Jacob Böhme - Apologia, ofte Schut-Rede, 1642

Page 1

This is a reproduction of a library book that was digitized by Google as part of an ongoing effort to preserve the information in books and make it universally accessible.

https://books.google.com


Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com


APOLOGIA,

Ofte

S

CHU

TREDE,

Tot behoorlijcke verantwoordingh , op de ſchande lijcke verſmaad „ brieven , en ſchrickelijck Pal quil , teghens het Boecxken vande

VV aareBoete , ende vande maare Gelatentheyt : HBBR

't Gheen GREGORII

RICHTER,

Opperſte Prediker tot Gö

R

L

I

TZ , .

Teghens 't ſelvighe heeft uytvgheftroyt in openbaren Druck

Geantwoort in't Iaar Chriſti 1624 , den 10. April. Door

F

A

COBBÖ

H

E ;

M

Anders genaamt, TEUTONICUS

.

PHILOSOPHU

S

degu

Ghedruckt in 't faar

1642


Aen der

Chriftus fpreeckt . | Hiri

Aligh zijt ghy wanneer u de menſchen om mijnenino

wil verſmaden ende vervolghen , ende allerley quaat S :

var

van u ſpreecken ; ſoo ſy daar waen lieghen : zijt verheughe ende ghetrooft ,'t ſelvighe fal uin den Hemel wel geloont worden : want, alſoo hebben fy de Propheten vervolght ;

Si I den onder de

die voor u gheweeft zijn,

Corifus in ce

Item

.

imiehen me

Ick prijs o Vader ende Heere des Hemels ende der Aerden , dat ghy ſulckx voor de kloecke endewijſehebe verborghen ,ende't ſelvighe den on

mondigen gheopen

be fonder Hinder L n > 2. 't W

baart hebt : Ja Vader ; want, 't heeft voor u alſoo welbe

den welck haaghelijck gheweeft.

dungpel n s o rant

foon, 00

tegens C.

ende

gheli

Sati

A

0


VOORVREDE,

Aen den Godvlievenden Leſer .

> 1. Hriftus yprack tot Pilato , mijn Rijck en is van defe Wereldt niet ; andersfouden müne dienaren om ’ t ſelvighe ſtrijden. Ende tot fijne Jongeren : Ick ſendeu als Schapen mid den onder de Wolpen .

Aen Düſende , dat , foowWaar

Chriſtus in eenen menſche foudeopenbaar worden , den ſelvighen met enckele vyanden moſt omvringht worden; ' die ſonder opwhouden , Chriſtum willen wytwrogen ende dooden 2. ' t Welck den wegh is

van alle ware Chriſtenen ,

den welcken ſy , in deſe wereldt , onder de doornen des duyvels moetenWandelen : ghelijck hetdan defen Autheur

4 Ofte ver van't a verſmade boeckxken , met t ſamen ſijnen per achtedes foon , oock alfoogaat, dat den Sathan fijnen -ſtormwindt, tegens de gaven des Heylighen Gheeftes heeft verweckt, ende Chriſtum ( in fijne ghelederen ) niet en wil dulden : ghelijck in deſen vyandighen Paſquil is te ſien , hoe de Sathan vertoorent is , hoe by foo grouwelijck tegens den Autheur laſtert ende ſmaadt , hoe hyſich tot eenen richter over Gods Werck Set; ende't ſelvighe wil onder ende uyt-vroyen .

drucken

3. Alvis 'tvſchoon (God.lievende Leſer endeBroe der A 2

.


VOOR -

REDE.

der in Chriſto) dat ick ( als die, om 'tghebodt ende de liefde mijnes Heeren Jeſu Chriſti uwille) de verploeckte ver achtelijcke laſterlycke twiſtende ende ſtrijdt

fchriften , van

harten vyandt ben , die ſoodanighe (teghens de Chriſte lijcke liefdeende waarheyt) uyt ugeſtroydeſmaad „ brieven ganſch gheene antwoord waardigh en acht :

Even-wet

hebbe ick eene antwoord willen ſtellen , om de foodanighev wille die ſulckx niet en verſtaan , ende mijn boeckxken niet en hebben gheleſen, noch mijn perſoon en kennen , die alleenelijck op het aenfien van den Heer Primarij acht hebben, endemeenen dat hy, uyt Chriſtelijcken yder laſtert, ende ſulckx om Gods-uwille doet j. van--weghen fijnes Amts .

4.

Ghelijck dan den meeſten hoop alfoo dwalende wordt

ghevoert, datſy hemrechtgeven , ende dencken , dat hy daar wel aen doet , dat het alles de Waarheyt is 't gheen hy op den Preecku.ſtoel uyt - roept: naar.udemaal by Gods Naam daar in voert ende daar vmede bekleedt, dat-umen fijn grimmigh hart niet en kan ſien ; fich oock op ſijn amt beroupt: over.vfulckx ghelooft de senvvoudigheydt 'tſelvighe;als on -wetende , hoe boos- achtigh hy my ver volght, ende ganſch teghens ſijn amt handelt : my oock nimmermeer , in’t ſelvighe en wil onderv foecken ; ende veroordeelt ' tgene, hyſelfs niet en verſtaat : overvſulckx hebbe ickeene antwoortghemaackt; ofmenigh wilde fiende worden,ende van't laſteren tegensGodsgaven, uyt vgaan. si

Ende.

1

1


o

o

R

-

R

E

D

S

E.

s. Ende betuyghe hier umede voor God , dat ick uyt gheene andere meeningh en hebbe gheantwoort , dan alleene lijck bloot, om de liefde des naaſten 6.

wille

.

Ende vermane den Heer Primarium fich van my,

beter te bedencken (Want , by en heeft voor hem , gheenen Leeuw ; maar, een Schaapken Jeſu Chriſti) ofte hy ſal fien , in den welcken hy gheſteecken heeft: dat hem ’t felvighe Schaapken , in den gheeft Chriſti , niet tot eenen Leeuw en Worde , ende’t Schaap den Wolf en oordeele ; Ende meene fulckx hartelijck endetrouwelijck .

Jacob Böhme,

' A 3

Volght


i 1 Volght den Titel des Pafquils .

Gütachten

GREGORII

RICHTERI :

Gorlicii Miniſtri Ecclefia, Patria Primarii. 1

De

FANATICIS EN

SUTORIS

1

I HUSIASTICI,

Libris quorum tituli funt , 1.

Morgen v- Rothe,im Aufgang. 1

2. Der wegh gu Chriſto. 3.

Von wahrer Buffe

.

Ad Avertendas ſiniſtras de miniſterio Gorlicenfi ſuſpiciones.


7 Den Paſquil vaxghtwaen , ende ſpreeckt.

I: Ieuwe manieren van ſpreecken , brenghen gemeenelijck nieuwe dwalingen met

lich .

Antwoordt. 2. De Schrift ſpreeckt :beprouft alles;het goede behout.

Paſquil. 3. Soo veel « regulen als daar zijn , foo veel Gods.w a Zeileno laſteringhen zijn in des Schoenmaackers boeckxken te vinden ,

de welcke groawelijck naar Schoenmaackers

peck ende ſwart ſel ftincken : foy , foy ! Deſen ftanck zy verde van ons.

Antwoordt . den wegh tot Chriſto 4. Het ſelvighe boeckxken leert ganſch ernftelijck ; ende dat, eerſtelijck : hoe den menſch ſál ende moet vanden god looſen weghdefer wereldt, Vyt, ende in rechte ware boete Ingaan , Chriftum in den gheloove aen, trecken, in Chriſti geeft nieuw ghebooren , jo ſinnen ende ghemoet vernieuwt worden , en Chrifto Daar - volghen : ende ſulckx verklaart 't ſelvighe door ſeer ernftige boet.ghebeden , hoe fich dearmefiele, in eenen grooten ernft , in Chriſtiverdienfte , lijden , dood , ende opftandingh moet in

Wenden , ende her booſe aerdſche

willen , in Chrifti dood, dagelickx afvíterven ; ende alſoo door Chrifti wonden ende bloet , vergiete n , tot den Van der gaan .

s . Ten tweeden , leert't ſelvighe , van ware ghelatent heyt, hoe den boet. Veerdighen menſch, fich ganſchende gheheel

1

.


8

Apologia , teghens

gheheel aen God moet overgeven , ende alle ſijne werc ken , in Goddelijck vertrouwen , moet aenvanghen ende vol

eynden : ende't wijſt daarnevensaen , hoe de duy

vel , alle ſtonden , de kinderen Chriſti valſtricken leyt, hoe den menſch anders niet door ſoo veel ftricken kan doorgaan , dan met bidden ende ware demoedigheydt, ende hoe Chriſtus ſelfs met fijne kracht , hen doorheen . voert ende bewaart : ende hoe een Chriſten menſch eenie rancke aen Chriſti Wijnſtock moet zijn , ende 't vleeſch Chriſtieten, ende fijn bloedt drincken ; ſoo hy anders een Chriſten wil zijn . 6. Ende ten derden , leert 't felvige ſeer ernſtige boeto

1 gebeden , hoe de arme ſiele fich, in groote ernſt, in Chrifti verdienfte, lijden , dood , ende opvſtandingh moetin wenden , ende den booſen aerdſchen wille , in den dood Chriſti, dagelijckx af. Iterven ;hoefy, door Chriſti won den endebloet..vergieten, tot den Vader moet gaan . 7. Eode dan ten vierden ,wijſt't ſelvige ( in de t'famen . ſpraack des Meeſters ende des Diſcipels , van't Bovenns ſinnelijcke Leven ) aen , wat ons eeuwigh Vaderlandt zy; ende hoehet in gaan gheſchiet : deſe leere is den waren grondt van't Nieuwe Teſtament ; ghelijck Chriftus, ende de Apoſtelen ons gheleert hebben.

8. Maar , naar

demaalden Paſquil ſeyt , dat daar foo

veel laſteringen Godsin't ſelvighe boeckxken alsregelen zijn, ſoo is't openbaar dat hy den Heyligen Gheeft laſtert, ende verſmaadt: want , hy nomtde boete ende het ghe bedt , eene Godslaſteringh ; want , 't ſelvighe boeckx ken handelt alleen van de boete ende Nieuwe Wederos gheboordte . 9. Lieve Heer Richtende Richter , waar wilt ghy uyt, ofte waar wilt ghy in, ſoom-wanneer uden opperſten Rich ter, Chriſtus (die ghy,in ſijne ghelederen, Ichent) in ſijnen . tooren,


Gregorij Richter.

tooren , ſal verſchijnen , ende den Richtenden Richter ſal richten ; ende ſelfs het recht ende gherichte fal zijn ? 10. Deſen Richter en ſal geenen Primarium aen nochte des ſelfs aen

hangh , die hy aen

lien ,

fich treckt,oock

gheeo Koningh ,Vorft , ofte Heer des werelds naar 't ghe weldt 't gheen ſy ghehadt hebben , noch oock hare in ftellingh : maar, hy ſal het leven richten ; ende ' t ſelvighe in fijnyyet probeeren. 11. Waar willen

dan uwe ſchendinghen ende ver als

ſmadinghen blijven ,die ghy tegens Chriſtum ,in fijne ghe lederen , hebt ghedreven ? Daar ſtaat gheſchreven , loo wie den Heylighen Gheeft laſtert, den ſelvighen en heeft gheene vergevingh , eeuwighlijck : wat wilt ghy hem dan

1

antwoorden , dat ghy , wetentlijck , fijne gaven hebtghe laſtert, ende ſoo ſeer jammerlijck de kinderen Chriſtiver volght; ſoowwanneer Chriftus ſal ſegghen : watghy deſe, mijne minſte Broederen hebt ghedaan, 't ſelvige hebtghy my ghedaan ; wat wilt ghy hem antwoorden 12. Ghy veracht my, om dat ick eenen leecke ben , ende met mijne wetenſchap niet van de hooge „ Schoolen NB. NB . en komme , ende verfoeyt mijne gaven ( de welcke ick doch van God hebbe ontfangen, als een edel gheſchenck ; ' t welck my cock liever is dan de ganſche wereldt) ende

beſpot oock mijn hand.werck met u verfoeyen ,

ende

nomt ’t felvighe, alsm -mede mijne gaven , eenen ftanck : hoe ſoud't u wel moghen gaan , wanneer nu ſoodanighe lafteringh ſoude in lichaam ende fiele opwaacken ,ende u verfoeyen (daar, medeghy de gaven des Heyligen Ghee ftes verfoeyt) in u op..waackte , ende door den tooren Gods wiert aenghefteecken , dat u de wereld te enghe wiert ? Wat ſoudt ghy daar naar daarom wel willen geven dat ghy ſulckx niet ghedaan en hadt? 13

Dien gheeft , de welcke u als,unu verheught , dat B ghy


LO

Apologia , teghens

ghyuwe.luft,met laſteren ende verſmaden aen my mooght volbrengen , den ſelvige mochte u noch weltot helſch . vyer worden, ende in uwe gheweten treden ; waar wilt ghy als dan blijven ? 14. Ghy drijft my de tranen ende het ernſtighe ghe bedt uyt , teghens uwe Godslaſteringh , door, dien ghy my ganſch met onwaarheyt beſchuldight : fiet,utoe dat mijne tranen niet tot vyerighe koolen op uwen hoofdeen worden ! 15. Ick heb veel tot God voor u ghebeden dat Godu wil verlichten, ende de waarheyt te kennen geven ; maar, ghy wort,met laſteren , doorgaans booſer: ick wilaen ...u

3 Raarken ofte treffen.

on ſchuldigh zijn , of 'tw.waar dat den tooren Gods u mocht a roeren . 16. Lieve Primarius ,waarom veracht ghy my , dat ick

NB.

een leecke ben , ende hebbe hooghe Goddelijcke ende natuurlijcke erkentenis ? Meent ghy dat deHeyligeGeeft aen uwe Scholen ghebonden zy ? Sprack doch Chriſtus, opfen beminden : Mijn Vader wil den Heylighen Gheeſt geven , aen alle, die hem daarom bidden : Item , bidt , loo ſult ghy ontfanghen , klopt,ſoo wordt u op -vghedaan , ſoeckt, loo ſult ghy vinden . 17. Ick hebbe mijne gaven door ernſtigh bidden ende ſulckx, ' t welck aen , kloppen ontfangen , ende geſmaackt,

NB . NB, ick om alle des werelds eer ende goedt niet en wilde ge ven , oock nummermeer en kan yerlooghenen ; waarom ſchrijft ghy de gaven Gods den duyvel toe ?

