Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
D
-
E
,
-.
') ***
Groene Leeuw, O F
HET
L I C HT
der
P H I L O S O P H E N.
=A-
S: @
t'. Amfterdam gedrukt voor den Autheur, Zijn
mede te bekomen by J O H A N N E S
JANSSONIUS van WAESBERGE. 1 674. * -
\
---- -
*
--
-
--
-
-A--
--
e
-wv
n-----
-
--
i ---
l
-
-*
--
-
-
-
---
--
-
-
-f
-
-v
'--
----
:’ --
-r
,--
--
----r
--
-
-r---
-
-*
--
-
-
-*
-
-
w
--
i--
--
-*
-
-j
-
w
-
--*---
-
-»
--
j
/
-
i -
-/ --
»
D
2.
E
Groene -
Leeuw,
Of het
LICHT der PHILOSOPHEN; Vertoonende alle Koninklijke Han delingen in het openen en ontfluiten der Metalen,Mineralen, Vegetabilische en Ani malische faken, het onderkennen van hare
Natuur en Souten, feer dienftig tot vele heerlijke Medicynen, tot verscheide schoo ne Verwen en Tincturen, en meer andere
nutte voortreffelijke werken der Konft, uit eigen ondervinding gunstig voorgestelt, D o o R
G O O SS EN van VRE E SWYK, Berg-meester. Met vele
noodige kopere Platen verciert.
-
ap
-
st: SA\5AZ
-
l
:
t�JAmfterdam gedrukt voor
-
den Autheur,
Zijn mede te bekomen by J O HAN NE & JANSSONIUS vap WAESBERGE, 1 674. en
|| Ad
*
4 » -
-
Aen den Hoog-Edelen en Wal geboren Heer, MY N
H E E R.
HAN s A LB RE c HT van TR E 1 L E B E N, Edelman van Sijne Doorluchtigste Majesteit des Koninks van Sweden. MY N HE E R,
::& Ewijl ik wel weet dat de glans der # :) Son niet verduiftert fal worden : U4% door de fchaduw der Sterren, en * *
dat de Zee niet vermeerdert
word door alle de Rivieren die geduurig daer in froomen; foo beken ik mede dat Uwe Edelheit mijnen lof niet van doen
heeft, daer de felve door hare aengeborene deugden fich allefins genoegfaem geprefen maekt. De reden dan,die my bewogen heeft
|defen mijnen arbeid aen Uwe Edelheit op te dragen, is om dat ik verfekert ben,dat de
felve fal komen in de handen van een fon derling Liefhebber van de Natuur, en die dagelijks de werken der Philofophen onder '
| l
3
foekt:
foekt : en offchoon defe niet voortgekomen zijn uit de pen van een Philofooph, maer echs uit die van een Leerling der Natuur,
die geftadig haer foekt na te volgen door de Konft des A en des V, foo heb ik evenwel, mijn felven foo verre durven verftouten,
om de felve voor Uwe Edelheit te brengen, hopende dat fy niet onaengenaem fullen we- & fen , maer veel eer gunftig aengenomen k worden.
Het klein licht dat Godt de Heere my gegeven heeft,hebik onder geen kooren-mate : willen ftellen, noch mijn talent in de aerde
begraven, maer liever tot algemeene nut tigheit aen de weereld dat mede deelen. Ik
wil niet twijfelen, of alle waerachtige Vrienden van de heerlijkfte Konft der Al
chymie, en van de Hermetifche Philofophie, fullen haer vernoegen hier in konnen vin-ĂŠ den, dewijl ik niet anders befchreven heb, dan dat uit eigen handeling en werk my be-
kent is geworden. En het is feker, dat defe s voortreffelijke Konft niet anders beftaet, als u in Water en Sout, gelijk ik weet Uwe Edel-, heit ook geenfins onbekent te wefen: want , het V is uit Sout, en Sout word door het V : voort w,
|
Tvoortgebragt, en aen ons uitgedeelt. Het <fout is door de kracht Godes gemaekt, en
â&#x20AC;˘
voldoet ook het gene hem bevolen mag zijn, namelijk Souten met fout tefouten, dat is Joanneer defpyfe nietfout is foo moet men die fouten met Souten Afijn, op dat die dan een goede fmaek fou bekomen. Het fout is de Fontein van het Water, en het water is de Moeder van de Lucht, waer in het Vyer
fijne wooning heeft, en alle defekomen voort uit eene Natuur, die door den Almachtigen
Godt van alle eeuwigheit inge/telt is. " . Dufdanige redenen foude ik by Uwe Edelheit niet willen voeren, indien myniet
bewuft was, dat gy een fonderling Lief: van de Konft der oude Wij
hebber zijnde
fen,daeren boven door de milde hand Godts
noch zijt medegedeelt, met een ongemeene loffelijke kennis, om felfs onder de wateren te wandelen, en door fulken middel vele rijkdommen, die door Schip breuken en an
ders van de Zee zijn ingefivolgen, en verlo ren geacht worden, daer uit op te halen, en
v weder aen den dach te brengen, dienader hand buiten verwachting der Menfchen
noch tot nut en voordeel konnen ftrekken, * 4
waer
waer voor men Godt dan van gamtfcher herten mag danken; daer die fonder uw
middel anders altijt in de diepten der Zee verfonken hadden moeten begraven blyven liggen. Indien defe mijne dienfwillige eerbie
digheit by Uwe Edelheit niet onaengenaem opgenomen mag worden, foo falik voorts al mijn leven my bevlytigen, om by allegele gentheit alle mijn vermogen en dienft tot
uw vernoegen op te offeren, en t'aller tijt fonder ophouden betoonen, met hoe grooten hertsgrondigen genegentheit ik, voor uwe t'mywaerts bewefene gunften, mijne dank
baerheit fal trachten te bewyfen,en hoe ge trouwelijk dat ik ben en wil blyven,
MYN HEER, uwe Hooge Edelheits, & Yยบ,
Ootmoedigste en dienfwilligste
-
-
GOOSSEN van VREESW Y K. A'
VOOR
v o o R-R E DE N |
d:
Op den
-
GR o EN EN LEE Uw, Of het
LIcHT der PHILos oPHEN. Aen alle Liefhebbers der Hermetische Konft.
x
Eer 2waerde en lieve Vrienden.
In de Goude Leeuw, pag. 21 5. had ' fullen fchryven van de Natuur der Souten uit de Metalen, Mineralen, Vegetabili
:@
ik belooft noch eenmael breeder te
* we
fche en Animalische faken, en daerom heb ik nu
dit Boek aen den dach willen geven; waer in verhaelt is, op wat wijfe dat de Materie gehan delt moet worden, en waer toe men de felve
van nooden heeft : als mede hoe de W7V ge opend worden, en hoe men die in defe Konft
der Philosophenfal bereiden, om in de Medicy nen te konnen gebruiken.
Vele Lief-hebbers hebben in't voorleden Jaer myal willen berifpen, van dat ik te traeg was in
| mijne belofte te voldoen
: maer ik moet beken
nen, dat de lust en liefde tot de Konft my fchier was ontvallen, door de fware Oorlogen en el
lenden die ons lieve Vaderland geplaegt heb ben. En dit is voorwaer ook geen Konft om in
'Oorloogs tijden te handhaven, maer alleen in
| tijden van Vrede: en wy weten, dat, waer Vre alt -
\ t
V O O R - R E D E N.
, de is, Godt gevonden word, van wien defe Konft voortgebragt is. In defe tijden alle Koop handel, en daer onder de Boekhandel fchier ftil
ftaende, en de Papieren feer kostelijk en noch qualijk te bekomen zijnde, heeft dit mijn Werk met voordeel niet wel konnen gedrukt worden. Doch nu de genadige Godt, het boos voorne men der Vyanden verydelt heeft, en wy weder om eenen Vrede met Engeland bekomen heb
ben, en dat de Fransfe niet langer machtig zijn de Plaetsen die fy voor defen ingenomen had den te blijven behouden, maer meeft uit ons
Land weder geweken zijn; foo heb ik de Vrien den defe mijne ondervindingen niet langer wil len onthouden, maer ter eeren Godts, en tot be
vordering van d'algemeene nuttigheit, die aen al de Weereld bekent maken. Want door defe
Konft worden alle Souten gepurgeert, en tot
een goede Medicijnebereid, foo voor de Men fchen als voor de Metalen , maer voornamelijk voor het Gouden het Silver, om die daer door te fmelten.
-
De Mineralen van Yfer-eerts worden door
een fmelt A in een oven met het blafen der bal ken gehandelt, dat dan tot feer vele faken,foo in Vrede als in Oorloog, in de Steden, op het Land, en op Zee gebruikt worden mag: want dit is het aldernoodigfte Minerael,dat Godt aen de Men
fchen gegeven heeft, en hier uit worden aller hande gereedschappen en werktuigen tot meeft alle handwerken gemaekt, met het felve word het Land beploegt en bebouwt,en het hout in de Boffchen gekapt ; daer mede worden fware Schepen getimmert, om de geheele Weereld door alle Zeen en Landen, Oost en West en over al
i
V O O R - R E D E N.
al te bevaren en te befoeken; ja daer in is de kracht des Hemels verborgen. Want indien wy
ter Weereld niet anders als Goud en Silver had den, die fouden ons tot geen Leidsman op de wilde Zee konnen dienen,gelijk Mars wel doet, door de dapperheit van fijnen aert.
In cy is de Magneet aller Planeten verbor gen, die gestadig leeft door fijn Sout en A. Dit fal by andere niet worden gevonden, als ook niet by den dullen Merkurius, noch den blinden
2!,noch denkreupelen B,noch de lichtveerdige Venus. Onder G' zijn mede alle de Planeten van het Sout begrepen, die infgelijks haren Magneet hebben, welken men niet eer kan gewaer wor
den dan wanneer de Souten in het A gesmolten of verbrand zijn, die dan de Lucht na fich trek ken. Alfoo is het ook, wanneer het Minerael -
van GM tot een Metael of Corpus gesmolten is, dan trekt het Yfer den Magneet-steen na fich: doch de reden hier van fult gy niet konnen be
grijpen, of gy moet op den Spiritus Mundi den ken; en die falu leeren, waerom de Magneet cy-eerts tot fich trekt, en het Yfer daer na den Steen. Het Yfer heeft fijn fte en het Minerael van
Magneet in hem felven, foo dat het ons de vier
deelen des Weerelds kan aenwyfen, waer van in mijne vorige Schriften gehandelt is.. Alfoo is het ook met de Souten, die door het vyer zijn ge fmolten , want dan trekken fy de Lucht oogen fchijnelijk tot fich, in de gedaente van Water :
de reden is, omdat die door het A Magnetisch geworden zijn, en dit geschied niet, om dat het Sout doot is; maer om de kracht des A, die fich met dat Sout heeft verbonden. Venus
V O OR - R E D E N.
Venus heeft oock een Magneet; maer defe heeft een heel andere Natuur als Mars : want
g, heeft fijne kracht van het vyer, en Q heeft hare kracht van een verbrandelijke Q met haer Sout, dat ookfeer onrein is. f5 heeft meeft ook den felvenaert, dewijl fij
nen geeft is van een feer quaden &, en fijn Sout in het Afchier verbrand.
2 heeft veel $, met eenige @, en feer wei nig Sout : daerom is het dat het felve tuffchen
de tanden kraekt,als men daer op bijt, en dit ge fchied, om dat fijn lichaem van ; en Q is. Defe vier, te weten,
Q, 3, 2, b, zijn byna
Broeders van eender aert, foo dat fy niets kon nen tingeren, maer felfs getingeert moeten worden : doch die genefen kan, is meerder dan die geneiing van doen heeft. Het Gouden Silver is ook onderscheiden, ge lijk wijdloopig in dit Boek beschreven word: doch het voornaemfte van alle de Metalen is
het G), en van Mars word met fijne kracht ge heel de Weereld gedwongen. De Souten zijn ook van malkander onder
fcheiden,als (D,en e Commun: onder de Mine ralische Souten zijn (B- en O. Die voor Minera
len gehouden worden, zijn 5, en Q. Onder de andere Rijken, als het Vegetabilifche, en Ani malische, zijn de Souten, die uit haren affchen voort komen, waer van in 't vervolg van dit
Boek fal gehandelt worden.
*
Dit TraĂŠtaet fal dan ftrekken tot dienst van de
Beminnaets defer heerlijke Konft, die een Moe der van alle Konften is , door welke alle ande
re moeten floreren, en de Koophandel en wel -
Vaert
V O O R - R E D E N.
vaert onder de Menfchen haer leven hebben. Defe Konft is volkomen de Meester ; om dat
het G), ),g, Q, 2, 3, enfj, die uit deraer den voortkomen, door de nutte en heerlijke Smelt-konft aen den dach gebragt worden, waer mede men de Koophandel met groot voordeelfiet dryven : 't welk fonder dit middel niet fou konnen geschieden, wanneer het Sout en het A door defe Konft niet geregeert wier den,daer dan alle de Berg-werken verloren fou den wefen; namelijk, fonder de Smelt-konft,foo van Souten, als Metalen. Daerom is defe Konft
by de Oude Philosophen de Konft der Smelting of Alcali genoemt, 't welk de Souten zijn, door
het A gepafeert. Hierom behoeft niemand fich in te beelden, dat defe Konft flechs een Konft der Alchymiften fou wefen; maer wel een Sout
en Smelt-konft, gelijk de Oude die daer voor gehouden hebben; en Godt ons ook heeft ver toont in het voorbeelt van de Vrouw Loths, die in een Sout-fteen verandert is, en in het omkee
ren der Steden van Sodom en Gomorra, met hare
geheele Land-streken, die door het vyer van den Hemel verbrand en gecalcineert zijn geworden tot stof en afchen, waer van tot defen huydigen dach noch een Zee is : en hier van is het woord
van Alkali gekomen. Doch fommige hebben dit fchimpig Al kael willen noemen, en defe Konft voor vervloekt en Duivelfch uitgescholden,feg gende, dat vele Menschen daer door geruineert
zijn geworden,terwijlfy groote klompen (5) uit hare Kroefen en Schoorsteencn fochten te be
komen, 't welk fy alleen voor oogwit van al haer arbeiden hadden, maer het is t'eenemael OnWer
V O O R - R E D E N.
onverstand : Want dit is geen Konft voor val
fche en bedriegende, of wel door ydele hoop leelijk bedrogene, Alchymisten, maer die by de Oude Philofopben beroemt is, en noch by de huidenfdaegfche Wijfen in hooge eeren gehou den word, wanneer fy ons leert, in het Sout en met Goud te werken. Want die het Sout ten
rechten kent, fal in het G) niet alleen arbeiden;
maer met Sout fijnen aenvank en einde maken,
volgens de Leffe van Bafilius. Defe Konft is van Godt aen de Kinderen A
dams geleert, gelijk men in het Boek Genefis leeft, cap. 4, vers 2.2. van Tubalkain, eenen Leer
meelier van allen Werker in Koper en Yfer : foo dat defe Konft niet is om Goud te maken, gelijk ve le fich inbeelden, die uit een onvolkomen ding Goud foeken te trekken, 't gene tegen de Na tuur strijd : want indien fy eenig onvolkomen
ding nemen, foo kan daer geen volkomene Tinctuur van worden , dewijl , ook in defe Konft, geen ding geven kan het gene 't niet heeft. Men hoeft maer een gelijkenis aen het Tarw graen, dat van fich felven wel volkomen is, en nochtans door andere, noch volkomen
der, geholpen moet worden, te weten het Re
gen W7, en het Sout, die aen het Koorn dan fij ne volkomene krachten geven. Even alfoo is
het met de Metalen, die door Sout-V gefpijft moeten worden, waer van in het volgende ge noeg is beschreven. Ik had dit Tractaet noch niet gemeent af te breken, maer ben nu gedrongen geworden van mijne Labores hier een einde te maken, dewijl ik -
aengenomen heb voor Berg-meester na Sweden te
V O O R - RE DE N.
te reifen, waer ik met den eersten na toe moet vertrekken. In het voorleden Jaer van 1673.
heb ik ook voor Berg-meester in Luickerland eweest, waer door mijne Philofophifche Wer : en Onderfoekingen mede verhindert wier den, foo dat ik den Konft-lievenden Lefer dies
te minder Ondervindingen heb konnen mede deelen; doch ik wil niet twijfelen of de Vrien
den fullen defe mijnen gedienstigen en toege
negen arbeid, nochgunstig en dankbaer aenne men.
Nu ben ik van meening, indien Godt Al machtig my by het leven fpaert, een tweede deel van mijn Cabinet der Mineralen te fullen beschryven, waer in ik fal handelen van alle de Mineralen, haren voortgank en wafdom in der aerden, als ook de Natuur der felver, en in wat
voor gestalte die van de Natuur in het licht ge bragt worden, met meer andere faken tot de
Berg-werken behoorende. Vaer wel.
A
L H O N N E U R D
E
L' A U T H E U R ]
D E
C E /
T
R
A
I
C T
E.
E Coutons tous Vreefwik, qui nous vient prefeater Les ſecrets du vray Dieu, qui gouverne le monde.
Il no s va faire voir, qu'il peut fans fe vanter, Extraire les threfors de la terre infeconde,
Tout ce qu’il fait ſurprend les plus dottes cerveaux. Héfaut il neantmoins que fon Experience, 0u peu degens ont part, faffe que der Nigaux, Medifent des effets de fa noble ſcience.
--4 on oui parler d'un eſprit qui peut mieux Separer toute chofe ou femblable ou contraire ?. Diroit on par qu'il faut qu'il foit venu des Cieux, Veule stavoir qu'ila celeste ou fublunaire. Recerchons fa faveur, fi nous cheriffons l'or; Oyons le diſcourir contre la Galenique :
Tant qu'il me faira part de fon riche threfor, fe n’aprehenderay ny Tyran, ni Critique. |
B.
P I E L A T
• Medic. Dottor.
"
D E
GROENE LEEUw, Of het " Licht der Philosophen. s24 Anneer de
dagen komen,
JA, dat de Philosophen fullen
% floreren, dan falmen hare & aerde in bloed fien veran W: Natuur fal klaer aen den
* dach komen, door het mid del van den Groenen Leeuw, voortgebragt door het A der fmeltingen : want fy woont foo wel in de lucht, als in de aerde : nochtans is hy onfichtbaer voor al de weereld. Hy is het levendig water en A, dat aen alles
het leven geeft, waer van Sendigovius spreekt, dat fonder het felvige niets ter weereld voortge bragt word ; ja daer is niet dat fonder het fel
ve kan leven, en dat is de oirfpronk van alle dingen. Indien Godt het nu wilde toelaten, foo was
van defef; vryfeer veel te schryven;want fijne -
a"
A
woning
2
De Groene Leeuw,
woning ftaet al de weereld voor oogen, en alle fchepfelen leven door hem. Defe Saturnus is anders niet dan de geest des weerelds, die in alle dingen woont, en waer uit alles wat leeft te voorschijn koomt. Hy neemt fijne verwen aen na de 4 daer hy mede vermengt is; als blaeuw, wit, geel, rood, groen, purper, met
A
noch vele andere. Wie kan alle de werkken
des Heeren beschryven ? ja dat is onmogelijk voor de menfch.
Defe geeft daer ik van handel, is anders niet dan de Magneet desgrooten Meers, dat door de kracht defes A bewogen word, waer door
de felvige haren loop heeft,foo wel in den He mel, als op der aerden, en in dezee. De felvi ge word met haren rechten naem V en A ge
noemt, en noch lucht en geeft, maer niet ful ke geesten die door de gemeene Distilleer konft voortgebragt worden; als die van VF, >% en -n- van Brandewijn, of diergelijkke : want defe geeft distilleert fich felven door de kracht des vyers. En of iemand fich felven mogt inbeelden, dat dit een geest was die in de GD gevonden word, die bedriegt fich gewel dig : want defe geeft heeft het GD felfs voort
gebragt, en tot fijn kleed heeft hy dat Sout van GD aengenomen; en wanneer hy dat ver laet, foo vliegt defen geeft, met een grooten ftank en gedonder, weder daer uit in de lucht, Van -
\"
-
, x
:
of het Licht der Philoftphen.
3
van waer hy te voren gekomen was. Hier van is te lefen in de Goude, als ook in de Roode
Leeuw, waer ik het felve wijdloopig verhaelt heb.
-
-
De geeft waer van ik hier fchryven wil, is anders niet als het Centralische A, dat wel
meeft in de Metalen gevonden word,en voor namentlijk in onfen f5, die altijt met sterkken drank wilt gedrenkt worden, waer door hy dan fijnen geeft uitfpuigt, en over geeft aen
fijnen eersten Vader, namelijk de Lucht, die hem eerst tot een lichaem heeft voortgebragt, welk lichaem onrein is geworden, door dien het te veel met Vrouw Venus gespeelt heeft: daerom moet met hem gehandelt worden, ge lijk eertijts met Holophernes, die hem door den ftercken wijn liet verleiden, en dronkken door een Vrouw fijn leven verloor, die hem ontmanden, en fijn hooft affloeg. De wijn en het fwaerd maken moed by den krijgsman en oorloogs-held. De verraders woorden zijn foet; maer naderhand byten fy als flangen Ikfeg dan noch, gelijk voorheen in alle mijne fchriften, dat ik den Steen der Wijfen niet heb; maer wat ik schrijf is nochtans de waer
heit : en daer van mogen de Lefers versekert zijn, dat ik mijn schriften uit geene andere ge trokken heb, maer alles heb ik felfs met mijne
l
handen gewrocht, en met mijne eigeneoogen Y
g -
A
2.
wee
gefien,
De Groene Leeuw,
gefien, welke ondervindingen ik geern totbe vordering van 't gemeene beft aen mijnen nae ften wil mededeelen. -
*-
Om Sinober uit den & fonder toedoen van eenige andere dingen te maken. B. (D en O ana, hier uit moet een Aqua
met gemeenA gedistilleert worden. In defen + fal de $5 opgelost worden, die dan 24 uu ren in 't A moet blyven ftaen. Daer na fal men een Aqua tot 6 of 8 mael daer aftrekken, na dat men luft heeft tot arbeiden, om de Ma
terie te beter te openen. Wanneer het V dan daer is afgetrokken, foo fal de $ in de grond van het glas als een kalk blyven liggen, dat gy dan uit het glas nemen fult, en klein stampen in een glafen mortier. Daer na fult gy noch foo veel & nemen, en dien daer onder vry ven, tot dat hy niet meer gefien word. Dit Algamen moet gy dan op een opene vlacke
fchotel leggen, foo fal dat in den tijdt van 2o. dagen groen worden. Neemt daer na defen GP van $4, en doet die in een beslagen Retorte van glas, dryvende de felvige 24.uuren lank met groot vyer : dan fultgy den GB. van R.ďź&#x152; als een rooden Sinober vinden, waer van in geen
andere Boekken beschreven is, om die perfe, of door hem felven te maken, fonder eenige -
-
**
andere
v] om
of het Licht der Philofophen.
5
andere dingen daerby te brengen, 't welk vry voor een Meesterlijk Konft-stuk gehouden mag worden; het gebruik der felver wil ik aen haer bevelen, die fich in de Medicynen ge oeffent hebben, waer voor ik my noit heb uit gegeven; dewijl mijne kennis maer infonder heit is, om de Metalen en Bergwerkken wel te regeren: daerom falik my van de Medicy nen niet feer beroemen, gelijkdikwils vele an dere doen, die na mijn oirdeel veeltijts feer weinigh daer van weten; doch de gaven des Heeren zijn wonderlijk, om de slechte men
fchen fomwylen een byfonder verstant te ver leenen, waer door fy de Geleertste van de weereld wel konnen overtreffen. Daerom
laet ons niet licht een oirdeel strijken over 't
Werk Godts, dat hy doet in de mensch, ge lijk doorgaens in het Boek Jobs is te lefen, waerden op en ondergank des menschen ons word verklaert en opentlijk voorgestelt in fijn 36. Cap. aen het 22 vers. Siet, Godt verhoogt doorfijne kracht: Wie is een Leeraer, gelijk hy? Defe woorden behoorden wy in ons hert op te teekenen, en altijt na defen Leermeester te trachten, die ons Job hier aenwijst; door wien de Materie van den beginne des weerelds voor ons isgeschapen, gelijk men vervolgens op de 25, : , en 27 verfen kan lefen; waer gefeit word : Alle menfchen fien het aen: de A 3 men
6
De Groene Leeuw,
menfche fchouwt het van verre. Siet, Godt is groot, en wy begrypen't niet: daer is ook geen on
derfoekking van 't getal fijner jaren. Want hy trekt de druppelen der wateren op : die denregen na fijnen damp uytgieten. Van defen damp is ook te fien in het Boek Genefts, door welke de aerde bevochtigt word, dien ik den Groenen Leeuw heb genoemt; waer van Jefaias in 't begin van het 5 Cap. dus fpreekt : â&#x20AC;˘ Mijn beminde heeft eenen Wijngaert
op eenenvetten heuvel. En hy heeft dien omtuint, en vanfteenen gefuivert, en hy heeft hem beplant met edele Wijnftokken. Ik kan niet nalaten defen Wijnstok te roemen, door dien de deughden des felfs my ten deele bekent zijn, foodanig dat die met geene pennen volkomen fouden kon nen beschreven worden, welke de genade Godts daer in overvloediggelegt heeft. Hier en boven word de Wijnstok vergeleken by een Landschap, dat alles in fich vervat, footot rijkdom, als welvaert der inwoonderen. Op dat nu de Vrienden defer Goddelijke konft noch meerder licht van den wijn fou den krygen, foo wil ik haer wel recommande ren het voorverhaelde 5. Cap. Jefaie ten einde te lefen; waer in hy vorder de redenen van den ondergank van Landen ep Steden be fchrijft; van 't welke wy in 't Voorleden jaer
1672. aen ons lieve Vaderland vele dingen -
\
wel
:
of het Licht der Philofophen.
7
wel deerlijk hebben fien over komen: daerom mogen wy die woorden wel aendachtig op merkken, of onse oogen door de genaden des Grooten Godts noch geopend mogten wor den tot onfen besten, gelijk als die van de
Discipelen, die met Christus naer Emausgin gen, geopend wierden, door het breken des broods hem komende te kennen. Dit is de
weg, waer door wy groote wijsheit fullen be komen; wanneer dat onfe herten fullen ver
broken zijn, en wy de wijsheit des Heeren aenschouwen; foodat wy het levendig water uit den Wijnstok des Heeren fullen genieten, die ons na ziel en lichaem gelukkig verzadigen fal.
Om weder te keeren tot onfen f5, foo moet
men weten, dat die een geeft der Metalen is, by fommige mede een ziel genoemt, omdat
hy levendig is, want alles wat leven heeft, moet noodfakelijk een ziel hebben : En door defe ziel word het bloed verstaen, dat in den
Philosophifchenf; verborgen is. Sy noemen hem ook Azijn, Salpeter, Sal tartari, als mede (9-, en O, en met noch veel meer andere na men. Doch het is haren ;, dien fy mede V
noemen,getrokken uit hare Zee,door de konft van haer ftael, waer aen fy noch den naem ge ven van Goud en Silver : maer ik noem dat
den Magneetsteen der Natuur. Sijne verwis A 4
wit
3
De Groene Leeuw,
\
wit en rood, en die wordaenden dach gebragt door het Menftruum des weerelds, na de kracht des Heeren.
-
-
*,
Het fal fommige licht vremd dunkken, waerom dat ik dit kan beschryven, daer ik noch den Steen der Wijsen niet heb : maer ik feg nochtans, dat evenwel my de Materia ten deelen bekent is, waer uit foodanigen werk behoorde gemaekt te worden ; doch ik wil dit u niet vast verfeekeren, om my voor foo danigen Meester aen te fien. Niet te min om u
hier van eenig vernoegen te geven, falik u net verhalen, wat my eens in den flaep voor een
Philosophisch geficht is vertoont, waer in de geheele Konft word vervat. Niemand behoeft te denkken, dat ik hier droomen vertellen wil, flechtsydele verbeel dingen van een fwak of fiekelijk hooft; want droomen zijn niet altijt droomen, maer ook wel Goddelijke en Geestelijke ingevingen, waer door de geest des menschen verlicht
word, en in fijne faken geleiden bestiert bo ven 't gemeen begrijp van 't natuurlijk ver
ftand. De ziel flaept feker niet altijt met het lichaem , maer is dikwils wel dies te wakker- -
der, hoe dat fy minder belemmert word door de voorwerpselen der uitwendige fin
nen, terwijl dat het lichaem flaept; foodat
fy den gunstigen invloed van de eeuwige en
of het Licht der Philofophen.
9
en oneindige Wijsheit te beter bevatten kan.
CMagifch Geftcht, na denfwier der Oude Wijffen.
ET:
WA
A
-
%:44% -
- ,
e 5 Mijn ruft is foet Offchoon ik moet
Door ftrijd mijn fant verruilen, Wanneer mijn Sout
En Geeft verftout, Die t famen dan vervuilen. Het was in de Nae-nacht, wanneer na eeni
geuuren flaeps, het voedsel des lichaems ver teert, de dampen uit de maeg oprijfende, de A 5 , geeften /
IO
De Groene Leeuw,
geesten der hersenen niet meer konnen bene
velen. Dus in rust liggende, dacht my te fien, een Oud Man, feer kreupel en lam van leden: Defe wandelde in een foet dal, waer de Son
feer schoon op fijne leden scheen. Hier ont
moette hem een dapper Krijgs-held, een kleed aen hebbende dat van Koper en Stael was: op fijn hooft fat een Rave van feer ongefiene gedaente; en des Ouden Mans voeten waren blank, met blaeuwe schoenen. Nu dacht my defe twee tegen malkander dusdanig te hoo ren praten. Waer ontrent naderhand eenige Alchymiften quamen om defen Ouden Man te beschuldigen. -
Oude Man.
Wie zijt gy, mijn Heer, die hier dus in mij nen tuim komt wandelen, want foekt gy hier
eenigen beuit, dien fult gy fwaerlijk by een Ouden Man vinden; daerom gaet liever by jonger dan ik ben. Krijgs-held. Ouden kreupelen Man, fegt my toch uwen naem,op dat ik mag weten met wien ik spreek; want ik ben hier gefonden, om eenentefoek ken, die Saturnus genoemt word. -
Oude Man.
Ik schrik voor defen mensch, want indien ik hem mijnen naem noem, foo ben ik doot.
Doch ik leef slechs in angst, en veracht door heel
*
of het Licht der Philofophen,
11
heel de weereld, en alle mijne vriendschap is by de menschen, eveneens als Azijn en Salpe ter; daerom wenfchte ik wel met eeren uit al
dit tijdelijke verscheiden te zijn, 't welk my door defen licht fal konnen toekomen.
Krijgs-held. Spreek my ras, eer dat ik mag toornig wor den, anders is uw vonnis by my al gefloten,en ik weet hoedanig ik u dan fal handelen. Oude Man.
In de Natuur ben ik van wegen mijne jaren met twee verscheideNamen genoemt; de eer fte is Merkurius, en toen was ik nochjonk; maer nu word ik in defe mijne Oude dagen Saturnus geheeten, in welke gy my foekt om te brengen : daerom fegt my nu mede uwen naem, op dat de ziel, als fy van my uitgaet,
noch weder tot mijn eigen lichaem mag kee TCn,
Krijgs held. Zijt gy dan defen Ouden, die foo menig menfch hebt bedrogen ? Soo moet gy nu mij nen gevangenen blyven. Siet hier komen alle
uwe Beschuldigers, indien gyu tegen haerde fenderen kond, foo fal ik u geern weder losla ten, en in uwe eerste vryheit herstellen. Mij
neHeeren, wat hebt gy van defen Man toch teeiffchen, of wat beschuldiging kondgyte gen hem inbrengen ? Hy is in defe Wildernis T1U1
De groene Leeuw, nu mijnen gevangen; dierhalven moogt gy in mijne tegenwoordigheit vryborstig en opent lijk aen den dach brengen, alles wat gy hem ergens te lafte kond leggen : ik wil u beloven met aendacht goetgunstig te fullen hooren, en naderhand my foodanig te schikken, dat gy I 2.
-
t'famen fult moeten bekennen, in uwe faek al
les te hebben ontfangen wat recht is. eAlchymiften. Wy sien met het grootste vernoegen, feer hoog-machtigen Heer, dat gy hier in uw ge weld den Man hebt gevangen, dien wy,door't veroirfaeken van menichvuldigen vuilen en vergiftigen rook en stank, tot onfer schaden en fchanden te deerlijk hebben leeren kennen :
Nu fullen wy u betoonen, met hoe grouwe lijke en liftige valsheden hy ons alle heeft be drogen en bedorven; foo dat gy hem, terwijl
hy in uwe banden fit, na behooren fult mogen ftraffen, of anders, indien gy hem onschuldig kond oirdeelen, weder los laten.
-
e_%terkurius.
Wat voor godloofer en infamer Ruigt komt hier voor den dach , om my te beschul
digen ! wanneer men haer na recht fou willen aenfien, foo fouden fy geen gehoor konnen verdienen. Het zijn slechs een hoop leugen
achtige, en bedriegende Alchymiften; uitfui pers en dieven, die door een valsch voorgeven Van -
-
of het Licht der Philofophen.
13
van verborgene konften, gebrekkelijke en gie
rige menschen de beurs weten te fnyden ; die door een ontuchtig leven al haer welvaren door de billen gelapt hebben, en dan noch het geld van licht-geloovige eenvoudige men fchen trouwlooflijk foeken te verslinden. Doch op dat niemands faek ongehoort fou veroirdeelt worden, foo ben ik niet alleen wel
tevreden, maer ook blyde, dat iemand recht kennis van onfefaek wilt nemen, niet twijffe lende, of mijn onschuld, en haer goddeloos onverstand falin't einde wel klaerlijk blijkken. Want of fy eerst my belasteren, dat ik met menigvuldigen vuilen en vergiftigen rook en ftank haer ontmoet heb; dat is alleen geschied, door
dien fy my verkeerdelijk gefocht hebben, ee nen anderen in mijne plaets nemende. Daer om wech, wech, met aluwen hoop; gy foekt mydaer ik niet te vinden ben. Gy zijt een Volk, uit, en van de Duivel gedistilleert, en dus kan het kuiken niet beter wefen als 't
hoen. Dierhalven vertrekt , gy ftinkkende Canaille; ik kenneu gants niet.
â&#x20AC;˘ Alchymiften. Verdriet het u niet, Onverwinnelijken
Mars, te hooren dat defe onbeleefde Merku rius ons dusdanig uitschildert ? O! dit mag foo niet gaen,ofalonfeeer en aenfien fou voor
de gantfche weereld verloren weten. Yder Cen
/
IA-
De Groene Leeuw,
-
een kent ons voor Philosophen, uit de School van den Outvader Hermes voortgekomen, die de Natuur ontleden, en alle feer nutte gehei meniffen aen den dach weten te brengen; waerom alle menschen, en felfs d'alderwijfte,
ons geduurigeeren, beminnen, en in waerden houden. Nu om met verdraegfaemheit te
fpreken, fegt ons toch eens, dit vragen wy u eendrachtiglijk; of gy de waerachtige Natuur lijke Merkurius zijt, van wien alle de Wijfen foo veel in hare Schriften verhaelen? en maekt
ons eens bekent, waer dat gy moogt woonen, op dat wy niet meer twijfelachtig u mogen foeken, maert'aller uur beguamelijk vinden. e_WMerkurius.
\
lk woon op alle plaetsen; al waer gy zijt, daer ben ik ook, offchoon meeft wel verbor gen.
•Alchymiften.
Ey! fegt ons toch klaerlijk de rechte waer heit, op dat wy uw huis mogen weten. • VMerkurius.
Ik woon niet in vuile gaten of in dronk kaerts Kroegen, waer uw Gefelfchap fich
meest in onthoud, maer alleen by de Kinde ren der Waerheit, en Wijsheit.
•Alchymiften. Wacht u van ons foodanig te schelden, of -
wy fullen hardaenhouden by dien strijdbaren AMars,
k
of het Licht der Philofophen.
15
Mars, op dat hy u noch wel fijnder doe fin
gen, eer dat gyons quijt word. e_XMerkurius.
',
Hoe krijg ik noch beft dit ongeschikt en onverstandig Volk van den hals! Mijne Hee ren hoort eens : Mijne woning is verborgen,
maer de kleederen die ik draeg zijn in 't open baer: wanneer gy die kond uit trekken, dan fult gy bevinden, dat ik het eerste ben van 'tgene gy foekt. Maer fegt toch, wat is'et gy na tracht, en dat gy wenfcht te ma
: en ?
2
e Alchymiften.
-
Den Lapis Philofophorum , of Steen der Wijfen. AAerkurius.
Ha, ha, he ! Siet hier, een mallen hoop ver waende Fieltefopen foeken te maken het gene fy niet kennen: maer op dat ik u quijt worden
mag, foo fal ik met redenen u niet langer op houden; doch fegt my eerst, in wat plaetsen
:t?na my gevraegt,
en waer gy my gefocht
e Alchymiften. Wat Duivels vragen is dat? Gelooft gy dan dat wy dol zijn? Waer in fouden wyu anders foeken, dan by den gemeenen Merku | rius, die allefins by ons in't gebruik is, dien
wy sublimeren door Souten en Q, en door VF Om
16 De Groene Leeuw, om hoog jagen, daer na met den Antimonium tot een Oly maken, en dan tot een Crokus van
l
oy of Q fermenteren, en door Saturnus pur geren, na de Leere van Paracelfus, die ons in fijne boeken beschreven is. -
â&#x20AC;˘ Merkurius.
Alle Wijfe Philosophen hebben op de ma niere my niet gefocht, die gy daer verhaelt: want dat is alleen de weg van alle goddeloofe boeven, gelijk gy, met alle uwe Makkers zijt, die de lieden haer geld doen verquiften, en
haer foolang leeren distilleren, tot dat al hare goederen, schatten, gelden, panden, huisraed, kleederen, haer spijfe en drank, heen gedistil leert is, en foodanig gesublimeert, dat die, met al haer hout en kolen, in rook de schoorsteen
zijn uitgevlogen, en gy met de refte zijt door geloopen; waer van ik dagelijks niet dan al te veel klachten hoor : en indien ik uw leven
naektelijk beschryven wilde, dat foude fonder twijffelugants niet behagen. Dus zijt van my gewaerschouwt, en vertrekt van hier, eer dat men u in een gat fmijt, daer geen Son noch Maen in mag schynen.
eAlchymiften. Wel Vrienden, Merkurius speelt hier ge -
weldig de Meester ; daerom spant alle uwe krachten in om ons te defenderen. Maer wie
van ons kan hem fien, die hier dus met ons fpreekt ?
= ------------
--
of het Licht der Philofophen.
17
spreekt ? En wie Duivel fou hem sien, daer hy altijt in het verborgen is ? Laet ons eens
vragen, wie hem gemaekt heeft. Is dit niet de #, dien de Wind in fijnen buik heeft gedra : En hierom zijn wyfoo blind, dat wy
em niet konnen vangen. Segt ons toch gy vervloekten Geest, waer en in wat plaetswyu konnen bekomen ? Merkurius.
*
. . . .
Hebt gy niet gehoort, dat een gehoorfaem Kind fijnen Vader draegt, fijne Moeder met
denfwaerde ombrengt, en daer na opent door 't Stael. Als gymy hebt getrokken door den Magneet der Wijsen, dan fult gy my fien in t ).
eenrood purper gewaed, uit der aerden op klimmende, met veel V en A. Dit felvige is in den Zeilfteen te vinden, die u de vier dee len des Weerelds aenwijft, als het Oosten,We ften, Zuiden, en Noorden, 't welk ook zijn vier Metalen, waer in ik mijne rust heb, als
24, 5, GM, Q, en defe zijn van my noch voortgebragt, door de kracht Godts die my regeert.
.
-
r: - - zยบ
st,
-
Hiermedewierd ik wechgevoert door ee nen vluchtigen geeft, die in een van defe Al t chymisten woonde, en hy bragt my in fijn : Huis, daer het feer na vremde dingen rook; t
en verder daer in gaende :"", tot : -
G
I3
, , De Groene Leeuw,
de deur van een kamer, daerden Alchymist ftil staende voor klopte. En na dat ons open gedaen was, foofagikdaer een groot getal La boranten, waer van yder in byfonderefpecien besig was: Elk had daer fijne Recepten om te bewerkken; daer waren die ovens maekten;
andere stampten hare Materien, als van Sout, Swavel, Spiefglas, Salpeter, Aluin, Vitriool, Wijnfteen, Borax, Atrament, Auripigment, Glas-gallen, Arsenic, Galmey, Bolus Arme nius,Rootfel-fteen, Kalk, Pik,Wafch,Spaens groen, Salarmoniac, in Pis, Stront en Eier fchalen." : aen fagik, dat fy doende waren, om Olien daer uit te distilleren, door groot geweld van het A; meenende uit de boven genoemde Materien het gewenschte einde te bekomen , maer ik vertrouw dat fy felfs wel fullen fwygen, hoedanig haer dit werk is ver gaen. Hier van daen wierd ik gevoert door een klein gat in een groote Zael, waer ik vele Alchimisten fag, die doende waren om het lichaem van Virgiliuste distilleren door eenen houten Oven: defe was doorfichtig, aen alle kanten met schooneglafen omtogen, die ver vult waren met Bacchus traenen, die hy ge weent had over de doot van een harer Vrien
den. Defe waren al te faem befig, in haren tijt door te brengen met ydele dingen. Ik
trad een weinig nader, en fag toen noch een &
e
andere
u
*
of het Licht der Philofophen.
19
andere flag van Alchymisten, die met vele konften beladen waren, om daer door aller-, hande specien t'ontleden : voornamelijk fag
ik'er die meest haer bedrijf in Venu hadden, door een schoone Jonkvrouw-melk, die fy uit hare eigene lendenen distilleerden - in 't kort,
het was een flag die de Duivel felfs niet heb ben wilde. Hierop ben ik van daer getrokken
na een feer gemeenfame plaets, waer ik een Gefelschap van Philosophen vond, die op de 4 Elementen wrochten; doch defe waren on
der malkander ook niet feer eendrachtig in hare Materie: want d'een fei, dat het Vyer was de Prima Materia ; d'ander, de Lucht; een derde, het Water; en een vierde, de Aerde;
eindelijk fy waren alle tegens malkander. Nu . was er een onderhaer, die feide; Laet ons dit den Onfichtbaren Geeft eens vragen, mif
schien of hy onfe Questie wil goet maken, en
ons openen het gene hier noch verborgen is. -, rยบ, 2 rie Alchymiften. **
* Ogy verborgenen Geest, hebt eens deernis met onfe ellenden ; Laet onfe Rampen en fchanden foo hoog niet ryfen, dat uw roem
rijk gerucht daer door eenigen lafter mogt aengewreven worden, en leent ons nu toch
een gunstig gehoor, en laet door ons gesmeek u bewegen tot ons duister en onwetendver stand, met een klare leerfame antwoord te is
B 2
Ver
2o
. . . . De Groene Leeuw,
verlichten en t'onderrichten. -Gy hoort wel hoe wonderlijk een yder van ons spreekt; foo dat al de weereld schier een schrik op het lijf
:: m
:
krijgt, wanneer men slechs een Algemift hoort noemen. Wy komen u dan vragen waergy
- u
woont, of in het Zuiden, of in het Noorden ?
:
Indien gy ons hier in de waerheit niet aen wijst, foo mogen wy wel een van onse Con fraters nemen, en dien distilleren, om foo ein-
delijk den lang gewenschten Steen der Wijfen te maken:
• Merkurius.
k
Mijn huis en woning is in het Noorden, maer mijnefpyfe en drank komt uit het Zui den : doch ik ben over al; en in alle dingen
fult gy my konnen vinden, indien gy rechte Philosophen zijt. eAlchymiften. ,, , -
-
Hoe fouden wy defen Man vinden! Want fijne woorden zijn dobbelfinnig. Laet ons
hem vragen, met wat voor een Schip of Wa gen wyaen fijn Huis fullen komen. Wy bid den fegt ons toch klaerlijk, door wat middel wyu mogen vinden, dewijl gy altijt in 't ver . . . * borgen fit ?
, , … De . * ZMerkurius. » Of schoon ik voor uwe oogen verborgen ben, daerom kan ik noch uwe werkken wel
fien. Doch op dat gy moogt weten, dat ik u &
niet
of het Licht der Philofophen.
21
niet verlegen wil laten, foo kond gy my foe ken in 't Goud der Wijsen, en niet in dat der Sotten , want dit heeft een Magneet die le
vendig is,waer van Sendsvogius spreekt pag.15: dat het met my aen dendach falgebragt wor den, door de konst van het Stael, met Aqua #, 't welk ik voortgebragt heb: daerom is in my de Sleutel der Konst. Onderwijl dat noch verder met defe Hee ren gesproken wierd, foo is er een grooten donder uit den Hemel der Philosophen voort , waer nevens een Stem wierd ge
:
hoort, feggende; Siet toch op SATURNUS, die uwen aenvank is. En wanneer de Alchymisten defeStem nu gewaer wierden, feiden fy onder malkanderen.
