Johann Valentin Andreae - Veri Christianismi Solidaeque Philosophiae Libertas (Latin), 1618 by gnosisclassics

Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com

v E R1

CHRISTIANISMI

SOLIDAEQUE -

LibERTÀs Oppofitum ei Mundi SER v I T I u M, -

Ife^e,

TH E OLO G IÆ

E N C O. ' ,

M 1 u M JE s g N AZARE N o . . . ^

Sacrum.

. -

- A RGTERTO R AT I, * * * * ***

jmpenfishæredum L- An Zerz**** „42n9 M. -

r ■ r.

. --

----

- ---- _ -

----|-

#+ *（）.

±----·--------

*… ~~~~ -.---*-

·••••* *|-

3 , •

v '^

' L IB E R T A T IS ENCOMIUIM.

3>j EN us H u M AN u M, -

§; ab origimefìa liberum, 3 acfublime,po{feaquam

Σά primofaffahumiliatum, vim&fumj eít,femper tamem, me/éio , quam excellemtie quomdam fúe me mor,vimculò reluéfari,&qualicamg, g-./olutioris vite imagime fibiadblamdi * *ri,ex ommirerumpraeteritá/éculâge

• farumrecitatiome, (quejugihumani himc impoßtiome, illimcexcuffiomq comffat)animadverfùmejf. -

Etß verò àfeip/6Homoa**-* gemeravit, ut imperams, monffráí p** 7mae libidimâ executiome, imtolerabili$, \'

- fit,impromißuaverò libertate, infìr melicemliæ Chaos, introducat, imdeg, -

, ommi

L I B E RT A T I s

ommijure,tam imobediems DEo,&im-

;

domitumamimal, férvitute cohibea- | tur, mumquam tamem Divimum illad

&glorio/em L I B E RT AT 1 s momâ, ita mobis imvifàm reddet,quim adeä, ! tamquam humam e imaigemtie / pre mum/olatium, ab ommiævo, optimos quosq, meritò affiraffé, ab ipfò D E o perpetuo imvitatos effe,illamgcótem ptam,Orbem tot malá haéfemus affi xiffe, credamus, viam demigadeam. mobi* queremdam , & has otj mo/r; hora ei debita putaverimus. L I B E R T A s itag, cujus vel/olo auditu,

pellatio blanda, grata& votáho zmimum digma, que pofféffè olim tam

immem/ &pulcherrime Machniae ,? ; majeßatemrefipit,jamimgëtilaqueo rum/rueobrutalatet,licetpo* addi - èfum vimculishamamum gemus, im 22aculatè musquam , mj/? im JE s u. \-

C H R I-_

--- ------------

E N C o M I u M.

C H R I s T o, rerum præteriarum præfémtiam & futurarum ommium Scopo & fine, queremdá,& ab eodë , • impetramda/%,ita tamemtm N AT u

RA M quog ea féliberaliter diffudit, at hec etiam imqut/toresacdißipulos

faos, depræfémis vitae commodiorea fè abumdè & cum pudore moffro im- - .

, /raerepotuerit.

7\om equidem hîc laudandos eos vi per /?/?;piemus, qui aut Patriam faam, r A s Jyrammorum iibidine depreffàm,for- poi.r.

titerliberarumt, aut ipffco//um impio { tcA. jugo amimosèfùbtraxerumt,vel Chri f?iamo etiam cætui libera Dei/at /au

des & adorationes effecerät, quorum pleroräg, mamus, potenti Dei dextra (vim adverfam cumßupore &admi ratiome hoßium comffimgemte) adjutæ fìmt,& cum Dei gloria, gloriosè im- . ter mos emameramtur. ZXec Regia me |

AMaje

IL 1 » e* rari s

` λ{ajeffas,am Procerum Autoritas,aut £opali regimem, ad libertatem iffam •}

m0fframquam querimus,propius ac cedat fòllicitè diffutabimùs ; cum ita

4fferatos Mumdimores agmeßamus, atquoquomodo civilä comver/ìtiom&

Jormamineat, ubiq;exercemde mal;. tieabandamtem materiamimvemiae;

Sed reliëfa magna revolvemdorae $ecælorum mole, aeimpeta, quæ mos

qaicqaid tandem remitamur,/ecum, rapiunt,&advitæμ%ffmem,perdi 'verfâ trahumt, i//a tamtaz vimcula,

quemomtaminfelixmo/?raruma,quz -affecfata memtâ, im/ìmia imjcit , &lNaturæ benignitas/2os, mos Gra

tiæ charitas mu//a difficultate abj ceredocet, imfficiemus, tamdemg, pae dorequaßaöfi, detemtamdo/àlùbrie

L qaè& facilicon/ìlio cogitatiom?Tua leétor pace, equitate,&bemevolem

tia/%piemus. , . -

Jam

EN coM tuM.

