Francis Bacon - Fürtrefflicher Staats- Vernunfft- und Sitten-Lehr Schrifften, 1654 by gnosisclassics

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com

Über dieses Buch Dies ist ein digitales Exemplar eines Buches, das seit Generationen in den Regalen der Bibliotheken aufbewahrt wurde, bevor es von Google im Rahmen eines Projekts, mit dem die Bücher dieser Welt online verfügbar gemacht werden sollen, sorgfältig gescannt wurde. Das Buch hat das Urheberrecht überdauert und kann nun öffentlich zugänglich gemacht werden. Ein öffentlich zugängliches Buch ist ein Buch, das niemals Urheberrechten unterlag oder bei dem die Schutzfrist des Urheberrechts abgelaufen ist. Ob ein Buch öffentlich zugänglich ist, kann von Land zu Land unterschiedlich sein. Öffentlich zugängliche Bücher sind unser Tor zur Vergangenheit und stellen ein geschichtliches, kulturelles und wissenschaftliches Vermögen dar, das häufig nur schwierig zu entdecken ist. Gebrauchsspuren, Anmerkungen und andere Randbemerkungen, die im Originalband enthalten sind, finden sich auch in dieser Datei – eine Erinnerung an die lange Reise, die das Buch vom Verleger zu einer Bibliothek und weiter zu Ihnen hinter sich gebracht hat. Nutzungsrichtlinien Google ist stolz, mit Bibliotheken in partnerschaftlicher Zusammenarbeit öffentlich zugängliches Material zu digitalisieren und einer breiten Masse zugänglich zu machen. Öffentlich zugängliche Bücher gehören der Öffentlichkeit, und wir sind nur ihre Hüter. Nichtsdestotrotz ist diese Arbeit kostspielig. Um diese Ressource weiterhin zur Verfügung stellen zu können, haben wir Schritte unternommen, um den Missbrauch durch kommerzielle Parteien zu verhindern. Dazu gehören technische Einschränkungen für automatisierte Abfragen. Wir bitten Sie um Einhaltung folgender Richtlinien: + Nutzung der Dateien zu nichtkommerziellen Zwecken Wir haben Google Buchsuche für Endanwender konzipiert und möchten, dass Sie diese Dateien nur für persönliche, nichtkommerzielle Zwecke verwenden. + Keine automatisierten Abfragen Senden Sie keine automatisierten Abfragen irgendwelcher Art an das Google-System. Wenn Sie Recherchen über maschinelle Übersetzung, optische Zeichenerkennung oder andere Bereiche durchführen, in denen der Zugang zu Text in großen Mengen nützlich ist, wenden Sie sich bitte an uns. Wir fördern die Nutzung des öffentlich zugänglichen Materials für diese Zwecke und können Ihnen unter Umständen helfen. + Beibehaltung von Google-Markenelementen Das "Wasserzeichen" von Google, das Sie in jeder Datei finden, ist wichtig zur Information über dieses Projekt und hilft den Anwendern weiteres Material über Google Buchsuche zu finden. Bitte entfernen Sie das Wasserzeichen nicht. + Bewegen Sie sich innerhalb der Legalität Unabhängig von Ihrem Verwendungszweck müssen Sie sich Ihrer Verantwortung bewusst sein, sicherzustellen, dass Ihre Nutzung legal ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass ein Buch, das nach unserem Dafürhalten für Nutzer in den USA öffentlich zugänglich ist, auch für Nutzer in anderen Ländern öffentlich zugänglich ist. Ob ein Buch noch dem Urheberrecht unterliegt, ist von Land zu Land verschieden. Wir können keine Beratung leisten, ob eine bestimmte Nutzung eines bestimmten Buches gesetzlich zulässig ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass das Erscheinen eines Buchs in Google Buchsuche bedeutet, dass es in jeder Form und überall auf der Welt verwendet werden kann. Eine Urheberrechtsverletzung kann schwerwiegende Folgen haben. Über Google Buchsuche Das Ziel von Google besteht darin, die weltweiten Informationen zu organisieren und allgemein nutzbar und zugänglich zu machen. Google Buchsuche hilft Lesern dabei, die Bücher dieser Welt zu entdecken, und unterstützt Autoren und Verleger dabei, neue Zielgruppen zu erreichen. Den gesamten Buchtext können Sie im Internet unter http://books.google.com durchsuchen.

CLE

Ex Bibliotheca

Collegii Evangelici .

1.3

Indel. Steinberger Sculos. A.V.

149

F Dr r.Ba af co en n . sw LehVer n ifc ul hri am fte n ***

FRANCISCI BACONI, Gra : fens von Verulamio , Fürtrefflicher B

uno Siteen - Lehr: Schrifften T. Von der Alten Weißheit. Etlicheskinrahtungen II. /aus den Sprůchen Salomonis. III. Die Farben (oder Kennzeichen ) des Guten und Böſen.

Uberfeget durch Witglied der Hochloblichen Fruchtbringenden Geſellſchafft den

Unglückſeligen .

Frårnberg/ In Verlegung Michadi Endrers 165

sono

PSS3

Dem Durchleuchtigen Hocha gebornen Fürſten und Herrn / Herin

Johann Weichhard 1 des 5. Rom. Reichs Fürſten vonAuerſperg /Grafen zu Gotſchce imd Wels / Herin zu Schön und Seiffenberg / Obriſten Erb - land Marſchalk /und Dbriſten Cammes rern /des Herzogthums Crain / und der Pendiſchen Mark.

Rit

tern des gulonen Vellus uc . Römiſ. Kaiſ. Majeft. gehei. men Raht / wie auch Ihr Rdmif. Königl. Ma. fu Sungarn und Böhmen and deb IV ... in rd Fe ieftåt Derin Ser :n Dbrift. Soffmeifter und Dört. ften Camerein ic.

3 Meinem gnädigen Sürften und Bern .

Durchleuch

tiger Hoch geborner Fürſty Snádi ger Heri. Egenwärtiges Wercklein

/ bedarf

ſo wenig lobes/ als ein guters

Wein eines Zeigers , zumahln es/ von der gelehrten Welt / To hoch geachtet worden , daß fie es/ aus ſeiner Brittantáben Urſprun

gs -ſprache in die fürs nehmſ: & uropiſchen / als in aceint egrang diel o ſſ obe und andere/mit höchſtem Fleiſ ſe verſetzt hat. Welches auch »

iij

mich

301chrifft :

mich

(der ich ohne das meine

múſige Stunden und Sors genfreyes Landleben in gleichen

zuzubringen

der

pflege )

bewogen / folches / gedachter t:

eneu L Sprachen unkundig Foen zum

beſten / in unſere ges

fiebte mächtige und prächtige he

SNutterſprac

zu überpropfe.

Daß aber E. Fürfil. Gn. den Aus hohen ſchårffftfchen em gt ni Ur: gen und ausgerei theile / ich ſolches / von meiner fiumpfen Feder vielleicht uns artig ſtellen

Teutſch gewendet / fürs dörffen

darzu hat

mich dero Welt-beruffene/und purch

durch

Surdhrifft. Sanfftmats

groſſen

überfluß auch meiner Wenige feit inſonderheit kundgethane/ hohe Wolneigung und gnádte ge Gervogenheit/ nuit deren E. Fürfil . Gn . als ein anderer Afecænas unſeres neue n lu .

guſtenb / den ſchönen Künften und ob wohlvermeldter Deuts ſcher Heldenſprache evigloba würdigſt zugethan ſeyn /erkef : unterdienſtl ichen bite fet. Des tens / E. Fürftl. Gn . geruhen dieſes geringedero Hoheit hiers mit überreichtes Erfilingsopf fer nicht zu verſchmähen , ſon : dern ſelbiges / als ein treues (

iiij

Pflicht:

Suſchrifft .

Pflichtzeichen

der

ihnen

ges

ſchtornen Dienftbarfeit / von wele demjenigen aufzunehmen / cher / E.Furkl.Gn.Weltlange Fefiwurklung und errvünſch bare Ausbreitung der vollblů henden Hoheit -wohlftandes / von dem Admächtigften fehns lich wünſchend.

Lebenszeit

verharret Dero

Lrgebenet Knecht

Hufdakeborg den 1.Pert 1654.

Johann Wilhelmi Vers vonStubenberg.

Zu Ihrer Fürſtl. Gn. Stands

erhöhung . Unrerdienſtlich trcuberkige Glückwünſchungs - Gedancken Des Unglůckſeligent . DEr iſt ja recht ein fårſt / Ber rühmlich får geſtanden des Frtedens - Lempel-bau und deſſen efter Stein mir fluger Band gelegt : Sein Lob bleibt allee Landen / fo lang die Friedensfrucht der Welt wird föſtlich ſeyn / meich Hunger/Krieg und Peſt ! der junge Kala fer lernet recht brauchen SiegundFried/ und was die Kronen ziert/ ja recht geheilige macht / wie kan der Fern entfers net vona waaren Beerssogchun : ? und ſolchem ja gebührt Was in viel huna einesHeers? / nicht der Dand dert Jahren ytel Reich -und Ländern nugtertoirbt ſein hos her Sinn durdo

OK ) burdh gute Prinßenzuchtund weißes Raht - ver fahren . DunſchåßbarerThat/unſchårbarerGetion ! Nun Deutſchland/ diefes als iſt dir jeßt glúd : lichſt worden durch den von Auerſperg ! Der iſt dein Steuermann / der billich oben figt in deinem Hobeitsorben / well Er durch gröften Sturm zu Port gefüh . ret an . Bergilt Ihm ſeinen Schwets ! hör wicht aufJhn zu ehren ! peretvig feinen Ruhm ! Bildfeulen /Lorbeers reif und was nur ſonſten pflegt die Ehren zu vers mebren / fáit hier zu ſchlechtı dann Er verdient weit höhern Preiß. Doch thu thu was du fanft nach beſtem Wolvers mogen ! fanſt du je damit nicht bezahlen beine Pflicht; totrb fie der Himmel felbft an deiner ſtat ab legen ! vergöttern Ihn /wann einſtſein Lebensfaden bricht.

Poes

* C

)

Poetiſche Umfrage : Wasdas Titelgemahl bedeute ?

Die 1. Jeinung. Wie das guldne Sonnenltecht / ſeinen Weg im Waſſer zeiget/ wote es wallet/ fället/ ſteiget/ mit dem Purpur-angeſicht : Alfo fan die Sitten - lehe Gletchnißretchenro hrtffret in den thre ſchöne Bildung ſtifften / mit des leſers Nag und Ehr ! Die II. Meinung . Der Sof- und der Bauersmann / ſtehen in den grünen Auen / dieſe Spiegelflut zu ſchauen und in ihr der Sonnſaffran . der Gelehrte tritt herber und begebret noch zu lernek : wie der Sonnenſtral von ferner deut ber Warheit Mahlerey .

Die III . Meinung. Niemand / niemand lernet aus / noch das Alter / noch die Jugend : In dem Regiment und Tugend wie man flug fol halten auf ! dj

findes

so det fichier ausgemalt Dernlam ift gleich der Sonne betten çiftmit holdet Bonn hbeglånbet widerfrakk . Die IV . Jeinung. habemåhlbetrát und fag / daß nichts für dem Morgen abber connebleibt verborgen twittet Alſo muß da Tugend - liecht nem Budu Bac érkellett Da die Sitten -lebren quellen / #bber im Ⓡeicht. Die V. Jeinung. Gebet doch wie Verutam / Den die Leutſchen nie geſehen Minerfcheinet inder naben / gleich der ſchönen Sonnenflarfi. Der fich Unglückſelig nennt wetſét, gleich den Hellenfluten / biele bobe.Weißbeitgluten : Deeder Ruhm wird gleich erkennt ! Dem .Unglüc fetigentja faardid get bienftbezugang ſtigt

Der Spielede.

& C

)

ca Gloslaloolipelipe

Gloss

Vorrede Herin Berulamens . 26 erſte Alterthum (die 7. Schrifft diß Orts auf die Seitegelegt ) ift völlig in die Vergeſſens heit und in das Stills ſchweigen eingewickelt und vers

graben .Auf ſolches Stillſchweigen ſeyn der DichtereLährlein oder fan belngefolgt'; auf ſolche/diejenigen Schrifften / die wir haben : derges ſtalt/ daß des Alterthumsgebeyma Behåltnuffe / ourch und verborgene die jährlein / alsdurch eine Důl. fe/vonderGedächtnuß und Scheints barkeit der darauf folgenden Zeis ten / gleichſam getheilt / abgefons dert/ und entſchieden ſeyn ; welche ( vii Bültes

Vorrede . e ck gleichſam zum Mittels Düllde ange geworden / und Zwiſchenfürb en , was võllig en ig en ch demj zwiſ n re en ob rd rl / und demjeni: wo ve ß en nu m ll uns noch übrig Ge ge / de

. geblieben iſt Eswird als ich glaube vieler Wahn feyn / ich ſcherze und ſpie . e eya le /und nehme mir faſt eben diFr heitund Auslegung der Fabeln und TYJährlein /welche ihnen die Dich , terein deren Erfindung genommen haben . Wie ich dann mit gutem Suge thun tønte / daß ich ſolche mit denen allerſtrengſt und ſchwa reſten Betrachtungen vermiſchetel entweder mein eygnes Vyachſinnen oder anderer Leute Leſung damit zu durchlüſſen . Esiſt mirnicht unbewuff /wie handfam der Stoff der Währlein Tey / als der ſich hin und her dehnen / ja führen und ziehen lånt ; und wie leicht es ein munterer Geift / und

Vorrede. Sinngeſpräch dahinbringen konto e/ nen / daß dasjenige, woraufmeges dacht worden / fich dannoch gang artig ſchicke. Es iſt mir auch in Sinn kommen /daß der Gebrauch folcher Dinge bereit eine gute Zeit ber /ſehr verderbt ift.Dan ihrer viel haben ſich bemůber / ihren Erfing dungenund Sinngeſprächen einige SEhrung des Alterthums zu erwers ben / ihnen die jährlein der Dich , tere zuzubequemen ; und dieſe Eye telkeitiſt ſchon ſehr alt und Bråu , chig ' nicht erſt neulich auf und in Gewonheit komen. Und allopflega te Chryfippus ( ſich gleichſam zu ei nem Traumausleger machend ) der Stoſchen Jeimung auf die alleråls teſtenDichtere fichzubeziehen .Und mit noch gröſſerer Unſchmackhaff: tigkeit haben die Scheidkünſtlere die proben ihrer Oefen auf die Scherge undwollüfte der poeten / die Verwandlung der Leibere be, tref

Vorrede.

ereffend /gerichtet . Jchlage daß ich dieſes alles ganz wohl geruſt und erwogen habe. Ich habe alled. g. Leichtſinnig keit und eytele Selbwillfarung bes obachtet / und wohl begriffent ; at ber / wie deme allem / bin ich dans noch von meinen Gedancken nicht Dann das ſey fern / abgewichert. daß etlicherwerrig Leichtſinnigkeis ten und ungereimtes Beginnen /des rten Gleichnuffen durchgehends als le Ehre abfahneiden fölten ; ſinte: mahi folches gar faft nach einiger Vermeſſen -unGottloſigkeit riecht: weiln auch gar das Glaubensbetart nuß dergleichen Deckhüllen und Schattē gern genieſſt /und wer fels bige aufhebt hebt zugleich gleich , Fam alle Gemeinſchafft zwiſchen Göttlich und Menſchlichen Sas chen auf. Laft uns aber dieMenſchliche Weißheit beſchaven . Ich bekerta ne por

Vorrede. ne vor gewiß und frey /daß (von ih . erſten Urſprungeber ) viel als rem te mjährlein ein Geheimnuß umo Gleichnuß in ſich verſchloffen ge . babt haben : und glaube folches / entweder / weiln ich mich von der Verehrung der alten Zeiten vers zuckt befinde / oder / weiln ich / in theils aus dieſen währlein / eine To grofle Gleichbeitsvereinigung mit denen bedeuteten Dingen / bes finde/und ſelbigezwar / ſo klar und ſchicklich / in der Geſpunft des Währleins an ſich ſelbſt / und in der Lygenſchafft der Brahmen /( unter welchen )die perſonen oder Spies lere des Erzährleins/ bezeichnet und beſchrieben erſcheinen ) daß man mit Beftande nicht laugnen kan / felbiger Verſtand / ſey ihnen gleich Anfangs/ wolbedachtlich / und ſo fchicklich entworffen / gegeben worden . Derhalben /wer wird immer ſo bare

Vorrede. bartnäckich , und zu ſo offenbaren Sachen ſo blind ſeyn , daß wann er hørt/ daß das Gerüchter nach er : ſchlagung der Riefen i als deren Dachgiborne Schweſter/ geboren worden / er ſolches nicht alſobald auf das Murren der geſpaltenen Theile / und auf die aufrůhriſchen Redenbeziehe / welchenach geftill. ten Aufrühren/ eine Zeitlang im ſchwange zugebenpflegen : Oder / intdene er bort / daß / als Tifon der Wieſe / dem Jupiter ſeine fürnehm ſte Flachsadern abgebaut und mit ſich weggetragen habe / nnd wie Mercurtus felbige dem Šifon wieder genommen und dem Jupiter zuges ſtellt habe / ſich nicht alſobald ers innere ſolches ſey aufhurtigeſchara fe Aufrühre zu bequemen /welche denen König die Flächsaderii bey , des des Anſebens und des Geldes / abbauen ; doch dergeſtalt / daß durch gütiges Zureden/ und weiß liche

Vorrede.

liche Anordnungen / der Untertha nen Gemühterſ bald darauf vers föhnt / und denen Königen ihre Kräfften wieder erſtattet werden : Oder aber / wann er ingleichert hørt / daß in ſelbigem denckwürdis gem Zuge der Riefen wider die Göte ter, zu deren Betriegung/ das 21064 fchlagen des Efels des Eilenus febr viel geholffen habe / ſie nicht alſo , bald auch erinnere i- dieſes fey von der ungeheuren

Yacht der Auf rührer erfunden worden / welche ? meiſtentheils durch vergeblich , ausgeſprengte Reden / und eyteles Schrecken / zertreimtund zerſtreut wird .

Webm Een auch die Gleichförs migkeit und Anzeigung / fo die blahmen mit ſich führen / verborg gen feyn : Wailn uns ja Midis die Ehwirttin des Jupiters / offenbar den Xabt bedeutet / und in die Obs ren Elingt :

Tifo das Geſchreyes Pan

portede.

Pan /die Welt : Nemefis ,die Rachel 4.0.g. Auch fol ſich niemand irren laſ ſem / wann er gleich ſiehet / daß jes mable etwas von warhafften Ges ſchichten unter denen mährlein mit unterlaufft; oder / wann ſels bigen um der Zierde willen etwas 1 anders zugeſetzt iſt ; oder die Zeiten vermånget ſeyn ; oder / wann aus einem Mahrlein etwas mit einem Gleichnuffe in das andere verſigt Sintemahl vonnöhten gewes iſt. fen / ſolches zu thun / weiln eb Ers findungen ſolcher Leute geweſen / die beydes der Zeit und dem fürs ſatze nach /von einander unterſchie. den geweſen : aus welchen / theils álter / theils Cleuer geweſen ; ctlic che auch ihnen theils die platúra lichen / theils die Burgerlichen Dinge zum Zwecke fürgenommen gehabt. Uber

Vorrede.

Uber dieſes / haben wir auch in dieſem Bein ſchlechtes Zeichen eis nes beymlichen eingewickelten Vers Standes / dak etliche Yåhrlein / mit ſo ungeftalten ungeſchmacken Erzählungen : gefunden werden / daß ſie mit Gewalt / auch von fers und ne die Gleichnuß weiſen gleichſam offentlich ausſchreyen . Damn/ wann ein Mährlein einige Wabrmäſſigkeit in ſich bat / To EAN es poblzurErgöglichkeit /und nach der ånlichkeiteiner Geſchich . Aber te gemacht worden ſeyn . dasjenige, was Keinem Menſchen jemahls zum gedencken / wil ges ſchweigen zum ersåhlen / båtteein fallen können , das ſcheint / es muß ſe gewißlich zu einem andern Ges ?

brauche erfunden worden ſeyn. Und w48 vor eine Erfindungsart iff dieſes / Jupiter habe die Meclis zum Weibe genommen / und ſo bald er ſie Schwanger vermerckt / babe

Vorrede.

habe er ſie gefreffen / wordurch er ſelbit Schwanger worden uns aus Kopfe die geharmiſchte Pal. ſeinem ias geboren habe : Ich glaube vor meinen Theil / es tonte Keinem Menſchen To Tárriſch / und wis der alle menſchliche Gedancken traumert. Bey mir / iſtzu dieſem Fürfage / vor allen Dingen wichtig und er: beblich geweſen /daßmich bedunkt/ es feyen ſehr viel aus denen alten mjáhrlein keines weges von denen jenigen erſtlid , erfunden worden / denen ſie als erſten Urheberen zuger meffen werden , als da feyn / Somes rub/ Defiodus und dergleichen . Und

wann ich gewiß verſichert ware / daß ſolche von ſelbigen Zeiten und Urheberen herråhreten / ( von des

1 nen ſie erzählt werden und aufüns gelangt feyn ) wäre mir niemable in Sinn kommen / von rothanem Urſprunge/ ( alsvielich muhtinaſ

Vorrede. Te ) auf einige boeißeetwas wobes noch Groſſes zu hoffen . Aber Wer ſeine Betrachtung tieffer hins einlenckt / wird finden , daß felbige vorgetragen und erzåhlt werden , als bereit vorbero geglaubt / und Angenomene/ und nicht als erſters fonnen -erfunden undfürgetragene Dinge.

Tha/ weiln ſelbige von uns

terſchiedliche Urheberert als gleichs fam von einer Zeit vermeldet wery den tar man leichtlich mercken / dasjenige, was aller gemein fey / fey aus alten . Gedåchtnuffen gezoj gen / und was unterſchiedlich daran ift / folches ſey von einem und dem Andern als ein Schmuck destyjährs leins hinzugeſesst worden: Und diefes bat die råbrlein bey mirin bohes Anſehen gebracht, als keine Geburten weder der Zeiten noch Erfindungengedachter Dichtere / fondern / als heilige Anthetle / und gleichfam Lifftleinbeſſerer Zeiten wels

Vortede.

welche/ durch mündlichen Bericht vid älterer Volterſchafften , in der GrtechenTrompetentunosackpfeif fengerahten. hålt derowegen jemand aus balßſtarrigem Gemühte darfür / die Gleichnuß oder Bedeutungfey allzeit ein Zufall oder Zuſas der Mjährlein / und ſolchen nie angebos ren noch eygen geweſen / deme wil ich nicht úberlåſtig ſeyn / fondern ihme ſeine Urtheilsſtrengigkeit ( die warlich nicht gar ſcharffift ) nach derener ſo hoch ſtrebt/ laffen /und ihn auf eine andere Weiſe ( wo ex Anderft deffenwürdig ) angreiffent. Der Gebrauch der Gleichnuffe / ift bey uns Menſchen auf zweyeri ley Arten erfunden worden und wird (welches cin deſto gröſſeres Wunder ) zu widerſinnigen Sas chen gebraucht. Dann / dieGleich , nuffe dienen zu einer bülle und Dit te ; und gleichfalls zu einem Liechi te und

Vorrede . LIun wil ce und Erklärung. ich / ( ehe ich mich in ein Gezáncke einlaſſe ) das erſte bewenden laſſen / und die alten Fabeln 7 als ein ans muhtig zur Beluſtigung erfundenes Ding /annebimen ; ſo bleibtmir doch ſicherlich der zweyte Gebrauch ús brig / und wird uns dieſer Gedang Een durch seinerley Sinngewalt aus dåndin tonen geriffen werden . Auch wird kein nur Halbgelehrter Menſch begehren , daß man fols nicht annehmenſolte / als ein chen Ehrbarmůchternes Ding / fo von aller Eytelkeit entferne/ und zu des nen Wiffenfchafften ſehr nüglich ! jandhtig rey / nemlich dieſ467 daß die Fleuenvon dem Wahnedespo belsentfernt und gånglich verbors genen Erfindungen durch ermelds te fabelnoder jährlein /viel lieb , lich und leichteren Zugang in unſes ? rem Verſtand finden . Derhalben / giengen zur alten ! 20

Seit11

Vorrede .

Beit in deren die Erfindungen Menſchlicher Vernunfft / und die Vernunfftfchläffe/ ( auch die/ foje, Bomumebe allgemein uñanSchu, ben zerriſſen ſeyn ) noch ganes bleu ungewonlich geweſen / nurdie wd Mårlein allerband Art / die Båth , .

Feln / und Gleichnuffen im ſchwwts ge/ und ſuchte man / durch ſelbige/ die Art /d46 Lehren dadurch zuers leichtern / und nicht die Runft/ foly ches zu verhehlen ; weiln die Sin me! damahls noch ziemlich grob / undzu denen Subtiligkeiten /wann ſelbige nicht denen Sinnen darges Itellt wurden / gang ungedultig / ja deren faſt noch gang unfähig was ren . Gleich wie nun die Schrbilder /vor denen Buchftaben geweſen / alfo feynt die Gleichnulle ålter als die Schluß . oder Beweißgrinde. Auch noch in gegenwärtigen Zeiten / wann ein Wenſch / in einigerley Stoffe / Menſch

Vorrede: Menfchlichem Siine /einigesneues Liecht ohne Ungelegenheit undBes Tchwärung geben wil/ fol er gång , lich dieſen Weg halten / und ſeine Zuflucht.zur Gleichnußbülffe neby men . Wollenderhalber alles waswir geſagt/ ſolcher geſtalt beſchlieffen : Die Weißhett Alter Zeit / ift entweder . gar Groß / oder gar Glücklich geo weren : Groß / ſofern die verblóm , te Rede mit Fleifle erfunden wort: den; Glücklichy lo fernedie Leute : aufwas anders gedenckend / gleich wol einen ' Stoff und Anlaß 38 fo . würdigen Betrachtungen bracht haben .

fürges":

Und derhalben urtheile ich / foi fernt euch in meiner Arbeit etwas » Annehmlich wird feyn / habe ich felbige auf beyderley Art wobl.an gelegt : weilrich /entweder das Ale . terthum oder die Sachen ſelbſt werdeerklärt haben . Eskan mir : ( tj

auch

Port de. feyn / daß es Auchnia t unwiffend bereit ardere vor mir verſucht hay ben .

Damit ich aber ( aufferVerach , tung ) meine Meiming frey heraus ſage: die Krafft und die Würde dieſes Unterſtandeb / ift Cungeachtet , groß und ſchwårer anderer Leute gar erloſchen .In Můbe)gleichſam wichtigen Geſchafften wenig und terrichtete /und nurfo weit gelehrs te Leute /was etliche gewiſſe allge. meine Lehreinſanlungen betrifft / Verſtand derINJährlein / baben den auf gewiſſe gemeine durchgehende Reden gerichtet ; dero wahre Krafft aber / und gebeyme Bygen ſchafften / nicht berührt/ noch ſich in deren Durchſuchung vertiefft. Ich wil ( foich mich ſelbſt nicht teuſche ) in gemeinen Sachen Fleu feyn/ das eben und klare/ beyſeits

laffen /und weiter zu Reich und hos beren Gedand'en hindurch Oringent.

Won

( 1. ) lologi

అందరూ అంటుండం

I. Die Kaſſandra7

oder Die Srepheit im Redena 4S otrd erzähle / Apollo / habe um die Kalandra / gebuble: fie aber / habe ſeint Verlangen / durch unter Liffrånce geo rchiedliche täuſcht, ihn gleichwolalteie in Hoffnung gelaſſen /biß fie dasGeſchencke der Baar. Fagerkunft/ von ihme herauß geloctt; und als . Pie ihr vertuſchtes Verlangen von

ſelbigem erhalten habe ſie ihme ſeine Bleo te rund abgeſchlagen . Wetl er thr nun dasjenige, was er ihrfreventlich zugelaſ ſen / nimmer wieder nehmen konnte.7 zur Race aber entzündt ware/ und von der lift eines Weibsbildes / nicht beſchimpft ſeyin

Die Raffandbalodet

reyn wolte/ regte er zu dem ihr gethanem Geſchencker dieſe Straffe hinzu / daß fie swar allzett die Waarheitweiſlagte /aber niemand ihr Glauben zuftellte / und ihre Wrifagungen unbeglaubt waar blieben. Welches ihrallgett begegnete/ auch in der Zaftörung thres Vaterlandes / die fic vielmahls vorhero verfündiget/aber Nie. mand ihr Glauben noch Gehör geber wollen .

Es ſcheine / als fey dieſes Mährlein ) um der ungeitig und unnußen Freyhete willen /imRaht-außgeben /und Vermah . nen / erdichtetworden . Dann / dte jent. gen / die einer harten widerſpånftigen Natur ſeyn / und ſich dem Apollo nicht unterwerffen /das iſt dem jenigen / der ein Gott des gleichlaures ift /von ſelbigem die Wohlftimmung aller Sachen / und die Maaſſe und Töhne des ſcharffen und ernſtlichen in Reden , nicht lernen und beobachten wollen , wie auch den unter fchied der Dhren, der genaueren / erfahr. neren / gröberen und gemeineren / und alſo auch die Zeiten , entweder zu reden o . der

die Freyheit im Keben . den zu ſchweigen : ob ſie ſchon verniinf. sig/ geſund und frey reyn /und guten Rahe beybringen / ſchaffen ſie doch niemahlo durch ihre bewegliche Beredungen / eini gen Nuken / und ſinn in ihren Handlun . gen gang unfråffrig/ ſondern beſchleuni. gen vielmehr denen jenigen das Veröer. ben/ in deren Sachen ſie fich eindringen/ und werden doch gleichwol 'nach dem un . glücklichen Aufſchlage / als Waarſager ung weirausſehendedeure geprieſen .

Dellen haben wir ein hohes Beyfptel/ am Uticiſchem WJarcus -Cato. Dan ſelbiger,harden Fall ſeines Vaterlandes / unddie léklich erfolgre Witerey / erfilich durch die Zuſammenrottirung / nach . mahls durch den Zand zwiſchen dem Ce. farund dem pompejus /lang vorheror gleichſam als von einer hoher Wartte /ge. ſehen/ und als eine Götteranıyort weiß gefáge; entzwiſchen aber nichts gefreich . tec / ſondern vielmehr geſchadt / und fet nes Vaterlands ungliick beſchleunigt. Welches Marcus Tullius Cicero / beydes weiblich bemerct / und zierlich beſchrie. A ti

Tyfon / oder beſchrieben har i an ſeiner Freunde ei . nen alſo ſchreibend : Eato / iſt der beo ſten SM Jeinung /ſchadt aber zuzeiten dem gemeinen Weſen /danner redt / Als wann er in des plato Gemeing de / und nicht in der Grundſuppe des Romulus wäre. 11. Enfon / ober Der Aufrührer. Je Dichtere ergåblen / Juno fere sornig worden / daß Jupiter die Pallas aus fich felbft / ohne rie/ geboh . rent; und habe alle Götter mit vielen bit. sen behellige, ihr guzulaffen , daß auch hier ohne den Jupiter gebåren konie/ und all

durch große Jnåtåndig undun. fic folches geftummigtete erhalten habe fe die Erde . erſchüttert / und aus deren erbeben / ſeme Eyfon / ein groß.erſchrödliches Unges beuer /geboren worden . Seibigerward an Amme

der Zufrührer.

Amme ftatt/ einer Schlangen zumaufer. siehen / tibergeben. Bald darauf als ercr. wachſen / führte er Krieg wider den Ju. piter. In ſelbigem Strett/kame Jupis ter in de Rieſens Gewalt / Welder ihn auf ſeine Achſeln name 7. und in finftere entlegene Derrer wegtrugeſund nachdeme er ihme die Hauptflächen an Dånden und füfen abgeſchnitten /und felbige mie fich darvongetragen/ tieleerden Jupiter alſo serſtümmelt und gelähmt Itegen. 2 . ber Mercurius / ftahte dem Riefen ſolo che Flächfen / und Alcáre fiedem Jupiter wieder zu ; wordurch er geſtårđei das grobe Ungeheuer wieder angriffe / und traffe es erftlich mit ſeinemDonnerftraa. le/da aus defien BlureSchlangen wuche fen : leßlich Rohe (8 / ind fiele alſo vera wund darnieder ; da warff Jupiter den Bergktna daranf/und unterdruckrecs alſo durch ote Caffeines Berges. Das Mährlein / ift erfonnen worden , der Könige Glicf / und die Empdrun.. gen/ diefich suigetten in Oberherrſchafften juzutragen pflegen / zu bedeuren . Dann Atij

Tyfon/ oder

es hat den Verſtand / als ob die Könige mit ihren Reichen / wie dieJuno mit dem Jupiter /vermnáhle wåren . Gleich . wol prege es fich zu begeben / daß jene durch die Berrſchungsgevonheit ver. derbe / und zur Würerer berett geneigt/ alles an ſich sichen und mit Verachtung der Stånde thres Landes 7 und ihrer Rühre / vor ſich alleine gebåtren wollen / das IR / fie wollen nach ihrem eygenen Gurdunden und ungemiffenen Gewal. Und weiln das tt alles beherrſchen. Volet / ſolches nicht vertragen kan / beo müht fich auch ſelbiges / thme vor Ach felbft ein Paupezu verſchaffen / und fel biges zu erbeben. Dieſer Dandel / Pflege gemeintlich Durch dieBenmitchen Dåndet/ der Edlen und Machtigten ſeinen Anfang an neh. ments und wann ſelbige durch die Finger reben, alødann wird erft der Auffand be psveit verniet woraus eine ronder: bare Xuffchnetung aller Sachen erfolgt/ durch des' Cyfons Kindheit bedeutet. Uno

der Aufrührer.

Und dieſer Staatszuftand / wird durch dre Pobels angebohrnes Cafter und böſe Natur / gewaltig gehegt/ als eine denen Königen höchftſchädlicheSchlange. Nachdeme der Auffand einige Kråff te überkommen / bricht er endlich in . nen offentlichen Aufruhr aus : wel. cher / weil er beydes denen Königen und Bildern/ unendliches Ubel bringt, wird er uns unter des Tyfons erſchroc . lichem Ebenbilde mie 100. Köpffen vor . geftellt / um der manchhaltigen Würg tungen willen / die er thu ; mit feyer . fpeenden Mäulern /um des Mordbrenta nenswilen ; mitSchlangengürteln /üm der Peftilenßſeuchen willen / ſonderlich in denen Belågerungen ; mit emfernen Dånden / um des Ermordens willent; mir Adlerklauen / um des Raubenswil len ; mte gefidertem Seibe / um der Råtto gen Neujeurungs.Stimmen und / der . Und suzeta gleichen Sachen willen . een ſeyn d.g. Empdrungen oftard und -fchried / daß die Rontge 7 gleichſam von denen 2 tiuj

Tyfon / oder

denen Aufrührtfchen entführt / geroun gen werden / ihre Dof.und Dauptfårre zuverlaſſen , und fich an dte pociteft- und finſterftenDæter threr { ånder zu bege. ben ihreKräfften wieder zu erhofennach dem Verluſte threr Anſehens undGelde flächſen . Äber bald hernach / nachdeme fte das

Ungerotter mit Fürſichtigtett außgeftan . den /erlangen fier durch des Mercurius Dapfer-und Geſchicklichkeit /ihre Flåd . fen wieder , d . 1. nachdeme fie freund und höflich worden / gewinnen fie durch ver . nünffitge Ausſchreibbefehle/ undGeſprå . che 7 threr Unterthanen Gemüfter und Willen wieder / und erhalten dadurch offsermahls/ deren Schreigtett, ihnen mit Odde benzuſpringen / und für ſich ſelbft eine neue Anſehens-frafft. Nichts de Arminder / die jenigen Königel ſo Süra fichtig und Weiſe feyn / wollen dem Blúcte nimmer trauen / enthalten ſich der Waffen / und ſeyn nur dahinbedacht wie fie das Anſehen der Aufrührer/ durch irgend eine nahmhaffte Charbrechen mo. gen :

der Zufrührer. gen : und indeme ihnen der Anſchlag art. gehe / werden die Aufrührer fchwach und Zaghafft / und kehren rich anfång . lich / als wie die Schlangen an das pfeif. fen / an bloſſes: Drohe und Pochen ; Mehmen bald drauf / anihrem Handel völlig værfagendy die Flucht/ und terlich , wann ſie bereit zu fallen anfangen / ift es denen Königen erft rahtſam und ſicher / ſelbige mit Heeresfrafft / und mit vilt ger Reichsmachtz als wie mit dem Bers gesEtna /su verfolgen und zu unterdryf fen . IIT. Die Syclopen /

oder Diener des Schreckens. S wird von denen Cyclopen er .. såhlt/daß ſelbige / um ihrer Wildig. und Grauſamkeitwillen 7 vom Jupiter erfilich in den 28llenfluß gefürgi und eingeſperrt / und zu ewiger Gefängnuß

Nachmahls aber!

vcruribelle worden .

habe

Die Cyclopen / odete

habe dte Erde den Jupiter beredt / 68 ſolte ihme nuklich Fallen / wann er fic i loß lteſſe / und ſich ihrer thme die Don . nerftraalen zu fchmieden bediente ; wel.

Sie erzeigten fich ches auch geſchehen. fleiſſig und arbetefam / und bereiteten mie fåtter Muhe und drohenden tlap . pern die Donnerfculen und anderen Schredwerzeug. Mach verfteſfuug etlicher Zeit/ begab es fich / daß Jupiter wider den EfculapiusdenSohndes Apollo / um willen er durch ſeine Arre nen einen Todren erwede gehabt/ fich erg tårnete.

Behtelte aber ſeinen Unwellen

perborgen ( zumahln er auch keine rechte billiche Urſache zum Zdrnen harte 1 welln dicfes etnie Mitelendig und Rahm . haffte That geweſen ) und wigelte beym . lich die Ciclopen wider ihnauf i wel . dhe ihn alsbald mie ihren Donnerkeu . lent erſchlugen. Apollo ( weiln Jus piter keineVerhinderung thate ) name/ zur Kache ſolcher That / ihnen allen mie ſeinen Pfeilen einem nach dem andrent das Leben

Dieter des Schreckens.

Es ſcheint, als ſehe auch diefes Måfr. lein / auf der Könige Thun und Me. Dann die Könige i pregen thre ſen. Bedienren / erftlich mit ftrenger Straffe Bu båndigen / wann ſie allzugrimmig -und blurige Proper abgeben / und ſelbige von ihren Xemtern und Dienſten zu verſtor fen : Seren ſie nachmahls/ aus Rahte der Erde / das ift auf einen ſchlechten / auf geringen Mußen gegründeten Rahe, daß fie ihrer irgends zu einer neuen ſcharf. fen Erpreſſing bedörffen/ wieder in das vorige Ammt ein . Selbige / von Nae fur wild / und durch die verwichene Unte gnade erbittert/ weil ſie wohl wiſſen / was man von ihnen in folchan Dandel hoffe i gebranchen ſich wunderſaries Sidiſſe . Weil ſie aber i11 erwerbung der Gnade / nicht gnug fürfichrig , hingegen in deren Nachftellung übereylend feyn / und zu . zeiten von der Kinige Willen / ungewiſſe Kundſchaffe und Befehle erfchnappen / vollziehen ſie verhafte Dinge. Die Fürften hingegen / vermeiden den ba

Tarciſſus / oder

Daß der That/ und verlaſſen ſelbige/ vero fichert/08 fie an dergleichen Werkzeugen/ nic keinen Abganb leyden werden /uñ úber. geben ſie denen Muht-und Blursfreunden derjenigen/ die von ihnen übel gehalten wordenſind , in die Bånde/ und der An . klage und dem Halle des Pöbels / zum Raube; alſo , daß fie folgends /mitgroß ſem Frolocken und Slůctszuruffungen der Könige :, mehr zu ſpaat als unbinich umfommen . IV .

3 Narciſſus / oder

Die Selbliebe. arciffius feye von wun. Loanlage oerbabrer Schönhett und Artigteit geweſen / aber unter dieſer Schönheit / Hectre eine große Hoffart/ welche ihmei vor allen Dingen einen unleidlichen Er. Jndeme er thine nun tel verurſachte. felbft geficle / und dte andrenverachtetit begab

die Selbltebe.

begab er fich einfames Lebens in die Wål. der / und auf das Jagen/ in Geſellſchaffe erlicher weniger Perſohnen /die ihn hodiſt anbereten . Es folgreihmcauch dasWald . freulein Echo / aller Orten nach. Der forhanem Leben / [ chichte es fich dereinft / unglücklicher weiſe/ dj er nur einem flaren Bronnen gertehre / ber welchem er ſich , ben åufferfter Tagshire / gur Ruhe bega. be. Und als erin ſelbigem Bronnen ſet. ne Bildunggeſehen , begunte er ſich ſelbſt fåft und teiff zu betrachten /wardob ſeiner ſelbverwunderung gang beſtürzt/alfo/daß cr telnes wegs: fich von ſelbiger. Bildnuß abreiſſen konnte , ſondern erftarre gång. lich droby und.ward. endlich in das ſo ge . nannte Blijmiein verwandleri welches fich zu eingange des Lenkens eröffnet und crteigti und denen Ailen.Göttern dem Pluto der Proſerpina und denen Eus meniſchen Schweſterngewidmet ifte Es ſcheint, als wolte dieſes Mähr. Icin die Natur fürftellen / und deren Be gebenheiten , die entweder um Leibsſchön . bett 2 vij

Farciſſus / oder

heit oder einer andren deſſen Beſchaffen bett und Gaabe willen / damit ſie ohne ei nigen Bentritt ihrer engenen Geſchic . lichtett gegiere feyn / fich ſelbſt überflüſſig lieben i ja fich gleichſam in Aich ſelbſt verſteben . Die in dieſem Zuſtande fich befindende Gemühter / fenn gemeiniglich damit vergeſellſchafftet í daß fie niche gerne ans Liecht komment / noch ſich in Burgerlichen Handeln gebrauchen laſ ren . Und in ſolchem { ebensſtande/ muiſ ſen fie nohrwendig siffrers verachter und ring geſchårt werden /wordurch ſie Zag. hafft und beftiirkt gemacht / gemetniglich ein eingesogen -einſames ruhiges Leben er . greiffen, mit erwählung ſehr weniger Ge. ſpåne / und ſolcher / welche thnen aufs duſſerfte zu hofieren pflegen / ihnen als wie die Echo in allen Reden heucheln / und in allen mit hochften Wortgehorſame nachgeben . Durch ſolche Geſellschaffe und verderbre aufgeblaſene Sitten/ und lekliches ſobwohlgefallen / werden ſie gleichſam erſtaunt/von einer groffenfaul heit und Müftggange eingenommen ; alſo

ote Selbltebe. alſo , daß fie gånglich einſchlaffern / und von aller Krafft und Hufrigteieverlaſſen werden . Derhalben , werden forhane Naturen denen Frühlingsblumen gang sterlich

Dam dergleichen Sina verglichen. nen / werden in ihrem Anfange blühen / und gelobt werden / mit beprudendem Alter aber / verwelden ſie 7 und alle von ihnen geſchopffte Hoffnung bleibt ges teuſche und verſchwunden . Dahtn gicle auch / daß dieſe Blumen denen Höllen . göttern gerotedmet feyn / weiln die { cüte dieſes Gemschres / su allen Dingen un . nürlich ſeyn , und alles was gang teine Fruchtgibe,ſondern / als wie der Schiff badaft/interen im Meer hindurch und firbein gehe pflegre bei den Alten denen Todtenſchartenund Splengoteern geo wtedmet u werden .

