Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
1562 #2: 14
H ET
lf
ET N AB I C - -- * * B ID E R
-
MINER ALEN, Metalen, en Berg-eerts, t
Hare Gangen, en Natuur; Ook wat **
Inſtrumenten daer toe behooren, om * in vrèmde Geweſten te ge bruiken.
r
.
Hier is noch by-gevoegt een Uitlegging over de onderſte deelen van de Tafel Hermetis.
r
-
v
-
-
*
t
- -
-
---*. Kortelijk beſchreven, door GoossEN v AN VREE swy K, *---
t
t
Berg-meeſter. -
-
t
-
er
v
w
* i
*
t' A M S T ER DAM,
By Jo AN NEs JA Ns so N 1 u s van Waesber t I-
op 't Water, 167o.
•
-*
* * - - -
T --
Pag, 1 H E T.
C
A
B
I N
E
T
M IN ER AL E N. etalen en Berg-eerts, Sc. - ,
It liefde tot mijnen naeſten bewogen,
4 A
heb ik dit Hand-boekjen in 't licht wil
len geven, op dat yder, die 't in de hand ſal nemen, daer in ſou konnen ſien, wat
éen Berg-meeſter te doen heeft, die ſich in vremde geweſten begeven wilt, of na Ooſt of Weſt-In diën ſoekt voor Berg-meeſter te gaen. Deſe konſt is een gave Godts, daerom foo wie ( met Godt begint, die overwint alles wat hem mo ge tegen komen. Van de ſelfde is te leſen in de H. Schriftuur by Hiob 28, die ſeer heerlijk daer van heeft geſchreven; als, waerde plaets is, daer men de Mineralen en Metalen kan vinden, na den
wille Godts, en niet na onſen wille: want Godt geeft alle deſe rijkdommen, ſoo wel boven der aerden, als onder deraerden, en hy geeft ons me de 't verſtand om die te ontdekken, doch niet na
't ſeggen van eenige perſoonen, die ſich laten voor ſtaen, dat ſy door een ſtok of wijs-roede, gelijk ſy dien noemen, het ſelfde konnen bekomen. Eylie ve vrienden, wat gemeenſchap heeft toch een Vegetabile met een Minerale ſaek? Men leſe maer
andere Autheuren daer over; als Agricolam in ſijn -- --
A ---- --
Berg
--+---------* -
-
-
--
-
-
2,
H E T
-
-
-
-
- -
,
7
C AB I N E T
Berg-boek pag. 30, 31. Want Godt heeft niet in ſ 4 deſe Weereld geſchapen, of men bevind over al, te dat het gelijke ſijns gelijken bemint , en als een ,,op
Berg-meeſter dit niet weet, ſoo is het hem onmo- 50Ts
gelijk,eenig fondament in 't Mineraels-werk te heb ben. Paracelſus,in't boek de Signatura rerum,ſchrijft van de teekens die men voor ſekere moet houden ;
doch fy gaen niet vaſt, of ſchoon ſy op de plaetſen, daer Paracelſus gewoont heeft, eenig fondament aen ſommige Berg-meeſters hebben gegeven, gelijk Agricola en Lazarus Erkern daer ook van ſchrijven.
Over deſe ſal ik eenige ſtukken nu aenwijſen'.
van't fondament dat ik daer in heb gevonden, wan- | |
ueer ik in den jare 1663 voor Berg-meeſter ben die gegaen na Kajana, op de hoogte van 4 graed, be-
en
noorden de Linie; en in den jare 1665, voor de |"
Weſt-Indiſche Compagnie van Sijne Koninklijke | | Majeſteit van Vrankrijk, na Kanada in Nieuw
is
Vrankrijk, op de hoogte van 47 graden, benoor- J:
den de Linie. Indeſe landen dan, heb ik tot drie ##s
malen voor Berg-meeſter geweeſt, en heb daer be- del vonden, dat de beſchrijving van de berg boekken Tººnz
daer mede niet overeenkomen, want dele Landen | | van Indiën, een ander klimaet, ons Va# derland; ſooliggen dat opopdefebeſchrijving vanals teekens in ſili
die landen niet vaſt kan gegaen worden: want hoe iſ." verder van de Polushoogte, hoe men ook anderen iſ er aert van de gangen door het gebergte vind, en hoe dit dichter of nader ſy zijn by het Zuiden of Noorden, ſoo vind men ook onderſcheid in de gebergten. En " het is niet vremd, dat die Landen een anderen aert hebben, daer de menſchen ook van een anderen
aert zijn als wy ; want ſy loopen alle daer naekt, -
D
ſoo wel vrouwen als mannen, waer van in de Reis-
kieſ ken
boekken genoeg is te leſen.
WOet
t
-
e •
-
Para
D ER M IN ER AL EN, cjºc.
Paracelſius, JAgricola, Lazarus Erkern en ande re, ſchrijven van de teekens der aderen en gangen onder de aerde te kennen, en evenwel gaet alles in ons land niet ſeker; ik laet ſtaen in de landen, daer
ſy haer leven noit zijn geweeſt. Want dit heb ik bevonden, dat het geſteente daer ligt op fijn plat, en in onſe Landen meeſt op ſijn kant. Daertelande
zijn ook plaetſen, waer 't gebergte niet veel is ge borſten; ſoo dat men met groote moeite een ge bergte moet door of in-houwen, of met A ver branden, gelijk ik ſelfs in Kanada, en op andere plaetſen heb moeten doen. -
Nu dan, om tot ons voornemen te komen, van
te bewijſen, dat de Beſchrijvingen der Berg-tee kens niet gewis gaen in onſe Landen, veel min noch in andere Landen. Wanneer Paracelſus en
andere ſchrijven, dat 'er Mineralen ſouden zijn, waer geen lange boomen of gras waſſen, het ſelf de is valſch: want ik heb ſelfs geſien, dat op de plaetſen, waer ik een Mijne heb gevonden, daer de ſchoonſte boomen wieſſen, die iemand met hert
en ziel konde wenſchen: doch alles wat fy beſchrij ven, is op de hoogten die ſy bewoonden, ten nae ſten by goet: maer wat my hier ontrent is bekent, ſal ik aen de Wereld nu mede deelen, en eerſtelijk
van de teekens der gangen en aders, op wat wijſe
die mogen ontdekt worden na de gemeene ſtijl, en dat heb ik afgedeelt in 15 Artikelen. JArt. 1. v
De gangen of aders ontblooten ſich op ver ſcheide manieren; ſoo dat men ſomtijts in 't werk ken aders bekoomt, die 1. 2. 3. 4. 5. 6. en meer
voeten of vademen van malkanderen zijn, A 2
onder
4.
HET
CA B 1 N E T
dat ſy by een vallen: want ik heb dat in vremde geweſten geſien, in die plaetſen wel zijnde dicht by de zee, of op de kant van het water, ſoo dat ik
een pock-gank bevond, die ſelden breed valt. JArt. 2.
De gangen of Mijnen worden aldermeeſt door aerd-beving ontdekt, gelijk ik in 't jaer 1666. in nieuw Vrankrijk geſien heb, waer een gebergte was wech geſonkken, en ik een gantſchegankbloot vond: deſe was van wild Antimoniaels yſer, eerſt hebbende het kouleur uit den graeuwen, en die val len ſelden goet. JArt. 3.
Het geſteente tuſſchen de gank, wordeen ſchei ding deraders genoemt: want een deel is voor oo gen, het ander valt in de diepte, en is verborgen; dus alle gangen, die in de diepte vallen, zijn put gangen; en deſe hebben niet vele takken of aders. JArt. 4.
De gangen die onder dwarſch door het gebergte loopen, zijn by my Horiſont-gangen, gelijk ook
de ſlingerende gangen, deſe zijn niet van de beſte, en loopen mede tot niet. JArt. 5.
De Berg-werkken worden gangen genoemt, na de winden: als een gank komt uit het Ooſten, dat
is by de gemeene Berg-luiden een Hooft-gang ge -
DE R M 1 N ER AL EN, cyc.
5
genoemt. Dit heeft my gemiſt, als ik op mijn Com pas een graed moſt veranderen, op de hoogte van 47 graden; ſoo dat de landen de meeſter maken van de vruchten des lands. JArt. 6.
Soo een gang van boven loopt, en ſlingerende weder om hoog, dan na beneden, en dan van de rechter hand na de ſlinkker; dat is ook een van de
quadeteekens: Want het is my gebeurt, dat ik een gang heb ontbloot, en beneden komende, heb ik in 't laeſtmijnengang verloren. Art. 7.
Een Hooft-gang, komende uit den winkel des Wereldts, word een breeden Broeder-gang ge noemt; doch ſy is in verſcheide deelen uit gedeelt. Na ſulker gangen oorſpronk moet men niet ſoek ken; want dat is dan het einde van uw werk, ver mits ſich de Water-fonteinen daer door ontbloo ten, ſoo dat men dan van het werk moet af loo
pen, en de Mijne niet meer kan bewerkken, waer
om dan alle aengewende onkoſten verloren zijn. JArt. 8.
Een gang die geen water heeft, ſeggen de ge meene Berg-lieden doot te zijn: en dit heb ik in Weſt-Indiën bevonden, daer ik een Mijne had ont dekt die geen water gaf, en dus ſag ik dat deſe Mij ne doot was, 't welk ik noch in 't werkken gewaer wierd: want de Mineralen hebben haer leven van
het water, en het ſwavelachtig ſout. -
A 3
Art
HE T
6
CA B 1 N E T
Art. 9. Het is ook een quaet teeken, dat het geſteente
te hard is tegen natuur, dewijl men daar aen kan bevinden, dat ſy niet rijk beneden ſuilen zijn, 't gene ik ſelfs in 't werkken heb ondervonden: want die door ervarentheit heeft geleert, weet al
les beter als uit de boekken te leien. JArt. IO.
Het gebergte dat een graeuwen ſteen heeft, waer in men vind een baſtert Cryſtal, dat is een
van de quaetſte teekens: en het geeft ook een ſeker bewijs dat de Mijne doot is. JArt. II.
Wanneer men, na de Mineralen, eenige vaele plekken ſietaen 't geſteente, dat is ook een ſeker teeken van de doot der Mijne. Art. 12.
Het gebergte dat met groot geweld moet ge houwen worden, met Fiemel-yſer of Berg-yſer, geeft ook een quaet teeken , want den arbeid valt daer ſeer ſwaer en koſtelijk, en men is gants niet gewoon, de geringe metalen altijt ſoo te be Werkken,
,
Art. 13. Het geſteente dat boven komt, moet men niet uithouwen, om alle ongelukken voor te komen; :
Ill3CIT
--
- --
-
DE R M 1 N ER AL EN , & c. 7 maer altijt dat beneden komt: want door het hou
wen word het gebergte los, en komt dan wel in te ſtorten, al is ſchoon het ſelvige wel onderbouwt,
en ſoo heeft men alle dagen fijn gevaer van eenige ſteen en te verwachten, die dan armen en beenen
in ſtukken vallen. vArt. 14.
1
Als er talk is in een Mijne, dat houden de Berg meeſters voor een quaet teeken. Daer zijn ook ſtee
nen, die ſien als den talk: en foo men die legt in 't A, dan vergaet het gulden couleur; doch dat is in 't gemeen kekent. -
JArt. 15.
In Kanada is ſekere ſoort van ſteen uit den licht graeuwen: in deſen grootſten ſteen zijn roodegra naten, en als hy in 't ZA koomt, foo word hy goud verwig, en de roode ſteentjes die daer in zijn, wor den donker purper-verwig, 't welk een goet teeken is, want deſe hebben G), gelijk ik ſelfs heb onder vonden.
-
In Kajana zijn eenige ſteenen , die mede G) houden ; deſe vind men daer de
##
WOOnen
op Armyra. Sy liggen in de grond, en zijn van purperachtige verwº, en hebben ook G) in, ſo als ik heb bevonden : want deſe landen zijn vol Mine ralen.