18. Sier doch te rugghe in de werelde, wat voor een voudighe lieden , God menigh „maal tot ſijn werck heeft ghebruyckt : wie was Abel , Seth , Enoch , endeNoach ? Wat waren de Erts.vaderen ? Schaap herders, dewelc ke oock geen Doctoren en waren : Wat wasMoyſes ? Een Schaap, harder : Wat was. David ? Een Schaap, harder : War


Gregory Richter.

IT

Wat waren de Propheten; voor jpamentlijck Elifæus ende Habacuk ? Eenvoudige vroome lieden , die met Acker werckomvginghen : Wat was Maria, deMoeder Chrifti Een arm , vroom , verweeſe Jongh -vrouwken : Wat was in de kindſheyt Chrifti, fijn geneer.Vader ? Een Tim merman : Wat waren de Apoſtelen Chriftial_t'ſamen ? Arme, een - voudighe hand

werckx lieden ; als Viſſchers

ende diergelijcke : waarom en verwierp Chriſtus de ſel vige oock niet; naar..demaal ſy niet gheſtudeert en had den ? Verfoeyde hy de ſelvighe oock , om dat ſy handw werckx lieden waren ; ghelijck ghy doet ?

19. Wat is van den beginne , den Adel der Chriſtenen gheweeft ? Demoedigheyt ende vreeſe Gods: waar leyt nu uwen grooten roem , met de konft, in de Schrift? Wijft my den ſelvighen doch ! S. Paulus was een Schriftvghe leerde: maar , doen hy een Chriſten wierdt , foo moft hy voorheen , in ſijne konſt ende wijſheyt , een dwaas wor den ; op dat de Goddelijcke Wijſheydt mocht in hem ſtede vinden .

20. Wat ftoftghy dan op uwe konſt , foo ghy u anders eenen Chriſten pomt? Weet ghy niet dat wy , in Chriſto , alle een zijn ; derſelvigen is Chriſtus, in onsallen ? Naarmu demaal Chriſtus ons leerdt ende bemindt , waarom ver vloeckt ghy ons dan ; ende nomt Chriſtum , in Itanck 21.

ons, eenen

En heeft'tſelvighe daartoe , niet een boos aeni

fien , ghelijck of de boofe gheeft in ., was, den welcken Chriſtum niet en mach dulden ? Oock niet gaarne en fiet, dat de menſchen boete doen , ende bidden n , aar..demaal ghy de boete ende het gebedt, eenen ſtanck nomt! Sulckx ghy nieten kondt teghen

ſpreecken ; naar „ demaal ghy

leght : daar zy in yeder regel eeneGodslaſteringh ,ende verbiedt de lieden't ſelvighe te leſen ; by eeuwiger ſtraffe. 22 , Doet B 2


12

Apologia, teghens 22. Doet u harte doch op ,ende leeft't ſelvige boeckx

ken recht , ghy ſult wat

anders daar. in vinden : ghy en

hebt ’t ſelvighe noch niet gheleſen ; ſulckx fie ick aen den tijtel van uwen Paſquil: want , ghy ſtelt den tijtel ons recht, ende en hebt in’t boeckxken van de ware gbelatent beydt, van de paar...volgingh Chrifti, noch niet ghelien : ghy ftelt de Morgen vroedevoor het eerſte boeck ; daar ghy weynigh ende niets van en weet : ende den wegh tot Chrifto , voorhet tweede boeckxken : ende daar't ſelvige doch gheen boeckxken en is ; maar, den generalen tijtel : en het boeckxken van de boete, ſet ghy voor het derde boeck ; ende daar 't ſelvighe in't ghedruckte , doch het eerſte is , ende en hebthet leſte noch niet ghefien . 23. O ! Heer Primarius , de Sathan heeft u verblindt ende in tooren ghevoert , dat ghy't ſelvighe , van tooren , niet en hebt moghen leſen : maar , ly heeft met u , van , Atonden aen ,tot verſmaden ende lafteren gheloopen : want, 't ſelvighe is , in fijne ooghen ,eenen ftanck ; alſoo hebt ghy hem ghevolght : drijft de booſe affecten doch vanu , ende leeft't ſelvighe recht ; ghyſult daar heel wat vanders vinden.

in ghe

24. Weet ghy oock dat God door ' t ſelvighe,ettelijcke NB. NB. menſchen heeft bekeert,dat ſy in ware boete zijn in - ghe gaan , endehetghene bekommen , foo.wat Chriſtus ons

heeft belooft ; namentlijck , de gave des Heylighen Gee ftes ? Daar zijn gheweldige exempelen voor

handen !

25. Deſe menſchen , hare gaven van den Heylighen Gheeſt, nomt ghyal, t'famen , eenen ftanck : daaraen kan , men ſien , dat dit boeckxken den duyvel ganſchte gens is,ende dat inn- u geenen goeden geeftmoetwoonen; want, ghy ſpreeckr: naar demaalghy Gods gaven laſtert : deſen ftanck (te weten , boete doen ende bidden ; 't welek den ganſchen in

houdt van dit boeckxken is ) zy verde vannal :


Gregorij Richter.

33

van vu : het mochte alſoo voor vwaar wel geſchieden , dat NB , NB , Gods gaven verde van,vu mochten kommen ende zijn !

Paſquil .

1 26.

Ghy ſeght oock : de ſelvighe plaatſen hanghen

groote ſtraffen over' t hooft, daar ſoodanige Gods.lafte ringh , ongheftraft, moghen bedocht , uyt-vgheſtrooyt, ende ghelooft worden , daar men oock vry , ende onnan verhindert , wat

men maar wil bedencken, ſchrtjft ,uytrs

ftrooyt, ende ghelooven maghi. Antwoordt. 37. Ja, lieve Heer Primarius , ick geloove ſulckx oocky dat foodanigeplaatſen , daar -mende gaven Gods laſtert, ende den duyvel toe, ſchrijft, groote Atraffe over 't hooft hanghen : oock hanght den aerdſchenmenſch ( ſoo waar eene foodanighe ernft derboete wordt ghebruyckt) vrye lijck groote ftraffe over't hoofr: want, hy moet dagelijckx ghedoodt worden, ende de wereldt tot een dwaasworden ghemaackt; ſoon wanneerhy den Goddelijcken weghſal wandelen .

28. Ghy ſieuwel, hoe ick van u , op ſoodanighen wege, worde gheftraft : ende nietalleen vanu; maar, ghy hitft my oock , met verſinaden , de ganſche Stadt op den hals: daarwover ſy u gelooven , endemy ftraffen ; doch, ſulckx is het merck . teecken Chrifti. 29. Dat ghy dan loofs wilt voor

noch de lieden een model des ghe

ſchrijven , dat ſy niet een yeder, in lijne

Goddelijcke gaven , en ſouden ghelooven , ghelijck de gheeft Gods lich in hare fielen openbaart , tot ſulckx behoort noch een ander Paſquil ; dit en verghenoeghe hen piet . 30. Dat B 3


Apologia , teghens

14

30. Datghy hen met de ſtraffe dreyght , daar in ghe fooveick u leer- wel : hadt ghy de macht, fy-fouden in ' t vyer moeten ; ofte al, t'ſamen te landtmuyt. 31. Dat ghy oock ſeght : den wegh tot de boete zy eene gheinventeerde leere ; fulckx en ſeydt het Nieuwe

Teſtament niet : want , doen Chriſtusſijo Euangelium , met Johanne den Dooper , aenvingh ; ſoo feyde hy : doet boete ; ende mijn boeckxken ſeydt ſulckx oock. 32. Den natuurlijcken menſchen « verſtaat van deſen a Text, vero Bimbt. wegh niets :ghy en behouft hem niet te ſtraffen , hy gaat wel, ſonder

dat , in de weghen des duyvels ; tot dat Chri Atus hem in de boete verlicht: fiet alleenelijck u ſelfs aen ,

ende beproufta felfs, of ghy oock op ſoodanighen wegh zijt , eer ghy my , ende andere kinderen Godsperck ende maar in onſe gaven Gods voor ſchrijft ;-daar u voorni ſchrijven doch nietswandersen is, dan eenen eerſchen dighen Paſquil.

Paſquil. 33. Voorder ſpreeckt den Paſquil :God fallijne eere wonderlijck verlofſen, ende hy en ſal ſich fijne eeuwigheyt van ſoodanighe ſchwermeriſche Schoemmaackers,Leerna touwers , Kleermaackers , Wijven , Prieſters, en Docto ren niet laten nemen .

Antwoordt .

-34 . Ickhoude't felvighe oock daar , voor , ende ghe loove vaſtelijck , dat God fich fijne eere ( de welckehy in Jeſu Chriſto , met de over --winningh des doodsende der Hellen , in ops armemenſchen heeft gheopenbaart) van gheenen duyvel en fallaten nemen ; veel cenen Primarius , Doctor , Prieſter ,

weyniger van

Schoemaacker; Kleer


Gregorij Richter Kleer, maacker , Leer.touwer , ofte Wijven :maar , de ghene die onder deſe , lullen boete doen , ende hen tot hem wenden, de felvige ſalhy ſijne eere ſchencken : oock

1

gheloofick wel, dat hyfijpe kinderen ſelfs van alle quaadt lal verlofſen ; ende faligh maacken .

Paſquil . 35. Het vergif van Arrius en is ſoo boos niet,die de ceu wigheyt desSoons Gods heeft verlooghent: ja , 't ſelvige en is ſo ſchadelijck niet geweeſt , als het vergifdes Schoe. maackers, die den eeuwighen Vader fijne eeuwigheyt be rooft, ende Gods vlafterlijcken-wijſe , de Vierheydt, ofte Vier „ .voudiglieydt leerdt. 36. Demorgenlanden ziju (van weghen Arrias kete terije) met de Mahometiſche duyſternis Ichrickelijck ge ftraft gheworden : wat ſullen wy dan ; voor ſchrickelijcke ſtraffe te verwachten hebben, ſoo wy nietmet ſchuldighen ernſt , dit vergif, van ons Vaderlandt weghjagen , ende : gapſch uytzroyen ?

Antwoordt . i 37. Heer Primarias, hier fegghe ick louter neen toe, ghyen kontſulcks in der eeuwigheyt niet bewijſen, dat ick God den Vader fijne eeuwigheyt beneem : veelo-weyniger dat ick deVierheyt der Godheydt leere : ghy hebt ſulckx eenen langhentijd ,ſonder fondament, op my ghedicht, ende my mijneSchriften, met een vreemt verſtande aenns ghetooghen , ende op den Preeck ,wltoel gheſeyedat ick Loude gefchreven hebben , dat de Soone Gods uyt quick , filver ghemaackt zy : ſulckx moet ghy bewijſen , ofte 't fal eeuwigh eene on , waarheyt blijven ; in ſoodanighe on , waarheyt mocht wel foy zijn. 39.

Ick


18

Apologia, teghens 38. Ick bekenne eenen eenighen God , die daar ishet

eeuwige on , aenvangelijcke eenige goede Weſen ,'t welck daar woonde buyten alle natuur ende Creatuur , in lich . felfs , ende gheen plaatsnochte ruymte en behouft, ende gheene metelijckheydt; veel.„-weynigher eenigh begrijp van de natuur ende Creatuur onderworpen is. 39. Ende bekenne dat deſen eenigen God , Drie, vou digh in Perſoonen zy , in ghelijcke Al_machtigheyt ende kracht ; te weten , Vader ,Soon , ende Heylighe Gheeft: ende bekenne dat dit Drieveenigh Weſen , op een maal, te ghelijck , alle dinghen vervult ,ende oock den aenvangh ende grondt van alle dinghen zy gheweeft ; ende noch is. 40. Voorder gheloof endebekenne ick ,dat de eeuwige kracht ( zijnde het Goddelijcke hauchen ofte ſpreecken ) zy uyt -ghevloeyt ende ſichtbaargheworden : in ' t welcké uyt - gheyloeyde woord, den innwendighen Hemel,ende de fichtbare wereldt ſtaat,metqi famen alle het Creatuur lijck wefen ; dat God alle dinghen door fijn woord heeft ghemaackt. 41. Dat ick in de Aurora , van den Salniter ende Mer

curio heb gheſchreven , met ' t felvighe en meen ick den blooten louteren God niet : ick meene fijn uyt-ugevloeyt Weſentlijck woord ; zijnde eene ſchaduwe vanden in wendighen grondt: daardoor ſich het woord in eene na tuurlijcke werckingh heeft ghevoert , ende daarmede materialiſch ghemaacke: alfoo wijsick aen , de drie Prin cipien in de natuur ( namentlijck, eenen Spiritualiſchen Mercurium , Sulphur , ende Sal) wat des felfsgrondt ende porſprongh zy ;naar.demaal de ganſche natuur , met . t'lamen alle Creaturen daar, in ſtaan. 43. Ickhebbe van drie gheboorten gheſchreven : eer ftelijck, vaneene eeuwighe on.aenvangelijcke; Godde lijcke': ten tweeden, van eene Hemelſche, daar licht ende

duy


!

Gregorij Richter.

17

duyſternis (dat is , Gods liefde ende tooren) in verſtaan wordt: ende ten derde ,van eene aenvanghelijcke tijde lijcke ; dat is , van de fichtbare wereldt : endeick verſta den Salniterende Mercurium , in de derde ; dat is , in't ge ſchapen weſen.