8 ( * ) som

V. Styx

Styr / oder V. Stnr 7 oðer Die Verträge.

Je Erzählung des einigen Eydi ſchwures / mit welchem ſich die hochften Gitter gli verpflichten Pflegetēl wann ſie nicht wolten / daß ihnen einiger

Raum zur Reue mehr überbleiben ſolte 1 ift ziemlich gemein / und wird in vielen Dieſer End /ruf. Mährlein eingeführt. te teinehimmliſche Majeftår any name auch keinerle Gottlichen Zucignungs. nahmen zum Zeugen ; ſondern allein die Styr /von welcher gedichtet wird / c8 fere ſolche ein gewiſſer Fluß in der Side/wel. cher durch den Hofdes Gottes Dis lauf. fend /fich in unterſchitedlicheWürbeldrå. he. Uñ dieſe einzige Endformul/uñ auſſer deren ſonſt teine/ward für unbrüchig får gehalten : indemne der jenige / der ſolchen nicht hielte/ der Meincydsſtraffe ( welche die

die Vererage.

die Götter über alks forchteten ) chuldig feyn mufte i darneben viel Jahrlang fich bey der Osteer Safterenen nicht befinden dorffte. Dieſes Mährlein / ift vor die Vers gleiche undVertråge grofferHerren und Fürften / erdachtworden ; ben de nen es nur allzuwahr ift / und mehrers / dann es ſern folte/ daß ſelbige / mit was Bierlichkeit und Eydeshetlighete fie auch immer bekräfftigt werden , dannoch nicht gar fåft fen: Alſo / daß die Erdehierzu mehrers aus einigerler Ehranfehen / Ge. rüchte/ und Gepränger als um Trauer / Glaubens / und der Zuhaltung willen / ja/ wann pflegen abgelegt zu werden Tihon das Band der Schwager - und Sippſchafft darzu genommen wird/ als gewiſſe Ende der Tatyr / oder auch glei. che Gegenverdienfte / fo werden doch nichts defloweniger/ alle dieſe Bandei ben vielen viel geringer i als dero Ehrgeir i Nur/ und Herrſchungsmuhrwillen geo fchåger. Und dieſes ym ſo viel mehr / weiln

Styr / oder

roeiin és Fürften und groſſen Herren leicht fåde ihre Begierden und untreuen Glauben / guimahın ſie keinen Schieds. mann erkennen / durch mancherley Be. dingnuſſeundScheinesu bemänteln / und gieichfam xu billichen. Derhalben bleibt ihnen eine einkige ihnen allein cygenbare Befäftigung des verſprochenen Glaubens i librig / und folches if givar / nicht erwann einige himmitſche Gotthetr/ ſondern die Nobil Cein groffer GOtt ben Mächtigen Per. fahnen ) und dieGefahr thres Staars / und die Gem inſchafftder Durbarkeit. Dieptohtwendigkeit / wird durch den Fluß Stye fürtreffitch wohl filte geſtellt : als einen Schicbaren unwies dertehrlichen Fluß. " Und dtefes ware der Gott /den Iphicrates der Athents enſer anrief 7 aló er den frteden und Bund mte denen Lacedemontern machte , welcher / weil er der einige erfunden worden / de offentlich dasjente

Q¢

die Verträge.

ge herausgeredt / was vielandere helm .) lich thnen in ihren Gemührern einbil. den / wird esnicht aus dem Wege Penny deſſen eigene Worte anzuführen . Sela biger nun / als er vermerctre / daß die Lacedemonier vielerley Verwahrun gen / Gefere/ und Bande erfanden / und firſchlugin / den Vergletch genau zu fanten und wohl zu verbinden festeer öteſe Worte darzwiſchen : Ihr Bers ren Lacedemonier / es Ear zwi, ſchen euch und uns / ein einziges Band gefunden / und eine einzige Sicherheitsfåſte aufgerichtet wer . den / wann ihr uns Elårlich zeigen werdet / daß ihr uns ſolche Sac et Engeraum habet / mehr überblieben ſey / uns zu bes leyóigen / wie ſehr euch deffen auch binfüro geluften möchte. Derhalben / wann alles Vermogen beleidigen zu f &nnen auf dem Wege ge .

pan / oder

raume ift/ oder / wann aus der brechung des Vergleiches und Vertrages / die fahr entfteht/ den Staat/oder die gemei. nen Einkommen / 311 verlieren oder zu fahmåhlern ; dann / tan man terlich die Verträge für fånt omdheiltg halten / als ob fie mit dem Stygiſchem Ende be. fråffetget waren ; ſo lang dte forcht fela biges Verbores /oder der Enthaltungvon denen Göttergafterepen lebt : Unter wel. chem Nahmen /bey den alten /die Reichs. angelegenheiten / und Vorzüge / auch der Uberfluß und Gludſeligkeit bedeutet Woerden VI. Pan oper

Die Natur. e Alten haben unter des pas Perſon / mie höchftem Fleiſſe die blatur beſchrieben , aber ſeine Geburt/ laſſen ſie im Zroeiffel. Theils/ geben vor/ An . er feye vom Mercurius ergeugt. dere /

die Fatur . dere / eignen thme eine ganz widrige Fr. feugung 31 : dann ſie ſagen / daß nach . demie fich Penelope allen in fie verlteb. ten zur Beure ergeben / die ber thrange. halten habe ſie aus ſolchem mifch -ma. ſche ihrer ader/den Pan / als deren ge meinen Sohn geboren . Und dannen .. bero haben ſonder zweifel etliche neuere Schreiber / dem alten Mährlein vom fuge. Fest : welches ſiegar offt thun / indemeRie die allerålteften Erzählungen /auf neuere Nähmen und Perſonen beziehen / und swar zugetren nicht ohne ungerenmigtete und Tölpeler . Wie dann alhier beo rahich / aus zweyerten grund : indeme nemlid pan / der allerålteften Gorrer einer / und lang vor Ulyſſents und pes nelopen Zeren / gewefen iſt; - und dann auch penelope ihrer chlichen Keuſch heir halber / bey dem Alterthume in hoher És ſot Ebrachtung gehalten worden. auch des pans dritre Erzeugung nicht außgelaſſen werden , welche dit / daß er vom Jupiter und von der Hybris , das

Pan / oder

ift die Schmacher ſey erzeugt worden .Er mag aber gebohren wordé renn wie er will ſo wird geſagt, die Parcen oder Lebens. ſpinn Göttinnen /ſemen ſeine Schweftern. Des pans Bildnuß/wird vomålters thume folgender geſtalt beſchrteben . Ge. hörnč/mte biß amHiñel reichenden fpigi. gen Hörnerii ; Mit gang haarichten rau. hein (eibe/ und ſehr langein Baarre. Die Geſtalt zwterfåttig ; der halbe Oberleib nachmenſchlicher Geftalt/der halbeUntere leib Vichiſch /mit Geißfuffen ſich endend. Zum Bappen ſeiner Macht, rruge er in der lincken Hand eine Flote von .Pleben Schilffröhrlein zuſammen geſere; in der Recten /den Hirtenftab, oben eingesogen und gekriimmer. Er truge einen Mantel von einer Panterchterhaur. Dk Mashrund Amtsherrſchung/ die thme zugeeignet ward/ ware / daß er der Hirtenund Jäger/und leßlich aller Baue ern Gott ſeyn ſollen / auch ein Vo: ftcher der Berge : Und nach dem Jercu : rius / der zweyte Ootterbote. Er ward por den Herzog und Gebterer derWaſſer und

ore Tattir,

und Waldfräulein gehalten / welche un aufhörlich um ihn herumsurangen und 3 ptelen pflegten . Shmewarteren die Bocfmänner und die älteffen aus file Uber das / bigen / die Silenen auf hatte, er. auch Gewalt / Forchten und

Schreden einzujagen / fonderlich vers geblich und Aberglaubiſcherdie von ihme: Paniſche genenntworden . Bon pans Thaten und fürnek , men wird nicht viel erzählt. Das für . er den Cupido zum Rina nchmfte ift/daß 1 gen heraus gefordert / von welchem er überwunden worden . Er hat auch deras Rieſen Tyfo in rayn Meße gefangen / und gehalten . Uber dieſes / wird, er , såhlt, daß7 als Ceres ), um der Pros ſerpinen Entführung willen , gang bën trube und zornig / fich verborgen hatres und alle Götter ſich durch unterſchiedlia che Wege felbigezu ſuchen /mubfam auf gemacht / fene es bloß dem Pan zu fete nem groſſem Glücke gelungen / daß er felbige im Jagen / gefunden / und ange zeigt hat.

pan / oder Er ware audy ſo tedt / daß er mit dem

Apollo um den Steg in der Thontunk Atretten dorffte/ und ward vom Widas / der thr Nichier geweſen / dem Apollo fürgezogen : Um welches Urtheils wil. Ien / TIidas die Eſelsohren darvon ge . tragen / aber verborgener wetſe / und in geheym . Von pans Buhlereien / wird far

nichesoderdoch gar wenig erzählt ; wel. ches unter den Sorterhauffen ( d ie fonft in der Liebe Atarck erfoffen gevefen ) wohl ein wunder feyn mag. Es wird ihme

blog angemeſſen / daß er die Echo geliebt/ die auch vor rein Ehweib gehalten wird und noch eine andere lymfe / die Sys ringa geheiſſen . Und dieſeVerliebung/ oft aus Rache der Ertürnung des Cupi. Rin . do/ geſchehen / weil er ſelbigen zum gen hatte herausfordern dörffen . Er hat teine Kinder gehabt / worob ſich gleich falls zu verwundern / weiln die Götter / ( fonderlich die Mannsbilder ) fonft ſehr Fruchtbar geweſen ; es wird ihme bloß ein elendes Freulein / Jambe genannt /

ll de

die klatut.

Tochter gegeben / welche die Gäfte gewiſſe lächerliche Erzählungen / zu erluſtigen pflegte. Und rheils feyn in Gedancten geftanden / felbige /fenje ihme von ſeinemWeibe Echo gebohren wor . den .

sur

durch

Dieſes Mährlein / ift ſo Edd /als im . mer eines feyn tan / und mit vielen Ge. hermnuſſen und verborgenen Bedeutun . sen der Natur / fchwanger / und angea füllt. Pan / Relle (wie es auch der Nahme felbft giebt ) alle Dinge/ oderdie Viatur für. Von deren Urſprunge / unter denen Vernunfelehren zwo Meto nungen geveſen / und zwar nicht mehr Peyn können . Dann / Ale ift entweder vom Mercurius /den ich vor das Wort Gortes verftehe / welches dann die . Schrifft ohne Widerftritt fekei auch die jentgen Vernunftlehrere / die oor die ale lergottlichften gehalten worden / alſo be . dunckt hat ) oder von denen dertiruen Sámen der Dinge/ Herfommen . Die jenigen , die einen Anfang aller Dinge gefere baben , haben ſolchen entweder Gore fuge

pen / oder algemeſin / oder / ro ple folchen je vor Stoffbar gehalten haben fie aufs wca nigfte ausgeſprochen / es ſeye ſelbiger Ur. ſprung /der Krafft oder der Mache nach / unterſchiedlich und manchfaltig geweſen: dergeftalt / daß der gange ftritt 7 auf dieſe Abtheilung hinauslaufft/ die Welt/ rense enriveder vom Mercurius / oder von pielen Buhlern erzeugt worden . Dieweil er range het / wie in das Wette Leere/ der Seelen Såmen , auch der:SErden / und der Meere / und Feuers / eingepackt / erſt waren / wie gegründt die jungeWelt dadurch die Urſprung alle find. Die dritre Erzeugung Pans/ if fobe. ſchaffen / daß es wohl ſcheint / die Gries chen / haben einigen Vorſchmack / von 1 der Bebreer geiſtlichen Geheimnuſſen gehabt/ entweder vermierelft der Egyp : ter/oder in andere Wege : weil felbige/ niche dem Zuſtande der Welt /in deren rsiner Geburt / ſondern nach dem Falle Adams/

die bratur.

Adams / nachdeme fie dem Tode und der Verweſung unterwürffig worden / zu . ſtändig ift. Welcher Stand / eineZucho Stres/ und der Sünde/ fan genennt werden / und alſo verbleibt. * Derentwegen können auch de Pans dreyerlen Erzeugungen / als warhafft

ſoheinen / wann ſelbige,nach denen Dino gen und Zeiten , gehorig- unterſchieden werden . Derhalben , harderjenige pany den wie anbeute noch ſehen / und lender nur allzuviel anbeten/ und betrachtení rete ne Geburt durch das Gøttliche Wort /vermittelt des verwiraten Stof feb ; mir einfchleichung der Ubertretung und Verweſung. Dte Naturen / und das Schickfel als ter Dinge/ werden gang billich vor deſſen Schweſtern gerechnet / und gefert: fino temahl die aneinanderglteocrung der nas türlichen Urfachen-/ die Geburt 7 die Bährung / die Endigung / Unterdruk tungeni Erhöhungen / das Leyden / die Glücks B li * Dig Foreißt Verulam , aus irriger Meinung der Reformirten .

pan / oder Glückſeligteiten der Dinge / -und leßlich alle Schtdungen / als viel deren ſelbigen Dingen pflegen zugeeignet zu werden i nach nich sieher. Auch werden die Börner / der Welt fugeeigner / weiln ſie am unteren Drre weiter feyn / am Sberen ſcharffe Spigen haben : fincemahl alle und jede Natur/ als wie die Flammeulen etlicher maſſen migeſpike ift. Zumahin die ſonderbaren Stucke / unendlich reynt / und in gewiſſe Gatrangen gefaft werden / welche gleicha falls vielfältig reyn .: die Arten ſteigen nachmahls in Geſchlechter / und ſelbige1 werden / gleichfals auffteigend / in noch gemeiner und durchgehendere / sufam . men gefaft; alfo / daß die Natur / leglich auf eines zu gerahten ſcheint. Und if fein wunder 7 daß des pans Horner / biß an Vimmel reichen ; weiln das ober. Ate der Natur / oder die durchgehenden Natursmufter 7 auf eine gewife wetſe zu denen göttlichen Dingen reichen / und der Ubardhritt von der übernatürlichen Wett.

die Patut . 29 Weltweißbeit zur natürlichen Got teblehregang fertig und bereit ift. Dir Leib der Vlatur/ wird mit groß ſer Arrigkeit und Warheit haariche und gorrige abgemahlt/ wegen der Straalen der Dinge. Dann die Straalen reyn wie das Haar de Narur ; und haiglech . fam ein jegliches Ding ſeine Straalen , eines mehr / eines weniger: welches dann in der Sehensmache gang tlar ift/ſowohl

ale in alter in dte Zwiſchenräum e wür . kender Krafft. Dann sin jeglichDing/ das in dte ferne würcke, wirfft fo zuſagent ſeine Straalen herfiir. Aber für an. dern Haaren erſtreckt fich der Baart am Pan in dielånge ; dann der himmliſchen Körpere Straalen /würden mehr als all andere in die weite. Ja scheint doch die Sonne felbk / wann ſie die Zwiſchenwols ten durchdringt/ und theils ihrer Strago len herabſchieffen / gleichſam baartichr. Auch wird der Letb der Natur/ gang bilio weyformig beſchrieben wegen des Unterſchiedezwiſchen denenObern und » tij Un.

Pan / odet Die Obern / werdent

Untern Körpern.

um ihrer Schönheit Bewegungsgleich . y willen, die ſie über die Erde und Erdiſche Dingehabent gang billich unter menſahe Die Untern licher Geſtale fürgeftellt. folgends / tonnen wegen ihrer Vermir . rung und ungeſchickten Bewegungen

mir Biehtſcher Gefalewohl vorlieb neh. Eben diefe Leibsbeſchreibung/ ge. men . hört zuder Arten Gemeinſchafft ; dann ( 8 tan teineNarur einfach , ſondern nuk als gwener theilhafft / und zuſammengea wachſengenennerwerden. Der Menſch/ bat einen Theil vom unvernünftigen Thtere 7 das Vich von denen Gewäche fen / und die Gewächſe vom unbelebtem Körper. In arhete es ſeyn alle Ding gewerförmig / und aus der Ober-und Unterni Art zuſammen geſere. Nun iftauch dieGleichnuß der Zie. gen «oder Geißfüßeſehr ſcharfflinnig /we. gen der Bewegung der Erotſchen Kör . perc überfich gegen denim oberen/des Cuff

die Czarur .

148 / und des Himmels : dann die Ziege/ ift eingumauffteigen geneigres Thter /wel . ches gern an denen Felfen auftlåttere / und von einer Klippen zur andern hupft. Welches dann auch die der untern Welte tugel zugeordnete Dinge in wunderſa . mer Bewegung thun , allermaſſen offen. barlich an denen Wolcken / und dergleto dhen Luffterſcheinenden Dingen zu ſehen . Dtezwey Wappen /oder Merckzeichen in pans Dånden , das eine/ den Wohl. laut/ das andere/ das Gebiere betreffend/ baben thre Bedeutung. Dann / durch den Thonwerckzeug von ſieben Röhren / wird die flare Ein ftimmang und Gleichlautung aller Dinta 8C7 oder dte mie Uneinigteit gemiſchte durch die Bewegung der Rieben Frifter. ne verurſachte Einträchtigtett / verffany den . Auch chickt ſich ſein Sirtenftab gar adelich auf die Wege der Natur, die sum theile gerad/zum thelle frumm reyn . Abſonderlich aber7 zeigt uns dte frümme an deſſen Oberrheile 7 daß alle Wercke Göttlicher Vorſehung in dieſer Welt! durch

Pan / oder

durch manchfaltige Kreiſe und Um . ſchweiffe geſchehen / und daß ($ offe - ſcheint, als geſchche dieſes oder jenes / da doch in der That gang was anders ge. ſchiche; Ais die Verkauffung Joſephs in Egypten / und dergleichen geweſen . Ja auch in denen vernünftigftenmenfch. lichen Regierungen / pflegen die jenigen / ſo im Regimentefigen / nugliche Dinger dem Volcke vid leichter und ergåbiger / nach verlangen / durch allerhand um ſchweiffwege und Vorwånde / alß durd gerade Bahne berzubringen : alſo / daß cine jede Herrſchafftsruhte oder Grab 7 fich warhafftig obenauférůmme. Das Kield / und der Mantel pans / werden går fübtil von der Panterthiers haut erdichtet / um der Sletten willen dte es allenthalben hat : fincemahl der Himmel/ mit Sternen / das Meer / mit Enländern/ unddie Erde/ mit Blümeni gezieret ſeyn /auch pflegen die ſonderbaren Dinger gemeiniglich anihrerOberflächer welche gleichſam ihrMand if / búnd ju

fеу .. pans

die Zacur. pans Ammt/ tente mit feinem an . dern Dinge fo lebhafft fiirgeftellt und ausgelegt werden , als daß er der Jáger. GOtt fer : fintemahl alles Natürliches Thun /wie dann auch dieBewegung und • Sürderung nichts anders iſtals eine age Wie dañ auch die Wiſſenſchafften und Künfte / der Jage threr Wercke/ und die menſchlichen Fürſåre / ihrer Zwecke nachſehen. Unddtenatürlichen Dinge ſeyn gleich falls in der Jagt be griffen / indeine fie ihrer Speiſe oder Boluft- als einem Fange nachtrachten , und ſolches auf gang erfahrne und kluge Beiſe. Die Lowin jaget nach dem Wolff / det Wolff der Ziege! Die geyle Ziege tracht wie grünen Alec ſie kriege.

Pan/ iſt auch der Gørt der Ackers . leure ins gemein : dann , dieſe art Leura lebt der Natur faft am gemåfiften. Die Natur wird in denen Stådren / und an oxnen ofen , durch übrige Pflege ver. derbr.

" Pan / oder

derbt. It alſo auch jener verttebrer Spruch des Dichters gang warhafft : Bey

Jungfrau - zier und höchſtem Schmuck Ut ſie ſelbſt thr geringſtes Stuck. 2

Aber noch eigentlicher wird geſagt, daß Pan/ die Regierung über die Bere ge babe; fantemahl die Natur der Din . ge/ aufBergen und erhöheren Orten ge . offenbahrt / und denen Augen und threr Betrachtung mehrers fürgeftcür wiró. Daß Pan /nach dem Mercur / ein gwenter Götterbore few ift eine ganz gått. liche Gleichnuß ; - zumahln nach dem Worte Gottes / dieſer Wet Seftalt/ die Hohete Göttlicher Allmacht undWeiß . Welches hete am nechften antiindige. auch der gørtliche Dichter geſungen und sefage : Der Zimmel Bau und Stere balt Gottes Ruhm uns fhu macht fetne Krafft bekant Die Veſte ſo empor geſpannt iſt / bringt hervor die Werde ſeiner Sand ! Di Zymfen erluftigen den Pant;

ste Fratur. das ſind die Seelen .

Dann dieSeelen

der Lebendigen / Ten der Bele Wollufte und er ift gang billich deren Oebteter / fine temahl ſelbige/ eine jede ihrer Natur fole gen, als ihrem fiihrer / und eingeln ( th . rer cogener Gewonhete nach ) um ſelbige herum hupfen und ranken / in únaufbór. licher Berdegung. Ingletchenbegleiten ihn auch Råtig. Ito die Bockmänner und Silenen : das ift / die Jugend und das Alter. Dann alle Sachen , haben ein gewiſſes luftiges tankendes / wie auch folgende ein faul. Und und verfoffenes Alter an thnen. s die / Democritu andrer ein wer / als Sinnregungen eines und des anderen

Alters wohl anſchaut/ deme werden ſelbi ge vielleiche ja ſo låcherlich und garftig / als die Bocfmänner und Silenen / fürkommen . Durch die Paniſche Forchten / wird uns gleichfals eine ſehr verninftige Lehre fürgelegt. Dann die Natur aller Dinge, har in alles was lebt eine gerville Lebensforchr uñ Befenserhaltungs-für. vi ſorge

Pan / oder ſorger gefert / welche die eindringenden Ubel (chiuct /meldet und vertreibt. Wahr ift < wohl / die felbfteNatur / weiß fcine Maafſe ju halten ; ſondern rege denen holſamen Forchten jederzeit entel und unnyßenach . Derhalben / würden ſich alle Sachen ( wann man mit den Que gen.wohl in ſelbige hinein dringen fonte ) ſehr vcú mie paniſchen Schrecten und und ſonderlich die Forchıon befinden menſchlichen Sachen , die um des Aber. glaubens willen / welcher nichts anders alecin paniſcher Schrecken iſt ſehr / ſonderlich in harten ,forchtſamen widere wärtigen Zeiten durchachtet werden . folgends des pans Kecthett/ Gas und ſeinen Forderungskampf mit dem Cupido / belangt/ folches fådtſehr taug. lich , uns zu bedeuten / der Stoff fene nicht gar ohne Zuneigung und Luft die Welt zu nichre zu machen , und wieder in den verwirrten -erften Klumpen zufällen / wann nicht die vidhurtige Einigkeit der Dinge ( durch die Stebe oder den Cu . pido angedeutet , deren

Boßbett und Sebtere

die Tacur.

Bebtete gåumte, und der Drdnung fu Derhalben gee folgen ſelbige nohtigte. ſchicht es mit ſehr gutem Glüce für die Menſchen , und alle Dinge ? wann pan su ftretten kommt / doch alſo / daß er . berwunden abzieher Steher fielt auch dasjenige/mas von dem in die nege verwickeltem Tyfon : geſagt worden ; dann / die Geſchwulften der Dinger ( weil Tyfon Geſchwulf heift ) mogen ſo groß und ungewöhnlich Tenn / als ſie immerwollen , oder / 8 mag das Meer / die Moldten / oder die Erdel oder andere Dinger fich aufblåhen /nichts Offtoweniger verwickelt die Matur der. gleichen Betrügerenen ſolcher Körperei mit unauflößlichen Neben / und ver . knüpft fie gleichſam mit Demanrinnen Kerten , die ſie nicht zcrrciſfen fónnen. Daß der Ceres Bieder findung/und jwar aufder Jagt/ dieſen Gotte zugemero fen wird / welches denen andern Sottern ( ungcachter Rieſolche höchftes Fleiſſes ge ſucher / und ſich darauf verlege ) verſagt geweſen, begreiffteine ſehr waaround yet. $ vii nünf.

Pan / oder niinfftige Erinacrung in fich; die tft/daß die Erfindung zum Leben und Wohlfan. de nußlicher Dinge/ niche von denen ein. gezogenen Vernunftlehrern / als von gröſſeren Göttern / wann fie gleich all th . re Kråffre daran ftređen 7 311 erwarten fere / fondern / daß fie bloß vom Pan / das ift/ von der klugen Erfahrung / und durchgehenden Wifenſchaffe der Welt. ſachen Herrührte / und daß dieſelbe viela mahls zufällig / und gleichſam auf der Jagr geſchehe. Sein Thontunftkampf/ und deſſen Außgang / reiche uns eine heylfameund

folche Lehre dar, welche / die Vernunffe und das menſchliche Urtheil / die offeers Rich xu vid vermeifen / und über die Schnure hauen / gar wohl in die Foffel Sin. der Måffigtett/ einzwingen kan . temahl gletchfam iwo Thonkunftarten und Wohlaute ſeyn / die eine 7 Göttli cher Vorſehung / die andere menſchli. Dem menſchlichem cher Vernunffi. Urtheile / als gleichſam dem Dhre der Sterblichen / tlingen die Regierung der Welt

die natur. 39 Welt und iridiſcher Dinge / und die geo beymen göttlichen Gerichte / emas hare und mißlantend : welche Grob.und Uno worffenhett, ob ſie ſchon gar vernünfftig durch die Eſelsohren erftårt tft / werden doch nichts deſto weniger folche Dh. ren auch ingeherm /und nicht offenbarlich

getragen ; und deßwegen wird die Hås . lichtett forhaner Urtheite/ vom Pöbel we der geſehen, noch beobachter, eklich/ ifts tein wunder /daß Pan oh . ne ( tebe vermelde wird/ außgenomen / daß er fich an die Echo gepart. Dann die Welt ift in fich felbft vergnigt/ und ge nieft durch ſich aller anderer Dinge. Und wer Itebt/ verlange zu genieſſen ,wo aber ein Uberfluß ift / da hat das Verlangen teinen Plak . Derhalben iſt die Welt ohne Steber und ohne Verlangen zu ge. nteſſen / weil fie mteihr ſelbft vergnigt iſt/ es ſeye dann / daß fie etwan das Reden Itebe / nnd das renn die błymfen / die Echo / und Cro die Rede noch genauer ift ) dte Syringa. Unice

Pan / oder Unter denen Reden oder fürtrefflichen Stimmen / wird die bloſſo Echo der Wilt zu Ehe gegeben : weiln Icßlich die. fes die waare Vernunftlehre ift/ welche die Wörter ſelbiger Bele / am freulich . ften wiedergiebt / und gleichſam durch fie ſelbſt in die Feder gegeben , beſchrieben ift / und nichts anders / als eben ſelbiger Welt Gleichnuß und Wiederſtraalung iſt und dero nichts aus eignem zugeſere / ſondern nur widerholt und gegenſchallt. Es gehört auch zur Welt Gnugſam . felt/ und Vollentommenhete/ daß fie teis Dann / die Welt / ne Kinder geuge. crfeigt nach ihren Studen oder Thei. ten ; Nach dem gangen / was gefalt fan fiegeugen / weiln auſſer deſſen feln anderer Leib ift ? Auch dieſes / mas von ihrer ver. meinten Tochter / dem elenden Freulein geſage wted /ift ein geriffer Zuſaß zu dem Mihrlein / gleichwol hochfitweiblich , Dann durch ſelbiges / werden diejenigen Lehren fürgeftelt / dteDaturen der Din . gebetreffend / welch von allen Zeiten herol al cathalben umher fchmetſfen / und alles mit

ote tatut.

mit plaudern erfülen / ohnewirdlichen Nugen / als die Wechſelbålgeraberdurch ihre Schwarhaffrigtete jemahls ange. nehm / jemahls wohl auch beſchwerlich und ungeftůmin ſeyn.

VII. Perſeus / oder

Der Krieg Swird erzählt / perſeus / fen von Der Pallas geſinde worden / der Weduſa das Daupeabzuſchlagen ; wel. chedenen Nidergångiſchen Våldern vid Niederlagen verurſachter an denen duſ

ferften siſpaniſchen Gegenden. Dann ſelbiges Unchier / ware fo grimmig / und erſchrecklich , daß es die Leure durch den bloffen Anblick in Steine verwandelte. Und Jeduſa / waraus denen Gorgo. nen allein fterblidt , indeme die andren teiner Leydenſchafft unterwürffigwaren . Derhalben , als fich perſeus zu ſo clem für.

Perfeus / oder Sürnehmen gerechtelter ward er von de nen Görtern mitWaffen und Verehrun Er friegre vom Jer , gen beſchenckt. curius fusflügel ; vom pluto den Delm ; den Schild und Spiegel von der Pallas. Und micmol er ſo wohlverfc. gerades hen geweſen / fehrte er doch nicht Weges benméduren /ſondern errlich bey denen Green ein / welche der Gory gonen Schwertern von einer andren Mutter /und von Geburt an grau als die alten Weiber waren . Alle dieſeGreen / hatten ein einziges Auge / und einen eine Bigen Zaan / deffen jegliche aus ihnen wann fieerwan außgienge/ fich gebraucho te 7-und nach der Ruckunfft gleich wie. der ablegie. Dieſes Auge und dieſen Zahn nun liehen ſie dem perſeus. Unó nachdeme er ſich ſolcher geftale gnugſam verſehen erachecke / machte er fich lerlich eylends und im fluge zurMer duſen ; undfandefle eingeſchlaffen / und gleichwohl getraute er ihme ſelbige.nicht anzuſchauen / aus Forcit fie dôrffte tra wachen./ ſondern febree ibroen :Ructen / ſchaute

DerKrieg. chaure in der Pallas Spiegel / nahere fich alſo hinzu / namedie maffe ſeines Hie . bes/ und ſchmiſſeihr den Grind weg.Xus der Y Jeduſen vergolfenem Blure erftan. de der Flügelhengſt pegafus. Pers ſeus repte den abgehauenen Kopf der Wedufem mitren auf der Pallas Schild 7 welcher einen als den andren meg ſeine Krafft behielte / daß auf deren Anblick / männiglich ganz ſtare und be. teubr ſtehen bleiben muſte. Mährleiny Es ſcheint, alsreye dieſes durch die ArtundWeißheke Krieg zu füh. Es lege uns ren erfunden worden . drey nik -und wichtige Lehrgebote für 7 welche gleichſam aus der Pallas Raha te gezogen / ber Unternehmung cines Krieges / und Beraheſchlagung wel. der Art zu Kriegen man ſich entſchlies ſen foue. Erftlich / es folle fich niemand ju viet bemühen / die benachbarten Voldarten thme Unterwürffig zu machen. Dam 66 ift nicht einerien Fug , fein Erdrhett

Perfeys / oder

und fein Reich zu vermehren : weiin man bey gerneinen Gütern / ein Auge auf die nahe der Gründe hat; ben Erwetre . rung der Reide aber / muß man an ftat der nähe, auf die Leichtlichkeit ] Mußen / und Gelegenheit Krieg anzufangen / fer hen . Ocroißlich , die Romer / haben zu der Zett ebe fle gegen Niedergange noch taum überLigurien kommenwaren ,im Aufgange albereit alle Sandſchafften bifi an den Berg Taurus / mitWaffen Derwegen und Gebiete bezwungen .' hat Perſeus / ob er fchon ein Morgeng fånder geweſen / dannoch einen fernen Bug biß gegen denen terten Niedergån. giſchen Enden unternommen . Andertens / ſol man grollen acht ha. ben/ daß offenbar werde / die Urſache des

Krieges fene Gerecht und Ehrlich. Dañ/ dadurch wird bendes denen-Krichsleu. ten zum Kriegen / und denen Völdern zum Beyfteurē einegroſſe Billigfelt zuge. Fert ; und die Bahne zu denen Bindo auſfen gang leichtlich eröffnet; und lek . lich

det Krieg.

lich vielerken Bequemligteiten erhalten . Es kan aber keine 'gottſeligere Urſache fum Kriegserregen feyn / als die Wüte. reyen zubetrtegen /unrer welchen die Vol. der reuffren und unterdructewerden/ oh. neSeele und Krafft , als wie auf der Meduſen anblick. Die dritte Lehre/wird daraus gefogen / daß im Mährlein gang weißlich benge. fügt wird /daß per ſeusunterdenen drena Gorgonen / durch welche der Krieg be tird / bloß auf diejenige toß gegany deutec gen / welche allein Sterblich geweſen. Bordurch uns angedeutet wird / man folle einen Krieg mtt folcher Beſchaffena hett anfangen /daß er mogegeendige wer. den ; weiln fich perſeus nicht unterfan , gen / ungeheure unendliche Hoffnungen zu ergreiffen. Seine Beråheſchafft ware alſo ange. fielle/ daß fie dem Kriege ſonderbar für. tråglich / und gleichſamdas Volct mice bringend geweſen , dann er hatte die Schnelligkeit vom Mercurius ; ote Rab :8.

perſeus / oder

Rahrshetmltgkeit aus der Sollen / und 8te Weißheit von der Pallas. Auch iſt dteres nicht ohne und zwar ſehr verninfo rige Gleichnuß/daß ſeine Behendigteics . fiigel an Fiffen geweſen / sind nicht an Achſeln / weiln die Schnelltgteit in Kriegsfürnehmeri/ nicht ſo ſehr in denen allererſten /als folgenden /und deren Ent. Es iſtim Kriege Take / erfordert wird. fein groſſer sind iffrerer Fåhler/als wann der Hurtigkeit des Anfanges / das Fort. feren und die Entſerungsmache nicht Auch iſt die Abtheilung gleich Rimme. der Fürſehung / mie dem Schilde und Spiegel ( dann was des pluto Helm belange 7 der die Leute unſichtbar zu ma. dhen pflegré deffen Gleichnuß ift vor fich flar ) ſehr ſcharffſinnig ; indeme ſich der Minsch nichtnur derjenigen Vorſchung gebrauchen ſol/dte wie ein SchildTohirmei fondernauch der andern / durch die als durch einen Spiegel/ der Feinde Macht / Rahtſchläge 7 und werden

Beginnen entdecke

Gleichs

der Krieg

Gleichwol/ob fchonperfeus an Står. fe und Muhr wohl verſehen geweſiniz fählt timedoch gleichwol ein.nohrwichtia ges Stuck./ che er den Krieg beginnnt: as er bey den Green einkehrre. Dte Green / renn die Verzüge , des Kriegs Schweſtern /wiewolniche leibliche, ſonta dern an Adelidhjem Geblite gleichſam eto was geringer : dannder Krieg / if etto cher maſſen Edelmůhtig , die Verråhteo reyen feyn Zaghafft und fchåndlich, Fhre Beſchreibung/if ſehr arcig /daß fie von Geburt ant grau / und wie dte alten Weiber find/ wegen der ſtåren Sorgen / und Angfiztererns der Berrahrer. Ihre Machti ehees zum villigenAufruhre geo dent, beftehty entepeder im Zuge/ oder im Zahne : dann alle und jede Rotterun . gen / Gemühtsentfremdeler Unterchas nen ſeyn eineWartte/und beiſſen. Und ſolch Auge und Zahn/ fern gleichſamge. mein ; darn dasjenige/ was die Berráh . ter gefunden und entdeckt haben / das tommt und laufft unter threm Anhange von

perſeus / oder

von Hand zu hand/ von einem zu dem an . Und was den Zahn betrifft 7. To dern. beiffen ſie alleſammt gleichſam mit einem Munde/ und ſingen einerley Siedlein , al. foydaß wer einen hort / der hört alle. Der. halben muß Perſeus dieſe Green auf ſeine Fetre gerinnen , damit ſie ihn mit dieſem Auge und Zahne verſchen : mte dem Ange /um der Anzeigungen willen ; mit dem Zahne/ allerhand Geſchren und Cármen außzubreiten / Daß zu erneden / und der {cure Gemihter anzuheben . Auf dieſe Riftung / folgt der Krieg felbft ; in welchem er die Meduſa etn . geſchläffert findt. Dann ein fürſichti ger Kriegsmann /überrumpelt faft allseit ſeinen Feind unfürſehens / und in St cherheit verunachtſamt. Und eben da. mahls hat er der pallas Spiegels vont. nohren : Dann, ihrer vid / können ihres Feindes Thun und Vornehmen , bevor He die Gefahr antreten gang genau und aufmerckſam fehen und außnchmen. 25. ber der Gebrauch des Spiegels ift für nchm .

der Krieg .

nemlich in der Gefahr felbften nohtwen . dig / damie man die Art und Weife der Gefahr fehe / und fich den Schreden nicheblenden laſſe/welches durch das von der TM Jeduſen Baupieweggekehrte Geo Richte bedeutet wird. Aus der Kriegsendigung folgen mo Wůrcfungen. Die erfte des Pegaſus Erzeug undEneftehung/ welche das Be. růchtetlar gnug bedeutet / allenthalben umfliegt / und den Sieg rühme. Die zweite ift / die führung des Kopfes der Mjedufen im Schilde / wetln mit die ſer Hülffsart / um threr Fürtrefflichtete willen , feine andere mag verglichen wer . den : finremahl / ein nahmhafftes merc . liches glüdlich gefiihrt-und vollbrachtes Fårnehmenalle Regungender Feine de gåume' und allen böſen Willen bercubr.

(

第 Jsou 8

Ens

Endimio / oder VIII. Endimio

oder Der Hofzärtling. to den Schäfer de Endimio verliebe / r sind fich ſeine 311 genteſin , einer ſehr fel. gamen Art gebraucht. Dann / metin fel. biger , in einer Erdenhole unter denen Latmiſchen Klippen zu ruhen pflegte / Fey die Luna offrerinahls vom Himmel herabgeſtiegen , habe ihren entſchiaffenen Schäfer gefüſt / und fich ſodann wieder an Himmel begeben . Auch ſey thme ſol. cher Müſſiggang und Schlaff feines weges ſchädlich geweſen / dann die Lus na habe entzwiſchen gemacht / daß ſeine Deerde / beydes an Feiftigkeit und Un. sahieſich glúckſeligſt vermehrte/alſo/daß feines andren Mirrens feineDeerde ſchon ner noch zahlreicher geweſen. Esſcheint, als gehöre dieſes Mährs

der Bofz & rtling .

$1 lein / zu der Sürften und groſſer Herren Thun und Sitten . Dann / felbiger als voller Gedancken / und-zum Argwahne geneigt/ nehmen ſcharffſehende fairwißige Leute/ von wachſamen und minder ſchlafo ferigemGemihte/ nicht gern in thre ver . traute Gemeinſchafft ant; ſondern viels mehr die jenigen , die fhiller Natur / und vol Gehorſaras feyn / und ſo viel vertra gen / als denen Fürften gefåde / weiter nicht nachſuchen und ſich ſolchergeftale verhalten / als ob ſie gang plump / unver . ftåndig /und gleichram eingerohlaffert w do ren/ und die leßlich ehe einen einfältiger Gehorſam / als eine léftige Beobachtung letften , Dann die Fürffen / rutſchen mitihrer Majeftat / gegen ſolchen Leuten / als wic die Luna von ihrem Himmet herunter , legen gleichſam ihre Perſohn ab/ ( dann felbigeimmerdar zu erhalten iſt ihnenan far einiger Laft ) und pflegen freywillig gank einheimiſch mit ihnen umzugchen / und gedenden / pie können es ganß ficher thun .