-
â&#x20AC;˘ Alchymiften, * Hoort gy alle wel, wat hier ons vermaent word? Dit is, dat wy onfe gedachten moeten flaen op Saturnus. En daer is noch eenig ge rommel boven ons hooft, met een helderge druis, alsof het de Duivel was, met een yfere keten.
: fiet hier verschijnt een, met een vat
vol allerhande vleefch, dat gefouten is; waer
nevens veel rook en stank van kolen wordge vonden. Nu dit is niet vremd, dewijl het felf
de vleesch een overblijfsel is, van onse uitge droogde Confraters Alchymiften , en dit word ons hier voor de Materie vertoont: - " B 3 . " Want -
--
-
De Groene Leeuw,
22
Want hyfeit, dat defe al door Saturnus gedi ftilleert waren, 't welk ons geen quaden schijn dunkt te geven; dewijl het foo licht is, dat het fchier door de Wind kon wech gevoert
worden, gelijk stof en affchen. Dit felvige konnen wy tot onfe AMaterie gebruiken: Want de Philosophen feggen; foo wie geen ftof en affchen heeft, dat die mede geen Sout tot fijn werk kan hebben; en die fonder Sout werkt, gaet even als een blinden fonder Leids
man. Wat feggen dan onfe Confraters van de Materia, die ons hier vertoont word & Sullen
wy die nemen, of niet ? Maer hoe! fou dit
niet te grooten schande zijn, dat wy onfer Confrateren vleefch tot het werk der Philofo
phen fouden nemen; daer wy van haer op de Metalen gewefen worden, en niet op bloed, of iet dat daer mede gemeenschap heeft ? Dus
laet ons weder gaen tot den Onfienelijken Geeft, en hem daer over vragen; misschien falhy ons wel gunstig hier op noch een goede antwoord willen geven. Ik fal my dan ver ftouten, om weder tot hem te roepen. Hoog geachten, groot-vermogenden Heer Merku rius, hoort ons ootmoedige, die u hertelijk bidden om trouwe byftant en goeden raed;
op dat eenyder van ons met nuttigheit in fijne Materie mag werkken: want fonder u is het onmogelijk om daer toe te komen. ' ' **, f
'
:
v
-
ÂŤ.
Mer
:
of het Licht der Philofophen.
23
â&#x20AC;˘ ZMerkurius. Gelooft dan dit, en gy fult niet dwalen,
wanneer gy my foekt daer ik te vinden ben: en op dat gy een weinig licht hebben moogt,
foohoort nu. Mijne kinderen zijn vele, doch ikben by de eene veel liever, als by de andere: maer indien gymy vangen wilt, foo moet dat
met listigheitgeschieden, door sterkken wijn; want anders fult gy my niet konnen bedwin
gen : doch wanneer ik daer van heb gedronk
ken, foo worden mijne hairen afgesneden, door een feer scherpe yfere fchaer; en dan komt mijn bloed voor den dach, dat van de
Natuur in my is gelegt , en daer na verschijnt mijn lichaem in de gestalte van Sout, dat door den Magneet voort-gebragt word, die by
v:: weĂŻ: E:: h: alles wat gy moogt foeken : indien gy dit niet begrijpt, foofultgygeduurig misfen. Leert dan kennen, in wat aerden het A en Sout te
gelijk weten mogen, die van mijnekracht aen
dendach gebragt worden, doorden Magneet der Philosophen, waer van gy klaerlijkby Ba flium in fijne Sluit reden lesen kond. Maer
ik geloofdat gy van het Volk zijt, daer Sendi govius van verhaelt; dat fy meteenengrooten Wind door heel de Weereld gejaegt worden,
om alle menschen daer in te bedriegen, en my tot spot en schande te brengen, den: ": g
B 4
-
e
.
24-
De Groene Leeuw,
de in de lieden haer beurs, waer voor het by
:
Godt u niet wel fal af-loopen, foo ras als de man met de yfere keten dat hoort. Daerom indien gy u niet beteren wilt, foraekt gy noch
wel lichtelijk met den Lapis aen de galg, tot een eeuwige schandvlek, en spiegel voor fulke
fchelmachtige Laboranten. Hier mede wil ik Mars tot mijne hulp noch nemen, die een rechtvaerdig vonnisfal vellen, en fulke bedrie rs straffen, tot een waerschouwing voor al
eWeereld. Indien gy wilt wijs zijn, foo fult gy dit u voor een goede leffe altijt laten die nen.
-
-
â&#x20AC;˘ Alchymiften.
-
-
-
Wy bidden unoch, mijn Heer, dat gy ons
feggen wilt (op dat foodanige ongelukken ons niet mogen over komen) in wat voor Materia
wy u fullen foeken? Erbermt u toch onfer, wyfullen ons dan beteren, en van allerhande bedriegerien voorts afstant doen. Merkurins.
op dat gynimmer over my foudteklagen hebben, foo wil ik hier noch eens mijne milde hand openen. Soekt dan in de Metalen en in
het WZ, dat van de Natuur gedistilleert, by al de
w:d wel bekent is;
die dat ook lief
heeft, daer het t'aller tijt licht is te bekomen. En op dat gy hier van versekert foud zijn,
foo faliku eenige spiegels vertoonen, waer in
s
of het Licht der Philofphen.
, 25
gyfult konnen bespeuren het gene gy foekt. Alchymiften. Miffchien fal hy ons het lichaem toonen van onse Moeder, die door de Duivel gedistil leert is, ons dat recommanderende voor de
Materia: ofwel het lichaem van Virgilius, of eenig ander Toovenaer, waer door wy noch meerder van onsen & vervoert mogen wor
den, Daerom laet onsaendachtig zijn op fij nereden; want defe Geeft fou ons licht ver
leiden. Evenwel mijn Heer, wilt nu toch niet nalaten ons de vriendschap te doen, van
dieuwe Spiegelen te vertoonen, waer in wy de Natuur mogen fien; op dat wy fulksge loovende daer van versekert mogen zijn.
Hoe! fie ik daer een Persoon? nochtans mag anders hier geen mensch by ons komen. Niet temin dunkt my dat ik een Man fie, die een
Spiegelby fich heeft, en het schijnt Saturnus te zijn, die ons daer in vertoont word, met een yfere vurk in fijne rechter hand , dien stelt hy
in't midden van fijnen Hof: en in de andere
hand heeft hy Q ; en daer nevens word te nen gegeven wat hy daer by beduid, na melijk Sout en Swavel.
Na dat eenigentijt hier naeuw op gelet was,
is het weder verdwenen; en daer verscheen noch een Graeuwe Wolf, met fchoone drui
Wen beladen : Nu hy was omringt met het B 5 Rijk -
26
- De Groene Leeuw,
Rijk der Mineralen, en die wierden mede in
den Hof van Saturnus gebragt; en alle de mannen die daertegenwoordig waren, wier
den gants vervroolijkt door het sap van de Druiven, en door haer woelen geraekte daer eindelijk groot gerucht en verwerring, foodat Satnrnus haer al te famen het gat uit joeg, en Mars alleenig by hem behield : doch Satur nus, na dat ik kon merkken, fich hebbende
overladen, van den geeft des Levens, is ten lae ften mede gestorven in fijnen drank, en de Vogelen des luchts hebben hem de oogen uit gepikt; waer over wyfeer verbaeft zijn ge worden. En fy begonnen weder te roepen : Onfichtbare Geest,hoort toch noch eens. Gy
hebt ons defe dingen nu wel laten fien; maer gelieft ons mede te feggen, waer toe dat mag dienen?
. *
* .
:
* . . โ ข Waterkurius.
Dit dient om u te vertoonen, waer dat gy uwe Materie, die gy met foo grooten verlan gen foekt, vinden fult; dewijl fy in den Ou den Saturnus verborgen is, die op alle plaetsen - s woond, en door den ftrijdbaren Mars het Hooft word afgeslagen, wanneer fijn lichaem ยบn tot affchen verbrand word, waer uit dan Sout. : te voorschijn komt, om het hooft daer mede ': te versterkken, en dat te bewaren voor het
verderfderaerden, als ook voor de hitte der ** * . Sonne. -
:
::
of het Licht der Philofophen.
27
Sonne. Dit is dan de Magneet der Oude Wij
fen. Verstaet gy nu dit niet, foo fult gy mede wel qualijk verstaen, het gene ik u hier heb la ten fien, te weten fj, en den Graeuwen Wolf:
doch verstaet my te recht; het is geen ge : meenen b, noch 5, maer het is die door GM, en Q is voortgebragt,daer Baftlius van spreekt
infijn laefte Testament.
:
e-Alchymiften.
* .
Loop voor den Duivel gy lompen Jakhals,
met uwen fy, 5, of, en 3; want door defe zijn er foovele bedrogen, dat schier heel de Weereld in defe fpecien doende is, om al haer
goed en kostelijken tijt te verquiften. Wy blyven by den $, en kennen ook geenen an deren, dan die huidenfdaegs van een yder ge bruikt word : Want het gemeene Spreek woord feit, dat men geene Heiligenfalgelooven offy moeten eerft mirakelen doen, en dit felfde doet ook de gemeene :: want het is een water
dat de handen niet nat maekt, naer het feggen van alle onfe Philosophen. Merkurius. : ÂŤ "Ja Fielten, verfopen in hare konft, waer in
geen licht is te vinden. Want gy maekt uw
werk door den: met 5 tot een Oly, doch dit zijn niet anders dan gekken-poetsen, wan neer uwe Confraters de Spreuken der Wijsen na tde Letter verftaen ; daer het niet ah
":
-
* De Groene Leeuw,
28
kan wefen dan mijnen geeft, die in alle dingen door de gantfehe Weereld woont. Ach! ik
moet haer beklagen die gy onder handen krijgt; dewijl uwen raed feer duur en kofte
lijk is, dien gy daerom foo hoog in eeren wilt houden; maer de Duivelfal u misschien noch naderhand in fijn Laboratorium voeren, en u daer leeren, wat hy met fulken volk dan te doen heeft.
V. ,,
-
?
eAlchymiften. Doch dewijl gy foo wijs zijt, gelijk wy hier hooren, foo fegt ons eens, wat wy dan best doen fullen; op dat wy tot ons oogmerk in de Konft mogen geraken, en in de Weereld voor Philosophen gehouden worden ? » : « 5Merkurius.
-
Dit wil ik wel feggen; maer let nu wel op mijne reden, en laet die altijt in groote ach ting by u wefen. Voor eerst moet gy Godt aenroepen om wijsheit en verstand, op dat u doen, en laten in fijnen Naem mag volbragt . worden, en gants ftrekken tot fijner eeren. Wanneergy dit vast voor oogen hebt, foo fal Godt u helpen, en een gewenscht eindegeven. Maer uwen geeft, na dat ik kan bemerkken, is geheel met ydelheit beladen; en daerom is
uw werk mede ydel, en verdwijnt gants in wind en rook door de Lucht. Gy wilt ook
verkeerdelijk grootefaken voortbrengen, uit -
-
,*
-
.
*,
€€n
of het Licht der Philofophen,
29
een ding daer geen fondament in is, te weten in $ , en 4e. Want defe zijn het niet, daer de Oude Wijfen van spreken; maer ik ben het alleenig daer fy gestadig van handelen. • Alchymiften. Wie zijt gy dan die hier dus met ons fpreekt? Mifchien wel een Duivel, of een uitgebannen geeft onfer Voorouderen, ons toch eens, waer fal men u dan vinden? Op een Rad? Aen de Galg? of elders in een gevankkenis, waergy verbannen zijt ? *, • Merkzarius. Siet dit vuilste schuim van Canaeille durft
ook ftout en onbeleeft spreken. Doch foo gy wilt weten, waer mijne woning is, die füft
gy vinden in de Metalen en Mineralen, enik
-
word gevonden van degene die Godt vreefen, en de Natuur volgen : maer niet van foodani gen Volk als gy zijt, die geduurig niet anders
fchier doen, dan folveren, distilleren, putrifi ceren, sublimeren; daer het toch alles verlo ren is: want het gantfche werk, voor foo veel als de Oude gedaen hebben, geschied alles in een vat, door fijn eigen A, alsmede door fijn
?, en Sout; welk Sout Merkurius genoemt word. Dit word dan overwonnen door de Heldin Vrouw Venus, die Mars tot eenen
Koninkverkoren heeft, en altijt met degeeft des Weerelds gespijft moet worden, die in alle
dingen
-
3o - De Groene Leeuw, dingen woont. Alle wateren hebben wel een
geeft, maer het beste dat daeruit getrokken word, is het gene daer Sendevogius van fpreekt, dat het door fijn Stael getrokken is. Kondgy defe reden nu wel verftaen ?
,
-
eAlchymiften.
Wy bidden u, mijn Heer; maekt ons hier toch bekent, wat voor een kouleur het Stael
hebben mag, daer Sendrvogius van spreekt; op dat wy het felfde dan mogen nemen, eerwy weder den Moriaen schuuren, en niets beko
men: doet ons toch uwe mildadigheit gewaer worden.
-
AMerkurius.
t .
Het Stael, waer van Sendivogius spreekt,
noemt Baftlius een Magneet te zijn,als ook E3, en met vele andere namen. Het kouleur daer
van is verscheiden, als graeuw, wit, rood, geel, groen, blaeuw, fwart. Defe kouleuren draegt het in 't openbaer voor al de Weereld. Het Huis waergy dit vinden fult, is tuffchen het Zuiden en het Noorden; daer van Paracelftes fpreekt, van den Leeuw uit het Noorden. Sijnkouleur is groen en rood, maer de been
|
deren zijn wit. Hy ftaet opeenenyferenberg, waer onder alle de feven teekenen des Hemels
zijn : want hy is de eerste en de laefte van het Rijk der Metalen. In defen Ouden Man is
ook wijsheit, foo dat hy de vier deelen des -
Wee
:
of het Licht der Philofophen. 31 Weerelds kan afmeten : doch fijn leven is ver
borgen, maereen wijs Man komt het ten goe den, die hem fijn hert af-steekt, door eenen vergiftigen drank, dien de Oude Draek heeft gebrouwen, van het begin aen des Weerelds.
Daerom laet u wel raeden, gy Heeren Alchy miften, en maekt toch een goet einde van al uw werk; op dat gy niet van al de menschen met de vingers na-gewesen en bespot word. Dus, feg ik, bemint het G) der Philosophen, en den Azijn der Wijfen, met het Stael van
Sendivogius, foo fult gy niet dwalen: want dat is het, waer van gy in der Wijsen boekken foo veel beschreven vind.
' t
Alchymiften.
.
1
o 2
Eerft fpreekt hy van Goud, daer na van Azijn, en ten laeften van Stael; en dit heeft gemaekt dat ons beurs is foo kael, gelijk ook die van al degene die met ons omgegaen heb ben. Daerom gelooft hem niet, ofschoon hy noch foo veel van de AMaterie mag voortbren
gen, en laet ons van hem af-fcheiden i want, nadat men kan afnemen, foo fchijn met eeni ge afgestorvene ziel, en een dwaelgeest te we fen, die hare ruft nu by ons komt foeken; laet ons hem vragen uit wat lichaemhylaest is ge fcheiden. Soudgy,wijfeGeeft,ons wel willen
feggen, waer voor defenuwe woning geweest is, *even eer dat gy hierby ons quaemt? AMer ** * t
-
* De Groene Leeuw,
32 -
â&#x20AC;˘ WMerkurius.
Âť *----
--
In het stof deraerden, waer uitgy gemaekt zijt; gelijk mede alle dingen die in de Wee reld gevonden worden : maer voornamelijk, in Wijn, in Water, in de Metalen en Mineralen, en in Vyer. Mijne Wagen is de Lucht, waer mede ik van d'eene plaets na d'andere verfonden word : doch niemand kan myan ders bekennen, dan door het Staelder Philofo
phen, en haren Wijn; indien defe twee ube kent zijn, foo behoeftgy geene andere te foe ken : want het Sout der Metalen is het Stael, en haren Wijn is het bloed der felvige; daer om laet alle andere fpecien varen, en foekt voor eerst de Natuur, daer Godthaer in heeft
gelegt, te weten in het Sout der Metalen, en haren &#. Alchymiften. Wat fullen wy nu toch met defen doen ? Nietanders dan hem voor Mars beklagen, die den felven noch houd gevangen : daerom laet Ons uit eene mond spreken. Heer Mars , ijl gy defen geeft hier in uw be dwang hebt,foobidden wyu,dat gy hem wild ftraffen, want fonderuis het ons onmogelijk, -
::
-
dat wy met eeren van defen duivelfouden ont flagen worden, die ons fchieruitfinnig maekt, foo dat wy de konft't zylief of leed fouden moeten vervloekken, dus bidden wy,verhoort OnS,
AAars.
of het Licht der Philofophen.
33
AAars.
t
Ik trek uit als een gewapend man, om te stryden tegens de gene die my niet willen hoo ren, noch ook mijnen Soon, die te voren mijn
Vader was, eer ik door 't A der fmeltingge boren wierd. Wat is het dat gy van my komt verfoeken ?
t v ..
.
Alchymiften. Wy bidden dat gy ons den ; wilt overle
veren, dien gy by den Koninkgebragt hebt, en die ons bedrogen heeft; en by aldien het den rechten is, foo verfoeken wy, dat wy den felven mogen koken, braden, daer na diftille
ren, en voorts tot stof en affchen maken; wanneer die ons falkonnen dienen tot Medi
cyne voor de mensch, en tot andere faken in defe Konft. . 2'! ' t ...',
-
- -
AMars.
wat foekt gy 2 den & van Saturnus, of *
van Jupiter, van Venus, of van Mars ? ja ik geloofden : van Merkurius. Indien gy den & der Wijsen wilt hebben, die is nergens an ders te vinden als in den f5, die door den Ma
gneet van Baftlius uit de kracht der Aerden word getrokken, en den Azijn der Wijfen ge noemt word, ofwel haren &, die door het Stael van Sendivogius aen den dach word ge bragt. Dit felvige noemt hy ook Stael, en noch Goud, 't welk hem Saturnus onder
De Groene Leeuw,
3 4.
de Klip en Steen-rots vertoont heeft. â&#x20AC;˘ Alchymiften. Ja wel ter degen wijft hy ons op een Klip, -
-
waer door wy bodemloos en masteloos ko men te stranden, en door defe Konft op een leeger Wal zijn vervallen. AMars.
- -
:
-
Het schijnt dat dit een algemeene plaeg is, daerom radeik u in tijts van my af te scheiden, en een ander Raeds-man te foeken, die u dan
foo welfal geleiden, dat gy licht hals en beenen breekt, en ten laeften u voorts sal distil leren en sublimeren, foo dat gy in rook en
affchen verdwynen moogt, en geen mensch fal konnen weten, waer dat uwe ruft dan mag zijn tuffchen Hemel en Aerden: want foolang gy in 't foeken zijt van de Materie, loopt gy &
altijt van het eene op het andere, fonder er- & gens u vast aen te houden. Maer fiet daer komt een Man, die fal u misschien wel beha
gen, want hy schijnt een fak vol konften van de Materie te hebben: gaet spreek hem aen,en ik falondertuffchen wat rusten, tot dat gy my meerder van nooden moogt hebben, en dan
falik u niet verlegen laten: maergy moet wel hard roepen, wanneer gy my uit den flaep : wilt opwekken. Holla! daer word geklopt, ik vertrek.
-
- -
-
-
. . l
-
At
of het Licht der Philofophen.
35
eAlchymiften. . . . Daer word noch al eens geklopt, men moet
vragen wie daer is, en hoe dat fijn naem zy; op dat wy mogen weten hoe wy hem fullen be jegenen. Nu maekt de deur open. Mijn vriend, wat is uw begeeren, en wie zijt gy? . maekt ons dat bekent, op dat men het felve mag boodschappen aen de Broeders van het , . .. . . . Collegie der Philosophen. Oude Man. | | || 1k ben Saturnus, oud van dagen, en grijs -
van hairen; mijne oogen die traenen, en mijn ziel en geeft worden van mijne leden uitge perfcht; en mijn gants lichaem is vol water builen, waer uit bloed en fout te voorschijn
komt, die my groote fmertenaenbrengen - en hier door ben ik befpoogen, omdat ik my van den menfch heb laten verleiden, en van den
wijn des toorns gedronkken heb. Sal'er nu niet een zijn, die my kan genefen van mijne gebreken; op dat ik beguaem mag worden, om by u in te treden, wanneer gy goede ken
nis fult krygen wie dat ik ben?
mij had
â&#x20AC;˘ Alchymiften.
Ja wy fien wel wat voor eenen vogel dat gy zijt, geheelfonder veeren, maer niet fonder fweeren : doch wy beklagen u over den ver fwakten ouderdom uwer ledenen ; daerom
willen wy ons beraedflagen op wat middel men u mogt genefen.
C 2
Oude
De Groene Leeuw,
36
Oude Man.
a Ach! help my toch, dat ik genesen mag worden van mijnebuilen en fmerten, die my gantster neer werpen."
*
Alchymiften. @ Confraters , wy hebben onder ons een Spreekwoord gehad, dat een oud en kreupel Man de Weereld niet langer nut was; daer om laet ons defen helpen, dat hy ter plaetsko me, waerwy vele gebragt hebben, in wind en rook verdwynende. Luftig dan aen den ar -
beid; trekt hem eerst het vel af, en daer na het bloed; dan fal men hem calcineren tot
ftof en affchen : defe affchen fal men op 't wa ter ftroien. Naderhand fal men fijne beende ren weder daer uit trekken, die met Sout zijn gefpijft; en daer na fullen wy onfen pct daer mede koken, en fijn bloed tot W gebruiken tegen 't verderf van het A. Dit is ons door & geleert, die den strijdbaren Mars voor den Ko nink had gevangen gebragt. Indien wy nu goet werk willen maken, foolaet ons : en Q
s K: l
nemen, en dit fal het laefte besluit zijn van ons
bedrijf.
-
e .
-
Oude Man.
t
Ach my ellendige! Hoe ben ik dus onge lukkig in defe rampfalige handen vervallen ? Soofal dan van mijne doot, die ik foo droevig
moet lyden, niets goetste voorschijn komen. Maer
1.
-
A
-- --
-
---------
T-
"-
of het Licht der Philofophen. , 37 Maer helpt my toch haeftig uit dit verdriet,
waer in de vervloekte Draek my gebragt heeft, met fijnen quaden drank; gelijk ook de liftige Slang, die fich om mijnen boom had gehangen. En by aldien gy my niet kond dooden, foo fal mijn lichaem niet weder op staen. De Vogelen des Meers hebben mijne oogen uitgepikt, fy zijn rood als bloed, en die brengen fy dan in haer neft, waer mede fy hare Jongen fokken, en mijn lichaem word tot aer de, waer in de spijfe dier Jongen gevonden word.
-
Alchymiften. Laten wy van defen Ouden af-fcheiden; want hy falhaeft fijn Testament maken: maer
fegt ons eerst noch van waer gy gekomen zijt, wie is uwe Vader, en wat Moeder heeft u voortgebragt ? Oude Man.
De Sonne is mijn Vader, en ik ben fijn Moeder : dat is te feggen, wanneer ik : was,
foonamen fy my voor de Moeder, maer nu ik een lichaem gekregen heb,foo nemen fy my voor den Man, of den Rooden Knecht van
'Bernardus, of het Goud der Oude Wijfen.
Alchymiften. Defe redenen zijn voor ons onmogelijk om
te verstaen; gy godloofen boef foekt ons te driegen: maer neen, wy fullen uw lichaem C 3
i
Ver
-
38
De Groene Leeuw,
verdeelen, foo mag yder van ons met fijne portie leven gelijk hy 't geraden vind. Kom laet ons dan defen f5 in stukken kappen, en een ygelijk mag foo fijn deel mede nemen: de een mag het koken met goeden levendigen
& , d'ander met levendige Q, een derde met Sout, een vierde met (Pr, andere met 2-, of
met Q, met fรถ, en of, en infonderheityder na fijngoet-dunkken. Dit willen wy doen, en hierop van Mars onsaf-fcheid nemen. AMars.
Mijn dunkt dat defen hoop Fieltefopen wilt vertrekken, en misschien fullen fy het wederom keeren wel vergeten. Ik mag gaen
na mijne gewonelijke plaets, waert5, Q., 24, en : , met G) en ) wonen, daer falik foo wel gefien wefen als een Verken in 't Joden huis: maer indien ik ontleed word gelijk het be hoort, foomagyder op mijn woord wel feker zijn, dat ik des Koninks Vriend kan worden; doch fulks alleen met de hulp van fj, die den
ouden Draek heeft gemackt. Hier by moet Saturnus ook niet zijn vergeten, die den Wind in fijnen buik draegt. Door defen Wind was ik eens in een vergadering gevoert, alwaer ik
eenige Alchymistenfag, die in verscheide Pro ceffen befig waren, als om 3. deelen G), tot 6. deelen te brengen. Hier mede gaven fy voor, foo grooten quantiteit Goud te konnen ma ken,
of het Licht der Philofophen.
39
ken, dat fy daer van fouden mogen leven als een Prins; maer defe Meesters sterven gemee nelijk als Lazarus, ellendig, arm, en naekt, foo dat de Vrienden om het erfdeel van haer geen krakeel behoeven te hebben. Dit felvefal my lichtelijk mede noch ontmoeten, indien ik niet
in tijts van fulke malligheit ophouden wil; want ik bevind in der waerheit, dat een Al
chymist onder vele fatsoenelijke Lieden even eens aengefien is, als een schurft Schaep; en dat een dronkkert, hoereerder, dobbelaer, en
diergelijkke, meerder eer genieten, dan hui denfdaegs een Alchymist ; dewijl yder een
fchrikken komt voor de beestachtige Alchy miften, die Goud willen maken, 't welk Godt
alleen toekomt, waer van in 't vervolg te be quamer pliets noch gehandelt fal worden. Defe woorden raken geen verstandige, wijfe
en deuchtfame Chymiften of Philosophen; maer alleenig de gene, die uit eenige stoffen,
als uit Q , 3, en e, Goud foeken te ma ken, 't welk tegen de Natuur strijd, en gants ydel is. Sy daer en tegen zijn waerdig ge roemt te worden, die de Metalen en Mine- .
- ralen foodanig ter degen weten te berei den, dat de felve in de Medicynen groo
ten dienst konnen doen, gelijk mede in andere faken nuttiglijk groot voordeel bren
gen. Hier van is ten deele in mijne Schrif *
*
C 4
ten
4O
De Groene Leeuw,
ten gehandelt, gelijk in 't vervolg noch gehan delt fal worden.
-
Van den Groenen Leeuw, en waer die te vinden is.
Siet hoe dat defe hand
Tot fluiten is bereid, Die opend ons het pand Hier door de Leeuw verbreid.
Laet het de voortreffelijke Liefhebbers der Goddelijke Hermetische Konft niet vremd dunkken, dat ik hier defe Letters in 't licht
geve, omdaer door mijne hertelijke g": elt
41
of het Licht der Philofophen.
heit tot de Vrienden der felvige tebetoonen; dewijl uit de felfde alle wijsheit voortkomt, door den wille Godts, die onfen Leermee fter is.
In 't werk der Oude Philosophen feggen N, fy, dat hare Groenen Leeuw is een Sout der
\Metalen, door den & der Wijsen voortge \ bragt; en defe is anders niet dan een vluchtige #
lucht, met een filtige geeft van de Metalen, die uit de felvige, ja met de Metalen gemaekt is, voor foo veel als ik uit mijne ondervindingen heb konnen begrypen. . Het Sout der Oude Wijfen komt voort uit
de Metalen: dit felve noemen fy mede een 2, een :, en met noch veel meer andere namen; doch daer is niet veel aen gelegen met wat woord het felve genoemt word, als men dat maer mag kennen, en weet te bekomen. Ik noem het felve den Geeft des Weerelds, die
door de Konft aen den dach gebragt word,
met galen edik, of met (B- en de van Gยบ : doch dit moet wel in acht genomen worden, dat de
Philosophen somwylen den Wijnsteen voor
Azijn en >% voor j stellen. Sy noemen de gal veeltijts voor of, en GB voor Q : doch die daer aen gelegen is, mag doen gelijk ik gedaen heb, en ondersoeken het felvige, foo fal hem
bekent worden wat rood en wat wit zy. " Wy feggen noch, dat in 5 de geest van C 5
\
Mer-
-
De Groene Leeuw, . . .
4 2.
Merkurius woont, die de Sleutel der Konft is: want of ik fchoon den Steen der Wijfen noch
niet weet te krygen, foo ftaet my nochtans vry te schryven, wat ik in de Natuur heb gefien, of met mijne werkking voortgebragt door de . Konft; als een Rood Meer of Zee uit de Me
talen, met hulp van den geeft van : der Oude Wijfen.
-
z
Defe & is een Moeder van alle dingen in de gantsche Weereld, die aen alles het leven geeft, hare ruft is in de Metalen, de wagens ofpaer den zijn de Son en de Maen, die door defen R% beladen worden; doch die denfelven wil foeken, leere eerst alle Wateren van de Natuur kennen, die vele zijn : als Regen V, Rivier V, Sneeuw V, Ys V, Dauw W, ja Urine of Pis,
Wijn, Azijn, Keernemelk, &c. en daerom word het een Jonkvrouw-melkgenoemt, om dat die op fekere tijden, uit de hoornen van een jonk Kalf voortkomen. Sommige Wijfen fchryven ook, dat men de herffenen fal nemen van eenen ouden fwarten Man, die feven da
gen in de Schoorsteen gehangen heeft, of het bloed van een jonk mensch van 1o. jaren. Hier
medeleeren fy dat men een V moet maken, het een rood, en het ander wit: doch dit is an
ders niet als de Roode knecht van Bernardus,
dien Baftlius feit, den Magneet der Wijfen te zijn. Sendivogius noemt het fijn Stael. Som mige
of het Licht der Philofophen.
43
mige noemen het 5, gelijk men in de Concor dantie pag. 98. kan kefen. By andere is hetfรถ,
of 2, en voorts noch de geest uit of en Q. Dit fon ik houden voor den rechten weg om te dwalen, want daer is maer een W, waer
door het Goud der Wijsen word gefolveert, en dit noemen fy ook :, en andere fy, ja den Groenen Leeuw, een Jonkvrouw-melk, een Azijn, een geeft uit de Metalen, een VF, en -a van Urine, een geeft uit Regen V. : maer ik noem het een geeft die door de Natuur met behulp der Son boven deraerden komt. Defe geeft is de Vitriool der Wijsen, waer van men in de Goude Leeuw lefen kan, daer ik wijd en breed van den felven gehandelt heb, als ook in de Roode Leeuw.
-
Dit Water daer ik van fchryve, hebben de
Ouden ook eenen Draek genoemt, een oude Slang, een A,ja den geeft van fรถ, als mede de ziel der Metalen, en het bloed der Aerden.
Men leeft in het eerste boek Mofis, cap. 1. verf. 2 , dat de Geeft des Heeren op de wateren
fweefde : waer uit men klaerlijk verstaen kan, dat er meer dan een Water geweest moet zijn: en in dit W, waer defe Geest des Heeren op fweefde, waren noodfakelijk alle krachten der Wateren verborgen, waer uit alles na fij nen aert voortgebragt is, die door de kracht
Godts in velerhande verdeelt zijn; als Zee A, Rivier
44De Groene Leeuw, Rivier W, Fontein V, en Regen-water, die Godt de Heere alle na fijnen wille bestiert, en uitdeelt na fijnen raed. Leeft daer van Psalm
75. vers 1o. De Riviere Godts is vol waters. In
dien wy nu tot Godt roepen doorden geloo vein Jefum Christum, foo falhy ons dat Wa ter geven, waer van in den Euangelio Joannis geschreven staet, op het 4.Cap. verf. 14. een Fontein van water fpringende tot in het eeuwige leven. Laet ons dan tot hem loopen, die met
luider stemmen roept, Komt alle tot my die dor ftig zijt, en ik fal u geven te drinkken uit de Fon tein des Levens, die Chriftus is. Daerom roept hy noch in d'Openbaring Cap. 22. vers 13. Ik ben de Alpha en de Omega, het begin en het ein de, de eerfte en de laefte. Salig zijnfe die fijne ge boden doen, op dat hare macht zy aen den Boom des Levens, en fy door de poorten mogen ingaen in de Stad. Laet ons dan de gerechtigheit foe ken, op dat ons de poorten des levens geopent
worden, waer toe wy de Wijsheit moeten na jagen. De Prediker spreekt daer van met defe woorden, Cap. 9. vers 16. Doefeide ik, wijs heit is beter dan kracht, hoewel de wijsheit des ar men veracht, en fijne woorden niet ovaren ver
hoort geweeft. Dcfe Spreuk mogen alle vrome wijfe Philosophen haer felven wel toepaffen, dewijl fy by defe ydele Weereld geen glory foeken, maer fich altijt gewillig in een nederi gen
of het Licht der Philoftphen. , 45 gen stant konnen houden; gelijk ik mede van goeder herten getuige, met dit mijn schryven
niet dan de eere Godts, en het beften van mij nen naeften te betrachten.
Wy keeren dan weder tot den b der Philo fophen, die $5 genaemt is, of haren Azijn, of
Jonkvrouw-melk, en uit de Metalen voortge bragt word, met hulp van de kracht der aer den, die door een houten oven is overgeko Inen,
De Sonne is het middelpunt van alles : de Maen is in den aenvank het eerste in het werk
der Philosophen; en daerom is het ook, dat fyhet Water regeert. Indien wy de reden hier van konden verftaen,foo meen ik dat de boek
ken der Wijsen ons dan feer wel bekent fou den wefen. Hierom behooren wy te leeren
weten, in wat voor een V, dat een Soutzy, 't welk tot den & behoort; doch geen ge meen V of:3, maer dat een Vriend is van de Metalen. Dus leert de natuur van alle Wate
ren kennen, die van Godt Almachtig voort
gebragt zijn, en tegelijk Aerde en Sout in fich hebben, alsook het bloed van een Hond, de
herffenen van een Kalf, en alle defe dingen niet temin zijn maereen. Doch wie kan de Fabe
len der Ouden uitleggen, ten zy men langen , tijt in de Schoolen der Philosophen gegaen heeft, die in 't middelpunt des Weerelds ge vonden
46 De Groene Leeuw, vonden worden, waer in alle de Wateren t'fa
men over een komen , en anders geloof ik niet dat 'er in de Schoolen te vinden is : waer
men den rechten Meester bekomt, die ons
leert wat in de Konft ligt verborgen. Wan
neergy ontrent defe plaets komt, foo fult gy daer voor uw eerste teeken een Oud Man aen
de poort vinden ftaen, met een fwaerd in fijne hand; en defefal u vragen, wat gy daer wilt hebben; en daer by feggen, ik dacht dat de meeste Alchymisten al door de Schoorsteen gevlogen waren; maer het gemeen Spreek woord is, dat de Duivel geen kakhuisfal fchen den, want anders fou hy brillen te kort ko men, om d'Alchymiften op den neus te set ten : maer fegt my wie gy zijt, die hier foo ftoutelijk aen defe poort kloppen komt? en daer op moogt gy antwoorden. e Alchymift. Mijn Heer wilt my defe stoutheit ten be -
ften houden : want gy weet wel dat een ver dwaelt menfch in duifternis feer foekt naer
het licht der Son; en ik hebvernomen, dat
het felvige in uw huis is te vinden. Gelieft my dan de poort open te doen, die, nadat ik kan bemerkken,met fwareyfere grendels en floten verfekert is, foo dat daer geen mensch in kan
komen fonder uw believen : daerom doet my bid ik open, op dat ik vryelijk met u mag spre ken. â&#x20AC;˘
t5. My
of het Licht der Philofophen.
47
My dunkt dat gy een fijn gefel zijt, met weinig laken bekleed, en met groot verstand begaeft; daerom ben ik schroomachtig anders met u te spreken dan alleen door de tralie van de poort, of gy moet den Sleutel hebben, dien de Vogel Phenix met fich voert over bergen en dalen. En defe Vogel is niet te vangen dan met het lijm van Vulkanus, in de schoot van Vrouw Venus gekookt, die met allerhande vruchten en lieflijke drankken beladen is. In dien gy dan defen Vogel bedriegt en hem vangt, foo fult gy den Sleutel in fijnen bek vinden, waer medegy defe poort moogt ope nen, en by my komen; wanneer ik met u van d'eene kamer tot d'andere falgaen, die fes in 't getal zijn, enyder van de felvige is op ver fcheidewyfe n verciert, en byfonderlijk opge pronkt. eAlchymift. ar
'-
|
n
-
Mijn Heer, dewijl ik hier buiten de deur noch met u mag spreken, foo gelieft my te feg
gen, ofyder kamer in uw huis ook met een deur word afgefloten, dan of men daer in ge komen van d'eene kamer tot in d'andere kan fien ?
Mijn Vriend, gy zijt maer een vremdegaf,
en misschien al te begeerig om te weten,
: at
48
De Groene Leetty,
dat ons huis van binnen gelegen is, gelijk alle
loofe boeven gewoon zijn te doen : maer in dien ik wist dat gy deugdelijk en vroom
waert, en de konst had van geheime dingen te fwygen, ik fou die gelegentheit u dan wel
openbaren; dewijl ik schier medelyden met u krijg, van dat gy foolang buiten defe poort
moet blyven staen, en vryalonnoofeldaer uit fiet: doch wilt gy met een fwaren eed my be loven, dit wijffelijk stil te fwygen, foo faliku bekent maken hoe vele deuren dat aen dit huis Z11De J
â&#x20AC;˘ Alchymift.
Mijn Heer, ik fweer u heiliglijkby Godt, dat ik fonder uwen willeaen geen mensch fal
openbaren't gene gy my fegt, zijt dit verse kert.
Dewijl gy dit met foo vasten eed my nu belooft, foo fal ik u alles feggen. Dit huis heeft maer een deur, die van Vulkanus door
ordre van Mars is gemaekt; en als gy de felve
geopend hebt, foo kondgy fonder eenig belet van d'eene kamer in d'andere komen.
eAlchymift.
-
Mijn Heer, gelieft my toch dennaem van
dit huis te feggen, op datik het felve niet mag vergeten.
t5. Het
49
of het Licht der Philofophen. .
f5.
Het word de woning van Saturnus ge noemt: onthoud dit, foo fult gy niet dwalen,
gelijk gy voor defen gedaen hebt. â&#x20AC;˘ Alchymift. Seg my toch, mijn Heer, wat voor cieraed dat ik aenschouwen fal, wanneer ik in dat huis
ben gekomen, en hoe dat yder kamergeverwt zy, dewijl ik verstae dat 'er fes onderscheiden fouden wefen.
Het is goet dat gydaer van spreekt, want ik had fchier daer niet eens om gedacht; maer, nu falik u hier van onderrichten, om dat ik fie,
dat gy vriendschap met dit huis foekt te hou den. De eerste poort die gy dan aenkomt is rood, en daer onder loopt een rivier van e; en wanneer hare wateren zijn opgefwollen van
wegen hare dampen die fy uitwerpen,foodoen fy door der felver kracht de poorten om verre vallen, waer door men dan uit d'eene kamer in d'andere kan wandelen.
'
.
Alchymift.
Hoedanig zijn defe kamers van binnen ge verwt, die my dan vertoont fullen worden, wanneer ik 't geluk fal hebben van over defe Rivier en hare dampen gekomen te zijn ?
Aen de tweedekamer, waarin gy dan fien fult,
5o
De Groene Leeuw,
fult, fal u een galg worden vertoont, daer dat oud lichaem fal aen hangen, 't welk door de lucht, en de dampen der Zee moet verteert worden, en ten laetsten gants fmelten; waer door de Zeefal verduistert worden, en dan een
feer vuil stinkkenden reuk van fich geven. En ten derden fal u een kamer vertoont worden,
met tapyten behangen van muis-vaelkouleur, waer in aerde en W een zijn. Ten vierden fal de Son daer doorbreken, foo dat de Geeft des
Heeren in of op de Wateren falfweven. Ten vijfdenfalfich de aerde van de duisternis schei den, en die geheel verlaten. Ten fefden falde aerde wit worden, en fich in V opgeven, uit den geelen, of melkverwig; en dit komt al uit de Rivier der Philosophen. -
â&#x20AC;˘ Alchymift. Met wat Sleutel word dit huis geopend? f5
Met de Sleutel dien gy in den bek van den Vogel des middernachts vinden fult, daer ik vooren van verhaelt heb; en defe is onficht baer; doch door het Stael der Philosophen komt fy voor den dach : en de Rivier is haer
V, of:4, dat fy den Jonkvrouwen melk noe men, die gy dan in de fefde kamerfult fien,
met dat gy daer in komt. O Godt! hoe mag ik alle defe verborgentheden dus openbaren, aen eenen dien ik noch niet recht heb gekent. -
-
Maer,
of het Licht der Philofophen. , 51 Maer, mijn Godt, gy kent alle herten, en door grond alle de gedachten des menschen. eAlchymift. Mijn Heer, ik hoor dat gy schijnt over my
te klagen, om dat gy geduurig uit alle Landen van onvrome boeven veel quaets verneemt; maer zijt verfekert, dat ik een Soon der Philo fophen foek te wefen : daerom wijft my den
weg, op dat ik den Vogel mag vinden, die den Sleutel heeft, waer mede ik dan by ufalkon nen komen.
.
...
My dunkt te bemerkken dat gy een vroom Man zijt, en dus fal ik u feggen hoe dat gy doen moet. Gaet foo lang tot dat gy in de Maend van September komt, en in October:
dan moogt gy u in den eenen of d'anderen Hof begeven, waer in verscheide boomen ftaen; d'eene geeft V, d'andere A, een derde :
heeft wat van de lucht: het een is fout, het an : *. :|
der fuur : de lucht word het Agenoemt, en het ander is de Merkurius der Oude Philofo
phen; namelijk, als die op hare aerde gestaen ;,
â&#x20AC;&#x2122;. :
heeft, en met den geeft der Metalen vereenigt is, en dan noemen fy dat den: der Wijsen, maer anders het V dat in October uit deraer den voortkomt. Dit water is de Sleutel die de
wateren opend, en den Rooden Leeuw word genoemt; het andere is een Adelaer, en word l
D 2
15 en
52,
De Groene Leeuw,
b en 9ĂŠ geheeten , doch niet de gemeene, maer die door defe gemaekt zijn, en voortge bragt door de konft van het Stael der Oude Wijfen. Defe is ook een Magneet van Baftlius, zijnde een roode aerde, waer in A, en ftraelen
van Son en Maen worden gevonden. Dit fal
het teeken zijn, waer by dat gy defe fult ken nen : in de scheiding fult gy het A fien op de aerde, dat foo rood fal wefen als een Robijn,
doorfichtig van glansch. Wanneer dit fes da gen op de aerden gerust heeft, dan fiet men
Adam in fijn Water-bad ftaen, daer Bafilius van spreekt in fijne rijmen na de 12. Sleutels,
feggende, dat er een Steen gevonden word, ovaer uit men een vluchtig A doet voortkomen, en die is van wit en rood 'faem gebragt. Defen heeft men in de Maend van Meert, en fijne doot is
in October. Hier is alles geopenbaert wat men
hebben moet, foo van de tijt, als ook van de Materie : want defe namen maken de Mate
rie, en zijn de Materie: doch Mars regeert de Weereld door het fwaerd en A, foo dat 'er veel
bloeds word vergoten, -
eAlchymift. Alle defe redenen, mijn Heer, zijn onmoge
lijk voor my te begrypen,tenzygy daer meer der opening van doet : daerom bid ik u van herten, om de liefde Godts, dat gy my defen "Vogel bekent maekt, die den Sleutel heeft : e
of het Licht der Philofophen. 53 de floten te openen daer defe Poorten mede
gefloten zijn; ik fal alle de dagen mijnes le vens u dienen.
"
"
:
Door dien gy belooft my getrouwelijk te dienen, foo fal ik u fijnen naem noemen: het is
f5, die 3 genoemt word : daerom gaet stou telijk voort tot datgv hem vind. â&#x20AC;˘ Alchymift. -
-
-
Wat voor een teekenfal ik fien als ik by de fen boom kom, waeraen ik versekert mag zijn,
den rechten Afijn der Philosophen te hebben? f5.
-
,& ,
De boom is van buitenfwart, maer van bin
nen groen, en fy draegt een Robijn-verwige vrucht : onder defefal een water voortkomen
.
gelijk als melk, dat den Afijn is der Ouden, door ons Stael getrokken, 't welk de Arme foo wel hebben als de Rijkken. e Alchymift. * . * :'
Mijn Heer, ik ben arm, en ken nochtans
dat Stael niet daergy van spreekt. -
f5
3,
e -
Hebt gy noit gehoort dat uit de Herders zijn Koningen gemaekt ; en dat door het
-fwaerd de Weereld gedwongen word, en dat de sterkste der Weereld door den sterken wijn . overwonnen en verleid zijn? Indien gy dan nu ooren hebt, foo fult gy noch aendachtig D 3 wefen
De Groene Leeuw,
54-
wefen op mijne reden, en bedenkken wat ik voor defen met u gesproken heb, van de ver wen die in onfe kamers gevonden worden, die met yfere deuren besloten zijn, daer geen mensch kan doorkomen, ofhy moet vriend
fchap hebben met d'oude Draek, die tegen Mars heeft gestreden; en ten laetsten door de fcherpte des fwaerds word gedoot van dien : ftrijdbaren Mars, die hem dan ten roof geeft aen den Vogeldes middernachts, wanneer hy word tot een Adelaer en Sal Armoniac, of
Jonkvrouw-melk. Defe komen dan in mijn Huis, om allerhande kleederen aen te trekken
tot cieraedt van onse Vrienden, als 24, 2, X, G), Rá, GM, en ik f5 ben de laetste; uit my komt alles voort wat gy van nooden moogt hebben.