43. Ick wijſe aen , wat Miſterium , Hemelsende aerds is ; namentlijck, het « Element , mec des felfs uyt - vloedt a Verftaat, met vier Elementen ende her ghefternte : ick wijſe aen , wighereyna hoe de Goddelijcke krachten , uyt de Hemelſche zijn Element; uytughevloeyt ende ſichtbaar gheworden ; wat den in zijnde, de wendigen grondt aller Weſen , ende wat tijd ende eeuwig- Wefentheyt : heydt zy : ick gheloove ſeer, wel, dat ghy daar niets van naar welcke verftaat: want,'t en is yeder . mans gave niet ;maar, den w ofie lichame. lijckheyde, genen, die't God geeft. 44. Doch , dat ghy ſeght, dat ick met ſulckx de God- Chaifius is heyde 6 doorgronden wil, ende nomt ſulckx duyvelſch : Hemel ghen daar- mede gheeft ghy uwe onwetenheydt aen den kommen. dagh , dat ghy van 't boeck der natuur niets en verſtaat, lichaam das ende het Nieuwe Teſtament oock niet en leeft ; want, de Tongeren oock asen; S. Paulus ſpreeckt: de gheeft Gods doorvloeckt alle din- alle ghel oo

vighen. Godheyde . ghen ; oock de diepten der b Text ,Ant 45. Het en is des menſchen vermoghen niet : maar , Gods gheeft doet foodanigh foecken , door des menſchen forschen. gheeft; doch, ghy nome fulckx duyvelſch : ſoo..wanneer ick met a van de verborgentheden der natuur ſoude ſpre ken , foo foude ghy daar noch welweynigh van moghen verſtaan ! maar , ick wilde u mijn boeck Morgen . Röthe, aen alle dingen toonen , wanneer ghy niet eenen ſoo toor nighen yverighen man en waart , dat men met u konde ſpreecken : doch, met foodanigh verſmaden, en doet ghy niets anders, dan dat ghy Gods gaven verhindert ; ende maacke u_ſelfs on „ waardigh . 46. Daar ſtaat gheſchreven : naar defe daghen , wil ick с mijnen


18 Apologia , teghens mijoen gheeft uytvgieten over alle vleeſch , ende uwe Soonen ende Dochteren fullen propheteren , uwe outſte fullen droomen hebben, endeuwe jongelingen ſullen ghe. fichten ſien : oock wil ick ter ſelver , tijd mijnen gheeſt, over knechten ende maaghden uytgieter ; waarom wilt ghy den gheeft des Heeren weeren ? 47. Wanneer ghy eenen fiet, foo feght ghy , hy zy de duyvel, ende hanght hem laſterlijcke namen aen : ende roept, dat men hem moet bannen van ſtadt ende tandr ; wijit my doch in ubannen, u Chriſtelijck harte . 48. Žijt ghy Chrifti Harder , waar isuwe liefde , met de welcke Chriſtus ons heeft lief ghehadt , daar,mede wy maalkanderen moeten beminnen ? Ghebiet u de Schrift het uyt

drijven ende in de elendigheyt te jaghen on , ver

hoorder ſaacke? Wat feydt u de ſelvighe ? Soo ghy ſiet dat uwen Broeder een Heyden is , ſoo gaat tot liem , ende ftraft hem in'theymelijck : volght hy u, ſoo hebt ghy hem ghewonnen : foo niet ,Too neemt noch een man ofte twee totvu : hoort hy de ſelvighe viet, ſoo wijft hem de Ghe meente aen : hoort hy de ſelvighe niet , ſoo houdt hem voor een Heyden ende Tollenaar ; niet uyt.jaghen, ende on. -verhoort, lafteren ende verdommen , ghelijck ghy my ghedaan hebt ? 49. Ghy ſet u, felfs in een gherichte , 't welck u niet toe

komt : leeft doch de brieven S. Paulo aen Titum

ende Timotheum , hoe een Biſſchop moet zijn ; foo ſulc ghy bevinden dat ghy geenrecht Biſſchops harte en hebt. so. Waarom beriſpet ghy mijo boeck Morgenroede ? Verftaat ghy't dochniet ! Oock en is 't ſelvighe niet voor den Preeck , ſtoel gheſchreven , ofte om dat het onder de lieden foude kommen : ick heb 't alleepelijck voor mye ſelfs gheſchreven tot een Memorial,met foodanige woor den ghelijck ick de ſelvighe alisn.doen konde verſtaan ; wat


Gregorij Richter.

19

wat gaat ſulckx v aen ? Waarom hebt ghy't ſelvighe ghe publiceert ende aen andere lieden gheleent ? Soude doch niemandt yets daarvan weten , foo ghy't op den Preeck' ftoel viet en hadt ghebracht, ende uyt- gheleent ! si . Ghy meent , ghy wilt deſe ſchriften weeren ; ende zijt doch ſelfs die de felvighe vordert: daar en ſoude nie mande yets...wat van mijne Schriften weten , wanneer ghy de felvighe niet en hade uyt - gheroepen ende ſelfsuyt gheleent. 52. Daarnaar foo hebben de gheleerden na de ſelvige ghevraaght : fy en hebben alvt ſamen daar foodanighe booſe a linnen nietvan gehadt als ghy ! Men ſoude onder a Ofte ghe hen wel ſoo hooghe gheleerde lieden moghen vinden als voelen . ghy zijt ! Ghy en hebt ghewis , niet alleen gheſtudeert ! Dock ſoude, men byveele der felvige, meer vreeſe Gods moghen vinden (die defe ſchriften leſen, ende voor goedt houden ) dan even byu ; fulckx ghy in dit Paſquil, ende in u ganſch leven bewijft. 53. Doch , alle wercken Gods moeten hem dienen :

inftrument , om ſulckx te pu God heeft u tot een werck bliceeren, ghebruyckt ; 't ſelvige heeft God my te kennen tijd , uwe on ghegeyen : daarom heb ick eenen langen billijcke laſteringh ende verſmaden ( daar doch niet een waar woord in en is gheweeft ) gheduldigh op my ghedra ghen ; anders wilde ick u langh hebben gheantwoort, 54. Mijn boeckxken van de ware Boete vergelijckt ghy met de ketterije van Arrius : ende ghy ſeghr , dat dies halven , de Morge.landen, met grouwelijcke duyfternis zijn gheftraft gheworden : ende by.al..dien men mijne Schriften niet ganſch uyt_envroeyt ,mymet de ſelvige te landt uyeven jaaght, ſoo ſal't onsoock alſoo gaan.

55; Seght my doch , of looghen oock ſonde , ende van den duyvel is! Bewijft my demeeningh van Arrius in mija boeckx C 2


20

Apologia, teghens

boeckxken : daar ſoude wel meerder aen

dachtigheydt

ende Goddelijcke kracht in de woorden van't ſelvighe boeckxken moghen zijn , dan noch , terwtijd in u harte noyt en is ghekommen : ſalckxmen aen uwe ſchandelijcke vervolgingh merckt, dat ghyden Autheur, om ſijneGod delijcke gaven wille, ganſch wilt uyt.royen ; hadt ghy de macht, ick en ſoude alvreedts nietmeer leven ! 56. Chriſtus ſprack : zijt barmhartigh , ghelijck uwert Vader barmhartigh is : vergheeft , ſoo wordt u vergeven : Item , ſaligh zijn debarmhartighe ; want , fy ſullen barm hartigheydt bekommen : Item ,faligh zijn de vreedſame; want, fy ſullen Gods kinderen ghenomtworden : waar is u barmhertigh ende vreedtſaam harte ? Doet het vergif der maal daar, van , ende houdtwop te la flanghe doch een fteren, ende de ou , waạrheyt my opvtendringen, dat ick u kan kennen , dat ghy een Chriſten , in Chriſti facht , moedigheydt zijt ! 57. Hoort Heer Primarias , weet ghy oock , waarom God van de Morghe, landen den kandelaar heeft weghos ghenomen ; ghelijck hy in Apocalipfi dreyghde > Om den twift ende om de hooveerdigheyt- wille der Geleer den ,

omdat

ſy niet

anders en waren dan mondtv

Chriſtenen , ende fochten alleenelijck den buyck. God ende Lucifer, ende bedeckten den Anti -Chriſt met den purpuren mantel Chrifti,ende twiſteden om meeninghen : verlieren dan

noch den Gheeft in de kracht ,

ende fette

den ſich in Chrifti ftede: doch , ſy en waren niets anders dan twiſters ende diſputeerders; 'twas hen alleenelijck om eer ende aen._fien te doen .

58. ' t Selvighe faghen de Morgenlanders , dat in ſoo . danighen twift gheen liefde Gods en was , ende begonnen overfalckx , aen't gheloof te twijffelen : naar..demaal de Gheleerden nietswapders en dedep dan twitten , ende den


Gregorij Richter. den eenen Chriſtum bekende , den anderen , halfvertoo ghende,ende in enckele beelden ende meeninghen liepen, al

daarde eene de andere niet en gheleeck : Too dochten

de Potentaten , wie weet hoe 't met den twiſt der Papen mach zijn ; of daar yets...wat aen is. 59. Daarn.toe quam Mahometh , ende leerde den eeni

gen God, ſonder Drie , voudigheydt: den ſelvigen vielen de volckeren toe : naar demaalfy ſaghen , dat ia falckx , van..weghen de Drienheyt, ghenen ftrijdt en was ; want, fy waren desAtrijdts ganſch ſat. 60. Dock liet God ſulckx daarom toe , omdat niets

anders , in haren twift , dan Chriftum

ſy

en laiterden ;

over.fulckx ftiet hy hen den kandelaar Chrifti wegh : al foowierden ſy Mahometiſch , ende vingen vaen te krijgen ende te diſputeeren met bloedt ende ſwaardt,ende verdre ven de tijtel ende mond , Chriſtenen : ende God liet ſalckx toe , op

dat om Chrifti eer doch niet meer ghetwiſt en NB. NB ..

foude worden ; paardemaal de cere Chriſti,niets

anders wat de cere

en is, dan demoedigheyt, ende liefde. 61. Siet ! Ende betracht ’t ſelvige wel, ghy Geleerden , hoe zijt ghy tegenswoordigh a beteeckent ? Hoeftaat het a Text , by a met het rijcke Chriſti? Siet ! En houdt den tijd der Signitet, Arrianen, ende den ſtrijdt der Geleerden vanweghen de Religie , teghens uwen tijd eode teghens uwen twift ; de ghehadt. welcke ghy eenen langhen tijd hebt 62. Wijft my den waren Chriſtum , in de liefde ende facht, moedigheydt,in alleuwe twift

boecken :en zijn 't

niet enckele (madelijcke brieven ende booſe affecten ? Daar een yeder roept : Kettery ! Hier is Chriſtus ! Daar is Chriftus ! Siet !Hy is in de woeſtijne, in dekamer , op het veldt : Item , in 't Avondenmaal, in den Doop , ende in de Bieghte : ende den andere ſeyr , neen ; hy en is daar niet ! Ende drijven even foodanigh lafteren ende verſma den C 3


22

Apologia , tegbens

den om Chrifti Kelck , Amt, ende Perſoon , ghelijck tena tijde der Arrianen ghefchieden . 63. Over ſulckx ſoo zijt ghy als, nu u eyghen, ſelfs Propheet , ende dreyght - lelfsmet de duyſternis, het ſoude u wel moghen weder , varen : by.wal. dien ghy niet ganſch blind er zijt, ſoo-ſiet ghy't ſelvige doch wel voor. ooghen : evenwel wilt ghy liever twiſten , Gods kinderen

1 latteren , ja, Chriſtum , in lijne ghelederen , ganſch van vu ftooten , dan boete doen . 64. Defe , de welcke tot.nuwtoe , noch tot God heberg ben gebeden, ende des volckx fonden gebieght, de felvige hebben de welverdiende ſtraffe opvghehouden ; maar , ghy loopt inet hen te Landcuyt. 65. Ende naar demaal ghy my eenen Propheet nomt NB. NB.

( doch , in eene booſe meeniogh ; tot verachtiogh) ſoo ſal

ick u ſegghen, wat my de Heere heeft te kennen gegeven : Namentlijck , dat den tijd ghebooren is, daar God reec a Vefaat, van den

kenſchap wil vorderen á van uwen ſtrijdt om den kelck

Semde man Priefters. b Siet pers 53

woordigh b vreeſt, ende doch geen boete en doet ; 't fel vighe ſaloveru kommen .

Chrifti, endeu daarom ſtraffen : ' t gheen ghy teghenswa

66.

Als dan ſult ghy voor God , van uwe latteringh,

; reeckenſchap geven want, het ſal van u ghevordertwor den, hoeghyuwe vertroude Schaapkens,meteen goet le yen , ende geſonde leeringh hebt voorwgegaan : daar ſult ghy eenen hoop laſteraars vinden , de welcke ghy alut'la men dwalende ende laſterende hebtghemaackt, ende hebt hen u vergifende laſteringhin -ghettort, ende hen daarv mede beſprenght ; waar wilt ghy dan heen , wanneer haar bloet van uwe handen ſal ghevordert worden ? 67. Beſiet doch uwe vrucht, de ganſche ftadt laſtert, van

weghen uwe uytgietingh , over een Schaapken

Chrifti,ende dencken ,in hare eenvoudigheyt, dat ſy daar recht


Gregorij Richter.

23

recht aen doen ; naar_demaal ghy hen ſulckx ghebiet: waar wilt ghy heen , wanneer die Schaapken, in't jonghſte gherichte , u onder vooghen ſal treden , ende uwetoe.vn hoorders, die ghy hebt laſterende ghemaacke , fullen ſeg ghen : fiet ! Is dit den ghenen niet , den welcken wy voor eenen dwaas ende verachtelijck by „ fpelhielden ; ende hielden fijn leven voor eene ſchande: hoe is hy nu onder de kinderen Chrifti ghetelt ? Ende fijo erve is onder de heylighe ! O , wy onwijſe ende dwaſe ,hebben den rech dan Tullen fy a alutſamen ver

ten wegh ghemiſt ! Als

vloecken ,dat ghy hen tot foodanighe laſteringh ende ver ſmaden ghevoert hebt: ziją ghewaarſchout, by het leven onſes Heeren Jeſu Chriſti, het is tijd.af te ſtaan; ofte ghy fult ſien, wat u al

hier gheſeyt is.

68..Ghy roept in uwen Paſquil rot den gerechten Rich ter , dat hy doch ſoade op.wwaacken , ende deMajefteyt Gods beſchutten! Wanneer dan het oordeel over u gingh , „ demaal ghy Chriſtum , in fijne gelederen, vervolght, Daar foo ſoudt ghy het ſwaardt ſelfs gheroepen hebben ! 69. Siet doch ueyghen hart aen :ghy fchildert die ghe meente eenen « roock voor de ooghen , omdat ſy u a Ofte mit fouden ghelooven , dat uwen Paſquil recht zy : waarom en neemt ghy dan het bewijs niet uyt het ghedruckte boecx ken ? Veel

licht en hebt ghy gheen ,

ofte't en ſmaacke u

niet : want , ernſtighe boete, doet het vleeſch wee ; 'ten ſmåackt u ghewis niet : maar , de lieden , de welcke mijn boeckxken leſen,endeu Paſquilteghens't ſelvige houden , die ſullen ons fcheyden ende recht oordeelen . 70. Siet toe , dat den dreck ende de kladden de welcke

ghy aen my worpt , niet aen u en blijven hanghen ! Ick en wil niet meer ftil , fwijghen , ghelijck ick gedaan hebbe ; aflaten, ſoude goet zijn , vreeden is een goet landt. Het


24

Apologia , teghens

Het tweede Deel inden Paſquil. 71 . En Paſquil ſeydt: den Schoemaacker is den Aatis Chrift . lurit DE

Antwoordt . 72. Wanneer ick den Antix Chriſt ſoude beſchrijven , ſoo en konde ick hem piets

anders aen.wijſen , dan dat

hy ſich eenen Chriſten nomt , met Chrifti Purpur , mantel toe..deckt,met den mondt,Chriſtum belijdt eode leerdt ; maar , fijn hart is ganſch teghen Chriſtum gherichtet : an ders leerde hy , anders doet hy : uyt...wendigh nomt hy ficheenen Chriſten ,ende inwendighis hy eene ſlanghe : hy vervolght Chriſtum in fijne ghelederen , ende weder. ſtaat den gheeſt Chriſti: hy blinckt, ende wilin Chriſti name, gheweert zijn ; doch, in ...wendigh ishy eenen ver ghelijck Chriſtus de Phariſeen nomt, ſcheurenden wolf : de welckeop Moyſes ſtoel ſaten , ende de Wet hielden : maar , Chriſtus ſeyde, dat ſy van beneden waren , van den vader van deſe wereldt; dat is, van den duyvel. 73. Hiermede en wil ick niemandt in ſijnegoede ge wete aen taften : ick wil alleenelijck den Paſquil probee ren , of in ' t ſelvighe niet eenen jonghen AntiChriſt a Text , here a komtuytkijcken. für kucket.