Dieſen Gebrauch / Batte Kaiſer Tibet C tj

Endunto / oder Tiberius / fonft ein wunderlicher Derri über alle andere, inſonderhete beobachtet; ben welchem / bloß die jenigen , Zärtlinge geweſen ,welchecine waare guteWiſſent ſchafft ſeiner Sitten hatten , doch ſolches Halbftarriglich und plumper weiſe verbtf. ren . Welches auch Konig Ludwig der XI. in Franckreich / ein ſehr ben . miſcher verſchlagener Herz in getyonhete hatte. Es wird auch in dem Mährlein /

nicht ohne fondere anmuht/ der Bote des Endimions gedacht / weiln es bey denen /dte dergleichen Herrengunft genteſ ferir gebrauchig tft / daß fie cinige luftige niedlicheAbſonderungsörrer haben / die Alegur Ruheund Erluftigung reigen / oh . ne die Saft threr Würde und Standes. Und diejenigen / dte dergleichen Zärtlinge feyn / hauſe thnen ſelbſt gemeiniglich wobi. Dann / ob rchon die Fürften fic erwann nichtzu groffen Ehren erheben / dannoch weiln fic ſelbige ans waarér Zu . neigung / und nicht aus bloffer Angele. geni .

der Sofzärtling. genheitſteben / pflegen fie ſelbige durch ihre Freygebigtelt zu bereichern. IX Die Rieſenſchweſter / oder Das Gerüchte . Je Dichtere erzählen / daß die von der Erde erzeigten Riefen / wider den Jupiter und die Götter Krieg ers haben , aber durch die Donnertculen regt überwunden und zerftreur worde. Gleich

wol habe die Erde durch ſolchen Zorn der Götter ergrimmt7 zuihrer Söhne Rache , das Gerüchte / als die terte Schweſter der Riefen /herfürgebracht. Die groſſe i7Jutter skrd ') aus grimm ' ob folchem Wüten derðtter / ſie gebár als Schweſter / wote man lagt / Ecens , Enceladons ; die letzte Krafft fie wagt AnSie /das jüngſteKind Sie war' imRies ſenbråten

S tij

Die Xieſenſchweſter / odet Erſcheint/ als fer dig der Zweck dieſes Mährleins. Durch die Erde / haben die Átten die Natur des Pöbels bedeuren wollen / der immerdar wider die jenigen / dte Gewalt über ihn haben / aufgeblaſen und Boßhafftigift; mit Verlangen all. geit Neuerungen zu gebåren. Dieſe Na. tur/ wann die Gelegenheir komme/ gebårt alsbald Aufrührer7 und Meuterey/ wel. dhe mit lorer. Verwegenhete darnach trachten / ihre eigene Fürften zu Boden Bu werffen und zu verjagen. Machdeme die Aufrühriſchen unter . bructe feyn / gebårt und ſtrene eben dieſe Natur des Pöbels / die algeit die ſchliño ften begonftige / und eine Feindin aller Ruhe ift / böfes Geſchren / und Ohren blåſereren / Klaggerhone/ Schmåte. Tchrifften / und dergleichen /am / Haß und unwillen wider die Herrſchenden zu erre. gen / dergeftalt / daß der Emporer Tha. ten/ und dieAufrühriſchen Gerüchteian Stamme und Geburt nicht, ſondern nur Auf gewife Weiſefür fich fubft/ unters ſchte.

das Gerüchte . rohieden reyn / mndemedieſes gleichrama Weiblein , jenes aber / Männlein ſeyn. X. Acteon und Pentheus/ oder Der Fürwißige. Ermenſchliche fürmiş / in Dach . ſuchung der Seimlichkeiten / und in dem perderbeen Luftverlangen / felbige ju wiffen / und zu erforſchen / wird bei denen Alten durch ziven Benſpiele im Zaume gehalten ; das eine/ ift vom Acteon /das andere/vom pentheus. Acteon / als er Dianen ohngefehr nackend erfehen / ward in einert Hirſchen verwandelt /und von ſeinen engenen Gun . den / dte er ernehrte/zerriſſen . Baum ftet. Pentheus /der auf einen gendeinen Zuſchauer der heimlichenpf. fere des Bachus hat abgeben wollen 7 ward zum Narren . Und ſeine Narrheits ware alſo beſchaffen : Es beduncte ihn / alle

Acteon und Penthousjoder

alle Dinge ſenen verdoppelt/ demnach fa . he vor ſeinen Augen / iwo Sonnen / und ito Ståtte Thebe/ derhalben / indeme

er.cylter nach der Statt Thebe zuzuge. hen / ſabe er gåhlings die andere i und gienge von der rechten jurud / zur andren zu gehenx alſo, daß er ohne alle Raft/ bald

auf bald ab/ unaufhörlich iteffe. Gleich wic pentheus dertZarz die Eume. niſchen Bauffen / zwey Thebe por fich ſtehn zwo Sonnen ſieher lauffen . Es ſcheint, als ob das erfte aus dieſem Mährlein / zu der Fårften i das zweyte/ ju denen göttlichen Geheimnuffen ges hore. Dann diejenigen / die von Fürften zu dero Schermnuſſen nicht gezogen wero -den / und dannoch ſolchewider felbiger Willen in Miterfahrung bringen/ wers den von denen Fürften gar gewißlich gehaft. Derhalben / weil fie Verſichere feyn / daß thnen werde übel mtegefahren werden / und daß man Gelegenheit und Fug wider fie ſucht verbringen pe cinco ben

der fårwisige .

ben gleich denen Hirſchen / gang forchl. ſam / und voll Verdachres. Ja es geo Schicht offemahls/ daß fie von thren engco nen Daußgenoſſen / der Sürften Onade ju erwerben /angeklagt / und ins Berdere Dann wo 016 ben gebracht werden. { andsfürftens Beleidigung offenbar ift/ da pflegt es ſo viel Verråhter als Diener ju geben ; alſo / daß ſolche Leute, gemei. niglich des Acteons Zuſtande unter. worffen ſenn . Des pentheus Unſfernt / war was anders . Dann /denten jenigen / welcher mte verwegener Künheit / ihrer Sterbo lichtelt wenig eingedenck / darnach trachj. ten / dte gotrlichen Geheimnuſe permit. tels des Gipfels threr hohen Natur und Vernunfftlehre / ( gleichſam auf Bâu . megeftiegen ) zu erreichen / ift die Strafo fe einiger Unbeſtåndtgkete und Urrheila. wandalmuht zubereiter. Dann / welln das Steche derNatur,ein anders /und das Göttliche, aber ein andersiß , wird ihnen nicht anderſt / als ob fic awo Sonnen ráben . Und weiln die Werckedes debeng / und

Orfeus/ oder und dk Wahle des Bilens / am Ver. ftande hangen i folgtgleichfalls/ daß fie niche minder am Willen / als am Wah . ne/ verructt / und nie bey ihnenſelbſt be fåndig ſeyn : alſo ſehen ſie gleichfals swer Thebe für ihnen. Durch Thebe / werden uns die Zwecke der Wercte ben Schrieben / welln Pentheus / in Thebe ſeine engne Wohnung/ und Zuflucht gee habt. Dahero geſchichts / daß derglei. den { cure / niche wiffen / wo ſie hingehen ſollen / ſondern ſeyn in der Summa threr Anſchlåge nngewiß/ und werden ( gleiche ſam von Weden umgetrieben ) in fonder. baren Sachen umirzen und durcjach . ter werden .

XI. Orfeus / oder Die Vernunftlehre. 28 Mährlein /fo vom Orfeus aus. geſprengt wird/ Cooch gleichwol oh . # ¢ einzigenſgetreisen Ausleger ) ſcheint / als

die Vernunftlehre. als wolle es uns die gleich oder ånlichkcie der ganzen Vernunftlehre fürftellen. Dann / durch des Orfeus Perſon / (als cines wunderbaren recht göttlichen Men. robens/ der in allemWohlaure erfahren geweſen / und durch liebliche Arten alle Dinge überwunden und zu ſich gelocket ) kan man durch einen ſehr leichten Weg zur Beſchrcibung der Vernunfftlehre führen ; zumahln / des Orfeus Mühe und arbeit/ des Tercules feine/ berdes an Würde und Stårate libertreffen / co ben auf die Weiſe / wie die Wercke der Weißheit 7 der Stårcke Wercken din Ruhm entführen . Orfeus / gerichtes aus tragender {tebe gegen ſeinem durchs den Unzeitigen Tod ihme weggeriſſenem Weibe, in die Gedancten / ( Rich auf ſet ne Seyer verlaſſend ) er wolle in die 580 € hinab teigen 7 deren Geifter durch ſeine Bitte zu bewegen ; ward auch in ſeiner Hoffnung niche berrogen . Dann ſelbt. ge wurden durch die Süſſigkeit feines Gefanges/ und ſeines Klanges /verföhnt und erweicher unddahinfoermocht /daß ibmc e uj

Orfeus / oder do thme zugelaſſen ward / fein Weib wieder mirzuführen : doch mit dem Bedinge / daß fie thmenachgehen / und ſo lang / bus fiewieder ans ( iecht fåmen / er nicht zu rud ſchauen folte. Welches cabér von

ſeiner { tebe Ungedule und Sorgfalt ge. trieben , als er foon gleichſam in ficherhee geweſen / nicht hielte ; alſo , daß der Ver . gleich gebrochen ward/und fic alſo wiedet miegåhem Sturge zur Höllen verfanda Von ſelbiger Zeit an , begab ſich Ørs feus gang betrůbt und allen Beibsbil. dern feind/ in die Bildnuffen / in denen er anfänglich durch ſeines Geſanges { tebe lichtet alle wilde Thiere an ſich soge/alſo daß fie ihre engene Naturen ablegend , the res Grimines und Bildigtete vergaffen , nicht mehr von der Geylheit Stacheln und Witt getrieben wurden / auch ſich gang nicht achteten ihre Gefräſſigkete ju ſättigen 7 noch, dem Raube nachzutrach . ren, ſondern ihn als in einem Schaupla. Be rings umgaben / gang heimlich und sahm gemacht, und einßig und allein auf Anhörung ſelbiges Leyerihons serpicht. Auch

die Vernunfftlehre.

Auch endete fich

dieſes Werck btermte noch nicht / dann dieſes Seytenſpieles Mache und Krafft/ware ſo groß, daß fie auch die Wålder und ſelbften Felſen ben wegte /welche ſich aus ihren Steden erhu . ben / und zu ihme fich verfügten / thn in fchöner Ordnung und auf, wohlfåndige Art umgebend .

ais thme nun dieſes: eine Zettlang glücklich und hochAverwunderlich gelun . die ThraciſcherWeiber/ / gen erregten durch des Bacchus StachelUnſinnig gemacht/efflich durch das erſchrödliche Gerhøne eines heiferen Sornes / ein ſol. dhes Geräuſche daß ſeine Thonkunft nimmer konte gehorewerden : alſo / daß endlich deren Krafft/ als das Band dte. fer Ordnung / und ſchoner Geſellſchaffe / aufgeloft / und alles in Verwirrung 16 bracht ward ; und indemędas Wild / je des ſeine Natur wieder annahmen/begun. te eines das andere wie vorhin zu verfol. gen / und noch dieWålder / noch die fels fen / an thren erften Dertern zu bleiben. Orfeus felbft ward von ſelbigen wüten . den sti

Befeus /oder den Weibern terlich serfleiſcher und ſeine zerftreuer. Stücke auf ſelbige Felder berum Um deffen Todes wegen / der Delicon ) ( ein denen Kunſtgottinnen geweyter Fluß) vor Trauren und Schmerken er . Börner ſein Waſſer unter dte Erdezoge ; und leglich ſein Haupt an andren Der tern wieder herfür ftreckte. Es ſcheint í alsrene das die Meinung diefer Mähre. Des Orfeus Gefang / tit doppelt geweſen , der cineoleholiſchen Geifter zu verſöhnen ; der andere diewil. den Thiere und Wålder an ſich zu fichen / bequemt. Der erſte/ kan füglich auf die Natürliche / der andere/ aufdteSirreno und Staatsvernunfftlebre gerichtet wer, den . Dann /der natürlichen Vernunftlebre waareſt edelftes Wero /ißt eben die Erſe. xung und Erneuerung der verweslichen Dinge / ( welches gleichſam niedrigere Staffeln der natürliche würckungê feyn ) die Erhaltung der Eörpere in ihrem Stande, und die Aufhaltung der Auflóe ſung und fåule.

Welches / gefeße das es geſcher

die Vernunftlehre.

geſchehen könne / gewißlich auf teine an. dere wetſe Werftcllig gemacht werden kan / alſo durch der Natur gehörig-und auserleſene Mamigungen / als durcheine Wohlftimmung der eper / und voltom . mene Einſtimmung. Gleichwol/ weiln folches allguſchwår und hare ift , wird die Berckfelung meiſtens nichterhaltē ;und dieſes um teiner anderen Urſache willen / Cric es waarſcheinig ) als wegen des für. wizigen unzeitigen Fletes /und Unges bult. Derhalben / tehre ſich die Vernunft. lehrer die zu dieſem Wercke nicht erfleck lich , und deßwegen billig rotwärmühtig worden / zu menſchlichen Dingen / floft der Menſchen Gemiihtern durch Bere. dungen und Wohlredenheitstraffe die Tugend-biūtchbetrs uñ Friedensliebe ein / und macht / daß die Völckermånge ſich zuſammen vereinigt, und das yoch der Sefere willig annimme/ fich dem Gebtere unterworfft / und der ungezähmten Nefe gungen vergift/ die Lehrgebote der Zucht anhört/

Orfeus / oder

anbort/und ſelbigen gehorſamt ; woraus folgends folgt/daß Räufer undStådteaz . bauct/ Felder und Garten zugerichtet und mit Bäumen beſetet werden : alſo daß nicht ungereymtgeſagt worden /dte Felſen und Wålder , reyn vom Orfeus zuſam . -men beruffen und verſekee worden. Und dieſe Sorge das burgerliche Weſen in gu. te Ordnung und Erfindungen zu richten / wird erſt nach dem Fürnehmen /den fterb lichen lett voltommlich aufzurichten / wann es aus allen Krafften verſucht und leklich vergeblich erfunden worden / geo rest; dann / wann die unvermendliche Podsnohrwendigkeit deſto ſcheinlicher er. kenntwird / fo raumt ſie denen (aren eta nen Sinn ein / die Ewigkeit durch Ver. dienfte und chrliche Gerüchreihres Mah . mens / iu ſuchen . Zu deme/ wird dem Mährlein gang weißlich zugefekti Orfeus / babe ſich der Beibsbilder und des Seurahtens enty fchlagen. Dann die Kinderliebe halten die Menfchen mehrebells von gmaifen Dino gen /

die Vernunftlehre.

gen / und hohen

Verdienften gegen dem

gimeinem Weſen ab / indeme pe fich be gnigen laſſen / die Unſterblichteitdurch Fortpflankung und nicht durch Tharena zu erwerben. Es ſeyn auch die Bercke der Weis. hete / wiewol fedte anſehiidiftenunter ale len menſchlichen Dingen ſeyn / dennoch threr Gefahr eingeſchloſſen . Dann es geſchiche / daß nach demne Königreiche und Gemeinden , eine Zeitlang in guter Blübe geftanden / fie offrmahis hernach Zerrüttung / Aufruhr / und Krieg ent finden : unter deren Geriimmel / erfilich die Gefereſchweigen ; Dann / die Men . fchen zur Boßheit ihrer Matur widerteh ren ; ja das Verderben und der Unter . gang iår fich auch gar an denen Feldern und Ståtren ſehen . Und wo folche Wurlang ware/ wers denauch die guten Kiinfte und die Ver. nunftlehrebalo drauf ohne zweifel gleich 1 ſam derkerzet/ alſo , daß an wenigen Orie atliche Suce darvon , als wie die Breto terdrümmer von einem Schiffbrucherger fun

betmedek

babareten noch werden ; und das Belicomiſche nchmen zu ; Waſſer verſincte unter die Erde / biß es awan / kraft der gebührlichen Weltån. derung / zwar nicht eben am vorigen Dro */ fondern ben andren Woldfarten wie der herfür guilt und ſich ergieft.

Der Himmel

Der Urſprung JcDichtere fagen /der Himmel ſen der altefte aus allmt Odttern /und deffen obatur babe felbigem ner Siche das Geſchicchreglted abge. án Mhmht habcatur nus ein groſſes Geſchleche erzeugt, aber doch alsbald ſeine eigene Kinder ge. fotowetchupiter chem Gefråffe entwiſcht und als er zu rete nen Jahren fommen habe er feinen Va. ser Saturn in die de perftoffen / und

der urſprung. ſeibigem ſein Reich abgenommen :-ja er babe thme eben mit der Sichel des e ſchlechtsglied abgeſchnitten , mit deren er es feinem Vater den Himmel zuvor geo than harte / und es in das Meer geworf. fen ,aus welchem hernach Venus geboh. renworden . 218 Jupiter noch kaum im Reiche beftårrige gewefen hat er tween farce Kriege gehabt. Den erften wider die Titanen / in welchem er fich der Hülffe der Sonnenbedient/ als die allein unter allen Titanen es mit dem Jupiter hiel. te/ welches felbigem ſehr zuträglich ware. Der zweyte/ ware wider dieRiefen /wel. che gleichfalls durch die Pfeile und Jus piters Waffen zerſtreut und bezwungen worden; alſo daß Jupiter hernach in Sicherheir geherrſcht hat. Dieſes Mährlein /ſcheint ein Råklein / von aller Dinge Urſprunge/ ſo nicht viel . von derjentgen Vernunfélehre unter rehteden iſt / die hernachmabis Diemos critus behalten bat : welcher viel tlårer Als

Der Zimmel, oder

als alle andere die Ewigkeit des Stoffes fürgegeben , die Ewigkeit der Welt aber/ widerſprochen hat. Worinnen er der . Schrifft erlicher maiſen fich genåbert/ de. ren Erzählung von denen rechs Schop. fungstagwercken / uns den ungeformten Stoff fürftellt. Derhatben ift dieſes der Verftand ge.. genwärtigen Mährleins: der Dimme ſey dasjenigehohle / oder der Umfang /ſo den Stoff in ſich beſchlieft. Saturnus/ ſen der Stoff felbft / der ſeinem Varer aden Weg zum Erzeugen abſchneide/ weiln dte Viele des Stoffes immerdar ef nerley iſt/ indeme die Natur /in ihrer Vie . le 7 weder wachſen noch abnehmen fan . Dte Regungen und Bewegungen des Stoffes /baben erftlich die unvolkomen . und übelvereinigten Zuſammenfügungen der Dinge / gleichſam als Verſuche der Welt herfür gebracht. Aber mit Ver. lauffe der Zeit/ ſeme der Bau gebohren worden / der feine Staltung bereit ſchů. hen und erhalten fönnen . Derhalben wird

der Prſprung .

wird uns durch des Saturnus Reich die erſte Zeitaustheilungbedeutet / und um der offteren Auflöſungen und furßen w & ungen der Dinge willen/ ift Satur, mus vor einen Frefferſeiner eygener King der gehalten worden . Die zweyte Zdraustheilung/ wird durch Jupiters Reich verftanden /wel. cher ſolche Atåre Veränderungen in die Bollegejage hat. Die bolle/ bedeutet dte Verunruhigung / und ſcheme / als reye file der jenige Raum / der mitten soi. fchen dem unterſten Theile des Himmels/ und denen innerſten Theilen der Erdeift : in welchem Raumeſ fürnehmlich dic Verunruhigung / die Gebrechlichkeit / die Sterblichteii 7 oder die Verweſung gefunden wird. Und unter wårender ſolcher erfter Erzeugung der Dinge / ( als wie unter Saturnens Reiche geweſen wird ge. Fage/ daß Venus nochnicht gebohren ge weſen ; dann , indeme in dieſemAdem /des Stoffes / die Uneinigkeit vor der Eins tracho

Der Simmel/ oder

tracht die Dberhand erhalten , beſchahe dieånderung nohrwendig überall, und al. ſo auch am Hauptbaue Feltr. Und alſo ware dk ergugung aller Dinge befchaf. fen / ehe dann Saturnus geſtimmelt worden . 218 aber die Erzeugungsart aufges

höre/ fen alsbald die andere darauf er. folge/ dke vor die Venus ausgegeben wird; nachdeine bereit die Eintracht der Dinge/ erwachſen geweſen / und über die Uneinigkeit den Vorrhetl bekommen g6 habe : alſo / daß die Änderung nur an Stucken beſchehen / der Hauptbau aber / gang und fåft verblieben .

Nichts defto.

weniger / wird geſagt / Saturnus for vom Reiche verftoffen und verjage / aber nicht gerödtet oder gar vertilgt worden : dann es giengeder Bahn / die Welt kone te wiederum in die alte Verwirrung und Zwiſchenreiche gerahren und fallen / wie dannLucretius gebetten /daßes nicht zu feiner Zeit beſchehen möchte.

der Vrſprung. Das Olack / fo alls beherzfcht / gar wert ogs von uns wende ; zicht würdlich / durch Vernunfft uns nur die probe ſende.

Auch nachdeme die Welt ſich durch ibre { aft und Macht befeſtigt/wil ich doch gleichwol nicht, daß ſie gleich anfangs Ruhe gehabt habe :: ſondern/ daß erftlich in denen Dimmelsgegenden mercflidhje Bewegungen erfolgt ſenen / welche durch die ftårsfeder Sonnen /Clodie Herrſchaffe unter denen himmliſchen Kirpern führt) dermaſſen beruhigewoorden / daß die Welt in ihrem Stande erhalten wurde.

Und

daß ingleichen nachmahls auf denen un . teren Dertern in felbigem Anfange ich ziemlich durchgehende Waſſergüffc/ un gewittera Winde und Erdbeben erengnet haben , alſo / daß nach deren Unterdruk. kung und Zerftreuung/ die Einigkeitaller Dinge/ viel währbaffe und ftiller worden ress. Aber/ von dieſem Mährlein / tan eines and das andere geſagt werden / daß ſo wobl

Proteus / oder wohl das Mährlein die Vernunftlehrer und die Vernunftlehre das Mährlein in fich begreiffe. Wirwiſſen / dem Glau . ben nach / daß dieſe Dinge nichts anders reyn / als Göttliche Weifagantworten des Sinnes / welche bereit vor langer Zeit vergangen ſeyn und aufgehört ha . ben ; zumahln beydes der Stoff und der Bau dieſer Welt 7 gang warhafftiglich aufden Schöpfer bezogen werden . XIII. Proteus!

ober Der Stoff. Je Dichtere erzählen / Proteus babedem Kleptunys für einen Sirten gediene / rer alt und ein Waar. lager gereſen / ja ein höchſtberihmeer Waarſager / und dreymahlder höchfte: derhalben waren thmenichtallein diezu. fünfftigen Dinge bekannt ſondernauch die Vergangen und Gegenwärtigen ; alloy

der Stoff

alſo / daß er über das Waarſagen gleich ſam ein Ankündiger und Ausleger des gangen Alterthums/ und aller Geherm . nuſſe geweſen . Er wohnte in einer groß. ſen Bšle / und dafelbft pflegte er um ren Mitrag fetne Waüfiſchheerden zuzählery und fich folgends dem Schlaffe zu erge. Wer Ach feiner in trgend einer ben . Sache bedienen wollen /tonie feinenzweet auf teine andere Weiſe erreichen , er mu fte ihndann bey denen Armen ergreiffen Und und an eine Kette anſchmieden . er pflegte7 loß zu werden , ſich in alle Bc. ftalten und wunderbare Dinge umzufor. men / das iſt/ in Feuer/ in Waſſer und in ein wilde Thter / fo lang biß er teglich wieder in ſeine eygentliche Geftalt tehrte. Esſcheint/ ob gehöre der Verftand dieſes Mährleins/ zu denen Gebeymnu 3 fender Natur /undzu denen Berchaffen . Unter des Pro heiten des Stoffes. teus Perfon / wird der Stoff bedeutee das älteſte aus allen Dingen nach Gorra Der Stoff / 'Wohne unter dem Bemol bedesimmels/ als in einer Hote : und ift

Proteus / oder

iftein Knechedes Clepturtus; dann al. le Würdfung und Außrheilung des

Stoffes / übt fich fürnehmlich in denen Alicffigen Sachen . Das Proteus Heer. derii nichis anders / alsdie gewonlichen Arten der Thiere/ Gewächſc / und Aerße/ in welche es ſcheine daß ich der Stoff er. gieſe/ und gleichfam verzehre/ alſo daß nachdeme er dieſe Arrangeforme und ver. ferrigt hari ( gleichſam als habe er ſeine Schuldigkeit abgelege ) 48 ſcheint als Schlaffund ruhe er / fonder einige Nach . rradtrung, vor fich /oder Gerechtlung zur erzeugung fernerer Arten . Und diefes bedeutet des proteus såhlung ſeiner Heerden / und ſein ſchlaffen legen . Und geſchiche ſolches ,um den Mitrag/ nicht desMorgens noch Abends .; dann die Era jeugung / wie auch die Verweſung der Dinge beſchicht nie alsin der bereitreif fen und rechtmäſſigen Zeit/ wann der Dinge Arten von dem behörig.fubereite. ren und zum Voraus wolangcordneren Stoffe herfiir gebracht werden . und dieſeZeto , muß das Mirret ſeyn /wiſchen

der Stoff. der Dinge erſten Anfängen / und deren tegtem Alter : maſſen wir eben aus H. Schrifft wiſſen , daß ſolche Micrelseit, in der erſten Schöpfung / einer jeden Arty Dann in kraffe des Gotty geweſen ſeye. lichen Wortes /Eswerde! iftder Stoff feio nes Schopfærs Befehle/niche erft ſeinem Umſchweiffe nachgegangen , ſondern als. bald zugeloffen / und hat ſein Werck au. genblidtlich verricht , und die Art geg macht, Bik hieher relde das Mährlein vom freuen ungebundenem proteus / mie Feinem Viehe ; dann /diefes Ades /mit fete ner gewonlichen Zuſammenfiigung / ift eingewöhnlicher Bau / und das uneinge. jwångte unverbundene Angefichte dest Stoffcs /tft von der Heerde der ftoffbaren Ding '. Nichts deftomninder / wann irgend et erfahrner Diener der Nacuri dem Stof fe einigen Zwang anthut / und ſelbigen durchåchiet/ und überlåftige / gleichfam ' wilens und des Fürſages felbigen zu nichte zu machen ſo wird ſich ſelbiger 2 tj hinge

Proteus / oder hingegen / (weiln die Zernichtigung und gånsliche Zerſtörungi auffer Sötrlicher Pumache nicht beſchehen fan ) wann er in ſolche Nobe gerahten / in wunderbare Verwandlungen und Geſtalten verteb . ren / und hin und her windent ſo langybiß erleßlich ſeinen Kreyß fchlieft / undnach erfreckung feines Zieles / gleichſam wie . der in ſein altes Weſen fehrt/ wo anders die ſchickbare Gewalt anhält. Und die Art felbigen ju binden und zu zwingen / wird am leichteft-und fchleunigften feyn / wann der Stoffbey denen Armen /das ift, bey denen sufferfien Enden ergrteffen wird , Was følgends das Mährlein vom Proteus hinzuſehe / daß er ein Waar . fager und der dreperler Zeiten kundig geo weſen / fchicke fich auch ſolches gar fein zum Stoffe. Dann /es ift vonnöhten / daß wer eine vollfommene Kundigung der Eigenſchafft und Zunehmung des Stoffes hat, auch zugleich die Summe aler Dinge begreiffe / dte berett geſche Hen feyn /die geſchehen / und hinfüro ge.

det Stoff

ſchehen werden : ob ſchon rolche Er tanntnuß fich nicht auf die Suicte und ein jedes Ding infondetbeft er Arece.

XIV. Nemmon / ober Der Fræðseitige. Fi Dichtere/haben geſagu tema non fey ein Sohn derMorgens robte. Selbiger begab ſich mit febe. nen Baffen prangenb / undbey dem gem meinen Manneſehr berühmt/ in Trojas

niſchen Strieg/ begierig, hochftes Lobzu erroerben / undweilner allzugåb und enlig draufware/unterfund erfich den Achil. fes als den dapferfte aus allé Griechen / zum Kampfe heraus nu fordern , von der Jupiter truge ein Fen Band er file. Mitteiden darob / und erwedre thme zu Chren /unterwärender ſeiner Leichbegång, nuß/ einige Voget,die ihn mit ersårmite chem Klagseſange gleichſam unaufhör. uch

Yemnon /oder

lich trauerten .

Man fage audy / daß /

wann die aufgehenden Sonnenſtraalen auf feine Bildreule gefallen / habe ſolche dieEigenſchafft schabt, einen flåglichen Klangvon fich su geben . Es ſcheint als gehöre dieſes Mährlein auf die Jünglinge von groſſer Doffnung / die geſchwind ein unglüctliches Ende nehmen . Dann dieſe feyn eben als Sih. ne der Morgenrohre/ ob der Schönhett tyyteler åufferlicher Sachen aufgeblaſen / pochen aufthre Starct</ und fordern die allerftårcfeften Geldet heraus; und weil fic felbigem im Strette nicht gleich fonni / fallen undkommen fleum . Derer Tool pilegtson einem langen Mitlenden beglet ret fu werden : dann unter der fterblichen Menſahen Unfällen / ift teiner ſo beroein , bår / und ſo träffrig zur Mielendenserre gung, als wann man ſicher/ daß dteBlů . be der Tugend . / durch ungetriges Ende abgehauenwird. Beiln fichdas erfte Alter nicht ſo weit erſtreckt hat/ daß es båtte entweder Sättigunggebåren / oder Neid

der frühzeitige. Netd und Das erwerben tomen /dadurch die Todesberrůbnuß hätte eine Erleich . terung / und das mitlenden eine Mari Und derohalbeit gung friegen mögen . fliegen die Betlagungen und das Lend. weinen , nicht nur wie jene Todtenvegel um dero Grab herum / fondern / dieſes Mitlenden und Erbarmde / wäre auch eine Zettlang / und wird fortgefert; -ab fonderlich in gewiffen neuen Regungen / Begebenheiten / und Anfängen hoher Dinge wird der Verluſt folcher Per. ſonen / alß durch die aufgehenden Muro gen Sonnenftraalen / mit ſchmerkliche Gedignus erfriſcht. XV . Eython ober

Die Sattheit. Esst

ein alterliches Mährletr / das

robte erjåblewird : wie fich felbigein Ditij thu

Tithon / odete

thn verliebt habe/ und verlangend /ſeiner immerwårend en genteffen / die Gnade vondem Jupiter geberen / daß Tithon unſterblich ſeya mochter habe aber / aus meiblicher Unachtfattetrí vergeſſen / th. rer Bitte beyzuferen / daß er auch nie. mahl vom Aiter mochte beſchwert wer. den. Und alſo ward Tithon von der Sterbensſchulo befront. És funde a ber nicht langan , daß thn ein wunderſam 11110 elendes Alter ergriffe/ wie deme noht. wendtg begegnen muß / deme das Aterben verfagt ift / und das Airer immerzu beo (chwärlicher wird. Sogar/ daß Jupi. t r zum Mitlenden ob ſeinem etenden Brandebewegti ihn terlich in einen Gril. Ion verwandelte. Es ſcheint, als wolle dieſes Mährlein , ein ſcharffſinniger Entwurff und waare & eſchreibung der Wolluſt ſeyn / welcher anfangs / als um die Zeit der Morgen . rihte / fo wolgeſchmack ift / daß die Laure wiinſchen , fiemocht immerwåren ; und vergiffin / daß deren Såtrigung und Ur. druß/ als wie das Alter / thnen bald wanne Rees

die Satchelt. fie es am wenigſten gedencken / auf den Halß kommen werde . Alſo , daß der Menſch / den Gebrauch der Luftentfing dung verlierend / und doch gleidjwol das Berlangen und die {tebe darzu bebaltendi bloß mir Schwagen und Erinnerung der in Oem friſchenAlter genoſſenen Lüfterrich beluftigi. Welches mir offemahls an Getten und Kriegsſenten geſchchen /ſe. ben ;. diel jene ihre Unzuchren , dieſe / ihre Charen / gar offtzu erzählen pflegen / des nen Grilen ånlich , derer Kraffe / blok to der Stimme befteht. XIV . Der Juno Freyer /

odet Die Schande Je Dichtere erzählen / daß Jupts ter / ſeiner Buhlerenen zu genier ſon 7 viel-und mancherlen Seftalten angenoinmen / eines Ddren , Adlers/ Schwanes / Goldregens. 318 er aber um

Der Juno Freyer / odet um die Juno angehalten ,fagiman , babe er die allerunedelfte t verachreft , und Schimpflichfte angenommen , welche eines clenden vom Regmynd ungewitter gang gebaderen zirerend-und halb rodten Ku. Euts geweſen . Dtefes Mährlein / ift fehr Werninfo Hig, und aus dem innerften menſchlicher Steren heraus geklaubt. Delfen Ver. fland tft/ die Leutefolen ihnen ſelbft niche alguviel gefallen / gedenctend / die für. felung und der Prache threr Tugend / tonne pic ben allen und jeden in Anfchen und Ounft ſeren . Dann ſolches / ge. råhrnur / Inach der Natur und den Str. ten derjenigen , denen ſienachgehen / und aufwarten . Dann reynes {eute / die mte teiner ſchöner Eigenſchaffe oder Samucte genteret fenn , ſondern / von Natur Stolk und Boßhafft / (welches uns nimer der Juno Seftale fürgebildet wird dann ſollen die Anforderer wiſſen , daß fie alle Perfon ablegen ſollen /die auch nur das alergeringfteeiniger Erbartet und Würde nach nichstehe; und werden fic et

oke Schande.

fie einen andern Weg nehmen / ſollen nie verſichert feyn / daß fie nicht flüglich handien. Auch ift co nicht gnng daran , wann man ſich gegen ſolchen Leuten zit einigem Dienſtbarkeisunflate erniedrigti wann man ſich niche zugleich völligin i. ne ſchlechte Perſon verwandler.

Cupido

oder DieLiebe. Je Dinge fo ber denen Dichtern vom Cupido oder von der Liebe erzählt werden / fönnen niche alle einer Perſohn zugeeygnet werden . Doch reyn fie dannoch ſolcher geftale mißhålig / daß der Perſonen Verwirrung verworffenz aber die Gleichheit behalten werden Sie erzählen / die Liebe/ fer mag . die åleefte aus allem S8tter Øeſchlechte A auch derhalben aus allen Dingen / auſſer des erften Weltklumpens / welchen ſle gleich -ale machen .

Aber/ wie dieſemal.

Cupido/ oder

len / ſo ift der Weltklumpen von denen Atren niemahls Göttlicher Ehre noch Nahinens gewürdige worden. Und die. fi liebe wird gånglich ohne Eltern einge. führt / auſer daß fie ettiche zu einem Eye doit lacht machen. Sie aber hat ausdem Weltklumpen ( Chaos von ihnen ge nenne ) ale Sftrer und andere Dinger erzeugt. Jhr werden vier Eigenſchaff ren sitgemeſſen ; Ste reye immerdar ein Kind /blind /nackend unein Boger ſchůg. Es ware auch noch eineandere diebe/ dtejiingfteunteralenØótcern und ein Sihi der Venus / welchem gleich fals die beſagten der allerålteſten Liebe Eigenſchafften / sugemeſſen worden / und auf gemiffeweiſe gehören . DasMährlen /gehört und zielt auf die erfte Geburt der Natur. Es ſcheine ALS ren diefe Liebe / der Luft / oder der Antriebſtachet des erſten Stoffes oder Eis beſſer zu erläutern die natürliche Ber # gung des Sonnenſtaubleins. Dañ duris ift dic alleråtreft und einßigemacht ok

die Liebe.

die aus dem Stoffe /diefes allesmache und formet. Sie hat teine Eltern / weil fie an feiner Urſache hångt ; die Urlicheaa ber / ift gleichſam der Vater der Wür. dung : nun fan in der Natur / ( welln wtr Šort allzeit ausnehmen )feine Urſache dieſer Mache oder Krafft / gegeben wer. den / weit tein Ding che als ſelbige gerde Fen ; derhalben bat fie auch keine Ma. chung / noch fonft etwas anders daß der Matur betannter wåre / und alſo weder. Geſchlecht noch Geftalt : daher fiet wie ſie auch leriich ſey / Sakweiß / und unausleglich ift . Und wann man auch ſchon ihre Wereund Zunehmung wiſſen tonte, kanman es doch nicht als ihre Ur. fachewiſſen , weiln / ( nach Gorie ) diere Krafft die Urſache aller Urſachen und ſelbft ohn Urſache iſt. Auch ift keine Sofo nung, daß thre Weiſe / in menſchlichen Machforſchung Haffrén / oder begriffin Herden tonne. Wirddannenhero mit vernünffiiger Urſache gedichtet i ple ren ein von der Clacht gelegtesEn geweſen . Inmar. D

vij

beiei

Cupido / oder beie 7 der H. Vernunftlehrer fagt alſo: GOTT ) bat alle Dinge ſchon ges macht jedes zu ſeiner Zeit und die Welt dem Wortftritte der Mens ſchen überlaffen / doch ſolcher ges ſtalt / daß ſie nicht können das Werck finden das GOTT gethan hat/ von Anfange biß zum Ende. Dann das Summariſche Geſeke der Natur 7 oder aber die Krafft dieſes Cus pido /vonOtt denen erſten Sticlein aller Dinge um ſich zu vereintgen ange. druđe / ( aus deren Widerholung und Vervielfältigung, aller Dinge Mannig. faltigkeit geboren undformtrt wird ) kan swar der Menſchen Gedancken obenhin fachte berühren/ aber ſelbige ſich nicht in . terwirfftg machen. Der Griechen Vernunftlebre/wird in Baarnehmung der Anfänge der ftoff baren Dinge 1 ſehr ſcharff und emfig er. funden : aber in enidedung der Anfån. geder Bewegung ( in welchen alleKrafft der Würckung beftcher ) finden wir ſela bige

die Liebe. '

87 bige nachläſſig / und ſochrend/ und fona derltch ſcheine es / daß fie in deme /worvon wir anjekt reden / gang unvollkomlich fies het und rede;' dann der Peripatetis fchen Wahn vom Antriebe des Stoffes/

wegen der Beraubung / hat nichts alb lauter Worre in fich / klingt nur von der Sacher erweift fe aber nicht. Die jeni gen, die ſolches auf Sort beziehen / reden recht / ſteigen aber mehr Sprungs-alb Staffelweiß darzu ; dann zwenfels ohne ift ein einiges Summariſches Gefeße von Gott nachgefert/ mit welchem die Natur mit unterlaufft ; eben felbiges / daß in obenangezogenem Serre in diefinWorren begriffen ift : Das Werd! welches Gott gethan bat von Anfangebiß zu Ende. Aber Democritus / welcher die Sam che cowas höher betrachtet hatte / nachde. me er ſein Sonnenſtåublein mit eini. gergroſſe und Geftalt verſehen / engnete er ſelbigem ſchlechi hinsegnur einen Cus pido oder eine Bewegung / Vergleich ungsweiß aber / wieder einen andern zu. Dann

Cuptoo / oder Dann , er ware der Meinung , es lauffe alles eigentlich dem Wermitteltupfe zu/ dusjenige aber / was mehr Stoff in fidh faffs, well es mit mehr Gefchwindigteit dem Mittetrupft puigche/ fchlagedasjeni. Be was weniger in fich hålt/ und treibe es gegen dem Widerſpiele aufwårrs . Es ift aber and dieſer Gedanden alguieng gea weſen ,und hat auf weniger als vonndh . ten gethan / gezielt ; weiln dtefem Anfan . ge weder der himmitſchen Körpere Um. freiß/noch der Dinge Erweiter -undin . stehung, bequemt werden können . Epicurens Meinung/ von Bewe. gung der Sonnenſtaublein / und ihrer

zufältgen Regung / tf fur bloffen Plau . derei und Untundigkeitder Sache / ge diegen. Derowegen fieht man / mehr als wirgerne wolten / daß ſolcher Cupid 00 / von der Nacht verhilltir. Nun laft uns dte vier dem Cupido jugeſchriebenen Eigenfihafften betrach , ten. Er wird ſehr wohl als ein klein und vin immerwårendes Kindkin beſchrieben . Dann

Die Liebe

Dann die zuſammengeſerie Dinger fern Mannbar und dem Aker unterworffen : aber der Dinge erfte Simen / oder Som nenſtaublein , feyn flein / und bletben in immerwårender Kindheit. Es gehe auch ſehr wohl an /daß erat, tend tft /weiln alle zuſammengeferte Din . segleichſam vermummet / und ſoman es recht beſteherverkleidet feyn ; und ift en gentlich nichts nackendes daran / als fele bigeerften Studleirt. Deß Cupido Blindheit / führt eine hochvernünftigeGletchnuß infich. Dann dieſer Cupido / (mer er auch ſeynmag ) ſcheintgar wenig Vorfichrigtettzu haben; ſondern / er gibt nur auf das nechite sui Dahero dte wie die Blinden tappend. höchſte Osteliche Vorſehung/ aus denen von aller Vorſichtigtett allerleereften Dingen / dieſeOrdnung und Schönhele aller Dinge mit gewiſſem ewigen cſerer beraus tlaubt. Dieligte Engenfchafft ift / daß er en Bogenſchüße ift: 0.t. Dieſe Krafft / ift fo beſchaffen / daß fie von ferne wursten und

Cupido / oder

und daß dasjenige/was ſie gegen dem ent. ferneten würcke ſobeint/ als ſchoß fie et. nen Pfeil ab. Und wer das Sonnens ſtåublein und das Leere feke/ der fiihre auch nohtwendig des Sonnenſtåubs leins Krafft ein / die zum Entferneten würdt. Dann / wåre fie nicht alſo be wande, fönte ( um des Zwiſchenſages des Leeren /wilen ) keine Bewegung errege werden ; ſondern / es wurden alle Dinge fchlummern und unbeweglich bleiben .

Was folgende den jüngeren Cupido betrifft / wird ſelbiger gar billich für den jinaften unter allen Göttern ausgegeben ; weiln felbiger nicht bar im Schwinge gee alleArten be ben tönnen , bis daß erftitch Atimmet geweſen . In welches Beſchret bung ſich die Gleichnuß biegt und nach denen Sitten richtet. Nichts deftore. niger / hat er gleichwol einige Gleich. förmigkeitmit der alten Liebe. Dann die Vertus erwecte und enrzinde durd . gchendedie Neigung zur Erzeugung/ thr SohnCupido abery engnetſolche einem jeglichem Unterftande infonderhett 311. Dero

die Liebe. Derhalben tommt von der Venus die durchgehende Zubereitung / vom Cupis do aber / die noch genauere Gegenein . ftimmung her. Und alſo hångtdieſe an näheren / jene aber / an höheren und ſo su fagen ewigen Anfängen / und gleichſam an jenem alten Cupido / vonwelchen alle Gegenneigung berfommt. XVII1. Diomedesi

1 ober Der Enfer. Ndeme Diomedes in trefflichem jroſſen Ebren eraltete / und bey der Palasin hohen Gnaden ftunde/ward er durch fie beredt / (maßen erfiir fich ſelbft mehr hurtig ware als vonnöhren gewe Ten ) daß / wofern ihme in der Schlacht die Vemus aufſtoſſen wurde / er ihrer nicht verſchonen ſolte. Welches er auch ticklich vollenzoge/und die Venus in den rechten Arm verlegte. Dhefe That 7 siengs

Dtomedes / oder gienge ihm eine Zeitlang ungeftrafft hin . Er tehere durch ſeine Thaten bes rühme- und hochachrbar in fein Vater. land/ vont dannen er, nado vidlem außge. Aandenem Unglicte / gezwungen ward / in die Sremde in Italien ju enrreichen, Dort glenge es thme gleichfals anfango glüdlic / ind genoſſeer der Herberge des Röntges Daunus / und ward von ſelbto gem mirvielen Geſchenden verebrt, ib. me wurden auch in ſelbigen Sanden vieler Orten Bildfeulen zu ehren aufgerichtet. Als aber dem Woldte / slideme Aich Diomedes begeben harte / ein großes

Unheil auffti:fed fiele dem Daunus als. bald ein , daß er einem Gortiofen von de. nen Götrern gehafften , ja ſolchem Men. fchen der felbige mte Waffen antaften / und eine Górrin beleydigen dörffin / die nur zu beriihren vor eine groſſe Sinde zu halten fey / Unterſchietff gegeben hårre. Steffe derhalben ſein myte Goriloñgkeit bes flecktes Warerland zu befreyen , ohnange. fchen der Gaffrechter (metin er dieGlau . bensbeobachtung vor mtchtiger hielte ) Dios

Der Eyfer .

