelijck , ghelijck als deſe , die het verſtandı beſwaren , ende verdeyſelen den Gheest , ende maeckt die prophaen ofte ydel, ghelijck als deſe die hare finnilijcheyt favoriſeeren het welcke ſich ſelven toc -belooft cenen ſekeren eewichduyrenden tijt deſer wereltſcher dingen,wantwy behoorden defes Daeghs volck te zijn , ende niet des Morghens volck , Conſidererende de kortheyt onſes Tijdes, ende als hy feyt ;Handt aen -Slaende op den buydigen dagh, want de toekomendedinghen ſullen metter tijdt, en met beurten, te ghenwoordich worden . Daerom de ſorghe van het teghenwoordige, is ghenoech ; Ende nochtans , matelijcke ſorgbe ( of ly ons dan aen gaen in 't particulier , of:e het ghemeyne berten , ofte opſen Vrien . den ) en zijn niet om miſpreſen te worden : Maer hier in mach men fich
86
Van moderatie der Sorghen.
ſich in tuvee Manieren te buyten gaen ; De cene, wanneer de killin, ghendedraet onſer forghen uytgheltreckt, ende ontvouwen is , tot een over- groote lenghte , ende tot tijden te verre af , als ofte wy de Godlycke Voorſiennicheyr binden konden , door onſe voorſienigheden ; t welcke, even onder de Heydenens sen vertaerte ende ongeluckige ſaecke altijt bevonden wort: want die veel de Fortuyn toe- geſchreven hebben , ende met gauwicheyt veerdich waren de preſenteerende ge leghentheytmet haren handen te omvangen , ende te grijpen , zijn meeftendeel gheluckich geweeſt in haer affecren : Maer die door een begrijp des Wijſheyts zijn ghetreden , in cen vertrouwen van allen uytkomſten wel beleyt ghehadt te hebben , hebben meeftendeel on . gheluck ontmoet ende bejezhent : De tvveede maniere , om ſich te buyien te gaen , is ,wanneer wy langer in onſe ſorgen blijven ſteec ken , dan ſich wel betaemt voor behoorlijcke deliberatie , ofte vaſte reſolutie: Want,wie is daer van ons, die niet meer forge draeght dan hem betaemt , ofte om van eenen loop en voornemen volkomelijck te reſolveeren , ofte om te concludeeren ende te beſluyten op een on mogelijckheyt; ende niet altijt noch overkaut die ſelvighedinghen , ende wandelt een Dool- hof over in die felvighe ghedachten ende , verdwijnt in de ſelvighen, ſonder daer uyt te geraken , ofte daer van te concludeeren ? Welcken aerdt van Sorghen zijn alle Godtlijcke en Menſchelijcke reſpeđen ſeer contrary.
VI.
Van Weereltſche Hope
.
:
Feter is het gheficht der ooghen , dan de apprehenſie of begrijp der Sinnen
.
Eyn ghevoelen en verſtant allesontfanghende ende verſtaende, RE cnde Gouvernementofte regieringe der Sinnen , dan defeſel vige inbeel dingen ende omvattingen der Sinnen : Want den Geest des Menſchen, hcett dele Natuyre ende cygenſchap ( even in de dapperſte ende alder meeſt
Van Weereltſche Hope
.
87
meeſt geſettede Verſtanden , dat hy van het gevoelen van elck dinck in't particulier ( alsof hy gebonden ware ) voorwarts ſpringht, ende anderc Materien aenvanght; ſegghende tot ſich ſelven , dat alles wel ghedijen fal, ghelijck als dat,'twelck ſlaet op den teghenwoordigen lin : Indien den fin ofte Geest dan goet is, hetloopt lichtelijck in ce nen onbeſteckten hope , ende in een deſgelijcke vreeſe; wanneer den Sin is van quaet , nae dargheſeyt is gheweeſt; De Oraculen van Hope failjeeren, en abuſeeren dickwils . Ende wederom : Eenen grammen Waerſeggher, is voor al twyffelachtich. Maer van vreeſe mach noch eenich ghebruyck ghemaeckt worden , want het bereydt Patientie, ende ver weckt kloeckheyt des verſtants. Gheen Schepſel quaedt, is nieuw noch vremt tot my,
Elck foortbedocht , ja , en bereydet zy. Maer Hope ſchijnt een dinck gantſch ende al onprofijtelijck te zija , Want tot wat eynde dient deſe inbeeldinghe ? Van goet, conſidereert ende noteert een weynich , indien het Goet weynigher uytvalt dan ghy hoopte, alhoewel het goet zy , nochtans om oorſaccken , dat het weynigher is , foo ſchijnt het eer verlies, dan profijt te weſen , door uwe uytnemende groote hope : Indien het gedije in't eynde , even ende geproportioneert met uwen hoop, ( maer om de Bloeme vande welcke alreede door hope vergadert is , in der voeghen , dat , wanneer het gheluckt de gracy daer van is wech , ende ſchijnt ghebruyckt te zija geweeſt) ſoo treckther derhalven eer fatticheyt nae fich. Genomen , uwe uytkomſte ende ſucceſlie ghelucke beter dan uwe hoope is , het is om eenen waren ſchijn des ghewins gheacht te worden : Maer hadde het niet beter gheweeft door hopende voor niet met allen , het Prince pael ghewonnen te hebben , dan het vermeeren van dicn , dour het hopen van weynigher ? Ende dit is de werckinge des hoop's in goede Fortuynen , maer in onghelucken verweckt het de ſtercktenende het leven desghemoets; want , daer en is altijdt gheen Materie van hope, ende indienſe daer is , nochtans ſoo verre het ten deelen failleert, het overwint gantſchelijck de ſtantvaſticheyt code reſolutie des gemoets : Ende
Van Weereltfche Hope : Ende daer beneffens, alhocwel het ons daer door breeckt , nochtans is het een grooter weerdicheyt des ghemoets , onghelucken te ver draghen , door dapperheyt, ende verftant, dan door een gheſtale , 38
van abſenteeren , ende het gemoedt te alieneeren , van teghenwoordige dinghén , tot toekommenden, want dan is het tot hops. Ende daeron was het groote lichtvaerdicheyt der Poëten , te houden, dat hoop was als ecn teghen - gift der Menſchelijcker kranckheden , om die te Verfachten, ende de raſerij ende gramſchap van dien te verdwijnen , waer dat het nochtans de ſelvighen ontſteeckt , ende raſent maeckt , ende veroorſaeckt beyde verdobbelingen, ende weder -inſtortinghen der ſelvig'ien : Niet teghenſtaende, ſien wy dathet grootſte getalder Menſchen , ſelfs hare inbeeldinghen van hope, ende begrijpinghen der Sinnen over-ghegheven hebben in der maten , dat ondanckbaer inghepaſſeerde dinghen , ende in ſommigher manieren ongedachtich der teghenwoordigen, ghelijck als of ſy eeuwichlijck alleen kinde. ren ende beginners waren , ſy altijt verlanghen nae toekomende din ghen. Ick Jach alle de Lieden vvandelende onder der Sonne, vervoeghen ende vergaderen tot de tvveede perſoon , de vvelcke achter naer te fuccedee ren vvas , dit is cen groote freckte , ende een groote ydelheyr der Sinnen . Maer veel lichter wilt ghy deſe Queſtie vragen , of het niet beter en zy , wanneer de ſaecken in twijffelachtige termijnen ſtaen , het beſte te vermoeden , ende liever wel te hopen, dan te miftrouweo ; princi palijck fiende, dat Hope een grooter gheruſticheye des ghemoedts veroorſaecke ? Ghewillclijck , ick oordeele een Staet cenes ghemoedis, de welc kc in alle twijffelachtighe verwachtinghe , gheruſt is , ende niet en vloeyt, nochte op en neder gedreven wordt, endede welcke dit doet, uyt een goet gouvernement ende Compoſicie der Affecten , een van de principaelfte ophoudinghe des levens der Menſchen te weſen : Maer de verſeeckeringhe endegheruſtheyt des ghemoedis, de welcke alleen aen den Ancker des Hoops rijdet, verwerpe ick als litterende ende weeck ; niet , dat het ſich niet en betaemt van verre te fien , ende fich door een goede ende gheſonde Conjecturatie voor teſtellen , alſoo wel het goet als het quaer , dat wy daer door onſe affeeren moghen voeghen tot de feeckerheden ende ghelijckheden van hare uytkom ften ; wel verſtaende , dat dit maer zy cen werck des verfandts ende oor:
Van Hypocriren .
89 .
oordeels , met een behoorlijcke verbindinghe , ende ghenegentheyt der affe & ie : Maer wie iſfer van u die lijn Hopen ſoo binnen boordes ghehouden heeft , als dat wanneer het ſoo is, datghy uyt een leven dich en ſterck Diſcours des verftants, het beſte ſucces, oock in appa rentic, het beſte ghedocht heeft te ſchijnen , ghy niet ghewoont en hebt op het recht bedencken ende voor-dencken des toekomenden goedts ? en bor en faveur tot u ghemoedt ghevende, niet ghevallen , en zijtin ſulcke bedenckinghen, als in cencn playſierighen droom ende dit is , 'twelck der Menſchen linnen licht maeckt ; vroetende on -even , ende veranderende . Waerom dan alle onſe Hope foude beſteedt worden aen het Hemelſcheleven , dat toekomende is. Maer dies te reyner, dat onſe linnen zijn hier op der Aerden van den ſchijn , ende coleur der Imaginatien ; dies te beter en wijſer isdeziele : Den týdt is kort, die men te leven beeft , Verder te forghen u dan niet begheeft .
:
VII.
Van Hypocriten. Ick wil Barmhertigheyt, en gheen Offerhandej . L het beroemen der Hypocriten,beſtaet in de wercken vande ecr lte Tafel des Vets , welcke is van denbiedinghe ende ſchuldige plicht tot Godt , Waer van de reden dubbelt is , beyde om oorſaecken , dat ſulcke wercken een grooter aenwijlinghe , ende ſchijn van hey ligheyt hebben ; ende infghelijcx , om dat de ſelvighe bare affedien ende verlanghen Weynigher cruyſighen : Daerom , den rechten wegh om Hypocriten te ghewinnen , is , den ſelvighen van de wercken der Offerhanden ,tot de wercken der Genader ende Barmhertighezesteſenden , waer van dit ſeggen voortkomt: Dit is een reyne, en onbevleckte Religie, met Gode den Vader ; Weduvven ende Weeſen'in hare tribulatien te ver foecken . Ende dit ſegghen : Hy, die fijn Broeder niet en bemindt, den vvelcken hy gheſien heeft; hoe kan hy Gode beminnen , dien hy niet ghefiex en heeft ?
M
Nuo
Uan Hypocriten. 90 Nu ,daer is een ander ſoorte van dieper ende meer omlopende Hwy chelerije der Hypocriten : Want fummige haer felven bedriegende, ende haer ſelven weerdich denckende , van een naerder acces tot Godt, ende converſatie , vergheten de ſchuldighe plichten der liefden tegens hare waeften , als een ſaecke van kleyne importantie, 't welck in der daedt niet en veroorfae& c Originalijcker -vvijſe, bet begin van een Munnicks leven ( want de beginſelen waren goer ) maer brachtent in ' t miſs bruyck , ende 'tabuys, welck nu ter tijdt na ghevolcht wort : Want het is warachtichlijck gheſproken : Dat het officie van te bidden , is een groose officie in de Kercke ; ende 'aet is voor het goet der Kercken , datter Toorten van menſchen afgheſondert, ende vry ghemaeckt zijn van de forge deſes werelos, de welcke met daghelijckiche ende devote Suppli. calien ende obſervatien voor de Godlijcke Majefleyt mogen ſolliciteren , voor de faecken der Kercke. Maer tot deſe ordonnantie , is de andere Hypocriſie eenen na- buyr , nochte de generaleinftitutie en is te blamee . ren; maer deſe Geelten ,die baer ſelven te hooch verheffen , zijn te be. dwinghen : Want Enoch felfs , de welcke gheſeyt worde met Gode te wandelen , Propheteerde, ( gelijck als ons overghelevert is door Iudas ) ende begaefde de Kercke met de vruchten fijner Prophetie, welcke hy achter liet :endefohannes den Dooper,tot den welcken fy ſich vervoech den , als tot den Autheur des Münnicken levens , reyſdc, ende exer ceerde fich veel in den dienft des Propberie, ende des Doops . Maer voor foo veel de anderen aengaet , die ſooghedienſtich voor Godszijn , tot den ſelvighen ghehoort dere queſtie; of ghy rechtveerdicheyt han delt, vvat is Godt daer aen gheleghen ? ofte vvat profijt ontfanght hy daer door van uude handen ? Waerom dın , de wercken der genaden , zijn die , de welcke zijn de wercken van Diflincte,waer door de Hypocrisen uyt te vinden , ende te onderſcheyden zijn. Maer met Ketterſohe men Sehen is het contrarie ; want ghelijck als Hypocriten, door hare gediſli muleerde ofregheveynlde heyligheyt teghens Gode, 'tongelijck welck fy den Menſchen aen doen , bedecken ; even foo, openen de Ketters eenen wegh met hare blaſphemien teghens Godt, door hare maniere lijckheyts enderedelijck draghen met den Menſchen .
Van
21 VIII .
Van Bedrieghers. of my wech zjn ghevoert in den Gheeft, het is God -waerts; ofie , of myſober zijn , het is t'uwaerts. Ir is het ware Beelt, en het ware Voeghfeldes menſchen ,voorna melijck ,de welcke Gods getrouwen Werck -man is : Sijn dragen , ghelaet, ende converſatie tot Godt , is vol van paſſie, van yver, van arbeye, waer uyt dat onuytſprekelijcke ſuchten , ende uytbarſtinghe voort-komen ; inſghelijcx beroovinghe des gheeſtes, ende benaut. heden , ſelfs in vertrooſtinge: Maer ter contrarie ſijn dragen, gelaet ende converſatie in den Menſch, is vol mildadighcyt, liberaelheyt, ſoberheyt, ende vriendelijckheye . Hier van komt het feggen ; Ick ben gbevvorden alles , fos allen menſchen , ende dierghelijcken . Het is contrariemet de Hypocriten ende Impoſtoren , ofte Bedriegers. Want die ſelvige ſetten haer ſelven in de Kercke in brandt,ende voor het volck; en zijn als ofte fy wech gevoert worde van hacr felven ; ende worden, als lieden met heylige raferyen ingeblaſen : die ſelvige ſetten Hemel , ende Aerde teghen een : Want, indien een Menſch mochte ſien ſijn eenige, ende alleene ghefepareerde Meditatien , ghedachten , ende converſatien , waer Godt alleen in't heymelijck by is, hy en ſoude den ſelvighen veel licht niet alleen kout ende ſonder Deught tot Godt vinden , maer (by avontuyr) oock vol van booſe Natuyr en Hevel ; Sober genoech tot Godt, ende getranſporteertalleenlijck rot den Menſch .
IX .
D'an de verſcheyden ſoorten der Bedriegerien . Van fich weerende ydele vreemdigheyt der woorden , ende teghen ſtellinghen der kenniſ , valſchelijck alfoo ghenaemt ; keert van u, ghevonden ende ydele Fabulen
. Laet niemandt u bedrieghen
door hooghmoedighe ofte groote fpraecke M 2
.
Daer
92
Van verſcheyden ſoorten der Bedriegerijen. A E R zijn drie manieren van ſpreecken , de welcke zijn , als of
foorte van dien is ; dat alſoo hielt als fy eenigh ſubject ofte Materie hebben verkreglen , werpen het terlont, ende rechts-wcechsin een Konft , nieuwe namen des Konits practiſeere nde , brenghende alles in Divifien ,code Diflin &lien , alwaer hy verſeekerheyden ende tegen ſpreckinghen uyt- tretke, ende ſoo vordersOppofitsen fatſonnerende door Vragen ende Antwoorden : Hier uyt ſpringen voort de Spinne webben , ende het gheklater der School.licden. De ruveede ſoorte van dien is ; die fy uyi de ydelheyt bares verſtants ( als Poëten der kercken ) maken , ende verlieren alle veranderinge van Fabelen , van Hifforien , ende van Exempelen , waer door ſy de finnender Menſchen mogen leyden, om te doen gelooven. Van waer, dat de Legenden, ende eyndelooſe Fabelfche inventien ,ende droomen der oude Kettersende valſche leeraers, groeyden . De derde ſoorte van dien is; de welcken denMenſchen ooren vullen met Myſterien, gheheymeniſfen , hooghe Parabelen, Allegorien , ende Illufien : Veel Ketters hebben oock alſoo verkoſen een M fticale , ende diepe maniere van ſpreecken teghebruycken . Door de eerfte ſoorte van deſen , is de begrijpinge , ende het verſtant der Menſchen ondervanghen , en verduylelt: Door de ruveede, wordt het vorders ghetrocken, ende verblint; Door de derde, is het beſwijmt , ende betoovert ; maer door yder van dien , is het ondertutſchen verleyt, ende verabuſeert . X.
Van Atheïstery. Te dwaes seght in fijn herte , daer en is gheen Godt . E N eerſten is het om aen te mercken , dat de Schriftuye ſeydt; De duvaes feydt in lijn berte; ende , niet gedocht in lijn berte ; Dat is te fegghen ; Hy en denckt het ſoo niet met vollen vér • ftant , als hy wel eenen goeden wille heeft van dat ſelvighe gheloove te zijn , ofte fiende dat her weynigh voor hem te beduyden heeft, ende hem weynigh aenghelegen is daiter ccnen Godt ſoude zijn ; try ſoeckt na
Van
Atheiflerye
:
93
na advenant 't ſelvige door alle middelen, ſich ſelych te perfuaderen cnde daer toe te reſolveeren : Ende ſtudeert oock , ende doet wat hem mogelijck is, ſich ſelven, deſen aengaende, te verleeckeren , te bewija ſen , ende te beveſtighen , als cenen gheſetten text ende reghel. Al welcken arbeydt ( niet tegheoftaende het voncxken des lichts onfes Gheboortens , waer door de Menſch een Godthere bekent , en noch van binnen brandet ) al om niet is ; ende te verghecfs pooght hy 't ſelvighe te vernielen , ende uyt te blufichen ; loa dat het is uyt de verdorventheyt fijos herten ende willens , ende niet uyt de natuyr lijcke begrijpinghe fijner herſenen ende vermoedens , dat hy lijne opinie verklaert, als de Poëet ſeydt: Dan quame mijn ghemoede to van mijn opinie; ghelijck als ofte fijn ghemoedt, ende lijn cyghen zijn perſoon, twee verſcheyden dinghen gheweeſt waren , Dacrom hadde het den Atheift veel beter gheſeyt, ende'tfelvighe in fijn herte behow den ; dan ghedocht, ofiegelooft in fijn berte, datter geenen Gode en is. Ten evveeden, is het om aen te mercken, dai by gheſeyr heeft in fijn herte, ende niet gheſproken met fijnen monde : Maer wederom ſult ghy noteeren , dat dit verſmooren deſer perſuaſien van binnen in't herte komt door vreeſe van Gouvernement, ende door 't praten der Menſchen : Want, ghelijck als hy ſeydt; Godt se verſaecken in een openbaer Argument, dat vvaer veel; maer in een familiare i lamen preece kinge, machher genoech paſſeeren . Want , indien deſen toom verſet ware, daer en is gheen Ketterie, die welcke fich meer wilde bencerſti ghen om over alte verbreyden , ende te vermenichvuldighen , ende fich felven wijdt uyt te zaeyen , dan Atheifferye. Nochte en (ulc ghy fchier nici lien deſe lieden , die in deſe raſernye des ghemoedis verdroncken leggen, yets anders te aeffemen, of te ſpreecken , ofte in te brenghen; ja londeroorſaccke, dan 't welcke tot Atheiſterje ſtreckt, ghelijck het blijcken mach in Lucrefias den Epicuriſchen Menſch , de welcke van ſijn aendrijvinghen teghens Religie, macckt als oft het waer eenen laſt ofte vreeſe van wederom -keeringhe, tot al ſijn an der Diſcourſen : De reden bier van ſchijnt te weſen , om dat den Atheiſt niet volkomelijck fich verlatende op hem felven, op en neder ghedreven wordende, erde in ſijn gemoede qualijck te vreden zijnde, ende van binnen menighe beſwijminghe verdragheode , ende ſchier als van lijn opinie ende voornemen faillerende, verlanght, ende be M3 gheert
Atheïsteryer . Van gheert door anderen lieden opinien , accorderende met den fijnen, gherecrouvreert, endewederom c'huys ghebracht te zijn : Want het iseea waer ſpreeck -woordt: Dai, vvie dat ernftelijck arbeyt; om gemant
94
ſelven miftroue. anders eenighe opinie te perſuaderen ,ſich Ten derden : Het is eenen dwaes , die loo gheſeyt heeft in fijn berte, het welcke ſeeckerlijckſoo is, niet alleenlijck ten oplicht dat hy gee nen (maeck en heeft in deſe dinghen , die daer boven de Natuye , ende Godlijck zijn , maer ten oplicht van Menſchelijcke endeBurger lijckewijſheyt. Want,Ten eerſten ; ſoo ghy aenmerckt de Verſtanden ende Diſpoſitien der gheenen die tot Acheifterie gheneyght zijn , ghy · fult den ſelvigen lichtveerdich bevinden, beſpottende, onbeſchaemt, ende ydel ; ten minſten , van ſulck cen Conſtitutie ende Natuyre , die welcke ſeer contrarie is tot Wijſheyt ende manierlijcke Graviteye. Ten tweeden ; Onder Staten , ende Politijcke lieden : Deſe , dewelcke van de alder grootſte diepten , endeommeganck , ende van het al der-breediſte ende alghemeynſte verſtant en wijſheyt gheweeft zijn , en hebben niet alleen doorargheyt ende looſicheyt haer profijt ghe . raept van Religieus te ſchijoen voor het Volck , maer hebben oock in der daet geraeckt geweeſt met een inwendich ghevoelen der kenoiſſe des Godtheyts ,ghelijck als die gheenigen , die ghy altijt ſult mercken , dat veel de Fortuyn ende de Voorfiennigheyt gheattribueert ende toe gheſchreven hebben . Ende ter contrarie , die daer alle dingen hare eygen argheyt ende pra & ijcken toeſchrijven , midtſgaders de middelen en ſchijnlijcke oorfaecken ; ende Diel als de Propheet ſeydt ) haer ergben Garen en Netien geroocks hebben, zijn altijdtmaer kleyne geconterfeyte Staets lieden gheweeſt, ende niet capabel van de grootlte handelingh :n . Ten leften ,dit dorve ick affirmeeren in de kenniſſe des Natuyrs, dat een weynigh Natuerlijcke Philoſophie , ende de eerſte intreden daer in , bereyt de Asheifterie :Maer aen de andere zijde, veel arwerlijcke Phi loſophie, ende diep daer in te werden , wil der Menſchen gemoederen om -keeren tot Religie: Waerom dat Atheïſterie ſchijnt altijdt ver ecnight , ende vergheſelſchapt te weſen met ſortigheyt ende onwe. rentheyt , aenghelien datter niets gherechtelijcker gheconſenteert kan worden , te zijn het fegghen der dwaſen ; dan dit ; Daer en is gheen Godt .
95
XI.
Van Here/ye, ofte valſche Leeringhe
.
Ghy dwaelt, niet wetende de Schriftuyren , noch de Macht Godts .
Es en Reghel is de Moeder van alle Reghelen teghens Hereſie. DE De:Oorſaecken van dwalinghe , zijn twee: De onweetentheyt des Wille Gods; ende de onweetentheyt ofte niet ghenocchſame con fideratie fijnes Machts. Den Wille Gods, is gheopenbaert door de Schriftugren , ende daerom is het ghebodt; Doorſoecke de Schriften : Den Wille Gods, is noch geopenbaert door de Creatueren , ende daer om is het ghebodt; Behour, endeconfidereert de Creatueren : Soo moet dan de volheyt des Machts Godts beveſticht worden ; dat wy gheen imputatie en moghen maken tot fijnen wille , ende de goetheyt des Wille Gods moei beveſticht worden ; als dat wy gheenvernielinghe ofie verminderinge en maecken fijnes Maches: Daerom ,ware Religie in de principaelfte plaetſe geſtelt, tuſſchen Superftitie, met Superftitieuſe Ketterie aen de eenzijde, ende Atheifferie met Prophane Ketterie, aen de ander ; Superftitie verwerpende 'tlicht der Schriftueren , ende fich ſelven overgevende tot ongegrondeerde Traditien , ende twijffelach tighe Schriften ende niet Canonicael, ofte tot nieuwe veropenbarin ghen , ofte tot onware aytlegginghen der Schriftsyren ,die ſelvighen dringen ſich ſelven in ; ende droomen veel dingen van den Wille Gods, de welcke ſeer vreemt ende verre geſtanden zijn , van den rechten fin der Schriftueren : Maer Atheiſterye, ende Tbeomachye,rebellerende ende muy tenerende teghens de Macht Gods, gheen gheloove ghevende aen fijn Woordt, het welcke lijnen wille openbaert , dromen op een on geloof ende miſvertrouwen van fijn Mache, tot de welcke alle dingen mogelijck ziļn . Nu, deſe Ketterie, cnde valſche leeringhen , de weleke uyt deſe Fonteyn ſpruyten, ſchijnen batelijcker te zijn dan de anderen . Want , even in Borgherlijcke regeeringhe, is het een overtredinghe in eenen hogherer graedt gheacht, de macht ende e Authoriteyteenes Frinces te verſaecken , dan te roeren ſijn Eere ofte Faem : Van deſe Herebe, de welcke van de Macht Gods derogeren en aftrecken , be neffeos
Van Here]ye , ofte valſche Leeringhes . neffens openbare Acheifterie , zijnder drie Soorten , ende fy hebben al
26
te lainen een en 't ſelvizhe Myferie ende gheheymeniſle : Vant alle Anti -chriſtenheyt wercktin een verborgentheyt, dat is onder de ſcha . duwevan Godt, ende 't is dit ; Te vryen, ende te bevrijden den Wille Gods van alle imputatie , dat geen evelof quaet haer opgeleyt mochte worden ; De eerſte Soorte van deſen is , de welcke daer twee con trarie principias ofte beginſelen maecken ende dencken , ende de cen teghens de ander vechtend: ; Decen van goes, de ander van quaet. De tvveede ſoorte van deſe is, door den welcken d : MajefteyeGods ſchijnt al te veel te kort gheſchiet te zijn , door het opſetten ende op
rechten van een ander contrarie, ende teghen - begin teghens hem '; namentlijck , ſulck een principium ofte begin als dat doende , ende affirmeerende ſoude weſen : Dat is te ſegghen ; Oorſaeck ofte Fon . teyne van eenigh Ejentie , ofte Weſen. Daerom verwerpende alſulcke preſumptie, derven ſy nochtans inbrenghen een principael Negaryf te: ghens Gode ende Privatyf, dat een faecke is van niet weſende noch continueerende ; want ſy willen hebben , het een inghebooren eyghen werck te zijn ; ende de Naruyr van lich felven wederom te keeren van de Materie en de creatuyre ſelfi, ende in Confufie; ende in niet met allen te reſolveeren; nier wetende dat het een doen ende volbrenghen is , ecnes , ende de , ſelvighen Almachtigbeyes; niet van yet te maecken , a's yet van niet te maecken. De derde ſoorte van deſen is, die de voor gacnde opinie alleenlijck in toom houden ende bedwinghen, van defe Menſchelijcke Aktie die mede deelachtich zijn van londen : welcke Aktien fy gantſchelijck willen hebben te depen deeren ; ende Subſtantia lijcker - wijſe, ende Originalijcker - wijſe, ſonder eenich achtervolgh of Sub - ordinatie der ſaecken , te banghen aen den wil ; ende maecken , ende ver - ordineeren , en de ver- apoineteeren breeder begrijp ende vryigheyt van de kenniſſe Gods, dan van lijne Miche, ofte liever van dat deel des Meches Godts ( want kengille ſelfs is een Macht waer door by weet ) dan van dat , door het welcke hy verroert , ende werc ket , ende maeckt hem van te voren bekent als ecoen Behouder ende Aenfiender van’tgeene dat hy niet predeftineert ,nochte ordineers. Niet ſeer onghelijck tot die verſieringhe, de welcke Epicurus in Democritus opinie brachte:Deſtinatie wechte nemen , ende Fortuyn te laten in -ko inen , te weten ; De verſchrickinghe ende het ſtruyckelen van Arse mms ,
Van de Kercke, ende de Schrifcueren.
97
mus , hee welcke altijt van de wijſteloorte als een beufelingeverwor pen werde ; maer al wat dat niet aen Gode en hanght ende gheleghen is, als Autheur ende Principael, door k gherer rancken en ſoorten on der hem , dat moet nootfaeckelijcker wijſe in de itedevan Gode zijn , ende een nieuw begin , ende eenen ſeeckeren Ufurpeerenden Godt, die het van een ander neemt ; Wacrom die Opinicſecr weerdichlijck ge refuſeert is , als een onweerdicheyt, ende derogatie des Majeſteyts ende Macht Gods ; ende nochtans is het voor de rechte waerheydt beve . ſticht, dat Gode niet den Autheur des quaets en is, niet om oorſaecke dat hy geen Ausbeur en is , maer om oorſaecke als niet van quaet .
XII. Van de Kercke, ende de Schriftueren .
Ghy ſule den felvighen beſchermen in u Tabernakel, vande traditien der tonghero
E Contradi &tie der tonghen , komt ons over al in ' t gemoet, uyt den Tabernakel Godes, daerom waer dat ghy u oock wenden ofte kceren fukt, ghy en fult gheen eynde van Controverfien vinden uytgenomen dat ghy u felven vertrect in den Tabernakel.Ghy fult ſeg ghen , het is waer , ende dat het te verſtaen is , van de Eenicheyt der Kercke : Maer hoort, ende merckt , daer was de Arcke in den Taber nakel, ende in de Arcke het ghetuygheniſſe , oftede Tafelen des Wets: Wat ſeght ghy my van het hay (ken des Tabernakels, fonder de kerne der Getuygenille? Den Tabernakel was geordonneeri, om de Getuygeniſſe te bewaren , ende om van de een handt aen de ander over-gelevert te worden : In ghelijcken manieren is het gade flaen , ende over -pafſeeren der Schriftueren , de Kercke bevo len ; maer het leven des Tabernakels, is de ghetuygeniffe.
FINI S. N
VOOR
98
N
R
E
O
D
O V
E -R
.
DE Oudtheden des Eerſten Ouderdoms, ( uytghenomen die wy in de Heylige Schrift heb ben ) zijn door vergetenheyt ende ſtil-fwyghen ver borghen gheweest : de Fabulen der Poëten hebben D onidea t , ende begrepen het gheene in Oude Tij den verfweghen was . Ende na de Fabulen zijn ten laetſten ghe. volght de Schriften , die wy nu genieten ; alfoo dat de inwendichſte, ende de alder- ghaheymſte dinghen der Oudtheyt, ghelijck als door
een voorhanghſel der Fabulen, klaerlijck van de Memorie der na volghenden Tijden, afgheſondert ende onderſcheyden zijn : het welcke fich tuffchen beyde deſe dinghen voeghde, die daer verlooren ghegaen zijn, ende diewy ghenieten . Voorwaer, tek vermoede, dat ' imeeſte deel der lieden van ditgevoelen welen ſullen ; dat ick voor ghenomen hebbe eenigh kortswyl ende ſpeel.vermaeck te nemen, ofte om beuſelinghen , ende dinghen van gheenderweerden te ſchrijven ; ende de felvighe vryigheyt te ghebruycken in't toe-eyghenen der Fabulen ;زاals de Poëten ſelfs aen - namen in het verçieren van dien , het welcke ick van rechts weghen wel doen konde, op dat ick met aendachtigher overdenckingen, deſe dinghen vermenghen ende beſprenghen möchte, om min ſelvenalſoo te vermaecken in hetover dencken , cfie anderen aenghenaem te zýn in't lefen : Nochte my en is niet onbekent, wat een ydele ende onftantvastighe faecke een Fabel zy , foo dat de ſelvighe herwaerts en derwaerts ghetrocken, ja ghelept kan worden, soo veel een begaeft verſtandt, ende gheffreck vermach, op dat die dinghen ( de welcke noytbedocht zijn gheweest ) kunnen ten besten gheduydtwerden. Ende my ghedenckt oock , dat defe vryighest nu onlancx feer beſmet is gheweest ; want veele , dat ſydoor haer eyghen ondervindinghe, ende goetduncken, het aeоnр fren
VOOR - REDEN .
99
fien der Oudtheyt vercrijghen mochte ; hebben ſich daer toe be vlijticht om Poëtiſche Fabulen over te fetten
. Ende deſe dick
wils gehanteerde ende Oude ydelheyt,is niet onlanghs opgheco men, of ſelden ghebruyet gheworden ; want Chryſippus felfs ( ge lijck als eenen uytlegger der Droomen) was gewent in voortijden ,'tge voelen der Stoïchen ,den ouder Poëten toe te ſchriven.Ende noch ſottelücker gaen de Chimiſche te werck ,die de Speelen der Poëten ( in het veranderen van lichamen ) de Beproevinghen der Ovens hebben toe -geeygent. Alle deſe dingen ( legge ick) hebbe ick genoech Saem bedoche,ende overwogen, ende de groote lichtveerdigheyt des menſchen verſtants, ende vrvigheytzten vollen doorfienende aenghe meret; nochtans en ben ick daerom geenſinsvan mijn gevoelen afge weecken. Want, Ten eerſten, soo moet dit verre zin;dat de vryig heyt, ende onbequaemheyt vanweynigen, de Eere, de welcke des Pa rabolen toe -behoort, in het gemeen yets soude ontrecken ; want dat geeft ( ten deelen ) ydelheyt ende ſtoutigheyt te kennen, nademael dat de Religie ſelfs,in dierghelijcke voorhanghſelen, ende ſchaduwen, behagen neemt: Alfoo dat, wie dat de ſelvigen wech neemt,die ver hindert ende verbiedtfchier de ghemeynſchappen tuſchen Godlijc ke ende Menſchelijcke faecken :maerlaet onsvan de Menſche lijcke wijſheyt ſprecken. Ick bekenne vryelück, ende ghewillich lijck, dat ick van dit gevoelen ben, dat vele Geheymeniſſen, ende Allegorien , onder de Fabulen van de oude Poëten verborgen legghen,ja vanden beginne uf,datſy eerst ghevonden zijn geweest. De oorſaeckewaerom ; is, om dat ick, ghelijck als wech ghevoert ben door de Eerbiedinghe, die ick den Ouden tijdt toe -draghe ; oft, om dat ick in ſommighe Fabulen, een ſulckeſonderlinghe over- een cominge vinde tuſſchen de gelijckeniſſe, ende'tgeene dat beteeckent wordt:
Ende een ſulcke clare, ende bequame i'ſamen -voeginghe in
de oprechtinghe des Fabels Selfs ,met de eygenſchappen der Namen waer de Perſoonen , die de Fabulen ſpeelen , mede ghenaemt ende N2 beſebree
100
VOOR - REDEN .
beſchreven worden ; Dat niemandt ſantvastelück kan lochenen ; oft dat den fine van dien, vandenbeginne alfoo ghemeent, verſlaen , ende met opfettenwille alſoo beſchaduwt is gheworden : Want wie iſer foo onverfiandich, ende blindt in een open licht ? Dat , wan neer hy hoort, dat de Faem (de Reuſen t'onder-gebrachtzijnde) ghelück als haer jonckſte Suſter na des Vaders doodt gheboo ren is . ' Selvighe de oproerighe Tijdinghen beyder parthyen niet toe en ſchreve ; de welcke pleghen noch voor eenighen tijdt over al te ſweven, na dat de wederſpannigheden ter neder gheſielt waren ? Ofte , wanneer hy hoordt; hoe dat den Reus Typhon , Jupiters Senuwen af- gheſneden , ende wech ghevoert haddew , de welcke Mercurius hem ontroofde, ende wederom aen Jupiter over -gaf, niet datelijck en bemerckte, hoe bequamelýck’t ſelvige kan machtige wederſpannigheden toeghereeckent worden , de welcke de fenumen van't gheldi, ende MachtderKoninghen af-ſnijden ende ver . korten ; Soó nochtans dat (door beleefde Reden, wijſe, ende voor fichtighe Placcaten , de ghemoederen der Onderfaten, niet langh daer naer , als heymelijck verſoent zijnde
) tok den Konin
ghen hare Machten wederom ghegheven worden ? Ofte, wanneer hy hoort , hoe veel datter gheleghen was aen het balcken var Si lenus Eſel, in dat ghedenekweerdich exploict der Goden te gens de Reuſen , tot deverjaginghe ende verſtroyinghe der ſelver, Jich niet gantſch ende vastelück inbeeldt; 'eſelvighe door de neer ſtigheyt der Rebellen in het werck gheftet te zijn, de welcke ghe meynljck door ydeleoproeren ende vreeſen,verſtroyt ende verdelght worden. Daer beneffens, voor wien kan de over -een -kominge, ende beteyckeninge der Namen duyster ſchijnen ? Aenghefien dat Metis , Jupiters vvijf, klaerlijck den Raedt beteeckent : Typhon , cenen draeyenden Storm -windt, ofte Ghefwel: Pan , het Alghemeyn
:
Nemeſis, wrake, ende diergelycke. Nochteen laet dit niemand hin deren . Indien daer altemets eenighe Hiſtoriſche verhalen onder
begre
VOOR - REDEN .
