Johann Valentin Andreae - Turbo, sive moleste et frvstra per cuncta divagans ingenivm (Latin), 1616 by gnosisclassics

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com

L;$iíÉÉÉÉÉÉ. [NÄfitNÄiäîáíôïík |Πg5%JIAT M. THEAT.-§.

i â&#x20AC;¦

:$. ;

V. R B. O,

, t •^

SIVE

MOLESTE ET FRvsTRA PER DIv AGAN s.

' CuN, C T A.

.* s%

INGENIV M. Qt • • •

In Theatrum productum.

JH E L I. C o N E,

Juxta parmaffam.

Anno M. Do, xvi. /,

3352&0-A THEAT:s

----

SAGACISSIMO ET OC U LATISSI M O M O M o

Rerum humamarum Cen/oriim. tegerrimo. S.

O Dium,quoimterhomimes laboras, optime /ir, mequaquam memo vit, ut huic libello diffichom comtrate praefigerem, velexamimituo me clam

culum /άbducerem: «quior ego immo cemtiæ tuæ affimator, & deli&forum

meorum im hocip/òludicro optimècom

/€ius ip/eme tibi fffo, & Patrocimio tuo hoc quicquide/? lubems committo.

Hoc tamtum ./í pro mepetere aliquid /icet, exorams, ut quod aliâ breviter

& in aurem fàcà , mecum clarè at 4 2

que

queprolixiffmè eommumice: Faxo, ego mec ememdamdi im me laborem te. perdidiffe dicas , mec irritatum tuù. momitâ umquam comquerarò. Kale;

& moffri /eculi/îolâ mumquam obß ero parce., 2r;

officiofùs,

AN D * s A s. D s. Valcntia.

'Opinio primaegreditur,Rcgièin duta, fed variegata, cum libro

aperto, cogitabunda, quæ cum mutafemel aut bis obambula

vit, regreditur; fequitur

IH Ane, quamvidiflisegedientem,de ambulantem, ingredientem, quam 'effe quaefocreditisfpeétatores? Reginam, quia coronata, potentem, quia cum fce iptro» Eruditam, quia cum libro, felicem : quiaornatuabundat;prudentem,quiaco

gitabunda ; undiq;tandempolitam, quia inceffumeftmetita? Vas erratis! Opinio eft, Opinio. Illa, qux füperiorum opera dirigit,inferiorum laboresincruftat:Scio lorum Sapientiam auget, Ignorantium ftuporemdeclinat; Divitum miferias te

git; Pauperumindigeritiamacuit: Artifi ciu*a ingenia fovet: Rufticorum duri tiemcontinuat:Sophiftarumlitesconfere vat; Simplicium admirationem promo A }

vet*

vet : Conjugum cruces extenuat: €aefi bumerrores excufât: Curioforum arca

na involvit: Supinorum negleétum ap probat: Quid opuseft verbis? Nemo eft è vobis, nemo intanta ingeniorum varie tate,cui illafferronexaétè accommoder,

cui non illa fubrepat, quem non vincar, cui nonfua commendent. Huic genus, huic honores, huicpotentiam, huic Ar tes, huic labores, huic linguas, huic A mores, huic vinum, huic veltes, huic

otium, huic aliud quid infinuat, & re bus minutiffimis füperbire facit. Illa sit, quae pupas vobis diftribuit, quibus

luditis, aüriculas imponit, quibustrium phatis, nolas affuit, quibus perfònatis, magni juxta ac minimi, viri, fæminae,ju venes, virgines, pueri,puellx. Scdquid «go? nifi ut odiofà vobis fim , ut quod

foleo, praemium accipiam. (ed quiefcite tamen. - Iam ego vobisproducam Opi

monis bellum Nepotulam Turbonem, quem è vobis multi agnofcent, multi ridebunt , multi miferabuntur, pauci -

1t£,

--—- ------ -- — -

itaintuebdntur, ut quod in eo vitio fum emendent, & ad folidam mentis

quietem fefe componant. Lepida a &io erit , fpeétatores: vos ani

suis & filentio obfècro adefte. , T

A £

P E RE

'PERSONAE (COMOEDIÆ

Opinio. Pedotriba, Turbo. Curio.

•^

Lentulus.

Scholarev.

2. Scholaffici ` JHarlequim. Pfittacum Rhetor. «Stellimus, Mathematicuw. JPilfium. Politigua. -

Vanuthu.

Hifforisu. Peregrinator. (Gallus.

JHoratt*.

ôeΦα.

'/Malliet, Pollux.

ûerfoni famulu. ,

. ?

Magiffer ceremoniarwm.

Panurgu.

2Magifferlinguarum, '

Geryon. Lapitha. Bleffu.

Pugil. ^

~ .^ .

•. -

} Difçipuli Pugil.

Pirgo. Ancilla Virginü. 3. • %afici.

Labella.

Xubella.

4rminiur. Ærandow.

Amator.

-* -

4rminii Amicu. z. F4

3. Famul; CÈymicw.

28eger.

Praedemtiu, Fabiu.

£affellu. <Sapientia, J^eritata.

7ramqailita.

43tiefeentia. ediocrita. Jadicium. Eruditio.

Integrita. $implicita£ Tolerantia. <Solitudo.

Qjtemplatio. 0rf, Fama. Dives. .

Sciens. Honoratu,

» Filix,

•

-w

J» Duo civer. A,; **,

A R G U M E N T U M C O M O E D I Æ.

TuRB o imquietopaffim agitatu4 mj, & uejturbine, y/Limecim recomffamsmagè /24quàm im imcomffamtia.

Rhetorica traétat,/fudiapo/? Logi ca,deim Mathefeos

Eoma haud iuvamtes fortumâ adgre ditur: artes & has

omittit,ac Hiftorica volvit atj Po_ litica

cumjilum earum tadium cepiffet&fàftidium,

ommes im ora planè imufitato fértur tmpetu.

ANec mora: dat operam linguâ , mores dißit exteros pugil,

J7 & choragus,& amatorfit, luffrág; liberà ßudet:

Et himcamoremfibi favemtem exper tuseß,& effèrum. Äwr

Rurfu£ adartes curio/àramimi; ai jumgems, quicquide/? -

seutempora reliquum,boma/éumem. pg* 4^ 4?4/4,0//}/2/447/2

7mum facit diffemdium: himc figit, amimum deffomdet,& 3uam dolet vitam, à Sapientia ad

quietemtamdem ducitur.

A 6

ACTUS

•

A CT V S P R I M I S O E N A •,

Pedotriba, .Turbo, Harlequim. Curio, Lentulu, ' 2, Scholaffici,

- P. | I Temeae, felixfemperpecusite ca

pellae. VirgiliusinEclogis,perMe taphoramhucallatum. T. Ade fumus, Domine Magifter. P. Hunc diemvobis feriatum faciam,ideft, Par nafficam refpirationem.Tuveròfcin'pro

fcisne,quidfit Parnaffus? T. Parnaffum ajuntmiontemeffèpraecelfum, cujusfafti giumfi ÉÉ: vi&urum effé pòft cum Mufis&Gratiisomnibusbeatiffimè.

P. Optimè, fèdadpone, id conftare ma ' gnolàbore. T. Non fùbterfugio,dum id affèquar, quofemper allicior, Felicita tis&Tranquillitatisfaftigium. P. Ad * nitereporrò,jamfubmeo conduélu Ar cem illam haud ita procul profpicis. T. uijdfciam? P. Facilimè. Nam quod

benè mihi,benétibi, benè fit fcholaftico

Ordini ( Lipfiusde conviviis va-5 decennium jam te audientem Praecepto rem %%x&u%x&vov,abundare oportetE rotematis Diale&ticis,Phyficis,ac Ethicis, quibus ceu gradibuseòafcendifti, utpoft

hàcinfelix effè non poffis. Nam &agí rov άπ##/Msjamhabes,& fyllogismosin omnifigura ne&is,&cornutis(dilemma vocant) fortiterpugnas, tum illehomi nummiraculum άπιζημονικὸr, per eìást,% ίς, ότιάς,& Auílitibi exa&è cognituseft, Scisenim demonftrationéipfiusEclipfeos &ipforum reétorumintriangulo,&ma

joritatem ipfius totius& definitionemi pfius hominis, & cognitionem ipforum infinitorum terminorum, ut κωτ» συμ

πλοxlw}x£;£u£va, ore};£v καῦ αφάγός,xal* 13«rejrvpov8, ύτεον xaT' &λλήλων, xa7'*%oxlv, äyägyeia, tj%%.1%%*, gaiz,zv/3w,o€ 1% are9;71, gaiw84;,&rλός, άλων όλον,&ikov

xa%'£v, are}s£y,x&T'£y|aAèzeiow,täs vivWoyas

πλ@-, iyyuvov, άτέμενον άrsgæ, xélèeí g©-,ęrogla ore9rwaywv, xz%A* ayyyevh,

λαμ3awius oy & halg£lo,&aua, íên, us r#3agis üs &AAo yiros, κα12 awìt, &#---

—

sgo®or,

•rgo®ov, xa%x** aliorumq; admirando rùm, quibus non tantùm Philofophiæ portasomnes promptè aperis, aut à Ce 3ro, ad Hyfopum ufque egregiè differis,

fed& inter mille millenos potius admi rabilis videris, quamintelligibilis. Itaq; ne dubites, vix tribus aut quatuor paffi bus à voto tuo abes; fcilicet, ut adjungas adhucnodofìs aliquas, gordionias, mul

tumvexatas, triftes ac fpinoßs quaeftio nes, quibus homines ita conftringuntur, ut exitumnonreperiant, te veròè fùbli miSapientigarce defpicientemfùfpiciant. T. Geftio equidem & promptitudinem meam offero,

P. Sed interim horum

fortunasnegligimus, te, qui xa1'êêoXlw difcipulus es, horum etiam curâ tangi oportet. Incipe parvepuer, cuinonrisé rè Parentes, & profer aliquid è literario

noftroRegno. ' C. Magis magnoscleri CQS

magis magnosSapientes, P.

Undeidhabes?

O. Imlibello meo. P.

Haecfententiavitiofàeft, quoadmateriâ, &quoadformâ,quatenusenimGramma

ticamattingit, nullaeftconftru&io qua τ€μUS

tenusfenfüm,eftSarcafticus,fedtufacfyl logifmum. T. Omnis fententia, quae eftvitiofà refpe&u ipfius materiæ, & re fpe&uipfiusformae,eft maledi&a. Cu rionisfententiataliseft,Ergò, P. Curio probaMinorem. C. Omnis fententia, quae eft contra clericos, eft vitiofà quoad Materiam & quoad formam : Haec talis eft. Ergo. P. SequensprobaMinorem. L, Omnisfententiaquae negat,clericosef fefäpientes, eftcontraclericos, Hactalis

eftErgo. P. Minor fequens D. Qui Clericum dicitnoneffe Sapientem, occi

datur: Quioccidenduseft,eft Latro: Qui Latro eft,hominë occidit: Qui hominem occidit,eftCain. Ergo, qui clericum dicit

effènonfàpientem,eft Cain. P. Sequens quidhabes? D. QuiGaineft,eft Adami

filius:fed quiClericüfpernit,Cain eft, Er goeßAdamifilius. P. Ecquidtuhabes? B. Nihil. P. Quomodointelligis clericü? B. êinêdju[fur. P. Quidfignificatliquida?

B. cinédjmc(5«r. P. Quid duplex? B. ciim boppclftifficr/£tvifiifiicr. P. Recita Al phabctum. B. A.b.c.d.e.&c. P. Turbo, recitaaliquotverfùsexVirgilio. T,

| Q&#q,fuorpatimur manet, exinde per amplum

• %{ittimur Elyfam,&pauci leta ar •yas ter/e?///&.

Tonec longa dierperfe&io tempori* orbe Concretam exemit labem, purumg, re limquit

•Aetheriumfènfùm, atq, auraifimpli cis ignem. P. Quomódo interpretaris? T. Iudi cointelligi Scholam. P. Haha, he, in terje&ioridentis,poßésneadplicare? T. Tentabo. Quisquispatimurmanes,ideft,

finguli vapulamus, aut virgis cædimur: Exinde id eft,poft decennium. Mittimur peramplum Elyfiumideft, ad celeberri mam aliquam&liberrimamAcademiam; Etpaucilaeta arvatenemus,ideft, nono mnesSapientiam difcimus. Donec longa diesideft, ufq; duminfeneétute,&abfo luto errorumnoftrorumcurfù. Concre- . tamexemitlabemideft,contraétusfcho

lafticifmusnosderelinquat,&plenèfàpe re, acingenioadNobiliorautiiinat. P.O

3Turbo, Turbo,eftaliquis Dæmon, quite T T T TT T TT à Scho.

i/ â Schola avocat, eumfuge, tanquamq à virtutis femita ad volüptuariam abdu '4!

*cet,

T. Scilicetà Grammatica ad Poli

* ticam. P. Vae tibiTurbo, namjam pe

•riiftijuxta illud €fubfçrftitfcef/ fé viffit; 'brafen $iner$&!: @5tubicrftti 96«(/ fo 'iífeftu mit ben êátwcii ati} t«m $ú6«f. SedtuCuriorecitaaliquid. C.

-Lm£tu & ultrices pofïère cubilia cure, °Pallentesq, habitant morbi, triffùg,fe neëtur.

Σt metus & malefuada fames, & tur pù «ge/7a2, *

Terribiles vifùforme, lethumq;, labor 'que,

Tum confanguineulethifopor, & ma la mentis Gaudia.

P. Ubihaecfunt? . C. inSchola. P. Va,

pula furcifer, itäne contra me confpirâ. ftis.

C. Veniam dabis Domine, Turbo

itadocuit. P. Iupiter Stator,& tu glau cisoculisMinerva. Turbomeus, exaétus

-a-fmearum auditor, fuerit,fuerit W

inquam

IÆ.

iniquam;nam quis unquam fìnusbonisfi teris maledixit. Videtofilimi,filimivide

to,indignumfacinus totbonaverba, quae inre feminavi, interire. T. Praeceptor,

neq;intuislaboribus quicquamdefidero, necinipfisliteris, fediù meis profe&ibus, ut qui poft decennium nihil eorum, quae £hoc pulcerrimum univerfum complc&ti xur, fcio, tantum vocabulis & przceptis

adlabiaufq;refertusfum, arq; di$tentus, utquotiesos mihi patet,magnam farragi

nemejiciam, necnifi fyllogifmis, diftin &ionibus, maximis, & monftrofis vocu

: iisinter elegantes & eruditos perftrepem.

P. Vahfimplex caput,nondum intelligis. quämeofisnomiie admirabili?illacraffà & concreta capita non capiunt tam ab ftra&um,& Logicum de rebusjudicium, ut Exempli gratià. T. Non opuseft. P. Ergo neq; dele&aris ultra meis contem plationibus? T. Omnino,fedvellentibi arceres, hicenimdies quietis eft, nonls

boris. P. Aliis quiescurae efto:quilitera rum elegantiis capitur, in mediislaborib. £ntię dulcedineam. T. Equidem credo, '

nifi

]

nifi enim idforet, munquampoffesintan

tisfubtilitatibus Bocardicis,& Darapticis adSeniumufq; perfèverare. P. Ai:natae

)(W

mentises: abeamus,ne quid reliquiex his

fermonibusconcipiant. ite,claudite nunc vivospucrifàtpratabiberunt. S C E N A

Lentuiu, I.

II.

Pfittacur,

I Ndignum facinus, hanc eff.dcccri

nalis laboris gratiam, utcbulo ven dita veljr, quaecunq; didicerit. Atquinon eft inter nos,arrium terminis,& Logicâ il

lâiinguâ difertior. O mihi idcontingat, nolim cum IndicisThefàuris cömutatum.

Quid enirn Deum immortalé, quàmfub limè eos audire difputantes. Ego quidem fateor, haud intelligo. Sed puto Angelos italcqui, nihil enim eorum eft, quae vide re aut largere poffumus, fed nefçio quid füblime, certenefcio. O Turbo turbate,

uantünobisdasturb;!&turbas (p£ no

ί; Magiftrü,jamdetuisprofe&i 'j €I1

*g6

dentem. Ps. Hic Turbonemnoniirtat,

imirumnilingug Diale&ico-Phyfico-Me

taphyfico-Ethicae nuncium remiferit. L. 'Efquipoteras Nobilitatem tuam redde reNobiliorem, eamnuncreddis ingrati• 'tudineinfamem. Ps. Nondubito, quin id fecerit. L. Illudeft,quodPræceptor nimiumtehonoravit,nimium amavit,in dulfir. Ps. Adeundus mihi hic Homo

eft; heus Scholaftice. L. Quis ille im portunus? Ps. Heus Studiofe L. Do mine. Ps. Sivales, benè eft. L. Ego valeo.

Ps. OrnatifS. & humaniffimus

Ðominus Praeceptoran valet? Haud ira 'fatis. Ps. Animomeomalè eftpropter illumandecumbit? L. Iamfortaffis:an

tehoram optiméhabuerat. P. Explica mihi. L. Nobiliffimusnofter Dominus

Turbo,ne(cioà quofedu&i*,literisgrA£; valedixit,&feneq;fcire quicquam,neque Præceptorimultum deberedi(ertèprófi tetur.

Ps. Hic homo condemnandus

foret adcipos Gurgiflidonios, ubiBorh bomachides, Cluninftaridyfàrchides e£ lmperator fummus , Neptuni Nepos. G

• •

—-

£ £.. Neßio quid dicat dominatio voftrâ. Ps. Sed unde contraxit hanc literarum,

' naufeam? L. Incertum eft,diesjamquar tus præteriit, cumillefrequenterapudß. murmurat. Heimihi, quinihilfcio! heu, quamineptus fui inter illos! heubarbarâ, 1inguam! Haecneillafublimis Arx*Vahde

cemannos!Q pueriquáftultifumus!phui, uam me illi irriferunt!, & talia infinita,

onectandeminfaciem Praeceptori mala.

dicere aufuseft.. Ps. Quidtandem pro tulit?: L, Erubefco. ajebatparum inter-.

effe , five quis calceos, veteres confüat,. fiyrehi £erat,ptrobiq;laborem effejUfùmadhu -

-.-.

.-.

manamvitam perexiguum, poftea com motior &inPrgceptoremipfum(heufa

cinus!)irritatus, IlláneeftHominisfupra quàm humanifedes! qua dum terrenao mniafint,autdijudicandaexa&è: autno flrisufibusaccommodanda dextrè, Phi

lofophus nofter ,, tanquam ipfàm Mi

neryam parturiens, anxiè fedeat, profç. ratq;Datifi, Bocardo, Ferifon. Mox ad

wü obuli dubium fulgorem anhelans. -

*Q) >< ^

άCCVI (<-

| r8

accurrat,& milletitulis, mille verficulis,

millelachrymulis & Topicarum propofi fitionum omni acie eum emendicer.

Ps,

Quidinterea Dominus Magifter? L. fie vir,Tiam quid •geret? Turbo jam difcef fùm parat. PS. Etiamdifceffum? L. Et literärü etiam divortium. Ps. Credámne

tibi? L. Vellemaliter effet. fed quid au di? convocamur ad Præceptorem. Ps. Audi. L. Non hcet. valeat V. Domina

tio. Ps. Abi. quàm hic homo fubitò e

vanuit.Oportefcatapanti(ticam effecam panulam,ut omnes cövoltent Protonoë matici, Epiftemomiftae, Topiftae & Elen charii. Vah miferosrefliones, deperditos retiarios, & laqueorum venditores ino

pes, quosnifi Mors à morte nemo abla

ÄÈÉ. necretibus quenquamcapiunt, ni iDiogenem,cuicornua faciunt, aut He raclitumnörifibilem,autmuremrodentê

fyllabam,aut Æthiopem album& nigrú; aut fànè fivenétur leporem,&lepôrê,hs, ha, he! q;àm confului accommódè Tur bonihusvinculisfefeutimaturè eximeret,

neq;his rcftibus inconfpcétum Solisun .

quam

fit.

ünqusmulrraprodieret. Eloquentiapo rius, ô Nobiles, vobis curae fit, quae non,

veluti. Semper claufâ manus Logicam defignatavari: Necintrajejunos & pul verulentos fubfelliorum Scholaflicorum

fpecus delitefcit, fed in Regum, Princi pum , Magnatumauguf}iffimum confpe

έumprodit, fijmmamq;movendi,acab hominibus quidvis impetrandi potefta

tem penè divinam accepit, fuosque red ' dit amatores ut celeberrimos, itàbeatif

fimos. Sedquid ego hic declamito, & verba prodigo condigna Regum auri bus? Potius Turbonem meum excipi am, qui perpaucis exauditis incitamen

cis , tranfivit è Caftris Logicis ad Re thorica. S C E NA

III.

Harlequim, Turbo, Stellimur.

Ha. T)AtemihiIocum amplumlatumi atque refonabilem, ubi ridere

*--.•■•.«•-;:

1 2o,

blafphemari,&imitari,&verberare fti£ ficientißimè. InScholam ampliusnecibo, necle&ionemrecitabo,necvirgiscaftiga

bor,nec Praeceptorem obfervabo.neclu dere prohibebór, nec à puellisirridebor, &Pcrceptor ubicunq;& quoties occur

reritvapülabit. Turbo Dominus faélus eft,& eg9 abipfoproximus. Ille ego fùm mulli nugaram laude /?. cundum,,

Quem nom mirari, ,, fed puto feffe/; a//74/f,.

E-go gluétah, Minor probatur;QuiaDo minusfum. Sed pxdagogusitaintusfuit, ac diffluit,utlaxatione ullà eiopus haud

fit. Confequens apparer, quia ducentis, quos â meâ inftitutione habuit, florenis. menftruispofthäccarebit,necunquamim pofterum,quodpraeceptor meusfit, glo riabitur. Turboniadmodumiratuseft.

• % quoque, quodmomui benè multa, fideliter, odit,,

Hoc mihi liberta,hocpialingua dedit,.

Scdhxclinguain pofkrü pcxorabit,tan {ἀςugu

2Î

„ tăcumveftrâ admiratione,utcorruatis&c si moriamini Ita enim Pfittacus promifit.

£, Verüm cgmprimendanunc eft,quiaTur

„ bo ipfe adeft. T. Annon egoinfelix fui

A quicüm ad füpremum bonum alacriter

„ tenderem,.vocabulariam illam &nefcio

A quamnebulofàm Philofophiam, perma gnuminFelicitatis Regno, imò primum haberelocum mihiperfuaderipaffüsfim!

* Sííprimuminlucemhominumveni,

„ cùm paffimomnes riderent genus meum % diceiii fyllogifticum, tum obcreberri

mas captiones, diftin&iunculas, & digla f) diatorios terminos, contentiofüs, appare

■ rem, ac exindemoleftusfierem,illudqui•

iu demfuccurrebat:infànumvulgus, tcntas; fi argutias&phantafticafecreta,minimè fà ■ pere: Linguam etiam meam omninò nonr 1 intelligere.Verumcumanimadverterem 3 *eosnon tantùm in converfàtione:fuaves, inconfiliis graves, ininventionibus acu

„ tos, denique rerumearum, quæ à me tot: monftrofis, involucris, protrudebantur

, haudignaros,ßdfüb elegantioriyeftepe ' ritiffimoseffe,fuccenfùimihiipfi,&niox:

}

libsl:

22,

libellos illos meosintrume condemnavil

fit; quovispotiùs aufugere,quamfjl ogifticisvinculis ultrâ detineri. Commo. dumPfittacus intervênit, quiutprimùm Oratoriae fùavitatem,

îiî cô.

moditatemacufum mihi aperuit, fateor, traxitmelinguâ fuâ , & omninò omnes

conatusmeosfibifubjecit. Ethodiè qui democulosmeos infignilibrorum multi. tudinerefecit. Quorum copiamprom

ptè obtulit,ipfead laetavariaq; Autorum praediame deduéturus. St. Malè fit ei, cuicunq; horologiicura commiffâ eft,ita

necindicenos, necfonodocet , quâ fimus,

arte diei,itaq; agreffusfum, fiperSolem ! ceat, horamnotare, quânatuseft, Vici- !

nimeifilius, Aufpicatö credo, & fyderi.] bus faventibus: fedidpatebitex horofco.] po. Deum immortalcm! hic Turbo ille

eft, ob quem no(træ turbae. - T. Euge Stellinum,nunquidnobisnovi è Cœloaf. fert? St. Adibohominem,& cerebrum

ne ei adcò turbidumfit, ut audio, expe riar. T. Quodfelix& fauftum, novus

confi&us. St, Salve generoß Adole- ! -

- - -

fcen§..

}

2};

£ £ens.

μ * ; * 1

T. SalvusfisDomine. St. Ec

quidjam arma meditaris, aut equos, vel. canes poftquamliteris valedixifti. T. Ego literis valedixerim? quas ego amo ut ocu Hos meos, imò depereo. St. Atqui cer ta nobis famaeft, teliteris fcripfiffè repu

1 dium omnibus. T. Nunquam illud in

& *nentem mihi venit , fèd jugum fàltem, is excuffi Logodaedalorum, qui nihil cre

; dunt effe literatum,nifi quod nexus&no

à dos refipit. St. Revivifco, poftquam. :i haec exteaudio. Cùmenim ingeniomihi, & femperapparueris exquifitiffimo, acfci

f endi de fiderio fisgrante, permagnum.

$ te fore aliquando literarum decus cre f didi. T. UItinam id contingeret! cae• & terum egoliterarii haétenus nihil infpe * xi. St. Quid ergo tibi eß verè litera yi- rium ? T. Quod linguam non perpe

; tuùm relinquit ficcam ac fterilem, vel.

ii fànè coaxantem , fèd divino Mufàrum, 1 rore madidas , faecundam , floridam}.

: atque admovendos conciliandofqueho

v mines valentem , alasque dat pernices, B 2. • Mun

k •

Mundum hunc univerfüm ingenio per. volandi: qualia jamfub Pfittaco jucund& difco. St. Proh Apogæum& Perigæum!

Pfittacute talemreddet, qualis effè conv cupifcis? T. ldfpero, nec metuo, nefal lat. St. Ahlongέerras. T. Idquidem Deusnefaxit, St. Obfecrote,quæ prima

tuafübipfoinßitutioeft. T. Excellense

quidá,jamvocabula ingentinu mero,acdevarioipforüfenfu,&accom modationefumfolicitus. St. Iämne fà

tis? T. Nequaquam.Namoportetmi hiconftare, fitnè fub Ciceronisdi&aturâ, anveröbarbara&adventitia. St. Iämne

fàtis? T. Nondum,Nam& formularú

fcientiânobisopus,ut quæ fuerint Roma nisfolemniaverba,exa&è fciam, St. Iám

nefatis. T. Vahinde figuræ incipiunt, ac

dicendiflofculi,pofteäuniusfèntentiaeva rietas& copia. St. Ergojäfatis. T. Ex ercitiafüperfunt: utRofciiperfonam fu

£ipiam,aut Antoniuminféker,autquod difficiliuscalvitium, Podagram,furdita temlaudandam mihi fumam. St. Tan

demafitis. T. fortaffis, St. Dsantiquis, numis

nummisautmarmoribusnihil. T. Nomi

dum. St. Neccriticarumdifpunétionú,

le&ionum,notarumquidquam? T. Ni mia feftinatio. St. Saltem Patres con

fcripti, & Capitolium, & fafces, roftra, circi,atq; beftiarii,laniftaeq;inorefrequé tes? T. Quid fibi vult id examinis? St. Veniam mihi dabisAdolefcens.Nam fiid

quaeris, quod meminiteolimquzfiviffè, hicequidem noninvenis. T. Nempefà pientiae arcem. Sr. Illamipfàm fruftrà hâc viâ quaeris, nechabes jam quàrn antè tantillo mitius. T. Non? St, Non.Sed

ut priüs adveritatisperfe&am inveftiga tionernnequaquam perveni(ti, ita hic ad 'linguæ tuæ exa&am formationem haud quaquam pertinges, T. Turbasme. St.

Sanè Latinae lingiae millae phrafes, mille naq; vocabulaobfoletadevorabis Verum fifitimpublicum prodeundum,quämmi- ` nutulumeriteius,quoCicero,Demofthe

nes, acejufmodi alii multi excelluerunt: judiciifcilicet, cognitionisrerum,modiq; tra&andi,pertrahëdivehomines. T. Ego

poneroOrator? St. Eris,fedut Præce 3

ptor

;g6

ptor tuus, qui Cimicibus ac tineis decla, imiter. T. Non Regibus & Magnati. bus? St. Malè peream,fiidvel ÁÉ

poffit Præceptor tuus. r. Quidvis mei agere? St. Id tute videris, mihi inte grum noneft, te ut ab hâc viâ abducam, |

quamvis optarem nobile hoc ingenium nobiliori ftudio admodum. T. Sci'icct

Mathematico? St. Tu quidem rides,f.d

fiquandolicebit Majeftatcm ejus procul ribiintueri,mutabisfciotaminconfidera.

rumrifùm. T. Multa quidem viliave £rafùnt,& abje&a, qualiafùnt Calend*. ria, Horologia, Arithmetica & agrorum diamenfiones,qualiajamcum plebe habe riscommunia,verum circuliveftri, & in

finitælineae,acintricatae armillae, denique <x minutis & multiformibus corporibus

ligneisftrues, trunculiac girgillitam fùnt ridicula, quàm vosipfi, qui novo bacillo aut fpecillo reperto, præ gaudio modò non morimini, aut nudi difcurritis. S-.

