Jacob Böhme - LXVI. Theosophische Send-brieven, 1693

Page 1

This is a reproduction of a library book that was digitized by Google as part of an ongoing effort to preserve the information in books and make it universally accessible.

https://books.google.com


Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com


LXVI.

SEND

Theoſophiſche

BRIEVEN ,

Van den Hoogverlichten , en van Godt begenaadigden

JACOB

BOHE EM ,

Inhoudende Veel Godlijke Vermaaningen tot Waare Boete of Bekeering,

Als meede Een eenvoudig bericht van de Hoogwaardige kers niſſe der Godlijke en Natuurlijke Wysheyd. Seer nut en dienftig booz de greenedte des Autheurs andze Schriften leeſen . Uyt het Hoog - in't Needer - duyts covergefet.

TA MST ER DA M

,

By Jacob Glaus , Boekverkooper, in de Prinffes Atraat, 1693


1

H

T

O

T

1


DEN

O OVERSETTER ,

Aan den

L

E

E

SER

Od- foekende Leefer , Naademaal de Schriften var

deefen Autheur by feer weynige bekent,

en van noch minder recht gekent

zyn ; zoo zynder diesweegen niet veel waare Liefhebbers van de felve : maar die eens de oogen geoopent worden om hier de diepe Wonderen in te ſien ,die gem tuygen daar af , met een volle verfeekerta heyd ,datſe haar Character zoodaanig mee de- brengen , dat een Godt-ſoekend gem moed , zonder voor- oordeel defelve lees ſende,

haaſt verneemen zal datſe door

een Godlijke ingeeving zyn bracht.

voort-ge

En dewyl er verſcheyden Tractaaten van deefen Ausbeur zyn ( tot omtrent der * tig


Aan den Leefer. tig in geral , zoo kleyn als groot) en de ſelve , om haar groote diepte, en hooge verborgentheeden , die daar in verhan delt werden , het vernuft wat duyſter en onbevartelijk voor-koomen ;

zoo heb

ben wy noodig geoordeelt, deeſe Theoſo fife Send -brieven ( die den Autheur , onder 't ſchryven van ſijn Schriften ,

aan ver

ſcheyde Perſoonen geſchreeven heeft ) in de Neederduytſe Taal in ' t licht te reven ; als zynde ( onfes oordeels) het enſtigſte eerſt geleeſen te werden : om deeſe volgende reedenen . 1. Om dat den Autheur , in de felve , verſcheyde maalen , en op verſcheyde wyſen , verklaart , hoe hy tot die ver uchting en hooge faak , door Gods on :yndige den.

goedheyd ,

is

geleyd

gewor

2. Dewyl dat hy ook aan verſcheyde Perſoonen , naa haar ſtant , onderſchey delijk ,

meer als eens , een kort begrip

van die groote verborgentheeden (in ſijn andere Schriften verſpreyd ) hier bevatte lijk by een ſtelt. 3. Ook, om dathy ons in deeſe Brieven (ge


Aan den Leefer.

( gelijk meede in al fijn Schriften ) zoo ernſtelijk , ziel-roerende, oovertuygend , en verſtaanbaar , den weg zoo getrouwe lijk aanwyſt, langs welken wy , door Gods genaade , konnen geraaken to tdien ftant tot welke ons Godtgeſchaapen , en Jeſus verloft heeft. Zoo dat dit Brieve -boekje dienen kan tot een weg om gemakkelijker in de diepte en van ſijn andre Schriften in te zien wy twyfelen niet , indien iemand deeſe Brieven eens onpartydelijk doorleeſt, of hy zal begeerig worden om ook de ver van deeſen Autheur , te

dre Schriften ,

onderſoeken ; in de welke fulke groote Ichatten leggen opgeſlooten , en daar in den waaren grond ontdekt word . Wy wenſſen , Godt-foekende Leefer , dat gy , met een rechten honger en begeer-: re, deefe Paerl en ſchat , in den Acker deefer Schriften verborgen , met ernſt moogt ſoeken ; en zoo gy defelve vind , zoo verſeekeren wy ons dat gy de wyſei Godlijke

regeering

eeuwiglijk

danken

zult dat u deefe ſchoone en heerlijke Wonder -Schriften ( oover-al met de Hey * 3

lige


Aan den Leefer. lige Schrift oover - een koomende, en de felve verklaarende ) zyn ter hand gekoo men . Dient , den begeerigen Leeſer, tot naa richt , dat tegelijk met deeſe Send -brie Wen , ook in 't Neederduyts in’t licht ge koomen zyn , noch twec Tractaatjes van den felven Autheur : het eene van het rechte verſtand , en den diepſten grond van de Beſnydenis , Offerhanden , Doop, en Avondmaal. Het ander wyft zeer klaar aan het onderfcheyd van den

Ou

den en Nieuwen Mens,en der ſelver bey der wercking. Alles uyt den Theofophia fen grond uytgevoert , en de Kinderen Gods , tot cen onderwyſinge , voorge Itelt. 1. En zoo

deeſe, Tractaatjes aangenaam

mochten zyn , en de Leefers begeerig ZOQ zoude ,

onder de Godlijke toelaaring .'

( indiender een genoegſaam getal Lief hebbers ſich

opdeeden )

aan haar ver

der konnen meede -gedeelt werden , het aldergrootſte en (onfes oordeels ) heerlijk Ate Trattaat des Autheurs , genaam

HET MY


>

Aan der Leefer. MYSTERIUM

MAGNUM ,

( 'twelk overgefer is , en gereer legt tot de Druk - perife ). zynde een uytvocrlij ke Verklaaring over het geheele Eerſte Boek Mofis ; daar in het Rijk der Na tuur , en het Rijk der Genaade geoo . pent en

verklaart

word :

aanwyfende

hoe Net Oude Teſtament een Figuur van het Nieuwe is : wat door de geſchiede niſlen van de Heylige Aards -Vaaders is te verſtaan ; waarom de Geeſt Gods , door Mofe defelve heeft laaten beſchryven ; - waar de Eiguuren van deeſe beſchreeve ne Hiſtorien op ſien : Hoe deGeeſt Gods in fijne Kinderen , voor de tyd Chriſti, in de Figuur , met hen ,

van het Rijke

Chriſti, heeft geſpeelt ; En hoe de heele tyd van deeſe Waereld , gelijk als een Uurwerk is voorgebeeld geworden , hoe het naaderhand in de Tyd zoude gaan

:

Ook wat de inwendige Geeſtelij

ke Waereld , en dan de uytwendige Ma terialiſe Waéreld is : Als meede den in wendigen Geeſtelijken Mens , en ook den

uytwendigen van

het Weeſen van

deele Wacreld : Hoe Tyd en Eeuwig . heyd


dan den Leefer?

heyd in malkander zyn :

Hoe dit alles in den grond te verĹżtaan is . En verder vee le diepe wonderen , die aan de Wacreld onbekent zyn.

Den TeeĹżer geltebedeefe wepnige Djukfouten aldus te berbeeteren .

Ts. Linie. 4 roopt in Beeldingen 2 13 } leeft bap gemaalt en den : 21 Lgebzoeht 9) ,

Ders


Den Eerſten Sendbrief, Aan den HEER

KAREL 1

1.

van

ENDER .

den 18 ianuari 1618 .

El - eedle Hoog-geterde Heer, Donatas wenfling bain den Herigen en 10! teegenwoozdigen Godt ( die daar is du V. bolijeid aller dingen en de kragt 102 le weefens) een gelukſaalig /Dzeg A292 en Dreugdenrijk nieuwe Jaar ; en boogaameliya alle heilſaamewelvaart. 2. alhoewel ik / zonde een eenboudig man / mpn leeb'baage niet gedagt en hadde met ſulke hooge Perſonagien 7 met myne gaaben (die mp ban Ocot nit fyn liefdeen genaade gegeeben zyn) te converſee ren / ofdaar meel 2 bp hen bekent te worden , maar ! nadat in my dat Hooge licht wierd ontſteeken en die buurige drift mp overviel i 30 was alleenlijk myn boorneemen om te ſchappen 't geen ik eigentlih fag en in den geeft erkende / en mpn ſchriften bp mp te behouden . 3. Ik ſag wel wat'er in 't toekoomende van woga den zoude / maar dat ik my ſelben zoo Waardig zoude gefchat hebben dat mpne ſchriften behenr zouden wozden / zulks is mp nooit in mpn geinoed opgehoo men / want ik achtede mp veel te eenvoudig : ih was alleenlijk van voorneemen om dien fchoonen paerel-litans booz mp ingeſchrift te ſtellen en in myn Herte te djubken , 4. mnat


Theoſopbiſche

den 1. Br.

4. maar nademaal ik / als een ſeer eenvoudig meng / dit niet en verſtond ; en nu met oogen ſie dat God het geheel anders daar inleede meent dan ik Oft gedacht had : Zo leer ik eerſt bedenken dat vooz Godt geen aanſien des perſoons en geld ; maar die hern aanhangt die is hein lief/ en hp dupft ſijn werli in hem : want lip is alleen joog en mil rich in den Wakken openbaaren / op dat liptbekent werde dat aan hemn alleen toebehoozther rpli endede kracht; en dat het niet en leit aan nieuffelpke onderſoeking en vernuft / nogookaande heemelen en des ſelfs krag ten / Want deſelbe Begrppen hem doch niet: maar dat het hem wekgevalt ſich in den needzigen te open Daaren vp dat hy in alle dingen erkent werde. 5. Want felfs de kragten des heemels arbeiden geduurig inbecidingen / gewaffen / en koleuren om den heiligen God te openbaaren / op dat hp erhent werde in alle dingen : maar in den mens kan deea fe openbaaring Gods beel ineerder /Hooger /en lilaar Der geſchieden / dewpl Up niet alleenlijk een weefen is uit deere geſchaapen waereld / maar ſon fragt ma teria en eigen weeren / 't geen hp ſelfs is / ſtaat en inqualeert met al de dzie Principien des godlijnen Deeſeng . 6. En den mens en is in fpn bal / na de Godlü in Creatuur /niets benoomen dan alleenlijk het God clicht/ in 't Wells Ip / in bolkooien liefde / demoes bigheid / fagtmoedigheid / en Heiligheid / in God 30us de leeben / willen / en zijn / en alzoo het heemels -brood / van 't Wood/ en de godlijke litacht/ eeten /en / gelijk de Engelen / in volmaaktheid leeven . 7. Sulken licht/ 'twelk in ' t tweede principium in Godt eeuwiglijk ſchynt ( zijnde de eeuwige oorſaalt der beugde / liefde/ Demoedigheid / fachtmoedigheid / ein barmhertigheid ) is den mens in fijn val ontwees kont en birbozgen • dewijl den cerften mens ſüne ima.


den 1. Br.

Send - brieven .

3

imaginatie, luſt en vegeerte (doen hp in fijn moeder ) de groote Daereld gebeeldet wierd) in de inocder der natuur geſet heeft/ ende ſpöſevan't eerſte principium begeerde / daar den Oorſprong en de geboozte der nas tuur / den toorn - quaal / en de alderängſtelilifte ge voozte in ſtaat / daar alle taftelijke dingen deerer wae reld uit gewozdan gön ; en zoo is't hem ook gegaan / dewijlhy op dien ſelben wsztel ſtond. 8. Hizo is hp na het lighaam / ook meede na den geeft / een kindvan deere geſchaapene waereld ge worden / dewelke hem nu regeert 7 daöft en boert/ ookſpiſt en denkt en heeft infignntfangen de vera brechielüliheid en ppnlijkheid / en heeft een dieren lighaam behoomen / 't Wella Weederom in ſi intedet moet bergaan : Want hy moeſt de monfiteriſe de ftalte niethebben het Geſternte bandegroote Dae : reld en moſt ober hem niet heerſchen / maar hy find fön geſternte in hem ſelf/ 'twelk inqualeerde merden Hepligen Heernel van het tweede principium dos Godlijken Weeſens í dat is / met de opgang enge voozte bande God lijke natuur. 9. Maar nu en is den mens 30 zeer niet berbicne ken / dathp den ſelben eerften menſch niet meer en i die God (chiep hp heeft alleenlijk de mouffreurege ftalte bekoomen / dewelke berbzeekelijk is / en los ren aanvang alleenlijk bloot van het uitwendigſte : derde Principium heeft : en heeft de poodie vuur eerſte Principiumn (Bünde den ernftelijken quaal) int hem berwelt / dewelke / buiten dat in de groote ge fchaapene Waereld bzand / en in de verdoemde gea heel ontſteekelijk word . 10. maar den rechtenmens die Godtfchiep /Wila ken alleen den rechten mens is / die is noch in dees ren verdozen mens berborgen ; en indien hyſig felfs / Inſijn dierffe geftalte/ berloochent/en na des ſelfs dzift X 2


den 1.Br. Theoſopbiſebe en Wille niet en leeft /maar ſich met ſinnen en gedachs ten aan God overgeeft / zo leeft dien felben mens in Godt / en God werkt in hem het willen en doen / want het is alles in Godt : de regte heilige mens die in den monſtreuferi berbozgen ist die is zo wel in den heemel als Bodt / en den Heemel is in hem / en de het herte of het licht Gods wozd in hom geboozen / dat is Godt in Hem / en lym Godt ; Godtis hent naader dan het dierfre lichaam / want het dierlijke lighaam en is ſpn Daxderland niet daar hp t'hups hoopt/maar hy is /methetfelbe/ buiten het Paradijs. 11. Maar den rechten meng / dewelke in Chai fto nieuw pobooren is / die en is niet in deere wala reld / maar in 't paradijs Gods ; en al is 't ſchoon dat Up in'tlighaam is / 30 is hy echter in Godt : of feljoon het dierfre ligliaam ſterft 30 en geſchied ebens wel dent mieuwen mens geen leed / maar hp komt dan eerft recht /lit den ftridigen wil / en uit het quaals huis / in fpn Daaderland : daaren is geen ber afs fcheiden van nooden / daar hp zou meenen heen te baaren / daar't hem beeter zoude zijn / maar Godt wozd in hem openbaar. 12 De Ziele des menflen is uit het eerſte Princi pium Gods / doch daar in en is fp geen heilig wecfen / maar in 't tweede Principium wozd ſpin Oodt opens baar / en is een Oodlike Creatuur / want aldaar wozd het godlijke licljt geboozen ; daarom zo het licht in haar nietgeboozen wozd / 30 is Godt niet in haar / maar ſy leeft in den 002ſpronkelijkſten ernſtigen quaal / aldaar is een eeuwigen ftrödigen wille / in ſich ſelfs ; maar als het licht geboozen word / zo is 'er bzeugde / liefde en aangenaamhetd / in de Creas TULIT / en 't is den nieuwen mens / 't welh is de Ziel in Godt : hoe en zou daar geen erhentenis zin ? daar Godt in de Creatuur is ! 13.RU


den 1.Br.

Send -brieven .

13. Duen leit het niet aan het willen / loopen , en b2aaben / ban de Creatuur / om de diepte der God heid te erkennen / want de ziele is het Godlike Cen trum onbewuſt / Ijoe dat het Godlijke Weeren geboo ren wogd ; maar het leit aan Gods wille hoe bp ſich wil openbaaren : maarals Godt ſich in de ziel opens baart / wat heeft de ziel daar toe gedaan niets ! fp heeft alleenlijk het begeeren tot de geboozte / enſiet op Godt/ in den Wellen ſp leeft; waar door het Gods like licht in haar ſchonendewerd ; want het eerſte ernſtige principium, daar de beweeglikhetd oorſprons kelijk ban is , wozd in een triumfeerende vreugde vers andert. 14. Daarom is't onbillik dat de waereld zo moede raaft / ſchend en ſmaad , wanneer de gaaben Gods fich in demenfren ongelijk bertoonen /en ſy niet alle eenderley erkentenis en hebben , watkan een menſch aan ſich neemen wanneer het niet in hem gebooren wozd : ' t welk immers niet in de menſchelijke bera kieſing Ataat / Hoe hp't begeert ; maar gelijk fijn lees mel/ inhem is/ alſoword God ook in hem openbaar : mant @odt en is geen Godt der berſtooring in de geboorte, maar een verlichter en aanſteeker ; en een ieder Creatuur heeft fijn Centrum in fig / t 3pdatfe in Gods Heiligheto / of in Gods toon leeben ; want God wil doch in alle Creaturen openbaar 3pn . 15. Indien de waereld doch 30 blind ntet en was / fp zou Gods wonderbaarlijk weefen aan alle rega tuuren erltennen ; maar debplfe nu 30 woed en raaſt / 30doetſe dat alles teegen ſich ſelfs , en teegen den Hei ligen Geeft Gods / dooz well licht fp eenmaal zullent verſchriklien : fp en zullen den ſoon / die de arbeia dendemoeder in haar ouderdom zal baaren / niet ver hinderen / want dat wijſt den heemel aan , Godt zal Hem berlichten teegen al het woedenen raaſen des Duta X 3


6

Theoſophiſche

den i Br.

Duivels / en zalſynen glans van den opgang tot den needergang ftrekken . 16. Then ſchipve niet van my , want ili wapre al leenlijlt aan dat het voor handen is / en koomen zal. : be 17. itpn Heer / ik woudetegenwoozdig geerte wel boldoen en het beloofde geerne overſenden / daarin alles / wat hier maar aangeroert word / bzee der berlilaart wozd : Als meede't geen de goede en welbekende Heer B : W : weegen des menfien / en fpier Zielen / oorſprong / weeren / leeven / en dgift/ ook eindelijken uitgang / heeft begeert ; manr 't en is noch niet geheel voltrokken : Want de gaavent /die mp eenmaal van God 3pn gegeeven gewozden / en zyn daarom nietgeheel berftozben / of fe fchoon / booz een tijd / van de Duibel en de waereld / jpn bedekt g :wozden / ebenwel bertoonen defelbe ſich tegenwoo2 dig meenigmaal beel hooger en wonderbaarlijker : en zo't God gelteft/ zal u edle/ in 't kogte / tets daar ban ter handkoomen ; want daar isreeds een hoos ge aanvang toe gemaakt; veronderlijk van de drie Principien des Goblijken Weefens / en dan zo voort van alle dingen die in mijn a Boek belooft zön : al leenlijh th werd met beel waereldre beſigheeden belaas den / anders zouder reeds een groot deel vaardig zijn / doch ili zal mp door Godlijke en Herts - begeerende Deffening bevlytigen / wat Godt wil zal geſchieden . Bebeele u € : hier meede / in de bewaaring des al

derhoogſten . Met haaſt geſchzeeben .

J. B. à Aurora

Den


den 2 , Br .

Send - brieven .

5. 11

Den I I. Send - brief, aan den ſelven Heer KAREL

ENDER ,

Van den 22 OEtober 1619.

1/

1 1

van

I.

VEI- Eedele Hoog- ge - eerde Heer ; met aanbie ding van inijne ootmoedige / geneegene / eit willige dienſt / beneffens wenffing / van Gods liefde en gevaade / tot een nieuw : Creaturiri in den nieu : wen mens / in 'tlighaam Jeſu Chriſti; ook alle tyds lijke welvaart des aardſen lighaams. 2. UW Eedel hert en gemoed overweegende / ' t welk niet alleen tot Godtī maar ook tot fim hin beren / in liefde ontſteelten en bandende is / heeft my / in Chrifto/ hoog berheugt; en moet inſonderheid be: hertigen den regten ernſt en pber / die ik ben crlie/ dat U Ed : heeft betoont tot mijnegeringe c. 2. ften / zijnde het eerſte deel / en het bervolgen des depuis niet ontſien /maar daar nagetragt om te leeſen /en fais met eigen hand na geſchicebent. 3. Daar uit ik dan beſluite / dat Godt UE : cen klepne deure zal geopent hebben /'t welk booz den dzp . ber baft toegeflooten ſtond / dewpl hy't in de konſt ſogte / in hoobaardpei 30 wierd het hem onthouden / Want hy ergerde fich aan de hand van decre fchrijf penne/ niet ſiendeop 'tgeen geſchzeeben ſtaat ; ime kragt is in den Wakken machtig : en hoe Chriſtus ſin Dader dankte / dat hy ' t den wijfen en berftandi: gen berborgen hadde / en den onniondigen geoopen baart; en legtbozder / qa Daader / het was also wel behaaglijli booz u . 4. Ik merkeook ! en 't is mijnen geeft kennelijki bat ſuiłr van U € : uit geen nieuwsgierigheid en is geſchied / maar gelök den kinderen Gods betaamt/ Welle 20.4


9

Theoſopbiſche

den 2. Br.

welke de eedle paerle roeken / en begeerig zijn / na de ſelbe ; dewelkeſ indienregevonden word 7 hét alderees delſte kleinood is / 't well den menſch liever heeft dan fijn aards leeben ; want jy is grooter dan dewaereld / ſchoonder als de Son / ſp berheugt den menfch in dzoefheid / en baart hem uit de duiſternis in ' t licht/ ( p geeft hem een baſten geeft der hoopein Godt / en boert hem op den rechten weg / fr gaat met hem in den dood / en baart hem uit den dood tenleeben / fp verdooft den angſt der Hellen / en is allenthalben fijn licht ; fp is Gods brindinne in fine liefde / en geeft Hein berſtand om ' t aardſe lighaam te regeeren / fp leid hem van den balffen weg en diere verkrygt/ en haar behoud/ die kroontjemet haaren krans . 5. Daarom / &edele Deer / ik en hebbe geen and're Dogſaak om aan U6 : teſchapben / dan alleen uitbes geerte der rechte liefde tot de hinderen Gods / dat ik mpeenmaal met haar mach berquilhen : 't en is mp om geen tpålijk goed noch gaaben te doen ( gelijk UE : fich dan teegens mp/ſchoon ik aan U € : vjeerd ben / feer bziendelijk in liefde dienſten hebt aangebooden ) caels / en dat ik mp / met de maar om de hoope Hinderen Godsi in't toekoomende leeven /Hoog zou de verheugen / en mp mijn arbeid / die ik alhier in licfoe aan haar doe / alsdan wel zal beloont werden / wanneer ik my alzo met mijne Broederen zal bers blyden / en een tegelik fijne werken zullen naavola gen. 6. Daarom is't my ernſt / nademaal mp ook een bonhje van de eed'le Paerl is gegeeven gewozden / en Chriſtus ons trouwelijk waarſchouwt deſelde niet onder een dekſel te fteeken / of in de aarde te begraa ven : moeten ook diesweegen niet te zeer vzeeren voor de menffen / die het lighaam konnen dooden / en niets meer kunnen doen / maar voor den geeiten die lighaam en ziele verderben / en in de Helle werpen lian . 7en


n

11 3

den 2. Br.

Send -brieven .

7. Én al is 't dat ik in mijnen tijd / ban ſommige/ geen grooten dank ontfangen zal/ (den welken haaren buik lieber is dan't heemelrik ) eebenwel zo hebben mijne ſchriften haaregaaben / en ſtaan te zynder tijdi want fp hebben een ſeer dierbaare ernſtelike geboozte en Herkommen : en wanneer ik mp in de geringheid Heebzigheid / en eenboudigheid mijns perſoons bes merke/ ſta ik mifſchien hooger verwondert als ſelfs mijn weederparty . 8. maar dewpl ik / in kracht en licht / erkenne dat het een loutre grabe van Godt is / dewelke mp ook zulken dybende wille daar toe geeft / dat ik fchzpben moet / 't geen ik ſie / en erhenne i zo moet ik Godt meer gehoorſaam jpn dan de menſchen / op dat mijn talent niet weederom van mp genoomen / ende aan een ander gegeeben werde : 't welk my eeua wig wel zoude rouwen . 9. Naademaal dan u Edl / gen luft gekreegen hebt om't ſelbe te leefen / beel licht ( gelijk ik ooh ſeekers Hoope) uit Godts fchikking / 30 wil ik het u (Ed : beer) niet onthouden / naademaal Godt de alders hoogſte / #Cb : beroepen heeftom het a eerſte werk te publiceeren / dooz fpnen wonderlijken raab : daar ih imeende dat den Opber 'tal berfionden had 1 30 groende 'trelbe als een groene ſpzuit / geheel butten mijn weeten / en dewpl ik doch niet weet /ban mp rela ben / wat God eindlök doen zal/ en fyn raadmp bera borgen is / vol fyn weg die hp gaan wild kan ook banmp ſelben nietsſeggen / ook zo mogt den dypber tmp tot een ontijdige hobaardpetoemeeten / dat ik alzomet mijn geringe gaaben ( bte ih doch uitgenaade Hebbe) wilde pzonken / en alzo de gedachten mins herten laaten fien / mp toteenen roem . 10. Pochtans 30 ſeg ik / booz G00 / en betuig het pooz ſpn Oogdeel / (baar alles berſcböncni m een 25. Naamclyk d'Ancora


IO

Theoſophiſche

den 2 Br:

iedervan fyn doen reekenſchap geeven zal) dat ik fel per niet en weet hoe't mp daar meede gaat / uitges Pondert dat ik dien dupvenden wille Hebbe ; weet ook nietwatik ſchipben zal : want als ik ſchupfdicteert'et op den 1 : Geeft in een groote wonderlijke erlientes nis / dat ik dikwils niet weet of ik na mijn geeft noch in deere waereld ben ; en berheugemp/ op't hoogfte / Daarover / daar word mp dan debaſte en feelere er : kentenis gegeeben / en hoe meer ik ſoeke hoe meer il vinde / en geduurig al doozgaans dieper ; dat ik coli dikwils / mp ſondigemenfch / tegering en te ona waardig achte om ſulke berbougentheeden aan te taa ften : daar de Geeft mp dan mijne baniere opricht en ſeit; ftaat / gp fult eeuwig daar in leeben / en daar mee gehroontwerden / wat ontſet gp u ? II. Derhalben / Cedle Heer / geebe ik u &: in't hozt te verſtaan den grond en de oorſaak / ooli de meening en't foeken mijner ſchriften : gelieft U E nu iets daar in te leeren / dat ftelle ik aan u odl : Wels geballen . Ik rende u 8 : hier meede / 't geene rea dert die tijd / dat ik bp u : was / is gemaakt gea wozden / naamelijk / ban't begin des 22ften. Capit tels / tot aan't einde ; daar dan waarlik den Eeda len Paerl-boom oopen ſtaat; en mijn gemoed toont'et mpy dat 'trelbe #edi : Welgeballen zal ; en zult hier in ook een paereltje bekoomen / bp aldien u édl : het gemoed zult in Godt ſtellen . Het andere reſteerende/ zpnde omtrent dertig bellen Papier / Heeft onfen goes den bekenden bind / die zal't behandigen ; daar 3pm feer hooge diepe dingen in defelbe / en zpn wel waara dig datre niet berlooren raakten ; U6: zulthet ſelbe ook bekoomen / fo't u gevallig mocht zyn te leeren . 12. En alljoewel het is dat ik mp hier mee wat ftil te houden / debenwel is het openbaar/ en mp pleeg is tel001S fchen begeert word / dooz weike den Dpand / als een


den 3 Bri

Send brieven.

IL

berwoeſter / daar meede wel mogte na 't einde haa ften • want ik weet wat ik voor een brand / name: ijk den Duivel / teegen mp hebbe / tot een teegen partijder; daarom bid ik wyslijk daar mee te handes len : ik zal't/ 30 haaſt ik ' van nooden heb / weeder afbozderen / en zo't Godt belieft zalder noch al ineer der en hoogers gemaakt worden : namelijk over Mofen / en de Profeeten / en dan eindelijk over den ganſchen boom des leebens / in het weeſen aller wees fens / hoe alles begint 1 en eindigt / eri tot wat booz een weefen alles in deere Daereld berfchpnt en aan den dag komt. 13. 12oopende dat daar de ſchoone / en van God beloofde Lelie groenen zal / in den Paerel-boom / in ſyn eigen geeſt 7 in de kinderen Gods der liefde! in Chrifto / want wp bebinden noch een reer eedle Paerle groenende / tegenwoozdig / aan mp / na den Lighaame / nietkennelijk / maar in't gemoed groes nende. Bebeele u Edle in de genaadenrphe liefde J. B. Goos, Den III. Send -briet, Aan

N.

N.

Van den 24 O &tober 1619 . / metwenfringdes doorGodt Mungebetenis breugdencpl / in onſen lichts van 'i Godljlie Ammanuel. 2. Uwchbens / aan my gedaan /beneffens mpn fchriften / heb ik / ban bzenger deeres / wel ontfangen / en defelbe 300 toegeſeegelt terſtond met N. N. (die juiſt bp inp kas ) geſonden aan den Heer N. ik was boczneemers dit teegenwoozdige Hemm toe te rendet 26 des


Theofopbiſche

den 3 Br

dewyl het reeds berſeegelt / en met mijn brief/ daar in geflocten / verſien was ; en nu verſtaa ik in mijn ge moed / dewijl het ſich alzo toedzaagt/ dat H € : daar om ſendet / zo dat het algo ſchynt een ſchiliking Gods te zijn ; fende het UE : dan hier meede / wilt 'et ooberweegen / daar is een zeer Eedel kleinood in / ' t welk Godt / feedert uw bertrek / berleent heeft : en maake u bekent datter een reer lieflijke poozt is geoos pent / daar wop / 300 Godt wil/ ( gelijk het dan 30 heerlijk ſich opdoet ) zullen ingaan / daar ik echter niet han ſeggen kan , want het is van mijnen uiterlijken mens niet ; maar gelijk alle gewaffen der Aardei fich berheugen wanneer de Sonne opgaat/ en direla b27 met haar kragt beſchijnt : alfoo ook mijn Zies le / in de ſchoone wonderbloemen / dewplde Heere 30 foet en bziendelijk is / verhoope mp hier in te vera guíkken : ' t welk gp in dit leſtedeel van dit Boek wel bermerken zult/ indien Godt u de poorte in fonen geeft oopent. 3. Ik kan UE : teegenwoozdig niets ſclzpben / want het is wonderlijk / berhope dat Godtuuw hert oopen zaldoen / op dat gp ook iets daar ban moogt ſmaaken / UE : begeert te weeten ofik met den bes wuften Heer eenigen omgang gehad heb / maar laat 1 weeten / dat ik niet heb kunnen bp hem koomen / want ik heb in een ander Land (daar ik / na mpnen uitwendigen mens / niet thuis hode) veel te doen gehad en ben ook nu ditmaal noch ſcben daagen ber hindert /met een reiſe na Paag ; alsdan zal gefchies den wat Godt wil / hoewel mp teegenwoozdtg een diepe poozt oopen ſtaat, zal diesweegen doen't geen Godt beliebenzal. 4. Ik oberſende u de bol-einding van dit boek / toegereegelt/ en als gy geleegenheid zult hebben zo fend hetaan den Heer N. want het was alree op de weg naden gemelden Heer; maar dewylde Boode gilamt


den 4 Br.

Send -brieven

13

: quam , vond ik goed 't felbe aldus gepakt / U toe te renden ; en bermaane u hoog en wel te merken dater een zeer hoogloflüli werk in den geeft is erkent gewozden ;verhoope Godt zalhet onsgunnen : denkt het berder na , 'tralu in't hozte toegeronden werden : bebeele u in het godljke bzeugdenrph des eeuwigen fpringbzons . J.BR Den IV . Send -brief , Aan

CHRISTIAAN

BERNHARD..

Van den 15 November 1619. 1. Goog heil en licht 1in treeben IefuChrifti1 verlichte / engeebe u verder ſpnen wille te er's kennen .

2. Beminde Heeren zeer goede brint : fk berheu ge my neebens U / dat gp uw leeben gegeeben hebt tot een gewas Gods , enalzo groent in het Lighaam Defu Chrifti des Soons Gods / dewelke ons heeft meedergeboozen toteen leebendige Creatuur / infich ſelber / en fyn Daader boozgeftelt / als een lieffelijk gewas in fon Paradiſifen lufthof/ tot fpner bzeugo en wonderdaad : en bebinde ooh / als ik mp recht beſime/ dat gp niet alleen een gewas Gods alleenlil booz u ſelfs 3pt / maar gelijl een lieflijk kruid / en bloem / ſpn kracht niet alleen in fich houd / maar laat deſelbe van ſich uitgaen toteen ſmaak aan alle leebena dige eflentien , en bied ſich bypwttlig alle Creatuuren aan / hoe't hem daar oober ook vergaan mocht / 30 dat het ſich ſelber niet verfchoont / maar baart / font derophouden / fpn kracht en reuk . 3. Zu bevinde dat het ook alzoo met de Ztele des mens


den 4 Br. Theoſophiſche menſchen is / dewelké ronder ophouden groent en haarbragt vzpwillig van fich geeft / tot een ſppre aan den geenen die zoodaanigen ſmaah begeert / dewelke deffelfs kracht ontfangelijk is / het fp tot liefde / of toozn ; tot 't leeben Gods in Chrifto / of ten leeben der hovaardigheid / voerende eindelijk in elende / 't wel ke den geenen / die niet in Godt gewaffen (pn / in haa: ren uitgang / naavolgt. 4. Daar lof/ ppps / en eer / den geenen / die in Chriſto weedergebooren werden ; Wellter ſchoonre alhier haar leeven verlieſen / en vooz de prikkelen van Het doon - gewas verſchijnen / als een ongeacht licuid , 't welk met boeten getreeden word ; maar gelijk' een kruid't welk afgehouwen zpnde/men niets meer daar van en ziet / en het bernuft fegt / het iffer mee gedaan ; echter ſpn woztel in d'Aarde heeft / en weederom te voo2ſchijn groent : Alzo is ook de Ziele der Heiligen inge- ent in hetheilige leeven Jeſu Chriſti / en ſtaae in Godt fijnen Vaader en groent weeder dooz den doou . 5. Daar oober wp ( dewpl wp fuir erlent hebben ) ons hooglijk verheugen / en achten diesweegen het leeben deerer waereld ('twell in den quaal derSters ren en Elementen ſtaat) voor het geringſte / en ber blpden ons hier in dat wp Gods kinderen zpn. 6. Rademaal wp dan weeten dat Godtwaarlijk in ons is /en echter vooz ons aards leeben verbozgen / zo weeten wp datonſe ziel in Godt is / m groentin Godt / en ons Tighaam in 't regiment der Sterren en Elementen / na den quaaldeefer waereld . 7. A1300 zpn wp Gods beeld en gelijkenis / des welke felfs alles is ; zullen wp ons dan niet verheu gen ! Wie wil ons ban Godtſcheiden nademaal de ziel in Godt ftaat daar geen dood noch berbzeeken is . 8. Daarom / mpn zeer liebe getrouwe viiend / en bioe?


den 4 Br.

Send - brieven .

bzoeder in Chriſto / ik acht het wooz een groote bzeug de dat ik alzo aan u een Cedel gewas Gods gebonden heb / van 't welke mpnziele[ den reuk] ook heeftge rooken / daar ban ſp Weeder fterk is geworden als den berbolger haar uit het land der leebendigen wilde ruk hen / daar ſy onder de dypbers lag / en den Antichriſt/ in't doozngewas / haar wildeberfiinden, 9. maar gelijk Godt for fppuiten / die in hem ftaan / met fyn kracht te hulpe komt datſe niet bers decven /offchoon Duivel en dood daar eens over heen ruiffen / echter moeten fy weeder dooz den dood / dooz de grimmigheid des toons / en dooz den prikkel des doods / uitgroenen ; al zoude: Godt alle ſpn eedelſte krupden ban ſpn gewas daar bp opſetten / 30 moet fyn wille beſtaan ; wat in hein geſaapt wozd moet in hem waffent. 10. 't welk ons klaarlijk blijkt/ dewyl hy fun her te / naamlijh fyn eedelft gewas in hem / een mens heeft laaten wozden / booz ons tot een ſterke reuke der weedergeboozte in Hem ; op dat / daar wp in den dood ſtonden / met en door hem / doozden dood wederom groenden in Godtſpnen Vader /en Paradijfiſe brucha ten boozt bragten . II . Dewyl wp dan ſulr Westen dat wp gewaffen Gods zyn / 30 behoeben wp nergens vooz te bzeeſen / maar ſonder ophouden in het leeben Gods groenen / en bzugten boozt bzengen / tot Gods eer en wondera eeuwig zullen genieten . daad / 'twelkwp 12. En naademaal wp dan ook weeten hoe dat ons eedel leeben alzo in eengroot gevaar ſtaat / tufen het heemel-en Helleri - rple / in de tijd deefes leebeng / ban bepdegevangen ; zo moeten wp voorligtigwants delen / op dat onfe Paerel niet berbrooken en werd : wp en moeten den reuk der grimmigheid niet in ons Inlaaten / dat lip ons berderbe / daar doo2 de eedle Ducht in 't gewas berhindert wozd / en Godt over onis


e

ob

iſ

h op

f n eo de 4 Br . Tb o m ong zou moeten klaagen dat hp een Wijngaardeniet is / dewelke gen naaleeſinge doet / en zo gaerne Cedle dzuiven genieten wilde. 13. Zo laat ons wakker zyn / om den Dozft der grimmigheid te weederſtaan / op dat de eedle dzuis ben / ende bzuchten Gods / in ons waffen / daar aan Godt eenen goeden ſmaaken reuk heeft / op dat wp. hem / in Chaiſto / een lieffelijcken reuk inoogen 3pn . 14. Wpzullen't felbegewiffelijk genieten als wp teng bạp gemaakt werden van de pdelheid deeres lee peng /30 zullen wp als dan leeben en groenen in Godt / en eeten ban't repne leeben Gods / ſonder bleche / en hp zal onfe fppre zyn en wop de fone / dat het alzo een lieffelijk gewas inmalkander 3P / wp in GodenGod in ons /een eeuwige Well des heiligen leebens in 't ge was Gods / daar in enk'le bolkomenheid is / in de liefde. 15. Om Welkers wille wp teegenwoozdig alzo ats betden / enlaten ons ban dewaereld beſpotten en vers achten / opdat / dewpłons aards leeven in den dood groent/ons heemeis leeven door den dood groene / Dat alzo het aardſe leeben / als een ſpet voor het hees melſe verſchijne ; 't welk niet waard is dat het een leer

ben genaamt wozd / teegen't heemelſe. 16. Daarom Ipden wp geduldig in 't aardſe lees ben / en verheugen ons in 't heemelſe / op hoope dat wp van de poelheid zullen bpgemaalit werden / als dan zullen wp ons hooglijk berheugent ; 't geene wp alhier in dzoefheid hebben moeten (aajen / zullen wp in grootebzeugde maajent. 17. Daarom / mpn reer goeden bzoeder in 'tlees ben Gods / in't welke gp ſtaat / 303pt gp mp des te lieber / dewpl gp mp uit den flaap Weederom hebt opgewelat / op dat ik ook booztaan byuchten mocht booztbrengen in het leeben Gods / en hier naa /met de kinderen Gods mp/ in deſelbe / mach berheugeni. 18. En

C

UL


den 4 Br.

Send - brieven.

18. En maake u belient / datmy is gegeeben gea wozden / een zeer brachtige reuke in't leeben Gods / na dat ik weeder opgewaakt ben / verhoopedaar in vrucht boozt te brengen / en ook de ſlaapende op te wekken ; gelijk mijn Godtmp Weeder verwekt heeft/ uit den ſlaap / daar ik in lag. 19. Ende ik bidde u / omdes D -leebens Gods in Chriſto willen / dat gp in't toeboomende niet wilt berflappen /maar uw leeven in Chrifto opmonteren / op dat onfegeeſten mogten inet malkander vatſaam en berſtaanbaer werden / 't well buptende godljke kragtnietzon en kan . 20. Want een ieder ſpreekt upt ſpn Eſſentien in de

24 pe

ne

ta te be ht net ( 11.

wonderen Gods / gelijk als ſpn leeben in God aan : geſteeken is / en niemant kan ons tot dat berftand brengen / alsde eenige Geeftuit Godt/ die de taalen ban alle bolkeren / op den Pinçterdag / in een eenige beranderde / in den mond der Apoſtelen / zo dat de fpzaak van alle bolkeren / de taale der Apoſtelen bers. ftonden ; daarſe doch maar uit eene taal ſpzaahen / maar de toehoozders wierd haar hert en geeft geopent in Godt/ dat ſp alle die ſelve ſpraak / een ieder in de fpne / verſtonden / gelijk als of de Apoſtelen methaaa re taale ſpzak. 21. Alzois't Godt alleen moogelijk dat den eenen geeft den anderen berftaa en begrppe : want ih wel duchte dat ik / op beel plaatſen in mijn ſchriften / waar zal zyn / maar in Goot ben ik den lecſer ge Heel licht / indien fon Ziel in Godt gegrondet is / uit welker erkentenis ik alleen chapve. 22.Want uit de Hiſtoriſe konft deefer Waereld heb fk weinig / enſchafook niet om de hoovaardpe han : rer konſt willen / Want ih en ben ban haare konſt niet geboozen / maar uit het leeven Gods / op dat ik bzucht boozt bzengein Gods Paradprirenrooſenhof. 23, en niet alleen vooz mp/ maar ook booz mpn broes


8

Tbeofophiſobe

den 4 Br.

bzoeders en ſuffers / op dat wp een heilig Lighaam werden in Chriſto / [b002] Godt onſen Dader / des welke ons heeft lief gehad / en in Thiſto voozſient voor de grondlegginge der waereld . 24. Daarom gelijk Cijziſtus /en fpn waare Diſci pelen / haar leeben niet ontſien hebben / maar bps uit het rpk Gods verkondigt / offe fchoon in deeſe waereld beſpot / gaden dood daar ober geleeden heb ben / alleen om het heemelle : alzo moeten wp ons niet te ſeer ontfetten voor de tpbelijte beſpottingent dood / om des heemelfen leevens wille ; en bidden dat Godt ons van alle quaad wil berlofſen /cn ons rendzachtigheid in eenen ſin geeven. 25. Maar datiku in ſommige puncten / in mpné. fchriften / ſwaar om te verſtaan ben / dat is mp leed ; en wenſte dat ik mpne ziele met u kon deelen / op dat gp mocht mijnen ſin begappen. 26. Want ik merk dat het de diepſte puncten bes treft daar het meeſte aangeleegen is/ daar ik eenige Latpnſe woorden gebruike : docimijnen fin en ruſt in der waarheid niet bloot in de Latijnſe taal / maar veel meer in de natuurſpraak . 27. Want mp is ook iets opgeflooten geworden / oin de geeſten der letteren te grondceren / van haaren 002[p ong ; en boude UL : Njertelijh gaern die ſelbe woozden die ik gebruikt heb / aan welkeUV : eert misverſtand hebt / verklaaren /maar dewyl daar toe andze geleegenheid vereift wozd/en nu in der Vaeft niet geſchieden kan / 30 ben ik vereidwillig / in 't korte ſuir aan U T : klaarlijk te oopenen . 28. Want ik ben teegenwoozdig met repren en an dze beeſigheeden belaaten / 30 dat ik u niet heb hon nel ten dienfte zpn / bidde noch een wepnig gedult te hebben . 29. Want ik heb noch 32 veel te doen/ Weegen het naagdlaaten Dochtertje van mpn overleeden Bade der/


den 4 Br.

m

ent

Js

eſe

é

t

24

t IL 1 1

Send brieven.

19 der / dat ik alle weekten na het Doup nioet gaan ; ook heb ik twee fwaare reiſen moeten doen / met welke de tijd is heen geblooten. 30. Indien't Godt beliefde dat ik van de moeite van dit retſen ontflaagen wierd / ik hoope het zou meenigen armen ziel in Haaren honger goede dienſt doen doch Gods Wille geſchiede ; hoewel het is dat ter meenig grasje verderft / 30 den Heemel geen ree gen geeft : desgelyr berhinderen ook de waereldre beefigheeden het rpke Gods . 31. haar in en weet op ditmaal geen ander raad om het aardſe Utghaam met vrou en kinderen te onderhouden / zalmpechter bevlijtigen / zo beel my mooglik is / en hetheemelſe booben alles ſtellen . In dien gp ook luft Hebtmet nip iets in mpn eenvoudige ſchriften te leeren 1 't zal u trouwlijk meedegedeelt worden / hoewel het ook is dat ik gaerne ban de kin deren Gous leeren woude / en mp in haare Tchaften vermaaken . 32. Want ik achte dat ik de eenboudigſte onder haar ben / en heb zo een weinig vooz mp felber / tot een erinnering en geftaadige godlijke oeffening / ge fchzeeben ; doch dewpl't u 30 wel bevalt om teleeren / 30is 't billijk dat ik 't booz u niet berberge. 33. Dánt imp is belient uwe groote moeite die gp daar toe aanwend / en ik danke mijnen God die mp noch een mens in deere waereld toegeronden Heeft / met welken ik ban't rpche Gods ( p2eelien derf/ de wopl anders / byna alles blind en onſinnig wil zpn/ dat ik felfs / mijnen mond niet derf opdoen . 34. Ih hoore van ſpotters die daar mee onder log pen / dochikbaag weinig na de felbe want ik weet ban wat geeftdat ſy kinderen zpn : il wenſte datſe myne erlientenis hadden / ſp fouden 'twel naalaaten . 35. Belangende het uitſchapben / ban mpn reſtee rende Schriften / doo2 N. N. ili en ben ban hem niet


20

Theoſophiſche

den 4 Br.

welberfeeliert /want hy en ſwpgt niet/ik hooz dikwils van ondeugende Luiden / die mijne tegenwoordige ( chriften verdraajen / 't welk ik achte ban hem booztte koomen /want ik ſe anders niemant vertoont heb /des wpl hp dan 30 waerelds / en maar van de ſchoole ban dsefe wacreld gebooien is / 30 mochten wop wel flecht daar mee bewaart 3pn. 36. Ook zo moetmen de paerlen ( dewopife zo dier baar zpn) 30 ten eerſten niet bp de weg ſtroojen /maar een andre tijd afwagten / tot datſe geineender werken op dat den dyber derelbe niet verflinde. 37. Het mogt hem wel gegeeven werden om na te ſchapben / doch nietten eerſten / maar nadat het eens uitgeſchzeeben is / op dat het van den dypber niet mogt berbzoohen werden . 38. Belangende uw begeeren / weegen de ſaaken tot Praag / (daar ik juiſt op de aankomſt van den nieuwen kooming was ) zo zultgp tot Sagan wel bers ſtaan hebben dat de inhaalinggeſchied is: hy is ach , ter het Slot langs Reflchin / ban Slan / daar binnen gekoomen / en met een groote ſtaatte van alledate de Standen aangenoomen ,gelijk booz deeren by alle kos ningen gebzuikelijk is geweeft. 39. Ik erinnere u dat gp wilt acht hebben op't geen de Profeet Ezechiel Cap. 38 en 39. gefchzeeben Heeft / ofnietwel de tijd des grooten optogts voor de deur is / op de bergen Ifraels in Babel/ bpſonderlijk Weegen deSeebenbergers / dewelke hulpe ban den Turk zullen verkrijgen / en lichtlijk tot aan den Rinia ſtroom hoomen . 40. Aldaar dan de groote neederlaag der kindereit in Babel wel mogt geſchieden / daar als dan twee groote roeden Gods zullen verſchijnen 7 eene doo Oozlog/ de ander doozfterben ; bp aldten dat Babel zal berbrooken wozden ; toont de Geeſt des Heeren in de Ouden / die vooz ons gepzofeteerthebben . 41. Hoe


in

ar zny

ate ens niet

ken Den bers ach , nen ie de ko

op't eebert 002 de Berlijk In den Stytta

Dereit twee e doo Babel eren in

5. Hoe

den 4 Br.

Send brieven .

21

41. Hoewel ik achte dat de verkieſing ban een regs ten Duitfen hepſer noch een weinig uitgeſtelt moet werden, en ondertuffen groote krijg en ſtrijd /ook de rulpne van beeleSteeden / kaſteelen en magtige lan den / bolgen zal ; ingevalle het teegenwoordig de rech te tijd is daar van de Geeft te kennen geeft/'twelh Wp 30 ten nauwſten niet berftaan . 42. Want boo2 Godt is duiſendJaar als eenen dag de Beeft fiet alles naabp / 30 mepnt de Syderille menſch dathet haaſt zpn zal / doch het is in den raad Bods . 43. Behalben datby gewig bekennen de verbzees. king der Stad Babel zeer nabp te zpn / en ' t fchijnt ons toe als ofde tijd alhaaſt booz handen wasalhoe wel wop den raad Gods niet genoegſaam honnen be grppen ; maar gelijk een gaſt die (maar een dag in een [bzeemd] land is niet alles leeren kan / alzo gaat het ons ook . 44. Want God Houd dag en uure bpſonder booz Hem / en wijſt door fön Øeeft aan de wonderen / die toekoomendezpn . 45. Hier neffens laat ik u weeten datN.mpn beide Voeken aan N.heeft aanbefteed om uit te ſchappen / en tracht teegenwoordig daarna dat hp het regte Ori gineelvan 't eerſte / ſelf in handen mogt vekoomen / t welh / 30 ih bertrouwe i geſchieden fal / het kan op 'taldergeboeglijkſte / dooz den Heer Karel/ te weeg gebragtwerden . 46. Wlhoewelden nieuwen Antichriſt in 'tgewas des ouden / nu zeer Triumfeert / en bzand als een buur in eneverhoolen / meent daar is breuigde/ daar het echter in rouw is / en Babel in bzand ſtaat het hon veranderen / maar God / de hoogſte / doet wat Hp wil. 47. Ik heb teegenwoozdig geen tijd om u meer te ſebepben / want daar is noch niet verders aangeban gen/


che

Theoſophiſ

22 .

dens Br.

gen / maarHoop in’t kopt iets te beginnen / 30 mpn gemoed / in den dzpbenden wille / imp geduurig toont/ zal't u op de gemelte plaats getrouwlijk toeſenden . 48. Bebeele u trouwlijk in de ſagtmoedigheid J.B. Jeſu Chriſti.

Den V. Send - brief , Aan den Heer

K

AR EL

van

END

Ę

R ,

Van den 1 December 1619. liefde in 't herte Gods des Daaders ; ende 1: het licht van ſpne kragt in 't leeven Tefu Chi ſti/3p onre verquikking; berlichte ons / en helpe ons tot de nieuwe Weedergeboozte / op dat de rechtebeeldenis berfchipre / tot Gods eer en wonderdaad ; en laate in ons groejen het ſchoone ſpruitje van fpu Lelie / in't Paradijs -hofje eſu Chriſti. 2. Wel - Cedle i Eerwaarde en Hoog - benaamde Heer / met aanbieding ban mpn ootmoedige en gants gewillige dienft / beneffens wenfring van alle tijdelp he en eeuwige welvaart. quheb van toonder deeres / 6 : Huisgenooten / een ſcheepel koon 3pnde een ban ontfangen / 't welk U & :mp hebt gefonden : bidana ke u & : op het briendelijkſte daar boo2 / en bidde Godt den Mlderhoogſtenſ die zal't u €: veelboudig bergelden . 3. Rademaal U6 : 30 een demoedig Deer zpt / en niet en ſiet op 't geene daar de waereld op fiet / ook de wpsheid van de hoogeniet en acht / maar na dat gees . nie trachtwat den Deer van den heemel bouwr / hoe welt in deeſe waereld dwaasheid ſchynt / maar voor hem


Send brieven 23 ili werk uit te voeren door gerin ſpn welbehaagl Hem gel eenvoudige 7 kinderlijke mnenffen / op dat hp alleene Hoog 3P / en niemand derbe roemen : Ut : inag ook reckerlijk op die felbe erhentenis loopen / dewelhe ſchoonder is dan alle pzacht en rpkdom der Waereld : want al het tijdlijke verlaat den mens ; maar Chziſti geren -lzoon / berlaat / ook in den dood / den mens niet/maar bżengt hem tot de heemelſe hep2 ( cljaaren der vzeugdeſ in ſyn recht eeuwig Waadec land . 4. Pademaal wp dan weeten en zeer hoog erkeit: nen / dat wp in deere waereld maar gaften / en in een bzeemde herberge zyn / in een (waare gevangenis / in zeer groot gebaar /gebangen leggen / en geduurig de dood moeten vzeeſen ; 300 doet U od: geheel Wel 7 enhandelt wpslijker dan deverſtandige deeſer Waes reld / dat u êd : omſiet en tragt na't eeuwige vada derland /en niet namacht en pzacht/ gelijk de waereld / en anderſins in 't gemeenſulke groote lieden doen : ik en twpffel niet of U Ed : zult nog wel een ſeer ſchoon kroontje ban de Jongbrouw der Eeuwige wpsheid Gods / daar booz behoomen ; ' twelk ( 30't geſchied ) U Ed: lieber zalzpn dan alle tijdlijke goederen en de 2 gehele waereld / met al haar weefen en glans : daar ban tk niet ſchipben zoude 7 indien ik ban't relbe geen erkentenig hadde. 5. Hoewel ih bp de pren deerer Waereld ( dewelke ſich felfserhentenis en weetenſchap , alleen uiteigent 712 hobaardigheid ſonder Gods geeft/ toemeeten ) flegten dank / Ja maar ſpot 7 behaalen zal : waar over iki mp nochhooglijk berheuge/ om den naam en erkens tenis Gods wille berſmaadheid te dzaagen : want ent indien mpn erkentenis uit haar ſchool geboozen was / a de 30 zouden ( p het haare liefhebben / maar dewplfe uit s een ander ſchoole is / 30 en kennen ſy defelbe niet/ bers e o h achtenſe diesweegen geljkſe alle de Profeeten / ooh 1002 Chata hem den 5 Br .


Theofopbiſche den 5 Br. 24 Chriftus / en ſon Apoſtelen / gedaan hebben : ik en zalmpdaar dooz niet laaten ophouden , maar / gelijk ik begonnen heb / met des te grooter ernft / aan inp nen Godt en Schepper Hangen / en mp aan hem ober : geeben / hy maake in mp wat hy wil. 6. Iken ſchipbe imp geen wysheid toe / berlaat mp ook op geen boomeemen ban't bernuft ; want iki fie en bevind heel helder en klaar / dat God een gehee Sen andzen weg gaat. 7. Derhalben zo wp hinderlijk handelen / en nict in ons bernuft / maar alleenlijk / met begeerte en rechten ernft / Hein aanhangen / en al ons bertrou wen in hem ſtellen / zo beloomen wp beel eerder de Ced'le Jongbjouw ſpner wysheid / als in ons ſubtiel ſpeculeeren ; en wanneer defelve komt/ brengtre met haar / rechte wysheid / en heemels berſtand ; enfonia der die ſelbe weet ik niets. 8. En naademaal Ved: luft hebt / zulke en dier gelijke ſchriftent / ban het hoogteweefen / te leeren ; metija ſuir dan (30 ik hoope) een ſchikking Gods is / 30 zalik dat geene / wat mpvan het hoogſte goed is toebertrouwt / booz ded : niet verbergen / maar in 't hozte iets rpkers en meerders ſenden . 59. Wantdaaris een feer wonder ſchoon boek bes gonnen geworden / ban des menfien leeben ; 't welk 30't de Heere gelieft / en hp (pne hand over mp houd/ klaar zal oopenen wat den mens is / en wat hem te doen staat i op dat hp het hoogſte goed deelachtig word ; want het gaat geheel klaar door de drie Prin cipien ; en toontden geheelengrond / 30 dat een mens en't heemelupa/ ) ('t en zphpſelfs blind wil zpn Godt/ alg meede ſich ſelfs kan kennen / ook onſen elendigen bal / beneffens de weederbzenging in 't leeben Teful Chrifti; en ' t zal bpfonderlijk handelen ban de ſchoos ne Lelpe/ dewelke Godt aan de laatſte waereld wil gunnen : 't welk zeer aangenaam zal te leefen zpn . 10. On


den s . Br.

Send -brieven .

10. nofik noch den ganſchen grond / wat het Bijn zal/ niet genoegſaam erkenne / 30 ſie ik 't eebena wel in een groote diepte : berhoope (30 Godt maar genaade verleent) daar niet ban af te laaten tot dat Het dol-eindigt is / en in het toekoomende de beloofde Schriften (die dood den dypber zijn verhindert ge wozden ) te boltrekken ; ooh ober Moſc, daar als dan de groote Wonderen Gods/ in hetlicht des daags klaar berſchonen zullen / ' t welk Godt de laatſte Waereld gunnen wil; hoewel het teegenwoordig bpa na alles in Babel is : en daar zal een groote ſcheure geſchieden , maareebenwelmoetniemand wanhooa pen : gelijk als Godt het Polk Iſraëls / in de Babi Ioniſe gevangenis / met trooſtſ te hulpe quam / en rond haar P20feeten / alzo zullen ook teegenwoordig Leelien / midden onder deDoomen waffen / en't rels be is wonderlijk . : II. Doch niemand denke dat teegenwoordig de tijd van de ganſche berbzeeling der Stad Babel bera ſcheenen is ; hoewelder een groote bzeuke geſchies den zal / 't welkmen teegenwoozdig niet en gelooft / want den Antichriſt is wel iets maar) noch niet geheel/ openbaar : men zal ook meenen dat men hem nuganſchelijk uitgeroeit heeft / en na beele dzoefhees den zal gcootebreugdevolgen / en ſp zullenalzo wets ten en Derbinteniffen maaken / ook met Waare en fcherpe Religions- Articulen / doch meeſtendeel tot verheffingvan haar eigen eer en macht/ en men zal meenen dat den 1. Geert van den Heemel ſpreelet feit het nu een gulde eeuw is , maar jy ſteekt bol banden toom Gods / en is noch in Babel /en het waare wees fen ban't regte leeben Tefu Chrifti en is daar noch niet in : Ook zal den Kuiter op't baale Paard noclj koomen / en met fin Seifen beele afmaajen . 12. Maar ondertuffen groent de Leelpe in de Don B


Theoſophiſche

den's . Bri

sonderex / teegen welke denlaatſten Antichrift bers bolging zal verwekken / daar ſön einde dan komt/ . want de verſcheining des Heeren zal hem uitdelgen / daar Babel alsdan inpber 7 en in Gods toonn bera brand / en zulr is wonderlijk ; van 'twelk ik geen magt en heb duidlijker te ſchapben : doch mijne Schriften zullenter ſelber tijd recht dienen ; want daar komt een tijd van den Heerei die niet uit den geſterngen Heeniel is . el hem die den Heere met ganſchen ernſt 13, foetit / wanthy zal ſich in de Diftorie niet laaten bins den / maar in't regte bertrouwen / en in de waart povergeebing in 't leeben en in de leere Chriſti / daar in zal de H. Geeft berſcheinen met Donderen en Hrachten /'t welk Babel in haar berdichtſelen / tees genwoordig niet en gelooft / maar echter feeberlijk komt / en alreeds op deweg is / doch booz de Daes reldbecborgeri, 14. Ik heb u : laatit / met den Heer Fabiaan het geheele werk van het ( a) tweede Boek toegerona denih en weet niet of'tue : ontfangen Geeft/want il feedert die tijd met den Heer Fabiaan niet geſpzoo ken heb / weegensmpnigedaanereiſe ; indien niet /30 was ' t bp hein te bozderen . Bebeele UE : de fachte liefde,in 'tleeben Jeſu Chriſtides Soons Gods. Inhaaſt geſchreven. Gørlitz datum at ſupra . Den Naame des Heeren is een vaſten burgt, de Regtvaardige loopt daar heen en wordt verhoogt, J. B. fa) Zyade ' Bock, genaamt de Dric Principien ,

Den


.

den 6. Br.

Send - brieven .

Den V I. Send - brief,

Noch aan den Heer KARE L

van

ENDER:

Van den 4 May 1620 . Licht, heil, en eeuwige kracht uit de Well-bron van 't Herte Jeſu Chriſti, zy onle verquikking.

1.W E1-Eed'le, Hoog-ge- eerde, Wydberoemde Heer , beneffens wenfling ban ' t Godlijk Heil / en daar in alle hetiſaaine Delbaart / zo kan ik : et dit Briefje te beroeken / na nietnalaaten Udd m demaat uw Edelheids mildaadigherteinp een ſcheea pel boozn vereert heeft/ 'twelk ik gedienftelijk onts fangen heb/ ben tenhoogſten dankbaar voor 'tſelbe/ zal ook Godt / den Schepper en Onderhouder aller dingen , in welkers kracht ook alle dingen beſtaan / bidden / dat hp u ¢ : beel en rijken feegen daar bood bergelde. 2.En alhoewel ik aan U : niets berdient en heb / en il ook bzeemd ben /30 erken ih hier in uwcdelheids mildaadighjerte teegen de kinderen Godts : maar dewijl u od : 30 bpſonder demoedig zöt / en zult al leen oin Godt enfijns kooningrijks Wille/ dat U€ : uit de hoogheid deefer Waereld /met U & : gunft en liefde / u begeeft middein n de ongeachte needrigheta der kinderen Gods ; jo erken ik ſulr booz een gods delijke vreeſe / en een begeerte na degemeinſchap bar Goos hinderen / in welfie wp in Chrifto / in Godt/ alle eenlighaam zijn / in beele leeden en werkingen ; 3o moeten wp ons daar oober niet alleen hoog ber BB 2 heus


28

Theoſopbiſbe

den 6. Br.

heugen ,maar ook tot Godt bidden ( ons aan hem / in fijne liefde oobergeebende ) op dat fijn kracht in ons bolkoomen werde/ enſöin rijk in ons gebooren / en wop in de erkentenis ſiuespeefens Hein deelachtig wera den . 3. En hetis ons niet alleenin de H. Schrift/maar ook in 't lichtder natuur klaarlijk te erkennen / dat/ 30 den eenen mens aan den anderen wat goeds doet (bps fonderlijk zo't uit een toegeneegen herte en goeden wille geſchied ) dat hetfjerte 7 geeft / en gemoed / des geenen die het goede ontfangen heeft / ſich weederom met gunſt en liefde tot fijn Dzind ( die hein met gunſt en liefde bejeegent Had ) toeneigt / en hem alles goeds Wenft / en wanneer hp ſijn eigen nooden Godtbooz dzaagt / 30 brengt hp tegelijk die van ſijn getrouwen Pind / in ſijnwil en gemoed / meede in ſijne liefde booz / en in Godt ; 't Well dan een mild herte in Gods krachtveel rijken reegen toebrengt / niet alleen tot het Waröreleeben / maar hem werd tegelijk hier mee ook een baan en weg gemaakt in het Höle Gods / dat / indien hp ſich tot Godt wend / en ſijn liefde en genaade begeert / gelijk ook de liefde fines Dziends/dewelke hem reeds boozheen in Gout heeft ingewozpen /Hp alsdan Helpt/ met hem / tot Godtina dingen / en met de verdurben ſucht ( in't welk ons de Duivel/met de turba, gevangen houd) wozftelen / en helpt de vaſtigheid ofte den behouder des toonns bers bzeeken : 't welk ik/ mp aangaande / niet alleen ſchuldig / maar ook geheel willigen bereid ben om te doen . 4. Debijl mp Godt dan ook / uit fijn milde gee naade , een diepeen hoogeerkentenis van ſijn mileni Weeren gegeeben heeft zo ben ik ook bereidwillig (beneffens mijn gebed voor u d : tot Godt) met de felde ( 't geen daarban in ſchriftmochte berbat were den)


2

den 6.Br. Send - brieven 9 den ) U : Weederom gants willig te dienen / bp230 Verre : erkennen han dat ſulr van Godt is : ges lijk mp dan niet anders bewuſt is als dat UE : een luſt hebt om die te leefen ; 30 zal ik deſelbe voor u C: niet berbergen ; zal my ook niet ontſten een monde lijk geſprek daar over te houden / om , indien UE: iets onverſtaanbaars vonde / genoegſaam bericht daar ban te geeben / en 30 eeruge ſaaken te ſwaar mochten zijn /wilſe gaern in een lichter berſtand bzen gen . 5. Ook indien UE : beliefde iets hoogs hier'in te bzaagen / hoop ik op Godt / het zow mp berleent wers den om te oopenbaaren / aan wellers wille ik alles Dobergeebe ; en zal mp allerweege beblprigen / en Godt dagrom bidden / dat ik UE : konde en mochte in liefde-dienſten / die UE : aangenaam mochten zön / Weederom dienen / 't welk ik hoope dat Godt mp niet en fal ontreagen /gelijk mijn herte ſich daar in gants oovergeeft / dat het een getrouwe Arbeider in den wynberg Gods mach zijn / en alzo in Godt er kent wozden / en opwaffen tot een bzucht in Gods Kök ; gelijk ook een teder Boom daar toe arbeid / en nuiten en Cahken vooztbzengt / dat hy einde Fiin luk aan ſijn bzucht / DIT fön takjes Waſt / erlients wod ; 't well wp alle fchuldig zün te doen / en ili baar toeook zeer begeerig ben . Beveele UXoog Ed : in de fachte liefde Gods.

Gorlitz, datum ut ſapta .

Uw Edelheids altijd dienſtwillige J. B.

B3

Den


30

Theoſopbiſche

den 7. Bro

Den VII. Sendbrief,

Aan den H. D. BALTHASAR WALTER. Van den 7. Juriy .1620, 1.Menfchappen is aan a / om uuit een hoog bea denken / en een Chriſtelijke goede meening / te erinneren / dat gp dochmijne Schriften een tegelijk niet en wilt in handen geeben / wantfp zijn ieder eens fpijſe niet. 2. Ook en moet men de Paerl op den weg niet werpen / dat deſelbe met boeten bertreeden werd / daar dooz den waardigen naam Gods mocht gela stert werden : want ik erkenne Teer wel wat den Satan in den fin heeft : maar my is getoont hoe fün boozneemen moet berbrookten werden . 3. Hoewel dat 'er een ſwaare duiſternis te breefert is 7 in welke tyd het licht / in de herten der inenfren / eerst recht groenen zalſ wanneerfe in groote dzoefe Heto en verlaatenheid zullen süut; alsdan zullen fp Wengeere quetu en yp zalſich binden laaten . 4. Mijne Schriften en dienen niet booz den boller buik , maar voor een hongerigemaag / f behooren de kinderen der verbozgentheid ; nademaal in deſelbe beei eedle Paerlen / bedelit / en ook openbaar / lega gen. 5. Ik en heb deſelbe niet geſchzeeben voor de Adtoten /noch ook booz de Geleerde; maar vooz mp Telfs / en boozde geeneaan de welke Godt deſelbe zal te berftaan geeben . 6. Dit gewas ſtaat in Gods macht / daarom en erhen


den 7. Br.

Send - brieven .

erken ik 't niet booz een werk ban mön vernuft/inaár booz een oopenbaaring Gods-; en hier in en moet aan mp gants niets toegefchreeven worden ; diegwees gen behoeft ook niemand daarom na mön Perſoon te trachten / om wat wonders daar aan te fien / hp zal niet anders vinden dan een geheel ſlecht en eenvoudig Jan /want mijn weetenſchap ſtaat in Godt berboga gen . 7. En ſchoon ik veel weet / en mp een groote oopen baaring is gegeeven / zo weet ik dit ook wel / tat ilt aan al die geene die niet lut Godt gebooren zün / onderſtaanbaar ben ; daarom bid ik / wilt wijslijli met mijn Schriften Dandelen / ook mijn naam ber wpgen : tot dat eindelijk de duiſtre nacht komt/ ge lijk mp is getoont; Misdan zal de Paerl gevonden werden , want zo lang iyn geliefde berſaadigt is / 33 ſluimert ſp / en leid in den ſlaap ban deere Waerelo : maar wanneer de Heerel met fijn Storm -wind / Yaar zalopwekken / en dat zy in angſt zijn / alsdan zullen ſp in haar benauwtheid totden Heere ( chzeijen , in ban den flaap opwaaken ; Alsdan zullen deere Schaften oopenbaar zit / en de paert in de felbe gea forhtwerden . 8. Ook is mịn bjöden en begeeren / dat niemand defelbe/ ſonder mönen wille / tot het Dukken vedogs dece, want dat felbe zal eerft geſchieden na het ons Weeder. 9. Wilt fult alleen in de berten der Ipſen oopens baaren / die gp erkent dat Godt lief hebben ; aan d'andze en is het teegenwoozdig noch geen nut :want meenig ſoekt niet anders als voosheid / en loobaar digheid ; daar toe valfre wijsheid, om maar geſien te weefen ; daarom bid ili / handelt wijslijli. Deele neement wel met vreugden aan / maar 't heeft een quaade wontel: bp meent bzoom te werden / maar laat B4


32

den 8. Br.

Theoſopbiſche

Ijat ſich von den Duibel houden / en wozd daar na een beſpotter ban ſoodaanige oopenbaaringen . Dit fegik u met een rechte meening/ niet uit eigen waan / maar uit een teegenwoordige waare erkentenis . 10. Daar is wel iets tot een nieuw Boek / aans gevangen / 'twelk feer hoog is ; doch mp is een ges weldige teegenſtand gedaanvandenBozft der grims migheid / 30 dat het ſelbe tot op heeden verhindert ist doch hoope dat het binnen hozten tijd zal geſchreeben Iperden ; want Tjet is een kruid 't well den Duivel niet ſmaaken en zal : doch den wille des Heeren moet beftaan . IT . Ik hooge dat gy felfs zulttot mp koomen / als dan zullen wy ons berquikken . Degenaade Iefu Chriſti zp onſe groetenis en geftaadige berguikking. J. B. Den VIII. Send -brief,

Aan den HEER PAULUS

K

A

Y

M

,

Van den 14 Auguſto 1620. Licht ,heil , en eeuwige kracht; uitde Welbron van Herte Jeſu Chriſti, zy onſe verquikking. I Erwaarde Hoog -geachte Heer en goede Vriend, 1.EErw en beminde Broeder : in de verlichting des H. Geefts / en liefde onſes Heereneſu Chriſti: U : ſchappen banden 20 quip / beneffens de twee Boeh jes / heb ik van den Hr. C. E. ontfangen / en daar in bernoomen / dat u € : eenige van mijn geſchreevene Boekjes / van de Wysheid Gods, ontfangen en gelee ſeta


den 8. Br.

Send - brieven .

33 ſen hebt/ en u ( bolgens u € : bericht) in de felbe be r heugt/en ook een groote begeerteen luft daar toe hebt/ en in diergelijkedeffening / van de Wysheid Gods , bok bent. 2. ?t Well my (mijns -deels ) ook zeer verheugt/ pat nude tijd aanſtaande is / dat het rechte Godlile berſtand in Sion Weeder gzoenen / en het berbzooken Zeruſalern Weederom opgebouwt zal wozden ; en Het rechte menffen beeld / ' twelk in adam verblikte/ in Sion /meteen rechte menfſelijkeſtemme/ſich wees derom hooren laaten : en dat Godt finen Geeft in ons uitſtozt / op dat de Eed'le Paerle / in de kracht en ' t licht des H.Geeſtes / Weederom erkent/ gefocht en gebonden wozd . 3. Waar aan wp dan klaar fien en erkemen / in wat booz een blindheid dat bop nu een langen tijd / in Babel/ 30 dwalende gegaan hebben /op quade bleefſes like Weegen ; Hebbende het rechte Jeruſalem berlaa ten / en ons Vaders erffenis ſchandelijk doorgebracht/ ook onfe ſchoone Engelſe Eeren - kroon (namelijk die fchoone beeldenis ) niets geacht / en in den dzel des Duivels beſoedelt/ en onderden fchon ban Godlijke gehoozſaainteid , met de Blange geſpeelt /en in enk'le dwaalweegen gewandelt . 4.'t Welk het Bodlike lichtons teegenwoozdig on , der oogen ſtelt ) en vermaant ons met den heridoren Doon Weederom te keeren / en in 't rechte Sion in te gaan : niet meteen Diftooris -Waanen / als of wp't wel verſfonden / en al gegreepen hadden ; daten is geen bion / maar Babel 7 dewelke met den mond God belid / en met het herte hangt aan de groove Hoer ban Babel/ aan den Draak der inwendigeHa vaardigheid / gierigheid en Welluft / die ſich vertoo nen wir als off een maagt was. $ Neem / dit is de Jongbouw in Sion niet: Het

285 inget


den 8.Br. Theoſopbiſche 34 Anoet ernſtWeeren ; wop moeten / in Sion / uit God geboozen werden / fijnen wille erkennen en doent; GodsGeeft moet getuignis geeven aan onſen geeft 1 dat wop kinderen Gods zijn ; niet alleen in den mond met het weeten , maar in't herte met hetdoen : niet op een ſchynheiligen weg ſonder kracht / 't welk de Duivei beſpot; maarwpmoeten den helm der gerega tigheid / en der Itefoe / ook der huisheid en reinigheto aandoen / 30 wop teegen den Vozſt deerer Waerelu int den ſtrijd willen trekken ; hp en acht geenen uitwena digen glants ; kracht moet hem ooberwinnen / en die kracht moet in wel-doen uitfchijnen ; alzoo kota nen wop om den Hidder - kzoon ftröden : want wp hebben eetten geweldigen krpasman teegen ons / tip gzöpt ons in Tighaam en Ziet / en ſlaat ons lichtes lök ter needer / en kan anders niet overwonnen woza den als met kracht in ootmoedigheid / die han hem ſönen bergiftigen Triangel uitbluffen / daar mee he. teegen ong en in ons / het eedele beeld beſtrijd. 6. Daarom / mijn geliefde heer en Bioeder in Chrifto nademaalgp u tot de Godlijke wpsheid oobergeeft/ en in des felfs arbeid 3pt / 30 is 't billik en recht / dat wp ons onder malkander vermaanent / dat wp aangemoedigt werden om den Duivel te wees. berftaan en den weg / die wp moeten wandelen / ons geduurig booz oogen ſtellen / en ook daar op gaan / want anders en rechten wop niets uit : nadien wp : Weeten / dat de waereld in Babelblind is / en dwaga lende gaat ; 30 moeten wp de cerfte zijn die met der daad uit Babel uitgaan /op dat dewaereld ſie dat het een ernſtis . 7.'tün is nfet genoeg dat wp Babeloopenbaaren / enechter eeben 't Felbedoen dat Babel doet / want 30 bue.ide betuigen wp / dat God ons wel fijn lichtlaat febpnen / dathop fien/ maardat wy niet anders wila lent


den 8. Br:

len merken

Send -brieven ... 35 dan de werken der duiſternis : en dat

relbe licht/ dat ons in 't verſtand lichtet / zal een gea tuige over ons zijn / dat de Heere ons heeft geroepen / en ons den weg getoont / maar wp in defelbe niet ek hebben willen wandelen . 8. Het is wel goed dat wy Babel openbaarent / maar wp moeten ook toeſien met wat geeſt en ges moed / en in wat voor een erkentenis het felbe ge ſchied : Het is wel goed dat men pbert / maar het herte moet in Godt gericht weeren / anders zo loopelt wop ſonder geſonden te zijn ; en zijn/ in ons loopen / ban Godtniet erkent gewozden / en de Duibel beſpot ong maar / en boert ons in dwaalweegen : daaren boben betuigt de H. Schrift / dat onfe Werlten en woozden ons zullen naavolgen . 9. Daarom ſtaat ons ernftelijk te betrachten / in wat geeft en kennis wp de hooge verbougentheeden aanbatten : want die een quaad wil verbzeeken / moet iets beeters in de plaatſe ſtellen/ anders en is hp geen bouwmeeſter Gods / noch arbeid ook nietin den Empnberg Chriſti : Want'ten is niet goed te vers bzeeken / 30 men niet en weet hoe 't gebouwd in een beeter fom te brengen is : Want Godt is alleen de Bouwmeeſter der Waereld / wpzijn maar knechten ; wp moeten weltoeſien hoe wparbeiden / 30 wp loon willen ontfangen / en ook / dat wy ſijn werk in lijnt Schoot geleert hebben en niet loopen fonder gerona den te weeſen / daarwp fijn werk noch niet ontfankes lijk en zijn ; anders werden wp onnutte trechten bes bonden . Dit reg ik in oprechtigheid en getroutuig Heid des Herten / tot eenbermaaning wat top doen inoeten / op dat onſen arbeidGod aangenaam zy . ro . Want de duiſt'reverbazgentheeden en zijn ong anders gants niet te verſtaan / als in den D. Seeft : Wp en konnen geen beſluiten over berborg Redingen 36 maar


$

den 8.Br. Theoſophiſche 38 maakeny' 't en zp dan dat wy't in waare erkentenis Hebben , en in de Oodlijkeberlichting bebinden / dat het de waarheid en den wille Gods 3p / dat het ook fijn woord gelökformig / en in't licht der natuur ge grond is . 11. Want ſonder 't licht der natuur en iffer geen verſtand ban de Godlijke berbožgentheeden : Het groote gebouw Gods ſtaat in 't licht der natuur oopenbaar / daarom kan iemand /die't Godlijke licht beſchpnt/ alle dingen erkennen ; alhoewel de erkente nts niet eenderley en is ; want de wonderen en wer's hen Gods zin fonder perh en ſonder maat ; en won den aan een ieder geoopenbaart na ſón gaaben : want den geenen / aan wie het licht ſchpntſ heeft enk'le bzeugde aan de werken Gods. 12. Ook zo zijn de oude dingen van voor duifend Jaaren/in't licht 730 naby en gemakkelijk te erken nen / als 't geen heeden geſchied : want boos Godt is duiſend jaar 1 nauwlijk als booz ons een minuit of oogenblik : daarom is aan ſijnen Geeft alles nas bp en openbaar /bepde het boozleedene / en het toekoda, mende . 13. en indien wpdan in fijn licht fien / zo moetent wpfijn wondren berkondigen /en ſyn heerlijken naan openbaaren en paprení en ons talent niet in de aarde begraaben ; want wp moeten 't/met woeker / wega derom aan onſen Heer ooverleeberen / hp zal reeken ſchap van ons afbozderen / hoe lup daarmeehebben Neljandelt ; en ſonder erkentenis en moet niemand in't groote Myſterium oordeelen /wanthet is hem niet bevoolen : maar hy moet daar na arbeiden om het waare licht te bereiken / dan arbeid hp recht in de Schoole Gods. 14. Want daar wozben veel oordeelders gebons den / die daar willen in 't Myfterium oozdeelen / maar IP


Send -brieven . 737 erkent : daarom is haar God niet van zijn t fp School genaamBab t/ el/een moeder der hoererpeop aarden die / met Godt en ook met den Duivel boelee ren ; en noemen fich echter Werderen Chrifti : fp loopen / en zijn doch niet geſonden /veelweiniger van Godt erkent; maar ſp doen 'tom des buits / en der eere wille / en verkreegen ſy dat niet in haaren hoes ren - loop / fp zouden niet loopen : fp hebben het rechte en hoogwaardige Myſterium Goos i tot eenminiftc . rium ban haare hoererpeen welluft gemaakt ; daar om noemt hetde Geefi Babel, een berwerring / daar men een huichelachtige Godsdienft bzyft / en Godt met de tong belijd , maar met de kracht berloochent daar men Gode met de mond huichelt/ maar met het Herte./ met den Draak ( in d'Openbaaring) bola leert. 15. Zodaanige en moeten wop niet zijn / indien wp Godlijke Myſterium willen bereiken / en het licht ontfankelijk zijn ; maar onſen weg ganſcheljk in Godt richten en ons hemosbergeeben / op dat het Licht Gods in onslichte : dat hp ons weeten / erhens nen / ons willen / en ook ons doen 3p . Wp moeten ( öne kinderen zijn / willen kop ban ſijn weefen fpzee ken / en daar in arbetden : want hp en geeft fin werk aan geen bzeemde te bewerken / die Tön werk ntet leert. 3 16. Pk heb uw Boekjes doozleelen / endaar in geſien uwen grooten bipten beelvuldigen arbeid /hier Schrift met in beſtaande/ dat gp de Spzeuken der een groote meenichte te ſaamen hebt gebracht; merha ook dathet u een grooten ernſt is / en wilt gelyk hier meede de duiſtre Spzeuken en plaatſen / ban den laatſten tijd / ook van de eerfte opſtanding der doga Den / en dan den duiſend jaarigen Sabbath / bewp fen en booz ftellen ; alsmetdede berbzeeking Babels/ den 8 , Br.

337

en


i ifch . fopb den 8.Br Tbeo 38 en 't mieuw Gebouw in Sion (daar de Schaft in deel plaatſen van ſpreefit) te oopenbaaren en aan den dag te brengen . 17. Wat Babel aangaat / hoe defelbe is gewaffen / en hoe ſpWeederom verbzeeken zal / is genoegſaam openbaar ; en den berbzeeker is reeds lang op den wegh / hp heeft al booz langen tijd aangebangen ; 'tis maar dat men't niet rien en wil men fchzeeuwt moond en bzand ; en daar is doch geen bzeemden bpand / maar ' t en is niet anders als de turba , die

midden in Babel / in haarboosheid en ongerechtig heid / geworfen is , die heeft het perkgevonden /en bera al lang ondeugende is maar dat geene 't welk breekt geweeſt / 't geen men t'allen tijden hadde behooren te

berwerpen . 18. Daar men Godt hat behooren lief te hebbert ſich ſelber/ zo heeft en te eeren / en ſönen naaften als : men de ſchandelijke gierigheid / liſt/ en bedzog / onder een blinkenden ſchon in Oodts plaats geftelt / en de balsheid / in de plaats van Godt / bemint; enuit het Myſterium een ſchandelijk Babel der laſtering gea maakt / daar men ons meteen blpend gemets en blinde oogen / bedzieglijk heeft gevangen geboert ; tot heerlijkheid ban de groote Woere ; 3o datre Haaren Hoeren -balch daar mee gemeſt/ en over ons lichaam en ziel/ ook haabe en goed / geheerft heeft. 19. Dit boeren - hind is nu met ſich ſelfoneens gewozben ober den grooten roofen butt ; en ontdekt ſelber ſijn boosheid en grooteſchande; op datwe fiert moogen wat goeds in haardoch geweeftis : want 't en is niet iets bzeemds / maartzijn de groote la fteringen , die fp bedzeeben heeft / 't geen haar plaagt : men nu ſiet hoe meenigbuldig haarefjoererye 30 dat is geweeſt / en hoe de Duiberons meenigerlep netten þeeft geftelt / - en oolt hoe de gene Hoererp tegen den onder


den 8. Br.

Send - brieven .

39

ander loopt/ en malkander bpandig zön /berbijten en dooden : want het groote Wee is haar aangekod men / en fr zal nu het groote quaad daar mee datfe ſwanger is gewozden/ baaren daarom ſchreeuwtre ober haar ſmerte / en ſpzeelt van het kind batre baa ten zal/nameljkvanmoozd / gierigheid entierannp: fpontbloot teegenwoozdig haar ſchoone geftalte/ hoe fpin't herte geftelt is : wie fe nu niet kennen will booz die en is geen raad . 20. De Oopenbaaring ſegt/ Gaat uit van haar myn Volk ,op dat gy haare plaagen niet deelachtig en word, want ſy heeft grouwelen der hoerergen in haaren beeker , in Godstoorn ingeſchonken , die ſal ſy uitfuy, pen, daar van ſyfelver barſten moet. En dit is 't geen ik ban 28abel fegge / batre een Hoere is / en in ' t hozte berbzeeken zal / ende geenen bzeemden zal 't doen , maarden geeft ban haar eigen mond berdoet haar / Haare eigen turba berbzeektfe : fp roeptwjaal / en moozd / ober ketterp / en 't en is haarnieteens om Godtte doen / maar om haaren Hoeren - balg . 21. Indien't haar om Godt te doen was / 30 zou pinſöngebod / en inſijn liefden -wille /mgaan ; ge löjh Chriſtus ſegt ; Hebt malkanderen lief / daar bp zalmen bekennen dat gpmijne Diſcipelen zijt. Het ryke Gods en beſtaat in geen krpg/ enlafteren / of in uitwendigen glans en voozſpoed ; in al 't ſelbe bebina den ſich de hainderen Gods niet / maar in liefde / in gedult/ in hoope/ enin't geloof/onder ' t kruiffe Chata fti/daarwaftde herke Gods / internarium San & um , een nieuw Éngels mens / in der: ouden verbougen : en dit is mijn erkentenis van deeſen Articul / konte : tijk vervat ; in mijn Schriften kont gp ('t breeder] fien . 22. Cen anderen / bán Bion / regik ook / namine erkentenis / gelijk 't mode Geeft toont; dattergebino


40

Theoſophiſche

den 8.Br.

een verandering der verdjukling koomen zal/ en Ston zal gebonden werden / alleenlijk ban de kinde ren des geloofs : niet datter in’tgemeen geen goda loofen zullen bipben ; want den Opber zal een 002 zaak moeten werden dat Sion gebooren wozd : wana neer men fien zal Hoe dat Babeleene boere is / dan zullen ſich veel kinderen in Bion bebinden / enden Deere foeken ; maar den Opber zal haar achterbola gen / en voor hetters uitſchreeuwen / ook vervolgen en dooden ) en Hage geloove deffenen : en waar een gedood wozd daar zullen haarder tien / ja honderd / in bes ſelfs plaats, splooinen . 23. Maar het algemeene Sion berfchpnt eerſt in het zalder verwoeft en elendig de grootſte elende uit ſien /als Babel berbzeekt ; dan 30 ſeggen de kina deren Sions; Hoe heeft de Heere ons dus berlaaten / komt doch en laat ons ſijn aangeſicht (ochen / laat ons doch ban den ftrijd uitgaan ; ons land is gants berioeft/ alle voozraad is nu wegh / wip zijn immers Bzoeders / Waarom ſtrpden wp laat ons in een eenige liefde treeden / en den Heere foeken / en niet meer ftcpden en ons verderben / laaten wy ons berge noegen ; wp zijn immers alhier maar bzeemde gaa ften / en roeken ons rechte Daaderland. 24. Indie ſelbe tijd zalder reekterlijk een Sion ge vonden werden / en daarde zal haar bettigheid gee ben : doch niet in diergeſtalt , als of de boosheid gants weg zoude zijn / want het zal duuren tot aant einde / daar Chriſtus ban ſegt; meint gp dat 'er ge loob' op aarden zal zin / als de Zoone des menſien koomen zal. En al is 't dat aan de kinderen Dionis een vuurige verloſſing zal geſchieden / dat fp/ teegen den wille des Duibels / zullen bipben / ook dat Godt groote dingen zalwerken / gelijk ten tijde der Apoſtes len ; cebenwel en zal 't niet tot aan't einde duiuen : want

r


den 8. Br.

Send brieven .

41

want gelijlt het was ten tijde Noachs / doen hp in de Arcke ging / alzo zal ook zijn de toekomſte van den Zoonedes menfſen /gelijk 'er geſchzeeben ſtaat. 25. Daar dat echter de H. Geeft / in de hectender geloovigen / in Sion zal zin / datbekenne en weet ik/ want Sion zal niet uitwendig zijn /maar in den nieu wen mens , het is reeds al gebooren / wie't ſelbe ver mach teroeken / die foeke maar fich felfs / en gaabant den ouden Adam uitin een nieuw leeven / Hp zalvin den of Jeſus in Hein gebooren zp ; en bp aldien hp't gelbe niet en vind dat hp dan maar in ſich gaa / 30 zal hy Babel , en haare werking / in ſich binden / die moet hp berbzeeken / en in Gods berbond intreeden / 30 zal Sion in hem oopenbaar wozden / en zal / met Chrifto / in den duiſt'ren Stal / gebooren werden / niet in Jeruſalem / gelijk hetbernuftgaaren wilde / dat Chriſtus in Den ouben Geſel gebooren wierd / hp moet knecht wozden /en den nieuwen mens / in Sion / dienen . 26. maar dat in de vier hondertJaar een enkle gulde eeuw zoude zijn / daar ban en meet ik nietsi't is my niet geoopenbaart ; ook 30 en is my’t Perk van het einde des Waerelds niet geoopenbaart / eniken han ban geen bier hondert Saaren reggen / want de Heere heeft het mp niet bepoolen te leeren : ik ſtel het in ſijn bermoogen / en laat fjet aan den geenen die het Godt mocht oopenbaaren : nadeinaal ik fulp.noch niet en hebbegreepen / 30 laat ik my met mijne gaabe vergenoegen ;doch ik en berachteniemand /zo ieinaitd een erkentenis of bebel had also te leeren . 27. Pant Het vierde boek Cruze en is mp / booz mijn oogen / Hier meede niet genoeg om dat te begrp pen /maarichverwachte inijnen Beiland / en verheu ge my daar in/ dat ikmijnen Heere kan vinden ;wan neer ik hem hebbe / 30 hoop ik na't affterben mönes ouden


Tbeofophifcbe: den 8. Br. 42 ouden Adams / mp in de ftille rufte Stons / genoeg ſaam te berquifken / en in mijnen Godt te ruſten /wat die met mp doen wir/ in fün / en mijn Sion : want als ik hem maar heb / zo ben ik / met en in hem / in den eeuwigen Sabbath daar geen ſtrpd der godloo mp /inmijnen nieuwen mens / meer zijn fen / teegen en kan ; ik verheuge mp/ ondertuffen / daar oober / in dit elendig dal der bzeemdelingſchap. 28. De eerſte opſtanding derdooden / tot den dui rend- jaarigen Sabbath ( daar van in d'openbaaring ftaat) die en is mp ook niet genoegſaam bekent/ hoe 'tdaarmeemach geleegen zyn/ nademaal de Schaft nergens anders daar van en vermeld / en Chriſtus noch ook fijn Apoſtelen in geen andze plaatſenſulr ges denken / als alleenlijk Johannes in fijn Openbaarin ge : ofdat duiſend Solariſche Paaren zullen zün / of hoe't er mee geleegen is / dewil ik 't noch niet en heb begreepen / zo bebeelik 't mijnen Godt / en den geenen dieGodt fulr c'eeniger tijdmocht te kennen geeben ; tot bat mp de oogen dies aangaande (30't Gobt gea bietymochten geoopent wozden : want het zün bek bougentleeden 7 en den mens kan daar oober / fonder Gods bebel en licht / geen beſluit maaken : doch in dien iemand / hier ban erkentents en berlichting van Godt hadde/ woude mp gaerne laaten leeren / indient ik van 't felbe / in't licht der naturit / grond hon hebis ben . 29. Maar nademaal’t mp betaamt/ mijne erkena tenis / 30 beelila in't licht der natuur begreepen heb / niet te verbergen / 30 zalik eenige geboelens / die bp mp in bedencking koomen / opſtellen / doch niets bes fluiten / maar te overweegen geeben ; dewil ſulr ook feer leerſaam / en booz den mens moogelijk is alzo na te bozfren : ik zal'r dan met een goedemeeninge docut/ ofmen'eniger tijd wat naader kondekomen ; en


1

11

den 8. Br.

Send- brieven.

43

en dat mifichien / daar dooz ergens een mens / aan welke Godt die gaabe gegeeven had / berwektwierd / om klaarder te ſchepben . 30. Als eerſtelijk / ofhet feeker is dat de waereld feben duiſend Jaar ſtaan moet/ en duiſend Jaar een enkle Sabbath zijn nadien Godt alles in ſes daagett heeft geſchaapen / en op den Wabond van den feſten daghi derurte aanging (daarom de Jooden's Waps dags teegen den Aabond Haaren Sabbath aanban gen ) en Elias ook regt datde waereld maar ſes but Tend Jaar ſtaan zoude ; en Chriftus echter regt dat de daagen om der Uitverkoomen wille zullen berkozt woxden / anders en zouder geen mens zaalig werden ; hoewel gp dat tot den bal Babels betrekt/ en cotden tijd Sions . 31. jaar Het fchpnt als of Chriſtus hier (pzeelit ban den bal der Jooden / en't einde der Waereld : en een boos einde aanwijft : ook fegt Chriftus / Het zal/ ten tijde ſiner toekomſteten oozdeel 7 gün / gelijk ten tijde Poachs/ daar men zal trouwen en ten huuwlijk Nuweeten wp zeerwet bolgens 't gec . uitgeebert tuigenis der Schrift ) wat voor een boole Waereld ook de Bond Dai'at ten týue Iguacijs gewetji / dat bloed moeft keomen en haar verderben : ditzou nu eenfiechten Sabbath aanwijſen : en ofmen dewoo2a den Chriſti / ban ſijn toekomſte /al anders wilde ult leggen ; zoen zouder doch geen genoegſaam bewijs gön / nademaat ook de Diſcipelen Chriſti/ons do02 gaans / het einde/ zeer naabp afſchilderen te zijn ; en ſegt / dat heteinde koomenzal / na dat den Paulus Antichriſt geoopenbaart zalwerden . 32. Maar dat de opſtanding der dooden / en het laatſte Oordeel / ban twee troen zoude te verftaan şün / namelijk dat de fiechtbaardige tot den duiſend jaarigen Sabbath zouden opſtaan en daar onder ook


Theoſophiſche 1' den 8. Br. ook eenige godlooren / en datGog en Magog, ten einde ban den duiſend jaarigen Sabbath teegen de Heili gen noch zouden ſtrpčen : zuir ſehpnt geheel teegen ' t licht der natuur te loopen . : 33. Want/ vooz eerſt/ en zoud ik nietweeten hoe die eerſte opſtanding zoude moeten geſchieden /nades maal dat dewerken der Heiligen haarzullen naabol gen / bolgens de woozden Chriſti ; daar en booben is ons ook zeer wel bewuſt dat alle onſe werken in 't groote Myſterium zijn ingeſaapt /dat fr eerſt in de vier Elementen gaan en dan in ' tMyſterium , en wozden tor fjet oordeel Gods bewaart/ daaralles dosz't vuur zal bepzoeftwerden / en ' t geene bals is / in't buur berteeren ; en de figuur zal aan 't Centrum Naturæ . ( zinde de duiſtreeeuwigheid ) te huis vallen . 34. maar indien mui de Wercken der menſen hen zullen naavolgen / en dat in de eerſte Opſtanding ge lijk U @ : bericht/ 30 moeſt iminers Godt het Myſte rium beweegen dat is / hp noeft ſich ſelfs beweegen ; 't welk Het laatſte Oozdeel aanwijft : want Godten heeft /van eeuwigheid / fich nietmeer als tweemaal beweegt : Eens in de Schepping van deereWae reld ; mi te iwcroen / m de Mensweroing Lyrii / na ſijn herte : de eerſte beweeging is eigen aan den Daader van alle Weeſen ; en de tweede aan den 500 ne/ na't Herte Gods . 35. Nu ſtaat noch oopen de derde beweeging /ban den Heiligen Geeſt/betde in liefde en toonn /na alle de dzie Principien ; daar alles / in de beweeging des H. Geeſts / zal Weedergebracht worden / 'twelk ooit be dozben is en elk aan ſijn behouder gegeeven werden . Hoe konnen dan de Dooden / inhaarewerken / beide in liefde en toorn opſtaan / ronder beweeging des Hei ligen Geeftes 7 daar doch des leevens Weederkomi alleen in hem ſtaat 36. Daar 44


den 8. Bri

1 T 17

r

Send -brieven .