IOI
begrepen zijn ; ofte, indien eenighe by-voeginghen daer toe ge
daenzijn om çieraets wille ; ofte indien de Tijden hier a ! temets onder een vermenght worden ; ofte, indien yets van d'eene Fabel tot de andere over -ghedraghen wordt, om een nieuwe Allegorie ofte Ghelýckeniſe in te brenghen : Want het is van nooden ghee weest, dat 't Selvighe foo gheſchieden ; denoheſien dat de Ver çierſelen van Mannen , van verſcheyden Jaren ende Ouderdom waren , ende oock van onghelycke manieren en doen
: Dewjle
sommighe van dien Oudt, ende ſommighe Jonck waren
: De
eene wederom op de Natuyr der dinghen ; de andere op de Bur gherlicke faecker ooghemerck nemendew .
Wy hebben alfoo een
ander Teecken , 'twelck niet kleyn en is om te bewijen , dat fom ſoo verborghen en doncker in'tvertellen, ende mighe deſer Fabulen foo onwijs in't verhalen ſelfs van dien , ende fonder bevalligheyt zün bevonden gheworden, dat ſy de Ghelijckeniſſe van verre af aemüſen, ende gelück als toe-roepen. Want, welcke Fabel bewij ſelück is, kan oock tot vermaeck , ende tot een ghelijckeniſſe eenes Hiſtorie ghemaeet en verfient zijn
: Want, wat een ghemaect
dingh is dat ? Waer Jupiter ghefeyt wordt, Metis tex Wijve ghetrouwt te hebben ; ende jeurende dat jy met Kindt was, Haer terſtondt op adt ; waer door Hy ſelver fwangher werde , ende baerde Pallas, gewapent uyt Sijn Hooft. Voorwaer, ick en dencke niet dat eenigh onſterffelück menfche, fulck eenen afgry ſzlücken en onbedachten Droom , oyt over -comen is. Boven al, soo is dit by ons van grooter waerden, ende wordt voor een wichtighe Jaecke gehou den ; dat ſeer vele van deſe Fabulen niet ghevonden geweest zijn , door welcke de ſelvighen verhaelt worden , ghelück als door Ho merum , Hefiodum , ende andere. Want, indien wy het voor vast wiften, datſe hare beginſelen van deſe Tijden , en van defe Autheu ren (door welcken jy ons indachtich gemaect, en ter handt gekomen zin ) genomen hadden ; foo en fouden wy niet groots,na dat ick my N in 3
VOOR - REDEN .
102
in -beelde, noch Heerlijcx daur uyt te verwachten hebben ; ofte te vermoeden , dat uyt foodanighe beginſelen yets byſonders ſpruyten mochte
.
Want, indien wy met neerſticheyt de ſaecke inſien, het sal blic ken, dat de ſelvighe over -ghelevert , ende verhaelt worden ghelijck als dinghen, die van te vooren ghelooft, ende aenghenomen zijn ende niet, ghelijck als
;
of ſy dan eerst ghevonden, bedocht, ende ons
over -ghelevert waren . Ende nademael de ſelvighe oock van deſi Autheuren, die al op eenen Tijdt te ſamen leefden , verſcheyde lück vertelt worden,foo condt ghy lichtelijck mercken ; Dat het ghe meyn , ende uyt de oude memorie gheproten is, ende datfe ver Schelen door de verçieringhe, daerſe van yeder een mede omhan genwierde, doordien dat een yeder begheerich was daer yets toe te duen : Ende oock Soo hebbe ick door het overdencken , deſe din ghen groote Eere moeten toe-ſchrijven, als te weten ; Dat de fel vighe niet door de Tijden veroorſaett, noch de Vindingen der Poëten en zijn , maer ghelijck als achter -ghelaten Heyligheyt, ende foetz Windenen Lochten van beter Tijden ; de welcke uyt de Traditien der Natien die veel Ouderwaren, tot de Trompetten, ende Fluyten, en der Griecken Violen gecomen waren . Indient ye mandi hertneckelyck het daer voor houdet, dat Allegorien altijdt by gheval, endeghelijck als ghedwonghen zijnde, ende gantſch niet aenghebooren, oft Natuyrlijck in Fabulen in -gheſloten gheweest zijn ; Hem en wil ick niet moeyelijck vallen, maer Hen -lieden toe -laten die dapperheyt desVerſtandts te ghenieten, die ſy bemin nen, ende gunſtich zijn , al hoe-wel het ſchier maer plomp ende bot zy ; ende ick wil Hem ( indien hy ſulcx alleen weerdich zy ) op een ander maniere ( ghelýck als van nieuws aen ) comeno
aen boorde
Daer is een Tweeyoudich ghebruyck der Fabulen onder den Menſchen ingecropen , ende bevonden geworden ende ( 't welck noch meer
VOOR - REDEN .
103
meer om te verwonderen is ) wordt verſcheyden dinghen toe -ghe eyghent; Want de Parabelen dienen tot verdonckei inge , endeom dinghen verborghen te houden ; als oock tot verlichtinghe, ende om dinghen te openbaren ; Ende het eerſte ghebruyck achterghelaten hebbende ( liever, dan dat ick kijvens wil aenvangen , endede Ou de Fabulen ontfanghen hebbende , ghelijck als onſeeckere dinghen , die herwaerts ende derwaerts ohedreven connen worden , ende die tot vermakelýckheyt gemaect zijn ) soo blüft nochtans fonder twyfel het tweede volcomen ; noch het felvige en ſal door eenige cloeckheyt des verſtants, van ons wech - gerust worden ; Noch het en can nie mant ( die maer matelück gheleert is ) verhinderen, dat 't ſelvige niet aengeon men foudeworden , als een faecke vol aenſienlickheye , ende Soberheyts ; ende vry van alle ydelheyt, ende ſeer profijtelyck tot alle wetenſchappen ; ende alfoo noodich.
Dit ſelvighe ( Segge
ick ) is dat, het welcke des Menſchens verſlandt met ghemack door alle nieuwe , ende verduysterde ondervindinghe leydet, de welcke eenichfins verſchillen van de ghemeyne begrijpen , ende ont fanghen ghevoelens. Daerom foo waren in de Eerſte tijden , (wanneer veel menſchelöcke Ondervindingen ende Beſluyten , die nu ghemeyn ende openbaer zijn, noch nieuw , ende niet in't ghe meen bekent waren ) alle dinghen vol van alder hande Fabulen , Raedtſelen , Parabolen , ende Ghelijckeniſſen :
Ende door
deſe dinghen fochten ſy'tvolok te leeren , om de kenniſê niet ver borghen te houden : Voornamelijck , dewyle der Menſchen ver Standen in die Tijden ſeer woest, onverdu'dich, ende ſchier onbe quaem waren, om eeniche aerdigheden te begrijpen, uytghenomen die dinghen , die ſy voelen en tasten conden : Want , ghelijck als Hieroglyphica voor de Letteren ginghen ; even alfoo waren de Parabolen ouder dan de Bewijs-redenen. Ende oock nu ter tüdt, indien yemandt een nieuw licht in eenigher Menſchen verfianden wil gieten
, ende dat niet onprofütelijk , en ſonder firen
104
VOOR --REDEN . .
ſtrengigheyt moet gantſch ende al den ſelfden wech in - treden , ende tot ghelijckeniſſen ſijn toevlucht nemen . Waerom my dan , al'tgee ne , datgheſeyt gheweest is ,aldus beſluyterwillen. Dat de Wijf heyt des Ouden Tijdts is , ofie Groot , ofte Gheluckich gheweest: Groot ; Indien het Voor-beeldt, ende de Figuere van dien uyt kloeckheyt des verſtants is bedocht gheworden : Ghe luckich ; Indien de Menſchen die met yet anders beefichwaren , Materie , ende oor faeck gaven, weerdich van soo groote bedenca kinghe: Soo veel als mijnen arbeyt aengaet ( indien daer yets inis , dat helpen can ) den ſelvighen wil ick in gheenen deelen achten quan lück beſteet te hebben ; Want ickwil ;ofte de Ouderdom verheera lücken; ofte de dinghen ſelfs . Nochte my en is niet onbekent, dat defe Materie oock door anderen begonnen is geweest : Maer noch tans moet ick min ghevoelen te kennen gheven, ende 'tſelvige niet verachtelöck, maer ongheveynst. De weerdicheyt , ende denght, deſer dingben , is ſchier als verlooren ghegaen , door deſer Lieden Sihrijvens ; al-hoe -wel ſy grooten ende ſwaren arbeyt hierom aen wenden; dewyldat ſy den rechten grondt van dien niet ghetroffen hebben ; gelück als Lieden , die alleen in ſeeckere ghemeyne plaetfin ervaren waren ; ende den fin en meyningbe defer Parabelen , feeca kere Ghenerale dinghen toe-ghefchreven , ende niet foo veel als op de Ware deught ooghemerck genomen , noch de aenghebooren eygena , Schap der ſelvighen grondelijck doorfocht, noch bereyckt en hebben . Maerick ſal nieuw zyn ( indien ick niet en miſe ) inghemeyne Saecken; ende na- latende 'tgeene dat openbaer ende bekendt is, soo Salick na hoogher, ende rijcker dinghen trachten
.
TAFEL
IOS T
AF
E
L
Van de WIISHEYT
DER
OUDEN .
1. CASSANDRA , ofte VVaerſegginghe. 2. TYPHON , ofte eenen Rebel. 3. CYCLOPES , ofte de Dienders van verſchrickinghe. 4. NARCISS VS ,
ofte Eyghen - Liefde.
s . STYX , ofte Verbonde. 6. PAN , ofte de Nature . 7. PERSEUS , ofte Oorlogh. 8. ENDYMION , ofte een Wel bevallighe. 2. SOROR GYGANTVM , ofte Faem 10. ACTÆON
ende
.
PENTHEUS , ofte eenen Nieuwse
gierich Menſch. 11. ORPHEUS , ofte Liefdedes Wyſheyts. 12. COELVM , ofte de Beginſelen. 13. PROTHEUS , ofte Materie. 14. MEMNON , ofte fonckheyt te vroech rijpo ij . TYTHONVS , ofte Sarricheyt. 16. PROCVS
JUNONIS ,
ofte On-ecre.
17 , CVPIDO , ofte een kleyn Dingh niet om te verdeylen. 18. DIOMEDES, ofte Yver. 19. DÆDALVS ,
ofte eenen konftelijcken Werck -meefter.
20. ERICTHONIVS , ofte Bedroch , 21. DEUCALION , ofte VVederom - leveringhe. 22. NEMESIS , ofte de veranderingheder dinghen . O
23. Асн »
106 23. ACHELOUS , ofte Strijdt. 24.
DIONYSVS , ofte Begeerte.
25. ATLANTA , ofte Ghevin . 26. PROMETHEUS , ofte des Menſchen Staet. 27. SCYLLA , ende ICARVS , ofte den Middel-Wech. 28. SPHYNX , ofte Wetenſchap. 29. PROSERPINA , ofte Gheeft. 30. METIS , ofte Raedt. 31. SIRENES , ofte VVelluft .
Van der
WIISHEYT
der
OUDEN .
I.
Caffandra , ofte Weerlegginge
.
E Poëten vertellen , dat Apollo op Caſandra was verlieft, ende datſe Sijn verlanghen , door verſcheyde liften ende Konſten, altijdt op - hieldt, ende beſpottede; Hem nochtans altijdt voedende ; totter tijdt toedat 6 de gave van VV eerſegginghe met gheweldt van hem ghetroc ken ende gheleert hadde : maer nu verkreghen hebbende, tgheene daer ſy van den beginne, doo; haer veynſen, na trachte ; ſoo heeft fijn begheeren ,en aenhouden , opentlijck af- ghellaghen : 't welcke Apolo, wanneer hy nu ſoo verre met haer door beloften inghetreden was, als dat hy in gheenderley manieren en konde weder-roepen , 'tgheene dat hy haer ſoo lichtveerdelijch ghegeven hadde : ende noch tans met een ern: ich verlang hen oneitcecken zijnde , om 'iſolvighe te wrecken ; nochte van ſulcken lillighe l'Youire niet willende begeckt, noch
Caſſandra ,
ofte Waerſegginghe
.
107
noch beſpot welen ; ſoo heeft hy ſine belutie een straffe op-gheley , namelijck, dat ſy altijt de wacrheyt wel van te vooren foude legghen , maer dat niemandt haer ghelooven ſoude. Soo is dan haer Voorleggen wel waer ghewecl , maer haer is noyt eenigh gheloove ghegeven ghe. worden ; 'twelck by ten allen tijden wel door Ondervindinge bevon den heeft ; ja ſelfs oock in het Waerſegghen van den onderganck ende verdelginghe bares eyghen Vaderlandis ; van het welcke by van te vooren dickwils ghewaerſchout hidde , niemande nochtans daer na luyſterende, oft hare woorden gheloove ghevende . Dele Fabelſchijnt gemacckt te zijn van de ontijdelijcke, ende on. profijtelijcke vryigheyt, in 'tvermancı , ende raede gheven : Want dic gheen , die ſcherp , ende kloeck van verſtandt zijn , ende lich Apollo den Gode des Accoords, niet willen onderwerpen, op dat ſy van hem de manieren ende maten der faecken , het onderſcheit van ſcher pe ende geleerde Propooften en Diſcourſen ; ghelijck oock mede meer ervarene ende wijſe Ooren leeren , ende behouden mochten ; als oock de Tijdens , wanneer dat het beſt teſwijghen
, ende oock belt te
ſpreecken is; niet jegenſtaende dat de ſelvighen feer voornuftigh van verſtandt zijn ; oock goeden en gheſonden Raedtvoortbrengen , loo en zijn fy nochtans by na nimmermeer door haer voort- varen en aen drijven , dienſtich ; Noch en zijn niet machtich om faecken te ver handelen , noch bequaem om de ſelvighe voorwaerts te doen gaen i maer halen baer - ſelven eer een verderf op den hals; ende zijn de oor ſaecken des ondergancksder geenen , die haer met hen aenleggen ,ofc tot wien fy haer vervoegen ,ende dan worden fy noch in't eynde (naer dat ſy alle ellenden door nalatinge verweckt hebben ) voor Waerſeg ghers ghehouden , die dinghen langh van te vooren ſien konnen ... Dock foo is hier een Exempel vanby M. Catonem Oricenfem .; Want hy facb lang van te vooren , ghelijck als oft hy van eenen hoo ghen Toorn afghelien hadde, den onderganck , ende de Tyrannie de welcke zijn Vaderlandt over- komen ſoude ; eerſt door een gemeyne t'famen rottinge van yerract, ende daer naer , door den twilt tufſchen Cafar en Pompeius; ende voorfach het ſelvige, gelijck als of den Raedt Gods hem ware mede -ghedeylt gheweckt ; doch heeft ondertuſſchen den Staede gheen profijt noch goet toe - ghebracht , maer is cer ſcha delijck geweeſt voor den ſelvigen , 't welck M. Cicero wijſſelijck aen O 2 wijft,
105
n
Typho
, oft eenen Rebels
wijít , code fecr acrdich verklaert, wanneer hy tot lijnen Vriçnde aldus ſchrijft : Cato oprimefentir , fed nocet interdum Reipublica : Loqui tur enim tanquam in Republicâ Platonis, non tanquam in fæce Romuli .
II .
TYPHON ,
ofteenen Rebel .
E Poëren verhalen , Dat ſuno ( gram zijnde , om dat lupiter van den ende Godinnen , ſeer ernftelijck aenriep , dat Sy oock alſoo ſonder Pipirer baren mochte; ende na dat Sy , door haer moeylijck vallen ende gheweldich acnhouden , hier van verlof verkreghen hadde , ſoo heeft Sy de aerde ſeer gheklopt; door welcke beweginghe, en bevinghe , Typhon gheboren wierde ; een groot ende afgijſtelijck Morfer . Dit vreemdi Creatuer , is een Serperit , ghelijck als ter Minne beſteedt , op dat het van hem op.gequeecktmochte worden . Welcken Typhon , nadat hy op.gewaffen was , heeft ſonder vertoeven lupiter tot Strijdt verweckt. In defe Strijdt , quam Iupiter onder 't gheweldt van delen Reus , de welcke hem in een verre ghelegen Landt vervoerde, ende fijn ſenuwen ende aderen , aen handen ende voeten in tween ghe ſneden , ende ontnomen , Hem ſoo manck ende verkort ghelaten hecft: Maer Mercurius heeft Iupiters ſeenuwen Typhon ontſtolen, ende de ſelvighen Iupiter wederom gegeven. Iupiter nu hier door verſterckt zijnde ,vongh den Strijdt van nieuwsw cderom aen met het Monſter, ende heeft den ſelvigen terſtont ghewondt , door certen Blixem , uyt wiens bloedt, ſlangen voortgekomen zijn . Defen Typhon ten laeiſten wech - lopende , ende den moet latende vallen , foo heeft Jupiler hem met het ſwaer ghewicht des Bercbs Æshna , dacr nåer beladen .
Deſe Fabelis verſiert van verſcheyden Fortuynen der Koningen , onde wederſpannigheden der Rebellen , die de Monarchien al te-meis plc ghen te over - komen . Want , Koningen worden te recht gheſeyt (ge . ijck als lupitcr tot luno was ) aen I are Koninck rijchen getrout te zijn : Macr het gebeurt ſomuijts, dat ſy door lanckreieren ontaert gewor den zijnde, ende tot Tyranzie ſich begheven hebbende, alles tot baer felven
Typhon , oft eenen Rebel.
109
felven te trecken , ende verſmadende alleen goeden raedt ende order ; na haer eygen gevoelen en goetduncken , wetten ſtellen en maecken : Dat is datly uyt haer cyghen inbeeldinghen , ende loutere macht alles voorſtellen , ende beſtieren. De lieden dit qualijck verdragende , doen haer beſt om een ander Hoofiuyt haer ſelven voort te brengen , ende teverkiefen : Ende deſe ſaecke begint ghemecnlijck , heymelijcker wijſc, eerſt van den Adel, ende opperite Srammen des Landes,de welcke fulcks door de vingeren fiende, 't gemene Volck bewecght om oproer cnde tweedracht in den Staet te verwecken , na het welcke eenen op loop derAffeeren ( aengeweſen zijnde door de lonckheyt van Typhon) volght. Ende deſen Staet der Affeeren , wordt door de verkeertheyc des ghemeenen volcks , ende aengheboren booſc Natuyr ghevordet ende onderhouden ( een Serpent den Koningen 'tmeelt van allen quel lende ) : Maer dit ghebreck , door nieuwe verkregen macht aenge groeyt zijnde , foo breeckt de ſaecke ten letften uyt, in een openbare wederſpannigheyt; de welcke, om oorſaccke dat ly oneyndelijcke el . Jenden den Coningen , ende 'tgemeyne volck toc-brengt, ende veroor. faeckt; is gheduydet onder die vreeſliclijcke gheltalte van Typhon , welcke afghebeeldt wordt , als hondert hoofden bebbende , door de verdeylde ,ende uytgeſpreyde machten ; ende eenen vyerigen mondt , door den brandt ; draeyende ghelijck de Serpenten , door de venijn . nigheden ; ende byſonder in belegheringhen ; feren handen , door het dood - flaen ; klauwen ghelijck einen Arent , door het roosen en ſtelen ; cen Lichaem met veeren bedeckt , door de geftadige onru ften , tijdinghen , bevinge , ende diergelijcken . Ende deſe wederſpan nigheden zijn dickwils van ſodanighe Macbt , dat de Coningen , ghe lijck als van de Rebellen gedwongen worden ( hare Conincklycke Srotlen ende voornaemſte Stede verlatende ) hare machten binnenterrecken , en ſich in een afgheſonderde , ende verghetene Provintie fijnes Rijcks te begeven , berooft zijnde van de ſenuwen des Gelts , endedes Maje fleyts. Maer niet leer lang , naer dat fy hare Fortuyn met ghedult ende verſant verdraghen hebben , krijgen fy haer ſenuwen wederom door de deught ende kloeckncyt van Mercurius; dat is ; dat ſy beleef ende ghclpraec kezijnde; Wiſſe ende goede ordonnantien uyt.gaen laiende, door milde woorden en reden , deghemocderen , ende genegenibe den desyolckstoßhen wederom trecken ende verſoenen :midilgaders Len 03
110
Cyclopes , ofte de Dienaers van Verſchrickinge.
hen goecwillich ende bereydt maecken om Subfticuten en ſchatten in te brengen, eade allo cen nieuwe ſterckte des Authoriteyts verkrijg.n . Niet temin , loo en willen ſy aldermeeſt ( wijs ende gheleert zijnde ) den Dobbel- Iteen des Fortuyns niet verſoecken noch quellen ; ende onthouden ſich van Krijgh en Oorloch ; maer nochtans zijn ſy met vlijt daer op uyt , om het aenlien ende eere der Rebellen , door een ge denckweerdighe groote daedt, te breecken ; het welcke, indien het aldus nae haer verlangen geluckt, daer de Rebullen in haer Gewillen overtuyght ende ghewondet zijnde, eode van weghen harer vorigher miſdaden bevreelt , keeren ſy haer eerſt tot ghebroocke , ydele , ende weecke dreygementen, gelijck als der Slangen pijpingen ende hitlin gen ; ende daer naer de affeeren in wanhope gevallen zijnde, foo be gheven ſy haer tot de vlucht ; ende als dan is het vorders tijde,en den Coningen gheraden , wanneer de Rebellen beginnen te verdwijnen , den felvighen met de machten des Coninckrijcks ( ghelijck als met het algemeyne gewicht des Berchs Æshna ) te vervolgen, t'onderdrucken, ende te beladen .
INI.
Cyclopes ,
ofte de Dienaers van
Verſchrickinghe E Poëten verhalen , dat de Cyclopes om hare wreedtheyt , ende DI Arengheyts wille , cerkt door Iupiter neder ter hellen gheltoten, ende tot eeuwige gevanckeniſſe veroordel geweeſt zijn : Maer Telsus heeft daer naer Jupiter geraden , dat het hem geen ſchade weſen ſoude, indien hyſe uyt de banden verlofte, ende haer bulpe ghebruyckte , om Blixemen te ſmeden , 't welck alſoo gheſchiede ; ende lý hebben ſeer dienſtich , ea veclandich , gheftadelijck Blixemen , endeandere Inflrumenten van verſchrickinghen , met neerſticheyt ende met een wreet gheluyt, te weghe gebrachr: maer in lanckheyt van Tijden is het ghebeurt, dar Iupiter op Æfculapium , den Soon van Apollo, verſtoort wierde, om dat hy eenen Menſche ( door Medicijnen ) van de doot we derom opgeweckt hadde : Maer lupiter fijn gramſchap bedeckt hou. dende,
Cyclopes, ofte de Dienaers van Verſchrickinge. 1lt dende ; ( want dace en was gheen rechtveerdighe oorſaecke om ver ſtoort te zijn , de dacdt zijnde Godlijckende Eerlijck ) heeft de Gelopes heymelijck tegenshem opgeweckt, de welcke ſonder vertoeven hem ( door den Blixen) doodt ſloegen.Nu,om deſe faecke te wreecken;ſo heeft Apollo ( dewijl Jupiter het hem niet en verbode ) de Cyclopesmet zijnen booghe verniele . Deſe Fabel ſchijnt tot de daden der Coningen te behooren ; Want die felvige beſtraffen eerſt hare wreede , endebloedighe Officiers , ende ſcheyden haer af van de Affeeren , om ſich met geene laecken meer te bemoeyen ; daer nacr roepen de ſelvigen (volgens den Raedt van Tellus, dat is,door een on - cedele ende oneerlijck perſoon, om dat het 'tprofijtelijckſte is) wederom tot hare voorige plaetſen; Om vorders verſien te zijn ; wanneer eenighe ſtrengicheyt, om te ſtraffen ; ofte ſcherpe regieringe , om te volbrengen , van nooden is . Deſe lieden uyt der Natuyren wreedt zijnde, ende door het voorighe ongheluck , en quade Fortuyn verbittert , ende wel ghenoechſaem merckende , in wat ooghe ſy met den Coningen ſtaen , wenden ſonderlinghe neer ſticheyt aen in dierghelijcke faecken ; maer niet ſeer loos zijnde, ende heel ghenegen , om danck te begaen , ende in gunſte wederom te ge. raecken , volbrengen ſomwijlen ( alleen door heymeiijcke werckin ghen harer Princen , ende onſeeckere geboden ) cen batelijcke ſtraffe ende dacdt. Maer de Princen , haet ende nijdt verſmadende, endege noechfaem wetende dat haer ſulcke Inftrumenien noyt miſſen en Jul len , flaen de ſelvighed gantſcb vander handt, endegheven haer over tot hare eyghen Vrienden en Verwanten , die ſtraffe verdient hebben ; om doorhen aengeklaecht,vergolden , ende door den haet des gemeye luftitie beſchuldicht te mogen worden : Waer door nen Volcks,aen de
dan met groote over - een -femminge , den Coninck goet geluck te laet , dan i oprechte, cllendelijck verdwijnen . , wenſchende eer
Z
IV .
Narciſſus,
ofte' Eyghen -Liefde
.
ARCISSV s wordt gheſeyt wonderlijck ſchoon van gheftalte ende aengenaemheyt ghewceft te zijn , mact daer is een groote Nerd hoyaer .
112
Narcillus , ofte Eyghen - Liefde .
hovacrdyc mede vermenght gheweeſt , ende een walginghe oft ver Imadinghe van anderen , niet om te verdraghen : Daeron , dewijle dat hy hem - felven behaeghde, ende anderen verachte, ſo heeft hy cen ecnich leven gaen leyden in de Boſſchen en Velden , met weynighe dienaers , ende Mede gheſellen ; onder den welcken by alles in allen was . Onder andere, ſo vergefellchapte hem oock over al de Goddinne Echo,ende in delen loop des levens, ſo was het hem van de Goden veror dineert, by een klare Fonteyn te komen , ende fich by de ſelvighe in de hette des middaeghs neder te leggen ; maer wanneer hy nu zijn eygen ghelijckeniſſe in 't water aengelien hadde , tot fijn eygen vermaeck , en daer naer met verwonderinghe bevangen zijnde, ſoo en konde men bem ingeenderley manieren van dit felfde verheven beeldt af- trecken ; maer by gheftadclijck aldaer , ghelijck als vaſt ghebonden zijnde , ende legghen blijvende , is verdweenen tot niet ; ende ten laetiten in cen Bloemefijnes naems verandert ; welcke Bloeme haer in 't begin. ſel des Lentens vertoont, ende is den Onderſte Goden , als Pluto, Profer pire , ende Eumenides, toe- gheeyghent gheworden . Dele Fabelſchijor de Veritanden, ende Fortuynen der gheener af te beelden , die , oft om haer ſchoonheyts wille, ofte om etnighe andere gaven , met de welcke fy uyt der Naruyren , ſonder eenigh toe doen van haer cyghen kloeckneyt, begacft zijo, ſoo op haer ſelven verſot zijn , dat iy haer eyghen valle , en ongheluck ſchier veroorſaecken . Nademael dit ſchier de Natuyre deſer lieden zijn, dat ſy haer niet veel laten lien , noch veel met Burgherlijckeaffeeren bemoeyen , dewijl dan den menſch door verſuymeniſle, veel weder-Weerdigheyts , ende moeytens in dit leven onderworpen is, de welcke hare linnen ont. roeren ende krencken mochte. Dacrom ſoo leven dan die ſelvighe + meeſtendeel een cenigh leven , in't heymelijck van den menſchen af gheſondert, vergeſelſchapt met ſecr weynich Dienaers, ende met ſulco ken , die hier ten hooghiten eeren , ende lich harer ſeer ſchijnen te verwonderen , ende de welcke met al haer fegghen , ghelijck als een Echo over- cen - komen, ende hacr - lieden na den mondt weten te fluy ten . Door deſe verkeerde ghewoonte , opgheblaſen ; ende ten lact . ften door verwonderinghe hares cyghen ſelfs verbaeſt geworden zijn de, worden met ſulck cen ydelen hert , ende luyigheyt beſeten , dat fy vorders al Napende duyſelen , ende van alle hare ſterckheyt ende
gaeus
Styx ,
ofte Verbonde .
113 gauwigheyt berooft worden,Seer aerdigh paſt defe Bloeme vande Lente op de ghelijckeniſſe van ſulcke verſtanden ; dewijl dat ſoodanige ver ftanden in hare beginſelen bloeyen , ende ghe-eert worden : Maer tot Jaren gekomen zijnde, ſo raccken ſy met haren goeden Hoop.cn verwachten ,die men van haerbetrout hadde tot ſchande. Ter ſelviger plaetſe behoort dit , dat deſe Bloemede Beneden Goden toe-geheylighe is : Want lieden van dier Naruyr, worden gantlıh onbequaem tot eenigh goedt. Want wat van lich ſelven gheen vrucht voort brengt, den Wegh eenes Schips in de Zee voor. by gaet , ende maer ghelijck als verdwijnt , dat ſelvighe placht by d'Ouder , de schaduwen ende
Beneden Goden , toe.gheheylight te zijn
.
y.
Styx , ofte Verbonde. ET is een ſeer ghemeene Fabel , ende daer wordt in veelei Fabulen ghewach af ghemaeckt, van dien Eenighen Eedt ( door welcken -de Hemelſche Goden ſich pleghen te verbinden ) wanneer ſy niet en wilden dat eenigh berouw , leedeweſen , ofte weder -roepinghe daer naer ſoude zijn te verwachten , ofte voor te werpen . Deſen Eede wierde voor eenen vaſten Eedt beveſticht, nochtans dat het gheen Hemelſche Majefteyn, noch Godtlejcke Macht aen te roepen , ghewendt was ; maer Styx alleen , een Rivier zijnde , by de Beneden Goder , 't welcke met veel eynden , kromten en bochten , Plutoos Palleys om çinghelt : Dit ſelvighe was de eenighe maniere van een vast Sacra ment; noch en worde oock gheen anders volkomen gheacht , ofteom niet gheſchent te kunnen worden ,uytghenomen deſe : ende de Araffe die hun opgheleydt worde ( indien 'yeinandt ſich felven verſwooren hadde, ende'tfelvighe den Goden niet ghehouden was ) dat hy ſoude feeckere jaren uyt- gebannen worden , ende hem vande Tafel der Goden te onthouden . Deſe Fabel ſchijnt te micken op de Verbonden , ende Accoorden der Princen . In welcken dit ( meer dan het behoorlijck is ) waer is : Namelijck , dat de verbonden ( door wat Aenſenlijckheye , onde
Eedt der Religie, dat fy pock beveſticht zijn ) niet ſeer fterck en zijn : Alloo P.
114
Styx ,
ofte Verbonde.
Alloo dat de ſelvighen ſchier meer om Ecre , ende Ceremonien wille, dan om gheloove, verſecckerthcyt , oft ghetrouwigheyt, gheplecekt worden , la , indien oock de Banden des Vriendſchaps ( ghelijck als Sacramenten van de Natuyr ) of de goede verdienſten van beyder zij den ſich hier by voeghde, ſoo wierden die ſelvighe nochtans bevon den aengheſion te zijn onder eenen graedt van Eergierigheyt, eyghen Profijt , Vryigheyt, ende Macht , om te heerſchen : Ende dit ſoo veel te meer, om dat het den Princen lichtelijck te doen ftaet door ver ſcheyden voor- leggingen ,ende byſondere begheerten, en behaghen ; hare godtlooſe ghelworen ghetrouwigheyt te beſchermen , te bewim pelen, ende ( niemant boven haer meelter zijnde, aen welcken fy deſen reden oft reeckeninghe behoefden te gheven ) te bedecken . Daerom , foo iſſer dan een ware ende ghewiſſe beveſtiginge waer door dat men de geſworen beloften, vertrouwen mach ; ende iswel-verſtaende niet eenighe Hemellihe Godsheyt, maer het is de Noodtvvendigheys, ( den Machtighen eenen Godt ) ende het Perijckeldes Staets ; ende' Mede gbenoor desProfijts. De oorvvendigheye wordt ſeer aerdigh door Styx afghebeeldt, een Godilijcke Revier , daer men niet van daen komen , noch te
rugghe kceren en kan . Ende Iphicrates van Athenen heeft deſen Godt aengheroepen , wanneer hy Verbonden ſoude maecken : wiens woor den (om dat hy een Man bevonden wierdo te zijn , die alles opentlijck uyt - ſprack ; ende'tghene, 'twelck anderen in hare ſinnen dencken ) niet on -oorboorlijck ſoude zijn , hier te verhalen . Deſe ( wanneer hy bemerckte dat de Lacedemoniers verſcheyden Bevrijdingben hares ſelfs, Ordonnantien op ſtraf, ende beveſtiginghen der Verbonden , veel omſtandigheden , ende verpandinghen ſelfs voor - ſtelden ende bedochten ) heeft aldus tuſſchen beyden gbeſproken ; Unum ( inquit) Lacedemonii nobis vobiſcum vinculum ,& ſecuritatis ratio effe poffit,fa plane demonftretis, nos ea conceſije, & inter manuspofuiſe , ut nobis facultas la . dendi nos, fi maximè velletie, minimè fuppetere poſſit. Derhalven dan : In dien de macht van te ſchaden wegh ghenomen is , of indien door het breecken des Verbondts , perijckel des ondergancks , verminderinge des Staets , oft der Tollen aenftaende zy ; foo moghen de Verbonden alſdan da. r voor ghehouden worden , ghelijck als door den Eedt van STY X verz gelt,beveſticht, ende geheylicht te zijn , nadernael datter een
Pan ,
ofte de Natuyr.
115
ecn vreele mede vermenght is , om oock verboden te worden de Tafel, ende ghemeynſchap derGoden , langher te ghenieten . By, of onder welcken naem , de Rechten der Koninck - rijcken , Overvloedt, çnde gheluck van dien , doorde Ouden verfaen wierde .
III.