Paſquil: 74. Ghy ſacht. moedighe Heere Chriſte ſeght: mijn woord is waar_achtigh : ghymin, eedighe Schoemaac ker ſeght oock : mijne woorden zijn waar : welck van beyde, fal, men dan nu ghelooven : u , ghy waarachtighe Chrifte, ofte u, Schoenmaacker, ende uwen dreck ? Antwoordt.


3 Gregorij Richter. Antwoordt. 75. Chriſtus is het woord des Vaders , den wegh tot God, de waarheyt ende het leven : ende ſoowie Chriſtuin aen_treckt, van den ſelvighen ſullen vloeyen , ſtroomen des levendigen waters ; ghelijck Chriſtus ſelfs ſeyt: Iob.6. Wie mijn vleeſch eet , ende drinckt mijn bloedt, die blijft in my, ende ick in hem : ende S. Paulus ſeyt: ghy zije Tempelen desHeyligen Geeſtes , die in u woondt : Item , het woord isu na , by ; namentlijck, in uwen mondt ende in u harte. 76.

Dit levendighe woord, ' t welck is menſch ghewor

den , aen 't ſelvighe hebbe ick my ganſch tot eyghendom ghegheven : ende hy ( mijn Heer Chriftus ) heeft my fijn vleeſchende bloedt, in de begeerdemijnes gheloofs ghe gheven ,ende fich met my, naar den inn-wendighen gronde. van mijne ſiele ende Geeſt, « vereenight ende verbonden , a Text, dat ick verſeeckert ben, ende vaſtelijck gheloove , dat ick verkeilet was in fijne hande ben , ende dat my niemantuyt Chriſti handt en kan fcheuren , oock niemandt van de liefde Chriſti ſcheyden , noch hooghte , noch diepte , noch ghewelt , nochte vorſtendom ; ja,gheene Creatuur en ſal my ſchey den van de liefde Jeſu Chriſti. 77.

Hy (mijn Heylandt) heeftmygegeven dat ick gee

ftelijck ghefint ben ;ghelijck S. Paulus ſeyt : die de gheeſt Gods drijft,de ſelve zijn kinderen Gods: want, wy en heb ben geenen knechtelijcken gheeft ontfanghen, dat wy ons wederom moeten vreeſen; inaar, wy hebben eenen kinder lijcken geeft ontfangen door den welcken wy roepen; Ab ba, lieve Vader : den ſelvigen geeſt, geeft getuyghenis aen onſen geeft ,dat wy kinderen Gods zijn: zijn wy dan kinde

1 1

ren ,ſo zijo wy oock erfgenamen :namentlijck erfgenamen Gods, en mede erfgenamen Chriſti;ſo wy anders,mede lij D den,


26

Apologia, teghens

den , op.datvwy oock medetot de heerlijckheydt verhe . ven worden . 78.

Daarom ſeggheick , ick en hebbe mijne kennis niet

van , ofte door menſchen ; maar , van de gave mijnes Hey landts Jeſu Chriſti : ende ick en begeer niemant van Chri ſto af tevoeren : maar , ick wijs hen hartelijck , hoe ſy, door ware ernſtige boete ende ghebeden ,tot Chriſto,mij nen Heylant,moeten kommen ; gelijck dan mijn gedruckt boeckxken, doorvgaans niets andersen leerdt. 79. Hoe ſcheydt ghy my dan van Chriſto af ? Ende

nomt mijne woorden de welcke tot Chriſto wijſen )dreck: ' t ſelvighe is een teecken dat den wegh tot de boete , die tot Chriſto wijft , uteghenſtinckt als dreck : ſulckx is de waarwachtighe veruwe van den AntiChrift : want , den Paſquil ſpought foey endedreck teghen de boete ende de feer ernſtighe ghebeden in mijn boeckxken ; ende nomt ſulckx eenen Itanck , 80. Dit gheef ick nu aen den on -partijdighen Leſer te bedencken , of deſen Paſquil van den Primarij, van den Antiq.Chriſtiſchen Gheeft niet en is ghedicteert ghewor den : naar

demaal hy my den ſelvighen wil op._dringhen ,

foo gheve ick ’t ſelvighe te overweghen ; by wie den ſel vighen is !

Paſquil . 81.

a Text , holluncken .

Voorder nomtmy den Paſquil,eenen min „ eedigen

Schoemaacker : ende op den Predick , ſtoel, heeft hy boef. my ghenomt, eenen loofen Antwoordt . 82. Deſe ſchandelijcke eer.,fchendingh , is in de wet ten , ernftelijck verboden , dat niemandt , d'een den ande ren ,


Gregorij Richter.

27

ren , aen fijnen goeden naam ende faam en moet verach ten : oock is ſulckx in alle rijckx Conſtituten , ernftelijck verboden : ende niemant en moet een eer, roovende Pal quil nochte verſma.brief ſchrijven , op ernſtighe ſtraffe: ende de Heer Primarius , moft den man zijn , die 't andere ſoude verbieden ; ende doet ſulckx ſelfs. 83. Ick vragheu , wanneer ick eene ſoodanighen Paſ quil teghens u hadt laten drucken ,ende u alſoo hadde ghe ſchendt ende veracht , waar wilde ghy de ſelvighe heens wijſenende veroordeelen ? Ghewiích , aen de galgh ; ende toe : maar , wat fal ick tot u ſegghen ?

den Autheur daar

dat het u God vergheve ! 84. Ick hebbe den Keyſer, ende den Cheur... vorſt, mij nen ghenadighen Heere , als..mede, den eerbaren Raadt, ende de Stadt Görlits, eenen eedt gheſworen , hen gehouw ende ghetrouw te zijn , den ſelvigheu hebbe ick tot deſer ure toe , vaft ghehouden ; ende ghy nomt my eenen min. eedighen looſen man ende « guydt ! Ick hebbe mijne eere 2 Text , holluncken , ende redelijckheydtin Görlitsghebraght,ende de ſelvighe wildt ghy my afnemen ; want, eenen min , eedighen man , en is niemant nut.

85. Nuwelaen , ' t ſelvighe ſult ende moet ghy bewij fen , dat ick eenen ſoodanighen zy , ende ick neme mijne ' toe.v-vlucht, met ernſtigh klaghen , om dies wille , tot de Overigheyt, ende bidde defelvige om recht ende beſchut tingh : naar :

demaal ghy my dannoch , onder druckr,

ſoo ſullen ondertuſſchen , deſe eer. -fchendighe latterin ghen , op u ſelfs beruſten , ſoo. langh totdat mijne mincedigheyt onder vooghen fteldt.

ghy my ,

86. Ghy hebt in deſe vaſten.tijd, daar op gheftudeert, hoe ghy de kinderen Chriſti in de ganſche ghemeente, met Nanghen ,dreck der latteringh wilde beſproyen, dat fy la ſterende vierden , ende my ſouden verachten : ende en hebt 2. D


28

Apologia , teghens

hebt het daar by niet laten ruften : maar , noch daartoe ſoodanighe eerſchendigh vergif , laten drucken , dat ſy ſulckx oock te huys leſen , ende hen daar..mede kittelen; a Ofte ghee dient,

op dat de duyvelwel « ghehooveert maghworden . 87. Ick vrage u ſelfs , en is ſulckx niet een merck , teec ken van den AntiChriſt ? En isu amt niet gheweeſt , dat ghy deſe vaſten tijd , Chriſti bitter lijden , ſterven ende bloet , vergieten hadt behooren te betrachten , ende ſulcx uwe Parochikinderen wel io te drucken , dat ſy't ſelvige oock hadden behartight ? Ter contrary , hebt ghy defe vaſten.tijd, twee Paſquillen ghedicht, ende u met elendi ge lieden vertoorent , datghy Chrifti wonden ende dood, op het ſieck

bedde hebt moeten laten legghen ; ende

felfs hebt daarbymoeten leggen , in't verweckte vergif. 88. Soo ſeer 01 , -waardigh zijt ghy voor de ooghen Gods gheworden ! Bedenckt een weynighu ſelfs: voor. waar , ſoo , men ſulckx recht behartight, foo mochten de hayren eenen wel te bergh ſtaan , van vreeſen ende ontſet ten , dat ghy Gods plaats beſit ende aen desheyligen Gee ftes ſtede ſtaat , ende loodanigh vergif , op het arme on . ſchuldighe volck uyt -giet : ende niet alleen hiertot Gör lits : maar , ghy ſendt oock uwe verachtelijck vergif in vreemde ſteden endeplaatſen , ende vergiftight de ſelvi ghe; dat ſy mede helpen laſteren. 89.

Alle dit.ſelvighe is een

ghewis kenteecken van

b NB. Dit den AntiChriſt b die den Pafquil my wil opdringhen : is,denPaf- ick bidde ; ende hy vloeckt my : ſoo . -wie dit verſtaat,dat aunde10- die nu daarover oordeele , by wie van beyde den Antivo den dat 1.B. Chriſt is . den Arztin Cliriſt was, Paſquil.

90. O Chriſte! de Heylighe Gheeft heeft u gheſalft met Oly , meer, dan uwe ghefellen, ende heeft u tot eenen Prieſter


Gregorij Richter.

29

Prieſter ghemaackt: maar , u , Schoenmaacker , heeft de duyvel met dreck beſoetelt , ende tot eenen Ketter ghe maackt. Antwoordt .

91. Den Heyligen Geeſt heeft Chriftum ende fijne kin deren met vreughden . Oly Gods geſalft, ende foodanige ſalviogh in onfe fielė in ughevoert, dat wy aen hem ghe - looven ; fulckx nenie ick my oock aen , als eene rancke Chrifti: ende ick hebbe fijne ſalvingh krachtigh in

my

gheſmaackt; over -ſulckx verheuge ick my ,onder Chrifti Cruys in mijne lichamelijcke elende . 92. Maar, dat de Heer Primarius ſeyt , dat deduyvel my met dreck heeft beſoedelt , ſulckx is ( op fijne wijſe) waar: want, den ſelvighen dreck, daar de duyvelmymede beſoedelt heeft , is des Primarij fijne laſteringh tegens my, ор den Predick , ſtoel , ende deſen booſen dreckighen Paſquil, daar ,mede heeft den AntiChriſtiſchen duyvel my beſoedelt, ende voor de ganſche ghemeente tot eenen nar ghemaackt, ſoodat het onwetendevolck, 't welck daar luſt toe heeft,my met foodanigen dreck worpt : maar, de Heer Primarius meent , 't waar betermetſteenen , foo gheraackte het boeckxken van de Boete wegh : doch, men leerdt noch huyden de ghedachtenis van S. Stephani,ofde hooge Prieſteren hem ſchoon ſteenighden ; watGod op bouwt,'t ſelvighe vermagh de duyvelniet te verbreecken. 93. Dat hy dan

noch oock ſeydt ; tot eenen Ketter :

ºtſelvighe is oock eene ſtraal uyt de veruw van den Antiw Chrift : want , foo wanneer men de rechte Chriſtenen heeft willen vervolghen, verjagen, verbranden ende doo den , ſoo heeft den Ănti, Chriſt gheroepen ; het zijn Ķec ters : geene andere oorſaack heeft, men hen konnen by brenghen ; daar . opis de executie voort- ghegaan . D 3 94. O !


Apologia , teghens

30 ·

94. O ! Hoe ſullen defe ketters, in't jonghfte gheriche,

u onderwoogen worden geftelt , ſoon wanneer de ſelvige, in de Goddelijcke kracht, neven Chriſto ,in 't oordeel lul. len gheſet worden , den AntiChrift, die hen vervolght heeft, te richten ! Wat wilt ghy Chriſtoendemy, dan ant woorden , wanneer uwen Paſquil, in uwe fiele loude bran den ? Wie heeft u het ghewelt ghegheven tot een ſoodani ghen oordeel? bewijft fulckx uyt deleere der A poftelen : nu ſoud't noch tijd zijd boete te doen , eericku , door de drijvingh Gods voor het ernſtighe gherichte Jeſu Chriſti, ſoude moeten dagh -vaarden: merckt wat ick a ſegge! Ick ben een Chriſt in Chriſto :ghy pomt Chriſtum in ſijne ge lederen , eenen Ketter, ende fijne kracht, eenen dreck . 95. De barmhartigheyt Chrifti, roeptu , hiervmede, noch eens , of ghy boete wilde doen : foo niet , foo wilick aen u onſchuldigh zijn, foo ghy in't gherichte wordt ge ſtelt: ghy hebt voor u eenen grooten bergh ,daar ghy moet doorheen klummen : is't dat Chriſtus u verlaat, loo moet ghy in deſe kloove wel eeuwigh blijven. 96. Merckt wat uis gheſeyt , het is erkendt ! Huyche len en gelt niet , 't moet ernſt zijn :opghenade fondighen , bekomt onghenade : de ure is na -- by, laat het u ghefeyt zijn, ghy en ſult al.,.daargeenen beſchermer noch byſtant hebben ghelijck ghy al hier aen u treckt ; daar ghy u op verlaat : ghy ſult my onderwooghen moeten treden , ende van uwe booſheyt ende laſteringh reeckenſchap geven . 97. Chriſtus, in any , ende in alle ghelederen Chriſti, vorderdt u voor 't oordeel Chrifti: Wat ſal ickudan , voor uwe ſchandtvvlecken ſegghen , die ghy my , op aerden , hebt aen

ghehanghen ? Ick biddeu , als een ghelidt van

mijne ziele, keerde doch om , terwijl de deure der ghe nade noch open ſtaat , eer de groote kloove , tufſchen my ende ugheſlooten wordt ; Luc. 16 : vers 26.