45 36. Daar en booben en weet th ook niet hoe die terfte Opſtanding geſchieden zoude / of defelbe in den thyeeboudigen mens ('t welk ook niet anders kan bers ſtaan werden ) zoude geſchieden / namelijk in’t quaa: de en't goede ,maar wat booz een bolkooimenen Saba Adam konde im bath kondenwe daar in Hotiden mers alzo niet beſtaan : foude dan den nieuwen mens alleen opſtaan / 30 en was hp niet in de bier Elemen ten in deere waereld ,ook enheeft hetnieuwelighaam in Chaiſto geen Opſtanding van noode 7 Het leeft ons der nood en dood in Chrifto / en wacht maar tot dae Godt het Myfterium zal beweegen , daar 't felbe als dande broone van ſijnewonderen en werkenzal aans trekken . 37. Het is met de opſtanding aldus geleegen / het Myſterium zal Weedergeeben 't geen het in ſich in genoomen heeft ; de werken zullen den meng aanges daan werden / enhp zal met defelbe door 't vuur gaan / en beproeft werden / wat in 't vuur beſtaan kan of niet. 38. Du en zou intet konnen bebatten hoe het zoude toegaan met de wooning op Warden ; Indient 't ſelbë op een Paradyſiſe aart zou geſchieden datden mens met de wonderen zoude opſtaan / 30 hon het ſonder de beweeging ban't grooteMyſterium niet ge ſchieden , want uw ſchipbenbermeld/ dat ook eenige Godlooſen meede zouden opſtaan / ' t welkaanwijft dat het Myfterium moft beweegtwerden ; en in de bez weeging is immers de aanſteeking . 39. Als nu het Myſterium beweegt wierd / 30 en zoui't nietmaar rominige raaken ook niet allcenin een eenige quaat / nademaal oolt ettelijke Godloofer meedezoliden opſtaan. 40. Daar beneffens wijft ue : aan datſe op ' t einde van het fes duiſeudſ te ar al t'faamen zullert Ja

fters


47

Theofopbiſche

den 8. Br.

fterben ; 30 moeft 'er een wooning op Aarden zijn daar de opgeſtaane Godlooſen Weederom trouwden / en ſich bouwden / dewelke niet alleen eenige (na uwe meening) maar ( volgens de Schrift / als het ſand aan de Zee / in meenichte / zouden zijn waar wilde anders Gog en Magog ban daan koomen : of tegen de paradijs -kinderen ( trijs Hoe zoudenſe doch denwant in deParadyſiſekinderen enis geen ſtrjo: ook en was 'tniet noodig datſe op't einde des res duiſendſte Jaars Rozben / 30 ſeop zoudenſtaan in't tweevoudige lighaam / gelyk als wop nu zijn . 41. En indienſe in't Rieuwelighaam zouden op : ftaan / 30 en kan geen Bodlooſe deſelbe noch fien noch aangrijpen / gelijk wp teegenwoozdig het Paradijsniet fien / alzoo is ook het nieuwelighaam / teegen ' t zelbe en han geen Godlooſe ftrijden ; of waarom wildenfe ſtrijden indien de Heiligen in 't Paradijszijn / zo engebzuiken ſp de uitwendige eles menten niet/ maar alleenijk het inwendige Element/ daar al de vier in het eene leggen ; 30 en hebbenſe ners gens om te ſtryden / maar ſp zijn in de guaal geſchei den . 42. Zouden dan de Oodloofen ſterben / en ook Weederom in de vier Elementen opſtaan / datis noch veel wonderlijker : maar zullen ip in 't geeſtelijke lighaam opftaan / 30 en kan't ſelve ban de vier Čle menten niet begreepen werden , maar van den af grond / en zouden echter geſcheiden zijn / gelijk licht en duiſternis. Wat vooz een welgevallen zou Godt daar aan hebben dat hp deAlderheiligſte Weederom in den ( trijd en quaal der vier Clementen zoude indocren / dewelke zp alreeds afgeftoaben zijn en zouden eerſt met de Godlooſe in den Airpd grebken ? Deel eer en billicker moſten 't de andre doen , die allier op aarden om Chrifti wille niet geleeden hebben / als die geene die /


den 8 ,Br.

Send- brieven .

47 .

die/ om ChriftiWille / hier op aarden haar leeben heb ben berloozen . 43. En of men wilde feggen / dat zp niet en zou den ſtrijden , maar de Heere voor haar , maar wat booz eenwelbehaagen zoude Godt doch daar in heb ben / dat hp de Heilige Jou opwelihen / en aan de God looſen wederom onder oogen ſtellen ofzou de bzeugd in Hbzaljams Schoot niet grooter zijn dan deere in de vier Elementen daarbannatuuren ſtrpd is ; en indienſein 't Paradps zuuen woonen buiten de vier Elementen / 30 en han geen firpd /ook geen Godloga fe haar aanroeren . 44. Daarenbooben / indien d'er een Sabbath you zijn / watwaaren de Godlooſen dan nut op Aarde want haar quaal en is niet in de bier Elementent / maar in den afgrond / aldaar haare Ziele heen gaat als het lighaam ſterft : daar toe zouden alleen die geene in deeſen Sabbath woonen dewelke oin Chai fti toille geftozben waaren / die doch geen zoodaani getal en kommen attmaaken ? ( gelijk in d'openbaring ſtaat /) om de ( breedte der ] Nardete bewoonen : en zouden de Qodlooſen ook op aarden woonen en den helffen Sabbath houden dit alles loopt aan teegen 't licht der Natuur. 45. Te meer / dewpl Chaiſtus zegt/ fp zullen tzou wen en ten huwelijk uitgeebeni gelijk ten tpde ban Poach ; ook zullender twee op eenemeule maalen / en twee op een bedde ſlaapen en den eenen zalaangenoo men en den ander verlaaten wozden / als den Jong ften dag ſal koomen : Daarenbooben regt Chriftus bok / dat wanneer hp koomen zal om de waereld te Oordeelen / alle Geſlachten hem zullen ſien / en booz hem berſchrikken , en de Godlooſen zullen Weenen en huilen / en tot de wöle maagden reggen / geeft pusvan uip Dolp . 46. Dit


che Theoſophiſ den 8.Br. 48 : 46. Dit alles wpft aan eene algemeene berwag ting van het laatſte Oordeel; want zullen d'er / ten tijde der laatſte Baſuine / twee op een Beddeleggen / namelijk een Heilige en een Godlooſe / dat en wijſt geen onderſcheid aan ; zullen ſich deHeiligen met de Godlooſen bermengen / 30 zond' ' t een zeer flechten Sabbath zün . Zo wanneer men de woozden ban Chriſtus en fijn Apoſtelen in fiet / de ſelbe willen ſich hier toe ook gantsniet ſchikken : 't is wel waar dat 'er in de openbaaringe ſtaat ban een Duiſend - jaa rigen Sabbath /maar dieis ons berboggen / en wees ten niet wanneer die zal aangaan of aangegaan ts . 47. Indien de eerſte opſtanding Paradpſis is / 30 hon 't wel buiten ons weetett / al geſchied zijn / 30 woonenſponder ons niet / en trouwen ook niet/want wop ſterben eens de man en Vouw af/ en zullen ook niet weederom man en bouw opſtaan , maar wp zullen in Engelffe geſtalte / in 't Paradps / leeben . Mat . 13.en 22 . 48. Daarenbooben / de Oodlooſe zullen / in de berfchpning zpner toekomſte / de Dijſen / om oly des Geloofs bidden : en # € : ſchupft , dat het buur Gods / spnde den Coon en Helfe quaal / in hanc 3al zpn / en datſe op aarden in de vier Elementen ges quelt zullen werden in den Toon Gods ; daar noch tans Gods Toon in de bier Elementen niet oopena baar en iss want aldaar is quaad en goed onder mal hander . 49. Maar hoe zal die geene die het goede reentes maal afgeſtozben is / en geen goede gedachten Heb ben kan / dan noch de Heiligen om Geloobe en trooſt bidden ; het felbe wpft veel eer aan dat (Wanneer Chriftus zal koomen om de waereld te Ooideelen ) fp noch alt'faamen in den bleeffe/ in de bier Cleniena ten / onder malliander / zullen woonen; daar den ecuen


1

Sead -brieven . 49 eenen zal aangenoomen / en den ander verlaaten Woza den ; en den Godlooren hunne fonden hen zullen ons der oogen treeden / in de verſchoning van ' ternftige aangeſicht Gods in den Duut-pwer ban ' t eerſte Principium ; dat ſp zullen verfehabken / en dan eerft bzoom willen wozden . 50. En al is ' t ſchoon dat U E : fegt / fp zullen als leenlyk opwaaken en niet opſtaan / 30 moftmen dan verſtaandie geene die noch niet vergaan en waaren / : echter / datfeop Aarden zullen woonen go meld u in de Elementen / en de Heilige in't Dataops ; dat 30 zijnde / 30 en geſchiet 'er geen ſtrijd meer y maar zijn eeuwig geſcheiden. 51. Maar indien deHeiligeu / op der Harde, in het Daradps zullen woonen / gelijkaan boozden balf.: en de Bodlooſen teegens hen ſtaan /i50 is 'er gebaar bp hen / gelijk by Adam datfewederom mochten ban de Aardſe bzuchtveten / daar vinſe Nocheena maal zouden fterben . 525 ofzoudenfe duifend Jaak voozde Outlooſen / en ook vooz debien lattwentet / bwrborgen zijnt ;Waara? om zoudenſe dair vert dpteinde in de Elementen openbaar werden dat Gog en Magog eerft met de Paradps - kind'ren zouden ftrpden : nit en komt niet oover een / noch met de Schrift / noch met het bernuft. 53. Den eerſten Sendbrief aan den Corinten Cap , -15. die leert wel ban Chiftid en onſe opſtanding / doch niet van dåederler , maar ( 1 ) ban Chifti ent ( 2 ) ban Ome: want hp fegt aldaar : De Eerſteling is Civiftus / en daar na wp / wop die Chriftus toebes hooren ; dat is de algemeene Opſtandinge : en atis 't fchoon dat hy regt/ daar naa zal het einde zijn , zo en wijft hp geen Opſtanding aan met het einde / maar het einde is onſe Opttanding / en zo is 't beel eer te pęca den 8. Bri


Theoſophiſche den 8. Br. so berftaan / alsdat hp met het einde een andreOpftans ding of tijd zoude meenen , want na onfe Opſtanding homt het eindedeefer Daereld . 542 Dedooden zullen eerft voor ' t Oordeel treeden / eer het einde deeler waereld / en der vier Elemens ten homt/ want het einde is het aanfteehen des büurs / endehet laatſte. 55. Ook hebben de Apoftelen Chrifti, en alle Lees raars ban obt / ons het einde doorgaans naabp af geſchildert & Want Johannes regt zelfs in lijnen Sendbrief, datweaan't einde zijn / ja hp regt wel ban delaatſte jare.,maar indien de Godlooſe berſeekert kon zijn dat hy noch bier hondert Paar/ tot het einde / hadde/ hoejoutyrnaden welſtand fijner kinderen /en na hïjkdom trachten ! 56. Ook zo is het einde/booz ons / wel naadenkes ljh ; wantdeene waereld is ingeſlooten in den aans bang van de Stepping / endan in't einde / doe de Schepping heeft oogehouden / 't fathe is al t'aamen : infes dangen voleindigrgewonden entin zoodaanigen tijd zal voleindet bozden.be berborgentheid ban het KijkeGods : en duiſend Jaarisvoor Godt als tenen dag. 57. Daar wat belangtden ſeebenden Buftdag /of dewaereld noch duiſend Jaarineen ruſte zal ſtaan / ' trelbe is booz ons inenfien berbozgan / wp en komment daar niet ſeekers ban beffuiten / moeten 't zelbe de macht Gods beboelen / iken hebbe poadaarbangees ne erltentenis ; deami herde Schüift niet klaat en ſtelt wanneer ofe dutiendaaren beginnen / of wat Het boor Paaren zijn of hoe'tdaar mee geleegen is : dies laat ik het in fijn waarde doch ik en wil nifes nuand verhinderenindien jy hier ein feelzeechentea nis ofbebelvan hadde som baat obec te handelen : uit een goedemees ditgeeve iki 6 : maa te tien 58.'t Geen ning .


Br .

ins ng

en / ens des

afs nen ban hert ndel en /en

cukes aans noe de men gert in het ut als

taan / commen Iber de En gede atent FWat en is : Bil nites hente delett: De nie ton

den 8. Br.

Send brieven .

si 58. 't Geen hier berder op te antwoozden zoude konnen zijn / dat vind u € : genoegſaam in mijne Schriften : alljoewel ik wel een uitboerlijke ants woozd kondeſtellen / 30 docht het my evenwel niet ges : noegſaain te zijn / dewijl mp deere erkentenis niet en is gegeeven gewozden / ik laat'et / derhalben / ſtaan / want ih weet datik ban mijn doen reektenſchap zal geeben . Verder / fende € :met bzenger deeles / um twee Boeken Weederom / en doe € daar booz be . danken . 59. Belangende het Perl met Babel / dat Babel noch voor het Jaar 1630 (na uwereekening) geheel zoude berbzeeken / en alhoewel meer andze ook degge: lijr ſchipben / zulr en is mp ook niet genoegſaam er . kennelijk : 'tis mp wel gegeeben gewozden te erkens nen dat de tijd naabp is 7 en nu haaft vooz handen / maar 't jaaren den dag en weet ik niet ; derhalben laat ik zulr aan den Haad Gods / en den geenen die het Godt wil oopenbaaren ; ik en han fonder een fees ker Weeten geen beſluit maahen / zoude dan een leuges naar voor Godt bebonden werden . 60. Daar ik wachte op mijnen Deiland / wat die doen wil ; wil hp dat ik 't zal weeten / 30 wil ik het weeten ; indien niet / zo en wil ik 't ook niet weeten . Ik heb inign willen / erkentenis / en weeten / in hem geftelt / fonder hem en wil ik niets weeten / hy moet mijn erkentenis /Weeten / willen en doen zyn / want buiten hem is 't enkel gebaarlijkheid : den mens treft beſwaarlijk 't geen hp booz oogen heeft / beel minder het verbozgene / ' t en zp dan dat Godt fün licht zp . Dit geebe ik u / met een oprechte meening/ tot een antwoord / om te ooverweegen : alhoewel ilt een ſlecht eenvoudig man ben enban geen konſt van deeſe Waereld: gebooren ; maar 't geen ik hebbe dat is Gods gaave, iken heb'et niet van konſt of ftus


52

Theoſopbifibe

den 8.Br.

deeren /maar ban't licht der genaade / 't welk ik al leenlijk gefocht hebbe ; en ofſchoon mijnen aanvang wel eenvoudig is geweeſt / weegens mijn kinderlijk berſtand / zo heeft Godt eebenwel / feedert die tijd / in fijn licht/ iets in mp gewerkt / en mp mijne kindre dogen geoopent. 61. Wat belangt het Boek Aurora ('t welk bet eerſte is ) vereiſt/ noorſaakelijk / in veel plaatſen / een beerer berlalaaring / want het geheele begrip en was / te dier tijd / in mp noch niet gebooren : Het ging mp met die buurigen drift gelijk met een dzpbenden ſtozt reegen / daar die neervalt / daar raakt hp : hoewel min boomeemen geheel niet en was / dat het iemand zoude leefen / ik ſchreef de wonderen Gods / die mp getoont wierden / alleenlijk booz my ſelfs tot een me moriaal : en het is ook ſonder mijnen Wille uitges gaan / en is nip met geweld onttrokken / en buiten mijn weeten gepubliceert gewozden / want ik dacht het mijn leeben lang bp mptebehouden ; en ik en had ( ochlaci) geen booneemen om /met het felbe/ bpžula ke aanſienlijlte luiden bekent te werden / gelijk ge ſchied is ; doch de Alderhoogſte (in wiens hand en ge Weld alles ſtaat) had daar mee een ander boonee : men / gelijk teegenwoozdig blijkt/dat het ſelbe (na mp bericht is ) in beel Steeden en anden oude bekent zijn ; 'twelh mp reer berwondert / hoewel 't mp cok , niet berwondert/ want de beere richt fijn werk Wons derlijk / en al ſpeelende / uit booben alle bernuft / al 3outde hp daar een Dee - hoeder toe gebruiken : dewijl de honft en ' t uitwendige vernuft hen geen plaats of ruimte wil geeven / zo moet fijn boomeemen echter beſtaan teegen al het woeden des Duibels . 62. En alhoewel ik my daar mee niet veel goede daagen heb veroozfaakt/ 30 en moet ik echter ſinen wille niet werderftaan : il heb alleenlijk geſchzeeben RA


.Br . a al pang erlijk / in indre

Ik bet een vas / gmp ftont Dewel nano

ie mp n mes uitges buiten dacht en had zul h ges en ge mee : a mp settent hp cok won ft / al returil

ats of echter

goede fijnen Zeeben N8

Send - brieven . den 8.Br. nadie form gelijk 't mp is gegeeben geworden ; ni53 et na andze Reefters / ofte Schriften , en daarenbooben is mijn boomneemen alleen maar booz mp ſelben gzs weeſt ; al ſchoon het mp de Geeſt wel getoont heeft / Hoe't gaan zoude / eevenwel heeft mijn herte niets ges wilt / maar hebbe 't felbe aan hem geſtelt; ik en ben daar meede ook niet geloopen ronder geroepen te zin / om bp iemand mp bekent te maaken / want ik han met waarheid reggen dat’er mijne bekenden't minſt van weeten : maar dat ik iemand iets meedegedeelt Heb / dat is op fin bidden en aanhoudend begeeren ges ſchied. 63 , On bozder / dewijl u € : mijne Schriften in handen hebt om te leeſen /30 berſoek ik / deſiibe niet te villen aanſien /als ban een groot meeſter; trant daar en is geen konſt in teſien /maar een grooten ernſt van een ieberig gemoed / 't welke na Godt dozftet/ en ge duurendedit dozften / grootedingen heeft ontfangen / gelijk den berlichten wel zal fienſ en fonder het licht Aan niemand recht kennelijk of begrppelijk zal zijn ; gelijk den Leeſer in der daad alzo onderbinden zal ; en daar het evenwel boor 't verſtand niet klaarder noch duidelijker heeft honinen gefchzeeben werden / hoewel ik meene datre ( in een 300daanigen diepte) klaar en eenvoudig genoeg zijn / maar 30 daar noch fets is dat te ſwaar ſchont / 't felbe kond ik wel eenig . fins eenboudiger uitbeelden / wanneer 't my wierd aangeweeſen . 64. Daar zën ook noch meer andre Tractaatjes / van de Wijsheid Gods / gefchzeeben gewozden / ban ten zeer ſcherpen ſin / ban de groote diepte derwondes ren Gous : dewelke ik teegenwoozdig niet bp de hand heb . 65. Maar dat ih U : geen uitvoerlöke antwoord en geef / ban mijn bedenking over uw Boekjen wees C3

gens


den 8.Br. Theofopbiſche 3 $ 4 gens den duiſend - jaarigen Sabbath / ook ban den bier- honderd - jaarigen tijd inSion ('t welk # €: met veelgetuigeniſſen der Heilige Scuzift foekt te bewp fen ) daar ban is dit mijn bedenking : dat ik niet grondelijk en weet of dat den ( in en meening der ſelbe Spreuken wel is , want daar zijn ook veel Spreuken der Schrift / die niet anders als een algemeene Ops ſtanding der dooden fchpnen aan te wpfen / en zijn dok ſeer klaar / bpſonderlijk de woozden Chriſti inde bier Euangeliften / welke ik booz de recherfte houde. 66. Deſgelijks is 't ook met Sion , wantde voos heid zal een bzuipen zijn tot het einde toe ; en of 'er ( choon een Sion zijn zal/ 30 en is hetfelbe echter niet algeineen : Babel zal alleenlijk berbzeehen en een andze geftalte bekoomen ; docht en zullen niet alle Hinderen Gods zijn / die ſich kinderen in Sion noe men . 67. Ook zo en heb ik geene erhentenis van den duiſend- jaarigen Sabbath / ik en weet hetfelbe met de Schrift ook niet genoegſaam te bebeftigen / want men vind geduurig het teegen -geftelde , men kan de Schrift dupden 30 men wil. bermits ik hier ban geen bebel van Godt en hebbe / zo laat ik het ſtaan ; en laat een ieder fijne meening tot fön verantwoozding. Dit reg iktrouwhertig en welmeenende ; ben anders ſints aan # # : in de liefde Chrifti / een getrouwen Prind. 68. OpuW 42 Atc. en 43fte, blad ,daar U & : fchapft ban't Myfterium der afgeſcheidene ztelen / etc. daar maakt gp de meening Theophrafti en andere vers dacht als offe niet recht van 't Myfterium en hadden gefchzeeben : 't Was beeter geweeft dat fulr was boozbp gegaan , dewijl op haare meening niet en bers ſtaat/nauw eigen bericht/ gelph't ook 30 luid . UE : žult in myn Boek van de veertig Vraagen , obert laatſte


1

den 8.Br.

Send brieven .

laatſte Oozdeet / en ook in andere Dhaagen / genoeg faam uitboerlijk bericht binden / wanneer defelbe ges leefen en recht berftaan werden ; ten behoeft niet diep gefocht tewegden / 't legt 'er klaar genoeg in / wat het Myfterium is't geen lighaam en zielbegrypt / en hoe t met de afgefchetdene zielen geleegen 18 / beidernet haar wachten op ' t laatſte Oozdeel / en ook ondertuf Ichen met haarwooning / als meedehaarequaal en onderſcheid : ik had gemeent dathet30 diep en hoog gegrond was / dat het genjoed des menffen zoude Fuſten : en bp aldfentdatUE : niets en hebttchen kond ſtellen met meerderfondament / 30 blyft ditbil ük in fyn kracht :den duiſend -jgarigen Sabbath ! ookde bier -Hondert-jarige tijd 7 wil dit tergen fpzee ken enberdacht maakten . 69. Hierkonden veel teegen -reedenballen / maar zulks is mijn gewoonte rifet ; pok 30 en is de ae reld aan de oopenbaaring ban den duffent - jaarigen Sabbath nietbeel geleegen ; nademaal wp ban't felve geen grond genoeg hebben / 30 tf billikdat het aah machtigheid beruft want wy hebben ges Gods noeg aan den Sabbath bande nieuwe weedergebooz te / want een ztele die denfelben Sabbath ertangt, die gal/ na't afſterben des aardſen lighaams1Sabbats genoeg in't Paradps hebben ; wp konnenfjet andere aan de Godlijke Almachtigheid wel bebeelen / wat deſelbe met onsdoen wil wanneer wp in hem en hp : nt ik meen daar zal in Godt een in ons sal zijn wa beeter Sabbathzött als in deefe Waeretd: Dok in bien de mens op Aarden in het paradps zou'W002 nen / zo moeft Godt Weederbjengen 't geen / in lijnen bloek iin'tMyſterium is getreeden ; gelijk in deycer tig Vraagen te fienis . 70. Maar dat U E : meint dat de Hechtbaardiger met haare werken niet boor't Oozdeel zouden geſtelt woz


S6 Theofopbiſche den 8. Br. wozden /dat loopt aan teegen dewoozden der Schrift dewelke regt dat alles door 't buur zal beproeftwer den : iken legge niet in 't gerichte /wanthetgerichte is in de Godloofen / berſtaat hetgerichte des toons / daar Chriſtus van regt ; die in my gelooft die komt in't gerichte niet / hp berſtaathier mee den gnaal des gerichts : fijn woozuen bzengen mee / datſe allebooz 't Oozdeel zullen treeden / en een ieder fijn Sententie booren 7 naamelijk de Godlooſen / gaat weg / ende Dzeomen / komthier. 71. Ooti zo zal een ieder daar ſtaan / in't Myſterium van ſijn eigen werken / en zullen na dewerken ge002 deelt werden : nu.Weet U : immers wel dat onre Werchen in deere waereld in quaad en goed zijn boots gebracht ; en zullen in 't vuur Gods beproeften ges ſchetden wozden ; hoe zullen ſp dan de Heiligen / in de Opftanding tot ben Sabbáth ongeſcheiden naabols gen / en ſp daar in Sabbath houden maar indienſe haar naavolgen zullen / zo moetenſe in 't buur gepros beert en geſcheiden werden / alsdan behoeben ( p niet meer booz't gerichte : en 30 fp ronder haare werken Sabbath zullen houden 30 en zijnſe nietbolhoomen . 72. Wanneer wp van het paradps willen ( prees ken en dat begrppen / zomoeten wp ſcherpe nogen hebben om't ſelbe te ſien ; want de inwendige Paras dpſiſe waereld 7 en de uitwendige waereld 7 hängen aan malkander ; wp hebben ons alleenlijk uit de in wendige in de uitwendige gewend / en werken alzo in twee waerelden : de dood kan onſe werken niet fcheiden niet anders als het buur Gods moet zulks doen , want ſy blpven in een eenig Myſterium ,tot aan · * Oordeel Gods . 73. Een teder mens zal / in de uiure der Opſtan ding , in ſijn eigen Myſterium aldaar ſtaan / en ſön wercken / in 'tMyſtcrium , boozhem ſien / en in ſich boe


den 8.Br.

Send brieven .

57 boelen ; ' t en heet niet / met woozden fich te verants woozden / want het Rijcke Gods beftaat in ſıracht: en al ſchoon de Godlooſe ! over fijn gruwelenen over ſýn berlepdets /wee zal roepen / 30 ftaat doch teders Werk / in kracht / aldaar / 't geen hem ook zal berhen gen / ofquellen . 74. Maar het oudelighaam van deeſe Waereld is het Myſterium deefer waereld ; en het nieuwe liga Haami het Myfterium van de Godlijke lichte Wae reld ; en de ziele is het Myſterium Gods des Vaders : en de aarde met de elementen hebben ook bepde de ſelbe Myſterien ,die zál doon't Principium des Daders beweegt wozden / aldaar zullen alle deuren der verboza gentheid oopen gaan / en alles zalfijn figuur / welk het in ſich genoomen heeft / weeder geeben en daar ſtel len ; want het Principium der Ziele moet met bepde de Myſterien booz't Oozbeel ſtaan . 75. Gelukkig nu die geene/ die het lighaam Chia ſti/ in't Myſterium der grimmigheid / zal hebben ; ben zoodaanigen is ſijn zielen - buur/of het Principium des Daaders /met de lichte waereld / naamelijk met het tweede Principium , omkleed / en met de majeftept doozſcheenen , die zullen geenguaal noch ſmerte boes len / fp gaan ſonder geboel d002'tbuur : aldaar zal dan het uitwendige of derde Principium geprobeert 21 werden / en al het aardſe of balffe in 't buur bipven / Mi maar de wercken zullen in't buur gerenobeert wer den / om ban de aardſe quaalen duiſternisberloft te wozden; aldaar bipfthet aardfeMyſterium in ' t vuur / en 't is een ſppre des buurs / daar het licht uit onts ſtaat : zodat den Hechtbaardigen niets en berliefti aan want de wercken der liefde die in ' t nieuwe lighaam jön gebooren gewozden / die gaan / met den neeft fart der Ziele / dooz 't buur 7 en blpben / in de € odlijls id beeldenis/ in den Well des lichts; ende die/ ban't ders Illich Poes de


defi 8. Br Theofopbiſebe de Principio, naamnelijk van deere Waerett / die bipben in den Wirur -Wellder Ziele. 76. Maar 't geen dat / in't derde Principium , ge Heelin 't booſe is uitgewerkt,en in deere waereld niet weederom en is gerensbeert geworden / dooz een ern ſtige boete / en verſoening met fijn bzoeder / dat ſelbe balt het centrum der natuur / naametijk den woztetſof de dupftere waereld / t'hups. 77. Doch de wercken der Godloofen en zullen in ' t buur niet konnen beftaan / want het buur berſwelgt die in ſich in het dupftere Centrom , zönde dent 0032 fpzongder natuur/ daar de Dupbeten in woonen ; en daar in gaat ook haar Zielen - buur / sijnde het Princi pium des Vaaders ; want dat zelbe Zielen -buur en zal geen materie / tot het rechte butir -branden , hebis ben / maar't zalals een uptgebluſt dupſter angſtelijk guaal- buur zijn ; niet anders als een angft tot het bur; en dat is genaamt/ Gods grimmigheid (en niet Principium ) een fterben / of fferbendequaal. 78. Wanthet Principium des Daaders / daarde rechte Ziel in ſtaat/ is een aangeſteetten vuur / 't welk licht geeft / in welk lichtde Ceble beeldenis Gods ſtaat , want 't felbe licht verfacht het brandende vuur met de weefenthepd der liefoe / dat het niet anders is als een welboen / en is een oogſaak decnatuur en dest leevens. 79. Daarom ſeg ik ü € : dat gy u niet en moet bér wonderen / of het in een mtsverſtand trekken . wanneer ik / of een ander ( het zp dan Theophraſtus, ofwie het zp) fehbe / dat denmens in fön lighaam ; dat hp hier geljad heeftvoor ' t Oozdeel zal ſtaan . 80. Thmerk heelwel dat # E : mine Schriften noch niet berftaat ; in't Boek van't Drievoudig lec ven , en dan in't Boek ban de Menswerding Chriſti, ' t welk ook handelt van ſynlijden , ſterben / en opſtans ding / 58


Bro

bert

item

sibe elfof

elgt

ent ci ent sbs UH het ( en

Ak

is es

Et

11

den 8. Br

Send brieven .

ding , hoe wp in Chriftidoodmoeten ingaan / entupe fijn dood opſtaan ; in die felbe Boeken zal't eh ſcherp genoeg verklaart en uptgevoert binden : doc. dewyl U & d : erelbe noch nietin handen hebt / 30 feb gedult / gp zultfemoogelijk bekoomen om te leezen , alsban zal H € : van uwe bekommering en diep ona derſoeken / op zoodaamigen wijfe/ Wel ontflaagen wogs den . 81. Want haaren grond gaat al veel dieper als # 6 : begrip in deefen is / leeft defelbemaar regt/ op zult wel binden wat Myfterium is / warden Magi fen grond / en Ongrond is ; ook wat het: Weeſen aller Weefen ts: daar en behoeven geen overleggingen pan d'een ofd'anter ; die het groote Myſterium bers ftaat daar alle Weefens uptgegaan zijn / errnoch upts gaan / die en is om godaanige spebreidingen niet ber > leegen . 82. Op hebt een feer waaren arbeid boosgenous men / dewelke uw leeben maar bekommert / op -eett. en berteert / ' t welk gants niet noodig is : wie Myfte . rium Magnum bindet die bind alles daar in / ' ten heeft geen letter -bewijs van nooden ;Godt/ Chiftus en de Eeuwigheyd / met alde wonderen leggen daar in ; deHeplige Geeſt is defleuteldaar toe • Zöjtgp in de nieuwe geboorte ( gelijk gp fegt ) zo is ' er zulcken fwaaren geſoek / en laſtigen arbep niet van nooden : foetit Chriftus maarinde kribbe / in den donckeren Stal; wameet gp dien bind/ zo zultop ook welbin ben waar hp ter rechterhandGods( tt . 83. Het roeken / alleen / en doet het niet : Lapis Philoſophorum is eenen geheelen ( warten onaanfiens löjken Steen / met een graauwe verwe / maar de hoogſte tin &tuur legt daar in / wilt gp Myfterium Magnum foeken / 30 neemt alleenlijk de Nárde met flaars Detallen vooz u / 30 zalt gp den magiſen grond Wel vinden . 84.DE


Tbeofophifche

den 8. Bri

84. De diepe getallen der verborgenthepd ( die geen mens anders doorgronden kan leggen alle in 't myfterium , doch die het bind en ſoekt nietna getallen / Hp neemt o Sol, ofGoud booz Aarde / en hp doetals iemand die een hoftelijken ſchat op een duiftre plaats heeftleggen : de kribbel en deWindſelen Chriſti zön hem beet lieber als de geheele aaereld met haare figuuren ; bp berbergt de getallen felfs / want het upt : wendige Kijk moet fijn wonderen uptwercken . 85. Waarom zoude het HardſeMyſterium , booz den tijd / bloot ftaan Verneemtban de Magi, die de Heernelſeen Nardre Magiam hebben berftaan /Waars om dat fp de tin & uur berborgen hebben gehouden / en niet geopenbaart daar enis anders geen oogſaak /als dat de waereld ' t felbe niet waard en is / 30 en is fp ook de getallen ban't Myfterium nietwaardig : daara om heeft Godt ons derelbe berboggen / op dat het Aardre Myfterium al fijn wonderen in ons upeboere/ en dat alle de Fiolen van Gods toozn in ons uptges gjoten werden : Hoe zoudeeen mens ſich onderwins den zoodaanige verbozgentheeden te oopenbaaren / fonder bewilliging van't Myſterium ? waarlijk hp gaat ban bupten om'tMyfterium ; maar als hp'er inkomt/ 30 heeft hp ook den wille van't Myſterium . 86. De uptwendige drift om'tmyſterium te oopena baaren / komtvan't gefternte ; want het felbe Wilde gaern ban depdelheidberloſt zön ; endzift machtig in de magiſe kinderen ter oopenbaaring : en daars om moeten wop de dipping bepzoebenſ of hp upt Godsticht 1 en upt Gods Heeft 3p / ofbán 't regta ment derSterren . 87. Wantden Geeft Gods ſpreekt bloot ban fijn myfterium , hp wüft alleenlijk de Turba aan / en laat de getallen ſtaan , hp heeft het myſterium met de macht ban't Principium , in de ſeeben geſtalten der nas


den 8. Br.

Send -brieven .

61

natur / eenmaal geteekent / tot dewonderen Gods : en ten tweedemaal heeft hp't in de liefde in de mens berding Chriſti geteekent / met de ſeeben gulde han dilaaren / enFakkels ; daar blpft het bptot den dag des Oozdeels . 88. den ieder getal oopenbaart ſich ſelber in fön faculum ,daar en heeft geen Creatuurmacht over om het felbe te oopenbaaren / want ook dieſe heeft / die en durftniet/ anders treed hp upt de magiſe ozdening/ en 1 Wozd een walging aan'tmyfterium . 89. Daarom hebben de Profeeten / en ook thuis ftus / alteſaamen / op magiſc aart/ in gelijkeniffen ge fpzooken ; en noch opheeden en derft niemand / die't myſterium ontfankelijk is / anders ſpreeken / 't enzy dooz een bpſonder voopneemen Gods / dathet getal moetoopen ſtaan / gelök Daniel / die de tijd Chriſti/ met ( jn getal / klaar aanwees ; die had bebel daar ban . 90. Dit vermeld ik goedhertig en gants trouw ljá / sok in een rechte Chriftlijkeliefdeteegen u 8 : niet upt berachting / maar totmeezber erkentenis en gaaven : naademaal € : zulr ban mp begeert/ 30 hebik een koze aanwpſing gegeeben / wat daar in te doen3P ;en bidde wilt hetbroederlijk opneemen : zal bereidwillig zijn om u 6 : verder met mijn geringe gaaben tedienen / 30 # & : iets op my zult begeeren / enih bermerke dat de faahen u ernft zijn / en zulr tot Gods eere / en 'smenffen hepl dient : bebeele u € : 18 in de liefde Jeſu Chrifti.

fim laat net n der Ald

Gorliz darama ut fupra.

J. B.

07

Den


Theofophifcbe

den 9.

Den IX. Send - brief.

Aan CHRISTI AAN

BERNHAR D.

Van den 12 September 1620 . Licht, heil ,en eeuwige kracht , uyt de Wellbron van het herte Jeſu Chrifti, zy onle verquikking . Erwaarde Hoog - ge-eerde Heer /in Chrifto ges liefde Bzoeder ; ilt heb H € : Baief / met den Aprdaalder in den felben / welontfangen / bendank baar daar boo2; Godt zal zulr / bolgens fijn Woozd / rijkelijk weederom vergelden : Hoewel de gaaben Gods om geen geld ofgoed tehoop zijn , maar ikbes bindbp u 6 : ( volgensden inhouduwes ſchepbeng ) een ernſtige naarſtigheid / dewijle gp begeerig zijt na de ftudte der Godlijke wijsheid / en het geenewat God mp uptgenaadegegeeven heeft/felfs naaſchapfi: dankbaarheid / en ges erkenneuwenpber dathet uit hoozfaamhepd aan God gefchied is / diesweegen ik het ook gewillig heb aangenoomen . 2. En bermaane u bżoederlijk in Chrifto / dat gp in uwen begonnen loop wilt botherden / en als een ſtandvaſtigen Ridder , teegen het epgen upterlijk vera nuft in vlees en bloed / ook teegen den Wupbel / en de hupchelachtige boore Waereld met een ſterk vertrous in Godt in een pverigen geeft en gemoed / en in wen een ſtil leeben; te ftcpden ; op datgp den edlen Kids der -ktroon moogt erlangen : 't welk een Godbzees ſenden Jongeling bpſonder Welboegt / en boor Godt en fin Engelen ſeer lief is.,, 't welli , indien si u een ) maal "


den 9.Br.

Send -bricven .

maal opgeſet wozd / u wel zal doen gewaar wozden wat Godt is / en bermach ; en zult ook daarna niet veel van and're behoeven te leeren / go den rechten Leeraar in u felben is / die alle inenfen leert / en de felbe tot kinderenGods beveſtigt, die in den mens leert; want het kijke Gods is in den mens / doch 30 hp in Chriſto weeder gebooren word. 3. Gelyk gp dan Fulr in mijn Schriften genoeg faam beſchzeebenvind;dewelche niet upt verdichtreis ofmeeningen ontſpzongen / of boor gekoomenzijny maar doo , een zodaanigen weg gelijk fpfelfs aantop fenen lupden ; naamelijk van den Kidderlijken ftrpd/ enwatik daar mee erlangt en bekoomenhebi zulu heb ik booz mp / toteen memoriaal en herdenching/ opgefchzeeben : ook om der zoodaantgenwille / die Godt daar meede wil Utfoeken / en ook met deere Taroon bekroonenzgelijk mpdan zulpis tekermen ges geeven gewozden / om welkers wille ika / na de hooge gaabenſin’t lichtGods geſchreeven / en't uptwendig bernuft / als een dwaas -inne / ter needer gefiaagen hebs ook mpn upterlijk leeben / en eer / hter meeniet ontfien / dewijl veelſpoten vervolging mp ten loon is gewozden / behalben't geen mp noch te berwachten ftaat. 4. Dochih laat mp bergenoegen indien ik mijn kroon upt deefe waereld in mijn recht Vaaderland meedetehups mach bzengen / zo heb iheer genoeg ook rykdoms genoeg . De Slang moet doch het Zaad der Douwen / in dit leeben / geduurig in de berffen ſteeken : in krups en dzoefhepd moeten won nieuw gebooren wozden ; want willen wpmet Chais fto leeben / zo moeten wp ook met hem berbolgt wogs den / en met hem ſterben / en in hembegraaven woz den / ook in hem opſtaan / en eeuwig in hem leebeny fön beeld ganis gelökformig wozden / en inaar oni er fin


64

Theoſophiſche

den 9.Br.

fijn purperen mantel tot hem koomen ; hp moet ong alleen ooberdenken / anders zijn wp in 't net ban den Dupbel en den Antichrift / en ſtaan / met deHoere ban Babel / geheel naakt en beſchaamt voor Gods Aangeſicht. 5. Rademaal dan Godt u alreede uw herte heeft geoopent / dat gp met and're oogen fiet/ 30 ift hoog, noodig boozt te baaren / envolſtandig te blyben / wome die u kroonen wil is alree op den weg; maar gp moet de aanbechting geduldig dzaagen / en daar in beſtaan/ en het bleeglijk bernuft geen rupmte geeben /want de Dupvel fet ' er geweldig op toe/om het moftert-ſaad je /'t welk van den H. Geeſt geſaait wozd /geduurig ijk weederom te willen verderben . 6. Het gaatmet eennieuwgebooren kind Chrifti, gelijk met een jongen Boom / die lichtelijk verderft/ maar als hp opwaft en ſterk wozd/ alsdan kan hp beſtaan : en al fchoon hem meenigmaal/ dooz den ftormwind, een tak bozd afgebzooken /den ftam blyft rebenwel ffaan / en brengtWeeder andze takken voozt. 7. Het moet maar ernſt zijn om met den Dupbel te ftrpden / enden Coop Goog te ooberwinnen ; het epgen bernuft moet fich maar verdooben en dooden / en in Godt oobergeeben / op dat Godt ii's menfren perftand leebe/ en hp fijn willen en doen zp ; anders en is 'er geen vinden in Bodlijke wijshepd 7 den Geeft Gods most fich maar in den mens vinden / op dat de rechte beeldenis fijn werk en wonder 3p . 8. Want alwat'ervan Godtleertof ſpreektfons der Gods Geeft / dat is maar Babel / ' tmach blin= ken zo't Wil ;Gods Geeftmoet upt ons ſpzeeken /zuls len onge reeden voor Godt gelden . 9. Want hp treed relfs voor ons in bp Godt / dat is / booz en in hem ſelber / en voert onſen willen -geeft/ met en in ſich ſelber / in Godt / en vereenigt ons met


1 1 +

bat f

den 9. Br.

Send.brieven .

65 Godt / en in Oodt / en beveſtigt ons tot fijne kina deren in Chrifto : Hy is 't die ons bind / wp konnen hem niet binden . 10. MaarſijnenWille ſtaat t'onswaards gewend; Hp heeft /in Chriſto / bepde ſijn armen /aan't Hrups / uptgebzepdt om ons te ontfangen ; wp zouden ons maaç in hem werpen ; en upt Het bernuft en boos þépd uptgaan : 30 wp dat doen / zo ballen wy tot hem / in Chriſti ermen / aldaar ſoekt en bind hp onsin hem aldaar werden wy fön epgendom / en fin woon hups. II. Alsdan bolgt hp op onfen millen -geeft / en is ons onderdaanig i en alles wat hop dan maaken en doen / dat is hemlief/ en aldie felbe werken bolgen ons naa / en zin onſen eeuwigen roem /en werden ons Aangetrokken als een kleed 1 tot Gods eere en won derdaaden , om't welkeGodt ſich totde Schepping des menfſen heeft beweegt / en om welhers wille Godt mens is gewozden / op dat hp ons ban het boore verloffen zoude. 12. Rademaal gp dan mijne Schaften in handen hebt / be 30 rmaan ik udat op defelbemaar hinderlijk en eenvoudelijk wilt betrachten / 30 kond op het Pae celtie daar in vinden , want ſcherp ſoeken alleen en boet hetniet , maar welwillen / en weldoen : want het Paereltje legtniet in de letter /maar gelijk booben berhaalt is . 13. In dit meede-gerondene Boelt / ' t welk ook upt deere Schoole is gebooren gewozden /ban den ſela ben Autheur /zult gp berd'ren grond binden : maar indien ' er iets in was dat ute ſwaar om te berſtaan mocht zijn / dat zal ik oopenen en verklaaren / 30 gp datmaar aantrekent : hoewel ik hoope eenmaal ſelfs hierober met u mondelok te ſpzeeben indien ' t de ges leegenhepd zal toelaaten : 14 peees


Theoſopbiſebe

den 10. Br.

14. Weegens die twee andje Boehjes /naamelijl het Nieuwe Teſtament / en het derde Deel moti fc Auton, wilt een weinig gedult hebben (wantfp zijn teegenwoozdig hier niet te bekoomen / maar heb be lofte/ na de Leypſiger Mirs i als wanneer ſp u zullen toegeſonden worden . Bebeele u in de bzoederlijhe liefde in Chriſto . Den Naame des Heeren is een Vaſte Burg , de Recht vaardige loopt daar heen , en word verhoogt. J. B. Den X. Send-brief. Aan den Heer ABRAHAM van SOMERVELD , en VALKENHEIM , op Wartha. Anno 1620. Onſe verquikking zy in't licht,heil,en eeuwigekracht, uytdeWell-bron van 'therte Jeſu Chrifti.

1*.

Ed'le Hoog - ge-eerde Heer /beneffens Wenfling. ban Gods genaadel en alle hepifaame wela baart : dient deefen aan # & : tot antwoozd : na Ed ; Secretaris mp bericht heeft / dat ue: dien een geneegenthepd tot mijn (doch aan u onbekende ) perſoon dzaagt / Weegensmijne Schriften / 39 geeft grooter Welgeballen en bzeugdein mijn mp zulr noch geeft/ dat ik berſtaadat Godt ook in ſulke hooge Ders ſonaagten lijn werk dzöft en uptvoert / 't welk ges heel anders bebonden wozd ; meenlijk in deWaereld want detpdlijke eere en welluftigbepd deeres leebens is een verhindering. 2. maar


EM

den 10. Br. Send -brieven . 67 1. Maar ik han't geheel wel berſtaan in Welker maate dat Gods Geert uw dadelik berte waarlök heeft geroert / dewil ü € : 30 veelmoeiten en koſten tot ditwerk hebt aangewend/ daar het maar vaneen eenvoudige hand is geſchzeeben / ſonder konf of groot berſtand 7 maar enkelijkin de erkentenis der gaaben Gods ; is ook van den Wutheur nooitgedachtdat het in handen van zulke aanſienlijhe Tupden koomen zoude : want den Autheur het maar booz ſich ſelfs heeft geſchneeben tot eenmemoriaal/ en oprichting uitden dupſteren flaap in blees en bloedzook met geen booneemen om zoobaanigen werk temaaken . 3. Daar was wel een buurige bzift / maar fondet boozweeten deeſes Werks / 'twelk in den Autheur berbozgen heeft geleegen /gelyk een Myſterium ,'t geen de Geet Gods heeft geroert /daarom dat zoodaanis gen luft en begeerte tot felupben ontſtaan is , en daar Revenwel/na den uptipendigen mens/ in den Autheur gten kont noch bequaamhepd toe en wag : hp focht alleenlijk het herteBods / om fich daar in teberber gen voor hetonweeder des Dupbels : en betrachtede de booſenatuur en desfelfsinbloejing / en dikwils het bedzog des Dupbels / en den Coom Gods / en dan Gods liefde en barmhertighiepd : daaralsdan meB nigen ſtorm teegen het bernuft / ook teegen blees en bloed , en den Dupvel/ fs gehouden gewozden : endat alles in een geweldigendrift des geeftes tot' er tijd toe dat hem een zeer Cedle kroon is opgeſet gewoz. den / 't welldeefe hand teegenwoozdtg niet ſchepben kan ; wenſte beel eer dat hetden Leererdeefes Briefs ookmocht weederbaaren / 30 zon hp erkermen wat Gods foetighepd is / en ſich nietzo hoog berbondes ren dat eenLeek zulke hooge dingen derft aanroes ren . 4. Zo reg ik nu / doe bet zo berr' quam / en Free Cedre


68

Theoſophiſche

den io . Br.

Eed'le Moſtert- raadje geſaapt wierd / doe quam dit werk boszom te ſchappen ; 'twelk dan geheel diep als in een myfterium geſien wierd / doch met een zeer groote bzeugde / hoewel niet genoegſaam begzppelijk / gelijk dan het eerſte (a ) Boek zulr uptwijft : alwaar die grooteberborgentheeden noch zeer eenvoudig / en niet up boerlijk genoeg /ooh noch in beel ontbzeehing / zijn geſcljgeeven gewozden / 'twas niet anders als een booztdypbenden recgen / wat hp raakt dat raakt Hp ; alzo ook den Geeft derWonderen : naademaal den Autheur een ongeleerd/ eneen klein -verſtandig man was ; en daar en booben als een kind ( in verge lijning der erbaarne en geleerde) in die verbougents heeden ; die ooh den weg / hoe't daar mee gaan zoudel noch niet en berftond; behalven't geen de Geeft hem toonde : gelijk hp dan ſelfs ſijn berbolging en ſmaad / die hem zoude ooverkoomen / meede opgeſchzeeben heeft/ al eer ' t bernuft noch iets heeft geweeten . 5. En het geſchiede ook 30 klaar / als of't booz oogen ſtond ; gelijk in't Boek Aurora , zünde 't eerſte Deel onfer Schziften / te ſien is : ' t welk al booz de berbolging is gefchzeeben gewozden ; en mpteegen woordig gelijk een vertrooſting geeft / om dat de Geeft Gods mp het te booren heeft getoont/ dat ik erken wat fijn raad in fijnen weg is ; en heb mp ders halben geheel geduldig onder het karups gegeeben / en mijn faaken God bebpolen ; ook zeer dikwils hem ges fmeelt / dat / indien 't upt fijn raad niet boozt guam/ Hp het felbe van mp wilde neemen / en mp / op zodada , nigen Woer / niets laaten erkennen . 6. Ik had ook (naa de vervolging) een vaſt opret genoomen niets meer te ſchapben /maar als een ge hoofſaame/ Godt ftit te tjouden / en den Dupbel/ met fün beſpotting / aber my te laaten Veen rupffen ; ons (1) Aurora,


2

+ 9

den 10. Bri

Send -brieven . 69 ondertuſſen is 'er ook meenigen ftojm / teegen hem / omgegaan / en't is niet te feggen watik geleedenheb . 7. maar 't gingmet my als met een koozn't welk in de aarde geraapt wozd / bat / in alle ftojm en ons weer /teegen alle vernuft/ opwaſt; daar 't in den min ter alles gelijk als doodis , en het bernuft regt í Het is alles nu heen : 21300 groende fjet Eedele moſtert-laads je weederom te voozſchijn / in alle ſtormen / onder finaad en (pot / gelijk een Leelp / en bzacht hondert foudige vrucht;daar en booven met noch dieper en epgentlijker erkentenis en buuriger drift. 8. maar mijn uptwendigen mens en wou niet meer aan't (thrpben / want hp was wat vzeesachtig ; tot dat het daar toe quam dat den inwendigen denuita wendigen gevangen nam ; alwaar als doe het groos te Myfterium verſcheen / doe berſtond ik den raad Gods / en wierp mp derhalben in Gods wille / ik wou ook nipt het bemuftniets denken noch berdich , ten / ooh liet ik het bemuft geen rupmte meer / en ſtels ide mönen wil in den Wille Gods ; 30 datmyn bernuft als dood moft zijn / op dat hp (ben Geeſt Goog ) doen zoude 't geen hp wilde ; ikwou in 't bemuft ntets zön/ op dat het willen en doen het fpne mocht zpr . 9. En doe dit geſchiede/ doewierd den inwendis gren mens gewaapent/ en bequam een zeer dierbags ren leidsinan ; aan den ſelben heb ik mijn bemuft . geheel oobergegeeven / ook het bernuft niet toegelaas ten om te ooberdencken wat ik ſchipben zoude / als alleenlijk 't geen de Geeftmpdoozgaans/ gelijk als in een groote diepte / in 't Myſterium , te geljkelija toonde , doch fonder inijn genoegſaam begrip ; want de Creatuur en is niet als Godt/ die / in ſijn wijs heyd / op eenmaal alles bat en doet. jo.En alzoo is Weederomboozgenoomen geworden Irts te ſebippen / en zpn / mdzie bierdendeelJaars/ bate


den 1 o.Br. Theofophifcbe yo dzie boekten baardig geworden : Het eene van de drie Principien des Godlijken Weerens dat is ban't mees fen aller Weeren : daar dan het groote Myfterium ſich iets heeft geoopent ; in't ſelbe zijn zeer ſchoone dingen hier in begreepen zijn /'twelk het (veelhooger dan eerſte is / dat U Ed:mp toegeronden hebt om te over ſten ) groot omtrenthondertbellen Papier. 11. Én na dit is 'er een / omtrent van ( eftig bellen Dapier/ gemaakt gewozden / ' t welk handelt ban't drievoudig. leeven des menffen / en ban de gantre Schepping ; een groote oopene poozte ban't myſte rium , en wel een wonder booben alle bernuft / over 't welk ik my ſelfs in mijn bernuft berwondere / wat doch God doen wil dat hp zo een zeer flecht werktuig tot zulke gewichtige dingen gebzupkt; want daar in wozden de berbougentheeden geoopent / om welkede Waereld / feedert den (waarenbal adams / getwiſt / en geduurig na gerecht heeft ; maar daar en is geen 300daanigen grond aan't licht gekoomen ;Welk echter be waereld niet berftaan zat / maar wel de kinderen Gods / gelijk zulr erkent is gewozden . 12. En ten derden /zo zijn mpveertig Vraagen toes geronden van een uptneemende geleerde/en verſtandi. ge / ook een Liefhebber ban't Myftcrium ,en een groot Ditend desſelben ; met aanmaaning dat ik /na deere gaaben en geeft / Hem defelbe zoude beantwoozden : welk wel de alderhoogfte Vaagen zijn / die de groot fte en diepſte bervorgentheeden van den oopſpzong der Ziele / en al't gehepm van 't Myſterium in haar bes grppen : op het welke een zodaanige antwoozd is gebooren gewozden / dat de waereldwel billik haar daar oober berheugen zoude / indien 't den toom en booshepd des Dupbets niet en verhinderde ; hoewel denKaad Gods beſtaan moet. 13. Ras (a) d’Aurora .


e

den ro.Br.

Send brieven .

71

13. Pademaaldan daţik berneem dat uw Nadelijke herte en gemoed een uptneemenden dozft en honger na zodaanige verbougentheeden freeft/ en op de maes reldniet en fiet / en zulke berbozgentheeden niet bers acht; 30 erken ik hier in den Kaad Gods/ en zullen de felbe ü ed : billik meedegedeelt wozden / want het broodmoetmen aan de kinderen geeben / die't waars dig zijn ,en de Paerlen niet voor de wpnen Werpen : mön geeft en gemoeb toont my genoegſaam / want dat # #d : hiec na tracht / niet maar upt nieuwsgiea righepd ; maar door beweeging des Geeſtes / die dik wils eenen Petrus tot Cornelius voert / om tot hem woozbendes eeuwigen leebens te ſpzeeken . 14. En al ſchoon ik u een onbekentman ben / en daar toe gang eenvoudig zo maakt mp / ub edelheids begeerte en goede wille / echter vzpmoedig om aan Ved : te ſchepben ; Hoewel met een eenvoudige hand ; doch de gaaben Gods zijn aan geen konft gebonden : pooznaamelijk dewijl ik beſpeure dat uw Aadelijk herte ſich zo gants demoedig ſtelt/ en tot mp rend / die een onnoorel man ben . 15. maar dit alzos ſich toedzaagende / Heeft uw Aadelijk herte ook ſeekerlijk ban Gods geeft te hooa pen / dat tp zal der Zielen deur en poorteder berboza genthepd open doen / en een recht verſtand geeben / om in wonder -gaaben te begrypen en te erkennen / ' t welk ik dan ban herten hiermeede wenſche. 16. [ Mijne Schriften ) zullen u ed : ook wat wonderlijk boozkoomen / want op ſommige plaatſen gaat den pber al vzp wat hard / bpfonderlijk oberBas bel / enden Antichriſt/ dievan Godt/ infin Toonn /is bekent gewozden; doch ik moet feggen / dat ikniet anders heb konnen noch durben ſchappen , als’t mp is gegeeben gewozden . 27. In heb denGeeft getdicig naa geſchzeeben / gesi


hiſche den ro . Br. Theoſop 72 gelijh Yip ' t gedicteert heeft / en 't bernuft geen plaats gegeeben ; en erken hetfelve voor geen werk ban min bernuft/ ' t welk beel te wakızou zijn : maar Het is een werk des Geeſtes; die heeft getoont wat hp booz heeft/ wat geſtijieden zal/ en geſchied is : want hy gaat upt den Ongrond in den grond / en doozfoekt alles / hp bepzoeft herten en nieren / en pzobeert der menffengedachten . 18. Ook wijft hp hier mee aan/ Het laatſte oozdeel/ dat hp alle weeren door 't buur pzobeeren zal ; en ik heb ook gants niet konnen / noch moogen ſchapven ( gelijk ook in dien buurigen drift) 't en waar dan dat ik hetftelde / gelijk de Geeſt 'tfelbe ontwierp ; heb het 1 derhalben boozmptot een memoriaal gemaakt ; en heb daar mee verder geen boozeemen . 19. Maar bewölUE : 't ſelbe gelieft teletren / 30 is het tot dienſt/ met verſoek /dat u :mp het ſelbe gelieft weederom te renden / want ilimeen het/ tot een memoriaal / booz ip te behouden ; en ik ben becſeekert/ indien uw Adelijk gemoed / Godt te eere wil geeben / en biptig leeren / en decfen weg in't herte vatten/ met een begeerte om den ſelben te erkennen / dat God 1 de deure fijner liefde/ in't Myfterium , zal oopenen /en de ſchoonekroonſijner wijsheid opſétten / de Welle Cedeler is dan den Heemel en deere waereld . 20. Want den Eed'len ſteen Lapis Philoſophorum , den grond van alle berborgenthepo / legt daar in / en dien ſelben hzoon is met deeren Steen beret / welke de Ziele aantrekt als een kleed / namelijk een nieuw Utghaam in't fiphe Gods ; daarin datle Gods kind is ; met het welke dat fp in'tbulir van den toozn Gods onbeſchaadigt / beftaan kan / en kan daarin den Dupbel / dood 7 en de waereld overwinnen / ook kan fp daarin / over het geſternteen het uptwendige leeven ljeerffen ;'twelk anders het bemuft niet moos 21.oant gelijk en is .


den 10. Br.

3 It 7 et EM .

50 let et/ en te te 11/

31 III

08 21 011 0

DOS

Send brieven .

73

21. Want Het geeft erkentenine ban een ding / 't welk geen konft mooglik is naa te bozffen ; het fiet daorHeemelendarde /enneemt daar het niets geſaapt heeft ; het en bzaagt niet / is het waar het heeft het teeken der waarhepd en gerechtigheyd in fich / het heeft alle deugden / die in de hoope leggen ; daar en is geen bzeeſe baozden toorn Gods in /maar het geeft een leer bzoolijke hoope / berſeekert defelbe 7 en bes beftigt de Ziele tot een hind Gods. 22. Deeſe kroon / is een ongbzouw / een tucht en cieraat Gods / een vreugde des leebens ; Het ber heugt het gemoed in dzoefhepd / en’tgaat metden mens in den dood/ doch't en heeft geen fterben in ſich / het leeft van eeuwigheid en is een boerfter ten heemel/ en een bzeugde der Engelen ; fijn ſmaak is koftelijker en lieffelijker als alde breugde ban de waereld : en die het eenmaal beliomt die acht het hooger als al het waereldſe goed : niets is het felbe gelijka / dan alleen de Godhepd . 23. maar het lepo in een dupſter dal berborgen / de waereld kent het niet / de Dupbel rupft 'er ober heen gelijk een ſtozm / hp bedeht het / dat het bernuft 't felbe meenigmaal niet en kent; doch het groent te fijner töd Weederom op / gelijk een ſchoone Leelie/ metbeelboudige bzucht ; hetſaaptmet tzaanen / het waſt in dzoefhepd ) en oogft met groote vjeugde ; Het wold ban't bemuft beracht / maar die't berkrijgt houd het boozfin beſte ſchat. 24. Een zoodaanigen kroon word opgeret den gees nen die 't met ernſt.ſoekt / en die ſich aan'tfelbe oober geeft / en niet aan 't vernuft in blees en bloed : gelijl mijne fchriften fulr aanwijſen ; want 't geen daar is : geſchzeeben is heeft den Autheur ſelfs erkent ;daar en is geen bzeemde hand noch geeft in : iken ſchapf dit niet tot roem van mp felfs (dewelke in Godi is ) maar


den 10. Br. 74 Theoſophiſche maar tot een richtſnoer booz de Hinderen Gods / en dat weeten wat Godt booz een belooning geeft aan die geene die op hem betzouwen / en de beſpotting des waerelds niet en achten . 25. Ik ben ook verwondert hoe u Od : en meer andere in Silcſien möne ſchriften bekoomen hebben / want niemand van de felbe zpn mp bekent / en ik houd'er mp 30 ftil mee dat de Burgerp alhier daar niets ban en weet ; behalben dat ( p het ( a) eerſte deel ('twelk mp met geweld onttrokken is ) bod ketters hebben hooren uptmaahen / en upt afgunft berbols gen / ban een perſoon in het Miniſterium tot Babell die 't niet gegeeven is om te leeren / en ook na beloo ren noopt ge -eramineert heeft : Hoewel ik geenes menfren raadpleeging oopt daar ober begeert Hebbel als ook noch nietmaar bebeel het Goode. 26. Doch nu erken ik hier in den Weg Gods ; en berftaadat het niet alleen in Sileſien ,maar oola in ans dre landen is bekent geworden / zonder boozweeten des Hütherirs ; en ik moet leggen dat eben die / des welke't bervolgt heeft / die heeft het daar meede alzo gepubliceert ; want mijn boomneemen was om het ſelvemijn leeven lang voozmp alleen te houden / en ik hebt ook maar voor my ſelfs geſchreeben . 27. Doch ' t geene Godt in fijn raad boozgenoos men heeft openbaart ſich nu / en't sal noch beel klaars Der blocken wanneer de (b) tweelaaſte boeken geleeren werden ; over de welke th mp (in den uptwendigen mens ) ſelfs hooglijk verwondre wat doch godt hier mee booz heeft en doen wil. 28. Matemaal ik mp felfs geheel onwaardig ees kenne en van een gering verſtand ;en my echter / na den inwendigen mens / de grootſte en hoogſte ber boza (a) d'Aurora (b) zynde als doe, het dryvoudig lecreo , co de sawoorden op de 40 ysagen van de ziel.


den 10. Br .

Send brieven.

bozgentheeden geoopentwerden : 't geerte ik aan UE : en and'reliefijebbers Gods / in demoedighepd naa te denchen : want ik han waarlijk in geender maniere feggen dat het een werk is vanmijn berſtanden ber nuft / maar ik erkenne ' t relve booz een wonder / in t welke God groote dingen wil openbaaren ; daar mijn bernuft alsdan desgelijkr ſtaat en fiet / en ſich geduurig meede verbpondert; want ik heb deere vers borgentheeden noopt mijn leeven beſtudeert / noch ook niets daar van geweeten / dewpl ik een leek ben : en ik moet nu zodaanige dingen in't licht brengen die ita echo alle hooge ſchoolen te ſwaar zijn geweeft/ daar ter inbergelijkingteegen de felbe 7 maar een kind ben / > en noch Honſt noch haarewijshepd en hebbe; en moet 2 ſtegts upt een ander ſchoole fchrpben . 29. En ' t geen noch grooter is / mp is de natuur ſpraak geoopent gewozden/ dat ik in mijn moeders ! * taal / de aldergrootſte berborgentheeden berftaan kan /alhoewel ik niet han feggen datik het begreepen en geleert heb ; maar ze lang als ſich de hand Gods 56 ober mp houd / 30 berſtaa ih het feibe / doch wanneer fp ſich berbergt / 30 ken ik ook mijn epgen arbepb niet / en ben het werk mijner handen bzeemt gewo2a den ; opdat ik doch ſten mach hoe gants onmooges 0 lijk het is de verbougentleeden Gods / zonder ſp nen Geeft/ te doozgronden en te behouden . 30 , Derhalben / en ſchrppeikmp ſelfs ook niets toe / Het en is mijn werk niet ; ik en begeere daar ooberook geen eere ban menſen : ik ben maar een flecht eenvoudig werktupg , Godt doet en werkt et geen hy wil / dat wil ik ook / en't geen hp niet en wil dat wil ik ook niet ; wil hy dat ik het zal ideeten / e

o

30 wil ik het weeten / maar wil hy niet/ zo wil ik ooh niet : il wilniets en dood gün / op dat hp inmp leea be en wercka 't geen Yp wil . 31.7k


den 10.Br Theoſophiſche 6 en 2 31. Th heb mp in hem geworp op dat ik vooz den Dupbel ſeeker ben : en ſchoon ik aan de waereld het uptwendige Lighaam en het leeben moet laaten / om daarmeede te doen wat jy wil ; en aan den Dups bel moet toelaaten ober mpheen te rupffen ; zo wil ik eebenwel mijnen inwendigen mens / noch aan de Waereld noch aan den Dupbel bertrouwenſook niet doen / na den inwendigen mens / 't geen de waes reld wil : en of wel mijnen uptwendigen mens aan de waereld berplicht is en ook in fpn plicht alle Waes reldlijke ozdonnantien geoogſaam moet zijn / en doen 'tgeen de uptwendige plicht betreft ; ebenwel zal mijnen inwendigen mens Godt alleen / en niet de Waereld / gehoorſaam zön / want hy en is niet in d maalt / op de IDaereld / maar heeft zich als dooge dat Godt in hem leebe / en 3p fijn doen en ook het wil len .32. Hoe welik niet reggen kan dat het moogelijk is alſoo te leeben / 30 is echter mijnen Wille alzo ges richt /die en zalmp noch waereld noch Dupvel bers bpeehen ; al zoude mijn uptwendig leeben berſmacha ten / 30 zal ik eebenwel aan dien Wille hangen : en al is't dat mijn vernuft dikwils louter neen ſegt / en de berſoekingen met hoopen / ook met berſchrihking en treurighepd des uptwendigen leebens / berſchpnen / dat ſich de geeft verbergt / gelijk of alles dood en weg was ; zo bjengt het echter altijd nieuwe bzucht / en

oben ig . eede elbo daar . bo 33en Dit hebbeik zoud in't bh berhaalt / de reeden is i omdat U Ed :mocht erkennen / en weeten wac ik booz een man ben / en wat het begin en de oorſaa ke banmijn ſchrpben is / ook upt wat honſt en geeft het is geboozen gewozden / en tot wat epnde / names lijk alleen maar booz mp felben : doch dewpl ik fie dat vzoome herten een dozft daar na hebben / 30 zalik / na


-

8

mi

den ro . Br.

Send - brieven .

77 na de Chriſtelijke en bzoederlike aardt / het felbe voozhen niet verbergen /maar bebeelen't Godt/ dat hp in hen wercke en doe 't geen hp wil ; gelijk wp dan ſchuldig zijn zulr te doen . 34. Eyndelijk verſoek ik dat mön naam by de geleerde berſWeegen wozd / want ik weet wel dat cen flecht man booz de konft beſpottelijh gehouden /en bers acht wozd ; en alhoewel Godt onder haar ook fijne kinderen heeft / 30 oozdeel ik echter dat het niet na mijnen naam moet genoemnt werden / want Godt hommt de eere toe / die den geeber is : il en roek daar mee gcenen naam noch roem booz mp / maar Chai ſtus is mijn roem en mijn loon / en ik gedenk in het toekoomende leeben / booz menffenen Engelen ban Het ſelbe roem te hebben, en mp met de Hepligen in Chrifto / daar in te berheugen ; gelijk mpne cijzifa ten ſulr genoegſaam aanwijſen . 35. Belangende fjet boek Aurora 'twelk ue : mp Hier beneffens ſendet / om te oberſien ; ih hebt een wepnig doorloopen /en bebindedathet mijn werk is / en ook recht naa gefchreeben / alleen datter eenige fils laben zijn liptgelaaten / om de korthepdo halben ; doch het verſtand is daar doon niet benoonien : en ben (bood zo veel ik 't in der haaſt heb dooz- blaadert eneenmaal geleeſen / dewpl ik geen Upvoeging heb bebonden ) daarmeede wel te bzeeden . 36. Maar de groote verbozgentheeden fteecken in ' t félbe noch diep in't Myfterium ; fp zijn ban den Autheur wel erkent gewozden / maar het was op de eerſtemaal booz het vernuft niet wel moogelijk om te batten : ofhet ſchoon in de diepte erkent wierd / 30 wasi't den Autheir echter noch gants ongewoon : als de Neemelfie bzeugde hem ontinoette 30 wierd den Geeft ſlechts naagegaan : doch den wilden aart en is 30 terſtond niet nieuw geboozen : daar wozd een koozn ges


e

78

Theoſophiſch

den Io.Br

geſaapt daar upt wart een boom ; 30 de kracht groot is / 30 waft ook de boom des te eerder / en wozd te eerder bekent. 37. Inde an’dze(a ) dzie boeken zult op de berborgenta Teeden wat klaarder hebben / en alzo gedurig al hoo ger gegrond; zo dat het (b) bierde een zeer Helderen ſpiegel is / daarmen hetgroote Myſterium , genoeg ſaam ſichtbaarlijk erkent7 alleenlök des felfs kinde ren ; hetbeznuft zaldex wel blind aan blpben ; want de Geeſt Godts woont niet in’tuptwendige Princi pium naar in't inwendige / en gaat van 't inwendige in't upiwendige ; doch het uptwendige en begrijpt hein niet. : te hennen dat het boek Au . 38.maar ik geebe U rora noch niet en is volepndigt gewozden ; want de Dupbel dacht gedaan werk daar mee te maaken / des wpl hp ſag dat den dag / in het felbe, wilde aanbzees hen : ook heeft den dag de inozgenſfond alree achters Daalt ; dat het haaft licht is geworden : daar behooz ben noch wel zo vellen papier toe ; maar dewpl het de ſtorm heeft afgebzooken zo is het niet voleyndigt. gewozden ; en ondertuſſen is den dag opgegaan dat de mozgenſtond verdweenen is'; en feedert die tijd is ' er bp den dag gearbepd gewozden : 't zal ook alzoo blyben ſtaan tot een eeuwige gedachteuis : dewpl Het geen hier ontbreekt / in de andre [boeken ] is berbult gewozden : zo dat de ſchuld / van het gebzel in dee fen / den bpand moet gegeeven werden . 39. Hoewel ik niemand daar mee wil belaſten / als de valshepd des Dupbels / die een bpand van al het goede is , die verwerret ook wel kooningen : hoe zal dan een flecht mens / in zuicken arbepd / 30 ter ftond (a) de drie Principien. dryvoudig leeven , CA 40 Vragen der zielc, ( b) De 40 vragen vande zielc.


den 10. Br.

Send - brieven .

799 ſtond bekent wozden / daar men verreekert is dat hy een leek / en daar toe ongeleert is . 40. De aldergeleerfte zou ſich wel aan zodaantgen tenvoudighepd ergeren / wanneer hp van ſulcke won deren / in zullen flechten eenboud / hoozt ſpreeken / en denken hetſön opgeraapte dingen ; want hy en verſtaat Gods gaaben niet; dewpl men niemand in ' t herte han ſien . 41. Derhalven wil ik niemand turbeeren / maar erhennen dat het de beſtiering Gods 30 is / anders zou (a) dit boek noch wel in een hoek leggen : aldus is het bupten mijn weeten en wille openbear ges maakt / en dat noch ban de berbolgers felber ; 't welk ik booz een befttering Gods erkenne; want die lieden ble't relbe hebben / en heb ik noopt gekent daar en booben zo en heb ik het ſelfs niet / en het is mp echter mu alreeds ten bierden maal/ geheel naagefchreeven / onder oogen en in handen gekoomen ; en ik ſie dat het andre lieden public maaken 't welk ik booz tets won ders achte ; dat het hooza waft teegen den Wille deg bpands : doch ' geene ban Godt geſaapt wozd han niemand verhinderen noch beletten . 42. Maar 't geen : enmeer andrelieden / hier en daar in 't boek Aurora , in een misverſtand trek hen /en hen onregt boozhomt / 't welh een berklaaring ban nooden heeft / dat wozd in (b) 't derde en (c) bier de boek genoeg berklaart : alwaar dan een oopene Poorte / bande berbougenthecden aller Weerens ber ſchijnt ; en daar en is niets in de natuur datop dee fen weg niet zou kommen gegrondeert werden : Want het wijft aan en oopent den Steen der Wijfen /tot alle berbougentheeden / bepdein't Godlijke en aardre My ſterium : met deeſe kennifre konnen alle metallen der aarde in den Hoogſten graad gebzacht werden ; doch

I ) Aurora ( b) Dryvoedig leven. (6) 40 Vcagen der ziele .


|

Theolopbiſche den ro Br . So alleen van de kinderen der goddelijke Magiæ , aan de welche het zal geoopent werden . 43. Alfie't felbewel / maar ' t homt mp niet toe aan teroeren / ook heb ik geen konft noch handeling tot het felbe ; maar ik ſtelle alleen een oopen Myſteri boom / Godt zal fich fijne arbepders wel berwek um hen : niemand en roeke het werk bp mp : en al ſchoon het klaarder kon geoopent / en ook helber ts erkent ge wozden / zo heb il echter mijnen wil gebrookett / en

wil niets ſchepben dan alleenlijk gelijk hetmy gegee . ben wozd / op dat het niet mijn werk 3P / en ihde Turba te hups biele . 44. en indien ue : upt deeſe meedegefondene ſchuiften tets wilde laaten naa ſchepben / 30 is 't noos dig dat den ſchryver een geleert en berſtandig man zp / want de zillaben zijn niet alle bol upt geſchreeben / ook niet na de Grammarica : en mifchten fijn in beel woozden wel letteren te kozt / ook dikwils een gemees ne letter booz een groote geftelt ; want de konſt heeft [ hier ] niet geſchzeeben ; baar en is ook geen töd ge weeft / om 'trechte berſtand der letteren te bedenken / alles naa den Geeft gereguleert / die 't maar ſich dikwilsheeft ſulken ſnellen voortgang hadi dat den ſchrys ber de handen / meegens de ongewoonte / gebeeft heb :

. En ofiki wel watsterlijker en berſtaanbaarder ben45. zou konnen ſchrpbeni ; 30 is dit de oorſaake / dathet brandende puur dikwils 300 gelwind dupft / 't felbe moet de hand en penne naa -haaſten / want hetgaat gelijk eenplas -reegen / wat het treft bat treft het:in dien't moogeljk was alles te begrypen en te ſchrps ben / 30 wierd het weldrie maal meer en dieper uptges grond / maar het en kan niet weefen ; en daarom wordender meer boeken gemaaht als een / meer dan eene Philoſophie / en geduurig dieper ; zo dat het gee


I

den 10. Br.

H

Send brieven.

81

geene't welk in 't eene niet heeft konnen begreepen wozden / tn de and'regebonden wozd. 46. En het zou goed zijn dat epndelijk upt alle (mijn ſchriften maar , eenboek] gemaakt wierd / en de andre alle weggedaan wierden ; wantde beelherd maakt verwerring en teegenſtrpd/Weegens het Walt ke begrip des leefers / dewelke den Geeft niet en west. te onderſchepden die zullen wonderlijken taal boert / dat het bemuft dikwils meent dat het met fich felf ſtrpdig is en in de diepte is 't echter niet ſtrpdig . 47. apt welk misverſtand het grooteBaabel op aaraen is geboozen gewozden : baarmen alleen maar om woozden twiſt i en den geeft des verſtands in ' t Myſterium laat leggen / welkers epnde en getal ge bonden / en aan de Turba is te hups geftelt : want ben aanbang heeft het perk gebonden / daar en is geen teegenhouden meer ook en han't geen geweld meer denpen . 48. Aken ſpzeeke niet van mp ſelfs / maar ban Het geene wat de Geeft aanwijft/ denwelken niemand weeverſtaan han / want het ſtaat in fijn almachtig heid / en het legt niet aanons waanen of willen / ges lijk het ( a) bierde Boek deerer Schriften booztreffelijft hoog aanwijft / ' t welk machtig in 't licht der natuur gegrond is , en aan alle dingen han beweefen wozden. 49. Derder laat ik u : weeten / tot naarichting/ dat denAutheurcom quaade naadenching booz tekoo men ) ftch verklaart wanneer / in deere meede gefonis den Schriften / denAutheur van hem felfsſprekt/ Wy,naamelük ſichtweeboudig noemt, en dan ook dikwils Ik dat in het Wy , den Geeft verſtaan wozd / en in het eenvoudige verſtaat den Mutheur fich ſelfs. 50. En hier meede ooberfende ik u 8 : het vierde

( 1) DC 40 Pragen van dk Ziel.


Theoſopbiſche

den 11. Br.

Deel / naamelijk de veertig Vraagen , u & : kan ſich daarmeede nu berſten : en zal U & : daar naa het ( a) tweede en (b )derde Deelook ſenden /30 UE :'t ſelbe begeert; en berſoche dat mp dit met de eerſte gelegents Hepd weederom geſonden werd,want ik zalt den gees nen / die de bzaagen opgeſtelt heeft/ ooberſenden . 51. Webeele Ed : inde Boblijke liefde/ neebens wenfſing dat Godt uw Adelijk Werte wil verlichten / en des Mutheurs ſin en gemoed recht in het inwendi ge Principium laaten erkennen : daar beneffens ooh alletijdelijke en eeuwige Welbaart berleenen . Gorlitz, datum ut ſupra.

J. B. Den XI. Send - brief. Aan den Heer PAULUS

KA Y

M.

van den 18 November 1620 OnsHeyl, in Chrifto Ieſu . 1. E Erwaarde Hoog-gcachte Heen,beminde Bades / heb ih ontfangen / en in 't felbe Weederom bernoomen uw ontſteeken gemoed in uw voozhebbende en ſterke ingenoomene Studie ; daar neebeng ook de angſtlijke begeerte naa 't licht ban dewaare erkentenis des fel ben : en dan ten derden / den grooten dozft naa de fontepne Chriſti/ in de welke het gemoet gelaaft / berquikt/ verſacht / en bebreedigt wozd : naades maalik dan niet wepniger aan mijneBoederen / in de liefde Chrifti 7 eenen ſchuldenaar ben 30 zal iku / in de felbe liefde/ meededeelen / wat ik erkenne en mp

( a) De drie Pri ; cipia. (b ) Het driveudlig ksessn .


Send- brieven den 11. Br. 83 mp gegeeben is ; dewpl uw begeerte ſullieook berepſt. 2. Chriſtus regt : Ikben den Wijnſtok / gp zit de Bancken ; wie inmy blyft / die zalveel bzuchten boozt bzengen / want ſonder mp , en kont gp niets doen. Item / wie in mp blyft ende mijne woozden in hem / die dzaagt beel bzuchten . 3 ' Hier in lepot den ganſchen grond / en 't is de eenige wortel tot de Fontepn / upt de welke het Gods Delijke berftand bloept; daar en is / tot de waare en rechte erkentenis in de wijshepd Gods / geenen an : deren grond ; daar en helpt geen ander ſocken / ftu deerenofte naaborffen ; wanteen pder geeft doofoelit alleenelijk ſijn epgen diepte / en dat geene waar in hp fich ontſteekt: En ális 'tſchoon dathy in ſijn ontſtees king ſoekt / ebenwelen bind hp niet meer dan het boozbeeld des dings / gelijk een ſc aduweofdoom : het Weeren en kan hp niet beſchoha uwen /Want/ indien beſ chouwen Wil/ foo moet hy in't dat hp het Weeren Weeren zijn / en het Weeren in hem / op dat hp 't ſelbe ontfankelijkzp / ende ſelfs in 'tWeeſen mag ſien. 4. Maar dewpl het nu is/ dat wp de Goddelijke Wefenthepd / in Adam / afgeſturben / en gelijk als blind en bzeemdgewonden zijn / foo en is in onsgeen epgen bermoogen ; wp en weeten / in ons beznuft / niets ban God dan alleenlijk de Hiſtorie fin bracht en voelen bp niet / en wp en ſien ſijn licht niet ; 't en 3p dan datwp omkeeren / en wozden gelijk de kinde ren / die niets en weeten ; die hen laaten voeden en regeeren : en gelijk een kind opſijn moeder ſiet / en ſich na haar nepgt / die 't ook geneert en optreht; als Yoo moet het uptwendige bemuftgeblind / neergeſiaa gen / en gedempt wozden : En de begeertemoet ſich in de genaade en Liefde Gods inwerpen ; den tees genftrpd van't uptwendige beznuft niets achten ; ' t welk ſegt/'ten is niet waar, God is berre/ gp moet bem


Tbeofopbiſ

den 11. Br. obe hem met uld ſinnen begéppen / gp moet naa ſijn boft le onderſoeken / hoe hp fich geopenbaart heeft / alſoo en niet anders wil hp erkent zön. 5. Zo oozdeelt het uptwendige Hiſtoorire Sterres bernuft; 't welk ook de gantſe Waereld regeert;tot op een klepn hoophenna der kinderen Bods. Chai ſtus ſpzak : Opmoet in mp blpben : want fonder mp en kond gp niets doen / ban God niets weeten / niets waarachtigs onderſoeken ; want wie tot mp komt den felben en zal ik niet uptſtooten ; in mp zult op veel bzugten vooztbzengen . Dufoo waft doch een pder tak op fönboom /en heeft des booms (ap / kracht en epgenſchap / en bzengt bzucht naa de epgenſchap des booms. 6. Doomoet nu een peder / die daar wil ban God geleert zün / en Goddelijke erhentenis Hebben /in den boom / in den Welken ons God / dooz de Weederges boozte / heeft geplant / ftaan ; hp moet des ſelben booms fap en kracht hebben ; anders bzengthp bzeem de wilde vruchten , die den ſmaak deg goeden booms niet en hebben : wop moeten wozden gelijk als een kind / 'twelk niets en berftaat , maar alleenlijk fijn Moeder kent/ en naa de relbe berlangt : Wp moeten bande nieuwe melk / Ser Renswonding Chrifti / dzinken / dat wop fijn Vlees en Geeft deelachtig wozden ; fyn brachten ſap moet onſekracht en fap wozden ; wy moeten Gods kinderen wozden / in's Goddelijke eten en Drinken . 7. Nicodemus ſpzak : Hoe kan dat toegaan / dac een mens in fijnen ouderdom / Weederom geboozen kan wozden 9a / liebeNicodemus / endeliefupta wendigbernuft : hoe kon het toegaan / dat Adam (daar hy een volkoome beeldenis Gods was ) in fün volhoomenhepd berdurf en aards wierd geſchiede 't ſelve niet dooz imaginatie / dat hp lön ſucht en luft in't 84

!


1 77

Send - brieven . upt gef wendige ternte en't Elementiſe Kijk 85 in ' t in voerde daar bp dan ook van ſtonden aan / in fijn begeerte / luft / en inbeelding /bebzucht / en aards wierd : daar van hp inden flaap bande uptwendige den ri.Br.

Magia biel. 8., Hiſoo gaat het ookmet deWeedergebooztetoe : door de imaginatie en ernftelijke begeerte / wogs den wp der Godhepd weederom ſwanger / en ontfan gen het nieuwe Lighaam in't oude : het nieuwe en bermengt ſich niet met het oude ; gelijk het Goud in den ſteeneen ſeer veel ander ding is / 't heeft ook ees and geef eren nen t en Tinctuur dan het groobe in den fteen ; alfoo is den Nieuwen mens ook in den ou den ; ben grooben ſteen en weet niets ban't Goud ; al foo en weet den Aardren adam / ook niets banden Goddelijken Heemelſen Adam . 9. Daarom is den ſtrijd inden mens ; en den mens is fich felfs weederwaardig : den Harden Adam wil ſien / boelen / en ſmaaken ; doch / hp onts fangt niet anders dan een ſtraal en boozbeeldbanden inwendigen mens : dat hp romwijlen / wel iets ſmaakt, doch nfet Efentialis ,maar gelijk als het licht der Sonne de dzoebige dupfternig berfiind / dathet ſchijnt gelijk of daar geen dupffernis meer en was ; en daar echter de dupfternis in'tlicht waarachtig bers boggen blijft / ' t welk openbaar wozd warmeer het Iicht der Sonne wijkt. 10. ulſo berfiind den Rieuwen meng / in Goddes lijke kracht/ meenigmaalden ouden / dat den oudert meent / dat hp de Godhepd heeft begreepen ; doch byen is des felfs Efients daar in niet ontfankelijk ; maar de Geeft Gods doodgaat den ouden / upt den Nieuwen ; en wanneer den ſelben Weederom in fija Myfterium treedt / foo en weet den ouden niet wat hein geſchied is ; Up ſoekt weegen tot God / onder 17. roekt


86

Theoſophiſche

den is.Br.

foelit naa 't voorneemen en naa de Wille Gods / en vindt niet anders dan verdichtfel en meeningen ; pbert in ſijne meening / ende en weetniet wat hp doet; Hp en bindt de woztel niet ; want hy en is de ſelbe ntet batſaam noch waardig ; dat bewöft fijn ſterben en vergaan . II . Maar den Nieuwen Mens ; den Welken in een ernſtig willen en voorneemen / d007 imaginatie ont ſtaat / die blijft in deruſte Chrifti / in denboom ( den welken God de Vaader dooz fijn beweeging / doen hr ſich ten tweedemaal beweegde / naa ſijn Derte / in de menſelijke ziele plantede) ſtaan / en groent in't leeben Gods : hp waſt inde kracht en in't ſap bande Weefenthepdt Gods / in Gods Liefde , den ſelben ontfangt Goddelijke erkentenis en weetenſchap ; niet naa de maat ban den uptwendigen wille / wat den uptwendigen weeten wil ; maar / naa demaat ban den inwendigen Heemel. 12. Den inwendigen beemel teekt den uptwendigen aan / dat het berftand hetuptwendige begrppt en bers ſtaat ; wantmet deuptwendige waereld / heeft ſich God (die daar is een Geeft en ook een Weefen ) in een gelijkenis geopenbaart/op dat de Geeſt ſich in'tWees fen mag ſten ; en niet alleen dat m / aar dat ook de Cre atuur Gods Weſen in de figuur ſchouween erkenne : want geen Creatuur en kan / bupten ſich ſelfs / het Meeren Guds beſchouwen . 13. De Geeft beſchouwtGodt in't Weeren en in den glans ban be majeſteit ; en dat aan ſich en fins gelijken ;want God is felfs de Geeft vanalleweefen / doch berftaat den Heemèlichen , wanneer wop de God Telijke Creatuur fien / roolien wop een beeld upt het maceſen Gods ; en wanneer wp des felfs willen en doen ſien / lo ſien wy Gods willen en doen . 14. Mlfo is ooh den Rieuwen Mens upt God ges boos


den 11. Br.

Send -brieven .

87 .

boozen / 'tgeen den ſelben wil en doet / dat is Gods Willen en doen ; des felfs weeten is Gods weeten ; want wp en weeten niets van Godt / fonder Gods Geeft : het uptwendige en kan't inwendige niet bes fchouwen / maar 30 't inwendigehet uptwendige met eenen blik in ſich trekt / ſoo berijkt het uptwens dige den ſpiegel ban't inwendige ; tot een aanwijſing dat de uptwendige waereld upt de inwendige onta ſtaat / en dat onſewerken ons in 't Myfterium zullen naabolgen / en door de ſchepding van Gods oozdeel door 't buur van 't Principium , in't eeuwige geſtelt wozden : Tot welken epnde / Godt de Engelen en Menfſen heeft geſchaapen ; naamentlįjh /tot een wona Derdaad /op dat de wijshepd ban de Goddelijkekracht verſchijne 7 en dat God ſich beſchouwe in de beelde niffen bande Creaturen / en in ſich ſelfs / met het geſchaapene upt fijn Wishepo i ſin bzeugde beba be 15. Miſoo / mijn beminde Heer en Bzoeder / neemt het iny niet quaalijk af / dat ik ſcherp met u ſpreeke: op beklaagt u dat gp de Goddelijke verborgenthepd niet doozgaans en kunt batten en behouden ; ſegt daar neeben /dat gp meenigmaal in het felveeen blik vekomt; ook /dat mijneſchriften uſwaar ſön om te berftaan . 16. Ik zal't u (naadat ik van God machtheb ont fangen ) berklaaren hoe het weefenbanuw berboga genthepd3P ; 'twelk op ſelfs teegenwoozdig niet beca Ftaan kont. 17. Opmeent en wilt 't ſelbe gaern in een geduuz rig begrip behouden ; den ſelben wille is ban de upta wendigewaereld / die wilde de Godhepd gaern ont fanhelök en van de pdelbepd ontſlaagen zön /doch dat en kan nietweeren , maar de geeft van de uptwendige Waereld moet in geduurige angſt en in't ſoek n ftaan ;


88

Theoſophiſche

den i i. Br.

ftaan ; want in't ſoeken bindhp de wonderen van fijn Magia , naamenilija / het voozbeeld ban de inwen dige waereld . 18.Want God en beweegt ſichniet geduuriglila / maar / het ſuchten en het beangſtigenvan de Crea tuur beweegt het Myſterium ; op dat gefocht en gea bonden mach wozden het Beeld ban de Goddelyke Wijshepd : derhalben gebied ons Chriftus/ te ſoe ken en aan te kloppenſ en belooft ons nozder / de Maerle ofhet Clepnood / in't foeken tegeeben : De uptwendige waereld is ook Gods / en upt Godt ; en den mens is daarom in de uptwendige Waereld geſchaapen / dat hy de uptwendige figuur / in de in vendige inboere , dat hp het epnde in den aanbang zenge. 19. Hoe den mens ſich meerder naa Godt upts ftrekt / en naa hem haakt en ſtreeft / hoe meerder hp upt het epnde in den aanvang boert ; niet alleenlijk tot Bods wonder / maar ook tot fin epgen ſelfs bou wing ; want het tacrken aan den boom / dozit ge duurtg naa des booms kracht en ſap / en beangſtigt fich naa den boom / en trekt den ſelben in ſich ; doch boed ſich daar meede felfs op / dat'tfelbe een grooten tak in den boom word : alſoo trekt het angſteljkefoe ken in 't menſelijke Myfterium , het röke Gods ook in fich ; daar Chriſtus van ſept; het Heemelrjk lidt geweld en die geweld doen / trelihen't reibe tot fieh. 20. den Effents die niets aan ſich en trekt / en kan geen Lighaam opboeden / maar berhongert ſelfs ; gelijk men ſiet/ hoe't buur bande haars / het bet in fich trekt/ en verfiind het felbe in ſicu ; en't geeft echa ter /upi het verſlondene / het ſchijnende licht. 21. alfoo is ' t ook met den mens : hp is met fijn eerſte Goddelike Weefenthepd / in de dupfternis des doods


den 11.Br.

Send.brieven .