Alchymift.
-
Is het water dat uwe Broeders drinkken uit
de Natuur felfs gemaekt, ofword het door de Konft bereid ? -
IS
Gy moet weten, dat het eene is uit de Na tuur, 't welk de eerste Sleutel is van het Huis;
maer het andere word uit dit felve gemaekt door de Konft, dat Aerde en Hemel van mal
kanderen doet scheiden, fonder het welke gy dit Huis niet fult openen. )
-
- “
: «
,
's
n
|
| /
|
Al
of het Licht der Philofophen.
35 N
Alchymift. 'Is defe Sleutel van Goud, of van Silver, of
van dâ&#x20AC;&#x2122;, Q,2}, fĂś, of
::-
?
De Sleutel, waer medegy mijn Huis kond openen, is het Philosophische V, dat door de kracht van het Stael der Oude Grieken is
voortgebragt; dit is het Gouden Silver: daer om, mijn Vriend, foekt de dingen die ons .
Godt heeft gemaekt, namelijk de Metalen, en hare geesten, die fullen u dan de ziel wellee ren bekomen. Hier mede foek ik mijn af fcheid van u te nemen; maer moet noch feg gen, dat de geeft is haer Silver,en het bloed der Metalen is het Goud der Oude Wijfen; en
dit moet u voor defe mael genoeg zijn. Vaer wel. ,
Indien men den & tot een w wilt bren gen, foo falmen daer mededuf danig te werk gaen.
-
--
Be. ;. Solveert dien in den Afijn, gelijk voren geleert is, van den & tot een Sinober te maken. In defen H'fal de $ opgelost zijn, en dan de X fesmael daer af gedistilleert wor den : dan fal de $ als een kalk in de grond
van 't glas blyven liggen, die foet wefen fal. Dan mag men hem uit het glas nemen, en op D 4 -
Geen
56
De Groene Leeuw,
een vrijf fteen klein vryven. Onder defe kalk fal foo veel & vivus gewreven worden , tot dat die uit den blaeuwen fiet; dan fal dit in
een kelder gelegt worden 3o. dagen lang, foo fal het tuffchen geel en groen wefen: daer na fal die in gemeen foetazopgelost worden, en 12. dagen in foete warmte gehouden, wanneer men de felve door een papierfal filtreren, foo trekt het Sout van de $ , waer uit ook B- en komen ; welke gy dan door een foete di illering daer af moet trekken, foo vind
Sj
den Q en het Sout in de grond, 't welk een heerlijke Medicyne is om een Druipert te ge nefen, en meer andere diergelijke krankheden. Dit fuivert en geneeft ook quade beenen, en
i
oude ftinkkende wonden: doch die in de Me
dicynen een weinig ervaren zijn, weten feer wel wat defe geeft van $ al doen kan; foo dat fijne krachten en deugden hem genoegfaem
doen pryfen : waerom het hier niet noodig is breeder daer af te schryven.-
Een lichte Vogel is Merkuur,
Geenfins gebonden noch gefloten, " , Sijn veeren maekt Vulkanus vuur, â&#x20AC;&#x153;
,
Dat menig menfch wel heeft verdroten. (_WMezz
-
,
CMen maekt noch een Medicijne uit de S& en of op de volgende wijfe. Bz. 3. Defe falingoet VF gefolveert wor den nae 't gemeen gebruik : daer na neemt noch foo veel VF, als daer de $ in gesolveert is,en doet daer foo veel Hungarifchen Vitriool
by als het oploffen wil : giet defe by malkan | der, foo fal het Aqua groen worden. Dit fal men dan tot fes reifen af distilleren,in een gla fen Retorte, foo is de $ open. Neemt uwe Materie hierna uit het glas,en giet schoon Re
| |
gen V daer op, en laet het dan 6 dagen staen, foo fal het W de Souten uit den & getrokken D 5 heb --
58
- De Groene Leeuw,
hebben, die blaeuw van verw fullen wefen, en
de : fal dan feer schoon en geel op de grond van het glas liggen, dien gy met foet Regen V moet af-foeten, foo lang tot dat uw water klaer en foet daer af komt : Droogt nader hand den felven in de lucht, foois uwe Medi
cyne vaerdig. Dit is den oprechten Turbith AMinerael, die na de konft is gemaekt, en met recht den Mineralischen Turbith genoemt worden mag, om dat fy door den of gemaekt word : want defe of word uit de Mineralien getrokken; waer mede men dit moet toebe reiden. Doch op de gemeene wijfe doen fy anders niet, als den : in WF folveren, en dan den & door oly van B- nederflaen, foo valt hy op den bodem van 't glas. Dit is gelijk de
Apothekers hem maken. Ik feg noch,dat met den ; niet is te spotten, want indien hy niet
wel is bereid, foobedriegt hy fijn Meester, en die gra
: gebruiken drijft hy dan voorts in het -
-
f
De & der Philosophen is haer V daer fy van schryven, en dien noch eenen geeft noe men, die op alle plaetsen is te bekomen: maer voornamelijk is het den besten, die door de Metalen of met de Metalen gemaekt word.
De Euangelisten hebben ons de kracht der zaligheit beschreven, en bekent gemaekt de woorden die Jesus Christus gesproken heeft, dat
of het Licht der Philofophen.
59
dat fijn bloed is een koftelijken drank voor onfe zielen, om die daer mede te laven : eveneens is
het bloed van defen Rooden Leeuw een spyfe en drank voor de Metalen, die de felve verjon gert, en een nieuw leven geeft. Dit bloed komt voort door den ouden Draek, die ook een R3 is, als mede een Slang, den Afijn der Wijfen, en haren Dauw des Hemels, gelijk die noch met veel meer andere namen genoemt word. Defe is ook het A en water der Meta len, daer alle de Wijfen doorgaens in hare Boekken van fchryven.
De Philosophen feggen, dat de aerde, die fy een Q noemen, in de oploffing fich met 1co. oogen vertoont en dat de Vogelen des Hemels de felve uitpikken, die uit defe roode aerde zijn voortgekomen: defe is eerst blaeuw, dan
blank, daer na geel, en ten laeftenfwart; doch in defe reden is vry wat verborgen, en dat noemen fy dan haer Leeuwen-bloed.
De 3 is ook Q, Afijn, de gomme, en het bloed der Metalen , 't welk door de konft
voortgebragt word. Men noemt hem ook een schip van fj, dat door GM en Q geladen is, en 2 verlicht haer door de glans van het G), en hare Zee of Meer is ). Dit word ook 9ĂŠ,
ja een H-, en GB- geheeten; maer ik noeme dat,
de vochtigheit der Aerden, gelijk in de Goude Leeuwis geleert.
---
*
Wy
- 6o - De Groene Leeuw, Wy keeren dan weder tot de Medicynen, die "och eenigen dientt konnen doen, om de
gefondheit der menschen te bevorderen.
Een Medicijne uit D ? , 5 tegen de Longer-zucht. Be (D, Q , 5 ama. Defe moeten klein ge ftampt zijn, en dan in een Instrument van aer
de ofyfer, als een Retorte, gedaen worden, waer in van boven een klein gat wefen moet, foo groot dat er een vinger in kan, waer door de Materie daer ingebragt word, 't welk men dan met een topfel van yfer of steen toestopt, op dat de geeft daer niet uit fou vliegen. Dit Inftrument fal men in een Oven leggen, met tamelijk vyer daer onder, niet te heet of te kouwt, op dat de Materie in den brand moge gaen. Naderhand fal men een groote Voor legger aen de Retorte leggen, wel toe gelu
teert, op dat de geesten daer niet doorpaffe ren. Als dit foo toegestelt is, dan doet men de M terie by kleine deelen daer in, foo fal die fpecie in den brand geraken, die met groot ge
weld haren geeft en vluchtig Corpus fal over voeren, even als eenen rooden Nevel : dit fal men foo lang doen, tot dat alle uwe Mate
rie gedistilleert zy : laet het Instrument dan
kouwd worden, en neemt het Caput mortuum daer v
of het Licht der Philofophen. ( 61 daeruit,en stampt het klein. Doet uwen over gedreven geeft dan daer onder, ana. Dit fal men distilleren in een glafen Retorte, op de wijfe gelijk het VF word gemaekt; foo komt 'er eerst eenen witten geeft over, daer na komt
'er een geelachtigen Olyover, die in de kouw de hard word. NB. Het moet geen gemeene
@ zijn, maer gelijk die uit de gebergten komt, en van fijn leven in geen A is geweest. Defe is graeuw en niet gemeen van kouleur : daerom
fiet toe wat voor een Q dat gy ne mt tot dit werk, want de gemeene @ fal foo niet naer uw fin gaen.
-
Het Caput Mortuum is in de grond byna fix; indien gy dat pulveriseert, foo is het pur per. Dit is een heerlijke Medicyne tegen de Peft; waer uit, met een ace van Brandewijn, de hoogste ziel getrokken kan worden. Ik deele dit mede aen de gene die een goede faek foe ken te hebben. Eerft meende ik den Steen der
Wijfen daer uit te maken; om dat de Philofo
phen feggen, dat men uit Q, Sout, en ;, hare Medicyne kan leeren maken. 5, feit Baffilius, is: ; maer toen ik het fel ve vorder nadacht, vond ik my bedrogen; waerom ik het werk voort heb laten steken :
doch die luft daer in heeft, kan dat verder on derfoeken.
De Konft der Medicyne is de voornaemste onder
De Groene Leeuw,
62
onder alle dingen ter Weereld: nochtans word die huidenfdaegs meeft met ondankbaerheit beloont, dat geen werk van een Chriften,maer van een Duivel is,die den menfch dan beheert,
't welk voor Godt moet beklaegt worden, dat de menschen foo verre zijn vervallen. Om dan de Vrienden defer heerlijke Konft noch meer
te vernoegen, fal ik haer noch 4 stukken uit defe Metalen, als gâ&#x20AC;?, Q, 2, 5, op de volgen de wijfeleeren maken.
Hoe dat men een Aftralifch Sout kan bekomen.
Ez. b 2], ana. Smelt defe eerst onder mal kander in een Wind-oven, met een degel als de Goud-fmeden gebruiken. Als het daer na gefmolten is , giet het dan uit, en laet het kouwt worden. Neemt dan defe Maffe, en
weegt hoe fwaer dat die zy. Neemt hier na of en Q ana, en doet defe dan by het lood en
tin : maer het yfer en koper moeten met haer
beiden niet meer in gewicht zijn, als het 2 en f5, dat gy onder een hebt gesmolten. Neemt dan defe Metalen, en folveert die in goet WF, foo fal het beginnen feer op malkander te
broeden of te werkken,foo dat het uit het glas foudeloopen,by aldiengy te veel daer in deet: daerom gaet voorfichtig, en doet niet te veel -
----- ---- --
t'effens
of het Licht der Philofophen.
63
t'effens in 't glas. Doch men kan geen Mee fter zijn, of men moet al wat leer-geld geven,
gelijk ik ook heb gedaen. Als daer na het W met de Metalen heeft uit
gewrocht, en d'een d'ander overwonnen en gedoot, foo distilleert het Aqua daer af, en giet het dan daer weder op; doch daer falfoo veel gemeen Regen V by gedaen worden tot dat de Materie gants gefolveert zy; foo fal die groen wefen als gras. Defe moet men door
een papier filtreren, en op foet A het water daer af diftilleren, foo fal men die Materie vin
den in de grond van de kolf, fwart als een pik, fmeerig en vet, 't welk dan de opening is van defe 4 Metalen.
B. naderhand 5. defe moet klein ge ftampt worden, en daer na onder malkander gedaen van gelijkke fwaerte, en foo in een Re torte gedreven, dan komt er een vluchtig Sout over, dat fich aen de Voorligger flaet, dat daer na van hem felven fmelt tot een W, van aenge naeme fuurefmaek, en lieflijk van reuk. Die nu verstand heeft, vind hier een Poort ge
opent, om verder tot de Natuur in te gaen. Ik deele u dit mede van goeder herten ; daerom neemt het in dank, gy fult geen geringe voor deelen daer in konnen vinden.
Een
e is ,
64\
De Groene Leeuw,
Een Smelt poeder dat ik gebruik op de Mi neralen, wanneer GM en Q t famen zijn, waer in men vertrouwen
fou Goud te wefen.
'
--
B. een pond Minerael, 2 pond 5, 2 pond GD. Defe alt'famen klein gestampt, en onder
een gedaen, in den brand gesteken, en in de Smelt-oven gebragt. NB. Het Minerael moet
eerst in 't A uit zijn gegloeit, en daer na afge waffen, gelijk men gewoon is. Dan het 5 en GD daer by gedaen, en in den Oven als voren
gesmolten, welke gesmolten Maffe uitgegoten in een giet-poekel die met Wafch moet ge fmeert zijn. Daer na fal de Konink van de Slakken worden afgeslagen, die men dan met 4.a 6. deelen f; op de Capelle fallaten afgaen, na 't gemeen gebruik; welke men dan door een WF fal fcheiden, foo bekomt men het Goud
en Silver byfonder, voor foo veel als in dat
Minerael is geweest,waer namen fijn rekening maken kan. Dit is de kortste weg om den
wilden dยบen ? te proberen,hoe veel een Cen tener Meendera houd; waer na men dan re
kening maken kan, eer men dat in 't groot gaetaenftellen. /
O774
ofhet Licht der Philofophen.
65
om een Regulus van 3 en 5 tefcheiden. Et. 5. Dit klein gestampt,daer van neemt 4. deelen tegen een deel of Laet het of eerst
in een degelgloeiend worden, en draegt dan het 5 daer in. Laet defe een half uur met
malkander staen smelten, foo fullen GM en 5 haren Regulum laten vallen, dien gy dan bene den in : degel fult vinden. Als die dan kouwt is, foo flaet hem aen stukken, dan fult
gy den Konink beneden in den degel hebben, foogy hem in stukken flaet. NB. Gy kond
anders uw gesmolten materie in een giet-poe kel uit-gieten, gelijk vooren geleert is. Men kan ook het erts door f; proberen na de leere van Erkers, nemende een deel Minerael tegen 6a8 deelen f5, waer van genoeg by hem is te lesen.
/
Door Glen D met 5 word ook een Regu lusgemaekt. Door de Q en 5 word het felle mede verricht, voor die in 't A goede hande ling heeft. i
Noch een ander smelt-poeder. Âťe. G 2 pond, Q 1 pond, @ 1: pond, en fmelt dit onder een: daer na in de lucht gefol veert, foo fal het tot een loopen; de rest
:
-
-
â&#x20AC;˘
-
van
-
66
.
De Groene Leeuw,
van de Feces fullen met Wuitgeloogt worden, en weder uitgedroogt, die men daer na mede tot een Olyfallaten smelten: de Feces, die op de glafen tafel blyven liggen, fal men weg doen, wanneer daer geen kracht meer in is, of anders moet gy in 't A die uitgloeien, en dan aen de lucht laten folveren als vooren. Neemt
daer na 4 deelen Glas-gal, of Sout van glas daer onder gemengt, en fmelt dan het eerts daer mede. NB. Hier onder moet gy wat of vijlsel doen, daer aen werkt de verbrandelijke Q hem doot, en laet het Metael vallen tot een
Konink, waer mede gy dan fult handelen als vooren geleert is, van die door een VF of WR te fcheiden. Door defen Oly word het vluchtig eerts ten deele gefigeert, doch niet alle, of
fchoon fommige van de fixatie der vluchtige Mineralen geschreven hebben; daer het geen volkomen ftant vinden kan : want het gene dat Godt niet gemaekt heeft kan befwaerlijk door ons te wege gebragt worden; maer wy konnen de Natuur in hare werkkingen wel be hulpfaem zijn, om de felve te dienen, en dat
hy verborgen heeft aen den dachte brengen, door de konft des A en des V, waer in de
gantfche Philosophie bestaet, gelijk in de H. Schrift doorgaens is te lefen. Een mensch die eenige dingen door fijne liften meent uit te voeren,fal misschien van Godt gehandelt wor !
, den
of het Licht der Philofcphen.
67
den gelijk Job aen fijn 5. Cap vers 12. ver haelt. Hy maekt te niet de gedagten der arglifti gen, dat hare handen niet uit en richten. Daer om weeft vroom in alle uw doen en laten, en
niet arglistig, want in fulken voornemen fal
Godt u niet helpen. Maer de gemeenen om megank van den huidenfdaegschenhandel en wandel is foodanig, dat die meeft kan liegen
en bedriegen, voor een feergaeuw man word gehouden; en hier heeft hy het grootste aen
fien, om dat hy eerlijke lieden met duivelsche streken weet te betalen, en haer dat vleesch en bloed uit te fuipen, door foete woorden en fchoone beloften.
-
-
Wy fullen ons wederom tot de werkken
des Heeren onfes Godts begeven, waer in alle vrome Philosophen het Paradijs der Natuuren konnen aenschouwen, dat door het woord des
Almachtigen Godts word geregeert, die uit
V en A,Hemel en Aerde gemaekt heeft. Die dit niet recht kan begrypen, acht ik voor geen goet Philofooph, maer flechs een Warre geeft : nochtans wil ik niet aennemen te ver toonen, op wat plaets dat men fulken A en V bekomen mag; doch het gemeen gevoelen is by d'Alchymisten, dat fy de felve uit de 4. Elementen moeten foeken. Daerom hebben
fy verscheide specien by malkander gevoegt, en die genoemt V en A,E of: 2 ene; en feg gen W
-
68
De Groene Leeuw,
gen dat hier in de Materie der Oude Wijfen foude wefen: want de Solfer houden fy voor't A , en het Sout voor 't W. Of defe nu recht' hebben, wil ik bevolen laten aen degene die hier in door veel te werkken geoefent zijn; en wederkeeren tot den f5 van Sendivogius, dien
hy fijn W noemt, als ook het Minerael, dat van fijn Goud en Stael is gekomen.
:
Ik ben de boom der Sonnenfchoon, Gefonden uit des Hemels throon, Bekleed met Souten van Metael:
Mijn lijf nochtans is niet dan Stael.
of het Licht der Philofophen. •
69
• Wtijn wortel is alshonigh-graet, Waer in de gantfche Konft beftaet, Van de Natuur der Metalen.
-
Alle Metalen, eer dat fy in 't fmelt A ge weeft zijn, worden een Steen genoemt, en fy zijn toch geen Steen; uit reden, dat het niet is als een vermengde Maffe van Q, e, en $. Defe drie zijn altijt in eene Maffe, foo wel in
het Metael dat gesmolten, als dat noch onge fmolten is, en dit word een eertsgenoemt, dat is te feggen, eeneaerde die vele specien in fich heeft gelijk als hier voren is aengewesen, Want
uit der aerden komen verscheide specien voort, foo als men kan fien aen den Steen die
Eerts genoemt word, waer uit men vele din gen kan voortbrengen; gelijk Glas, Metael,
Q en e,ja Kalken Affchen, die alle in defen Steen verborgen zijn. En de Berg-meester noemt dien een Eerts of Minerael. Eerftelijk
worden de Bergen geopent door de konst; daer na worden de Steenen daer uit gebragt, die Eerts genoemt worden, welke men dan tot
Metalen gaet smelten ; waer van Job handelt in fijn 28. Cap. in 't begin. gewiffelijk daer is voor het filver een uitgank, en een plaets voor het
gout datfe fmelten. Het yfer word uit flof geno men; en uit fteen wordkoper gegoten. Hier is E 3
OTMS •
7e
De Groene Leeuw,
ons geleert, op wat wijfen de Metalen gehan delt worden in het fmelten; en daer naleert
hy, door wat Model de Wijsheit des Heeren, die in de mensch is gelegt, het felve aen den dach weet te brengen : hier van spreekt hy op het 9 vers. Hy legt fijne hand aen de keiachtige rats. Hy keert de bergen van de wortel om. Job beschrijft ons hoe dat het ) fijnen uit gank heeft, en geeft daer mede te kennen, dat de ) een van de voornaemfte middelen is,
waer door het Goud voortgefet word, door dien alles uit W voortkomt, en de Maen is die
het te regeert, en fonder dit kan niets voort gebragt worden. De ) is noodfakelijk de Moeder van het G). De Maen heeft ook macht over het Meer, die ons de ebbe en vloed van
de VV maekt, gelijk men aen alle Havens kan merkken. De Maen is by het filver vergele ken, om dat het felve koud is vanaert , doch niet als ty, maer recht tuffchen het Gouden
35. Want als gy f5 in VF folveert, foo fult gy fijn kalk niet wel weder te recht tot een Me tael brengen : de reden is, om dat fy te veel aerdachtigheit en Vby fich heeft, die meeft in
rookwechgaen, waer van het overige tot een glas fmelt, foo dat daer uit niet veelgoetste verwachten is, dan voornamelijk rook en ftank. Het filver isook wel koud, maer niet
foo feer als het lood; want zijn : -
is: -
18, r
of het Licht der Philofophen.
71
dig, daer in tegendeel die van 15 vluchtig is: waerom men b by) niet paffen moet, en niet anders dan voor een Vrouwen-beeld houden.'
fpeelt tufchen defe twee Planeten, als het midden, door hare hitte, en A; foodat fy
voor een hoer word gehouden by alle de Pl: neten, om dat 'er geen Metael is,waer harena tuur niet by word gevonden; foo dat fy in 't
:
midden is van die alle, om haer felvente lee
nen, aen dien haer van nooden heeft. Dus moet men Vrouw Qgants niet verachten. Sol, Jupiter, en Mars, zijn byna in eene
graed; doch ? is altijt in 't midden van defe: , , foo dat 'er geen Metael gevonden fal worden,
waer de natuur van Q niet byfoude zijn: want
gants haer lijf isSouten Q, dat by andere Me talen foo niet is. Solis anders niet als een fixen -
en Q, metfeer weinig Sout. Jupiter heeft een geelen@, als het Goud, metfeervele aer de. Dit kan men bevinden, als het in VF op
geloft word na de konst; want dan fal het door fijne aerde en @ het W verbranden tot een kalk, dat daer na tot geen Metael is te brengen, maer alleen tot een glas. .
Het lichaem van Mars is anders niet als @, vol van onreinigheit, met eenaerdachtig $5: dat een gemeenschap daer mede heeft : want Jupiter laet fich op geen Capelle afdryven door f; ; en foodoet ook G. Defe zijn Broe '
E 4
,
ders vs .
-
1
De Groene Leeuw,
72
derstenaenfien van 't lichaem, maer niet in de
deugden : waer van op een ander tijt gehan
-
delt fal worden.
& is een wonderlijk Meester. Dit kuan me bevinden, wanneer hy ontleed word : want
dan fiet men, dat hy byna schier niet is als aer de, en gants geen geeft, gelijk gyfult vinden in mijne hier voren aengewefene Proceffen,
daer fijne aerde veel meer onreinigheit heeft als eenige andere Metalen ; foo dat hy met fware moeiten te scheiden is. En ofschoon de
Philosophen hem geweldig verachten , foo komt hy nochtans in 't midden van de Na tuur. Daerom heeft Paracelfu hem aenge trokken, in fijn boek van de Fixatien, pag. 178. met de volgende woorden : Alle dingen zijn in alle dingen verborgen. Hieruit is te be merkken, dat alle Metalen uit een $ voort
gebragt zijn. Die nu daer meerder van weten van lesen : dochyder mensch geeft gemeene
wil, kan by hem op d'aengetogen plaets daer
lijk een verklaring na fijn eigen opinie, waer van voor defetijt genoeg wefenfal. Men kan uitfj, 24, en 5 een wonderlijk
Sout voortbrengen om in de Medicynen, als en
, gebruikt te worden; :gesin de Metalenvol gen
dit
chied op de
* -
--
de wijfe.
.. -
- -
***
-
*
.
-
-
* *
.. . . . . .
...
. Een
-
of het Licht der Philofophen.
73
Een Sout uit fj, 2 , en 5.
Be. b, 24, 5, ana. Het Looden Tin moe ten eerst by malkander in een degel gesmolten zijn; daer na moet men den 5 ook daer in dragen, foo fal het tot een fwart glas fmelten,
dat lichtelijk geschied in een klein A. Wan neer dan defe maffe foo is gesmolten, foo fet daer een anderen fmelt-degel over, die daer op fluit; dan fal u Sout op-fublimeren boven in de kroes, feer schoon en wit als fneeuw, 't welk
gy kond uit nemen, wanneer de materie koud fal geworden zijn. Stelt dan uwe kroe fen wederom in 't A, en werkt als voren, tot
::
dat alle de materie is opgedreven. NB. Gy moet geen groot A geven, ofdaer komt geen blankSout : de materie verteert ook geheel in het fĂźblimeren, tot een geel glas aen de kroe fen in 't A ; foo dat gy daer door fchade foud lyden in het werk. Ik deele u dit mede tot een
: heerlijk geschenk; indien gy nu lust hebt, om foodanigen Sout te bekomen, foo stelt het in 't werk, alsgy een Meester in 't A zijt , anders fal het u gaen gelijk wel meer is gebeurt : en die dit felve weet te bereiden, fal fijn gebruik ook wel konnen vinden; daerom wil ik hier van niet breeder schryven. d
De G. heeft denaert, dat hy alle de Meta -
E 5
len
\
74 De Groene Leeuw, len folveert, en de Mineralen coaguleert ; en ook nederflaet; waer van in de Goude, en Roo
de Leeuw is te lefen : als mede van een looge van Wijnsteen, die het Goud, als dat in WR is gefolveert, nederflaet. NB. Dit is de wijfe om
het Slag-goud te maken, waer mede veel quaets uitgewrocht worden kan, om menigte men fchen daer door te vernielen; 't welk ik niet
fal beschryven,om het quaet daer in niet voort te fetten : doch dit felve kan hem benomen
worden, wanneer men 2. deelen gemeenen daer onder doet, en in een kroes uitbran en laet, dan kan het geen quaet meer doen. NB. Het eV door een scherpe hout-affchen eerst daer af getrokken, foo kan men den B
dooden; waer van op een ander plaetsfal ge handelt worden, daer ik iets van eenige Berg fakenfal voordragen. -
Door Urine en in kan een geeft gemaekt worden, die veel gebruik heeft in de Medicy ne, en in de Metalen; doch in de Goude Leeuw is ten deele daer van geleert.
:
-
Om de (D tot een Rooden Olyte maken,
door de gemeene K, ยบp en ga Et. (D, een pond, defe moet door houds kolen verpuft worden. Wanneer de Materie
dan verbrandis, foo fal die groen wefen, die dan e
:
:
of het Licht der Philofophen. 75 dan inta moet opgelost worden, en door een vilt-papier gedistilleert. Daer na fal men dit
V op foet A laten afrooken, tot eenen droo genwitten Steen. Defe fal in K gekookt zijn,
die op levendige kalk 12 dagen gestaen heeft, waer door den H'foet wefen fal; die men dan
door een vilt-papierfal distilleren, eer dat gy uw Sout daer in oploft, I Dit opgeloste Sout fal
men 2. dagen koken in een yfere pot, dan be hoeft men geen forg te hebben, dat het in den affchen fal loopen : kookt het daer na droog tot een maffe. Defelaet haer fnyden met een mes, die men dan tot een roode Olylaet fmel ten, op een glafen tafel in een kelder; foois alle den Olyvaerdig; die men dan noch door 3%
over den helm kan dryven tot een geest. NB. Laet in 4. deelen, een deel % fmelten,
foo falden Oly op het % werkken, met eenen fierkken reuk, foo dat men denneus daer niet wel over kan lyden. Als het 9% daer in komt, foo moet gy den helm dadelijk daer op stellen, of de vliegt weg, en gy behoud een leeg
:
neft. Wanneer de Materie dan uitgewrocht is, stelt het dan in een fand-Capelle, en distilleert het eerst met foet A , foo komt de geeft over.
Daer na fult gy sterkker A geven,naer het ge meen gebruik; foo fal de Roode geeft donk ker over komen, dien gy dan by den Witten
geeft doen fult, die met fijn Sout *s": 2t v
--
-
Tw
76
De Groene Leeuw,
dat gy uit het Caput Mortuum hebt getrok ken, 't welkfeer wit is. Dus verre heb ik in
defe faken gewrocht; maer om eenige reden heb ik die niet verder in de Metalen onder focht: doch ik geloof, indien defe Goud-kalk
gefermenteert was, dat hy fijn Meester geene fchadenfou brengen, en in de Medicynen fou de hy het fijne ook wel doen, indien een erva ren Meester hem onder handen quam te ne men: want de bereiding is niet feer licht, wan neer men geen goede handeling heeft in het A, om dat wel te regeren. In de Roode en Goude Leeuw is ook van
Brandewynen geschreven,om die uit allerhan de vruchten te trekken; maer my is noch een andere wijfe daer toe bekent, die ik tot in de toekomenden tijt voor mijn felven moet hou den. Maer dit wil ik wel feggen, dat men door
[: den Brandewijn helpen kan, om die fijne quadefmaek te benemen. Daer by moet ook geen gemeene zijn vergeten, waer van in mij ne voor geroerde Schriften te lefenis.
om uit den rook van WF een groen Aqua te maken. Be. 1. pond GM, giet daer op 3 pond VF:
fooras als het Aqua op't GM komt, foo stelt eenen helm op de kolf, gelijk in de Goude Leeuw -
of het Licht der Philofophen.
77
Leeuw is geleert, foo falde roode Anima van't oy over komen, die in de Voorligger gevan gen fal worden in den Recipient. Neemt dien
dan af, foo hebt gy een Aqua ?, dat door fijn eigen A gefolveert en gedistilleert is. Daer na
neemt D. Kookt defe 3 dagen in F, droogt de felve dan af op foet A; en als fy dan droog
is, foo faldie op het Ain den brand gaen: dan moet gy u wel wachten voor die gekookte Materie, want fy begint met groot geweld te branden. Wanneer fy dan geheel is verpuft, foo neemt van defe Materie, en doet het in
den overgejogen geeft, en defe fullen op mal kander werkken, tot dat die twee een zijn ge worden. Distilleert dit dan door een vilt-pa pier, foo fult gy hebben 't gene voren verhaelt is. In dit ftuk zijn vele verborgentheden, meer dan men fou mogen beschryven : want het is de Anima van het G, diefeer wel bekent is by degene die fich bemoeien met de krankheden der Vrouwen, als haren vloed te genefen: het is ook feer dienstig tegen den rooden Loop.
NB. Doch dit felve moet dan bereit zijn met %, en met den geeft des Wijnsgefuivert wor
den, maer niet met den geeft van Brande wijn, gelijk d'onverstandige doen : want dit is
de geeft, dien de Oude haren Afijn genoemt hebben, waer van Baftlius in fijne Sluit-reden fpreekt.
-
-
-
Van
73
De Groene Leeuw,
van de Materien, die tot de Capellegemaekt moeten worden,om G) en D te fuiveren. Et. Oude beenderen die eenige jaren in de
lucht gelegen hebben, op het vlakke veld, in
regen en wind. Defe fult gy branden tot een kalk, dat schoon en wit wefenfal : dan fult gy die tot een poeder stampen, en builen de felve
door een Seve. Dit fal dan in foetaz gekookt worden, tot dat alle het Sout daer uit zy. By foo verre het V noch fout wefen mogt, foo fal men dat daer af, en verfch wederopgieten. Dit moet dan wedergekookt worden, tot dat alle foutachtige fmaek wech zy. Hier na de Materie gedroogt, fooisde been-afchen veer dig, daer gy uwe Capelle van maken fult, om gouden) daer op te fuiveren, en door fy af
vafichen: doch dit is ook al in mijne vorige Schriften geleert. Door nood kan men fijne Capelle ook van hout-affchen maken ; doch gy moet het fout daer uit loogen, gelijk hier van debeen-affchen -
gefeit is. NB. Gy moet weten, dat defe feer licht in 't A komen te barsten, en in stukken
raken; waer door dan schade geschied. De fuiverste scheiding, die men kan doen
aen het G), geschied door den 5, wanneer men het G) tot drie reifen door den 5 laet gaen ;
of het Licht der Philofophen. , 79 gaen; en yder reis fal tot 1 deel G) 6 deelen 5 worden genomen, wel klein gestampt, en die dan met het G) in de Smelt-kroes gedaen,
en gehandelt als voren geleert is; foo fal in yder smelting een
: gy dan
in een kroes fult laten afrooken, foo lang als men noch 5 gewaer word. Neemt dit felve G), en fet daer by fes deelenf5 : laet het dan voort op de Capelle afgaen, tot dat het G) niet meer loopt, maer ftil ftaet, met een grooten
glans als de heldere Son, foo is het Goud fui ver. Dit heb ik felfs dikwils gedaen. . Het ) word van het Goud gescheiden door VF, op de wijfe als voren geleert is, en
daer na door e Commun, dat eerst in V is ge folveert : doch dit is ook in de Goude Leeuw, en in het Cabinet der AMineralen beschreven,foo
dat ik het onnoodig acht hier daer van meer te handelen.
Door den 5 kan men alle onreinigheit van het Goud af-nemen, dat met geene andere
dingen te doen is. Als men door VR dat scheid, foois'er gemeenelijk een vluchtig Q, of GB, die fich dan met het G) vereenigt, foo dat het felve niet rein is : doch die daer meer van wil
weten, kan dat lesen by Paracelfus. Als men een Aftralisch Sout maken wil, foo
mag men nemen 2 en 15 ana, Defe moet men naderhand smelten, en dan falmen 6. dee len
SO
De Groene Leeuw,
len klein gepulveriseerden 5 daer op dragen. Als nu 24, en b dus gefmolten staen, in een Smelt-pot op foet.A, foo moet men een hoo
genfublimeer-tooren binnen in de pot fetten, - dan fal de rook van 't A de opgefublimeerde Materie niet bederven. Dit is een feer fchoo
nen geeft uit defe 3. als 5,2 en 5 ; en nadat ik kan bemerkken, foo zijn het Gebroeders,en
daerom meen ik, dat fy in de H. Schriftuur verfwegen, en niet geacht worden, gelijk wel
G), ), GM, Q. Dit zijn de voornaemfte Meta len, waer uit de gantfche Philosophie haren
oirfpronk moet nemen,die door onsen & ont floten worden. Defe is ook fy, dien ik den
Wijn genoemt heb ; en hy is anders niet dan de geeft des Weerelds, waer van in de Goude en Roode Leeuw genoeg is te lefen, en in dit Boek doorgaens word gehandelt. En by aldien gy meent dat ik in defe han delinge onwetende ben, foo fult gy voor al uw moeite noch geeft, noch rook, noch fout, oit te fien krygen: zijt dan vry verduldig in 't be
dienen van fj,24, en 5 ; en neemt het A, W, en € te hulp, die fullen u (fooik de waerheid niet fchryve) dan wel leeren wat in de Natuur verborgen is.
©. 2. ». g, F X.
N
of het Licht der Philfphen. sr De slang der Oude nifen.
-
--------
*** *
-
• Merkuur vertoont fich als een Maegt, Die 't wapen van een Ridder draegt. :
‘De drank des Draeks doet hem krank wefen; • WMaer Mars die komt hem weer genefen. Men leeft in de H. Schrift, dat Mosesin de
Woestyne onder den berg Sion de Slang heeft verhoogt,en foo word ook met de GP der Ou de Wijfen gehandelt, want alle Metalen en
Mineralen hebben haer begin van defeSlang, die de GB- der Natuur is, en door de Konft in 't
licht word gebragt door A en W, dat onfen
-
Afijn en ons G) is; maer niet de gemeene. ,
F
Het .
32,
,,, De Groene Leeuw,
Het Sout der Metalen word het Goud ge naemt: fonder dat, feggen de Philofophen, is in de Konft niets uit te rechten. De Metalen
hebben alle eene wortel, waer door fy voort
gebragt zijn; te weten uit het Sout, en dat is ook de Oude Wijsen haer Goud. De Mine ralen zijn niet onder de perfectie der Metalen, of schoon men die fou konnen gebruiken om fulken Sout daer uit te maken, dat tot de konft
fou konnen dienen. De Mineralen zijn het meeste deel Q, en $3, met feer weinig Sout; 't welk bevonden fal worden als men die calci neert door het A ; want dan gaet haer gants Corpus in een witten of rooden rook omhoog, en fy laten een weinig aerde op de grond, waer in een klein gedeelte van Sout is, dat de Na tuur van het Sout der Metalen noch niet heeft: want het zijn de Metalen, gelijk hier voren noch gefeit is, waer uit de gantsche Philoso
phie van eersten heeft haren oirfpronk geno men. '
'
Defe reden misschien fal fommige vremd voorkomen, door dien dat fy in de Philosophi
fche Schriften lefen van 5,2%, Rรก, en 5, o-o; doch daer mede hebben fy de Couleuren ver ftaen, die in de Materien komen. f5 geeft wel
een Sout, maer heeft denaert van den 5 ; en daerom kan het geen volmaekt Sal Metallo
rum geven: want dat Sout, daer de Oude van fchry 1
of het Licht der Philofophen.
33
fchryven, is @,fix in het A; en het Sout van f5 is vluchtig; en als het blijft, kan het ten
deeleweder in fijn vorig Corpus gebragt wor den, en 't gene men noch overig heeft is een doode aerde, daer niets van gemaekt kan wor
den. Van gelijkken is het met 2 ook te ver ftaen; en foo mede van de 3 : want of defe
wel Metalen zijn, foo hebben fy geen zaed om voort te teelen; en de reden is, om dat men
f5 feer koud bevind. De koude nu is een oir faek van de doot. Dit felve is aen de Winter
te fien, in welke alle boomen en kruiden geene bladeren voortbrengen.
De b der Philosophen woont in een feer fterk huis, dat met vele banden omtogen is, waer uit twee fonteinen voortkomen: de eene
van bloed, en d'andere van melk, die fy hares Jonkvrouwens tranen noemen, en van Adam is voortgekomen.
Nu is my dan vry van de Natuur te schry ven, en de wonder-werkken Godts te ver-
breiden, voor foo veel ik van hem genoten heb; 't welk ik van goeder herten aen andere wil mede deelen. Dierhalvenfal ik my tot ee nige faken keeren, die tot het scheiden der Metalen behooren; en om G) en ) uit het berg-eerts te bekomen. F 2
Om
f --
84.
De Groene Leeuw,
e
om het Goudfeer licht van het Silver te fcheiden. Wanneer G) en ) in een maffe zijn, en het G) meeft daer in is, foo moet men die maffe
eerst smelten, en daer na in het W gieten, foo fpringt het Metael ingruis of feer kleene dee len, dat men dan in een WR faloploffen. Daer na fal men den: ,die eerst in VF is gefolveert, in 't WR doen, foo valt al het G) uit het VR, en
de & blijft daer in, dat men daer na in een loo gefalgieten, van gebrande Gl, of hout-affchen gemaekt : defe flaet den ; uit beide deaz op - den bodem. NB. Eergy den : in 't WR doet, foo fal die te voren met gemeen foet V ten deele wat gewafchen worden, dan flaet de $
het Gouddies te beter neder, uit het Aqua; dat men dan afwaffchen fal met foet az, en droogen. Naderhand fal men dat met Borax fmelten: en indien men dat niet wilt doen, foo
kan men 4 a 5 deelen f5 op een Capelle laten fmelten, en dan de Goud-kalkdaer in dragen, en na de gemeene wijfeaf laten gaen, foo is het Goud niet alleen tot een Corpus, maer met ee men ook gefuivert van alle d'onreinigheit, die van den : en 't VR daer noch aen zijn geble ven. NB. Men kan het Goud door ) op de
fe wijfe neder flaen, gelijk de ) door :ge acn
of het Licht der Philofophen.
85
daen word. Namelijk, wanneer het G) door een stuk Silver is neergeslagen, dan is de X in't
WR, en 't VP. Daer na giet men dat Aqua van 't Goud-poeder in een ander glas, waer de X) noch in is, die gy dan door een stuk Q daer
uit brengen kond. Van defe en diergelijke werkken vind men genoeg by Agricola en Pa
racelfus te lesen; als ook by Johan glauber in fijn Appendix over Duitslands Welvaren, 5. deel, pag. 5 1, 2, 3, 4, 55. waerde grage Lefer fijn lust verder fal vinden. Ee72
andere wijfe, om door den 5 het Goud van het Silver te fcheiden.
-
, Bt. 1 pond (5), daer tegen fal men 3 pond 5 nemen, wanneer) daer onder is. NB. On
derden 5 moet men een weinig Q doen, op dat den 5 het G) en ) niet mag verteeren: en het Goud bekomt ook fijn hooge kouleur
door het Q. Wanneer het Metael dan ge fmolten is, foodraegt men den 5 daer in, die terftond op het G) komt werkken, en foo het
S2 en X) daer uit trekt, die in de slakkengaen; welke men dan op een flak-scherffalfetten, en den 5 daer af rooken, foo blijft het )en 2 liggen, die met 4 a 5 deelenf5 afgedreven ful len worden, dan is het Silver fijn. Desgelijken
doet men ook met het G), dat van de slakken F 3
ge
36
De Groene Leet&W,
gekomen is, waeronder ook noch eenigen 5 mag zijn. Dit is een korten en feer onkostelij ken weg, en men heeft ook geen perijkelom de glasen te breken, gelijk wel by VF of WR gebeurt, dat er een glas breekt, en het G) en ) dan in den afchen loopt, daer men dan met de hand in moet tasten, en fijn G) en ) wel half
quijt worden, dewijl het groote moeiten in heeft, om het G) en ) daer uit te foeken. Die nu hier meerder van weten wil, mag doen ge
lijk ik, en het felve befoeken, foo
: vinden
wat recht is; als mede hoe klaer dit felve hier
van my is beschreven - en nochtans fult gy miffen, indien gy in 't A niet ervaren zijt; want daer is het meest aen gelegen : doch van defe Materie is in mijne andere Schriften over
vloedig genoeg gehandelt; als in de Goude Leeuw,de Roode Leeuw en het Cabinet der Mi neralen, waer in gy uw vernoegen van defefa kenfult vinden, te weten van het scheiden der Metalen en Mineralen.
*
Werg
-
ofhet Licht der philoftphen. s7 Vervolg van de leven te deelen der -
*
*
.
Tafel Hermes.
. .. .. .
wy keeren weder tot de Materie waer van wy hier voren gehandelt hebben, als van G), Âť, cy, Q, met Antimonium. Voor eerst geeft de Ĺ on haerschijnselby dach, en de Maenby nacht. Mars regeert geheel de Weereld, maer
door Venuskracht wordhyoverwonnen. Pa racelfus feit, dat het Staelis de Vrouw, en het Yfer de Man: Q staet tuffchen beiden, gelijk de E3 istuffchen het G)en); en foo is mede
:: Dit zijn de boven
den 5 tuffchenfj fte deelen der Tafel
ermes, welke ik in 't F 4
Ca
De Groene Leeuw,
38
Cabinet der Mineralen belooft heb in dit Boek te fullen verklaren. â&#x20AC;˘ V.
Daer zijn 4 Metalen, die in de H. Schrift ons worden voorgedragen, gelijk te lefen is in
het Boek Jobs, Cap. 28. van G), X), Q en of, maer van 24, fj, en $ , is daer niet geschreven.
Salpeter, SalCommun, Solfer, en Wijn-afijn, --
heeft Godt laten aenteekenen door fijne Pro pheten en Heilige Mannen : maer wie fal ons nu feggen, wat het eerste voor een specie ge
weest is, waer van Godt het G) heeft gemaekt, of waer uit de X) is voortgekomen, waer van
:
het Koperfijn begin heeft, en waer van Mars . . fijn uitgank neemt ? f5, 2., en 3 zijn in eenen graedgeftelt, te weten, om genefen te
worden, maer felf niet eenige andere te gene fen: want dese volmaektheit falinfj, 2, en 3
niet worden gevonden, dat haren geeft en ziel fooveel kracht fouden voortbrengen, om een TinÄ?tuur daer uit te maken.
"
- Wie is meerder, dietingeren kan, of getin
:
geert worden fal? Ikfegge dan, dat die tinge ren kan een Konink is. Luna heeft geen macht
:
om iets te geven, want fy heeft felfs van noo den geholpen te worden van de Konink, die
rijk door fijne Qnderdanen geworden is. G. kan fonder Q niet bestaen, 't welk eerst uit fijne ribbe is gemaekt, doen hem de ziel was ontnomen door den F, want toen gaf hy fijn .
. .
*
geeft,
:
of het Licht der Philofphen.