Diomeden den Kopf abſchlagen /und befahle alsbaldi alle feine Bildſculen ab . zubrechen / und die thmeerfeigende Eh. Esware auch nicht fi renaussurotten . cher / einen ſo bitteren Fal gu beberdia gen : Angemahl auch deſſen Gefehrten / als ſie ihres Hauptminnes god bewein. fen / und alles mit Klegen erfüllten / in gewiffe Vogel / Schwanengeſchlechtes / verwandlet worden / welcher tam fic dein Code fich naben , eine füffe tlågliche Stimme sonfich geben , Dieſes Mährlein / führe einen ſeltenen und faſt fonderbaren Unterfand. Dann wir finden ntrgende in feinem Mährlein cinßige Gedächtnuß / daß jemahls einiger Held / auſſer allein Diomedes / jemand aus denen Gereern mit einem Gewehre verlere båtre. Undgewißlich es ſcheint/dieſes Mähr. lein mable uns das Bild eines ſolchen Menſchens/ und ſeines Glüctes ab, wel. cher fürſårlich ſeinen Thaten einen ſol dhen Zwed fürfteci/ und ihme fürnimus, a wolle durch die bloſſc GewaltderWaf.

Diomedes / oder fen / eine gewiſſe Art Gottesdienſtes/ oder einen gewiſſen Glaubensanhang/ wann felbige auch ſchon entel und falſch feyn verfolgen und betrtegen . Und wiervol de nen Alten / dte blurigen Glaubensftriere unbekannt geweſen ( fino rahl diebed. niſchen Gstrer/ teir er entfunden / als welcher / eine 3 - tung des waaren Qorres ift ) ro fchcie (8 doch nichts defto . weniger/die Beißbett / fey in felbigener . Aten Zeiten ſo groß und wettlånfftg game fen / das fie dasjenige/was fic aus Erfah rung nicht gerouft / doch durch Betrach . tung / und Gletch - gemåble begriffen haben. Derhalben werden diejentgen / welche fich bemühen / einiges ob ſchon entel-ver . derbr.falfch -und ſchåndliches Courch die Venus bedeutetes ) Glaubensbekannt.

nuß/ durch Schwert/ Feuer / und Mar, terbitterkeit auszuroreen / und nicht ſolche durch Machtund Vernunft/ thre / {e bensheiltgtelt /und das Gewichte der Ber . (ptele/ und Gercugnuſſe81,zu beffern und 2 dbirzeugen , vickicht durch die pals 148 /

der Eyfer.

las /d . 1. durch einige ſcharffe Fürſich . tigkeit/ und Urtheilsftrengigkeit ( Kraffe deren fie in dte Betrachtung der Betrů . ge und Teufchungen ſolcher Jrathumer gerahten ) darzu angetrieben /und durch den guten Eyfer undDaß derFalſchheiti bewegi/ ihnen vielleicht aufeine Zeitlang groſſen Ruhm erwerben / und werden vom Pabel 1 ( welchem / was maſſig tft/ nicht angenehm ſeyn kan ) als ſonderbare Berchiiger der Warheit uñócs Glaubes/ Coeme die andern lauliche und forchtſam fůrfomen ) gelobt und angeberei werden : gleichwol währee defe Glückſeligtett fel ten biß zum Ende/ ſondern verliert wical. le Gewaltſamkete / fo fern ſie dem Wecha ſel durch den Tod nicht eylend entgeht! gegen den Ende das Gedenen . Geſchichte aber daß ſich das Blat umkehrt/ und der verfolgte unterdruckte Anhang wieder aufftcht, und die Kräffte erhole/dann wird der unbeſcheidene Enfer , und unvernünfftige Gewalt der Leutel verdammt, ihre Nahmen verhaft / und alleihre Ehre endet fich mit Schand und Spotte

Diomedes / oder

Sporte. Daß Diomedes von ſeinem Wirte gerodrei worden / ficher dahin / daß dieUneinigtett tn Glaubensſachen in terlifte und Verråbtereren ; auch unter nahverwandten Perſonen / erweckt. Und das was von dem nicht gelirte. nent ſondern mit dem Leben abgeſtrafften

Klagen und Weinen geſagt wird gibe uns dieſe Erinnerungen / daß es faft in al. len Untharen ben den {euren Erbarmens gibri alfoz daß auch diejenigen / fo die Verbrechen haffen / dannoch in Kraffe der Menſchlichkeit / gegen denen Perſo. nen / und dem Elinde der Verbrechere/ Mirleden feigen können ; daß des Ubels Xuſſerftes ren i wann auch gar deſſen Mittenden aufgehebrift ; wie auch /daß in Glaubensſachen und in derGottloſig. tett /auch der {cure Mitlenden beobachtet und vor Verdächtig gehalten werde. Singegen / d96 Weinen und die Kla. gen der Geſellen des Diomedes / d. (. der {cure felbiges Anhanges / und Mele nung / pflegen gar ſcharff und geſangbel jugerabren als wieder Schwanen und Dior

Der Eyfet .

Diomediſchen Vogel gefang . Wor. innen auch dieſes Stud des Måbrteins merctbar iſt/ daß die Stimme derjenigen / die um des Glaubens willen fterben muſ ſen / bey dero Tode/af& Schwanengeſ& xt. ge/ die Bemührer der Menſchen wunder. bar zu biegen / und lange Zeit in dero Oc. dåchrnuß und Sinne zu bleiben und tu Bafften pflegen , XIX , Dådalus )

ober Der Handiperckemann . Je Alten ,haben uns unter des Då. dalus/ als einesfehr finnreich aber låfterlichen Menſchens Perſon / dk Handwerdtsbräuche und Fleiß,wie auch -dte darinnen befindliche unjulåſigezu bd.

fem Gebrauche angewendete Künſte ento werffen wollen . DÅdalus) ware Landbánnig / weiln * ſeinen Mitlehrgefellen und Kunkney.

Dådalus / oder Entzwiſchin was der umgebracht hatte. re er doch in wehrendem feinen Banne/ bey allen Kontgen und Städten woer hin tam wehrt und angenehm . Und gen wißlich / er hatte viel Edier Stucke geo macht: ſowohl/ denen Göttern zu ehren / als zurZterdeundzum Prachte der Ståt teunoSemeingebäue: gleichwol wird ſein

Mahmemeiftentheilsumder unzuläſſigen Werce willen gerühmt. Er hat der paſifaen Geilheit einen Werckjeug er. funden / fich mit dem Stiere zuvermt rchen ; alſo, daß durch ſeine lore Geſchicf. lichkeit und Scharfffinnigkeit/dieſchmåb. lichund unſdigeGeburtdesMinotau , rus erfolgt ift /welches Unthier / die 2de. liche Jugend aufgefreſſen . Und weil er Ubel mir Ubel håuffte / hat er zu mehre. rer Sicherheit diefes Ungeheuers / den Irigarten erfunden / dem Zwecke und Sebrauche nach ein gorrloſes / aber der Kunft nach /eindelid.treffliches Werk. Wiederum aufs neue / damit er nicht nur in bdſen Künften berühmtund beſchryen wåre/ und man thme nicht nur dieUr. ſprünge

der Eyfer. ſpringe des Ubels / ſondern auch deſſen Vermtetlungẽ zu danden hätte, ware er auch der Erfinder des Sinnreichen Fa. densi fich aus denen irrigen Gången des Irrgartens heraus zu wickeln. Dedalus /ward vom YrJinos aufs Atrengft-und fleifitgfte verfolgt / aber er fande allzeit Weg und Weiſen zu entkom . men/ und fich zu ſichern. Leglich / leh reteer feinen Sohn Icarus / die Kunſt zu fliegen : welcher weil er unerfahren , mit der Kunft prahtte / fiele er ins Wafe ſer/ von der höhe herab, und erfoffe.

Es ſcheint/ alsgehedas Måbrlein at: re. Ju deffen Eingange wird uns der Rend entdeckt / welcher unter treffita dhen Künftfern lanrt / und wunderbar Bu herrſchen pflegt: ſintemahl ſonſt keine Art{eute iſt 7 in deren der Meiyo ſo bittee und gleicifam infterblich veribt wird. Darauffolgrdie Beobachtung derStraf. art / mte deren Dådalus durch ſchlechte Fürfichtigkeit und Staars Weisheit been legt worden / nemlich / der { andsverivci ſung. Dann / Namhaffte Künftlere i reyni

100

Dådalys /oder

ſeyn / aller Drten und bey allen Bildern gementglich wohl angeſehen / und an . nehmlich alſo y daß dieſer Landsbannet. nem fürtrefflichem Dandwercter feine. fondere Straffreyn kan. Dann / dieand. ren Beſchaffenheiten und Lebensarten / tonnen auſſerhalb ihres Vaterlandes nicht fetchtlich grünen : aber der Kiinft lereAchtbarkeit/erweitert fichlund wichit verwunderbar unter Fremden, weiln ( 8 der Menſchen Gemihrern nur allzuviel eingetourrelt tft/ daß fie / was Handwer. te anbelangt, ihre Sandsleute am wenig. ften achten und ſchågen. Das großund edlen Nußen / die Handwerckstünfte bringen / eröffneedasi was in dieſem Mährlein folgt. Dann / das menſchliche Leben /ift ſolchen Künften viel ſchuldig ; weiln aus dero Schare ! viel Dinge / der Andacht zur Zierde / de. nen Starren gum Prachti/ und dem gan Ken menſchlichen Wandel zum Schmut. te / herkommen . Nichts deftoweniger auclier auch ausgleichem Bronnendie WBerctzcuge jur Geilhete, ja gar zum To. de.

der Sandwerckemann.

101

de. Dann ( daß wir der Kupplere Kürt ke benſeit Feren ) die Erfindungen der Vergiffrungen , die Kriegsgeriifte und Baffen / und dergleichen Peftlenkeri/ ( die alleſammt denen Sandwerckserfin dungen zuzumeffen fenn ) willen wir gar mobituin wie stel fii in Grauſamkeit und Schaden menſchliches Lebens/ den fabelo Haffren Minotaurus libertreffen .

Die Gleichnuß des Irigartens / ft fehr ſchon , als darunrer die durchgehen . diNaturder vandwercferey enriporfo fer ift. Dann alle deren Künfte/ fo am: alerjinnreichſt . und vollentommenften feyn / tonnen gleichſam für einen Irun garten gehalten werden /und ſolchesme gen der Subtiligkeit und allerhand Ver . wirrungen / und unter einander zeigen der Gleichódt/ſokaum durch di ¢Urtheils . fraffe/ ja bloß durch den einzigen Faden der Erfahrungkönnen unestſchieden wer . den . Auch iſt nicht minder - achtſam bey . gefert worden / daß eben derjeniger fodte Verwirrung des Irrgartens erfunden , auch die Bequemlichkeit des Fadens glo Etti ictigt

YOZ

Dåbalus / oder

Jeige bar. Dann die Landwerckkůn ſte , ſeyn zweyfelhaffies Gebrauche /und dtenenſo wohl zum Schaden als zur Ver mittlung /und thre Kraffe/ loft fich gleich. fam felbft auf. Zu deme, werden die verbortenen und zugelaſſenen Künfte felbft / offtermahls vom Mlinos / das iſt / von denen Geſta gen / die folbige verdammen / und deren Gebrauch denen Völdfern verbieten /ver. folgt. Þriches deſtoweniger enthalten ſie fich , ohngeachtet des Verbores / und ha ben aller Drten Ihre Windel und Unter . fchleiffe. Welches aud vom Tacitus Letner Zde ſehr wohl beobachtet worden / In einer nichi viel ungleichen Sache/ von der Handtterung der Meßkünftler / undd Geburtſtunden .Deuter : Eine Art Leutel ( ſpricht er ) die / in unſerer Statt fortan wird behalten und doch perbotten werden . Und gleichwol pflegen die unstemli. then fårwißigen Klinftewasart ſie auch feyn / mit der Zeit / wann ſie niche letften tonnen was file verſprechen /als vom Dim . mela

der Sandwereksmann.

103

met ftürgende Icarus / von ihrem Anſe . ben ju falen /in Verachrung zu gerahten / und durch zu vieles prahten umzutoinen . Und gewißlich / wann wir die Warheit bekennen wollen / fo werden ſie nicht ſo glüdlich durch den GewaltderGefeßege. jaume/ als durch ihre engene Eyreifett ü berzeugt. XX Erychthonius oder Die Teuſchung. Je Dichtere fabuliren ; Vulcan

babe der Winerven Keuſchhete verſuche/ in Genthete entzündt / ſelbige nohtsichtigen wollen / und alſo im Rin. gen den Saamen auf die Erde verſtreut. Woraus das Ungeheuer Prichthon nius geboren worden ; welcher am D. bertheile von volentommener hordſeeliger Ebenmaſſe geweſen / aber feine Zenden / und Schendel/ ſpissen fich in Schlans senge

trychthonius/ oder gengeftalt zu / und waren ſehr ungeftál. tig . Und weil er thme ſolcher Ungeftål. tigkeit ſelbbemuk ware / wil man / er rens der erſte Erfinder der Kurſchen gewe. fen / auf ſolche weiſe ſeinen roonen [etbs . chetl ſehen mu laſſeri und den garftigen su verbergen

Diefes wunderbar. felgames Mähr. lein / seigt an / daß die Kunſt / welcher wegen vielen Gebrauches des Feuers / uns durch den Vulcan vorgebildet wird / durch Abplagung der Körpere auf vie . " lerlen Weife/ und Gewalt-und Zwang. brauchung , die inter der Minerven Perſon / wegen des groſſen Fleifſes vic.. ier Werde uns entworffene Narur / ju überwinden und unter fich zubringen / gar ſelten zum fiirgenommenen Ende geä lange : daß aber gleichwol durch dero Bemubung und Nachftellung / unvoll. kommene Erzeugungen / und gewiffe mån gelhaffte Werder ſchönes Anſehens/aber zum Gebrauche untichtig und hindende ju gerahren pflegen / welche gleichwol die Betrüger mts groß und ecuſchetſcher 34

ate Teuſchung . S Zurüftung fürretgen und StegprangeIO nd umher führen . Dergleichen renn diejenigen , die in der Scheidekunſt und in den Sandwerde. reyen, Neuerungen und Subriligteiten pflegen gebraucher zu werden : fintemahi die Leuter lieber thren Surfak får behal. ren / als vom Jrechume abftchen / undtie ber mit der Natur ringen i als in gebüh . rendem Gehorſame/ deren Umarmungen ſuchen wollen . XVI. Deucaliony

oder Die Erneuerung

Swird von denen Dichteren erzähler E daß / nachdemie durch die allgemeine Sindflut alle Erdeinwohner vertilge worden / und Deucalion und Pyrrba aleine überblieben haben fie / in gorrfelts gem edlen Verlangen das menſtliche Oefchlechte in erhalten brennend / eine ſolche

106 Deucalion / oder foldbe Gotterantwort betommen :

Sie

hårtenihr Verlangen erlanget/ wann fie ihrer Mutter Gebeinenahmen /und růct. lings hinter ſich würffen. Dieſes ver . urſachre ihnenanfangs groſſe Traurig. tett / und gleichſam dte Verzweifflung. Dann /weiln die Erde von der Sindflut gank geebner worden / fonten fle nicht bof. fen , daß fie das Grab finden ſolten / dar . innen ihrer Mutter Gebeine ruhete. Aber leglich / vernahmen fie/ weiln die Erde al. ler Menſchen allgemeine Mutter wåre / ſenen durch die Gebeine die Steine von der Götterantwort gemeinet worden . Es ſcheint/ als eröffne uns dieſes Mährlein ein Geheimnuß der Natur/und Verbeſſere in der Menſchen Gemiihtern einen gemeinen gewonlichen Fruchum . Dann / die menſchlicheUnwiſſenhete/ ur theilt insgemein / derDinge Erneuerung und Aufrichtung / beftehe in deren fau . lung / und man könne fié aus ihren lerren Uberbietbungen als wie den Soniv aus ſeinee . engenen arche wieder machen . Welches auf gemiffe Weife fich nicht rihice

dterErneuerung

TOY

Tchickt / weiln dergleichen Stoffe ihren Lauff bereit geendet/ und ſich ganzunge. chickt gemacht haben , neue Anfänge der Sachen abzugeben . Derhalben ſol man fu gemeineren Anfången wieder zurud umkehren .

XXII Nemeſis 1 oder Die Rache und Wandek barkeit. Esotro seragt temeſis/ fer eine ben allen gechrte / auch von denen

måchtig und glückfeeligen gefördyrere Man macht ſie zur Göttin gereken . Tochter des Weltmeeres und der blacht: und ihre Bildnuß / wird der. geftalt beſchrteben. Sie hatte Flügel und ware betrent; in der rechten Hand hietre fie einen Fichtenen Spießt und in berlincken ein Glaßgeſchirr / darinnenet Siale Evi Itche

HOS

Kemefis / oder

liche Hylobren verſchloſſen ſaffen /und fic felbftruffe auf einen Strichen. Es ſcheint als ſen dieſes die Gleich . nuß. Der NahmeClemeſis / lautet tlar

gnug die Rache oder Wiedervergele Und ware dieſer Sårrin 2.mt/ tung: ( als cines Römiſchen Zunfftmeifters ) hich in das beſtändig und anhaltende Glück der Glückſeeligen zu miſchen /und thr/ Ich verbiete [ 6/ entzwiſchen zu ſe. und nicht nur den Ubermuhe zu Ben dämpfen , ſondern auch denen unſchuldi. gen eingezogenenGlückſeligteiten die Bi. derwårtigkeitzur Abwechſlung zu geben ; als welche teinen aus dein menfchlichen Kerblichen Geſchlechte guder Götter Sa. Aereyen kommenttefc/ ſey dann / ſelbio gem einen Spott arizurhan . Warlich , indeme ich die jenige Buch . theilung des Cajus plinius lefe / dara innen er die Unfterneund ElendeKatſer Auguftens erzählt/ den ich jederzeit für hochſtgludſelig geachter / (welcher auch eine gewiſſe Kunft fich des Olåds zu be.

die Rache und Wandelbarkett.

109

dienen und deſſen jugenteffen gehabt/und in deſſen Gemühte i man nternahıs ver, ſpüren fönnen / daß es etwas aufgeblaſe. nes leichtfårrtges / weichfinnigcs/ beſturk . tes / noch ſchwärmutiges gehabt hätte / alſo / daß: felbiger auch etliche mahle willens geweſen freywillig zu ſterben ) tan ich nicht anderft urtheilen als dieſe Site tindrer ſehr groß und gervaltig geweſen ; ein ſolches fintemahlzu deren Beyhtiſche Schlachtopfer gezogen worden . Sie machen das Weltmeer und die Klacht zu dieſerGöttin Eltern : das ift/ die Wandelbarkeit/ und Oortes dun td und beimliches Berichten Die bo wechslung / wolrd uns durch das Welt meer gar arrig bedeuter/ wegen deſſen im merwårenden ab und zulauffes ; und die wird uns Helmliche Ostriche Fürſehung durch die Nacht ſehr wobt fürgezeigt. Es haben auch die Heyden bey dieſer Nachtlichen Stemeſis beobachtet, wie wcie das menſchliche Urtheil vom Odtr Hchen unterſchieden ſexy. Riferis

IIO

Hemefis / odet

Rifeus fiel auch mit / aus allen Teukrer Schaaren das recht und Billigkeit am meiſten 34 bewahren Erpflag / und anderſt doch den Gots tern es gefiel bemeſis / wird mit Flügeln beſchrie. ben / um der gåben unverſehenen Verån derungen willen menſchlicher Zufälle. Aus denen Gedächtnuffen vergangener Håndele / ſehen wir / daß es ſich gemete niglich zugetragen /dj groiſewißigePerſo. nen fürnemmlich in denen jenigen Gefahre verlohren gegangen, die von ihnen am meiften verachtet worden. Als Mars Cus Cicero vom Decius Brutus / der nicht recht aufridrigen Neigung Ces farOctaviens/ und deſſen gegen ihme raswürigen Bergens halber i gervarner worden / antwortere er nichts anders / als : Dich aber mein lieber Brus tus liebe ich wie ich fol / weil du mich dieſes Gewäſche / ſo ſchlecht es auch ift /baftwiſſen laſſen.

ote XacheundWandelbarkeit .

Es trågt auch die bemeſis einen Reichsfrang / von wegen der Bendtſch und boßhafften Natur des Pöbels. Dañ / wann die groß und Glücfeltgen finden / dann frolocti gemciniglich der Pðbel und trönt ote Clemeſis. Der Spieß den fie in der rechten Fauft hålt/ gehörtauf die jenigen , die file murch, lich damit ſchlägt und durchftoft. De nen anderen aber , die von ihr durch das Unglück und Triibſal nicht umgebracht werden, håle fie das Glaßgefäße mit dem ſchwarzen unglüctlichen Schauſpiele für / das fie in der linden Fauft hält. Dann groſſe auf der Spige Erdiſcher Gludſeligtete figende Perſonen / haben ftåttg8/ den Tod die Kranckheiten / Unt. Rtern / Verråtherey ihrer Freunder Ding terliften / und Auflaúrungen ihrer Scn de / Veränderungen / und dergleichen Zufåge/ als ſovielhablicher Mohrenim Glaßgefáile vor Augen. Jndeme Virs gil die Schlacht der Cleopatren vor der State Actium beſchretbt / ſert er gans sterlich hinzu :

II2

Klemeſis / oder die Rache.

Die Königin

die hielt im mittel threr Bauffen / hieß / durch den Zymbel-Klang/ zum Tref fen ſie anlauffen / und hatte ſelber gert noch nicht genoms men war / daß hinter threr ſtund' ein grimmes Schlangenpagr .

Erftundeaud nicht lang an / ſo ta . men thr allerfeiten wo ſie fich hinwendete , gange Schwadern dieſer Mohren für Augen. Leglich wird gar vernünffitg benge. die bIemeſis auf einem Str. fügt 7 daß Tchen fire : Wetln der Birroh , ein ſehr lebhafft hurdges Thier ift / und.es Aich vtelleicht begeben kan /daß cine junge Per. fon / wann ſie vom Tode hingerafftwird / der Clemeſis Streichen zuvorfoſe und entflieht. Wem aber eine tange Glice. ligkeitund Gewalt zutheile wird / derfel. bige ift gewißlich derVlemeſis unter . worffen / und gkichlam untergeben , ( # jste Aches

Uchelous / oder das Stretten .' 113 XXIII. Achelous / oder Das Streiten . Je Ateen ſchreiben / daß / als here cules und Achelous uber der Des janiren Hochzett gegance/ femen fie tego lich zu Streichen kommen. Nachdeme Achelous / ( traffe ſeiner habenden Strafft ) unter mancherlen Geſtale den Kampfmte dem sercules verſucht / ſen er felbigem leßlich in Geftalt eines Dch . ſen begegner. Bercules machte ſich in ſeiner menſchlichen Geftalt liber ſelbigen her/ und zerbrach im Ringen dem Ochs fendas eine Sorn . Worüber Achelous fehr beftürße und traurig ward / und ſein berlornes Horn wieder zu kriegen dem Hercules tauſchmeiß der Amaltheen Fruchthorn des Uberfluſſes gabe. Dieſes Mährlein gchört zu denen Kriegsvornehmen . Dann die Kriegs. rüftung

Achelous / oder

114

rüftung auf der fich versheydigenden Seite 7 ( die uns durch den Áchelous fürgeſtellt wird ) iſt ſehr mannigfaltig und vielerley : Singegen / die Geftale des Angreiffenden Theils / nur einerley/ in einem Kriegs.oder Schiffheca als nur re beftehend.

Wer aber des Feindes in ſeinern engenen Lande erwartet hat unzählt. ge Sachen zu ſchaffen : Er befeftigi on der Schleifft die Plåķe ; verſammlet den Pöbel 7 fordert felbigen vom Lane de und aus denen Dorffſchafften in die Stårce und Feftungen ;machtoder wirfft Brücken ab ; wirbt ein Kriegsbeer verplehe es mit Lebensmittelnz theilt es aus ; ift garik mit Flüffen / Anlånden , Klaufen i Båldern / und dergleichen berchäffrige, alſo / daß wann es zum tref. fen tomme, er ſeine Geftalt verwechſele und erneuert/ und dann es wagt. Und wann leßlich alles angeſtelle / befaftige / und sugerichret ift, felle er uns lebhaffe dic

IIS Das Streiten . die Gewalt und das drohen eines lámpa

Ochſens für. fenden Der Angreiffer aber / fucht den Kampf / und verlige ſich allein darauf ! weil er ins Feindes Land die Lebensdorff rigtele und Mangel beſorgt. Und so cs ihme geråht/ daß er den Steg durch die Waffen erwirbt / und ſeinem Feinde gleichſam das Horn briche / -dann er. håle er ohngezwey felt/daß fich ſein Feind ! Abbruche reines Anſchens/ gank Zag. t mi baffe / fich zu retten und neue Kräfften ju erholen / in die ſicherften fefteften Ders ter begibt ; und dem Uberwinder die Stårre und das land zum plindern und Rauben überlåft : welches gar wohl an Atat der Amaltheen Fruchtbor.

nes zu fchåren ift,

( * )

Dios

116

Dionyſius /oder XXIV . Dionyſius/ oder

Die Begierde. 12 An ersähte,das Semele de mus piters Bulfchafft / als fie felbigen durch unbrüchigen End genohtigt / ihr unbedingter mafien alles mu verheiffen / was fie von ihme-birten wurde / begehrt habe /er folle ne ſolcher Geftalt umarmen / - wie er in der Vermiſchung mit Juno zu feyn pflegte. Derhalben ſen fie von de nen Flaten verzehrt worden / das Kind. fein aber / roſe in threm { cibe entfangen gehabt/ fiy vom Jupiterherausgenom men/ und ſo lang in feine Düfft verná , ba / biß die zur Geburt erhetſchre Mong. ten erſtreckeworden . Von ſolcher { aft hincte Jupiter ein wenig / und weiln thn das Kindlein / als lang es in ſeiner Suffe geftecktv beſchwärte und Atache / Sriegie es den Nahmen Dionyſius.

Nach ,

die Begierde.

117

Nachdeme es geboren worden / ward 68 der Proſerpinen auf etliche Jahre zu ersichen gegeben . Als es erwachſen /har rces immordar ein Beibiſches Angeſich, te/ alſo / daß es von zwenfethafftem Go Esiſt aucheine Zeit. ſchlechte ſchiene. lang todt und begraben geweſen / hernach aber wieder lebendig worden . Bald in ſei. ner Jugendhat er den Beinſtock erftlich erfunden / und die Art und Weiſe den Wein zu bauen/zu preſen /und zugebrau. chen gelehrer. Bordurch er ſo beſchrene und berühmt worden / daß er die Wele thme unterthänig gemacht, und biß an ste lereen GrängenIndiens gelange ift. Er ward von Eigerthieren in einem Wagen gezogen / und um thn hertankten ecliche garftige Teufel/ genannt Cobali/ Scratus u . a.m. ya es gefelten fich auch die Künftinnen zu thme. Ernam die Ariadne/ die Theſeus verlaſſen hat. 14/sum Weibe. Shme ware der Epbeu Man machte ihn auch zum geheiligt. Erfinder der heltgen Gepränge / doch deričnigen / ló Mårriſch / voler Unorda, nung

118

Dionyſius /oder

nung und auch wohl grauſam reyn . Er hatte auch Gewalt andere in Wut subrint. gen. Gewiß ift c / daß auf feinen Feften Orgia genannt / zween Mahmhaffte Månner penteus und Orfeus / von denen Unfinniggewordenen Weibern gerfleiſcht worden : jener / indeme er auf einen Baum geftiegen und einen Zu. Schauer ſolches Feftes abgeben wollent; diefer / indeme er auf ſeiner Leyer geo ſptelt. Und die Thaten dieſes Gortes werden gletchſam mit dis Jupiters fete nen vermiſcht. Es fdheint / dieſes Mährlein / gehe. ye zu denen Sitren / weiln in der Siti tenvernunftlehre tein beſſeres tan gco funden werden . Unter Dionyſienso der des Bacchus Perfon / wird die Marur der Begierde / oder der Zunei. guna/und Teidenſchafft /beſchrieben. Die Mutter einer jegliche auch der

aller føddlichſten Begierde, iſt nichts an ders als der Luft / und das Verlangen nach einem ſcheinbaren Guren . Die nach dem Verlangen allseit unzuläſſige

die Begierde . Begterde 7 wird ehezugelaſſen / alswohl Verftanden und erwvogen entfangen. Nachmahls aber i wann die Zuncigung zu fieden beginnt / wird ihre Mutter / ( das if die Natur dco Guren ) durch die übrige Brunf verzehrt/ und kommt um. Indeme die Begterde ſich in der Men . ſchen Seele / ( diegleichſam ihr durch den Jupiter bedeuteter Varer tft ) beo findt / wird ne darinnen ernehre und vers borgen / fürnehmlich in dem unserftem Thetle / und fliche und tirele dieſelbe dermalſen / daß von ſelbiger Zeit an / deren Wercke verhindert werden / und Hincken. Wann ſienachmahls durchdie Ein .

willigung beftårige und Werckitellte ge. macht ift / wird ſiegleichwol eine Zeite lang being der Proſerpina auferjogen / das iſt fie ſucht ſich zu verbergen / und hålt fich besmitch / und gleichſam un . ter der Erden / biß ſie allen Schamzaum zerriſſen / alle Forcht abgeſchüttelt / und gans Stirnbloß worden / fich entweder mit dem Dectmantel einer Tugend ver . Filt

120

Dionyſius/ oder

bule 7 oder leglich gar den Sport felbft verachter. Auch iſt es gang waar / daß alle und je de heffrige Zuneigung , gleichſam zweyfel. hafftiges Geſchlechtes ſey ; dann fie hat cinen MännlichenAnlauff/und ein Wet biſches Unvermogen. Auch iſt gang ar . tig gefert / daß Bacchusgeſtorben fey und wicderum lebendig worden : dann die Zuneigungen ſcheinen gufeiten einge. ſchlåffert/ und gleichſam erloſchen . Es ſol ihnen aber fein Glaube gegeben wer . den / wann ſie auch ſchon begraben renn : dann ſobald ſich ihnen der Stoff und die Gelegenheir anbietet/ erwachen fie alsbald wiederum . Die Gleichnuß von Erfindung des Weinflockc6/ift ſehr Verninffrig. Dann icde Neigung ift Xufmeratſam und Veri ſchlagen / in ſuchung ihres Zunders: Und der Wein , ift für allen Dingen ſo jemahls in des Menſchen Wifenſchafft gerahten feyn / das allerma brigf und tráiftigfter allerhand Leydenſchafften zu erwedten und zu erzünden / und dient gleichſam ju d . nem allgemeinen Zunder.

die Begierde. Es hat auch dieſes eine ſondere Artigos feit in fich / daß Bacchus ein Berwin . ger der Landſchafften ift / und daß er ei. nen unendlichen Zug fürkehre. Dann, die Begterde/ begnügt Aich niemahls am erworbenen / ſondern wil mit unendlich . unerſåretgbarem Verlangen weiter gem hen / und ſich immer zu neuen Dingen erftrede . Auch wohnen die Tigerthiere bey der Neigung /undzichen thren Wagen. Dan wann die Neigung tein Fußgånger mehr/ ſondern etn Kutſcher / 0.1. ein überwin .

der und Stegpranger über die Vernanfe zu feyn beginnet / wtrd fe gegen allern was ich ihr wiederreke und fie tract/ gralla Fam /unbåndig und wild . Dann , iſt es auch ſehrkurzweilig /daß dte lächerlichen Beufel um den Wagen Dann jegliche unor herum hupfen . dentliche Neigung / bringt an denen du . gen/ Munde und Gebärden ungiemlich . grob- leichtfårtig und ſchåndlichkeitvolle Bewegungen herfür: alſo, daßderjeni. ge / der in irgend einer Namhafften Ler , deti $

122

Dionyſtys ) oder

denſchafft / als im Zorne / Hochmuh. te / oder in der Stebe / ihme Telbft prache ttg / doch andern garftig und lächerlich vorkommt.

Man ſieht auch die Künftinnen in Gefüfchafft der Neigung ; weiln teine Leidenſchafft gefunden wird , die niche durch irgend eine Lehre begonftige ſcheine. Und hierinnen verkleinere die Dachge. bung tenen Gemühtern / die Majeftatder Künſtinnen / dte fich zu lerbergenen der machen / daſie doch Lebenstete Meigung terinnen fern ſolren. Unter andern / ift dasjenige Gleich. iniß ſehr Edel/ daß Bacchus / feine Liebe an die jenige gewendt halt die von einem andern Manneverlaffen worden . Dann € $ ift eine gar gewiſſe Sache /daß die Bee

gterde / dasjenige wil und verlangt / was die Erfahrung verftoffen hat. Und die jenigen i ſo ihren eigenen Meigungen dienen /und denen zu folge den Wert der. fen , was ſie genteffen wollen /( ¢ s ferenun Ehre Reichrhum / [tebe/Ruhm / Wiffen . fchaffer oder w98 es wolle ) ganz unmaß , lich

die Begterde .

(23

lich vermehren , ſollen wiſſen /daßfie folche Sachen ſiden / dieberéir vertaſſen / und von vielenJahrhunderten nach deren ge habter Erfahrung verectelt und verſtoffen worden ſeyn. Auch in dieſes nicht ohneOchermnuß/ daß der Ephey dem Bacchus gemied. metworden . Und wird folches auf smo Arten verglichen : crfilich/ indemeder sks pheu im Binter grün bleibt ; dann/ daß ergern an den Bäumen / Gemäuern , und Gebäuen hinan friecht / ſelbige um . armt/ und ſich daran empor sieht. Was das erfte betrifft / ſo wird eine jegliche Meigung durch das Widerſtreben und Verbot /, als durch eine ſondere Big derferung allermaſſen der Epheu durch die Winterfåtre / grein í und erholt die Was das andre anlangt / Kräffte. umarmt und ergreifft die im Menſchen Dbhandhabende jibrige Neigung , alle menſchliche Wercke und Rabeſchläge/ und windet ſich als der Lpbeu um ſelbia ge/ naher ſich zu ihnen /undvermiſcht nich mit ihnen . $ ij

2110

124

Dionyſius / oder

Auch iſt kein Wunder / daß die Aber. gläubiſchen Gepränge dem Bacchus sugecignet werden, weiln faft alle unor deniliche Neigungen / ben falſcher Glau. benslehre Frey undZaumloß werden : fin . temabi alle heffrige Lendenſchafft/ beroes für fich felbft, eine kurße Wur ift / und ſo fern ſelbige uns mit noch beffrigerem e . Walte belågert / und anhålt / To endet fic Rich in volige'Torheit. Daß penteus / und Orfeus/ von des Bacchus Beibern gerriffen worden / if nicht ohne augenſcheinliches Geheym . nuß : weiln fich eine hofftige Neigung / ſo wohl gegen der fürwißigen Nachfor. Ver. ſchung als gegen heylfamen freyen mahnungen /ſehr Raub und Widerwår nig bezeige. { cklich tan auch die Verwirrung des Bacchus / und Jupiters / Perron / gar fohtalich in die Gleichnuß getogen wer . den . Dann chrliche ruhmrdürdige Tha .. ten / und belobte namhaffte Verdienſte / rühren susciten von der Dapferkett / ge. fun .

die Begierde.

125

ſunder Vernunfft und Großmühtigkeit / Mzeiten auch von heimlicher Begierder und verborgener Lendenſchafft (Wie hoch fie auch durch das Geriichrgeſchåle erho. ben werden ) ber ; alſo , daß drs Bács chus Tharen / von des Jupiters/ nicht folachtlich zu unterſcheiden ſenn, XXV. Atalanta ) oder Der Gervinn .

a n d Alant / dte fehr behen im lauffe W geweſen ,hat einen Wettlauftretemte dem Bippomenes gehalten . Die Be dingnuß desAusforderens ware/ daß wan Bippomenes gewånne ſolte er Atas lanten zum Weibe erhalten ; wurde er dann überwunden/ folteer es mit dem der ben bezahlen . Auch ſchtene derSieg gar nicht zweyfelhafft/ welln fich Atalanta durch vieler Perſonen verderben albereit für unübertrefflid, imlauffen berühme ge. Der. macht hatte. fiti

Atalanta / oder Derhalben Atellte Wippomenes alle feine Gedanden aufdie Kunft / und auf den Betrng. Er bertitere ihme drey guldene Wipfel 1 die nahme er mit ſich . Der Handel gtenge an . Atalanta lie. fe ihm får / und als er rahe / daß er zu. ruck bliebe / vergaſeer feines Kunſtgrifo Fes nicht i warf einen aus denen goldc. Inendepfeln nichrgerad ſondern zwardhs/ der Atalanten unter Augen / fic aufgui. balten / und etwas von der Lauffahne abwendigzu machen . Sievon der Wet. Bergterigtett / und Schönhete des Ap fels gelodt/ unterliefreden geraden Lauffl Bieffe dem Apfel xu 7 und bielte ich mit beffen Aufhebung anf. bippomenes ) beförderte fich entzwiſchen nicht wenig fin geraden Rands / und liefe Atalan . ten hinter ſeiner furudt. Aber / pie er . Ferre durch thre natürliche Schnellig tett gar bald den Schaden des Zeitver. luftes / und famethme dannoch für. 216 thr aber Wippomenes mit dinen gol. benen Zepfeln das zweit und dritte mahl bte Saumnuß veurfadfrei ward er lek. Itchy

det Gewinn .

127

lich durch ſeine Lift und nicht durch ſeine Dapferkeit Siegbafft. Es ſcheint/ als ficleungdteres Mähr. lein dle Nahmhaffte Gleichnuß vom Strette der Kunſt mit der Flatur für.

Dann die Kunſt/ ( durch Atalanten eingeführe) ift ihrem angenen Vermogen nach / ſofern ficteine Irrung noch Ver. hindernuß hat/ weit Fahneller als die Bias tur / und gelangt mit ihres Lauffes Ge. ſchwindigkeit weit eher zum Ztele. Und das fieht man faſt in allen Werden . Ein Baum / trågt durch die Pfropf oder Impfung viel che und beſſereFruche ala wann er von ſeinen Kernegefået und er. siehlt wird. Die leymichre Erde/ er . hartet gar langfam dte Steine ruer , jeugen , aber garbald im Ztegelbrennen. wird die Schmer. Auch in Streenſachen genslinderung und der Trort der Erüb

ſal durch länge derZeit / als durch eine Wolthae der Natur bergebracht . ber die Vernunftlebre / (welchegleichfam die Kunft zu leben if ) erwartet niche det Fitti

128

Atalanta / oder

der Zett/ fondern reicht und felt felbige alßbald dar. Gleichwol ift es wahr/daß dieſer Vor . jug und Krafft der Kunft / durch die goldenenPepfel/ mic unendlichem Scha. den menſchlicher Dåndelt geraumt wird. Und ift teine aus denen Kiinft- und Wiſ fenfchafften zu finden , dieihren waarund rechtmäſſigen Lauff beftåndiglich biſ zu ihrem Ende / als ihrem engenem Ziele fortgeſigt hårre : fondern / die angefange. nen Kiinſte/ ſchneiden allzeit und brechen thren Lauffab und weichen nach dem winn und Nußen ſairwars ab/ als wie 24 talanta Vom Lauffeweichetab /dAsRollgold auf zuheben . Derhalben iftsfein wunder / wann der Kunft nicht vergönnt iſt die Natur zu u. berwinden und die Überwundene / nach Streitbedingnuß und Gefeße zu verder. ben und außzurorren : ſondern daß das Widerſpiel geſchicht / und die Kunst felbft / in der Narur gewalt bleibt / und felbt

der Gewinn .

I 29

ſelbiger 7 als ein verbeurahtetes Wetbe. bild ihrem Ehmanne, gehorſame. XXVI. Prometheus/ oder Des Menſchen Zuſtand. Je Atten /haben gewolle/der Menſch Tey de Prometheus Werct gee wefen / und aus- laurer Kobe gemacht

wordé auſſer /daß Prometheus Suid . lein von allerhand Thieren unter ſelbigen Klumpen gemiſcht habe. Und weiln er Tein Werck für fich ſelbft behaupten / und fich nicht allein für den Macher 1 fon dern auch für den Erhalter und Erwei terer / menſchliches Geſchlechtes / aus. thun wollen / fen er hermlic gen Himmel geſtiegen / Habe etliche Bingenbürchleitt mie fich gitragen , ſelbige an den Sonnen Wagen gehalten / angezündet / mit fich wieder auf Erden gebracht / und ſolches Feuer denen { cuten mtegerheilt. SK

$ $

130

Prometheus / oder

Stefagen darbeyi ote Menſchen båt. ten ſich fürſolchehohe Wolthat/ gegen dem Prometheus garundancbar erzei . get / ficha wider ſelbigen verbunden / und ihn berm Jupiter vertlagt. Die Antla. 7 wie es wohl dasAnſehen båçre gel ward / niche dibel aufgenommen / ſollen haben ſondern geftele dein Jupiter und denen Anderen Gstrern fehr wohl ; alſo / daß Die nicht allein sugaben / daß die Men .

fchen den Gebraud des Feuers behalten ſoiten / fondern ihnen noch ein anderes neues Geſchendeiro von jedermann hoch geliebt und verlange ſeyn wurde/ verltea ben / nemlidi / cine immerwårende Ju. Dte froloçenden Närriſchen send . Seute / luden das Geſchende , fo Ale von denen Göttern bekommen auf ein E. felein / welches ihnen ſolches tragen foly ym Widerkehren nun / ward der te Eld febr durftig / und als er zu einem Bronnen gerabren / den eine Schlange verwahree 7 molte ihn ſelbige nicht erin . ten laſſen ) e8 for dann er gåbe ihr das . jenige was er auf den Ruden trüge / iu loh .

des Jenſchen Zuſtand .

Der arme Erel,namedie Ben dingnuß an : und alſo iſt die Krafft Ricks ju verjingen / um eines trund Waſſers willen / von denen Menſchen auf die zu lohne.