89 doods ingeflosten ; de felbe heeft Godt booz de Zies len / in Chrifto / weeder opengeflooten : Puſoo is de erme gevangene ziele/'t felbe hongerige Magiſe puur / die trekt / uptde menswozding Chriſtt/ de openges flootene weefenthepd Gods weederom in ſich ; eet alſoo Gods Deeren / trelat dat in fich7 en geeft iipt 't relbe intrekken of berteeren /een lighaam deslichte; 'twelk de Godhepd gelijhfozmig ofte batzaam is : alfoo wozd de eſme ztel met een licht lighaam be kleedt / geljl als het vuur in de haars ende in't lighaam deslichts bind ſpruft ; maar inde dupfternis van deere Waereld heeft ſp angſt. 22. maar naademaal't dan nu is , dat ſy gaar / met Adam / het aardſe Beeld heeft aangetoogen / foo moet ſpit felbe dzaagen ; gelijk het vuur ban de kaars uptde dupftere kaars moet bzanden : tndien bat fp met # dam / in Gods Weefen was gebleeben / enhet aardſe Beeld niet enhad aangetoogen / foo en behoefde P'tfelbe niet te dzaagen ; nu dzaagt fp dat upt plicht : Dant Paulus fegt aan wien gp u tot knecht begeeft 7 in gehoorſaanhepd diens knecht zijt gy ; het zp aan defonde / ten dood / ofaan de gehooza ſaamhepd Gods / tot gerechtighepd . 23. Heeft de ziel Het aardſe Beeld aangetoogen ('t welk niet anders dan bzucht ten doode werkt) en ſich aan de ronde tot kinecht overgegeeben / zo is fpal leen des doods ender fonden knecht : Waaromis fp beluft naa eenen bzeemden Heer die ober haar heerft? indien datſy't hind was gebleeben / en ſich niet had laaten geluften van den boom der kennifre des goeds en quaads te gelijk / foo en had fp niet beſjoeben bepde de Regimenten te dzaagen : maar / naabemaal ſp wilde zijn als Godt in liefde en Toom is / naa bepa de de Principien der eeuwighepd / foo dzaagt fp nu dok bepde de beeldeniffen en machi ; enſ moet het buur


go

Theofopbiſche

den 11.Br.

buurbranden / tot aan den dag der fehepding/ dulden 24. Daarom is't genaamt/ een krupobzaagen ; want /Wanneer het Magiſe vuur ontſtaat / 30 maakt ' tfelbe in de ontſteeking een krupsgeboozte / en de ees ne geftalte van de natuur quetſt doozgaans de andere; dat is / de eeneis de andere weederwaardig ; gelijk ſoet teegens ſuur / wrang teegens bitter / en buur / teegens die alle. 25. Indien dat de ziele het lighaam des lichts alleen had laaten Heer zijn / en in het uptwendige rpk ban deere waereld (dat is 7 in den geeft bande groote waereld / in de Sterren en Elementen ) niet en had geimagineert / noch de Aardre bzucht ſich laaten ges luften 7 300 zoude de grimmigheyd in haar zön ges weeft gelijk als verfionden / daar en zoude geen geboel ban de felbe zijn geweeſt ; maar naabemaal ſp upt de ſachrinoedighepd des lichts en upt de Liefde Gods is tiptgegaan / foo boelt ( p nude grimmighepd ban de eeuwige natuur . 26. Alzo moet ſy weederom tothet licht arbepden / dat fp't felbe Weederom berepcke : en daarom ſtaat het menſelijke leeben in zodaanige angſt / in ſmertes lül foeken in geduurige onthouding : Het begeert doozgaans weederom de Goddelijke ruſte ; maar word van de grimmighepd der natuur gehouden . 27. Hoe meer het leeben begeert van de grimmig Hepd te blieden / hoe den ſtrijd heftiger in't leeben wozd : behalben'tgeene watde Dupvel in fijn neft opblaaft en inboert dooz fijne bergiftige incantatic, en Magiſe inbeelding en invoering : bp ſtelt de er me Ziele het Magiſe Beeld van de bergiftige Slange geduurig booz/ op dat de zelbedaar in zoude . imagineeren , en ſich / in des felfs bergif/ ontſteeken : 't welk dan ook daagelijkr geſchied ; alfoo wozd dan het buur der zielen / een boos bergiftig-bzandent Twaabel-buur . 28.Doch


Send- brieven . gi 28. Doch indien dat de ziele van derSlangen beels denis des Dupbels uptgaat / en den booſen aardſen boom (zöjnde hoovaardigheyd / gierighepd ) nijd / toon / en balshepd ) berwerpt/ en daarnaa niet bes luft is , maar haar / in deere figuur / maakt gelijk als of ſy dood was / of dat jy daarniets van en wiſt / de booſeluſt ſelfs van ſich werpt / en begeertalleenlijk de Liefde Gods / fich aanGod in gehoorſaamhepu overgeeft / in ſijn willen en doen / dat hp haarwillen en doen zp / 30 begint het Goddelike licht in haar te ſchijnen / ende bekomt een oog van 't rechte ſien / dat ſp haar erge natuurlijke geſtalte ſien kan ; alsdan treedt ſp in de eenboudige ootmoedighepo : V en wil niets / begeert ook ntes ; maar werpt ſich in Haar Moeders ſchoot / gelijk een jong kind 't welk niet anders en begeert dan fün Moederſen ſich naa de ſelbe nepgt ; alle konſt / bernuftighepd / en beel wees tenſchap en acht fp niets ; en al iſt ſchoon dat ſy veel weet / cebenwel en verheft ſy haar niet in 't felbe wees ten /maar laat haare Moeders geeft / in haar zin / het weeten / willen / en doen . 29. Il ſegge / na mijn erkentenis / dat de Dupa bel / in de kracht van Gods Toom / dit Eedele zieles tarken / geduurig naa de Woztel (chiet/ dat ist naa de geſtalte tot het buur -leeben in 't eerfte Principium , en wil den fedelen tak ſteeds verderben ; hp ſchiet fijn booſe bergift -ſtraalen geduurig de ziele in haar Magiſe puur 7 doodboore luft en gedachten ; en geeft aan't buurr der zielen bzeemdematerie tot viet ban . den / op dat ſy doch niet en zoude tot een ſchönend licht kooinen ; hp dempt en verhindert het/ op datfijn rijk niet en zoude bekent wozden : Daar teegens ver Weert ſich het Eedele tarken / en 't wil den grimmia gen dupfteren quaal niet : hetſchiet op / en groent upt/ gelijk een tah üpt de wilde aarde ; doch de Dupbel flaat den u.Br.


92

Theofopbiſche

den 11. Br .

ſlaat geduurig op het felve toe. 30. Ende daarom /mijn beininde Heer en Vriend / is'er een zoodaanigen ſtrijd in den mens / en daarom ſiet hp romwijlen het Goddeläkelicht/ als in een ſpies gel ; behomt ook ſomtijds een volkoomen aanblik ; want zoo lang het tacken der zielen ſich teegens het bergif des Dupbels han berweeren / zo lang heeft ſy het ſchijnende licht : Want w / anneer hetMagiſe buur der zielen / Goddelijke Weefenthepd (dat is / Gods Tighaam / Chriſti Dices ) ontfangt / joogaat de Heplige Geeft / oogenblikkelijk / gelijk een Tai uinph / in de ziele / op en upt / gelijk als hy upt God de Baader 7 door het woord ofte mont des Boons ( dat is / upt het Werte ban't Hopiige Dziegetal) upts gaat upt het Goddelijke Weefen ; alzoo ook / lipt fjet Weeſen ban'ı Cedele eelp -tarken / 't geen upt het buur der zielen uptwaft ; 't welk het rechte Beeld Gods is want het is ten nieuw - geboozen geeft der zielen / den geeft des Willens Gods ; den bzuid -Waas gen banden Hepligen Geeft daar hp op baartin Ter narium Sanctum in de Engelſe waereld : ende met dit boobengenoemde tarken of Beeld / zijn wop ( in Chrifto ) bupten deere waereld / in de Engelſche Waereld ; daar den ouden Adam niets van en weet / en't ſelbeook niet en kent : gelijk den grooben ſteen het Goud niet en kent ; 't welk echter in hem waft. De Poorte van de waare erkentenis van's dricvoudig lecven . 31. Den mens is de waare gelijkenfs naa Godt gelijk ſulkr den dierbaaren Moyfes betupgt ; niet alleenlijk een Aards Beeld om welkers -wille / Godt geen mens zoude zijn gewozden / en ſijn Werte en Geeft / naa den bal / in 't felbe verdiept en berees nigt hebben) maar / fp is / oozfyzonheljk / upt het. Wees


den 1 1.Br.

Send -brieven .

93

eeren aller Weeren / upt alle de date waerelden :na mentlijk / uptde alderinwendigſte natuur -waereld ; die ook het alderuptwendigfte is / en de dupftere Waereld genaamt wozd ; upt de welke het Princi piumvan de buurende natuur ontſtaat ; gelijk in mijn boek van't drievoudige leeven is verklaart geworden : En dan ten tweeden / is hp upt de lichte / of Engelſe waereld / upt het waare Weeſen Gods : en dan ten derden / is hpupt Beere uptwendige Sonnel Sterce / en Elementiſe Waereid ; een gants Beeld na Godt / uit het Meeren aller Weeren . 32. Sijn eerſteBeeldents ſtond in't Paradijs / in de Engelſe waereld ; doch hpliet ſich geluſten na de uptwendige waereld ( dat is / de ſtezren en Elements Waereld de ) felbe heeft het Cedele Beeld van den in wendigen Heemel in haar berfionden en berdekt ; en heerft nu in't eeben - beeld als in fijn epgendom : daarom is'tgenaamt: gp moet nieuw geboozen wozs den / of en lont het rijke Gods niet ſien . 33. En daarom is het woozd / ofte Herte Gods / In de menffelijke Effets ingegaan , dat wp met onſe ziele weederom eenen nieuwen tak of Beeld / in de kracht ban't woozd of herte Gods / uit onſe ziele honnen baaren ; die den eerften gelöl is . 34. Ende daarom moet den ouden rompberrotten en bergaan ; want / hp en is niet bequaam in 'trp he Gods : hy voert maar fijn Myfterium in fijnen eerften aanvang zijnde fine wonderen en werken ; berftaat /in de Éffents ban 't eerſtePrincipium 't wella onfterffelijk ende onvergankelijk is , zijnde het Ma giſezielen -buur : En nietalleen dit / maar hp moet ook het epnde in den aanvang invoeren en bcreenigenz want de uptwendige waereld is utt de inwendige uptgeboozen / en in een taftelijk weefen geſchaapen gemozden ; des felfs wonderen behooren in den aan nang ;


den 11. Br. Theoſopbiſebe 94 bang ; want de felbe zijn in de wijshepd Gods (dat is / in de Goddelijke Magia) ban eeuwighepd bekent gewozden : wel niet in 'tweefent maar in den ſpies gel van de Jongbrouwelijke Wijshepd Gods , uit de welke de eeuwige natuur / geduurig van eeuwighepo ontſtaat. 35. Ende tot dien epnde / ſtaat de erme ziele in 't gebangenhups ban't rijk der ſterren enClementen /op dat ſp eenen arbepder foude zijn / en de wonderen van de uptwendige natuur/ Weederom met de lichte Waes reld bereenigen / en in den aanvang invoeren : alig 'tſchoon dat ſp haar nu moet laaten quetſen en duha ken / en veel löden ; ebenwel is ſy doch den knecht in den Wön -berg Gods / die den koftelijken wijn be repd / die in 't rijke Gods wozd gedzonchen : fp is de eenige oozſaal des verſtands / dat de begeerte in't Myſterium arbepd en de verbozgene wonderen Gods openbaart en boozebzengt ; gelih men ſulkr voo200 gen ſiet/ hoe den mens alle wonderen vande natuur / onderfoelt en oopent. 36. Derhalben en moeten wp ons niet ontſetten / wanneer het Cedele Beeld meenigmaal word over dekt / dat wp geen berquikking / noch trooſtkonnen bekoomen ; maar wp moeten weeten dat de erme ziele alsdan in den Wijn -berg is geſtelt gewozden / dat fp zoude arbepden / en bjucht op den dis Gods dzaas gen : Haar is alsdan een tak ofte rank banden wils den Wijn - ſtok gegeeven gewozden / de felbe moet ſp berepden / bouwen / en in't Goddelijke Heemelſche Myſterium inplanten i fy moet futár methet rijke Gods bereenigen ; ' t feibe is aldus te berftaan . 37. Gelijk als een boomken geplant wozd : 't felbe arbepd zolang tot dat het tacken en daarnaa bzuchten booztbrengt . Alſoo moet den tak der zielen (diewel in een dupfter dal ſtaat overdekt) geduurig Arbepden / dat


den 1.Br.

Send -brieven .

95 dat hy tot een bzucht mach kooment ; dat is / de ces dele en ſchoone eckentenis Gods / wanneer de relbein hem is gewaffen / dat de ziele Godt kent / alsdan geeft j haare ſchoone vzuchten ; 't felve zijn / goede ſeeringen / werken en deugden ; ſp boert tot hetrij ke Gods / ( p helpt het rphe Gods planten en bous wen ; en alsdan is fp eenen rechten ärbepder in den Din - berg Chriſti. 38. Ende dit is't daar ik van leere / ſchipbe / en Ipzeebe / dat't ſelbe in mp is geweeft / anders en wiſt ik daar niets ban : ik en hebt uit geen biftorien te ſaamengeraapt / en alſoo meeningen gemaakt / ge lijk de Baabelfeſchool doet / daar men om woozden en ineeningen twift : ik hebbe/ dooz de genaade Gods 1 ſelfslepgen oogen bekoomen / en kan / in my ſelfs in den Wijn - berg Chriftt / arbepden . 39. Ik ſegge 'tbep oopentlijk dat alles wat upt waan en meeningen /te ſaamen wozu gelapt (daar den mens ſelfs geene Goddelikeerhentenis in en heeft / daar concluſien over / en uptgemaakt wozden )'t rel be is Baabcl / een hoererp , want / dimcken en moet het niet doen / ook geen waan / maar erkenteniffe in den bepligen Geeft. 40. De kinderen Gods hebben geſprooken / ges dzeeben zijnde banden gepligen Beeſt : ſphebben beet en meenigerley boomen geplant ; doch lp ſtaan al t'ſaamen op een eenige woztel; de relbe is den inwen digen Heemel : niemand en kan die binden / ten 3p dan dat hp op de felbe woztel ſtaat ; daarom en kan den uptwendigen heemel be ſelbe niet vinden of dooz konft berklaaren . En de woozden ban de kinderent Gods / blypen booz den Hardſen mens / een verboz gen Myfterium : en al is 't dat ſy meenen / dat fp de ſelbe verſtaan / zoo en hebben ſp doch niets meer daar bandan eenenſchijn . 41. Ges


96

Theofopbifcbe

den 11.Br.

48. Gelijk men teegenwoozdig twiſt om Chrifti : woozd / leer en eer / en omden wille Gods ftrijd / hoe Godt moetdienen ; daar Updoch met geen mees men ningen wozd gedient ; maar in den Geert en inde Waarhepd dient men God : 'ten is daar niet in geleegen wat booz Ceremonien en manteren dat iemand gebzupkt: een ieder arbepd in ſijne werken en gaaben uit fijn conſtellatie en epgenſchap / doch ar t ſamen uit eenen eenigen Geeft gedgeebenen geboert: anders zoude Godt epndelijk enmeetelijk zijn / wan neer de gaaben eenderlep waaren ; maar hy is een enkel Wonder ; wie Hem begrypt/ die wandeliin ſp newonderen om. 42. Sulke ſig ik u trouwhertig / uit een rechten Chriſtelijken pber / uit mijn fontepn - gaaben ener kentenis ; bidde en vermaane / Wilt't ſelde met een recht gemoed berftaan ; gelijk ' t gemeent wozd : il en werp mp niet op / maar ik ſpzeek bloederlijk tot uw gemoed / om ute berwecken , en dan te trooften / dat gp het jok Chrifti / uniet en laatdunken te waar te zijn , wanneer den liptwendigen mens / den ins wendigen meenigmaal bedekt/ dat de erme ziele om Hare beeldenis treurt ; dewelke doch niet anders dan in berdzukking en wozu geloutert ende rechtgeboos ren . 43. Het en gaat mp / en een ieder Chriften niet anders ; laat u't felbe niet berwonderen : Hetis ſeer goed / wanneer de erine ziele in den ſtröd is / beel beetendan wanneer fpin't gebangenhups / een hups chelaar is : daar ſtaatgeſchreeven ; diegeene die Godt Itef hebben / moeten alle dingen ten beſten dienen : Wanneer den ſtrijd der zielen aangaat/ dat fp Godt gaern wilde aanſchouwen / en niet altijd en han / foo weet , dat fpomden Eedele Kidder -kroon ftrjdt; daar den uptwendigen mens niets van en weet ; jaa de


den 1 i Br.

Send brieven

97 deGeeftGods ſtrijt in de natmırlijke ziet/ om't obera natuurlijkie / op dat hp de Creatuur / in God inboere. 44. hy wilde ztele geduurig gaernmet de Eedete Beeldenis hroonen ; wanneer hem het blinde bera nuft / maar rupmte llet / en't berſtand liet meede arbepden : mop moeten arbepden / en teegen het upts Wendige vernuft / boli teegen vlees en bloed / als meede teegen de ingeebingen des Dupvels / ſtrijdens defelbegeduurig verbreeken en wegwerpen / de booſe gedachten en inbloejingen weeren , ende in Gods barmhertigheyd / met bidden en tot hem tefmeeken / ſich ſterk inkeeren : A1300 word het Eedelemofterta ſaadje geſaapt ; 't welk / 300 wanneer ' t bewaart wo2b / daar naa groot waſt / gelijlt een boom , en oto den ſelben boom /waffen daar naa/ de bruchten ban ? Paradps : van deWelke de ziele eet/wanneer ſy ban't Tijke Gods wil pzopheteeren en fpreeken / 30 wanneer fp de Goddelijke Magiam beſchouwt/aldaarſy van de wonderen Gods ſpreekt : IDant het weefen Gods en is niet als een afdeelig peefen / 't welk plaats of ſteede ban noode heeft ; maar het vliegt in den Seeft des berftands / gelijk den glans der Sonne in de lucht ; Het ſchiet in de Beeldenis / gelijk een blirem / daar hetgantſe lighaam meeniginaal van aangeſtega hen en berlicht wozdt:

45. Daarom weet dat wp / hier in dit leeben / arbepders 1 en geen leedig -gangers zijn : want de geboorte des leebeng / is een geduurigen ſtrijd en aks bepd ; hoe wp in den Wijn - berg Gods meer zullen arbepden /Hoe wp meerder bzuchten zullen bekoomen / en eeuwig genteter ; ende het ſtrekt tot ons epgen felfs bouwing; want onſen arbepd blyft in ons Myſterium , tot Gods wonderen / en tot ong epgenſelfs geuwige roemen gere1 ftaan : gelijk in mijne andere ſchriften wijdloopig is verhaalt. 46. Best


Theoſophiſchi

den 11. Br .

46. Belangende den Sabbath in deere waereld-/ banden welken gp geſchzeeben hebt/ en noch in die felbe meening zijt/ daar van en is mp niets gegeeben gewozden te erkennen ; ik en weet ook niet hoe in't quaalhups der Sterren en Clementen / een volkoa men Weeren zoude konnen zijn ; ik en hebbe daar/in't Myſterium , geen bevinding ban : ngademaal den eerſten mens niet en konde beſtaan / doen den Hees melfren Gouverneur in hen heerfte (maar / wierd ban trök der Stercen en Elementen soverweldigt) 300 zoude ſulkr perpkel zijn : Wanneer men de moas gelijkhepd en deonimoogelijkheyd in't Myſterium be tracht / 300 ſchijnt het / als of in den angſtelijken ſpiegelban't GoddelijkeWeefen / geen Sabbath en zou konnen zijn , want de Dupbel is een bozft ban deere waereld : ſchoon lip dan durend Jaar in de dupftere Waereld zou gebonden zijn / 300 heerffen doch de grimmige Sterren in deeſeWaereld / en hits te en koude ; ende in deere waereld en is niet anders dan een jammer -dal. 47. Daar zoude ons het regiment der Sterren niet roeren / 300 en zouden wop niet in deeſe Waereld / maar in 't Paradps zijn :aldaar en zoude geen God . loofemeer teegens onsſtrijden / ofte ons ſien , want in 't Paradys zön wp in Godt berſlonden : 300 wep nig als wp /met onſe aardſe oogen / de Engelen ſien / 300 wepnig zal ook een Godlooſen van deere PDaereld / een nieuw mens in Chriſto ſien . 48. Danneer wp maar den nieuwen mens in Chriſto vekoomenſ 300 zijn wp (naarden ſelben ) al reeds in den Sabbath / en wachten alleenlijk op de ontbinding van ' t boore aardſe leeven : Wantwp $ zijn / met Chrifto / in Godt ; wp zijn /met hem / in fijnen dood geplant; zijn in hem begraaven ; ſtaan / met den nieuwen mens / met hem ; upt den graabe OP ;


-

den II . Br.

Send - brieven .

99

op ; en leeven eeuwig in jou weefen ; berſtaat / in delighaamelijkhepu : wp gön met / en in Chrifto / in Godt / en Godt in ong , Waar zullen wp dan Jab bath houden niet in dees waereld : maar / 'in de Engelfie Daereld / in de waereld des lichts . 49. Ofte / 300 de Godlooſen in deeſe waereld dupa fend Jaar zouden geplaagtwozden / 300 moſt den lom cus immers in de duyftere Waereld verrukt zün ; want in de Son -Waereld en is noch geene helffe quaal , maar wanneer de Sonne weg was , dan ziu ' t zijn ;00h 300 zouden de Godloofen noch wpd van de regibaardige zijn geſchepden ; en daar zoude een kloos beban een Principium tuffen zijn . 5o. Ook 300 en is Godt geen Godt ban't booſe /die daar wraake of quaal begeert / dat hp de Godloo alzoo / upt wraak / duprend Jaar booz't ozdeel / zoude willen quellen : den Godlooſen quelt fich felfst in ſijn leevens geboozte : de eene geftalte desleebens is bpand teegens de andere ; 't felve zal genoeg fijn hela ( che quaal zijn ; tot het welke Godt geen ſchuld en heeft. 51 , Hp en heeft ook den baldes menfſen nimmer meer gewilt : maar de grimmige natuur heeft over wonnen / ende den Heeft des Willens van den mens ( den welken bzp is / gelijk Godt ſelfs ) die heeft ſich ſelfs williginſtrijd begeeven ; in meening om tehêerf fen . 52. Vit hoobaardighepd biel de Dupbell / en ooli den mens waaren fp in de ootinoedigherd geblee "ven / 300 zoude Godt in hen zijn : fp zijn bepde ban Godtfelfs uptgegaan ; echter heeft Godt het men frent Beeld 300 hoog bemint/ dat hy ſelfs/ upt liefde wees derom in't menfſen Beeld is ingegaan ; wat zoude hp dan ſijn quaal begeeren ,

53.

Jn Godt en is geen booſe begeerte ; maar ſijn grima


Too

Theoſophiſche

den ii. Br.

grimmighepd (zönde dedupftere Waereld )is een be geerte ban't booke en verderben ; die heeft den Dups bel en den meng tot den bal gebzacht : de dupftere Maeveld / den Dupbel ; ende de uptwendige grim mige natuur / den mens : en zijn echter bepde7 nrét malkanderen berbonden ; 't welk men zoude ſienen boelen / wanneer de Sonnemaar upt deere Wäereld weg was. 54.Daarom regge ik noch : den rechtbaardigen Houd Dabbath inden fchoot Abrahams/in de ruſte Chriſti; Want Chriftusheeft ons de grimmighepd / die ons gebangen hield / verbzooken ; hp heeft het lees benopengerfooten / dat wp / in eenennieuwen mens/ hein / konnen groenen /bloepen / en ruſten : Maar ben ouden mens 7 van de Sterren en Clementen / moet in fijn ergen regiment bipben / in fim quaal hups / tot dat fip aan de Narde wordt gegeeben : als dan treedt alles weederom in fin Myſterium ; ende de ziele błpft in Baar Principium , tot aan 't Oozdeel Gods : daar Godt ſich noch eens galbeweegen / en Het Myſterium aanſteeken ; als dan fchepd een pder ding fich felfs / in ſijn epgenſchap : een puer maes reld zalhet haare inoogſtenſ het zp quaad of goed Het salfich fchepden / geljli licht en dupfternig . 55. Oberfülls bermaaneflugeheel bzoederlijlten Chaſtelijk / wilt doch toeſient / dat gp den Sabbatlj/ in derurte Chaifti / bereplit / enuntet en laat bewee : gen van de ontſteeking des Beeſtes , maar fpektin't licht vande natuur / ofgp 't felbe mnogt grondeeren : bp aldien dåt ap't' felbe in 'tlichtvan de ceriwige na tuur kont grandeeren en berepken / zoo moogt gp mel booztbaaren ; doch / telt 't reibe ons ook aan den dag / dat wpſulksſteh : nders en kan ons gemoed dadu miet-opruten ;-tengp dan dat hetden grond vind. 56. ' t nlagt ſich ool / met de fchziftent / die ees nig


101) den 11.Br. Sond -brieven . nigſins daar toe mochten aangetoogen worden / niet bewijfen : derelbe toonen ook het teegendeel , en kons nen geheel wel anders wozden aangetoogen : indien gemoedficij ntet ti te iterdeen rufte Chriftien mijn haa ingewend / 300 zoud ' tku't ſelbe toonen / naa den aard bande teegenwoordige twift-waereld . 57. Apocalipſis is geeſtelik / en fteekt in't Myfte rium , het wil een hoog verlicht gemoedſen verſtand hebben / 't welk magt heeft in't Myfterium Gods In te grppen ; het ( pzeekat Magis ; daar behoozt ook een Magis berſtand toe; op deere Wöre en binde ik het Magis begrip niet / want het is een Hiftocris bes grip . 58. Die de Magia Heemels wil aangrypent die van dege moet de Heemelfre figliuren erkennen ftalte des inwendigen Wermels / zijnde het centrum , of leebenscirkel / baar alle Weerens ban ontftaan , daar deere waereld van geboozen is , maar zoo lip de felbe Magiſe lepdsman niet in ſich en heeft / dat hp die Deemelfie figuuren dan laat ſtaan , ofte Turbamag na heeft dan demagt / dat fy hem uyt de Goddelijhe Magia uptſpouwt. 59. Johannes den Euangelift (of die Apocalipfy heeft gefchzeeben ) heeft de figuuren van de Magia Gods erkent : hoewelhy ſelfsfept/ dat hp daar in gevoert / en het hem getoont is geworden , over ſulks zijnde ſelve figuuren in de Goddelijke magia bipben taan : en hoewel het is / dat fy felfs openbaarmoz den / evenwel behoort daar een zodaanigen magus toe /die ( a ) Thefaurinellam berſtaat : Dy moet alle de drp Principien verſtaan / met des ſelfs figuriren , als dan heeft hp magt ; anders valt fijn arbepd aan de Turba te hups , ſegge ik gants welmeenende. 60. 30 ( 1) De Hecmelſche jong-YouW .


V 102

Theofopbiſche

den II.Br.

60. Zoo't u gevalt / 300 leeſt mijn boek ban't Drievoudig-leeven recht/aldaar zult gp de wortelban de magia binden : boemel noch andere / beel bieper / onder handen zijn / eebeniwelWoude tk / dat gp'i fel bemocht berftaan : want ' t heeft gronds genoeg ; anders en kondt gp de andere niet begrijpen . 61. Gebalt het u / dan verder te onderſoeken / 300 kont gy derelbe geheelwel bekoomen : alleenlijk /moet daar ernſt bp zýn; anders bipben de ſelbe ſtom : Want den grond van defelbe / is hoog magis; gelijk het ber lichtgemoed wet zalbinden /ſoo 't fich daar in ſalvers ſinchen : Apocalipſy is daar geheel licht in te vers ſtaan ; en op geene andere aart en zal de felbe gants Wirſtaan wozden / dan upt het myſterium Gods : wie ſich in't relbe han berfincken / die bindt alles / wat hpmaar onderſoekt. 62. Volgens dien wilde ili gaern / dat gp uwe ontſteeking beproefde / op dat op mogt den boerder ban de inwendige Waereld erkennen ; en dan ooh den voerder van de uptwendige waereld ; dat de magiſe Schoole ban bepdede waerelden u mochten kennes lijk zijn / 300 zoude het Eedele gemoed / ban waan vzp zijn ; want in waan en is geen volkoomen hepd : De Geeft moet het myſterium ontfankeljk zijn / dat Gods Geeft / in ſijn fien / den boerder zp ; anders ſiet Hp alleenlijk in't uptwendige myſterium , naament lijk / inden uptwendigen Heemnel ban't geſternte / die ook het gemoed des menfren meeniginaal hef: tig ontſteekt en dröft / doch Hp en heeft de Goddelp : kemagiſe Schoole niet / dewelke alleenlik bloot in

een eenvoudig kinderlijkgemoed ſtaat. 63. Den uptwendigen boerder / arbepd en lichtet alleenlijk in den ſpiegel ; maarden inwendigen lich tet in 't Weeren ; 't welk hp niet doen hanſ 't en zp wan


Send - brieven. den 11. Br . 103 dan dat Gods Geeft hem boert : derhalben ſtaat die geene wel bp Godt die ban de Heemelfie Schoole wozd gegreepen / den ſelben wozd een magus, ſonder fijn hard loopen ; doch 300 hp ban Godt gegreepen is ; en ban den Hepligen Geeft gedgeeben wozd . 64. Daarom moet den mens ſich beproeben / ban Welken boerder hp gegreepenis : indien hp bebind / dat hy in fönſten / het Goddelijke licht heeft fchp nende / dat ( im boerderhem op den weg der waar Hepd tot liefde en gerechtigheyd / in de Heemelfie ſchoole inboert / dat hp föjn gemoed berſeekert en be veſtigt met een Goddeljke gewiſhepd ; 300 mag hp booztbaaren ': maar 30't is in waan en twyffel / en ebenwel in eene vuurige daybing / 300 is't den boer : der van deereWaereld "; den ſelben moet aa ſijn boor hebbende wille bepzoeft wozden / of hp Gods / of ſün epgen eer en roem ſoekty of hp ſich brp willig on der 't krups werpt / en alleenlik in den Wijn -berg Chriſti begeert te arbepden / en fijnen naaften ſoekt, i of hp Godt / ofbrood foekt: naa't felbe moet het ver ſtand hem oozdeelen / en brp laaten of verwerpen / en intoomen ; naa dat het de nood berepſt. 65. Sulks en heb ik u / als een broeder / niet willen berbergen / tot een Chriſtelijke bermaaning : en bid del wilt’trelbe niet anders aanneemen / dan wel meenende gelijk mijn ſchuldige plicht fullas boza dert ; naademaal ik / in Chriſto / op uw begeeren / in uw angſtelijk ſoekend gemoed / uwen ſchuldenaar ben ; gelijh het eene lidt het mdere : Belangende uwe feer Chriſtelijke preſentatie / erkenneik / en neeme fulls aan / in de liefde te zijn geſchied / gelijk het ees ne lid het andere / in den nood / te hulpe komt ; 't gal/ in de liefde / verſchuldigt worden . 66. 't Geen dan verder uw gemoed aanneemnelijk is , zal ik u / 300 beel mp Godtverleent/ niet ont

houa


104

Theoſophiſche

den 12 , Bri

houden : hier meede u / in deliefde Jeſu Chrifti be Veelende. Den naar des Heeren is eenen vaſten Burgt den rechtvaardigen loopt daar heen , ende wordt verhoogt. UE. Dienſt w . J. B. $

Den X II . Send -brief. Aan den Heer

KASPAR

LINDNER ,

Impoft -Meeſter tot Beuthen , Van den ro Mey 1621. De openeWell- Bzen in 'tbeete Jefu Chifti, zp onſe verquikking / en boere ons in ſich in / opdat wp in ſijn kracht leeben / ons in Hem berbeu , gen / beminnen / echemen / en in eenen eenigen Wils le treeden . 2. Eerwaardige feer wijſe beer / in de liefde en Menshepd eſuChriſti zeer geliefde biens : nego bens hertelijke wenſſing van Godt / inonſen Imma nyel ,tot lighaams en zielen welbaart/ geebe ih U € : te kennen / dat ik uwen bzief ontfangen / endaarin beritaan Heb / hoe ut : niet alleen een foeher / en liefhebber van 't Goddelijke Myfterium göt / maar ook allenthalben diergeiijke ſchriften blptig naas bozícht. 3. 't Welk mp ! miſn's deels / hoog verheugt / dat Godt zijn kinderen alſoo treht en boert ; gelök dan gefchzeeben ſtaat : diede Geeſt Øodsdrüftt de Tel:


den 12. Br.

Send -brieven .

105 ſelbe zijn Gods Hinderen : en gelijk ſich den tenen tak over den anderen berheugt / en hem ſin ſap en kracht geeft; alzoo ook de kinderen Gods in haaren boona Jeful Chrifto : 't welk mijn eenvoudigen Perſoon hoog berheugt / dat ons Godt / in ſijn Well- Bjon / als eenvoudige kinderen tot fich trekt/ tot de rechte bozften ban onſe moeder , datwp naa hem berlans gen / gelijk een kind naaſin Doeder . 4. Raademaaldan / mijn beminde Heer en 20es der in deliefde Chrifti / dat ik beſpeure / datgp naa de copene Fontepne turiſti / eenen dort hebt7 eu naa de genteting van uweBioederen bzaagt/ ende. in haar gelijk eentak in denboom / begeertte berfaas digen : 300 is 't mpaangenaam /mijn fap en Geeſt! in mijne ( aan mpban Bod gegeeven ) erkenteniffer mijne bzoederen en meedeleeden (zünde mijne meedes tacken in denboomJefu Chaſto ) mes te deelen , en mp in hen te berquilken / naumentlik in haar fap / kracht en geeft ;want ( ulks is een aangenaamefpp ſe booz mijn ziele / Wanneer ik berneeme hoe mijn meedetacken en leeden / in't Paradys Gods groep nen . 5. Doch ik wil u niet berbergen / den eenboudigen kinderweg / dieik in Chrifto 7 Wandele : want it enkan ban ing niets anders ſchepben / dan ban -eea kind 7 't welk niets en meet noch en verſtaat , ook moopt en heeft geleert/ dan alleenlyk watde Heerin mpweetenwil ; naa demaat 7 gelijk hpfich in me popenbaart. 6. Want ban't Goddelike myfterium iets te wees ten / enheb ik noopt begeert; beel weniger verſtaan Hoe ik’tmogt foeken ofbinden :iken wiſt daar ools Niets van ; gelijk den aart der leehen / in haare eens boudigheyd is :: il Tocht alleenlyk het Herte Leſu Chrifti/ ommp daar in te verbergen booz den grim

mi:


106

Theoſophiſche

den 1 2. Br.

migen Coon Gods /en voor de klaauwen des Dup bels : en bad Godt ernftelijk om fijnen Hepligen Geeſt en genaade / dat hpmp in hem wilde reegenen en boe ren / en dat van mpneemen / ' t geen mp ban hem wenède / en mp aan hem gants oobergeeben / op dat ik niet mijnen / maar lijnen wille leefde / ende hp my alleen boerde; en dat ik fijn kind in fijnen 500 ne DeſumChriſtum mogt zijn . 7. Infull mijn ſeer ernftelijk foeken en begeeren / (daar in ik machtige aanſtoot heb geleeden , maar nam voor eer het leeben daar aan te waagen / dan daar ban upt te gaan / en af te laaten / ) ismp de pooz te geoopent geworden / dat ik in een guartier uurs meer heb geſien en geweeten / dan ofik beel jaaren op een hooge Schoole was geweeſt : daar ik mp hoog ober verwonderde / wiſt niet wat mp was weeders baaren / en wende daar over mön herte in't lof Gods. 8. Want ik ſag en erkende het weefen aller wees fen / den grond en ongrond : Item de geboozte bande Heplige Driebuldighepd / het herkoomen en den 002ſpzong ban deere Daereld en aller Creatuuren / doozdeGoddelijkeWijshepd : ik erkende en ſag , in mp relfs / alle de dzie Waerelden : naamentlik / ten ( 1 ) de Goddeljke/ Engelſche / en Paradife : ent ten ( 2 ) de dupftere Waereld / zijnde den oorſprong ban de natuur tot het buur : en ten ( 3) de uptwendige enſichtbaare waereld ; naamentlijk / deſchepping en uptgeboogte / of gelijk een uptgeſpooken Weeren ript de beyde inwendige geeſtelijke waerelden : en ik ſag en erkende het gantfe Weeren in't quaade en goea de hoe 't een ban het andere ontſtaat ; en hoe de Moeder was die't baarde : 300 datik mp niet alleen hoog berwonderde / maar ook verheugde. 9. Ende ?t blelmp ban ſtonden aan . zoo ſterk in mijn


den 1 2. Br?

Send -brieven .

107

mijn gemoed om mp ſulks tot een memoriaalopte fchapben : hoewel ik'tſelbe / inmönen uptwendi gen mens zeer ſwaarlijk konde begrppen , en in de pen brengen ; ik moft in deeſe zeer groote berboz genthepd evenwelaanvangen te arbepden /: gelijk een kind 't welk ter Schoolen gaat ; in't inwendige fag ik ſulks wel / gelijk als in een groote diepte : want ik ſag 'er doozheen / gelijk in een Chaos , daar alles in lept ; maar des ſelfs uptwikkeling was my on moogelijk. 10. Doch hetoopende fich / in mp / van tijd tot tijd / gelijk in een gewas , hoewel ik daar twaalf Jaar meede omging /en't felbe in my ſwanger was / en ik een heftige driftin my bevond ; aleer ik't ſelbe in't uptwendige konde brengen : tot dat het nip daar naa oberbiel gelijk een ftoztreegen : 't geen den ſelben treft / dattreft hp / alzoo ging't inpool ; 't geen ile bonde begrypen omin't uptwendige te bzengen /'tfels, be fchzeefik op . 11. Hoewel mp delSonne naamaals een taames lijken tijd heeft geſcheenen / maar niet altoos geduna rig : wanneer de felve ſich heeft verbozgen / 300 en heb ik ook wel mijn epgen arbeyd naulijhg verſtaan : en ſulks daarom op dat den mens erkenne dat het weeten niet 't zijne7 maar Goodes zp ; dat Godt inde ziele ban den mens / Werte wat / en gelyk bp mil. 12. Zodaanige mijne Schriften gedacht ik mijn leeben lang by mp te behouden en aan geen mens te geeben ; maar het boegde ſich naa de beſtiering des hoogſten / dat ik pets daar ban aan een eenig mens bertzoude / 0002 welken / ' t ſonder mijn boo weeten / openbaar wiero : daar op wierd mp het eerſte boelt (günde. d'Aurora ) onttrohihen : en naademaal daac in zeer wonderlike faaken waaren geoopget ble dan't


TOS

Theoſopbiſche

den 12 Br

aan't menpelijk - gemoed niet terſtona begröpelök waaren / 300 heb ik van de Derhuft -wijfen beeldaars om moeten tiptſtaan . 13. Ta en ſag ook 't relbe eerſte boek / indzie Jaar niet weer ; Il meende dat het lang dood en weg was : tot dat my ban geleerde lieben./ de coppen wierden toegefonden ; die my berimaanden /min Ta lént te openbaaren ; 't welk het uptwendige vernuft in geender manieren wilde doen ; obermits 't felbe voorheen 300 veel had moeten lijden : oberfulks was het vernuft reer pak en vzeefachtig : want / Het licht der genaaden / wierd mp ook met eenen / een gerupmen tijd onttoogen / en 't glom in mp / ges Wijk een verborgen buin ; 300 dat inmp niets anders en was dan aigſt ; van bupten beſpotting / van bins nen een buurige duift : ende il en bermochte ' t felbe doch niet te begrypen ; tot dat mp den hoogſten met fijnen aadem Weederom te hulpe quam / en een nieuw leeven in my verwekte : aldaar bequamik een beetet ftijl om te ſchipben / en ook een dieper en grondelijker erkentenis ; Okkonde alles veeter in 't uptwendige baengen : gelölt fulks dan het boek van 't Drievou dig -leeven , door de dzie Principien uptwijft / en den Goddelijken liefhebber ( 300 hem ſöin hert mag ges oopent wozden ) zalfien . 14. Alzoo heb ik nu gefchzeeben ; niet ban inen fen leere ofweetenſchap 7 niet upt boelt leeren / maar uptiön epgen boek / 't welk in mywierd geoopent zijnde de Cedelegelijkenine Gods / hetboek van de Cedele- Beeldenis (berftaat het deben - Beeld Gods) wierd inip berguntteleeren : en in 't ſelbe hela ik mijn ſtudeeren gebonden , gelijk een kindinfijtt JDoeders Hups / twelk daar fiet / wat de Daader

maaht/ enden ſelben / in fyn kinderſpel / naafpeett ; geen ander boch toe bandoen . ik en feb daar 15. Mijn

.


Send -brieven . TO9 15. Dijn boek heeft niet meer dan dzieblaaderen ' t felbe zijn we dzie Principien der eeuwighepd : daar inkanik alles bindent wat Mofes ende Propheetery als meede Chriftus / en de Apoſtelen hebben geſpzoo ken : ik kandes Waerelds grond en alle verbozgent heptdaar in vinden : doch i nietik / maar de Geeſt Gods ddet ſulks / naa de maat gelök hp wil. 16. Want/ ik heb hem beel honderdmaalgeſmeekt/ dat / indien mijn weeten / tot fijner eeren en tot bee tering ban mijn Babederen niet en mogt dienen / hp wilde neemen ; en my alleenlijkin fim Vulks van mp Itefde behouden : bocht heb bebonden / dat ik met mijn ſmeetten niet anders dan het buur / inmp / hef tiger heb ontſteelten / en in zoodaanige ontſteeking en erkentenis / heb ik mön Schriften gemaakt. 17. Doch ik heb met de felbe niet gemeent / bp 3oodaanige leben / gelijk ik nu fiel bekent te woz den : ik meende noch gedurig dat ik vooz mp felfs fchreef : hoewel de Öeeft Gods / in de berborgent hepd in mijnen geeft / mp ſulks genoegſaam toonde / tot wat epnds fulhs was ; ebenwel was het uptpen dige vernuft geduurig daar teegen : dan alleenelük tentijde wameer demozgenſterre opging / doe Wierd het bernuft meede aangeſteeken / enhetdanfte mee del gelijk als of't felbe fülks had begreepen , doch / Pris Wijo daar ban . 18. Dont woont inde Gedele Beeldenis / en niet in den geeft der Sterren en Clementen ; p en befit niets / dan alleenelijk fich felfs / in föns gelijken : ende al is 't dat hp iets beſit ( gelijkhp dan alles beſit) ebenwel en begrijpt hemdoch niets/ dan alleenslök dat / ' t welk banhem is boozt gekoomenen ontſtaan ; naamentlijk / deziete / in de gelijkhepd Gods . den 12. Bri

19. Daarom een Schoollier

is almijn ſchapben / gelijkt als ban dieter Schoole gaat : Godt hee't min


IIO

Theofopbiſche

den 12. Br .

4 mijn ziele in een wonderlijke School geboert : Cn ihen han my in der Waarbepd niet toemeeten dat mijne illepo iets 3p / of berftaat. 20. Piemand en moet hooger van my geboelen dan hp hier ſiet : want jet werk in mijn arbepd / en is niethetmijne: ikhebbe het maar naa de maat ge lijk het mpvan den Heereis vergunt gewozden : ik ben maar ſijn werktupg / met 't welk Tip doet 't geen up wil : ſulks verhaal ih u / mijn beminde Heer / tot naartchting / op dat niemand een ander bp mp en ſoeke / den welken ik niet en ben ; naamentlijk eenen ban konft en hoog bernuft : maar ik lecf in rwakhepd en kinderlijkhepd / in de eenvoudighepd in ſijn ( aan mijn gegeeben ) kinderwerk ; Chriſti sd daar in heb ikmijn ſpel / en't is nijjn tijdberdapf: il theb in 't ſelbemijn verheuginggelijk in eenen Luſt Hof/ daar beel Eedele Bloemen in ſtaan ; met de felpe zalik mp ondertuſſchen verquikken / totdat ile de Paradiſe Bloemen in de nieuwen mens wees derom ſal bekoomen . 21. Doch mijn beminde Heer en Driend / naades maal tk ſie en bemerke / dat gp ook op deeſen weg zöt en foekt/ 300 ſchapbe ik u mijnen kinderlyken -weg met voozdacht : want ik berſtaa dat gp meeniger : lep fchriften gebzuphat / ban de welke gp een oordeel ban mp begeert : 't welk u ook / als mön meedelidy 300 beel Godt mpheeft te erkennen gegeeben / ges. ſchieden zal/ enſulks alleenlijk kozt en rommaaris : in mijn boek van't Drievoudig leeven bijd gp't wijds loopig ; naa alle omſtandighepd. 22. Oberſulks geebe ik udit totantwoozd : dathet epgen bernuft ( 't welk / fonderGods Geeft/ niet an ders en is geleert / dan bloot van de letteren ) alles Veriſpt en beracht / wat niet reegelrecht/ maade in : ſtelling der Hooge- Schoolen en gaat doch fülliset vcrs


den r 2.Br.

Send-brieven . III berwondert my niet : want / 'I felbe is uptwendig / en Gods Geeft inwendig : het is goed en quaad : het baart daar heen gelijk een wind ; en't laat ſich bes weegen en dzyben : het heeft op menſelijk oozdeel acht / en 't geen het hooge aanſien deeſer Waereld oozdeelt / daar naa oozdeelt't ſelve ook : het en er hent des Heeren fin niet ; want hp ig in't ſelbe ntet: des feifs berſtand is ban't geſternte ; en 't is niet an ders dan een ſpiegel teegens de Goddelijke wijs hepd ; 23. Hoe kan een zoodaanigen Ooddelijke fakeit dojdeelen / in den welken deBeeft des Heeren niet en ig ; de Geeft des Heeren oozdeelt en pzoeft alleen alle dingen , want hem alleen isalles bekent en openbaar: maar hetibernuft ooideelt uptwendig ; enheteene bernuft oozdeelt doozgaans naa't andere : den klep nen naa den grooten / den leehe naa den Doctoor: en niemand en begrijpt de waarhepd en den fin des Heeren / fonder den Geeſt Gods ; den Welken in den mens oozdeelt / en niemands perfoon aan en fiet ; deni leek is booz hem gelijk als den Doctoor. 24. maar dat de kinderen Gods 300 meenigerley gaaben hebbenom te ſchipben / ſpreeken / en oozdeea len / en al t'faamen niet eenderley ftijl en boeren / daar upt het epgen bernuft / daar naa / het haare Hptſupgt / en een Baabel maalt/ daar zoo beelderlep geſintheeden upt zön ontſtaan / dat men upt paare Schriften /meeningenen weegen tot Godt heeft bers dicht ; welke weegen men moſt gaan ; en alzoo een zoobaanigen twiſt daar van is ontſtaan 7 dat den mens teegenwoozdig alleenlijk blootop den ſtrijd fiet/ wieden andermet letter -wifrelen ooberwint ; dat is alleg Baabel / een Moeder van de geeſtelijke Hoeres rpe / daar het bernuft tot de deure Chrifti / dooz Chrifti Beeft/ in degelaatenthepo / niet in en dringt

maar ;


II2

Theofopbiſche

den 12.Br

maar / het dringt upt fich felfs / upt epgen magt en Hoobaáxdigheyd / in eenen anderen mens / en wil ſaeen geduurig hetſchoonſte kind in 't hups zijn ; men zoude 't felve eeren en aanbidden . 25. De kinderen Gods hebben meenigerlep gaa : bens naa den reegel des Xipoftels : Godt geeft aan een teder pt te ſpreekten gelijk hp wil : de gaaben aan den mens / geſchieden al t'faamen naa den ongron deerlijken wille Gods / en wellen allen ipt een geni gewoztel; de felbe is de moeder der drie Principien ; gelijk de Geeſt van een ieder ziele in de eeuwige Mees der Wozd geconftelleert/ alzoo is ook fijn openbaring en erkentenis. 26. Want Godt en boert geen nieulvenofbzeem den Geeſtin ons / maarhp opent met fijnen Geeft / enſen geeft ; naamentlili / de verbozgenthepd bau de Wijshepo Gods /de welke in iedermenslept / naa de maat en op podaanigen aartvan fijn inwendige berboggente conſtellatie ; wantChriſtusfpzab :mijn Paader wecht / en ik werk ook : 300 werktde Paa : der nu / in de Eflents van de epgenſchapder zielen : en den Soon / in de Efients ban het Cepen -Beeld Gods / dat is in de Goddelijke geljahepd . 27. De epgenſchap der zieleni is des Paabers / Want Chriftus ſpal : Daader de menffen waaren de uwe / en gp hebtremp gegeeven ; en ik geebehen het eeuwigeleeben : maarnaadien de epgenſchap der zielen / van eeuloighept upt den Daader ts / 308 Heefthp ook van eeuwighepd in de felbe gebrocht en werkt noch / tot in eeuwighepd / indeg ſelfs Beel denis / tot licht en dupfternis / waar ben wille ban de epgenſchap derzielen fichheen wendt. 28. Naademaaldes Daaders epgenſchap dan on meztelj iis/ en dathy de wijshepo felfs werkt:) en dooz ſijn wijshepd echter alle dingen ontftaan / 300 361


Send -brievend dep 12. Bri 113 zijn de zielenmeenigerlep geconftellect. : wel upteen , eenigel Eſſents ontſtaan , doch de werking is meeni gerlep , alles naa de Wijshepu Gods : zo openţtiu de Geeft Chrifti / de epgenſchap van een ieder ziele / dat een iederupt haare epgenſchap ſpzeelat / van de won deren in de Wijshepd Gods. 29. Want Gods Geeft en maakt in den mens niet nieuws ; maar hp ſpreekt ban de wonderen in de Dijshepd Gods / upt den mens ; en fulks niet al leen upt de eeuwige / maar ook upt de uptwendige 1 conſtellatie ; dat is / dooz den geeſt van de uptwens dige waereld ; Hy opent in den mens de inwendige conſtellatie der zielen / dat hp voozſeggen moet 7. ' t geen den uptwendigen Heemel werkt Item , hp moet doo?Turba magnaſpreeken / gelijk de Paspheea ten meenigmaal hebben geſpzooken / en het Volk de ſtraffen aangeſept / die hen /doo2 Gods toelaating1 doo , Turbam Magnam ,omhaare ronden -wille / 3045 den Weederbaaren . 30. Oberfulls ſpreekt nude Geeft Gods / rom tijds / in deneenen/ dooz de inwendige eeuwige con ſtellatie der zielen ; naamentlijk / van eeuwige ſtraffe of belooning : en een ander / dooz de tiptwendige con ſtellatie , ban geluk en ongeluk ban deere Wäereld / ban't opklimmen van alle macht / en ook ban ons dergang ban Land en Steeden : Item ,, ban bons, derlijke berandering des Waerelds. 31.Ende alis 't fchoon /dat de Geeſt van de upt wendige Waereld/ ook meenigmaal fijn ſpel in den mens bolbzengt/ en ſich in de menſelijken Geeſt upt ſin epgen macht inblecht / en fijn wonderlike figuur aanwijft : 't welk bydie geené plaats Heeft/ die alleenlijh bloot / in 't bernuft 7 in een hoobaardi gen epgen bille loopen į daar meeniginaal balfe Propbesten upt ontſtaan : daarom ſeggeil nu / dat een


den 12.Br. Theofopbiſche een ieder upt fijn conſtellatie ſpeelt ; den eenen / door de openbaaring ban den Geeft Gods / waar's achtig ; den anderen / door de oopening van den upt wendigen ſterren -geeft / ongewis ; doch uptdeſelve conſtellatie : maar dte upt den mond van een ander / van de berbozgentlepo ſpreekt en oordeelt / fonder epgen erhentenis / dat ſelve is Baabel en waan / een ding 't welk hec herte niet en ondervind i of 'twaar 18 . 114

32. Ende ik reggevozder/ dat alle dedierbaare van Godt verlichte mannen (wiens Schaften gp ten deele moogt hebben ) met haare openbaring hebben geſprochen ; een ieder naa ſön begrijp : maar het centrum is de ziele ; Enhet licht is Godt ; de opens baaring geſchied doo2 de oopening van den Geeft Gods 7 0002deconſtellatie der ztelen . 33. Alle Peopleeten van 't begin des waerelds af/ hebben ban Chriſto gepzopheteert ; den eenen dus i den anderen anders : fpen hebben alt'ſaamen geen eenderlep reeden / in eenderlep form geboert ; maar een ieder gelijk Hein de Geeſt Gods / in lön eeuwige conftellatie der zielen heeft geoopent ; doch fp hebben al tſaamen uyt éen centrum geſprooken ; alzoo geſchied het noch heeden : de lainderen Gods ſpreeken altſaamen upt de oopening van den Beeſt Chrifti / den welken is Gods ; een ieder na fün be grip : derhalben wil ik u bgiendelijk indachtigmada ken datgy u aan't gerwets des vernufts / noch aan't bermeeten beroogdeelen nietwiltſtooten / om dies Weegen pemands gaaven te verachten ; want die ſulhs doet / die beracht Gods Geeſt. 34. Deeſe aangeweefen Autheuren / over de welke ay ban mp een oozdeel begeert hebbe il nfet alle ( doch / ten deele) geleeren : en begeer haar niet te pozdeelen / ' t3p berre ban mp ; al is 't ſchoon date al


den 12. Br.

Send - brieven :

115

al t'aameni geen eenderley ſtijl en hebben gehad te fchappen : Want de erkentenis is meenigerlep : der: halven betaamt mp / upt mijne gaabe/ haare Hjerten en wille te beproeben wanneer ik dan bevinde dat haar hert en geeſt upt een eenig centrum (namentlijkt: upt Chriſti Geeft) booztkoomen / 300laat ik mp aan't centrum bergenoegen / enjbebeelaan de hoogſte Ton ge ( zijnde den Geeft van de Amishepd Gods ) het tipifpzeeken / die een ieder dooz deWijshepd oopent / naa de maat gelijk hpwil. 35. Ik en oozdeele ntemant : en het verdoemen is een vals geſwets : de Geeft Gods oozdeelt felfs 300 den felben in ons is / wat bzaagen Alle dingen wp dan lange naa geſwets ? Doch ik verheuge mp. veel meer over de gaben van mijn Boederen : 300 't is / dat ſy een andere gaave gehad hebben om te ſpreeken als ik 1 zoude ik hen daarom oozdees len . 36. Segt ook een krupd / Blom / of boom tot eert ander : gp gpt fuur en dupſter , ik en mag niet nees bens u ſtaan ; en hebben ſpal t'faamen geen een eent ge Moeder / daar ſy iptWaffen : alzoo ooh alle zie len / upt een eenige / alle menſen upt eenen eeni gen : waarom roemen wp ons kinderen Gods / aangeſien wop doch onverſtandiger zijn dan de Bloes men en het krupd op den Delde ? En is 'tmet ons niet meede alzoo / dat Godt fijn Wijshepd in ons oopenbaart gelijk als tip de tin &tuur der berborgent hepd in der Warden / dooz-de Aarde / met ſchoone gewaffen oopenbaart / aiz00 ook in ons menfren : wp behoozen ons veel meer daar overte berheugen en malkanderen hertelijk te beminnen / dat Godt fijn Wijshepd 300 beel-boudig / in ons oopenbaart: maar die / op den Godloofen weg / beroozdeelt en berdoemt/ die alleenlijk in Hoovaardighepd loopt ; om


Tbeofophiſche

den 12. Br.

omn ſich te laaten fien / den ſelben is den dziber in Baabel, een dzaajend rad / 't welk niet anders dan twiſt op blaaſt. 37. De rechte poebe der kinderen Gods daar men feeler op gaan kan is deefe : naamelijk een oot moedig herte't wellt fich relfs niet foekt noch eert ; maar doorgaans lijn Broeder in de liefde foelit : dat geen epgen nut en eere foekt ; maar gerechtighepa en bzeere Gods : den rechten en flechten weg om tot Godt te koomen / is deeren / 300 beel op daar ban bes kent is ; naamentlijk datden mens upt ſön bedzee ben fonden uptgaat/ en ſich een ernſtig voorneemen batt / nimmermeer weederom daar in te gaan / en in ſön uptgaan niet en twijffele. 38. Ende al is 't ſchoon / dat het bernuft twöffelt (daar den ſondaar voor verſchrikt / en ſich vooz den Coojn Gods ontfett ) dat den wille fich maar flecht en recht in de barmhertighepd Gods / In't lijden en in den dood Chrifti inſincke / en fich door Chziſtumi in Godt oobergeeft / gelijk een kind in de ſchoot ban fön noeder / 't well felfs niets en wil , dan alleenes lijk wat de moeder wil : het en doet niet anders / dan dat het tot de moeder ( chzept; en't hoopt geduus righet befte van de moeder ; 't en doet niet anders / dan dat het naa de bogſten des Poeders verlangt: alzoo moet onſe begeerte niet anders dan alleenlijk weederom in onſe eerſte moeder gericht zön ; van de welke wp / met Adam / in een epgenhepd zün upt gegaan . 39. Daarom rept Chriſtus : 't enzy dan dat gp dinheert / en wozd gelijk de kinderen / anders en zult Op het kijke Gods niet lien : Item , gp moet nieuws geboozen wozden / dat is / wp moeten upt geheel het bernuft/ weederom / in degelaatenhepd / in deſchoot ban oure moeder ingaan / en albet difputeeren baa . ren


den 12. Br.

Send -brieven . 117 ren laaten / ook ons bernuft gants gelijk als doo den / op dat de Geeftdes moeders in ons een geſtalte bekoome / en het Goddelijke leeben in ons opblaaſe : op dat wop ons in den Geeft des moeders / in de wiegemoogen vinum ; 300 wp van Godt willenges leert engedzeeben zijn . 40. Wpmoeten ons aan hem geheeloobergeeben / dat deGeeft Godg / in ons / het willen / doen i en het bolbrengen zp : op dat wp hem / en niet ong / wees ten ; dat hp ons weeten zp . 41. Wpen moeten gants niet feggen watwpwees tenwillen/ maaralleenlijk bloot in demenswozding en geboozte Jeſu Chrifti / in fijnlijden en dood / ina gaan / en in fün boetſtappen geðnurig gaern willen treeden / en hem naabelgen / en gedencken dat way op de Pelgrimsaſtraat zijn / daar wprdoor een ge 'baarlijken weg /Weederom in ons Daaderland (daar Adam ons uptboerde ) op het fmalle pad / in Chai fto / moeten ingaan ; op deefen eenigen Weg / -legt de de Paerl/het Myfterium magnum : al het Studeeren / Toeken / en naabozffen , bupten deefen weg ! is dood en bekomt de Dong -bouwelijke h2oon niet ; maar niet anders dan doonnen en diſtelen / die in de kindea ten Gods ſteekeni . 42.Daarom mijn beninde Heer / naademaalgp mijn bekentenis begeert / en weet ik u geenenbeetea ren raadmeedete deelen / dan dat ik uden weg too ne die ik ſelfs gaa / en op den wellen mp de deure is geoopent geworden / dat ik geleert ben / fonder booze heen te leeren : want alle konſt en weetenſchap koint banGodt : daar vind men alles . 43. Then heb met de kinderen Gods , ban wees yen haare ongelyke gaaven / geen twiſt ; ik kan de ſelbe alt'aamen / in my / vereenigen ; ik gga met Den alleenelik op 't sentrum , 3onhebikme pzoef ban al


118

1

Theoſopbiſebe

den 1 2.Br.

alle dingen : wilt op mp nu naabolgen / 300 zult gp't onderbinden / en daar naa beel licht beeter verſtaan / wat ik geſchzeeben heb . 44. Een waar Chriſten en heeft met niemand ee nigen ſtrijd ; want in de gelaatenhepd / in Chriſto / fterft bp alle twift af : hy en ſorgt niet meer booz den weg tot Godt / maar hp geeft ſich oover in de Doe der7 naamentlijk / in den Öeeft Chrifti : wat die doozgaans met hem doet / dat is hein eeben eens ; Het zp in deere Waereld geluk of ongeluk / leeben of dood; het is hem alles gelijk : geen ongeluk en bes roert den Rieuwen Jens/ maar alleenelijk den oik den van deere waereld / met den ſelben mag de wae reld doen 't geen ſy wil / hy beljoozt aan de waereld ; maar den Nieuwen beljoozt Godt. 45. Ditis mijn weg/ beminde Heer / daar ik op wandel / en op den welken ik moet weeten / fonder mijn voozweeten ; ik en neem geen boomeemen voor heen watik zal (chappen ofſpreeken / maar ik geef mpoober / in 't weeten Bodø/ bie mag in mp wees ten / 't geen hp wil ; en op zoodaanigen weg / heb ik een Paerl bekoomen / die mp lieber is dan de upt wendige waereld . 46. En al ſchoon het gebeurt / dat de kinderen Gods / meenigmaal / in de erkentenis / malkandes rencontrarp zijn / 300 gefchied doch alles niet anders dan dooz de Turba ban 't uptwendige bernuft / die in alle menſen is ; en Godt gehengt ſulks / om datde mens zoude geoeffent wozden / en met bidden enin dgingen in Godt! fijnen geeft heftiger ontſteeken : als dan gaat de Geeſt Gods in de berborgenthepd van de menshepd gelyk een buur dat vandt / ent Het inoet de kinderen Gods alles ten beſten dienen

Rom . 8 . 47. maar / aangaande eenige perſoonen van uwe naa .


Send- brieven . den 1 2. Br. 119 naabuurſchap / daar gp ban berhaalt / die alles tot geld maaken en tot het vermeende Zion loopen : il zoude het raadſaamer houden dat fp te hups bleeben / want i Zion moet in ons geboozen wozden : wan , neer ſy aan de felbe plaats zullen koomen / 300 ist met hen eeben als boozheen ; en moeten eebenwel on der het jok Chaſti leeben . 48. Godt is in den Heemel ; en den Heemel is in den mens : maar wil den mens in den Heeinel zijn / 300 moet den Heemel in den mens oopenbaar 602 ben ;'t felbe moet dooz ernſtige boete en hertelijk oober: geeben geſchieden ; dat konnen ſp wel te hups / en aan haar plaats doen : ' t geen fp gedenchen te ont blieden in ' t relbe zullen ſy loopen : indien dat fp te Hups eenen Goddelijken weg wandelden / dat andere lieden aan hen generempel hadden ; dat zoude Godt aangenaamer zijn . 49. Want daarzijn onder hen ook ftonte hoobaar: dige ſpotachtige lieden / die niet anders en doen dan berachten en berrmaaden ; ende in beele ban hen is alleenelijk een aangenooine wijſe en geeſtelijke hoo baardighepd / gelijk ik dan ſelfs hebbe onderbonden : want ik heb eenen onder hen / ban weegen een upte gegaan boerken / daarin ik iets (waars teegens Godt en den grond der waarhepd bond / heel Chriſtelik / en bzoederlijk beſochten onderweefen : berhoopende dat hp zoude fiende wozden ; maar hy heeft gants ſtouten berachtelijk / daar toe ſmaadelyk geant mooze , en een 300baanige antwoord ban ſich gegee ben , in de welke geen Geeſt Gods en is te ſpeuren : haare confefſie is beel meer een meening / dan een rechten ernſt / want die ſp ſich roemen / die en zijn niet: daar moogen wel bzoomehecten onder hen zin ; doch beel van haar zün 't maar met den naam en willen het aanſien hebben / gelijk ik van een ban de

pool


. Theoſophiſche den 12. Br . 120 e en mſt aar s er . naa ond hen , felf heb erb vop 50. Godt gaabe !dat het met hen ſulcken ernft was gelijk ſp boorgeeven / ik zou het Telbeook logben : als ſeenelik / teberfmaaden enberachten / en is niet anders dan Baabel ; daar is de aereld bol ban . 51. Belangende ( a) Hans Weyrauch , 300 beel ik kan Hp een mens in deere ſöne ſchriften han ſien 300 zijn die in Goos liefde is , indien het in't herte 308 methemſtaat : doch dathy andere beriſpt van wees gen de ertientenis des lichts der natuur i het kanwel zijn dathy daar geene erkentenis in en heeft / en fin gaaben en ſtrecken daar niet heen : naabemaal fulás fijn gaabe niet en is / 300 en is daar niet op te ſien ; wilt hem ondertuſſen voor eenen bzoomen bzoeder Houden ; want Godt en voert (jn gaaben niet al teenelijk in de eenvoudigheyd upr / maar ook in mees nige in de hoogte : want Hp is hoog / en doetmet al fön werker Wattp wil. 52. Atzoo antwoord ik ook van de andere gemelde Autheurs / van de welke ſommige Hooge gaaben hebben gehad , maar hebben niet alles genoegſaam konnen begrijpen ; doch ten Haaren tijde hebben ( p genoeg gedaan , maar naademaalden tegenwoo2di gen tijd 7 een andere medicijn ban nooden heeft / 300 bebinden ſich nu ter tijd ook andere erkenders en wees ters tot de krankhepd : alles naa Godsliefde en boog Touge/die niet en wildat iemand berloopen gaa ; maat / dat allemenſen geholpen.wozden . 53. Indien dat de felbe Autheirs teegenwoordig Leefben /30 zouden ſy in ettelijke puncten welklaardec en in een andere form hebben geſchieben : hoewel (p / bp haaren tijd genoeg hebben gedaan ; en daar pi gants niet en zijn te berachten , of wet ſommige punctenkonden berbeetertwozden /eebenwel is doch ana (a) Lenca Wecver tot OlmUIS,

1


den 12. Br.

Send brieven .

121

anders Haare leere van de vereeniging van de Gods hepd en iDenshepd zeer blaar ; en men ſiet hoe Gods Geeft ook in hen geweeſt is , maar het bernuftdzaait alle dingen ten ergftcn / en verkeert fullar met baie uptlegging . 54. By Swengfelt ſtoot dit pimet / dat hy Chi ftum booz geen Creatine en houd ; hy en heeft de principien toch niet begreepen ; daarom en is 'tniet moogelijk te onderſchepden / waar meede hp geen Creatuur en is : wat fijn Godhepd belangt 739 en is Hp geen Creatuur ; maar wat de Heemelfie weefent ljepo belangt ( van de welke hp repde / dat hp ban den Heemelwas gekooinen / en in den Heemel Was Joh.3 ) met de felbe is hp / in de menshepo / Creatuurlijk en bupten de Densljepd / ancreatuurlijk. 55. Gelijk wp henflen in de vier Clementen leta ben/ en ſelfs de epgenſchap van de bier Elementen zijn ; in ons zijn deſelve beeldelik / en bupten ons onbeeldelijk ; en’t is echter een eenig ding ; oljao ook in de perſoon Chriſti. 56. De gefeele Engelfie waereld (zijnde het tweede Principium) is 1 naa de Heemelfie Dreſent Hepd / fön lighaamelijk weeren ; in de Derſoon ban de Denshepo creatuurlijk / en buyten de perſoon /on creatuurlöl : -want hy is des Daaders Dert eit Dood ; en het bert is oober al in de Daader : alzoo waar fijn Hert is / daar is ooft den Heemel / en de Goddelijkeweefenthepd / met de bolhepd der Wijgs hepd ombangen . 57. Belangende fijn ziele /die ly aan ſijnen Daader in fijn handen beval/ en ban de welke hy ſepde aan den Oluf-Berg / dat die tot in den dood bedroeft was / derelbe is ook de epgenſchap bau on ſe ziele want het was om de ziele te doen dat Godt mens Wierby Dat hy de relbe Weederom in fich bzachre / en onſen wi *


1 22

Theofopbiſche

den 12. Br

wille Weederom upt de aardshepd in ſich invoerde ) de felbe is een Creatuur. 58. Endehet deade Principium ( zijnde het uptwens dige Bijli van deeſe Waereld / ' t welk Godt dooz ſpn wijshepd upt de eeuwighepd heeft geboozen) is in hein ook Creatuurlijk : want in den mens Chafto / heeft ſich de gantſe Godhepd geoopenbaart : naamentlijk / gelijk als Godt in deeren Geeft alles is / dat hpin deeſen menfe ooh alles 3p : wp menfren zijn al aa men / immers ook alz00 / indien wop Weederom upt Godt geboozenworden ; en dit punct / 't welke de an dere bpna alt'ſaamen dzijft / zoude wel te helpen zijn / 300 men'i ſelve recht betrachtede : daar en zoudeook niet veel ftrijds en oozdeelen van 1100den zijn / want de Geeft Godsen vaagtnaageen ſtrijd : hy richtet alles in fich . 59. Ook wil Weigel hebben dat Maria niet en gp Joachims en Annæ Dochter : en dat Chriſtus niets ban ons en heeft aangenoomen ; maar dat fp een eeu wige Jong - bzouw 30 ſulks is wel waar naa't teeken des Herbonds/ naa de Jong -bzouw van de Godde lijke wijshepd ; doch wat zoude mp ſulks helpen / waar zoude mijn ziele / en mijne / in adam berblik te /Weefenthepd (zijnde het ParadiſeBeeld )blpben / indien bat Chriſtus de Eflents ban onſe zielen niet in ſichen had genoomen/ en het verblikte Beeld wees deroin ten leeben geboozen 't welk ik in mijn boeli ban't Drievoudig-leeven , in't breede heb uptgeboert. 60. Anders ſchupft ook Weigel van de nieuwege boozte/ en ban devereeniging der Benshepd in Chii fto met ons /zeer ſchoon't welk / dewplifi't ſelbe in inijn ſchriften wat klaarder fjeb beſchzeeben / ala hier laat beruſten ; en ik laat de felbe onveracht; ook den geenen dieſe leeft. 61. CenBpedjaagt uit veelBloemen immers hoo ning


Br

!

13 1 1

in

t

1/

no

1 11

.

/

den 12.Br.

Send -brieven .

123 ning te faamen ; alis de eene Blom ſchoon beeter dan d'andere / wat vraagt de 2Bpe daar naa : ſp neemt ' t geen haar dient ; indien jy het ſap niet en mocht/ zoude fp daaroin haren angel in de Blom ſteeken ; gelijk den berachtenden mens doet men ſtrijd om de ſchoeffe / en men laatjhet Eedele ſap ſtaan ; 'twelk ten leeben dient. 62. Wat helpt mp de weetenſchap / 30 ik in de ſel be niet en leeve het weetenmoet in mp zijn / en ook het willen en doen : den mantel met het lijden en ges noegdoening Chriſti / die men de menſen nu om hangt / zal meenig tot een ſtrih en hels buur wozden , dat men ſich alzoo alleenlijk met Chriſti genoegdoea. ning wil kittelen / en denſchalk aanhouden . 63. Het is genaamt/gp moet nieuw geboogen woza dent of gp en zult't kijke Gods niet ſien : gp moet wozden gelijk de kinderen 300 gp 't Aijke Gods wilt aanſchouwen : niet alleen twiſten om de weetenſchap , maar een Nieuwen mens worden / die in gerechtig hepd en Heplighepd / in Godleeft : menmoet den ſchalk uptdziben / en Chriftum aantrekhen : als dan zön wp in Chriſto en met Chriſto in fünen dood begraaben / ende ſtaan met Chrifto op / en leeben eeus wig in hem ; wat behoef ik dan lang te twiſten om 't geene't welk ilt ſelfs ben ! 64. Iken hebbe met niemant eenigen twiſt / dan alleenlijlı teegens den Godloofen ; den ſelben beſtraft den Geeſt onder de oogen : (ulks en wilde ik u niet verbergen ; ende meene't ſelbe trouwelijh . 65. Belangende mijn Boeken / die hond gp / 300 ih verneeme / wel bp u beloomen ; 300 udefelbe be haagen ; want heer Chriſtiaan Bernhard Import Meeſter tot Zagan berechtmp dat hy twee van de fela vel (te weeten het Boek van't Drievoudig -leeven , 't welk wel het voornaamſte in 'tleeren is / en dan de Veere, fa


12

Theoſophiſche

den 12.Br.

Veertig Vraagen der Ziele ) aan den Broeder ban Mwen Doofmeeſter Tjeeft geleent , gp kont kennis met hem maaken / hp en zal u de relbe niet weygeren : doch 300 niet/ 300 zal ih u door een ander weg daar toe helpen : kont da felbe ook op den Heer Chriſtiaan Bernhard hrijgen / 300 gp die immers begeert / en niet Baader bekoomen kont; ik zal hem fchipben dat hpre u leent ; want ik heb de mijne felden te hups : doch 300 gr de felbeniet bebomt/ 300 zal ik u / 300 haalt ik die te hups krijg /d'een naa d'ander / leenen . 66. Des felfs #ptulen en onderſcheydelilie Boe hen zün deere : Cerſt de Aurora : de felbe klimt upt de bindshepd op / en toont u de ſchepping van alle Weeſen , doch zeer verborgen en niet genoegſaam berklaart, beel Magis berſtand / want daarzijn ette lijheverborgentheden in / die noch zullen gefchieden . 67. Ten tweeden / een groot Boeli ban honderd bellen Papier van de drie Principien ban't Goddes lijke Weeren / en van't Werfen aller Weeren : 't fel be is een ſleutel en Alpha- Beth boor de geene die mijn (chriften begeeren te verſtaan : het handelt ban de Schepping , Item , ban de Eeuwige Geboozte der Godhepd ; ban de Boete ; ban de Hochtvaardiga maaking des menffen / en van fijn Daradijs - leeven / ende van debal : Item , van de nieuwe Geboozte / en Chrifti Teſtamenten / en van 't gantſe menſelijke Hepl ; zeer mut om te leeren ; want het is een Oog / om te erkennen de wonderen in't Myſterium Gods. 68. Tenderden / een Boeh bau't Drievoudig -lee ven ; 't felbe hecft feftig vellen : hctis een fleutel/ ban booben en onder / tot alle berborgentheeden / waar het herte ſich maar zonde moogen heenwenden : het toont den gantren grondvan de drie Principicn ; het dient een ieder naa ſijn epgenſchap : hy kan bpna alle bzaagen / die het vernuft'kan bedenken / daar in


le *

1. co

1 re

e)

den 12.Br.

Send - brieven.

125

doozgronden ; en't is hetnoodigſte dat u wel mogt dienen : Op zult de twiſtboeken Haaſt moede Woz den / 300 gp dit in't gemoed brocht. 69. Cen bierden / Veertig Vraagen van de ziele ; Heeft achtentwintig bellen : handelt ban al 't geene wat een mens moet weeten . 70. Het vijfde boek heeft drie Deelen : Het eerſte Deel ban de Menswording Chriſti : het tweede Deel is zeer diep / van Chriſti lyden en dood , hoe wy in den dood Chriſti moeten ingaan / met / en in hein ſterben en opſtaan ; en Waarom Chiftus heeft moes ten ſterben ; gants upt het Centrum door de drie Prin cipien uptgeboert / zeer hoog : het derde Deel is den Boom des Chriſtelyken Geloofs : meede dooz de dzie Principien ; zeer nuttelijk om teleeſen. 71. Het retteboek / ofte Deel / ban deere Schrif ten / zön res puncten / ban de aldergrootſte diepte : hoe de principien ſich in malkander baaren en ber bgaagen ; alzoo dat ' er in der eeuwighepd geen ſtrijd enis en ieder principium wel in ſich ſelfs is / 300't eenig en alleen was / gelijk 't felbe in ſijn epgenſchap is : en waar ſtrijd en oneenigheyd van daan komt: waar 't quaad en 't goede ban ontſtaat : geheel tipo den Ongrondt/ dat is upt niets / in iets / te weeten , in den grond der natuur/ ingevoert : Ditfefte Boek is een zoodaanige berbogenthepd (hoewel kinderliją aan 'tlicht gegeeven ) dat geen bernuft / ronder 'tlicht Gods / tſelbe en zal doozgronden ; Het is een feutek tot ( Aene. ) alles. 72. Ten reevenden / een boerhten vooz de melancos lie / booz de aangebochtene geſchzeeben : waar treus righeyd ban ontſtaat / en hoe men de felbe Weeder ſtaan zal. 73. Ten achtſten / gen zeer diep Boek ; de Signa tura Rerum : van de beteekening en Creatie ; ende wac # 3


126

Theoſopbiſche

den 12. Br

wat ieder dings aanbang / coli berbzeeking en genees fing 3P ; ' t gaat gants in de eeuwighepd en dan in de aanvangelijke uptwendige natuur / en in Haare ge ftaltenis. 74. Dit zijn alzoo mijn Boeken ; neevens eenige Kleene tractaatjes / die ik aan deere en geene heb ges geeben / ban de welke ik geen copije en heb behouden ; want ik en Hebre booz mp niet van noodes ik heb aan mijn dzie blaaderen genoeg . 75. Ende indien het mijn geleegenthepd toelaat (want ik nu meenigmaal moet repren / ban weegen mijn doen ) 300 zal ik 300 haaſt het kan zijndat ik die weg heen repre 1 u ſelfs aanſpzeeken : Ik wilden ' tdoen /doeik naa Paaſchen tot Weichaw was / en't was mijn gants voozneemen ; maar Godt wenden ' t anders ; hp boegde mp eenen man toe / die mp genen anderen weg boerde / tot eenen zoodanigen mens daar 't noodig was ; dat ik daar naa erkende / dat mijnen weg ban den Heerewas . 76. Heer Balthazar Walter , heeftfich boozleeden Winter en Lenten bp den Vorſt Auguſto van Anhalt &c. tot Pletzka opgehouden / en my ban daar ge ſchzeeben : Nu is hp bp den Graaf tot Gleichen / dzie mijlen van Erffurtt , fijn Medicus , heeft ſich Ben jaar verbonden . 77. Ezechiel Meths is ook aan 't felbe Hoff : doch fp en zijn niet geheel eens geſint / gelök't ſchappen ban Walter tiptwijſt ;' twelk ik eerft vooz dzie weeken heb ontfangen : 300 W E : mp iets wilde fchzpbeni en geen boode herwaards en repſbe / 30 kon UE. het maar aan den Heer Chriſtiaan Bernhard , Impoſt Mceſter tot Zagan , beſtellen / daar heb ik alle wees ken geleegenthepd ; bp is een Godbzuchtig Jongea ling. 78. Indien dat in mijn Schriften iets te ſwaar en


den 13. Br .

Send brieven.

$ 27 en onverſtaanlijk mochte zijn / ik bidde / ' tfelbe maar op te teelienen ; ik zal't kinderlijk geeben ; op dat het mag verſtaan wozden : booz de Wife en berſaadigde / booz de hooge en in ſich ſelfs weetende / de welkeſelfs konnen gaan / en boozheen rijl zyn / daar en heb ik niet booz geſchzeeben / maar vooz de kinderen en on mondigeſ die aan des Doeders vozſten fupgen / en leeren gaan . 79. Die't berſtaan han / die verſtaa het; maar die niet / die laate't felbe ongelaſtert en onberiſpt : vooz de relbe en heb ik niet geſchreven ; il heb booz mp gefchreeben . 80. Doch indien dat een Broeder dorſtig was / en mp om waater bad / den ſelben geebe ik te drinken ; die zal't ondervinden wat ik hem heb gegecven ; 300 de Heere hem het dzinken zal bergunnen . Ik bebees le mp in U E. gunft / en ons al t'faamen in de achte liefde Jeſu Chrifti. Gorlitz . datum ut Supra. Den naam der Heeren is een vaſten Burght : Den rechtvaardigen loopt daar heen , en word verhogot.

J. B Den XIII. Send -brief. Aan CHRISTIAAN

BERNHARD .

Van den 8 Juny 1621 . De oopene Well- Bron in 't Herte Jeſu Chriſtizy onſe verquikking Erwaarde Hoog- geachte Heer , en dierbaaren of 4

ſing


128

den 13. Br . Theofopbiſche fing van alle hep ſaamewelbaart / 39 maak ik u vrien: dclijk belient / dat deeſe neebens - gaande ſchriften / van veele geleerde / ooli van Madelijke perſoonen / met luft en begeerte / geſogt en geleeſen werden ;en zpn zo berre verſprepd dat ik my daar ober verwon dere / en 't is gehcel ſonder mijn weeten geſchied ; men heeftſe bp naa in geheel Silefien , als meede op beele plaatſen in derMarck , Meyflen ,en Saxen ; gelijli iny dan daagelijks fchryvens geronden werd van die deſelbe zijn begeerende : Ook hebben eenige voornaa me Perſoonen gepreſenteert omſe te laaten drukken ; 't welk inp teegenwoozdig/ nu Baabelbzand /noch niet wel en gebalt ; doch 't zal eebenwel fijn tijd hebben. 2. Want het Auseum Seculum zal midden in't bunc tot Baabel beginnen te groenen : dit recoinmans deer ik u tzouhertig naa te denken / en u in de begeer te / in onſen Immanuel op te wekken / als eene van de eerſtelingen / onder de klank van defeebende Ba fuyn begreepen . 3. Doelati regt Chziftus / 30 zult op binden : het

Eedele Paereltje openbaartzich ſelber in die geene die het nu zullen roeken / want het is eenen aangenaa men tijd / bepde in den Heemel en Helle / allebey de deuren ftaan teegenwoozdig / met haar begeerte / dopen / Het is een tijd om ſich ſelben te foelien : dit en houde niemand voor gekkerny / of hp balt den grims migen Toom Gods te hups / en word in de kaaken van de grimmighepd gegreepen . 4. Laaten w'ons maar ootmoedig / eenen klep : nen tijd onder 't Hrupfre Chriſti voegen ; de mep zal zyn Kooren wel voozt brengen / en den Leelien -tale ſpne vzucht. 5. Weldien / die Dem in zpn herte Heeft / Het zal hem ter hoogſter eere gedpen : want deeere van dees Te Paereld is maar dzek / in vergelijking van de God


1

den 14.Br.

Send - brieven .

129

Godlike : dit reg ik i tzouwhertig als aan mijnen beminden in den Heere Chriſto / om het u te erinneren / en u aan te moedigen in den Heere. En bebeele u in de liefde Jeſu Chrifti. Gorlitz , datum ur Supra. UE. Dienſtw.J. B.

Den XIV. Send- brief, Aan

CHRISTIAAN BERNHARD. Van den 21. Juny. 1621 . De oopene Well- Bron in't Herte Jeſu Chriſti zy onfe verquikking un zeer liebe Heer Chriſtianus , dierbaarent 1. Driend , uw welbaaren is my altoos aangea naam : il ſende u hier meede het Boek De Tribus Prinncipiis bolloomelijk gereed om naa te ſchepben / 300't u gebalt : en berinaane U / in de liefde Chrifti / als het eenelid aan het ander / in de Studie / en in't gebed tot Godt / biptig te zyn / op dat ons geloof ert erkentenis / ondermalkanderen Wafje en toeneeme / en wp epndelijk de bzuchten daar van moogen in -oog ftan / en deſeive genieten . 2. Zöt inaar wakker in Chriſto om te ftrijden ) teegen fjet Dernuft / dewaereld / en den Wille des Diees i en lampt ridderlyk / uw overwinning is in den Heere / hp zal u daar mee bekroonen / wanneer ' them belieft : de lzoon / om de welke gp kampt / is booz u wechgelegt/ het zal uniet berouwen . 3.1maar het merkteeken Chrifti moet op in deer Waereld diaagen1 en fyn Beeld gelökfozmig koz . #s


130

den 15.Br Theoſophiſche den / anders en berwerft gp de kroon niet : dit reg ik u broederlijk : berepd u maar naerftelijk / want daar is een grooten ſtorm voorhanden; op dat gp moogt behouden worden / tot Gods lof / en tot het Jaar der Leelie / de welke groent. Zöjt de liefde Jeſu Chrifti beboolen . Derſoeke met het naaſchappen wat te ſpoeden / want het wozd begeert / en daar doen ſich ſchoolieren op die men't geeben zal. J. B Den XV. Send - brief, Aan den Hr. Dr. JOHAN DANIEL KOSCHWITZ. Van den 3 July. 1621 .

Do& orboflt den Hr. L.T. mijn I. GeliereHeer Briefmaar ſelber te leeren geeben / uptgeſon dert alleen dit geſchrift niet / en hem tot Chriſtelijke ootmoedtghepd bermaanen / ofhem mifſchien de oos gen der ziele mogten opgedaan werden / 't welk ik hem wel gunne / 't zal hem geen oneer zijn / dathem de waarhepd beminnelijk wozd : want ik merk wel wat hem ophoud / en in de weglegt; anders niet als epgen liefde ; dewpl hy tot nu toe fijn grond wijd upto gebrepd Heeft / en bp beelen een aanſien gebreegen / en deeſen mijnen grond niet geheelijk inet hem overeen ftemt / 30 dzpft hem [ d'eygen Jliefde tothet Contra rie ; en daarhp echter mijnen grond noch nietbegrees pen heeft / en in defelbe noch maar ] een kind is . 2. Maar zo hem de eerebp Godt / en de badeders lijke liefde aangenaam was / 30 zoude hp / in der waarhepd / teegen mpen mijne ſchriften niets hebs ben /


den 15. Br.

Send -brieven.

Izi

ben / ook mogtenſe hem noch wel nuttig zijn : maat ſondereen genergde wille / zal hy daar wel ftom aan blpben / want deeſen grond verſtaat geen vernuft/ fonderde eenige liefde Gods / daaralleſchatten der wishepd in leggen . Ik berſoek dat nip dochweeder om doozden Hr. M. L. meteen Sent - briefje / mag bekent gemaaktworden wat ſön ieening is. € 3. Den Hr. D. S. is fijn bedekten grond hier meede geoopent/ ik hoope hp zal ook ſiende werden / dewpl hp anders een ſcherp bernuft heeft / en in de Logicawel geſtudeert is / jo zal hp miſchien verder onderſoeken ;maar indien bp nieten wil / 30 en neemt lönmeening Gods gaadeniet weg ; hp kan mij dees ( en grond / inſonderhepd de berklaaring der fpzeuca ken / met geen ſchriftuure omftooten : ik meen het tzouwelijh met hem . 4. Daar beneffens bid ik u wilt my deeſe brinda fchap doen / en ſenden dit Tractaat van de genaadige verkiefing aan den Hr. L. T. V.S. om het te leeren / dewpl hy een feedig Heer is ; en ook om dachet Dis pupt ober deeſen Artikel / bp hemjuift is boongebala Jen / op dat het niet en ſchijne ) als ofmen / in on berftand / geheel dood was ten needergefiaagen ge wozden : maar in dien't de nood verepfi / 30 zal ik mp zoodaanig berllaaren datfe ſien zullen upt wat grond ik ſchapbe. 5. Laatſe mpbgaagen voozſtellen hoere willen/ ' t gp datſe zön in de natuur of bupten de natuur / ita de tijd of in de eeuwighepd / ik zal my / in de genaaa de Gods / booz haar niet ſchuwen , maar genoeg ſaam beantwoozden / alleen dathet maar Chriſtelijk geſchiede niet upt paffie / of tot berſmaading ; ili zal ban gelijken teegen ieder een handelen . 6. De laatſte repre in onſe ſaamenkomft / was ih niet rechtbeguaam tot zulken Dispupt / want win fo


132

Theosophiſche

den 15.Br.

en koſtelöjlie ſpijke bedeliken den grond des Paerls / te meer dewijlik zulke niet gewoon ben / en te hups gants maatig en nuchteren leef ; 30 dat den Hr. L.D. S. niet genoegſaam is geantwoozd gewozden . 7. Maar ik ben berepdwillig om hem / en alle die geene die het Chriſtelijk meenen / te antwoozden / laatſe mp haare vzaagen maar ſchriftelijk opgeeben / en daar bp Haare meening berklaaren / op datik ſie Watfe befiupten ; ik zalhaar grondelijk en uptvoerlijk genoeg antwoozden / en mpmet geen fecten offectaa riſe naamen behelpen /of noemen laaten ; met grond der Waarhepd / niet een flacciaan , gelyk den Hr. L.D.S. meent / maar ih zal in den grond ſtaan / want ik en leer geen epgen bermoogen / om buptent Chriſtum tot de kindſchap te koomen / gelijk D , S. meent. 8. Doch met zpn meening ben ik ook niet verge noegt / maar noch minder met den Hr . S. B. T. f 't Well gantſelük teegen de ſchrift aanloopt ; want ik ben / in mp / aan alle meeningen dood / en geb niets / als alleen wat my ban Godt te erkennen gegeevent wozd : en ik geef het u alle felber te oordeelen / ban waar ik het weeten heb / wat het is datik/ zünde een leek en ongeoeffentman / met U L : ( die van de Hooge Schoolen geboozen zijt) te doen hebbe / en mp teegen de konſt der Geleerdemoet ftellen / en daar ik doch in mijn epgen beriiuftniets en meer ( bupten het weeten Gods )hoe ik daar toe koome,maar ik fie hein felber naa / wat Godt doet. 9. Maar in den grond van mijne Gaaben weet ik wel wat ih / in dit boozhebben / doe / en daar echter geen boorneemen in mp is / maar de tijd bzengt het 308 boozt / en alzoo dzjft het die geene die alles res Deert. 10. Belangende onſe Heymelijke afſpzaak / Deljih


Send brieven . den is Br. u bekent is / zult gp / in't bewuſte Proces , noc133 h al een taamelijke tijd gedult moeten hebben / en't zal pok / in deeren aanbang / geen ander willen lijden : dit proces mogt wel eerſt in 't ſeevende Jaar tenepn deſloopen ; want het moet/dooz al de Ses epgenſchap pen van den Spiritualiſen grond / oopengeſlooten woj den ; al ſchoon dat het teegenwoozdig dooz de Son wel oopengeflooten is / zo is echter den fleutel nauw lijks aan den eerften of tweeden graad van het Cen . trum der natuur gekoomen . 11. Want een ieder epgenſchap onder de res geſtal ten van het Geeft - leeben / heeft een bpſonderlijke( O ) Son in ſich / ban de magt en herkomſte van het licht der natuur /naamentlih ban de Effentialiſe ( O ) Son / en werden in ordze oopengeflooten ! gelijk haar ges boogte en 002fpongis . 12. Dooj eerft wozd ( 5) Saturnus- Sonne / dooz de fleutel van de uptwendige ( 0 ) Son / oopenges flooten / dat men de ſchepdelijkhepd van de natuur ſiet. ten2. (7 ) Jupiters- Bonne , dat men de kracht als een bloejende boom ſiet : en totdaar toe zijt gp ge koomen . ten 3. wozd ( ) Mars , zijnde de Duur-zie le copengeſlooten /' 30 verſchynt onkbzouw ( 2 ) Ve nus in haar witte hleed / en liefkooſt de ziele i of up deſelde tot de begeerte der liefde kon beweegen / fp gaat met de ziele upt en in / op en af / en bewijſt haar epgenſchappen ban den alle liefde / offp de blugtige epgen wille ( daar de ziele upt de temperatuur is ges gaan / in't vlugtige leeben van de verdeelde epgena ſchappen ) Weederom in haar woude invoeren op bat Dongozou Venus Weederom gezielt wierd / en de Tinctuar des buurs Werdero nu megt berlirpgen / in't welke haar bzeugde en leeben ffaat . 13. Want Tongozou Venus is den glans in het witte ban de ( o) Bon / ( hier ter plaats te berſtaar ) X2

Mar


134 Theofopbiſche den is. Br. maar de magt tot het ſchijnen is niet haar epgen / haar epgendom is het geeſtelijke () Waater 't welk upt Yet ( A ) Duur ontſtaat / alwaar de ſchepding / in den Salniter , in (8) Martis- Sonne aangaat ; 30 ſchepd ſich Jongbouw Venus in ſich ſelber / en be delat ſich met een kpoper rolje ; want (6) Mars watt haar tot epgendom hebben : maar hp beſrnetſedap per in ſin booshepd / bewerptſe met aarde en roet ; tp en kan ſich methaar niet verhuuwelijken 't en zp dan dat hp lijn epgen Duur -wille haar ten pgendom gees be / endat en wil hy niet : daarom ftrijden fp een lan gen tijd : f zijn echte lupden / maa : ſp zijn malkans der tzouwloos gewozden . 14. Zo komtalsdan( o )Solen frupt($ )Mercurius Sonne op / 'twelk den vierden Peutel is ; daar zult gp grootewonderen ſien , hoe (Bodt Heemel en War de geſchaapen heeft / daar by den grond ban al de bier Clementen ; en indien gpsjaar achtop komt te nees men / 30 zult gp uw Proprirım Genium uptgewerkt / boog ufien / en ſien hoe het woozd is mens gewoz den / naamelijk / gpzult ljet uptgeſpooken Woozd in ſöjn Weeder -upt- fpreeker i / in de ſchepdelijkhepdder krachten / fien / hoe Jorgbzouw ( 2 ) Venusberdeelt wozd / hoe de geſtalteni fen der natuur haar in fich batten / en Jammerlij'a met haar omgaan / haar in Hun geweld neemen / Tin fichi in haar / in een purs pze verwe veranderen : fp willen bermoorden / maar 't is haar Doop tot :een Nieuw leeben / aan deere plaats. 15. Debpfde fleu tel is Tonkbzouw ( 2) Venus fel ver / aldaar haaren Godt7 naamelijk de ( 0 ) Bon ne / Haar oopenfiu it / darre haaren mille en haar fchoon krang je aan de moordenaars geeft; dan ſtaat fe als een bechirachu : / dan meentden honjt maar dat hp ?