89
geeft, gelijk Pithagoras schreef, welke ziel de fuivere Mantel des Koninks is, waer de Vor ften des Heirs mede omhangen fullen worden. De Mantel is wat anders dan de Konink. De
Konink is van G) gemaekt; maer de Mantel
is gemaekt door het A, dien Baftlius fijnen Magneet noemt. Sy feggen dat haren f5 ook
is 5,ja GMen Q, met G), en 4e,en Sout: doch wat daer van zy, laet ik de gene oirdeelen, die meerder Meester zijn als ik. De huidenfdaegsche Alchymisten, die de eer aen f5 geven, feggen dat hy de eerste Ma -
terie is van alle de Mineralen; 't welk ik niet kan ondervinden, nademael de eerste materie der Mineralen haer Sout is; en daerom kan
het Corpus van b de eerste materie niet zijn: want het G van fรถ is koud, en het e der Wij fen is een A, dat hare materie is. Het Sout van
t5 fmelt feer licht, foo wel aen de lucht, als in 't gemeen A , maer foo hem fijn W beno men is, dan fmelt hy niet. Van gelijken is het ook met 2%, en alle de andere Metalen.
De Oude Wijfenfeggen, dat hare Materie foolicht smelt als het ys over gemeen A : dier halven moet hare Materie noodfakelijk met veel Sout en Oly begaeft zijn. De Roode
Leeuw is fix, en als een Robijn: defe komt uit een Fontein voort, en dat op eenderlei wijfe.
Dit heb ik eens uit een oud boek gelefen, en F 5
fijne
N
9O
De Groene Leeuw,
fijne bladeren waren met feer vele kouleuren afgefet, en de floten waren ysergantsover ver guld: daer in stont geschreven; Die onfenf5 niet kent, is verloren: want daer in heeft men de Fontein voor de Konink des Lands. -
De Oude fj is een ander als de Jongen; en alles is door het woord Godts gemaekt uit V
en A, 't welkaen een goet Philofoophfeer wel isbekent, waer voor ik mijn felven noch niet
wil uit-geven, maer flechs voor een Leerling van de Natuur, om de felve te volgen. -
Als men dan 5 in goeden Wijn-afijn eenen tijtlank kookt, en die na de Konft distilleert,
foo falmen een Medicyne bekomen, welkers deugden niet zijn uit te gronden,die den Steen Ignis van Baftlius genoemt worden mag, waer
van hy pag. 237. spreekt met de volgende woorden : Dit is nu de eerfte Materie aller din
gen die in de Weereld zijn, namelijk W, dat door het uitdroogen des A weder tot aerde kan wor den. Hier leert hy ons op wat wijfe dat het V tot aerde word; en in de felve aerde is dan
het Sout der heerlijkheit, dat door fijn eigen Magneet word aen den dach gebragt, en ge opent door de Konft. Dus kan men fien of Baftlius niet recht van het Sout heeft gefpro ken. Die hier noch meer van wil weten, kan in andere daer ook van lefen.
Men fiet hoe wonderlijk dat de werkken des
l
of het Licht der Philofophen.
91
* des Heeren zijn, die wy met ons verstand niet konnen doorgronden: daerom fullen alle vro
me Philosophen fich aen Godts Woord hou * den, waer in ons de rechte Materie geleert word, die Godt felfs aen Jofita gerecomman deert heeft. Leeft daer van infijn Boekaen 't
* 6. Cap op het 19 vers : Maer alle het filveren : goud, en de koperen en yferen vaten, fullen den * Heere heilig zijn : tot den fchat des Heeren fullen
* fjkomen. Hier word ons dan geleert wat voor specien Godt tot fijn heiligdom houd, te we
ten, het G)en), Q enoy; maer tin, lood,
noch ; worden daer niet geacht, daerom fal men die laten varen.
* . Hier voren heb ik geschreven dat ) het eerste fou gemaekt zijn, en dit heeft meerder
: schijn om de eerste Materie als : te wefen. " De reden is, om dat de Planeten malkander * volgen. Wanneer ook een Bouw-meester een : toorenfal maken, foo moet hy eerst van bene |den na boven werkken. De vraeg is dan, of
*| het spits van den tooren het eerste geweest is :| dat hy gemaekt heeft, ofwel het fondament? :| Soo feg ik dan, dat het benedenste het eerste
:
is van den tooren; en infgelijks is het mede
met de Metalen, die hier in defen tooren zijn * afgebeeld. -
:
De
De Groene Leeuw,
92.
e
-- --
-
f
â&#x20AC;˘
-
De 5 is dan het alderlaetste, en ) moet
voor het eerste gehouden worden, volgens de ordere van de Natuur. Maer sommige fullen misschien hier tegen willen inbrengen, dat het
gene om hoogftaet, feer licht na beneden kan komen; en dat b wel hoog is, maer feer licht na beneden gebragt kan worden, dat is tot een V, en tot een e, gelijk in de Goude en Roode Leeuw is geleert, en van 'tgene daer is verfwe- :
gen fal in 't vervolg noch klaerder gehandelt worden, als hoe men vorder daer mede om
fpringen fal.
:
r
-a
=
of het, .Licht der Philofophen.. . . 93 . .
om een fchoone Kalk van b te maken. &. 1 pondf5, dat dun is als de rug van
eetl
mes. Dit sal boven goeden Wijn-afijn wor den gehangen in een glas : daer na moet dat toegedekt zijn, of met een blaes toegebonden. Dit moet dan in een warme plaets 12 of 14 dagen ftaen, foo fal'er een schoone Kalk als fneeuw aen defe loode plaet hangen: die moet gy dan met een veder afvegen, en de stukken 5 als voren wederom in 't glas doen, en daer
na weder af-vegen, tot dat gy ten laetsten -
: :
: :
fneeuw genoeg hebt, die foo foet als suikerfal wefen, en foo helder van glans als Chriftal, doch niet doorfichtig,noch ook foohard. Uit defe kan men een Oly dryven, dat een heer
lijke Medicyne is tegen de gebreken die onder de Planeet van fy hooren. Want of schoon
f:
die foet zy, foois fy noch koud van natuur:
*0: en indien een bevruchte vrouw van defe Oly ::
::
wierd ingegeven, foo fou die de vrucht by haer konnen dooden : infgelijks indien een
Man of vrouw eenige dagen der wat van : quam in te nemen, foo fouden fyonvrucht e: baer worden. Hierom moet yder gewaer fchouwt zijn, met defe Medicyne voorfich
tig om te gaen, of schoon het een edele Kalk is, en veel beter als die op de gemeene wijfe, en
- De Groene Leeu'),
,
en uit het Lithargirium gemaekt word.
Van fy kan ook de sneeuw op de hoogste bergen gemaekt worden, op defe vorige wijfe, fonder eenige andere Materie daer toe te doen. Daerom foekt gy iet goets uit f5 te maken, foo volgt mijne leer, en gyfult niet dwalen. Het Sout van fy word door den gedistil leerden F uitgetrokken : en wanneer f; dat felfs heeft gemaekt, foo is het een feer heerlijk ftuk ; doch in mijne voorgaende Schriften
vind men dat felve ten deele geleert, De Oude feggen, dat uit het Sout der Me talen den Steen der Wijfen te maken is. Of -
nu dit het rechte Soutzy, kan men niet welfe kerlijk feggen; door dien alle Metalen een Sout hebben.
-
Godt heeft Hemel en Aerde door fijn
Woord geschapen uit niet - en dit niet is iet geworden, gelijk wyaen alle dingen konnen fien. De Hemelen zijn rond,en nochtans heeft
hy die door de 4. Hooft-winden af-gedeelt;
ja het gantfche Jaer heeft hy met de 4. Gety den des felfs verciert. Godt heeft ons,volgens fijn Verbond, de zaligheit in 4 boeken laten verkondigen, als door de 4 Euangelien, van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. On der de Metalen zijn er 4. welke ons Godt in fijn Heilig Woord bekent heeft gemaekt, als
Q),), Q, G. Die defe ontleden kan, behoeft tOt
of het Licht der Philofcphen.
95
tot 5, 5 2 2}, (D, GB-, Q,o,o, ofdiergelijke niet
te loopen: want dat Godt geheiligt heeft, fal
de mensch niet ontheiligen. Het G), ), Q, en GM, heeft Godt tot fijn heiligdom verko
ren, fiet het Boek Jofue, Cap. 6 vers 19 noch tans word het felve door den menfch onthei
ligt; als, het yfer tot fwaerden en pijkken; het koper tot kanon, om de menschen armen en beenen, ja geheel het lijf wech te nemen; het Gouden Silver, om de hoovaerdie en an
dere godloosheden voort te setten, waer toe Godt het felve niet heeft verordineert, maer alleen om hem en fijne macht te verheerlijken.
Het Q is om Godt met het geklank der Bafui nen te loven , door welk geklank de Muuren
van Jericho zijn omgevallen , Jofue, cap. 6. vers 2o. Het Gouden Silver was, om het Hei
lige der Heiligen, en de Arke des Verbonds mede te vercieren.
, t.
* ..
-
Uit Q en ; komt het water, en den >& voor den Konink : en Baftlius feit dat fรถ en 5
Broeders zijn, in fijne Verklaring over de 12 Sleutels pag. 169 en op een ander plaets
fpreekt hy, dat den 5, ยง, en oo Vrienden en Swagers zijn van eene natuur : hoe kan men
dan uit defe het groote werk maken, nademael alle Philosophen feggen, dat haer werkfijn be
gin moet hebben uit de Metalen, gelijk door gaens in hare Schriften te fien is. Het
- De Groene Leeuw,
96
Het Q is veel bequamer om een @ daerin te foeken, en die veel beter en fixer,als van o-o,
5, 5, 3. Waer nevens ook het cy" is, met een fixen rooden Q. Daer naeft is ), en ten laetsten het G), waer van voor defe mael ge noeg is.
De Q der Metalen is ook het eder felvige, waer van feer veel is geschreven, en de E3, die gefigeert is in 't Goud. Defe worden alle door
-
de gemeene Souten geprepareert, met hulp van de Wijn en Afijn; en dit word dan het Sout der Metalen genoemt.
Het zijn dan de Souten, waer mede de Me talen en Mineralen geopend worden, om die tot de Medicynenbequaem te maken : en op
wat wijfemen die kan bereiden, is in de Goude en Roode Leeuw genoegfaem beschreven, en dierhalven onnoodig hierbreeder op te halen. Indien men 2 deelen x neemt, tegens een deel 5, foo word den 5 gesublimeert; die dan met gryse hairen bekleed is, gelijk een Wolf; en hy heeft een rood hooft. Defe kan tot een Aquafmelten, waer van feer veel was
te schryven: maer die huidenfdaegs de meeste deugt aen de menschen betoont, sal menig- ; mael met ondankbaerheit beloont worden; en dus wilt Godt niet hebben, dat alle Weten
fchappen aen den dachfouden komen.
Door den X word de Q der Metalen ge opend,
of het Licht der Philofophen.
97
opend, 't welk anders niet wel te doen is. Hier uit komt dan een gecalcineert Sout, dat men aen de lucht tot een az fal laten smelten,'twelk dan het Aqua is van de Q, of den Oly der Me talen. Dit is een van de voornaemfte fecreten
in onse Konft, om een Metael tot een Olyte brengen; 't welk ik felfs gedaen, en waerach
tig bevonden heb : maer hoe de 4 der Meta len gemaekt moet worden, is hier voren in dit Boek beschreven in 't gesprek tuffchen den Alchymist, met fj, en $, waer de handgre pen overvloedig te lefen zijn. 2 - 't
Ik fal my dan weder tot onfen 3 en 5 kee ren, die de gantsche Philosophie in fich ver vatten, door het bykomen van e, Q, en ;. By de Oude Wijsen word dit soo wel ge noemt, om dat alles in defe fpecien vervat word, door den Merkurius, dien fy dikwils haerSout noemen,waer van in de Goude Leeuw is gehandelt, daer ik denfelven den B- deraer
den genoemt heb; want alle vruchten, die uit de felve voortkomen, hebben haren oir fpronk van defen (B- , die ook voor de Sleutel der Konft word gerekent, waer aen ik den rechten naem van Lucht en A, ja ook Vge geven heb. In 't kort , men kan van dit Sout maken al wat men wil.
-
Sendivogius noemt dit fijn (D, dat een Ma
gneet heeft. Wanneer het door 't Agecalci *, "... " ..
-
G
neert
De Groene Leeuw,
93
-
,
neert is, trekt hy de Lucht naer hem, en word in een Oly of V verandert, van een feer vyeri
genaert, foo dat men die op de tong niet kan Iyden. NB. Waer mede dit Sout gecalcineert word, daer van neemt het de natuur aen, en
verandert de natuur fijnes Souts in een Oly. Doch hier van is in mijne andere Schriften
genoeg te lefen.
-
Wie kan de werkken des Heeren door gronden ? ja voor de mensch is het onmoge
lijk, tenzy Godt hem leere, en de oogen fijnes verftants opene : want in defe fpecien is de , grond van de geheele Philosophie verborgen; . OD, 5, J), $5,G,G), S2, f*j. De Propheet Daniel verhaelt aen fijn 1o. .
cap, vers 5. van fijne openbaring die Godt hem vertoonde, in de volgende woorden : En ik hief mijne oogen op, en fag; en fiet daer was een man met linnen bekleed, en fijne lendenen waren
omgord met fijnen goude van Ophaz. En fijn : lichaem was gelijk een Turkois, en fijn aengeftchte ,
gelijk de gedaente des blixems, enfijne oogen gelijk , uyerige fakkelen, en fijne armen en fijne voeten , gelijk de verove van gepolijft koper. In defe wei-
mige woorden heeft ons Daniel den waerach-
tigenaenvank van 't werk der Philosophenge openbaert, te weten,deMaterie,hare opening, met de kouleuren en verwen die in 't werk :
verschynen. Men fouhier van een groot boek , 4
konnen
of het Licht der Philofophen.
99
konnen maken; maer alle geheimeniffen moet men niet openbaren. Ik feg alleen,dat de gant fche konft is in de Metalen en Mineralen; welke Metalen door de Mineralen worden omgekeert tot stof en affchen, en daer na door het e der Oude Wijsen gefolveert, dat fy Sal
Armoniac noemen, 't welk is haren 5, ofwel f, als mede ? en A. Sy noemen dat mede met den naem van CD, Sal Gl, en vele andere namen, alsook eenen giftigen Draek, en een Jonkvrouw die van Venus voortgebragt is: doch dit is anders niet dan haer Sout, dat ik in
de Goude Leeuw den GB der aerden genoemt heb : indien gy dit verftaet, foo kent gy den Groenen Leeuw , waer van dit boek fijnen naem heeft. Zijn alle de Metalen en Mineralen niet
voortgekomen uit G-, Q, en $ ? verstaet der Wijfen, en niet de gemeene. Want dit fal men bevinden, wanneer de Metalen en Mineralen tot stof en affchen fullen verbrand worden, en
dan bekomt men een Sout, dat door de Konft der Wijsheit aen 't licht gebragt word. De hoogste Konft is, dat men de Metalen
kan openen fonder geweld van het A : want dan behoud men niet alleen haer Sout, maer
ook de 4 en den & , waer door de $ der Wijfen dan voortgebragt word. Ik schrijfhier Volgens de gemeene : der Philosophen, â&#x20AC;˘ -
-
G 2
die A
m
\
t -
De Groene Leeuw,
1 OO
die feggen, dat hare Materie niet door geweld van Aaen het licht word gebragt; maer dat men de Natuur fou volgen. Van defe Mate rie heb ik hier voren gehandelt in de t'famen fpraken van den Alchymift, met $ en f5. Ik feg dan noch, dat fonderden fy der Ou den in defe Konft niet te doen is, die door en : voortgebragt is: doch het felve kan ook uit Q gedaen worden ; waer van Baftlius fchrijft, dien men kan nafien. " -
Mars heeft Sout en Q, en waer defe twee zijn, kan een W gemaekt worden: en foo is het met alle andere Metalen, die Sout en W ge ven. Want dit zijn de voornaemste deelen in
de Metalen, te weten, haer Sout, 2, en 3. Het Sout der Philosophen vertoont fich in verscheide kouleuren , wanneer het ontleed
word : en eerst in de Voor-arbeid, wanneer
dat uit fijn rouw Corpus gehaelt word, waer van niet veel valt te fchryven. Dit alles doet de Natuurfonder groot A; daerom moeten wy de Natuur behulpfaem zijn, en daer niet anders toe doen. Als by gelijkkenis : gy had een hand vol zaed, en deed dat felve niet in de aerde, foo fou de Natuur in dat zaed niet kon
nen werken, foolang de mensch daer aen niet te hulp quam, om de aerde te bereiden, en het felve daer in te geven. Alfoo is het ook met het Sout, dat de aerde der Wijfenis, waer fy -
haren
-
-
of het Licht der Philofophen.
101
haren & inzaeien, die door vochtigheit fich dan ontbind, en tot een Aqua & word, dat dan een fleutel is voor de Metalen.
Uit & fublimaet, en het Minerael van 5, word eenen witten geeft gemaekt. Be. 1 pond 5. Stampt die klein. Doet daer onder een vierendeel (D. Defe onder een ge wreven; en daer na verpuft, of uit laten bran
den, foo falden 5 rood wefen. Als gy defe maffe klein hebt gestampt, falhalf foo veel: fublimaet daer onder gestampt worden. Stelt dit dan 15 dagen in een vochtige kelder in een
vlakke aerde schotel, foo fal het vochtig wor den. Doet het daer na in een Retorte, en
drijft het naer het gemeen gebruik, foo faldaer een witten geeft over komen, die de Voorlig ger vervullen fal, alsof die vol melk was. De
fen arbeidfalfoo lang met het Aaengehouden worden, tot dat alle de geest over zy, en de Voorligger klaer. Laet het A dan uit gaen, foo is al de geeft over.
-
r
Wanneer de Retorte dan koudis, sal men die uit de zand Capelle nemen, en in stukken flaen. Het Caput AMortuum, dat beneden fal zijn, moet gyklein stampen, en als voren ge
leert is, op een schotel in een kelder leggen,foo
fal het tot een Aquaof Olyloopen, die met -
G 3
: haren
2
|
-
102 | De Groene Leeuw, haren geeft vereenigt en gefigeert worden fal;
-
foo heeft men een heerlijke Medicyne voor het menfchelijk lichaem, foo van buiten als van
binnen. Die defe bereiden kan, falhaer ge bruik ook wel leeren. Dit heeft noch nie
mand voor my gedaen, waerom ik defe hande ling door den druk heb gemeen willen ma ken; want in dit stuk is meerder dan men wel fou gelooven. Sijne Oly is aengenaem van fmaek, en de Spiritus infgelijks: dierhalvenfal
: genoeg zijn, aenleiding gegeven te heb n, om een Oly en Geest uit defe 3 stukken, namelijk (b, 5, en 5, te maken. . . . ..
Uit oo, en 5, word een Sublimaet ge maekt, dat feer schoon is, doch door groot A, en langen tijt. De bereiding is defe. T Men fal nemen gelijkke deelen van 5 en
c-o. Defe moeten onder malkander gestampt
:
zijn, met 4 deelen stof van steen. Dit moet 24
J.
uuren in een groot A gedreven worden; foo fal er een schoon Sublimaet opklimmen, dier
gelijk niet veel fal gemaekt zijn, want hy is
feer schoon van glans. Van des felfs krachten wil ik hier niet breeder schryven. Men neemt den 5 foo als die uit de bergen komt. Defe stampt men klein, foo veel als men wil. Daer dnder doet men dan 4deelen stof van steenen;
en daer nagedistilleert en gefablimeert. Dit -
, ,
1s
:
of het Licht der Philoftphen. 1o, isperfe, om den Geeft of Afijn het fijn Sout te
bekomen. Die defe wel kan bereiden, fal vor ders wel weten hoe fy gebruikikonnen wor
denin de Konft der Éhiofophe
op een andere wijfe een Olyf'Boter te maken, fonderden 3 Sulimaet -
uit den
5. | | | -
|
8. 5 Minerael. Defe klein ampt, en
dan een WR daer opgegoten, foo
Ë-
tufchen wit en geel op. Wanneer en 5 dan gefolveert is, foo distilleert het Aq daer af, dat het droog worde, met foet A. glas dan koud worden, en neemt hú foo uit
de zand-Capelle. Weegt het Caput Aortuum :
dat beneden in de grond is, hoe veedat het zy in 't gewicht ; waer tegen gy dan deelen 6 Commun fult doen, en dat onder malander
stampen en wryven, Daer na alles in een Re
torte gedaen, en gedreven op de felve wije, als
men den Oly van 5 maekt, die door: Sibli maet gedreven is. Defe is byna foo goet als
die door den: gemaekt word. Men kan hem dooden door een Sal Gl, wanneer men den daer van hebben wil, en tot een Medicynein
's menschen lichaemgebruiken: maer als men die van buiten gebruiken wil tegen quade wonden, foo moet men fijn kracht niet ver G 4
min
-
- -\ -
De Groene Leeu?", " minderen; Wa" andersfou die fijne werkkin
1 O4.
en niet welkonnen doen. Daer in is meerder verborgen • an men gelooven fou? daerom --
• '
. . *
hebben de Oude Wijsen hier niet veel van ge fchreven. NB. Al defen oly
door het Sal Uy is ge -
dood, en dn met * afgewafchen, en da: edroogt, oois het een feer heerlijke Medi :yne om tfweeten, en vele inwendige onge fonthederuit te dryven : doch die defelvewel kan bereien » fal ook lichtelijk haer gebruik konnen weten; dus is hier nu genoeg van.
Hiervoren heb ik van den 5 geschreven, om dat ie het voornaemfte Minerael is, dat tot velfaken gebruikt kan worden. Ik fou ;k: durven feggen, dat men," & der OudeWijfen door hem aen't licht foukon: nen bengen, indien men de rechte stijl had om hm van fijne banden t'ontleden, en met
een é en @ wift te vereenigen; wanneerh) het echte fondament foude hebben : maar
i:ï mijn felven Me: en tgene ikik aenden dachnochgeen geve, is alleen uit genegentheit om mijnen naeften te helpen. De Regulus van 5, is ook fijnen & , die
de; in 3 gebrag met hulpvan en eenisgoeden = vankan: Brandewijn, wanneer defe Regulas te voren gesublimeert zy,
of het Licht der Philofophen.
105
zy, die dan onder het e mag gedaen worden,
foo fal u blijken, dat de Natuur macht heeft, om te vertoonen wat in de Souten verborgen
is. Men mag dan vragen, of dit leven in den Regulus, of wel in de Souten zy? En ik feg, dat het is in de Souten. Die nu verstant heeft
kan hier uit licht bemerkken waer uit de R& voortkomt : want de Philosophen noemen
haer Sout ook een $, waer in fy recht hebben r: &
gesproken. Het Sout is het leven van alles, en ook de -
-
behoudenis des felfs. Van dit Sout is in de
Goude Leeuw, en Roode Leeuw, als ook in het ve Cabinet der Mineralen gehandelt, waerom wy d
ons hier niet verder fullen uitbreiden.
Wy keeren dan weder tot onfen tรถ,die ook
4: een Soutsteen is, en A en W in fich heeft. Hy ka kan noch met vele andere namen genoemt
a worden, als CD, e, #j, (B-, 4e, +; doch defe a 'alle zijn uit een felfde Natuur voortgekomen,
g: r; ef: en , -
en hare geesten zijn in 't ontfluiten altemael filtachtig, foo dat men die qualijk door de fmaekonderscheiden kan; maer in hare werk kingen verschillen fy geweldig, waer van op een ander tijt gehandelt fal worden.
:
Die de Souten wel weet te Calcineren, tot
ze een Geest en Oly te maken, en de felve dan , met een Metaelischen 4 te verwen ofte tin
me geren, foo dat die by malkanderblyven; en :
G 5
die
De Groene Leeuw, die de felve door eenen : loopende kan ma ken, die vertrouw ik, dat een deur geopend IO6
fal vinden, om een goede Medicyne te beko men voor Menschen en Metalen.
Het e, waer door andere Souten in een me taelischen aert worden verandert, word uit de
Metalen gemaekt,en is ook een Q : want door de Swavel worden alle scherpe dingen tot een
foet wefengebragt, dat fonder de Q der Meta len niet is te vinden. Ik fou hier nu wel meer
der van feggen; maer om dat in mijne vorige Schriften genoeg is gehandelt, van een e, en een 4 uit de Metalen te maken, foo kan men die daer over nafien : doch het Philosophische Sout moet eerst voorgaen, als het Metalische
:
s
Soutvoorden dach fou gebragt worden. De Oude Wijsen noemen haer Sout het een de Son, en het ander de Maen, waer door de 4 Metalen worden geopend. Die defe nu kent, fal de Sleutel der Metalen wel vinden, als ook
wat voor een kracht inyder Metael zy. Want alles wat gecalcineert is, word door de Konft tot een Oly en W gebragt. Nufalik my begeven tot andere noodfake lijkheden, als tot de teekenen die tot het on derfcheiden der Eertsen behooren ; en in h
Cabinet heb ik van de quade teekenen geschre Ven,
?s
of het Licht der Philofophen.
107
ven, nu falik handelen van de goede teekenen die ten deele feker zijn. Van de Teekenen en kouleuren der Minera
len, als die ontbloot worden door den ar beid van de Berg-lieden in 't houwen.
1. Men fal op de schoone kouleuren acht
hebben, als daer zijn Sinober en Berg-rood:
defegeven een teeken van dat daer Goud, of Silver ontrent wefen moet.
2. Auripigment, en Roode 4 hebben de
:
kouleuren van Goud-geele verwen, die fom tijts onder een zijn vermengt; en defe hebben gemeenelijk goet G). 3. De Lazuur-fteen, met berg-groen ge teekent, en Auripigment: wanneer defe 3 on der een worden gevonden, foo heeft men een
gewis teeken, dat 'er Goud-eerts voor han den is.
-
4. Als men eenige steenen aentreft, die rood-geel zijn, foo geeft dat te kennen dat 'er GMontrent is. 5. Wanneer men Spaens-groen, of Berg groen komt t'ontdekken of aen te raken, foo is het een gewis teeken van Koper-eerts.
6. Wanneer men een gulden @ vind, die met groene vlakken is,
: geeft dat een tee
ken van Gยบof 92, of die beide tegelijk in eene 7. Door . maffe. '
A
De Groene Leeuw,
IO3
7. Door de WV,die uit de Gebergten loo pen, word ook bespeurt wat voor Mineralen daer in verborgen zijn; gelijk men kan lefen in mijne voorgaende Schriften. 8. Indien men ook dunne bladers van eerts aen de Steenen vind hangen, dat is een der fe kersteteekenen van een goet eerts, en indien het fich als een talk vertoont, dat is ook gants -
niet quaet.
9. Wanneer een gankfich in een vast leem offwarte aerde vertoont, en daer in verborgen is, foo geeft dat ook een goed teeken van een Minerael , infonderheit wanneer die aerde droog is, en met een vasten steen omvangen : en als die dan foo in de diepte valt, foo is het een gewisen feker teeken, dat men daer eerts voor handen heeft. Dit heb ik in West-Indiën
op de hoogte van 47 graden bevonden. , 10. Wanneer de gank in 't openen gevon den word, die een bruinen lever-kouleur-ach tigen steen heeft, foo heeft men een goet en
feker teeken, dat daereerts voor handen is. 11. Als men een grof zand in de Mijne komt aen te treffen, dat is een goet teeken; om dat het felve veel by het G) word gevonden; gelijkwedervaren in West-Indiën felfs is. en andere Plaetsen my -
,
•
•
'!
12. Als men dat vind uit den blaeuwen, of
van een fwart kouleur, en ook wel uit den -
-
brui
-
-
n
<gree
of het Licht der Philofophen.
109
bruinen onder malkander, dat is ook een tee ken van eerts te bekomen.
-
13. Soomen grofgesteente aentreft,dat de kouleur heeft van een glas-eerts, en met kleine steentjes vermengt ligt, dat is een feker teeken van Silver-eerts in dat felve Berg-werk t'ont dekken. ve
Y.
14. Dit zy een besluit, en feker merktee ken: alwaer het gesteente met een edelheit van
kouleuren omtogen is in de aderen en gangen,
|
en dat het ten laetsten in de diepten valt, dit is een van de voortreffelijkfte teekens,en fal voor *
een schat gehouden worden : want aen de kouleuren fal men bekennen, wanneer die
door 't A gehandelt worden, wat in der aer den verborgen was. Doch van defe en dier
gelijke teekenen schrijft ook Paracelfus in fijn Boek de Natura Rerum; waerby ik voor defe mael dit fallaten blyven, om redenen die my daer toe bewegen.
Nu fal ik my weder begeven tot onfen f5, die met een groenen rok is bekleed, waer on der een blaeuw wambais, en een wit hemd
zijn; en uit fijn lichaem komt een rood bloed. Defe f5 word mede op genoemt, als ook
fomwylen Q, en 5, en dikwils (D, x, [I], en met vele meer andere namen, om dat fijn lijf uit de Elementen bestaet,als V en A,waer van
ik doorgaens in mijne Schriften gehandelt heb. De
De Groene Leeuw,
1 IO
De geest des Weerelds is een Sout, dat door de Son en Maen der Philosophen word voort
gebragt, en fijne kracht word eerst openbaer door de Souten der Metalen. Die nu dit Sout der Wijsen wil maken, moet den x niet ver geten, die uit de Zee des felfs is voortgekomen.
Indien gyfonder Sout wilt werken, foo fult gy niets uitrechten : daerom neemt toch de
gemeene Souten in acht, die de Sleutels der Konst zijn, waer mede de 4e der Metalen
word gedoot en weder levendig gemaekt. De Q der Metalen,daer de Oude van schry ven, heeft fijnen oirfpronk, nadat ik kan be merkken, uit GW en Q, of 5, en diergelijke Metalen : daerom feggen de Oude, dat de
gantsche Konft voortkomt uit de Metalen. Dit felve spreekt ook Baftlius, pag. 77. name
lijk, dat daer uit voortkomen de Zaden der A4e talen.
Defe @ der Metalen word ook & , en Sout genoemt, en dat ook met de rechte waerheit. Sy noemen die mede een Gomme, en niet son der reden : ja daerenboven noch haer Groene
Leeuw, het groene Veld, een jonge Maegt, die in purper gewaed voortkomt ; doch die is an ders niet dan de GB- der Metalen, als ook haren :5, en Sout.
Baftlius spreekt daer van pag. 175. met de volgende woorden : Het G) behoeft niet tot een k *
GB-ge
of het Licht der Philofophen.
111
Š gebragt te worden, en dat is ook by de Oude Philofophen geenfins in 't gebruik, noch hare leere
geweest , want het ftrijd tegens de Natuur. Ik feg dan noch, voor foo veel my bekent is, dat de GP van GM of Q foo veel; heeft als - het Goud felfs. Doch die dit niet wil geloo ven, mag het Kruis-Soutleeren maken uit of
en Q, dat niet anders dan met gemeen regen W gemaekt worden fal, door een Sout van fj,dat eerst geopend, en daer na tot een stof en meel
word. Of ik nu de rechte Materie heb falde tijt leeren; dewijl ik dat niet anders kan ma ken, als tot de Medicynen, daer ik my noch
tans voor als noch mee willyden: want Medi cynen zijn beter als Goud.
Uit de Dis een goede drank te maken, en ook een Medicyne tegens hitfige krankhe den , want fijne natuur bestaet in het Sout
van f5, en het is ook een Q, en een $, welke de lucht door de kracht der Sondaer in heeft
gelegt. . . .
. --
De Q is door de felvige voortgebragt,waer van in de Goude Leeuw is gehandelt; en als die van de Menschen gedronkken word, foo verandert fy tot een Sal %, dat de krachten heeft om alle fixe Souten vluchtig te maken;
ja ook de Metalen en Mineralen : foodat fon
der dit Sout onmogelijk is, de f": VIU1C
-
Âť
2
-
-
- -- --- -
- --
-
--
-
---------
v
I 1 2
De Groene Leeuw,
vluchtig te doen worden. Door den 9ĂŠ kan men alle Metalen sublimeren en op-voeren, 't welk ik felf ondervonden heb ; doch de
Metalen moeten eerst tot Mineralen gebragt zijn, foo dat die niet weder tot een Metael ge bragt konnen worden: dan heeft het Sal% de macht de felve aen te nemen, en op te voeren
in de hoogten, daer de fneeuw dan tot een V word, waer uit een Bad te voorfchijn komt, feer nut tot vele faken, daer andere oude Boek ken mede van handelen.
Ik feg noch, dat in het groen is ook blaeuw, purper, en meer andere kouleuren,waer van ik op een ander plaetsfchryven fal.
-
Alles wat tot affchen verbrand is, daer uit kan door V en lucht een Sout worden. Uit dit Sout kan men door de Konft een A maken, en dat daer na tot ftof en affchen bren
gen: waer uit men dan een Medicyne kan heb ben tegen vele qualen.
De Souten der Philosophen zijn 5.en noch tans maereen; te weten, als uit 5 word4, en daer na 3, en foo 2, en ten laetsten een : en dan is de Spreuk volbragt, daer fy in hare Boek
ken van fchryven, gelijk men leeft by Baft 'lius, in de volgende Rymen, waer hy de Sou ten onder de beduidfelen van de 5 Boekken Mofis gestelt heeft, foo als men daerpag.14o. kan fien.
Gode
-
of het Licht der Philofophen. 1 13 Godt heeft doorfijngenaed vijf Boeken ons ge geven,
-
TDie na fijn heilige Wil van Mofes zijn be fchreven; Waer in men lefen kan des Heeren wonder werk-
m
Der Schepping, met de kracht des Hemels, en fijnperk : /
Hoe 't rond des Firmaments een blaeuwe verw komt toonen, In welkers ruime veld veel held're Lichten 2woonen,
Van Son en ookvan Maen, ja Sterrenfon der tal,
Dieftaen Ooft, Weft, en Zuid, en Noord en over al.
-
En nu die's Hemels Troon met foo veel glans
e
vercieren,
Soo word ons klaer geleert de Goude Son te vyeren.
In defe weinige regels word alles vervat, wat tot de Konft fou konnen van nooden zijn, indien wy de felve ter degen konden verstaen ofbegrypen. -
Hier voren hebben wy van de teekenen der gangen en aders gehandelt, nu is noch een re
glement noodig, volgens 'twelke de Schacht of Ref
Stol
1 14-
De Groene Leeuw,
Stol-meesters alle dagen fich hebben te schik ken, foo wel in 't bewerken der Mynen, als 't
Reglement van de Berg-werkken in 't kort.
-
1. Een Schacht of Stol-meester is naer alle
,
Berg-rechten gehouden, een volkomene opteekening te maken van fijn werk, en ook in
: aen te teekenen, wat al
le dagen en uuren in het werk word ge vonden, van Materie en Mineralen.
2. Hy sal ook de felve Mineralen yderby fonder forteren in 't uithouwen, op dat het goede niet onder het quade kome,en
dan in 't smelten geen schade valle. 3. Daerfal een bequame plaets zijn,waer het Eerts of Minerael in gebragt worden fal, en by fijn nomber yder in een byfonde rekas gesloten; op dat men mag weten, r
wat 'er voor Mineralen voor handen zijn.
4. Hy moet mede opteekenen,hoe vele korven of bakken Minerael dagelijks boven deraerden getrokken, en in 't werk-huis gebragt worden. -
5. Hy is ook gehouden alle dagen een mon A
fter of proeve over te fenden aen fijn
Heer ofMeester,op dat die moge weten, - -
Wat
,
Maas:
of het Licht der Philoftphen. 115 wat voor Mineralen fy alle dagen uit der aerden bekomen.
Hy sal ook niet verder voortgaen in fijn werk, indien hy foodanig bevel van fijn
Meester bekomt, op dat de penningen, om de arbeiders te betalen, bequaem ge
rekent en geordonneert mogen worden.
7. Hy moet ook notitie houden van yder man die in de Mijne werkt, wat haer
dach-loon,en het bedrijf van yder in dat werk wefen mag,
"
,
Hy moet mede alle de plaetsen beschry ven, waer uit hy de Mineralen bekomt, het zy boven in de vorsten of het hooft,
in het hangen of in het liggen, of op de ftraten, onder de foolen, of wel voor hem uit.
* .
.
.
. Hy sal noch de bequaemste Steen van kouleur in 't uithouwen vervolgen, die naer het oog den besten is van aert, en rijkste valt in 't werken, IO.
Vorders falhy alle daeg in de Mynegaen, om die te vifiteren, met het gebouw der Schachten of Putten,Stollen en Gangen,
dat 'er geene van de felve komen in te vallen, 't welk den arbeidfeerfoude be letten. II â&#x20AC;˘
5
.
De Schachten en Stollen moet hy mede fuiver houden, van eenige Steenen en 2.
vui
1 I6
De Groene Leeuw,
vuiligheden, die daer in komen te groei en, waer door het quaet weder in de Myne komt, foodat men alsdan van het werk moet af-loopen, waer door de tijt onnuttiglijk verloren gaet.
12. Hy moet ook alle defe boven-verhaelde Artijkelen aen-teekenen, en getrouwig lijk nakomen, op dat hy onschuldig mag blyven in fijn werk , want dit zijn de Rechten der Berg-werkken,die hem dan kracht geven in alles.
In mijn Cabinet heb ik geschreven, hoe dat alle Mineralen in het klein geprobeert wor den, om te weten wat die voor specie of Me tael in-houden; daerom falik het felvige hier
niet verhalen, dewijl het daer op verscheide wijfen voorgestelt is; als mede in wat Landen ik het felve geoeffent heb, en voor wat Perfoo nen ik daer ben geweest, en wat flag van Mi neralen in die Gewesten veel voorvallen. Op het Jaer 167o, in October, ben ik in de Landen van Limburg, als ook in Munfterland geweest, waer ik door Ordre van den Heer Ranft was gefonden, om eenige Mynen, en Mineralen t'onderfoeken, die ik daer in ver
fcheide Plaetsen gefien heb; als van Yfer,Lood, Kalamey, en van eenige wilde Yfer, Koper, en Tin-eerts. Defe Landen zijn ook overvloedig Van
of het Licht der Philofophen. 117 van Kool-bergen, die aen de Inwoonders veel voordeel geven, en noch tot haer eigen gerief ftrekken. Daer valt mede veel Solfer-kies; en
defe geeft (B- ofKoper-rood, en noch feer goe
den Q. Defe heeft men tuffchen Aken en Stol burg, waer ontrent de Kalameyfeer overvloe dig is, daer het rood Q tot geel word gemaekt, foo fchoon als ergens ter Weereld kan zijn:
doch op een ander plaets falik hier noch van handelen. Als men een Minerael wilt onderfoeken of -
proberen wat het inhoud, dat kan in derhaeft gedaen worden door dit Universael Smelt poeder, als van [3] , (D, ana, met glas-fouten GMvijlfel ofhamer-flag, en daer na met gemeen Sout bedekt, waer van de wijfe om dit felve te bereiden , eer men de Mineralen daer onder doet, in het Cabinet is beschreven. Want het
Eerts of Minerael moet eerst in den Groenen "
Oven de verbrandelijke 4 afgetrokken of af gebrand zijn, eergy die moogt fmelten; ofan
ders fou de Q het Metael aenvatten, en dan foud gy een quade Proeve bekomen , waer door men geen ftaet kan maken van fijn Mi nerael hoeveel dat het mag houden : en dit is een van de voornaemste Proeven die derge maekt mogen worden. Ik feg noch, gelijk alle Philosophen getui
gen,dat de Souten de Meester zijn in de Konft, H 3
cm
1 18
' De Groene
Leeuw,
k
en ook de Sleutel der felve, om alle faken uit te
rechten : want fy bewaren de Metalen voor het A,dat die niet konnen verbranden. Wan
neer de Mineralen dan foo geprobeert zijn, kan men ftaet maken wat die fullen geven : want wat met dit Poeder niet aen den dach komt,
dat fal met geen ander gedaen worden; 'twelk ik, als een Vriend, u wel wil waerschouwen. De Groenen Oven, waer in de Mineralen
worden afgebrand, en ook ten deele gefigeert worden, is in de Roode Leeuw pag. 87, beschre ven; als ook, hoe die gemaekt moet zijn, met een kopere plaet in geheel fijn gestalte af-ge beeld, 't welk een feer heerlijken en nutten Oven is voor vele faken.
*.
CMen maekt een Poeder tot het fmelten
der Mineralen, als volght. . B&. 5 en Lood-gelit ana. Dit klein ge stampt, en daer na een vierde-deelof vijfel daer onder gedaen, foo is het vaerdig om Goud-eerts mede te smelten. Stelt den Ko
nink dien gy dan fult vinden op een vlakke fcherf onder een Muffel; en laet den 5 , die
gaer noch by is, in een foet Aaf-rooken; dan is de Materie veerdig : en als er wat blijft om met b op de Capelle te laten af-gaen, foo fult gy bevinden hoeveel het Minerael houd. -
Door
I
of het Licht der Philofophen.
1 19
Door 5 en Qana, word ook een flos ge maekt, om het yfer-houdende Eerts mede te fmelten.
,
' . .. . .
. . . . . . ..
Om de Mineralen door een WF of WR te fcheiden is by de Berg werkken niet in't ge
bruik, om dat de WW te kostelijk vallen, of fchoon men het felve uit naeuwkeurigheit wel doet, om te weten wat toch in 't Minerael we fen mag. Hiervan heeft de Heer Glauberge
fchreven; waerom ik niet breeder daer van fal handelen. . . . . . . . . . . . Het G) Minerael, dat rijk is, word door:
uitgetrokken, die dan door een Retorte daer afword gedreven, of noch wel door eenigan dergereedschap, waer van ik hier nabygele gentheit noch fchryvenfal.
Sommige drukken den $, daer herGoud in is, door een Herten-leer, en stellen het gene,
dat noch in het leer is gebleven, op een scherf, of in een yfere pan, en laten den overigen &, dan verrooken, waer door fy hem quijt wor den. Het Goud, dat haer dan gebleven is, fet ten fy met 10 of 12 deelenf5 op de Capelle, en laten het foo af-gaen, tot dat alle het f5 is verdwenen, en het G) rein geworden. Defen
Koninkfal men dan door een WR scheiden, om te weten hoeveel) dat het G) in heeft - en dit
is wel de kortste weg, om het Goud van fijne aerde te scheiden. NB. DeMineralen moeten H 4
eerst
(
I 20
De Groene Leeuw,
eerst geroost worden, eer men dcn & daer on der doet: doch die dit noch niet weet, mag het maken als ik gedaen heb, en geven al leer-geld aen de Konft.
-
Silver-eerts word met 5 gehandelt, te vo ren al geroost, en daer na gewaffen en ge droogt, en dan met 6 a 8 deelen op een Capel le laten af-gaen, foo bevind men hoe veel dat het Minerael houd : doch gy moet eerst het b roberen hoe veel 8ilver dat een pond Lood
: dan kond gy recht weten wat in het Minerael zy. Het Q,), f5,2 en G), konnen door het
voorschreven poeder van GD, Q, e, glas-gal, en yfer-vijlfel volkomen geprobeert worden, ge lijk voren verhaelt is. De Mineralen moeten ookt'famen eerst wel gerooft worden, en dan in 't W gedaen, of dat daer op gegoten, en dan al wederom in den Oven, foolang eenige Swavelachtige stank daerby word vernomen, foo fullen ook de quade Souten daer afkomen, als de B- en den O., die schadelijk zijn in het fmelten, want defe Souten maken vele flak ken in het werk, en rooven mede van het Me
tael. Defe Souten nu zijn fonder rooftingdaer niet van te krygen, waer van in mijne voor
gaendeSchriften noch meer is gehandelt. O???
-
of het Licht der Philfphen.
I2I
om 2, dÂş., en Âť, van malkander te -
fcheiden.
-
Be. Minerael als voren verhaelt is, en doet
5
daer onder een Minerael van f5, dat men ver
trouwt 5 en Q te houden. Doet dit onder :
het voorschreven Eerts, tot 1o deelen,en fmelt
het t'famen, foo fal dat b het Q en )intrek ken, en het of word tot slakken. Defe Ko nink fal dan met 1o. deelen rein f5 op een
heert gestelt worden, foo trekt het b al het Q : van het) foodat men het Silver dan fijn heeft, waer uit men door een WF het Goud scheiden
kan , waer van in mijne andere Schriften ge handelt is.
-
Men kan het Q eerts of Minerael fmelten, als het felve eerst wel uit-gebrand of gerooft
is, en dat op de wijfe als men het bofoffmelt, . fonder het toesetten van eenige Poeders, alleen in een stijg-oven, door het blafen in houts-ko len : doch in andere Berg-boeken is daer van meerder te lefen.
Ik]fal, nu wederkeeren tot de werken der
Philosophen, die van de Medicynen en meer andere faken handelen.
-
In de Goude Leeuw pag. 83. heb ik geschre
ven van een Lac Q door de gemeene Swavel -
H 5
te
f
1 z2
,
De Groene Leeuw,
te maken; nu falik beschryven hoe gy uit dat felvige Lac een Oly of Afijn fult bekomen.