Pan , ofte de Naruyr. E Ouden hebben de alghemeene Natuyre , ſeer neerſtelijck ende wel, onder de perſoon van Pan , beſchreven : Zijn herkomſte , endegeboorte ,.laten ſy twijfelachtich. Want ſommige verſeeckeren ons , dat hydoor Mercurium Voort-geteelt zy : Andere ſchrijven hem toe, een heel andere maniere van geboorte. Wane fy ſeyghen , dat ver ſcheyden Vryers met Penelope te doen gehadt hebben , door welck gemcyn By- ſlapen , Pan, eenen algemeynen Soon, geſproten is . Ende ſonder twijffel, foo hebben ſommighe Poëten , van onſe Tijden ; de Oude Fabel, door defe vertellinge, den Naem van Penelopes gegeven . 't Welck ſy dickwils doen ; nademael dat ſy oock Onde Fabuleni fonge perſoonen , ende namen toe-ſchrijven, ende 't ſelvighe al- te - mets ſeer bottelijck , ende onbedacht , ghelijck als ghy hier fien moeght; Na. demael dat Pan van de alder-oudefeGoden gekomen , ende langh voor Ubyſſis eijdt gheweeſt is ; ende dat Penelope daer en boven door hare Moederlijcke kuyfcheyt van de Ouden eerlijck gheacht wierde. Noch en is deſe derde uytleg ginge des Gheboortens niet om voor-by te gaen . : Want ſommigen hebben voor-ghehouden : Hem den Soon van Jupiter ende Hybris ( dat is van Verſmaetheyt ) gheweeſt te zijn ; maer in wat manieren dat hy oock voortgekomenzy , houden ſy dit voor gewis ; dat de Parce lijn Suſters geweeſt zijn . Nu , de Geſtalteniſſe van Pan , wort van de Oudtbeyt aldus beſchreven : Te weeten ; dat hy is Ghe. hoornt , het ſpitleder Hoornen tot aen den Hemel toe. reyckende , ende vaft ghemaeckt zijnde , rouw ende hayrich van lichaem , fijnen Baerdt voor ſcherp , van geſtalte tweevoudich; Soo veel het opper fte aengaet, ghelijck cen Menſche, maer de ander helfte gelijck een wildt Beelt, Geyie voeten hebbende : Hy droegh alſoo reyckenen P2 van
116
Pan , ofte de Naruyr. van Mackten Vermogen, dat hy hadde : In fijn flincker handt ccn Pijper ofte Fleuyt , van ſeven Rieten gemacckt : In fijn rechter handt eenen Haeck , ofte Kromhout , aen 't eynde gebogen zijnde : Ende hy was bekleed met eenen Mantel van Luparis -Vellen gemaeckt; ende duſ. danighe Mackten wierdehem toegheſchreven; als namelijck ; Dat hy is den Godt des laches ; oock der Schaep.herders , ende gemeyne Landt bouwers : Inſghelijcken Preſideneende Opperiten der Bergen. Hy was oock den Bode der Goden ;den naeſten naMercurium . Daer -en-boven foo word hy ghehouden voorden Capiteyn , Gheleyder , ende Gouver neur der Godainnen , de welcke altijt om hem pleghep te huppelen > ende te danſſen . De Satýrs, ende de Sileni, die noch ouder waren ; ver . geſelſchapten hem oock mede
Hy hadde infgelijcks oock de Macht
om de Lieden vreeſe aen te jaghen , ende te verſchricken , beſonder lijck met ydele , ende Afgodiſche Vreeſen , de welcke Panſche Vreeſen g enaemt wierden ; Mаer van.ſiin Daden , die byghedaen heeft , en zijnder niet veel in ghedachten. Dele is de Principaelfte :Dat hy Cupido ter ſtrijdt gheroepen heeft, van welcken dat hy oock overwonnen wierd . Hy beeft oock den Reus Typłon in lijn Nette gevangen , ende valt gehouden , dat hy niet ontkomen konde: Ende ſy verhalen daer en - boven ; Dat, wanneer Ceres (bedroeft ende gram zijnde, om dat Proſerpina ontſchaeckt was ) haer verborghen hadde, ende nae dar al de Goden haer uyterſte beſt ghedaen hadden , om haer wederom te vinden , ende haer door , ende in allen Wegen en Velden, verſpreyt en ghefocht hadden , ) dat het Pan alleen uyt goet gheluck ende For tuyn ghebeurde , dat hy haer in 't Jaghen vonde, ende ontdeckte . Hy heeft oock dorven waghen ſich teghens Apolo ten ſtrijde te ſtellen om de overwinninge, wie van hun beyden den beſten Muficant verblijven ſoude , ende worden oock door den Richter Mijdas, den beſten Sangher gheoordeelt ; om welck oordeel Mijdas twee Ezels ooren ghehade ende ghedraghen heeft, doch in 't heymelijck : daer en worden gantſch gheen van ſijn Vryagien verhaelt, oft ten minſten feer weynih , 't welck wel te verwonderen is, onder ſulck een getal Goden , die ſoo geheelijck tot Vryen geſtelt waren . Dit alleen wordt hem na gegeven ; dat hyEcho beminde , ende de welcke hy oock tot 10,9 Husfurouvve troude ; Ende noch een andere Goddinne , SYRINX genaemt, op de welcke . hy in ſpijt , çude wracck, yan Cupido ( den welcken .
Pan , ofte de Natuyr.
117
welcken hy niet ghevreeſt en hadde ter ſtrijde te vorderen ) verlief is gheworden . Noch heeft hy noyt Kinderen ghehadt , 't welck oock te verwonderden is ; Nademael deGoden , ende principalijck die van t'Manlijck ghellachte zijn , ſeer vruchtbaer waren , uyighenomen , dat hem een kleyn Meyſken toe-gheeyghent worde, als fijn Dochter te weſen , met namen lambe, welck Dochterken , de Gaſten ende vreem de lieden door haer ſoete lacchelijcke vertellinge , ende lieffelijcke Avontuerkens ( die ſy wiſte te vertellen ) plachte te vermaken : Ende ditfijn kinde worde van ſommigben gheacht, van zijn Wijf Echo ghe , komen te zijn . V Dit is een Edele Fabel, indien daer eene'zy : ende die als uytghe ſtreckt, ende als ſwangher met de Gheheymeniffen des Natuyrs is . PAN , ( gelijck als den Naem ſelfs oock luydet ) beelt af, ende ſtelt voor ooghen de Alghemeynheyt der Dinghen ; oftede Natuyr , voor ſoo veel als ſijnen oorſpronck ofte Gheboorte aengaet ; daer van is de Opinie en 't vermoeden gantſch tweederley : Ende het machoock ſoo wel zijn ; Wanthyis , ofte van Mercurium ghefprooten , te weeten , door het Godlijck Woorde {'t welck deHeylige Schriftuer buyten alle verſchillen ſtelt ; Ende de Philoſophen , die Go is Woorde geloofde, ende in weerden hielde , quamen oock met 't ſelvighe over - een ) ofte, uyt het Onordentlijcke Zaede derdinghen ; want die glieenighen die voor -gheftelt hebben , dat eco Eenich beginſel alles voort - ghebracht heeft , die hebben't ſelvighe Godt toegheſchreven , als den Oopronck zijnde aller dinghen ; Ofte indien ſy fegghen dat het beginſel van alles, in veel materien beltaet; ſoo willen ſy'tſelvige van veilcheyden ende veranderlijcke machten houden te zijn. Alfoo dat van yder defghe. lijcken Verlchil aldus befloten moet worden : Dat de Weerett , ofte , van Mercurius, ofte, van aldeVrijers ( dat is yan het algemeyne , ende onordentlijcke Zaet ) gheſproten is :
Virgil. Eclog. 6.
Namque canebat uti magnum per inane coatta Semina, terrarumque animæque Mariſque fuiſſent, Et liquidi fimul ignis : do his exordia primis, Omnia & ipfe tener Mündi concreverit orbis.
P 3
1
Macr
118
Pan , ofte de Nat:syr.
Maer dederde Gheboorte , waer van Panghekomen is , is defe : Dat de Griecken yers ſchijnen van deGehermeniſſen der H -breen ( oft , duor de Boden die onderwijien uyt Ægypten -Lande quamen , oft , an derlios vernomen te hibbein ) want het ghehoort tot den Staet des Weerelis , ende niet eygentlijek totden Staet fijner Geboort-dagen ; maer tot den Scaer die naAdains val , de Doodt , ende verderffilijck beyt onderworpen , ende overgegeven wierde; Want den ſelvighen loo . Staet, is een geſlachte Gods, ende der ſonden geweeſt, ende blijft Daerom ſoo mach dan de drievoudige vertellinge van Pans afkomſte waer ſchijnen te weeſen , indien het te recht door Tijden , ende dingen onderſcheyden wordt . Want deſen Pan , den welcken wy behou den , aenlien , ende meer dan het beraemt, eeren ; heeft uyt het Woordt Gods , door hulp van onordentlijcke materie, ende door het tuſſchen beyden inkomen van overtredinge, ende verderfelijckheyt , fijn beginſel ghenomen. De Natuyren der dinghen , code de din ghen , die Gode van te vooren verordineert zijn , moghen te recht Pans Suffers genaemt worden. Want debeginſelen der dingen ,ende het blijven , onderganck , ende onderdruckinghen, ende voordeelen, moeyten , ende ghclucken, ende vorders alle dingen , die van Gode verordineert zijn ; die de dinghen over-komen konnen , zijn aen de ketenen der Natuyrlijcken oorſaecken ghebonden. Hoornen worden dan de weerelt toe-geeygent, om dat de Hoornen
ſoodanigh zijn, te weten ; onder breedt,ende ſcherp aen't eyndt : want yder Natuyt der dinghen is ſcherp, ghelijck eenen Pyramis, of vier kantighe Colomne, dic onder breedt,ende boven ſcherp is . Dingen , die viet om te verdeelen en zijn , zijn oneyndelijck i ende die felvigen worden in Species ende ghedaentea vergadert , d'welcke alfoo felfs menigherley zijn. Gedaenten klimmen wederom op tot Geſlachten , endedele Ghellachten alſoo opklimmende, worden vorders in ghe meyner dinghen t'ſamen ghetrocken ; alſoo dat de Natuyre ſchijnt, gelijck als in een lich te vervoegen: Oock loo en is het geen wonder dat Pans Hoornen den Hemel raecken , nademael het hooghſte des Natuyrs , oft de alghemeyne Idee , dat is , het eerſtemaeckſei der din ghen , oock in eeniger manieren tot de Godtlijcke faecken bebooren : Want den overganck is vande Metaphyfica, tot Natuyrlijcke Theologie oft Godheyt, niet verre gheleghen. Het
119 Pan , ofte de Natuyr. Het Lichaem des Naturs , wordt ſeer aerdigh , endeten rechten hayrich , ende rouw , om de ftralen der dinghen , afgheſchildert ; want de Stralen zijn ioo veel als de hayren , en noppend . s Naruyrs ; ende alle dingen hebben ſchier meer ofte minſtralen; 'twelck alder meeſt open baer is , in de macht des Ghefichts, ende niet minder in alle Deught endewerckinghe, in yets dat verre gheleghen is. Want al wat werckt op verre gelegen dingen , dat ſelvige mach ten rechten geſeyt worden , dathet Sıralen uyt-ſeynt: Macr PansBaerdt , ftreckt het meeſte van allen uy- : Want , Stralen der Hemelſcher Lichamen , wercken mecltendeel op dingen van verre af.gelegen;endefijn door dringende. Daerom dat oock de Sonne, wanncer haer Opperſte deel door een Wolcke over- trocken is,endedeStralen onder uyt - breecken , na het aenlien , Ghebaert ſchijnt te weſen. Oock loo wordt het Lichaem des Natuyrs uyttermaten wel Tuvee voudich afgheconterfeyt, om de verſcheydenheyt der Lichamen van Boven , ende der Lichamen van Beneden ; Want dele , te weten de Lichamen van Boven , worden te rechre , om hare ſchooheyt, ende even beweginghe , ende ſtanuvafticheyt, ghelijck als oock om haer gheweldt ende Macht , die ſy hebben om de aerde, ende aerdiſche dinghen te segheeren , onder de Menſchelycke Nature geftelt: Maer de anderen , om haer ongheregheltheyts wille , ende ongheſtadighe ongelijcke beweginge ; ende om dat ſy van de Hemelſchen lichamen gheregeert worden , konnen met de Figuer van een dom Beelt te vreden zijn . De ſelfde af- ſchrijvinghe des Lichaems behoort oock tot de Mede-deelinge der Gedaenten . Want, geen Natuyr en kan ſlecht oft eenvoudich ſchijnen te weſen; maetgclijck als van ivvee deelachtich , ende geſproten. Want den Menſch heeft een weynich ex Bruto , waer in hy den Beeſten ghelijck is . Een Beelt , een weynich van de Planten. De Planten een weynich van ' t Lichaim , dat geen Siele en heeft; ende alle dinghen zijn voorwaer Tvvee- voudich , ende van de Boven , ende Beneden Gedaeniente famen ghevoeght . Scerſcherpfipnich , ende diep is in ghefiengeweeft de Gelijckeniſſe van de GegteVoeten , om dat Gich de Aerdiſche lichamen opwaerts be weghen na de Landen en ſtreecken des Lochts, ende des Hemels : Want een Geyte is een klimmendt Dier , ende het bemindt aen de Steenrotſen te hanghen , ende omtrent hooghe ende fteyle plaetſen cn
120
Pan , ofte de Natuyr.
en Berghen te hengelen ; Ende ſoo doen alle dinghen , alſoo dat het te verwonderen is : al- hoe- wel dat fy den Cloot deraerden hier be neden toeverordeneert zijn ; Ghelijck als het aen de Wolcken , ende Meteors gantſch openbaer is. De Teeckenen die Pan io ſijn Handt voerde , ſijn tweederley ; Het cene daer van wijlt merckelijck aen , de Harmonye ofte over- een -ko minghe ; Ende het andet , Gouvernement. De Pijp, oft Fluyte van ſeven Rieten ghemaeckt , 't gremeen Accoordt der dinghen ; ende de Eenigheyt mec de Oneenigheyt vermenght ,de welcke doorde bewe ginghe der leven dwalen de Sierren veroorſaeckt wordt . Dat van den Haeck , is , alſoo een ſchoone ove ſettinghe, om de weghen des Na turs ; die halfrecht , half omdraejend : zijn : Dit Hout, aft , deſe Roede , is voornamelijck crom , aen het voor-eynde , want dewerc ken die de voorlichticheyt Gods, hier in de Weerelt werckt, geſchic den fchier al , door om weghen ende duyſtere , ende twijffelachtighe Reden ; Alloo dat een dingh mach ſchijnen gdaen te worden , ende cen ander voorleker volbracht ; gelijck als het verkoopen van loſeph in Ægypien , cide dierghelijcken ; wacrom dat oock in de alderuyite regieringhe hier op aerden ; dicgheenighen , die het Gouvernement in harer handen hebben , den Lieden veel bequamer , ende met grooter voorſpoct, door om- wegen , ende duyſtere reden leyden , ende aen vacren , waer heen bet hen ghclieft ; dan recht uytgaende oft ſpreec kende : Alſoo , dat yder Roeden , oft Staff des Gouvernements , waer. lijck boven om -ghekromt is . PANS Bekleedinge, ende Mantel,wort ſeer verſtandelijck afghe Schildert van eenes Luparts Huyt gheweeſt te zijn , om de vlecken die over -al verſpreyt zijn ; Wantden Hemel wordt met Sterren ; de Zee met Eylanien ; de Aerde met Bloemen beſprenckelt: Ende de particuliredinghan , waren ſchier al ghewent met verſcheyden coleu ren boven op belpat te zijn , Iwelck was gelijck als een Veldt-kappe, ofc Manrel , der dinghen .. Ende PANS ampt, en konde door gheen andere faecke , foo levendich voor ooghen gheftelt zijn gheworden , noch uytgheleyt, dan dat ſy regghen , dat hy is , den Gode des fachts, endeder gheenen die Jaghen ; Wantalle Natuyrlijcke handelinge, ende ſulcke bewc ginghe , ende voortganck , en is nietanders dan ter Jacht te gaen ; Want
121 Pan , ofte de Natwyr. werck na Konſte ; hare Ghelee oock , en Want , n jaghen rtheyt ende ende de Menſchelijcke vernuften hare eynden : Ende alle natuyrlijc ke dinghen , jaghen ; oft, na haer voediſel, ghelijck als na roof ; ofr, na hare wellulten , ghelijck als na troolt; ende dat in kloecke en naerſtighe manieren : Torva llana Lupum ſequitur, Lupus ipfe Capellamus , Florentem Cythiſum fequitur lafciva Capella . Oock foo is Pan in't generael, Godt van al de Bouw.lieden : want foodanighe menſchen leven beter na de Natuyr , nademael de Na tuyr in Steden, ende Princen Hoven, door verſcheyde toe-doeninghea , te ſeer bedorven wordt. Soo dat het fegghen des Poëets ( al-hoc-wel het yan Liefde te verſtaen is ) hier waer is ; Pars minima est ipfa puella fui. Voor ſoo veel als den Berghen belanght , van dien wordt Pan oock den opperſten ghenaemt; wantop Berghen ende verheven plaetſen, gheeft lich de Natuyr meeſt te erkennen, ende is ooghen ende gelich ten meeft onderworper . D4t PAN den anderen Bode der Goden na Mercurium zy. Die ghe lijckeniffe is gantſch Godtlick , nademael dat bet Beeldt des weerelts, ( na het VVoorde Godes) de Eere, ende verbreydinghe ſelfszy, des God Ljcken Maches ende VVijfheyrs: 'tWelck den Godelijcken Poëet wel gheſonghen heeft. Calienarrant gloriam Dei, atque opera manuum ejus, indicat firmamentumw. Pſalm , 19.1. De Godinnen, te weten , de levendige Zielen, nemen feen vermaken in Pan ; want de welluſten desweerelts,zijn de zielen der levendigen; ende hy is ten rechten harer aller Regeerder. Dewijle dar yeder een van deſe fijn Natuyr, gelijck als den Leydtſman ende Capiteyn volght, ende rondtſom hem danſſen ende huppelen, met oneyndelijcke ver Scheydenheyt; om dat yeder een van hen , na de manieren hares cy ghen Vaderlandes, op , en om -ſpringhen , ſonder ophouden van ſulck een oeffeninghe, de Šatyrs, ende de Sileni, te weten , de Ouderdom , ende de Jonckheye volghen , ende vergeſelſchappen oock geſtadelijck mede: want van allen dinghen , iſfer eenen ſpringhenden ende vrolijcken tijdt : Ende wederom , ecnen langhlamen , ende droevighen tijd 'tGhe
122
Pan , ofte de Natuyr.
'tGhelaet , ende de gheftalte deſer beyden tijden , ſchijnen veel licht belacchelijck , ende leelijck in der Menſchen línnen te weſen, ( indien yemande de ſelvighe tijden ter deeghe infier, ende overweeght , ghe lijck als Democritm dete ) ja , ghelijck ' Ghelaet eens Satyrs, oft bet. Weſen der Silenen . Van de Vreeſen , van welcken Pan te zijn den Autheurgeſeyt wort ; Wordt een wijſe leeringhe voor-gehouden ; Want de Natuye heeft yder een , en allen levendigen , een vreeſe der dinghen ghegeven , ende een ſorghe om fijn leven , ende lijn weſen te bewaren , endete beſchermen , ende om aenkomende onghelucken te mijden , voor te komen , endete verdrijven : Nochtans ſoo is dieſelfde Natuyron . wetent , om hier in maet te houden ; maer ſy-vermenghtaltijdt toe ghclaten , ende behoorlijcke inct ydele ende onnoodighe forghe ; alſoo dat alle dinghen ( indienſe van binnen konden belien worden ) vol yan Pans angſten , ende benautheden zijn , beſonder de Menſche lijcke dingen , de welcke Afgodiſch in haer voornemen ende arbey . den zijn , ( 't welck inder daet niet anders en is, dan een van Pans vreeſen ) en meeſt van allen , in harde , ongheluckige, en verwerde , tijdens . Maer voor ſoo veel als de ſouticheyt Pans aengaet , endedat hy Cuba pido ter prijdt uyt-eyſchfte; dat ſtreckt daer toe , om dat de Materie gheen gheneghentheyt , noch luſt en ontbreeckt, om de Weerelt te ontdoen ; ende wederom in dat d'oude Chaos te doen vallen : ten ware dat door de onſtercke eendrachticheyt der dingen (door de liefde ofte Cupido beteeckent) hare booſheyt endeaendrijven niet en wierde ver. hindert , ende in goede ordre ghehouden : Daerom ſoo is het dan ( den Menſchen een beſten ) van Godt verordineert , dat den Strijdt bevonden worde Pan teghen te gaen , ende dat hy , als overwonnen, wech ginghe -
Tot dit ſelvige ghehoortoock dit , van dat Typhon in hetNette ge vangen ende bewimpele was ; Want , hoe onghewoonlijck groot dat oock de ſwellinghen ſomrijts zijn ('t welck door Typhon beteyckent wordt ) alſoo dat zy de Zee opblaſen , oft de Wolcken , oft deAerde door ſwellen , ofte eenige andere dinghen ; nochtans ſoo omvanghe ende bedwinght de Natuyr der dinghen , deſer , ende dierghelijckę Lichamen , uytnemende opgheblatentheyt ende dartelheyt , met een Net
&
Pan , ofte de Natuyr. 123 Net niet om te ontwinden , ende overwindt de felvighen , ghelijck als met een keten van Diamant . Steenen ghemaeckt. Maer dat het opſpeuren vanCeres,dar delen Gode toegeſchreven wort , ende dat , terwijlen hy ter fucht ghegaen was , ende de andere Goden haer niet vinden en konden , al-hoe -wel fy feer ernftelijck , ende neer ftelijck , oock door Jaghen na baer ſochten ; dat ſelvighe brenght een wijſe ende ware vermaninghe met fich ; Te weten , dat de uyevin dinghe der dinghen , die ons in dit leven , tot onderhoudinghe van nooden zijn , niet van de Philoſophien herkomen ( ghelijck als van de Grootfte Goden ) verwacht wierde; ghenomen dat fy haer uyterſte beſte daer om dede ; Maer alleenlijck van Pan , dat is , van dagelijck ( che Mannelijcke , ende ervare ondervindinghe , ende alghemeene kenniſſe der dinghen deſes Weerelts; de welcke oock aldus by gheval , ende ghelijck alsop der lacht zijnde, derghelijcke uytvindinghen ende goede Fortuinen plach te ghemoeten . Den Strijde den vvelcken hy hadde met de Muficanten , ende lijn uyt komſte, wijſt inſghelijcksaen een geſonde leeringhe; ende een ſoo danige, de welcke deReden , ende 't menfchelijck vernuft en verſtant bedwinghen kan , om ſich der goeden gaven en giften , die ſy van de Natuyreontfanghen hebben , niet te verheffen , noch te verhovaer dighen : Want daerſchijnt een twee-voudighe Harmonie te weſen , ende gelijck als Mufcael zijnde: De cen , des Godthjckes Voorſienig heyts ; Ende de ander, des Menſchelijcken Verplants. Want, tot des Men . fchen verſtandt, ende gelijck als totde ooren der ſterffelijcken , zijn de Bedieningen des Werelts, en der dinghen , ende Gods oordeelen feer geheym , onbekent, ende verborgen ; oock een weynich vreemt, ende gelijck als qualijck luydende: Welcke onwetentheyt, al - hoe wel de ſelvige terecht door de Ezels -ooren aengheweſen wordt , noch tans foo worden die ſelvighe Ooren , in 't gheheym ghedragen ; noch ſoo en wordt de leclijckheyt deſes deughes, van't gemeyne volck niet ghemerckt, noch gheſien . Ten laetſten , en is het gheenſins wonder , dat hem na gheſeydt wordt, ghelijck als op yemant verlieft gevveeſt te fijn ; ofte noyt niet ge vrijdt te hebben , behalven her Huvvelijck met Écho: Want de Weerelt gheniet haer ſelven ; ende in haer felven alle andere dingen ; maer wic bemindt , die wil ghenieten ; noch waer opervloedt is, daer en heeft a 2
124 Pan , ofte de Natuyr: heeft verlangen geen placiſe : Daerom en kan de Weerelt ( dat is Pan ) dan gheen Liefde draghen , noch eenighe begheerte om te beſiten , nadcmael dat ſymet haer ſelven te vreden is , ten ware miſſchien eeni ghe woorden oft Reden ; de welcke , indienſe flecht ende rondt uyt zijn, door de Godinne Echote kennen ghegeven worden : Oft indien ſcherper , en dicplinnigher, door de Syringe : Onder allen Reden , oft Itemmen , wort dan de eenighe Echo ſecr uytghenomen wel ver kofen , om met de Weerelt te trouwen ; Want dit is vorders rechte Philoſophie , de welcke de ftemmen des Weerelts alderbeft , ende ghetrouwelijekſt voor ooghen ſtelt, ende de welcke , gelijck als van de Weerelt her -komende, ende gheſeyt zijnde , beveſtighet is ; en de welcke niet anders en is , dan cen doodt Beelt , ende reflexie , oft weder - ſchijnſel des felvighen , noch daer yet van haer eyghen toe doet ; Maer alleenlijck naboetſt,ende eenen weder-klanck gheeft, ghelijck als een Echo. Tot de volkomentheyt des Weerelts, ghe. hoort oock dit ;Namelijck , dat Sy geen Nakomelingen, oft Kinderen voort- brenght; Want ſy.teelt door Deelen, maer door 't Geheel, boe kan fy genereren ? Dewijle daer gheen Lichaem buyten haer en is ; Want dat, van het Meysken, fijn ſnapachrich Dochterken ; dat is ſecca ker een wijſe toe-doeninghe tot de Fabel: Want door dat ſelvighe worden ghemeens, ende afghebeelt de ydel - Spreeckende leeringhen yan de Natuyr der dinghen ; inder daet onvruchtbaer van Ghellacht; ghelijck als in de plaetſe van andere leeringhe gheftelt zijnde ; maer yan Gepraet al te mets vermaeckelijck ; by -wijlen oock moeyelijck , ende ten ontijde ; de welcke ten allen tijden , over- al , herwaerts ende derwaerts ſweven , ende alles vervullen .
VII.
Perſeus , ofte Krygh. R SEUS wort gheſeyt van Pallas gheſonden gheweeſt te zijn , PERS om Meduſa te vernielen , welcke ſeer veel lieden Weſt. waerts, in de alderverſte gheleghen plaetſen van Hyberia , gantſch moeyelijck , tot barer cllenden , gewecit is ; want dit is ſulck een ſeer deerlijck en vreeffe
1
Perſeus, ofte Krygh.
125
vreeſſelijck Monfer geweeſt, dat het alleen ,door het aenſchouwen , de Menſchen in Steenen veranderde , ende Meduſa was eenlijck , en alleenlijck Sterfelijck onder al de Gergons; de anderen niet onderwur pen zijnde te lijden , ofte de door te beſueren ; Dacrom ſoo hefi Pero feus ( lich tot ſulck een ecdele , ende hooghe daedt bereydende ) Wa. penen , ende Gaven daer toe van drie Goden ontfanghen ; Van Mer curius, vleughelen aen zijn Hielen : van Pluto , eenen yſeren Helm : Van Pallas , een Schildt ende Spiegel : Nochtans ſoo en is hy ( al-hoc wel in ſulcker manieren toegheruit , ende ghereet zijnde ) noch niet terſont, na Meduſa ghetoghen , maer is eerft totde Grau ghekeert, de welcke Suflers Waren van deGorgones, van des Moederszijde: Ende deſe Graas waren van foncks op Grijs, ende gelijck als Oude Vrouvven : Die felvighe hadden onder hen allen al-te-lamen maer een Ooge, ende eenen Tant ; de welcken ( wiens beurt het was om uyt te gaen affee ren te verrichten ) ghewent was die met lich te dragen , ende t'huys gekomen zijnde , wederom af te leggen : Soo hebben dan deſe Onde Vrouvven deſe Oogę , ende deſen Tane Perſeum gheleent : Daer naec , wanneer hy hemielven dochte ghenoechſaem verlien te weſen , om dit , ende dele voor- verordineerde faecke te volbrenghen , is bynae Meduſam vlieghende , ende neerſtich toe.getreden ; Maer hy heeft haer ſlapendegevonden, ende ſoo te kort gedaen, maer ſoo nochtans als dathy hemſelven niet onder haergeſicht heeft derven ſtellen , uyt vreeſe, oft fy mochte wacker gheworden zijn ; macr hem omgekeert hebbende ende in Pallas Spieghel fiende, ende ſoo naadvenant fijnen ſlach voegende en brengende , heeft haer Hooft afgheſlaghen . Maer uyt Meduſas vergoten bloede, is terſtont een VliegentPeerde ver ſchenen , ende Perſeus heeft het afghehouwen Hooft , in het Schildt van Pallas ghedaen , het welcke de kracht daer van noch heeft ; alſoo dat door het aenlien van dien , yeder een , oft verbaeft , oft beſwijmt, ter aerde neder valt. De Fabel ſchijnt van het doen , ende Wijſhegt, die in het Krijch voeren , ghebruyckt wordt , ghemaeckt te zijn ; ende ſtelt in de'ſel vighe drie treffelijcke ende ghewichtige geboden voor ooghen , ghe lijck alsof ly van Pallas Raedt her-quamen, van het aenvanghen des Krijchs , ende wat aerdt van Krijgh dat verkoſen moet zijn. Ten eerſten : Dat niemandt ſeer en arbeydeom verre gheleghen Q 3 Narsen
126
Perſeus , ofte
Krygh .
Natien onder te brenghen ; noch ſoo en is dat ſelvighe oock niet den : ant in byſon weghom lijn Parrimonium oft Rijck te verbreyden W dcre, ende cyghen Befitringhen , wordt de na- boyrſchap der Erven, ende omlegghende plaetſen aenghelien ; maer in ’t wijde uyc - brey . den cenes Rijcks, ſoo moet de ghcleghentheyt ende lichtigheyt om Krijgh temaecken, ende de vrucht en 'tprofijt, in ſtede van na-bayr ſchap weſen. Seeckerlijck, in welcker tijdt dat de Romeynen niet doo verre Weſt -waerts, als voor - by Liguria door- ghedronghen waren , foo hebben ſy nochtansde Provintien Ooft-waerts,tot bet Geberghte van Taurus toe, door Wapenen ende Macht, begrepen ende omvan ghen. Ende daerom foo heeft oock Perfes , al hoe-wel hy een Ooſter linck was, nochtans de lange reyfe, ende uytvoeringe tot de uyterſte plaetſen van 'r Weſte toe, gheenlints ghevreeſt. Teneweeden : Soo moet forghe ghedraghen zijn , dat de oorſaecke des Krijghs , rechtveerdigh ende cerlijck zy :want dat ſelvighe geeft moedt, beyde den Krijghs- lieden, ende 'tVolck die de koiten doen , oft den ſelvigen te betalen ; ende het opent den wegh om van buyten, dat is, van vreemde Volckcren , hulpe en byſtandt te verkrijghen ; ende het beweeght, vereenight, ende is mede-brenghende vele andere goede gheleghentheden : Maer daer en is gheen rechtvaerdiger oor faecke, dan het onderdrucken , endeoverwinnen van Tyrannije, on der de welcke 'Volck ghevanghen leydt, ende neder ter aerden ghe ſmeten worden ; ſeer ghelijck als onder 'rgheſicht van Meduſa. Ten derden ; Wordt hier ſeer wijſſelijck by-gevoeght, dat (dewijl
daer drie Gorgones waren , door den welcken deKrijghen afghebeeldt worden ) Perſeus deſe verkooren hadde , de welcke fterffelijck was : Dat is, eenen Krijgb die uytgherecht, ende daer een eynde van ghe maeckt konde worden ; noch foo en heeft hy gheen over-mate , oft cyndelooſe hoopena- ghejaeght; nademael dat Perſem aldus onder recht, verlien, ende ghereedt ghemaeckt was ; 't welck veel doet in't Krijghen , ja dickwils de oorſaeck alleen is van een goede Fortuyn ende uytkomſte ; Want hy heeft ontfangen de gauwigheyt van Mere curimo , de verberginghe, ende ſecreetheyt des Raedts van Orcus; ende de voorſichtigheyt van Palas. Noch en ghebreeckt hier gheen ghe lijckenilie, dieoock ſeer wijs is: Dat de voor-verhaelde Vleughelen des gacuwigheyts acn de Hielen , en niet aen de Enckclen , ende aen fiju
Perſeus , ofte Krigh.
127
fijn vocten , ende niet aen ſijn Schouders, valt gemaeckt waren ; want daer en vereyſcht gheen ſoo groote ganwigheyt in't eerſte aenvangen des Krijghs, alsdaer naer; om dat daer door het eerſte met hulpe ende geldt onderſteunt ende volherde wordt : Want daer en is geen dwa Jinghe in 't Krijgh voeren meer ghemeyn , dan dat de achtervolginghe ende byſtandt, niet met de gauwigheyt desbeginſels over een komen. Oock ſoo ſchijnt die onderſcheydinghe des Voorſichtigheyts van het Schilde ende Spieghel, vol verſtandtste wefen : Want de Parabel van Plutoos Helm , die den Menſchen onlichtbaer placht te weſen , is open baer : Deſe voorſichtigheyt en is niet alleen om te ghebruycken , die den Menſchen beſchermt ghelijck als een Schilde: Maer de an der , door de welcke der Vyanden machten , doen , ende laten , raedt ende aenllaghen, gheſien worden ghelijck als in Pallas Spieghel. Maer daer ghebreeckte Perſeus noch een andere faccke van ſeer groote ghewichte, voor en al- eer hy den Krijgh konde beginnen ; hoe ſeer dat hy oock met dapperheyt ende hulpe daer toe verſien was: Namentlijck ,dat hy na de Graas toe- gingh. Want de Graafijn Vero raderijen te weten, de Susters van den Krijghs-handel;niet rechte Suſters, maer feer onghelijck in edelheyt van afkomſte. Want Oorloghen zijn heerlijck; verraderijen on -aerdich, ende ſchandelijck . De af conterfeytingheder felvighen, is ſeer wijdt en uytgeleſen; Dat ſy grijs zijn even van joncksop ,ende ghelijckals oude Vrouwen; om de gheſtadige bevinghen ende ſorgen, daer de Verraders altijdt mede ghequelt zijn: Maer al haer ſterckte , voor en al - eer dat de ſelvighe ( ghelijck als openbare fauten ) uyt-komen, beſtaet, oft in een Ooghe, oft in eeneir Tant : Want jeder muyterije van eenighen Staet ver vreemtzijnde , werdt niet alleenlijck beſpeurt,maerbaert oock quetſinge.Ende voor de Ooge is gelijck als Godt, gantſch ghemeyn ; want alles wat ſy geleert ende vernomen hebben , dat brengen en draghen lyover, van d'een tot de ander ; even gelijck als door de handen van Oproer. Ende voor 'tgheene dat tot den Tant behoort , foo bijten ſy ſchier al te ſamen met eenen Mondt, ende finghen al den felfden fangh ; alſoo dat, in dien ghy een van dien hoort ghyhoort haer al. Daerom ſo behooren dan dele Grex met Perſeo vereenight te worden , dat ſy hem hiver Ooge ende Tantleenen : Het Ooge om te ontdecken ; den Tant om oproe. ren te verwecken , cnde hact en nijdt te ontfangen , ende de ghe moedc .