Send -brieven , 135 den 15. Br. Hy't Nieuwe hind heeft / maar 't is noch berre tot deffels geboozte. 16. Derefte fleutelis ( ( ) Luna . wanneer de son defelbéoopenflupt zomoet(5) Mars , (4) Jupiter . en ( 5 ) Saturnus elki ſijnen wil verlaaten / en hunne blug ttge pracht laaten fincken / want (o ) de Sondte neemtſe / in ( ( ) Luna , in de Menswerding in ; dan begintden konſtenaar te treuren / en denkt dat hp't berlooren heeft / maar ſyn hoope zal niet te ſchande wozden / want ) de maan / in ſijn oopengefloo tene ( O ) Son 7 is zo hongerig naa de rechte (0 ) Sol, dat hpre met geweltinſich trekt /daar van hp in fijn grimmigheyd verſchrikt, en inſijn epgen recht ber ſterft ; 30 bat hem Jonkbrou ( 2 ) Venus, en berſinkt methaar liefde/ in hem in / daarban wozd(0) Mars in ( 21) Jupiter en ( 5 ) Saturnus in deerettefde leebens dig / 'ban een bzeugdenrijk leeben / en alleres epgen ſchappen geeben haaren willen in (p ) Venus , ent ( 2) Venusgeeft haaren wil aan ( O ) de Son : Aldaar werd het leeben geboozen / ' t welk in de temperatuur ſtaat . 17. Beminde Hr. Docter ; de pen is niet te ber trouwen : doch hebt maar acht op hetwerk / het zal alzo zin / en gants niet anders; en beweegt het niet/ op dat (5) Mercurius, fich / booz fön oopenflupting / niet vertoome; want uptwendig is hp quaad / maac inwendig is hp goed / en het waare leeven / hoewel (6) Mars de odzſaak tot het leeben is : pp gaan / met de oopenflupting ! jupft zo niet in die ordre/ ofwel het oopenfiupten in de ordze geſchied / zo wend fich echter het Senſualiffe rad omme / en dzaapt ſich in waards / tot dat( h ) Saturnus, met fijnen wille / fit deninwendigen grond komt./ dan ſtaat hpin de tem peida


den 15.Br . Theoſophiſche 136 epd peratuur , en baartgeen aanneemeljkh meer . 18. A het geene watgp teegenwoozdig ſiet / zijn de afdringende blugtige geeften / en [ die ] proncken met Jongbzou ( ) Venus , maar leeben alle in hoea rerp / en moeten alle omkeeren / en ſich in den grond inwenden / op datre Fix werden ; dat geſchied 300 lang tot dat Jongbzou (2 ) Venus Haar materialis welke de echtbreekersmet grof waater verlieft ( in't haar boeleeren in een valfje wille ) datſegants geeſte ftelijk werd / als dan fchijnt ( o ) de Son in haar 1 welke de natuur in liefde verandert. 19. Beminde Heer Docter , het Corpus Philofo phorum is het Spiritualiſewaater van Puur en licht/ zönde de kracht van het Duur en licht ; wanneer's ban de grofhepd geſchepden wozd / dooz de oopen flupting van allede epgenſchappen der natuur 7 30 iſt recht Spiritualis , dan neeint den Geeft ( o) Solis geen andze epgenſchap ineer in ſich als maar deerede welke hp in de oopengeſlootene geſtalten / in haare Senſualite ( o ) son kan berepken ; want ( 0 ) de Son neemt niets in ſich dan alleen Naare gelijkhepd / fp neemt Haaren Heemel upt der Aarden (30 gp nip recht wilt berftaan ) want Net is haar ſpöre ; daar ban baartſe in ſich 1 eenen Dongen Soon / die ook ( 0 ) Sol genoemt wozd / maar het is een Corpus , daarom ſeg iku / houd u vlytig en dicht bp haar í gp zult wel verheugt werden / indten Godt u zo lang laat leeben / 30 gp maar den rechten Vaader hebt 7 se den welken ik naagedachthebbe / enluft daar toe heb gekreegen. 20. Dit alles is my wel bekent / Want ik heb on langs gefien /daar oober ih ip niet alleen verwonder : de ,maar ook verheugden / in't Welke.mp beel oopens baar is gewozden i en hoewel ik iets uytvoerijjher taar


Send - brieven . 137 den 15.Bri ' daar ban hon ſchepben / zo is het u/ in dit Proces , niet noodſaakeljk; ook is 't de pen niet te vertzou wen ; 't han op een ander tijd geſchieden : En bidde houd deefen Briefheymelik / enin getrouwhepd : ins ' dien ik bp u kom / zo mogt ik u wel iets bertrouwen 't geen ik koztelijk ontfangen en geſien hebbe; hoe wel ik zal 300 verregaan als ik derf. Zo't de tijd toes laat dat ik (weegens d'onruſte dienaa bp is) kan /, 30 kom ik teegen halfbaften naa Breslauw /30 zal ik u/in de weerom -repre / beſoeken . 21. Heer Docter zijt fiende ; leeft het tractaat van de Genaadige Verkieſinge , met een innerlijkeopmers king / het heeftmeer in ſich in ſin inwendigengrond / als uptwendig weegens de ſpzeuken der ſchrift : Wels ken inwendigen grond / ik aan de onwijſen niet en derf geeben en uptwikkelen / doch aan de wijfew wel : zijtmaar getrouw in den Arcanis, en denlit dat de booſe Waereld / in haar gierigheyd / deſelde niet waard is : ' t geen gp Parabolisnfet berftaan kond ! is ban nooden te bgaagen / dan zal u wel iets meerdec geoopenbaart wozden / doch ' t zalozdentlijl gefchie den i anders is 't boozde Dozften der Heemnelen bes riſpelijk : op de maniere van de bloejende Marte is't mp toegelaaten . Daarom neemt de epgenſchap ock Byen aan u / die van beelderlep [ Bloemen ] Hoonig maaken : dikwils tefchappen zoude u dienftig zijn 7 doch hoe't u belieft. Godt neemt Godt : nootneemt noot. J. B.

Den


139

Theoſopbiſche

den 16 Br.

Den XVI. Send -brief ,

Aan den Hr. CHRISTIAAN STEENBERGÉN

Med : Do tr. Van den 3 July 1621. Van de Verkieſing der Genaade , en Gods eeuwig beſluyt.

1. [ Edle, Achtbaare, Hoog -geleerde Heer ;beneffens Ewenſſing van de Goddelijke liefde en bzeug de in onſen Immanuel , in ſijne wonder - foete kracht ; ook alle lighaamelijke en tijdelijke welvaart : zo laat ik ubriendelijli weeten / dat ik my deſaamenſpraak / onlangs geſchied/ erinneert hebbe : en dewyl ik be: merkte dat u é : een zeer feberigen liefhebber der waarhepd en Godljke berbougentheeden zöt ; 30 ljeü ik niet millen naalaaten u : met dit fchappen te be foeken ; dewpl'er geleegenthepd is boozgeballen / om ſeeher perſoon (dewelke mp / weegens den Articul ban de Genaadige- Derkieſinge Gods / heeft aan: gebogten ) tets / op den ſelben Articulte antwoozden : en dat felbe't geen ik geantwoozd hebbe # 6 : toe te fenden om het te leeſen : ben berepd en aanbiedende / in geballe het gemoed / met dit wepnige / fich niet en honde geruſt ftellen / en het begeert werd / fets 300 daanigs te ſchapben / en upt het Centrum upt te boes ren / daar't herte op ruften kan . 2. Hoewel ik meende dat een Chriſten in dit wep : nige 30 veel zou konnen vinden / dat hp tot ruſte / weegens deele enandze Wrticulen / quaame : maar des


den 16. Bri

Send brieven .

" 139 dewpl niet minder is als dat / 30 is ' t mp lecd dat deeren Artícul beel menfren bekommert heeft / en daar op ſulke meeningen geſlooten zijn gewozden / welkede waereld een oopen poozte totalle booshepu geeben . 3. Rademaal mp banden Alderhoogſten is te er kennen gegeeben / dat deeſen Articul noch noopt upt den grois nd berftaan gewozden ; dat wp malkander 30 bzeemd niet behoeben aan te ſien / als menſen en Dupbels teegen een ander ; maar als liebe broeders / en Chriſti trigebooie en dierbaar -berwozbene fiin ders / dat wp doch mogten in een rechte liefde onder malbander Wandelen ; 't welk in zullen waan / (tat Godt den eenen berkieft en den anderen niet) nim mermeer gefehieden kan ; maar wanneer ik mijnen bzoeder aanſieſ als mijn Dlees en Geeft / 30 hon't wel geſchieden / 'twelke ons de fchrift / en ook den 00zſprong ban'tmenffelijke geſlacht / krachtig bes tupgt : en noch veel meer obertupgt mp mön Conci entie in den Geeft des Heeren / dewpl ik mijn broes Max tribet Itefhebben als mijn eigen leeben /of beneffens mijnen Godt. 4. Hoe / zou Godt mp willen gebieden een ber boemden Dupbel te beminnen Neen : Daar de leedemaaten ban mijn lighaam : daarom heb ik / oin dies wille / 002( aah genoomen U :te fchzben / en Chriſtelijk te berroeten en te vermaanen / om deeſen Articw beeter naa te dencken / en in de betrachting/ immers niets anders plaatsin u te geeben als den Hoogſaaligen Naame Jesus , die daar in de waereld is gehoomen / en ſich in onſe menshepd heeft geoopen baart/ om ons arme (aan Gods rijk geftorbene) en berloozen menſen te roeken en faalig temaahen ; en dat geene weeder te bzengen / 't geen in Adam ber . looren wierd . 5. 96


140

Theoſophiſche

den 16.Bri

5. Ik en ſchipbee : daarom niet/ dat ik u zou beriſpen / maarom u op een bzoederlijke wijſe tebe roeken / en my met u te berquíkken /op dat ons ges toof en toeverſigt op Godt 7 in den Heere geſterlit werde ; want wp zijn alleſing maar menfren / en't is billik dat wp ons in leeren en leeben teegen mal kander houden als leeden / want die fijnen bzoeder in den Geeſt Chriſti bind / die bind ſich ſelber. 6. De beelhepd der dispupten en doen geen nut / fp maaken maar berwerring : gaat net mp / in mijn ſchriften / op het Centrum aller Weeren ; 300 zult gp het berſtand in't goede en in 't quaade fien / en ban deere dwaalingen derloft wozden : want op zult zo veel in mijn ſchriften vinden / dat het gemoed ges noegen zal geſchieden : in geballe het Centrum aller Weeſen berepkt word / 30 gaat'er een zoodaanigen welk alle waereldre breugde in 't gemoed op / vjeugde oobertreft ; want den Eedelen ſteen der Wij fen legt daar in / en die hem bindt acht hem hooger als de uptwendige waereld met al haar heerlik hepd. 7. Zoude dat geen bzeugde zijn / Gode te vinden en te erkennen daar men in ſich ſelber alles han bin den en fien / wat in beel dupſend boeken nauwlijks ontwozpen is geworden , en in een teder ding is te ets kennen 8. Met wie zal ik om de religie twiſten / als de felde oopenbaar word in mijn herte / dat ik alles in fyn woztel en oogſpzong kan beſchouwen : dit ſeg ik niet tot roem ban mp felven í daar ili een niets ben ; en Godt in my alles / maar daarom / of le mand luft kreeg om te ſoeken / dat Hp ' t ook mogt foes. kenen verkrijgen . 9. Hoewelik het alzo niet en fogte / ook niets bers ſtond / Wiſt ook niets daar van ; il fogt alleen het lief?


den 16.Br.

Send -brieven .

141 liefrijke Herte Iefu Chriftt/ om mp daar in te berbera genſ booz den grimmigen Toon Gods / en boog den bpand, den Dupbel: maar my wierdmeer geoopen baart als ik fogt en verſtond ; en daar upt heb ik ge fchzeeben : ook dagt ik niet daar meede bp zulke aan fienelijke Lupden bekent te werden ; want ik meende bat ik alleen booz mp ſchreef / en dacht het by my te behouden / ten eynde toe : nuis 't oopenbaar / en in beeler menfren handen gekoomen / fonder mijn wee ten en loopen ; diesweegen werd ik beroozraakt / u gefaamentlijk te ſmechen / en dit te erimeeren / dat meir doch niet en wil op de eenboudighepd des Au theurs fien / en ſich weegen [de geringhepd ban ] de perſoon niet ergeren . 10. Want het is het welbehaagen van den Alder hoogſten/ ſijnen Kaad door dwaaſe lieden te oopen baaren / dewelke boozde Waereld als een niets ge acht zijn / op dat het erkent wozdedat het van fijn hand koome. Daarom indien mijne Geſchreevene Schziften UC : in handen kobmen / 30 wiltre niet anders aanſien als van een kind / in 't welk de hoog fte fijn werli heeft gedgeeben ; want daar lept 300 veel in / dat geen vernuft berftaan / of begrijpen kan : maar booz den Verlichten is ' t kinderlijk en zeer licht. II. 'tên zal ban 't bernuft niet begreepen wers don / 't en zp dan dat het vernuft met Gods Licht werd ontſteelien bupten dat iffer geen binden ;'t geen ili ue : en elle dieſe lessen / beindrlijk wil indachtig maaken . Chriftus regt : roekt 30 zult gy binden kloptaan zo werd uoopen gedaan . Min Daader zal den 1 : Geeft geeben den geenen die hem daarom bidden . 12. Mihier legt het Paereltje in geſlooten : die het Hebbenwil moet het al300 bekoomen , anders iffers geen


142

Theoſophiſche

den 17. Br .

geen vinden / als alleen maar een halfblind weeten / gelijk een ſpiegel bechten : in het Paereltje legt een icebendige weetenſchap / daar men nimmer behoeft te bzaagenofhet waar is : Want daar ſtaat gefchree ven : 3p zullen van Godt geleert zpn. Item : wp zula len tot u koomen en wooninge by umaaken .Item: die Chriſti Geeft niet en heeft die is de fijne niet. Daar om fegt Chriftus :tracht eerſt naa het Kijhe Gods / en naa ſijn gerechtigheyd / zo zalu al het andze toe ballen . 13. ur gebied ons daar naa te trachten / en niet ſtil te ſitten 7 en op Verkieſing wagten /maar tot hem te koomen . (math : 11.) en in fijn Wijn -berg te ar vepden / niet wagten op een dajjving / maar gewils lig koomen . 14. Dewplih dan een berſtandig herte aan ud : geſpeurt hebbe / 30 ben ik des te bzymoediger geweeſt : te ſchepben / verhoope gp zult er ver om aan U ſtandig ban oozdeelen. Zou E : nu in mijn ſchriften iets onverſtaanbaar mogt boozkoomen / ik bid het felbe te noteeren / en mp met geleegenhepd toe te ren den / ih zal 't hinderlijker ſtellen en berklaaren . Be beele ud : beneffens de uwe / Cook mp met haar in de bzoederlijke bereeniging ) in de fagte liefde Jeſu

Chriſti

J. B. Den XVII. Send -brief , Aan den Heer.

N.

i.

N.

Van den 3 July 1621. E Eed'le & c . Beneffens wenſfing ban de Gods E delöleliefde en bjeugde / in onfen Immanuel, in


den 17.Br.

Send - brieven .

143

in ſijne foete kracht : ook alle lighaamelijke en tijdes, lijkewelvaart. Ik laate u : bindelijk weeten ( als 30 tk teegenwoozdig geleegenthepd hadde) dat ik mp de raamenſpzaal / die wpkoztelijkshadden / hebbe erinneert : dewpl ih bemerkte in Ue : en meer andze die daar by waaren / eenen hoogen Godlijken ieber / als liefhebbers Gods en ſijner waarhepd ; dewelhe het Myſterium en den Orond aller Weeſen /met ernſt begeeren naa te bozffen / en in 't licht te koomen : 30 heb ik niet konnen naalaaten Ue : te ſchipben en te erinneren / en in zulk ieberig ſoeken meerdeč oozaak te geeven / en aan te wijſen / hoe het Paereltje te ſoes kenen epndelijk te vinden is ; naademaal ik ook ees nen onder de foelers ben / en ben op het hoogſte bes fougt / om't geene mp van Godt toebertrouwt is / niet te begraaben /maar aan teleggen op dat Gods wille in ons mogt erkent wozden ; en fijn kijk /, in ons ſoeken en begeeren / mag koomen en oopenbaar werden ; en wpons / onder malkanderen / als kin : deren des Widerhoogſten mogten binden / en ons on der malkanderen erkennen als leedemaaten en bzdes ders / en niet als vreemdelingen / ofals Dupbels en onmenfren teegen malkander ; gelijk den Articulban de Derkieſing (30 als het tot noch toe/ ban ſommigel is verhandelt gewozden ) niet veel anders geeben noch baaren kan. 2. Enof't wel 30 fs / dat wy / indenſwaaren bal Adams / in den toom zijn begreepen gewozden / en dat fönen Toom ons tot kinderen der verdoemenis heeft verkoojen ; 30 heeft Godt nochtans ſin liebe Herte / zünde het centrum van de Godthepd / daar aan beſteedt / en heeft het in de menshepd geoopen baart / op dat hy ons / in hem / zou weederbaaren / en het leeven / in ons / weederom oopenbaaren . 3. En gelijk den (waaren bal van eenen op allen guam


144

Theoſophiſche

den 17. Br.

quam / en drong op alle; alzo ook de genaade', quam van eenen en duong op alle : enden apoſtel ſegt ; dat Jeſus Chriſtus in de waereld gekoomenis 7 om te rochen en Saalig te maaken dat berloozen was / na inelijk / den arinen / verloozen / verdoemden ſon daar die in den Toom Gods gegreepen / en tot de verdoemenis berkooren was ; en nietde rechtbaar dige / die met Abel / Seth / Enoch / Poachi Sem / Abraham / Paac en Jacob/ in deliefdebegreepen zijn , maar den arnen fondigen mens die van den Toom Gods gevangen is / naamelijk / Cain / Is mael en Elauſ en diergelijke / om de ſelbete roeken en teroepen offe fich wouden beheeren ; gelijk Gadt tot Cain fepde/ heerſt over de ronde / en laat haar het geweld niet ; 30 Cain dat niet hadde konnen doen Johad Godt het hem ittet geboodens ook indien het niet inidogelijli was geweeſt / dat Adam had komen beſtaan / 30 en had hy hem den Boom niet verbod: den . 4. 11hoewel men zo tot geen beflupt en komt / en hci gemoed aldus geen genoegen geſchied ; want het onderfekt verder naa GodsMlmachtighepd : 300 increcht ander ftudie ban noode / op datmen erkens nien leert het Centrum aller Weerens / tot Liefde en 002 ; wat deeeuwigeLiefde Gods is ; en wat de eeuwige Toom Godsis / die de menfſen berſtokt en berfiind / en tot kinderen des eeuwigen doods inaakt/ en hoe den mens / in deeren tijd / upt zoodaanigen gevangenis kan enmagverloftwerden. 5. Maar dewyl ik fulr in mijn Boeken / in dier voegen verklaart en uptgevoert heb / dat ik meene dat het genoed genoegen zal hebben ; bpfonderlijk in't boek van het Drievoudig -leeven , en in de dzie Boeken van de Menswerding Chrifti ; en noch beel meer en hooger in het boekje van de Ses Pun &ten des Myfte .


den 17. Br. }

Send -brieven .

145

Myſterium Magnums, ban de eeuwige geboozte der Oodlepd / en van dedrie Principiën der die Waes relden / hoe ſy in inalkander ſtaan als eene / en hoe der een eeuwige vreede met malkander is en hoe deeen de ander baart / en de gen de ander bes geert / ook de een ſonder de ander niets weefen zoude : zobermepneik dathet gensed aldaar vergenoeging zal geſchieden ; naademaal men zulk aan allewees rens en dingen bewijſen kan. 6. Radien den Heer D.K: de relbe ſchriften ten dees le in handen heeft7 hoewel niet alle i 30 kan u & : naa de felbe berneemen : indien fp [die andze bziens den } luſt daar toe hebben / fp zullen niet alleen den grond binden in deeren Articul ban de Genaadens Derbiefing / maar van alle Articulen ; en meeſt als les daar ſich het gemoed des menfren heen wendet ; indien men den grond / die geoopent is / naa gaat.. 7. Dijn Eedel Herte / neemt doch boog geen beu ſelwerk / 't geene Godt / upt ſijn liefde , ons oopen ; fiet fetop de eenvoudigljepd der menfſen /dooz dewellie hp ſuir doet; het is booz hem alzoo welbehaa : gelijk / dat hp rin magt aan den ſwakken / en dwaas ſen (gelijkſe de Waereld acht ) oopenbaart : Net ges fchied de maereld tot een leere ( dewpl alles in twiſt leeft / en ſich ban fünen Geeft niet wiltrelihen laaten ) datfe erkennen dat het kijke Gods in onsts : ook 30 wozd hun noch het centrum fönes Weerens / en als ler weeſen / geoopenbaart / iWelk alles uiptfijnlief de tonswaards geſchied/ op dat wp doch mogten ban den elendigen ſtrijd en twift uptgaan / en in een braederlöke en kinderlijke liefde trgeden . 8. Diademaal il dan een begeeren des gemoeds in UE : geſpeurt hebbe / 30 wil ik u & : niet berbers gen / dat het een ernſt zal wozden ; en regge : gelukt . Frig zijn die geenediemeede onder het gelupd der bas fups


den 17.Br. Theofopbiſche 146 fupne (dle alreede gebaſupnt heeft) begreepen worden : Inantdaar komt een zoodanigen ernſt hier naa / dat Baabel , en ſtrijd / mitsgaaders alle hoovaardp / en eergierighepo / oolt valshepd en ongerechtighepd ; eenen ernſtigen dzona zal dzinken ; en eeben dieſe in geſchonken heeft zalſeuptdzinken : ik bidde dat : dit naadenkt om uw eeuwig hepls wille : het is er kentgewozden . 9. Indien het gemoed niet gronds genoeg mogt hebben in mijne ſchriften / dat het ltonde ruften : 30 ben ik berepòbillig / 30mp zulks maar aangeteekent en toegefonden word / het ſelbein dier boegen te ver klaaren / en upt het centrum aller. Weeſen upt te boes ren / dat ik verhoope het gemoed zal genoegen gegees venwozden : Hoewel het niet jupſt aan het naabo?f= ſen legt ; wantgeen ſoeking bereptit Het Paereltje/ zonder Gods licht ; daar behoozt een boetbaardig ootmoedig gemoed toe / dat ſich in Gods genaade gants in geeften gelaaten ſtelt / dat niet roeht noch wil / als maar Gods liefde en barmhertighepd ; in den ſelben gaat eyndeling op deheldze JMorgen -ſter / dat het gemoed een zoodanig Daereltje bind / daar ſich ziel en lighaam in berheugt ; en wanneer ditges bonden wozu / 30 en ifrer geen verder onderſoeken noch leerenvannooden; want daar ſtaatgeſchree ben : fp zullen ban Godt geleert zön . Zulks oopent Het gelupo der ſeevende baſupn / in beelermenſſenges inoed / die het maar met ernft , in eenen ootmoedi gen / aan Godtgelaatenen wille / zullen ſoelen . 10. Daarom / mijn Cedel herte/ en woud ik u gulr niet onthouden : beel disputeeren en diep onders Toeken in epgen vernuft / en vindthet Paereltje niet maar een ernſtige boetbaardige wille bind het felbe 't welk hoſtelijker is dan de Daereld / en diehet bind / die gaf bet niet om al de rökdommen bande Waes relds


Sènd brieven . 1 ug 7 reld , want Het geeft hjem tijdelijke en ecuwige bze4 dup Wer fte mid cker kan re den in een de : zo dat lp vzoolýk zijn / en de goede daagen deefer Waereld vooz dzek acht. II . Chriſtus ſepde / ſoekt / 30 zult gp vinden / klopt aan / zo werd u oopengedaan. Item : mijn Vaader zal den H : Geeft geeben den geenen die hem daarom bidden . Hier in legt den grond : niemand en reggel mijn herte is toegeflooten / ih en kan niet bidden ; ja al ſepde mijn Hecte niet anders als neen / 30 werp ik mp echter in Chrifti lijden en dood / 'tzp dat hy my in den Heemel of helle werpe / cbenwel wil ik in fint dood zön / die is mp een eeuwig leeven gewozden : zo heet het alsdan ; niemand kan mijne ſchaapjes upt myne handen rullen . 12. Den weg tot de Cedele Paerle / om de felbe te foeken en te erkennen / is in het boek ban het Dricyou . dig - leeven genoegſaam geoopent ; anders zoud ik daar iets van gemeld hebben . Bebeele UE : en ons alle./inde fachte liefde Defu Chrifti. den 18.Br.

J.BA Den XVIII. Send - brief , Aan den Heer

S. V.

S.

Van den 3 July 1621 De opene Well -Bronin 't herte Jeſu Chrifti zy onſe verquikking. benef Edele Erntfeſte Hoog- beroemde Heer 1. Et fens wenffing van de Goddelijke liefde ent bzeuga


748

Tbeofophiſche

den 18. Br

bzeugde/ in de wonder -foete kracht van onſen Im manuel; ook alle tijdelijke welvaart des lighaams) : belient te maa, ili heb niet honnen naalaaten U ken / dat inp is ter oozen gelioomen / hoe dat U € : een byſonder liefhebber van den Fons Sapiëntiæ zijt/ ook eenige van mijne ſchriften geleeren hebt / en een groote begeerte naa de Pontepne Chriſti/ en de Ees dele Wijshepd dzaagt ; ' twelk mp bewoogen heeft aan u & : te ſchryven ; dewpl Ue : [ als voorregt] eenige ban mijne ſchriften leeft. 2. Maar daar wozden menflen gevonden / die upe afgunſt / en met een berkcertbegrip der ſelber / upt onberſtand daar teegenraaſen / gelijk upt dit nees bensgaande parquilte ſien is / hoe dien armen hoo baardigen mens glorieert ; en hy verſtaat doch Het minſte niet waar upt mijne fchriften boozt bloejen / en allegeertſe noch heel bals / met een bzeemt bers (tand / alleen om ſijn elendige meening daar mee te beveſtigen ; dewpl'hy eenige ſchriften verbrepd heeft ban Gods Derkieſing ober ons / en denkt ons alzoa een ſtrik van vertwijfeling om den hals te werpen / en een deur tot alle lichtbaardighepd oopen te doen : daarom ſmaakt hein de geoopende FontepneChriſti/ in mijne ſcheiften / niet . 3. Zo heb ik een kogte verklaaring over ſijn ſchrift gemaakt , en den leefer mijnes boeks te overweegent gegeeben ; doch maar ſommaaris / alzoo dengrond in mijn andze ſchriften genoegſaam te vinden is ;op dat men doch ſien mag hoe deeſen Pasquil-Schapbec ons gedenkt den boet telichten / en van den Hoogſten ſchat te berooven / daar ons seuwig Hepl aan legt ; en dat met geleerde woozderi / en bpbrenging det ſchrift ;gelök als een padde vergift upt hoonig ſuygt/ aizo trebthp de ſchriftbp het hair daar toe / gelijk in de beſclipbing bande maagt marig te ſien is 7 en pant


den 18. Bi.

.

Send -brieven .

143

ban't beloofde Saad der Vrouwen / hoe hp de ſchrift berbalſt en berbittert / daar op ſtelt hp de Genaadet berkieſing. 4. ' t welk mp / in mijn herte / recht jammere dat dient mens zo belaaden is / en met een zoodaani gen meening ingenoomen / welkers laſt waar is / en daar hp niet van verloſt kan wordeii't en zp dart dat hp het centrum ban alle weefens leert verſtaan ; van waar quaad en goed ontſtaat ; wat Gods liefde. en Toom zp ; en leere de drie principiën verſtaan ; an ders word hy daar niet van verloſt. 5. Hoewel het mp niet en verwondert dat Tem möne fchaften vreemd boozkoomen : want Het is iets nieuws / en 't gaat booben't vernuft ; ſy hebs ben een ander verſtand als de ſpnel een ander woztet daarſe upt Wellen ; want ik hebre niet ban letti ren te ſaamen geraapt / of geleert , ik was een onberftan dig kind daaraan / gelijk der leeken aart is / Wiſt ook niet ban fulke dingeit / enſogt het ook alzoo niet Ik fogt alleen het Herte / entdeoopene Fonteyne Jefit Chrifti / om mp daar in te verbergen boor het ons weeder ban den Toon Gods / en booz de teegenſtand des Dupbels ; dat ik mogt een leposinan en boerdee krygen , die mijn leeven boerde en regeerde. 6. Doe nip dit 300 diep ter Herten ging/ en mijit gemoed fich zo ſteck in den ſtrijd / teegen de ſonde en jood / en tot deBarmhertigheyd Gods / indzorg / dat ik eer mijn leeben zou gelaaten hebben dan daar van af te ſtaan ; zois mp zoodaanigen k2con opges ſet gewozden / dat ilimphoop in eeuwigheyd te ver: heugen : waar toe ik geen penne Heb om ſulr tebes ſchepben / veel minder met den mond upt te ſpreeken : en daar nipt is mp mijne erkentenis gehoomen/ en de begeerte om zulr op te ſchepben / alleen vooz mp ſelben / tot een meinoriaal ; ih dacht het tot mijn laats Ø 3


150

Theoſophiſche

den 18.Br.

laatſte epnde te behouden : doch hoe't daar mee toe gegaan is / is UE: Wel bewuſt / dooz den Leer N. 7. Maar dewyl het / dooz de ſchikking Gods / tot zulken epnde is geraakt/ dat € : mitsgaaders uw Deer Broeder7 als eerſtelingen daar toe beroe pen zijt/ dooz wellie het is booztgeplant gewozden ; zo vermaane1 en bidik UE : om uw eeuwig hepls wille / dat op het Daereltje / dat ons Godt gunt / in acht wilt neemen . 8. IDant daar zal een tijd koomen dat het zal ge rogt worden en aangenaam zijn , men zal ſich niet iaaten afozpben met een ſtormwind / maar alleen . lijft recht aanſchouwen ; en Godt / den Widerhoog ftent / bidden / dat hp de deur der erkentenis Wil oopen doen : zonder 't welhe niemand mijn ſchriften zal

verſtaan . 9. Want ( p gaan booben het Sterren -bernufti fp begrypen en bevatten de Goblijle Geboozten : daar om zo moethet oolt een eeben gelijken geeft zijn / diere Fecht verſtaan wil . Geen ſpeculeeren berepkt fuir ; 'ten zp dan dat het gemoed van Godt berlicht is : tot welkers binding / den weg / aan den roehenden deeler / gants trouwelijk is aangeweefen gewo2 , den . 10. En ik betupge met goede waarhepd / booz Godt en menſen / appelleere ook daar mee vooz Gods 002deel / en fegge i datter in geen disputeeren / zonder Godslicht en Geeft/ eenig goeds 3p ; dat daar door ook niets beſtendigs en Goode-behaaglijus kan Diuftaan . 11. Daarom wie den weg tot Godt/ in den grond/ wil leeren berſtaan / die gaamaarupt al ſöin bernufti en treede in een boetbaardig ootmoedig / in Godt gelaaten kinder -Hert/ en roek maar kinderlijk / 30 zal by Hermelffe kracht en wüsyepd berkepgen / enzal CHI :


den 19. Br.

Send -brieven .

Chrifti kinder -geeft aantrekhen / die zal hem in alle waachepd lepden ; anders is 'er gants geen rechten weg / als alleen deefe cenige : en zoo't daar eens toe quam datde : de Jongbżouwelijke Lloon mogt ops geſet wozden / 30 zoud gp niet meer behoeben te reg gen / leert mp : want daarſtaat geſchreven ty zul len alle van Godt geleertzyn : bupten dat hebik noth weetenſchap noch konft. 12. 't Is mp in mijn ſchwben gegaan gelijk een ſchoolier die ter ſchoolen gaat : of als een ſtoztrecgen / die boozt dzüft / daar hy valt daar treft ip : alzo is ook mijn begrip geweeft tot op heeden . 13. Het boekt Aurora of Daageraad,wasmyn kín derlijken aanvang ; ih fchreef alzoo in ein weeders fchijn / fonder bernuft / bloot upt het beſthouwen / meeft op een Magiſe aart ; il berſtond het wei/ maar het is niet genoeg tiptgeboert het berepft een vera klaaring , en beeter upiboering ; ik dacht het by my te behouden ; maar het wierd my / forider mijnen Wille / onttrokken / en publph gemaakt /gelijk U : bewuſt is . Beheelemp in Uc : guſt/ en onsalle ir deſachte liefde Jeſu Chriſti. J. B. Den XIX. Send-briet,

Aan den Heer JOHAN DANIEL KOSCHOWITS , Med : Do tr. en Praktizün tot Strigs , Van den 5 July 1621. I.

Chtbaare, Erntteſte , Hoog -geleerde Heer , neevens wenffing der liefde en barnhertiga hepd / vanonſenlieben Immanuël; ook alle tödelijke 04 A


Theoſophiſche

den 19 Br.

en lighaamelijke welvaart ; wil ilt u E: niet verber gen / dat ik het boek metde briefkens / geleefen / en des teegenſpreekers berftant / begrip / en meening / in de liefde en vzeere Gods / betracht hebbe / en ge noegſaam berſtaan / in waterkentenifleden ſelben ( a) meng loopt; en hoe hp mijn ſchriften noch noopt in't minſte en heeftberftaan. 2. Ook jammert het my van deefen mens gants zeer / dat hy ſich alzoo in een zoodaanigen lupt7met de verkieſing Gods / Heeft verdiept; upt den welken Hp gewis niet koomen han / 't en zp dan dat lp het Centrum aller Weeſen leert verſtaan : Ook gaat lip janimerlik dwaalen / weegen Chriſti Menghepd / en fijn moeder maria ; welkemeening / ons Chriſtes lijk geloof/ daar ons weeder gebracht hepl op ſtaat / gants contraary is. 3. Doch ik wens van herten / dat deeren mens mogt (iende wozden (want hy is een pberaar ) 300 zoude fijn pber doch nur zijn : alleenlijk deeſen weg die hp teegenwsojdig loopt 7 en is niet anders dan een deure totalle lichtvaardighepd en vertwjffeling ; en daar zal ſwaare reeken (chap toe behoozen de menſ fen alzoo in vertwijffeling en lichtbaardigheyd in te

boerep . 4. Ik wenſtedat Hp mogtgeholpen worden / dat Iw fiende wierd / dat hp het liebe en bztendelijke Herte Gefu Chriſti doty mogt erkennen ; die ſich in onſe menshepd heeft geoopenbaart / om ons arme perloo ren nienflen te roeken enſaalig te maaken: Dant/ 500 daanigen lichtbaardigen ſpot / die hp teegens ſönen Broeder drijft / en is gants geenen Chriſtelijken weg; fulr en zal Zion niet opbouwen / maar verſtooren ; wil hp onder 't gelupd van de reebende baſupne meede begreepen en een eerſteling zün / 300 moet hp ban al le (a ) verfant, Balthazar Tielken,


den 19. Br.

Send - brieven .

153

le ſpot / twiſt en berachting uptgaan / en niet anders foeken dan het Broederlijke liefde Herte ; anders is het alles Baabel en faabel / kpben en twiſten / en nima mermeer op't doelwit ban onſe ruſte / in Chrifto / te koomen. 5. Ik heb ' t relbe / booz hem en booz andere Tees fers van mijn ſchriften /een wepnig ontworpen / fullst naa te denken / om dat ik heb geſien / dat niet alleen mijn teegenſpreeker / maar ook andere (meeſtendeet hoogeſtands -perſoonen Jalzo met zoodaanigen Waan / weegen de verkieſing Gods / bekommert zijn ; of meenig de beſwaarde dwaaling / upt het gemoed mogtgebzacht worden . 6. Doch ik ben ban fins een gants boek daar bank te ſchipben / indien ik zal bebinden dat men mp niet alzoo heftig ſal teegen - ffreebeti/ fondererkenteniffel Wiens geeſtes kind ik ben . 7. Sulks te bedenken ; ſtel ik aan u / als geleerde en ervaaren lupden / en bidde't ſelbe maar recht te betrachten / waar ban mp möne erkentenis en wees tenſchap mag koomen : Want gp fiet en weet het dat ik'i felbe niet en heb geleert 7 veel weyniger te boozen bedacht ofberſtaanſ gelijk denaart is van de flechte eenvoudige leeken ; hebbe fulf ook alzoo niet gefocht 7 of iets in het minſte daar ban berſtaan maar het is my upt genaadedes Alderloogſten ges geeben gewozden / dewplih fin liebe Hertefocht / omt inp in't félbe te berbergen booz den grouwfaament Coon Gods/ en de bpandfchap tes Dupbels . 8. Daarom bermaane en biode ik u / in de liefde Chriſti / fuir naa te denken / en recht teegen de Geeſt der Heplige Schrift te houden / en't ſelbe recht op de praebe te leggen / met een recht ernftelijk gemoed ; 300 zullen ude oogen geoopent wozden / dat gp'tſule dienen erkennen , OB 9.00 1


den 19. Br. Tbeofophiſche 154 9. Hoewel ik gants niet aan U6 : Perſoon en twijffel; want ik hebbe u € : booz een boome lief Hebber Gods en der waarhepd aangeſien ; Hoope ook dat mijn gemoed mp niet en zal bedzoogen hebben : 't welk / in de liefde /machtig zeer tot u € : ſich heeft geniepgt. 10. Want ik bertzouwe/ ook fulhs in mijn gebed Godt voozdzaagende / dat ue : de ſchoone k200nt van de Goddelijke eere / in de erkentenisſe van de wijshepd /noch wel mogt opgeſet worden / dat gp noch mijne / noch andere haare ſchriften zult vannooden hebben/ om tot de erkenteniſſe Gods te gebzupkent; maar den Heere / in u relfs / erkennen ; gelijk mp dan ook alzoo is geſchied / upt 't welk tk ( chapper en fonder dien / niet anders en gebruipke ; want daar ftaat geſchreeben / fp zullen alle ban Godt geleert zijn enden Heere erkennen : ik zal mijnen Geeſt uptgieten ober alle Dlees : Item , haare Soonen en Dochteren zullen pzopheteeren / en haare Jongelingen zullenges ſichten hebben . 11. Waarom wil men fulr dan beſpotten / indien Godt fijn Geeft ober een zoodaanigen eenvoudigent man uptgiet / dat hp moet ſchipben booben aller menfren vernuft ; hooger dan den grond van deeſe Waereld is . 12. Beminde Heer / het geſchied upt Gods liefde , tot u / dat gp doch den grond en dewoztelban um fchwul-ftrijd moogt ſien ; want beel hebben gefocht / doch niet aan 't rechte perk : daar ban is hen den ſtrijd ontſtaan / die de waereld heeft verbult ; en heeft bynaa alle Broederlike liefdeberſtoozt. 13. Daarom roept Godt u / met een booger ftem . me / op dat gy doch ſten mogt waar van alle het gitaade en ' t goede ontſtaat enherkomt / op dat gp ban den ſtrijd zoud opljouden / en den ſelben grondt ton


den 19. Br.

Send -brieven .

T55

ten hoogften erkennen : den welken dan den tid des Wagrelos tot nu toe berborgen is geweeft ; en alleens lijk den kinderender hepligen geoopenbaart. 14. Raademaal mp bewuſt is 7 hoe uw Tjerte toc Wijshepo is genepgt / 300 fpzeelte ih baymoedelijk teegens u / en berhoope dat gp'rin rechte liefde zult aanneemen / enrechterkennen ; gelök 'tfelbe gemeene fs . 15. Ikwenſte dat ik & : den halben Geeff ban mijn erkenteniffemocht geevent/ zoo en behoefde op vooz woiis londe / geen fchappens : hoewel ik u eebenwel zoo Wildeik u doch eens met dit fchappert Boederlijk vermaanen / eerden rouwen winter der elendekomt; dewelke op de baan is . 16. Indien mijn ſchriften UE : gevallent / 300 bidde ik / de relbe doch bigtig te leeren / en booz alle dingen / uop het Centrum allerweeſen te leggen : 300 zullen u de taie Principiën geheellicht zijn : k weet / en ben berfeekert / bat / 30 6: het Centrum in der geeft begrypt/ dat op een zoodaanige bzeugde daar ober zulthebben / Dewellie alle des Daerelds bzeugo cobertreft; want der Eedelen ſteen der wijfen lept daar in ; hp geeft gewishepo van alle dingen ; hp berloft den mens van alle bekommering 1 in den ſtröd der Religien / en oopent hem ſijn hoogſte Sera bozgenithept / die in hem felfslept : fijn werk / daar Hy van de natuur toe is bechodzent , bzengt HPtot de hoogſte polkoomenthepd / en han alle dingen in't hera te ſien ; is dat niet eenklepnood booben alle loftelijks Hepd des Waerelds ! 17. Indien u € : fets in mön fchriften moche bookoomen ' t welli niet te verſtaan ente Hoog moge

zijn / bidde ik / 'tfelbemaar aan teteekenen / en mp toe te feriklent ; ih zal" t kinderlijker ftellert : tane deboplili by # 9 : een bequaam hoog berftand van't


156

Theoſophiſche den 19. Br. ſelbe Gebbe gemerkt / 300 vermaane en bidde ik / itt een rechte meening/als in Gods teegenwoordigheyd / dat men doch ook alzoo in een zoodaanig leeben wil treeden / en in de erkentenis leeben en wandelen ; op dat wp bebonden wozden als beroepene eerſtelingen / in den Heere / in Zion . 18. Want daar oopent ſich een tijd / die wonder derlijk is / de welke in mijn ſchriften genoegſaamis aangeweefen ; de felbekomt ſeekerlik ; en 't is noo dig ernſt te gebzupken : 19. De Heer N. tot N. ( 300 de Heeren in een cons verſatie quaamen ) biddeih / uptUE: gaaben / teon derrechten : want hy is pberig , en een groot ſoes ker ; Oodt geebe hem dat hy 't binde ; bidde ook bozder / Het inleggende ſchepbensaan hem / met de eerſte geleegenthepd / te fenden ; daar mee hem en my / een dienſt zal geſchieden : dit ookmeedeober te fenden aan den € : Heer N. of meede tot N. te beſtela ten / dathp't boozt ſchicke. 20. Dan weegen het bittere parquil ban den on verſtandigen pberaar / Heb ik (a ) drie -en - twintig bels len papier tot antwoozd gegeeven , maar ik heb het antwoozd tot nu toe opgehouden om dien mens niet te beſchaamen ; berhoope dat hp / dooz onderwijfing ban goede lieden / noch eens zalſiende wozden : Hebis be ook berbooden / 't felbe noch over te geeben ; of't noch moogelijk mogt zijn / dat hp van zön booſhepo afliet : anders indien dat de relbe antwoozd zoude aan't licht koomen / 300 zal hp ſlechter roem (als hp wel berhoopt) daar ban brengen ; geebe ondertuffen / dit wepnige te uberweegen . 21. Genoegt hem niet aldus in Broederlijke liefde te handelen / dat hp dan gewis gelooft / dat waar Gods Liefde 3p/ ook zijn Coomig : dat Hein ſult wel a) Vaflan de ceific Apologie aan B. T.


den 2. Br.

Send brieven .

157 wel mogt getoont wozden / dat hp fich't felbe zout ſchaamen / en wennen , dat hy't niet begonnen hadde; dochwil hp te vzeede zijn /300 mag deeſe antwoozd am de bekende plaats ruften ; hpmag reekerlijk gelooven dat ik berder fie ! dan hp berftaat.

4

22. Om'treſpect en Gods eere wille / hebbe il / den bekenden perſoon / bziendelijk geantwooga : want mp is meer geleegen aan de kinderen Gods ( zijnde mijn epgeneBzoederen )dan aan berdeediging: want om de waarhepd en Chriſti eere wille lijde ih gaaren berſmaadhepd ; want dat is het kenteeken Chriſti : zuik geebe ik € : bziendelijk te kennen / en bebele u € : met alde geene die Beſum liefhebben / in degenaadeDefu Chrifti,

S. B.

Den XX . Send - brief, Aan den Heer

GODEFRIED FREUDENHAMMER Van den 17. O & ober 1621 . De Oopcoe Well- Bron Gods in't Herte Jeſu Chrilt ży onfc verquikking en geſtaadig licht: Erwaardige , Achtbaarc , en Hoog -geleerde · ne/ wat mijne ziele ban Godt begeert / naamelijk de rechte / waare/ Godlijke erkententie / in de liefde gefu Chrifti ; dat Godt het Centrum uwer ziele mocht oopenflupten / op datden Paradijſiſën Leelies tak 1 in Chrifti Hooren - Hofken / mocht groenen / waren / blocjen / en bzucht draagen ; en den ſtzoom /


158

Theoſophiſche

den 20. Br.

upt Chriſti zon / ban # # : uptbloejen / engyban Godt mogt geleert werden / dat zön 1. Öeeft u al leen d ?pbe en regeere : gelijk gefchzeeben ſtaat'; die door den Geeft Gods gedzeeben wozden /die zpn kins deren Gods. Rom . 8. 14 . 2. Mijn Heer / uw ſchipbens heb ik ontfangen / en daar upr verſtaan dat u € : mijne ſchriften gelees fen hebt / en defelbe u welbeballen : Ik wenstebant herten dat des Telfs ſin en ' t recht verſtand mogtbes greepen werden ; dan en was 'er geen verder bzaagent of onderſoekens van noode. 3. Want het Boek daar alle berbozgentheeden in leggen / is den mensfeifs : Hpis ſelber 't boek van weefen aller weeſens /dewpl hp degelijkhepd der Gonhepd is / het groote Arcanum legt in hem : al leenlijk het oopenbaaren behoort aan den Heeft

Gods. 4. Waar indien de Leelte in Chrifti Menshepd / in de nieuwe weedergeboorte / upt deſelve uptgroent/ zo gaat upt de ſelbe Leelic den Geeft Gods / upt zijn epgen cozpzongen grond / upt/ die ſelbe foeht / en bind alle verborgenthepo in de Goddelijke wijsa hepd. 5. Want den Leelie -taki dewelke / in de nieuwe uptgroent ( berftaat geboozte / aptChriftimenshepd de nieuwgeboozen Geeft uptde Eflents der ziete inde upten in Hracht Chrifti) die is een waarachtige telg den boom Gods / enftaatin diefelbe . 6. Gelijk als een Moeder een kind baart7 alizoo toond de Nieuwe Mens / in en upt Godt geboozens alzoo / en geenſins anders / is hy Gods kind en erfa genaam / eenkind des Heemels endes Paradijs. gerec e htighepd engeld 7. Want een toegereekend niet ; cen vzeemdeling han Gods kyk niet erbent ; maar een ingeboome gerechtigjepo upt Gros Pers fenis


den 20. Br.

Sendbrieven .

159

fenhepd /naamelijk upt Gods Waater en Geeft ; ges Ink Chaiſtus ons regt : wp moeten werden als de kinderen / en in Gods Eflents ontfangen werden / en als nieuwekinderenin Gods Eſſents uptgroenen en uptgeboogen wozden ; op de wijſe als een ſchoone bloem upt de wilde Aarde ; of gelijk een koftelijk ſchoon goud in een grooben ſteen waft : anders en lonnenwop het Kijke Gods / noch aanſchouwen noch be -erben . 8. Want't geen de inwendige geeſtelike waereld erben wil, moet upt de felbe geboozen worden : het Aardre blees uptde bier Elementen han Gods Köjli niet erben Joh : 6 :en i Cor : 15 . 9. Maar het vyfde Weeren / naamelijk het Cles ment/ daar upt de vier gebouzen wozden ( dat is't Paradijs ) datmoet heerffen over debier Elementen ; op de wijfe als het licht de dupſternts in fich gelihals berfionden houd / en daarſe in fich echter waarlijk fã : alzooinoet het ook met den mens toegaan . 10. Alleenlijk deeſe tijd ban't aardſe leeben kan't met den uptwendigen mens niet weefen want de uptwendige WDaereld heerſt over den uptwendigen mens / dewplfe in Adam is oopenbaargewozden / 'tbelk zijn bal is . II . Daarom moet den uptwendigen mens bera bzeehen / gelijk de uptwendige waereld berbzeelt , en daarom kan'tin deere tijd met geen mens tot de volmaakthepd koomen : maar ben rechten mens moet in den ſtr , d bipben teegen't aardſe berdurven leeven /'t welk zin teegen -party is / daar eeuwighepdr en tijd teegenmalkander ſtepden . 12. Want dooz den ftrijd wozu Het groote Arka num geoopent / en de eeuwige wonderen in Gods Wijshepd / upt de Eftents der ziele/ oopenbaar. 13. Gelijk als ſich de eeuwige Bodt met de tija


260

Theoſophiſche

den 20. Br !

Heeft geoopenbaart / en boert zijn Eeuwige wondes ren /met de tijd / in een ſtrijd en weederwaardighepd / op dat / doozden ſtrijd i het verbozgene ſich oopene : alzoo moetook het groote Myſterium in den mens /in den ſtrijd ( daar Gods (Toon en Liefde / gelijk als buur en licht / in den ſtrijd is) oopenbaar wers den . 14. Want in de ziel ( als de welke upt het eeuwige buur / upt de epgenſchap des Vaaders / naamelijk upt de eeuwige onaanvankeljke natuur / upt de dupfternis / zijn oozſpzong Ineemt) moet het licht twelk in Adam uprbluften / in Chrifti ingaan / weederom herboozen wozden ; als dan is hem Chzie ſtus en het Hijhe Gods upt genaaden geſchonken . 15. Want geen mens han't ſich ſelfs verkrpgent Gods liefde dingt / upt genaade / Weederoin in het Centrum der zielen in i en voert den wille Gods / in Heemelſe Weerenhepd / als een nieuwe ſprupt / of nieuw eebenbeeld /upt het zielen -buur / ipt ; gelijh als het licht upt het buur ſchijnt. 16. Daarom is het alles ſonder grond 't geen Baa bel leert ban de uptwendige toegereehende gerechtiga hepd / en ban de ban -bupten -aangenoomene kino Tchap : Chriſtus ſpzak / gp moet ban pieuws Gen hoozen wozden / anders zult gp Gods Kijk niet

fien . 17. Daar Helpt geen hupchelachtig trooſten mee Chriſti dood : maar in Chriſti dood in gaan , en in hem opſtaan / en in hemuptgroenen / in hemen met denNieuwen mens i Chriſtus werden . Waereld /en ook 18. Gelijkerwijs als Chriſtus /de den Coom ſüng Vaaders /zijnde hetCentrum der eeu wige natuur /in deepgenſchap der ziele / met zijn liefde ,dat is methet nieuw - ingevoerde liefde -buiur/ in deÉflents der ziele (daar in die Dupbel te boogeit


Send brieven . den 20.Br. 161 fijn begeerte had ingeboert )heeft gedood / uptgeleft / en ooverwonnen : alzoo moeten wp / in / enmet Chzi fti Geeft / den Aardfen Adam / in Gods 10m / berdzinken / en met Gods Liefde dooden ; op dat den Nieuwen mens uptgroene; anders is ' ez geen ber geebing der ſonde / noch kindſchap / noch gerechtig hepd. 19. Het Rijke Gods moet inwendig in ons geboo ren werden i anders konnen wp / met het ooge der eeuwighepd /in de Engelfre Waereld niet ſien . 20. Al het dichten en trachten / leeren en ſtudees ren is te vergeefs ; noch konſt noch bernuft verlirijgt Het : wy moeten maar ingaan dooz de deur die Godt ons / in Chrifto / heeft oopengedaan ; en in Gods Kjk uptgroenen / enden aardſen wil afſterben / 300 dat het ons maar ban achteren aanhangt : het ſaad der Drouwen moet geduuriglyk in ons de flang den kop bertreeden . 21. Het eygen vernuft en kan geen kind Gods maaken / want heten lept niet aan ons willen / loo pen /of dzaaben ( gelijk Paulus regt) maar aan Gods ontfermen . 22. Mijn Ikhepd en kan het niet berephen / mijn Othepd moet in Chrifti dood ſterben / en aan het niets te hups ballen / alsdan balt mijn Ihlepd in Godsontfermen / en is aan het perk van den eerſten mens / en baat Weederom in ' t Verbum Fiat , daar maakt Gods ontfermen / in Chrifti ingaan in onſe menshepd den Aieuwen mens upt genaaden .

23. Daarom moet den berdozben aardren wille / doozrechte waare boete ſterben en in de gelaatenheid / naamelijk in het niets / ingaan ; de wille ſöng bers nufts geheel in den dood overgeeben / en ſich ſelben nietmeer willen noch Wogeten , maaraan Gods ont fermenhangett.

24. So


den 20. Br. Theoſophiſche 162 24. So is het als dan genaamt (gelijk Godt bp de Propheeten regt mijn Herte breekt mp dat ik mp fp ner moet ontfermen : kan ook een moeder haar kind bergeeten / datſe fich niet ontferme ober de soone haares lighaams/ en of ſy ſchoon de felbe bergnatel 30 en zal ik u niet vergeeten / fiet in mijne handen heb ikugeteekent. 25. In't ſelbe (naamelijk in Gods ontfermen ) fiaat den Nieuwen mens op / en groent in't Hees melrijk in 't Paradijs ; offchoon het aardſe liggaam in deere IDaereld is. 26. Want Paulus ſegt : onfen wandel is in dert Heemel. M1300 wandelt den Nieuwen mens in den Heemel / enden ouden in deeſe waereld ; want den Heemel daar Godt in woond is inden Nieuwen Jens. 27 Xidus (mijn geliefde Heer en Broeder ) en op geen ander wijſel heb ik het Myſterium gebonden ; ik en hebbet niet beftudeert ofgeleert : indien u € : ofieinand anders een dozft naa't relbe heeft / den 30 daanigen ben ik broederlijk geneegen den weg aan te wijfen ; gelijk hetmp weedervaaren is , gelijk ik dat in mijn ſchriften / bpronderlijk in't boek ban't Drie . voudig Leeven des Menſchen , en in 't boeli van de drie Principiën des Goddelyken Weeſens, in 't breede befchzeeben hebbe. 28. Alhoewel maar booz mp felfs / teweeten tot een geeſtelijke oeffening / in de erkenteniffe Gods ) in't Myſterium van Gods groote wonderen : maar dewpl Het / dooz Gods beſtiering / daar toe gekoo menis dat het geleeſen wozd / 300 gun ik het een ieder die 't in ernftbegeertte verſtaan en wens van Herten / dat het den leerer deefes / en ieder een / in heni felber / inogt oopenbaar en bekent zijn / 30 en was er geen onderſoeken meer van noode. 29. maar


den 20. Br.

Send brieven .

163

29. Maar dewpl Godt het door de Propheeten heeft belooft / bpfonderlijk in Joël , dathp lijnen Geeſt zaluptgieten / in den laatſten tijd / over alle blees / zo is de tijd in acht te neemen . 30. Ok fegge7 gelijk ik het erkent hebbe ; wieſich teegenwoordig felber wil ſterben / die zal de Geeft des Heeren / naa de boozfegging Joëls , grypen / en zijn wonderen door hem oopenbaaren : daarom is het iemand eenen ernſt / 300 zal hy't onderbin den . 31. Maar ik wil een ieder getrouwelijk gewaar fchouwt hebben / of het 300 gebieldat Gods licht hem opging / dathp immers / in groote ootmoed / in de gelaatenhepd ſtaan bipbe/ te weeten in den dood Chai 32. (Want den Heemel zal nu fijn lang gewerkt Egeſt ban't geſteente/ 'tgeen hp meedegewerktheeft/ in demenſelijke epgenſchap / uptſchudden ) op dathp ban dengeſternden Heemelniet gegreepen werde / en over hetperkt upt degelaatenhepouptbáace. 33. Gelijk aan de Methiften te fien is ; dewelke gekoomen zijn tot in de poozten der diepte / en zijn banden geſternden Heemel Weederom gegreepen gea wozden / in fich felfs 'weeder ingegaan 7 fich berhees ben hebben / en ban den ſtrijd tegen de flange / upt / en alzoo in een epgen / ingegaan meenende fp waa ren geheel in Godt Getransmuteert ; en hebben al 300 de uptwendige Waereld met de inwendige ver mengt : 34. 't IDelk ſonder grond is ; en men wel toe te ſien Heeft / dat men in de diepſte ootmoedighepd booz Godt bipft ſtaan / tot dat upt het ingeraapde koontje een boom waft / en tot de bloeprel koome / ende den Geeft Godts een geſtalte in hem gewin . ne. 35. Want


t Theoſophiſche den 21.Bt. 1 35. Wantuptbebloeffem gaat de mozgen -Ster : reop / dat ſich den mens ſelber leert kennen / wat hp is / en wat Godten de tijd is. 36. Ik maake 6 : meteen rechte meening bes kent / dat de teegenwoondige tijd wel in acht te nee men is ; want den reebenden Engel / in Apocalypſi ; heeft zijn Bafiipn gereet geinaalat : de krachten des Heemels ſtaan in een bpſondere beweeging ; daar en booben bepde de deuren / licht en dupfternis / oopen en in een groote begeerte : gelijk als een ieder zal ges greepen werden 300 zal hp ingaan : daar den een fich Hooglijk in zal berheugen / dat zal den ander beſpot ten : daarop gaat het waare en geſtrenge oordeel aany over Baabel.

164

37. Mijn Heer / bebeele u C : beneffens alle de uwer in de ſachte liefde Jeſu Chriſti. Gorliz , Datum ut ſupra. J. B

Den XXI . Send -brief, Aan den Hr. CHRISTIAAN

BERNHARD .

Van den 29 Oktober 1621 . Immanuel . 1. Eerwaarde / zeer geliefde in Chifto/Dierbaa ren Dzind / ih wens ii eenig en alleen / ' t geen mijn ziele ſteeds van Godt wenfi en begeert / naames lijk rechte Waare erkentenifre Gods / in de liefde les

ſu Chrifti ; dat ude ſchoone morgen - Ster geduurig mogt opgaan / en in u lichten dooz dit Hammer meir/


Send -brieven . 16 meir , tot eeuwige vreugde : en bermaaneu / in de Utefde Chrifti, upt mijne hertelijke goedemeening / dat gy doch op den begonnen weg / in de Ridderſchap Chifti / wilt vooztbaaren en ſtandbaftig blyben op dat het Paradps - Boompje mag waffen en toes neemen ; gpzult uw Eed'le vrucht hier naa wel ſien / en eeuwig genieten / en u genoegſaain daar mee bers qutkken / alwozd deſeipe ſchoon een tijd lang / met den aardſen akhter bedekt / 36 waft echter het Eedes le Goud / fonder eenige verhindering. 2. Het zou my liefzün te hoozen hoe't uwen Boe der totBeuthen al gaat / die gp deeſe ſchriften geleent hebt, en wat voor een oogdeel Hp over de ſelbe gebat heeft : want daar zijn noch meerIteden tot Beuthen dewelke ook iets daar ban hebben / en die de andere ernſtig begeeren : en gp zult uw lieben bzoeder / en de andre i eenen dienft daarmee bewijſen / indien jy iets meer begeeren / dat gp't haar leent. Ik zal u in 't hozte noch iets meerder renden / ' t geen u noch ontbreekt. 3. Den Heer Caſper Lindner, Impoft -meefter/ en Graad / tot Beuthen , is ook een liefhebber ; 30 hp iets mogt begeeren / 300 zult gp wel doen dat gp hem wat leent; hp behout het ozdinari niet lang. Deere fchriften gün bepd en ber / in beel landen / bp hooge en laage / ook ten deele ijooggeleerde lieden bekent en ruchtbaar gewozden , Godt beſtiere het tot zijn een den 21.Br.

4. Thfende u / metden brenger deeres 3 fakken tot het koonn / dat den Heer Rudolf fenden zal : tk berſoeke doet doch 300 veel meepte / en neemt het tot uwent; 30 gr [ den boode ] Specht , of den anderen / ban Rauſchen weederom - koomende / fiet / 300 fegt Hem doch dat hy het oplaade ; ik zal ook naa hem ber Ngemen ( en het hem bekent maahen / Hp zglemp.wel bzens


166

den 22.Br.

Theoſopbiſche

brengen : ik zal't met wiendſchap Weederom ber gelden . Bebeele & : in de liefde Jeſu Chriſti. UE : Dienſtw : Vrind en Broeder J. B. Den XXII .

Aan H.

Send brief ,

V.

S.

Van den 1 January 1622. N. B. Deeſen Briefisgeſchreeven , by weege van cen antwoord aan een ſecker Heer ; dewelke aan J.B. verſogt hadde zyn oordeel te geeven, over een won derlyke ſaak , omtrent die tijd voorgevallen ,naame lyk , hoe dat ſeekre Vrouw , geſtorven zynde , haar Beeltenis, dat in de Graf-fteen was uytgehouwen, geweent en traanen geſtort heeft. A Angaande de Draage / defelbe is donker in't berſtand / en daar was een Foreph toe van doen / die het berklaarde/ want het is een Magis ding / en zeer wonderlik / waar op feer quaalijk teantwoo2 den is / want het bloept upt de Magia. 2. Pochtans om umijn bedenking daar over te oda penen / nietdat ik daar overwil een beſluptmaaken en Oogdeel bellen /300 zalik mijn gedachten kozt bers toonen / en H E: en andere van Godtverlichte man nen haar bedenken ook laaten : doch of het Godt mp had gegeeben te pzoeben / dat ftelik aan u 6 :002 deel welke de geleegenthepd der bewuſte perſoon meerweet als ik want alle dingen gaan naa de tjd / maat / en het perh des ſelben dings. 3. Een harden grooben Steen heeft geen leeven ! dat beweeglök is want het Clementiſe groejend Ve.


den 22.Br.

Send - brieven .

169 Vegetabiliſie leeben ſtaat daar in ftil / en is met de terite Impreſſie ingeflooten / doch niet in die geſtalte / dat het niets zp. Daar is geen ding in deeſe Wareld / . daar in het Elementiſe en het Syderiffe ftegiment niet en legt / maar in het eene meer beweegelijk en werkende als in het ander / en wy konnen echter ook niet reggen / dat de vier Elementen met het geſter rente haar werking niet daagelijks in alle dingen teba bent. 4. aar wpl diteen Harden Steen is / 300 is dat mirakel booben den gewoonelijken loop der Natuur/ 300 kam men gants niet feggen dathet een natuurlijke 002ſaak in den Steen heeft / dat de werking des Steens ſulp beweegt /maar het is een Magifle bewees ging / ban den Geeft/ welks Beeld in den Steen is uptgehouwen / en afgebeeld . 5. Dant een Steen ſtaat in dpie dingen / gelijk dan ook alle Weerens in deeredze dingen ſtaan /doch in tweederlep ingeſlooten / naamelijk in een geeſtelijk en in een lighaamelijk / en die driedingen daarin al les ſtaat wat in deeſe Waereld is, dat is (4 ) Sulfur, ( 9 ) Sal , en ( )Mercurius ; in twee epgenichappen / te weeten in een Heemelfle , en in een Wardfe / gelöki als Godt in de tijd woont / en de tijd in Godt / ende tijden is echter @ odt niet /maar hp is upt Godt/nag melijk eenBeeldder eeuwigheyd , met het welke ſich De eeuwigtept afſchildert . 6. Wizoo is ook den mens upt de tijd / en ook upt Be eeuwighepd / en ſtaat ook in dżie dingen / naamelijk

in (4 S )ulfur, ($ ) Mercurius, en ( © ) Sal; in twee Deelen 1 naamelijk het eene upt de týd /zijndehetup, terlijke lighaam en het ander upt de eeuwighepd / zijndedeziel. 7. Dewpl dan den mens / en de tijd / als meede de eeuwighept ineen ernig Hegiment ſtaat / in den mens /


e

168

phiſch

Theoſo

den 22. Br.

mens / 300 is ons de Draage nu naatedenken ; want den mens is een hlepne waereld upt de Groote / en heeft de epgenſchappen van de gantſe groote Wae reld in ſich : alzoo heeft hp ook de epgenſchap der Aarde en Steenen in fich : want Godt ppzah tot hem / naa den val ; Gp zöjt Aarde / en zulttot Wars de wozden / dat is ( 2) Sulfur , ( 8 ) Mercurius, en (9 ) Sal; daar in ftaät alles in deeſe Waereto / bet lp geeſtelijk of lighaamelijk /befalben de Ziele / Wellie in fullie evgenſchap) naa het eeuwige Natuur - recht/ ſtaat / gelijk ik in mijn Schriften genoeg beweefen heb . 8. Wanneer nu den mens ſterft / zoo bluft Het up : terlijke licht in den upterlijken (4 ) Sulfur upt/ met fijn upterlijk (A ) Duur / daar in het Elementiffe leeben heeft gebzand / 300 berſtupft het upterlile lig haam / en gaat Weeder in dat/ daar het upt gekoomen is / maar de ziele / die upt de eeuwige Natuur is ges boozen / en dam van den Geeft Gods is ingevoert / die kanniet ſterben / want 3p is niet uptdetijd /maar uyt de eeuwige baaring. 9. En zoohet nu is dat de ziele haar begeerte ees nigſing in tijdeli he dingen heeft ingevoert en ſich daar mee geperſt heeft / 300 heeft zy des ſelben dings ergenſchap in haar begeerte ingedjukt / en houd het Magis , als had zp 't lighaamelijk , het lighaam han fp wel niet houden / verſtaat het Clementiffe / maar Het Syderiſche lighaam houd fp / totdat het geſtern te dat ſelbe ook berteert. 10. En het geſchied dikmaals / dat fich menffen naa haaren dood/ in Hupfen /laaten fien / met haar eps : gen lighaam / maar het lighaamis koud / dood en berſtijft / enden Zielen - Geeft trekt het ſelvedochden Sterren -Geeft aan ſich / 30s lange tothet lighaam bera


den 22.Br.

Send -brieven . 169 berrot : daar word ook meenig lighaam ban der Sterren - Geeft 300 zeer ingenoomen dooz de begeerte der zielen / dat het langſaam vergaat. 11. Want de begeerte der zielen boert den Syderi fen Geeft daar in 7 dat de Elementen gelpk als met een ſterren -leeben faamen - gedzukt wozden : byzonder, 30 de ziele noch ntet tot de ruſtegekoomen is / endat 3p bp't leeben deslighaams haar iets te ſterk heeft inges beelt / en haarhet lighaam ondertuſſen (eer zp haar begeerte Weeder upthet dingheeft uptgevoert) is af geftorben / zoo loopt haar wille noch geduurig in die ſelve Inpredie , en woude gåern haar Saal in Kecht veranderen / maar kan niet / 300 foekt 3p oozſaalient ban haar opljouding / en woude gaern in de eeuwig hepd in ruſte zijn / maar dat ingepzeſte ding met den Sterren - Geeft heeft zijn werking / tot dat het ges fternte berteert. Dooz deefen is in het pauſoom daar fets ban gehandelt gewozden / doch niet met genoeg

ſaam berſtand. 12. Zoo han ut : dit nu lichtelijk naadenkent ) hoe het toegegaan is / dat de Dark waater heeft ge Weend : het is niet geſchied upt het bermoogen van den Steen /maar upthet bermoogen ban den Geeft/ Itens Steen dat het is ! wiens Beeld het is ; 309 is 't ook niet upt der zielen epgen Ellents geſchied / maar Magis , dooz den Sterrin -Geeft / het geſtern : te aan den Zielen - Geeft heeft ſich in den Syderiſen Geeſt in den Steen ingepzeſt / alles naa de begeerte der zielen / 3p heeft hier mee getoont / dat haar wat fwaars bp den tijd des leebens in ' gemoed geleegen Heeft / en die relve (waarinoedighepd isnaadel Syde rilen Geeft in haar geweeft. Want Chriftus fpzalt: Daar uw ſchat is; daar is ook uw herte. Itein , inde Dopenbaaring Jefu Chrifti ſtaat : dat ons onſe wer : hin zullen naavolgen . 13. Mün


den 22.Br. Theofophiſche 13. Dijn geliefden Heer / alhier verder te oozdegs Jen ftaat mp niet toe / bedenkt u ofdiegemelde Pers foon voorhaar eynide niet eenigerwaarighepd in haar heeft gehad / ofhaar iemandgroot onrecht / ofdat fp temand onrecht gedaan heeft / ofte / ofde bekom mernis om haar man of kinderen is geweeft / bp aldien fp een Deplige Perſoon is geweeſt / en echter heeft geſien dat dehaare eenigfinseenquaaden weg gingen / dat 3p macht alzoo door de magt ban den Sydcriſen Geeft / dooz den Steen fulk een aanwij fing totbeetering hebben gegeeben. Bedenk u maar well Eedele Heer / ik laat mp boogftaan / dat Ik Het reedelijk / met een ban deere boobengenoemde dingen getroffen heb . 170

14. Maar dewpl ikdie perſoon noopt gehenthebs be / en ook niets van haar weet/ 300 ſtel ik het 002 deel aan u ſelben.Gp zult het beeter weetenalsikwac haar zp op 't hert geleegent. Tuſchpbe alleen van de moogelijkhepd / hoedat geſchieden kan / en belle bera der geen oozdeel 15. maar datſulks mogt belacht wozden / daten acht ik niet / ih berſtaa (Godt Lof, deeſen grond zeer wel / want full een weetenſchap heb ik niet van / of dooz menfien geleert , maar het is my gegeeben / en Ik woude hetmet wijdloopiger berklaaring genoeg doozgronden / [ of bebeftigen ] 300 ik zoude ban de menfelijke epgenſchap (chapben / hoe een mens in't leeven en in den dood zp . 16. Ih fende UE : het boekjen van de Veertig Vraagen , daarſult gp pozderen grondfien / het welk echter in 't Boek van het Drievoudig -leeven , veeter in't Centrum aller weefen gegrond is / en noch veel meer in het boek de Signatura Rerum . hiec beneffens bid ihdatmen met dit goetdumken / en deeſe berklaa ring der Dzaage / bp loire Lupden niet te veel opella baar


den 23. Br.

Send- brieven.

171

baar zp / want een koe behoort voeder / en den Ders ſtandigen / verſtand / den goddelooſen oozdeelt goda loos /den berſtandigen proeftalles : reggeik wel mees J. B. nende.

Den XXIII. Send - brief, Aan den Heer KAREL

van ENDER

Van den 14 February 1622 . OnsHeyl , in't leeven Jeſu Chrifti , in ons! Heer 1. ESdte in rijken werkelijken feegen / in ſijne UC :!Gods kracht / op dat den grond ban't Daereltje / in't lees ben Jeſu Chrifti;in 't Godlijkeſchijnendelicht/ in uw leebens licht in u ſelben mag oopenbaar werden ; en beel buchten / tot de Godlijkebeſchouwlijkhepo eneeuwigevreugde werken : gelijk ik dan UE : al töjd een liefhebber van de Studium Sapientiæ erkent hebbe / en wenfle teegenwoozdig niets meerders als dat ik het bermoogen hadde/om u & : ( tot dankbaar hepd ban veele beweerene weldaaden ) dat geene te konnen meededeelen / datde widerhoogſte / mp ons waardige arme mens / in koztentijd/ upt ſin genaac den -bzon / gegeeven heeft. 2. En hoewel ik geen magt heb met het ſelbe ſulks te doen / 30is eebenwelmijngeheelgemoed in fijn cen trum 300 ontſteeken / dat ik het hertelijk gaern aan mijne bzoederen in Chriſto wilde meededeelen ; gelijk ik dan geſtaadig tot den Heere ſmeeke / dat I doch wildedeherten der menfjen oopenen / dat fp hetdoch mocha H 2


272

Theoſophiſche

den 23.Be

mochten berftaan / en het in haar in een rechte lees bendige werking mogt kooinen . 3. En upt goede geneegenthepd zal ik voorUC : niet verbergen dat ik nu reébert Dieume- laar / op het verſoek ban eenige geleerde / enook hooge ſtandts Perſoonen / een tractaatban de Genaadige Verkie . fing , of om wille Gods ober de mensen / heb ges (chzeeben / en't ſelbe upt 300daanigen grond uptges voert / dat men alle berbozgenthepo / bepde van de uptwendige ſichtbaare Elementire/ en dan ook ban de inwendige berbozgene Geeſtelijke Waereld zal konnen ſien ; en daar naade ſpreuken der H : Schrift byſonderlijkdaar op geſtelt en gefondeert7 dewelke van den wille Gods totde verſtokking / en die ban het niet willen der berffokking ſpreeken / en deſelbe met malkander gęconcordeert 7 dat men 't rechte berſtand ban de felbe ſien han / en zoodaanig gedes monftreert / dat ikhoope /met Bobt / dat heteen oogs faakzijnzal/om den ſtrijd indekerke wegte neement : de tijd naaby en booz t welk iserkent gewozden dat handen is , dat den ſtrijd der Religien , in de Tem ondergang peratuurzalingaan ; doch met een grooten ban let balflerijk tot Baabel, ' t welk ſich in Chrifti plaats heeft gelet / beneffens noch nieer groote bers melh /ofinenmpſchoon beellicht niet anderingen gelooben en zal / echter in 't hozte fich zal oopenbaa : tot een Chriſtelijkebetrachting ten : 't welk,ik om het felbe naa te denken / Heb willen aanwijſen . 4. En dit is de oogſaak / mijn heer / dat ik aan H € : fchipbe / dat / indien 't H & : gebiele dat trac taat (groot zijnde 36 vellen papier) te leefen : of ſelber naa telaaten ſchipben / of iets daar in te noteeren , 't welke / dewpl het teegentboozdig onder de pen is oin na te ſchepben bp den Heer Johan Rooth , en daa

naa gelijks ontrent 3 vellen baardig wozden in het


7

34

den 23.Br.

Send - brieven .

173

fchwpben / 300 zal ik u 8 : hetſelbe ooberfenden ) ge lieft het maar te laaten afvozderen ban de poft die daagliks voozbp UE : pafſeert : want ik heb bea looft dit tractaat met den eerſten aan eenige begeeren de Heeren en perſoonten te renden / dewyl ſpinftante liju / daarom bp mp hebben aangehouden . s . Doch indien UE : het felbe wilde laaten nar ſchapben / of / tot een oeffening / felfs doen / 30 zoud het ten eerſten moeten gebordert werden : 't well ilt ( 300'tUE : 300 veel waard is) aan't belieben van UÉ : ſtelle ; en fende het begin van deere ftoffe / 6 bellen / en zullen daaglijks ontrent 3 bellen können geleebert werden . 8. maar indien #E : teegenboogdig de geleegenes Hepd niet eit Hebt om het te leefen of naa te laaten fehappen / zoo verſoek ik dat het mpWeerom megges ſonden werden , doch Wil U Ć : het leeſen7zoo zaliti't / eer ik het wegſchikke/ noch ooberſenden : want het is teegenwoozdig gebaarlijk iets te renden / weegens deonſeekerhepd ; gelijk ikdan die 48 bellen / dewels he ik aan den Heer Michaël van Ender naa Hirſch berg , (op 't verfoek van den Hr.Johan Rooth ) ronde / ben qupt geraalit en moet het tgegenwoozdig wee der elders laaten naaſchappen : 't welk zoodaanigert materte ober Geneſis is / dat het aan veele zeer aan genaam en nut zal weeren . 7. Den Hr.Balthaſar Walter heeftmpupt Lunen burg , daar hp ſich teegenwoozdig ophoud / geſchzeea ben / en belaft H € : te groeten / [en berſoekt ) niet qualijk te willen neemen dathp # 6 : niet geſchree ben heeft , want de poft was te haaſtig geweeſt / ik hebhem ook Weederom geſchzeeben / dooz een extra ozbinare poft nag maagdenburg / en mịne dingen meede geſonden die ik ban hem zallaaren naaſchip ben : hp vermeld dat den Hr. Magiſter Nager naa Zerbit H 3


Theoſopbiſche den 24. Br.. Zerbit getrokken is / en ſich aldaar ophoud. Mijn Heer / ih bebeele € : in de liefde Jefu Chrifti. J. B. U Ed : altijd Dienſtw .

174

Den XXIV . Send - brief,

Aan den Heer

C.

B.

Van den 28 April 1622. De oopene Well-Bron in 't Herte Jeſu Chriſti, zy on ſe verquikking en geſtaadig licht. Erwaarde Welbefaamden Heer / en geliefde 1. e · E Weng ban de Itefde en genaade onſes Heplands Jeſu Chzifti : ook alle tijdelijkewelvaart. 2. Nadien ik van vooznaame perſoonen gehoogt Hebbe / hoedat & : een groot liefhebber Gous /en van het Studium Sapientiæ zijt / 300 Heb ik niet konts : troulhertig / Goewel op een nen naalaaten / u onbekendewpre / met dit briefje / üpteen Chriſtelijk gemoed / te beſoeken / en kenniffe met u € : temaa

ken . 3. Want het berheugtmyban Herten / dat ikiver : neerne hoe Gods liefde in fijn kinderen Wecht en berheuge mp met en inHaar / in den Leebeng - Boom Jeſu Chriſti / in ! en upt welken wp geteelt / en Nieuw -Geboozen wozden / en takkent of ſpaupten in

Hem zijn . 4. Zoo heeftmijn gemoed nip beweegt7 om UE : als mijn meedelid / in den Geeft en Tiefde Chriſti / te beſoeken / en mp met u € : te vergulliken ; hoes wel


den 24. Br.

Send - brieven .

175 wel afwgeſende / echter in der willen - Geeſt teegen woozdig / voornaamentlijk in deere bedzoefde tijd daarwop ban alle zijden met Wpanden omgeeven zijn / en onfen Boom / int beet takken en telgen feer (wak en doz is. 5. maar dewpl ons de Sonne der genaade / ge fus Chriſtus / teegenwoozdig met een helderen glang beſchijnt / en zijn deur der liefde en hooge erkentenis / in beele onderſchepdenegaaben / oopen doet / dat wpr fijne groote Wonderen ban fün onnaadenkelijtie wishepu erkennen ; 300 bermaanen wp ons billik ondermalkanderen / in de liefde/ als Bzoeders ; en gaan upt ban Baabel , ' t welk / in Gods Toom -biur! aan't branden is : want het is waarlijk een tijd van grooten ernft / dat bop ons wel met grooten ernſt moogen roeken / en ſien waar wp zijn . 6. Alhoewel het is / dat men teegenipoozdig veel Heerlijkefehoone fpaupten / als met berwondering / in den Boom Chrifti / ook midden in ' t buúr Gods ſietwaffen : 300 dattk my ophet hoogſte verheuge i dat ons de Sonne der genaade Weederom itlonter hepd aanblilit / en dat Godt nu -noch fijn trouwe bes loften houd / dewpl hp / in Jeſaia , Teat ; dat hp ons in fijne handen ingetepkent Heeft ; 't well ſich teegens woozdig in verſchepdene menfſen / geweldig bers toont; hoe dat de Well - zou Deſu Chrifti krachtig in haar werkt ; ' t welk in 't hozte noch inachtiger ge fchieden zal : gelijk hp ons in fin Profeeten belooft heeft / dat hy in den laatſten tijd fijnen Geeft zalupt gteten over alle Vlees / en dat het euangelium Gods inde geheele Waereld zal gepredikt wozden / tot een getupgenis over alle Wolkeren : emuu ook de tijd vood handen is / aldaar het Dier / benevens de boere / in den Apocalipfi , zal berbzooken Woaden : 30 heffert wp bilik onſe Hoofden op totdeBergen Gods / eir ver 14


176 den 24 Br. Theoſophiſche verheugen ons daar ober dat onfe berloſſinge na bp ts . 7. Dewp mp dan Godt ooh een talentje vertrout Heeft / ban ſin Cedel geſchenk / upt de Well - Bron Chaifti ; om bepde de Heemelfje i en uptwendige naatuurlijke wijshepd te erkennent : 300 Njeb ih te meer verquiktelijkljepd aan de kinderen der Wijs hepd Chrifti ; en alhoewel ik u : mogt onbekent zijn / 300 zult gp mp echter / in uw gemoed / niet boo2 bzeemd houden / 't welk u € : als een Lidmaat/ in de liefde Chrifti/ daar toe verbind ; en verſoeke ( indien't # : aangenaam was ) mp in uwekennifre en brindſchap aan te neemen / tot dat onſen Eedelen Daerel -boom Chriſti (naa't afleggen van deeren ta bernaakel) in ons oopenbaar werde / en bp / in een broederlijke gemeenſchap bp malkander woonen , als dan zullen wp ons / in dat geene / 't welk wp alhier / in een broederlijlie vereeniging / aangevangen hebben / wel berquilhen : en wp zullen ondertuffen (hoewel / naa'tlighaam afweefende) in den Geeft / en boog maalt des felfs / ons onder malkander bermaanen en vertrooſten : en bidde brindelijk dit in het goede op te neemen. 8. By den Hr. D. G. han u C : fets van mijne gaaben ſien / indien luft hadde / U / in een God : lijke oeffening / in hooge Godlijke dingen te beſchou wen : dewelke wel hoog / doch echter in de alderbefte eenboudighepd geſchzeeben zön : en dewpl het mp als een geſchenk Godsis toevertrouwt / 300 deel ikhet zeer gaerne entrongertig aan de hongerige herten meede. En wil u € : beneffens de uwe/ in de fachte licfe Chriffi beveelen . En ik berſoekedat UC : den Hr. Johan Butowski, zijnde ook een liefhebber / als meeteden Hr.J.G.B. van mijnent Weegen brindelijk wilt groeten . Gorlitz , darum ut ſupra. UE : Dienſtwillige , J. B. Den


den 25.Br?

Send- brieren:

177

Den XXV . Send-brief, Aan den Hr .

CHRISTIAAN

BERNHARD .

Van den 21 Juny 1622 De oopene Fonteyne Jeſu Chrifti , zyonſe' verquiko king , en geſtaadig licht Yn zeer liebe en waarde Daind ik benfieul *. en de uwe/en alle kinderen Chriſti/in hetrijk van onfe engelfie broederſchap / Gods Liefde en reea gen / dat de well- zon Chrifti in ons opgaar groes ne / en veel bzuchten dzaage in Well groentett onfe waare weedergeboozte ſtaat ; en hoopë baſtea lýjli op Godt ( gelyk mpdan getoont fø) dat de tijd naabp / en reedts booz handen 3P / dat hp zeer groes uen zal / Waarober ik mp beeheuge : en alhoewel iba teegenwoozdig het buur in Baabel fie branden / 300 zalechterupt het felbebuur / een helder ſchijnendlicht ontſtaan / ' t welk de dupíte nacht zal berdzpben ; maar't zal door een groote angſtelijke geboozte / ges boogen worden . 2. Ik bermaan mijnliebe dederen / datfe Haar doch in deeſeangftelike geboozteingeeben / op datſe in hetleeben Gods / in't licht/ meede moogen upta groenert/ enrin de Turba nietgegreepen werden des welketeegenwoordig grouſaam om fich grijpt/ met Haare epgenſchappen , naamelijk / met gierigheyd / nijd / toom / en hobaardighepa / en trekt haare ges Waffene bzucht geweldig tot haar buur / in 'twelk sp alreeds / aanbeele plaatſenſ machtig bzand. 3. hheb / op 't begeeren en berfoeken [ ban sentia ge] fett: eel boekje gemaakt / ban dePenitentice 戰2 s

$


Theofophifcbe 179 de Br. Ge25. Waare Boete , beneffens een formulier de beds; sr zijnde alles zeer ernffelöli en een téchten aanbang / en ingangin de Theolophile Schoole : 't welk ik hier neevens / (op zijn végeeren ) aan den Hr. Rudolt van Gersdorftot Weycha, ſende ; berſoeke 't ſelbe / ään hem / boozt te renden ; en bergunne u het felbete 00 penen / en 300 het u behaagt / in der haaſt upt te ſchryven ; alleen dat den brief aan den Hr. R. V.G. breefeegelt blpbe : wilt het vooz al / ( 30't moogelijk is) niet boven dzie of vier daagen bp u ophouden ; des wpt het niet groot is / 300 kan't haaſt uptgeſchzees ben / en deu Hr. R.V.G. toegeſonden wozden . Ook uw Veer Bzoeder hier in niet te bergeeten / want het zal hem / ſonder twpfel / aa igenaamd en een rechte fleutel zijn ; deweltte ik / beteffens mijn groeteniffe veel goeds gunne/ gelijk aan mijn eygen leeben. 14. Indien gp dit Boekje in de Peactijk komt in te boeren / 300 zult gp fijn nuttighepd haaſt onderbin den ; want het is upt een angſtelijken tak / door het buur / geboozen / en't is eeben mijn epgen Procès ge weeft / en noch ; daar ik het Paereltje 7 der Godlijs her erkentenis /dooz behoomen heb en of ik ſchoon inſwakhepd moet leeben als andze menffen ; 300 is mp echterhet Paereltje lieber als al het goed van de waereld / om welkee pille ik alles gaerne Ipdeen dzaage / dat ik datmaar mag behouden . 5. Pozder maak th # : behent hoe dat den Hr. Dr. A.B.M. tot Zagan , my nu voor de derde repfe geſchzeeben / en bzindfchap / met mp / geregt heeft7 ook ernftig gebeeden / Hem tets van mijne fchriften te leenen ; doch deboplik van de mijne bp naa / nietste hups en heb / zon wilt hem dochy met iets naa te fchappen dienen / en ſien ofhet tot Gods rdre angelegtwozd ; maar indien gp inerbit dat het tipt nieulos - gierighepd geſchied ( gelijk ik niet hoope) 300


+

den 26. Br.

Send - brieven

* 79 300 zult gy wel weeten wat beft te doen ſtaat. 6. Bouwt en woekert / gelijk gp ( 2002 Gods ge naade ) gewoelect zijt geloozden ; gp zult wel in -oog ften 't geen gp uptgeraapt hebt. Wilt hem doch/ 300 haaft als gyhont dit briefje ( aan hem houdende) bes neffens een tractaat van uwe ſchriften /meede- fendens en hein recommanbeeren dat hp ' t niet lang ophoubt / gelijk ſommige doen : hp is my wetgeroemt geboza den / doch men kan fienwat Godt doen wil . 17. Met dit neebensgaande boekje van de boete ( als gp'tzult naagefchzeeben hebben ) moogt gp wel woekeren / want het heeft een grooten oogft / en Pten ftost niemand / dochdie ook een mens / en niet een dieris . Bebeele u in defachte liefde Jeſu Chriz UE :Dienftw : Br.

J. B

Den XXVI. Send -brief,, Aan den Hece .

C.

B.

Van den 3 Fuly 1622 Godsgenaade , Heyl , en eeuwig licht , zy onfe ver quikking.

1. E Erwaarde Wel -befaamdeHeer , zeer goede ett liebe vziend / beneffens aanbieding ban mijnt zeer gewillige dienſten / wens ik uc : alle mele 2. Ik heb uwſchepven / ban boozleeden Rovema bert ontfangen / ook gemerkt / uw zeer neerftigen Chriſtelijk geinoed en begeeren , en alhoewel ik o vzeeind 06


180 Theoſopbiſche den 26 Bri bzeemo ben / 300 heb ik echter / upt den Hr. Walters foizpben genoegſaain bericht/ weegens uw perfoon en doen : noch beel meer geeft het my te erkennen / siwo zeer groot verlangen / en aanhoudelijk begeeren / [ blpkende] in uw ſchappen aan mpen ben hier itt niet alleen gewillig / om u in mijn kennis en bzind fchap aan te neemen / maar verheuge mp ten hoog ften / ober zulken gemoed upt Godt geboozen / en bermaane uChriftelijkdaar in bolftandig te btpben / 300 zult gp verwerben al wat uwbzdom gemoed zou moogen wenfien ; en zult / metter tijd / in uw relben / ondervinden / wat het voor ſchriften zijn / die UE : van den Hr. Walter (miffchien noch maar wepntge / 300 il berſtaa ) ontfangen hebt; th denke dat UE : het alderminſte noch maar zult geſien hebben ; maar TE : zal eerlang ( indien gy naa derelbe begeerig zijt) een zeer treffelijkſchoonwerk toe geronden wozden / ober 't welke gp uhooglijk zaltberheugen . 3. Want / gelijk ik ban den Hr. Walter , en ook ban U : ſelfs beritaa / 300 is uden Autheur / der ſelber / onbekent; maar hy kon u noch wel bekent wozden / 300 gp luft hebt tot den Eedelen Steen La pis Philoſophorum , ( geeſtelijker Wöre) aan den wel ken gp dan ( indien gyden ſelben bekomt) de hoogſte bzeugde zult hebben : het zalu/ booben Goud/ en al des aereldg rijkdom / behaagen ; want hp is koſteljker als den Heemet ; Tchoonder als de Son en / en die hem bind / is rijker dan eenig Dozft opMarbe : Heheeft at de konſt en't verſtandvan de geheele Waest reld ; en in hem leggen alle hrachten des Heemels en Der Aarden berbozgen . 4. Op hebt/ metMaria / hetbeſte Deel berkods . zen / dat gpuw letgoniet enhangt aan Waereldre apzacht en hoovaardp / maar defelbe aarr Godt op offert : Enafar fchoon , een hozten tijd / daarmee ala


187 Send brieven , den 27 Br. aljoo in dupfter zit / 300 zult gp echter het eeuwige lichtdaar ban ontfangen : dit feggen wpu brindelijk / en meen het trouwlijk : ' t zal u 7 in 't toekoomende weloopenbaar wozden / wie den Autheur van deefe ſchriften is ; fp zullen u ook getrouwljk meedegedeelt wozden / wantdaar zijn van de felbe een taamelijk deelboozhanden : maar daar is belet voozgeballen / ; niets konde meede dat ik teegenwoozdig aan u ſenden / gpzult het in 'tkogte bekoomen 300 gp luft Hebt / en zult zeer Eedle ſchoone dingen ſien die ban't begin der Waeceld af/ meeftendeel/ zijn verbongen geweeſt ; om de welkealle geleerden gedanſt / endaar naa geſogt hebben ; en nu endan gemeent / datfe der CedelenSteen hadden : maar de tijd is noch niet bers puit geweeſt ; 't welke Godt aan de laatſtewaereld gunt. Hier mee de Gobljke beſcherming en genaade behoolen . UE : altyd Dienſtw :

I. BU

Den XXVII. Send -brief,

Aan den Heer CHRISTIAAN

BERNHARD .

Sonder Datum . Immanuel Erwaarde Wel-befaamde Heer , bertroudert " buind : uw Heyl en welbaaren zoude my lief zijn . Ohzoude C : al ober lang gaernemeteenbrief je beſagt hebben / want ik eenbpſonder verlangert hebbe om uw toeftand te berneemen (naademaalgp uin de Studie der Topshepd hebt begeeveny 'twella mp

1


182

Tbeofophiſche

den 27. Br;

mplieber is als de waereld ; en wenfre dat ih / hier ober / eens met u / naa ber-eps van ſaaken / mogt. ſpreeken gelijk ik dan in 'thozte die weg upt hoop te repren 300 zal ik u befoeken ) inaar tot nu toe ben ik / dooz de Godlijke ſchikking / berhindert gewozden : want ik heb les weeken aan een waare krankhepd geleegen / en ben nauwelijks weeder tot geſondhepd gekoomen . 2. Ik verſoekelaatmyeend weeten hoe het onſert Heer Walter al gaat of waar hy is / indien u € : tets ban hem Weet ; ook hoe het u in uw Saudte gaat / of u de deure der genaademeerder geoopent wozd / om de hooge Godlijke berbozgentheeden te begrijpen / dat goude mp zeerliefzyn om te hooren ; want ik hoope) 300 gp uw leeben derwaards heen hebt gericht/ en tgeen gp begreepen helst in deoeffening gebracht / u werden / dat gp 7 met hetrech zal de deure geoopent teMagiſe ooge ; in Magiam Divinam ſien zult. 3. Want 300 Haaft als het gewas baniben nieua wen mens apgaat/ 300heeft het ookfijn fien / 30 Wet als den upterlijken mens deeſe uptwendige waereld flet/ alzoo ook den Rieuwen , de Godlijkewaereld / daar in hp woont ; want daar ſtaat geſchzeeben ; dgn Chriftty muerfoekt Geeftdes menſenin den Geeft alle dingen / "ook de diepte der Godhépd / Hoewel het aan het diep foeken nochhooge ervaarenthepd niet ges leegen is / indien den inens in het vernuftfoeken will maar aan een ootmoedige oovergeebing / dat deztele niets begeert als Gods Liefde / 300 fp diefelbemaar berepkt7 300 voertde vizugden - rijke Øeeft Gods ? dee ziele of de gelijkeniffe Gods /ters de Beeldenis front in de Heernelle Coatinke Schoole ban de Eede , ie en dierbaare erkentenis it / daar ſedan [ origelök ] ineer geleert wozd als in de fooleban veefeWaes reld, wantfp ftuderrtin de fchodleher Bodigla wijde . Verd ;


den 27.BR

Send brieven .

183

hepd ; de : Geeft is haar ſchoolmeefter / ook haar weeten en verſtand. 4. Daar en is geen weeten ban Godt/ bat eenCres atuur Godt kan kennen ofgewaar worden / als maar alleen deere dewelke in Godt is : den tak trekt het ſap van den boom in fich ; is den mens met fünbil len - geeft niet in Godt gericht / maar in't uptwendia ge bernuft / 300 is lp aan Öout blind. 5. maar indien hp Godt met ernſt begeert / 300 word hy / in fyn begeeren / met Gods Weeren bez rwangert / en Gods Weefen wordhemten epgendom gegeeben / in't welke de Geeſt Gods regeert / en la werd Gods bind / naamelijk een tak aan den boom. 6. Paademaal ik dan ban den Hr. Walter bernoos men heb / hoe dat gp uw leeben in de vreere Gods hebt gericht / en mp uwe ſchriften ook getupgen / dat op een begeerte naa de.Godlike Wijshepd7 en nad de fontepne Chriftihebt / 300 ben ik des te bepmoes diger omaan UE : teſchipben / en u den ſelben weg te erinneeren / want als ik Gods kinderen berneea me / dat brengt mp enkele breugde aan. 7. Gelijk als fich een tal des Booms / neebens be andze/ in den boom verheugt / met een lieffelijke Elents , alzoo pok de kinderen Chriſti. Daar indiert uinmijne ſchriften iets onverſtaanbaar mogt zijn 380 gpmp datmaar aanwijſt / Het zal uin een lichter berſtand gebracht worden ; of 3oo het u te diep ban ( in was zoude ik het u kinderlijker en eenvoudiger boozſtellen ; op dat het Paeceltjemet luſt / mogtigea ſogt / en gebonden wozden : want het en is niet te vergeefs gegeeben . 8. en naademaal gp een upt de eerſte zöt die het Godt Heeft willen guntien / 300 bermaante ih u in een xechte Chriſtelijke ti fue / dat gp het Eedele lpnood


184

Theoſophiſche

den 27. Br

blutig wilt ſoeken . Opzult hetreekerlik erlangen; en ofhetſich ſchoonliet aanſien / als of het niet en wilder 300 laat u dat niet afſchrikken / laat de moed niet ſinken / ſtaat ſtille : Wil temand een Ridder wozderr 300 moet hp hampen ; waar Godt op het naafte is daarwri hp 't nietontdekken / zijn kinderen moeten beproeftwozden :wop moeten teegen den oudenAdam in den ſtrijd trekken / en hem dooden/ aldereen Pieuweruptwaffen. 9. Indien udie ſchoone kponmaar eenmaal op : geſet wozd / 300 zult gy daarnaa niet meer behoeven naa te bozffen / op zult'er dan wel een hebben die ons derſoeken zal/ die fich , in u / foekenen vinden zal; dat gp naa dien ſelben aanblik / Bodt enhetHeemela rijk zult beſchouwen. Dit heb ik u brindelijk willen erinneeren . 10. Daar is een zeer (waare tijd voozhanden ; wantdat Jaar / als meedede naabolgende/ zullen Jaaren van groote elende zijn ; want de krankhept en het ſterben ban de Hoere is gekoomen / maar ſpen I wil hetniet merken ; en regt noch / ik ben een maagt : Haerewonden zän ongeneeffelijk . 11. Tiebe Dzind Chriſtianus , laat ons doch de oopen doen /dat bop haar leeren kennen /err dogen recht mogten wp haare plaager hoor haar blieben / anders eii (traffen deelachtig werden: 'tents geen geringe faak / Het koſt Lighaam en Ziel; Het hoogfte Goed Bebeete u indeliefde Jeſu Chrifti. J. By Danaame des Heeren is een vaſte Burcht , de wechtvaardige loopt daarheen , en word verboogt.


deo 28 Br ?!

Send - brieven .