-
Op Gardeloupe is ſeker Minerael, dat mede eenig ſilver in houd; 't ſelfde heb ik geſien in
den järe 1664. Ook was daer een Q berg, waer men 4e kan krijgen. In 't jaer 1666, waer ik -
A 4
-
tot
8
H E r
C A B 1 N E 'r
tot Kiebeck voor Berg-meeſter, daer hebben my de Indianen geſeit, dat in het land van Maquaſe een koper Minerael is, het ſelfde word nu van de Engelſche beſeten. De ſelvige hebben my geſeit, dat men in nieuw Nederland in den Slangen-berg, alſoo genoemt, den & ſoude vinden, en daer on trent ſoude men ook een ſoort van Mineraelbeko
men , 't welk mede (E) ſoude in- hebben , men heeft daer noch eenige Mineralen van Gº. Boven
in 't land is Pot-lood, het ligt by de Sierkies. In dit land is 'tal wildernis en hooge bergen, ſoo dataen de Mineralen niet is te twijfelen: want in die ge- -
weſten, ſoo wel onder de Linie, als daer ontrent, zijn de landen met grooten rijkdom van Mineralen ! begaeft : als mede met allerlei boom gewas, ge lijk my is bekent. Voort heb ik noch ſeker middel
# , om 't water uit de Mijnen te trekken, y mogenſoo diep zijn als ſy willen, met een werk tuig dat ſeer weinig koſt, dat by alle Berg-werk ken met geen geld genoeg is te betalen, wanneer de Mijne van 't water gequelt word. En van dit in ſtrument ſal ik t'allen tijden bericht doen, aen de
gene die dat noodig mogtenhebben.
Nu volgen de inſtrumenten in 't klein, en wat daer toe van nooden mag zijn. 8. Groote yſere hamers.
12. Van een ſoort die kleinder zijn, van 8 f5. 24. Hand-hamers met pinnen. 28. Berg yſers, daer een gat in is om een ſteel in te ſteeken, om de
# aen de plaetſen te
houden, op dat een ander daer met kracht op mag ſlaen. -
28. Platte
2
D ER M 1 N ER AL EN, Ö'c. 28.
9
Platte beitels, die een voet lank zijn, en
2# duim breed, op het plat en op de kop 1# duim dik, voor aen met ſtael ingelegt, ſeer ſcherp. 24.
Kleine beitels, een halve voet lank, deſe moe ten zijn van fatſoen als de bovenſte.
I2.
Los-yſers, eenen voet lank, en op de zij den even breed, loopende wat ovael na voren toe ſcherp, mede met ſtael. Met de ſe moet men het harde geſteente door-hou Wen. -
I2.
Hand-boomen of koe-voeten van yſer.
I2.
Gemeene yſer-pikken. Berg-pikken.
TA: I2.
w- I2. Houweelen.
. Yſere platte ſchoppen. Spaden, met yſer vooraen. . Booren van yſer, d'een wat grooter als d'an
I2.
der. D’eene moet zijn om ſand te booren,
en d'andere om ſteen. Die moet met 4 à 6 ſtukken als in malkander worden geſet: deſe boortmen ſoo diep in de grond als men wilt. Men moet een kruk hebben, die op alle deſe booren paſt, omdaer mede te booren. 24. Bylen. I2. Kap-meſſen. . Winde of dommekracht, om 't geſteente op te lichten dat in 't houwen wat groot is ge bleven.
. Tang-yſers die krom zijn, of byna in een drie hoek gebogen. Met deſe kan men groo te kracht doen, om het geſteente op te I2.
lichten. Hand-beitels.
/
A 5
12. Hand
H E E C AB I N E T 12. Hand-hamers van 4 i5. ſwaer, die men da gelijks gebruikt om het geſtegnte door te LO
houwen.
6. Emmers met yſere banden, om de Mineralen in te dragen.
1. Katrol met een yſere ſchijf of rol, om boven de put te hangen, waer mede men de Mine ralen kan uit-trekken.
-
Touw van 5o vadeinen lank, en een duim dik,
I
om tot de rol te gebruiken.
. Trek-fagen, om hout te ſagen. Hand ſagen
-
Effers om te booren, Diſſels.
. Spijker-booren.
.
w
. Sny-meſſen of Trekalsmeſſen. Beitels, ſooronde platte, de een wat bree der als d'ander, met houte hechten. . Houten-hamers."
-
Vijlen, om de ſagente ſcherpen,
Kromme ſaeg, om alle houten mede op te ſchulpen,die men tot het gebouw van 't werk ſal gebruiken.
25. f5. Kleine ſpijkers.
A
25. f5. Gemeene ſpijkers. . . . . . 26. f5. Van de 3 ſoort der ſpijkers.
-
2 foot lijnen van 20 à 25 vademen lank, om 't gebergte mede te meten.
-
-
1. Blaes-balk van 6 voeten lank.
1. Kleineblaes balk van 3 voeten lank. 1. Hand - balk om op de teſt te gebrui ken.
-
op den heert te 2. Yſere oogen, omleggen. de balken in den oven of -
I
-
•
Yſere ſchop met een rink, om de kolen en Mine _Z -
r
1
D ER M 1 N E RA LEN, & c.
11
Mineralen in den oven te werpen, wanneer men ſal ſmelten.
-
Yſere kruk, om den drek af te trekken van de
geſmolte metalen. Schraper, om de tegelen mede uit te ſchrab ben, 3 voeten lank.
. Oog-yſer, om het oog van den tegel te o penen.
. Groote tang, om de Metalen aen te vat ten.
. Slakken-haek, 5 voeten lank. I Breek-yſer, 4 voeten lank, om de ſlakken, die in den oven zijn kout geworden, los te ſtooten.
1. Breeden ſchraper, lank 3 à 4 voeten. . Smelt-tang, om op den gemeenen ſmelt-heert te gebruiken. . Berg-lampen.
I
Lanteerens.
i
. Troffels, om de ovens daer mede te maken. . Hamers, om de ſteenen te houwen die tot de ovens behooren.
. Ringen, om den heert te ſlaen, die onder in de ovens komt. 5O. f5 Yſere ſtaven, om eenige rooſters in de -
Wind-ovens te maken.
. Schale met haer gewicht. . Kleine Schale, om een half pond in te wegen. . Vyſel met een ſtamper.
-
. Kopere giet-poekel, om de geſmolte Meta len in te gieten.
. Yſere ſmelt-lepel.
: . Kopere ketel van 3 à 4 emmers nat. 1. Kleineyſere pot van een emmer nat voor een ſand-kappel. pp
6. Aerde
HET
CA B 1 N E T
. Aerde Retorten. . Glaſe Retorten.
. Voor legger. . Kolven van aerde. . Glaſe-kolven:
. Scheid glaſen. . Kleine Scheid-kolven.
Fiolen van glas. . à 14. Geſette Smelt-kroeſen, van de mid del-ſoorte. . Muffels.
. Kappellen. . Teſten.
. Gemeene Glaſe-kolven. . Helmen.
. Kleine Scheid-glaſen, om daer in gout en ſilver van een te ſcheiden. ,
. f5. #, om de Mineralia van G) en D daer mede te ſcheiden in den droogen weg. IOO. IOC).
f5. (). fb. Vitriool.
5o. 15. De #, élas fout. e
IOO.
f5. Gemeen ſout.
26. f5. 25. f5. IO. f5. % KJ . 25. f5. V) IO. f5. Sal armoniac.
#
. f5. Olie van Vitriool , om den Ea- ſalis uit te maken, om G) en D uit hare Minera lente ſcheiden,
. Yſere Wind-oven van 6 voeten hoog. Deſe
moet rond zijn, van beneden een ſpanne wijd op de helft, en na boven een halve ſpan; -
-
----------
D ER M 1N ER ALEN, dec.
13
ſpan, dan heeft A ſijn kracht beter om te trekken: doch deſe oven is in 't midden van
twee ſtukken, en van binnen wel met goet leem beſtreken. Van binnen is een rooſter,
die ſit een ſpanne van beneden : onder deſe rooſter is een aſch gat: boven de rooſter is een deur van een voet groot of hoog, 5 à 6 of 7 duimen wijd; en met een deur, ſoo bo ven als beneden, om 't A in den oven te
regeren. Deſe oven is om in de ſcheepen te gebruiken, op wat plaetſen men ſou mogen aenkomen, 't zy met een ſchip ofte boot. Duſdanigen oven heb ik ook in de Weſt Indiën gebruikt, en het is een van de be quaemſte ovens, om in der haeſt een proeve te nemen van eenig Minerael ofte ſand: Want daer zijn niet veel dingen, die ik in deſen oven nietſoukonnen ſmelten, dewijl hyſeer ſterk drijft met ſijn A. In deſen o ven kan men in 't klein beproeven, en al
le deſe Metalen of Mineralen ſmelten, als G) , D, S?, 24 , f5, maer dº. moet met een groot vyer geſmolten worden , daer om kan dat in deſen oven niet geſchieden.
Kleine Tang met een ſtook-yſer tot deſen Oven.
-
. Smid, met ſijn winkkel. I . Chirurgijn met ſijn koffer, en medicamenten. . Mannen om te werkken in de ſaken van de
Mijne.
. Timmerman met ſijn goed. Metſelaer met fijngoed. . Snaphanen of Vyer-roers met haer toebehoo
:
ren, ſoo kruid als loot, en bandeliers. 4. Boſſen lonten.
16. Sabels
14 -
HE T CA B 1 N E T
16. Sabels. 6. Piſtolen.
1. Oud Zeil, om op 't land daer men komt een tent van te maken, waer menſoo lang blijft, tot men ſiet wat van de ſaek is.
2. Compaſſen.
-
'
2. Sand-loopers. 1. Paſſer proportionael, of Quadrant, om al le de hoogten van 't gebergt af te me ten , met een lijne , als voren is aenge weſen.
1. Sloep, foodaer in 't land rivieren zijn, om van d'een plaets na d'ander te gaen, en alles t'on derſoekken, ook om eenige viſch te van gen, tot gerief van 't volk. Brood voor den tijt van 6 weken.
Vleeſch en Spek. Erweten en Boonen. Gort en Stokviſch. Boom-olie. Kaes en Boter.
#
Sout en Aſijn. Wijn en Brandewijn. Lampen. Keerſſen.
Voor yder man een Kombaers om onder te liggen.
4 Zeven, om de Mineralen te ziften.
-
-
Voorts deſe dingen zijn ſoo voorgeſchreven, op dat een Berg-meeſter, of ook de Heer dien hy dient, ſtaet konnen maken van alles. En dit heeft my noit levendig menſch ſoo voor gedaen, gelijk ik nu hier geſchreven heb, van de gelegent
fieit der vremde geweſten, wat men daer in 't klein van nooden mag hebben, om een ſaek in 't kort t'onder
F-------
-
-
*
-
D ER M IN ER AL E N., & c. 15 t'onderſoekken: want ik ſchrijf niet, of heb met mijn eigen handen dat in 't werk geſtelt. Gode zy dank in eeuwigheit.
Hier volgen van het Eerts, hoe men dat ſmelten ſal, en ook van de Guldens kies, ſoo, u die voor ſouden komen.
H Et loode Eerts, of andere Eerts, of Kies-ſtee nen, worden vele in byſondere ſmelt-ovensge ſmolten : doch in ſulken ſmelt- oven , daer de
ſe boven- genoemde ſpecien in geſimelt worden, is fijn oog altijdt open of toe, na de Minera len zijn.
