Jacob Böhme - Een Hand-boecxken, Sijnde een Welriekende Bloeme, Tweede Deel, 1635

Page 1

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com


#oleutel-25loem/ ſabert(tot een panb-boera ften) upt be 5tijgiften Van

c o B

-

B 6 H M E,

nders Teutonicum Philoſophum. (Imrebe Peel. A

l

I” A M ST EL RED A M,

ulug?Nertſ3: man Tiabenſteyn, 1 63 5


kB o E ck tot den

L

E

God-gelaten

S

E

R .

Eeſt my vryſevenmael, jatſeventighmaelſeven,

Noch grijpt 't Vernuft niet al, wat in my is beſchreven:

Doch hoe ghy my meer leeſt, hoe meer ghy my bemind: Hoe meerghy my doorſoeckt,

hoe meerghy in my vind. Leeſt my geheel, en menighmael:

A.

Spreeckt geen oordeel, kend eerſt mijn tael.


>

Pag, 3

Aenden ernſtigen

L e

E

S

E | R.

#s# ulieden Od-lievende Leſer, alſoo (in onſe moeders # tael) in 't eerſte deel van dit Handt-boecken hebt

connen ſien, op wat voor een Acade

miam deſen Autheur geſtudeert heeft waer door ghy ghetrocken, ofte ten minſten bewogen ſult worden,om in ſodanig proçes,Chriſto na te volgen, ende met Iacob in de worſtelinghe te treden,daer door ghy (denkamp be houdende) oock den zegen Iacobs (in

Chriſto) mooght becomen: ſo en can ick niet nalaten u liedë mede te dee

len, 't ghene mijn vermaeck (ſedert dien tijd) in de wercken van deſen Autheur zy gheweeſt,

2. Syne ſchriften ſyn als eene on uytſprekelijcke ſchoone Waerande, door de welke men niet en can wan

delé,ſonder (ſo nu als dan) een ſchoo

ne bloeme (om des lieffelijcken reux A 2

f,

er

wille)


4

Tot den L ESE R.

wille) te plucken, om alſoo een reuck des levens ten leven te verſamelen,

3. Ick weet wel dat de wercken van deſen Autheur,de letterlijcke ge leertheydt (als mede het doode ver

nuft, in de ickheyd ende ſelfsheyd,) niet aenghenaem en ſullen zijn, ende fenijn uyt deſe Bloeme ſal ſuyghen; maer daerom en moet de eeuwigh ruſt-ſoeckende ziele hiervan niet be

rooft blyven: want wie weet, wat

voor honigh-Bie den ſoeten honigh uyt deſe bloeme ſal trecken: ende of

het de bermhertigheydt Godts noch mocht ghelieven, duſdanige Chriſte lijcke Ridderen (door de ernſtighe worſtelinge ?acobs) te verwecken, op dat alſoo de Henochiaenſche Eeuwe

mochtaenbreecken, daer Godt hem

wederom wil laten vraghen van den huyſe Iſraëls (dat is, van die geene, die met facob den naem Iſraël ghe winnen.)

4. Onſen Autheur ſeyd onder an deren, daer ſtaetgheſchreven: Den -

,

- .

natuur


Tot den L ESE R.

5

natuurlijcken menſch en verstaet niets,

van 't gene des Gheestes is, noch vande verborgentheydt van 't Rijcke Gods, het is hem eene dwaeſheydt, ende en can het niet begrypen. Derhalven wil ick den

Chriſtelijcken liefhebber(vande ver

borgentheden) vermaend hebben (ſo hy hem op deſe hooghe ſchriften wil legghen, ende de ſelvighe (begeert] te leſen,te onderſoeckenende te ver ſtaen) dat hy [die niet] van uytwen

digh en leſe, met ſcherp ſpeculeren ende nae-dencken: hy ſal (ſoo doen de) maer alleen in den uyterlijcken grondt blyven, ende daer van niet meer als eene gheſchilderde verwe

becomen: want het eyghen ſelfs ver nuft, (ſonder het licht Godts) en can inden grondt niet comen; het en is hem niet

#

het ingenium

zy ſoo hoogh ende ſubtijl als 't wil, ſoo en begrijpt het daer van niet an ders als een ſpieghel- ſchijn: want Chriſtus ſprack: Sonder my en konde ghy niet doen.

item."3 eyde: ] Hy

WAS


6

Tot den LESE R.

was het licht der Wereldt, ende het leven der Menſchen. -

5. Sooyemand den Goddelijc ken grondt wil onderſoecken (als de openbaringhe Gods,) ſooſal hy hem van te voren bedencken,tot wat eyn

de hy ſulcks begeert te weten: of hy oock 'tſelvighe (t gene hy ſoude mo

ghenbecomen) begeert te practiſee ren;ende tot de eere Gods,ende wel

vaert ſynes naeſten wil aen-legghen: Of hy oock daer door de aertſcheydt

ende den eyghen wille begeert af te ſterven: ende in't gene (hy ſoeckt ende begeert) [van meeninghe is] te leven, ende een Gheeſt met hem [te

weten met God] te zijn.'

6. By aldien hy een ſoodanigh voornemen niet en heeft, dat (by al

dien Godt met ſyne verborghenthe den hem openbaert) hy een Gheeſt

ende wille met hem begeert te zijn, ende hem gheheel aen Godt begeert over te gheven, dat den Gheeſt Gods

"etsende door hem doe wat hy wil, dat


Tot den L ESE R.

z

dat Godt zijn weten, willen, ende

wercken zy, ſoo en is hy tot ſooda nighe kenniſſe noch niet bequaem. 7. Want daer ſijnder veel die de verborghentheden maer alleen en

ſoecken, om datſe voor de wereldt hooghaen-gheſien, ende gheacht be geeren te zijn, alleen tot eyghen ſelfs nut : maer tot foodanighen grondt

(alwaer den Gheeſt, ghelijck geſchre venſtaet, alle dinghen doorſbeekt, ja

oock de diepte der Godheyd) en co menſy niet 8. Het en moet maer eenen ghe

heelen ghelaten menſch, ende over ghegeven wille zijn, daer in dat God ſelfs onderſoeckt ende werckt: die

doorgaens inghelatene nedericheyd, eñ in-begevinge tot God in dringht,

ende niet anders en ſoeckt als zijn eeuwigh Vaderland, ende ſynen nae ſten daer mede te dienen, [die met

Davidſeydt: Heere, ick wil u laten doen, ghy ſult het wel maken,]ſo doen de, ſoomach het wel bereyckt wor A 4.

den


3

Tot den LESE R.

den (te weten, het verſtandt ende de

kenniſſe van des Autheurs hooghe ſchriften.] 9. Hy moet het beginnen met werckinge der boeten,ende met ern

ftighbidden, dat hem het verſtandt van inwendighfmach] geopent wor den: als danſal hem het inwendige, oock in 't uytwendighe in - voeren: dat is, de inwendighe wijſheydt, ſal

#

oock bekendt em de p º- , maeckerij zo. Wanneer hy ſodanige ſchrif ten [die vande diepe verborghenthe

den Gods tracteeren] leeſt, ende dan noch de ſelvighe niet en can verſtaen,

ſoo en ſal hy die terſtont niet wech worpen, ende de ſelvighe voor on

moghelijck te verſtaen houden: hy ſal zijn ghemoet tot God keeren, en de hem om ghenade ende verſtandt bidden, ende wederom leſen, ſooſal hy daer in noch meer ſien, tot dat hy

Eyndelijck wel inde diepte (door de

ghetrocken,inden ende Sracht Gods) wort A.


Tot den LE SER.

»

inden over-natuurlijcken,ende over ſienelijcken grond (als inde eeuwige wijſheydt Godts) ſal comen: aldaer ſal hy on-uytſpreeckelijcke, wercke lijcke woorden Godshoorë, die hem

terugghe (door de Goddelijcke uyt vloeyinghe) ſullen uytwaerts voeren, tot op de groofſte materia der aerdë; ende wederom innewaerts tot Godt.

brenghen : als dan onderſoeckt den Gheeſt Godts (door hem, ende met

hem) alle dingen: ende alſo is hy van Godt rechtgheleert ende ghedreven. Tot hiertoe onſen Autheur. 11. Verwondert u niet, dat deſen Autheur (niet gheſtudeert hebbende)

inde hoogſte materie treedt,ende die uyt-wickelt: maer verwonderdt u,

datter ſoo veel hoogh-gheleerde, met de

# van het Dier derickheyd,

ende ſelfsheyd noch willen ſien, ende

aen de Hoere der verdeeltheydt bly ven hangen. s 12, Den Satan en heeft noyt groo » " »

-

--

-

-

-

A 5

ter


+ C.

Tot den L E SE R.

ter onheyl onder de Chriſtenen ghe wrocht, dan dat hy haer in verdeelt heyd heeft in-gevoert,daeryeder met de oogen der in eyghen luſt

#

heeft willen ſien: ende en hebbë niet

bedocht, dat alle de wijſheyd(die al leen door 't vernuft ende konſt ſiet, gheen hoogher nochte dieper baer moeder en heeft als de Sterren ende

Elementen, ende met malcanderen.

oock vergaen ſullen, ende hoe de kin deren der duyſterniſſe ſubtijlder zijn, als de kinderen des lichts: doch de

wijſheyd die door den Geeſt fiet, die wordt een gheheel principii hoogher ende dieper geboren,zy is uyt de eeu wige baer-moeder, ende blijft onver ganckelijck: ende daer is eene groote klove (te weten een gheheel Principii)

tuſſchen haer beyden,gelijck tuſſchen het licht ende 't vyer, daer het een verteerende,ende verſlindende, ende

het ander vriendelijck, lieffelijck, en

# weldoende is, woonen doch te de " rijdt (onverdeeldt) in een ander, EOla Giº'


Tót den L ES E R.

MII

maer naer deſentijdt, woont yeder in zijn eygen principii.

13. Ghyſult u mogen verwonde ren, waerom wy de twee eerſte Ca pittelen vanden Doop, ende de twee eerſte van't Avondmael niet medege-tranſlateert en hebben, maer weet,

dat dien wortel noch wat te diep (on

der de aerde van 't vernuft)leyt: ver ſterckt u eerſt met de vruchten des

booms, ſoo ſaludaer naer den wortel ontbloot worden : Den Ezel van 't

vernuft heeft hier genoeg aen te dra gen, laet het u maer ernſt zijn: Hier

mede het eeuwige goed en de berm hertigheyd Gods bevolen. O. L. Mede-Borger van deſe Werelt.


-

- - -

-

-

-

-

&

. -

-

- --

--

r

- - -

r - 2

-

-

)D

4

-

- - -

-

» -

-

-

-

*

*

r

-

-

-

V T. º

-

r -

-

-

- 1

-

-

-'

- -

-

" , r

z-

w ter

-

-

-

-

-

-

- -

» -

-

-

-

*

-

- --

-

* *

r -

-

- ,,J - - '

-

- -

-

-

-

l -

-2 ,

"

-

--

-

'

* *

-

-

-

-

-

-

-

w-

-

-

-

-

* * *

-

-

t

, ' - - -

* *

-

e-

-

e

- -

- - - -

-

-

-- -

*

- -

- - -

-

-

-

-- ,

-

-

*

- --

-

-

*

-

- ,

v

-

-

w -

-no-

-

-

-

* *

-

k

- -

:

-, -

-

-

---

,

*

*

-

-

.' J. 3 w

J

-

- -

; ,,

r*

-

** -

' --

- - --

vv T.

-

le's a

r

-

-

--

f12 -

-

- -

- ----

-

fiT . . >

-w

y

t -

'-

t

-

- --

-

*

-

ox

-

r

-

--

» 't

ſ.

-

-

en -

- 's , "

-

t

t

*

--

-

- -

-

grº

w -

-

- - -

-

: 1-

; ;

- - - --

-

, . .

.. . .

.. .

-

-

-

- 'I 2 . --- | | | |

-

-

|

t

- -- -. -

-

-

| t

- -

-

--

-

|

|

r

-

-

- - -

-

-

'

-

1

•-

- - - - - - - Jº

*

-- - - - -

ST

rºn ,'

- r

-

- -

- A - Ss) - - - - - - -


13

Het Eerſte Capittel.

-

Een korte verklaringhe, hoe de Te

ſtamenten, Ieſu Christi moeten be dient en de ontfanghen worden: Een Spiegel voor de Leeraersende Toe

,

hoorders.

-

73: Sºy Hriſtelijcke, beminde Leſer, # bit 25oerken van be &eſtaa K3 menten ſtijgiſti/ig in befen ºf tegijenmuoogbigen tijbt (ala

-

maer men om meeningen [ofte ghea ſintheben] ſtrijb) mei te betrachtent #ſlāen ig nu geheel mijt ban het reche

te berſtamb af-getreben in 't gijene/ batmen be&teſtamenten ſtijgiſti met biſputeren/ ente met het & maerbt 1milſtaenbehouben. Daer enig geen biſputeren toe ban mooben/ maer aſa

Heen een boetneerbigh Hlaemſch ( bie het geloof heeft)biederſtaet beſe olie ſtamentelijche inſtellinghe enbeghe nietinge in behracht ſtijgiſti. #aer boo2 ben natuurlijchen #laenſch ig het eene bmaegijepbt: baer behoo2t een amber ernſt toe/Ypant het # # # met het menia #

ſchel

bernuft niet begrepen :

en hºogb ogckman gheemigbºllenſch

wat vakantiiiiir Finnai E: -

-

'- - - -

-- -


r4 . . . Het eerſte Capittel

hem ben 33ſjecſt Chriſti in ſijn hert opene Lofte openbaere. J Baer Hept een baſt 5egelboo2/'tºuclft ban geen mernuft/nochte komſt kan opê geſto ten mo?ben/alg alleen bo02 het bere

Wmo?ghbe Lambam ben hupſe Iſraëls, 't meſcſt ben ſleutel Davids heeft. ,,

#

2, De (ILeſtamenten

hoo! 't Bernuft (ſomber het Bobbe Hijche licht) een toe-gbeſloten (maer boo? be muare ſtimber en ſtij?iſti / een

open- gebaen) 25oech. ©e dieſta, menten ſtijgiſti 3ijn een 5egel nam het baſte eeumuige3Berbomb bobg/baer mebebat hobbe Benſchen (na ben ſchrichelijchen af-nal) mjeberom in genabe heeft aengenomen/enbe met

# ban fijne fiefbe (boog

fijnbloeb embc boobt) nergegelt; op batºmp ſpn mod2btenbe belofte (bie hp omgin be #, ASch2ift ban fijnen

# # ben/ eitbe man te mogenit

ſon

3320

pijeten heeft herhonbigt) gee Boonen: âDelch moogb (in be uptſtore

# ##

##

E --wraw A

nigh

-

"E

O

-3.

'ſ

Job


15

van de Teſtamenten I. C.

boob beneſtight: «Embeijn geeft alg nuſobanigh&Leſtament aen fijne gea locnigheter upt-beute/embemaecht fjaer tot mijn-rancken memben mijn ſtock ſpneg bleeſchenbebloebg/bat ſp hembaer mebe[ofte baer bog?Jine gelijft/enbetot fijne rechte hinderen gijemaecht mo2öen/ in be melche ijp

ſelfg met fijn bleeſch enbebloeb (met fobamige teſtamentelijcher upt-beu

te) muil moomen: embe op batſp alſoo hier boo? (met een opolijke noo?ſiche tighept) in opperhte hinderlijche oota moebigbepb/ben Baber mogen hiba ben/ in ben name fijneg Abpong Hee fit ſtij2iſti/ſoo muil

# haer ſoobanige

gljemabe geben/Joh. 16:24. 3. Dufbanighen &#eſtament p2e ſenteert ºp ag omg intmeeberiep gee ſtalte. Eerſtelijth / boo? fijn gepzee

bicht moogb/baer boog hp beijerten bambe @Loe-hoogberg beroert open ſupt/ batſg alſoo in een rech Heetmeſen haererſomben ingaen 7 ene

#

behaer tot ſoobanige upt-bettte ſija meg &eſtamentg heeren. @Lentmee

ben/ bno? bemare meſentlijche ghee mietinghefijmeg bleeſtig en bebloebt,

(boo2 ben momb beg geloofg) met[of: te bgo?]b?oob en bekrijn/Daethp

#


16

Het eerſte Capitteſ

geloobe (met fijn bloebt enbe boobt) nicbe ber5egelt/ eſi baer boo? Ijp het

berſtamb beglebenguan't inmeubi, # 45ubbelijche gijchoo? ('t Muelch ig et Yueſentlijche muoogb) opent [ ofte open ſtunt/] Dat alſo ben armen ghe balſcn HI)enſch (bie aen het Bobbe Hijcſte gehoo? /boo? be ſomben in ſijn berſtamb mag berſturben)Yneberom

et eBobbelijche gehoor mocht ontz angen [ofte behomen] [ embe alſoo] meberom Heeren in ſijn eerſte erbe/

't geen hp in't HParabijg babbe: eube

fijnenmille aeil Bobſomer] gebe/bie hem (boo? fijn inſp?ehen) ſpm hert/ſin enbegemoet vernieuhut/embe met ſoa bamige upt-beute ſijmeg teſtamentg in hem blijft embe Muoont / eft in ſijn

gheloof(in hem) krachtigh mercht/ embe tot een nieuïne creatuur meber baert/bie met haren geeſt in ben het

mel nuanbelt/embe een recht euen 25eelb Bobgig/biter boo? benaerts

fchen bleeſſchelijchen mille bagelper gheboob mo2b / embe ben mieu-geboa

ren mille bagelijer ten hemel naert: nuclchen 19emel in ben immenbighen gronbt fijng leneng (in ben 45heeſt

&#bgiſti in hem openbaerig/ annaer be goebe Cngelſche ghebachten ( #


Van de Teſtamenten I. C.

17

berechte 3Leber Iacobs) op embe afé klimmen/ embe fijn Hºecre Chriſtus op

et opperſte ter rechterſſjanb]&Bobg it/eil hem met ſpm #Penſchelijck eit #emelſch nleeſch embe bloebt7 boo? bentoo?n eube het geſtrenge noabeel g5ong bagelijr berbibt/enbehp hem in alle noobenig/bat fijn ghebebt goth in bent/ embe berbebightſ ofte

helpt hem baer mebe/ noo? [ofte tea gemg] Boobt/lbelſe/ Puppel/enbe ben GIoo?n 4,5obg.

.

*

.

34 & obamige upt-beute (bepbe/fijn # Yunozb / gelijck het in ben # el ig beſch?enen/ente in befa tramientiſche ghenietinge mo2b ont fangen / almaer hp ſpul Yuoo2b in ſpn

vleeſch en bebloet preſenteert)fal een dChriſten ſlºemſch aen-nemen/ embe bent tot ſoobanigen gebrupckſſatenI

## Heebelijch (met be ghee meente Chriſti) berbinben: mant in Chriſto en 5ijn nup(gelijth ben boont met fijne tachen) al te ſamen maer een Iſicſjaem. ] . 5. HPen moet niet herſtaen/alg of

-

fobamighâBerbomb cube (&Leſtament

alleen in een uptimenbigh geljoo? beg gep2ebichten huoo2bg/enbe in be gez iiietinge ban b?oobt en beïnpit

b:


Het eerſte Capittel

18

GIeſtament mier.be ## beteghemnoogbige merelpt alſoo in menigh [ofte in beelen] hart [ofte machtigd bmaelt / ſteen. Het moet eeng

# ernſt 3ijn/ met op?ech

te merkingeber boete/bat Bob (met ben ſleutel fijner ſiefbe) het ghehoo! enbeben rechten momb (bieſodanigh &Teſtament ſalontfangË) open ſºupt enbe opent: Pe arme zielenroet ee men hongher embe bo2ſt baer maijebe ben/enbeijaer begbeerten (boog het

lijnen/boot/embe opſtanbinge ſtijgi ſti) baer toe boeren janberg en iffer geenen rechten monb tot ſoobamige ſjijenietinge. 6. Heet moet een oprecht ernſtigh boo?nemen 3ijn/bgstbeplechten rock t te trechten/ embe te miſſen in een

nieum Heuen te treben. Boen/boen/

moet het zijn/dfte amberg en geſbt het niet: beſcupt-beute komt alleen toe ben ſtinberen ſtijgiſti/ bie ſpn moo2b in haer herte boozen enbebee

#" Dat ljet b?ltcijten boo?ta 2elige,

-

*

*

7. Daer ſal/enbebaer moet een en grooten ernſt bp 5ijn/ bepbe bp ben

Stoe- hoogber en de bp ben leeraer: mant ſo muie het 19erbont €fjzifti miſ ſlCIl

H!Il Iſlot

ſttſ lijth ſtem ten !

ben


Van de Teſtamenten I.C. 19 aen-raechem embe mebe beeſen / bie moet ooch felfs het 3Perbonbt embe ſaleſtament nattig Lofte aennement Hijch J5ijn: #uſſen be Abchaepen (be emme ſtijgiſti)upt fijnenmonbijoo

ren enbe hem nae-bolgen/ ſoo moet ben 45beeſt enbebe Hracht ſtijgiſti/ pock in fijne ſtemmet in hem 3ijn/ama berg enig ijp maer een en Heuurling? embe be&thaepen en hoogen niet be ſtemme ſtijgiſti (maer alleen iſ een fchen moo2ben) upt fijmen monbe, .

#

8, ginſgelijtr ſullen ootſt be KLoe

hoogberg in op2echte boete tot 5obt

gericht 3ijn/bat ſp alſo ooch beſtems me ſtijgiſti mogen hoopen:niet alleen met uptimenbigfje oozen / maer met

oozen Iban be] 45obbelichte kracht: bat bekracht ban ben 3Leeraer en De

&Loe-hoogber/maſcamberen ontmoee ten/ embe ben 43eeſt ſtijgiſti tuſſchen

hacr bepben merche/bat het hert al ſoo be 3Leere onberbinbe/enbe goebe b2uchten baer upt Yuaſſen. 9. «Een 3Leeraer en ſal niet om beg -

Hoomg milſe leeren/maer [fjp ſal] mee

ten embe muel bebenchen/bat hp ala baer aen beſtebe (II)2iſti ſtaet/ bat

«Ihriſtug (ſoo hp eenen rechten ber betig) boo? ſjem muil iteren, gſm


2o - Het eerſte Capittel : 1o, ginſgbelijer foo fullen oock be &Zoe-joogberg haere oogenbaer toe nepgen/embe bebeuké bat ſp beſtems me ſtijgiſti albaer hoogen/ embe bie

met grooten ernſt aen-nemen: niet bcnchen.be/ jet 5p genoeg!) Dat ſu in be#tercht gaen/ embe een utep2ebita

tiehoo?en/ embè baerulae blpben alg te bo?en: meen/ met ſobanig te ketcſt

gaen enbeſjaozen/engbeſchiet Bob

## het en beterthaer niet p ſoo berbebat ſp in de p2ebicatie niet en hebben in haer bert Lb2iſtuin ſjo02en Heeren. , , . -11. 2ülſo iſt mebe hp be &acramen ten: men moet niet benchen/hetig genoegh batinen biecht [ofte belmbez

miſſe boet/ ] enbe baer toetreebeſte meten/ tot het?luombinael;] gelijch alg offobanig geb?upck (ſomber una re boete) be fouben Yuegh nam/bat men baer na op een nieuuu Yueberom mach ſontuigen: meen/baten geſchict niet: ſo muie genuaſſcſjenig/ enibe ſjen

baer na mueberom met beſcluige on #igurpt beſoebelt/bic ig alg boa e

# chriſtus moet u (met ſonne ben en de boot) in mine #iele abſoine teſt/ente u fijne genoegj-boeninghe .

-

(in


|

A

j

Van de Teſtmenten I. C.

2r

(inuïne 3iele) inſpreken; anberg en gelt het niet.

-

13. De monb beg492ieſterg enig

maer een uptimenbigh inſtrument/

enue ſuerchtmebe in fijnen ºp heeft: maerig ijp alleen een Higuurlingij 1 ſo

en Han hp niet mebe merchen/maer eroen Yuel mercht(in beboetmaerbige herten) het 19erbomb & Bobg in ſtijgis

ſto Heſu/embeabſoipeert ijaer.

-

14. Eliene 252oeber (bepbe 3Ieee raer entje @Loehoe?ber/) gijpbie het 3Berbonbt Chriſtiaentaſt / fiet Muel toe mat gijp boet/(baerig bp Iljet

3Berbonb] eenen grooten ernſt) bat gijp ben boobt Chriſti niet ſchulbigh en mont. 25etracht boch blptight en grooten ernſt 45obtg / ſjoe ijp bit

3Berbomb Iberſtaet het 2lpombmael)

met ſoo groote perſmaethepbt embe ipben heeft in-gbeſtelb, dBaer moet

boogmaer eene groote embe fmaere oo?ſaeth5ijn gemeeſt/bat fobanigh (teſtament met ſobanighen ernſtig bero?bonneert gemo2ben: @Bob boze

bert Daer en teghen I'meberom] ban ben HPenſchen (een ſobamigh (Leſtaa ment) met ernſt aen te nemen: niet

met Hoube embe laume herten/mila lenbe alleen het ſpben Çij?iſti "E:


22

Het eerſte Capittel

beſonben becken/embe bembaer mee be (in omboetneerbigbept) trooſten, leet en is niet eene uptimenbige bere gebinge/ bie ben menſchen ban bupe

ten toe-gereechentºuopb: meen/maer boo! het bloebembe ben boot Chriſti:

&o manneer be arme 3iele baer heen inbninght/ſoo mo2b haer het Ipbent ſteruen/ embe be opſtanbinghet met tº'ſamen be genoegh-boeninge (in bit &teſtamentelijck Berbonbf/ in het bloeb (Chriſti)aemgetogen: bit felbie

geboobet be ſomber boob/enbehelſe/ enbehet boert be arme 3iele(in Chzie

ſto) tot bemiBaber. 15. Heeten is niet gijenoegb/bat nten meet. Dat ſlfj?iſtug boo2 be ſome

ben ig gheſto2ben/enbe 'tſelpe toe ſtemt/embe boo? maerachtig houbef enbebe gijenoegh-boeninge (alg een mercit bat ſo geſchietig) aen-menue: #Been/meen/ het enig geen ſobamigij

nemen, maer ben gheſjeelen ſlºemſch

moet hem baerin begenen/embe ben booſen natuurlijchen enghen milief met t ſamen be paiſche Huft/ in ben

boobt Chriſti begeeren af te ſternen, aig ban trecht Chriſtug hem ſpne eber minninge embe genoegboeninge aert/ citbrn nuaren hemelftijen 43eeſt groent


Van de Teſtamenten I. C.

23

groentt ofte bloept 1 boo? ben boobt &ſtijziſti/inſpile opſtan binge upt/alg een ſchoone bloeme upt ber aerben:

embe aſbaerig een mare Chriſten gea bonen/ bie een ranchcaen ben mijna ſtoch ſtijgiſti ig. -

16, HHier toe en begoogt notij groU2

te Honſt / mochte Ynetenſchap /maer alleen himberlijcke een moubigbepbt: 3Pen 25oerig betſelbighe ſoo na alg

ben Doctoo?: fp moeten al te ſamen (in beeertboubighepbt Çij?iſti) in be gijehon?faelnijepbt trebell/ entje met ben berkogen #oodn eube ben (á loſſee

maer in bent ſtempel komen: baer en ig geenen anderen Muegh toe/baer en tg geen groot ſpeculeeren toe ban noobcn / niet wat boog cierlijche Mboogbent ofte manieren / bat inen baer toe te meten/tot beſ@teſtamen

ten Chriſti] begeert te ſtomen, maer alleen met ben #inberen / bie haer aen ben 1Baber in beroebe ober gijee

# eiſÜe om ghenaebe moeten bib 211

17, Den gljemen biebeeſ meet/ente

be glycleert heeft hoe hp hem baer toe Iſchicken/bie enig 45ob niet aene enamer alg ben genen bienietg en meet/enbegem boch ban

gaat:


24

Het 1. Cap. van de &c.'

# embe3iele (in Heebiueſen fijner ontbem) tot hem [ te meten tot 45 ob] Yuenbet/ embe een (baſtilgheloo be tot be gemabe heeft/embe een recht roog nemen / om een nieuïde Creatuur te uuo?ben. . . -

18. Teeſen gronbt en mo2bt maer baerom ſoo biep uptgenoert / bat bie # baerom fouten mogen ſtema en [ofte biſputeeren] ben maren inte huenbigen gront [ mogen] ſien / embe

pan ben ſtrijb ophouben/enbe baer in be eenuoubigbepb embe ſiefbe gſe ſu Ch2iſti begepen: baer boo2 foube

feer ſjaeſt beg Abathang getuelb ber minbert Yuo?ben/ embe be3Bolchteren

ſouben ſien bat be dºij?iſtenen Boog itinberen maren/bp aſbien ſp alſog in 3Liefbe Yuanbelben, 't4Beſcht icſt

ban herten menſche/ embe ten bien epmbeig ootſtbit 25nerhengſjeſch?ee ben, I. B. :

Van w -

--

/ .

*.


2

Vanden Doop. . . .

-

5

## .Eendat corte onderwyſinghe, hoe den Menſch vanden H. éheeft (met, ofte door het lyden, door ende opſtandinge Chriſti) in Lichaemen

#

de Ziele, gedoopt wordt: zijnde het derde Capittel vanden Doop. &#

oen «Bobt 5ijn Derhoubt ## iniDe mater-boop / muilbe #% # # #innoce # (met be

JE JA ,

,

, voºr

Yndo?bt ban. De in-gheſp?oochen ';

# (in't ſnelch het H3.bper ſpobg

# mag) een menſch/eñnam noo: eerſt # het 3aebt ber,4320umuenaen hem/ (te

meten onſe 3ieſ enbemenſchepbt) op bombt ('tweich 45obt embej#enſch

bathp ong met het Henenbigheinere

maer) boopte. . . . albant het lichaein beg menſchen ('t meſch ben JPoop nan noabeljabe be) 't felbige maag uptbe Clementen:

ſoubenu'fſelbige geboopt moeten, ſomoſt hem het eerbont (nop: heen)

in een oºiementaliſch mibbel (alg in De menſchept Chriſti) begenen/cnbe

't fel uigehepligen, op bat boo, beſen maibbelben menſch möchte gijeboopt 25

hogrbert:


Het tweede Capittel muerben: mant het en mag niet alleen 26

te boen/om het hemelſche meſen beg menſchem/'thuelch in Adam [in't 32a rabijg] berblicherbe (ofte upt blu en J in 't Yueſch (alg inben inYuena

ichſten gront bermenſchepbt) hem betièerbomb in het 3Parabijg in-lijf be/alg ofte ben ſelbigen (inmenbicſja

ſten] gronbt alleen ſoube ghedoopt Yuo?ben/meen: maer [het mag] ooch om be 5iele embe 't lichaem (upt ben

limo ber aerben) [fe boem:] ben ghe

heelen menſch babbe ben Jeoop van moobe : 2ille be b2ie Principien (man alle be b?ie Ymerelben inben menſcij)

moſten gijeboopt moyben.

-

Hibet eerſte Principium ig be eeumie

ge ſnatuur [Miſterium Magnum Jalg het inaere Ienen ber3ielen/ 't melck imt het moo?bt begin-ſp?eecheng/in het lichaem quant. . . . . HBettineebe Principium ig ben mac

ren eeumigë «Beeſt (alg be | 2. kracht beg lichtg embe 3Liefbe) bie ith in bit 25oethrhem noeme/ het in Adam uptghebluſte hemelſche Ens, 't gheen in Adam verblicherbelofte uptbluſte boen ben miſle ber 3ielen, baer upt gingſj, , ,, . t -

*,

#et berbe Principiumig be 2tſtra: Hiſcijc/ -. * t


Vanden Doop.

27

Hiſche/2tnimaliſche 3iele upt ben Spi ritu mundi, niet haeren lichame upt ben limo [oft upt het uptrechtſeIJ ber aerben/alg ben gijeheelen uptimembie

en ſichtbaren menſch. 35beheel be en b2ieboubigben menſch mag ghce

imalſen: mant toen hem het Bobbe Hijche licht (inben G5ijeeſt ban het

tmueebe Principij)upt bluſten/ſo miert ijp aen 45obt geheel blinbt/enbeſto2f

bet#Parabijg af. #n beſen [b?ienoubighenmenſch] moſt Ymeberom een bobbelijck Ens ber liefbe ingheboopt mo?ben/ in 't Ymeiſte (ente berliefbe) hem het bob belijchepper en licht [bat ig beſterra Hte begeerte / embe beperlichtingſje] hneberom mocſjte ontſteechen tot een nieum Iepen. -

-

#oubenufulchr. gheſchieben/ ſoa moſt hem ban te mogen het beplighe

loper met het berbomb in be b2iebou bighe menſchhepb (alg in bemenſch 2 hepb ſtijgiſti) openbaren/ op bat ben

45heeft 45obg ongooch met/eii boo?

beſebyienoubigbemenſchbepb boopa te/bat [alſoleemneber Principium met fijng ghelijchen [ofte ghelijchhepbt] (in ong) gijeboopt muierbt.

,,

- GEmbe het eerſte Principium (alg be -

"

25 2

'operta


28

Het tweede Capittel

umerige 5ielimt 45obbelijcher Scients ban 't ſchepbelijck-ſp?ehembe moo2t/ 1mt beg 1Baberg operg-engenſchap Lofte uperigh Yueſen] Yuiert met ben numerighen Göceſt beg1Daberg epgen ſchap geboopt (alg met bebperbaan

benbeſiefbe alſoo te verſtaen.) Hºet lieplighe uper banbe kracht 45obg in Chriſto / boopte (in ong) ſputen &Iempel/bie het henlighe oper-lemen (alg ben 45eeſt bobg) in ong muiſbe beſitten [ben felbigſjen (Lempel ig]

het merblichterbe Ens dan het meſen ber 19emelſchemerelt/ben €5eeft beg herſtambtg / ofte bekracht (alg het thneebe Principium , ofte Engelſch , gronb) upt het neſen ban be «Engeſe

ſcheYuereſt: aeninelher gromt/ ſtij?ie ſtug fijn alberijenlighſte 45eeſtelijck bleeſch baer mae tot ſppfe gheeft/in ben Ymelchen hp ſclfg moont: KPeſen

45eeſt [te meten ban't trueebe Princi pium] boopt be liefbe embe be foetice

ſlent 45oog in het beplige oper/muant typig een Ens [ofte meſen] beg heplie gen operg/baer't in b2amb/ofte leeft:

Yuant ben #. Bheeft boopte boo? Chriſtum tot mergeuingeber ſomben, SPe5iele ig be engenſchap beg: 3Pa

berg / ente in beſcn wooop (met mijn IIl


t

Vanden Doop.

29

in-boopen in be 3iele) gheeft hm hmer aen ben &oon/inſijn operber liefbe/ be enghenſchap beg 3Baberg in het hopcr/bie grijpt (met beſBet berma

tuur/ met ſpme geſtrenge gherechtica hepb/met beeeuunige gheboorte van beg bperg grombt) be 3ieſe aſbera

eerſt aen: baer boo? [foo] mozbt be harbe in-gheperſte boobe 3iele (in het felbighe in-boopen beg operg) bee

Ymeegijlijch/ en de hare harbe impreſ ſion bambc balſche JI)agnctiſche be moet ontſloten embe open ge ## aen/gelijch men een bper [upt eenen

ſteen] op-filtet.

-

-

2#ffball ſo ig het ſyobbelijcke licht banbe groote Hiefbe/ in ben ghegpene

ben [ofte geopenbaerben] name #e ſit (upt ben ljeplige name Jehovah) in

het centro [ofte imbem gronbt 1 oan beg baberg bper [ofte geſtrenghept:]

ſoo Muameer het mper beg32aberg be pierighe3iele open flupt/ ſoo kan in ſjaer het licht pante obobbelpſte lief be in ſchijnë / embe in Ijaer het Ensber Hiefbe in boeren,

âBant foo haeſt als het bper beg too2eng be 5iele open ſtipt/ ſoo neemt

haer het operber liefbe (beg Aeoons) aen/ enbe gaet baer in/ gijelijck een 25 3

mucr


3o Het tweede Capittel bper een pſer boo2gioept/ofte gelijck

rene tinctuur een metaelpenetreerbt. «Embe alſo Abo2bt Üe 5iele/banben ba ber aen ben Sone gijegeben:enbe ale

ſoo geeft haer ben & one het oper ber

ſiefbe/alg het eeumuigije lenen, alPant bp albien be epgenſchap beg baberg/ hem niet mebe in be3iele bemeeghbe/ ſoo ſoubebe 3iele (in hare impreſſion)

inben eeumighen boobt ſtaen/ embe het licht en bermochte in ijaer niet openbaer te muo?ben.

De opluerkinghe enbebe menſfeer: hinglje man beg 3Babcrg bper / ig be gront-aber ban beg menſchen boetc/

almaer bë menſch boo2 be ſombe bere ſch?icht : âDant in ben glang beg loperg muerbt be balſche in-gheperſte pbelljepbt ber ſomben (in be buuſtere

bepbt ſofte berblinthepot] ber 3icle) embaer: embebe in-ſchpninge beg pong / ig ben facijten liefelijchen «Plp/baer boo2.be opmuechinghc ſofte ontſteechinge] Yueberom bereenight eube tempereert ſofte falftenbe ghce meeſt.] 3Dant ben 1Baber ig in ben

&oon/ embe boopen met malcambee ren: ben Baber met mper ſtatig met

De gheſtrengſjepbt] ende ben soon

"et licbtſbâtig/ niet te ſaluinghe, •

bettrooz


Vanden Dobp.

31

vertrooſtinghe beg 12, 43heeftg ofte mater beg lebeng] enÜe berghelijckt

hem/ het opſlaen begbperg/almaer upt het mper ben ſachten glang beg

lichtg openbaer mo2bt/baer hem het b2amben beg operg alſoo gheheel in eenen lichten glang bermuiſfelt enbe berYuanbelt.

-

Ibetuper begoaberg berteert(met fpmen ſchrich) bepbelhept in be5iele/ embebe liefbe beg Soong gheneeſt baer meberom: embe alſo ig het boos

pen (mae ben immembigen gronbt ber 3iele / embe [nae ben] gheeſtelijcken menſch te verſtaen. De b2ie epgen ſchappen ban 't berbe Principiù, met ; ben boop beg materg/ baer ljet lice

hacm oan't mueſen ber uptºmenbighe

Yuerelt(alg mebe ben 45eeſt ban't ge ſternte in ben menſche)mebe geboopt Ymo2bt: ['t felbemo2t] alſo betracht,

zIPgo2 het mater (alg boo2 het «Eles

ment beg lichaeme ſtijgiſti) muo?bt ben rechten 2ibamiſchen menſch (bie in Adam,mae ben lichame gijeſchapeu Ymierbt/ berſtaet upt het meſen ban

be buuſtere merelt) gijeboopt. âPant alſjier boopt ben lº, 4,5ljeeſt /bie ban

ben 13aber enbe Sooon upt-gaet: ſpa men uptganchtig. De fogmeringe beg 25 4.

Yueteltg/


32

Het tweede Capittel

merelta / embe be merelbtig het upt geſp?ohen geformeert nuoopbt: enibe het is hen heeft jobs bie haer ghe foºnteert heeft t mant hp mo2tſt in alle b2ie in erelben uerſtaen; in pebet huerelt na haer epgbenſchap. 2üig in het eeumuige licht [batig in't tºneebe Principiùlig hp De blamme banbeſief be 45obg, &#nbe inben too?n beg na

berg na be bupſterhcpt/ [batig in het eerſte principiùJ iglijn be blammenbe

pijnlijckhepbt [ofte be blamme ber ſmertem.] &#nbein beſe mereltinten Spiritu mundi [ batig in ben 45heeft van het berbe principiùlig ijn ben foie meerber en bemerch-meeſter nam al Hebingen; in een peber bingh/ maeſie

het [te tueren/na begbinchg] engene ſchap: gelijck alg ben # ofte Archaeus beg binchgietalfoo ig ooch

Een upt ghentoepbemobheeſt (unt het #Bant in het meſen man be uptructie #t-geſp?ohen moort)in pber bingh,

Bigheluerelt en Wuo?bt niet nerſtaenſ bat ben 5eeft beg[fcluigenJmuefeng &#obt ghenaemt muo?bt, ſlaaerijetig hen upt-gbebloepben abijeeſt,7 in het

## #

/ Dig

grond ſofte luo?telJ in hhet 'moogt tien abaña ſtact, .

Den


Vanden Doop. #

33

open upt-ghenſoepben bijeeſt beg

#

uptmbcmbigben Creatuurlijchen enbe

#

natuurlijchen lichaemg/bie is upt be liefbeenbetoo?n 5oög (upt licht ene be bupſternig/ upt het eerſte embe het

||

N

: ? V

: # |

Y

ſ

#

h ?

ſ! ſ

#

thueebe principio, alg upt be eeuwuige natuur/ilpt het ſp2ehen beg Yuoo2tg) upt-gebloept/embe hp ſtaet met ſpuien gronbt in het ſp2elten &#obg. âDant

het eeumnighe Yuod2bt hauchet [ofte

blaeſt] hemſeloen met hem [te meten ben upt-ghenloepben bijeeſt] in een Creatuurlijck lepen/ijp (berſtaet bent

upt-gehauchten [ofte uptgheblaſen] 45beeſt) is het uptmenbigbe grea tuurlijch Ieden: eit in een peber ſtrea

tuur (na hare epgenſchap) ig be3iele ban be uptYuenbige merelt (te moeten

be aembanchelijche 3iel) een leben ber bier Elementen : âbpme kracht [icht berſtae be kracht bambert upt-gije blocpben 45eeſt] ig een operigh enbe

een licht gheſternte: 't gene het ghe heele uptruenbighe geſternte in hem felbem/ in ſpmer krachtig / batig ijp

ober al/alleen in hem ſchoen: bocbalg

een berfloten gheſternte / 't Yuelck in be temperamtie Iept/ embe hem in een

pber leben uptmichelt / embeſchepbe tijcſt maecht/ na be epgijenſchap balt 25 5

allera


Het tweede Capittel

34

allerlep Heben/bn betijtlijche ſtreae turen/met eenetijtlijcke epgenſchap/ embebp be eeumige/met eene eeumuie

ghe epigenſchap: Hn ben menſchen/ met eenetijtlijche oerb?eerklijche ene ghemſchap / embe ooch met eene eeil inige: 't melch ecumuige/aen het eeu Ymigh upt-hauchembe [uptblaſenbe/

ofte uptſprehenbe] moo2b aenhangt/ baer in ben menſch upt be perbpeeche Hijchhepbt aen ben jongljſten bagfje (naeijet ſichtbare beelt) ſal op-ſtaten embt moeber komen: embe boo2 't oogs beel 45obtg treben/embe op. De groote

bperg Probam [ofte p2gebe] ſaf ghe ſtelt mo2ben: baer hem het boobelijcz

ite [ſterfelijche offeuerb?eechelijche! man't een mige ſal ſchepben.

2ilſoo perſtaetong nu alhier recht van het boopen beſeg uptmuenbighen “beeſten, een immenbigen bepligen «Beeſt [ban be]Hiefbe 45obtg/ ſteecht

ben upt-gebloepben 45eeſt aen/embe

falft hem met bekracht 45obg: mant bemenſchhepb Chriſti (na onfen up terlijchen heeft) miert mamben hene ligen bijeeſt gheſalft: embe ben felbi ghen upterlijchen gheeſt Chriſti (bie in ben perſoon ſtijgiſti in be atlemen ten beg lichaemg heerſchte op # -

C122


Vanden Doop. 35 rchelijcker aert)bie falft(in't oerbont

Tijing & Zeſtamentg in bë mater-boop) ben immenbighſten grombt begYua terg/embe begfjeſalfbe Hracht (in het kmater/in het moo?bt begberbombg)

falft ben maeren menfch/bie in Adam i1pt ben limo [ofte upt het upt-trecht ſel ] ber aerben gijeſchapen mierbt /

inſghelijckr foo falftijpooch ben Spi ritum mundi (alg berechte aſtraliſche 5iel/) bieten jongljſten baghe ſal mee iöer: Homen/ embe gep2obeert mo?ben, Nu verſtaet ons hooghwaerdich ende wel, alhier gelt het.

zeeſe ſaibinge bambë mater-boop/ bie ig met het ipben/boobt/enbe opa ſtaubinge Chriſti gheſalft; fpig met het bloet-bergieten II)?iſti gijcſaift: met melk l#emelg bloet/ ijp ben too?n

dBobtg in liefbe permanbelbe/ embc, ben boobt (in menſchelijcker epghena ſchap)ontſloot/ [ofte bernietighbe/] baer ijp be aerbe (alg ijp bitſelbigfje 3ijn bloet / op embe in ijaer bergoot) mebe ſalfbe. #ſtem ſp ig ſooch baer] mebe gheſalft/ alg ſtijgiſtug fijn gez ſaïft lepen (nam onſe uptimenbighe

menſchhepb) in ſpnem boobt/ muebera om in beſen Spiritum

# [ofte #


Het tweede Capittel

36

beg merelbtg]inbegaf/embe ben ſeſ ben oock (met ſpne ſalbinge in fpment

boot) falfbe/boenſpne uptmenbigbe | (man ong menſchen) aen-gijenomene

boobelijche f ofte ſterfelijche J 3ieſe (bie aen het ſtrung ſtierf / embe ſjaer in be hambt Q5obg/alg in fijn upt-ge

fpzoochen moo2bt in begaf) upt het ticljaem/ in be &#Hementen in ging ij:

#ſtem /3n ig ſoock baer] mebe ghe falft/ boen beſe ſpneuptmeubige 3ie Ie/ met be eeuwuighe5iele (in bemgeIce ite ben IB. ſbeeſt mag) boo? ben JPoot

embe belle b?ongh: embe ooth baer mebe/baer ben 15, 45eeſt in het moo2t beſe ſpine gheſto:ben aftraliſche 5iele imt ben boot nam/embe boo? ben boot

(met ſpme opſtanbinghe) in 't eeummie, gije lenen in-boerbe/almaer be liefbe «Bobtgijaer met het eeumighe leben

lfbe. Peſe ſaibinge ſtijgiſti/ mo?bt nben mater-boop (alg in het 19er bonbt 45obg) herſtaen.

âPant/ Bobt ſaifbe (in bemenſch bepbt Chriſti) be Elementa beg Lire haemg/ met t ſamen be boobelijche [ofte

# onboobelijche

Iofte onſterfelijche] eeumuighe5iele/ # fijnj beerbe th2iſtant (met beſe ſalningſje) in ſpilen tonen/enbeinben boobt


Vanden Doop.

37

boobt in/embe boo? ben boobt/ in het eeuwmige lenen. Embe beſefaſbinghe ( in be meſche Chriſtug ben toont &P5obg/ ſonbe/boot/buppel en behelle ſjeeft obermbommen) heeft 45obt (met

5ijn oerbomt beg ouben teſtamentg) in be Yuater-boop bero2bonneert/en be p2eſenteert nu be felbigfje aen alle menſcijen,

ºnbe bp aſbien een menſch beſcle

nighe nu begeert/ embeljembaer tog begeeft(alg een menſch/niet[alg een] bier)ſoo boopt ben #,45heeft ben ine Ymenbichſten gronbt (te meten/fpmen &Iempel) bie bpfelfg beſit/ alg ben Yuaren eenmuighen geeſt/mett'ſamen be eeuwige 3iele. «Embe befalpinghe dLijziſti / upt ſpne (ban ong gen-gjez

momene) menſchepb/ſaift embe boopt in ong/ben maren (in Adam eerſt gez ſchapen) menſch/upt ben limo [ ofte

upt-trechſel] beraerbe/met t ſamen pe boobelijche ſofte ſterfelijche]5ie le:(batmen toch ben gromt recht hier in verſtaet) [ick meen ben menſch] bie opſtaen fal/embe eeumigh lenen. 32eſetſalninge/ofte bit bonnen] gije ſchiet boon het lphen/boobt/embe opa ſtambinge Chriſti/in ſpmenbloebigen halmp; te mucteil / De

ontrum:


Het tweede Capittel ſijne bootg [ofte be picto2ie ober bere

33

boot] batig be hant/Die boopt: KPen rechten menſclj mo2bt gijeboopt ten

Heuen: embe ben &langhen/ groben/ aertſchen menſch/bie Yuo?bt met ben boobt enbe ljet ſterben Iljgiſti gijee

boopt/ bathp moet ſterben/ embe aſſe

3pmebooſe luſten enbe begeertem aen ben boot Chriſti laten/ bat ſp be ſel pige boobc/embe eenen uieumen mila

ie (imt ben boot Chriſti) upt 3iel embe lichaem upt boere, . . QPen booſen Adam (te meten / het

Kelangen-monſter) mo2bt/met beſſen boop (almaer be hant Bobgalg fijn ſp2eeckenb' moo2bt ſelfg toe-grijpt /

embe boopt) ghenomen / embe mo2bt met ſtij?iſto in ſpnen boot begraben:

enbeinbe Belle almaer Chriſtug/ in fijn ſterven in-boer (uerſtaet/in be bupſtermig bambentoo?n bobg/ alg in ben afgronbt bermenſchepbt) in ghenuoppen: embe beſe ſaluinge imben hoop / perbinbt haer met het muare 2lbamiſche eerſte lichaem ('t melcht

noo2 ben bal Adae Ynag) enbe haert (boo2 be operminninghe «Iſj?iſti) ee men nieumen mille (in 3ieſ en belica

## ben mueſchen 45obt gijehoo? Alſo


39 Vanden Doep. Alſo verſtaet alſdan, na ſodanige ſalvinge, in de ſal

vinghe Chriſti,den rechten menſch.

«Embe het #langen-monſter/ ſtaet in ben too?n 4Dobg: boch moonen (te beſer tijbt) in een lichaem/ maer een pber in fijnepgen principio(alg in # feſfg.

# baer ban S.Paulus

ſepbt: Soo ick nu ſondighe, ſoo en doe ick het niet, maer de ſonde in het booſe

vleeſch doet het. &#ſtem/Soo dieneick nu met het ghemoet (ban ben ghefalfe ben gronbf) Gedt : ende met het ghe moet van het (ualſche) vleeſch, diene ick de Wet der ſonden: embe ſepbt mere ber / Soo en iſſer nu niets verdoeme

lijckx aenden genen, die in Chriſto Jeſu (alg in ſpne ſalbinge) zijn, die na ſoo danigh voornemen Gods, in het Woort

beroepen (ofte in het roepen ber ſaſ binge alſoo 5ijn begrepen)geworden.

2ilmaer bn ban ben rechten gheſaſfa ben ſlàenſch meent/bie te beſertijbt noch in beſcho?ſche(ban het aertſche vleeſch)merborgen ſteecht/gelijck een ſchoon gout/in eenen gronen ſteen: embe moont boch (nae be ſalbinge) in ben 13emel/gelijch S.Paulus ooc# ſept: Onſen wandel is inden Hemel: &#ſtem/ Souden wy(wy die Chriſtum toebehoo

ren) noch Sondaers ſijn ? dat ſy verre aſpaer


40

Het derde Capittel

“Daer meent hn ben gefalfben gront/ enbe niet het bierſclje monſter ber

aertſ bent bol booſe genegentheben/ 't Muelch inben too?n 45obg embe in be berboemenig ſtact/ embe het ſtijcſte

«Bobg niet en faſerben/'t meſch boch te beſer tijbt ben rechten gheſalfben menſch aemhangijt. -

JPen geſalfben gromt/ig ben (rech

ten] Chriſten/ ente niet het uptmen bighe groue bier: bit ig be ſalbingſje ble bagelijchr het monſter ber &lan ghe (alg ben booſen/aertſchen miſſe) ben kop oertreet: alhuaer ben ſtrijbt in ben menſch ie/bacr De eene engem= fchap het booſe/ embe De andere het

goebe Yuil: empemie bam bepben ouer huint/ bie blijft ben menſch tot ſjet merrſt, Daerom ſo ſullen embe moe

ten be Yuercken bermenſchen ghce

oorbeelt mo?ben: embepberſmerch] moet inſpner [ epghen] & cſjure in geooghſt Yuo:ben: als 't geen bat in

be kracht man be falpinghe ig ghe macht gemo?be/in het ſtijche Bobg/ embe 'tgene in bekracht oan't Slam

gen-monſter is gbemaecht gbemuon ben/in be oerboemeniffe / tm be bune

ſterljept beg too?ng en bebeg boete, [Eynde van't derde Capittel vanden

Perry an


41

Vanden Doop. Van den uytwendigen water-Doop, door 's menſchen hand: wie tot dit doopen waerdigh is, ende wie dit -Teſtament waerdigh ontfanght; oock hoe 't met de onwaerdighe hand (ofte onwaerdighen Dooper, als mede met den onwaerdighen ontfanger des Doops) gheſtelt zy: -

in deſen tijd op het hooghſte te be trachten: ſijnde het vierde ende le

ſte Capittel vanden Doop. # LS 45obt het ſaleſtament

# nanſijn Berbonbt berghe #/ AXj nabe ('t melch in 't Para Asſes" bijg mag op ghererijt) mpt het offerentie boo2-beeſt/ inben Yua ter-boop miſbe ozbonneren / ſo boere be ijp upt fijn 19erboubt (immenſche

Hijcher openbaringe) een ſp?upte upte Yuaertg/embe bing boog hem ſtemme tcm boo? bie ſp?upt ofte tach] be maa ter-bompaen: ghelijch fuſchg aen Io hanne Baptiſta Hlaer te ſien ig / bie boo: be bootſchap ber «Engelenberg honbight mierbt: baer toe Imag hp] upt ben hoogen 392ieſterlijchen ſtam me. &pne JBenſch-merbinghe en quam niet ban foſte upt] ben #


Het derde Capittel beg bleeſch/mant Zacharias fijn ba 42

ber/embe Elizabeth 5ijn moeber/Yuae rem oube bebaegbelupben / bie in het

bleefchelijche ſpermate lang berfto22 ben Yuaren/baer beg menſchen bere

mogen langij mucgij maag, 12et 5aet

Zachariae embe Elizabeths, miertboot bemueginglj beg li), 45ecſteg (upt het arabpſcije nerbonbt ber gh enabe)

in jaren (nu noch meer)bermelchten ſpermariſchen epgenſchap nermuecht:

hn (te meten Iohannes] quam muel upt menſchelijchet gronbt/maet niet upt

menſchelijcſter mermogen. 3TBant be ſalbinge (in het berboutt)

bermueckten fulckr / batſjaer ſperma (boben ben Ioop en De Htracijt bier naa

tuur [alg] engijen bermogen) luiert ontſloten [ofte gfjeopent:] bent ſeſoi ghen Hig. 45eeſt bermuechte upt mena

ſchelijchen ſpermate een 5aet / embe berkoo? het in fijn eerſte begin baer toe/[te meten/tot be ſalpingiye/ ofte

tot het boopen.] JPoch be ſalpinghe Iohannis gijeſchiebe in het groeten

Mariae, alg 5p tot be oube Elizabeth quam/enbe in haer (uerſtaet in Ma ria) be Bobbelijche faſminghe (upt be menſch-merbinghe 4th?iſti) haer be

'eegbe: JPoen Maria(fijnbe man beſe -

-

ſalbinge


Vanden Doop.

43

faluinge berbult) Elizabeth groete/ſo boopte bemenſch-merbingh Chriſti met beſalbingh (boo2 Marias groet) in Iohannem (in 'g moeberg lichaem) in: embe niet alleë in Johannem,maer ooch in ſpnemocber Elizabeth, bat ſp man beſe ſalningſje bernuit mierbt/ baer boo2 beſe thueemoeberen (in ben # ban beſe ſalbinge)p20pijeteera 2ll,

GÉnbe bitig ben boop Iohannis, ale

Ymaer hp (met bemenſch-merbingh CI)2iſti) upt CIj?iſto gheſaïft mierbit/

embe ben Doopbambem H2.45eeſt(upt ijet verbonbf) in 'g moeberg lichaem ontſingh/bat flp een 3Boo2-looper en

be 2ïenſegger ſoube3ijn/bat ben tijb ban be ſaibinge cm.be be berbullinge

uan't berbombt bobg poo? hamben Ympag/bat Bobt 5ijn oerbonbt dan be ſaluinghe bergbemabe in bemenſche ljepbt ijabbe in genoert/embe bat het berbonbt een menſch Yuaer gijemo2e

bcn. Dat bobt noo2taen boo? be menſchhepbt Clj?iſti (boon een ſºle mentiſch mibbel / 't melrk niet meer

in oper en ſtonbt/alg in het oube (dºe ſtament / maer in ſiefbe embe ſachte moebichepb begYuaterg) be ſaſbinge YuilDe upt-gieten:bat ben tijt ber

#

IlgiD 2


Het derde Capittel

44

nabe poo? hamben mag/almaer G5ob ſpme ſalpinge in be menſchept habbe in-gegeven. Boºber/ſo ſien mup/bat &Bobtalbaer geen nieuwn oerbont en

# begonnen/maer alleen een mieu e opbre: Yuant Iohannes liet hem be / ghelijck ban ooch Ch2iſtug. # ohannes nam be macht enbe be bee roepingſje upt het oerbont ber befine binghe/unt ijct offer begbnerg/ embt moerbc bic [te Yucten be macht oan't

3perbonbt] (boo? 't bewegen 45obtg) in ben mater-boop : baer mebe mene

mpfenbebat nu booſt acn be fonben (boo? ben boot Chriſti/ in ſinte Hiefbe cmbe ſachtmoebicijcpbf) fouben bere

benchë / embe mict [meer] in het oper af b?amben/alg bn Iſraël (in het boog bcclf) gefchicbe.