Perſeus ,
128
ofte Krygh.
moederen der menſchen ſorchvaldigh te maecken. Deſe dingen aldus ber.ydt , ende veerdich gemacckt zijnde ; ſoo volght den handel des Krijghs ſelfs. In den ſelfden heeft hy Meduſam lapende ghevonden ; Want cenen wijſen Krijgh- Heldt , achtervolght ſchier altijdt Gjnen Vyandt wanneer hy onbereydtis , ende bevreelt, al eer hy 't ſel vighe ghewaer worde ; Ende ſoo heeft hy nu ten laetſten Pallas Spieghel van nooden ; Want het meeſtendeel der Krijchs-Heeren konnen ſeer behendich , liftich , ende ſcherpelijck , ( eer dat ſy de perijckelen beginnea ) de faecken ende gheleghentheden der Vyanden door lien , ende erkennen. Maer in tlaetlle pund des pe sijckels, heeftmen principalijck den Spiegel van nooden , op dat de maniere van dien alloo mach ingheſien worden , dat de vreeſe eenen den moet niet doen Gincken: hetwelckedoor het fien met omgekeerden hoofden in de Spiegel op Meduſa, beteyckent wordt . Tuvee Volvoeringen volghen naer eenen volvooerden Krijgh : Het eerſte; De Verſchyninge ende oprijlinge van het Vliegent Paerdt ; 'twelcke de Faem klaerlijck ghenoech af-beeldt, die al de weerelt overvliecht endedeoverwinninge verdicht: Het tvveede, het dragen van Meduſas Hoofe in het Schildt. Nademael dat gheen geſlacht van beſcherminge, met deheerlijckheyt deſes daedts, kan vergheleecken worden ; want con eenigh uytgbenomen hoogh Feyt , ( dat weerdigh is om teghe dencken, gheluckelijck bedreven , en volbracht ,) bedwinght alle de bewegingen , ende aenvangen der Vyanden , ende maeckt de boof heyt felfs verbaeft .
VIII .
Endymion , ofte , een die Begunſticht worde. EN Schaepherder Endymion wort gheſeyt van Luna bemindt gc De weeſt te zijn , maer het was een nieuwe, ende byſondere manie re van by-een -kominghe; Want hy fliep in een Hol, onder de fteenen des Berchs Latmius , de welcke van ſelfs geworden was ; Ende Liina wordt gheſeyt , al -te -mets van den Hemel nedergedaclt te zijn , om van hem
(dewijl dat hyniep ) ghekuſt ende omhelft te moghen worden
129 Endymion ,ofteeen die Begunflicht worde . worden , ende haer daer naer wederom na den Hemel beghcven te hebben . Maer nochtans ſoo en ghedijde deſe ledigheyt ofte Slaep, niet tot verachteringbe lijner geder Fortuynen : Maer in 't teghendeel, ſoo heeft Luna te weghe grebracht, dat fijn Vee ſeer vet wierde , ende in ghetal gantſch gheluckelijck vermeerderde: alfoo dat gheener Schaep- herderen Kudden meerder in't ghetal, ſuyverder, en menich vuldigher, oftſtercker waren . Dele Fabel(chijntte behooren tot de verſtanden ,ende manieren dr Princen . Want die ſelvige vol van ghedachten , ende tot jeloerſheyt gheneghen zijnde; en nemen niet lichtelijck aen hare Oude ghe woonten ende manieren hares levens , te verklaren voor lieden dic ſcherpſinnich , ende vlytigh zijn , ende ghelijck als waeckende van ghemoedt: Ofte voor die de welcke uyt den droom opgeltaen zija : Maer liever voor de ghenc , die van gheruſte lunen , en verſtandt zijn , ende onderdanich ; ende die doen , en laten , wat hen gelieft te ghebieden , endeniet vorders onderſoecken , maer ſich als onwe tent , ende niet bemerckende , ghelijck als ſlapende vertoonen ; ende voort, eerder een ſlechte ghehoorſaemheyt, dan een looſe ofte Wijſe ervarentheyt , te doen ; want het ghelieft den Princen ſomtijts van hare Majefleye neder te ſtappen , ghelijik als Luna van de opper-weerelt , ( want de ſelvighe altijt te draghen , is , ghelijck als eenen laſt) ende zijn ghewent met duſdanige Menſchen , vriendelijck , ende minſaem te verkeeren , en te praten : Ende ſy meenen , dat ſy ' t ſelvighe wel ſonder eenigh binder doen moghen ; Het welcke voornamelijck aen . gemercke is geworden in Tibero Caſare , nochtans hoe- wel hy een Sta tiger Prince was, en van meerder aenliens dan eenige anderen; by den welcken die gheenighen alleen acnghenaem waren , die de kenniſſe fijner manicren voor ſeecker hadden , maer 't ſelvighehortneckelijck ende ghelijck als ſlapende veynſde . 't Welck oock alſoo den alder looſten ende alder-wijften Prince Ludovicus den elfften , Koninck van l'ranckrijck, voor een ghewoonte hadde. Oock loo en word dat Hol oft den Kugl Endymionis niet onbequamelijck in de Fabel geſtel : Want die in de gunſte der Princen Itaen , en bloeyen , zijn gewent eenighe vermakelijcke vertreck.plaetſen te hebben , tot de welcken ſy hem nooden ende vorderen , om haer te vreden te ſtellen , hare ſinnen te vermaken, ende hacr Herſſenen en Hooft te verlichten,fonder eenige R belwaeri .
Soror Gygantum , ofte Faem . 130 beſwaertheyt , oft verkortinge harer Fortuyn. Maer wie nu in deler manieren in de gunſte faen , die verrichten haere faecken , dat is , het gheluckt haer ghemeynlijck wel : Want genomen , dat de Prin cen den ſelvighen al-te-mets niet tot grooter eeren verheffen ; Noch tans ſoo pleghen ſyden ſelvighen , met ware ghenegentheden ( want fy en hebbenſe niet alleen ghelint, om profijts wille ) uyt mildicheyt rijck te maecken.
IX .
Soror Gygantum ,
ofte Faem .
E Poëten ghedencken , dat de Reuſon ( uyt der aerde voort -ghe. De als oock den anderen Boven- Goden : Ende dat de Reuſen door den Blixem gheſlaghen , ende overwonnen gheweeſt zijn : Waer door dat de Aerde (vergiamt, ende tot wraecke onfteecken zijnde, van wegen dat haer kinderen omghebracht waren ) de Facm voortgebracht heeft; Dejongste Suffer der Reufen . illam . Terra parens ira irritata Deorum Extremam ( ut perhibent ) Cão Enceladoqué Sororem
,
Progenuit Demcyninghe deſes Fabels ſchijut aldus te weſen . Door de Aerde hebben ſy de Natuyr des gemeynen Volcks verſtaen , altijt opgebla fen , ende boos zijnde teghens haren Overften ; endenieuweſaecken , endedinghen voort- brengende. Deſe ſelvighe Aerde, ofte Natuyre , Tijdt, endeghelegenheyt verkregen hebbende, baerdt Rebellen, ende verweckt oproerige Menſchen , de welcke door onbehoorlijcke ſtou ticheye , Princen moeyelijck vallen , ende haer Staten ſoecken om te werden ; welcke Perſoonen tot niet ghebracht zijnde, ende dat des gemeenen volcks Natuyr, noch ſonder ophouden , den quaden en miſdoenders, toe-ghedaen is , ende isdes Vredens moede , dat ſelvi ghe brenght dan voort oproeren , ende booſe mommelingen , ende beklaeghalijcke Famen , ende Boecxkens ten quaden vermaert, ende dier
Actæon en Pentheus,oft een Nieusgierich Menſch .131 dierghelijcke ; tot haet ende verkortinghe der gheenen , die in Eere zijn , endede faecken voorſtaen; Alſoo dat het doen der Rebellen , ende de oproerige Famen , in gheflacht ende afkomſte niet en verſchelen , dan alleen in foo veel als den aerdt aengaet : dewijledat deſe Vrox vvelijck ſchijnen te weſen ; de anderen , Mannelijck
X.
Actæon ende Pentheus , ofte, een Nieuws-gierigh Menſche , E Menſchelijcke Nieuvusgiericheye in geheymen te onderſoecken ; wenſchen , ende de gheneghentheden door een , wordt dinghen verboden der gheraecken te om tot de wetenſchap het Door ; een De beſloten van de onden in twecderley manieren. hy wanneer , Alteon Pentheus. van ander de ; Acteon Exempel van Dianam onverſiens ghefien hadde, ende in een Hert verandert was , is van ſijn eyghen Honden opghegheten . Penthews , wanneer hy de heymelijcke Offerhanden van Bacchus fien wilde , ende daer toe op eenen Boom gheklommen was ,is met raſerije bevangen geworden. Maer de geckheyt van Pentheus, is van deſen aerde gheweeſt; dat hy meende, dat alle dinghen twee -linnigh gheworden waren ; ende dat tvvee Sonnen , ende wederom evvee Thebas hem voor zijn ooghen ver ſcheenen ; Alſoo dat , wanneer hy nae by de Thebas ghekomen was , ende dadelijck de andere Tbebas fiende, fich wederom keerde, ende is alloo gheftadelijck , ende ſonder ophouden , opwaerts , ende neder • waerts ghedreven , Van de eene Thebas, tot de ander. Eumenidum demens, qualis videt agmina Pentheus, Et Solem geminum , & duplices ſe ostendere Thebas. De eerſte Fabulev , ſchijnt tot de gebeymen der Princen : De tuveede, toe deGodlijcke verborgentheden te behooren : want die genigen dicn’tgeſel. fchap der Coningen niet toe-gelaten zijo te genieten , ende wien de ver gentheden ( nochtans tegen den wil der Coningen ) bewuſt zijn , die ſel vighen worden van haer ſeeckerlijck ghchact : Daerom defe lieden Weronde, R 2
132.Aazon en Pentheus, oft een Nieusgierich Menſih . wetende , dat na haer leven , oft na hen ghetrachtwordt, ende ghe legentheys ghelccht aort om haer te verdrucken , ſoo leyden fy cen leven ghelijck als de Herten , vol van vreeſc, ende quact vermoeden ; Waer door oock dick wils ghebeurt , dat ſy door haer eygen Knech ten , ende Huys.ghenooien ( om den Coninck te behaghen ) aenghe klaeght, verjacghi, ende omgheworpen worden , en op welcken des Princes gramſchap bekent ende openbaer is, die ſelvighe fult ghy be vinden ( chier alſoo veel verraders te hebben , als ſy knechten hebben,
ор dat fy ſulck een eyndt moghen nemen , ghelijck als Ataon . De ander Fabel is van de ellende Penthei : Want die gheenighen die uyt groote ſcutigheyt ( des ſterffelijckheyts weynich ghedachtich ) doorhare groote gaven des Natuyrs, endeder Philoſophie, ghelijck als op eenen Boom klimmende, na de Godslijcke geheymeniſen haken, en fraken ; Deſen is de ſtraffe van ecuwighe onltanı vaſtigheyt opgheleyt, ende van een ontroert verſtandt en oordeel, dat altijdt herwaerts en derwaerts vlieghendeis: Dewijle dat dan het licht der Natuyren een zy ; ende bet Godt/ijek licht een ander, foo ghebeurt het haer ghelijck als oft ſy twee Sonnen ſagen : Ende nadcmael dat het doen des levens, ende het voornemen om te willen doen, van 't verſtandt her.komen ; foo volght dan, dat ſy oock niet weynigher in wil , dan in meyninghe wanckelbaer zijn , noch hen ſelven niet en betrouwen ; ende daerom foo fien ſy oock twee Thebas ghelijck op eenen tijdt : Want door de Thebas, worden de eynden der handelingen af geſchreven , nademael dat Penshem ,by de Thebas Gijn wooninghe ende toevlucht hadde. Hier uyt komt het , dat ſy niet en weten waer fy baer keeren fullen , maer van het alder.principaelfte der ſaecken onſeecker zijnde , ende ghelijck als op 't water vlietende, worden alleen door ſubijtelijckebe soertheyt der linnen , om en t'om ghedreven.
XI. Orpheus, ofte Philoſophie
..
E Fabel van Orpheus ſeer gemeyn zijnde , ende nochtans dat ghe luck niet hebbende, om in allen deelen van eenen ghetrouwen
uytleggher poort -ghckomen te zijn , ſoo ſchijntheteen ghelijckeniſſe, ende
i
133 Orpheus, ofte Philofophie . ende beelde te vertoonen van de algemeyne Philoſophie. Want de per foon van Orphew ,die eenMan was ; dat hy, twelck te verwonderen was, gantſch Godtlyck, ende ſeerervaren in alle ſoorten van Harmonie oftc Ghelangh, ende door lieffelijcke ende aenghenomen middelen, ende ſoetgheluyt alles overwinnende, ende na ben treckende, mach lichte. lijck tot de af-ſchrijvinghe des Philoſophie over - ghedraghen worden . Want Orphem wercken , gaen Hercules wercken alfoo veel in weer digheyt ende macht te boven , als de wercken des Wijheyts, de werc ken van de Sterckheye doen. Orphews, door de liefde die hy tot fijn Huyſvrouw droegh ( door eenen ſeer vroeghen ontijdighen doodt wegh gheruckt zijnde ) nam voor ſich met fijn Liere oft Harpe, neder ter Hellen te guen ,om haer daer vyt te verlofſen : Oock ' foo en heeft hy niet te vergheefs ghehoopt noch ghemift: Want, hen behaeght hebbende met fijn ſoet ghelangh ende ftemme; is ſoo verreghekomen, dat bem toegelaten wierde baer unghename mei hem te leyden ; Maermet dere Voorwaerde, Dar ly hem van ach
I
teren volghen foude,ende dat hy, voor en al- eer hy tot het licht des opperfte Weerelts ghekomen ſoude zijn , niet om -fien en foude. Het vvelcke, alsh, uys liefde, ende dat hy ſoolangh gheen gheduldt konde hebben. ( vvanneer hy an fehier wye het gevaergekomen vvas foo hy dochte ) nochtans gedaen , ende overtreden hadde, foo zijn de Accoorden ende Beſluyten gebroocken gevror den : ende Dy is daerom vvederom tot den Beneden Goden van omhooghe af gevallen . Orpheus, van dier tijdt den bedroeft , ende eenen hater van Vrouvven gevvorden zijnde, is in een vvilderniſe, om aldaer by hem felven te leven , gaen vvoonen: Alvvaer hy oock door het ſelfde Gefangh, ende foeticherë fijner Harpe, eerst alderhande vvilde Beesten tot fich trock ; alfoo dat de ſelvige (hareaergeboorenNatuer afleggende, hare vvildiga beyt , ofgramſchap niet langergedachrich , noch tor haren onden luften , ende raſerojen niet meer gegeven , noch om langer na cenich ars , oft roof te loopen, om haer gulfacheyt te verſadigen, trachiende) nade maniere van op een Tonneel, condrom hem geftaen hebben, ende mack en vriendelişck ge vvorden zijnde, hare ooren tot hetgeluyt, ende gespeelfijnes Harpe,geneyche hebben . Noch foo en is dit het eynde niet , want de macht ende de kracht van't Muſijck is ſoo grootgeweeſt, dat Hy oock de Bollohen en Boffebagien bevveechde, ja de Steenen ſelfs, op dat die ſelvige cock fonden over komen , onde fich om hem , in een beboorlijcke maniere ende order R3 Bellen.
Orpheus, ofte Philoſophie . 134 Riellen . Wanneer hem deſe dinghen nu voor een tijdt langh alſoo ghe. Tuckelijck, met grooter verwonderinghe wedervaren waren, foo heb . ben ten laetſten leeckere Vrouwen van Thracia ( met Bacchus prickelen doorſteecken ) eerſt haren Hoorn ſeer loydt ende vreeſſelijck ghebla fen : Hierom , door 'tgroot gheraes wille, ſoo en konde het geluyt des Mufijcks niet langher ghehoort worden. Daer naer ( de Deught ont. bonden zijnde , de welckeden band was van defe voorgaende goede ordre ende ghemcynſchap) ſoo is daer wederom het Woelen aenghe gacn : Ende alde wilde Beeſten zijn wederom na de Natuyren die ſy te woo ren af gheleyr badden, toe -geloopen, ende malkanderen vervolchtgelyck van te vooren ; noch foo en zijn deSteenen op hare plaetfen niet gebleven . Meer Orpheus ſelfs, is ten laciflen van de raſend: Vrouten verſcheurtgeworden, ende over de Velden geſmeten : om vvelcken rouw , ende lecdtvuefen des doodes,Helicon ( een Rivier zijnde , den Muſicanien toe.geeggent ) hes vvater van daer, verfmadelijcker vvijſe, onder den grondtgetrocken, ende verborgen heeft, ende bet hooft op een andere plaetſe vvederom wyt - gee fleecker .. De meyninghe deſes Fabels fchijor duſdanich te weſen : Orpheus Geſangh is tweevoudich : Het eene, om de Beneden-Goden te beha ghen : Het ander, om wilde Beeſten, ende Bofichagien na fich re trec ken. Het cene, wort ſeer bequaemlijck tot de Natuyrlijcke Philoſophie: het ander , tot de manierlijcke, ende BurgerlijckePhiloſophie geduydet: Want het werck van de Natuyilijcke Philofophie ,is verre het edelſte ; het is de herſtelling- ſelfs der verderffelijcke dingen . Het ander(ghe lijck als van weynigher weerde dan 'tvoorgaande) is de bewaringe der lichamen in haren vorigen ſtaet, ende de ophoudinge van dien ; oft de verhinderinge, dat de ſelvigen niet en verdwijnen . Ende indien dele gave, den ſterffelijcke lieden t ſamen gegeven ware,om dit te koonen doen , fo en kan het nochtans voorſeker niet anders volbracht worden , dan door behoorlijcke en uytſtekende middelen , oft matigheden des natuyrs , gelijck als door de Harmonie des hoops:maer dewijle het een feer iware fake is om te doen , ſo miſt het daerom gemeynlijck : Ende ( gelijck allt de waerheyt is ) om geen andere oorſake dan door nieus gierige en ontijdige neerſtigheyt en onverduldigheyt : Daerom din de Philoſophie niet machtich zijnde,ſulck een groote lake tot een goet eynde te brenghen , ende daerom ten rechten bedroefi , foo keert
6
135 Orpheus , ofte Philoſophie . وhaer tot de Menichelijcke en weereltlijckelaecken ( en in der Mca ſchen gemoederen door aenporringen en welſprekentheyt inſchroc vende de liefde, ende de deught van billickheyt ende Vreede ) trecke en doet een menichte van volckeren over een te komen , en te ver ecnighen , ende dejocken der Wetten aen te nemen , en om fichon der der Overſten gheboden te begheven en te veroodtmoedigen ; en haer onghetoomde luften en affecten te vergheten , terwijlen dat ſy na de tucht hooren , en de gheboden onderdanigh zijn : Waer naer dat dan volght dat Huyſen ghebouwt , ende Dorpen gheſticht, ende dat defghelijcx day elden, Boogaerden en Hoven, Boomen en Vruchten , den ſelvighen toe-gheheylicht worden : Alloo dat niet onbehoorlijck hier doorgheſeytmach worden , dat hier by ſelfs de Steenen en Bof Schagien te ſamen gheroepen , en vergadert, en in Order geſtelt wor den . Ende de ſorghe der Borgelijcke offeeren wordthier ten rechten wel byghevoeght, als te weeten , na dat het ſimpelijck verſocht ghe weeſt was ( al- boe-wel te vergeefs ) om een doodt lichaem wederom te herſtellen , of levendigh te maken , ende de nootwendicheyt des doodts niet zijnde te ontvlieden , maeckt din lieden genegben , een eeuwighen naem te ſoecken door goede Faem , Eere , en verdienſte. Oock Too is dit ſeer wijfelijck totde Fabeltoeghedaen : Dat Orpheus van de Vrouvvengende van het trouwen , afkeer ghehadt heeft; want de vermaeckelijckheden van Bruyloſten , Trouwen , en Liefde tot Kinderen , verhinderen de Lieden , meeſtendeel om groote ende ge om groote
denckweerdighe daden ten goede van het ghemeenebelt te weghe te brenghen ; Nademael dat ſy die onſterffelijckheyt ghenocch achten te weſen , die ry doorkinderen achterlaten en verkrijghen , en niet doorgoede feyten en daden: Maer niet te min ,de Wercken des Wojs heyr ſelfs,al-hoe-wel dat ſy alle menſchelijcke ſaecken te boven gaen , Too neemen ſy oock al eens een eynde: Want het ghebeurt , dat na dat Coninckrijcken en Gemeere-Besten , voor een tijde langh gheblocyt hebben , ſomtijos Oorloghen , muyterijen , en oproeren in de lelvi ge prijſen ; in welckersgeraes , de Wetten eerſt ſtil onder de voeten ligghen ; endede menſchen nemen haer vo: ighe verkeerde Natuyre wederom aen ; Ende men lietoock dat de felvighe Wetten , in Dor. pen en Vlecken verminderen ; Ende oock ſoo worde de Geleertheyt ( indien deſe Onecoigheden volherden ) ende de Philoſophije ſelfs niet langh
Colum , ofte Beginſelen 136 langhdaer na w'cynigher: Alloo dat de ſtucken en broeken van dien alleen in ſommige , gelijck als de plancken of hucken eenes Schips, dat Schip-breuck gheleden heeft , ghevonden worden , ende Barba riſche si;den hebben alidan ghelegenheyt om in te voeren ; Helicons Wateren dan onder de Acrde verdroncken blijvende , totter tijdt toc dat ſy door behoorlijcke veranderinghe , niet op de ſelfde plaetſen , maer by andere Volckeren uytbreecken , ende haer hooft wederom uyc ftcecken .
XII .
Cælum , ofte Beginſelen. E Poëren verhalen , dat Cælum , of den Hemel, den Outfies van DIalle E Goden geweelt is , ende dat ſijnedeelen , om voort te teelen , met een ſnijd -mes ofte vlijmken afgheſneden zijn gheweeſt, door fijnen Soon Saturnu , Saturnu had' een groot getal van kinderen, maer hy adeſe op , loo haelt fy warengheboren , uytgenomen Jupiter alleen dicover -bleef ; de welcke opghewaffen zijnde tot Mans jaren , heeft fijnen Vader Saturnum inde Hellegheſtoten , ende maeckte ſich alſoo mçeiter van't Rijck : Ja dat meer is ,hy hadde oock ſijnes Vaders deelen om te teelen af-gheſneden , met het ſelfde ſnijd -mes , Waer mede hy Cælum de fijne berooft, en in de Zeegeworpen hadde , Waer van Venus voort- ghekomen , ende gheſproten is : Niet langh hier na ( Jupiter in fijn Rijck noch nauwlijcx vaſt zijnde ) is met twee ghedenck wecrdighe ofte dappere Oorloghen , beſpronghen gheworden ; Den eerſten , van de Titans , om welcke te verſlaen, Sol ( de welcke alleen onder al de Titans het met fupiter hielde ) ſeer grogte moeyta dede, en vlijt aenwende : Den tvveeden was van de Reuſen,de welcke Jupiser ſelfs door Blixem ende Donder verllaghen heeft , ende alfog alier deler Krijghen een eynde ghemaeckt zijnde, regeerde Iupiter met volle macht , en ſonder vreede . Dele Fabel ſchijnt Raedefels -ghewijs aen te wijſen , waer van de ding n baer beginſelen mogen hebben, niet veel verſchillende vander Philoſophen opinis, die Democritus daer na aen -nam tę handthavenen ,
dic
Cælum , ofte Beginſelen .
137 die ſeer opentlijck den ecuwigh-duerenden tijdt der dingen , de eerſte Materie toegheſchreven heeft, ende niet de Weerele : in't welcke hy de Heyligbe Schriftuer, ende Waerheyt van dien , een weynigh begint te naerderen , de welcke onsſeydt , van eenen uytermaten grooten klomp van de ſes daghen wercx , de beginſelen van alle dinghen . De meyninge van deſe Fabel is deſe ,dat Cælum de holle plaetſe, den omganck, en Circkelis, de welcke alle Msterie omvanght; ende dat Saturnus isde Materie ſelfs , de welcke van yder Vader de macht om te teelen af -ſnijdt; ende dat het principaelfte der Materien , altijdt het ſelfde ende eygben blijft , en dat 'iſelvigheten inlichte van de Natuye niet en vermeert noch vermindert:ende dat het de bewegingen van de Materie in 't eerſte onvolmaeckt , ende de by -voeghſelen met die dingen , die qualijck t’ſamen hanghen ( ende ghelijck als quellinghen des weerelts zijn ) voort- gbebracht heeft : Ende dat daer naer door lanckheyt van tijde, een volkomen gebouw en timmeragie te voor ſchijn ghekomen is, het welcke hact forme endegeſtalte beſchermen, ende bewaren konde : Ende dat daerom de Regeeringedes cerſten Tijdos, door het Rijck Saturni beteeckent wordt , de welcke om foo meenighe oordoeninghen der dinghen, ende onlangh duyrende, den Op-flocker fijner Soonen ghehouden wordt . Maer de tweede Regee ringe wort door JupitersRijck beteeckent, de welcke defe gheftadige ende doorgaende veranderinghen in de Helle gheſtoren heeft ; welcke plaetſe ontroeringe beteyckent: Deſe plactfe fchijnt te weſen de ruymte die daer is tuſſchen den onderſten Hemel, ende den Circkelder derden ; in welcke plaetſe, ontroeringhe ende wanckelbaerheyt ende weeckelijckheyt, ſterffelijckheyt, oft verdervinge meelt om gaet, en ghemeynis ; ende dat Venus niet ghebooren gheweeſt is, gheduyrende den tyde van de eerſte teelinge der dingen , die in des Konincks Saturnna regeeringe in ſwangh was: Wani alfoo langh , als in de ghemeen ſchap des Materiis Tweedracht, aenghenamer ende ſtercker was dan Eendracht; ſoo iſler noodıſaeckelijcker wijſe, in alle dingen verande ringhe ghekoinen, jain de Timmeragie ſelfs ; Ende dat dierghelijcke teelingen der dinghen in voorſchijn ghekomen zijn , voor al-eer dat Saturnus ontmant, oft dat hem lijn heymelijcke parthyen ontgomen waren . Macr ſy vertellen , dar defe vosrige maniere om te teelen, opbou S dende ;
Colum , ofte Beginſelen. 138 dende; dele andere maniere van teel:n, die doorVenus gheſchiet, ter ftont begonnen heeft ; ende de eendrachtigheyt der dinghen aenghe waffen e , nde de overhandt verkreghen hebben ; op dat de veran deringhe alleen by beurte geſchiede, ende de algemeyne Timmeragie gheheel ende onverbindert was. Dat Saturnus nochtans afgeſtooten , ende nederter Hellen ghewor pen is, maer evenwel niet gantſch ende al vernielt noch verdweenen . is gheweeſt; is te verſtaen, dat noch hetghevoelen was,dat de Weerelt wederom in de oude verwarringhe vervallen konde ; het welcke Luo cretius, ghebeden heeft , dat het doch niet in ſijnen tijdt ghebeu ren mocbe : Quod procul à nobis flectat fortuna gubernans , Et ratio potius, quam res perſuadeat ipſa. Want, na dat de Weerelt nu van haer ſelven , ende door cyghen macht beſtonde , evenwel was daer gheen ruſte noch ledigheyt van den beginne . Want, in de Hemelſche plaetſen volghden eerſt merckelijcke beweginghen ende veranderinghen , de welcke door de macht der Sonnen ( over al de Hemelſche lichamen heerſchet ) zijn in ſaep ghewieght , ende gheſtilt geworden, op dat de Staes des vveerelts bewaert mochte worden : Ende daer naer ſoo is inſghelijcx , in de plaetſen hier beneden ( door het onder voet treden , ende te nietdoen , van alghemeyne Aerdtbevingen , Verdrinckingen , Tempeelten , Win den, & c ) cen bebaechgelijcker, ende langher duyrende over - cen kominghe der dinghen , ende geruſtigheyt aenghewaffen. Maer van dele Fabel mach dit alle beydegheſeyt worden, dat de Pabel de Philo Sophie beſluyt ; ende wederom de Philoſophie, de Fabel : Want ons is bekent ( uyt bet gheloove ) alle deſe dinghen niet anders te weſen , dan Oraculen der Sinnen , die nu al over langh ontbroken , ende afghe laten hebben ; nademael beyde de Materie , ende de Timmeragie des vueerelés tot eenen Schepper leeckerlijck gheltelt worden .
XIII. Proteus, ofte Materie.
E Poëten verhalen , dat Proteus , is gheweeſt Néprunus Herder, D. ende infgelijcken ečn Oude-Vader, ende Waerſegger, te weten, eenen
1
Proteus , ofte Materie.
139, eenen ſeer vermaerden , ende ghelijck als eenen grooten Propheet.
Want hy en wiſte niet alleen toekomende , maer oock voorleden ende teghenwoordighe dinghen ; Alſoo dat hy oock beneffens het Waerſeggen, den Bode endeVytlegger was van alle Oudehejr,ende van alle gebeymeniſſen : Maer hy verberghde ſich onder een groote Spe loncke. Hy hadde vooreen maniere, aldaer optrent den Middach lijn Kudde der Zee-Kalveren te tellen, ende hem daer tot flapen te beghe ven ; ende wie dat ſijo hulpe in cenighe faecke van doen hadde , ofc ghebruycken wilde, en konde in gheen ander maniere yets van hem op - doen , dan hem by de mouwen nemende , in banden te ſmij ten, endehem alſoo vaſt te houden . Hy daer- en -teghen , om hem felven daer van te bevrijden, foo plach hy in alle gedaente, ende won derbaerlijcke dingen, ( ghelijck als in Vyer, in een Rivier, ende in een wildt Beeſt )' hem te veranderen ; ter tijdt toe dat by ten laetſten vry ghelaten , endein Gjn vorighe gheftalte herſtelt wierde . Den Sin defes Fabels Ichijnt tot de Geheymeniſſen des Natuyrs te behooren , ende tot de Conditien en gheleghentheden der Materie. Want onder de Perfoon van Protews, wort verftaen de outſte Materie der dinghen naeft Godt; ende de Materie woont ( ghelijck als binnen een Speloncke) onder het Hol des Hemels. Ende Hy is, ( te weten Proteus y Neptunus eygen llave : Want alle werekinghe , ende uytdeylinghe der Materie , wordt voornamelijck door weecke, ende waterachtighe dinghen onderhouden : Maer het Vec, oft Proteus Kudde , en ſchijnt niet anders te weſen , dan deghe. woone Ghedaenten der Dieren , der Planten , en der Metalen , in welco ken de Materie haer ſchijnt, ghelijck als te vergieten, ende te verdwij nen : alfoo dat hy , nadat hy deſc Ghedaenten volbracht heeft,( ghe lick als fijn plicht volvoert hebbende ) ſchijnt te flapen , ende te ruſten , ende gheen andere Ghedaenten meer te onderſoecken , oft · te maecken . Ende dit is het tellen van Protews Kudde , ende daer naer fijnen Slacp Maer dit wordt gheſeyt op den Middach , niet in den vroeghen Morgen - ſtondt, oft Avondt te gheſchieden : Dat is , ten tijde wanneer op't bequaemſte ende het oorboirlijckſte is , om Ghedaenten uyt Mi terie voor te brenghen , ende volmaeckt te maecken ; de Materię te recht bereydt, ende verveerdicht zijnde, ende ghelijck als in't midden des S 2 ,
140
Proteus , ofte Materiei
des tijdts tuſſchen haer beginnen , ende afgaen , het welcke wy ghe noechlaem uyt de Heylige Hiſtorie weten omtrent den tijde van voort brenginghe te zijn : Want doen ter tijdt, is de Materie door de kracht des Godflycken VVoordts ( Producat) achtervolghens het bevel fijnes Scheppers, niet door om -weghen, noch kromten, maer vlijtelijck toe gheloopen, ende haer Werck in cenen dach volkomelijckende over vloedelijck volbracht, ende oock Ghedaenten gheſtelt. Ende tot hier toe is devertellinghe des Fabels van Proteus , vry ende onghebonden, met lijo Kudde , volkomen. Want de alghemeynheyt der dinghen , met de Ghebouwen ende ghewoone Timmeragien der Ghedaenten, is de ghelijckeniſſe der Materien, die noch onbegrepen oft onverbon den is; ende der gheener die de Materie desKuddensverſorgen. Niet te min, indien eenigen ervaren Dienaer des Natuyrs, de Materie ſterc . ker maeckt , ende de Materie aendringht , ghelijck.als met dit opſet ende voornemen , om haer te niet te brenghen ; foo vermaeckt ende verandert de Materie daer-en -teghen haer ſelven ,nademael dat de te niet - doenioghe, ende den waren onderganck , die niet dan door de Almachticheyr Godes gheſchieden kan , tot ſulcke benautheyt ghedre ven zijnde , in wonderbaerlijcke Schepſelen der dinghen verandert is. Alſoo dat fy ( ghelijck als rondtom gegaen hebbende ) ten laetſten tot een eyndt is gheraeckt: Ende indien haer ſterckte volherdt, fich . wederom begheeft tot haren vorighen ſtaet en weſen , Ende de oor faeck van deſe fijne bindinghe ende vaft- houdinghe, ſal lichter ghe reeder zijn ; indien de Materie door de Mouwen , dat is, door het uyterſte, begrepen worde . Maer dat totde Fabeltoe- ghedaen wordt : Proseum eenen waerſeg gher gheweeft te zijn , endein drie Tijden ervaren , dat felvighe komt feer wel over een met de natuyr van defe Materie:want het is yan noo den ; dat Hy, die welcke de eyghenſchappen ende het voortvaren der Materien weet, het hooghſte der faecken , alſoo wel der genen die alreede gebeurt zijn , als die geſchieden , oft die noch daer -en - boven tockomende zijn , begrijpen .; al-hoe- wel dat de kenniſſe , met niemant foo verre en ftreckt, dat hy de deelen en by fondere dingen kan erkennen ...
Memnon ,
141 XIV.
Memnon , ofte, lonckheyt te vroegh rijp. E Poëten dencken dat Memnon is gheweeſt den Soon van de More De genfonde ,ende dat hy met ſchoone Wapenen verſien ; moedigh door hetoverdraghen van het ghemeene volck , vermaert zijnde ; is tot den Trojaenſchen Krijgh ghetrocken ; ende door overgrooteſtou ticheyt ( ghelijck als overghegeven zijnde ) lich haeſtende , de alder treffelijckſte , endegrootſte daden pae te jagen , is met Achilles, der ſterckien van al de Griecken , eenen byſonderen ſtrijdt in -ghetreden , ende is door lijn rechterhant ghellaghen gheworden , ende ontſliep . Iupiter fich fijner erbermende , heeft deVoghelen verweckt om zijn Begraeffeniffe ,ende Lijck te helpen Verheerlijcken , geſtadelijck wat droevichs ende ellendichs beſchreyende. Ende het wort oock ver telt , dat het Beeldt van Melaels 't welck hem ter eeren opghericht was , wanneer de ſtralen der Sonnen daer op ſcheenen , ghewent was een droevich geluyt, ende ſchreyende geklach van fich te geven . Deſe Fabelſchijnt te hooren tot deongeluckige eynden der Jonger Ghefellen , van welcken veel goets verhoopt worde: Want dielel vighezijn ghelijck als de Soonen des Morgenſtonts; ende doorgdele ; ende uytwendighen ſchijn endeinbeeldinghen opgheblaſen zijnde , grooter dingen aenvangen , dan ſy machtigh zijn uyt te voeren, ende de ſterckſte Helden uyt-daghen , terghen ,ende tot den ſtrijdr be roepen ; ende dan ghemoetende met eenighedie ſtercker zijn , dan ly ſelver , worden ellendelijck verſlaghen . Defer lieden doodt wasghewent feer beklaeght te worden : Want daer en is niet ( on der 't gheene , dat den ſterffelijcken Menſchen van den Goden opghe leyt kan worden ) ſoo om te beklaghen , ende te beſchreyen , ende ſoomachtigh om barmbertigheyt te beweghen , dan dat ſulcke een Bloeme des Deughts , door eenen ontijdelijcken doodt afgheſneden wordt. Noch en ishet niet veel ghebeurt, dat Jonghe lieden in haer Jonckheyt ſoo ghehaet, oft ſoo verdrietich , ende moeyelijck ghe vallen zijn , dat haren doodt daer door niet beſchreyt ofte beklaeght foude zijn gheworden ; maer dat daer- en tegen defe ghebeyren , niet alleen ghelijck als de Vogeltgens rondom de kiſte , ende de begraef_ 5.3 . feniff ,
142
Tythonuś, ofte
Sattigheyt.
feniſſe, ende het graff vlieghen , maerdat duſdanighe erberminge, langh daer naer duert, ende gehoort wort : Ende principalijck , loo worden oock , ghelijck als door de Sonne des Morghen -fonds, ( Wanneer eenighe oorſaecken , nieuwe beweginghen oft faecken van ghewichte voorvallen ) dele hare quellinghen ende verlanghen vernieuwt .