52. Lac @ foo veel als gy wilt, dat eerst foo wit zy als melk. en feer sterk van fmaeken van
reuk. Dit sal dan in een glafen kolf gedaen
worden, en naer het gemeen gebruik gedistil leert, tot dat een 3. rijkelijk daer afzy, of foo lang als uwen Oly, of X fterk genoeg is. Houd daer na op met distilleren, en neemt uw glas uit als het koud is, en proeft dat, of het naer uw fin sterk genoeg wefen mag, anders
moet gy dat noch meer af-distilleren. Defen Oly of Afijn is veel heerlijker als de gemeene Lac @, die per Kompaen gemaekt word: want alhier bekomt gy niet alleen fijn Oly, maer
ook den $, die by de andere operatie ten dee len in rook wech gaet, en by defe werking
r:
wordhy in 't W gevangen. De Spreuken der
Philosophen mogen nu hier van feggen, dat de Geeft des Heeren op het water fweefde: want
in de voor-arbeid foo is de geest van de Q op het V, foo dat geheel het glas daer van vervult word : en defe geeft is meer in 't verborgen
dan men fou konnen gelooven, waer van ik op een ander tijt noch breeder fal handelen, om het felve noch mede te deelen aen de Lief-heb
bers defer heerlijke Konft, fonder de welke
meeft alle Medicynen verloren waren : daer om laetons Godt om wijsheit bidden, en hy -
, -
-- --
4
"
fal
:
of het Licht der Philofophen. 123 falons diegeven, gelijk Salomon door 't gebed de wijsheit verkregen heeft.
--
De Redenen en spreuken der oude wijfen over hare Materie van den Steen en het Sout.
*: -
-
Baftlius fpreekt pag. 9. in de Voorreden over de 12 Sleutels, van het zaed waer uit de Steen
door de Konft word gemaekt, dusdanig: Het is niet noodig uw zaed in de Elementen te foeken; want dit Raed is foo wijd niet van ons verfcho-. ven, en de plaets is naby, ovaer in het felve fijne .
woonplaets en herberg heeft; en alleen in den :, en @, en Sout, namelijk der Wafen, is dat felvige genoeg faem te vinden.
'
. -
-
- - -
-
Met
-
I 24-
De Groene Leeu'W,
Met defe woorden wijst hy ons den weg, fouden foeken; op den welken wy dese
:
en pag. 6. had hy noch defe redenen gevoert: Ik feg u by den eeuwigen Schepper, dat dit de waerheit is : indien ergens een Metalifche ziel,
een Metalifche geeft, en een geftalte des lichaems zy; dat daer ook een Metalifche $, en een Me talifche Q, met een Metalifch e moeten volgen. Van defe &, Q, en e, op dat men der felver
plaets weten mogt, schrijft hy in fijn Boek van de Mineralen, pag. 34. Wanneer men het in
zwendig A uit de Metalen kan brengen, dan heeft men het alderhoogste Konft-ftuk. Door defe Spreuken word onsaenleiding -
gegeven, op wat wijfe dat men de Materie fal foeken, en ook wat die zy; namelijk het A,
't welk hy te voren Q en noch & genoemt heeft : en hoe men dit Metalische A spyfen moet, gelijk men het gemeen A moet doen,
door hout of koolen, op dat het niet uit gae, en doot worde; alfoo moet met het Metali fche A ook geschieden, wiens fpyfe Baftlius ons voorstelt in fijn 2. Boek der Mineralen,
pag. 152, met de volgende woorden. Gelijk het Hemels brood een fpyfe was voor Godts Volk in de Woeftyne,alfoo zijn ook defeeen fpyfe voor de namelijk GB-, CD, e, Q, 5, en dier
:", elijke.
&
#: 75. feithy, dat de B- enfiju Q de voor tocht
w
of het Licht der Philoftphen.
123
tocht hebben onder de andere Souten. Uit Q,9é, en GD, kan door de Konft een geeft gemaekt wor den die tot feer vele faken dienftig is, gelijk hy ons pag. 72. mede verhaelt in fijne Wederhalin
gen van den grooten Steen der Wijffen - en op dat hy ons fou bekent maken waer wy fijnen ®
en @ fouden mogen bekomen, foo voegt hy daer by noch defereden. Soekt de Materie in het • ZMetalifche wefen, maekt daer uit een $,
fermenteert dien met $ en ? , en met fijn Sout: brengt die dan in order, en drijft de felve over, en dan fal alles na fijn gewicht geconjungeert en ge figeert worden. A
In defe weinige woorden word ons niet al i
leen de Materie, maer ook de handeling be
kent gemaekt. Tevoren had hy ons verhaelt, wat uit defe boven-geseide Materie kan ko men, te weten pag. 71. dus : De geeft is in de
$, en wat fijn kouleuren zijn vind men in de Q, en de Coagulatie in 't Sout, foo hebt gy drieftuk ken die
: iet volkomens kennen geven. En
vorder maekt hy onsbekent, dat uit defe geeft komt het Sout der Philofophen.
Naderhand leert ons Baftlius, op wat voor gestalte en gedaente defe boven-genoemde geeft fich vertoont, als ook wat fijne krachten en werkingen zijn, die het te wege kan bren gen by de andere Souten; en het huis van de
fen geeft, feit hy den B te zijn, 't welk ik geern -
wil
De Groene Leeuw,
I 26
wilbekennen - en dus schrijft hy daer van pag. 203. • Mijne Vrienden, gy fult weten, dat de
befchryving van den B. alleen op d'ervarentheit ruft. Wat des felfs hoedanigheden en eigen/chap pen belangt, dat dit Mineralifche Soutfeer »von derbaer is, van een gants vyerige en hittige na tuur, gelijk fijnen geeft dat bewijft, die twee din gen in fich heeft, 't welk een wonderwerk is van de Natuur , 'tgene in andere Souten niet word
gevonden, waerom dit Sout als een Hermafrodijt is onder andere Souten; want het is wit en rood,
foomen 't wilt hebben: ja het doet feer veel in de • 5Medicynen, en kan meer andere faken uitvoe ren, foo dat het fchier ongelooflijk is. Dit Sout voert een brandende @ , 't welk andere Souten niet doen. Daerom vermag het felve in de AMeta lifche faken, gelijk verhaelt is, in de tranfmutatie, feer veel,en kan meer als andere verrichten: want het geeft ook de kracht aen andere Souten om te
d
werken.
Hier doet Baftlius ons weten, dat hy niet fpreekt van den gemeenen (B-; maer van het A der Metalen, dat hy ook fijnen & noemt, en ook V, pag. 2o 2. waer in men het Goud der Oude Wijfen fiet blijnkken, als mede hare ), en den &#, daer van hypag. 19o. fpreekt met de volgende woorden. In fulken t'faem gedreven guldenen W is nu begraven, en verbor
gen, de rechte Vogel en den Adelaer, als ook de \
-
*
-
-
v,
Konink
:
of het Licht der Philofophen. , 127 Konink met fijnen hemelfchen glans, en fijn ge clarificeert Sout.
Alhier is wel te fien, dat hy niet spreekt van het Corpus desgemeenen (B-, maer van den GB der Wijsen, die door de Konft uit de Metalen gemaekt is, gelijk men in 't vervolg noch fal
hooren: als in de Handgrepen,pag. 23o. UMerkt wel dat infonderheit, de weg tot het Univerfael al even het felfde is, met defen (B- van Venus, die ook foo gebruikt word, gelijk als ik in mijn derde deel, of boek van het Univerfael heb geleert. In fijne Hand grepen , op het 2. Capittel, leert hy den B. uit het Q te maken, maer of dit
den Philosophischen B- zy, fou te bewyfen ftaen. Doch ik geloof, dat defe Vitriool een goet ferment is in den B. der Wijsen, die fon der geen 4 , of e der Metalen aen 't licht komt. Want de rechte (B-, waer van de Oude
hebben geschreven, is op alle plaetsen te beko men, en heeft noch geen kouleur aengeno men, door dien hy fich in alle kouleuren ver andert : maer byaldien hy in des Konftenaers hand komt, foo geeft hy hem een kouleur, door het ferment dat by hem gestelt word; waer van Baftlius pag. 26. in de 12 Sleutels al
dus fpreekt : Een Schilder kan op wit ook geel, en op geel, rood, japurper, en bruine kouleur licht aenftrijkken. Van defen (B- of Sout fpreekt ook Sendivo -
gints,
12 8
De Groene Leeu'W,
x
gius, dat het Water en Sout de plaets niet veran deren, maer de plaets verandert het V. Dat is, wanneer een V in een roode plaets komt, foo word het daer rood van, en neemt die kouleur
met fich, dat dan door defe aenneming e, en
Q word genoemt; waer van by hem genoeg is te lefen. Want dit Water noemen fy ook Sout, ja & , en met veel meer andere namen ;
als te fien is in de Wederhaling van den grooten Steen, pag. 69. waer hyfpreekt: Souten maken fix, en daer na vluchtig. Dit Sout, feit hy, maekt alle Metalen vluchtig, ook tot een 3, ja tot een Q ; en defe drie komen ten laetsten voort door de Konft.
Pag, 7o. feit hy : De gemeene Sout-geeften, die op een wonderlijke wijfe, volgens mijn laetfte.
bericht, worden uitgedreven, maken G) en ), als die een geringe quantiteit van Draken-geeft toe
gevoegt word. Dit is in fijne Wederhaling van den Grooten Steen der Wijfen.
-
En pag. 72. leest men : De geeft uit het Philo fophifche Sout geeft verwinning, en gaet op tot de herten; dewijl de geeft des Wijnfteens, met de geeft der Oryne, en de rechten Afijn, feer veel vermogen.
Baftlius feit, dat defe geeften de fondamenten zijn van het Sout der Oude Wyfen : gelijk ik ook ten deele ondervonden heb; waer van ik
noch in de goude Leeuwheb geschreven. -
I
Pag.
*,
of het Licht der Philofophen.
129
Pag. 1 15. in de AMicrocofmus van Baftlius staet noch dit: In de Materie nu is de form met haer Sout, 't welk een Coagulatie aen het lichaem geeft; en wat daer overig is, vind men by het (5). Als mede pag. 1 12. regeert de kleine wee
:
reld : wat in de alderbeste Metalen gevonden word van de edele Steen, dat kan ter naeuover
nood mede uit de Mineralen getrokken worden.
Alhier wijst hy onsaen, dat wy tot fulken werk geen G) behoeven te foeken : want zijn de Souten geene Mineralen, als (B-, CD, O, GP, en diergelijke? En defe komen voort uit eene te weten,uit de groote Zee der Wee reld.
:
-
e
Sendivogius getuigt ons ook, dat de Souten, door het A omgekeert, van de natuur der Meta len zijn : want dan hebben fy macht om de opening te doen van de Metalen en Minera len. Wanneerhet Sout eerst fix en dan vluch tig gemaekt is, foo fult gy de sneeuw van Baft
lius vinden, die u naderhand het badder Mi neralen fal wyfen.
-
In fijnen 4. Sleutel, pag. 29. spreekt hy al dus. Nieuoven Hemel en Aerde worden door de
verbranding gemaekt, en de menfchfal veelheer
lijker opftaen dan hy te voren was. Dit verstaet hy alles van de natuur der Souten, die door
het A een nieuw leven bekomen, daer hy selfs ook van handelt. Hy feit ook, dat de Souten, -
I
geen
I 3O
De Groene Leeu),
geen voordeel doen, of het binnenfte moet eerft uit zijn gedreven, pag. 31. en het felve word in al le andere dingen ook ondervonden. Daerom
fchrijft Baftlius, in fijne Rijmen pag. 141. van het Q, dit volgende. 'Uit Venus lichaem maekt een fteen,
En drijft daer uit den geeft alleen, Gants rood en drabbig als een bloet, Dat • ZMars geheel verbreken doet, • Maekt wederom daer uit een fteen, • Met d'eerfte komend over een.
Hier in fteekt wondergroote konft, eAls Luna word bekleeduit gonft. Ja Solkan fonder hem niets meer; Dit velt Merkuur als doot ter neer.
Kond gy die faken recht beftellen, Sy fullen dan het oirdeel vellen.
Hier heeft hy gesproken van de geesten, en feit, dat men die fal foeken uit de Metalen, en
hare Souten, en niet nemen de gantfche Mate rie voor het Philosophische Sout, maer den
geeft die in het rouw Corpus woond,en dat dit haer Sout is.
De Philofooph Mundus spreekt pag. 23. van defen geeft, en noemt hem, een
::
vrouw-melk.
e-Afflictus Philofophus geeft hem den naem van een Water-afijn, die in 40 dagen droog word
/
of het Licht der Philofophen.
131
word gemaekt tot een poeder. Een ander Philofooph Cranus, heeft dien een Afijn van (D willen noemen, als ook O, die 40 dagen moet koken; waer uit dan een Steen word.
Een ander Philofooph Pithagoras spreekt aldus: Neemt den alderfcherpften. Afijn, die het Goud felfs gemaekt heeft, defe is een klare geeft, die fonderden witten, noch denfwarten, noch den rooden beftaen kan. Noch een ander Philofooph noemt defen
geeft, een uitgeperfchte aerde; en feit aldus in het Boek de Lapide Philofophorum, pag. 163. â&#x20AC;˘Azot is een Argentum Vivum : en noch feit hy, dat het Water is Argentum Vivum. Alle defe voorgaende woorden, die de Ou de Wijfen hebben gesproken, zijn anders niet, als van de geest harer witte aerde,die ookSout genoemt word : en de kouleuren, daer fy ha ren: of>& Afijn mede verwen, foeken fy alle in de Metalen; waer Bafilius en Paracelfus feer heerlijk boven alle andere Philosophen van handelen, feggende, dat men door de Me talen fal werken : doch in mijne vorige Schrif ten heb ik de plaetsen aengewesen, alwaer fy het felve voorgestelt hebben, als dat men de Metalen, en niet de Mineralen fal nemen.
Indien men defe Q of Olyuit de Metalen
fou willen hebben, dan moet men de Corpora I 2
Weten
De Groene Leeuw,
I 3 2.
weten te openen, foo dat die in gemeen V konnen opgelost worden; namelijkg, en Q : waer van in de t'Samen-fpraek van de Alchy miften met Merkurius en Saturnus, hier voren in dit boek is te fien.
Baftlius spreekt van het kouleur, of de Q, daer die in gevonden word, waer men den &
medetingeren fal; gelijk men kan lesen in fij ne Wederhaling van de 12 Sleutels, pag. 135. als
volgt : Sulken filtigen en guldenen @ word op het alderkrachtigste gevonden in het G en Q; foo wel die van den Br, als van het GA en Q is uit
gegaen, waer in de drie Principia zijn te vinden, als & Q, en e, onder eenen Hemelbegrepen. De Metalen zijn de Steen der Wijsen niet,
maer dienen met haren @ , om het Sout der Wijfen te kouleuren of te verwen; om dat het Sout ook een ander kouleuren kan. Dit
word ondervonden by degene die het glas ma ken uit de Soda en Zand, dat dan een schoon
en wit glas geeft. Als men dat nu geel,blaeuw, rood, ja purper wilt hebben, foo moet men die kouleuren daer in doen, dan bekomt het
glas die kouleur, door de tinctuur die hem is
toegefet. Hiervan spreekt Baftlius, in fijn 4. Sleutel, pag. 25. waer van in 't voorgaende
noch is gehandelt.
,
Dit is voor de gene die nieuwe Materien foeken te maken, uit dingen waer fyfulks niet -
-
fullen
n
of het Licht der Philofophen. , 133 fullen vinden; als uit de Lucht, die noch geen form heeft aengenomen. Daerom feggen de Philosophen, foekt den Steen in het Sout, Goud, en Swavel ; doch niet in den gemee
nen 2, maer die uit de Metalen komt : fijn kouleur is wit, rood, geel, groen, blaeu, pur per, en fwart, naer het uitwendige ; maer inwendig is hy bloed. Dit heb ik gefien in twee
Metalen, als GMen Q , en dat felvige Soutme de, dat met de figuur van een kruis afgebeeld is. Sulks fal een yder ook konnen bekomen, die de Metalen in een verrotting kan bren ') gen: want dan falhy fien hoe dit Sout voort komt, als mede hoe dat de Natuur het felve
aen ons vertoont, met een kruis dwerfch door
fijn lichaem; en fijn kouleur fult gy donker is!
groen vinden, feer schoon van verw , en wat - t'samen-trekkend op de tong, naden Vitrioli-* fchen aert. *
-
In de Turbapag. 385. leeft men defe woor den: Het eerfte en voornaemfte e Meefter-ftuk of werk is, dat men eenig dink wederom in Argen tum Vivum, dat is, het Corpus van Q, of eenig andere WMetael tot een ยบf kan brengen - en dit is het, dat de Philofophen hare folutie noemen, 't welk de grond is van defe Konft : en dit getui
gen alle de Oude eendrachtig. Maer waer mede men die Corpora fal folveren, en met wat V,
dat word niet geleert. Alleen leeft men fim - I 3
pelijk
I 34-
De Groene Leeuw,
pelijk defe woorden van den Philofooph Par menides, op dat felfde blad: Van welke folvering
de Oude Wufen feggen, dat haer V geen regen 24'4ter t4.
-
De Philosophen hebben verboden van dit V te schryven, om des felfs geheim niet te openbaren: want de gantsche Konft bestaetin dit V, dat ook haren : is, 't welk ik in mijne
voorgaende Schriften op verscheide plaetsen genoemt heb. Daerom feg ik noch, dat het Aqua der Philosophen voortkomt uit de Sou ten, met hulp van den geeft des Weerelds. De fen noem ik de geest van de Souten, die met den @ der Metalen gekouleurt moeten wor den. En op dat gy verfekert foud wefen, dat 'erfeer vele wonderlijke dieren in den Hofder Alchymiften gevonden worden, foo moogt gy defe Figuur wel aenschouwen. Want fonder voorbeeldingen van Figuren, kan een menfch befwaerlijk daer toe komen; daerom houd het my ten goede, dat ick u (na de mate van mijn klein verftant) in mijne
Schriften vele Figuren tot meerder bevoorde ringe der Konft-lievende kome te vertoonen.
+ E 5
:
k WC
Ik
u
of het Licht der Philofphen. 135
Ik ben gelijkde Son, die mijne glansdoelich :
teW. Âť
:
En toon mijn groote kracht in veelderlei ge
:
Waer door dit rauwe goet fijn werkking kan
val;
verrichten, *
Daerff van mygevoedftaeg worden over al. Ik Sout geefkracht als Goud aan alle de Pla meten ,
-
soo dat 5 tot haer heil maer Souten moeten et6%.
*
-
Baftliu feit in fijne Sluit reden, pag. Pp het volgende: De Oude hebben haren & duplica tum genomen, en daar anders I 4 niet bygedaenda: de aâ&#x20AC;&#x2122;
-
t"
x
136 - ,
De Groene Leeuw,
de Q van 'tgemeen G), en het gewenfchte einde foo wel bekomen als ik. Vordersfeit hy, defen & het bloed van des Koninks Broeders en Su fters te zijn , en dat het felve ook uit fijne len
denen is voortgekomen, waer van ik hier na noch falhandelen. Hy schrijft noch pag. kk. â&#x20AC;&#x2DC;De Konink moet fich dan in fijne Broeders en Su fters bloedbaden, en mede fterven, en ten laetften wederom feer heerlijk verjongen, en alsdan heeft hy macht, om ook de andere tot Koningen te maken. Hieruit is feer wel te verstaen, dat het ge meen Goud in hem felven geen macht heeft, om de andere Metalen in Sol te veranderen,
dan als dat omgekeert is, en, na 't feggen van
Baftlius, door het bloed van andere Metalen word getingeert. Anders spreekt hy op de felve plaets, pag. KK: De Konink heeft niet meer als een eeren kleed; dat is te feggen, niet meer als hy felfs van nooden heeft; en daer
om kan hy van fich felfs niet mede-deelen, of moet dat eerst van fijne onderdanen genieten. Defe zijn gen Q., volgens het feggen van Ba filius, als ook van alle andere Philosophen. Daer uit komt de B- der Wijsen, die de macht heeft om het G) rijk te maken, als die eerst tot een rook is gemaekt : dat is te feggen, tot een Sout of: ; waer in het G)fterven moet. En op dat wy het felve klaerfouden verstaen, foo
heeft hy ons defen Regel voor-gestelt. -
-
sh / )
AL
of het Licht der Philofphen.
137
A L L E GO R I A
S. S. Trinitatis de Lapide Philofophice. O lieve Chriftelijke Liefhebbers defer gebene dyde Konft : hoe heeft toch de H. Drievuldigheit den Lapidem Philosophorum foo heerlijk en ook.
wonderbaerlijk gefchapen ! want God de Vader is een geeft, en laet hem doch ften in de gedaente van een menfch; als wy infijn Woord le/en, Ge nefis, op het 1. Cap. Daer hyfpreekt, Laet ons menfchen maken, een beeld dat ons gelijk zy. En elders laet hyfich menfchelijke deelen toefchryven; als mond, oogen, handen, en voeten. En foo is de & Philofophorum ook van een spirituale Cor pus te achten, gelijk de Oude hem mede genoemt hebben. Oit Godt de Vader isfijnen eenigen Soon
Jefus Chriftus geboren, die ook Godt is, en menfch fonder fonden, en niet had behoeven te fterven,
maer vrywillig geftorven is, en wederom opge ftaen, om fijner Broederen en Sufteren wille, op dat fy met hem eeuwig fouden leven. e Alfoo is het G), fonder eenig gebrek, en fix, in allerhande , proeven beftaende, en heerlijk, maer om fijne onvolmaekte kranke Broeders en Sufters wille, foo fterft het vrywillig, en ftaet daer na heerlijk en luftig op, en tingeert de felve ten eeuwigen leven,
en maekt die tot een perfect en goet (5). De derde -
I 5
per
1 33
De Groene Leeu'WV,
perfoon in de H. Drievuldigheit is Godt de H. Geeft, een troofter van onfen Heere Jefus Chri ftus, die fijne geloovige Chriftenen verfterkt en trooft, foo dat fy in hem gelooven ten eeuwigen le ven. e Alfoo is het ook met de geeft en de Materie van het RÂş Corpus : want als die by een komen,
foo word dat genoemt als een $3 duplicatus, 't welk dan twee geeften zijn, Godt de Vader, en s Godt de H. Geeft; maer Godt de Soon, Homo
glorificatus, gelijkende al ons glorificatum en fixum (5) de Lapide Philosophorum, Daerom
Âťvord defe Lapis ook Trinus genoemt, namelijk. ex duabus Aquis velSpiritibus, Minerali, en
Vegetabili, daer noch een Animalischen Q (0) by komt. Dit zijn dan twee en drie, en toch maer een. Verftaet gy dit niet, foo fult gy nergens toe geraken. Dus heb ik u door vergelijking het Uni
verfael genoegfaem befchreven: bid Godt omfij men zegen; want fonder hem fult gy niets vinden. e Amen.
Dat ik defe reden van Baftlius hier heb in
getrokken, is geschied, om te bewyfen dat het G) foo wel moet sterven, als de andere Meta
len. En of er schoon vele zijn die feggen, dat het G) niet sterven kan, foogeeft ons nochtans
alhier. Baftlius te kennen, dat het Osterft door den & der Philosophen; en dat dit A en V het Goud openden sterven doet. Van dit V
heeft hy in fijn 2. en 3. Sleutel gesproken, en leert *
of het Licht der Philofophen.
139
leert daer ook ten deele de handeling om het felve te bereiden; doch niet foo klaer, dat al
de Weereld het al begrypen : foo dat het uit de Souten en Metalen gemaekt word. Van defe Souten nu, waer uit fulken V en Abe
hoort gemaekt te worden, vertrouw ik in mij ne Schriften al te veel aen d'ondankbare Wee
reld geopenbaert te hebben. In de goude Leeuw heb ik geleert hoe men de Anima uit de Metalen en andere faken kan
trekken; maer indien men de Metalen eenige maenden met den Hยบ laet ftaen, en die dan af
distilleert, foo fal men een wonderlijk A be
komen, waer van ik hier na noch fal fchry ven, en vertoonen op wat wijfe men eenige
Metalenfalhandelen, om haren Oly, o-, Q, ene te bekomen.
-
In de Roode Leeuw pag. 76. heb ik van een Crocus geschreven, dat de gemeene man fou feggen, te moeten komen uit de Metalen; hoe fbu dit dan een Crocus konnen zijn, dewijl dat
uit den 5 gemaekt word? want den 5 is geen Metael, maer een Minerael; gelijk ik ten dee le dat daer ook heb aengewefen. Een oprecht Crocus nu moet uit de 6 Metalen gemaekt
worden, te weten, G), ), GM, Q, 2, en b. Als defe tot een kalk zijn gebragt en gebroken, dat is dan een Crocus; 't welk door den >&
geschied. Defe moet met den x der Oude Wijfen -/
I4O
De Groene Leeu'),
wijfen eerst zijn bereid, en dan de Metalen daer boven gehangen, foo bekomt gy het op
recht Crocus : waer uit gy dan de Q en het Sout kond bekomen, fonder eenige vremde
dingen daerby te doen: en dit is de Crocus der Philosophen, daer fy van fchryven, dat het de Natuur uit haer felven maekt.
Defen + en 9ĂŠ, daer ik hier van geschreven heb, is de geeft des Weerelds, die op alle plaet
: i:
fen gevonden word; en hy is ook in ons eigen lichaem; ja wy leven door den felven: en als die door Godt ons ontnomen word, foo heeft het leven met ons gedaen. Alle Metalen konnen tot een Crocus ge bragt worden door Souten, en haren geeft: maer dit is de rechte handeling niet; om dat die door geweld word gedaen. Deoude stijl is alleen door de Natuur, gelijk boven ver
:
-
haelt is.
-
**
Dat ik dit alhier schrijf, is op dat gy foud weten de Natuur na te volgen , fonder iet
vremds daerby te voegen; en dan fult gy een fuiver Sout der Metalen bekomen,waer in dat
& en @ fal wefen, 't welk drie dingen zijn uit een ftuk.
In de Roode Leeuw, pag. 17. heb ik defe Spreuk van Bafilius voorgestelt: O ! aenvank, eerfte aenvank, bedenkt het einde. O ! einde, laetfte einde, bedenkt uwen aenvank, en laet u het
i
of het Licht der Philofophen.
141
het middel bevolen zijn in aller getrouwheit. Hy geeft in defe weinige woorden te kennen, wat in 't begin van de Weereld de eerste stukken
geweest zijn, daer Godt alles uit heeft ge maekt; te weten de drie Rijkken, als het Mi neralische, het Vegetabile, en het Animalische. En om dat Baftlius feit, dat men het middel
niet fal vergeten, foo falik, voor foo veel mijn verstand dat toelaet, het felve verklaren.
Men leeft in het eerste Boek Mofis, dat Godt de Aerde gemaekt heeft ; welke aerde in den aenvank de Mineralen heeft ingehad:
want die zijn ook het eerste in de aerdege weeft, door dien dat de Natuur hare werking eerst in der aerden gedaen heeft. Daer na is het fubtijlfte en het lichtste van de Lucht,Wa ter, en Vyer, door de kracht Godts, en fijne
beschikking, om hoog uit der aerden opge trokken, 't welk fich noch alle dagen ver toont, en wy het Vegetabile noemen; en dit is het tweede. Het derde, 'twelk wy het Ani malische noemen, is het gene dat vleesch en bloed heeft. En defe leven alle door het mid
del dat Godt heeft gemaekt, die uit der Aer den worden opgetrokken, door de Aerdege voed,en daer in voortgebragt. Dit is het mid del van Godes werk in de drie Rijken, waer door alles word geregeert, de Metalen toene men, de Vruchten waffen, en de Mensch voort-
1 4-2
De Groene LeetĂŠ'W,
voortkomt : en uit dit middel rijft de 3 der Philosophen, waer van Rhumelius schrijft pag. 29o. met de volgende woorden: Daer worden in der Aerden driederlei Souten gevonden, een Volatile of vluchtig, de Sal Armoniac, dat met den : word vergeleken; de andere het GD en de (B-, en foo voorts.
Van dit Sout word doorgaens in de Boeken der Oude gesproken, en het is de Sleutel der Konft. Ik schrijf dit, om dat ik het felve door de Konft des A heb mogen bereiden, en niet uit eenige speculatie. Wanneer een Vegetabi le verbrand word, foo gaet fijnen rook wech, daer de $ in is. In den affchen, die dan bene den blijft, heeft men het Sout, dat een fix Cor
pus is, 't welk door de tijt tot een Salpeter kan worden. Kond gy defe twee Souten vereeni gen, en het middel dan niet vergeten, foo fult
gy een wonderbaerlijk Sout bekomen, waer s uit dan, na mijn vertrouwen, een witten geeft te voorschijn fal komen, die u de Sleutel ver toonen fal, waer mede alle de Metalen fullen :
geopend konnen worden; doch de handeling is meerder dan de materie.
Yn de Roode Leeuw, pag. 95. heb ik gehan delt van het rechter en flinker been; en om u meerder dienst te doen, fal ik de Materie en de
handeling hier openbaren: en voor eerst dient gy
of het Licht der Philofophen. 143 gy den tijt te kennen, op welken gy de Mate rie moet foeken, en die is op den eersten van Januarius, of wel in 't midden van de Winter, dan fult gy de felve in hare volkomene kracht
hebben, die gy dusdanig bereiden moogt. Van den Eiken-boom.
Be Eiken-hout, dat alle Jaren heeft Eeke len gedragen, en vruchtbaer is; dit fal tot uwe Materie dienen. Laet de takken van de Stam
af-houwen, en die moet gy dan de baften af
trekken, en de felvige bastendroogen op een Bakkersoven. De takken fult gy dan met het dikste in een houd-vyer leggen, en aen het an der einde een glafen Voorligger stellen, om den=d-, die met een witten nevel uit het hout
komt, daer in te vangen, dien gy met druppe len in het glas fult laten af-loopen : wanneer nu dit stuk is uit gedistilleert, foo werpt het
in 't A, en krijgt weder een ander. Dit moet gy foo lang doen,tot dat gy geeft genoeg hebt, om uw werk ter degen uit te voeren. Daer na neemt 4 pond van defen-de, die uit het hout is gekomen, en giet dien op een pond poeder van de felve gedroogde basten in een yfere Mor tier gestampt, foo falderoode ziel in feer kor ten tijt uit de basten trekken, die gy dan door
een fuig-papier moet filtreren, foo fal dit soo rood
1 4-4-
De Groene Leeuw,
rood zijn als een robijn. De feces die in 't pa pier zijn gebleven, fult gy verbranden tot af fchen. Uit defen affchen fult gy een Sout trekken met gemeen foet tas, en dan door een vilt-papier distilleren : de feces die in de vilt
blyven, moogt gy wech doen, want fy deu gen niet meer. De Looge, daer het Sout in is, kookt die in, op een foet A , tot een drooge fteen. Defe moet gy foo dikwils folveren en
indroogen, tot dat men in het Sout geene feces meer gewaer word. De roode geeft, die uit de baften komt, fuivert fich felven, wanneer gy hem in foete hitte houd ftaen. Als dan uw
Sout, en Swavelachtig Aqua t'famen gefui vert is, foo doet die met gelijke deelent'famen by malkander, foo worden fy tot een rooden fteen op foet A. Dus is uwe Medicyne nu
veerdig, die gy dan uit het Eiken-hour ge maekt hebt ; van welkers gebruik andere genoeg hebben geschreven; maer defe handelingfal in geen boek gevonden worden, om, fonder eenigen oven, fijnen witten geeft, en roode ziel, met het Sout te bekomen, en dat
door fijn eigen kracht. Ik meende voor defen den Steen der Wijfen daer uit te maken, maer het heeft my gemist: en of schoon den Eiken boom boven alle boomen de Natuur heeft van het Goud, en ook in de Medicynen den voor
gank heeft, foo kan ik nochtans geen Metael daer uit maken.
-
w
Ik
of het Licht der Philof@phen,
145
Ik geloof, dat den ouden f; fijne woning meeft in de Eiken heeft : want daer is fchier
geen hout, waer in de Natuur foo veel Sout van GD gelegt heeft, als in het Eiken-hout; waer by ik voor defe reis het fal laten blyven, en defen Steen en Medicyne aen de gene be velen te maken, die het Volk willen foeken te
genesen, die op een vremde haven geweest zijn, want hier fal die haer werk wel verrich ten. Het is ook een fouvereine remedie voor
de Waterzuchtige, om alle waterachtige hu
meuren en vochtigheden in haer lichaem op te droogen, de quade oirfaken wech te nemen, en haergants te genefen. Men gebruikt daer van 1, 2, 3, 4, 5, 6, en meer greinen, na de ge legentheit der Persoonen.
De Philosophen feggen,dat men in alle din ::
gen het Sal?ĂŠ vinden kan, en het is ook waer achtig : daerom word hy gefeit op alle plaet fen te zijn; daer het niet anders is als het Sout der aerden, dat door gemeen A omgekeert word tot een W, en Swavelachtigen rook.
In de Roode Leeuw, pag. 112. heb ik van een Vlftoen gehandelt, 't welk anders niet is als de opening van den GB- der Metalen, en ha rer geeften. Als ook hoe fich de B- in twee fchoone loopende Rivieren vertoont, de eene rood, en d'andere wit, 't welk twee geesten zijn die door de Konft daer uit voortkomen, Inet. Âť
146 . . De Groene Leeuw, met hulp van de Natuur, door den wille Godts.
.*
-
In dat felve Boek heb ik pag. 79. gehandelt, van uit alle Boom-vruchten, en Aerd-gewaf fen, eenen goeden Brandewijn te maken, die niet fou konnen verbetert worden : maer hier
wil ik u noch verfekeren, hoe uit een Anima lifche faek een feer goeden Brandewijn is te trekken, alfoogoet, als de Rhijnfche of Fran fche mogen wefen; en dat alleen uit de fuure
Karnemelk, die by ons gants weinig geacht word, en om een geringen prijs is te beko men. Defe word door een ferment daer uit
gemaekt, 't welk noch van niemand geweten
is, en in geene Philosophische Boeken vind men daer van gehandelt, als dat uit een Ani-,
malische faek een Brandewijn fou gemaekt konnen worden. Ja defe Brandewijn koft noch foo veel niet als die uit Kooren word gemaekt,
waer van ons Vaderland groot voordeel fou konnen trekken.
:
De fuure Heuy van de Melk, is ook noch
: lf
goet om Brandewijn uit te krygen; foodat-
uit de Melk drie goede dingen konnen ko
')
men: als eerst de Boter, en dan noch Kaes, en ten laetsten Brandewijn. Uit de Karnemelk is ook een goede Medi cyne te bereiden, die feer nut is in vele gebre ken; maer dewijl die by meer andere bekent
l?
-
-
ISÂť
s N
jn
of het Licht der Philofophen.
147
is, foo wil ik hier niet meer daer van fchryven.
De Philosophen feggen dat het Sout der Metalen is den Steen der Oude; en ik feg, dat het de geest des Weerelds is, en defen noe
men fy 3, waer uit dan een Sout voortkomt: en dit opent den @ der Metalen, dat dan fijn Sout van fich geeft, 't welk men het Sout der Metalen noemt. Uit dit e is daer na een &
te maken, door fijnen 4ďź&#x152; en geeft die daer in ,- WOOtnt.
f
Dit is de oude fj, die fich door geheel de Weereld laet vinden, en fijne rust heeft in de Metalen; en de Souten zijn de paerden, met welke fijn geeft en ziel ten Hemel gevoert word. Doch de Konft is om het huis van :
te openen, eer gy fijn Sout en 4e fult konnen bekomen; waer uit gy dan den rechten $5, en Afijn der Philofophen moogt leeren ma
ken, daer ik felfs noch geen Meester in ben. In de Roode Leeuw, pag. 71. heb ik van een Philofooph verhaelt, met wien ik in 't Jaer 166o binnen Nymegen laboreerde: nu sal ik tot onderwyfing van andere beschryven, wat toestant en voortgank onfe Labores aldaer hadden.
'
-
In 't eerst waren onfe Materien veelder
hande, maer wy namen aenvank met den ge meenen & , dien wy toen fuiverden door H en e, gelijk dat gebruikelijk is, na de leere van K 2 Para-.
148
De Groene Leeuw,
Paracelfus, tot dat hy foo klaer was als de Ster ren. Daer na namen wy dien 3, en deden den felven in een loop van een musket, en fmeden de felve aen beide de einden toe. Als dit dan
foo veerdig was, bragten wy die loop op den haert voor een blaes-balk; en wanneer de loop doorgloeit was, foo liep de $5 door het yfer,
als of hy door een leer wierd geperfcht of ge drongen, en hing met korlen aen het yfer, en ging foo heen; waer door wy binnen in de loop een leedig neft bequamen, en onsen & in den rook door de schoorsteen gevlogen was, waerom wy malkander wel bedroeft aenfa gen, van onfen Vriend & foo verloren te heb ben.
Daer na fmolten wy alle de Metalen onder een, volgens het gene Paracelfus recomman deert; als, dat alle de Planeten fouden inge ftelt worden, tot dat den Hemel van Saturnus verfwonden mag weten. Dierhalven stelden
wy alle defe, als), G), of, Q, 2, 3, en B, in den 5, en lieten die foo lang loopen, tot dat alle de Metalen tot een Konink waren, die
daer na van ons op een Capelle wierd afgedre ven, en wy bequamen niet anders, als ons Goud, en dat noch met gants geen voordeel. Daer na wrochten wy in de Souten, als (D,
, e, O, 34 en diergelijken : waer in wy de Sleutel der Metalen bevonden, om de felve te Ope
-
: -
of het Licht der Philofophen.
149
openen, en tot een glas en stof te brengen : ten
laetsten bequamen wy ook haerSout, en Q, met den ; ; waer van ik hier voren gehan delt heb.
-
-
Wanneer nu van Caldus werkende was,foo
heeft hy daer na een rooden Karbonkelsteen gemaekt, waer mede wy het oยบk tot b verwan delden. Dit afgedreven, als het verder bereid
was, heeft fijn G) gegeven op de Capelle. Door defe werkingen raekte hy in moeite met fijne
Buuren, die over hem klaegden, dat hy by nacht hare huifen in den brand foude bren
gen : en als de Heeren hem fulks wilden ver bieden, foo stookte hy noch meerderby dach en nacht, makende daer en boven fijne deur - en vensters toe, 2 Jaren lank, midden in 't
voornaemste van de Stad Nymegen , en die wierden niet eerder geopent , voor dat hy doot was.
*
-
Met de Doctoren raekte hy in geschil over de Medicynen, als ook over fijnen Steen, dien
fy oirdeelden uit den 5 te zijn; maer dat was vals: want, nadat hy my feide, foo was die uit
den ;, en het G), met den geeft van fj. Wat hier voorts van zy, is my gants onbekent: doch ik heb den Steen dikwils in mijn hand gehad die feerfwaer was, als het Goudfelfs,en doorfichtig gelijk een Robijn. Van die Medi
cyne heb ik felf ook gebruikt, die hy my ingaf. . . Als K3 -
I 5O
De Groene Leeu%,
Als hy nu quam te sterven, sprak hy met my als een Broeder, en recommandeerde my alle andere faken te verlaten, en den GD toch in eeren te houden; want daer in was verbor
gen, dat de Oude Wijsen altijt verholen ge houden hadden. Defe redenen voerde by on trent een uur voor fijn doot, en daer was nie mandby hem als ik en mijne Vrouw, en kort daer aen is hy verscheiden. -
Op defe redenen die ik nu van hem quam te weten, heb ik daer na in het GD gewrocht, maer niets bekomen, misschien om dat ik de
opening daer van noch niet wift : doch nu weet ik feer wel, dat fijn geeft opend, en fijn A of Alkest toefluit, en daer na wederom
opend.
-
De Anima van GM word gebonden door ons Sout of Q. De Anima van 3 word gebonden door on fes Salpeters A en V; waer van noch op een ander tijt. -
De Oly van G flaet het G) neder. Het gemeen Sout flaet de X neder. Het x flaet de 3 neder : doch de Draek moet hem te hulp komen, anders is er geen
kracht by den Adelaer,om den ; uit fijn Rijk te ftooten. Door den Adelaer word verftaen
de geest, die in de 3 en in de Souten is : want de gemeene & gefublimeert zijnde door de -
Souten,
of het Licht der Philofophen. 151 Souten, kan daer uit niet gescheiden worden,
dan door andere Souten, die hem gelijk zijn; als %, en (D. Die defe kan vereenigen, dat fy
vrienden zijn, die heeft een Sleutel om alle 4 en Souten mede te openen; waer door gy feer goede Medicynen voor de Menschen en
de Metalen te wegekondbrengen. En dit fult gy in geene andere Boeken beschreven vin den: want defe maken de sneeuw van Baftlius, daer hy in fijn 2. Sleutel van handelt.
Wanneer gydefen & uit deSouten byden R3 uit de Metalen brengt, foo fult gy een won derbarelijke verandering fien, in verscheide verwen.
De oude fy is de tijt, als ook deSouten, der
Mineralen, waer door de Metalen tot een Q worden gebragt. De Wijn H- is ook een Sout, gelijk mede de Wijnfteen, waer door men de Mineralen kan
openen, en tot een Medicyne brengen, foo voor de Menschen, als voor de Metalen.
Ik weet geen Materie in de gantfche Wee reld, die de Metalen tot de Prima Materia kan
brengen, als (D, e, %, en Q : daer door wor den alle Metalen geopend, en voornamelijk
de 3 word hier door in fijne Prima Materia gebragt, die dan in % der Wijsen gebruikt kan worden tot de Konft der Philosophen.
"
Ik heb wel een klein licht van de Natuur K 4
-
----- $
-,
3G
-
1 52
¡ De Groene Leeuw,
-
gefien; maer ben noch geen Meester in de Konft der Oude Wijsen: doch het geneik be fchryve, heb ik ten deele ondervonden; dat de : in een x kan verwandelen, door defe bo ven verhaelde Souten.
-
De : heeft van fich felven geen macht, om fich te verhoogen, en foo tot een Adelaer te worden,tenzy dat de Souten het doen,en hem
in een leven brengen, wanneer hy in winden
,
rook komt verkeeren, waer uit hy te voren is voortgekomen, door de kracht Godes, die hem dan tot een dienaer gebruikt, om te doen dat fijn ampt is : Want is er wel een Minerael
: ,
of Metael, waer in men de krachten fou vin
den, als in den : zijn? Ik denk wel neen. Is de E3 niet een Water? Is hy niet als een A ? Is hy niet alseen Sout? Is hy niet als een Rook? Is hy niet als een Metael? Is hy nier het alderlichtste in 't A2 Is hy niet d'alderfwaerfte? Is hy niet een Solfer? Is hy niet inwendig rood? Is hy niet een Aerde ? . Is hy niet als een Melk ?
:
| -
Is hy niet een Magneet, die de Metalen tot fich trekt?
$ :
-
Is hy niet alles in alle ; gelijk rea: vs
-
aert
t
of het Licht der Philofophen. 133 daer van schrijft, in fijn Boek de Vexationibus, pag. 379. dat defen geeft, alle andere Metalen in fich vervat. Hyfehrijft ook dat de Hemels
kracht in dit lichaem verborgen is: want door fijn groot A, 't welk in hem is, word fijn lic haem in 't leven behouden; maer foo ras als
de E3 in 't verfouten neer komt, foo moet hy sterven, en tot stof en affchen veranderen. Het k, A des Weerelds kan hem dooden, en ook ten : oirdeel roepen. Waer dat defen geeft fijne woning heeft, is in de Goude Leeuw, pag. 91. beschreven, daer ik den felven klaerlijk heb aengewefen onder den naem van : ; die an
- ders niet is dan de Souten, waer door: ge dood word, om weder te verjongeren.
By aldien de $5 door de Souten niet is ge purgeert, en eerst genesen, foo kan hy geen goede Medicyne geven voor de menschen;
waer van ik in de Goude Leeuw heb gehandelt, en getoont dat de Souten een natuur hebben
van den : : doch defe is niet de # der Wijsen, maer die word daer doorbereid,na dat ik moet oirdeelen,
-
-
â&#x20AC;&#x2DC;Paracelfus feit, dat het Arcanum Mercurii Vitae den menfch verjongert,als ook het Goud, pag. 91. e Archidoxis, alwaer hy spreekt van den ; : doch de handeling is daer van niet be
schreven, op wat wijfe de $ fal los gemaekt worden van den kouden Draek, en den Steen K 5
A'
*
-
bok,
'
I 54-
De Groene Leeuw,
bok, die hem tot een Adelaer heeft gemaekt, en dan noch tot een Slang, die der Vrouwen lift kan bedriegen, dat fy uit het Paradijs word gedreven, met haren man of, die dan door het A ten Hemel word opgenomen: waerom hy klaegt, dat fijne Huisvrouw de Slang te veel gehoor heeft gegeven, waer door fijne dagen zijn verandert in arbeid en moeiten; 't welk gy in defe Figuur aenschouwen kond. *
â&#x20AC;˘ Merkuur die is een geeft; dochwilt fijn lijf -
aenfchouwen,
|
Waer meed hy ftadig tracht na jonge maekte Vrozenven.
-
Sy kruiffen hem; foo dat hy word ter doot gebragt: Waer
of het Licht der Philofophen.
1 55
Waer aoor dan t'eenemael verandert fijn geflacht. Indien gy hem vertrout, dieWater is en Win
: J.
den;
:
In rook, in fneeuw, en dauw, fult gy hem ook. 2wel vinden.