#Porij ſien mop bn Johanne, bathp met bebergeninghe ber fonben noch niet en hoopte / maer met be boeteſ alg met ben 45eeſt ber falbinghe ter boete[of ter beheeringe]bie ben mens fcljen 't herte openbe [ ofte Ymacher

maecſtte] en be ben 45eeft Chriſti/ ſpe men Yuegh berenbe/ bie bebeure [ofte be poo?fe] ban't Ijcrt embe 5iele ber menſchen open ſfoot/ op bat ben Co

ningh ber eeren naer hem ( in fooba -

11108


\

Vanden Doop. " 45 mige gljeopenbe poorten) mochte in gaen [ofte intrechten] baer bam bat David ſepbt: Maeckt den Coningh der

Eeren,de Poorten wijdt,op dat den Co ningh der eeren (alg ſtij?iſtug) intrec ke: embe ghelijch Iohannes ghetupgfja

be/batbn alleen met mater(ter boete en beter bergeninghe ber ſomben) en toopte: maer batſjp niet en mag bië d'Ity2iſtug / maer bat naer hem quann

toen genen/bie beYuo2p-ſchotel in bet HJambt habbe/bie ſcube met bper embe Gaſbeeſt boopen.

ſDock ſien mpaen Iohanne, bathp moſt eeng 392ieſterg. #oon fijn / bie niet be beſmpbingh embe het offeren ram gingh / ijp moſt upt be 319et beg 3Perbontg conten/embe hem laten bee

ſnipben/embehet1Berbombt acntrere # en / op bat ijp met ben gheeſt beg 13 erbontg enbeber beſmpbinghe/ ben

Yuater-boop (alg be o2.b2e ban te ge nabe embe bergijebingfje) aenbingh, alPant be ſomben en fouben nu niet

meer boo2 het uner upt gebclgt mo2 ben/maer boom beliefbe bie Bob (in't 3Perbomb boo? Cijziſtum) openbaere Dic:ſp fouben boo? befachtmoebichept

apsoög berb?enchen/embenermambelt Yao ogben : Daerom o2bineerDe

# \ ooth


46

Het derde Capittel

oock (tot foobamige uptbeiginge ber ſomben) een ſobamigij mibbci met ben

mater-boop [baer mebe] aenmupſen be/bat be ſomben in het bloet ſlij?iſti (in ſnne liefbe embe gijenabe) fouben berb?enchen/ embe bat ben HPenſch

boo?taen een open beure bergenabe (in bcliefbe embe ſachtmoebichepbt) tot GBob foube hebben:bat ijp nu met

berou/embe met af-laet ſpmer ſomben

(boo? ſobamige beure) inbe ghemabe tombe in gaen... » «Enbeſien alhier aen Iohanne (ben

aembangher bamben mater-boop) recht/ mat boo? een menſch maerbig

ig (met bit nieuïue oerbonbt berge nabe) te boopen/mamentlijch ben ſoa

banighen / bie ban te bo?en goch met

beſc ghemabe ig gheſaift gemo2ben/ ghelinch Iohannes van Chriſto / bit noch in 'g moeberg lichaemYuiert ge

faift. 3Pamtnleeſch embe bloet (ſom, ber beſe ſalpinghe) en kan niet boos

pen: mant beſe macht en ſtaet niet in 'g menſchen ghemelt/maer in het ge

melt Chriſti, «Een Chriſten (in mien beſaluinge ſtijgiſtiig) bieboopt met De ſaluinge Chriſti: mantbeijepligt GP2iebulbichepbt boopt met het mere bonbt ber genabe ban be ſaluin: III?


Vanden Doop.

47

met bemenſtbmerbinge/lpben/boot/ embc ober minninge th2iſti.

3 boo nu een menſch muiſboopen /ſo en moet ijp niet alleen met be ſjambt

embe het mater boopen / maer oock met het gheloofber faibinge, ſtenen ongeloouigen Pooper/en boetbp bit hooge merch ban ben boop niet meer

alg ben boop-ſteen en boet/bie het Yuater hout : Yuant al iſt bat ijp het Ymater giet/embe bemootben Chriſti ghcb2upcht/ foo en Yuercht ijp noch tang niet mebe / maer ijp ig in be merchingeſtom: het merbomb Chaia ſti merchtem.be boopt alleen/maer bp ig alleen een mibbel/alg een ommerta Remb meſen/bat ſelfg in bit nerbomb niet mebe en Yuercht/maerijet mercht alleen boet; in muelcht Ymercht 45obt

mercht/ man Yuegen fijng berbontg.

#Piet alſon te herſtaen / alg ofte het merchbp.be onmaerbige hanthracija teloog ig/meen: het berbombt 45obg en ſchept hem (om be onmaerbighe hambtſbie maer een mibbel enig)niet af. JBegheloo bighe Quberg (bie in

befalpinghe ban bit nerbomb ſtaem/ ente het nerbonnt hebben aen gheta gem) bie hebben be ſaibinghe ooch in

ſjaren 5abe/ enige teelen hinberen art # 1,

*


|

Het derde Capittel

48

be epgenſchap haereg lichaemgembt 3iele. Soo 5p in 5ieſ en lichaem gije boopt fijn/ embe be ſalbinghe ſtijgiſti hebben/maerom ban ſlCIl

#

het Ens ſjaereg lichaemg Doch niet?

# bp 't Ens ben gromt beg met elig banlichaemi embejicle.] &ijn

ſp

ben (Lempel bambem H2. GBeeſt (bie in ſjaer licben muoont) embe eten ſtijgiſti

bleeſch/enbeb2inchen 3ijn bloet/bat sth?iffug [alſoo] in haer / embe ſpin Chriſto 3ijn (gelijck «I52iſtug ſepbt) huaerom ban doch niet hebzucht haa reg lichaemg + apant €hriſtug ſepbt bocſj/ eenen goebÉ boom en kan geen

quabe upucht b2agë/ embe eenen qua be geen goebe: ig het ooglje (bamben

obbeeſt)licht / ſonig het ghcheele ſite baem licht/ſept Chriſtug, ig bemuon telhepligh/ ſoo 3ijn oock begbeheelt tachen bepligij. Iohannes uierbt (boo? ben ſbheeft beſtemmie Mariae)in fijng dit moeberg lichaem gijeboopt/ foo mel

#

Doch 5ijn moeber Elizabeth, embe ſien

gijeljeel perfect / hoe't ſeinige ig toe

gbegaen, 3Bant boen Elizabeth be groete Mariae hoo2.be/ ſoo bemeegbbe hem ben ºp. Beeſt in haer / embeoock inbare b2ucijt te gelijch: 5p (be "# grº


Vanden Doop.

49

# berenbe ben & non) ontfangen tegee

# lijk/ ben boop Chriſtiuut ſpnemenſ t: ſjepbt : muaerom ban alg nu mocht niet # in heplighe puberen/in bemuelchebe in ſalningeig? mant ſobanig ben boom # ig/foobanigbig poch ſynen?ucht. # : dſPaer het berbomt met ben Doop/

# ig/ombat een neber menſch ſelfg(met W ſpnem epgen muille/alg een en beſombee

g, ren tacht aen ben boom/alg een epgen

3 ſeben) het merbont ghziſtifoube aene # trechten/ alg boo? het uptmenbighe ºf (baer toe gijeo2bommeerbe) mibbel. #! IHI 2en moet] niet berſtaen/ alg of een

hinbt (ban u?ome gheſalfbe ouberg het lenen becomë hebbenbc) noo2 ben boop quam te ſternen/ in befaluinge ſatij?iſti] niet en 3p: het heeft boch beg ouberg ſaluinge aen-getrochen/ mant het ig upthaerlieber meſë onte ſtaen/upthaerlieber meſen beg ghe 3 boopten lichaemgenbe5iele: eiſon't 4 iſ 3 tº g, #

# in 't Iemê blijft/ſo en behoeft het maer g' in het beeſt ban't ſichtbare berbont

# in te treben/alg een engenſſclfg]lené: # eit met ſpnen mille in het gene in bee

genen/bat hem man be oubergigaen # ge-erft, laaer obermits een hintſuir # niet en herſtaet/fo molbrengé 't felbie geſpneouberg met burger gel:


Het derde

Capittel be/alg mebe bie gene/bie tot fobanig 5o

hnerch beroepen 3ijn (alg be 43eten) bie het hinb (inbe begeerte ſjaerg ge

Hoofg met haer ghebebt) het berbomb

Chriſti beramt moo!ben / eube in het perbonbt Chriſti (het Himbt] boo2 be beplige Driemuſbichepb ſtelſen/ enbe het berbomb II)2iſti ober bit Hint bee

ceren, beſc(ſoo Quberg embe 9uer anberg/ alg mebe ben geloo bigben

3Dooper embe #Beeten) muerchen met

# gljeloof in be epgijenſtijap beg inbg/ embe repchen bet(met haere licber geloof)aen het berbomb Cijzi ſti: Yuant bë muille ſjaerg geloofg/bat

ſofte neemt] begkinbg onmoerſtambie genºmuille in haerebegeerte beg ght oofg in; embe b?agen alſoo ben muilſt begkinbg/in haren miſle (met haere ſalbingh) in het berbomb Ch2iſti(alg boo2 be | 2, GP2iebuſbirljepb.)

'So Yuanneer ben Dooper het ma ter ober het hint giet/ ſoo ig ijaerlies

ber geloope mebe in het muater / embt 't wat hem in het muoopbt Chriſti in/

#

bie baer ſepbe: 05act in De Ymerclt/ embc boopt alle bolchteren in

ben nacm beg 39aberg/beg Soomg/ enige beg H3. 45ſjeeſteg: op 3ijn beroei

ſofte geboutjbaopen ſpbe "ſ: EIl -


Vänden

Doop.

5 t

z!Ben booper boopt met be ſjarib cnbc

't geloone; enbebe Duberg met t'fa= men be 33eeten/bie boopen met bebc

geerten beg geloofg/ met ben gefalfe

Een muille/ſp boopen het te meten het Hinb] in 't hierbomb Lijziſti: eit ſtij?i= ſtug booptſe [te meten/be hinberen] met 3ijn bloebt/boobt embe onerhuine

ninghe (alg met be picto2ie ſpneg boobg)baer in/enbeſteecht het Ens ban 't geloof Deg Hintg (met 5ijn ſie

be bper) aen,

-

, 2liſon 3a: #em het maſtert 5aep: Hen/ oan tſieneiger in het #s ber 3ielen en lichaemg beg hintg in/ alg # eene glimmenbemuicheber gobbelijc ſter liefbe/mueſche[glimmenbe] muieta fte naberhamb (ſoo Yuanneer het Hind

enghen ſelfg berſtanbt becomt) boo? : glycloof/ boete en de gijebeben/ noch meerberaen-gbeſteechen mu02t/enbe

Auoant tot

een boogij ſchpnemb licht.

sooo manneer naberhand ben mondt beg gheloofg het uleeſclj thziſti eet/ ente 5ijn bloebt b2incht / ſon bekomt bit hepligh Iglimmenb] uiechſhen

: beg ſiebe operg/ eenen bepligen

Olp/

tot fijng leneng b2anben/[gelijch een Yuieche in een lamp olpe beſtonut/baer boo? ſjaer licht bermeerberbt embe & 2

Gilberta


52

Het derde Capittel

omberhouben Yuo2bt.] dºet ben boop Yuozbt bemenſchepbt Chriſti (na het bepligh liene mater/ alg ſjet ºmdat er bcg feneng) in-gbeplant: in melck mºater het ljeplig bper mach 62ambé. dentie met het 2toonbmael mo2bt be liepligije tinctur [bat ig het ljepſi gij boodgloepenbelemen] (in het bleefcij cñbloet ſtijgiſti/alg het rechte b2ana benbemper der liefde) genoot en Lofte ontfanghen] [ſijnbel een geeſtelijche faif-olp upt het oper en licht abobg/ bie het mater ber liefbe (alg het bera bombt begboopg) aen ſteecht, ºnbe aliſt bat een ſtimbt ban heplighe ou berg Yuerbt gebo2en/ embe in 'g moe berg lichaem/in foobanigijuerbomb ſtaet/ſoo fal het ebenhuelooch fooba migh merbomb (in epghem ſelfſtanbie gen perſoon/inſijn epghen mille beg ſeneng)aen-trechten: upt d02ſaecht / bat in het bleefch/ be ſombeentje oma repmighepbt mebe mo?bt boogt gije erft/embe het moet ſelfg het berbunt acil-trechten / Yuant het falenbe het moet nu ſelfg (met het berbombt ber gijenabe) De Solange (in het bleefcij) ben Hop bertreben/ baerom ſal ljet

(«lij?iſtum met fijn oberhuinninghe)

ſelfe aen-trechten, alPant ſtijgi

# p?ge


Vanden Doop.

53

preſenteert nu hem ſclfgaen hem: het ſal in engen perſoon/ hem in engijen Yuille aen-meiné cmbe bacr-en-tegeng ſpnen epgen miſſe aen hem [te Yucten

aen Thaiſto] geben. âDant ben boop/ enig amberg niet/alg eene3Bet/ofte 11erbintenig met bobt/op het bloebt enbeben boob (Chriſti/aluaer Chai ſtug hem (met ſpne ober minninghe cmbe opſtaubinghe) met bemenſchen

berbinbt/ enbebe menſchen baer in/ in-ſet [ofte in-ſtelt.)

-

#n ben boop/ geeft ben menſch ſpe men?tbamiſchen af-gelieerbemYuille/ aen ben boobt gij?iſti ober /enbebe geert ben Yuilleber ſelfghenbt (in ben boob Chriſti) af te ſternen: embe upt ben boot, Cljziſti (boo? be opſtantina ge tijziſti/ met embe in Chriſto/tot eenten niettmu en Yuille op te ſtacn/enbe

met ſtij?iſto te icben embe te willen. aDant boo? ben boop mobé mp (niet be operminninghe ſofte be nictogic] «Iſj2iſti)op ſofte man] micumg/ in het Yugo?bt 4,5 obtg gijeplant/ Yuant ben

menſch ig lict upt-geſp?oochen/ ghca beeſbe [ ofte ghefigureerbe] moo2bt

oboug/'t Yueſhfunen muille (in Adam) ban het ſpreken bobg/in een cpgijen 2ectſten heeft int / ſteboer" felfgſp?eetſ «I 3 ten embeYuillen


54. Het derde Capittel geboert/embe trouloog (aëljet Yu oogt

cºöobg)ig gembo2ben.

«Embe met ſofte boo?l ben boop/ ſo verbinbt [ofte perſooft] hem het ge becibe (ofte ghefigureerbc] Yuoo2bt Yueberom met [ofte aen] het ceumuig ſpeechen 45obtg / bat het met 45obt

huil ſofte begeert] te miſſen en de te fp?chen/te meten/ begberechticljepb

embe benuaerljepb 4,5gbg.

-

RIDen qBoop ig centen Gºeb/bie ben

menſch (in 45ob) ſmeert: almuaer ſjn ben Duppel embe 5ijn #ijch af-ſepbt [ofte oo2lof geeft] enÜe hem acn 45ob

tot een engemboni ober-geeft / te mee ten/tot eenen GIempel 45obg. GEmbe mſ iſt dat cen ſtinb ſitlclig niet en bcte

ſtaet/ſo ſal [ofte moet] ljet ben Dog per (alg mebe De Ouberg eiſt be 43ce

ten [ofte be 45etupgen]uerſtaenſ en be haer geloof in ben muille beg hintg in-boeren/ embe met ſjaren in-ghe

noerben mille alfoo in ben muille beg ſtiltfg/ hem (met ſoobanigen ecbt) in

het berboubt ſboog (boo? be luoo? ben enbe het beuel Chriſti/ in [ofte met het huater boopen)mebe in ſince hen/enbe het ghebobt Chriſti in hem batten [ofte nemen]te meten/inſjaer geloof en de alfoo met beg hinbg on ber ſtartt

l


Vanden Doop.

55

berſtamt (in haer lieben verſtant [ofe te Hemmiffe]) in het verbonbt ingaen/

embe in plaetg[nam het hintl met ben Yoille beg ſtintg/jn jaren Yuille/ fulcr 45DiD beloben,

alPant fulcr commen en beſliſſen[ofe te moeten] boo2nementlijch be qDua berg boen/ obermibtg het himbt upt haerlieber lenen en be mueſen (ghelijcſt

eenentack upt ben ſtam) gljeſp2oten

ig : baerom ſo hebben ſpooch macht/ ben muille beg himbtg in haerlieber muiſſc beg gijeloofs in te matten [ofte te nemen ] embe met ben mille beg Hinbg/ hacraen 45ob ober te ghepen entie te berbinben,

-

iBebe heeft ben bogper/ ſuir in ge melt/bieſtaet (op [ofte bou? 'f] gije bob ſtijgiſti)albaer aë ſtijgiſti plaetg/ embe boert (in ſpliem mont) het gije

bobt Chriſti / embe boopt met fijne ſjambt/op het bebel ſtij2iſti. Hºp ſal

[ofte moet Jeenen geſaifben (ſtijgiſti) 3iju: enbebgo? be beure ſtijgiſti/ tot foobamigh muerch treben: amberg en ig ijp maer een ſjout ofte blocſt / alg een aertſch mibbel bacr bp/ embe en boopt ſelfg (met fijn geloof) niet mee

be;maer hu enig niet anberg alg een uptimébig inſtrument beg oerbontg/ & 4

gclfjcſt


56

Het derde

Capittel

gbelijch alg ben ſlimmer-man bie met be bijl houmut / embe en ig ſelfg boch niet gelijch be bijl biebaer ſnijt/ maer alleen bchanb biebe bijl boert.

#n (te meten ben pooper / bie man Chriſto niet gheſalft enig] en ſnijbt noch en mercht(in het merch bamben «Bijeeſt) niet mebe: maer ijp is alleen

het uptmenbighe inſtrument / enbe boet een uptmenbigh binck:hp en be repcht het berbomb niet/macr [hp bee

repcht] alleen het mater / embengert

(in 3ijn leben) een boot moogt. ſlaaer in het gebobtig het ampt gij?iſti/het

Heuenbighe moonb (in het verbonbf) 't gljeen Daer boopt/ en ontſtaet mict

1lpt kracht beg gobtlooſen in onbtg/ mlaer [het ontſtaet] upt het bebei [ofe te gebobt] in ſjetberbomt: ben mont

ber goblooſen boert het uptmembige

letterlijche moozbt / alg [fijnbe] een niemaer van 't ſtipige: maer het bere

##nt het fcbenbigſje hûoogbt in iTatjt,

&oo [bp aſbien] be Quberg embe

3?eeten (ofte Bhetuugen] geloopigb 5ijn/ ſo repchen ſp (met [ofte in] ſjaer geloof) het hint men het herbont: ene De ben bobtſooſen & Dooper ig (met mont enbeljant) alleë een

inſtnººt dCT


Vanden Doop,

57

# baer toe; op aerb embe mpſe gijelijck # een hlockbie Iupbt enbeklimcaf/embe # boch geen leven en heeft/ maer geeft # aen belenenbige een kentehen/ Muaer toe dat [foobanigij ſupen en beklimca kenbienen]ſal: @fte [hpig) alg een obontſoog Benſch/bie in ſchijn van hepſichept (ooo? eenen bepligen) ben hepligenname 45obg noemt embe be

ſijbt; almaer ban ſtonben aen ſjemt ben bepligen manie Bobg(baer bog?) in het herte man ben hepligen menſch bie het hoogt) beïnecght embemuerra embe no2t: embe ben ſchijn-hepligſt herſtaet mocſ) en behint het boch in

ſpne beſpbemig niet/enbebe bcmegina

geban't goebe hert [en mu02bt] doch niet upt ben mont ber 45obtlooſen in het ſjepſige hectin-geboert/maer upt iD en nante 450üg,

2JIſoo boopt oock (bp ben 45obloo ſen booper) alleen ben jepligenname embemiet ben booſen mombt bie ben hepligêname boert.]Hººp ban

##

noch/moet een inſtrument 5ijn 'tgeen ben heplighen name noemt: bie niet 1unt ſijn name/ maer upt ben [heplia

en]naem embenerbont mercht/boo?

inbgering benam't geloof/ber geloo, bigfje ſPuberg embe

#at ſoort 5


Het derde Capittel ig het berbomt fclfg een geloobe/ alg het muco2t embe ben momt 45obg : Ijct berbombt boopt ſjaer altſamen / bie 58

ſjaer baer in ſofte baer toe] begeben/ hp 3p Yuaerbich ofte ommuaerbicij/het 3n bat bacr gſgeloof beg JPgoperg/ «Duberg ofte HPeeté ig/ofte niet: borij

met groot onderſchepbt/ghelicht, be Schrift ſent ſofte gijetupgt:) By den heyligen, zijt ghy heyligh, ende by den verkeerden ſijt ghy verkeert. 23ſtem / Soo een volck het is,eenen ſoodanighen Godt heeft het oock. Stube## ijcht

S. Paulus bam't 2loombtmaeſ ſepbt:

Daerom dat ghy niet onderſcheyt het lichaem des Heeren, ontfanght ghy het ten oordeel.

.

w

apant ſoomactbeſiefbe 45oogte genhugo?bigh ig / baerig doch ſpnem

too?n teghemugo2bigſj. &boo Muaer lichtig/ baerig docht bper: het Ens ſofte ben inmeubicijſten gronbt beg

lucſeng] beg geloofg/b2inght alleen Duo2 het bner (in het licht) upt: het

perbont beſtaet Iofte ſtaetinaſt: ] het hintino?t met het berbont geboopt/

het muo2bt ban't berbont aen-genoe #en/aluaert bat eenen Bobſooſen

# en De GDuberg/alg mcbe ſolo

anighe3Peeten ſomber aude:baert -

ſlft,


Vanden Doop. 59 luaer, JI)aer foobanigh ben mombt ig/ſoo ig ooch beſpnſe inben monbt; embe gelijcſt be 392opſject ſept: Waer om neemt den Golooſen mijn Verbondt

in ſynen monde, daer hy de ſtraffe doch hatet.

-

-

JI) en ſal ben name 45obg niet miſe

b2upcken/mant be ſpeere en huil ben geenen (bie hem miſb2upcht)niet on gijeſtraft laten / hp en muiſ bie peerſe

niet hoog be & mupilen muo2pen. Den &Bobtſooſen menſch (bie hem tot fijn berbonbt nabert) bie ig 45ob (in 3ijn berbont) een en goeben reucht ter bere boemenig begbootg/ embe benijeplie

gſjen/ een cn goeben reuch ten Icben. âDat iſt amberg (fog 45ootlooſe Qua

berg ſomber gheloof 5ijn) ban bat 3p

ooch 45oblooſe kinberé teelcm3(mant

ghelijch ben ſtam ig / ſoo ig ooch be

b2ucht (foo 5p ban nu niet om en ſteee

ren/ embe haren?ucijt (boo? boete ene

be gebeten) ſtijgiſto in en lphen / ema behaer (met het gfjeloof) tot bit mera bombt en ſchichen : embe bibbengoch

toch muel foobanighe 45oblooſe Peez ten (ſomber gheloof) baer toe/embe ig

Jen JPooper doch ſjobtſoog/muie ſal

iſfjier [ofte alg ban] boopen ? ſal be ber ber gee ief be # -

cassambrig #nuut -


6o

Het derde Capittel

nabe) boopen? JIºach # niet gijee ſchicben (glyclijck S.Paulus ſept) pan 't?toonbmaeſ? Dat het ben 4Bobtloos

ſcm ten oo?beel ontfanght:ſo men met het oerbont macr en ſpot/hoe fal ban bt eere G5obg bp ben &potterg bere

ſchpmentalbaer heet het recht/bp ben Hbepligem/hepligſj. cm.be bp ben 3Pere

keerben/merheert. Abo het 5aetbalſch ig(al ſtroptment op eenen goebem ate hcr) ſo maſt boch eene booſe b2ucht/

mant het trecht upt ben goebemac Itcr macr ſpmer gijelijchhenb (een Ens I ofte mueſen ]) aen hem. H#oe marij ljet banalbaer toe gaen/almaer een

himbt unt geheeſe & Bobſooſe Quberg

2upt ? embe oork maer €5mbtlooſe ceten baer toe beroepen en mbo2bë ?

almaer mort, gheloof/ mochte eenen | goeben miſle enig / beel mepmigher een ernſtigh ghebebt/maer bat baer

alleen eenen derbtſchen Lucifer boot berbont ſtij?iſti en trecbt ? embe bat

ben Dooper ooch maer eenen booben

[JPooper enJig ? 3Die bermecht als hier het beplighe3Berbomb ? ghelijcſt

het gheloofig ('t gheen het verbonbt beroert) alſooig doch be openbarine

# berbonbg/ enbe aſſooig ben Chgie


Vanden Doop. 6B dIſj2iſtug ſp?acht: Laet de kinder

kens tot my comen, want ſoodanighen comt het Rijcke Gods toe: H#p meent

Himberen / maer gheen 4Dolmen enbe «JPieren: hp ghehietſe tot hem te co men/ maer niet (met ſtoute baiſche ongeloo bige lieben) tot hem te b2ena ghen / inbeg Dupuelg p?acht enbe boomeerbichepbt / almaer be bemoe

bichepb thziſtimaer beſpot/enbebe liefbemeracht mozbt. &og men boog bentoo?n €5obtg in beliefbe miſ in gaen/ſoo moet het ernſt 3ijn. Abo ſept nu het bernuft/Yuat can het hint gee

beteren/bat het man 45obtlooſe ſºu berg gheteelt/ embe boo2 paiſche ſica

ben tot het berbomb Chriſti gebracht Yuo2bt ?

-

#a/Yuatham't ſjob oock gebetere (bie ben boot beg 3onbaerg niet en

begeert) bat 45otlooſe Quberg goba looſe kinberen teelen en batmen met zijn berbomb berghenabe/maer ben

GP2aech ſteekt? ſal jp ban Deſe 4Beera

ſe noot be &mpnen merpen? 3beten bit both be 4Puberg geheel muel/'t gea

me C5obſept/bathp be ſombember ma beren aen ben hindere (tot in het bera be embe bierbe ghelit) mil ſtraffen, &al jp ban ſpneliefde in baren#


62

- Het derde Capittel

ſooſen Yuille in gieten? nabemacl bat ſp beliefbe bocſj niet en begeerentema be batter ooch geen ernſt en ig/ macr bolbrengen alleen be gheluoonljepb / embe boen 't met ſchijntjepligë ſchijn/

ſomber ernſt/ embe gijeb2upchen noch baer toe foobanige ſieben die de een

boubigbepbt Chriſti (met hare boo beerbichent) maer en beſpotten.

JIºet het Perbont eube @Leſtamen ten Chriſti/ om te gaen/ embe hem be

felbige te gheb2upthen (baer] miſ ee men grooten ermſt [toel 5ijn: niet ala leen in ſchijm/maer in kracht. âPant het oerbomb Bobg (in Chriſto)Ibat] ig boog 3ijn bioet embe boot gemacht: enbebat tot bien epilbe Zbat (ſoo luie

bit 39erbonbt enbe @Leſtament beel achtigh muil muo?ben) ben fcluigenfal [ofte moet] met ſpnem muille om hee ren/embe in beboete in-gaen/embe be aengſje-erfbe baïſche ſuſtt in het per

bombt (boo? ben boot ſtijgiſti)af-ſter ben /enbeunt het Berbonbt (ban bit &Leſtament) nicu gijebo?en muo?ben. 3Bant ben Doop en beſtaet niet ale

leen in het hbater /maer in het muoopt

#oba Zembe in 't gheloof: het mater

# in het een mibbel / baer hem het 992t “boog/ ende het gijcloonein bût


E

Vanden Doop.

63

# baten beïnercht/ embe ſomber't ſelpie

T. ghe Yuoopt 45obg/enbe het geloof en ;, ig het geen boopen.

# . H3et geloof beg menſchen moet het Yu002tber beloften grppen [ofte bate g, ten: J embe beſe bepbe (alg het ghee

# ſoof ente het moo?bt 45obg) boeren ſjaer in het mater in een meſen /enbe atſelbige geeſtelijck mueſen ſtat]ig ben boop/bic omber het mater mo?bt berſtaen. -

&oo baer nu gheen gheloof bp bit huerch enig/ſoo ig het moo2b (ſomber

menſchelijch meſen) alleen in hem ſele bcn/ na embe in het Berbont/'tſclinie ſje boopt be menſchennae beg mene

tijen epgenſchap, JBaer het geloof acn be gijenabe/ begrijpt de gijenabe in't oerbombt embe moo?bt / embe het boert hem (met het berbombt) in het

mater: ; alg Danſoo boopt ſjetYudo?t

45ong/het gheloof/embchet mater te ghelijch, albant het uptmenbige Çſe mentiſche Yuater / en ig ben gronbt

[ofte het fondament] bamben JPoop niet/ maer het gheeſtelijche mater/ 't YueIcht met het moo?bt (in het 19ere

bonbt) embe met het gheloone mere bomben ig. âDant het muoo2bt giet hem ſelben upt/ in [ofte tot] een

#


64

Het derde Capittel

ter-fontepme beg Heueng / in eene ſachtmoedichembt embe liefbe: embe het gheloof begrijpt ſofte bat]fooba migh gemabigljYuoogtber beloften/in het berbomb.

-

-

zeeſe ghemabe in het gheeſtelijt he mater/ bat (ofte uereenicht] bem met het Elementiſch mater/opaert Iembe Mupſe] gelijck hem het onficijt bare muoopbt7 met [ofte boo?] het Yue ſen man beſe mereſt (alg met be &#Ie

menten) heeft ſichtbaerghemaecht: embe gijelijck het omſichtbare muoo2bt

eBobg/boo! het ſichtbare muercht/en be (ofte] gijelijck het ſichtbare mueſen man be uier «Elementen/meberom in het onſichtbare ſal in gaen; alſo mea bc bercenicht hem (in het oerbombt banbem Doop) het omſichtbare GEIe ment (alg het hemelſche meſen) met

het ſichtbare Element : 't meſen ber eeumuichepb ban 'g menſchë lichaem/

met het tpbelijtk meſen: het een uith ſp?chtenbe Yuoopt bambe liefbc&Bobg/ met het upt geſp2oken gebeelbe ſofte moo?t ban be menſch

#

bt. 3lbant het repme Element/ma ſofte man] be ſjeplige geeſtelijche mee relt/ſbaer benier Elementen upt ge ſp?oten 3ijn) Dat ig het gente 'E# 002


Vanden Doop.

65

boo? be bier Clementen beg mene ſchen lichaemg/boopt. Pen rechten (nu Adam gheſchapen) menſch (bie in De grote ſcho?ſch man be uier «Ele menten ſteecht) bie mo2bt ten eeuYmie

gen leben geboopt. âIBant het repne

«Eſement # hem ſelbenhueberom in het berblicherbe[ofte uptgebluſte]

beeltbeg menſchen, melch beelt oock upt het repme gºlement mag/ei boch in Adam oerblichte [ofte uptbluſte,j @Len bien epmbe Iſoo] heeft Bobt 3ijn ſBerbomb in ben mater-boop gijco2 bonneert: om nu fulchg te ontfangen

Iſoo] behoort baer toe bijeloof ente 25oete. âDant boete ig een openſſupe tilt gij/ ofte beïuegingſj [Dat ig/ een

opmerkingelman ben verborgen ber ſloten menſch /bmer boog be inïnen

bighegheeſtelijche begeerte (alg ben geeſtelijchen moubt) tot foobamigij

ontfanghen gijenpent muozbt. Çnbe 45eloouem/Ibat] ig ben g/jeapenben mont bie het Ijcplighe Clement in neemt. Çmbe al iſt bat een onbera ſtambich hint fuſer niet en can boen/ foo fullen 't nochtang bie gene (bie boopt embe ben Boog bp-muoonen) met haer licber gheloof boen: mant ſjaer ghcloof moet hem in ben #


Het derde Capittel 66 . beg hints natten/mant het himbt en heeft noch geenë muilſe/ noch ten goee be/mochten quabe : ſjaer gheloof dat hem maer acn't lenen beghints (alg aem 3icienbe geeſt) 't melch muel Han 3ijn/nabemael batalle 5ielen [fjaren] - oorſpronck ban eene L5iele hebben}ſo 3ijn ſp in het centro eenen eenighen

gromt (alg in het muoopbt «Bobg)baer imt be5icle haeren oo?ſp?onck heeft jenomen/enbebaer ſp al te ſamen in en gromb in [5ijn]ſtaenbe/Yuant bit natten enig anberg niet / algfijnen

liepen mille in het Rimbt in-boeren. GEmbe al iſt bat een menſch in engijen htrachtenbebermogljen filler niet en

permachte boen/ ſoo hem nochtang beg menſchen Yuille in het moo2t ene be be beloften 45Gbtgin-bat/en De De

beloofbe gljemabe/alg incbe het bevel

ofte't gebobt] begrijpt (bat hun ſuir oen muilſen) ſofte poo?nemë te boen] ſoo ig be mogelijckſjepbt Daer. 4Dant

het Yugo?bt ber beloften [bar] gheeft het boen: ben \uille 45obg [bie] neemt ben ober-ghegheben Wuille beg mene

ſchen/enbeboet het boo? ſpue macht) met beg menſchen muiſſc.

SP.aeron ſeghich/bat het een ghce baerlijche ſaech ig/(ſomber 't

an: Cg


Vanden Doop.

67

beg 4Puberg/ embe bie geene/ſo baer boopen/ enne het merch bp-moonen) Hinberen te boopen. De Socij2ift ſept/ Sonder het onmogelijck Go

#

de te behagen: ſog enig ban bit ghe ſopben/niet eene #iſtorie/oftenueten ſchap/batmen bie toeſtemt/enbeghe looft bat het bobg merch ig/ meen: het is een ernſtich begeerlijch mebe merchingb: een in-bzingen tot be be Hoofbe gemabe: een ernſtige betrache tingfje ban onſe aenge-erfbe ſomben; embe ben grooten ernſt & Bobg/ljoe ijp

ong (boo2 bit berhoubt bergbemabe) Yuctieron1 tot Hinberen aen - neemt /

embe [hoe hp ong] ſpneghemabe (met [ofte bgo?Jbit Wuerch) in-ſto2t.

GBebp-moonberg [ofte be gijetupe

gen/] ſullen [ofte moeten] met groo te bemoebicheptembe in-heeringe tot 45ob/met ernſtigen gijebebe ſjaer tot

bit berbont Heeren/enbemel betrache ten/Yuat [ljet 5p / bat] 5p albaer boo? hebben: Een bc bebenchen ljoe]bat 5p/ alg ooo? het Berbond pan be ljeplige GP2iebulbichept (ngo? het gheopenbe gijemabige aenſchijn 45obg) treben/ embe [batſe albaer]met 450D/ embe be

menſchen hanbelen: embe ſjaer (het bitter lpben embe ſter ben jeſu ch't -


Het derde Capittel

68

ſti)mel in - beeiben/ op 't melcht een himb gheboopt mo2bt / maer dan 5p

(mae 5en gheloone) mebe-merchenbe getungen 5ijn/enbeniet boog bit mere bont trebë/gelijch een hoere boo2 ben ſpieghel/ met een joobeerbich herte/

aïg maer het maer eene muereltſijche eere/bat men biebaer toe geb2upcfit. &bobamige lieben (bie geene Henniſſe

mochte gheloofbaer toe en hebben)en 3ijn [bp] bit merbombt niet mut/ macr

himberlijck : 5p merhinberen een ane ber / bie hem in be hoobaerbpe berg

gaept / embe ombertuſſchen ben ernſt bergect,

2úl iſt bat ben Poop (ſomber foobae mige perſoon en Jofte getupgenJ boo! ben ernſt enbe 't gebebt beg 49uberg embe beg Dooperg) macíj bolb2acht

mo?ben; ſoo heeft het nochtang bt «Ilj2iſtelijche ſterche aiſon bero2bo neert batter leuenbighe giletunghelt bpfulſen 5ijn/bie met ijaerlieber ghce bebt ſoobanigen [fulſen]bm-mugonen/ enbe het ig Muel nerg?boncert gijee meeſt. dſl2aer ljetig in filichten miſe h2upch gecomen/bat het menichmacf

beter knaer/bat baer foobanighe one #elaouige ſtinberen fuatig gijetime gijen]niet bp en nuderen, abºnt ben JPuppel


Vanden Doop.

69

zeuppel en behoort tot bit merk niet: embe iſt ban bat bc KPupbel in Den

menſch het gouvernement heeft/mdat mutig ban een ſoobanig menſch Daer

bp??lig bonen merhaeſt / ben JPoop ſteen enbe ben ongbeloouighen bp Ymoonber/ig b'een alg b'amber / upte

gheſombert/bat ben hoobeerbighen meufch/eeme hindernig aen amberen

ig.

Ben Poop ig een mueſentiijche

ïnerchingh: niet alleen een teechten

ofte bekenteniſſe ban't Leſtament «II/2iſti: .. . JPen bepligen geeſt [bie] boopt be 3icie enbe ben geeſt/upt Th2iſtibloet eube boot/met ſpne ouerminninghe, «Embe het heplighe «Element man't geeſtelijke mater / boopt het lichaem mambe bier &Elementen tot be opſtane binge berbooben; embehetboopt ljet

Ensber. Abſange/embe het mermechte in-geboerbemergif/ten ſterpen ſofte ter boobt.J Heet ig een meſentlijch / Ymerchlijck in-boopen ban't berbont

eBobg: baerom (ſal ben Boop maera bich ontfangen muo?ben) ſoo moet het ernſt5ijn. «Een ſtijgiſten/bie een Chriſten in €haiſto iglin mien Chriſtug Wuercht/ --

leeft/enbeig/bie ſal boopen;

-

-

-

w##


zo Het 3. Cap. Vanden Doop. moet boo? be beure «IIj2iſti in beſe

Schaep-ſtal in-gaen (alg boo2 ben gbeeſt Chriſti) enbe niet ergheng ane berg in-ſilimmen / ofte ijp ig een brief

embe moo?benaer / embe tomt alleen

om beeere Chriſti te roonen en be te ſtcclen / embe bemenſchen te beb2ie

ghen, liep falſofte moet] cemen rech= fen HBerber 3ijn/embe niet eenſ 12uur= Hinck:hier en gelt geen fluetſen/embe ſchijn gebë/maer ernſt moet het 3ijn: het is 45ob eenë ernſt. @Zot bit muercit en behoort niet meer alg gheloopen/ mater/ embe een ernſtich ghebcbt in Yuare boete:met een fobanigen milie/

bat ben eenen menſch / ben amberen Yuil[ofte begeert te]fjelpen ban boot/

buppel en behelle te beu?pben / embe

met hem in 't ſtijche 43obgſbegeert] in te boeren: batig het ghehecle p2o ceg 't geen hiertoe behoopt, «Een pcber bie een recht ſtij?iſten in Chriſto ig/bie ig muaerbich fooba - -

-

migen merch bp temuoonen: maer bie foobanigb niet en ig/ bie ig onYucers bich/het 5p ban Dooper / ofte 25p

# ##o Yuel alg betrante

#1: Daer en Ig (boo2 45obt) gijeen

-

# perſoon en/in # Peen ºpig ben ſtam/## tachient;


Het 4. Cap. van't Avondmael. 71 tacken: Hººp mercht 5ijn merch boo? ſpnemebe-leben/gelijch alg ben ſtam

beg: boomg ſpne b2ucht boo? ſpne tacſten en beſp2upten baerbt. QPen ſtam en gijcb2upcht geemen

m2eemben boom tot ſpne ſp?uptentale ſoo doch ſtijgiſtug [bic] geb2upchtala icem ſpme [niebe]-Ieben tot het muercht ban ſpne b2ucijt.

[Eynde van'tTractaet des Doops.] Het vierde Capittel Van 't A VO ND - MAE L.

#

Chriſti, Op wat wyſe dat de # vleeſch ende bloet Chriſtighege ten, ende ghedroncken hebben: hoe het eyghentlijck moet verſtaen wor den, zijnde het derde Capittel van't Avondmael des Heeren.

# ET bernuftmoet alhier unt be beeſbelijchhepbt inbe one % º@# -

g beeſbelijchljepbt gaem: embe

bebmaefhepb/(baerom ben

ſtrijbtig) nerlaten: mant het enig geen beeſtelijche genietinge gemeeſt/

#

eente beelbelijche of Ijziſtite: ge] berſtaen, [genietinge]

maer Yllierij


72

Het vierde Capittel

Chriſtus en heeft ſpne #jongheren bie ghebeeſbe # upte Ymembige/begrppelijche) bleefchelijc. He menſchepb niet ghegenen / als een

ſtuck man bie felnighe/meen : bat en blijcht niet/ Yuantijp, fat bp baer(aen

ben big) embe en berſcheurbe het ge becibe meſen fijng 3Lichaemg niet,

JIBaer hn gaf ſjaer begbeeſtelijche menſchepbt (alg beſtracht ſpmes tice baemgenbebloet) fijn enghen ſelfg

Mumia, baer be @Bobbeltjche embt HPenſchelijche kracht in berſtaen Wmo?t. âDelcke Mumia een macrachtig

menſchelijch mueſen (apt bleeſch embt bloet)ig: embe het is een geeſtelijch bleeſch/baer het ſichtbare beelbt upt

maſt / embe jetig met het ſichtbare beelt gheheel een ſcenich meſcu.J Abiet een gelijcheniſſe aen be Son, me/be felbige ſtactaen ſjaere plaetg/ embe b2ingt boch met glang/kracht/ embe gheheel haer mueſen (met alleg luat5n in eſſents, kracht/ofte mueſen ig) upt ſjaer ſelpen upt / in be geſjeeſe Ymereſt: embe gheeft ſjaer felben aen aſſe be 45ſementen/mneſen en be ſtreae turen / aen alle ſtrupberg embe boge

#en/ooch aen alle ſtreatuurlijcſt ſee bens en behuercht in alleg/ ſoo# -

Ggt


Van 't Avondmael.

73

haer maer muilaen-nemen; enbeſp en berſcljeitrt bocſj ſjaer felben mict: ſon

Yuanneer 5p upt Ijaer ſelben upt gaet/ cube ſjaer inben Creaturë in begeeft/ foo blijft 5p boch boo2gaeng gijeijeel/

en be baer en gaet man ſjaer meſen ..2ilſo igoock het ºnontmael Chºi ſti te perſtaen: ghelijck up bat in een aen het ſtrupt beraera ben ſten/ bat felbigfje en boet/noch het en Han (ſomber bekracht ber ſon ne) niet doen: het ſpalckt 3ijn kaſten ber Eſſents (tegeng bekrachtberſon me) maer op; batig/het en hongſjert maer baer na:enbein ben felben hon

##

ger/ſchijnt be &onneiin/enbeſteecht ben Spiritum (alg ben ſYuabel/30ut/ en beolp) beghtuptgaen.

&o haeſt ſulthg geſchiet(bat haer bekracht ber &oume inben fyuanel/ 5out/embe olp beg kruptg bebimb)ſon Ymerkt3pbaer in: baer man het krupt een beninbelijche Muermte becomt:

het grijpt en be perſt be Hracht ber Abonnen in hem/ bat alſoo be Kracht ber &ome (in het ſtrupt) meſentlijcht

moºbt/enbemet het árupt maſt/embe

tingiret ſofte bootgloept] enbe 't feloe licham in

- 4

elijckſjepbt#nua": / Uſter,


74

Het vierde Capittel

baer boot het krimpt 5ommig mºo?bt/ cnbctotunuchthuertliet,... .

"#nightlijer is ons doelt alſog half hcfdteſtament Chriſti te herſtaen:

aantijgië te gaan: ## pne Bobhept) Dat geldt 2eite # # abobijenbt, be fitariſt van te hobbelijche licht,

entenabermenſchentie ºp bat guº, foºmcer.be upt-gbeſp?oochen uuoog"

't moeich met het celmuigh ſp2ehend: wooo bt geheel eeng ſofte bereenigiº

ig, apant hy heeft onſ#(dengue: # eeuïnight

hooibt bereenightſba: ## het mormenbighe (al## tijtjinmeynaertg/embeljet inmuenuigt (äig het meſember eeuunichepbt) ligt, macrte gheheert: ente Uijplië al # dBobbelijthemeſen boog ong(naf ongaeiigjenomen menſchelijtſt) uit

#

ingenbeghemnoaben/ght,

ſijektie & ontie upt haar eigen ligt,

# ente bact ſelfg gheeft ſofte cbg-beelt.J *, * * * 4.

111

| || || | |

2ilſoo ghet

|

4 reftebeeltjbemunt

Ymeſen dºodg/boog het meſtſcſjeſijckt: |

#

# themastateomananwews:


Van 't Avondmael.

75

be ſBobbelijche begeerte gaet upte huaertg tegijeng beg menſchelijchen Eſſents ; eube be ſlèenſchelijche Eſ ſents gaet innemaertg tegbenig ber

45obbeſiche uptozingenbeſliſt. Baer omermibtg be abobbelijche kracht/be menſchelijche te bonen gaet: ſo mo?t bemenſchelijche / hoo?'t gemelt ban be Bobbelijcke mebe upt-gijenoert:

bat ſjaer bemenſchelijche kracht met be G5obbelijche/alſo (boo2 het gemeſt ban be 45obbelijche) mebe geeft,

âl2ant de menſchelijche kracht/ig be 45obbelijche eene onberbinbelijc ijchljepbt/baer in # oftekrabeluimbelbob pet Yua

haer be cht t g g in (alg in het ghefo2meerbe mueſen beg Yuoo2te kracht) bebint/ Daer in Ijaer be Bobbelijche/ſtracht lieft ſofte be mimbt] (alg in ſjaer onberbinbelijch

hueſen)gcliſch be5ielein haer lichaem baer ſcifglieft. «Embe alſo heeft 45ob. ſpneſiefbe boog het menſchelijche mee

ſen/in bemenſcheptotij?iſti(iiiet ment ſchelijchen moeſen) bent jongleren Chriſti in-geſtopt: op aert embe mpſe gelijck.be Hrachtber 5omme haer in

ben Spiritu mundi (alg met be upte

bloepenbe kracht ber &terren/ met ben geeſtelijchenſw: /30lit/ # -

2.

10


76

Het vierde Capittel

olp) inbe opperſte ſelementen bera mengt: bat tjaer beſcluige krachten in haren glang te meten inbeglang

ber #Sonnejin-grppten [ofte battel embc bat 3n ſjaer in bekrachten/enbe beſtrachten aem be ltracht ber & on me/inbegheben/embe met malcanbe remYmercitcm / baer boo2 het licht ber

natuur op-gbeſloten moat, en bellen, # ſobanigh muerchem) in be aerbe/ runberen/ boomen / embe aen alle Creaturen in-geeft: alſoo bat in een

hrupt ofte boom/ooch een ſoobanige

kracht ontſtaet/baer dan ben maſ, bom(ofte uptbringember Creaturen) romt: baer men alle tijbtg (in fooba

nigh waſſen ofte lenen) eene ºle mentiſche mueſentlijche kracht/ embe

ban cene bonen clementiſche Abon, miſche/embe Soterriſt je kracht berº ſtaet: bat bezbommiſche embe &terri ſche # (met Ijaren ſterrhenge,

weit) met be clementiſche [hracht] uptb?ingbt. Hau ſooſien Wupaen be Rrupberen/ embe aen allerlep Yueſen bat upt ber aerben maſt; bat/ſoomanmeer 3p ſoe

banighe hracht ber gonnen enbe sterren in haer batten enbe eten/ bat 5p ijaer niet berſcheuren/enbeeee -

II ſºll


77 Van 't Avondmael, nten beſonberen in ontbaer toe maece

hen ofte gheb2uprſten: jl?aer bie Eſ

ſents [ofte het hueſen] ban haer be geerte (alg ooch ben natuurlijchen fºmapel/3out enbe olpin ben hrupbee ren) ig ben monbt bie be inſto2till gij

(bambe opperſte Clementen/Abon en be & terreu) in haer bat embe eet.?lla foo is ong ooch oan be Hongheren Chriſti cube alle ambere menſchen te perſtaen. &p hebben ſtijgiſti bleeſch eube bloebt omber b2oot en muijn (alg

boo2 een mibbel) met ben oºſſentialia fchen begeerlijche mont bcg geloofd

gcgeten en de ghtb2ouchen, 32iet met eenen omfclj?ppenbcn Creatuurlijca hem begrijp / maer met De begeerte beg geloofd. -

Dat men 't doch recht verſtaet.

Demupterlijchen mout batte met 3ijn begrijp/het upterlijche elementa ſche mueſcm (alg b?ootenbe Muijn:) Ijct boobc berganchclijche Yucſcn beg

menſchen (alg het grone bleeſch (en be bloet] 't muelch het ſtijche ber 19e mclen niet en kan/noch falbe-ermen)

bat mat embe eet broobt embe Muijn. 3Bant b2oobt embe mijn ig ooch een aertſch bergamchelijcſt mueſen / bat gact in ben [aerbtſchen berganche &D 3

Ilichten)


Het vierde Capittel 78 Hijcken] bupch / embe Mueberom baer upt / ghclijch alle natuurlijche

#

ſppſe.

«Embe bemrechten waren Themſch bie in Adam gheſchapen Yuierbt (bie boo? be bierſrtje grofhepbt een recht menſch embe beelbt banbe ſichtbare

huerelt/na jaren immenbigen geeſte Hijchen gronbt Yuaer) bie eet ſh?iſti (dork ſoobanigh geeſtelijch/Ypeſente Hijch bleeſch)met be eſſentialiſche bee gcerte: berſtaet bat bleeſrſj/ batUp

in Maria aen-mam/alg omg menfche Hijcke [ uſeeſch] maer niet ben uut Yuenbigen gromt ball be lichamelijca He uier Clementen. HT)aer bat [een] Clement/alg ben gromt/baer upt be alibere bier Clententen upt-gaeu: niet bpcr/ httijt/Yuater embe aerbe: maer bat eeuunighe repne Clement/ 't Ynelcſt een parabijg Yueſen is / bat in be bier &#lementen berbo2gen ig/

(uerſtaethet mueſenbaubeeehuicljeur) baer upt ben tijt in een fieljtbaer Yuce fen ghegaen ig. JPat felnige bleeſch (alg cene get ſtelijche Mumia, baer upt ben meniſch ſpuien oo2fp2 onrſt/ mac ſjct ſichtbare lichaeln heeft genomen / in ſjct Verbo

fiat, 't mucleh (ofceſrij] in Adam acn ljet


Van 't Avondmael.

79

5et ſtijck ber lºemelen ig blinbt gijee ago2ben/alg bp met bebegeerte inbe grofhepb manbe nier «Elementen in 5ingb/melch bleeſchdijch meſen in be Hienſchinerbingh Cljgiſti/mnetlebena

5ig Heemels neſen bermuitzembe mee x erom lenenbigh ghemaecht mierb) xat eet, ben rechten 2ibamiſchen 11emſch/bie in begrobeſcho2ſch bane 5 e mier Elementen perbolgen ſteekt. + Embe in het felnighe meſen eet ben, -echten menſch het inben/ſterben ente

5 e boot ſtijgiſti: mueltſte boot Chriſti in 3ijn oberkminninghe) een eeuïuigſj

eb en ig ghemno?ben: mueſcit Iepen (ſo upt ben bgob Cij?iſti ontſtaenig) ona Ten aerbtſchen booſen muille b2eecht: >11 be omſcn boot (bie ban be uptment

Jigſte natuur boog een leben ghehou 5 en mo2bt) centen boot ig gelug?ben.'

zembe albier muerbt ben menſch het pb en embe ſterben (Lij?iſtiaen-gijee

toglycm/gbeheel Eſſentialiter, Yucreſt ijck/niet alleen toe-ghereeckent (als Tjnbe eenmael geſchiet)niaer Yuerch

ijck. âDelch leneng boot Chriſti/oma Ten bootperſſint/maer in het lichaem 'ſoo Yuanneer het albier na het mueſen ber mier Elementen ſterft) ruſt, gºuz De alg het hier Clementiſche ITlica ljacln) KD 4 .


3o

Het vierde Capittel.

baemj tot ſtofembe aſſche merbt [fs] ruſt be ſeinigbe kracht manbeulaere memſchept in 5ijn Principio,tot be ube bercomſte man't lichamelijche meſen. #ſpaer beziele (biebaer is een geeſtes lijch bier)bie eet in haer begeerte (alg

met ben maren mont beg geloofg)be oper natuurlijche liefde beg naemd

# : melchenaem eene meſſentiijce krachtig ghemo2ben (ale be omer

natuurlijcke mijfbepbt G5obtg) baer

in begbeheele (Dobljepbt merchlijck in oerſtaen mozbt.

“Dit bepligh meſen eet ben mombt ber 3ielen : baer boot be 3iele in een liebe oper-b2ambe bernuanbelt mort/ mant be ſiefbe Chriſti/geeft Ens ene

bemeſen men het operber 3ielen, Heet

operighe leven nambe 3iel/bat neemt bit neſen ber 3ielen in 3ijn Eſſents: embe boo? ſobanigheliefbe-b2anben/

merbt ben tempel Sophiae (alg bat Mueſentlijche Hracht-licht) (meberom

op-gbeſloten;batig ben maren geeſt bie in Adam berblicherbe [ofte upte bluſte/bie mierbt moeberom ſchpnem be] gelijch alg upt een oper/ een licht 1ipt gaet: alſo gaet boo? het bper ber 3iele/ cen amber Principium (alg beep

Renſchap ban beſtracht 4.5ubg) upt: en bc


Van 't Avondmael.

Sr

embe in be felbige uptgaembe Hracht/ muoont ben ober-natuurlijchen/ on inefentlijchen boot in Priebulbic hepbt. âDant bit ig bat 45obbelijche Principium, baer in Bobt inben men

ſchen Yuoont/merchtembe miſ: baer bat Hicljt 45obtg in berſtaen muo?bt:

't melch boo? be yuaere menſchepbt boo?-b?ingt gelijch een oper boog een pſer Ib?inght. J 2ilſoo oerſtact bit recht, ben menſch ſtaet in baie princi

# alg in b2ie beginſelen:ben ſichte aren menſch/ig beſichtbare muereſt/ be meiche ig uptmenbich/ eit iniuene

bich(alg een berganchelijch/enbe een omberganckelinck [Yueſen ]) alg het repme aflement/ emoe ben # [ban bien/5ijnbe]be bier GElementen.

1. Geen gromen menſch (met upte Ymenbig oleeſch embebloet) ig een lice

Ijaem mambe bier Clementen..

2. «Ente het gheeſtelijche lichaem (in bepijfbe eſſents) ig het [een] &#ie ment/'t melch inbe nier verbonghen ig/'t melch noch hitte noch koube en heeft / noch b2oogh noch nat en ig.

jaaer ben gromt ber:5ielen/ enig het dEIement niet / 3pig in het eeuwighe

Ymoozbt ghegronbeert/ baer hem het 'operighe muoopt (beg baberg ergen 'QP 5

ſcijà


Het vierde Capittel 82 ſchap)in het geſchapen lichaem heeft in-gehauchet ſofte geblafen J alg een amber Principië,ctite eeumige natuur, 3, fºn ben berben boven natuur

Hijcken gronbt beg menſchen Zig ben Yuaren geeſt(verſtaet het neſemitlijt helicht/be mcfentlijche mijf henbt) bie met het in-hauthem (ofte in-bla ſen] ber3iele/ in ben menſch quam / embe (aſg baer be 3icle ban het hau

rſtenbeſofte blafenbejuoozt/in-epge millenvin het ſichtbare meſen/met be begeerte in-moerbe)uerblicherbe ſofe te upt-bluſten:]Ynant het operige ſe ben ber:5icie(upt be engenſchap beg

3Baberg) en ſtombe het niet meer be

# [te Wetenſ het mueſentiijche tſijf. J:1! -

-

«Daeromi mag beſen [henlighen] gronbt [in]ber Creaturen/enbemiet in 45ob/maer aſieë[in] be ſtrcatuur 3iele verblichert [ofte upt-ghe

#

blitſt: jembe alg beſen bepligen gront Ebootj be3iele embe lichaem verbon gijert mierbt/ſoo Ymierbt be 5iclenbe

't lichaem / een bontſter bal/ bol pijn en be quacl [ofte clſembe] Yuant ſjobt

mag [noo?] Waer herbo2gen: enbebc Principia begonnen man ſtomben men

na barcepghenſchap te aan: ? “I

ofte


Van 't Avondmael. 83 Tofte te \uerchen.] De 5iele/ma ſbobg

beg 32aberg too2ng epgijenſchap / van eltſten [ too?n ] ( boen het licht iii ſyaer ſcheen) perſoonghen mag : embe

het linthuenbich Hichaem begon inbe Ymier GEIementen (alg in ſjitte enbe

P4 oilbe/goch in allerlep engijenſchap ſp en / inbe krachten ber Sterren) te Hualificeren, embe een peber op-glica 533aechte epgijenſchap in-p2eſte [ofte

beeſbebe] hem ſelfg een ſucſen. Daer boog muierbt het lichaem grof/ ſjarb embe bierſch : embe het Yuaere beeſbt de Bobg Yuierbt een Larva embe Mon

ſtrum, enbebat mag beſombe/ bacra ombatbe Hracht Bobg meberom in taemenſchepb in-gingh/enbemenſche

Heptaen-nam/emöe ongfpne 45obbe iijtſte kracht mieberom (boo2/embe in rechte menſchept) in-ſto2te. , ... dierkuijlban ben menſch in 3 prin cipiis ſtaet/alg een beeltmaetijtenbe eeuñuichept [een beelt] ban't ſichtba

1ecente onſichtbare Majeſen: embe (bat] (YBaerachtich 45obt enbe

#

idiºth: embe onſichte baer Mueſen (in een on-uerbeeſbepera illen ſch) dat

ion)aë hem heeft/ſoigbe genietinge # # ſpne # # 2 bčrſtgen/ Dat alſode

alſeste waſtag #araiſe:

3.33


84

Het vierde Capittel

peber Principium acn ben menſchen/ meberom ban 5ijn ghelijckhcpbt eet embe b2incht.

