Johann Valentin Andreae - Geistliche Kurtzweil, 1619 by gnosisclassics

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com

Über dieses Buch Dies ist ein digitales Exemplar eines Buches, das seit Generationen in den Regalen der Bibliotheken aufbewahrt wurde, bevor es von Google im Rahmen eines Projekts, mit dem die Bücher dieser Welt online verfügbar gemacht werden sollen, sorgfältig gescannt wurde. Das Buch hat das Urheberrecht überdauert und kann nun öffentlich zugänglich gemacht werden. Ein öffentlich zugängliches Buch ist ein Buch, das niemals Urheberrechten unterlag oder bei dem die Schutzfrist des Urheberrechts abgelaufen ist. Ob ein Buch öffentlich zugänglich ist, kann von Land zu Land unterschiedlich sein. Öffentlich zugängliche Bücher sind unser Tor zur Vergangenheit und stellen ein geschichtliches, kulturelles und wissenschaftliches Vermögen dar, das häufig nur schwierig zu entdecken ist. Gebrauchsspuren, Anmerkungen und andere Randbemerkungen, die im Originalband enthalten sind, finden sich auch in dieser Datei – eine Erinnerung an die lange Reise, die das Buch vom Verleger zu einer Bibliothek und weiter zu Ihnen hinter sich gebracht hat. Nutzungsrichtlinien Google ist stolz, mit Bibliotheken in partnerschaftlicher Zusammenarbeit öffentlich zugängliches Material zu digitalisieren und einer breiten Masse zugänglich zu machen. Öffentlich zugängliche Bücher gehören der Öffentlichkeit, und wir sind nur ihre Hüter. Nichtsdestotrotz ist diese Arbeit kostspielig. Um diese Ressource weiterhin zur Verfügung stellen zu können, haben wir Schritte unternommen, um den Missbrauch durch kommerzielle Parteien zu verhindern. Dazu gehören technische Einschränkungen für automatisierte Abfragen. Wir bitten Sie um Einhaltung folgender Richtlinien: + Nutzung der Dateien zu nichtkommerziellen Zwecken Wir haben Google Buchsuche für Endanwender konzipiert und möchten, dass Sie diese Dateien nur für persönliche, nichtkommerzielle Zwecke verwenden. + Keine automatisierten Abfragen Senden Sie keine automatisierten Abfragen irgendwelcher Art an das Google-System. Wenn Sie Recherchen über maschinelle Übersetzung, optische Zeichenerkennung oder andere Bereiche durchführen, in denen der Zugang zu Text in großen Mengen nützlich ist, wenden Sie sich bitte an uns. Wir fördern die Nutzung des öffentlich zugänglichen Materials für diese Zwecke und können Ihnen unter Umständen helfen. + Beibehaltung von Google-Markenelementen Das "Wasserzeichen" von Google, das Sie in jeder Datei finden, ist wichtig zur Information über dieses Projekt und hilft den Anwendern weiteres Material über Google Buchsuche zu finden. Bitte entfernen Sie das Wasserzeichen nicht. + Bewegen Sie sich innerhalb der Legalität Unabhängig von Ihrem Verwendungszweck müssen Sie sich Ihrer Verantwortung bewusst sein, sicherzustellen, dass Ihre Nutzung legal ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass ein Buch, das nach unserem Dafürhalten für Nutzer in den USA öffentlich zugänglich ist, auch für Nutzer in anderen Ländern öffentlich zugänglich ist. Ob ein Buch noch dem Urheberrecht unterliegt, ist von Land zu Land verschieden. Wir können keine Beratung leisten, ob eine bestimmte Nutzung eines bestimmten Buches gesetzlich zulässig ist. Gehen Sie nicht davon aus, dass das Erscheinen eines Buchs in Google Buchsuche bedeutet, dass es in jeder Form und überall auf der Welt verwendet werden kann. Eine Urheberrechtsverletzung kann schwerwiegende Folgen haben. Über Google Buchsuche Das Ziel von Google besteht darin, die weltweiten Informationen zu organisieren und allgemein nutzbar und zugänglich zu machen. Google Buchsuche hilft Lesern dabei, die Bücher dieser Welt zu entdecken, und unterstützt Autoren und Verleger dabei, neue Zielgruppen zu erreichen. Den gesamten Buchtext können Sie im Internet unter http://books.google.com durchsuchen.

-D

I 0. yo 5 8

Jºe/e

–> -

> 4

". es

*s-

–

/ -

----- -

–– ,

K3661 4054900010

Bayer. Staatsbibliothek

---

→·

| •

r.-

-|-------

|-|

··

|-|-|

·|

- -|-·

----

|-|-·

|-| |

+·

：|

----

|-|

|-1.

·|

.*！|

|-|--· ·

|-|·|

！|

----

|-|

··

éHe KUrzivetl “ J-

V. -

A.A

- Zu Ägkeit einfältiger -

hriſten fmitgetheilt. Die Gottes Art er Widerpart,

er Welt Vnart; as Herz bewar, oGott nach Mrf.

3s“ 8--

––-------------

------ -

FI-J%

"SeON 8

DerEhrenvndviel Tugende, reichen Frawen Barbara c.Her ren D. Chriſtoff Beſolden c. Ehgelieb ten Haußfrawe/geborner Breitſchwert

in/ Seiner in Chriſto geliebten, vndgebürend günſtigen Frawen.

Prnvnnd Vieltugendt, reiche Fraw. Demnach mir

wolbewuſt das E. T. neben

andern ſchönen Büchern / auch

mit der Teutſche ReimenPoeterey ſich beluſtiget/ Als habe derſelben ich meinegegenwertigevnpolierte Reimen/ſomirvon guten Freun

- den nachvñnach abgenötigt wor den / zu eines glückſeligen newen

Jahrs / Verehrungzºv *-

. vnd damit die vnzalbare Guttha ten/ſovonE.T.geliebtem Herzen, vnndjhren ſelbſten mir nun etlich

Jahr erwieſen worden./danckbar lich bezeugen wöllen: Ehrndienſt bittend/E.T.wolte dißwenig/wie vngereimbt/vndvnpoliert es auch

iſt/in Gunſten auffnemmen/vnd zu einem kleinen Zeitvertreiberge

brauchen. Der Allmächtigewölle E. T. ſampt dero Ehrngedachten lieben Herzen vnnd Angehörigen/ noch ferner in Gnaden vnnd Se

- gen erhalten/Deſſen Schutz wir vnsſampflich empfehlen. Datum x

Vaihingen. Den Januar Anno 1619. E.

Ingebür Dienſtgefliſher

Jo-Val:Anker

7 j

#f, „2 Chriſten ÄFER Spiegel dºg Äabej Bey dem Ärhafften Erem sº

gormenRöthj PoVm/tc. den 4.Jan.

/? f.

*Ä“ An H. Cicentig Chriſtoff Wellingen e.

- LOS ---Ann wir die Welt mit fleiß ---

Sº

Ä)

ſ „4

anſehn/

Wie als thut durch einan

Wieder - Böß ÄrFrommeleid. dergehn: er Nar viel ſchwetzt 7 der Weiſe

chweigt: " Der Diebwo Äder Redlichfaff: –

Faulheit bring ºhn/die Arbeij

Ä Äiel hat nimptwer Nichts hat gibt: -

Bndlauffaj "Sm it

Geiſtliche

Die Welt Kugelim Circkelvmb.

So wirdtvns vnſer lebensZeit/

Zulauter Peinvnd Herßen Leid

ZÄm Kercker/Kette Bandvnd Strick/ SIndſehnenvnsall Augenblick/ Wo wir ein Lufft mögen gewinnen/

Daßwirder Dienſtbarkeit entrinnen: -

Daßvns ſo manche Jarvnd Tag/

Richtwerden zueinrauttern Klag; Daß wir in dieſem Jammerthal/ Erhalten auch ein klein Labſal. I I.

Drumb mancher ihm ſelbſt nimpt die

Flucht/

Vnd nur Ruhin der Wildnusſucht: Vermeint/was nicht bey Menſchen Kinden/

Wöller beywilden Thieren finden.

Alldatein Hoff kein Schl/kein Raht/ Kein Schmeichler Heuchler/Advocat/ Kein Wuchrer/Künſtlervnd Sophiſt/ KeinÄsie

sº Maul

Vid

Kurzweil.

Vnd was der gleichen Werckzeug ſein/ Dar durch die Weltjhrmacht viel.Pein/ Zumahl der Menſchſein hoch Herküſſt/ Macht ſchnöder dann die Vnvernunft. Dann je die Thierin jhrer Art/ Mehrgnügvnd minder Widerpart Haben/in dem das Gott beſchert/

Wosjhnen nur der Menſch nicht wehrt/ Vnd ſie mit ſeiner Liſt vnd Pracht/ Auch ſeiner Vnruhtheilhaft macht: Daß Vnvernunft durch Witz regiert Noch mehr ein wildes Leben führt. I I I.

Ä aß ichvon Menſchen lieffdahin Vnd ſucht mir einen grünen Wald/ Da ich ſo manch ſcheußliche Gſtalt/

Der Menſchen werckſchlug außdem Gmüt/

Vndſtillt mein Herz das in mirwüch/ Erholt die Sinn ſogar verwirt/ Erforſcht mein Seel die ſehr verjrt.

Fragt die Natur vmb

zº 111] Än

Geiſtliche

Sprachet mit Gott/dcrgern bey Stilln/ – Schawet den Dienſt der Creatur/

Vndbſahmitfleißdie ganze Vhr Der groſſen Welt, wie die regiert/ Mit Weißheit: Liebvnd Macht geziert/

Das macht mich bald ein ſolchen HerºE/

DaßichallGmeinſchafft.woltverſchwe“ Yell/

Vnd daucht mich ja hiewer gut ſein/ Da nicht wern Löwen / Wölff vnd Schwein/

vº

Füchsvnd Hund vnder Menſchégſtalt Sondern ein jedsſein Art behalt, IV.

In dem mein Seekſich ſo ergetzt/ Mein Leib ſich auch in Schattenſetzt/ Mein Sinnruhten in ſanfftem Sauß/ Mein Fantaſey wolt fliegen auß: mein Haupt ſich neigt zur

Asº

Vor Sicherheit kein Sinn ſich wehrt: T Die Augen blinzten/Händvnd Füß/

Vndganzer Leibſein Nerven ließ.

Kurzweil.

Ich hört vnd hört nicht./ſahohn Gſicht Mein Leben war wie eingedicht/ Bißdaß der ganze Block da ligt/ Vnd hat der Schlaffan mir geſigt. Vnd ſorgt nü nicht was Oſtvnd Weſt/

Vns bringen möcht für frembde Geſt/ Oder das fünfft Haupt Königreich/ Glaubvnd Scepterwerd machengletch: Oderwermach den groſſen Stein: Wann lauff der ewig Haſpelfein. Das alles mich gar nicht verletzt/

Aber ein Traum mich wolergetzt. V.

Michdaucht wie esvaſt finſterwer/ Viel Nachts vnd Nebelsvmb mich her. vnd Traurig et/ .

Au-Ära secº

Ein jedes ſcheintalstruges Leid

wa^ kirt/Vöglinſcuffzt/manch Täublin. >

Vnd wurdeinkläglich Lebengführt. Es ſchin als wolt die Crdvnd Himmel/ Ein Zanckanhebenvnd Getümmel -

- -

Geiſtliche

SVnd jedes Vrſachhabzuklagen/ kan es doch nicht alles ſagen. ann mirinſolchem Wunderding/ Au Muth vnd Witz war gar gering.

Jedoch mercktichſovielich kundt/ SWas da wolt werden zu der Stund.

# letzt hört ich ein Weiblich Stimm/ HMit Fried vnd Frewdfahr ich dahin. Der Seete/die du haſt erlößt/ Gib nun Herº Chriſte deine Tröſk. Otrewer Gott nach deinem Wort/

Führſiehin in der Frewden Ort. V I.

Die Wort hat ſie kaum außgeredt/ Alsbaldbeweget fich die Stätt/

Wndließ ſich merckenduncklerSchein/

wann die Sonn ſchier auffwil EUR/

Wndfaßt die ganz Naturein Muth/ Hoſtes ſollwider werden gut

Ach Ägº mag ich ſprechen nicht/ Wieſchshelt wann diß Liechtanbricht. Vnd wirddarbey gehört ein Gſang/ Welchs

–

–x –

–

Kurzweil. IT Welches macht allrfrewden ein anfang: Daslaut: woldem Menſchen O wol/

Der die Welt kam verlaſſen/ Vndlebet wie ein Chriſt thun ſol

Gethauſfdeß Himmels Straſſen. Der wird zuletzt/ Als Leids ergetzt/

In Frewdgeſetzt/ Dajhn kein Feind nicht mehrverletzk/ Drumbkomher/kom/du Gottes Braut/

Dich halt der heimb/dem du vertrauwt. V I I.

Owundergroß/wasſihich hier/

Der Himmel macht ein helle Thür: Dte Sonn muß vielmal heller ſein/

Wil ſie gleichen dem hohen Schein. Nun iſt das Erdreich ganz erleucht/

AllDunckel/Leid/vnd Kummerweicht, Mein Herz dashupfftvnd bin enzündt/ Wer iſt die/ſo mein Gſicht nicht kennt?

7 Wer iſt diß Bild/dasſein Geſicht/ Soſtracks nach dieſem glanze richt? Wer iſt die Weihlch

sºP}

Geiſtliche

Die ich dort ſih ſo klar vndpur? Wer iſt ſo groſſer Gnadenwehrt/

- -

Daß ſich frewt Himmel vnd die Erd? Diebhaber der Menſchen Gſchlecht Was iſt derMëſch doch füreinGmächt:

Daß du/QKöniggroß ſein denckſtz – Vnd ihm ſo viel der Gnadenſchenckſt Daß alldein GſchöpffvoWunderreichz Jhmwilliglich dienen zugleich? V II I.

Wie ich mich ſo entſetzet vaſt/ Ein Wolckalgmach ſich niderlaßt/

Von Farbgleich wie die Morgen Röht/ Von Gruchals der beſt Wurzgartthet.

Darbey hört man ein Muſicrein/ Der gleich anſfErdmöcht keine ſein.

WÄ mitfeiß/ vndwasichbhielt, aſſelbig ſich alſo verhielt: Lobſey Gott der ſein Geſchöpffe/

Ehrt vndlehrt/lichtvndbehütz DaßderFeind diejrdin Töpffe/ Nichtzubrech wie vaſter wük.

DaunbeyJeſuiſt der Nutz/ Kunſt/

sºn.

Kurzweil. 13 Ruh/Freud/ Lob/Speißvnd Utz:

Alles kanderbeyjhmfaſſen/ Wer durch hn alles kanlaſſen.

Ich dacht/O ÄKind. Das da vielſucht/da man nicht findt/ Wie eiteliſt/vnd vierfach blind) Wernichtalls laßt/vndjhm zurinnt. IX.

In dem hat ſich der Wolck getrent/ Das man nunmehr die Muſic kennt: Das waren zwölff Jungfrawenrein/ Je zwo/vndzwo/geſchloſſen fein. Ihr Gſicht/Habit vnd ganze Art/ Zeigt woldaß es nichts Menſchlichs vard/ T

Ihrhimmliſch Liebvnd Einigkeit/

IhrGöttlich Frewdvnd Freundligkeit, Die gaben mir den ſchönen bricht,

WiesſeywaGottes Willgeſchicht. Hierauffdie Seelnachmeinem Sinn/ Erhub mit Frewd nochmaljhr Stimm/ Vnd ſprach: O gring/

ºnzº

Pt.

I4-

Geiſtlchie

sº

Deinr Liebvnd dieſer groſſen Ding. Dochthu Her wiedu haſt geſagt/ Hiebin ich deinvnwürdig Magd. Hiemit der ganz Jungfräwlich Chor/ Rings vmbſieher/ſchwebetempor/

Bndendtlich ſich garnider thet/

Darauffein Jungfrawalſovedt: X.

F I DE S.

Eliſabeth mein Gottes Kind/ Dein Bräutigam zu dir vnsſendt/ Daß wir zujhm dich jetzund bringen/

Darnachdeinglaubdort ſtets chet ringen/

Seeligbiſt/die du haſt geglaubt

Vnd dein Vernunft durchs Wort: betaubt.

Wiewolhaſtu auffGnadgebawt/ Dann Gſatz vnd Werck nur ſchröck lich laut.

Seelig biſt du in Chriſti Blut/ Danneigen Frombkeit wenig thuk. T Sokommnun her in Glaubens Ziex:

Dein Glaubhat wolgeholffen dir. Dann

Kurzweil.

Dann der dich hat fothewrerkauft: Darauf dann du ein Kindt getaufft: Der/ſo dichpcißt mit Fieiſchvnd Blut:

Der ſo dich hiekt in ſeiner Hut: Der ſo dir alle Suid vergeben/ Derſchenckt dir nidasewig Leben. So geh nun ein ins Herten Frewd/

Die dirvon Anbegin bereit. XL. S PE S.

Legaball Sorg/die Anderſprach:

Ohr hört/kein Aug nicht -

Vnd was ins Menſchen Herz nie kam/

Das nimbnun von deim Hertenal.

Das iſt das du gehoffet haſt/ vnd Blut mit dir rang

Als

(

DaSichtbarsfür Vnſichtbars wolt: Da Zeitlichs Ewigstreibenſolt:

Da Irdiſchs wolt den Himmelnem MI/

9Wnd

Geiſtliche

VndsFleiſch den werthen bRuffnit – kennen.

Da muſt die Hoffnung in den Ban dn/ -

DichdN. nimmer werden lahnzuſchan Dahoffſtuwider Hoffnung gar/

Vnd trawteſt dem/derjmmer war:

Warnach dein Herznüſich geſühnt/ Dein Herz dir jetzund reichlich günt. Jnringem haſt dichtrewerzeigt/ Nunmehr iſt dir ſehr viel beſcheidt/ Gehein vndſihin hellem Glantz/

Das im Dunckeln dughoffet ganz,

XII. D Ev OT 1 o. I altebe Seel/anfeng die Dritt/ 9Wer Gott woldient/denrewets nit.

Wer Gottleyht/derhatgwiſſenZinß/ Wer mit / iſt gwiß deß

Das

gwins.

Wer Gott ehrt/kriegt der Ehren viel/ Wer Gott liebt / wirdt geliebt ohn Zihl.

Wer

–-T

;

Kurzweil. ry WerGottvolgt/geht die rechteStraß. Wer Gott hat/gwinnt ohnalle Maß/ DrübhaſkuGottesghorſambs Kind/ Dein Beten/ Lernen wolangwendt. Dein / Threnen ſeind ge

#fa

zehlt/

Du haſt auffErddas beſterwehlt. Das Wort haſt dir bekant gemacht Darinn iſt Leben/Safft vnd Krafft. Das Wort haſtu mit fleiß gehört/ . Sodich den Weg zum Himmellehrt. Das Wort haſtdir zum Schatz bereit/ nehrtvnd ſpeißt zur Seelig

eit.

Rukom zur außerwehlten Gmein/ Dadu beim Wortmägſtewig ſein. XIII. CHARITA S.

Sihliebe Seel/ ſprach bald die Vierdt/ Was dirvon mir würdt zugeführt. Nimhin dein liebe Kindelein/ Die du haſtgopffert Gott mit Pein: Die du durch Glauben jhn zugut/ Getauffet haſt mit -

enmººsie -

---

Geiſtliche

Die ſchenckt dir Chriſtus dein Ge mahl/

Daß du mit ihm ruhſt in ſeim Saal.

Dann weil du Gott von Grund ge liebt/

Dein Neben Menſchen nicht betrübt: Sondern mit Raht vnd that erzeigt/ Den Geiſt der ſich in direreigt.

Die liebes Flamm/ſovon Gott rhürt/ Eins Chriſten ganzes Leben ziert. So zeigt nun Chriſtus dir hierbey/ Daß er der recht Liebhaberſey: Vnd was du ſeiner Perſon erzeigt/ Da er in Armut ſich verkleit: Das wöller nu bezahlen wol/

Komher die Kron dir werden ſoll. XIV.

CA ST IT A S.

A uff diß die Fünffre ſehr züchtiglich Sprach: Reine Seelerfrewedich. Dann der Weiland bey dir ein Gaft/

In keuſchem Herzen bey dirgRaſt: Dem du ſein Tempelreingehalten/ /

Desmºseºnºre

Kurzweil.

Dem du die Glider/ſoergſchaffen/ Gereicht zu keuſchen Gottes Waffen: Dem duin Zuchtvnd Erbarkeit/ Dtchghalten ohn Vnreinigkeit/ SVnd dich dem Einhorn nachgeart: Der iſt bereit/vnd deiner wart.