;!?, dudum quidem quiex melio- Soli ribushaccupiditate tangebamtur, cä rupo.

paffm totlaqueos,& tortararumho nmimù catema deprehenderemt,mihilg. quodcitiusliberaret, appareret,fùga

feeriperequefiverumt,&tutius(âho mimum affe&u & comtaéfu/émoti ) , cumbe/íjs, quâ ratiomabilibus/? vi verepoffejudicarumt,jamg, vitae ta tò affaeti,liberrimosfèhomimum com

}

r:4tißmt, quorum iaftitutum, ut … zäafcátum mtmts est, & rtgtaam., £• *• , aos delicatiores ab ommi imitatiome »

evidemtius excludit, qui vix latiffí 2i3 fumdis, & latiffmis praedjs (in quorä laudibus Sapientiffimi quig, -

comvemeré) cohibemur, me ad civiles

firepitus & conficiusaccurramus.

Imquiramus ergò quid velimus,& fitamtopere libertateverâmobiä com fìltam, Mamdum amiverfàm mente 4 4 percur a>

L1 B ER r A TI s

percurramus.P H 1 Los o p H 1 a mo

ά/accurrat, i/a humama imbeci/;.

fatisfaffigium, /edquamheum Phi /%phorum medio, mediameridieac.

c% facequereremece/eeif. Philo/2. phiahaqaam, quæ vix dimidia quom dam/2iparte, amatoribus/uis, libe rioremfimul&feliciorem vitam red. didit) mo/?ri mféreatur, & depiéfis

/?/atihomimis /imeamemiis, ipßm /?*- tervatis archetypum M es« ; AMéà

~ • ,-.rerejztz; av&£præivaio;;jî tationis A/j/am CH § Istu M ccm fúgere, deda&isim mos libere viter,

vulis ; adip/ùm liberum, /iberalem,

hberatiomis mo/ræ fomtem JE suM, }70p^^e?/2*, £0/2carramus advo/ve mur. . •,

/a;//ae*,quecumhomimem mom f4///4/2/m magmo malorum Mumdo p~

ver/ari/€dipßm maliM 1 c R o co —

S M l1 M

EN c o MI u M.

-9

sMuM effe, & imtrafe,/ibi tormen

ta, atq, Cruciatusfabricare agnovit, feciffe credidit,/ homimè, homimum comfortio eximeret,& Soli

720/2/âis/?

tudime tot malis mederetur. Scilicet

prius àfeipfòliberamdus gfhomo p0/eaubiubiambulet,&im confertiffima

turba /ólus, & im cuméfis carceribus

liberfùturus, acim Vacuo qua? habi taturus: alioquim ßplem.</è vijs, vanitate, ignorantia, opinione,

& multarum rerü indomito ap

petitu, frußra malumfugiet, cum feipfùm effigere mom poffit, &in ab

7£/ff/ìuì fé abdens/ecum ßmul furba,commotiones, & camétafle*tiomemtis, ac tranquillitatiadverfâ,

fécum imferet.

•

sed infficiamus perpartes;&? I. vrVir 1 1 s imitium fiât, quæ ita homi

memimdignèhabent, acferviliter,** 4

enume

T I A.

LI B E RT a r 1 s

1¤©

;**** emumerare pepe/tpudeat. CAro '

primum mo/ra, alioquim morborum myriadibus obnoxia, amplius tamem moleffjsfeimtricat, acimvolvit; Ce-

, |,

^ rebrum,doli&memdacy, moleffiff.

(aborioffmarum, , inventor;Oculiappetituumim/atia- ' , biliumjamae ; Aiires tot ingratiff- ' , morum/omorum ac vocâ voragines; '| Jingua verò tamtiimtra mos tùrbimi; infeliximterpres,infamàproditor, ac 7//ara/// ,

pr€7r£///?

ia DeuM /άum maledica; Manus infami confílú & erramtâ amime im jòrtumatæ executores;Venter mom f?rum,audacie,præcipitätie, imeptie,

fervitutô Preceptor, malorum wo/ro. fumabyffìs,& cujusjuffì RArro N E M, amicìmoffrum àreliquacrea zaradifferimem,exuimus : Amor de pi£&Iratyrammi,&/?vi fammi,

;

fracalemfi,quibusjusatgfasomme_, , , *_ . • ~.