-

1. 2ïlg bat uptmenbighe beelbt Adams ([bat] upt ben limober aerben

ſig)bat cetjmeberom bambe ſeinige

menſchept Chriſtibie in mambemene fchen aen-mani, 2. ºnbebe 3ielſbie ect J ban het Göobbelijche bper ber

tiefbe, 3: senbebat hemelſche Bob belijckt mueſen (bat in Adam berblice

herbe ſofte uptbluſte)bat eer] nam be Yneſentlijche mijfſjepb/ boch gijcheel

on-geſchepben ofte on-geſepareert] te ſamen boog eenen eenighen monbt beg gijeloofg. JBaer het grobe bier

man't grobe bleeſch ſembe bloebt] 't muelch maer een ſcho2ſe emig/ [bat en] ontfanght maer be uptimenbight

ſcho2ſe aen het Ateſtament (alg bioot embe mijn) met t'ſamen het oorbeel “Bobg/'t melch het lichaem ban beſe grofhepb ſpnen fuſt b?eechtefi boob/

baerom moet men onberſchepben het

Hichaem beg Ibeeren/enbe3ijn bloebt bauben animaliſchen menſch/ſonber eloof: mant ben ſelnighen en onte anght niet amberg alg het oorbeel/

onberbzoobtenbemijn: ghelijck alg ben ntonbig / alſodig moeſt be

# 1212


85

Van 't Avondmaef.

4LIj?iſtug ſp?acht (Ioh,6.) Mijn vleeſch is de rechte ſpyſe, ende mijn bloedt is den rechten dranck: 93ſtem/Ick ben dat broot dat vanden Hemel is ghecomen, 't welck de werelt het leven gheeft: wie mijn vleeſch eet,ende mijn bloet drinct, die blijft in my,ende ick in hem: maer ſo wie niet en eet het vleeſch vanden Soon

des menſchen, die en heeft geen leven in

hem. Poen ſpraken eenige: Hoe can ons deſen zijn vleeſch te eten gheven? embe ergerbeijaer aen beſe rebe/maer .

hp ſp2acht: Myne woorden zijn gheeſt ende leven: aen mupſenbebat Yup ſpne

Yuoopben moeten ghelonnen. «Embe ſoo Ymie ſpnemao?ben in hem nat/ene be aen-neemt/ biebat in hem bat ſcle

nighe moozbt / 't melch bleeſch enbe bloebt ghenuo?ben ig. '&ſelbighe moogt('t melck een maerachtig men ſchelijch mºefenig gemo2ben) dat bat

ben mont beg geloofg (alg benrecha ten ſjongher ofte be begeerte) in hem [te mueten] be rechte maere menſche

ſjept/op geeſtelijcker aerbtenbempe fe/batig / op ſoobanigheaerbt embe mopſe gelijck het moo2tſnan be] gob belijcher krachtig menſclj gijemo2 ben/ alſoo Ymerbt het ootſt met ſofte boo2] het geloof gemattenbeljet

#

-

U


86

Het vierde Capittel

noch menſch/ infune gheloondigheid, :Dat ſciuige geeſtelijck mueſentſijck Yuoolb/neemt ouſe menſchepbt (ber, ſtaet.be geeſtelijcke menſchepbt) aen hem/ enöe't geeft hem aen beſeinige in: het Ymerchtembc't moonthuefenit, Hijck (op geeſtelijcher aerbf) baer in/

gijeinchijn te meten ºh?iſtuig Jill: 5e lichamelijchbepbt moombe eube Yperc#te/'t Wijcleſtijn dan Maria aem mam/baer facijmenaerthein(uptuden?

bicij) ong bleeſch embebloet (alg het mueſem pambe bier gºlementen) en De

het omſichtbare meſen / mbas both in het ſicijtbare/panmelch ſomſichtbaer iſueſenjijn ſenbe Ioh. 3: bp mag #ler mcbchianbendeemel gljetomen. 3tIfo comt ooch bat felbigfje onficijtbſter

gijeeſtelijck uueſen ſtijgiſti/ ('t melck.

ijtm met onſcmenſchepb heeft berec, op aerulembe Munſel gelijch een boneſt

migt)imbe begeerte man omg geloof/ nperg in een tintel maſt/ente het muez fen beg tintelg merteert/embe tot een

gbeheeImper maecht, ?ilſoo nerteert noch beïnefentlijche kracht 4Lij2iſtiiſt ſpnen tintci(alg in ben geeſtelijchen ## beg menſchen/ in het gemget/ ſinnen zienbeinnen muille) alie booſe in-luloepinghe ſofte in-ſto2tinge] ina. -

iDg


Van 't

Avondmael.

87

be gebachten en be Yuille: het 3p batſe man het aerötſche bleeſch / bamben Jeuppel/ ofteban be meſſiaſtichepbt baer in ghehuo2pen mogben: foober teert bochbat geeſtelijtſt bper aſſeg,

alaamt het neemt het lenen begmen ſchen in hem/ enbe regeert batſelpie ſje: het is een licht(alg een geeſtelijce lte olp)inbegmenſchen Iepen/baer in

het muaere geeſtelijche ſeben (alg het ſenen ber 3iele) baanbt: embe bupten fobanighe geeſtelijcke oln/enig geen Yuaeracijtigij licht mochte Heben/ in ben menfcij. -

JIBaer alleen een sterren-licht / embe beinaere 3iel bie ſtaet ſbunten b en gſjeeſtelijcſtcn olp] in ſjaer eſſents ſofte mueſen] in een bupſter bal/enbe

behelpt haer met het aftraliſche licht ber Somment/baer boo? 5p oock [nict

banjemcheſe aerbtſche luſt embe bee geerte in haer en heeft. ſlaaer bie3ieſe/ bie beſcheplighe ſalf-olp Chriſti in ijaer becomt / bie Heert hare begeerte in het ingo2t ene

bekracht ſjobg/embe 511 keert haere

ſuſt man bepbelhepb begYuerelta/ene be5p mo2talg een hint dat in 'g mee

berg lichaemient/eube hem pamfpne al ſen moet er ſaet op-moeben,


88

2IIſo

Het vierde Capittel

# 5p aen Chriſti eſſents,

meſen en beſtracht/ embe eet bamben

Yuijn-ſtock Chriſti / gelijck een ranch banſjaren Yuijmſtoch eet.H2et bernuft moet ong recht nerſtaen: hier mebe en muont niet verſtaen/bat hem Chris ſtug met 3ijn bleefch embe bloet bere

eenight ſofte oerſaemt met het gros me ſterfelijck bleeſch embe bloebt beg mlenſchen: 't melch (bleeſch en bloet) geen nut en is / Iohan.6. ('t ſelpighe enig maer bë behouber ofte beſcho2

fche mamben rechten gheeſtelijchem menſch) beelminvermenght hem het

Wueſen bobtg met broobt embe mijn, baticſt ſoube miſſen benchten ( Yuane

meer ick het gheſeghembe b?oot embe

Yuijn aenſief enbe in ben aerbtſchen ſterfelijchen monbt in-meme) batich het bleeſch embe bloebt Chriſti (met mijn aen-grppen beg bleefchelijchen mombtg)bat/ ghelijch ich b?oot embe Ymijn baermebebat? neem/bat en han miet 5ijn/b?oobtembe mijn enig baer

maer een mibbel toe / ghelijch ben aertſchen montmaer eeumibbel beg C5eeſteg enig... Pen geeſtelijchen monbt beeghe Hoofe / 5eg JBenſchen/ bie dat het luleeſch enbe bloebt Chriſti / # - - -

200f


Van 't Avondmael.

89

'B2ootenbemijn (niet in b2oobt embe xmijn/in-ſteeckenbe)mant b2ootenbe Yapijn en bermanbeſbt hem niet in het

Ypleeſch enbebloebt thziſti/maer het ig het geo2bineerbemibbelbaer toe/ Ymelckmibbel ben ſichtbaren menſch toccomt / boo? melch mibbel hem het

ſichtbare/aen ben onſichtbaren geee 'ſtelijchenmenſch/in begeeft. . . . # het brootenbeinben mijn mo! ben thneeberſjanbe epgijenſchappen neerſtaen : eerſtelijck het grone aerbte ſche dElementiſch meſen / bat comt

ben ſterfelijchen menſch toe : embe ten amberen/be krachtbaer in ; baer

be tinctur begbyoobtgenbe Muijng in Hept: (meſche tinctur bomen het ſtie mentiſch meſen is) baer be bier «ºlee menten in temperamento in fijn lega

embe/'t melch een Heemelſche Para pſche krachtig. De ſelpige tinctur begb2note embe mijng/ bieig het mare mibbel/baer boo? €h?iſtug hem ſclfgaen be tin

étur beg menſchen (algaen het mens ſchelijcke ſenen) in begheeft. âDant ben menſch en leeft niet alleen man be mier Elementen: begrope fppſe (bie in ben mombt in gaet) bie en onbera houb het leben niet alleen :

# IllYUEIta


Het vierde Capittel

9o

inmenbighehracht/ als be bijfbeeſ ſents, baer in bat be tinctur (alg een geeſtelijek bper)inigſegghenbe, ºpe bier Clementiſche fppfe en mercht/

# baer upt en maſt] maer ſterfte ijck bleefch/ enbe3p gheeft een quaf ofte bemeghen beg ſterfelijcken lee

meng: maer ben geeſtelijchen menſch boetſell banbe mijfbeeſſents: embe het bier-ſte

bie neemt 3ijn nutriment ſofte

ben beg menſchen bat neemt 3ijn nu

triment ſoftennebtfeſ] man bertinctur (mantijetig ſelfg een tinctur, alg een geeſtelijtk pper.) Daerom ſoo ſtorte [ofte goot] ghriſtug 3ijn #emeiſch bleeſch enbe bloebt (alg be beplighe faff-ofp)boo? minbel uâ beg nare ſee! beng nutriment (alg boo2 beg blootg: embe mijng tinctur) boog/ ente in het

Ieben beg menſchen. #Piet bat betincturbeg blootg cnbe Yuijng permach fulckg te batten [gfe te te begrippen]maer bicig alleen een

ſepbembe inibbel bacr toe : gijelijck ben upterlijtſten mant begºnnenfeijen niaer een nibbelen ig/baer boo? ben

gſjeeſtelijchen menſch bekracht beg tincturs (in befppſe) Ano?t in-geſto2t.

#nde ombat in broobt en je mijn bebooghſte tinétur (bieſjetſcoen beg. - -

Ilig Ila


Van 't Avondmael.

91

mmenſchen aſbermaeſtig/embe aſbere meeſt onberhout) inig leggen.be: ſoo heeft Chriſtitgooch baerom bit Glee ſtament baer onber bero2bineerbt,

#ſlaaer mp en moeten met geen aert ſche gebachten beladen 5ijn: alg ofte mate beſegheninghe beg b?ootg enne Yamijng/ het oleeſchenbebloet Chriſti in het bacobt embe Muijn ſteeckt/enbe taat een bobtſoog menſch (ſomber

rechte monb)'t ſelpige horibe genie ten/neen: foobat macr/ſoberinoeſja te b?ooptenbemijn bekracht Bobg in ſpne habhaftigbepbt [ofte oermoe gijen] te matten 7 enbehet geeſtelijch in Heeſch embe biocot Chriſti ſoube tot bzoon en beluijn fijn gemo?bent ſo en bleef het niet meer bn't gijene ſtijgi ſtug ſepbe / Mijn -woorden zijn gheeſt T. , ,

ende leven.

-

- Pen geeſtelijrften momb begmene ſchen/bie neemt met ſofte beo? tj ge , Hoof/€h?iſti muooptenbeleben:'trueiſt Yuoopbt een Hracht fijng uſeeſchenbe bloebtg ig / baer het 45obbelijche Yuoogt een menſchelijck Wueſen ig ge , Vug?ben. Dat felnighe menſchelijch cnbc G5obbelijch mueſentlijche moont/ # Apo:bt ben menſchen met ſofte boo?]

# beg b?oobtg cube miijng

#

-

aang: oo!


92

Het vierde Capittel

boo? een mibbel) ghegeben/bat baet

5p een ſichtbaertchen man't geneille ben inmuenbigjen gronbt gijeſchiet,

âDat bo2ber belanght/mp en more ten men beſen mibbel niet alleen blp: cm.be bencken bat C02ie men ſti bleeſch embe bioet/ eenich embe al ſeen met ſofte boo2] b2oot embe mijn

#

mo2bt ghenoten/ (gbclijck alg behe benſbaeghſche bernuft jammerlijck baer in bluaeſt) meen: batig niet ſoo,

#et gbeloone (ſoo Muamucer 't nae be hiefbe embc gijenabe (Bobg hongert) eet embe b2incht (bao? mibbel / embt

noch ſomber mibbel ber, gbeſeghembt ſppſe) man Chriſti ulceſchembe bloct: Chriſtug en heeft hen niet alleen aen het b2ootenbe Muijn gebouben/maer

p heeft hem met het geloof berbon en/bat ijp inben menſch muil 5ijn/

hu Yuil in hem blpuëtembcben menſch moet in Chriſto blpben: 3ijn firach, tich lenen big moo2t/ muil mefentlijck in 't geloof blpben: ban Yuelcſt meſcal/

het gelooft allen tpben (Muaer't ooch boo2gaeng mach 5ijn ) mach eten. 3Dant het is beg gijeloofe nutriment ofte boetſcl] Daer in [ofte baer boo!)

het geloof beſtaet/embe een uueſen 5n: in [ofte boo2] ſobanigij genieten [ofe te ct2ll/


Van 't Avondmael.

93

te eten/ſoo] mo?bt het geloof een mee ſen/alg een gſjeeſtelijch bleeſch embe

bloet ſtijgiſtiZin't mueltſt [bleeſch]ben Iepenbigen bob (in Pgienulbichept)

moont/merchtembe miſt het meſent lijckegheloof in tien menſch/ig Chzie ſtug felfg/ bie [ofte't gheen J inben menſch blijft/embe beg menſchen ſee ben en belichtig.

-

JPat [ſelnige meſen beg glycloofg/ ofte geeſtelijch bleeſch]ig ben&Lem pel beg hepligen beeſteg/bie in ong moont/ gijelijch S.Paulus ſepbt: Weet

ghy niet dat ghy Tempelen Godts zijt, dat den Geeſt Gods in u woont? &#ſtem/ Den Tempel Chriſti is heyligh, dien zijt ghy-lieden. #tem/Souden wy(wy die Chriſtum toebehooren) noch Son

daers zijn? dat ſy verre, ſooſoude Chri

ſtus een dienaer der ſonden in ons zijn. #et felbige mueſentlijche ghelooftbat ig be ranche aen ben mijnſtock ſtijgia ſti/muieng hracht ben geheelê menſch boogb2ingſjt/enbe boobt be luſt/ embe

be merchen begbleeſch. . . ... Bet ſterfelijche bleefch/ en is het Yueſentlijche gheloof niet/ 't ſelnighe en mat niet het bleeſch embe bloebt Chriſti: maer het lijbt het/ ghelijck een groue ſteen be tinctur beg #


94

Het vierde Capittel

lpbet: «Embe gijelijch als een ſchoon gout inben gromen ſteen en in is ſcge genbe/ embe maſt; alſoo Yuaſt het lit. ijaem Chriſti in het unaere Heuen beg menſchen; embe boogbringint het it ben/ghelijch

# bper ſjetipfer,

3?iet gelijck alg ſtombe foobanigen evuelt in 'g menſchen Hebert / bat het ombe het meſen G5Gbg/inLefte boog) epgen Hracht nement/ meent het Ymert bent upt gijenabe ghegljeben/geſijck

5e Soime baer ſeinen aen ben Hrime ben uptharen muille geeft, âBant

#

hrupt (ombatbe & om in hem merkt) en Han baerom niet ſeggijen / icht ben

be & om: alſo en Han ben illertſch each

niet ſeggijen (oberming (LH2iſttig in ICIll # Yuereſtt)ieſt ben ſtijgië ſtugtmaer het #chepſelig het ſpioene be/baer in Den &tijepper Yugonit ene

beumercht.

-- -

k: âIPp-3ijn Lebematen ſtij?iſti/ itat

ſpne menſchepbt / embe up muogben gſhriſtenen ghellaemt/ombat fijzit g in Ong (1100lit enige Yuerchit/enige

batmup (na onſen Heben) ſpnetacken enbeſp2upten 5ijn/in ben ſnelcſten bp

## ##192ucijt # , gehinner

C2il g! DIOfe bere

#"eens"Hºet '.


Van't Avondmael.

95

H2et geb2upelt dan bit&Leſtament

al ſtaaer hun illſonberhcpbt / onber toot en behuijn/ het uleeſch en bloct

ty2iſti moeten ghettieten)batig bere 2b oneert/om. Dat mup alſoo fouben te annen conten/ en beban een en b2oobg

tem/ embcpan eenen Helch b?inchem/

rtbc 4th2iſtum baer onber ontfangë/ mbe bat: Yup ſteebtg fulfen ghebence en Anatºlyn boog ong gijebaen heeft. ſjiibe 5ijn ſpben/ boobffenbebloebt

nergieten fomber malhamberen vere

tontbigent/ enUe't ſcIbe onſen Himbee

en Heeren: embe mup moeten ongbaer mebe in liefbeherbinten/ embe ghe rencken/batimp (in alfjziſto)lebema en dan een eenigb ſirhaem / enige in gijiiſtumaer een en 3ijn: gelijch hem Jen eenlighem gij?iftugaen ons allen

it 't gjemeen tot een eenigbieben in

jegheeft eube ong aft'ſamen inſpne ºnghen felfs menſchepbt lieft ſofte

bemintJente beſchmige eenige menſe

bepbtwimnetiſ ofte boo?l ſpile groote

liefbe embt gijeſtabef. âen ong allen in 't gjemeen (onber: eenen b?oobe

enbewuijm)toe-renchttembe hem ſelfs #mugdi) eeneriep genietinge bera bill 2ïlfonſuſſen Ymp ong, noch (in fgo nºemtuin wronasseh fº', 4

-

", iſ -

,


Het vierde Capittel

96

banige te ſamen comſte embe ghemie

tinge) alg. Iebematen ban een eenigh Hichaem/ in rechte liefbe embe trou

merbinben/embe boch gebenchen/bat

Yup in ſoobanige genietinghe alteſa men maer een in Cij?iſto en 3ijn,

3Bant mp eten al teſamen maet ben eenigen Chriſtum Zenbemuo?ben in ben ſelnigen eenige ſtipiſto/maet een eenigh lichaem:'t muelch is Chris ſtug in ſpne Hebematen: 9 hinber: heng! mat eene biepte ber nerboy gentljepbig 't ſcIbige/ ſoo mp 'tſelbe

maer recht bebenchem. Den Abathan (inben too?n 45obtg) heeft ong ons een gghemaecht/enbe berbeeit/baer boo2 ſtrpbenbe ſinnen [ofte op

#

anblijche geſintheben]hebben. HIBaer alhier [te meten/ in Ihriſti dieſta mentenJ comt Chriſtug met fpmer hiefbe/ embe maecht upt alieg (in hem

ſeinen) Yueberom eenen eenigen man/ ijpig ſelfg in ong: alſoobatºmp al te

ſamen tot tachen ſplieg boomg (ben melchen hp ſelfe ig) in-gbemuozteit/ [ofte gegriffietJ mo2ben/embe al tſas

men ban ſpner krachtenbemeſen/lee gen: embe in cellen ſtaan (bie ſyp ſelfg ig) ſtaen,

. .

.

- . .

dPaerom ſullen mp bitſ&Teſtament] -

recht


Van 't Avondmael.

97

# recht betrachten / embe met geen one ##

Yueerbich hertenbe mombt tot foobae

#

inige gemeenſchap treben/enbe bente

g ſten/ het5p gijenoegh /bat mp mijn # eube b2oot gbenietenſofte gijenutti # en/] meen: het ig eene b?oeberlijchef ebematelijche berbinteniſſe: mup uera binben ons baer niebe (in Chriſto) tot eeneneenighen menſch : embe ben ſelbigen eenige menſch/ig een peber (in Cij?iſte) ſelfg,

3Paerom moet omg doornemen (bn ſoobanigfje te ſamen contſte) 5ijn/bat

hun omg (alg iebematen eeneg lic haemg) miſſen (met foobamige ghee iiietingfje) baſt berbinben: embe ben # &athan (met ſpnen mueber-muille ſofe te bpambelijcken miſle]) Go2lof gijee ben : embe malhamberen oan gronbt beg herten beminnen/ghelijch hp ſte

Yueten/Chriſtug] omg bemint heeft/ embe heeft 3ijn lenen boo! omg inben boot ober-gegheben, @Len bien epne beig het @Leſtament (ber genietinge omber b2ootenbe muijn) bero?bineert. ziPit enig niet te berſtaen / alg ofte

het eene beſomberlijche ghemietinghe Yuner / bie een Ch?iſten (bupten't gee

# # # #beeſa gcijtigh Yoogbell : GE Yuant fooCij2iſto App In IJ


98

Het 4. Cap. van't Avondmael.

Chriſto5ijn/embe bathp ſelfgin ong ig/embe [bat hpJong Iepen en belicht ig / embe bat Yup in het mueſentlijche

gbeloof(melch meſen beg ghcloofg hn ſelfgig) in hem 5ijn ingemonteſt: Yuaeromt en ſouÜe ban niet (bie felbie

ge begeerte beg geloofg) Hommen tot allen tpben baer ban eten / mJanneer

3p [te meten/be begeerte] haermaer

baer in en ment ſofte begeeft!] Deſe ozbomantie enig maer eene

Hitmatelijchemerbinteniſſe berliefbe/ op bat hun ongbaer boo2 inbathticij

maecken't gemehn boog omg gebaen

heeft/ tot 5at ijn ſichtbaerlijch mee berom fal(in ſnne aen-genomen mem fchelijche beelbelijchljept)tot ong co

men/alg onſenrechten hoogen-iezie ſter om eenhuicſj bp/eii in ong te zijn, [Eynde van 't derde Capittel van 't Avondmael.J


Het vijfde Capittel. #

9s

Van 't AVOND-MAEL.

& Van het onderſcheyt van ſoodanige ge # # nietinge,wat den Godlooſen by 't ſel

# # vighe Teſtament ontfanght,ende hoe wy ons daer toe te recht ſullen berey % - den: zijnde het vierde Capittel van't 5

Avondmael des Heeren ; daer in haer

onſe Godlooſe Eeuwe wel mach ſpie gelen, want het is eene ernſtige ver

klaringe. , ;

.

. .

.

. . . .

.

Vº: LS boben berhaeſt/ hetofte en W: Hepbt niet aen ben maen

* j

meenen: alg oft men maer en beſjoefbe met het lichaem tot foobanighe gljemeenſchap te trez ben : eube benchen / foo Muameer ich neueng een amber b2oobt embe mijn , ghenieteſ ſg heb ich het muare @Leſtae nient ſtijgiſti ontfarigijen/baer boo? mp mpmeſomben bergheben mug?ben/ neen: S.Paulus ſept: Soo wie niet on derſcheyt het Lichaem des Heeren van ſ

'AV()

AVS)

g, TET

broot ende wijn, die ontfanght het hem ten oordeel ºzootenbeïbijn en bere itrogen niet/bit ( Leſtament te begrpa pen/ heel ljet ongfjelooff

#

't YueIek maetupt - *

#ºnbare n: 2.

er


Het vijfde Capittel toe treebt/bat ijp ben naem van een Ch2iſten huiſ hebben. . . . . . IOO

Ooch ſoo en ſtact het niet in beg 392ieſterg ghcluelta met 3ijn ſegenen het lichaem embe bloebt Cijziſti/ in b?ootenbemijn te brengen/nnaer het ſtaet in be Tjobbelijcitein-ſtelling het Vuelthe infcttingeboo? ben momb ber «Boblooſen/berboºghettig: enbeſjem gljeſchietalg ben dudae, bie boch (al mjaſt bathp ooch banijet b2Gotenbe

Yuijn at cnbc b2anck/embe tot bet&Lee

ſtamcnthuaer genoobigt) het bleeſch zit bloet Chriſti (alg beliefbe Bobg) mict en outfingh. âDantulae het 2te pombmael boer De JPupbel in hem: batig te ſeggijen / De ltracht ban't

&Leſtament beroerde hem/bat ſpmen

inmuembigen balſcljen minnb beg glyce Hoofg/ooth beïncegijtenbe open gijee iDaen Yuicrût.'

## ſpinnen

baer/aiſoo mag ## # ## # den Verkeerden, ſijt ghy verkeert. #ap out # muel het ºf # «Iljgiſti/ mont beg gheſt

Docht €/ gijelijt H De Sºcijgift Jepist: By den

boºf, anberg niet als het oogbeel:

#eit ontbeel/ ber: Slorigheid acrote

tenen zuilie(in ben het ſigcij "# -

-

>

---

-

at


Van 't Avondmael.

rOI

SPatig/ſoo mammeerine 3iele/ behep lige Hracht battich ſofte aennement Hijch}ig/bat ſp eenenmonb beg ghe Ioofg heeft/bie beliefbe E 4,5obtglin

het GIeſtament ontfanght/ foo ont fanght3n ooch hier mede te gijelijcſt ethziſti ipbeu/boobt/ente opſtanbin, get 't meicſt befombe in 3ieteſt bleefcij

boobet, ſlaaer ben moubber 45obt, Hoofe bie en is te liefde niet nattich [ ofte aen-mementlijckJ baerom en ontfangijt bn amberg niet alg betips ben/ eitbe ben boob Chgiſti/embe niet ſyne opſtanbinge: manthp ſept (met

fpne malfcgemeeninge) ſime begeera

te (alg ben natſchen membt beg ghes Hoofg)aë het bleefchenbebloet thzie ſti/ embc boobet gij2iſtunt in fooba mige gemietinge (in 5ijm (Leſtament: in hem felmen / hu Yuozbt hier mebe ſchulbehalen ben boob Ihriſti. 3Dmithn roert met 3ijn maïſche ges mietinghe en be paiſche begeerte beſt

geloofg/het geſtrenge oombeef Bong in bemarteliſeringhe / momben enbe

boobt ſtijziſti: upt oo?ſaerſt/bat het , amberg niet alg ſjet oorbeel batticij [oftcaen-mementlijch]enig/ſo mug?t ijet oorbeel bobg ('t muclft thziſtuurd oln onſent Wuille -

van: in bit tºt % 3.

z


Het vijfde Capittel ment (in be 3iele embe engijenſchap ICIZ

ber 45oblooſem) bemeegblijch:3Belch

oorbeel/ be momben embe ben boobt

Chriſti (in 3ijn @Leſtament in fooba mighe balſche epgenſchapg gbenie? timighe) roert ofte beroert: mant het

balſcije 5aet ber &langhen / ſteecht (met foobamige beroering) «Ib2iſtum

in bsberſen: âBant Chriſtug p?efen teert zijn dteſtament aen be3iele/en be muil be &lange booben:maer obere

mite ben geathan het goupernement

inbe (balſclje]5icle heeft / foo milijn 't ſchuighe niet men-nemen / maerijn ſchiet ſpne maiſche bergift-ſtralen

(boo! ber 3ielen Eſſents) tegheng be Anonben Chriſti/ embe begeert Ch?ie

ſtum te booben. Perſtaet/bp begeert ben felbigl en grond inben menſchen

(baer Chriſtibloet enbeboot/met ſp.a me opſtanbinge heemfoube) te bergif.

tighen: embe berueeght hem bieg te meer in bepaiſche 3iele/ghelijch hp in Iuda bebe/boen hp bit &Leſtament in nam/ſo muierbt ijp[te meten/ben &a

than] in Iuda bemeghembe [ofte roe

renbe/] en nam 3ijn lenen in: baerom ſept beſchrift: ben fatſjanboer na be bete in hem. âDant 3ijn balfclj Ijert ſjabbe [nIreetg J het oo2.bceſ ſj# /. -

k

JGRCtz


Van 't Avondmael.

zo;

baerom quam het ooch in hem/mant het mag dan te bo2en in hem/ maet niet openbaer / [embe het bleef ner bo2gen] totdat ijp het berbomb in het

&#eſtament beroerde ſofte aen-roer

be] ſoggingb het met hem/ alg met . ben Uſa biebe 2trche beg#eeren one tuaerbigh aen-raechte / 't meic# een

$5obbeloog menſch muel moet bebence

hen/bie bit &eſtament (ſomber beroit

fijner ſomben) niet en moet gen-raere

iten: auberg lept hp ſpne hamben(alg De balſcſje epgijenſchap) âen bemonie Een/marteliſeringe embe boot ſtijgi ſti:embe ſal epnbelijch Judaslooulibaer. ban ontfangen, " .

#en moet niet herſtaen/ alg ofte

Den «Bobtſooſen(bie hem mede tot bit Berbonbt beg &Leſtamentg gijziſti Joeght) nietig en ontfingſj/ gheſijck,

noch in een hoop te verſtäëig, ápant met gºeſtament beſtaet: be inſtellinge Jie blijft in [bolle] kracht: Yuant het

ºngtieloof heft ſofte en joubjhet mere ontlenbebe Hracht [uan bienj niet 'g, het ºerbonbt gaet (met foobanie genghebzunch enije genietinghe) in ilſe maer ghelijchalig ben mombig/ ilſonig doch begbenietinge. QPe groote ſiefbe embe gijenabe *

*

G# 4

450 Dg


BO4

Het vijfde Capittel

Gobe (alg bieYueſentlijcheliefbe)bie en gheeft haer niet inbe €5obbelooſe

3ieſe:maer het proceg Chriſti met ſpa me marteliſeringe/angijſt/ſpot enbe boot/bat gaet mei in De G5obbelooft 3icle: mant ben menſch-bupoel (alg

het gºobbelooſe hert) ſteecht baer in Chriſtum/inſpue monbem/eñºmaecht hem ſchulbich aen ben boobt ſtijgiſti. 3Dcn ## beneber-ba linge ter Beſien Gijziſti/gbeniet ben goöloofen mel;maer ſpne opſtanding (baer Chriſtug oner boobt embehelle beerſchet) bie en ig hp niet battirij

ſofte aem-nementlijth.] 3Pantfgmen «Bobtlooſen muille en begeert niet in ben boot ſtijgiſti(niet ſtij?iſto) af te

ſterpen: maer 5p begeert (met be ſome be) inben Göbeeſt Chriſti op te ſtaen/ embe te lenen:ijp mij in be opſtanbin e Chriſti met fpmenaertſchen Glutie er heerſchen: baerom treebt ijn ben boot Chriſtinet beboeten / ban ſpite balſche begeerte/ embe hp boet enen het gene bat be #Phari5 een ſtijgiſto beben. Paerom Yuaert hem beter bat ijp hem gijeen ſtij2iſten en roem:

bent / embe bat ijp be @Leſtamenten

[Ch?iſti] niet aen en raechte. RPen valſchëunnen/embe het groo fC Olla


Van 't Avondmael.

roy

te onberſtamt/baer men leert bat het GLeſtament ſtijgiſti be ſombéuptbelgt ſofte upthuiſt, heeft noch een ambere ſcherpere berklaringe ban noobe/ op bat haer be boblooſe baer onber niet

en fouben berſchupſen/enbehaer alſo met ben pitrp.nr-mantel Cljziſti toe becken/enbebenfeloenten etterbupſ/ . im malſchept/ober ijaerſniet en moch ten]b2agen.'

-

Hºet bloebt-bergieten Chriſti (alg hn baer mebe bentoon Bobtg ber beighbe/enbeben toe?n intiefbe bere Yuanbelbe) bat Yuiſt be ſomben upt. gboomie het bloet-nergieten Chriſti maerbich ghemiet/ in ben ſelnighen hoo?bt be ſomben (boo? ſpne ober min

mimghe en de opſtanbighe) met ſofte boo2] 3ijn bloebt ber liefbe upt-ghez miſt. Soo Ymie met een hert-gronbea fijch berou ober ſpne beb2eben ſombé

baer toe homt/ente een opant manbe felbige [fonbeulfp/embe een geſtreng boo?nemen in hem heeft/niet meer in be ſombé in te gaen/bie begrijpt (met [ofte boot het geloobe}be&Leſtamen telijche gijenabe. Betig een balſtijffombament] bat pemanbſp;me boete untſtelt/ tot op be

ghenietinge ban't ſiteſtament ſh?ia .

Gºt 5

ſ


ko4

. Het vijfde Capittel

ſti: [bat ijpmeent}bat het ſelbige ſpe mc ſomben ſollbe Ymcgij nemen.

Parr

en ghcſchiet gijeen ſomben berghez bcm/ (noch boon teſtament/noth boo? Abſolution) ten ſp ban bat ben menſcij

van ſpne ſomben omſteert / embe uuo? be (boo? ermſte boete embe imiteeringe tot 45obg ghenabe) in het geloof aen Chriſtum in bcm 12.45beeſt vernieut/ bat Ijp een en amberen mille (ban be

galſchepbt upt te gaen) aen-neemt: âDant de berghellingeber ſomben in bc &Leſtamenten ſtijgiſti (embe oocht bupten't gheb2upch ban bien) en ig ânberg niet / alg bat/ſoo manmeer Cij?iſtug(in ben beheerben Sombaer pan beg menſchen boob/in begmen

ſchen geloof/enbeinben nieuwnen ge oo?ſamen huilie)upt ſpnen boobe op act/embe een licht in beg menſchen ſchenhuo?bt/embebat bent eeuïnigen

nacht in cellen helöeren bach berans dert/ſo ig be bergebinge der fouben. âDalitſog Yuanneer ben eeuYmigen

bagliber liefde op gaet/ſoo mo?t beu eeumuigen nacht ber bupſterniſſe [bie baerig bÉltoo?n 45obg/inſiefbeuer anberbt... 2ïlbaer iſt bat be b2uploft

beg 3lang recht tuo2bt gijeijouben: tube niet met ſofte bij ben "# -

-

1gen


Van 't Avondmael.

Fo7

bigen herten / bie ſomber boete ember afſaet ban ſpne ſomben tot het (Leſta=

ment loopt/ ente meent dat hem be

ſomben (boo? be oplegginge ban beg: 392ieſtergijamben / embe be genietina

##2II,ban't (Leſtament)bergeben hu02+ ſt

JBen 332ieſter en heeft geen macht

ſomben te berghenen/ het en ſtaet in fijn ſelfg macht niet/be macht ig in De o2bonnantie ſlfjziſti... @Lij2iſtug in

ben menſch (bpſon merrebat íjn mocht in ben ip?ieſterfelfgig)bie bergheeft iDe

## Conſcientie/ befoma

ben. @Pie abſolution en is maer een mibbel (alg een upterlijch tehen)baer toe: baer boo? Yup maſcanberen in Hiefbe (enbehartgronbelijche berge binge ) op-nemen/embeïneberom in

bc bambem ber ſiefbe Chriſti (in ſpme 252upt) berbinben/ embe one oerſoe men/embe malcamberen in liefbe/in be.

gemeenſchap beg 3Lichaemg ('t Muelft ig be252upt Chriſti) in-memen, Bembienaer Chriſtineemt ben gee foobigen boetmeerbigen menſch boo2 een upterlijke abſolution (in beplaetg:

afijziſti) inbegbemeente ſtijgiſti in: hp enig maer (met fijn abſolueeren) een mibbel / ban't geene Ch2iſtug ſclfg? qt 6


ro8

Het vijfde Capittel

ſelfe (boo? ſijn abſolueeren) merchte Hijch (inben immenbigen gronb)boet/

embe foo mo:bt ben menſch (boo? ſoo bamigh mibbel) upterlijth bemeſtigt. [foteert hier mat bet te ſeggen ig/

baer Chriſtug ſepbt: Wie ghy de ſon den vergeeft, &c.]

Hnaer ſo baer geen gbeloofmachte beſteeringhe en ie t embc niet anberg alg eene gljemoonhepb/ ſo enig baer gorit ghcen abſoloceren : mant beg

prieſters abſolution (ſomber Chriſti micbe-Yoerching) bie ig Hrachteloog

embe boob. âDant het ghemelt ſofte het bermoghem] en ſteecht niet bloot in beumterlijche ozbomantie embe in

ben prieſter / maer in be ghemcen. ſthapber ſºeplighen (in thzifto/)alg

in be252upt ſiniſti:bieſeloigeneemt ben boetveerbigen meniſch (in het ge ſoofbanden tonnenbem) in hare lebee matighe bloeberſchap / ben €5heeſt Ch2iſti(in ſpute lebennaten) bie neemt hennaen. -

«Een bobbeloog 392ieſter (baer ben geeft Chriſtiniet in enig) bie en kan niet abſolpeeren mochte aen-ne men: maer het ampt €hriſti (boon't

moort man ſpnebelofte) neemt hem in fte meten/ben boetveerbigben Sbon baer,J

-

&#ell.


Van 't Avondmael.

ro9

eten balſchen 3prieſter en is niet amberg alg een uptmenbich ommerce helijch inſtrument boo2 hem felfg:

boch ben 45heeſt begamptg/ bie en ſtaet niet op ben ommuaerbigen JPie maer beg amptg/maer op biegheemt bie met [een recht] gijcloof/ tot het

ampt komen: ijpſte meten ben beeſt beg amptg]abſolucert hem/boog ſijn ampt/ en neemt hem (met be25?upt 4thziſti/in be meiche bp mercht) inbe gemeente: embeniet jupſt bog? eenen «Bobloofen Bhari5eer / bieſelfs het aniptnietmattich ſofte aen-mement fijch] enig : biebaer naer en ſit alg eenen 2ifgobt bie men foube aembib ben/enbefelfs niet anberg alg eenen RIBupbel bol balſchepb enig / eii hem

ſelfg toe-meet 't gene hp ſelfg niet en heeft. Het moet ermſt5ijn/ om met ſo banigen ampt (oanbe macht Göobg)

om te gaen/ofte ſtijgiſtug mo2t baer in niet (anberg alg)beſpot. JBaerom en moet hem niemambt op be ozboma

mantie vertroumentenbe bencké bat hem be ozbonnantie abſolueere / ofte bathp om beo?bomantie embe inſeta tinghe Ymilie/ het (Leſtament ſtijgiſti onttfangijt.

-

e

&oopemanb Cij?iſtum in hem ter herbera


ITO

Het vijfde Capittel

herberge Yuiſ ontfangen/ſoo moeiijn ben drempel Chriſti (in ben meſchien hem thuiſtugabſolueert)metje (in bt

#bonnantie brengen. Die Abſolutio enig amberg niet/alg een aerulentinº

ghe inbegbemeenſchap berlegende fte moeten ben boetwaerbigben Son,

ten ſtijgiſti: be ſprieſter neemt bent ibaer] Imterlijckaen/in de gemeente: en bedrij?ifting neemt hem in het ge idofaen/ ente verbint hem muerche

fijch met hem: 't meich ſomber 't ghe, idoue embe ernſte in - Heeringhe tot djob/niet en vermagh te geſchieden: dEnte gelijk nut Chriſtug (intuenbig) in hem mercht/aſſog merchtbege, meente oocſt (alg be252upbt «IIj?iſti) met haer gebeb/ Heebelijch in hem/eft zijn in Chriſto al te ſamen maer een, #aer bitig een mal-ſtricht [begbup

weigjbatben goblooſen belicht: gijd

# boch een 5ombaer/gijp muilt nu enen gaen tot het amptetij?iſti/tot

# miſt u laten abſolueeren / enige het GLeſtament ſtijgiſti in-nemen / batll umme ſomben met erom bergenë mol, ben; alg ban milt gijn op een nieum

# / manneer be oliDe ſonbeul 51J11,

«Belijck


. Van 't Avondmael.

IPY

«Belijck ban geſchiet/bat bele ben Rop een mucpmigh laten hangen/embe eenen ſchijn nertoomg/embe terſtond baer mae meberom in be oube ghca

Yuoonte /enbein be oube ſchenberpe intreben. Een fobanigen hruntigt dIh?iſtum/ embepzichteit hem in fijne Yuonben: embe't gaetſjem alg ben u dae, ma bathp gijegheten ſjabbe/foo

moerbe &atijan in hem: 't maer ben ſobanigen beter / bathp baer geheel

banbaen bleef/ ſo langhalg het hem geen ernſt enig/bat bp-gebericht een recht Th2iſten te blpioen. Heet Chzie ſtenbom enig niet eenë blooten maen ſofte meeninghJ batmen maer en bea hoeft met bëmomb baer toe te behena men eit gijelooben/bat (II)2iſtug boog ong gheſto2ben 3p/embe boog beſona

ben molbaen heeft/bat men het ſtu2

angelium maer en behoeft toe te ſtaë embe behiſtoriebautbe geſchiedeniſſe bp Cij2iſto/b002 huaerachtigh fjou be: eñ batmen maer en behoeft bloot tot fijn (@Leſtamenten te treben/ embe: albaer. De nagelaten gijenabe aennea

men/en hem met beſclue trooſten/efi al fijne herbienſten enbe gefcijonché

gemabe hemſelfg toereechenen. Het enig niet gijen0egij/ Dat men v: rant tº


Het vijfde Capittel. tatie gaet hoonen/enbe[batinenj op E 12

Chriſtum geboopt 5p/ eit ten?t bomb mael gaet: bat men de gemoonbepbt maer en houbt.

JPitt al te famen] en maecht motij in langij gheen Chriſten : het moet ernſt 3ijn: niemanbt ie een ſtij2iſten/

ten 5p ban bat ſtijziſtug in hem leeft embe Ymerckt/ gijelijch ſtijgiſtug ſclfg

ſepb:Sonder my en kond ghy niet doë. gitem/Wie niet met my verſamelt, die

verſtroyt. , een 4thziſten moet een geeſt in embe met Chriſto 3ijn/embe in be kracht Chriſti willen embe merce hen. - Paerig eene iepenbige/babe

hncheſ merchelijche ghenaebe in een Chriſten/ een geſtabigh baanben beg bierg/eene bepinbelnche kracht: be Yuelthe tal iſt bat ſp meemigmael met bebleeſfchelijcke luſt eit bepbeIljepb bee merelota bebecht mo2bt) both enen melin'tſjert glimpt embe b2anb alg een oper: embe ſchelt het bleefcij

embe bepbele fuſt boog ommaerach tigh/nermoept ben malſchen megty enbeen begeert bie niet. 19et ſeinige inmenbige oper/ig ben geeft Chriſti)

bie ſomber ophoubenbe Sºlange (alg beluſt begºnleeſche) béſtop nertreet. #2et bleeſch ijceft ben mille beg mee relbg/


Van 't Avondmael.

113

",

: # E

relbg/ maer ben boonnoembenaeme geſteken gront heeft be muille 45obg. Soo muie een ſtijgiſtenig/bie fal bë mille beg bleefcijg haten eſi gram

# hem ſeinen gheburighaene lagen/enbe bood onmaerbigh houte

ben: embe hem geſtabigh (met ſijnen immenbigen mille ber3icſen) in beala berlouterſte gemabeſin Bobg ontfere men) inſintchen / embe niet ban ijent

- fel ben ſeggen: ick ben een recht ſtijgie

ſten; maer hp ſal gijeburigh (met fijn begeerte) tot be ontferminge 45gbg inbzingë/embe tot be gemabe [45obg] bHieben: batſjp botſj een recht ſtijgie

ſten mocht merben. «ºnbe bpſaſtjem in gheheel fijn en mambeinoch booga gaeng (tot ſoobanige genabe) te on Ypaerbigh achten/embe alleen (in ge ſtabige gelatene ontmoebigbepb)met

ſmeechen eube bibben/tot begenabe [4Bobgjinbzingen: fijn geheel lenen fal eene geburige boete 3ijn: eii boog gaeng begenabe begeeren te begrpe

pen/ghelijch ſp hem begrepen heeft. ofen recht ſtij?iſté ontſet hem boo? be ſombem/fo manneer het ºoſeeſch miſ

ſomben merchen: #ſtem/ ſo manneer hp ban amberen ſiet ſombë beb2ppen/ ſoo ſitcijt en De Haegſjtſjp Daer eurt


r14.

Het vijfde Capittel

in hemſelpen/enbemenſcht bat ſobne mige boofhept niet en mocht geſchie

ben/het is hem een groimmelinfijnen oogen. Bp bemimbt be maerijepbeſt gerechtighepb/enbehaetbe baiſchen megij: embe al iſt bat hem het aerbe fche oleeſch onberfieng (ſomber eenie ghen poo?-bebachten miſſe) met eene beerbige balſche Iuſt oberbalt / dock menigjmael tot ben bal b?enght (gez

Hijch David, Salomon, embe beel bepe igen meberparenig/embe noch ine bernaert) ſoo en blijft een ſoobanigg

memſch (in ben melchen ben 45heeſt Chriſtiig) boch niet inbe ſomben leg ghen : macr ben in ſuenbigen gronbt en be be

# gijenaebe (in ben

«Beeſt Chriſti) homt terſtont (met be geſtrenge gerechtighept inben too2n «Bobg)embe treebt hem in be comfci entieſofte gemiſfe] # ben David (ben 32opbeet Nathan) in be conſci entie trabt/ embe ſjem ſijn conſcientie

roerbc/embe het bper beg too?ng op blieg /baer David ban ſtomben aen. ſtenhief(met groot muee-hlagſjen) fijn fomben te bekennen enbe te beroumé/ embe in eene ſoobanighe ernſte boete

ingingh/ bathp ooch alle het trooſte fijner b?icnben niet en miſbe aemie Ill Cll,


Van 't Avondmael.

l

115

º: men, ºnbehp en miſbe hem bedogen # niet laten nullen met bebertrooſtina

#ghe op beghemabe/tot bathp nam bë # be gemabe in fijn gemoetboel # be : geenerlephupchelerije bermoche ºr te ſijn hert te benzeebighen/tot bat

in:

#

# # hem met fijne gijenaebe in ſp3acht.

-

#

aBilpemand hem ſeinen een ſtijzi º: ſtem noemen/ en hem met beperbiena

# ſte ſtijgiſti trooſten/ embe hem tot fijn

@Teſtament begenen/enbe't ſelnighe # Yuaerbigh ontfanghen/bie moet met # acht op ſijn boen hebben/enbeheſien # geheel fijn ſjert/boe'tghenepgijt3nt

# oft betooth in ſoobanighe begbeerte

ſtact/te millen bepbelljepbtgantſtit

's af te ſtermen: oft het in een boo2nemë ſtaet oan allerlep maſſchepbt/ onge

# rechtigbepbt/logé/embe bebriegerpe 1nt te gaen/embe in een boognemen

# 3n/baer nimmermeer in te treben: ofthp ooit be geliabe 45nbg in Ch2ie # ftp met eenen louteren Yuille begeert: of ljen fijne ſomben ooch beroumen: of fjn ooch een foobanigijen Yuille in

hem benimbt/ bat bpman nu aen bea

g geert gheheel ban be boozige ſomben

,

4

enbelaſteren upt te gaen: embe of hp goth alſû0 ban meeningſj 5p/ Dat ijſ, gijeijeel -


116

Het vijfde Capittel

ghebeel3ijn hert enbe muille begeert inbe ontferminge ſfobe oner te ghes

ben: of ijp ooch een foobanige plaete in hem beminb/boelt embe meetu baer hn begeert ſobamigh & Leſtament (als betroleeſch en bebloeb €hriſti met ſpe

neghenabe) in te leggen: of hp ooth ben bheeft Chriſti gheheel 3ijn hert eit5ieſe heeft in-gerupmt/ bat bëfel. bigen f«Beeſt]faſe een iebenben ſtibe ber beg boobgenbeberhellen)albact

machin-trechten:enbe afhpoochbat ticbtofte aen-mementlijckl 5p/ 't get | me ſtijgiſtug fepbe ; Wy willen tot u

comen, ende wooninghe in u maecken: of ben ſtempel begbeplige Beeſtes in hem/ ooch met rechte boete 3p ges

neeght: @f in hem ooch ben rechten monnig/bie betmleeſch gij?iſti mer: mact in te nemen: @f fijne leneng Eſſentsooch alſo berenbig/bat Chris ſtug afbaer (met fijn mueſcn entbe fief: be) in mach blpmen. -

312amt Ibiſtug ſepbe : Wie mijn vleeſch eet,ende drinckt mijn bloed, die blijft in my,ende ick in hem, of ijp oork in fijn gemoeb bcbinb. Dat ben ſtroom

#an tºmater beg leneng ( [fijnbe be] «Hobbelijche liefde) bä hen ig 'bioep: enbe/bat ijp ſpnen 4Bob

"# pſtell


Van 't Avondmael.

117

ſpnen b2oebee embe maeſten alg hem felben? @fbp ſpite upamben ooch het goede menſchet/embe begeert te boei

@fijp hem in beſe merelt oock perg epgbenig toe-epgent/man't meſchijn foube mogen ſeggen/bat behoort mij alleen toe: of ijp hem ſchoen oocſt ere

ſtimeert (in al 'tgene mathp beſit of te heeft) ooo 2 eenen bienacr €5ebg /

enbeijumebe-bºgeber/ enbebencht

bat ijn in feiten ſtaet ente tpbelijck gort / Inaet een glimptntan enbctjice naer &#ntig en 5pt bataileg [uatijn beſtofte ijeeft] niet5ijn epgen/maet

&#ba en de fijne mebe-bloeberg 5n: pfijp noch in finnen nuanbel [ofte in ſijn gijeneeremij ben Heeere bertrout/ &Lij21ſtug/biennaer ## een 33elgrom in bcſe merelt en mag, pnen:

#beniet ºngens en habbe: enbeſijn feben ooch garen boo2 ſpmeb2oebereid

berliet, gfijp noch een bonrriteit van fodanige milie in hem bepinb. sofin nu fulcha alleg in ſjem bebimb/fooig

ijp rechtmaerbieſj ente beguaem tot ſnodanigheidteſtamentelijche geniet tinghe. Hillaer 't feloe niets (in bemi beminnenbe/] embebeninbt bau nori,

een ſobartigen jonger inbºuw,he -

-

gcer


Het vijfde Capittel eern ſo miſbe3ijn:ſo ig ijpinbetrec inge beg1Baberg/tot beghenabe in «Ib2iſto: bat ijp hem ban niet langhe 118

met het bernuft en beraetſlager enbe eenighen thmpffel in en beeibe: ſlaaer

bat hp hem bieſelnige ure in een ſoa bamigen ernſtigen noornemen in moe re: bat hp begeert in ernſte boete in te gaen/eube gſjeburigh tot be ghes

mabe 45obg in Chriſto fmeecht enbe bibt / batſjp hem boch een foobanigh hertenbe mille [ghelieft te] ghenen,

deoch hem ſclfs niet toe-rekenenbe/ ghelijck alg oft ijp 't in epgen hracht ſofte bermogen]hniſbehetomen:maer [bp moet] hem alleen inbe aſberlou terſte gemabe(in het ontferme bobg)

berfinchem / embe in hem ſeinen mon ben alg een nieu-ghebo?en kimbt/bat allberg niet alg alleen een begeerte na beg mocberg melch en heeft: Dat en felben niet helpen en can/ maer pne toeblucht alleen tot be mocber

#/ bat het ban haer gijeholpen U2 C.

-

1

Apnen toegangh tot be ghemeen ſchap ber ljepſigen/falin ootmeebica hepot 3ijn: niet oprechte perſoeninge tegheng alle begene bie hp miſbaen/ en beoocht bie hem miſbaeit -

*

**

bron: p


Van 't Avondmael.

I 19

Ijp ſal alle opamben bergijeben/enbe

#nen ijaer ſjet gijene ijp ſelfg bee gecrt.

-

-

dIaet opeeſe Bobg/ente een boete 1bcerbich ſjert in een recht ernſtirig boo2nemen/maclj hp toe treben: embe

# epgen begeerte tot het ſºle ament Çijziſtiboeren: Yuilſenble ſo banighe gijenabe upt epgijen bermde gen begrippen ofte matten [ofte aene

nemen] maer [ hp moet] hem alleen (alg onmueerbicij [ſijnbeJ) inbegenae

bemerſincken/enbegbeheel oberghe ben; embe ſtellen hem in ben ſchoot

ber gijenabe: bat 5p met hem boet 't gſjeen 5p muil/ en begantſtij niet hee

geºrienteben heeft van de mºeilijke «Bobgalg een engenbom/nlaer hem aen ben felbigen ober geben/ embe in

be gemabe berfinchem/bat ben ſeinen dBeeſt ber ghemabe in hem 3p/hoe ene De manmeer hp miſ. Hºn ſaſ met hert embe gijemoet (in ſjem ſelben/in ben

toeganch tot het (Leſtament @Bobg) ſp2eechen: -

-

-

Oghy grooteghenade Godslick on waerdighſondigh menſch, kome (op u beroep) tot u, terwijl ghy ons (arme menſchen)hebt heeten comen,ende dat

ghy ons wilt verquicken; my geſchiede -

nac


T2O

Het vijfde Capittel

nae uwer beloften, ghelijck het u be haeght: hier mede gheve ick my aenu gantſch ende geheel over, doet ghy met myn (arme onwaerdigh menſch) nae uwer ghenade, gelijckghy wilt: Ick wil eeuwigh u eygen zijn: breeckt my my nen wille , ende regeert hem met uwen wille: ick en kan, noch en vermach

niets: maerick verſinck my gantſchen de gheheel in uwe ghenade. &#en ſobanig menſcij/bie hem 6500

ſoo gheheel ober geeft/enbemtetſpmen

imilie in foobanighe ghelatentbepbt blijft ſtaen: biefal cpmbelijck (mail: meer bacr begemabe in hem beïneegt)

onberuinbenenbeboelen muat be ge mabe embe liefbe Bobg 5p: foo man' meer het CBobbelijtſte upcr in fijnſte

ben falaemgaen/fo ſal hy boeien en

beſmaecken/ mat Chriſtus in hem 5p/embe bepinben hoe hp ban ſtonben

aen een gheheel ambermenſch in ſit men embe muille ſal ghennepben 3ijn.

2tſe ban is hp een atheiſten/ ſon muanneer het mper berliefbe thziſtil met Iljet bper ban] Bobre toozen in

het gemacthampt ſofte ſtrijbr/jembe Dat hij in beſe merelbt (in het proceg

#bgiſti) muerbt gijeſteſt/bat Ijn ſtijgi

ſto in 5ijn ſpben/angſt/marteïiſerine giſje/


Van 't Avondmael.

121

gbe/ſpotenbeherbolgingh moet na isolgen/5ijn ſtrupg moet b2agen/enbe

(pnen beeſbegelijck mo2ben: almaer (inmenbig in hem) eenë ſtrijttegemg be ſombe/enbe ſuſt beg bleeſchig:bat

# hem felben perſmaet/enbe behoo eHüſt haetet: embe uptimenbigh [ane berg niet en heeft alg] berachtinge/

perſmaetbepbtenbeboefbepb: baer hem be Ymerelt boo? b?eemtefi bºmaeg

hout:baer hem het bernuft felfs noo2 bimaegaen ſiet: eit ijp hem ſelfg (ma 't Yueſen beg merelbtg) een bYuaeg

mo2bt: enbebat ijp opambYuo?t ban 't geme3ijn pleeſcijbeminb; alg baer niemant enig bieſjein hupchelt/inaer bat alle goebe b2ienbë noo? hem blie ben / cube haer boo?ijem ſchoumen:

uptgheſombert een klepn gijetal ber ſtinberen Bobtg / bie het beſtemmen:

beïnelcke hem ban 4,5ob (tot 5ijn bere trooſtinglje) toe gheſonben mo?ben.

2tle banmachijn benchen/ batijn bcn ſcluighen tijd met Clj2iſto aen 't ,

ſtrupa hangijt / embe hem alſooghee heel oberge.be/bathp oock met ſtijgia o gijemiliigh muilſtermen om be bea kenteniſſeber maerhepbt: in hope / bat ijp ooch (in be operwinninghe Gij?iſti) in

ening" op-ſtaenimmigſ / embe ge


122 Het 5. Cap. van't Avondmael.

eeuwigb in Chriſto lenen. Benſºn, bamigen (bie in bit proces is in-gfje treben/ embe baer in moanbelt) is een

<ſtijgiſten/embemaerbigh tot be gije meenſchap berljepligen te treben.J #De anderen alteſamen/ bie maer ligt emoonbepb toe treben/enbehettº

# «Tijziſti (alg een uptimenbige toe-gerekenbeghemabe) haer toe-ei:

gbenen/ ente als een binck bat eens

# ig/ geſooben: embe niet alle

berg 5an alg moo2 een gabe en het geeren acn te nemen:maer niet en ben geeren bammieug gheho2en/enbe een

ambermenſch met aubere ſinnen en de milie te muo?ben: embe houben ben be* vlechten rockt berfomben in het gijee

moet aen haer: embe gaen man ſtollº ben acht mueberom in be oube boete

ſtappen. zeeſe al teſamen 5ijn blij inaerbigh ente onbeguaem/ embe het ſteſtament niet battich I ofte demille, mentlijck] embe5p en ontfangbenijet maer haer ten oorbeel (alg boog vers gaeftig, 3

[Eynde van't vierde Capittel van 't Avondmael..]

van


Het ſeſte Capittel

123

Van den twiſtende den ſtrijdt der Ghe leerde, over de Teſtamenten Chriſti: Watzy daer mede uytrechten , ende

Wat daer van te houden is : fijnde het vijfde ende leſte Capittel van 't A vondenael.