Daß er die Braut vnd Ehlich Lieb/ In höchſtem Grad an dir jetzt üb: Vnd was im Ehbilder dich glehrt/

SVnendtlich dtr nun ſey beſchert. Dann Kieh liebt Liebs/ Rein reinigt Reins:

Gott wil kein vnkeuſchs / wilds vnd gmeins.

Wolan/vergißalljrdiſch Lieb/ Vnd komda dich kein Falſchbetrüb. XV. O BEED IEN TI A.

Bißwolgemut/mein Gottes Magd/ Die Sechſte ſprach: Du haſt gewagt/ Was dir dein Gott befohlen hat/

Vnd nicht die Welt gefraget Rhat. Dein Gehorſam/Fleißvndwilligkeit/ Hat nur von Gott genomen

**#

–

Geiſtliche Die Welt lacht wol / wann Gottes

so :: -

Kind/ . nallem ſogehorſam ſind/ indtödtenjhren eignen Willn:

Damit ſie Gottes Raht erfülln. Dieneñt man Alber/Thoren/ Kind/

Stum/Taub/Sinnloß/einſam vnd « blind.

Da doch die gröſte Weißheit iſt/ Gottfolgen ohn Murten ond Liſt. Einghorſam Hertz auch nicht verletzt/ Die Eltern vnd wer fürgeſetzt. Ein gehorſams Herz hat ſtehte Ruh/

Bnd bringt mit Friedſein Leben zu. So kommnuGottesDienerin/ Klein war die Müh/groß iſt dGwin XVI. LIBER ALITAS.

E in Brunn ſein Waſſer reichlich geit:

Ä mit ſeiner Frucht ſich DÄhn ſchein mit Freud auß-T e theilt: Ein Kraut die Kranckheitwillig Ä # Ein Ein

beUgt:

Wºlf

––-me=

_ _ . Kurzweil.

Einfältig iſt der Dienſt der Thier/

Zeitig vnd gſund der Erden Zier Alſo (die Siebendſprach) der Geiſt/ Von dem allding als theilen heißt. Vnd will daß je ein glaubig Glid Dem andern dien/vnd dem oblig/

Was zu Nußdient dem ganzen Leib/ 9VndÄſeimſaſſt/Krafft, Blutvnd Damit Chriſtus das Hauptebleib. Ib/

Der Leib Speißvnd Bewegung hab. Nuhaftuja was Gott beſchert/

| Willigzunuzinsgmeinverehrt: DeinSpeiß/Kleid/Raht/Sorg/lehr -

– vnd Birt/

Manch Dürſtigemgetheilet mit.

DeßhaftuZeugenvielauff Erd/ Doch komm daßdiersvergolten werd. XVII. TOLERANTIA, That vnd Willen (anfeng die Acht) -

Soſievereint/ſeindhochgeacht.

Dann was allein in Worten bſteht ÄſtBluſt ohn Frucht/vnd bald vergeht Wo

Geiſtliche

WoGottes Wort nur iſt ein Kunſt -

Da iſt viel Gſchrey/ vnd mehr vmb .

ſonſt.

Darumbwerſichein Chriſten nennt/ In Leiden/Meiden wird erkennt: Inſchweigen vnd vielvbertragen/

? A

Wann dieFeind von allen Ortenpla f

gen.

Dann werveſt Einhol Erz macht ein laut Geſang: . Vnd was in einem tieff verſteckt/ Das regt ſich/wann man ihn bewegt. Darumbhaſt du dich wolbeſonnen/ Was Gott geſchickt/willig genommé: Was Gott gelehrt/willig verzicht/ Was die Weltgredt/frölich vernicht.

Darumh gehein mein dultigs Kind/

Da ſich kein LaſtnochMühmehr ſind. XVI II. S IM PLICITAS. Recht vnd ſchlecht ſprach in Güt die NeUndt/

-0

Von Gottes Kinden wird gemeint/ Daß ſie die Welt mit ihrer Witz/ –

Nicht

Kurzweil. 23> RichthebemporvndſtellauffSpitz. Dañwer ſich nicht willahn verführn/ Muß mit der Welt nicht Fantaſiern. Auchvo Gott thut nichtstreibe mehr/ Als viel Wort/vielKunſt/vñvielEhr. Darumb wer die Einfalt erwehlt/ Wirdt billich für den Weiſten zehlt. Die laßt den trenwen Vatter ſorgen/ Wieervnsſpeiß/kleid/heut vnd Mor gen/:

Die glaubt dewahren Gottes Mund/

OhnallZweiffelvndargen Fund: Die folgt dem/deres ſtehts gut meint/

Wans ſchon die Welt vnd sFleiſch verneint.

Woldir! dann in Einfältigkeit/ Haſtu durchbracht die böſe Zeit. Nun geht die HimliſchSchuldiran/ Daſich dein Gott wirdthörenlahn. XIX. HUMILITAS.

Oſecligiſt die Zehendſagt Dieſicherkennet Gottes Magt/ Die alles gutsjhrm

Genºz 6

«- - -

24 .

Geiſtliche

Dienurgern im Nidrigen bleibt: Dtejhres Nächſten Gaben ehrt/

(

Mit den Ihren Gotts Lobvermehrt:

Vnd mit dem ſo ihr Gottvertrawt/

* Einfältig Kirch vnd Gmeinerbawt.

ÄchÄrjärckj |

keinrſinn/“

Sondern dasſe den Herrenkenn.

Beut ſich auffdieſer Welt nicht feil: Sondern am Herzen hat jhrn Theil.

SuchtnirGrabſchrifftvndTitelviel/

J Z Ä

Sondern dienet dem Herten ſtill. Drumb hat der Her/ders nidrtgſicht/

Sein hohe Augnauff dich gericht: Wildich deinr Demut nuergezn/ MitEhrzu ſeinen Lieben ſetzn/

- Das nimb jetzt an: dann man recht nimpt/ Was Gott ſein lieben Kindern günt.

XX. TEMPERANTIA.

Z) K) W

Trewlich vñrecht/dieEilſtauchſprach/

Jſks/das man für den Leibewacht. aß er nicht werd

sº

Kurzweil. D5 Zuwandlenauſfdeß Heren Weg/ -

Wann er hie hett ohnal Verdruß, In Speißvnd TramckſeinVberfluß: Wañer wird gmäſt nach Schweines (Yt/

*# im Wuſt nur gern vmb Dann aller Kinder Gottes weiß/ Ä ihr Leib mit allem fleiß/ Zur Mäſſigkeit wolwerdgericht/ assº Fleiſch ſeinen Mutwil fahrk.

brt(ht

Vnd gibt dem Geiſt muth Krafftvnd Stärck/

Zu hindern deß Fleiſches Werck. Damit beedes/dte Seel vnd Leib/

"Einig in Gottes Dienſt verbleib.

Den Sighaſtunu auch volbracht: Darumbhat Gott deiner gedacht/

Vndruffet dir nunmehr zu ſich -

Daserdichſpeißvñtränck reichlich. XXI. L ABO R.

*E*Tººººº -

Geiſtliche

(D ebt. Zwölfft ſprach) inſeinr Arbeit DanzÄ hatſeinr Gſchöpffjedem

–

id/

Sein Kunſtvnd Mühgetheilet mit: Daßes ſein Ampt auffdiſer Welt/ Mit fleißverricht wie es jhm gefelt. Drumb ja ein Mißgeburt das iſt/

Das nichts dann andrer Arbeit fritzt/ Vndlebt in Faulkeit all ſein Tag/

Jſt niemandnutzvñmacht viel Klag. Entgegen iſt ein frommer Chriſt/ Zu guter Arbeitſtehts gerüſt/ - Vndvbt ſein Letb/beids früvndſpat/ Damit im Schweißer eß ſein Brot: …

Vndgebnichtraum dem böſen Gaſt/ Der ſich gern findt/wa man viel raſt: Vnd derzeit nimmer werd vergeſſen/ Die viks Gott thut ſothewr zumeſſen. Alſo haſtudich außbeſonnen/ Drumb von der Arbeit zur Ruhkom NEU.

XX II.

Dastvarn

sº Asº.ie --

– –X ---

Kurzweil.

27.

- Dieichmit wunderchetanſchawn. Der Redtch nimmer kan vergeſſen/ Wann ich die großEhrthuermeſſen/ So Gott ſeim Gſchöpff dargibt vnd ſchenckt/

Das ſich ganz in ſein Schöpfferſenckt. 9Wann bedenck den groſſen Kohn/ " Denergibt für ſo wenigs Thon. Ach gib vns Herz viel Creuz vnd Schmach/

Auff das viel Ehrenfolg hernach/ Achlaßvnshie ſein garveracht/ Auff das anvnserſcheindein Pracht ! Achlaßvnshie ſein garvnweiß/ - Damit dein Kunſt ſich dort erweiß! Achlaßvns ſtamblen hievndlallen/ Daß dein Lob dort hochmögerſchallen! Laßvns hie ſein lahm blind vnd taub/ Allein dein Liechtvns dort erlaub!

Aber/washör ich! Ich vernimb/ Der ganz Chor heller Stimln.

Ä II.

L»

Nun lobOSeelmit Sº ij

Geiſtliche

Gott Vatter/Sohnheiligen Geiſt: Ein End hat all dein Leiden/

Sein Gnadvnd Warheiterdirleiſt: 9Waſcht dich von deinen Sünden/ Wnd deckt allMängeldein:

Zehlt dich zu ſeinen Kinden/ Diejhm ſtehts glaubtenrein.

Dieſeinen Willenghöret/ Gwandelt deß Creuzes Pfad/ Die Chriſtlich Kirch vermehret: Nu lebens in der Gnad. M

Sogehnu ein ins Leben Daß dir von Anfang iſt bereit: Nimban was Gottthut geben/ Geneußdervnendtlichen Frewd/ n Ruh/in Fried/in Wonne/ itteininsewig Liecht/

Ergetz dich in der Sonne/ Runmehr dir nichtsgebricht. Dein warten mit verlangen/ So in der Frewdvoran:

Vnd werdens auch empfangen/

Kurzweil. - Die duauſfErdverlan. -

XXIV.

Diß war alſo die teiſe Stimm/ Damit für allwein Frewd dahin:

Damit theilt ſich der Himmelwider/ Vndnam ſie weg/ich bleib hienider. * Ich ſeuffzt vnd gilfft/vñſehnt nachjhn/ Achdaß ich noch im Fleiſchebin! Ach das ich trag ſo ſchwer Gewichy Daß ich michmagauſfſchwingen nicht! Achdaß ich noch mit Fleiſch vnd Bein/ Mit Stuckwerckmuß gebunden ſein!.“

Was andereſrevtüchnürbetrübi/ - Was andere ehrt mich nur bemüht. Was andere lehrt mich nur verwirt/

Was andereſpeißt/michnurſtehtsjrt. Was anderebſold/ mich nur beſchwert/ Was anderegnügt/mich nur verkehrt. XXV.

Drumbſegne ich den Tagvnd Stund/ In deren die Seelentbunden/ Ins Vatterland fehrtÄrvon Mund/ B.

Geiſtliche

Vndfrewt ſich Chriſti Wundeny Die er empfangen jhr zugut/ * Vndjhrein Beyſpielglaſſen/ Daß ſie hieſtreite bißauffs Blut Wandledeß Creuzes Straſſen: Vnd ſich in Chriſti Armut üb/ Solangjhr Schulauff Erden: Damit der vnerhörten Lieb/ Siefähigdortmögwerden/

4 D

Daß ſie empfahmit groſſem Gwinn/ Was ſie mit Frewdenglaſſen/ Der Leib inklarheit komm dahin/

Da manjhn nicht muß haſſen: Sondern in höchſter Einigkeit/

Gott vnd Menſchewig lebe/ Genieß der wahren Seeligkeit/ Dievns Gott allen gebe. Amen.

# Das

Kurzweil.

Das gute Leben eines recht, ſchaffenen Dieners

Gottes.

H.M.Johanni Huttenlochen/ Pfarrern zu Illingen/zc.

sich in meinen jungen Tagen/

Offt hört von guten Pfründen - -

ſagen/ Wie das nit feiſtr Suppen weren/

Als die man geb Geiſtlichen Herten/

- Die möchten mit geſchmutztem Mund/ Vmbgaffen manche gute ſtund/ Da dacht ich hats die gelegenheit/ So muß ich auch ins lange Kleidt/ Vnd ſehen wie ichs dahin bring/ Daß ich vmb lange Bratwürſtfing. Dann ſoltichvtl.vmbgehn mit Rechten/ So müßt ich erſt mein Kopffaußfecht/ Solt ich dann jeden Baurenſalben/ So wer ich ſchmeckend allenthalben/

Hie will doch auch keinfederglücken/ 111]

MeinſachwirtſchauffdCätzelſchicken. Da Red ich muß ein andrer ſchweigen./ Daboch ich/muß ein andrerleiden/

Dagehichvor/einandrer nach Daſchlaffichzu/einandrerwach. Hierzu war ich nun wolgerüſt/ Dann alle Künſtin mich geniſt/ chhat durchlernt der Logic ſtrick/ Vnd der Rhetoricbüchlindick „Ich hat erlernt deß Himmels Spär/ Vnd was die Phyſic bringt für mehr.. 9Vnd was von Sitten Ethic ſagt/ SVnd was Homerus einhertagt.

Das kuntich gar als wers nur Kraut/ ,

wº

Kein Baurhetmir das zugetrawt/. Drauſffelich ins Compendium, Vnd kehrt mich auch driñdreimalvmb/ Biß ich von Kunſt ganz vbergien/

Vnd mir die Witz zum Maulaußhieng. Auch mir mein Röcklein rauſcht daher/ Als ob ich ſchon Decanuswer:

Was ich nun ſah das kontichrichten/ * Was mir für kam das kontich ſchlichte/

Was mir auffgehen.ward vollend W

Kurzweil.

Was dAitgengſehen/machtendHänd/ Moch war kein Stellmir außgelehrt Wiewolich wolder beſten wert/ Jedoch dacht ich nit jede Pfarr:

Wird für dich ſein die lange hart/

Gleichwomußſein Diaconiert. Vnd dann bald drauffwo Paſtorire Sogrehts dann auffdas Decanat/ Bißdas du wirſt mein Her: Prael.at/

Willhaben/ man dich dann zum Probſtauch So mangelts dochnitanden Gaben/ Dochbhüt mich Gottvprm Harzin.

Den Bergenvnd den Klüffenkalt, Dann mein Bauch iſt an Weinge wehrt?

Darumbdas Bachusgäw mirimbe

Dakan ich noch mein Glückerſchleiche, Enzwiſchen mich mit Weinbereichen Es geht doch ſo/wer wenighet Derkomptnit von ſeiner ringen ſtet

Sollich mein Karen weiterführen,

emºssaszinºms - -

34Nochmuſtein Paßichthonquitieren/

Das ich auch möcht die Cantzel zieren

Es gſchwand mir manchmal vor den Leuten/

Sogiengmiraußdie Redzun zeiten/ Das beft mir manchmal gar außfiel

Vndfallt am meiſten auſ dem Stuf

Da muſtichandre zu mir bringen/ Die mehr vmbgangen mit den dingeU.

All die ſogut Poſtillengmacht Vnd ſonſt dern Nahmen hochgeacht Diemuſten mir wokvnderdPreß Biß ich darvon brächt alle Eß.

Wndkämin mich die Quinteſſen

Auch manch vnauffgeſucht Senten/ Damit ich werfür Großvnd Klein Gewürffelt wie ein Müllerſtein Wnd ja kein Caſus kämauſfd Welt Demich mit het ſein Thema geſtellt Alſo hat ich mich außgerüſt

Vndfehltnur das man es auch wißt. -

Darauffzog ich ins globte Land/ wieſand/ Wnd ſucht mir außein feinen Pkatz Da ich

Ä -1

---

Kurzweil. Da ich mich einließ wie ein Ratz/ -

chfragt die Leut wower der Herdt aman het was man nur begert/ Da ÄÄnºsen Obs/Holtz/vud d.

Ich hört nit allweg guten bſcheid/ So wolt das Pflaſter in den Flecken

Michauch zuweilen laſſen ſtecken. Dagfiel mir nit der Kirchenthurn. Dort warnitrechtgericht die Vhrn. Bald wolt das Pfarrhaußmir nie ein Beymirſoltswolnoch anderſ ſein. ſumma was ich Contempliert

Äas war von mir als Reformiert

Ich war der Mann auffdengeware Was man ſo langezeit geſpart

Einrieden außein Stelzmachen Sogiengichvmbmit Narenſachen, In dem reißt ich durchsgrüne Graß Weil da ein ſchönes Wißrhalwas

Da traffich aneinalt Perſon,

Än weiß/von Gſicht noch Ot,

Diegtengmiteinem Rechenſtil B vi

–

Geiſtliche

36 -

FÄ im Pfarerſeſchwolvergleicht/ Doch hetich gmeint ſie.hetſchgſcheucht Mitgroberarbeit ſichzuplagen/ ViemöchtdochwoleinKunſtbuchtra gen/

Darinnleſen wie mancher Mann -

So meiſterlich in Banngethan. Drauffmuſt ich den Mann Regiſtriere Vndind Schulerſt widerführen. SprachBohadiesalter Hertz

Ä. ErantwortSemper quiesſchnell

Mein Domine, das Graßichzehl, Das mir kein Helmlin komdarvon. Ich dacht: mit dem Mann kriegſtzuthö..

Drauffmichrenſper/vndſoanfäng/ Ächweißmitoichirºegang/ Hich dunckjhrſeitdeß DorffsPaſtor, Erſprach: ich binslanggweſen vor Eh dann der Herz die Welterſehen/

Ä ndmöcht nurwünſchendasein Jun-gesc

Auch «s

Kurzweil. 37 Auchvnder meinen Baurendonner. Dann mir entgehtallkrafft vndſafft/ Jematter Leibe mehr man ſchafft.. Je weniger Knnſt/je mehr mans treibt Jevnwehrter je mehr man bleibt..

Ich ſprach: Mein lieber alter Herº: Ihr habt euch nugemäſtet ſehr/ 9Vndhabt der alten Batzen vil/

Drumb.wölthrkehrenvmbden Stihl.. Das möchten doch wirjunge leiden/ Die jetzund zehren auf die Kreiden/ Erwarten Glück/beygſündem Leib Ein guten Dienſt/vndreiches Weib.. Deralt-Herz ſprach: mein Studios, Mich dücktewer Küſtdiemachſichloß/ Die Logicwird ſich in euch regen/ - Das jr.mit mir redt ſo verwegen/

Wißt ihr was Luther in der Sach Einsmalszueim Naßweiſen ſprach. Wiralte die mit Angſt vnd Flehen - Dem Teuffelin den Hindern gſehen.

Grüſſen von euch Gnad Docterlein

Auſweichen Polſterngſeſſen ſein..

ersteſ sºrge Ä - -

Geiſtliche

Der ſcherz wird euch geligenſchir/ Der Filtz war mir ſehrvngewohnt/ ch wünſcht ich het deßMans geſchont/

Drumb zog ich bald ein andre Pfeiffen/ Sprach:alter Her/laßt dasfürſtreiche Es war mein ernſt ja nimmermehr Jch bin euch zdienengwogen ſehr

Nu will ich etwas bſcheidnerstagen

Deillokemporewasfragen.

Ihrkönt mir geben guten bſcheid Was warn zu ewrerzeit für Leut Die ſelbsin Künſten wolſtudiert Die Jugent löblich angefürt. Er ſprach ich denckt der guten Tag Da war an Glehrten wenig Klag Solt ich die dapffer Leutall nennen/ ch glaub ich würdevilnit kennen/ ieſein nun todt/vnd leben noch Ruleben vtl/vndfaulen doch/ chdanckjhnjhrer gutten Lehr och wie ich kommen bin hieher

Habichvik anders müſſen lernen

Die Hülſen brechen/vnd den Kernen Mit bitterm Schweißherfür

sº:

–

Kurzweil,

Das werdjhr auch nocheinmalinnen. Ich ſprach: jhr gabtauffsgeiſtlich acht Vnd der Philoſophinichts acht Daher möchteswokkommen ſein/ Das euch die Welt nit wolt ein.

Erlacht/vnd ſah michhöniſch an.