T , /ilcr, *,

EN coM I u M.

Ít

/let,mecratio/eoppomereaudet;.gge cum&#a mala ab exili tamtum corpu féalomo/?ro accipimus,/ libertatê mo féræ obliti, imperium mobáabeo eripi, & volumtatem prolegedomimari,im prudemtes, accum permicie mo/?rapa- _

v -

timur.

2, AMú

MuNDuspoßea/2orum/ervo rumimmumeromumerofàperbiems,& adver/èpartâ raritate glorio/?s,quä tos laqueos meäit, quot extemdit re

do,

tia. Jamamtèmultitudimeprevalet, & Scientiæ,acjuftitiæ/0lia occupa

vit, vitae, commoditates diffri

buit:itagautimvalidos vitio/0 ex&w !

plo/écum rapit, aut ufitatis/?calo rum, locorumve vitjs impomit, au* quotidiama converfatione præter

júfficiomem colorat, aut fiexibiliores adqualemcumg, mixtum(hodie Po . liki cuw vocant)cultum inclinat, demig. .* * -

I2.

L I B E RT A T 1 s

demig,ob/fimatos itafuriosè exagitat, ut terrore(quamtumvis imami)firmi. tate/24multos dimoveat. DeMONE r A verò & T 1 T u L 1 s, duobus Mam

di Primatibus quid dicemus? qui/2a origimeimeptè, adffectem utiliter ex cogitati, itatamem homimibus im/al. tamt,&potemterdomimamtur,ut com tra eos humami imgemff acumem /àc

cumbat, Philofòphie exprobatioaes evame/?amt , ip/a CH R I s τ I mo/rz pauper,&humilisvita,doëìrima, ce dereadtempus cogamtur.

SATHAN verò DEI &Homi

Ę*

numimfemffmus hoífis, qaid im im ligamdi&mobi& artesfarexpediat:Sci /icet ommium fórmarum, temtamimü ommium artifèx , mumc æmulus Dei,

mgmc/îmulatus homimâ amicus, mox

palam & cum violemtiaimfemfùs, ite

rum Naturæ&abffrußrumexplica -

- -

-*-

tor.

EN coM I u M. .

tor. demig, ommimo/érvorum forum 7 férvus, humam.ede Deo dubitatiomi,

cogmofeemdiprohibitæ curiofitati, ex </emdiambitiomi,im/àmohujus Mum diamori,Mortâ obliviomi, turbarum

comtra chrìffum commotiomi,tamdem

imtermis homimis erroribus & imquie tudimiitapromptè,&procujusvis im gemio accommodatè inférvit ut quo quomutat homo,illeimjeófopomdere_»

propemdemtem faciat, ubicumg, liga mítaapparemt, ibimodumi/emeäat, &ommimofibiobféquemtes, devotog, reddat, tamtaartium fùarum imfimi tavarietate, ut memomortalium ha

άemus, quodmumquam, aut rarò/àl

temimfidjs ejusfùccubuerit, gloriari auditu4/%, imviéfuspemittesfüturus, ' mtffuma Chriffiamorum CRux tam

verfàtile & vertummum caput, ex terreat, confundat, emervet, concal JE£ A 7 cet,perimat.

. ~

IL 1 B e R r A'r I s

Et vitia hæc faltem fìmt, perma gmamempè veræ libertatâ impedimà ta,fèd quae magma parte, /? rationi locus detur,ffomtèaufugiumt, reliqua ,

armi* cælitus comceffs aut profligam da,aut imtra termimos tolerabiliores v.

cohibemda. Plura verò fé immißemt,

II.Va quæ VAN A proprio momime appe//aNITAS

mus. Vanitas illa toti orbi de orbe toto à hominum $apiemtiffimoprocla mata,itamos circumfedet,occupat,im. tricat, at bomâ,paulo quam devitjs cum ea expeditius certamem, ineptis

ommimòres meceffaria, immutabiläg. fít:quam aliquamtulum detegamus. Corpus moffrumprimum prodit.Il. 1. In vi ludexiguo/îmul & /implici NuTRI &w, -r