*
Strekt hem dan weer ter meer vlak in het
g
groene Veld, Daer Venus door haer lift hem voormaels had gefteld; @
-
En voert hem dan noch heen tot in der Sonnen
--
hitten, r
als Opperheer alleen mag blyven fit Waer hyten,
dº
3. ?
Souten (D. , 3€. O.
€2.
.
(B-. der Konft. Clt.
. .
. .
Ikfeg dan noch, dat de Souten de Sleute len der Konst zijn, waer mede de Metalen
: worden geopend : en fy zijn als instrumenten waer door de Natuur word los gemaekt en ontbonden, op dat die hare werking foumo | gen doen in de Konft. Indien in der Aerden geen Sout was, waer uit fou dan de vermenigvuldiging heen ko
men, van foovelerhande flag van Kruiden en * Boomen? Want het Sout is de Moeder die f l
de melk geeft, 't welk men kan fien in de ': en
n
1 56
De Groene Leeu'),
-
den daer de gronden filtachtig zijn, gelijk in Holland, waer men Melk en Boter overvloe
dig heeft. De reden is, om dat die plaetsen van een Sout-geeft gefpijft worden, en met Sout onderhouden, dat de Boeren daer noch
op brengen door het Mis der Beesten, waer in men (D heeft, dat wel een Sout is, en de natuur
heeft om alles te doen voortkomen; dewijl Godt een geest van vyer en vlam daer in heeft gelegt : want fonder het A, en fonder het Sout, is alles dood, en ligt fonder leven of be weging. De B- is ook een Sout, maer heeft de na 1
tuur niet van de Souten der Metalen, want die
worden door dit Vegetabile Sout, tot een @ en Kalk gebragt, waer van ik pag. 51 en 52 in 't Cabinet heb gehandelt. De Metalen hebben yder een strydige na
tuur tegen malkander, als b tegen 24, ยง te gen Q enoy, en foove.ort met de andere.
De Souten zijn ook in den felven graed; als, de Q is strydig tegen het (D, X : de Alcali zijn vyanden tegen alle gedistilleerde Sout geesten : de levendige Kalk is strydig tegen alle fuuredingen, die hy door fijn A dood, en in een foeter wefen brengt.
, De 4 heeft ook de natuur van alle Corro five dingen te dooden, en in een foeten Oly te brengen; doch hier van heb ik in de Goude -
Leeuw
-
-
A
r
of het Licht der Philofophen. 157 Leeuw noch gehandelt. Aldaer heb ik ook,
pag. 1oo van de Stad Hermes geschreven, 't welk anders niet is dan van de Souten, die door de Calcinatie tot een Water loopen, en daerna tot twee Rivieren worden, waer mede
men de Metalen kan openen en ontslaen van
hare banden: en dit Sout word ook Goud ge nOCITlt.
-
-
De twee wilde Dieren zijn (Den @ , en daer uit word dan een Zee, waer men: in figeert. De Steenberg is de Wijnsteen, en den x is een Adelaer, die ook voor een ยบf te houden is. In de Goude Leeuw, pag. 1o6. fiet men den Ouden Man komen, die anders niet is dan den
ouden Wijn, of X, die de Metalen in verrot ting kan brengen, en ook de Anima daer uit trekken. En in dat felve Boek leeft men van
pag. 36, tot 43 en 45 van de Souten, op wat voor een wijfe die gehandelt worden door den
gemeenen Afijn, om hare Anima te bekomen, alles door een flecht kooken in een gemeene aerden pot; en daer door worden die al te ga der tot een Oly, in den X, 't welk een groot wonder is, dat in den Afijn foodanigen kracht verborgen fit : want den Afijn beneemt alle quade fmaek van de Souten, en noch van de Metalen.
-
De Wijn F is een $3, die door fijne groote koude de Metalen en Souten kan openen, die w,
dan
1 58
De Groene Leeuw,
dan tot ons werk der Medicynen gebruikt ful len worden.
1
*
In GM, is Sout en 4e.
In Q, is 2 en 3.
.
.
In $3 , woond den 3€ , en Aerde. In ), is een Sout en Aerde. In G), is het zaed, en dat felve ontfangt de tinctuur van Q en dy. Dit is het gene't welk de Oude Wijsen ons bekent maken in hare Boeken: daerom spreekt ,
‘Paracelfiu in fijn Caelum ‘Philofophorum, pag. 386. met defe woorden : Het Goud is in drie derlei ftant en wefen, Hemels, Elementarifch, en Metalifch, dat is folveerend, fmeltend, en lieffe lijk ; alfoo dat het Goud dan is alles in allen, ge
lijk de gemeene $5 ook is. Daerom feg ik, dat in de 3 is 4e en aerde, die ook een Salix kan ge noemt zijn. Defe word met den gemeenen % aen den dach gebragt, als de koude Draek daer by komt, en dan word die eerst bekent. De Alcali, zijn alle Souten die door het A
gecalcineert en gesublimeert zijn; en wy ver ftaen onder de calcinatie der Souten, foo wel die der Metalen als Mineralen, en ook der Steenen, alwaer men een Kalk van brand, die
door V of Afijn tot een Sout uitgeloogt wor
den mag, dat men dan tot fijngebruik kan ne nnen,
Paracelfus, pag. 386. in fijn Boek de Vexa tionti
of het Licht der Philoftphen. 139 tionibus, spreekt van den & met de volgende woorden: e-Alles dat een witte verw maekt, dat
# van denaert des levens, de lichtseigenfchapen kracht, die het leven veroirfaken en maken : tot des felf beweging is het A met fijne hitten gebo : :
ren. En alles waer in de fivarte verwfit, dat is eenteeken van den aert des doots, en is een eigen
fchap en kracht der duifterniffe, die de dood ver airfaekt. Tot de hard-making, is de aerde met
hare koude, die dat doet coaguleren en fixeren. NB. Dit huis is altijd dood, maer des felfs in woonder is een levendig vyer: kond gJ fijn voor beeld recht gebruiken, foo hebt gy dat felve ge 22/07237eyg.
Ikfeg noch, die het A uit den gemeenen &
kan brengen, die fal dat felvige tot een groo ten Vriend hebben, om G) en ) daer mede te
openen, en die tot een rechte Medicyne voor )
de Menschen en de Metalen te bereiden. Van
dit A te bekomen leert ons Paracelfus in de voor-verhaelde woorden, dat wy het eerft ful - len dooden, en dat noemt hy dan een dood huis te zijn, waer de inwoonder levendig is. Defe kan niet levendig gemaekt worden,
ik doorden Geestde: Weerelds, by sommige de :-Mundigenoemt, die fijne woning heeft in de geeft der Souten,waer van Baftlius en Sendivogius ook schryven, die ik alle de Vrienden gerecommandeert hebben wil. :
Ba
I 6o
De Groene Leeuw,
Baftlius en Paracelfus feggen, dat de R3 is
j!
een Moeder der betalen, en dat hy ook een : geestelijk Corpus heeft, wanneer die in 't ge : meen A komt, foo vliegt hy wederom na fijn Va : der en Moeder in fijn Chaas. NB. â&#x20AC;˘ ZMaer als : men denfelven evenwel vangen kan,foo heeft men ,
den Q van $ , of een Aqua Sulphuris, eneen . Sleutet der Konft, die de Metalen Philafophifcher
Âťvijfe refolveert. Dit beschrijft hy ons in de Sluit-reden van de Q , en $ , gelijk ik u felfs met korte reden heb voorgedragen. Men kan uit den : verscheidekouleuren trekken, na dat men fijnen Magneet maekt: doch de $3 moet eerst in gemeen regen V zijn gefolveert, eer gy fijne kouleuren fult beko -
men, en hem in een Corpus kond brengen,
waervan ik in 't vervolg noch fal handelen. Panacea Aurea.
Door Wijnsteen en Salpeter word uit den
5 een Olygemaekt, die tegen vele krankhe den dienstig is; de bereiding des felfs is als volgt.
-
Be. Glen (D, ana. Defe moeten eerst in een degel gefmolten worden, foo dat die tot eene tel maffe uitgebrand zijn. Be. daer na 1 deel 5, h
tegen 2 deelen van de bovengenoemde uit t; gebrande Souten, en laet die t'samen smelten 'kk! t
in: 's
|
of het Licht der Philofophen. 161 in een sterk A; foo fult gy een swarte don kere maffe in den degel vinden, die gy dan uit gieten fult in een yferen Mortier, en klein
ftampen, en daer op een goeden zo van Wijn gieten, dien gy foo lang daer op fult laten ftaen, tot dat de Wijngeverwt of gekouleurt wefenfal, die afgegoten, door een papierge filtreert moet worden, foo heeft men de Ani ma van den 5 in den Wijn. Defe Wijnfal dan in een kolf door distillering worden afgetrok
ken, tot dat de materie droog in de grond ligt, welke gy daer na uit de kolf nemen fult, die klein stampen, en dan op een glafen tafel leggen in een vochtige kelder, foo fal die tot een Olyloopen, dien gy al wederom door een papier fult laten gaen, als voren geleert is. Het poeder in het vilt-papier gebleven, fal met =0- van Wijn opgelost worden, en dan weder door een vilt-papier gedistilleert, foo is het veerdig om op een derdendeel afgetrok ken te worden, dan fult gy een bloed-roode
Medicyne bekomen, die feer nut is tegen ve le gebreken, als tegen het Podagra, de Water zucht, Spaenfche Pokken, en andere, is een feer hooge remedie : de Oly van de glafen tafel gevangen, doet medegrooten dienst in dePo
dagrife krankheden ; fy helpt ook krachtig tegen 't Graveel, in de Lenden van 's men
fchelijk Lichaem : doch van 't gebruik defer L
- zยบ.
- 's -
,
v
-
Medi
1 62
De Groene Leeu'W,
Medicynen is in mijne vorige Schriften noch gehandelt; maer de wijfe om die te bereiden, is hier nu klaerlijk geleert. Men folveert den 5 mede in Aqua van CD, en O : In dit felve Aqua doet men een wei nig?â&#x201A;Ź , en dit Vloft den 5 tot een melk, die gedistilleert, geeft een geele Oly als Boter van
5; maer veel heerlijker als van: Sublimaet: ook foo is defe foo periculeus niet in de Me
dicyne, als die door den & gemaekt is; 't welk voor de Boter van 5 niet is te houden, door
dien dat de $ daer by is geweest, en fijne wer king daer aen medegedeelt heeft. Door WF, daer e ingefolveert is, word | den 5 opgelost, gelijk in dit Boek voorheen is geleert, als op wat wijse de Boter van den 5 te maken is, fonder het %; waer van hier voor
defetijt genoeg wefenfal. Om den Geeft van de Kalkte bekomen.
& G] en CD, ana. Defe verbrand, gelijk : in de Goude Leeuw, als ook in het Cabinet der t ZMineralen geleert is. B. daer na ons V, en folveert dat gebrande Sout daer in, te we
ten, 1 pond fout, in 4 pond van 't V. Laet dit t'famen drie Maenden ftaen rotten. Na
derhand 5-, 1 pond kalk, doet die daer in, en
of het Licht der Philofphen.
163
en distilleert dat t'famen over, foo bekomt
gy een vyerigen geeft, om in de Medicynen, en in de Konft der Wijfen te gebruiken. Ik
schrijf dit voor de gene die fulke geesten van nooden hebben, in hare openingen der Konft, foo van Metalischen als Mineralischen ? : want defe geeft loft den @ van B-feer geern op, foo dat die dan, met den Wijn-geeft, tot
de Medicynen gebruikt kan worden, na dat het van nooden mag zijn. Defe geeft heeft
meerder deugden in, dan men wel fougeloo ven. In 't openen en afdryven van den Steen
.'
uit het menschelijk Lichaem sal hy fijn werk wel verrichten, doch daer van heb ik op een anderplaets noch gehandelt, maer de berei
::,
ding des felfsfooklaer niet beschreven, als hier
:
wel gedaen is.
-
-
De Liefhebbers van defe heerlijke Konft moeten haer niet inbeelden, dat defen geeft, de geeft der Philosophen is, maer wel, dat hy alleen is diegene, die u denwech wijft tot vele fecreten: want defefalu de oogen openen, en door hem fult gy de Sleutel bekomen, om de geheimeniffen tot vele andere faken t'ont fluiten. Nu fal ik
my weder begeven, om van de
Metalen en hare Souten noch verder te han delen. " *
*
,
.*
L 2
.
* .
Defe
-
S
--------
E:
**
* .
T
Defe Figuur vertoont ons hoe de Metalen uit de kracht des Hemels in der Aerden voort
gebragt worden van eene Natuur, waer uit al Ie vruchten haer begin hebben genomen, te
weten, uitSouten@, met 3. Defe zijn dan de stukken waer alles uit voortkomt : en defe
3 en 4 zijn afkomstig van den ouden fi, die een Sout word genoemt, als ook een X: hier van heb ik in de Goude Leeuw, pag. 1 en 2 geschreven , en aldaer de groenheit der Aer den, of den GB- der Oude Wijfen genoemt: de felve word ook een witte aerde geheeten, en is anders niet dan Sout, uit den kreupelen b ge maekt, die in 't Voorburg der Hellen gepy
nigt is, waer Vulkanus regeert, ten dienste van
dยบen
of het Licht der Philofophen.
165
dยบen ?; waer uit dan een W gemaekt word om de zielen van defe twee daer in t'ontfangen en te reinigen.
-
d" heeft 4 , en Q heeft Q ; f5 is water, en kan ook tot een Sout worden, en ten laetsten
tot een 3, een CD, en [n. De oude b is sekerlijk Sout; GM en Q zijn
Q, uit welke t'faem een schoone Steen kan ge maekt worden. Want uit alle dingen kan een Sout zijn gemaekt; waer door dan een glas voortgebragt word. Dit felve verhaelt Baft lius, in fijne 12 Sleutels.
4 -- Het Sout uit den Philosophischen fy, is een ander, als dat uit het gemeen Lood word ge maekt: want Sendivogius noemt dat fijn (D, of Sal Armoniac, dat door een Vegetabile voort gebragt word, en dat is Wijn, met fijngeeft,
en het Sout der Wijsen: ja ik kan niet fien, dat het iet anders fou wefen.
- Het Sout der Wijsen word uit de Meta len, en door de Metalen gemaekt. Paracelfus schrijft daer van ook feer heerlijk; foodat men niet heeft te twijfelen, waer men dat Soutfou foeken te bekomen. " - De Philosophen feggen, Sal Metallorum is de Materie van den Steen der Wijsen. Men fal dan anders niet foeken als hetD, dat den : -
ook in heeft, en een Sleutel is van de Konft der
Oude Wijfen : daerom bemint het Sout, dat L.3
alles -
,
1 66
De Groene Leeuw,
alles voor het verderf bewaert, waer van in de
Goude Leeuw, pag. 88. telefenis. De gemeene (B-, CD, e, en @, zijn niet die daer de Philosophen van fchryven, daer de Steen der Wijsenuit te maken is, maer als fy haer Sout hebben gemaekt, foo noemen fy dat -
wel GB-, CD, e , 2, ยง. Het Water, waer door men het Sout bekomt, word ook wel een
Fรก genoemt, een geeft des Weerelds,ja Afijn, Sal Armoniac, SalGl, en CD, Regen, Dauw des Hemels, en met veel meer andere namen : ik
noem het mede een geeft des Wijns, niet de gemeene, maer wel daer een oprecht Philo fooph aen gewrocht heeft, door de konft der Wijsheit.
Defe geeft daer ik van schryve, is uit 3 Sou ten of Wateren getrokken, waer van men in de Goude Leeuw, pag. 91. lefen mag, De Philosophen feggen, dat de de niet fal in gaen, dan door het middel van 't Water. NB. Dit felve W word uitgetrokken met e-Aqua Salis, en dit geschied door middel des V, nevens de regering des A. En 't gene men door het Philosophische V uit-trekt op het A, dat word foet; en 't gene men door Sou
ten geopent heeft, dat word niet verandert, maer blijft het felvige, en kan wederom in fijn vorig Corpus gebragt worden ; waer van in mijne Schriften noch meer is te lefen. -
Om
n
of het Licht der Philoftphen. 167 om een oly van Wijnfteen te maken. Bz. 4 pond "j, defe fal in een vyer van houts-koolen uitgebrand worden, een gant fche uur, tot dat die groen zy. Als die dan uit â&#x20AC;˘ het A komt, moet fy op een glafen tafel ge legt worden, foo fal fy in korten tijt tot een
Olyloopen, of van fich felven fmelten, die een groot A in fich heeft, 't welk door 9ĂŠ, of Urine daer uit kan getrokken worden. Van defe handeling is in de Roode Leeuw geschre ven; maer niet van de calcinering. Met de
fen geeft kan men veel doen in de Medicyne; en men fou ook alle 4 van de Metalen daer mede konnen openen. NB. De Steen-kalk doet hem mede geen schade in defe opening,
om fijn A, of geeft te bekomen - en hier van is ook by andere wel ten deele geschreven,
Daer na word defe geeft met= van Wijnge mengt, en dan op den Metalischen 4 gestelt voor een kleine tijt, en die over gedistilleert, foobekomt gy het rechte Aqua &, dat uit de
Vegetabilien en Animalische faken te halen is. Die dit kan maken, fal fijn gebruik ook wel bekomen: doch in de Roode Leeuw is daer van
mede al gehandelt.
:
In plaets van dat dusdanige Medicynen van yder behoorden bemint te worden, foo vind ik I-4
\
â&#x20AC;˘
-
-
163 - De Groene Leeuw, ik dat vele de felve verachten, feggende, dat de -
Medicynen, die door de Philosophische konst worden gemaekt, periculeus zijn om te ge bruiken; 't welk tegen de natuurlijke reden
ftrijd : want de Philosophen purgeren hare Medicynen door de kracht des A , dat de hoogste fuivering is in de Natuur, en al wat, door het A voortgebragt word, is volmaekt.
:
In de Barbaerfche Landen, waer men van
geene Doctoren weet, hebben de Inwoonders
de kennis, dat fygeene Medicynen fullenge- | bruiken, of fy fullen de felve eerst door het A fuiveren, eer fy hare genefing daer door willen foeken; 't welk ik felfs gefien heb : waerom ik die menschen verstandiger oirdeele als vele hier te Lande; dewijl fy weten dat het A alles purgeert. Sal dan een faek tot Medicyne ge
bruikt worden, foo moet die door 't A eerst daer toe recht bereid zijn, anders is het geen Medicyne, maer veel eer vergif, dat de men
fchen lichter aen de doot helpen, dan gefont maken kan.
-
Onder defe Heidenfche Indianen heb ik
noch vele opmerkkens-waerdige faken ge fien, die ik oirdeel de Lefers niet onaengenaem
te fullen vallen, waerom ik de felveaen haer wel wil mede-deelen - en voor eerst hoe fy hare Vyanden handelen, als fy die gevangen
gekregen hebben. Wan
-
<" -
:
of het Licht der Philofophen.
169
Wanneer fy dan een gevangen Vyand in haer Quartier brengen, foo komen fy hem alle welkom heeten, en hare Kinderen doen hem
neder fitten op eenengrooten fteen, hem me de welkom heetende; enyder Knechtje komt hem dan eenige flagen geven, met het ge tal van welke slagen de tijt word beteekent hoe lang hyfal mogen leven, eer hy aen fijn doot komt. Slaen fy hem 10, 12, 15, 25, of meer slagen, foo vele dagen willen fy hem ko men befoeken, eer fijn leven moet geeindigt Zl!n.
-
": heb gefien, dat fy eenen 10 a 12 dagen fullende laten leven, den tweeden dach weder
quamen, en hem de duimen en middelste vin geren af-fneden, dien fy dan weder foolieten fitten, hem eten gevende. Den derden dach sneden fy hem beide de ooren af, en gaven hem al weder wat te eten. Den vierden dachtrokken fy hem een paer kouffen aen van basten van boomen, die fy dan
\
in den brand staken aen fijne beenen, 't welk
hyallacchende moest verdragen. Den vijfden dach sneden fy hem de huid rontom het hooft los, en trokken die af met
het gantfche hair, als een paruik, die fy dan tot cieraed boven in hare huifen ophangen : en foo ras als fy deparuik van fijn hooft hebben,
dan nemen fy warm zand, en stroien dat daer L 5 op, :
-
e
1 7o
De Groene Leeuw,
: om het bloed te stempen, en laten hem foo 1tten.
Den fefden dach sneden fy hem alle de tee nen van de voeten, en ftroiden de Wonden toe met heet zand.
:
Den fevenden dach fneden fy hem voorts alle de vingers af, gevende hem noch alleda gen te eten.
Den achtsten dach fneden fy hem de neus : af, en scheurden onder het gantfche kinne bakken open, latende dat neer op de borst :
hangen, 't welk feer deerlijk was om aen te : fchouwen.
:
-
negenden dachfneden fy uitDen de mond.
hem de tong : a
-
Den tienden, hebben fy hem het mannelijk : lid afgesneden. : Den elfden, maekten fy een grooten fteen |
feer gloeiend, daer fy hem met den aers op fetteden; en noch eenig leven in hem gespeurt wordende, foo doorstaken fy hem met houte , priemen.
Den twaelfden dach, sneden fy hem het bekkeneel of herffen-pan af, waer van fy een
drink-fchael maekten, waer uit fy al te famen dronken, en terstond gingen fy fijn vleesch braden, en daer van eten, foo wel kleine als groote persoonen. Daer over maekten fy haer gefank, dat ik niet kon verstaen. De Beendef
Tâ&#x201A;ŹIn ---
of het Licht der Philofophen.
171
ren die overig bleven, te weten de pijppen van armen en beenen, daer maekten fy Fleuiten af
en ook ander Speel-tuig; de rest van de been deren wierden met vyer verbrand, foo dat van het lichaem niets over blijft. Defe wreede han
deling geschied op de hoogte van 47graden by Noorden de Linie. In het Jaer 1663. heb ik noch geweest op de hoogte van 4 graden, met mijne Huisvrouw en drie jonge Soonen, die ook alle drie daer door de Land-fiekte gestorven en begraven zijn : en defe Reife deed ik in 't gefelschap van
den Wel-Edelen Heer Quirijn Spranger, Dire Ä?teur en Gouverneur van de felve Landen. De Indianen daer te Lande zijn groot en fwaer van lichaem, schoon, en wel besneden van alles, bruin van verw, wonende in huifen
van bladeren van boomen, welke bladeren vijf afes voeten lank zijn, en twee breed. Sy loo pen al te famen naekt, foo wel Mannen als
Vrouwen. Als fy iemand van hare Nabuu ren, die fy alle voor Vyanden houden, gevan gen krygen, foo fnyden fydien een stuk vlees uit de billen, braden dat, en eten dat: daer na
hangen fy hem by de armen op, aen een boom, ontrent 2 voeten van d'aerde, en ma
ken dan een groot vyer onder fijne voeten, en braden hem foo lang tot dat hy doot is : ten
laetsten verbranden fy hem geheel tot : 1QO
172
De Groene Leeu'W,
foo dat 'er niets van hem overig blijft. Sy ma :: ken ook wel fomtijts een kabane van drooge :: bladeren en hout, daer fy hem in fetten, die fy lft
dan in den brand steken, foo dat hy met den rook en vlam ten hemel moet varen.
f:
-
Defe Landen zijn feer vermakelijk, indien
f:
daer wel geschikte redelijke menschen in woonden. Sy hebben daer Schepen of Vaer tuig uit holle boomen gemaekt, waer fy wel 3oen meer perfoonen t'faem in konnen fitten, en foodaer mede van d'eene plaets of Eiland
N:
: l :
na d'andere varen. De Mannen doen anders
:
niet als op de Jacht loopen, met hare bogen en pylen. Sy zijn evenwel mede Alchymi ften: want fy weten door het A hare fteenen te calcineren, waer fy dan eenige verwen uit maken, met welke fy haer gantfche lijf schil deren, in plaets van te bekleeden. Door de onderfte lippen hebben fy eenen draed, daer een parelaen hangt, en door de neus zijn twee gaten, alwaer fy vederen van Papegayen in fte
"l:
ken, als mede in de ooren, foo dat men met
verwondering haer aenfiet. Wanneer de Vrouwen van Kinde verlost zijn, foo houden de Mannen de Kraem voor haer,en de Vrouw moet alles doen wat er te doen is. Anderfins
moeten de Vrouwen ook alles beforgen, het Landbearbeiden, Brood planten, en de Aerd
vruchten waer-nemen, en wat daer toe, en tot de
':
of het Licht der Philofophen. 173 de keuken mag dienen. Haer Brood word gemaekt van wortelen van kleine boomen,
welker wortelfy fchellen, die daer na klein ge rafpt word, en dan maken fy daer het nat uit @perffen, 't welk feer vergiftig is, en indien een beeft daer af quam te drinken het fou moeten sterven, gelijk ook aen mijn hond is
gebeurt. Het overige tot een Meel gedroogt zijnde, foo maken fy dan haer brood daer af,
gants plat gelijk koeken. Daerenboven heb ben fy noch een andere soort vangraen, A4ylie genoemt, dat fy mede tot brood gebruiken,
maer dit word foo goet niet als het eerste ge houden, Haren drank maken fy van vruch ten onder d'aerde gewaffen, Pataes genoemt : defe zijn aerd-appelen, feer goet van fmaek. De Oude Wyven fonder tanden kaeuwen die eerst klein in haer mond, en spuigen het uit in
een vat; en na dat het dan 10 of 12 dagen oud is, foo gieten fy daer water op, 't welk ge kookt word, en naderhand werkt het in fich felven als bier; en dit is der Indianen drank, die ook foo fterk is, dat men daer wel dronken
van word, als men de felve wat hertelijk drinkt. Sy hebben noch Annaffen-wijn, en
Kajouwen drank, met meer andere. Daer zijn geweldig vele boomen, die tege lijk Kaftanien en Appelen dragen, fuur van
fmaek. Men heeft daer ook Oraenjen-appe -
:
len,
1 74
De Groene Leeuw,
len, Limoenen, Water-Limoenen, Spaens Spek, en Annaffes, groot en klein. De Gra naet-boomen en Bakhovens vallen daer over
vloedig. De Catoen-boom is er ook in fijn fleur. Men heeft daer noch Suiker-riet in
overvloed, dat feer gullig waft, fomtijts wel 11 a 12 voeten lank, fchoon en dik. Daer is
noch een boom Palemijt geheeten, met scher
pe steekels, feer hoog, boven in des felfs kruin is een pit, ganrs foet van fmaek, en aengenaem om te eten, waer mede ik mijn felven eenigen
tijt onderhouden heb. Men vind daer noch een klein boomtje, dat een roode vrucht :
brengt, by de Indianen voor Peper gebruikt. Van den Toebak hebben fy mede de vulte. In dit Land zijn ook allerhande beesten, Tygers, en Luipaerden, met menigten, daer | de menschen fich moeten voor wachten. Men
heeft daer mede fchoone wilde Paerden, vele "
groote Herten, en Reen. Daer loopen door 't Land noch vele wilde Verkens, die de Wilden dikwilsgaen schieten. Bokken zijn daer ook in groot getal. Overal heeft men daerfeer groo te Bavianen, die dengantschen nacht over een
geweldig geschreeuw maken. Daer zijn ook overvloedig vele Leguwanen, die goet om te eten zijn : defe hebben een langen muil, met een feer langen ftaert, vreeffelijk om aen te
fien, en die konnen geweldig ras loopen. Ge heel
of het Licht der Philoftphen.
175
heel het Veld en de Boffchen door, loopen ve lerhande flag van Apen. De Boomen zijn ook over al vol Papegaien , en Ravens met feer
fchoone veeren van verscheide verwen. Langs het Land loopen feer groote menigte Ganfen, waer van fommige rood, en andere wit zijn. Water-Snippen zijn daer in groote menigten; en men heeft daer ook feer groote en breede Kikvorffchen, en Padden, een mans voet breed. Men heeft daer vele feer groote Slangen, van 1o, 12, 15, 2o,ja tot 3o voeten lank, feerver
fchrikkelijk om aen te fien : defe eten ook de menschen op, wanneer fy die konnen beko men. Daer vliegen noch feer groote Vleer muifen, die de menschen by nacht de ooren, neus, en teenen van de Voeten komen te by
ten, wanneer fy fich niet ter degen in de hang mat bedekken. Men heeft er mede feer vele
en groote Schorpioenen, daer van ik felfs in der nacht ben gesteken geworden aen mijn hand, waer door my den heelen arm quam te fwel len : de pijn daer van duurde drie dagen eer die gants over was, ja ik meende door hare he
vigheit te fullen gestorven hebben; doch de â&#x20AC;&#x2DC;Panacea Aurea bewaerde my, door Gods ge nade, anders had het met my gedaen geweest; want de hittige brand, die ik gevoelde, was niet om uit te staen. Daer zijn ook feergroote
Sprinkhanen, en eenige Vliegen die by der -
w
: -
lich
1 76
'De Groene Leeuw,
lichten, als of het vonken vyers waren. Sy hebben in dat Land vele AMieren, die harety den hebben, dat fy alle de vruchten des Velds verderven, foodat fy dan geheel Meester zijn. Defe komen wel eenige duifenden altemael achter een loopen, van het eene huis in het ander; foo dat men fijne woningen dan moet ruimen. Sy zijn geheel rood van lichaem, . brandende als een vyer, wanneer men die aen raekt. Daer te Lande zijn ook kleine Diertjes, foo groot als een halve vloy, defe noemen wy kleine Beesjes,die een menfch in de voeten krui pen, en daer nesten in maken, die dan vol ne ten groeien, foo dat men al levende en gaende word opgegeten,fonder dat men 't weet. (ro- p. codillen zijn er menigvuldig, feer groot en
fwaer: van defe heb ik op een morgen een ge fien door onse Rivier pafferen, daerwy met | Musketten op schoten maer konden hem geen
fchade doen, want fijn schild was foo hard, dat alle de kogels daer op af-fprongen, waer door hy 't ontquam, loopende op d'andere
zyde in het bosch door 't geboomte, foo dat verscheide daer van om verre raekten. Schild
padden zijn op eenige tijt van het Jaer daer ge weldig vele, foo groot, dat wel twee of drie : mannen daer op konnen ryden : fy komen uit de Zee op het Land, om hare Eieren in 't zand
te leggen, die door de Son dan uitgebroed Wor
of het Licht der Philofophen.
177
worden, en daer na loopen de Jongen weder in Zee. De groote zijn heerlijk om te eten.
Als fy op 't Land zijn, kan men met 2 a 3 man haer vangen, hebbende yder een groote stok in de hand, die fy onder de Schildpad steken, en de felve daer mede op den rug werpen, die dan foo moeten blyven liggen. Op eenen nacht wierden by ons Volk wel 5ogevangen. Ontrent de Rivier van d'Amazones is fe
kere plaets, alwaer Koey-beeften uit de Zee op komen, die van de Indianen gevangen, eenige daer van aen ons gebragt wierden. Het is oek een feer schoon vlees om te eten. Men heeft
daer allerhande flag van Viffchen die men fou mogen bedenken, waer onder een soort Bag ger genoemt word, 5 a 6 voeten lank, feer fchoon en blank, en uitnemende foet van fmaek. Daer is ook een foort van kleine Vif
fen, die buiten het water vliegen, en wanneer hare vleugelen droog zijn, moeten fy weder in 't water vallen : defe zijn 'erfeer overvloe
dig. Daer is noch een flag van Aalen, en als men die maeraenraekt, foo word een mensch
24 uuren aen armen en beenen lam, daer na bekomt hy weder fijne krachten; en evenwel zijn fy goet om te eten. ,, Somtijts heeft men in dit Landfeerfware Blixemen en Donder-flagen, foo dat Hemel en Aerde schijnt te scheuren, door de flagen M.
-
die
178
De Groene Leeuw,
die daer neer vallen. Dit geschied meeft in de Winter, wanneer het ontrent 4 Maenden niet dan Regen, Blixem, en Donder maekt, 'twelk dan hare Winter genoemt word, of schoon dach en nacht daer schier altijt even lank zijn. Het Land is allefins vol Boffchen en Wilder niffen, waer in men vele schoone Boomen fiet,
van allerhande treffelijk hout. Het is voor waer een feer rijk, heerlijk, overvloedig en weelderig Land, maer het was te wenfchen, dat het van geschikter en redelijker Volkeren bewoont mogt wefen. -
Wyfullen ons nu wederom begeven tot de Konft der Philosophen, die door het A, alle Metalen, Mineralen , en Souten handelen.
Hiertoe gebruiken fy noch V, Wijn H-, en Souten; maer niet het VF, gelijk de Sotten, die
dengemeenen Q en $5 t'famen willen voegen, en de felve door een VF t'famen koken, dat
toch al tegen den regel is van de Oude Philo fophen, die ons feggen, dat men niet anders
fal trachten te doen, dan de Natuur te volgen in de Konft; dat is, het e uit deraerden te foeken, waer het in fit, en van een Metalische
Moeder is voortgebragt. De Metalen en Mineralen, met hare Sou
ten, zijn uit de aerde door de Konft aen den
dach gebragt, welke wy tot geringe faken ge -
brui
â&#x20AC;˘
of het Licht der Philofophen.
179
bruiken : maer als een Philosooph daer on trent komt, foo gebruikt hy de felve tot dienst der Natuur.
-
Sendivogius schrijft, dat de Metalen haer zaed hebben: leeft daer van in fijn Boek, ge naemt het Nieuw Licht, pag. 28. In der waer heit de Metalen hebben, ja waerlijk en dadelijk haer zaed. Van dit zaed was feer veel te schry ven : doch om te toonen waer het zaed van ... daen komt daer Sendivogius van spreekt, foo eb ik defe Tafel hier in 't kort willen byvoe gen.
.
-
.
--
:
*** Natuur der fouten van de " "
oude Wijffen.
G) - is Sout
& is
E: - is @. #passen
allen.
tŠ - is : )
M
2.
eAch !
eAch! Venus loofe fchijn
-
Heeft Mars geheel ontzielt:
-
Dus fit hy in de pijn, En vord door 't A vernielt. Hoe kond gy, Son, en Maen, Dit vreedfaem fchouÂťven aen ?
-
-
-
Alles wat in de weereld is word door Sout
en water voortgebragt met hulp en door mid del van 't A ; andersfouden alle dingen in de gantsche Weereld doot zijn. Het Sout is de woning van 't A,en het vyer -
"
is het leven van 't Sout; foodat die twee moe
ten een worden, gelijk men by het GD kan fien, dat een Sout is, en nochtans A van fich uit geeft,
Het
-
*
- of het Licht der Philofphen.
13 1
Het Metaelsche A is geen gemeene (D, noch Sout commun, noch eenig ander El; maer het pluim-fout, feer wit alsfneeuw, foet
van fmaek, licht smeltende in gemeen A, en foo voorts.
-
-
-
Seker Philofooph feit, dat geen ding de macht heeft om de Metalen te tingeren, of word door de â&#x20AC;˘ Metalifchefpecie voortgebragt, en het moet fij men aenvank ook daer uit nemen. Hy feit niet, dat dit Sout in G) of) fou wefen; en noch
tans is dit felve door het Goud en Silver ge maekt.
|
-
De 3 komt voort uit een flecht ding, en dien noemen fy ook, het Sout der Metalen,
door dien het van de Metalen gemaekt is door de kracht des A.
*
*
*
-
Ikfeg dan noch, dat dit Sout is uit den ou den en kreupelenfj, met den geeft desWee relds, 't welkik, na mijn oirdeel, bevindalder meeft in den Wijn te wefen, om alle Metalen daer mede te openen. Leeft hier van Baftlium, in fijne Wederhaling van den grooten Steen, pag. 96, en 97.waer hyfeit: Ik moet bekent maken, dat defen + niet is den Afijn der Wijfen, want onfen Afijn is een anderen drank, namelijk de â&#x20AC;˘ ZMaterie felfs - en de Steen der Wijfen worduit den Afijn der Wijfengemaekt, die door den gedi-,
ftilleerden X, en ook den geeft des Wijns moet be reid worden.
M 3
Hier
-
De Groene Leeuw,
l$2
Hieruit is feer wel te fien, waer men het W moet foeken : niet uit den Dauw, of den Re
gen, maer in den groenen Leeuw, die in de Goude Leeuw, pag. 1o6, enpag. 115. beschre ven ftaet; alwaer gy vinden fult wat dit voor een V zy, waer door de Metalen fullen ge opend worden. De Graef Bernardus noemt het fijn Fontein, waer van in fijn 4. boek ge noeg is te lefen.
. .
-
.
. ..
Baftlius spreekt van den Wijn, en van het Goud, met de volgende woorden, in fijne We derhalingen van den grooten Steen, pag. 98. Nu bemint de menfch het G), en den Wijn, boven alle andere dingen, die met oogen in de Weereld over- | fien kรถnnen worden. NB. Het G) bemint den
AMenfch en den Wijn; daerom laet het fijne edel
fte deelen geern in den Wijn-geeft volgen, foo dat eenen drank daer uit voortkomt. Dus bemint de Wijn de Metalen, en hare Souten, waer van ik op een ander tijt noch fal handelen. Alle Metalen komen voort uit het A en
het Sout, maer hare kleederen zijn onder scheiden, alsoo dat GM een rooden rok aen heeft, en daer onder is een groenen en een witten.
-
-
Q heeft eenen rooden Mantel om, maer
daer onder zijn hemelsche verwen, en harege beenten zijn wit, als elpenbeen. s
2; heeft
*
of het Licht der Philofophen.
183
2 heeft eenen witten Mantel, daer onder is een gouden wambais met filtige paerlen. f5 is met een blaeuw hemd bedekt, en fijn gants lijfis vol water-builen, fijne hairen en baerd zijn grijs, gelijk fneeuw. ) maekt een aengename schijn by der
nacht; daerom zijn hare kleederen omtogen met Christal en paerlen. Het G) heeft feer reine kleederen , foo dat het fich met de onreine niet fal vermengen, ten zy dat fijn lichaem en ziel van malkander ge fcheiden zijn , en dan heeft het de kracht om andere tegenefen, namelijk $3,15,2, en voorts alle andere Metalen.
n
Het Goud, de Mensch, en de Wijn vervat ten de gantsche Philosophie : want het G)is van Godt daer toegemaekt om alles in allen te wefen; dewijl men in 't Goud vind, Sout,
Swavel, en een fixen &, 't welking", Q, 2], en f5 niet te vinden is. Daerom hebben de
Philosophen daer by haren 4 en $ vergele ken, die in 't vyer niet fullen verbranden. Sy noemen dat ook hare Venus of f5, als mede den Konink der Metalen, en met veel meer andere namen. Waer van de Graef Bernardus
schrijft, dat hy een Fontein had,alwaer hy den Konink in fagbaden, 42 dagen lank, eer hy hem weder te fien quam, wanneer hy in 't wit
was gekleed, gelijk men in fijn 4. Boek kan M 4
lefen:
-
1 84-
De Groene Leetty,
lefen : doch hy schrijft niet waer uit hy die Fontein heeft gemaekt, maer alleen, dat de Fontein ouder is dan de Konink,en dat die den
Koninkfelvergemaekt heeft. Defe Fontein word van Bafilius een Ade laer of rooden Draek genoemt : Bernardus noemt die fijnen rooden Knecht, of fijnen Afijn: ik noem de felve den : der Wijsen, die uit twee wateren voortgebragt word, als het Vegetabile, en het Animalifche, die uit de Me talen haren oirspronk hebben. "
De vyerige geeft uit de Steen-kalk word door de Urine en G, met den rechten Afijn der Philosophen voortgebragt. De Souten zijn de Sleutels der Konft, waer mede men de Metalen en Mineralen ontbind
van hare banden. De Afijn, Urine, en de Wijn zijn de dingen daer de Oude Wijsenfeer veel van schryven; maer ik heb noch geen
mensch gefien, die my defe 3 tot een water kan maken; en by aldien gy dat doen kon, foo moogt gy feggen een V te hebben, waer van in de Boeken der Oude veel gewag ge maekt word. Ik feg niet, dat dit het felve is, waer in de Konink fou baden : maer dit fou
een goede Medicyne tegen 't Graveel, en de Podagrische krankheden wefen. Soud gy wel gelooven , dat b water in heeft, nevens een Cristallisch Sout, dat weder -
Oly
of het Licht der Philofophen. 185 Oly en Water kan geven, 't welk fich in A en in Lucht kan veranderen? Dit gefchied alles door den geeft des Weerelds, die in den ou den f5 fijne woning heeft, en door de kracht des A aen den dach word gebragt : want fon der het gemeen A, is in defe Konft niets uit te rechten.
-
* .
.
Alsofen Q t'famen komen, foo maken fy een Kruis-fout, waer in vele Konften verbor
gen zijn : doch Mars moet eerst geopend wor
den, gelijk ik hier voren in de tâ&#x20AC;?Samen-fpraek heb beschreven; en fijn lichaem dan in ge meen az opgelost. Het Q , of wel Spaens
groen, fal ook in gemeen W gefolveert, en dan gefiltreert worden ; wanneer men defe twee Wateren, als rood en groen, t'famen falgie ten, laten in-kooken, en de Criftallen aen fchieten, foois Mars in Venus verandert, als VOren.
"
Dus kan met fj, en 2} ook gedaen worden in de Konft. Hier toe moet men defe twee
met onfen Afijn handelen, dien ik den geeft des Weerelds noeme; daer hy toch niet anders is als het A der Aerden, dat in alle Vege tabilien gevonden word. -
Om een olyof Geeft uit den B. te maken. Be. 1 pond (B-, doet daer onder 4 deelen M 5
ge
J 86
De Groene Leeuw,
gebrande Pottebakkers aerde. Stampt defe t'famen onderden GB-, en dan alles in een Re
torte gedaen en gedistilleert als men een Aqua fort pleeg te doen, foobekomt men een Geest en Oly. NB. Indien de aerde daer niet on der was, dan foude (B-fijnen geeft foo niet la ten volgen, want die fmelt tot een Maffe, en geeft geen scheiding. Alfoo moet men ook doen met de CD, wanneer men dat perfe distil leren wilt. Van gelijken ook met het e, en den 5 Minerael, onder welke gy mede al 3 deelen steenen moet stampen, foo falhy fij nen geeft laten volgen. Defe geeft is als een vyerigen Afijn, die men niet wel aen de tong kan lyden fonder de felve te beschadigen: daerom rade iku, dien van uwe tong te laten. Defe Afijn is een feer heerlijke Medicyne om alle quade Wonden mede te fuiveren, en de felve tot een goede genefing te brengen : waer van andere noch genoeg hebben geschreven. Wanneer men met defen + van 5, Sout
maekt, door een water van Alkes, foogeneest hy alle gebreken in 's Menschen Lichaem;
want fijne deugt en kracht is niet te beschry Ven.
Men calcineert den [â&#x20AC;Ś] door het A; en met
den 5 geeft die ook een roode Oly, als fy in
een vochtige kelder op een glafen tafel gelegt word. Het
of het Licht der Philofophen.
187
Het o-o, met (D,en [: in 't A tot een Maffe
gefmolten, foo fal men die klein stampen, en
dan op een glafen tafel, als voren, tot een Oly laten af-loopen. Defe geneeft alle quade Wonden, die anders niet tot genefing willen komen.
-
:
4e, en CD, met den "j in 't Agefmolten, geeft eenen rooden steen : defen klein ge ftampt, en op een glas gelegt, fal ook tot een groen Aqua ofAlkes loopen.
De Koorn-Brandewijn word door Kalk hare quade fmaek benomen, als die daer op word gerectificeert, of voor de tweedemael daer af gedistilleert. De Kalk maekt ook alle fuure dingen foet, gelijk. Bier en Wijn, 't welk ik felfs dikwils gedaen heb. . . . . De CD door houts-koolen gecalcineert, en als boven tot een Oly gemaekt, heeft fijne deugden in de Metalische faken. (D, en "j t'faem gecalcineert, geven ook een Oly, als die op een glas word gelegt; en daer na tot een Steen gemaekt, foo falmen met defe
Steen alle andere Steenen konnen smelten tot een glas, en alle Mineralen scheiden, en tot een Konink brengen : doch in 't Cabinet der e ZMineralen is ook ten deele daer van gehan delt. k
Hier
De Groene Leeuw, -- ---- --
---
Hier koom ik met mijn fchild, Waer voor de Weereld trild;
Dat met Saturnus faken,
Het fuur tot foet kan maken. Het Sal 9ĂŠ in onfenf; gedistilleert, geeft eenenfeervyerigen geeft, daer mede veel in de
Metalen is uit te rechten. Ik geloof, dat dese zal het gemeen (5) foude openen, en weder in
fijn eerste wesen brengen: doch felfs heb ik dit noch niet gedaen , waerom ik nu daer niet meerder van fchryvenfal. -
Men mag wel met den H. e Apoftel Paulus feggen; O diepte der rijkdommen ende der ken
niffe: hoe onbegrypelijk zijn de werken des Heeren onfes
of het Licht der Philofcphen. 189 onfes Godts, die wy dagelijks in de Konft der
Philosophen aenschouwen. Doch alle de ge ne die fonder eenig onderwijs willen werken, fullen feer befwaerlijk de Natuur leeren ken men : want de werken des Heeren zijn niet te doorgronden. In het eerste Boek Mofts, op het eerste Cap. leeft men, dat de Geeft Godts op de wateren fweefde; en daer na word ons verhaelt van de fcheiding der wateren die boven het Uitfpan fel, en onder het Uitfpanfel waren. Waer in ons van Godt word geleert, dat wy de schei -
ding der Konft moeten gebruiken, die anders niet dan door het A der distillering gedaen kan worden.