Was meint ihr dann/das ich gethan/ Sprach er: was möchte doch mein Hirn # der Zeit ghabthan für Geſtirn. ch war Grammartig vnd wasfein/ Vnd Pocketvberzwerchherein/ Jch redttörlich an manchem Ort/ Vud macht mich maufig immerfort/ Im Kopff hat ich manches geſpert. Vndſonſt viſirlichſachen mehr/ Jch Log dick das die Balcken ſtoben

Wndecketaußwas krumgebogen/ Meintjhr das man zuvnſernzeiten Hab Meiſter gmachtauß Eſelshäuten/ Oder habeinen graduirt In dem das ergarnieſkudirt

Oderhabeinen heiſſen treiben/ Das erſein Lebtag wird verſchweigen./

Oderhabſogrobnumeriert -

Das

Geiſtliche Das außzweyvberſhenwirt „. .. 463

FÄHer hat mich widergſchröckt Wnd mir mein Meiſterſchreibeſteckt Noch wehret ich mich mit aller Kunſt. Das ich nit hetgſtudirt vmbſonſt. - -

Wndſprach Dörfftichein einigsfrage: Sojhr die Künſthabt allgetragen

Wie iſt doch müglich das ein Baur

Dernur vmbgehtmitarbeitſawr Euch ſoll erſt anderſ informieren. Er ſprach: Jafreilich deponieren

Bißdas ſich packt derhüpſch Schulſack Vndnimmerquackt der Hackemack

Bißdasverſchwindder LuffiGebäw/ Bißdas verdewtder Pappenbrei

Bißdas verrencht deſ Hirneßdampff/ Bißdas verdobt der Witze Kampff.

VºrdnundiePtactiekompt zu Hauß DealTheorictreibetanß Daſind ſich erſt waswirgechan/ ZÄ brauchen on « edingmir Spanniſchdörffen waren

Ä ſagtich/ſolder geiſtlich Sande -

Ä -

Kurzweil.

4 II

GVon Bauren haben ſetn verfkandt/

Solnit die hohe Schulvnsweiſen Wtewirbezämen die Vnweiſen/ Was war dann die Theologej Anders als ein Bauren Kirweih.

Er ſprach: Ich muß euch das verzeihen: Weil jhr noch laufft vnder den Freien/ Soyhreinsmalskompt in den Karten. Dawirt man mit euch anderſt naren. Da werdjhr ſein Dorffkar/Pfarºnar:

Vnd alles Ruſſes Offenſchar/ Damüßt ihr Glauben/wiſſen/Thon/ Leiden/laſſen Förchten/vnd Honz , Waß niemand darff/ kan mag noch will Vnddiſes alles in der ſtill.. Dann wer ſich diſes will beſchweren. Dermag ſein Pfarreim andern lehren.. chbat durch Gott den alten Herzen/ rwolt die ſachen nur erklären/

Dann ich fragt nit außvbermut: Sonderwiethat ein junges Blut Könt ich derſachen han bericht/ Meintag wolt ichs vergeſſen nicht...

ein angenºmmen, -

(..

Geiſtliche

42.

Die weiß mir nuvilbäß gefällt? Weiljhrerſtkommet von der Preß So ſeit ihr noch zuvilZapffreß. Somuß man euch ein wenig Miſchen/ Ich hoffjrſolt es noch erwiſchen/ Vnd mit derzeit den breiten Richen/ Lernen in engen Stand zu ſchmucken. So hört mit ſeißwas jrnit gwußt/

(

W ſ E E

( -

Vnd büſſen dann den Pfarrersluſt/ Höret zu vordeß Ordensgfatz Vnd zehret drauff die Einſtands Collatz Höret zuvor meins Dorffsbeſchwer Juckt euch die Haut/ſokommether. chhab geſagt ein Pfarrer glaubt as kaum ein Menſch bringt in ſein

W F) H Er W Er

Haupt.

Er glaubt ein Gott/das niemandsacht/

Ein jeder nach ſeim Götzentracht.

Er glaubt ein Himmel/derverſchmächt Ein jeder gern hie ewigzecht.

| W E

Er glaubt ein Höll/dte niemandtfeucht/ * E Ein jeder die breit Straſſe zeucht. Er glaubt ein Gricht/ das niemand bſorgt -

E N

Ein a

Kurzweil. Ein jederauffdic Rache borgt.

Er glaubt ein Lohn/den nicmandt will

Ein jeder willhiehüllvndfüll Er glaubt ein Göttlich Regiment Ein jeder meint das Glück ſei bkind.

Erglaubt ein Todt der alles ſcheydt. Vnd jederbochtaufflange Zeit So glaubt er was die Welt verneint, Vnd jhren Augen vngereimbt/ Damit zeuchter den ſchweren Karten Vnd wird gehalten für ein Naren.

Darnachſoweißt ein Seeken Hirt Daß die Welt vngern innen wird. Er weiß deß groſſen Herten Pracht BeyGott auſſseuſſerſt wird veracht.

Er weiß das groſſer Hirten Schlaff/ Dé Wolffliffert manchsarmes Schaff. Er weiß das groſſe Lentſchinder Verflucht ſein auffKindes Kinder. Er weiß das groſſezuKrapper Mäuler Endtlich werden Höllenheüler. Er weiß das groſſe Federhanen/ Noch kommen in dem Pfulzuſamen Er weiß daß die groß Vppigkeit

Geiſtliche

44-

Derwelt Gereicht zu ſchmachvndleid. ; Erweiß das jedes falſche Herz . . . .

Sich ſelbſt noch ſterckt in ewig ſchmer. Das weißer: wills ſchon niemand wiſ ſen/

Wind wird ſehr offt darob geſchmiſſen. Damit zeuchterdenſchweren Karten.

W A E

Wind wird gehalten für ein Naren. Drittens ſo muß ein Paſtor thon

Dasjederman will oberſton.

Er muß die warheit jedem zeigen. Darüber wirdjm zeigt die Feygen. Er muß auſwiſchen jede Stund/

Darüber man jhm vbeſsgundt.

Ermnß in dPeſt/vnd Caſareth Da mancher weit fürübergeht. Ermnßzum Fewr/Galgen/vnd Rad LOhngfängnuß/vnd der Huren Bad. Er muß verzweifelt Buben tröſten Die ruhloſen durchs Gſätze röſten/ Er mußjedermanhelfſen/bitten/

S F

Rhaten/warnen/kratzen/vndbſchütten. Er muß in alle Pfützen tretten

Alonluſtbutzen/vndaußjetten/

P Das

Kurzweil.

Das mußerthun ohn ſeinen danck Biß erdrob wird alt/krum vnd kranck Damit zeuchter den ſchweren Karten Vnd wird gehalten für ein Naren.

Vierdtens ein Prediger mußleiden TDa ſonſt der Thurn zu iſt beſcheiden/ Erleidt der Keut Abgötterey Aberglaub/Seg/vnd Zauberey. Erleid der Hanſen Sacrament Dadurch Gott vnd der nechſtgeſchändk. Er leidt Verachtung Gottes Lehr Dafür Woluſt wirdtriben mehr/

Erleid Vnghorſam vnd Geſpöt Das mancher Pfaff für Ohren geht. Erleid zorn/neid/rachgyr/vndgrimm Zanck/hader/ſchelten/vngeſtümm. Erleid Ehbruch/vnzucht/vndſchand Sonur geachtfür Narrenthandt

Erleidt groſſevnd kleine Dieb Finanzvndwas jhm ſonſt mitlieb. Erleid Kugen vnd Afftereden

Practic/gelüſt/vnd vieldup Damit zeuchterden ſchweren Karten SVnd wird gehaltn für ein

sº

HUK.

Geiſtliche Fünfften muß ein Prieſker laf CN/

Daß die Welt liebt ohnallemaſſen. Erlaßt dem Hoffſeinweiches Kleyd Vnd bleibt im die Camelhaut beſcheid. Erleßt der Schuljhr groſſe Witz Vnd übt ſich in der Liebe hitz. Erlaßt der Reichen Silbergſchir: Vnd trinckt die Bächlin in der jr.

Erlaßt der auſfgeblaſenen Wind Wnvſich bey Chriſti Demut find Erlaßt deß Fleiſches Luſt/vnd Geilheit Vnd bindſein Rucken jederzeit Erleßt ſein Recht/ſein Nutz/ſein Frid Vndnügt ſich das er Chriſti Glid/ Erlaßtſein Haut/ſein Fleiſch/ſein Bein Damit ermögbey Chriſtoſein. Das alles muß erwillig laſſen SVnd noch dabey ſich ſelber haſſen. Damit zeuchter den ſchweren Karten

Vnd wird gehalten für ein Naren. Zum Sechſten förcht ein Geiſtlich Mann

Das ſonſt beyandern leichtgethan/ -

–

Kurzweil.

Erförcht mitſchew das End der Welt

" Dafür mancher ſein Hauptgut zehlt. Erförcht der Kirchen böſe Feind Gewalt/vnd Witz/die manches freund.

Erförcht derergernuß gefahr Darinn ſich übt die gröſte Schar. Erförcht deß Glücksgute Wort > Das nit die Seele werdbethork.

Erförchtſeinseygnen Gwiſſens ſtimm/ Daßesnitſchreie wider ihn. Er förcht der böſen Gſellſchafft ſchein Ohn welche manchernik kan ſein.

Erförcht der hohen Gaben glanz Die ſonſt auch guts verblendengant.

- Das iſt ſein org/ſeinforcht/ſeinangſt Welchsalls die Welt verlacht vor langſt Damit zeuchter den ſchweren Karten Vnd wird gehalten für ein Narten.

Zum Siebenden ein Clericus

Was niemand will/wolnemmen muß Ernimbt wenig als niemand glaubt .. - Dann der thut wolder Pfründe braubt. Er nimbt das ſchlechts vom Pflegerſein

eſ sº rºateng

Geiſtliche

Er nimbemiemüdasſawrverdient Noch helt man als für gſchenck die

pfründ/

Er nimbt mit ſchmerz vonſeinen Bau FTé/

Diejhnbezählen wie die Lauren. Ernimbtalsfaul von falſcher Hand Der gilfft als er den Todt empfand. Er nimbt mit danckwas vngern geht Vnd bit ein Dieb vmbſeinigsſteht. Er nimbt daßerniemalgeneußt Dann jedermanjhn drumb beſcheußt Alſo mußer im Bettelreyſen Vndendtlich laſſenarme Weyſen. Damit zeucht erdenſchweren Karten SVnd wird gehalten für ein Narzen. Wie dunckt euch nu mein junger Hach zur Pfar nochmalſo gach/ nckt euch nachmaljhrſeitgefaßt Zudem ſtand den ſo mancherhaßt/ Geluſt euch noch der Pfarrer Braten Oderwolt ihr der gern entrathen. Ächſprach: Oliebſter Vatter mein -

Etver

Kurzweil. 49 SwerReddie gehn ins Herz hinein/ Ich bin erſchlagenvnderſtummt/ Vnd danck doch Gott für diſe Stund Das ich durchewern weiſen Mund Erfahren ſoll den recht n Grund:

Doch bittichwolt mich weiter Lehren - Wo ich mich nuhinaußſoll kehren Dann ich einmal Gott bin verbunden. Erſprach: der Weg iſt längſt gefunden Ihr habt gewöhlt den höchſten Stand Der hat mehrGfahr dann MeeresSand

Vnd wird durch d'Welt ſtets angerandt Darumb bedörfft ihr Gottes Hand. - Kein Stand auffErdjewerther war Als der durch Gott beruffen dar Sein Wort vnd Willen zu verkünden Vnddardurchpflegen Gottes Kinden.

Sein Warheir vnd Gerechtigkeit, Sein Warheit vnd Barmherzigkeit,

Sein Langmutvndauch groſſen Zorn/ - Sein Wundervnddeß Hetles Horn, Fürtragen durchdeß Geiſtes Sprach

Den Frommenzgut/der Welt zu Rach

deºisie vñHand -

Geiſtlchie

Gebracht gleichſam zu ſeimbeyſtand Sein Geiſt vnd Pfand zu diſpenſieren

Damit in ſein Reich einzuführen. Dem wird vertrawt Gottsliebſtes Gut

Vnd Jeſu Chriſti Fleiſchvnd Blut Als auch deß Geiſtes Frewdenöl Damit beſeligt manche Seel Den Standt laßt euch kein Menſcher

leiden

Vor dem allandre Ständ ſich neigen. Iſt nu der Stand ſo hoch vndwerth So hat er billich ſein beſchwerd Der Teuffel iſt keim Dingſofeind .

Dann wo Chriſti Pferchwol verzäunt. Die Welt braucht nimmermehr betrug Als das der Pfaff werd gſchweigt mit fU3.

Z“zs ereygen Fleiſchlaßtnitſeindück ein fronb/trew Hertzberückt. So bringt der Baalspfaffenſchar Der Kirchen erſt die gröſtgefahr Dannnte kein Blutvergieſſen hat Wie der Kirch geſchadt/

Da man ſich ſelbs/nit Chriſtumſuche Vnd

)

–--

Kurzweil.

– Vnd mangelt ſtehts an guter Frucht Da man mehr Witzt/vnd Klüglen will Als Chriſti Einfalt ſteckt das Ziel/ Oder ſonſt geth im groſſenhaufen Den Keithämmeln allnachhin lauffen/ Än ſummawernit fleiſſigwacht - Der iſt in manchgfahr gebracht. Je mehr Gefahr/jeminder Sold Eim Gottes Dienerſoll kein Gold Wer hieſein Bſoldungwilleinemmen Den wird der Hereinmal nit kennen. Hie ſollsſeingarbeit/ghüt/vndgwacht Dort

MC)k,

ſein blohnt / vnd hochge -

Hieſolls ſein mühſam vndvnwehrt Dort ºs ſein ruhſam vnd hochge ehrt.

Hie ſolls ſein arm/ſchlecht/vndbethört ſein warm/recht/vndge

Drº

ehrt. -

Kein Frommer legt hie Gülten an Wie der außV, Xmachen kan.

FrombGelt wirdhie nicht augmentiert 1] -

Geiſtliche

Wie dann der die Schreibfederführt. Fromb Geltmußtnitſowunderbar Wie den ſo feißt wird in eim Jahr. Fromb Geltlaßt ſichnitzfußereilen Wie Bößgelt von den auffden Geülen. Fromgeltvernügt/wie es Gott fügt Bößgelt verſteibt/wievilmantreigt Wolt ihr nu Weyden Chriſti Herd

So ſeht daßjhr Beruffen werd Durch Chriſti Ordnung nit obliquè Durch Gſchlecht/Weib/Gelt/vnd ſonſt iniquè. Gott brufſtrecht durch den obern Mund Erberufft auch in deß Herzens Grund/ Vnd wieder fromme Luthergmeint So ſtünd auch ſehr vilbey der Gneindt.

Eilt nit zu ſehr/Gott weißeuch wol

Emertheileuch noch wollwerden ſoll/ Laßlauſſen was mit bleiben will Gott ſind die ſeinen in der ſtill

Warlich das man viel Miedtling dult

Daß iſt deßloſen Lauffensſchuld/

Kein Wurmdem Cörper iſt ſogfähr Dls der gern anſeinſtellewer,

Den l

–

Kurzweil.

- Den Leichnam laßtmankium erkalten So will ſchon einr ſein Dienſt Berwal -

k(Nt.

Owann Verfolgungregetſich

Wiemancherſchrinit/hiebinich/ Seitjhr dann zu der Kirchen kommen

Denſchweren Eidauffeuch genommen/

Sorüfeuchnumit Herzvnd Muht

Dashrallsnemmenwºfür gut Jawiejenervnsthet beſcheidenleiden, Müßtjhrauch lernenhencken Weheuch ſoman euch zuvillobt

Woeuch wann die Welt heftig tºbt Weheuchſoeuch der Dienſtwirdſüß “ Woleuchſojhrfindvilvertrieß.

Weheuchſoeuch die Welt gefällt Woeuch ſo ſie euch Fallenſtellt. Weheuchſojhrnach Ehren ſtrebt Woleuchſohr im nidern lebt. WeheuchſohrauffTitulſchawt Woleuchſoeuch wenigsvertrawt. " Weheuch ſo jhrhieheltet mit Woleuchſoeuch die Welt außſchüt/ So köntr

Geºaº

iij

– -

–

z- /

Geiſtliche

54-

Der WelteinDorn einRuthvndPein. Noch müſſen wir das Hauß Creuß tra gen

Wie jeder Ehmann wird beladen

Was jedem gſchicht/daskan vns werde Alltäglich fäll gehören auffdErden/

Wöltjhrdochhieden kürzſten Weg Das euch benüg Göttlicher Seg/ Solaßtnitzvilauff Erden gan Der Himmel ſteht euch beſſer an/ Gewehntewer Leut zu ſchlechter Art

Nichtseherslehrnt ſich als Hoffart. Käßtarbeit thun, was eſſen will Zurruh bleibt zeit noch vbervil Trawt mitzuwoleim jeden Maul Das Böß iſt friſch/das Gut geht faul/ Verachtnit leichtlich arme Gſtalt Gottvil Gheimnuß dabeyvorbhalt. Wißnitzuvildasſagich vor

Das jhrnit ſeit deß Dorffs Doctor Glaub auch nit alles was man leugt Vnzeitig Eiffer manchentreugt/

Ächgib euch auch das noch zu bricht Verlaßt euch auffkein Menſchen -

Ä Ol

–

Kurzweil.

§5

Gott ſey euch einigewr ScoPus

Dazu der Menſcheuch helfen muß,

Sonſtwoohn Gott der Menſch ſollhelf fen

Dagslauffen/ſmieren vndgelffen Vnd iſt doch nichts alswort vnd ſchein Der gewints der obereuch kam ſein/ Damit hat euchewer Göß gelaſſen Wernimmer hat der magſort paſſen. Okurze Zeit/vndſchnöde Frewd Wie manchem haſtu Gold gezeigt Vndjhn geſetzt ins tiefe Kah Der glaubtes/ders verſuchet hat

Ich bin mit züchtenzreden auch Der Leut die mitgehangt im Rauch Könt man mich gar in Offen ſtecken Man wird nit brauchen andreſtecken.

Han meine Leut ſoghaltendLeut So iſt es zeit/das ich mich Leid.

Hiemit het er ſich ſchiererzürnt

Wleichtvilbſchwerlichs aufgezwirnt Ich fiel in Dreck vnd ſprach: ich Thor Nenn euch mit chren Praeceptor Mein lieber frommer/weiſer Herº ttl)

Geiſtliche

Wer ich vor längſten kommen her Mein Ohrenſolten kürzer ſein Mein Rüßelreiner als beim Schwein ch hab gefolgt der Narzen Zunft Da oberherzſcht die Vnvernunft ÄIch meint ein jedes Dorffhet Schät Die man nurftengohn ſtrick vni le; Nugib ich mich in ewrerlezgt

Das jhrmeinen Wurmrechtmeßgt Vndlegt mirabmein Ring vnd Hut Das Räcklin vnd das Sträußlingut

Vnd ſtoßt mir dNaſen in das Buch Das ich ſolch newe Legºsſuch Damit wen ich kommvnder dLeut

Ächnitvmbgehals der nit gſcheid.

Das ſchlug mein alten Herren zu Er ſprach: Jch nichtzit Lieberthu Als jungen Leuten die noch Jären. Was ihnen noch weit fehlt/zulehren. Es mages aber was noch glitzt

Vnd noch wohindern Ohrenſchwit Mit allweg Leiden/das wir Gecken

hn wöllenjhr groß Kunſt erſchrecken

Dieſe im groſſen Bucherguckt Darimb,

Kurzweil.

Darumb ſich mancher Alterduckt SVnd Denckt/laß vor dieklugen Raſen Anlauffen/daß dierohte Maſen

Ihngeben Lehr/wie in der Welt Es manchem frechen habgefehlt Doch muß ich leider auch bekennen Vnd werdes mit meim ſchmerzen inne Das nit alles was ſchwarz/ Geiſtlich iſt

Dasnitallgeiſtlichs lauter Chriſt/ Das nitalllauters iſt geſund/ Das mit allgſundes iſt fürn Mund. -Hierauff bat mich der ehrlich Mann/ chwolt mit ihm zu Hauſe gahn/ aſelbſt ein Süpplin helffeneſſen Das Schwetzen wird ſich nit vergeſſen/

Er mußheim tragen an der Stangen Den hüpſchen Vogel den ergfangen/ Vndjhn ſeiner alten Mutterbringen/ Die weißdoch auch von diſen Dingen

Darumb ſie auch den jungen Tropffen: ---4,

Die Gauchfedernwißaußzuropffen/ Vnd ſagtjhn vmbſonſtjhren Tert/ Das Haußdasſeydoch allernechſt. Da er mit ſeinem Holderſtock E v.