Hgc condonandatibiputo,O Adolefcens, qui ita procul abes ab hâc Regia fcientis,

quàm cogitationes tuae plus funt terreae, quàm

<quàm ætheriae, Verùm fi conftaret tibi quantumeahomini aperiret, & jucundi tatis & profunditatis & excellentiae hu manae,& Sapientiae Divinae,& utilitatisim Bello, & commoditatis adnegotiahuma na,& laudabffis recreationis&famae inter homines, & dete&ionis rerum abfcondi

tarum,&harmoniaeinter fçientias omnes, ita accendererisilius amore,utcohibitio

ne citius, quàm incitatione opusfis habi turus.

T. Ausimne te domum comi

tari,& infpicereinftrumentorumtuorum chaos? Sc. Impöinviro & provoco.Neo enim taminfanire mihi vidéris, quinon,{i rationem audias,refipifcas. T. lbo,at que lubens. St. Eamus. H. Nunquid

& ego? St. Sequere. H. Exfpe&tate fpeétatores, jam enim redeo, nova vobis allaturus ex Martis& MercuriiSphæra;tú

. quidSextilis,autRetrogradatio vobismi nitentur.Memoreroveftricü adLu

nam venero,fedproperandü eft. Vivite.

$ •

SCE

:28

S C E N A

IV.

Pilfiu, Vanuthuu, Turbo, Harleq.

P. I Amantetibidixi, Sapientie pars eff leviter defipere,& paulùm extra re &tam viam ire, ad vitandam violentum

aliquem occurfum. V. Sedquis modus? P. Vidésne ut Nautae vel finuent,& cbli

quent,&teneant nihilominus fuum por stum?imitare. V. Etiaminpigate? P. Pietas tibi interna & vera fit propofita Modeftiaacvirtus, inexternis perfonam interdum fùme, aut pone, prore aut pro zvo. V. Meverò exemplorum diver

fitasturbat,ne eligam quod reétum Nam ineodemcafu, five periculo reperio For titudinis, Prudentiae, Calliditatis, Patien

tiae, fimulationis & diffimulationis ufum

felicem,utrum ego eligam, atque fubito P. Plato rcétè ait. 'Prudentia fola præit, & ducit ad reélè faciendum. V. 'Nihil

dubito, fed prudentiseft, interdum pati, interdumfrangere, interdumdiffimiula

re, interdumparere. Scdelc&iohuius unde? .

unde?

P, APrudentia. V. Ad

ia3

recurrimus. P. Vanuthi, quis hic eft» V. Nonnovi. A. Admirabüduseft,quic quid eimiri acciderit. V, Aucupemur fermoneseiushicexinfidiis. T. Nefcio

meherclè ubifim,aut quid agam,aut quid cogitem,itaanimus mihiaefluatmotibus, mechabeohominem,quireddathocmare tranquillum. Heu mihi!heumihi!quàm

fuiffetlongèconfultius, autnefcirecùnâa & negligere, aut habuiffe qui primo in greffü ά monftraffetadfüblimitatem. Nunc poftquam & annos & juventutis florem, & laborem omnem turpiter per

didi, animusquidemnunc aliquid profpi cit,&adimiffüsfublimiaartium próculin tuetur, verumis multâvanitate, ineptiis & ßholafhcâ abje&ioneoneratus, naufè

ansq; nöillam amplius, quàm antè, adfert promptitudinem. Itaq; oberro &nunc me dedihuicMathematico, quitot Artis fuae commoda ad vitam humanam mihi

obirer monftravit,utobftupuerim.Adca ftra, Archite&uram,Machinas,peregrina

tioncs,&infinitavitae ornamëta,utmirer, B f poffe -

'£è

3 off. id hominesignorare,auteo, quofo.

Ê turpiloco habcre.

Hoc inftrumentí fauftiinitii nominemihidedit, quo tem

pusjucundè fallam. T. Anne is Turbo ille eft?novae {emper artisnovus difcipu {us? P. Equidem fùfpicor, quantumiex {ermone intelligo. T. Mihi quidé decre cumhacvià pergere, quae tantü fcienriarú

compleétituir.poteritq; hauddubiè fàtis. remeadefiderie. V. Colloquemürme ali quantulumcumhoc Protheo. P. UItlu bet. ' V. Adeamus, T. Heumihi! in quos iterumhominesincido?

V. Salve Ster

nophile. P. Salve Atlas, Caeli fulcrum,

H. Ecce per haecpinnacidia profpiciovos effè Nebulones. V. Salve inquam indu ftrie Adolefcens. T. Benè fitvobis,dum

pervosmihiliceat effe benè. H. Caveti biaut cuput comminuam hoc Iacobiba culo. P. Nelaedas, namoptimè volumus

& herotuo,&tibi,nifiisTurbo es,utiju dico, dignusprofeótò es, quiquampriiuù eripiarismalistuis,idgenustuümprome retur,ingeniüfibivendicat, Refpübl. po ftulat. T. Quibus malis? P. Caecitäte,

3i fürditate,ftupore,linguae &toti* corporis vitiis.H. Anegotibi dixiHeronemaledi

ceres?V Q£cice,resfàlvaeft.T.Quid ego dicáte tibivelle? P. Obfecro te,greliquis facilis es,permittegt aliquidtecum collo quar. T. Audiamus. P. Nonne indignú .eft,teeius aetatisufqueadeò effeinMundo

peregrinü,ut tämnefcias,quid inter homi meshodiè agatur, quäquidretrò a&tisfe . culis? T. Quideo opus? V. Vah. jamdi &umeft, ne tantahumanarüaétionüva rietaterucaecusambules,autfurdus,addi

verfàm de exteris relationë. T. Nullam adhucvideoinfelicitaté. V. Nullam?Ecce

qugcüq;unquãDeus fecit admiranda,aut hominib.cóceffit admirãda, Quae ipfiho mines à multisjäfeculis inter fe cogitärüt, cum adfummâ prudentiä fimulatqueele gantiâpraeceptâtibieffepoß£t,eaignoras omnia,&interimliterulis abfumistemp*, aut numeris,aut circulis, acpfpicillis,c£lü curiofe pfcrutarivis,&Terrânefcis, cor porafuperioraexaminas,&hominem,di vinúillud& fummü Animal relinquisin

taάύ. T. SinejìMathematicis difçiplinis -

B 6

juv&-

juvenìlem aetatemimbuam, illa quæ dicis Scnio refervata funt. P. Imò à primis

'anniscircumfpicere oportet, quidfis, & 'inter quos, quidhomini conceffum, quo ipfeintantafocietate modovivat,qugpa cem ac unionem turbent, quae Regibus

dignitatem, fùbditis obfequium, & tam duram patientiamfervent, quihominum labores ftatus,ftudia,mores, habi*, ritus,

confùetudines,utexcelfas,tanquam •b al

ta fpeculâ intuearis globum terrenum omnema, &adbonamratiorem examines

V. Atqui illud tibi Mathematicorum ne mo dabit, hominumgenusufq; adeò rerú füarum dubium & incertum, ut Terráne ftet, aninaëre circumvoliter, Planetae nú

inaethere, veluti pifces, natent, an per or, bium difcurfùtionem deferantur ambi gant& haefitent.Sed aétiones humanas,& tam egregiahiftoriarum monumenta in tueri oportet, quibus homo eò excellen tiae pervenit, utvelutitotius orbis revo lutionem, Monarchiarum tranfmutatio

nem, Religionis curfum, Regnorum e

verfionem&conftitutiones animo com pree

**prehendat, tantoactammanifeßoufti,tí g.

nequaquam cuiu tibi exprimere neceffè

fir. T. Heumihi! H. Auhuncpercu viam. T. N. li. P. Vos literugeruli,

dum domi delitefcitis, aut Alphabetum, aut regulasaliquas, autlineoles quafdam variè defcriptas pro fübditis habetis, ut

[]!

Regestriumphatis,& nefcio quâ majeßa

q! !

;£ te virgama aut regulam, acCircinum, aut I. ;ì

libelium manu ceu fieptrum traétatis, 'cum prodeundumin lucem, ac quid di

gnumu tantis fpiritibus pariendum erit, mures prodeunt, necadopificum opera,

& ftru&uras accedere poteftis. Nam

quod Archimedis artesfortè fùpereffèfù

'a!

fpicaris, longè erras. T. Non illi modi fùperfùnt,quibus, fideturubiftemus,tere

p. $. |!

ramoveatur?

P. Ha,ha,hc! T, Nec

ut homo unus integro exercitui refiftat? P Ha, ha,he. T. Atqui illud in pro

çf

miffis habeo. V. Noli credere.Namhae

fùnt artis commêdationesà veterumfub

limitate defumptg, qualiafihodie exigas,

[£,

nufpiam reperies. T. Deum immorta

leu! vivitnehomo meinfelicior? vix dies

TT I

B 7

pιate

praeterit cumnonturbor,nonmutor,non naufèam prioris vitae concipio, heu mih!

quiinliteratosincidi, hominesmultifor mes, multilingues. Vemihi! P. Salva

reseft. Nam adeam, quamtibi defcripfi mus, fublimitatem tantâ literarum fàrci

nâ opusnoneft.Ingenioacjudicio eò evo. labis,tuveròlibens humi repis, & fchola

fticisnugis animum terrz affigis} Enitere magnanime Adolefcens,& haec Magiftro rumdelira condemne, nedum tibi adal.

tiffimaqugq; afcendiffe videris,dignus di caris,qui pueros doceas.Potiùs ad ea, qui bus Reges & Magnates occupantur,te pa ra:fcilicet,quae ad regendos ornandosque hominesconferunr, nonadfcholafticórú

auditoria. V. Deniq;utaris Literatis non

utprincipibustuis,fedveluti Mechanicis, «quorum permagnus eft in Repub. ufüs. Tu praeemineas, reliqua illa turbate cir <umftet,& quicquidhabet Artis commu- I nicet, T. Heu mihi! heu mihi! P. Me

ditare haec nos tempus aliò avocat. V. Precor tibianimum magnum,haud illam

fcholafticum. P. Vale generofè Adole £sns,

- -*

£cens, & excellentioris

swpi^-i-f

gniculos,illisliterariisrivulis,neextingue. V. Valete feliciffimè. H, Pergite, íatis <eß,quodnonvapulatis.

S C E N A

Turbo, Harleg, Horatiua,' Famulus.

T. I Lliabierunt. Egohicfto, Magiftel lorumlufus,mei tortor,curiofitatis

exemplum. Vah! haecvota mea funt? haec deliteris expeétatio? haec literarum funt elogia? Egoilleprimus ero, ille quihomi numerrores & füblimidefpiciat, & com miferetur? H. Here, jam antè edico ti

bi, ficum quoquam ultrà fueris collocu• tus, occidamutrumq; Nam novamâ fin gulisconcipisphantafiam, undefiitaper gas,quâtomaepoftterelinques intervallc? T. Comprimeos. H. Et tulaetae mentis fis. Nam quamcunq5inieris vitae rationë, nmehabebisfocium,five adEpifçopatûvo ceris,fiveinbalneum. T. Miferias!Eheu!

quinimisbene dixerunt Poftremi hiduo naTÌ

£. ad folitariam vitam artes illae fortè faciant,adCivilem a'ias oportet effe , re rumf|ilicetcognitionem&derebus judi cium,qualia É mihi non poffunt Ma giftri noftri, pereant. H. Sapis, & ego interimam. T. Tu tace:fed ubi exordiar

vitammeam pºliticam? Itafaciam. Non placet. Heu mihi! jamnecmihi amphus, nec Præceptotribusfido. Heu! quis , ha leratusille,&immane fpirans. H. Ergo colle&tae funt res meae,&confàrcinatae. F.

Etiam Domine. H. Videnihilimpediat, necras pri, à luce abire non poflim. F. Curabo. H, Equidem hoc quatriduo,

quourbem hancfüm perluftratus,nonvi deor mihi tempus pérdidiffe ; fituscom

modus, vivitur parvo, l gesbonae funt, confùetudinesprobae, irgnia mitia, de armis credominusneceffè habert,cur co

itent: Famule quis ibi aftat? F S. ho

Ê funt,fibenèprofpicio:Nampropen dent ab ipfis calamaria. H. Ha,ha,he!

pediculofoshomines, oportebatipfoso doräff. Qjmetuo, neverficulosaliquis muhu exhibeat. F. Effugere non poffù mus,

37 -

mus, quinpraetereamuseos. H, Sinefit. IHar. Heustu, quises, plumate, quinos prgteristeéto capite,me &herum meum? JF. Sceleftum hominem ! Har. Etiam maledicis? Hemtibi. H. Proh facinus!

jam quidem moriere. Har. Id quidem facito, & perfolves hac die centum flore nos? T. ObfecroteDomine, parcehuic nam famae mentisnoneft. H. Quid aisca lamarium. T. Verè hichomofatuuseft.

H. Q 1 ergo ftultecum ftulto tuo non hic procu! face(fisilicò ? Praefçiebam omino fùm efTè, fiquis occurrat Scholaftico. T. «Quisquis es homo, temperatis tibi abhis {ermonibus,fiberè cognoveris. H Vah HorniiisSceleton,qui per papyrum pere grinatur, in atramentonavigat pennis di ladiatur,vocabulis fervir. T. S. civi'eid eft,homini berè nato,& liberaliter haóte

nus habito maledicere, iatis muodeftus es. H. Paradoxum h mi ern ad calamos có demnatum poffe berè natum effe. Har.

' * Here,egoconclamabo,& Matrem,& Pa trem tuum,&Sorores& Præceptores,&

Miniítros,& fübditos, & commilitones í -

%VOS

£. omnes, huncutinfrufta difcerpar; quinegat rebenè natum. H. Fortaffisb* fiè,fed ád bonummumquam,fi iis adhaer ornamentis. T.Cumhaecdepofùero,nô deeruntterereshaftae,clypeique rotundi H DicSodes, an bono loco natus es? T.

Atq; optimo. H Et Pater tibi fùperef T. Acinfupremâ dignitate. H. Et literis hocaetatis torqueris? T. Imô (umn è.ff. cior. H. Nec habes hominem, qui teha; infamiâ liberet? T. Quod quisq, meßi, •dit. H. Equidem glorior,adcam, cuin* tusfùm viram, ninium literarum mihi

Haud contig ff, quae animum aut effæmi. nant,autinflant, aut reddunt curiofùm, aut fcholafticum. Mihi hic Mundus fche.

laeft. variae Terrae Praeceptores, humant aétiones libri, varia ingeria chara&eres, Aula palaeftra, ipfe intra haec examen, a.

lydius lapis,qug omnia adeòjejunèlibelli «depingütur, repraefertäturq; ut infomnia

meritò dicas, umbras & fpe&ra, praevi. visillis Martis, Mercurii, Veneris, Iovi; experimcnti*. T. Quae haecfunt? H. Hö

Scholafticek Caftra, Mercimonia, Amo £€$

*res, Aulae,

wintoniirryiu*

■-•bjecta, quibus illeautliteras accommo & dat, aut judicium exacuit, aut Artes Ma 3 *hematicas admovet,aut Politicorumde

: cretaexaminat, omninoq;hominem, ad $ mirabileillud lubricum, ac verfatile ani- *, s -mal, fibi tra&andum fùmit, nunc Maje

& ftate elatum,nuncingerio armatum,nunc t fervitute depreffùm, nuncignorantiàfè i pultum. T. Quid aiste illiteratum? H. ■ Admodum mehercle, ac Deo gratiaefto, ,

is quipoft leviter deguftatas literas, noluit

* í a ii

me*ntereascomputrefcere. T. Et unde , tibitarita? H. lilud eft, quod vobis deeft, quidüinter chartasveftras & papyraceas pugnas, aulas, feditiones, Refpublicasvo

ÉÉÉ , facilimè veftros fi&itios homi-

: nes,& debellatis & exagitatis, & compe m fcitis,&regitis. Verùm ad praxin produ $ &itantum fàpitis,quantum ftatur, & ob

m t

mutefcitis,cùm fefimulacra movér. Har. Here,hic homomalus nó eft. T. Tace fi*.

'* H. Tumfiquidcü exteris intercedit, ne gotii,quâfacilè nos noflrae fcientiae puder, ^

£jeftinfulsúinexpcrientiffimorühominú «com

•

confeffu audireperftrepentem Gramm. ticum, aut Scholafticumanferem; Omnù fcire volunt,&omnianefciunt. T. T.

literisiniquuseris,quibusabomni gvofi. veruntoptimi. H. O egregias literas, fihabeamusegregiè literatos! Nuncdum

parvisoccupati, nefciuntfe erroribusim penderemiferrimammentem: in illuftr:

ambitum Magnatum, infolicitas Princi. ºpum curas ridiculi declamatores inqui. runt quafi nihilinterfitinterfordidam &

magnificam vanitatem, nifiquod illa pec candiimpotentiam offendit: T. Nihil • inter literatosdiftinguis? H aegrè. Hat, Et Monachosunomos ordine habebimus

omnes. T. Nec Politicos excipis? H, *.

Illos charracearurn urbium conftru&o. res. T. Nec Hiftoricos? H. Illos ex.

ternorum geftuum, aur fortuitorum ca.

füum folicitos defcriptores T. Qgem taniem approbabis? Har. Qui longa poteft difpendia fcrre viarum. H. lllum qui animumfuumnomotiofisnugarum& ópinionumfecuris diverticulisfìginat,&

pervoluptatemhumanasresintuetur,fed '€υβ•

4* Gundem cum ingenti converfionum hü * manarum mole committit, manus füas '. porrigit,&vitsmomnem humanofervi

' tio devovet T. Talem ego expeto vitam. ' H.Talem illiTufculaniinvifàm juventuti.

“ reddunt,&venenatisverbis adeò depin £ gunt barbaramacfordidam, ut quicquid

% ultraferulameft,autfcholaftica fcamna,.

'* plebeium proclamitent, ac terreum. Hic.

* íemperrifit,alter femperflevit, ifìéneri £ dendus,fiendusanille magis?textiusindo

* liohabitavit, hominesIgnava opera, phi L lofopha fèntentia. Har. Necredehuic.

homiiniQuienim benèdicatocreatus,to | gatus,pennatus,quinecmeditatusefthaec *

§ äiu,niclegit&άύrta? H. Ha,hahe! tu *, prodes omne myfteriumpædagogifmiT. Malèfitei,quisquisteprimusàliterisavo cavit. H. Malèfit omnibus,quitepor rò literarumcompedibus detinebunt. T. Benèliteris, fiteiterumexorent propitiü.

3. H. Benè Reipubl.fiei temetdedes, reli &ahâc vitâ pedicularià. ' T. Nefcio an.

benè velismihi. H. Nefcioanintelligas.

; quäm commißis: fortem tuam, £t jugis .

47;

judico inbilance pofitum, fàlta verbuii ex mifèraillapartédetineri. T. Ubihabi tas? H. Hicquidem peregrinus fum. T Sed pofthac nobifcumeris? H. Imò cras abeo. T. Sedhofpitiumubieft? H. A: falconá deauratú. T. O felix homo quif. quises. Mihi nec aurum deeft,nec digni.

tatisfpes, necfervientium mumerus, fed bonumconfilium. H. Quidfùfpiras, in manutuaLibertuseft, apprehende. T H. mihi! Har. Nunc tempus eft,voscum di vidam;dum illud audio;heu mihi. T.Heu, heu mihi! H Hic flebit opiniorhomo, ego adresmeas abeo. Har. Sapis,jamtibi Ę ne,& meditabar. Quid fiet,ócives,fiHe. rus meus quotidie nova audiat, & nova credat,quàm metuo,ne£tandem credat inopem, aut fumptibus imparem, meque dimittat,Mihi arsuna e(t Ineptia, quâin

vi&usfum,&eludodifputatoresfummos fiquiddicüt, nego: fiquidprobát, nöcre do:fipermulccnt,rideo:fi minantur,aufu gio: quoquomeverfentcub.fum,femper fubfifto,Egoisfum,quem filaxeserepit,{i remaserumpit.. Sedatat! feHerusmeus

INTER S C EN I U M

DI s PuTAT 1 o. Ailariu. Serra. Tacitu. Publiu. Graculum. Duo Auditores. 'I H.

Q Ulae haecobfècro intemperiesef, totum diem altercationibus ab

;£ìmere iifq;prcmeditatis.Affirmare, ne „gare, probare, folvere, diftinguere, thefi £zare. Problemizare, corollizare,fyllogi•

„zare , Elenchizare, Narrare, Barbarare, «Cornutare. Vah! aurib.meis malè eftpofk ; cotclamores. Domine opponens. Domi

;*eRefpondens, Digniffime Domine Pr*-

„£s:O ppono Refpondeo. Egginfto. Ul veriusurgeo,.

quatio,cócotio,diffipoinfu ' smum, inftipulas, inanitergia metamor

„pbizo. Ad Maiorem admifiorem. Con çf

<clufio falfà eft. proba Antecedens, reduc:

;fyllogifmum,eftfallacia, Equidem omnes,

iihruipeccant fecundumpltire interroga tionesatq;refpófionss.Obeatos artifices,

. quorünecliniæ, ecferr*,necmallei, nec. W

{GTEs-.

terebrae tantumftridoris,gridoris, ftrepi

tus, crepitusq;faciunt, quam illi intus fed quid egovobis refero? Nonne voshicau diviftis? nónemalamillis crucem cftisim

git? ? Fiat,& haecvota veftra rata ha eat, qui abfque omnilitigio eft. Ecce v& ròiterum qui elapfuseft.hem jámnctri. umphasinlibero aëre,jamPythagoricum concentum exaudis? Ser. Quid tu visti. bi? H. condonandum eft aliquid, non dum audit, nifi prius tot argumentaeji.

ciat. heus tu purga aures. ISer. Quid clamas furcifer? TH. Erue fyllogifmos, ut verba meaintromittere poffis. Ser.

Tu polfànus, non es. H. Sic decet, fi quis hâc egreditur. S. Quintuintrò re dis,utingeniumexcolas? H. Siquidem obfurdefcere, cötabefcere velim. S. Non

tu veritatemin profundofèpultam effo derevis? H. Vobisföciis nequaquam, S. Quid aisnonne faciliùs, citiùs,feliciùs?

H. Vahfijam aliquâfuiparte emergeret,

£fjg quis confli&us cira eam ! oret ? ego certè comminuerer citiùs,

quàmprzd;ficremparticeps, S. Aujgais | • -

-- -

-.-

-•-.

&*®^& '

45 5

ipse;x» μακgávi;&vgiov$ $is v#φs H.%og ; igètd) mit ©«im«m6tfiigiiitagbidjbcr§ai, ,

i;fif3£rgebicf/9ntráribenboffmamfcijiiicr..

£9b*r%dtßtagid¢¢¢rfuhfd}8. s:Ojid ; rttuais?. = H.; $iï linguâ opus s Eeft, cumegotuâlibentercsreaní. S. Ego •

zSr*cèlocutusfùm, quodrionintelligeie,, * Pudor sft.*. H.! At ego Lünaticèçjuod i ut paucosfcirebonumeß. S. NontuGræ- . .

3 se intelligis? * H* ®u$opyart/ $d$ , a tviltbid, bafbatiffbem $a6a&goffen/äïó ; (?id}y££r bcn%òrait%árt: S.§yiq)&}erat, ,

$$oi$@xeiutgigans, H. $)er quiéiibotfdj , fyiirt?iefdjt*i#imédjrcfcníoj$ariî ; atton %bcn/ Da8 et forein €jimaftadjéí í

si if;; §. E$y* av&oi vix, ig*£*3lxw8' i%æ 37evailo. H. %ifiißimi6%ity^cnbcuI/ $ynbfimmcrbie fpçnbrid}/wii» £)amfi won 3®:ilcr;ynmbftogintam $impjiimg/bam

. , , ,

L %%i%%jjberfyfuhf%attjç££ren- , $ignafcifft/eiifâ£;$ti$diit;5tano

)

$ariu4%a6%iròûirgritiim fin. s. Quid „ hoceft? ? H. Sicvosdifpütatis. Neuter c 7 altèrum intelligit.t £\i3 tnadjén $it $ce : , %î£%mitßitmam fudjim $n€iron-.-

j* -'

Q-

{%¥%.t

£art $inati5gcffcn. S. Dicquidvelis? H ©in€¢fc(aiifecim gi«(. S. Abeo. finihil habesntfinugas. H. Mane,jam tecülo. uar,utintelligas, etfivosineptuliraròid

ÄÈ

Cùm inter rufticos eftis, vix tris

vernacula atq; exotico benè jungitis, fin inter eruditosfitisnecveftrâ, nec alienam

poteftis.Si quisvobis,bonadies,profe&ô, fcilicet,diétü putaheus tu,&alia pauciffi. ma, auferat, nollemvobifcum cömutare

opes. S. Etiam maledicis? H. Imò ad-| mirare modcftiâ meâ,quitalianoninvul. us fpargo,quae conciliaretibipoffint, aui ÉÉ aut crucem, aut qu£ tantoperè fùb teifugis,laborem. S. Quam mihi hic có modè advétat,ubite accufem. H. Quäm

vellem Ariftoteleshicprzféns, aut fima. visillafepultaveritas föret,ubiaccufor.T. Hic homo veritatem appellat: malus effe non poteft, S. Exoptatusades,utintem perantem linguâ hic opprimas, T. Her culeum mihi laborem dicis. . H. Ha, ha, he! fiquidêáte exordiatur. S. Ame?jam hunc audi: mi Tacite, vidifline unquam

hominemmentis compoté, quioptimas dißu - -

“difputationes malasdiceret&elegantiffi *mas linguasineptas crederet? T. Nunquã *quodfciam. H. hahahe! S. hictaliseft. “Ergo. H. Iamquidem abeo,fàtauribus

'hodiè abufusfumi. T. potes hic effeali £ quantulum? H. Poffumdumnondifpu * tes. T. Nplimetuere. Namidgenusho “minum fyllogifticütamodi,quamlatran *tescanes. H. aut rudátes afinos. S Quid 1 egohoceffe dicam, in medioliterarü me ■ ditullio,veritatis lydiolapide talesreperi

£*j£ T. Videneerres. Eftgenus aliquod £ difputatorium fèd Socraticum vel Pla

£ tonicum,quodconverfàtioniquotidianae

$ aptüm,judundumillud,& quódres quaf 3 visobviasnonexcludit,hocamo,hocap

# peto: dum £holafticú alterumterminá W füm,& diftinéìoriúfcholismaneat. S. At

3* noshicinfcholafumus. T. Verü eft, fed

% huiusgratiâ larvâ vocabulisdetraham*,ut

* qd agimus&illefciat:quidnvocabulisex

í öpöfito receptis aliisihfùltare op*,cúidê k nobis poffintfacereopifices füis? Interea

fi quicqüid dicitur,extire oportet,velfànè * itaexprimi, ut quidvelimus intelligitur. -

S. Ars

38 ;

§'Aai inorantiodiofa. . H.i Ahtune. fcisquodegohodiepiftrinumpertulerim 'T, Fortè difputationiinterfuifti. H. A. polloes. S. Imò Momus. . H.. Accip× , dextram meam amoris fignum. T. C

felicesliteratos, fùisfi£feternainiscon tinean ! fed quò his abit? s H. ! It emptí

púlvererì, qiiòflöpsta fùadenuò difflo dat., N.;. Nefcioanaufpicatò huc vene. rim. Namirritare hoc genus hominum cft, inimicos fibi perpetuos &,capitales

facere.. H.; Confide, centum millia i &uum literariorumnonpoffuntconfice reunumhominem. Cùmomniafaciunt, diflin£tiunculâpetunt., T. Mihiquidem,

mirumeß,verèliteratospoffècundhisra niscohabitare, quæpreter vocabulorum aliquemfonum nihilhabent., H. Nöm. ne&mufcaetam aërem occupant, quàm | aves? » T. Atquiidnefciunt, quodfcire |

iî: & quonomine literatifùnt,&: plurimüfè feciffeja&át,fiidquòdmuli- ! erculiscertumeft,indubiumvocarepofl ; fint., H. Egoexquoliteratusfa&usfum,

sìbìlßiQacuratiùs, pauca utilia reperio», -

plst.