: M £ N T o alemdum, ita theatricè &•

certigefficulationibus imfarcimus,ci borum gvarietatetamextermè quam

intermèexagitamus,utPraet '• ,. *

f -

EN coM 1 um.

disOrbâ difféurremdua, comparamdú,

labore queßte poffeffomes abfùmem j de,deglutiemdis, cumάfèrè femfibus t impomemdam, tamdem ejciemdö ite

rum,Samitatë affiàe dolor, & Me dicorum cruciatu perferemda/mt. Illudcomvemiemteacmimimopara- â Ami

bili materiaTE G E N D u M,primum ** exommiumferè amimaliumffoljs có texta,poífeacarè empta, verummec u/fli/ed fragilimateria, mom accom ` moda/ed momffro/afirma, mom tegi mus,fedimvolvimus,imtrudimus, im

meéîimus, &himcimde, appenfis, am mexis,affìtà,agglutimat&mimutioribus imeptjs,tandem diverfìcolori/ad

•

variabile&ridiculumamimal,illum

exbeffjs,pifèibus & volatilibus com po/ìtum hominem efficimus , ut verè mom/emel tamtumim ammo(quamvir

tumommimèprodigiosè d' »

Pa- Je;

, -

LI BE RT ATI s

fedperpetua Bachamalia agere vide ¢7/2Z7^.

3. AEdifi

I//ud/implici&utiliST R u cTu R A ab aërâ varietate com/ervamdii, . moäfag. im quietem recipiemdum,prt mumffacio/j/imo loco ac / decurren dumfèmpereffet/£/? relaxare,poífea tamquam haec inferior regio fordeat, i//%7. a/éemdere poffè volam///;.

ciis.

Imdem agme tam£ infame moles paß fm homimum laboribuscomgeffe,/api desg, ligma, metal/a, terra, im omnes

ßecies&figura formataelaborataj, & coloribus illita: himc artium im hac < l*

Jamitate certamem, & quod js Ho mo mirè/ibiplacet; & blamditur, 0

mmium/aiingemjabortuum excufâ tio,Orbisgabimutilibus,/ pervacuá, fortaffeetiam impjs artificibus reple tio.Eorumtamemimgemio% memdica tionibus, & ventráfátúramdi aac*pto,

V-

…

EN coM I u M.

pio,mos edes omeramus; demig,velpoíí mortem,cum amgu/è/âtû habitar« » licet,im/ìmiam mo/ram/epulturâ, & Pyramidum i/arum,(etermaoblivio me aut exprobratiomedigmarum) ex fruófiomete/?atam facimur.

Illud mifèrie/ìa& imfolubili de biticom/éium,cum vix oculiimCælum attollemai effemt, im PoM p A M pro ducitgrmempèama diegavifùrum, ut

2altts po;* amm/ quod $p{oret ha ' beat.*;tæ, matriamazy.gffctormem,mo

ftra optmiome,letamimgreffùm,ut imi

qua rifìs & lachrimarum diffribu tiome,itafùmptuum imiquiffima pro fu/íame, mom ormamus, /eddehomeffa

mus veriffimè. I/i verò qui predomi mamtur, & Majores himc /ibi videm tur,quidmißperpetua Pomp.eperfoma fámt.}'ox,verba,imceffùs,} altus,Sta

tio, Seffo,motms & officiamembrorü, -

illuc,

4. Pom

pis.

vi$

L I B E R rA r I s

il/acmomcompofita,/edadaâa, liga- `

ta% tοtafìmt, ut captivum vix ma gè, imclaffmg, Mumdus habeat quid quam, fortefemper quo quisg, fabli mior,duriore;im ferior tolerabiliore …. CereIlludfimplicitatis,Camdorts, aper tej, aliorum comverfatiomis tam im digum, tamto tamem ceremomiarum mimbo obtumditur,fe&fitur,imcurva tur,circum agitur,ut diffimulato, ab

feonditog, vero afféffu,geffibus& 6 pofitâ memhrx /oarg> 4 jud, &• »e/éio

quidimeptumfemper blandum &fer

ailereprefemtet, quod/ímó femperad ' wmguempraeffet, tãquam Mumdihar momiafóluta effet,itaab elegamtulô, comtra VE R I & RE cr 1 agreffem barbariem comclamatur.Confuetudí má quippeeavá eíí,ut ommimòimca*tiorum oculos fallat, & judicium , re

liquos aut invitosfecum trahat,a** -/

aere

-—-----------

----

---------

* EN coM I u M.

de relu&amtibus, ri/2, opprobrjs,& quibuscumque votoram /2oram im pedimetò fé vimdicet. Papa mobi* im prophamis Aula, vamitatâ hujus ce

remo/ialis exemplo/ fficienti , atque documzemtoeffo.