185

Den XXVIII. Send -brief , Aan den Hr. H. V.

T.

Van den 6 July 16220 Ons Hcyl , in ' t Iceven Jefu Chrifti in ons. 1.E Erwaarde Hoog-geleerde ,Chriftelijke Heeren Priend ; neebers hertelijke wenſingder liefde en genaade Gods / dat we de Fomepne ban de Goddelijke liefde dooz de Somme des leebens mach oopengeſlooten worden / uptdewelke het Goddelijke Waater wellt . Gelijk ik niet en twijfele / of dent Bzupdegom heeft zijn Baupd (naamel : uw ziele tot zoodaanigen Well-Bon geroepen : naademaal il berftaa / dat Godt ū & : in krups en droefhepo heeft geftelt / A felbe is het eerſte kert- teehen bart de Cedele Sophia baar zp haare hinderen meede be] teeltent / want ( p oopenbaart haar doozde Doozen van den Toon Gods / gelijk een ſchoone koosop den Dooz - ftrupl / 300 verre de ziele maar haare be . loften en trouwe houd : want het moet een getrou we en baſten band (tuffen de ziele /en deefebuur -bzax dende liefde Gods ) zijn . 2. Den mens moet in een zoodaanig boomeemetr treeden / dat hp in het bitter lijden / en in den bood Chriſti begeert in te gaan / en zijn ronden en boore pdelheeden daagelijks daar in af Återben / ende Godt ernftetija bidden om de bernieuwing van zijn gemoed en finnen ; hy moet van den Heyligen Geeft gefalft en berlicht wozden / en Chriftum (met zijn lijdett / dood m op - ſtandinge) aantrekken / op dat hp een

waas


PI

186

Theoſopbiſche

den 28. Br.

waare ranke aan den Win -ftoh Chriſti 3p / daar Chriſtus ſelfs in werkt en heerft / Maa den inwendi gen grond ſynes Geeſtes / (welke berboggenthepd in den geloove werd begreepen / Yalwaar Godhepd en menghept / alsdan (naa den inwendigen grond ) bp een is / op aardt / gelijk het vuur het pſer dooz- gloept: alwaar het pſer zyne ſubſtantie wel behoud ! maar echter ( 300 lang het vuur daar in bzand / ) in enkel vuur verandertis . 3. Piet dat het Schepret fuly in epgen macht be grijpt / maar het wozd begreepen / wanneer denwils le fich geheel aan Godtoober geeft ; en in den felben ( obergegeeben ) mille heerſt denGeeftGods ; en den Wille is den waaren Tempelvan den H. Geeft / daar Chriftus weefentlijk in woont ; niet naa beeldelijke Creatuielijke aardt / maar gelijk als het vuur in het Prer / of als de Sonne in een krupd 7 daar fichde kracht der Sonne metde tin & uurdes krupds beeldet/ en weefentlijk maakt : alzoo is ' t ook teverftaan in den Geeft ; daar de heplige kracht Gods ſich in den Deeft en in 't geloobe ban den mens beeld 1 en een geeſtelijh weeren Word / 't welk alleen den mondt des geloofs der zielen begrijpt / maar niet den aardſen mens ( in blees en bloed ) dewelke doodelijk is : Het is een on -doodelijk weefen / daar in dat Chriftus ( in den mens) woont : den Heemel Gods wozd in de hlepne waereld ingedjukt i en Het is een oopenbaar ring van de Steede Gods / alwaar het Paradis Weederom groent / en bzucht bzaagt. 4. Derhalben moet den Daah ( ofden boofen wil le ] van te boozen gedood wozden / al is 't dat hp het aardſe vlees aanhangt / gelijk de fchoffe of baſt aan den boom / 300 leeft ben Geeft echter in Godt/ ge lijk Paulus fegt : Onſen wandel is in den Heemel.

Ënde Chriſtus ook fpzak : Wie myn Vlees çeren drinkt


den 28.Br.

Send -brieven .

187

drinkt mijn Bloed,dieblyft in my en ik in hem : Jtem / Sonder my (ſprak Chriſtus ) en kondt gy niet doen . 5. Derhalben ſeg ik: 300 iemand een waar Chata ſten is / 300 ts hp in Chriſto / hy wozd in het leeben en GeeftChriſti ingeboozent en trektde opſtanding Chriſtiaan : want op zoodaanigen wife woozdt ip de genoeg -doening Chriſti deelachtig : ende alzoo ooverwint Chriſtus ook in hem de fonden / dood / Dupvel en Helle : en alzoo wozd he (in Ciziſto ) met Godt verfoent envereenigt. 6. Want de Nieuwe- Geboozte / en is niet een liptwendige toegereekende genaade/dat wy onsmaar en behoeven met de betaalinge Chrifti te vertrooſten / en in hupchelerpe deri fonden volharden / Deen / fp is eenkinderlijke ingeboozen genaadetdatGodtden bekeerdenmens / Chriftum (en de rechtvaardiging ) Aantrekt / dat Chriſtus hem ook / in hem felfs 7 met ſine oopenbaaring / van den Toon Gods berloft; anders en is niemand een Chriſten , hy hupchele hoe Hp wil. 7. wat aangaat de bedupdinge van fommige woozden / als meede 't geene wat ú € : aan mp ber : reelt / 't welk in mijn boeli ( Aurora genaamt ig) aan : geweefen / (die al hepmelijke bedupdingen hebben / en van den hoogſten mp te kennen zijn gegeeven / ) daar van zal u Ć : weeten / dat het teegenwoordig niet wel raadſaam en is in Send- brieven uptvoerlijk daar van te ſchapven / (terwylden tijd periculeus is / en den bpand Chriſti giouſäain woedt en ráaft / Stot datnoch eenen klepnen tijd voor bp is . Doch ik zal UC : een kogte aanwijſing geeben / om verder naa te denken . 8. als eerſtelijk / van de middernachtige kizoon / dat heeft een tweevoudig beduptfel. Deeerſte wijft aalt


Theoſopbiſche deri 28. Br. 188 aan de kroonedes leebens (zijnde den Geeft Chrifti). die midden in de groote dupfternifie zal oopenbaar wordeny (naamelijk in de veangſting van de ſinne lijke natuur des geweeteng ) alwaar een bpſonderlijke beweeging vooz handen is / zoo lonit den Bzupde gom (naamelijli de kracht Chrifti /) midden in 300 daanigen beweeging. 9. De tweede aanwpfing is een figuur van ' t tips terlijke Hijh / altaar groote verwerring en twiften zullen zijn / wanneer de Dolkeren in den ſtrijd zul len ſtaan / 300 is de figuur (naamelijk de ooverwin ning) daar onder aan geweeren ( gelijk het in de gees ftelijke figuur ftaat) joe 't gaan zal / wat vooz Dols keren epndelijk ooverwinnen zutten : endehoe onder tuffen ( in zoodaantgen bekommerlijken tijd / ) Chi ftus oopenbaar en bekent zal wozden : ende hoe naat gn in zoodaanigen bekommerlijlen tijd de groote ber borgentheeden zullen oopenbaar wozden / dat metr poh in de natuur zal hommen den ber bozgen Godt ( int Drie-buldighepo ) erkennen : inwelke eckenteniffer de bzeemde Dolkeren haar zullen bekeeren en Chris ftenen wozden . 10. Ook is daar onder aangeweefen hoe den Secs: taarifen ſtrijd in de fieltgie ( in zoodaanigen oopen baaring ) te gronde zal gaan : want alle deurenzulleit oopen ftaan / of oopert gehouden wozden / en alg dan zullen de orautte rwetſers (die teegenwoordig / als grendelert booz de waarhepd leggen ) weg gedaan brzden / en zullen alteſaamer , Chriſtum erkennen : welke oopenbaaring de leſte zal zijn / alwaar de Sons nedes leebens aber alle Dolkeren zal fchijnen / en als dan yoo gaat het boofe Diermet de boere (die onder de caracter Ra Ra R. P. aan R. P. aangeweeſen wozd tenepnde gelijk in Apocalipli te ſien is : Deere tiptboereljke bedupdinge / en decft menteegkenwoo dig


189 Send -brieven . den 28. Br . dig niet klaarder maalen / het zal hem alles felfs popenbaaren / en dan zal men't ſien wat het geweeft is7 want het is noch eenen geheelen anderen tijd. 11. Belangende de natuurſpaak / zal u € : Wees ten / dat het ſich alzdo toedzaagt / maar 't geene ik . daarin verſtaal en kan ik niemand anders geeben ofte leeren / ik kan eenen wel aanwöſinge (hoefe te berftaan is ) geeben : maar daar behoorteen groote rupmte toe i ende het zoude een mondelijk geſprek moeten zön / 't en laat hem niet ſchipben . 12. Ook van wergen het Philoſophiſe werk van de tinctuur , en is alzoo oopenbaar niet te handelen hoewel ik 't ſelveniet in de practijk en hebbe / ) het zeegel Gods iept daar v002 / trelbe moet men (met Jönen waaren grond) berſwijgen / op eenwige ftraffe: ten Waar dandat men reelier wiſt dat hetniet miss bhupkt zoude wozden : en daat en is ook geen vers moogen / om daar toe te koomen / ten zp dat iemand felber / eerft ts / ' t geen hy daar in foeht. Daar en Helpt geen weetenſchap / algafden eenen den anderen de tinctuur in de hand / 300 kan hpfe ntet preparees ren / tenzp dan dathp gewis in de nieuwe geboozte ſtaat. 13. Want daar behordjen twee Centraaliſe bulls ren toe / daar de macht aller dingen in beſtaat / tot hetwelke zeer Itcht te toomenis / 300 den mens daar recht toe geſchikt is . WC : en wil hem daarom (op zoodaanigen aan - geweeren Wöre ) met geen Goud of Dineraalen bemoepen , het is alles bals : het alders beſte in den Heemel en in de waereld moet daar toe zijn / ban het boobenſteen onderfte / ' t welk naabpen berre is / de plaats ( baar ' t te bekoomen is / ) is ober al : maar pdereen eniffer niet bequaam toe : Het en koft ook geheelgeen gelb / ( upt - geſondert wat tot tijd en lighaams nooduift gaat / i ſonder dat han men's

niet


190

Theofophiſebe

den 29. Br.

met twee Flopnen berepben :en noch weniger. De Waereldmoet tot Heemel / en den Heemel weeder om totwaereld gemaakt wozden . Het en is niet ban Marde of Steenient/ noch metal / en echter van den grond aller metallen / doch een geeſtelijk weeren / 't welkmetdebier Elementen om - bangen is/ ' t Welli ook de vier Elementen in een [ Element] verandert: eenen stoceboudigen Mercurius : doch geen guik -fil berofte een andermineraal of metal. 14. UE : leeſe den Waater.fteen der Wyſen , ( een boek zoo geintituleert ] 't welk gedjukt is / daar is beel waarhepds in / en daar toe klaar. Den ar

bepd is gering / ende de honft geheel eenboudig / een Knechtjen ban tien jaar zou het konnen maaken / maar de wijshepd daar in is groot / ende aldergroot ſte verborgenthepd : het en betaamt niet het zeegel Gods te bzeeken / want daar lept een buurigen berg 00027 diesweegen ik mp felfs daar booz ontfette / en moet wachten of het Gods Wille zp . Hoe zoude ik dag een ander daar uptboerlijkvan leeren / ik en kan't noct; felfs niet maaken ; alift dat ik iets weet : niemand moet meerbp mp foeken als ik heb : doch klaar ges noeg aangeweefen .Bebeele U E :( beneffensalle hin deren Gods)in de liefde Jeſu Chriſti. J.B. Den XXIX. Send -brief ; Aan den Hr. CHRISTIAAN

BERNHARD .

Van den 8 July 1622 5.

Der neebeng bermaaneik UE : om u berepo te maaken , wantdebeftige tribulatie zal ee nig


Send brieven . den 30. Br . 191 nige van onre Landſchappen machtig ontroeren : ſoekt u maar blptigin de bzeede/ die ons Chriſtus Weederom gebracht heeft / in te flupten ; en als inet een muur te bewaaren : want Baabel zal eenen erns ftigen dronk moeten upt dainken ; jaa eeben dienfels ben / dienſp met gruwelen heeft ingeſchonken , wille heetenen en banden zullen loſſpringen / en niet hous den / en alles zal ſich verdeelen / gelijk het dan alree alzoo ftaat ; alsdan300 liomt haafthet verbreekten : de hoogheyd ban de waereld is teegenwoozdig ſelber blind / en wil het niet fien / 't geen ſp haar ſelber aan doet : maar ſp zal in 't hozte ſiende werden / wan neer het jammer over lighaam en ziele zal gaan. Bes beele u in defachte liefde Jeſu Chriſti. UE : Dienſtw J.B.

Den Xxx . Send-briet, Aan den Heer F. K.

M.

Dr. tot Goldbergen ,

Van den 17 July 1622. De Oopene Well - Bronin't herte Jeſu Chriſtizy onſo verquikking en geftaadig licht. Erwaarde , Wel-geleerde gunſtige Heer en Vrind , in Chrifto geliefde Bzoeder / beneffens hertelijke wenning van Gods liefde / berlichtingen zeegen : het is my lief / en ik berheuge mp ober um blutig Studeeren in de Godlijke Wijshepd. 2. En noch beel meer daar ober / datih upt uw ( chapben berftaa / dat Godt u het herte en den Geeft tot het berftand / geoopent heeft ; en wenfie van hers ten


192

Theoſophiſche

den 30 Br.

ten ( gelijk ikdaar dan geheel ntet aan en twijffele) dát het Eedele Paerel-boomken der menshepd Chriſti in uw paradijs -boomken / dat in Adam verblikte (in den Beeſt Chriſti/ en in ſöne teedere menshept in ons / desinwendigen menfies ) Weederom groene/ en rechte vzuchten / op den diſch Gods / dgaas gre . 3. On dat de Cedete ranke aan Chrifti mön - stok baft inge-entet 3p / en tipt de felbeuptgroene/en on der de reegenboogdige Doojn -Waereld ; gelijk als een wonder/ beneebengons / upt bloeje / enden Soo mer Chriſti/ in fijn Teelien tijd / helpe aanwijſen : gelijkerwags ſich dan teegenwoozdig hier en daardier : gelijke telgjes upt Chriſti kooren - Hofje , vertoonen / en gelijk als een wonder Gods midden in 't bunader Elende tot Baabel groenen . € : meldet dat mijne ſchriften u 4. Maar dat eenige aanleyding hebben gegeeben / 300 is 't billik dat wop Godtdaarover danken / die fine wonderen en diep berbozgene wijshepo / ook dooz eenvoudige ongeoeffende menſen oopenbaart / en gelijk als aan dekinderen in de wieg ban de waereldin haar Baa bel-en Faabel-Werk / tot een licht boozftelt en ham met de fiechte eenvoudighepd -oobertugt / dat haar Werk / Willen / en leeben / vooz hem niet anders is als een Beeld -werk , en een relf-berdicijte faabel: en niet in hem gegrond en ingewoztelt ſtaat. 5. Daademaal dan deAlderhoogſte ons teegens Woordig veelbuldiglijk te erkennen heeft gegeeven / daar ban in konter tijd / fijne wonderen in een ber borgen bijghepd / aan't licht derWaereld /inſchaften zijn uptgegeeben / obecdewelke onſe naakoomelingen en die geene die het berftand daar toe van Godt be koomen / fichntet alleen zullen berwonderen , maar ook hoog berheugen . 6. IK


Send - brieven . den 30. Br. 93 t 6. Ik heb van den Heer Walter bernoomen1da RE : iets van mijn eerſte ſchriften hebt ontfangen / en u defelbe wel beballen / maar ili Wenfte dat Ú € : de laatſte ook hadde dewelke beel helderder / klaar der / en dieper gegrond zijn / daar in men den geoo penbaarden Godt wonderen en werken / klaar erkennen kan/. in al zijn 7. Sp zullen u in uwe practijk in veele ſaaken meerder oopening geeben / Want de grond der na tuur is ſeer klaar daar in ontdekt ; als meede on ſen ſchoonen Luft - Hof Chriſti van de nieuwe wees dergeboozte. 8. Mijn geliefde Heer Fredricus,hetzalu veel nuts tighepd tot tijdelijke en eeuwigedeffening verſchaffen / ik hoope / gp zult u als een ingeplant telgje / banden boom der Godlijke Wijshepo niet afbreeken / want Daar zal haaſt een tijd koomen dat het fijn nuttigheyd zal hebben ; en gpu / onder de eerſtelingen die eipt Baabel uptgaan 7 verheugen . 9. Weegens die bereering / dewelke ik ontfanger hebbe / ben ik ten hoogſten dankbaar / en zal het in mönen Wille / in het Myſterium des Alderhoogſten / tot een belooning / inboeren / en’t zal u / als een ſchat) in hem wel bewaart zijn ; ende erkenne hier aan recht geoopent herte. uw 10. Alhoewel het Paereltje hier voor niet gegee. ven en werd / maar om niet / gelijk Godt ons in Chriſto gedaan heeft / en als het eenelid aan het an der ſchuldig is. Bebeele u E i : n de rachte liefde Des fu Chriſti : en berinaane het Paereitje paate roeken . maar bexder

J. B.

Den


194

Theofopbiſche

den 3 1. Br.

Den XXXI . Send - brief , Aan N.

N.

Van den 1 Novemb. 1622 . Ons heyl in Chriſto Jeſu . * . E Erwaardige Wel- befaamde Heer, ik wensu / door Godt / in Chrifto Ieful / fijnegenaade/ erkentenis / en reegen : naademaal dat ik van den Heer Doctor K. R. ben bericht gewozden / datu € : als een Chriſtelijken meedebroeder in den Heere / in de trekking des Daaders / tot Chriſto Jeſu / in een Hertelijke begeerte ſtaat / en in uw gemoed / daar toe arbepd / Hoe gp tot de Goddelijke beſchouwelijhfjend / in uſelfsmogt koomen / 300 en heb ik / op het begees ren van den Heer Doctor,nter willen naalaaten / VC : met een betefje te beroeken / en uyt Chriſtelijke liefde / u den weg tot de Goddelijke beſchouwelijkhepd en bes bindelijkhepd / upt mijn gaaven / een wepnig aan te wijſen / en hier te gelijk meede / het fap van mijn kleyn Daerel-boomtjen / in den Geeſt en in 't leeven Geſu Chriſti/ in bzoederlijke liefde / upreſenteeren ; gelijk den eenen tak ofſprupte aan den boom / den an deren ſchuldig is ; en bidde't felbewelte verſtaan ; of ik u beel- licht tot uwen pber / meer 007ſaaks mogt geeben . 2. Raademaal ut : in ufelfs wel onderbind / dat teegenwoozdig den Anti- Chriſt in Baabel, het kes giment in de Chriſtenhepd í in ſijn epgenherd en bleefſes -luft /boert ; en echter onfen lieben Immanuel ons trouwelik daar vooz heeft gewaarſchouwt / coli

gefegt/ dat blees en bloed yet Heemelrijk niet zal er vett ;


Send. brieven . den z 1. Br. 195 ben ; Joh . 6. en den Anti- Chriſt echter niet anders en ſoekt noch begeert / dan alleenlök tödelijke eere / macht / en geweld / in de luft des bleefres op te klim men : en dat deeſen Anti - Chriſt ſich nu eenen lan gen tijd alzoo hoflik met Chriſti purpere mantel heeft toegedekt/ dat men hem niet en heeft gekent ; maar booz heplig ge-eert : 't well mp / in de genaa de des Widerhoogſten / reedelijkerwijs geoopenbaart is gewozden : oberfuir wilde ik Ue : kogtelijk aans wijfen , wat een Chziften / ofte wat den Anti - Chrift in den mens is ; tot berder naadenking. 3. Chriftus fegt : Wie niet en verlaat Hupfen / Achers / Beld / Goed i Wjf/ kinderen / Bjoe ders en Dufters en ſich ſelfs niet verloochent , en mp naa bolgt / die en’is mijn Discipel of Dienaar niet : Item , gp moet omkeeren / en worden gelijk de kinderen / ofte upt waater en Geeft Nieuw - oes boozen worden ; anders en zult gp het kijke Gods niet lien : hier mee en wozd niet aangeweeſen dat temand ban Djouw en kinderen / upt zijn beroep en ftant / in een woefte wildernis moet loopen / eit alles berlaaten ; maar den Anti - Chriſt / zijnde de Mönhepd / Opnhepd / Jhhepd. 4. Wie tot de Goddelijke beſchouwelikhepd en be bindelikhepd in fich felfs wil koomen / die moet / in fijn ziele / den Anti-Chzift dooden / en ban alle ep. genhepd des willens uptgaan ; Jaa/ van alle Creas tuuren ; en in de epgentepd des gemoeds de armſte Creatuur worden / dat hp niets meer tot epgendom en hebbe / hy zp in wat ſtand hp wil. 5. Ende ofhp ſchoon een kooning was/ 300 moet echter fün gemoed alle epgenhepd verlaaten / en ſich / in fijnen ftand / ook in fin eer en tijdelijk goed / niet anders achten dan eenen dienaar Gods / dat hy in't felbe Godt en ſin Bzoederenmoet dienen / en bat al ' t geen

7


.

196 Theoſopbiſche den 31. Br. ' t geen hp heeft / hp't felbe niet tot natuur -recht en heeft/noch en beſitt / dat het fijn epgen is ; maar dat Het beloozt aan ſyne bzoederen en meede-leeden / dat Godt hem tot een Ampt-man en Rentmeeſter over 't ſelbe heeft geſett ;en denken dat hp (ijnen Heer daar in dient / diereektenſchap van Gemzalaf-epffen . 6. Ook 300 moet hp ſiin epgen wille/ die hem tot zullen beſit der epgenhepd drijft / in hem / aan tlijden en ſterben / inden dood Jeſu Chriſti/ gants en geheel in begeeben / en Godt ootinoediglijk / in een rechte ernſtige boete en omwending / bidden / dat hp deefen boofenWille tot epgenhepd en tijdelijke luft / in den dood defu Chrifti wil dooden / ende den wille van ſijn ziele in de waare kindſchap Gods invoeren ; dat hy hem felfs niet meer en wil noch en begeert ; maar datGods Wille in hem / ſijn willen en begeeren wozde ; dat hp in fijne ik hepd dood wozde ( näa den wilder zielen) en Godt in Chriftofin leeben . 7. Hy moet ſijnen wille in de hoogſte ootmoedig hepd / in Gods ontfermen in fincken / en ſich eenen zoodaánigen wille in Gods genaadige beloften ſchep pen /dat hp / in deefe uure /ban alleepgenlepo ban dees Te Daerelds welluft wil uptgaan , en nimmermeer daar weeder ingaan ; al zoude hp ſchoon in 't felbe booz de gantſe Waereld een dwaas zön ; en ſich in de hoogfte neederighepd en onwaardighepd / booz Godt met de penitentie gants berſinhen ; doch in De ziele de genaade-beloften aangrijpen / en in de felbeſtaan / gelijä eenen krijgs -man voor fijnen bps and / daar'tlijf en leeben geld, 8. Wanneerdit geſchied / 300 wozd ſijn epgenwils le (zonde den Anti- Chriſt) in den dood Chzifti ges greepenen gedood ; en ſijn ziele wózd van ſtonden aan als een nieuw onberftandig kind / 't well fijn natuur lijk verſtandder ſelfshepd heeft berlooren ; en begint popz


den 31. Br. Send brieven . 197 boor Godt / gelök een jong kind booz fin moeder te ſmeeken / en ſtelt fön vertrouwen in de moeder / wat de felbe hem wilgeeben . 9. En dat is't geen Chriftus fepde : gp moet oma keeren en wozden gelök de kinderen / en alles berlaas ten / en my naavolgen ; want Adam is upt den wil : le Gods / in een epgen wille getreeden / en heeft in epgen begeerts / de ſucht der fiange en den wille des Dupbels in ſich ingevoert/ zoo dat hy ſich en zijn lees bens geſellinne (die in gelijke concordantie ſtonden in eenen eenigen Wille / de relbe was Gods ) in een ber deelthepd heeft ingeboert : daar de epgenſchappen bande natuur / fich upt degelijke concordantie felfs: ben uptgeboert/ een peder epgenſchap in haareheb hepd / zpnde epgen begeerte ; daar hem deluft van ontſtond tot quaad en goed / ende hitte en koude ban ffonden aan op hemn dzong ; en hp het Heplige leeven in de gelijke concordantie ( albaar hy in een eenig Ele ment leefde / daar de vier Clementen in gelihen ge wicht in hem waaren ) afſtucf. jo . Daar Godt hem ban fepde : elt eet niet ban den boomi ban quaad en goed / of gp zult ſterben : Jp meenden den dood aan't Heemelrijk / naamentlijk /. het ſchoone Engelſe Beeld / 't welk ban ſtonden aan in de balffe ingeboerde flangen begeerte berfturf; ende nu / in Chrifti Geeft zal en moet weederom Nieuwa oberfulks moet deeſen valfſen Geboozen wozden fangen -wille booz af/ in Chrifti dood / dooz recite omwending / ſterben ; en upt dit ſterben / ftaat Chzis ſtus in fijnen Geeſt / in 't Heemelie Beeld (' t welk in Adamturf ) in ons Weederom op/ en den inwents digen meng word in Chriſti Geeſt Dieuw - Geboo ren. 11. Deeren nieuwen Geeft komt tot de Goddelp ke beſchouwelijkhepd / in ſich relfs / en hood Gods 3

Wo0207


198

Tbeofophiſche

den 31.Br.

Woo2d / Heeft Goddelijk verſtand en "geneegenthepd ; ende han fet Myfterium Magnum , in Goddelijke en natuurlijke verborgentheeden / in ſich beſchouwen : en al is 't fchoon / dat het aardſe blees / hem / in fön geneegenthepd / noch aanhangt / zoo en ſchaadt het hen alles niets . 12. Upis / in deere nieuwe geboozte / gelijk een fijn Goud in den grooven Steen/ daar de grofhepd des fteens het Goud niet en kan berbzeeken ; want fijnen rechten willets de aardſe ſucht afgeſtozden / en begeert geduttrig de luft des bleefſes te dooden / dood Het felve ook ſonder ophouden ; wantalhter vertreed het Saad der Drouwen (zijnde den Nieuwen mens in Chrifto geboozen ) den wille van de ſlang in 't vlees (dat is den Anti -Chrift ) den kop . 13. Mün beminde Heer / ik geebe u Chriſtelijk en Broederlijk / volgens mijn plichten trouwe/ tebeca ſtaan / dat wp / in onſe bermeende Eeligie (daar men doch niet anders dan geduurig twiſt / of om de lettes ren malkanderen laſtert) noch midden in Baabel ſtaan ; en noopterger is geweeſt ; daar men ſich noch van Baabel te uptgegaan / en roeme / dat men de waare kieligie heeft ; ' t welk ik in fijn waarde laat. 14. maar zoo beel mp / in den Heere mijnen Godt vekentis / in mịn zeer Eedel Calent/ 't welä nip . ban Godt ts gegeeven / 300 ſegge il / dat men booza waar den mantel Chriſti metſin Purpere verwe in't bloed Chriſti heeft ingedoopt / en tot een detifel omges noomen , doch het Anti- Chriftifekind des epgen Willens daar meede alleenelijk toegedieht ; en men Heeft het Anti- Chriftife Hoere- kind een bzeemde Herweaangeftreehen . 15. Wantmen hupcheſt ' t felbe geheel wel / en men dekthet met Chrifti lijten , berdienſte / en dood toe /


den 31.Br.

Send -brieven .

199 toe / en men vertrooft het : Chriſtus heeft daar boca betaalt / het moet ſich alleenlijk met de berdienfie Chriſti bertzooften / en gelijk een genoegdoening / in't geloof aanneemen ; ende men wiſt ons alzoo tot een uptwendige toegereekende gerechtighepd. 16. maar het heefteen geheel ander A.B.C. in't waare berſtand ; daar en geld geen bertrooften / noch felfs willen / loopen of daaben : Het lijden en dood Chrifti en wozd aan 't Anti- ChziſtireDier in de felfshepd niet gegeeven / maar aan de zoodaanige die daar van alle Creatuuren upt de epgenhepd upts gaan, en ſich in't lijden en ſterben Jefu Chrifti gants in begeeben / den epgen wille in en met Chrifto af fterben / met hem begraaben wozden / en in hem / tot eenen nieuwen wille en gehoozſaamhepd / opſtaan en de ronden bpand wozden ; de welke Chrifium in fijn löden / beſpotting i en vervolging aantrekken i fijn bloed -vaane / fijn krups op hen neemen / en onder Hem naabolgen ; aan de zoodaanigewozd het gegee ben / die trekken Chriſtum aan in fün proces ; en wozden / in den inwendigen geeſtelijken mens / Chris fti leedemaaten en Tempelen Gods / die in ons woont. 17. Niemand heeft ſich met Chrifti verdienſten te bertrooſten / 'ten zp dan dat hy Chriſtum gants in fich begeert aan te trekken ; ende en is ook niet eer een recht Chriſten / 't zp dan dat hy hem / dooz recly te boete en inwendingtot hem /met een geheele covers geebing / heeft aangetoogen / dat Chriftus ſich met hein berhouwelijkit. 18. Welkers aanvanggeſchied / in't verbond des doops / aldaar het lind / onder ſijn bloet -baane / bes looft en Weert i ' t geen daar naa / in daadelijkhepu moet bolgen ; ofte indien ſich pemand had afgewend / 300 zal hp ſich / in zoodaanigen omkeering / weeders 74


200

Theoſopbiſche

den 31.Br.

oin inwenden : ende iki fegge/ op goeden grond / bat aan meenig den mantel Chrifti (met welken by den Anti- Chriſt toedekt / en echter maar een Dierblyft ) tot Hels -buur zal wozden . 19. Want een Chriſten moet upt Chriſto geboozen zijn / en den Adamſſen wille afſterben ; hy moet Chriſtuin in ſich Hebben / en een ranke aan zijn blees en geeft zijn , niet naa't Animaliſe Dier / maar naa den Geeſtelijken mens. 20. Want de Geeft Gods beſitt Het Dier niet ! maar welden Tempel Chriſti / zijnde Chrifti geeſtes lijk blees en bloed in ons : want Chriſtus ſepde: Die niet en zal eeten het blees van den Soon des Menſa ſen / die heeft geen leeben in ſich . 21. Nu moet daar immers een rechten mond toe zijn / die't eeten han ; want aan't Dier en wozd het niet gegeeven / beel wepniger aan 't flangen -Ens: want een ieder geeft eet van ſijn moeder / tipt de wel ke hp ontſtaan is : ' t welk ik aan alle berſtandige gees ve te overweegen / en alhier alleenelijk aangeweefen . Hebbe wat een Chriſten moet zijn . 22. Zoolp ſich immers een Chaiſten roemt; want eenDier is geen Chriſten ;maar die met den Hepligen Geeft in Chriſti dood gedoopt mozd / die Chriftum heeft aangetoogen / en in Chrifti ucemels blees en bloed leeft7 dewelke het avondinaal Chriſti heeft ge ſmaakt / en met Chriſto aan den dig is geſeeten : dat is een Chriſten / die in Chriſti boet- ſtappen wandelt/ en het Anti-Chriſtiſe booſe Dier in 'tblees en bloed ('t welk een Chriſten eebenwel aanhangt) geduwrig doodet / vaſt bind / geen geweld en laat / en ſich in de aanbechting geduldig oovergeeft ; dewelke hem beet Honderd -foud / tot een pzoebe en loutering gegeeben

wozden . 23. Een Chriſten moet het A.B. C. te rugge lee ren /


den 31.Br.

Send-brieven .

201

ren / en de wijshepd fijns vernufts voor dwaashepo achten / op dat Chriftus in hem een geſtalte gewins ne/ en hp de Heemelfie wijshepd ontfankelijk woz de. 24. Wantde wishyd van de uptwendige Waereld is aan Godt blind / en ſiet hem niet ; en daar echter alles in Godt leeft en (weeft/ en bp rells dooz alies is / en nochtans geen ding beſit; uptgeſondert/ 't geen fijn epgen Wille afſterft / 't ſelbe moet hy beſitten en bes ſitt het gaern ; want het en wil niets ſonder hem / en t is aan 't epnde der ſchepping / en ook in den amis bang. 25. Daar ban tl uf : wel berder bericht kon doert 300't alhier de geleegenthepd toe liet / 'twelk ik ir mijn ſchriften krachtig hebbe uptgevoert / en upt het centrum en't berſtand van alle Weeſen berklaart / en hier alleenelijk een wepnig in forma aangeweefen / wat den toeftant en het Weeſen ban een Chriſten is; ofUE : begeerig was het verder naa te denken / en u m dit proces te begeeben ; gelijk ik dan hoope / dac gy alreets daar in zijt. 26. Doch ik heb tot meerder broederlike verquils king / dit met een kleyn briefben willen aanwijfen / en mpmet u bermaahen / in de hoope en in ' t geloove ' t welk in ons werlit / en is / totdat wpban deeſe tas bernaakel eens berlcft wozden / en ons in Goudelijke B 20edeclijkeeenigheyd / en beſchouwelykhepd / Hier naa met malkanderen bolkoomelijk zullenverhella gen . 27. Ende ſulks op het aanhouden banden boober genoemde Heer Do & or , in goede plicht : Beveele De : in de fachtelfefde Jeſu Chriſti. J. B

25


202

1 Theofopbiſche

den 32. Br .

Den XXXII. Send brief , Aan den Heer CHRISTIAAN

BERNHARD .:

Van den 12 Novemb. 1622. Ons heyl in 't leeven Jeſu Chrifti. Pnzeer liebe Heer en waardeDzind ; ik wenſ ſeu veelbzeuigde / in dekracht bande Godli ke beſchouwlikhepd7 binding en ondervinding ; be neffens lighaamlijke welbaart : il berheuge mp obec uwe tandbaftighepd in de Goddelike oeffening / 't welk mp het teekenis van eeuwige bzoederſchap in de Goddelijke Eflents ; en vermaane u/ in liefde7 in een ernſtige ftantbaſtigheyd daarin te blpben / en de Reuwige bergelding af te wachten / u ſlechts niet kees rende aan de beſpotting ban de waerelo / en haar Napen -Werk : want een recht Chriften moet niet al leen een mond- chziften ön /maar in Chrifto / in ſin Proces, wandelen / en Chriſtum aantrekken : 't welk it hoope / dat bp u al geſchied is : wilt u maar des Dupbels blinkende momaanſigt der Waereld niet laaten aantrekken ; want deefe töd is kost / en op de relbe bolgt een eeuwige belooning. Wilt doch uw Heer Broeder / zijnde ook een meedebzoeder in den Heere ban mijnent weegen groeten . 2. Jk fende ü alhier twee fakken / verſoeke wilt doch demoepte op u neemen / en fer hoor in de felbe doen / en wel bewaaren , naaptſe eer wepnig toe / of verſiegeltfe : indefakken is een packet aan de Heeren Rudolf van Gersdorfen Fredrik van Kregwitz, 't well alleen aan den Hr. Gersdorfmoet geſongen wozden / hp


den 32. Br.

Send -brieven .

203

up zal den Hr. Kregwits fijn deel wel vooztbeſtellen : doet doch 300 beel moepte en bordert het tot den Beer Gersdorf , hebt gp geen geleegentljepd / 300 fendeen erpzeffe boode / hp zal ban den Hr. Gersdort wel bes taalt werden / of ik zal hem ſelber betaalen 300't daar mankeert : Het pachetmoogt gy wel oopenen / want ik heb het / uwent Halben / onberfecgelt gelaaten : Up teder batef legt een Traktaatje / die unuttig zijn / hunt die / op het ſpoedigfte / upt(clyben ; en dan terftont / fonder uptftel 7 ter genoemder plaats bes ſtellen : berſoeke dat doch ieder Traktaatje weeder om bp zijn ergen brief gepakt werd / en verreegelt het ; dat de Traktaatjes toch niet ban haar rechten briefafdwaalen . Op behoefde maar dat ingenaapde Traktaatje / bp den briefvan den Hr. Kregwits, upt te fchzpben ; de andje twee bellen / die niet t'zaam gehegt zijn / hebt gp bpden Hr. Gersdorf : Kregwits Heeft alreeds den aanbang. 3. Weegens het Memoriaal-briefje / van de Hr. Lindner tot Beuthen , 300 bericht ik n / dat die felbe genoemde Boeken / alle demijnezön / dewelke In anderhalf Slaar alle zijn gemaakt / ten deelen ook deeſen Sooiner : 't geen gp ban Gersdorfontfangett hebt / dat zal boosſeehter een zijn teegen de Methifted ; en alhier bp'tſchipben aan Kregwits, bind gp'er ook een / van de Waare Gelaatenheyd ; de andze zijn ee nigſins grooter ; bpſonderlijk het boek / de Signatura Reruin , van den 002fpzong der Schepping ) en ſija ner beteekening ; een treffelijk hoog werk 7 ban 40 bellen Papier ; die zijn verſchepdeninaal naages fchzeeben : den Hr. De Bruxleeft 'er een / Dr. Gal. fer ban Troppen , heeft ' er ook eett; wanneer ik dga ſelbe zal in handen bekoomen / 300 zal ikke u beruge 7 de een na d'ander / ftuuren / laat nip maar weetett wamees op tijd hebt omiſe naa te reozpoen : Andiett


204

1

Theoſophiſche den 33.Br. gp datgeene / 't welk gp teegenwoozdigban Gersdorf beloomen hebt / wilt naaſchipben / dat kunt gy doent; alleenlijk ſchepftmaar eerſt die twee / die ik u teegens woozdig meede ſender en ſend deſelbedan voozt ; ren det my ook / met het koorn / het ſchepben van den Hr. Gersdorf 4. Ubeegens de kofalken / zoo bericht ih u / datſe bp Leulenmeritz in Bohemen leggen / tot aan de Leyppe, eli yjet Land zeer bederben ; men ſegtwel datſe bp ons zullen dooztrekken en ſich naa Poolen wenden / maar wp hebben geen reekerhepd ; il Houd'et daar booz / datſe in Bohemen of Lausnitz Wel zullen blpben / en Poolen niet ſien / doch wp zullen in 't hozte nieuwe tịjding hebben : de teegenwoozdige bzeede is niet beſtandig / want de krankhepd is tot der dood / en nooptgrootergeweeſt: gelijk het de tijd meebrengen zal. 5. Ik berlang uw toeſtand te hoozen / en hoe 'tu al gaat ; ook ofgp luft haddet / tets upt te ſchwpben / mios betaaling genietende/ 300 zoude iku daar toe konnen helpen ; ik weet heeren genoeg / die het aan beſteeden willen om upt te ſchipben . Bebeele u de liefde Jeſu Chrifti. J, B.

Den XXXIII. Send -brief, Aan den Heer

C.

B.

Sonder Datum . Immanucl. *

gebe getrouwe Dzind / en Broeder in de liefde Chaſi : Fh wens geftaadig / in mön begeer tel


Send - brieven . 205 den 33. Br. n gene t evan wegmog volftana: te , dat gp op den aang dig blpben / dat uwen honger en dozft/ naa de Fons tepneChrifti / geſtaadiglijk mogt duuren / want het is de reek're trekking des Vaaders / in den Geeft Chriſti/ tothem : den aardſen Adam is een deliſel daar boop dat Chriftus / in deeſe aardſe hutte / niet geheel kan oopenbaar wozden : want den H: David / de Man Gods / fegt ; fp gaan daar heen en laajen met traanen / maar ſpoogſten in met gejupch . 2.7k bermaane u gants bzoederlök /laat het u niet affchzikken / wanneer de Bonne / met het rök der bzeugde / in den ouden adam niet wil ſchijnen / het is Gods Wille al300 / want ſy en behoozt / met haa ren bzeugdenrijken glang / niet in den aardſenmens; maar wp geeft alleen dikwils / aan 't verſtozven My, fterium , ('twelk in Adain berblikte / en ten Jong ften daage / in kracht / zal opſtaan ) zo een bzindely . ken aanblik / tot trooſt van de arme ziele/ en totber fteckingban't niewegewas. 3 , Het inoet hier maar in een enchel begeeren en angſt geboozen wozden ; de Sonne verbergt ſich mees nigmaal / doch ſp ſoektalzoo maar in de wortel / op datſe een ſprupt uptden boom baaren mag : Wozſtelt wechgelegt/ maar getrooſt/ de troon is u boopſeeker deſelde zal u wel opgeſet wozden / naa die maate 300 als 't Godt zal behaagen ; want naa dat geene dat hp temand in deere Waereld wil gebzupken / naa dieſel ve maate oopenbaart hp fich ook / in hem / in den uptwendigen mens. 4. maarden rechten Leclien -tak ſtaat niet in de uptwendigeWaereld . Het is mpeen loutere vreugde aid ik berneem dat gp een angſtig begeeren hebtna de gp defelve niet enhebt; inaarik fie Leelic ,en denkt dat Hetveel beeter /watophebt / als gp/'t welkdikwils mp beluſt maakt / om't alzoomaar inet mijn ver 27


den 33. Br. 206 Theoſophiſche maaning op te wecken / op dat den boom waffe en groot werde ; want ik zal ook noch wel ban fijne bzuchten genieten / om welkers wille ik aan uï ent aan beelen arbepde / gelijk als ik gedzeeben wozde. 5. Ik fende u de Magiſe kogel , met de berklaa ring / gp zult een Cedelenwandel- hof daar inhebben; zend mp defelbe / 300 haaſt het weefen kan / weeders om / ik zal u in 'thozte iets anders toefenden. Het klepne Teſtament kond ik teegenwoordig niet beloo men / maar my is belooft dat daarom geſchzeeben zal worden . 6. Ih berfoelie ! 300 gp iemand van Zolnig ſiet / deere ingeſlootene brief aan den Hr. M. W. te fenden / mn indien niet / 300 geeft ſe aan ſijn hups / 300 kanſe hem behandigt wozden : ik ben ook dankbaer wees gen't beſorgen ban het koonn / en blyf in liefde ber plicht/ ik heb het wel ontfangen / en uw vlyt gemerkt. Andien den Hr. W. mp mijne fallen inaar ] wees der rond/ ik zou wel te bzeeden zijn : maar ik merke wel hoe fijn herte is s ikheb hem de Baabclſe Fonga brouw vervoert / en hem echter bziendelijk gefchree ben / of hp fiende wou wozden / en van de flippe des Anti- Chriſts los laaten ; Hoewel mp dunbt Het zijn maar woozden met een gladden (chön / gelöhre bpnaa alle doen :Want ik heb in deeſen geflachte noch wepnig goodaanige gebonden die het een maare rechte ernft is geweeſt/ maar ſy hebben alleen de Hiſtorie met bzeng de aangeneomen / en meenden dat het in 't Weeten ſtak / naamelijk in de letter / om fich daar mee te laaten ſten : Hoewelik 'er (Godt 3p gelooft) eenige ken / die Het een ernft is / daar ik den Geeftin kracht geſien Hebbe. Wilt uw heer B2oeder / den Conrektoz / groeten / en hem mijnen gewilligendienſt / in liefde/ aanbieden : ons in de liefde Defu Chrifti bebeelende. J.B. U. E. Vrind en Br.in Chrifto Dco


deo 34. Br.

Send -brieven 207

Den XXXIV . Send - briet , Aan den Hr.

N.

N.

Van den 10 Decemb. 1622 .

1.

Ons Heyl , in 't leeven Jeſu Chrifti, in ons ! Yn zeer liebe Hetten Chriſtelijke Broeder :

nes Geeſtes / het waare Goblijke licht / kracht / en erkentenis / ook innerlijke bzeugde in Godlijke be : ſchouwelijkhepd / en onfe eeuwige bzoederſchap / in't leeben Chziſti. 2. Ik heb uw ſchipben ontfangen /en berheuge mp in den Heere mijnen Godt / die ons fijn genaade 300 rphelijk en oberbloedelijk meededeeld / en onſe hers ten Oopent / dat wp in de t'faamenvoeging on fer gaaben fijne Wijsheyd en wonderen begeeren te onderſoeken . 3. Endeuwe aangeboodene Duindſchap / gal mp lief en aangenaam zijn / en erkenne ú8 : ( volgens dituw ſchxpben aan my) booz een groenende 7 en zeer begeerige ranke aan den Wijnſtok Chriſtt ; ook mijn lidmaat / etimeede-fpauptje aan deeſenPaerel-boom ; en wenfrei in de kracht mijner erkentenis / dat het een rechte/ beſtendige / onwanckelbaare ernſt mag zijn; gelijk ik danniet en tvöfele /ofde EedelePaerts tak der Rieuwe Geboorte upt Chäſti Geeft en wijs tepd 7 is in UE : geboozen , 74. Zoo woude ik ook hertelijk gaern mijne mees de - telgen en tallen / mijn wepnige ſap en kracht / uipt Gods ganben meededeelen / en haar in mijne fwacke kracht helpen berquikhen / en in teegendeel Weederom het Haare voozmy genieten : gelija wp du


208

Theofopbiſche

den 34. Br.

dan upt Gods bebel / en ook in 't recht der natuur/ fchuldig zijn malkander te doen . 5. Daar toe ik dan inſonderhepd / in mijne gaa ben / gedzeebenwerde / om welkers wille ik veel tijd en moepte ( hoewel / in een groote begeerte en luft ) daarmee toegebracht hebbe / en geduuriglik in hoo pe en begeerte daar toegedzeeben / om mijne bzoede ren in den Heere / in den Wijngaard Chriſti / te dies nen . 6. En hoewel ik een eenvoudig man bert / in de konft en Studte on -erbaaren / ook is 't noopt mijn practijl geweeft / mpin hooge meefterſchap te oeffes nen / en grooté berborgentheeben in mijn bernuft te batten. 7. Maar mijne deffening is upterlijk een gemepn handwerk geweeft ; daar meede ik mp een langen tijd eerlijk geneert hebbe : daar beneeven is mijne inwens. dige oeffening / met een geſtrenge begeerte / in het ſterben van mijn aange-erfde menshepd gegaan ; hoe ik mijne ikhepd / en epgen wille in den dood Chrifti , mogte afſterben / en in ſönen Wille ( in eenen nieuwen Geeft en wille / naa het behaagen Gods) opſtaan . 8. Ik heb ook te dier tijd eens zullen ſterken boors neemen daar in gehad / dat ik eer het aardſe leeben wilde berliefen / als dat ik van dit voomeemen en dees fen ſtrijd wilde aflaaten ; en wat ik daar in / en daar dober geleeden hebbe / dat is Godt bekent / die mp algoo / dooz fijn oozdeel / ober mijne fonden heeft gevoert : maar heeft my daar naa gekroont met den ſchoonſten triumfeerenden aanblik í ban ſijn Godlijh vjeugden -rijl : tot het welke th geen penne weet om het te beſchuben ; maar woude't den leerer deeres /

en alle kinderen Gods / gaerne gumenen hertelijk wenilen . 9. Cu


den 34. Br.

Send brieven .

209 9. En upt dat felbe Triumfeerende licht/ is mp gegeeben gewozden / dat geene / wat ih / zeedert ees nige Taaren herwaards / geſchzeeben hebbe : want ikontfing daar in zoo veelgenaade / om mijnepgen boek / 't welk ik ſelber ben (naamel: het Beeld Gods ) te leeren en te erkennen / en daar toe ook te beſchouw wen het Centrum aller Wefens /en te verſtaan het ge formeerde Wood Gods / ook het berſtand der ges compacteerde / en gebatte / of geformeerde Senſuali ſe tonge / ban alle epgenſchappen ; als meede om de Mentaliſe, ongeformeerde Heylige tonge te verſtaan ; daar in ildan zeer beel hooge boehen gefchzeeben heb bé / deWelkemeerendeels booz't vernuft / fonder het licht Gods / opbegrijpeljk zullen zijn . 10. Hoewel il 7 als een (wal aards werktupg / naa den uptwendigen mens / dit hooge werk in ' t be gin / (zijnde een ongedeffent ongeleert man ) quaalik vatten / en verſtaanbaar booztbrengen konde ; ges lijk in de Aurora te fien is / 't welk het eerſte deel is ban mijne ſchriften ; ik meende ook mijn leeben lang by geen mens daar mee bekent te werden7 maar ſchreef het mp tot een memoriaal / van die gants wonderlijke erkentenis , beſchouwing / en onderbin delilihepd. II . Én alhoewel het den Geeft aanwees waar toe het zijn zoude / 300 kon echter't bernuft (zönde den uptwendigen mens ) 't felbe niet vatten :maar ſag zijn onwaardigheyd engeringhepd aan . 12. Ik vehteld ook dat felbe geſchrift (de Aurora ) bp mp / tot dat ik endelik een eenig mens daar van fepde / dooz de welke het booz de geteerde quam / die terſtond daar naa getracht i en te weege gebracht hebben dat het mp afhandig gemaalit wierd. 13. Daar als doen den Satan dacht bier -aabond inee te maahen / en mijn perſoon daar meede te ont ees

1


210

Theofophiſobe den 34.Br. eerent; daarom ila ook veel geleeden hebbe / om Chi ftimines Heeren wille / hem in ſin Proces recht naa te volgen ; maar gelijk het den Dupvel met Chriſto gingi alzoo ging het hem ooli met mijne ſchrif ten . 14 Wantdiere fogt te bervolgen / die heeftſe ge publiceert / en nynoch in grooter en heftiger seffes ning ingevoert ; daar dooz ik / in 't gerichte / ineer ben geoeffent/ en in den ſtorm teegen den Dupbel ( in het Ens der flange / des aardſen Adams / en fijn teegenſtand ) des te meer beſtandig gebleeben / de Poozte der diepte dies te meer verbrooken / en aan het heldere lichtgekoomen ben. 15. Zoo dat het teegenwoordig 300 ber daar mee gekoomen is / datre wijd en bzeed ban beele Hoog -ge leerde Doctooren / ook veel ban Madel / hoog en laage Stands - Perſoonen / met luft geleeren / en naa -ge fchzeeben wozden / gants fonder mijn dzift of loop / maar door de beſtiering Gods. 16. Ik zoude u / deefereps / gaerne daar ban iets hebben meede gedeelt/maar ik hadſe niet bp der Hand / en kon deſelbe zoo haaſtig ook niet bekoomen . Daar zijn eenige Traktaatjes gefchzeeben gewozden / dat ik soope dat daar dooz meenigen ziel verquikt zal wozden . 17. Want delaatſte ſchriften zijn alle klaarder / en in een beeter verſtand als de eerfte / daar u : ban bermelt. 18. Maar indien ud : de moeptewilde neemnen / gelijk gp ( chupft /en in epgen Perſoon totmpkoomen / en u / in de Dzeere Gods / in de Oodlijke Wijshepd met my vereenigen/ dat zou mp liefzün : gy kung uw geleeģenthepo bp mp hebben / naa uw welgeval: want ik ben doch teegenwoozdig in een ge len ftaadige oeffeningmet ſchuppen . 19. Heu


den 34. Br.

Send brieven .

19. Heb ook mijn handwerk / om dieslville / laas ten leggen / om Godt en mijn Buoeders7 in dit bes roep 7 te dienen / en mijn loon in den Heemel te ont fangen ; al is't ſchoon dat ik ban Baabel en den Anti Chziſt moet ondank hebben ... 20. Ik ben dankbaar weegens de groetenis ban den Hr.Magiſter Nagel,zönde ook onſen Chriſtelijken meede-bzoeder ; en / die teegenwoordig ( gelijk ik be richt ben gewozden ) in de pelgrimſchap Chriftiis : en zoo UE :geleegenthepd heeft om te ſchappen /300 groet hem / ban mịnent weegen / bziendelijk weederom . 21. Den Hr. Elias Teygman en is bp mp niet gea koomen / weet ook niet waar hp teegenwoozdig is : den Hr. Balthazar Walter heeft fijner meenigimaal in liefde gedacht; maar ik en kenne hem niet / als in den Geeft ; want ik heb ook van andze van hem hooa ren berhaalen . 22. Dat U : begeert te weeten hoe'tmet my al is / maak ik u behent / dat het mp ( Godt lof) teegen woordig noch wel gaat : maar ik boozſie in den Geeft een groote berbolging en berandering over Land en Lupden / welke naabp is / gelijk in mijne ſchriften is aangeweefen ; en het zaltijd zijn ban Baa . bel uptte gaan en te vlieden , daarom kan ik ook van geen ruftemelden . 23. Want U : zal wel verſtaan hebben / wat boo2 een groot jammer / en grouwelijk rooven en moozden/ en(bp de Chriſtenhepd ongehoozd ) Dup vels werk 7 de doozrepſende corakken / dooz Sile. fien , aan onſe naabuuren bedzeeben hebben . 't well een ſeeker voozbeeld is van het aan - naaderende 002 deelover deere Landen . 24. Bebeele u E : beneffens alle Leedemaaten Chaſti / in de fachte liefde Jefu Chrifti/ en impin uwe en haare liefde en gunſt. J. B. Den


212 Tbeofopbiſche

den 35.Br.

Den XXXV . Send brief , Aan den Heer

JOHAN

BUTOWSKI .

Van den 13 Decemb. 1622 Ons Heylin't leeven Jefu Chrifti. Edele Wel- betaamde Hecer , neffens trouwe . E penting barnet handljh Hepi in nepige breachiste: " en alle tijdelijke welbaart. 2. Uw ſchipben aan my ( tot Chriſtelijke vriend ſchap / en verquikking in de Bodlijke erkentenis / in Goblijke begeerte / en welmeenende hertelijke Chais ftelijke liefde) heb ik ontfangen ; en 't is my lief en aangenaam verheuge my ook daar ober / dat Godt fijne kinderen / en klepn hoopje noch hier en daar heeft / daar anders / teegenwoordig / de waereld in het boufe meeft berroopen / en in het Toorn -vuur gegreepen is / dewelke haaſt een groote ſcheure / in de Antichriſtire Chriſtenhepd / maaken zal/ gelijk erhent is gewozden . 3. Dies doet den mens zeer wel en recht / dewelke fich recht leert erkennen wat hp is / 'twelk niet ges ſchieden han door't bernuft en ſcherp onderſoehen / maar in het waareProces Chrifti/ in een waare ges laatene ziele / die ' t bernuſt en epgen wijshepd der menffelijke relfshepd / met omwendingvan den aarde fen weg / berlaat 7 en in de hoogſte eenvoudighepu Chriſti / in waare ootmoedighepd /onder het krupfe Chaſti / in treed ; gelijk Chriſtus ons getrouwelijk geleert heeft / en geregt; ' ten zp dan dat gp omkeert/ en werdet als kinderen en word nieuw Geboozen upt waater en den u: Geeft / anders en zult op het 4. Tot Kijke Gods niet ( ten .


den 35. Br.

Send . brieven .

213 4. Cot het welke dan een waare gelaatenhepd / en berlaatenhepd van de menfſelijke felfshepd behoozt dat ſich den mens gantſelijk in fijnen inwendigen grond wendt / en / in ſijn ſelfshepd / gants te niete maakt ; ende dooz een ernſtige boete / met een inners lijke begeerte / ban het weeren deefer Waereld / in Godt wendet ; en fin bermoogen en epgen wille / in den dood Chriftt/ afſterft/ en ſich in Gods ontfers men inſinkt : 300 kan hp ban den h: Geeft / in ſich ſelber / in den inwendigen grond /gegreepen were den ; datde relbe door hem ſiet / wil / en doet / wat Godt wel geballigis ; 't welk alleen het onderſoeken in de Godlijke erhentenis / en het lichtder ztelen is/ in 't welke fp Godt fchouwt en erkent ; en kan in geenen anderen weg tot de Godlijke en natuurlike erkentenis en beſchouwelijkhepd geraaken . 5. Want den natuurlijken vernuft-mens berſtaat niets van de verbougenthepd ban het kijke Gods / want hipis bupten / en niet in Godt gelijk dataan de bernuftgeleerden blijkt/ dewilſeom Gods Weeſen /en wille ftrijden /en echter defelbe niet kennen ; want fp HoogenGods Woozd niet in haar /in't inwendige cen . trum der ziele. 6. Ende alles is doodt aan Godt / 't geen de lees vendige ſtemme / en het Godlijk gehoo2van denieu we geboozte / in't Ens Chriſti / niet in ſich en heeft / datdeGeeft Gods in hein getupgenis / ban ſin upt wendig hoozen enleeren/ geeft : inwell inwendig fien / alleen Godt erhent 7 en fijn weeſen berſtaan wozd / tot het welke het uptwendige letterlijke woozd maar een form / en toegericht inftrument is . 7. Maar het rechte berſtand moet upt den inwents digen grond /upt het leebendige Woord Gods ('t welk Han te boogen in den mens moet geoopent weefen ) in pet


214

den 35. Br. Theoſophiſche het letterlijke woozd ingaan / op dat het een Concor. dantie zp ; anders is al het leeren ban het Godlijk Weeſen een niets ; en niet anders als een gebouw aan Het groote Baabel des aardſen vernufts en wonder : in welken inwendigen grond alle mijne weetenſchap / van den Godlijken en natuurlijken grond / fijn begin / en oozfpzong genoomen heeft. 8. Dant ih en ben ban de ſchoole deefer waereld niet geboozen gewozden / en ben een eenboudig man ; doch in de Goddelijke erkentenis / in Hooge natuur lijke onderſoeking ben ik / fonder mijn boomeemen of begeerte / dooz Gods Geeft en wille / ingeboert gewozden . 9. Welke erkentenis en genaaden -geſchenk / ils dan hertelijk gaerne gunnen wil aan mijn lieve broes deren en Chriſtelike meedeleeden / in den Leebens Boom Jeſu Chrifti ; en ſmeeke daagliks tot Godt/ dat doch haareherten / in het Godlik gehoog en vers ſtand / mochten geoopent wozden / op dat zoodaani gen erkentenis ook in haar mocht erhent Wezden ; en wp upt hetſtrijdige Baabel mochten verloft / en in een broederlijke liefde ingevoert wozden / en / in ons/ hoozen wat Gods Wil en Weefen zp . 10. Ik betupge aan U 6 : dat my uwe kennifre en geſogte brindſchap / lief en aangenaam is , wenfre ook mondeling eens met UE : ban de Godlijke faa ken te ſpreeken en ons te berquilhen / 't welki dewp! wp ban malkander zijn / niet wel geſchieden kan / doch echter noch wel gebeurenmocht/ ( gelök ik dan fchier van voorneemens ben / als dedaagen een wer niglengen / en men booz het ongeftaadige De'er wat ſeekerder is ) ofGodt300 veel genaade / en bzeedens tijd wilde gunnen / om in epgen perfoon mondeling / met à € e : nandze goede bzoeders en brinden daar ontrent / te ſpreeken : 300 goude ilu & : alsban / op


r

den 36. Br.

Send - brieven . 215 op uw voozgeſtelde puncten mondeling antwoorden en upt den grond / met U E : daar van ſpreeken 't welk teegenwoozdig / in der Haaft/ niet geſchieden hon . Beveele U &: met alle de uwe / die u liefzijn / in de fachte liefde Jeſu Chriſti. J. B. Den XXXVI . Send - brief , Aan den Heer

CHRISTIAAN

BERNHARD .

Van den 13 Decemb 1622.. Ons Heyl in 't lecven Jeſu Chriſti. I. il wens u Gods Aijke genaade / in tijdelijk en eeuwig Hepl.: en laat u weeten dat ik uw briefie zeer wel ontfangen heb : berheuge mp ook ober ulo als noch geſtaadig Godlijk gemoed / 't welke ( 300 ik in Godthoope) noch geduurig / in Godlijke erken : tenis / meerwaffen en toeneemen zal; in't Welke u hier meede in het bondeltjen der leebendigen Godts gebattet / en booz de groote Elenden / die teegen woozdig in ſwang gaan / moogt bewaart wer : den . 2. Het is tijd / en't moet Ernſt zijn / om teegent woozdig ſich in den Leebens- 52on Teſu Chrifit te bewaaren ; want het waard ban Gods Toomgal machtig graffeeren / en lighaam en ziele raahen : daarom wpden Antichriſt i beneffens het Dier / en de Hoere / wel upt Het herte moogen uptruipmen / want het felve zalen moet ballen ; maar in dewelke het


216

Theoſophiſche

den 37. Br.

Het ſelbe noch zalgebonden worden / die zal de Turba meede aangrijpeni. 3. Ik heb boorgenoomen / om in het aanſtaande boogjaar ( 300 't Godt wil toelaaten / en zoo veel bzees de geeven ) u in epgen perſoon te fien / en met u een geſprek te houden/naa ber -eps van ſaaken / als mee de met de andre bgienden en zoeders in Chriſto : berinaane u trouwelik u te berepben tot de berbol ging / want het kan niet anders zijn / fe is naabp / en gaat geweldig / in de Turba Magna , voozt. Dec fedtere tijd zal ook grooter werden / en daar dood groote nood koomen ; en een pder mag fich maar met ernft gereed maahen. Grooten ozlog / oproer/ en opſtand / ook ſterfte / zal in 't korte met macht doozbzeeken . Zulr geeb' ih u E: in mijne erkentenis / tot een broederlijke naarichtte kennen . 4. Indien U E : iets van mijne ſchriften begeert te leeſett /, 300 kuntmaar bp den Hr. D. G. om de ſel be aanhouden / ik heb hem banu gefchzeeben / hp zal udaar meede helpen . Bebeele UE : de fachte liefde Jeſu Chriſti. Det haaſt. UE: Dienſtw : J.B.

Den XXXVII . Send -brief,

Aan den Heer KAREL van

ENDER .

1.Mn zeer lieve en waarde Heer , en patroon mp ban Godt toegevoegt : neevens wenfſing ban Gods Hepl / fende tk u & : alhier met den bzeng fter deeres (mijn hupsbouw ) 10 Kijksdaalders booz een ſcheepel boomn / doch weet niet wat 8 € : daar pooz


den37Br.

1

Send -brieven

217

booz begeert; berſoeke aan toonſter deeres tereggen wat : daar voor hebben wil. Ben ook dankbaar aan UC :weegens de ber-eering ban een ſchohkaaren en een bat met Kaapen : voor de andze tweefchok Bib ik't / volgens begeerte / aan A. D. M. geſonden 7 il hoop derelbe zal het ontfangen / en aan U E : oberges leebert hebben . En wenfje u € : veel rijken reegen / en erkenne u als mijnen patroon mp ban Godt toe . geronden / dewelke ik / van Godsweegen / Weedera om zo veel ſchuldig ben als aan mijn epgen ztele : zal het ook in Godlike vermoogenthepb en werkelijke kracht / in mijnen will en begeerte / geftaadiglök / als mijn epgen leeben / in mijn gebed tot Godt inbog ren ; en het relbe niet als een ondanhbaar mens ges bzupken m , aar het zal tot onderhouding des leebens / nden bouw van mijn Talent/my ban Godt gegees ben i aangewent wozden : in welke arbepd / mp tees genwoozdig een wonderlijke deur geheel oopen ſtaat over de openbaaring van het eerſte Boel Mofis, en hoewel ik weet dat ue :een geneegene wille tot mp , en alle kinderen Gods dzaagt ; 300 ſeg ik UE echter / gelijk ih ſeekerlijk erhent hebbe / hoewel het aan mp niet en ſtaatom het geheellijk te openbaaren / dat U zult in het toekoomende ntet en zal berouwers want gp zult niet alleen / bp onſe naakomelingen / Daarom tijdelijk geroemti maar gelijk men Droome Godbiuchtige Heeren naaſegt / gepreeſen werden . want dit Talent heeft een zeer wonderlijken upts. gang / of her ſchoon teegenwoozdig in de perfle moet ſtaan / zoo is mp echter getoont waar toe het dienen zal. Bebeele u €: in de liefde eſu Chriſti. U Ed: Dienſtw : J. B.

b

Den


21S

Theofopbiſche

den 38 Br.

Den XXXVIII . Send - brief , Aan eenen van Aadel in Sileefien . Van den 19 February 1623. Oas Heyl , in ' t lecyen Jeſu Chrifti in ons. W El.Eed'ic , Hoog -betaamde Heer : bolgens van * wens ik u / in een meede -werhende begeerte / in ons fen Immanuel , het Goddelijhelicht in uw ziele / en de Godlijke beſchouwelikhepd inwendig in u ſelfs : beneffens allelighaamelijkewelvaart. 7. Naadien ih bemerke dat U E : een liefhebber bande Goddelijkewishepd / en ook een waffenden tal aan den Leevens- Boom Gods in Chrifto zijt (in den Welhen alle kinderen Gods / als leebemaaten / inſtaan ) en ook beſpeurt / hoe u de treliling des Daas ders / in een hongerige begeerte naa het rechte ( ap / en de Goddelijke kracht / heeft ingeboert ; uool / ees niger -maaten / begaaft metde erkentenis des ſelben leebens -boom . 3. Zoo hebbe ik / andermaal / dofſaak genoomen / u (naa de Chriftelijkeen meede-leedige aart/ des fel ben Teebens - Boom chriſti) te beſoeken : ende ons onder malkandzen te bermaanen als arbepders / die in Chrifti Wijn - Berggeftelt / en tot dit werkberoes pen zijn : booznaamentlijk / dat wp teegenwoozdig / in dit dupfter dal / wel booz ons ſien / en onſe oogen en hoofd opheffen / naadten wp de dupfternis en des felis werking boozoogen ſien / en ons erinneren / hoe Chriftus ons heeft geleert / datonſe berlofſing naabp is , en van Baabel ('t welk ons lang heeft gevangent gehouden) doch uptgaan ; en niet op het geroep ſien / Daar 1


Send -brieven. 219 daar men ons guldene genaade -nrantels belooft en omhangt / en ons met een bzeemden fchijn vertrooft en kittelt / gelijk ofwp alzoo ban uptwendig aanges nooinene kinderen der genaade / dooz een beſondere Werkieſing , waaren . 4. Ook niet op onſe epgen berdienſten en krachten ſien ; 't welk al t'laamen booz Godt niet en geld ; maar een nieuwe Creatuur in Chriſto / tpt Godt geboozen / geld booz Godt ; want Chriftus is alleen de genaade 7 dte boo2 Godt geld / wtemu upt Chriſta geboozen is / en in hem leeft en wandelt / en hem in fön liden / ſterben / en opſtanding / naa ſijnen in: wendigen mens / aantrekt/ den ſelben is eenlid aan ſijnlighaam : van den zoodaanigen alleen / bloepen ftroomen des leevendigen waaters / dooz het krachs tige woozd Chriftt/ 'twelk in Hem / naa den inwen , digen grond / mens wozd / en ſich ! upt hem / dooz de Creatuur / in den Spiritus mundi van den uptwen bigen mens uptſpreekt. 5. Wantgelijk als Godt het Myſterium Magnum ( in't welk de gantſe ſchepping / op een Effentialiſe Mart/ fonder forming heeft geleegen ) upt de kracht fines woozds / geoopenbaart heeft / en door het My ſterium Magnum heeft uptgeſpooken / in ſchepdelijk Herd van de geeſtelike formen (in welke geeſtelijke formen / de Scientsban de krachten in de begeerte / dat is / in't fiat, hebben geſtaan ; daar fich dan een teder Scients , in de begeerte totde oopenbaaring / in een Corperlijk lighaamelijk Weeren heeft inges hoert. 6. Alzoo lept ook in den mens (dat is / in Gods Beeld of gelijkenis ) het ſelve MyſteriumMagnum ( zijnde het effentialife woond van de kracht Gods ) naa eeuwighepd en tijd : dooz welk Myſterium , bet Teebendige woord Gods / ficij uptſpreekt , Het zo in lief K 2 den 28. Br.

?


123

Theoſophiſche

den 38. Br.

liefde of Coon / of in de fantaſy ; alles naa dat het menffelijke Myſterium in een beweegelijke begeerte ſtaat7 tot quaad of goed ; gelijk geſchreven ſtaat : gp Heplig / en bpden verkeer Bp den Hepligen göt den zijt op verheert : Item , gelijk het Volk is / ees nen 300daantgen Godt heeft hetook . Want in wat booz epgenſchap het Myfteriam inden meng / in de bermecking ſtaat een joodaanig woozd ſpreekt ſich boli upt ſijne krachten upt; gelijk men booz oogen fiet / bat in den Godlooſen/ niet anders dan poel hepd en wozd uptgeſprooken . 7. Hoe zouder nu een goed uptſpreeken en willen sön / waar het Myfterium tot het fpzeeken eenen balffen grond heeft / en van den Dupbel / in de grim mighepd van de natuur / bergiftig is . Welk bals Myſterium niets goeds willen noch doen en han / ' tgeen boor Godt aangenaain zy ; 't en zp dan / dat het ban te boozen met Godt word aangefteeken / dat bet eenGoddelijk willen en begeeren beltooine;upt het welk ook een Goddelijk uptſpreeken en werken des goeds bolgt : want Chriftus fepd : en quaaden boom en kan geen goede bzuchten dzaagen ; hoe wil non nen reiben goede bzucht dzaagen aldaar eenen balflen boom / onder een bzeemden ſchijn ſtaar ? 8. Den Purperen mantel Chriſti heeft ſin bricht in fich ; maar wat gaat dat een bals Dier aan / ' t welk bol bergifis / en ſich met den felben mantel wil delta ken / en boor goed louden ; en bzengt nochtans niet anders boozt dan Helfe bzuchten ofte wat roemt fich den mont Chriften een Chriften te zijn / daar hp boch bupten Chriftoleeft / wandelt/ enis ; 9. Riemand en is een Chziſten / hp zp dan / op't nieum i met den Geeft Chrifti getingeert , en tipt Gods liefde ontſpzooten ; dat de genaade Gods / in Chriſto / in het Myſterium fünsleebens naade ziete / oopers

1


Send -brieven . den 38.Br. oopenbaar zp / en in des menfſen leebentmeede werhat en wil : Doch zal hp een zoodaanigen wozden / 300 moet hy ban ſin beeldelijkhepd in den Spiritus mundi (daar de zielemeede berdekat wozd / en in aardſe wer king treed ) omkeeren en wozden gelijk een kind / ' t Welh ſich alleen naa de Moeder nepgt/ en de melk der gengabe des moeders in ſich invoeren , daarhem een nieuw Ens upt waft / in 't welk het genaade- lees ven ontftaat ; naamelijk de toegerekende genaade moet in hem geboozen / en mens worden / naa den inwendigen grond :bupten dit en is hp geen Chriften / hp blincke / hupchele / en doe wat hp wil ; hem moes ten alleenlijk fijn ronden / dooz het Goddelijke in fpzeeken in hem felfs / bergeeben wozden . 10. Want wanneer Chriftus in't ingeſpooken woozd der genaaden ('t welk de ziele / upt fijn belofte/ in haar inbatt) ontfangen word /300 is den grond/in't verdurben Myſterium , ten hinde Gods gelept: dan 300 gaat de Goddelijke ſwangering aan / daar in de menshepo Chriſti ontfangen en geboozen wozd ; de welke alleen een Tempel des Hepligen Geeftes is : en ban defelbe nieuwe geboozte 7 eet de buurige ziele Gods brood / 't welk ban den Heemel homt ; en fons der dat felbet en heeftden mens / geen leeben in ſich Joh .6. ' t welk geen hupchelaar / onder Chrifti Pura peren manteli en kan genieten ; maar alleen dien mens den welken niet ban blees noch bloed / noch ban den wille eenes mans / maar ban Godt Nieuws Geboozen is ; in den welken Gods Wood ( Daar den eerſten mens uptgeſchaapen wierd ) ſpreekt/ regeert/ leeft / en wil. 11. Want het leeben der menfren was / in den hes minne / in't woozd ( Johan . 1.) doen het in 't gefchaa pen Beeld wierd ingeblaaſen ; maar doen 't felve fich ban't ſpreekten des woozds / in een epgen willen en

# 3

(prees


Theofopbiſche den 38. Br. 222 (pzecken / in quaad en goed / inwendde (naament lyh / in ergen luft) 300 verdurf den eerften goeden wille / in de Creatuur / tot het Weeder -uptſpzeeken : nu moet bp weederom in'teerſte ſpreekendewoozd ingaan / en met Godt ſpreeken / of hy is eeuwig bup ten Godt : 't welk de teegenwoozdige Waereld niet en kan / noch wil verſtaan ; wantzo heeftſich gants en geljeel in een epgen ſpzeehen / tot welluftdes vlees / ingewend / en ſpreekt / in epgen willen / niet anders dan enkele aardshepd en bergankelijke dingen ; naaa mentlijk , eer / macht / en geweld / daar toe hoo baardighepd / gierighepd 1 mijdt en booshepd ; fp ſpreektniet anders upt i dan alleenlijk de liftige flan ge met haare jongen : en wanneer deere haare jon : gen 't felbe / met liſt / niet en komen bekoomen 't geen den epgen willcwil/300(pzeekit Tp / upt de liftige booshepo ! met het geld / doorhaar epgen ges weld / beeldupfend Soldaaten / die 't zullen behoué den / op dat den epgen wille (die van Godt is afges Weeken ) recht behouden mag ; gelijk teegenwoozdig boozoogen is : dooz welk uptſpzeeken / deeſen epgen Wilie ook te grondegaat / en fich relfs doodet. 12. Over ſuir wilde ik u / mijn beminde Heereti meede -lidtin des Leebens - Boom Chrifti / ernftelijk verſoeken en erinneeren / gelijk het eene lidt aan't ans dere fchuldig is / in't teegenwoondige uptſpzeeken desmaerelds ( daar Turba magna haar uptſpreeken meede in't ſpel heeft / en een groote afwerping ge ſchieden zal) u in geduurig innerlijk ſpreeken der bazmhertighepd Gods in te houden / en ſteeds / in uwen inwendigen grond in te gaan : en u immers in geener manieren van de ſlangelaaten over-ceeden / tot het balfe fpzeeken des Broeder -moozds ende u/ als een boomaam Heer / in't Proces Chrifti en in ſijn leere / geduurig beſpiegelen : Want het tees gents


den 38.Br.

Send -brieven . 223 genwoozdige ſpreekten / wozd in de grimmighept Gods / dooz lijnen berwekten Toon geſpzoolient / en 't isniet goed fich daar in te bermengen met ins ſpreeken ; boomaamentlik / wanneer de Turba moet gefpzooken wozden ;ſpis gants ontrouw / en berfiind haar Vaader en moeder die haar geboozen hebben ; en ſy is eenen beefem ban den Tom Gods . 13. Ook moet men weegen de aanmeeming ban de vermeende Heligie / om de welke men ftrijd / wel booz ſich ſien ; en die partp die eenmaal booven lept / niet toe ballen met het gewiffe des geloofs : Want ) daar en is geen ander waar geloof 't gern faalig maakt / dan alleen Chriftus in ons die alleen bers delgt de fonden in ons / en bertreed / in ons / de in beeldingbande flange den kop ; enſtaat / in Gods gerechtighepd ( dewelke hp / met fijn bloed / in ons berbult)van den ſlaap des doods op : Chriftus moet / in onſe arme ziele / ban den dood opſtaan ; naaments lyh / in een nieuwe menshepd / de Welle met / en in Chrifto / in den Heemel wandelt en woont / daar den Heemel in den ſelben nieuwen mens is / daar het werk der liefde upt volgt ; gelijk Gods kinderen bes taamt. 14. En al is 't ſchoon dat den uptwendigen mens in aardſe ſwabhepd en gebzeeken leeft / 't ſelbe neemt den Tempel Geſu Chatfti niet weg : want Chatſtus / m den inwendigen grond / vertreed de flange / in den bleefſel geduurig den kop : Obec ſulp moet Chriftus ook geduurig / ban de flange / in de verfen geſteeken wozden ; tot datwp ban dit Dier ontſlagen wozden . 15. 300 wil ik u / mijn beminde Heer / Chais ftelöh en bzoederlijk erinneren / den teegenwoozdi gen tijd / in waare vzeere Gods / in acht te neemen: indien gpmjn goede meening wilt plaats geeben / 14 30


224

Theofopbiſche

.den38 Br 300 en zal't u nimmer berouwen ; want ik ſpreeke als 300't geen mp van den hoogſten / upt fijn genaade belientis : UE : Wil't relve blytig naadenken ; en den Geeft Gods / uw denken laaten zijn . 16. Want daar zal in 't kozt een tijd koomen / dat goede bzienden zullen geſift en geprobeertwozden / op dat wp imoogen / in Chrifto / beſtandig blpben / dit wilde ik mp / met u e : in de liefde / bermaanen : want den tijd der berquilling/ komt haaſt daar naa / aldaar trouwe menfren malkanderen zullen liefhebs ben ; naa Welke liefde / mp geduurig hongert en dozft / en fteeds wens dat Baabel doch haaſt haar epnde nees me ; en Chriſtus in't dal Jofaphats koome / dat hem alle Dolheren ſien en looben moogen . 17. Ik bidde / uf : wil doch de dzie tractaatjes ( te weeten / dat van de Boete ; en ten anderen / dat van de Nieuwe Geboorte : en het berde van de Waa re gelaatenhcyd ; de welke ik laatſt / U6 : hebbe meede gegeeben / en de reſt met Deer Rudolff, ge fonden ) tot Heer Rudolff van Gersdorf ſchikken ; Want ik heb hein geſchzeeben / dat hp de felbe zalfenò den naa Zagan , tot den Heer Chriſtiaan Bernhart, aldaar ita de relve zal laaten afbozderen : of hadde u & : geleegenhepo naa Zagan , 300 wilt die maar ſelfs totChriſtiaan Bernhart , woonende op de merht/ ſchikken : den welken te boozen booz een jaar / onts fanger van den tolis geweeft; een jong gefel upt de Theoſophiſe Schoole ; aldaar hebbe ik alle weeken meerendeels boodſchappen : Deere tractaatjes /w02 den zeer beel begeert van de liefhebbers / en zouden welbeel nuts moogen doen : bidde de felvedoch met den eerſten te fenden / want mp is daar noodig aans geleegen : wanneer 't dan U8 : geleegenthepd igy Dat gy tijd tot Studeeren hebt / 300 zal ik u wat meerders en hoogers fenden , want deeſen Herfft en Win


den 39.BT:

Sendbrieven .

225

Winter / hebbe it / fonder ophouden / geſehzeeben Bebeele u € : deliefde Jeſu Chrifti , in ſiju genaa dige bewaaring. UE : Dienſt W. J. B Den XXXIX. Sand -brief, Aan de Heeren " N. N.

Sonder Datum , Ons heylin't leeven Jeſu Chriſti in ons. *

Erwaadige, Achtbare ; Hoog-geleerde bemir deHeeren , en zoeders in Chrifto / ons ee nig leeven : Il Wenſle u t'faamen een geluh ſaalig Pieuwe Jaar / dat het felbe in de Goddelijke Wille / inde trekking des Daaders totChriſto / in umochte aangebangen / en in een werkelijke kracht des Bees ftes Chifti7tit fijnen Win-Berg/ in deeſen tijd / bolepndigt wozden : en dat in dit jaar / in Chriftt Hpfken muy Heet djupben moogen Waffen : ook dat Godt u in ' t bondeltje ban fijne leebendigeri / in dit jaar (daar deconſtellatie ban fijnen Coom het Waard boere)wu bewaaren ; gelijk ih dan niet en twyffele / of op zult u ( als werhenae ranken aan den Wijn -ftoh Chaiſti) metgoede nieuweHeemelſebzuchtenbercoo . nen , 2. Want de poozte der genaade en der erkentes Ais ) ftaatook in een bpſonderlijke beweeging / wat kinderen Chrifti alzoo tot een oogſt moogen koos De men : 300 ſy inaar zullen arbepden / en niet luperen

etsin den Anti- Chififen ſlaap / leedig ſtaan ; gelijk mpdm /-uipt genaabe des Aloerhoogitent is te ees Hennen gegeeben gewozden.se

#S

3.79


226

Theoſophiſche

den 39. Br.

3. Ik zoude u 7 in mijn laatſte weerom -repré ! gaerne weederaangeſprooken hebben , maar ikwiero dooz Gods ſchikking / eenen anderen Weg geboerts Hetzal op een ander tijd / als ik daar heen repre , en't ſich 300 boegt/ geſchieden . 4. Akdenke ook noch aan onſe zaamenſpraak ,doe wp bpmalkander waaren : daar dan beel dingen in bzaagen geftelt wterben / debelle mondeling in der haaft/ en ook weegen beel tufren -reeden / ( dewelke berwerringmaaken ) nietnaa ber-eps zijn uptgeboert gewozden . 5. maar ik heb teegenwoordig een Boekban taas meljke grootte van de Genaaden -Verkieņog ges fchzeeben / op het verſoekban die hooge Perſonagien / bpdewelke ik mpde kersdaagen doe ik van u ſchep de / ophield : daar dan eenige Hoog - geleerde ban Jauer en Striga , beneffens zeer feedige mannen van Hadel / bp waaren : in het felbe [boek ] zön alle die bzaagen / en noch veel meer / in den diepſten grond uptgeboert gewozden . 6. Tk Hoope ip zullen een epnd van veel ſtrijden maaken byronderlijk in dte puncten tuſſen de ges naamde Lupterffe en Gereformeerden / en andze ſtrijden meer : waar haar alle den Waaren Grond booz oogen geftelt is gewozden / en een ieder / in fps ne meening genoegen gegeeben defelve ook als twee Contrariën , geheel in een Corpus bereenigt : 300 fp maar dooz des Dupbels vergift i en aardſe in beeldingen / niet berhindert werden / datre't mogs gen ſien en erkennen : gelijk is dan niet en twijffel / of de tijd is geboozen / dat de ſtrijd in een waachepo zalverandertwerden . 7. Ondaar doch / fonder dat / bp de Waare Chies ftener en kinderen Gods / onder allevolkeren , noopt geen ſtrijd is geweeft ; want in Chrifto zönt bop


den 39 Br .

Send -brieven .

$ 27

alle maar een eenige boom , in veel takken en tel* gent . 8. Enden ftrijd is daarupt ontſtaan / dat de wae's reld in een epgen luft is geraakt / en ſich ban Chic ftum /haaren ſtam /in de welke een Chriſten in ſtaat/ in Beelden en bzaagen heeft ingewend . 9. Upt welke bzaagen / firijden ontſtaat zijn / daar ſich des Dupbels hoovaardp / in die braagent Heeft ingewikkelt /en aan 't menffen - beeld ingedzukt / datre om Beelden geſtreeden hebben / en ſich daar in berheeben : en de ootmoedighepd Chrifti ( in de welke wop in Chriſto onſe booſe natuur zouden afſtera ben ) gants bergeeten ; 300 datwe teegenwoozdigbeel meereen monſter van een Beeld / als een leebendige Chriſtenhepd / in Geeft en in kracht / zijn . 10. Want een Chziften zal en moet int Charts booin / in't gewas des leebens Chriſtimeedeinſtaan / en meede in ChriftiGeeft / leeben / en bzucht dzags gen dewpl Chriſtus / naa den inwendigen grond rela ber leeft / en alles is / die den wille der flange / het blees ſteeds den kop bertreed / en des Dupbels werk te niet maakt ; Hy moet upt Chriſti Weetent / willen / en doen / in het doen ; dat is / in het Gods lijke werken moet hp koomen / anders is hy geert Chziften . 11. Chriftusmoet den inwendigen grond der zies len gants inneemen en beſitten / dat de geſtrenge gerechtigheyd Gods( die onsinden Toomgebanger houdt)met Chrifti liefde-berbulling / genoeg geſchisa de : dat Chriftus / in ons / met de Itefe / Bods Toozn vervulle / en den wille des Dupbels doode ; ook de natuur in de grimmighepd Gods / Haaren Wilte gants tot nietmaakt ; dat hy in de liefde Chiis fti fterbe / en dat een nieuwen Wille in den liefbens Geeft Chrifti / dooz de naturr der zielen /geboorent # 6


128

Theoſophiſche

den 39 Bri

wozde; den welken in Godtleeft / en wandelt : gies lijk Paulus ſegt : onfen wandel is in den Hces mer. 12. Het mond- geſchzeeuw helpt ons niet / het maakt geen Chriften ; een Chziften moet geheellijk upt Chrifto geboozen zijn / anders is hp geen Chats ften / daar en helpt geen gerechtighepd en genaade. 13. Al het trooſten / kittelen / en hupchelen tg bers geefs / dat men den Purperen mantel Chziftt ober den inens der booshepd dekt / enuptwendig een aana genoomen kind der genaadeWilzün . 14.Wantgeen hoere of verkrachte / han Weeder een iWaagd wozden ; of (e ſchoon een Maagdelijke haroon op fet / 300 kan haar echter geen Dozft / dooz begenaadiging / tot een Daagd maaken . 15. Alzoo is ' t ook te berſtaan met dit hupchelen en trooſten : 't en zp dan dat wp omkeeren en worden als kinderen / die aan deg Moeders bogſten hangen ; en ontfangen het Ens Chrifti in ons / ' t welk de hoes redoode / dat'er een Pieuwen Geeſtupt Chuſto in ons geboozen wozde i welke Chriſti lepden en dood in ſich heeft / dat ly upt fijn opſtanding geboozen werde ; en het geheeleProcesChrifti in fich aantreks ke/zinde detoegereekende genaade in Chrifto . 16. Hy moet upt die ſelbe genaade geboozen wog den / dat hp een Chriſten in Chriſto zp / naamelijk een tak in den boom / welken Chriſtus is : ats dan geld Chriſti verdienſte / en de toegereekende ges naade / wanneer hy in den boom inſtaat / naa den ins

wendigen grond. 17. Beminde Hr:en Dziend / uwe bzaagen berep ften een wijdloopige verklaaring ; in't tractaat over Genefis heb ik de relbe al t'faamen uptboerelik ber klaart : en indien dat gy Chrifti oogen en fien zult bekoomen / 300 en zal 't geen bzaagens noodig zijn in 300

1


den 39. Br.

Scad - brieven .

222 300 geringe dingen /de welke boor' t berttuft wel te hoog zijn 7 dochin Chriftomaar kinderlyk : maar zal u / fommaris / en kozt bericht doen . Het cerſte Punet .

Van de Slang. 18. Defiang (de welke naa den bloelt / Aarde heeft moeten eeten en op den bupk gaan ) is haare foain alzoo geweeſt / maar haar Corpus en geeft m de buurige Scieats van den grönd der natuur en is 300 boos niet geweeft / gelijk naa den bloek . 19. Want bepde de tinetuuren ban quaad en goed / ban den oodſprong van't eerſte en tweede Principium , waaren inhaar oopenbaar : daarom was fp zoo liftig / om dat de natuur den grond ban het gantfeſchepſel / in haar Centrum , in de tin &tuuren ,konde befchouwen . žo. Spis in haaren grond / voo2 ben creatuurlp . hen oszipong (doen fp in 't Myſterium Magnum , in geirſchepdeljkhepd tot een creatuur inging ) een ſchoon Ens , van groote kracht en deugd geweeft.

( / lijk een Th200n - Pozft in den grond der natuur in feer groote macht was ftetende) heeft dit Ens bera giftigt / 'twelk ſich / in de ſchepding / in een flang heeft geformeert : en daarom gebzuphte hp haar ook tot fijn werliturg / om dooz de felbe lift en vergif / ( daar in de machtigſtekracht ook inlag ) Eva mons ſtreus te maaken . 22. Áp ( zinde een Medicus) zult zonder twyffell deberborgenthepd der ſlange ook wel weeten / wat de felbe onder haar bergif berborgen draagt : waar'tdat inen haar 't ſelbe ontnam / of recht probeerde / 300 had gp een tinctuur teegens bergif/ dat ' er dergelijken niet weefen kan . 7

23. Sep


e den 39.Br. Theoſophiſch 230 23. Sp wagin't Ens , ban't Myſterium magnum , voor haare creatuur /eenJongbrouw : maar in den bloeb / wierd fp een Hoere ; Magis te verſtaan . 24. Sprag in ſich den grond vande inwendige en uptwendige waereld , daarom moſt'er een upt de inwendige / en uptwendige waereld koomen 7 ent haar monſter (met 't welk ſy Eva had befmet) dooden ; daar wel een geheel boek van te ſchapben zoude zin / wat de begeerte des Dupbels dooj haar heeft ges wzocht. 25.Maar doen ſy hetBeeld Godshielp bedziegen / 300 berbloelte Godt de felbe / dat fp / aan den in wendigen grond / blind wierd ; en wierd ook in de bier Elementen gants oopenbaar ; alzoo viel ſp aan de Xarde te hups7 daar het Corpus was uptgegaan ; en daar toe alleenlijk aan de grimmighepd der Warde: het goede Ens, en kon ſp ( gelijk andere Dieren )niet meer berepken ; daarom moet ſp ook Aarde (nag -mentlök , de epgenſchap van den bloek in der Mars den ) eeten . 26. Spis geweeft een vliegenden Worm ; anders zoude haar de natuur voeten hebben gemaakt / ge Lijk andere teren der Warde : want paare behens digbepd en lift / heeft Eva beluſt gemaalit . Het tweede Puna . Van't Paradys, en der Hof Eden . 27.Het Paradijs was detemperatuurin denmens/ doen hp niet en wiſt / watquaad en goed was : al daar het Goddelijke licht door de natuur ſcheen / en alles tempereerde ; want het Paradijs wozd (naa den inwendigen grond ) Weederom in Chrifto / inons oopenbaar : 28. Docl / naavemaal Godt fag en wiſt dat lite 30u


den 39. Br.

Send -brieven .

ijr

zoude vallen7, 300 engroende hetParadijs niet in de geheeleWaeceid / met bụuchten 7 dooz der Warden of' tſchoon overal oopenbaar was ; maar alleenlök in den Hof Eeden / daar adam berfocht wierd : want dat is de plaats : maar Paradis is de quaal, zinde het leeven Gods in de gelijkhepd . Het derde Pund . of de Dieren ( naademaul de ſelve zyn in 't Paradýs geweeſt , en daar 106 gants aards ) ook Paradyfifa

vruchten gegeeten hebben ? 29. Mijn beminde Heer / een ieder geeft eet van fijnmoeder : upt ' t geen de Dieren waaren upt 't fels be aaten ſpook : naamentlök /de quintæ Effentic der Aarden /in den Spiritus mundi , was den diepſter grond der Dteren ; en is noch in lang den mens niet gelijk ; alzoo aaten ſp van haare moeder / naainent lijk / den Geeft at ban den Spiritus mundi , en het lighaam , van de bier Elementen. 30. Godt wiſt wel dat den mens zoude ballen ; wat nut was dan het paradijffe eeten aan de Dies ren in de quintæ Efentie leptwel een Paradijffe eps genſchap ; ban de felbe eeten ſp noch heeden : want in een ieder Dier is een kracht/ die onberbzeekelijk is , dewelkeden Spiritus mundi in ſich trekt tot de ( chepdingdes laatſten Oogdeels . Het vierde Pune . of by (de Dieren ) zoo bairig zyn geweeſt. 31. Mijn beminde Heer' : Herkleet 'tWell Adam hooz den bloel hadde t al hoewel hp naakt wası


232

Theoſophiſche

den 40.Br.

't felbe ftond hem zeer ſchoon ; alzoo ook den Dieren Haar rupg bel/ maar in den bloeh / heeft ſich alles ( in de Dieren / en gewaffen der Warden ) in een mons fter beçandert ; ſy hebben wel haar kleed alzoo gehad / maar beel heerlyker ban Coleuren en cterlijkhépdupt de repne rinctuur. 32. Ende ik bidde / wilt dooz deere bgaagen / doors heen fien / in 't Myfterium magnum , met Chrifti oogen ; in de welken alle fchatten der wijsterd zijn leggende : 300 zult gp't / tn't berftand / beeter fien / dan ik 't 300 inkozt han fchapben . Bebeele u de liefs de Jeſu Chrifti. UE : Dienſtw : J.B. Den XL . Send -brief, Aan den Hr.

Dr.

F.

K.

Van den 19 Februari 1623. Ons heyl in 't leeven Jeſu Chrifti in ons. "Mn ſeer geliefde Hr. Drs en een Chatftelijke ge trouwemees trouwe bzind : tk wens u / in dewerkende liefde-begeerte / Gods licht / -en Werke lijke kracht / in onſen leebens -boom Jeſu Chriſto : ook lighaamelijke welbaart / beneffens alle de uwel en die geene die Deſum begeeren en liefhebben * 2. Ik heb boosgenoomen / op 't perfoeb ban u C : en ban den Hr. Balthafar Tilken , die aangeweefene ſprenken / dewelke den He. Balthazar Tilken opgetee & : aan mp kend heeft / in ſin clipben / 't geen hebt baljándfat in 't wel ik berfochtben ort zule in Chriſtelijke liefde-/ naa mijn gaaben en verſtand / te verklaaren :beſonderlijk het 9. 10. B

1. Cart ban


den 40.Br.