Schlangen gediegen . Uber prometheus / Iteffevonſeiner Boßheit nicht ab, und vergliche fich wote . der mit denen Menſchen / nachdemefie des empfangenen

Geſchendtes berau .

ber worden. Und weil er wider Jupis tern erzorne ware / unterſtunde er fich gar das Opfern mit Betruge zuverge. Pellen . Und ſagt man , er habe einsmahls dem Jupiter zween Sttere geopfere / doch alſo / daß er in des einen Haut al. les Fleiſch und Fett von beyden / in die andere aber / die bloffen Gebeine einge. mache gehabt / und alsdann dem Jupi, ter gang andachtig und frengebig an. geboten 7. er Tolle ihme einen aus dieſen beyden Stieren zu feinem Opfer erfte . Jupiter / der ſeine Schald . ſen . heir wohl gemercke / moite dodeine Ura ſache gur Rache zu kriegen / den mte Beto nen angefüdten wählen / fehrte ſich dar , auf Svj

132

Prometheus /oder

auf zur Rachel ( weil er ſahe/ er fónine d :8 Prometheus Hochmuht nicht beſo fer dåmpfen / alswann er das geſammte menſchliche Geſchlechte plagter mtt wel. chem prometheusals mte ſetnerege. nen Erfindung hochprahlte ) und befahl dem Vulcan /er folte ein ſchön -und holo. ſeeliges Weibsbild formen / welchem ein jeglicher aus denen Göttern / eine beſon dere Zierde verlenhen folse / die deßwe. gen pandora: genannt worden. Der ward von denen Göttern ein ſehr ſchönes Beſchirr in die Hand gegeben i darein fie alle Ubelund Unftern - arten verſchloſſen : und am.steffften Bodem / ftåckte die Hoff nung. pandora / fame mir dieſem Geſchir. re erflich zum Prometheus / ſelbigen su ertappen / ob er vielleicht das Oeſchirr angenommen / und eröffnet håtte: aber er 7 als liftig und Perfohlagen / Schluge 68 ab. Derhalben gienge fie alſo ver. fchmåht zum Epimetheus ! Promes theus Brudern /welcher doch eines gang widrigen Sinnes ware. Selbiger / er . offrica

des Wenkhen Juſtand .

133

öffnereunverzoglich vermeſſener Weife das Gefäfſe; und als er alles Ubel heraus flic. gen ſabe / und deſſen suſpat gemar ward/ bemüheteer ſich erlends ausallen Kråff ren / folchesmitſeinem Deckel wieder 34. zumachen / fonte aber mit genauer Noht die Hoffnung/dieam Boden raſſe /darin . nen behalten. Leßlich/ maſle Jupiter dem promes theus ſchwår und viele Verbrechen zu : daß er das Faier geſtohlen ; daß er ſeine Majeftar durch das betrüglicheDpfer ge bönt habe , daß er ſein Geſchendte gering gcachter/ und noch ein neues Verbrechen hinzu gefert habe / indeme er die pallas nohtzüchten wollen : ſchloſſe thn alſo in Maro dicEyſen /und verurtheilte zu crutger ter. Hieraufward Prometheus aus

JupitersBefehle auf den Berg Cau caſus gefiihrt/ und daſelbſt an einen fel. Fenſtein angeſchmiedt I alſo / daß er ſich nicht rühren können : daſelbſt ,hielte fich ein Adler auf, welcher tåglich, ſich mit ſelo ner Leber åkte ; und über Nacht wuchſe wicder ſo viel daran / als der Vogel des Tages $ vti

134

Prometheus /oder

Tages verzehrt hatte/damits es ihme nic an Schmerzenſtoffegebråche. Gleichwolfagtman , daß dieſe Straf feleslich ein ende genommen habe. Dañ als hercules in dem Becher, den er von der Sonnen bekommen /dasWeltmeer Berg Caucas überſchiffte/ifi er auf der ſus gekommen / und hat den Promes theus eloft / den Adler mit ſeinen Pfei len erſchieffend. Dem Prometheus zu ehren / reyn ber . eclechen Völckern die Schauſpie. te der Fackeltrågere eingefert worden : In welchen fie/ mit brennenden Wind. Itechrern / wettlteffen / und wann einem die Fackel verloſche / iiberlteſſe er den Sieg dem folgenden / zuruck weichend / und derjenige gewanne das Spiel / wel . cher eine brennende Fackel am erſten zum Ziele brachte. Dteſes Mährlein , führe mit und be. greifft in fich viel wichtiger Betrachtun . gent. Theils derſelbigen fenn aubereit von andern ziemlich wohl beobachtet wors den / thells aber /gang unberührt blieben . Proy

des Menſchen Zuſtand.

135

Prometheus / bedeurer tlar und of fenbarlich ote Fürſebung :und der Bau und die Bewandinuß des Menſciens / ift von den Alterthume/ aus allen anderen durchgehenden Dingen erfieft und auss getlaube und der Fürſebung als ein eta geruhumliches Werck sugemeſſen wor. Es ſcheint / als fónne deffen den . Urſache nicht nur dieſes Penn / weiln des Menſchen Natur / den Sinn und den Verftand als den SigderFürſebung annimmt / und weiln es aufgewifeweife Bart und unglaublich fchetnt/daß man die Vernunft und den Verſtand / aus unt . Annbaren des Verftandesberaubten An fången heraus tlauben folte i alfo / daß mangleichſam nohtſächlich ſchlieſſen kan/ die Fürſehung /ſey niche ohneein Mu. fter 7 Fürſaß und beftätigung der gröffe. ren Fürſebung/ der menſchlichen Seele eingegoſſen worden : Sondern / es wird auch ſolches fürnehmlich deswegen für. getragen / weiln der Menſch gleichſam der Mitteltupf der Welt ift / alš viel die Endurſachen berrifft; alſo/daß wannman den

135

prometheus / oder

den Menſchen von allen Dingen hinweg thur, ſo wird das übrige allcsi ohneFlir. fax herum walen und trren / als wie ein aufgelofter Befen / ſonder zu einigem Zwecke zu stelen. Dann/ alle Dinge dienen dein Men . fchen / und er fechßnet von jedem duften Dann / die Sier. Muren und Frucht. nenlauffe undderen Ziele dienen zu un . terſcheidung der Zeiten / und zurAbthet. lung der Welttheile ; die Luffterſchet. nungen / dienen die Ungewittere zuvor su fehen ; dte Pinde / zum Schiffen ; dte Gerüfte und Wercfzeuge/ die Gewächſe

und Thiere/ allerlen Arrigehören zu Bob. nungen , darein ſich die Leute begeben ton . nen / zurNahrung / Kleidung, Aronen und erleichterung der Müh und Arbeit, oder ( erlich auch zum Cuft und Kurswei. le: alſo/daßalle Dinge ſcheinen / ob fenen fie nicht um ihr fibre, ſondern um des Menſchenwillent,befchafftige. Esift auch nicht ohngefehr darzu ge fere worden / daß , in felbigem erften Klumpen / und Zubereitung / auch die Stücf.

1 1

des Menſchen Zuſtand.

137

Stucklein von unterſchiedlichen lebendig gen Dingen / mit dem Zeymen ſeyen vet. miſcht, und mit untergemånger worden, Dann/ es tft gar waar/ daß der Menſch / aus allen Dingen ſo die Welt in fich be. greifft/ das allergemiſoreft-und meiſt zu . ſammengeflictreffeift ; dannenherp/ er bil. lich von denen Alten eine kleinere Welt Wiewoln ditt genennet worden . Scheiðtúnftlere dieſes Börtleins Yrtis crocoſmus/ ( Klein welt ) Artigtett/ denen bloffen Budiftaben auzunärriſch folgend, gar sut viel haben trimmen wol. len / indeme fic darfür gehalten / daß alle Erkarten / adewebende Sachen / ja alles das übrigeinsgeſammt/ oder doch etwas dieſen gleichgebenmaffigtes im Menſchen ju finden ſen : So bleibt doch dieſes /was wir geſagt / als ein ócftåndig -Warbaffics Ding / daß des Menſchen Leib , vor allen andern Dingen gemiſcht und wercffeug . Weßwegen felbta lich erfunden wird. ger defto verwunderbarere Tugenden und Vermogen hat/ ſintemabın die Kräfften der einfachen Körpere wenig wiewol gte lowing

138

Prometheus / oder

Ichwind und gewiß im wiirden ſeyn ; dann fie werden nicht von der Vermi. (chung gemindert/widertrieben / noch i . berwogen : und der Uberfluß und Fürtreff lichtete der Krafft/ wohnt in der Vermi. fohung und Zuſammenferung. Nichts Deftoweniger ſcheint der Menſa in ſeinen Anfangencin wehrlo. fes nacfendes / und fich felbft mt helffen langfames vieler Sachen bedörffriges Dewegen har prometheus Ding. fo geeyit / das Feuer zu finden / welches aller menſchlicher Nobtturffe und Ge. brauche Hülffe und Rahe derreichr. Dann/wird die Seele die Gefalt der er Atalten und die Hand der Werdfreug der Werctzeuge genannt / fo rol auch billich das Feuer die Qülffe der Sülffen / und der Beyfprung der Beyfpringe genennt werden . Kuch wird die Art des feuer . diebſtahls gang ſchicklich nach der natur aller Dinge beſchrieben Der Diebſtal, beſchahe durch anhal. tung einer Bingen . Spießrate an den Wagen der Sonnen ; dann dieSpießru .

des Menſchen Suſtand .

139

te/ wird zum ſchmeſſen und Fachlagen ge braucht. Worðurda gar ſauber bedeuret wird/ daß das Feuer/ durch gewaltſame ſchmeiffung und aneinanderftoſſung der Kdrptrelerzeugt wird /durch welcheStref che/ die Stoffedünn gemacht in die Bee wegung geſeget/und die himmliſcheWår. meanzunehmen zubereitet werden : und alſo nennen und rauben fie gleichſam auf hermlich und verftohlene wryſe / das Feuer vom Wagen der Sonnen . Darauf folge ein merckwürdiger Sheil des Mährleins / daß ſich dte { eure an ftat der Erfreuung und Danckſagung / auf Zornen und Anklagen begeben7 und dte Klage berm "Jupiter fürgebracht haben /und daß ſolches dem Jupiter gar Ileb geweſen , alſo / daß er der Menſchen Nuken mit neuer Wolthårigtett gehauffe hat. Wohin sichle aber dieſe Belter bung und Beſchendung des Undands lafters gegen ſeinem Urheber / als wcle ches ein Safter ift 1.das ſchier alle ande. re {after in ſich begreifft ? die Sache hat ein anders abſehen .

Dtefes tft dte Gleich .

140

Promethens / oder

Gleichnuß / daß die Klagen / ſo die Leute wider die Natur und wider dte Kunst fiihren /aus einem trefflichftemGemühts. Aandehertommen /wolgerahten / unddas Widerſptel denen Göttern mißfädig und unglückſelig fen. Dann/ otejenigen / welche die menſds. liche Natur und die entfangene Künſter allzuhoch erheben / und in verwunderung der Dingeallzuweitſchweiffig ſeyn / die fie haben / und derer fiegenieſſen und diejeni. gen Wiſſenſchafften , mit denen ſie umge. hen und welchen ſie abwarten , für Boil. kommen achten wollen / die feyn erAtlich minder Ehrerbierig gegen der Göttlichen Natur/deren Voltommenhet fiegleich . ſam ihre engene Dinge vergleichen woly Ion : und dann fern eben ſolde / gegen denen Menſchen , die meiſtunfruchtbar. fte /dieweiln fier wähnend/fie Feyen bereit auf aller Dinge Gipfelgelanger7 nicht weiter fortzukommen trachten. Hinge. gen / diejenigen welche über der Natur und Kunft fich beklagen y felbige ankla. gen / und allgete voller Beſchwärnuß renni haben

des Menſchen Zuſtand.

141

haben in warhett einen eingezogenerenGe. muhtsſinn in ſich , und fühlen ſich Atårigs ju neuer Geſchicklichkeit und neuen Er. findungen angeſpornet. Derhalben/ tan ich mich nicht gnug. ſamůber dieUnwtffenheit und dibeles Ge. mihre ihrer theils verwundern / welche weniger Perſonen Hochmuhre dienſtbar/ die peripatetiſche Vernunfelehre / die doch nur ein Stuck und nicht gar ein groſſes von der Griechen Weißheit ift ! dermafen anbeten und heilig halten / daß fie alle deren Anklage nichtnur unnuk / ſondern gar verdächtig und gefährlich ge macht haben. Und man ſollieber den Empedocles beftätigen /welcher als Unfinnig /undden Democritus / welcher mir hochfter Bee ſcheidenheit fich beſchwåre /daß alle Dinge verborgen repen / daß wir nichts muffen / nichts ſehen , ſondern / daß die Barheit / in tieffe Bronnen verſuncten , und das

die Falſchheit fich auf gang wunderbare weiſen mit der Warheit vereinigt und vermiſcht habe / finremabl/ die neue 2. CADCA

342

Prometheus /oder

cademia / oder der Peripatetiſchen Schule /gånglich in lautere übernachun. gen gerahten ift. Ich fage/manfol es lieber mit dem Empedocles und Democri: tus / alßmit der allzuvermeffenen / fu viel ausſprechenden Schule des Ariftotes les / halten. Derhalben / follen die Leute/ hierinnen ermahnet feyn / daß die Antlagungen der

Natur / und der Künfte/ Gott gefallen / und von ſeiner Güte neue Almoſen und neue Gaben erlangen , und daß die Be. Schwärunze über den prometheus /ob er schon der Urheber und Meiſter / und ſelbs. ge ſcharffund heffrig /dannoch klåger und niißlicher ſeyen / alswann ihme zuviel ge. dandt wird; und daß leglich der Gedan , ten / man fen reich unter die Dauprur. fachen der Armuhr gufegen fer. Was folgends zur Art des Geſchen . tes gehört/ welches die Menſchen zur be. lohnung ihrer Anklage rollen bekommen haben, nemlich / dte nie verweldende Ju. gendsblume/ bat es den Verftand: daß die Atten /als es ſcheint, nicht versagt ha. ben /

des Menſchen Zuſtand .

143

ben / der einſt / noch ſolche Mittet und Arknepen zu erfinden / die zur Vergoge rung des Alterthums / und zu erlänge. rung des Lebens rånglich ſeyn möchten ; ſondern haben es vielmehrunter dte jent gen Dinge gerechnet, welche / durch der

Menfchen Fautheitund neidiſche Eift/ ob fie folche ſchon eiman gehabe/verſchwun den / undohne Bürckung geblteben ſeyiti als unter diejenigen / die thnen gånglich. verſagt/ und nie zugelaſſen worden . Der halben deuren fie an / daß nachdeme der rechte Gebrauch des Feuers /und die Irr. thume der Kunft dapfer angeklagt und überzeugt worden / habe es die Göttliche Freygebigkeit an ihr nichterwinden lalu fen / dergleichen Geſchencke denen Menta ſchenzu verwilligen . Sie haben esaber an ihnen ſelbfter winden laffen / indemne ſie ſolches Gc. ſchencke auf den Ruden etnes langfa . men faulen Eſels gelege. Es ſcheint i als fer ſolcher Eſel dk Erfahrung / dla tumm und langweiliges Ding ; über den renlangſamen Schneckenſchrlice die alte Klage

144

Prometheus / oder

Klage enftanden / die Kunft iftlang! das Leben Kurs . Und gewißlich / ich bin der Meinung, die zivo ārzne Lehr. arten die Dogmatiſch -und Empiri; ſche / ( das iſt/ die nach der Kunft und nach der Erfahrung gerichtete ) revyen noch nie reche Vereinigt und zuſammen gebunden worden ſondern die neuen & st. tergeſchencke / regen entweder aufdie ab. gezogenen Vernunftlehren / als auf eeli. che Vögelein / oder / auf die faule/ lang. fame Erfahrung als aufeinen Eſel gele. get worden . Borinnen wir uns gleich . wool nicht allzuviel bofes von gedachtem Eſdleinbilden ſollen / wann nicht die ben . den Zufälc/desweiten Wegcs/ und Dur. ftes darzutſchen fåmen . So geden del wann ich einer beſtåndiglich gleich , fam aus einem gewiſſen Gefåge , an die Erfahrung biete / und unterweges nicht nach denen zum Gewinne und prahlen dienenden Proben durftig wurde noch ſelbigen / ( fie zu verlangen , die auf fich genommene { aft mitchelrei und ablegte1 cin ſolcher / folte fein unnußer Tråger der

des Henrohen Juſtand.

IAS

der neuen Zuwadyſungen GöttlicherMilo de ſeyn. Daß folgende hinzugefertwird / Tola ches Geſchender ren nachmahls auf die Schlangen kommen , das ſcheint ein dem Mährlein zur Zterdezugegebener Zufakt woferne es nicht deßwegen eingemiſche worden / daß fich die {cure ſchämen ſolo ? Künfte / nicht können dasjenige erlan . gen , was die Natur felbft vielen Thteren

gerchenckt har. Et håle auch die gåhe Verſöhnung der Menſchen mit dem Prometheus / nachdeme ſie ihre Hoffnungen verlohren , einenugbare wißige Ermahnung in fich dann en deurer auf der Menſchen Leicht. finnigkeit und Verwegenbete in neuen Proben : dann / wann ſelbige nicht also bald gerahten /und nach wunſihe einfchle gen /verlaſſen die {cute enligt das Werdi und tehren diber Dalfund Kopf su denen gewonlichen Dingen / und varöhnen Alda wteder mit ſelbigen. NachdeinedesMenſchen Stand als ytel

146

prometheuslodet

vtel die Künfte und Verftåndnußſachen berriffe / beſchrteben worden / geråbt die Gleichnuß auf die Glaubensſache. Dann der Gottesdienft / bar die Künftbefleti ung begleiter ; If aber alsbald von der seuchelen eingenommen / und befud. Derhalben felle fie uns tet worden. unter dkſem doppelten Dpffer garwohl die Perſohn eines waaren Andachtigen und eines neuchlers für.Yn jenem / iß das Ferie/ da6 ift/ Ø.Dttes Theil, zum bren . nen, undfüiffen Geruche; welches una die gute Neigung und den zur Ehre Gots brennenden Himmelaufſteigenden te Enfer bedeurer : Es ift darinnen das Eingetdende der Liebe / und das gutund mufliche Fleiſch. Das andere ,har nichts in fich , als bloſſe dürre Beiner /diegleid . wolle Daur ansfüllen / und es einem ſchönenSchlachtopfer gleich thun:Mor. durch uns die Ktrchengepränge bedeus ter werden , welche bloß & ufferlich und en . sel / und die troctenen dufferlichen Ge. bråuche / mit denen die Menſchen den Gottesdtenft beladen und aufblåben / als

En *

M m 38

des Menſchen Zuſtand.

147 .

Dinge ,die mehr zum prahlen gerichtet / als zur Gottesforche behülfflich ſeyn . Ste ſeyn auch niche daranvergnüge , daß fie GOtt dergleichen Betrügereyen opfern , wannſie fetbigem nicht auch ju . meſſen , als habe er fe thmeſebit erwähler und Verordnet : Der S. Beifageelbe. tlagt ſich in Gorres Perſon über derglei. den Geſellen. Das ift endlich nicht diejenige Safter die ich erwählt habe / daß ein Menſch ſeine Seele auf einenTag quále/und ſein waupt wie ein Rohr neige Nach dem Glaubensitande kehre fich

die Gleichnuß zu denen Sitten / und Be. ſchaffenheitenmenſchliches Lebens. Es ift bereit ein gemein- und doch ſehr ſchicli. ches Ding/ daß pandora die Wolluft und Geilheir bedeuter. Welche durch die künfte ind Zierraht des Burgerlichen Sebens / und durch die Beluftigungen / alsdurch das Orchence des Feuers / fich entzundr har. Derhalben /wird deren For. mttung, dem Vulcan / der gleichfals das Scuer fürftele/

geeignet.

Durch fel. biger

148

heus

Promet

/oder

biger haben ſich unendliche Ube ſowohl am Gemühle / Leibe / und Gütern der Menſchen; zuſammt der ſpaten Buffe er. goſſen / und nicht allein in eines jeden Stande inſonderheit , ſondern auch , in gangen Reichen und Gemeinden / wetln eben aus dteſem Bronnen / Krieg Auf ruhr / und Wüterepen / entſprungen . Und kommtſehrwohli wann manbe . trachret/ este artig uns das Mährlein jwo Kebensbeſchaffenheiten / als Ébenstider und Beyſpteler unter desPrometheus nnd sEpimetheus Perſonen fürmable. Die des PrometheusPerſon folgen / ſeyn ohne Fürſehung / und ſehennicht in die ferne; achten nur was in gegenitart füs tftrund werden derowegen von sterenBe. fchwerlichtaten / LengAten und Erůbſal durchadhreer und haben gleichſam ftåtigo Enrzwiſchen mit felbigen zu ftreiten. ſeyn nie gleichwol gutes Muhtes / undhe gen wegen geringer Erfabrung in Witte låuffen vidvergeblicherHoffnung / mie der ſie nich als mte fuiffen Träumen auf. halten /und ihr Elend übergudern. Aber

des Menſchen Zuſtand.

149

Aber dte Schule des prometheus / das iſt/ wikiger [ autre/ und die auf das 311. tommende fchen / vermeyden und jagen viel Ubel- und Ungliides von fich . Doch hafft dieſem Nußen ber/ daß ſolche Ceure: fich felbft vieler Luft berauben / undihren Sinn trufchen ; und welches das årgfte ift Aid feibit mtt groſſen Sorgen / Be. fümmernuſſen / und innerlichen Forchten marteren und Verkehren . Und feyn alſo

an den Mohrftein angebunden undmer. den von unzählichen undfüár von höchfte berdwårlich.ftechend und nagendenGlo? dancken / ( dte well fie fliegend feyn / mit podem Adler verglichen werden ) am Eingco wend genagt und gequåle : auſſer daß ihr Gemühre bloß unterweiln gleichſam ben Machte ein wenig Lufft fchopffe und Rus be finde ; doch alſo daß neue dengft und Forchten alsbalo and gåbling wieder formert. Derhalben geråhe es ihrer wenigen / fo wohl von der einen als andern Art, . daß fie die Bequemlichtetren der Sür. fehung behielten / und zugleich vom Ubel der S tij

ISO

Prometheus/ oder

der Sorgfältigtett und Schredens / be. frenet wåren. Auch tan feiner Mi ſo gliid feligern Grande gerabren / als vermittelt des Hercules /das it/ der Stårate und Standhaffitgtetrdes Semühtes / die auf allen Zufall berete / und auf alle Begeb . nuk gleichfårrig / ohne Forcht wartet / oh. ne Edd genieft/ und ohne Ungedule ver . tråge. Est auda su beobachten / daß diere

Tugend de mercutes / nicht angebote ren / ſondern gutömmlich und durch fremde Dülffe « langt geweſen. Dann tetneangeborne Dapferkeit, tanvon Dia . (Hr tu folcher groffer Bürckung erflect. fiche renn. Sondern dieſe Tugend / tpt vom lekeren Bdrmeere / und der Son . nen / entfangen / und dahin gefiihre wor . den : dann 7 fic wird aus der Weißheiti als aus der Sonnen / und aus der BC.. trachung der Unbeftändigkeie Herausge. nommen i gleichſam aus der Meere menſchliches Lebens /und aus einer See . fahrt. Welche bende Dinge Virgil febr Der mohl zuſammen fügs :

des Menſchen Zuſtand .

151

Der iſt gludſelig der die Urſprung aller Sachen die Forcht / das Schickrel/ fo des bittens pflegt 39 lachen / und das Geräuſche das beym cheton erkracht ) ( gebracht ! bey dem Geighalk dort / hat unter ſich

Das Mährlein rege / der Menschen Gemühter zu eröften und zu ftården / mit groffer Artigtett húzu/ dieſer grote belor. ſev in einm Becher / oder in einer Schas len geſegele / damit fie ob der Pratur Ena ge / und Gebrechlichtdei niche su vict erroredan / noch fich eneſchuldigen / als ob felbtge Natur / ſolcher Dapfærtete und Deffens Beftåndtgter nicht fähig ren . uns Seneca wohl erinnert 7 ſprechend : Łs ift viel / eines Ienſchen Ges brechlichkeit und eines Gottes Sie cherheit zugleich zu baben . Nun müſſen wir ein wenigwieder fifa ruct gehen / zu demjenigen , was ich mic Fleiſſe ausgelaſſen habe/ die aneinander gehengten Dinge nicht zu unterbrochen . Und ift in einer Summe des promes theys fåhler/dx er dierlinervaum th. re Keuſch

Prometheus) oder * Reuſchheit zu bringen geſucht. Dann eben um dieſes gewißlich allerſchwärft. und wichtigften Verderbens widen / har er die Straffebekommen / an ſeinem Ein. gkwende gerriffen zu werden .Dteres roheint midts anders zu ſeyn / als daß die Leute / offtermahls durchthre aufgeblaſene Kin. ficund Wiſſenſchafften / Werſuchen / gar ore Odttliche Weißheit denen menſchli chen Sinnkn und Vernunft / zu unter. mocrffen : woraus ficherlichote Gemühts jerreiſſung ,und ein immerwårender un. ruhiger Stachd erfolgt. Derwegen / muiſendte menſchlichen Dinge vonSort. lichen mit nüchtern -unddemühtigemóc. mihte / wie auch die Wetſſagungen der : / den werden : wo anderit denen Lauren niche die tekerifche Glaubensbefannrnuß / und ſchwerineriſche Vernunfilehre ans Serk gebachen ift. Serlich bleibtuns dasjenigerwas von des prometheus Feft . und Sptelen / mir denen brennenden Fadeln erzählt worden / noch übrig.

Dieſes / gehört gleich

des Menſchen Zuſtand ..

153

gleichfals zu denen inft und Wiſſeny Ichafften / als wolédas Feuer / welchem ju Ehren und Gedächtnuſſe ſolche Fefte eingeſert worden : und begreifft eine hoch . vernünftige Erinnerung in fick man ſolo le derVolkommenheit der Wiſſenſchaffo ten / durch die Mihe anhaltung und Folge undnicht von jemandens Lebhafies und Qurtigkeit erwarten : Danny dtee jenigen , dte zum Wettlauffen die allerfär. tigft-und ſahnelleften fögn / ſinn unter . weiln die wenigftgerähietren / thre anges sündre Fackelzu erhalten : zumahln beim ſchneller lauffi mehr Gefahr des ausls . ſchens ift als benm langſamen : Und es ſcheint / ob fer ſolcher Wette Lauffund Lichterftřett, bereit von langen Zeiten her unterlaſſen worden , welln man fichet/ daß dieWiſſenſchafften / fürs nemlidi bey deren jedem Urheber als beym Ariſtoteles / Galenus / Euclides / Ptolomeus und dergleichen geblüheti die Machtommlingſchaffe aber/ habe niche viel beſonders wetter dabey gethan / oder nur verſucht zu thun.Und wäre zu wûn .

fehen /

154

heus

Promet

/ oder

daß dteſe Spiele / dem Prome, ichen arur s u the oder der menſchl D zu Ehren / wieder erneuct wurde ; Und daß dieſco Berc / feinen Stretr/ Eyfer / g und guten Außgan / wieder zur Hand náhme: und nicht an eines einzigen /(wer r er auch ſeyn mag ) stierende Bindge. r e ben n e e e trieb Fac 7 hieng . Derbal / r e n Polen die Leure ermah feyn /daß fie auf. wachen / thre Kräffre and Glüc verſu . den / und niche alles aufweniger Perfo . lein nd irntein nen Gemüht S ſeen . u fchen

Dieſes it alles dasjenige/was mich be dunctt/ daß in dieſer gemein -und weiebe. ruhmre Fabet entworffen worden . Gleich wolwil ich niche verneinen /daß in ſolcher/ noch andere nicht ſchlechte Dinge verbor. gen feyn / die/mtrwunderbarer Einfttm . mungzu denen Ocheomnulen Ehriftli. des Glaubens belffen. Unter dieſem / ift des Percules Schiffare in einem Bea cher/denprometheus ju erlofērdadurch das Bilddes ewigenWortes verſtandē werden kan /welches /im gebrechlichen faffe menſchliches Sletſches / zur Erlöſung Menfche

des Wenden Zuſtand .

15 $

Menſchliches Geſchlechtes herabgeftie , gen. Aber ich benimmemir ſelber in dieſem Stoffe alle Erlaubnuß zu reden /damte ich mich nicht erwan - fremdes Feuers zum Wobeirche des DErın gebrauche. XXVII Scylla / Icarus / oder Die Mittelftrane. SeMicrelmåffigkeit/ oder die Mita relftraſſe / ift in Sittenfachen die al. lerlöblichfte / in Verſtandſachen , halbge. achret /aber nicht minder niißlich und gut. Bloß in Staatsſachen /ift ſieverdächtig ! und da ſol fich ihrer der Menſch mit hoche Atem Urtheile gebrauchen .DiMittelmåſ ñigtet in Streenſachawird uns durch die dem Icarus fårgeſchriebene Bahne be deutet : und in denen Verftandſachen /

durch den wegen der ſchwåreund Gefahr gnugſam befungenen Weg / swiſchen der Scyllaund Charybdis . Dem Icarus , befahle Fein Vater daß wann er über dasMeer fliegen wortel svj . ſolte

156

Scyllal Icarus /oder

[ atte er fich vor dem alguboch-und allzu . ntidrigen Weg hüren . Dann weiln fet ne Flügel von Bachſe sugerichtet wå. ten / ftunde er in Gefahr, wann er ſich vid empor fehwange/möchtedas Bachs von der Sonnenbike serrchmeloen / und ſo.er fich zu viel erniedrigte/ mochts es um der Scerünfte willen nicht gåbe bleiben . Er aber,wolte aus Jugenobize allzuhoch Alegen / und ficle derhalben in die Steffe. Dieſes Mährlein ! ift leicht und ge. mein . Dann der Eligendweg / eröffnee fidh gerad sirohen dem Uberflüſſe und Auch wars co fein wun . dem Abgange. dir, daß die Ubermachung des Icarus Verderben geweſen /wein da zuviel/ins gemein / das eigentliche Safter der Jun. gen , und dasZuwenig / derAlten ir.Und nichts deſto weniger / bar er aus becden duſſerft und lafterhafften Wegen / den minft-übelen ergrieffen . Dann der 26. gang, potro weit årger geachtet : Indemci bmdem Zuviet), fic enigeDapfermüb. tigteir und Werwandnuß mit dem Simo Wo. sirund eine Vergleichung mit dem sel

die Wittelſtraffe.

gel finde; dahingegen das Zuwenig, mit dein Ungeziefér auf der Erde umtrtiche. Derhalben barBeraclituswohl gefage/ Die beſte Seele iſt ein trocknes Liecht, Dann / wann die Seele / die Erdenfcuchrigkeit an ſich nicht ſo mißar. ret ſie gånglich : 18 ift aber auch auf der anderenSeite derMaſſe vonnöten /damte das Licchr/ von derbelobten Trockne zarter : werde / doch nicht in oglige Brunftge. rahte ... Und dieſe Dinge ſeyn gleichſam jedermann betanne. Aber der Weg fwiſchen der Scylla : und Charibdis. hindurch / hat bendco der Erfahrenheit im Schiffen / und gures Glüces / vonnöhren. Dann i wann die Schiffe an Scylla anftoffen , werden fie an Klippen zerſchmettert ; und wann: fie der Charybdis . fich zu viel nahen / werden ſie von denen Wirbeln verſchlun. gen . Es ſcheint, als rey dieſes der Nacho drudt des Mährleinol ( toelchen wir fürge Itch berüren wollen , wicmol er eine lange Derradhrung nach lineher) man folle in allen Letren und Wiſſenſchafften /und in deke .

158

Sfyng / oder

In deren Lehrfäßen und Hauprlehren / das Mircel spiſchen denen Unterſcheidungs. felfen / und denen Würbeln durchgehen. der Warheit halten ; weiln beydei durch die SchiffbrüchederGemührer undKün . fter berühmt ſenn. XXVIII. Sfyng? oder

Die Wiſſenſchafft.

gebeuer von mancherley Giftale geweſen mit einem Jungfrauangeſichter und Srimmer mit Flügeln / und Greif. fenflauen . Es wohnete auf der Spige eines Berges im Thebiſchen Gebiete / unid lauerte an denen Sandftraſſen auf . Sie pflegte denen Wandersleuten mit to He aufzupaffen piezufangen undwann ſic ſolchein ihre Gemalegebracht/ gabe icih. men dundeeſchwåreRåhtfel auf dieman glaubte / daß fie ſolche von denen Küns ſtingen

die Wifenſchafft.

152

ſtinnen bekommen . Wann threUnglüc . ſelige Leibergenen , ihre Rähtfel niche aufzulöſen wuften / wurden ple gank be. ftürge und ftammlend von thr mir vieler Grauſamkeit serriſſen. Und weiln dieſes Elend lange Zete Schaden gechan /ward von denen Thes banern die BerrſchafftThebe ſelbft dem jenigen zur Belohnung angeboten /wer der Sfyny Råbtfél zu errahtenund aufguls. ſen wüft ?. Weil die andere Geftali niche ju überwinden ware. Dedipus ein Mann von lebhafferm Geifte/ aber böſer locherichter füffe /nat , merdurch ſo bobenWehre berogē/die Be. dingnuß an und entſchloffe fich /dieProbe zu wagen. Nachdeme er derowegen der Sfyne ganx hurtigund fedt unter Augen getreten /gabe ſiethme die Frage auf was dieſes für ein Thier ſeyn müſſe/ welches anfangs Vierfürfig gebohren / nach . mahls /3wcyfüßig /folgends/Dreyfiffig / und gulere wiederum terfüffig wers de ? Er antwortete mte hurtigem Mub . ter dieſes bedeure den Menſchen /weicher / nachy

160

Sfyng/ oder

nach der Geburt / in ſeiner Kindheit , ſich bennübt/ triechend zu gchen ; nicht lange hernach / fich aufrichtet / und auf smen Beinen geht ; im Alter / fichan einen Stab feuert; und leblich im dufferftem Alter /nachdeme ihme alle Flächſen er . mattet/ wierin vterfiffiges Thter da liegt/ und im Bette umfrtedt. Und weil er mit rologer waarerAntwort denSteg erlanget iddieteer ste Sföng / deren Erib , auf et nen Efd geſäumt / Siegprangend her. um geführt/ Edipusaber / vermoge der Bedingnußl.zumKönige zu Thebe ge. macarward. Das Mährlein / tft ſchon / und nicht minder flug: - und ſchetnei als ſen es für. nemlich auf die mit der Ubungvereinigte Wiſſenſchafft/ gedichtet worden . DieWiſſenſchafft/ fannicht ohn Uro fache elu Ungeheuer genenntwerden /weil Ale denen groben unwiſſenden Leuten hoch . Sie iſt an Geffale verwunderbar ift. und Anſehen mancherley / um der vielen manchfalt der Unterftånde wtllanatatede. nendk Wifenſchaffe befchaffeigr tft. Et wird

die Wiſſenſchafft.

161

wird thr ein weibliches Angerichte uitd Stimme um der Goldſeligkeit und Ge. fahiwagigfelt willen7 zugemeifert. Man macht ihr Flügel; weiln die Künfte und deren Erfindungen / im Augenblicke aus. lauffen /und ausfliegen : indeme dieMito thellung der Bifenſchafften nicht an. ders beſchiht/als wann eindteche vom an. dern angezünde wird / welches geſchwind Hugeht. Att hechtem Wolftande/wer . den ihr ſcharffe Hachlichte Klauen zuge . ſchrieben , weiln der Wiſſenſchafften Haupriehrfåge/ und Schlußgrunde/ den Sinn durchdringen /und ſelbigen fangen / und dermaſſen haltent / daß er ſich niche leichtlich bewegen noch loßmachen tan . Welches auch der H. Vernunftlehrer: beobachter har: Die Worte derWeyy ren / (ſprichter ) ſeyn wie die Sta: cheln / und wie tiefeingeſchlagene blågel. Und es ſcheint í obwohne eine jegliche : - Biſſenschafft auf denen Felſenſpigen /und Bergehöhen ;

derhalben wird billich die Wiro

162

Sfyng/ oder

Wiffenrohafft für ein hoch erhobenes Ding geachtet, welcher gleichſamaus der höhe herab/ auf die Unwiffenheit ſchaue/ und fie aller Drten fieht und entdeckt/ als wie von denen Bergſpigen zu geſchehen pflegt. Es wird gedichtet / als ob dic Biffen . fchaffe thre Sinderhålte auf die land. Rraffen felle ; Stncemabt fich an allen Drcen / diefer Retfe und Wallfahrt menſchliches Lebens / Gelegenheit und Stoff eindringt und anbietet 7 zu einiger Betrachtung . Esgte auch die Sfyny /detenteuren allerhand ſchmåre Fragen und Rähtfel auf ſo ſie von denen Kunſtinnentbetom . men / welche smar / fo lang ſieben felbigen verbleiben / vielleicht von aïer Granſam . tait leer gewefen (on ; Dann , ſo lang unſer Lernen und Nachforſchen / tenen andren Zweck als das Bilſen felbft Har/ fo wird der Verftand nicht eingezmångt und geångftigt/ſondern geht ledig einher/ laufft frer um / und fühlt eben in denen Anfiebungen / und in der Manchfaltig. teit

die Wiſſenſchafft.

163

tett felbft / einige Luft und Freude: Nacho Küns Råbefel von den deme aber ſolche ſtinnender Sfyny , das ift/ der würct. lichen Ubung überlaſſen werden / alſo / daß fie das Thun die Wahl und der Entſchluß antreibt/ und anmahnt / als . dann beginnen dk Råhtfel beſchwerlich und grimmig ku werden / und wo fe auf gelöf und abgefärrigt werden / plagen und martern file der Saute Genuibrer 7 wun derbarer weife / und ferreiffen fic in viel Stude.

Derhalben / werden in der Sfyne Rähtfeln / moedingnuffen fürgetrage; deme der fie nicht aufopt/dieZerreifūg des Gemihts ; deme der fle quiloft die Derz. ſchafft. Dann wer eine Sache verfeher erlange deren Zweck / und einjeder Miete Ater , hat die Serrfchaffe über fein Werd , Nun ſenn der Rüheſele der Sfyng / in allmtoGattungen ;die eine/von der Na. tur der Dinge / die andere / von der Na. tur des Menſchen . Ingletchen / folgen durch deren Auftsſung zmo Serrſchaffa ten /die Herrſchafften über die Natur /und die

164

Sfyng/ oder

die Herrſchafft über die Leure. Dann / der engen und legte Zwed der natürlichen Vernunftlehre / ifi dte Herrſchafft über die natürlichen Dinge , das iſt í über die Körperei Arknenen / Handwercterenen ) und imzdhlig andere Sachen : ob wohin die Schule / init deme was thr angeboten wird/ fich begnügt/ nur mit Worren auf . geblafen irt / und die Werde ring adjice und gleichſam wegwtrfft. Das demEdipusaufgegebeneRähr. fel /Wordurch er die Herrſchaffe siber Ther be erworben , hat zur Natur der Men . ſchen gehöre. Dann ein jeglicher /wer des Menſchen Natur wohl durchgrübele Bat/ der fan felnes GhidcWercmeifter renni und man tan von ihmeſagen / daß er zum Herrfchen gebohren fey. Weldes von der Komer Künften vor dteſemge ſagt worden : Du Rimer denckdaßon von der Tatur gebohren zur Volker Serafahafft reyſt / daß fie vor dich erkohren hat dieſeWaffenſchafft ! Der

165 ote Weremrchafft. Derhalben / toare es gar gereymt/ daß Kaiſer2uguſtus entweder wiſſentlich o. der ohngefehr/ dieSfyne zu ſeinemSin . Danner ware nenbilde gebraucht hat. in dem Staarweſen ſo trefflich, als je ein Menſch / und hat in ſeinem Lebenslauffe viel Rähtfel von des Menſchen Natur glücklichft aufgelsfet ; worüber er viel. mahls wann er nicht burrig und geſchickt geweſen / in dufſerfteGefahr und Ber . Derben gefallen wäre. Jm Mihrlein wird hinzugefege/ daß der übertradenen Sfyne Leibt auf ei. nen Eſel gelegi worden. Und dieſes ift gar artig erfunden : welin fein Ding ſo Poharfund verborgen ift/ welches / nach . deme es wohl verſtanden und geincin gt. macht worden / nicht auch von einem Sangſamen tönre gefaft werden . Auch fol nicht übergangen werden / daßdic Sfyng / von einem bob-undló . cherfüffigremKert überwunden worden . Sincemahl die Leute/ mit ſchnellen Für. ſen und ſchleunigem Schritte zu denen

Sfynwiſchendråbefeln zu eylen pflegen, wor .

166

Proſerpina / oder

wordurch es fich begibe / daß die Sfyne Steghafft bleibt / und fic ihnen die Sin Men und Gemühter vielmehr mir Wort. gefechte ermiiden und ferreiffen /als daß fie durch die Werck und Tharen herrſchen Follen . XXIX. Proſerpina1 * ; oder

Der Geift. S wird vom pluto erzählt / daß / nach demc felbigem in der dendwur. 3 digen Ebellung das unterfte Bollen , reich zugefallen habe er verhvenfat/ einc Gemahlin von denen oberen Theilen zu . bekommen /wann er fich darum durch den ordentlichen Weg , und dieGetindigteit Daherd er ſich benohrtge be annáhme. funden feinen Anſehlag durch Raubfüt . Ergriffe derhalben die Gele. jutehren. genhete/ und entführte derCeres Toch , ter / die proſerpina / ein ſehr ſchönes Mågokia / indcme fic 7 aufdenen Si. cili

der Geift.