98.

Het


Gregorij Richter.

31

98. Het ſtaat voornwaar, eenen hooghen Prieſter ſeer qualijck , die in fijnen mond, het Goddelijcke woord van dien , de liefde Chriſti ſoude voeren , dat hy in plaats van dreck in den mondt neemt , ende de woorden Chrifti, die hy ſoude leeren , met dreck beworpt, ende ſoodanighen dreck , de lieden , in't hart endein de ſiele ſpeudt, ende hen vergiftight : want , waar dreck is , al. daaren is den Hey lighen Gheeft niet in den mondt ; maar, den Sathan . 99.

De Chriftelijckeghemeente mach de ooghen wel

open doen, ende mercken wat men hen leerdt; de ſtraffe , Godsvolght: laat u ſulckx gheſeydt zijn lieve Broeder, NB, NB. daar ſal in ' t kort eenen tijd kommen , dat ghy ſalt fien , ' t gheen ick al., hier ſegghe.

Paſquil. 100. Chriſtus heeft de inenſchen de gheboden Gods gheleerdt: maar , deſen , leerdt, met groote ernft , de

a Text , pero OP vnemingh. Zuckungh. Antwoordt .

for. Waar ſtaat ſulckx in mijn boeckxken , dat ick de menſchen de uyt- wendighe b opunemingh leere? Wijft b Text , ver myſulckx ;of'ten fal niet ſoo zijn : ick leer hen de ſalvingh Zuckungh. Jeſu Chrifti, met fijne teere menſcheydt, gheeſtelijcker aert, incons, naar den inwendighen gronde des geloofs: daar Chriſtus van feyt ;

Ioh. 6. Wie mijn vleeſcheet, ende

drinckt mijn bloedt,die blijft in my ,ende ick in hem : ende ſoo „ wie niet en eet het vleeſch van den Soon des men . ſchen , die en heeft geen leven in

fich .

102. Want, ' t ſelvighe is den Tempel des Heylighen Gheeftes , ghelijck

S. Paulus ſeydt; daar Chriſti vleeſch

ende bloedtinops blijft: het is de nieuwe weder.vgeboort, daarin


Apologia , teghens

32

daarin de Heylighe Gheeft in

ons , de diepteder God

ſoeckt : het is het uytwgegooten woord van de weſentlijcke Goddelijcke liefde ,'twelck ſich met onſe

heydt door

fiele verhouwelijckt ende vereenight ; gelijck het ganſche Nieuwe Teſtament alſoo leerdt. 103. Daar ſtaat gheſchreven : prouft ,

of Chriſtusin u ,

eene gheftalte heeft ghewonnen ! Sal- Chriftus eene ghe ftalte in ons ghewinnen , loo en moet ' t ſelvighe niet afv wefende zijn : ſullen wy rancken aeu den Wijo vſtock Chrifizijn , foo en moeten wy geenen anderen aen han ghen : want, niemandt en kan twee Heeren dienen, ſprack Chriſtus : Item , mijn Vader wil den Heylighen Gheeft geven aen alle die hem daarom bidden : wanneer den ſel vighen ſal kommen, die ſal my in , u, verklaren .

a Text, ver 104. Het en is gheene uyt-- wendighe a op „ nemingh : Luckung. maar, eeneinwendighe verlichtingh , daar van defiele ( wanneer ſy deſen vreughden „ Oly ſmaackt) in foodanige groote vreughde komt; ghelijck in mijn boeckxken van de Edele Sophia (zijnde de weſentlijcke liefde Jefu Chri ſti) is verhaalt. 105. Ick verſtaan gheheel.wel, dat ghy defe Edele Sophia niet en kendt: 't ſelvighe en is geen goede teecken , dat ghy haar verlooghent ende eene Enthuſiaſtin nomt: maar , ick ken de ſelvighe wel , ende ick hebbe haar lief; want , ſy is de lieve-„ Bruydt van mijne fiele : wanneer ick haar niet en kende , ſoo en ſoude ick ghewiſch , om hare liefde.wille, van u ende andere , leden hebben .

foo feer veel niet ghe

106. Chriſtus ſprack : wie niet door my, tot de Schapen in en gaat ( dat is , in de Schaap

Ital Chriſti) maar , klimt

ergens anders in die is een diefende moorder, ende niets. anders dan eenen huurlingh , ende is alleenlijck ghekom men om de Schapen hare wolle te rooven : ghylpreeckt : wie

9

1


33

Gregorij Richter:

wie niet door de hooghe ſchoolen in en gaat , die zy een diefendemoordenaar : ghy beſpot de deure Chriſti (zijn de de ſalvingh des Heylighen Geeftes ) ende wilt ſlechts hebben , dat_.men , de Goddelijcke wetenſchap alleene lijck van de hooge ſchoolen moet halen ; ende bindt Gods gaven aen de konft. 107. Maar , Chriftus leerdt ons gheheel anders : dat blckx voor de kloecke ende wijſe , verborghen , ende de onvmondighe , ſoeckende ende hongerighe openbaar zy ; ghelijck Maria oock ſeydt : deHeere ftoot de gheweldige vanden ſtoel , ende verhooght de elendighe ende nederige, de welck voor hem , demoedigh in haar harte zijn : ſyen meendt gheen macht ende ghewelt; maar, Gheeft ende kracht. 108. Ick hadde u al

hier veel te ſegghen : maar , ick

en weet noch niet , of ſulckx by u wel beſteedt zy : want, ghy wilt u alleenelijck met den purpuren mantel Chriſti toewdecken ,endenet nieuw gebooren worden, opdatna ghy naar de laſt des vleeſches mooght leven : ende en wilt de ſonden daghelijckx niet af, Iterven ;maar , u alleene lijck trooſten, dat Chriſtushet ghedaan heeft.

109 . Maar , ick ſegghe u , ſulckx en ſal u niet gelden : ’t enzy ...dan dat ghy door ernſtighe boete ende om ; wendingh tot de genade, de betalingh Chriſtiaentreckt, ende eene rancke aen den Wijnſtock Chriſti wordt dat Chriftus oock de ſonde in u doode , ende u uwe ſinnen ende ghemoedt vernieuwt,dat ghy Chriſto begeert naar , te volghen ; anders en fal u kittelen niets gelden , ende niets, andersdan eene huycheliſchen ſchijn zijn gheweeſt. 110.

1

Ick ſeggheu fulckx in liefde, mercktmywel : ick

hebbe ' t ſelvighe van God ontfanghen , dat ick 'tweet : oock leert u het Nieuwe Teſtament doorvgaans ſulckx : ick hebbe u in mijn boeckxken geheelwwel aen - geweſen, dat E

1


34

Apologia , teghens

dat geenigh menſch defe Edele Sophiam , in de bevinde lijcke liefde Jeſu Chriftien kentnochte en verſtaat; 't en zydan dat hem ſulckx van God worde ghegeven . 111. Ick en wil alq hier niet vorder , de Perle onder

uwe voeten worpen , totdat vghy tot ſulckx waardigh , ende in ware boete bereydt zijt : byval.dien ſulckx ghe ſchiedt ( 't welck ick welwenſche ) foo'wilde ick daar

van

met u ſpraack houden: want,tegensw -woordigh en zijt ghy 't ſelvighe noch niet waardigh ; naar veracht.

demaal ghy ſulckx 11

112. Derhalven is uwe leereoock foo kout; om dat ghy deſe kracht niet inuen hebt: want , den rechten hamer tot de klock ,en hebt ghy noch niet : ghy hebt het woord wel : maar, de kracht en is in u niet , daar ghy met het let

1.

terlijcke woord , ſelfs ſoudt mede wercken : daarom ſeyde Chriftus : de Schapen en hooren des huurlinghs ſtemme niet .

.

113. Deſe kracht die ick meene , is de deure tot de

1

Schapen : ghy ghebruyckt, met u laſteren , menigh , maal, des Satans hamer , onder Chrifti purpuren mantel: u hart is vol gal ende bitterheydt ; O ! Ach ! het is tijd .

Paſquil . 114. Chriſtus heeft ons op 't woord , ende op de ver borgentheydt gheweſen , 't welck de gheloovighe harten , in den geloove behout : maar , den Schoenmaacker voert ons op haaftelijcke op..nemingh ende opdroomen , de welcke de gheloovighe harten, het gheloof berooven . Antwoordt. IIS . Ick en voer de menſchen van 't gepredickte ende gheſchreven woord niet af: ghy beſchuldight my daar.win 'toner

1


Gregorij Richter.

35

tonrecht: maar , ick fegghe, dat ſy den Tempel Jeſu Chriſti, tot het gepredickte oftegheſchreven woord moe ten brenghen ; namentlijck , een boetveerdighehonge righe fiele , de welcke Chriftum ( zijnde het levendighe woord ) in jhaar

ſelfs hoort leeren : ghelijck David ſeyt :

ickwil, hooren watdeHeere in

my ſpreeckt: ende Chri

ftusſprack oock : ſoorwie uyt God is, die hoordt Gods woord : ende tot de Phariſeen ſprack hy : daarom en hoort ghy niet ; want, ghy en zijt niet uyt God, ghy en zijt mijne Schapen niet. 116. Soo wil ick nu,in mijne meeningh , dat een menſch Goddelijcke ooren (zijnde eene boetveerdige fiele) heb be, foo.wanneer hy de ſtemme Chriſti wil hooren, het zy in de Predikingh, in 'tleſen, ofte ſpreecken ; want, ſulckx heeft Chriftus ons gheleerdt , den

ſelvighen gheloof ick

meer, dan alle de konſt: het Hiftorialſch gheloofmet het weten , kittelen , ende trooften ſonder kracht ende ernſti gen wille , is dood, ende niets

andersdan eene ſchorſche,

ende en bereyckt de kindſchap niet ; het moet ernſt zijn ! 117.

Heten is niet ghenoegh dat wy in de Kerck , ende

tot het Sacrament gaan , ende al

daar eene ure ſitten

proncken ende Predikatie hooren , daar , by u , menigh maal ſtoppelen ende taruw door , maalkanderen gheſaayt wordt , door

dien ghy menigh..maal ſoo ſeer laftert ; neen : te Kercke.vgaan en maackt niemandevroom ; 'ten zy dan dat hy Gods woord in de Kercke , in fijne fiele, werckelijck hoort: want , God de Heer klaaght ſelfs by den Propheet over ſulckx ; ende ſpreeckt: fy naderen hen totymy met haren mondt ; maar , haar harte is verde van

my !

118. Niet alle , die ter Kercken gaan , ende fegghen , Heere , Heere , ende ſullen in't Hemelvrijck kommen : maar , die daar doen den wille mijnes Vaders in den He mel ; E 2


Apologia , teghens

36

mel ; ſeyt Chriftus: niet alleen Hiftorialſch ghelooven ; maar , krachtigh doen : ſullen ſy nu den wille des Hemels ſchen Vadersdoen ,ſoo moetden ſelvigenwillekrachtigh in

hen wercken ( zijnde de gheeft Chrifti) ghelijck Chris

ftus ſprack : fonder my, en kont ghy nietdoen .

119. Daar

halven en geldt de huychelery ende lau

NB . Wat het rechte

wigheyt niet : want , het rechte gheloof en is niet allee

gheloof is

nelijck eene inghebeelde figuur ; maar , kracht, gheeft , ende leven : het

is een vyer van 't Goddelijcke woord ,

't welck daar brandt, ende om

ſich heen ſchijnt, 't welck

met God werckt: het rechte gheloof is Gods ſtoel, daar God op fit, ende ſpreeckt. 120. Eenen blooten Hiftorialfchen Adhem en is gheen geloof, daar men ſich alleenelijck trooft, ende het booſe dyer , vol valſche begeerdte huychelt ; neen : 't ſelvighe (gheloof) is de levendighe werckelijcke kracht Gods: des ſelfs brandent vyer , is devyer - vlammende liefde Gods, de welcke uyt_breeckt, endehet werck doet. 121. Alu Prediken is te vergeefs , foo Chriſtus door u woord in de toehoorders niet en werckt: fal ſulckx dan. noch gheſchieden , foo moet ghy den dreck ende het ſpot NB. NB. ten uyt uwen mondt doen ; niet laſteren : want , in laſter , Leeraars, werckt de Sathan : maar , met eene regne liele fiele , werckt Anti

Christ.

Chriftus ; het laſteren , is den Anti - Chriſt. 122. Dat ghy ſeght, ick wijſe de menſchen op droo men , fulckx en is niet waardt te beantwoorden ; want, 't en

2 Kentec- is niet ſoo : de felvighe laſteringh is oock eene a ſignatuur ken . vanden AntiChriſt, de welcke Chrifti kinderen alfoo be . ſoetelt : bewijft fulckx ; ofte ' t en is niet waar. 123. Dat ghy oock feght: mijne droomen (want, voor ſulckx houdt ghy mijne Schriften) berooven de gheloovi ghe harten het gheloof; dat en is oock niet ſoo : maar, de ſelvighe voeren de menſchen van't Hiſtorialſch gheloof, van't


Gregorij Richter.

37

van't huychelen , tot het levendighegheloof ; 't welck is, Jeſus Chriftus : ende wijſen hen , hoe ſy de ſonden , dage lijckx fullen af , ſterven ,ende in Chrifto, nieuw.gheboo ren worden , ende Chriſto in den gheloove ende gheeft , naar..volghen ; ende een gheeft, met Chriſto worden. 124.

Sulckx den Sathan bangh doet ,

dat men hein NB. NB.

pietą meer onder Chrifti purpur mantel en wil dulden : , doch , den tijd is ghebooren , dat fiju rijck openbaar, ende

tot ſpot wordt; 't ſelvighe en fal geenen Primarius opv ( houden , het is alſoo van Godverordeneert !

Paſquil. 125.