Send brieven ,

van den Sendbzief Pauli aan den Romeynen : daarin het bernuft ftoot : 't welk ik niet alleen met Verklaaringe over de aangetrokken Schriftuurs Plaatſen / gaern en gewillig ( in een Chriſtelijke plicht en goedemeening) gedaan hebben maar ik heb ook den waaren grond der Godlijte oopenbaaring in diervoegen boozgeftelt en beſchreeben / dat ik verhoor pende ben / men zal de waarhepd ſien . 3. Indien der een gemoed toe is / dat Godlijk is geſint7 en Godtde eer geeven han / zoo hoop ik het zal naa mijn begrip / en niet anders gedupd wozden gelijk mpvoordeeſen geſchied is : 't welk ik daar laate / en de Chriſtelijke liefde in de plaats ſtelle ; ge löjh wp dan in Chrifto ſchuldig zijn / malkander bzin delijk teovertupgen / in onſe berſchepdene gaaben / en daar in God de eere te geeben / en niemand in de Godlike gaaben berachten ; want die dat doet / die laſtert den h : Geeft / overwelke de ſchrift een harde en ſtrenge Sententie ſpzeekt. Marc : 3 : 29. 4. Ofnu wel dit Tractaat ban de Genaaden -Ver kieling wat wijdloopig ts / dat moet den leefer niet berdzieten ; want het vocht mp niet wel mooglik te 3in / zoodaanige Schriftınır -Plaatſen / te probees ren en te verklaaren / fonder genoegſaamen grond ; 300 heb ik die aangeweeſen ſpzeuken 7 op den alderin wendigften grond geftelt / en aangeweefen hoe defel be in haar Centrum ontſtaan / en wat der ſelber Sen ſus en verſtand is : want het en is niet genoeg / bar ik een gantſen hoop ſpreuken upt de Schzift daar tees genſette / en het aangetoogene Weederſpzeeke ; ngenty neen / dat geld voor Godt en voor dewaarhepd niet; want daar en zal niet een eenigen tittel of letter bande Wet bergaan / tot dat alles berbult werde/ regt Chat ftus. Luce 16: 17. de ſpreuken der Schrift moeten waar blpben / en niet teegen malkander aanſtootens en


234

Theoſophiſebe

den 40.Br. 1

en of fe fchoon ſehpnen teegenſtrijdig te zijn / zoo iſt maar bp die geene/ dewelke het verſtand niet is gea geeben; en die tot de verklaaring der ſelber niet zijn begaaft gewozden . 5. Imaar die ſich daar toe wil begeeben / om de felbe te berklaarenſ die moet ook 't berftand hebbent omſete bereenigen ; dat hy die geene / die aan 't vers nuft ſchijnen een contrarium te zijn / weet te Concor dceren . en hp moet het niet op een waan ſtellen / of het alzoo is ; indien hy met gewishepd daar ban wil leeren . 6. Want upt Waanen homt maar ſtrijd ; en daar op ſtaat het groote Baabel , naamelijk de geeſtelijke hoovaardighepds -boererpe;daar iemand een Apoftet wil zyn / doch is ban Godt niet gefonden noch echent gewozden / maar loopt alleenlijk in den drift van den Spiritus mundi. 7. En of'er wel meenig in de trekliing des Daas ders loopt i zoo echter het waare licht des eeuwigen leebens 7 in het woozd der Goddeljke Eflentz ( zijnde een uptſpzeeken des Hepligen en natuurlijken woozds / in fijn ſchepdelikhepd / daar upt de Creatie ontſtaan is daar quaad en goed ſijn ook [pzongupt heeft ) Hem niet en ſchönt / 300 zalhp noch 7 op ber naaf de bers niepnde ſtrijdigheeden van de ſpreuken der ſchrift / niet konnen vereenigen / en de bereeniginge upt een eentg Centrum uptfpzeeken / dat hem in de bereent: ginge geenen titel afen gaa. 8 ; 't Welk ik / noch den Hr. Balthaſar Tilken , noch pemand anders / tot nadeel en ſtelle / maar de lang geduurde oneenighepd ban't bernuft / in welke de waereld berWert loopt / en de waarhepd bedekt legt / daar men in deeren Articul van de wille Gods / in 't vernuft / zonder grond / alzoo Oozdeelt en

loopt.

9. maar


den 40.Br.

Send.brieven .

235

9. Maar waar Chriſtusin den mens geboozen is / daar Goud den ſtrijdop / en Godt den Daader ſpreekt fön woozd / in Chriſto / dooz de ziele des menffent upt : tot zoobaanige beflupten / moeteen inwendig Godlik Lichtzönſ 't welk vaſtighepd geeft ; anders is 'er niet in 'tbernuft te gronden . 10. Dit tractaat zult gp bp den Hr. Michael van Ender konnen bekoomen 7 die’t nu ontfangen heeft/ ' t welk /naa myn hand / 24 vellen Papier inhoud . ngelieft : het felbe aan den Hr. Balthafar Til ken , zijnde uwen goeden bzind en waager / te comis municeeren dat mag ik wellijden / Hem te kennen gees bende / dat hp het felbe alzoo nierberſtaan en wil als of ik daarintets upt paffie teegen hem of andze had gerchzeeben / want dat is mijn gewoonteniet. II. Of ik wel niet ronder gebzek en ſwakheeden ben / 300heeft mp dochmönen Hepland Chriftus / in mp / zulken genaade beweefen / dat ik alle bpandlin he teegenwerpen teegen mp / door een eenig woozd ('t welk gaat upt de GodlikeLiefde tot mp / daar ik maar beſpeure dat het een Godlijken ernft is ) haaſt han bergeeten en berwerpen / gelijk een quaad krupd / ' t well ik niet gaern in mijnen Hof inplanten mag want daar upten waft niets / als maar weederom een quaad krupd . 12. Verder werd hier teegen van den Heer Baltha far Tilken , upt Chriftelijke Liefoe begeert ( dewpl ik hem / op fijn begeeren / fijn aangetoogen fpjeuken Heb berklaart / naa mijngeringe gāaven / die Godt bekent zijn ; of hem deefe mijne verklaaringen niet aanneemneljk / of genoeg grondelijk / naa ſine mees ning / wiaren of ſcheenen ) dat hp my ook 300 beelte geballe wil gön / en de aangeweefene ſpreuken (bps Tonderlijk het 9 en 10 Cap : ini den Sendbrief Pauli aan den Romeynen ,en geben die ſelbedieik berklaart hetic


236

Theoſopbiſche

den 40.Br.

Hebbe ; beneffens den gantfen grond ban den Gods Tijken wille tot quaad en goed / Hoe deffelfs oogſpzong in den mens / en bupten den mens jp ) berklaaren7 en op Senſualiffe aart uptboeren wil . 13. En dan berſoek ik / dat hp mp de ingeſpzookes ne -genaaden - ſtemme, in 't ſaad der Douwe in ' t Paradijs / verklaare : en dan de twee linien , naaa melijk ( 1) ban 't Kijk van de verdurven menffelijke natuur ; en (2 ) het Kijk der Genaade / in de inige ſpzoobene genaade- fteinine. Ook indien hem myne verklaaring over Abraham , met Ismael , en faåk , als meede met Efau en Jacob , niet gebiele / dat hy / upt Chriſtelijke Liefde7 fijngaaben wildebertoonen / en deffelfs grond verklaaren7 op dat ik ſine gaaven en verſtand / in die ſelbe paſſagien / mogt beſpeus ren . dat Godt hem meer 14. En zoo il dan zal ſien berriand / in deere hooge verborgenthepd / gegeeben heeft als mp / 300 zal ik het inet bzeugden aannee men / en hem in fijn gaaben beminnen en onſen Godt daar booz danken / ende mp met hem / in fijne gaas ben / naa den aart van een meedelid / in den Geeft Perheugen : al het welke onfe 320ederen en Chaiſtes lijkemeedeleeden / nuttiger zijn 7 enmeer dienen zal/ ' tzal ook Godlijker en loffelýker zijn / als een rouwe teegenſtelling upt paſſie / spt een wille der menffelijs he epgenhepo. 15. Doch ik bidde mijnen Godt in Chrifto / dat Hp hemſin herte wiloopenſiupten / dat ( ijne ztele in den grond van mijne gaaben mogt ſien : mant waars löjhik ben een eenvoudig man / en heb dit hooge My Aterium , noch geleert / noch op zulken wöſe gefogt / ofiets daar van geweeten : ik heb alleen het Herte der liefde in Chrifto Jeſugeſogt i maar doe ik het felbe/ met een zeer groote bzeugde möner ziele / Heb bekoo men /


den 40. Br.

Send brieven .

237 men / doe is mp deefen ſchat / van de Godlijke en natuurlijke erkenteniffe / geoopent en gegeeben ges wozden . 16. Met de welke ik / tot nu toe niet en heb ges pzonkt1maar ban herten begeert en tot Godtgeroes pen / ofdetijd geboozen was / dat deefe erhentenis mogt oopenbaar wozden / over 't welke ikmijn ant woord ook krachtelijk ontfangen hebbe / 300 dat ik wel weetwat ikdikwils in mijneſchriften aanwija fe. 17. En of ik ſchoon daarom ban beele in de wae . reld gehaat werd / 300 zal men't echter zeer haaft fien / waarom dat Godt een leek en eenvoudig meng / het myſterium magnum , zijnde den grond ban alle berbougentheeden / geoopent heeft / en ik ook alle din gen noch niet oopenbaaren mag wat mp bekent is / *tgeen echter wel bp waardige menfren geſchiedent mogt / 300 ik bebonde dat het de wille Gods en booz de menfren goed was : gelijk my dan onlangs een zeer Cedel Paereltjenis geoopenbaart gewozden : ' t welk zijn tijd zal hebben tot een werkelijke nuttig hepd / maar mip / in mijne ziele / alle uure nut is : gp en moet u zoo grootelijks / weegens d'eenboudig hepd / in't geene Godt doet/ niet berwonderen ; want de tijd der laat - dunkenden is ten epnde gehoomen. 18. Derder bidde / en begeereikvan den Heer Balt hazar Tilken , dat hp Chriſtelijk / en in deliefde / met fine gaaden / bzindelijk wil handelen / en mijnen naam 300 niet onteeren / gelijk voor deeſen / Jaar dooz de gaave des H : Geeftes gelaſtert word / hem zal desgelijks met beſchepdenhepd geantwooed wooza den . 19. Maar indien zulę / teegen mön hoop en goede meening / niet geſchied ; en ili berder bp menfren en met ſchziften ont - eert wordelen mp zult / met genoeg ſaam


e iſch ſopb den 41. Br . Theo 238 ſaam bewijs / boo2 ooz en oogen quam / 300 moet hp voozſeeker weeten / dat hetmp/in de Godlijke gad be / aan geen ernftelijk antwoozd ontbreekten zal7 en Hp zal daar geen voozdeel noch roem ban hebben . Oh meene het trouwelijk 7 en vermaane hem / in Chris ftelijke liefde en plicht / tot antwoozd : wil hp de ſpreuken niet op een Senſualific uptboerelijke ants woozd verklaaren / 300 vereenige lip maar de ſtrij digheeden / dewelke teegenmalkander ſchynen te zijn ; 300 zullen wp onfe gaaben teegen malkander verwir ſelen / en in eenen grond invoeren / tot liefde van ons

re Bzoederen . 20. Bebzele U E : veneffens de uwe ( en alde geene die het Hindeken Deum foeken en begeeren ) in de werkende liefde Jeſu Chrifti / dat het / in alle / mag ontfangen en geboozen werden / dan had den ſtrijd 7 een eynde : wanneer het ſaad der Brouwende flang den kop bertreed / 300 koomen wp weederom in de Temperatuur , en zijn / in Chriſto / maar een , ge lijk een boom in beele takken entelgen. Gorlitz Datum ut Supra. J.B. UE : Dienſtw :

Den XLI. Send - brief, Aan den Heer ABRAHAM

van FRANCKENBERG ,

Van den 20 February 1623

O. H. I.L. J C. I. O. Edle , & c neebens trouwewenfring des God delijken lichts / in de werkende Goddelijke kracht / in de Well- Bzonban de liefde Jeſu Chriſti; en


Send -brieven . den 41. Br. 2,39 en alle tijdelijke welbaart : 300 wilde ik u € : met mijn briefje beſoekett / en upt trouwe Chriſtelijke meening / indachtig maaken de raamenſpraak met den Heer D. S. enckelijk van Weegen't Goddelijke boomeemen ofte wille ober de menfſen. 2. Dan'twelke den Heer D.S. tedier tijd / niet genoegſaam / op fön queſtie / en is geantwoozd ge wozden ; naademaal ik mp / als doen / ban weegen deeſen Articul / in de Goddelijke beſchouwelijkheru ban den inwendigen grond / dooz den uptwendigen 9

(op aart van haare Schoolen )nieten hadde gedeffent; en dat ook het gaſtmaal/ met zulken drank (bp my ongewoonelijk ) het ſubtile berſtand bedekt : Ende dat ik ook / ban weegen haare Latijnſe Taale / aan des relfs grond / on deſelbete begrijpen /berhindert Wierd ; 309 dat hp / met fön ingebatte meening met de welke Hp fich op de Schrift fondeerde / Crts umpheerde : doch fonder genoegſaam verſtand van de aangetoogen ſpzeulten der Schriſt ; ook ſonder ges noeg fondamentder Vernufts -beflupten in de Logi ca ; in dewelke hp / op aart van haare Schoolen / wel treffelyk is geoeffent. 3. Met welk geſprek / ik mp daar naa / in de Gods delike genaade 7 in den inwendigen grond van de Goddelijke beſchouwelijkhepd / om 'trelbe te beproes ben / hebbeingewend ; en mijnen Godt / om'twaa re verſtand ban deeren geheelen grond gebeeden / om den ſelben epgentlijk / en in ſpecic te berſtaan : Daac op mp iets zoodaanigs is berſcheenen / daar ik (nees vens de Goddelijke invoering in de wonder -werken Gods ) genoegſaam 007ſaak aan hebbe : ook is mp daar meede / gelijk als een groote begeerte / oberbal ten / om zoodaanigen grond ban't Goddelijke willen en eeuwig voorneemen in de Predefinatie / te do024 grondenī en in een boek te brengen . to 't melk


den 41.Br. Theoſophiſche 240 4. ' t Well / naadcmaal't felbe ook van den Heer Balthaſar Tilken ,en van andje meer is begeert gewo2 den / ik daar dooz 1 hier toe /beweegt ben . Niet met die mening om pemand in fijn opinie te berachten / of iets ſchimpijks en onchriſtelijks teegens henbooz te neemen , maar tot trouwe Chriſtelijke welmees ning / en Broederlijke meededeeling / ban mijn alent / dat Godt aan my verleent heeft. 5. Well werk / in dier boegen / 300 hoog en diep is gegrondgewozden / dat men niet alleen den grond ban deeſe vzaage ban Gods wille grondelijk kan bers ſtaan / maar ook den verborgen Godt/ in ſijn oopens baaring / aan alle ſichtbaare dingen kan erkennen ; neebens een klaareupiboering / hoe den grond van 't Myſterium Magnum (zönde het eeuwigeuptgeſp200 kene woozd Gods / daar in de wijshepo van eeuwig Hepd heeft gewozcht / en daar in alle dingen / in een Magiſe foun / fonder Creatuur / zijn gefien gewoz den kan wozden berftaan . 6. Bok / hoe ſich het felbe Myſterium Magnum , door het uptſpreeken ban de GoddelijkeScients ,door't woozd Gods / in den Locusvan deere Waereld / in een ſchepdelijkhepd en battelölthepd tot de ſchepping heeft ingevoert : hoeden ooziprong van't quaadeen goede/ in de ſchepdelijkhepd van de Goddelijke Scients in'tMyfterium Magnum , in de eeuwige Principien , tot deGoddelijke copenbaaringen werking zp : In ' t welk men niet alleen den verborgen Oodt in fön Weeſen en wille kan verſtaan ; maar ook den gantren grond van ſijn oopenbaaring / dop2 fijn uptgeſprops ken wooza / upt de eeuwige krachten van't Myfte. rium Magnum , zijnde het weefen van de Eeuwig hepd : hoe't ſelbe in een ſichtbaar / taſtelijk / Cre arinurlijk/ upterlijk weeſen is gekoomen ; en wat den grond zp van alle berborgenthepo / Hoeden felben gea noeg :


den 41. Bri

Send -brieven .

241

noegſaam erkennelijk en oopenbaar zp : Ook den up . boerelijhen grond van den Spiritus Mundi , daar de Schepping van deeſe waereld in leeft : als mezde den klaaren grond ban 't inwendige / Geeſtelijke Engelfle/ en zielfre teeben ; ook ban desmenfren ooz. meede ban ſprong / bal / en weederbzenging : gelijk de 2002-beelden van de Schrift in ' oude Teftament ; van 't Rijk der natuur en 't Kijk der geniaade; wat Godg gerechtighepd en verkieſing of het booznees men zy ; hoe't ſelbe te verſtaan is. 7. Ook / een klaare uptvoeringWeegen de Lintent in't Kijk der natuur / ban adam op ſin kinderen : en van't Kijk van de oopenbaaring der genaade/ in de ingefpzoohen genaade- ftenime ban de ingelijfoe Boddelijke Scients. in't woozd der liefde in de baa ringder genaade. 8. Ende een klaare uptvoering van de ſpreuken der Schrift : boonnaamentlök den Brief Pauli aan den Romeynen , het 9:10 : en 11. Capittel ; daar 't, bernuft op ſteunt : aldaar eenen geljeelen Senſuali ſen grond 7 met bebefting van de Schrift / is uptges boert gewozden : Doch niet naa den aart van de Lo gica en handel der Schoolen / daarmen malhanderent niet anders dan teegenſtellingen maakt / en dentes men den grond en meening des anderen niet op eett Senſualifie aart in't verſtand will pzobeeren / maar alleenlyk knuppels maakt ; daar men malltander fiaat / beroozdeelt / berdoemt / berkettert / en laſtert/ 't welk niet anders en is dan Baabel, een moeder vant ban de ſtoute groote Hoererpe der dwaaling ; daar den naame Gods gelaſtert/ en den Hepligen Geeft/in letterlijke woozden / ban't bernuft geoozdeelt/ en bers ſmaad wozd. 't welk mp / in mijn Talent niet en heeft willen geballen om alzoo te handelen ; naabes maal niet een eenigen tittel des Wets van de Schafft

$


den 41.Br 242 Theofopbiſebé en zalbergaan / tot dat alles berbult wozde; ende de fpzeuken der Schrift / beneffens alle defſelfs beelden / moeten waar blpben / en geen contrarium zijn ; ge lijk het vernuft meent. 9. Ober ſulks heb ik de relbe ſpreuken /die malkans deren ſchijnen contrarp te zijn (naamelijk / daar ges ſchzeeben ſtaat : Godt wil dat alle menfren geholpen wozden ; ende dan / Godt berſtokt haare herten / dat fy het niet en berftaan / al is 't ſchoon / dat ſpt ſelbe ſien ) alzoo verklaart / enmetmalkanderen ge concozdeert 7 dat ik met Godt en ſön kinderen hods pe / dat fp de Goddelijke genaaden -oopenbaaring zula len fien / en ſich erkennen / ende ban deeren ſtrijd / om den Wille Gods / en de perſoon Chrifti/ uptgaan ; ende de rechtvaardiging des armen Sondaars booz Godt / fien / en leeren berftaan . 10. 't Welk ik upt een Chriſtelijk en Bzqederlijk Herte / boozeen ieder 7 in món gaabert / trouwelijk en blutig heb gedaan : met noch vozder aanbieding /.. 300't was / dat pemand noch in waan en meening mocht ſteeken / en hem in ſijn dumben niet genoeg en zoude moogen geſchied zün ; dat hy gelieft Chriftelijk en vriendelijk te handelen / en fijne meening / benefs fens ſijn befiupt / op't papier brenge / en my obers ſende i 300 zal hem op diergelijke bzgagen enteegen werpingen alzoo wozden geantwoozd / dat hp zal ſien ; dat ſulks Chriſtelijkgemeent/ en upt een Goddelijke gaabe geſpzooten is. 11. Doo diendan V & : beneffens uwen Bzoeder den Heer H. S. als meede dé hooggeleerde Heeren Docto28 ( naamelijla / den Heer J. S. enden Heer Joh : Daniel Koichwits) mijnefeer ItebeHeeren i en ble in des leebeng boom Chrifti/mim eeuwige meedes leeden en Broederen in Chriſto zijn ; die ik altijd / upt een Godt- lfedend herte( als de welke Godt met ber


den 41.Br. Send -brie . verſtand en wijs 24 hepd begaaft , ven 3 en daar toemetCh as ftelijke deugden heeft berciert / dame over ik mp / naa meedeleedelijk aart neebense me he berheu / t n e ge) n erkent hebbe als mijne gunſtige geneegene Heeren : 300 heb ik het zoodaanig beftelt dat ( p van dit Crac : taat / een eremplaar onder hen zullen bekoomen : foekende/dat de Heeren Chriſtelijk en Broederlijk me be t rs malkanderen willen handelen en d'een aan d'ander 't ſelbe communiceeren ; naademaal mp het afſchaps ben / ban weegen groote 002ſaaken mijnes Talents / hinderlijk zou zijn , anders woud ik ieder baar een er: emplaar van ſenden . 12. Doch 300 dit Tractaat mocht opgehouden wozden / en't felbe U E : niet ter hand en quam / 300 zalik hen mijn epgen hand ( chikken : en biode / bat fp'top haar gemak willen leeren en overweegen ; fp zullen in't ſelbe zoodaanigen röken fin binden / dat het hen tot beeldingen ( voornaamentlijk / in de Chris (telöke oeffening ban de nieuwe geboorte) nut zal 3 in. 13. Endedaar ik hen anders meer han dienen in mijn geringe gaaben ; wil ik altijds trouwelijk , in Chriſtelijke plicht ( ook tot dankbaarhepd ban haare oprechtighepd / en weldaaden grde gemoederen teegen my gedachtig zijn te volbrengen . 14. Ende al is 't ſchoon dat ik in vergelijking tees gens haare hooghend / als meede teegen Wed :maar een onaanſienljk man ben / zoo wilt echter het bers mift booz een töd gebangen leggen /en denken dat het den hoogſten 300 gebalti rijn wonderen door eenbous dige / en / booz de waereld / dwaas geachte lieden / te oopenbaaren ; gelijk fulks ban't begin des Waes reldto s t allen tijden / wanneer beranderingen ſtonden te koomen / is geſchied . 15. Ende de Heeren moogen berſeekert zijn / dat

2

bet

1


Tbeofophiſche den 41. Br. 244 het aan geen antwooed op iemants Hooge of diepſin ntge bzaagen ( indiende felbe maar bequaam en Chats ftelijk wozden erkent) zal maqueeren ; -want fulls 1 is my ban den Hoogſten vertrouwt/ en als een ges 't Welk ik in den fchenk der genaade gegeeben Chriſtelijke meening fegge / of't waar dat pemand noch ſchzuppel in de meening hadde : ofik hem / in liefde /daar ban konde helpen / en Hem in de tempe rayur des gemoeds bzengen mogt 7 300 en zou imp hemn mijne gaaven en / geen moepten berdzieten om fin te geeben . Bebeele u € :met de uwe/ in de lief :gúnſt . de Jeſu Chrifti ; endemp in # J.B. Poft Scriptum . De tribulatie en berbzeeling Baabels , naadert feer heftig : het onweer trelit aan alle kanten op ; het zal zeer woeden : bergeeffe hoope bedziegt : want des booms berbzeeking naadert :' t welån in de wonderen is erkent geworden . Het inlandfe buur fchaadt zijn Daaderland : de gereclftigheyd en waarhepd gaat vaſt te gronde; groot treuren en dzoefhepd berheft fich . en zal om eene leebige doo2-boozde oude hutte treuren / aan de welke / in de faalighepd / niets en is geteegen / en men zal fich bergrammen om't nefti daarde Satan ſijne jongen heeft uptgebroept. Den Coon tot Baabel is los gewozden op fört grond ; men meent den felben met ftutten te behous den / maar een wind ban den beere ftoot hem om . De herten en gedachten dermenffen zullen oopena baar wozden ; want daar komt eent Proba banden Heere / dat den mond - thriften / in balfe herten en gtelen / oopenbaar zal worden ; gelijk een riet / dat pan


Send- brieven . den 41. Br. hert ban den wind word beweegt : naademaal fijn 245 waggelende is ; nu herwaarts dan derwaarts , op datjön balffen grond oopenbaar wozde. Deel zullen ſich verraaden / ende om lijf en goed bzengen / dooz hupchelerp ; de Mond - Chiftenen zul len vertſaagen / wanneer haaren balfſen grond zal oopenbaar wozden . Het Orientaalfie Dier lirijgt een menſelijk hert en aangeſicht ; en eer 't ſelbe geſchied / 300helpt het den Room tot Baabel , met fijne klaauwen / omſcijeniren . Inde dupfternis van de middernacht / gaat een Son op / die haarentfchijn neemt / upt de Senſualified epgenſchappen der natuur van alle weefen / upt het gefozmde uptgeſpzooken / en weeder -uptfrechende woozd : en 't ſelbeis wonder ; daar alle Dolkeren ſich ober berheugen . Eenen Arend heeft/ in ſijn neſt / jonge Leeuwen uptgebzsept / ende hen den roof toegebzacht / tot dat de felbe zijn groot gewozden / op hoope dat fp haaren roofhem weeder zouden toebzengen : maar ſy hebbet 't felbe bergeeten ; en ontneemen den Arend ſijn neft/ en plukken Hem ſijn beederen upt / en bijten hem / upt ontrouw ,/ deblaawen af / dathy geen roofmeer kan haalen / of hp mocht berhongeren . Tochfp wozden om des Arends neft on -eenig / ent berſcheuren fich in Coom , tot dat haaren COOM een buur wozdi't welk het neft berbzand; en ſulks ban den Heere aller Weefen . Indien dat den rhlen en machtigen wiſt waar füja nen grond op ſtond i hp zoude in ſich gaan / en op rijn eynde ſien . De Songeeftmeenig ding fijn leeben / enook aant meenig den dood. Die alzoo / van epgen wille / ftil legt / gelijk een hind in's moeders lighaam , en fich dooz fijnenins

L3

wena


216

Theoſophiſcbe

den 42 , Br.

wendigen grond (daar den mens uptis geſprooten ) laat lijden i en boeren ; den felben is den Cedelſten en Kijkſten op aarden . Den Doftilion / upt den grond der natuur / komt! en boert een waard over der Aarden ; ende heeft tot meede -hulpers / res Winden / dielangen tijd ober de Aarde hebben geregeert : defelbe berbzeeken den Pos ſtilion het ſwaard / dooz de depenbaaring des feebent den winds : den welken ſy t'allen tijden in hen bers bozgen hebben gehouden ; maar / van wcegen des Poftilions gewelt 7 hem nu moeten roepen en oopen baaren. Welke reebende wind, een nieuw biur oopenbaart/ daar een groot licht upt ſchijnen zal; en onder deeren tijd / zal de Fonteyn der genaadermet ſupper waa ter vlieten / ende den Elendigen berquilt wozden / Ainen.

Den XLII. Send-briet

Aan den Heer GODEFRIED FREUDENHAMMER . V. F. M. D. Z. G. Van den 27 February 1623. I. E Edele, Hoog -geleerde Heer , neebens trouwe wenffing (dooz deliefde Chriſti / met de welke hp ons , in hem / dooz fijne menshepd / in ons / lief heeft) ban een zaalig / in Godt / bzeugtenrijk nieus we jaar ; en allelighaamelijke welbaart. 2. #wes lighaamsgeſondhepd ismy feer lief : en noch beellieber is'tmp / dat ik bemerkehoe de trek king des Daaders / in den Geeft. Chriſti/ eenen al tijd


den 42. Br.

Send -brieven .

247

tijd duurenden honger naa de EedelePaerel van de Goddelijke erkentenis / in uwerkt. 3.'t Della (dewpl ſulks geſchied in den boom en in't gewasdaar ik ſelfs ook meede in groene )mp ( alsvan mijne meede- takken / in onſen Engelſen Paradijffen Daerelboom ) enkele begeerte en een aangenaamen wille brengt i en mp ook meede/ in mijn oberdenking/ berheugt i dat den Geeft Chriſti ſijn kerk en Cem pel noch midden onder de Doozen heeft ; gelijk het teegenwoozdig blplit : en wens van hertenmet een uptgeſtrekte begeertel dat den ſelben doch mocht fterker groenen i op dat Baabel en het twiſt en ftrida rijh / daar doo2 doch mocht ophouden / en wp in een eenige liefde / gelijk dekinderen Chriſti / onder mala handeren mochten leeben . 4. Het zoudemp ban herten liefzijn / dewp UE : eenige van mijne ſchriften leeft/ dat deſelbe doch / naa mijnbegrip en ſin / mochten berftaan worden: niet mp tot een tijdelijken roem / dewelke in Chrifto is / en niet mijn , maar om onſe eeuwige broederſchaps wille / die wpnaa dit leeben gemeen zullen hebben . 5. M1300 woudeik mijne liebe broederen ook gaern mijn Paerl/ die mp ban Godt gegeeben is / meedes deelen / op dat ſpi neebens mp / ook mochten / int Goddelijke erkentenis en liefde / bzucht bzengen op den dis Gods ; welk werken mplieber is / dan aldes waerelds tijdelijke roem / eer / en goed . 6. Endehoewel ik teegens U & : ben teachtenges lijk een kind 't welke onberftandigis / zoo heeft echter mijnen Hepland ſijnen ſin en beetand upt fijne lief de en genaade / mp ingeſtozt / en dooz ſich ſelfs geoos pent ; dat ik hemſ en lignen Wille krachtig erkenne . 7. 't welk ( of 'twelboor 't vernuft ſchijnt dwaas hepd te zijn ) 300 is't mp doch some-klaar / en 's geeft mp breugde en begeerte / dat ik alzoo in alle aan T 4 bech


e

248

Theofopbiſch

den 42. Br .

bechting des Dupbels en ſönes aanhar :gs / inp bạp moedigdaarin mag verbergen : ook 300woad mp daar in mijn hoope / dooz het liefde- buur Gods / op geblaafen / en hebbe daar in / gelijk als eenen ſchoos nen Kooren -Hof : den welken ik mijne bzoedren niet alleenelijk gaernwil gunnen ; maar begeere en wenſe ban herten / dat die gulde Koofen ook in hen mocija ten bloepen. 8. Ikhebbe berftaan hoe ! & : fich in den Articul, ban Weegen dewille Gods en ſin berkieſing over de noch bekommert / en noch in een diepe menffen waan zijt / ban weegen het beflupt ober demenfren : als of Godt eenige i naa ſijn boomneemen / berhieft ; en etielijke upt ſijn boomeemen /niet eu berkieft :ober Pulks í hen ook niet / in den Geeft Chrifti / tot den Daader en trebat / ofdat de Vaader hen nietin Chais

ſto en trekt. 9. ' t Welk / my aangaande / mp zeer dikwils ves kommert/en in my ſelfs Wenfre /bat fulks doch mocht begreepen worden / Hoeden grond in ſijn epgenſchap 3p. 10. Want de woozden van de Schrift zijngeheel recht / ban weegen de verkieſing , maar de felbe en worden niet recht verſtaan / en daar upt komt het groote quaad met het twiſten, 11. Wanneer ik in 't Centrum ingaa / 300 binde ili den grond van alles : daar en isniets 300 ſubtijt / en daaren kan niets gevraagt wozden ban denwille Gods / of hetis 300 klaar als de Sonne daar in oo penbaar : Want ik vind den oorſprong van alles / ban't quaade en 't goede / Gods liefde en Coop ; bepdede begeerten . 12. De felbe boere it alleenlijk in de menshept Chrifti in / Hoe Godt is mens geworden ; en betracht hoede geftalten van de menffelijke epgenſchappen / in de


den 42. Br.

Send -brieven .

249

de menshepd Chrifti/ gants ſonder particular , met de liefde Gods / in Chrifto / met het eeuwige Woozd of gelupd van de Godhjepd ( dat is / met den Godlijs hen Mercurio ) met Goddelijke Weerenthepd (naas mentlijk / in't bloed Chriſti)zöjn getingeert; ende de grimmighepd/ dewelke in demenffelijke epgenſchap met Adam oopenbaar Wierd / gants verdzonken en in den eeuwigen dood is geſlooten gewozden ; daar de Schriftnu ban rept : Dood / Delle / waar is uwe überwinning waar is uwen Prickel : Hofe: 13.fo 1 Cor : 15.55 . 13. Gelyk als den Artiſt en Philoſooph ( H ) Saturs nos en (6 ) Mars , in (5) Mercurius (den welken in (5 ) Saturnusen ( 6 ) Mars, in haare ergen grimmts ge macht een boore bergiftige quaal is ) in't univerſal ( naamentlijk / in Paradijffe quaal en epgenſchap ) transmutçert : albaar ( ) Saturnus , noch ( Mars. of ( 8 ) Metcurius, in haare grimmige epgenſchappen niet en wozden geſpeurt ; maar upt haare grimmige boorhepd / wozd een opſtigen dek liefde en een bzeug denrijk

14. Xl3oo gaat het met den boorent mens nu doks wanneer hp fich in't univerſal ( Chiſtum ) upt fijner grimmigen wille / in de dood Chriſtt / in de gelago tenhepo in begeeft. 15. Endegelijk als de Somme aan't firmament / den booren en den bzoomen ſchijnt / Math . 5. 45. ats 300 ftaat debegeerte van't univerſal, Chrifti ( zinde de Goddelijke Sonne die daar in luchtet) ookboos alle booſe menfren : indien dat fp maar Haaren wille opflooten / en upt de thhepd uptgingen / en ftelvert Haare begeertein't felve ; 300zoude Chriſtus daarin gebooyen wozden . Wo Deztele is inüners Chaarpuur alleen betrek


den 42.Br. Tbeofopbiſche 250 fende) upt het eeuwig -ſpreekende Woond des Daa bers / upt de buur-en lichte waereld ( dat is / upt Gods epgen weefen ) in 't menfelijlte corpus inge fpzoohen of geblaaſen gewozden en heeft bepde de willen bzp : ten 1.upt het buur (dat is / upt des Daa ders Toom / zijnde deeeuwige natuur; in de welke Op een Creatuur / in den Geeſtelijken Sulphur, Mera carius , en Sal , is) en ten 2 upt het lichtban de Gods delijke kracht/ in't Goddelijke gelupo ; in't welk de ziele een Engelen Beeld Gods is. 17. En al ſchoon dat fy het licht / met Adam / heeft verloojen / zoo heeft Chriftus 't ſelbe echter Weeder gebzacht / en het Centrum der liefde weeders om beweeglijk gemaakt/ dat het leeben des lichts (ina dien 't fijnbegeerte verheft) in de menshepd Chrifti (de welke van eenen op allen dringt / gelijk als den Toon ban eenen dzingt op alle) (ich weederom han aanfteeken Rom . 5. 18 . 18. Ende of daar mogt geregt worden ; Up fteetit aan welke hp wil : 300 ſeg ik dierbaar en waar / dat Het Goddelike licht niet en is / inbaarende / maar 't ſelbe is ook in den Bodlooſen mens in 't centrum berbozgen / gelijk Godt fich in den tijd verbergt ; het is opgaande 7 gelijk als het ſchönſel ban een kaerfree upt de haers ontſtaat. 19. Den mens en is 300 zeer niet berdurben / dat in hem geen moogelijkhepo meer en 3p : en of hp ſchoon verdurben is / 300 heeft Godt eebenwel ( doen hp ſich des menffen heeft ontfermt) het centrum van fijne liefde (zöndede Waare Godhepd / welke ſich in't fondigen berbergde) weederom in de menffelijke ep genſchap opgewekt. 20. Ende gelijk de fonde en de grimmighepd / ban Adam ( zönde eenen eenigen ) op alle dong : alzoo dzong ook debeweeging vande liefde Godsī in Chais


den 42.Br.

Send -brieven .

251 fti menghepd / en upt Chrifti menghepd / dooz de gantſe menshepd vanalle menfren . 21. Chriſtus wierd weederom het herte in den menfelijhen boom : het Goddelijke gelupd dat ſich in Chriſti enshepd / in de klank heeft geoopen baart/ dte klinkt dooz Chrifti menshepd 7 in den gantſen menſelijhen boom : Ende het gebzeelit al leenlijk daar aan / dat den tak / die aan den boom ſtaat het ſap des booms niet en wil in ſich trekken . 22. Het geſchied meenigmaal dat de epgenſchap / 10) Mars te zeer bemint/ en in ficktrekt / en de hits te verwekt : daar doozden tal verdozt. 23. Alzoo ook desgelijks / trekt der zielen wille / ( Mars , de grimmighepd en valshepd in ſich / daar dooz wozd haare ( 0) Mercurius vergiftig ; 300 word als dan den ( ts ) Saturnus ( zönde de impreſlie van de epgenſchap des leebens) donker en dupfter. 24. Ende zoo lang den Mercurius des leevens / in zoodaanigen epgenſchap leeft/ 300 en kan hp / van de liefde Gods / niet getrohhen wozden / maar van den Toom Gods ; en is 300 lang tot de verdoes menis berkonzen / als hp in een wapen booſachtigen wille leeft. 25. Gods liefde ftaat teegen hemn ober ; doch hp wil de ſelve niet ; Godt begeert fijner / maar de grimmighepd houd hem ; gelijk Chriftus repte : O ! Jerufalem , Jeruſalem , hóe ineenigmaal heb ik uwe Kinderen willen vergaaderen gelijk een Klok . beone haare Kuickentjes onder haare Vleugelen ; en gy hebt niet gewilt , Luce 13.34 26. Het niet willen is in den weg / dat den Mens fich van Gods Coom ( zijnde de grimmighepd in den ipigeſpzooken (8 ) Mercurius,nades Daaders burg gpgenſchap ) in finle.ben / laat houden : hier legt het boole kindl

26

27. Tie


iſche Theofopb den 42. Br . 252 27. Liebe Broeder / leertmaar kennen / wat Godt is / in Liefde en (Toonn ; en hoe den mens even't ſelbe en een Beeld upt den eeuwigen weeren ſelber / Geeft is. 28. Segt doch niet / Godt wil het booſe! hp en kan niets quaads willen ; naa de epgenſchap / booz 300 beel lip Godtis genaamt : maar 300 ik de felbe epgenſchap wilde Godt noemen / 300 noemeik de Helle Reemnel / de dupſternis licht / en den Dupbel een Engel. 29. Het is wel alles Gods / doch in de quaal ban de liefde des lichts / wozd Godt alleenlijk berftaan : den Toon is / in ſijn licht / een oozſaak ban de liefdes begeerte en het bjeugdenrijh . 30. Wanneer de ziele Haare buurs.begeerte / upt Haaren ſelfs epgen wille / in de liefde begeerteGods invoert / en upt haare ſelfs epgen ikhepo verſinkt in Gods ontfermen / en werpt ſich in den dood Chrifti in / en niet meer den buur-quaalen wil ; maar wit / in haar buur-leeven / in den dood Chriſti , dood zyn / 300ſterft het vergifftban 't Mercurialiſe leeben in den wille ban de booſhepd ; en daar gaat op / eenen nieus Wen telg ! en een groenen van de liefdebegeerte. 31. Mijn beminde Heer en Bioeder i weet / it en ſchapbe niet ſtom / fonder weeten ; ik heb ' t ſelfs erbaaren ; ik ben in uwen waan zoo diep geweeft als heeftmpmijne oo op ; doch mijnen Hepland Jefus gen opgedaan / dat ik ſte : lk en ſie niet in mijn eps gen kracht / maar in deſijne! gelijk hp mp in hem kent/en gelijk hy in mpſten wil : en wenffe ban herten / dat op in mijn fien / inocht tnfien / en upt mön ften met my fien ; ik wilde u mijn hert en liefde gaerrt tot epgendom geeben / en dooz deefen glans upt u fien . 32. Doch ik bemerker dat ik u noch zeer onbers taanbaar ben , en ben in mijne / mp gegeebene wees


den 42. Br.

Send -brieven .

weetenſchap / banu noch niet rechterlient gewozden ; maar wenfre dat het noch geſchiede. 33. Bidde en vermaaneu Chriſtelijk en in oot moedighepd / wilt doch maat 300 veel doen / en de teegenſtelling te faamen raapen / 300 veel gp kont / enmpſchrifteljk overfenden : ik zal / naa mijngaa en de ben / doen / gelijk een Chaiften doen moet felbe al300berhlaaren / dat ik bechoope/ gp mp daar in bzoederlijk zult erkennen . 34. Piet dat ik mp ſulks aanmaatige te doen / upe myne ikhepd ; maar mijne begeerte / die in mp brand gelijk een buur) vozdert ſulkiban u ; enik/ die ik ben / hoope op Godt / dat het ons bepde zal gelukken /dat Godt / in ſijn liefde- begeerte en erkentenis / ons zal bereenigen . 35. 'ten zal u tot geen (pott of berſmaadhepo ſtrehken ; want ik hebbe een hert / 't welk gehepmen han berſwögen : En bermaane u in de liefde / tot kinderlijke ootmoedighepd in de waare gelaatenhepo Chriſti / in de felbe bermoogt gp'talleenlijk te begrp pen 36. Anders ismijn wel willen en beginnen alles om niet , want ik en kan u niets geeben / dan mija nen genepgden wille : wilt gp den ſelben aanneemen ; wel goet 300 niet / 300 betapge ih boozu / en Gods aangeſicht/ dat ik aan u eninu / mijnrecht Chris ftelijk begirmen hebbe geret / en het möne gedaan / gelijk mp dat op mijn gemoed legt. 37. Ik mocht in't kogte ook wel ſelfs ( 300'tde 1 onruſt wilde lijden / en tla wifte dat het tot Gods eere en menffelijk hepldienſtig was ) upt deere oogſaab / in umeland- ftreek koomen 7 en u ſelfs beſoeken ; want Ik weetnochzeer veeldorſtige ztelen / metdewelkeik mp mocht felfs berquilhen / ea ſp inmp . 38. Ph heb teegenwoozdig noch een zeer Cedel 17


254

es

Theoſophiſche

den 42.Br.

krupdjen gebonden / 'twelk u wel dienftig mocht zijn : alleen booz de ziele / maar ook tot het lighaam /. niet en tot nut uber patienten . 39. Indien dat men in Chrifti Wijnberg wilde arbepden / 300 mocht Godt ons noch wel een zoodaa nigen Sonne- schijn geeben / die de Apotheken zoude berwermen : naa'twelk veel bzoome lieden langen töd begeerig zijn geweeft : welke Sonne ſchijn den rool tot Baabel wel zoude moogen berdzöben /en aan de kinderen Chrifti/ in haare verdzukkingen elen de / een verquikking zön . 40. Maar/ in trouwen / indien dat men zoo Gods loos zal zijn / 300 zal’t ban teboozengrouſaam reeges nen en haagelen / dat de Aarde zal beeben ; en beel dupſentztelen in 't waaterverdrinken . 41. Ik woude u wel gaern alhier iets melden ;doch 't en mag op ditmaal niet zijn : wilt maar op het ons weeder teegen 't ooften achthebben ;datteegen 't noor den en is niet wijtdaarban : in 't zupdenis een groos ten rook / dat hetdie teegen ' t weſten /in de oogen bijt. » 42. Piemand en behoeft te reggen / (wanneer het onweeder daar heen gaat ) deefen / of geenen / is rechtbaardig booz Bodt / 't zal hem gelukken / wees gen fijn Religie. 43. In alle is den Toon Gods ontbzand / en ſp zijn boozhem / ban weegen haare Religie en weetena ſchap / alle gelijka ; terwpl den eenen leeft gelijk den anderen . 44. Den Alderhoogften beegt den eenen beefem met den anderen upt : doch / daar groent een Leelle/ booz alle Dolheren ; well i den geenen / die de felbe aangrypen . 45. De dozftige ziele enmoet gants niet leggen : 1 de Beere heeft mp bergeeten / de Heere heeft mpbers! laaten ! Zoo wepnig een moeder haar kindbergees ten


den 42. Br.

Send -brieven .

255

bergat / 300 en heeft · ten kan : en alwaar't dat fp't de Heer fön arme hoog bedzoefde Chriſtenhepodoch niet vergeeten ; hp heeft haar ingeteekent inſön doo2 boozde naagel-wonden / Jeſa:49. 14.& c. 46. Sinticht zalfchijnen van den opgang tot aan denneedergang ; tot een getupgenis over alle Dolke ren . 47. Dan't zupden ſtaateen Leelie nga't noozden / wie de felbetot epgendom zal beloomen / die zal fins gen het Lied / van Gods barinhertighepd : en in des felfs tijd / groend des Heeren Wood/ geljl Gras op Aarden / en de Wolkeren ſingen het Lied ban Baa bel in een eenige ftemme ; want/ den aanbang heeft het epnde gebonden . 48. En laatmijndupftere reeden u indachtig zön ; want op dees tijd en heb ik't niet beeter bermocht. 49. Daadeinaal dat men alleenlyk heeft getracht naa hoobaardighepd en gierighepd7 en denC002 ſpiegel beracht7 en geen boete gedaan : 300 werkt quaad met quaad / totſich het quaad ſelfs berfiinde ; endede grimmighepd Gods ſich bermaake. 50. Het menfelijk bernuft zal hier wepnig kommen hinderen met haare raadflagen ; maar het vuur maar opblåaſen/ en meerder aanlepding geeben . 51. Godt zoudegoed zijn booz den nood : doch / aa demaalmen Godt berlaat / 300 bolgt nood en ſpott. 52. Dat een ieder wel acht op fich ſelfs heeft : doch ; dieſich relfs niet en zal foeken / die zal geſocht en bes hoed wozden . Bebeele udeltefde Jeſu Chriſtt. UE : Dienſtw : in de liefde Chrifti

J. B. Carlitz : datum , nt Supreme

Den


256

Theofopbifcbe

den 43 Bry

Den XLIII. Send -brief, Aan den Heer N. N. Van den 30 Maart. 1623. Ons Heylin 't leeven Jeſu Chrifti in ons. Eer beminde Heer , meede-Itd / en Broeder in T.SE Chrifto onſen Hepland/seebeng hertelijke wens ſing enmeedewerkende begeerte van de Goddelijke Tifde en Genaade : 300 en wildeik w € : in Chats ftelike liefde niet betbergen / hoedat ik / in een Chii ftelik meedelijden / uwe toeffand heb betracht / en In de genaadige ontferming des Widerhoogſteninge voert; wat mp den felben hier inwilde te kennengee ben . 2. Daar op ik U : laat Werten / dat ih tot 3003 daanigen beſchouwelijkhepd / in de ſelbe genaadige ontferming / ban weegen : toeſtand en berfoes king / ben gekoomen /endeffelfs oorſaak heb erkent: 1 en zal u € : ' t ſelbe daarom / tot een overdenking / kozt ontwerpen / op dat gp fulks / bp u ſelfs /ſoud over meegen . 13. Deeerſte oorſaak van zoodaanigen daadelökent berſoeking /is de oovernatuurlijke/ on -uptſpzeehelij keliefde Gods / datis / den Goddelijken goeden wila le ; en dan den Creatuurlijhen wille des menffen tees gens malkanderen : dat ſich den menffelijkenWille / aan zoodaanigen groote genaade Gods / die hem upt loutere liefde wozd aangebooden / niet gants en wil obergeeben en bertrouwen ; maar ſoekt ſijne thhept en epgen liefoe ban't berganhelfte weefen ; en beinine fich ſelfs / en'tweeſen ban deeſe Waereld meer dan Godt 4. Obets


Send . brieven , den 43. Br . 259 4. berſulks / wozd den mens van fijn epgen na Cen bup ber wel trum , ten de tuur ſocht; de ke in haar liefde Gods ! in enkel angſt / ſtrijd / en weederwaar dighepd ſtaat; daar de Dupbel ſün balfe begeerte ins fchiet / om den mens ban zoodaanigen hooge genaas deen liefde Gods af te boeren . 5. Deeſe berſoeking is de grootſte : en'tis ecben den ftröjd i den welken Chriſtus met fijn ingeflootene liefde in des menfren natuur / teegens zoodaanige ik Hepd / ook teegens Gods Toom7 Sonde / Dood / Dupbel / en helle / houd ; aldaar den menffelijken Draak / met de liefde Chriſti / moet verfionden en getransmuteert wozden in eenEngels Beeld . 6. Ende indien dat u de liefde Gods in Chrifto / niet en was ingeftozt gewozden / 300 en zoud op dees fen ſtrijd niet hebben , maar den Draak (zijnde den balfſen Dupbelfſen wille) zoude ſün natuur - recht bes houden . 7. Dechatben geſchied nu deeſe angftelijke aan bechting in de natuur gants bebindelijk ban den Dzaak / die ſich / met fijn epgenatuur angſtet / wan neer zoodaanigen grooten liefde Gods in hem homt / en hem ſijn natuur recht / in een Goddeliken wille / wil beranderen . 8. Want alhier ſtaat Chriſtus ( zijndeden ſlangen treeder )in den mens / in de heller en beſtormtden Dupbel jön Hoof- fiot; daar ban komt zoodaanigen ftrijd ; aldaar Chriſtusen Lucifer metmalkanderen / om deztele / ftrijden ; gelijk u Godt heeft laatenſienten erkennen / in de eerſte verſoeking. 9. Wiz00 bertreed Chriſtus de flangeden Hop / en alzoo ſteekt de flange Chriſtian in de verren : en de arme ztele ſtaat in'tmidden / in groote bzeele en trell righepd ; en kan hier niets toe doen / dan alleenlijke in de hoope ſtaan ;kan ook haar aangeſicht booz Godt niet


Tbeofophifche den 43 .Br.. 258 niet opheffen / en haar gebed booztbängen ; want ben Dzaal heert haar het geſicht tot deeſe waereld / in de pbelhepd / en toont haar de ſchoonhepd en de heerlikhepddes Waerelds / en beſpot haar dat ſy een andere Creatuur wilwozden / en houd haar booz/ het Rijk in 't welk ſp ſtaat/en haaren natuurlijken grond. 10. Ende alhier ſtaat de ziele / met Chriſto / in de Woeſtijne / in de veertig -daagſe verſoeking ; daar haar wozd aangebooden de macht / heerlijkhepd / rijkdom / en welluft deerer Waereld ; dat fy fich maar Weederom ſoude berheffen /en in't ſelfs willen ingaan : 11. De tweede verſoeking van Lucifer en ban den epgen Dzaak der natuur /isdeeſe ;datwanneer de zie le de Goddelijke liefde heeft gemaaht / en eenmaal is berlicht gewozden /so wilde ziele't felbe licht tot eigen dom hebben / en in Haare beſitting / in epgenmagt/ daar in werken ; berſtaat de natuur van de ziele / des welke (bupten'tlicht Gods) eenen Draak is gelijka Lucifer ; deſelbe wil't totepgendom hebben : doch deefen Draal / wil het natuur -recht niet obergeeben / hp wil eenen maakter en Schepper van de Goddelij ke kracht zön / en in lön buurs -natuur / in groote breugdedaar in leebent; en fult en bermag niet te zön . 12. Deeren Daah ( 3önde de buurs natuur)met fin epgen wille / moet ſich in een liefde -buur laaten beranderen / en ſijn natuur-recht berlaaten ; doch hp en wil 't niet gaern doen / maar hp fiet / in zoodaanige verandering i om / naa epgen ſelfs macht/ ende en vind geene;danbegint hy te twijffelen aan de genaade: naademaal hy ſiet /dat hy / in zoodaanige werking / ſijn natuurlijke begeerte en willemoet verlaaten / 300 ont ſethp ſich geduurig / en wil het epgen natuur-recht/ in't Goddelijke licht / niet affterben : hp denkt doods gaans dat het licht der genaade (' t welk ſonder zodaa nigen ſcherpteen vuurk -machtwerkt) een bals licht 13. Duar 3P.


Send -brieven . den 43.Br. 13. Daar bankomt het / dat als dan het uptwen digevernuft ('twelk ſonder dat niets en ſiet) geduurig denkt; ! Wieweet hoe 't met mpis / of 't ook waar 3p / dat Godtmp heeft verlicht / dat hp in mpis : Het mag miſſchien een zoodaanige inbeelding ge Weeft zim ; ik en ſie immers diergelijken aan andere lieden niet / en ſy denken zoo wel ſaalig te worden als ik , ik ben daar dooz boo2 de waereld maar tot een dwaas gewozden ; en ſtaa evenwel ooli in bzeere en gidderen voor Gods Toon ; meer dan die geene / die ſich alleen bertzooften met de beloofde genaade op de toekoomende oopenbaaring. 14. Alzoo gebeurt het als dan / dat den inwendi gen grond ( naa de ontfteeking en beweeging des lichts wel fucht / en gaern wilde hebben ; maar de natuur en bermag niets : Het is inet haar als offp ban Godt gants was berftooten : 't welk ook waar is / naa den epgen wille ; want Godt heeft in haar ega nen nieuwen Wille geplant; ſp moet haaren epgen wil le afſterven / en in den Wille Bods verandert worden . IS. Ende om dat alhier den wille ban denatuur moet ſterben / en fijn epgen recht overgeeven aan den wille Gods / 300 zyn baar zulke waare aanbechtin gen in ; want de Dupbel en wil niet dat ſön Koof flotzoude inballen : want 300 Chriſtus in denmens zal leeben / 300 moet den epgen luft- geeft ſterben : en daar hp echter in deeren tijd niet geheel en ſterft ban maar daagelijks ſterft / en Weegen het blees echter leeft : daarom is 'er zoodaanigen ſtrijd / den Welken geen Godlooſen en boelt ; maar alleenljk dee ſe die Chriſtum hebben aangetoogen ; in de welke Chriſtus teegen Lucifer ftrijd. 16. Dederde aanbechting ſtaat in 't Hoof- flottes Dupbels ; naamentlök / in den wille en in ' t gemoed / als meede / in blees en bloed ; aldaar in den mens de balfs


260

Theoſophiſche

den 43 Br.

valfle Centren leggen ; gelijk daar is /'epgenwille tot een hoobaardig tijdelijk leeben / tot bleeffelijke luft / tot aardſe dingen / Item , veelbloeken der menfſen / die hem dooz lön berſoeking / in lighaam en ziete zijn gebenft gewozden : alle de fonden die haar geincen treert hebben / en in't gefternte des geeſtes ſtaan / als een vaſt flot / daar Chriftus nu op ſtormt/ en't ſelbe wil berbzeihen : welk flotvan epgen inagt / welluſt / en fchoonhepd van deere waereld / den menfelijken wille /noch geduurig boozepgendom / en ſijnen beſten fchat houd / en niet en wil overgeeben / en Chriftum gehoorſaam zijn. 17. Ober ſulhs / min beminde leer en Chriſtes lijke Boeder / fegge iku / en geebe ii fidhs te erken nen wat mp onſe lieveHeere Jeſus Chriftus / Heeft getoont in mijne betrachting : bepzoeft u felfs / wat uwe aanbechting 3p : onſe liebe Heere fepde/ datwp alleg moften berlaaten / ende hem naabolgen ; dan zouden wp recht Geeſtelik arm zijn . 18. Ist nu dat gp noch / met uw gemoed / in epgen luft van aardſedingen eenigſinsfeelat / 300 Hebt gp daarin (naamentlijk / in deſelbe Centren , die noch in u werken ) zoodaanigen aanbechting: 19. Doch wilt op mijnen kinderlijhen raad bol gen / 300 fegge ik u dit : dat / wanneer 300daanige aanbechtingen in u opgaan / 300 en moet gp u niet an ders inbeelden / dam het bitter lijden en fterben onres Heeren / en fijn berſinaadhepd en beſpotting / daar toe fijn armoede in deere waereld / wat hp boozons arme menfren heeft gedaan / en uwe begeerte en gan fen wille daar in overgeeben / dat gp ſin Beeld gaern woud gelijhfozmig wozden / en hem / in fijn Proces', willig en gaern naabolgen / en al't geen wat u wozd wille wilt dul opgelept om te lijden / gaern om ſijnent den / en hem alleenlijk begeeren gelijhfozmig te wozy den ;


Send - brieven . 261 den 44.Br. den ; om fijn Itefuewille / gaern neederig / inbeſpots ting / en člende te zijn : op dat gp alleenlijk deſelbe in u mooge behouden / en u ſelfs niet meer en wilt; uptgeſondert / ' t geen Chriftus dooz u wil. 20. Mijn beminde bziend / ik bzeere / dat daar noch iets aan u mocht zijn / 't geen Chriſtus mis haagt , om't welk den ſtrijd in uis : Chriftus wil dat gp met hem uwen wille in ſönen dood zult afſters ben / en in fijnen wille opſtaan en met hem leeben : en teegenwoozdig ſtaat Chriftus in u / in deziele / en ftrijd om uwe ztele. 21. Laat al het aardſe willen baaren / en geeft u aan hem gants en geheel oover / en laat liefen leed / in u / alles eens zijn / 300 zult gp / met Chrifto / een Hidder ober Daereld / Duybel / Dood / en helle wozden / en epndelijk onderbinden / wat Chriftus in u zp geweeſt/ en waarom u ſulks is Weederbaaren : 'twelkhet Proces ban alle kinderen Chriſti is ge Weeft : ik meene fulks Chriſtelijk .

J, B. Den XLIV , Send - brief , Aan den Heer !

2 KAREL van

ENDER,

e

Anno 1623. De groeteniffe onfes Heeren Jeſu Chriſti , in fijne wer kelijke liefde , die werke in onſe ziele en geeft.

l

i . I hobeerend U : het boekje ban de Teſtamenten Chriſti , beneffens de voorreeden : Het zal in dzie bellen Papier / daar de voozreeden maar een bel is ges


e Theofopbiſch den 44: Br. gelijk de voorreeden / konnen afgeſchzeeben wozden / want ik woude het boekje Weederom tiptſchepben / en had het eerſte Kapittel al begonnen / maar ik ben boomneemens het ſelve in een kinderlijker form / tot beeter berſtand booz de eenvoudige / te laaten djul . ken / maar € : kan het eebenwel laaten naaſchap : ben weegens den hoogen ſin ; dewpl U € : en and'ze geoeffende liefhebbers deeſen ſin wel verſtaan / 300 kan men het hooge aan de hoogbegaafde ſinnen gees ben / en het gedzukte aan de eenvoudige ; hoewel ſy bepde ban een verſtand zullen zijn / behalben dat in het gedzuliteeenvoudiger woozden mochten gebzupkt werden . 2. Den Heer Furftenau laat UE : groeten / en zal met fijn predikant van Zodel , accozdeeren om booz den beer Walter iets upt te ſchipben : indien U : dit van de Teſtainenten Chriſti hem wilt laaten naa ſchappen / 300 kon men't hem ſenden . 3. Ik maake U €:00l bekent hoe dat ik bp den Heer Furſtenau iets bpſonders groots bemerkt hebbe , dat Godt hem met een machtigen ſtraal ziner genaade heeft geroertven hem Ziel en Geeft verbzüfelt7't well Il brachtig hy hem bemerkt hebbe : tha hoope in Godt dat hetmet hem gaan zal als met den Heer Johan Si gismund van Schweinig ,'t welk ik ban herten wenfre en tot Godt ſmeeke / dat het geſchied / dewpl ik reeds het Proces met oogen heb geſien ; daar van berder te ſöner tijd. Ik bid datUE : het gehepm houde / en met bidden in den Geeft Chrifti / den gemelden Deer Helpt wozſtelen ; gelijk ſulks onſen plicht is. Ende bebele # : in de liefde Jeſu Chrifti. 262

J. B.

Dea


den 45.Br.

Send -brieven . 263

Den XL V. Send - brief , Aan den Heer

CHRISTIAAN BERNHARD . Van den 13 O & ob : 1623. Ons heyl in't leeven Jeſu Chriſti in ons. 1.Ser geliefde heer en Bloeder Chriſtianus ,la wenfieu Gods werkende kracht / dat de mel Bzon / in 't leeben Jeſu Chrifti/ in u rijkelijk mag Wellen / en uw ziele in derelbe freeds gelaaft wozden / en dit Heplige Waater drinken / en daar in waffen / groenen / en beelgoede buuchten digagen : beneffens lighaamelijke welbaart . En ik berheugmpober uw gelukkig arribement / dat Godt u /metgeſondhepd / Weeder te hups heeft geholpen . 2. Weetet dat ik (Goui lof) ook noch in goede gea rondhepd / en in mijn Talent wer ben Want Godt heeft mp de deur fijner genken aadede Hoe lan: gs hoe geo opent / en niet alleen mp / maar ook beel an meer dze 7 die deere ſchriften te leeſen koomen / welke Godt haare herten heeft geroert / Datfein de boete en bekees ring zijn ingegaan en in ſichſelber tot een inwendige Godlijke beſchouwelijkhepd gekoomen / en begeeren het hleed der fonden en onrepntghepd weg te werpen / en Chriftus / in leeben en bille /naate bolgen . 3. Gelijk mp dan / booz wepntg dangen / eene zoodaanige beweeging is voorgekoomen / ban twee Derſoonen , die in de waereld hoog berheeben zijn . en te boozen de waereld beminden / oan dewelbeth De Nieuwe Geboozte / in een groote kracht / en in wziumfeerlijke" Godljke erkentenis / in zullen oota moes


den 45.Br. Theoſophiſche 264 moedighepd / en diep upt-ſpreeken geſien hebbe / dat ik diergelöke van myn Jongherd aan noopt meer geſien en heb / behalben wat Godt aan mp armen mens felben gewerkt heefts 't welk mp bpnaa onge looflijk zou zijn / indien ik ook ſelfs diergelijke niet onderbindelijk gehad hadde. 4. Gelijk fichdan de eene / naa fijn aards modes relog weefen / ſelber berſmaad en fijn geweefenen wandel / bernietigt Heeft ; dewelke ook alzoo diep in de gelaatenhepd is ingeronken / en in de boeteſ dat hp ſich te onwaardig gehouden heeft om fijn gebed booz Gott upt te ftogten / inaar als dood y en al te onwaardig geachtet / en in Gods ontfermen gebal len / watdie dood en met hem doen wilde ; dat hp relo ber dooz hein wilde bidden en boete werken / dathp tot zulken berheffing en begeertete onwaardig was: daar op is hem tečſtond de Godlijke Sonneingeſchee nen / en dooz fijn mond / bp de dyte uuren lang / an ders niet geſprookten als deere woozden : Godt, drek ; Godt , drek &c . ſich ſelben voor Godt als diek en flijk achtende : in welk uptfpzeeken / Hem de Sonne ban Het Hök der Wzengde 7 engroote erkentenis / is op gegaan ; en fijn herte en gemoed / geheel omgewend

uwt. en vernier 5. Daa op is hp ( beneffens noch een diergelijk mens)tot mp gekoomen ; daar ik die ſelbe beweeging aan hem geſien / en mp hoog berheugt hebbe / dewpl hp dooz mön boekje ban de boete daar toeis gebzacht gewozden : gelijk dan aan andzemeer /in konten tijd / diergelijks ook geſchied is ; dat ikalzoo met een groo te berwondering ſte / hoe de deur der genaade ſich 300 machtig beweegt en oopent / in die geene die het ernft t8 : gelökmp (alvooz lang) tevoozen isgetoont. 6. 't welk ik u / mijn geliefde Heer en Boeder / in oprechte waarhepd / boor Gods oogen 7 daarom meebe


den 45. Br.

Sendbrieven .

265

meededeele en aanwijſe ( dewple gp een onder de eers ' ftelingen zijt / die dit Talent, dooz de Gobljke ſchik king / is in handen geloomen / 't welk gp ooh met vreugden aangenoomen / en veel moepte daar mee gehad hebr ) of gp ook naa een zoodaanigen ftant ( gelijk vooven is gemeld van deeſe twee perſoonen ) mogt beluft wozden / en alzoo tot dat epnde ar bepden / om desgelijks van Godt te ontfangen / 't well mp dan een groote bzeugde in mijnen geeft zou zijn ; hoewel een mens niet moet voozneemen iets ban Godt te begeeren / naa ſijnen wille / maar moet alleenlijk 300 in Gods wille inſinken / gelijk de ge : melde Perſoon /dat Godtmethemdoe/weete / Wille/ en zoodaanig verlichté en boere gelijk hy wil. Zulkis wilde ik u in liefde erinneeren / want ik weet wel dat uwe ziele /neffens haar en imp /ſich daar in ook zal ber heugen . 7. Verdermaak ik u bekent/ dat Godt ook rom mige Fariſeen ( dewelke te boozen zulke waaren en my gelafterthebben ) beheert / en tot hetlicht gebzavit Heeft/datſedeere Schziften begeeren'en leeſen / en nu booztaan de Dieuwe Geboozte / en vernieuwing in den Geeſt Chiiſti preediken / en alle twiſt booz dzek en ſchaade achten en leeren / maar wijſen de menſen op de leere Chrifti. Gelil dan ook deefe fchriftent / op nieuws / van Hooge Potentaaten begeert en naage fchzeeben wozden : dat alzoo te loopen is dat den dag haaft aanbreekten zal 8. Want daardoen ſich ook teegenwoozdig van onfe geleerde op ; die hetzeer beminnen ; met de wela he ik beel Converſatie hebbe : dit meld ik u tot nag richt ; dewpt mp wel bewuſt is dat tot uwent den wolf ook achter het lam ftaiaty en wit het felve bers flinden doch zijt maar getrooft / en helpt bidden ett werken 7 ons loon zal ons in't Paradös gegeeben wo


266

den 46 Br . Theoſopbiſche wozden : hier moeten wp geen loon begeeren / want wp zijn Chriſti ranken aan Tönen wijnſtok / en moes ten hem goede bzuchten baaren , de welke hp ſelber dooz ons werkt. 9. Godt zalons wel nooddzuft geeben ; laat ons maar met wepnig bergenoegt zijn / hp zal booz ons ſoggen : of't ſich ſchoon dikwils dzoebiglaat aanſien / 300 zal het doch tot een goed epnde koomen ; en al moeſtenwp danom ſine erkencenis wille/perſimaad : hepd en elende lepden / ja al zoudenwe ook geheel het tijdelijke leeben daarom laaten ; 300 moet doch Gods hinderen alles ten beften dienen : want het duurt hier maar een hozten tijd / en daar op bolgt onſe ins oogſting van dat geene wat wp alhier uptgefaaptheb : ben . 10; Ik verſoek dat op uw Hr. B2oeder /den Con rectoz / met de groetenifle onſes Heeren Tefu Chris fti/ ban mijnent Weegen wilt faluteeren , als meede alle dewelke mp in liefde kennen / en de waarhepa liefhebben / met dewelke gp bekent zijt en omgang hebt. Beveele U € : beneffens haarlieden / in de facha te liefde Jeſu Chriſti. Uw Dienſtw : in de liefde Chrifti J. B.

Den XLVI . Send- brief , Aan den Hr. N.

N.

Anno 1623 De Well - Bron van't herte Jeſu Chriſti , zy onſe ver quikking , vernieuwing en eeuwig leeven .

Geliefde Heeren Vriend , in Chrifto. 1. I .N deplicht ban een meedelid / (gelijk ben eenen iak aan den boom den anderen ſchuldig is te doen )


Sendbrieven 264 den 46.Br. . doen ) 300 wens ik u / in meedeweckende begeertel de Oopene Well - B2on der genaade / de wellie Godt in Chiifto Jeſu / in onſe menshepd heeft geoopens baart / dat de ſelbe, in u/ rijhelýk Wellt/en de Goddes like Sonne haare liefde- ftraalen /daardooz in de ziele invoere / en den grooten magneetifen honger der zies Ten naa’t vlees en bloed Chriſti ( zijnde den rechten Goddelijken mond ) hter meede opwekhe ende open doe ; beneeben ook lighaamelijke welvaart. -2. Delppl ik tot berfchepden maalen van uwen lieben bztend / den Heer D. K. bernoomen heb ( ge teegenwoozdigh epd heb lijk ik dan ook alzoo in mijn bemerkt,dat gp ( in de trekking Gods des Vaaders ) tot fijn leeben ('tWell hp / in Chrifto Iefu / upt ſitt Hoogſte liefde heeft geoopenbaart) een bpſonderlij hen dozften begeerig berlangen draagt : 300 en heb ik / upt leedemaatige plicht / niet willen naalaaten / op Het begeeren ban den Heer D.K.en dan ook banue: felfs / UE :met een hozten brief te beſoeken / om mp in de ſelbe Well-B2ondes leebens Iefu Chrifti / met UE : wat te verquikken en te vermaaken : naabes maal't mp een enkele breugde geeft / wanneer ili biers neeme dat ouren paradijffen Daerel -boom in mịn meedeleeden grognt en bzucht werkt ; tot onſe eeuwi ge becquikking. 3. Ende ik zalü C : hier meede / upt min geringe gaabenen erkentenis / aanwijſen / wat een Cåſten is / en waarom hp een Chriſten genaamt wozd ; als naamentlyk / dat die alleen ee Chriſten is dewels n / ke deefen hoogen tijtel / in ſich ſelfs ontfankelijk is ge worden / die met den inwendigen grond / gemoed / en geſchonken egenaade /in Chuſto Le wille / ſich tot de in ge wendt / en in den wille van ſijn ziele is ge ſu / worden / gelijk een jong kind / 't welk ſich alleenlik firekt/ naa de bozften ban fijn moeder / dat een dozft 11 2 nda


iſebe den 46. Br. Theofopb naa demoeder heeft/ endes Moeders bozften ſupgt; daar.'t ban leeft. 4. #11300 is den felben mens alleen een Chriſten / wiens ziel en gemoed / Weederom in de eerſte moeder / daar uipt des menſen leeben ontſpzooten is (datis / in ' t eeuwige woo2d / ' t well ſich met de rechte melk des hepls /in onſe /aan Godt blinde menghepd / heeft geoopenbaart) ingaat/ en deere Moedermelk / in fijn Hongerige ziele dzinkt / daar de nieuwe geeſtelijke menghepd van ontſtaat / en de buurige ziele (tipt des Daaders epgenſchap ) hiermee de ſteede van de liefde Gods ( in welke ſteede / den Daader fijnen beminden Soone baart) bekomt : daar in alleen den Cempel des Hepligen Geeſtes / die in ons woont / gevonden / en ook alleenelijk de Geeſtelijken mond der ztelen ( den Welkten Chriſti vlees eet en fijn bloed dzinkt, hier in berſtaan wozd . 5. Want dat is alleenlijk een Chriſten in den mellen Chriſtus woont / leeft / en is / in den wels hen Chriſtus / naa den inwendigen grond der ztelen / ende naa't Heemelſe Weeren / ' twelk in Adam bers bliſte / opgeſtaan en leebendig geworden is / die de ooverwinning Chriftt / teegens Gods Toom / ook Helle / Dipbel / Dood / en fonde (zijnde Chriſti inengheyd i lijden / ſterben / en opſtanding ) in ſijnen inwendigen grond / heeft aangetoogen ; aldaar het ſaad der Douwe (zijnde Chriſtus in fijn ooberwin ning) in hem ook ooberwint / ende den flange, in den booſen bleeffelölien wille / daagelijks den kop bere treedt; en de fondelijke luſten des bleefres doodt. 6. Want in Chrifto alleen worden wp tot de Gods delijke kindſchap en erfgenaamen Chrifti aangenoo men ; niet dooreenen upterlijken bzeemnden ſchön / van een afſonderlijke genaaden - aanneeming / dooz een bzeemde verdienſte van een toegerekende genaa: de

265


den 46.Br.

Send -brieven .

269

de ban bupten , maar dooz een kinderlijke inwoonten de leedemaatige / Effentialille genaade : daar den overwinner des doods (zijnde Chriftus ) met fijn lees ben7 weeren / en kracht/ inons / ban onſen dood ops ſtaat i en in ons heerffet en werkt / als een ranke aan Haaren Pijnſtok / gelijk de Schriften der Apoſtelen 0002 en dooz betupgen. 7. Daten is geen Chziſten / die ſich alleen met het lijden / fterben 7 en genoegdoening Chriſti vertrooſt/ en hem't felbe toereekent als een geſchenk der genaa de / en eebenwel een wild Dier / on -weeder- geboozent blijft ; een ieder Godloos mens is een zoodaanigent Coziften : want een teder wil gaern dooz een genaa den -geſchenk faalig wozden : ook ſelfs de Dupbel Wils de wel alzoo dooz een uptwendige aangentot mene ges naade / gaern Weederom een Engel zijn . 8. maar dat hp zoude omheeren / en worden ges lijk een kind / en upt Gods Genaade -Waaterder lief de / en upt den Hepligen Geeft Nieuw Oeboozen wozden / dat en ſmaakt hem niet ; alzoo ook den tij tel- Chriſten niet; den welken den genaaden mantel Chrifti wel om fich neemt / maar in de kindshepd er Nieuwe Geboozte en luft hem niet in te gaan : Chzis ftus ſegt nochtans / hp en kait anders het lijke Gods niet ſten . 9. Want wat van vlees geboozen is dat is vlees / ende't en kan't kijke Gods niet erven ; Johan . 3. bleeffelijh gefint te zijn / is een bpandſchap teegert Godt ; maar Geeſteljk geſint te zöni / is leeven en breede : ende die upt Godt geboozen is / den ſelven alleenljk hoozt Gods woozd ; want den Geeft der genaade inChrifto hoon Gods Wood alleen . 10. Wantniemand heeft oopt Godt geſien ; alleen den Soon / die in den onmeetelijken ſchoot des Daas ders is die berkondigt ons Gods woozd en willet N 3


Theoſophiſche den 46.Br. 270 in ons felfs / dat wpfijn willen en wel-willen / in ons hoozen en berftaan / en den ſelben gaern willen naa volgen : maar wozden met het uptwendige fondige blees meenigmaal gehouden / 300 dat de werking van de felbe Goddelijkekracht/ niet altijd in de uptwens dige figuur en gaat : en gaat eebenwel in de innerlija le figuur/in de inwendigeGeeſtelijke Waereld : daar Paulus van fept ; onſen wandel is in den Heemel. II . Ober 't welk ooh alle bepligen Gods ( en boo24 naamentlik Paulus) hebben geklaagt : dat ſy het ern ftige becgeeren hebben en met het geinoed / ban den ins wendigen grond / Godt dtenen : en echter met het blees / te wett der ronden ; dat het blees teegens den Greft begeert;welkeluft /dooz den inwendigen grond / in den dood Chriſti / daagelijks verdzonken en gedood word : doch alleen in die geene / daar Chriſtus van den dood is opgeſtaan ; ende daar en blijft als dan niets berdoemelijks aan die geene / die ( alzoo ) in Chriſto Yeſu zijn ; want het Dierffe lighaam behoozt de aarde, maar' t geeſtelijke lighaam behoozt Gode : doch die't felbe niet en heeft / die is leebendig bood / ende en tjoozt noch en verneemt niets van den Geert Gods /Het is hem een dwaashepd; volgens de fchrift. 12. Daarom en is alles niet genoegſaam verſtaan noch berklaart / 't geen eenig en alleen van een upts wendtge aangenoome genaade en bergeebing der ſon den ſpzeekt : de vergeebing der fonden en de aangea ndomene kindſchap in degenaadej beftaat in de rechts vaardigmaaking des bloeds en doods Chrifti / daar Chufti Heemels bloed / ons tingeerde , en den Coon Bods in onſeziele en inwendigen Goddelija ken grond upt het weefen der eeuwighepd / met de hoogſte liefde derGodhepd / in dennaame Jeſu ober won / en weederom in de Goddelike ootmoedigheyd en gehoozſaamhepd transmutçerde ; aldaar de bers ſcheurs


even 271 Send.bri . den 46.Br. fcheurde temperatuur van onſe menffelijke epgen fchap/ deg gehoorſaamhepds en wel willens/weeder omin de gelijkhepd / ofeeniging der epgenſchap in

13.. Áldaar wierd des Daaders grimmigherd / ging diein de epgenſchappen van ons leeben was opges Waaht / en ſich in ziel en lighaam tot Hegent had ge maakt (daar dooz wy het Kijke des Heemels waa ren afgeſturben / en kinderen des Coons gewozden ) Weederom in de eenigeliefde en gelijkhepd Gods bers andert / en onſen menffelijken epgen -wille ſturf fijne ikhepd en ſelfs willen in den dood Chriſti / ef en den eerften rechten menffelijken Wille (die Codt upt fijnen Geeft in Adam ingaf groende dooz deberwin ning van de roetighepd Gods / in Chriſti Heemels de d n Dupbel en bloed / Weederom upt : aldaar wier belle (dte de menfren gebangen htelden ) ten ſpot ; want 't felbe was de dozre Koede Aärons ( die in gene nacht gzoende en ſoete Amandelen d ?oeg aanwijſende. 14. Gelijk nu de ronden van eenen quam /en duong ban eenen op alle / alzoo dzong ook de foete genaade en ooberwinning in Chrifto / ban eenen op alle ; in de eenige Adamie ziele wierd den Dooden Toom / in Chriſto / berbrooken / en een moogelijkhepd totde genaade / dooz des doods verbzeeking / opgedaan : 8003 welke geoopende poozte / den zielffen wille/ in de eerſte moeder / upt dewelke hp in den beginne quam ( dat is / in de kindshepd ofte NieuweGeboozte )fich meederom tot een nieuw leeben ende willen mag ina wenden : aldaar kan hy het roete bloed Jeſu Chriſti i't welk in Chrifto / in onre menghepd / de poozte des doods oopende / enden Toon Gods / in onſe ineng , Hepd / in hem ſelfs ! in liefde veranderde ) berephen ; in't welke de arme gevangene ziele / Lpt de Well Bzon Gods dzinkt i en in haaren buuc - aadem fich laaft; M 4


den 46 Bra Theoſophiſche 272 laaft ; daar upt Het nieuwe groenen uptgroent i als daar den honger en begeerte der zielen / in't bloed Chriſti / ſubltantialis en weeſentlijli wozd , naa Hees inelfie aart. 15. Gelijk als nude verbzeeling des doods / int Chaſti perſoon / in onſe ziele en menshepd moſt ges " fthieden / dat alzoo de eeuwighepd in Chrifto (metde welke hp ban den Heemel was gekoomen / en ooh te gelyk in den Heemel was ; Johan . 3. ) den tijd (zinde het leeben en wille des tijds ) overwon / enden tijd / met haar wille / in den eeuwigen wille der Godhepo veranderden / en dat ſulks in onſe aangenoomene menghepd moſt geſchieden : alzoo moet ook des ge lijks de begeerte van onſeziele / den ſelben eeuwigen wille / in Chriſto (daar den tijd en eeuwighepd in de gelijkhepd ſtaat) in ſich inneemen / en door de felbe magt / ſich in de kindshepd ( dat is / in de genaade ) weederom berſinken ; op dat den ſelben inwendigen Paradifiſen grond ( die in adam fturf) in den wille bergehoozſaamhepd Chriftt / doo2 fijn Heemels / en van ons aangenoomen menfſelijkbloed / Weederom uptgroende. 16. Dooz de eenmaal ( geſchiedene ] berſoeninge Chziftt / moet de verſoening in ons ſelfs oopenbaar worden : weldoo2het eenmaal geſchiedde / in Chais fti bloed en dood ; doch 't felve eenmaal geſchiedde/ in Chziſto / moet het ook in mydoen ; Hetmoet teegens woozdig nu dooz Chriſti bloed - bergieten / ook in my ls oed ook geſchieden : Chriſtus bergiet fijn heemebl in de begeerte mijnes geloofs / in mijn arme ziele / en tingeert in de ſelbe den Toon Gods ; op dat het eerſte Adamfie Beeld Gods Weederoni berfchijne i en fien de / hoozende / boelende / ſmaakende / en ruphende

wozd . 17. Want't felbe (in Adamgeſtozben ) Beeld van teca


den 46. Br.

Send - brieven .

273

fe fterffelijke ziele 7 eet van den Spiritus Mundi, ban de terren en bier Elementen / ban't rijk van dees ſe aereld ; maar dewaare eeuwige ziele / de welke upt het eeuwige woozd / in der mens als een God delijk leeven wierd ingeblaaſen / de relbe get upthaare Moeder ; naamentlijk / upthetbeplige weefentlijs heWoord Gods . 19. Maar naademaal haar 't ſelbe / naa den afbar van Godt / in Haare uptwendige epgenſchap / niet moogelijk en was / 300 quam 'trelbeWoogd des lees veng (zönde fijne wasze moeder ) Ipegdecom tot de uptgewende ziele te boogſchön / in dit jammer dal / in'tgebangenhuns der Helle / en boerde ſijn Heemcis Weefen in ons menſelijk (weefen ] / als een Córpus der zieten / en bekleeddeonrearme gebangene ziele miet Het ſelbe / en ontſloot haar den dooden Heemmelfferr monu / in den Coom Gods /Weederom dooz de liefde tinctuar , op dat de arme ziele weederom Deemele mama tan eeten ; welk eeten / in Chrifti perfoon ! met onſe aangenoomene menshepd:/ in de berſoeking Chrifti in de Doeftijne/weederom in de proebe ftond ; aldaar Adam / in Chriſto , Weeder ban't Paradijs beestigi dangen hanna at,

weging

' t Weefen van de Heemelfie waereld(zijndehetrechte Paradijffe) woontals dan niet in devier Clementen / Desfelfs weefen en leeben ſtaat niet in deere Waereld / maar in den Heemel / den welken / in Chrifto 7 iit ons oopenbaar word ; neamentlijk / in een repn hep lig Element / daar de bier Elementen in den aan : bang des tijds upt fijn geſpzooten : en den ſelben in wendigen nieuwen Geeſtelijken mens / eet Chriſti blees en [ dzinkt} fijn bloed ;wanthp leeft enis in Chata fto , Chriftus is ſön ſtam ; en hy is een tak aan den ftam . 18. Want een ieder geeft eet ban't geene daar bant HP lijnen oo2ſpzong heeft ; naamentlik / de Animali


den 46.Br. Tbeofopbifcba 274 20. Daarom reg ik / is pemand een Chriſten / 300 en is hy't niet dooz een uptwendige toegerekende ges ngaden - ſchön ; de ronde en wozd hem niet / dooz het eenmaal geſchiedde / dooz 't uptwendig woozd -fpzeer ken /bergeeben / gelijk een heer/ in deerewaereldaan een moordenaar het leeven ſchenkt /doo , een uptwens dige toegereekende genaade: neen / fulls en geld vooz Godt niet. 21. Daar en is geen genaade / dooz de welke bop tot de kindſchap konnen koomen / dan blootin 't bloed en in den dood Chrifti : den ſelben heeft Godtſich als leen tot een Chzoon der genaade / in finepgen liefde ( de welke hp / in den foeten naame Jeſu , upt Iehova, in hem inboerde ) boozgeftelt : hp is het eenig offer ' t geen Godt aanneemt i dat fijn oozn berſoenen

han . 22. Maar zal mp't ſelbe offer nu ten goede kod men / 300 moet het in mp geſchteden : de Vaader moetſönen Soone / in de begeertevan mijn geloof/ baaren ofte ingeeven / .op dat den honger möns ge loofs hem vat ; En zoo de geloofs - begeerte vanmijn ziele hemvatt (naamentlijk / inſön woozd der belofs ten ) zog trek ik hem 1 in fijn gania Proces ban de rechtvaardigmaakingt innyainwendigen grond aan ; en terſtond zoo bangt in inp aan / upt den dood Chrifti / dedooding des Toons / Duposls / en der Hellen . 23. Want il en kan niets doen / ik ben mpfelfs dood ; maar Chriſtus in mp / doet het felbe ; wan neer die in mp opſtaat / zdoben tk mp felfs / naa den waaren menst dood / en Gp is mijn leeven ; en wat ih dan leeve ' t fetbe leebe ih hem / en niet demijn Hepd ;want degenaade doodet mijnen wille /en ſet ſich tot eeit Heer in deplaats van mijne ikherd / op dat ik geen hpwil. een werhGods z /diemet het ſelbe doet't 24. Ende


Send brieven . 275 den 46.Br. 24. Ende als dan leebe ik in twee rijkerts naament : lijk , met den uptwendigen fterffelijken mens / in de pdelhed van de tijd / daar het fonden - jok noch in leeft; tfelbe neemt Chriftus / in't inwendige bijk van de Goddelijke waereld / op fich / en helpt het mijn zie: le dzaagen . 25. Want het jol ban deere waereld is Chrifti laft 7 die hp zal dzaagen / tot dat hp aan fijn Vaader Het Rijk ('t well hp hem heeft gegeeven ) Weederom zal ooverleeberen ;nadien hy repde/ mp is/van mija nen Daader / gegeeben alle magt in beemel en op Xarden : 300 is hem deefen laft ook gegeeven , dat hy Gods (Toon / de Helle / den Dood 7 en al het quaad / in ons djaage ; gelijk Efaias fept ; hy nam opſichon ſe kranhhepo 7 en laadde op ſich onfe finerten / doch wop hielden hem voor ben geenen / die van Godt al 300 geflaagent geftraft / en gemarteliſeertWieru . 26. Daarommoet een Chriſten een Grups -djad , ger zön : want 300 haaft Chriftus in hem wozd gea boozen / 300 gaat den ftojm der Hellen en des Tooing Gods / in de eeuwigenatuur/ aan ; dan woed de hele le in den menſe geſtooftende ſlang getreeden ; daar van die groote onruſt / vervolging / en ſmaad van den Dupvel en de verdurben waereld over den uptwenta digen fondelijken mens gaat; daarinoetden uptigens digen fondelijhen meng ſich van de geſtrenge gerecha tigheyd Gods in den Coom / ban de kinderen des Toons laaten veroozdeelen / en totdeverdoemenig verwijſen ; dewopl een ander niens in hem leeft/ die ben uptwendigen fterffeljken niet gelijk en is / 300 voert de gerechtigheyd Gods in den Toom / fönges richte over het hups der fonden ; als meede alle dies naaren des Toons Gods. 27. Als dan helpt Ehaſtus het joli dgangen ; et den mens wozd ( in Chriſti Proces , berachting ent 6 fport


den 46. Br? [ Tbeofophiſche 276 ſpot / in fijn lijden en dood ) aan de gerechtigheyd Gods / in den (Toom / opgeoffert / en wozd het Beeld Chriſti gelijkfozmig . 28. DeHepligeSchrift betupgt aan alleplaatfert/ dat wy gerechtvaardigt wozden ban de fonden / dooz't geloofaan Chriftum ; niet door de werken van onſe berdienſte / maar dooz 't bloed en den dood Chrifti : ?t welk wel alzoo van beele geleert/maar van wepnige (dte 't alzoo leeren ) recht berftaan wozd . 29. Men leert ons wel de toegereekenbe genaade ; maar wat het geloof is / hoe't geboozen wozd / wat 't felbe in Efentsen Weeſen zp / en hoe't de verdienſte Chziſti met de genaade aangrijpt ; daar aan zijn de meeſtepart ſtom en blind / en't blpft bp een Hiſtoris aalsgeloof; (Jacubi 2.) 'twelk nietsanders en is dan een weetenſchap met het welke den meng der fonden en des doods ſich bittelt en bertrooſt /en dooz zoodaa . nigen inbeelding / fich felfs hupchelt / en fich een Chziften noemt : en echter deeren hoogen tijtel in fich felfs noch niet ontfankelijk of waardig is gewozden / en niet anders en is dan een tötel- Chiften / met dert Purperen mantel Chriſtt / ban bupten / bedekt; ban dewelke de Propheet fept : met haare lippen naa . deren ſp tot mp / maar haar herre is verreban inp : En Chriſtus ſegt : Niet alle , diedaarfeggen / Hees re / Heere i en zullen daarom ook in 't Heemelrijk hoomen / maar die den wille doen banmijnen Paas der in den Heemet. 30. Nu zoo is Chriſtus alleen den Wille des Daa : ders / in den welken de aanneemning der genaaden en hindſchap is ; en niemand en fan den liefden -mille des Daabers doen dan alleen den eenigen genaaden tipoon ſelfs gelyk de Schrift fegt : Niemand en kan Defilm eenen Heere noemen ; ſonder den Heyligen

Geeft in ben .