Geiſtliche

Offt ſpalten manchen dicken Block Kieb vnd Leidwilliglich gelait Manch dieſe Haußwunden geheilt Vor manchem Sturmwind ſich geducke In manchem Wetter ſich geſchmuckt/ Vor manchem Vnglück ſichenzuckt Durch manches Köchlin durchhinguckt Alogieng ich mit ſchamvndfreud Mein Herz war eng vnd ſich außbreit Mein Kunſt war klein/vnd hört dochvil

MÄRew war größei doch zum Zil Ächtvott mir das ich Welſche Land Dafür het gſehen alleſambt

Daſ ein Teutſch Herz / ſo man das ttd

Jºſt wehrter als vilfrembdes Gſind Derſagt was fehlt vndraht hierzu Hiemit kompt man mit Gott zuruh Was aber nur ſchwetzt mum/mum/mü

CVndwürfft den Brey im Maul herumb

Dasbrauchtvilzeit/Gelt/mühvndſorg -S Das man im eitlen gar erworg. Nun wünſch ich das all meine Gſelln. Jnauchabtrennen lan die Schellen -

Vnd

Kurzweil. -

59.

Vnd geben ſich in Chriſti Orden Der niekeim Frommen ſüß iſt worden,

Hiemitfolg ich meim Altennach Werbeſſersweiß der beſſer dSach.

Ein FranzöſiſcheSatyra, ge

nandt Paſſepartout verteutſcht. Wer will eingrechte Sachverſtreichen Mitfalſcher Zung/der thut deßgleichen Als die ſo ihr Geſicht verſtellt Mit eimanſtrich derjhr gefällt/

Da dann manchmal einkeüſch Geſicht Wird zueim Hurenſpiegelgricht/ r Auchofft vilſchlimmer wird geacht Alses hat die Natur gemacht. Dieweil nur das indAugenfalt Was man von auſſen angeſalbt.

So giengs den Herzen Jeſuiten Als jhr gut Sachſovilerlitten Weil man ſo biß in Advocirt

Y Dasjhrgunſt ſchierwirt garvertiert/

Vndhrverdienſt ſowirdvergläßt

Denniſ Aºgº vj -

–

6Ö

Geiſtliche

Daherkams dasjhr Ath/vnd Mund

In Franckreichſchinſovngeſund/ Alllhr Blaſenbließauſſein Fewr/ Dadurch Franckreich brannvngehewr/

Hderjhr Ätherweckt die Feindy So ganz Franckreich durchſtürmen. gſchwind.

Kommen ſie dann mit heiſſen Zehren. Man ſagt das vnglückthu ſich mehren/

Die Tropffenlöſchen außgar ſchnell Das Liechtſo Franckreich ſcheinethell/ hr Zähren werden Flüßgenendt: omit LeidFranckreichvberſchwemmt. Jhrweinen mehr die Flüß zurſfund

Franckreich zu verſencken in Grund. Aber ich will mit allem Gwatt. Die Sachbringen in andre Gſtalt

Ich will euchthun ein ſchönen Bricht:

Das man ihrkanentrahten nicht

Ich will ihr Sachfeinbloßfürbringen: So werdjhrſfeerſtbeſerkennen/

Fürwarſokompt ihr Coban Tag/ Von ihn wird ſein ein andreſag. Dochtſ die Sachnit Kinderwerck ÄDarumb»

? .

Kurzweil.

Darumbein jeder fleiſſigmerck

Wieich die Leut werdkönnen loben

Die jederman von ſich geſchoben/ Wie ich jhr Wolthat werde nennen/ Die Franckreichgarnit will erkennen.

- -König von Franckreich/ der durch -

Gött/ -

Dem Reichfrid/ruh/Ehrgwonnen hat/ Alldiſes Glück/vnd groſſe Namm/

Iſt durchjhrhilfgebrachtauffdBan. Wonit das Volck in ſeiner Beicht

Durch ſie zum Abfallwürdeingeweicht/ Wonitvnſicherwerallſtund/

In ſeiner Statteins Königs Mund/ Wonit Franckreich durch ſie verkaufft Den Spanniern wer/ die offt drumb, grauſft/ -

Wo die Rottnit mit Todtsgfahrhet/ Das Blut glanewer Majeſtät.

So ſprech die Welt/dasdiſeKron Durch Erbjhr wehre auſgethon/ Vnd nit käme von Tugendts Hand/

Sower derſchön Namvnbekandt Franckreiches Schutz/Fºtº: vij,

Geiſtliche

In Fridvnd Mußgelebet hat. Was gibt man dann die Patern Or den

Die ſovil Strälvon Rom erworben/ Damit auffjeden Bapſtesſtreich

Ewer Ruhm näher dem Himmelreich.

Dann weil ihr ſeit mit Lorbergkrönt/ Den nie kein Strahl noch hat gehönt/ Solaßt ſie machen/wachen/krachen/ Gott kan die Strälzu Blizen machen/

Wnderdeßewrer Majeſtät

Vor aller Welt mit Ehrenbſteht.

Alsvilder Wolſtand dieſer Land/

Von ihn zurütt/vnd brachtzuſchand/ So hoch warsewrem Ruhm vonnöhten Das ſie das Spiel zurichtentheten. Dann ſobey Euch die Ehrehelt Mehrplatz/dann Reich der Welt/ Wer danckt gnug der MeutmacherRott

Durch die hrſeitnu Ehrenſatt.

R K R ſ

N W

Wöltjhrdenvberflußſogar Sie machen Franckreich wie es war.

Dder laßt nur ein junge Zucht/

Soſamletewer Nachkom die Frucht/ Dann L

Kurzweil.

- Dañweiljr werd für Franckreich wache

So wird nichts draus außihren Sache. Doch werden ſie fein in der ſtill Das Fewrzurichten nach ihrem Will Hindurch die new Welt anzuzünden/ Das ewer Delphin nuß Arbeit finden.“

Danniſsnit billich daſ die Jugendt

- Auch glegenheit findzt der Tugendt Solaßdoch dJeſuiterein. Was gilts woda wird mangel ſein.

Zudé/was ſchadtjeFranckreich mehr/ Als wans in dFreinbde ſchickt ſeit Heer/

Demzuwehren/laßt ſie verwirren/

Ewern Sohn wird frembdes Land mit jrten/

Nach Frembdem kan dernitwol gaffen/ Wer hat daheim genugzuſchaffen. Dañ wer wolt dem Delphin doch rathe/ . Den Namen zſuchen eins Potentaten Das Königreich mit Ehrzuholen

Dasihm mitvnehrabgeſtolen , Damit der ganz Nanjhm wird Par/

Königvon Franckreich vnd Navar. Werwoltrahten dasſein gedanck }

vº

Nach

64.

Geiſtliche

Nach Meyland wer/ohn jemandsdanck Damit die ganz Kromvnderjhm

Ihr Land vnd Leuthat wie vorhin. Wer das nit Ketzeriſch vnd Böß/

Dann Franckreichkäm zu ſolcher größ/ Dases nitgmeiſtert der Delphin

Darumb verlieren iſt offt gwin/ Dißalles mag mangſichertſein/ So Bearnlaßt Jeſuwiter ein.

Her gebtvns doch die gute Leut Ihr förcht doch nicht/das iſtjhn leid/ Haben ſie vor euchnitgliebtgar/

Sie endern ſich alſben Jar Das gar lang außſein iſt die Sach/ Das ihr Liebvmbetwas ſchwach/ Wie lieb diß Landjhnſey im Sinn Schleußtſich/daß ſie gern waren drinn/

Damals als man den Stiche ſah/ Der noch von einem Jungengfchach/ Dazürnt das Parlament dermaſſen Das man was mußtgeſchehen laſſen. Vndwardoch nur ein ſchreckempfange/

Dann der Stichnitrecht angegangen, Fürwarditiehwarnur zu groß -

D 4ß

–=–---

Kurzweil.

Das man die Leutin eilaußſtoß. Hernach in etlich wenigJaren/ Hat man den Jrthumb.wol erfahren/ Vnd merckten nu die Leut in ſtill Das euch die Ständt Lieben zuvil/ Was vnbills weißt das Vrtheilauß/

Der Jung ſtirbt/muß der Meiſternauß. Es wird Vnbill mit Vnbillgſtrafft/ Dazu ein ganz Höraußgeſchafft. Frewt ſie nicht ſelbſt/dasesgerochen/ Das der Jung Tropffſovbelgſtochen/ Jaſprechens hm ſolt anderſ gehen. Das ſo einſchlimmer Stich geſchehen. Ihr Göttlich Liebſey euch nit heel/ Rit dann Keibliebens, ſonden dSeel/

Ihr taugt nichts in dem Jamerthal Die Todtenpreiſen ſie zumal. Ihr möcht villeicht beygroſſem Glück Euch wicklen in der Welte Strich Die groß Wolluſtrißeuch noch hin -

Sohr ſeit Todt ſo bleibt jhrjhn. _ Auch dasjhrſecht wie Gottes Gwalt

Inhochſtergefahreuch ſtehts erhalt. So werdjhrgführt in groſſe Gfahr -

Damit

Geiſtliche

Damit ſolchs aller Welt werd Klar/ Will man von Neuwm erinnern ſich So kombt von Himmel noch ein Stich. Deß Vatter sFrids / der Kirchen Haubt – Ein ſolch großGlück hat vns erlaubt/ So liebt er euch/daß er ſein Freuudt -

Lieberbey euch hat / dann daheimbt.

Iſt dañnit Franckreich ſchuldig gemäß Von Vatterznemmen Gutsvnd Böß. Her wie Reich iſt deßBabſtesSegen

– Wirdörffen kein Geltvmb ſie geben/ Dutzet weißfürt mans vnßjns Kand/ Wernehm ſie mit von lieber Hand.

Was bringen ſie vns nur zu gwin Ein nerve Lezgauß Spanien, Sie haben ſich von newser ſehen Im Buch wiedWelt ſollvbergehen. Gilts nichts? ſiebe Jarſeins vmbgloffen. Vnd haben doch kein Königtroffen/ Was nutzbringt vnßjr Penitenz Weil wird zu nicht ein ſchwer Sentenz/ Sie werden ſich genügen lan/

Das Parlament mit ſchandmuß

–-------

Kurzweil. 67 Sie werden auch die Blühend Ju gendt

Richten nach jhrheiligen Tugendt/ Drumb wird gſchen das die Heiligkeit Nit mehr nachſtellder Majeſtet Vrſach: weil jhn der Babſt befohlen Ihr Meſſen zbehalten im verholen. Biß das die Sachſchanderſtſpizt/

Vnd ein Hipandem Stulbeſitzt Der Eurer Golge werde ghaß/ Vnd ſie die Leut abſtümlenlaß. Sowöhlt mit Caeſare bey Leben/ Obsbeſſer ſtets in ſorgen ſchweben/ Oderwetljrvil Jarerlebt/ Vnd ſtets nach Sterck/ vnnd Tugent gſtrebt/

Obsnit beſſer den Hals zu geben/ Vnd durch jr Meſſer endens Leben. So vilkan ich.Nembt ſofüraut.

Dann der Stich nimbt mir Sinn vnd Muht/

Irwertnu Leutherfür ſehn gehen/ So die Sachwerden beſſer trehen/

Die euch auch lehren in gemein -

Forthin

Geiſtliche

Forthin nn ſtich/vndſorgfreizſein.

Andengecreuzigten Herzen Jeſum. Salve Jeſu&c.

Jº

grüß dich Jeſu Menſchen heil/ Ich grüß dich Jeſuliebſterthetl/ Andein Creutz ich mich ſelber Henck Du weiſt warumbach mir dich ſchenck. 2.

Achkomm als ſehtch dich mit Augen/ Ja du biſt da wie ich thu glauben/

Vordirich mich thuniderlegen/ Mein Sündewölſt du wir vergeben. 3.

Die Wunden tieff die Nägelhart Die Mahlan deinem Fleiſchezart Vmbfahe ich mit anedacht/

Vndzitter doch vor deiner Macht.

Deinr Liebe laßvnßdanckbar ſein Für Y

=–

--–

Kurßweil. 69 Für vnstregſtudie Wunden dein. Die Sünder haſtu nit veracht/

Was Arm/vnd Elend/aufgebracht. J.

Alles ſo iſt in mir zerbrochen/ Was zuſtrewet iſt vnd zuſtochen/

- Heile OJeſu durch dein Kunſt/ Dann ohndich iſt Arzneyvmbſonſt. 6.

Hilff Jeſu von der alten Schlang/ Die vns auffErden macht ſo bang HilffJeſu von der ſchnöden Sünd/ Die vnsauffErden gar verblendt. 7.

“Hilff Jeſu von dem herben Todt/ Dervns ſchreckt mit der letzten Not/ Hilff Jeſu von der bittern Hell/ Die vnstrewt ewig Vngefäll. 8.

Hilff Jeſu von der argen Welt/

- Die ſich zuvnßmit falſch geſellt/ HilffJeſu von dem Geilen Fleiſch

Das von vnsſovielbößerheiſcht. Hilf -

JO +

Geiſtliche

HilffJeſu von der Eitelkeit Öjsſchadt an der Ewigkeit/ HilffJeſuhilff. Ach Jeſu htlff Wer das begehrt ſchrei/ſeüfz/vnd gilſf.

Summaria vber das Erſte Buch . Herzen Johann Arnden vom wahren Chriſtenthumb. I.

Gſº

vnsanfangs zu ſeim Bild/ Gerecht/Weiß/Heilig/Fromb/vnd Milt

Der Menſch an Gotthabgnüg/vñruh/ Durchin/vndinimallesthu. 2.

Aber der Teuffelgabvnsein/ Durch Dns ſelbſt großvndweißzuſein/ Daher ſein Saam in vns geſtrewt

Der ſich in onsnumehreraigt.

Dashanu Chriſtuswiderbracht/ Allen ſo auffingeben acht/ -

D '

- -

– -

Kurzweil.

Der kam auff Erd im Fleiſchezart Zuſeindeß Teuffelswiderpart. 4“.

Zudem ſoll ſein ein jedergſellt/ Dem diſes böſenit gefelt -

Dem die böß Art ein groſſer Schmerz/ - Derzreinigen begehrt ſein Herz. ſ.

Der weckt invns der rechte Glaub/ Der vnsall eignes Ruhmsberaubt/ Der vnstödt/vnd vns ſelber nimbt/

Das wir auffChriſtum werdengeimbt. 6. -

„ Als dann die Schrifft in vnsrecht Lebt/ Die allem Fleiſch ſtets widerſtrebt

Auffdas was ſiehelt im Papir/ Invnserfülletſchein herfür. 7.

Wie ſein doch innen vberzeugt, Dasdiſe Weltvns nur betreugt/ » So zeigts vns Gottes Wort klar an/

Wehvnsſowirt fürübergan.

Sothuen Bußdem Teuffelztrutz -

Wiltu

Geiſtliche

Wiltu das Chriſti Todt dir nutz

Gotts ernſt/vnd deines Herzen ſchmerz Solt dier doch wolerweichens Herz. -

Was iſts das du dein Chriſtumehrſt/ . Dem du ſein Wort im Werck verkehrſt/ Was wilt von Chriſti Leiden han/

Dem duthuſt täglich Marteran. IO.

Beſichdich vnd die ganze Welt/ QWieals iſt wider Chriſtum bſtelt/ Erſchrick/vnd denck Okleine Herd Die du dienſt Chriſto RechtauſfErd. III»

Dann Chriſtus hat nit nur gelehrt/ Sein Leben hat er ſelbſt bewahrt/

Sofolg nu dem Erempelfein/ Vndſolts dem Fleiſch noch harter ſein. I2.

Stirb vor/dann Leb:Leid vor dann ruh/ Mit Chriſtogehtsnit anderſt zu/

Die Schrift ſagts. Die Natur bezeugt/ Adams Todt Chriſti Lebengeit. Was

Kurzweil.

Was hängſt am Gchöpff/den Schöpf, ferehr/

Deriſtvollguts/dasander Ler. “

BºErd?der Himmeliſtdirbſcherty 2Deßiſt deinedle Seelauchwer I4-

Der Weg/Warheit vndsebendein Will alles dein Her Chriſtusſein Er iſt dein Schaz/du biſt ein Braut Mit Keuſcheitſotim ſein verträw. Iſ.

Willdein Fleiſchnit/ſo greiffesan/ Mimim/wasesnitgern will an, Truckes mit Creutzwas du hie laſf/

In Chriſtobaldvilbeſſershaft. I6

Willdirzuhart ſchier ſein der Streit

Sonimbdein Chriſtum dir zur Seit, Ein ſchwacher Geiſt hat auch ſein Lob. &aßnur das Fleiſchnitſigen ob, I7.

Wasdirvon Gütern iſt beſchert, Deßnimbſovildein LeibeFr"

Geiſtliche

Äſts mehr/wiß/dasdich Gottprobier Sich das dichs

von Chriſtoführ/ I

Gotteyfert ſehr/vnd wird veracht/ Waß dir ſein Reich kompt außder acht/ Dein Adel dir auch gſchmelert wird Wans minder dich am Mehrern irt. I9.

Wer aber hie iſt gar dahin/

ſich auß/vndſtet bloßvor ihm FZeucht nichts/der taugt für Gottes Macht) Das etwas ſchöns werd draußgemacht 2O.

Drumbtrawrenit vmb zeitlichsGut/

Traurnitwas Gott auch mit direhutz ta vmbdein Sünd / deim Leib thu eid/ Soſleuchſt die Hell/vñfindſt die Frewd. 2 I.

Nun Ehrdein Gott/jhm ſtetsvertraw/

Thu Bußdein Herz in Rewauffbaw/

Waſchdeine Sündin Chriſti Blut, Daß iſt vergoſſen dirzn gut. Dein /

Kurzweil. 22.

Dein Gutsnimb zu dein Bößnimbab/ Dein Herz ſein Safft von Chriſto hab/ /

SowachſtauffvndgutFrüchte bringſt/ Gott gibt dir gern darnach duringſt. 23.

Geh von der Welt/die iſt zu laut Der Geiſt gern in dem Stillen baut? Traw deine Gott/merckauffſein Wort/

Du bringſthn in keinvnrein Ort. 24»

Liebvnd Demut iſt Gottes Steft/

Daergern mit ſein Freunden redt/ Wo die Quelliſt/daſeufall Heil - Dernechſte hat alsbald ſein theil. -

2ſ

Das will Gott/vndiſtvnſer Prob/

Hbbeyvnßſeyder ebºº

Drumbwie wir vnſerm Nechſten thon

So wird ſein Gottes Straffond Lohn. 26.

- Die Kiehnach Gott vom böſenſcheidt/ Die Gabenziert macht Billigkeit. Den Himmelſsieg groſſe ſtill -

Geiſtliche

Allbitt Gott eherhören will. 27.

Wer auch den Feindkan Lieben recht/ Gleicht Gott/iſt Chriſtitrewer Knecht/ Weiſtſeingroß Herz/brichtsfeindes Liſt WndſeinſelbſteignerSigher iſt. 2.8.

Was wiltu lieben hie auf Erd/ Dann Gott?der iſt in höchſten werd/ Das haben.thon die weiſe Leut -

Diedoch die Weltnieglaubtfürgſcheid. -

29.

eWer Liebt in Gott der Liebt zugleich Freund/ Feind/ groß/klein/Arm oder

Dermag auch kein Verſönunghau V-

Dernitzalt wo er falſchgethon. -

3O.

Summa der rechten liebes Bild/ Stet da anvnſerm Herzen mild. Demartdich nach/ſo Kebſtu wol Paulus beſchreibt ſie Geiſtesvol.

ZI.

Ohn die allGabenſeind vernicht/ N Pºlº

Kurzweil.

Murſleiſches Ehr/zu Gottnitgricht/ Dann wasnitkomptaußGeiſtesgrund/ Dasſeugt in Kufft/vudbſtet im Mund/ 32.

Was meinſtudasGottachtdeiner Wity Dtebſtethnichts in Anfechtungs-Hit/ Gott will die gleubig Demuthan/ Ein glärtenwäſcher ſahnitan. 33.

Alſo dem Frommen kompt zugut/

Alßwas außGlaub/vnd Lieberhut Dann Gottvrtheilt allein das Herz/ Wehdem der mit im treibt ſein ſcher. 34.»

Gott iſts allein der vns bekehrt/ Wann man jhm folgt/ſein willen hört Er iſt der Arzt/du biſt der Kranck Folglaukerjhm/ohn dein Gedanck. Z%.

Dein Kunſt vnd Werck ſein hiegartodt/ Vnd zieren nur der Fleiſches Koth

Dein gmachtes Creutz/die ganze ſchrifft Ohn Gott dir werden lauter Gifft. D

iii

Geiſtliche

6 36.

Wernit Gottgleicht/vndinjhm Ruht/ Derſchetzt Gotts Speiß/vnd Gſang nit gut/

Drumb gilt jetzt nur Kunſt / Ehr/ vnd Gelt/

Das mag doch ſein ein ſchnöde Welt. 37.

Alſo bleibt ſie wolEwig Blind/ Daſ Liecht vñ Nachtnitzſamen ſtimbt/ Ein jedes behelt doch ſein Manier. Guts bringt guts/ bringt bößherfür. 38.