-

##T upt genegenthent(ont # geinambt in 3ijn goede ſtone #ſcientie aen te taſtenjºuifiek

# # #pittel hier toe ſetten/ #er tºt trooſt ber een boubigje hifi #en ſtijgiſtiZ bie men aſſod op ben DYuael-meg boert/ embe in meeningë [ofte geſintheben] in-ſupt/ente ban

#ege herſtanbt af-noert in tapijt ſenbeſtrijt/lenbe batmen upt be&## ſtamenten ſtijgiſti een moogbt-ſtupi #aecht/enbebe Conſcientië in ſtrice

Een ºliebanden in-ſiumtente bindt: ben foobanighen wuif ich berklaren Ydat 5p ban haeren thuiſt ſulfen holle

#/ente mat 5p (biedt miſter: ##

meiBedteſtamenten tºt rechten, Chriſti/3ijn ane • - - --

-

#niet als eene verbinteniſſe tuſe ##obt ente be menſchen, eene #eſjahenereeniging nam het mei: ſchen hinderen / baet bobt met je inenſchepb Chriſtifjemjmet bemen: # 2

ſcijcn


Het ſeſte Capittel 124 ſchen (mabenaf-bal) meber berbone ben heeft jaren liepen 5ob te5ijn. 32u alles mat bupten ſoobanighe Hebelijcheliebe verbinteniſſe(om maë embe meeningſj) om be muetenſchap

tºpiſt/bat gaet in epgenhepb/bupten piſto/ embcbaer enig gheen maer

verſtant/ in ooch niet eenen. âBant niemand en kent ſh2iſtug alg alleen ben 3Paber/embe bie't ben 39aber wil openbaren : ſoo Chriſtus in en bebp eenë menſche openbaerig/ſo en heeft bp geencm thuiſt moch.ſtrijbt met mie mambt om bie kenniſſe/ enbemeten, ſchap/maer hpig bemoebigſj/enbe

acht hem alle ſoobanige metenſchap omYuaerbigh/bp perſmaet niemambt om be onghelijcke gaben Wuille/maer

Ijoubt hem baienbelijck met allem/en belaet een peber man het 3ijn / embe

geeft ſyncm macſten alleenlijch ſpmen ſienen Yuille/embe bencht hoe hp een libt Ch2iſti embe fijng b?oeberg embe

ſuſterg faſ 3ijn. .

-

Jil 2aer batment in ſoo beelnteeminte

ghen loopt/enbebaer in ſtrijbt eube ihuiſt / embemaltamberen om begiete tergYuille berſmaebt/beracht/ embe

ben JPuppel [oner]gheeft. Baer fal ben een boubigen

# wit:#

" .

1ll all?


Vanden Twiſt der Geleerden. 125 in alle foobanigen ſtrijbt geen maer berſtanb enig/maer enchelhoonaere bpe/embe een 3inte-chºiſtiſch meſen/ eene jammerlijche mermarringſban bemoogben thriſti/baer upt niet an berg en ontſtaetaig oneenichept/on bepl/opambſchap / embe hier mebe en gbeſchiet amberg niet alg ben miſſe beg Teuppelg. «Enbebat iſt / bat3p tjaer tot3leeraerg bä 't ſtijche ſtijgië ſti op-mo2pen/embe en 5ijn boch niet ban 45ob gijeſomben noch beltent/3p

nemen alieg ban ambere/ embe bere

huiſfelenmaer muoogben en belettere Z embetimiſten om be honſt/hoe men fal honſtelijck ſetteren te ſamen ſetten /

embe maken meeninghen man betºſa men-ſettingebie beſt na bekomſt fijn/ embe bmingen begbemoeberen in be Honſt/ maer 5p perſtaëfelfg niet mat 3p boen. H#aer kenniſſe ſteeckt bloot

inbeſetter / embe en hebben borijbat Iepenbe moozbt [bat ig] (Chriſtum) niet in haer/'t mueſch ghetupgheniſſe aen't letterlijche amootb gheeft: haba bë5n th2iſtum (inber liefbe)in baer/ foo ſouben ſp allë beſcInige liefbe mea

bebeelen/embe fouben ben menſchen («Iſj?iſtum) in haer mupſen/embe alſoo Yuanbelen/Dat men

to: 3

CUIII 121

# 4


Het ſefte Capittel bat 3phinberen Chriſti maeten. Hièaer aen- gheſien bat 5p maet 126

timiſten/ embe ſelfg niet alfoo en be gecrem te lenen embe te dienen / ſoniſt ibalſcij/ embe maer een ſchijnheplige

henb. Dat fulcr bam noch maer 5p/ſg behoeft men maer hare meening fof, te ghefintijeben](baerfp om tmiſten) gen te ſien,

--

-

-

Den eenen hoop ſpreeekt/Chriſtug ig mueſentlijk onber h2ootenbe mijn:

gitem/bloot embe mijn transformers ren baer in het ſaleſtament Chriſti/

embe ſp eeme nermanbelingb bant bzoontenbemijn/ embe miſſen alſoo

Chriſtmin ben boobelijchen menſch in-nemen / aen ben melchen he boch

(inbe beplichept) geen nut en ig. . “De ambers partp ſepbt: het enig

maer een teſten en begbebachtemiſſe beglpbeng Chgifti/bat bp poo? ong

gheh?ohen/ofte gbeſto2nenig / embe verloochenen beteghenmoo?belijcke ghenietingbe/embe en hebben gijeen berſtant ban ben menſcij/ matenbe tuie ijp 3p:/Yuathem gheb?eechtenbe ban nooben 3p / om. De gemabe 45obg hueber te becommen,

... Lee berne partn bie huiſt aſberbeſt treffen/ente blijft bp be muoogben ber inſets


Vanden Twiſt der Geleerden. 127

ſintſettinghe: ſcpb ban moch/«Th2iſtug mo?bt met/ embe omber boobt embe mijn ghenooten/ (batig) # bleeſch

embe bloebt mo?bt omber b2sob enbe luijn gijegeten embe geb2ontſtem/ ene

be en hebben toch geen berſtamt hoe battoe-gaet / mat het 3p (bat inben menſch ig)bat foobanige gapen bate tich[aen-nementlijthjig: embe en be geert ooth ban ben in-ºnenbighen gront/enberman berechte?tbamiſche menſchept niet te meten/perloochent oorkbaer toebe inefentlijche inmion mimge Chriſti/enbeig fon Yuijt ban't perftant aig eenige ban b'ambereten be en miſ doch niet meten hoe beghe nietingljertſjeſchiet/nlaer blijft bloot

acn be boobe Ietter ſjanghen: mbo2pt/ fiaet/embc bombert om ſjaer heen/met

fcljeſben/verachten/ hetteren eube laſteren,

-

#eber partp, ftrijbt maer om een Ictterlijch beeſbt/enbemuiſ ſchriftum aen 5ijn letterlijtſt beelbt ghebonben hebben/enbemiſ ſpatroon nam befel

bige beelten 3ijn7 't melch tot gheen auberfombamenten geſchief/afgbat hp baer van begeert roem/ eer/enbe

een grootaenſſen te becomen/'tºmelft Baer ſtenig te hennem: bat 3p afſe ge* :

3 4.

Hijch/


Het ſeſte Capittel.

128

Hijck/malhamberë ſchenbenenbeber achten: een peber tracht maar om ſpe me beeſbelijcke meeninge [gbeſinthe ben]ſtaembe te houben/ eube om een Heeer (oner beperborgenthept, gºhºl, ſti) ghenaemt embe geacht te mogen

3ijnibaer boch in hareg gegºten groºt niet amberg alg benaerbtſchen L#ci fer (met tpbeſijche eer enbe epghen milie)ig ſittenbe/embe muil boo? Cijgt, ſtumaen ghebeben5ijn. Haber partp begeert batmenhaer beeſbt faiaen-bibben/alg haereghe: maechte letterlijche meeninge:5p ona

bcrſchepbcm jare beelden met Chriſti (@Leſtamenten/embe maken haer baer mebe eemen aenhangfl/embe ſch2epen Iig be herch] Chri, i/(baerighetterpe eil neriepbingh) bierig ſtij?iſtug/hanghtmpaen: em:

#

be perbifteren baer mebe be herten ber 19oºſten en beitoningen / alg mee

bebe gemeente ber3Leechen [ofte be ijerten mamben gijemeenten nlan] Dat falſoo ben] cemen b2g.cber ben ambee ren(om een beeſbelijche meening muila

He) ſchent/peracht/perſmaet/Haſtert/ enbe boo? bunbelg uptſch2ept: noch

Mugabt om ſoobanig je 25eeſbt-goben

Muiſſe (Hrijgb/bloet-nergieting/ embe -

-

-

berludee


Van den Twiſt der Geleerden. 129 bermudeſtingſj ban 3Lamb embe JBene

ſchen) aen gerecht, .. Jl2ë ſjeeftijct ſo Yuijb geb2acht/bat

ben 3Leechen [of ben gemeen en man] mcent ſjp 5p falig ij/ alg ijp maer aen be meeningſj hangijt/ embe baer een

33 oa2-ſtamber ban 5p/'t 5p bat hp bie . berſtäet ofte niet: alg ijp maer eë ſec=

ſtiſche macm baermebe eertſ en fijng patroons meeninge boo2 recht houb / bat (fo Yuanneer fjn ben ſelpen nacht fjod2t noemen/)ijp roept: "Ha/ja/bat

ig recht/embe en meet boch niet mat ljetig.

&oogantſchfeer heeft men be een boubigſje berblinb eil berboert/ bate

men maer en ſiet op be naemen beg menſchen/ embe bencht Dat Çh2iſtug in be meeninge[ofte geſintljeben]ig, qEmbe bat noch het er cijfte igt men ('

ſ

M

º

M

bYninght be ſieben met gemeld in ſoa banighe beelbt-meeningh: embe men heeft bemenſchen ſanerblinb/bat ſp noch lijf en begoet (ſomber gronbelije He kenniſſe/ om eene meeningfjg mila He)beriaten/embe malftamber baeroin berbolgen/haten/embe booben, #ber een ſch2ept [ofte roept] batmenijen berechte 3Leer (alg het mare geloof)

uitbenemen/enbeen het 11ict/ toch 5; heeft 5 |

A/


139

Het ſeſte Capittel

niet/ oot en ift in fijne meeninge niet.

geietſoſeerig bemerelbt met meez ningen [ofte geſintheben]berbulteit

verblint: men meent/ manneer men maer be teſtamente Chriſti (in fijng 49atroong meeninghe) gheb2upcht/ bat be falighept alleen baer inig/am berg en hamber geen ſalighepbt 3ijnt enbe ſo muie ſjem niet in beſe meeminz

gemebe in en beeſt [oft conformeert] enbebe ſelnige aemhanght/bie en han niet faligh mo2ben:ooch enig ijp geen libt bami berechte ſtipiſtenbepb. . Om ſobanige beeſbelijche meenin ghe thuiſtment foo jammerlijch/bat. anberg niet alg tmiſt- hupſen embe geeſtelijcke moogt-hupfen 3ijn upt be

jterchen gemaecht gemo:ben: melt he moonberpe op 't Ieſt tot Hrijgh eit bloebt-pergieten Homt/ en Chriſtum ( om fijne Beplighe gaben ) niet ban

ſmaen en oneer armgebaen en mopbt/ enbe baer en mopb (imber maerhepb) niet amberg mede te mºege geb?acht/ ban gelijek alg Iſraël, bie om het gul be #taff Danſten / enDe 450ijf tot een lftalf-G50b machten/eft ober 't merkt

barer hamben nerheughbert/alg oner De 25eeſb-ſBoben 7 en de haeren 43ob berligten, 49 in mpelciter

winterw:


Van den Twiſt der Geleerden. 131 He ben toogn Bobtgomer haer ber grinbeentje perfſontſeſofte berteere bemſel in bemoeftijne/ ſo bat fobanie ge 25eelpt-gboben-bienaerg in 't be

ſoofbe3lant niet en homben Honten: 3Liebe 25?oeber/ miſt toch om geë # immie ## ſten: allet miſtig een beeld van eenen 2lfgobt. Chriſtug en heeft van # ngbighept

ban geemerſepe al-tegenmo meeninge geſepbt/boem hp ſepbe: Hy

wilde alle daeghe tot het eynde deswe

relds by ons zijn: Hººp en ſepbe niet: in ſobamigfje ofteſoobanige meertinge, maer Daer

# fijne tegijenmoogbig

Ijepb boogſepbeſofte beloofbe/]fo # ine ijp: Gelijck den blixem opgaet,ende

ſchynt tot den nedergang, alſo ſal oock de (gedurige) toekomſte van des men ſchen Soon zijn. En beſepbe: Het ryc ke Gods is inwendighin u. &ijn lic #enbehracht gaetop ine

ben immenbigen gromt/in fijne ſtine beren/enbeſchijnt haer boo! ben ge heelenloop bacrg Ieheng Zembe in be ſelpeſfontepn-aber beg tijet ſtijche Bobgin ben menſchen: heeft

#

hpºtſeltſeniet/gptimiſte man hoefjp ſuil/ſa en bºemght ijp 't met generiep meeminghe Daer in ##ºr ſon hp het heeft/


132 Het ſeſte Capittel heeft / ſo ſullen upt beſclue fontenm aber niet ban ſtroomé ber liefbe olie tent. Daer en 5ijn gijeen meeningen

man noobe: een peper en ſietulaer toe Dat het ſtijche &hriſti in ljem geboge moºbf/bat Chriſtug(in hem) menſch mo?be/amberg enig hpgbeen ſtijgia ſten. Hººp 5p bin infobanige meenin ge [ofte geſinthepbr] alg hp muil; ſon moet bp aen ben Yujjn-ſtock Chriſti ſtaen alg eene ranche: be meeningſje

[ofte geſinthept] en helpt hem niet g/

maer het muare geloof/ 't Muelch boo! 'tuptb2eltember liefbe/babigh 1g/eit goebe Yuerchtem mercht: ſjeeftijp niet be merchen ber ſiefbe/ſo en heeft Ijp

mocht geen geloof, 3Pemeeninge en macht geen falige # /maer betig 25abel 7 cemenere -

erringe ber tongen ber eenige liefe

be. #Piemambig een ſtijgiſten/ten 5p # fijnen maeſtenbemimbt / embe hem geert goet te boen, JBie bam bup

ten toe-gereechen.be genabe? ſomber be in-ghebo?eme himbtſche/ig alleg balſch: ſoomanmeer Thaiſfug in ben menſche muercht/ ſonig ijp een ſtijgia

ſten/enbeban homt hemfeſtabelict

ben/nerdienſte/ embe be genoegh

oeninge chniſfitſ, wanneer #EIJI2 # -

-

--


van den Twiſtder Geleerden. x 33 ſelnighen in hem tot een boogſp?aecht heeft/ bie het ghebaen heeft / bathp het ooch in hem boet/eft hem ſijn ner bienſte aentrecht;ſoighn (inbeſelni ghe per dienſte ) bat ſtijche bobtg: auberg 3ijn allerlep beeſbelijche mee 11illgen balſcij, dBeenberſjanbe Ymercht en behaegt

gyob/alg alleen 't gene hp ſelfg(boo2 fijnen 45eeſt)in bemenſchen mercht: baerom ſo lactong Hinberen ſtijgiſti/ enbe niet ber beelben hinderen 3ijn. «Iljziſtug heeft ong (in ſijn (Leſtaa ment) fijn fiijck belooft: ſo muie't ſel bigbe ontfanghen mil/bie moet fijn hint nuo?ben: amberg en ig 't gheen er eniſſe,

-

-

Boete te merchen is beter als beel begeerentemmeté: ſopemant het mee ten niet en 5p ban 4,5ob ghegeben / ſo

en ſalijn ben gronbt nam de herbo2 gentljepbt 45obg niet nerſtaen:maer ſoo 'tijem

# ig/ ſo en heeft ijp

gheen beeſbt [batig: ſtoomſch/3ſtie

# “Lalbinifcij/3 Benno/ + t..] ban 11OO D2,

, 23'n be bemoebigjept/eii in be eena boubigbepbt Chriſti te blphen/ embe aen fpnediefbe/embe gemabe hangen/ ſomber pemambt te beracijten/

va:


'34

Het ſevende Capittel een goebt Chriſtenbom. 2tſleg mat

#

bán hem ſclfgſepbt/ ig 25abel/ in Chriſto 5im Yup al t'ſamen Iebea

maten/embe [batJinaer een remigij: Amen.

[Eynde van 't Tractaet des Avondmaels

Het 7. Capittel Van 't

BID DE N.

Een ſchoone onder-rechtinghe in't bid den: uyt het elfde Capittel van een Boeck van 't Drievoudigh Leven det Menſchen. -

#IET gijp arme bermonbe # # #ieſe / gijp ſtaet eube bibt:

SE)#O Godt, vergheeft my myne "S=As ſonden, laetuwen toorn ſific kenende neemt my in genade aen: Dat ig alſoo geheel mel;nraer gijp en uera aet niet op Yuat Ympſe bat Gobt ben

armen & onbaer aen - neemt. Bijp meent het 3paſſgo/alg nuanneer gijp boo? ultien iPogſt beg: 3Lantig comit/ .


e

Van 't Bidden.

'

r35

enbeiſleben nerbeurt hebt/embe hem bibt/embe hp bergeeft u u me miſbaet tapt gijenabe/ ſoo ſijt gijp boch b2p. (HP2aer [bebencht ſjoe]lume ſomben u

omber oogen ſchelpen / embeu hert u felfgaen-hſaegt/[boo? bien]bat gij bg ſtraffe noch ſchulbig ſijt: ) ſiet/aſa ſoo comt gijp oocht boo? 45obt / enbe

baer mebe mo2ben.ſeet beel ſupcljee Haerg gebogen,

€5ijp bencht/ @Bobt (in 3ijn meſen

en begeeſt) neemt u me ſomben mann Yuegij: meet gijp niet Yuat be & ch2ift fepijf/ dat alle onſe wercken ons ſullen

navolgen? 3eo het alſo toe-gingh/fo moſte 45nb om een petergaert-toe eng Ymiſle/ijem behueghen/enbeſpne

onbe man hem megh mo2pen/ enbe iBaer hem 85ob boch oan eeuïnichepb niet meer algt meemael en heeft bea tueeght/ eeng met de ſcheppinge ber

Ymerelt enbe alic Creaturen/enbeban ten tºneeben in de menſchmerbinghe ſtijgiſti/baer heeft hë het herte C5oög bemueeght , &iet/ſo manneer Gºob uunreſona ben bergeeft/alg gbp bemaenroept / # en neemt hp niets van u: #n en

aert ooch niet mannen gemefaf in 11/Yuantſjpig ban geulmichept in

#


136

Het ſevende Capittel

5ieſe gijemueeſt (boch in 3ijn epghen principio) umue3iele ig moo? bem maer impt 5ijn principio, unt ghegaen/ (bera

ſtaet/upt ben beplighen muiſſe oanbe JBajcſtept)inben too2n. 3Dit ſoo Yuaert gijp inben too2n/ins -

ben ee\uigen boot / enbeben menſch/ Chriſtug (bie baer ig «Bobt enbe meniſch) bie heeft een bane boo2 ben boobt embe too?n / tot be JBajeſtept

«Bobtg gijemaecht: gijp moet maar om-heeren/embe boo? bieſelbige baë/

boo? ben boob (Chriſti/boo? bentoon in beſlaajeſtept gaen/ſoa muerbt gijp alg bealberliefſte «Engel(bienopt te2

mighe ſomben en heeft ghehabt) onte fangen. UPaer en muerbt ooch geent ſomöcaen u bekenbt/ maer alſ een be Wijonberbabell 4.50Üfg/ De muelchte inz

bentoo?n moſten ghcopent mo2bent Yuant beliefbeenmermochte bat bper niet/3p bermengt ijaer ooch niet in't bper/maer blucht baer boog, 319anneer gijp nu alſo bibt/O God

vergheeft my, foo thupfelt gijp oock booggaeng man megen uYue ſomben/

pfte bob u ooch miſ merhoogen/ ente in u hert ſtomen [bat gijp moogt ge

hoelen beinnuendige hertrooſtingc.] &iet/boet bat niet/mant met # felen/


Van't Bidden.

137

felen/ſon beracht gijp be |2ajeſtept/ enbehetig ooch ſombe. JBaer raept alle 1Wme ontelbare ſomben te ſamen/

embe tomt (met umme begeerenbe 3ie He) maer getrooſt (in ootmoebighept) tot 45ob/enbegaet in Bobin: memb 1ume 5iele maer om upt ben mille ban beſe Ymerelbt/ in ben Yuille €5obtg:

1u02pt u (met alle bernuft enbe ſinz 11em) in ben miſle 45obtg. «Enbealiſt

pat uſjert embe bembun mel/ ſpreken: louter neen:ſon maeckt u upthuenbig

bernuft boobt/enbegaet niet gemelt in/ente blijft polſtambigb/ſiet niet te rugge gelijck 3Lotijg mijf/bie meber

tot een ſulpher embe & out-pplaer kuier bt. ... . JI 2aer 3ijt ſtambtbaſtight ſaet ben bupbel / alg mebe ben geeft ban beſe mierelb/gocht u ſjert met bleeſch embe bloeb rafen: geeft het bernuft gheen rupmte: ſo muanneer het 3ijt e

#

bupten 45ob/ſo ſeght: ſpeen/ich ben in 45ob/ich ben (in bë gemel)in hem/ icſt en muiſ inber eeuwuigbept niet ban Ijen mijchen. GP'e buipbel magij mijne ſomben bez -

houben/enbebe merelt het lichaem: ich lene in ben miſſe bobg/fijnlenen ſal mijn leben 5ijn/fijnë milie ſal #


138

Het ſevende Capittel.

men miſſe3ijn: #ſch miſ (in mijn bere muft) boob5ijn/ op bathp in mp lenet al mijn boenfal fijn boen5ijn. 25e geeft u hem in al u moo?nemen: alleg mat gijp begint/bepeelt bat in fijner regeringe/opbat alles in fijn en mile

#

ſe magij Sfet ſo gijpbat boet/ſo mijcſten alle booſe ſuffen ban ut Ynant gijp ſtact

# boenbe] bonge

gaeng boo? 't aenſchijn 4,50Ug; enbe

gijp muozbt man be Honchp?ou fijner huijſbepbt glyclepbt / Die opent u ben luegh tot het eeuïuigleben / ſpYmeert ban u ben balſchen Yuegh / ſp blijft bog?gaeng tot boete enbc tot be gijca fatenljepb,

JHRaer bat gijp op beſen megbaſis

ſmare aenuechtingh nam bent mijffel ijebt/batig ben ſtrijt bie be3iele met

ben JPuppel heeft /bielent hem in bë Huegij alg een b2echtig beriché / mo2pt

ben felbcn alle unie ſomben op ſijment hals/enbeen thuijffelt niet. &#nbeaf iſt bat gijp het niet konbt laten/ ſon

grijpt maer met beziele in 4.5pbt/ tuanit 45obig in u: Ch2iſtug heeft be

poogte (tot fijmen Baber)opgeſloten/ gaet maer geëin/Haet u niet houben.

«Enbemalineer be #emel enöe acrbe en De alle creaturen ſpzeechten

is: # #IIllig.


-

Y39

Van 't Bidden-

ſtunnb niet: gelooft het niet/ tontinue

eert / ſoo fult gijphaeſt tot u boogne Hnen komen.

-

#Seo haeſt alg gijp heen in ſoftebinte

nen] Homt/ſo bekomt gijp een nieuïn Hichaemaen be3iele/batig het lichaë «Lij2iſti/bie baerig 45ob eft mcmſch:

gijp muert baer na mei nerloſſinghe enibe berlichtingheinuijert hebben! ghp muert muel eenen bekomen/biert Tal trechten/embe u beginnerelbg balſe Ij epb onber oogen fteſſen/enbeubaer hooo? maerſchoumen.

dPertht bit bolghenbe: JPenigij bencht/ich muiſ Bob bibben/ batijn mijne ſomben van mpmente; op bat ich ban be oube ſomben nagh berloſt

mo2bé: embe ſo manmeer het geſchiet bat ijp tot beliefbe 45obg Homt/ban benchthp: het oubeig moozbp/ſjetig bergeben/ich magij nu op een nieuhu

# : hier nae huilicht meheroin eeng boete boen/entje ben groumel pan mp muozpé,4Booymaer biem muccij foube muel goet 3ijn: het boognemen ig baer, ſlaaer hop2t: ſoo Yuanneer gijp upt beliefbe <bobg uptgaet/ ſon ſjebt gijp alle be ſomben (bie gijp gije heel uſenen ghebaen hebt) meberom aen ben ſjalg/mant gijp gaet wet:


14o

|

Het achtſte Capittel

in het bupgber ſomben in / embe oer Haet G5obſ gijp gaet upt G5obt/ in het ſtijthe beg. Dupbelg/embe maer gijp

ooch booggaeng benen gaet/ ſoo bole gijen umme merchen u mae : geenerleg

noornemen en canu baten/maer gijp moet in het b002nement ill-gaen,

Het 8. Capittel

Van Hagar ende Iſmaël. Van de Hiſtorie, ende gheheel wonder lijcke voor-beelding (door den Geeſt Gods) met Hagar (de Maeght van S4 raï)ende haren Sone Iſmaël; van ſyne uytſtootinghe uyt de erfeniſſe, ende van het erve Iſaacx. Sijnde het veer

tighſte Capittel uyt een Boeck ghe naemt Miiterium Magnum.

O muie be gijeſchiebeniſſen bp Abraham, Iſaac, eit Iacob muiſ Heſen / embe bie terecht berſtaen(muatijet 5p bat ben

## «Bobtg baer onberaen-muijſt) Eie en moetſe niet bloot als een #ie ſto2ie aen ſien/inaer onber niet meer aig


Van Hagarende Iſmaël.

141

als eene gbeſchiebemiſſe [en Yuo?bt nerſtaen: ] het geheele ſtijche thrie ſti/eit het ſtijcheber natuur/ig baer omber moon gheſchilberbt [ofte af gljebeelbt, J. ſpiet alleen het mertſt

ban beg JBenſchen berloſſinghe / maer noch melke/mie/ofte muat noo? HEaenſchen het ſtijche 45obtg erben ſouben, HPiet gijelijcſt be globen ſjaer bee ee

roemen/bat 5p alleen het boſh Bobg 5ijn/meen: het is heel matanberg: 45obt en ſiet niet op een gheſlacht/

naer op ben ſtaan ofte muogtel beg JD 0111g.

-

-

gin betimee geb2oeberg (alg Iſaac ºmbe Iſmaël) 3ijn be trueeftijchë boo?

gheſchilbert ſofte af-gebeelt](alg het ſtijch ber natuur in Iſmaël, enbe het ſtiſche bergbeuabe in Iſaac,alſo oocht n Eſau enbein Iacob.âDantupt Abra nam ging hen nu tmuee ºpnien upt/alg bcipnic] Iaphets, eñ(belpniej Sems. Iſmael mag de eerſte [Ipnie] gijelijcſt [aphet docht be eerſte onber ben ſtine beren Noah, alſo docſt Cain onber ben

ſtinberen Adams, bat Muijſt aen het ſtijckte ber natuur / 't muëſch upt be

engenſchap beg 3Baberg ſpuien oo2 ſpgomelt heeft (enbe bat moet alt: C


142

Het achtſte Capittel.

# eerſte 3ijn/ſoo een Creatuur [ofte tſjepſell ſoube ghehoren nog benij SPaer nae tomt eerſt het ſtijcke ber gemabert/'t Ybelft be natuur inneemt/

gelijch alfſer boo? heen een oper moet

hueſen / ſalber een licht zijn/het oper baert het licht/ embejet ſicht maecht

het oper in hem openbaer / het neemt het oper (alg be natuur) in hem in/ en de het moont in het bper. 3inſgelijcrig ongoocht te berſtaen hanbe truee ep'genſchappè bermenſe bepb (alg in fmee # mat 'opet en belicht/alg nae begièabergen.be beg Aboomg engenſchap na ben toon

enbenaber liefde/muelchet mee in een eenigſj hueſen5ijn.) ſlàaer obermibg ben menſchelijcken milie haer habbe onberiuo2pen het ſtijche ber: natuur/

ſooſtelben nu noch albaer het rijcke ber natuur. De epgijenſchap banben hooghſten Bobt in het menſchelijcke herbonb/boo2 eerſt in beſen monitoere lijchen maenn Abraham, in ben mºeite

hen ben ben beeſt/enbehet mooist dºopte hemeegh.be : Abdo moeten oach het luoopbt 45obtg/( 't mºeſc# alle meſen upt hem formeert) alg nu be figuren bandje eeiinnighe principien (als thueeberhanbe #iſie lIPt een ege nigh


Van Hagarende Iſmaël.

14s

artigh menſcij)albaergheſteſt/te mee

item/ben af-ghenallen ſofte ben onge hoogſamen muille] in Iſmaël, enbeben itjeplighen ghehoo?ſamen [milie] (bie lupthracht nam het in-gebatteYuoopt Deg gheloofg bloegbe) in Iſaac. , ". zBeſet mee 25eelden muierben baer gfjeſteit/te Yneten/ in Iſmaël ben are

inen/ kranchem/ boaſen/ perburnen (ban ben miſle bobtg) afghenallen Adam, embe in Iſaac het beelb Chri ſti, 't meſch gekomen mag om ben are nnen berburnen Adam te helpen/enbe fijnen afvalligheniuille in ben boobt embe in't ſternen in te boeren/enbe in 't bper Bobtg Yueberom te repmie gijen/embe in het bper ber ſiefbe mee berom nieum tebaeren/enbe in ben eerſten eenigen muille 45ong (alhuaer ben 32aber eil ben &oom/in het grint mige ſoft geſtrengejºpper beg too?ng embe in het operber ſiefbe embc beg lichtg/maer eeneneenighen miſle ene be mueſen en 5ijn.) âlpant met bebee

gºeginge man begobbelicht ergen ſchapſboen hobbellatuig beweeg be eube creaturen ſchiep) ſg ſcheppen haer beſt mee engenſchappè (algliefe

beenbe toorn) in benatuurtopbat in

ben ſtrijbtenbeteghen-milit/ "# w


144 - Het achtſte Capittel. | bo: genthepb bobtailſ al#be onſicht: 2 bate geeſtelijche merelt)openbaer en

#

in c#Ymo?ſtelen.be inginge: Yuant ſoober maer een eclep YUil en Ymmaer/ſo

fouben alle meſeng maer een eenigs bingijboem: maer in ben tegen milie werijeft hem een pber in geïnfeine tot ine opermimminge efiberboogingh, nbein beſen ſtrijbt beſtaet allerlep ſenen embe maſſen: embe baer boog

moºb bewuijghepbt&#ob#openhaer/ ente komt in eene fo?meringſ, be beſchoumelijchljepbt / en ht tottoteen m2eughben - ſtijch; unani in De OYoere minningeig p?cughbe, Hºiler eenen eenighen miſte enig hem ſclfs niet de penbaer/manthaerenigingen noch oeb noch quaeb/noch U2eilſtijd 11orij eet, en oftal macr/ſo moſt boch bat

Een(alg ben eenigen muille) hem eerſt in een teghem-ſpel (in hen ſelpen) in boeren/op batijn hem ſtombe open al 211,

#iſodig omgooth albier met Iſaac enbeiſmaël te herſtaen: Yuant «IIjgiº

ſting ſoube upt het 5aet Abrahams ge bogen muo?ben: ſo moſt ooch ben ber: burnen menſch / upt íjet 5aet bart be ſen Abraham gijebo2en up02ben / ben

hueIchten ſtijgiſtug foube helpen,

aBaut

+5',


Van Hagar ende Iſmaël. 145 3Dant ſtij?iſtug (alg het moo?ten be muille bobtg)manlaen hem/ (aen 5ijn bepligh{2emelg Ensſofte mueſenJ) beg menſchen af-baſlighen Ensembe Yuiſſe / embe boerbe ben ſcIben in hem

(in het af-ſterben ber ſelfgh.epbt) in. 2üſg mebe in ben mortel/baerupt ben af-balligen menſchelijchen milie/ine ben aenmanch (ban beſcheppinghe beg menſchen) maer ontſtaen (alg in ben grim (ofte imbe gijeſtrenghembt] ban De eeuïuige natuur/ in bc cpgen

ſchap beg baberg/mae beg ſclfgnaal tuur) embe baerbe ben af-ballighen muiſſe beg menſchen Hueber in het ſele

nighe oper/ boo? het imper ber liefa be : Hen wereenigibe inten muille beg menſchen / be liefbe embe ben too?n obobtg (alg bie oerbeeſtje natuur) bic ſjaer inbe ſcheppinghe beg muee

reſtg in een contrarium (tot be open

haringhe ber monteren) babbe in gijeboert,

.

L2ilfoo perſtaet ong nu rechtenbe ſcherp: Cijziſtug foubeben Hitoming enbe Hierarcha (alg menſchelijcker 1Do2ſt) in het eeuwuighiſtijch 5ijn/aen muien het ſtijcſt engen muaer. #pufoo moſten fpme. ©mberbanen (alg bie maerg)ambere

verſoon:5ijnl/alg #

.


146

Het achtſte Capittel

bcrucicſte haeren muille alleen in hem (alg in cemen cenighen ſtam) fouben in-boeren. Hººp foube ben boom 3ijn/

bie men ſpne tacken (alg aen beambte rememſchem) ſoube ſap / Krachtenbt Yuille gijepen/op batſe hem b2uchten baerben, jl)aer macbemael batſme tachten aem ſnnen boom (bie ijp ſcifg

Yuaer) boog maeren ghemno2ben / ſou gaf Ijn hem in baere booſe eſſents in/ embe moerbe ſpme kracht in haer Imt/

op bat ſp meter goet uierben / eube in hem groenben,

JT2aer op bat fulcr ſtonbe 5ijn/ſoo moſtc ben boom en bebc tachten bana

ben boom onberſchepben [ofte mere ſchenben] 5ijn/ op bat bemuomberen (ban be gijeformeerbe mijfbepbt ber natuur)aen ben boom niet op en hieſe ben enbe omber en ginghe/ obcr [ofte

om] melcher huilie hem bobt tot be ſcheppinge habbe bemueegt/ embc ben miſſeber natuur (alg5ijn geformeert Ymoo2b) in een contrarium [fjabbe]ge ſchepben. . .

Iſaac mag in het Ens [ofte meſen] Stijgiſti (alg in het ghebatte muoo2bt beg geloofg) upt Abrahams Ente inbë

#heldobe ontfangen: embe ſtomtintje

figuur Chriſti : niet gijcheef alleen lipt


s

Van Hagar ende Iſmaël. 147 Ze gem elſchË enteſofte meſenjmaer zº upt upt bepbe te gijelijck: upt Abrahams 25 bamiſchen ente, embe upt het ghee

# # gijegrepen] Yugo2bt beg: gijeloofg. «Enbe Iſmaël mag upt Adams ente [ofte mueſenjupt Abrahamsepgijen na

tuur/na beperburnen epghenſchap: upt Abrahams 3ieſenbe Beeſt/geheel upt5ijn meſen, maer niet upt het gez

natte moo?b beg geloofg/'t melch op

Iſaac b2ang [ofte ging,j ſhufo ſtonb Iſmaël albaer / gijelijck 3ijn 1Baber Abram, boo? het ghebatte Yuoogb beg gheloofg/ embeijn ſoube het felbighe

4 ſnoozb beg geloofg upt Iſaax #2cmela

% ſchen bobbelijchen aenghe-erfben % hugo2.be (inbe begeerte) oock batten/ eube tot eener ſubſtans beg geloofg in in-boeren: âBamt Bobt falfbe #men e ſchepbt Chriſti/enbebe menſe ljepb Chriſti falfbe ſpile tacken enbe ſp?unten/ te meten/bie gene bie ha: re begeerten doch in hem in-boeren/ bie comen enen ooch alſoo tot be ſala binge / ghelijck (Bobt het 3aet Abra hams, in be begeerte fijng ghcloofde

# be aac,# tglittr # # enibe # be figull 211t1

Adams in Iſmaël :

# in Abram # 2.


Het achtſte Capittel

1 48

«Bob embe Adam tegeng maſHamberg. dºjobt mam Adam in Abram meber in 5ijn oerbomb/moo2t embe Muille: embe upt het ſcibe 19erbonbf/meo2bt/eme

be muille / het muelch Abraham van «Bob innam (baer in bat Abram gije rechtbeerbigt muiert) niert ſtijgiſtug ghcbonen: bie nam Iſmaël enibe aſſe herburnen hinderen Adams (bie haer begeerte in ljeul maer in en boeren) in5ijn moogt/cñ in 3ijn hemelg 45obe belijck ens (ofte mueſen] in/ embe bere ant moo?tſe ſofte berſoentſe] ſpmen

39aber (alg ben ſchoot Abrahae baer in ſpmen naber bat eenighe heplight

Yuoogt banbe gobbelijcke licfbe heeft in gheſonchen) baer ober baterbers ong arme Hevas Hinberen #ober dCt.

2llfoo berſtaetong nu alſjier / ban gt en behanbe 392pe :

Abrahams

Yuat het 5p/bat tot Abraham gijeſepb

luierb: Des Maeghts Soon en ſal niet erven met der Vrye. Hºet en mag niet

alleen om be uptmenbige erfeniſſe te boen/maer om be eeuwuiglje erfeniſſe bambe Hintg hepb 45gbg.

n Iſmaël mag ben epg en af-ghe ballen natuur-Yuille / bie Ijp ban 5ijn

moeber Hagar, en de ban bcn natuur -

.?

Hijchen


Van Hagar ende Iſmaël.

149

Hijchen Adamiſchen muiſſe Abrahams ge-erft habbe: Yuelſte [miſſeleen ſpot , ter banbe nietmde gijeboo?te Yuaer,

aſbant be JPuppel ſjabbe ſpnen miſſe in ben muille beg menſchen (tot felfg bepbt [ofte ickſjepbt] in het ente ban bc &lange) baer in/in-gijeboert/bie en ſpotte maer met be mieume ghe boozt: gijelijck.be Duppel boch maer een ſpotter en ig/ ſoo muanneer men hem ſepb/ op mat mmpſe bat bentoon banbe eetſmuige natuur (banben mJele

ſtenijn een 1eo?ſt embe een 25eſitter is) fal [ofte moetJ inben menſchen hueberom in liefbemermanbelt moge ben/bat enig ſjein niet behaghclijch:

beſcn baſſchen beeſt urag ben reche ten ſpotter in Iſmaël, ban ben ſcIbia en ſenbe 45obt: Stoot des maeghts one(alg beſcn ſpotter) van uuyt; want

den ſpot-geeſtende wille,en ſal niet met de vrye (alg met ben eenighen mille gBobtg) erven. j?It foo en ig ong bit

niet op [ofte ban] ben geſjeelen pera

foon Iſmaëls te berſtaen : bat bobt hem (upt fijn boo2nemen)banbehinta

ſchap heeft verſtooten: neen / neemt het bemijſt hem het teghen-ſpel [of

te ter contrarie J apant toen Hagar ſtout muierbt/ (alg ſp ſhnanger mag/ -

-

&B 3

eltbe


15o

Het achtſte Capittel

embe haer b2ou niet) en behaer p2oit (Sarai) Yuepnich achte/embe bat Sarai

ijaer baerom ſtrafte/ en 3p baer ober man haer muegh liep: foo ontmoeten haerben Engel 45obg/enbe ſepbe tot ijaer : Waer wilt ghy heen Hagar, Saraf Maghet? keert weder tot uwe Vrouw, ende verootmoedight u voor haer, ick

wil u zaet alſoo vermeeren dat het van

weghen grooter menichten niet en ſal connen ghetelt worden. Vorder ſprack

de Engel des Heeren tot haer: Siet, ghy fijt ſwanger gheworden,ende ſult eenen

#

Iſmaël ſult noemen, daerom dat de Heere u ellend verhoort heeft. Hy ſal een wild menſch Soon baren, diens name

zijn,ſyne handt teghensyder man, ende yder mans hand tegens hem,ende ſalte alle ſyne broederen woonen. Ende #ensnoemde den name des Heeren, die

met haer ſprack: Ghy God ſiet my,want ſy ſprack: hier hebbe ickgheſien, denge nen,die my daer nae Lofte achter nat] heeft aen-gheſien, daerom ſoo noemde fy dien Put Lofte fontepne] (daer dat

gheſchiede)den Put des levendigen, die my heeft aen-geſien.

Deſe Figuur verſtaet alſo :

Hagar vluchte inben miſſe banbe felfabepbt (aig inben onghe hoogſte -

Ill? II


Van Hagar ende Iſmaël.

151

111en IYbille] alg inben mille ber na

tuur) Yuaer in be bunbel (na be grim

mige ſofte geſtrengelengenſchap)een 3Bo2ſt muil 3ijn: bien ſeluigen muille en hniſbe hem onber het oerbonbt niet

berootmoebighem/enbeber b?pe (alg ben eenigen b2pen muille 45obg) ghce fjoo2ſamen,

&#jn beſe figuur bluchte Hagar: maant ben muiſſe banbe ſelfgbepbt fal [ofte moet]upt blieben embe gheheel jterben / embe het berbonbt noch be ſtimbtſchap niet erben.

Maer den Enghel Godts ontmoeten

Hagar, ende ſprack: Waer wilt ghy he nen vlieden Hagar, Sarai Maghet ? keert wederom tot uwe Vrouwe, ende ver

ootmoedight u onder hare handt: Siet, ghy ſijt ſwangher, ende ſult eenen Soon baren, wiens name ghy Iſmaël ſult noe men,daerom dat de Heere u ellend ver hoort heeft.

Dat is te ſeggen: G5ijn arine elenbige (ban het ſtijcſt ber natuur gehangen)menſch: het ig Yuaer / be natuur heeft u in ſjaeren Yu onberen (in haren contrario) gebos ren/embe be JPuppel heeft u bergife

tigt bat gijp moet een tegen-menſcij op aerben 5ijn / tot een tegen-ſtellini ge ber &#5 4


152 Het achtſte Capittel geberhinberen 45obg/ bat3n boo2 u gljeoefentenbe in beberb2uchingfje mogen int-geboert mu02ben/ op bat5p

upt het ſap van haeren Yuo?tel beg hepſg (upt ben hcplige Ente) uptb2illa gen: embe haer in be perfſinghe (met be operighe begeerte) boo2 het liebe ens ('t Yuelch gheheel facht embe ſtille ig) bemeghen enbe boogb2inghen/op bat in beſen contrario en beſtrijt/upt het ſbobbelijche Een , ootſt b2ucijt maſſe. 't ºgg maer / umpen huilben mille moet upt-gijeſtooten embe gijee

boobt mo?ben: maer keert maer mee berom tot be p2pe (alg tot ben eenie gen mille 45obg) enbe berbemoebigt

11 nooº be b2pe [ofte omber ben p2pen Yuilſe Gyobtg:] mant ich ljeb it clembt

1uel geſien/ embe en heb u ban mpmen mengheſirljte niet berſtoot en / mld

alleen uwue muiſbe epgijenſchap (alg ben miſſe banbc natuurlijche ſc{fge ljepb,) ſlàaer icſt moet hem beſcntijt |

gocht hebben: Yuant hp fal tegengala

Heſpite h2oeberen ſtaen/ embe hen in be b2ceſe & Bobg (niet 5ijn tegen-ſpel)

oefenen : boch heert gſjp iniaer ine: berom(in beboete) tot 5e b2pe/ich \uil it alſo bermeeren bat men u 5aet niet en ſal connell tellen, S

.

'T.

-

-

3Daera


Van Hagar ende Iſmaël. 153 âBaerom [geſchiet bebelofte] junſt aen ben ſpotter: baerom/in hem lagh het ſtijche ban. De openbaringſje ber

muomberen Bobg upt be natuur (alg upt be uperige merelt/ upt be ſterkte enbe almachtighenb 4bobg) batſſele bige ſtijckjmuil bp in Chriſto mebera om in beliefbe (alg in bat Een, inte b2pe)in-boeren.

#

-

#Baer Hagar (alg ben muille van be natuur beroperighe5iele) foube ſofa te 1noſt] Yueberom heeren/ in beboete

% 3

treben/haar hoogte wapeſ als ingen eenighen erbermemben miſſeber liefe be/algberoofmoeb boog het verbonbt eube t;act Iſaac)

igen/ embe ben af

gheballen Yuille ban ijaer uptſtooten,

ºnbebaerom ſonbijaer be Hacereſpe men «Enghel te gljemoet / embe open baerbe hem felbemaen ijaer met ſpne ſtemme/ſoo batſp ben naem beg#ee

ren noembe: Ghy Godt, ſiet my: hier , heb ick geſien denghenen, die my nae derhand heeft aen-geſien. JPatig: ben mueber-huiſſe liep ban

man ºobt) upt: maer ben oºpen (alg bearme/eſſ 45ob ſagh

embige/gebana

gen3iele meberom aem/ embe riepſe: g baer ſepbe be5iefe: ghemiſfijch/ hier ſjeb ich geſien ben genen bie mp naa . -

65 5

Dere


154

Het achtſte Capittel

berijambt (ntae bat mpnen miſle ber ſelfgljepb/alg bematuur mag uptgez

toopen) heeft aengeſien. zibatig ſoo meeſte ſegghen: man meer bemſpotter (alg ben epigen mile He) in fijmber natuur/ig upt-gbelege pen: embeljem in een contrarium tez

gemg ſpmen bloeberen (biebaerſom: Yupſen in haer gheghenen Bemelſch ente niet en huilfen arbepben / maer

traeg [ofte 't moogt bobg fabt]Yuopa ben) niet ſpotten tegijeng haer in pocrt/enbe3ijn ampt (manbematuur

hem gheghenen) upt-gbericht heeft/ tot oefeninghe berkinberen 45obg.

2tig ban ſiet «bob ben ſpotter (alg fpmeg merch-tupg [ofte inſtrument, tot beoefeninge ber3iele) ooch aen: embe en Ymiſ niet bat bie 3iele berbera

be/ijn ſietſe mcberom aen. Hap laetſe

ſcerememberoepen/ hp trechtſe oock (inbe conſcientie bermenſchen) tot hem; batig te ſegghen: achter mat/

[oftenaberhanb] heeft hp mp aenge ſien: baer ich alreetg het Ymerch ber natuur (inben miſle banbefelfgljept) fjabbe bolbracht.

«5elijcſt ban Hagar ban GBob eerſt

# Yperbt / alg 3n ſjaere b2ouin MUdā ongſtehoogſaem -

gewoonvººi GRIt


Van Hagar ende Iſmaël.

155

gan haer megh gheloopen: [Hagar] heeft ſomber tmijffel in ben teghem Yuille (tegheng haer bpourn) ſjaere b2oumu ſeer beelbemegheng acn gljee baen/Yuaer boo? bat Saraï ſp gljeoefe fent gijeïnd?ben/enbc tot 45ob heeft gljeroepen en be gijebeben/batſjp ſjaz

reverſmaethepbt (meghem baere one b2uchtbaerhepb) ban haer muiſbeme men/enbeijaer muiſbe ſeghenen/batſe mochte b2uchtbaer mo2ben: op bat ſp

alſog het hung (ofte mat)rennighbe/ in't Yuelche5n het heplighe 5aetman Abraham foube in-memen [ofte onte

fanghen] in fpnen gheſegemben 5a be/om te merhoeben batter in het ge ſeghemt3aebt Abrahams niet petmleg menſchelijcke gelijchhepb/mambe na tuur in-genoert en muierbt: maer bat 5p eene 45obbelijche begeerte in haer

ſjabbe/ inbe muciche 5p het 3aet Abra hams batte,

«Enbebaerom maſt oochbat 35ob jaer onb2uchtbaer maeckte / tot in

baeren ouberbom/ op bat in haer be beeijſclje luſt niet en ſoubeberheffen/

[ofte het opperſte gijebiet nemen] ene beijaer bermengen in Abrahams gea

ſeghenbcn3abe. âBant 5p foube alle bacte

mafſtand:#tot ( als:


1 56 Het achtſte Capittel. 3aet ber bpoulnem in het oerbonbt? 't Yueſch hcni in haer / mae het ſtijche ber natuur behuccgijbe) in het 5aebt

Abrahams, in-ghebell: niet lintbe ges

Hijchſjept banbeſBeeijſche ſuſt / macr upt begeerte ber natuur ban't gefog meerbe Ynod2b, -

-

--

-

Daeromfoomoſt bie (in Adam)in

# 1Beehſche Iuſt noo2 Ijeen in jaer (alg ghehecl)ſterben : (in meira he [3Pechſche luſt J ben Jeupbel3ijn

fioof-ſlot heeft) op bat alleen be in huenbighe natuur noch inberbegeera te ſtomb (alg het Ens ban het ghtfo22

meerbe moo?bt nae ber Ireatuur.) âDant het moopbt ber belofte in het berbomb/mict Abraham(upt Abrahams

3abe) ſoube hem in het 3aet Sarai (alg

inbe moumelijthe Matricem in veneris tinttur) inbeghenen / embe het Ens ber

bloumen(unt beliebetinctur)aen hem nemê/'t melk hë in Adam in een brou ijabbe geſchepben. Botſj niet na het

gheopenbaerbe Iepen (alg bat beplig in haer berflote hemelſchen entij, 't hjelch in Adam en be Eva beriſmeſche

te [ofte upt bluſte] Dat eerſt in ſtijgia ſto geopenbacrb tuierb) maer na het

#ijche ber, natuur pan't gefo2meere bemoogtz in 't mueſchebat gemeïſche k-

-

Ens


Van Hagar ende Ifmaël.

157

Ens berſloten lag tot op be behuegine gtje ban't berbomb in Mariams ente,

aiYuaer het teken aen het cpnbe ban't berbomb ſtomb,

2iſſoomoſt Hagar en be haren 3de me Iſmael, (ben mcicſte mae ben milie ber ſclfg ljepb/alg mae beg JPupbelg in-gijeboerbe begcerte/enbenae ſpne 1uptYuenbige conſtellation) een ſpotter ban ſpnen b2oeberen(tot haerber oefa feninge) een merch-tupg ber natuur zijn/baer boo? bat Bob ſpme mombee ren openbaerbe.

Boch gelijck alg @Bobt/be natuur niet eeuwig man hem en muil oerſtoo ten/ maer hp gljebzupchtſe in beſen tijb (in een contrario) ſofte tegenſtels ſinghjtot be openinge banſpne muone beren ber Yuijftjepbt upt ſiefbe embe . too?en/tot een baer-moeber ban ſpme Yuonberen, 2ilſo ig ongooc te berſtag

man be bopſe acn-gbeho?en engijen ſchappen in ben menſchen / bie niet

bcrmoghen be 3iele te neroo?beeſen: maer ben b2pen milie bie3pſte meten beziele] heeft (ſop3p baer mebe in be ſelfgbepbt) inbeboofbepbt blijft/bie berboemt ijaer: mant 3p en muiſ niet Yneberom in bat Een (alg inbe ruſte) in-gaen, H#aere oerboemenig

#


158

Het achtſte Capittel

haer ſelfg/embe niet bupten haer / 5p maecht haer be Belle in Ijaer felfs: batig/ 5n per merkt in haer (unt het centromanbe eeuwighe gijeeſtelijcht natuur)ben grimſofte g

gljept

«Bobtg (alg bie epgbenſchap nambt bupſtere operigheYuerelt/ in be muelta he5p geen Rimbt berliefbe bobtgen ig 7 maer [een ſtimbt] ſpueg too?rmg) lucleher meſen 5p ſelfg is. 3Bantſe be 5ieſe het engen [ofte feifg] miſſen afſterft / ſoo ig 3p be #2clie (alg het ſtijche ban be grimmighe [ofte gijca

ſtrenge] natuur) afgeſto2ben.

HDit ſo en Hamſe bat (in epgenmerg mogen)niet boël ten 5p ban bat Goh

barr mucber aenblithe [ofte aenſief

# alhier Hagar geſchiebe/baer pſepbe: Ghy God ſiet my: embenoem: bebaerom bie felbige ſtebe (ofte ben ut)Een Put des levendigen ende ſien den. âDant ben 33ut ſofte be JPontepe he] Deg Ieber1g/heeft fjaer aſbaer in

haer geopenbaert/eij haer tot be int berom-Heeringe [gfte beheeringhel gijenoert. âDant ſp en ſoube met ſja ren ſome (upt het boo2nemen 45obg) liet nerſtoten 3ijn: maer Bob en ſtele

De naer bepbe neiſtijchen (aig in Iſ maël enbe in Iſaac) in haren 3abeale Daet


Van Hagar ende Iſmaël.

159

baer, 4TBamt 45ob fpgach baerºna tot Abraham alſoo : Daer toe om Iſmael heb ick u oock verhoort: Sietick hebbe

hem gezegent,ende wil hem vruchtbaer maecken, ende ſeer vermeeren: twaelf

Vorſten ſal hy teelen, ende ick wil hem tot een groot Volck maken.

Hauſg mat 95obt ghe5egent heeft/ bat en ſal ben 25iſſchop(met fijn mer

muft) niet ontmuijen[ofte ont5egenen] Ijp ſtel be hem tot eë ſtegent in't rijck -

ber natuur / op bathp be monberen ber natuur openbaerbe : embe [ en

heeft hem ] niet tot be oerboemenig (alg25abel oo2beeit)gep2ebeſtimeert:

21 en be melche een schaep-herberg ſtaf beter in behanbiuaer/alg batſe bemerbo?genthept nam beſchrift met aerbſche oogen merklaren/ eñ bcſſupe të baer in[ofte baerupt]te maken/bie ben JPuppel met bienen/eit ben mene ſchen lichtmaerbigh maken. 3Pant aſiſt bat Iſmael met 5ijn moeber Ha # maberhambºuierb uptgbeſtoten/ at fjn niet tot be erfeniſſe ban be

goederen Abrahams hombe homé:bat heeft meel een amber figuur [ofte een amber bebupbtfcl] bam baer het bere nuft boo2 aenſiet.

GBob ſtelbe Iſmael tot smeert#


16o

Het achtſte Capittel

het ſtijche ber natuur: Iſmael foube m2ecmbe goeberé beſitten/ obermibg bat Ijn niet upt be linie beg berbomtg en Yuaer gheſp?oten. «Enbe om bat Iſaac upt be linie begberbontgYmag/

foo gaf 45ob ben Iſaac De goederen Abrahams (alg het gijc5egenibe erbc) mabemael ijp uan ben 3egen mag gez bo?en/embe bat Ilpt hem ben H3 eer[ofe

te ben GEpglyenaer]ber goeberen ſou be komen / ſoo ſollbe hp onbermijlen

een 25eſitter dan beſcIne erfeniſſe 3ijn/tot bat ben H2eer [ofte ben «Erf genacim] Daer na qllam. -

&#nbe Iſmael foube een ſinechten be biemaer ban ben toehomembé ſpeer 3ijn : Muant be ſtinberen der natuur/ 3ijn bienacrg in het ſtijche berghe nabe: [ ſp en 3ijn ] niet #eeren in cp

ghen miſle/fpenſulien [ofte en mote ten l niet met engen muille I ofte mille ber ſelfgfjeptjinde erfeniſſe begrijer «Ihriſti ingrppen. âBant het en ſept niet aen pemantg muilië/Hoopen moch te rennen/ het felbige te luiſſen enbe te lionnen (in epgijen miſſe) nemen: nlaer het Iept aen Bobg ontfermen:

het is een ſtijch bergbemaebe / embe niet een glje-erft ſtijch upt een gije

ſlaclgt bermenſchen/maer ſbob - '

-

"

# g


Van Hagar ende Iſmael.

161

#n Abram upt genaebe in fijnen 5&l C €, 5

-

z&D en ſpotter Iſmael moſte banbe

ghe3egenbe erfeniſſe upt-gbeſtoten Yajo2ben: muantijn en mag niet upt be erffelijclie linie (alg upt ſomberlijche gabe «Bobg) gijebo2en/ghelijch alg Iſaac, biebaer (in ben perſoon Cij?i= ſti) ſtomb, 3l3ant ben erfgenaem ban

ben 5egen 45obtg foube Chriſtus als

Heen 3ijn/bien't boo? 'trecht bernaz tuur toekomt: maer be ambere ſoubë aſt'famen alg fijne hupſgenoten 3ijn: urant Japhet foube in de hutten Sems

huoonen/niet alg een heer/maer alg een bienaer: Muant ſelfg bieperſoon Iſaacx enig baer in niet anberg (nae fijne aemgebogen ºf bamiſche natuur) alg een biemaer,jl?aer bathp tot een

erfgenaem bcrito2en muierb/bat ghez ſchiebe hem ban 4,5pb/alg een Stab

ſjouber fijng 42eerë/ bieupt hem ſou be boo?t-homen/uieng (van 45opt gegeben cpgcriſtijap/ hp in hem (alg in beſtebcbcg berbombg) b2oegh. . 3Perſtaet/hp b2oegh ſtij?iſtum (in 't Jerbonbt G5obg) in hem /aen ben

Yucicſten alleen (upt natuur-recht)

bc goeberen toe-quamen: muant hij Yuag (upt 450blijchcr

natuur: U


162

Het achtſte Capittel

65nbg himb embe erfgenaem / ban al

't geneYuat 45ob te er men habbe ſofe te erfgenaem man al begoeberë fijne 3Baberg,] iſ Baer alle be an beren en

quamen be hemelſche goeberen niet toe/upt natuur-recht: mant ſp habe ben het natuur-recht in Adam bere Hopen: enbe en quamen maer ſtotte erfeniſſe]upt game embe ſchemchinge

beg geberg/upt ontferminge bobg. JBaerom mierb Iſmael banbe goe beren Abrahams upt geſtoten/ nuant hn Yuerbt baergheſtelt alg be figuur toeltomenbeiſtijcke ſtijgiſti al

# ICT,

GEmbe op batmen't boch klaer kant ſien/ ſo ſietmen't genoegh baer aem/ bat Abraham bp een oºgpptiſche J12aeghb bplagh /enbe eeneii Soon

met ſjaer teclbe upt fijmen 3abe/alg upt be eſſens fijng #Licſjaemg enbe

3iele/embe epen met baer mae (ben ſelnigen Soone) berſtiet upt be erffee miſſe: ſfoo fietmen]bat het een boor beeſb pan berechte hinbfche erfeniſ, ſeig: bat niemanb en bermagh totte

erfeniſſe te komen/ten 5n ban bat jn upt beſem berbombe ( uipt Chriſti bHeeſch enbe gheeſt) geboren Yuo 2bt. Ita &Den ouben?fbamiſchien

mini:

13llen


-

Van Hagar ende Iſmaël.