Chriftusheeft van wichtighe ; maar , den Schoers à Text , lic derlichers, werachte lijcke.

maacker, van a llechte ſaacken ghehandelt. Antwoordt. 126. Chriſtus heeft ons den weghter ſaligheydt ghe bracht ende gheweſen ; ende den Schoemaacker begeert op den ſelvighen te wandelen : maar , den Sathan nomt 't ſelvighe eenen verachtelijcken wegh, naar „ demaal den ſelvighen eenen kruyswegh is , al daar een menſch , in

defe wereldt , in elende ende in demoet , Chriſto moet naar_ -volghen : want, den Sathan is eenen gheeft der hoo veerdigheydt , daarom veracht hy de Pelgerum Chriſti, naar

, ſtrate

demaal'defen weghenghende (malis ;ende

den ſelvigen en ghevalt den vetten buyck , noch de oogen vol van eyghen ſelfseere ende ickheyt vier. 127. Chriſtus heeft den Sathan fijn rijck verftoort, ende

j de Chriſtenheydtghebaart : maar, den Anti..Chrift heeft ſich in Chrifti ftoel gheſet; den ſelvighen openbaart den Schoe.,maacker door den wille Gods: 't ſelvighe dunckt den Heer Primarius eene b ſlechte faack te zijn : doch, b. Textile wanneer E 3

1


Apologia , teghens

38

NB. NB. wanneer deure noch • ſeven ſal flaan , foo fal 't eene goede a Sietdeeer- faacke zijn gheweeft. Ate Apolo gia , teghens B, T. Paſquil . Vers 540.

Chriſtus heeftden rijckdom des werelds veracht ; maar, den Schoemaacker, begeert ſulckx . 128.

Antwoordt . 129. Chriftus ( prack , komtalle tot my , ghy die belaſt ende beladen zijt: hy en maackt gheen onderſcheyt tuf ſchen Rijcke ende Arme die tot hem kommen : maar, dac ſulckx den Heer Primarius verdriet , dat eenen leecken , tot rijcke lieden ,die God

vruchtigh zijn ,gherordert wordt ;

daardoor , vermeent hy veel licht , dat hem yecs afr gaat : hem komtalleen toemet rijcken om te gaan, toc lijn eyghen put ; den rijckdom behoort hem ! Anders, den

b Ofte op gheblasen.

Schoe, maacker , en begeert ghene groote rijckdom in ck , deſe wereldt : want, hy en is niet b ftout ; ghelijmen ſulckx aen hem wel kan ſien.

Paſquil. 130. Chriſtus heeft fijn leven , nuchteren door.vghe bracht; maar , den Schoe , maacker, pleegh ghemeene . lijck droncken ende vol te zijn . Antwoordt. 131. Chriftusis wel nuchteren gheweeft : maar,'tgeen den Heer Primarius, den Schoe

maacker te laft leyt, dac

ishy ſelfs : men pleegh den Heer Primarium ſom , wijlen onder den dis , in dronckenheydtop - tenrapen , ende te huys te voeren : men ſoude den Heer Primarium wel meer , in


1

Gregorij Richter .

39

in eene weeck , droncken vinden , dan niet den Schoer maacker in drie jaren .

132.

Deſen artijckel heeftden Heer Primarius, ganſch

van fijn eygen wandel ghenomen : S. Paulus ſeyt, Rom. 2 . O, menſch, daarom en kont ghy u niet ontſchuldigen , wie ghy oock zijt, die daar oordeelt: want, daar ghy een ander mede oordeelt , verdomt ghy u ſelfs : naar, demaal ghy even't ſelvighe doet,'t gheen ghy veroordeelt ; want,wy weten , dat Gods oordeel recht is, over de ghene, die ſulckx doen .

Paſquil' . 133. Chriſtus heeft ſich het veel, -voudighe laghen ont Kouden ; maar , den Schoe.v-maacker belacht alles wat by fpreeckt. Antwoorde :

134. Men vindt niet dat Chriſtus heeft ghelagén; maar; heeft ſich alleenelijck in den gheeft verheught : doch, dat den Primarius den Schoemaacker laghen ende fantaſien toe -meet, ende ſeydt: hy belacht alle woorden , 't ſelvige mochte wel eene openbare groote onwaarheydt zijn , ende fulckx ſal niet te bewijfen zijn ; gheen waarmachtigh man en ſal ſulckx oock niet ſegghen : maar , dat de natuur aenden eenen meer, dan aen den anderen tot laghen ende vriendelijck te zijn , geeft, ende uyt den anderen eenen Saturniſchen ſuur, fiender maackt , 't ſelvigheen kan den Heer Primarius niet verbeteren ; hy mocht daar wel van ſwijghen : wanneer

men hem ſoude beſchrijven , ende

narwachtighe poetſen, die hymenigh_maalin ghela fijne ghen by den dronck voorvgeeft, men foude wel feltſame monfteren moeten voorftellen.

335. 't Vers


Apologia , teghens

40

135. 't Verwondert my ſeer , dat den Heer Primarias ſich niet en ſchaamt (naar

demaal hy een oudt man is ; by

den welcken men wijſheydt ſoude ſoecken) dat hy fooda nighe on , waasheydt ende parmachtighe poetſen durft ſchrijven ,ende tot ſpot van een eerlijck man ,telaten druc. ken ; de felvighe zijn doch erger dan Ulen, ſpiegelspoet ſen : deſen Paſquil vergelijckt ſich ſeer wel , met devuyle poetſen van Marcolphi: den ſelvighen voert oock door.com gaans dreck in den mont; gelijck deſen Paſquil oock doet. 136. Het heeft een ſlecht aen , lien van eenen Leeraar Chrifti: hy ſoudt anderen verbieden; en ſelfsdoethy't : & Text , ver het Harders.amt wordt hier, mede , tamelijck wel « ghe walketofte bedient .

regeert : niemandt en behoeft fijne fiele foodanighe poet ſen te vertrouwen ; hy ſoude bedroghen worden : defen

gheeft ſtaat op eenen ſandt.grondt, ende ſwimelt ; men beprouve hem aen ſoodanighe poetſen. 137. Men kent den vogheldoch wel aen fijne vederen : Chriſtus ſprack ,'t geen inwendighis,'t ſelvigekomt daar uyt : den mont geeft uyt,daar ' t harte vol van is :Item , hoe kont ghy,ghy die boos zijt, wat goets ſpreken ? Kan, men van diſtelen oock druyven leſen , ofte vygen van doornen ? Een goet menſch brenght uyt den ſchatvan ſijn goet her te , wat goetsvoort ; ende een boos menſch , brenght uyt den ſchat van fijn boos harte, wat quaats. 138. Dit geefick den Leſer te overnweghen ,wat voor eenen goeden ſchat , den Heer Primariuswel in fijn harte mach hebben; naar

demaalhy ſoodanighe wonderlijcke

dingen voor den dagh brenght? Daar moeten gewis ,noch veetſeltſame dinghenin , fteecken ,de welcke hy ſich doch moet een weynigh ſchamen , uytm tevgeven ; om dat hy den hooghen Prieſter zy ! maar , byval dien dat tot

men

hem komt, ende hemmet een woord vertoorent,foo

hoort , men menigh „ maal den Sathan uyt hem lacchen, met laſtereu . Paſquil.


Gregorij Richter.

41

Paſquil. 139. Wanneer Chriſtus het volck leerde , foo dede hy't openbaarlijck : maar, den Schoe, maacker loopt in heymelijcke hoecken,

Antwoordt.

140.

Chriſtuswas een Leeraar van God geſonden , ende

molt voor de Schrift.vgheleerde ende Phariſeen doch me nigh , maalwijcken , en in de Woeſtijne gaan om't volck te leeren : wanneer ſy hem faghen leeren , foo wouden fy hem dooden , ende nomden hem eenen opvroer.,maacker ende verleyder, ende ſeyden , dat hy fijne konſt ende Lee re, vanden duyvel hadt: ende al. was’t

ſchoon'dat ſy de

wonder.teeckenen faghen , even , wet waren fy foo dol ende verſtockt, ende meenden , dat han alleen toe. quam te leeren , ende deden hem even oock alſoo, ghelijck den Heer Primarius den Schoe, maacker doet : fy nomden Chriſtus oock eenen Wijn --- ſuyper ende dienaar van de rijcke Tollenaars : ende Johannes den Dooper en Pre dickte oock niets anders dan in de Woeſtijne; ja , in de Woeſtijne , wierdt het Euangelium van Chriſto , van Jo hanne aengevangen : oock moften de Apoſtelen menigh maal uyt vreeſe voor de hooghe Prieſteren , in hoecken ende huyſen leeren ; ghelijck de gheſchiedenis der Apo ſtelen fúlckx aen -wijft. 141. Doch , en is den Schoe , maackergeenen Predic ker : maar , hy geeft alleenelijck reeckenſchap van fijne gaven ende kennis, ende ſpreeckt menigh_maal van den wegh tot Chriſto , met vrome harten , hoewy moetenom, keeren, boete doen, ende nieuw gebooren worden : want, alſoo ſeyde Chriſtus oock ; waar ghymet twee ofte drie, in F


42

Apologia , teghens

in mijnen naam vergadert zijt , daar ben ick midden on der hen . 142. De Heer Primarius , foude ons leeren , dat , ſoon wanneer wy te ſamen quamen , wy van God ende onſe fa

,

ligheydt moften ſpreken , een hartelijck Godwfaligh ghe ſpreeck van de nieuwe Weder.jgheboort houden , ende in

rechte liefde , onsalſoo maalkanderen bouwen ; ter con trarij , verbiet hy ons ſulckx! Daar aen ſalı men beproe. ven wat geeft hy dient : een hoogh glas met Wijn , is hem , in de t'lamen, komíte aenghenamer dan een hartelijck God „ faligh gheſpreeck van de nieuwe gheboort. 143. Chriſtus en heeft op aerden , gheen grooter vyan den ghehadt dan de hooghe Prieſters; het wil op hạyden, noch alſoo zijn : want, alle krijgh ende ſtrijdt komtvan de hooghe Prieſters diſputeren ende verſmaden, ghelijck een NB. NB. yeder tegenswoordigh ſiet, die de oogen open zijn ;doch, isde reeckenſchapma.by.

Paſquil. 144. Chriſtus en heeft gheene Coninghlijcke eere be geert: maar, den Schoenmaacker, ſoo hy maar en konde, wilde wel Koningh ende God zijn ! Antwoordt . 145. Chriſtus quam arm op aerden , op dat

hy ſich

onſer erbermde, ende in den Hemel rijck , ende fijne lieve Engelen ghelijck maackte : de Schoenmaacker is oock arm ende verſmaat op aerden : begeert dan„noch van Chriſto, de Hemelſche Koninghlijcke eere , ende de hey lighe Engelen ghelijck te worden: oock begeerthy , in Chriſto , naar lijnen inwendighen grondt des gheloofs, met Chriſto ende in Chrifto , vergodet teworden , dat de God


Gregorij Richter.

43

Godheyt Chrifti in hem woone ende eeuwigh blijve :'t ſel vige en ſal hem geenen Primarius ontnemen ; Hallelujah. NB . NB . 146. De ferre is verſchenen, de welcke de Wijſe tot het kindeken Jeſu leyden ! Weder.ftaat't ſelvighe, ghy duy vel , hoe ghy wilt, 't is te vergeefs : hier is lijf ende leven : mijn Engelich Koningh

rijck by Chriſto ende by de hey

lighe Engelen , en kan my niemandt benemen : ende al waar't dat de ganſche wereldt vol van foodanige Paſquil len lagh , evenwel wilde ick mijn Koningh rijck , in Chriſto , doch behouden , ende de Paſquillen met voeten treden : oock mija uyt--wendigh leven daarom niet ver ſchoonen ; ick weet een beter leven ,'t welck Chriſtus,mijn Heer, my ſal geven .

147.

Derhalven vaart

heen ,ghy ſchoone wereldt, ick

en vraghe paar uwe eere, goed noch geldt niets : onſen wandel is in den Hemel, by Chriſto :want, hy is mijn ,ende ick ben fijn ,den vyandt en ſal ons nietſcheyden ; Halleluna jah ! Sy is ghevallen , ſy is ghevallen , Babylon , de groote Atadt op aerden , ende eene wooningh van alle duyvelen ende on_reyne geeften gheworden ; nu is het rijcke onfes Chriſtus : finget mijne fiele, ende verheught u , dat den in , u , ghedoodt , ende het leven Gods weder.com ghebracht is : Laat nu vergrammen , duyvel ende helle, NB. NB.

draack ,

Gods Soon is gheworden onſen ghefelle !

Paſquil. 148. Chriſtus en heeft gheenen tijtel, noch ydele eere begeert: den Schoemaacker verheught ſich dann noch aen ſijne tijtelen.

Antwoordt .

149. • Den wille des Vaders , was den tijtel Chriſti, Gjne cere was in God , ende voerde de ſelvige iu onſe menſcheyt F 2 in ,


Apologia , teghens

44

in , ende verhooghde onſe menfcheyt ter rechterhandt van de kracht Gods : de ſelvighe eere heeft hy aen fijne Chriſtenen gheſchoncken, dat de ſelvighe cock , inhem, ter rechterhandt van de kracht Gods fitte , ende over ſonde , Dood , Duyvel , Helle , en de Wereldtheerſche : den ſelvighen hooghen tijtel, neemt den Schoe , maacker ſich oock aen , ende begeert den hooghften Koninghlijc ken tijtel, in de over ..-winninghonſes Heeren Jeſu Chrifti; ghelijck eenen Ridder des doodsendeder Hellen: hy be geert eenen foodanighen hooghen tijtel, dat hy teghens Dood ende Helle , inden ftrijdt magh ſtaan , ende dathy ghedenckt , in Chriſto , de wereldt te overwinnen ,ende in Chriſto , eenen Koningh te zijn , ende over alle vyan dighe Paſquillen ende laſteringhen des Primarij te heer fchen : anders, en begeert hy geenen wereldtlijcken tijtel: want , de Chriſtenen haar rijck , en is niet van deſe werelt; ghelijck Chriſtus ſeyt : ick hebbeu van dewereldtberoe pen , op dat ghy zijt, daar ick ben . 150. Maar , den Heer Primarius begeert den tijtel wel ; want, hy heeft ſijnen tijtel van 't hooge Prieſterlijcke amt, ende van ſijn perſoon , met grove letteren in den Paſquil gheſet , dat, men den Richter foude fien , die ghewele over de kinderen Chriſti heeft : Qock , foo hem yemant

a Ofre ver- mocht te vnaukommen , ende vergat, door a fchrick , den baajtheydt. hoer afute nemen , foo mocht hy wel eenen wonder lijcken tijtel bekommen ; ſoo hy oock niet wel laghen en bequam .

Paſquil . ISI .

Chriftus heeft fich laten vergenoeghen aen den

name eenes Meefters ; maar, deſen wil Doctorende eenen nieuwen Propheet ghenaamt zijn. Antwoordt.