167

ciliſchen Wieſen Marciffen pflockte 7 ſepte felbige auf feinen Wagen und führ. te pe mte ihmcunter die Erde. Sie ward mit großer Ehrerbietung entfangen / und de8 Dis frau genennt. Ihre Murter Ceres / als thre fonder. bar- geltebre Tochter ntrgends fürtame / ward über die maffen berribt und betüm mert/ ergriffe eine brennende factel/ und umlteffe den gangen Erdenkreiß / thre ver . lohrne Tochterwieder zu finden . Und als fie folches umſonft gerhan / und vielleicht einiges Warzeichen hatte / daß fie in die Zasile entführt worden , beläftigte fte den Jupiter mit vielen Ehránen und Klar gen er ſolte thr ihre Tochter wieder vers fchaffen . Und erhtelre leglid fo viel: daß ſoferne Proferping noch nichts von denen Sachen / fo in der Wolle wåren getofter hårte , fo folte Ceres Erlaubnus haben nie wieder von dannen zunehmen . Diefe Bedingnus7 Wareder Ceres ſehr juwider / fintenabt esſichbefunden / daß Proſerpina drey Rórntein von einem Granatapfe geffen batte Gleiche

168

proferpina, oder

Gleichwol unterlteſſe Cerco den an. ſchlag nicht: ſondern widerholte ihr Bite ten und meinen aufs neue. Derhalben . ward thr Ierlich zugelaſſen / Proſerpina ſolte dieZeit abtheilen / und ſechs Mona. tebey ihrem Ehgemahle und rechs ben der Mutter verharren. Darauf haben Thes fusund Perichous mit höchſter Kiin . beir verſucht Proferpinen aus des Dis Ebberte zu entführen : wetl pie ſich aber auf dem Wege hinabwares ermüdet/auf einen Stein niedergefekt / fonten fie nim . mermehr von ſelbigemwieder aufAchen / ſondern blieben ewiglich figen Allobliebe Proſerpina 38llents: nigin . Welcher zu Ehren / auch etne groſſe befreung zugefert worden. war ein durchgehendes Geferer daß wer in die Hölle einmahi kommen / nim . mer wieder zuruck tonte. Dieſen Geleger ward eine ſonderbare Ausnahme zugelaſ ſen /daß wann einer den goldenen Zweig, in der Proſerpinen Daus brachte / der folte ſodann macht haben /aus-und ein zu . gehen .

det Getſt.

169

gehen. Ein einßiger folcher goldner af Ware in einem groſſen finfteren Waldezu finden /und hatecfenen cygenen Stam . men , ſondern ſproſſete alsdieMiſpelåfte auf einem andern Baume/undwann dle ren einer abgebrochen ward / wuchſe von Rund an ein anderer an dte ftat.

zu der Na . Dieſes Mährlein / gehört tur ; und ſcheint / daß es die Krafft und månge/diees in denen Untererdiſchen dig berflüßig.fruchtbaren Dertern findt/aus . - forſche : Durch welcher dieſe unſeréan . dere Dingeteumen /. und zu welcher fie. aufs neue wiederfchren / und ſich in ſeibt. geguflófen.

Durch die Proſerpina , haben die Alten den jenigen himmliſchen Geift-be. deuret /welcherunter der (durch denplu . to bedcuteren ) Erden / verſchloſſen , und fich von der oberen Kugel abgeſondere Welches jener Dichter zimlich enthält. wohl erflårt: Den

170

Proſerpina / oder

Das neue Erdreich hat vielletcht in ſich gerogen den Zimmelsfaamen / Als ſie von ihm ab gezogen erft neulich worden /der thrzechfivec. wandter ift. Es wird gedichtet/ ob fer dtefer Geifte von der Erde geraubt worden . Dañer tan nicht enthalten werden /wann ihm herfiir. jufliegen Lufft gelaſſen wird. Aberi er wird durch gåbe Verzuckung verftopft / und Rüchrig gemacht : als wann einer den Luffe mit dem Waſſer vermången wolte/welches er doch niche thun tan , als durch eine eilige gåheBewegung. Dann ſolche Betre/ ſehen wir daß fich dte. auf fe Körpere durch den Schaum vereint. gen / indeme die Luffe durch das Waſſer gleichfam enrfiihrtwird. Und wird gar sierlich hinzugeſeller daß Proferpina enefiihrt worden / in. dente fie im Thale Clarciſſen gebroci. Dann Zarciffen nehmen ihren Nah. men

der Geiſt.

171

men vorn Einſchlaffen oder von der Ero Atarrung her. Und lertida ift der Geift damahls vorberettet und zugeſchickt 7 wann er fuerbarten und jugerkren und gleichfam einzuſchlummernbeginni. Von Rechtswegen / wird der Pros ſerpina die jentge Ehre gegeben / die ſonſt keinem von denen Göttern pflegt erfeigt zu werden / daß Rie eine Frau des Dis genenntwird . Dann felbiger Geift ( von welchem geſagt worden ) verwaltet in dieſen Gegenden htenteden alles gleiche fam unwiſſend/ ind mit enfehlummern , des pluto. Der Himmel und die Himmliſchen uns durch die Eeres entrøorffene Kråff te bemůben fich dieſen Seift mtt emfiger Sorgfalt von dannen zu reiffen /und wie. Die bren der mit ihnen zu vereinigen . nende facket in der Ceres Handy bedetto, ter uns zweifels ohne die Sonne/welche um den Erdfreißliechtesitae vertritt ; und wurde zu der Proſerpinen Wieder. trtegiing 7 wann felbige moglich wäre A mehr

172

Proſerpinal oder

mehr Starcteund Vermogen anwenden / als alle andere Dinge. Aber ſelbige /ift fåft angebunden / und die Urſache deſſen erfolgtdurch die Bedingnuße swirden Jupiter und der Cercs / ſehr wohlaus, gelegt und erklärr . Dann erflich ſehr gewiß ift / daß swo arren ſeyn / den Geift in den dichten Er. diſchen Stoff einsurchlieſſen : die eine/ durch Verſtopfung und Vermachung / welches ein laurerer Gewalt und Einfer . terung ift; die andere /durch reichung der geebenmäßigten Nahrung / welche ohne und Widerftand ift. Dam / alle Gewalt wann der eingeſperrere Geift findt wor . von rich su wenden und zu nehren / fuche und eylt er nicht davon fu filtegen ,ſondern befeſtigt fichals inſeiner Erde. Und dieſes ift derProſerpinen Rou Aung des Granatapfels / welche / ſofte nicht beſchaben wåre / wåre ſie von der ele um . Ceres mtt threr dte gange leuchtenden Fackel herfür geführt wor. den.

Derhalben

der Geift der ſich in denen

der Getſt.

173

denen Erken und Bergweroton befinoti Rich in ſelbigen verſperrt / vielleicht für. nemlich um der Wiſſenſchafft willen : hingegen derjenige/ fo fich in gewachſen und Thieren befinde/wohne in Zufftioche richten Körperen / und hat offne Bahne durchzuwiſchen / wann er nicht mit enge. nem { ufte durch ſelbige Koffung dafelbft erhalten würde. Xber die andere Bedingnuß / von rechs zu ſechs Monaten / ift nichts att ders / als eineAdeliche Beſchreibung der Jahrsaustheilung: ſintemahl/der durch die Erde außgegoſſene Grift / als vid die webenden Winde berrifft/ in denen Som mermonaten , in die äuſſeren Theile her. für geht/ im Winter aber / in die Linter, erdiſchen Derter zuſammen ſchliefft. Was folgende die Bemübung des

Theſeus und Perithous / die pros ſerpina zu entführen / betreffer ftehir da . hin : daß es pielmahls geſchicht/ daß die allergarteften Geiftet dte in vielen Kore peren gur Erde hinabſteigen / es nicht das titi

hin

174

Proretptna /oder

hin bringen können / daß fie die Unterer. blfchen Geifter heraus raugen / und mit fich vereinigen tönten : ſondern / daß fic felbft hingegen gefehen / jenen einverletbe werden / und nimmer wieder aufAehen / ſondern proſerpina / mit ſolchen thre Einwohner und Gebiete vermehrt. Was den goldenen Zweig betrifft / ſoheine cs /alstonten wir der Scheldtinft. ice Sturm nicht ausdauern / wann fie uns auf dieſer Seite anſprengen : well fie thnen vonthrem Steine der Weiſen / beydes goldene Berge/ und gleichſam die Erldſung menſchlicher Zeiber aus der Bodenpforte verbeiffen. Wir ſollen a. ber von der Scheidkunft und denen in rolch ihren Stein Ewigverliebten verfi. chere ſemn / daß ſolche in der Wiffen. rohafftslebre feinen Grund haben / und Ednnen der Erfahrung oder Ubunghale ber/ auch wohl argwahnen daß ſolcheoh . ne allegorife Pfandfchriffe R. Wollen fiederhalben bey dem lekten Theile gegenivårtigen Mäyrleius laſſen /

der Getit.

175

Wir bar und ift diefes meine Meinung. ben aus vielen Vorbildern der Alten/ gé. wifeWiſſenſchafft geſchofpr/og tie dietro neuerung und Erferung der natürlich in Körperei zum Theile / vor keine verswers felte,Sache / ſondern vielmehr für ein Verborgen -und unwegfames Ding achal. ten haben. Und ſcheint daß fie auch hier. innen eben der Meynung reyn / indemne filc folche Rure in unendliche Bäume / und in eines groſſen didten Baldes Ge. půſche verfteckt haben / und Re Golden erdichtet haben , sveiln das Sold die Wår . Haffrigkeit bezeichnet: fe haben auch ſolo che gleichſam eingeimpft erdichter / wetln ſolche Würdtung/ von der Kunft al. cine Iein und von tetner einfachen natürlt chen Arşneş/ noch 233elfe /zu hoffen ftebr.

** C * Jsou

iiij

Metis .

176

Wetts / oder XXX , Netis / ober

1 Der Raht. S wird von den alten Dichtern cy . ES sáhle , Jupiter habedie Jetis zur: Welbe genommen / ( deren Nahme uns klärlich den Raht bedeuret ) und die ress von ihmerohwanger worden. Und als folches Jupiter vermercft, habe er det Geburt nicht ertvarten wollen , ſondern habe ſie alſo Schwanger gefreſſen . Wor. vonauchetrahwanger worden / und die Geburt fer dte geharnfſchre pallas geo weſen /welche ganz wunderbar aus ſeinem Kopfe und Gehtrne heraus geftlegen . Es ſcheint, als begreifft der Verftand dieſes in warhelt felgam -und anfangs ſehr ungeſchmacken Mährleingt eine Reichs. geheimnuß in fich nemlich mit was Künften ſich die Kinige in ihrem Rah. teverhalten ſollen /damte ihr Anſehen und Majeftat nicht nur gang erhalten / fons dern

der Xaht.

dern auch beym Voldevermehre und te

höht werbe. Dann die Fürften , halem gank recht darfür, daß / wann ſie mit ihren Rähren gleichſam als mit dem Ehbande zuſam . mengekniipft und veremigt feyn / und mit thnenvon ihren wichtigften Geſchäfften Rahifchlagen / ſolches ihrer Majeftar tik geringſten nichis benehme. Gleichwol aber, wann es zum Rahti ſchluſle ( welcher mit der Geburt über. einſtimmet ) tommt / laffen Heden Rahi weiter nicht verfahren / damit es nicht ſcheine / als beſtünden die Sachen in des Rahtes Wlüfübr. Perhalben / pflegen die Sürften alles ! ( es ſev dann das man mie ſolchen Sachen zu thun habe , deren Daß fie zu vermeiden begehren ) was von denen Råhten zur Vollenkommenheitge bracht / und gleichſam im Bauche des Rahtes geformet worden auf fic sube skehen : damit es ſcheine, als ob der Rahe. fchluß und deſſen Vollftreckung ( welche um willen ſie mit Gewalt außzugehent und das nobrwendige Muß / nad fich zu tvn

178

Werts / oder der Kaht.

flehen pflegte/ gang Adelich in die Bil

dung der geharniſchten Pallas einge ſchloſſen worden ) von thnen allein bere rührt. Es ir auch nicht gnug /daß ſolchen Volgtehungen der Könige/ Gewalt und ingebundener freyer Wille7 der seinem Andern unterworffen ift, gugefert werde / wann ſie ſich niche auch anmaſſen 7 oke Rabrſchlage/ und Entſchlüſſer ſegen aus ihrem Kopfer das iſt/ aus ihrem eige. nem Urthetleund Wireige. boren worden.

XXXI. Die

Die Syrehen ) oder die Wolluſt.

179

XXXI . Die Syrenent oder Die Wolluft. 28 Mährlein von denen Syrenen / wird auf die ſchädlichen Lockungen der Wolluft ganz wohl /.aber in gang ge. meinem Verftande bezogen. Mich be. důncke die Weißheit der älten , reyals wic eine nicht wol und gnug getretene Wein traube / aus welcher / ob fchon etwas her. aus gepreft ipird , bleibt doch das beſte dar. innen. Man mache die Syrenen zu Kint.

dern des Achelous unoTerpſichoren / ciner aus denen Künſtinnen oder Ju . ſen. Dieſe waren anfänglich geftigelt. Als fie aber die Rünftinnenin demwith der fie freventlich fürgenommenem Bett . ftreite überrounden worden / ſeyn ſie zur Straffe der Flügel beraubt worden . Aus - deren

180

Die Syrenen / oder

deren Fidern haben thnen die Künſtin , nen Krånge gemacht, und von der Zett an die Jufen an ihren Kopfen Flügel getragen / qusgenommen einer einkigen / der Mutter dieſer Sørenen . Die Syrenen wohneten in gewijfers luftigen Erländern / beobachteten von anhöhen die in felbige Gegend antom mende Schiffe / naheren ſich zu felbigeni Schiffonden anfänglichinteih . hieten die rem Gefangcauf, loctten fie hernach jui thnen /undwann fie felbige in ihre Gewalt bekommen / todreten fle folche. Auch ware ($ fein fchlechter Gefang , ſondern ſie reik . fen jeglichert auf die allergleichförmigften Dieſer un arten ſeiner Neigung. ftern warefo groß / daß der Syrenen Enländer auch von ferne von denen Beto

nen der Unbegrabenen Körpere ſchim , merren . Widerdieſes Unheilwurden gwoMit. relarren erfunden : die eine vom Uly fes / die andere vom Orfeus. Ulyſſes befahl, man følte ſeiner Geſellen Dhren

die Wolluft.

183

mit Wachfe verſtopfen : und wciin er gleichwol die Probe deffen ſehen und doch fich der Gefahr enrbrechen wolte/ Iteffe er fich :felbft wohl fåfte an den Maſtbaum anbinden / mte bedrohlichem Befehler is forte ihn niemand aufloſen /wannér ſchon inftåndtg darum anbielte. Orfeus/ un terlieife Folches binden / fange auf ſeiner Leyer/mit heller Stimmedas Lob der G86. ter / dämpfte alfo der Sirenen Sitm . men /und enrgiengederGefahr. Das Mährlein / gehörtzu denen Stta ten / und ſcheint / es begreiffe cine augen . fcheinliche und nicht minder artige Gleichnuß in fich . Die Wollufte rühren vom Uberflume der Dinge/ oderſo zuſagen /von der Dold . feltgtete und Frsiichtete her. Dte /pflegten vor Steſem die Leute mit ihren erften Rei. gungen als geflügelt fortzureiffen. Aber die Lehre und Kunſtweißheit7hat es wenigft dahin gebracht / daß des Menſchen Sea mühte nicht wenig gezaume wird / und deme nachdendt, was daraus erfolgen tan vij

182

Die Syrenen /oder

tan / und hatder Wolluſt dieſer geſtalt ole Flügel bertommen. Und dieſes ift mte nicht geringem Ehr . anſcheder Künſtinnen beſchehen .Dañ nachdeme es durch etlicher Benſpiel tund worden / die Vernunfilehre / fónne die Verachtung der Wolluft einfiihren / ſchiene ſelbige alsbald ein hohes Ding / die gleichſam auf die Erde angehefftere

Seele zu erhöhen / und empor ju bebeņi und zu machen , daß die menſchlichen Gey danden /( diethre Kräffte im Kopfehabe ) gleichſam befidere und Himmliſch even. Bloß der Syrenen Mutter / ift sufuſ ſe und ohne Flügel geblieben . Die iftzwei. fels ohnenichis anders als die ſchlechteren furduft erfundenund angewenderen Wir ſenſchaffren ; welche ſcheinen /daß fie von jenem Petronius hoch geſchåret wor den/ der als man ihme das Todesurthetf angekündigt / eeii vor der Thir deg fog des / die Wollifte geſucht hat / und inde. me er ſich der Bücher ju feinen Trofte gebrauch.n wollen / ntchrs (wie Tacitus mel .

die Wolluſt .

183

melder) sur Standhaffrigtett dtenliches fondern dieſe techeſinnige Reymen gee leſen : Lesbia / Schåglein / ſo lange wit leben / laß uns dem Lieben bloß bleiben ergebel was ſich das Alter darüber befchwart rahasen doch alles keins Sellers nicht wehrt,

Und dieſe andere: Die Alten mogen nur 7 was Hecht und Unrecht/wtfen : Die Traurigen vollziehn / was die Gefes se ſchlieffen . Dergleichen Lehren ſcheinen /als wol. ren fic / denen Künſtinnen den Siegen frank aufs nae nehmen und denen Sye renen die Flügel wieder zuſtellen. Die Syrenen / wohnen ( wie man rage ) in Eyländern. Dann die Bollů . Ate ſuchen gemeintglich einfame Derter / und entzichen ſich Öffters der Menſchen Geſellſchafft. Der Syrenten Befang/ ift bereit allen befanne / fo wohl alsdeffen Kunftgriffes und Schaden / und hat derhalben keines 2u ,

154

Die Syrenen / oder

Auslegers vonnóhten. Was vondenen Beinen geſagt wird , die man wie die Berge von ferne weiß herfchimmern ge. Fehen , har etwasſcharfſinniges in fich , in deine und dadurch bedeute wird / daß die Beyſptele fretudes Unheils / ob ſie ſchon hell und augenſcheinlich ſeyn / dannoch wieder die Verführungen der Wolluftei wenig Nußen fchaffen können. Nun bleibr dte Oleichnuß von denen Mitteln libertg/ dle zwarnicht verborgen , aber gewißlich verftändig und Edel ift ; dann / es werden uns dren Dülffsmitiel wider ein ſo groß und heffeiges Usci- fiir. geffelt. Die erſte Welſe der Gefahre zu ent.

Atehen / ift: man folle in Anfången Wi. derſtand thun / durch fleiffige Vermei. dung aller und jeglicher Gelegenheiten / die unſer Gemiihre zum böfen anreißen und verſuchen können : welches uns durch das Dhrenverſtopfen angedeutet wird . Und dieſes Mittel / wird nohe. wendig ben mitcelmäſſigen Pöbelsgemůh.

dteWolluft.

185

fern gebraucht / als wie bendes Ulyffes Gereñen. Aber höhere Gemihrer/ fon . nen fich auch mitten in den Bolüften ficher befinden / fo offt fie ſich vorhero mit der Entſchluß . Befåndigkeie befeſtiget kaben : ja/ es if thnen Iteb/ daß ſie dadurch einedefto herrlichere Probe threr Tugend ſehen / und der Thorheit und Narihete der Wolluft gewiß werden / indeme pe folche Wel. Heber beſchauen als gut heiſſen . ches auch Salomon von ſich ſelbſt be kennt hat, indeme er die Erzählung aller Wolüfte in denen er erfoffen geweſen /mit dteſem Urthette beſchrief : Die Weiß : heit iſt auch bey mir beharret. Derhalben , können folche Delden / 30 . gelten mitten unter denen höchften Liebe toſungen der Wolüftet gleichfam unbe weglich bleiben / und fich in deren hoch . AtenSchlipferorten erhalten : doct, wann fie auchnach UlyffensBeyſpiele / ihren Leuten ſchädliche Rahtſchläge und Solgo letſtungen verbieten / durch welche die Gemihrer vor allem nachzulaſſen und zu perderben pflegen Dant.

186

Die Syremen /oder oteWolluſt.

Dannoch if des Orfeus Miteet/ das allertråffrigfte / in alle wege; welcher / der Syrenen Stimmen / durch fingung und erklingung Gottliches Lobes i bey ſchämt und gedämpft hat. Die Blo trachtungen Göttlichet Dinge / über . treffen nicht nur an Stårckei fondern auch an Süſſigtete und Luftei alle Luft des Sinnes.

SE VID SE

1. Spruch.

Etliche Einrahtungen

Unterſchiedlichen Händeln

aus DenSprüchen Salomonis .

( 188 ) ఎందుకుఅంత

మంది

Spruch .

Eine linde Antwort ſtilletoen Zorn .

Auslegung. Ann eines Surftens oder D berens Zorn wider dich ent sindr wird/und die Redenur So an dich kommer ſo gebietet Salomon gwen Stricte Erftlich / daß Antwort beſchehen / dam / daß ſelbige gelind beſchehen ſolle. Das förderfte iſt/ daß du dich vor tüdiſchem balfſtarrigen Schweiz gen båteft. Dann folches nimmt erit. weder die ganke Schuld auf dtd / als ha. beft du nichts /was du antroorten tonneft; oder bezichtige deinen Berun bermlich der Ungerechtigkete / als ob ſeine Ohren deiner auch gerechten Vertheidigung nicht offen finden .

Das

1. Spruch . Das zwente daß dudich vor Auf ! fchubeder Sache bûteſt / noch eine andere Zet zu deiner Werthetoigung bei. Dann ſolches macht dir enewe. raheft. der eben das Brandmaht wie das erſte / ( nemlich / dein Herz laſe fich die Ge. mühesverunruhigung alzufaft überge 2 ben ) oderi bedcurt tlårlich /du dichteft auf cine tiftige Schußverantwortung / weil du mirnichts gefaft fepeft. Alſo 7 daß es jederzeit das allerbefte ſeyn wird / wann du von ſtundan /und alſobald in gegenwart / etwas zu deiner Entſchuldigung vor. bringeſt. Das dritée / daß allein eine Ants wort erfolge. Ich ſagel eine Ants wort /feine lautere Bekanntnuß ; font dern / es ſol ſelbiger einige Widerlegung und Entſchuldigung untermiſche torr den : dann das Widerſpte iſt ſehr unfi. cher auſſer ben fonderbar edeln und große mühtigen Gemührern / welcherley rehr

ſelkam / und dünn geſået ſeyn . Auf die lege folgt dieAntwort/mür fe lind / keines weges Eigenfinnig und II, Spruch . Raub feyn.

190

il. Spruch .

II .

Spruch .

Lin Weiſer Diener wird über ei, nen Vlårriſchen Sohn herrſchen / und das Erbtheil unter die Brüder austheilen .

Auslegung . U jedem verunruhigt -und uneini gein Kaufweſen / entfehr gemeinig : lich erwan ein Diener / oder geringer Freund 7 der fich machtig und zum Schiedsmanne allen Zanck im Saufwes ſen zu ſchrichten / macht; wilchem dann/ derenewegen / beydes das ganhe Sauß. wifen und der Vera felbR / unterworffen fey1.. Derfelbige / ſo er auf ſeinen -Nuken fchaut, hegt und verbittert erdas Unheil des Baufwefens ; ift er dann recht Greu und Aufrichtig / fo verdient er ſehr viel : alfo daß er auch gleichſam unter dieBrús der gerechnet werden / oder wenigft der anvertrauten Erbſchafft Verwaltung trtegenſor.

III, Spruch .

111. Spruch .

II .

191

Spruch .

Waim ein Weiſer mit einem Viarren zandt/ er zorne oder lachel ſo hat er nicht Ruhe. Auslegung.

W3r werben

verabrez

daß wir ungleichenzuſammengang vermeiden ſollen : in dem Verftande/ wir follen mit keinen mächtigerem Es iſt aber dieſe Vermah. ſtreiten . nung / die hier Salomon gibe/ wir fols len mit Keinem unwürdigenZanten/ :

nicht minder nuglich : dann ſolcher San . del/ geht mit gar mötdichem Glücte ab, Danni fowlr Oberhand erhalten/ erfolge tein Steg :So wir überwunden werden cine große Sdmach : Eshilffe auch in d. g. Zandeniches/ob wir fchonzuzetten gleichſamSchimpfs , 7 weiß / untetwetln mitLochmuhte und Verachtung verfahren. Dann/ wo wir uns hinfchren / werden wir ringfehårt. ger

192

iv . Sprude.

ger dadurchund können uns nicht füg. lich außdråben , Am årgften aber gehets zu / wann die Perfon mit deren wirffretren /dem Clar ren (Wie Salomon redr) in etwas gleich fommt und gleichfam befreundt/ das ift / Antůbn uno Vermeſſen tft.

IV .

Spruch.

Klimm nicht zu Bergen alles was man ſagt ; daß du nicht hồ , ren müſfert deinen Knecht dir flus chen . Auslegung. L @ Anfan faber nicht gnugſam glau. ben /mtehoch der unnüße fürwing in denen Sachen / die uns angeben / das Leben verunruhige : wann wir nemlich denen jenigen Hermlichkeiten nachgrii . beln/ dier ſo wir ſie erfahren , und offerte bar machen unſerem Gemütte zwar Be. fümmernuß -zufügen // aber zu feinem Sülffsrahte dienen. Dann

iv . Spruch .

193

Dann erftlich /folgtdaraus dieplage und Unruhe des Gemühtes. Sintes mahl alles menſchliches Weſen / voler Untreue und Undanctbarkeit ftece: Alloy daß / fo wir einen Zauberſpiegel triegen fonten / der uns allen Haß und was ſon. Atenaller Drten wider unsangeſtelltwird, jelgen konteres viel beſſer wäre/daß ſolcher alſobald weggeſchmiffen und zerbrochen wurde. Dann d.g. Sachen ,ſeyn wie das Blåttergeräuſche / und verſchwinden in fürge. Zweitens/ beläſtigt ſolchert fürwis das Gemühte all. übriger zuviel mit Argwåbnen . Welches al temRahte höchfientgegen iſt und ſelbigen

unbeſtändig uñverwirrtmacht.Drittensi , befaſtigtFolcherofftermals nur AS Ubel/welches ſonſten vorbey floge. Dann es ift ein ſchwåres Ding, der Leute Gewiſſen retgen und erzörne:welche/ſofie vermeinen / fie fergen verborge/ letchelich in die Befferugverwandelt werden; un fo fie fich ertapptbefinden /ein Ubel mit dem ano dren vertreibe. Derhalbenqvard demgroß fen Pompejus biớich vor cine Hochfie Wik

154

r . Spruch .

Wir ausgerechnet / daß er alle des Ser . toris Brieffe weder ſelbft geleſen /noch anderelefend ſondern alſobald verbrennen laſſen.

Spruch .

So wird dich das Armuhtübers eylen / wie ein Fußgänger / und der Wangel/wie ein gewapneter

Jan.

Auslegung. beſchrieben / wie der Süter . Schiff bruch denen Verſchwendern und in th . rem Haußweſen unachtſamen zuguftoffen Dann die Schuldenlaft und pflege. Hauptgutsringerung / komnar an fangs geinachundmir langfamenSchric ren / wie ein Fußgånger oder Ban dersmann / undwird gleichſam nicht gee fpure:aber nicht lang hernach i greifft die Dorffrigkeit wie ein gewapreter / nem . lich i mie fo ftarck -und machtiger Band anidaß ſelbigem nicht mehr kan widerſtan den werden , weiln von denen Alten reche und wohl gefage worden : Die

Zohts dørft

all

che

VI. Spruch . dorfftigkeit ſey das ſtarckefte unter allen Dingen . Derhalben ſol man den Wanderer begegnen / wider den Ges waffneten ſich verſchanzen .

VI.

Spruch .

Wer Sen Spotter züchtigt ,der muß Schande auf ſich nehmen ; und wer den Gottloſen ſtrafft/ dek muß gehönet werden . Auslegung. Jefes ſtimmt mit dem Gebote unſers Denlandes liberein : Wir follen unſere Perlen nicht vor die Säue

werffen .Esmirden aber in diefemSpyu . che die Werckedes Gebietens un des Straffens ( oder Verbietens )unter. ſchieden ; wie auch die Perſonen des Spotters und des Gottloſen ;es wird terlich auch das was vergolten wird unterſchieden . Dann beym erften , wird der rjúhe; verluſt /im lekteren / auch der Wobnom der Schandflect) vergolten. Denn wan einer einen Spotter lehrt and uncer , richt / Ini

195

vi. Spruchi

richer verliert er erftlich die Zeit ; dann lachenauch andre fein Vornehmen GUB /alb ein cytelesDing /uñůbelangelegre Mühe ; leglich , eclelt dem Spotter ſelbſt vor der Kunſt die er gelernt 1 hat. Aber in Straffung des Gottlos fen / ift die Sacheviel gefärlicher ; fin . temahl der Gottloſer nichtallein nichtzu . boreífondern dte Dörner zuwender/ und den thme bereie verhalfgemachten Straf. fer entweder alſobald mir Schmåhwors ten durchächtet / oder doch bernadi ber andern angibt,

VII . Spruch. Skin WeiſerSohn /iftſeines Vas ters Freude; aber ein Thörichter Sohn / ift ſeiner Mutter gråmen . Auslegung. Swerden hier der Wirtſchaffestroſ und Kummer unterſchieden / nem . lich des Vatersund der Jutter/ threr Rinder wegen . Dann einvernünfftiger wolges tabtener Sohn / iftraft ſeinem Vas

VII. Spruch .

197

ter ein Troſt / welcher den Wehrt der Tugend beſſer kennt als die Mutter : und Ach derwegen ob reines Sohnes zur Tu . gend geneigter Art mehr erfreut. ya vielleicht bringt ihme auch feine Unter . richtung Freude/ weiln er ſetnen Sohnſo wohl erzogen / und ſelbigem dieSittiner. barkeit mit ſeiner { chre und Benſpielen eingepflankt hat. DieMutter hingegen / bebeyleis digt ihres Sohnes Elendmehrers / ergen 1 und nimmt es wehmühtiger zu fowohl um der weichmübrigerenMütterar Itchen ( tebe willen / als auch mal fie ihr: erman ihrer Nachläſſigkeit / durch die ſie; ihn verwähnt und verderbthat/bewuſt if..

VIII . Spruch : Dras Gedächtuuß der Gerech , ten / bleibt im Segen , aber der Gottloſenp /ahmewird verweſert, Auslegung.

unter dem LS Gerüchte frommer Leute ges tij machu

198

vul. Spruchs.

macher wie ſolches nach dem Ableiben zu ſeyn pflege. Dann frommen Leus ten / nachdemeder Mendilo ben {ebseitin ihr Gerüchte immerzu nágte, fammt ih. nen geftorben /bliher ihr Wahme unaufs hörlich und ihr Lob nimmt råglich zu . 2 . ber / of ſchon der bofert Leute Geriich. H / durch Gunft ihrer Freunde und Zuo gerhanen eine furre Zeit wåret, erwächſt doch bald darauf ein Jahmenseckel : und ſelbiges verwelcktes ausgerauchtes Lob / wird leglich zu einer Schmach and befchwårlichem Geftande.

IX . Spruch. Wer ſeineygen Bauß betrübt / der wtro Wind zum Erbtheil ba ben . Xuslegung. Feres iſt eine hochnurſtche Ver. mahnung/ von denen Einbeymis ſchen Zwitrachten und Empörun . gen . Dann/ ihrer viel/ Serheiſen ihnen aus der Uneinigkeit mit ihren Wet berni

IX . Spruch .

bern oder Enterbung ihrer Rinder / der 8ffteren Bauſwirtſchafftsång derungen / groſſe Streicher als ob ſie da. durch entweder die Gemühtsruhe / oder: ein glücklicheres Baußhalten erlangen fönren. Aber ihre Hoffnung führt gemet. niglich der Wind mit ſich hinweg.Dani felbige Veränderungen / gerahren nicht allein nicht beffer ,ſondern es erfahren auch zum offrern ſolche Zerſtörer thres Daußefens / unterſchiedliche Berdwå. rungen / und den Undance derjenigen , die die , fie / mitübergehung der ihrigen an Atell wählen / und an Kindsftar aufneh. men. Jafic erwecken thnen dadurch /ein b8ſes Gefchreund übelen (eymuno. Dañ es iſt nicht übel vomCicero femercte wor. den : Es rührealles Gerüchte von denen Einbeymiſchen ber. Beydes Ubel aber, if vom Salomon durch des Windes Krbtheil gar sterlich ausge drucktworden : finremahl dieHoffnungs . verluftigung / und der Nachrede Erweto tung / gar recht mit dem chen wiro.

Woindeverglt. X.Spruche

200

x. Sprudy. X.

Spruch.

DASSEnde der Hede/ ift beſſer / dam ihr Anfang. Auslegung. Fefer Spruch / frafft den fehrge. wohnlichen Jrrthum nichtnur bers denen jentgen / die vornemlich fich auf Worte beñeiſſen , ſondern auch bei denen / die etwas wiriger ſeyn : welcher ift / daß die Leutemehr um ihrer Redekkingang und Anfang algum deren Ausgang be. fümmert ſeyn :: und ihrer Reden Ein . gången und Vorreden genauerals deren Sdlüfennachdichten . Sie ſofren aber jenenicht verunacht, famen /und dieſe/als weit vornehmer /bey fich in guter Vorbereitung und Uber. ſchlagung behalten , bey fich überlegend / und alsøtet meglich im Gemühte vorfe hend/was thre Rede vor einen Ausgang gewinnen werde/ und was geftaltdie Ger Tchaffee dadurch befordert/ und zu ge bührender Zetrigung fönnen .

gebracht werden Und

201 x . Sprud . e Und damt tft noch kein Ende. Sin temalman nicht nur aufdie Redſchlür.

feund den Außgang der zu Geſchäf ten gehörigen Reden dichten muß ; die jenigen ſondernmanmuß fich auch um Reden bekimmern , die man eben im Abtreten ſchicklich und böflich eins ſtreven Kanyob ſie ſchondenzande gang nichts angehen . Dann ich habe sween Råbre warlich vornehm undmio

HigeMänner /gefennt/aufbenen damahls die Regierungslaft beruheter die dieſes in eigentlichem fetswårenden Gebrauche, gehabt/daßiſo offtfie ſichmit ihrenlands . Fürften in dero Geſchäfften unterredet/ fie die Geſpräche niemahis mte zu dem Se Tchaffte dienenden Riden geendiget / forte dern allgeir einen Abrrie zu trgends einem Scherge / oder zu was anderem /ſolieblich anzuhören / gefuche/ und 7 nach dem ges : meinen Sprichworte , die mit Meers Waffer verfalgene Reden mitſåfrem : wieder abgeſchweifft haben . Maſſen dieſes / eines niche aus ihren geringften Kimftfücklein geweſen .. ID :

XI, Sprucha

202

X1. Spruch .

XI .

Spruch.

Gleich wie toote Fliegen die al lørbeſte Salbe ſtindend machen : alſo auch eine kleine Thorbeit /einen An Weißheit und Ruhme vortreff lichen Menſchen . Auslegung Er Zuſtand derer an Tugend wie vortrefflicher Leute /tft dieſer Spruchbemerckt) ſehr unbillig und dlend/ weiln deren auch allergeringeften Såhlern nicht versieben wird. Äber / gleich wie an einem ſehr bellemedienStets ne das allerkleinefteGrießlein oderWild . lein Atracks in die Augen fålley und ſelbige gleichſam beläftigt; welches doch / fo es fich in einem nicht ſo reinem Edelgeſteine befunden hatte/ kaum wäre gefpürtwor. den : gleicher geftalt / gerahten bey denen mit ſonderbaren Tugend gezierten Leuten / die allergeringften Mångel / ftracts denen Seuren ins Maul/ und wer. - den

X1. Spruch .

203

den ſcharff durchhächelt ; die doch ben mittelmäſſigenLeuten / entweder gar wåren verborgen geblieben / oder doch leichtliche Bergeihung gefunden hårten . Derhalben benimmie und entzieht einem ſehr wißigen Manneeine kleine Thorheit, einem ſehr frommen eine ticine Sünder boflichem und wolgeſictetem / eine wenige Unziemlichteter ſehr viel von ſeinem an . fehen . Alfo/ daß ftatliche Wyjänner nicht zum übelften thun wurden / wann fie je zuzeiren etliche ungereymte Sachen

( als vid ohne Sünde thulich ) ihrem Ehun und laſſen einmengeren / damit ſie einige Frmheit erhtelten und die Flet. ten geringerMångelynver . heblich macht

XII . Spruch.

204

XII. Sprudzi

XIL Spruch Die Spotter / regsen eine Statt die Weißen aber / ins Verderben Eehren das Ubel und Blend ab; Auslegung. Es machte einen wunder nehmen . daß Salomon /; in Beſchreibung derjenigen Leute , die gleichſam von der Maturzur Zerrüttung und Verderbung der Gemeinden zubereitet und gemache ſeyn / nicht nimmt das Barzeichen eines Stolk und Vermeſſengrobens/ nicht e nes ,Wittriches und Grauſamens nicht eines Verwegen und Gewaltthårigens / nicht eines Gottloſen Safterhafftens /niche eines Seylen und Wolüftrendens/leßlich nicht eines Unweiß und Ungeſchideens / ſondern einer Spotters..

Aber das ftehe dieſes Königes Welf . heit / welcher der Gemeinden Erhaltun . gen und Zerförungen / wohl gekenne hari sehr wohi an. Dann sifin Ro. nig .

Xll. Spruch .

205

nigreichen und Gemeinde / faſt keine fo arge Seucherals wannder Konige Rågo te/oder die Staatsrahtsherren , unddie jenigen ſo im Regimenre firen / von Gta mihre Sporrer feyn .. Dann dergleichen { cure / verringern jederzeit die Gefahr. griffe / dapfere Rahtgeber zu ſcheinen ; undſporten derjenigen , dieſelbige behörig ! erwågen als.forcheſamer Leuce. Stever . honen reiffe Berzügeim Raheſchlagens und wolbedachte Strettfragen , als sint Redneriſch . Werdrufvolles und in den Hauptſachen nichrstaugliches Wercf. Das Gerichte,auf welches der Fürften Rabeſchläge vorneinlich zurichten / ver. achien fierais einen Speichel/ dés Ps. bels /und baldvorliberrauſchende Sache.. Nach der Geſeke Krafft und Anſehen / fragen fie nichts, als nach ſchlechren Nero lein , durch welche wichrige Handel feines weges follen gefaume und eingehalten werden. Weitausſehende Einrahtun . gen / und fürwarungen / verwerffenfter als nichtigd Träume/ und ſchwärmüti.. ge Einbuldforchren . Sie verſchimpfen i sti , rechte

206

S.pruch. X11

rechtwirigeder Sachen erfabrne anRaht und Muhte groſſe Männer / mit honi. ſchen Scherrſtichreden. Ja fie ſchwachen lexitch / ale Grundfeftences Staatregt menres / sugleich , Woraufdeftomehr Achtung ſol gege. ben werden / weiln diefe Sache / durch heimliche unterſchliche / und nicht durch offenen Anlauff geführt wird! und unter uns Menſchen noch nie 7 wie es wohl wehrtwäre7 in Verdacht geraften ift.

XIII.

Spruch .

Skin Sperr/ der zu Lügen luft bat, deß Diener ſeynalle Gottlos .

Auslegung.

ſchaffen ift/ daß er denen Dhrenblå. ſerit und Nufftechern ohne Urchell glaua big -und leichtes Gehér ertheilt , ſo waht allerdings von Seiten des Køniges eie ne Sachlufft, die alle ſeine Bedienten verderbr und anſteckt. Thells

Spru X11 ch . .

207

Theils aus ſelbigen / ergrübeln des Sürften Forchten /erweitern und häuffen ſelbige/ durch erdichte Erzählungen ; Àn. dere / erregen die Dendrachgdtrinen , ſon, derlich wider die allerbeften Leute ; Ande. re/waſchen / durch anderer Berüchtigun . gen / ihren engenen Wuft und böſe Ge wifen ab ; Andere 7 fechten vor ihree Freunde Ehre / und verlangen / deren Nebentrachtere / fie verleumdend und fum Brere hackend/zu hintertreiben ; An dere/ richten gange Schauſpiele gleicha ram als auf einer Schaubühne wider ih. re Feinde an : und unzählige d . g . Diit Und dier.s thun diejenigen , die aus ge. denen Fürſtlichen Bedienten des meiſtbokhaffen Sinnes fenn. Es ichålen aber auch diejenigen , die von Darur frommer und beſſer gefitcec feyn / wann fic fehen / daß fie bey ihrer Frommigtettwentg Zuflucht finden /(111 mahlen der Fürſt das waare vomfalſche niche unterſcheider) ihre Sittenfrommig. teit aus /indfangen Sofwind /den fie fich ganz Knechttſchumführen laſſen .Dann C $ IR

208 ,

X111. Spruch .

88 TR ( wie Tacitus vom Kaiſer Clair dius ſagt) bey, einem ſolchen fürs ſten / in deffen Gemühte alle Sas chen gleichſameingegeben / und ans befohlen feyn / nichts ſicher. Und Comineus ſchreibt ſehr wohl: Es ift beſſer/ einem ſolchen Fürſten zu dies nen / derfen : Argwähne unendlich feyn / als einem / deffen Leichtglaus bigkeit unmáſig ift.

XIV :

Spruch .

Der Gerechte erbarmt ſich ſeis nes Viebes ; aber der Gottloſen Barmbergigkeitenſeyn grauſam .

Auslegung: Je fürtreffliche Barmherzigtelis . neigung / ift dem Menſchen von der ſelbften Natur eingegeben ; welche ſich auch gar gegen dem unvernünftigem Viche erſtreckt/ das aus göttlicher Ver. ordnung ſeiner Verrſchafft unterworffen R. Dahero Bar diefe Barmhersig : Beit /

xiv . Spruch .

209

Bergleichung mie derDarm . Keit /einige herrigter eines Fürffens gegen ſeinenud. serthanen . ga os ift auch dieſes mehr alsgewiß / daß / je würdiger eine Seleift / je mit mehrern rråge ſelbige Beyleyd. Dann niedrig und unartige Seelen / meynen / Kingco d.g. Dinge gehen fienichts an . gen eine ſolche die ein edleres Stuck dica Tes Weltkreiſes ift / lår ihr die Gemeine erren gehen .. rdhaffe zu Dahalben ſeben wolt / daß im alten : Gerekei nicht wenig ſo wohl laurer Gl. prånge al&Barmhersigteit einführen . de Gebore gewefenfeyn : als da geweſen / Wyan folle Fein Fleiſch mit ſeineri Bluteeffent u . dag. Ja man enthtelee Rich auch in denen Zunffien der Effeer und Pythagorier / gånglichvomSe nuſſe aüer lebendigen Thtere'; welches Tages (durch unbrů. auch noch heutiges chigen Aberglauben ) von erlichen Eina wohnern des Königreiche Jagellana beobachtei wird. Jagar die Türcken / wiewol ſonſt ein von Stamme und Zuche

xw.Sprudy . grauſam -undblacgteriges Vold / pflegen Bem Vieke Almoſen auszuchellen / und können nicht leyden / daß man das Wich plage undmarcere. Damie es aber nicht ſcheine als rede dieſes / was wir geſagt 7 güler und jeder Barmherzigtete dasWort ; fo fege SAS lomon gang henylſamlich hinju / der Gottloſen Erbarmungen feyen

grauſam . - Dererler feyn /wann man laſterbaffter böſer Leute, dieman mit der Gerechtigtetsſchwerte fchlagen ſolterver. ſchone : Dann eine ſolche Barmhers Bigkeit /ift grauſamer als dieGrauſam . fett felbft. Dann die Grauſamtett /wird nur einzeln verübt, dieſe Barmherzige tett aber / waffner und führt durch unge. Atrafftes Nachſehen , dasgeſammte Beer der Bofwichte wider die unſchul digen Seure.