* pleraq; non credo, deniq;ufq; adeö otiofà j} judicó, qug percommodèinfutrinâ addi t £erentur. Sed eheu! Eatenus fatrapa ali Princeps. *T. Ticefis, I •

Ã¤

'* fi fulmen metuis. * H. vel tenebras po

j tiùs. T. taceobfecro, nam egóSarace * ' num offènfùm maalo. ' Pub\Mafculè tu

* * quidem rem egifli tuam: fedT)eógratis

s ' €fto, quifolus vi&oriasdißribuit; &ma ■ • gna fecit. Egófiquid prxfliti tibi boni, i - lubens feci, & ftüdioförüm profe&ibtis j * id debeo. Gr. quodfto,& vivo,idâ reé{&

■ * incli;e vir, qui invi&usipfe, nec alios fii&-

£ ' cumberéiifiis;qüißübièóncrédunt.' P] g ' Huncdiem putojventutiforenotabilem, # ' quotot dubiafàtisutputo enucleatafunt.

l * S. Agimus tuæ ÉÉ immortales gra \ ' tias.T: P. 'Veftrumeft,quicqùidfcio,vo

ecipite,&diligen ; ' bisdidici, voslibsntersGr.To tremo

tiam indoli addite. '

tus

t etiamnum cùm tot adverfàriorum,& mu ■ ' merofiffimi auditoriireminifceor. P. per ¥ * arduaitur, fili, ad gloriofà pulpita, Non £ ' ego, non aliusolimdormitavimus.

Sed

i, ' ubiilleirriforeft, de quomihidixifli, I£ mé O } t}

filia, S. Ad latusExcellentis domina

tionis tuæ,biganugatorum eft. P. Quid

vos nebulon§, furciferi, æternisq5 flami exurędirebelleshicftatis, atq5 mutfitatis? T. Satisliterariafalutatio, Domine, quiß

quis es. P. Hem quifquis es,tantilaboris, &injuventutem curae homo, alibi hono rabilis, tibiignotusfum? H. Crimenki rielefitatis commiffumeft, perimus. P. Deus, quilaboribusmeisimmultis adole £centibusprobisbenedixit,faciatutin vo bisvindicer,&vosperdit^* intuear,fcele ßi{udae. T. Quid vero commifimus. P. Jam condemnatieftis,dum quaeritis, Non , ne ego fùfficio vobis, quin vos accufem. T. Ha ha he! H. Hahahe! P. Fulmen nonferis? terranô dchifcis? filiimonirrui

tis? Collegae non profiribitis? T. Euge fcholafticam manfuetudinem! S. Anag gredimur? H. Siquideru perire vultis, T. Nonne priùsdifputabimus? P. Q id latro,perjure,parricida, Sacrileg®jáane , difputabis, qui difputationes noftras pias s. paulòante Cainiticè, Nimbroticè, Abfo

loniticè, Sathanicè refifti? T. Siquidem -

ita

§5ta difputäftis, perbellam fuiffè orię f difputatiunculam. P. öosimpurum,ve

$ nenata labia, felleam linguam! heus tu

d Gracule,utiliahuicSodomiitico Gomor * rharicorüpantur,lege,quib.verbisexorfus

iii fis laudabile tentamiétüum. G. libenter.

* , Qaam ego hic aciem, quos mucrones,

gladio; ,funda, intueor? quor truces vul

» tua,fcintilläter oculos adverfùm me video?

& 6 Deum,ego folus,atq;illis omnibus jamjam

t* { 1 \ ύ

' objiciendus? T. Tragicuum exordium. Bethulia obfèffà eft. H. fugiamus. Ego verò taojeffu hucven- luminum Pater,& in hoc campo tuo me tibi fiffo, quem fam άιβimeret literariafaciasffrenuâ ac peru

ttlem mulutem. T. Mentiturbis;necemim

Deusjuffit,necquastraétat literas fàn&ae

à funr. H. Vela mißioré peteret Agepu ■ gnabo Exercituä Detu: at cur contratam k \. j » |,

multor? mifime vù hodiè miraculâ facere, & bonâ caufàm fub meis armis contra in gétes affultutriumphare. T. Ingensqui d& miraculü,ubi claufulaeft,acquiefco. H.^ outinâiamacquiefceret. En etiâ auxiliä

1 fùbmittis auxilium ingent, ineffabile, rei t

«C

lite

* @2 l.

firari. Phenicem, “Publium verè ver.

AMicrocofmum. Celeffù aure,terræ./£gilla. , tafilium. - P.: Parcetitulis,ne quid mar.

; garitarum porcis objicias. & Qaem dam , habeo, omnia habeo, quid metuo? quidlo.

, quor?quotquot effú! adeffe,congrediamur, '.t. Vah quàm metuq jam fanguinis im l brem! cælum tenebrefcit. . H. ' Væ vo

1 bisimmortalesDii,fihic homo afcendat

} P. Quidjanìblateronesdefideratisin hoc

« devotopio;& merèprecatorio exordic* TT. Omniafcilicetunáliturâ deleatur. P.

Häj&humorer Qpt.Max. ridet. T. iNe

ggaturcofiigquentia.i Deum verò egovos i ridere graviteraut etiam irritarejudico, | • cùm adfutilia veftra illum vocatis, & iml

* renihilihiftrioniãßcram agitis. P. Non

ovumovotamfimile eft, quàm tuincur. cerando. .T. Centumego carceresma

. lo,quamcraniailla,ubicerebraveftratum anguftè habitant. * P. Age veritas hunc. hominem prius profternat, & pedibus conculcet, antequam Sathanae tradatur. » Thefestuas hicmihiporrige, de quibusi. pfà calumnia dijudicet, fintne ab infáno •cere ,

eerebro profe&ae ? H. Defeffus ftí

' £tando: h;c£denscommodius audiô. ' E>arbam, togam,librum curnihilintię. ; Pidi? P. Audiproftibulum. -; '

Problematici gorgomici inmodat;

z .

Septenarii, bini . . . Beneplacito Namini;

Kolumtate $apientum Ordin&

applaufè Apollinâ

Jubfcuto & haffa

• _• A4agni Publii

Eraditiomis 'Oceam;

Pub. Haecqüidem omittipotuiffènt, fèd relinquendum eft aliquid adolefcentum

^ gatitudini T. Noiih*ctantùm,fed&

■*

Numinis injuria P. tacefis. Gladiatoribu literari;

Impublica .4thenarum moffrarum aroma; ad diem', horasque fòlita, extricandi expofiti 4b autore, Scriptore, defenfóre.

Graculo Pocofàvio T AMattonico

;

4nmo ut fupra.

Q f

* s

Ta€

í.

Iam quidem fubodoror, quas ille

merces advehat. P. pereamfi ipfaim

udentiaanfitcalumniari. T. Siquidem & fùpientum ordine approbata fünt. P. Non approbatafàlté,fedcum admiratio nele&a: adolefcentulü his amnis ad totar

cana rerum admiffüm. T. Audiamus er

o,quantumvis cum naufeâ, P. Audi &

crepì; audi&fufpëdete. Tulegemihi,cui - bilis motale&iomoleftaeft.G.obfequor. Theol.

1. Nodus ecce primus. An clarici, quic

quam negare liceat? •^bfit. -

Iari

2. Iam quam ffinofùm. Lazarum refefèi tatus juréme ad bona redierit ? nobù

exclufu effo. æd.

3. Quis verò dicat AMedicos homicidas? prohibemu. Phyf. 4, Nefcùtu ignem figere: Solem calere? ΛVorfcumua.

Ethic.

5 Intricatum, Simiam dicere affabilem. Sedfiat. _ Poetic. *

_* -

Poëtic,

6 /ulgus negat Poétù furorew neceffa ' rium. malè. TOiale£}.

7 Ramo Pom* 4finimus invifu eff.illemo £4,

Rhetor.

8 • %utum qui Rhetorem dicat* pote/? tamen dici. 4/from. 9

stelleincolafùos habent. credire. Geom.

io. /ix liquet corpori me,anfiguræ traíia tio difficilior? Priorù. 4rithm. iu Denarium ne quù neget mumerorum,

principem, caveßt. AMufic.

ia $olam re fortior nota, dubitare luber, , cumfcire liceat. 6rammae. f;

13 He^eroclita & amomalain Grammat;.

calpraliofùccubuiffe aiunt;& cre dibile eff. C V.

Polit.

j6 Polit.

14 Nonne VItopia Rerumpub.fèliciffima abi,ßnega4. Eft & Carmen in honoremmeum anne

xum, quodaudire non injucundumaerit, T. Orote per Poëtarum furorem,& ftel. Et Simii Affabilitatem,&i. larum

gnisfrigus,ac Lazariopes,ne animammi,

hiporrò eriperepergas. P. Quid pre cibusopuseft? jamdudumindignuses,qui divinam venam exaudias. Sedadproble matarefponde.nónneexfübtilibus fubti li(fima, intricatis intricatiffima funt, &

quae Eucyclopædiam omninò refipiunt? T. Dicmihi,praeclarevir,feriöhzcdifpu - tatis, anperlufum ? P. Refpónde Ado• lefcens,nehic glorietur, cum Profeffore

fé difputäffe. T G. Seriò inquam, atque

juvarite Deo, Domino Przfideq; Zaba rella, Connibricenfiq; collegio feliciter.

T. Siferiò,acutais feliciter,àaetiamcum !

ufùaliquo? G. Facfyllogifmum. P.Sa pis. T. Non difputo, nec difputabovo

biscumfifpio, hocfaltem qüaro,anre,

vsràvos taliadele&ent? velánconteren TTTT ditan

* ditantum temporis, fumptuumq; • 3 * rra&etis? an Reipubl. interfit talia fcire? - amSapientiahisineptiisconftet?anmelio

resvös £itoribus, Sartoribusq; hâc prae grandi fcientiâ arbitremini? I P. Vides quàm ineptè quæfita commifceant, qui AMethodiLogicgfüntignari:fruftràfumus, • abeamus. T. Unicüadhuc, Iuro Deum

antequam vos novi, magnificè de vobis me fènfiffè,quod puto aliisetiam contin

gir, acinfüpercredidiífè;tantaeffe, tamq; admiranda, quæintervos tanto fuperci liospompâ atque clamoribusperageretis, ut nifiAtlantuminftarfüffulciretiscglum, illudjamdudumininosomnes corruiffè, P. Scelefta lingua! Ex una difputatione, : necâintelleéîâ omnesdijudicas. T. Cre de mihi;tantummihihxcuncfecit terro•

rem, ut de reliquis omnibus unius æquè fentiam. P. Infáne, quid de libris illis dices, quospoffidemusinnumeronume rO?anne jperjarum plenoseos dices, qui

fàpientiffimè fcriptifunt. T. ö avaros magniThefàuri pofféffores, optimorum

fcriptorumtyrainos, ßd quàia benèfit; quod

quod obtre&atores veßros plaerumq; in conclavibuspoßidetis P. Quidais? T. habere voslibros, qui fi vulgo legantur, vobispariturifint excidium. P. Benè ha bet,incarcere funt, ubinectibi, nec aliis

invifere eoslibet. T. At nobisbibliothe cænon defùnt,quätumvis veftrastineis& vefpertilionibus committatis. P. Futiles, vani, frivoli, pantagruel Amadaeus. T. Imò au&oresliberi,veri,probi, quos no minare libet,filicet. P. faeutplus habeâ, quodinteaccufem. T. Dumaudiar. De confarcinando catalogo illeäorum au &lorum. Ianus Paffereau.

IPe adoranda virga: Cardinalù Latera nemfir.

De falario ocioß laboris, & exaggerandi, peccatú fcholaßicorum»

Bartol. Bolla.

Cavea doíle ignorätiae,cumfuggeffuAfini. Re£toratus Herculeusprodigiùplenum.

4bbreviatio fçientiarum, per Hemmkem Heirem.

4lchymia titulorum, Baccalaurei Ma ". .*. gjfrandi. -

Qg*-

Q©ffione, & reffonfionespromovÉdorum cognatorum ad ordines, ut ad paucas

horas in examine ffare poßint. Aurore Parteio %i(ffnifr audj. <Sacramétumfìlentii mercature bonarum artium: LegiXeri.

<Solutio dubii, àm Antichrißum regnat in Academiis.

-g

AMolochum renovatum ßve clibanum inge :

m£0r£4/72.

AVova delineatio poßibilitgtù adificii .> Nimbrodici.

4urum èffercore Sterquilinii Antiquarii: opua purgatam fepties. 4nttpericatametamaparbeageaamphir ribationes.

e/£quilibrium fùmptuum, & literarum, harumq,præpondio. Tjrannis Latime lingue, & reliquarum rebellio.

Pedagogus vapalam,quodfe Philofophum dixerat.

Clavis rerum non claufàrum , fub altera lima creßenr.

De utilitate ex dedicationibus capienda. 44ur

^6o

AMarmuratio Laicorú,contra etiwm/ww ptuo%rumliterugerulorum,cumpeffa

ìationeprivilegiationisfcholaffice. Ge org/peculatoria. . Pluresfunt elegantiorülibrorú,atq;futu riplures, ubi creverint deli&a veftra, ne

quidputetisnos fub rerü veftrarü admi rätionefurdefcere. P. Obftupefco malitiâ tuam. O tempora! òliteras! T. Ma&e bonae literar! quae exfurgitis, & vindicias veftriscuftqgiis paratis. P. Eoad confù lem, utinhaereticumhuncanimadvertat. T. bonaverba,literarialiseft,literiseerts

te,& alphabetaaliquotinmeproiicite. P. Hocnempè eft eruditum feculum, quòd licentiosè quivisloquitur,vade&fufpen dete,fèquimini T. Abi&difputa,mi hi quidem perpetuò jucundumerit, vos nonfapereamplius,quàm explebe quem libet. H. Illudunümirumeft.verè]itera.

riostales non adfutrinampellere. T. Sic eft, ut quisq; fedemfuam impetravit, ita premiteam,necnifimortuuscedit, H.vi

dco tamenrenafcentes cordatiores&qui -•

€6t

;* ìneptiishisplurimúmderogent. T. vi.

, • deo & gaudeo. fedeamus, ne£io enim • quàmminus tutumfit vera loqui.

;. ACTVS SECVNDI ' S C E N A ' I.

* Harleq.^Gerfon. AMalliet.

!§ Itrigintafex annispendesdefùprema cruce, nonlues flagitiumtuum Nebu * 1^,quimeifihasterrasdeduxifli,ubi Dia -bolóshabitare credo;nofihomines`Naim

: illorüne unum quidem intelligo, omnes ocitant,utinfingulamo • menta circumfpiciam ad i&us. - Si quid

, peto, fiquidfamiliariter tento, riihil eft,

. autrident, autcircumftant,jamfortè çö rehendendum. Kalaftipiripateta,lome p.

laleta opidi, Karifiluriâi, Wiriwidifi,

*III

ÉÉÉÉÉÉÉÉÉ hoc eft? fednecficme ipfum ellem;Germanicè , poßmitafiv #; loquantur nebulo .

* nes, fi quid rerum honeftarum agitant, *aut

62,

autego. Sedillorumheu pluresfunt,jam cum tentaré fugam,veniadportam, quae fivi placidiffimè: Quæviatenditin Patrii nmeam? ita fubitò conslamaverunt fcele

{tiffimi,utjampraevideré mortem, Alter dixit Kolallefus, alter fullefus, alius Kedi

kefus;egoiratusdixi, Narrefus,Schelme

fus,Diebefus,&ingenti murmure ad He rum meá redii. Nunc ab ipfo perä, ut rhe dafu.acfexcaballis domumme reducat,

* adjungatq;hominé, qui fceleftü illud Ko lallefus& fullefus poífir,rcfiruarq; mejis qui, ut intelligantur, loquuntur. Namfi quidvolo, per fignamihi diccndum eft,& cum admodü efurio, ineptiffimi horaines judicant mihi dentes dolere. O j Herus

' meusfenior fciret,me atq5 filiumipfiusita effe proditü,fleret fcio, & quadrigisalbis sme revocaret domuum Sedecce,duome

fchants, poltrons,larrons, vilains, grands fols. G. Voilà dontie n'auoyjamaisoui parler: Etcommenta-ellenom? M.Dame Folie,laquellen'eftfeulement foeur, mais «corps&ame d'Amour. G. Tu veux in fererparlàquetous amoureux fontfols, {\Qt

nonpas? M. Icnedis pastous,maisbienla plus grand'partie. G. voilà le ferviteur de ceMonfieur Allemand M. Laiffemoy

faire: Ahpoltron,c'eftàcefteheure queie me vergevaydef injureque tufais à mon

maiftre, H. £yo[a/quidtuvistibi Pol tron, ©cf)«(m/j\iiibsf.? M. Ah trai- . ftec, tun' cfchapperas de mes maius H, Curra£hi,currafihi,egoteexcipiámodo, quod es dignus,hem tibi. M Hobonami. H quid bounimi Nebulo? Vspula. M. Cynit afdjlaga. H hovapulaGermani cè ra.-hant mutton. M Mon Maißre.

H. Nih:l agi, non exorabiüs fürn. M. He las mon dieu. H. Hos pugnos ede M je crie merci, H. Etiamhos, hem! 5. dabi tur,fiquispofthac Germanum rifkiir.Sed

quis Daemonhunc Nebulonem mibi fùb duxit,jamdifcerpendus mihi erat. Haim felicitatem, qui nódum media parrciraum meam effudi, nou exoneravi fcilis men furam : Sed heus vobis edico Galli

gallinacii, quifquisprimus in ma nus meas inciderit, capite truncabitur. SCE.

(64

'S C E N A TII. Turbo. Horatiu. 'Pollux: Harleg.

T. EUg; nofterHarlequin;quid furit? hóllaHarlequiri,Mohfieur Harle

quinrediad te.' Har. Hicequidem locus èft acceptae acdatæ injuriae. * Hor. Quis

teoffendit? Har. Vellemperires, cuius fedu&ione,hicfumus, ubinobis lingua im

utiliseft,& manibusoportetloqui. Hor. : Sis propitius mihiSignor, namfaxo brevi

' uti;islinguátuâ, utihá&enus. Har. Etii ' hodie? Hor. Fortaffis. T. Vahneglige illum. Nam haud faciliùs placabis, quàm fifinasanimum defervefcere. Ho.” Sed

' de histerrisquid tibi videtur? T. Opti mè equidemconfülüifti: qui enimfaciliùs

hancfuperbamopinionem ejeciffèm, ne ' minem nifidoimifü*fápere?' Hor. Non.

' ne tot ingeniorum diverfitas, ingeniuin ' tuum fingit & refingit? T. ' Fateor e

mninò,fedrufticitatis me pudet meae, qui * ad placidos illorum & amabiles mores,

* corpusadfcrotaminflexibile. 'Hor. ' Id * qui

6;;

j quidem Polluxhicoptimèfle&at,faciet-. •que duétilemagis, quàmeftcera. T. Ego , I, me tibiindifciplinam dedo, fle&e,incur- . va, complica,extende,utilibuerit. P. Ars , i.

noftraminùs periculofàerit. . T. Nónne : ficfàlutabo Amicum? . P. Benè.. T. Et :

Nobilioremita? ; P. Tenes: fed Regem ,

quomodo fälutabis?

T: Idexrefciam. P. •

Ità porròPuelláhoneftam? T. Tentabo. . P. Nimiü premis. T. Amor moderabitur.

H. DiiDcaeq;omncs,properateinauxiliú ,

nobis,namhifiequepotifünt, nequeloti,,

neq; pafli, & ebrii tamenfùnr : credo ab ,

aëçe Ecceimmanemftultitiam! quid É

: • dibusacmanibusgefticulantur? δTurbo,

$ fiillud voluifti,conduxiffesdomifimiam, ,

§ &didicifßmille circulationum formas.. { AEdepol fihac advirtutem viâitur, iter : ' eftridiculum... P. Iamvariafuntprgce- .

ptaformandorummebrorum,utftesele- . ganter,ambulesdecenter, quæcun&aad

, dißes paulatim. T, Yerùm quid inde . adme redundabitfolidi? : Hor. llludut : ¢

quoquote vertas,conciliestibihominum

* *

j sediarijuriœ ait: -*

WCt14•,.

| 46

verfàtilis. Har. Turbo, ubihabes iIIud

vulgaretuum,heumihi! Hor. Quid tu vistibi? Har. Ut malè fit tibi, qui ex £holarum otio nos pertraxifli ad inepta

negotia,duplo mihijimquàm antè eftde terius. Hor. Nefcio an Momum tecum

habeas, anfamulum, ita dentibuseft for

midabilis Sednosánne paulifperludimus? T. Chartísme. H. He, puerilia,pilâmi moreautballonis. T. Atego nec vidihos lufis unquam. H. Sufpicabar. ita eftis inf.holisabje&i, fedeamusad locumlu fùs. Nedubites,cumannum inter hos eris

homines, multatibi confuetaerunt, quae

nunc videntur nova. T. Nefcio, quid: mihi fiat:ut nervistrahimur, alienismo

bile lignum. Har. Nónneheu mihi! Hor. Allousdonc. Har. Eamus,pofteaquamita. irati nobis fùnt Dii, ut quotidie redda murineptiores. Mihìfànè,utprgvideo, videndum pofthaceritinter con

fiάusperpetuos. .;. ■ r

•

SCE -

S C E N A

III.

Panurgus, Malliet. Harleq. Turbo. P. S I quis exmequaeratfortè,quisfim?

unde? quò eam? aut undevivam?

; *depol nefcio, Nec enim vitae genus pro ? fiteor, nifi quodcafüs mihi imponit, nec * nifiMundum Patriam agnofco,nectendo ; aliorfumnifiquofata dücunt, deniq;alit. quifquis me primusfufcipit. Miferame ' quidemfortém,& ingenii vagabúdimer * ces, ut adcujusvis nütum véhale corpus * circumferarì,ha&enus per omnesterræ $ angulosjaâatum.Et tamen,quantumvis £ longèinfrafpemquondamnaéam,& moe % mentantâ interdum quiete deleétor.Cre * doetiam ipfàm miferiam reddi jucundâ, * fívenitim cúetudinem. Sedventerintus * íatrat, qui placandus mihi eft efficaci ad * cömiferationé oratione:hücprimü aggre*

diar.M.Inaufpiätöprodiâ faméííeo inoccurfù.P.Dúaccipiá,undehodie vivâ, , de craflinocras videro. M. Si Dii hodie

* mìhìben&velint,cómittamhunchorviré -

QuIIÌ. -

683

cum Harlequino., P. Si quid unquam. Domine in vita expertus es adverfi, aut

minùshabuiflifpesfècundas,aut labores ingentesirritos,autFörtungingenustuí, fhidia,meritaludibrum esexpertus,rnif. reremei, hominis jam multis annis fæva

tempeftateja&ati. M. Equidemmiho

moliricidifliinhominem æquè miferum;. &:velhocnomineinfelicem, quòd rnife

riae tuae fuçcurrere nonpoteft, fàltem la crymasfuas addere.-.Sed hic in proximo , homines habitantopulentiffimi, quosti bi,dum pluranequeo,conciliabo.. P. Pa- .

tria illis quae eft! ' M.: Sarmatia credo,, autSchlavonia,autMofcovia;certèadmo--

dum peregrinifunt.. P. Sed vitae genus. quale? : M. * Literisimpensè favent, & : linguas amant, undefivarièeos alloqua- . • ris, optimumfecerisillis, tibi fru&uófi£

fimum. P. Et Genere praepollent? M, . Utiq;, fèd alter veflibus ljxufiit, utple rumq;,nefcio quidridiculumreprgfentet.. Sedquidverbis opus, jameo,uteos evo- . cem., P. Deus te fervat. M, 'Tibi id !

pqtiusopussft,nehodièvapules Evocabo , T T TT

Har-_

69)

s Härlèquin, tanquam ad Sympatriotam.

: P. Bcnignum hüne opinor hóminem, fit

; id loci ingenium permittit, fed revocavi* … ipfifortaffè toleratam quondam miferiâ, , g + „ £

quâ ha&erius eft: fed quae haec faciesho minis?: H. Quis me vocat?& intertur-bat graviora negötia?'* P. Signor mio, ; voivedete peffèmpio chela Cornamufâ ;

„ norìftìonamai,felänon hàilventrepieno: :

a cofiio parimentenonvifòcontarele mie:

a fértune, fé primailtribolato ventremom i … hàlafolita refettione. Al quale & advifo ,

y chelemanielidentihabbiam perfoilloro , a ordine naturale, e del tutto annichilati.. „ H; loqueris? P.. Detantohab--

íg;

laryofoy canfado, porque füplicoavue-á ftra Reverentia, que mire a losprecetos s

;

, £vangelicos, pariqueellosmuevam vue

„ ftra Reverencia alo queesde conciencia,,

μ yfiellosnobaftaren para movervueftra , } Reverencia a piedad: fùplico quemires A la piedad natural, laquahyo creo que le:

', môverâ como es de rìzon, ycon effono »

j digomas.. H. Exfpeéta dum adferam v y diétionariamea, fiquid fortè horumibi ι , TT TT T D, rep*-*

reperiam; P. Vasha Gnadajefthozhem. naushevisheskuffiti, abibi mogel uafche ferzerefimoziti. Sakeiakumifidaifagada

hpomuzhinapridetetakujafâmojaZhe uadianukaterafâ velikelskote volofday. f&hozheoeffüfchiti. H. Equidemcredo.

teconjurare Diabolos, Here here,veniffi.

fittemiant,fittemant. T. Qgid clamitas. H. Eccetibihominem, quilinguam mu

tarepoteftinomnium brutorum fermo nem. Audiviloquentemut Afinum,mox. utTaurum, deinde Anferem,tandem cre

do Diabolorum linguam proferet. T.

Qgidtuoffendisinnocenteshomines, fce leftc* Amice, ecquid'tibivis? P. Schalöm. lechâ Adonai; Schem-nàbechölleab dée.

cha: kiani anochi veébión: Lemáan te nah-nàmiziràthléchem,miziràthmaym,,

òagoräth ké£phjechidàh: vajemallè Ie hovàh chol-memf haltécha. Abàl, kilo. nothémattà,Ben-Belüáalatta,nimfchálta;

im jorede-bör. T. Nonfatisteintelligo.

*». :r>y% %>> Nj-Ev :gyris jh Ei%v. tyr5nny&p xx-nynyb% :pxi>iis sy. s%pmi: mprp q> niis 18 tybnykb. -- '

;miri*,

rn* prms *5 *>%* ;j-';vbb-452 -mnr : -ma '° m -y nbvös nns 5y5* p. P. ro) êw &»%g%rous u£yav %v%v9av

i%ao¥•

8& eivau roÄvy^avoov élégàyy2e yλωττόν. fyvóris lixle %vuæ μάχα. äåw %An* où. 5/x&αμαθεῖν, κόe/?, àyà uà aù12* Paxpo5 pau&oέ σε λόγ%o. πρόονδέ λιμὸν και ά waw μον καλva, augrrw ?f *& à J& Aiaov.

T. Ne f;auez vous pas parler Frangois? P. Si fcay trefbien, Seigneur, Dieu mercy : c'eft malanguenaturelle&ma ternelle: carie füis nay,& ay eftëmour ry jeune an jardin de France. T. Et Germanicè loqueris?. P. jjcr: id) fönt *wot'ècutfd) 1 2(6€r fvag %ilfft midj3/. fbcil j6r ffiir nidjt3 3«6en fwolt / £)?«in.

3ungfftmirnuffnm«%rf^biirvbq&midô, *ie(m«%r gelüftet cincn gut«n §rumcf gut%un / alfi vicf ©pradìem $it rében.. Harleq. ©cf ffaf by reft cing Ørin gcn. T. Si Latine loqueris., con

veniremus fortaffis. P. TQuid addam D

ultrà,

ά, poftquamper Deos Deasq;& Mui. fàsomnesàvobis nihil impetro, finite me:

inclementes viriire, quò me afpera fata,

trahunt, retrahuntq; ` T. Nunc quidem, te intelligo.. Ha.TQixfô quid locutus. esprius? T P. Itali è, Hifpanicè, Sarma tiJè, Graecè, Hebrai, è, Gallicè, Germa ni, è. H. H ! cur non jam ante indicâ

ftumih ?&refpond.ffim tibiinfingulis,ad. fingulas in òplures ego calleo. £)cr* Mon fieur, Domiti*, Signor,Pan, Kyrios, Urans, M^yo,Adonai,Sennor,cgterafenfùshaber.. T, Hic tibi dies infauftus non erit: nam ,

hominem reperifti , qui agnofcat dotes,

tuas. H. Nöane etiam potes linguam, LIcopienfium, Barocenfium, Bocardem-. fium,Felaptenfiü,Difàmenfium? P. For- . taßis. H. EtvidiftiterráAudivi, teramq;, verborü congelatorü, terramq; Ivouro- . niam,&urbem Bacherâ, & avem Ruth,'

&Cingulum Omafii,&pileum Gephyri nionis. . P. Omnia, H. Noli mirari, ,

nam& egodecies orbemtotum circum

ivi,vidiqjquae planèincredibilia:fedunum,

dis mihi, cur mendicas, &caligashabes, TT " T^ psffi,-

§1

,^•

_ _

•

A ai j: j,

fpeffimè confutas? Iterum dicmihi annon , potueris exaotlinguis,& totidem Regnis

„ ;„ I, „

beas? infùperquxro quantüähme velisha bere? porrò quæro quòtendas? ad quaero poftremùm quid tecum,&quot millenos portes pediculos? T. Noli offendi, a pudme habebis mitius. P. Ego cffen

j „

dar, qui cullum obduxi ab offènfionibus duodecim fpithamarum? H. Turbo,

fuffuraritátum, quantumfùfficit ad pileú novum? Et quaeroanfèmperita malè ha

fcin'quid mediter? T. Audiam. H.