I//udpoßremum vix fùi capax,

6. Re rum

&mom tam aliemumplerumg, quam haud raro fùperfui humorá gutta copia. plus equogravatum, ita miferè deci pitar,at malitplura velcum iucredi bila labore expendere, quam mom acci

peremulta;&terræ glebis ita//épre gravare, ut imfùblimeevolamdomom dicâ, mecdemiffus ambulamdo/edme repêdohumi,aut movemdo/€/€parmâ , fit, itag volems obbruteßat, cóputre /%atdä moao, quodumombmemtopo? habiturum mom eff, imò habuit aut

hahet mumquam, habere fé credat.

ggalesjetiam,quosveltitulifatuus a//20/^, -

… —~

LI B E R T A T I s.

amor, imtegra Regma, mumquam im , vifenda, mumquam profutura,rapere cogit , aut quos majoram virtus &Nobilitar, ita jejumospa/éitjejunè, alit, ac/tarat, utproprie J'irtutt$/0lidiori matrimemto, mumquam /ibi o pus effe,perfaafam habeamt. Vanitas haétenus à mobix obi

zer depiéfa, fedquam verius acple mius ille Stultitiæ mimimè//ultas de ßriptor, aut navis ftultiteræ nauta exprimzeremu. Eam qui$quis/emel cor- .

de/aoimtromittit, impudemtem/ mu!

ac moleffampo/fea,perpetuum exagi tamtem, mecfacilè expellemdam hoff;tem accepit: Sim ratiomà peffèlix adi

tum eipræcludat, ita delira eíí, ut ab III. I- eaexigui impetus metuemdi. Sedjam G N o- alia impedimentafrccedunt, quæ fáb R A N- I G N O R A N T AE titulo mos a/igamt,

τ I A. terræque affgumt. Et quid mi mire 777///*

•

E N coM I u M.

"2I

•

murim tam imfàtiabiliHomimäßiem at deßderio, acftomumque imffmita multiplicitate, adhuc am pauci /éopâ attigerimt , ambigemdum effé. Nom . DE I cognitionem imferemus,queme- 1.InSa rito mo/re/tupiditati imcomprehem/. ctis. bilis, mom C H R I s τ I , ommium quæ

fùerumt, fìmt, & erumtcompemdj, im omnibus rebus amimadverfiomà, Gem

tilibus plamè ignotam: mom vulgi de zig, & tot mi/emorum homimä cra^ sä,dem /ám,&rerum ommiàignoram

tiam: Sed illorúerrores deploramus, qui cogmitionem, aáionemque//am aliquò, licet, dirigumt, fùff% tamem $copo decepti,turpiterhal/ucimamtur. Equidem /? obiterfàltemperpem- 2. In damus,quam imfimita, quaereverame- Pro

fcimus, imffitutoribus moffrä, atque P***** libris credamus, &pro certâ, quodab aljs amtemositarecitata/amt, habea -

7/?/*,

IL I B E R T ArIs.

22.

mus, erubefçemus mom mihil, & cum

iú, nihil?otiusfeire, quamita/ire * eligemus, equioresque credale plebi, quemon/?ro/j/ima quæque credit, e rimus. Atquipræter/erbum Deiple- . raquemo/?ra, ita hujusaut i/ius com

jeëfure, volumtati, autjudicio immi

tumtur, ut/éientiæ omnes, quamtam vija&abumde, vix mimimaparte/? fabtrahere au/mt, & po$ moleffam •

diuturmamque imffitutiomem , cum corticem,/àgaciffimá etiam, offemde

rumt, ad Animae ex hoc corporá car

cerefòlute veram certamquecogmiti. g)/267/2 re////tf4/2f.