163

-2) en ep'gen Yuiſſe uptber &langhen

Zace) muerbt upt-gbeſtooten embe ges heel muegh gbemoppen/ hp en is tot het ſtijche 45mbtg niet nut : hp enig maer een inſtrument/baer ®ob ſpne Hinberen mebe oefentem.be b2ijft/alg

een beeſem baer mebei men het bung beeght: be5ieſe moet hem [te meten/ benepgijen 2tbamiſchen miſſe] ghe beet (imber eeumighepb)berſaten/ene be in ijaer ſeinen tot een nieuïn HLice

baem upt beg Heemelſchen ente (upt ſjaren/in Adam, aen Q5ob bermelche

ten ofte berbupſterben/J embe upt Gijziſti Göeeſt baer mueberom in gljee

boerben Igemelſchen Ente) ghebozen

#

QPe grobe (in-gijenoerbe)

beeijfche epgenſchap mozbt uan het ſtijche 35obgupt-geſtooten:ooch aen alle menſchen/bie upt het ſombelijche 5aet Adams gijeteelt 5ijn/ foo Ypelaert Iſaac enbe Abraham / algaen Iſmael.

JBaer het ens, in 't oerbomb/ſal eeue Ymicijlenen/ eit ben rechten in Adam

geſchapen menſch/upt het upt-trecha fel [ben limo] ber: aerbe (alg ban het ſtijch aan 't Ymeſen beſer merelbt)ten

jongljſten baghe mueberom aen-trece hen : maer niet begronicljepbt ber aerbem: Yuant ſjet ens ban't gijefo2 meccD2


164

-

Het achtſte Capittel

meerbe Ynoozb/bat heeft hem in eent | ſcheppinghe/ in begeben... . HºetinYuenbige ens ſtijgiſti 't mueſtſt

be3iele tot een #emeig3Lichaem(upt | ben 45eeſt ſtij?iſti/enbe upt5ijn bleeg !

embe bloebt)aen haer aen-trecht/bat ig geeſtelijch: het ig een gſjeeſtelijck

lichaem/ 't meich (met het ſternen bamben uptimenbighcn menſcij) niet

en ſterft/mo?bt ooch niet begraven/ ten ſtaetooch niet op: maer het ig(in Cij?iſto) boo? alle embe in allen gljee ſto?ben embe begraben ghemo?ben/ ooch op gljeſtaen/ embe het leeft eeu

buigh: Muamt betig mannen boobt tot het leben boo? Ijeen gheb2onghen.

Gºnbebaerom en quam Iſmaël niet tot be erfeniſſe ban fijng 1Baberg

# hp en ſjabbe / ſtij?ie

ſtunt in het bleefcb enbc gheeſt/morij niet acn-gijetogen. #Pacr Iſaacſjab be hem/in 't berbomb/aen-gbetogen: enbeijn ſjab/upt Bobg game/ Chris

ſtum in 't berbonbt alg nu noo: ma tilur-recljt in hem:niet upt 5ijn (maet tbeg gijeberg) ghelueſbt: unt het gijemueſt begberbombtg. HPaer Iſ

maelfoubenu het berbomb (upt gijzi ſto) aen-treclien: embe niet unt hinta ſche erfeniſſe/ gijelijcſt alg

cluiſ,

-

ie


Van Hagarende Iſmaël. wie het (upt 45obt) in

165

#] gſjea

'ecijticljepbt aen [ghetrochem heeft. GEmbe alg nu foo en ontb?eecht het

Jen Iſmaelmaer baer aen/batſjp hem n't berbomb beg fiemben embe ſeben Jigen en beſchoumuc/gelijk ſpmemoe yer Hagar bebe/embe met ben berlo een #oon tot ben 32aber trebe/ enbe

Abraham(batig 5ijn erfghenaem Iſa ac in Chriſto) te moet uglſe/hem biba benbebat Ijp hem in 5ijn hung (thueſc

ig bemenſchepb Lijziſti alg be gijeez ſtelijckc merelt) tot centen bienaer eit bachloomer muilaen-nemen: mant hn en ſjab gcen recht tot ſyme erfeniſſe : ijp en mag maer een Stief-b2oeber ban een b2cembe ingeber (alg Jan 't

Hijck ber natuur) geteelt.

-

GEmbe om be foobanighe ig ſtij2ie

ſtug ghecomen/bat hp hem ſjaerber erbermen muilbe: mant Ijn ſepbe ſelfg (boen Ijp in 't bleeſcij quam) dat hy niet en was ghecomen te ſoecken de Rechtveerdigen, maer den armen Son daer:(5ijn b2oeber in Iſmael eft Adam) niet ſpne Ipnie in Iſaac ; Want den Rechtveerdighen en heeft de Medecijn niet van noode, maer den krancken ver wonden armen Sondaer.

qºnbemp en muillen be

pretti:


|

166

Het achtſte Capittel

tie enbebe ghemabighe3Perkieſingel niet alſo blint hier in ſtuptë/[ofte lipt beſe leiſtorie beſlupten] gfjelijck alg 25abel boet/bie baer leert/ bat 650bt

eenenſeeckeren hoop embe ghetal tot beberboemenig ſjeeft geo2bonneert/ embe eenen amberen Tſjoop] ter 3alige

bepb. Sooo manmeer bat maer/ſog foube be natuur in een feeckere maet in-ghcſloten 5ijn / Yuanneer 3p een

himb «Bobg foubebaren/enbeen hab be ſjaeren loop niet meer in het b2pe

Yuefen: oock ſoube 45ob ſpriem ombere amberlijchen milie in een begin embe epmbe in-gbeſloten hebben: enbebaer en maer geen b2picljept meer in mene ſcljelijcſter epgenſchap. JIBaer alleg

mat een peper bebe/bat moft hp alſo onbermpbelijck boem:'t 5n bat ijp ſtal ofte roofbe/bermoo2.be/ ofte 45ob lag

ſterbe: 't 3p hoe jp ban leefbe/ſo moſt

hn alſoo boen.

...

-

&oo bat Muaer ig/ſoo 5ijn betſjien eboben oocht alle leeringe enbe mete en geheel te bergeefg:embe niemand

en behoeft boete te boen/ ten 5p dat 45obt hem baer toe bruinght. #th ſegghe/bie alſoo leert / bie geb2upcht

enteboert ben name Bobg onnutte lijch: eñ ontſjepligt ben name ee: *

12


Van Hagar ende Iſmaël. 167 bie nam eeumuighenbt p2pig: bie hem alſe & onbaremaenbiebt/embe heetſe alle tot hem te comen/Matt: 11.

't39erbomb mag melin Iſaac opge recht/alg in De 45obbelijche macht efi

aen heerſchapppe: maer heten mag tg) niemanb (in be Ipnie begberbonb

ghegheben/ alg alleen ben ſlàenſch Ch?iſto/op bat niemaubt (upt recht) tot “Bob en quame: maer alle in ges mabe beg eenighen/op bat hem 45obt mber alle in ſtij2iſto ontfermbe/ enbe batbupten hem geen beure ber genae

be meer en mare: ben %joben (als het 5aeb Abrahams,) enbeoocht ben #epe

benen/ alt'famen maer (upt genabe aengenomen / embe in hem nieuhu gee bo?en) hinberen /enbcniemanb bupa ten het Heben Cljziſti. De globen enz

beooch be lºepbenen/mebe alle nieme

ſchen/bie tot 45obimbzingen(alg tot fijne gijenabe) bie heeft hp alt ſamen in bie gemabe (bie ijp in Chriſto aene biet) mengenomen.

-

Daerom babt Chriſtug ooch boo? fijne opambem (bie hem niet en ſten

ben/ maer hem eruptigbem) bat 45ob ſjaer in hem miſbebergeben/eiïſjaer in genade aennemê. “Hjn melchen toe

gamicſt alle bolcheren (bie Chriſtuin -

iltÜCl!


168

Het achtſte Capittel

inben bleeſchenieten hemmen / maer tot be gemabe Bobguliebem) eë open poo2te hebben/enbein be ontfermine ge G5obg Yuo?ben ingenomen. 3Bant niemant en tomt(bupten «Iljziſto)tot

be kinbſche erfeniſſe; hem alleen be hoo?ë begoeberen (alg bie hierarchia bermenſchen) gelijch ijp oocht ſepbe: Vader, de menſchen waren u, maer ghy hebtſe my gegevë, eñick geve haer dat eeuwighe leven: daerom behooren zy hem toe, omdat hy Gods Soon (uyt zijn

weſen,van eeuwigheyd gheboren) is. Adam mag docſt Gödbg natuurlijcz ite Sooon / biefjp upt 5ijn mueſen ſjabe !

begbeſchapen [boch niet gheboren] ! maer ijp berloo2 be ſtimbtſchap embe beerfenig/enbe niertuptgeſtooten/ enbe alle ſpmeltinberen met hem/ gee

Hijcht alg Iſmael ban beſtinbſche erfe miſſe upt-geſtooten Yuierbt. âIPantilt

Abraham muertbaterbe man be mare hinbſchap Yueberom openbaer: maer

Iſmael mag upt het erme mambe hintte ſtijap niet gebogen/maer upt het upt

geſtooten 5aet.

iPaermuſon boobt @Bob (upt gijt nabe) 3ijn ljepligijeerbe in Abraham

hueberom albaerºbat bpſjetupt-ghce

ſtooten 5aebt Mueberoni muiſbe te; een iIllz


Van Hagar ende Iſmaël. 169 himbelijchen 5abe baren. HPiet bat ben af-mailigen (in Adam upt-gelona pen)Ymilie inbeſelfgljepbt (in Iſmael) in beſe moeber ſoube in-ghenomen mo2ben/meen: ben ſetuigben Imuille ber ſelfghenbt] muozbt man be himbe ſche erfeniſſe met Iſmael in alle mee

gijen upt-gbeſtooten: ijp en kan niet nieughebogen mo?ben/ ten 5p bat

#

ſpite ſelfgfjepbt embe ſelfg miſſe af

ſterne/enbehome meteenen omghe heerben milie tot bobt (in Chriſto) inbe gebaente bamben perſo2enſoon/ bie niet/upt natuur-recht/en begeert mochte huiſ/ alg alleen bat hem ben #eer bergoeberen/ ober hem ontfere

me/embemeberom tot een bach-loo mer [ofte huurlinglaen-meme. . . 3Penſelnigen om-geheerben mille grijpt bobt / in 5ijn ghenabe gijee ſchonchen erfeniſſe (alg in begocbe ren Abrahams, in Çij?iſto) mueberom in: embemaecht ſjemi tot een erfghe naem inbe goederen Iſaax (alg in Iſa ac geſchonchen erfeniſſe) in Chriſto.

Iſmaelmuierbt van Abraham (alg ban De goederen bobtg) upt-gjeſtoten/ bathp foube tot ben eenigſjen & one Homen/aen mien hp bat geſjeeſeerbe Olli ſjab gijegeben/

"ng ":

-

-

-

t


17o

- Het achtſte Capittel

ſche erfeniſſebibben: mant ben na tuurlijchen 2ibamiſchen menſch bie babbe het perſonen: embe bat felbige berſoo?ne miert hem in 't 19erbombt

Abrahams, alg ben geſegemben 3abe geſchonchen/ (alg ben menſch Cijzie ſto) ben ſcIben bereerbe het nu aen

bie/bie tot hemenkomen, 2Ilſe menſch

bie tot 45ob bemba

ber comen/embe hem om be eeumuigje bibben/alle ben felbigijen

#

ſchencht ijp be Rimbtſchap in ſijnen #Some Thriſto/aen muien hp het gljee heeſe etbe (alg bemenſchelijcke Hie rarchiam , alg be beſittihghe beg

th2oong bambe Engelſche Yuerelbt) inben locum [ofte begrijp] man beſt eit heeft merelb) gheſchonchen heeft/ hem alle machtenbeheerſchapppe in hem gegeben/Matt.28. baer bn ſept: My is van myné Vader gegeven alle ge welt, in Hemelende op Aerde. âDant d5obt ben 33aber regeert ben locum,

[beplaetg ofte begrijp] man beſe me menſchen/bemeſche tot Bob coment | bie comen in Chriſto (bie baerig be #Beer/eii ben monit fijng paberg) tot hem. Eh?iſtilgig ben ſtafbaer 45ob ſpnt ſchapé mebe mep bet: in beſtem: relt in ſpnen Sone ſtij2iſto: embe aſſe

IIlſ


Van Hagar ende Iſmaël. 1 71 vkte oºij?iſti muo?ben alie arme geombae

ren (de meichetjaer tot Bot men bij bebogen: embe inben boobt Chriſti

tot een en nieumen milie enbe lenen ergen ºp ben eggen miſle berfeſfºe bepbt af (inbe Himberlijck [nieuïne]

g#oggi)in de ſtemme Thriſti. apant #bgiſtilgig ben menſchelijchen [Yuil ſel (in de nabere too?ni af geſtue loem/eft bpig met ben miſte net feifa bepb/innen eeuwuiggen boobt begra ben gherug?ben/ enbeigin ben ſniffe

ſijna 32abergop-geſtaen/ leeftenbe heerſchet/inber eeumuigljepbt/ inben miſſe fijngababerg, eBob ben 1eaber moerbe 3ijn ſtem enbemtoo?n/aig ſpe

Het openbaringſjiſ inben 3abt Abra hams in Z (aſa in ben menſchelijchen

hniſſe ber: ſelfehennº)enbenderbenen

## epid/ met 3ijn epgijen in-gije boerbeſtemmie/in ben boobf/entje in be#elſe/muelche Jeoobt ente belie/

# menſchelijken ergenſ miſleber ſelfaſjepb/ openbaer mag/enbeuere

b2ach ben bootreft beſpelle/inhtacht van ſyneghenpenbaeröe ſtemme/ine beſt#nig ente in 't moogtt man be menſchelijche ſelfabepbt; op batten menſch hem ſelfg niet meer en milie/ ... ...,

# 2

ſtlû Clº


17z

|

- Het achtſte Capittel

- maer mat bmmumil /bat ſal bp imbt

a:# ſtemme

Bobg Yuillen, onlangh alg Iſmaels Yuille inte

ſtemmeban ſyne ſpottighe feifghcpb.

Iſtoub/]foo en Ronbehp geen erfght macm ban beſe in-gbemoerbe ſjijt ſchoncken goeberen 3ijn. dſl2aeröntu hp hem tot 45obt beſteert heeft/enbe

ben mille ber ſelfabepbt nerliet/ſoo ſomb &#ob ſynen «Engijei/jaemochim 'g moebergdicijaem/ hem tegemoet! 'eft ſp?ale: Keert wederom tot de Vrye, ende verootmoedight u onder haere

hand, ſo fult ghy leven: âBant Iſmael mag van Bobt / in 'g moeberg Lite

# ghemo:ben / bat bee bupb/bebluchtige menſchelijche mas tium inbefeifaſjepb, gfnbein 'g moet berg lichaem faniot GBobt ſprten SEme

gel hem tegemoet/tot beſmeber-rot inghe: bat bemipbt/bat alle ſhoot

ſooſe (af-baſſighe) menſchen (ja moth in 'g moeberg lichaem)in hare epgen Eſſents enbe meſen / boo2 be ſtemme dBobgtenbeootk ben gheljecten tijbt haereg Heueng / in haer felbem/ ghe:

roepen moeten: alleen verſtopt. Een natuurlijchen muilleber felfgh epb fijn

geſjou?/hatbaer in beſtemme aſsobg niet openbaer en kuo2bf. A

w

T ,


Van Hagar ende Iſmaël. - 173 oBrempel: 45elijch alg begbomme ben ghcheelen bach ſchijnt enbehaer ſeIben in allerlep eſſents, (ſgmatbare kracht maer huiſ in-nenië) in begeeft: aſſon Hſincht mocht beſtemme fobtg boo2 alle menſchen/ ben geherſentijt haereg Heueng / tot beïneberomtroe pintge. #on haeſt het3aet in 'g moes berg lichaem ghe3aept muo?bt tifog Hlimcht beſtemmieebobtgbaer in tot [oe nerhimgeval eenegoebe nºucht. #Eſter hier-en-tegijeng/ foo Hſincht

oocſt beſtemme mamben too?n eBobg in beeſëns, bäbemenſchelijche ſelfga hept. Daar is eene gheburige mo2 ſtab2n # en De liefde e

-

ate eitſſtherbitteeñfinitbetruiefman bepbel omerhuimt / aem bie comt be

bzucht/beſſenſtrijt buurt / foo Hangh ben menſch in beſchuereſt leeft. UPacrom ſegge mp metfombament; batmen niet enfaſ[ofte beſjoogt]ſium

ten [ofte concluſien te maech en/ober beſtinberen ber bepligen 45obg/alg ofte 45nbt alſoo upt 5ijn moornemen eenige tot be oerboemenig habbe gea teelt/embe ſjaer perſtocht / batſe niet

tot beſtinbſchap Homben comen: embe be auberen in hem nerho?en/ batſe s

,

# 3

miet


174. Het achtſte Capittel niet en ſtonbem perſonen gaem: jetig

geheel ſomber fonnament. ..

-

3 25pbe geſlachten ber bepligen (in eeft giſjeopen / als bp ben 33a: ###

#Adam, Noah, Abraham, Iſa ep ofte figuren # gemeeſt/alg # ##

## #nbe een quaeb menſcij. Cain, am, Iſmaël, enüe Efan, maren berie ben ſofte figuren]ban ben nerbonnen

menſch ende Habel, Sem, Iſaac embe Jacob, bie maren beelden ſofte figue te] Chriſti, bie hem in beſclinie open beſofte openbaerbe] embe hem ben verbo?nen hinderen Adams boot ſtele be (dig tot een licht en de Hagebiker om haar te beheeren. âIBant Gobt 'en heeft ſijnen &oone niet geſombem/ Dat hp De merelb(alg ben armen ber:

bo?ben menſch) foube beroo2.beeſen: maer hp heeft hem in bemerelbghe ſomben onder een hoop goblooſe boos ſe diaenſchen/ombatſjn baer foube

Heeren en te roepen; eiï om bie gijte # (biebegeeren te hoozen) faligh te #aken: bfe melcke maer een bon ºrië #lijcher enris ten gehoor in jaet hebben/in aſie bie ſelbigfje roept bie de bene


Van Hagar ende Iſmaël.

175

eigenbigh - makenbeſtemme Chriſti in bat klepne bontchen ) in ; embe

toept [ofte blaeſt] bathlepneponere ten op/op bat het een bobbelijcſt op er foube mo2ben.

«Embe op bat men boch be ooghen (aen beblinbeſelfg-genaembe ſtijgie ſtemhepb) opene/ in haren roem: alg mebe beooghenbergloben; op batſe jupſt op bare metenſchap niet en poe chen/alg oftſp baerom alleen ſtinbee

re11 4Bobg maren/ om bat ſp ben na me 45obg Yueten / embe ſjaer met bat

Yneten trooſten: enbebatſe be ambere 3Bolcheren (bie be kenniſſe in haere Yuetenſchap benomenig/eube in eene anbere kenniſſe 3ijn ingenoert) bera boenten (gelijch fp/ enlarp! alſo blinb . boen) op bat het eene bolcſt het ambez te oefene.

-

-

5oo Ypeet/bat Cain, Ham, Iſma ël enne Eſau, het beelb ber (@Lurchen embe H2epbenen 3ijn/ muelchte ſfob (in

Iſmaël) heeft ghe3egbent / eube heeft haer be 1902ſtenbommen (in fijn rijeit

ban beſe merelb) gheghenen te beſite ten; enbeſjaer in jet ſelfg-Yuetë/ban

be metenſchap ber himbtſchap ſtijgi ſti/uptgeſtnoten / gijelijck ijn Iſmael jaer Dan uptſtiet, &#nbe

##

- -

4.

n: -


176

Het achtſte Capittel

(in 'g jl?oeberg lichaem) boo2 ben

«Engelbeg grooten racbg/mueberom in ben?pe (alg in be goeberen Bobg) bat ſpijaer tot hem fouben Heerë [ofe

te beheeren.] âPantfp leggen onber het bechfcl ſhriſtinerſloten / gelijck Cij?iſtug onber het Hlebijtiſche jagic

ſterbö onber Moyſ Iberbecht # «Embe gelijck be hinberen man Iſrael omber be met/niet boo? be met ghe rechtbeerbigt en nierben/maer boo? bien gemen/bie onber be muet berb022

gijen ſtonbt. 2ilſo ſtacn ſp oock (ona

ber be rechte metenſchap ) perboy

##

gen/enbeleggen alg in moea berg lichaemi [alg IſmaelJ berſſoten. jl)acr ben «Engel beg grooten raetg

roept haer/boo: ijaren oeber Ha- | gar (alg boo? het ſtijch ber 3Patuur) bat haer be JPoeber met ſamen het #tinb mpeberom tot Sarai (alg tot De

322pe) foute inheeren/alg tot ben ec migen 45ob / bie ſijnen &oone upt be 392pe gebogen heeft, ... -

&oo komen ſp ghelijcſt onber het bechſcl/ ghelijch alg in ſlàoeberg lic haem/ tot be 192pe (alg tot ben ecilia gen 4,5ob)-bie ſjaer upt gijenabc (alg

b2cembelingen) in ben H3eer bergge bereil/in genabe heeft aengenomen/ -

' '

cfi


Van Hagarende Iſmaël.

177

fi Yuo?ben tot jupſgenoten gebogen.

WAswat gelijck alg Iſmael hem om be erfeniſſe milie niet tot Iſaac en mene be (Yuclche

# bocſj upt recht

[ban't oerbonb] aen Iſaac toeguanl/ uatt Auegen ben #eere in ſjen/bie het

ſjein geſchonchen/enbe tot 3Berpacha ter ſjabbegbeſtelt) maer hp huiſbe be erfeniſſe bamben naber hebbÉ, [KLPat ig/ fyp Heerbe tot Abraham, J 2ïIſo ſjebben ſjaer be (Lurcſtelt ootſt

man Iſaac (alg ban ben &oone) tot ben 3Baberghe memb/enbeſp muilſen

be erfeniſſe 45ebtg man ben 1Baber Ijebben[Datig/ſp en hebben haer niet tot Iſaac (alg tot Chriſtum) maer tot

Abraham (alg totten)33aber geheert/ Loft beheert] embe millen be erfeniſa fe 45obg Ebie boch niet in Abraham, maer in fijnen 5abe (niet in ben 3Paa ber / 1maer in Den 3one ) te bekomen

Yuag] ban ben 32aber hebben, iPaer nu ig ong ben 13aber in Den &oone

openibaer ſofte gheopenbaert:] &oo Yujanneer ſp nu bê 33aber aenroepen/

ſoo hoo2t [ofte herhoogt]hp haer ala leen in ben 3oome (alg in fijne ghega

penbaerbe ſtemme in menſchelijcker ep genſchap) enbeſp bienenboch ben & gone in Den 33aber. H#

S

3TBaut


178

- Het achtſte Capittel

aleant mop menſthë en hebben bupe ten Chriſto/ ben &oone/geenen Bob

meer: mant ben Baber heeft hem te ghen ong (met fijne ſtemme) in bent

oome gijeopenbaerb/ embe hp hoeft oftenerhoogt Jong alleen/boo? fijne gheopenbaerbeſtemmel in ben Aboos ine, Sbo huanneer nu be @Lurchten ben 1Baber aembibben/ ſo hoo2t (ofte bere

hoo?t] hp haer in ben Aboone/ embe neemt ijaer in ben Soone alleen/tot bekimbtſchap/ aen: in ben melchen hem ſpobt eenigij alleen (in bemene ſchelijke epgenſchap) mueberom heeft gljeopenbaert/ embe in geenerlep ana bere epgenſchap meer. 52u ſo ſpreekt

het 3Pernuft: hoe komen ſp tot be kinbſchap ſtijgiſti komen/ nabemael bat ſp ben Sboome niet en miſſen [ofte begeeren] boo? ben &oone 45obtg te hebben t ofte aen te nemen] en beſege

gen: «Bob en heeft geenen Aboom? Heoogt gijp mÉſch/4thziſtug ſp?ah: Soo wie een woord ſpreeckt tegens den Soon, dat word hem vergeven, maerſo

wie den Heylighen Geeſt laſtert, die en

heeft gheen vergevingheinder eeuwig heydt: Patig ſo beelte ſeggen: âDie be menſchepbt Chriſti/ in het mere ſtanb/aentaſt (aig fijn epgen "E: -

-

d

|


Van Hagar ende Iſmaël.

179

bat can hem vergeten mo?bg/mant ijp en kent [ofte en meet] niet / mat be menſchepbt Chriſtiig. jlaaer ſon mie ben leepligen 45eeſt (alg ben ee migen Bob/bie hem in bemenſchepb

heeft gijeopenbaert/almaer ben 1Ba ber/ Soon/ ente Hºeplighe beeſt een eenige Aboom inig) bie en heeft geen mergebinge eeumighlijch [batig] ſo Ymie ben eenigen 45ob berluo?pt/ bie heeft hem 45obt afge

#

b?ohen in een epgenhepb [ofte ſelfge ſjepb/alg Lucifer. J

*

Hauſo en laſteren be @Lurchen ben H#epliggen 45eeſt niet/bie hem in be

menſchepb heeft geopenbaert: maer ſp taſten bemenſchepbt Chriſtiaen/

enbe ſegghen: «Een treatuur [ofte ſchepſelſ en Hanniet «Bob 3ijn: maer bat Bob in Chriſto gem?ocht/enbe be momber-baben gebaen heeft/ bat ſtaen ſp toe/ entje en laſteren ben #2. “Beeſt (bie in gijziſto/alg in bemenſ bepb/gemuzocht heeft) niet: haerig blinthepb Yueber-baren/op batſe ome

ber een bechſel Iber om metenthepbtil heen boeren, T

-

geoo'fpzeecht het Bernuft: 45obt

# # ## YUg # teven

2 jatt

o2pent, H#2002 -


-

Het achtſte capittel ## ſlºemſch: Yuat mag beoogſaeth/

: 8o

at @Bob ſjaer ben Cambelaer (gelijk

ijp in S. Paulus b2epgbc) maegh ſtiet/ embeljaer onber het bechſeſ Iber one

metenhepbt J berſloot. HPeemt gijp Dat het ſomber ſijn noo2-lucten/ſon ber ſijn huiſſe 3p geſchiet ? 3Deen/het ig met fijnen muille geſchiet. Hen liet

toe/bat ijaer het ſtichter natuur eë 3Leere ban 't1Bernuft gaf, obermibg

be ſtijgiſtenhepbt (aen ben HPerſoon

Chriſti) mag in't Bernuft blind ge luo:ben/embe om bemenſchepb ſtijgia ſti thuiſtcben / embe beſcluige [menfe bepb]allerlep perſmaethepb embe one

cere aeubeben/gelijck ſuichg bp ben 2ïrrianen (baer men fijne ſ5obbepbt.

loochenben) geſchiebet enbeſbaer be] 25iſſchoppen in hare gierighepb/ſijn nerdienſte (in fijne menſchepb / om

beg bupchg milie/in harebunch-op b2etrocheu: embe allerlep lichtbeer

bigbepbt/ooch met ſmeeren7 níoete Hen/embetooberen bp fijn ſpben enbe huonben) beroeffende ſofte miſbrupte ten Jbaer dan ben H#, naeme Bobtg

(bie hem inſbe menſchepbt gñeopene haert ſjab) miſb2upcht muiert,

"

#onerbergh hem 45ob voo? ſjaer (in haer berſtamt --

isitswnſureeg )# ſl


Van Hagar ende Iſmaël. 181 batſe eerſt aen be 45obthept Th2iſti/ met ben 2trriané/berblimb mierben. «Daer na/ alg ſp boch verblin.be bie rem Yuilben 5ijn/ ſo berbergij ijp íjem

(met bemenſchepbt) ooch moo? haer/ met [oft boo2] be (Lutcrſche ſteligie/

bat ſp alfoo ben ſlambelaer Ialg ſjet

licht J begYmerelbtg gheheel berooft Ymier ben. . . «Embe ſjetigingſj niet ſjaer gijelijcſt alg be332opheet ſepbe tot haren dito2 -

mingh : ach!ick moet u wederom Rich ters geven, als voor ouden tyden. 2ïIſo Yuierb ben Hitomingh beg lichtghaer

imbemenſchepb ontrochentenbehaer Yuierbt mebcrom bat ſtichter -ampt

ber #2atuur tot een 3Leptſman gege pen/bat ſp haer meberom in dBoe berg lichaem (alg in be mo2tel/baer ben jl 2enſch Ydag upt geſchapen ge Yu02ben) fieerben(alg tot ben eenigen dBob :) op bat ben naem embe biebee Henteniſſe banbe #, menſchept Ch?ie

ſti bp haer boch niet uptbluſte [ofte berbunftert muiert:] op bat ſp ben fela bigen niet [meer en ſouben] alſog onz

muttelijck ten ſmeer embe balſchen

ſchijn gheb2upchen. &oo moſten fg meberom in Hagar [ofte in te ſpaa tuurl (alg in jilàoeberg -

-

-

lituatie,# g

3.


Het achtſte Capittel

182

gaen, ºnbeſp3ijn nu eenenſanghen fijbtman bemenſchepbt Chriſti (als upt behuooninghe Abrahams) upt ge Hoopen bolcheren (in baere moeder Hagar)[ofte imbe natuur)gemeeſt, iPaer bit ſult gijp Yucten (enbemp

ſegghen liet/alg een moo2bt beg ala

berijoogſten / infpmer 25afupnenge Hupt behcnt: bie ijp gbericht ſofte be rept] heeft tot be opmeckingfje aller

bolcheren / embe ben ommeloop ber aerbetebupg te ſoechem)batbenden

gelbeg groot en ſtaete (alg bt beplia je ſtemme Ch?iſti) niet alſoo ban

haer en 5p gljemueechen/om haer eeu inigh te bergbeten. &oo mepmigh alg een moeder haer Hinb bergbeten ftan/ bat 3p fjaer niet ſneberom en

foube ontfermen over ben & oneijae teg4Lichaemg / almaert bat ijp haet

ongheboo2ſaem maer gheung2ben: âDaut ghelijch alg ben «Engel tot Iſmael quam (boen 5ijn moeber boog Saraï bloot) alg ijp in 'g moeberg lice haenn Hag/enbeijen met een en 5egert/ en De HDd2ſtenbomlnen ber: mereſt bg

gatefbe/enbe be moeber met het Hinb belaſten mueberom tot Saraï te Heeren,

#Iſogoch/na bat bemo?gen-lanberg niet ſjaere bekenteniſſe ban Heligie, --

Yueber


183

Van Hagar ende Iſmael.

k11eberom in 'g moeberg lichaemſofte irabe

# in-gingen: ſo gaf G5obt

Kyaer (in't ſtijcht ber natuur) het ghe

gemueſt ober be bo2ſtenbommen ber 55uerelbt/ombie te beheerſchen onber [oft boo2] het licht ber natuur tot op prien tijbt. [?lIg ban] ſoo ſuſſen ſp met groote

132eughbe/ embe met groote ootmoea bichepbt/meberom tot Abraham, alg

tot ſtij2iſto/ in-gaen: «Embe [ 3p en ſiuſſen] niet inbegebaente[ofteform] ban be 25abiloniſche gheformeerbe Ietterlijche ſtij?iſtenhepb in alle hare

Yoerſter.be ozb2e Lin: gaen] 't meſch maer letterlijche ſtijgiſtenen en 3ijn/ (op bat boch een ghetupgbemiſſe van «Elpiſto embe 5ijn iijjeh op aerbe 3p gebleben:) maer 3p fullen inben geeſt embe imber kracht ghebogen muoiben. ambaut 3p3ijn ben verloren genom/bie moanfynen iBaber ig upt gemambelt/ embe tot een & mijn-herber ig gijee Yuo?ben. *

.

*

-

-

3Paer alg ben Engel haer ſal gee hieben Yneberom te tomen: ſo comen ſp in be ootmoebichepbt bamben bere

lozen (enbe meberom ten naber hoe

memben)3boom: baerban bp Chriſto embe ſpneqEngelen/bie groote -

.

-

T

"# C


184

Het achtſte Capittel

beſal gijchouben Yuo?ben/ombat ben boobe YucDerom lebenbigh / embe ben berlopenlueberom gljebonbenig.

«Embe (alg ban lgaet bp haer op bat recljte gulbe jubel-jacr/ be hoog'

# 253uploft]beg 3Lamg. Çnbe aliſt bat ben outſten b?geber/ [batig beletterlijche Chriſtenhepb] (alg bit in beletter gebleoëig) baerom gram ig/ban Yueghen ber ongfjelijche follli bie 5p ſjaer ſelben gemaecht ijebben /

(meeſtenbeel om haeres bupcha enbe eere mille) bat engact haer niet aen: ſp zijn met ben baber b2olijck. 30 men nu be/geſchilberbe/ Cij?is ſtemljepbt tegheng malcamberen ſtelt enbebcſiet/ [ofte bergelijcht] ſonſist men bat 3p/tfcbert ben tijb/ batſjaer

be @Lurchen van hen gijeſchepbell ebben/ogo? «Bobt(in bepfichepijen, e gijerechtigljepb) maer een eenigij bolſt/met berſchepben namen/en5ijn glycºuceſt. Sep 3ijn bie tmee Soomen/ baer ben 19aber tot ben eenen fepbe: Gaet heen,ende doet dat, ende hyſeyde ja, maer en dede het niet: ende tot den anderen oock, doet dat, ende hysſeyde neen, maer hy gingh heen, ende dede

het &itſcr3ijn bc @Lurchen/aIG oer booght [ofte ſjooger berbenenjin # -

iſfijt


Van Hagar ende Iſmaël. 185 ſtijckber natuur : 't melck beblinbe Chriſtenhcpb niet en herſtaet. . . . #Piet / bat mp be @Lurchen rechte beerbigen/enbeſcggen bat 3prinſjae

reuerblinthepb ſouben blpben/meen: jDaer mup fcgghen het begijeſchitz

# ## t bat 3p # # ghelijch 5ijn: in 't gijeen 5p boch foor

blind in het ſtijche ſtijgiſti 3ijn alg be . @Lurchen. 't âBeſch baer upt blijcht/ bat De Chriſtenhepb bol ſtrijtgenbe thuiſt / om be 45obbembembemenſch hepb Ch2iſti/ ig, enne ben beplighen

nacm/infpnemenſchepbr/ groumee lijch ontljepligijen/ bie ſp maer tot

ſuceren en de afgoberp en ghebzunc hen: enige fp 3ijn man 't fynaert beg . 12.45eeſteg 7 in een bloet-finaert/in gijegaen: baer niet anberg in enig / alg thuiſt embe berachtingſje [baer

boo?) begbeheele Chriſtenhepbt emce helſecten cnbe o2b2en ig ghemno2ben:

baer boo2gaeng be eene Secta bean bere beracht/ei boog onrecht ſcheit. Gºmbe hebben alſog upt be thriſten hepb (baer in een ſtijgiſt in behooghe ſte ootmoebigljepbt foube Iepen) een

loutere moonthuml/uoſlaſtering oner ben perſoon en de C5heeft Chriſti/ tot een biſputeer-ogb2e

animatata:


186

Het achtſte Capittel

het bmaſe nermuft tot meeſter beg berſtambtg ober het ſtijche ſtijgiſti geſtelt. Dat ſaſ men ban nu ban be

GEhriſtenhepbt embe man be GLurchten ſeggen batmen haerbergelijcht? ſep aſſo: ben & Zurchtig opentlijck ſc

een Iſmaelpter/embe ſpotter dan be Chriſti/enbe en hout bien [Chriſtug] niet door hobgenbebeg

#

menſchen &oon te gheliïcR/nuantijn

en herſtaet het bemeſſche ens I ofte ben gronbt beg mueſeng] (imben pere ſoom) niet. TBoth be #beetenber Chriſtenhepb -

-

bebechen ſjaer Yuel met ben mantel «Tij?iſti: maer 3p grppen hem in fpnt menſchepbt embe €5obljepbt in / embe ſchenben hem oock inben gfjeljeelen

perſoon : terghem enbe berſcheuren malcamberen om 3ijn perſoon/ embt om ſpuien mille / ben eenen hier/ben

anberen baer/een peber miſ ober 3ijn Yuoopbtenbe geeſt meeſter zijn/embe ſpotten Chriſtum alſoo in ſpilenghts Ieberen : 3p ſijn eben ſobamige af-ges

baſſen/af-gebloben: Iſmaelptergalg

n

chen

ſ

: eube lene in encht be @Lur en De # het # # t Ilºg JCH Dgr natlllll:

#uurtariare feitenG#eſt" .


Van Hagar ende Ifmaël. . 187 eten ſtijgiſten moet be ſelfghepbt niet ſtijgiſto af-gbeſto2nen/ embe in «Eb2iſtoop-gheſtaen/embe upt 4thzia ſto gbebogen 5ijn/enbe th2iſtum acht ghebaen hebben: bat hp in Ghliſto (inben bijeeſt enige in 't Heemelſche bleefrij ſtijgiſti) na ben inmenhighen

menſch/een ſtijgiſten 3p, 3iliſt bathp in plaete man bien/ 25abel enbeben 2ümtechgiſt heeft aen-ghebaen/ embe hem in be ozb?en/enbeinben ſteenen hupſen/herchem enbegheſtichten ber oth2iſtenhept beroemt/Ibat en macht hem geen Thziften.J 't #g melmaer batmien ſtijgiſtum albaer petg mat hupcheit/ouermibtg batmen be mae ghelaten ſch2iften dan ſpne2lpoſtea

ſenalbaer Heeſt. Baer achter na met het p2ebihen (bambe meeſte part)niet ban het ſtijch ber natuur (nemen het

timiſten en bebiſputeeren) baer in en Yuo?bt gijeboert: enige ben tijbt met biſputeeren/ en thuiſten ber &5ecten /

merbt boo2gheb2gcijt: baer be eene partpe beanber af-richtet[met ſchels ben en belaſteren] enbe ben toe-hoog berg. De oo?en bergaſt enbe berbita tert/ſoo bat be eene Secta beg: ambee ren bpanb mo2bt/embe boo? buppclg upt-roept: Daer 1lpt niet ban

# gulde


188 Het 8. Cap. Van Hagar,&c. enbe onºmiſſe (ootſt bermmoeſting ban

Hambtenbeſteben) en comt. 2llſo 3ijn

ſp boo2 GBöb alle gijelijth/ alg in Ha gar (in het boobepcrmuft) berfloten/ inſt- gijenomen be rechte Hinberen

eBobtg/bie noch netg mat ouber als Hen bolcheren emberfecten merbenge bonbeu: boch geheel ſlecht enbeber

aebt/ ende ſp 5ijn amper her btcaſel Chriſtuglirupsboog behermaft ban Yuereſt berbecht. . .

.

17 •

âDant ghelijch be mier gelementen bekrachtber &onnen in haer mattë?

embe membe Sonimbe ſubſtantie beg lichaems boef niet en fietz al iſtbat 5p baer in Yoerchet/ aſſooig dochina ' ben hinderen ºobgºbert Beeſt ſtrie ſti berbo2ghen, ſtaaer gljetijch een ſtrupt upt be aerbe/ een ſchoone bloe me enbebzucht (boo2 be Hracht ber

Abonne) boo2tbrenght: aſfoo oorſt be kinberen 45obg/upt ſjaer ſlechte olta gbeſtaſt. " ,

Eynde van't veertigſte Capittelin't Miiterium Magnum. -

.

|| | 2

4.

| | |

! . . 's

.

Het


.- -

-

4 -

-

189

- --

Het 9. Capittel.

-

Van Abrahams Wandelingh.

Hoe God den Abraham ſo wonderbaert lijck heeft geleyt, ende hoe # door:

-

verſoeckinghe heeft ghe # ſtaen: ende hoe hem de Heere heeft

beſchermt. Wat by deſe Hiſtorie te verſtaen is: Sijnde uyt het vijf- en veertighſte Capittel, van het ſelvighe . . . . . . » *. .* * Boeck. -- -

-

EBraham moſt op aerben5ijn #|alg ecn3Pelgrim/ embe man VEbe eene plaeta tot b amber H trechten/embe in hutté mooie

men/enbemierbober al perſocht:gee

iijck hem bäfijn âIBpf Sara tot tmfee mael toe mierb genomen (maer mone berbaerlijck ban 45ab beſchermt ene be bemaert:)alg aan Pharao in «Egpe

pten/enbeban Abimelech, #toningin in Gerar: boch bepbcmaeſ van GBobt L iſ *2 ..." beſchermt. '.:: : : :

oºit batmu Abraham (alg ben ſtamt embe aenbanch oan 't ghehatte Ens beg geloofg/int meſche Chriſtus bere ſtaen mo2bt) alſoo man b'eeneplaetg tot b'amber mioſt Yuanbelë / emöe geen

me blpbenbeſtebe op aerbe en k

#


19o

Het negende Capittel

hebben; oock baer toe boo2gaeng in in?eeſe embeberſoeckinge ſtonb: filler ig een maer boo2-beeld ban be Chgie ſtemljepbt op aerbem: hoe be ſelbighe

miet en foute aen een feechere platte gebomben5ijn/niet erg bengaen een bolcſt alleen/bat @Bob hem in ſombere

hept baer toe nerhozen habbe. #ſlàaerbat ſtij?iſtug/met fijn Gue

angelium van het ſtijcke «Boötg/5p ghegeben gemuo?ben aen alle bolche

ren: hoe hij foube met fijne kenniſſe ban't eeme bolchttöt 't anber mambee Hen/embe nimmermeer eene blpmembe

ſtebemergheng bn een boſch hebben/ maer omber ben molcheren/ met fijne Hinberen op aerben/gbelijck alg een «Baſt ofte 132eembelingb 5ijn. «Enbe hoe men booggaeng foube p?artiſe ren/ hoe men be ſtij?iſtenhepb onber

ben bolcheren ſoube mogen uptroep: en/enbe tot ſchanbe maken/ ghelijck men-Sarai, AbrahamsalBijfſter ſchan bemahen muiſbe: enbehoebe Chriſte tien fouben boo2gaeng ban be polta heren met ſtrijd en bekrijgh perſocijt enbe

## mo;ben.

Poch hoe

Thriſtug met fijn «Euangelium man 't eene boſchtottet ambere (manmeer ſp 't ſabt fullen 3ijn/embe alg een ge Yuoonte


Van Abrahams wandeling. 19r 'onoom te houben)faſymanbelen. Dan fullen ſp (baer aen) blinb mogben/en be in een mont-gefluetg frcben/huiſ lenbe ſtijgiſtum met biſputeerë ſtaene be houben:alſbanfal hp(met het mere ſtamb embe 45eeſt) banhaer mijchen/ tot een amber boſch / bic ooch maer bleefchelijck fulſen5ijn/ embe ſtijgiſta nam bupte boo2 een puur menſch boua ben enöe aenſien/ghelijch Pharao en be beſen Coningſj Abimelech, Abra

ham, enbeſpne Saram aemſagen/ eube haer met Sara (ban megijen haer ſchoonhept) bleefchelijck wuiſbenuere menghen: 'timelch een aenſeggingh maer/batſe Chriſtum muel fouben in het bleeſch aen-trechen/boch niet op beehſche Mupſe/ maer in krachtenbe gſjceſt: ghelijck fulckx alhier bp ben

Abimelech, embe ooch bp ben Pharao te ſien ig. Dat/ ſoo manneer ſn Sa ram begcerben bleefchelijch te beſten men/ ſoigbe #eere met ſtraffen en de plagen in ſjaer ghetreben/ embchaer 5ijn too?nicſj aengheſicht gljetoont/

gaer uerſloten en bemerbogt / alg oft fpſe met hetenë ban ſpmc macht habe be ghebonben/ heeft haere bloumen onb2uchtbaerghemaecht/haer oock imgheſichten ente boo2beciben beta ſch?icht/


Het achtſte Capittel ſchzicht/ gijelijck beſem Abimelech, 192

bem melchem hp met ben boob b2epg be in ben b?oom/ en be hem aenſege

genbe/bat Abraham een man Bobg Yuag/enbeſjoe jp ban Göobt Ymag ge ſegent.

KDoo? buſbanighe mibbelen heeft

«Bobt de bolcheren tot ben gheſoone gheb2acht / ſoo Yuanneer ijp tot een bleefchelijck ongheloo bigh boſch ig

in-gbetogijen / ſoo heeft ijp hem in kracht embe monteren hertoont het

melck bienleeſchelijckebolckere ban hebben geſien/bie ſjaer beheert enbe tot 45ob hebben gemuembt.

2Elſon moſt Abraham een boogbeelt ban 't ſtijcſte ſtijgiſti op aerbe 3ijm/ en bc ban't eene bolch tot 't ambet

Muanbelen: almaer ban noch be ſelbie

geachtergheblemen bolchteren haer ijan Abraham beroembé/ en benoeme

benijaer na ſplië naem/bochten maa ren maer HBiſto?iſche hinberen/ ban

b?ecmbe b2oumen gijeteelt / ſomber 't gheloofenbegheeſt Abrahams. 2ïſſoo iſt noch met de Chriſtenhept ghegaen / alg 5p ben 45ſjeeſt ſtijgiſti ## eit # *

## ## ſtijgiſti manijaer shaven:/ en tijg

onb-geſmetg gemaekt/ ſoig bë

«geeſt

-


Van Abrahams wandeling. 193 embe heeft hem noo, haer nerborgen, &og 3ijn ban noch befelbige bolt heren inder hiſto2pe (ſtijgiſtenenjge meeſt/enbeijaer thiiſtum geroemt/

boch ſp en 3ijn maer begTſbienſt Iſlaeghjtg hinderen gemeeſt/ alg van

Hagar, enbe ſomen ter ſpottern/baer men naaſt anderen (met biſgiiteeren om benaem eube mille Chriſti) heeft geſpot/meracht/berkettert en begee laſtert: embe 3ijn upthaer encheſ gſ maelpten gemuo?ben/gbelijck ſjetſje

Een ten baghe ſtaet/ baermen want ſpotten tot het moogt-ſhnaert grijpt, embe Tijziſtum gheſjeel miſ bermoo?

#enbeuptropen/enbeaen beſtede Gijziſti/ben 25äbiſoniſchen toen mij ſetten/baer men in engen miſleenbe bermoghem can inben hemel klim lien: batmen niet en behoeft boon't

ſterben mannen ouben hooſen menſen in te gaen : ſlaaer batmen alſoo fijn lofte ghemlachelijck] Hombe met be

ſelfghept banbenbooſen menſcijfjeen in-honiem/ofte ooch alg nam blipten den-gijenomen hinderen met ſtijgiſti glittuinlantel hebekt 3ijn/baer boch ben huileberſelfghept niet permoche te tot 5ob te tomen. Cºmbe gijelijch nu beſe bolcheren g

Il (l C2


194

Het negende Capittel

maeberhamb 3ijn gbeoo?beelt gemjo? bem/ boen Abraham nam hem meech/

embemaer ſpottcrg ban be Rinberen Abrahams 5ijn gijembo2ben / alg atml

Pharao embe oock aem ben 12epbenen is ghebleecken/boognamentlijch in't 3Lamb Canaan.

2IIſoo iſt doch met ben Chriſtenen ghegaen: bat bie felbigbe bolcheren (bic alſo onber ben maem Chriſti 3ijn | hebleuen/ embe in 't hert boch maer cm3ijm ghemneeſt) tot allen

#

tuben van ſobamige Hºenbemſche pole Heren 3ijn ghcoozbeeld embe merburs men gijcino ben: gelijch aen 2tſia ema be q5 gppt en/ooch aen B2iechen-ſant embe aen meer amberen te ſien ig:hoe

«Bobtſjaer ben mantel IIjziſti heeft af-gbetrochten/ embe een merbupſtert

hert embe verſtanbt (man't fijcht Chriſti)gegeben/enbeijaer ben Hama gljeſtooten: batfc niet

belaer

#

meer en hebben burnen feggen (Wy zijn Chriſtenen, ende behooren Chri

ſtum toe:) maer [ 3n fijn ghehuo?ben] &Lurchen enbe 25arbariſche boſche ren/HIpt ben huiſ ben boon1 Der natuut

"#nt o foube etniſtus ſh?iſtug aſfjier in beſc *uereld/maer al een licht/ pan tºe: -

Ilc bolcſt

|


Van

Abrahams wandeling. 195

ne boſch tot 't amber manbelen / tot GEmbe het mo?bt u (Duytſland) te genmuoopbigh aen-gbeſcpbt/bat ghn een getup'geniſſe ober alle bolcſterë.

eenen langé tijb/ſijt gmber ben mana

tel Chriſti (met een leepbeng hert) gegaen/embe hebt u be hintſchap ge roemt / boch maer in booſſjepbt beg bſeeſch giſjeleeft. Docht [Yno2bt het

aen-gheſepbjben boſcherenbaergijp man gebogen 3ijt met ben name Chzie ſti / bat u oo?beel hoo? ſjamben ig. âBant ben Enghel beg oo2beelg int ghelupt ber25aſupne/ roept tot ben

nuer-gijebleuen hinberen Abrahams, (in ſtijgiſto) Gaet uyt van Sodom. Abrahani, in Cij?iſto/ig ban u ſneg gemambelt, ghn en hebt dan ſtijgiſtG niet meer alg eenen Iebigben abem /

embe een biſputeerlijch monbt-ghea fluetg: een beſpottingſjc/baer beniece

men baneber ben amberen (ombe Hema miſſe Chriſti) maer en beſpot eiï mere acht/ eube en boen niet auberg/ ban alg Chriſtum (in fune gheſeberen) booben. De Abtabtibieruſalem enbe 25abplom (baer gijp in gijep?onckt

|

hebt) ſal onber gaen/Amen. &iet baer ſchijnt een sterre ban morgen/embe mibber macfjt/bie ſal u berbliliz % 2 W.


196

Het thiende Capittel van 't

berblimben (ofte perbupſteren) enbe ben thoo?en in limbe boo2-nluren (in

geruſalem embe 25abplom) af-breece Hen/ mant gbp mo2bt niet meer ge ruſalem (maer 25abel) genaemt.

«Embe be kinderen bie baer ſitten inbeſchabumebeg machtg / embe bie baerlegghen inbe gepancheniſſe tot 25abel/bic ſullen op gheloſt kuorbeu/ enbe te

#

tomen/ en in-gaem inbe &tabt GBobtg: bie ijp heeft op

ghebaen [moo?] ben bolcheren en de tongen ber?terben: op bat ſpneheer lijchſjepbt behenbt mbo2.be/ een licht boo2 allen bolchteren,

Het 1o. Capittel. Van 't Vermogen '3 en de Onvermogen. g

Van onſen doodt,waerom dat wy moe ten ſterven, naedemael dat Chriſtus

voor ons gheſturven is : zijnde een

wonderbaerlijcke beſchryvinghe van 't gheen den menſch is, van zijn ver mogen ende onvermogen. Ghetroc ken uyt het ſeſte Capittel, in't twee

de deel van een Boeck vande Menſch #verdingh Ieſu Chriſti. Als mede uyt

het vijfde Capittel in 't eerſte deel Van 't


Vermogen, &c.

197

van 't ſelvighe Boeck: ende uyt het negende Capittel in een Boeck ghe naemt Signatura Rerum. Citatio Prima. .

#Sij Omt boch alhierbernuft) te gaſt(lief ſchijn-hepligh mp ºm

S&# hebben u hier al tſamen gea seSeat noob/ghn metenbeen.be one wetenbe/gijn allebie Bobthuiſtaema ſchoumen / embe het ig een ernſticij

5eghel/enbe een baſt ſlot om open te ſ[uptem/'t felbewuilt nabenchë/muant iyet ſtoſt u altſamen.

Het Vernuft ſpreeckt: 3Bag 45gb ban niet gijenoegíj ala machtigij om Adam fune ſomben te bergcoen/bat4Bob eerſt moſt menſch Yuo?ben/enbeijem laten bonben?âDat « heeft €5ob ogo: een bchagen aen ben boob? Dfte ſo fjn ong alſo heeft buila ſcu berloſſen / Yuaerom moeten Yup

ban ooch noch ſtermen ? naebemael # Chriſtug omg merloſt heeft? . . . * . Ha/ liebe 19ernuft/ banſt hier om

# #ccu/raebt ſoo langh tot bat gijp het

º treft: Sijt hier geocto2 enbeooth one

Yuctembe/fijt geleert/embe ooch ſtom: # upilt gijp nietſ foo moet gijp mei: ten

52 5p bau/bat gijp op beſe ſchole comt / # . # 3. gilly &


198

Het thiende Capittel

ente ben henlighen C5heeſt berſtaet. alBie can alhier op-ſtunten het berge ghelt 25oech ? iſt niet ben genen bie

op ben ſtoel ſit ? imbe openbaringhe geſu Chriſti - De Sochijn-heplighe

ſegghen/mp meten het muel: ſoo ſegh ich Zich en hebt dan haer noch niet ghehog?t/noch in hare ſch2iften gfje Heſen, Sep hebben mp noch bit foechem

perboben / cmbe een ſlot ber ſomben baer nog? ghclepbt / embe bie fulchg

huiſbem ſoecken ofte meten/hem noo? ſombe ghereechemt: hier mebe ig be ſchoone D2oumu toe gijebecht gheble

men. GEp/ hoe fraen heeft ben?inte 4Tſj?iſt omber bit bechſel commen ſpee ſen/ [te meten onberijet bechſel/bat men be ſjooghe binghen mict en moet

omberſocchen]maer het fal openſtaen [batig / het fal openbaer Yuo2ben/ofa te b2p ſtaen] tegijeng ben muille beg

Teunuclgenbeber ſpellen: Yuant ben tijbtig gebozen/ ben bacljbanbewue berb?enginglje b2cecht aen / alYuaet gebonben ſal mbo2ben / 't gene Adam

berlopen heeft. De Schrift ſepbt/Yup 3ijn ſtoffe ente afſche: batig recht/ hun 3ijn een ſtof en be aerbe; ſpuig bt Inzaghe/ of 45ob ben menſch upt aera

be [uerſtact upt be grone/ofte upt be YJ iCE


van 't Vermogen, &c. 199 1bier &#ſementſcije aerbe] gijemaccht

heeft?

.

zpit muiſ't bernuft ſtaenbehouben/ embe het neemt fijn beïnijg-reben upt

Moyſi, en ten perſtaethem boch niet: ooch en Han bit in De p2oebe niet bez

'ſtaen (bat hp upt be groue aerbe ge

maeckt 5pjmaer het blijkt meel meer/ bat ben menſch een limus (batig een 1upt-trechtſeſ) upt alle b2ie principien 5n [ batig / upt be eeuwighe duyſtere

wereld, baer na bat 95ob een pberigh 45ob/embe een nerteerenb mper ghe naemt Yuo2b: uptbe eeuwighe lichte

wereld, baer mac dat 4bob een barm hertige 45db/enbebate.cummige goeb gijenaeunt Yuo?b: embe upt be ſichtba re ende tydelijcke wereld.] &alfjn een ghelijckeniſſe mae het mueſen 45obtg 3ijn / ſog moet hp boch upt het meſen 45obg fijn herhomen hebben: mant het gene batupt het een mige niet en ig / bat en ig niet blppelijck : aſſeg Yuataenuanght ſofte begint] bat be hoogt in't gene/ baer upt bat het ge= gaten ig.

&og Yun ban noch ong herkomen bloot upt beraerden hebben / ſoo bez

hoo!en ſofte komen] mp be aerbetoet Yuatig ban't gene batong muiſbeat -

# 4

ſtla=


2oo Het thſende Capittel klagen [ofte beſchulbigen] foo Yuan meer mop boen het ghene be epgbert

ſchap beraerbenbrijft[ofte begeert] enbeYuilt IPaerſooban noch in ong een metis/bie ongaenhlaeght oner bat mup aertſch leben/ſoo en is het feibe (ofte be felbe] niet acrſch/maer ſpig uptben gemen/bacr ſpong heen mijſt en betrecht (alg upt het eeumia

ge/baer been ſo trechtſp one oach) eube ongepgen ſpeniſſe [ofte ſton ſcientie) beſchulbight ong boog ben €eumighen/ombat mpmahenenbe

boen/'t gheen tegen ben «Eeumigem ſtrmbigſjig.