XV.Spruch.

xv. Spruch .

211

XV. Spruch.

Skin Clar : ſchůtt ſeinen Geiſt gar aus ; aber ein Weißer hält an ſich ( oder /ſpabrtetwas aufs konfs tige.) : ! Auslegung. Jefer Spruchi ftrafft Coem Anſc. hen nach ) vornemlich /niche der ent. deurePlauder ey /die alles, was zu rede ( en imd zu verſchweigen / leichtlich fürbrin gen ; niche jen Zungenfretheit /traffideren fie ohne Unterſcheid und Urtheil / jeder. manniglich miralerten antaften , nicht die Geſchwißigkeie / fraffe deren fie an . derni verdrießlich einſchnallen : ſondern ein ander mehr verborgenes Cafter / nein . lich , eine niche gnug wirig. und Welto weiſe Regierung der Rede; Idas ift/ vann einer im Verträulichen Geſpräche feine Reden alſo anftelle / daß er alles /was er in ſeinem Sinnehat/ fo er zur Sachedien , lich erachtet/ auf einmabl und gleichſam in einem Ahrem und unabgeferter Redel für.

***

212

xv. Spruch . Dann ſolches / ſchadet denen

fürbringt. Geſchäffren ſehr viel.

Siniemahir erfilich , eine abgefeste und durch Stucte eingefokteRide/mehr durchdringt/ als eine aneinandergefügte: welln in diefer / das Sewichte und der Machdruck der Sachen / nicht unter . ſchiedlich und infonderbele/ vernommen mird / noch durch einigen Zwiſchenraum einfike; ſondern eineUrſache die andere chedte erfte vědig durchgedrungen /wieder austreibt. Zweytens / bermag niemand eine fo

fråffeigeglückliche Worredenhett/ daß er gleich auf den crften Sruk den jenigen / den er anredt/ Stumn und Zungenlos machen tonne / daß nicht derandere/ wieder was anatoorten /und vielleicht dar. gegen einwenden ſolte: Und alsdann be . gibt es fich / daß dasjenige / was man zur Biderlegung und Gegenrede båtte ſpa. ren ſollen , alle Krafftund Aninuhe vera fiert. Drittens / tvann einer dasjenige/ ivas tu ſage ift / nicht zugleich ausſchürrat / ſon

XV . Spruch . 213 ſondern Sludweiß ausſpricht/theftserfte lich /das übrige bald darauf einführend : ſo wird eraus dem Gefichte / undAnt. fvort / deffen den eranredet / verſpüren / was geftale ihn eines und das andere bes

wrgt/ undwie er es aufgenommen habe , damte er dasjenige was er noch zu ſagen hat/defto behutſamer entweder zuverhal. ten oder fürzutragen wijfe. XVI. Spruch. Wann der Geiſt /deffen /der Ges waltbat /åber dich empor ſteigt/ ſo verlaß deine Stellenicht: dann die Beilung wird grofte Sünden af Beben. Auslegung. Er Spruch gebcut 1. wie ſich einer verhalten ſolle / wann er in ſeines Sürftens Zorn und Ungnade gerahten. Und ift ein doppeltes Gebor : Erftlich i Łr for ſeine Stelle nicht verlaffen ; darnach f/leiſſig aufdieBeylung /als wie in

214

xvi. Sprudy .

einer fehwåren Kranchett ,genau acht Dann es pflegen dle{ enre wann

haben.

Me espan vermerden daß ihre Landsfür. Aen wider fie unwillig ſeyn / theils ausun. gedule der Schande/ theils / damit ſie ih. re Wunde durch Vermerckung nicht er . friſchen / theils damit die Fürften thre Traurigkeit und Demuhr ſehen ſollenſich ihrer Verrichtungen und Aemter zu duf . fern /ja wohl ihre Wiirden und Dienſt. Rellen denen Fürftenimieder hermzuſagen. Aber Salomon / unbiúicht dieſen Heylungsweg / als ſchädlich , und zwar / höchfiverninftig. Dann erftlich / breis tet felbiger dieSchmach an ihr fels ber allzuviel aus : dannenhero/ ſo wohl die Feinde als Mißgonner/ defto frecher werden / ihnen zu ſchaden. Zwensens/ geſchicht ſolchergeftaft/daß des Fürſtens Zorn / der vielleicht gefallen wåre 7 fo er niche wäre rechtbar worden / dadurch , fo zuſagen ,fåſt gemache wird / alſo daß fel. biger / gleichſam zum Endfturge eines Menſchens / den er berete zu fållen ange.

fan .

xvi. Språche. fangen / egit.

215

Serlich / riecht dery

gleichen Abtritt nach einigem unwillen / und Zeiteckel , welches dann das Zornůbel mit dem Argwahnsübel verärgert und häuffe. Zur Beylung aber gehört diefes. Erftlich / fol er fich vor allen Dingen hii. ten/damit es ja nicht dasAnfehen gewins ne/ ober des Fürſtens Zorn auseiniger Plumpheit / oder Wochnauhte nicht mercke / oder darob wie es Rch geziemt betrübe fen : das iſt / er for fein Gefich . te in teine Halßftarrige widerſpånftige Traurigkete/ ſondern in eineehrbare such. tige Beruibnuß verkehren / und in all fet nem Chun und Vorhaben fich minder frölichals ſonſt gewonlich ersetgen. Fas es wird thme auch fürträglich feyn / ficha der Külffe und Rede irgend eines Freunit . des / bey dem Fürſten jubedienen / der ſel bigen benzeiren bezbringemtewas ſchmer. Bensenfindlichkeit er innerlich gequält verde. Zweneens/ ſoler alle auch die mina ftent

216

XV . Spruch .

ften Gelegenbeiten , emſig meiden / durch welche entweder die Sache felbft/ die zum Unwillen Urſache gegeben / ers friſcht werde; oder der fúrſteinigen Anlaß nehmen moge/ aufs neue wider ihn bu ergrimmen / oder ihn vor andern aus. turchelten . Drittens/ fol er auch alle Begebenhei. tin fleiſſigſt hervorſuchen , in denen ſein Dienft dem Fürſten angenehm reyn ſeineWüfåh. mögé. Damit erzuglech rigtelt die verricheneSchuld zu beffern / crwrife / und ſetn Fürſt ſpüre / um was vor einen Diener er ſich bringen werde / wann er ſelbigen entlaſſen ſolte. Vterdienst fol er / die Schuld ents weder geſchicklich auf andereſchier ben/ oder doch zu verftehen geben , felbige fer aus tetnem boſen Gemühte bes gangen worden : oder / er fan auch die Boßheit der jenigen die ihn beym Ko nige angegeben / oder die Sache ſo groß gemacht haben / wohl anzeigen . Und for Ießlich in allen Dingen wachtſam ſeyn / damte er ſich emfig um die Beylung an XVII,Spruch . nehme.

a 1/

XVII. Spruch .

217

XVII. Spruch. Der erſte ift Gerecht in ſeiner Sache : dann kommt der andere Theil und forſcht ihme nach . Auslegung. Injeglicher efter Bericht / in et nem jedwedern Handct / wann er in des Richters Gemihre nur ein wenig eint. gefunden / wurkde ſehr tief / und åber . ſchwemmt und nimmt ſolches hefftig eins alſo / daß er ſchwårlich auszulöſchen ift / es werde dann ber ſolchem entweder

eine offenbare Falſchheit in dem Stoffe des Berichtes /oder eniger Ranct in der ſen Entrichtung erfunden. Dann / ob ſchon eine bioſe einfache Schußrede Geo reche und fürwågig if fo vermag fle doch für fich felbft gar kaumlich das Nachrheil des erften Berichtes zu erken / noch die cinmahl überſchrvårte Gerech'igtetts . waagſchale gur Gleichhele zubringen . Derhalben ift es berdas vor den Ridhje

218

XVII. Spruchy.

ter am ficherften / daß nichts , was für Dauptſache dtent/vorhero gteichſam ge toftetwerde/ biß beedeTheile zugleich ge gen einander verhört werden ; und vor den fich ſchurenden , am beften / foann er je vermerci/ daß der Richter bereit vor . eingenomen /daß er ſich vornehmlich Cals viel es der Dandel leyde ) dahin bemüher diejenige Arglift und böfen Betrug / deh kein Gegenthellides Richiers zu mißbrau . chen / gebraucht zu entdecken .

XVIII .

Spruch .

Wer ſeinen Knecht von Jugend Auf zårtlich erziebt / dem wird er hernach Widerſpånftig werden Auslegung. 1

ür

/ GSalomons Rahte / in der Gnade und Gunft gegen ihren Dienern / eine Wafle halten . Selbige/ tft dreyerley : Erftlich 1 daß man ſie Staffelinicht Sprungs

XV1II. Spruch . Sprungsweyſe befördere ; Zum an . dern /daß man ſie fezuweilen zu 26 ſchlagen gewöhne: Drittens (wie fol. ches itachiavell ſehr wolbefichie) daß man ihnen immerdar etwas vor Augen ſtelle / wornach ſie weiters trachtenmogen : Dann / wo dieſe Dinge nicht beſcher hen / werdendie Fürſten ſonder zwerfet su lekt von ihren Dtenern an ftat cines danctbaren dienftfäreigen Gemühtes Hochmuhe und Widerſpånftigkeit dar, von tragen . Dann / aus adher Before derung 7 entſpringt grober Sochmuht; aus fårstvårender Erhaltungder Bee gehren / Ungedult des Abſchlags ; Seßlich / wann es an wiinſchen gebrichet wird ($ auch an Wurtigkeit und Fleiffemangeln .

C * )s

he Kif

XIX)

220

XIX .Spruch .

XIX.

Spruch .

Siebeſtu einen Jann emſig in ſeinem Geſchäffte / der wird für den Königen ſtehen /und wird nicht für den Unedlen ſtehen . Auslegung. Nter denen Tugenden , ſo die Könis u. ge in Erwehlung threr Diener für . nemlich anſehen und ſuchen / ift vor an . deren die Geſchwindigkeit und wur . tigkeit inverrichtung derGeſchäff te die allerangenehmftc. Tiefwigis Zänner / ſenn Königen verdächtig ; ge als die thnen fu genau aufſchauen / und ihre Herren, unwiſſend / und wider dero Wilen / durch ihres Sinnes Kräfften , ( als durch ein Berctzeuggerifte ) nach belteben umtreiben könnm . Voldges ſellige/ Penn thnen Meydbarverhalu als welche der Köntge Augen im wege fico hens und des Pöbels Augen auf fich len . ten .

XIX .

Spruch .

219

ten . Werebaffre /werden offtermable vor Aufrühriſch und mehr als billich wa. gende / gehalten, fromme und auf rechtesWandels /werden vor hart und ftorrtſch / und nicht zu allen Herrſchafft lichem Winden tåuglich geachter. Esin leklich feine andere Tugend/ die niche efe raigen Schatten nach ich sieher durch den der Kontge Gemuster gleichſam belen. digt werden . Die bloiſe Behendigkeit zu deren Befehlen / if jederzett gefällig . Zu. deme/ ſeyn die Regungen Königlicher Gemihrer ſchnel / und zu allem Verju. ge Ungedultig . Dann fie meynen / fic vermogen alles zu thun / und fehle bloß daran / daß es bald geſchehe. Dahero ift. thnen die Geſchwindigkeit vor allem angenehm

Kti

XX.Spruch.

222

XX. Sprudy.

xx ,

Spruch .

Ich ſahe/daß alle Lebendige uns ter der Sonnen wandeln bey einem andern Kinde/ das an jenes ſtat fol guftommen . Auslegung. Er Sprach / bernercft die Eyrelérie derjenigen ,die ſich um die beſtim ten Iachfolgereder Fürſten zu ver , fammlen pflegen. Die Wurßel aber die. fes Dinges/ ift die der Menſchen Ges

muhtern von Natur gånglich einge. Prankie Unſinnigkeit/ daß fie nemlich ih Dann re Doffnungen auzuſehr lieben . 48 wird kaum einer gefunden / der fich nicht mehr an demé was er hofft / ats an Ja es demedeſſener genieft/ beluſtigr. tft die Teuerung an tör felbft der menſeís. lichen Flatur angenehm / uiid wird von Ben dem ſelbiger begierigſt gefiicht. blachfolger des Fürſtens / fornmen

xx. Spruch

223

nun dieſe bende Stucke zuſammen /die woffnung und die bleuerung. Der Spruch aber / deuter eben dasjenige and was vor Alters geſagt worden / erftitch vom pompejus zum Sylla / dann vom Tiberius zum Wyjacro : Esbes ten ibrer mehr die Auf als die uns tergebende Sonne an . Gleichwol erzörnen ſich dieZerſchen , den hierob nicht ſonders / achien es auch nicht hoch ;wie weder Sylla noch Tis berius gerhan : ſondern verlachen viel mehr der Leute { eichefinnigtett / und be gehren mit Träumen nicht zu fechten , Sintemaht (wote jener fagie) die hofti mung einTraum der War chenden iſt.

480 * sem

Kilis

XXI,

224

XX1. Spruch ,

XXI. Spruch . Es war eine kleine Statt /und wenig Leute darinnen . Und es kas me ein groffer Konig / und belegte fiel und baute groſſe Schansen Und es ward darinnen berum . funden ein armerWeiferXWJann /der diefelbe Statt durch ſeine Weiß , heit errettete : und kein Menſch gedachte hernach deffelbigen , ar men Mannes .. Huslegang . Er Spruch , beſchreibt der Mens ſchen verkehrt und übelgeſinn , Selbige /nehmen ge. tes Gemühte. meiniglich in bart-und gefärlichen Zu. ftande ihre Zufluchezu wißigen dapferen / ob ſie ſchon ſelbige vorhero ver, en {cut ch gehalten haben. So bald aber li ht ac n gas ungewtererfürübergegange , ſower. en er en lt n eg Undanc , ihre Erha sen fleg

far erfunden . Ma

xxi. Spruch .

225

Machiavell aber /har ntchtohne Urg ſache ok Srageetngereßt : Welcher Theil gegendie Wolverdiente un dandbarer fey : die Fürften : oder befchuldigt doch entzroka der pøbel ſchen becde der Undanctbarteir. Aber dieſes rührtnicht allen aus der Undances bartete der Fürſter und des pøbels her, ſondern es kommt auch gemeiniglich der groſſen HanßenMißgunftdarzu /wele che auch einen glüdlichen Ausgang i heymlich nicht gern fehen / um wollen fola cher nickevon ihnen herrührt. Derhale ben verkleinern fie ſodann eines ſolchen MenſchenoVerðtent/und unterdructen ihn ſelbft.

XXII.

Spruch.

Desfaulenweg iſt /wie einDorn zaun . Auslegung. Sefer Spruch / wetſet fehr ſchon / Saulbeit / fen beym Enddmübs famos.

226

XXIl. Spruch .

Dann fleiß und anfige Fürbe .

Fam . reitung/ machen / daß der Fuß nicht an. fitoft /ſondern daß der Steig g«ebnerwird/ cheman darauf tritt. Aber /wer faul if/ und alles aufden legten Tun der Voll. siehung verſchtebe / der muß immerdar und gleichſam alle Eritre auf Difteln und Dórnenherein gehen , die ihn ftårigs auf Balten und verhindern . Eben dieſes/ mag auch in Xnftellung der Wirtſchaffe beobachtetwerden , in de rent ſo ferne Fleiß und Vorfichrigkeit an . gevendet werden allesglimpflich und von fich ſelbſt ohne Gercuſche und Getüm mel von ſtarten gehet : ermangelt es dann hteran / und entftehe einige gröſſere Be. wegung / fo tommt alles auf einen Sauf. fen auf einmahl zu berrichten vor ; die Knechte rumoren /und das ganke Hauß erſchalt.

XXIII .

XX117 .Spruds . XXIII.

Spruch .

Wer die perſon im Gerichteanj ſiebet / der thut nicht recht : ein folcher verlaft die Warheit um eis nes Biffen Brodes willen . Auslegang. Er Spruch bemerckeſehr verninff. tig ! an einem Richter / fer die Sittenleichtbiegigkeit årger als dic Geſchenckbeſtechung . Danndices

ſchencke werden nicht von jedermännig . lich angeboten. So aber ein Richter die perſonerr ': Anſiebet / ſo begibtfich faft nte tein Gan . h nicht erwas fånde /fo m del/ inwelcheſic rs ühte btegen tonte. hte Gem Ric des seſellig /ein art. Volck als wird Dañ einer derer , als ein Verleumder / ein anderer als ein Richter , ein anderer als ein ang genehmer / cin anderer als ein von einem Freund Entfohlener / angeſehen werdeni, Und es ſteckr (erlich wo dasAnſehen der Ruj

Pers

XXIV . Spruch .

228

Perſonen herſche / alles volerUnbiatg. keit; und das Gerichte wird um fchlech. ter Urſache, als um cines biſſen Brodes / willen / vertehrt werden ..

XXIV . Spruch. EinarmerYannder die Armen beleydigt! Cund verleumdet ) ift wie ein teelthau / der die Früchte ber ley,digt. Auslegung. Sefer Spruch ,ift vor Alters unter dem Mährlein vonbeeden 2.egeln erklärt und abgemahle worden ; nemlich , von der vollen und leeren . Dann die Ung terdruckungdurch denArmen und Fungrigent tft weit ſchwårer / als die Unterdructung durch einen Reichen und gefüllten /als welcher alle Erpre fungsråncker/und alle Pfenn'n jwindel Eben dieſes Pregte auch Hervor ſucht. mit denen Schwämmen verglichen zu werden , welche/ wann fie důrafeyn / Atåre ter ausſaugen / alswann fiemasſeyn .

;

XXIV . Spruch . 229 Er begreifft aber eine nurbare Vermee nung in fich / ſowohl/ vor die Fürſten / Landshaupmannſch aft in d . mit fie ihre und Aemter niche dörffrigen in Schule den fedtenden laten vertrauen :als auch vor die Landſchafften / damit icthre Ro. ntge niche in allzugroffe Dorffrigtelegco. rabren laſſen.

XXV .

Spruch .

Ein Gerechter / der für einert Gottloſeu fällt /ift wie ein mit FÅE ſen getrübter Bronn /und verderby te Oyelle . Auslegung : Er Spruch /gebleret: Gemeinden follen ſich vor allen Dingen hüten / vor ungerecht und ſchåndlichem Gerichte / in einem berühmt und wichtigen bandel ; ſonderlich / wo nicht der Schuldige lobgeſprochen / ſon dern der Unſchuldige verurshetit wird .. Dann die unter gemeinen Leuten im : * vij,

fchwane

230

xxv . Spruch .

ſchwangegebende Unbilichkeiten / trüben und beſudlen zidar den Waſſergang/ doch nur in denen Bächlein. Aber ungerechte Gerichte / wie wir geſagt haben , von welchen die Benſpiele genommen werden / verunreinigen / und fteden die Quellen / der Gerechtigkeit felbft an . Dann nachdeme ein Riche abge. ftuhl auf der Ungerechtigteit fette wichen /ſo wird gleichſam der gange Staat und ein in eine Rauberer verkehrt : Menſch recht des andern Wolff

XXVI,

Spruch .

Geſell dich nicht zum zornigen Manne / und wandle mit Feinem Grimmigen .

Auslegung.

unter Srommen ſollen gehalten wer . den ; je mehr ſol man ſich gleich anfangs Erkiefung der in vernünfftiger Freunde/ vorſehen . - Und der Freunde Marije

XXVI, Sprüche.

231

Natur und Sitten / ſollen / fo viel uns felbft anlangt / gånglich vertragen wer . den . Wann ſie uns abernohtigen / wie '. wir uns gegen ſie ſtellen und verhalten ſol. len /dann iſt die Freundſchafftsbedinguing ſehr hart und unbillich . Derhalben iſt ( wie Salomon be fiehlt ) fürnemlich viel zum Friede und Bchågſtchtet des Lebens daran gelegen / daß wir unſere Sachen nicht mtt 3084 nigen Leuten und die letchtlich Såndel und Gegåncte erregen /Vetmiſchen . Dann dergleichen Freunde / werden uns im merwårend in Streite und Spaltungen

einflechten : alſo / daß wir entweder die Freundſchafft brechen / oder ergenem Wolfahrtsnuken abbruch werden thun mur ren .

XXVII,

232

XXVII. Spruch .

XXVII. Spruch. Wer Sünde zudeckt, der ſucht Sreundſchafft : wer ſie aber zum zweyten mable mit Reden rührt / trennt die Bundsgenoſſen . Auslegung . . tait abzubandlen / und die Gemührer zu varföhnen. Der eine fo von der osa Schul chrbung /der andere/ſovon Widerholung der Unbillichkeiten mtt benfügungder Ableinungen und Ent. ſchuldigungen anfängt. Dann ich erin . nere mich des Wusſpruches eines fehr wi. sigen Staatsgelehrten Mannes : Wer unwiderholt der Uneinigkeits Ur. fachen / Frieden abhandlet / der be, trügt die Gemühtermehrers durch die Süſſigkeit der Eintracht / als daß er ſie nach der Billichkeit vers gleicht. Aber Salomon der roeit vernünfftio

XXVII. Spruch . 233 ger ift als ſelbiger/ iſt der Widrigen Mei nung/ und lobt die Schuldaufheben / verbiete hingegen die Biderholung. Dann in derWiðirholung Recten dieſe Ubel: daß fie gleichſam ein flagel in der Wunderift; daß man in Ger fahr neues Zanckes fteht/weiln die beyo den Thetle / der Urſachen des entſtande. nen Unwiders halber fich nie vergleichen werden ; und daß leßlich die Sache da . durch su Schubſchrifften gedent: da doch jeder Thail Iteber darvor wolte an . geſehen ſeyn , ob hätte er die Beendigung vielmehr nachgefehen/als einige Entſchule digung zugegeben .

XXVIII. Spruch. Bey aller guten Arbeitiff Ubers Fluß: wo aber nur viel Worte ſeyn /pflegt offters Mangel fich zu finden . Auslegung. S

Atomon / entſcheider durch dieſen

Spruch

XXVIII. Sprudes . 234 Spruch die Fruche der Zungen und der bånde arbeit ; gletchfam als ob aus der einen Mangel / aus der andern Uberfluß komme. Dann 1 68 geſchicht meiftens alzett /daß dte / ſo viel plaudern / viel pralen / und verfprechen / dürffrig Fern / und aus denen Dingen von welchen fie reden / keinen Nesken ſchöpfen . Ja fie renn auch gemeiniglich nicht gar ges ſchickt und fleiſſig zur Arbeit / fondern wenden und ſättigen ſich nur mit Wor . t6n / als mit Winde. Barlich wer fchweigt , der ift (wie der Dichter redet) recht fåſt. Der ihm ſelba beruft ift/daß er in ſeiner Hand . thierung wohl fort fømmt / frolockt bers fich ſelbit /ruid fchweigt fttu :der thmehine gegen bewuſt ift/daß er leere Sufft ſchöpffer rühmt vor anden lauten vid und Wunderdinge.

)

XXIX ,

XXIX , Sprache XXIX. Spruch . Offenttiche Straffe / iſt beſſer dann heymliche Liebe. Auslegung. Sefer Spruch / tadele die Geline digkeit Der Freunde) die fich der Freundſchaffisbefreyung in frener fecker Beftraffung threr Freundenichtgebrau , chen / noch ſelbige To wohl threr Fähler als Gefahre erinnern . Dann ein ſolcher gelinder Freund/ pflegt zu ſagen : Was ſol ich chun / oder wo rolich mich hinkehren : Ich liebeihnja ſo hoch als jemand /j4 wann ihme etwas Widerwärtiges zuſtehen ſolte /wol. te ich es mit Freuden vor ihn aus , ſtehen . Aber ich kenne feinen Sinn : werde ich frey mit ihme verfahren ſo werde ich ſein Gemtühte beleydi, gen /oder wenigſtbetrůben /un doch nichts ausrichten ; und werdethites be von meiner Freundſchafft als von demjenige/was ihme ſo faſtim Gemübteſteckt/ abwendig mache. Einen

136

XXIX . Sprude.

Einen ſolchen Freund/ radelt Salo , mon als anen Kraffrloſen und Unnu . Ren / und ſpricht aus / man tonne mehr Rugen von etnem Feinde als von einem folchen Freundelſchopfen. Sintemahl es fich begeben tan / daß man von einem Feinde Schmachsweis dejenige an . hört / was ein Freundaus überm &ſt. gem Gehänge verbeift.

XXX. Spruch . Der Weiße/ nimmtſeine Tritte in acht : aber der Warı geht mit Betruge om . Auslegung . S feyn gwoArten der Weißheit und Vorfichrigkeit: cine die waare Se. finde ; die anderedieMißartigeund Fal. ſche / die Salomon ſich nicht ſcheurmte Nahmen der Thorheit zu bemercken. Wer ſich der erften ergibt / håret fich auf ſeinen Wegen und Fußrapfens fie. het die Gefahren zuvor / und trachtet nach Wer

XXX . Sprády. 237 Verinittlung ; gebraucht ſich frommer Leute Hülffe ; verſchankt ſich wider die Böſen ; ift Vorfichtig im Beginnen / und nicht unverſehen zum Entfangen ; aufmerckſam aufdieGelegenheitin ; dap, ferwider die Verhindernuſſen ; benebent unschligen anderen Dingen 1 ro su Reg

glerung ſeiner Wercke und Wege ge. hören . Aber die andere Are / ift vollig aus Betrügen und Argliften zuſammen gehofft /und Rellt ihre gange Hoffnung darauf / andere Leute zu betrügen und Dieſe ver. nach gefallen zu verftellen. wtrfft der Spruch ganz billich nicht allein / als Loß / ſondern auch als Zara riſch . Dann erftlich / ift fie feines weges te. rer Dinge eines ſo in unſerer Gewalt ſtehen , beruht auch auf keinerley beſtåndigem Lehrſage : ſondern /es müſſen täglich neue Liftrånce erronnen werden , indeme die erften derleclyfnen und unrauglich werden Zwer .

238

xxx , Spruch .

Zwentens 7 wer einmahl in das Ge fchren K $ tkderlichen betriglichen Menſchens gerabren / der har fich des vornehmſten Werctreuges zu allen Hån. delni nemlich des Glaubens/ gånßlich Derhalben / wird er erfahren beraubt. daß alles und jedes mit ſeinem Wunſche ſchlechtlich eintreffen wird. Serlich ſchlagen ſolche Künſte ob ſie ſchon ſchon ſcheinen und wohlgefällig feyn / doch meiftenrheils fåhi , welches Tacitus ſehr wohl bemerat : Very fchlagene und kühne Rahtſchläge/ Reyn frolicher Erwartung / bart zu vollführen / und trauriges Ausganges

XXXL

XXXI. Sprud ). XXXI.

Spruch.

Ser nicht allzugerecht/ und alla zuweiß ; daß du dich nicht verders best . Auslegung. S feyn ( wie Tacitus ſagr) Zeis ten / darinnen hohen Tugens

den das gewiſſe Verderben bevor ftebt. Und ſolches begegnet Tugends hafften und Gerechten Männern jemahls såhlings/ jemahls lang vorgeſehen . So fie nun auch die Vorſichtigfelt darzuneh mien / das iſt/ daß fie aufrichtig und auf eygene Erhaltung wichfam feyn / fo geo winnen fie dieſes barmit / daß ihr Unter gang eylends herein dringt / aus verbor. gen und dunctelen Rahtſchlågeni'; durch welche bendes der Nend verhütet wird / und das Werderben fic ungewarnet an tafter. Was aber das Wöretein Allzuviel

belangt / ſo in dieſem Spruche gerekt wird / (welln es nicht eines Perianders ſondern

240

Xxxi . Spruch .

ſondern Salomonsorte ſentiwelcher im menſchlichem Leben das Böſe offrers bemerctty aber nie gebiert ) ſo ift ſolches nichtvon der Jugend felbft / als in wele cher Kein Zuviel iſt , ſondern von deren cytel und Neydbarverhafter Rühmung, und gezwungenen Vorſtellung zu verfte. Tacitus / deuter awas d. g .vom ben . Lepidus an, indeme er es vor einwuna dar håle /daß ſelbiger niemals keine Knech . tiſche Meinung im Rahte fürgebracht7 und dannoch bey felbigen grauſamen Zeie ten ſich Schadloß erhalten hat : Wir fållteinflachdendenein /(ſpricht er ) ob dieſes durch das Geſchicke res giert werde/oder in unſererMacht ſtebe / eine Mittelſtraße zwiſchen Gehouſame und Euro Tchåndlichem abgebrochener Widerſpånſtigkeit zu balten / die zugleich von Ges fahrund Schande bes freyt rey.

XXXII.

XXX11. Spruch .

241

XXXII. Spruch . Gib dem WeißenGelegenheit | ſo wird er noch Weißer werden. Auslegung. Er Spruch unterſcheidet unter ocjentgen Weißheit /die zu einer waaren Angavonhete erwachſen und ge dettige ift; und derjenigen / welche bloß im Hirneund in der Werfaſſungſchwiños oder mit Worten gerühmt wird / uud tel ne tieffe Murgeln gerekehar. Dann / diecifte/ wird von fund an fo bald fich Selegenheit anbieret/ dadurch

fie fich üben könne / ewedu in Harniſch gebracht, und erweitert/alſo/ daß fie groſ ſer ſchrine/als fie felbft ift: die lebtere abeti die vor der Gelegenheit freudiggeweſen / moird durch ſelbige befürkt/ und verwirret alfo / daß gar derjenige relbft, der ſich mit ſelbiger geiere vermeynete/ in feyfel ge. ſegtwird / ob nicht die Sehrgebote von fdla biger / cprel Träume und nichtige Bica trachtungen geweſen ſeyen . XXXIII

142

XXXI . Spruch.

XXXIII, Spruch. Wer ſeinen Freund mit heller Stimme lobt / und frühe Oarzu aufſteht das wird ihme an ſfat eis nes fluches ſeyn. Auslegung. affig und settiges Lob / und mit Geo legenbett ausgeſprochent nukt der

M. nſchen Gerichteund Glüce ſehr viel; Aber unmäſſigesi geſchnáltges / undun . Bettig ausgeſprengtes/ ift nichts nuk / fon . dern ſchadt vielmehr ( nach ausſpruche gegenwärtiges Spruches ) Beffrig. Dann erftlich verråhtes fich flårlich , daß es entweder aus allzuvieler wol neigung entſprungen / oder / verans lafter maffen verlangt worden ; dan mit oſe { ober den Gelobten vielmehr durch falſchen Ruhm ihnen verpflichten , als mit waarenZuengnungê steren .Zwen . tons/ einmäßigund fittfames Lob reißt

Xxxill. Spruch .

243

reikt gleichſam die Beyweſenden / feli bigem auch etwas beyzutrage ; bin . gegen Verſchwenderiſches und Unmåffie ges/ daß fie ſelbigem etwas entstehen und benchmen.Drittens/(welches das Haupt. werd iR) wird demjenigen / dir allzuj viel gelobt wird /nur Weyd era wedt: weiln alles übermäſſigesLob ). anderen, die nich , minder verdienen / guk Schmackíc xugsreichen ſcheine.

XXXIV.Spruch . Wie dasAngeſichte im Warrera gegenſcheint : alſo feyn die berger derWjenſchen denen Weißentoffens bar : Auslegung: Er Spruch / entſcheidet die Gez mühter derWeißenund andes rer Leute : Jene dem WaſſeroderSpie. genvergleichen / welche die Geſtalteno. der Bildender Dinge annehmen , da die andeznder Erde oder einem ungeglát ti teter

XXXIV . Spruch . teten Steine / die nichts wiederſtralen / gleich fern . Und eineWeißenWien . ſchens Gemühte / wird einem Spies gel defto ſchickitcher verglichen / wetin in dem Spiegel fo wohl unſere eigene als andererBildnuß tan geſchautwerden ; welchesden Augen ohne Spiegelnicht zugelaſſen iR . SA nundes Weißen Gemüßte al. fo fåhig / daß es unzähliche Köpfe und Sitten ausnehmen und unterſcheiden fan ,bleibt thmé noch übrig / daß er ſich bemiberia fomanchfaltig im Gebraucher ats im fürtelgen , zu ſeyn. Wer geåbt in manchen Sitten wirdinte ſetne Gunft verſchätten .

2002 Die

Die Farben oder Kennzeichen

des

Guten und Böſen / ſorvoht De

Ginfaden

als Deo gegen andern Verglichenen .

** 246 )

గడ ం lolo lololo

Betrugſchlus.

Was die Leuteloben und preis fen / das iſt gut:was ſie tadeln und Ichelten / das ift Woß.

Aufiofung. Jefer Betrugſchluß / bee rrugt auf viererley Weyſe : nemlich / entweder um der Sunwrffenheiß /oder um der Jeigungen und Spaly tungen / oder um der gelobtund ges fchånoten Leute Sinn art willent. Uin der Unwiſſenbeit wilten : was Sermag doch wohl des Pöbels Urtheil in Erforſchung des Guren und Bören ? Phocion ware beſſer daran /welcher /als ihme das Bolet einf übergewonitch alle

frolockte / fragte : Ob er irgend pers Stoffen babe : Um der Untreue willen ; dann die Sober /

I. Bertugſchloß .

247

Cober / und Schånder / ſuchen gemeinig. Itch nur das thrige / und reden nichtaus Herrens grunde. Wann ſeinerwahren wil der Främer reyn enthoben dann pflegt ſie fetne Jung vor grünen Blee zu loben .

grem der Kauffer ſpricht: Et ift nichts gures daran / es iſt nichts gutes dar. an ; wann caber weggegangen / wird er es rühmen . Um der Spaltungen willen : dann, es iſt jedermann beguft /daß die Leute/dica jenigen / dk vonihrem Anhange Teyn/ mte unmäſſigem Cobe zu erheben ,die aber vor Gegenrheite feyn/ über Verdienft suun . serdructen pålegen . Um der Sinarten willen : Danny theils Leute/ ſeyn von derNatur zu Knocha tiſche eucheley gemacht und abgerichter, Andere hingegen / widerwärtige Spota ter : alſo /daßfe imoben undTadlen nur ihren Sinnarten folgen / und um die Warhete fich wenig ber tümmern . titii

II. Be

248

11. Betrugſchluß .

II .

Betrugſchluß.

Was auch von Feinden gelobt wird / das iſt ſehr Gut: was hin , gegen auch von Freunden geradelt wird / fehr BOB . SE

fezdieſerBetrugſchluß S ſcheint als ſen hterauf gegründe; daß /was wir von un . vandbaren { cuten / und wider unſeres Gemiihtes Wolneigung und Gewogen Heit reden / das crpreſte gang glaublich die Marbetskrafft von üns. Aufldſung. Der Betrugſchluß betrige wegen der Verſchlagenbeit" To wohl der Feinde als Freunde. Danndie Feins de / geben einem zuzetten ein Sob / niche ungern / noch durch die Warhettstraffe gezwungen ſondern ſie tlauben ein ſolches Lob aus / welches ihren Feinden Meno und Gefahr anſpinnenkan . Derhalben ift bey denen Griechen ein Aberglaube-eingeriffen / daß fic gco glaubst

11. Betrugſchluß .

249

glaubt / wann jemand vom andern mte boßgefinrem Derken und Schadensvor . rake gelobt werde 1 pflege ihme eine Blatter auf der 57afe aufzufahren . Esbetrügt auch deßwegen /weiln dte fein de cinem unterivetln ein Lob geben / als de nen kurzen Eingang/ ſelbigen darauf dea Rofremer und beßhafftiger zu verleumden . Anderſetes / betrügt auch dieſer Bes trugſchluß um der Freunde Verſchlaa Dann es pflegen auch genbete widen . ſelbige/zuzeiren threr Freundeafter ju ero tennen / und auszubreiten / nicht das fe hierzu einige Warhettofraffe nohtigre 1. fondern folche erwählend / dtethre Srcun de am wenigſten belendigen fönnen / als ob felbige im übrigen fromme ( cure was ren . Er betrůgt abermahls dadurch weiín ſich auch die Freunde / threr Tab . lungen ( als von der Feinde Cob geſagt worden gleichſam zu einigem Vorreden gebrauchen / damie fie bald daraufzu de Ro warlduffrigerem Sobe ſchreiten mogen .

III, BC

250

111. Betragkhluß .

III,

Betrugſchluß.

Welches Dinges Beraubung gut /daſſelbige Ding ift boß; wels chesBeraubung Aber boß / daffels bige iſt gut.

Aufldfung. Hofer Betrugſchluß / _betreugt auf sweyerley Wenſe. Entweder um der Vergleichung willen desGus ten und Böſen ; oder/ um der blach , dasGu folge willen desGuten auf te ) oderdes Bffen auf das B8fe. Um der Vergleichung wilen :Fit es ſchon Mmſchlichem Geſchlechte gut ge weſen /des Eycheleffens beraubt su feyn / folgedoch deren wegen niche/ daß ſolches 688 geroefen fer / ſondern die Echeln fein gue / das Getrende aber / ift beſſer. Auch folgtnicht, weiln dem Syracufis ſchem Volde boß geweſen / daß es des ålceren Dionyſiens beraube worden / daß eben darum felbiger Dionyſius gutt fona

111. Bertugrohluß .

250

ſondern daß bloß minder arg als der jún. gere geroeſen fer. Umbert Tachfolgewillen : Dann/ die Beraubung eines Suren /mache nicht alfett dem Befen plak /ſondern auch wohl unterweiln einem beperen Guren : 4161 wann die Blue abfade / folgt die Frucht. Auch gibt die Beraubung eines BS. ren / niche allzeitdem Guten /ſondern auch wohl zuzetten einem gr &fferen Ubel ftar. Dann durch Hinraumung ſeines Fein . des de Clodius harrliloauch zugleich ſeine Ruhm - ernde verloren. IV . Betrugſchluß. was dem Guten oder Befen

nabe iſt / ebendaffelbige iſt auch Gut oder B88 : Was aber vom Guten entfernt ift / ift Bobi und was vom Bofen / ift Gut. Je Natur; tft gemeintglids alſo be ſchaffen / d3 / was in derſelben über. eintomme auch mit dem Orte übere

ankommt, was aber widerwåretger An geborenfchafft ift, auch im Raume unter. { dj ſchte.

in Betrugrohluf .

ſchieden ift: patin ein jedes Ding thme gerndie Freundſchafftzugeſells/diefcind. ſchaffe aber von fich folſ .

Aufisfung. Aber diefer Betrugſchluß betruge auf drenerler weiſe: Erftitch / um der Verlaſſung, zum andern /um derVery leungdurug,drittens/ um der Beſchů . Bungwilen . Umder Verlaſſung willen /geſchicht , ſo in threrAre ok daß otejenigen Dinge svetreftenfeyn / und am meiſten fürſchla. gen / alles als viet immer möglich an fich gehen , und was in der nähe fteht der. taffen/ und gleichſam aushungern. Der. halben /wird man naheum gronie Bäume felten freche Stauden oder Beden fine Dat alſo einer recht geſagt: Des den . Weichen Knechtlift wohl ein rech , ter Knecht; Zuch ein anderer / niche uneben geſchimpft/ der das Aftergefinde an Stirftlichen Sofen / den Seyers tagsvorabenden verglichen , welcher acren Sefttågen gewidmet werden. UM

17. Betrugſchluß.

253

Umder Verduncklung wulen : dann alle und jede in ihrer Art fürnehmfte Dinger haben auch dieſes in ſich / daß ob fie ſchon die nechate an ihnen /nicht ſchmå. lern oder verlaſſen / fic felbige doch ver. dundeln und überſcharten. Belches die Sterntündige auch an der Sonnebemer, ten/ daß.filbige nemlich im Scheine gute in der Vereinigung und Zunäherung am ber / boß fen . Um derBeſchügung willen : Dannt die Dinge kommen nicht nur um der er ſellſchafft und Naturgleichheit willen xu . ſammen , ſondern es nimmt auch dffters ( ſonderlich in Burgerlichen Sachen ) das Böſe zum GutenZuflucht/ damit es Des. verborgen ficgeund gefchirme werde. wegen lauffen die Ubelthårer in die Ktt . chen ; und das Cafter ſetbp / friegt unter der Tugend Schatten . Es trägt ſich vielmahls zu / daß 048/648 Laſterhafft and Bofiſt/ dennoch lucht beym .Gutert: Jachbarſchafft.

{ vij

254

IV . Betrugſchluß

Im gegentheile/ſchaare fich auch wohl das Gute zum Bdſen / nicht aus Genofa ſchafft,ſondern /damit esfeibigesins Qu. # umforme und bekchre. Weßwegen auch dicArktemche fu tranden als gefun den {euren gehen ; und unſeren Seplan de vorgeworffen worden / er gebe mit Zötlnern und Sündern un.

V. Betrugſchluß.

Welchem Theile die andern Theile ( Secten / oder Lehrzunft te ) einbelliglich die andre Stelle einräumen / (zumahln deren jedeibe febff den Vorzug zumiſt ) diefelbis geſcheint befferzu ſeyn als die übris gen : dann eine jede ſcheint fienehs me die Oberftelle aus Eyfer ein / theile die nechfte aber nach Vers dienſte aus . Sforchlieft Cicero / die Lehrsunfft der 21 Academiſchen / welche es mit der Unbegreifflichkeit gehalten , Rey ausallen Ver

v Betrugſchlaß.

255

Vernunfftlehren die trefflichtegeweſen . Dann frage Cipricht er ) einen Stois Tchen , welche Lehrzunfft die fürs nehmſte fey : ſo wird er die feinige allen anderen fürziehen : alsdann weiter /welcher die andre Stelle ge. bühre ; ſo wird er bekennen , der Bab ingleichen Academiſchen. mit einem Epikuriſchen zu thun / (welche einen Stoiſchen Kaum an , ( chauenmogen ) nachdeme er ſeine Lehrzunfft an höchſten Ort wiro , ird er die Acades geſtellt haben w miſche an nechſten darneben ſtellen. Ingleichen / wann ein Fürſt/ und groſſer Sery/ bey abgange einiger Ämtoftederal. le und jede Nebentrachter inſonderheit bea fragte/wen fie nach ihnen ſelbſt am meiſta darzu befördernwolteny ſo ift waarmåffigi dero Stimmen / wurden auf denjenigen falen / welcher ſolche Stelle am meißen verdient håtte und deren würdig wäre.