Den heert en de tegel worden gemaekt uit een pulver, daer onder een weinig hamerſlag of Smits ſintelen, die doen de Mineralen voornamelijk goet,
om daer door behouden te worden, want ſy zijn
nietſonder 5 of A, en dat word by den Meeſter
-
voorgoet gehouden. Ook heeft het G de natuur, dat het in 't ſmel M8 ,
'
-
ten het lood by malkanderen tot een Corpus brengt,
-
-
Soo men lood, of eerts, of ſteenen in deſe o
vens ſmelt; met dat de matery in 't wyer komt, ſoo ſmelt het dadelijk en loopt in den tegel, die voor den ſmelt-oven is. Indien men de ſlakken of den drek daer af heeft
getrokken , foo ſchept
men het uit den tegel met een grooten lepel, en men giet daer van wat men wil. Als in den te
gel een kobbelt moght zijn, die het ſilver
ſchadelijck en tegen is, dan verbrand alle het goede. Daerom
H ET CA B 1NET * . Daerom ſoo de drek, die daer op drijft, afge trokken is, ſooſal het geſmolte Metacl uitgegoten 16
worden, of ſoo het verhard is, dan ſullen de ſlak
ken met den hâek uitgetrokken worden; of, ſoo
men deſe niet uit den oven trekt, dan doordringen : ſy den oven, en maken het lood ſwart in den te-
l
gel: en dat word dan voor een vermengt Metael ? gehouden, het is D en f5 te ſamen, van welke de drek is getrokken, die ſomwijlen ettelijke kies
wit zijn. Uit deſe ſteenen word niet veel f5 ge maekt. Om dat er gemeenlijk niet veel kolen zijn ! op die plaets; daerom ſal men altijt ſien, of er ook hout is om kolen van te maken, en ook of er water iſ is, om alle Mineralen in te waſſchen.
º
Op de plaets daer deſe valt, is bywijlen de kies ſoo arm, dat er niet is van te maken, maer alleenig die wechte ſmijten.
Uit ſwart f5, dat in yſere giet-pokkelen gego-k ten is, worden ook ſtangen gemaekt, die men in
den tweeden ſmelt-oven ſmelt, daer ſcheid men |
het D van het f5, dat het bywijlen in hard lood, . en ſomtijts in eenig ander lood verandert, #
'
In de welke het lood, in den eerſten ſmelt-oven | geſmolten moet worden, daer in word het goede |( loodgemaekt, anders kan er geen ſcheiding komen | l
van ſilver en het goet lood.
d
-
Van het zº is hier eenig teeken, alsook van de |t ovens, de naem van den 24 ſteen, en ſoo is ſij- |t inen nacm.
#
-
Swarte en graeuwe ſteenen, waer uit men het 44 | maekt, ſullen niet in deſe boven-ſtaende ovensge-, ſmolten worden, maer in die men eigentlijk daer | toe maekt : Want het Metael moet geen groot |
vyer hebben. Ook moet men het Minerael wellº in acht nemen. Men ſal de ovens by na ſoo
w:
-
oog
D e R M 1N E RALEN, dec.
17
hoog maken, maer niet ſoo wijd, als de andere Smelt-ovens,
-
Boven en onder moeten die toe-geſloten zijn; maer van d'eene kant open, op dat men daer in
mag komen, om eenig yſer daer in te brengen; waer op de Smelt-meeſter moet ſtaen, om de ma
terie in den oven te werpen, en dat moet zijn op een zijde van den oven.
-
Een ygelijkeSmelt-oven, ſalſijnen bodem niet worden gemaekt van ſulke materie, als daer de heerden afgemaekt worden, maer op den vloer of de grond van de hutten , ſullen ſand- ſtee worden, om het fondement van den
nen
#
oven daer mede te beginnen. Deſe ſullen twee voeten lank zijn, en ook alſoo dik als lank: want hoe dikker die zijn , hoe die langer in 't vuyr konnen ſtaen , en niet verbranden of barſten.
Boven deſe voorſchreve ſteenen ſal den Oven worden op-getimmert 8 à 9. voeten hoog. Deſe moeten ſteenen zijn, die het vyer konnen uit } ſtaen. Men ſal den oven van binnen over al met
l goeden leem beſtrijken, op dat de gaten mogen ? toe zijn, en ook dat geene materie daer aen blijf hangen. Men ſal den Oven van boven wat wij der maken als onder, boven twee voeten wijden º
dik. Men ſal daer boven een rook-vang maken, daer men de flores in vangt: en in deſe rook-vang ſal een klein ſchoorſteentje zijn , daer de rook
door mag paſſeren, gelijk het gebruikelijk is. Men ſal den oven voren, daer de tegel in is, al tijt warm houden, op dat het metael dat geſmol is, in den tegel mag loopen ſonder verhin ºf% ten dering. | Om het lood te ſmelten, is geen groot vuyr.
d
e
t
B
van
18
H E T
C AB I N E T
van nooden: daerom heeft men geen mond-yſer van doen, om de pijp van de blaes-balk in te leg gen: doch ſoo men die hebben kan, ſoo is het niet
quaet, of men kan iet anders nemen. Men legt die anders in de muur , ſonder eenige andere dingen. Men ſal het achterſte gat ſoo hoog maken, als de ooge voor van den oven is, op dat de wind, die uit de blaes-balk komt, ſtrax in 't voorſte ooguit gae, ſoo drijven de geſmolte deelen licht in den -
oven. Ook moet men den blaes-balk achter wat
hooger leggen, als in den oven.
-
Hoe men in deſe ovens ſal ſmelten.
H# is een goet ding, dat men geen groot vuyr make; want groot vuyr maekt geen lood, door dien het alles tot afſchen verbrand, en ver teert. In't ſmelt-huis ſullen verſcheideſteenen we
ſen, die uit-gehouwen zijn, om de ſtukken in te
gieten, ſoo groot als men hebben wil. Als men eenige materie ſmelten wil, ſooſalmen die eerſt te voren af-waſſchen, van het zand of de ſteenen,
ſoo wel de kolen, als het Minerael: want anders verſtopt daer doorden oven,ſoo dat men van ſmel ten moet ophouden, om den oven weder vaerdig te hebben; en daer door is groote ſchade te ver wachtcn, ſoo aen kolen, als aen de tijt.
Nu de proportie van kolen en Mineralen ſalduſ danigh gehouden worden. Soo veel als de yſere ſchoppe kan vatten, ſal men mogen in den oven werpen, die in den brand zijnde, ſullen 3 à 4 maelſoo veel kolen daer in geworpen worden, als boven is aen geweſen, uit reden dat den oven be
gint toe te waſſen, door veel by-hebbend z: at
---- - - - --------
--------
D ER MI N ER AL EN, 6 c. . 19 dat in de kolen gebleven is, wanneer die gebrand of gemaekt zijn.
Het oog van de Smelt-oven moet altijt open blijven, waer tegen de tegel ſal zijn, daer het lood in blijft ſtaen, dat uit het oog of de mond van den
oven komt, welke tegel 2# ſpannenſalgroot zijn, voor de breete; de diepte ſal ontrent een voet of wat meer weſen. Deſe moet men met goedt leem beſtrijken, daer in men het lood dan ſiet loopen uit den oven in den tegel. •Tot deſe voorſchreve tegel ſal een voor-muur zijn, een weinig breeder dan een ſpan, en langer -
-
- dan een voet; waer in het ſtof van de kolen is, dat
het Metaelbewaert voor den brand, op dat het niet verteert worde; dat is, op dat de vuiligheit te be ter mag afgetrokken worden : of beter uit den oven loopen, en ook beter met de ſlak-haek kan afgehaelt zijn. Wanneer het lood terſtond uit den oven komt
loopen in den tegel, ſoo trekt de Smelt-meeſter een deel van den drek van de muuren af in den te
die doorhet geſlagen. Op , gel, dat deſe drek hetſmelten Metaeldaerisaen niet bedekke, ſal men die met de vuyr-kruk af trekken. Men moet ook in den tegel den drek aftrekken, eer men dien open doet met het ſtook-yſer : danlaet men het metael in den anderen ronden tegel loopen, die mede met leem is beſtreken... Het gat, 't welk in
den eerſten tegel is, ſal dan wederom met leem of aerde toe-gemaekt worden, die met ſtof van ko len gemaekt of gemengt moet zijn.
-
Men ſal eenen beſſem hebben, waer mede men
de muur af-veegen ſal boven den oven , en oock den ſolder- bodem , die van een goede muur is, B 2. dº
Men
l
H E T
2O
CAB I N ET
Men ſal in dat af-veegen ſijne ſaek wel in acht nemen: want ſomtijts vele ſteenen met den rook
daer op liggen, of aen de muur hangen, die in 't ſmelten ſchade doen.
Men moet hier wel aenmerken, dat het geſteen te is driederlei: de eerſte zijn, de groote ſteenen; de tweede, zijn middelmatige ſteenen; de derde, de kleine ſteenen.
Indien men die tweemael ſoude ſmelten, dat
ſou groote ſchade brengen aen 't lood. Dit is te verſtaen, dat men yder ſoort van ſteenenby mal
kanderen ſal leggen, om t'ſamen te ſmelten, die van wegen de grootte by malkander hooren; want eer de groote aen 't ſmelten komen, ſoo verbranden de kleene, ook vliegen die met den
rook om hoog, en doen vele ſchaden voor de Heeren. Dit is by alle goede Mineralen wel in acht te nemen, want het is my ſelver ge beurt.
-
Nu moet men wel weten, hoe de ſteenen gro ver zijn, hoe denoven ſmalder moet weſen. Na
de ſteenen moet den oven zijn. Heeft men kleine ſteenen, ſoo moet men een breeder oven hebben: want een breeden oven is ſoo ſterk niet, als een ſmallen. Ook moeten de kleine ſteenen, met klein
vuyr worden geſmolten: doch na de ſteenen zijn, is het werk.
Soo men het klein Minerael wilt ſmelten, dat
moet met kleine wind worden geſmolten. Het middelmatige Minerael, ſal men ſmelten met middelmatige wind. Wanneer groote ſteenen worden geſmolten, dat geſchied met groote wind , doch niet ſoo ſterk, als by G) en D
#
weſen , of wel by dº , of Q gedaen
WOTCI.
Men
/
21 DE R M IN ER AL EN, e5 c. Men ſal de kleine ſteenen in overvloed ſoekken te maken, want die ſmelten beſt. De middelmati
ge Mineralen, in middelmatig gewicht. Om alles in ordre te brengen, is dit de naeſte weg; dat men eerſt in 't ſmelten, de kleine ſtee nen neemt, en dan de tweede ſoort; daer na de
derde, of groote, ſoo heeft men niet veel ſcha den in 't ſmelten : want dan ſmelt het Minerael
op ſijn orden, en na de anderen. Indien dan de
ſteenen niet recht ſchoon zijn gewaſſchen , ſoo verhinderen ſy het geblaes der balken, of den blaes-balk.
r
Dat men de ſteenen niet voor de kolen in den
oven werpe, noch ook in den tegel laet vallen, op dat men geen ſchade lijde in't ſmelten. Om dit voor te komen, ſal men de kolen eerſt
vochtig maeken, of natten met water, en dan in den Oven werpen, ſoo verbranden fy ſoo ras niet ; en daer na het Minerael , en dan al we derom de kolen , en ſoo het een nae den an deren.
In den Somer kan men alle Mineralen in gemeen water waſſchen, dat wat af-drijvend is, om d'on
reinigheit af te doen ſcheiden, ſoo van zand, als anderſins.
-
Soo de ſteenen , of de materie, vermengt zijn met eenigen drek, en die niet wel afgewaſſchen, of te voren niet wel gebrand, dat verhindert het ſmel ten; en ook als de materie niet behendig is in den Oven geworpen.