-
Het V is het voornaemfte Element, en ook de Sleutel der Konft. Dit V heeft fijnen oir
fpronk uit onfe foute Zee, die uit twee steenen voortkomt ; waer van in mijne voorgaende Schriften noch meer is te lefen : daerom ge :
denkt toch aen de Vrouwe Lots, waer van in de
:
Goude Leeuw is gehandelt. Om nu dan tot de reden van de woorden
: M.
â&#x20AC;˘ ZMofts te komen,daer hy ons de scheiding der Wateren leert, en den weg opend, om de Wa teren van de Wateren te krygen, foois dit het V van onfe aerden ; waer door wy verstaen,
dat het Sout is de aerde der Oude Wijsen, en haer V word uit die aerde voortgebragt. Dit noe - i
/
1 9o
.
De Groene Leeuw,
noemen fy ook eenen &, of eenen Steen. Men kan uit alle dingen een Sout maken, en daer uit een geeft, die fich verandert in Lucht ; en dit word dan een 3 genoemt, waer in de Konink kan baden : doch alle Sou ten zijn niet bequaem om een bad voor den
::
Konink te maken. Maer dit is het beste, dat . 4 i
door den ouden f; voortkomt.
Het Goud heeft geenen 4 en 5 van noo: den , en de Wijn heeft ook een Sout in fich: felven. Wanneer dat dit met de Metalische Souten vereenigt is, foo maekt het fich tot eenen Oly, die hare deugden heeft in de Medi cynen, waer van men noch meer in mijn voorgaende Schriften kan vinden. :: Men kan een >% sterk maken, door eenen: geeft van 9ĂŠ : en als men de Metalen daer over
komt te hangen, dan worden die geopend door defen geeft, foo dat men haer Sout en 2 kan bekomen.
-
GM in lange dunne plaetjes geslagen, geeft fijnen geeft feer geern van fich, wanneer die daer boven zijn gehangen. Het gene hy dan
uit-geeft, is rood : maer van Q is het groen achtig. f5 flaet feer schoon wit uit,als fneeuw: en 2 graeuw, ) vertoont fich met een blaeu wen rok: maer Sol, ofG), wil dien niet uitge
ven, anders dan in den Philosophifchen Afijn, dien fy haren $5,of Jonkvrouw-melk noemen. Ik
* :
of het Licht der Philofophen. -
191
, Ik feg, dat men niets meer van doen heeft, als den: van den ouden f5, die in defe Fi guur afgebeeld is.
* * *
Saturnus is den ouden Man,
Die Aerd noch Hemel kennen kan, En nuflechs let op Son en Maen, Waer door het oirdeelfal beftaen. Om een bloed-rooden 4 bekomen.
uit 2 te
*,
Be. Q in dunne plaetjes geslagen, en legt
die met gemeene 4 ftratumfuperftratum in een aerden Pot, foo lang tot dat die vol is, Dan falmen dit 24 uuren in een Pottebakkers OVGn
I 92,
De Groene Leeuw,
ovenia 't Ahouden, foo fal de 4e alle het 2 tot slakken gebragt of verbrand hebben. Dit
verbrande g: fult gy dan in Vof gedistilleer den >< oploffen, en daer na door een vilt-Pa
pier distilleren, foo falde eindevilt blyven. Defe geeft is dan een feer heerlijke verwe. NB. Wanneer het Q door de e verbrandis,
::
foo kan men dat in gemeen V koken, op de wijfe gelijk in de goude Leeuw is geleert, om
::
de @ van den B te bekomen.
::|
Door een flecht
koken gaet het best in dit werk : want de 4e
:
scheid dan beter van het Sout, en kan foodoor |:
een Afijn geopend worden, als voren geleert is.
-
-
Defe verw is niet alleen goet om mede te fchilderen of te verwen ; maer is mede een
heerlijke Medicyne tegen alle inwendige ge breken, die haren oirfpronk hebben uit een verfwakte Natuur, foo wel voor Mannen, als Vrouwen. Doch die de felve weet te berei den, fal ook haer gebruik heel wel vinden : maer door den + moet die opgelost en be quaem gemaekt worden, om in de Medicynen
te gebruiken,
ik
ofhet Licht der Philoftphen.
193
g' n
om een oly uit de steen kolen te maken, die hare deugden heeft in de CMedicynen. & 1 pond vette Steenkolen.
Stampt defe feer klein tot een poeder. Neemt daer na een aerden Retorte, en doet die gestampte kolen
daer in: diftilleert die op defelve wijfe,als men een boter van 5 doet, foo fal'er eerst wat wit ten nevel over komen; en daer na komt 'er
een fwarten Oly over. Dit moet foo
:
het A gehouden worden, tot dat alden ly over zy. Neemt de Retorte dan uit den oven, als die koud is, en flaetse aen stukken. Het
Caput Mortuunfal gestampt worden, en het Sout met Vodaer uit geloogt. Dan fal men het V wederom af-rooken, foo blijft dat Sout in fundo. . . . .
. . .
. .. . .
â&#x20AC;˘
Neemt dan defen Oly, en dit Sout, en doet die in een glafen Retorte, en distilleert die bei de t'famen over, foo word die Olyfeer klaer en fuiver. Met defen Oly kan men fchier alle
uitwendige quade Wonden genefen, waer aen anders geen goede grond te bekomen is. Dit heb ik felf ondervonden. DefeOlyisfoo scherp niet, als den Oly van den 5, en daer by is ook fooveel gevaer niet. Die nu de feive bereiden kan, fal mede haer gebruikfeer wel leeren. -
Om
-
- --
-
De Groene Leeuw,
I 94
Om een vyerigen geeft uit 5 en x met + te maken.
B2, 2 pond witten "j , en 1 pond €. Defe
klein gestampt, en in X opgelost, daer nage diftilleert, foo bekomt men een Aqua, dat feer vyerig is op de tong, en fijne deugden heeft in de Medicynen en in de Metalen; waer van hier voren mede gehandelt is, 5 -
-
H to
De Spiritus Salis wordgemacht
als volgt. : 'fit B%. 1 pond Sout, dat wel fehoon is. Doet dit in 3 pond V, en daer onder een pond Oly van B-. Defe worden t'famen gedistilleert tot dat alles over zy. In fundo blijft dan een Sout,
't welk men aen de fmaek als een G] bevinden fal. Dit isfeer goet tegen 't Scheurbuik en het Graveel. De overgedreven en kan het Goud op-folveren, om dat in de Medicyne te ge bruiken. Het gebruik hier van is in de Goude Leeuw, pag. 134. beschreven, waer ik geleert
heb uit den B-een-a- Salis te maken.'
om den ? uit Spaens-groen te bekomen. Bé. 1 pond op. Dit moet in tºt
opgelost Wor
of het Licht der Philofophen.
195
worden , en dan fal men dat door een vilt
:: ::(
papier laten pafferen. Daer na Be. 2 pond Pot-affchen. Hier uit fal men een Looge ma ken, en die ook door een vilt-papier laten zy gen. Neemt dan beide defe Loogen van elks even veel, en giet die te samen, foo falfich de 4e van of coaguleren, die gy dan door een pa pierfult laten gaen, als boven, foo hebt gy een heerlijk Spaens-groen, dat feer fchoon is om mede te verwen: want op defe wijfe word het
o+ gefuivert van alle fijne aerdachtigheit, foo dat het een feer heerlijke tinctuur is, wanneer men die in den geeft van 9ĂŠ opgelost heeft.
Een A of-a- uit den 9ĂŠ, tij, e, e, en Brandewijn.
Uit defe word per Retortum een vyerig Aqua gemaekt, waer in men den Q van Ve nus kan oploffen. Doch als gy defefpecien di ftilleert, foo moet gy wel voorfichtig wefen,
op dat daer de brand niet in kome, en gy dat glas met de Materie niet om de ooren krijgt;
want met defen geeft is geenfins te gekken. Wanneer defe-n- dus is bereid, heeft hy kracht genoeg, om den menfch van 't Graveel te ver loffen. r
Nu moet ik weder wat spreken van de Na N 2
tUlur :
De Groene Leeuw, tuur: want als wylefen, dat Hemel en Aerde door het Woord Godts is gemaekt, foo moet 196
men verstaen, dat alles wat de mensch beden ken kan, ja felfs wat noch boven fijne gedach tengaet, en voor hem onbegrypelijk is, door de rechterhand des Heeren is voortgebragt. Godt is een geeft, Joh. 3. en alles heeft fijnen oir fpronk uit geeft en vyer, en word weder daer
door vernietigt. Een is de Zaligheit, name lijk Jesus Christus : een is het Licht aen de Hemelen, namelijk de Sonne: een is het Licht onder de Metalen, namelijk het Goud; en
een is het Licht onder de Mineralen, namelijk den Antimonium. Onder de Souten is de CD
het grootste, onder de VW de Urine, en on der de Vegetabilien de Wijn, en alles wat daer van af komt: want fonder dit felve V fal geen recht Aurum Potabile gemaekt konnen wor den.
-
De Wijn is anders niet als een A, en te ge lijk ook V, uit een felfde Fontein, die door de Distilleer-konst in 't openbaer komen, en an ders niet. NB. Dit moet gy weten, dat het felve A en V niet uit den Wijn fal gebragt worden, of de Wijn moet eerst in een ferment gebragt wefen, anders fal men dat A als ook het W niet te fien krygen.
De Son word aen den Hemel gespijft en onderhouden door het Astralische Sout, dat -
zij
-
eerder
of het Licht der Philofophen. 197 eerder dan de Son en de Maen is geweest, en het aldereerste, dat van Godt wierd gemaekt, was Sout, of een Sout-klomp, dien de Philo fophen de eerste Materie aller dingen noemen. - Daerom heeft Godt ons bevolen het Sout te
gebruiken; gelijk wy lefen in het Boek Levi ticus aen het 2. Cap. op het 13. vers: En alle offe
rande uwes fpijs-offers fult gy met Sout fouten, en het Sout des Verbonds uxves Godts van uw
fpijs-offer niet laten afblyven: met alle uwe offe rande fult gy Sout offeren. Wanneer gy fonder
Sout werkt, foo fult gy geen volkomen offe rande doen. Daerom bemint het Sout, en ge denkt dat de Vrouwe Loths, die tot Sodom woon de, in een Sout-pilaer is verandert. Genefts 19. vers 26. Hier mogen wy leeren, dat alles wat 'er is door Godes kracht uit Sout is voortge
komen: en indien wy de Corpora tot hareeer fte Materie willen brengen, foo moeten wy die tot Sout maken, en dan het Sout in W, en
ten laetsten in Oly; 't welk dan onfeSout-zee is, die Godt uit de Natuur door de Konft fij ner werkingen gemaekt heeft. Hier van leeft men noch in het z. Boek der Koningen. Cap. 2. vers 21. Doe gink hy uit tot -
de Water-welle, en wierp het Sout daer in, en feide : Soo feit de Heere, Ik heb dit water ge font gemaekt, daer en fal geen doot, noch on vruchtbaerheit meer van worden. e Alfoo wierd -
N 3
dat
198
De Groene Leeuw,
dat water gefont, tot op defen dach; na het woord van Elifa, dat hy gefproken had. Alhier zijn ons van Godt voorgestelt de krachten en wonder werken des Souts : waer
over men fou een vraeg konnen inbrengen, of dit ook gemeen Sout mag geweest zijn ? waer op ik neen foude antwoorden; maer wel het Sout der Natuur, dat fijne wooning heeft in het Sout, alsook in alle andere dingen; waer van op het 19. vers is te fien. Dit Sout, waerde Philosophen van hande len, is Sout en Swavel tegelijk, daer men in 't
Boek Deuteronomium, cap. 29. vers 23 van leeft. Want fonder Sout, fal'er geen Verbond noch bestendigheit worden gevonden. Siet hier van in het Boek Numeri, cap. 18. vers 19. t Sal een eeuwig Sout-verbond zijn, voor het 4engeffchte des Heeren, voor u, en voor uwen za de met u. Van dit Verbond leeft men noch in het 2. 'Boek der Chroniken, cap.
13. vers 5. Staet
het u niet toe te weten, dat de Heere de Godt If raels, het Koninkrijke over Ifrael Davidgegeven
heeft tot in eeuwigheit, hem, enfijnefoonen, met een Sout-verbond?
-
Paerom moet ik nochmaels feggen, dat in het Sout is verborgen 't geen vele foeken, en
::felfs noch dagelijks doe, want fonder defe
:1e, na dat ik kan bemerken, zijn er geen °°rtPlantingen in de Natuur, en fonder het ---
Sout
of het Licht der Philofophen.
199
Sout kan in de Konft niet gevordert worden. Doch gy moet weten, dat tot hier toe niet is gesproken van het lichaem desSouts, maer van het A, dat in 't Sout is verborgen. Hier van leeft men in het Evangelie van AMarcua aen het 9. Capittel, verf 49, en 5o. Want een yder fal met vyer gefouten worden, en yder offerande fal met fout gefouten worden. Het fout is goet, maer indien het fout onfout word,
zwaer mede fult gy dat fmakelijk maken ? Hebt fout in u felven, en houd vrede onder malkande 7^e/g.
Om nu vorder tot mijne reden te komen, foo feg ik, dat het Goud is een Sout; doch dat felve heeft geen fmaek: maer by aldien gy dat
felve wederom smakelijk fult maken, door het Sout der Metalen, foo word dat levendig, en fal fijn zaed van fich geven. Hier van heeft Sendivogius gesproken, dat het Goud zaedge
ven kan, door welk middel het fich kan ver meerderen.
r
-
De Mensch heeft fout in hem felven; maer dat kan fonder het Metalische Sout niets doen in de Konft.
Van het Sout leeft men ook in 't Evangelie van Lucas, cap. 14 verf: 34, en 35. Het fout is goet: maer indien het fout fmakeloos geworden is, zvaer medefal het fmakelijk gemaekt worden ? Het en is noch tot het land, noch tot den meft N 4 hoop
2oo
De Groene Leeuw,
hoop bequaem : men werpt het wech- Wie ooren heeft die hoore. Die dan met Sout wil werken, moet voor fichtig weten, om des felfs fmaek niet te bene men, en acht-flaen op des felfs corrofijffche natuur, die in fijne uitwendige kleederen be ftaet, en foeken het gene dat in het Sout ver borgen is; dan fal men A en V tegelijk uit -
eene Fontein bekomen, waer uit de Metalen
van Godt zijn gemaekt. Indien gy het Sout dan in eeren houd, foo moogt gy mede wel letten op de Spreuk van -
den H. Apoftel Paulus, in den eerften Send-brief aen die van Colloffen, cap. 4. vers 6. Ow woord ,
zy altijt in aengenaemheit met fout befprengt, op dat gy moogt weten, hoe gy eenen ygelijken moet antwoorden.
Hieruit is genoeg te leeren, dat alles wat er is, in het Sout der Waerheit bestaet. Dit Sout
word door het A gemaekt, en aen den dach gebragt. Een Sout door het A geloutert, is anders als tevoren, want het neemt de Natuur des vyersaen, en verandert fich in A. Dit kan bekent worden, als men uit (Den
Š een WF maekt, dat van fich felven een ande re natuur heeft, dan't gemeen Sout, waer uit dat Aqua gedistilleert is. ' Alfoo is het ook met die andere VW, of -
fpecien, te weten die men distilleert uit de
Wijn,
, -
*,
*
of het Licht der Philofophen. 2o1 Wijn. Een geeft fal een andere natuur heb ben, dan die niet gedistilleert is : want door
het A krygen de dingen een ander weten, foo - dat die door het A verbetert worden. Even eens is het ook met de Souten der Metalen, en
kleine Mineralen, als 5, oo, @, en dierge lijke.
-
-
Men fiet dat door het A, het zand tot een
glas, ja tot een steen kan gemaekt worden, door middel van de Konft. Van gelijken ook de aerde tot fteene potten, die wy dan tot on
fen arbeid konnen gebruiken : waer van Baft lius in fijn 4. Sleutel, pag. 29, aldus spreekt. Wanneer affchen en zand door het A wel gaer zijn, foo maekt de AAeefter daer uit een glas, dat daer na in het vyer beftendig is, en in het vyer een doorftchtigen fteen gelijk word, dat men dan voor
geen affchen noch zand meer kan bekennen ; maer is een glas. t
-
Hyfeit ook, dat men door 't A eenen steen tot affchen kan branden, en dat men daer een
Kalk van maekt. Dit fal misschien sommige vremt voor komen, dat Baftlius eerst heeft ge feit, dat door het vyer, steenen en glas worden gemaekt ; en daer na, dat door het vyer, de fteen tot affchen kan worden gebrand. Doch men moet dit hier niet verstaen van een ge meenen steen, maer van die in het V des le
vensgewaffchen zijn : en als defe in het A zijn -
-
N 5
ge
De Groene Leeuw,
2O2
gebrand, foo geven fy een Sout van fich; welk Sout uit stof is voortgekomen, door de kracht
$
des A. Daerom spreekt Baftlius , pag. 30. Welke Meester geen affchen heeft, die kan ook geen Sout maken tot de Konft : want fonder Sout kan ons werk geen lichaem bekomen, dan dit onderhouden heeft fijnen oirfpronk
: is u
in 't Sout.
m
-
Hier mogten fommige meenen, als fy het in Sout uit de Metalen hadden, dat fy dan verre |d
genoeg fouden weten in't bewerken van den |t Sout-berg van Hermes.
g
-
Doch ik fegge, na de woorden van Baftlius, li
pag. 31. dat in het Sout geen voordeel is, of |K gy moet fijn binnenste eerst buiten arbeiden, |t en dat omkeeren; anders fal daer niet uit kon- |k nen komen. |$
Ik heb eens een Sout uit de Metalen ge- li maekt, wanneer ik meende Meester te zijn; want dit Sout was feer schoon, en blank als de l' fneeuw: maer toen het al om quam, als wan-
neer het in 't A gestelt is geworden door de Diftilleer-konft,foois'er eerst de rechte fchei
ding gekomen in dat Sout, door dien het fijne vyerige geesten van fich heeft gegeven, eenen wit, en eenen anderen rood. Of dit nu tot de Metalen kan dienen, foo verre heb ik het noch niet verfocht; waerom ik voor dit mael daer
niet verder van fchryven fal. "M
â&#x20AC;˘
Hier
,
of het Licht der Philofophen. 2os Hier voren heb ik gefeit, dat deSonne door Sout word gefpijft en onderhouden, en dit moet vast gaen: want waer uit dat Godt eenig ding voortgebragt heeft, daer door word het felve ook onderhouden. De menschen van
aerde gemaekt, worden door Godts genaden van de vruchten des aerdrijks gevoed, waer mede haer leven onderhouden word. De He
melen uit Sout gemaekt geven het voedsel aen de Son en de Maen, en de andere Planeten,
't welk door de stralen der Son in het aerdrijk gedreven word, waer door alle Mineralen in
deraerden haren wasdom krygen, en ook de Kruiden en Gewaffen onderhouden worden, tot voedsel van Menschen en Vee. Want de
kracht aller Planeten is in het Centrum van de
Son; en foois het ook met het Goud, waer in alle de krachten der Metalen als op eenen hoop zijn verborgen, om daer door alle de an dere te konnen genefen tot een volkomen lic haem, gelijk het Goud felver is, indien men de Schriften der Philosophen gelooven mag. Baftlius spreekt hier van feer heerlijk, in fij ne Voorreden over de 12 Sleutels, pag. 8 met
defe woorden : Die dan den grond der Wijsheit bemint, mag merken op mijne reden. De geeften der Metalen zijn feer ongelijk, die in haer verbor gen liggen: want de eene zijn vluchtig , en de an dere fix,gelijk ook hare zielen, en haer lijf. Welk AMe
2 O4.
De Groene Leeuw,
Metael de gaven van alle hare fixheit by een heeft, daer aen is toegeftaen het vyer met alle fijne
Vyanden t'overwinnen; 't welk in Sol, of het Goud alleen word gevonden. Hier mogen alle de Alchymisten wel een exempelaen nemen, die uit andere Materien, dan in de Son, den Steen der Wijsen willen foeken : want Bafilius feit, dat in de Son de krachten zijn van alle de Planeten. Wat wilt gy dan foeken daer niets is te vinden? Ik beken wel, dat uit de flechte Metalen een Sout is te maken, dat tot vele faken kan die
nen : maer haren 3 en 4 zijn verbrandelijk, gelijk ik felfs bevonden heb. In b is Sout en V; en in het Goud is @ en -
&, en fonder defe twee, geloof ik, dat geen goet werk volbragt worden fal. De Sleutel is in den Wijn, en in den geeft des Weerelds, die op het waterfweefde, wan neer Godt de bovenste van de onderfte wate
ren verdeelt heeft. Def5 en den 5 zijn wonderbaer : het eer fte is Sout met een onreinen @ ; en 5 is :
met Q, en niet veel Sout. By den 5 heeft de @ de overhand, waer door die alle Metalen verbrand, wanneer fy daer mede gefmolten worden, behalven het G), dat daer door gefui vert, en in fijnen graed verhoogt word. De f5 is een water dat de handen niet nat -
*.
-
Y--
maekt,
of het licht der Philofophen. 205 maekt, wanneer dat, door de Konft der Oude
Wijfen tot een Sout word gebragt, en nader hand tot een Oly, die feer vyerig is op de tong ; waer van voor defe mael fal genoeg Z11n,
-
':5oor het Sout van den ouden
5 kan een
vyerig water worden gemaekt, wanneer men fuiveren x daer by doet, en die dan na de Konft over drijft,foobekomt men een W, dat
tot de Metalen,als ook in de Medicynen dien ftig is. - . . . De Steen-kalk eenige dagen in te laten -
ftaen,en daer na in het felve op het A gekookt,
en dan dat vdoor een vilt-papier gedistilleert, foo loopt het Sout van de Kalk door 't pa pier : daer na fult gy >< nemen, en gieten die in dat Kalk W, dan moogt gy dat opfoet vyer
laten af-rooken, tot dat het een Soutzy. Hier mede kan men feer licht de Metalen fmelten
in 't vyer, die anders moeielijk te smelten zijn. Door het Kalk trekt men het vyer uit de Steen-kalk, dat is, als de Souten tot een Kalk
zijn gebrand, en dan in het gecalcineerde Vof Urine gedaen, die van ons af komt. Dit wa ter fal men met andere gebrande Souten en
den Steen-kalk laten fermenteren drie Maen den lank, fooloft fich de Steen-kalkop,en laet fijnen geeft in het distilleren geern volgen. Defe geeft heeft fijne deugden in de Medi -
cyne;
2o 6
De Groene Leeuw,
cyne; waer van Baftlius de krachten heeft be fchreven : maer om den felven te maken of te
bekomen, vind men daer foo klaer niet, als ik
hier geleert heb.
De Philosophen feggen, dat in de Son, en in de Souten de schat is verborgen, die foo me
nigte lieden foeken, gelijk ik mede hier vo ren hebaengewefen,dat geen dinkfonder Sout kan bestaen, ja felfs de Son niet. En by aldien de Son geen Sout van de Hemelen ontfing, foo fou die ons van boven geen Sout konnen geven. Dit hebben de Oude Wijsen het Astra
lische ofwel Centralische Sout genoemt, ge lijk Sendivogius ; waer van ik in de goude Leeuw noch gehandelt heb. Dus ..
of het Licht der Philofophen. 207 Dus spreekt Moses, genefts aen het eerfte Ca pittel : In den beginne fchiep Godt den Hemel en de Aerde. Hier uit is wel te begrypen, dat Godt iets van te voren gemaekt heeft, waer uit
defe twee groote Gebouwen geformeert fou den worden. Ik feg dan, dat er eerst een
Sout-klomp van Godt is gemaekt, die door de kracht Godts in 3 stukken verdeelt is gewor den; waer van den Hemel, Son, Maen, en
Sterren uit de alderfuiverste Sout-geeft zijn
geformeert. Van het tweede ofaldergrofste deel, is de Aerde gemaekt; en het derde deel, is het Water. En dit zijn de drie stukken, die uit de Sout-klomp zijn voortgekomen, na den wille Godts; en foois den Hemel, en de Aer de, met de Zee geschapen. & Tot bewijs hier van fal men konnen fien, wanneer men eenig dink tot affchen verbrand, -
dat 'er niet anders fal overig blyven dan Sout, ' 't welk het eerste is, waer uit het felve was
voortgekomen. Het Water kan weder tot Sout worden, -
door de kracht des A : van gelijken kan het A, door de werking der Natuur tot een Wa ter worden,en ten laetsten tot Sout,en Aerde.
Alfoo kan het een in het ander verwiffelt zijn, en ten laetsten fal het weder gebragt worden tot het gene, waer uit het eerst is voortgeko men, namelijk Sout.
-
Ik
-
2OS
De Groene Leeuw,
Ik feg dan, dat in het G), en in het D, dat de Philosophen onder den naem van V gestelt hebben, alles vervat is, wat tot het werk der
Philofophen vereifcht kan worden. Nochtans is dat Dhare), ofwel fy, die uit de Sout-fon tein is voort-gekomen. In het Boek Genefts, cap. 37. vers 9. leeft men van Jofeph, dat in fijnen droom, de Son,
de A4aen, en de Sterren voor hem neder bogen. Nu de Sterren zijn de Souten, daer de Son en de Maen voor moeten buigen : en dit Sout heeft Godt in den Mensch, als in een Arke des
Verbonds, gelegt. Daerom heeft Baftlius defe reden
gebruikt,
in fijn Boek de Microcofmo, pag. 1 13. De Tin Ä&#x2021;tura Solis, maeft het Aurum, en de Luna pota
biles, vermogen veel: en 3 regeert de kleine Wee reld. Waer door hy te kennen geeft, dat het voornaemfte Sout in de Mensch is, dat de
Sleutel heeft om alle Metalen vluchtig te ma ken, en de felve te openen, voornamelijk het Goud. Want het Sout, dat van de Mensch voortkomt, is Konink van alle andere Souten :
daerom hebben de Philosophen dat met een Sterre geteekent, door dien dat felvige het
licht is van alle de andere; ja het kan dooden en levendig maken, te weten, als het tot een Salpeter geworden is, want dan is het een ver fchrikkelijke Draek : en wanneer het noch in -
\
de
v
of het Licht der Philofophen. 209 de mist is, en op de velden gebragt word, foo maekt het de doode landen, wederom leven
dig en vruchtbaer. Dit doet het Sout, en geen ander ding. Daerom heeft ook Christus ge fproken, indien de aerde niet gefouten is, foo fal die geen vrucht dragen. In het Centrum van de Son zijn alle de -
krachten van de andere Planeten, om haren
glans en schijnsel t'ontfangen: alfoo is het ook met het G), dat fijn fchijnsel aen alle andere kan geven, indien men het opend, en tot fijn eerste wesen brengt, waer van ik noch geen Meefter ben in de Konft.
-- '
'
Het is wel een groote dulligheit van vele Alchymiften , dat fy uit een onvolkomen ding,het alder-uitnemenftegoet willen voort
brengen, 't welk tegen de Natuur is; dewijl geene faek kan geven dat hy niet heeft. En Godt heeft in yder ding gelegt, fijne Medicy-, ne, fijne werking, ja ook den uitganken den
aenvank van de Materie, gelijk men by Job leeft, cap. 28. Gewiffelijk is voor het Silver een uitgank, en een plaets voor het Goud datfe fmel ten. Daer ons klaerlijk genoeg voorgestelt word, waer dat wy de Medicyne moeten foe ken; te weten, in de Son, of in het Goud.
. Hierom spreekt Baftlius in fijn voor-geroer de Boek de Microcofmo, pag. 115. als volgt : in de Materie en forme steekt een Sout, dat een -
O
band
2 1o , , De Groene Leeuy, band of verbintenis aen 't lichaem is : nu wat
daer meer is van nooden, dat vind men aen
't Goud; want de scheiding brengt alles aen 't licht, of in 't openbaer door de Konft. Alfoo dat wy naer het feggen der Philosophen niet anders van nooden hebben,als Sout, en Goud, of ook Sout water, dat voortkomt uit onfe
Zee; die ons van Baftlius met klare woorden hier voorgestelt is. Wy hebben hier voren aengeroert, hoe dat -
-
Job van het X) en G) verhaelt, en op wat wijfe die voortgebragt zijn, als ook daer by het ein de der felver. Daer na spreekt hy noch van het dy en Q, en dat die op een andere wijfe voortgebragt zijn; te weten, dat het yfer uit ftoffougenmaekt worden, daer het nochtans in feer harde steenen is, als men dat op deraer den brengt, of uit het gebergte houwt : foo dat door defen naem van ftof hier verftaen
moet worden, dat dit Metael geen blyvende ziel heeft, gelijk wel het Goud; daerom fal fijn lichaem en ziel in het A niet bestendig zijn, maer als stofen rook verdwynen, en ter fchoorsteen uit varen.
- "
Vorder beschrijft ons Job, uit wat voor een fondament de rechte wateren voort komen,
fprekende in fijn 4 vers aldus: worden van den . zmenfche uitgeputtet; foo dat dit felve Val van
Godt door de Natuur is gemaakt :
va:dit af)
-
v
of het Licht der Philofophen. 2 11 kan men genoegfaem fien in het 5. vers. Dat dit water niet anders is, als het Aderaerden,
waer van wy leven; en dat A word in ons lichaem verandert tot een Sout, en daer na
door de verrotting in een V, dat wy door de Konft in een vyerige lucht veranderen, en tot het werk der Philosophen gebruiken. In het 6 vers gaet hy voort, als volgt, Hare
fteenen zijn de plaetfe van den Saphyr; en fy heeft ftofkens van Goud. Dit schynen slechte rede men voor degene die niet verder denken als fy konnen fien, daer nochtans in de Natuur feer
vele verborgentheden zijn.
Job spreekt niet anders als van het), G), oy, Q; maer van 2,15, ยง, en andere Mine
relen, als 5, B-, O, D, o-o, @ , en diergelijke, word by hem geen gewagh gemaekt: de reden is, om dat door defe 3 Metalen, alsfj, 2, 3 geen Aqua voor den Konink bereid kan wor den ; gelijk mede door de kleine Mineralen,
als 5 en andere, waer van in het voorgaende gehandelt is.
โ ข
-
In het 28. Cap, verf. 7. en 8. verhaelt hy noch van de
w: en ftelt ons die voor met
de volgende woorden. De Roof-vogel heeft het pad niet gekent, en de ooge der Kraye heeft het niet geften. De hoogmoedige Dieren hebben het niet betreden : de felle Leeuw heeft daer over niet he men gegaen. Wy fouden te breed loopen, met O 2
Van
2 I2
De Groene Leeuw,
van dit pad te willen handelen : doch ik feg alleen, wie dat het Sout het binnenfte buiten
kan brengen, die sal dan de Wijsheit vinden, waer van hier gesproken word , want geen menfch kan wijs worden , dan door verborge ne faken, wanneer hy die leert : en dit is de
weg, dien geene dieren betreden hebben. En hier van fal voor defetijt genoeg zijn. Het Sout is het voornaemste deel, dat Godt
aldereerst door fijn Woord heeft gemaekt, waer uit alles is voort-gekomen. Dit Sout is, als voren, in vele onderscheiden deelen ver deelt; en elk deel heeft een byfonder kleed aengenomen, door de werkingen van de Na tuur, het zy dan rein of onrein. Defe onreine kleederen zijn onder de macht der menschen gestelt, om de edele Natuur niet in de dui fternis te laten; maer door de Konft der Wijf heit de felve te dienen, in hare edele vruchten
t'ontleden, op dat wy dan, door het bewer ken der felver, haren Wijn, en Sout, en Geeft fouden bekomen.
n
Het Sout, dat voor een V gehouden mag worden, is niet alleen in de Metalen; maer de
Vegetabilien hebben ook Sout en Affchen. Het eene Sout fmelt in het A, en het andere
worddaer in tot een Corpus, dat door de lucht dan weder tot een W word; want fonder wa ter kan men befwaerlijk tot eenige t'famen voeging
ofhet Licht der Philofophen. 213 voeging komen, gelijk men by de Pottebak kers kan fien, dat fy haer leem niet t'famen konnen krygen fonder tas, 't welk doch voor een geringe faek by den gemeenen man word
geacht, daer het nochtans de Meester in 't werk is. Daerom laet ons het Sout tot een W leeren maken , en naderhand dat water tot
ftof en affchen, na de leffe van 'Bafilius, dan ge loof ik, dat men het V tot een fteen falkon
nen brengen.
-
Sout Commun door het A in een Wind
oven uitgebrand tot dat het een groenen steen zy. Defe koud zijnde fal klein gestampt wor den, en foo op een glafen tafel gelegt in een vochtige kelder, dan fal het inkorten tijt tot een V of Olyloopen, dat gy dan door een pa pier konddistilleren, foo hebt gy een Aquam Salis Communis.
,
-
Wijnsteen door A gecalcineert tot een
groenen steen: defe klein gestampt, en als vo
ren op een glafen tafel gelegt, faldan lichtelijk tot een Aqua of Oly loopen, en dus hebt gy een Aqua van de Wijnsteen. Salpeter door A gecalcineert, gelijk in de
goude Leeuw is geleert, tot een groenen steen. Defe klein gestampt, en als voren op een glafen tafel gelegt, fooloopt die tot een Aqua of Oly van GD.
(
-
"
,
. . .
Sale Armoniac gesublimeert met Sal Com O 3
mWW ,
2 I 4.
De Groene Leeuw,
mun, dan op een glasen tafel als voren gefol
veert, en door een papier gedistilleert,foo hebt gy het e-Aqua van %. De B- gecalcineert, folveert fich ook tot -
-
een Oly of e-Aqua: en op defe felfde wijfe kan men noch alle Souten tot een eAqua maken, dat dan is e-Agua Alcali, of gecalcineert Sout water.
f
Men kan de Souten ook doen fmelten fon der het gemeen A , als men die in een aerden
pot doet, en eenigentijt in deraerden stelt, op de Maenden van Maert, April, September en OÄ&#x2021;tober, 't welke de Maenden zijn om de Souten in haer felven te doen folveren.
De Philosophenfeggen, foo wien de folve ring des Souts is bekent, dat die ook weten fchap heeft van de Konft der Oude Wijfen. Ik fegge niet, dat defe hier vooraengewese ma nier de rechte handgreep is, gelijk de Philo
phen die verstaen hebben, maer wel dat ik felfs defe voltrokken, en tot een az gebragt heb. Aldus kan het Sout dan tot water wor den, en hettÂşt weder tot Sout. Het eene werkt door het andere : het Vis de Vrouw, en het
Sout is de Man. Die dit niet kan begrypen, mag doen gelijk my dagelijks gebeurt, en hy fal de waerheit hier van ondervinden. De Metalen worden gecalcineert door het
A, en tot stof en affchen gebrand, waer uit \
men
of het Licht der Philofophen. 215 men dan een Sout trekt. Dit Sout is hare Se
cunda AMateria, want de Prima AMateria der Metalen konnen wy niet te fien krygen; de wijl die een onsichtbaren geeft is, en haren le
vendigen -, dien wy door den gemeenen & gewaer konnen worden, wiens Corpus wy in een gestadige beweging fien : doch de oir fpronk, waer uit defebeweging komt, is by velen noch niet bekent, door dien van vele
gefeit word, dat het inwendig loopen van den & van wegen de koude komt, 't welk noch tans tegen de Natuur en de reden strijd, want
de koude is geen oirfaek van beweging noch leven, maer van stilte en de doot. Paracelfus schrijft, dat de 3 is een Hemels
A; en de reden is, om dat de 3 gestadig in 't leven blijft, want foo ras als hem dat A is be
nomen, foo ligt hy als een doode aerde, waer in anders niet word gevonden dan Sout dat feer onrein is, waer van ik in dit Boek voor
heen al gehandelt heb. De Panacea, die ik onder den naem van
den Q van 5 beschreven heb, wordhare edel
fte ziel uitgetrokken door den -a- van Brande wijn, op de volgende wijfe. . . . , Et. dusdanigen @ foรณ veel als gy wilt, en stelt daer 4 vingeren hoog geeft van Brande wijn op; laet dit foo 14 dagen in foete warm te staen, foofalfich de Brandewijnkouleuren O 4 na - ' -
-
2 16
De Groene Leeuw,
na denrooden : wanneer gy dit fiet, foogiet den Brandewijn daer af door een vilt-papier, dat die feer kleer zy: op het overige moet gy al weder verschen Brandewijn fetten, gelijk voren geleert is, foo fal de ad- des Wijns de
roode ziel van de Q des 5 uit trekken. Als uw Swavel genoeg in dezes des Wijns : eb
t gefolveert, foodoet die in een glafen kolf met fijnen helm, en diftilleert den Brandewijn in Balneo Maria daerfeer foetaf, foo fult gy in de grond een bruine Maffe vinden; 't welk dan een heerlijke Medicynefal wesen tegen de Waterzucht : doch fy moet in feer kleine quantiteit gebruikt worden; want het is een fubtilen geeft, die als een A geheel het lichaem doorwandelt; doch in mijne andere Schrif
ten is noch meer van de krachten en deugden
des felfs tot de Medicynen telesen, maer hier
heb ik nu naektelijk verhaelt hoe de bereiding des felfs in het werk word gestelt.
-
fb
Hoe men uit 5 en of een Konink fal maken. B. & Minerael 2 pond. Laet dit smelten, -
en wanneer de 5 als V gesmolten is, foo doet
daer anderhalf pond of by, die gy foo lang fult t'famen laten loopen, tot dat de gryfe Wolf het GM heeft verteert. Dit kan men ge *
*
-
Waer
-
of het Licht der Philofophen.
2 17
waer worden, wanneer men met een yfer in den Degeltaft, en dan fult gy bevinden, of het yfer ook al gesmolten zy, en wanneer gy dit verneemt, foo neemt den Degel uit den oven,
en laet die koud worden : dan moogt gy den Degel in stukken kloppen, foo fult gy bene den in den Degelden Konink vinden, dien gy van de flakken moet afflaen. Defen Konink fult gy dan weder in een schoonen Degel fmelten, en met een weinig (D af-waffchen of af-branden, foo fal die feer schoon worden,dat men met vermaek den felven falaenfien. Hier uit kan men dan schoone Bekers of
Kroefen maken, om over nacht 2 oncen Wijn
daer in te stellen, die men 's morgens voor een feer goede purgatie mag in-drinken: doch die defe substantien wel kent, fal ook het gebruik hiervan lichtkonnen weten. Ik geloof, dat er
geen Mensch fal gevonden zijn, die de krach ten en deugden van den 5 en het onrecht fou beschryven.
N: falik weder keeren tot de natuurlijke Men leeft in het Boek Genefts, cap. 1. vers 16. dat Godt twee groote Lichten maekte, als de Son en de Maen, het eene tot heerfchappie des daegs, en het ander tot heerfchappie des nachts. En of schoon ons dit met foo gemeene woor
den voorgestelt word, foois nochtans daer in O 5 -
::
v
De Groene Leeuw,
2. 13
meer verborgen, dan wel duifend menschen fouden gelooven. De Sonne is denoirfpronk van het Licht, waer van alle andere lichten ha
ren glans te leen houden, en fy is het leven van alles. By aldien dat de Son fijne kracht niet quam uitbreiden, over alles wat onder het Fir mament is begrepen, foo fou'er geen dink fij ne volkomenheit erlangen : want de gantsche volkomentheit heeft haer wefen van de ftralen
der Son, waer door de kracht Godts word ge kent in alle de vruchten die wy dagelijks nutti gen, om onsleven daer mede t'onderhouden. Alfoo is het ook met de Son der Metalen,
namelijk het Goud, wiens volkomenheit aen alle de andere onvolkomene mede-gedeelt worden moet, om de felve van hare fwakhe
den en gebreken te genefen, en van alle hare onreinigheden te fuiveren.
-
Het Goud dan is de Son der Metalen : de
Mensch is de Son der Dieren; de Wijn is de
Son aller Landvruchten. DeSal Armoniacis *
een Son onder de Souten.
Die nu lust heeft om de Natuur te bemin nen en t'onderfoeken, die moet voor eerst
Godt bidden, dat hy ons den weg der Natuur
wil openen, fonder het welke wy niets fullen uit-rechten in defe Konft,
v.
Men leeft in de H. Schriftuur, dat de Kin
deren Israels door de roode Zee zijn gewan - -
-
delt, ,
of het Licht der Philofophen.
219
delt, Exodt, cap. 14. vers 2 1. Doe Mofe fijne hand uitftrekte over de Zee, foo deed de Heere de Zee wech gaen, door eenen fterken Ooften wind, dien gantfchen nacht, en maekte de Zee drooge, en de Wateren wierden gekloven. Hier heeft ons Mofes de wonder-werken des Heeren beschre
ven, en met eenen geleert, hoe dat Godt felfs de WW van de Wateren heeft gedeelt of ge kloven, waer door wy mogen komen tot de
kennis van de edele Natuur, die een Diena reffe van Godt is.
-
. . .
De Wateren dan door Godtsgebod uitge droogt zijnde, foo hebben de Kinderen Godts
de kracht der Natuur daer ingefien: en by al dien wy rechte navolgers van de Natuur wil len wefen, foo moeten wy haer altijt dienen
met A en V : en by foo verr een van defe quam te ontbreken, foo fal de Natuur hare werkingen niet konnen doen in de Sout-Zee
der Philosophen, die ik voor heen met den naem van den ouden f; genoemt heb. En de fe is anders niet als uit de geest des Weerelds voort-gekomen, die haren oirfpronk in der aerden eerst heeft uit den Hemel, en daer na
weder uit der aerden na den Hemel oprijft. En dus verandert fich de Natuur van de eene
gedaente in de andere, in verscheidelichamen, die wy dan door de Konft des A en des W
moeten verdeelen en scheiden; op dat wy het -
-
lieve
-
-rยบ
2,2C)
i
â&#x20AC;˘
M-
De Groene Leeuw,
lieveLand aenschouwen, daer der geenPhilosophen Sout nochmogten W ontbreken fal,
:f:
om de Metalen van hare onreinigheit af te
!
waffchen.
$
-
------
- --
t'samen-fpraek tuffchen de Souten en de Mineralen, over hare Natuur en wefen. Sout. * .
-
.
\
IkSout ben foo goet als Goud, indien gy my maekt uit de Metalen : want fonder my moogt gy niets doen in de Konft. Antimonium.
Ik ben een Minerael, dat feer groote nuttig heit brengt tot vele faken : daerom wilde ik van u Sout de reden wel weten, hoe dat men fonder n
of het Licht der Philofophen. 221 fonder u in de Konft der Oude Wijfen niets fou mogen uit-rechten. In my is Medicyne :
voor Menschen en Metalen, wanneer ik na de Konft ben bereid, Sout.
-
Gy 5 spreekt, als of de Konft der Philo
i
fophen in u was; daer men nochtans wel an ders bevind: want gy zijt een vergiftigen Dui = vel, daeryder een voor schrikt, wanneer hy van u maer hoort spreken. Antimonium.
-
Foey! lasterlijke tong, en quade geeft, die felfs geen medelyden hebt met uwe eigene maekfels. Ben ik niet een Konink der Mine
ralen? Worden door mijnen geeft en 4 alle de Metalen niet gecalcineert, en tot een stof en affchen gemaekt, daer gygants geen kracht toe hebt ? .
-
-
Sout,
x
Gy moogt u sekerlijk wel beroemen, een Medicyne te weten voor de Metalen, daer gy de felvegantfchelijk dood, en als tot niet
maekt. Wie is toch meerder, die behouden | kan, of die kan verderven ? Antimonium.
Dit is een schoone vraeg,die myfeer vremd voor komt. Het schijnt, dat gy niet veel Phi lofophische Schriften gelefen hebt, en voor
namelijk die van Paracelfus, in fijn Calum -
/
Phi
222
.
De Groene Leeu)v,
Philofophorum, pag. 88. waer hyfeer heerlijk van my spreekt in de volgende woorden : Dit *s de Konft, wanneer gy den Hemel, of Spheram Saturni met den Leeuw loopende maekt op aer den, foo fet alle de Planeten daer in, en laet die dan alle t'famen loopen, tot dat den Hemel van
Saturnus verdwenen zy, foo blyven alle de Pla meten ftaen, en zijn met haer ondlichaem geftor ven, en hebben een nieuw, volkomen, en onveran
derlijk lichaem aengenomen, en dit lichaem is de
geeft des Hemels. Alle defe dingen doe ik door mijn eigen felven, fonder eenig hulpmiddel, dan alleen van het gemeen A , 't welk mijnen Dienaer is, tot dat ik mijn werk volbragt heb, en alles tot stof en affchen geworden zy; waer uit dan een Vogel fal voort-komen, die tot fpyfe voor andere Dieren en Vogelen kan ftrekken. Daerom ben ik de Meester, die het "I
quade in het goede kan doen veranderen. Sout.