31. Want


Send -brieven . den 46. Br ? 31. Want wop en weeten niet wat top booz Godt zullen bioden / gelijk het betaamt; maar7hp (de bep řge Geeft in Chaſto ) bidt felfs voor ons / met ons uptſpzeekelijk ſuchten voorGodt7 in ons felfs / ges lijkhet Godt gebalt : wpen konnen noch bermoogen / onswillen of weeten / niets berepken ; hp is ons dooz tediep berboggen : want 't enlepd niet aan pemands weeten / willen / loopen / of dzaaben / maar aan Gods ontfermen . 32. pu en is 'er immers geen ontfermen / dan alleen in Chrifto ; zal ik nu 'tſelde ontfermen bereps ken / 300 moet ik Chriftum in my berephen ; zalmpn fonde in mp berdeigt wozden / 300 moet Cha ftus / met fin bloed en dood / en met fijn ooverwinning / 't felbein mp doen ; zal ik gelooven 300 indet de Geert ( debegeerte en denwille Chrifti ) in mijn vegeerte en wille y gelooven ; want ik en kan niet gelooven . : 33. Maar hp neemtmynen (aan hem dober ges geebenen ) wille / en bat den zelben in ſijnen Wille in en boi hem / dooz fijn ooverwinning / in Godt in; aldaar verdeedigt hp den Willemijner zielen / inſijas nen Wille / voor God ; en worde / gelijk een kind der genaaden / in ſijnen liefde wille / aangenoomen . 34 -Want de Baader heeft fijnliefde in Chrifto / geoopenbaart ; en Chriſtus openbaart de felbeliefde in mpnien (aan hem pobergegeebenen ywille , Chi ſtus trekt mijnen wille in rich / en bekleedt defølbe met ſijn bloed en dood / en tingeerthem met de hoogſte tin duur van de Goddeljke kracht , aldaar word den felben in een Engels beeld getranſmýteort, en bes . homteen Goddelijk leeben . 35. Als dan begint dat felbe leeven te hongeren naaſin Corpus ; welk Corpus deverdurben buurige zieleis7 upt dewelche denwilleinChrifto is inges gaan : alzoo ringeert het nieuweleevery in Chrifto / 7


den 46. Br ? Theofopbiſche 278 : nu de ziele ook / dat de ziele / in deeren Geeft des Willens / een rechten Goddelijken honger bekomt en naa de Goddelijte genaade begeerig wozd ; en fy begint / in deeſen Goddelijken Geeft des Willens in Chuſto / ſich te beſien / wat ſpis hoe (p / in haare eps genſchappen / van Godt is geſchepden geweeft / en hoe ſy in Gods toozn gebangen legt ; en erkent haare grouwelen / ook haar ongeſtalte voor de Engelert Gods ; dan en heeft ſp ntets met 't wella fp rich han beſchermen ; want fp fiet dat ſy in de kaaken des doods en der Hellen ſtaat met de booſe Beeſten oma cingelt, dewelke haare begeerten geduurig in haar ins boeren / om haar te berderben . 36. Misdan zo verſinkt ſp in den ſelben nieuw gebooren geeft des Willens / en berdiept ſich in de al derlouterfte ootmoedighepd ; dan begrypt haar de Geeft Chrifti, en boert haar in deeren nieuwen Geert. des Willens in / dat hem deziele / Effentiatiter gewaar word / aldaar dan den Goddeljken aanblik der vzeugs den/ in de ziele/ opgaat ( zünde een nieuw ooge ) in't welk de buurtge ztele het Goddelijke Ens des Weeſens en lichts , in ſich ontfangt ; daar van ſy naa Gods genaadehongerten dozft en in de geweldige pani tentie of boete ingaat en ban het quaad ( !t geen ſp heeft begaan ) berouw heeft. 37. Ende in deefen honger en dopft ontfangt fp Chrifti blees en bloed : want den nieuwen Wilen . geeft die aanvangelijk in de genaade Chaſti is inges gaan / den welken Chriſtus heeft in ſich ingenoo men / die wordt nudoo2 imagneetis impreffen / of hongeren en begeeren der zielen / ſubſtantialis ofWees ſentlik . 6 38. Ende deefe weefenthepd / is SophIAH ge- ?? naant /sönde de weefentlijkewpshepd /oftehet lig haam Cbzifti : en in 't felbe staat het geloof in den


279 Send -brieven den 46.Br. Hepligen Geeft; alhier gelooft Chriftus en de zielel in eenen eenigen grond. 39. Wanthet rechte geloof en is niet een gedachte oftoeſtemming der geſchiedeniffen / dat den meng in fich indrukt / dat Chaftus booz fijn fonden geſtozben is : maar het is een aanneemen der beloofde genad . de Chrifti :hp neemt Chriftum in ſich /hp impreſſet hem in ſijnen honger / Chiiftus berbult den honger des geloofs / metſön Heemels blees en bloed / met de genaade/ dewelke God/ in Chrifto / aanbied . 40.Chriſtus (ppſt de zielemet het Weeſen Sophiæ : dat is / met ſijnlighaam en bloed ; gelijkhpdan alzo fepde : wie niet en eet het blees van den Boon des Menfren / die en heeft geen leeben in hem / maar wie 't felbe eet/ die bipft in hem . 41. En hier in beſtaan ook Chrifti Teftamenten / en het rechte Chriſtelijk Geloof : want een onwees fentlijk Geloof / is gelyk een glimmendbuur of ton tel in een nattighept / ' t welk gaern wilde bjanden en geen recht Ens daar toe en heeft : maarwanneer ' t felbe een recht Ensword gegeeben / 300 bermeerdert fich het klepnebonkje buurs / upt het welk een ſchoon licht ontſtaat / 't geen van ſich ſehpnt / als dan word Het oopenbaar hoe dat in 't hout een zoodaanig buur en ſchoon licht heeft verbozgen geleegen / 't welk te booren niet enwierd bekend . 42. Alzoo is ' took in een kind Gods te berſtaan : 300 lang dearme ztele in de grimmighed Gods is ingewikkelt / 300 is ſy gelijk een glimmend wiebje/ 'twelk gaern wilde branden , en dat echter niet en kan banwegen de poethepd derfondenen des toons Godgemaar wanneer deziele (zönde het klepne bonka je ban't Goddelijke bour ) het liefde-Ens Chrifti (dat en bloed ) in ſich bekomt / 300 begint is Chriftiblees bet ſelbe borilaje een groot buuren licht te wozden / ' t welk


280

Theoſophiſche den 46.Bsà Welkom zich ſchont en luchtet met ſchoone deugdett en goede Werchen / en't leeft in groot geduld onder de pdelhepd van deere waereld : 't Waft ebenwelop / gea. lijk een ſchoone bloem upt de wilde Warde. 43. Gelijk wop ban 't ſelbe een gelykenis hebbert aan de son en de Aarde ; dat/ wanneer de son de Aarde niet en beſcheen / zoo en zouder geen bzucht waffen : maar wanneer de son de Aarde beſchpnt / en fich in't Ens der Harden indzingt / 300 bangt het Ens der Warden de kracht der Sonne in fich ; daar ban een grooten honger in't Ensder-Marden ontftaat nga de kracht van de son en den felben honger ims preffer der Sonnen kracht: en upt den felben hon der ban't Ens der Harden / die naa 't Ens ban de Son in de hoogte gaat / wozd upt der Harden een hrupd getoogen / inet eenen halm / daar in het Ens en de kracht bande Son / meede in den wasdom / in de hoogte gaat / en de son met haare ftraalen deg lichts in 't Ens van de Harde / in den halm en woza tel weefentlik wozd : en men fiet hoe dooz de kracht ban de Son en ban't gefternte in den Spiritus Mundi, een ander Corpus upt den halm wozdt / dan den wortel in der Warden is ; hoe fich den halm / in een knop / tot een ſchoonen bloeffem / en daar nga tot bzucht in boert : ook ſiet men hoe de Son daar naa ban tyd tottpd / de felbe vzucht rpp / en gants lieffe iðkmaakt. 44. Alzoo is 'tookmetdet mens te berftaan : den grond vande ziele / is den Goddelijcken acker ; wanar neer ben zelben den Goddelijcken onneſchpn in fich ontfangt/ 300 gaat daareen Goddelįhgewas upt ' t felbe is de nieuwe geboorte / daar Chriftus dan regt : dit gewasmoetnu ban booben /ban de Boda delijcke Sonne / en ban't Goddelijcke waater / en ban 't Goddelijcke gefternte ( zönde de Goddelicte Kachey


281 Send - brieven . den 46.Br. kracht) gevoed en opgetoogen worden / tot een Gods delijk Corpus van een Goddelijcke en Engelfie fi guur ; gelijk het Corpus op den halm . 45. Ende gelyk het Corpus op den halm / in ree gen / wind en onweer / in hitte en koude moet bes ſtaan / en ſich van de Sonne laaten rijpen ; alzoo moet een Chiften / in de doomen van deere Waes reld / in den opgewaakten toom Gods / in't rijk des Dupbels / onder veele Godlooſe menfien ftaan / en metbeſpotten en berachten / op fich laaten ſlaan : en moet echter ſyn hoope eenig en alleen van alle Crea tuuren / in de Goddelijcke Sonneinwenden / en fich van de felbe laaten rppen / en tot een Heemelfie bzucht baaren . 46. Geen ſteene hupfen / of menffelijcke inftellin gen / en baaren hem ; maar de GobbelöckeSonne / in't Goddelijche gefterntevan de kracht des woozds Gods / in den Tempel Jefu Chrifti / dat hp een rank 3p/ aan den Wynſtok Chriſti / en goede djup ben voozt. bżengt / die de Goddelijke Sonneepp maakt datde kinderen Gods ( zinde fijn liebe meede leeden ) de relbe eeten ; daar ban y ook / in en met hem / liptgroenen ; welke drupben zijn /goede leefel beeben / en doen . 47. Hetmoetmet een mens in 't werken en bzucht bzengen koomen ; anders en is de nieuwe geboozte / in hem noch niet openbaar / en den eedelen taki noch niet geboozen : daar en helpt geen kittelen / vertroo ften / noch fich van een geloof beroemen ; indien het geloof geen leebendig Godfozmig kind en word / in weeren en willen / 't welk daar Goddelijke bzucht dzaagt. 48. Al ' t geene om 't welk men teegenwoordig ftrpd en kampt / ook land en lieden berderft / ' tfelbe enis niet anders dan een leedige dop ſonder vzucht; ent


282

Theofopbiſche

den 46. Br.

en't behoozt aan de buurende Waereld tot de ſchep , ding : daar en is geen waar berftand in geen van de partpen ; Sp ftrpden al t'faainen alleenlijk om den Naam en Wille Gods / en geen van de partpen en wilde zelbe doen ; Sp en meenen niet anders dan ep gen eer /en bleeffelijhe welluſt /indten dat fpchziftenen waaren / 300 en zouden fp geen ſtrpd hebben. 49. Een goeden boom dzaagt voor ieder -een goede bzuchten ; en al is 't fchoon dat hp Ipden moet dat de wind fijn takken en bzuchten meeniginaal afflaat / en de Son de zelbe uptozoogt / ook van de Swijnen wozden gegeeten wanneer ſp rijp zijn / of bertreeden wozden ,eebeniwel arbepd hp geduurig tot andere goes de bzuchten . 50. Wizoo en kan een waar Chaiften in Chrifto / ook niet anders willen / dan alleenlijk 't geene Chzi ftus in hem wil : al is 't ſchoon dat hy moet lijden ban dat hem ban ſyn boos blees en bloed / als meede des Dupbels mind / ooh ban de vooshepd des Waes relds / fön goede vruchten (die upt den inwendigen Mens uptgroenen en waſſen ) meenigmaal wozden den boomban bertreeden en bedozben eevenwel bipft ' t nieuwe gewas in 't leeven Chrifti ftaan / en groent door den uptwendigen ſterffelijkenmens upt/ ſonder eenigen teegenſtand gelijk als de eeuwighepd dooz de tpd groent / endeaan den tpd / leeven en krachtgeeft : ende gelijk den dag door de nacht uptgroent / ende de nacht in dag verandert en daar den nacht echter in ſich ſelfs blijft/maar in den dag niet en wozdt bes hent : alzoo groent den Goddelijken dag ook dooz on fe eeuwige nacht / in ons / upt ; ende verandert de nacht (zönde Gods toozn / de Helle / den dood / de angft / endehet eeuwige verderben ) in den Goddes lijken dag van't kök der bzeugden , al is 't ſchoon dat dedupftere nacht/ door 'i Ens en bergifdecflange in


Send- brieven . 46. Br. 283 den in 't blees en bloed daar teegens woed en förpöt. 51. Derhalben ( beminde Heer en Chriſtelijke Bzoeder ) moeten wpmeer trachten naa 't gewas van den Cedelen Daerel-boom / en hoe wp tot het felbe moogen koomen / als dat wp het onnutte geſwets en berdichtfel naaloopen / daar den eenen Broeder den anderen / om een meenings wille ( die hp fich felfs heeft gemaakt) veçacht berſmaadt / berkettert / en aan den Dupbel oobergeeft. 52. Ik regge u / in inijn erkentenis die my ban God gegeeben is / dat 't felbe louter bedzog des Dup, bels is / die onsarme menfſen alzoo in meening / ber achten / en ſpotten omlepd / dat wp om de ſchopfre twiften / en ondertuffen / de liefde en 't geloof bers lieſen ; en niet tot de nieuwe geboogte en koomen . 53. Onſe gantfe Religie is maar een kinderwerk ; dat wp moeten ban ons epgen weeten /willen / loos pen / en diſputeeren gants uptgaan , en boozeemen Hoe wp op den weg willen treeden die ons weeders om in ons berloozen Daaderland inboere / Hoe wp Weederom tot onſe moeder moogen koomen / die ons / in den beginne / upt haar heeft gebaart. 54. Indien wp ſulks nuwillen doen / 300 en moes ten wp ntet epgenwillig tot haar koomen / in pracht en verachting ban haare kinderen onſe meede- Chris ſtenen 2 ofmeedeleeden ; want wp zijn den berloozen Soon / die een Swijnherder is gewozden / 'en heba ben ons Daaders erfdeel'ſchandelijk berbzaft met des Duppelsen des Waerelds Dzaf- ſwijnen : wp moes ten Weederom in ons ſelfs ingaan / en ons / en't hups onſes Daaders wel betrachten ; en wp moeten den ſpiegel des Wets en des Euangeltumsbooz ons neea men / en ſien hoe berre wp van de gerechtighepd en waarhepd Gods zijn afgeweeken / als meede/ ban de bzoederlijke liefdeen , ons herte wel bepzoeben /waar toe 't felbe geneygt is: 55. Wang


284

Theoſopbiſebe

den 46. Br.

55. Wanneer wp dit nu zullen doen / 300 zullen wop in ons ſelfs / beel honderden boore dieren binden / die wop in Gods plaats hebben geret / ende felbe booz Godt eeren ; en zullen dan eerſt ſien wat booz grou welijke dieren / in Adam / dooz de valſfeluſt /oopen baar zijn gewozden / en waarom God tot Adam reps de : het ſaad der Douwe zal de Slange ( zijnde de monftretiſedieren ) den kop vertreeden. 56. Naamentlijk / wp zullen eerftelijk in onſe bes geerte ſienſ den ſtouten Lucifer / dte van de Godde lijke en Broederlijke ootmoedighepd is afgeweeken / en de leeden fijns lighaams beracht/ en fich tot eenen Godt en heer oober hen geſet heeft ; dewpi'er geen Goddelijkeliefde en is / noch om God / noch fünen Broeder te beminnen . 57. Ten tweeden / zullenwy /in onſe epgenſchap , een dier vinden / 't welk is gelijk een gierig Swijn ! it welk alles aan ſich treliken / en alleen bzeeten en bes ſitten wit / en meer begeert dan't behoeft;daar meede den trotſen Lucifer mag pzonken / en ſich ſien laaten / dat hy een Godt 3p oover een Weeren ; die daar kan Heerffen / en macht en geweld heeft ober fijn meedes takken : en wop zullen ſien , hoe deeſen trotſen Luct fer ( ich ban den boom des leebens / en ban den war dom der liefde heeft afgebzooken / en een epgen boom willen zijn ; daarom bp dan ook aan Godt berdozt

is . 58. Ten derden / zullen wop / in omſe epgenſchap / binden / de vergiftige nodige fiang/ die om ſich heen fteebt gelijk eenbergif (zpnde de npdighepd ) dienies mandzoo veel en gunt als fich felfs / die in ' t hert ban andre menffen ſteelit en woedt / en hen met wooz den laſtert i en alleen den trotfen Lucifer in hem prijft ; en ſijn balshepd eenen engel Gods noemt. 59. Tenbierden / zullenwp /in onſe epgenſchap/ pins


7 2

t

den 40. Br.

Send-brieven .

285 vinden / den buurigen Dzaak / ſittende ia't helfie buur / zünde den toom ;den welken (bp aldien 't degies righepo en de npdighepd ntet enkan bekoomen ) met bupften daar in wil plaan / en met geweld neemnen / enzoo dol is /dat hp ban booshepd berft/en fijn leeven / in de buurige booshepd / berbzeelat ; en geheel eenen dozren tak aan den boom is , dienietanders endeugt/ dan tot het buur. 60. Ten bijfden / zullen wp/ in onſe begeerte / beel honderden dieren vinden diede hoobaardighepd meer beminnen en eeren dan Godt / en de gierighend tot eenſchat aan ſich trekken / daar de hoobaardighepd meede pzonkt/ gelijk of 'tGooden waaren ;en ontrekt alzoo fijnen zoeder daar dooz ſyn leeben ; dat hy't felbe / 0002 ſönen dwang /in elende en droefhepd moet berteeren . 61. Wanneer den mens ( ich nu alzoo in deeren ſpiegel van ſijn felfshepd befchouwt/ en deeſe boore dieren gewaar wozd / 300 mag hp't fich ſelbe wel in dzukken / en hier bp den ſwaaren bal Adams betracha ten / en denken datdeeſe begeerten alt ſaamen upt het monſter der flange/ dooz des Dupbels invoering in onſe eerſte Ouderen / hem zijn ontſtaan . 62. Want alle de epgenſchappen van de begeerte / laagen in Adam in de gelijkhepd / en de eene beminde geduurig d'andere ; maar dooz des Dupbels npd/ die de balle luft in Adam en Eba berlehte / om de ons gelijkhepd te probeeren / en te ſmaaken wat quaad en goed zp / te bebinden hitte en koude / en te probeeren de beelhept der epgenfchappen / 300 jön zoodaanige valfje begeerten in den mens ontſtaan :dat als nu dees fe begeerten haares gelihen aan fich trekken en begeeren ; en eenieder begeerte ban deefe epgenſchap pen / een fonderlijke leebens - honger / in den mens is, die ſich van de gelijkhepd heeft afgebzooken / en


den 46.Br. .Theoſophiſche 286 teegensdeliefde en gelijkhepd van fijnmeedetak of bzoeder begeert/om haar leeben en onderhoud aan ſich të trecken7 en ſich tot een heer daar oober te maa ken ; Willende een eygen ſelfs zön . 63. 't welk alles teegens den Goddelijken wille en grond is / en een mijneedighepd aan Godt ; ook tes gens den loop van de natuur gaat; gelijk men dat aan de Aarde Boomen / en alle gewaffen ſiet/ hoe alles lieffelijk bp malkanderen ſtaat en waft / en fich in een eenige moeder verheugt ; en hoe den eenen tali aan den boom den anderen fijn fap en kracht in laat bloeijen / en den eenen doozgaans den anderen dient. 64. Want alzoo was het menſelijke leeben oolt ( Joh. 1.) upt het eeuwige Wood / aan 't beeld des menfren / upt den limo der aarden / in een lieffelijke gelijkhepd ingevoert / dat alle epgenſchappen des leebens alzoo in gelijhen gewigte in de temperatuur in een eenige liefde ſtonden / en ſich ſelfs beminden. 65. maar doen de Dupbel hetbergif en de balfie begeerte daar in ſmeet / 300 berdeelden ſich de epgen fchappen des leebeng / in beel begeerten ; daar ſtrpd/ krankhepd /berbzeeking / en de grofhept des lighaains van ontſtaan is / dooz devalfſe begeerte en inboering ban de beeachtige epgenſchappen ; daar door het beeld van't heemelfje weeſen berblikte ;daarGodt hen ban ſepde: ten welken daage gp ban't gewas des er kentenis ban quaad en goed ſuit eeten / 300 ſultgp den dood (dat is / aan Őods kijk ) ſterben ; gelyk

ied . dan ook alzoo is geſch 66. En wpmoeten ' t ons baft indrukken / dat dees fe dierfre en balfe begeerten in den mens /hetmonſter van de Slang zijn / en een bpandſchap teegen Godt en 't Heemelrök ; en dat wp daar in niet anders en zijn , dan kinderen der Hellen en des toon Gods ; en in defelbe het Hyle Gods niet en konnen erben noch


Send : brieven . 287 noch beſitren : ook 300 en is Godt in geen ban 300 daanige begeerten oopenbaar / maar niet anders dan fijn Coonn ; en de epgenſchap van de dupftere en aard fe waereld ; en leeben daar in maer aan de pdethepo ban deeſe Waereld / en ftaan daar meede op den afs grond van de dupftere Waereld des toons Gods ( zijnde de Helle ) die alle uuren haare haaken naa deere eygenſchappen oopen (palkt / en deele epgenſchappen Houd vooz haare bzucht en kinderen / dewelke ſp zal in - oogften ; en upt natuur -recht haar ook toebehooa ren : want deere begeerten zijn alteſaamen upt Haar ontſtaan / en ſtaan /met de woztel / in den grond der Hellen en des berderfs ; en gants niet anders. 67. Daarom repde Chriſtus : ' ten zp dan dat iemand van nieuws gebooren wozd ; anders en zal hp Het kijke Gods niet ſien : alle deere balffe willen en begeerten zijn tot deberdoemenis gepredeftineert: wil iemand Godt ſien ! die moet weederom heeren/ en wozden gelijk een kind / en door het waater des eeuwigen leebens ( dat is / dooz 't Heemelſe Ens , 't welk Godt in Chiifto heeft geoopenbaart) in der Hepligen Geeftnieuw gebooren wozden / dat den eer , ften rechten mens ! van't Weeren van de Heemelſe waereld in Chrifto Weederom uytgroener en ( die in Aldam geftozven ts) leebendig wozde. 68. Al deere dieren zijn berdoemt/ en moeten in ons ſterben : en al is 't ſchoon dat de begeerten der felbe ons in'tblees noch eenigſins blpben aanhan gen / eebenwel moeten ſe in deeren tijd / in de ziele/(dat is / inden inwendigen grond) alt ſaamen gedood woza den / en het inwendige leeben der zielen / dooz de waare tinctuur , in't bloed Chriſti / weederom getingeert worden / dat de epgenſchappen van den inwendigen grond / Weederom in de gelijkhepd leeben , anders en konnen de felve in ſich/ de Badhepd niet berepken . 69. mans den 46. Br .


288

Tbeofophiſche

den 46.Br.

69. Wanneer den mens nu zulks erkent/ den fel ben en kan van de begeerten van ſijn booſe dieren niet beeter ontſlagen wozden / dan dat hp ſichvan ftonden aan ter ſelber uure/upt al ſijn krachten /in eenen 300 daanigen geſtrengen wille en voozneemen inboerel dat hp deere dieren des Dupbels wil bpand wozden / (nademaal ſy niet anders dan kinechten des Dupbels zijn ) en begeert Weederom te keeren / in ſijn verlooren Diaderland / in de kindshepb en eeniging : en fien ſich felfs ntet anders aan / dan den armen berlooren Swpnherder (want hp is 't ook felfs / en gants niet anders of beeterg ) en koomen ban ſtonden aan / met omwendig fijner zielen / tot den Daader / in de al derdiepſte ootmoedighepd fijner onwaardighepd / die het geſchonken erfdeel ( zijnde de verdienſten Chriſti) (chandelijk heeft verdaan / en treede in de boete. 70. Dat hy maar i upt al fijn krachten / fijnen ernſtigen Wille daar in begeebe/ dat hp deere uure /ban nu aan/ wil boete doen /en deeſe booredieren niet meer beininnen : Doch het moet ernſt zijn /en niet denken op eenen anderen dag/week /of jaar:maar ſön gemoed moet derelbe tot de berdoemenis des doods bero02 deelen , en niet meer lief willen hebben / maar booz. bpanden houden ; en ſich begeerende tot de genaade

Gods te wenden . 71. Wanneer dit geſchied (regge ik bierbaar) dat HP ſig dan tot het ernſtige gebed /indeootmoedighepd / ban Godt bidden : en of mag wenden / en genaade ſchoon fijn hert louter necn fept / en dat de Dupbel ſept: Wacht noch / het en is teegenwoozdig niet goed / gp en zöt nu niet aangenaam / maar mozgen ; en wanneer mozgen komt 1 300 fept hp al Weederom mozgen ; en ſpreekt in 't blees in : gp moet dit en dat ban te booren hebben ; berſaamelt u eerſt een ſchat/ dat

1


den 46.Br..

Send - brieven .

289 datgp de waereldniet enbehoeft; treed als dan ineen 3oodaanig leebert : gebenwel moet het gemoed in fijn boomeemen baft bipben ſtaan / en denken ; deere ina ballende gedactiten zijn mön voore hongerige dieren / deſelbe wil ik dooden / en ilºtbloed Chriſti / in fijne liefde / berdzinken ; daar en moet geen van de felbe in my meer leeben , want ik en wil haarder niet meer ; ik ben op den wegnamijnen ouden Daader / die fin Soon tot mp / in mijn elendighepd / heeft gefonden ; die daar fepbe : komt alle tot mp / gp die met fons den belaaden /doch ober de felbe berdzietig zijt/ik zal u verquicken ; mijn Daader zal den Hepligen Geeſt geeben / aan hen die hem daarom bidden . 72. Dit beelde hp ſich in't herte in / en koome/ met den berloojen Soon / tot den Daaber : wanneer den pelben zal ſten / dat het gemoed der zielen tot hem gerichtet ſtaat / en fich gaern wilde beheeren ; en ech ter niet en kan : 300 zal hy hein ban ſtonden aan te ges moet koomen / en batten de ztele in de ermen van fijn treliking / en boeren haar in 'tlijden en ſterben Chri fti : aldaar ſy dooz ernſtige pænitentie en boete / de grouwelijke dieren zal afſterben / en upt den dood Chriſti/ in eenen nieuwen wille/ van een nieuwe rech te Goddelöhe begeerte / opſtaan /en een geheel ander mens veginnen te worden ; En hp zal dat geene / t welk hp te boozen heeft bemint en boor fijn ſehat gehouden / ntets achten ; en't zal hem al eens zön/ of Hy't had/ en ook niet en had/ en zalfich daarnaa / in al ſyn bermoogen maar eenen dienaar Gods ach ten . 73. Want 300 haaſt hy maar den hoovaardigen Lucifer met de hoobaardighepd han oberweldigen / 30 worden de andere booſe dieren al t'faamen mat en (wal / en berliefen Yaar biegiment : al is 't ſchoon dat de felbe in deeſen tijd / in't Wardre blees / noch leebany N


290 den 46.Br ? Theoſopbifcbe leeben / eebenwel en zijn ſpniet anders dan gelijk een als een boorenhond Wezel die den ſak moet dzagen /of aan een keeten ; haar vermoogen word hengebzooken . 74. Want wanneer Chriſtus opſtaat / 300 moet Lucifer gebangen leggen : en indien dat het ernſt zal zijn / 390 zaldaar een zoodaanig klepnood naabolgen / iwella deeſe peme alhier niet en han beſchzpben / en datzodaanige alleen weeten / die bp deHeemelfe bzupa loft zijn geweeft / aldaar de eedele Sophiametde ziele wozd verhouwelijkt : daar Chriſtus van fepde / dat zoodaanige groote vjeugde in den Heemel 3p./ oober eenen Sondaar die boetedoet / meer dan dober neea genentneegentig Hechtbaardige : Welke bzeugdedok in den Heernel des menffen / in ' t verhouwelijken / wozd gehouden : de onſe berſtaan dit. 75. Derhalben / mijn beminde Heer en Chriſtelijke meede-bzoeder / dit wilde ik u Chriſtelijk en welmee nende / indachtig maaken / en upt mijn klepne ſchat kift / in kindre een boudighepo i boozbeelden ; niet in die meening om mp daar dooz te laaten fient; maar / upt trouwhertige begeerte / in meedewenffing ; dat fulls in UE : Herte mocht bevindelijk worden : en dat ik alz00 / als eenmeede- lid ( (choon afweerende / en doclj echter teegenwoozdig / in de begeerte en mees dewerking inde Goddelijke gaaben ) mp met UE : een wepnig mogt bermaaken ; en zulks op het begees" ten / gelijk booben berhaalt is . 76. en indien dat mijnen goeden wille mochte plaats vinden / en datGodt de deure van ſijn berbo2s! genthepd wilde opdoen / 300 goude ik noch eenige ans dere Hoogere klepnoodpen in mijn ſchat-kiſtjen heb ben / daar in tijd en eeuwighepd kan erkent wozden ; Joude berepd zijn met de felbe ü € :ook te dienen . En & : met t'faamen alle die u liefzün / in de beveele J. B. fachte liefde Jefu Chrifti, Den

4


den 47.Br.

Send brieven .

29

Den XLVII . Send - brief ,

Aan dc Heeren GODFRIED FREUDENHAMMER en JOHAN HUSER . Van den 11 November Anno 1623. De Groetenis onſes Heeren Jefu Chrifti, metlijn in gang en oopenbaaring in fijne mensheyd , Wercke. in ons allen met fijne liefde.

geliefde Heerenen Boeders in Chriftor 4. Veel wanneer Godt ons't regte berftand dooz FÖR genaade oopent , dat wop het eebenbeeld Gods (Den mens) regt moogen erkennen / wat hp na Liglaarn / Ziel / en Geeft 3P ; 30 erkennen wp / dat hy derigt: baare / en ook deonſigtbaare geeſtelijke waereld ist naamelijk een extrad upt alle de dzie principien des Godlijken Weefens ; met het welche ſich de verboz gen Godt doo; upt-aademing en invatting banſüne (cheydelijke kzacht en eeuwige weetenſchap / rent ſigtbaar beeld heeft daar geſtelt : d002't welche hp de wonderen van hetuptgeſpzophene woozd / dewijlher WoodTijner kracht ſich weeſentlijk maakt /in't ſelbe tweefen formt en beeld : en heeft alzoo met den mens

1

een beeld van fon ſpzeeckend en uptgeſprooken wees fentlik woozd daar geſtelt; in't welche de Godlijlte ſcientz met de fcheydelijkhepd van 't eeuwig ſpzees ken in legt. 2. Daar vandaan komthem ook het verſtandert de weetenſchap van alle dingen / dat hpde faaments ſetting der natuur / als ooh meede haare oploffing bers 2.2


den 47.Br; Theoſophiſche verſtaan kan : Want geen geeft bozſchet dieper als in fijn moeder / daar upt hp ontſtaan is / en in welkers grond hp / in ſijn Centrum / in ſtaat ; gelijk wp dat aan de Creatuuren der elementen en geſternte fien / dat haar berſtand en weetenſchap niet hooger is als haar moeder daar in ſy leeben; een irgelijkleebenna den aartvan ſijn moeder / daar in het7 in de ſchepde delijkhepd ban het uptgeſprooken woozd / ftaat. 3. Diesweegen / de menſelijke ſcientz , in het Centrum ſijnen verſtands / quaad en goed åameemt/ en ſich in quaad en goed bat / en daar in weefentlijk maakt / ſich alzoo metde ſcientz in het willen / be geertel en weefen invoert / dat de ongrondelijke wil 1:/ upt het eeuwige oogd der ſchepdelijkhepo / fich in het Creatuurlijke woozd / naamelijk in de Creatuur lijke zielfTe fcientz , in een Ens en weeren inboert /op aart en wöre gelök ſich het uptaademen Gods met de ſchepdelijkhepd des eeuwigen willens / in meeniger lep epgenſchappen / met de figtbarewaereld /heeft ins gevoert /naamelijk in goed en guaad / in liefde en bpandſchap / op dat in zoodaanigen contrarieteit, het weeren (chepdelijk / fozmelijk / onderbindelijk / en bindelijk gp / dat een ieder ding / in fijn contrarie teit , felber bindelijk werde. 4. Want in Boot zijn alle weefens maar een wees fen / zijnde een eeuwig Een , het eeuwige eenige Goed : Wellieeuwig Een,ſonder ſchepdelijkhepd / hem miet oopenbaar en was ; daarom heeft fich het felbe upt ſich ſelber tiptgeaademt/ op dat 'ereen beelhepd ett ſchepdelikhepd ontſtonde;welke ſchepdelikhepo ſich in egn epgen wille / en in epgenſchappen heeftingeboert / doclide ergenſchappen in begeerte / en de begeerte in weefen . * 1300dat alle ſieneljke dingen / bepde /de lees bende en onlcevende / ontstaan upt de ſchepdelikhepd en in battelikhepd pan het uptſpzeekende woozd upt de 292


1 Send- brieven. 293 de ſcientz van het Myſterium Magnum ; een ieder ding upt de experienci ban het geſchepden woozd . 5. Een ieder ding heeft Tin feparatie in ſig : Het Centrum ban ieder ding is geeft / ban den oozſprong des Woods : de ſeparatie in een ding is de epgen wila le van fijn ſelfs invatting / daar een iedergeeft ſich in weeren inboert/ naa ſijn effentialiffe begeerte . Def02 melikhepd der Corporen ontſtaat uit de experienci deg willens / daar het Centrum van een ieder ding / zijnde een deel ban'tuptgeſpzookene woozd / fialwees derom uptfpzeelat/ en in ſchepdelikhepd boert/ op aart en wijfe van het Godlijk ſpzecken . 6. Indien nu in 300daanigenuptfpzeeken geen baye wil en was :300 had het ſpreeken eenwet / en ſtond in dwang / en daar en kon geen begeerte of luſt ontſtaan / 300 was het ſpreeken epndelik en aanban kelik ; it welk 300 niet en is , maar het is een aademen des Ongronds / eneen ſchepdelikhepdder eeuwige ſtilte/ een uptdeeling ſins ſelfs ; daar dedeelbaarhepd wees derom in ſijn relfs ſchepdeliklepd in een epgen wille ſtaat/ en is wederom een uptſpreeken fijns felfs ; tipt ' t welke de Natuur / en het Creatliurlijke leeven fijn 002ſpzong genoomen heeft / en ban daar is een ieder dings epgen wille ontſtaan / dat ſich een feder ding / upt fön epgen experienci , in form en geftaltenis 1 als meebe / in leeben en werking / inboert ; gelijk let in ſin Centrum in de algemeene experienci, naamelijk in't Myfterium Magnum , in de moeder allerwees fens , in - ſtaat. 7. Belijk wp dat aan deaardefien ; dewelke in den beginne ban haare mateerien / upt de ſchepdelikheid van het Godlijk aademen / op een ſpiritualiſe aart/ ont ſtaan is : daar fich de ſchepdeliatjepd des woozdg met * den epgen wil / in een Ens en Weefen heeft gebat / en met die inbattelikhepd of inpzeffie / in onderbindelik Heyd N 3 den 47. Br.


294

Theoſophiſche

den 47.Br.

hepd der effentien ingevoert ;in welke ondervindeliks hepd de magneetiſe begeerte is ontſtaan / dat ſich de eygenſchappen van den ſchepdeliken wille met de be geertel in Corpora hebben ingevoert / naa / en upt den aart der date Principien van de Godljke Oopena baaring. 8.Uptwelken oogſprong de aarde zo veelderley Cora pora heeft / goede en quaade / naamelijk / aarde / Fout / fteenen en metallen ; en zoodaanige Corpora leggen in de aarde vermengt ; de oorſaak is / omdat de dzie Principien in malhander ſtaan als een eenig weeſen : en ſtaanmaar in drie onderſchepdenheden der Centren , naamelijk der Godlijker oopenbaring/ daar een ieder Centrum fijn epgen uptaademen / nas truc / en weefen upt fich maakt , en echter alle upt Het eeuwige Een ontſtaan . 9. Het I. Centrum is het uiptaadenen van den Ons grond 7 naamtelijk Het ſpreeken Gods ; de invatte : libhepd en Goddelijke onderbindelikhepd fijns felfs / dat Godtſich in drievoudigüepd boert / en baakt / en: in kracht uptſpreekt. 10. Het II. Centrum of uptſpreeken , is het uptges fprooktene Deefen derGodlijkekracht enisgenaamt Gods Wijshepd / doozdatfelveaadent (ich het eell wigewoozd uptin weetenſchap / naamelijk in de orts epndelijkhepd der veellepd / en boertde Deelhepd der weetenſchap in luft / ende luft in begeerte / en de be geerte in natuur en ſtryd tot aan het buur/ in 't welke de ſtryd in de pijnlijkhepd / fijn epgen natulie recht / in de verteerlijkhepd des buuurs / af-fterft ; eir daar echter geen ſterben verſtaan woogd / maar alzoa voert ſich de kracht in ondervindelijkhepd / en dooz de dooding van de epgen begeerte deç epgenſchappen / doo2 Net ſterben der Felfshepd / (boert de felbe fich ) dood het vuur in het licht upt : aliwaar / in Getlicht /


den 47. Br.

Send-briever ,

een ander Principium , naamelijk het Waare Myſte Fium Magnum derGodlijker oopenbaring / berftaan wozd ; en in 't vuur wozd 't eerſte Principium , dat is de eeuwige natuur / verſtaan , en zün twee in een ge lijk buur en licht: het buur geeft Ziel/ en de kracht des lichts geeft Geeſt. En in deere kracht des lichis ban het Godlijk uptfpzeeken dooz de wijshepd / door de oopenbaaring des buurs / verſtaat geeft buur / bozd berſtaan de moeder der eeuwige Gees ten / naamelijk Éngelen en Zielen der Menffen ; als meede de geeſtelijkeEngelffe aereld / zünde de ver bozgene inwendige kracht- Daereld / ' t welk een Moeder is van den Heerel / Sterren en Elementer / naamelijk des uptwendigenwaerelds . 11. Het III. Centrum is het Verbum Fiat, raames lijk het natuurlijke woord Gods 1 upt de kracht ban het eerſte en tweede Principium , zünde een Separa . tor , Schepper / en maaker aller Creatuuren / in de inwendige i en uptwendige waereld-/ een ieder wae . reld na bgare epgenſchap deſelbe Separator ,of ſpzees ker der ſchepdeljkhepd van de Godlijke krachten / Heeft ſich upt fich ſelben upt het eerſte en tweede Prin cipium , naamelijk upt het buurige en lichte / als mees deupt de inprelie en inbattelijkhepd der beſchouwing dat is / upt de dupfternis / uptgeſprochen / en met de ſchepdelijkhepd des uptfpzeekens ingebat / en ma terialis , daarenboben beweeglijk en onderbindelijk gemaalit : Daar upt is het derde Principium ontſtaan / zünde de ſigtbaare waereld methaar weefen en leeben ; ook de geheele ſchepping van de figtbaare waereld / welker leeben en weefent upt drie in een weefen en lee ben isgegaan ; upt de eeuwige natuur upt Het Myfte . riumMagnum ,dat is / upti i dupfternis / 2 buur / 3 licht / naamelijk upt liefde en toom . " 32. HetDuur is genaamt Toom / zijnde een pijn 14

lýlia


Theoſopbiſobe 296 den 47. Br. lijkhepden Weederwaardighepd ; en het licht is ge naamt Liefde / spnde een geebing ſins felfs : en de Dupfternis is een ſchepding der erkentenis en wees tenſchap / op dat verſtaan wozd wat lichten leeven / en wat boos en pijnlijk is . 13. Want daar werd tweederley Duuz berftaan / en ook tweederley Licht/ te weeten / na de dupſtre inpreffic een koud buuz ofbals licht /doozde imagina tie van de geſtrenge inpreffie , well licht maar in de imaginatie ontſtaat/ en geen waaren grond en heeft : het ander Duur is een heet brinz / en 't heeft een grons delijk waarachtig licht / úpt de 003ſpzong van het Godlyk willen / die ſich meede / met hetupt-aades men / in de natuur tot in 't licht door het vuur upt boert. 14. In dit tweederlp Duuz 7 en tweederlp licht / wozden twee Principien verſtaan / ook tweederlp willen : want het balfſelicht upt de imaginatie ontt ſtaat uptde natuar ban 't epgen willen naamelijk ipt de inpreflie der epgenſchappen / daar de epgen ſchappen malkander probeeren / daar upt een ep gen luft ontſtaat / en een imaginatie , dat de natuur in een epgen begeerte Haar den Ongrond inbeeldet / in fich in een epgen magt / fonder den wille Gods / in een regiment van haar ſelfs -willen / begeert in te boeren / daar deere epgene wille i den Ongrondelijs ken wille Gods (de welkei bapten Natuur en Crea tuur / in het eeuwige Een in ſich ſelber / ontſtaat) niet wil onderdaanig zijn / Wilſich ook aan hem niet ondergceben / en met hem geen een eenigewille zijn ; maar maakt ſich ſelber tot een epgen ſeparator en ſchepper : hp ſchept hem in ſich ſelber een fcientz , en fchepd fich ban Gods Wille : gelijk aan de Dupbelen / als meede aan de balfe Menffen te ſien is : daar upe haar de uptſtooting upt Gods feparation gebolgt is / dat

1 1


den 47.Br.

Send. brieven .

297

dat de Dupbel met fijn epgen wille/ een ſeparator det dupftre inpreſſie moet blyben / daar in ſtch het woozd in natuur en pijnlijkhepd / tot onderbindeliktepd / inboert ; naamclijk in den oogſprong van den Dinuz Wel :welke echter hetwaare Duuz(daar in ſich Gods wille in het ondervindelijke leeben / en in natuur in voert/ naamelijk in een ſchepnend licht) nietberephen kan. Want den Separator van de natuurlike epgen hepd heeft geen recht Ens , daar in ſijn licht beſtendig 18 :want hp en ſchept met fijn begeerte niet upt 't eeu wige Een , datis / upt Gods fachtmoedighepd/maar ſchept ſich ſelber in een weefen : ſijn licht ontſtaat maar in een epgen weefen der ſelfshepd. 15. Daarom is ' er een onderſchepd tuffen het Licht Gods en tuffen het balfie licht : want Gods Licht ontſtaat in ' t eeuwige Een, naamelijk in'twee ſen der Godljke baaringſ en voert ſich met Gods wille in natuur en weeren in : Hy wozd doozden God delijken Separator in een Ens ingebat en geboert / en ( chpnt / in defelbenatuur / in de dupfternis / Joh 1 : want deingebatte ſcientz is naa de inpreffie een dup ſternis / maar het Godliu Licht doozlichtfe / batre een buurig licht is / in 't welke Gous aademen of ſpreeken inNatuur en Creatuur oopenbaar;en in een ondervindelijk leeben / ftaat. Daar ban Johan nes fegt/Cap. 1 : het leeven des menfren was in hem . En Chaiftus fegt Joh . 8 : dat hp het licht der Wereld is / dat dewaereld het leeben geeft : wantfonder die Godljk licht upt de baaring der Godljke Drie -ees nighepd is 'er geen beſtendig Waar licht; maaralleen een licht derimaginatie ban de natuurlübe inpreffie des epgen Willens. 16. Daarom moet den meng / zijnde het Beeld Gods / de oogen des berſtands / ( in't telle Cons ) licht booz hem Kaat/en daar begeert in te ſchpnen op Bef P 5


den 47.Br. 298 Tbeofopbiſebe heffen / en niet zijn als een Dee / 't welltmet fijn Separ rator niet in den inwendigen grond in de eeuwighepd. ftaat, maar alleen in de naa - form / in het uptgeſp200 ken woozd / ' t well maar een tpdlijk licht heeft in een aanvankelijken en epndelijken ſeparator , in 't welke ſichden eeuwigen ſeparator in een ſpel inboert / en de Godlijte ſcientz in beeldeniffen / gelijk een naa- beel ding ban ' t Myſterium Magnum , ban de geeſtelijhe Waereld / invoert / daar de eeuwige Principien no. buur en licht / in een afſchildering meede ſpeelen ; en den mensmaar alleen /na't uptwendige begrype lijhe lighaam / in ſulken boozbeelding ftaat ; en met fijn geeſtelyk lighaam het waare weefentlike woord der Godlijke epgenſchap is / in 't welke Godt fijn Woord ſpreekten baart7 dat ſich de Godlijke ſcientz uptdeelt /invat/ en in een eebenbeeld Gods baart/ in Welk beeld / Godt/ na den aard der onderbindelijks: Hepd en Creatuur/ oopenbaar is / en ſelber woontent: wil. Zoo moet den mens fijn epgen wil beken / en fich aan het willen Gods oobergeeben . 1.7. Maarnadienden epgenwil desmenfſen fulls nierdoen wil / 300 is hponberftandiger / en ſich ſelfs meer ſchaadelijk / als de wilde aarde / dewelke in mers haaren feparatori ftit houd / en hein upt fich laat maaken wat hp wil. Want GodtGreft alle dingens in fijn ſpet / upt fijn uptfpzeeken / dooz en in fün ſepatu fator gemaakt / en alles houd oolt ſem ſkild behalben het balfe licht / ' t welk maakt dat ſich den feparator der Creatuur in een epgen wille inboext/ dat jch de Creatiur teegen Gods wille fet, 28. Welk vals licht in den nens / van der Wille Des dupbels fijn fondament heeft / die met de inboer ring van fijnbalfe begeerte / den mens monſtreas heeft gemaakt/ dat hp ook een balfeimaginatie leeft HKBERLAN ) tarboozlip die balak bergeete/ dooz


den 47.Br.

Send -brieven .

den dupbel ingeboert / in ftch heeft weefentlijk ge maakt door fijn epgen begeerte ; daar dood in het menſelijk lighaam ('t welk / upt den limo der aarde in het Godlijke Fiat gebatwierd ) een dierfſeſeparator ontſtaan is 7 dewelke de epgenſchap van alle dieren geoopenbaart heeft / daar van in den Mens 300 mees nigerlpluft / begeerte / en wille ontſtaan is : wellie balfſe ſeparator ſich om hoog berheeven en het regi ment bekoomen heeft/ en alle Principien aan ſich gea toogen ! en upt een Godlijke ozdonnantie een mons: fter gemaakt, 19. pelle monftreure beeld ſich met fijnen Wille ert begeerte 7 geheel van den wille Gods / van het Gods ljjklicht heeft afgewend zdaar doorhet GodlökeEnso ban Yjet weefen der heplige wasreld / in hem berblikte ; en hp (den Mens ) alzoo ntet anders als een monfter bleef vooz den Heemel ;en wierd met fijn feparator to een Dier aller Dieren gemaakt / 'twalk nu vooztaart in en met alle dieren Heerft / dewpl dat den Spiritus Mundi met de Sterren en Elementen het regiment heeft bekomen . žo. Seegenwoordig loopt nu den Mens / en ſoeke feederom fijn eerfte regte Daaderiand /want hp ftaas in 300ðaanigen epgenſchap in enkeleonruft ; nufoeke Dp tin teette / dan weerin ' t anoret e mepnt ficts/ Inditmonſter / in tuft in te boerenser , loopt eelitske. maar in den valffen opgewaakten dierflen wily be velite de Wille Gods niet en kan berephen . 31. Hp loopt nu maar in het valife ticht Vani lüm felføhepd / 't welli in fijn imaginatie geboozen word / meteeny monſtreufert fepararors de welbe hert erria gards' cxindef maahe/ daar het geffernte fijn iness king in heeft / ert heeft de chantfe figtbaare waerelt for sentbpano 7 eit ffaatalseen toog in een Don küy i Sorike gettarkj bandedoNR SONika


den 47. Br. 300 Theoſopbiſche en gequetſt wozd : daar men ban hem echter niet zou konnen reggen dat hp een Koore is / indien de God lijke genaade hem ntet en was te hulpe gekoomen / en fich aan hem Weederom in ſönen inwendigen gronu ingeſprooken daar in hem de liefde tot de nieuwe Meedergeboozte aangebooden werd . 22. NB . Daarom / regik / is den mens hoognoos dig / dat hy fich leert erkennenwat hp is / eer hp loopt en ſoekt: want fijn foelien is anders maar een quels ling,daar mee hy ſich ſelber / ineen balffen ſeparator quelt / en doch tot geen rufte komt : want alle deels aardfe willenſ daar in hp ſich meent in ruft in te boes ren / zijn een ſtrpdigen wille teegen Godt / zijnde het eenige Een . Want heten legt niet aan iemands ſelber willen / loopen ofdzaabenſ regt Paulus , maar aan Het ontfermen / naamelijk aan de genaade dewelke hem is ingeſpzooken geworden : want bupten de ge naade is de Nens aan Godt dood en blind 7 en kan tot geen waar leeben koomen / 'ten 3p dan dat de ges naade in hem verwekten oopenbaarwozd . 23. Ook 30 en kan in deeſe aardre wille geen bers wekking geſchieden / want ſy konnen degenaade niet berepken veelminderberweliken : daarom moet ſich den geheelen mens/ in ziel en gemoeb / in de genaade maar infinken / en in ſich een niet -willen werden / die nietsbegeert als alleen de genaade / op dat de genaa de in hemleebendig werde 7 en fijnen wille ooberbels dige en doodde : gelijk de fonne in de nacht te books fchyn koomende / de nacht in den dag verandert: al 30 is 't ook bau den wens te verſtaan ; daar dan Chriftus fegt : 'ten zp dan dat gp omheert en werdet als de kinderen / anders zult gy het rijke Gods / naa melýh den Goblijken ſeparator, niet fien / ban de welke alle dingen ontstaan zijn : 'Want geen weetents dan datfe homt upt fchap is regt of gegrond / 'ten

7


den 47. Br.

Send brieven .

301 de waare Godlijke ſcientz , upt de ſchepbing ban ' t Godlijk ſpzeehen / daar alle dingen haareni002fpzong ban hebben . 24. Zal nu een zoodaanige weetenſchap Weeders om in den Mens ontſtaan / 30 moet de Godlijke fe parator in een weefen van ſijn geljkhepd ftaan / naa : inelijl in een Godlik Ens; dat hetGodlijke woord daar in uptſpreekt/ en't Godlijke licht in't ſelbe (prees ken ſchpnt: alsdan zo kan de menſelijke ſcientz, de welke in't begin van 't ſpreeken des woozds is onts ſtaan / in Het relve licht/ niet alleen ſich ſelber /maar ook alle andere natuurlijke dingen / na de ſchepdes lijkhepd deg woozds / (chouwen ; ook op een magiſe aart / in en met alle dingen werken / op eenGodlijke aart en epgenſchap . 25. Want den mens is in alle werhen Gods blind / en heeft geen waaré erkentenis /' t en zp dan dat het aademen of ſpreeken Gods / in ſijnen inwen digen grond / naden aart des ſpreekens baar upt alle weefens ontſtaan / openbaar zp : al het roeken der Menflen / daar meede men den grond van een ding wil vinden / is blind / en geſchied maar in een ſchoffe daar mee de eflentz des booms bedekt is . Zalder een waar vinden zijn zo moet de enffelijke ſcientz in de epgenſchap des dings ingaan / enden ſelben ſepara tor konnen fchouwen . 26. Daaromis dit die groote flaabernpdes Menſ ren / datfe alle in blindherd loopen en foeken / en maaken een begin om tefoeten aan de ſchozfre / daar doch alle dingen van bupten gefigneert jön watfe in haar Ensen weefen zijn / en den feparator alter dingen ſich rigtbaarlijk en formelijk heeft daargeſtelt ; dat men alzoo den Schepper aan het ſchepſel erkennent han . 27. pant alle weeſens zijn maar een eenig wees fen / A 7


den 47.Br. Theoſophiſche 202 fen / 't well ſich upt fich ſelfs heeft uptgeaademt / en onderſchepdelijk en ook fozmelijk gemaakt : ett Daat maar uptdeſelbe invattelijkhepd der formingen en begeerte / daar fich de geſchepdene en verdeelde Wille in een particulaar in bat ; aldaar ontſtaat een Centrum , en in het Centrum een ſeparator of Schep per fijns felfs / naamelijk een fozmeerder van den Weeder -upt- aademenden wille ; gelijk wp dataan de Närdefien / dat een ieder krupd een epgen feparatorin fich heeftdie het alzoomaaht/ en in form ſchepdet. 28. Indien nu den Mens / naamelijk het Beeld Gods ( in dewelke het Öodlil ſpreeken na de Gods lijke ſcientz , oopenbaar ts ) de Creatuuren wit onder : foehen , het jp inde Leevende ofin de Stoimmer naar melijk in de Waffende of metallife ;300moet hp bopz" alle dingen de genaade / dat hem het Godlijke licht itt fijn fcientz Itchtet / Weederom ban Godt erlangen 1 door ' t welke hp kan dooz het natuurljite lichtgaan 300 zal hem alles / infijn verſtand /oopenbaar werden : anders loopt hp in Het roeken als een blinde / die var : de koleuren redeneert / en echter geen bande felbe ſieti noch weetwat koleuren zijnt . 29. 't Welk aan alle ftantien ter waereld te bez trachten is / dac fp alle blind lospen fonder Godlík licht alleen in een Syderiſe beeldelikhepo /'t wen't get sterne in 't bernuft beeld : Want 't bermuft is anders niet als het metiffelijk Geffernte : 't well made renta Naabeelding bart at de Principien is het ſtaat maarhy ten beeldetikhepat en niet in een Godlike fcientzi Maar mbien her Boblijke licht daarin oopenbaar en fchiprende wozd / dan begint ook het Goblijfae Doozt mptdeeeuwige Weetenſchap daar in te ſpreeken = als beriruft een paar woonhaps bau de tar 300 is Bodlijke bretenſchappen openbaring ek kanals kanyant er wel gebruiktwurden miec bripsen die


i

?

Send -brieven 303 den 47. Br. en is het nietmcerals een geſternte van de rigtbaare waereld . 30. Daarom werd alle Liefhebbers der konft; (in dewelke haaren ſeparator een konſtenaar van groote fubtiligheyd is ) aangeweeren ;datfe/ booz eerſti Godt en fijn liefde en genaade foeken moeten / en ſich aan derelbe gants inlpben en oobergeeven ; anders is al haar foeken maar een ſpiegel-bechten / en daar en word niets grondeliks gevonden 't zp dan dat de een aan d'ander / in de handy iets toe -bertrouwe. 34. 't Welk echter Gods kinderen / in de Welhe de genande Gods is oopenbaar gewozden /hard berbogs den is het Daereltje niet voor de swpnen te werpen / op eeuwige ſtraffe / alleenlijk is haar woodloft haar Het licht te toonen / en haar te wüfen hoe fe daar toe konnen koomen : maar den Godlijken feparator in een dierfíe hand te geeben / is berbooden / 't en zp dan dat hp des enffen wegen wille kenne. : gea 32. Op zoodaanigen aamwpfing / zal ik U Itefde heeren en Boeders / dooz de toelaating der Godlijke geraade en meede-werking deefer teegen woozdige tijd / de Godlijke berborgenthepd (hoe fich Godt / dooz lijn moozd / ſichtbaar/ onderbindelijk /ent vindelijk ; en ook Creatuurlik en formelijk gemaakt heeft ) eenwepnig ontwerpen . 33. Wilt (ulhs berdernaaðenkerty boch ljermoet geſchieden gelijk boobenis gemeld gewozdert anders . zal ik u onberftaanbaarzijn / endatenis mijnīcado niet . 34. Godt is ( ohyin ſich ſelber is ) noch Ratinct noch Creatuur / noch Ott / noch Dat / noch wog / noch Diep . Hy isden Grigrand/ endent Öyond van alleWeefert/ een Eeuwig Eer ,daar geen grond noch plaats enis , hp is booz het Creataur / inNaacber moogs & Niess ,en is erhter: Ticozeleste De Ni


Theoſophiſche 304 i den 47. Br. tinuir en Creatuur is fijn Jets / daar meede hp fico ſichtbaar: onderbindelijk ,en vindelijk maakt/ bepder naa Eeuwighepd en Tijd : alle dingen zijn doo2 Godlyke Inzaginatie ontftaan / enſtaan noch in 300 daanigen geboozte en regiment; ook de bier Člemen ten hebben eenen zoodaanigen grond /ban d'Imagina tie ban het Ceuwige Een . Dan'twelke ik alhier een aafel ſtellen zal / hoe ſich het een upt het ander upt wikkelt / of uptaademt. 35. In de bpgeboegbe Taafel is den grond van alle verbozgenthepd der Godlijke oopenbaaring onts wozpen / om deſelbenaa te denken / welkers berſtand niet en ſtaat in het epgen berinoogen der natuur/ ron der het Itcht Gods / 't is anders hinderlijk : maar die in het licht ſtaan / ift welberftaanlýk : gelijk zulls in mijn Schriften wpdloopig en genoeg berklaart is : en is hier in een kozt begripfiguurlijk voorgeſtelt. 36. Bebeele de Heeren aan de groete der liefde DeſuChriftt/ welke /dooz ſöin aanblik en groetenis / Felfs den Sleutel tot het verftand van deefe Taafel is . UE : Dienſtw : J. B.

TA


den 47. Br.

Send -brieven

305

I. TABULA , ofte ONTWERP , om te betrachten 1. Wat Godt buyten Natuur en Creatuur is . 11. En wat het Myfterium Magnum is , waar door fich Godt oopenbaart. Hoe hy door fijn uyt-aademen , ofte ( precken , fich ' in Natuur en Creatuur heeft ingevoert. Aan den Leeſer werder paa te denken . I. Ongrond , Niets , en het all. VADER Wille, ofte Wellen des Ongronds.

JE

SOON Luft ,ofte deInvatlikheyd des Willens. HO V A. GEEST : Scientz , pfte Beweeging. Alzoo GODT in Drievuldigheyd. word Godt buyo WOORT in Godt. tenNatuur . . WYSHEYD en Crea tuur be . tracht,wat hy in ſich ſelfs is . 11. Hier begint nu het MYSTERIUM MAGNUM , naa mentlijk de Scheydelikheyd in 't Spreeken des Woorts : alwaar 't Woord doordeWysheyd ſcheydelijk en Natuurlijk , alsme de, Natuurlijk , finlijk , gevoelijk en vindelijk word : Daar men het eeuwig begin , de Principien met Gods Liefde en Toorn , in Licht en Duyſternis , verſtaat. Daar toc defever Hooft -geſtalten der Natuur : Hoe ſich het Uyſpreeken in feven geſtalten invoert , en door de ſeven , in oncyndelijk. Met het woord TINCTUUR begint de Scheydelijkheyd des Woords, daar lichde ceuwigeWille in Natuur invoert. HET


PRINCIIÍ TINCTUU R Het :).. I. PRINCIPI UM PIUM. Geef.

2.,-.. Waereld Engelſe Weeren ofte Hardigheyd Gevoelen ... Desiſte wortel Vuur en

5. Licht Liefdc Geluyd ofte 1. Begeerte 2.6.-:, 3. Scientz Angſt 4. Vuuri Scheydelijkhe yd .. yuur

den 47.Br.

Tbeofopbiſche

206

t

Weefentlijke Wysheydi

Reder Ele yn. men Moe van

Paradyse

Effentzi Prikkel Bitter , . " Scheyding

Mercariut,

Gemocd + Duyfter t. Sien Leyen

Wrang

Scherpte. Wort yan't el;' kou de, Vuur alle Souteni

Isal

Ziele. Duyvel

Sinnen .

2de Hitte van de., Principii

Hel s. Vu ur

Tooro.

Salphüri

H. TA


den 47. Br.

Send -brieven . II .

307

TABULA , van den Macrocoſmus ende Microcoſmus. Hoe fich hetWoord , door de tweeeerſte Principien , in de lichtbaare Wacreld , en uyterlijke Natuur en Greatuur heeft ingevoert . Het zde . PRINCIPIUM , de uytterlijke Waereld. 7.Principium.jz.Principium.fi GODT WOORD . UYTERLYKE WAERELD. na fijn ſpree Ziel , Heemel of droog vuurig V kendWoord . Mens • Waater, naamentlijk de krach ten des 1. en 2. Principii met malkander. Gods Liefde Den eerſten Quinta Elentia, ofte de Stere en Toorn in ' rechter Adam ren , naamcntlijk de ſubtyle worſtelende naa 't Li . krachten uyt't eerſte , en twee Spel, tot de shaam der de Principio naa de scheydelik Openbaring. Ellentz . heyd desWoords,alwaarde God delijke ſcientzi , Scheydelijk en Natuurlijk is. Gods Gebod ) DeMens in't Vier Elementen uyt 't eerſte naa de Schey. Temperament Principium door den Heemel , delijkheyd van de vier en de Quint-Elentz uytgaande, des Woords. Elementen , naamelijk uytden Geeſtelijken in't Paradys, Sulphur, Mercuriusen Sal uyt de Jop Aarden. Teeven Eygenſchappen . III . , Aanwyſing, hoe uytde ſeeven Eygenſchappen de vier Elementen ontſtaan : de andere Taafel, hier voor, te betrachten. Gods verbod Des Menſen I , Aarde.

naa den aart ValdoorLuſt Begeerte, is 't FIAT, ofhet bed van 't Crea- en Begeerte gin totde Natuur , en perft fich tuurlijks. tot de Schey Ielfst'ſaamen,daar uyt dandere Woordine Idelijkbeyd cygenſchap voortkomt, eerfte lijk , uyt


308

che den 47. Br . Theoſopbiſ uyt het Tem - lijk ,deWrangheyd , Hardigheyd , perament van Scberpigheyd K , oude, alleSouten , de Paradyfle Steenen ,Beenen , Aarde, en alles quaal , watgrof, hard en aards is , naa de Plancet uyt de Quinto Effentz , Saturnus 5 .

2. Droog Waater. Uye de SCIENTZ komt Bei Gods Vlock Oorſpronk naa den aart'der kenniſſe weegen, Scheydelijkheyd , Bevinde der Natuur. van 't Goed lükbeyd , Leven : den SEPARA en Quaad, als TOR van alle dingen de Schey . mede van de der van ' t reyne en onreyne; als Grotheyd des naamentlijk in de Quinta Ellen Lighaams. ria de groove Aarde van de rey ne, alwaar uyt de reyne de Mé . callen worden . NB . Welke reync Aarde is een Droog Waater van den Mercurius , ceneWorteltorde Lucht.Want het is 't uyterlijke Woord , met fijn weder wyrademen , con uyt gang van 'i Ademen Gods , daar ayt de Beweegenis ontftaat , den Oorſprong van al't Crcatuur lijke Leven , naa de Eeuwig heyd, eeuwig ; en na de Tydt, tydelijk : Waaruyt , naa de Scheydelijkheyd , is geſprooten : onder de Planceten , Mercs .

3. ' t Element Vuur. Uytde Angſt ontftaat,naa de Gods Toorn De Mens in naa de Aare de Helle , en Effentz , Quaal, Pyn , Gemoed , der 3. Prines. Gods Toorn Sinnen , alle vyfSenfus, en naa't in Angſt en weefen komt swavel. Naa de pien. Noot Beweeging komt des Vuurs ont Aceking !


Br

ad, 1

den 47.Br.

Send brieven .

309

Ateeking. Naarden Geeft komt de Ziele, naamentlijk naa den Eeu. wigen ceuwig ; en naa de tyd Animalis', datis eene Syderiſe Ziel. En word den Spiritus Mundiin deQuint-Eßentz hier door verſtaan : onder de Pla. neeten is't Mars , en onder de feeven Eygenſchappen , Grim migheyd , Toorn : van Mercurius vergiftig : van Saturnus ſterk : Buyten't Lichtde Helle , enin't Licht de Vrengde. 4. Element . Lucht Waereld . Godt , by ds DeMens : het Uyt de Begeerte komt Natuur verkeerden Dierfe Leven en Weefen ,gelijk boven is gefeyt. verkeert: by van de Tyd , Uyt de Scientz komt't bevinde de Heyligen in quaad en lijke Leeven , alsmede het Wer. lken , Waffen en Baaren. Uye de heylig . Pſalm goed. Angſt komt Vuur en 't Verſtan 18. v. 26 , delike Leven . Uyt Vuurkomt de Lucht , naamentlijk de Bewee. ging, en het wallen ofte Willen van descientz. Uyt Luchtkome 't natte Waater. Uyt 't naite Wanter komt het doodelijke en vergankelijke Weelen in de Ele: menten : onder de Planeeten de Sonne O.

5. Licht, Liefde -duur, DeVilledes Ongronds , naa. CHRISTUS Hier is den Mens aan de mentlijk Gods Wille , vocrt ſich Goddelijke door alle Gestalten tot in de ont Liefde afge- freeking des Vuurs , en neemt al ZOO stor .


Theoſophiſche den 47.Br. ſtoryen , en in zoo aan fich , naa de Natuur , de Dierffe Natuurlijke Eygenſchappen , en Liefde voert ſich door 't Vuur , naa. opge waakt. mentlijk door de verteerlijke quaal der Eygenſchappen in 't Licht uyt. En woont naa de Vaderlijke . _Eygenſchap in't Natuurlijke Licht. Niet te verſtaan als of men Godt in hem ſelfs Natuurlijk ſoude willen maaken , maar den VVille in 't VVoord , dewelke doch ook Godt is naa lijne Oopenbaring. In 't Licht is den Vville cen Natuurlijk Liefde . vuur. Daar naa ontſtaat in 't bytterlijke Weclen der Wae. reld , uyt 't VuurigeVVater , eene andere Aarde,die is silver ,Goud, en alle Métallen , alle , en een lyder van de ſelve Eygenſchap pen na de ſeven Eygenſchappen der Natuur.Den Blik des Vuurs daar 't Licht uyt oopenbaar word , is een Schrik uyt den Oorſpronk van den Salnitter , daar den Geeft fich boven ſich ſcheydet, en in 't midden den olye, zijnde een weefentlijk Licht-vuur ; en onder fich een Geeſtelijk VVater , naamentlijk bet Corpus van de Tinctuur. De kracht yan 't Vuur en Licht is de Tinctuur,en neemt haaren Oor ſpronk van't woord, 't welk lich ineen Natuur heeft ingevoert : onder de Planecten is 't Venusg .

310

7

Gods

BA

a . Ge .


den 47. Br.

. Sendbrieven6.

317

r. in

't

,

le ro th t: 2

GE

Geluyd... Het Geluyd is 't Uytgewerkte Gods Woord Babel , eygen Natuurlijke Voord , uyt beyde door Chris Verſtand en inwendige Principien ; een Lc. Itam . Woord. ven der Senfuim , cen Wecfent lijk Voord uyt 't Vuur door 'c Licht; eene vreugde des Leyens, Eene kracht van alle Levens , ook een kracht der Metallen , fen der Aarden : in 't Leven is het 'tVerſtand ; een Vinder en Bem vinder der Goddelijke Eygen fchap : Onder de Planceten is 's Jupiter 2 7. Weeren .

CHRISTI Den Dierflen HetVVeeſen is een Corpus van Mens. alle Eygenſchappen , naaments Vlees llijk een Mümia van de Quinta Ellentz , een Menstruum van de Principiën , waar in ſy lich in Corpora ende Creatuuren invoc ren ; daar uyt dan Vlees en Bloed Hijn Oorſpronk neemt. Én is een Liquor van alle Wallende dingen, naa de goeden goed , en naa de quaaden quaad. Eco Centrum tot goed en quaad : fonder de Planeeton is't Luna [ NB .) Wie hier oogen heeft , die faldt verſtaan , waarom de Maan in fijne Kogel halflicht , ken halfduyfter is.

Den


312

Theoſopbiſche

den 48.B. ,

Den XLVIII . Send - brief, Aan den Hr .

N.

N.

Sonder datum . zeer Chriſtelijke Bzoeder en Dzind / benefs fens hjertelijke wenſſing der Godlijke liefde, en meerder verlichting / ookwaare volſtandighepd i en lijdſaamhepa 7 on geduldig onder 't keupfre Deſu Chrifti te ftaan . 2. Godt heeft u / in 't begin uwer erkentenis / met hetmerkteeken Chriſti verſeegelt / totmeerder beber tiging dat hp u heeft tot een kiidder gekroont/ dat gp / als een waaren belijder / in fijn dienſt zult werken : en bermaane u Chziſtelijk / wilt in gedult met bidden en tot Godt te ſmeehen / hem de faake bebeelen / en onder het kruips Chrifti ftilſtaan / en blutig zin in uw ſchoon gegeeben Calent; gp zult noch grooter wonder ſien en uw Calentje zal u hoelanger Hoelie

berwerdert. 3. Want alzo leerden ons ook Chriſtus / dat wp om rijns naams wille alles zouden berlaaten / en hem alleen aanhangen : want hy epft een loutere/ te grons de -gelaatene Ziele , in die wil hpwoonen . 4. Op behoeft niet te berfchzilhen ; Godt weet wel waar toe hy uban nooden leeft / geeft u naar aan hem oober in gedult ; en ſtelt u teegen het vernuft / 'twelkdaar teegen ſpreekt; 300 zultgp de waereld af gp uwe Kidders Sterben en Chriſto leeben ; alsdan zult ( chap / omſijne liefde wille / regt oeffenen / en de ee dele Bizoon des eeuwigen leebens daar van bżengen / daarwp ons eeuwig met malkander zullen berheus gen : Godt heeft een rooſen hof / in uw jong herte ! vooz


:

Send brieven . 313 den 49. Br. t; fiet wel toe dat udeduybelniet 002 fich / geplan t'eeniger tịjd doonnen daar in en ſaaje : daar zal haaft een ander tijd koomen dat uw ftooſelaar bzuchten zal dzaagen . 5. Streeftnaa geen bediening/maar ſtaat den hoog ften feil / waar toe defelbe u wil hebben ; en laat den rook des dupbels geduurig heen baaren : verheugt u in deere laſtering in 't merkteeken Chzifti. 6. O booren aart / indien gp wiſt hoe naa uw bers derf was / gp goud boete doen in fak en affe ! maar Het imoetalzo zijn / op dat den Coo2n berflinde 't geen hem gewaſſen is : laat maar den bpand ſin maat vol maaken / onſezielen zullen temeer daar door geheps ligt en gerepnigtworden / gelijk het goud in het buur . Bebeele udeſachte liefde Jeſu Chrifti. J. B. Den XLIX. Send-brief,

Aan den Heer CHRISTIAAN

BERNHARD ,

Van den 27 Decemb. 1623. Ons heyl in 't leeven Jefu Chrifti in ons. 1. 1 1. van de Godlijke liefde - werking : ik zoude gaerne weeten hoe't u algaat / en wat uw boonnee men is : ik berlang ooli te hooren of u het Fariſeeffe vergift / teegenwoordig ook aanbecht (welkersbuie naabp is / daar het zal getranſmuteert werden / daar onder wp in Godlijke gedult wachten ) want ik heb bernoomen dat het relve bergift- buur) in Baabel / tot uwent / teegen u enmp i al aan 't bzanden is. 2. Mag


314

Theoſopbiſebe den 50. Br. Maa 2. r ik heb ook / daar en teegen / het groote liefde- buur / in eenige / aangeſtooben geſien / alzo / dat ik ſeekerlijk erkeime dat de tpd der Godlijke te hups ſoeking / naabp en reeds booz handen is : wilt u neebens mp / en andze kinderen Chrifti / maar lijd ſaain ſtellen ; totdat den tooom Gods het booſe Diet / beneffens de boere/ ter needer werpe. 3. Het betaamt ons / als kinderen Chrifti , met Chriſto te lijden / en in lijden fijnen beelde gelijkfoja mig te werden : laat u dat maar ntet bzeemd dunken / 30 u de waereld haat / en grani mogt werden / het moet alzo zin ; de bpandſchap des waerelds is one berhooging in Chriſto ; want wp zijn in de waereld bzeemde gaſten / en wandelen / op de Pelgrim -ſtraat/ weederom in ons Daaderland . Bebeele u de liefde Tefu Chzifti. Uw welbekende Vrind in de liefde Jeſu Chrifti, J. B.

Den L. Send - brief. Aan den Heer MARTIN MOSER totGoldbergen , Van den 15 Maart 1624. Ons heyi eri vreugdein't leeven Jeſu Chriſti.

.

n zeer liebe Beer M : M : beneffens een hertes " M lijkewens / ban de altijd -duurendewerkende lief se onſes Heeren Jeſu Chiifti / in Ziely Geeft / en Lighaam :uw bepde bateben heb ik wel ontfangen / en uw Chriſtelijk herte in een meedeleedige liefde i tot mp en / de rechte waarhepd / bemerkt ; en menfle dat Godtu in zulkenboozneemen bekrachtige en ons dere


Si, te ol te It

2

t

Send -brieven . 315 den so.Bra gp in den boom des leebens Iefu derhoude / og optdat Chrifti mo Waffen en beel goede bzuchten dzaa gen : gp kont ook bp uſelben in uw Vernuft wel ers kennen / dat de hand des Heeren / mp / met fijn Wils le / tot hier toe geboert heeft / en tot zulken erkentenis gebragt / met het welke ik veel menſen weederom goedwillig gedient hebbe ; dewpl ik mijne weeten : fchap niet ontfangen heb ban't leeren in Schoolen en Boeken / maar ban het groote Boek aller Weeſensi 'twelk des Heeren hand in my heeft oopengeflooten . Dewijl dan het krups het rechte berſtand is i in het felde Boek / 30 teckent Godtfijn kinderen / die hy dit Boek te leeren geeft / met het relbe hrups / aanwelke Hrups den menffelijken dood / gedood is gewozdette .. en het eeuwige leeben weedergebzagt. 2. En maale u Bzoederlijk bekent / dat mp ook dat felbe merkteeken op injn voorhooft is gedrukt gewozden / beneffens een Triumph.baantje in ' t welke deopſtanding Ieſu Chriſti ingedjuktis , welke merhteeken mp lieber is als al de eer en 't goed ban de waereld , dat Godt mp onwaardig mens 300 hoog geacht heeft en mp met het teeken der oberwinninge 7 fijnes lieben Soons Iefu Chriſti / heeft geteekent ; door welk ooberwinnings teeken den dupbel 300 bers ſchikt is í : dat jy ban toozn wel zou becften / en heeft dies weegen groote ftomwinden / upt lijn metr der doods / over mp berwelt / en fijn grouſaame waa terſtraalen op mpgeſchooten / met boozneemen om my te verdzinken . 3. Maar fijn ſtraalen zijn tot noch toe alle leedig boozbp gegaan ; want het hrups met den Stana daart der ooberwinninge eſu Chriſti /heeft mp bes ſchermt/ en de bergiftige ftraalenter aarden gefiaas gen ; daar dooz is aan veelhondert menſen het Sas tans Fariſeeffe moozd -bergift oopenbaargewozdent;


den 50. Bri Theofopbiſche 316 dewelke haar / zeedertdie tijd / ook tot het merkteea , dat ik alzo met vreugde ken Chriſti gewend hebben fie / dat den geenen dieGodtlief hebben / alle dingen ten beſten dienen . 4. Het gerucht dat tot u gekoomen is / is niet ans ders geweeft als een fartfeeffe verſmaading / met een faamroovenden leugenachtigen Paſquitſ op een bel Papier / in de Latpne Spraak / daar in den Bas tan Het Fariſeeffe herte heeft ontdekt / 'twelk door Gods toelaating alzoo geſchied is / op dat de menfrent Het bergift van't Fariſeeffe herte zouden leeren kenta nen/ en blieden. 5. En ik houd het daar booz/ datden aldergrofften Dupvel het felbe Paſquil heeft gedicteert / want hp Heeft fijnklaauwen daar in beelte bloot ontdekt / dat men klaar ſiet dat hp een Leugenaar en moozdenaar is ; en't zal veel menſen tot waarſchouwing zijn/ datfe veeter achting op haare zielen zullen hebben . Gelih dan dit Paſquil alhier / meeſt bp alle Geleera den / den Satan toegefehzeeben werd. 6. De oogſaak van zoodaanigen toonn / is geweeſt hetuptgeeven van het gedzukate Boekje van de Boete en Waare gelaatenheyd ;welk Boekje groote nuttigs! Hepd gedaan heeft ; bat heeft den Farifeerren Geeft berdzooten / dat zoodaanigen grond oopenbaar zou wozden / en dacht dat men ban hem ook zulken leer en leeben zou epffen / 't welk niet ſmaakelijk was / des wijl men in welluſt des vlees ſit / enden Afgod Baca chus in bleeffelijke luften dient. 7. Maar weet dit tot naarichting / dat fijn bers (maading en leugens mijn Boekje maar te meer heba ben gepubliceert en oopenbaar gemaakt 7 zo dathet teegenwoozdig bmaa ban ieder een / ( Nadeldom en Geleerden / ook Eenvoudige Liedein) begeert werd sam te leefen / en het zeer lief hebben : welk Boekje/ int


317 Send -brieven , n go . Btijd r. / ſchier dooz geheel Europa oopenbaar dinekosten gewozden en gekoomen is / en zeer bemint wozd ; ook aan 't heurbozftelijke hof ban Saxen , daar heen ik / ban hooge Perſonaagien /berrogt ben / op een ſaamen ſpraak í 'twelk ik aan haar ook belooft heb naa't uptgaan van de Leypſiger Mis / te zullen voltrekken : weet wat aldaarmocht geſchieden / of den onbe ſchaamden Laſteraar den mupl niet wel mocht toe wie

geſtopt/ en dewaarheyd geplant werden . 8. Dernaame u derhalben / met gedult en bidden in Chriſtelijke liefde en bzeede / te verwachten de toe en oopenbaaring onſes Heeren Jeſu Chriſti / en fijn ſt berſchepninge / die haart aanbzeeken zal / en kom den dupbet fijne werken te niet maaken . Eken ben vooz den dupbel niet berbaart ; wil Godt mp langer tot ſijn werłaturg hebben / hp zalmpWelbeſchermeni want dewaarhepd behoeft geen berdeediging ; haar berdeediging is 't geene dat Chriſtus ſegt7 wannere de menfren u berbolgen om mijnent wil / en liegende alle quaad van u ſpzeeken / zo verheugt t / want uw loon is in den Heemel / Math.5 : 11 . Jtem / die 011 recht doet / dat hp noch onrecht doe ; en die buplis / dathp noch buplwerde ; en die rechtvaardigis / dat t Hp nochgerechtvaardig werde ; en die gebepligt is / t lig dat hp nothgebep werde / Apoc.22 : 21. Wat eett tegelijk ſaapt datzal hy ooke maajen . 9.Wat heb ik tijdlijk eere ban nooden / dewpl mijn wandel in den Heemelis / lien ik met lighaam en Ziele daar heen loope / daar mijn Geeft in Chrifto al te boozen woont : ik löde immers de Vervolging alleen maar in het lighaam / en niet in de Ziele ; Waarom zou ik breeſen voor de Schozfie / welke de Geeft bedelit als de Schouffe weg is / 30 ftaa ili ganſchelijk in den Heemel met ontdekten aangeſigt / wie wil mp datontneemen ! Piemant; wat vrees ik dan


318 Theosopbiſche den so. Br. dan boozde waereld in een Heemelfie ſaake dochiffe quaad / waaromlijde ik dan ſmaad daarom / en ſtaa in angſt en bzeeſe : en gaadaar niet upt : maar ifre goed / waarom ben ik dan hlepnmoedig ? dewpl ih weet wie ili diene / naamelijk Tefu Chrifto / dewelke mp ſijn beeld gelijkfozmig maakt: Oshygeſtorben en opgeſtaan / Waarom zoude ik dan ook niet met Hem lijden / ſterben / en in hem opſtaand gaſijn kaups is mijn baagelijks fterven / enſöne Heemelvaart ges fchteo daagelijks in mp:maar ik berwachtede kroone der ooberwinninge / die mp Terus Chriftus heeft weg gelegt / en ſtaa noch in het wozſtelen als een kids der :en bermaane u / als mijne meede-wozſtelaar / dat gpook in 't geloobe kampt / en in gedult wachtet op de oopenbaaringeonſes Heeren Jeſu Chriſti , en doch baſt ſtaat ; want deelen ſmookenden brand / die teegenwoozdig rookt / zal haaft in Dun berteert werden ; alsdan zullen ſich de oovergebleebene bers heugen ,dan zal oopenbaar werden wat ik u heb moes ten ſchepben / ' t wella teegenwoordig gelaftert werd ; hoewelmaar van de onweetende; doch de Wören mers kent/ en hebben acht daar op / want ſp aanmerken de tijd / en fien de dupfternis / en ook de mozgenſtond des daags . 10. Mün geliefde Heer / uw welbaaren beneffens ulo pader en alle deuwe / is my ſeer lief en berheuge mp daar over : den doos vol Confituuren heb ik wel ontfangen / ben dankbaar voor het felbe ; ik woude ook dengemelden Heer Apotheker / tot Wilda tn der Littau , geerne weederom ſchapben / indien ik maar wiſtedat u 1 : daar geleegenhepd toe hadde /berſoeke Het mp te laaten weeten . „ Wat mijn Vaaderland ,, weg -werpt / dat zullen bzeemde Dolkeren met „ bzeugde opneemen . 11. Il ſende u € : en uw Heer Baader ieder een Crem


r.

3

den 51.Br.

Send- brieven .

319 Eremplaar van mijn Boekje ; nu ofdan booz goede Dainden / dewijl u & : het felbe 1 naik bernoomen hebbe/ alreedste vooren voor u bekoomen hebt : de andze geſchneebene faahen Heb ik teegenwoozdig ſchter geenebp dehand / ik woude uanders gaerne tets daer ban ſenden / doch ik hoope in 't hozte felber die weg uit te koomen / 30 zal ik tets meede brengen / 30 Bodtwil. Bebeele ude fachte liefde Jeſu Chrifti. J. B.

Den L I. Send -brief. Aan den Heer CHRISTIAAN

BERNHARD .

Von den 4 April 1624. Ons heylin't leeven Jeſu Chriſti in ons.. Men zeer liebe Beer Chriſtianus beneffens I wenſſing van de werkende liefde onſes Hees ren Jeſu Chriſti / in Ziel en Lighaam ! uwebepde Brieben / beneffens uw Paketmet detwee Boeken heb ik wel ontfangen ; maar ik ben eerft boozwepnig daagen te hups gekoomen ; naadeinaal ik acht daagen booz Daften -abond op reps ben gegaan / en ben wel ſes weekenban hups geweeſt / ik zoude u anders ober lang al hebben geantwoozd : Oh heb / 300 als ik ben te hups gehoomen /een bziefje na Zitta gefchzeeben /wees gens uwe Boeken / en dien Heer /diedaar bpf Hijtsd : waa boorgebooden heeft / laatenweeten datſe bp mp ren ; doch hp en is niet te hups geweeft/maar na Dref den gerepft / en heb geen antwoozd van hem te vers wagten tot dat hp te hups kommt ; maar indien il ſe elders kan gupt werden /30 zal ik het gaerne doen . 27

#


320 den 52.Br. Theoſophiſche 2. Ik maake UE : bekent/ dat den Satan / in on , fin opperſten Paftoo2 / weegens het gedrukte boek je / gants vertoomt is / en gelyk als raaſende en dol is gewozden / met bloeken en fehelden / liegen en moozden ; 300 dat ik hrachtig fie dat dit Boekje den Dupbel machtig teegen is / en mp daarom gaerne zou vermoozden: en moet teegenwoozdig / weegens fijne grouſaame berbolging / onder het krupne Chrifti Haan / en ſijn merkteeken dzaagen /wantde Dupbel giet teegenwoozdig fijn laatfte bergift upt. 3. Ik wenſte gaerne te weeten /hoe't inet uw Daa der en Broederen al gaat / bpſonder den Heer Con rectoz/ wilt derelbe mijnent Weegen groeten : ook / watmen bp u / ban het gedrukte Boukje oozdeelt / of hetook gelaftert wozd : Bp ons verheugen ſich beel hjongerige berten daar ober : maar dien oberften boos fen mens finaaktet niet / dewpl Het boete en bidden jeert. Bebeéle u deliefde onfes Heeren Jeſu Chriſti. Gegeeven in Gorlits , darum utſupra. Blyve altyd uw getrouwe Vrind in de liefde Chriſti. J. B. Den LII. Send- brief.

Aan den Heer KAREL

van

ENDE R.

L laate u € :weeten , dat op giſteren / den fa rifeerien Dupbel geheel is los gebzooken /en mp/ beneffens mijn Boekje/ ten ergften berdoemt / en Het Boekje ten buure veroordeelt / ook my met ſwag re boosheeden bericht / naamelijk een berachter der Lerke en Sacramenten ; heeft ook gefegtdat ik mp/ 1.


den 33.Br.

Send brieven .

321 in Brandewijn / als meede in Bier / en andere mijn / alle daage vol fupp / en dat ik een Daagabond ben : 't Welk alles niet waar en is / en hp felfs een dzónc kaart is . 2. Dewpl hp dan 300 ſeer woed / 300 is de Achib : magiſtraat bewoogen geworden en de Heeren hebs ben beflooten ( gelijk ik van een goeden Waind ben bes richtgeworden ) mp op mozgen voor haaren Raad te ontbieden / om ban ſulks reektenſchap te geeben ; en ik ben voomeemens om aldaar de waarhepd upt den grond te reggen / en geen Schepfet aan te fien / al zou ' t mijn leeben koſten : hoewel op een Chriſtelijke manter / fonder anderen pber : ikwoude gaerne den raad van H & : hier over eens hebben : want de uince der reformaatie is gekoomen. Godt laate het totfijn eere uptballen . J. B. Den LIII . Sendbrief. Aan den Heer JOHAN

SIGISMUND van Schweynich.

Van den 6

April 1624

Ons heyt in't Tecven Jeſu Chriſti. *.MPn liebe en waarde Heer Johan Sigiſmund , beneffens een fjertelijke wenfſing bam de altijd buntrende liefde werking /onſes Heeren gefu Chrifti / in Ziel en Geeft/ dat u de Sonneder Godlühe Itefte eeuwig ſchone / in uw Deemels talent u bari Boor gegeeven 7 op dat ik my eeuwig met u verheugens mach. 2. Dooz teegenwoozdig naake ibu bekcmtr dat tent


obe den 53.Br. Theoſopbiſ 322 den Satan oober ons 300 ſeer bertoomt is / als of wop hemn de gantſe Hel berftoozt hadden ; daar het echter maar in eenige wepnige menfren een aans vang genoomen heeft 7 hem rijn Hoof- flot te beſtoz inen . 3. jaar naademaal by hem de Herberg / inong ſelfs / niet langer willen gunnen / zoo is hp 300 raa fende op ons gewozden / dat hp ons bandewaereld denkt te verdelgen / op dat hem fulle krupdjes of Teelien / in fünen ingebeelden Hof/ die hy met de fonde in Adam geplant heeft / nietmeer en groejen : 't welk wp ſtellenwillen aan onſen heere Godt, waar toe hp ons/ als ſijn nieuw - geplante koosjes / gebzup , ken wil ; en met gedult / op de Hoope / onder het krups onſes Heeren Jeſu Chriſti / ſtille ſtaan ; en hooren wat de Heere zal ſeggen / dat hp met ſön werk tupg doen wil. 4. Doe ik / ban u / t'hups quam / 300 bond ik een torberepd bedde van den Satan / in ' t welke hp mp hadde willen leggen / indien 't Godtniet verhindert hadde /doozeenige bzoome herten / den welken onſen weg meer bekentis. 5. Wantden Ooberſten Partſeer / naamelük dert Primarius , heeft 300 heftig gewoed / teegen dat ges dzukte Boetije i als ofhet hem ſijn Soon bermoord Had / en alſin goed berbzand : en heeftalzoo een hoo Benleugens teegen inp uptgeſchud / beneffens licht baardige faam - roobing ; gelijh in dit bpgeboegde oopenbaar Paſquil ban hem / te leeſen is . 6. Zulkeſchandelijke leugens en fmaab / Heeft hp niet alleen op den pzeedikſtoel gedzeeben / maar ook gefchreeben na den Paftoo2 tot Lignitz , genaamt Friſias, enbegeert / dat hyzulas niet alleenlijk op den Predikſtoel zoude aanroeren ( gelijk hy dan ook ge Gaan heeft,maar ooh Dzulken laaten ; en hem bec: maant /


den 53. Br. Segd -brieyen , 323 maant / dat hy / aan den Achtbaaren faad tot Gora litz , oobermp zou klaagen / en met naamen boozbzen gen / als of zoodaanigen klachte van alle de Partoos ren tot Weigbild in Lignitſz oover mijn ſchriften , en bpſonder oober dat gedzukte Boekje 7 geſchieden . 7. Sulks heeft Friſius gedaan / en mp aan den Achtb : Raad totGorlitz , op hetbegeeren van onſen Primarius, alzoo met een leugenachtig ſchapben / aans gebzagt. 8. Daar en boven is onſen Primarius dikwils tot de boonnaamſte Heerenvan onſe Stad geloopen /en 30 heftig / met leugens / dober my gewoed / en mp aan geklaagt / en begeert / datmen mp / zoo haaſt als ik zoude te hups koomen / in de gebangenis zoudeſmpa ten /of upt de Stad berjaagen H : eeft ook zulke leugen enklagt-fchriften / aan den Haad ingeleebert ; enmp de Helle zoo geſtookt / en het Bad toegericht. 9. jaar naademaal de meeſte Heeren van den Kaad / mijn gedrukte Boekje reeds al geleeſen hads den / en in het felde niet on - Chriſtelijks vebonden / ook ban rominige zeer bemind is gewozden / bea neffens beele van de Burgers ; 300 hebben eenige zulken boozhebben en begeeren van den Primarius , booz onbillik geacht / dater geen rechtmaatige 002 faak / tot goodaanigen berbolging / in mp en was / en daar teegen geſpzooken / en geregt dat deeſe Heli gie niet nieuws /maar den felben grond van de Hep lige Oud- Daaders is / daar men meer diergelijke Soehen zal binden . 10. maar ſommige / bpfonderlijk die den Prima. rius ingenoomen had / hebben goed geachtmp vooz den Haadteontbieden ! en te dzepgen dat ik mocht toeſien / dat niet mifichten de keyſer / of Heurbozt/ door de Paftoods aangeſtookt wierd / en de hauts den aan mp lieten ſlaan : gelijk het dan ook alzoo ges. 6 fchied


Theofopbiſche den 5 3.Br 324 fchied is : als ik booz den Waad quam / 300 wierd mp aldus geregt / datre my rieden mp wat aan een ſpdete hiuden / op datſe met mp geene inoejelijkhepd hada den . 11. Hier oober had ik mijn antwoord ſchriftelijk berbat / en woude het felbe oobergeeben ; maar den Primarius had dat al bechindert/ datmen geen ſchrif telijke antwoord van mp neemen zou ; want hp was bebzeeft dat hp ſijn leugens zou moeten verantwooz den . 12. Allzoo wierd het felbe ban den Haad niet aan : gendomen /maar ik wierd alleen gewaarſchout/ mp Aan een kant temaaken : of dewplandze lieden mp gaerne bp haar hadden /mp tot haar te begeeben / op batre doch bjeede hadden : doch mp wierd geen ge bod gegeeben . 13. Hier op gaf ik haar tot antwoozd / dempimen mijne berantwoozdinge niet hoozen wilde / op dat ik mijn onſchuld mocht klaagen , en ook in geen bes wordenweegens de beſchul ſchutting hon genoomen digingen en onbillikke ſmaadheeden banden Prims rius ; zoo moeft ik het Godt bebeelen / en fien waar Godt mp ergens bp vzoome Menflen mocht boeren / en mp epndelijk eenen zoodaanigen berfchaffen / dat ik eenmaal den Primarius upt de oogen kom . 14. 't Welk haar liefwas / maar deeden echter geen gebodt/ als of ih zoude en mofte vertrekhen : maarwaarfchouden mpalleen. 15. Daar mee ging ik van den htaad na trupg / daar dan bupten de deurban de haad -kamer / in het vooarte Vertreh / ettelijke ſpitfige Spotters ſtonden / ban des Primariums aanhang 7 (mifchien ook wel ban hem gefonden ) die mp beſpotteden;en een onder haar een loofen Boefl Anatomiſeerde hry van den hooft- clieedet aftat op de Doetfooten toe / ban mijn Hlees


Send -brieven . 325 den's.3 . Br. Hleederen en Gaaben / en taften alzoo den Geeft Godsheftig aan / en ſpottede / reggendetenlaatſten den b . Geeſt zal endelik 300 gemeen werden als de bontelappen bp de Pelffers. 16. Mizoo nam dit een epnde ; en booben dit heeft den Primarius deeſen apaſquildzukken laaten en ik moet teegenwoordig recht onder 't hrupffe Chrifti ftaan ; Godt dirigeer hetna ſijnen raad . 17. Tā bidde / mijn Heer wilmphier in ſijn oog deel eens bekent maaken , en raad geeben : ia lepde het wel alles met geduld / maar mijn kinderen wer den daar door ſchandelök onteert : 't welk doch al 300 zijn moet/op dat de maat bol werde / en de ſtraffe koome. 18. qu bidde groet den Heer Kofchwitz , en dan bola den Heer Abraham van Franckenberg , beneffens UW Drouw moeder / en alle lieve kinderen Jefu Chriſti/ die bp uzijn . Met haaſt i de Boode wacht op dit ſchepben / goude anders meer geſchzeeben heb ben . 19. Bebeele u gefaamentlijh de liefde Jeſu Chri fti / zal u in 't kogte Weeder ( ten : alle onſe bekenden groeten u. Uw dienſtwillige in de liefde Jefu Chrifti,

J. B.

Den


326

Theoſophiſche

den 54.Bry

Den LIV. Send -brief.

Zynde JACOB

BHEEM's

Schriftelike Verantwoording aan den E : Achtb : Raad tot Gorlits , Teegen de Laſtering , Leugen , en Vervolging van den Primarius , over het gedrukte Boekje van de Bocte.

1. EcheleCerentfeſte, Mchtbaare/ Hooggeleer ſchpn boozmön Heeren / doch teegenwoordig als een Chriften / en berepd om ban mijn gaaben en erken tenis / dewelke ik eenig en allgen ban de Godlijke ges naade / als een geſchenk hebbe ontfangen / reeken ſchap te geeben . 2. Dan mijn perſoon weet ik anders niet te rega gen / als dat ik een leek en eenboudig man ben i en heb mp als een Chriſten / met de liefde mijnes Heps, lands verbonden ; en hy heeft fich met mp verbonden en þerlooft7 na de inwendighepd mijner ziele ; daar ban / indien 't van my ge- epſt wierd /ik reekenſchap wilde geeben . 3. Hptzoodaanigen gaabe heb ik mijn eckentenis en weetenſchap / en heel niet ban den Dupbel / gelijk ik onbillik gelaſtertwozde ; van 't welke een ernftige reekenſchap behoozen zal booz 'toozdeel Chaifti ; gec lijk geſchreeven ſtaat / wie den H: Geeft laftert die en heeft geen bergeeving eeuwiglijk : Daar ik echtermijn weederparıp de hertelijke ontfermninge Gods tos Wenfte. 4. Mijn

I


Send brieven . 327 mijn eerfte Boel heb ik in zoodaanigen erken 4 tenis 7 alleen vooz mpſelber tot een memo2taal/ ges . fchzeeben ; met een boozneemen om't ſelbe alleen bp mp te behouden / en aan geen mens te vertoonen : maar hetis mp/ dooz een Goddelijke ſchikking / ont trokken / en den Heer Primarius gegeeben gewozden ; gelijkdenE :Achtbaaren Kaadwel bekentis . 5. In het felbe Boek is een Philofophiſe en Theo ſophiſe grond / met zoodaanige woozden beſchzeeben / gelijk it deſelbe te diertpd / in mijn eenvoudighepd / booz mp felber / heb konnen verſtaan ; en heb niet gemepntdat het iemand anders leeſen zoude: dat ſel be Boek heeftmp den Heer Primarius geheel met een bzeemd berſtand / teegen mine meening / aanges trokken ; en deere gantſe tpd alzoo gelaſtert / 't welk ih / om Chriſti eere Wille/ alzoo in geduld gedjaagen Hebbe . 6. maar doe ik mp booz de Conſiſtorie / teegen hem / berantwoogd hebbe / en mijnen grond aanges weefen / 300 i mp ban den Heer Primarius opgelegt/ ntet meer alzoo te ſchepben ; 't welk ik ook bewilligt heb : maar ik heb den weg Gods / wat hp met mp doen wilde / doe ter tijd noch niet berſtaan : daarop heeft mp den Primarius , beneffens de andere Predis canten / toegeſept / booztaan op den Predikſtoel te ( wpgen ; doch'tfelve is niet geſchied / maar heeftmp de gantſe tijd (maadelijk gelaſtert / en mpdihwils dingen opgelegt daar in gants niet ſchuldig aan ben en alzoode geheele Stav laſterende en berwert ges maakt , 300 datik / beneffens mijn Drouw en kin deren / een Schouwſpel/ Upl/ en Dwaas / onder haar heb moeten zün : ik heb berder al mijn ſchipben en ſpreeken van zulke hooge ſaahen / en erkentenis der Goddelijke dingen/ oplön berbod / veel Jaarennaa gelaaten / en verhoopt dat ſün ſmaaden een -inaal een den 54. Br.

end


den 54.BⓇ Theoſopbiſobe 328 end zou hebben ; doch 't felbe is niet geſchied , maar isgeduurig erger geworden . 7. Hier bp heeft het den Primariusnoch niet laaten bløben / maar heeft mjn boek / en verantwoozdings uptgeleent/ en in bzeemde Plaatſen / Steeden /Doppen en datſelve ſelfs verbzepd / geheel ſonder mijn weeten en willen ; dat het dan is naagefchzeeben / en heel met andre oogen is aangeſien gewozden / als hyhet aangeſien heeft; daar dooz is het ook van d'eene Stad beeleGeleerden / bepde/ tot de andze gekoomen / tot Perfoo Predicanten en Doctozen / en beel Madelijke nen / gelijk dan ook tot den Hertog in der Lignitz , dewelke daar begeerte toe hadde : doch mp gants ons bewuft / fondermijnen wille. 8. Paamaals hebben veel geleerde Damen / bant Predicanten / en Doctozen / Dok Nadelijke en Graaf lijkel als meede eenige Dozftelijke perſoonaagieny metſchzuben / ook een deel in epgener Perſoon / zich tot mpgeboegt / en ban mijn gaabe erkentenis en bes kentenis / iets meerders berrogt: den welken ik in't eerſte repde/ ik en derf het nietdoen / Het is mp van den Heer Primarius verbooden : doch fy hebben mp de Schuift / met een ernftelijk dzepgement / ban de God delike ſtraffe / boozgehouden : en aangeweefen dat een tedermoet berepd zyn / van ſijn gaaven / en ge loobe 1 als meede te Hoope / reektenſchap te geeven ; endatGodt het Talentban mp zoude neemen / enge bent den geenen die het aanlegt : ook dat men Godt meer moet gehoozfaamen als trenffen : ' t welk it betracht heb / en tot Godt geſmeekt/ dat/ indien fulhs niet toteereban ſijn Naam zou ſtrekken / hp het bart my wilde neemen ; en heb mp felben gants es geheel in ſijnen Wille povergegeeven / met dag en nacht tot hem te bidden en te fmeeken ; tot datinp die Goblijke eudele ganve is bernieuwt/ en met een groot beetzig licht is ontfeelich gewogen ,


IL

1

den 54. Br.

Send - brieven .