Yeriquidem cogmitomem, bomia

èiiomem melior humame excef/emtie In Phi

fcimtilla perpetuum appetit : Sed im

v E R 1inveffigatione, quoqui;profi

3}.If) Phl- V „,, „,;

lo(ophi-

cis, *T cit plus, eo defferat amplius, ßitque tum miuimè, quumplurimum fíit,id -

e$fim

EN co M IuM.

e# im igmoramtiefìe circulo percur remao, defatigationem/èmper, imitá amautfimemmumquam reperit, tam tum illud Homimibus comfert, ut/ cur craffores ignoramtes, viliffimarum etiam rerum fàmt admiratores ; ita

fùblimiorà illius/éiemtie, fivedo&tae \, ignorantiæproféffóres, fàmmarum

quarumque& laudatiffimarum re zum moßrarum comtemtores efficiam 2£^. -

BoNIautem aëìiomem, & i//iu* I4.In Po liticis.

tam celebrá,quefitiquefemperSum mi boni, repertiomem , qui exffe

άet, aut exigat åhumamagemte,jam

amte âprimo horremdo, infigmigma leficio MA lo dedita? Bomaquidem

meliorum ex gentilibus vita,&pul cherimis cæleffi* origimis igmiculä co rufeams. Sed quod cum vero /2mmo bono CHRIsto noßro, mihil com

muni \

24-

L I B E RT AT 1 s.

mumicaret, fibi reliéfa eíf, & /?&#a- ,,

tores/aos,pulchritudine,fama & ex-

;

emplo /àtiabit; exprobamdo mobi*im ftituto,quimo/faimCH R 1 s T oboma,

ita maligmè ignorare volumus, ut e um mom pro Virtatis //ve felicitatis praemonßratore,feddurotamtum vi … temoffre jucumditatum exagitatore, mom optimæ vitæ exacfore, fedlicem tio/è tegumemto habere velimus. Im hac itaque veri& boniigmo ramtia, quam mifèremas/ervire, & | turpiteroberrare credibilee*, /?a/o | modo aat imtra mos , aat extra Dei ,

verbum, aliquamamimi tranquilli tatem, libertatem,&comtemtamem

tum querimus, quicquidtamdem im fçitiam (con/éiemtietormemtum)/%/licitè tegimus,&pauciffmi veros mo- | fros affeéfus, imtermosquemotus,fu

- èiuationem, dubitationem,alteratio- l, nem, -

A i *

•,-^

ENreoM 1 m Mr.

` zy

nem, ruditatem,credulitatem,/zz. /atiomem, apertè comfiteamur. Scili

cefimore/icereliceret,immamequam. tã turb4 imter Religioßs athei, aut

mom/?ro/jimterJari; admimffrosimi qai& gyrammi, imter Medicos homi cide, imter Philofóphos /alti, imter Homines befiereperiremtur, quimäc omaes viacula/2a,& captivitatem feâa effe volamt , & vultu liberos ^ ■

qaosqae, ide$, optimos reférumt.

Verum moleßiae figmoramtie vi.o.' p0ffre hec demudatio , pötius quod PANIO.

S c I M u sjacfemus,&libertátem

m%ram eximae impetremus. Quid emim (ut abeamus tamdem á Vulgo.

7 f

filiaoavolitemt, qui Divime Pja/. fatô fènt imterpretes, vitae homg%e préfériptores, corporishumamicogmi

fores, NatureperAmgulos âmes Ama

fomicè, totius amiverßmem/ores, Cal.

B * culato^

IL I B E R r A r r s..

culatores, pomaeratores, /ímom èßb limimo/fra/ìrcimas,pomdera, & ap pêßs lapides defficiamt, quideít quod ! altra demob* fferemus? Ejfommimo, —

, & qaamvù cum faffa triumphemt, magmaparte adprecedemtem claffem …

remittemdi effemt, nec locum hicpro mereremtur peculiarem, mt/? hoc ho-, • mori & vimdicattomi meliorum tri

bueremus, & i/ip/?./£leéfi,/ parati, | abßra&fique effè vellemt: demus illú, &acriusexagitemus.

Sed Li τ Ε R 1 s prius homos

1. De li-

“ fusférveturmagmo/ímúlmiraculo, *

& bemeficio homimibus comceffs, qui bus& mortâ immos violemtia refum- ] gitur, &praeteritorum memoria re férvatur.Ipfe i) E u svolumtatem/à, ami% commifit, ip/è Homo js /? ex plicat , & judicamalum æquè ac imi -

. -

quàjudicibusprebet: Ipfâ Natura/? s

per

)

•

. -

, -

•

EN coM ItaM

perea patefieri, &adjam defiùmäo rum imve/figatiomes examimarigau

det ; ip/è Sathamtamtäßaram%. dum, dolorum, mequitie ab js dete άum dolet. Oitaquepreciofùm The -

fàurum, autpreciofifmi quodhomo

habet cuffodem, fimequo optima,im gemioffma,quotidie immoreremtur, bomi claritas, malifædita evameße ret,ommia humamiacamimis qu.£/ta,

erata,acquißta,pofferitatieriperem tur, Swaviffimumque IItile,acmece^ farium imterab/entes colloquium im teriret.