£ Cuig unicata Germaticam linguam po I, 'tui,fuiditiffimus, p9fteà Latinámajin £ xi,&pauper fa&usfum, nuncin Gallica, ,

excrucior, &admendicitatem propero, fiita pergam brevioftiatimdbambulabo, ficutifte, quemapparet*què fuiffè quon * dam opulentum. Nuncjudica quid dete

futurümfit? quinonmihus nufimorum

infumis, quàm ego: Scilicet mummor præ, fentes dabimus pro lingua, quâ emendice muriterum nummulos futuros. P. O. o. nefcistunos omnes vivere exalieno. Quid

intereft,petas quod opus tibieft,autfpon -

tè tibi

tè tibi affluant fimul neceffària & fùper fua? T. Tu prandebishodiè mecum, & audiemus tua Odyffea. H. Non fùa deo: Nam ut hic multilinguisnobis mina tur,haud habebimusßtis abfconditos no

ftros nummulos. Per linguam,nifimatu

réprohibeam, Turbo meus hunclinguo fumlinguacemq;hominé hodiè conducit. S C E N A

IV.

Gerjam, Lapitha, Bleffus, Harleq. Turbo, Panurgus. G. N Ecvidiftiipfùm hoc triduo? L. Non equidê. G. Sed miniftrum ipfius? L. Semelautbis,verü cogitabun ii& utfolet,cüHerus novum, vitae ge nusinduit. B. Equidem mirú eft, vivere -

poffehominem,quifibiquotidiè difplicet G. Sedillud q-jam agit,quale cft? L. Ri diculü eft,Mappas habet praegrådes,& re tia,quib.linguas omnes ad fontes & prin cipia fuarevocat. B. Scilicet ut uno labo

reomnes difcat, G. Ha,hahe! L. Erhar- i

moniam fcientiarum omnium inveftigar, retrogrcditurq; ad artiüfcaturigines. B. | Nem -

75 -

NempeHefiodicatenaeft. L. Itaq;jam fodit,utverum effodiat. G. Abrumpe, fi -nos visfàlvos, & hanchaftá accipe. Nam 'illi quidëinfànire licet,dumlibet, tibinom item,qui à Majoribus degenerare nödum •decrevifti. L. Sed ab oculis memento ab

'{tineas. B. Satis memini, L.Cögrediamur.

Conflit;us Pugilum. ' . 'Har. Hola, hola Meffieürs, attendésum

pen,quidfibivult haec barbaries? adludi çem,fi quis alterum offendit. Tibi dico,

laiffédorie parmsfoy, aut abibishinc abf £,

gí

~que capite, %uraftio. L. OHarlequit, grandanius,quàm exoptatusmihifuccur ris, hic mortem intenderat. H. Tibi? L.

Iuò mihi, H. Necaufagifti? ma foy, o

portec te effe Afinü. B. Heus Harlequir! H. Nequid propius. B. Proponemusti

ibi cafum,tu Iudexeris. L. Ego prior. B. £goprior. L. Egoprior. B. Egoprior.H. Vahineptiefto uterq; prior. L. Tacetu,

autvapulabis. B. Tacetu,autverberabe ris. L. Lucius Agato Prifcius, necvir,

'necmulier,nec Virgo, nec Iuvenis, nec Androgynos, hunc fibi quifquishabuit D 4

dam

dandocicatricem, vulnus prófundum in, : tracorticem arboris in fublimi vertice e£

fe,voluerunt accipere,quidjuris? B. Ne quaquam: fèd ftabulum ingreffus villico, fanavit ficcus intra Herculem ac propofi to fibi undecunq; hode acciperet libellú :fupplicem porrexit illacrymando fl-bili ter. Nonne luris ? H. Intelligo. Nón : ne tuhabes cicatricem?

L. Ita Domine

JH. Etille flevit? B. Omninò. . H. Sed

curtufievifti? quiaille habct cicatricem? JL. Quoniam omnis mons excelfior eft

walle. -H. Benè, fèd fi vallis ftat fùpra montem. B. Tum glycyrihiza meâe tturtuffi. H. Tuffisautem rénne offen dit fauces? L. Omninò: fùnt enim fem

per duoreétiinomnitriangulo, H. Ita

argutè, quoniam triangulumfemperqua dratum eft. B. Ut Virgilius ait,Cujum pejus? H. Hemtume vocas uncuion, fceleftiffime agri Phaenicum? L, Vides malitiam hominis. H. Video, fed com

modüm herus meus. Vah here, mediâ luce homineshicfe interficiunt. T. Sal

vcte. L. Salvus fis. H. Aftego prohi

•

bui autoritate, viribus, jiidicio, confilio. T. Ma&e Harlequin, ficitur adaftra. G. Ego rifù hactenus propè corrui. H. Et iam ridesin capitis periculo: G. Quid dicam, quòd hoc triduo non interfuißi. noftris exercitiis ? T. Equidem huic 'homini dono dedi tres integrosdies, nec paenitet, L. Ecquid fabricatis colum basligneasvolatilet? H. Fatendumeft, nunquam mihimagis oneri fuit ulliusin ftitutio, quàm tua; dum enim Di&iona rium meum, & Dittionario,& di&tiona

ire,$nb%$6rt(in£6ti«d)/ Latino-Germa nicum, & Frangois Aleman, & Italiano francefe.& $um69nb ®}iim6 vut turdj .

cimanbcr mecumcircumfero,tercentum pondovixrefpondent oneri. T. Num quamcredidiffèmcubumillum taminfi gni artificio recludere linguarum

clauftra. L. Sed profe&um aliquem

indefperas? P. Ne dubites. T. Videor mihiprocul intuerilinguarum oftia, P.Ita

eft,cùmincentrorefpofitus fueris,licebit tibiegrediadquamcunq;linguam.B.My. [terium. Quintu potius his omiffis ine ----------

ptiis

ptiis membra tua mecum exerces? H. Hem! ánne adhomicidiaiterü. G. Quàm

importunusrerum cenfortues, nifi pro perè quiefcas, hos omnesintecommit tam. En Turbo, nos colludemus. Ille &

Bleffus. H. Egónepatiar. T. Define tu. H. Hohobene:Siihtereundumeft, vemi

Panurge, egote occidam. P. Abfit talis error. H, Perge, perge, ne moriamur tardius, videsquämillijamcanant Media Vita, hemannemorierisimultus? P. Ca ve tibi.

Confi&tus triam parium. H. hofàtis eft. P. Nondüm. H. Satisin

quam eft. P. Atquimoriparatuseras. H. Sum,verum abfq;verberibus. Define tu inquam, fifâpis. T. Sitio meherclè, ec É nobispotum adfert? H. Ego, ego,ut

àlvâ dignitate aufugiam. P. Hodiè qui demevafifti. G. Nónne fàtis eft corpus curaremotu, quàm literariâ defidiâ abfu mere. T. Sua eff literù jwcumditas,ex

ercitiùfùa. H. hem,quiseft,quifitiat?ego

praebibo. T. Quintumoxporrigis, he luo ? H. Differ, differ; äjunt fiocere COr

;

corpori, fiquiscaliduspotum præcipitet. T. 1ámne porrigis? H. Atqui vitrum meumanondumvacuum eft, fed accipene irafcaris,&calefcasduplo. T. Hauftum Athleticum. G. Salvusfis. H. Oportet

Nebulonesvoseffe omnes,qui paulò antè necemvobisinvicemintentaftis, nunc cö

venitis&combibitis. B. Tace. venenati

hauftusfunt, quibus fé mutuoabfument. H. Itane? B. Itaprofe&ò. H. At ego

prior haufi. B. Sapuifti, itanoninfpicies reliquorummortem , fçilicet præcurres ad Charontis cymbam. H. Quid ais? B.

Qgodreseft, Nönnejammalèhabes? H. Certè, aedepol,mediusfidius.

B. Paulò

pòftvidebisipfosinûnire, & titubare,& balbutire, &torvum profpicere. H. O

facinusimbibereinfìmiam? B.Sed& ego bibam. H. Noli. B. Quare. H. Utfti

perfit, quifatanoftrareferat. Ego verò nefcio,quábenè habeam. T. Quiste tur bat? H.nefcio,fedincöfuetudine tuamhi

femper malè eft. T. Quidita? H. Quid hicegiflis? T. Membra exercuimus, D

bra

_ 8o

brachia,lumbos,omnesnervosfecim*agi liores. H. Terra vobis aridaforet & fo

dienda, aut findendaligna,aut cöportandi lapides,fiexercitiis opushabetis. B. Me mento Harlequin, teatq;nos omnes fub limioriloco pofitos, quàm ut Terræ luto nosconfpurcemus. H. Euge,eugeTur bomaeus! quàm triumphat, & exultat,! eream fi non hacipfa die ex te audiero, moleftumillud tuumheu mihi!heumihi!

Sedutres tuae funt, facilè exquisquiliisca

piunt voluptatem,ab apludadoloré. Ego abeo. L. Comitemur eum, ne fe fufpen

dat. B. Eamus. Nam Caenae hora eft. S C E N A . V.

Harlequim.

Alvetefpeéìatores,quosegonuncpri mùm intueor haétenus occupationib. prohibitus. Phy,qug turba? an me agno fcitis? an fcitis nomen? Patriam? Parentes?

Vitae genus? Ego Harlequinus fum Tur bonis Minifter, turbarum focius, turbi

numexecutor,

Per

Pervarioscafüs, pertotdifcrimina rerun1,

veniadvos, ut fiquisintervos, qui Tur bonis mei cerebrum curare aufit,

pro

deat, & artem fuam meis artibus com

mifceat , jam Logicus eft, Rhetoricus, AMathematicus, Politicus, Hiftoricus,Au

licus, Peregrinator , Linguarum peritus,

: Pugil:Nectamenfàpit,&quodtacitèpro nuncio, quotidiè minus. Pudet reférre. Intus fàltatut capra,& fìlitut Caper, & fubflitutCapricornus;cùmrevocofcho lafticam vitam, primùm caperata fronte

fyllogifmosnexit,& fuitpifcator, pofteà dedu&à fronte ad ravim declamavit &

fuitCirculator,mox orbes circumgiravit,

fuitq; tornarius,poft fabulas collegit,fuit que anus: deinde Mundum examinayit, fuitq; {113 ing {anb: infuper aulas infye

xit,fùitq;equiß,abeqinMundumex$ur rit, fuitá;täbellarius,linguas didicit, fuit uepolypus, ufq;dum inrabiem conver

Ã¤É confli&tatur,& fàltar,acomnino cunéta amotæ mentisfigna profert, Ecce --- --- -

Ð. 7 .

uri -----*

32,

urinam quàm turbidaeft, quäm fyllogif morum,Aftrolabiorum, Mapparum, Po/ liticorum, Nomenclaturarum, Urbium

ac Pagorumplena, illamtamen olim de fideratamSapientiæ Arcem non invenio:

equidemmalèhabet, quodvelut affe&atäimpietateejuravitineptiamfcholafticae {ànitatis,& tanquam virilibusvitiis tefte

tur, {eabea imbecillitate receffiffe, quae aut Deum, authominestimet. Ego mo

rumMagiftereipofitusfum,fed nihil ago: optimumeft,fi perpetuò fùbfequar, inci damusq, tandem vel imprudentesinbo num. Nónne Muficam audic? adieu.

SVBVLAE SOCIETAS. SECVNDI INTER SCEN II nomine convocata.

Gubernator, Bolfius, Examinator, 4gre ffis, Sorbimuu, 4vidua, Forcipimus, Anfius,Griphu, Aotarius. Gub. E. Tfiordo nullus,nullaq; vitæ fo -

cietas maior eft, quàm quiSu -

bulæ

tulae nomen dederunt, nunquam u-* ita increfcit, ut adverfùriam fùam Pro

digalitatem plafiè exftinguat. Necenim quia illa à Rege ufque ad Agricolam o mnia vitae genera fub imperio continet, haec fuis jú caret , quin potius eum habet numerum, ut obviam ire fit

neceffùm.

Unde gaudere admoduma

nos , qui magnificaeSubulae curam geri mus, convenit, quoties fe aliqui noftro ordini adjungunt, quales hodiè laeto

vultu hosprzféntes {ex Parcitatis & Te nacitatis candidatos intueor: quorumno mine, fi quid habes quod proponas, fac utiliffime Domine Bolfi. T B. Magnifi ce & profpe&iffime vir, hi omnes cum ha&enus Subulae fedulam operam navâ rint ,' animo intrepido ad examen acce dunt, ut illorum'virtutibus patefa&is folertiffimorum virorum collegio annu

merari queant. Gub. Gratulor fimul nobisatq;illis, quifuaha&tenus benè ad miniftrârunt, nam q*ui

84.

quifuafumt confùmumt, cum deeff,alie. ma /equuntur.

Etfi verò de profcctibus eorum haud du bito,legestamemnoftras negligere nonli cet, tibi itaq; examinatori permitto , ho rum virtutesjamjamexplores. Exa. Ac cedant examinandi. Agr. Exa&iffime ; Domine. Ego Agreftis fùm, tennis for tunae homo, fed cui nihil deeft. Ex. Quæ

eftimtevirtus, ob quamtefperas dignum

ampliffimaefocietatis? Ag. Haec,quòd pauca à parentibus meisaccepta, etfinom auxerim,itatamë confervârim,utin hunc

ufq;diem mihi fuffecerint. Ex. Qui po tuifti? Ag. Praemiffo, quodhofpitem, amicum,focium neminemhabeo, mendi cantibus formidabilis fum, convivia, fe rias,natales, Bacchanalia, Martinianao

mnianefcio,gdesmeas nunquamvelefcu lentis, velpoculentis vel füppelle&ilibus

impleo. Ego quidedam, quidbibam,quid ludam, undeveftes habeam, aliosfcireni

hil refert. Durum id nonnunquam fa

teor,feddumclanculumfiat, poffè dom

miacquisfcerejucundumimò: 7\(on mi 730 ^ - --

;

* moref? virtus, quàm quærere parta tueri. • Gub. Laudo vitae inftitutum, fed jam hic confide. Ex. Ecquid tubone vir, inte virtutis habes noftro ordine condignx?

Sor. EgoSorbinusfum,inhumanam fo- ! • cietatemnatus, verùm id mihi Naturain

vidit, ut per me viverem, unde fervien , dum multù eff, ut àmultis accipias. 'Quis vero id melius faciat, quàm divites, qui laudes, gaudia, amicitias & plæraque $

magnoemunt,quibusmeinfervirepar ef}. Itaq;abiis accipio, nonunde quotidiè fal ttem vivam,fedrefculasetiam meas adau

geo. 'Credite, menäicita pauperem non facit, fed ingratum. Cæterùm nequis a Iliusetiam meisinfidietur,cautio eft. Seme

per pauperemme fingam, & potiùs mille bonisverbis totidemque fufpiriis, quàm nummoadjuvem. Notumeft: ~Sola mifèria caret invidia.

Sicpaulatim & nemine confcio exfürgo. -quodreliquú,vitameaabfq; fumptu meo interhilareshilaris eft.

Gub. Verè tu

notasbonihabes Subulatoris:itaq; affide. -Exa. Intertio,quae virtus CompagniaeÊ. -

'86

{trae decora? Av. Ego M. Avidusfim multis in rem literariam meriris notus,

jamâmultis annis puerosvariaartiumge 'nera doceo,fed tardè, nefepraecipitent,& {impliciter,nefe obruant. Libellimei te {tesfùnt,quosprglegere mihi difficile non ! eft,audire aliisquiatritum,non ingratum, Puerosinterdumparentibus laudare abf

que lucronöuteft,molliùs habereMatri bus non vile, libellis donare nondamno

fum, domumcomitari, non infrugiferum. Pofteà exverfibus,expraefationibus,exli terispraefcriptis, ex privatis inftitutioni bus, Collegiis, cenfùs meos accipio, quò frequentiores,eô accepti r s. Sed deeru

ditione mea dubitaris,equidem nonnega bovobis, illis affirmabo nunquam, fedin

laudibus reispono, eam artificiosè tege re.Dstig;finullo colore retinere pueros amplius poffùm, abeant. A{ulti incipiunt, & pauci ad optimam f*gem fé recipiunt , Interea literae mihi fteriles non funt, dum re&è tra&entur.

Aam fétentie caufà difcere jejunum eß:fi ingeniâ hominum litera, accommodes, -??/4/3-

mumquam redibunt vacue. Illud jurare aufim, qui hodiè maximè celebres fùnt, imperiti fùnt. Gn. Dignushichomo eft, quem magnis noftris arcanisadhibeamus, quiliterarum mercaturam inftituat. Aßi de Domine Magifter. Ex. Ecquid tute cum murmuras? For. Morae me taedet,

quae me hic abfq;ullolucro detinet. Bot tegameadomiclaufà eft, indeq;abfq;ullo dubio aliquot emptores ά Ex. Fer patienter,quiahocquidquideft, honori ficum tibi eft. Fo. Mihihonor nullus, a ir

micus nullus,nifiprxfens nummus,cuire liqua omnia venaliafunt. Pauper quisquis cft, nequam eft, Dives quisquiseft, bonus eft. Certe ab eo tempore,quo demeis mi fimet profpexi, inter omnes melius ha

beo, qui priusubiq; ingratusfui. Ex. Sed quae tuaarssft? For. Multiformis, ordi riaria quidem, quodlardum,butyrum, f&vum, oleum,femina,variavendo.

Venales4, manu,ibifax, ubi maxima *merces,

Sed maximè temporis maxima cura ha

buada cft, prima pira , poma , pruna» dumu

{38

dum cara funt, vendere, rebus inufitatis

hominibus appetitum accendere decet.

'Q uidverbis opus eft ? veniat ad me qui voIet,emat qui volet:faxo necme necil lum paenitear, Hoca ffirmare aufim, mihil

tam minutum eff, quod lucrofum monfit, ß in hominem intentum incidat. Gub. INon indignus es noftro collegio, etfi te &iora lucra mallemus; Quod tibi nomen

eft? For. Forcipinus fùminftitor. Gub. Benè eft. Ex. Accedat quintus, & vir tutesfuasenumerer. An. Exploratiffi me Domine,ego Anfius fùm, vobis utau

' dioplanè accommodus. Nam mihin& officiumnec fervitium ullum eft, necuti

videtis fordidusfüm, fednequaquammei profufor. Haec quae inmevidetis lautio ra,in multorum annorumufumfufficiút,

nec domo nificum dignitas expofcit mea egrediuntur. Imò fi commutatio aliqua

arrideat, dimittuntur à mepoft longùm fervitium,veluti intaéta: quòd reliqüum •eftex honefta ufùra, dum fingulis fepti. *manis ex floreno cruciatum accipio, ho insitè vivo,& proximifimulacmieasom moda

89*

ipoda procuro. Siquidemendum eft,fîb, £ haftaemo, utfit quod alius fortaffè à me ,

t iterum emat. Naturae rarioribus, libellis.

* nonubiq5obviis, antiquis nummis,çurio-. . * forum ingeriis infervio nunquam cum

* damnomeo. Monetasetiam maiores mi-. noribus commutareinutile non eft,& fci-. revalorum hincinde différentias. Sichi

* larior, plerumque appareo , in primis, % in alienis aedibus, meas quidem internè :

paucifüntintuiti, juxtaillud. ,

tecum habita..

( Plüra nonexplico, quae vos fingulafcitis,, & ne me vobis,fedvos aliis detegere videar. * Gn.Lepidü caput,dignü cui thefauros có

$ credamus noftros. Ex.Nüc fextü audiam*. .

: Guph. EgoGriph* fum,famofusProcura tor,five Advocatus,fiveCaufidicus. Fx. * Formidabilemunushabes,fedvirtutesex

% plica. Gub. Quid opus eft? facies, manus, ' nomen, officiü,fùffeciffèntvobis,&ordini

: commodäffent. Oculi Briarei,Sphynga • rum ungues,perjuria Laomedontis,Ulyf

1 fis argutiae, Sinomisfallaciae, fides Poly- . * mneftoris Advocatumfaciunt.

Ex. Ut :

* ßrmo &yultustuuseft,vixtibiquifquam ,

-; O.

£,giet,fèd tamen myfteria nobis quæ dam aperi, Gu. Vah!ufiratafunt,lites fè rere,eafq;protrahere. Nam ut lis litium. mater,fic Advocatum Pater eff. Lite* ve rò pendere diu,vindemia quædam eff. Exa. Quomodo utrumq; facis? Gn. Aperiam

vobis quaedam. Rufticelli quifacilè iraf- ' cuntur, provocandi fùnt, expeditiffimâ caufæ obtinendae ratione, & certæ vi&o-

riae fiducis,fitardioresfint,pofteritatisin

famiâ excitandi, ubiprimum litigare in ceperunt, in manunoftraeft continuare. Ex, Quae fùmma hujus artis obfervata. fùnt. Gm. Illa meo judicio. Primò divi tumcaufàs potius agamus,quamPauperü. Sunt enimillg & ferventiores,& pinguio res,& diuturniores. Deinde ne quisvel. linguae,velcalamo,velpapyroparcat,haec. enim cun&a clientibus aeftimare licet.Po

ftea ne quis Eruditionem affeétet, nam. eò audacioreft,còcla-.

mofior. Hodiè do&ioresnonfunr,quili tescreant, quàmhifünt: quifinihileftli tium, lites ferunt.Tumconvitietur etiam.

adverfùmpartem, id enim & P- R

geßclienti,&fériumvidetur.Sed&

p-i

* decet, fivi&oriafequatur, quodutrumq;, & advocatum & clientem vigilare facit. : Nec non pro pompa, & concufù homi $num aliquid faciendum, ædesfplendidio-. 1res, bibliothecam inftru&am, emiffitios:

;laudatoreshabere. Interdum fpontè ne ßgligenda quaedam fünt, quae emendentur,. •

íiterumfùbtemporis mora. Sedmaximè: gvidendum utriq; parti praefis,& qui alte

:;rum defendit, fit fubftitutus: fic moras.

rtrahere, fic tranfigere tibi, quotis com ;modum erit,cum lucro licebit. Deniq;. ftentandum non qui bonam capfamtuea :ris,fèd malam obtineas. Gub. Hoc deni

quevivereeit, & jura humanae focietatis. tueri. Not. Magnifice Domine,infru agaliffimisiftis viris parfimonig virtustan Ętaeft, ut noftro collegio nonfolum digni, cvideantur, verum ne focietatem hanc:

jnoftram afpernentur, fummis preci jbus contendendum effe cenfeam.' De jpofitionem autem meam. fümmatim, declarabo. Dominus Agriftis opes, f,

à Ma

92:

àMajoribus reli&asquomodo poffint au-geri,docet. DominusSorbinus, quomo

dopofir quis abfq; fumptu voluptatibus; opóram dåre. Dominus Magifter Avidus, novo quodam modo ludilucraindicat,&: quomodo ignoransdoccre poffit, often dit. Dominus Foccipinus verò , lucri in unaquaq; re acquirerdi viam aperit. Do minus Anfius, quo quis modo abfq; fum

ptulautiufculè vivere poffit, pulcerrimis. ràtionibus notum favit; deniq; Dominus; Griphus caufàrum agendarum utilitates,

detegit., Id Dominationi veftrae fignifi candumvolui, ut quid faciendum fit , illa.

decernat,hiq; ad exoptatum finem perve- , | nire queant. Gu. Facism equidem lu bens, fi prius ad folemnia noftra Capita , Domini Candidati fejuramento obftrin-. xerint. Formulam recitet Nótarius. No. Iurabunt Domini Candidati, 1. velle fé :

fingulis diebus aliquid lucrari, velfàltem ; nummisinfidiari provirili. z. Inveftibus. cibis, reliquifq; utenfilibus,nonfecundùm artem velfubtilitatem judicare, fedfoli-.

diora appstere. 3. Conviviis intra

fig. G€--

93;

* eléemöfinis, ut&periculofömutuo .? 1 mninò renunciare. 4. Canes, volucres,, * Sciuros,taliaq;inutiliaanimalianunquam ,

* alere. y. Deniq; hunc ordinem noftrum ;'

fécretò fovere.. Gu. Feciftis optimivi•, : ri, quodvosdecet, nos quod docebitjama.

s facere aequum eft.. Cogitabitis autem i

non vulgärem vos ingredi ordinem, fèd! : Régium planè,

, Beatiffi É dfplendidius;

: mum.perfeétiffimum.Ecqui

: quàmfive abaliis alaris? Regium eff coenare affmbolum:

sutaris; _ ^ . , Svetuisopibummu tur,Tullium AVa

;

ubi loqui

tacet;,

ipfé}. . - …

a Eequid Philofophicum magis?' , Qmnia agere propterfinem.. Κ 5. Vel fànè; ;

Paucis mimimùg, AVaturafatüfaceré. » | Ecquidbeatius, quàm domi acquiefkere?? Tutiorfolui, quàm malè affociatu.. |t£ ; Tümfuoroboreftare, namq;; Divitiamervifùnt rerum.. . . . : 6. Ecquid perfc&ius, quam integer homo » $£

effe??^ TTT

TT " -

S3il

94.

$ol& homogenerant hominem,

$ Nullius fradibuspìtere;, Fingereßneßit, viveremeßit homo, *

Sua omniafacere;

A'on maculat palma,quifuafa:fa, facit.

Temperantervivere;'

Omnis Repletio mala eff. Judiciovalere,juxta veteremcautionem.

Rem cui de* videto.

Quæ vos nequaquamcontemnere,fedre

liquis humahae vitae commodis praeferre: omninò decet: ficverè abundantes, verè.

potentes, verè voluptuarii inter alios vi vetis,&laboresillorum,imò & bonavim-.

dicabitis, quodut feliciusfiat.tu. Qro miférere laborum.

Quodreliquumeft,Comprobatavità, | morumqueinftitutisabinquifitore,quem. invos dederatordinisnoflricommunitas,., quod felix acutile fit, pergere vosjubeo,

adhonorem quos cupiíis cönfecutiónem,' publicè etiamjudicium devobisnoftrum. confirmaturum.

Hoc vos fcire volo.

Surgiteigitur mecum,& adfolennem di gii--

•

•»

©•

gnitatis veftrae renunciationem mecum „ properate. D I X I.

A C TV S T E R T II. ' S C E N A

Turbo.

1*3;g- rur

T. IMperamihimeabella tabella, nes: enim citiùs fatigabor obfèquio, quâ turmandatis. L. Nunquam impetrabis.

utplurismejudicem,quàmfervamancil „ larumtuarum, T. Oadmirabile!intam ' regio palatio & divinâ formã habitare :

* häfichumilem animam, L. Id libera * litatis tuae eft, , ut ubi maximè laudis;

j inopem videas , ibi cumulatè effün * das. Ego qualisfüm, firisformofàm me * credo, 3uia mecum acquiefcas. T. Hs.

? Labella! caelum meum! ubi perfe&iones; * naturæ contemplor, L. Haec Eloquentia, 3

-- -

B 2.

quo&

96:

quotjamcombuffitcredulasvirgines? T.. Veneremteftor,Deam formidabilem,hic.

amor meus integer adhuc eft, nec dividi ,

poteft; parsilla, quam tibi dono, totum, eft, L. Somnium credo, qui enim vigi-. lantimihi Dátam füblime domum conci-. lient. . T, Primaes, cuiaffeétummeum,

fàcrifico, erifq;fivelis ultima, quae poffi deat. L. Eloquentia tuaos mihi obfi

É & aeternùm filere jubet.