Xufioſung. Dieſer Betrugſchluß, berrige um des Zeydes willen .

Dann die Leute/ Pfler

chluß . V. Betrugſ pflegen necha thnen und ihrem Anhange/ denen jenigen am meiften geneigt und ge wogen zu feyn / ſo vor allen übrigen am meiften Krafftloß und unvermöglich feyn / und ihnen die allerwenigfte Ver . drieblichtete fugefügt habē; aus.Dallegege

256

denen jenigen , die ſie am meiften gepoche oder ihnenungelegenheit angerhan haben .

VI . Betrugſchluß. Welches Dinges Fürtrefflich , Eeit oder Uberſchwoänglichkeit bef fer iſt / felbiges iſt auch ſeiner gang Ben Artnach / beffer. Jehagehören jenegeroshnlicheRed Arten : damit wir uns nicht mit

dem Allgemeinen aufhalten ; To wollen wir eine ſonderbare perſon / mit einer ſonderbaren pergleichen / uffie Auflsſung . DieſerBetrugſchluß / ſcheint fiera lich träfftig ; und mehrers aus der Vernunfft als Redkunft / gezogen . C

vi. Bettugrohluß. Erfte Betrigt doch gleichwol zuzeiten. lich /weiln nicht wenig Dinge ſeyn /ſo der Gefahr ſehrunterworffen /die doch gleich . ipol/ wann fieſelbiger entkommen / dte an. Alſo / daß fie der Art dern übertreffen . Geſchlechte nach i ſchlimmer oder dem Gefabrienden , und renn / wetl pie offters fåhlſchlagen ; inſonderheit aber / oder Stuck für Stuc / Eslerrenn . Jn die ferZahie ift dte Jergen blübe / von welcher das FrangoAſche Sprichwort kommt: Ein pariſer Kind und eine Mergen Weinſtockauge / kommt cines darvon / ſo iſt es beſſer als zes Alſo / daß ins gemein hen andere die Mayen Weinflockaugen beſſer feyn / als die im Mergent; · und doch Stuck für Stuc / die allerbeſten Merkenaugendco nen beften Mayenweinffocaugen fürges zogen werden , Zum andern / betrüge cb wegen biay tur der Dinge , die in erlichen Ges ſchlechtern oder Arten /mehrgleich / in etlichen mehr ungleich ift : aler. maffen in Beobachtung fällt/daß die wår. meren

vi. Betrugſchluß meren Himmelsgegenden ins gemein ſchårffereSinngemihrer herfürbringen ; hingegen daß diefürtrefflichen Sinnge. mihrer in tålteren Ländern / die aller 258

ſchårffeften der warmen Gegenden über. treffen. Gleicher geſtalt/ wann in meiften Ketegsheeren die Händel durch zwoer Perſonen Balgkampf ausgetragen wurs De/ würde vielleicht der Sieg auf dieſer wo aber durch das vodige Kriegsheer/auf die andere Settefallen . Dann die für.. trefflich und überſchwinglichteiten /neh . men den Blicksfall an ; aber /die gangen Geſchlechter und Arten / werden durch die Nurur/ oder durch die Kunftsucht gee regiert. If doch dem Gefchlechre nach auch das Gold fortlicher dannder Steint gleichwol aber/ iibertrifft der Dta. manrdas Solo .

998( * ) see

VII. Be

VII. Betrugrahluß .

25.9

VII. Betrugſchluß . Alles was ein Ding gangbehåltt das ift Gut; was ohne Annahme ift / das ift BoB : dann / ſich nicht annehmen können / iſt eine Art des Unvermogens ; ber ift Gut.

046 Vermogen at

teraus 6.1 Eſopus of Mährlein von hidenen zween froſchen erdlehret,mely che in groſſer Dürre / ben allenthalbenges brechendein Waſſer/ berahtſchlagt/ was ihnen dannwohiju thun wåre ? Da dann / der erfte acfagt / wir wollen in einen tieffen Bronnen ſteigen , fintemahl es nicht waarſcheinlich /daß es dar. innen an Waſſer gebrechen werde : welchem der andere alſo verſeke : Wie wann es aber auch barinné an War ſer mangelte/ wie wurden wir wie's derům beraus können komen : Der Grund dieſes Berrugfchiuffis aber / ifti di dasmenſchliche Ehun / ſo gar ungewiß / und der Gefahr dargeftelt iſt/ daß dasje. nige/ das alerbefte ſcheint i welches die meiften

vi . Betrugſchluß. 1 265 meiften Ausflüchte har. Sicher gehören dle liblichen Redarten / ſo im ſchwunge gchen : Duwirſt dich gang verbun . den und verpflichtet machen ; du wirſt vom Glückenicht ſo viel neh men / als ou wirſt wollen / und To fortan. ufisfung. Der Betrugſchluß / betrügt Erflich svetln im Menſchlichen Thun das Glů. de durchaus haben wild daß leßlich et . Dann i wle je . Wa8 bichloffen werde. ner ſchon gefagt i auch nicht ſchlieſſen beift doch etwas beſchlieſſen : alſo gar/ daß unsofftermahis der Rahtsver. ſchub mehrern Nihten einflicht alswann wir erwas beſchoffin båtten . Es ſcheint aber dieſe gleichſam Gemiihtsfranckheit , der Kranckheit der Beirbålſe gleich 1 doch , von der Begierde/den Rechthum jubchalten / auf die Begierde ſeinen engs nen freren Willen und Gewalt jucrhals sen /verſere. Sintemaht/ der Seißhalßi. deßwegen ſeinesOutes nicht genteſſen will damit

VII. Betrugſchluß.

261

damit er nicht etwas der Summe entjie . be : alſo wil auch ein ſolcher Sonderling nichts vollsteben / damit alles gang in ſeio nem Weſen verbleibe. Es beträgt zum andern / weiln die Noht /und wie man ſagt der Würffel-wurff / denen Gen. mübtern ein Antriebftachel ift ; wie jener ſagi: im anderen ſeyd ihr denen ang dern gleich / an oht aber / über , legen .

VIII.

Betrugſchluß.

Was ihm einer Eygenſchuldig zuzieht, iſt ein groſſeres , was uns von Fremden aufgebürdet wird / ein ringeres Ubel: Es Dinges Urſache ift /daß der G. wiſſenstich die Widerwärtigteiten doppelt : hingegen gibt es in der Trůbſal einen groffen Troft / wann thme einerbe. wuft ift/ daß er teine Schuld daran har. Derhalben erhöhen die Dichteré diejeni. gen Gemübrsleydenfchafften am Beffrigo plenty

262

VIII. Betrugſchluß Verzweiflung die nåbefte /

flen / als der

in welchen ſich einer felbft antlagi und nagi. ser Fahreyt ſichſelber aus vors Baupt und Erfturradhe des Jammers und der Hoht/der Tahwa ren Ungemache; Hingegenringert und verwaſcht gleich . Tam / dieErinterung der Unfchuld / und brs Berdienftes, das Elend und Trübfal für treffsicher Leute. Wetters / wann einem ein Ubel von

andren fugemuhrer wird / fo bat jeder. mann Urſachefich frey subėklagen / und dadurch ſeinen Schmerzen ausdämpfen su laffen , damte er das Serr nicht erffect. Dann / wir pflegen ob deme was von Menſchlichem Unwillen herrührt/entwe. der zu górnen oder auf Rache bedacht zu Feyn / oder leglich Gorres Gerichte dar. aber angruffen und zuerrarien : Ja wann unsgleich vom Glicte fabfterwas angeſchnitt wird / fo lendet es doch eini. gen Zand / gleichſam wider da &Sdyjaffer felbft.

After

ino

Vill. Betrugrohluß .

263

DAS Arme Tutterhers gleich unbarm , hersig nennt/ die Götter / Sternenheer / und was der simmel Kennt.

Hingegen / wo einer ein Ubel aus cygnce Schuld ihmeüber den Salß gezogen hati werden die Schmerkens tacheletnwarts getehrt/ Verwunden und erftechen das Gemühtenur mehrers. Aufldſung. Difer Betrugſchluß/ betrügt/erfta lich , von wegen der Hoffnung , welche ein ftarctcs Widergifft alles Ubel& ift : Dann die Beſſerung der Schuld /iftoffta mahls in unſerer Gewalt gelegent des Glides aber / nicht. Derhalben / hat. Demoſthenes ſeine Bürger nicht ein . mahi mit dieſen Borren angeredi: DAB , jenige/ was zum Vergangenen das Allerſchlimſteift/ das iſt zum konff tigen das allerbeſte. Was mag dies ſes leizlich wohi ſeyn : nemlich / eben das / daß euereSachen , um eyerer Flachläſſigkeit und eygner Schuld

264

VIII. Betrugſchluß .

Schuld willen übel beſtellt reyn : dann / wann ihrin allem das cirrige emfig gethan båttet / und euer Staat gleichwol wie anjeest übel daran wäre ; ſo båttet ihr nicht einſt einige Boffnung, übrig / daß felbiger einmahlwerde beſſer wers Demnach aber fürnemlich den . evere Fahler ſchuld daran haben ; könnt ihr zuverſichtlich trauen , daß ſo ihr ſelbige verbeſſert ribr in eyeren alten Wolftano gelangen werdet. Jntgleichen hat Epictetus/ von dinen Staffelnder Gemühtsruhero. dend/ denen jenigen den unterft-oder logo ten Drt eingegeben die andere befchul digen ; den oberften / denen, die ſich felbft ;gen alleroberften / denen die per der ſich noch andere anklagen . Er becrüge zum andern / wegen der menſchlichenGemührern eingervurķelter Boffart : traffideren / die { cure ſchwar dahin gebracht werden / daß fe thre cyge ne Fåbler erkennen . Damit ſie aber dte . fes vermeyden / tragen ſie weit gröſſere Scdult

VIIK Betrugſchluß

Gcdultin denen Ubeln , die ſie ihnenEn Dann / gleich genſchuldig zugezogen . wie itt feben / daßes fich begiebe 7 daß wann eine Schuld begangen wird / und man deren Urhebern nicht weiß /dte Seure über die maſſen erboſlen / und wüten; wann aber erfahren wolrdies ſen einKindi Ehgarte oder ſonſt jemand angenehmet dran ſchuldig aller Lermen alſobald ge. Atilt wirdundaufhört : gleiche Bervanda : nuß hat es / wann ich ein Ding surrågt ! deffen Schuld wir nohtſächlich über uns

nehmen müſſen. Welches ſehr offt am Weibervolde zu ſehen , dier wann ſie wto der ihrer Eltern oder Freunde Einwilli gung etwas Unglückſeliges begangen / al. les daraus entſpringendes Unglüd mig ocrtuſchen wet . den . 220 $ .7

IX.

Bes

266

I Xi Betrugſchluß

IX. Betrugſchluß Der Staffel der Benehmung ſcheint groffer zu feyn /als derStaf felder Vermindering : und binwi derum der Staffelder Anfangung! ſcheint grøffer zu ſeyn als der Staf fel der Zuwachlung oder Vers mehrung. Sift ein Lehrfät der Meltünfte flichts ) babe keine Gemein , fchafft mit etwas. Derhalben ,ſchet nen dieStaffeln derStichtigkeit ( Nul. licatis ) und der Etwasbeit ( Quiddiy tatis graffer/ als dte Staffeln der Zu Wachhung und Abnehmning oder Schwindung: dermaſſen es einem Einåugigen bårter fåde / ein Zuge su verlieren / als einemBeyd- dugigen . Ine Vtelbefinderten gleichen / ift es einem Fehwårer/den lektüberbliebenen Sohn zu verlieren / als die vorigen . Derhalben / bar auch Sybilla / nachdem die stoer eften

IX. Betrugſchluß.

267

erſten Bücher verbrennt/den Wehre des driteens. Verdoppelt : Sintemahl deſſen Verluſtein Staffel der Henebm oder Beraubung ) und nicht der Vermning derung geweſen wäre. Hufisfung : Der Betrugſchluß berruge í erffa lich , um derer Dinge willen derer Ge. brauch in einiger Genige oder Behör. lichteit / das ift / in einiger beftimminec Bieter beſteht. Dann / wann einer berg Straffe ſchuldig wåre/auf einen gewiſſen Tag / eine gewiſſe Summe Gildes zu bep sabien / dem wurde ſchårer fallen / wann er eines einigen Goldguldens manglen muffie/ ( doch aufden Fal ſelbiger nicht fonte aufgebracht werden ) alswann th . me auch dieandren Zehen führen . File gleichen / ber Verruhung eines Ver . mogens ſcheint der Staffel der Schula

denta ? ſo das Vermogen erftlich gain gere har/ ſchadftcher; als der legte/der eta nen in die Dörfftigteterege. Mti Diet

263

18. Zeerugihluß.

Dieher oden diegewonlichen Redarren : Die Sparſamkeit iſt auf dem Box den zu ſpat ; Es iſt ein ſchlechter Unterſcheidi nichts baben / oder ets was haben das nichts ausgiebt / u. d.g. Er betreuge zum andern /um jenes urs in der Macur, daß ſprungſages willen nemlich eines Verderben des andes ren Erzeugung ſer : Alſo daß eben der r Staffel der leegteren benehm.odeBes raubung / unterweiln minder ſchadet 1 fintemabler Urſachegibt/ und anreikt/ eis ne neue Lebensartfürzutchren. Dahero fich auch Demoſthenes bey ſeinen Bur. gern offters betlagi; Die unnügen und unehrbaren Bedingnuſſe, die ihnen Kønig Filippus aufträge/ und ſie Aunahmen / reyen michts anders Als eine Tahrung ihrer Tråg und Saulbeit : alfo / daß es ihnen viels beffer geweſen wäre/ derer gangsu ermangeln / deßwegen / weiln fole cher geſtalt / ihr Fleiß beffer båtte zur

1x. Betrugſchluß .

269

zur erwerbung anderer Mittel ges Tchárfft werden können. Ich habe einen Ärkt gekennt / welcher zu gårrlichen Weibsbildern /ſo fich gegen ihmebeklagt/ fie befanden ſich unpaß / trügen aber vor aller Aroner groſſen Edel / nicht minder kortemveilig als ernſthafft zu ſagen pflegre Es ift euch hochvonndhten / daß ihr noch übeler auf werdet / damit ihr alle Areneyen / wie ſie auch in . mer ſeyn mogen / gern leydet. Jac fénre such der felbte Staffel legter Beraubung / oder Dorfftigkeit / wohl benifam werden / nicht nur den Flats ju erwecten / ſondern auch die Gcult gut! erlangen . Was das zweyte Stuck dieſes Ber trugſchluſſes betrifft / ſelbiges ruhr ebeny auf der jenigen Grundfefter als das erſten nemlich aufdenen :Staffeln der Wichts. heit/ und Etwasheit: Dannenhero gehen ſo vielerley Cobriihme von Anfang gen der Geſchaffte im ſchwange. Wer den Kandel wohlanfangt iſt ſchon åber halb gelangt. M it

270

1x. Betrug hluß.

+ Darühre der Sternfundiden Aberglau . be herf welche von des Menſchen Be. wandnuß /-und Glücke/ nach dem Aur genblicteund Anfange ſeiner Erzeuguing/ oder Gebuhrt/: Urtheil fållen. Auflöſung . Der Betrugſchluß berugt/ erfiliche 7 fbeiln in etlichen Dingen , die erften an. fånge der Sachen nichts anders fennt / als dasjenige/wasskpicur in ſeiner Ver .

nunftlehre Verſuche nenne / das ift / teinige Entwürffe; dieniches feyn /Wann fie nicht wiederhole oder fortgefere wer. iden. Derhalben ſcheine in dteſem Falle ider giveyte Staffel würdiger und machtt. ger als der Erfte : Adermaſſen in de nen Wågen i das legte Pferd ohne eines / gur Bewegung des Wagens mehr hilffe/ als das erfte. Auch pflegt nicht ungereymt geſagt zu werden : Die Wieder -ſchmachrede Rey eben dies jenige/ Po ſchuld am Kampfe habe. Dann die erffe/wåre vicücicht fiirbenge. flogen; Derhalben hatdie erſte den ins fang

1x. Bettuglalu

fang zum Ube gemacht/die zweyte aber / felbigem alleWaſſe benoine men. Der Betrugſchluß / berrigt/ fiber fens/ um der Würdigtett der Beharrlich . feit soillen als welche am Fortgange nicht am Angange gelegen iſt. Dann es fan der Zufall oder die Marur/ den erften Anlauff erzeugen ; bloß aber die Beftans digkeit , eine reiffe Neigung und Urtheil. Drirrens / betrüge er in denen Dingen / derer Natur und Lauff der angefangenen Sache zu wider geht. Affo / daß die ere fte Beginnung / fortan erſchöpffewird / werden dann die Kraffte fortgefekt.Maf ſen in jenengewönlichen Departen geſagt wird/ bicht førteommen ift. fo viel als zurück weichen ; Undiwer nicht zunimmt, nimmt ab . Als im Lauffe gegendem Berge /im Rudern gegen dem Strome: Aber hingegen /wodte Beweis gung Berg ein anfängeroder dasRudern dem Stromenack befdsiche; dafilbft hat der Anfangsſtaffel wete beffern Voe. thell. Mitti

fer .

1x. Betrugrahluß.

Ferners / wird dtere Farbe nichtnur ausgedåbne zu demjenige Staffelder Beginn- oder Anhebung / welcher von dem Vermogen zur That ges ſchicht/ verglichen mit dem Staf fil der von der That zur Zuwachi oder Vermehrung geſchicht; fonts dern /auch bißzudem jenigen Staf fel / der vom unvermogêgeſchicht/ verglichen mit demjenigenſo vom vermogen zur That geſchicht. Dann derStaffel vom unvermo. gen zumVermogen / ſcheint groſſer feyn / als der vom Vermogen zur That .. x . Betrugſchluß. Wasſich auf die Warbeit bes ziecht ) ift groſſer als 048 /was ſich Auf den Wahn bezieht. Die Art/ und der Beweiß aberdeffen / was zum Wahne gehört / iſt dieſes/ daß einer deßen würckung nicht thun wurde/ wann ermeynte / ſie wurde verborgen ſeyri.

Die

X. Betrugſchluß .

273

Dteſesſprechen die Epicurer alfo Stoys aus/ von der Glückſeligkeit der ſchen / fo fie aufdie Tugeno ſtellen : das ſelbigez gleich fer der Glückſeligkeie eines Schauſpielersaufder Schaubüh. ne : welcher / wann er von denen Zu ſchauern /undderen Befrolockungen vera laſſen wurde/ gleich den Mührwurde fal. ſie die , len laſſen . Derhalben nennen Tugend Sohnweiß /das Schaubůbn . glück / oder Vielgut . Anders geht es mit dem Reichrhume her , von welchem jener ſagt : Der påbel fpotter mein mit homefchen Verlachen ) ich habe doch worvon mich frölich felbft zu machen . Ingleichen von der Wöluft : Viel angenehme fiend' immerggenſchret er hegt ob ſchon das falſche Wang führt Schama roht etngeprägt. Auflsſung. Die Trüglichkeit dieſes Betrugs fchluſſes / ti awas ſubtiler/ ungeachtet ode MO

274

2. " Scerugſchluß.

Ole Beantwortung des eingeführten Bern . Dann die Tugend ſpicies leiche ift. wird nicht um des Pöbels Qunft wollen erwählt. Zumahin auch dieſes befohlen ift , és folle ſich ein jeder ſelbſt amo meiſten in Ehren balten . 'Alſo daß çin frommer Mann / eben derjenige in der Eingde als auf dem Schauplancſeyn wird. Gleichwoln dieTugend/ durch das Lob vielleicht erlichermaßen fårcer anges fpannt mag werden /gleich wie dieWärme durch die Rucklenkung verft & rctt wird. Aber ſolches verneint bloß den Saß / ü . bergeugt aber den Betrug nicht.

Die

fes ift aber die Aufðfung. Geſertdie / Tugend / ( fonderlich diejenige, die Mü.

heuno Strett ausſteht ) werde bloß deß. wegen etwåhte / weiln ſelbige Lob und Gerüchte zu begleiten pflegen / fo folge doch keines weges hieraus / daß niche dte Luft und Regiing sur Eugend / für. nehmlich um deren ſelbft willen ſey . Sin . semahldas Gerüchie 1nur die Bewegs utſache oder Urſache/ ſonder welche nicht / teines weges aber / die Polls zie .

Betrugt

275

bgodt egungsurfachkon fonte. Zum Beiſpiele/ wann zwen Pfer . de wåren /aus denē das eine ohne Sporn Atreiche alles Unfaul thate ; das andere do ber / vermtrreift der Spornſtreiche das afte weie libertreffe 7 fo wurde meines trachtens dieſes lektere den Stey dars von tragen / und für ein beſſers Roß geo utthet wordtuchoł Rare niemanden der geſundes Urtheils ift / be. wegen ; Einweg mit einem Pferdel fenfioneſ.añ melin pochette wher acugunſtigem nes weges überlåftig oder hinderlich ift; ſo ift deßwegen / ein Pferd i fomte dem Sporne angetrieben wird / nichts defto ringer zu ſchåren / noch dasjeniger ſo oh. neSporne wunder thur/ für beſſer zu ach ten / fondern nur für zårtlicher. Blei che weife/dienen die Ehre und derRuhmi der Jugend an Sporn- und Stact)<18 fat ; ungeachtet aber die Tugend 7 ohne big

founderton wuto och / /

276

x . Betrugſchluß . jedoch / weiln felbige / the immerzu auch ungeladen an der Band zu feyn pflegen / hindern fie nicht, das nicht die Tugend auch vor fich ſelbft ohne fier folte verlange nadm . Derhalben wird jener Sak reche

geſtraffe., dieſes iſt,das Zeichen des jenigen Dinges/ lo um des Wabnes und nichtum der Warbeit willen erwählt wird / daß ſolches niemand thåte /wann er wuſte daß es wurde vertuſcht bleiben .

XI. Betrugſchlus. was mit unſerer Mühe und Tu , gend erworben worden , das iſt ein fürtrefflich oder groſferes Gut: was ums durch fremde Wolthatos der durch Glücfszulaſſung angeboj ten wird ein geringer oder kleiners Gut. Jefes Ding & Urſachen / fenn dieſe : Erftlich , um der Soffnung des Konfftigen willen . Sintemahl/ beg frema

Betrugſchluß . Xl

177

fremder Leute Gnade 1 oder bey dem Glüdsvorminde ſelbft nicht viel Gewiß . her ift: hingegen ſeyn eygner Fleiß una : Tugend allzett zu Hauſe. Alſo / daß nachdeme yns ſolcher geſtalt etwas Gu. tes juwege gericht worden / wir deffen Wercfgeuge auch jufernerem Gebrauche adjete fårrig an der Dand haben : ja ſelbige ſeyn durch die Geivonhete und die Wol. gerahtung nur träffriger worden . Zum andren weiln wir /deffen /was wir durch fremde: Wolthat überkommen / auch Schuldner gegen andren ſeyn: da hingegen das, was wir durch uns ſelbe erarnet/ feine Birchwerde nach Achiehl.. Wann uns auch ſchon dte Ostriche Nachſehung mit erroas überhauffe / fo era fordert doch auchſolches gleichſameinige Vergeltung von uns gegen der Göttlt. chin Guire ; welches böfen euren ein Derxbib ift. Morbey bey der erften Art/cs nach jenen Spruche des Beiſagers geht: Sie frolocken und freuen ſich ſie opfern ihren plagen / und rău , chernibrentgegen . M shakli

Drire.

273

XI. BertugTchluß . weilnaufdaswas nicht Dritreng /

fleiffe berrårt/FeinLob von unfern und Achtung folgt. Dann /was von der Glücfeligtett herrlihrt/ erfeugteinige Verwunderung / aber tein ob. Wie Cicero zum Cåfar fagt: wir haben bereit worüber uns zu verwundern / etwas zu loben / deffen erwarten Pierdrens / weiln das was durch enge nen Fleiß und Mühe erarnet wird /met. Atencheils mte juhe und Zandke vera einigt ; worber teine Süſſigkeit ift /wie Salomon ſpricht / die Speiſe von der Jagt iſt ſüß. Auftsfung. Es werden aber vier entgegen geſerie Farben gefunden / welchedie Sache auf den Gegentheil neigen / und denen voría gen an Auflöſungsftar dienen fönnen . Erfilich / weil dieGlückſeligkeitgleich . ſam ein Zeichen und Werckmahl Gottlicher Graden ſcheint: und des . wegen

279 x 1. Betrugſchluſs . wegen ſo wohl in uns ſelbst die Keathete und Surtigfete 7 in andern aber die Ebro

erbierung undein anfchen erwect. Dieſe Glüdſeligtet aber i begreiffe auch die ohngefåren Dinge/ welchen die Tugend ſchwårlich nachtrebt. Als daCåſar su jenem Steuermanne/ felbigem ein Vers einzuſprechen /ſagte /ou führſt den Kat fer und ſein Glück . Dåtte er nunge. lagt/ du führſt den Kaiſer und feine Tugend / oder feinen Fleiß /ſo wars es dem in Meersgefahre ſchwebendem Manne ein gar lauer Troſt geweſen. Andertens/weiln diejenigen Dingerſo vom Fleiſſe und von der Gefchicklichkeit Herrühren/ nachthulich / und andren unverſchlorien reyn : da hingegen die Glückſeligkeit unnachtbulich / und eines jeden Voezug in ſonderheit ift.Det . Salben ſehen wir durchgchends / daß die Datürlichen denen Künffache fürgejogę werden / weiln ſie keine Nachahmungano Tehmen. Dann was nachahmlich ifti 118 ift bereit durch die möglichtett gemein

XI. Betragſchluß .

worden . Dritten8 /was durch Glücks ſeligkeit kommt / ſcheint ein Gnaden . und fein durch Arbeit erkaufftes Gut : was hing: gen durch engne Eu. gend / gleichſam durch gevotifen Preiß er worben. Derhalben hat Plutarchus/ von Timoleonis cines böchftglücklio chen Mannes Sachen / felbige mir des Ageſilaus und Epaminondas ver. gleichend / welche zu einer Zett gelebet / ſehr ſchön geſagt ; felbige reyen des HomerusVerſen gleich oder ån , lich geweſen , die / um willen ſie all andere übertreffen / auch felbfliers fend ſcheinen /undeine gang ſonder bare freymůhtige Artbaben . Viers tens wetin dasjenige, wasunverhofft oder unerwartet ſich zuträgt /ange Mehmer fällt / und mit groſſerer Wolluſt der WJen chen Gemüba tern einflieft. Dieſes aber /tommt denen jenigen keinesweges zu parel die durch eygnenFleiß und Umthun erarnet werden . XII. De

281

Xll. Betrugſchluß.

XII. Betrugſchluß. Was aus vielerley und theilba ren Dingen beſteht / iſt groſſer als dasjenige/ was aus wenigern / und mehr einerley iſt : dann alle nach denen Stucken betrachtete Dinge ) ſcheinen groffer. derhalben tragt Auch die Viele der Theile / oder Stuck / eine Groffe auf ſich ; die Viele der Sticke oder Theile as ber /würckt ftárcker wo keine Ord , ſieführteineGleich , nungiſt: dann nuß der Unendlichkeit ein und vers hindert die Begreiffung. Jafer Betrugſchluß / scheine gleichfalls erftes Anblics berrug. lich , und zwar gleichſam handgreifflich . Sincemahl niche der Suche månge ale letn /ſondern derenørde/dasGange ver mehrter machen tan . Dannoch reiſe dieſer Betrugſchluß den Einbtloungs, Sinnoffters nach fich : ja /

ftellt auch liftiga

X1 . Betrugſchluß Dann auch nach . demSinne liftigltc h dem Schichte derjenige Weg fürger vore tomme, der eben ifti aufwelchem nichts darzwiſchentommrtwas das Gefichte une terbrechen mag: als einer in einer ſolchen Segend/ wo: Mugleich Bäume +Saduer oder forft ein Zeichen geſehen werden / durchwelches derRaumentſchieden und abgeraeffen werden kan .. alſo kriegt ein Wolbegeldeter Mann / wann er ſeine Kaffenund Geldfåtte abtheilt- und ans einander klaubt / einen groffern Reich . shumswahn in Sinn , als vorhin. Es hat auch dieſes einige Eribelte. rungstraffe in fich / wann ein Ding in mehr Gebühren eingerheilt wird /und man mit deren jedweder beſonders um geht. Dieſes füllt aberdie Einbildungs. frafft noch mehr an / wann dieſes durch einander und ohne Ordnung geſchicht. Dann dte Zerrůtrung erzeugt den Wahn der Månge. Dann / was mir Ordnung gezeigt oderfürgelegt wird , das erſcheint cben

Xll. Betrugſchluß.

283

eben daraus mehr geendet / und giebreio nen gewiſſen Beweißgrund / esſer. niches Singegen / kvas ausgelaſſen worden . durch einander vorgefeigt wird / wird nicht allein für fich ſelbſt vor Bahlreich vermeint / ſondern gibt auch den Vers dachie plat / es ren noch mehr guruct / To überſehen worden.

Auflöſung. Dieſer Betrugſchluß betrügt erfi lich / svo einer von einer Sacheeinen mehrern Wahn ſchöpfft als deren ſelbe gróffe erhetfehr. Dann , wann dieſes geſchichéi ro wird die Sustheilung fela bigen falſchen Wahn gernichten / und die Sachenach deren Selbwarheit/niche Dery aber mit Erweiterung deiger. halben / wann einer mit einer Kranc . hete oder Schmerzen tehaffe iR / lower . ben thn die Stunden ohne Schlag oder Retsuhr långer beduncken / als wann er ſelbige darnach ausmeft. Dann / fo der

284 XII . Betrugſchluß . der Urdruß unddte Plage der Kranct . Helt ift : Bingegen dte Zettnadsrechnung ſelbigen fruthum verbeſſererund verfirkt den ſolcher falſche Wahn gefaſt hat. ff. Sogefchicheeben mit der Ebene ju. feiten das Widerſpiel deffin oben geſagt worden . Dann 7 ob ſchon das Gjichre / den Weg dem Sinne anfangs fürger zeigt,weil er umgertheleift ; Dan . noch / wann hterans ein Wahn eines foete geringerern Zwiſchenraums ent . Yeht , als wir den befunden r ſo wird dte. ks entelen Wahnesreuſchung machen / daß ſelbiger auch långer ſcheinen wird als er würcklich ift. Derhalben / wann ciner dem falſchen Wahne von der groffe eines Dinges nachſtreben süll / fo hüte er ſich vor denen Austhellungen / Ton dern erhebe nur das Ganne zuſammen . Der Betrugſchluß berrigt Zwenton61 wann dieſe Austheilung ferriſin wird / und nicht untereinft fürfommt oder das Gefichte auf einmahl rührt. Derhal. ben / wann die Blumen in einem Gar. ten

ol 10

X1 . Beerugſchluß .

285

ten in unterſchidlich : Betlein abges theilt reyn , werden ſie den Schein ciner groſiren Mänge von fich geben / als wann fie alle auf einern Bette zumahl wüchſen : joann nur felbige Berthein auf anmahl ins Gerichte fallen ; anderft wurde die Vereinigung der gerriffenen Abtheilung iberlegen ſeyn . alſo ſcheine das Eintommen derjenigen gröffer i die thre Gründeund Boden náhebenfammen und vereinigt haben : Dann wann fic serftreut ttegen fallen ſie nicht ſo leichlich ins Gefichte. Drierens/ beträgt der Betrugſchluß

um der Bürdigtett der Eintgtete willen / vor der Månge. Denn alle Zuſam . menſerung iſt ein gewiſſeftes Zeichen der Nohrdorfftigkeit eines jedwedern Stucesin fonderbett 7 worbey jenes ube tich füt: DAS Was einzeln Keine Kraffc in der Irlange tussen ſchafft.

Derowegen ware Marien Theil der beo Ate : Wartha Wartba du mache dir

286

Xll . Bertugrohluß .

bir vielzu ſchaffen / Linesift noht. Da rühre auch jenes Mährlein blog pens her / vom Fuchſe und der Kake. Dann der Fuchs rühmce fich / wie viel Künfteund Ausflichte erhånte / durch die er fich denen Kunden entzoge : dic Kare aber aber ſpracyfie verlape fich nur aufeine einnige Rettungshülffr/nemlich ! das ſie das.ringfárrige Kletterensvermo gen habe, welches gleichwol ein beſſerer Schuß als alle andere Rånke des such . fes geweſen . entfanden.

Boraus das Sprichwort Der fuchß weiß viel

Künftedie Kabe nur eine aber eine grolle. Jaman fieht eben dieſes auch in der Sittenauslegungotefés Máhr. Leins: dann ſich auf einen mächtigen und getreuen Freund verlaffen , gibemehr Schirm /als vielerleyR & N réuno Liften. SL 57D

Regis

Xegifter .

V (Acteon und pentheus / oder der Fúra wistge X/ SS Aufgehende Sonne imStaate mirovor derNature , 222, 223 dergehenden angebetet 146 Andacht in Glaubensſachen 1/24 Apollo Argliſtigkeit Ariadne 117 . 228 Arme preſſen hårter als Reiche der Arzney zwey Lehr-artea /. die Dogmatiſche und Empiriſche 144 Atalanta /oder der Gewinn /xXV . I 251 108/ 165 Kaiſer Auguſtus

Aemter follen nicht mitUrmen hungrigen Mufa 228 ten befekt werden Aufruhr / 4. und fol. 54. deren Urſach / 6. Ane ſpinnug/ 6 , Würdung / 8 . 70 Aurora 116. u. f. Sadhus 61 Badhus.Setber Degterbe/ 118. u.f. deren Empfängnuß 118. Beburt/ 119. Nahrung ( 1201 iſt unerſätts lichti

Xegiſter. Tich / 121. Wt10 /121. Wütig und thóricht/ 124. hat auch dapfre Würckungen / 124. fchåndlics/127 : widerſpånftig/ 123. 124. 1122 wil fich rech_fårtigen Barmberßigtett/ 209. gegen das Biehl 208. 210 * u.f. unbarmherßige Batmb. 232 Betrüglichkeit

Caſandra ) oder die Freyheit in Reden / 1 3 9. Cato 167.u.f. Ceves / 157 Charybdis und Scylla Chymigl oder die Scheidtunft / 105.137.174 3 / 110 Cicero / XV , 83 Cupido / oder die Liebel 33/36 Cupido ! Cyclopen / oder Dienex des Schreckenst 14. 9. Dédalys / oder der Handwerckemann / XIX , 197 874 141 Democritus / Deycalton /oder die Erneuerung / XXX.105 Dienere fol man nicht verwihnen 218 XIX . 91 Diomedes / oder der Eifer Dionyſius / oder dte Begierdel XXIV . 116 E. 13/24 Echol 16. u. f. Eidſdwur #ins

Kegiftene. Einbildung eigner Voltommenheit ift rchada lich / und das Gegenſpiel nůßlich/ 140, 142 196 bertern tuben kibet ing n äccl ymio /nx. Sofz šo sEnd /oder der 18 & Entſchuldigungen wiedie anzuſtellen 117 Epheu 88 Eptcyrus Erbarmnuß 96 143 Erfahrung/ lehrt langſamo bertſeertwurbelt themeſ 218 bigen abzuleinen thiet ke this serculaptys IQ Efel 13 Bergh

utbettore 226/227 Fehler treffitcher Leute /ſind ſcheinbar / 202.deja Bermttteng 203 138 / 139 das Reuer reundeomanther Gefahr beter ett 235/236 nern ngente metben 230. 231 232/ 233 Frtedſtofftung Frübzeitige

Fürſten /Snad und Ungnade/ 11.4.f.51.4.fo $ 7.wie bey dem legtern fich zu verhaltenund 213.4.fo wie ſolche abzuleinen Fürſten - Gemeinſchafft untet e Bebtette mtbetráſ N thanen

Regiſter . chanen / 206. 207. Fürſteu ſollen arme Hup gerleider nicht in die dempter fenen 228 Fürſten ſollen ihre Diener nicht verwähnen 218 erfordern an ihnen die Gefdwindigfett in Verrichtungen / 220/ 221. verwerffen aber Den Uberwitz /diePoldgeſelligkeit/Hershaft 220/221 tigkeit und Frommigfeit Fürwig in erforſchung Göttlicher Gebeimnuß. 57/ 152 192. u . f. Fürwillige Forſchung/ ſchädlich Der Fürſichtigkeit und unfürſichtigkeitNuß und 148/149/236/237/239 Ungemaco das Gerüchtel 53. u .f. Gerndyte der Frotamen fåbet nach ihrem Lob an / Der Bofen ſtirbt mit ihnen 198 Gewaltſamer Glaubenscoder Gottesbienfts Eifer 93. u . f. Gludſeligkeit/ tft nie beſtandig 108. u.f. Handwerdtsjünſte 99. u.f. 1os. begenNeib 99 deren Nuß und Schaben 100. find überall woblangeſehen 99 113/134 Bercales 4. 1461 147 Heuchelep/ in Glaubensfacer der Bimmel/ oder der Urfpemug XII. zu Hof wird man verkehrt 207 SI Hofgartlinge Berartitäſſt einen feine cigae Schlet nicht era

Xegiſter . tennen die Hölle

264 69

carus 99/103/155 , u . f. Jofeph8 Verkauffung in Egypten 32 Juno 4 / 116. DerJunofreyer / oder die XVI. 81 Schande

$ / 9/ 66 / 67 /81 /116 /130/ 131 2. Klugheit Fiebet / wie in einem Spiegel 243.244 Krieg / deſſen drey Sehrgebote 43.4 .f. Geråhte fchafft 45 und andre Beförberniffen 47.u.f. Entwürfungen 49. Angriffe 114. Bertheis : HS digung 82 Kutuck, Jupiter der Kunſt Streit mit der Natur 127. u : For 1044 Kunſt-teuſchnng Jupiter

♡

Leichtſinnigfeit der Menſchen 145 die tebe 83. u . f. Lob / fol máſfig und rechtzeitig geſchehen 242 Lob des Pöbels 246 Luna so

Wagellanety effen nicht von Thieren 209 TIedura 41 memnon / oder der frühzettige / XIV , 27 des Menſchen Zuſtand 135.u.f. ibm dienen ale le Dinge 139 er iſt aus allen zuſammen ge nij fert/

Martede.

fet 137. Deffen Berjüngerung 142. 4. f. Mercurijs S / 20 Metis / oder der Kahtt. XXX. 176 Widad 24 Mittelmaßl in Sttten - Vernunfft-und Staatfas chen 155 / W.F.240 . Harcuffus /oder Dk Selbliebe IV .. 12 Narciffen 13 der. Natur Beſchreibung / unter der Perſon Pans/ 2. 5. u. f. 73. th. f. 84. u . F. Erneues rung/106. wird von der Kunft beftritten / 127. u . f. deren Geift 169. Zemeſis /oder die Radhe und Wandelbar Keit / XXII, 107 139 Oedipus 207 Dhrenblåſeren zu Hof Orfeus/ 180, Orfeus/oder dte Vernunffts 58 lehre x1. p . 1-76 Pallas 20 pan /oder dieHatix Paniſche Schreden 23/35 132 Pandora 22 Parcen pentheus SS Peripatetiſche Vernunfilehre/ for man nicht gar anbeten 141 pets

Legifter: perfeuts / oder der Krieg VII. pluto Praleren bat nichts hinter fich

106 234 promethens /oderdes Menſchen zuſtand/ XXVI, 129 166 proferping / oder der Geift , XXIX, proteusy oder der Stoff , XHI,

Göttliche Rache 108. u . F 177 Rahtſchlüſſe/wie ſolcheauszufártigen Rebe/ deren Ausgang iſt mehr zubetrachten /als derEingang 200. fol fichmit einem luftigen Abtritt enden 201. deren Saftere/211.for fich nicht auf einmahl ausſchütten / fondern adzett etwas im Hinterhaltbabent 2 + 1vu.f. 1.4. f. unfruchtbares Keben . Richtetsamt/ 217. Perſon -anſehung im Ses richte/ 227. ungerechte Gerichte in berühm 229/23 ten Handeln / ſind ſchädlich Die Rieſenſchweſter / oder das Geridte/

Sátthett Saturnus 66 % 123 Satyren und Sylvaner Selbliebe 13. ú . f. 116 Semele Scylla / Icarie / oder die Wittelſtraffel: XXVII , ISS N iij Sfyngs

Hegiſter . Sfynx/ oder dieWiſſenſchafft/XXIIX . 158 63/118/155/181 Sittenlehte Sardmåttgfeit / 150. woher ſie zufomme 150 Staatlehre / 63. Staatſachen der Athenienſer / 10.facebåmonter /18. Der Romer 44.Spôts 204. u . F. ter im Staatwefent 137/ 174 Stein der Wetfen 16 Styc / oderdie Verträgel V. die Syrehen oder die Wolluft /XXXI. 179 168 Theſeus / und perithous Tyfon / oder der Aufrühret XI. 4. 23 Türken / geben dem Vieh Almofen /und erbara 209 men fich deſſen 79 Tython/oderdie Sattheit / XV .

67191 Venus , 62 Bernunfftlehre Verſchwendung/ leicht die Armut nach 194 Der Vertråget 17.deren Befäftigung Nohtwen : 18 digkeit 180 Ulyſſes 224/225 Unband vor Staatsberdienſte 103 Vulcanys . 81 Wolluft- fatthelt Wandelbarfelt /weltlichen Oludes 108. H.F. 241 Wahre und.Wahnweißheit Wein

Regiſter . 120 Wein Wiſſenſchafft 160. u. f. iſthocherhaben / 162 deren zween Zwecke/ Wiffen und Ehun / 163 163 / Würfungen 163. wird zuleßt gemeine 165muß erſchlichen /nicht ereiletwerden 165 Wiſſenſchafften / blühen allein bey ihrem Ur beber/ werden hernach verunachtſamt 153 Wiſſenſchafften / zur Zuſt) ringſchårig / 182 Wolluſt / ein Brunn alles Welt- übels / 1481 wird durch Lehre gezäumt/ 181. ſucht Eins ſamfeit 183. Beyſpiele ihres Vnheils ſchres wird vers den dannoch nicht ab 184 . mteben /durch Vermeidung der Gelegenheit/ 184. Durch Entſchlußbeſtåndigkeit / 185 186 durch Göttliche Betrachtungen Zand mitNarren oder Unwürdigen / iſt ſchmåha 1 191 lich das Zuviel iſt in Sitten ſachen båffer / als das 156 Zuwenig 198/ 199 Einheimiſche Zweytracht KOD SE

Bacon

chor