'• — *

•

... - ', ` `

Diffem/atores verò illarum, /. vemoffri

Thefàurary, quam magno

numeromobis impomät? Ittqui olim, aut muper è fœblimi $apiemtie, Pru demtie, Firtutâ, arcèprofficiemtes , aliquot vidimus , ommes hos moffroy

ibireceptos,&meßio quibusßprahu _ -

.2 *

LI Β Ε R r A T I s.

2y.} -

humamię, ultra mumdamà meditatio- .

mib. elevatos credamus.I//i veròfal/ά

Scientiæ & Boni/gmä atque/ígillis abutentes,mecilludquodjaéîamt/ùmt necadCH R I s T u M mo/?ram, limi

cumrerum examem, accedunt, demig, cum multa præ$iterumt â Sathama, doâiffimo, eloquemtiffmo,ver/atiff.

amo, minuslongèabfìmt. , • .

.ggidmi mobè impofùerimt ? im

mocentesliteras,&immeliorem afûm paratas, momimfimitatamtum malitie | & errorum humamorum expreffione comtamimarumt , fed imvitas etiam

Virtutis locoimfaffigiumpofùerumr, vitæque fùae mimimè virtuofè obdu zerumt. Bomuspoffhacfit, quicquã im imliterarum famulitio, melior/èqui doäior, propter litera /ita Chrj/?; quamcumqae Eccleßaßicorum vitam.

exca/ét;propter litera Judices ma %z

· -/

——-

-----------

-v

• •

EN coM I u M.

2®

, lorum impedimemta etiam bomà imj

` ciant, propter litera,'Medicus impu ' mèocidat, propter literas mi/erMagi. /?ellus Philofóphi momemfibivemdicet,

propteriiteras otium megotium,inßitiaSapientia, ineptiaPrudemtia, le

endi/èribemdiqùemodus virtusha Éz£r. \ » -

ZXec literâ tamtum eaßblimi tarafféfa, /ed& liberalitate eorum . L1N G u 1 s. Hocquidem mgs gratè 2. lis

agnoßimusqeedHæbreag-Græca *"* I)ivimi verbifontes cuffodiumt,pri;--cam illam Sapientiam, ¥irtutem,& .

Priorum /eculorum aéfa , imvemtag, retimemt, quod Latima hâ propè fùc cefft, & de Humamo gemere optimè meritae}*; Sedqaod hecimimvidem-

dum adeò faffigium ßblata e#, we . .

penèim reliqua mom imperiumffdty rammidemgerat,mufftamus,& dum

B 3

illa

, -

--—----- -

LI B E R r AT I s.

•

illa arrama,/acra, myffica, & multâ ammis vix comprehem/ibili*, imdeque verò fùmptuo/2 habetur, elegamtù ; Galice, gravä Italic.e,floride Hiffa mice,fortâ Germamice,jacunde Am

glice, mervo/ Sclavomice, aliarum linguarum ßrtem dolemus , /? non

memtem decemterexplicare,/ímom be mèratiocimari,/ momormatè& copios? dicere,/?mom rebus momima dare, &

artibus acßientjsfatifacerepoffùmr, fóveaza. w;, áeítitiaexfé tj#£ £;;z l. facere,&orbiotioßrumvemtrumim- '

gemtem multitudinem imponere vg `lumt. Nomemimul/ilingue demegati,

quod cuiquam datum, & Græcos, ac Ἐatimos,/ìfórtèaliam maêfieffemt Pa

triam linguâ, mommimus mobè illud, quodjampoffidemus, reluéfurosfui/^ fe, itaquehoctotum, & ommem ele

gamtiam mom linguarum, fed homi- , -

/247/2,

EN coM I u M.

mum, & himc indecomceptæ apudmos effimatiomà effé, habemusperßaff. 772////2.