Het is ook een groote misſlag, dat men meer daer in werpt, als van nooden is: want als men eerſt veel in den Smelt-oven wil werpen, dan
loopen de kleine ſteenen met het metael # den oven, en ook met den drek, ſchoon of die B 3
geet
HE T
22
CA B 1 N E T
geern ſmelten, en wel gewaſſchen zijn; of ſet ten haer ſoo vaſt in den bodem des ſmelt- ovens,
dat men met het ſmelten op-houden moet, en den oven op-breken. Indien de drek van de Minera len op den heert van boven neder valt, ſoo ſal die met een vuyr-haek in de hutten getrokken worden. J
Den mond des ovens, en den eerſten tegel, ſal men altijdt open houden, op dat de Metaelen daer uit mogen komen, en in den leſten tegel loopen.
-
-
Soo haeſt het Metael daer is uit geloopen, ſal men den tegel met leem of pot-aerde, die met kool-ſtof gemengt is, voort toe ſtoppen. In den tegel ſullen gloeyende kolen zijn, op dat het Me tael , daer in loopende, niet koud ſou wor den. Indien het Metael niet rein was, ſoo moeſt men dat op eenen heert ſmelten, met een vlam me A.
-
Men ſal daer evenwel ſlakken van maken, en die op eenen heert aen 't ſmelten brengen. Om die voort ſchoon te maken, en tot bequaem me tael te doen worden, ſal men het metael, dat in de vormen is of ſtaet, teekenen namen wil, met het teeken van ſijn Heer of Meeſter.
De Slakken moeten tot driemael toe klein ge maekt, en tot driemael geſmolten worden: doch daer uit word niet veel metael gemaekt. Deſe ſmel ten ſeerlicht uit den oven in den tegel. Wanneer de leem ofpot-aerde, waer mede den oven beſtreken is, vele metael droppen in heeft,
ſoo ſal die klein geperſt of geſtampt worden, en danſal men den d ek afwaſſchen. Eer men dien waſcht, ſalſy door een zeve paſ.
ſeren, en dan af gewaſſchen worden, opdat men n
haer
D ER M 1 N ER AL EN, dºc. 22 haer te beter ſmelten moge. Deſe zeve is van ko perdraet, Daer na ſal men de ſchoon-gemaekte materie met de andere ſteenen ſmelten, en haer
drie dagen en drie nachten in den Smelt-oven la ten ſtaen. Wanneer deſe ſware ſteenen, ſoo als be
ſchreven is, in den oven geweeſt zijn, en daer uit
ko#de , eenige ſteene van den Smelt-oven in
ſich hebben, dan moeten ſy noch eens geſmol ten worden.
-
Men moet den Oven met nieuwe aerde beſtrij ken, van boven tot beneden toe. . . . . Den Zand-ſteen onder in den Oven moet men
ook beſien, of die niet geborſten is, en indien het ſoo mogt weſen, ſoo moet die der uit, en een andere daer in ; of dat boven is, ſal men on der doen, na dat het gelegen komt. Men mag het werck na - denkken, wat daer vereyſcht word. x - A . - 'ſ - - - .
Nu volgt den Oven, met fijne inſtrumen ten, om de Mineralen te rooſten of te
branden, om die dan in den Smelt
oven te brengen. j, ,
"e-
, "
-----
D#n Oven om
*
-- --
..
º
##
we
-
" -"
-
het Mineraelſche geſteente in
te branden, ſal men maken op de ma nier als een Bak- oven, boven rond, maer met
2 à 3 gaten, om den rook door te vliegen, en
onder mede 4 gaten, om 't A in te regee; ren, en oock de aerde in te doen. In de ſen Oven moet men alle vluchtige Minerae len branden , anders bekomt men geen Me , tael.
1
"
B4
De
24
H E T CA B 1 N E r
De blaeuwe Lood-ſteen, ſoo die niet gebrand word, geeft gants geen lood van ſich, want die croſsleur verbrandal tlood. " - --
D ER M1 N ER ALEN, cyc.
25
De Kies, en andere ſteenen, die in ſoodanigen ; . Oven niet worden gebrand, vliegen wech met den rook.
De Tin-ſteen legt men achter in den oven: het vuyr word voor in gelegt, op dat de vlam daer over de ſteenen mag gaen, en de kolen in 't Minerael niet komen.
Of het gebeurde, dat de materie in 't branden by malkander geſmolten was, ſoo ſal de materie weder in 't water geworpen worden, als die noch heet is, en dan komt er een ſcheiding, ſoo dat men goede Metalen bekomt. s
Een andere wijſe om te branden, op Kies, of op Koper eerts. E. Kies of Kobelt, of andere Koper- ſteen, ſal in een op-gemuurde gracht of geut ge rooſtert worden. Deſe is gemeenlijk 12. voe ten lank, 8. voeten breed, 3. voeten diep. Als de ſteenen kies houden, moeten ſy ten minſten
twaelf malen gerooſtert worden : uit kobelt een - - - Dit Minerael word eerſt met klein vuyr gerooſt, 1
mael.
• - ; --,
en dan met een ſterk A, daer na laet men dat een gantſchen nacht in 't zº: ſtaen, om den A luin, of Vitriool, of Salpeter daer af te ſchei den; als deſe daer af zijn gewaſſchen, dan lijd het Metael geen ſchaden in 't ſmelten. Men be
komt ſomtijdts gelit door het branden van 't zout
,
-
-
-
Een gemeene Smelt-oven, moet 6 voeten lank, ,
en 4 voeten breedweſen. Dit is na 'tgemeen ge bruik. --
-
,
-
.
-
B 5
-
Tra
26
HE T & C A B 1 N E T DER MI
#theb,enbevo ", om van alle "jagen, en die t
lºndelen oven, "geſmolten, Miº,* # kolen; Emael door Cen V Om
bodanigen OV
#genoeg beſt inkan doen, als h en hoe dat boven
#nten geſet won alsOok eenige ket tºren dergelijke ertig A,
en ee
# ding Cenen Den
-'
In deſen 9ven brand men #rden , eer 'dien ſmelt. . fi n Teſtimonium
’, in
-
Mijn Heer Glauber beſchrijft
mey2 -
#kge.
Verhatu, welkeno
bruikt
D ER M 1 N ER A LE N., cyc.
27
bruikt heb, en bevonden voor eenen Koninklijken
Oven, om van alle Mineralen den verbranden 4A te verjagen, en die bequaem te ſmelten. Ook heb ik in deſen oven ge-ſementeert, ge-reverbereert, en geſmolten, Metaelen en Mineralen, en dit al temael door een vlamme A, met droog hout, en ſonder kolen; 't welk een ſeer heerlijk werk is.
Om ſoodanigen Oven te maken, vind men op die plaets genoeg beſchreven, alsmede wat men daer in kan doen, als het G), en D, SP, 24, f5, 5; en hoe dat boven op dien oven een eenige inſtru menten geſet worden, om den # in te maken; als ook eenige ketels, om Vitriool, Aluin, Salpe ter en diergelijke daer in te maken alles met een eenig A, en eenen oven ; daer men anders tot ding eenen byſonderen oven ſou moeten heb en , en yder ding vereiſcht een byſonder A, en een byſonder oppaſſen van volk: doch die ſul ken Oven wil regeren, moet een goet Berg-mee ſter weſen, om niet alleen den oven te maken, maer van yder ding de natuur te kennen, en op wat wijſe het ſelfde gehandelt moet worden.
#
-
Dit volgende is van een andere ma nier om te ſmelten, uit La zaro Erkern.
D It is niet van het gemeen proberen der Mine ralen, maer van het ſmelten der Mineralen;
voor ſoo veel het Lood-eerts aengaet dat arm is , waer op men het meeſte moet 't ſmelten.
A
ſètten in -
De Lood-eerts is ſomwijlen ſeer arm; indien ,
º
men den & daer niet aftrekt, dan verlieſt ##OO # '-
-
28
HET
CAB I N E T
lood altemael ; door ronde ovens word de Sul pheraf getrokken; doch door veel ſoekken is veel verloren geworden.
-
Hoe men deſen armen eerts te hulp ſal komen, en hoe men die ſmelten ſal, word hier na aenge weſen: doch wat voor een arm Minerael word ge houden, ſal hier nu volgen, op dat men ſijn reke
ning ter degen mag weten in alle berg-werkken, wat daer in zy. De arme eerts zijn gemeenelijk graeu, wat ſwart achtig van couleur; ook wit met een graeuwe kies, en een geſprenkelde koper-kies. Duſdanige zijn ſeerarmaenlood.
Deſe Mineralen houden het hondert pond, geen 16 van 't hondertaen lood, want het onder de kies vermengt is.
Ook komt vant 't hondert altemet 9 pond, het -
geringſte noch weiniger. Dat Minerael heeft me de ongemeene eerts, die in 't ſmelten de Mine ralen altemael verteeren.
Het ſelfde word in 't
groot tot driemael toe gebrand : en als dit arm eerts foodanig getracteert word, dan bekomt men ontrent 5 f5. van 't Ico , en een quinte lijn ſilver ; ſoo dat ſulke arme Mineralen voor
het rooſteren meerder koſten, dan ſy konnen uit geven, door dien ſy ſoo rein niet zijn: want ſy houden toch niet meer als 5 f5.lood, en een quan telijn ſilver.
w
Men ſalaen eene wal of rol twee Ovens laten
gaen, of metſen: doch ſoo men de gelegentheit heeft omyder oven een rad te geven, dat is beter om 't vuyr te regeren. Dewijl de eerts ſoo arm is, moet men die met groote hoopen in 't vuyr bren gen, om met voordeel te ſmelten.
In den Oven die naeſt by het rad is, ſal # lCt
D ER M 1 N ER AL EN, cyc. 29 het meeſte Mineraël ſetten, om de koſten te ſparen.
/
-
Een Oven ſal twee voeten dik zijn: doch op de --
Duitſche manier word de muur van den Oven 2# voeten dikgemaekt. -
Inwendig ſal die 2 voeten of 2 ſteenen wijd zijn: dat is ook op de Duitſche manier.
In de hoogte moet die twee ellen en een half hebben, mede volgens de Duitſche manier. De ſtee nen moeten van ſoodanige zijn die men licht uit houwen kan, ſonder den Oven te breken : want
door het ſmelten waſt die toe, gelijk de ſchoor ſteen van een huis.
-
Deſe ſullen zand-ſteenen zijn, of ſteen die te
gen het vuyr kan ſtaen; den afloop ſal hebben twee ellen in de diepte, en tegen 't geblaes uit-gaen. En dit moet geſchieden aen een plaets daer geen water komt: want daer vochtigheit komt aen het werk, dat brengt ſchade in het ſmelten. -
Den heert, of de vloeren daer van , moeten
waterpas recht liggen, na denaert van het eer ſte werk , ſy ſal ſoo vlak of hoog niet weſen, 't welk by mate van den Meeſter gevonden. ſal worden.
.
'
-
Men ſal den heert maken op deſe manier, dat de blaes-balken met haer geblaes recht over den heert ſtrijkken, in 't mond-gat , dat voor in den Oven is, om ſoo de ſlakken daer uit te
drijven.
Tot Goſlaer hebben ſy ſeer groote blaes-bal ken, ſoo dat er 6 oſſen vereiſcht worden om die
voort te trekken. Als men het Minerael in groo
te menigte ſmelt, dan moet men ook een ſterk ge blaes hebben. Want
/
3o ,
H E T CA B 1 N E T
t
Van de Tegelen die in den oven moeten zijn.
D E Tegelen die tot de Smelt-ovens behooren, worden van byſondere dingen toegericht. Men neemt op de plaetſen daer Metael door-loopen ſal, eenen grooten ſteen , die den Tegel- ſteen word genoemt. Op deſen ſteen ſalmen eenen heert maken van Potte-bakkers of Steen-bakkers aerde , of van pot-aerde.
Onder deſe aerde mengt men eenige geſtooten Smits ſintels, of ſlakken van yſer. Deſen heert is voor den Lood-eerts ſeer goet, want ſy bevrijd
het voor den 4e of 5. Als den oven droog is ge worden , dan begint men aen de Tegelen te werkken, en die maekt men op deſen heert. De
ſe tegel ſal half in den Oven zijn, en half daer buiten, alſoo dat de helft onder de voor- muur komt.