1


137 Gregorij Richter.

45

Antwoordt .

152. Johannes ſprack tot Chriſto: mijn Heer ende mijn God ; ende Chriſtus en ſprack 't ſelvighe niet teghen : Nu ſoo en is daar geen hooger naam ,dan God i Derhalven moet den Heer Primarius den Bybel felden leſen : naar . den maalhy niet en weet , dat Chriftus hooger tijtel heeft gevoert ; dan Meeſter: ende voor Pilato ſprack Chriftus ; ick ben ja een Koningh . 153. Het verwondert my , naar de maal den Heer Primarius ſoo veel heeft gheſtudeert , dat hy aen die plaats noch niet ghekommen en is , daar Chriſti tijtelen in de Schriftftaan . 154.. Maar , dat den Heer Primarius ſeyt , den Schoen maacker wil Doctor ende een nieu Propheet ghenaamt zijn ! ' t Selvighe en is niets

andersdan fijne inventie, ghe

lijck , men in ſoodanige Paſquillen placht te inventeeren, op.vaert der Poëten : de lieden en behoeven niet alles te ghelooven;want, een goet mán , kan ſom -wijlen dwalen : NB. Pri marius, men droncken is , ende een vnamentlijck, wanneer voor treckt, foo en kent. men hem mom waenugheſichtvoor niet ; alwas hy ſchoon , eenen hoogen Priefter : wanneer men alſoo van't een huysin't ander gaat , foo ſegghen die noch wel lieden ,daar komt eenen par in; ende veel ſouden moghen ſegghen , dat het de duyvel was : maar , 'ten is niet alles waar : de lieden en geven hep maar ſoodatlighen tiſtel om dat ſy ſoodanighe beeldenis aen_nemen : daarv Daar worden ſy weder menſchen, wanneer ſy het « mom , a Text, Laryen , aen_gheſíchtwegh doen : menigh gaat alleenelijck alſoo, dat hy tot fijne boele mach kommen , daarom maackt hy fich eene nar_achtighe oorſaack : maar, in ſoodanighen handel en moet men de tijtelen niet ghelooven: wanneer de lieden ſegghen, eenen vermomden man zy dit dyer, de dood , F3


Apologia , teghens

46

dood , ofte de duyvel; hy en is niets

anders dan desduy

velsghevanghen . 155. Aloo en moet, men oock niet ghelooven , wan neer den Heer Primarius aen den Schoe, maacker tijtelen geeft, ende hem eenen Ketter, Swermer , Narre , Phao taften , Autufiaften , Looſep man , eenen Min

eedighen

Schoemaacker , ende diergelijckenmeer nomt : 'ten zijormaar foodanighe aen --gheftreecken namen , ghelijck een mom aengheſicht, die hem de duyvelaen omdat

hy met

hem

Itrijckt,

in den ſtrijdt baat : 't en is niet

goet, alles te ghelooven (of 't ſchoon den hoogen Prieſter leyt) men wort bedrooghen ; want, groote lieden konnen oock feylen : feylden doch de Phariſeen aen de tijtelen Chriſti : hoe en ſoude dan den Heer Primarius niet feylen aen des Schoemaackers tijtelen , naar„ demaal hy weet, dat hy een leeck is , endeden name Chriſti, inhem , niet en kent ! 156. Den goeden Heer isergens op eenen tijd by eenen Schoemaacker gheweeft , die het ſwartſel wat gheroert heeft,'t welck hem heeft tegen -gheftoncken ,daarwover by fich ſoon ſeer heeft vergramt , dat hy meent, deſen Schoe. maacker ruyckt oock ghedurigh naar de ſelvighe veruwe ; over

ſulckx is hy des Schoenmaackers tijtels

ſoo.ſeer gram : veel

lichtis hem oock erghensSchoew

maackers peck aen fijne handen blijven hanghen, 't ſelvige heeft hem bedroghen :over ...ſulckx geeft hy den Schoen maacker foodanighe grouwelijcke namen , dat hy daarna over noch toornigh is : hy en kan den Schoe , maacker doch niet ontbeeren , ende heeft ſorghe , dat den Schoe . maacker hem de penne mocht vuyl. maken ; daarom ver biet hy hem de ſelvige : 0, Heer Primarius ! Den Schoen maacker heeft fijnen tijtel infich , ghy en kont den ſelvi gen niet beſoetelep ;hy ſalden ſelvigen eeuwigh behouden.

.Paſquil.


Gregory. Richter.

47

Paſquil. 157.

Chrifus heeft den dorftighen , water des eel

wighen levens te drincken ghegeven : maar , den Schoen maacker , loopt alle morghen , tot den Branden , wijo ; ofte water des doods.

Antwoordt. 158. Chriſtus preſenteert noch hedendaaghs , aen fijne kinderen, water des eeuwighen levens , ende drencko de ſelvighe met fijn bloedt der liefde: 't ſelvighe water, geeft hy oock aenmijne dorſtighe fiele te drincken : daar voor dancke ick hem eeuwighlijck , dat hy my door dic water heeft levendigh ende fiende ghemaackt : 't ſelvighe water drinck ick, ende dat is een water, voor, ende tegens đen dood ; ghelijck de Heer Primarius,verkeerder - wiſe, van't ſelvighe ſpreeckt. 159. Dat hy dan

noch ſeyt, dat ick alle morgenstoc

den Branden . -wijn loop,dat en is gapſch nietwaar : icken kan , noch enmach gheenen Brandenwijndrincken , en vyaotſchap met den Branden -wija hebbe langheo, tijd ghehade, dat ick den ſelvighen oock niet garen en ruycke ; hy is my teghen : het verwondert my , dat den Heer Pri marius ( zijnde eenen hooghen Priefter) ſoo ſeer feylt; het voeght hem

doch ſeer qualiçk : wanneer eenen ghemee

nen man ſulckx dede , foo foude, men ſegghen, dat hy ee nen loogenaar was : ick en weet doch niet , wat voor ant

1

woordt , ick op ſoodanighe on --waarheydt ſal gevenr; ick gheloove vaſtelijck , dat den Sathaniſchen dwaal defe on..waarheyt heeft gheinventeert.

gheeft ,

1 160. Heer Primarias, ick radeu , jaaght den felvighen vanu , hy bevleckt u met foodanighe onwaarheyt ghe weldigh

1


Apologia , teghens

48

weldigh ſeer: maar , wilt ghy recht hebben , foo ftelt my eenen eerlijcken man voor , hy zy io de Stadt, ofte buyten de Stadt , ofte wie hy zy , die daar metwaarheyt kan ſeg ghen, dat hy my alle morghen by den Branden -wijn fiet : ick.beroepemy op de ganſche Stadt, ende de Kelders van den eerbaren Raat ; of daar yemandt zy , die fuļckx kan ſegghen ? 161. Heer Primarius, het isu eene groote ſchande, dat ghy foodanighe on--waarheyt,andere tot ſmaat, laat druc ken ; men mocht by u wel groote fleſſen en glaſen vol Bratiden..wijn vinden : ende ghelijck ghy hier in dwaalt ende miſt, alſo mift ghy in alle Artijckelen in den Paſquil ; daar en is, op uwe meeningh, niet eenen waar.

Paſquil. 162. Chriſtus heeft ſlechten Wijn gedroncken ; maar, den Schoe..maacker , drinckt garen Vytlandſche ende Branden , wijn . Antwoordt.

163. Chriſtus maackte water tot goeden Wijn , ende is ſelfs den goeden Wijn, voor de dorſtige ſielen , de welcke mijne ſiele garen drinckt : maar , dat den Heer Primarius feyt, dat ick garen Uyt_landſche ende Brandenwijn drincke, fulckx meet hy aen ſich

ſelfs af, ende denckt,

dat het eenen anderen gaat , als hem : O ! Neen : wy ar men , en hebben de ſelvighe niet tebetalen : wy moeten eenen dronck biers ofte dranck , ghelijck wy't konnen be koſtighen , voor lief nemen : maar ,'den Heer Primario moet, men wel Uyt, landſchen Wijn geven; alwaar 'twa ſchoon , dat andere lieden met ſlechter hen moeten ghe noeghen.

164.

Den


Gregorij Richter.

49

164. Den Spaanſchen wijn, maackt, dat , men den Heer Primarium Tomawijlen verlieft : oock fiet, men 't aen de Wijnplecken onder fijn aengheſicht , dat hy veelmeer ftercken Wijn drinckt dan ick ; want , ick en hebbe gheen foodanige teeckenen gelijck hy : hy drinckt meer vreem den Wijn in eene weeck , dan ick in een ganſch jaar . 165. Maar, ick verſta gheheel welwaar hem de ſchoe wrioght: hy weet dat ick , door debeſtieringh Gods, me pigh , maal,by groote Heeren ende Edelen ben ontboden gheworden : foo denckthy , wanneer wy te ſamen kom men, dat wy by maalkanderen ſitten, ende ons vol ſuyper; ghelijck hy by fijn gheſelſchap doet: maar , neen : de Edelen endegheweldighen , die met vol te drincken ghe dient zijn , die en laten myniet tot hen halen ; maar, allee nelijck , Godvruchtigke vrome Heeren , de welcke hare faligheydt ernſt is. 166. Doch ,'ten is by den Heer Primario niets

anders

dan eene afvgonftigheydt , hy denckt dat hem yets afin gaat ; maar, hy en behoeft ſulckx wel niet te vreeſén : defe lieden , die mijner begeeren , die en begeeren fijner wel niet: daar is een groot onderſcheyt, tuſſchep huychelen, ende de waarheydt in 't aen - gheficht ſegghen : deo Heer Primarius ghelooft het ofte niet ; 't en is mijne ghewoonte miet, ghelijck hy meent , đen rijcken te huychelen om ge ſchencken endegaven .

167. Ick gheloove ſeer... wel , dat oude a Koppelaars, 2 Ofte klap alseene nieuwe tijdingh , hem foodanigh nieuws hebben Pesen . ghebracht: ende den goeden Heer, heeft het , gelijck een Euangelium , ghelooft , ende met feer grooten ernſt ,opv geſchreven, ende fich alſoo daarover vertoorent; dat hy verhoort, verdomt : maar , den armen Schoemaker, on het ſoude een ſeltſaam aen ,fien hebben , wanneer men naar den grondt foude vragen ;ende de Antwoorde, tegens 168. Lieve G den Paſquil houden .

1


Apologia, tegbers

168. ' Lieve Heer Primarie , het is voor waar wat ‘ groots, van eenen ſoodanighen man , gelijck ghy zijt , fich alſoo aen de waarheyt te vergrijpen: de StadtGörlitz weet gheheel. wel,dat ick in eenen langen tijdt, fonder nood . wendigheyt, in geenes menſchen huysen ben gekommen ; de ſchenck , huyſen ende Wijo, kelders , hebben van my wel ruft : want , ghy hebt myalſoo toe_gherecht ,dat ick niet garen ergens heen en ga : ſoude ick dan in fchenck huyſen gaan drincken, hoeveel hondert van uwe ........ en foude ick niet bekommen , die ghy in den ghemeenen man hebt ghegooten : 't welck alvt ſamen uwe vruchten zijn , die uſullen naar..volghen ; ghy mooght uover de ſelvi ghe wel verheughen.

Paſquil. 169. Soo ghy nu den Schoemaacker uyt dit, ghelijck den Leeuw aen fijne klauwen , kent , wilt ghy dan fijne boecken leſen ? maar , vermijdtſulckx, ghelijck als eenen dreck des duyvelsende grouwelijcke dwalingh, endehout u alleen aen 't woord Gods, endewachtu voor des Schoew maackers Scholieren : 't zy de ſelvige Adel, ofte Doctor, Snijder , Man , ofte Wijf zy, Heer Chrifte , verſtoort des inſtrument , ende en laat u woord doch Ja, ja,ja, Sathans werck ach ! dat het niet verdruckt worden . chefchiede ; Amen . Antwoordt. 170. In defe woorden is 't wel te mercken , waarom de ſen Paſquil is gheſchreven gheworden : namentlijck , dat , yende hy door foodanighe eer vroerigheverſmadingh m mijde Schriften wil te niet maacken , endeganſch uytv royen : het doet den duyvel bangh , dat mijne Schriften hem fijn roof ,lotopvluyten :daarom ſchildert hy my af, met


149 Gregorij Richter. met eene ſoodanighe veruw , dat niemandt de felvighe en ſoude leſen : anders mochten de lieden boete doen ; ſo fou de hem eene groote afbreuck aen ſijn rijck gheſchieden , 171. Maar, den duyvel is al

te grof , hy gaat te ſeer

bloot , de lieden konnen 't mercken , ende hem leeren kennen : want , aenfijoe ghenegentheydt ende laſteringh, liet

men fijne klauwen al

te

leer,dat hy eenen geheelen

fenijnighen gheeft is: het is nu ganſch een ander tijd , men gelooft niet meerfoo haaſt,wat yeder ſeyt; men wil oock bewijs fien : waarom en bewijft hy't niet uythet gedruckte boeckxken ; naar demaal hy 't ſelvighe de Ghemeente verbiet ? Soodanige eerſchendighe lafteriogh en is geen bewijs ; men konde't felvighe oock dreck nommen. 172. De Heer Primarius ſeydt van Leeuwe klauwen , daar , men my aen ſoude kennen : nu is 't ſelvige wel waar, dat men aen my vryelijck de Leeuwe. klauwen nu mach lien , hoe my de Leeuw met verachten ende verſmaden, gegrepen ende geſcheurt: maar, het bloedt Jeſu heeft aen Chriſti, heeft tot noch..toe den Leeuw tegensgheſtaan ;

anders, ſoude my den Leeuw langhe verſcheurthebben . 173. Dat ghy ſeght, mijne Leere zy dreck : daarnomt ghy Chrifti lin ende gheeft eenen dreck : ende datumen ſich ſoude wachten , voor mijne Scholieren: daar ſegghe ick, ick en weet van geene Scholieren, dan alleen van Chri Aten menſchen , daar de eene ſiele ſich met de andere ver quickt : ick en hebbe geene nieuwe Leere ; maar, niets anders dan de oude , die in den Bybel, ende in 'rrijcke der natuuris te vinden . 174. Dat ghy danz-noch uwe laſteringh , Gods woord nomt,'t welck , men alleen van u ſoude hopren ,ende oock alſoo laſteren ghelijck ghy doet, ſulckx geve ick een yeder Chriſtelijck harte te bedencken , welcken gheeftes kinde ghy zijt.