XV.
Tythonus , ofte Satrigheyt. A er wordt een fraeye Fabel vertelt van Tyrhanna , dat hy van DA Aurora, dat is den Morgenſtondt, bemint wierde ; de welcke ( op dat fy fijn gheſtadigheghemeenſchap , ende gefelſchap genieten mochte ) van Jupiter begeerde, dar by Tython doch eeuwichlijck het leven wilde laten behouden . : maer ky heeft door cen Vrouwvelijcke onachtſaemheyt dit vergheten , noch in hac begeerten in te luyten , te weten , dat hy oock metgeen Oucheyt mochte ghequelt, ofte be laden worden . Soo worden hem dan vergunt , niet te ſterven ; macr den Ouderdom is heim terſtondt nac - ghevolght ſeer wonderbaer , ende ellendelijck ; ghelijck als dat wel gefien is ; dat wien het ſterven gheweygert is , dat hy met Ouderdom altijt bevanghen wordt ; alſoo dat Iupiterhem ten laetften ( ſich deſer Lieden :gedaente erbermende) in eenen Sprinck -haen veranderde . Deſe Fabel fchijnt een verſtandighe overſchaduwing'e, ende af ſchrijvinghe des Wellults te zijn ; de welcke in het begin., ghelijck als in den Morghen- ſtonde, foo aenghenaemis, dat de Lieden wel wenſchften dat lodanigevermaeckelijckheden , hem altijt eygen ware ende volghen wilde, niet ghedenckende , dat haer de Sarricheyt ende walginghe deles , ghelijck als den Ouderdom ſeer haelt overkomen kan : Alloo darten lactiten , wanneer je Tijden om wellust te doen , voor- by waren (de begeerte , ende de genegentheden nochtans niet Itervende) delieden in het praten van dien , alleen code in de ghe dachteniſſen der dinghen , daer fy te vooren ſulck volkomen vere maeck in namen , lich plegen te verheugen, gelijck als eenen Ouden Voer
Procus Junonis , Junoos Vryer, ofte, Oneere.
143
Voerman , in het klappen van de Sweep : 't Welck wy in welluſtige ljeden , ende wien den Krijgh haer beroep is , lien ghebeuren. De wijl dat de Eenein ongeſchickte woorden , ende vuylen klap ; de an deren , in het verhandelen van haer groote daden, vermaeck nemen ; nae de maniere van de Sprinckohanen , welckers dapperheyt alleen in hare ſtemmen beſtaet .
XVI .
Procus Janonis , Junoos Vryer, ofte, Oneere. E Poëren verhalen , dat Iupiter hem - ſelven in veele, ende ver fcheyden ſchepſelen verandert heeft, om dathy fijne onbehoor. lijcke welluſten verſadigen mochte , als namelijck , in de gelijckenille van eenen Stier ; van eenen Arent ; van een Suvaen ; van eenen Gow den Slagh- regen. Maer hem wort naeghegeven , dat wanneer hy om luno hengelde, dat hy als dan een feer onedel ,verachtſaem , leclijck, ende belacchelijck ſchepſelaengedaen heeft, ghelijckende eenen el lendigen Koeckoeck , die door Windt ende Weder , jRcghen en Tempeeft, nat gheworden zijnde, beeft , verbaeſt , ende als half doodt is . Dit is een Wyſe Fabel, uyt de inwendichfte , ende diepſte manieren gheſproien. Den Sin is deſe : Dat de Lieden haer-felven ſeer behagen oft pluymſtrijcken ; het daer voor houdende , ghelijck als oft ſy door de ghedaente hares eyghen Deughts , haer ſelven by allen menſchen in gunſte konnen brenghen , ende groot gheacht maken . Het ſucces · en de eynde deſer dinghen ghemeynlijck aen des Mans Natuyre ende Conditie, in wiens gunſte fy trachren te gheraecken , gheleghen zijn. Ende in dien defe , gheen perſoonen ſelfs en zijn met ſonderlinge ga ven , ende aenghenaemheden begaeft , maer alleen hooghmoedigh, ende boos - aerdigh van verſtandt (het welcke onder de Perſoon van luno verhandelt wort ) foo moet den Verſoecker weten , dat het dan veel beter is de Perſoon van Deught, ende weerdicheyt,gantſch ende dat ſy haer ſelven heel bebrieghen , al vorders af te legghen : Ende indien ſy eenen anderen wech ingasn. Noch dathet niet ghenoecb en is,
Cupido , ofte een kleyn dinck , &c. 144 is ; indien fy ſchoon quaden dienſt betoonen ; ten zy dat fy haer gantſch , ende al , in een verwerpelijcke ende af- acrdigh perſoon veranderen of vertoonen .
XVII .
Cupido, ofte, een kleyn dinck niet om te verdeylen . G
HEENE dat van de Poëten ,van Cupido ofte van de Liefde ge
' perſoon toe-ſchrijven : Het verſchil deſesis nochtansfoodanich ; Dat de verwerringen der perſoonen verworpen wort , ende de Gelijcke niſſe aenghenomenw : Waot ſy verhalen , dat Liefde , de outſte is geweeſt van alle de Goden , ende inſghelijcks van alle dingen', uytge nomen het Chaos ; het welcke ghefeytWors, van den ſelfden Ouder dom te zijn , daer het voorighe van is : MaerChaos en wort noyt van den Ouden , met eenige Godiheye begaeft , noch den naem van eenen Gode ghegeven : Ende de Liefde wordt vorders inghebracht, ghelijck als ſonder Vader zijnde ; uytgenomen , dat de ſelvige van ſommigen gheſeyt worde dat Eygheweeſt te zijn , 't welck Yox ghelcyt heeft , ende hy heeft , beydeGoden , ende de alghemeyne dinghen , uyt het Chaos voortgebraght: Endebem worden vier verſcheydedingen toe. gherekent. Das hy eeuvvichlijcken kindt is, dat is altijt kindſch . Blindt ; Naeft ,ende eenen Schuster. Daer was noch een andere Liefde,dewelcke de jongſte vande Goden was ; teweren ,den Soon van Venus, den welc ken ſy oock den naem van de Onde liefde gheven, is ghelijck als het hem oock ten deelen toebehoort , Dele Fabel behoort , ende dringht oock door tot de wiegne des Natuyrs, en deſe Liefde ſchijnt de ghenegentheyt , ende den prickel te weſen van de eerſte Materien, oft (op dat wy duydelijcker ſprcken moghen ;) Morw naturalisAtomi; het welck deſc alder- oudeſte ,ende cenige macbt is, dewelcke allesmaeckt, endeſcheptuyt de Materie, Deleisgheheelijck ſonder Vader; dat is, ſonder Ooriaecke. Want de porlaecke is ghelijck als deVadervan die Effe & : Ende daer en kan ghccp oorſaecke deſos Deughtsinde Natuyr zijn ( maer wy God altijt uyt
145 Cupido , ofte een kleyn dinck , & c . uytnemen ) . Want daer en wasniet voor den ſelvige , ende daerom gbecn Efficiens ; noch niet beter bekent dan de Natuyre ; ende der halven, noch Geſlacht, noch Form : Daerom dan , welckers dat ſy oock zy , ſy is Pofitijf: ende nict om beduyt te koonen worden : Ende oock , indien ſchoon hare manier, ende Procedeeren waer, om begre pea te moeten zijn : Nochtans foo en kan fy niet door eenighe oor faecke vereyſcht oft vernomen worden ; dewijl dat ſy is ( nac Gode) de oorſaecke der oorſaecken , ende fy ſelfs ſonder eenighe dorſaecke , Nochte het en is nict om te verhoopen , dat hare maniere , door het menſchelijcke vernuft begrepen, oftdoorgrondekan wordea , Daerom wort het dan ten rechten vergheleecken by een Ey, van Nox gheleye gheweeſt te zijn : Seecker wel heeft den Heylighen Philosoph daervan gheſeyt , Cunéta fecit pulchra Tempestatibus ſuis, & Mundum tradidic difputationibus eorum , itatamen ut non inveniat Homo Opus, quod operatus eft Deus à principio uſque ad finem , Eccl . 3.11 . Want de prin cipaelſte Wet des Natuyrs , oft de Macht deſer begheerte, in ' t eerſte doorGodtgheſchapen zijnde tot verſamelinghe ( van welcke verme nichfuldiginghe , ende herhalen , alle veranderinghe der dingen her { pruyt, ende ghemaecktwort) mach de ghedachten der menſchen benouwen , maer door de ſelvighe qualijck ghevat, oft omvanghen worden. De Philoſophie der Griecken wordt bevonden , dat ſy ſcherp zy , endedat fy haer beneerfticht, om de Materiale beginſelen der dinghen te beveſtigen ; Maer in de beginſelen des Beweginghs ( in de welcken , al de Macht ende Deught beftaet, om 't werck te volbren ghen ) is ſy onachtlaem , ende traegh : Ende fy ſchijnen vorders in al 't gheene, waer in wybier handelen , blindete zijn , ende te fac . melen. Want , het ghevoelen van de Peripatetici ( voor ſoo veel als deo prickel der Materie aengaet per privationem ) en is ſchier niet an• ders, dan woorden , de wijſe des gheſancks beterwetende , dan wat het beteeckent. Ende die gheenighen , die 't ſelvighe tot Gode over geven , die doen feer wel , maer fy huppelen op , endevallen wederom neer , ende gaen nict hoogher , noch vorder door trappen , ghelijck als by weynich en weynich: Want ſonder ewijfel, de eenighe , ende hoochſteWet is Godt overgelaten , in de welcke de Natuyr verſamelt. Ende het is deſe ſelvighe Wel , de welcke in den voorigen Text, door het begrijp deler woorden aengheweſen wort. Opus quod operatmo est T Dew
146 Cupido , oft een kleyn dinck , & c . Deus à Principio uſque ad finem .Macr Democritus; de welcke defe faecke wat dieper inſach ( nae dat hy een Alomum , een kleyn dinck , bet welck men niet verdeylen en kan, van een ſeeckere breedte , ende groote, te wezhe gebracht hadde) heeft tſelvige een eenige begeerte, oft eerste beweginghe eenvoudelijck toe- gheſchreven; ende noch een ander dierghelijcke wijfe : Want hy was van ghevoelen , dat alle dinghen totden Circkeldes Weerelts ftreckte ; waer van de lichamen , die het ſwaerſte zijn van Materie, op 't ijlenít neder vallen ; ende dat, de welcke van weynigher Materien beſtonden , ſich in 'r teghendeel opwaerts beweeghden. Macr defe bedenckinge was ſeer naeuw , ende na weynigher dinghen,dan ſich ghebeurde, om -fiende: Want,nochte het rondtom keeren der Hemelſcher lichamen , noch de toe-fluytin gle, ofte de openinghe der dinghen , en ſchijnen niet tot dit Beginſel ghebracht, noch bequamelijck ghevoeght te konnen worden. Ende voor ſoo veel als Epicurmo ghevoelen acngaet , aengaende de verande ringhe des Atoms, ende van de avontuerlijcke beweginghe , die ſelvige is wederom op beuſelinghen ghevallen, ghelijck als deſaecke niet vera ftaende: Daerom foo blijckt het meer dan wy wel mogen wenſchen,
1
dat deſen Cupido noch onder Nox , dat is , onder de ſchaduwe des Nachts, verborghen leydt : ſoo laet ons dan daerom van Toe-eyghe ninghen ſpreecken . Seer aerdigh wordt Cupido af-ghefchreven, eeuwighlijck een Kinde : te zijn , dat is ,aliijdtKindifeb : Want, lichamen die van veelen t'famen ghevoeght zijn , zijn grooter, ende worden ouder van jaren ; maer de eerlie zaden des Aroms, oft der dinghen, zijn ſcer geringh , ende ver blijven in ceowighekindtſheyr . Dock foo is dit ſeecker , dat Hy naeckt is : want alle t'famen -ge
voeghde dinghen, ſchijnen ( een Man van een goedt oordeel en ver ftande ) bedeckt ende bekleedt te zijn : Ende dat niet eyghentlijck naeckt en is , dan de eerdie ſtucxkers en beginſelen der dinghen . Ende acngaende lijn Blindthey ,dat is inſghelijcken e« n wijſe ghc lijckenille. Want delen Cupido ( hoedanich dat hy oock zy ) ſchijnt feer weynich voorſichtigheyts te hebben ,macr te werck te gaen na dat ons het navolghende aenwijſt, te weten ; dat hy ſijnen wegh maeckt ni'rgheene dat het nachte by is, ghelijck als de Blinden na het Ey ple ghen t: ſoccken . Wacrdoor dat dan die groote Voorſienigheyt des hoogh
j
1.47 Cupido , oft een kleyn dinck , & c. hooghſten Godesdes te wonderbaerlijcker moet weſen ; nademacl dat fy uyt de dingen die gantſch vervreemt zijn ſonder eenighe voorſich ticheyt , ende ghelijck als uyt blinde dinghen, nochtans door een ſecc kere Wet,van Godt verordineert zijnde , deſe order ende ſchoonheyt der dinghen voort- ghebracht heeft. Delaetſte toe eygheninge die ghedaen wort, is, dat hy met Schieten om -ginghe, ofte eenen Schuster was. Dat is, datdeDcught van Cupido fulcks is, dat fy van verre af werckt ; want , 'tghene dat van verre af wercke , ſchijnt ghelijck als eenen Pijl uyt te ſchieten, oft te ſeynden. Daerom een yegelijck die een Acomum , ende een Vacuum voor-ſtelt, brenght nooittăkelijcker wijſe in,dat de mache des Arooms van verre af werckt; ende indien deſe wech ghenomen ware , loo en fouder gheen beweginghe verweckt konnen worden ; om bet Vacuum , het welck tuſſchen beyde gheſet is : maer alle dinghen ſouden Napende worden , ende ghelijck als Steenen , ſtil - ftaende , onbeweeghlijck verblijven . Ende wat den Tonghften Cupidobelanght; Hy wort ten rechten ghe lijck als den longhſlen der Goden voor-ghedragen ; nademael hy gheen weeſen konde hebben , voor dat de gronden en fondamenten des Ge beſchrijvinghe wordt de ghelijc daentes gheleyt waren . Ende in ſijn keniffe cor de manieren gheduydet , ende met den ſelvighen verghe leeckan , nochtans foo komt hy noch een weynich over een met de Oude. Want , Venus verweckt generalijcker wijſe een gheneghent heye om te verſamelen , ende voort te teelen : Cupido,haren Soon , eyghent deſe genezentheyt een Individuum toe , het welck men niet gedeylen en kan. Alſoo dat van Venus de generale geſtalte her-komt; maer van Cupido een volkornener Sympathia,ofte over -een -ſtemminge : Ende de eerſte heeft haer begin van dingen die na by zijn ; maer de ander, van hooger, en Godlijcker begin, endegelijck als van den Ouden Cupido, en den welcken alle volkomen over-een - ſtemminghe her . Spruyt.
XVIII. Diomedes , ofte Yver. IOMEDES, wanneer hy in groote ende uytnemende coreenile Deorie in denTragaenschoenen
bloeyde,undemegebergandle T 2 met
148
Diomedes , ofte Yver.
met Palas was ; ſoo is hy door haer aengteport gheworden , ( ende hy willigher endeghereeder zijnde, dan het ſich betaemde ) dat hy Venue gantſch niet foude verſchoonen, indien hy haer in den ſtrijdt ontmoe. icde , het welcke hy ſtoutelijck volbracht heeft, ende heeft Venus rechterhandt gewondet. Deſe daedt heeft hy voor een wijle tijts (ſon derwracckevan ſijn weder- parthye ) Nil, in't verborghen ghedragen, ende fijn ſaecken degelijck, ende heerlijck uyt- gevoert hebbende, is na ſijn vaderlandt ghetogen. Ende na dat hy de (warigheden, forghen, en ellenden van lijnen eygen Stact , ende woonplaetſe daer hy in ghe pooren was, nu oock ten vollen geproeft en vei ſocht hadde; ſoo is hy wederom na Italien onder de vreemden gereyft: alwaer fijn beginſelen oock geluckica genoech geweeft fijn; wanthy is vanden Koninc Daunu . feer ſtatelijck ontfangen , endevan hem met groote giften ende ghe ſchencken'vereert geworden; veel Statuen, of Metale Beelden zijnt'ij ner eren opgherecht geworden. Maer na het eerſte ongeluck ofie ellendicheyi dat dit Volckoðer quam , tot welcken hy hem begheven hadde, om onder te ſchuylen ende beſchermt te worden ; ſoo valt den Koninck Daunu een quaedt vermocden in ; dat hy ſulck eenen , on der fijn Huyſghenoten ontfanghen , ende acnghenomen hadde, die welcke een boos ende godtloos Menſche was, endeden Goden onaen ghenaem , Krijgh teghens den ſelvigen voerende; ende die welcke de Godinne Venm ſelfs ħad' derven met fijn Swaerdt teghemoedt gaen, ende verſlaen ;nochtans dat het een dieverije van Godes eere gereeckent. wierde, die de ſelvige alleen aen - roerde. So heeft den Koninck Daunm daerom , op dat hy ſijn Vaderlant van ſchuldt mochte bevrijden, ende genoech doen ( niet aenſiendedat Diomedes eenen vreemdelinck was , noch het recht dat fy hebben om ghe- cerdt te moeten worden , de Religie hem naerder raeckende) Diomedes datelijck verſlaghen ; ende heeft vorders belaſt , dat alle de Metale Beelden ende Tropheen, t'lij ner Eere opgerecht zijnde,nedergeworpen ſoude worden: Oock ſo en was het niet geraden voor de lieden, deſe ſware ſake te beklagen, en te erbermen : Maer fijn Mede- geſellen ende Cameraden ſelfs (wanneer fy de dood van hareu Capiteyn beſchreyde, ende dewijl dat ſy ontrent lijn Graff met ſuchtenen kermen droevich waren ) zijo in Vogelen,die de Suvanen ſeer ghelijck zijn , verandert : Dewelcke,wanneer ſy ſter ven , ſcer lieflijck ende drocflijck, ghelijck als huylende ; ſinghcn. Deſc
142 Diomedes , ofte Yver. Deſe Fabel heeft een raer , ende ſchier een byſonder Subje &t om op te bouwen . Want niemant en ghedenckt , dat oyt eenighen Heroës oft kloecken Heldt ſich teghenscenighe Goden , door Wapenen , oft met ghewelt gheftelt heeft, dan alleen Diomedes . Ende feecker foo ſchijnt het oock , dat deFabel het Beeldt der Menſchen , ende fijns For tugns hier afgemaelt heeft,de welcke dit uyt Gch felven voorſtelt, ge lijck als het eynde , ende oogemerck van alle dingen te zijn , eenige Godlycke macht te ceren , oft eenige oproeren van Religie te volgen , het zy oock foo ydel ende Afgodiſch ; evenwel ſoeckt de ſelvige door wa penen , ende met ghewelt, te beſchermen. Want al-boe.wel dat dere bloedighe Oorloghen om Religie ,
den Ouden onbekent waren
( naedemael dat de Heydenſche Goden gantſch niet jelours en zijn , van weeghen 't geene dat den Waren Godt toegeſchreven mochteworden ) ſoo ſchijnt nochtans de Wijſheyt des Ouden Tijdes ſoo volmaeckt en volkomen gheweeft te zijn , als dat ſy 't gheene, ' t welck ſy niet door ondervindinghe wiſten, nochtans door overdenckingen ende ghelijc keniſſen vinden ende begrijpen konden . Die ghenigen dan , die eenigheSede van Religie , al-hoe -wel de ſelvighemaer ydel , bedorven , ende oneerlijck zijn ( 't welck onder de Perſoon van Venus beteyckent wordt ) niet door de kracht des Re dens , des Geleertheyts , oft Heylicheyt des levens, oft anders door de gewichtige Exempelen der goeder, ende treffelijcker Autheuren , foecken te verbeteren , en te overwinnen ; maer door het Sweerdt , Vyer , ende door ſcherpe ſtraffe , deſelvige Religie uyt -wieden , ende willen af- ſnijden ; die ſelvige worden hier toe dickwils door Paltas aen ghevoert: dat is,door een eyghen ſcherpe Wijheyt, ende dapperheyt des verſtants ; waer van de Deught, ende het vermogen is , dat ſy in defghelijcke vallheden , ydelheden , ende dwalinghen ſien kunnen , 't ſelvigheuyt eenen haet , die fy draghen tot de boolheyt, ende uyt eenen goeden yver herkomen: Ende die ſelvigen krijgenoock metter tijdtgrootecere, ende worden van 't gemcenc volck ( tot den welc ken niet deghelijcks noch redelijcks aenghenaem weſen kan ) geacht ende ghe-eert ghelijck als de cenighe beſchermers, ende handibou . ders des Waerheyts,ende de Religie te weſen,wanneerandere lacuw ende . vol van vreeſen ſchijnen te zijn. Maer nochtans ſoducrt defe eere ende voorſpoet ſelden toiden eynden toe; ende in't teghcndecl, ſoo is al befrich I 3.
Diomedes , ofte Yver. 150 hettich , ende overmatich groot , ghelijck in ' t eynde ſchier altijt on gheluckich , ten zy dathet door eenen ſubiten doode , de verande ghe der dinghen ontloope : Indien het ghevalt , datder dinghen een veranderinghe ghebeurt ; ende dat deſe voorgheſchrevene Secten , die corſt onderdruct waren , wederom opſtaen , ende macht krijghen ; alſdan wordt ſulckerſlieden yver , neerſticheyt, ende Arijdinge ver oordeelt , ende hare namen worden ghehaet , ende al haer Eere ver andert in on - eerei Soo veel als aengaet ,dat Diomedes van ſijnen eygen Weerdt doodt ghenaghen is gheworden, dat ſelvige ſtreckt daer heen : Dat verſchil in Religie tuſſchen de aldergrootlte Verwanten , verraedt, en bedroch , verwecke . Nu , aengaende den rouw ſelfs ; ende dat droeffeniſſen gantſch niet gheleden , maer gheftraft worden , dat ſelvighe leert ons; dat hoe groote ſchelm - ſtücken dat oock ſchier bedreven zijn , dat nochtans barmherticheyt met den Menſche plaetſe heeft ; alſoo dat oock de gheenighe, die de overtredinghen , ende de fonden haten ,ſich noch tans over deperſoonen , deler ellendicheden weerdigb , Menſchelijc ker , ende Natuyrlijcker wijſe, erbermen : Dit voorwaer een groote ellende zijnde , weerdigh om te beklaghen , indien hen alle de gena de cn gratie , om barmhertigheyt te betoonen , ontleyt Wort . ja, dat meer is , ghy mooght ſpeuren , en behouden , dat barmherticheyt in den menſchen, is al ſoo wel in ſaecken van Religie, als oock in God . looſheyt ; daer -en -teghen , het klaghen endekermen van Diomedis gheſellen , die van de telfde Sečte ende ghevoelen zijn ,wasghewendt Icer verſtandich , ende van goetgeluyi te zijn ; ghelijck als het klagen dir Svanen , oft der voghelen Diomedis : In 't welcke dit deel des ge lijckenille , edel , ende uytnement is ; dat de geenigen , die om Religie wille gheftraft worden , ende lijden moeten , in de Uyre des doodts wonderbaerlijcker wiſe , hare ftemmen ghelijck als de Suvanen , feer medelijdich voort-brenghen ; ende de lelvighe in den Menſchenge moederen en herten ſchrijvende, langh in hare Memorica doen ver blijven , ende beveſtighen..
Dæda .
15f XIX. Dædalus , ofte eenen konſtighenWerck -meefter .
De Werck - meeſterijen ; en de onbehoorlijcke konften des ſelvi. ghen die tot een quaet ende verkeert ghebruyck aengewent worden , beſchaduwt onder deperſoon van Dedalus, die een ſeer verſtandich man was , maer vreeffelijck en vervloeckt. Deſen ſelvighen ( lijnen mede.gheſel ghedoodet hebbende , ende die hemin wercken te bo ven ginghen ) geracckte in Ballingſchap te leven ; maer hy was noch tansbyConinghen, ende in andere Steden , ſeer u ellekom ; ende occk foo maeckte ende richte hy voorwacr op veel verſcheyde uytmun tende wercken ; alſoo welter eeren der Goden , alsoock ter eeren , groot-maeckinge, ende versieringe van ghemeene Steden en Plaetfen; Maer lijnen naem Wort nochtansmeeſt gheacht , ende bekent door ongheoorlofde dinghen aen te richten .Want het ishy ; die Paſiphaes met gereedtſchap des onkuylheyts yerſien , ende in het werck geſtelt heeft: Dat ſy, om haer onbehoorlijcke welluſten te verſadigen , haer felven met eenen Var vermengde , ende te doen hadde. Allo dat van deſes Mans ſchelmſche kloeckheyt en verſtant,het Monſter Minotaue Two ( het welcke veel jonge lieden van goeden Hoop opſwellicht) ſijn ongheluckich ende oneerlick begin genomen heeft, Ende om het een boos, met het ander te bedecken ,foo heeft hy oock tot beveſtiginghe ende verſeeckeringa deſes Pelt , eenen Dool-hof bedocht , ende ge bout. Een Werck zijnde, tot een boos voornemen , ende eynde ge dijende : doch een feer konſtich , aerdich , ende heerlijck werck : Ende daer naer wederom , np dat hy niet alleen den naem mochie voe ren van quade konſten Meeſter te zijn ; ende dat by hem oock Racdt ( ende niet alleen Inſtrumenten) voor ſchelm -fucken mochte gevonden worden , om de ſelvighen voor te komen ; Soo is Hy den Autheur gheweelt des ſeer verſtandighen Racdes , van h : t klouwe- Garen , naer het welcke men den Dool- hof door- gaen , ende ghebruycken konde , ſonder eenigh letſel. Deſen Dedalus is van Minos in grooter ſtrengic heyt , nceriticheyt, en na- vraghen achtervolcht gheworden ; macr hy heeft noch altijt middel gheweten, om 't ſelvige van te vooren af te zijn , te mercken , ende te ontkomen . Ende ren lactften ; wanneer
liy
152
Dedalus, ofte eenen konſtighen Werck -meester.
hy lijnen Soon Icarum de ervarentheyt om te vliegen , geleert hadde foo is deſen nicuwen aenkomelinck ( opſija konſt pocchende)van bo. ven nederin't water ghevallen . : Dcle Parabel ſchijnt aldus te zijn . Dat in lijn eerſte intreden deſen hact ghemerckt worde ; die dier dickwils is , endewonderbaerlijcker wijſe regneert , onder de beſte Mechters van eenich Handt-werck : Want daer en is geen geſlacht van volck , die malkanderen met fulc . ken ſcherpen , cnde ghelijck als doodelijcken haet benijden , als dic doen . Hier is oock by- ghevoeght ( het welck om aen te mercken is ) de itraffe des Ballingſchaps, die Dedalo met weynich rechtverdicheyts, ende ghelijckx , opgeleye wierde : Want groote Konſtenaers, hebben foo veel heerlijckheyts voor uyt; dat ſy over al , ende by allen Marien wellekom zijn ; Alloo dat een Ballinghſchap eenen konſtigen Meeſter gheen verdriet , noch Itraffe en is. Want die gheenighe, die anders opgebracht zijn , te weten , dat gheen goede Werck -lieden en zijn, die en konnen niet wel ergens voort-komen dan in haer cyghen Va derlandt.Wanthet verwonderen over konſtenaren , wort wijdt ende zijdt uytgebreyt , ende wordt ſeer by vremde , ende uytlantſche lieden vermeerdt , nademael dat het volck van dien Natuyre ende Conditieg zijn ; dat ſy haer eyghen Lants.licden ( voor foo veel alsde wonder baerlijcke konſtelijcke Wercken aengaen ) weynigher achten , dan Vreemden
Van het ghebruyck der Mechanicalekonſen , zijn deſe navolgende d nghen ſeer openbaer; Want het Menſchelijck leven , ofte den Menich, is in den ſelvighen veel gehouden ; Nademacl dat ſeer veel goede dinghen tot verbeteringhe ende ophoudinge van Religie, ende ser çeren van de Burgherlijcke zeden , en Rechten , ende tot de op bouwinghe des alghemeenen levens, uyt hare ſchatten vergadert zija Ecworden , Maer.nochtans ſoo ſpruyten oock uyt de ſelfle Fonteyne, inftrumenten voor des wellutts, ende Inſtrumenten des Doodrs. Want, (achter wegen latende, cnde beneffens de konſten der Hocren . Weer , den , oft der Hoer-huyſen ) ſoo is onswelghenocch bekent , hoe vçre de doodelijcke venijnigheyt, al 't verdriet ende ellenden des Krijghs, ende dierghelijcke Peftilintien ( al welcke deſen Mechanicale insventien toe- gheſchreven moghen worden ) den Minotaurum ſelfs in wreedtheyt , ende ſchadelijckheyo te boven gaen . De
Dædalus, oft eenen konfligen Werck -meefler. 193 De Gelijckenille van den Duolahaf, is ſeer ( choon, door de welcke de ghenerale Natuyr , van alle konftelijcke Wercken te kennen ghe gheven wordt. Want alle Mechanicale Wetenſchappen die feer ver. ftandich en diep om te begrijpen zijn , moghen by een Dool -Hof vergheleecken worden ; onide ſubtijlheyts wille, ende de verſchey. den draeyinghen , ende andere openbare ghelijckeniſſen , de welcke nauwelijèkx door eenigh vernuft, maer alleenlijck ghelijck als door de ervarentheyt des Klouvven Garens , beſtiert ende onderſcheyden konnen worden . Noch ſoo wordt dit niet onbequaemlijck hier by.ghevoecht ; dat den ſelvighen , die de dwalinghen des Dool. Hofs ghevonden heeft , oock alſoo de bequaemheyr, ende oorboorlijckhcyt des Draers aen aengheweſen heeft: Wani de Mechanicale konſten , zijnghelijck als onleecker ; ende fy llaen, en fy heelen ſchadelijck ende profijtelijck , ende haer Deught bindt, ende ontbindt ( chier haer ſelven. Ende Minos vervolcht dickwils ongheoorlofde Ambachten , ende cven alſoo ſecr dere Konſten ſelfs, teweten , door Wetten , die de rel . vighe Konſten vervloecken ; den lieden oock verbiedende de felvighe niet te ghebruycken ; niet-te -min worden deſe Konften verborghon ghehouden, ende onderhouden , endevinden over alſchuyl-plaetlen : Her welck wel aenghemçrckt gheworden is van. Tacitu , van de Mae thematijcken , ende der gheener die gheluck legghen konnen ( met dere faecke nietqualijck over -cen -komende ) Genus ( inquit) hominum quod in Civitate noftra femper retinebitur, & vetabitur. Ende noch fans ſoo vallen alle verboden, ongheoorlofde, ende nieuws-gierighe Konſten , van wat aerdt dat fy oock zijn ( nademael dat ſy niet en houden noch volbrenghen , 'tghene ſy belooven ) van hare Eer ende waçrdije , ende gheraeckenin vei(maecheyt; ja, vergaen ſelfs door al te veel ghoſtadighe ver :ooninghen : ghelijck als Icarus van boven uyt den Hemel in't water viel , Ende voorwaer , indien men in alles de waerheydi ſegghen ( al, foo en worden de felvighe niet foo gheluc kelijckyernielt, noch in bedwangh ghehouden door de toomen der Weizen, als de ſelvighe door hare eyghen ydelhcyt verraden , ende puerwonnen worden ,
V
Erigtho .
154 XX . Ericthonius , ofte Bedroch . E Poëten verhalen , dat Vulcanus ſtondo na Minervaes Maeghi ende daer beneffens met Liefde ontſteecken zijnde, ende door dickwils van haer op ?feyt gheweeft te ſijn , dat hy haer ghe weldt aen dede , haer denckende te verkrachten ; maer dat door het worſtelen en ſtrevelen , lijn zaet op de aerde neder - gevallen is , uyt het welcke Erithonius ghebooren is gheworden : de welcke de opperlte deelen deslichaems, ſchoon, volmaeckt, ende bequaem van Schepſel hadde , ghelijck als andere lichamen hebben , maer ſijn heupen , het dicke fijner becnen , ende vorders na beneden-toe,de ghelijckeniſſe cenes Aels uyt- beelde, leelijck , ende kleyn : Welckers leelijckheyt, wanneer hy ficb felven deſen ſchuldich erkende , ſoo is hy den eerſten gheweeſt, die het ghebruyck der Koets-wagensghevonden , ende in ſwangh ghebracht heeft: op dat hy , het welck hy aen ſijn lichaem cerlijcks, ende volkomenshadde, vertoonen mochte ; ende'tgheenc, 'twelck verachtſaem was , verberghen konde . De meyninghe van deſe wonderbaerlijcke, ende vreefſelijcke Fabel ſchijnt deſes te weſen : Dat de Konſt ( de welcke onder de perſoon van Vulcanus, om het medichvuldich ghebruyck des vyers afghebeeldt wordt ) hoe dickwils dat de ſelvighe oock foeckt, ende haer beneer ftight door groote quellinghe, ende pijninge hares lichaems, de Na tuyr te verkrachtigen, en te overwinnen , ende de ſelvige uyt te drijven ( wetende dat de Natuyr onder de perſoon van Minerva te kennen ghegeven wordt , door dekloeckheyt barer wercken ) dat ſy nochtans felden tot een gheluckich ende gewenſcht eynde gheraeckt: maer dat fy evenwel met groote moeyte en arbeyt (ghelijck als worſtelende ) tuſſchen beyde valt, ende een onvolmaeckt broedtſel voort-brenght, dar lam , en kreupelis ; ſchoon in't aen ſien ,maer onnut, onbequaem tot eenich ghebruyck , ghelijck als hinckende: Welck onnatuyrlijck ghebroediſel , de bedriegers in grooten Staet , en groot bedroch voor draghen, ende ghelijck als triumpherende,om ende om voeren . Welcke bedriegherijen, ſchier dickwils, in't ghene dat de Chimisten te voor ſchijo brenghen , ende in de ſubtijlheden en nieuwigheden van eenige konſtighe
Deucalion , ofte Herſtellinghem .
155 Voor. : worden mogen konſtighe wercken, geſpeurt , ende bemerckt namelijck , wanneer de lieden met hier voornemen voort -varende, liever dan van hare dwalinghe afſtandt doende , meer gheneycht zijn met de Natuyr te worſtelen , oft teghens haer te ſtrevelen ; dan uyt behoorlijcké ende ſchuldighe ghehoorſaemheyt en eere, ende ont . ficht, de ſelvighe te omhelfen .
XXI . Deucalion , ofte Her- ſtellinghe
.