De leem of Potte-bakkersaerde, moet gemengt worden met gebranden eerts. En deſe ſal een duim dik of wat meer zijn, na het goetdunkken
Il
van den Meeſter.
t
-
Als deſe Tegel droog is, dan ſal die ſoo hard zijn als ſtael, en dan is den Oven veerdig tot op het toemaken. Men moet den Oven van binnen
met de materie beſtrijken, van welke de Tegel gemaekt is.
Deſe Tegel aen de Smelt-oven geſtelt, ſal een
elle en # diep zijn. Buiten den Oven zijn er noch eenige, daer in men 't Metael giet. w
Va%
»
D ER MI N ER AL EN, crc.
31
Van het ſmelten. Hoe daer mede om te gaen: en den arbeid van 't vuyr.
W Anneer den Oven duſdanig gemaekt is, ſal VV men aenvangen tot den arbeid te treden. En
# eerſt ſal men den tegelſoet warm laten wor den, en dan een mate kolen daer in doen, en daer na noch driemael ſoo vele kolen.
-
Indien de kolen te groot zijn, moeten die door
en flegel, die door de meulen word op-gelicht, klein zijn gemaekt, doch niet te klein. Dan wor den die met een ſchop in den oven gedragen. En door dit ſlaen bekomt men eenig ſtof tot den oven, Men ſtoot hier onder kley of aerde, gelijk men wel in ander ſmelten doet.
Door deſe materie
word de tegel in den oven geſlagen, met een yſere lepel, of eenig ding dat ſwaer is: In de voor-muur word een gat gelaten, dat wat hooger is dan den heert of de tegel, op dat de ſin
tels of dendrek niet ſoo ras uit den oven mag loo pen. Dit gat moet ſoo groot zijn, dat men ge makkelijk met de hand in den oven kan taſten. Als nu den Oven dus is bereid, dan doet men
de kolen, die in den brand zijn, daer in: doch den oven moet eerſt droog weſen, eer men daer kolen | in doet. Wanneer die kolen eerſt in den brand | zijn, ſalmén daer na andere koude kolen daerby | Werpen, en na die branden, noch ander kolen die | kout zijn, en dan een troch volſlakken of Smits ſin
|tels dadelijk daer op: dan al wederom een troch vol kolen, en dan het gebrand Minerael of geroofte
eerts. Dit inwerpen van kolen en van eerts, ſalſoo lang gedaen worden, tot dat den oven volis. ||
|
|
M GINA
32 HET CA-B 1 N E T Men legge gemeenelijk voor den mond bran dende kolen, op dat het ſtof dat daer in ligt in den
brand moge blijven, en de ſlakken, die uit den Oven komen, niet kout worden, anders komen. Hij die ſonder ſchade niet van 't Metael, wanneer ſy kout zijn, en ſy verſtoppen ook den mond van den oven. Men ſal niet veel kolen op die plaets leggen, maer even ſoo veel, dat de plaets altijt | warm zy.
Als den Oven nu vol is, dan houd men een wei
nig ſtil, eer men aen 't ſmelten komt, op dat het vuyr in den Oven mogt aen weſen. De ſlak-,
ken eten ſeer licht een yſer-mond op, maer een leners
koperen ſoo niet: doch in een vierendeel jaers, knv moet men dien vernieawen. Men ſet in eenen O- en iſ ven 66 Centeners Minerael: dit word in 24 uuren erts geſmolten , dan vliet het Minerael als water uit den oven.
in
l
Daer toe word niet anders genomen, dan de ge- f brande eerts, en wanneer de Smelt-meeſter de bo venſte ſlakken met een kruk-haek heeft afgetrok ken, dan is het onderſteklaer.
(
:
Danſal men een grooten lepel van yſer nemen, AL
en gieten de ſelvige ſlakken uit, die onder den “Ad
drek ſtaen. Deſe laten haer gieten als lood, en de wi de ſlakken laten haer aenſien, of het een lood- |De M
ſloote
ſteen was.
Het f5 gaet in het ſmelten door het ſtof van dinſ.
de kolen onder in den oven, en verbergt ſich al- |enda
daer 24 à 25 uuren, op dat de wilde Q het niet hºg!
verbranden mogt. fij Wanneer de Smelt-meeſter dan geſint is ſich tot | Word de Metalen te geven, om die uit den Oven te bren- |pere
gen, ſoo ſtoot hy, aen de voor-muur die onder 0, aen is, den oven open, en dan trekt hy n: ſmelt T3S
D ER M 1N ER AL EN, &c.
33
kras-yſer het lichte ſtof daer uit. De knechtſal dan water in 't vuyr ſprengen, op dat de hitte desvuyrs den Meeſter niet verbrande, en hy op ſijn plaets ſijn werk mag uitrichten. -
Wanneer het ſtof dan uit den oven is, ſootaſt
men met een haek-yſer onder in den oven, om al le het Metaelby malkander te brengen, door het roeren van dat yſer. Daer na word het op den heert gegoten, waer het altijt warm is, en ſoo word gehouden : En daer uit giet men dan wat men wil hebben. Uit deſe 66 of 7o. Centener eerts, komen 3 Cen
teners geſmolten lood. Deſe Centeners hou 'den vier lood aen ſilver , dat noch in de ſlak ken is over gebleven. Dit is van de arme CCrtS
Van de proeve in een kleinen Oven, en hoe men daer mede ſal om gaén.
A Lle de eerts ſal eerſt gerooſt of gebrand wor * * den in klein A, eer het ſmelt; om dat alle
de wildigheit komt van het Mineraelſche ſulpher. De Mineralen ſullen ſoo klein als haſe-noten ge ſtooten worden, eer men die in het A ſal doen:
dan ſal men die rooſteren of den Q afbranden, en daer na ſmelten tot een metael. Dit moet ſoo
*
lang gedaen worden, tot dat men den Q kan ſien of ſpeuren, dan is het vaerdig om geſmolten te worden. Op deſewijſe doet men ook met denko
2
per-eerts.
''
Op deſe manier kan men het f5 Minerael ſmelten, ſonder iet anders daer by te voegen.
% j
Indien
34
H e r CA B 1 N e T
Indien het rein is afgerooſt of gebrand, dan ſcheid het ſich ſeerlicht van de ſlakken of den drek. Dit is als Lazarus Erkern leert: het ſelfde heb ik ook
gevolgt en goet gevonden. Proeve van de Mineralen die niet licht
zijn te ſmelten. Eemt Lood-aſch, die uit een f5. lood is ge
maekt, en uit een f5 4A, en Salpeter, Arſe nicum , Spies glas, en de heffen van 't ſcheid water. Dit alles in een tegel gedaen, met ſoo veel t5 daerby, en wel met malkanderen gerooſt."
ſoo lang tot de 4A verbrand of wech is, en het f5 tot aſſchen geworden; hier van ſullen 12 dee len zijn, tegen een deel Minerael: dit met groot
. A geſmolten; kout in den tegel geworden zijnde, ſoo vind men hoe veel het is.
Y
Een andere proeve op de Gout-kies, die : men vertrouwt dat G) ſoude *
* *
houden.
D## in een tegel met -
5, en ſal van alle het vorige genomen worden elks even
veel. Als deſe nu een half uur hebben geſmolten, foo ſal men die uitgieten in een giet-poekel met waſch beſmeerts den konink dan afgeſlagen, die op den teſt met 6 deelen f5 afgedreven, ſoo kan
##
men ſien Wat een of er eenige voordeelen ſoude te trekken zijn, om dat in
't groot aen te ſtellen. Om al het G) uit het 5 te
brengen » daer G) en D in is, ſal men het 5 op -
CCIn
DE R.
Mineralen,
65'c.
3s N,
een ſcherf ſtellen, en wel laten ſmelten, en yſer vylſel daer onder roeren. Men moet dit altijt roe ren met een yſer, en ſoo lang yſer vijlſel daer in Werpen, tot dat het 5 niet meer aennemen wil:
dan moet men daer f5 by doen, op dat het rein ſoude weſen, en op den aen-laet ſetten, om af te drijven.
Om kolen te branden, als men die noodig ſou hebben tot de Mineralen te ſmel
ten, gebruikt men in die Landen deſe manier.
N Eemt goet, hard, en ſwaerhout, op de leng te van 2 à 3 voeten gekort, en dan by mal kander gebragt, op de plaets daer men het tot ko
len branden wil. Hier moet men een ronde plaets maken van een voet diep, of noch wat dieper, daer in ſal men dat hout op ſijn eind ſetten, ſoo lange dat men den Cirkel vol heeft, doch onder ſullen kruis-weegs door malkander 4 gaten zijn; en in 't midden ſal men een gat maken boven 't hout uitgaende. Dit is, op dat men het A, of den brand, te beter in 't houtſoude krijgen. Daer naſal men het hout met aerde bedekken, een ſpan
ne dik of noch dikker: maer de 4 gaten ſullen o pen blijven, als ook het middelſte, om het A aente ſteeken. En ſoo ras als het A in het hout,
of dat in den brand is, dan moet men de gaten, ſoo boven als beneden, toe-ſtoppen, en met een klein houtje hier en daer een klein gaetje maken, op
dat alle het hout tot kolen word. Het gat daergy ſiet een blaeuwen rook uit komen, en de witte
rook weg is, daer is het houtCal 2tot kolen, en daer pv
-
H E T CA B 1 N E T 36 gy dien witten rook ſiet, daer word u beteekent dat het noch niet door brand is: ſoo dat die gaetjes u ſulks openbaren moeten. Deſegaetjes zijn niet grooter als een duim. En als gy dan ſiet dat uit de gaten, of eenige van die, een blaeuwen rook komt, ſtopt de ſelfde dan toe, en ſoo lang moet gy daer op paſſen, tot alle uw hout in kolen is, dan ſal
het van ſelfs wel uitgaen : maer ſy moeten noch wel 5 à 6 dagen in d'aerde liggen, om dat ſy ſeer heet zijn, en altemael anders weder in den brand ſouden gaen. Dit heb ik hierom willen beſchrijven, om dat ik
in 't jaer 1663, en 1665. tot 1668, in de Indi ſche Landen zijnde, eens een Kool-brander had mede genomen, om kolen te branden, en als hy daer in 't land was gekomen, heeft het hem ge failleert, door dien daer een andere natuur is van
't A te regeren, want hy had al 8 dagen doen de geweeſt, en konde geen kolen maken, ver mits hy daer de handeling niet hadde van 't A, noch kende de natuur van 't hout. Het is wel een
ſeer kleine konſt; maer als eenig ding in 't werk ſal geſtelt worden, en 't geringſte daer aen ont breekt, dan is alles verloren, in 't gene men had begonnen. Want in de heete Landen, word een andere wijſe vereiſcht om kolen te branden, en
dat, dewijl door de warmte van 't aerdrijk, de niet ſoo licht uit zijn te dooven ; daer
kolen
om moet men hier in voorſichtig voortgaen, om
, de kolen goet te maken : doch ik had een kool hut gemaekt van de blaederen der boomen, op dat de Son ſooſterk op den Oven niet konde ko- | | | men, waer in men het hout had, om kolen van te
branden: want als men een dak boven den Oven
of kool-kuilen maekt, ſoo krijgt men dies te beter -
kolen;
D e R M 1 N E R AL EN, & c.
37
kolen, ook zijn ſy dan lichter uit te krijgen, en worden te beter kout, en vallen ook ſwaerder,
't welk de gantſche konſt in die Landen is: want men weet daer van geen winter, op de hoogte van 4 graden, ſoo dat alle menſchen naekt loopen, de
boomen altijt met vruchten en groene bladeren be laden zijn, en dus kan men wel denkken wat kou de daer is.