-
Ik hoor dat gy 5 op mijne vrage niet wilt antwoorden, maer dat gy niet dan van u fel ven spreekt : dus feg ik noch eens; Wie is meerder die behouden kan, of die kan ver derven ? eAntimonium.
Wat wilt gy hier van hebben? Het is een gewefen regel, dat die behouden kan meer der is.
-
Sout.
:
of het Licht der Philofophen.
223
Sout.
Hier spreekt gy nu of gy een Philosooph waert : waerom hebt gy dan gefeit, dat gy de
Meester foud zijn, daer het felve niemand als my kan toekomen; dewijl alles door het Sout word behouden, en dat Godt fijn Verbond met een Sout-verbond gemaekt heeft. Wan neer ik ontledet of ontbonden word, foo kan ik alles verrichten.
Antimonium.
Ach! arm Sout, gy kond niets doen fonder my: want ik ontledeu, dat gy tot een Oly en Balfem word. Ben ik niet de Cirkel des Wee
15
relds ? Ja, in my zijn alle krachten, foo van Kruiden, als Metalen,en Mineralen. Uit mij ne Bloem komt een schoone Robijn-verw en TinÄ&#x2021;tuur tevoorschijn. Ben ik niet het Pri mum Ens Auri, waer van in het Boek de Reno
vatione, pag. 1 13. by Paracelfiu telefen is? > .
.
%
Sout.
"
- Ik merkfeer wel, dat gyaltijt met woorden de Meester wilt spelen; maer nochtans moet ik vragen, of gy defe dingen alleen en fonder
my doen kond? want gy hebt geen Sout, of moet dat van my ontfangen, om uw felven
daer mede te fuiveren : anderfins zijt gy een doodelijk vergif, voor de Menschen, en voor de Metalen, Anti
â&#x20AC;˘
De Groene Leeuw,
224-
Antimonium.
-
Hoe is het dat gy my fuivert, 't welk ik van mijn felven niet foukonnen doen? Sout.
Door het A derfmeltingen, dat inwendig in mijnen geeft is, waer door gy eerst moet pafferen, fouuwen geeft en bloed te voorschijn
komen, die dan tot een Medicyne gebruikt mogen worden. -
Antimonium.
Op wat voor wijfe wilt gy dan met my
omspringen, om my te doen deugen in mijnen ouden tijt ? Sout.
Niet anders, als dat ik uw lichaem met A wil verbranden, en den affchen in 't V doen
werpen, op dat ik dan weder van u mag ont flagen worden, en gy in bloed moogt veran deren, jafelfs ten laetsten noch een roode aer
de worden, die men dan met den geeft des Wijns falopenen, om naderhand tot vele Koninklijke faken te gebruiken. Waer over gyu
wel ten hoogsten verblyden moogt, dat gy naer uwe doot weder ten eeuwigen leven kond opftaen. -Antimonium. M.
Alle defe redenen zijn my welfeeraenge naem; maer het behaegt my niet, dat ik met A fou verbrand worden : want een ouden Wolf
of het Licht der Philof@phen. 225 Wolf laet hem niet geern het vel aftrekken, en foo is het mede met my. Maer feg my toch, duurt de pijn ook lang, die ik lyden moet, eer dat ik tot fulken verjonging kan komen, en zijn er verscheide wegen om myt'ontleden? Sout.
Daer zijn vele wegen, maer die door my, en mijnen geeft gedaen worden, zijn u de be quaemfte. Nu feg my noch, hebt gy geene andere Broeders ? e-Antinaomium.
-
- Ik heb noch een Broeder, en die doet alles wat ik niet vermag. Nu feg my ook, hebt gy wel eenige Soonen ? Sout.
-
Ik heb vele Kinderen, maer in hare klee ding zijn fy alle feer onderscheiden: als (D, GB-,
O, GP, e, % , [d, o+. Defe alle zijn van my voortgebragt door de wille Godts. Ey feg my toch, wie is uwe Broeder, op dat ik hem kennen, en vriendschap met hem maken mag.
-
-
-
Antimonium.
e
Ik vrees, indien ik u hem bekent maek, dat
gy my de rest geven, en gantsaf-schaffen foud. Sout.
Ik fal dat felve nimmermeer doen, stelt u
daer ingerust, en feg my vryelijk, wie dat hy mag wefen. -
- P
e-Anti
226
De Groene Leeuw, Antimonium.
Het is mijnen Broeder Saturnus, dien ik in alle fakenfeer onderdanig moet zijn. SoutĂŠ
Is b uw Broeder? Die gelijkt ufooveel,
-
als een Kat en een Verken; en tuffchen uw
beiden is foo veel onderscheid, als tuffchen de
Somer en de Winter. Defe heeft het geneu ontbreekt, namelijk Sout, waer mede een Sout-verbond kan gemaekt worden tuffchen alle uwe Wederfprekers. Antimonium.
Ik kan feer wel hooren, dat mijn Rijk byu een kort proces nemen fal : want het gemeen Spreekwoord feit wel, dat gelijk, fijns gelijk bemint; en het tegendeel bevinde ik aenu, , daer gy my zijt een quaden Draek, die my het leven beneemt ; daerom heb ik een schrik VOOr u,
Sout.
-
Is dit niet wel een wondere faek ? Gy weet,
dat gy uit uw felven niets kondgenefen; hoe foud gy dan andere dienstig konnen zijn, in dien ik u niet te hulp quam met mijnen geeft, die ook een A en V is; waer door gy sterven
moet, en weder herboren worden, als gy foud tot een Medicyne verstrekken. -
. Antimonium
Maer hoedanig wilt gy my dan handelen, OIIl
of het Licht der Philofophen. 227 om te maken, dat men my tot Medicyne fou mogen gebruiken? Sout.
Alleenig door het A; en dan noch mijn
lichaemaenu'ten besten geven.
>
Antimonium.
Gelieft my de bereiding toch te verhalen. op dat ik mijn einde noch fien mag. Sout.
--
-
Sacht, Sacht. Ik moet u eerst noch wat vra
gen: Hebt gy geen Sufters, of zijt gy alleenig van foo quadenaert? -
Antimonium.
-
Ik heb er noch verscheiden ; doch hare
kleederen komen t'samen gants niet over een: want de eene isgeel, de andere is blank als Cri ftal, en vele meer die ik niet fal noemen, om u
het hooft niet moeielijk te maken. Sout.
Ik wil met die andere gants niet te doen hebben; want gy alleen zijt my genoeg, om te betoonen, dat ik de Meester ben, boven alle de Mineralische Souten. Antimonium,
Waer is toch uwe woning, daerde Alchy miftenu mogen vinden, en my dan genefen, op dat ik aen de Weereld goeden dienst fou
mogen doen ? P 2
Sout.
228
De Groene Leeu'W, Sout.
Van binnen in u felfs, en in alle de Meta
len, maer dit is het bequaemste, dat de Phi losophen haren Groenen Leeuw genoemt hebben.
v
Antimonium.
Zijtgy dan de Groene Leeuw 2 feg my dat toch.
-
Sout.
-
Des Winters ben ik een gryfen Leeuw; maer in de Somer word ik tot een groenen Leeuw. e Antimonium.
Waer is toch uw Huis, of Paleis ? Sout.
-
In 't Wijn-huis fult gy my konnen vinden, indien gy maer de Sleutel hebt om dat te kon nen openen.
-
e Antimonium.
Dieis in my, en in geen ander. Sout.
-
Indien dat foo was, daer fou dan wel meer
der blijkby de Philosophen afwefen. e-Antimonium.
Wat feggen is dit ? Ben ik niet het voor naemste Minerael van alle ? Sout. , De voornaemste qĂźael onder alle Minera lenen Metalen , want gy alleen kond met : -
1C -
,
of het Licht der Philoftphen. 229
lichaem in het A niet bestaen : en byaldien eenig Metael met u in het A komt, foo ver
dwijnt gy,en laet dat liggen in affchen en drek, en dit is uw werk. eAntimonium.
w
-
: 1
-
Zijt gy dan de $ der Philosophen, die men in den Wijn foude foeken, waer mede ik ge opent fou worden in de Konft?
-
Sout.
Ik ben een Sout, dit weet ik wel : maer of :::
ik in den Wijn foude wonen, dat mogen fy . weten,die my van nooden hebben in het werk. eAntimonium.
Gy spreekt al tegens my door gelijkeniffen, en omwegen. Hoe fou ik u konnen vinden, als ik u tot mijn lichaem van doen had? Dus
feg my toch klaerlijk, waer uwe woning mag wefen. N,
Sout.
Ik woon op alle plaetsen, en in alle dingen fult gy my vinden. e Antimonium.'
Defeuwe reden heb ik veelmaelsgehoort,
dat gy op alle plaetsen foud zijn ; maer foo menigerhande Sout, foo menigerhanden ;. Weet gy dit wel? Sout.
-
Hier spreekt gy, als of er noch meer wa ren, die den naem voerden van Sout: en noch P 3 tans ,
.
*
-
w
De Groene Leeuw,
23 O
tans feg ik, dat 'er maer een Sout is, waerde
Philosophen van hebben geschreven; dat het s Sout der Metalen, is haren Steen, Antimonium.
Indien het foois, dan kan dat felve niet in't
openbaer komen fonder my : daerom moet gy Sout my in eeren houden, op dat gy van
uwe banden ontbonden moogt worden. Sout
Siet defen armen Duivel foekt noch al de
Meester te spelen, en hy heeft niets, of moet dat van my hebben. Ben ik niet een W, dat de handen niet nat maekt ? Kan fonder my wel eenig ding in de Weereld, of eenig Metael ont bonden worden? Wat wilt gy armen ellen
digen dan doen? Door my word gy tot een Oly,ja tot een Balfem in de Konft. Antimonium.
Op wat voor een wijfe fal ik door u toteen Oly worden? -
Sout.
Smelt u en my te gelijk, en laet daer na de 4 deelen des Weerelds fich t'famen vermen
gen, foo fullen wy een nieuw leven bekomen;
waer uit dan door de Konft der Oude Wijlen een Olyfal worden, die tot vele faken dienstig fal zijn.
-
-
-
Antimonium.
Wat fal er dan verder gedaen worden, Wafl -
of het Licht der Philofophen. 23 1 den dach is gebragt ? wanneer defe OlyaenSout. W
Het overige fal men met A verbranden, en daer uit word ik voor de tweedemael geboren. Antimonium.
-
Maer wat fal men noch verder met u doen,
wanneer gy weder te voorschijn komt? Sout.
Gy fult myuwe Oly geven te drinken, en foo fal ik een Dienaer worden van alle uwe Broeders. Maer wat vertoont fich daer voor
een Poët, laet ons hem hooren, my dunkt dat het een van mijneSoonen is. Ja het is de Jon
geling Vitrioolgenoemt. O+.
• Maekt uit mijn lichaem eerft een Sout, En drijft daer uit mijn vet en fmout; ‘Daer na trekt noch af al mijn bloet, Dat Sol en Lunaes drank zijn moet. Hier in fult gy dan ften mijn kracht,
y:
Als ik tot Drink-goud ben gebracht: Soo gy de fnaren recht nu ftelt » Gyfiet dat Venus't omrdeel velt.
g
Sout. ':
Wat dunkt u van defe Quant? heeft hy fijne welsprekntheit niet schoon geleert? Antimonium.
Ik ftae verstelt en blijf schier verstomt,door : :
dien ik fie, dat de Kinders wijser dan de Oude -
zijn.
P 4
-
2 3 2.
De Groene Leeuw,
zijn. Ginder komt er noch een aen, die wel
een vremde Snoeshaen gelijkt, met alle fijne pluimen en vederen; het is een Adelaer, na dat ik kan fien.
-
%.
eAls ik kom vliegen door de Lucht, Neemt yder een voor my de vlucht. Kend gy mijn vleugels fcheuren af,
Soo wijkt van my de quade ftraf: 44 ter dit doet Bacchus mijnen Soon, AMet 2,ien 'k vaer na's Hemels throon. Sout.
+
Wat dunkt u, Antimoni, heeft defe fijn Leffe ook niet wel geleert ? -
Antimoni.
*
Het schijnt dat het alle Redenrijkers zijn,
die wy voor defentijt hier ontmoeten. Zijn 'er noch al meer van fulke Poëten? Ja feker daer komt er noch een. -
-
€9.
Ik ben een Sout, met weinig »vind, Geboren uit mijn eigen Kind; • Mijn huis dat is den Oceaen,
Daer alle vrucht komt uit gegaen, e ZMet weinig Oly en2wat Sout, Een fpijs voor Silver en voor Goud:
:2e geeft des Wijns is al mijn vreugt, Pie Men/ch en ook Matael ver heugt. - --
Anti
of het Licht der Philofphen. Antimoni. :
233
-
Dit is niet vremd. Ik geloof, dat er noch wel een ander fal volgen op den weg daer defe van daen is gekomen; en fiet, ginder komt er
weder een aen. Na dat ik kan fien, foo schijnt het wel een Leeuw te willen wefen. * . * .
(D.
Ik ben 't, van vyerflechs aengeraekt, Die blixem en die donder maekt;
Al 2vat in heel de Weereld leeft, Voor mijne krachten fchrikt en beeft. Ik Zege-prael, en ben Criftal; â&#x20AC;˘ Mijn Vriend is AAeefter overal. 's
. . Antimoni. .
..
Het fal voor ons ook noch eens tijt zijn te fpreken: daerom gy Souten, maekt het toch
kort met uwe redenen. Ey! fiet eens toe, ::
daer komt Bacchus uit het Wijn-vat gekro pen ; wy moeten hem mede noch hooren. Ik ben gekomen uit deraerd;
AMijn huis is klein en weinig waerd: In my breng ik hier uit het flijk Een fchat, die u kan maken rijk.
-
Als ik fal welgefouten zijn,
,
Verlos ik u van allepijn, En falu voeren voor gewis, Daer's Koninks gulden fetelis.
.
. .
Wie fou hier wachten van dees fchijn, P 5
Een
.
2 34-
De Groene Leeuw,
Een Sout geboren uit de Wijn ?
Het komt al uit des Hemels vyer, Dat mijne krachten zijn foo fier. Geen fteen op aerden mijns gelijk, . Waer in men vind een Sout foo rijk, Dat u 't Metael kan open doen,
En tot des Koninks zaellaet fpoen. Dus is de moeit aen my befteed, Soogy my kenden recht ontleed, Gy krijgt dan licht mijn ziel en Sout, En maekt daer Olyvan, en fmout, Door d'Adelaer, wiens groote kracht, Eerft uit de Wijn word voort-gebracht: Dan ben ik met dees foete quant, Gevoert tot in een ander Lant. Sout.
Hebt gy, Antimoni, nu noch iets meer te feggen tegen mijne Sonen en Dochters, die u hier alle tegenwoordig vertoont zijn ? Antimoni,
.
Gy Soutfpreekt, alsof ik gants niet tefeg
gen had, met mijn Broederen gevolg, die hier by der hand zijn; en daerom fal ik niet veel van haer roemen, dewijl ik niet twijffel, offy
fullen u wel behagen, indien gy haer slechs eens hooren wilt.
'k Ben vyer en vlam in: en ziel,
Daer Jupiter voor neder viel, En - &
of het Licht der Philofophen.
23 5
En heeft ontfangen, tot fijn loon,
- Het cierfelvan een goude Kroon. 'k Ben der Metalen zielengeeft; ‘Die my kent, is terecht geweeft: Dus moet ik nimmer zijn veracht. Ikfit in allerlei geflacht, Die op en onder d'aerde zijn: Elk heeft van my haer fchoonen fchijn. Sout.
-
Gy Antimoni, moogt van uw gevolg wel breed spreken; het is anders niet, dan eenen stinkenden hoop, gelijk alsgy zijt, waer van wel breeder fou konnen gehandelt worden: maer daer komt noch een ander; het schijnt wel een Kramer van Brillen te wefen, na dat ik kan fien. :
:
.
-
O-O.
Wie durft'eroit met myrailleren, ‘Dien ik niet nemen magfijn kleeren, En hem berooven lijf en goet,
Dat hy ten laetften ferven moet? Ik ben Criftal, wilt mijn aenfchouwen;
Geen menfch mag oit op my betrouwen. ‘Dus leert van die 't recht is bekent,
Soo krijgt gy geen rampfalig ent:
Wantfiet, mijn brillen en mijn glafen Doen iemand licht uitfinnig rafen. Bedriegt u niet door mijne fchijn, Ik breng maer doodelijk fenijn. i
Sout.
236
De Groene Leeuw, Sout.
-
GyAntimoni, maekt met uw gevolg wel
een voortreffelijk gefelschap, dat Menschenen Beeften het leven benemen kan, 't welk gy noit weder kond geven. Gy verderft ook alle hare befittingen goederen : daerom magal de
Weereld,die met u omgaet,voor u wel schrik ken. -
Antimoni.
Ik geloof, dat gy wel een Duivel voor ons zijt, die foo alle de eeren foekt te rooven van
mijne gefellen : want als wy ter degen bereid zijn, foo maek ik gefont, al wat krankisaen ziel en aen lichaem, en dit falfeer waerachtig bevonden worden. -
-
Sout.
Dit moet gy alle van my hebben, fonder wien gy niet goets fult doen: daerom falik mijn af-fcheid van u nemen, en tot Sol en Lu
: keeren, waer mijne vriendschap byfalbe 36il,
-
-
Ik
Ik ben een fteen gants plomp en flecht, Tot dienft van elk, die foekt feer recht Te flypen Silver, Goud, en Stael:
e_XMijn kracht die geeft het al te mael. i
Sluyt-reden.
G Oetgunstige Lefer, en recht Beminder van de Goddelijke Natuur, offchoon ik den Steen der Philosophen niet heb, foo ftaet my nochtans vry, getuigenis te geven van de Werken des Heeren, voor foo veel my die be kent zijn, gelijk ik mijn geheel Boek door ge daen heb. En om u noch meerder te dienen, foo wil ik tot besluit hier noch eenige
SP: Cn
23 8 -
De Groene Leeuw,
ken der Philosophenaenteekenen, waer infy, na mijn oirdeel, ons niet anders dan de waer heit geleert hebben.
Ik feg, dat de Son het licht is van alle de Planeten; en foo is ook het Goud de glans van alle de Metalen. De Wijn is de Fontein deraerden, die door de kracht des Heeren om hoog gedistilleert word, en een drank is voor de Menschen en voor de Metalen : dit is een
gesublimeert water, dat A en geeft in fich vervat. Sijn Sout is een Medicyne voor de Menfchen, als mede voor alle andere Souten:
daer door worden alle quade Souten tot een goede Medicyne gebragt; waer van in mijne vorige Schriften gehandelt is. Het Sout des Wijns, en het Sout van het
Goud, met het Sout van de Mensch, heeft meerder krachten in, dan my of geheel de Weereld bekent is; daerom kan ik van defe
drie niet oprechtelijk schryven. De Graef Bernardus verhaelt, dat hy een Fontein heeft gevonden, waer in hy fijngou den boek heeft laten vallen. Of nu dit fijne Fontein mag weten, ftaet ons te bedenken. De Philosophen spreken alle eendrachtig lijk, dat in de Son en de Maen de gantsche Konft is verborgen, en wy moeten dit ook toestemmen : maer hier is l: meeft aen gele v
gen, wat fy voor een Son ofMaen gemeent heb
i
of het Licht der Philofophen. 239 hebben , want fomwylen word door hare Son verstaen haer Sout, en dan wel wederha
ren Afijn, of ook het Roode Leeuwen bloed.
Hare Maen noemen fy mede wel een Jonk vrou-melk, een Sal Armoniac, een Sout der Metalen, en met veel meer andere namen. Doch ik feg, dat het felve, na mijnoirdeel,niet anders kan zijn, als het Sout der aerden, dat door de Metalen voort-gebragt word. Van alle defe faken maken de Oude Wijsen ons veel verhael in hare Boeken : want fy feg gen, wanneer men fonder Sout werkt in defe Konft, dat men ten eeuwigen dage tot geene volkomentheit falgeraken. Dit felve verhaelt ons Baftlius in fijn 4. Sleutel. Een ander Phi lofooph feit: Diefonder Sout werkt, die wan de lt als een Blinde fonder Leidsman; en als
een die na den Hemel fou willen klimmen,
fonder trap ofladder, 't welk onmogelijk is. Sy feggen mede, dat in de Son en in het Sout verborgen is, alles wat wy noodig hebben in defe Kontt.
Men leeft by Arnoldus Villanovanus, cap.7. dat in 3, en in G), de tinctuur is tot Goud; en in de E3 is die tot Silver, daer de gantsche Konft in defe stukken bestaet. Wy konnen mede welfeggen, dat in het Goud, en in), met de R3, de gantfche Konft is, gelijk ons Ar
noldus verhaelt; maer de reden om het G) en X daer .
De Groente Leeuw,
24-O
/
X)daertoe te bereiden, is van hem verfwegen: en ik vertrouw dat het felve gedaen moet wor. den door het Sout der Oude Philosophen, dat fy ook haren â&#x20AC;&#x2122;5 noemen; maer ik kan daer niet verder van fchryven dan my noch bekent is: nochtans wil ik niet twijffelen, of het is een
byfonder Sout, dat vele dikwils wel in de hand krygen; alleen weten wy het felve noch niet te gebruiken tot defe Konft. By Bernardus leeft men de volgende woor
den: Dat fyfeer wel mogen filygen, die eenen an deren & willen nit-trekken, dan alleen die in het Ferment, of den Rooden Knecht is; en een ander
V willen uit-foeken. Hieruit is genoeg afte ne men, dat haren '5 Sout moet zijn ; doch waer
dat die begraven ligt, hebben Sendivogius en Rhumelius geschreven, welkers eigene woor den ik in dit Boek op verscheide plaetfen heb aengetrokken. Sy feggen, dat dit Sout van den Hemel komt in de Aerde, en daer een lic
haem aenneemt, het zy goet, het zy quaet; en dit noemen fy, den; der Philosophen. Wy bevinden dagelijks, dat alle vruchten v
des Lands voort-komen door de kracht des
Hemels in het Aerdrijk gedreven, als met een vochtigen Regen of Dauw, die dan ten laet ften tot een Sout en 3 worden. Want fiet alle de vruchten aen, die boven der aerden zijn:
wat is het anders als een gecoaguleert Ven -
-
Sout?
of het Licht der Philofophen.
241
Sout? Dit fult gy gewaer worden, wanneer gy een hout aen het A legt om te branden; want dan fult gy fien, wanneer het A recht aen het hout heeft gevat, dat het grofste V daer van fal uit loopen, en het tweede, of het lichtste, dat de 3 genoemt word,gaet tot rook in de lucht, en den affchen, waer in het Sout is, blijft beneden. Die nu fijnen rook kan van gen, en met fijn Sout een Q vereenigen, die fal bekomen, 't gene ik in dit Boek van den Ei ken-boom heb geleert. Alfoo is het ook met de Wijnstok, wanneer
gy fijne vruchten hebt afgesneden, en de ran ken met A verbrand, foo fal de 4 en $ in rook heen vliegen, en in de affchen is dan een Sout, dat feer gelijk is van fmaek met denge meenen Gl. -
NB. Als men gemeenen in in het A met CD brand, foo fullen die in de lucht gesmolten
tot een Oly worden. Defe is feer vyerig op :
de tong. Hier van 5 a 6 druppelen in een klei ne romer Wijns gedaen, fal de Wijn foet ma ken, en aengenaem van fmaek; en die is goet tegen de Steen, en het Graveel. De CD, door een stuk houts-kool gebrand, en dan in de lucht tot een Oly gesmolten, maekt de Wijn ook rood en foet. Dus nemen de Souten, die door het A worden herboren, de natuur aen
van W; en de krachten van 't Ain het Sout, Q)
doen
242
De Groene Leeu'W,
doen haer felven vangen, als een visch die in 't net word gekregen. Dit ondervind men ook aen de Steen-kalk, die hare hittigen aert ook van, of door het A ontfangt, want daer het A fijne werking niet heeft, is de natuur doot, en by aldien het A niet te verhitten was, foo fou fijne natuurlijke hitte door het geweld van 't A verdreven worden , en uit fulken werk kan nimmer iet goets voort-gebragt zijn. Âť De Wijn heeft 3 dingen in fich, te weten, A, Sout, en W. Defe kan men niet gewaer worden, als men dien drinkt : maer wanneer die onder een Konftenaers hand komt, dan
, mag men eerst ondervinden, wat in de Wijn is verborgen. De Steen, die uit de Wijn komt, heeft me de 3 deelen in fich, te weten, A., Lucht, en Sout. Defe worden daer in niet gefien; maer foo haeft als een Konftenaer dien onderhan
den neemt, dan bevind men, dat 'er A,Lucht, en Sout in de Wijnsteen is; waer van ik in dit
Boek heb gehandelt.
Sommige Vrienden fullen misschien fich verwonderen, van dat ik foo veel van het Sout
en A schrijf, waer uit alles voort-gebragtis door de kracht Godrs, feggende, dat alles eerst water geweest is, waer van ik in dit Boek dik wils gesproken heb : maer men kan in de H.
Schrift lesen, Genefts, cap. 1. verf. 1. en 2. dat '-
Godt
of het Licht der Philofophen, 243 Godt eerst den Hemel, en daer na de Aerde
geschapen heeft. De Aerde nu was woeft en ledig, en de Geest des Heeren fweefde op de wateren. Hieruit is genoeg af te nemen, dat defe Aerde een uitgedroogt Sout is, die door
den Geeft Godtsweder bevochtigt word, die op de wateren fweefde : want als de maffe van Hemel, Aerde, en Water, noch t'famen was,
foo is het maer een geheele Sout-klomp ge weeft, die fich daer na door de kracht Godts
heeft gesolveert tot een troebele en woeste Zee, waer uit alles door het Woord Godts is
gemaekt. Dus kan men licht fien, wat de eerste mate rie zy, namelijk Sout, daer het W en Afich in hadden verborgen. Dit fal men bevinden, wanneer een hout aen het A komt, dat het fal
branden, daer het niet meer is, dan een geco aguleert V; waerom fijn gants Corpus byna in de lucht wech vliegt, wanneerin fijn affchen
noch eenig Sout is, die men gebruiken kan, om een glas daer uit te maken. De rook is fij nen ;,die mede noch eenig Sout in fich heeft. Die nu verstand heeft, kan lichtelijk begry pen, hoe dat alles uit Sout is voort-gekomen, en weder tot Sout keeren moet, gelijk Godt tot den Mensch heeft gesproken; Aerde zijt gy, en fult weder tot aerde worden, dat is eigent lijkSout : want alle dingen hebben in 't Sout -
Q_2
hare
24,4
De Groene Leeuw,
hare ruft, om dat fy eerst van het Sout uit-ge gaen zijn. De Mensch leeft door middel van het Sout, en fonder Sout fouden de Menschen van bin nen met haer gantfche lichaem moeten ver -
rotten, daer het van Sout is
:: ;
-
en dit is
de aerde, waer het uit genomen is. Dit fal men noch bevinden, wanneer men
een Corpus neemt, dat in een kist is vergaen, en van de lucht uitgeteert, daer aen kan men fien waer uit het gemaekt is, namelijk Sout. De overige feces mag men verbranden, en daer mede doen, als met andere Souten, tot dat ge heel het lichaem tot een Sout is gebragt, waer uit het was voort gekomen. Op defe wijfe zijn alle dingen tot een Sout te brengen, door de tijt, van de Natuur. Nu is eindelijk voor defemael genoeg van het Sout gehandelt: maer my dunkt, dat 'er noch wel een Sout in de Weereld tegenwoor dig ontbreekt, te weten, het Sout der Ken niffe, en der Liefde : want het onverstand brengt alles in verwerring en in 't verderf, en
gebrek van liefde, doet alles door twift en tweedracht vernielen ; daer anders Eendracht macht foude maken : en als men dit by ons konde vinden , foo fou ons vertoont worden het gene in de Openbaring verhaelt word,
cap. 1. verf 12, 13, 14, 16, met de volgende > --
*,
WOor
{}
|t. f
of het Licht der Philofophen, 245 woorden. En ik keerdemy om,om tefien de fiem die met my gefproken had : en my omgekeert heb bende, fag ik feven goude Kandelaren : en in het midden van de feven Kandelaren, een den Sone des Menfchen gelijk zijnde, bekleed met eenlank kleed tot de voeten, en aen de borften omgord met eera gouden gordel, en fijn hooft en hair zwas wit als witte wolle, gelijk fneeuw; en fijne oogenge lijk een vlamme vyers. En hy had feven Sterren
in fijne rechter-hand, en uit fijnen mond ging een twee-fnydende fcherpfweerd : en fijn aenge ficht was gelijk de Sonne fchijnt in hare kracht. Defe woorden heeft Joannes ons nagelaten door Godts bevel, en in de felve is de gantsche kracht der Natuuren verborgen, welke ons niet mogelijk is te verklaren: want alle verkla ringen hierop, zijn slechs maer raedfels, maer veel eer fouden fy op defe volgende Teekens toegepast konnen worden; nademael defe de
gantsche Natuurinfich vervatten.
\
(b) 2. Kandelaers,
: l;
-
(5) Sterren,
O
::-
-
Sout.
& (D
Q_3 -
Swa
246
De Groene Leeuw, crc.
(D
Swavel
©
Ë) Merkurius
Ö In defeTafel fiet men de seven Metalenge ftelt, als mede hare Sterren, door welke wy verlicht konnen worden. Want de Kandela
ren zijn de Metalen, en de Sterren zijn de Sou
ten, die haren schijn geven aen de Kandelaren der Metalen. Van defe Kandelaren was wel
een groote beschryving te maken ; maer ik acht het felfde onnoodig : en daerom fal ik hier nu mijn einde nemen, hopende dat de Vrienden defer Konft met dit felve haer fullen vernoegen.
E
I
N
D
E.
BLAD-WYSER Dervoornaemste faken in dit Boek VerV4t.
-
Dam infijn Waterbad. Pag. 5 a • Aenvank en einde te maken met Sout.
Voorreden pag. 6 • Aenvank van 't werk der Philofophen by den Propheet Daniel geopenhaert. 98 • Alchymie is een Konft om in Vrede te oefenen. Voorreden pag. 1
• Alchymiften leugenachtig en bedriegende. 12, 23, 24 Haerbedrijf in Venus. 19 Hare klachten tot Mer-
kurius. zo Haren aenvank op Saturnus. 21 Hare Materie in den Ouden Saturnus verborgen. 26
Zijn by vele fatfoenelijke Lieden aengefien als fchurfde Schapen. 39 Welke te pryfen. Ibid.
Allegoria S. S. Trinitatis de Lapide Philosophi CO,
1 37
-
Anima van Yfer.
77
• Antimonium is het voornaemfte Minerael. , 104 in goeden Wijn-afjn gekookt, geeft een -
heerlijke Medicyne.
9o
Arcanum Mercurii vitae.
,, I ? 3.
,,
• Armoniac en Salpeter te vereenigen.
15 I
• Armoniac is het Sout der Oude Wijfen, 99 in alle
dingen te vinden. 145 met Loot gediftilleert. 188 • Afjn beneemt alle quade fmaek van de Souten, 157 • Aftralifch Sout is een fpyfe voor de Son. 196 •Aftralifch Sout te bekomen.
-
Q_4
62.
Be
B L A D - W Y SE R. B. -
-
Beginfelder Metalen uit Sulfer en Merkurius. 164 Beweging in de Merkurius.
215
Byfonderheden van eenige Heidenfche Indianen. 168, 169, 17o, 85 c.
-
Bloed des rooden Leeuws is fpyfe en drank voor de . 7Metalen. Bloed-rooden Sulfer uit Venus te bekomen. Boter uyt Antimonium.
59
ro3, 162
Bovenste deelen der Tafel Hermes. 68 vervolgt 87 Brandewijn de quade.fmaek te benemen. 76, 187 te 146
maken. C.
Centralifch Vyer. Crocus uit den Antimonium,
3 I 39
-
140 -
- unt de Metalen. D
Den Steen uit 's Menfchen Lichaem af te dryven, 163
Defe Konft is van Godt aen de Kinderen Adams ge leert. Voorreden pag. 6 Doorhet Vyer krygen de dingen een ander Wefen. zo1 Dulligheit veler Alchymiften.
209
E.
-
Een groene Steen uit gemeen Sout. 213 uit Wijnfteen, ibid. uit Salpeter.
-
ibid.
Een onvolkomen ding kan het uitnemenfte goet niet voortbrengen.
209 I43
-
Eikenboomen-hout. -
G.
-
Geeft des Weerelds is een Sout. 1 10 alle Vrienden gerecommandeert. 1 51 -
Geeft te maken door Urine en Wijnfteen. Geeft van Kalkte bekomen, 162 van Yfer. Glas te maken,
74 ¡ 190 1 32
-,
Godt
B L A D - W Y S E R.
Godtaen te roepen om wijsheit en verftand. , 28, 67 Goud der WĂźfen word flechs door een water gefol 43
vaart,
158 199
Goud is driederlei.
Goud is een Sout, dat fijn zaedgeven kan.
.
Goud-makers ferven gemeenelijk ellendig.
39
Goud moet foo wel fterven als andere Metalen 1 38 Goudfeer licht van 't Silver te fcheiden. 84, 85 be 1 I9 quamelijk te fuiveren.
Groen Aqua te maken uit den rook van Aqua For 76
tiS. l
Groenen Leeuw, waar te vinden. 40 is een Sout der
Metalen, door den Merkurius der Wijfèn voortge bragt.
-
41
1 18
Groenen 0ven. | | H.
Heerlijke Verw en Medicyne. 192 TinBuur. . 195 Hemelen uit Sout gemaekt geven voetfel aen Son en 2o 3
Maen.
Het Sout des Wijns, en het Sout van
't Goud, met het
Sout van de Menfch, heeft meerder krachten in, 238 dan iemand begrypen kan. Hoe alle Souten tot een Aqua te brengen zijn. 213, 2. 14
-
I. -'
In Son en Souten is een fchat verborgen, die van me 2o6 nigte Lieden gefocht word.
| In 't Centrum van de Son zijn alle de krachten van 209
d'andere Planeten.
Yfer is het aldernoodigfie Minerael. Voorreden p. 2 job handelt van Silver en Goud, Yfer en Koper, 2 1o, 2. In
K.
-
Kalk maekt alle fuure dingen foet. Q-5
----
187 Kalk
*,
B L A D - W Y S E R. Kalk van Loot te maken. Kleeding van Saturnus.
93 109
Koftelijke Steen tot Nimegen gemaekt.
149
Kracht aller Planeten in 't Centrum van de Son, 2o 3, 209
|
Kroefen van Antimonium.
Levendig Water en Vyer. 1
217
uit den Wijnftok des
Heeren.
7
Longer-zuchts Medicyne.
6o
Lac Sulfuris geeft een Oly.
I2&
M.
-
J/Maen by het Silver vergeleken.
70 9
J/Magifcb Geficht.
J/Magneet aller Planeten in het Yfer verborgen. Voor reden pag. 3
-
J/Magneet des Grooten Meers. pag. 2 der Oude Wij fen. 27, 42 van Bafilius. 52, 89 J/Mars ontleed, kan des Koninks Vriend worden. 38 J/Mars regeert heel de Weereld, maer word door Ve nus kracht overwonnen.
87
Materie wanneer te foeken.
143
Medicyne om te fweeten, en vele ongefontheden uit te dryven.
104
tegen hitfige krankheden uit Salpeter. 111 tegen Podagra, Waterzucht, Graveel,85c. 16 1, 2 16
tegen de Longer-zucht. 6e tegen de Peft.
61 tegen den rooden Loop. 77 tegen den Vloed der Vrouwen.
ibid.
uit den Merkurius en Vitriool. 57 uit Karnemelk. 146
voor de Menfch foo van buiten als van binnen.
O2,
Mer
M
e
B L A D-w Y S E R. Merkurius Huis. 18, zo , Woning in de Metalen en Mineralen. 29 en in het ftefder Aerden. 3 2. - - is een geeft 154 een Moeder van alle dingen. 42 een wonderlijk Meefter.
7 2.
- - met Saturnus vervatten in fich de gant
fche Philofophie. . ' . 97 - - te foeken in 't Goud der Wufen. * 1 Ge vonden van de gene die Godt vreefen - tot een Water te brengen.
29 55
''
- uit de Souten, en uit de Metalen
151
Metalen moeten door Sout-water gefpijft worden. Voorreden, pag. 6
-
- tot de Prima Materia te brengen. - tot een 0ly te brengen.
1 51 97
-
worden door 't misbruik ontheiligt.
95
zijn ftrydig tegen malkander. 156 uit de kracht des Hemels voortgebragt.
1 64
Minerael t'onderfoeken wat het inhoud. 1 17 Mineralen moeten eerft gerooft worden, eer men den Merkurius daer onder doet.
I 2. O
-- zijn van aenvank in de Aerde geweeft. 141
-
-
N.
69
Natuur der Metalen. O.
oly of geeft uit den Vitriool. - van Wijnfteen te maken. '
18 5 -
167
- uit Antimonium.
162
- uit Steen-kolen.
19
ondankbaerheit belet vele Wetenfchappen aen den dachte komen.
-
onderfcheiding der Metalen en Souten. Voorreden pag. 4
Ons leven beftaet uit Afijn en Sal Armoniac.
- 140 On
Ar
B L A D - W-Y S E R. Onvruchtbaerheit in Menfchen veroirfaken. 9) Op en ondergank des JWMenfchen. $ Operatien van den Autheur met van Cal tot Nime-
$,
148, 149
.
gen.
-
Ouder Wüfen materiefmeltfeer licht. Oude Saturnus is een ander als de jongen.
5 N
89 * 90
Panacea Aurea. 160 : Philofophen moetenfich aen Godts Woord houden. 91 uit de School van den Outvader Hermes, : 14 die op de vier Elementen werken. 19 haer : Goud, en den teAfijn der Wufen, met het fael Sendivogius beminnen. - van 3: ," *
•
Planeten volgen malkander.
91 *
R.
"
Redenen der Oude Wüfen over hare Materie van den Steen en het Sout. 123 | -
Reglement van de Berg-werken. Regulum van Yfer en Koper te fcheiden. Rooden Knecht van Bernardus. S.
1: , 6 37,41 ----
i
Salpeter in eeren te houden. 15o tot een groenen Steen te calcineren. 2 13 tot een rooden 0ly te m4ken.
74
Samen-fpraek tuffchen de Souten en Mineralen 2 to, tot 236.
Saturnus. zo4 is den Aenvank der • Alchymiften. 21
hem niet te vergeten. 38 is een ouden Man, infijnt jeugt Merkurius geheeten. 1 1, 35 by de huidenf" daegfche Alchymiften vereert.
89
Scheiding te maken tuffchen Koper, Jer, en Silver & 121 " Schip van Saturnus. 39 | -
Silver-serts hoe te handelen,
1 zo
Sinober -
\
t
*.*
-
-
B L A D - W Y S E R. Sinober uit Merkurius fonder toedoen van andere dingen. 4
Slag-goud te maken. Slang der Oude Wüfen.
74 81
Sleutel der Konft in Merkurius. 21, 42 in de Sou tent,
1 Io, I 55,
Sleutel om alle Metalen te openen. * e
184 14 2.
Smelt-poeder, als Yfer en Koper t'famen zijn, waer in men vertrouwen mogt Goud te wefen. 64 an dere Smelt-poeders, 65, 1 17, 118 Sol, Jupiter, en Mars byna in eenegraed. , 7I Sonder Sout te werken, is als een Blinden fonder Leids-man te gaen.
2. B.
Sonder Stof en Affchen kan men geen Sout bekomen, 2. 2, 2 O 2.
Sout der Oude Wüfen. 41 van Saturnus. 94 uit * Steen-kalk. zo; uit Loot, Tin, en Antimonium. 73
Sout der Metalen word Goud genoemt.
Ss 82
- der Philofophen vertoont fich in vele kouleuren, wanneer het ontleed word. 1oo is Sout en Swa
vel tegelijk-
198
" - der Kennis en der Liefde ontbreekt in de Wee reld 144 is de Moeder die melk geeft. * 55 het leven van "
alles.
1o5
Souten bewaren de Metalen voor het Vyer, dat die niet konnen verbranden. '' 8 brengen het leven in . den Merkurius. 152 en fuiveren dien. * 153 der 6ude Wüfen. 1o6 des Weerelds. 1 35 -
Souten openen. Metalen en Mineralen. 96 , zijn de Sleutels der Konft. 1 1o, 15 5.184 ftrydig tegen malkander,
zº
-
1 56 Sout
B L A D - W Y S E R. Sout en Smelt konft. , Voorreden, p. 5 Sout verandertfich in Vyer. 200 Sout uit de Menfch, is Konink van alle Souten. 208 - uit de Metalen, is ook een Sulfer. 106 . Spiritus Salis te maken. 194 : Stael van Sendivogius. 30 Steen der Nieren en Blaes, en Graveel, af te dryven. : 161, 163,2 16,241 - der Wüfen uit het Sout der Metalen. 94 - tot affchen te branden, en daer een Kalk van te maken.
2.Q1
Swavel der Metalen van d'Oude, enfijnen oirfpronk u 1O
Swavel doodet alle corrofive dingen, en brengt die tot een foeten Oly.
156
Swavel uit de Metalen, zo2, 2o4, 234 uit Spaens 7'06ft,
I
-
T.
&
94
Teekenen en kouleuren der Mineralen als die ontbloot worden. Tinčtura Solis.
107
208
Tinctuur uit Spaens-groen. Turbith Minerael.
195
5?
-
V.
Venus fpeelt tuffcben Saturnus en Luna. Verrotting der Metalen.
Verfcheide kouleuren uit Merkurius.
-
71 1 13
160
Vier Metalen ons in de H. Schrift voorgedragen,
maer van de drie andere is daar niet gefchreven, 88, 94
Vyer uit Merkurius. 1 59 Vyerige geeft uit Steen-kalk. 184 uit Wijnfteen en Sal Armoniac met • Afijn, 194 Vitriool der 0uden is op alle plaetfen te bekomen. 127 -
Vitriool
-
B L A D - W Y S E R. 145
Vitriool der Metalen.
3o, 54
Vogel des middernachts.
Uit alles wat tot affchen verbrand is, kan door Lucht en Water een Sout worden. ,
,
I 12.
Uit. Antimonium en Yfer een Konink te maken. 216 2. I Uitgedroogde. Alchymiften. -
Uitgedroogt Sout is Aerde.
243
-
Uit Sout is alles voortgekomen, en alles moet weder 243
tot Sout keeren.
Waer uit de Metalen en Mineralen zijn voortgeko 99
fnen,
Wateren zijn velerlei.
Water is het voornaemfte Element.
"Waterzucht te genefen.
-
42, 45, 46 189 167, 216
Wat Godt niet gemaekt heeft, kan befwaerlijk door, 66 ons te wege gebragt worden. 196 Wijn is tegelijk een Water en een Vyer.
Wijnfteen, en Sal Armoniac, met Afijn, geven een I94. vyerigen geeft. Wijnfteen heeft Vyer, Sout, en Lucht.
Wijnfteen tot een groenen Steen gecalcineert.
24z.
213
Witten geeft uit Merkurius Sublimaet en het Mine rael van Antimonium.
-
1O1
Wonden te fuiveren. 186 en tegenefen. 187, 193 1 39 Wonderlijk Vyer uit de Metalen. Woning van Saturnus. 249, 83 van Merkurius. 14
*p Zand tot een Glas, ja tot een Steen te maken. E
I
N
D . E.
2o1 |
U I T L E G G IN G D
E
R.
G), Aurum, Sol, Gout. ), Argentum, Luna, Silver. G", Mars, Yfer. S? , Venus, Koper.
-
-
-
-
| i
2 , Jupiter, Tin. f5, Saturnus, Lood.
-
&#, Merkurius, Quikfilver. O, Aluin. CD, Salpeter. €2, Gemeer Sout. ,GB-, Vitriool, Koper-rood. . . €P, Sal Gemme, Steen-Sout.
G, Gecalcineerde Wijn steen. à Tartarum, Rouwe Wijn-steen. Q,, Sulphur, Swavel.
*s
% , Sal Armoniac.
o-o, Arsenicum, Rotte-kruit. 5, Antimonium.
/
-
o+, Spaens Groen, of Roomfche Vitriool. H-, Afijn.
%, Gedistilleerden Afijn,
az, Regen-water. A, Vyer. V, Water.
VF, eAqua Fortis, Sterk Water. WR, e-Aqua Regts.
D, Corpu, Gecalcineert Sout. -o-, Spiritus, Geeft. g, Kalk.
-
-
-
-
-
-
* *
*
*
* -- --
-
- --
.
-
-
-
-
'-
---
* *
- --
-- -- - -- -- --- - - - -- - -
-
- ------------
-
u
-
-
-
-
-
-,
A
»
-
-
-
-
-
-
-
--
- -
* * * -
-
-
-
n -
*. -
-
-
--
-
-
•
•
-
-
*
|
-
-
- --- -
-
-
--
-
'-
we --
*
--*-*-*-*-*
*zai