ÄDrumb iſt manch Sect / an manchem End/

Weil Lehrvnd Leben ſich ſtets trent/ Washilffts vilſtreiten von der Wahl/

Da man Gott acht nichtsvberal. 39.

Auch hilfft keinzancken vnd ſtreitſchrifft Sovnſer Leben bleibt vergifft. Kein Buch Chriſtum vertretten kan/

Er willfromb Leut/vndJüngerhan. -

–,-

Kurzweil.

4O.

So ſeuffznukerlöß wein/vndleid/

Danck/Bett/Hoff/ Schweig/Streit/ Mißgunſt meid/

Lieb/kenndich/vnd die Welt verſchmeh

Durch Glaub den Weg zum Leben geh. 4 I,

Nuhör: wie Gott iſt ſo warſt du? Wie der Sathan/ſo biſtu nu/ Chriſtus der wendt dich widerumb

Folghm durchaußſo wirſtu Fromb. 42.

Alſokenſtrecht die Sündvnd Buß Zuletzt ich dich verwarnen muß. Was du haſt weiſt/ifkalls von Gott

Prachtierſtumit/ſo wirſt zu Spott.

Vber das ander Buchetliche Summarien. -

MÄ AOein heilſam Oelder Seelmittheil/ Die du ſoſehr geliebet

F iiij

Gºiſe - -

Die du erweckt als ſie ſchlieſſfaſt. 2

Dann was auffErddu haſt vollendt/ Das ghörtalsmir/iſtan mich gwendt/ Mir ſchwört dein Vattr/allmeinSünd Gegn dein verdieſt kein Tröpffleinſeind. 3.

ÄIch ſtehauff Gottes Gnad/vnddir/ An dich henckt ſich mein Glaub mit gir/ Bund bin ichgezehlt/

Ä och dein Verdienſt allRuhm behelt. 4»

So ruhnu in meins Herzens Hauß/ Regieresfreytreib alles auß Dann ſomein Herz gen dir nit rein/ Was ſolltallmeine Gottsforcht ſein. J.

"Ich Herſoll komm/dein Wort ichmüd/ üb Deinbitt Creutz mich nit machen

Dann Wort.ohn Werck/iſterhes Klang Holz ohne Frucht/Endohn Anfang. 6

Alſo das ergſt würd wider gUf

Soder Menſch leidt/Gott allesthut Dann )

- -

Dann wir ſeind Todt / keiner ſelbſt er wacht

Durch Chriſtumwürtdißallsvolbracht 7.

Adam vnd Chriſtus Kempffen ſehr/ Jederwillſein deins Herzens Hery

Werſigt./dcßandern Knecht außtreibt Tödtſtudie Weit/dier Chriſtusbleibt. 8.

Thu Buß: Gotts Gnad/deß Sohnes Blut/

Deß Vatters Ruth: deß Todtes Huth, Deß Grichtes ernſt: der Hellenſchmerz frewd/klopffen dein

* Es Hß,

Die mußſein recht/den Sünderfeind/ Än Gottgetröſt/zur Beſſrung gmeint/ Wer mit Frewd/thut Sündohn

Äh Leid/

Von Gottſchſcheidt/bricht ſeinen Eid, IS),

Ich bin nit wehrtdergroſſen Trew

Das Gott

sämºgs ich Rew/ v

sz Geiſtlchie Beymir find ich auch keine Hilff. Darumban Gottich hangvnd Gilff. II.

Der Glaubthutdiß/dergibt die Kron/

Deßvns die ganz Welt vnderthen/ Doch macht die Liebdeßnechſten Knecht Wie wirsan Chriſto ſehen recht. 2.

Den Weg zum Himmelervns Lehrt/ Der Glaub/ Lieb/Hoffnung ſein ſein Gfehrt/

Demut/Gedult/Bitt/gehen mit/

Bey Chriſto Lernenrechte Sitt. I3.

Der ſoll nuvnſer Spiegel ſein/

Da wir ſehn Armut/ Schmach / vnnd Pein/

Der vnſern Geitz/Pracht/böſefrewd/ Außtilg/verſchimpff/vnd mach zu Leid, *

I4.

Der iſt Gotts Arm/vndzeucht ſich ab/ Dernit will Gut/kein Frewd/kein Gab/ Der tregtGottsſchmach der allEhrlaſt. Vom jeden böſen wird verhaft.

Kurzweil.

15.

Das thut wolweh Seel / Leib / vnnd Gmüth/

Jedoch erſtattalls Gottes Güt/ SWie wol taucht der/wievilgewint Wer zeitlich laſt/vndewigsnimbt. I6.

DrumbvnſerRuhm im Himmelbſteth/ SWann Gottes will auff Erdenghet/ SWann Chriſti Todtvil Nutzen gibt/

SWans Geiſtes Wort ſtets obenligt/ 17.

Alſo jrt nit deß Neiders Stich/ Ein ſtarck Gebett treibts hinderſich DasFleiſch hat wolhierdurch ſein Ruty Die doch auch bald verſchwindenthut. 8.

Vilmehr ſoll vns gehn durch das Herz/

Was Chriſtus hat gehabt für Schmerz/ Der Sünden Kaſt/vnd Gottes Grimm/

Der Weltvndanck/manchwundanjm.. 19.

O Schnöde Sünd/O Vrtheil hart/ O Brennent Lieb/O

Fºtº D vj

Geiſtliche

F4.

Ogroß Gedult/Otieffer Stand/

O Menſch was hatt Gott andichgwant 2O.

Drumböffne Mund/Herzeu/vnd Seel Dein Chriſto dich nu ganz befehl/ Im Glauben bett/im Creutzhnſuch/ So findſualls in Lebens Buch/ Zf.

Doch das dein Herzlicb Nidrigkeit/ . Die lehrt GottsGnad/dein Nichtigkeit DieLiebt Lernt/Ziert/Stillt/Gſchweigt vnd reicht/

Den Demut Gottkein Gabentzeucht. 22. Welch ºnen WerckaußEhrauſſ- + -“.

qUtllt/

ÄIſt Götzenwerck/Gottes Ehreſtihlt, Gott iſt allein das gnaden Meer/

Dahin allsfleuſt/davon alsher. 23.

Der Menſch iſtan im ſelbſt ein Schatt * Sovon Gott allBewegung hat/ Trenterfiehda/vnd weicht die Sonn/ Än Augenblick iſt er davon/ Durch -

Kurzweil.

24»

Durch Liebwern wir Vereinigtfaſt/ Die dienet Gott/haſt den erhaſt/ Vertrawetals/vndartet nach

Deſſen Chriſtus ein Spiegethoch/ 2ſ.

So ſcheid nuWelt, komChriſti ſchmach All ſchmerzvnsrür/Gottfrewt vns doch Das Creutzvnsliebt/was Chriſtusthon Da haben wir gnug Lehrdavon. 26.

Wieliebtvns Gott/würt Menſch/vnd Leidt/ -

Wohnt invns/allgeſchöpffvnsgeitz Mitheilt ſein Reich: wie könter doch

Vns mehr Locken vons Fleiſches Joch. 27.

Dochiſtzugroß die Liebegar

Dasſieeins Menſchen Hertzerfahr/ Drumb ſie nur bißweilen blickt Sodie Seelvnaußſprechlich quickt, 28.

Es ſcheit aber nur diß Gut KOie Seelſoleer/ſtill ruht/

ºzº

j -

Geiſtliche

Die ſchmecket dann ein Himmelsfrewd So jr die ganze Welt erleidt. 29. - -

D Engel allGſchöpffvndGottes Sohn Allſein verdienſtvnds Geiſteswohn/

Auchswortes Lehr/ſein lauter gſchenck/ Das jedes vns zum Himmel lenck. 39.

Wieſchön iſt auch im Gottes Glanz Dem wir gleichförmig werden ganz In Chriſto:ders verdienet hat

Wasfrewtvns dann der Wuſt vnd Kat. 3I.

Wie groß mußſein deßſchöpffers macht

Der alles hat außnichts gebracht

SVndnidrigt ſich in Liebſotieff/

OMenſchfallnider/Gott anrüff. -

32-

Freilich hat Gott widervnsrecht/ Die wir ſtets ſein vnnüße Knecht/ All Engel vnd was du ſichſtan

Deingwiſſen ſelbſt bringt dichinBann. 33.

Was von Gott iſt/iſt groß

ºsºft,

Kurzweil.

Änallem Werck von Ewigkeit/ Doch iſt fürwar die weiſeſt That

Wie Chriſtus dich erlöſet hat.

Etliche Franzöſiſche Quatrains Herºen Pibracijverteutſchet. D -

)

GOtt zuerſt dann dein Eltern Ehr/

Seyſchlechtvndgrecht/folg guter Lehr/ AllSach nach der Vernunft anricht/

Vnd wiß das Gott wird halten Gricht. 2.

So dich gunſt thut vom rechten keneken/ Kaſt dir Gold oder anders ſchencken/

Sohaſkubald ein Hoffmangſtillt/ Aber bey Gott ein anders gilt. 3.

Mit dem Tagfang dein Tagwerckan/ Vnd Kobe ſehr deß Herten Nam/ Am Abend hab von Arbeit ruh/

Lob Gottſobringſt dein Jarrecht zu. 4.

Wiltn Bettin/laß dir dann weil/ Dann

Geiſtliche

Dann Gott willkein Gebettin ei/

Werbetten will der treibkein Scherz, Jedoch Von Gottkompt ſolches Herz, -

ſ.

Sagnit mein Haut hat deß gemacht Durch meine Kunſt iſt dißvolbracht/

Sprich doch/dißwenig habichthon/ Doch ghört meimGott anfangvñ Lohn. 6.

Die groß Welt iſt ein runde Statt/

Sein Burgerechtdaeinjeder hat „s Chriſtvnd Heidhiegleich Burgerſeind Wie der Groß/alſo auch der Klein. 7.

In dem Vmbkreißderſchönen Start “ Gott den Menſchen verordnet hat

Als in ein Kirchdaerſelbſtgemahlt

Mit ſchönen Farben mavigfalt.

Kein Winckelin der Kirchſofein

)

Kan ſein/danieder Gotterſchein

Der Menſch wohnt in der mitt darinn/

Damit eralledingvernimm,

Kurzweil.

Allſachener daſ ndet zwar In ihm/als in eim Spiegelklar Himmel vnd Erdſich alſo heit/

Danner iſt ſelbſt ein kleine Welt. "-

IO.

Wer ſich recht lehrnenthut erkennen,

Kan leichtlich alle Kunſtvernemmen,

Doch nur ein mitteldißzurlangen, Soerthutan der Weißheithaj. II.

Der ſichtbar Menſch kein Menſch nit iſt Qterunter ligter als im Miſt . Hierinnen ergfänglich verhaſſt, -

Als ineim Betten wenig Schlafft. I2.

Der Menſchlich Leib / den man hie ſchauwt

Äºch Adern Blut vnd Haut Äſt nit der Menſch, deſſen ſchönheit,

- Sein Gott ein liebe Wohnungge I3. Beydem MenſchendieredentZung -

Erwei

Geiſtliche

Erweiſet ſein Göttlich Vrſprung . Er iſt ein Streimerſtes eingußs Ein Bechlein Himmliſches Flußs.

Heb Wie

I4.

Nu ſich O Menſch deine hoheit Vnd veracht der Erd nidrigkeit

Dann du biſt ein Himmliſche Pflanz/ Die Grünen ſoll in höchſtem Glanz. Iſ.

Kür Im Q

Deßmagſtu dichwolvberheben/

Jedoch deins Fleiſchs ſchäm dich dag“ “ gen/ Drin Gott dein Vatter hatdich hochgacht/ Dºmſ

Bndnachſim Ebenbildgemacht. 16.

“

Der Himmel mit vollmuſter ſteth/ Wie Platoſich fälſchlich beredt/ Darnach Gott alles gſchaffen hat/ . Sein Willmachts/wie es jetzundſtat.

Wider wü M.

I7.

Er will ſogſchihtsohn alle müh/ Soſein al Creaturen hie

Er ſchafft/erhelt ſie/vndernehrt/ Was er anhauchtwiderhinfährt.

We de

Kurzweil. -

18.

Hebauffdein Gſicht der Hifielrund/ cWie nit minder deſ Meeres Grund

Die Kugel zwar Element/ Das weit entlegen Firmament. 19.

Kürzlich was war/was iſt/was wird

jErdendMeerſchrürtz Iſt alsbald auſ deß Herten Wort

In ſeinem Weſen/Thon/vnd Orth. 2O,

Drumb glaub du Epicuronicht/ Dem ſchlimmen Mann / der Gott ver nicht/ Erkennet auch kein andern Gott Alswies die Naturgordnet hat. 2.I.

Vnderdeß ſeinen Bauchsweyd/

Inwüſtem ſchleim/ſucht eine Freud/ In der Welt Kaatz bringt ſein Zett/ -

Gleichem Froſchſtähts in Lachenleit. Woldem der hoffin ſeinen Gott/ In ſeinem Glückjhn mit verlot/ ÄIn

»-

Geiſtliche

In Wnglück niemand anderſrufft In Menſchlich Hilffſichnt Vºrdicſ 23. -

. W

Vndwer wolt doch den Menſchen tra lVel/

Auff in ſolch ſchwachs vnd ſterblichs Bawen/

Den gröſten Königin der Welt, Noch mehrhilffalsdirſelberfehlt. - 24»

Deß Grechtennimmet ſich Gotan/ Wann ihn allMenſchen thun vern/ Ja damakiſterſehrgetröſt

Wann er weiß das Gott iſt der necht. J 2ſ. Was den Leibziert das Glückvergint Mit rechte Güter werden gnendt, Durchring Zufällalles hingeht Allein die Tigendt immerbſteht.

6 26.

Die Tugendtſo im Mitteln bſteht, Nitzufern/noch zu nahe geht, Mit mangelt/ondnitvbergeht/ Hatfür ſich gnug/vnd

–

Kurzweil.

27.

Odas man ſehe die Tugendtbloß Wie wird ſein jhr Liebe ſo groß

Bißher die beſten/ſoſichgübt Sie gleichſam durch8 ein Wolck geliebt.

28.

. Einweiſes Kindſeinr Elternfreud/ Wilt das dein Kind dir nit machleyd/

Richtſein Jugentauffrechten Steg/

Doch dein Vorbilddernechſteweg. 29. -

Ä Der dir den Weg hat vorgmacht gleich Sorüſtdich/den Weg ſelber auſ Das du den Schandtfleckhebeſtauſſ. -

3O.

Es iſt wasſein von guttem Stamtn/ Der Eltern Lob ſich nemmen an/

Doch beſſer/Liecht den ſeinen geben Als von der alten Schein nur Leben. 3I.

Lerne mein Kind/biß in das Grab/ Wndhaltverlohren allen Tag Darinnnitiſt etwas gedacht/ -

Dadurch

Geiſtliche

Dadurch Kunſivnd Weißheit wirdk bracht.

3 ..

Ein Wandererders Wegs gefehlt/

Vndjrt im Holz/oder im Feld/ Weiſe/dasernitweiter lauff/ Jſter gefallen/hebjhnauff.

33.

Dein Ehr/mehr als das Leben acht/

Das iſt/die Schuldigkeit betracht/ Dazu nach Müglichkeit dich mahnt/

Gott/König/sRecht vnd Vatterland. 34.»

–

Thu Morgen nit was du Heutkanſt/ Die Art hat mancher fauler Wanſt/

Siehauchdaß dunit werdſt verführt/ Kaſtandrethun/was dir gebiert. -

3ſ.

OJunger Menſch ſuch fromme Leut/ Bein Böſenkombſkind Bubenheut/ Dann Keutmachen Leut/Thiermachen Thier

SuchZams/dasdich nichts Wildsver führ.

Etliche

--–

Kurzweil.

95 "

Stliche Welſche Sonetten Tho mae Capanelljverteutſchet.

1. Ioehe nacquj. I,

SREin Eltern ſein Geiſt vnd Ver nunft

Daher wars/vndrechts ſein Ankunfft/ Hierauff das eitel Welt Kind ich

Leitwiderzumeiner Mutter Milch. ?

Von ihr hab ich mein vnderhalt/

Von Vattertrib/gelenck/vndgwalt/ Das durch die altvndnewe Welt/ Jch Auffſeher/vnd Werckman bſtelt. 3

Sonun dasGeſchöpffmeineygen/

aßt euch ihr Hezenſchweizergſchweigen Die ihr in ewrerhöchſtenſumm

º. Noch geht mit abcdvmb.

–

Wann Werck für Wort haben beſtand Sollewervnruh/pracht/vnverſtand, ſº

– Bayerische Staatsbibliothek München

Mit

»s

Geiſtliche . . H

Mit groſſem Spotverſchmelzeuthon/ Von der Hitzſomirleucht die Sonn.

2. Ionacquj.

-."

I»

Mich hat geſandt die höchſt Weißheit Durch Recht/Verſtand/vnd Lieb bereit

Zu Bſtreiten meinerFeindedrey Gewalt Geſchwetz/vnd Gleißnerey. 2»

Hiewerdendreymit drey Bezwungen/ Damit iſt der

eVnd wird die Welt der Marter quit/

So zwang/lugſchein/ſtehts bringt mit. 3-

Hunger/Krieg/Peſt Neid/vnd Betrug

Ä Bringt eygenieb der Thorheit Ä Drumgreiffichandie Muttergſchwind 3. In ſuperbia. I»

vilknellt/Frombkeit ſich f/

Höfflig

–T

Kurzweil.

Höffligkeit Brangt / die Weißheit ſchwanckt/

Die Liebnit trawe Schönheit ferbt Haut. # º.

DeßwerdjrRichtervielgezigen/ Diejrbringt grëſe Streich vnd Lügen/

" Mit thor vnd Getheit euch vernügen/ Vndlaſt Gotts Wörtvnnd Wunder ligen/

Welches doch die Alten hochgetriben. 3.

Doch magewrdolles Phantaſieren/ Der Natur Abgrundnit berüren/ Auch ſeineuwerSeitenvilzu grob/ Zuerklingendeßhöchſten Kob/ Soltjr Erſteigen falſchs vnd wahr/ Sothutvnsandrepedesdar. 4

Woltjrdichten/ſo bringt gut Lehr/ Das jederman werde beſſer/

Die Wahrheit leuchtefeſter/ Der Laſtermäniglich ſich

Geiſtliche

1oo

4. Gl' Aſtrologi.

EÄ das Gſtirn ſich alſo fügt Dases der Menſchen Witz betrübt

Darumb die Weiſen dabeizeit Entwichen das ſie bleiben gefreit. 2.

Nachmalen ſie herwiderkerten/ Vnd die betörten fleiſſig Lehrten/ Wie ſie nach alterform zu wenden/

Die ſtieſſen doch mit Füßvnd Henden. -

Auch muſten nach der Narren Art

Die Weiſſenthon/wieſaursjhn ward/ Wolten ſie nur das Leben han/

Dann der gröſt Narº trug da die Kron/ -

Darumbir Witz ſie bald verſteckten Vnd mit den Gecken gnugvmbgeckten/ Beyin war in geheimb verſtand/ Vndoffentlich manch Narentandt. ſ. I

Kurzweil.

5. Intuoiſequaci. I.

OÄ. Dein Creutziger/nit Creutzträger/ S

Dieſchſonſ Chriſten nennen laſſen/ , Habendein Lehr/vnd Lebenglaſſen. 2.

Durch mutwill/vntrew/vndgefärden/ Dein Heilige gefangen werden/

Mehr PeinvndMarterſie dann tragen/ Dannvns Johannesthet verſagen. 3

Deinvnerkandte Freind ſo leiden/ Wieich/derdich ja nit will Meiden/

Das weiſtu Herdarumbmein Pein/

Deinr Liebe ſoll ein Zeichen ſein. 4. Wu Herwider ſein auffErd/ -

So bring mit Harniſch/ Büchs/ vnd Schwert/

Daß dir nit ein newCreutze werd J Ohn Juden Hand/vonÄ Herd. "

102

Geiſtliche 6. Viliſſimaprogenie. I.

JÄ jhrswage/ Wnſer Vatter im Himmel/ſagen/

An den Gotts Kindſchafftherfür leucht Wie ein Schneckſich eim Menſchen gleicht. 2-

Thut ihr doch wie die Hundvnd killen –>

FÄrGraben/Schlupffen/Heulen/Bil -

len/

Euwrbeſte ſich verkriechenfer

Wobleibtcuwr Ehr/vom Vatterher. 3

çWolaſt ein Vatterſeine Kind/ &Vmbbockeln von dem Haußgeſind?