-
Het proberen van alle hard ſmeltende wilde Mineralen en eerts.
D E wilde eerts,
of die hard in 't ſmelten zijn,
of haer niet willen begeven tot ſmelten, moe ten op deſe volgende wijſe gehandelt worden. . Men ſal dat Minerael nemen klein gemalen of geſtampt, en wegen daer af ſoo veel als men wilt beproeven. Dit ſal op probeer-ſcherven geſet worden, en menſaldaerſooveel f5 by doen als er noodig is, 1o deelen van het f5 tegen een deel van 't Minerael, alsook 11, 12, en 16, à 5, 4, 3, 2. tegen het eerts, doch 14 deelen moet men toe ſetten hard in het ſmelten is. Dit
voor ſulken eerts
dit
lood moet men op de probeer - teſt of ſcherf la ten ſmelten : de ſcherf moet te vooren eerſt
gloeiend zijn, en dan mag men het f5 daer op ſetten.
Als het f5 dan ſoo is geſmolten, moet men den probeer-oven onder toe maken, ſoo word het lood een weinig koud. Dan ſet men het Minerael op de teſt met lood, en laet het ſoorooſten op het lood, dat men 't niet meer ſiet rooken , en als het aen 't ſlakken -
-
-
C 3
komt,
is
28
H E r C A B 1 N e 'r
komt, of een graeuwe aſch van ſich geeft, dan moet men grooter vuyr maken , ſoo ſterk als men kan ;
#
oven onder open doen , en bo
ven een weinig toe, ſoo word de hitte gedwon gen, en daer door word het Minerael tot ſlakken gemaekt.
Als het Minerael nu tot aſſchen of ſintelen is ge worden, dan ſal men met een yſere haek dat om roeren, en laten het noch een goeden tijt in den oven ſtaen, tot dat het alles is tot een ſlakke. Dan
giet men het in een giet-poekel uit, men ſlaet de ſlakken daer af, en dan is de proeve om op de Capelle met f5 af te drijven. Op deſe wijſe kan men alle Mineralen proberen, die niet licht ſmel tende zijn. -
Een andere proeve op de Mineralen die niet licht ſmelten, op de Kies en Mercaſten.
-
.
Eent de Mineralen na uw goet - dunkken; ſet die in den probeer-oven, op een ſcherf ſonder lood; geeft in 't eerſt een ſoet vuyr, tot dat het Minerael gerooſt is , en niet meerder rookt.
.
Als dan neemt ſoo veel f5 als daer toe noodig
is, in de ſcherven daer in het gerooſt, of den 4, van getrokken is. Men ſal dat eerts wat grooter
en heeter vuyrgeven, dan komt het beter in 't f5
aen te ſchieten inkorten tijt; en dit is als men 't op het lood laetaf rooſten. Een
1. i
rº
DE RM IN ER AL EN , & c.
39
Een andere proeve op de wilde kobelt, of andere Mineralen. -
M En neemt de kobelt, en ſet die op een rever bereer-ſcherf in den Oven ſonder lood, en
laet dat ſoo verrooken, tot dat er een graeuwen
aſch liggen blijft, of een ſwarte kogel. Tot deſe * materie, die ſoo gebleven is, moet men een wei nig lood doen. Wanneer deſe materie in het f5 gaet, dan moet ghy die op een Capelle ſetten, en af laten gaen, ſoo bekomt gy de proeve, wat het zy.
Een andere gewiſſe proeve, op alle vluch tige eerts. Eemt een groote Capelle, gelijk men heeft tot het Q eerts of het D, die wel in den oven bereid is: daer opſalmen 16Centenaers f5 ſetten, en dit t'ſamen laten ſmelten of drijven. Hier op ſal men ſijn eerts brengen, dat in ſeer vele dee len gedeelt is: het ſal in papieren verdeelt zijn, en het een na het ander in dat geſmolten f5 worden gedragen. Wanneer men de eerts op het f5 draegt, ſal het feer ongeſtelt worden, en # f5 bedekken, doch dat moet ons niet afkeerig maken. Wanneer men dit ſiet, dan maekt men het vuyr een weinig klein der, ſoo bekomt men dadelijk ſlakken op de Ca pelle, welke ſlakken dan vergaen; en als die ver gaen zijn, dan draegt men anderen eerts op de Ca pelle op het f5; en dat ſal ſich ook alſoo aen ſtel len, als het eerſte gedaen heeft, en het f5 ſal dan -
C 4
--
tOt
H E E
4o
CA B 1 N E 'r
tot ſlakken worden, welke ſlakken ook dadelijk van de Capelle ſullen genomen zijn. Men ſal het ſoetjes op het f5 ſetten, ſto gaet het op de Ca pelle af, ſonder iet anders daer toe te doen. Op deſe wijſe kan men alle eerts proberen, hoe en van wat natuur ſy zijn. Men moet den hard-ſmel tenden eertsachter in den oven, en den week-ſmel
tenden eerts voor in den ovenſetten, op een teſt, op dat men die ter degen probere: want voor in den oven is 't niet ſoo heet, als het achter in den OVen is,
-
*
Een andere proeve op de Mineralen, door de ſouten, op de manier van koper en ſilver.
-
Eemt 2 deelen GJ , een deel (9, dit is het flos, gelijk op het S? eerts geleert is, met glas ſout. Men bedekt het met gemeen ſout, op dat het uit den tegel niet loope. Dit is het flos tot een gemeen Minerael. Den konink dien gy daer bekomt, als hy niet te fijn, of noch ſwart, of met eenige ſlakken ver
mengt is, ſal men op een ſcherfſetten, op dat hy rein worde; en dan ſal men hem op de Capel le laten af gaen , tot dat hy rein zy. Het ſelf de komt hierdoor, om dat daer meer Metalen in
ofte byzijn: en dit is op alle Mineralen die lichte lijk ſmelten.
Neemt 2 deelen (P! tegen een deel Salpeter, anderhalf deel glas-gal. Dit moet eerſt in brand worden geſteken, en verbrand op de helft van de
materie. Als deſe voorſchreven flos dus gebrand is, ſal men daer 3 deelen van nemen tegen een deel -
eerts,
•'
DE R MI N ER AL EN, & c. 41 eerts, boven met gemeen ſout bedekt, op dat de materie niet uit den tegelloope, en de tegel moet diep in de kolen ſtaen, -
Indien de Mineralen in 't ſmelten ſeer hard
zijn , ſoo moet men drie deelen van defen flos nemen, met ſes deelen glas-gal , en bedekken die als voren met ſout. Noch een flos van een
deel Gelit, een deel 5, dit onder malkander ge daen, is tot die Mineralen: maer daer moet wat
yſer - vijlſel onder weſen. Dit is # voor D en G), om den eertsdaer mede te ſmelten. Die uit-gegoten in een giet- poekel met waſch be ſmeert, de ſlakken afgeſlagen, den konink op den
teſt met 4 deelen 15 afgedreven, ſoo vind men wat het houd.
Het G) van het D te krijgen, geſchied door 'VZ , en dan yder metael byſonder in ſijn corpus geſmolten, door een flos, gelijk wy hier en ook elders beſchreven hebben. Een deel D tegen 4
deelen van deſe flos, als volgt. Neemt LEI, o, van elks even veel. Deſe flos moet eerſt uit ge
brand zijn, en dan by het D gedaen, en dus word het metael
# van ſilver dan het te vo
ren was, eer men 't daer mede geſmolten had. En dit heb ik ſelfs ondervonden. Hoe 't ſilver ſlech
ter is, hoe ſwaerder het van dit poeyer word, Ook is dit een heerlijk ſtuk voor uitgebrande paſſementen en diergelijkke , als het wel is ge
ſmolten - De ſlakken die boven zijn , ſullen dan in ſoet water geſolveert worden, en dan door een vilt & papier gedaen, en de vochtigheit af gerookt tot # dat alles droog is, ſoo bekomt men weder een flosofſmelt-poeder, om de metalen en de minera len mede te ſmelten. Dit heeft noch niemand voor #.
C 5
my
H E E CA B 1 N E T
2
my beſchreven; doch gy moet daer geen gemeen ſout, noch glas-gal by doen, want als glas-gal daer by is, ſoo word het al te ſterk in het ſmelten. Den Regulum 5 ſal men dus maken. . Neemt 5, g , en 0 van elks een f5; dit on der malkander geſtooten, en dan in den brandge ſteken, in een tegel gedaen, en een half uur ge ſmolten. Dan ſal men dat uit den tegel gieten, in een giet pot met waſch beſmeert, ſoo bekomt men
van een f5. S, niet meer als 8loot Regulus. Dit heb ick ſelfs ondervonden, en het ſelfde menig mael gemaekt. Deſe Regulus moet men gebruiken om G) te reduceren dat de in heeft: want dit is het bequaemſte na my goet-dunkken; ook ſchrijft de Heer Glauber daer af in fijne Opera Mineralia. Van den Witrool heeft Lazarus Erkern feer klaer -
geſchreven. Men mag hem leſen, op pag. 134 in den eerſten artikel, en in den tweeden van den Aluin.
Om den Regulum dº te maken; Neemt een deel
d', en 4 deelen 5: het d moet rood worden in den tegel, eer men het 5 daer op doet. Dus ſal men het dan een half uur laten ſmelten, en daer na
in een giet-kroes van koper doen, die met waſch ſal beſmeert zijn, op dat de in gegoten materie dies te beter daer uit kome. Deſe Regulus Gº is goet, om D daer mede ſchoon te maken, dat veel koper by ſich heeft, vier deelen van deſen Re
gulus tegen een deel D, met malkanderen geſmol ten, en met 0 af gewaſſchen, is een heerlijke konſt, gelijk ik ſelfs heb bevonden: doch dit is na de leer van mijn Heer Glauber, gelijk ik ook ſoo heb gedaen, toen ik by hem was woonende voor Laborant,
-
Om
4.
De R M IN ER ALE N., & c.
43
Om alle Mineralen in 't gemeen te
proberen.
M# maekt een flos poeder van Lºº en
0: deſe worden verpuſt of uitgebrand in een vyfel,
daer in het kleen is geſtooten: op deſe vyſel legt men een dekſel, als 't in den brand is, en dan uit
gebrand zijnde, ſoo neemt men 4 deelen van dit flös tegen een deel Minerael, met een deel glas gal, en bedekt dit dan boven met gemeen fout. Dit ſmelt alle Mineralen, ſoo daer geen 5 of by is, anders moet men daer wat yſer-vylſel by doen,
op dat de 4e of 5 ſich daer aen mag dooteten, en het Metalen laten varen. Dit ſelve kan verder op de Capel, of door een ſcheid water, of anderſins ſuiver gemaekt worden. Van gemeene Wind-ovens is by mijn Heer Glau
-
ber genoeg beſchreven, en om dat die manier my ſeer wel gevalt, heb ik die ſelver gebruikt, want , mijn Heer Glauber is ſelfs inventeur daer van. Deſe
oven is 5 à 6 of 7 voeten hoog, en is inwendig na de hoogte wijd ofte breed, een voet van de
grond is een rooſter, onderden rooſter is een gat van een ſpan; op de andere kanten zijn noch drie gaten, elk van een hand hoog en breed, daer de wind in komt: bovenden rooſter is een gat van een voet, daer men de kroeſen in ſet, en de kolen met
A in doet. "Voor dit gat is een deur, als ook voor alle de gaten, om den oven te regeren. Boven is een
dekſel met een gat, om't vuyr ſoo ſterk en ſlap te
# gaen als men wil. Wijd.
Deſe oven is een ſpanne
-
-
Als men een diſtileer-oven wil hebben, ſal men
die vier-kantig maken, 3 à 4 voeten opgaende # -
e
44
H E T
CA B 1 N E T
de hoogte: deſen ſa! men boven toe dekken, op dat de hitte daer in blijve; en in deſen oven ſa! een ſpanne van de grond een rooſter zijn, en onder de rooſter een gat, daer den aſch word uit getrok
ken: boven dat gat ſal noch een zijn, daer men hout of kolen in doet, met het A: boven dit
gat ſullen 2 yſere ſtaven zijn, waer op de re torte ſal liggen, op dat het vuyr ter degen on der de retorte mag komen. Den oven dus ge maekt zijnde, ſal men daer mede aenvangen te di ſtileren, volgens 't gebruik dat deſe oven inhoud, by graden van 't A. -
Om Sterk water te maken. Eemt Vitriool, en Salpeter van elks even veel, deſe moet men per Retortum diſtileren , ſoo bekomt men het VI. Dit is om ſilver te ſcheiden: en als gy eenig gout ſcheiden wilt, ſoo moet gy daer een weinig ſal Armoniac in ſmelten of ſolve
ren, dan is het goet, en indien men geen ſal JArmoniac hebben kan, ſoo neemt men wat ge
meen ſout, en ſolveert dat in 't V , dan is het om
G) teſolveren. Men heeft noch een andere manier om V. te maken, door ſout en water: dit is by mijn Heer Glauber teleſen, die klaer genoeg daer van ſchrijft.