T. Imò, iceat mihi vel femel affk&tum detegere, . & cogitationes: pofteàfiita videbitur ad ; aternumme condemnabis filentium. L. Neaperias quaefòfècretumtuum,nifitam.

expediatiistacere,qui audiunt,quamtibi,, quieffers. T. Secretummeum,votum,

eft,fpeseft, anceps vitae fors. L. Itàne, optarefoles?, T. Optomefeliciffimum L. Prudenter,fedfifors vetet. T. Tum,

Mortem eligam: nam quod voveo Vita . eft, & mortem dare póteft?. T. Quae , illa crudelis felicitas áí , T. Major eft. ,

$uàmlinguameanominet. Sufpiriamea. , , lacrymae,fingultuspallorfintmientismeæ ;

interpretes,. L. Nihil eft quod impe-. " ' * T trare ;

97 ftrarenonpoffis, fihocos, hi oculi,- hoc ' compofitum corpus petant. T. Tuum ' eft, ô Labellabella, dare&negare,fèd ne : garetuumnon eftô bella, quae occidere -

nondidicifti. Et daretuum noneft, ô bel

la, qug veneremnondumhabes adeó cru ' delem, utfordidihominisprecibus tanga ris. Verùm quòdadeò infelices fùnt mei ' amores, ut finem nifi mortem polliceri non aufint, necminus intereà cor meum

affant, actorrent,ecquid clementius fece ris, quàm me perire manu meâ jubeas. Nam mandato tuo fuaviter moriar. L.'

'Imò mortem tuam defidero, ut ex augu ftiffimacorporistuißde, ad hanc cordis meideformiemcaufülamdemigres,vivaf

que hic,poftquamfplendoriste taedet, ad fiutum ac plácitum. T. Egóne immi grem?OSálvebeatumhofpitiumfùavio íum,bafiorumreceptaculum! Sed quia periam hoc corculum ? T. Iam patet.

T. Age. tuum hoceft, quicquid apparet; ' tuumiq;erit, quod nondumapparet, tibi Vitae fiecifq; poteftas in medata efto. L.

Itaq;peto.T. Quid imperas? L. Amo -

'E ;

rerú

remtuum. T. Vahillud tuummancipitî*

fed accipe, L. ft,Harlequinadeft. H. He re,hodiè quidem medimittes. T. Qgò ibis? H. Nonpofthacunquam quicquam ufpiam tibimeüfitnegotii. T. Qjid cö mifi? H. Tuvideris. Namabeo momen

to,quo cepiftiinfanire, mihi nec dormire licet,nec domieffe,necedere,necresmeas

agere, adcò totavitameahujus meretri culae fervitiisimpëditur. T. Quidais?im urum caput! H. NuncMufici convocá difunt,nuncfàccharü&malvaticú,& aro rmatacomportanda, nunc florcs emendi, muncliterulae tranfportandae, nunc no&tu <difcurrendú,Sartor,Sutor,Pciiio,Inftitor, Aurifaber,univerfùsMundustuis amorib.

infeftatur. L. An Zeloty, * es Harlequin? H. ba,be,bi,bo, bu, mihi Rubeiia jucun

.dior eft,quâ Labuhx mili . Eam egö amo, illame amat, ego ofculor, illa vidiifins,& dedienosamamus ac pali nonutvcs clan culum, nec literulas f simus, fedapertè

conferimus, nec fùfpl;- rius, aut plora ftnus, aut ru beraus, *t*tf* tjramurannus, aut

manibus vcl Pcdibus loquimur, fed ple …-

* numa

inurbamorem largitereffundimus. Nöri ne Rubellamellea? R. Omninò,fedta *men comptiores, quàm ante. H. Id de :cebat,utadderemhanccorpori meo gra viam, tui gratià. T. Et Mufici nónne

aderunt? TH. Nónne Rubella, Herus meusineptiffimè amat? R. Scilicet.Vir giniomniafuapofthabet. H. Verumeft, 'nam & librosomnes abjiciamus, & Pa 'nurgum ejecimus, & pccuniam omnem

obfumfimus, vóbis ut placeremus. R. Etiam pecunias? H. Turbo quidem ad unuin nummum ; mihi tamen quater

centum mille coronatorum fuperfünt: ánne fatis? R. Qgidni? H Etveftimen * torum trescenturig. R. Tum margarita

rumquantum fìtis? H. Et equorumbis millefefquinovem. R. Etboum noven decimulnae? H. Eragrorum centum do lia: &nitacömodè tecum vixero? R. Cö

' modiffinyè, fèdubitätasopes habes repo fitas? H. Hincinde per Terrarum or

bem. Nec enim Princes facilè eft, qui non armenta mea,& greges, & cohortes alat.

R. Verum fime duxerismónnein

\JmuI!

} Hoo

unum coges?

H. Vah Rubélla, mea

* ftella, cùm me habueris, omnia habueris,

modò nefimcocu. R. EugeSymphonia cos! T. Tandem. S. In temporeve • nimus , quod rerum eft optimum. T. Nunc mea Labellarelaxabimus animum,

ut à curis liber devolitet. H. Optimè, Turbo. Nam haecinfànorum libertas eft,

, cùm vincula diruperunt. T. Quid tu?

JH. Perge, proficimus. Nam fàltando, «currendoq;ad illam tuam Sapientiae ar ?

coemcitiùsperveniemus, quàm eundo. T. Impröba'lingua! Sed quid vos Mufici? Silve Labella. (Chorea.

JH. HeusAmor, & fceleftaVenus, & ne

, quamcupido, finihil mihi aliud dabitis, , quàmhanc defatigationem & no&esin

ÄÈÉ pi&acorcula, & lamentabiles cantiunculas,&tam moleftumfervitium,

Ego quidê hachoràvobis renuncio, & ad meredeo. Turbo verò meus,quò perre xerit ulteriùs, eò clamabit fortiüs: heu mihi! Ego abeo. R. Holla Harlequin opes meæ, dulcedo mea! H. Nihil im ;Petras,

Io ,

'petras. T. Euge Nobilem Amorem! quàm nunquäm ingreditur animamfor didam. L. Eugeingeniofüm amorem!

quàm exacuit animidotes. T. Eugepo litum Amorem! quàm totum corpus ad elegantiamcomponit. L. Euge Huma num Amorem! quàmjucundae converf&-

tionis cunétos modosprofert! H. Euge Afininum amorem, quantasvobisauricu lasimponit! T. Ecce infidiatorem! L.

Nobisveròimprudentibus tempusprgte rit. T. Itane? L. Equidemjam dudü fo licitafüm,quimeexcufem domi. T. Vah Amor eloquens fimuleft, ac acutus. L. Quidfivapulem? T. Tum plagae,meae

erunt. L. Ego tamen fortaffè citiüs cor pore fentiam , quàm tu imaginatione. T. Ah Labella, nefcis tu quanta fint ani mae tormina, tufànè fiamiares, nec ver

. , nec plagas, nec vulnera fentires. ; - bera L. Itaq;amabo,utmitiùshabeam. Sedab eundum, T. Iamne?

L. Imò dudum.

T. Navem oportebat hunc locum effe, quounâpergeremus, quocunq;liberet. L. Äh, quàmbrevi tetaederet taminvifae co mitis E 5 . T TT -

I©2,

mitis. T. Qjid* dumviveres,nonHato ungue difcederé, & morientem quod no lit Deus, non mori fincrem incomita

tam. L. lämne medimittis? T. Qgo? L. Domum.

T. Heu moleftam dó

mum! quam execror, nificum domi es. N. Labella. L. Iefus vocor. T. Ahinfe

Íicitatem! Mus. Q jidnos agimus? Alt. S C E N A

II.

Armenias. * Brandom.

A. II O, hoAleman, amare non ita ex

peditumeft, accredis,necfivivo, habebis ineptias tuas interturbatas. B. ' Verùm Labellae quidvenitimmentem,ut amores fuos conferret in hominem ne

fcioubifordidè natum. A. Dicamquod judico. Germaninimiumfimplicesfùnt,

& paucis quod fumma rei eft aperiunt, necitaut nos anxiè torquentur,po(teare rumfùarum prodigifunt, earesvicit La

bellam,fiverè amat, B. Imò ajunt,il

Î®

f lamnihildiffimulare,&meditaricum 3

% pfo difceffùm. A. TummihiVenus,&

1, Mars amator irati fint, fi patiar illam è meam, quamdudumcoluiDeam, meet * iam corfentienteabduci, acdetantisaffe

i &ibusmeistriumphum haberi. B. Haec

3 Amorisfcholaeft,primùm abblandiri,&

i latâ atq;Regiâ viâintromittere, pofteà fi • pergas,fcopuli meri fùnt, & præcipitia. A, Aut fallor,aut dejiciamhominembar bará,cumille fecredetftare loco firmiffi mo. B. Potiùsvaledicas hisamoribus,

quae vel hac levitate tibi naufèam facere poffünt. A. Illud potius quæro, qui • 1

hanc levitatem vindicem. T B. Etiam

» Labellae infidiaris? A, Vix poteroTur

$ bonemlaedere, nifi etiam iHam tangam. : B. Quid meditaris? A. Tibi ego hoc *

credam. Eccehas literulas.

B, Ecquid

f , fibi volunt? A. Primùmconjuro fidem tuam. Sedquiddubito? B. Miror. A.

Hnfpicefübfcriptiqnem. B. Labella Υ * eft. A, Benè Audidum -

legam. B

Qßw

6 • •

:1©4,

Oféulum.

scito Cor meum, & Corporispoffeffor, ine

ptum illum germani penè effe devitiam. Iam cacum eff,jamfardua jam mutua fam,

infenfilü, nec fùpereff, nifi ut deplumem, mittamg, in malam crucem. llnum me malè habet, quàdgenas meas, tibi debita, olido ore nonnunquam contaminat , fed

álatur, quòd ære fùo nobis emit gaudia, fibi rifùm. Exigua mora fùpereff, cum de

eo plenè triumphabimus.

Salve Cor

meùm à Corde tuo. Labella.

B. Obftupefco. A. Quidita? B. Puel lae fcelus, & malitiam. A. Anidnonli cer,cüm ftolidus hircus nec commodis,

neciratisverbis abigitur? B. Iamte mi ror, quipoffisamarehancbeftiam. A, Ne maledicas, Labella has literas nec vidit

unquam nec legit, nec fortè ei venit in mentem. B. Quidfiet tandem? A. Vah -

fimplex! has literas ego confeci, utinci dantinmanus Germani. B. Nimium a

mat, nonmovebitur. A. Quàm Amo

risimpcritus es, nemofaciliùs iram conci ' pit, -

;

to;*

'pit, quàm amam*. B. Sed jocuminter pretabitur. A. Nonpoteft. B. At cre

det plus Labellæ verbis, quämliterulis, os teftemhabet, quidopuseimanu? A. S;, ne agam , Ecce tibi alteras. B. Cuius? A. Alemanni. B. Lege.

3.'P. Qaod de Labella fùfficari, Amice faffra eff, mom enim Conjugium quaro,fed voluptatem:illa mihi vifà eff condignaque lueret fèelera, aliâs Germamù illata. Nunc ubi primum extorfero aliquid laboribu4 meù reffondens, dimittam eam talem,que

meminem ultrà amet, delebog, fihe literæ momfùffìciunt, ipfo opere tuâ diffidentiam.

Vale & papyrum qùàmprimum Vulcano immitte.

Tyrbo. B. Vahlividasliteras; credo non atramé

to,fed fellefcriptas. A. Sed nónneido neum tibividetur, ad dividendos illos, fi

unotemporehasuterq; legat. B. Non dubito. Sedopus efthomine circumfpe &o, A. Talemegotejudico. B. Obfè cro te, mihinegotium taminfame necö

mittas. A, Qgidinfame? ubi primùm . —---

E 7

I Gcr

Yo6

€ermanashinc abierit, quiserit, quihite ras examinet? B. SedPaterLabellæ fire

fcifcat,quàmindign&filiæ impofùeris. A. Vah meticulofè , quid fi Caelum ruat. AValla fùnt confiliamagù audacia,&feli cta quàm amantâ. Vemumom ef? obfervams legum,Satiseft;amorjubet,amoraudet,amorpraeftat. B. Periculosúeft, A. Quid ego te agnofcam amicum, firesmeae fint omnesplanae,tutæ, expeditae? B. Siada micitiâ provocasparatusfum, fed eiwdi* amoris eff, premonere depericulo & in pe riculo adeffe, A. Atquibicmififides defit, nihileftpericuli, B. Trademìhiliteras,& reddä expeditü. A. Eugegenerofum ani mú, hinceft,quodmetibiconcredidi. B. Curabitur,(edalterasanretinebis tibi? A.

Mihiillæ curæ erunt. B. Sedvellesquam

gexpeditum? A. Quidni? eamus. Ito. S C E N A.

III.

Harleqwim. H.

Q Uodcomptior nuncíum» mirum [MG

yoy,

nefir,haec Amoris primanota eft, nefci

' viffimmeformaofiimnifi amâffem.Equi gem cum illa mea Rubella nunc oculos mihi collaudat, nuncnafum, nunc auricu

las, moxbarbam, vixmihi temperoàfa ftu. Opórtet meanumcomnianitêre, &

effè exquifitiffima,inceffùmexa&um,pe desdecenterpofitos,manus&brachiare gulasfuas habere, omnia ex tabulatura, quoniam amo, oculoslimos,&annuëtes, osfibilans, manusgefticulantes, pedesle viter prementes, & quidopuseftverbis? univerfumcorporis alphabetum, & mu tam linguam decet£rviremeis amoribus. Sedaudite:etiam Poëtafa&usfum,&re bellembellam Rubellam accufo fimul&

excufo, condemno & abfolvoprofeélò

jucundiffimäinventione. Sedvos concu pifcitis?habenèeft,expeâate,dum è mul tisingeniimeimonumentisinquiro. Euge legam vobis,fedfubfilentiifide, &c. f.

£Xu6c[twitmiff<it fit $a/ \1}/{)%t%%. £Xyj6£! 160b11 $4%%i%%t , $i

'io8 '2.

$Ku6c{fanft*i(/fcit fie §a/

- _ -

§(cicf) ficuocn ficicij/ ficidjibtid) faß/ 3.

£Xu6c(gf«(ftmir/fcitfi: $α/

€ucf giibciigucfgucf/ fommina%/ 4.

£u6«(iftgerm/fcit fi« §α/ %ö066ούςm 606606/jcjfwirb6(αίω.

•

, £u%«{%aftnidjt3/f«itfie §a/ • , QCy çyb«n/«y «%«m/tmadjfttmidjgY%fW, 6

£Χι16c{(ciò bidj/fagt fie$cim/ 2(tt aubcm/41tat1/jcfj mu*5%«ffit.

Etaliaplura, quae excellentiffimèpoffùnt exprimipedibus, cum magna veftragra tia. Sedquò minusfàltem,Turbo im

pedit,cuipertotumdiem&integramno ctem difcurrendumeft, itaq; quodbonâ veftrâ pace fiat,nonfaltabo. Iamar- •

canumvobisalterumaperio T

prandsbimus.

scÉ.

- '

S C E N A

• .

IV.

[

3random. Turbo. Harleq. !B.

Q [Iasego hicliteras gero,literae nö

fünt,fed lapides,pugiones,milites, quib. ego Germariumillùmiiitadelebo, nè

' quisunquamglorietur, Gallo impunèe. reptam amafiam. Sed hic adfores Label,

!*ftabo,ut quamprimùm prodibit Tur bo, hicmeobfervet, & has meas literas.

T. Tumenfàminftruesinterea, dum ego ' abduco Labellam meam. H. Nihil ά, 'quod agam promptiùs. Nam labor hic : mercedem habet comitem. T. O Amor,

'nimaium promptus mihies, adeò adnutú mihi cun&a veniunt. Amavi, redamavit, petiiimpetravi,vocavi,venit. Non ofcu

lumeft,nonfüavium,nonbafium, quod mihi denegetur. Sed quis egreditur hac? B. Heu mihi!Germantisnotîvitliterulas.

T. Heus tu, quid fers?, B. Nihil. T.

Q fcelus, nonnegabismihi, oculi meiin dices fuerunt. TB. Quid id tuâ refert?

T. Permagni,finefcis, B. Nemónehic -

: ambu

?IIo

ambulabit,nififiibtuoarbitrio T. Imo &examine maftigia.Qjid eft quod occul taftiliteras?

B. Sinemie. T. Non ita, !

uti credidifti, monftra. B. Quid tibiju- '

iíííííí

; B. Heu mihi! T. Sic agam, vapulabis fi- ' mul,& perdesliteras. B. Obfecro te. T.

'riseftinhasliteras? T.

'Nihil agis. hem optimè eripui literas. B. ' Heumihi! non aufim redireinconfpeétú ' 'Herimei. T. Tuvideris, abiinrem ma- !

!am. B. Ineaquidétues. Siipfà adjuvi£ ; fet Fortuna, non expediviffemi negótium '

fortunatius. T. Immortalem Dcüm, La- •

bella fcripfit, hem quid fcribit, aut cui holla! ah!ftyx, phlegéron, trente diables,

'furiae infernales! Hirlequin? H Quid eft* T. Appagr te hinc. H. Reliquiffès me ibi. T. Heu,heu,heu mihi! H`Iterü

heu mihi!jam tempus non eft,potius Euo.

*he, T. Apage, apage ne appropinques 1mihi. H. Libenter,vífe catenas aíferám, quibus conftringaris? T. Scelefte H. Aut

laqueum , cui collum indas, T. Nebulo. H. Aut culeum, cui, includaris? T. Heu, beu, heu, acumihi! heu aeteraum mihi -

H. No

;

$. ', -

H. Noli,nimislongumforet. T. Ofce lusfcelefte,vebulo, trifurcifer, cacodae

I. : %,

mon, beftis, belial, quidimpeditne tedi fcerpam? H Quid? illud quodnodnimiú

appropinquo. T. Amovehoc, ipfo mo mento menfàm,mappam,fcabella,panem ', vinum,omnia. H. At ego efurio. T. Heu

infelicitatem meam! heùdedecus! heule vitatem! heu credulitatem! heu fidem!

dormióne anvigilo? ah vigilo! füntnehae litera? nonfùnt, nonfunt, heu mihifùnt, Ί

fedfpe&rum fcripfir. Labellanonfcripfir. Labella fidelior ef}. heu fcelefta Labella!

egö evifusfùm tibi,quem fimulato amo reoccideres?quifubmergeretur lacrymis?

fuffocaretur íufpiriis? cóflagraret artifi ciofo igne? O mores, o puellarum retia! H. Visne maledicámulieribus? T. Amo

vete. H. Qj f? deplumari? emerealiis

gaudia: ire in crucem T. Vah Turbo, Turbo, quisoculos tibiobfignavit,ne ani madvertes amicum latrocinium ? O

Labella quid cogito, maléfit mihi, tuum

peétus tam candidum, tamcalidum non ' habct has atras maculas , hanc gelidam gla

*JII2,

:glaciem. Ego,ego deceptus fum,tu nóm

decepifti. Quid non decepifti? Ecce lite ' ras,manum,figillum,terram peregrinam, ; mores alios. Quidhaefitas Turbo, & ef fundismaledi&iörü mare? Sedheu, heu,

heumih! vae miferomihi. • H. Siitaper - gas& tuas impedisnuptias,& quod caput eft rei,meas. T. Non egome vindica

I bo,&quodapislaefà poteft, nonpotero? ' “Gaudebitneillafemperingentismeae op- '

próbrium? Nongaüdebit, & quodbona , : mea fortuna dete&tum eft mihi, id malâ

eius,exibitincaputfceleftum. H. §Nón ,

'ergo prandebimus? T. Abi. H. Atqüi ' ego praedixihis, futurumutpranderé. T. Deum provocoiratum mihi,fi &c.H. llle ;

*abiit. Haecfuntamoris donaria, mihiqui dem ha&enus dum amavi jucundum mi- ; ihil fuit,nifiineptia.Sedibijäfüm,ubipro- , gredi & regredi eadem via eft, ejufdem , longitudinis. . Ego quid agam nefcio, mihieligendum. Abftinuiffè præ

'ftitiffet , fedqüod femel faâumeft, qui , *corrigam?

;

~-~^

'con-

113:

** *

Confülitein medium,dubiisq;occur-rite rebus.

;

$ Eg9interimabfcedo.

' • • ….

S. C E N A. V.. . *~

Labella, Rubella, Harleq.,

Q Uiddicam aut cogitem,quod Turbo , nufpiameft? ; R. Id quidem haudt crediderim, fàltem tecumnóneft. L. Ne-. fcis tu? amantium corda locum funt, ubi ;

amantes animæ habitant, ibifinon funt,, nuffiam funt. R. Monftra mihi ergo , : Turbonem, fiintrate geris. L. Utinam ,

poffem, Intuereris Régem, qui totusac : : plenèimperat,&membris méis, & affe-. άibus, & cogitationibus. R. Non vi deo. L. Ahfuavisideaeft, quae pervoli

tatcorpusmeum, deliciis, facetiis,gratiis. . R. Equidemverèamas? L. ORubella cùm vincéris aliquando ab Amore, tunc : hanclinguamintelliges,jamverò neccre--

derepotes, nec ego aufimidáte exigere..

Ha&enusquidem invitatalenihilßnfi:&: -

me*;

rt4

meminiquämolimipfâ, fecurèfimul, ac imperitè de amore fim prolocuta. Emi ubi grare fcilicet oportet omnia amoringreditur; ille occupar, illejubet, ille impellit, nunquam cohibetur. R.

Ę;

Quid? etiam arbitrii libertatem adimit? L. Vah. arbitrium, ubihomofe exuit, ut

induatalterum,necDominum ampliùsa gnofcit, nifiamicum. R. Heraecceli terulas. T. Tolle. R. Accipe. L, O, Turboeft, jamero certior, ubi deliteat. hem;itane? Vahnihil agis, folidior fùm,

quàm mehoctentamine dejicies. Hem! quid illivenit in mentem? non fic agier

oportet inter amantes. R. Quid e(t r. L. Turbo lufit,fed aliquantum agreftius,. nolimin alienas manus veniffèt.TR. Ita ne? L. Simulat fè fimulare amorem..

R. Fortaffis! L. Inepta, non poteft,. totusmihi patet, fed fecutus eft malumr confültorem. Vah aftutias hominum., itáneadeòinvifùseft conftansac fidelisa

morfceleratis. R. Quærámneeum? L.

Non,fingamenim meoffenfùmeffèipfius: imprudentiâ. R. Nonverò tangeris? L. -

- -

Eg9»

Ego? ah omneshumanæ virsinuaiî ' resfünt, quàmnosdividant. R. Me ve

* rò malè habenthae literae : aliudprome

° rebatur candor tuus. L. Ecce Härlequi. * num, ab eo fciamquid.Turboni meo àc * ciderit. H. hollabellesdames, haberis'. * neliteras? L. Habeo. H. Benèeft, ita, *, voluit herus meus, ut reforberetis ve

* ftrumvomitumveneficæ, fàcrilegae,fcor ' ta, perfidae. L. Quid hic ait? H. Euge. Heri mei pulcellam Conjugem , meam, * heram, bellum Turbonis coëmprümere.

* cimonium! L. Tene me. H. Depone * fraudes. Nam defierunt tibieffèutiles.R.

“ Impurumos, latro,hominum excremen

* tum,unde tibihaec lingua malediéta? H. * Satis eft. Ipfâ Fortuna vos prodidit, ne * exequereminiveftrammalitiam. L. Ah, * memiferam!. H. Tumeris,cum Tur

* bo effundetiramfùam, quambono con-.

* filio habet conceptam. L. Nifi me con ' je&urae fallunt,imminetnobisprggrande.

malum. H. Mihiquidemidaperire nöli cet, quia Herusprohibuit, ßdhacno&e. »

•

à Ture-

• . -

*. -*

II6,

ÁTurbone vapulabis. L. Vapulabo* , Nefcioubifim,heus Rubella: R. Quid.

eß* L, Inaurem aliquid. H. haha,con- ;

fùltate; erit ubi paenitebit provocatam ;

Harlequini iram. L. Quid cogitabg?: hic fççleftus nefcio quid meditetur. R.. Salvares eß,noninvenientiimparatas. L..

Heu! quàmconfli&atur Amor meus cum . tantifìcinoris odio. R. Domifiplacet: haecmitius difcutientur. L. Fiatita. S, C E N. A. VI.. • >,

Turbo. Famulu. Harleq. Alexiua.. Brandon. Aliqui, .

T. SIc agendumeft,credotibi Fortuna; invifà, acmeis partibusfemperad-.

verfâ, fed velfugiens referiam. Egóne : dicardelufùs, &ut fæminae planétu fal

temvindicabo injuriam? Sed diffimula tione opus eft, contra fimulantem. Tu puer,jamequi difpofitifunt?* F. funt.T.. Et Harlequinusubi? » F. Resfüas colli

gjj., T. Tumvaledicendumeftfcsleftae,, â ut ,

1177

utoptetnunquä fuiffè fàlutata. Namubi , primum admiffusero,auferam,quaevide-buntur ,, ac cum verberibus dimittam..

Audax mehercle confilium&germanum , fédte&umeft,&adexemplüillius, Har-.

léquin verò ubi?: F. Harléquin. H. Ad-fùm,adfum. T. Quidmoraris? H. Quia , non lubetillucire... T.. Nòn?? H. Non ,

ardepol. T. Nonte offenditilla,nonvin

dicabis? H., Certè, fèd vellem pro me : alius quifpiam iret, latis humeris, fortis , manibus, pedibusceler... Vah, adfoemi-nam ire trepidas? • H. At illa jam un les exacuit.. T; Eamus. H. HeuTur--

D, tuturbabisomnino,qug turbatanon-dumfunt.. T. Eundumeft.Tic,toc:Ali- .

qui: Quis pulfìt ? ' T.. Aperi. H. Mal- .

lèmclaufim. . T. Egofum. Al. Nemo , domieft.*. H. Utinam! ! T. Mentiris..

Tic, toc,tac. Al. : Quid tutibivis? • H.. Remmalam. T. Qgin tuaperis? Tic, , toc,tac,. Al. Orantte qui hìc fünt, ut :

; uamprimumdifcedas. T. Vahimpu-entiam!quosego amicè volo conventos,,

, itasxcluduht.t. H.; Hygiârit; , ' . Ä.

<* -

á --

•

H8;

abeamus. T. Nonferam. Tfc,toc,tac,.

Aliq; Abi.. Ha. abeamus. T. Non faciá. profiliunt aliquot homines.

A. Qgid tibijuriseft, impure homo, ia hasfores,ut hacviolentiaferias. H. Heu,

Turboide{t quod dixi. T. Te quidem, egohaud quaefivi. H. Sedreperifti. A. Tünehucaccedasfcelefto animo, utno

ftrae urbisvirginibus dedecusadferas? H. Imoadferebamusmunufcula, A. Quae tu

armahabesfùb vefterecödita,itáneama

tur?. T. Quidmihitecumeft* A. Et quid eft,meâ cognatâ T. Abeaa tibi mus Harlequin. H. Sihuic placeat. A.

Verberatefceleftum, tundite, rapite. T. Perii. H. Hu,hu,hu.bu, A. Vapulane bulo, qui infontibusesmalè minatus. T. Heumihi! H, Turbononne heu mihi!B;

Vapulaobliterulas. T. Vah. A. Vapula obinfidelitatem. T. Ah! B. Vapulaob te&aarma. T. Væ mihi Al.Vapulapro pter contemptü noftrum. T, Heu. H.

Satiseft,meojudicio. A. Vapula quiape regrinuses. Al. Vapula quiafcioliises, B,

VaPylastianamsonomine.. A. At meo, :\

B. Et.

r 119)

Et alterius cujufdä. A. dimittitever *, B: beronem,utquamprimumhinc difcedat. H. Idquidem promptiùsfaciet,quàmhic manebit diutiüs.Valere. B. Incrucé mala.

fcelefte. T. Ibijamfùm. A.Sicdabitur,fi

quisnoftrispuellispofthacinfidiabitur.Bintra citò, nequismotusoboriatur.

H E R M A. P H R Q D I T UIS;. .,

Tertii Interfcenii causâ pro- ' du&us..

Hermaphroditu, Poffillùu, Licentium, Pá rius,Securum,Thraß, Le&or,&atellites., Her,

6) Uiidego dicameffe, quodcumu £iàíôç intuemini, A

mici, fratres, Hofpites, filii, Vafalli,fèrvii

mei?An quiararòinpublicumprodeo,&c. in tenebris potiùs vobifcum converforæ

An quod metuitis, nequidvel mihi, vel! vobis,extâ apertâ imperii meijaéîatione,.

fùboriatur invidiae?Egoverò vos,quicum-. quemeieftis,ßsuroseffe

F*r*e*i

T T

E. z.

id!!