E Poëten vertellen , dat, wanneer al de Inwoonders van de onde vv!erelt, opgeſwelght, en door de Diluvie te niet gegaen waren, ende Deucalion en Pyrrha alleen waren over ghebleven , ende met eca Godslijek verlanghen ontſteecken zijnde, ende feer aendachtelijck bid. dende,dat het Menſchelijik geſlacht wederom herſtelt mochte wor den in fijnen voorighen ftaet. Dat fy fulck een antwoorde van boven ugt den Hemel ontfanghen hebben ; namentlijck , dat haer begheerte verhoort, ende ghenoech ghedaen foudeworden ,indien ſy ha r Moe ders ghebeenten namen , ende wierpenſe achter over harc ſchouders. Het welcke hen in 't eerſte een groote droefheyt, ende ghelijck als een wanhoop aenghejaeght heeft ; aenghefien dat alles op den A erdt bodem te niet gegaen zijnde, het feer ſwaer ende onmoghelijck ſoude zijn , haer MoedersGraf te doorfoecken , ende te vinden : Maer ten laerften bebben fy verſtaen ,dat de Steenen der Aerde, ( nademael de Aerde, de Moeder is van alle dinck ) door het Orakelgemeent worde. Deſe Fabelſchijnt de Secreetheyt des Natwyrs te ontdecken ; ende de dwalinghe, die des Menſchen ſinnen ghemeynis , te verbeteren . Want de onervarentheyt des menſchen , oordeelt ende meynt, datter veran deringen der dingen konnen weſen; oft,dat herſtellinhen des Natuyrs, uyt haer vuyligheytende onreynigheyt ( gelijck als eenen Phenix uyt haer eyghen afſchen )opgeweckt konnen worden :Het welck gantſch niet ſoo ghelegen is, nademael dat deſe materien baren loop volbracht, ende voldaen hebben , ende dien volghens onbequaem zijn tot de be. ginſelen der felvighe dingen ; vacrom wy dan te rugh moeten vvijc ken tot debeginſelen die ghemeyner zijn.. Nemos
156 XXII.
Nemeſis , ofte de veranderinghe der dinghen. EMESIS vvordt gheſeyt een Godinne geweeſt te zijn , die van NE een yeder ghe- eert behoort te worden ; maer wordt oock- yan Machtigen , ende van die, die in voorſpoet gheluckich leven,gevreeſt Sy wordt gehouden als voor de Dochter van Nox en Oceanm geweeft te zijn. Haer Ghedaente en haer Schepſel wordtop duſdanighe wijſe af gheſchreven, namentlijck ; Dat ſyghevleugelt was, en ghekroont; in haer rechter-hande -eenen Staf van.Effchen -bout voerende; ende in haer ſlincker-handt een Fiole , op dewelcke de ghelijckeniſſen der Morianen ghegraveert waren ; ende ſy was op een Herte ſitrende . De Parabel ſchijnt in deler maniere te zijn . Haren naem emeſis beteyckent klaerlijck ghenaech Wraeck , oft Retributie, dat is, Ver. geldinghe. Want deſes Goddinnens ampe ende bedieninghe, beſtondt hier in ; dat ſy het voorſpoedich voortvaren , ende de goede Fortugnen der Geluckigen lieden , gelijck als eenen Tribuen , oftBeſcherm - Heer beletten , ende hinderen ſoude ; ende dit haer woordt, Veto , tuſſchen beyde te brenghen; dat is ; Jek verbiede , ſoo voorſpoedich voort te gaen ; ende dat ſy niet alleen dertelheyt ſoude kaflijden , maer dat ſy
oock i gheluck , ja der onnooreleo , ghelijck als der beleefden , met angeluck veranderen , ende vermenghen ſoude ; ghelijck alsoft het con maniere ware , dat niemant van het Menſchelijcke gheſlacht toe . gelate loude worden , tot de Tafel der Goden te komen , dan alleen om fich te vermaecken . Ghcwillelijck , wanneer ick dat kleyn Stuckje van Cajus Plinius over- leſe; in hetwelcke by de Mis- Fortuynen , ende ellenden des Keyſers Augufli vergadert heeft; den welcken ick van alle Menſchen den aldergelockichſten achte te weſen ; ende die welcke oock de konít , ende wetenſchap hadde, om deFortuyn wel te ghe bruycken , ende te ghenieten ; ende in wiens ghemoedt niet hoveer . diclis, niet lichtvaerdichs, geen ſlappigheyt, geen verbaeſtheyt, geen Iwaer moedigheytgheſpeurt konde worden ( ja in dier maniere,dat hy van ſelfs al.te mer voor -nam , tefierven ) ſoo bebbe ick defe Go dinne groot ende ſeer machtich ghcacht te weſen; op wiens Altaer een ſodanige Offerhande gebracht.was.. De Onders.van defe Godinne , zijn Nox ,
Nemeſis ; ofte de veranderinge der dingen. 157 Nox ', ende Oceanus geweeſt; dat is , deveranderinge der dingen , ende het duyfer, ende 'tverborghen OordeelGods; Want de veranderingen der dinghen worden bequaemelijck afghebeelt door Oreanu , dat is , door de Zee , om het gheftadich op ende af-loopen van dien. Ende de bedeckte , ende geheyme voorſiennigheyt, worde te recht voor oogen gheſtelt, door Nox .Want defe Nemeſis, te weten , die van den Nacht , is ſelfs by de Hegdenen ( nademael dat het verſtant des Menſchen foo veel van het Godlijcke verſcheyden is) in grooter weerden , ende ccre ghehouden gheworden
. Virgil. Æneid . lib 2 .
Cadit do Ripheus justiſſimus unus , Qut fuit ex Teucris de ſérvantiſſimus aqui : Diis aliter viſums. Nemeſiswordt ghévleugelt beſchreven , om de haſtighe verande : ringhe der dinghen , die niet van te vooren gheſiën zijn gheworden ; Want in alle dingen, die tot noch toein de Memorie gehouden wor den , vinden wy dit voorſeecker , dat meeſtendeel der grooteverſtan dighe , ende wijſe lieden , in deſe onghelucken vergaen zijn , welcke fy aldermeeft verſmaet hebben. Seeckerlijck , wanneer M.Cicero, van Dec. Brutus , van het valſch ghemoedt, ende ontrouwicheyt des Key fers O & avino vermane, ende gewaerſchout was ; Soo heeft hy dit alleen tot een Antwoordtwederom gheſchreven . ; Te autem mi Brutefaut debeo amo , quod iftud quicquid est nugarum , me ſcire voluifti: Qock ſoo wordt Nemeſis een Croone op haer Hooft geſet ,om den hact , ende booſe Natuyr des ghemeenen volcks . Want , wanneer gheluckighe , ende rijcke Lieden te niet gaen , en vallen ; dan veta heught ſich het ghemeene Volck geheymelijck; ende Croonen Ne mefis , dat is, Wracck . Den Staf , die ſy in hare rechterhant voert , wijft op den ſelvighen ; den welcken Nemeſisin der daedt doorwondt , ende doorſteeckt; maer welcken fy niet met ongheluck , cllendigheyt ; oft verdriet en flaet ;
tot den ſelvighen vertoont zy gheltadelijck dat ſwart , miſgunſtigli ghelicht der Mooren. Oockfoo behooden de licden ( ſonder twi,fel's wanneer ſy in haren grootſten voorſpoet zijn , de doodt , fieckorn , tegenſpoet, ende de ontrouwn heyt der Vrienden , ende de racdefi V3 gnen
158
lous
Ache
jde , oftę Stri ,
ghen der Vyanden , ende de veraderingen der dinghen , ende dierge lijcken , ghelijck als de Morianen ben voor ooghen in een Fiole ghe ſtelt zijn . Virgiline, wanneer Hy den frijdt van A & ium beſchrijft , voeghtdit van Cleopatra ſeer aerdigh hier onder by : Regina in mediis , patrio vocat agmina fiftro, Nec dum etiam geminos à tergo refpicit angues .
Maer niet langh daer naer gemoete haer groote menichte van Mo rianen , waer dat ly lich oock haer keerde . Ten laetſten , ſoo wordt hier wijffelijck byghedaen , dat Nemeſis op een Hert fit ; want een Hert is een uytermaten levendich Dier : Endo het is mogelijck , dat indien yemant noch jonck zijnde , van Godt van hier gheruct wordt , dat hy Nemeſis macht ontkome, ende voorko me: Maer wiens gheluck het is , in geftadige voorſpoer, goede For tuyn ende welvaren te leven , den ſelvigen wordtconder twijfel Ne meſis over - ghegeven , ende in haer geweldt bevolen_ .
XXIII.
Achelous, ofte Strijdt. E Ouden vertellen ; dar , wanneer Hercules ende Achelom om
foude , de ſaecke in eenen Strijdt geraeckte : Ende dat Achelou , nae dat hy verſcheyde, ende veelderhande geſtalten verſucht badde (want het was hem ghcoorloft alſoo tedoen ) ten laetſten Impiter in het ghe ftalte eenes wrceden ende brullenden Stiers te ghemoet gheloopen is, ende fich alſoo ter ſtrijdtbereyde : Maer Hercules; een ghewoonlijcke Menſchelijcke Figuere behoudende, is oock na hem toe ghetreden ; Waer naer den ſtrijdt ſeer dapperlijck aen beyde de zijden aengegaen is. Het eynde hier van is duſdanich gheweelt,namelijck ,dat Hercules een van des Stiers Hoornen gnebroken heeft. Ende Achelom hierom ſeer bedroeft ende verbaek zijnde, foo heeft hy ( op dat hy deſen fij Amalthean Hoorn, nen Hoorn wederom verlollen ſoude ) Iupiter den oft den Hoorn des Overvloedes, in wiſſel daer voor ghegheven , Deſc
Achelous , ofte Stridt. 159 Deſc Fabelbehoort tot de uytkomſten des Oorloghs: Want deghe. reedt- maeckinghe des Krijghs aen de Defenſive zijde ( de welcke door Acheloum afghebeeldt wordt) geſchiet in verſcheyden ende veelderley manieren . Want de gedaente der ghenen die de vorighe party beſtor. men oft beſpringhen wil,is maer eenvoudich ende ſlecht , dewijl dat de ſelvighe veel tijdts maer alleen beſtaet in een Kri ghs - heyr, té wc ten , in een Vloote ter Zee, ofte in een hoop Krijghs - volck by Landt. Maer eenen Koninck oft Land : ſchap , dat in lijn eyghen Landt eenen Vyandt verwacht , die felvighe ordineert verſcheyden ontallijcke din ghen : Hy verſiet, ende verſterckt Steden en Dorpen : Hy roept, ende beveelt de lieden die buyten op de Velden woonen, om haer in de Ste den ende Caſteelen te begheven: Hy recht Reduyten op : Hy leydt ende timmert Brugghen over Rivieren, ende breeckt ſommigen : Hy verſiet ſich met overvloedt van alles : Hy belet , ende ſendt Compa . gnien Soldaten op Rivieren , in Havens , op Walleo , in Boſſchagien, op Gheberghten ; ende is noch dagelijcx met ontallijcke diergelijcke dinghen belich , om andere nieuwe inventien ende ghedaenten in het werck te ſtellen : Ende ten laetſten in defer maniere bereydt , vol. komelijck verſien , ende ghcreedt zijnde, foo ghelijckt hy na'tleven , een ghelaet van eenen ſtercken ſtrijdenden Stier. Maer hy , die daer ſoeckt aen de ander zijde dit Landt te beſtormen , ende die hier met den ſtrijdt aenvanght , die felvighe vreel dit meeſt van allen , dat hem in der Vyanden Landr , victualie ſal ontbreecken ; ende daerom ſoo ſpoet hy hem ſoo feer als hy kan ; Want, indien het hem geluckt , dat hy de Weder- partye verfiae , ende ghelijck uls des Vyandes Horn breecke ; dan volght dit ſonder ewijffel, dat den bevreeſden , verbaef den , ende overwonnen Vyandt , het Veldt rnymen moet ; ende om ſijn verlooren machten wederom te ververſſchen , ſich tot het een of 'tander ſterck Slot of Cafteel begheven moet ; latende de Steden en Landtſchappen in de handt des Overwinners, om van hem ontnomen ende berooft te ſullen worden . Het welcke te recht gheſeyt mach worden , dat hem den Amalthean Hoorn , dat is, den Hoorn des Overa vloedts, op ſijn Hooft is ghefet.
Diony
1 GO XXIV . Dionyſus , ofte Begheerlyckheyt. A er wordt gheleyt , dat Semele , Iupiters alderliefſic ( na dar
DS fy hem door eenen valten Eede verbonden hadde,dat hy haer çer Bede te geval docn molte , die ſy op Hem begeeren foude ) hebben wilde , dat lupiter haer eensin de felfde maniere ſoude verſchijnen , wacrin hy luno plcech te verſchijnen , ende te omhelfen. Het welcke wanneer hy dede , foo ghebeurden het , dat fy doorVgeroft Blixem verbrandt wierde; ende het Kindedat ſy in haer Lichaem droech , van Jupiser ontfanghen zijnde , heeft het in ' t dick van fijn erghen been bee Staten , ter tijdt toe dat ſoo veel Maenden vervult waren als een Kindt behoort te hebben , om ghebooren te worden ; door welck doen Jupiter nochgans een weynich lam ſcheen te weſen ,ende hincktę; ende dacrom worden het Kindt, ( 't welck Iupiter beſwaerde , ende Jaftich viel, ende fteeckte aenbrochte dewijl dat hy het in't dicke van het Been droegh, den Naem van Dionyſusgegeven. Endena dien het nu gheboren vvas,ſoo is het Proſerpina (als deMinne-Moeder van dien ) voor ſeçckere jaren bevolen ghevvorden ; Maci vvanneerhet nu oude ende grootgevvorden vvas , foo hadde het ecnaengeſicht , ſoo feer cen Vrouvve ghelijckende, datmen niet erkennen konde , oft het een Meyſken oft Foncksken vvas, Het Kinde is oock alſoo een tijde lanek doodt, ende begraven gevveest, maer onlancks daer naer is her vvederom levendich gevvorden ;ende heeft in fijn verſte jonckheye het planten der Wijngaerden ,endedien volgens,hoc datmen Wijn maken foude, tevoorſchijn gebracht,en geleert; Waer door het vernaemt, ende vermacrt wordende, heeft den gantſchen Aerdebodem onder fijn jo k ghebracht, ende fujn Macht off Konst tot aen de ejn len des vveerelis in India uytgeſpreyt: ende hy worde op eenen V Vaghenghevoert , die van Tygersgetrocken is geworden. Sommige leelicke Duyuels danſlens om hem , Cobali ghenaemt , Acratus, en anderen meer. Ende de Goden ſelfs, die ſchoon Mufijek fonghen , vergeſelſchapten hem oock mede. Ende hy troudeçen Huyfurouw , die van Theſeo verfaeckt en verlaten was , Ariadno genaşmr.Den Boom die hem coe- gebeylight was, was too worde hy gehouden den Vinder, ende Verordineerder Heylof: Qock dor offerhande,ende der Heyliger Ceremonien te weſen, wel verftando fulcker
Dionyſus, ofte Begheerlyckheyt.
16
ſulcker oock , die ghelijck als uytſinnich , volerghernis , ende vor ders vol wreedtheyts waren : Hy hadde alſoo macbt de lieden met raſernijen te beſitten . Want hetwordtgheſeyt, dat in het onthalen , ende Solemniſeeren van fijn Orgies, free weerdighe perſoonen van male kanderen verſcheurt waren; te weten , Pentheus, en Orpheus, door leec kere raſende Vrouwen. Den eenen , om.dat hy op eenen Boom ghe. kloinnen vvas, om haer Ceremonien te aenſchouwen , die fy in haer Offerhande gebruyckte: Den anderen,om dat hy op fijn Harpe ſpelende, ſoetigheden voort-brachte. Ende de dingen die defen Gode bedreven heefr, moghen ſchier met Iupiters daden vergheleecken worden . Deſe Fabelſchijntin deſe deelen de manieren aen te gaen ,datter niet beters in al demanierlijckePhiloſophie gevonden wordt : Want onder de perſoon van Bacchus, wort deNatuyr des genegentheyts ende be Want de Moeder van geerlijckheyts, ende des beroerens , beſchreven . alle begheerlijckheyt, al hoe wel ſy noch foo ſchadelijck zy , is niet anders dan een verlangen des toekomende Goedts : Ende de begeer lijck heytwordt altijtomvanghen met een ongheoorlofde, ende onbe hoorlijcken yver ; cerder te vergeefs toe- ghelaten , als wel te verſtaen ende overwogen zijnde : maer na dat het verlanghen heeft beginnen heet te worden , ende te vermeeren, foo wordt de Moeder van dien ( tc weten , de Natuyr des Goedts ) door al te grooten brandt uytgedelght, ende dien volghens, foo vergaetſy: Ende debegheerlijckheyr , foo langh ſy een onvolmaeckc Embrio, en noch onrijp is, ſoo wordt ſy in de menſchelijcke ziele ( de welcke baren yoort- brengher is , endę door Jupiter afghebeelde wort ) beyde opghevoedt ende verborghen ghchonden ; ende voornameli , ck, in't onder tedeelder zi- len ; gelijck als in het dicke van het Been ; ende aldaer ſteeckt het gemoedi , ende ontreckt ende benaue ' i ſelvige in deſer manieren ; dat daerdoor goede voornemen en atteeren verhindert, ende gelijck als kreupel worden : Ende wanneer dele nu cock cens verlof ghekreghen , vry ghelaten, çnde uyt-gebroken is, om te werck to gaen, ſo verblijft het dan noch can weynich tijdts met Proſerpina tot opvoedinge , om van hacrop gebracht te mogen worden ,dat is , dat het hoeckjens en winckels , in heymelijcke plastſen foeckt, haer felven ghelijck als onder de gronde begravende, ter tijd toe dat het , oft ( ſchaemte ende vreeſe, door een over-groote ſtoutigheyt aen de eenzijde neder ghelcyt hebbende ) cenighen
162
Dionyſus , ofte Begheerlyckhey . t eenighen ſchijn des Dcughts voortbrenght, oft dat het fich gantſch met ſchandt , ende ſonder eere vertoont . Ende dit is oock ghewis, dat yder groote gheneghentheyt van een tweevoudighe Natuyr is ; want ſy vanghen dapper aen gelijck als Mannen ; ende verlatent ſlech telijck , ghelijck als Vrouttene . Dat is alloo een heerlijcke verſieringhe, Das Bacchus van de Doodt wederom op-flondt : Want der Menſchen affectien ſchijnen wel altemets gelijck als telluymeren oft te hapen, ende gelijck als geheel vergeten : Maer lact ons niet van dit gheloove zijn, dewijl dat ghyſevoorſeecker wederom ſult fien op - rijſen, wanneer Materie ende gheleghentheyt fal daer zijn . Ende de Parabel van het vinden des VVijngaerdts is oock wijſſelijck byghebracht. Want alle gheneghentheytis verſtandich , ghereedt, ende levendich , om haer ſelven door gheſtadich voedtſel ( datſe daer toe brenghen ) te onderhouden ; ende van alles dat den Menſchen bekent is, ſoo is den Wijn boven alle dinghen het machtighſte , om alderhande ontroeringen ende quellingen te verwecken ende teont Ateecken ; ende het is oock ghelijck als een ghemeyn ende daghe lijcx voedtſel.
Dock foo wordt van deſe genegentheyt ſeer aerdigh vermaen ghe daen , Dat hy eenen Befform -Heer, ende Operwinner is over Landen en Provintien, ende die ontallycke expeditien ende Krughs -tochten aenveerde: Want hy en is nimmermeer te vreden met 'rghene hy alreede verkrc ghen heeft ; maer duor eenen onmatighen luft niet om te verſaden , begheert al vorders te gaen, ende hoogher, ende nieuwe plaetſen op te ſwelligben. Sy voeghen inſghelijcken ceTygers by deſe begeerlijckhe den , ende ſy worden aen des Wagen gebonden o , m den ſelvigense trecken. Want ſoo hacít cenighe ghenegentheyt van te voet te gaen , opghe nomen , ende op eenen Waghen , om te rijden, gheftelt, ende eenen Overwinner des Redens,ende Triumpheerder gheworden is; ſo wordt deſelvighe wederſpannich , wreedt,ende hartneckich tegens alle'tgene dat fich teghen haer op -ſtele . Het is alſoo te bemercken , dat defe belacchelijcke Gheeſten om den Waghen danſſen . Want yder ghenegentheytveroorſaeckt ſeec kere onbetamelijcke, qualijck voegheide, ende Aepſche, ende lee lijcke beweginghen der ooghen, desacnghelichts, des ghclaets, ja des mondts
163 Dionyſus , ofte Begheerlyckheyt . mondts ſelfs, die qualijck Itaen . Alloo dat die gheenighe , die door wreedtheyt , liefde, ende ſoo voorts, feer heerlijck, verheven oft oock ghemaniert, in haer eygen ooghen ſchijnen te weſen ; ſoo zijn fy noch tans voor anderen belacchelijck , ende leclijck .
De Muſe worden oock geſpeure in het vergeſelſchappen der ghene gbentheden. Want daer en wordt ſchier gheen ghenoghentheyi ghe vonden ,die welcke niet door eenighe Geleertheyt ghepluymitrijckt wordt. Ende in deſe faecke ſoo vermindert de Gheleertheyt de Maje legs der Muficanten , op dat de felvighe , die anders de Capiteynen code Leydelieden van des Menſchen leven behoorden te weſen '; de Dienſtmaeghden dergheneghentheden zijn ſouden . Ende voornamelijckſoo is deſe vergelijckinghe ſeer Edel ; Als dae Bacchus fijn liefde op haer gheſet heeft, die van een ander verlaten was. Want daer en is niet ſeeckerder; dan dat de genegentheytomhelſt , begeert, ende wenſcht na 't geenedatde ervarentheyt verſmaet heeft. Ende yder een van dien weet, die haer ghenegentheden den toom te los ghelaten hebben , ende derhalven yets beluert ; Dat waer dat ſy oock na ſtonden oft trachren , waer het dan Eere , oft Rijckdom , oft Wellult , oft Lof, en Prijs , oft Wetenſchap , ofc eenighe andere dingen , dat ſy naedingen lochten die van veel anderen verſmaet wore den ; ende datter veel lieden vao verſcheyden Tijden en Plaetſen zija , de welcke ( na dat ſy door ervarentheytverſochthadden , wat deſe dinghen waren inder daedt ) van de ſelvige ghewalght ; ganſchelijck die verworpen ende veracht hebben .
Noch foo en is dit niet fonder Mylerie oft Gheheymenis ; dat een Boom , Heylof genaemt, Bacchoptoegeheylight vvas . Want dat komt in veelderley Maniere te pas . Ten eerſten ; dat Herlof inden Winter groeyende blijft. Ten anderen; dat ſy om ſoo veel dingen, Boomen , Muyren , ende Huyſen kruypt ende oploopt, ende lich omçingelo ende verwart . Voor fon veel het eerſte aengaet ; foo waſſen de gene gentheden op teghen al 't gheene dat wederſpannich is oft lich regen Itelt , gelijck als door een Antiperiftbaſin ; gelijck als den Heylof-Boom doet , die teghens alle koude, groen ,luſtigh , ende ſterck wort. Ten ivverden , ſoo omvanght allcoverheerſchende genegentheden weder. om , ( ghelijck als Heylof) alle Menſchelijcke bandelinghen. , ende X2 'tgheene
164
Dionyſus , ofte Begheerlijckhe . yt 't ghecnedat die Menſchen voornemen ; ende verdamelt ende ver ecnight ſich wederom met de felvighen . Noch ten is gheen wonder dat Afgodiſche Ceremonien en gebee ren , Baccho toe.geeygent vvorden; nademacl dat ſchier yder verkeerde ghenegentheyt met verk cerde Religie bewimpelt , ende daer van vol is : Ofredat raſernijen vernieuwt worden , en den Menſchen van bem toe- gheſonden zijn , nademael dat yder gheneghentheyt een korte raſornije is , endedarde ſelvighe, indienſe ſoo langh duyrt ende by de perſoon woonen blijft, op dulligheyt en dwaelheyt uytkomt. Van , Dar Penshen ende Orpheus verſcheurt vvorden , dat heeft een goede gh lijckeniſſe ; Nademael een ernſtighe genegentheyt, geen curieus ondervraghen , noch neerſich doorſoeckep, oft behoorlijcke ende vrye vermaninghc , lijden noch verdraghen en kan ... Ten laeiften, De vervverringe lupiters ,ende Bacchus, haereygen Per ſoon aengaende, dat mach tot deſe gelijckeniſſe met recht ingetrocken worden ; ſiende dat Edele ende heerlijcke daden , ghelijck als oock merckelijcke ende cerweerdige verdienſten , altemets van Deught , wel- bedachte Reden , ende van kloeckmoedicheyt , herkomen , ende ſomtijts wederom uyt heymelijcke ghenegentheden ende verborgen quellingen , en ontroeringen, de welcke loo door Faem endeGlorie vet heven , ende ghe- eert worden , dat men niet lichtelijck Bacchus van lupiters daden kan onderſcheyden .
* XXV :
Atlanta , often Ghemin. Ademael dat Atlanta, in ſnelheyt ende raſligheyt uytnement was , ſoo heeft Sy Hippomenes uytghedaeght om teghens haer te loopen , en dat op dele Conditie : Namelijck ; indien Hippo menes den Prijs in't loopen ghewon , hy Atlanta Trouwen foude , ende indien e Atlanta deInelite liepe , dat hy alſdan Zijn leven verlie ſen oft verſchulden ſoude . Ende aen de Victorie wierde gantſch niet getwijfelt, maer Atlanta toe-geſchreven ; dewijl dat Sy van een on. overwinpelijcke ſnelheyr in't loopen , ende de beſte onder veelen be kent
Atlanta , ofte Ghewin .
165
kent ende vermaert was ; waerom dat dan Hippomenes hein op fin ſtreer ken ende bedrigerijen verlatende, ende daer op oock lijn hoop fete ; Want hy verſierde , ende maeckte Drie Goude Appelen, ofie Ballen , ende heeft de ſelvighemet hem gedragen: Het loopen nu aen ghevangen zijnde ; ſoo is Atlanta voor hem gekomen ; ende wanncer Hippomenes fach dat hy de achterſte was, ende fijnes Konſtsnieton . gedachtich, heeft een van deſe Goude Appelen voor uytin't geſicht van Atlanta geworpen ; ende niet recht voor uyt , maer aen de zijde , op dat den Balhaer mochte, verhinderen , en ophouden , onde haer door het opnemen van dien , ten deelen van baren wegh brengen ; endezy aengeloet zijnde door een Vrouvvelijcke begeertegendedoor de ſchoon beyt des Appels; ſoo heeft zy haren rechten Cours ghelaten , ende is nae den Appel gheloopen , ende heeft ſich neder.ghebuyght om den felvighen op tenemen .Hippomenes vervolght ofte.volhert onderwijle ſijnen loop , ende haelt een goet deel wederom in ; ende heefc baer alſoo oock after hem gelaten . Maer nochtansſoo heeft zy wederom daer naer , door hare natuyrlijcke, ende aengebooren ſnelheye, den tijde , ende den wech die ſy verloren hadde , inghehaelt , ende is wederom voor- gekomen ; maer aengeſien dat Hippomenes dit ſelvighe , haer de tweede, ende dederdereyſe ſpeelde, foo heeft hy ten lacıften door liſtighcyt, ende practijck ;maer niet door dapperheyt, oft Deught , den prijs ghewonnen . Deſé Fabel ſchijnt een ſchoone ghclijckeniſſe voor te ſtellen van den ſtrijdt die daer is tuſſchen de Konst ende de Xatuyr: WantKonst ( door Atlanta betey kent zijnde) gact door haer eygen Deughe, indien daer niet in den wegh en zy dat haer verhinderen kan , de Natuys . verre in ſnelbeyt te boven ; ghelijck als gauwer in 't loopen zijnde , ende geraeckteer tot het gheletre perck . Want dat blijckt ſchier in alle ſaecken : Ghy mooght ſien , dat Vruchten van Kernen geplant , ſeer langhſaem voort-grocyen ; evde dat , die ingegrift zijn , haeſte lijck te voorſchijn komen : Ghy mooght ſien, dat leem maer langh faem tot eenen Steen groeyt; maer dat hetbranden van dien tot Tic. chelen, het ſelvighe ſeer haeſtelijck hart maeckt ofteweghe brenght : cock in Weereltlijcke faecken , loo veel de manieren acngaen , 100 ſult ghy ſien dat door lanckheyt des tijdts , de Naruyr qualijck alle droeftenis kan te rugh fetten ofvergeten .Maer Philoſophie (dewelcke de X 3
W
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen. 166 de Konſt aenwijft , hoe datmen leven moet ) volbrenght het date lijck ſonder eenen dagh te vertoeven ; maer nochtans ſoo hinderen de Goude Appelen deſe uytnemende fterckte, ende kracht des Karſts; het welcketot groot achterdeel ſtreckt voor de Menſchelijcke affee ren ; want daer en is ſchier gheen Konſte of Wetenſchap, die lijnen loop gheluckelijck , ſtantvaltelijck ,wel, ende terecbt, (ghelijck als tot het gefette Merck ghecaeckende ) volbrenghe: Maer de Konſten houden altijt op , gheven loopens over, ende zijn gheneyght tot ghewin ende profijt, ghelijck als Atlanta . Declinat curſus aurumque volubile tollit . Dacrom ſoo en ishet dan gheenſins om te verwonderen , al - hoca wel het de Konft niet ghegeven is, de Natuyr te overwinnen i ende (door het recht van haer operwonnen te hebben ) haer te vernielen , ende uyt te bluffchen : Maer het ghebeurt ter contrarien , dat de Const ſich de Natuur onderwerpt e , nde haer ghehoorſaemheyt ver toont, ghelijck als een ghetroude Vrouvve haren Man .
XX VI.
Prometheus , ofte , den Staet der Menſchen. E Ouden verhalen , dat het Werck, ' twelck Prometheus verrichte; was; dat hy eenen Man maeckte ,ende dat maer van Leem . Uytge. nomen dat Prometheus eenighe deelen , van verſcheyden Dieren , met den Klomp vermenght heef : Maer wanneer hy ſijn Werck uyt lijn cyghen vermoghen, beſchermen , ende in eeren houden woude, ende niet alleen den Bonuver des menſchelijcken gheflachts,maer oock den Vermeerder van dien , gheacht wilde weſen , foo is hyftelers, oftheymelijc ker vvijferen Hemelgevaren :Bundelen van Bercken -boutmet fich dragende, welcke , wanneer hy aen den Wagben van de Son valt ghemaecke,ende aengeſteken hadde, heeft Vyer op der serden met hem neder-gebracht, cnde 'tfelvighe oock onder den menſchen uytgedeelt. Ende nochtans wordt her in ghedachtenis gehouden : dat de lieden voor deſe groote dacdt, Prometheo weynich danckbaerheyts betoont hebben , maer ter contrarie , een verracde tegens hem bedocht ; ende datſy , beyde Pro.
metheum ,
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen. 167 metheum , ende fijn vindinghe voor Jupiter aengheklaeght,cnde beſchul dicht hebben Deſe ſaeckcen kan niet ghelijck als aenghenaem , ende billick te zijn , ghedacht worden ; Wantde beſchuldiginghe ſelfs, is beyde Iupiter , ende de Boven -Goden , ter herten ghegaen. Ende deſe perſoonen derhalven verheught zijnde ; en hebben de lieden niet al. leen geftadich'rgebruyck desVjers vergunt: maer hebben oock de Men ſchen een nieuwe gave( de aller-aengenaemſte ende gewenſte ſaecke van allen, te weten, Eevvighe lonckheye)gheſchoncken: De Menſchen haer dacrom ſeer verheugende, hebben deſc Gave der Goden, ſeer onbe quaemelijck op eenen Eſel geleyt, ende ghebonden ; ende in't voort . gaen worde den Eſel met gheweldigen ende grooten Dorst ghequelt; Ende wanneer hy tot een Fonteyneghekomen was ; ende een Serpent ( den bewaerder des Fonteyns zijnde) tot hem credende , heeft hem verboden te drinckex ; ten ware dat hy hem dat Pack , 'twelck hy op Gij nen rugghe droegh , tot een loon gheven woude : Den ellendighen Eſel heeft die Conditie aengenomen ; eode foois dan in deſer manieren de Her-makinge des lonckheydes, om de weerde van eenen kouden dronck waters , van de menſchen, tot de Slanghe over- ghegeven gbe worden . Maer Prometheus van ſijne booſheyt geen afſtant doende,ende mer de menſchen ( naedien dat deſe gave , die ſy ontfanghen hadden , te ver geefs was ) wederom verſoent zijnde , nochtansgram ende ghewondt in ſijn gemoedt tegens Iupiter ) loo heeft hy oock niet ghelchroomt, Bedroch, in de Offerhanden aen te wenden ;ende alfoo wordt nu geſeyt, ruvee Stieren Iupiter gheoffert te hebben , maer ſoo nochtans ,als dat by in de Huydt van den eenen Stier, het vleeſch, ende het vette van beyde de Stieren beſloten hadde ; ende in de ander Huydt , de beenen alleen van dien ,gheſtooft, ende ghedaen hadde ; ende beeft de ſelvigen alſoo ghelijck als eenen ſachtmoedigen , Religieuſen, ende ſeerGods- dien Itighen Man , Iupiter voor- ghedragen , ende vergunt te kieſen , welck hem beliefde: Iupiterlijn hoychelcrie onde valſcheyt verfoeyende;ende op dat hy een oorſaecke mochte hebben ſich der bequamer tijdt aen hem te wreecken , koos dat beſpottelijck ende ydel dinck , het welcke met de beenen des Stiers op - gevult was ; ende hy voort toe- tredende , om ſulcks te wreken (nademael dat hy vermerckte dat hy Prometheus der telheyt niet bedwinghen konde , voor al.eer dat hy cenighe ſware
plaghe
168
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen .
plaghe op het Menſchelyck Gheſlacht ſoude geleye hebben, alwaer hy foo hoväerdich ende opgeblaten mede was , van wegen dat het werck fijar handen was ) hecfi Vulcanum bevolen ecn ſchoone en luftige Vrouvve toc te ruiten : tot welcke Vrouvy oock , na dat ſy opghc ſchickt was , alle de Goden hare giften ende gheſchencken coc- gebracht hebben . Deſe Vrouvve hebben ly cen fraege Doos in hacr handt gege ven , in de welcke allerhande ellendigheden en verdrieten beſloten Waren ; maer de Hoop alleen was in den bodem van dien geleyt. Zy is ten aldercerſten met hare Doole na Promerheum toe- getreden ; hem de felvigeopdragende, denckende, dat hy veel tijdęsde Dooſe ſoude aen genomen, ende gheopenthebben ; de welcke hy nochtans feer voor fichtelijck ende wijfliclijck verwierp, en weygherde : Soo is zy ( aldus verſmaet geworden zijnde ) voor Epimetheum (de Broeder van Prome them , maer nochtans ſeer verſcheyden van Natuyr ) neder gevallen , hem inſghelijcx de Dooſe vereerende ; Ende hy nergens op denckende, heeft ſeer onbedacht ſaem ende ſtoutelijck de Doofe gheopent; ende wanneer Hy fach dat al defe geſlachten der Ellenden wy de Dooſe vlogen ( te laet wijs zijnde ) heeft in allerhaelt, en met groote mocyte, het deckſel wederom op de Dooſe foecken te klappen ; ende heeft niet te min de Hoop ( de onderſte van allen) qualijck in den bodem van dien konnen behouden, ende bewaren . Ten lactſten , lupiter, Prometheme met fecr vcel ende ſware overtredinghe beſchuldi hende ; als te wc ion : Dat hy eertijdesvyer van den Hemel gheftolen hadde : Dat hy lu piters Majeſteyt in ſulcken droevighe enäe beklaechelijcke Offerhande beſpotte , een Huyde eenes Stiers, vol borten en beenen offérende : Det hy fijn gave verſmaet hadde : ende ( een nieuwe ſonde van Overtredin She hiçr by voeghende ) Dat by Pallas fechte te verkrachten, ſom heeft hy hein in de ghevanckeniſſe ghelıncton, cide tot de ceuwige (meiten veroordelt . Hy wordę inſgclijck door Yugirers bevelnge den Bergh Caucaſm gevoert, ende worde aldaraen cenen Pılaer valt ghe bondçı , op dat hy ſichgeenſins verkorica ſoude konnen : ende dace was cenen Arent, de welcke ſijn Lever al - te- met met fijn beckuys , pickte , en vernielde ; Macr des fwachts wies de Leveralfoo veel weder om aen , als fy desdaeghs opgegeten vou , op datfijn pijn nimmermeer geen eyndenemen mochte , noch ophoude: Maer Hercules deegroote
Zce overſejlende in eenen Drinek kop, ofte Scherue, de welckede Soring hein
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen .
169
hem gegeven hadde, is tot deſen Berch Caucaſus gekomen , ende hoeft Prometheum verloſt ; den Arent mer lijnen Boogh door-ſchietende. Ende daer ister eeren van Prometheus , onder ſommige Natien , cenen feeckeren Strijdt van Lamp -dragers ingheftelt geworden , de welcke wanneer ſy om den prijs liepen ,brandende Tortfen in haer handen droc ghen , ende vviens Tortſe uyt ginge , moſte te rugge keeren , ende de overwinninghe overlaten aen den ghenen , die na- volghde; ende de welcke het eerſte met fijn Toortſe al brandende het getette Merck be reyckte , dien ſelvigen worde eenen Palm - Boom tot ſijnen verdienden loon gbegeven . Dele Fabel ſtelt voor ooghen , ende treckt te voorſchijn ſeer veel ware , ende ſchoone vermaeckelijck heden . Want, ſommige dingen zijn in de ſelvige in de Oude Tijden wel aengemerckt geworden ; ende ſommige andere dingen zijn wederom gantſch verborgen gebleven. Prometheus beteyckeneklaerlijck, ende wel te recht Voorſichtiches. Ende de Oude hebben oock uyt de alghemeynheyt der dinghen , al leenlijck het maeckſel ende gheftalte des Menſchen uytgeleſen , ende verkoſen ; ende het ſelvighe deVoorſichticheyt toe -geeygent, ghelijck als een eygen beſonder werck ,haer toonende. Ende de reden hier van is, niet alleen dit , dat de Natuyr des Menſchen, met Sinnen en Ver ſtandt begaeft is , ende dat 'iVeſtandtden Stoel is , daer de Voorlicha tigheyr op fit: Want het ſchijnt in eenigher manieren feer vreemde ende ongheloovelijck, dat uyt ſulcke domme,ende onredelijcke Beo ginſelen ,waer ſy in haer jonckheyt mede aenvangen , fulcke redelijck heyt ende verltandt ſoude verweckt, ende voort-ghebracht konnen worden : Soo dat het ſchier noodtfaeckelijcker wijſe niet anders en kan beſloten worden , dan dat Voorſichticheye niet ſonder een exempel, voornemen , ende authoriteyt van een Hooger voorlichticheyt , in de ziele des Menſchen gheplantet is . Maer dit wordt oock voorname lijck voor ghchouden , dat de Menſch is ghelijck als den Circkel des Weerelts; dat is het principaelfie poinct, voor ſoo veel de ſaccken aen gaen, die een eynde nemen : Alloo dat den Menſch uyt het midden der dinghen wegh ghenomen zijnde ; de andere , ghelijck als niets uytrechtende , herwaerts en derwaerts ſchijnen te ſweven , ende ghe lijck als het water vloeyt ; ende zijn ( nae het fegghen der Ouden ) alleen onghebonden , ende verſtroyde tacken , die hacr ſelyen gheen Y cyndt
170
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen .
eyndt voor ooghen ſtellen. Want alle dinghen zijn ten dienſte der Menſchen, ende hy treckt ende ontfangbt vruchten ghenut , en profje van alle Crearuyren. Want de om -draeyingben , ende den om. ganck der Sterren , helpen tot de onderſcheydinghen der Tijden , ende tot de verdeelinghe der Landtſchappen des weereldts. Ende de Me teora, tot de voorlegginghe der Tempeeften, ende Winden om te zey len , ende om met Molens te malen ; ende voor andere Infrumenten ; ende oock voor Planten , ende voor Ghedierten van alderhande ghe Nacht , die oorboorlijck , ende van nooden ghereeckent worden o ; ft, tot des Menſchen huyſinghe, of vertreck - plaetſen ; oft, tot ſpijſe en onderhoudt ; oft, tot Medịcijn ; oft, tot verlichtinge van den arbeyt; oft, vorders tọt vermaeckelijckheyt en trooft : Alloo dar vorders alle dingen niet ſchijnen haer eyghen profijt en nut te ſoecken , ende na te jazhen , macr alleen des Menſchen.
Noch dit en is hier nice ſtoutelijck noch onbedacht by - ghe vocght; Dat verſcheyden deelen van veel Dieren tot deſen Deegh off Maeckfel genomen vvaren , ende met deſen klomp der aerden vermenghi, ende gemarighe gevveeft zijn . Want het is ghewiſſelijck , dat , van al ' tghcene wat de alghemeyne W cereltbegrijpt, in den Menſch meeſt vermenghs, ende gheftelt is : Soo dat hy niet t'onrechtvan de Oude , een Klejne Weereldt ghenaemt wordt . Want, al -hoe -wel de Chymici, de fracyigheyt des woordts Microcoſmi, al te onbedacht na de letter verſtaen , ende ghenomen hebben ; nademael dat fy ſegghen, dat den Meoſch Omnem Mineram , omne Vegetabile , & reliqua, ofte al wat met het ſelvighe cenighe proportie heeft , in ach hebbe : Soo blijft dit nochtans vaſt, ende ghewis, dat wy gheſeythebben ; dat des Menſchen lichaem bevonden wordt ,van allen Weſen en dingen, het aldermeeft vermenght,ende van meeſt verſcheyden Inftrumenien kon . ftelijck te ſamen ghevoeght zijn, waer door het oock des te ecr ſulcke wonderbaerlijcke hoedanigheden, ende Deughden , en Machten ver krijght ende acnvanght . Maer de Machten der Slechte lichamin zijn maer weynich, al-hoe-wel ſy wel ſeecker, ghewis, ende heftich zijn , ghelijck 'als Atrijde biedende; want ſy en zijn door gheen vermenginge ien minſten verkort, vermindert , of weecker ghemaeckt; maerde overvlocdigheyt, ende uytmuntentheyt des Dcughts, is gheleghen in de vermenginghe, ende in dingben van velen te ſamen gevoeght. Ende cock
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen.
171 oock ſoo ſchijnt den Menſch in ſijn begin ende gheboorte, cen naecke ende bloot dingh te zijn, ende nietmachtich hem ſelven te helpen ; ende voorts, welcken veel dinghen ghebreecken. Daerom foo heeft lich Iupiter in aller vlijdt ghehaeft, om het Vier voor den dach te bren . ghen. Het welcke in fommigher voeghen ,den Menſchen in alle bare noodtwendigheden, doen , ende laten, ghedienſtich ende behulpich , ende ghelijck als Raedt ende gheſelſchap , verleent : alfoo dat, Indien de Ziele , de Geftakse aller Geftalien ; ende de Handt, het Inftrument aller Infrumenten : Dat alſoo hetVier , den Raede aller Raden , ofte de Aulpe aller Hulpen , te reche mach ghenaemtvvorden. Want, van datſelvighe komt voort alle kloeckheyt des verſtandts; ende alle konftelijcke wercken : door het Vier wordt de Geleertheyt ſelfs in ontallijcke ma nieren gheholpen . De maniere van het Steelen des Viers, wordt hier ſeer bequacmeljck beſchreven ,even juyft vande natuyr des dinghs: Ende wort geſeyt defe gheweeſt te zijn , te weten , door eenen Bondel Bergh- hour, aen den Wagen van de Sonne gehouden , ende aengeſteecken zijnde. Want bet ftrijcken ende ſlaen met Berck- hout,wijſtmerckelijckaen : Dat de op komfte des Viers ( door het dick wils flaen , ende tegen malkanderen wrijven , of ſchrapen der Lichamen, ) verweckt is , door het welcke hare Materiale fubftantien ghelijck als dun ghemaeckt , ende door deſe attie ende beweginghe bereyt ende ghereet worden , om de hette der Hemelſcher Lichamen te ontfanghen , ende dat daerom het Vier in een ſeer verborgen maniere, ende gelijck als Steels.gevvijs vander Sonnen waghen te rooven ende te feelen, wel moght geleyt worden . Hier volght ou een ander fraey ſtuck deles Parabels; dat de lieden in ſtede van groeteniſſe , ende danckbaerheyt te bewijſen , tot verſma. dinghe ende verachtinghe ghekeert:zijn ; Ende Prometheum ende fijos ondervindinge des Viers, aen Iupiter aengerecht hebben ; ende dat defe faecke lupiter ſeer aengenaem gheweeſt is ; Ja ſoo ſeer , dat hy derhak yen goch milder tot den Menſchen gheworden is; haer voorige goc deren , met nieuwe beleeftheden en gaven vermeerderende. En waer toe dient dit ondanckbaer gemoedt? Om den Autheur van het goet te vergelden met quaetheyi? ( welcke faute ſchier altijt fijnen Meeſter loont ; ende alleandere fauten te boven gaet.) Maer de ſaecke ſchijnt jeuwers anders heen te lien ; want dit is door gelijckeniſſe te verſtaen , Y 2 dat
72
Prometheus, ofre den Staet der Menſchen .
dat het goer is , dat de Menſchen over haer eygen Natuyr , ende erva rentheyt klaghen ; ende dat het teghendeel van dien , quaetis , ende van degoden verſmact , ende ghehaet wort : Wantdegeene , die de hebben , ſeer Menſchelijcke aruyr , oft de Konften die ſy ontfanghen hooch verheffen , ende in verwonderinge ghevallen zijn , van wegen de dinghen die ſy hebben , ende befitcen, ofte deſe Wetenſchappen ceren , die ſy handthaven, oft anders volmaeckt geacht willen welen ; die ſelvighe bewijſen ten eerſten minder eerbiedingbe. tot de God lijeke Natur, dan ſy ſchuldich zijn : Met wiens volmaecktbeyt ſy haer onvolmaecktheyt ende eygen gebreecken ſchier gelijk maken ; daer en - boven foo zijn ſy voor de menſehen min profijtelijcker, haer felven onghelijck doende ; nademael dat ſy lich inbeelden tot het hooch lle der faecken ghekomen te zijn , ende ghelijck als oft fy haer plicht ghenoech ghedaen hadden, en met vordeelen onderſoecken . Maer hier- en -tegen : Die gheenighe, die de Natuyr , ende de Konften voor het Recht roepen , beſcholdighen , ende van beklaginghevol zijn ; die ſelvige zijn ghewijffelijck van eenen gherufter ſin ende ghe moet, ende worden geltadelijck tot nieuwe Kloeckheyt, ende Inven tien, door haer eygen verſtandt aengepordt en aengedreven : Waer om ick my des te meer verwonderenmoet over dele onwetenheyt, ende 'edvvale Geſlacht der Menſchen ; die ghelijck als Dienſt-knechten van ſommigher lieden hooghen moedt en vermetenheyt, deſe Peripateti ſche Philoſophie, (alleen een deel van de Wijſheyt der Griecken begrij pende, ende de ſelvighen oock noch kleyn ) ſoo ſeer achten ende in eeren houden : Dat ſy het niet alleen voor onprofijtelijck , maer oock voor ſuſpe &t, ende gelijck als periculeus achten : Ende Empedocles gevoelen behoort noch meer gepreſen te worden de welcke gelijck als raſende; Ende Democritus oordeel, de welckemet groote ſchaemte bevanghen zijnde, klaghen ; hoe dat alle dinghen ſoo doncker ende dick , voor onſe oogen zijn , dat wy niet en weten , noch niet erken nen konnen ; dat de waerheyt in diepe Putren verdroncken legdt ; en dat de Waerheyt, met valfchejt wonderbaerlijck vermenght ende ver wart is ; ( Want de Nieuwe Academi- is voor- by den gemeenen Regel ghegren) dan op Ariſtotelis Schoole geloove te ferten. Daerom be hooren dan de Menſchen vermaent te worden ; dat verneederinge des Natuyrs , van deErvarentheyt, den Goden aenghenaem is ; ende dat dc
Prometheus, ofte den Staet der Menſchen .
173
de felvighe nieuwe aelmoeffen ; ende gheſchencken van de Godlijcke goedertierentheyt af-vorderen , ende verkrijghen ; ende het bitter , ende feer heftich beſchuldigen van Prometheum ( al- hoe- wel hy baren Ausheur , ende Meeſter was ) ſal meer tothaer eyghen profijt, ende goet gedijen , dan tot vorderinge oft geluck van lijne ondervindinge. Ten laerfilen ; Het ghevoelen , van datmen van alles overvloedt heeft dat mach onder de grootſte oorlaccken van gebreck geltelt worden . Maer ſoo veel als aengaet de Gave ſelfs, de welcke men ſeydt, dat de Menſchen voor haer aenklaghen ten looneontfangen hebben (te weten, de Blomme des Tonckbeyts, die nimmermeer verwelcken ſoude) is duſdanich . Dat de Ouders niet miſmoedich , noch in wanhope,ſche nen te weſen , hoe ſy doch, tot de Middelen , ende Medecijnenmoch : ten gheraecken , om de Oudebeyt te doen uyt blijven , ende het leven te verlangen ; maer dat ſy eer voorſeecker getelt hebben onder ‘tgec ne , 't welck door de onwetentheyt ende onachtſaemheyt der Men Schen , na dat fy het eens ontfangen hadden , te niet, ende verlooren gegaen is ; dan onder de dingen , die den Menſchen gantſch ontleyt, ende noyt ghegeven geweelt zijn . Want ſy beteyckenen , ende wij ſen aen , door het ware gebruyck des Viers ende door de dwalingen des Konfis, wel, ende neerltelijck beſchuldicht, ende verwonnen zijnde ; dat deGodlijckegoedertierentheyt om foodanige Gaven te laten ghe. nieten , niet ontbroocken en heeft ; maer dat het de Menſchen ſelver verſuymde; nademael dat hydit koſtelijck geſchenck der Goden ſulck cenen luyen , ende tragen Eſel op den Rugge bonde: Soodanich ſchijnt d'Ondervindinge te zijn , volvan verlenginghe, van welckers traegh gaen ( nae de maniere der Schilt -padden ) defe oude beklaginghe de Vica Brevi, & Arte Longá her-ſprooten is : Endeom de waerheyt te fegghen , ſoo ben ick oock van dat gevoelen : Dat deſetwee vermo gentheden , te weten, Dogmatica & Empirica ( het een door een vaſt beſluyt; het ander door ondervindinghe te werck gaende ) noch niet ſeer wel ie famen gevoeght, ende ghekoppelt gheweeſt zijn ; maer dat de nieuwe Gaven der Goden ; ofte, op Philoſophie die veel ontroc. ken is , ghelijck als op eenen lichten Vogel; ofte , op de trage , ende langhfame ervarentheyt, ghelijck als op eenen Eſel gheleyt e , nde ge bonden gheweeſt zijn : In't welcke men nochtans op den Eſel gheen quaedt vermoeden behoort te hebben , indien het niet en zy, om den Y 3 Dorf
174
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen.
Dorfl dic hem op dien wegh over.quame. Want wy houden het daer voor, dit , indien ymardtdoor ondervindinge ghelijck als door een feeckere Wet ende Regel loeckt voort te gaen , ende onderwegen niet en dorftet nae nieuwe bekooringhen die sich ſchoon vertoonen ; oft Dae profijt verlanght, alſoo dat hy om de felvighen te verkrijghen , fijn Pack af- leydt code verkoopt, dat hy gbcenen onbequaemen oft onprofijtelijcken Pack -drager ſal bevonden worden , om deſe nieuweGa ven ende vermeerde Godlycke mildicheyt te draghen.
Voor ſoo veel als aengact , dar deſe Gave ' t Serpent overghelevert is , dat ſelvighe ſchijnt hier ten deelen by ghevoeght te zijn , om het Cieraet des Fabels ; Ten zy ſake, dat ſy dit bier in geſchroeft hebben , dat ſich de Menſchen haer wel ſchamen mogen ,dat fy ( het gebruyck des Viers hebbende, ende met ſoo veel Konflen verlien zijnde ) voor haer felven dat niet kunnen verwerven , het welcke de Natuyr ſelfs, foo menige domme Creatueren mede gedeylt , ende vergunt heeft. Qock loo iſfer ecn wijſe , ende profijtelijcke vermaninge beſloten in deſe hacſtighe verſoeninghe der Menſchen met Prometbeo , nac dat fy de Hoop gantſch verlooren ghegeven hadden. Want het wijſt aen de ongeltadicheyt, ende ſtouticheyt der Menſchen in nieuwe Proeven . Want, in dien de ſelvige niet terſtont ten beſten en ghelucken , code met haer wenſchen.over - een -komen ; ſoo wijcken de Menſchen te yroech , endete haſtich , van 't geene dat. fy.begonnen hadden ; ende loopen , gelijck als overgegeven zijnde wederom nae het oude , ende verſoenen haer met het ſelvighe . Deſe Parabel van den Staet der Menſchen, alhier beſchreven ,ten aen fien van de Konſten , ende dinghen die het verſtandt aengaen , treedt toe na Religie : Want oa dat de Konften gheplant , ende mede- ghe. deylt zijn geweeſt, foo is den dienſt der Godtlajeker dingen na.gevolght: welcken dienſt teritont met huychelerye ende gheveynſtheyt beſmet is gheworden . Dacrom ſoo wordtdan onder deſe twecvoudighe Offerhande , de Perſoon eerſt van ware Religieuſen , ende dan van Ghe veynſden , ſeer aerdigh voor ooghen ghellelt: Want in den eenen is het Vet ,hetwelcke ( van weghen de ontſteeckinghe ende ſmoock van dien ) Godis deel is : Ende het betcyckentde gheneghentheyt ende oatſtecken yver totGodes eere , endehooghedingen begheerende : lo deſe hebt ghy oock ſenuwen der Liefden ; ghy hebt in bem goet
ghelunt ,
175 Prometheus , ofte den Staet der Menſchen . gheſont, en profijtelijck vleeſch .Maer in den anderen worden niet ge vonden dan drooghe en bloote beenderen die niet te min de Huyda opovullen , ende een ſchoone ende ſtatighe Offerhande in 't ooge ver toonen , waer door de uyrwendendighe ydele gebcerten , endeledige Ceremonien.ſonder gedaente ofc pit gemeret worden , door de welcken fy den Godlycken Dienft beladen, ende heerlijck doen verſchijnen; din gen zijnde die eer eenen ſchoonen ſchijn met lich brengen , dan tot de Gods- vrcefentheyt yets vorderende zijn. Noch ſo en is het niet genoech, Gode voor den Menſchen , ſoodanige beſpottingen ende huychelerijen op te offeren , ten ware dat ſy konden bewijſen dat deſelvighe van hem her-quamen ,ende gelijck als van Hem ſelyen verkoſen, ende ver ordineert waren , ende de lelvige hem alſdin toe-ſchrijven. Seecker lijck, daer wort uyt.gheroepen onder de perſoon van Gode door den Propheet, aengaende defe verkieſinghe, als volcht : Num tandum hoc est ilud fejunium , quod Elegi, su homo animam fuam in diem unum affigat de caput inftar junca demittat ? Is het dit valten dat ick my verkolen bebbe, dat een Menſche fijne Ziele maer voor ecnen dach bedroe ven ſoude, ende ſijn Hooft ghelijck als een Riet neder -buyghe ? Hebbende alfoogeſproocken van Religie ,foo keert ſich de Parabel nu tot de manieren , endeconditien des Menſchelijcken levens. Ende dit is ſeer gemeyn , nochtans wel gevat , datdoor Pandoram , wel - luft, ende onkayſheyt beteyckent wordt ; de welcken , wanneer het Men ſchelijck leven , met Konſten , overvloet , ende wulpſicheyt opghe prope is, ſelfs gelijck als doordeweldaet end : kracht desViers voort-, gebracht worden . Dierom foo wordtVulcanus oock ( nademael hy bet Vier vertoont ) de oorſaecke, ende Werck . Meeſter geſeyt te wc fen ; Ende door deſe welluſten zijn den Menſchen oneyndelijcke ellen den , beyde des gemoedts , ende des lichaems, met quade Fortuynen , met een al te laet berouw en leedeweſen , overkomen : Ende, niet alleen in particuliere Staten, macr oock in Koninckrijcken ende Gemeyne • Beſten ſelfs: Want uyt die ſelvighe Fonteyn zijn Oorlogen , Oproeren , ende Tyrannien gheſproten ... Macr het is weerdich om acn te mercken, hoe ſchoon ende uytge leſen, dat de Fabel iwee Conditien , ende by maniere van ſpreecken , ghelijck als Tafelen ende Exempelen des Menſchelijcken levens, voor de Perſoonen van Prometheu ende Epimethens afgemaclt heeft. Want dic
176 Prometheus, ofte den Staet der Menſchen. die van Epimetheus Sexte zijn , zijn ghemeynlijck onvoorſichtich ; noch en forghen niet voor 'ighene dat toekomende is , maer ly be minnen dar , 'twelck voor het teghenwoordige lieflijck ende aenghe naem is , ende daerom worden ſy oock ghewiffclijck met groote be : nautheden , ſwarigheden , ende ellenden gheperſt , ja zijn ſchier altijdt met droefheyt bevanghen; nochtans ſoo behaghen fy ondertuſſchen
haer cyghen welluften ; ende beelden haer ſelven in door haergroote onervarentheyt, vcel dinghen ende ydele hopen , hare finnen op de
felvighe daer-en -boven ſtellende; met de welcke fy nochtans haer felven, maer ghelijck als met ſoete Droomen vermaecken ; ende de ellenden hares levens verſoeten . Maer Prometheus Klercken zijn voor. ſichtighe Mannen ,te weten , die toekomende dinghen inſien ; ende die veel jammerlijcke ellenden , ende onghelucken wijſſelijck voor kommen , ende van der handt af- keeren : Maer dit is oock met defe Deught vergheſelſchapt , dat fy haer ſelven van veel welluften, play fieren, ende veel verſcheyden gheneuchelijcke tijdt-kortinghen ont houden ende berooven , ende haer Natuyr bedrieghen : ende het welcke'i ſlimſte van allen is, dat ſy haer ſelven qucllen, en pijnighen met inwendighe onnoodighe forchvuldigheden , endevreeſcn. Want, ghebonden zijnde aen den Pilaerdes noodtwendigheyts, foo worden fy door ontallijcke ghedachten ( de welcke, om dat ſy foo ſnel zijn in't vliegben , door den Arent tekennen ghegeven werden ) die ſeer fteecken , ende de Lever ghckadelijck knagen en verteeren, ſeergbe quelt zijn : Ten zy dat ſy altemets,ghelijck als over nacht , door 'illa . pen, eenighe gheringe verlichtinghe, ende gheruſtheyt desghemocdts verkrijghen : maer diergelijcke becvinghen ende benautheden zijn nochtans ghewendt haelt wederom op nieuwsaen te komen . Dacrom ſooghenieten ſy alleen ſeer weynich, van beyde de Ghe flachten deler Volckeren , deſe Gave; dat fy het profijt, ende ' goet, het welck Voorſichtigheyt toe-brenght, behouden ; ende haer felven van alle ydele ſorghen, ende verontroeringhe des ghemoedts,bevrij den. Noch en kan niemandt deſe Gave verkrijghen , dan door Hero cules hulpe ; dat is , door dapperheyt, ende ftantvaftigheyt des ghe moedts , de welcke teghen alle onghelucken , ende uytkomlten be reydt is ; ende tot den welcken alle Fortuynen even ghelijck zijn ; ende de weleke voorfict in tockomende tijden ſonder vreeſe, geniet ſonder ver .
Prometheus , ofte den Staet der Menſchen.
177
verdriet, ende verdraeght ſonder ongheduldigheyt. Ende dit is oock aenmerckens weerdich ; dat deſe Deught Prometheo niet uyt der Na. tuyren aengheboren en is, maer hem by gheval t'huysghekomen is, door behulp van een ander. Want gheen aengebooren oft Natuyrlijcke Dapperheyt, kan foodanigh cen groote faeck nietgclijck zijn . Macr deſe Deught is van de alderverſte gelegen plaatſen over Zee, ende van de Sonne ghenomen , ende ghehaelt geworden. Want het komt van Wijheyt , gelijck als van de Sonne: Ende van het dickwils bedencken van de onſtantvafticheyt ( gelijck als de Golven ) des Menſchelijcken levens, gelijck het Varen over de Zee Zijnde ; Welcke twee Virgiliw ſeer wel te famen ghevoeght heeft . Fælix , qui potuit rerum cognofcere caufas, Quique metus omnes , de inexorabile fatum
,
Subjecit pedibus, ſtrepidumque Acherontis avari. Qock wort dit uytnemende wel hier toe-gedaen , om de gemoedc. ren der Menſchen te vertrooſten , ende te beveſtigen , Dat deſen grooter, ende kloeckmoedigen Heldt deZeeover-zolde, in een scherve van eenen Pot ; op dat ſy vcel-tijdts niet en vreeſen oft meynen , dat haer weecke ende brooſſeNatuyrdeles oorſaeck zy;gelijck als oft de ſelvigegantſch niet machtich en ware foodanighe dapperheyt, ende ftantvalticheyt te gebruycken , oft in't werck te ſtellen , van het welcke Seneca wel geſproken keeft , wanneer by ſeyde; Magnum eft habere fimul Fragili -tutem hominis , & fecuritatem Dei. ·
Macr nu moeten wyte rugh keeren , tot 't gheene dat wy willens
voor -by ghegaen zijn , op dat de dinghen , die te ſamen gheknoopt zijn , niet van malkanderen en breecken. Het welck is , om een wey nich te handelen van die laerſte ſchult, die Prometheus begingh, doen hy nae Minervaes Maeghdom ſtonde. Want het was fondir ewijfeldeſe groote ende ſware miidaet, die de {traffe van vernielinge , ende ver tceringe des Levers, ende ingewants verweckte. Het welck niet andes en is, dan de Lieden , door Konst ende Wetenſchap opgeblaſen zijnde , felfs de Godtlijcke Wilheyr, hare evghen linnen ende verltanden dick wils foecken te onderwerpen : Waer naer een geſtadige ſtreckinge , verſcheuringe , ende ongheruſtheyt desghemoets ſeeckerlijck volght. Daerom ſoo behooren de Godslijcke Dingen, van de Menſchelijck , z met
178 Frometheus, ofte den Staet der Menſchen . inet een ſober , ende nederigh ghemoedt onderfcheyden te worden ; Ende de Orueckelen der Sinnen , van de Geheymeniſſen des Geloofs ;
uyghenomen indien den Menſehen beyde een valſche Religie , inde de verlierſelen der Philoſophien , lief ware . Hier is oyerigh nu ten laetſten van allen , yets te ſpreecken aen gacnde de gemeyneSpeelen , en Feeſten , die Promethens, met brandende
Tortfen gehouden heeft.Dit behoort wederom tot de Konſten, en Weten . fehappen; ghelijck als dat Vier tot welckers gedachteniſſe , ende eere , diergelijcke Speelen ingheſtelt waren ;ende oock ſoo om.vat, ende be grijpt dit een leer a ijfelicke vermaninge.Dat de volkomentheyt van de Geleertheyt te verwachten is by Suceeſſie,ende niet by cenes Men . ſchen eyghen gauwicheyt, vernuft, oft weerdigheyt alleen ; Want die gheene, die de alderſoelſte zijn in 't loopen, ende de wackerſte in i wedden , mogen miſſchien wel ſoo heel aerdich niet zijn , om bare Tortfen albrandendete bewaren ; Nademael dat de Tortfe alſoo wel in perijckel ſtaet om uyt te gaen , door het hart loopen , als door lang ſaem gaen . Macr dit Loopen en Wedden met brandende Lichten , ſchimt al overlangh achterwegen gelaten geweeſt te zijn : Nademael dat de Wetenſchappenin haer ecrite Autheuren , als te weeten in Ariftotele, Galeno , Euclide , Prolomeo , nu gheſpeurt worden , heel ſeer te bloyen ; ende dat oock die na - ghekomen zijn , niet byſonders tcweghe ghebracht , noch onderſocht en hebben . Ende ſoo waer bet oock te wenſchen dat deſe Speelen ter ecten van Promethem , ofte ter eeren des Menſchelycken Naturs, wederom ingheftelt mochte wor den ; ende dat de ſaecke aen een goede Fortuyn hinge,oft aen verdienſte en weerdigheyi , ende eenen Itrijdı begrepe ; ende niet aen yeder ver vliegen of verwaeyen, ofte sen't wytguen van een Toortſe gelegen ware. Daeroin foo behooreu de lieden vermaent ende opgeweckt te zijn , om haer ſelven goeden moedt inte blaſen, hare beurten te verwach ten , ende alldan bare Machten verloecken , ende het nict alleen ſtellen tot de meyninghe van weynighen. Dit is het ghecne twelck ick goet ghedacht hebbe, uyt deſe mijne achter.ghelaten , ende ghemeyne Fabel te vermanen : nochtans ioo en wilick daerom niet verfaecken, dat in deſe Fabel veel dinghen be floten zijn ,die wonderlijck ſeer met de verborghentheden der Chriſte lycke Religie over • cen koinen ; ende principalijck in dat varen vara Hercules
1721 Scilla ende Icarus, ofte den Middel-wegh. Hescules in een scherve over de Wilde Zee, om Promotheum te ontbinden : Want het ſchijnt een Ghelijckeniſſe te vertoonen van het Woorde Godrs, 't welck in 't vleeſch komt, ghelijck als in een broos Schuytjen, om het Menſchelijck Ghelacht van de llavernye der Hellen té vera lollen . Maer ick hebbe my felven alle vryigheyt, om in deſermanie ren dieper voort te varen , verboden; op dat ick miſſchien geen vreeme vyer op Godts Altaer en ghebruycke.
XXVII .
Scilla ende Icarus, ofte den Middel -wegh.
de meeſte prijs - weerdigh in verſtandighe wetenſchappen ; weynigher gheacht , maer niet te min profijtelijck, en goer ; dewelcke in weereltlijcke Regimenten alleen in vermoeden ghehouden, ende met goede voorſichticheyt ende verſtandtbehooren ghebruyckt en aengheleyt te worden. De Ouden malen de Marigheyt der manieren af, door den wegh dien fy Icaro voor- gheſchreven hebben : Ende de Meddelmaricheyt in verſtandige wetenſchappen , door den wegh tul ſchen Scyllam ende Charblim , de welcke vernoemt werdt , vol peric kels ende ſwarigheyts te weſen . Ende wanneer Icarus de Zee nu foude over -vlieghen,ſoheeft hem lijn Vader bevolen voor fich te fien, om den wegh niet alte hooch of alte leech te nemen. Want nademael lijn Vleu ghelen maer van Was te lumen ghelijmt waren , foo fonde het in perijckel , dat , indien hy hoogher vlonghe dan lijn beſteck ; dat het Was door de hette der Sonnen ſmelten wilde ; ofte ,indien hy te lecgh , ende na by den waſem der Zee daelde, dat het Was door de vochtig . heyt des waters af te weeck wo : den foude: Maer hy heeft lich noca tans door een jonghe , ende onbedachte ſtoutighey , o'n hooghe beo gieven , ende is allou van boven nederin't water gh : vallen . Dele Fabel is ghemeyn , ende lichtelijik om te begrijpen : Want den uregh des Deughes wordt gheopent voor een rechte pat,tuſſchen Overvloedt ende Gh.breck . Oock en was het niet wonder, dat liarus door over - mate verginghe : want , Excellen , dat is , al te veel in Z 2 conig : c
180
Scylla ende Icarus, ofte den Middel -Dech.
cenighe laccken, pleghen ghemeynlijck de fauten der longher-Ghe ſellen te vveſen : Maer Defe&ten ,datis , al te weynich , de ghebreecken der 'Onde Mannen , nochtans ſoo heeft hy den beſten wech van derwee quade en ſchadelijcke wegen verkoſen .Want,Gebreecken of Defečten, worden aliijt gehouden de quaetite te zijn ; nademael datin Overvloet eenighe hoochmoedicheyt ſchuylt, endeMaeghſchap met den Hemel reeckent, gelijck als den hooch -vliegenden Vogel doet; maergebreck kruyệt over de aerde, ghelijck als een leelijck kruypentDier ,dat op den buyck gaet. Daerom ſoo ſeydt Heraclisus ſeer heerlijck ,Lumen faccum , optima Anima. Want, indien de ziele vochtigheyt vander acrde tot fich treckt , fy vergaet gebeel : oock loo mocter aen de ander zijde Matichey ghebrayckt worden, op dat door defe ghepreſen ende ghe woone droogheyt, het licht deste klaerder mach worden , ende niet door defe hetic en bederve. Ende oock ſoo zijn deſe dinghen ſchier yder een bekent: maer die den vvegh tuſſchen Scyllam en Charybdim ſal houden , heeft ghewiſſelijck beyde ervarentheyi in 't zeylen, ende goet gheluck van nooden. Want , indien de Schepen in Scylla vallen , Loo worden de ſelvighe gheſpleten ,en ghe broocken doorde Klippen; oft, indien in Charybdim , ſoo verdrincken ſy. De meyninghe ende kracht deſes Fabels ſchijntduſdanich te zijn ;
( de welcke wy in 't korte overloopen willen , al hoe -wel de ſelvighe wel een langhe bedenck inghe vereyfcht) dat Mate behoort ghehou den te zijn in alle Gheleertheyt ende Wetenſchap ; ende ſoo volgens in de Regulen van dien , ende haer Weerdigheden inſghelijcx tuſſchen de Steenrotlen desonderſcheyts,ende de grondelooſe kuylen en diep ten der alghemeynen dinghen. Maer deſe tvvee flucken zijn feer ver maerdt; om dat dekloeckfte Verſtanden ende grootſte Konſten , hier in dickwils Schipbreuck lijden .
XXVIII.
Sphinx, ofte Wetenſchap. A E R wordt verhaelt , dat Sphinx een Monſter gheweeſt is D een
Sphinx , ofte Wetenſchap.
181
een lonckvrouvv : Vleughelen hebbende ghelijck eenen Vogel; Klau wen gelijck eenen Griffioen; ende haer woon.plact[e was op eenen Bergh na by de Stadt Thebanu gheleghen , alwaer fy de vrye ſtraten en we ghen ſtopte : Ende ſy hadde oock voor een ghewoonte, den gaenden en kommenden reyſenden Man te vanghen , ende te verraden . Din welcken fy ( na dat ſy haernu onder hare Macht ghebracht hadde ) ſommige diepfennige Raedeſelen en Queſtien voor- ſtelde en vraeghde, de welcke ghemeynt worden dat van de Mufa verworven , ende ber.ghekomen wareo . Ende indien deſe ellendighc Ghevanghens, deſe Raedtſelen niet terſtont raden , uytleggen , noch verklaren kon den ; ſoo ſcheurde ſy haer, alſoo verſlaghen ende verbaeſt zijnde , in grooter wreetheyt van malkanderen. Ende om dies wille dat defé el lendigheyt foo eenen langen tijdt duerde; ſoo is hem , die de Raediſelen van Sphinx ontvouwen oft ontraden konde, vande Burgers van Theben , het Thebaenſche Coninckrijck tot eenen prijs ende verdienden loon , beloofc ghevvorden , want daer en was gheenen anderen wegh om hem te overwinnen . Den ſcherpſinnighen ende wijſen Man Oedipus, door ſulck een groote weerde der beloften beweeght zijnde, heeft, al- hoe wel dat hy lam ende kreupel vvas, de conditie aenghenomen ,,ende voor ghenomen fijn Konſtin't werck te ſtellen . Nadien hy lich nu met
een vaſt voornemen, ende goet vertrouwen van een goeteynde voor Sphinx vertoont hadde , foo heeft ſy hem ten laetften afghevordert ende ghevraeght; Wat Creatwyr dat dat vvas , het welcke wanneer het eeilt ghebooren is , vier -voetich vvas ; ende daer naer op tvvee voeten gingh; ende dan wederom drie -voetich is ; ende ren lactften van allen, vier voeten, als te yooren , gebruyckte? Ende Oedipus (gelijck als ſijn ſinnen by fich hebbende ) heeft terfont gheantwoorde; Dat dat den Menſch eyghen is; de welcke, wanneer hy eerſtgebooren ende jonck is,op handen en voeten ,dat is,vier - voetich,voort-kruypt; ende kan qualijck van deeen plaetſe uyt de ander gheraecken : ende niet langh daer naer ſtaet hy oprecht , ende gaet op tuvee voeten ; maer in den Ouderdom leunt hy op eenen Ataf om ſich op te houden , ſoo dat hy ghelijck als drie - voetich ſchijnt te weſen : Maer nu ten laetſten door over - groote Oudtheyt vergaen zijnde, ſijn ſenuwen verkrom pen zijnde, ſoo leght den Ouden Man , wederom ghelijck als een vier-voetich Creatur, ftil in't beddew . Hebbende daerom dan de 2 3 Vittoric
182
Sphinx , ofte Wetenſchap.