-
*
-
Noch op een andere manier ſal men 3 f5 ge
meen V7 nemen, en een pond gemeen fout daer by doen: dit ſout moet eerſt uit gegloeit zijn; daer na in dit bovenſtaende water geſolveert, dan heeft men 4 pond V7; daer tegen ſal men een f5 ge meen V nemen , en dat dan in de 4 fb. ge meen ſout V7 gieten, dan heeft men 5 f5. VN. -
w
Dit
-
A'
-
--
- --- -- -
- - - - --
-
Y
D ER M IN ER AL E N., & c.
45
Dit is om G) en SP en andere Metalen van 't ſilver te ſcheiden: dat heb ik meer als duiſendmael ge maekt, en is met geen geld te betalen. Als een per ſoon dan komt, daer het zee-water ſoo ſout is als pekel , ſoo behoeft hy niet meer te doen , als ſlechts 4 f5 gemeen zee V7 te nemen, en ſijn VZ daer in te gieten, ſoo is het een VK, om die voor
v B
ſchreven Metalen , uit alle Mineralen, van hare
berg-aerden te ſcheiden. Indien men ſilver en gout onder een had, en het filver meerder als het gout was, ſoo kan men het ſilver met V) ſcheiden, en dan het ſilver van het gout afgieten, de terra die onder in den grond is nemen, met 3 deelen V7, daer in een f5. ſout is geſolveert; dit maekt dan 5 pond. Het ſelf de voort in 't geſolveert D gegoten, ſoo valt het altemael als witte kalk op den bodem van 't glas, en het VZ , dat boven klaer op die kalkſtaet, ſal ' men afgieten, of doen door een vilt papier gaen, -s ſoo blijft uw ſilver kalk in 't papier, en uw door geloopen water, is dan een WK, om het gout van het ſilver te ſcheiden. Dit is nu van een anderen
aert: voor deſen was het gewoon het ſilver na ſich te trekken, en nu ſtoot het dat van ſich, en ver
ſamelt het G), 't welk twee verſchillige werk
ken zijn van een water. Dit is een van de groot- e ſte wonderen, en het mag wel te recht een Ma gneet met twee Polen genoemf worden , de ee ne trekt, en d'andere ſtoot van ſich af.
Het is
ook een van de grootſte ſecreten in 't ſcheiden , van G) en D. Doch het is noodig, als men op Ak
een Minerael met dit V7 ſou willen werkken,
dat men het Minerael - eerts den Q af rooſt, die daer by magh beſpeurt worden , anders ſoo wil het water op de Mineraelen niet werkken, :
,
-
Want
---
46
HET
-I
CA B 1 N E T
want de Q is daer hinderlijk in 't werk. Die meer der hier van wil weten, leſe mijn Heer Glauber,en andere Berg boekken : dit is genoeg, de 4A van de Mineralen af te drijven. Mijn Heer Glauber ſchrijft ook, hoe men die
gebeſigde wateren weder tot goeden Salpeter ſal brengen, en het is wel waerachtig, want ik heb 't ondervonden. Men kan daer van leſen in ſijn Ap pendix over Duitslands Welvaert, het vijfde deel. Als men de Mineralen, daer koper en Gº in is,
met gemeen ſout wil ſmelten, dan volgt daer op, dat het ſout eerſt het dº ſolveert, en daer na het koper : dit is te verſtaen daer deſe twee by een zijn, en als men deſe, namelijk S? d', dan ge ſolveert heeft, ſooſlaet men die neder met ſal
#
of een looge van kalk, of een ſtuk dº. Door de ſe boven genoemde dingen bekomt men een ne
der-ſlag, ſoo dat men dit neder-geſlagen poeder, met een flos van Wijn-ſteen en Salpeter kan ſmel ten, of met f5 op den teſt laten afgaen, dan vind men wat het is.
Men kan ook alle Mineralen ſeer licht proberen door den S, en nadat het is geſmolten, moet men een weinig out yſer daer by of in den kroes doen. Naer het ſmelten, ſal men met O dat afwaſſchen,
en daer na met een V) ſcheiden, dan vind men hoeveel G) en D daer in is geweeſt : ſoo kan men ſijn rekening maken, wat het Centener in 't groot ſou konnen uit leveren. Dit is een van de beſte
proeven op de hard-ſmeltende Mineralen: want de 35 penetreert de Mineralen en Metalen als een olie, en de 5 met de Vitriool zijn de eerſte Minerael ſche wortelen. Dit heb ik ſelfs bevonden, wanneer
ik die had onder handen genomen. De Metalen worden van den 35 doorboort, en tot een ander ' t
.
Me
-
DE R M IN ER A LE N., & c.
47
Metalliſch weſen gebragt, met verwondering: de Witriool doet mede het fijne tot verwondering:
want ſommige Metalen, daer ingelegt, maken ſy tot een Crocus of kalk. Als men daer VZ van
maekt, dan bevind men wel wat ſy konnen uit rechten, gelijk ik ſelfs heb ondervonden, dat er ſeer groote kracht onder deſe Mineralen verbor gen is, en als iemand ſoo verre mogt komen, dat hy Meeſter was, om deſe twee te dwingen, en tot een ſoeten man te brengen, ik geloof dat men daer van wat betersſou maken, als de Metalen daer me
de te ſcheiden, of die tot ſulken werk te gebrui ken, waer van andere geuoog hebben geſchreven. Die nu luſt heeft kan daer fijne finnen op ſcherpen, om dat t'onderſoekken.
--
-
, Voort van alle andere teekenen der Mineralen, is wijd en breed genoeg by andere Autheuren in hare Berg-boekken beſchreven, gelijk mede van het bouwen der Mijne, het bouwen van de geſteen ten, en om de ſtollen en ſchachten te maken; als
ook om alle water-grinde uit de Mijne te leiden door pompen en molens, om het quade weder, en des 4 damp te verdrijven, op dat men ſijn werk ten volle moge uit-voeren. -
Vandeſe voornoemde ſaken ſoude ik wel meer
in dit Boekjen geſchreven hebben, maer het was onnoodig, om dat deſe dingen ons ſelden voor
komen, gelijk hierboven is aengeweſen. By an dere gelegentheit, indien 't Godt belieft, ſal ik in
't toekomende noch wijder van die dingen hande len, als ook van de natuur des Landts van de In
diën, en wat daer noch voor Mineralen zijn. De gunſtige Leſer gelieve ſich voor deſemael hier mede te vernoegen, wachtende, dat Godt ons de genade ſal doen, van op een ander tijt # C
48 HET CABINET DER MINERAL. de weereld wat anders te konnen mede deelen,
Door O+ en fout, maekt men gout, ſilver, koper l en andere Metalen. Die dit niet verſtaet, ſal dikwils licht dwalen : leert daerom wel kennen het ſout,
ſoo moogt gy kloek worden en ſtout. V, 0, 2,
LE!, dº, 25, 3. Hiermede vaert wel.
-
49
-
Hier volgt noch een uitlegging over de onderſte deelen van
TAFEL HERMETIS, JAls van den
ADELAER, LEEUw en STERREN; Waer door alle Metalen en Mineralen in
hareprima materia worden gebragt: Als mede van haer Oly en Tinctuur over den Helm te voeren, Door den ſelfden eAutheur. Eminde Leſer, ik heb u hier vooren
van de Berg-faken beſchreven: nu heeft
my de liefde der konſt bewogen, hier -
noch wat meer aen te hangen, om de reden, dat aen't einde van 't ſelfde Tra &taetjen eenige Characters zijn, die tot de Berg werkken niet dienen, maer alleen tot opmerkking van de natuur in 't Mineraliſche Rijk.
En om meerder opening daer van te doen, ſoo heb ik deſe Tafel hier aengetrokken, waer in ons vertoont worden, Hemel en Aerde, Metalen en J Mineralen, alle ſouten, met hare natuur en eigen
, ſchap, ons daer in voorgeſtelt. Ik ſal u dan een korte verklaring doen over de -
onderſte deelen van de Tafel Hermetis, die ons D en 1
h e
5o
Oitlegging over de onderſte deelen
-
reaenleiding geven op het Water, Sout en Aerde, waer door alles van de Natuur word voortgebragt. |
De twee handen boven in de wolken, maken h:
ons bekent waer wy het JAqua # moeten ſoekken: want de Aerde, gecalcineert zijnde, trekt door haren Magneet d'onfienlijke lucht in de gedaente van Water, die onder de geſtalte van Oly ſich aen
je | || |
ons komt vertoonen. Dit is een en het ſelfde water |
daer Sendyvogius van ſchrijft, 't welk hy dauw | noemt, of water van het Philoſophiſche Meer of- | te Zee, nevens meer andere namen, doch het is | |
niet anders dan d'onſienlijke lucht, welke ik met | mijne oogengeſien, en mijne handen getaſt heb. De ronde Ring daer de drie ſchilden aen han- | | -
gen,
Van de Tafel Hermetis.
51
gen, zijn de Souten die voor onſe oogen verbor gen zijn, boven in 't Firmament des Hemels; en
die door den wille Godts op Aerden neder komen, en het voedſel geven aen alle dingen, welke wy tot onderhoud van ons leven noodig hebben. Maer. indien men uit deſe navolgende Souten een Sout
konde maken, ik vertrouw, dat de ronde Ring wel geopenbaert ſoude zijn. De Souten zijn deſe:
0. Of LE. k.. e. F. S. zº. Hier aen is de gantſche konſt vaſt: daerom laet ons de aerde on
derſoekken, ſooſullen wy de krachten der Meta len , en Mineralen bekomen.
*
-
- Met den Adelaer heeft Hermes te kennen willen geven de natuur van de vluchtige Souten, gelijk ik hier boven heb aengeweſen : want door deſe Characters kan men een V7. maken, dat alle Tin čtuur over den Helm kan voeren. Dit ſelfde V7. kan niet gemaekt worden dan door de Calcinatie van onſe aerde, dat dan met een gemeene diſtilee
ring tot een Aqua # gemaekt word: want als men de Souten recht kent, dan is men tot het licht van de Natuurder Wateren gekomen. Met den Leeuw heeft Hermes aengeweſen het Sout deraerden, waer in de Salpeter der Wijſen ge
maekt moet zijn, doch met de hulp van dengemee nen Leeuw, die hem ſelfs tot een Water-ſlang
maekt, en dan op ſijn buik langs d'aerde loopt; waer van het aerdrijk vruchtbaer word, en niet an ders dan Roode en Witte bloemen voortbrengt, die dan door den nevel of dauw des Luchtsbevochtigt worden. Deſe bloemen worden ook van Baſilius
het Roode Leeuwen Bloedgenoemt, 't welk ik met k
mijn eigen handen gemaekt heb, dat ik ook kantoo
y
nen: waer voor ik Godt dank.