126 ,

id adeptifümus tempus, quononclancuę. lumfèntentiam ÉÉ, fovere oportet,,

fed palàmillis, quietiam veteri five rußi citati,fivefùperftitioniadhaerent, domi narilicet. Sümenim, fiquinefcitis, Here. maphroditus, Rexvel Regina, ficubi li buerit,gvihujusPrinceps,voluptatispro- .

les, grbis delitiae. Quid muffitatis? vires ,

viriks, elegaritias muliebres, miafculüm, peétus, cerebrum fæmineum, fortesma nus, linguam delicatam. Ego unus, una. .

llle, illaconjunéti. Huncque adeo diem, meisindixi, quo privilegia,quibuspraere liquis egomeos dono, atq;orno, lætiex audiant, caeterifq; quinondum fceptrum , hoc meum, adorant, animum accedendi ,

faciant. Vosigitur, quiexomnibus vitæ. ordinibuslegatiadeftis,filentes atq;atten- . tis animiseaexcipite. Poft. EgoPoftil

lustibiRex Reginaq;,Sacriordinisnomi meomnem attentionemfpondeo. Li. Ego

Licentius, Magne Magna imperans, Rei- . publicae loco debitam obedientiam pro- . mitto. Var. Ego Varius,incluteinclu- .

eas*w*r*a*fe£ -

121

(fübje&ionemvoveo. Se. Ego Securus * Aulam tibi,avibiformispotensPrinceps, officiofam fpondeo. Tra. Ego deniq; Thrafomilitum nomineMajeftáti tuae ? ' dcminterpono. Her. Felicem ego hunc ' diem dico, quo apertèidcófitemini,quod de vobis quidä füfpiciofiha&enus miuffi târunt,Audite ergo quibusegovitae com moditatibusomnes vos ornatosvelim.Ea le&or noßerrecirahir.

. .

Le&. •Hermaphroditu, Fortunae gra¬ * tiâPrincepsGomorrhicus, Imperatorim

'pudiäffimus, cogitantes noftrorum nu merum hoc accommodo feculo adauge

re, bonorumq;potentiamfrangere,nihil aptiusreperimus,quàmimmunitatesilloe ' rum multiplicando, adhumanae vitae ma jores commoditates ampliùs accommo dare. Id quod his literisnotum facimus, ' quarumtenorhiceft. ' De Sacro Ordine.

'1, Principioliterasomnes, qualefcunq; fint, fàcrofànétas &inviolabiles facimus,

cun&ifq; quieastraétabunt Eruditorum

'nomentribuimus,dumtardè,fumptuosè, F 3 . T volue -

£Ì2,3),

voluptuariè eastra&ent, necreifacilita ~temin vulgusemanare finant, • 2. Religionem qualisea, cujufq; terræ, veram ftatuimus, & in doétorum verba

jurarejubemus, nec tamen tacitam cuiq; :fidem interdicimus.

3. Dignitates, titulos, & honorumgra .dusftri&iffimè obfervatosvolumus,&ad

teofdem omnes liberales, liberaliter pro vvvaiuus, --—

- -

4. Verba quidem fäcra, philofophica, ££*! àfa&istali us, omninò abfolvimus.

5. Omnes qui adverium fenferirit, exa gitare,excommunicare,condem; are,per £equi, permittimus, vel fànè Chrifìianam charitatem denegamus. 6.

Omnibus rebusetiam alienisinteref

fé & præeffe volumus, repugnantibufque gravemvindiétam minamur.

7. Divosfaceredivites, vulgusneglige re;fub Chrifti perfona fùa petere,'fed & aliena proßcris adferrelicitum efto. '

8. Librosinpompâ habere, eos impri mis, quivirulentiffimè hominesperftrin gunt, admodumlaudabimus. - -

- . •. *

'rzy

9. 'Deniq;fùpremamififfionem, primí votum, délicätiffimúbolum, feliciffimú

otium,&£curiffimü locumhisunisferiò '& graviter affignamus,attribuimus. 'De Politico Ordine.

-1. 'Politicislicebit potiusnovasRerum publicarum formas confingere, quàmve teribus bonisbenè pr«vffe. T.

„

riominum mores,&ingredientiavi

tia obfervare,nimiscuriofùìeft, itaq; ea intolcräbiliafùnt, lént& faltem planèiuseft. quaeconfùlt amovere

, •

Si quis vel fua peffimè abfùmit, vel

fuis cófùlit iniquiffimè vfq; adextremam, & infamem pauperiem, fibi abfq5repre 'henfione relinquitor. , 4. “Odiofâetiamvitiorumnominatolli

mus,& ebrietaté,hilaritudin&blafphemi as,(everitaté, Adulteria,publicâ charitaté, 'furtum,Oeconomiam; Avaritiam, Parfi

moniam,Tyrannidem,Juftitiam; Otium, Tranquillitatempublicè vocamus. 5. Tales quierunt, certi & boni cives;

quinonerunt, fufpeéti,fanatici, hæretici, turbatores, indeq;undiq;impeditifunto. -F 4

- -

. -

_ -_

6, Li

* 124

/ 6 Licebit etiam domefticos adjutores -

habere,eosq; quitales aluerüt, Nobili fcu ro , & depicto cucullo honoratos •volu 11ntlS.

' 7. Siquidjudicandumerit,nonadratio nem vel caufas adigimus,fedutex eventu commodiùs faciant,permittimus. 8. Pon^u-quaquam recipere prohibe

mus,fedpetere, atq; extoríquer& &a;,&

Ε;

graviter elft Mag 35. Siquidprinceps, Magi 39 guigprincep velfüperior ĘÉ -

{{tratusjüfférit, per hosfta jimpediatur.

%De Tlebejo Ordine.

11. 'Utingeniovaleãtnoftri, omnesaftu itiarum,captionum,fallaciarum,deceptio num fornìas admittimus, & privilegia * 11\US.

Quifquispoterit,otiabitur, quodli

beri

§§ Ä 5 finperfenon Éab

aliodependeto.

* 3. Párvo emere, magno vendere artis eft,atqueimprimis annonae caritatemob fervare, hominisfolertißimi.

4. Ne Charitas unquam remittat,'ma -

:gis

12;

gis placet promifcuus amor fèd cautus,' quàm conjugalis, 5 Veftium formas hautquaquam præ fcribimus,fedinyarietate,corporisreprg fentatione,accolorum mirâdiftributione

ingenium admiramur. 6. Cibos etiam innoftris, quàm aliisde

licatioresvolumus, acquod maximèno ftrâ refert,calidiores.

7. Sed cave quisquamliberos folicitée

ducet, Sicenim ingenii nobilitas frangi tur.

8. Qgi curiofàs, chymicas, jocularias, hyftrionicas,fàltatorias Artes quaefiverit,

exercuerit, foverit , magnipretiinobis efto.

9. Quidifcurrendo,ftudendo,amando, bibendo, ludendo, confliétando,fualibe

raliter infùmferit, ex publico lautiffimè alitor. I>e Aulico Ordine.

1 Hunc ordinem à pudore, Amicitiâ

ÉÉ

omnibus, nifi vulgari, & legibus cüm erit commodum folenniter libera

mus,&honorabilemomnibusfacimus -

£ ;

2 Hinc

•

y 26

2. Hinclinguä,veftitum,literas,ftudia, mores omninò àreliquis hominib.aliosha bebit, & libertatefüägaudebitinfigniter. 3. Si quid eftcum inferioribus tra&an dum, fiat aut cötemptim, auteummafcu lisjuramentis, aut cumartificiofisaculeis, aut cum duplici & lafcivointell&o, aut cum fàcriverbiinjuriâ, 4. Histamenvirginum noftrarü curam e »mmittimus,quasinftruant,foveant,ad

adaugeant, &amorum adminiftrisfubin dealias fibi concilient.

3. Eruditionullafit, nifiea, quae miferos

MagiftcIlosexagitare, Amoris artes ex plicare poffit. -

3. , Hiftoria nullafit,nifipropriorumfa

&orum vel fiéta, velcrepera, vel turpis recitatio.

7. Servitium Principale fit adulari, ap probare,&manuscuiq;executioniprom- ' ptè præbere.

* *

8. Cultus divinusnullus fit, nifiqui A- ' mori, Curiofitari & religioforumi con- ' temptuiinferviat.

9. Dsniquemulta promittere, nemini ' verò

-—--

*».

£).

visitis 6di,

w| verònifi voluptatum i| benignúeffè, atq;cum multarum injuriâ

Omnia permifcere, utlicitum, itaglorio fùmefle.

1)e AMélitari Ordine.

' 1. Militibusprimùm omniumdefortif

fimo& inexpugnabililoco volumuspro fpe&um, quem illitamen, fivi&us non

|| abundèfit, retinere noncogantur. '

2. Potiusdum ibi erunt cives, eorumu- !

xores, filias,acfamulas poffidebüt,&tue bunturfècurißimè,

|| 3. Sin omninò bellumhabendum eft,ci vile equidem quàmextraneum malumus, fumptuum causâ. f 4. Ibineotiofifint, velRefpublica im | minuatur,ludent,& Martiale feminarium |

infìituent.

5. Subtentoriisviverebarbarum eft,ita | que vicinorum amicorum pagos iis affi gnamus.

3. Qui militesef{èvolueritit, fexhomi num (unto, cautè tamen ambulanto,&ne

abhofte tangantur,vidento. 7. Deum inore manusinalienisloculis, -

---

F 6

cor

-138

corpuspoftmurum, pedesinrecurfu,lin guaminpoculis frequentiffimè habento. §. Provocationes crebras, congreffùs nullos, audaciapropofita, cautafubterfu

gia, multa latrocinia, plurimamendacia, deniq; magnifica trophæa undiq;haben to,faciunto.

9. Ducibusannumquatuordecimmen fium,folutionem Mercatoribusflebilem, flationemomnibusintolerabilem facere, licitumefto.

Haecfuntprivilegia,quibusinclytusor

donofterpofthacgaudebit,&fubMagni Magnæ Principis noftri-noftræ imperio beatiffimè vivet. quae etiam vobis tueri,

acquotiesopuseftadaugeremagno jure

jurandofeobftringit. H. Faciamficme Vertumnus, Proteus,Polypus, Chamae-. leonadjuvet. Omnes.

, w

vivat vivat vivat Magnus-Magna Hermaphroditu. -

i a

i. -

ACTvs QvART? S C E N A

Harlequin. Beger. 'Q Inefcitis, rediimus domum cum infi

gniillo, quodvidiftis, viatico: jamo mnes circumftant. Ho! HarlequinSalve, ßlveHarlequin, gratulorde reditu,pro fe&ò exeundum mihidomofuit,ut

retvobifcumcolloqui, quilaborismei& itinerum & periculorumeftisteftes. Ho

laHarlequinquidtibi videturdeLutetia?' -

eftne ampla? eftnelutofà? anhominesibi multifunt? Nugæ, nec libet refpondere, •

nonbenèibihabui.Iametiam examinant;

infpexiftiCaftella?quæ hìcautibiRefpub lica?quæleges? quihominummores?quae ftudia? Vahquiddicam?homines ubique

peffimi fùnt, acineptiffimi Miffüm me facite, nonlicuit mihi ibi curiofüm effe:

> egiquæ hicago,vidiquæ hicvideo, Mun- . düsälter & idem eft, nifiquodibicarius

vivitur; &gìßrius, &fceleftiùs. Harle ———---- p z

quin

I3o

uinquidapportas mihi?ecquidemiftira rì?apage,nihilinfolitipraeterfcabiéhabeo, & mentëmeticulofàm,itatoties exterre

fa&usfum.Sed Turboomniüpéffimè ha bet,namubiprimü primafàlutatiodefer buit,jam omnesinquirunt, & examinant anbenè totnummosinsüferit.Scelefliho

minesplusfcirevolüt,quänos,&ubiq,no bis urbes defcribüt. Metuo neclanculä ibi

fuerint.Sed novü Turbo meus totusigni- • . tusfa&us eft,& ardeshabet omninò ardé

tes,flat,fùfflar,inflat, pflat,fpirat, acfumi

gat,nonfecusacipfe Diabolus.Sed Praece ptoréhabet,lqngè fuliginofioré. Exaver

inooportet effe. Ná quimultas linguaslo uoracintelligo,nontamen ipfùm capio. 3hara&eres habetinufitatosuti Chinen

fes, & imaginibus pingit uti Ægyptii,& numeros lcquituruti Arabes, &vo- . cabula monftrofìhabet, Azorh, Martek, . |Kuhul, Akibric, Zandarich, Mihal, an

ne intelligics? non dubito quin Diabolo- .

rumnomina fint: Scd ecce illum ipfum,

vosaudietisnoftrúeruditum colloquium qaidnon mortaliapeäora cogi, -

4uri /acra fama! -

• •

v. '

HollaheusAuri-Pater! B. Lapisifteeft di verfùsab omnib.lapidib.immaturisfuis,& perfc&ionefùâ,& fafceptionenutriméti, quiaeftdefemine Mundi,multam habens benedi&iori& H Heusflabellü. B Nifi au

rumponasinaurú,nihilhabes,quoniäma-. gnünoneftin parvo. H. Ecce Ecftaticü, adeò occalluithöchominumgenus,utnifi verbera addantur,verba nócurent. B.Vi

fitetisinteriora terr¢,re&ificádoinvenie tisoccultülapidë,verämedicinâ. H. Hem tibifornicator! B. Qjdtutibivisbefti.? |H. Utvivit Miria,Mofisforor? B. Quid*

„ H Aut muliessq toperátur B. Pecus. H. | Etpueriánneludü? B. Unde tibihifàrcaf mi? H. Etillaturba, quidturbidi turbat? ' B. Scelefte tuomninò mihi interturbâfti

fubtiliffimüproceßü,quiabfq; dubioim pofiiiffet meis quaefirisfinê. H. Procede, }cedeàproceffuchymico,ad APceßüfori, donec Apcedas ad patibulü. B.Abi putarnë. Vah cüRex meus{àtislotus,fàtis purgattis • & comt* faris, ü Reginahabebitnupias,

quäubiq; fubfiliét procreaturrile milleni mùinuti Reguli? Sedi)racoile! imi; -

•

G•

`13*

iíéne,'quivitriatibi omniaconfringit,8c vafàdimiinuit, & fornacesdirumpit , &c

cerebrumevacuat? B. Qgin tu ad tua abis? mihiidcurae erit. H THem lixa,

quando elixabisslixir. B.

Scelefta lin

gua. H. Vis neinfignem rythmumde Alchymia? T ' Illa eß Ars fine Arte, Cuiufùmma pars cum parte, -

Cuiu4 AMater Otiari,

Cuiu verbafunt mugari. Cuiu4 votum demigrari, Cuius fama annotari.

Cuiu proba effmentiri, Cuius via impediri. Cuius laboreffinflare, Cuius fru&iumendicare.

Cuiu4 finis defferare,

Cuiu mercejnuguam/fare. Cuius penaeffperire, Et in cruce interire,

Ha ha ha! habéfhe aliquid ni Lauda mus? B. Tace, H. AutinAzoth. B.

Tace. H. Autinfylveftrempenacéam.

B, Tace, H. SedinGcbsrianos, qui É ——— — — ibi -

'f}}

'fibi vòlunti nondant: nihil dant, omnia • : auferunt, ut fiant divites.

B. Vale, mi

: hinon vacat tuis adeffè ineptiis. H. Heus cum fùperius erit ficut irferius, & ipfe * riusficutfuperius, perpetrabuntur mira

sculareiuniüs, habébisjnonlapidem,fèd : praegrandem petram. T. B. Haec Ars eft cara, brevis, levis, quoq;rara. H. llle abiit, fpe&atores. Cùm hunc hominem mugeor. videgg mihi fàpere, nec credidi

poffealiamaddiinlano furbónicolopho nemmifi hunc ; hoc furoris faftigium eft, ' refipiet, haétenus afcendit,jamdefcendê ' dum eft. Eccetamanile & ridiculumni

' hil eft,quodnoncredat,&moxveluti ad fueritipfe,juramentoconfirmat, nihiltä :fordidum,tam periculofùm eft,quod non : * tentet,nihil tamlaboriofum&inquinatú,

, quod non fùbeat, nihil tam impoffibile,

quodnófperet, Qgidegodicâ uno verbg. Turbonheus Chy• " micuseft.

]

---------—--

SCENA

s C E N A II Turbo,

Eeger.

T. N UInquámne animo quiefá mne0, & per tot quaefita non reperiam -quietem? Namquam nunc traéto artem,

:Chymiam, etfijucundaeft, & nefcio quâ fublimitate Amatores fùos detinet, ita re

-periolaboriofùm & à fortura pend£*<***• άcniniirùprà Beger meusperomnes Dis

bolosjurât, proçeffùm fùum optimü effè,

expediilfimùm, acfæpiùs abipfo proba tum. Er credibile eft:nam rationibus me a.

vincit, & * anras colorum transformatio

ines mihi monftrat,utnuncfecurè artis cô temptoresrideam. Sedtamen triú anno 'rum opuseft,fi maximè fortuna etiam ar <rideat,alioquin fivafà dirúpat, quod nunc aliquoties mihi fecit,differre poteft felici tatem meam,non auferre.

Š nihil

nifilabores habet, unde concludo, meam

illum commoditatem quaerere. Sedfum

ptusprofe&ò nonnullosexigit.quid tum

£rendumeft,utmetas, tentìadumeft ali -

guid

**%

çùidIafoni,ut auferataureum véllus:ten

daretia, ut capiaturLeo-viridis, Cer vusfugitivus,aquilavolans,ftultusfàltans, Draco caudâ abfumens,bufoinflatus,Ca

putCervi, nigro nigriusnigrum, figillum Hermetis,&lutü ftultitiae. B. UbiTurbc? «

7. Ecce Natur£ obftetricem,Metallorum s Patrem,Aurigenitorem,Sapienti*& do <&rinae filium, Mercurii Nepotulum. B. Hem Turboubi* T. Me quaerit, hollas •mice! B. Ha!te quaerito. T. Me? B. Te,ut 'mero te gaudiofùfFundam. T. Effer,fik bores nobis fùcceffèrunt. R Aliud eft. T.

<Q ad h£habes?

B. Aureas literas. T.

HLege otfcro. B. gaude prius. T. Gau deo ut fmper, fedlege. B Videquàm te cum cómunicé omnia arcana mwa.TScio.

B. Et quas ego foluspofsé poffidcre opes, tecú divido. T. Laudo te. B. Hicex amicis 1meis ar&iorib. quidamfcribit rem, unde vmerió exultem*. T. geflio, B. Audi. Fuit

Monachusquidã infylvafànsbois Chime ronvocatus. T Nunquä audivi momen.B. Ho! celeberrim* eft, fedaudi,ibi exftruxit -

minutulácafulam,lutoSapientiæ, T. * &

•

§§ £jn€?

1136

' fine? B. Vah!isconficere poterat lapidá ' noftrum benediéìü, & figillis omnia prae ftabat, & per fpecula omnia videbat, & herbas ac fru&us mediâ hyeme profere bat, & cum animalibuscolloquebatur, & exiguotemporeper Mundum univerfum divagabatur. T. Papæ! B. Ampliüs, penetrabatmontestanquam aërem, & ad fundummaris nönunquam def&endebât, '&inigne verfàbatur, &adaftraufquefe ' conferebat,utebaturhoc Mundo tanquã

'füo. T. Obftupefco. D. Quin etiam integrosexercitu5delere&cuiveller, no cere,& cum abfentibus colloqui poterat. T. Enecasme. B. Is jam mortuus eft, T. Quipotuit? B. Voluit,alioquinvi

`xiffetmille annos, jamverò nobis patent > omnia ejus, & univerfâ Artis haereditas, T. Nobis? B. Nobis. T. Tumego nonmalè infùmfi, quicquid infùmfi, B.

Vah! infùmpfi? nihiltibiquaerendumfuit, nihilin Sapientiae labyrinthis errandum, artemrepertam ha&enus examinâfti,&

' abipfoexamine paulò pofthabebislargif. 'fimum fùlarium, Ecce nos immifimius

. ;

137,

fprnofy. ducatos. . T.. Ita. B. Iam ζ - -

--- ---

fpero prodibunt 43. T. Benè. B. Id-. quefpatiounius Menfis, fifors adfit. T.. Scio vafàni pereant. B. Iamaltero men-. feimmitte 43.&habebis. 13;. T. Bené , B. TertioMenfehabebis. 4o5. T. Euge , B. Quarto. 121f.: T. Optimè, B. Quin-.

iiii

T. ÉÉ B. vide fexto, menfè habebis 1o89 f. T. Quaefo in anno quantum?? B. Vix au tO

fimproferre. 7959743. ducatorum, T. Vah!Quis Regum tantum tollit exmul- . tis Regnis7%J?illionwnbftfji€r£%«nf5a{•. bén tonncn ©cfttg. B. Iam vide,fipri- . màimmiffione fuiffesaudacior, nemóti

bi interris fuiffèt æqualis. T. Ego ac uiefco hoc anno, in (èquentem annum ,

£iam,quidfaciendum mihifit.. B. Sed ! peffimumeft,quòdtantasopes poffidere : non licet, nec

ã edere, necbenè vefti

tumeffe. T. Qgodita? nummetuho minum? . B. Minimumeft,ipfâ Arshoe , tminem deferit, quinon femper alget, & :

efùrit,&pedibus tumet, &fuligine for det,&maciehorret,&laqueum quærit: . -*-*- - - - - - - T,Quid,

198

i. Qgidita?. B. Sieyoluntaftra;ut qui ditiíïìfùnt,pauperrimiappareant,fitq; Ghymicus, qui ** _ exalta mortales defficit arca: .* -

mterim Artistantadulcedoeft,utfacilim*

vincatvoluptates omnes Mundi, &huia. mundo, cogitationenonfecus, quâ $$g$*

manuiimpérant. T. Profe&òmiferü eft* hancartávelutferpentemeffe,cujuscaput

pulcrú,fedcaudadeformis eft:Sedngin; termittimusnegotiú Monachi. B. Benè mones. Istandëomnem artem füam con*

tulitinunguétum. T. Uinguentum? B.itas

£dmira aúdies, Quifquisfibitemporain* ungit&nafùmhocUnguentovidetinaére orìmia quævult. T. Guidim Aërevideat? B. vah!Àervacuus nó eft,fedvelut mufc?

autapúexamencircumvolant fpiritus> & Animág,& Ideae,&quicquidubiq;eftmiri, Necimpeditnobishocjucundú fpe£tacu

lumquidquâ,nifioculorumlippitudo. Ea amovendàefthoccollyrio. T. Mirafùnt,

£dquidjuvabitafpeâus. B. Hafimplex! alloquendifunt,atq; extãtonumero pr9

vocándi, quoslibuerit. Namfi fortitudo dele

I}9> ßiussias?

dele&at,adjumento res effringes ferreas portas, conculcabis Exercitus.SinSapientia,omniafcies,&lin-. guisomnib.loqueris,&librosjam& homi nümemoriadeletosrevocabis. Sinopes, nihilhabebit Naturatibioccultatum. De

reliquisidę cogita.De Honore,Pulchritu-.

| dine,Longævitatejeleéìiotuaeft. T. Ha besnehocunguentum? B. Fortaffis,fedtus nefcis,quantainmepoffideas. T. Amote.. B. Tantü poteft tempus rebus debitü, &: coelicainfluxio. T. Crediderim. B.Sanè

prae rebus omnib. nobisopuseft Calenda rio. T.Iamhabeo. B. Phy.Nihileft,opor

tet Calendariüeffemyfticü, quodnosad moneatquotidiè operationis arcanae. Nâ cú Caelo laborandüeft. T.Sedunde à Mo

nacho ad te haec derivata fünt ? B. Euge Monachúmihiinmentêrevocas.Isperlu fumcófecitollam plenátin&urae $f15. li

bras. T. QuidaB,Ecce parté,fedq, dolen dúeft,priusobiit,jperfecit.T. Quidpro peravit,cülicuiffetdifferre?B voluitanno Iubilgomori,atq; dienatali.T.Sedhgctin

&urajjnihileft*. B,Nequaquâ;

sit; GA

146>

eideeft, quod egofacilimè addam,tupoft. fes,tantulumeft.. T. Quid ergo addam?: B. Hic locus nonfàtis tutus mihi videtur.

Eamus in laboratorium noftrum, ibi&:

haecfcies,& integramhiftoriam., T, Ea- ;

musquamprimùm.. s, C E N A. III.. Harleq. Famulu. chymicu. Turbo.. H. V7T tefceleftefcelus millies milleni ;

' fexcenti &, nonaginta quatuor: Dæmonesabripiant, fceleratiffimeCini .- fo,quiaetatem meamquarequiefcere de-ceret,igne,fumo,flätibus, &fordibusab-* fumis. Ha! quodvobifcumnonfui, com modumnonfuit,Interea ego mifercalci-.

navi,fublimavi,folvi,putrefeci,deftillavi,, coagulavi,tinxi. Nonfùnt inferistotfpe-. ciestormentorum, quot egohabui labo

rumgenera. Puer? * F. Quid? H. Ades-. . dum,paucis tevolo. Vah! hóminemolim ,

tàm bellum, tam jucundum! jamquanta

tulitfecitquepuer,fudavit&alfit.] Gr&w

•

14tt

H Credovacuumjamintuseffe, adeòfpiri--

*| tum omnemefflavit. F. ItaHerusjubet.. f, H. Ita infânia jubet, Anegotibi fruftrà , i| Præceptor datusfum,&patiarperire tàm , M nobileigenium?. F. Quidfaciam ornati£. | fime Dn.Præceptor? H. Sic places,ficfie

ridecet ExemplavidetisMeffieursperfe-. &iPr£ceptoris,&exa&idifcipuli F. Co- . lende Præceptor,rogo veniam exeüdinai-. &um. H. Exfpe&apaulò poft ibimus u- . nà; F. Colende Praeceptor, rogo veniam ;

: eundifUfflatum. H. Exfpe&a, paulòpòft: fufflabimus unâ, Meffieurs tantameacu

raefthujus pueri,utnunquamfolümquid! agerefinam,femperadfim,femperopem , £ram, ficdecet. IF. ColendeDn.Præce

ptor hic fùffli prior, H, Scelefte puer, , :|jam peribis. HemNebulo! nonegoteap |prehendam. F. Iam verberanditempus ; ;| honeft. H. Exfpeéta, egotibimanibus ;

» faciamftratum fuper ftratum. T.Apagi--

] teftulti. Quidvöshic? adlaborës,intrò ,

1 velociffimè. Annon egomortalium, qui t

|| vixit, quivivit, quivivet, feliciffimus?ha!! moncontineomeyquin Quiseft, ,

af*

- - -

cuii

142.

cuiumotemporetantaeactotcontigerunt*

qpes, Sapientia, Felicitus. Illudeft, quod femper appetii,propter quodanim* nieus

nufpiam fùbfiftere, acquiefcere nufpiam• potuit. Huic refervabargaudio,hanc mi

hifataparabantgloriam.Quiddicam?au rumfacio,quâvolo quantitate,minimum.

eft:morbospelloomnes,&perpetuàfàni tatevigeo,minus eft:Naturæfinusomnes, recludam. Nam clavemhichabeo,&im

fpiciohominibus abfcondita, parvumeft. Sed quod huic orbi dominabor, & cum* aëreis converfabor, & fuperiorum cor porum authofpesero, autincola,iddeni

qvemagnum eft. Mirum eft, huncmihi ,

effehominéconciliatum,quinihilnonar

canimecum dividit. Nuncpraemifiillum , adChimeronishaereditatem,cumaaliquot ; centenis coronatis. Ille mihi reliquit pi- i xidem plenam tin&uræ, thefàruminex- ;

plicabilem. Haec eft illa hora, quâ me , videomajorem,quàmutfortunaampliùs ,

jaάet,aut turbae turbent Turbonem. E- ô

vax!StdeTurboinfoliotuo,&confcende , Eslicitatis thronum, & contemplare re- ;

r—

, 143*

| pentes circumteanimas,defpiceeos, qú ] te defpexerunt;ride,quiteriferunt,ha,fia,

hahe! ridesme,magi§rideote,fpernisme, magisfperno te. Dómumeundum eß,ut

contempler opesmeas.

S C E N A

IV.

| *radentia, Fabium, Harleq. Hagellus. ] P. H. Go quidem deeofemperplura,vel :] fperarem. ÉÉÉ equi

EÉ

1 demquidmihi júdicandum,illudquidem '| animadvertijamdudum, inipfo eff&inge. * nium vagabundum, curiofùmh* malitio.

l fùm, qugfanëtriavidenturmihiillumha

| £tenusexagitâffe,& hosconßruxißeila 1 byrinthos, P. Sedinterim errorumcraf

| fitiérairor, illumq;iisdemerfùm,cùalio | quinindijudicädis rebushautfitineptus.

| F. fortè quiafibi reli&us eßfemper, nec. | habuit amicumfidelem imprudéns infùa. ] £eriaincidit. P. Ahlonge érras: plusmil,

\ {ies avocatus, admonitiis, & ad plenam '| infidiarum dete&ionem admiffüs eß.

| £did habent, curiofe artes proprium, u£

Σ.