329

9. Zo heb ik aangebangen die felbe Heeren / op haare bgaagen / in Godlijke erkentenis / te antwooz den / en op't verſoek en begeeren / eenige Boekjes gefchzeeben , onder welke ook dit ban de Boete (dar teegenwoozdig is gedjukt) geweeſt is. 10. Want in dit Boekje is mijn eygen Proces / daar dooz ik mijne gaaben banGod ontfangen hebbe / opgeteekent : 't welk op het vegeeren van Hooge en geleerde Perſoonen is geſchjzeeben gewozden / en is ſommige zoo diep in Haar Hert gevallen , dat het een booznaam aadelijk Perſoon / upt liefde / heeft laaten dzušken . 11. Maar dat den Heer Primarius 300 heftig daar teegen dondert / en het felbe ten buuze beroozdeelt / ook mpn Perſoon 300 ſmaadelijk aantrekt/ en my de gantſe Gemeente op den hals hitft ; ook boozgeeft / dat ik de gantſe Stad Gorlitz , beneffens het Dorften : dom Lignitz, daar meede vergiftigt Heb / en hetſelve verbzepd /en dat ' er diesweegen groote klachten / van de Pzedicanten tot Lignitz ,oover mp gaan / ook dat den achtb: Haad / beneffens de Stad Gorlitz , daar doo ingebaar ſtonden . 12. Daar op geef ik tot antwoord / dat het daar mee in geendeclep wps 300 geleegen is / en dat mp fulks upt een quaade geneegenthepd / alleenban eeni ge wepnige / ( en miſſchien wel doo2 den Primarius fön epgen oproojing) wozd aangericht ; dewpl Hp merktedat mijn onſchuldaan dendag zou koomen . 13. Want 7 booz eerſt / heb ik het Boehje felber niet laaten druhlen ; ten tweeden heb ik het in ' t Pozftendom Lignitz relfs niet verſprepd ; maar die Patroon die het heeft laaten drukken / heeft het aan fijn bzinden en bekenden gefonden : ten derden / Weet ik dat fijn boongeeven / Weegens ſulken gebaar / ( alot zoude den Hertog tot Lignitz , beneffen het geheele (mig

1

1


den 54.Br. Theoſopbiſche 330 (miniſterium , daar oober blaagen ) ganffelijk zou niet en is : want ik weet 300 beeld dat het den Hertog / be neffens eenige faaden / als meede veel bån de Pre dicanten / ſelber leeren / en word van beele Pzedican ten / beneffens eenige van de hooge Schoolen / het welk treffelijhe geleerde mannen zijn / bemint: ook word het aan't leurbozftelijke hof tot Drefden ent 1 Saxen , ban booznaame Heeren gelieft ; gelijk dan ook bp eenige Dozften des Kijks/ en Heeren ban de Rijks- Steeden ; gelijk ih ſulks met beel Brieven bewpren han . 14. En derhalben houd ik het gantſelijk daar booz / dat mp dit bad ban den Dupbel en ſijn kijk is toegericht/ dewpl hy fiet dat ſijn Köl daar dooz ges popenbaart / enden mens tot boete en een Chriſtelö ken wandel gelepd wozd .. 15. Maar dewpl den Deer Primarius mijn 20ehje ten buure berdoeint / 300 bidde en begecre il om Gods wille/dat den : Achtb : haad hem wil bebees len / dat hy mp mijne dwaalingen / arttculs -wijfe 1 upt dit Boekje opftelt / en mp ter antwoord laat hoos men / oftot een mondelijke ſaamenſpraak / in 't bp zijn ban eentge heeren ttpt den Raad : is 't dan dat hp my een dwaaling zal aanwijfen / 300 zal ik mp hers telijk gaern onderwpren laaten / en hem bolgen : doch Indien niet/ dewpl het in duk ig / 300 kan hp ook daar teegenſchajben / ( indien'tden € : Achtb : haad 300 gevalt) daar zullen wel geleerde luiden zijn ,die't vooz. mp opneemen en hem antwoozden zullen / ſchoon ih het niet en deede. 16. Ten laatſten heeft hp my booz de gantſe ges mepnte uptgekreeten / dat ik de kerken en de h: Sa eramenten beracht / en mp meenigmaal / booz een better / Dwaalgeeft / en Deugniet geſcholden : en mp aan mijn eer en goeden eerlijken naam ( ote ik hier


Send -brieven . 331 den 54. Br. hier gebzacht en wel onderhouden hebbe) aanges taft; my ook ſulke dingen opgelegt/ alle de welke geen waarhepd zijn / en geregt dat ik mp ſteeds bol ſupp / aanBrandewijn / ook aan andere Wön en Bier / gelijk een wijn : ' t welk doch teegen Öodt/ Eere/ Kecht / en alle waarhepd /mp opgetygt wozdi upt loutre boore affecten / om mp bp de Gemeente haatelijk te maaken . 17. Want / vooz eerſt / ik en veracht geen ker ken / want ik gaa der ſelber m / veel minder de b: Sacramentenī die ik ſelbergebzupke / maar ik bes henneden Tempel Deſu Chriſti in ons dat wp Chat ftum in onſe herten moeten hoozen leeren / na de lees re Stefamis en der Apoſtelen : ook zoo heb ik ban de n : Sacramenten klaarder geſchzeeben /als ik noch dopt opden pzeedikſtoel van hem gehoozt hebbe / ges lijk zulks bewijfijk is . 18. Ook zo ben ik geen Leeraar / of Preediker / il geebe alleen reehenſchap maar Preedike of leere niet ; ban mijn gaaven en erkentenis / hoe ik daar toe gea koomen ben ; en niemand hoeft / mpnenthalben / te Breeſen booz een aanhang ; want ik gaa / met mijn Talent/niet met gemeene lieden om /maarmetDoca toren / Predicanten / en Eedelluiden / dewelke geleert zijn . 19. Ik bidde derhalben / den Eerwaardigen en Hoogwören Haad / dat femp in een behoorlijke be ſcherminge neemen / weegens zulke faam -roobende berſmaadheeden / en onwaarachtige aanklachten , wantmp geſchicd / met zoodaantge aanklaagingen / geweld en onregt ; ik ben geen laſteraar van herli of Sacramenten 7 veel wepniger een dzonkaart / maar teebe gants nuchteren / met bidden en mediteeren / in Godlijke gaaben / beroepe mp ook op de gantfe Stad / en ikweet dat er geen mens is die mp ſulks bes


332 dep 5s.Br. Theofopbiſche bewijfen kan : by den Heer Primarius mogt men wel dikwils dien ſelben dzonkaart binden ; maar ik en kom / fonder nootfaakelikhepd / bpna in geenes menfes Hups / veel ininder in Bierhüpren ofWijn Helders / maar leebe eenſaam en ſtil ; gelijk den & : Achtbaaren Haad wel bewuſt is . Den LV. Send : brief , Aan

N.

N.

April 1624. Van den 20. Ons heyl in de werkende liefde Jeſu Chriſti in ons Pit zeer liebe en Chaiſtelijke Heer / de Hooge Dzeede / beneffens een hertelijke en leedes maatige / liefde wens / die in de begeerte meede werkt7 dat de Sonne van de werkelijke liefde Jeſu Chrifti/ # 6 : in ziel/ geeft / en lighaam geftaadig opgaa en ſchyne. 2. U : fchappen ban den 24anuarp / heb ik 14 daagen na Paafſen ontfangen / enmp oober 't felbe hoog verheugt / dat ik daar in fie / dat u € : een hongerige / teverige / en begeerige foeber en liefhebs ber ban den waaren grond ziſt ; 'twelk (naik becftaa ) # 6 :met blot hebt naagetracht/ en onderſogt. 3.Maardat ook mijne Schriften in UE : handen ijn gekoomen / en de felve u aangenaam zijn ,dat is gewifrelõk de oozſaake / en een Godlijke fchikking / welke de liefhebbende tot liefde voert / en dikwils bieemde middelen gebzupkt / doo2 't welke hp de bes geerte der liefhebbende berbult / daar dooz hp haar met fijn gaabefppſt / en haar liefde / een Enstothet waare Duuz -branden invoert. 4. En


den 55.Br.

Send -brieven .

333 4. Enud : mach boozſeeker gelooven / (300 vec E : in de liefde tot de waarhepd bolftandig zult blpben ) datfe ſich in een Diniz - blammende liefde aan u zal oopenen / en regt te erkennen geeben ; alleen dat het maar regt begonnen werd ; want dooz ons ſcherp bernuft en naabozffen bekoomen wop den waarent grondvan de Godlijke erkentenis ntet; de naabozſ= fing moet van binnen / in de honger der ztele/ begina nen ; want het bouffen des bernufts gaat maar tot in fijn Aftrum van de uptwendige waereldi daar upthet bernuft ontftaat , maar de ziele vozflet in haaren Aftro , naamelijk in de inwendige geeſtelijke waereld / daar upt de rigtbaare waereld ontſtaan / of uptges blooten is / in de welke fy met haaren grond ſtaat. 5. Maar indien de ziel haar epgenAftrum , zijnde het Myfterium Magnum , wil naabozffen / 300 moetſe eerſt ai haar macht / en wil / aan de Godljke liefde en genaade / geheel oobergeeven / en te voozen werden als een kind /en/ d002 groote boete/ ftch tot haar Cen trum wendin / en niets doen willen / als alleen wat den HeeftGodsdooz Haar wil naabozien : en wan meer fp ſich alzoo heeft oovergegeeben / en daar dooz niets als Gods [eere] en haare ſaaligheyd roeliti beneffens den dienſt en liefde des naaſten , en ſich als dan in zoodaanigenbegeerte vind / datje gaern God lijke en natuurlijke erkentenis woude hebben / 300 moetfe weeten datſe ban Godt daar toe getrokken wozdr_300 Hanfe fullen diepen grond / gelök in mijn Schriften aangeweefen werd / wel naaboer fen . 6. Want den GeeſtGods vozícht door haar , en boert haar endelijk in de drepte der Godhepd / ges lijk Paulus fegt i de Geeſt onderſoelit alle dingen / ookde diepte der Gndhepo . 7. Mijn lieve Heer / het is een feer eenvoudige lain


534

Theoſopbifcbe den 55.Br: kinder -weg tot de hoogſte wyshepd ; de waereld kend defelve niet ; gp en behoeftfe niet in berre Plast ſen te foehen / fp ſtaat vooz de deur uWer ziele / en klopt aan ; is 't datfe een leedige gelaatene plaats in de ziele mag binden /300 zalſe ſich aldaar wel oopenen / en meer daarin verheugen als de Bon in de Clemen ten : indien ſy haar tot een epgendom oobergeeft / 300 doozdzingt fp defelbe met haar Duur-blammende liefde en fiupt haar alle berborgentheeden oopen . 8 het zal :mifichien bzeemdboozkoomen /Hoe dat een leek ſulke hooge dingen berftaat / die defelve noopt geleert noch geleeren heeft : maar ik fegge u / mijn liebe beer / dat gy tot nu toe / niet anders als een flikkering /ban zulke berborgentheeden / in mijn fchriften geſien hebt / want men kan 'ı niet ſchrijben . Indien gy ban Godt zult waardig erkent werden / dat u het lichtin de ziele mocht opgaan / 300 zoud gp onuptſpzeekelijke woozden Gods / van zoodaanigen erkentenis / Hoogen / ſmaaken / rupken / voelen / en fien . Aldaar is eerſt de rechte Theoſophiſche Pinrter - Schoole / daar de Ztele ban Godt geleert werd. 9.Daarnaaifrer geen naabozifen / of ſcherpemoep een te meer van noode ; alle Poozten ſtaan oopen feer eenvoudig mens kan daar toe koomen / indien hp hem maar ſelber met fijn willen en loopen niet weeberſtaat ; want het legt alte voozen in den mens / Het behoeft maar door Gods Geeſt opgewekt te woza den. 10. In mijn Calent / gelöh ih het in eenboudig: hepd heb honnen opfchaïben / zult ov den Weg hier toe wel fien , bpfonderlijk in dit bpgevoegde Boekjeſ Welk ook mijnes Calents is / en eerft vooz wepnig weeken tot den druk bebozdert; ' t welk ik u e . in liefde / als mön Chriſtelik meedelid / bereere ! en bers


den 35.Br.

Send brieven .

335 bermaane het dikwils te doozleeſen ; want fijn deugt is genaamt/ hoe langer hoe liever. In dit boels je zal u & :eenen waaren hozten grond ſien / debeles keſeeker is : want den Wutheur heeft hem in depracs tijk onderbonden . 11. maarwatbelangt den grond van de hooge na tuurlijke berbougentheeden / ober't welke u ¢/ be neffens de Deeren Balthazar Walter , en Leonard El . ver , een berder verklaaring begeeert / 300 wilt aan den Beer Walter daar na brāagen / want ik heb een berklaring booz H € .en hem / beneffens andre nieus we Schriften / meede gefonden / indien defelbe u behaagen / 300 kond gp felaatennaaſchräben / g ſult feer groote erkentenis daar in binden . weng datop het al te raamen recht mooge 12. berſtaan ; ik wou het ook geerne noch eenvoudiger ſtellen ; maar weegen de groote diepte / m dan ook der onwaardighepos halben / mag het teegenwoozdig niet geſchieden . Chriſtus ſegt: Matth . 7. 7. foekt/ 30 zult gp vinden / klopt aan/ zo werd u oopen gedaan . Niemand kan het aan een ander geeven 7 een ieder moet het van Godt ſelve ontfangen : den een handen ander weleen aanlepding geeveri / maar het berſtand han hp hem niet geeben . 13. édoch weetet / dat u in het Land van mida dernacht een Leelie bloept. 14. Zoo op derelbe / met den Sectaartfen twift der geleerde niet komt te verſtooren / 30 zaile / bp u/ tot een grooten boom werden , maar indien gp lieber zult willen twiſten / als den waaren Godt erkennen / zo gaat den ſtraal boozbp / en treft maar eenige / 30 moet gp daarnaa / bp vreemde Dolkeren / waater / booz den dozft uwer zielen / haalen . 15. indien gp dit recht in acht zult neemen / 30 jul. Jen mijne ſchriftenugroote geleegenthepd en aanwijs fing


e -336 Theoſophiſch den 55. Br . ſing daar toe geeben ; en de Signat-ſterre booben uwen Polus, zal u helpen / wantſön tpd is gebooren . 16. Jhwilu gaerne geeven wat de Deere mp ges geeven heeft ; ſiet maar toe , en legt het recht aan : het zal u een getupgenis teegen de ſpotters zijn . Dies manden behoeft op mijn Perſcon teſien / het is een loutre gaabe Gods ; niet alleen om mpnent wille / maar ook om uwent wille / en aller der geener die defelbe koomen te leefen . 17. Ptemant en Wacht meer op de tijd / fp is al reeds geboozen : die het treftdie treft het : wie daar waaktdiefiet het en die daar ſlaapt die fiet het niet. De tijd zal haaft verſchijnen / en is al berſcheenen / wie daar waakt die ſiet ſe : veel hebben e alreeds on berbonden ; maar daar moet noch eerſt een groote elende vooz of gaan / eerſe gants oopenbaar wozd ; de oogſaahe is /den ſtrijd derGeleerde /dat fp Chrifti Hello met voeten treeden / en twiſten om een kind datnoopt boofer geweeſt is ſeedert dat'er Menffen geweeſt zijn ; dat zal oopenbaar werden / daarom moet fich een wroom man aan fulken twiſtniet beroetelen : daar is een butur ban den Heere in / dat zal hen berbanden / en de waarhepd ſelber oopenbaaren . 18. Wat'er verder reſteert zal u 6.bp den Heer Walter ontfangen /bpſonderlijk een Taafel/beneffens de berhlaaring 7 daar in de gantſe grond booz oogent geſtelt is. Beveele UE. in de liefde Jeſu Chriſti ! U E.Dienftwilligein de liefde Feſu Chrifti.

J. B.

Den


5

den 6.Br.

Send -brieven .

337

Den LVI. Send -brief, Aan den H.

N.

N.

Vanden 25 April , 1624. Ons heyl in de werkende liefde Jefa Chriſti in ons. Pn geliefde Bzoeder in 't leeven Teſu Chriſti / MH beneffens hertelijke wenfſing banGods wers Helijhe liefde / dat uw eedel Leelp -taljen / 't welk in Chriſtoontſpzooten is / in het paradijs Gods / in de kracht Chriſti / groot waffe en beel bzuchten dzaa . ge/ tot onfer aller eeuwige vjeugde en Heemnelfre broes derſchap . 2. Ia berhenge my in mine Ziele / als ik vera neem dat 'er een krachtig ſchoon Spjuptje/ upt ona ſen leebens Boom / Chriſto / ontfpzooten is , en hoope depſelfs goede vzuchten ook tegenieten . 3. Gelijk als den eenen tak / aan den Boom / des anderens ſap en kracht geniet / en alle in eene Hracht waffen en bauchten dwaagen ; alzoo zijn wp ooh/in den Boom Chriftiſ allemaar eenſ 't welk is Chriſtus in ons allen . 4. Dewpl gp i dan / met mond en herte / b2x oopentlijk / tot deefen 2800m des leebeng bekent i ex daarenteegen des Datang bergift en dwaaling wees derſpreekt; 300 wens ik teegenwoozdig niets meer / als dat ik / in de kracht van deeren Boom / dewelke Chiſtus is mijne kracht/ die ik van hein ontfanger hebbe/u kondelaaten invloejen / opdat wp als leeten / in eene kracht / waſſen moogen . 5. En ik twijffel daar nietaan / ofde Xiderhoogfte heeft zijn Leelp - takin u geboozen /Wantſonder Gods P


iſche den 56.Br. Theoſoph 338 lijke kracht hebben wop geen verlangen noch Honger naa Godt / en hounen Hjem ook ſonder fijnen Geeft in ons niet erkennen : alles wat wp grondelöl ban hem Weeten dat komt ban fijn oopenbaaring en werking . 6. Want of ſchoon de waereld veel van Godt fpreekt / 300 doet ie het doch maar upt gewoonte / en neemt haar weeten ban de Hiſtozte des letterlijken Anoozds / en daar en is geen waar weeten bp haar : wantniemanthent den Dander dan den Soon / en die het den soon wil oopenbaaren . 7. Daarom hebben wp geen waare weetenſchap bau Godt / 't en zp dan dat ſy ons van den Soone ges geeven wozd / dewelke in ons leeft ; indien wp an bers ranken aan den popuſtok zijn . 8. Want Chriftus regt / die upt Godt is die hoozt Het woord Gods : en tot de vernufts -geleerde / die maar alleen van de Letter geleert waaren ( regt Hp ] dacrom hoozt gp niet / want gp 3pt niet upt Godt. Item gp jpt mijne Schapen niet / gp 3Pt verſcheurens

biben / en Huurlingen . 9. Daarom leg ik / Willen wp recht ban Godt ſpzeeken / en ſijnen Willeberſtaan / 300 moeten fijne woozden in een leebendige werking in ons bipben . Want Chriftus fegt : fonder mp en kont gp niets doen : Item , niemand kan godt eenen beerenoemen fonder den 09 : Geeft in hem / want föjn Heere noe men / moet upt Godt geboozen zyn / en van den H : Geeft uptbloejen . 10. Daar is niet dat Godt gebalt / en daar werd ook niets ban Godt aangenoomen / behalben wat bimet / en dooz des enflen Geeft ſelber werkt en woet : alle planten / regtChriftus / die mijn Hee melse Daaber niet geplant heeft / zullen uptgeroept/

- de

en met vuur berband wonden . II . Daaroin mijn geliefde Bzoeder / doet gp wel Cat


BI

Ein em . alt

ar:

KV PA 1

t le

v] et. 7

at me en. t6 2011 De

en 8 at

tid 28

Send -brieven . 339 den 56.Br. dat gpu tot den oorſprong des leebens Houd/ en kracht · van de ſelbe begeert/ gp zult wel verquilit en geſteckt werden : gp zöt Godt / en de leeden Chriſti/ een aan genaame gaſt / in uw voorneemen : enindien gp zult bolſtandig blpben /en den Dupbel/ beneffens deWae reld / en het Aardſe vlees en Bloed / Weederſtaan / en u / tot den rechten Ridderlölten Ooberwinnings Hamp / teegen deere alle / ſtellen ; en den middags vpand /deepgen liefde / in ui ooberwinnen/ en recht in onſe algemeeneliefde koomen ; 300 zult gy gewig wees ten / dat ude Eedleen Hoogdierbaare Ridder -kroon Jeſu Chriſti (dewelke hy in den flag [teegen) den Dood en de Helle heeft bekoomen )met de Heernelfie bzeugde zal opgeſet werden . 12. Zoo zullen zich alsdan alle kinderen Chriſtil beneffens de H : Engelen / met u alzoo hoog berhen gen / meer als ooverneegen en teegentig Grechtbaar dige / dewelke dat alreeds erlangt hebben : en de rahoone en Eed'le Sophia zal aan uw ziele tot een ges malin gegeeven wozden ; dewelke teegenwoodig boozde deur van uw ziele ftaat / en u / met Haare ftem me ſmeekende roept / en aanklopt / dat gp maat regt in den ſtrpd/ teegen Sonde / Dood/ Pupbel/ en Helle / 30uid treeden / en met uwen ernft de groote pe tarde aan het vaſte flotder natuur ſettent / 300 zal ſy ui helpen dit flot berbzyrelen ; als dan zult gp groote wonderen ſien : en in die ſelbe uure der ooverwinning/ wozd debzeugden -rüle Bauploft des Lams / indent Heemel in u / geljouden ; en algdan zal u den Herter . Staf/ ban Chriſto / in de hand uwer ziele gegeeven worden . 13. Elleenlijk gedenkt wat op deere lupffe Sophia belooft hebt / oin ſulks ook/ tot het epiide toe / Daft te onderhouden / Get moet ernſt zijn / niet weeder te rug ſien in Dodom , gelijk Toths Wijf / dewelke tot een Sout P 2


den 56.Br. Theoſopbiſche 340 Sout-Pilaar Wierd ; maar met Toth/ na Gods bes geeren / upt Sodom uptgaan / en in de naabolging Coifft intreeden / de beſpotting en het laſteren der waereld niet achten / maar het merkteeken Chriſti liever hebben als al de brindſchap/ eer / en goed ban de wacreld : dan kond gp/met ons op Chrifti pelgrim ftraat wandelen : maar indien u dit niet en ſinaakt / en noch de welluſt en eere der waereld begeert / 300 3pt ar noch niet berepd om tot de Buploft / en tot uwe Bapd / onfe liebe Sophia te kooinen . 14. Daarom vedenktu wel/ beſchouwt uw gants Herte / is 't nudat gy een begeerlijken Yonger en treli ( gelijk ik dan beſpeure) daar toe bemerkt / 300 waclit geen oogenblili / gaat boozt / treed met een ernft in de boete / en geeft uwen wille gantſelijk oover om daar in te treeden/ en niinmermeer weederom daar upt te grany al zoud gp daarom Ipfen leeben / eer en goed verlaaten : indien gy dit doet / 300 zpt gp recht berepd / en den rechten muurbzeeker zal tot uweziele treeden / en dat geene in u doen wat gp ronder hem niet kond doen . 15. En of u daar naa eenige nepging of groote weederwaardighepd in hetblees inocht aanhangen / en ook den Coon ni W bernuft u dwaas noemen Gods u in ulighaam en zieloovertrelite en toedekte / 300 zal't u alles niet ſchaaden / gp zult met een nieuw gemoed onder zullie Doonen uptgroenen / en mot den Geeſt in den Heemel wandelen / of ſchoon het qardſe lighaam met de Creatuuren moet omgaan / go zal het doch met u gaan als met een grooben ſteen / in de welke een ſchoon Goud waft. 16. Gp moet u ook aan mijn elende en verbolging niet ſtooten / daar ook niet vooz bzeeren / want het is Chriſti merktècken ; fiet inaar eens in de Schrift te rugge / hoc het Gods kinderen gegaan 19 / hoere al


31,

EL

de 7 -1 st

)

1

den 56. Br.

Send - brieven .

341 altijd berbolgt en gedood zijn geworden / alleen jupft van die geene / die Gods weegen zouden leeren . Want my is een redel Paereltje vertrouwt / dat dekt Godt alzoo toe / dat het de onwaardige niet ſien / maar blind ontrent het ſelve zijn / en ergeren ſich aan de eenvoudighepd van den Verſoon / op datfe / in de wpshepd haares vernufts ſelber dwaas blyben ; Het ſelbe ſien en echter niet verſtaan / dewpl ſy de eenvous tigheyd Chriſti berſmaaden / maar daar zal feec haaſt een tpd kooinen / datſe daar ban een reer ern ſtige reekenfchap zullen geeben , 17. Maar dat Godtbet u heeft gegeeven te erken nen / wat het is / en ban waar het hoint / daar darlit hem boo2 : Het is it upt genaade geſchied / en daarom bat gpu booz Hein hebt berootmoedigt / en u kan nocli ' grooter genaade Weederbaaren / indien gp in de oot moedigheyd en ernſtig bidden ftaan blyft : ik wil u mijne liefde met bidden / en meede-leedig werken / gaerne meede - deelen ; want het is mp een enim bzeugde in mijn herte /of ik ſchoon lighaamelöke elen be daarom moet lijden / zoo verhenge ik my echter dat ili ſie wat God de Heere / dooz mp arme JDens / tot hier toe / gedaan heeft. 18. Den Satan kan Gods weg niet berhinderen / want al fchynt het dat hp re met zulken mood- ges fchzeeuw verhindert / 300 woed het maar hoe langer Hoe meer geoopent/ bat Gods Hinderen na den grond bzaagen . 19. Maar den hoop der Godloofen woud daar dooz berffokt en verhindert ;de andze worden daar doodges roepen / dat zult gp ſien eer noch een Jaar ten eynde komt / en al ſchoon ſy mp doodden /300 moft het doch voozt gaan / want het is van den Deere. 20. Bebeele u € : in de ſagte werkende liefde e ſu Chriſti / en mp in uw Broederlijke liefde en gunft. J. B. 3


e

Theoſophiſch

342

den $7.Br .

Den LVII . Send -brief. Aan den Heer CHRISTIAAN I

BERNHARD .

Van den 5 Mey 1624.

Ons heyl in Chrifto . Pn geliefde Heer Chriſtianus , beneffens wenr 1. MO ing ban alle ſaalige welbaart tot uwer rufte : ik wens u de beſchutting en beſcherminge Gods/ dat hy umet fijn lieve Engelen wil gelepden / en tot b200 me Chriſtelijke herten brengen / en bp geſondhepd behouden , en dat ſelbe dooz u berrichten 't geen hp wil. 2. Ik heb teegenwoozdig aan den Heez Balthazar Walter, op de Leipziger Mis / geſchzeeben / en heb Hem toegeſonden / Het Boekje van degenaadige ber hieſing van 42 bellen Papiersals meede dat ban Chai fti Teſtamenten van 16 bellen / ook 27 bellen ober Geneſis ; beneffens een Clavis van deere Schriften / van 6 bellen / en dan 3 ereinplaren van mijn Boek je ; ook heb ik bepde de Heeren ban Lubeck (dewelcs kemygeſchreeven hadden ) geantwoozd / en ieder een eremplaar van 't gedrukte Boekje geſonden / welke

den Heer Walterwel bebentzijn. 3. Groetet UW Broeder den Conrector , en ile neem het in grooten dank aan dat hp min Bieben zal bootſenden / ik zal hem dikwils fets toerenden . Toekoomende Vipdag zal ik na Dreſden repren / al daar ik voor den Keurbozftelijken Haad ontvooden ben / ommet haar te ſpreeken / gelijk dan ook met den


1 t 13

Send. brieven . 343 den 8.Br. den Heer Henkelman , Directeur van Yet Laborato . rium op het Slot. Godt geeve genaade daar toe. Beveele u in de liefde Jefu Chrifti.

VE . Dienſtw . in de liefde Chrifti.

J B. Den LVIII . Send -brief. Aan den Heer N. N. Van den 8 Mey 1624. Ons heyl in't leeven Jeſu Chriſti in ons .

zeer liebe Heer / beneffens Herteli ke wenſ 1:Mn ſing der Godlijke liefde / en alle hepIſaame welbaart des lighaams : Uwe onpaſſelikhepd wil Godt na ſinen wille fchillen . De toeſtand mpnes lighaams is noch reedelijk (daar boor ik Godt dans ke) doch dappermet Fariſeeffe klitſen bewozpen / 30 het geineene gepeupel quaalik kentdat ik een dat mp Mens ben : alzoo gants feer is den Satan over nip en mijn gedzukt Boekjebertooznt/ en woeder in den oberftenFariſeus zoo magtig / als of hp my opbizea ten wilde : hoewel het grootſte vuur / teegenwoozdig feedert dzp weeken eenwepnig geftilt is/ dewijl hp merkte dat hp ban beel 100 enfren teegengeſp200 hen wierd / dewelke hp al te raamen beneffens mp berbant / gelaftert / en beroozdeelt freeft : en heeft mp 30 ſeer met leugens oberſchuddet / dat men nip quaalih kent. 2. Ml300 bedekt Chriſtus ſijn Buupd/en het Eed'le Paereltje weegen der Menfſen onwaardighepd ; dewilden toonn in haar aangebzand is / en dewaa ke naabp : ik bidde /en ip bloeken mp; il feegene haar/ en P 4


344

Theoſophiſche

den 58. Br.

en lp laſteren mp ; il ftaa teegenwoordig recht in de proebe / en dzaage het merkteeken Chriſti aan mijn voozhooft : dochmijneziele is daar niet treurig in / maar acht dit alles vooz een teeken der ooberwins ninge Chriſti booz haar ; want alzoo moet den Mens recht in Chriſti proces geftelt wozden / op dathp ſijn beeld gelijkformig wozde : want Chriftus moet ge duuriglyk verbolgt /beſpot / en gedood werden ;want hp is een teeken dat weeberſpiooken wozd / maar op welken hp valt die bérpletterthp / en verſtoozt de aan : ge- erfde booshepd der Slange. 3. Heb ik andre deeſen weg moeten leeren / en ge leert Waaromzou ik berbaart zijn om ſelber ookdaar op te wandelen het gaat mp immers maar alzoo / als ik andze heb voozgeſchzeebert dathet gaan zal ; en ' t gaat mp gants recht/ want dit is dePelgrim - ftraat Chrifti : want de waare Chriſtenen / zyn alhiec bzeemde gaſten ; en moeten / dooz des Dupbels rijk / ook inhaar reclje Vaaderland inwandelen /dooz enkes le Diſtelen en oozen ban den bloek Gods : daar moet geworſtelt en ooverwonnen zön / tot dat wop der dooz hoomen / Het zal ons wel beloont wozden : want deefe / dewelke ons teegenwoozdig oozdeelen / zullen ten Tongſten -daage vooz onſe oogen geftelt wozden / daar wp / beneffens Chriſto / in het Oozdeel / dover Haar zullen heerffen : wat zullenſe ons alsdan reg gen zullenſe niet verſtommen / en ſich ſelfs laſtereny gelijk ſe teegenwoordig ons doen : 4. Ach ! datſe't alhier konden bedenken / en daara ban aflieten ; ik wens haar Gods barmhertighepd / want ſy weeten niet wat ſy doen : ſp zijn in grooter elende als die geene dteſe berbolgen , want fp zijn ar mne gebangene des Dupbels i dewelke haar al300 plaagt en bergiftigt/dat bergift haar leeben is ; daar om berheugen prich datfp des Dupbels dooinen en dif


den 5.8. Br.

1 3

7

1

Send -brieven ,

345 diftelen baaren / zijnde buuchten in Gods Toom : ' t welk de kinderen ChriſtiWel te beljertigen is / die met angſt haar recht Vaaderland foeken / datfe niet al leen booz ( ich ſelben tot Godt zullen bidden cm bers loffing , maar ook om deere Yaare elendige / arme / gebangene meede- leeden / dat Godt haar ook wil bers lichten / en hier toe voeren . 5. Liebe Bzoeder ; het is een tijd van grootent ernſt / laat ons doch niet ſlaapen , want den Baups degom trekt boozbp / wie het hoozt / die gaat meede tot de Bzuploft : doch die niet en waakt / maar uit deluſt de blees maar ſlaapt / die zal Yjet ſeer berous wen dat hp (ulken töjd der genaaden berfiaapety Heeft . 6. Het komt de waereld wonderlijk boo ? / dat die geene/ die van de Schriftgeleerde beracht en vervolge werd / Godt berjaagen zou ; en ſy ſien niet te rug / wat de Geleerde aan de p2ofeeten / Chriſtus/ en fijnt Apoſtelen / en naakoomelingen gedaan hebben . 7. Ach !Het is teegeitwooedig maar een mond -et titul.Chriſtenhepd/ het herte is erger als doe fp Dep denen waaren : laatons op ons ſelber immers ach neeinen / en niet op haar ſien / op dat ' er doch een faau op Aarden ooverblybe / en Chiftus niet alleen eem misbruipk en dekmantel 3p : laatenw ' ons onder malkander bermaañen en trooffen / dat we irgeduld volſtandig zijn (want hier naa komt noch een groo ter elende ) dat we moogen beſtaan / want ons Chris ffendom beſtaat niet alleen in Weeten /maar in lachts men twiſt teegenwoordig maar in 't weeten en im beeldeit / en dekracht verloochentmen : maar daar komt een tijd van beproeving / dan faunen ſten wat haar beelden geweeſt zijn / en hoe fp daar aan gehou Deu Hebben /alfre ban 't eene beeld op ' t ander zullen ballent en echter geen ruſte hebben . & sucht

.


hiſche den 58.Br. Theoſop 346 8. Ach : Haare beelden zijn maar afgooden der Hepdenen / gelijk ſp waaren eer fp de naam van Chriſtenen hadden : de Geleerde en boozſtanders / foeken maar epgen nut en eer daar in / hebben fich in Chrijli Stoel geſet/ doch zän maar kraamersder Beelden / dewelke fp om geld verhoopen ; die haar beel geeft die verkooptmen een eerlijk lof- beeld7 ett bzaagen niets na haare zielen / wanneerlemaar haar tpdlijk goed genieten. 9. Ach ! dupſtre nacht !Waar is deChriſtenhepdt fp is immers gants tot een ooberſpeelige Hoer gee wozden : waar is haare liefde : 1p is immers geheel tot Kooper / Staal en Yſer gewozden ! Waar aan zal wat men teegenwoozdtg de Chriſtenhepd kennen booz onderſchepd heeftfe boovende Curken en hep waar is de denen waar is haar Chriſtelijk leeben fto maar r Chri in wp daa hap der bepligen / gemeenſc een zijn / daar Chriftus ons allen maar eene is daar is immers niet een tah / aan den naam van den Chats ftelijken Boom / die den anderen gelijkfozmig is / daar zijn enkel wilde Weederwaardige ſpzupten ges

waffen . 10. Ach Bzoeder ! wp die fien / laat ons doch waaken , en van Babeluptgaan / Het is tijd / of pe ons ſchoon hoonen / ja al zouden ſe ons dooden / noch willen wp den Dzaak en ſijn Beeld niet aanbids den / want die ſulks doen / zullen eeuwiglijk gepps nigt werden . 11. Stoot u niet aan mijne berbolging ; en of'ta ook desgelijks gaan mocht/300 denk dat er een ander Jeeben is , en dat ſe onfen epgen bpand verbolgen /die wp felfs ook haaten : fy konnen ons niet meer beneea men als maar de Schoffe,daar in den Boom gewaf fen is ; maar den Boom ( taat in den Heemet /en’t på radps / inden grond bereeuwighepd / die kan geen Dupa


Br, i

mer an 3 ch ere mit

den 59. Br.

Send -brieven.

347 Dupbel uptroejen : laat maar de ſtorm -winden des Dupbels daar oover Heen waajen : haar dzpben en quellen / is onfen wasdom . 12. Ik ben nochmaals van de Weederwaardigs / dooz debeweegingban Gods Toombeweegt gewoz den / op dat ik Waffe en groot werde / want teegena woozdig is eerft mijn Talent aan mijn Daaderland oopenbaar geworden : den bpand meent het quaad / doch he publiceert/ daar door / maar mijn Talent ; Hetwerd teegenwoozdig alhier machtig zeerbegeert/ en daar is meenigenHongerigen ziel dooz berquikt gewozdens al ſchoon het den onweetenden hoop la terc. 13. Op zult noch wonderlijke dingen Hoogen / want de tüd is geboozen / daar ban mp / booz dzie Jaaren / dooz een geſigt / geregtwierd / als naames lijk de Reformatie het epnde bebeel ik Godt : il weet het noch niet egentlijk . Bebeele u in de ſachte liefdeJeſu Chriſti. J. B. Den LIX. Send -bricf.

Aan N. N.

ens wenning van “Men zeerliebe heer / beneff onres beeren Ieſu Chrifti de liefde / in Ziel en Geeſt: 300 laat ik u 6 :Weeten / dat / in mijn af weefen ban deere repre , doe ik bupten / bp den Deere Hans Sigiſmond , ben geweeſt / den Fariſeeffen Øeeft gemoed heeft / als af hp den Heemelbeſtonnen / en de Helleberbzeeken wilde/ en alles weegens het ges dukte Boekje : 't welk echter van beele ſeer hooglýja vemint Werd . 2. Enweetniet hoe't met deeren Fariſeeffin Geert moc 26


348

Tbeofophiſche

den 6o.Br.

noch gaan zal: doch rettemijn hoop en gants vers trouwen in de liefde Jeſu Chriſti / en danke Godt / dat ik het Beeld JeſuChriſti zal gelijkfozmig wers den / en om fijnencwille ſmaad lyden i gal alles met getulty onder ' t krupffe Chrifti dzaagen : want den Batan ſtormt teegen Chriſtum / en Chriſtus teegent den Satan; en 't gaat gelijk ten tijde Chrifti ; ſom mige repden / hp is vzoom en een profeet 7. de andje / hp heeftden Dupbel: hoe Het zal afloopen zalik u € : berder laaten weeten . Bedeele u in de liefde Jeſu Chriſti. UE : Dienſtwillige I. BI

Den LX. Send - brief, Aan den Heer FREDR'IK

KRAUS ,

Medicinen Dactor tot Lignits ,

Van den 9 Mey 1624 . Qasheyl in't leeven Jeſu Chrifti in ons. Pn getrouwe Daind : beneffens hertelöke Wenſing der Godlike itefde / dat u de bonne der gerechtighepd / in Zielen Geeft / eeuwig ( chpne. Het zoude my een enkele bzeugde zijn/ indien 'tu noch wel ginge / mp aangaande 7 ben ( Godt lof; teegenwoozdig noch in goede gefondherd na't lighaam ; doch met des Sac tans klitſen / doozden Fariſeerfen Geeft/ van buga ten / feer bewozpen , want ik van 't u nauwliks fchipben / hoe ſeer dat den Satan oober mp/ en mijn

".


Send -brieven . 349 gedjult Boekje van deBoete ,bertoorntis ; en maar alleen den ooberſten Fariſeus / en fijns gelijken : want ſy bzeeren / dat haar autozitept en aanſien afs vallen zou / indien ongeleerde Lupden den hoogſten grond quaamen boozt te brengen ; en de menflen mochten de naavolging Chafti /en der Apoſtelen / in leeben en leer / van haar epffen / 300 moft haar bupk godt ballen / en ſp wat klepnder / in Gaar epgen 00 gen werden : 't welk haar alles nieten ſmaakt. 2. naar het moet echter geſchieden / de tijd is ges boozen / en hetlaſteren kan niet helpen ; want met haar laſteren beroorſaaken fp maar dat de menfren na deefe Schziften bzaagen / en ſp bebozderenſe daar doozmeer als dat fp re hinderen ; gelijk hier bp ons teegenwoordig geſchied is / datſe bp naa een pder gaern wou ſien , en dat groote wonder aanſchouwen / wat booz een wild dier dat daar doch in ſteelit ; en wanneer ſy defelbe koomen te leefen / zoo ontſetten ſp haar oober haare blindhepd / en gaan in ſich / en bes trachten haar leeven daar teegen ; daar door beelo ban haar /ſich hebben omgewend / en zin in de Boete getreeden / en bzindſchap metmp gemaakt : die te booren Laſteraars zön geweeſt 7 zijn daar naa Schaapjes Chrifti gewozden . Alzoo gants wonder : lök boert de Heere fijnen weg : enzoo moet Gods Hinderen alle dingen ten beſten dienen . 3. Den Primarius heeft alhier eenvergiftigen leu genachtigen Paſquit7 van een bel / in de Latynfe Spraak ( in berffen) teegen mplaaten dukken / daar in men ſiin Geeft ( en den Satan met fijn klaauwen ) wonderlijk fiet : Daar heb ik een berantwoording teegen geſchreeben / die kont gy / beneffens Het Paf guil/ bp den Heer Michaël van Ender , tot uwent7 be: koomen , hp zat't u gewillig leenen / daar zult rp wonderlöke dingen ſten , die ik u alhier nietſcharben den 60. Br .

han .

EP 7


den 61.Br. Theoſophiſche 35 4. Oh fende u met den Szenger deeres / ooh een remplaar ban't gedrukte Boekje! hoope gp zult het wel pzactiſeeren7 dewil gp / behalben dat een Liefhebber ban den waarengrond göt : tk zoudeu gaern iets van mijne Schriften mee geſonden heba ben /maar hebre alle uptgeleent. 5. Op heeden / den gMep / repre ik naa Dreſden, daar heen ik / ban boonnaame lieden / aan 't Feuzboga ftelijkeHofopeen faamen -ſpraak / ben berfocht ge wozden /dewelke mijn Schaften ookleeren en bemin nen ; Godt geeb genaadeen kracht daar toe / hoe't aldaar zal afloopen / zal ik u / weederom berichten. 6. &n berroele wilt den Hr. Martin Moſer tot Goldberge, metfeelregeleegenthepd / dit bpgeboeg de Pahje renden / daar in gp hem / en mp een liefde dienſt zult bewpren : en wilt doch met de Heer Mi chaël van Ender , heriniffe maahen (300 't niet al ge fchied is ) daar kont gp al mijn Schriften beltoomen / want hp heeftre alle / en 't iseen feer groot Practicus , en een lief Meng ; ook heel fwpgende en trouw / gp zult een goed Dziend aan hein hebben . Bebeele u in de liefde efu Chrifit. J. B. Den LXI . Sendbrief. Aan den Heer TOBIAS

KOBER ,

Med : Doctor , Van den 15 Mey 1624 Onsheylin't leeven Jeſu Chriſti in ons. Un ſeer liebe Heer en Chriſtelijkie Broeder ) Mibene,fensgen nh trouwhertige Wenſing /als min meete


den 61. Brs

Send- brieven ..

351 meede - lid / van een altýd-duurende / Godlijke liefde kracht / dat uw Ziele geſtaadig mach ſcheppen en dzinken / upt de Bon Chriſti. 2. Het zou mp lief zijn / dat het u / beneffens de uwe / en onſe liebe Dzinden / als meede mijn Hups bzouw / noch wel ging ; mp aangaande danlı ik Godt / dewelke mp wonderlijk boert na ſijn welgeballen ! ile ben Woensdag voor Chrifti Heemelbaart / beneffens den Heer Melchior Bernt , in goede geſondhepd / tot Drefden , bp den Heer Benedi&tus Henckelman (fijn heurbozftelijke Doodluchtighepds Chymico en Practico ) aangekoomen ; aldaar mp alle Chriſtelijke liefde en bzindſchap aangebooden / en ik feer wel bes jeegent werd ; aldaar wp beel goede Converſation hebben . 3. En onder de keurvozſtelijke Raaden / en wel de aldervoornaamſte bevinden ſich ſeer Chriſtelike lief hebbende Heeren / die ſulken Theoſophiſen grond feer lief is / enook mijne Schriften beminnen en leefen / want mijn gedjukt Boekje is baft in handen ban bees le Officieren en andze geleerde mannen gekoomen / dewelke het alle voozgoed/ en een gaabe Gods erken nen ; en tot dien eynde arbepden ey denken hoe men zoodaanige goede Schriften / die den Dens in de naaborging Chriſti boeren , mocht helpen bootfetten / en niet onderdjukhen / gelijk het( Godt beetert) in mijn Baaderland /ùpthaatvan den perſoon geſchied. 4. En het ſmaadelil Parquli ban den Heer Prima sius , wozd ban de Haaden en Geleerden ( eer Wonders löjh aangeſien / en ſommige meenen dat den lepdigen Boofen Geeft het felbe gedicteert heeft ; ook werd 'et ban de Predikanten veracht/ dewelke ſeggen / dat hp daar mee bupten fijn ampt treed : Want den Heer ' Henckelman heefthet den Raad / en de Geleerde bers toont / dewelke rich ober des mans dwaashed ver maons


che den 61.Br. Theoſophiſ 352 wonderen /dat hp ſijn paffien /30 in't oopenbaar teegen een Chaiſtelijk Boekje durft uptſchudden / daar booz fich meenig bzoom hert ontret / en achtent booz een ftraffe Gods / dat die geene die andze zouden leeren / zoo blind zijn , en de waarhepd ſelber weederſtaan. 5. Eenige voornaainfte upt den Haad/ hebben my ook haare goede geneegenthepd laaten aanbieden / ent daar beneffens geregt í datſe eerftdaags / als ſe maar geleegenthepd hebben / mp tot haar / op een Chziftes Tijke ſaamenſpzaak / ſullen laaten verſoeken : 'twelli ih berwachie wat aldaar geſchieden inocht : tk Yoo pe dathet alles wel afloopen zal; want dat ben ik becſeekert datre mijne Schriften beminnen ; gelijk dan ook den Superintendent alhier / Heer Egidius Strauch, mijn gedjukt Boekje leeſt en liefheeftihoope ook dat het hier ( gelijk mp bericht is gewozden ) wees der opgelegt en naagedzukt zalworden / 300 had den krpg een epnde / en berwacht daaglijks hos het Bode boegen zal. 6. Ok bidde u & : wil doch mijn hupsbzouw aans feggen / datre fich /mijnenthalbeniet bekommere / ent maar blptig bidde / Godt zalhet wel fchilahen : in dien haar tets ontbreekt / fp weet immers wel waar fy't haalen kan / laat ſp maarwel het Hups waars neemen / en ſich een wepnig bukken / ditonweer zal wel haaſt povergaan / en de Sonne daar naaſchonen : ih zal op 't verſoek van den Heer Henckelman , noch omtrent een maand / ofzoolang het zijn mochte /hier tot Dreſden bp hem blyben , want ik heb het hem toes gerepd / dewji hpmy koſt en geleegenthepd boozniet geeft / en is een reer Chriftelijk Heer 1 dieimp wel Dienft kon doen ; hoewelnaa Godswille / iti berlaar mp op geen enffen / maar op den Icebendigert Godt/ en ben daar bp gants biolök en getrooſt ; wie weet hoe'tnoch mocht afloopen .


den 61.Br.

Send brieven .

353 7. Mijn Schriften worden alhier naagefchzeeben ; de tijd zalalles oopenbaaren ; ik zalu met den eerſten Weeder ſchryven 7 300 Haaft ik maar geleegenthepd heb / en u mijnen verderen toeſtand berichten : ik ben teegenwoozdig hier noch gants nieuw en bzeemd/ doch hoopewel bekent te werden eer een maand ten epnde is . 8. Indien u € : dodz iemand geleegenthepd had / 300 bidik / ſchköft mpdoch eens / of de ſmaading ban den Primarius noch al zoo duurt / en indien hp 't niet wil naalaaten / 300 zal ik de beurvozſtelijke Kaaden om beſcherming en recht bidden / 't well hem geen nut of eere toebzengen zal ; hy behoeft fich 300 reer op fijn macht niet te verlaaten /men konde hem noch wel om fijnleugens en ſchandelijke faam -roobings wille te recht ſtellen . Hier tot Dreſden zijn diergelijke goede Boekjes / ban de nieuwe Geboozte en ban de laatſte Eeuw / oopenbaar te koop ; hier zijn alſulkegeleerde Dredilanten als bp ons ! en men hoozt ' er 300 niet teegen laſteren : het is waarlijk booz de Stad Gorlitz geen eer ; men mocht fich wel beeter bedenken . 9. U € : gelieft doch den Heer Fredrik Reyniſch ban mp te groeten / en tereggen / dat ik fijn ſchipven / 't welk hy mp meede gegeeven heeft , met bipt / by boonnaame I teden zal bertoonen en bekent maaken . Wanneer fich een geleegenthepd mochte opdoen / wü Hem gaerne daarin ten dienſte zijn . Indien mijn Hupsbouw mijne Apologie van den Præceptor ban denjongen Heer van Scheratin , dooz den kleermaker Lihnen , in wiens handen ik't gelaaten heb / Riet wees der ontfangen heeft / 300 moetſe't felbe noch epfien / en zoo der feekere geleegenthepd is / mp toefenden / men had het hier ook gaerne. 10. Dreſden is teegenwoordig hier een bzeuigde Stad / gelijk in hoogtijden Praag was / en't gaat pzachs


354

Theoſophiſebe

den 61. Bri

prachtig toe : upt Hongarpen bericlit men Hier bp naa boom baft (gelök den Heer Henckelman van de oberſte officiers / bpronder ban die ban Lofz , vers noomen heeft) dat de Dreede tuffen den Heprer en Betlehem Gabor is geſlooten / maar de tpdingen loo pen al heel anders . In Peederland is Het teegen woozdig ook ftil / of aldaar wel veel bolhs toegeruſt is / 300 hoogt men echter niet nieuws : Sweden heeft/ booz acht daagen /hier voll gewozven / ook gaat de engelfie werbing voozt : detijd zalleeren . 11, ql bidde wilt den Heer Hans Root ban mp groeten ! en Hein verſoeken dat hy doch de Heeren Michaël, en Karel van Ender, beneffensmijne groetes nis / (300 hpeenigſins geleegenthepd zal hebben ) bez kent maglt / dat ik mp alhier een wijle tijds / mif fchien biet weeken / veellichtminder i galophouden ; dathy't ook den Heer Hans Sigiſmond van Schwey nich laat weeten . 12. Indien der eenige Bateven van bupten aan mijn zouw gchoomen waaren / en bp u geleegents Hepd is / 300 berſoeke th my deſelbe toe te renden / ik zal hen wel antwoozden : want alhier gaan Poſten naa beelePlaatſen. Bevesle u in de liefde Jefu Chata fti.

Uw dien twillige in de liefde Jeſu Chriſti, Dreſden , datum at fupra.

J. B.

Den


den 62.Br.

Send - brieven.

355

Den LXII . Send -brief. Aan den Heer

TOBIAS KOBER , Medicine Do & or tot Gorlits 7,

Van den 19 Mey 1624. Emmanuel . I Menfeerliebe enwaarde Heer en Broeder in't Chrifti ; beneffens hettelijke wenfring ban de Gods lijke liefde en geduld onder het krupſie Chrifti. Uw fchzyben heb ik welontfangen / en daar in uw Chata ftelijke zoederlijke liefde beſpeurt / hoe welſe mp te boozen wel bekent is / en berheuge mp eerſtelijk oober degefondhepd van U € : enban den mijnen : ik ben dok / Godt lof in goede welſtand / beneffens den Heer Melchior Bernt, alhier aangelioomen / bp den Heer Benedi & us Henckelman , aldaar myalle Chris ſteljke liefde en bziendſchap beweeſen werd / en zijn ook in een goede conberratie bp malkander ; ook is mijn komft/ dooz den Heer Henckelman , by naa aan alle de beurbozftelijke Kaaden bekent gewozden / des welbe meeſt alle / mijn gedrukte Boekje leeren / en beminnen / en voor een Godlijke gaave erkennen / en daaglijks tot haar oeffening gebzupken ; en hebben mp nu ook dikwils laaten groeten / en haar geneeges neWille / dooz den Heer Henckelman (dewelde daag lijks by haar koomen moet / dewijl hy practiſeert, en ſy denſelben gebzupken ) laaten aanbieden / en ber focht dat ik hier verblyben zoude / fp zouden't alzoo beſtellen en ſchikken / datſemetmy in een converſa


den 62. Br . Theoſophiſche 356 tie mochten koomen ; gelijh fy dan meer van mijne Schriften hebben ontfangen : en ſulks ben ik daag lijks berwachtende. 2. Gelijk mp dan den Heer Joachim van Lolz , ( een feer wijs Heer / ban de hepferlijke en leurvoza ftelijke Haad / die een ban de voomaamſte is) heeft taaten beltent maaken / dat hp fijne faaken alzoo bes fchikt heeft / dat hy / met het uptgaan van de Heplige daagen / na ſijn Slot / cen mpl ban Dreſden , zoude rpden / dan woude hy mp, en den Heer Henckelman meede-neemen / en (ons) eenige daagen bp fich bez houden / tot een goede ſaamen -ſpraali. 3. Desgelphs zijn ooli / den hups - Imaarſchalk / en ooberſten Stalmeefter / tot mp geneegen ; en hoope noch dat deeſe Weeren mp niet alleen in gunſte zullen opneemen maar ook eenige ban mijne Schaiften be borderen ;'t welk ih alles vooz een Godlijke beſtiering houde : en zal noch beſwaarlijk binnen die weeken konnen te hups koomen / dewpl ik alhier wachten moet / hoe hetGodt zal ſchikken ; en ook het Duur ban den (Coorn des Satans / te hups zoo feer brandy voor 't welke ik alhier goeden bzeede hebbe / en van fulken alarm niet en hooze. 4. Ik bermaan uu / in de liefde / wilt doch maar gedult hebben / en toeſien wat Godt doen wil ; iki boozmp / ben niet waarmoedig / en ben / daar bp ) feer v200lijk / dat il fie dat de Dupbel teegen mp bertoont is / en mp alzoo beliegt / 't is het merktees ken Chrifti :de leugens van den Laſteraar zullen wel aan den dag koomen , dat onſe Dpanden fich zullen moeten ſchaamen : laat ons maar bidden en Godt het oozdeel bebeelen / hp doetſulks aan Chrifto felfs / en aan fijn kinderen ; fijne berontſchuldiging / die doch maar bals is / zal niet gelden : gaabe Godt/dat hy zoo bad / dat hp den H.Geeft op den Predikſtoel bzacht/


den 62. Br .

Send -brieven ,

357 bracht / 300 zou lp'er den toodnigen Laſter -Dupbel niet opbzengen : hetgeld teegenwoordigde boere tot Baabel/ daarom is de Dupbel 300 ſeer bertoonnt. 5. Ik bidde / wilt mijn Hupsbrouw eens beroes ken / en haar bermaanen datſehaar geduldig dzaage/ ente bzeedenzp / en niet 300 klepnmoedig daar ober en werde gelijk ik hoor datfe is ; het gaat mp feer wel/ en werd bemind en in eere gehouden , ik zal haar nict verlaaten / Hebben wp in d'eene Plaats geen geleegens fepd / 300 zal ons Godt naa een ander boeren . 6. Want ik ſie teegenwoozdig des Heeren weegen naa / wat hy doen wil / fy moet Gaar datvoor geen ſclande toereekenen / want wp wozden oin Godlijke erkentenis en gaaven / om Chrifti onſes Derloffers wille vervolgt; Chriftus regt dat wp ons berheugen zullen wanneer het ons alzoo gaat/want onſen loon is groot in den Heemel ; ik ſal haar / en onſe kinderen / 300 Godt wil/noch wel verſorgen / fp geebe ſich maar oober in geduld / en zp te bzeeden / en laat haar ban niemand wat wijs maaken / ik zal wel acht op mp felben hebben / ſy behoeft oover mp niet beſožgt te zijn ; daar ſal ooft noch een tijd koomen dat het haar niet tot oneere zal gedpen : niemand weet iets ons eerlijks van ons te reggen / alsmaareen eenig boos Mens / die ons beliegt/ en om Chriſti willeaanbecht : Het is mp een enkele bzeugde om Chriftus / en fijner gaaben wille / ſmaadhep telepden ; ook moet onſen bpand het goede helpen bevozderen . 7. Het dzepgen onſes Dpands is maar fün boods achtige wille / wie weet of hem niet een ringdoo2 de neus mocht getrokken werden : Ik zal ſulks aan de heurbo2ſtelijke Kaaden niet onbewuſt laaten ; g& likſe ' tdan alreede weeten / en daar oober niet wel van hem ſpreeken : ook hoop ik booz jön Heurboz: ftelijke Doorluchtighepd ſelbec / in epgen Perſoon te 100


1

Theoſopbiſche den 62.Br : 358 koomen ; verhoopehet zal alles wel gaan ; hp behoeft 300 ſeer niet op de hooghepd te pochgen / en ſich op leugens en op menſen te verlaaten ; lijn Chriſtelijk Herte zal wel oopenbaar werden ; ſijn teegenwoordi: ge Dzinden mochten hem noch wel teegenſpzees hen . 8. Maar dewijl het hem dukat onbehoozlijk te zijn dat mijn Boeltje onder geenen naam is uptgegaan / 300 hoopik / dat het haaſt onder een naam uptgaan zal/ hp zal het niet berhinderen /ik Jeb'er alreeds aan iepding toe ; ook zijnder op de teegenwoordige Leyp diergelijke Boekjes in duuk uptges figer Dis / beel koomen / dat mach hp ook verhinderen / indien hp de man is die het doen kan : ilt hoop / eer een Jaar ten epnde is / 300 zal ſön berhinderen in’t gemeen / Baa bel geheeten zijn . 9. Ik berheug my weegens niijnen Soon Jacob , dat hp tehups is gekoomen / en bidde dat hp doch tot Gorlits wil blyven / tot mijn weederkomſt / en ſichte geener tijd niet in twiſt in en laate / weegens ſpotach tige Lieden / op dat Gods gaabe niet gelaſtert werde / en den Dpand reggen mocht / wp fullen't met het waard berdeedtgen / en oproer aanrichten ; maar een wepnig geduld hebbe . op dat ons goede met nut geplant/ en wp als kinderen Chrifti erbent werden . 10. Want in de toekoomende Eeuwe zal geen twis ften / bpten / en ſlaan zijn / maar liefde en geduld /vzees de en bzeugde/ in erkentenis der Godlijke gaabe. 11. Dewijl Godt ons dan tot Eerſtelingen meede heeft berhooren / 300 moeten wp recht aanbängen / en ſtaan als een hooſe onder de Doomſtrupken , want ons Daaderland is in den Heemel / en niet op der Macben / daaromlaat ons daar heen trachten. 12. Mijn bupsbouw behoeft mp niet toe te ſen :

( den van eenige dingen / ik heb genoeg by mp; 300 haar

1


den 62. Br.

Send - brieven .

359 haar iets ontbzeelit/ weet ſy doch wel wat ſydoenzal fp behoeft geen gebzek te lijden /maar deonnoodige fougemoetſp fichontflaan /'t en zijn geen halsſaaken / en ſchoon't 300 was / zo was het den Kaad Godø /laat die maar geſchieden . Ik zal u ten eerſten Weeder ſelepben / hoe't alhier zalafloopen . Sondag naa Heemelvaart heb ik u een Briefgeſonden / en daar in allen toeſtand bericht / dewelke eerſt boozleeden Dups dag tot Zittaw , aan de Hupsvrouw van den Heer Melchior Bernt, zal aangekoomen zijn / berhoope dat gp ſeondertuffen al zult ontfangen hebben . 13. Cot Zittaw hebben wp goede Converſatie ge had bp den Heer JohannesMolitus , in teegenw002 dighepd ban de Heeren Furſtenauers.en den Heer Jo han Hartigius , met den Heer Mathias Reiniſch ; Welke bepde Doctoren mp ieder een Höhsdaalder tot repsgeld hebben gegeeben / en mp berſocht de brindſchap met haar verder te onderhouden . Ik Hoope het zal hier in Dreſden niet leedig afloopen / gea lijk ik reeds bernoomen heb : den Primarius bp u / en deert mp niet / al was jp noch zoo boos ; heeft hp niet genoeg aan de geſchzeebene Apologie , fy zalhem wel gedjult wozden / gelijk ik dan van beele daar toe bermaant wozde : doch ik zal noch een wepnig fien hoe't hier zal afloopen , is hp zoo gants (eer begeerig naa mp/ hp koome hier / ofte klaage hier oobec my Ik zal ter antwoozd ftaan ; en wenffe dat mijn Boelije mocht tot onderſoekHoomen /en ook ſin par quil; ik denk noch zoo niet ſtil te ſwygen opſin Dar quil /maar ik zal't noch oopentlijk bewpfen , dat hp alles ban mp heeft geloogen : hp geeft maar ſin ſchoon hert daar mee aan den dag : die bepde Doc toren tot Zittaw feggen datſe geen goeden Geeft int Hem beſpeuren konnen . 21300 wozd ſün Paſquil dober al gangeſien . 14.7k


den 63.Br. Theoſophiſche 360 14. Ik vidde wilt mijn Hupsvzouw en alle goede Broeders / in onſe liefde in Chrifto / groeten / bpron . derlijk mijn toeſtant / aan den Heer Hans Root, bes kentmaaken / op dat hy ' t de Heeren Karel van En. der , en ſön Broeder Michaël van Ender , ſchube / ofhetde Heer Hans Sigiſmond mocht teweeten hods men hoe'tteegenwoondig met my ſtaat / ik zal haar gefaamentlijk met den eerften ſchipben / ik kon teegenwoordig niet , weegens berhindering. Wilt doch mijn Hupsbouw trooften darſe de onnoodige bekommering vaaren laat / daar is geen gebaar bp mp; ik fit teegenwoozdig 300 goed en beeter als tot Görlitz : rp moet maar in hups blyben en ſtille zijn / en laaten Baabel branden ; onfen Dyand ſtaat in't butir / daarom is hy 300 toonig . Bebeele ude liefde Jeſu Chriſti. UE : dienſtw :in de liefde Jeſu Chriſti , Gegeeven in Dreſden , datum ut ſupra. J. B. Den LXIII . Send -brief. Aan den Heer TOBIAS

KOBER ,

Medicinæ Do & or , Van den 23 Mey 1624.

Ons heyl in Chriſto Jeſu in ons. On ſeer liebe Heer en Chriſtelijke Broeder ) * liefde / lijdraamhepd 7 en hoope om van denDipbec berloft te worden ook een geſtaadige werking in de kracht


den 63.Br. Send - brieven. 361 kracht Chrifti / op dat uw Paerel- boompje ſteeds grooter waffe. Uw welbaaren zoude mp een enchle bzeugde zijn : mp aangaande danke ih Godt / want mijne raake ſtaat hier 7 tot noch toe , ſeer wel / Godt helpe berder : 2. Op Pinrterdag naamiddag / göjn de leurbo2 ftelijke Officiers / naammelijk / de dzie Heeren ban Swalbach , en den hups -niaarſchalk / dewel eedele Heeren Ooberſte banden beurbozft /als daar zijn den Hups -Maarſchalk / den Stalmeefter / den Opperſten kaamerling / en een baads - heer / bp mijnen Hups waard te gaſt geweeſt / en om mijnent wille daar ges koomen / om met mp te ſpreeken / 't welk ook in lief de/ gunft /en goed genoegen by haar Ed:is afgeloopen ; Hebben my ſeer gaerne gehoozt / en mijneſaakien haar welgevallig laaten zijn / mp ook haaren geneegenen Wille en hulpe toegeſegt / en lebben ſich aangebooden en begeert berder met mp in ſaamen - ſpraak te koos men / 't welk ik daagelijks verwachte : ( p leeren ook mijn gedqukte Boekjemet liefde ; 't welk ſp ook booz den Keurboeft gebracht hebben . 3. Donderdag naa Pinxteren / Heeft den Hoog eedelen Heer Joachim van Lolz, fijne leprerlijke Ida jeſtepts en des Leurvozftens Gehep men fraad / en Rils Officier / mp / beneffens mijnen Hups-Waerdf den Heer Henkelman en een Doctor Medicina , met fijn toets laaten haalen / op fijn Heerlijlepu Polnitz , een mpl ban Dreiden , en ſaainen - ipaalt met mp gehouden w : elke Heeren mijn faaken en gaa ben ten hoogſten behaagt / die mp ooh een toegenees genewille en bevordering toegeſegt heeft / ook belooft dat hp mijn perſoon bp den beurbozft zou recom mandeeren / en ſien dat ik mochte eenig onderhoud/ en ruſte bekooien / om mijn talent te bebozderen . 4. Deeren Heer is een ſeer geleert en hoog - verſtan dig


hiſche Theoſop den 63.Br. 302 dig man : dewelke ook ons Vand / als meede Sileſien (naa den bal ban onſen geweefenen kooning Fredri cus ) veel dienft gedaan heeft / in 't bpleggen van hooft-verſchillen ; en alle hooge ſaaken gaan doozlijn raad : hp heeft begeert dat ik hem dikwils beſoeken zoude / hp wilde mijn boozftander en toegeneegene boozthelper zijn ; en wachte op dato / alle uuren 7dat fijne bieurbozftelijke Doodluchtighepd / mp booz ſich zal laaten ontbieden / 't welk ik (1002 aanregging / En bebozdering ban hooggemelten fijnen Haads.beer / Ven afwachtende : en daarzijn ook veel andze Heeren en haadendie mijn Boekje beminnen / gelijk dan ooli den Super -Intendent Æ.S. En hoope het zal (naa de geleedene ſchaade en vervolging) alles ten beſten af loc pen . 5. Had nu den Primarius tot Gorlitz iets teegen mp te klaagen / 300 mocht hy ' t teegenwoozdig alhier by de beurvozſtelijke Kaaden vooztbzengen / en fijn bergiftige faam -roobing / bp mijn beeren de Eed'le / Achtbaare haad tot Gorlitz , achterweege laaten : hier zoud ik hem te recht ſtaan / en fijne leugens (des wellie hy /opeen bergiftige wpſe/ booz de Gemeente / en in het Paſquil / oober mp heeft uptgeſchud ) in 't aangeſichte ſtellen . 6. SinChriſtelijk Hert word treffelijk gepreeſen / indien hy maar ten deele wiſt hoe men ſijn Paſquit booz zco gants Chriſtelijk en recht aanſiet : bp doet de Stad Görlitz ſchande en ſpot daar mee aan / datſe ſulkenlaſteraar en ſpotter tot een Hooge- Putefter heb : ven / dewelke fulke faamroovende Paſquillen en bupligheeden /teegen een Lidmaat ban ſijn gemeente / dzukken laat / en haar niet anders kan onderrichten : hp heeft hem eenen treffelijken naan daar dooz ge maakt / datmen hem voor een Onchriften / en een Ongeeftelijk man joud : ljet hon wel beuren dat hem in

!


den 63.Br. Send . brieven . 363 d e in 't hozt de mon geſtopt / en fem belaft Wierd / ſön Ampt7 en de naabolging Chriſti en ſijner Apoſtelen te betrachten ; behalben't geen hem noch welmocht bejeegenen / indien nien teegen fijn faamroovende woozden / in 't Paſquil en op den Peedikſtoel / wilde pberen / en daar oober klaagen ; ik hoop ik zou wil Richters vinden die deefen Richter zouden konnen richten ; of ik fchoon tot Gorlitz geen gehooz kan krps gen : ' t welk immers een wonderlijk ding is vande Heeren / dat men een burger ſijn ſaak nietonderſoeht: hoewel ik oober mjne Heeren totGorlitz geen klacha te ofbeſwaarnis voeren wil / fonder verdere oorſaa ke.7. Maar dat het den Primarius berdziet dat ik my ſchziftelijh Heb berantwoozd / en daarom onſtupmig opbliegt / en noch beel meer laſtert : daar op reg ik ; Heeft hp niet genoeg aan de geſchzeebene antwoo2d / 300 zal ik re hem wel laaten dukken / gelijk dat ban beel geleerde lieden goed geoogdeelt wozd : ik weet ook alree geleegenthepd daar toe : het was hem beft den taftermond toe te honden / of hp zal moeten fien en hoozen't geen hem nu niet behaagt. 8. Hoewel ik daar geen geballen in Heb ; want ik begin te merken / dat de Dupbel mijn talent gaern met twiſten beſoedelen wou , doch ik Hoope onder de Godlijke beſcherminge te ftaan : want ik bevinde teegenwoozdig krachtig hoe Godt fijn kinderen leps det en bewaart /daar booz hem te danken is. 't En zal alzoo niet gaan dat den Primarius alle de menfren tot Gorlitz verjaagen zal / dewelke mijn Boekje leeſen anders moft hy ook tot Dreſden , en in beel andze Plaatſen koomen / en den bearbozft fijneKnaden / dat Gods en Predikanten verjaagen : maar hp ſie toe tooz hem niet in't Delfie Duur en jaage ; 't zou hent goed zön datijp voete deede : maar wilhy een Heroza ma LE


den 63.Br. Theoſophiſche 364 matie aanvangen / 300 zal denkeurvorſtook toeſien wat vooz een Keformateur dat hp in lijn Land heeft : av behoeft u booz hem niet te ontſetten / het is maar gen Fariſeeffenpber / fonder grond. 9. Ik hoop noch dat de tijd ban de groote Reformas tte haaſt foomen zal/ dat inenſe ook zalreformeeren / en haar gebieden Chriftum te Preediken / en niet ban Schoemaahters pehen ſwartfel en de kinderen Chri iti te laſteren ; Hp koome maar naa Dreſden , in de Boekwinkels /hp zal de nieuwe fieformatie genoeg tien / dewelke metmijnen grond oover een ſtemt (bes langende den grond der Theologie ) ik yooz allier daar teegen niet laſtren / want het wozdmet bzeugde gelee fen : gelijk dan ook den Superintendent Æ. S.als mees de Doctor Hoë , teegenwoozdig de nieuwe geboozte in den inwendigen Dens / ſelber leeren : den Primarius tot Gorlitz mach haar dat ook berbieden / en veelan: dze / in Meyllen Saxſen , Thuringen , en Zee-Stees den / ſchappen en leeren daar ban geheel recht; 300 on fen Primarius dat wil weeren /. 300 is het tijd dat hp een Concilium uptſchipbe/en de fiefozmatie boonnees me / ofhet zullen enkele Enthufiaften werden ( zoohpa fenoemt). 10. Tá biddewilt doch min Hupsbrouw en Soon groeten / en deſelbe dit laaten leeren / en haar tot ge Duld / en’t gebed bermaanen / ik hoop het zal alles wel gaan / laatfe noch maar een wepnig geduld hebs ben 7 wie weet hoe'tnoch mach afloopen ; deeſe bers bolging kan mp noch wel ten alderbeſten dienen : ih zal binnen dute weeken ( 300't Weeren kan ) reekerlök te hups koomen / al zou ik ſchoon Weeder herwaarts moeten repren : maar ik zal u ondertuſſen Weeder fchipben / hoe't ſich berder met de Heeren zal toedzaas gen . Vermaant mijn Soon Jacob, noch te wachten / en dat up dikwils wil gaan bp Hans Berg , en fient of Elias


1

den 63.Br.

Send brieven.

365

Elias wat leert/ en dat hy met fijn Leernteeſter in lief deleeft/ laat hp defelbe ban mp groeten , mijnen dienſt aanbieden 7 en mijn weederbaaren niet berbergen / op dat het niet en fchont als of het zoodaanigen Jaak Was / dat men booz den Primarius bluchten moeft / en diegweegen mijn klepnen Elias ,van fijn Leermets fter niet berdjukt en quaalijk gehandelt wordt / 300 inach hem mijn teegenwoozdigen goeden toeftand / dit maal wel vertaalt werden. 11. (Hoewel hy een goed eenvoudig man is / en fich die faaken niet berftaat) op dat hy diesweegen geen ongenoegen op inijn Jongen heeft/ het zalnoch alles ten beſten koomen : laat hp fich niet ontſien mijn Doon te leeren ;ik zal ſijn kinderen en hem weederom dienen ; en daar mocht ook noch wel een anderen tijd koomen / dat ik hem dienſtkonde doen / hp wir doch teegenwoozdig geduldmet mp hebben , want wijn weg is van Godt alzoo beſtiert /'t welh de Cijd en tjet epnde betopfen zal. 12. Ik berfoek / dat U & : de Deeren en Chriſtes lijke meede Broeders / naamelijk de Heer Hans Rooth , d'Heer Fredrik Reinis , d'Heer Martin Mul ler , en d'Heer Michael Kurtz , beneffens alle findes ren Chriſti die ſich tot u voegen /wilt groeten / en mjja nen toeſtand behent maahen ook datſe / als Hinderent Chriſti / in Chrifti Wynberg willen arbepden y enden Batanlaaten bzullen . De tijd der verloſſing zal te ſij ner tijd koomen . Gzoet ban mp inſonderhepd ut : Hupsbrou : en bermaant mijn Hupsbzou en Soonen datſe ftil zijn / en geduld hebben en niet pberen / op dat den booſen bpand ons miſſchien niet een klitsaan en hange ; en dat epndelijk ieder een fie / dat wp om de erkentenisChriſti / enom fijn waarhepd wille bers bolgt werden . Indien der geleegenthepd was , die ſeeker ging / 300 verſoek ik datgp mijne Apologie Q 3


che

306

ophiſ

Theoſ

.

r den 64.B

teegen den Primariusooberfend / of met ſeekere ge leegentheyd aan den Heer Melchior Bernt tot Zitta die altijd occaſie heeft dooz Leypſiger handelaars : wilt het felbe van inijn Hupsbouw afbozderen ;want Het werd berfocht om't ſelbe aan de heiirvozitelijke Kaaden te toonen / wat haar daar ban dunken zal. Gelieft deeſen ingeflooten aan inijn Hupsbouw te behandigen / datre defelve aan den Heer Karel van Ender ſend. Bebeele ui de fachte liefde Leſu Chriſti. Drefden , datum utſupra. UE :dienſtw : in de liefde Jelu Chrifti. J. B.

Den LXIV . Sendbrief.

Aan den Heer TOBIASKO BER , Med : Do & or , Van den 13 Juny 1624 . Immanuel. neebens hertelijkewenfling der geduurige wers/ hende liefde Jeſu Chriſti/ datu paerel- boompjen onder het larups onſes Heeren Jefu Chrifti / in 300 daanige beweeging en oeffening ,mach groot wozden: en dat wp alteſaamen / in zoodaanigen kracht , den toonnigen bpand Chriſti/ in den geloobe / en in de oot moedighepd Chrifti / moogen weederftaan (den wel ken teegenwoozdig byult als een woedende Ieeuw ; teegen efun en fijne kinderen ſtelt) enſichmachtig dat wp moogen / met Paulo / eenen goeden kamp kampen , en 't epnde / onfe faalighept / daarban bzen gen :


la 2

Il ta en 0 1: 1

P

den 64. Br.

Send -brieven .

367 gen : en niet om tijdelijke eere en luft -wille ) Chis ftum / in de eenmaal erkende waarhepd / verlooches nen / en met de hupchelaars ombeeren en het eedele pand verlieren / ' t welkſWaar zoude zijn / weederom te behoomen . 2. Pk / boog mijn perroon / danke God / in Chrifto Deuſ dat hy mp / inetfijnmerki- teeken heeft getee kent / en mp daagelilis fijnen beelde gelijkformig maalit : en il biddehem / om bolſtandighepd : ook dat hp mijn panden / ban den grouwſaamen dood des eeuwigen verſchrikkens (daar in dat fp teegen woordig / onweetend, gebangenleggen )wil berlofſen / enmeede aan 't licht bzengen : op dat ſy deeren weg erkennen ; en in onſe eeuwige Bzoederſchap koomen , 3. Doch om berſtandelijk van deeſe dingen te ſpzee hen / 300 ſien wp't immers boozoogen /dat deefen weg den Dupbel gants teegen is ; naademaalHp / fondre 002ſaak / 300 zeer daar teegens woed ' : het is als cen groot wonder / dat hp teegens een zoo kleyn Grued boekjen / 300daanigen rumoer aanrecht : het moet gewis hem niet ſmaaken / en teegen -ſtinken : daar doch beel grooter Boeken / bol ban pdelheeden / eeng deels ook bolbygeloof, gevonden worden ; dielip niet en beſtrpd : maar hp ſpreekt alleenlijk teegens den Weg tot Chriſto; op datniemand daar op zoude wan delen . 4. Want hy meent nu ſijn Rijk eerft krachtig op te bouwen ; maar hp fiet dat het teegenwoodig oberal wil berballen / want den Inbecher komt nu ban veel kanten hier toe / boomaamentlik ban middernacht : wp en konnen teegenwoordig niet beeter doen / dan met deeſen Drand ſpotten / met geduld / onder het Hrups Chriſti, en met ernſtige boete / ooverwinnen : 300 zal hy epndelijk mat en ſwak wozden ; en deeſen Bzand - ſtolizal ſijn epnde wel kipgen . 5. Want


. biſche den 64.Br 368 Theofop 5. Want Yp is maar een Duur - ftraal ban Gods toom ; den welken met Goddelijke liefde/ en ootmoes dighepd / moet gebluſt wozden : wp en moeten hem in geener manieren / geen houd toedzaagen tot des Chriſti/ ſelfs bzanden :maar met de overwinning dooden ; gelijk Chriftus /met fijneliefde/ Goos toozn / en de belle heeft overwonnen / enden Dood verbzoo hen ; en oober alle fine Dpanden machtig geheerft : alzoo en zal alsdal zoodaanigen Opand in Gods toon / niet lang triumfeeren ; gelijli Chriſtus ons heeftgeleert : Dat wy onſe Upanden moeten (ppfen en dzenlien ; en ons berheugen / wanneer ſp ons om fijnent wille beliegen / wantonſen loon is in den Hees > mel. 6. Cen Waerelds waard /upt epgen boomeemen / teegens zoodaanigen Vpand Chriſtite voeren / en is niet goed ; want alzoo zoude hy ſterker wozden : maar met geduld en bidden / zullen wp hem wel ooverwin nen : ik en bzaag naa fijn onbilliche Lafteringen niets ; th heb teegens hem een goet geweeten : den tijd moet doch haaſi koomien / dat zoodaanigen bpand door het (waard van de kracht Bods / berdelgt werd. 7. Het is billih dat wp den tyd aanſien ; want Baa belbzand in de gantſe Waereld ; en op alle Straaten is wee : alleenelijk ,datmen't noch nieten fietsmaar daar noch blind aan is . 8. Dan weegen uwe Boederlijke trouwhertig : yepd en ſeer Chriſtelijke voozfozge 7 daar in / dat gp eenige dingen in bewaaring van mijn Hupsbouw / tot u hebt genooinen / ben ik ten hoogſten dankbaar : wil den Hoogen Paiefter het Hups beſtoymen / dat men hein zulks maar laat doen : op dat het doch in alle Landen kennelijk worde / wat hy vooz eenen op: roerder is ; het zalVem / en den fijnen / tot ſeer groote tere ftrekken : het zalook voozdes Leucvozſten haad


Send - brieven . 369 geroemt wozden / dat hy mp het Hups heeft beftommt 0002 füne getroume Dienaars ; en de Glaafen inge ſmeeten : wanneer 't ander L teden deeden / of ber 00zfaahten / de magiftraat en zoude hen in de stad niet dulden . 9. Ondertuffen ben ik reer verwondert / dat men tot Gorlitz ſulken oproer aanrecht / en ſonder oogſaak / oober de Stad al300 een quaad gerucht bzengt :wan neer men naa den grond zal vzaagen/ 300 zal't ſeer feldſaam uptſien : eeben wel moet het doch zijn ; want den tijd is geboozen ; daar zal haaſt wat anders koomen ; dit is maar een boozbeeld : naademaal dat fy het Pireter - feeſt 300 fraap hebben gecelebzeert/ 300 ſal den H : Geeft hen krachtig bpſtaan : daar aan kanmen geheelwelfien / ban wat Geeft fp Min deren zijn / wie fp dienen ; en geeven ons dies te meer Dozſaal van hen te blieben : il meene boogwaar het verfoeplijk genoeg is / het ſtinkt naar Fariſees Pek / en hels Swartfel : dat Godtſich oober de armeeen voudige Gemeente doch erberme / die 300 feer bers blind wozd / en de ſtraffe Gods opſich trekts die in 't kozt ſàl uptgegooten worden . 10. Men ſtetook haare ſtandbaſtighepd reer fraap / 't geen ſp nu goed noemen / 't felbe verloochenen ſy op een andermaal. O ! dat daar eens Jefuiten quaa : men / en dat men van haar de herken Weeder afboz derde / Wat ſouden het goedePapiſten geeven ! II . Men laat ' t ſelbemaar alzoo gaan ; ftil/wpgent is het befte : fpjaagen een mugge/ en meenen dat ( p Het Wild - byaad hebben ; maar daar ſteekt een ſeer Alepn flaoffert-faatjen in / Bàn trung taar die ftus den Dood aan heeft berwozgt /'t felbe zal hen den bupk berſcheuren / en 't gal tot eenen grooten Boom worden dat en kan niemand keeren .

den 64.Br.

12. Mijn Hupsvzouw en behoeft daarom geen Houte 5


370 Theoſophiſche den 64.Br. Houte Denfters te laaten maaken ; Wittent fp deefe ook infmpten /dat moogen ſy doen ; 300 zal men de bzuch ten ban den Hoogen Prieſter ſien / dat fp noch maar een klepn wepnig geduld heeft ; heeft fp tot Gorlitz geen rupmte / 300 zal ila haar wel een andre plaats en ſteede beſtellen / daar ſy bzeede zal hebben ; dat fy man r’Hups bipbe/ en ſonder noorſaakelijkhepd niet upt ent gaa / en den pand laat woeden / hp en zal haar niet opeeten . 13. Tu moet alhier noch een wijl bertoeben / en noch fien wat Godt gelieft te doen ; want ik ben hier nu eerſt een wepnig in kennis met groote Heeren ge Koomen / 't well daagelijhs geſchied : 't gaat mp / God lof / tot op heeden noch wel / en hebbe noch geen geleegenthepo gehad / om iets / tot mijne beſchutting / ban de Heeren te begeeren ; doo2 dien den keurvozft is berrepft / en ettelyke van de boomaainfte Heerent met hem . 14. Hoewel ik mp niet en verlaate op eenigeWaea reldlijkebeſchutting /maar wachte op Godt/ en ber trouwe hem alleen7 van den welken ik mijn Calent heb ontfangen . is. Op den naaſten Sondag is een ſaamen -ſpraak aangeſtelt in mijn Logement/ tuffen mp/ en den Heer Superintendent Ægidius Strauch , 't well den Hr . Sa perintendent yelber vegeert heeft/ om met mp te freea ken : en is genoodigt op een avondmaal / daar ettes lijke ban des keurbozften Haads -heeren bp zullen zijn ; wat aldaar zal pafſeeren / dat zal ik u met den eerften laaten weeten . : .16. Want mijn Gebed -boekje van deBoete / bes mind hp , alleenelih / dat hp gaern wilde bzaagen / en felfs hooren / van eenige Puncten , die hem te hoog zijn / upt wat grond fulks bloept : 't welk my aangea naam is / en berwachtte wat daaç upt wozden zal. 17. Ook


371 den 64. Br. Send -brieven , 17. Ook wachtte ik naar den Hr. van Loſt , naa mentlijk des lepferlijken / en heyrbozftelijken e hepmen kamer -raad ) fijne Reſolutie , tot den wels Ken ik eerſtdaags zal koomen ; wat aldaar zal paffees ren / zal ikmet den eerften laaten weeten : ih hoop ' tzal noch alles wel gaan ; gelijk Godt wit/ 300 wil ik ook : wie weet waar Godt mp toe wil hebben / -of wat hy dooz my wil doen ; ik verwonder my ſelfs ſeer/ hoeth 300 ſeer wonderlijk wozde geboert / fonder mij ne gedachten en booneemen . - 18. Det toonder deefes fende ik aan mijn hups byouw twee Rijksdaalders tot behoef ; 300 jaar pets ontbreekt / 300Weet ( p doch wel waar fp't han bebtoos men : den Sleutel tot de Taarel / lepd in de Stoofi bp het kooperwerk op de Plank : um Tractaatjen lepo in den Diſch kont het afbozderen : uwen Brief/ die gp naa Zitta hebt beſtelt , is mp noch niet ter hand gekoomen ; 300 daar pets boozvalt / bidde mp doch laat weeten ; en bp aldien dat daar geen boodſchap hier heen boozbalti zoo fend maar aan Hr . Melchior Bernt, tot Zitta ,hp heeft alle weeken /hiernaar toe/ ges leegenthepd/ enlaat hemweeten / dathp 't boozt ſend / gelijk ik met hem ook hebbe afgeſpaolten : Wilt mijn Vrouwen bepde Soonen groeten / en Hen tot Chriftelijk geduld /en tot hetGebed bermaanen / en geen epgen Waahe boozneemen / op dat den Upand geen 002( aak en heeft . 19. Den handel met Heer Furſtenaus Hupsgeſin en is wel niet goet / eebenwel en zal daar niet veel ban worden want het is des Primariums epgen ſchande ; en't mocht hem weltot groote blaame ftrekben / 300 ' t recht wierd beantwoozd : 1h wenfe dat fijn Heer fuilks recht wift / hp zoude hem wel in beſchutting

neemen ; Het zijn de goede bzuchten van den Prima rius.

20. 1


372

Theoſophiſche den 64.Br.: 20. Tu hoope / tk zal u met den eerſten beroeken ! ofik ſchoon Weeder herwaards zoude moeten repren ; 'ten zijn geen hals - ſaaken ; Het is maar een dol ges fchreeuw ,daar niets aan en isdan Paapen -klokken / die lupen 300 ſchoon : of het Chrifti/ ofdes Dupbels ſtemmezp / is licht teraaden ; gp en behoeft u ter dood toe niet tebzeeſen ban weegendit gefchreeuw / het en is geen ſaak daar ſchande aanhangt /het en is ntets anders dan de klok tot Baabelſ die word tot het fto :men gelupd . 21. Helpt maar / in den Geeft Chalfti / dapper ftormen / 300 zal het klokje van Chriftus / alsdan ook gelupd worden ; Godt geebe hen / en ons alteſaamen eenen goeden fin . 22. Ik bidde / groet Heer Frederik Reniſch , ikent heb booz hem alhier noch niets konnen uptrichten / want het gaat hier reer naa gunft toe : en hier zijn beel opwachters / wanneer daar pets is : ik wil hem echter ſeer gaern / in liefde / dienen / 300 ik maar kon de : ik en kan mp teegenwoordig noch felfs niet hel pen /tot dat Godt mp reddet. Bebeele u alle in de lief de Jeſu Chrifti. P. S. Dat doch mijn soon Jacob noch tot Gorlitz blobe/ tot geſelſchap en trooſt fijns moeders / tot dat ik het kan veranderen ; het zonde alreeds ge ſchied zün /indien ik hier niet en moſt wachten . Sp 3p maar geduldig.

Decfden, datum ut ſupra. UE : Dienſtw :

J. B. Den


den 65. Br.

Send brieven. 373 Den LXV, Send brief. Aan den Heer

AUGUST YN

κ O P PE N ,,

Steede houder tot Lilla. Ons heylin 't leeven Jeſu Chriſti in ons . ) Broeder / neebens hertelijke wenfſing des Godlijken lichts / in de werkende hracht ban't Hep lige Ens in Chriſto . Dat : ban mijne gaaven iets ontfangen hebt, deſelve beniint / leeſt / en naaſchupft/ fulks is nietban mp felber / ik en ben ook niet die gees ne / die n hetberftand en erkentenis / beel minder de begeerte / daar toe geeft ; maar de Geeſt Gods / in uw ſelber / die geeft het / want 300 dat dooz mp ges ſchieden honde i en ik die macht hadde / 300woud ila datſe alle menſen in haar verſtonden / en dat geene hadden / datmparmeonwaardige mens / upt een Godlijkegaave / verleentis . 2. Zoo is 'tmy ook niet betaamelijk / dat ik defels be zoude aanneemen als een epgendom / beel wepnis ger / ban de Daereld eere of gaaben daar booz nees men / behalben wat ban de rijken / upt Haaren oober bloed / ( tot onderhoud des leebens / en tot meerder uptboering deeres talents ) geſchieden mocht; hoewel ban niemand iets begeere . ih daarom 3. Uw getrouw en recht pberig Chriſtelijk gemsed / is mpmel behent / en is mp lieber als geld en goed / want ih weet dat ik een Chriſtelijke Boeder / tot een eeuwige berquikking / hebben kan/ en mp ook in en met hem berheugen als het eenelid / aan en in het andze; ik zal ook wel bergenoegt zön / dat Chriftus

mijn


Theoſophiſche den 66.Br. 374 mijn rijken loon zijn zal / 300 ik dooz mijn blpt / iets in Chriſti Wrnberg / heb helpen werken en gewin nen / en wil ook in geender manieren iets tpdlijks daar booz begeeren. Maar dewplU € : upt Chriſte lijke liefde en trouwe my ook gaern (bp dit mön ta lent) tot mijnes lighaams onderhouding en noods duft / wilthelpen dienen ;.300 erkenne ik fulks als een ſchikking van de Godlijke ozdonnantie /en ben ten hoogſten dankbaar vooz uw trouw gemoed / en deere bereering: doch ik wil u het felbe veel lieber betaalen wat het koſt/ want het dunkt my teveel te zijn / dat ik fullas vanu zoude aanneemen / ' t welk / als wop bp malhander koomen / geſchieden han . En 300 't de geleegenthepd toeliet (uwes ampts halben ) dat gp kond ooberkoomen / 300 zouden wp dat / in deeredaa gen / metmalkander conſumeeren / bp een Chatſte lijke ſaamenſpraak : 't welk mp lief zoude zijn . Bea veele ü & : de liefde Jeſu Chriſti. J. B. P.S. Deeſen ingeſlooten Brief is my, van den Heer Do & or Kober gefonden , om U E : toe te ſenden . Den LXV I. Send -brief. Aan den Heer AUGUSTYN

KOPPEN ,

Steede - houder tot Lilla .

Immanuel. Cer geltefde Heer en Diind / in Chrifto : benef Ze fens Wenning van deGodlijke liefde en zaalige erhentents : ook alle tpdelijke welbaart. In uw wel meenend beginnen mocht gp altemet berhindert woz den ; maar een recht Chziftelijk pverig herte heeft fin


den 66. Br. ,

1

Send brieven .

375

rijn Schoole in ſich ook midden in alle andze geſchef ten : want 300 wp Chriftum volgen / en den ſelben in ons behoomen / zoo is hp in alle dingen ons begin en epnde / en onſe Leermeeſter in ons. 2. Onſe Converſatie honde gewis wel nuttig wees ſen debopi gpteegenwoozdig zulke ſchoone geleegents hepd kondhebben / om deefe Schriftente moogen in handen krpgen / 300 fiet toe / en weeft niet naalaatig daar in / en bedientu daar ban ; gp zult eenfeer trefs felijk berſtand in den inhoud ( ban't geen ih teegen woozdig onder handen heb om te ſchipben ) vinden ; van 't well de Heer Tobias , reeds een deel heeft naa gefchzeeben . 3. Want daar is een ſeer Heldze morgen -fter ops gegaan / oover dewelke ( 300 u de Geeſt mach oopens geſlooten worden ) gp u zultberwonderen / wat ons de Alderhoogſte teegenwoozdig gunt : daar men klaac ſiet / hoe de heldze dagh midden in den dupſteren nacht / aanbzeekt; oober 't welke fich meenig honges rig Herte zal verheugen / en daar dooz van alle dwaas ling berloft wozden. 4. Ik vermaaneu /alsmijn liebeBzoeder /wilt doch deere ſchoone tijd en geleegenthepd in acht neemen / de Rooſen -tijd niet berſupmen ,maar als goede ſpzupa ten / in onſen ſchoonen Lufthof/meede uptgroenen . 5. Want het epnde tot Baabel / is voo2 handen / en de Turba heeft een groote in - oogſting / Het zal ernſt zön : een pgelijk foelie ſich doch maar in den tijd der genaaden / en gaaupt hetvleefſelijke Baabelupt/ op Dat hp niet meede gegreepen en werder het is hoog tijd , een geen verdichtfel / van ons bedacht / Het is hoog erkent geworden . 6. Ik bermaan ook den Heer Tobias broederlijk / om doch ſijn teegenwoondigen bequaamen tijd in acht te neemen Z en ſich te foelten ; ik mepn het trouwelijk . Hp zálhaaſt iets meer bekoomen omnaa te ſchappen / ' t welk


376

Theolopb. Send br.

den 66. Br .

Pi Welk den Heer Balth : Walter ten deele in handen heeft / en ten deele noch bp mpis beruſtende. 7. Ik laat u weeten / weegens die Gorlitzer Ca pitepn / dat hp op heeden niet hier binnen is / maar ik zal daar naa berneemen / wanneer hp hier zijn zal: en 300 't noodig is han U & : mpſchepben 300 zal ik antwoozden , 8. Want wop kunnen teegenwoondig niet in de Stad / weegens een ingeballen bzugge/ met een gants Fok midden op deBillig / ban booben af tot in den grond / 't well in een blik of ininuutgefchiede / als of men een roer afſchoot / 't welk ih ſelber heb geſien / en Gods grootemacht/ bp naa booben -natuurlijk / geſpeurt / 't welk my groot naadenken geeft/ daar ban ik mondelijkmetuſpreeken zal. 9. Want 't geen ik geſien hibbe had mp haaſt oo Berballen /want ik was booven drie ellen niet van de bzug / in een benfter leggende om in 't waterte ſien / maar liep / berſchrikt daar ban / fag hetmaar met eeti ſchielijkhepd / eneer ik om fag was alles in den grond / in een oogenblik . 10. Bedankeu Weegens de Dis/ zal het in liefde erkennen : ik hoopu in 't hozte felbec te ſien / als ik maar weeten zal dat gp een wpnig tpd hebt ; kont mp zulks weeten laaten / wanneerder eens een halben dag geleegenthepd is . Bebeele u de fachte liefde Jeſu Chrifti. P. S. Daar zijn wel een perſoon of tien meede inge ftozt en ten deele reer befchaadigt /maar geen dood gebleeben / men kan noch niet recht weeten of 'er temant bzeemds mee ingevallen is / want daar was veel bolks op / men weet den bal noch niet recht ; de ondervinding gal't leeren / als men het hout Weeder opneemenzal. UE : dienſtw in deliefde. J. B. E Y N D E.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.