Welch Thiermagandre Thierregieren/ Dann ſolchseimbeſen willgebüren. 4.«

Habtir ſchon nit der Engelſchutz/

olt doch vernunfft handiſen Nuß

Dasjrnitwertwiethummes Vich/ Dasjedem vnderwirffet ſich. Ein

Kurzweil.

- IO3

Ein Lateiniſch Carmenverz teuſchet, I

Hen Chriſt mich Lehrdeins Vatters -

Kunſt

Dann werdichhört der Lernt/ 9Was Finſtern ußKunſtWizvnd düſt 9Von dir alhie mich fernt/

Jcheilzu dir mein Liecht/mein Schein Du biſt der Erden Glanz/

Dein Göttlich Liecht/leuchtbeymireit Alldunckels treibe gantz. 2.

Doch wiedorfftichvnwürdigsBild/ DeinerGnad mich nemmen an/

Womit deins Bluts ſo reich vnd Milt Ein Tropffthet für mich ſton/

Drumbſeykein Nutz/kein Ehr/mein Zil Dann du mein Kohn/vnd Kob/

Dein Geiſt/vnd Lieb/mein Herz erfüll Das ſchwebim Gwiſſen ob. 3

Deßwillich ſagengroſſe Ehr E iij

Geiſtliche

IO4.

Dier Herfür deinetrew/

Nichts kan der Menſch ſonſt geben mehr Rum/danck direwig ſey

Das durch deinhuld/mein groſſeſchuld/ Deintrew/mein falſche Sinn/ Dein Gnad, mein Schad dein groß Ge dUlt

Mein Straffiſtgnommen hin.

Etliche ChriſtlicheLeder. 1, Chriſti Beſoldung.

H. Doctor Chriſtoff Beſolden. Im Thon/Recht Reden/recht Dencken/c. I.

CÄ tragen Beſoldet wol/ Die Welt iſt Liſt vnd Vntrew vo/ Wem Chriſti Kleinotſeinnitgnug/

DernembdafürWort/Schein vndlug. 2.

Chriſtum tragen Beſoldet gern/ Die

Kurzweil.

IOS

Die Welt im zalen machſichfern/ Wem aber mit Liebt Chriſti &ohn/ Der dien der Welt/hab nichts darvol Z« -

Chriſtum tragen Beſoldet bald Die Welt ſucht außzugmanigfalt/ Wr Chriſtonit Anklopffen will, Der Bettle ſtets vnd Kriegnitwil. 4.«

Ehriſtum tragen Beſoldet gleich Die Welt acht nur was hoch vndreich/ Wer Chriſti Bruder nit will ſein/

Derſey Furz Wolff/ Hund/oder Schwein. ſ.

Chriſtum tragen Beſoldet ſteth/ Die Welt ſich hinvndwidertreht.

Wer ſich mit gruudt auffs Fundament/ Derwags mit Dunſt/ Rauch/ oder Wind.

Chriſtumrtagen Beſoldet ſtill/ Die Welt gibt mit geſchrey/vndvnwill/ Wem dann mitgefeit der ſtillen Hauſf/ Der laßjhm dWelt gnugrupffen auff. -

106

Geiſtliche 7.

Chriſtum tragen Beſoldet ſchön/

DFETs ſtinckt/vndfährtda 1U/

WerntehrtChriſti Liebligkeit/ Der Buldie Welt, ſo wirtsjhtm 8.

–

Leid.

Chriſtttm tragen Beſoldet offt/ . . Die Welt gibt nichts dem/dervil hofft Wannnitſrewt Chriſti täglich Hülff/ Der lig der Welt zu fuß/vnd Gilff. 9.

Chriſtum tragen Beſoldet gnug/ Die Welt will ſättigen mittrug/ Wann Gottes Reich dann nit vernügt

Derſucht vnd drabt ſich ſelbſt betriegt. IO.

Chriſtum tragen Beſoldet gwiß/ Die Welt verſpricht/vnd iſt beſchiß/

Wemnunit gnugſam Chriſti Eid/ Die hoffvndhar: auffWelt beſcheid. II.

Chriſtum tragen Beſoldet hoch/ Die WeltgibtKat/ondrumbt ſich# (!!!

–---–

---

==S

Kurzweil.

107

Wem nu der Himmel iſt zu ring/ Der Kieb den Wuſt/vnd waltzſich drinn. I2.

Chriſtum tragen Beſoldetfrey/ Die Welt macht Sclaven allerley/ Wem Chriſti Jochnitſanfft vnd leicht

Derklagnitwañdie Weltjhn Streicht

2. Geiſtliche Reichtumb. 5. Barbara Beſoldin/geborner Braitſchwertin. Imthon/Bewarmirs Gottc. I.

BÄ mein Seele -'Meinallerteurſtes Pfand/ Dann ich ſie dirbefehle/ alt ſie in deiner Hand/ Daßſiedein Sohnnacharte/

Injhmſchſchenckegar/

Ära. 2.

zstºrenge, -

Geiſtliche

Sampt meinr Ehlichen Kron/

ZuchtvndEhrſchſtetsmehrt Haballmein Rumdavon/ Daß ichvil Tugendtvbe

Michrichtrach deiner Maß Wie ſolchs von anfangwas. 3.

RegiermirGott mein Sinne/ Dem ich mein Gſchäfft befihl/

Daß ich dieſelbbezäme/ Nit laßvmbſchtveiffen vil/ Damit vilbößtch meide/ Anguts mich haltefeſt/ Wie ſolchs von anfang gweſt. 4.

Betvar mir Gott mein Leibe/

Meiner Seelentrewen geſpan/ Daßeringhorſam bleibe/ Sich nemm keins gewaltsnitan/

Daß erſein Gſchefftvollbringe Sich Nehr/vnd Kleid mit maß DWie ſolchs von anfangwas. ſ.

Auchbſchermir Gott mein Brote A

Meins

- -

–

Kurzweil. Meins Leibes vnderhalt?

109 "

Sovil zum Lebennote/ Meimnechſten auch vorbhalt/ Das ich mein Leibhienehre/ Zum böſem gar nit möft/ Wie ſolchs von anſang swe. 6.

RegiermirGott mein Glider, Deß Leibesdienerin/ Daßſienitgehnzuwider Der Ordnung Gottes ſchön, Daß ſie nit vihiſchgeilen Bhaltendeßmenſchen Art/

– –

Wie ſolchsvon anfangward. 7.

Alſo binnich bereichet Her Gott in deiner Hut/ Kein Weltkindmirnitgleichete

Schütz mir mein Schätzvnd gut

Daßich der Weltentrathe Durch Chriſtum bringsdahin/

Wieswarvonanbegin. -

E vj

Geiſtliche

IISP

3. Feinds Kampff

JunckerAbraham Hölzl:c.

Im Thon/Von der Fortunac.

Aeraſse eines thU. In meinem Herzen/find ich keine Ruh;

Ichthumich fragen, was mögt jrmich Plagen/

Jch

A K

Ä die Rott/ Söhn mich nach (HOtt/

WarumbhabichſolchsSpott? 2.

en, in Schanden, das ich der Welt s von Banden/dieder Gottlos Sojrt die Schriffte/vndlert man mich

( tt/

Ml;

Giffte/

Drübvrtheiltrecht/verdäptnitſchlecht/ E Deß Hertenſtille Knecht. Richt *-

Kurzweil.

IlL

Richtich mein Leben/ nachdeß Herten Wort/

Daßer mir geben/haltjn für mein Hort/ Mein nechſten Liebe/ niemant gern be trübe/

, Bin ich kein Chriſt? weiljhrsnitwiſt Vnd nach euwr Art nit iſt. 4.

- -

Abraham glaubetſeinesruffersStimm/ Kein Witz in taubet/zog getroſt dahin/

Alſo ohnStolze/jedesvons Creus Holze AuffChriſtiStimm/ſein Hölzlinniſn -

9Vndlaßder Weltjhrn Grimm. ſ.

Hartthutjrtreibé/mich mit liſtëſchwer/

Leicht kän ichs Leiden/ dann hie iſt der Her/

Ihr mögt mich Plagen/ichthues fort: Wagen/

Meid die that/der Lugen gſchiht Raht: Gott weiſt wie es noch gath. E vij.

Geiſtliche

IF2

Achdzmein Gotte/mein.ſach führetauß Vons Fleiſches Kothe/ vnd der Welte Prauß/

Mich thet erretten / ließ zun frommen fretteN/

JchLacht euwrnSpott/vndruht inGott Derbeſſers geben hatt. –

- Mein Gottich Ehre/ vndmein Opffer bring;

Daßerench wehre/dann jhm iſt gering/ sFeinds Waffen brechen / vnd mein

Spötterrechen Sein Rath zergeh/gleich wieder ſchnee; Schand dem mein Glückthut weh.

4. Chriſti verwiß. F. Chriſtiana Hölzlerin/geborne Schnepffin. I

elen ſpricht/ CHriſtus duenrS elen ſprich Ach

Kurzweil.

I13

Achlaßmich bey dir ein; Ehden dirkompt das ſchwer Gericht/ -

Das nichts bringt dann nur Pein. Dann deinvnrühigs Hertz/

- Suchthie vnd da ſein Schertz/ Bndfindt doch nichts dann Schmerz. º.

Herº Chriſtantwort die Seelalsbald Du biſt mir gar nit frembdt;

Mein Hirzgegn diriſkgarnit kalt/ Mein Munddich ſtets bekent.

Ich hab im Leben mein/ Mich geben dir allein/

Mein Heylandtſoltuſein. 3.

Reichlich redet dein Mundemit/ Ich findes aber nit; Soofft ich komm für deine Thür/ So wilt du noch nit mit. *

Großeitelkeit der Welt/ Darzu das ſchöde Gelt/

Dir noch zuwolgefelt. -

Indiſer Welt ich Leben muß "

Akda

Geiſtliche

FI4.

Alda iſt wundersvil;

Solt ich mir legen auffmehr Buß Werwer/dem dißgefiel. Dann ſoltnit auch ſein frewd/ Vnderſovilem Leid/ Wer blieb zu diſer Zeit..

Sich Seel/wasdmirverſprochen haſ/?

Als ich dich gnommen an; „ Indiſer Welt wölſthan kein Raſt

AllTag zu Kampffeſtan: Nu haſtu dich gelendt/

Zu meinen Feinden gewendt/ Dein Frewdzur Höllenrent.

Tracht ich dann nicht nach deiner Ehr: § Sohaſt zu Klagen wol/ M

All Ketzerey von miriſtfer/

Mein Munddir Betten ſoll;

Doch bittich mir verzeich/

Das ich den Leuten gleich/

Vnd doch von dirnitweich. Scheufferzſerv sºvº eufferſervndnitvertrag -

Das

Kurzweil

Ily,

Das du liebſt andre mehr/

Äj ich auch nit bleiben mag/ Wo Herſcht ein andrer Her; Äſt mirs nit groſſer Spott/ Das du haſt zu deim Gott/

Ehr/Geltvnddieböß Rott? p

Achtnitydas wer ein böſeſach/ Fürthin mich maſſenwil/

Mein armesFleiſch das iſt ſo ſchwach, Das ich dißlieb zuvilz Drumbmein Herz öffne ich/ Zeuch ein Hergnediglich/ -

Treibaußwas wider dich. 9.

Mitdenck das ich dir kommmit Pracht,

Meinſchmuck iſt Creuzvndſchmach, Beymirwiſtunurſein veracht, Das jedermann dein Lacht; Jedoch bißwolgemuth/ Seyſtill in meiner Hut/

Ichbringdirs höchſte Gut. IO.

Adi OWeltvnd Fleiſches Ruh -

Jchheb

II6

Geiſtliche

Ich hab das beſterwehlt/ Nuzeuh ich all mein Thürlein zu/ Forthin mirs nimmer fehlt; Herº Chriſt ich dir allein/ Einraum das Herße mein/

Dein vnd mein Willſey ein.

3. Geiſtes Frewd. F. Maria Andrein/geborne Mo?

ſerin Wittibenze. Seiner Ge trewen herzlieben Mutter. Is

SRH frewden wilich ſingen Auffdiſe Morgenſtund Recht ſoll mein Geiſt ſich Schwingen In Gottes huld abgrund Ach Her thu auffmein Mund/

Mit frewden willich Leben

Als mir mein Her Verleicht Richtig ſeim Wort nach ſtreben

Als

Innerlich ſorgeweicht

Ach Her mein Herzerleucht/ Mit

Kurzweil.

Mitfreuden will ich Lehren All die mir Gott beſchert Ratlichrºn Nutzen mehren

In ihn werd Gott geehrt Ach Her Regier mein Herd. p

Mit freuden will ich dancken Auffjede Gottes gab

Rundgſchwaigen mein Gedancken In Gott ich alles hab. Ach Her mein Geiſterlab. ſ.

Mit freuwden will ich geben Armen/vnd wer will han/ Reichlich mein Händerheben In Gott mein bäichlin an

Ach Her mein Gabnimban. 6.

Mitfreudenwillich Kaſſen Als was mir Gott verbeut

Reinlich ſein Gabenfaſſen In ihm bleiben gefreit Ach Herſeydumeinfrewd. Mit

11s

Geiſtliche ×

Mitfrewden willich Wercken An Gottes Baw/vnd Werck

Rümlich mein Armeſtercken

In diſem gehen Berck Ach Her bißdu mein Sterck. 8.

Mit frewdenwilltch Lieben Auch der Welt Freundvnd Feind Rühig Gedult ſtetsvben In Gott bleiben verzeint Ach Herbleib mir vereint. 9

Mitfrewdenwillich Harten Allein auffGottes Hand Ringlich ziehen im Karren Ich werd doch nit zuſchand Ach Her bis du mein Pfand. IO,

Mit Frewden will ich Leiden Anmeim Creutz tragen fort -

Redlich hie meiden./ſchweigen

Indiſem finſtern Ort

Ach Herbleibdumein Hort.

Kurzweil.

119

II.

Mit freudenwillich Glauben An Gottes waren Bund Rewlich mein Fleiſch betauben Im wahren alle Stund Ach Herſeydumein Grundk. I2.

Mitfrewden will ich Sterben Auff das ich hab Gewin

Rüſtig verlaſſendErden In Himmelſtet mein Sinn

Ach Her mein Seelnimmhin.

6. CreutzSchul. Ö. Sabina Paulus Rothin/ge borne Oberburgerin Wittiben. "

STch auffmein Seele/ hebauffdein Creutz/

Schickdich/Schmückdich/Duchdich weil es Gott will.

Dich,hm befehle/geh durch diß

120

Geiſtlchie

Leiddich/Meiddich/Neid dich/dochin der ſtill/

- - AºE

Halt dich an Gottes Sohn/derſovilfür dichthon/

Brewdich/ſchew dich/frewdich/ſohaſt du gewiſſen Lohn. Beſinn dich nit lang/auch

nieviPrang,

Hebandeingang/ohn Gottes Zwang Macht dir ſchon bang/die alte Schlang Bleib in der Chriſtenrang. -

Bißjanitfeige/zusnechſten Gut/

Kiebihn übjhn/ſchiebjhn/von Hers" faß/

Dein hilffjhmzeige/haltſhninhut.

Ehrihn lehrjhn mehrjhn/wiedusger" haſt Richtdich nach Chriſtiart/wann ſchon -

der Nechſ dir hart.

Hebjhnzlegihnzregihn/ſobringſth" auch auffd Fahrt.

Ergibdich darein/esmußdoch ſein. Wiltu ſein Rein/von falſchem Scheit/ Sagt dein Fleiſch nein/ ſozwings in º. gheim

Gott

–Ä–

Kurzweil.

I21

Gottwilldein Helfferſein. -

Nach Angſtkompt Frewde/wieGottver, ſpricht/

Schawdrauffbawdrauff/traw drauff/ Gottnit betrügt “ Kein Frewdohn Leide/die Weltzuricht/

'Graw drauff/traw drauffhaw drauſf/ die Welt ſtehtsleugt

Die Weltbitt derſeri die Welt bſchüt der ſie bitt/

Sagsdraufſwagsdrauffjags drauff/ſie

kandchj Die eitele Erd hat lauter bſchwert

Werſich dran kehrt/würdbadbehört Doch werGott hört bleibt vnuerſehr Woldem diß iſt beſchert.

7. Vergnügungin Gott. H. M. Joſue Grüningern. Ilchorche mirubaſti.

ÄRGott ſteht mein verirawen

S -

Auſf

122

Geiſtliche

Auſfjhnthuichſtetsbawen

---

Drumblaß ich mir nitgrawen

Indiſer Welt/wie ſie ſich ſtelt Solsmich doch nit erſchrecken Sein Handthuter mir ſtercken/

Drumbwies.imgfelt ſo iſts wolbſtelt Kein maßthuich im ſtecken Sein Gnad ſoll mirwolklecken 2»

Ohn Gott will ich nit leben/

Er hat mir alles geben/ Durch ſeinen reichen Segen. Zu meiner Not/das täglich Brot Weib/Kind vndan Verwandten

Geſchwiſtrigvnd Bekandten Die wöllohn Spott/dertrewe Gott Haben in Schutz vnd Handen

Durch ſein heilig Geſandten. 3.

Sampt Gottwillichmichgnügen Wieers mit Gnadthnt fügen Vnder ſein Willenſchmiegen. Dann wo er willziſtgnügvndfüll

ErthutallFleiſchhieſpeiſen

Sein

Kurzweil.

I23

Sein Machtanjhnerweiſen/ Drumbinder ſtill/wart ich ſein Zil Thumich dahin befleiſſen Das ich ſein Gütmög Preiſen. 4. Von Gott willich nit laſſen

Ehmeinen Willen haſſen Vndwandlen ſeine Straſſen Dann was hie iſt

Gleicht Katvnd Miſt Mag mich von Gottnittrennen Jhn will ich ſtehts bekennen Für Trug vnd Liſt/bin ich gerüſt Thumich ſein Kämpffernennen Willin ſein Schranckenrennen/ . An Gott will ich mich heben Dieweil ich hab das Leben/ Mein Leib vnd Seeljhm geben Muß ich ſchon gan/die Todten Ban p

Der Todtſolmirnitſchaden Mein Fleiſch will ich abladen

Mein SeelhabWonn/imfreuden Thron

Willmich ewigerlaben

Bndleben in der Gnaden.

Geiſtliche

s. Geiſtliche Walfahrt. F, Barbara Grüningerin/ GebornerEfferhemin. “Im Thon. Die Sonndieſteht am höchſten. 1. Bleibe beyvns HE KRChriſte/ Der Tag hat ſich geneigt Darich zum Weg mich rüſte/ Den mir dein Wort gezeigt

Ä in diſerfinſtern Nacht hndein Geleit vnd Liechte Würdichin Jrthumbbracht. z. Ach Herºdein Schein mir leihe Der leucht ins dunckel Herz

Meinvmbſchweiffmir verzeihe Gib mir Rew/Leid/vnd Schmerz/ Das ich nit folgeinrandern Stimm/ Als deiner Lehrvnd Leben

. Vndgehgetroſt dahin. 3. Regiermit deinem Stecken Meinvngewiſſen Gang Thumeinen Schlaffauffwecken

Das ich mit Muhtanfang -

Der -

Kurzweil.

I25

Der Welt mit gewalt zu widerſein Mich williglaßverſpotten/ Vndfolg dem Willen dein. 4. Bekehr mein Fleiſch vnd Blute Das nur ſich ſelber liebt

Halt es vnder der Ruhte Damit es fverdbetrübt

Dann ſolt ich ſeinen Willenthun So müſt ich hie hart dienen/

Vnd kriegen böſen Lohn. y. Anchlehrmicheiffrigbetten SWider allmeine Feind/ Jm Glauben zu dirtretten Damit ich bleib verzetnt

Wider des Sathans Liſt vnd tück Der mir begert zu ſchaden AllStundvnd Augenblick. 6. Richt auch all meine Glider Zu deinem Dienſt bereit

Das ſie mit gehn zu wider

Deim Himeliſchen bſcheid/

Damit der Nechſt durch meine Hand Werdgnehret vnd beſchützet -

Als ein tewr Göttlich Pfand. 7. Alſo will ich es wagen

- -

1).

Geiſtliche Mit Gottauffdiſe Fahrt Rein Fleiſchvnd Blutnitfragen/

126

Auch der Welt widerpart

Miºfreuden widermichlangohn/ Dann der hat Lohnvnd Wonne Der beyjhm Gottes Sohn.