G 2

Het

/


Apologia ,

teghens

Het derde Deel vande Paſquil ..

Teer.vpenningh op den wegh . 175. E Stadt Görlits drijft u, Schoemaacker, dan noch > , uwe ſchriften hoogh geacht worden : gaatmaarveerdigh ,

ende reyft verde wegh , ghy licht -veerdigeGodslaſter lijcke mondt: ende ondervinde,ghy elendighe menſch , wat voor onvgheluck u bereyt is.

Antwoordt . 176. - Heer Primarius, behout deſen Teer.vpenningh doch voorvu ſelfstot uwe Hemelvaart , ick en begeer van u niets : uwe lichtv.veerdighe laſteringh lalu wel tot eenen Teer- penningh naar volghen ; laat u niet verlan ghen : Wie daar ſtaat, die ſiet toe , dat hy niet en valt : alvis'twſchoon dat ghy my vervolght , ende meentte verbannen : wie weet, wie uin korten tijdt, oock alfoo ſal vervolghen. 177. De Signatuur is alwreedrs voorhanden : het is NB. NB. billigh dat ghy voorheen aen andere doet , ghelijck u (tot Itraffe) hier naar ſoude moghen gheſchieden : ghy moet uwe mate doch volmaacken : ende byval dien dat ghy gheen boete en ſult doen , ſoo ſouden de booſe gheeftenůoock eenmaal een ſoodanigligrafi „ liedeken welmoghen ſinghen , ende u ghebieden van Gods aen gheficht verde wegh,te gaan : want, 't gheen ghy my nu : doer , ' t ſelvighe doet ghy Chriſto , in lijne ghelederen , dat fal hy u oock doen , foo ghy u niet haaſt en bekeert ende boete doet Paſquil.


Gregorij Richter .

3

Paſquil . 178. Ghy zijt ghelijck als den « OEdipus , die van de

aerde wiert verſlonden : ach ! Wacht u, dat u oock diero ghelijcken niet en weder - vaart : des felfs ſchaduw heeft de lieden, die by hem ſtonden , veel quaats ghedaan , maar, ghelooft my, uwe ſchaduwe doet aen veelen veel quaats. Antwoordt . 179. De ſchaduw van S. Petri dede den dayvel oock veel quaats , alfoo doet mijne ſchaduw alleenelijck veel quaats aen den Duyvel ende Apti , Chriſt : ghy meent veel

licht,dat mijne ſchaduw u, aen u aerds leven mochte

ſchade doen : naar demaal ick de na..volgingh Chriſti bekenne, foo ſouden de lieden , die foodanighe leere aen nemen , van u vorderen , dat ghy oock moft leven ghelijck de Apoſtelen Chrifti, eode haar exempel paar

volghen ;

ende't ſelvige en ſmaackt u niet: daarom ſeght ghy; mijne fchaduw beſchadight ettelijcke (namentlijck , de valſche gheeſtelijcke) grouſaam ſeer : 't en kan niet anders zijn ; i moet alfoo uytrvallen. 180. Ick kenne dan

noch ſeer veel gheeftelijcke Pries

Aters , aen de welcke ſulckx niet en ſal ſchaden (maar, veel goets doen ) de welckehaar amt recht eroſt is ; doch , wie kan voor den tijd, die alles mede - brenght ? 181. Bywaldien dat het de Heer Primarius, mét fijne waarſchouwingh , foo trouwelijck meende,foo foude hy het lafteren op den Predick. Itoellaten , endemyby hem ontbieden, ende my mijne dwalinghaen ; wijſen: foo ick ſulckx bevinde,dat hy gets tegens mijn heeft't gheen waar is, endemijn eenen beteren wegh weet te wijſen , ô ! Hoe lief wilde ick hem hebben , ende hem voor ſulckx trouwe

G 3

lijck

Hymeens den Sphini


Apologia , tegbent

54

lijck bedancken ;doch , hy verheughtfich , dat hy maar yets heeft't gheen hy mach lakteren . 182. Ick hebbe hem

in't begin , naar fijne eerſte laſte

NB, NB, ringh ende vervolgingh

ſes jaar ghebuckt, ende niet een

woord gheſchreven ; waarom en hielt hy piet op , te laſte ren ? Wie dede hem yets ? maar , ' ten kande niet zijn : waarom ? Daarom ; God hadde hem tot eenen drijfvha . Ofte ſme- mer ghemaackt, die het werck moſt a drijven. den . 183. Şijn laſteren is mijne ſterckte ende waſdom ghe

NB. NB . weeft , door fijn vervolghen is mijne Perrele ghewaſſen, hy heeft’t ſelvighe uyt - gheperft , ende oock felfs ghepu bliceert : over, ſulckx weníche ick hem , Godserbermen, dat hy de ſelvighe oockmochte ghenieten , naardemaal mijn werck, inftrument. God hem heeft ghebruyckt , tot 184.

By

al

dien hyſich bekeerde, ſo wilde ick tegens

hem veel demoediger handelen, dan hy teghens my heeft gedaan :hy en behouft niet te dencken, datickmy ſchouwe voor fijn aen - gheficht: ick heb een goedt ghewete ; ende wenſch hen oockeen ſoodanigh. gherichte , en geldtgeen onverhoort oor. 185. In't deelen : op ſoodavighe wijſe , en onderw.worpick my fijn eygen oordeel niet; want,mijn harten is niet vergenoeght met fijn ghegeven oordeel: ick ben van al 'tghenemy wordt opvgheleyt , . onſchuldigh : alles wat hy op de Preeck, ſtoel teghens my heeft gheſproocken, 't ſelvighe is ganſch contrarij mijne meeningh , ende daar aen en is niet een eenighwoord waar; hy heeft myalle mijne woor den; met een vreemt verftant, verdraayt. 186. Derhalven , naar demaal ick nu geenen anderen Richter en kan hebben , die ſich mijne gaven wil verſtaan , foo apelleer ick van hem , ende van fijne Iudicium , voor 't gherichte mijnes Heylands Jeſu Chrifti, totdat, ick or dentelijck verhoort worde ; als dan wil ick van mijne Laacke , reeckenfchap geven .

Paſquil.


Gregory, Ricbter .

Paſquil. 187. Ghy hebt tot noch, toe den Cerintho paarghe volght, in 'tghene ghy wonderlijcke faacken bedenckt ende ghekoockt hebt, ende grouſame dinghen uyt roept: Cerinthus ( doen hy in de Bat, ftove gingh ) verach te den Heere, Chriſtum , ende woede heftigh tegens God, deſen

met fijn geſchwers : doch, het huys viel in, ende verſloegh hem

; alſoo quam den Leeraar om , met den Scholier.

Antwoordt 188. Heefi Cerinthus tegens Chriſtum geweeſt (ſulckx faat ick in fijne waarde) ick ben met Chriſto, ende erkenne Jeſum Chriftum voor mijnen Heere ende God, ende heb be my aen hem , in fijne ghehoorſaamheydt overghege ven , om in fijne geboden ende wille te leven : dat de Heer Primarius dan

noch ſeyt, dat ick hebbe ghedaan ghelijck

den Cerintho , ſulckx behoefde wel een bewijs; ofte't fal oock niet waar zijn . 189. Dat ghy oock van mijne wonderlijcke dinghen feght, foo fegghe ick metwaarheydt , dat ick niets won derlijckx en hebbe gheſchreven : ick hebbe alleenelijck gheſchreven , wat de natuur ende den menfch zy : naar demaal fulckx den Heer Primarius wonderlijck donckt te zijn , foo is doch alleenelijck daarvan de ſchult , dat hy ' t ſelvighe niet en verſtaat. 190. Wat kan ick't nu ghebeteren , dat hy daar blinde aen is ? En hebbe ick doch voor hem niet gheſchreven ; maar, alleenelijck , voor de ghene, die.'t God te verſtaan geeft! Dat hy alleenelijck eenen Schriftgeleerden blijft, ende gheen Philoſophus ende natuur. kenderen worde, foo zijn wygefcheyden : hy en behouft my de oude ſecten niet


Apologia, teghens niet op

te

dringhen , ick en heb geenighe van des ſelfs

ſchriften ghelien ;'t en is niets anders dan Gjne booſheydt.

Paſquil. 191. Uwen dreck , 0 ! Schoe , inaacker , heeft onſe Stadt heftigh bevleckt.

Antwoordta 192. Heer Primarius, ghyhebt de ſelvighe foo ſeer met dreck van laſteringh beſprenght, van wegen des Schoe.no maackers, dat meenigh, van laſteringh, ftinckt :'t ſelvighe is den dreck , die hen aen hare fiele ſchadet: ghy zijt daar oorſaack van , dat 't ſelvighe hen ſchadet, dat ſy uwe laſte gaven ringh ghelooven , ende ter harten nemen ; ende de en Gods laſter .

Paſquil. 193. Ach ! Dat alle de ghene , die uwe ſchriften leſen , met u wegh moſten ! Antwoordt. 194. Wat eenen Chriſtelijcken wenſch is ' t felvighe . NB, NB. van eenen hooghe Prieſter ! Men moght wel ſchaars,oock wel nerghens, den ſelvighen by den Caiphas vinden ; ende mocht oock wel nerghensinden Bybel ftaan : het ſalin 's kort daar..toe kommen dat ſijnen goeden wenſch ſal waar worden , dat de Schapen van de Bocken ſullen geſcheyden worden, op

dat de Bocken doch in der hellen moghen

ruymte hebben ; . naar „ demaal de ſelvighe niemant, op aerden, konnen by hep ghedoghen.

Paſquil.


Gregory Richter.

Paſquil. 198. Jae ! Slefien ſelfs , hebt ghy met uweLeere aen . ghefteecken : daar ghy dan van veele ('twelck ick ghe wiſch weet) fult ontfanghen worden : welcke lieden , ghe lijck de ſelvighe aen Adel veel voornemer zijn dan an dere, alſoo gaan de ſelvighe oock met hare nieuwigheydt, andere a voor: maar , ghy , fijoe ghefellen , wacht ende boven a Ofte , te waackr , op , dat dele voorneme ſchriften , van deſen Amen , Amen . voornemen man , doch niet onderwgaan. Amen Antwoordt ..

196.

Men vindt teghenswoordigh voorwaar in der

Schleſie veel treffelijcker , gheleerder, God -vruchtiger mannen die wel verder fien , dan de Heer Primarius, de welck haar Chriſtendom recht ernft is, de welcke op de paar_volgiogh Chrifti gaan : de ſelvige leſen veel goede boecken , die op den rechten

gronde , Ateen wijſen : de

ſelvige en hebben de naar... volgingh Chriſti niet eerft van my gheleerdt; maar, voorheen ghehadt: ende verheu ghen hen dan, noch overſulckx , dat God foodanighe hooghe kennis oock in een_-voudighe lieden uytgiet; ' t welck doch een wonder Gods is !

197. Maar, de Heer Primarius , ſchrijft ſulckx den duy vel toe , ghelijck de hooghe Prieſters Chriſto deden ; des ſelfs Adel volght ghy oock naar : doch , de hooghe van Adel, in der Schleſien,mercken den tijd, ende ſien dat God NB , NB. yets groots voor heeft: ghy zijt aen fulckx blindt ende verſtockt; ghelijck oock ten tijde Chriſti , de Phariſeen waren : daaromkomtvan God den , dagh vap uwe ſtraffe, ende is na.uby ; weet ſulckx.

H

Palquil.


Apologia, teghens Gregorij Richter.

Rafquil. 198. Ey! Nu ſo gaat heen ,ende en komt niet wederom , op

dat

ghy elendighlijck verderft: ende neemt liever

eene Schoe, dan eene Penne in uwe handt ; 21 Marti 1624 . Antwoordt .

1 199. Chriftus fprack : wanneer ſy u vloecken , fooſe geut ghy,ſo zijt ghy kinderen des hooghſten Gods : Daarv demaal de Heer Primarius my eenen elendighen dood wenſcht , ſoo is fijnen wenſch van den duyvel ; want, fulckx loopt ganſch tegens Gods ghebodt ende wille , als mede tegens alle eerlijck vernuft enderedelijckheydt: hier ſalv men den boom aen ſijne vruchten kennen, ende een yeder kan wel dencken uyt wat gheeft ende ghemoet hy my vec volght : dat hy ſulckx den Sathan te ghevalle doet ; ende gheen dienaar Chriſti en is. NB. NB,

200. Doch , gaar.„ demaal hy my vloeckt, foo ſeghene ick hem , door het bloedt ende den dood onſes Heeren Je fu Chrifti , in den name Gods des Vaders , ende des Soons, ende des Heylighen Geeſtes; Amen : Ende wenſch heni dat hem defen teghen beklijve , ende tot een kindt ende erfughenaam des eeuwigen levensbare , opw.dat.why mijn broeder in't leven onſes Heeren Jeſu Chriſtiworde ende eeuwigh blijve ; Amen , Amen , Amen : ende beſluyte met ganſch mijn hart ende wille. 10 April , 1624

Datum , Görlits , den .

Iacob Böhme

A

.

P PEN


Α

Ρ

Ρ

Ε

Ν

D

Ι

Χ.

Palquil. Aar en is ghene dwalingh foo groot, ofte af , ſchou . toevallen . Antwoordt . Een goet menſch, valt den goeden toe, ende eenen qua den , den quaden ; namentlijck , de lafteringh : doch , die ghene , die God lief hebben , moeten alle dinghen ten beften dienen: ende al fteecken ſy onder alle dwalingh , ſoo zijn fy doch in Gods handt , ende voor den Laſteraar bewaart;want, het is ben een ſchrick , ende en hooren niet garen , lieden verachten.

Paſquil. De dwalingh , die eerſlijck kleyn is , wordt eyndelijck groot. Antwoordt .

Chriftus fprack, het rijcke Gods is eerſtelijck kleyn ge lijck een moftere , fadeken : daar naar waft het groot,ge lijck eenen boom .

Paſquil. In de werelt wort gheduurigh eenderley Commedic gheſpeelt; alleenclijck met veranderden tijde, plaats ende perſoonen . H 2 Antwoordt.


A

P

P

E

N

D

I

X.

Antwoordt .

God heeft ghewrocht van eeuwigheyt, ende werckt in eeuwigheyt;ende blijft doch doorgaans alleenelijck den eenighen God .

Vyt twee gheĹżchreven Copijen , de TranĹżlatie gheveyndight ; den 9 April 1640. den vijfden dagh naar de Aerdbevingh .

MedewBorger van defe drie

vermenghde Wereldt.

E

Y N

D

E.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.