Viftorie ghewonnen door deſe ware antwoordt , loo beeft hy Sphinx doodt ghellaghen : vviens doode lichaem op eenen Eſel gbelege zijnde, gelijck als in een Triumph herwaerts ende derwaerts gedragen worde. Ende Oedipus is ( achtervolghens het voor ghemeldt accoordt ) Ko ninck der Thebanen verkoſen gheworden . Defe Fabel is uytnemende,ende ſeer wijs; fy ſchijnt gemaeckt te zijn
van Wetenſchap; ſonderlingh van dit, datmet Praetijck oft ghebruyck vergeſelſchape is. Nademacl dat \Vetenſchap niet te onrecht een Mon fter mach genaems worden , dewijl dat bei den onwetende, ende on ervarene een verwonderinghe is . Sy heeft veelderhande Ghedaenten ende Gheſtalteniſſen, om de mcnichvuldige veranderinghe der Materie , daer de Wetenſchap mede omgaet oft in handelt :Sy wort afgeconterfeyt met een Aengeſicht,ende Stemme van een longe vrouw , om de goede gratie, ende wel-ſprekent. heyt daer mede ly begacft is : Vleugelen worden hier by gevoeght, om dat Wetenſchappen en haer Inventien in een Ooghenblijck hier en daer loopen en vliegen , nademael dat het met demede- deylinge cens Wer tenſchaps ghelegen is, ghelijck als met het licht ; waer van het een , door het ander , ontteecken wort . Voorts uyttermaten wel worden haer kromme endeſcherpe kleeuwen gegeven . Want de feeckerheden van de Gheleertheyt , ende de Argumenten door - dringhen het Ver ftant , ende omvangen ende houden i’ſelvize ſoo vait , dat het lich niet verrocren , noch ontvlieden en kan ; het welcke oock een hey lighen Philoſoophaengemeickt heeft; Verba Sapientum ( inquit ) fürs tanquam Aculei, & veluri Clavi in altum defixi. Daer beneffens ſoo ſchițnt alle Wetenſchap vergadert te zijn op het
hooghfte, ende toppen der Bergen : Want het wordt te recht een hooge ende verheve falcke gheacht; ende gelijck als onwetentheyt van bo ven verſmadende ; ende ſy tiet uyt, ende aenſchout oock wijde ende breedt van alle kanten , ghelijck als men ghemccolijck doet van de toppen der Bergher . Ende de Wetenſchap wordt ghcſeydt de Wegen te belegghen : Wane over al in dele reyſe in Vreemdelmghsfihap des Menichelijcken le vens , vertoont ſich , ende gemoet Materie en gelegentheden om te aen fchouwen , ende te overdencken . Vorders, ſo ſtelt Sphinx den Menſchen verſcheyden (ware Queſtien endc
183 Sphinx , ofte Wetenſchap. ende Raedtſelen voor oogen , de welcke Hy van de Mufen ontfangen heeft ; nochtans ſoo langh als de felvigbe by de Mufen verborghen blijven , ſoo zijnſe ſonder wreedtheyt; want nademaeldaer gheen ander middel kan bedacht worden , om uyt te gheraecken , dan de ſelvige Raedtfelen te weeten , foo en wordt het verſtant niet bedwon ghen , nocb in een kiſte beſloten , maer het gaet heen en weer ; endo in her twijffelen , ende veranderen ſelfs , hec ghevoelt eenighe vreught , ende vermaeck : Maer nae dat duſdanighe Raedeſelen eens van de Muſen , Sphinx overgelevertzijn , dat is, om in 'twerck ghc ftelt te worden , alſoo dat ſy deſelvigen nae hare eygen finnelijckheyt ende goetduncken moghen oeffenen , ende de lieden daer door be . fwaren , ende bedwingen : Als dan beginnen de Raedtſelen vreemdt , mocylijck , ende wildt te worden ; ende indienſe niet geraden , oft ghetroffen worden , ſoo quellen endeontrecken in allen deelen , de felvighe , de ghemoederen der Menſchen , wonderbaerlijcker wijſe hen gantſch verſcheurende . Daer -en boven foo worde in Sphinx Raedtſelen , altijdt twee ver
ſcheyde Conditien voor - ghehouden ; Te weeien , dat wie die felvighe niet en kan ontknoopen , Hy wordt van zijn ſinnen berooft ; ende wieſe ontdoet, dien wort een Koninckrijck gegeven. Want wie tot de Wetenſchap gheraeckt van 't ghene dat hy verlangden te weten , hy komt tot een goet ende, ende raeckt het Wit daer hy nae ſchoote; ende dan vorders , ſo is yder Meefter en Heer over fijn eygen werck . Ende Sphinx Raedtſelen zijn ghemeynlijck van tweederhande « tuyren : Raedtſelen van de Naruyr der Dinghen ; ende oock Raedtſelen van de Naruyr der Menſchen ; ende daerom volghen daer oock iwec Heerſchappien tot den verdienden loon des geenes dis de ſelvigen ont bindt oft raedt ; de eene is , de macht over de Natujr ; ende de an der , de Macht over de Menſchen ; Want dit is het rechte , ende laet fte eynde der faecken , dat de ware Natuyrlijcke Philoſophie , ſal ende moet heerſchen over Natuyrlijcke dingen , gelijck dat zijn, de licha men , alderhande konftelijcke wercken , ende over andere ontallija. ke meer ; al - hoe - wel dat deSchoole ( met het gheene als haer voor . gedragen worde , ie vreden , ende in woorden overvloedigh zijnde ) heerlijcke ſaecken en werck en vergheldt, de ſelvigheſchier ghelijck als onder de voet tredende . Macr dat Raedtfel , het welck Oedipo VOOR
184
Sphinx , ofte Wetenſchap.
voorgehouden wierde, waer door hy het Thebaenfche Koninckrijckver kreegh, dat ſelvige behoorde tot de Natuyr des Menſchen; want indien yemant de Natur des Menſchen diep in -fiet ende overweeght , die ſelvige mach ſchier eenen Stierman zijn van lijn eygen Fortuyn ; ende is geboren om te regeeren ende te heerſchen ; het welckevan de Ro . meynſcheKonſten wel betuycht is gheworden
.
Tu regere imperio populos Romana memento . He tibi crunt artes
Dit accordeerde daerom wel; dat Auguftus Cafar, Sphinx Ghedaente (oft door kloeckheyt van verſtandt, alsde vorighe meeninghe hier in hebbende, oft by gheval) in ſijnen Signet- rinck droegh , ende ghebruyckte. Wanthy is ſeer beroemt geweeſt ( indien oytymant ) in Burgherlijcke regieringhe: Ende gheduerende den loops lijnes le vens , heeft hy oock veel nieuwe Raedeſelen uyt-geleyt, ende dat ſeer wel , van de Natuyr der Menſchen ; Tot welcken , indien hy niet aer dich ende bereyt gheweeſt en hadde om de ſelvigen te openbaren , ſoo en ſoude hy dickwils niet verre van haeltigh verderf, en perijckel vry gheweeſt zijn . Ende oock wort cor deſe Fabel by gedaen, dat Sphinx overwonnen Lichaem , op eenen Ezelgheleyt is gheworden.Ende gewillclijck dit komt uyttermaten wel , nademael datter niet ſoo doncker noch yer borghen en is , het welck oock niet ( nae dat het een vollen ſal ver Itaen zijn , ende vorders een yder bekent ghemaeckt) op eenen Ezel gheleyi mach worden , dat is , door een plompen botverſtant be grepen , en verſtaen worden . Noch en is dit niet om voor - by te gaen : Dat Sphinx is verſlaghen gheworden door eenen Man , Wiens voeten Lam , ende doorboort waren : Want de Lieden plegen al te haeltich , ende al te ſpoedigh nae Sphinxs Reedsſelen toe te loepen ; Van waer dat dan her-komt , dat ( Sphinx haer te boven gaende ) fy hare Verſtanden ende Ghemoederen , cer door tailirejenen quellen ; dan dat ſy door hare Wercken en Effecten, komen te heerſchen.
Pro
185 XXIX .
Proſerpina , ofre Gheeft. Y verhalen , dat Pluto ( nae dat hy het Coninckrijck der Beneden .
en was , van oyt eenighe van de ſel vige te ſullen konnen bepraten , ofie trouwen , indien hy de felvighen door eenich ſchoon -praten , ofte door lieffelijcke praet ende redenen ſoude konnen bekooren, alſoo dar hem gheraden was, op het ſtelen van ſommighe van dien , toe te legghen : Soo heeft hy dan de gelegentheyt waer-ghenomen ; ende Proferpinam ( de dochter van Cerer ) een ſeer ſchoone Maeght, wan . neer lý Narciſus -Bloemen , in deWeyden van Sicilia , vergaderde, haeſtigh naer haer toe-loopende , Wech-ghenomen , endein fijnen Koets-waghen nae deBeneden- Goden , methem ghevoert heeft. Hy heeft haer groote Eere beweſer , alſoo dat ſy oock DIS Maiftreſe, ende Huyſurouvu ghenaemt is gheworden . Maer haer Moeder, wan . neer haer eenige wel - beminde Dochter op gheene plaetſen en ver ſcheen ; foo is ty uyttermaten ſeer betroeft , ende bekommert ghe worden ; ende een Tortſea nghsiteecken hebbenbe , ende de ſelvige in haereygen hande dragende , is ſy alloo wijdt eu zijdt , ende 'ebe grijp de geheele Werelts om.gewandelt ; op dat fy haer Dochter we derom opſpeuren, en bekomen mochte.Ende na dat ſy deſe moeyre te vergeefs aenghewent baide ( haer miſſchien in den fin ſchietende, dat ſy ter Hellen ſoude ghevoert zijn , ſo
is Sy lupiter met veel ſuch tens erweenens (eçr moeyelijck ghevallen , dat het hem ghelieven moch : ę , Haer Dochter hier wederom te gheven ; ende Sy ( lupirer moedeghemaeckt hebbende ) heeft ten laciſten foo veel verworven , dat indien Sy noch nict , van t gheenedatin de Helle was , geſinaecke oft geproef en badle, dat het haer geoo loft ſoude zi ; n , haer Dochter alfian met Haer te lerden. Dere Cordirie en behaсchue de Mjeder nier ; dewijle dat het niet beter en was dan een af -Naen van ' t geene dit ſy op hem begheerde; Want, Proſerpina worde bevonden ,drie karlen , u se'nen Granaet- Appel gegeten te hebben . Doch en heefc dicrom Ceres klagens niet opghchouden ; maer haer bidden , cnbe geeren , wederom van nicu xsaenghevanghen : Soo is haer dan ten lactitca Аа
186
Proſerpina, ofre Cheeft.
lactften vergunt gheworden , ( het jaer in twee deelen ghedeylt zijn de ) dat Proſerpina beurten houden foude ; ende de eerſte ſesMaen den , met haren Man (dat is Pluto, ) ende de ander ſes Maenden , met haer Moeder , woonen ſoude . Niet langh daer naec , foo hebben Theſeus ende Perichens, door over - groote Itouticheyt; derven onder winden , Proſerpinam van Plutoos bed' wech te halen ; maer , wanneer deſe door het reyſen derwaerts moede gheworden waren , ende fich by den Beneden- Goden op eenen grooten Steen nedergeſet hadden om té ruften , foo en iſt hun niet gheoorloft gheweeſt , oft en hebben gantſch niet van die plaetſe wederom konnen op -rijſen , maer zijn daer eeuwichlijck blijven ſitten . Soo is Proſerpina daerom de Conina ginne der Hellen gebleven; tot de welcke ( haer ter Eeren ) deſe groote vryigheyt is ghelchoncken gheworden ; ende een byſonder by-voegh in de Werten der Beneden - Goden in -gbebracht ( nademael dat het niemandt ghcoorloft was , van die eens ter Hellen ghegaen waren , wederom van daer te kceren ) te weten ; dat, wie dat Proſerpina met eenen ſeeckeren Tackvereeren ende verſien ſoude ,dat hem daer door vryigheyt ſoude ghegheven worden te komen, ende wederom te rugh te keeren , als het hem gheliefde. Deſen Tack was daer maer een alleen in een groot ende wijdt Boſch , dat ghewijdt was nae de Ceremonien van Religie. Noch en was het gheenen Stam van ſich ſelfs, maer ( ghelijck als aenwaſſende op eenen anderen Boom ) brachte ſijn groene bladeren voort ; ende den ſelvighen Tack afgheruckt zijnde, foo wies terftont eenen anderen in dieplaetle . Deſe Fabelſchijntde Natuyre aen te gaen ; ende de Rijcke kracht, ende de Vruchtbare overvloedigheyt der Beneden Goden te doorgron den ; van waer, alles wat wy hebben , her ghekomen is ; ende tot het welcke 'iſelvighe wederom veranderen , ende keeren moet . Door Proſerpinam , bebben deOuden verſtaen den Gheeft, die van de Locht ghemaeckt is , die fijn woonplaetſe heeft onder de Aerde ( door Plutonem -af- ghebeeldt ) ende fich verhoudt van den bovenſten Kloot afgheſondert zijnde, het welck den Poëet niet qualijck aldus uytghedruckt en heef : Sive recens tellus, Seductaque nuper ab alto Æthere, cognati retinebai femina Cæli..
Daer
187 Proſerpina, ofte Gheeft. Daer wordt gheſeyt, dat de Aerde deſen Gheeft gheſtolen hadde: Want hy en wordt gheenſins bedwonghen , wanneer hy tijdt ende ſtondt heeft om te vlieghen , maer wordt door een ſubijtelijcke af . fcheydinghe t'famen ghebonden ende gehechtet, min noch meer , dan gelijck als oft yemant onderneme de Locht met Water te vermengen ; endegelijck als of hy het ingeenderley maniere te woogh brenghen konde, dan door een ſnelle en haeſtighe beweginge: Want wy ſien dat de lichamen aldus in ſchuym verandert worden , de Locht gelijck als van het Water omvanghen zijnde . Noch en wordt dit hier niet onbequamelijck by.ghevoeght; Das Proſerpina geſtolen worde, vvanneer ſy Narcifu - Lelyen vvas verſamelende in Dalen en Valeyen : Want den Naem ſelfs van Narciſus, beteyckent ſoo veel, als langhlaemheyt of verbaeſtheyt. Ende dan vorders is des Menſchen Gheest meeſt ghelien, ghereedt, en bequaem om wech ge voert te worden door weereldtlijcke ſaecken ; wanneer hy begint langhlaea ( ghelijck als verbaeſtheyt racpende ) ende traegh to worden . Ende billick wordt Proſerpina deſe Eere ghegheven , de welcke noch noyt eenighen Byllaep van de Goden vergunt is gheworden ; dat fy Plutoos Huiſvrouw is. Want deſen Gheeft recht ſchier alles uyt wat in deſe Beneden -plaetſen , en Landen , te regeeren is ; Pluto felfs ( ghelijck als verbaeſt zijnde ) van gheene dinghen we tende . Maer de Boven , ende de Hemelſche Macht ( door Ceres beſch2duwt) pooghen met onuytſpreeckelijcke neerſtigheyt deſen Gheest uyt te locken , ende wederom te hebben. Want deſen Brande des Lochts , oft , de brandende Toroſe, die Ceres in haer hande droegh ,beteyc kent ſonder twijfel de Sonne,die rondt om den Kloot der Äerden lich. tet , endezijn Ampt alſoo uyt- voert. Ende het is ghewis , dat dit het meeſtedaer toegheholpen ſoude hebben , indien het mogelijckghc weeſt ware, dat Proſerpina ter cenigher tijdt wederom haa ' konnen ghevonden , ende op- gheſpeurt worden . Nochtans ſoo blijftſy verholen ſonder te verſchijnen, en de Reden van dien is ſeer preciſſelijck ende vviſſelijck voor heftels in de con dicien die tuſſchen Jupiter ende Ceres belloten zijn : Want, ten eerſten, Аа 2 is het
188
Proſerpina , ofte Gheer. is het ſeccker en ghewis datrer suvee vveghen zijn , hoe dat den . Gheeſt in vaſte en aerdtſche Materie bedwinghen kan ; De cen , door Complipatie ( dat is, door dick maecken , alles by malkanderen verga derende ) ofte Obftruflie , dat is , door louter gheweldt : De ander, door Adminiftratie van eenich gheproportioneert voedtſel; ende dat felvighe gheſchiet gewillichlijck, ende van ſelfs. Want, na dat een beſloten Gheest begint te weyden , ende ſich ſelven te voeden , ſoo en haelt hy vorders niet om uye te vlieghen ; maer wordt ghelijck als aen ſijn derde valt ghehecht . Ende dit is oock dat (maecken , en verſoecken Proſerpina des Granaet - Appels; het welcke , indien ſy niet ghedaen en hadde , ſoude al over -langh van haer Moeder Ceres, die met de brandende Tortſe de gantſche weercldt om - wandelde, t'huys ghebracht gheweelt zijn . Ende den Gheeft die in de Metalen , ende in dinghen die uyt de Ber
ghen gekomen is , wordt dickwils door de valtigheyt des Klomps beſloten : Maer de Gheeft die in de Planten of ghenierten dic leven en ghevoelen hebben ,woont in een voos lichaem , ende heeft open uytvluchten , ten zy dat hy door deſe maniere van proevinge des Appels geerne opghchouden zy . Ende het soveede verdragh, dengaende de ghevvoonte van ſes Muen . den, en is niet anders dan een tect fraeye beſchrijvinghe van de af . deylinghe des laers ende des Tijdts; nadema. I dat deſen Gheest , als op de aerde verſpreyt zijnde , met ons de eerſle ſes Maenden hier op der aerden woont , hem vertooncnde in de dinghen die ſondec ziele zijn , ghelijck als in Planten , Kruyden , en dierghelijcken . Ende de luxefte fes Maenden des Winters, vaert wederom na de Beneden Goden, onder dederde .. Soo veel als aengact bet pooghen van Theſema ende Peritheus , one Proſerpinam vvech te voeren , Dat felvighe fict hier op, dat het dick wils ghebeurt dat ſommighe vernufrighe Geeften , die mit veel licha. menier aerde neder - gaen , nochtans fedents w " he brengen , dat ſy cenige van de Beneden - Geeſten uyt-locken ,oft met hen vereenigen ende uyt- voeren konnen . Macrfy worden aldaer in't teghendeel vaſt ghe houden, ende en konnen niet wederom op - komen ; op dat Proſerpina door hen deste rijcker van lowoonders, ende bcyel mach weſen . Nu ,
Proſespina, ofre Gheest.
189
Nu ; my dunckt, dat al het geene wat ick ter ceren van deſen Gou den Tack kan in - brenghen , dat tſelvig'e ons nauw lijcx van het ghe weldt der Chymiſten bevrijden kan ; aenimcrckende in wekker manie. ren dat ly op ons aenvallen ; nademael dat ſy door defen haren Steen , Goude Berghen belooven , ende de Ntuyrlijike lichamen van de poor ten der Hellen verloſſen konnun . Maer foo veel als de Chymiſterie , cnde de ghettadighe Vryers en de Li fh bbers ( die defen haren Steen heeft ) aengaet ; foo fien wy voorſeker, dat hare ſpeculatie tonder fon dament is . Wy vermoeden oock , dat haer arbeyden ende wercken ſonder eenigh profijs, oft ſeeckere loon is . Daerom dan deſe ſtucken achter-rugghe ſtellende, foo is onſe opwie ( aengaende het laetate deel van defe Parabel ) defer : Dat ick ſeeckerlijck bevonden hebbe uyt ſeer veel Figueren der Ouden ; dat ſy het bewaren, ende het wederom in ordre iiellen, der Natuerlijckelichamen , niet gantſch onmoghelijck gheacht en heb ben, maer eer voor een ſware ſaecke, ende ghelijck als eenen onghe baenden wegh . Ende oock ſoo ſchijnen ſy in defe plaetſe van dielelfde meyninghe te zijn ; nademael fy deſen eenighen Tack alleen onder veel optalijcke kleyne Boomkens,in een groot ende dicht Wout groeyende,ghe pluckt hebben . Ende fy hebben alſoo voor-ghehouden , dat dit een Gouden Tack was ; want Goudt beteeckent, dat altijdt duert , ende dat erghens bygevoeght wort , ghelijck als of het Natuyrlijck ware ; want duſdanighe uytkomſt moet vande Konſt verhoopt worden, ghe lijck als door Konſt her - komende , ende niet van eenigh Mcdicijn , oft van eenigh flecht of Natuerlijck middel .
XXX .
Metis , ofte Raedt. E Oude Poëten verhalen , dat Iupiter hadde Metis ten VVijveghe ; ende dat ſy by hem franger ghevvorden vvas: Het welcké, wanneer hy vernomen hadde, en wilde den tijdt, waer in ſy baren ſoude, niet ver Аа 3 wachten ,
-90
Metis , ofte Raedt.
wachten , maer heeft haer op -ghegheten , beyde haer, ende'egbene datſ by haer droegh; waer van dat hy ſelver met kindt worde ' , ende een wonderlijck ſcheplel ter Weerelt brachte. Want Pallas wierde van hem , uyt ( lijn Hoof ofte Herſſenen ) ghebooren, heel ghewapent. Den Gin van deſe afgrijllelijcke Fabel, de welcke in 't eerſteghelijck als ongeſouten ,ſonder eenige wijſheyt in der Menſchen Ooren ſchijnt te luyden , begrijpt nochtans een gheheymeniſſe der Regeringe. Te weten , met wat Konſt, ende Argheyt, de Koningen hen teghen hare Raedes-Lieden plegen te dragen ,op dat hare Authoriteyt, ende Maje Steyr niet alleen onbeſmet bewaert en worde , maer dat de ſelvighe by 't Volck mach vermeeren , ende grooter ghemaecktworden ; Want de Coningen oordeelen te recht , dat dit hare Majefteyt geenſins en ver mindert noch verkort , in faecken van groote ghewichte met haren Raedts- Lieden raedt te pleghen , ſy met den ſelvighen, ghelijck als int Verbonde des Houwelijcks, inghetreden zijnde. Maer wanneer daer nu eenige inſtellinge ſal verkondight worden ; het welck is, gelijck een Vrucht uyt çenes Vrouwen Lichaem ; als dan korten fy de Vleuge len , ende Authoriteyt der Raedts - Lieden ; ſoo dat het doen , niet aen hare bequaemheyt oft geſchickticheytmach ſchijnen gelegen te zijn ; alloo dat de Coningen in 't eynde der ſaecken ( ten zy dat het ſulcke faccken zijn , waer doorſy in haet ende nijdt mochten gheraecken , de welcken ly geerne van ſich keeren ) alles wat dat oock door den Raedt beloten , bearbeydt, ende ghelijck als in de Baer - Moeder tos volkomenshest ghekomen is , ben -felven alleen plegen toe te ſchrijven , op dat het Ghebode , ende de Executie ( de welcke, om dat het met macht vergheſelſchapt is ende voortkomt ; ende dat het foo noot faeckelijcker wijſe moet doen , ſeer fracy onder de Figuere van Pallas gewapent , begrepen wordt ) geheelijck uythun ſelven mach fchijnen her te ſpruytin . Noch en is het oock niet genoech dat de Authoriteyt der Coningen , ende haren vryen volkomen wille , daer tegenwoor dich zy ; ten zy , dat ſy dic oock op haer nemen dat de voor.genoemde Ordonnantien uyt hare Hoofden en Herſenen , dat is , uyt baer Syger
Wijleytende Vertant , ſchijnen ghebooren te zijn . Sire t
191
XXXI.
Sirenes , ofte wellust. E
Fabel der Sirenen wordt billick de ſchadelijcke aenlockinghen
Gn ; Ende ick houde de Wijſheyt der Oudens , ghelijck als eenen Tros Duyven , die niet wel gheperſtis , ende uyt de welcke, al-hoe- wel wel yets getreden worde, ſoo wordt nochtans het beſte van dien daer in ghclaten, ende vergeten . De Sirenes, vvorden geſeye de Dochters van Ächelom en Terpſichores ( die een van de Mufen was ) geweeſt te zijn , de welcke in hare jongejaren gevleugelt waren ; maer die ſelvige eenen Strijdt met de Muſen ſtoutelijck aenghegaen hebbende , ende over wonnen zijnde , foo zijn hen hare Vleughelen ontnomen ghewor. den. Ende de Muſen hebben van deſe uyt - gepluckte Veeren, voor hacr felven Croonen ghemaeckt , ende op haer hooft gheftelt: Alloo dar de Mufen van delen tijdt aen , altijde met ghevleugelde Hoofden verſcheenen zijn , uytghenomen Terpſichores alleen , de Moeder der Sirenen . Ende de woonplaetſe der Sirenen,was op ſekere playſierige Eylanden , alwaer, wanneer die ſelvighe van eenen hooghen Toorn eenige Sche. pen van verre faghen aenkomen , fy defe zeylende Schepen eerſt door haer ſoet gheſangh op hielden ; ende daer na , wanneer ſy die aenghelockt, ende in haer macht hadden , hebben ghedoodt. Oock ſoo en was dit gheen ſlecht ghelangh , maer ſy vingen yder een door ſulcke toonen en melodijen, daer ly het meeſte naverlanghde , ende 'tmeeſte mede vermaeckt waren : Ende de ſchelmerije , ende Pelte die ſy bedreven , was ſoo heftich , dat deſe Eylanden der Sirenen , alſoo verre als men af - lien konde, wit van doode beenderen ſchenen te we . ſen , der lichamen die fy alreedeghedoodt hadden . Oin deſe ellendig . heyt te middelen, ſoo iſſer eenen Raedtin tvveederley manieren en tegen ghevonden gheworden ; Den eenen, van Vlles, den anderen , van êr phem . Ubiles heeft bevolen ,dat al fijn Maets haer oorcn geſtopt ſoude worden ; ende wanneer hy ſelfs oock een verfoeck doen wilde om het perijckel van hem te keeren , heeft hy hem felven vaſt aen den Malt dis Schips
192
Sirenes , ofte Wellust. Schips laten binden,yder een ſecr dreygende die hem ſoude ontbinden; al - hoe- wel dat hy lulcks van hem ſoude beghceren : Maer Orpheus dierghelijcke valt- bindinghen, ende ſtrenghe Orders achter-weghe latende, heeft de Eere der Goden , met een helder geluyt, op lijn Harpe gheſpeelt, verkondicht ende ghelonghen ; ende daer door het ſingen der Sirenen ftom ghemaeckt, ende is alſoo ſonder eenigh perijckel voor- by ghevaren . Dere Fabel behoort tot de Manieren der Menſchen ; ende is voor wacr ſeer openbaer, ende het ſchijnt een treffelijcke Parabel te we fen : Wanr, Welluften ſpruyten ghemeenlijck uyt menichfuldicheyt , cndcovervloer der dingen ; ende oock uyt verhoginge des gemoets : Want dic ſelvighe pleghen in voorleden Tijden , door bare loete acnlockinghen , haeſtigh ( ende ghelijck als ghevleugelt zijnde) de ſterffelijcke Menſchen te vervoeren ; maer de Geleerebegt, ende Er Parentheyt, hebben die alleen uytgeriche , dat fich het Menſchelijck ghemocdt een weynich onthout , ende ontreckt, ende het eynde der faecken eerft by hem felven bedenckt ; ende heeft alſoo daerom de Welliften devkugelen ontnomen grotelijcks ter eeren der Muficanten . Want,nadien het door ſommige Exempelen openbacr is , dat de Krache vande Philoſophie , de ydele Weluften verſmadelijck voor de ooghen , on ſinnen der Menſchen kan maecken ; fou is de Philoſophie teritondt can groote gheachre ſaecke gheworden , om oorſaecke, dat het den Sin , dewelcke ghelijck als aen de aerde vaſt gheheght is , nahooghe ende verheven dingen doct dencken ; ende dat het de gedachten der Menſchen ( de welcke meeti in 'thooft bloeven , cu nae Hemelſche Saecken, gelyek als gevleugelt zijnde ) doet op - klimmen. De Moeder der Sirenen is alleen een Voer- gaenfer, ende fonder Vlers gelen gebleven : Hierdoor wordt fonder twijfel niet anders verſtaen , dan fiechte gheringe Geleerthert, die alleen om vermaecks wille aen ghewend wort ; Soodatighe , als de welcke met Petronio in grooter weerde ich jnt te wefen . De welcke , nac dat hy het Vonnis des Doodes ontfang en hadde, onde fijnen voet op den durpel desDuodes beb bende , nu noch nae geneuchten jaeghde : Want Tacitus ſeydt; dat ( wanneer hy hem bricven van vertrooſtinghe gheſonden hadden, hy gheenen , ja niets van dien , die tot ſtantvaſticheyt Atreckte , gelefon becft:
Sirenes , ofte wellust.
193
heeft; maer al ydele , ende lichtveerdige Veerſen ; van welcken deſc navolghende , ſommighe zijn
:
Vivamus mea Lesbia, atque amemus, Rumorefque Senum Severiorum Omnes unius aftimemus Afis. Ende dere oock : Fura Senes norint, do quid fitfafque nefafque Inquirant tristes , legumque examina fervent . Diergelijcke Leeringen ſchijnen den Muſen de vederen van hare Croonen af te trecken , ende aen den Sirenen wederom over te geven . Ende de Sirenen worden gheſeyt op verre gelegen Eylanden te vuoonen ; om dat die, die Welluften hanteeren ,gemeenlijck foecken alleen te zijn , ende lich vertrecken , ende 't geſelſchap der Menſchen mijden ; Ende het ſingen der Sirenen , ende haer ſchadelijckheyt, ende hare verſcheyden konftelijcke ſtreecken, zijn yder een bekent en ontdeckt; datſe daer, om gheenen Uytlegger van nooden hebben. Meer het fien , der Been deren van verre af; gelijck als of het vvitte Heuvelen oft Bergen vvaren . Hier leyt meer onder verborgen , door het welcke dit te kennen ge gheven wort ; dat Exempelen der ellendicheden , niet teghenſtaende datſe ghewis ende feecker zijn , nochtans weynich nut zijn , om ons van deverderffelijckheyt der Welluften af-keerich te maken . Daer reſteert nu , de Parabel aengaende, de Remedie; ende al hoe welde felvighe niet ſeer verborghen noch dieplinnich en is , ſoo is by nochtans wijs, ende heerlijck . Want om deſe heftige , ende booſe fieckte te gheneſen, ſoo worden drie Remedien voor- gheftelt: Twee van Philoſophie, ende de derde van Religie. Ende de eerſte maniere om dit te ontkomen, ende om voor-by te ſeylen ; is , dat een Man de felvighen in den beginne moet tegen llaen ; ende alle ghclegentheyt, die ſich daer toe acnleyt , néerſtelijck af. fnijden , ende ſihuwen , die fijn gemoet bekooren oft belwaren mochten ; het welcke dit stoppen der Ooren te kennen geeft. Ende defe remedie wordt oock voor d : ghe meene ſlechte , ende laegelieden ghebruyckt , gelijck als voor hulles Maetsy en Dienaers, en dat nootſakelijcker wijfe:Want,brave, hong moedi . ᏴᏏ
194
Sirenes , ofte Welluft. moedigbeen luftige Geeſten, mogen in het midden van deſe-Weltfen wandelen en verkeeren ; indien ſy licb met een fantaſtich voorne men verfien , ende bereyden willen ; ende indien fy hier door hares Deugh's , een beter verſoeck verlangen te doen , tot haer groote ver genoeginge : oock ſoo leerenly hier doorde onbequaemheden , ende ongelontheden der Welluften , ten vollen kennen ; de felvighe eer aen merckende, dan volgende ofte ghehoorſamende; Het welcke Salo mon oock van hem ſelven gbetuychde ; wanneer by fijn ontallijcke Wellusten , waer in hy, gelijck alsverdroncken lacb , met dele Sententic beflote ; Sapientia quoque. perfeveravit mecum
:
Dat is : Wijſheys heeft oock met my tot den eynde toe ghecontinueert . Derhalven, ſoo konnen dan foodanighe kloecke Helden- , in de grootſte acnlockinghen der Welluften , ſich onbeweeghlijck houden , endeop haer voeten blijven ſtaen , hoe ſeer dat de lelve haer oock foecken ter aerde neder te trecken . Dit is voor ſoo veel als het Exem pel van Ulyſſes aengaet, verbiedende alle hare ſchadelijcke racdilla ghen , ende gedienſicheden , de welcke het gemoedt des Menſchen meeſt van allen beſmetten , ende ontdoen konnen . Maer Orpheus remedie is in allen ghevalle , het alderweerdichfte ; de welcker , door den Lof der Goden verkondigende , ende ſoo teghen -lin gende , den Klanck der Sirenen verſtoort, ende doet vertrec ken : Want Godtlijcke gedachten , en gaen alle Werels ſche Velluften niet alleen in Macht , maer oock in lieffelijckheyt van gheluyt, te boven .
FINI S.
Alloo
I
Alloo dit Werck is ghedruckt in des Autheurs abſentie, foo zijnder eenighe fouten ghepaſſeert, de welcke den Leſer ſal ghelieven aldus te verbeteren . Pag. 4. lin . 27. voor Æſopi Hem , leeft Æſopi Haen. pag.7.lin.2. leeft, Voor waer de grootſte daden , die de meeſte eere en verdienſte weerdich zijn, voor bet Ghemeene Beſte : die zijn her-ghekomen van lieden dieonghettout, ende fonder kinderen gheweeft zijn . pag. 12. lum.4. voor fiecken , leeft faecken . p. 17. 1. 35. voor Noſc . Ieeft Noffe. p. 2 ; .l. 15. voor maecken dat,leeftmet. p: 26: 1.6 . voor is toegemeten, leeftghenieten,is.p: 28.127 . voor het verquiſten , left om te ghebruycken. p.47.1.14. voor te bloeyen, leeft te overwinnen . p.46.1.2 . voor vergoten , leeft vergeten . p: 50. l. 35. voor wecken , leeft wercken. Item , lin . 36. voor louden, leef ſonder. PSL.L.15 .Voor Herten, leef Se & en . P : 52.1. 30. voor gekerckce, left gehechte. p .63. 1. 25. leeft in teblaſen. p . 64.1.4. voor beuſe lingen ziịn , leef beuſelen fy. Item , lin. 24.voor bot, leeft bolt. p.71.1.31, voor het is,leeft is het.p:72.1.1. voor dat, leefi dan.Item ,l.36 . leeft het deck fel.p.74.1. 16.voor gheruſtelijck , leeft ghewiſſelijck . p.76.1.13. voor bloeyen, leeſ overwinnen. p.83.1. 1. voor reſpecteerde, leeftrefpe & erende . p. 86. 1. 1. voor killing, leeft ketting. p . 114.1. 7.voor nobis, leeft vobis. p. 127. 1. 20. voor wijdt , leef wijs. p. 130. 1. 32. voor werden , leeff werpen . p.153.1. 17. leef , zijn ſchadelijck. -P. 158.1, 8. voor haer keerde, leef , ben keerde . p. 166. / 23. voor Bonwer, leeft Bouwec , & c.
+