9. Fleiſches Zwang. H. L. Chriſtoffen Wellingen, Im Thon/Wienach einer Waſſerquellen.

1. Chriſt mein Gott erhörmeinſehen/ Vnd ſich an mein groſſe Noht. 9Vilmalwillich zu dir#

Sohindert mich die bößRott/ Darzuauch mein arges Fleiſch/ Wehret alles was du heift/

Achmein HerGott/thumirgeben/

Dasich nach dem Wortmögleben. 2. Heut denckich mich zu bekehren/ Morgen bin ich ſchon veruckt/

Allesgutshuſt du mich lehren/ DiebößArt mich nidertruckt/ -

Darumb

Kurzweil. Drumbich gilfſbeyſolchem Laſt/

127

Womich HERR dein Hand mitfaßt Muß ich leider drin Verſincken/ Mein Herzkan nichtsgutsgedencken“ z. RühroHer mein hartes Herze/ SWeichneauſfdenfeſten Stein/ Das ich ja nithalt für ſcherze Was mich lehrt der Wille dein Nimb mich mir/vnd gib mich dir/ SWas von dir wend/wend von mir

Dann ich begermichzulaſſen/

Das ich dich allein mögfaſſen.

4. Jſts dein Wilt/das ich dich Ehre SVnderm Ereutzdirfolgenach/ Ach mein Gott/Gedult michlehre/ Meine Schwachheit du verwach/

Kegmir auffnach meinerSterck/ Das ich doch dein Gnadvermerck/ Dann ja kein Menſch mag beſtehen/ Wann dein Hülff von jhmthut gehen.

F. Solle auch meinwerckdichpreiſen Vnd mein Glaubeſ in bezeugt HMeim Nechſten villicbbeweiſen. Achmein Fleiſch ſich aber beugt. Wärmo Her die kalte

“

12s -

Geiſtliche

Leutertºteine Wercketrüb/

Brauch du mich Gott nach deim gfall Das ich nutzlich ſein mögallen 6. Truck in mich deins Wortes Kraffte/ Vbe mich Herºin deim Gſatz/ Daßtchsleß/vndſolches haffte/ Mit dem Leben hernachſetz/

Dann hie iſt kein ander Kunſt aallvnſers Rauchvnd Dunſt/ chwiegern will ich nichts wiſſen/ Das ich nur in deimſeygſliſſen.

7. Omein Herzlaßmich abſagen

Mir mein Fleiſchvndaller Welt Tht mich ſelbſtbeydiranklagen/ Achtenit/wem ſolchsgefellt Dann der Welt widerſpiel/ Iſt der Seelenrechtesziel/ a dein Reichmagniterzeichen/ elcher mit der Welt will leichen. 8. Frölich will ich dir nachtretten.“ Trewlich Kämpffen in deim Feld Dann du kanſtallein erzetken/ Vnd zuletzſtſchenden die Welt/ Her ich komm zu dir ganz bloß/ -

Nimmichauffindeine Schoß/ All *

Kurzweil.

Alles will ich nach mir laſſen/

Wndgehnauff deß Himmels Straſſen.

10. Seelen Triumpff. FEliſabeth Wellingen/Geborne Röthin:c. Seligen. Im Thon L'Eſcaladec. 1. Es iſt fürwar/noch allzeit wahr? Das vnſer Gott/in allernoth/ Kan vnd willerettendie/

Sojhm vertrawenanallem orthie.

2. Leint ſich ſchon auffdergottloshauff. Mitſchandvndſpott/ſo iſt doch Gott Alzeitfeſt/vnd ſehr getrew/ Seinhülſfkein gläubigesnitgerew/.

3. Ich habsprobiert/bin vonjhmgfürt In manche Gfar/vndwiderdar/ Wa erlait/iſt ſichergehn/

Seinhädmußdoch vor aller weltbſteht. * 4. Sich ich ſein Wort/was gröſſer hort? Würtmir gezeigt/mein Herz ſchneigt Gegen ſolcher groſſen Gnad/

Darinn mein Gott ſich ſo entdeckethat CD

111)

Geiſtliche L. Ach Herwieofft/habich Gehofft

13O

Dir danckbarzſein/für die Gnaddcin.

Aber mein Dienſt ſein nit gut/

erg

ergäntz ſie mit deins Sohns Uk.

6. Bleib Her beyvns, dann gwißlich ſonſt

Indiſer Welt/die ſo verſtellt,

Kein Menſch bleibt ohngroßgfahr/ Drum Her ſich duzudeinrkleiné ſchar. 3

7. Ewiger Her/wieweit vndfer/ Huffen die Leut/zu diſer Zeit/

Von dcim Wort ſo vermeſſen/ Der Licbe iſt doch garvergeſſen, E.

außmein Sündzdiemtch Ver léId

Daß ich nitſch/das groſſe Weh/ Soderſichern Welt iſt breit,

Vnd dein Gſetz allen Sündern anträwe. 2. Alſo werdich/fein ſicherlich/ Durch Schandvnd Spotzdurch Welt vnd Todt/

rölichtringen durchzu Gott/ Der meiner Seelen Ruhbereit hat.

1. Melan

Kurzweil.

13.

1. Melanchol Recept. H. D. Tobia-Eiſingreinzc. Im Thon/Mit Seuffzenvnd mit Klagen tc. 1. Trüb Wolcken mich vmbgeben. h

Auffmundre dich. Ach wie kan ich? Sichvberſich. O wehmein Elendes Leben. 9Wastruckt dich immermehr? Mein Herz iſt mir ſo ſchwer. Biß Keck. O Schreck! Thuedich doch nit ergeben. 2. Vnruh mein Herzerfüllet.

Geſtille dich. Ach wie kan ich? Sich vnderſich.

Ach wie manch Welleherquillet. Wie bald machſtu dich Toll? Mein Kopff iſt mir ſo voll. Leehrsauß. Ograuß! Gedult allein dich ſtillet.

z. Bößeinfällmich ſtetsplagen. Entſchüttedich. Achwiefanichk

Sichhinderſch.

F v

Geiſtliche

132

Ich möchtbalt vollends verzagen. as wer doch vbelghauſt.

Mein Hirn ſtetsſanſtvndprauſt.

Mach Lufft. OKlufft! GottsWortmag als verjagen. 4. Jammer will mich nit laſſen.

Erquickedich. Ach wie kan ich? Sichnurfürſich. Jch muß mich ſelber haſſen. Wie Plaaſtu dich ſo gern.

Allfrewd von mir iſt fern. Erſchall. OGall! Durch Chriſtumkanſk dich faſſen. J. Angſtfolgt nach meinen Sinden. Glaubfeſtiglich. Ach wie kan ich? -

Sich neben dich Die Straff thuich empfinden. Was nutzt dich Chriſti Todt? Jch Gilffin meiner Not. Stehfaſt. O Laſt!

Gott würddich ſchon entbinden. 6. Schrecken des todts mir trawen.

Vergleiche dich. Ach wie kan ich? Sich gar in dich. Mein Feind allin mich Hawen. ſ

sº

Faß

Kurzweil. Faßdueindapffern Mut. Mein Fleiſchſtet zittern thut. Hale Wacht. O Nacht!

133

Gotts Angeſicht wirſtuſchawen.

12. Die verborgeneLieb. F. Eliſabethe Rebin geborner Seukerin Wittiben tc. Biron miſerable.

. Edele Liebwo biſt/ſogarbey vnsver ſtecket

Das ſich dein hochAnkunfft/ſogar ſelten entecket

Außgnadbiſtugeboren/ Gott ſelber hat dtch zeugt -

Dem Menſchen auſſerkohren/all Crea tur ſich beugt.

z. Liebliche Liebwo biſt/ſogar beyvns verborgen/

Das wir dein Saſſt vnd Kraſſt/ nicht ſchmecken heut noch morgen/ Die Weltthuſt du erfüllen Mitſüſſem Honigſeim/ F V.

134.

Geiſtliche

* - Das gröſt Leidthetsdu ſtillen Durch deinen milten Schein. 3. Innige Kib wo biſt / ſogar beyvns verſchloſſen/ Das wir zu deinertrew/ vns ſchicken ſo -

vertroſſen

Alles kanſtu Verbinden Was durch die Erdzerſtrewt In dtralles mag finden Was Menſchen Herz erfrewt.

4. Stettige Liebwo biſt/ ſogarbeyvns verfohren/ Das dein ſtandhaftigkeit nit kompt für vnſre Ohren/

Den Bund thuſttfeſthalten Der mit vins aufgericht/ Die Liebmag nicht Eralten/

Ihrerewkm Roſten nicht. 1. Auffrich iz Kiebwo biſt/ſogarbeyvns verdecket/

Das vnsdin Liecht vñRecht/invnſerm. Mund mit ſchmecket/ Das WTarthuſtuvns Lehren

Das Gut duvns befihlſt/ Bhelſtvnsbeyvnſern Ehren Vnz. -

–

Kurzweil.

13F

Vnd nach dem Himmel zilſk. 6. Billiche Liebwo biſt /ſogar beyvus vergraben/

Das wir nit achtëwerth / deintewrvnd ſchöne Gaben/ Du Lehrſt dem Nechſten dienen Wie Gott verordnet hat/

Du läſtvnsgarnichts rühmen/ Weil alls von Gottesgnad.

7. Eifrige Lieb wo biſt/ſogar beyvns verworffen/

Das dein Hitzvnbekandt/in Stätte vnd in Dorffen/ Mit ernſtlehrſt duvnstreiben

Das Evangeliſch Gſatz/

Das vndervnsmögbleiben Deßreiches Chriſtiſchatz.

8. Tröſtliche Kieb wobiſt/ ſogarbeyvns Perkriher/

Das dein Muhtvnsnit ſterckt/wie vil auch aufgeſchriben/ Du nimbſt dem Creutz ſein Gwichte Dunimbſt dem Kelchſein Gall/

Dasſchein Chriſt auſrichte/ Trinck mit den Brüdern all. F vi

136

Geiſtliche

s. Heilige Liebwo biſt/ſogarbeyvns verſchlagen/

Das wir dein Himmels Art./ſtets vnder vns verklagen/

Das jrvil Geiſtliches Schweken/ Wnd Fleiſchliches treiben fort/ Damit in Gfarvns ſetzen/ Das vnßentgeh das Wort/ j. Andechtig Lieb wobiſt/ſogar bey vnsverjaget/

Das andeim Gottesdienſt/mancher Maulchriſt verzaget Nit Leid/nit Meid nit gibet

Mit faſt/nit Laſt/nit Raſt/ HMit Bett/nit Geht/nit Tödtet Sich doch auffGnad verlaſt.

3. Der Welt Vrlaub.

Der Authorjhm ſelbſten, Jm Thon/Nuhn welche hiejhr Hoffnung/tc. 1. Vnrühigs Hertz/ wie lang wilt

Ä t

-“

Kurtzweit.

Mit ſo vi(tmühvndzagen/ Dtch ſchleppen mit der Welt Joch Vnd nit einmal abladen/

Die ſchwere Bürd/ſo allen würdt/ Die mit der Welte buhlen/

Vnd für ihren Lohn mit Spottvnd Hon In eitelm Wuſt vmbwühlen.

2. Ach biſt noch nie betrogengmug/

Durch ſovilfalſch zuſagen/

Vndkenſt noch nit die liſt/vndtrug/ Damit ſie dichthet plagen/

Für Ehrgroßbſchver für KüſtloßDüſte Für Reichthumb Siechthumbgibet/ Fürfreud großleid/für lohnbößbſcheid/ Furraſt die laſt herwigt. 3. Laß dich nit m hr verführen thoit/

Noch forthin ſchändlich blenden/

Die glatte Wort/rnd groſſen Lohn/ Den ſie zuſagt hrn Kinden/

Dich lehrt kein thor/dich ziert kein mehr.» Dich wird kein Betler nehren/

Dich kühlt kein Brunſt/ dichſpeiſt kein Dunſt/ Was wilt die Welt mehrehren.

4. Es iſt

ersºnnene

133

Geiſtliche

So wird jhr Schandentdecket/ SVndjhr bezahlt werden jhrlohn/ Dann das Ziel iſt geſtecket/ Ihr Regiment. Wirdgarzertrent/ Vndjhre Kindgeſchendet/ Die ſich hochgacht/vnd doch nie dacht/ Das ſie ſo ſchnöd verbkendet. A

L. Nitwunderwerall Menſchen Kind Die groſſe Boßheit.merckten/

Vndlößten ſich von bandengſchwind/ Zur Freiheit ſich bald ſterckten/ Dann niekeim Knecht/ſie lohnet recht/

ÄInſovil tauſentJarcn/

Dasahorſambſt Kind kein däcknitfind/ Mit Schmerzſie das erfahren. 6. Traw aber du deim Herzen Chriſt/

Derkandich nit betriegen/ Weil er die Warheit ſelber iſt/

Erſagts/vndgibtsohn liegen/ Sein Lieb vnd Ehr/je mehrvnd mehr/ In deim Herzen zunimmet/

Sein Lohnvnd Gut/ſeinFreudvndhuy Nichts zeitliches beſtimmet. 7. Jeſus der iſt dereinigMann/

In dem duallskanſt haben. -

Kunſt

Kurzweil. 139 – Knnſt/frid/gnüg/freud/vñguten Nam/ Darzu wunderſam Gaben/

Er gibts mit Will/vnd in der ſtill/ Er gibtvmbſonſt ſein Gſchencke/ Vnd will der HExx/von vns nit mehr/

Dann das man ſein gedencke. 8. Nuhn iſt doch je ein billich Recht/ SWer Kicbt/das man jhn Liebe.

Wer vilanbeut/nit werd Verſchmecht/ Cin Freund mannit betrübc Wiewolſt du dann dehntewren Mann/ Sein embſig Bitt abſchlagen/ Dein Herzzurruh/ilmſagen zu/ SVnd in der Welt vmbtragen.

2. Vndobdir das Wurtnitgar leicht/ Sein Lehr/vnd Lebenztreiben/

So glaubwenn nur dein Hernitweicht Du werdſt mit Ehren bleiben/

Keintrewenacht/allGpött veracht Kein Hoffnung laß dich blenden/ Kein Witznitfrag/dein Creutzforttrag Gott wirts mit Ehren enden.

o. So iſt dieSumm/das du dich gan/ Deim Gott in Ghorſam gebeſt/

Allſeiſchliches ſchlagſt in die Schanz

Geiſtliche Nachſeim Exempellebeſt

140

Den Willen dein/las dein Feindſein/ Laß Gottſtets in dir leben/ Wasnit von jhm/gibvollenthin/

Andre Schätzwill Gottgeben.

14. LebensRegeln.

Seinerlieben HaußfrawenAgneſ Eliſabeth/geborner Grüningerin. -

Zu Gott dem Vatter. Leuelecoeur.

1. Achmein Vatter ſchöpffer/vñ Here

Zu dir komich dein Gchöpff/ vnd Kind. Nach deiner Güt mich jetzt erhöre Das ich bey dir mein Zufluchtfind. 2. Gib mir ein Herz/dasdir vertratwe/

Dasdich außdeinen Worten lern/ Auſfeigen Krafft jagarnitbawe/

Voneigner Liebe mich machfern. 3. Nitſaßmein Fleiſch in mirregieren/ Das ich vollbring den Willen ſein/ --

Wann

Kurtzweif 14 Wann michswillin der Weltvmbführt Das ich mit ihr mich verunrein. 4. Ein ghorſams Herz / vnd willig Gmühte/ -

Verleih/vnd das demütig ſey Damit vor Frechheit ich mich hüte/ Vor Hoffart immer bleibefrey. 5. Sorg vnd groß acht uneinsarmen It bens/

Die kurze zeit ſei fern von mir/

Dann durch die Liebhan wir vergebens Was vnsnoht iſt/o Her von dtr. II.

Zu Gott dem Sohn. 1. Ewiger Sohn deſ groſſen Gottes/ Mein König/Bruder/ Breutigam/ Hilff das ich wolgewohn des Spottes Der Welt/für dein huld/Lehr/endNam.

2. Laß mich dein Bürd/willig auffnem UR(H/

Laßmich dem Weg nachfolgen recht Laß mich ohn dich nichts hannoch ken Nen/

Ob ich ſchon mit dirwerdverſchmecht. z. Ich

Geiſtliche

T42

Ä bin bereit mit dir zu wallen/ urchdorn vndſtein/den rauhen Weg/ Der Welt zuleyd/dir zu gefallen/

Das ich mir Sterb/vnd nur dir Leb.

4. Sonimb nuhn auff mein Leib vnd Seele

Die durch dein Blut gereinigt ſchon/ Ernewſie das auſ dein Befehle/

Sie nach deinr Lehr/vnd Leben thon.

5. Auch gib das ich mein Nechſtenliebe Leid/Lehr/Ehr/Nehr/Tröſt/Warn/ vnd Führ/ Das nach deim Fürbild ich mich vbe Manch Tugendtſchön/mein Leben zier. H T I.

Zu Gott dem H. Geiſt. 1. All Gläubiger Troſt/ Liecht/ Freud vnd Hitze/

OHeiliger Geiſt der Kirchen Cron. Zudir komm ichohn Kunſk/vnd Witze/ Lehrwas ich wiſſen ſollvndthun.

2. Nimmich indein Thon/der vnfor. Int(ret/

Mach micho Her ein Ehrengfeß. Dann -

Kurzweil.

I43

Dann was dein Weißheithie mitzierety Das bleibt vnrein/ennütz/vndböß.

z. Dein Liechtmir zeig/indiſer Nachte inner meinen Vnverſtand/ Dasich der Wunder Gottesachte Sein Liebvnd Ernſt mir werdbetank.

4. Regier mein Gang / das er nich wancke/

Wann ich werdmanigfalt verſucht. Wan ſich erhebt meins Fleiſcheszanckey VndderbößFeind neben mirflucht.

. Ehin dem Todtmein Leibeiuſchlaffety Gib meiner Seelenſtill/vnd Ruh/ Biß die großLicb/ſomicherſchaffet/

Dem Himmelsheer mich bringet zu.

Chriſtkindlin. H.

Z. S.

1. In Freud vnd Wonne/das Goetes Sohne/

Vns iſt heutgeboren/Diewir warnve

fohren.

In den Sündenſchwere/Dancker dem Herzen/ Jer -

Geiſtliche

I44

Jettiſts widerfriden / droben vnd hie niden/

Durch das Jungfraw Kindelein/ Ach herzigs Jeſulein. 2. Ehrin der höhe/die wir verjehen/ Das du haſt geleiſtet/ was du haſt ver heiſſen/ Vns durch die Propheten/vonhülſfauß nöhten

Groß iſt dein gerechtigkeit/ gröſſer dein Barmherzigkeit Weißheit iſt in vollem Schein/ achher zigs Jeſulein/ -

3. Hab wolgefallen/Her an vnßallen/ Nichts auſfdiſer Erden/ ſollvus lieber verden/

Hilffvns Glauben faſſen/die Wercknit laſſen/

Hoffnüg gib darncbe/gedultigvberſtrebe Durch ein ſeligs ſtündelein, Achherzigs Jeſulein. 4. Wann wirdann ſchawen/ was wir -

jetzt glauben/

Würt es beſſer klingen/ als wir jetzoſin ZeN/

Wann

Kurzweil. 43 Wann wir Jubiliren/ vnd Triumphie Yet/

Dawürt ſein ohn Leide, Liebligkeit vnd Frewde Beyden lieben Engelein / ach herzigs Jeſulein.

Der Ehſchatz In der Melodey.Vmbdieich lang Gebuhlet c F. Clare Hochfelderin Geborner von Neideck, I.

G Wem Gott ein Clares Herzgeſelly Dem hat er herzlich wolgewöllt: Dann Trew macht frei/ Vntrew bringt rew AuſfErden

Aber wer iſt

Ohnfalſch vnd Kiſt/ Ein guter Chriſt

Beywohnet ohngefarden. ". 7.

« .

Wels

Geiſtliche

146

Wem Gott ein lautter Gwiſſen -bſchert/

Den hat errewlich hieerhört»: Dann Laſttruckt faſt Wasfaßtnitlaßt Die Seele: Aber was Leer

Von Angſt vnd Beſchwer

- Erſchwingt ſicheº Verbeſſert ſeine Fehle. -

A Wem Gott gunt ein aufrichtig Gmüth

Den hat er vorvil Vnglückbhüt:/: Dann jagtmachtzagt SWas nagt das plagt -

Ohn Ende: Aber außgrund

Trew Herzvnd Mund Sogleich allStund

Beheltgeſchloſſen Hände, -4»

R. Wem Gott ein reinen Mund 3 ſchenckt

Kurzweil.

147

Des iſt ergweſen ingedenck:/: Dann Gſchwetzmacht ne -

Was wetzt verletzt/ Die Ehren:/: Aber was Stil

Thut Gottes Will Dem Hauß bringt füll Mag ſich Nachrederwehren. J.