- ,

HIBaer ſoompong olier genen aen het gene/baer heen ong, het eeuwige

trecht / ſoo moet het ambere ('t geme ong in't aerbfche trecht) oerbreken/

embe ingaen in het geme/baer het miſ 3ijn: alg in be aerbe / baer het ong

hellen trecht/enbeben milic (biemp ben Ceumuigen geben) bie muo2b naut 't Ceulmige in-genomen. 2lengeſien ban/bat ſbob ben menſch in een muce

ſen heeft geſchapen/ om eeumigij in 't felnighe te 3ijn (te mueten / in het Inſeeſchenbebloeb)fo moet boch ben

#uille/ bie hem in 't eeumuige begeeft,

foobanigh vleeſch en bebloeb aenge tl Gez


van 't Vermogen, &c.

2o1

trochten mo?ben / ghelijck het mag / boem 't 45ob in't parabijg (in't eeu Yuige) ſchiep. alPaer aen imp boch klaer behena

men/bat «bob ong niet in foobanigh Muſeeſch en bebloeb(gelijck mn tegen Yuoo 2bigh aen ong b2agen) en heeft gheſchapen /nlaer [ijp heeft ong gea

ſchapen] in foobamigſj bleefch/ ghe Hijcſt in benieuſme geboo?t ben miſſe

Yuo2b aengljetrochten: amberg ſoube

het bochterſtonb boo2 ben balaertg enbeberbrekelijck zijn gemeeſt. âDat reben ſoube ban mijn bemiſſe [ofte { ſtonſcientiel hebben / om mn baer ober aen te Hſagijen / baer in icht ban

45sb maer geſchapen? ofte muat ſoit be ljet amberg (alg het in fijn epgijen Yueſen maer) begeeren? &oo behinben mup boch klaer/bate

ter noch een amber meſen in omfen bleeſſche ig/ 't meick trecht [oft bere

ſamght] na't gijene / bat het teghen

4 mu002bigh niet en ig. &oo hem ban

noch oerlanght na 't gene dat het tea ghenmoo2bigij niet en ig/ foo moet het boch in't begin [ofte aenmancht] fijng meſeng fobanigh 3ijn gemeeſt: amberg en ſoube gheen trechinghe moeijte luſt nae Yuat -

#ste # 11

S

-

3


2o2

Het thiende Capittel

5ijn : buant Yun Yucten bat een peber

mueſen hem trecht[ofte berlangijtjma 't ghcne /baer llpt het fijn en eerſten oo?ſp?oncit heeft.

Bilſoo trecht [ofte merlamght] hem onſcn muille na een foobanigh bleeftij alg 45obt ſchiep /'t muclck in Bobt magh beſtaen:niet na eë aertſch ber gamlielijſt in quael [ofte elenbejmaet na een blpbenbe / ſomber quael [ofte

elembe.] ?ten't melchemup hlaer ber ſtaen/bat hun upt ben eeumuigen3ijn imtgegaen in be berb2eechtelijtläljept: eubebat Ymp bie materiam aen bem li mum hebben getrochem/ ende 5ijn ale foo acrtſch gemo2ben/baer 95ob ong

boch (alg een maſſam) heeft upt-gijca trochem/enbefijnen 35ijeeſt (met het ceumuige) in (ben maſſam] gijeboert. âDant Adamsimagination heeft bë aertſchen qualLofte epgenſchap] ball De ſterren en be elementen / in ben li

mum getrochen: enbebe ſterren enbe elementen hebben be fucht beraerbe in-ghetrochem: alſoo ig bie hemelſche materia(ban't hemelſche bleeg) aerig gemo2ben. 3Bant ben 45eeft 45obg/ . bie ban het verbo fiat in ben limum

#iert ingeblafë(alg het herte opsong) aen bembemelſche meſena

bie ſjaboe

ljepbt/


Van 't Vermogen, &c. 203 hepbt / hemelſch bleeſch embe blgebt/ Die ſoube Adam regeeren nae ſjenleſa

fche Bobbelijcker engenſchap: dPaer oberming be&Pupbel/boen hn in ben hemel ſat/ ben limum haba be gije-inficiret ſofte bergiftight] ſo

bebeijn hem[te mueten ben Adam Jooſt alg nu beſe ſchalchijepb/ enbeinficir te met fijne imaginatio[Adams limum] bathpaenhiefte imagineeren nae be berbo2ben fucht ber aerötſche qual

[ofte epgijenſchap] baer boo? Ijn ban 't ſtijcſte (uan beſe merbo?nen merelt) Yuierb gepangen/ 't melclt in bcm li mum inſtoogalg een H2cer I ofte heer

ſcher.J 2ülg nu mag dat beeſt 45gbg berbo?ben/enbeijet biel in aerbſclje

qual I ofteelenbe..]

--

(@Lermijl ban ben | 2, 45eeſt in ben herbo2ben ſulphur I bleeſclj ofte mee fenthepb/ghebempt ofte giſjeſmoogt]

\nag/ſon en bermochte beg bemelg glangenbebat 45obbelijche oper/op

ſoobanige mijſe (in het baanben) niet beſtaen: mant het licht begeeinigen loſbobbelijchen] operg/ beſtaet in be

# / bupten ben qual (ofte elena De J &n mag ook het Wuaterber papa bepb ('t meich begeeuwmigen operg ſpgſe Muag)aertſch gemuo:5en / (met g, 6 aerota


2o2

-

Herthenee Crstel

5ijn: bij

A

hueſen I

't ghen

rerinneren: tuttttfrit #-ºerist Erembtinchtliff

002ſp2c ?IIſo

##### Er-ºrarr fºrsergiftight/laſt

Onſen ºm

#HEEArmenignifºont

alg €5t Inagl) t ganſieſ, Ild een I

elenbe..] ſtmen/ 5

1ntgege ellbe bai

# hel 00

# trochten/ Cf" \


-m

van 't Vermogen, &c. --

205.

# bat ſult gijp inber eeila

, 1D 51jll.

ibe gijp ſiet ſjier/maerom gijpt is echt en beſtermen moet: mant R. ſch, dan beſe merelbt ['t muelcht

t

erſchef] bergaet. inbeghn en 5ijt het felbige rijk s ptnuenbigh mueſen) niet mache •• *

s blpuen tot inſijn Eternum, T 2aer gijp5ijt baer in onmacſi nbeleght blootbaer in/in eene * lation bie het gheſternte heeft/ ijp (in't bleeſchenbe bſo 11 - ſche meſen) inr rent in Jaoee

t ichaem : ghp?

“teel on

kigh [ofte ma & znbigh Heben/

*t het

Ze jl g. 'Ilte t.

'n enbe

*t!

*


zo4

Het thienee Capittel

aerbtſchepbt berbult) enbebe ſachte ſofte mel-boenbe/pzienbelijchel lief, bemierb met bebooſe aerbfche fucht ghe-inficiret [ofte bergiftight/] alſo en permochte bat eeumighe[45obbe

lijcheJuner niet te b2amben/nochte dicht te ghepen/ maer het qual ſofte Yualmbe] alſo in het nerbonnen bleeg/ gelijck een gebempt [ofte perſmoort]

uper /'t melch man megen be mattige epb niet en vermagh te b2anben. Dat ſcIbige bper knaegt ong nu/

het ſalaeght ong boo2gaengaen: het Yuilbe gaern meber b2anbë / embe hea

melſche mueſemthepbt [ofte hemelſch bleeftij] nattig ſofte aennementlijchj 5ijn: boch het moet aerbſche quaſofa te engenſchaplin hem eten (algaerbe ſche imagination) baer hem beg bupa belg ſucht in bermenght. 2llſoig het

[tc meten/ het operber Conſcientie] doch boog geïuo?ben/enbe het trecht

ong boo2gaeng nae [ofte tot Jin het centrum naturae [oftenae ben grombt

ber natuur] in beangſt-hamer/maer upt het in ben begin [ofte in fijmen aenbangh]ig uptgegaen, 3ij t

2lfſoo ſiet gijp menſch/Yuat gijp

* Ҽnbe 't ghene gbp bozber upt u felben


van 't Vermogen, &c.

205

ſel ben macht/bat fult gijp imber eeus Yuigljepb 5ijn.

e

3 «Embe gijp ſiet hier/maerom gijpt berb?eechtenbeſtermen moet: mant

het ſtijch van beſe merelbt ['t muelck in u heerſchef] bergaet.

• • u-

4 «Enbeghn en 5ijt het ſelbige rijk (in u upthuenbigh mueſen) niet mach

tighte blpben tot inſijn REternum. 5 dBaer gijp 3ijt baer in onmacſja tigh/enbelegijt blootbaer in/in eene conſtellation bie het gheſternte heeft/ baer gijp (in't bleeſch embe bloeb ban

'taerbſche meſen) ingroept in JIaoe berg lichaem : gijp 5ijtſoo geheel ona machtigſj [ofte machteloog Jin het uptimenbigh leben/bat gijp u niet en bermoogijt (tegeng u hoe conſtellati on) te berYueeren,

6 Sooo maanneer u uïne conſtellati

on berlaet/ſo moet gijp in bemerbree Hinge ban u leben gaen,

Baer Honb gijp both ſien mat gijp 3ijt/namelijch: een ſtofber aerben/ .

een aerbeboſ ſtamcr/ een boobe cada verſofte romp]termuijſ gijp noch leeft.

45bp leeft het geſternte embe benelee menten : bieregeeren enbe b2pben u

mahare epgenſchap:ſp genen u3eben eltbetonſt; enbeſuiuanneer ſjaer ",

#

CUIUITB

*


2o6

Het thiende Capittel

culum om ig/bat Ijaer conſtellation

(baer onber bat ghn gevangen Zenbe tot beſer Yuerelb gebo2ë 5ijt) polepnb. ig/ foo laten ſpumallen. Paer halt u lichaem ben vier elementen geheel in/eube umu en geeft (bie u boert)[balt in] het miſterio (baer upt het geſtern te ig gijebo2cm ) en de muo2b behouben tot het gerichte [ofte oo2beel] G5obg/ almaer 45obt alleg (boo? 't bper ban fijne macht)mpil p?oberen.?lIfo moet

gijp berbunlen/embe tot aerbe en een #ſ)iet mo2ben/tot op bent geeft na/bie

lipt ben eeuwuigen ig uptgegaen/ben - Ymelcſten 45obinben limum inboerbe.

%5ebencht nu Yuat gijp 5ijt [nament Hijch] een hamb bol aerbe/ een quael

Ijungber ſterren enbe elementen,

sooo gijp alhier (in befer tijbt)ume 3iele embe eeuïuighen geeft (bie u ban

't hooghſte goetig ghegenen gemo2

bë) niet meberom in't licht Bobgen ontſtekë (bat hp in het licht/upt # e 45obbelijche mueſentſjepbt /5p mee

ber-gebozen gemo?ben) ſo maſt ſp[te Mueten umue 3iele] in het miſterio, ben centro ber natuur [ofte ben grombt

ban be natuur] (alg.be eerſte moeber

in de angſt-hamer nam be eerſte nier

geſtaltenbernatuur) meber berg inl/ #RCE


Van 't Vermogen, &c. 2o7 baer moet ſp een geeſt / int be bupſtere angſt-quaeſ (bpaſſe Puppelen) 3ijn/

en je eten het ghene / batſp (in beſen tijd) in haer heeft ingeboert/bat ſel bige ſal jare ſpnſe embe lenen 3ijn.

ſl2aer oberming bat 45obt ſuickg (met ben #Penſch fijneg beeſbg) niet en heeft gijemuilt: ſoo ig hp ſclfg ſuſcr

gemo2ben/'t gene ben armen menſch Yuierb (nabien hp upt be @Bobbelijche Yueſentſjepbt/ upt het 3Parabijg gijee

ballen mag) op bathp hem bocijmea ber hielp. Op bat ben HPenſch alſoo (bepoogte tot be alPeber-geboorte) in hem [magh oftemoght] hebben/bat ijp han[ofte konbe]Yueber in Bob(in het bper ber 3ielen) gebo2en mopben; eube bat/ batfeſmige mper ber5ieſen/ 45obbelijke mueſemthenb in hem trec hel en verhulle hem ſeinen met 45oba belijcher 3Liefbe / gual (ofte enghen ſchap J baerban het ſtijche ſofte be

heerſchapppe J ban be abobbelijche

b2eughbemeber-gebogen mobe/ ene bebat het bner ber zielen meber ben #epligben 45eeſt bare (ghelijck hier boo2 merhaeſtig) bë melchen (45ceſt] upt íjet uper ber ziele mochte upte

gaen/ embe omtrecken ſofte ontruca hen] (ben ongobbelijchen

wilig#


2o8

Het thiende Capittel

2 bamiſche bleefch/ op bat be arm? 3iele alfoo (met beg JPupuelg embe aertſcſje ſilcijt)nietYueberom berbult Inlogijt \Do2ben,

Uyt het vijfde Capittel van de Menſch wordinge Ieſu Christi, ſprekende van den beklachlijcken en de elendighen valdes Menſchen, ſo ſeydt hy op het eynde van 't Capittel: ]

D 2derom boem biegbeheel balſch embe onrecht/ biebaer ſegghem: 35ob en mil alle menſchen niet in ben Hºyemel hebben. H#p muil bat alle men fchen geholpen muo?ben: het geb2eekt aen ben menſch ſelfg/bat ijp hem niet en muiſ laten helpen.

En be al iſt bat

ben een en ban een beter aennemtent

lijckhepbig alg ben amberen/bat en ig niet ban G5 ob/ maer ban bej Boez

berber 3Batuur,

-

alPilt gijp bob beſchulbighen/ ſoo liegijt gijp: be goethepbt Bobg onte

trecht haer niemanbt. âBo?pt umme boogijepbt megh/enbe treebt inbe

barmhertighentin: treebin bemaere bepb/in beliefbe/embe begeeft u 450e

be/foo mo?bt gijp gijeholpen: Yuant baerom ig JEs us gijebogen/bat ijp helpen - -


van 't Vermogen, &c.

209

helpen miſ. &begijt gijp: #ſch mogbe ghehouben/batich niet en ham. Hae

recht: gijp muilt het hebben: be Bupa bel Yugube het ooch hebben. &ijt gijp een ſtibber ! mjaerom en ſtrijbt gijn niet tegijeng het booſe # maer ſtrijbt gijp tegeng het goebe / ſo ſijt gijp een hopamb 45obtg. 9fte meent gijn bat dBobt ben Jeupbel een Engheïſche

hroon ſal op ſetten: ſijt gijp upambt/ ſoo en ſijt gijp gheen m2ient:miſt gijp b2ient5ijn/ſo oerſaet.be opambſchap/ enbe gaet tot ben baber / ſon 5ijt gijp

#boon. Baerom/ſoo mie 45obt bea ſchulbicijt/bie is een 3Logenaer enbe ſlºgo?ber / gijelijck alg be Puppel doch ig. &ijt gijp boch een ſelfg ºpgijen -

maſter/miaerom maecht gijp uboog? embe al iſt bat gijp een booſe materie fijt/ſoo heeft Bob u bocíj 3ijn ſjertena be gſjeeſt geſchonchen/ neemt bat tot

H maechen / ſoomaecht gijp u ggebt.

JPaer neemt gijp [tot u maechen J GBiericljepbt/H2obeerbigbepbt enbe H#2oogijmoet/ alg mebe melluſt ban't

aerbſche lenen/matraecht bat 45ob? foube 45obt u noch in umme berachtez

lijche hoogbmoet ſitten? o neen/bat enig ſpne quael [ofte

erghuiſ:


I IO

Het thiende Capittel

niet. HPaerſo gíjn ſcght/icht bent een

booſe quael ſofte engtenſchaplic## tan niet/ ich mo?bt ghehouben. 3Pel aen/Haet bebooſe epgijenſchap 5ijn : maer gaet ging met uitlen gheeſt ban ben miſſe/ in ſjobeg liebe gijeeſt in:

embe geeft u over den ſpne bermhera

tigijenbt / gbp fult ben booſen quael micſ eeng Hoºg Yuo2ben,

Debooſe quael [ofte epgenſchap!

ig upt beraerben/ſo manueer belaer, behet lichaem becomt / foo mari) 3p

haar boofbenut heen nemen, dºet 5ijt ente blijft ghp/een geeſt (inben Yuiſſe ſjobg)in 5nne liefbc. 3Laet ben

booſen Adam heen waren / baer fal 11 eenen nieumen embe beteren upf ben ouben Imt-groenen/ gelijk een ſchone

me bloeme upt ben ſfinchemben miſ: put unt maſt. #iet maer noo2 l/bdt ghn ben gheeft in bobt behoubtſgeil

het boofe lichaem ('t melch polaffer, ten ſteecht) en ig niet beet gijelegen;

gle het tot quaeb ghenenght/fo boet het te mepmiger goetg/geeft het geen no?faech tot geplbepbt ; in bipangij houben/ig een goede remebie. jBaet bol embe bol 5ijn / batig ben booſen geſel plomp-berlezen in ben miſ-plit Yug?pen/baer Ijp hem bocſj ban felfg gijenoeg


van 't Vermogen, &c.

211

ghenoeg inben b2ech menteltalg een 5mijn. HPuchterë3ijn/enbe een mae tich lenen boeren / batig een goebe

purgatie boo? ben booſen Gºſel: hem niet geben al mathemluſt/bichmilg laten maſten/bat hp het ghebent niet merhinbert / batig hem goet. Hºpen mil Yuel niet / maer 't nerſtambt faſ H#eer 3ijn/Yuantijet U2aegſjtſjetbeeſt «Bobg. ,, - -

-

-

--

#3etig muel Yuaer/bat bit Latijn/ bebernuft-mercit(in bebleeſchelijke luſt) niet meſ en ſmaecht: maer opere mibtg bat bit haer niet en ſmaecht / embe trecht hier en tegheng/pbcle /

booſe/aertſche melſuſt in/ embe ſuppt bie in ſjaer: 3ogig bentoo?n in haer berucegblijch / bie trecht ſjaer boo2 gaeng (met Adam)upt het HParabijg/ embe (met Luêifer) in ben afgronbt:

baer fuſt gijp uſat ſuppen / cube eten 'tgene ghp u alljier hebt muiſligſj in

ugljetrochem: maer Bob en ſult gijn niet beſchulbigljen/ amberg 5ijt gijn een ſogenaer/cnibe een bpambt bambc Yuaerljepbt.

45ob en begeert gljeen quaet/baer

emigooch niet een quabe ghebachte in hem/hp en heeft maer een eenighe quacl [ofte epgenfcljap] Dat ig

# Clt


212

Het thiende Capittel

enbeb?eugbbe. Jſlaaer 5ijn grimſofte gijeſtrenghepbt] alg. De natuur / bie

heeft beel quaien [ofte epghemſchap pen, ] &Baerom een pebcr ſiet mel

noo! hem mat bp boet / mant peber menſch ig 3ijn enghen Bobt / embe

ooch 3pnepghen geupoel/tot melker quael [ofte engenſchap] ijp hë mengt/ embe heen in begeeft / bie b2ijft embe boerbt hem/beg felfg merch-meeſter Yuogbt ijp,

[ In 't negende Capittel in het Boeck vande Signatura Rerum, fol.1o4.]

S &#ght ghn/ich en tam niet/ich ben te ſeer gijebangen: ſo ſegij Ich/itſt

en camooch niet: mant het en lcmbt niet aen mpn muillcn/loopen en berene

men/ maer het Iepb aen ºp obg erbers men: manticſt en can upt epgen gez huelt ben grimmighen ſofte geſtrene

gen] too?n 45obtg (bie in mp ontſtte hen ig ) funen macht niet nemen. #Baer termuijl 5ijn bemimbt hert/upt liefbe embe in ſiefbe/hem meber in De menſchepbt heeft in-gbegheben (als inben bergiftighen/aen-gijcſteechen

mercurium) in be5iele: embe be 3iele

(alg be bergiftigje quaelmanbe eeu. -

\uigje


van 't Vermogen,&c.

213

huig je natuur) inbe epgenſchap ban

beg eeuwmigen baberg natuur tingia

ret/ [ofte boo2gloept] ſoo muilich mps

men milie/imt ben ontſteechen bergif,

tigen quael (upt ben booſen mercurio) inben too?n 45obg/ in ſpuien boobin

ghenen/ embemet mpnen berburnen milie/inſpmen boot/in hem/embe met

hem ſtermen: embe in hem een niets huo2ben/ſoo moet ijp mijn leben hun22 -

ben: mant ſon Yuanneer mpmen mille

een mictgig/ſoo ig bp in hun het geen hn muil. Soo en kenneick algban mp/ niet meer mijn / maer hem: begeert ijp batich petg mat ſal 3ijn/ ſo macht hn't: maer begeertijn't niet/fooben ich in hem boobt: foo leeftijp/in mp/ gelijch ijp miſ. So ich ban een nietg

en/ſoo benick aen het epn.be (in het ſelbigſje meſen ) baer mijn iBaber

Adam upt gheſchapen uierbt. âDant tipt het niet g/ heeft 45obt alleg ghez maecht: bat Niets, ig het hooghſte

goet: Yuant baer enig geen turba [ofa te turberinghe] in: foo en iſfer nietg bat mm can roeren: Yuantich en ben # mijn ſelfg/maer ich ben 45obg:

#matich ben/ica en meet het niet: ſal 'tgoch niet moeten,

«ënbe aſſooigbe cureringg bambe hrancſta


214 Het thiende Capittel hranchhepb man mpne3iele: foo muie het mct mp mil magen / bie ſal 't on beruinben/Yuat Çöobt upt ſjen faſ maechen,

gck ſteſſe een gerempel: ich ſchºne be alhier / embe ich en boe het dock niet: mant ich (het gene ich bë) meet nietg/hebbe het oock niet gbeleert, geo en boeick het nu niet/maer pob boet het in mp/matijn miſ: ick en meet mp nietg/maer ich meet het

hem/mathp miſ: alſo en Iene ich niet mp/ maer hem: embe alſo 3ijn Yup (in Chriſto) maer een / alg een 25oom in

peeſ tach en embe ſp2upten: embehp baerb ben?ucht in een peper tarken/ ghelijck hp miſ. Gºmbe alſoo heb ich mijnſſenen in het fijne gebracht/bat ich met hem verfoemt ben in fijne licf

be, albant ſpnen milie / ig (in Chmie ſto/imbemenſchept) in mp/in gegaë: ſoo gaet nu mpnen milie (in mp) in ſpnemenſchepbt in: embe alſootingis

ret ſofte boo2gloept] mp ſpnen Mer curius(batig 5ijn muoogt/alg ben ſp?t, Hemben Mercurius) mpnen grimmige Iboofen Mercurius: embetranſmuteert ben mpneminben ſpmentenbe alſooig mpnen Martus, een 45obbelijcft bper

ber liefde geluogben/enbeſpnen Mar Curius,


van 't Vermogen, &c.

215

curius, fpzeeckt boo? ben mpnem (alg boo25ijn merch-tupgb)Yuatijn muil. 2IIfo Ieeft mpnen Iupiter in beu?euge be 45obtg/embe ich en meet het niett mp ſchijnt be ſuare & onne/ en belicht en ſieſemiet: Dit is be oo2faeck. Hicht ſepe mp ſelfg niet/ embe en ſiemp ſelfg niet : embe en meet ooch mg ſelfg niet: ich ben een bingh/ embe en Yneet niet mat: boch Bobt meetiuat icſt ben. &og loop ich nu baer heen afg een bingh/ghelijchmp ben gheeſt in het bingh blijft: embe alſo Heueick nae mpm en inmuenbigben muiſſe (bie boch niet mijn en ig.) Jhaerick bee uimbe noch een amber lenen in mp/ 't geene icht ben: niet na be gfjelatente

hepb/ maer na ber treatuur banbca ſcYmereſbt (alg mae het gijelijcheniſſe

bambe eeuwuigfjepbt.) Dat ſelnighe Iemenſtaetnoch in bergiftenbeſtrijt: embe 'tſal noch tot niets mo?ben/alg ban ben ich gheheel bol.comen. Soo ig nu in't ſelnige lenen (baer in ich mp/na mpmeichhepb beninbe) be ſombe/enbe ben boobt: embe bat ſaſ

tot niets mo?ben. «Embe in het lenen ('t gheen «Bobt in mp ig) ben icht be ſombe embe ben boobt/opamb. GEmbe

mae het leben (bat in mpne icht: .

110


Het elfde Capittel noch ig)bëich het Niets(alg.be Q5obe hepb)bpambt. 2ilſoo ſtrijbt het eene 216

Heuentegheng het ambere/enbebaer ig eenen gheburighem ſtrijdt inmp. JIBaer obermibtg ſlfj?iſtug in mp ghebozen ig/ embe bat icht in mpne

nietghepbiebe / ſoo ſal ſtij2iſtug (na ſpne beloften/bie in't Parabijg gijee ſchietig) ben hopber Solangijen (alg

mpne ichhepb)muel nertreben/ embt ben menſch ber booſhepb (in mnme

ichhepb) booben;op batbie gene (bie ijp ſelfgig)lebe, Het x1. Capittel Hoe men moet leven.

Hoe den menſch op aerden moet leven; om het aerdſche, ofte het tydelijcke, ende het eeuwighe te mogen ghenie ten: zijnde het vierde, vijfde, ende ſe ſte Capittel in het Boeck, ghenaemt Den Boom des Gheloofs: daer eene ghe loovige zieleon-uytſprekelijcke ken niſſe,eñvergenoegen in ſal ſcheppen,

A «Engfjeſien ban / bat alIeg (ſoo huat upt be natuur glycbo2cm

'mo?t) inben huiſſe ſjobg beſloten ig/ enije


Hoe men moet leven.

217

en bebat bacr mietg en ig/bat inben Yuilſe Bobtg can in-gaen/ ten 5p dat ſ; ct bacr in gijcöo2elt ofte gljemaecht 511: foo bolgſjt ban Hilaer bat mjn ong in ben luille 45obtg met aiſe ſinnen entje bernuft moeté opergeben: Jl)et De ſjanben in beſchuerelbt arbepben /

boo? ben bupch ſppſe ſocchen enbg

maechen: maer hup en moeten onſen Yuiſſe bacr niet gheheel in ſtellen/ om cent aertg bin.cht boo? onſen ſchat te

fjouben: mant ſou muaer onſen muille

en be hertig/baerig oor onſen ſcſjat. #boo onſen miſle inben muille 45obtg: ig/ſoo hebben mp dat grootſte Miſte

rium [ofteperbo2ghentljepbt]unt het Yueſche beſe merelt (alg een gelijche

miſſe ban't felbige)ig ghebo?en gljee

Yuo2ben. #ebben alſoo t'ſamen/het

eeuïuig' eft het berganchtelijche/enbe

noch meerber: Mup boeren be muonbe

ren ban onſchuerchen in het eeumuige miſteriumſofte berbo2gentſjeptjmuant

5p hangijen aen ben gheeſt man ben mille. iPaer fo mponſen muiſſe ban't eeuwuigbeaf-muembem in het aertſche

miſterium [ofte berbo2genthepb]enbe achten geſt boo? onſen ſchat/ embe

ſchoonhepb beg lichaema ooo? onſen

gſang/eere en De -

ana: ºoit m# AA G02


218

Het elfde Capittel

noo! omg beſte klepmoob[ofteiuwueel? ſoo ig onſcm Yuille in't ſelbigbe gije banghen: hangen alſo mlaer aen ben

ſpiegcl/embe en becomen benzpljepbt

45oög niet.âDant ben ſpiegel(alg het untiuenbigh ſtijch) ſal boo2 het oper glycloutert / embe ben grini [ofte het onrenne] ban het repne gheſchepben Yuo2ben / almlaer ben grim [oftchet

geſtrenge/ofte het onrepuc] een een Yuigh b2amben ſal 3ijn.

oo nu het mernuft/ het ghemoet

banbe 3iele/ met ben gheeft mamben Yuille ber 3iele (maer in het beelbt «Bobg/embe ben rechte menſch ſtaet) inbenuptmenbighen ſpieghel (alg in een glinſteren.be begeerte) in-boert: fuo Yuo?talſban het beelb G5obg/ ene be ben rechten menſcij/baermebe gee

banghen/ embe met be uptmenbighe Magia [ofte mijfbepbt ] alg met be fucht [ofte begeerte] beg ſelfg/ge-in

ficiret I ofte nermenghelt] baer alg ban het beeſbt het uptmenbig muefen/

ofte fucht/aen-trecht/niet alleen alg een hleeb /maer het ig een inficering enbe geheele bermenginge/ al iſt bat hem bet immer ber5ielen met het upte

# en bermenghtſig etmengſjtſjem ban noch ben oºijeeſt ball


Hoe men moet leven.

219

ban ben miſle ber 5ieſen ( be mucIrſte

Magisig) enbe het beelbt 45obgyuo?t berſtoort ſoftc berbiſtrueert] embe in een aertg [beelbt] beraanbeſt: baer

alſban het lenen van het bier ber 3ic Ien rohe ſofte ſebigh] blijft/ embe het heeft in ben bijeeſt bamben miſle een aertg beelbt.

-

&ooo Yuanneer nu het lichaem bere

b2eecht embe ſterft/ ſoo behout be 3ice

le haer beeſbt (alg haeren gheeſt dan ben Wuille) alſbanig 3p van 't beeſbt Deg lichaemg megh (mant in 't ſter ben/ig cene ſchepbinge)ſguerſchijnt het beelbt/met/embe in biebinghen/ bie het in hem heeft in-gijenomen /

Daer het mebe gijeinficeert ſofte bere

menght]ig gemo2ben/beg fclfg gual ſofte enghenſchap] heeft het in hem: t gene be 5iele alhier beminot heeft/ t gene haren ſchat hierig gljemeeſt/

mae het felbefigureert hem ooch het beelöt pambe 3iele, Heeeft eener 3ijn hert (in ben tijbt Deg ſeneng) in be joobaerbpe ghee duembt/ſo quaſt [oft nſoept (beg ſelfg Jual ſofte epgbenſchap] in het oper Der 3ielen) boo2gaeng in het beeſt op: - w

ºp baert [bonen] ober be liefbe embe achtmoebigljepbt [boben] on:

"#

2


Het elfde Capittel be 45obbelijche bºnſjepb) upt/embe en 22O

ſtam be b2pljepb niet begrippen moch

te beſitten/ maer qualt Lofte bloentj alſoo (in ſjaer ſclpen) in foobanighe angljſt-quael [ofte angijſtelijche ene

genſchap] enbefigureert boo2gaeng ben heeft pauben muille na ſjetaert fclje bingh bacr in ſpuien mille ig in- .

gijegaen: glinſtert[ofte blinchtjbaer mebe alſoo in het mper ber, 5ielen:

ſtlimit boo?gaeng in hoobeerbigbepb op/ embchuil in het bper [bobenjouer be fachtmoebigljepb 45obtg upt-baa

ren. àbant ijn en kan geenen ambte ren huiſle ſcheppen/ bp en kan inbe

b2pljepb Bobg (in bat beplige miſte rium)niet in-gaen/baer Ijp eenen ana beren huilie foube mogijen fcſjeppen. Hpp en leeft luaer bloot in hem ſcſben; ijn en heeft nietg / eube en kan oock nietg becoluen/alg alleen het gene/ bat hp bp 3ijn (upthuenbigh) Ieden/in

Ijem heeft gijebat [ofte ghegrepen.] 2ïſſoo gaet het poch met ben abica

rigaert: Die heeft in ſynen Yuille embe beeſbt be magiſche gierighe begeertel miſboo2gaeng beelhebben:figureert in ben 45ceſt man ſpnen luiſſe/'t geut baer Ijn (in 't lichamelijche Icben)ince be ſjeeft om-gijegaen:maer

overm:ât


Hoe men moet leven.

22 I

bat hem het felbeſlichamelijch lepen] verlaten heeft / embe bat 3ijn mueſen niet meer aertg en ig/ foa boert in botſj benaertſchen Yuille: bacrmcbe

plaeghtenbe queſt bp hem/mant alta

berg en ham hp niet berepchen,

-

#2och beel ſch2ichelijchcr gact ſjct

met ben Paſſchen / ouer muien ben cſſembigen gheſch2ept/enbe hem ucra

ploecht heeft om fijng bluangg huiſe ſc; Ynant alleg/ ſoomaat in booſhepbt ig gemj2orſjt geruceſt ('t gene Ijn ſjccft

beroe?faecht/) bat bolght hem mae: mät het ig in het miſterio bcg too?ng gijeïnzorht ghemleeſt: ſo balt bicucra burgem 5iele (nae 't ſternen beg lic hacmg)in het felbigeſmiſterium]baer moet 5n in bie felbige grouïuclen ba= ben [oftc fYucm.mcn]bat alſoo (bp aſz

bien bat het mogbelijcſt naer / ſjaer

met ben muille inbe liefbe abobtg te mcreenigen) be felbegroutuelen cnbc boofljeben ſjacr buch te ruggſje ſjotta ben/ Yuant5pmaetſten een eeuwuigh

bertmuijffclen/baer be 3iele ſjacr ban epubeltjcli ober-geeft/ 45obt afſembt

[ofte merloochent/] ente en begeert amberg niet g/alg in be ſeinige grotte Ym clen op te ſtlimmen / embe te Iepen:

embeljaer vermaech ſoftcureugijbel it 3

i3/


222

Het elfde Capittel

ig/ 45ob embe fijne H2epligen te laſte ren/ Iyaer ſcIben in be grounuclen te

oerheffen [ boben Joner 45obt / embe 't rijche ber 19emelen/borſt geen ban

bien te begrijpen/ mochte ſien. 2ïlſo is het te berſtaen E ofte te be trachten] mat ben muille embe betoe

uerſicht ſofte be boo2ſichtighepb]5p/ mamentlijſt be JBeeſter enbe be iBoer

man/bie het beeſt beg menſchen (bep be) in de Liefbe embe in ben @Loohn G3 obtgin-boert : 3Dant in ben huidſe

Yuo?b het rechte mare geloof ghtboa reu/baer in het ebele beeldſtaet/ het hucſch Adam nerio?en/ embe Chriſtus met ſofte boo?] be liefbe Bobg mee berom in be menſcſjepbt in-gijeboert

ileeft. @och verſtoort [ofte berbe ſtrueert] ben milie be beeſbenig Lofte

het beelt:]ïDant be muille ig ben muon tcIban het beelö ; ellbe obermibtgijp het 45obbelijche Miſterium I ofte be «Bobbelijcſte berbo?genthept} in hem heeft/ foo trecht be berbo2genthepb

45obg hem aen/alg be Yueſemthepbt «Bobg (berſtact het hemelſche lichaë «Ib2iſti/'t melch upt Bob mag gebo, ren in be unaerbigfje en de ſchoont

Honchu2oumu fijnber tuijfbepbt/ het 'ucIch [ſicſjaemjben #cnici

"#

U0


Hoe men moet leven.

223

5 ooban ong ghemoebt embe [onſen] Yuille in be felbighe [ Yueſentſjepbt

dBobtg] geſtelt muo?bt/ ente bat ben huilie be felbigje begeert/fonig ben feIuigen [Yuille J Magiſch, enbegaet heen in [ofte inneynaertg:J Soo hem ban hongert [ſoo J magij hp eten ſjet b2 oob ſbobg. I 45helijch nu ban't gelementiſch b2 onb het elementiſch lichaem maſt/ -

alſo] maft hem nu het nieme lichaem/ 't mueſch ig ben geluchfaligen 25oom beg Chriſtelijchen ghcloofg. âDant een peber lichaem bemint hem fcluë: fo De 5iele ban ljet licijaem & 5obg bee

Homt ('t Yuelth ſo [uptter maten liefe felijch]ſoet/embe geluchſaligh ig)hoe en ſoube ſp ban't ſelbc niet beminnë/ 't immelcli ljaer boch tot een epgemboln

gegenen muo2b / in 't Ymelch ſp moont en beleeft / ban Yuieng Hracht ſpeet/ clubeljaer berſtercht,

-

«Dat hem nu niemand en bebpiegef noch in fijne maſſchenbeiï ongerech= tig ljepbt en blij beſteechen / ofte hein met een hiſtoriſch geloof vertrooſte/

benchenbe: @Bobig boclj goebertie ren: ijp ſal mp meſ bergeben: icſt Yuil een en ſchatberſamelen/ enbemp ben

felbigen Yuel gijeb2upcſten : ooch aen dit 4

n1112


Het elfde Capittel mijne hinberen meel ſtijcſtbomg eube ecremaelaten: ich muil noch ubel ceng 22.4.

boete bgen: ijct igpbcſc beb2iegerpc: bergabcrt ſjaer | niet al g] baiſe

#

ent/enbegijntrecht bc onrechtuttre biginepbill [ll. J

cºmbc off al ten beſten gelucht/ſco iſt bochaertſch: embe gijn hebt u hert ente umen luille in een aertſch wat [ ofte in een aeröſche Ybooningij Jill

gcfomchem/u cbei beeſt baer niebe be ſilceb/ cmbt gcijcel glje-inficeert[offt

mcrmengelt.J Paer toe ſooſact gijp acnumme RimberÉ boo2 erfeniſſe/hoog

uccrbigljepb/bat ſp alle & haren geeft bes YuilIeng doclt bacrial fetten : gij!! meent u ſelfg Yuat goetg te boe11/ eila

be ghn bogt u embe umuen Hitinberen niet afg het alber-artijſte, +3et ig Yuel Muacr/bat het upturenbigh Heutil omberhoubinge moet hebbë : cnbc bie fijn goet u?puilligh aen eencm goba Hoofen om er geeft Z bieboet fottelijtli: macr noch beel fottelijcher bgct bie ghene / bicljem felfs (met fijngaet) gobbeſoog maccht/in 't genie ijp ſijii hert baer acn Ijanght / cnbe hout the

belijche berganehelijche lucHüſt meer #ré /alg het een tuige onberg.auta

helijche goet 7 tºucleſ geen entiSeen 11 fClllf,


Hoe men moet leven. 225 neemt, iſ Baer bie ben clenbighen tc ijlilpe ſton1t/ bie ſeghent ſjen felben/

Yuant 3pYuenſcſjen ſtem alleg goetg/

cribe bibben tot 4,5ob/ bat ijp hen15ca gene aen lichaem embe 5fcle. ?lIfog frcebt uienſch enbe5egen tot ben ge ber in 't Miſterium, omdat hem/ embc balgſjtſja t1 (alg een goet Yucrcſt / in c 3 Lb gebo2en)na. Defen ſcijat neemt

\jn mede([macr]ben aertſchemſſchat] niet.)âDant futubanneer] het lichaem ſterft/ſo treebt be beelbcnig [ofte het beeſbt] in het miſterium: (batig/ be beeſbenig ſofte het heelbt] muo?bt in gſbobg miſterio openbaer.) âDantina ben tijbt ban't aertſche ſcu 'ſoo ig het uptudenbige Principium te : becha

fcſ bier poo? ghelueeſt/'t ſcIne balt niet het ſterben beg Hicſjaeng Yuegh / alg ban verſchijnt het 45obbclijcſt miſterium in be beelbenig [ofte in het beelbt: jembe in het felbige [perſcijne

men] aſie goebe baben embe merchen bie in liefbe (in ben miſſe 45obg) gez bo2en 5ijn gemo2Üen.

*

2ille het menſcſjenenbebe gebeten ber b?omen ſtinberen @Bobgſtaen in het miſterium, ente aen-epgenen [ofe te mengen] ijaer tegengº be beelbenig

Lofte tegijeng het beelÜt beg meſbaa Hit 5

iÜerg, J


226

Het elfde Capittel

berg.] âDamt be kinderen ber elembe (bit hm/in hare beoefhepbenbenoot/ te hulpeig gekomen) bie hebben ha ren muille (in haer gebeb)in het bob belijche Miſterium geſchicht ( ofte'ge ſoliben/] embe haer Daer ntebe totſja,

rem Ipclper embe 1Bertrooſter ge-aenz

rmgentſofte gemenght]enbe hem beſe gelijchen (in het 45obbelijcke Miſte

rium) geſchonchen: Soo Duammeer] ban ben felbigljen âDclbaber in het Miſterium komt ( Dat het aerbtſclje

Heucm baer heen valt) ſoo mo?ben alle bingh en openbaer; embe acn-epgent ſofte mepght] hem een peber [binghj tot ben genen/bie het hen luiſſe heeft beſchepöen [ofte bero2bonneert:] bit

alfeg mo2b behouben (tot het oorbeel

& Bobg beg bepligen Beeſteg) in het Miſterio:2tlmaer alfban een peberſal in-oogſten/ſo mathp alhier in fijnen

acher heeft ge5aept:baer ſal 't altefa men in een miemue hemelſe aerbe grote më/maſſen/eiibloemen: in't melch ben menſch aen fijne bobbelijche beeſbee nig [ofte aen fijn beeſbt «Bobtg] htt 3Lichaem bam het bolkomen miſterio

#oog ſalaentrechten: enne boog hem

ſtierſtaet/noo? 't lichamelijche heeft) ſienſtaen fijne gerechtigjenb/## Olſt


Hoe men moet leven.

227

om [het 3p bat] Ijm ſo ſchoon 5p: baer ban fjn be oo?ſach fal behennen/ embe

hem eeuwuigh baer in ber/jeugen/en

beſpnen loffamch(tot 45obeg eere ene De Yuonberbaben) Daer in batten.

&Paer en tegheng ſal ben 45obloo fen hoop (in 5ijn miſterium inben too ren) bergabert hebben/ſpot/ gierige

bepb/hoobeerbirljepb/boofhepb/en be ben bloech ber clenbigen/ 't muelcht hem oock faſma boſghem/ embe ijp ſal alſoo boo2gaeng be oo2ſaeck ban ſp=

me qual [ofte epgenſchap] behemmen/ enbeberhaïben eenen eeumighen opa amb 45obg enbeſpmerkinberen5ijn,

[Eynde van't vierde Capittel.] Dat vijfde Capittel in het derde deel van de

# Ieſu Chriſti.

A HIIe bitſcluige en

can ben Bob looſen hoop niet batten [ofte bea grppenlugt oo?ſahe/bat in haer geea men Yuillebaer toe enig/bie het bea geert te begrippen/mant het aertſche

ineſen heeft ſjaerghemangijen/bat ſn geenen muille in het miſterſum 45obs en tonnen ſcheppé. &p 5ijn alg boot acm 45obt / baer en ig geen en abem

man't 4.5obbelijche#lenen 6 in ſjaer: iDgene ent - M


228

Het elfde Capittel

be en begeeren't ſelue ooch niet: fn 5ijn in het miſterium bant bem too?n eBobtg bergrenbelt bat 5p tjaer niet

en Hommen (bacrupt Yuenben.] 45ebt en heeft Ijacr ſtilt t niet gebaten: nnaer

ſp 5ijn met haren 45heeft beg Yuilleng baer in gijegaell/enbeljaer ſelu en ale

ſoberſonchem: baerom Hoopen 3n alg

benutſinnigheu / baer boch het cbele Hlepnoob [ofte illujcel J in ijaer (int

het centro) berbo2ghen ſtact in het &5obbelijche principio : entbe ſtoilbert

ghchecIYucſ (met haren huiſſe)upt het aertſche meſen cube lintbe boofhepb upt gaem/ tot in ben Yuille 45ubg:3p Hatemt haer mocthuiſſig batt ben grim

[ofte boefijenbt] baſt houben / ſpant het hoobeerbige eygen eergierighle ben beijaeght ijaer al te moet/'t ſcſbie

gehoub haer oochfnaft.]. JBaer na beſem tijd en iſfer geenen

raebt meer / ſoo het uner ber 3ielen bloot embe ſebigi ig/ſgo en Räin het met mietg gebluſt uu02b.cn/alg alleen

met befachtmoebichepbt 45obg (met het mater beg ecutuighen leneng) in

het 45obbelijche miſterio; 't ſeiuigje #itlenenl baerig een groote filootje en berepchen 5p niet/ [te ſueren / tlûC

(baeritae) tuſſchen haar Eternetenj -

ccfi.


Hoe men moet leven. een gljeheel principium, . .

229 -

HB acr in beſen tijb (terhuijſ be 3ieſe

in het bloeb ſYuent enibe b2amb)han't

Yucſ 5ijn Ite mucten/bat 5p befachte moebigljepbt 450ûg berepclien ſtona ben:]Yuant ben ſijſjeeſt ſjobg baert

op be betticſjepb beg Yuinbg: 4,5ob ig menſch gemuo2ben. Ben 45eeſt ſjobg gaet (met ben Yuille) in be 5iele Zijp

begeert be 5iele [te hebben: Jijn ſtelt ſplic magiam [ofte Yuijffjepb] tegeng [ofte boo2] be 5icle: 5p en behocft be

bcure maer open te Ücen/ſgo gaet ijp

u2phuilligl, binnen / embe opent bat ebel hoo?n tell boom beg Cijgiſtelijtz

ſtcn gljeloofg...

-

JPiter bitig ſjet ſinterteſichſte/baer

boo? ljet ben menſcijfeer bitter balt

in te gaen; hp moet ſpnen 45eeſt beg. WuilIeng ban het aerötſcije meſen af

bzeechen / embe upt ſpnen aerbtſchen ſchat (alg upt hoobeerbigbepbt/gica righepb/too?nigbepbeſt balſchepbt) upt gaen / ben 4Bijeeft 45gbg te ghez

moet/funen mond en moet geen hupa cljelaer 3ijn/het ijcrte embe ben muille en moeten in ljet aerbtſclje miſterio

niet binnen ſteecheu: het moet (bant gronbt ber 3ielen enbs beg herten) ernſt 5ijn:Üen \uille intgetſjen on:# *

's

*

-

-

' ,

1, 2


Het elfde Capittel ren/in het CBobbelijche miſterium(alg 23o

imbe licfbe C5obtg) bat ben 45beeſt

G5obtg [alfo ] rupmte cmbcplaetg in hem [mach] hebben / [om] het 45oba

belijcke momerken upt te laten : ana berg en iſfer gecnen racbt / baer en

helpt geen bunchelen. 2IIYuaert bat pemamb gheheel be

gechriftuur van bunten leerbe/ embe

hchcel 5ijn ſcuen langh in beherche at/ enibe in het beelbt ber 5iele maer

een acrtſch embe beehſchg menſch en bleef bic in het herte niet alg na malſe bepb en trachte) (alle buſ banige] ſpa

me huprhelern en helpt hem nietg. geen prieſter bie het miſterium bobg in 't uptmeubige banbelt/embe inben immerinigenſgronb] het beeſb Bobg niet en heeft/maer tracht alleen mae eere en De gierighepb/bie is alſoo nae

bp ben JPupbelaſg ben aſberminſtë: hn en ig niet amberg als een bupe chef-ſpeelt er met het miſterio (Bobg/ eft een Schijn-heplig ſomber ſtratht, Hººp en heeft ſelfs gheen miſterium Göobtg / hoe muiſhp't banaen ambert gepenſofte boo25ijn leeren mebe bee Hen: ] Hººp is een en balſchen Heerber/

enue een 3Dolfber #bchapen, ambant een pber JRenſch bie het miſterium &Bobtg:


Hoe men moet leven. 231 65obtg b?aeght / (bie het bermuecht heeft / embe ſjem in 't ſcIuigje heeft

oper gegenen/bat ben 45eeſt ſpobg hem b2ijft)bie ig een 332ieſter 45obg/

mant bn leert upt 45obt. Daer en han niemanbrecht Heeren/ten 5p bat hp upt 45obg miſterio Heere:macr hoe

ſal ben geenen leeren bie bunten het ſelbighe [miſterium]ig # en faſ ijp niet upt homſt embe upt aertſch bernuft [moeten]Heeren ? mat gaet 't ſelpige het miſterium 45obgaen? ſjoemel het

bernuft een ebel meſen ig/ ſo ift moch tang (ſomber ben 45eeſt ſbobg)blimb:

Yuant ſtij?iſtug ſepbt : Sonder my en kond ghy niet doen. Die banden geeft

gbobtg ghebaenen mo2ben / bat # hinberen @Bobg: ſoomie amberg (alg boo? ben geeſt Chriſti) in be Schaepa ſtal klimt/ bieig een bief embe moo22 beulaer / embe en komt niet anberg

alg om te rooben embe te ſteelen/enbe

om 3ijn epghen nut te foechen: hp en ig gijeen member ber schapen maer eenien perſlimbembem 3IPolf.

aberſtaet aiſon mamben boom beg Chriſtelijcken gijeloofg:bp moet lea benbigh(enbe niet eene boote Heiſtoe

rie ofte muetenſchap) 3ijn: het moord Deg lebeng moet in De beelÜenig

(#


232

Het elfde Capittel

te in het beeſbj menſch gebo2e. Ymote ben/op bat bc 5icle het beeldt -2ubtg b2age/bupten 't ſcluige [beeſt Bobg] cm ig 5m gheen hillb G50ög. QPaer en

helpt gheen hupcljelem/mocht c(op hoe pc) uptſtellingeber boete: ſoa langij als pcmaubt het aerbſche beelbtaen bc5icle b2aeght/foo ig fjn buynten het

miſterium boög, Hººp en behoeft ooth mict te bencſt en/ich ſal noch mûel ceng om-Yuenben [ofte mp beliceren.Jmmer

ich huil moo! heen genoech bergaren/ op bat mp niet en ontb2e echt / embe

bat mpbaer mac be aerbſche hantec ringe niet inbcn Yuegh en legt/ neen: batig bcg Dupuclg mergiff. #Baer

boo2 berbolginghe / Hrupg eube Ipa ben/ boo2 ſpot eube berachtinghe /

moeten hun in't ſtijche45obg ingacn/ Yuant ben KDupbel boert 5ijn ficgi ment [ofte heerſchapppel in het aert

fche bcelbt / Ijp beſpot be Himberen &Bobtg in fpſteil ſjoobeerbiggen ſtaet

ſoffe ſitplaetg]alg5p hem1 ontloopen Yuillen. ?lIſoo bient ben 45Gbtſooſent

hoop ben Dupbel / cm.be helpt hem 5ijn ſtijcſt b?pben ſofte regeeren.j 3ille bit ſcinige en moet bemenſcij

(die tot «Bob Yuit [heeren ]) niet altij

ten : Ilp moet bcuichen / hoe batſjpin Cell e


Hoe men moet leven.

233

een b?eemt Lambt/omber be moo?bc 1taergig/ enÜe een pelgrill15p/biella

fijn baberlambtYuanbelt: jp balt oma ber be mod2benaerg/ Die ſjem plagen

embe berooiden. Sop bnnuſon heel baer man Han b2cmgë/batſjp fijn ebcl

beelb behoub / fooijeeft hp goetg gea noegh/mant ijp behorntbacrºnoogſte

Yucten/ boo2 al fijn ghcleben ſchabel batſjepſige Miſterium, baer alIeg in iglegghenbe: baer ban (embe uptijet

hmelch) beſe muerelbtmaer een ſpiegel en ig. «Cube ijp igſter bmaeg/bie een ſpiegel-ſchijn boo2 een ſubſtanti aels mueſe neemt ſofte berhicſt:]Yuant ben ſpieghel Ibat ig7 het meſen beſcr luerelb Juerb?eecht/ fijn liefhebber Yuo?t baer ban berooft. H#pig alg een

bie fijn hulpg aen een groot mater op een #ambt bout/baer het luater fijn hung Yuegſj ſpoelt : alſoo iſt doch met be Ijgpe beraerb ſofte bcg Yucreſbg, I

op jl) enſchen Hinb'gijp cbel ſchepſel/ ſaet haer het ghemelbt nietſ hebben/ batig/ het opperſte gebieb:] het hoſt u eeuwuigi, ſtijck: ſoelttu ſclpen/uinb

##n / boch 1jt is }

niet in het aerbtſcſje • •

zBie hem ſcſuen in 't ſtijche bobg bint/bichueberhaert cen groot b:


Het elfde Capittel biebat hemelſche embe Bobbelijche

234

Miſterium aentrecht I ofte hem baer mcbe behlecbt / ] enÜe baer mebe in aet [ten abonbmael beg HIamg.J

lie het cieraet beg mereltg enigſte gé beg hemelgſcieraet]) maer bre ch: en ten is niet maert/bat ben menſch ſijn behaghenbaer in ſtelt, hoe mel huaerig/bat het tot beïd onber-mere

hem[CobgJmoet geb2upcht mo?ben, (@Lot bien epmbe ſo heeft 45ob het ook

geſchapen: 19erſtaet/ ben uptimenbie

menſch moet benuonberen(alg in # ljet # Miſterio) uptembe ober beraerbe Upfitipteit.

2tI't gene be ſterren bermogen/eft be aerbe in ſjaer heeft / bat moet ben menſch in muonberen/ in fo2meringe/

embe in Yueſen b2cmgen/ na be figuur ber eeumuigbepb/bie in behuijſhembt «Bobg (moo? ben tijbt begºmmercſbtg) ig gheſien ghchno?ben. JI?aer ijp en moet ſijnen mille baer niet in ſetten/ embe het felbige boo2 eenë ſchat hou ben;bochtot fijn oermaeck enbeper tieringe magh hp het ghcb2upchen: maer ijp moet (met ben immenbigen menſclj) in 4,5obg Miſterio arbepbé/

ſon helpt hem ben 45heeft bobtg het tiptuuenbige ogcſt foecſten eit

"#

ſlCC


Hoe men moet leven.

235

3Thaer obermibtgbat mp boo? ben fmaren bal ſo ſeer 3ijn berbo2ben ge Yuo2ben/ batong gemoet upt het hee

melſche Miſterio in het aerbſche(alg in ben ſpiegel) ig geheert gemo2ben/

enbebat mup mo?bé alg half boot be bomben / fooig ong geheel moobigſj/

bat mp upt benaertſchenglang (met ong gemoeb enbe miſſe) laptgaen/ eit

foechen eerſt omg ſelfg/al eer mp be aertſche percieringe ſoecken/bat mup YgoD2 eerſt leer en hennen / maer Dat

Yup logeeren/ embe macchen ong ghe

moebt niet aerbſch, âDant al iſt ben iſiaenſch in het beeit 45oing ſtaet/ ſo ig ijp nochtang in een brieboubigſſee men: maer ſooſjn het beeld verlieſt/ſo

ig hn in een trueepoubigh [Iepen.J H2et eerſte Icbé ig het leven berſica ſen/enbe het heeft ſijnen oo?ſp?ontſt in het operban be eeumighe natuur: het ſtaet boogmementlijſt in ſehenge

ſtalten/alg na ben 45eeſt ber natuur (gelijcſt ſulchr in onſentmeeben embe berben 25oech oerhſaert ig)[bat ig in be tribus principiis, embe ljet b?ie moubigh lenen.J Hºet thueebe ſement ſtaet in be beelbemiſſe [ ofte in het

beeld J't melch upt be fontepne man beceumuige natuur (alg upt het #


Het elfde Capittel ber zielen)Yuorn geboren: mueſch beelt 236

in het licht / embe in een ambere quael Uefte epgenſchapſſtaet/embe liet heeft ſnnen lepenbigen ſfeeſt/ghelnrH ſtilr acn bper enbe aen licht can nocrſtaen

Yuo?ben: maut ben quacſ (ofte beep

gheufchap] beg lichtg/ en ie niet alg. ben quaelt ofte De epghenſchap] De

bperg/ (both ſoo onſtaet het licht upt het bper:) Daer men in Den quael beg

lichtstben ſachten/ repmen/embe liefe felijchen €5ſjecſt oerſtaet/embe in ben

quael beguperg/be oogſaet bambien gelijch fuir te ſien ig/hoe bat Imt het

ijper be lucht ontſtaet/'t melch ben &#ceſtig:embe be lucht Yuo?t oorh in bier geſtalten berſtaen: 1. «Eeneber b2ogging (na bë grim[ofte geſtrenge ljepbt ] Deg bperg:) 2. &# ene nattig?

hembt alg Yuater (uan het herbe ſofte ſcherplaeu-treché:) 3. Een ſachtige hepb (uan het licht:) 4. «Eene berlief: fingſj (uanten grimmigen [ofte ghce ſtrengſten J ſchzich beg operg,) à la Yuaer (in alle be gljeſtalten) het licht meeſter ig : Yuant fjct heeft mcbebc

ſachtig ſtembt (eube het is een leven' 't Muelch boo2 ben gijeſtrengen boont Gilg boo! ben angſt-gitarl) in een mce

ber-ſinclien Mueröt gebogen/ (dig een -

ander


Hoe men moet leven.

237

amber principium) 't muelch(ſomber gee

boel) in tuner beſtact: het heeft boch 5ijn doelen in hem ſcluen/alg het lic2 halt1elijch ſillaecſten.