144, . __

------

utamicum ampliusnullum agnofcant,ne-. minem audiant, & quospriushabuerunt:

conjunéìiffimos,fugiant. F. Verùmipf£. fallaciae ingeniofæ hautfùnt, & plerunq;, pueris& plebiridiculæ, tumhiftoriolzi-. ufq;adeòaniles,ufq;adeò incredi-. ilesfünt, ùtmirúfit,hominemtantüce-. rebri fùnigris, illis poffè circumduci. P..

fíÉ

Ego morbumjudicò, &remplurimâ cô miferatione dignam. F. Unde rerumim-. certarum,quibus torquétur, catena&im finitafomniantium deliria? P. Meojudi cio,excötemptuomnisconfüetgliteratu-.

ræ&fi&titiaillaclave, quâ aliolongèmo-. doNaturam rerum aperire fatagunt. F. EcceHarlequinum alterum Mercurium,, exeorefcifcemus domus artificiofae arca na. P. Ingeniofiffime Harlequim. F. Au

ree Harlequin. H. Nonvacat. P, Obfè-. roHarlequin. H, Magnumeft,quodvo

luto. P. Ornatiffime Domine Magifter.

Harlequin, quaefons denegesnobistuum, colloquium. H.;Inforum mihi eundum,

eft. F. Qgid a&urus? H. Cretæ mihi*. módæßinto&qlibræ, P, Quidcretar? H. --- - -

-- vah!

'14

`Vah! adcömputádum diem morita* : F. Hemilluderat, fâpis. H. Ergomitti te,fedheus! P. Quideft? H. Pi&oremi hi opuseft. F. Ad pingendos numeros. H. Inepte.Serpentesmihipingat,&Ceraftes, * & Behemoth,& Memethekel,& Rutubâ,

* & coronas, & quindecim Hierofolymas. P. OHarlequin,quämjam füblimis esfci entiâ! H. Sicdecet,&Naometriaidfecum

adfert. F. Quaefoiritusquidrcrumgeri 'tur? H. Omnes computantquolibetan gulo,per cruces,per armillas,per angulos,

perfòles,per lunas, perferpentes, per cir

ºculos, perangelosvolaQtes,pcrcorgmis, 'percólümnas,percándélabrùm,perlibrâ, per arbores, pergladios,per laqueos, per détes,per cometas,per ova,per pifces,per, 'rubos,perelibanos,permitras, percufpi des,per7, foramina,perlagenas,perAqui las,& Leones. Sedmejamdimittite. P.Si

placet,Harlequin,nobisbenefacere,fubfi ftealiquantulum. H. Sednólicet. F.Sal temdicnobis,quid computatis? H. Scri

pturae diéìa. P. Ha, h,he! H. Tu rides Afine? Valete. F. Tu offendifti homi G 3

11€IT.

:146

Anem.T.Nonputará,fedquidconjicisillos agitare? P. Annefcis? F. Equid:. P. Haec illaNuómetriaeft,dequatibi nuper: illud

fumaniingeniiadmirabile. F. Quidquae rit? P. Miramtemporütriplicitaté,& ty pumrerum praeteritarú triplicë. F. Quâ it iharmonià. P. Illi viderint,mihivixlicu

numerorum aliquot appellationes exau dire F. Habéntmealianomina? P. Omni

mò,nambeftic certusnumeruseft,&fàcri £iciofùs; & Sabatizantesfunt, ac Hierofo

Lymitani,& clavisDavidica. Ulteriusina. ęytaeorum admiffùsnonfùm. F. Verum £hisnumeris,quidcxtruunt? P. , apgruinâ, Ecclefiae refpirationem; Bonorumlibera

tionem,Molochirifum. F. Q ishiceft? P. «Quìfciâ F. Mirum niartifex fit. P. Apps ret, namefurire videtur,& cú ventrefer

mocinari, acnefkio quidingeniofiparere. 3Hafp. Ingratumfèculum, quod filiostuos • haud nutris,necper Artesneq;laboresvi τæ cómodafubfternis. Barbarum feculú,

<quodmerasartes crepas,&meliora inge

nianonafpicis. Crudelefeculú, q, ineptias erigis,artifices deprimis. F.Hic homößo J^*

I. $ {

147

machatur. 'P.Scilicet;quiaventerlatrat, VHeustu,quifquis es,refpice. H. Miferum relinquite. P.Imòhabes,qui cómiferean *tur.H.Nondü fcisquifim,namprimâ vo ibisfaciefimùs miferabiles,alterâ ridendi.

F. Quis ergo es? H, nefcio,nárifumveflrú audire haud lubet.P.Eloquerenammalus mihi haud videris,secincultoingenio. H.

Ah! ingeniüexcoluiffèfceluseft.F.Quaefo quis es? H. Accipehancchartâ. F.legam, -Eheae, quisquis.es, -

fíve te …

23rchiteéiure $ecretw

five

ἈMaehimarum Commodita, dele&at -Sive tormentorum, Cuniculorum, Arti -

ficia, ignù ludicra afficiunt,

$ive Aeque duítuum, fontium elegantie, AMotuum diverfitates,

IHortorum ormamenta,recreant

$ive Mathefis Mechanicaarridet, Orbùraritate, Ingeniorumfatuw -allubefeumt. «G 4.

Aomi

*148 „ Hominem im hi, diu völutatum. • 4/4£

Benignè excipe, . 4/4t

„Liberalitate fublevas , 4%£

Sine rifu & malediéìi tui, abire finito. JF. Quidhocfibivult? H. Id quodaudi

vifti. F. Tünetot tantarumq; àrtium pe jrituses? H. Experire, fufcipe,examina. JP. Sedquid,qnemoterecipit? H. Quia uomnesfaciunt,quod tu facis. F. Nunquã habuiftiPatronum. H Habui,fedpauci

ferrepoffunt exquifitiorum ingeniorüfer • vorem. F. AVéculaferre poffunt Patrono ' rum monita. P. Nec illa abffinerepoffunt,

ânimiafuarum opinionálicentia. H. Ser vire non poffunt, nec amo loco effe affixa. P. Acquiefcerenonpoffùnt, nec ulla effe forte contenta. F. Temperare fibi mom poffùnt, mecferre bone rationis precepta. H. Ge merofà fùnt, & facilè ùniverfùm AMundâ defficiant. F. Ambitiofa funt, & vanâ laudibus faturantur. P. Temerariafùmt, & frequemti fortis commutatione in mife *

*?*£AA'

I49

'riafeprecipitant H. Nónnedixivobis,fi -

| |

quidnolletis dare, cúbona pace meutdi mitteretis? P. Equidem dubito, anaman

daplusfint,andeplorandaveftra ingenis, 'quioptimumquod Mundushabet,poffi detis; nec ejus ullum fruétum veriorem poffidetis. Nam divitumeft,quicquid Ars veftragignit, necvobis aliquid præterla

borem& nudamgloriolum, reliquüquid intereft. Vos nummulos arte emitis,illi nummulis artes emunt 5 H. Esne litera

tu? P. fortaffis. H. Applica tibi& tuis,

& dixiftioptimè. F. Audi,ne quid putes teinlittus naufragio tuoeje&um,ubiho minumveftigia nonrepereris, age inhas aedeste cóferproximas, artium ferè tem

plum, authofpitium: iisfi excludaris,ad me redito. H. Vox hominis. P. Sedibi

inftru&um oportet accedere infolitisar tibus. H.Satiseß. P.Si quae habesdemo

tuperenni, autvolandimediis, primaad ferto. H. Benè mones,benéfit vobis F. Sisfortunatus,namidunum tibi deeft. P.

Quidnos agimus? F. Libetmecumcaena• ri. P. Utinam hunc nobis Deus morem

- .

£iusquo olimamiciintetfjucúdißi mè vixerunt,nonfumtuofiffimè. F.Nihil

eft,quodapudme metuas. Nam quod tu à rationepetis, id apud meimperrabis ab

inopia. P. Eamus,fiexanimoloqueris. S C E N A

Harlequim.

V. -

T,ß,ft taceteMcffieurs. Turbonismei felicitasinfumü abiit, omnis tin&ura,

ja&atio,fpes,propofitü,gaudium,pecunia infumü ubiit. Sedobfecrovos merideatis,

jamillevitraconfringit, & furnos diruit, & libros difcerpit, & hominü afpe&ü fu it. Verùm ne quis rideat,itafors noftra eft. Nemo è vobiseft,quem nunqâ nimiú matura computatio fefellerit. Vah illa »oooo.fl. ftru&ura jamperit, & fruftrà funr,totingeniof* Iconographiae, ille Be

ger nofter, heubonus Beger, jam pendet. Sedunà cú ipfonobister mille foreni; no

ftraq; fan£ìà credulitas, nofterq; infamis pudör,noftraq;fera pgnitétia,&fabulg hu manae fübjeétú,eanunc pendent. Phui!erubefco: pofthac me videbitis nunquam.

Adhucunü,fiTurbonifüpereßêtnummi,

iuciwni- Νέ I{I

toleraré fortaMis

valete.llludfùpereft,quoniã amicus vobis fingulisfui,utexulantimihi benefaciatis, Valete.Profe&öinvitusàvobis abftrahor. Νävideminimihifatisfavere adieu.Non• nefi fortè contingat,mealibimal&audire, vostefteseritismaeae innocentiae? Salutem

plurimâ, Deusfitcomesitineris. Heumi hi! quädurusfùm,quilacrymaselicere nö

poßùm,in ornamentümeæ valedi&ionis; hem nemóne viaticum addit? Heupatria! heu laborummeorumlocus!

& benègd detemerui,fuit aut tibiquidg dulce meum.-——-— Recordare& huncabitü meumverisge

mitibusprofequere.Valete,quidfiéïis? ---Define migrant? lugere viator& hoffe, AWon careo Patriâ, me caret álla magis.

Valeteiterum atq;itetum, tertiùm, qúár. tùm,quintùm&fextümValete.

NU N CI U S

E LYSI UI S

Quarti Iuterfcenii loco emißùs Peregrinu, Harlequim. rer. y Igilóne, andormio,anneutrum -

G «

efb '

eft* Namquae egofcio,nemo mihicredet; necipfevix mihi credo, adeò dubiümihi eft,jämnejam antè dormiverim. Vah! haec terraeft?hicSol? dieseft; ego me tango? hominesvivosintueor?fedquidfidicáillis venire me exalioMundo? quò ego eâ,ne

fcio,necquomodohuc indefim translat*. Egoveröfcio quidviderim, quid audive rim,quidegerim, quidnotârim, quidac ceperim, quidverbis opuseft? ego ibifui, hunchicfum,& mandataqug expediâ,ha

beo, quæ utinâ quàmprimücumvirobo nocömunicare liceat. Iam quidem hunc compellabo. Heusbonevir. Har. Unde idfcis? Per. Quiaficvidetur. Har. Vahfi

hujusurbishomines ex faciedijudicas, ae

què ac ego decipieris. Per. Itáne Cor & vultus difsident? H. Stomachúmihi fa

cis,fimulta quaeris.Nam ego quidé decre vi,paucaverbacumnoftratib.pofthaccó mutare, Per. Itáne? H. Certè,namdum

illi libratim loquuntur, me unciatimvo lunt. Per. Quidais? H. Nuncuniverfum

Mundum mihi difplicere. Pe. Itaq; in al terumillumconcede. Ha. Eftnealiusprg, *

tcr

`1}}

'ter huncmoleftû,rancidum,vetulum? Pe.

Imò eft, atqueille ex quonunc venio. H. Tacefis. Nam hoctibi Politorum nemo credit.Namhunc unicumfciunt. Pe. Il

lämnenefciunt,ubiquiantenosvixerunt, locafuahabët,fuasterras & dominia? Ha,

lllividerint,ubifint,noftrâ parumrefert, noshicfumus. P. Sed permagniintereft; ne dümalè hic agitis,ibi pænasluatis,cujus

egoocularisteftisfum. Ha, Simali coër cerentur,nonevafiffes,quiamentiris. Sed heus,fiverus es,utvivit Ariftoteles,quime & Scholas omnestâtoperè excruciat? Pe. Siferiò quaeras, habebisrefponfùm: mihi

quidéinreferiânugarinólibet. Hs. Audi fiapudillosveteres, ubiubifint, fuifti,res mihi adcògrataeft, quaedamexteaudire,

quàm ullafuit,dumhicMundus fuit. Scd dbfecrote,mentirinoli, quodnoftripro

pemaodü omnesfaciunt. Pe. Ipfareinar ratiofidemtibifaciet, quàmzquétibilu bens dabo, quátu audies: idenim mihiim

jun&umeft. H Hgcdemumvera felicitas eft, nova audireexveteri Mundo. Nam

huius Mundinova, nugae fùnt,utut otio

", '"

G T7

forum

. *

τj4

forumcollegioplaceant.Sedfideimus,n5 taliaftantéaudirefasnoneft. Pe.Fac quod Hibuerit,miratamen accipies. Ha. Dicmaìe hifatiüfmeeft,meexte quærere, quæ vo

luero, antu prolixam narrationeminfti tues,quamvereor,utpo{{impatienterfù {tinere. P. Interrogarete jucundius for ßnerit, fedmeprolixiùsinterdírefpon

dereneceffum. Ha. Visne fe.undùmade-, monftrationis interrogata quæram. An fit quidfit? &c.anminùs eruditè collo qui? P. Ohe quámeexterruifti!fiita per gas,in alterumMundum redeo.Ha.Con fide. Necego tantum voluptatisindeca pio, fedhicitafieri oportet, nos Plebeio more confabulabimur.Sedidomninò fci•

remedecet,quadratus nefitille Mundus, anTriangularis?Igneüfhe,anAereus*fitne inkoco, anextralocum, anlocusipfe? an

vacuum? Pe. Nimiumfùblimises,necego capio. Ha. Sedan volentibihomines,am natent,anpendeant,fcirerefert. Pe. Imò

ambulant,utnos, loquuntur, nugantur, malèbeneq;intermixtimhabét.HQuod nomeneftilliMundo. Pe. Campi Eiyfii.

' T '

-~-

Ha. Ita

_*-- - -

}

•

ryy

Ha. Itaq;& fæminaeibifünt* quodnolim, P. Sunt omninò. H. Nunquamme hodie folaberis. Namquemegovolo Mundum, ' fæminarumexpersfit, quae nimiummo leftae fùnt,& puerorum quinimium in quieti,& fenumquinimium iracundi, &c literatorumquinimiumfcioli, & rabula rumqui nimium garruli, & Medicorum

quinimiuminvidiofi,&illorum, quini mium ambitiofi,&illorum qui nimium Tyrannici, & illorumquinimiuminfide les , alioquin hic effè tantundem forer.

Pe. Nolifolicituscffedehis. Namfinguli paenas fuas habent. Ha. Sed änne boni abiislongè feparatifunt? Pe. Sunt, quo tiesvolunr,(ed plaerunque obambulanr,& moleftiisillorum illudunt. Ha. Hoc ve

lim. Sedtudicmihi, quidvaletSocrates, Plato, Ariftoteles, Pythagoras, Archime des, quos ego nunquãábfq;honorisprae fatione nomino. Pe. Ego deillis nunquam

abfq; rifucogito. H. Quid*nönneibi Prin cipesfunt? Pe. Nequaquam, Socrates qui dem mulierib. praefe&useft,eas corrigat,

fedfrequcnterlotio perfunditur, utferè ' pa

Y}6

^ _

patientiam dedifcat. Platoideasfabricit. . eafq; binas,interdum ternasobulovendit, ut vi&umhabeat.Ariftoteles Marisreflu

xum rimatur,acplerunq;vefperimadidus &laffusdomücumpaucis pifciculis redit.

Pythagoras fabascuftodit,&quoties Afi• numhiantévidet,metu corruit, neabfor

beatur. Archimedesgirgillos&crepundia mulierculisfacit,& alicuiusprcciieft,fèd

parumfplendidè veftitus. Ha. Hocerat quodnimiumphilofophatifùnt,quodego mittam.Sedillaverborü fluminaubifunt?

Cicero,Demofthenes, Prifcianus? Pe. Ha,

ha,he! Cicero fingulas vocesbilance exa minat,ne quid Graeculinumifmatisfùbre pat. Demoflhenesmutusplanè eft,excolli

tumore, quemfafciis obvolutum habet. Prifcianusverò pecoraeducit, fcopafq;& virgasligat. Ha. Perturbasme,ecquidLi vius,Tacitus, Polybius benè habent? Pe. Livius totiesdentemperdit,quotiesmen tituseft. Tacitus exploratoribieft,& de

prehenfùsflagellatur. Polybius fùbportâ annotator eft. Ha. Licetne de Poëtis ali- "

quidquaerere? Pe. Quidni? Homerusin COI}• •

•

" - -

sif/

«conviviislyrampülfät:Virgilius mulieres abftergit.Ovidi*planè mifèreft. Ha:Quid ita? Pe. Qgia ìíî fæminarülufùs.

H. Comici verò? Pe. Plautusprimg claßis

Praeceptor eftefuriens,Terenti* eius Pro

viforfitiens, & Ariftophanes calefa&or 'frigens,deniq;inverfoordine, non pueri, :fed Magiftrifübinde vapulant. Ha. Vah quämegofaepiuserrarem! Senecatamen, Epi&etus&Zenonvalebunt. Pe.Senec¢

injunétumeft, pauperidpraeftet,quoddi •ves fcripfir,ille veröffet Epi&etusliberta item habet, fcdclam Dominofùo. Zenon

' emiffuseftjpedes felicitatem quaerat.'Ha. 'De diogene. Menippo,Luciano, nö aufim interrogare. Pe. Illilorarii fùnt,& canib. ~pellendis difpofiti. Ha. Democritusqugfo & H.raclitus quid faciunt? Pe. Hic ridet

'fèfleviffe,illefiet,(èrififfe. Æfopusetiam “mirabilis eft, qui animaliú linguas fcalpit, *utloqui doceat. Ha. NondùMedicosno minafti. P. Libenter. Hyppocrateslatri 'nas purgat.Galenusbalneatorve ularum teft. GeberCarbonarius. Ha.Iurifcon(ulti

vtamenflorebunt. Pe. Nequaquam Papi finl ■•

:rj3

•nianuscum Müliercúlisrixatur.Tilpianus ipulicumRempublicamdefcribit, Paulus <icadas regit. Ha. Plinius nulluseft?: Pe, ' Imò,illenovailliusMundi annotar,habet

-queprofingulahiftoriâ colaphü H. Süm ineegoineptus,quitaliaquero: potiùsquà viâilluceatur, & quo perveneriseöitine ire,mihimonßra. Pe. Viam equidé nefcio,

£ictamenillucperveni. Ha. Mentirinoli. Pe. Turbarenoli. Ha. Vera volo. Pe.Cer

stadico. CalendisGræcisproximis,cüpoft

•£omnum meüexpergefa&useffm,reper- , stusfum,an meipfè reperi? nondomi me®, £ed adElyfiam portâ. H. Vahquâ tragicè, squàmvereor, quam orationëhabeas. Pe. Nolimetuere. ibidü paulò difpiceré, duo me examinant, mirisvultibus,linguis im -mane produ&is.Ubimerecolligo, agno fco Fr. Rabelais. alter fpontèfe Momum dixerat. Pedellineibifint, an Capelleti, an <Gryphones,equidemignoro,feddi&oci tius me apprehenfum fiftunt ad Æacum. Ha. Quid ille? Pe.Supremusillorü Di&ator. Ha.Totus tremo. Pe. Fortisfis. Ha.

Nudáßïeillucvenifti,ficutinle&uloeras,

■ -

άγ9

anveftitus? Pe. Nudtiibieffeoportet. Ha. Iterüvellemmulieresabeffè, Pe.Noncor

porenudumfalté,fed&animo, ab Erudi tione,Potentiâ,ambitione, poffèffionibus

vacuum. Ha. Ineruditü opórteteffe fecu lum,fedperge. Pe. AEacusutmeprimùm videt. Noninfrequens nobiseft,fubinde aliquë vocareexterrâveftrâ, acrurfusre

τμittere,utultròcitròq;accipiam',demu£ quenova: Idquodtibinunccótigit,eono mine felici,undetuumerit, remomnéuti

interrogaberisordine exponcre. Ha. Ego vocandus eram,quiomniafcio. Pe. Atqui *ego vocatus fum,qui nihilfcio. Ha. Appa retineruditosilloseffe. Pe. Iam audi. Vix

excufaveram imperitiam meam, qui in Patriâperegrinuseffem,cumfubitò voca τΆ

ÉÉÉ turba me circumfterit:tur

bareverâ vel folo intuitu admirabilis,au

«litura hujus Mundi nova. Vah! quàma diffimiles ibi, vidi ab iis , quales hic e rant, quorumque conditio nequaquam laudibus illis refpondet, quas nos ine epti eis dicimus , nec monumentis,

qu- uissessurae cst:

€!--

ft6o

“filentiofa&o;dicnóbis,inqüit AEacus,ho fpes,qug exte quaerimus.Tum aliusinter *rogare juffus,ait:Süntne Divitesapudvos majoris,quá pauperes? Egofùbitò Omni 'nòrefpondi,&unusquidem Dives malus, praeftätmillebonis.NecSapientib.noftris - Sapientiafùatantifir,quàmmodicum au ri:Tum alter:Imperántne apudvosinepti

'Sapientibus? Ego,utiq;refpondi,atq;adeò *pueri(enibus;fæminæ viris,StultiPhilofo phis; Ethisomnib plusconfùetudo,quàm 'Ratio, Opinio quàm Neceffitas. lterüal 'ter:Eftne VitaSapientum æqualis do&ri

:nae? Ego,nequaquam, dixi, fed qui optimè “dicit peffimè vivit, & quibenè vivereát *tentant profcribütur. Mox aler: Morténe apudvostimetis? Non arbitror, fubjeci, naminfinitaadmittimus,quib. morté ad vocam*, odimusauté fortaffe,&omninò vellemusfublatam. Iterum alter: Credi

'tißìeDeum? Ego timidè,pauci, refpondi, aut parcè: quiverò credünt, tacitèidfa

*ciunt, acomninòut nufpiam foris apps ;reat.Deniq;ille interrogator meus,Seriö. inevivitis? inquit.cuiego. Neutiquâ, nam *& per

I&rt

&perfònatiftmusomnes,&internè con-. fiétamur omnes, & nefcimus omnes,&:

opinamur omnes, & mentimur plerique.. Ha. Noli pergere, nam nimiütacui. Quid,

op*erat extemporerefpondere? rediiffs; ad nospetitum confiliü. Pe.Tum quidem, confilio opus mihinonerat, fedveritate. Ha. Neclibrühabuifli, quemconfuleres? Pe. Vahlibrumibilocorü ubigdiofißimi,

fùnt,&vita,virtufq;non Eruditioaeftima•, tur? Ha. Ibiquidemplebem füperbireo-.

portet. Pe. QUidintereft, Plebeiusfciolo, praefir,dummelior.Ha.Cavefis,meliores, nosvelisfacere,autinillum alterumMum•. dum redi: heustamen. Neminé exnoftris,

vidifli* QuideninaadnosVeteresifli? Pe. LJtiq;.Namiutprimüab Æacode Integri tate laudat*,acmoxdimiffüsfüm,irruitim , me notorücircul*,heus Peregrine,ecquid

novi,ecqdfers,ecquidßis,utvaleatUxor,, ut concubina,ut liberi,utfpurii,utfratres? : Ha.Miferetme tui. P,Hic librimeifuntne :

vendibiles,(ùntinmanib.hominü? Ille,vi nümnehocamnoabüdecrevit?Alius,The

fìurusquemdefodi,repertüfheeft? Alius,

Vsrümmeviduammeamiterummalénu-

v62;

ptam?Alius;verumnemifiinepotem,noé thum natü* Alius, verümne?fedquid op*; talia dicere? utiquifq; terráhanc reliquit, itadererumftatüquaefivitufq;adfurdita

temmeam. Neq;putoevafiffem,nifi Æa suscuriofosillos omnes duris verberibus

abigerejuffiffet. Ha. Quämgaudeo defi ifféhuncftrepitü, fedde me nemöne fuit folicitus? Pe. Fer aliquammoram,fortaf fisliteræ adtedataefùnt,quarühic aliquot portocenturias. Ha. É Pe. Imô omnes apertas, nam bonâ fideibi agitur.

Ha.Ofilegereliceret! Pe. Licebit,fedim tùs. H. Unicamhic. Pe. Accipe. H. Poeni tem*, Sciolofal. Scitoffater,qua ego te do

sui;falfa&nulla effe,atq,adeò jam tä,cùm te docui,nefciviffe,fed officii mei erat,tege reignorantiam, etfi reverâ inßitiam mo fram odiffe adeò non ita poffumus, quàm cum hîc mudam intuemur. S* bemè habere

vis,benè age, reliqua verò & maximè mea

dediße fiícúm hùc vemerü, fèies que ego nefcio. ; Vale;

Ha.Quisillepaenitens. Pe. Auré admove:

Eia.Vah!:& fciolus quis? Pe. Alteram -

por*

porrige. Ha.hoho,nticmedemuminfci tiæ nonpudet, fiillejamignarus,hunc ad

infcitiamprovocat.Sedquideft,quodhic confiteri nunquã volunt? Pe. Illud efl:cur

ibifatericogüturacexpiare. H. Aliánele gerelicet?. Pe.Non,tuexfpe&abis, dühæc.

omniainpublicoconfeffiipraelegátur H. Tünefacies? P. Sicjuffusfim. H. Necve pulabis? Pe. Nonputo,fimitiora praemit* tam. H. Quinegopotiùs verberabote,ne impunè dicastamlucidáveritaté. Pe. Ate

quidem parüutvideopericuli, potiùsau di quæ generalia mandata referam. Har. ÜInump ri* mihi dic: pacificineilliomnes; f fùnt,anhabent lites?: Pe. Multasatq;cla

mofiffimas, fedquifquis perdit, peffimè habet.Exemplaaùdi.Hic LunaresSolares

queincolasftatuit,negat alius,adjudicem, Hic Terram moveripi&urisaffèrit,negat. alius, adjudicem. Hic tempQrisconcen tum ait,ille promifcuumfluxum, ad judi gem. Hic perpetuum ja&at motum,ne• | gatalius, adjudicem. HicCirculum qua drat, ille inquadrabilem ait, negat alius,

ad judicsm. Hic fimilia fimilibuscurari alt»,

164,

ait,alter diffimflibus,adjudicem.. Illejus*

perfe&um fingit,hicineptiâ clamitat, adi triterminalem , jüdicem. Hic habet: alterquadrupedem, Ergoadjudi

Éäi,

cem. Ha. Define,Namfi

ÉÉÉ litigia».

reliquafacilèconjicio. P.Sedhocintereft :

quodunoprope temporis pun£tofolutio , fit,acfèntentiaultimâ, quaminfequuntur : verbera,qu£ perfequunturtergora:H.Vc : relatio tuaeft, nódum video. hicne, anibi,

effè malim? Pe. Hacpotiùs cogita,cühgc : defierit, illamincipere. H. Mandatatua , audiamus... Pe. Ecce..

Elyfii, Tárreni fàpere.

Cùm catervatim adnos defèendatù quoti-diè, multi venitù ad ignominiam veffrâ, adhonores pauci.. Quod omninò vellemum , emendatum,fociorùenim indigi/ìmmu,nó ;

caffigandorù. Siveitag, errorvos detinet,, ßve malitia veffra,fcitote $implices, Cam didos,veros, & rerum veffrarum maximè:

ignarot, demig, liberos & liberales mos exo ptare. Hic.n.qaibuindignè caruiffè, ac cipietà; que iniquè poffedißù,deponetù.ile , ,

illwd fidiffimè, hoç turpißimè. Palete,. -

- -

H. Quid !

16;;

H'Quidfiliteræhæ fi&itiæ forent? ego , i, hiccarerem&famemorerer,neceffetibi, ,

quimefubitòditaret. P. Tentandum eft.. H. Abaliohoc cxige,àmequidé nunquam !

impetrabis. Quæ hic habeo,poffidebocû abibo,aliisrelinquam: ibi quidfuturüfit, , nefcio. Pè, Apparetteverbismeisnöcre-dere,fèdingrediámur;utplüraexmeau--

dias,pluraq;accipias, quae tefortaffecon* vincêt. H Abeimusfìnè,fedhgctuatalia

| fünt, quæmalusnoncurat, bonus omnia | neccredit,nec credet,neccredat..

A C T V S. QV I N T I. |

S. C E N ' A',

I..

. _ Sapientia..

' i.}'erita, 2.Tranquillitau. 3. Acquieftem^, *ia. 4. Mediocritas. y. Iudicium. 6. Eru-ditio. 7.Integritas. 8. Simplicitas. 9.Tole-* rantia. io. Solitudo. 11. Contem-platio, 12. AMorr.}. -

| sive COnysiifis£rors; Ostìlurjè -

nos s

n&&;

nos Sapientia omnes ita ut juffifti. Sap.