A Wem GottverehrtAdenlichGebärd

Derhaltſolch Kleinot evnd wertha Dann Prachtvillkracht Ohnacht wird glacht Von Weiſen:/: Aber was Zucht Vnd Erbarkeit ſucht Bringt Tugendt Frucht Dies dann werden Preiſen. G

148

Geiſtliche

Fleiſches Arzney. Im Thon: Achſüſſer Troſt meins Lebens 2c.

FEvxvonSchallenberg geborner von Hocheneck. I»

GÄ mit jhrem Fall/ . Hatvnsverderbtzumal Das vnßjhr Arth/ Anklebt ſo hart

Dem Geiſthelt Widerparth: Chriſtus Mariº Kind/

ZÄ Schaden gwendt/ as nach ſeiner Hül Der Geiſt ſtetsgülff/

Sichreiß außſolchem ſchülff, Wernuſeinarines Eva Fleiſch, Erkennef wie ſein Sünderhäiſcht/ Dem iſt zu helfen wol.

Erſchrey mittRew/ Nach Gott außNoth/

Verlag

- -

Kurßweil. Verklag/ſein Plag/

Ergreiffnurſteiſſ Chriſtum der Gnadenvol. 2.

Vonvnſer Mutter Lehr/ Komptvns die Sünde her: Drumb Will vnd Gmüt/ Das bößnur vbt/

Vnd Gut ſo langſam vbt: Chriſtus Mariae Sohn/ Hat da das beſtgethon: Dernimbt das Hertz/

. Legt jhm ſein Scherz Vndfülltsdarfür mit ſchmerz/

Wernun ſeinarme Eva weiß Erkennethie mit ganzem fleiß/ Derwirt wolreformirt/ Er Vb/Betrüb Sein Leib/nit bleib

Im Schlam heban

uſein/Geheimb Chriſti/derjhn regiert. G z .

159

Geiſtliche -

Auffonſer MutterSº jevnſer Straff geſchwind/

Das wir hie Blindt/

Tjrch Nachtverwº FjºTodt erſchrecket ſind:

Chriſtus Maria Sº Bringtvnßwider zuſam/ Das wir hie Keck/ Auſſhochem Eck SÄr Kirchbeſtehen ohn Schreck. Wer nuſein Arme Eva forcht/ . Erkennt jedoch ſeimhauptman ghorcht/ -

Derbleibt ohnallegfahr. Er glaub/ Betaub Sein Hirn/Erzürn Die Welt/ ſeygſtelt Voran/ Hangan

Chriſtomitt ſeiner Schar

Dr.

Kurzweil

sº

DerFrommJuriſt. Inder Melodeydeß77. oder 86. Pſalm Lobwaſſers. H. Johann Georgen Beſol -

den. D. I

N Gott thnt mein Recht beſtehen Vonſeim Wort will ich nit gehn/

Was mir auch fürſchreibt die Wekt/ Fangt mich doch Kein Ehr noch Gelt: Sein Williſt mein höchſtes Gſetze/ Darauſfall mein Grund ich ſetze/ Chriſtlich Lieberheiſcht mein Ambt/ Deren Fürſprechſeyich genant. 2.

Gleichs/ ren/ vnd Waarsthue mich bewah V

Dºrinnwil kein MühIch ſparen: Wernu Luſt zu Zancken hat , Beymirfindkein »ge Rath: WO

Geiſtliche

I52

Fridvnd Eintracht will ich treiben Das wir Chriſti Schäflin bleiben: Heidenhie der Welt vnrecht/

Iſt meins Gottes rechtes Recht. .

3»

Billigkeitſeymiranglegen/ Das Liebgeh der Liebentgegen: Find ſich ſchon vntrew der Welt/ Iſt mir doch mein Bſoldungbſtelt: 9Woldem der da mag beſtehen/ So erfür das Gricht mußgehen: Da Chriſtus das Vrtheil ſpricht Wte ſich hie ein jedergricht. 4»

Demut faßvnsalzuſamen/ Das wir tragen Chriſten Namen: Einerſey des andern Knecht/

Sogeſchicht niemand vnrecht: Solche Ordnung thut Gott machen/ Das wir nach dem Himmel trachten: Wernnhie das Zeitlich laſſt/

Dermaleins das Ewigfaſſt.

D MS

Kurzweil.

1ss

DasbitterſüßCreat. In der Melodey/ der Hiſtorien Suſanna N. Herman. F. Anna Mari-Beoldin/Geborner Platenhartin. -

AEh Bitterſüſſes Creutze/ -* Seymirvon Gottwilkom Geht ſchon mein Fleiſch beſeitze/

Mein Geiſt erfrewtſchſchon: Du bringſt mir trawrigfrewde/

Du bringſt mirfrölichs Leid/ Mein Sehlin Gott ſich Weide/ Mein Leibhörharten bſchaid. /

Mein Creutzrichtauß den Willen/ Des der dich hat geſandt:

Thumichmitt Schmerzanfüllen./ Dochſey ſein trew mein Pfand: H iiii

I34.

Geiſtliche

Dann Wenduthuſt Verwunden/

Derwürtgewiß Geſund: Wen du trückſt/würt entbunden/

Dein Striemen heilnzurſkund. 3

BleibCreützſolangGottheiſſet/ Der weiß die rechte Zeit:

SDann der für mich Geſchweiſet/ Tregt mit mir an derSeit: Der wird den Laſt mirringern/ Kurtzen die langeweil: Das Endzeigt er mit Fingern/ Darumbzur Ruwicheil.

Gib miro Creütz den Lohne/ Wie ich wol hab verſchuldt:

Damit mein Gottmeinſchone/ Vndtrag mit mir Gedult: Durch ſeines Sohnes Leiden/

Räich mir ſein ſtarcke Hand/

Das Ichdas Bößmögmeiden/ Vbmichingutem Standet

–

Kurzweil.

I55

Preßaußmein Creüzmein Saſſte/ Truck außmein Adams Bluet:

Das mich Sterck Chriſti Kraffte/ Vnd Trenckſeins Geiſtes Muet:

Damit ich mögverlaſſen/ Mich ſelbſt mittHautvnd Bein/

Mein Herzen Jefumfaſſen/ Ewig ſein eigenſein.

Die Willige Armut. In der Melodey/deß Morgenſegens. I

DIe Welt diewillmichlaſſen/ -

Deß danck ich dir mein Gott:

Dann Ichſielengſtthet haſſen/ Noch da ſie ſich anbot: Siethetmir nie kein Trewe/

Siethermirnie kein gut: : Jr Feindſchafft mich nitrewe Soichin Gotteshut. 2

Die Welt die will mich Plündern. -

156

Geiſtliche T

Des danck ich dir mein Gott:

So machtsſies auch ihren Kindern? Drumbhats mit groſſe Not: Freund vnd Feindhelt ſie gleiche/ Keinem ſiehektct feſt/

Drumb der allein iſt Reiche/ Der ſich auf Gott verleſt. 3.

Die Welt die will mich Schenden/ Deß danck ich dir mein Gott: Sie ſoll mich nimmer Blenden/

Mitjhremgſchmuckten Kot: Dann wen ſie thut verehren: Derbüſtes tauſendt falt:

Mein Gott derwöllmich Lehren/ Das ich nichtsauffſie halt. 4.«

Die Welt die will mein Spotten/ Deß dancf ich dir mein Gott:

Werſichzujhrthut Rotten/ Derbleibt nit ohne Sport: Ein jeden ſchneidts ſein Kappen, Ein jeder wirdt beſchmitzt: -Woldem/der thut erdappen,

Das -.

-------

Kurzweil.

157

Daser durch Torheit Witzk. ſ.

Die Welt die will mir Trawen/

Deß danck ich dir netn Gott:

Werjhr in dHänd woltſchawen/ Den würt nimmer kein Brot:

Ihr Schmeicheln iſt betriegen/ Ihr Zorn iſt Eitelkeit: Wer ſich zu Gott thut ſiegen/

Derbſterhvndwürtsjhr Leid. 6.

Die Welt die will mich Straffen, Deß danek ich dir mein Gott: * Da ich jhr noch thetſchaffen/ Hörtichnurſchnöd Gebott: Chriſtus der thetmich freyen/ Deß danckichihm der Gab: Gern will ich mich verzeien:

Was von der Welt ich hab. 7.

Die Welt/die will mich Tödten: Deßdanck ich dir mein Gott:

Hilfmir außmeinen Nöthen/

Daßichnitbleibim Todt. G vj

---

Geiſtliche

Willigwillichabladen/ Sinn/Will/Hab/Ehrvnd Leib: Alles ſoll mir nichtsſchaden: SWann ich nur beydirbleib.

Das neiveHertz. InderMelodey/Ich weißmirein ewigs <!

Himmelreich c: A H.

C. S.. I..

AC Hºrſt ſchëckein billigsherz/ " Damit jedem Seins werde: Daß ich dein Recht nithalt für Scherty Durchliſte brauch Geferde. 2»-

–

Ach HerChriſtſcheckeinbſtändigsherz/ Das ich mich an dich binde:

Dasich dein StercknithaltfürScher! Durch Zagheit michofftwende. -

Ach HerzChriſtſchenck ein dultias Her/ Wein &aſt nit halt für S -

Äh

------

Kurzweil. Durch Vnwillmich verlauffe:

15P

4«

Ach HerChriſtſchenckeinEyfrigs Herz. Deintewren Schatz zu finden: Das ich dein Ernſtnithalt für Schertz/ darch Lawheit bleib dahinden. -

Ach HerºChriſt ſcheckeinfridlichs hery Dein Orden zu erhalten: Das ich dein Liebnit halt für Schertz/

Durch Vnruwmchhu Spalten. 6. Ach HerChriſtſchéckeinglerings herz/ Mein Gang zu Vnterzichten: Das ich dein SchulnithaltfürSchertz/ Durchwitzdichthu vernichten. Ach HerChriſt h ein glaubigs hertz/ Dein Lehrvnd Lebenzfaſſen:

Dasich dein Wort mithalt für Scher/ Durch Vnglaubdichthulaſſen. -

. .

. 8.

Ach HerChriſtſcheckeinkeuſches her,

DaraºnSF-:. 1,

16G.

Geiſſchie

Daschdein ZüchjaefürSchery Durch Schandmein Leibbcflecke.

Ach Herchriſt

häen liebreichs herz/

Das mich mein Bruderfinde/

Daß ich dein Gnadnithalt für Scher/

Durch Vntrewmich hie Schende. IO.

Ach Herr Chriſtſchéckein mäſſigs Her/ Damit mich nüg mein theile;

Daß ich dein Maßnithals für Scher/ Durch völl mein Fleiſch vergeile. II.

Ach HerChriſtſchenckein mildes Her/ Damit ich anderer dencke:

Daß ich dein gſchécknithaltfürſcher/ Durch Geitzmein Seelverſencke. IZ.

Ach Herr Chriſtſcheck einnidrigs Hert/

Damit mein Demut zeige , Daß ich dein Tieffnithalt für Scher/ Durch Hoffart mich verſteige.

Ach HenChriſt ſº

ein redlichs ?g.

Kurzweil.

–

161

So eins mit Wort vnd Thate/

Daß ich dein Bundt nit halt fürSchertz Durch Vortheil mich vertahte. I4

Ach HerChriſtſcheckeinſanfftes Herz/ Mein nächſten zu ertragen: Daß ich dein Joch nit halt für Schertz/ Durch Neidm.chthu beladen/ I%.

Ach HerzChriſtſcheckeintröſtlich Hertz/ Damit ich an dir klebe:

Daß ich dein Macht nithalt fürSchertz/ Durch Zagheit mich ergebe. I6.

Ach HerChriſtſchenckeinwilligs.Hertz/ Damit dein Lehrich vbe: Daß ich dein Gſetz nit halt für Schertz Durchhärte dich ermüde.

J. Wilhelmenv. der Wenſe. I.

ſich demütigtvorſeim Gotr

Ein Meſch/gwißgroſſe Gaben hat.

Geiſtliche

I62.

Nichtseitelersalsaigne Ehr/ Stoltzvberzeugt vnßdas wir Leer. 2.

Wen ſich bezämbt in ſeinem Mund

Ein Menſch/gwiß iſt ſein Herzgeſund. Nichts ſchnöders als vik Wort ohnthat/ Schwetzen vnſerthorheitverath. 3.

Wenſicherkendt in ſeiner Haut Ein Menſch/dem iſt gwißvilvertrawt.

Nichtsgſärlichers als andre Tadlen/ Sich aber ſelbſt nit wiſſenzadeln. -

4.-

Wenſicherbarmbtvber ſein Freunde Ein Menſch/der iſt gewis verzeunt. Nichtsbloſſers als ſich hiebereichen/ So Gottes Segzuruckmußweichen. -

Wen ſich Ergibetſeinem Herzen , Ein Menſch/derkomptgewißzu Ehren. Nichts ſo hart als entgegen allen/

etºneis gwiſſesfallen. ºnſchbericht werGotthör –

Kurzweil.

I63

- Ein Menſch/derwürtgewis gelehrt/ Nichtsjrtigers als Phantaſieren/ Sonſt niemand ſich lancorrigieren. 7.

Wen ſich verlobt zu Gottes Dienſt | Ein Meſch/ der hat gwis was erwünſcht

„ Nichtsarmers als der Weltſeinhold/ So Schandvnd Vndanck iſt derSold. 8.

Wenſicherwört der böſen Weis Ein Menſch/der iſt gewißrecht Weiß. Nichts ſchwächers/alsvilhelm vñſchild Stellen ans Liecht/vnd doch ſein Wild. 9.

Wen ſich vernügt mit ſeinen Gaben Ein Menſch/der mueßgewißvt haben/ Nichts Lautſchraiersalslöhre Döpff. Suche ohn Wortmacht ſchwindelköpff. IO..

Wen ſich abthut dereiteln Welt

Ein Menſch/derhatgwiß beſſersgwöhlt. Nichts ſchadt/ſein der Welt todtesglid Sterben bringt Leben/Todt bringt Frid.

Chriſt

164

Geiſtliche -

Chriſtliche Gleicheit. J

Wº Loben iſt wieSchelten/ Kansvmb Gott nit vergelten?

Wem Schelten iſt wie Koben/ Der Preißſein Gott hoch oben. Wemdarben iſt wie reichen/ Kans vmb Gott nit vergleichen: Wemretchtumb iſt wie Armut/ Derdancke Gott für ſolches Gut. Wem Ehre iſt wie Schand/ Der lobe Gott vmbſolchen ſtand. Wem Schand iſt wie Ehr/ Derpreiſe Gottje mehr vnd mehr/ Wem Weißheit iſt wie Einfalt/ Der lobe Gott drumbmanigfalt/ SWem Einfalt iſt wie weißheit/ Der danck deß Gott zuallerzeit. Wem das Leben iſt wieder Todt/

Derpreiß darfür ſein trewen Gott/ Wehn der Todt iſt wie Leben/

Soll deß danckſeim Gott geben.

Der >

Kurzweil.

165

Der Chriſten Schul. H. D. Chriſtoff Beſolden: A.

AFÄ war niemahl ſo gut/ Innenbleiben hielt beſſerhnet: Dann wer hie kühlet ſeinen Muet/ Der Würterhitzt hellen Glut.

Beſtendige Trewherzigkeit/ Vndtrewherzig Beſtendigkeit: Wo die kommen zur Einigkeit/ Sowiderſtehens

Leid.

Chriſten ſein hie gar dünn geſeht/

Jedoch ihr Frucht niemahl außgeth: Ob auch mäch Sturmwind ſie anweht/

Dann da ſie

s;erſtauffſteht.

Der muß haben gelärnet vil/ Der ſein Schöpſferbetriegen wil:

Doch bleibtergwißlich ob dem Spiel/ * Wanjhn Gott treibt zu ſeinem Ziel, Eis.

166

Geiſtliche E

Ein jeder iſt ſein gröſter Feind/

SVndſchadtjhm da ersnitgemeint: Drumb wer will ſicher ſein verzeunt/

Derſörcht ſich

ſº

verrindt.

Frombſeyn beſteht in worten nicht/ Iſt auch nit ſtetsbeygutemgrücht: Sonderwos Herznach Gott gericht/ Ihm folgt/wie

Igº auchgeſchicht. „"

Gott iſt genug für Ehrvnd Gut/ Sicher für alle Stärck vnd Hut: Tröſtlich für alle Frewdvnd Muth.

Woldem der ſich dagnügen thut. Hör viel/Redwenig/halt dich reiR/ Kaßviel/nim wenig acht dich klein: Fleuch viel ſich wenig/bleib allein/ Deinſach mit Gott hab nur gemein. -,

Jemerfrombtheitſſeminder Glück/ Jemer Chriſtlich-jeminder Tück: Jemer Armuth/je minderſtrick/ Bi k

Kurzweil.

167

Bitt nur Gott das# dich erquick.

Klein Ehr klein Gut/ſuch jeder Chriſt/

Jeminderbehenckt/jebeſſer grüſt: Beygroſſem ruſt/ſteckt groſſer iſt Keinnachzug ohn vorzug iſt.

Leben vnd Sterben iſt ein Kunſt/ Die vns herürtauß Gottesgunſt:

Das wirnitſeyen alhievmb.ſunſt/ Folgen allein deß Brunſt.

zºse

Meid die Welt/kanſtusnit/ſo Leid/

BleibnitjrsSins dein Fleiſchabtreib: Was dir Gottgunnet/das Verſchweig/ So bringſtu

Hºrmºn zweig.

Newer Glaub/newe Werck begehrt/ Dardurch die neuw Geburt wird Gehrt: Einnew Herz Gott allein beſchert/

- DemſeinallTugendtvnverwehr Ohn Gottlieben

ohn Federn Fliegen/

Ohn Damskºng,

Geiſtliche

I68

ſº

Ohns Fleiſchtrüben/zum guten biegen/ Sind lautter ſtuck die ſich nitfiegen. P.

Pracht iſt deß Menſchengwiſſerfall/

Dann werhochſteigt/ſichttieffzuthal: Arme geſchöpffſind wir zumal Der Armbſt der -

Wº Rºt

ſºnitkennetwol. -

---

Qualvnd Peinvnß die Weltaufflegt/ Werjhrfolgt ſich zu todt drantregt:

Wem nunnitChriſtiJoch hieſchmeckt.

Der Da

Degſchichtrecht Ä die Weltjnſtreckt.

Der

Ruhe deß Herzens iſt groſſe Gab/

Vnd vberwigt allzeitlich Hab/

Damit kompſtallvmbgaffensab/

n deinem Grab.

Vndſchicktsdich

Seelig iſt der ſein Gott beſitzt/ Derjhm ſein Herz mit Gnaderhitzt/ Der acht nit alles was hieglitzt 9Wasſpitzt/dz

GTenºr

Trauwrenvmb dSünd/iſt wolgethon/ Trauw -

§ -

Kurzweil.

169

- Trauren vmb VnglückSpottvndHom/ Dann werbeyſeinem Gott magbſtohn/ Der hat

Insº Fus ehr/gnuglohn

Vertraw durchauß/deimGottvñ Herte Thu was er dich im Wort thut lehren:

Dein nächſte wölſtalsdich ſelbſt Ehren/ So wirſt dichuähren/wehren/mehren. Wer zu dem Reich Gotteserkoret/ Den ſtechen täglichs Spitzvnd Doren: Dochhelt erbillich für einthoren/ Der ſich hieſind dort bleibt verlohren.

Ferris macht iſt nit zu vergleichen/ De/der durchGlaubniemädthut weiche Teuffel/Welt/Fleiſch/ſoweit nitreiche/

Als der Kempfftvnter Chriſti Zeichen. Pbrige Witzwirdofft geſchendt/

Zu Gſicht villmal geblendt: Drumbnimbt villmaleinſchnödesendk

Was anderericht vnd vnd ſich nit

“Ä (tf

Bayerische -

Staatsbibliothek München

Geiſtliche

L7o

ett bringt alles was Gott willhaben/ arumb zur vnzeit ſehr viel graben: Diebaldmutſchand zuruckthun traben/

9Wann Gott will blühen ſeine Gaben.

An den Grübler.

OÄn küſt/ohnmüh/ohnſleiß ich dicht/ Drübnit nach deine kopf mich richt/ Bißduwitzt ſchwitzſt/Spizſt/Schnitzſt im Sinn/

Habichangſetzt/vndfahr dahin. Bißduguckſt/buckſt/ſchmuckſt/truckſt im Kopff ſt mir ſchon außgelehrt der Topff: iß flickſt/ſpickſt/zwickſtºſtrickſtim -

TT/

Iſt mir ſchon abgehaſpt die Zwirn. Gfeltsdirmunit/wie ich im thu/

Machs beſſer/nimbein Jahr darzu.

: Gottſey allein dieEhr: &Dann vonjhmallesher.

E N D E. *,

------------ --

- - - - - ,-------- ~~

- -

>. -

„-

„“

---

« -

----

----Â·|