*

JBaer toe foo berſtaen mn bat het luater boo? ben boot[ofte boo2't ſtere ben] gijebo2en Yuo2bt / boo? het bere ſinchen/boo2 ben angſt en bemoeben

beg bperg: hoe Yuel ijct gcenen boobt en 5p/ſgig ljet Doch eenen boob:maer

ſjetlicht maccht het groenenbe/tdat

Baer in (alſoo] een ſeben 5p/ 't melch leben in de ſtracht beg lichtg ſtact/ Daer het lenen upt ben boobt groenet ſofte boo? ben boobt upt Yuaſijn a inentlijch/be YDeſentſjepb (alg be be

grijpelijchljepb begºmuaterg/'t Muelck tºen hem felben boobtig.) #Baer het

leden beginperg/enbc be firacijt beg lichts/ batig 5ijn iepen: alſodig te buefenthepbt gijcijch afg boobt gijea #cht/almaer het lenen eeneſelfaijenb lº (enbe hem ſelfg in hem ſcïben heſit Elbe baert/baer ben boobt (ber mee

ſeilthepot) het lichaem toe moet gie Jell (gelijck in onſen berben bocchte ſeſcilig. SBaer hun ban in tienen beg lichtg/enbein't mater begboobgoot tïUee geſtalten gerſtaen/enbe bebers Jëllâ? De angijſt in 't oper/ alg # ſtilg


238 Het elfde Capittel amghſt ber boobinge: in be geſtreng

hepb beg operg/merſtaen mup een ge ring mueſen/ban Ymegen De eerſte bier

geſtalten ber natuur : alg herbe ſofte bptembe ſcherpte] bitter / angſtenbe bper/mergelijckt hem het bergift/het

ig oocknergift/ eene Heemelſche mee ſentijepb in ben grim [ofte in begijee

ſtrengbepb] na ben oo?ſp2ong man't eerſte principii, baer ben too?n 45obg in quellet [ofte in op-bloept..]

p perſtaen noch het amber ma ter inbë ſch2ich beg lichtg/ in't Ymelſt

bie quael Iofte be epgenſchap ! boo? be boobinge ſinrkt/enbein ben boob elijck alg eennietg mo2bt: mant in nietg mo?t be eeumighe b2phepb # (alg ben eeuhuighen afgronbt) bee

repcht. Abop ban het begrppelijthe licht (in het ſeinige nerfinchen) inbe eeumuigjepb blijft/embe het berſince hten # berbult /ſoo groent ſofte maſt] in het licht/be kracht beg lichtg(upt ben berſinchemben boobt) upt: mantbë grimſofte be geſtrenge hept]begoperg blijft in ben grimmie gé quael[ofte in be geſtrenge epgene ſchaplbani't grimmighe Iofte ghee ſtrenge] mater/embe en gaet niet mee De in Den Doobt/ſjet en #an Oorſt niet 3ijn/

v

<


Hoe men moet leven.

239

Sijn/Yuant be grimmighepb I ofte be geſtremgepbtlig het ſtrenge almacija fige Ienen/'t muelch niet en bermagh te ſternen/moch be eeumige bypljepb

te berepchen; Yuant het ig genaemit/ (enbe het blijft in ber eeumuighepbt) Natuur-leven: ijde Yuel Datin't Licht

leven een natuur bebomben mo2bt/ſo ig ſp both pijnlijch ofte opambigb/

gijelijck bie gene/ in Uen oo2fp2oncſt

ber natuur: na het melche hem 45ob

eenen pberigen en betoo?nigen 45ob nogmt. . . . . -

âlBant inben quael [ofte in.be epe genſchap] beg lichtg muogt het mater

('t melch boo? ben boobt / inbeb2p

ſjepb perſonchen ig) een quael embe uater ban't Ieme ber eeuïuige melige be/in 't melch be ſachtmoebigbepbt

embe liefde eeuïuigij opqueſt [oft opa

bloept] albaer het alfban geen ſince

ſten meer enig/maer een groenen[ofe

te maſſen]'t melck ghenaemt ig 33a rabijg : embe het beneghem upt ben

quael beg matergig ghenaemt CIe ment/embe bitig het repne «Element

in be «Engelſchemerelt: embe beoo?2 ſaech beg operg in het licht/ bie ig het eeuunige firmament/baer in bat be eeuwuige muetenſchap bambe

# ep


24o

Het elfde Capittel

henn G5obg ontſloten ſofte geopent, Yuo:bt: van 't muelche een ghelijthe: miſſe aen het uptmenbige firmament embe aen be Sterren ig.

-

2ïſſoonerſtaen hun nut meewerel ben in maſcanberen/baer gheen van bepbeb'een b'amber begrijpt: betere ſte/in ben grimſ ofte inbe geſtrenge henb] bambe operige natuur in totra giftige mater cit angſt- quael/mlaer

in be puppelen muoonë:betuutebeſin het licht/ baer het mater beg lichtg

upt ben angljſt perſonchen ig / tot in De eeuïdige bypljepb/bie ljet giftige

huater niet en bermagh te berepthen ofte te begrippen ! enne en 5ijn both niet verbeelt/alg Ialſeen J boo! ben boob /bat het hem in thuee principia ſchepbet/ embe alſog in tinee Hebeng

berbeelt: het eerſte inben too?n/het

thueebe inbeliefbe; 't melch boog het rechte lenen bobg bekent moºb, ººit ier in ſteecht ben gronb/bat (alſoo t n met Adam unt 't felbige Henenin het upthuenbighe Icben 3ijn upt-ghe: gaen ) €5obt baerom ooch jleenſtij luierbt:enbe Mup moeten ong boo2.be

ſen boobt (boo? en be upt ben grime migen quael / upt het bnerige angſt Heuen Boog ben boobt) in het licht ene iDe Hickje


Hoe men moet leven. 241 be liebe Heben ineberom inboeren. De poo?te beg: Baobtg mag baer in ben

grijnſ ofte in be geſtrenghepbt] mei

toegeſloten/in begjiaenſchen 5iele) #e quaeſ(in beinnerſte natuur/in het Yuater ber gift/als in het bper ber angljſt) ſtonbt. IJſlBaer J ben Poſt Stijgiſing heeft albaer ben fleuteiber: #oorhen/ ſhplig met fnne #at bezielt Ialfoo Jin beanggftelijc

merrichelijche 5iehe boo? ben boobtili

het # #otſte meterom upt ghee groent Eoftetipt-gehſoept: Jenbe3ijn lenen best lichte ſnoert nu ben boost ghegangen/enbebenfelnigen [bootj # een fpot ſofte ten fpot] genuanben, 3 Bant met ben felbigſjen ſleuteiner

meente Lucifer een #ger/ente eenen almachtigen angſt inben grimſofte in begbeſtrenghenb] te zijn. Jihaer boen ben ſleutelperbroken mierbt/ſo ber ſtootbe be kracht ber “bobbenbt (in het licht) hem zijn ſtijcht : afbaer

kuierbtijn eenen gijepangen ſinecht,

3laant het licht Bobtgenbe het na ter ber, fachtmoebigbepbt is fnnen

# een too?n muort baermebegee bûDUt, gºp fotlanige inpſeig het lichtenbe beliefbe inben tonen #haalt##


242

Het elfde Capittel

onberſchenben]met het Clement beg arabijg/ embe het Yuatec beg eette igen lebeng/ enbe ben too?n G5oûg

ig gijcbluſt ghehuo?ben: embe Ijp/ſte

Yuefen Lucifer J blijft alfoo alleen in hem ſcluen een angſtelijche grimmie

ghe oper-quael /almuaer 5ijn licſjaem een vergiftig/ eube een quael van 't bergiftighe Yuater: cnbeig alſoo upt het bobbelijcſte bper unt-gheſtooten tot inbe materiam van be celnuighe

natuur (alg in begheſtrenge berbig hembſoft ſcherpichtpflbie bebuuſtere miſſebaerb) baer in moert hp het ghce hecſe geſtrenge regiment inbenanga

ſtelijchen Mercurio [bat ig / in het 'ſch?icſtelijche gheluptj ig aſfoo eettent

beſchaemben enbeuerſtootenſ 45eeſt] bie in ben begime een 3Do?ſt maer / maer nu niet meer en geld als een Scherp-richter/ eenë eerloofë knecht bie baer in ben grim Eofte in de gljee

ſtrengbepb] 45obg moet zijn alg een

25eul / bie het boofeſtraft manmeer het hem van ſpitcn #eere beboden

mo2bt/berber en heeft in geen ghc

knelt: ſjnig boch eenen beöriegher / Dat hp maer bele mocijt berrafſcijen/

ºp bat 3ijn ſtijck mocht groeit Yu022 ben/bat in veel mocht hebben Zembe niet


Hoe men moet leven. 243 niet alſog met Yuennig in ſpot mocht ſtaen: gelijch cene H2ocrc benclit/aſſe fer maer heel H2ocren 5ijn/ ſoo en 3n icſt niet alleen een H3 gere: ich ben alg anbere: alſoo begijcert ſjn go cit cern groot geſlacſjt / oln Daer Doo? 45obt

te beſpotten.

.

.

.. .

3Bantijn geeft 45ebt boo2gaeng be ſchult van fijnen bal/ alg ſjabbe

hemſijnen grin! [batig be geſtreng ſepb 4,5obg] alſo getroclten / embe in ſoobanigen hoobaerbigen muille ge

ſto2t / batſjp niet en 5p beſtaen I ofte bolſfambig cnig geblebê. JH#p bemht/

Yuanneer Ijn maer bele tot ſjem trcht/ bat fijn ſtijcſt groot mu02t; op batſjn baer boo2 te meer heeft/bie oocht alſo

bgen alg ijp/embe Bob berbloecſten/

en ſjaer fel ben recht neerbigë: batig fijne ſterchte cii mueſluſt in fijne bupe

ſtere embe herbe ſofte ſcherpe angſt/ Daer in ijp ſjem boo2gaeng ljet uper

opmuecht/embe ober be th2oonen upte

baert. 2 Iſoo hout hp ſjem alg noch boo? eenen 1902ſt embe Coningh: ene be al iſt bathp boog ig/ ſo ig ijp boch een 3Po2ſt fijner Legioenen (in ben ton2n) in fijne creaturen: JBaer met ben too?n (blipten fijne creaturen) en

% geeft ijp geen getuelt petg te boen: ht, # 2 nu Get

%

-


Het elfde Capittel moet alg cemcm onmachtigen gebarre 24-4

genba:#Z too?n/bunten fijne creaturen.] initeit 'eerſtatt alſn het menſchelijchele ben in thuec geſtalté/ als na het oper ber natuur / embenae het uper beg

lichtg: Yuclch mper (beg lichte J in be Hiefbcb2ant/baer in het ebele 25eeſb «5obtg perfchpmt: berſtaen hier in/ bat ben miſle begi Penſcijen in ben Yuille & Sobg moet ingaem/ ſo gaethn

in ben boob (Chriſti/met Chriſtoffel boo? ben boob in be eeumuige bypljept «Bobg in/in het lene bes lichte baer is hn in Chriſto bn 45ob. De berbe geſtalte beg lebengig het uptmentie

ge geſchapen lenen upt beſe merelb/ äig upt som/#Paem/#Sterren/enbe GElementen/'t Yuelck ben geeft 85obg ben aſem met ben geeſt van begroo, te merelt in fijnennetta inblieg/baer

hn [ te meten beſleenfehl'boem both een uptmenbige #ielemierUt/bicin 't blocbt embe materſ meeft/enbein

't uptimentige mengeſtehen oper(alg in de marmfe) bnait, Dat felbige uptimenbigh Henemen

moet niet in het beeſb (in het immen, bige ſeben) grppen: het beeſb en moſt noch bat Iſefuige tiptanenbige Hebeng III


Hoe men moet leven,

245

in het inmenbige licht ('t mºeſch bo92 ben boob ſchpnt / eſt met fijne kracht in be eeumuigc gepljepot groent) niet

inlaten, 3 Bant het insturenbighele men enig maer een gelijchemiſfe bal, 't innuenbige: ben inmlendigen geeſt foube alleë in ben upthuenbigen ſpie gel/be eeumuige knonberen (bieill be Yuijgh embt boûg in ben ongront/ in begobbelijcſte Magia Yuareal ertſilät

Lofte ſchplaenbe] geuro?ben) opſſuna ten/Lofte openbaren/] clube tot eeneii

figuurlijchen ſpiegel b2cughen (alg. tot een en agilber-ſpiegel) ter eerelt «Bobg/enbg m2elig, je beginnen die

gen Beufch/ upt ºob geho?en. Hºmer fijnéYuille en moſt niet baer in gaen/olia be in thuenbigſje Magnbee rêli in het beeld in te trechten: gelijtſt.

Yup nu (met janauter) beſtemlnent/ bat hem ben. HBenſch een en aerötſchen ſtijgt (in het ghemaogb) illfrec#t enige

inbeelt/ eube alſoo ljetrcune 25eelbt boog (in het tureebe principio, Ibat lg/in het licht]) berſing?t: âDant ſija men ſºfeeſt beg miſleng gaet in het aertſche mater[batig/im bemertſche

#efenthepbt Jalg in eenenaertſchen ſchat/in een aertſchbat: &o Yuogt init het beelb(bgo? bic imagination) ooelt '

-

3L 3

aerö/


246 merU/'t

Het elfde Capittel

-

\

## Yueberom in ben boobt/

't oerlieſt 4,5ob/ embc't rijcHºe ber 12e melen: Yuant fijnen 35 heeft best mile iemg ſteecht (met belicfbe)in ljet 11pte Yuenbigij leben. jºu ſo moet jet uptºmenbige Iepeſt

ſteruen embe verb?eechen / bat aſſog het geſchape beelt na het in unembige fiijcit berſchijnt / alſoo ſteerfst ben geeſt beg huilſeng met be liefde in de

imthuenbige muonberen/boert beſel bighc (in het ſterven bcg up thuenbla

gê ſcueng ) met hem voor het sombect &Bobg/baer moet ben geeft beg huile Heng boo2 het bper gaert/ cñ het beeſt moet in 't bper gljep?obeert Yuopbert/

baer moet van het beelbt (alſe ljet aertſche) af-b?anten: het moet ge

heel renn eube ſomber ſmettem #ijn. GT5clijch het licht in het bper beſtact/

alſoo moet ooch ben 45heeſt begºmile feng in het mper 45obtg beſtaen: $0 bn albien bat hp albaer niet en had Soor het bner Bob & / boo2 ben boob

p2p bgg gaen/ ſoo faſ het beeld (in bt eeuhuige bupſterniſfe) uptgijeſpegel tuo2ben. . -

SDit felbigfje ig ooch ben fluaren

dal, Adams, bat ſyn fijnen gijeeſt beg

*uillerig in het inſtiucnbigciëncriſiſ: -

-

-

IIl


247

Hoe men moet leven.

-2 in het uptYuenbige principium, in be

-ººr in -

- ºf .. -

!!

maffcije fitcht) inboerbe/ cmbe imagie

nrcer.be na het acrüſche ſeben: ?lIſog gingh ſjirunt het Parabijg/ ('t Yuelft boo? ben bogt in tmuee principien upt groenbe I ofte boo2- blgenbe] in het imtypenuige)enbe gingh alſog in ben boobt in/ batijn alſoo moſt ſterven: entre fijn heeft muierb alſoo verſtoort

# 't 3elbige hebe en hun ban Adam ge-erft, maer van ben thueeben Adam (Chriſto) [ſjeb ben Yup ge-erft Jbe ſlºeber-geboo?t/

bat Yup in be HPenſchuuo?bing Chri ſti moeten ingaen/ embe niet hem in

ſputen bood / eube upt ben boobt met hem groenen inbe 49arabijg-luereſt/ in be ceinuige Yueſentſjepb/in beb2pa ljepb 45obg. [ Eynde van 't 5. Capittel.]

Het 6. Capittel. '

Van den Boom des Gelooft.

A 3Ifogberſtaen

nup bat het aem be TA ſuſt lent/bat te verberming upte litſt ig geliomen/ cii noch boo2gaeng Rount: mjant be ſuſtig eenc imagine -

3L 4

ringlj/


248

-

Het elfde Capittel

ringh / al maer be imagination ſjaer

in alle begljeſtalten der natuur in huin ght / bat ſp alt'ſamen bcm2ucht Yuo2ben met het gene baer upt beluſt ontſtaet. 45elijch mp ban oerſtaen/

[hge bat] ben uptimenbigen geeſt beg. #Benſcijen (bic een gácſijcheniſe ig man ben in membigen ſlºemfcij) beſuſt

ig gemo2ben mae het ſchoone 25eelt/ bacr ober hp fijne imagination in Den inYueubighen [ heeft /]baer man ben in membiggen ghe-inficeert

#

[oftc bermengt]Yuierb. «En be onera mibtg bat ijp niet dan ſtonden aen

ben boobt en heeft geboeit/ ſoo heeft hn aen ben uptimenbigen fijnen geeft heg muilïeng ingherupint/enbe alſog. ig benuntiuendigen in ben immenbia gijen ter herbergh ingetrachten/ ema

beenmbelijck âDaert oan 't IJupg gee Yuo2ben / embe heeft ben inmjenbigert

nerbupſtert/bat het ſchoone 25eelbt alſoo merblichert I ofte oerbomchert luierbt.] . -

Daer biel het ſchooltcbeelù amber

De JPoo?benaerg (alg omber be gljee

ſtrenghe «Bijeeſten ber natuur / embe go?ſp2ditc begiebeng)bie ljielben het

becibt ghebanghen/het ſchoonc3pa

tabijg-hleebt ſuierb hem upt gheto -

-

geII/


-

Hoe men moet leven.

249

gen/ſp moo:ben 'tſcluighe/efilietent % ſtug (ben (rechten ! 3 alliaritaë) ban

2 half boob legghen: Baer mag thzia

nodig # in , ºoit is bloggſdeelt dat babt enſcljYuicht : ſog beſcljabe boo2 een Augo2t-fp2eecljell (ofte Yugg2t-bergea

uingh) ſjabbe tonnen gljeſjcelt Yuoza ben / foo en mJact 450bt niiet menſcij

gljemuo2ben. 3Baer Bobt clubc 43a2 rabijg maag berlo?ell / baet toe fooi Yuag het ebcle beelbt bcröeſtrueert eube bermboeſt glycluo2ben/ cnbcſjet moſt Yucb.crom llpt 45ob mieu ghebo: ren mo?ben. Pacrom quam 45obt

met 5ijn Yuoogt ('t melch het centrum

in't Iemen beg lichtgig/ eube mierbt bleeſclj/ bat be 5iele aſſon mueberom

een 45obbelijc Parabijg Yugon-bupg hequam. Derſtaet/gelijch alg be5iea #

3

#f

He Adams be beure ban be bperige eſ

ſens habbe geopeut/cnbc beaertſche eſſentien in gfjelaten (melcher quac! ſofte epgenſchap] hem in het 3Para bpſcſje beeſbt babbe in gijemjzongen/

en de het beeſt aertſch gemaecht) alſo bebe 45obt be beur beg lichte eſſen! open / eube ombingh ſofte bekleebe

De 3icle niet #2cmickg vleeſch : aſſoc intâ gilleerde bee eſſents van 't H2e melſche bleeſch beelt (mag bi -

"#5

2 2112


Het elfde Capittel

25o

eſſentien bcr 3ielen.) 2ilſoo Yuiert alg nu be 5ielc Yalcber -

bcbzucht/bat 5p met Ijaer en Gheeſt beg YuilIeng (boo? ben boobt)Yucbete om in het Parabijg-lcuen in-gingſj: baer van bacn quant be verſoechine

ge Chriſti/bat berfgcht muierbt [ofte fu be p?ocue Yuicrt geſteltl of be5iele huilbc u am Ijct verbo Domini cfen / embc oft 5n holibc Yucberoln boo2 ben

boobt in het lenen 45obtg in-gaen/ 't Yuelch ennbcliſch aen bemſtam beg Crunc eg berbult [ofte bolb2achtl

microt: ahuaer be5iele Chriſti boo? het bper beg grimg ſofte beg too?ng] (boo? ben geſtrengcn quael)boo? ben

boot ging/ cube groenbe ſofte bloepz bel Yueberom in de beplighe 33araa

bijg-Yuerelt upt/bater Adam in gijce feſrapen mag. Op fobanighe Yumfc fijn Yup mmen fchen met erom geholpen gemuo?ben: enige ong ig nu ban moobe / bat Yum onſen miſſe/ſin enbegbemoet upt al fe aertſche bingijen upt trechen/embe -

in ghziſtiſpben/ ſferpen/boobt embe opſtanbinghe/in-1u2inghen: batYmp ben ouben Adam boo2gaeng met bent

Boob ſtijgiſti Hrimcigen: embe met be tomben boeggaeng (inben boob enbe . -

*

. .

ſterben


Hoe men moet leven.

25 r

ter, een ſtijgiſti) ſtermen : cnbc met jem 1unt beangljſt beg boobg (in eee nen nieuïben menſche ) boo2gaeng:

Yueberom opſtaen/ cube groenen ſofe te op-)mnaſſchenJ in het Heuen 45obg/ amberg en iſ er gecnen ract: mup moce

ten in onſen muille be aertſrije muereſt af-ſter ben / embc imbe nieuYue Yuerclt

in het gheloof/ in het plecſch ciï bloet

Cljziſti / boo2gaeng Yueberom gebg ren Yng?ben: Yup moeten upt Chriſti pleeſch ghebogen hºogben/ ſo inpan berg het ſtijche 45obtg huilſen ſien, 42et enig niet foo een licht binch/een recht Ch?iſten te 5ijn: het ig betal ber ſYuaerſte: ben miſſe moet een ſtib

ber Muerben / eube tegijeng ben bere

burnen muille ſtrpben: ſjn moet hen upt het aerbſche bernuft/in ben boot chriſti inben too?n 45obtg/in-Yuene ben (ofte in-ſinchem) enbe alg eenen ghetrolnuen ſtibber/ ben aerbtſcijen Yuille zijn gijeïuelt berb2cechen: embe

hem alſoo harb bermuegemſofte opere gijchen Jbat hp het aerbtſche lenen

baeraen muiſ magen/embeniet mala ten/moo! batijn benaertſchen miſte nerbroken [afte overwonnenj heeft: 'twelckmp met een en heftigen ſtrijt ig/alluaer thuee principien met mala #L 6

tan U22


2,2

Het elfde Capittel camberen (om be ouerhuimminge)ſtrpe ben: het moet ernſt5ijn/ batmeu omt het rtibberlijcke hranſhen mil berij teu/Yuant niemambt en becomt ſjet/

-

l

ten 5m bathm onerhuimt : bp moet be

macht uambem aerbtſchen Muiſſe ber b2ccchem/'t Yneleit ſyp in hem(uptep ghen ghemelt) boch niet en bermacij ſtc boen:J maer foo hp hem (upt het

aertſche mernuft/ niet ſpliemininen bigen huifie) inben boebt ſtij?iſtiina

l

filicht/ ſoofincht hp boo? ben boont Chriſti (boo? ben grim I ofte boo2.be gheftrenghepb] G5ebg/ſonber eenig opbeuben beg Bunnelg) in he4Pa rabpfche b2eugbe (ofte (in bei?ara, bpſche] merelbt/in het levert Chriſti)

!

in : hm moet ſpnen huille/ alg boobt

maechem: als banſoo leeft bn Göobel embe hp ſimcht in be liefbe abobtg: baer hp boch in het upthuenbige ſtijl,

leeft. #noteert/ich ſpeech van het Ribberijjche hranſhen [ofte bamibt ſtibberlijke kroone] bie ijp in be4Pa rabpſchemerelt becomt/ ſo muanneer hp eenmael heen-boo2-bzingt: Yuant :

albaer mo2bt het ebele 3aet ge5aept:

enbehn ontfalight het hoogſpaerbie ge panb (ben ºp. Beeſt) bie hem baer 1ia gelept en beſtiert, &#n De


r,E

Hoe men moet leven.

253

Gºmbe al iſt bathp in beſe merelbt (in het bal ber bupſterljepbt) moet Yuanbelen / bacr be GPuppel embe be hogſ'ſjepbt Deg Yuerelintg boo2gaeng

over hem heen uaert / eube ben upte Yuentigjen menſch boo2gaeng in de groumelen [ ofte in be ſomben J in Yuerpt / embe alſoo het cbele moſtert

3abehen onberb2ucht/ foo en Iaet het gem boch niet berberghen / maer het

groent[ofte maſtJop:enbebaer Yuaſt cenen boont tipt/in ljet rijche Bobg/ tegeng alle gerucht beg GPupbelg enz De ſpuien aenſjauchtenbeljoe ben ebea

Hen perrcl-boom meer onberb2ucht Lofte meebzucht Yuozbt/hoe ijp hefti

gher en beghemelbiger maſt: hp en ſaetſjem niet onberbzuchten/aliſt bat

ljet noch het uptmuenbige lenen koſt. 2lifo lief ghemoet / ſoecht recht na ben boont ban't ſtijgiſtelijche gelooft -

p en ſtaet niet in beſe mereltjt: Hººp # Yuel iu beſe Yuerelbt 5ijn: macr Ijp moet niet ben boom (met «Iljzia

## in «Bebt 5ijn/ bat u beſe merelt, aſfoo irlaer gen en ſjanght/ gelijck 5p dſtij2iſto noch maer aen en hing, ſpera ſtaet niet alſoa/alg ofte beſe merelt, #joo2 «Bob niet en bochte / ofte gheen i nut en ºuder, Sºpig het gro: € ium -

-

--

-


254 . Het elfde Capittel ſterium (ofte be groote verbo2ghent bepb:) ben nuchtſcijig in beſc Yuerelbt

geſchapen ghehug:ben (als een muijg ficgent u in bien)bat hp alle monbe rem (be melcht van eeumoºgljepb 3ijn

[gcuuceſt] in Sulphur (batig / in eetta Yuighchucſemtijenbt / ofte Yuijf hembt

«Bobg/] bacr befemereld met ster rcn cnbc Clementen uptig gljeſchaz

pcm gljemuo:ben) ſoube openen [ofte aen ben barb/in 't meſen b2cmghen] eube na 5pnen muille/info?nnen/figita ren/embe beelbemiſſen brengen alleg tot funer m2eugbe embe heerlijchhent.

Hyn (te weten/5en rechten menſelijte gchcel b2p (ſomber eenige âBet) gltea ſchapem: in en habbe geen[ſlBetJalg alleen beſBct ber natuur/ [be Yuelſte mag]bat in het cene principiù niet en

foube inrtanber vermenghen:ben in Yuenbighen menſch en foutje in hem niet in-laten 't gheen aertſch Yuagt maer hp foube over het uptmenbige

Principio almachtich heerſchen, ſo en ſouber in hem geenen boobt mochte ſterben 3ijn geconnen: be uptimembie

ghe «Eſementen en habben hem ootſt niet commen beroeren/ noch ooeſt hita

te mochte hoube. âDant gijelijcſt het in't

t belg beelt

uper beſtacrimoſt : ale N -

ſog


255 foo foutbc het felbigc ebcle beeſt oorft boo2 ben gheheelen menſch (boo: alle Hoe men moet leven.

b2ie principien) heerſchen/ alleg ree

geeren/embe met ben quael ſofte met be cpgijcnſchap I beg 33arabijg bera blullen,

-

JDaer ouermibtg het boch niet en ſtombe 5ijn / embebat hem het bleeſch aertſch ig getup2ben: foo moeten hun nu in 't gljeloof gebogen [ofte ſjerboe

ren] Yug2ben / (baer ban mocſj ljet rechte lenen bao? 't acrbtſche ſcuen berberkt mJo?bt.) & go moeten mup

het rechte ſticeb(genaemt Ibope)aene trecht en / onſcm Yuille imbe hope im fctfê/ embe boo2gaeng acn ben boomt

beg gijeloofg arbepben/batſjn ſpne bzuchten (alg be gheluchfalige liefbe

regljeng 45obt enibe onſčn maeſten) boo2tb2enge,

4.

,

Han [te mucten ben menſchlfal het goebehuerchem: niet alleen om 5ijn ſelfg mille / maer bat ijp fpnen mace ſten doch met goebe erempelen/ enbe

met zijn lepen boumue embe betere. #p faſ benchë hoe batbn eenenboom in het ſtijche Bobg 3p/bat ijp goebe 102ilcijten b2age/ embe Yuaſſcſje inben

acher ºf obg/embe bat ſpnemzuchten op tien big 450btg bel3002cm :

"##


256. Het x1. Cap. hoe men, & c. fijne muerchem en de mouberen inbe rechte liefde in-batte/cnbe in belicf. bc Yuanbele: Dat hp bie [te Yuetem/ſp

me Yuercheu embe Muonberen] in het ſtijchc G500g macſ) ill-boeren. Al 2aut

45obt is een ſyſjeeſt/ eube Bobtig (in Chriſto) ſl2enſcI) gijcbo2en/ embe

alfoo Yuaubelbt ben 45ſjeeſt beg Yuil,

leng in Göobt/Yuant bpig een 45eeſt in €5obbelijcke Muerclien. Gºmbe aliſt

bat hem het aertſche leven berbeckt/ bat bn 3pue Yuercken (bie hp in't ge Hoobeſefte inben gelooue] heeft ghca banen [ofte ghebaerbt])niet en kent/ ſos Yuerbenſe bgclj (in 't berb2ecchell

ban't aerötſche Iemen) openbaer: Yuant be [2ope ig ſpue Hag (ofte ſtof fer] embc een miſterium, baer be muera ken beg geloofg in ge5aept embc be Yuaert Yuo?ben,

[ Eynde van'tſeſte Capittel van den Boom des Geloofs.]

Van

-


257

Het 12. Capittel.

Van den ZE GE N.

*

Van den Zegen Gods in deſe Wereldt: Een ſeer geheele goede openbaringe voor de ſwack-geloovige Menſchen: zijnde het feventhiende Capittel, in

een Boeck genaemt: Het Drievoudig , leven des Menſchen. , Etº'º: LEVE #tinberen / ſbo mp # omheeren tiptong bernuft/

Nºg) enbe ong ober gheben aent # # #49 ben milie ſpong/bat hn met

ong maeche embebge mat ijp miſ(algt Yup ong hertroumen in hem fetten/).

ſo gaen Mup tot onſen rechten Paber in/ embe 3ijn fijne #inberen, bijee Hijcſt alg nu cê Hèaber boo? fijne ſtin

beren ſo?ght/ aſſuolooch 45obt onſen,

#

39aber bog2 ong/ ong II)2fa ſtug trooſtelijc leert:Tracht voor eerſt

na het Rijcke Gods ende fijne gerech tigheydt, ſoo ſalu het ander alles toe vallen. #ſtem/ Sietaen de Vogelen on der den Hemel, ſy en ſaeyen nochte en ſpinnen niet,ſy en vergaderen ook niets in de ſchuren: noch onderhoutſe uwen Hemelſchen Vader : En zijt ghy dan

niet veel beter, 6 ghy kleyn- geloº:


258

Het twaelfde Capittel

De #ielciucct/bat bit kleebt (ban aertſch vleeſch en blocb) een u?eemt hleebig / baer in ſp haer hart-gron=. bigh (uoo? be ſlººdjeſtept Sobtg) ſtijdenut: bacrom ig fu oorſ, ſo thuijf: felachtigh aen begenade & Bobg. Sg Yuanmccr ſp biöt/foo bencht ſp boore

#g: be ſomben 5ijn te menig juille igly/bat ſp Ue il)ajeſtent 4D o5g niet en berimagij te berepeken. ,, . &#enſoöallige qltellinge doet ſjaer

-

bc Dupbclootſt acn/ bic ſijmen roota

ſtcmben pocſ (met ben @Log2n) boo??

gacng opent / cnbctrecht ben rooth ſofte ben truijffcijin ben muille van bt 3icle/bat ſp alſog tctugge blpft/bat ## boo? 45gbt berſcijgicht: be upuel macht hooggaeng eencil gea

ſtrenghen ſtichter unt Bobt, Alfoo blijft be arme 5iele terugge/ embefp

gaet in/in ben geeft Jan beſchuercit/ eii ſucht ſtier te geneetelt: fin bºcncht/

35ob Haet het maer gaen/fgo 'tgaet: SHa Yuel te recht met ben genen/öic in

ijaer epg heuſelfg bouulen en bewere trolnueii. Dant be Iſobanige] 5icle n1cent (ſoo Yuanneer ſp alſog buiten

# Jare 102 gijbulbigljepbt te ºu brengſjtzffi, meent bºter en 31

# LIEIl

-


Van den Zegen. 259 men amberen negh : het moet alſog gacn: beſjanben (ofte be liſtighepbt)

mioeten 't alleen boen / boo? 't mueſch

# #aturian beel boog hepbtg ontz tºt £t,

-

-

3Licbe ſtinberen/ſaet u boch recht omberhuijſen: het uptmenbige aerbra fche Iepen/batig/ ben geeſt man beſe tuercl bt te ſjupg [ofte in ben ſchoot J.

geballen: ben bupch berepſcht aerbe fcſje ſppſe/embe het lichaemaertſche hlecberë/ en eene hutte tot fijne noo ningh/nae 'tſelbighe moet ben upta Yuenbigen geeſt trachten: ºp ſalara

bepben en be manbelen/ Yuant in 't fºmeet uïng aÉſchijnig ſuſt gijp (aerta' ſche JBenſcij) u 252oob eten / tot bat

gijp ueber tot aerbemuozb/baer ghn van genomen 5ijt/ ſept 45ob in Moy ſi. ſDant het lichaeln ig ban be Ma

trix [ofte ſlºoeber liberaerben ghee momentenbe ſjet heeft in be aerbe gee imagineert / embe be aerbe ſjeeft ſjet

Yueber gehangen: foo bat het aerpte ſchep?ucht heeft ghegeten: baer het alg boen tot aerbc gemo2 bëig / Daert

het ban genomen mag,

-

ſpant 45gb nam het banbe aerbe/ bat ig een HPenſch / ofte ſtoobe aera.

bc / man beg opcrg centro, enbeban iDeg


26o

Het twaelfde Capittel

bes Ynaters centro, alg dan be thmet iDocberë ber natuur / eube blieg het ben abcm pan up thuenbigl) in / bog?

beu geeſt van begroote Yuereſb: cm.be be 5icle pan inunenbig/ upt het thue: be principio [ batig / upt het herſt

ofte muoogbt #obg) tot in het herſt: "De 5iele en woont niet alſo in het

umtumenbige/fm is maar met het illi, YucIlbige # tjaren Yuille iſ in het untºucndige ingegaen/ aſlast ig fu (in beu mille) hebzucht geluid,

ben met bt umtwendige gegeeringh: tofte heerſchapppe/l eube alfonie: atmeubige heerſchapppe in de 3itie chommelt,

-

"abit mag t/bat ſjobt ben ſnelle ſchc merbogb/bent niet te laten geſtia

ſten aeroſcheutuchtcubchracht: ºlie begin en heeft het ooch niet uit nooit man noobc ghehabt/Anantijpºlla: 't #arabijg/ ende ſlag # fonſo ſomber nood/ſoaberboot, die gelijck 45ou oach in de derde woont, ºntbc be aerbe en licht bena boch nietſ noch ſp en begrijpt hem lliet; alſon

noch ben ilneriſch, ºp ſjabbe inite Matrix [ efte Doeber Jºhan! De derde honnen muooné / en be ſolide boch met fijne 5iele in 45obt geweeſt 5ijn: ende -

bcn


Van den Zegen. 26 I tocw Yoitte ban be 3iële ſbube acnbc 5ieſe grºobbelijke ſpnſe gebaartjt heb #6ert: HT2aer alſo Ijp nu ig omgeïnent/ ſo eet de 3iele man het centro Naturae, tofte man ten grontber ſpatitur] ene be ben uptimenbighen gheeſt bambe aecbe : maer ſo be 3iele haer beheert/ cii niet Ijaren Yuille in beliefbe & Bobg in - gaet / ſoo eet ſpºpan het abootſt

dBoög/cribe betupranenbig lichaem/ Yoan ben #egen 45obg. JPercht/manmeer beziele gebence bijt (ofte gheyeghentlig /fog 3egent &#oö oock het lichaem: aſbant bezie2. Me U2aeght een #emelſch lichaemin het oubc 2tbamiſche, ſºliſo moat fij me ſppſeenbeb2anch gebenebijt/mnet aſſee Yuatben geheelenâTºenſch boet ente heeft: hp behorntwoomberlijchen 5eghen / 't melch fan âBernuft onbe grppelijchig, lººp moet arbeiben ene benergaren/mant baer toe igfjn in 't uptimenbige tenen geſchapen/bat

# te

monberen Bobg (met fijne

honiſt en behanteeringe) foute opene baren. 3iſſerlen hanteeringhen 3ijn in de ozoze bobg: een peber nercht bemonberen bobg/ ſo be 5iclennaer

in behant Bobg(in fijne fiefbe)ſtaet/ fooig het lichaemin bemonſter -# 211


262

Het twaelfde Capittel

ben €5obg: embe G5gb en heeft gheen miebagen acn fijn boen/ het 5n nat Ijn ban ooch boet/ baer mebe Ijp fijne ſpnſe bergabert.

-

19et upthuenbig lebenſtaet in buit gebeelten. Hi?et een cig be regeeringe Dan be Sterren: #et thueebe ig het

[een] Clement in vier gebeelten/alg in bier geſtalten / ban 3Bper/ HLucht/ âDatcr/ embe ?lerbe: H2et berbe ig.be

regecringe ſjobg; Yuant ben 45ſjeeſt gyong fYueeft op het âDater/op ben

Capſula, op be Matrix [bat ig / op het opperſte berYuateren. ] So mie

in Bob nertrout/embe fijn berte niet Ijehecſ in fijn 1Dernuft en ſtelt/ bie ſjeeft boo2gacng ben 4,5heeft 450btg

tot een en Schepper: Hºep [te Yueten ben 45ljeeſt 45obg] heeft batverbum

fiat, embeſchept ſofte maecht] boo!, gaeng: hp3egent hem in lichaem en :3iele/te ucſben/in hung/in't Ymerth embe neeringe fijner hamben: het5p

mat hp ban oocſi boet/baer is bent «Beeſt “Bobg boo2gaeng in /embe Ijp ſchept [ofte macrhit. J

#oe en foute bat niet 3ijn? De 3ie

ſe heeft ſijn lichaem [te ſneten/ het #iehaen man ben «Bijeeſt 45oogjfjoc

kan bp ban het apruienbige ſicijgen 10 grºe


Van den Zegen. 263 verlaten - 't Yueſcſt ſpne Yuonberen

al Uofte moet] openen ?

-

Hy Lte Yueten/ben menſch] iſfer wel

len, met alles wat hy doet, als 't maer

niet valſch en is,ende dat het niet tegens

God en de menſchelijke liefde en loopt. GEmbe al b2oeg pemanb ſteen en inbe

#Zee (alg het ſpnen b2oeber Muel gljee Analt / en bebat Ijp 5ijn geneeren bier Ygan ſjeeft) ſoo ig ben ſobamigen ſjen1

Lte meten/45ob] ſouaengemäenl/alg een 392ebiſter op ben ſtoet:Yuant Ynat ijeeft 45obt met ben arbepb te boen? Ijp en heeft bie niet dan nooben. . .

Ben menſch heeft name muille / ſjn vermach ſjemſelfg op aerben in een foobanig muerch te bernuaethen/ alg ſjetſjem gijelieft/ſjetſtaet allcg in de Yuomberen ſjobtg/ljet 3p mat ben menſcijgoch boet. Een & muijn-hera berig hem ſoo aenghenaem alg een KPocto?/ſooſjp macr b2oom ig / embe hem maer in ſpnen muille bertroitt.

, GDen eenvoudigen is hem ſo mut alg ben mpſen: mant met tien appſen re geert hp/en met ben geenuoubigſjen boubt 5ijn al te ſamen 5pne ara

#

. benberg tot ſofte injfſnieuoilberba , ben Cenpeber heeft beroep paer in # # #jnſpllen tijbt paſſeert: 5p fijn pop? hem '

- - --

- - - -

- - - - .

v

we


264

Het twaelfde Capittel

hem alle gheſiſch, affleen ben ººk heeft pan beſchuerelb/bic heeft ſpne hoog bepbt/bie beeltthp (in ſpile macht) upt/gelijch alg ben 5ceſt 45obte me ben H#emel: albaer igoock gronton

berſchept / alleg maebat ben 45hetſt (ofte 3iele) met 45ebbelijcke kracht aen-ghebaen ig / afſgo is bock fijne hoogljepb inben H#emcl/alg mcbefpa

me ſchoonhepbt/en Hilaerljepbt: boch alleg in

#

«Een pcber dºngel enbe 3icle heeft

b2eughbe acn eeng anberg kracht enbe ſchoonhepbt : gijefijch alg be

bloemen ber aerben / maſcanberen niet miſgunnen/alig 't ſchoon bat be eene ſchoonber enbe Hrachtigherig alg beambere / maer ſp ſtaen niema

fijch onbermalcamberen/ embcbe eea neghemiet behracht nan b'ambert, «EHoe gelijck alg een en Medicus mee nighertjanbe ſtrupberen omber mala canÜeren boet/baer een peber Hracht

ſme beughtban hem gheeft /enbeſp 3ijn al te ſamen ben hranchem biena ſtich : Alſoo behaghen wy al te ſamen Godt: wy, die in zynen wille maer in

gaen,wy ſtaen al te ſamen in fynen Ac ker. &#nbegijelijch nu boo?nten en be biſtelen uptbergerben Auaſſen## giDCCz


Van den Zegen.

265

bebechen en berſcheuren menig goet hrupt ofte bloeme: alſonig ooth ben &P5obtlooſen / bie op 45obt niet bere

trout: maerbout op hem ſclpen/enbe bencht: 3ſch heb inmen 45obt in te hiſt; icſi muiſ

# 5ijn / embe mpne

hinberen groote ſchafnac laten/ op bat 3p goch in mpne Muaerbigſjepbt mogen ſitten : batig bocſiſſcpbtſjn]

ben beſten muegh: «Embe baer mebe verſcheurt hp menigſj ſjerte/bat het Doch lichtbeerbig muo 2t/embe meent/

bat fulchr ben goeben Yuegh uan 't geluchtig/batmen ſtijchbonl/Jſlaacht embe Gºere heeft/ bic heeft het Ifo Ijn mepnt] goet. &#nbe Muanneer men

het meſ operbencht/ ſoo gaet ljet ben eerlen alg ben amberen/clubc be arme 3iele mo2t baer mebe boclj berlozen.

âDant ben ſtijche en finaccht ſyne Ierhermp niet beter / alg ben armen 5ijn ſtuck b2ootg: het ig ober aſ ſo?= . gije / bekommeringhe / p?ceſe enbe äranchhepbt / embe epnbelijcſt ben boob. Hºet enig maer een ſtijabulu becijten in beſe merelb. Penmach tig!jen ſit inberegeeringlje bambert

bijeeſt dan beſe ſuereſbt: embe ben

&#obb?uchtigen ſit inbe regeeringe banbe 45obbelijche kracht eit mijfe j|W?

#jepb,


266

Het twaelfde Capittel

hepb. De regeeringhe ban beſe Ybee

relt neemt een cpnbc met het Cafſter

ben ban't] lichaem: embe be regeee ringhe inben G5eeft 45obg/bie blijft eeuſnighſtaen. Het is een feer jam merlijch binck / bat ben menſch het me ( ſooſeer na loopt)'t melch hem ſoubenae-loopen/ ſoo ijp rechtenbe b2oom maer. Hººp loopt na Romimet

eube ſoºghe/enbebat loopt hem boch ſcIfg na:ijpig alg ofte ijp boo2gaeng

boImaer: ijp maeckt hem ongeruſte bepb/enbeſog ijp hem liet bergenoe=

en/ſoo ſoube hºngeruſthept hebben. bpſet hem ſelfg eenen etenbë moam in het berte bie hem plaegt / embe ijp

maecht hem ſcifg een quaebe ron ſcientie bie hem finaegt/enbe ig boch

baer mcbe maer een bºmaeg: mant 3ijn goetſaet hp gen een amber/ enbe ben hmaghenben mo2m (inbe quabe conſcientie) bie neemt ijp mebe ban

beſe merelbt/ embe't gene hem eeu huigjplaegt/bat heljontijn boo2 fpe 11211 Hanber borij een grooter bruaeſhept onberber &onne geport

#

Een moºben? @Beiijcſt alg ben menſch het cbeſte ente bernuftichſte ſchepe

ſel in oefemerelt is: alſnig hm oogſt 't be gierighepb)ben aſbergrootſte bluaeg •

-


Van den Zegen. , ,

267

bimaeg omber allen gheſlachten/ na bemaci ſjn ſoo ernſtigh mae 'tgene jaeght/bat bpfelfs niet man nooben

en heeft. (âDantpber eenig ſpnepage tieman.ben bijeeſt dan beſe merelbt toe gebecitt ſo Ijp hem maer liet ber

genoegben:) 2tifao is ben eenen menſch begane beren Duppel/bie ben amberg gueſt: en behetenig luaer onn

#

aerbe te boent: ofteam ſteen en biebe

aerbebo.cbgenoegh heeft. En marij bit niet terecht een momber 3ijn: bole

b?enght ben gheſtrenghem ſjelſchen «Beeſt ſpmemoriberen niet nae ſpnen get tuenſch in de menſchen 4 gb boetſt banbeſºpenbaringe getupgt/

baer bent botogaeng het eene 5egh beg toezng na het andere heeft open ghebaen/ enbe bemenſchen zijn big

maera begetoong gemo:ben: ſp5ijn geheel gemillig met goet en beboet meemben batfg Bob toegetre baermedenoch eenen bienſt beben. # op bliitbe menſch! hoe 5ijt ghpina bent tobyn gepangen? Yuat boet gijp/

ofte maer 3ijt gijgtmaerom laet gijp u oanben bundel vernoeren ? ## bocij#emel embe?terbeu; 45obhuiſ in alleggheben; hp heeft Italieg g5e Jºl? 2

geïJen;


268 Het twaelfde Capittel ' geben; gijp hebt alieg bo02 het recht

ber natuur. De bonne enbe Seter ren3ijn u, gbp3ijt een lºgeer onerale leg/ſaet maer ben bmaſen mille mate

ren. apaerom begheeft glºp u inbe gierighept en boogijmoettſtaet borg het rijke Bobg in liefde en in farht, moebigbepbt. ©fte meent gbp het oet te zijn imben too?n te moonen?

# bat u het licht uïner

bogen oerbyeeckt/foonaert gijpiniſt buiſterniſſe / embe gijp neemt u uit bmaſe epgenſchap (ijſter gijp albiet ingbeleeft hebt) met u: is dan de

inſteruiſſe beter als het een mighe ficijt? ſonijzaegt borbaen bealariſ/ off 3nbeterig als be bagº often leent

# bat mop bolfijm/bat Yup alſo ſp?ee

ene imp ſpreken't gene mjp ſtemt ten betupghen nam het gene up meten? embegijn-liebenfijtblinb... ... 2ilio zijt gijp mante #abiloniſche

Iboerenerblinetſbiebeuºuppel ber gierigljept gebaerht heeft/tentpoen 5oen benitenſcherm ſcher Anaren: boem

'ſp ſpotg mooi bt ente beeſt ſatura: ren; geïijch bcgſºpenbaringe Ioannis etup gijf: Ickſal komen, en de uwen andelaer wegh ſtooten, ºnbe Paulus

ſepba Godſal krachtige dwalinghe la 1-

teſ?

v - 5-

- vr


Van den Zegen. 269. ten komen, dat ſy ghelooven ſullen den: Geeſt der loogenen, die daer in ſchijn

heyligheydende verkeertheyd loogens ſpreken: ſy ſullen aenhangen den Duy velen. Maer in de laetſten tijd # ben 392opheet David) ſal des Heeren Woordt groenen als gras op Aerden:

maeckt de poorten in de werelt hoogh, ende de deuren wijd, dat de Heere in trecke. Wie is de Heere ? Het is den'

Held in den ſtryd. Alle ſwaerden ende ſpieſſen ſullen tot ploegh-yſeren ende torſickels gemaeckt worden (ſepbt ber gopijeet 45obtg) ende het ſal ghe chieden, ſo wie den naem des Heeren

ſalaenroepen, die ſalſaligh worden. &Baerom ie 't goed in 45ob te bere

troumpen/al foube ban noch het aert, fche lichaem boo2gaene in ben b2echt ſoft in beperachtinge] ſteetſten; het ig om een en Hennen tijd te boen: ene be baer boch niemand en meet/tot

Yuelcher ure ſijnen tijb (in beſe muez reſt) ten epmbe ig/baer alg ban het no2beel ouer fijn lenen bolgt. JBaera om ſaet af nan gierighepöt: ſpig be

eenighe mortel man alle guaeb/ embe 13an alle bºmbaegbepbt. «Een gierigh menſch ig ben grootſten JPmpaeg op gerben: Yuant ijp eethem felfg/enne JP 3 . maccht -

-

-


27o

Het twaelfde Capittel

utaecitt ſjem ſelfe heel onruſt / ent.be

rechtbaer mebeheel boofbepbt aen,

ºp en meet niet mat bat boog een Pan ſal 3ijn/bie fijne gierighepbt hefitten ſal/ embe [ fijne gierighepb] mozb menighmael ſchanbelijck met

'en berſionben. Jºlartijet ghent (bn fijne 5iele in't berberpen heeft gijeb?etijt) tg een amber bgolijck in

eent ambere bmaeſbepbt: mant het moetboth afleg tot het merch home. #Baer bie eBob bertrout/ bie heeft

beoggaeng gijenoegíj: mdat bp heeft/ baerlaet ijn hem aen genoegen; ſoo

is in veel rijrher aig ben. Dimaſen ſ«Bierigaert/] bieben clenbigenbera bzucht (ont beg gelbig ſmilie)'t fuelcht

fijn lenen boog bent boob/mochte boog

'ber Bellen niet en kan behapbem, . «Den Bºomen oerfamelt hem cent fchat in ben Bemel: tºp behomt een nieu lichaein/in't meſch gheen homº

ger/bagſt/bitte/norſjte hoube en ſal 5ijn,enbegeeft een geruſte Conſcien tie: bp ſal ben ecumuigh oper lijnen ſchat berbenghen: «Enbe ben abieri, aert bergabert hem eemen aeroſcljé tbat(bie hp aen een amber moet la,

tenz) en een quabe Conſcientie / met tenen ſchat in ben afgronb/bie hem E 2ll:


Van den Zegen. 271 eeuwmigh faſhnagen en bebpten. zibe zegen Bobg en berlaet nima mermeer ben genen/bie met ernſt in obob Maertrout/ embe maer baré Haet/

ſoo Yuat niet gaern blpoen uniI. Bob heeft momberlijche megtjen/ baer ijp mettinberenſmebe ſpijſt embe ghe meert: ghelijch bp Daniel in een hupſ ber 3ſlegumdg/ Eliam omber ben moera

beſp-boom/ ente beſleebune tot Sa repta, in bcm bieren tijb, ábo mie op ob bertreut/bie heeft ſnel gebout/

in #emel en op 2ier ben,

Eynde van 't 17. Capittel. Het 13. Capittel. Van den Doodt ende Sterven. Van den Dood ende van't Sterven: Hoe

den Menſch is, als hyſterft: ende hoe het met hem in den Doodt zy. Een groote wondere Poorte: Zijnde het achthiende ende laetſte Capittel in het Boeck van't Drievoudigh Leven.

I CK

meetmeſ bat het Bernuft fal

#

fcggen : en hebt het toch niet beforijt/ embe gijp 5ijt noch in beſe jll) 4.

Alprº


272

Het derthiende Capittel

mercIb/in't uptimenbigh Hepen: hoe

honb gbp fulcrineten? #ae Ypelſief Bernuft/ mae mijnen upthnenbighen iſlèenſche ſal ich oock ſoo feggen/tus be ich ſegghe (na ben upthuenibigen) be Yuaerljepb.

JDaer nabemael bat mp tegelijtſt in 45ob/embe oock in beſe muertlb

honnen lenen; embe beziele (ſoo ſp 45ob muiſ hennen)boo2 eë enge poort met Chriſto (boon ben boob enbehela he) tot 45Gb moet inb2ingen: foo ijche

ben hun macht man ben felmighen megh te ſchappen: embe Yup luiſſen

ong 't felbigſje tot een ſlecmotie ſtela len/terkuijl bat Yup noch in beſt mee reſt 5ijn. âDant ºobiguonderlijk/ biebaer oogbeelt in een bingh / al iſt fchoon dat het oordeel in het bingh niet en ſtaet: gijelijcſt/mup 3ijn in het

aerbſche lenen /ente ſuſſen borhuimt het Heben in ben boot ſp?clten/ 't\nclh kup muel bekennen [oftchjerſtaen.J âDant binet en ig ( boo2 bc Matrix

naturaeLoft Boebcr bcr natuur])gece mige lieuniſſe onbegrppelijch/ ſo bp aſbien] ben Bijeeſt op het nettc Ubat ig/ op het opperſte] baert: Soo ijp o

ſijnen 252lipb-luagenbaert/ſoo # bp boo? b?ie principien: bermagh ijp Dan


-

V

Van den Dood, &c.

273

ban niet boo! boobt embe helſe te ba ren? Yuiemil hem begrippen [ofte in fiupten?]19ermagij eene 5iele niet ala

ſoo be Yuonberen @bobg te aenſchou Yuent te ineer/ batijet nu ben tijb ig/

baer alle monberen openbaer ſuilen Yano?ben, ſlººp en ſpeechen niet ban ong Lofte boog ong] alleen: be &tera.

reſuerſtaetbe Sterre man't feſte 3e gel]ig berſchenen/bie het 5egel bere h?ogchen heeft/ [te Yueten/ baer be

berbo?gentſjepb mebe toe-gije5e

lagh.j âDat ſtaetghp langer en ſett mercht op / Yuantben tijbtig gheho men : JBaer enig gijeen op-ſjouben Hleer.

2Iſſeg mat begin heeft / bat heeft eumbe: Sga matin ben tijb beſloten is / bat gact met ben tijbt ueberomt in ben Gºter [ofte 3Perſſiuber.l ?ti, maert batman in beſc 3Derelb ſombec noobt ente ſomber boob jabben gſſee Heeft/in eë repn lichaemſomber finet ten/ niet tegenſtaembe ſol t upte Yuenbige ſlijſt aen 'I epilbe/ban ong

5jn gemeåen/embe up fouben alſog in bc H#2cmelſche Yucfentljepbt blpben (Datig/ alg Henoch, Elias, alg mes

ige Moyſes, bie boch boo? ben boobt 3ij##1ghegaen/ in het Darabis-ſee -

-

-

- - -

### 5

-wº -- ** 'gº::::

'


274 Het derthiende Capittel ben: boch Henoch embe Elias onſterfe

felijck alleen opghenomen: baer het mrtYuembige fiegiment met ben geeft

pambeſe mercibt ſomber ſterven nam baer muierb genomen/)'t mucIcht met beleſte baſupne noch geſchieben ſalt baer ban een eeumigh feben embe een

tenmighſterben op falbolgen, RBen maren ſlºtenſch (in het #e melſche beeſb) heeft gheenen tijb: file

mentpbtig als een rellbehroon/ofe te als eenen geheelen ſtegen-boogt/ bie geen

"# noch ooch geen epmbe

en heeft. 3Bant be beeſbeniſſe ſofte het beelb] ('fineſch een gelijckeniſſe «Bobtgig) en heeft noch begin moeſt getal: 't heeft dan eeinuigheppinbe ſnijghenbt ſbobtg gheſtaen/aig een

#onthugott ſomber 5tren/ofte ſome ber miſſen. âDant ben milie Bobte ig in # ben niſſe gijemeeſt: ſpig niet alle bemonberen(bie map in beſt eb2acht ) ## in Den HBeplighen ## # # f efteſ # gee It

IJ

-

-

#aer ſp mag ſomber lichaenv ſame

s:# #be ## tien mierbenijnt ben eeumigë gronb " Baer (met hare ſcheppingſjéj roe -

Ken Dg

l


Van den Dood, &c.

275.

rembe ſofte benueegblijch/lalg in b2ie JIBoeberg/na be baie principien. Dat Yuag be ſcheppingh/bat 45ob in alle be b2ie JPoeberen muilbe openbaer \u02ben: Gºnbebat mJag ben boobt/

bat het regiment ſofte beheerſchap ppe ] ban het beeſt in fijne onbeminge niet en bleef/ bat hem het mibbelſte in't uptmuenbige/enbe getuptinentie

gein 't mibbelſte begaf/ bat enig be m2beminge van be eeumighepb niet; baeromig in't felnige eene oerbreece

ſtinge gemo2ben. âBant het uptuden bige hecft in het mibbelſte eenë aene

bangh eube een getal: baerom gaet het aen tepnbe/eft 't moet hem oan't mibbelſte af-bgeecken: bat heeft be

ſucht [ofte bebegeerte] gebaen/bat ſp het mibbelſte(baer in een eeuwnigh

Hemen ig)in het unterſte geſtelt heeft, enbeſjet upterſte intimibbelſte[heeft]. ingelaten, -

al

-

-

2diſon ig het Iepen in baie beelen. 1. 2ïlg het immerſte/'t melch beeelte Ymige perbo2gentgenb Bobg (in het loper)ig/baer heffenê man ontſtaet. 2. Enbehet mibbelſte/'t meirſt man eeumigjepb alg een 25eelb ofte ghee Hijcheniſſe

# ##

GB DDg Mueſen) heeft g (ſomber (ſ #IR 6 geſtaen/ T [baer


276 Het derthiende Capittel [baer 45ob] hcnt in een beeſbenig be luſten [te ſien:]gelijch aig eë menſch

hemſelfg in een en ſpiegel ſiet/ aſſon ig bit mocht gemueeſt. 3, So heeft bit becib (in be ſcheppingſje) Yueberom eenen ſpiegel beſtomen / bcm ſelfg te beſtem; 'tºucſch gemecſtig ben 35eeſt majorismundi, alg het uptcrſte prin

cipium, 't melch ooch een figuur ban het eeuwige [principiumlig. Gºnbt in beſe Lunterſtel figuur heeft hem het beelb bcrgaept/Igelijc een ſluana gere 332ou hâet aen pcfg bergafpt/

5aer boot be 192ucht letſel behomt:] foobat Iljet beeſt bobg } ge-imagi, neert/embe het uptunenbigh 25cclöt heeft ingenomen/'tſelbige moet inca berom afb2cerken, ſDaer ouerming bat het niet fijn.cn band men het reuz inige centrum naturae ig acnglycbolla

ben ſofte berhinoopt/][ſo gaet het af, b?eechen] (mae ben ſeinighen bambt) ſmartelijch toe: Muant Daer Yuo2b een Ieben berb?oochen, &oo manneer de lucht ophoub/ſo -

moet 't bper perſtichen/cñ inbeutter [ofte perſlimberl gacn/bat ig ben boob: Yuant het uiterſte cube het in Herſte principium b2cccken Ijaer ban niaift. Roerg vitant het interſtc!,eeft . .