Placet, & quàmvosfimulintueorlubens! Terrarü folatium!fine quo credohgc Ma chinadudum corruiffet.Ver. Dei haecslea

mentiaeft,quodinpauciffimorüpe&ori busfùperfumus,&focietatéhumanä,qua figlutine etiamnum confervamus. Sape Qjòdvoscövocaviforores, caufàm acci ite. Permultifùnt, quinos revera am

iunt,&ingentilabore cöciliarefàtagüt, atq;ineonecfludiisparcunt,necfümptib. necmanudu&oribuscarent, &informa toribus,tamdemubidiu,diutiffimè fruflrâ

defùdârunt, necexorârunt propitias, nos

nonfècus acFortunamipfàmìcaecas,lübri: cas,iniquas,&fugitivas accufànt, quae im manicrudelitate amatoribus noftris non

compaream*. Anneidem vobisinnotuit? Ver. OmninòSapientia, Itaenimfodiunt hominesqugrendo,utvixlocus fit,ubief

foffamterram congerant. Tran. Et me. !

homines quaerütinpatinis,poculis,le&uhis, libellis,ubiq;, ubinonfùm, Acq. Me veròin arcis,incavernis,intitulis... Med.

Mihiinfidianturpauperes, Iudi mihiGri

sigi;Eolitici, Eru. Eg9integros exercitus. •A-~

• * •

;

167,

afo,quimeprofèquítur. Int. Ategopenè , fpretadeliteo. Simp. Stultitiamhomines appetunt,nonfimplicitaté. Tol. Meextra periculaquaerunt.Sol. Mehominesinfyl visvenantur. Cont. At meinterpulices, cimices,pediculosquaerüt. Mors. mefu

giunt homines& quaerüt. Sap. Itaq;foro resveftrâ culpâminusfit, quòdnüfpiáid invenerinthomines,® quaerere videntur. ná aut omninò nó qugrunt, quifüpinifùnt,

acbeftiales:aut aliquidaliudfubveftroin tegumento quaerunt, iisque quibus nunc. Mundus fcater, Hypocritæ funt, autibi vos non quærunt, ubi eflis, & provobis veftrasimagines,ftatua*,autlarvas ample

&untur. Itaq;fifieripoffèt, ut hostertios. admoneremus, nónneidimpetraremus, quodutrinq;optamus,fcilicetjucundiffi mam ac beatiffimamcum hominibuscó

verfàtionem. Ver. Nefcio,mihiquidem adeòdefperatividétur hominüerrores,ut:

ferèineptiorreliquisappareat,quicorrigi. reliquosautfeétipoffe fperat.Iud. Ine ptiffimus,quitentat,Namfihodie è Mun doinfelicia.cunâa tollas, cras füppullu _

- ,

labunt:

-a

r68

labuntplura&infeliciora. Med. Mihi da-.

tumeft,quieté dare,libertatem&Satieta-. tem,quävosfruftràqugritis.Ver.Nequae.

quam,fedilledabitChriftus,quidehocu•, niverfonosexaélè edocet, & peregrina-.

tionis mortalis perfe&um iter oftendit,.

Trani Qjnobis omnesaffe&uü&turba-. tionumfTétussàpefcit. Acq. Qji nobis,, quod appetimusbonum fufficiétiffimum , eft. Méd. Quiànobisomne fuperfluú,&: abundansamóvet. Iud. Quicontraomnë. AMundi opinionemfèntit,prgcipit,judicat, . ' Erud. Cujus f.iétiafumma eft.Int. Etipfâ

bonitaseft. Simp. Et Agnusimmaculatus, .

Tolovifq; filen§. Sgl. Öuiinterterrarum, ftrepitusfiönexauditur. Cont.Etresno flraomnespræfentesintuetur. Mors. Et :

AMortismorseft.Sap. Ah!quifit,utabullo, alio,velullibialiàs, aut fciendiperfe&io nem,autagendi excellentiam,autvivendi, regulas qüaerant? Ver.Gur extraverbum, Dei? Tr. Gurextra animæ quietem? Acq. Cur extravoluntatisdivinæ cumhumanâ, : confénfum? Med.Cur extra ggnorúfpiri

susmodum, lud.Cur•traChrißianifmii {A{1Q>.

* *

Ar .* ,

i&s 'rationem? Erud.Cur extracrucis

aifji?

' nam? Int. Cur extraCharitatis converfa tionem? Simp.Cur extradoétam ignorá tiam? Tol. Gur extra afperam femitam? , SoliCurextraanimae defponfátæ filentiü? Con. Cur extraSolisperluftrantisradios? Mors.Cur extrameumcondüάum? Sap.

Siceftmieg forores,quoniam ïäïí ' centrum divâganturmortales,nonrepe riunt,ubicóquiefcant,autacquiefcant,fèd torquenturiisipfis,qug eisinfolatiumda ' tafünt, Politiàfcilicet, artibus,jucundita ' te,vi&tu,ami&u,& curi&ishominis orna 'mentisfimüiacinitrumétis.Verùmcùm * paucinobis ferviant,&difcusánebularum

denfitate penetrent,ännehorüetiäcüram abjiciemus? Ver. Nequaquá: fedinfor ' mandibonifùnt. Tranq.Etfedandi. Acq. Et fàtiandi. Med. Et moderandi. Iud. Et ' acuendi. Eru. Eterudiendi. Int. Erlau

dandi, Simp. Etcohibendi. Tol. Etcon folandi. Sol. Etabftrahendi. Con. Erfù

ftollendi Mors. Etmalisomnibuseripi * endi. Sap. Itaq; propter eosvosconvoca

\vi,utmecumcontemplareminiterras,fiT . T * * H ; ^ cubi

17o

cubihaberemus, qui vinculaexcutere, &

<delibertatefolidâ cogitare aufint, quique noftrâ converfàtioneutivelint,iisadeffè mus,&cummalorum rifuac fremitu,eri

peremus. Siftitenobisimmedium Globü. Contemp. Repofùi. Sap. Vahffultorum len.t omnia! Ver. £t erroribuu referta

'cunëta! Tranq. Paffim turbae! Acq. Et ubiq;appetitus! Med. Nufquammedium 1ud. abopinionecun&a! Erud.Vahfcio Horumturbam! Int. Et fraudum chaos!

Simp. UbiCandor? Tol. Nemo tolerat. Sol.Phy! formicarumdifcurfus! Con. Et glirium{opor. Mors. Et Mortis affe&ara

δblivioubiq;, Sap. Sed videtísneforores, quàmnoftronomine £a'iivendit£t. Ecce Socratem! Ver. Hicfeja&at Ariftoteles.

Tran. HicfcribitSeneca. Acq. Et Dioge nesdoliumvolutat. Med. Et Plato exqui fitè incedit. Iud. En Democritum homi nes ridenté! Er.En Hermetemomniaex

cogitantem. Int. MundusagitHiftrioniâ.” Siiii. Kamq;ftupidam. Tol Tpicurushic dePhalaridistaurodiffèrit. Soli. Etdefpe ratioinfylvis oberrat. Cont. Etno&uæ s

inter

£ft

interluminaverfàntur. Mors. Egoverò hos omnespudefacio, & errorem infeli cemprima aperio. Sap. Ea ef? infelicitas

Terræ, ut magnù commotionibu abripiá tur etiam boni, infcii,aut nequicquam re luélantes Ver. Et verbum Dominiemi

grat è locoimlocum. Tran. Et affeétuum igftusexfeculismutantur. Acq. Iam Mun dusfene(cens & exfànguis hóminibus fà tisfacerenonpoteft. Med. Etaequilibriâ 'nullumfùpere(t. Iud. Ægri oculi, malus vifw. Eru. Invalefit barbaries. Integ. Probrum % effe probum. Simp. Nüfpiam non larvae. Tol. Laudisaequè ac vitupc;i intolerabilesfunthomines. Soli, Etmul

titudiniplus credunt, quámfibi. Conc. Relata credunt. Mors.Etmorimumquam difcerevolunt;n:unquamvivant.Necvi

vereitavolunt,utmori aufint,fedmortë habentad pænasli&orem,nonadaeternas

nuptiasparanymphum Sap.Satiseft,msg forores,poftquam deveftra fententiami hiconftàt. Nosjam Deonoftrofàcraper

agemus , pòft mortalium miferiæ pro fpe&urae.

3 17» ^ C H O R UIS.

Heufferfugaces, votag, inania ÀMortalium! quoprecipites agit Incertus erro? qüid miferos labor

Iugi fatigat? Cordis ab intimo, Quid angulo fuffiria ducitù? . . ./Mortemq, crebrâ morte laceffitü?

quarendo vitam,nec repperiêdo quietâ. .An illamumquam eff,aut erit,autfuit? forfan fùb umbra defidepulverù, .Aut notte ceca,aut antro Erebijacet

•merfà in profundis, aut clipit invida vcläm fé illa vobis, aut nimium ferox jirmavit «re Corfibi triplici, Ht nolit veßrù fèfè incurvare querelù, , Sed vos, quietam haud quaritù amxii J^ìtam, o homuelt! quæritu arauà Inflata vulgi nominaplaufibua, Sortig, doma, & Encyclopædiam , Rerum univerfam, quicquid& hæcjubet. 4h vanitatù credula vanita»!

.Illa qaeunt vobù lernam accumulare »malorum.

Devota cafis pettora imeptiü, fuffrà quod illinc queritù, illudhíc

~Hic illud: En gurg«ffiolum en cafam!

17;

-Empalliaffrum: imò quog,ßlubet Imam in cutem defigite ocellulo;

Hicfixa A4aterfedefedet Qaier. Palfàte , illa faau referaverit obvia, 0rfaß.

Ille ille AMumdi Re&or,& Arbiter

Cæleffù aureparticulam indidit vobù ab alto: divite peéìora e/£termitatù femimio beams

A£a£tansq,facre munere vos Fidei Verbog, amorù lumina ventilat,

Hec vobis poterumt «vum impertire -

quietum.

Qaapropterintervos modopoffmodum

e^Equaliterßvivere vultù,&-

Fraternè, & irepralia mutuæ Vitare, Sortisfipatienter,&

Sufferreprompto fulmimapeífore, Simulq, vitam degere fimplicem,

A/ullaintercipiet veffräturbella quiet; Ergo beatum vivite feculum,

vI.

„-

fluxi exuentes exuviaa foli,

Anhela Cælo lumimapatrio Defixa habemter, mutua mutui&

Hnâ cremantespeélora amoribm,

•

174

- .-

Sicfic locati&væ!itam in aurei*

…

fedibuößdes offendent fata quieta-! S C E N A. Turbo. T.

C Onverte

II.

Titan clarè anhelantes

equos. Emitteno&tem,pereat hie Mundo dies,quodeceptusfüm, atrânube inhorrefcatpolus; obftent tenebræ homi num oculis.

Nunc Deus caecum chaos

redde. Ah, ah, ah!

'Excidat illa dius avo mepoffera credamt fecula———

Hém!nequishominümeintueatur. Mo riar,moriar. Nam necSolem, nechomi

nes,necno&em, necmeipfumferre pof

fùm.ubi,ubifüm?Turbonem, Vah mife rumTurbonem circumfero.

d mihi prateritos reddat/ímás De*ammor, O mihi decoétâ reddatfì mumc Deuuawrä.

Vah! Turbo poft omnem infelicitatâ

fibiinfelixfupereft, nec vitâ quicquã ha betinfelicius, ipfefibi accufàtor, irrifor, condemnator, torror, carnifexeft. Vah,

Turbo,Turbo.Turbo! quu

•

fuibomadilapidat omniapro

im-'

Vahfic decet,quiConfùlfibi,Senatus,Po

pulusq; effe Ë literarumcon temptor, Orbis difcurfor, Amator, Arti fexhicobambular,&invifashabet Mun

dicreaturas, Vitamfiliceat fingere arbi trio meo,eligeré pro domo fpecum, pro

veftimento atraminubem, prokuce cæci tatem,proharmoniaululatum, provi&tu aconita, pro recreatione lethargum, pro

fcientiaftuporem,pro omni felicitate ob livionem.Vahquidfingo? Enhicfum,hic fum. En egofùm Eruditorumßubje&um, rifusmateria,increpationumfcopus, mi

feriarumcomplementum. Ah, Ah! quàm moleftannihies vita! quacum Turbone

effècogor! quàm moleftamihieslingua, quae meammiferiam explicas! quàm mo lefti mihi eftis oculi , qui me indignum tam lucente machina judicatis ! infelix Turbo, contraquem omnis error,omnis

inquietudo , omnis labor confpirârunt, ut pe{{ùndarent unicum. Ah. Natu

ra! quam à tuo favore impetrare non

potui quietem , obtineam quaefo ab ^ H

indi

*■

Êsuis tua, intefimahominêquiti bitantoperè difplicuit, qucmad Fortun* crudelem exagitationem condemnàfti,

| I

pateremtâ mortemortifinemimponi,&

çorpufculihuius exinanitione, iræ tuæ fá tisfieri.. Ego peribo homo perditus, & fancdepreflam animam exonerabo, pen deatin aëre mea mobilitas, & cadaveris

agitatio teftetur de ingeniomeo! Ahin föns ego quiquaerendo peccavi,& curio fitate meâ naturâ offendi,& tumte quae reremoSapientia,ftultitiäreperi,& quod

nufpiam effes, nonnifiin defperationein veni.prius cun&atentavi, nec defii,donec

mihiparareraampliluétus, doloris,infa miae materiam, heu,heu,heunihil! quid inter homines agam, inter quoscumbenè adhuc haberem, bonireperimihi? quid nuncexfpe&o,nificavilla, di&eria, (com mata? Hicagävitaminter beluas, &invi

fàm animamexpellam rigiditate, Ah quis meconvertet inpetram, fedjam cormeú

petrâduriuseft. Quis gratulabiturbeluis • deconcive? vah illas quoq;ftultitiammeâ

fcire,füfpicor.Hsmitánedatur,fiquisfta

refuolocbriefcir, nequod placeat ei, ré speriat? Mifer ego, & infeliciscuriofitatis infeliciflimum exemplum,quo mevertâ? Opesperierunt, Amiciperierút, Annipe rierunt,viresperierüt,animaus periit,gau- ' dium periit, & qux 1eliquos nufquam de relinquit,Spes periit, dehifce tellus. Heus natura! ego paucis acquiefcerem, fed pau

cum mihinonpermififti reliquum, Injus, natura;quidenim peccavi,utmeinfra ani malium omnium fortem condemnares?

Sed comprimam me,ne meis ejulatibus ti bi voluptatem faciam, ô dura verbera, verbera,hoc tibi duritiem à eripiam, ne deleéteris,&inter plagastuas tibiinfultae bo. O dolor nihil agis ! Vah cor mihi colliquefcit, & indignitatis igne corpus meum conflagrat. Fgóne isfum, quem

Pcéta Tragaediisfuis eligere potuifft? ta ce Turbo, obmutefce, & hanc loquacem animam fuffoca. heu, heu mihi! quae hae fùnt,itáne nufpiamfolus füm?Ah !

tenebræ, arbuffa, umbrae, -

tegite me. H 7

SCE

S•C E N A

III.

Sapientia cumChoro. Hama, Diver, Scient. Homoratu, Felix, Turbo.

sap. PRoclamaFama, quæ juffàeselo qui. Fama. Audite mortales, me

qui poffhac aut opes,autféientia, aut ho nores,aut vitam beatam â Fortunafuffrâ

expeäet,autpetat,fedquotquot ea ambi ant Boni $apientiam conveniant,qua da turaeßhodiefingulis, quepetierint. Sap. Mirabor,fiquis accedat. IFama. Audite mortales &c. Sap. Nemóne cómovetur?

Ver. Dixime tibiSapiétiapauciffimoseffe, qnoffricurâ tangitur?Sap.SediHipauci£ fimiubifunt; Fama. Audite mortales.&c.

Sap. Itanunceft.Quifapiunt,delitefcunt, tacent, expe&ant. Ver. Non putonobis defuturos aliquos,jamfamaquartampla gamrefpicit. Fama. Audite mortales,&c. Ver. Ecce! Dives. Credámne egoSapien tiammihithefauros daturam? Vahfplen didúconfeffum! Sap. Quistues? Div. Ha,

nöaneexfascocójicis? Sap, Qujdtibivis? -

Div.

__ .

379

IDiv. uthunc mihi faccum auro impleas. Sap. Non tibi haétenus licuit faris corra dere? Div.Nam&transmare&fubter

ra,&laborib.&fupputationibus,& dex teritate,& terrgnafcentibusqugfivi,utdi

tefceré,fedfruftrà. Sap. Quântumpctis? Div. Tantum quadragintamilladucato rum.Sap. Et acquiefces? Div.Erravi,£xa

gintamillia, Sap. Sed tum acquiefces? Div. Obfècrote,fiefùccenfeasmihi,liceat centummilliapetere, propter perfe&io nem numeri. Sap. Concedeadfcamnum

illud. Acq. Aperifàccü,&accipe Acquie fcentiam; Med. Et adjunge Mediocrita tem. Simp, Etadjice Simplicitatem. Sap. Itaditiffimus eris. Div. Sümne ego ftul tior, an vos? quidhoceft? vahimpofturü! malèvobisfit'mihidomumproperädum eft,nequidintereà furos abftulerint. Ver. videsingeniahominum? fedeugeinflatú, turgidulum, nitidulum, comtulum! Sci.

Profe&ò hic Parnaffüs eft,nifi quodPe gafümnonintueor.Scdquogenereexor diar, didafcalicône, an demonftrativo?

certè grandi.

Sap. Quid tu tecum £gura

'a8o

murmuras, amice? Sci. Siquideftinmie ingenii,quodfcio,quàm fit exiguü, ut di cendi facultatis,quá terilé agnofcc,meri tò ad te defcro, inclita Regina, ut cùm de

(

ftudiismeis,profeóìibus& literariis téta minibus,tufola cognoveris,indicaverisq;,

ego quidadderemihi, quâ viâfavoré tuü mihipromereri.Sap.Abrumpemihomo, petis? Sc.Sine me Reginapervenire, j;uid placet,quò volo? & audiesfingula, Sap.

Quidinmanu geris? Sci. Vah jam explica turuseram. Sap. Nónne perinfundibulú hoc,vistibiinfundiArtes,fciétias? Sci. Non

bcnè accepifti, pace tuâdixerim,hocmeü attuliinfundibulü, ut cum tuocöferrem.

Sap. Ita fiet,fecede adilludfcamnum.Iud. Itaq;infundo tibi judiciidecemmenfuras. Erud. Ecfolidae Eruditionisviginti. Cont. Erexa£tae contêplationistriginta.Sap.Ad dite Helleborum. Sci. Sümneegoftultus? cuificilludatis, Sap. Benè dixifti.SciMalè perrâ, & Mufìs omneshabeamiratas,nifi

me juftolibrofàtyricoulcifcar, Sap. Abi. Saryre. Sci. VahadScientiasibâ, & libro

rumaftruc$,hicfactainfiniasft. Sap. Abi.' hem

* i8r } hemmonftrum!

: detrahendus pileuseft? Mulieres funt, ne

j fcio, quofatohücvenerim, metuo rifum. : Sap, Qgis tu es? Undevenis?quidvis? elo quere. Hon. Aliter vocat* fum. Sap.Quid ;peris? Hono. Me-—

tollere humo,& fùblimè virâm volitare -

&í

O¥^4.

'Sap. Cuibonó? Hon.Valete. Sap. Exfpe ' &ta: jádabitur tibi, quàmintra&abilis es? Tran. Accipe ornamentútuum Tranquil litatem. Tol. Etinfide afino tolerantjae.

: Soli. Et tege te folitudine., Ho. Sceleftiffi Sap.Mors, Mor: Hεῖm

* mae meretriculæ!

: tibifcelus! Hon. Væ mihi! Sap. magnoo nere liberatæ fumus, fed quid hic cun&âbundusvult & fùfpirans? Fel. Ah! utinam tandem via cótingar, qua felix fim!ha£te

: nus omnes fefellerunt. Sap. Quid defide ras,mihomo? Fcl.AhSapientiajamdudü ' eft,quod felicita:& quæro, hâc,illàc, intus, *foris:fuprà,infrà; nufpiá eft,fuccurre quç

fo, nam felicitaté quærendo, perpetuüm infelix fum. Sap. Anne quaefivifliinveri vtate? Fel. Nondum. Mors. Sedapud ; »Fel.

Yi82

Fel. Phy! Deus me fervet. Sap. Equi dem præter has tibi felicitatem nullam dabo. Fel. Nullam? Mors. Nullam un

quam. Fel. Ego abeo,namfruftràqugfivi. Sap. &c eff, Jibi bona homimam repofita fùnt,ibi quæreremolunt: «li bi omnes terras perfodiunt, omnia maria tranfé&rrant, Ver. Nemóne refta? Sap. Nemo. Ve.

Hem! quishicprorepit?Sap. Ah miferum fpe&aculum! Turb. Heu mihi! Sap. Quis 'tues? Turb. Heumihi! Sap. Quidvistibi? Turb. Heumihi!Mors Huncegohominê abfolvâ Turb. Obfecro teSapientia.Sap. Qgis es? Turb. EgoTurbofüm, Sap.Hem tüneTurboes? T. Heumihi! Sap. Cur fiucvenifli? Turb. Omnia habes Turbo

fum.Sap.Túneille fortunatus,voluntatis tuæ arbiter? Omnium vitae generüexplo rator? Naturae examinator? Turb.Cun&a

fui,conducit nihil. Sap. Quin alia adhuc tibifuperfunt,eatentes. Turb. Heu,heu mihi! Sap. Surgemifili,furge: namfàtis smihinotuses: veniftitandem, quòvolui

fti,fedviàindire&à. Erigiteeuni. Ver.Li•

bsnter, SargeTurbo, iiondejicisrisam pliùs.

: ?

#8;

pliùs. Turb. Qui jacet in ierra, mom ha

$et, unde cadat. Sap. Erigiteeum, cum bominibus nobisres eft,röçanibus. Quid doles,Turbo? quid accidit tibi? Turb. Ah

£go ab omni æ atete quaefivi,nec reperi. Sap. Ubi quaefivifti? *urb. Vah moleftus catalogus eft;in Literis, Expericntia, fa ma, Artibus, Corporisformatione, Lim guis,Amore,Odio, Gaudio,Triftitiâ,Có verfàtione,Solitudine,& Naturae cun&is

Angulis. Sap. Malè quaefivifti Nunquàm neintrare inveftigàfi. Tur. Ah quidTur bo intra fe habeat folidi? Mare vanitatura

Turbo eft. Sap. Cogita, nonintrateillas enataseffe,{edviolenter intrufàs, perfen füum januas. Sedámne apud Deum me quaefivifti? Turb. Sciofàpientißimum Deum,at ego terrenam Sapientiàm affe &tabam. Sap, Profçfà quicung, extra Deum tellum bomum quarumt , nun uam mon malum inveniunt. Verüm nónne mirabile eft nobis de omni eo,

quod homini Ghriftiano cum Deo in

tercedit , fàtis conftare , nec tamen

velle ab eo fcopum ac vitae regulam ÂCCAa

*$84

^ . -

—

* ,

* -

accipere, £dplerosq; gaudere,'fi veluti oblivifci poffint Dei, &humano vivere i more aufint. quàm multi optant Deum nonomnipotentem, non omnifcium, non

' omnipræfentem.Turb.Exhorrefco. Sap. iItaquenonlugebis, nufpiamteinMundo

quietem,voluptatem,autfolidi quidboni reperiffe,omniainfaufta,vana,ridicula,in certa,fallaia,fucara,turbidahabuiffe.Sed

lugebis.totiespraeteriiffèSapientiam,quæ : affitit,provocâvit. Turb. Méne? Sap.Te ' equidém. Nam quotiestu j;impegifti,tü ' teego revocavi, quoties de Dco bonae co-* :gitatio fuccrrit, Ego aftiti, quoties Mun dumrifi(ti, ego függeffi. Turb. Itánein vifibilises? Sap. Etinvifibilis,&tolerans, & filens,&pauper,&fiitaplacet,agreftis, : acridicula:tu verò plurimùm errafli,cùm

'meinter fciolos, aüt pompofos,autgefli ' culatores, autturbidòs, aütftreperos, aut nugatores, quæreres. Turb. AhSapien ' tia! de his nunquam admonitus fum, fèd

judicavi mihi Mundum explorandum,& penetrandum, perfodiendum & difcur fren

(

- -

- -- - -

r83;

fpadum, ufque dum reperirem quietis,, fcientiae , excellentiae füblimem locum..

fcilicet fciendum aliquid erat. Mors. Satà fcit quifcit mori. Med. Satisfcit,, qui féit modumv. , Con., Satà fùit, qui , fcit AMandum. Sol. Satisfit, qui feßit. Ver. Satà féit, qui Deumfçit. Turb.Sed ;

habere aliquid neceffè eft.. Iud. Ratio mem habere,abundè eff.. Ver. 'Deum ha-.

bere, abundè eff.' Turb. Sed poffè ali quidjucundumeft. M. Poffe mori fuffi-. ciat., Turb. Sedquisillafcier,nonne ex iamnotus fim?, Mors. Mihinotuseris, , confide. . Inte, Bonis notus eris, con

fide.. Iud. Tibinotuseris, confide. Ver. . Deo notus eris, confide., Tur. Vah, ,

quam longè aliahaecfùnt, quàmalibi au dio. Nunc ego nec paupertatem timeo». nec infamiam,necignorantiam. Sap. Iam

refipis. Tur. Ermecumacqiefcam. Sap. Beni. Turb. Et vanitates ridebo. Sap. Ita, , Turb. Etfilebo, tolerabo,vitabo.

Turb. Etmihiipfiacutus ; in£e£tor, cenfòr,judex,herus ero.&aps. I ---- - - - - Eugs.

*. -

»86*

Eugemififi! Turb, Qgoquö mejams

verto, omnia placent, omniaferenafùnt, tuta,compofita. Sap. Nempe quia ex pulifliturbatores tuos, Turb. Non ego pofthac Turbo vocabor , fed Serenus. Sap. Ne properesfili, füperfunt tibi in fidiæ,àSathana,Mundo,Garne,quas nun quam ita devinces , ne non vulnereris.

Turb. ItaqueadChriftummeconferam. Sap. Sapis. Ver. Is tibiexplicabit, quàm, | expediat tibi fùb hâc carnali fàrcinâ non nimium fapere. Tran. Idem tibi ape riet , quàm tibi conducat, nonnimium

quiefcere. Acq. Et quàm tibi profit, nonfèmper confolatione ac donis abun dare. Med. Et quam conferat tibi cum

Mundifluâibusconfli&ati. Iud. Quàm utile fit tibi, de rebus divinis judiciùm fùfpendere. Eru. Quämfru&uofùm,

plurimum ignorare. Inte. Quam tuâ referat, Adamite&am malitiarú, & fi

mulatam bonitatem agnofcere. Simp. Quàm commodum tibi fit , hominibüs

ftultumvidcri. Tol., Quàm tuâ inter fit,

:ia fit, cruce carmis pigritiam excitare, lu• fim

xuriem cohibere. " So. Quo tuo bono

te intra arcam includas. Cont. Quâ felicitate in Dei aétionem , comœ tuâ 1; iáá

*£$

if,

diam, magnalia, fit intentus. Mors.

Quâ tuâ neceffitate tandem hanc mifè

rami, imperfe&amq; vitam finias. Tur bo. Creator Deus, Benefa&orChrifte,

Illuminator Spiritus, quas tibigratesre feram, qui, quae abfconditaha&enus, &: abftrufiffima credidi bona, in Cor hoc

meum féminâfti, & jam aperire fe, ex crefcere, & fru&um ferrevoluifti. Ac

cipe hoc ipfùm cor, quod tibi humile

teroffero, & pofthacintedifcere, pof fidere, fàturari, conquiefcere aeternüm. fine. Sap. Amen. Chorus. Amen. Sap.

£gi t; ut pofthac nobifc um vivas. Salvepluri Salver edivive. Chor,

müm

& fèmpiternùm. Turb. O gaudium!

vosfpe&atores valete, &fiquis meo ex emplo animo inquietus , mente turbie

dus , appetitibus indomitus , ingenio. vaga

vagabundus eft ,. judicio , delirus interi vos eft ,. meo exemplo ,. ad fé , & a£ has, & ad hanc, & ad illum fùpremum nQftrum redeat. Intereà fi meæ difpli

. cuerunt turbae, placuitconverfio. .-. ; . ' .Benigno figno plaufum. •*.

3:!

DEo, a Lor12.. .

* -

i -

. -

p.*.-

Ă&#x2013;sterreichische Nationalbibliothek

|||||||||||||, +Z26028860X