-
Met de Sterre heeft ons Hermes den Vitrioolder. k
h
aerdenaengeweſen, die anders niet is, als de witte D 2
ger
52
Oitlegging over de onderſte deelen
gecalcineerde Souten , waer wy moeten ſoekken den A en den e der Metalen en Mineralen. Baſi lius noemt deſeden gemeenen Vitriol Comman. Ik ſeg dan, datter niets gemeender is, en dat wy't ſelf de alle dagen betreden, en voor onſe oogen ſien, ſonder dat te bekennen. Soo wie de lucht kan ma ken tot een ſlang, en de aerde doet opvliegen, die heeft den Vitriol van Hermes.
Met de Weereld heeft Hermesaengeweſen den RS Commun. Dit is geſtelt in 't midden van alle Souten, die in deſe konſt van nooden zijn: want
de S doorboort de Metalen, en brengt die van hare natuur tot een broos weſen, op dat men de ſel vige dies te bequamer ontleden moge, en haren 4A en Souten bekome: doch dit ſal den 5 alleen niet doen; maer met hulp van andere Souten, gelijk ik hier voren hebaengeweſen, als Leeuw, Adelaer en Sterren, die eerſt alle tot niet gebragt moeten zijn, of al het werk kan in den grond niet beſtaen. Den 5 word ook fijn Roode ziel uitgetrokken door 0.
en fij.waer van andere genoeg hebben geſchreven. Met de twee ronde Globen, buiten de ſchilden,
beneden aen den Leeuwen den Adelaer, heeft Her
mes onsaengeweſen,waerwy de luchtſouden ſoek ken, met de aerden der wyſen. Want ik ſeg noch, de aerde gecalcineert zijnde, heeft de kracht dat ſy het onſienlijke kanſienlijk maken door ſijn ei gen Magneet, die dan by hem moet blijven, gelijk Baſilius daer van ſpreekt. - Het gemeen 0. Commun.kanſeer licht tot Pur per Rood gebragt worden, met hulp van 't Sout der aerden, dat van witte gecalcineerde aerde geko men of voortgebragt is. Deſe aerde word van Baſi
lius 15 genoemt, en hy ſpreekt aldus:
#
met G en D garen G)dat Wanneer moet f5 Soo -
lagen,, jagen
Ik
-
------------- ----
--
53 Van de Tafel Hermetis. Ik ſeg noch, dat de aerde niet anders als een 'viſch-net is, waer in alles dat wy ſoekken is gevan gen; 't welk ſonder de wille Godts niet is uit te gra ven: en by aldien men op deſe plaetsgraeft, ſooſal men niet anders in de aerde vinden als ſneeuw, daer
Baſilius in ſijn tweede ſleutel dus van ſpreekt, dat de bergen met ſneeuw zijn bedekt, waer men de ſen 9 bekomt. Daer uit moet het Aqua # gemaekt worden, met hulp van den Adelaer, Sterren, en Leeuw,waer in de Konink des Lands hem ſal baden. Andere hebben hier noch meer van geſchreven, heeft die maer deſe Tafel ons alles aenwyſende,
#
geen verklaring meer noodig. ik ſou noch wel van eenige handgrepen tot deſe Tafel dienende hebben geſchreven, als van den Leeuw, Adelaer en Sterren t'ſamen te brengen, waer uit het rechte bloed-bad deraerden komt. De
Leeuw is het A3 den Adelaer, de Lucht; de Ster ren, het Centeraliſche A. of Sout, ſonder welke
in deſe Konſt niet is uit te rechten. En of ſchoon ſommige ſchrijven, dat deſe Son, Maen en Sterren, te vinden ſouden zijn in pis en vuiligheit, die van den menſch afgaen, dat is valſch: want de Minera liſche Souten zijn van een ander natuur, als die van
een menſch; en ſoomen in deſe ſpecie werkt, be komt men in 't leſt maer ſtront en drek, gelijk ik met mijner ſchaden geleert heb. Want wat gemeen ſchap heeft toch het menſchelijk lichaern, met een Mineraliſch lichaem? Soo is het ook met de Sou
ten, die boven deraerden en onder deraerden zijn.
Daerom wil ik alle vrienden deſer konſt gebeden hebben, dat ſy eerſt de natuur leeren kennen van al le Metaelen en Mineralen, eer dat hen de ſchade
komt voor het gewin. Leert dan de aerde onder ſoekken, waer in alles verborgen is wat wy konnen
wenſchen, als Gout, Silver,Koper, Tin, Lood,Yſer, D 3
Qu
-----
Uitlegging over de onderſte deelen 54 Quikſilver, Antimonium, Sulphur, Arſenicum, Wi triool, Salpeter, Aluin, Kalk, Sal Armoniac, Sal Commun, Sal Tartari, en noch meer andere, hier te
-
lang te verhalen. Daerom onderſoekt de aerde,daer in overvloedig is het Sal Mundi Univerſale: want Godt heeft eerſt den Hemel gemaekt, en daer na de aerde, waer in hy alles gelegt heeft, wat den menſch tot onderhoud des levensnoodig kon zijn. En by al dien wy de Natuurſouden verder leeren kennen, ſo moeten wy de aerde onderſoekken, daer alle deſe boven verhaelde ſpecien in te vinden zijn; 't welk de Natuur niet eer openbaert, voor dat de aerde tot ſtof en aſch is verbrand, en dan komt het verborgen in 't licht,waer de Metalen en Mineralen haer begin hebben genomen. Soo wie de Natuur wil leeren kennen, die moet alle ſienlijke dingen tot niet ma ken, dat is in haer eerſte weſen brengen; 't welk niet kan geſchieden als door de calcinering deraerde,die als een vader is in deſekonft. Dus wie dan calcineert,
die word van de natuur geleert. Daerom calcineert de aerde,en brengt die tot haer eerſte weſen; ſoo als in deſe boven-ſtaende Tafel van Hermes te ſien is.
Ik ſou wel eenige Calcineering daer in aenge trokken hebben; maer ſalin het tweede deel mij
nes Berg-boeks dat verhandelen. Het is my genoeg, dat ik den Adelaer kenne,dien ik op 't roode Meer ofte Zee ſag vliegen, die my vertoonde de woeſte aerde niet als ſtof en aſch te
zijn, uit welk ſtof het G) der wijſen voortkomt. 3fob, inſijn Boek op het 28. Capittel ſpreekt daer aldus van: Gewiſſelijk daer is voor 't ſilver een uitgank, en een plaetſe voor 't gout daerſe ſmelten. Hetyſer word uit ſtof genomen en uit ſteen wordkoper gegoten. Ik ſeg
noch, dat het Sout der aerde is het Philoſophiſche gout,dat door den vogel der middernacht voort-ge
bragt word. Deſe is donſienlijke lucht. Want in dat ſelfde
Van de Tafel Hermetis.
55
ſelfde Capittel ſpreekt hy noch verder: Het einde dat Godt geſtelt heeft voor de duiſternis, en al het uit terſte onderſoekt.hy. Het geſteente der donkerheit, en de ſchaduw des doodts. Breekter een beke door by den ge nen die daer woont? In dit Capittel word ons genoeg van de Prima Materia geſproken. Men calcineert ook den 6). Commun, door houds kool, in den wind-ovengeſmolten: dit ſelvige inge meen V7. geſolveert, en op 't A gekookt; de gon die boven komt ſal men afnemen, tot alles droog is. Dan2 deelen van dat Sout genomen tegen een deel gom, met een half deel ſtof van houds kolen, ſoo geeft het een ſchonen groenen ſteen, maer dit moet in een glas-oven 2o of 30 dagen geſtelt worden. , Van den O. Commun. met het Sout deraerden ge ſmolten kan een ſeerſchoonebloed roode Tinctuur
kómen. Als deſe materie in den Wijn-geeſt word opgelooſt, en de Wijn-geeſt daer afgebrand, na de leere van Baſilius, ſoo bekomt men een heerlijke
Medicijn voor den menſch, en de metalen: doch als men die op de Metalen wilde gebruiken, ſoo moet dieſelve Tinctuur gefigeert worden in 't Sout der aerden, dat haer eigen moeder is. De Leſerſal ſich gelieven te vernoegen met het gene ik hier gedaen heb, want al het gene ik be ſchrijve, is niet uit andere Autheuren getrokken,' maer ik heb dat ſelfs met mijne handen bewrocht, en de waerheit daer van in de Konſt van Alchimia
bevonden. Daerom laet ons het Sout der aerden beminnen, ſooſal die edele konſt in grooter waer
den blijven: en ſy die deſe konſt onteeren, ſullen nietſonderlings van de Natuur genieten, daer Godt ſelfseen Vader van is, die ſtadig werkt met de Na tuur, en daer door word alles voortgebragt. Hem komt toe alle lof, prijs, en eere. Amen. **
/
B F
56
B E S L U I T.
H Ier in is u nu beſchreven, Goetgunſtige Leſer, wat de Berg-werkken aengaet, gelijk dat in vremde geweſten ſou voorvallen in het tweede deel ſal ik handelen van de Natuur des Lands, en des ſelf
dens Inwoonderen en plaetſen, wat haren handel is en bedrijf, hoedanig men met haer kan ommegaen, ook van hare oorlogen die ſy onder malkander heb
ben, en wat toeſtel ſy gebruiken als ſy ten oorlo al
fullen gaen, en daer van wederkeeren, op wat wijſe ſy hare gevangenen trakteren, wanneer ſy die ter oot brengen: en op wat wijſe de vrienden onder haer na het afſterven worden begraven, als mede wat rouw ſy dan daer over maken: vorders van hare
huiſen en haer vaertuig van hare ſpijſe en drank van allerhande ſlag van Viſſchen, en Vogelen, en wilde dieren,als in die landen gevonden worden. Als noch van de boom-gewaſſen, en wat ſoort van hout op d'eene plaets is by d'ander : van den Winter en van denSomer die ſy daer hebben,en hoe de Wilden hen des winters generen. Vorders heb ik mijn Commiſſie in dit Tračtaet mede bygevoegt, op dat de Gunſti ge Leſerdaer uit kennis mag krijgen, wat een Berg meeſter voor kracht van letteren moet hebben van
ſijnen Heer of Meeſter dien hy ſal dienen,om daer te lande alleſins voor Berg-meeſter erkent te worden,
en ſijn werk waer hy komt wel te konnen uitvoeren. Hier en boven ſal ik in het tweede Deel noch een ver
klaring geven, van de bovenſte deelen der Tafel Hermetis, en daer in aenwijſen denaert van de Metalen,en hare Pri ma Materia, welke Paracelſus noemt Aſtra Solis, of Roo de Leeuwen bloed,dat in alle Metalen is, maer voorname
lijk zijn de beſte,die uit gout, ſilver en Mercurius getrok ken worden, doch men kan de ſelvige gants niet beko men, dan door den Adélaer, Leeuw en Sterren, want de
ſe maken een dans; waer door men het bloed bekomt uit alle Metalen; voor welke kennis ik Godt Almachtig van herten dank.
-
E
I
N
D
E,
Oteeve <2,-- ezvt, zºrg en o je ,
ºp
(?
(l) 43 moeſten
Der
7
#9. Ji-4 en 68
-##### 73-jk ºf een (A Cen. ,,
,
&#." 63 ,2%. De en scººter disé-gs rºneſſe (Zoo
2-4% mee-aderen vºeren 3
Cen
rºeren Jºhn LEr oeek een v%#
--)kn ex en 4 x 4 a 2 &savz A. j
"
|-
,
•
******* --, -
- -
! ***~~—~~~~
-*
,
-----|
!|-|-*
··
·|
· ----
·•
|
|-----*2*-------
-…!!!|-|-*
!
… •••-
*-*
_
|-----…,---
****