.

.

' '

tºt


277 Van den Dood, &c. begin/embe het innerſte niet, baerom

-

moet het upterſte berb?eechen. 19et upterſte en ſtaet maer in be tinctuur [ ofte in de bag?gloepinge J ber & on

ne/enbc.be 3Planeten embe &terren 3ijn ſpn regiment [ ofte heerſchap, ppelb2pbêſjaer regiment boo2gaeng. aen het 3ici[ofte aen't beſtelbcperh:] mant een peber 39ſaneet heeft ſpit

perch'ſ ofte tecchen Jaen een plaetg/ baer ſp (in be ſcheppinge) heeft ghe ſtacu; bacrig jacr 5iel [ofte perch I enbeijaer ſaeculum: Yuanneer ſpaen beſcplaetg ſtomt / ſoo mbo2b alle het

ghemie (baer ſp een dolkomen lºgeer boerig geïueeft) berb?ohen/Yuant ſp. begint een nieu ſaeculum. #lhaer gijp moet bit borij recht

berſtaen : geen pcber [4Planect] en heeft beg Heueng tinctuur niet: Satur nus, Mars, embe Iupiter,bie hebben ſlet

groote lenen. Saturnus ſchept afſſon ſnat ſjp in ſpn teken beſtomt: ijp en boet het niet/maer hp perſaet het Ice ben:[gelijk een HPoeber behant bant cê Hitinib treftt/J ſo en heeft getalſban

# 3Boerman/ embe berb2 eetltt ſelf ofte het battban ſcife om beer: ] ale ſo gaet (jct Golt met beanbere, JIP acr

fij: tecchen moet tot in de ſtroom ter, AT- ---- --

% ste: -


278 Het derthiende Capittel Asterren toerepchen tin melch tehen en be pumt be 49ſaneet fijn 5iel I ofte

perch] heeft,

-

JPaeroinig menigh jongh ſtimbt alreetg (in beg HP deberg lichacm) out genoegh tot be boobt [ofte om te

ſternen/]Yuant fijn ſpeer is aen het perck / en ijp oçrlaet fijne #inberen.

genbebaerman comt het/bat nupong epmbe niet en ſtonnen gronbeeren/ om bat mp en gentlijck het perc# man bnſen 190erber niet en meten / tuint

mp [fouben ] fijn ghetal (enbe ootſt beg teecheng moeten meten/

#

ſon Yup ontg 5ieII ofte perchl miſben.

aentreffen.

-

-

&iet in bufbamigen perijckel 3ijn Ipp na 'tuptmenbigh lepen/enbewup en behoo?en (na bitlenen)baer niet

te hing / embe mo?ben becijboon het tipterlijche Iemen bermecht / ſon bat geile #Ziele gijebo?en muogb; ſjoemel bat het gijeen ziel

#

en Han Haren/mant het5aeb muozbt. miet ## alle p2ie principien ge

#aept: ente het zijn baie IIaoeberg/ # pber ſjaer Huptſtentjen upta &Peſe machtig ben JI2enſcij gegee

ben; hoe muel Muaerig/bat het # O


Van den Dood, &c.

279

«Bobg niet alſo en ſtonb/muant Adam Yuag (moo? fijne Heva) betuchtighe #lomchp?oum/ geen JBan enbe geen

âDijf/ Imaer ben GEngelen gijelijck.] {2p ſjabbe bepbe be tincturen, ſofte Maſculin embe Feminin, J bie in het

pper / embe bie in ben geeſt berfacht moebigbepb: embe ijp ſjabbe ſelfg(op. hemelſcher aert/ſomber berſcheurin geſpng lichaemg) honnen baren/ſoo. ijp maer in be392oef ſjabbe beſtaen :

enbeſoube ben eenen ſlºemſch upt bë amberen5ijn gebogen gljemo2ben/ op Adam (in ſpn jonge be manier

#

b2oumelijcher aert) een JBenſchema be beclb bobg uierb/urant 't ghene upt het eennuigheig/ bat heeft ooch. eeiſmige aert te baren: beg ſelfg mee fen moet geheel upt het eeïuige gaen

fofte boogt-homem/] ofte amberg en beſtaet het in ber eeumuigbepbt niet. JHaer nabemael mp geen tonghe en

ebben om aen ben bagh te gheben/ e eener in ben bomb (alg bij ſterft) #p/(hoe met mp 't ſeinige berſtaen;) fo moeten nup't in ſofte boo? 1 gelijc heniſſen gepen,

J.

º

.

een boob menſch en heeft geenen aſem/eii heeft nock geen oper in ſpn. lichaem: ſjetlicijaem en heeft

an:


28o

Het derthiende Capittel .

gebocl/ Mnant ijp berb?eecht gantſcij enbe geheel: ſp.me eſſentien paren ing ber aeröe: ſynen &#ſementiſche geeſt (alg be Lucht) bie neemt be 3Lutht lueberom enbeberſtupft: het mater embe het bloebt/bat neemt ſjct aerbe

ſcheYuater embc be aerbe. Baer eit

blijft bamben upterlijchen HPenſch nietg:\uautijn heeft begin en begpuz be/ alle 5ijn Vaeſeng 3ijn muegh. - &oo uerſtaet ong nu in beſcu mea ge. Bhelijtſt algüe beelbeniffe ſofte

het beelbf] van eeuwuigbepbt in eene fo2m (gfte figuur J heeft geſtaen (ena be bacr het boch oecſt geene fo?m gez

ſchen [heeft/Julaer (alleen leen Yuon ber: gijelijck alg ofte een er ban een

gheſichte ofte heelbt b2oombe) aſſoo ig ljet inbeluijſ ljepbt 46obg met alle

be WJonberen gſjeſicm [ofte boo2ſtem]

gjeug?ben. . . . . . . . 2-iſoo merckt bitſcinige: alg hem (Bobbe vader eenmael tot be ſchepe

pinghe heeft bemeegſjt/ ſoo heeft ijp inbe heclöeniſſe [ofte in het beeſbt] eſſentien opgemechtLofte berYnecht]

#

eeuunigje centro na be melche turae uerbo2ghen ſtonden [ofte inben eeumuigen grond ber natuur merbo2

geit wissen Thrſticnl en nette ſtrui, -

gºht.


Van den Dood, &c. 281 ghe eſſentien 3ijn [ofte hebben haeren oo?ſp?omchlupt be eeuïnige p2phept/ bie fouben ſofte moſten in [ofte mia] ben Yuille & Bobghare Wuonüerg muerte

hen : 3p en ſouben geenen amberen huiſle ſcljeppen : Muant 't gene ſp ſoua ben maaechen embe openen [ofte open baren] bat foubeeelmigh ſtaen[ofte

blpoen:] mant het mag upt het eetta Yuighe; embe het foube in het merhaea helijche muercheu/enbe3ijnighelijche luiſſe in bemuonberen brengen. 3Bant het verb?ehelijche heeft in ſjet innera ſte eene eeumuigje [baer-Jmoeberſ na bermibtg bat het ceumuigje beeſbt/ ijct berb?chelijche nu in ſpin en miſſe

heeft in-ghelaten: ſoo heeft be muoza tel man't verb?eecheſijche (bemeſtſt ooch ecuïuigh ig) in het beelbt ghe Yu2orſyt/ embe ſpne muonberen baer in

gljeſtclt/ bie blpben nu (alg ecne fia guur) eeumuigljſtaen/boo2 bien batſe umtſjct eeuïuigijc5ijn gebogen : embe foo Yuanneer be 3iele ban 't HLichaem

ig gijeſchepben/foo ſtaen ſpin baren Yuille/in haer begceren,

e

genbc oft gijcheurt bat ben Yuille hp beg Iepeng tijbt (alg in ben tijbt

beg lichaemg) upt be baſſchepbt upt gaet/fooig [ofte blijftJ het boch een -

-

figuitr/


282 Het derthiende Capittel figuur / bie ben Yuille ( als een ſcha

buyne) maboſght/mant het is upt het eeumnighe gijcbo?en gbeuo?ben/bt

3iele beeftijet feſoige in bare eeuwis e eſſentien gemaeckt: mant be3ielt

erckt met haren milie) in het cen trum, ſofte inben gronbt/] enbe ber

ſeterre beeſt in het lichaein Emerkt! inſt bleefcb embe bloebt/enbe

#

be3iele aen/enbenaecht be 5iele ſite ſteitbe [ofte bºchtſt] bat3p micbe alſog

boet als ber sterren geeſt. Enbeſo matmube 3iefe boet/bat boet5p (in

baer Principio) in het eetfmige/'t ſel biglje

# baer (in 't af-ſchepben

man't Lichaem) alieg na, alleen bat p (inben tijbt beg lichaemg) macht Jeeft/ſymeren miſſe baer upt te tret lien, Gºulbe inſtallleer ben Yuille beta

nieut muo?bt/foonno?bt doch het int fen ('t melcſt ben Yuille in het centrum emaecht heeft) gerenobeert: eube alYuaert bat het quaet Yuaer geïbeeſt

ſoo Yuerbt het gact/enbeſtaef Cafſoo] (in het centrum Lofte in ben grottb]) tot 45obg mbnber merch, 2ſlfoogheben ump u te bebenchen/

hoe bie geen 3p (batig / hoe be G5obs

Haaſe 3iele 5p) de meiche alfoo in gie rigbepb/in hoogmoet/in tplannië, CilD-2


Van den

Dood, &c.

283

enbein enckel naïſchepb/ban het lic baem ſchept / baer alle het ſeinighe noch onbeheert in tien mille ber5ie Henſtaet/in't ſeinige merch moet be 3iele boch eeumig baben Lofteſmeme men:] mant betig haer mueſen/bat 5p feifa heeft gijennaecht/ſp en begeert noch geen amber. «Embe aliſt bat3n 't feine gram mo2tzenbein ben gront na abſtinentie ſoecht/fo en nermueckt 3g both niet anberg als be mortel

beg bperg bie bit inefen genſteerfst/

enbe bermeerbert : mant be ſachte moebigbepbt [batie het mater beg

eeu'migen ſeneng] (baerſmebe5p het

oper ſtonbebluſſchen/ enbehaer van De booſhept in ben mille 45oog om heeren) en is niet in haeren muille: manmeer 5p gijelijck fochte/ſoo en iſ?

fer geen bittben,

*.

RPan gaet rott Lofte Yuec-klagen] aen/embe ſteecht Ijet booſe mueſenſueel

gembert mael meerber aen / bathaer De 3iele oper-gheeft te ſtorten/enbe baſt bech bog?gaeng bieper in het centrum begafgrontg. H#etig met be 5iele / alg bie baet

Hepbt en b2oomt bat hp in groote el Henbe enbe benautſjepb 3p/embe ober

al hulpe ſoeckt/ ſomber eenige te con llC11


284

Het derthiende Capittel

menſiem: bieepnbelijck alſo bert mp feit [oftc in manljope malt : J enbe

ijeenberloſſinghefienbe/foogheeft

p hem operaë ben b2pber Coftenere bolger] bat biemethem boet mathp. miſ, dºmbe alſo nait bearme 3ieſein beg QPupbelg armen / baer 3p niet herber en kan noch behoeft 7 maer Yuatijp boet/bat moet 5proocht boen,

&p moet een inpand bobtg mogbent enbein fjoogſjmoet in jare (hier gez

maeckte balſchepb) [bonen] oner be 3Po?ſtelijche @Lijnoonenberg ºngelen (in het oper) upt-baren: batig haere breughbein ſjaer narren-fuel: ober,

mibte bat 5p haer op aerbe (in het 3Lichaem) ſteetg heeft tot een jaar gijemaecſtt/ſo blijft 5n ooch een 32ar

enibe Bunchelacr. âDamt een peper berboembe 3iele baert (in jare ljicr

gemaecht malſch bobbeloog Yueſen in bentoo?n «Bobtg upt/ alg eenen ſtouten JPuppel : 't geene 5p albier heeft gheb2cuen / bat bget 5n baer ooch /Yuant het ſeluige Hºarren-lute

ſen batig jaren ſchat / embe baerin foo ig ootſt ijderen huiſſe en De ijaer Hjert/gbelijch Chriſtus, ſept. ſi?ner be 3ielen / Die ter nauïuet

noot aen 't epnüe ben Dupbel onts | Hoopen/


van den Dood, &c.

28s

Hoopen / Dat Bp (manneer het 3Lic haem faſ been baren ) inben Muiſſe 45ong eerſt in-gaen: bie zijn alg ec men bieupt ben ſlagij ontloopen ig: mant5p 5ijn baſt naeckt/ eube hebe ben Muepmith beg 3Lichaemg ban be Heemelſche Yneſentſjepb: embe bie3ijn gheljeel bemoebig/enbeleggen haer

geerninue ruſte; muachten alſoo (in beſtilſjepb) het jonghſte gericht: hoe pen met oerHaringhe beg: 12ehiclg / met alle 5ielen b2eughbe te ljebben:

maer3p ſien ban noelj ijaer Yueſen omberhaer/eube 3jn gheheel bemoes

bigh in be JBajeſtept: muant ſjaere # maer Parabijg alg in het feen) &#lement/ embe niet Pae ieſtept/Anant be berklaringhe igone gelijch/ al leg na [bat] be beplighepb

cube liefbe [ig.J. . . . JIlhaer be ernſte 3ieſen bermbombez -,

-

ré Bong/bie alhier onber het hrung bewonberen 45ong in gehoo?ſaem bepbt in ſpnen muille ghem?ocijt heba . ben / biebaer machtigſjin beſtracht &Bobg3ijn/ be meſche Bobt (bat ig het 3Lichaem IIjgiſti) hebben aen ge trocken/ enbein gijerechtigſjepb en

De maerhept baer in genuanbelt beha bent/ ben ſoobanigen ig ooch

#

i’-,

Cſell


286

Het derthiende Capittel

meſen (in baeren ſtereſten mille embt begeeren) na ghebolght/bie hebben omumtſprekelijche b2eugbe in belieft

beeſt bermhertighept, bobs. abant be briembelijcke liefbe 45obte om

batfe boorgaeng : alle monteren eBobg 3ijmbare ſppſet embe 5un boom:

#g gſozp/ kracht/ macht7 JBaie

t/enibe msomber; bat geen tonghe en kan upt-ſp?eecken/ buant fp 3ijn eBobtg hinberen/ GBobtg monber/

G5ebg kracht/ €5obg ſterchte/eere emberoem: ſp3ijn fijn lof/ſyn fingen/ ſpnen lof-ſangh in het Parabpſche &#Iement/ entje in het Centro naturae. RUDaer enig inber eeuºmigljepb gijeen op meehinghe beg too?ng: maer een

peber geeft in ber natuurig een lief ielijck begeeren: men meet (albaer] ban gheen Puppel / @Loo?n mochte #elſe/het ig een eeuſmige boſcomeute

b: 't geen ben miſſie begeert/bat , igbaer/enbebat afleg in Hracht, # ſtaet Het Rijcke

#

Godtsſtaet in kracht, ende niet in het

aerdſche weſen,want dit aerdſche [we ſenJ en is niet van eeuwigheyd, daerom en is het oock niet inder eeuwigheydt.

#ootbanneer gſm ban een #emelg |

tueſen uiit bericáen/ſooſiet dat ging IIlgſt


Van den Dood, &c. 287 maer een #emelg gijcmoet baer toe

b2enght: ſooſai uben 45ſjeeſt abobg muel Heemelg mueſen tooné: het ig ben berlichtë heel lichter [het H3emelſcſje Yneſen te beberichten] alg ſjetaertſche

Imeſen:] ben Heſer en ſal 't hem ſou fmaer niet in-beelden. Bet3ijn ge bachten/ in epghemſelfgnernuftien berepchthp 't niet / Ijp en Haet maer

af/ ijp en becomt Ifo boenbe]nietana

berg baer ban als een ſchijnſel: gije Hijck alg ben 2ïntechgiſt anberg niet alg een ſchijnſel van 't moogb Bobg enbe be 3Leere & Lij2iſti en heeft en De

1joert: enbeijn meent both ſterch dat

ijp het moozbt begrepen [ofte gebat] heeft / maer het is een ſpiegel-nech

# # Hrpten en beroepen ig gupa cljelerp, -

-

#ebt gijn geenen rechten hanter/ ſo en homb gijp be higchen (bie beare me ghebang/jen 3ielen op-Yuechen) niet ſlaen, #emel en be aerbemetaſe

Herſep meſen ſepbt in ben meufch:ghp moet maer eenen rechten hamer gea b2upché/ſo gijp 3ijn uren duiſtſlaeit/

embe hem upt ben ſſaep op-muechen: u groot gheſch2ep en ſal 't niet doen: gijp en ſult hem ben 45obbelijchen #lancht niet ill-roepen / fon -

.

an: # g

v'


288

Het derthiendecapittel

'ſelfg niet en hebt. Paerſo mie ben rechten hamer heeft /bie mecht op: baerom ſoo 3ijn alle 3Leeraerg (fone

ber GBobtg jamer) maer «Bupcijte

ſaerg/25upch-ſjamerg/enbe 'Polen hamerg/ embe geen zielen-ſjalnerg. toPe Ziele en moont niet in bent tipte

Ymenbigem 45eeſt : ben upthuenbigen

gbeeſt heeft hem muel alg een ſchalck in be #iele in-gheblothten/ maer ijn en heeft het principium (baer be ziele in musont) niet in/ijn en ig maer ſjaer berſelenbeberhindering.

3IIfo en ig ben?intichriſt oach maer (aen be arme ziele) een berijimbee

ringh, Son bp aſbien batbc #ieſe foobartaen het oo?en-geſc#2en niet gebomben en mierb / ſo foubefin boch

in haer ſclpen gaen/embe haer fclpen foechen/ſpſoupe bochmae abſtinen: tie trachten. JPuſo meent ſp bat het heplighepbt 3m / 't gſgeen ſjaer in be oo2en inbaert/embe bater ig borij mee

nighmael b2ech enbeſpot (tegeng be liefde enbeeenbrachtighenb) in. âBatſalmen beelſegge ? 't ig boch alïeg berblinſb/embe bolſjupcljeïerp:

een pber en tracht maer na bë bupſv bë #erber met be & chapë/ be gpuera bepb met ben ſenberbaen: be

“# obg


van den Dood, &c. '

. 289

&Bobtgig ſeer bier / embc men roemt

bochfeer van ben &ccſt /ente het ig boch maer ſchijn-beplighcpbt/baer 't herte mennigh enÜe nietg ban en mucct/het ig cen opgijcraeptc Yuetella

ſchap ſomber beeſt. . GP glip Yuaerbe tſpiſtenljepbt! bee fict 1tſelben botij / o Europa, Aſia, ene be Africa ! JPoetbe oogen open / ene be en beſtet macr 11 ſclbert/ ſoccſtt

macr u ſclpen: een peber menſch ſoera

ke hennſcluen/ofte 't en ſal niet goet

Muo2ben [bat ig./ofte ten ſal u niet ſnel bergaen, J Daer ig centen ern

ſtigſjen boogh gheſpannen: balt ben schutter in ſpite armen/embeheert meberom [ofte beheert 11/] embe bimb

u felben/ofte gijp ſuit Ydegij gijeſcho=

ten mo2ben [alg een ppl van bent boogb.] 3Laetuſban]geen hinderen miegen/gaet op u epghen ſelfg boe

ten: het ig tijb/ ben ſſaep ig upt/ ben

GEngel heeft gheba5upnt: bertrecht het niet [ofte en neemt mugjeen upte ſtel] meer/gebencht mat be openba ringe 3eſu Ch2iſtiſept: batbie gene (bie baer hangben aen be ligoere tot

25abel [bat ig/aen be bernuarrine ge]) mebe ſuſſen in benpoel gaen/bie

Daer met bper cii

tweg b2anb t: -

1 G/


29o Het derthiende Capittel is/ ben poel van bentoo?n 4Bobg/bit met oorloogh/bieren tijb/enbepeſtie Icmtic ontſtchen ig/ oln ben aerötb0:

bem te beghen,l âDant be lºgere en fal haer niet beheerem/Yuant ſp moet

bcn 25cker (bic ſpin-ghefcijonchett heeft)uptb2illhen; Daerom eemptber boeſelfg beoogen open/muant groot ig 43ob/bie haer oo?beelen ſaI: ſp ſal

in hare ſomben bolherben/enbe cpu belijck bertſagen. Sap roept mordio

oftenloo2bt b?ambt/l enige jaer en rijo?t both nietg/ alg [alleen lijaer epgen boogbepbt/plaeghthaer/alg ijareſchpn-lieplighepb/ harehoogh

moebembe gierighepb: ſp heeftâBole ben/ bie haer bpteit/ maer ſp5ijn ooſt

•apolben/ente en behoozen onberbe &ocijapen niet... . . . . .

Pacromiſt noebigh op te maet Hë/ niet in beel ontoerſoecheng/ maet

hem ſelfg te ſoefkent: buant beelona berfoecheng ſomber ban't boofe ont

te Heeren Zig op befen muegh betitie, gherpe, ºnbeal miaert bat ghm bit flipfentmael leeſt ſomber oanmenbin ghe tiAueg tuifleng/ foo uerſtaet ghn ſog beelbaer ban aig ben &#3eliban't #Pſalm-boeck:alfo gaet het ooeh met

bebupch-ogope (ben ?Intichriſt.) jl?cent

*


Van den Dood, &c.

291

HI?eemt gijpbat het een gheringhe ſaeckig/eenen &#5el op eene Ioning fijche ſtoel te ſetten? 13de ſal ban ben

2.5umch-C5el moo: Bobt beſtaen/bie hem met een GE3elg hertin ben ſtoel dTh2iſti ('t melch be plaetg pan ben Heeplighen beeſt ig) inſet/alleen om goet en de eere muille, embe enig maer eenen Heiſto2p-roeper ſomber eenighe ſtenniſfe/baer toe noch mei bol laſtce

ringhe. ©fte mecnt gijpbat gljube quaenn gijenoeglj 5ijt in Cijziſti ſtoel in te ſitten/ſoo manneer gijp komſten

embe b?eembe ſp?aecken homb t Hae ſiebe / rupcht. Sietaen be 1Perkiee ſinghe Bobtg/ ſiet Abraham enbebe 2tertg-1Baberen aen/alg mebe Moy ſes ben & cljaeg-herber/ooch beſp2ge

pheten embe 2 poſtelen: ſonſult gijn Ijaeſtſien/mie [bie 3ijn/biel Bobber

hieſt; of ſjp itouſt/ban offjp 45heeft berhieſt. . . zPaerom [zijt gijemaerſchoutjbat een peber acht heeft op fijmen ſtaet/ baer hn in ſit. «Eené bic baer merkt/ bie muercht be muonberen Bong/ ene behn gaet (in een bonbighepbt) met fijncnºmiſle in ben muille boug/enbe hangt (Rinberlijch) aen 45ob. H#p en ben eenen

*^30 erf Illger:

auteurs: 2

1r;


292 Het derthiende Capittel inſpn merch (baer mebeijm bcm bmph onberhoubinghe geeft/) ben amberen in Den Yuille 450btg/ en De bertrollmut

«Bob/'t 5p mJat hp boo2gaeng met hem maeckt ofte boet: embernaerijp

ban is/ ofte muatbp boet / ſo ſept in: Locere/hetig mijn beroep/uhuemYuila

de geſchiebeſ geeft mp 't geen mpmut is: ben foobanighen gaet in De YUoma

ber-merchen 45oog geheel recht. JBaer ben ghenen / bie bam benae tuur tot een ficgent berlio2enig / eit

tot eenen boerder ſofte3lenbfman/] boormamentlijch in ben geeſtelijchen ſtaet/ bie machinel (op fijn boë)acht hebben/bat ijp niet onghembapent en : nuant hy boert be Hubbe Ch?ia

## i/Ijn ig een 19erber / ben 3Bolfgact boo2gaeng om hem. So fjn macher ig / eube behenne bathm be Schapen Chriſti onberfpnemepbe heeft/embt bat ijp be felbige (alg een en troumelt

#Berber) recht mepbet/ſo faſhem ben herber-ſtaf inber eeuwuigjepb eenen grooten roem zijn: maer ſo Ijn alleen

bemuolle (algfijn eer/ macht/p2acht ijeerlijchhept/eiif

# meelluſtighept)

(geſit/ enige beschapen ſjaer Goebet ## baer niet muènbë noch b2cm. en 5 maer als eenen HPupſich fofte up


Van den Dood, &c.

293

HL1tpaert] in be ſuſt beg pleeg mu2oe ten/ bat alſo het eene Schaep hier cii

tyet ambere baer in ben bmpatſ-megh gaet / ef man be3Boſben perſonben

Yuo?t/bie in be &rhaep-ſtal niet en Yuil in gaen; maer klimt ban bupten onn / embe loert/ hoe hp met Hiſt be

#ocſjaepen haer bocber macíj ſtelen/ en be be muolſe haer af-ſcheeren. Bee

fe aſ te ſamen beſjoo2en onber ['t gea

tal J beralDolmen/ enbeſp en hebben ben herber-ſtaf Chriſti niet, maer (ſp. hebben Jbe ſcheer-meſſen beg Teline

Yj clg / enÜe [ſilllen] hier nae met be aſiſboſben moeten ijlthalen. H2oe hem nemanbtcemen

"#

ſperber Chriſti te noemen/bie ban

ben 45heeft Chriſti niet verhogen en ig tot een lºerber? Uermagl) eë âDolf

ooch een perber ober be Schapen te maechem? 5ijn fp niet beube 3Dolpen? ofte ſcggijen mup bit uptbegeertc? ig

het boch in ber natuur alſoo geſtelt/ . bat cen boog bingly unt hem felben niet en ſtan een goet [ bingſjl maeta

hen / maer alleen meberom een boog [bingſj?] H)oe bermagh centen too2nighcn ſtrijgijf-man (bie maer moo2ben en= be ſla en Yuil) een en anderen toG2nia gijen j? 3 -


294

Het derthiende Capittel

l

ghem papſcerem ſofte belozeebighend]

ofte hoe milt gijn in be JBenſchen bem bepligen GBeeſtmermechem (na bemael in uïDe ſtemme niet anberg

alg ben €5heeft man beſe3decreſbt en ig? Gbat en gheſchiebt meſ niet/ten f matr bat bp boo? heen altettg in.”

ben Loehoo!ber nermecht matreg Seoobanighe hoopt be ſtemme be Hoeplighen GB becſteg in alle mooie ben/ bieban bemuomberen G5oûg gea fprocchen mo?ben. «Embe manneer een &#5el Hombe ſpeechen/embe Ubat

hp] mant bobtg3 Booybt ſp?ach/ ſon ſoubeben hamer beg @pºnecherg in be Ziele (bie in Bobig) ſiaen, Abon mie ban Bobtig / bie hoopt Bobtg. âDoo2b / ſepbt Chriſtug: baerom en hoopt gijp niet/Yuamt gijp en 5ijt ban &Bobt niet/ maer bam ben QPuppel/.

# bam ben 45ſjeeſt ban beſc 3Dce TEHUI,

-

&#n menigh JBenſcIj enig gheheel gijeen TDoo2b ofte G5ijeeſt 45ubtg te

mermechen : mant begrimmige Ma trix ſofte be geſtrenge iſlàoeber heeft haer ghenanghen. Pat Muijſt hem tipt in't ghene daer thziſtug ſp?ach:

die habbe uppelijch ben hamer, both

ſºnen «Bheeft en gaet niet in de bank atljz T

-

--


w

Van den Dood, &c.

295

achtighe oerſtochte zielen/ maer in ben ghenen biegaern m2oom miſben. 3ijn / foo fp maer en honben. GEmbe Yuanneer ban alſoo ben hamer bent

g#heeft ber Zielen op mecht (bat be 2iele omment/ enÜe ſjaer in 45 db ina Yud2pt;) alg. Dan ſtam ſp.

open ouben iſlaemſch en moet het regiment ſofte beheerſchapppe]niet

hebben/ maer ben beeſt Bobg: alle berg en ig baer glycen ſtonnen /nlaer

een houben nam ben @Loo?n, aDant baerig thueeberſen fucht in be &iele: <Dc eenc ig beg operg gierige/grima migije ſucht/bie foecht boo2gaeng

het aerbtſche mueſen: «Embc beanber ig upt ben 45heeſt/bie man het oper

\u02b upt ghebo?en: baer in foo Yuo?t ijct rechte lenen ber %ielen (in het hcclb 4,5obg) berſtaen/ batig 45obg

ſitcht / bie ſoecht 't ſtijcſte ber H#emea Icn. 5oo [YuanneerJ nu ben rechten

hamer (alg ben 45heeft boog) in be felbigfje ſlaet / ſoo mo2bt be ſcIbiglje

fucht foſterch/ batſm be engenſchap en be fucht beg bperg obermainb/enbe

ſoo uerſacht/bat ſp be Liefbe-fucht (alg be fucht ban ben 45ſjeeſt ber 5iee

Hen) begbeert :?ilbaer iſt goet maeca hen [ofte baet iſt goet Heeren, ] &#en -

3? 4.

ſoſia


296

Het derthiende Capittel

foobanighe Ziele ig lichtelijckt op te mecken / batſm het uptimenbighere giment bnninght I ofte batſe onder be untimenbige heerſchapppe heerſcht/] embe boo2nementlijch foo Yuanneer

baer ben hamer ban ben #epligijen «Bijeeſt boo2 be oozen tot in 't ſjerte

filmtht/ ſo ontfanght be tinctuur ber #ielen gijefminbe; albaer gaet het boo? ben gijeljeelen Q5ccſt bcr Zielen

imt/boo? bepbe be fuchten/Yuant het

Yuerpt hem in centen (eenigen] huiſle. 4Dant tYuce miſſen en beſtaen imiet in

ide eeumighenbt / het moet maer ecz 11en [uuille]5ijn: ben eetten moet 3ijn

als onmachtigh/cnbc ben amberen ſtinlatſjtigij: allberg iſfer on - ecniga ijembt. -

-

âDant batig het recht ocr ceYuig hembt cubeſ,ct eeuunigh beſtaen/bat fp in ter cellcil I celnigijell J Yuille ell

heeft : âºud fin ber tuee Ijabbe / ſoa gitbe bel1 cellen bºcht altiJeren Ygere

b?eerſten / entje baer fottbe ſtrijd 5ijn. Aen I te meten be gecumuigljepbjſtaet

mucſ in veel krachten enibe Yuoube ren/maer haer lebé enig macr bloot alleen be Hiefbe/unt be Yucicſte ficijt en bej Bajeſtent upfgact. 2úſic ſtrea turen in Den helmeiſjebben cellen muiſe HC/


Ew

Van den Dood, &c.

297

* -

le/cnbc ben ſcſpighen is in 't herte

v'

45obtg gijcrecht : «Eubc gaet in bent qſjceſt 85gbg / hij cl in het Centro ber

-

-

*

w,

meelijenb in het unaffen en be bloemen/ Inter ben 45eeſt 45obgig in alle bina gcil ſjet fcben.

-

Centrum Naturae gheeft Yuefcn/ente

be ſl)ajeſtept geeft hracht/ ende ben H?enlighen Bheeſt ig boerber: Iyn heeft het opperſte regiment/embe ig ban ceumuigbepb alfgo gehuceſt;bocſ). In het omſichtbaere mueſen / boo2 ben

Creaturen. Paer enig niet nieumg in ben Ipclnel bat niet en 5p ge\ueeſt/ ban [alleen ] bat het mueſen begrppca

lijch te ghchuo2ben. @Bobt heeft hemt ſelfg/ unitſjcm ſclf in gijcfijcſteniſſen enbe beelteniſſen gijeopenbaert/ aula

bergig alleg maer alleen G5obt. De UPtinuel ig oocſ: «Bobtg/ijp ig ſpit grini [ ofte gheſtrenghenb] in ſjetina

fuenbighſte Centro ('t Yuclch ooelt het upferſte ig:) nuant fijn riyeſtig be buurſtermig in be J2atuur / alg bo?en berly telt. 3Pacrom moet Den HI2enſcij tGear

ſien /enbe benu ſeſmen baren/ mant hn is een mo2tel inben acher 45ob g/ enibe heeft ben Q5 heeft ten berſtambe

gijektcgen, #n moet een 02ucijtuipt j) 5

Delt


295

Het derthiende Capittel

ben G3 heeſt ber 2ielen (in be kracht

bes beplighen (Beeſten) baren: niet mae bt bupſtere gheſtalte fijner aer be / maer inpt be Hracht beg lichtg,

abant het gheme upt be kracht beg. lichtg Yuaſt/bat behoort op ben biſch 45obtg: embc het ghene upt be bup

ſterniſſe maſt ('t ghente een plucht in be bupſterniſt blpft) bat behoort in be bupſtermiffe in ben afgronb/ inbe grinnuige Matrix [ofte in de geſtrena ge 25aer-moeber, J. .

-

JDae beſcn Glijbt en iſ er geen mt ber - roepen : âDant foobanigij een hrupb gemaſſen ig/alſo ſtaetljet/ ene be alſoo ſmaecht het/ embe het Yme2bt

baer nae alleen ban ben-gbenen tot ſppſe begbeert/ bie oorſt beg ſclfgeſe

ſcntien [ ofte beg ſelfgepgenſchapg] ig : Jhaer bie be felbigſje eſſentien niet en heeft/ bie en begeert ljet niet

#" / bp en bergabert het ooth 11ICT III,

s

-

3Paerom bebencſte een peber &ice

ſchaer ſelfg/enbep2genchaer ſelfg! tuat boo2 een b2ucht ſpig. ?Ilhier iſt noch goet om te Ynenben/ embe ljet

Iglinebt] Irupb af te houmen/embe

# be up2teſ een beter ſtrupb te tce "ein 2 dl?aer ſo Inanneer ben >-

are: ll


V

ze

299 Van den Dood, &c. gſm-ooghſter komt/bie ſimpt het (beo?

malkanberen ) af: 2IIg ban mo2bt het omſtrupbt in boſſen gijebomben/ enbe in 't Yjper gijemuo?pen; maer het goebe Irupb mo2b geb2agen op ben

biſch bebg. geit hebben mup gheheel ghetroit Ymelijch (nae onſe gamen) ghe-opent: qºnbeſog niebaer fjongert/ bie ete; en be foo Ymie bo2ſtet/ bie b2inche/ het

ig ſomber gelbt te nemen: 49p bat -

onſen?eugljbe in 45obt berbult Yuo2 be/ enbebat mp in ghenen E ofte toe komenbeul HLeben oocht te eten hebe bell,

Haleluja. Amen.

-

IEynde van 't leſte Capittel, in 't * *

Drievoudigh Leven.

In 6

º

Vande


3Go

-

Vande Weder-geboorte Vande nieuwe weder-gheboorte : in wat voor

ſubſtantie, eſſents, weſen ende cygenſchap, de nieuwe weder-gheboort (als dat ſo # vrouwen kint) ſtaet, terwijl het noch inden ouden JAdam ſteect: zijnde het veertiende

Capittel in het eerſte deel Vande Menſh werdingh Ieſu Chriſti. #l Vermits top in beſe Zee berelena

AY be (in't aertſtbebſetſch cſi blott) 5 H|ſmemmen/ tij [dat] uup een quatſ ſofte erntengenſchap] betaerben ghetpogben 3ijn (atuuaer top in De

bupſterbepö in be ſchemeringe betſloten lege gen) [ſooj en hout, het ebele gemott mitt op! nuet onberfoechein ban 3ijn retijt 13abetland/ baer been bet gaen moet. --

-

ijct ſepö toel uwaet ie fob ? ofte mannett ſal het boch geſchien dat ich «Boogaenſchijn ſien mach: toaer is Doch mpne ebele peetlt? maer ig bat 3onchbgoutmen Hinbt ? ſtenith et boch niet ? mat gaet mp both ober / Dat

ſch mn ſoo ſeer becommer/na 't gene't mtiſt ith both niet en can [tomen te] ſien ? 3th bebin.be De luſtende bc begeerte toel bact na/ maer ick en can niet g [tonnen te] ſien/ batt

mijn bert mochte ruſten. #g mp boch booſ, gaengt ale eene bebattchte 192outm/biegterm iniloe baten: hoe huilbe ich bocb foo getrn mpne b2ucht ſien / bie mp ban mpnen &Bobt

belooft ie ? 't herlangbt hem booggaeng ter

güeboogt: [te tutten/ 't ghemoet] ben eerlen bagb


Vande Weder-geboorte.

3or

bagb roept ben amberen: ben morgijen / ben --

,

abonb: enoc ben nacht toeberom ben baghra raeb: enbeberhoopt botb be berſtchtinghe: hJanneer be filate moggen-ſterreſai opgaen t bie ljet gbemoet fpne tufte brengben Ial:enbe het ig met bent / alg met een 9gouur bie ter gbeboogte arbepbt. Die booggaeng op bat ooa genbitch hoopt / 't ſt! Ufgije intt ſtirbten enbe berlangen bertbacht.

2tſfoo (mpne beminbe kinderen Bobtg) gaet het met ong: lup meellen dat hup baer

noch berbe bail baen ſijn/ enbeſtaen bocb ala ſoo inbe gijcboogte: uup baeren alſoo (in bea mautbepb)mrt ftpaet ſuchten enbe en kennen het 3acbt niet 't geen bnp baten/bant het ſept ber ſloten: llBp en baten niet tot beſcr uJeteit/ boe miſſen top ban be b2ucht met beoogben

ban brſe boeteſt fitn?beljoogt bc byucht both niet in beſe buerrib?

JT)aet nabcmart bat tup be luate kenniſſe ban bit boeſen (bat ig/ ban. De nieuboe boebet

gbeboogte] betonnen hebben t (niet nae bent uptunenbigben / maet mae ben intmenbigben menſtb) ſoo upillen mop ong bit in gbelijckta hiſſen boogſchilbeten / om ben boilie Deg #lta

fct g/enbe tot onſer beughbe.

*

350 boanneer up ong fclfg betrachten hoe

bnp botb ſo tmeeboubigb3ijn/ met tupeeboua bige finnen en beluiſte: foo en tonnen top niet beter tot kenniſſe komen ban bat upp het gea

fcbapen betrachten. 1 Bp ſien eenen geobelt ſteen ieggben/ ende ig both in beſommigben bet beſte goubt: baer ſien tup boch/ hoe het

goubt inben ſteen glinſtert /tube ben

#

lei

Inl/


3o2

Het veerthiende Capittel

ſtom / embt en ubeet niet bat bp ſoo een ebel gout heeft (bat ie ben ſteen is ſomber glans/ enbe en uertoont in 3ijn ſelfs epgenſchap bet blincken beg goute niet.]

3tiſoo is het oock met ong: 3ijn een aertfcben Sulphur,[bat ie/eenaertſebiueſen] enbe bebben nochtans eenen bemeſſchen Sul hur in ben aerötſchertſ alupaer een pebet het

pne ig. betig (te beſet tijb) met onbet een anber/maer bet en inqualeert ſofte bermengt]

bent niet met maſcanber: het een ig maer ben bebouber enbe buoonfnge [ofte beſchola ſche] ban 't amber /gbelijtk top fulcke aen 't gout bekennen/alupact ben groben ſteen/het it niet entst maer ie alleen 3ijn bebouber

ofte mooninge: ] ºpne grobigbepb en gheeft ſofte en maecht] 'jet gout nietſ maet bt tin

ſtura Solis, I ofte de lebenbigbe boot-mette

kingebanbe #Sonne] bie geeft ſofte maeckt] bet inben groben ſteen : Doch ig ben gtoben

ſteen/be ſſ Roeber, enbe Sol [ofte beg: Son] is. ben Babet : mant Sol, fmanghert ſofte bes bplucht] ben groben ſteen, upt oogſaeck / bat bp [te meten ben ſteenjcentrum naturae beeft/

baer Solfpnen oorſpronch upt beeft. 45o mp (tot in het Centrum) botſben boogt-baren /

IſooJ tuifben mp 't baet ſtellen ſtatig/ſo mp tot in ben grond uniſoen gaen/foo foubentup behupſen hoe be &Son baeren oogſpgonck upt ben geptibber natuur aller tueſen heeft:] leeſt

de Tribus principiis: 3ſtem / banbet &Bgies bottbfgh leben: 3ſtem7 be beetttgb bpaghen

## #iele: obermitte bat het in beanbere *ften gbenoegb is berkſaert "##


y

Vande Weder-geboorte.

-

3o3'

blijft het alpierſtaen. Alſoo is het met ben. menſch ooth : ben groben ſteen bebupb ben

actbſchen menſch: Sol bebunt het moord / 't meich menſch mierb; batſmangbert ſofte bebgucht]ben berbutben menſcij: be oogſaeck ig beſeg : Den berDutben menſch ig bpcl. aertfch/maet bp heeft eeumigb Centrum na

turae, bp trecht hem nae 35ong Sol : mant «5obe Sol upierb (in ſpne ſcheppinge)tot 3ijn meſen ſofte tot zijn formeetinge] gijenomen. 3Plaer nu foo heeft ben groben ſteen [bat ig

het beroutben bleeſch] bet Sol obermaſſtbe/. enoe in hem berſlonden/bat [alſoo] het Sol met ben geoben Sulphur bermen # ig /enbe en bermacb niet ben groben Sulphur te onte Hoopen/bet en 3n ban dat het in't bper geloute tert enbe het grobe af-gbeſmolten molot/ſoo blijft Sol alleen. Derſtaet bit met het ſterben enbe bergaen/baer boogbt het grobe aerbſthe

uſeeſch af-gbeſmolten ſala ban] ſo blijft bet 3Jonghbloumelijche geeſtelijche bleeſtb alleen.

«ënbeuerſtaet ons recht mat tup meenen: hop ſpeechen boogbuuaerbig enbe maerache tighgbelijck up't bekennen ſofte ſeeckerlijck.

meten.] toen nieumen menſch en is niet ale leen een beeſt, bpig een bleeſch embe bloebt; gbelijck het goub inben ſteen niet alleen een geeſten is: het heeft lichaem/ maer niet een

foobanigb ghelijch ben grohen ſteen ie: mart een lichaem 't botlth in het Centro naturae in

bet bper beſtaet: mant het bper en bermath zijn lichaem niet te bertreren / boot bien het goubt een amber Principium heeft / miſt gbp.

Bat gbp attoſchtmenſchematt het blijft # -,

-


334

Het veerthiende Capittel

lich ſtom ſofte ber;rgelt] mant be aerttent te beg goubg niet upierb t al tft bat ;p het Draegbt / en bt oock Laetbt: 3!tſgeIurr en 13 ben artbfcben menſch tJet klepnoob ('t upcirk bp barſtjt) niet toattbt; enbe al iſt bat bp'

bet helpt bacten noch fog te bp cene bupſte te herbe / tegtjeng het jongbb?oubo en Rimbt

tipt 3bb gbebogen. &#nbegbrlyck het goud

een uuaerachtigt, lichaem heeft ('t meich in ben groben ſteen berboggen en begbebangen

lepb: alſoo (heeft] oorft 5e 3Jonghblotfugelpra ketinctur (inbenaerbfcbf menſch) een umatra achtig ijemelg 3obbelijtſt lichaem in bleefcb rnbebloeb. JItaer niet in foobanigt, bleeſcij enbe bloeb gbelijch bet aerbſtbe [iicbaem.]

Ijet kan in het bper beſtaen/ bet gaet boog ſteenen en De bottt / embe en boogt niet begrepe [ban 't bergancftelijckt.] «5elijcht het goud ben grobrn ſteen boog-b?ingt eit ben felbtgent niet en berb geeckt/berUgeeckt oock hem ſelfs

niet enbe ben ftte en toeet ban het goub niet. 3Jſſo ig ben ouben aerbfchen menſch ootk:

ſs wanneer bp het hoogb beg lebeng ('t melk in Tbliſto menſch upierb) ontfangbt-fo onte fangt bp 'tſelbige in ben berburben Sulphur fptreg bleefcb eiï bloebe in bet (inben boob). in-geſloten 3Jongbyoubbelijke Centrum,baet

Adam een 5ongijbgoutpelijck beelù buierbala tpaer hem beteilee acrue 3ijn goub (be klare &#obbeliſche toefentbepbt) obertoogt [ofte herbuuſterbe/] Dat het bemeſſche inbÉ boot/ (in het Centro beg bpere) mofte ſtaen: in bat # ſegghe icft ſafe boben.J «Ertbe in't

ghe beweegbbe hem het toooit beg le, -

betto/


Vande Weder-geboorte. Z

305

bene / 't boelck in Maria een menſcb buierbt. 2/lbaer btquam bie (in boob in-geſloten)toea ſentbepb/eene lebenbigtje tinctur: baet begoft

[ofte biefaen]bet ebele goub(te meten/beljee meſſche tueſentbepb) inben boob te groenen/ enbebabbe ſofte bequam] alſo batſt ben Spi ritum Sanctum (in het moogb beg lebeng) in bem/bie baer banben 13aber enbe &5oon upt

gaet/enbemaecht be mijfhepp (alg beijemele fche 3Jongbyoutube /alg een ſpiegelenbe eben beeld Der Bobbepb) boog jeum (alg eene tepa

me Sulphur, een repn bleeſch ente bloeb baer

bp (beirSp. Sanjin moont)niet aeroſebe eſ ſents, maer Goodelijche eſſents, unt hemrſa ſche meſentbepbt / ente bleeſch ende bloebt «tijgiſti. Ilpant het maſt inben Göerſt €bgiſtie in het upoogb beg lebeng/ 't gijeen menfcij

luierb/ ende ben boobt bett gath: aſtmaer be Gobbriijche tinétur ubeberom groenbe/enbe

upt bact meſen/[ofte eëlueſen] baerbellBant unt het begeeren gjobgigalieg geboren/enbe boogt gecomen. @Certpijl Dan «Bob in het bpet.

enoe oach in het licht tg/ ſoat ie een toornig/ puerigh ende oock een bermbertigb 45obie] ſoo is ong hennelijcft genoegb tracr tipt een

peber [uueſen J ig gbecomen. Connen boch niet andere ſeggbrn / Dan bat upt het goede

en de lief-tijche gott;p glyccommen/ buant een goede begeerenbe milie , ontfangijt (in ſpnt imagination);ijng gelijtkent bp matcht hem (met ben honger 3ijng begeereng) ſelber;ijng

gbelijchen,

-

alſoo is ong kennelijck / bat (termijf be &5obljepingbeluſt [heeft] eenen ſpieghel##


306 Het veerthiende Capitter, chen te bebben) be 45obbe lijcke luſt oeck ſal (in 3ijn ſelfs ſubangering) pet goebeenbeſbet] liefſte (in ſnnen begte renden milie)gbebogen ſofte ghebaert] beba beeſb 3ijne

ben/een rechte gbelijckeniſſe nae [ofte ban]

bet goebena [ofte ban] be klare «5oppepb. slaaer bat bem het aeroſebe mebt beeft in gbemenght: batig beg begeerenben tebang (alg begbperg)ſtbult/ [enbe] beg & Bupbelg/ die hem [te meten ben toon] met ſpne ima

gination ontſtack ſofte bemeetblijck maeck tt..]

2diſo is one ooth boog kennelijck/bat «Bob

# ſpne (alg;ijn alberbeſte/enbe liefſte/ [ofte eminoſte] 't gbeen bp tot 3ijngbelijckeniſſe ſchiep in een ſteatuurlijck boefen) niet en iniibe berlaeten; eer boterbt bp ſelfg een ſoos

banigb/aie bp geſchapen babbe/bat bpſalſo] t berbutben bueberom upt be berberbingb

aerbe ſofte toeber-baerbe/] enbe in het beſte ſtelbe/altuaer ijn mochte eettuigb baer in

moonen. «Enbefeggen met gronbe/bat «bob inben nieumen ſinenſch ſcife / ſelfſtandigh tuoont: niet boog een glinſteringh/ofte ſhoog eenen J byeemben ſchijn, maer meſentiijch: bocg in fijng Iſelfg J Principio. NBen upters tijcſten menſch beroert / ofte begrijpt hem niet: Iſoo en] is oock bet bleeſch embe bloebt banben nieuuuen menfcb' niet &#obt : betig

bemeſſche meſentbepb: Bob is [een] 45eeſt: 35op berberft niet / ofſchoon het woeſen ber berft/ſoo blijft Bob [eben boel J in berm [fels ben: ] bp en heeft geen boeg-bareng ban noos be/tuantbp en gijeigtipcht doch gbeen inba -

ECIA!


zºEw

Vande Weder-geboorte.

307

ren: maet bp openbaert bem in bleeſchenber bloeb, betig ſpne Iuſt/ een gelijckeniſſe te ben

-

fitten. GEmbe ſoo hop ong alſoo recht bekena

men/enbe't ſelbenaegaen ſofte betrachten/]

ſoo bebinten top dat ben menſch (berſtart/ J

ben gbeheelen menſcij) een recht gelijckeniſſe ban ſofte na] “Bob 3p. IlBant/nabet aeroſche leben tribe lichaem/ ie bp ban beſer boereld 7 enbenae bet5 onghe bgeuitmelijcke leben enbe lichaem/ íg bp bana ben hemel: mant be 3Jonghboubbelijcke eſ ſents heeft bemelſche tinctur [ofte lebenlenbe maeckt hemelg bleeſch / in 't meltk «Bont moont: gijelijck het goud inben ſteen een ane ber tinctur beeft als ben groben ſteen : enbe bie felbigbe tinctur heeft een ander lichaem

[ale be tincturban ben groben ſteen.J Cen peberg 3Lichaem boogbt upt 3ijn epgben tin étur [gbebogen.] «5beſijck bop ban kennen ſofte boeten] bat be aerbe ban [ofte upt] ben grim ſofte gbea ſtrengbept] upt het centro ban 't ſcherpe bper (alg [upt ben gronb] ban 't Hoube #) gbea -

boten te ghemö,ben/upt ben Sulphur ſofte upt het meſen] banbe geſtrengigbepb/in Den angſtſofte benautbepb]ten bpere:(gelijek in

het boeck de Tribus Principiisberkſaert

#)

ºnſgbelijr buogut oock een goet Corpus ofte #Licbaem/ upt goebe eſſents, mant de eſſents maeckt het leben:both ſelfg en is ºp het leben

niet / het leben ontſtaet in het principio (alg. in het bper:) het 3p ban in 't Hoube ofte beet

[bper/J ofte in het bper bes lichtg: een peper is een epgijen principium: ente en ig # niet.


3o8

Het veerthiende Capittel

niet gbeſchepben ſofte berbeelbt.] 3iſſoo miſſen top nu (met gronb ber tnaere bepbt) banbe menſchepb ſpreecken: en.be ſegs gen met btſbere boogbubaerbige / onbebechte

mooiben (niet upt maen ofte meenen / maer uptepgen mate kenniſſe/ in berlichtinge ban G500 gbegeben.)

r. Bat ben nietttoen herbogen menſch (bie inben ouben berbolgen ſepb/gbelijck het goub in ben ſteen)eene bemeſſche tinctur ſofa teleuen] heeft/embe heeft aen bem/«5obbelijck jenneſg bleeſchenbe bloeb: embe bat bë 45eeft ban't ſelbige bleeſch geenen byeemben gheeft

# # maet;ijnepgen7unt ſpne epgen eſſents gl)cU0gen.

2. iBp bekennen en beſegghen / bat het inoogb ('t tuelck inbe ſhaeght Maria menſtij mietb) ben eerſten grond tot be beginnende

tinſtur (in ben Sulphur) [ofte in 't bemelſch bleeſcij];p : enbe beſtennen [bat] ben 45beeſt Cijgiſti (bie ben je net aen allen epitben beta

bult) in de ſelbige tincturmoont. 3. 23ekennen bit ihemelſche bleefcb boot

het bleeſch &b,iſti in 't uurſch be ij. Priebuſ bigbepb (onberbeeſb) uuoont. 4 tien bekennen dat het mogbelijck;n / bat het ſelbige bleefcb enbe btoeb (in tijb beg

ouben Adams) ueberom kan (ooo, imagi nation) beroutben boogben/gbelijck in Adam

gbeſchicbe.

5, 11Dp ſcggen/bat ſban] be sobbenb (in be berberbingt, ſban't bemelſch bleefcb enbe bloed] nietg af en gaet/ooch met geen quaebt beroert en tuogt: unant 't gene be liefde & Boog beca R


7

- Vande Weder-geboorte. 3o9 berlieſt/bat balt ben too?n 65obtg te bupg [ofte inben ſchoot] 't genetipt het licht baſt/ Dat bangbt bet bpet: enbe ben «bbeeſt «Bobg blijft (boog gem) onberbuthen. 6. IBp ſegg.ben bat be mogelijtkijepb tot De bueber-gbeboogt in alle menſchen;p / ana Derg bbaer Göobt berbeelù / embt niet aen eent

plaetg / algaen D'anbet: enbe bekennen biet

mebebat ben menſch ban't bper enbeſbant] licht gettocken hoopt: maer bp (met belpaeg)

been beſt/baer balt bp been: ente macb bocp 3ijn angel /ofte tonghe banbe matgb beſe

#

tijd) mcberom inbeſjoogte ſtieren [ofte befa fen:] enbe [ſeggben] Dat be hiate & Bobbepb / geen quaeb en buil 3p en buil ooch geen SDupa

bel, bp Isbob] en beefter oock gbeen begeert (beel toepnigber eenigb menſch inbeljelle/in

ben toogn of obg) te hebben,

-

3Thaerobermibtgſbatter1gbeen licht ſona ber bper en fg/ſoo iſt nu genoegb hennelijck/ boebe &2upbel (boog imagination) [bein] aen het bper beg toeging bergaept / alg meDe alle menſchen bieberboemt hoogben: bie en upillen baer niet laten taben/maer berbullen ſelfg ben

gierigen bper-quaet/ ſofte be gierighe epgene ſchap Deg bperg: ] 3p laten baet trecken/enbe konben boch melſtaen, 7. 119p ſeggen bat ben bnaren (GIempel (al

huaet Den 15.45beeſt pgebickt) in be niculue gijeboogt3p: Dat alleg boob/ httom/ embe ſam

5p/ſoo boat niet upt ſofte boog] ben «5beeſt «5obg en leert : Dat ben ij. «Beeſt hem in ben

ſtlanth ſin't gbelupt]banden mond bet bobe looſe niet en bermengijt: entje dat geen # -,


3ro

Het veerthiende Capittel

loog menſch een berbet Cbgiſti;p /hmant al

inoabt (met beſtemmeber 45oölooſe) inben

bepligbembe ure geſlagen/bat geſchiebetuti boog betgbeſchep ban 't Bee/ſo het gelupt betſtanbightmaet: enbe [ſoo] ben boogtmaere bigen name Bobgghenaemt mierb/enbeeee

men klanth gheeft/ſo bangbt ben klantkals ban aen bieplaete/almaer bp in het klintken ig/alg in be beplige 3iele [berſtaet bit/bp een gbelupt baet boog een Echo antimoogb] maer eenen 45pblooſen/ en boeckt geenen ambeten oBobiooſen upt ben boobt op/ mant bat en

han niet zijn 3p ſijn bepbe inbi too?n 45obg/ eltbeleggen noch inben boobt berſloten ſofte bergtenbelt.] Hijabben top ſelfg upt ben boob tonnen klimmen ſofte op-ſtaen J het bette en babbe niet behoeft menſch te moge

#" Cn.

&Baetom ſeggen hop met gronb[ber bbaets bepb] bat alleen het ſelbigbe toooit ('t melrk ig menſch geboogben) ben armen Hevas kine beren/ upt ben boob op-boecht/ en beter boes te/eft ten nieuhoen leben toeberbaert: baeront

en 3ijn alle obotlooſe &Schlepere ſofte iRoc pers] ben GTempel rijriftig niets nut: maer

bieten ºpbreſt Chriſti hebben / bie zijn bere beren ſtijgiſti.

-

8. 115p bekennen ente ſegghen/bat alle be 3Leeraerg/biebaer boog knechten Tb?ifti/ en*

be bienaere oer Hercken upt-geben/enbe filler om beg bupckg enbe eere miſſe/ enbe 3ijnbe ontneber-gbebogen/ben 2tntt-Gºb?ift enbe het ſlofjf (in de openbaring!je Iohannis) op ben 22aeck/3ijn. w

9. 113p


7. -

Vande Weder-geboorte.

311

9. liep ſeggen/bat alle onbillicke GEpgan npe enbeſelfaghenomen gbeubelt ſofte beera ſchapppe/] Daer ben ellendighen mtbe onbere

bzucht/upt-gbeſogen/gbequietſt en begequeſt luogbf/ (Daer boog bp lichtbeerbigb / tot al

le buuſpſighepb enbe ongberechtighepo ght trochen entje beroogſaeckt mobt7 bet gtotte

melijche/ſchoutpelijche Bier 3p/ op 't melck ben 2{nte-ſtijgiſt rijbt. . .

Io. IPp behennen enbt ſegghen/bat ben

tijb na [bp ie/] enige ben bacijaenbeeckt/al maer. Dit booſe & Bier met beigoerein ben af grond falgaen: Amen, Haleluja,Amen. IEynde van 't veerthiende ende leſte Capittelin't eerſte deel vande Menſchwerding Ieſu Chriſti.]

ºf Noteert, alles luat tuſſchen buſbanighe teerkelig ſtilet/ig beg qaberſetters) # # # #utljetig/bat u lieben bient tot maere

ſchouiningſje, ſap fol.259. menſcij/moet 3ijn metſch.

regel 29, ſtart


# BIBLIOTHECA | REGIA

'MONACENsisi



-----





- EIBLIOTHECA REGI.A

#MONACENSIS.i


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.