De libris idem comquerendum, 3. libris.

quibus im tam immami & vix tolerä da multitudine, adeò rarè, mom Chri

ffiregmum,/edmec/irtutis imperimm, aut ad commodiorem melioremg, v.tam, aaffamemtaiaffer/a, ut quosvá

potius humame luxuriæ, & ingemio Iram delirò fétus abortiamt , quam,

animam liberam, & à terremäßrdi Lbus ablutampariamt. Necmimus ta mem juvemtutisimffitatiomem (publi ce & domefficafélicitatù/?boma, rùi

mæ /? mala, umicumfimdamemtum) regemdiorbà Populorumquemodum; dehumamâ ac Divimâ aëìiomibuja alicium ; rerum ommium2 memoriam;

adeò promifeuè & cùm commivemtia noßra/ibi/amumt, utfùb tamta fém *

- tenatt4

-x

32,

ÎL r B E R r A r I s.

temtiarum, comtemtibmam, dubitatio mum, imtricatiomum mole, tamdem

ommimo ßpprimamur, meofferatum

Bibliothecarum a/am impetremus. •

Dimittamujammo/?ram illam

illiteratè literatam turbam, ffleado ris, metallorum, multitudimâ, vami

tatímommimorem quam imffmüvul gus, majoremßpè,admiratorem,ad cratorem , mamcipium, ut/òlidiores,

doäiores, & quibus homorabilemomê eripiumt,paucos, magi*ormare, ama re,admirariliceat, ut literí/ímul,ac

literatâ decusßä,&alemdiequitar, queilliabequi/omibus,vematorib.me chamicis, gefficulatoribus, lemoribus, lußribus, moriomibus, &c: ut eriperâ. tur,/ìoim Rempublicam mullomerito, meritòamiferumt, reddatur, t{t/îcat

Nobiles mobiles homoramus, ita Eru ditos eradiiùs amemus , fémperqae s

C HR I

E N coM i uM.

33.

CH R 1 sr 1mo/éri, & Amimeexalta

tiomimoffre utiliores, indignù aljs bo morum & homorú ufùrpatoribuspre feramus, doârimæ eorum, quipumä & centrum , mom circumférentiam

redolemtaußultemus, demiqueadfi-

peraeumtes,momim häinférioribus ob terramtes,féquamur. * , » fe4 V. Pos

Supere# utcopiam illam Mu tuA r IT 1 A Rum R E R u M, quî

mifèrè, & cumtotius vitae noffreim

pendio deperimus,paucâ perfringa imus ;praterquam emim quod P Au p ER r A r E'volumtaria,in häterrę

nihilingemioffus.felicius & ad/pe rum iter expeditius ; quodeamos cum

åã, quærecitata/?mt,malis, liberat;

verè,homimâ Thefàuruseifs.240d DI v 1 r I bus & HoN o R AT 1 s ' *

bomâ, ut comcredita cum labore ex

pendamt, malú ( ut ex laboriofé cor -

. ' -

c ,

ra$

- -

L r » E R r Aris.

34.

raff appetituum/e inexplebili exci tatiomecruciemt, diffcilicuffodiama *

ceremt, «grè ea, & fimulmiferia re-. limquant, tamdem diffcultercommiß

ff rationem reddamt ac fièfitiam fì am,& verèexcarmificamtemfelicita

tem cumgemitu diffolvamt, )imjum ûum eff: ita tamem fìmt pleriq, cum

fùâmaturâ, tum falß ßpientum,ac egemtium comcurfâ, adulatiomeg, im curabiles,acmorbi defferati, ut meri

tò,meumo amplius additoverbo, deß £4///#/*,

Ecce quamam mobà Camarimam

moverit Philoßphia,&noffrefedita

v I

ì tò oletum,ut verè MoRT I s ea me

ÄÈÉ ditatio dicatur,quamfubtali confu 11 yio. /άmum turbine/èriò appetit,&poffre- * mum fimul ac optimum malú reme dium adhibet. i/i verò qui ita im hoc

, ferremo diverfário,täquam , , ætermäm. durat**

•^ .

l .

1 .

E N c o M I u M.

duraturitumultuamtur, aëìiomesqae

Δa im perpetuum firmaturi fibi vi $ aemtur, mortem femper affamtem,

femper pumgemtem , diffimulamt, & compreffts oculis præfemtem imtueri,

obffipatis auribus imclamamtem,audi re,affeéfatoffupore tamgemtem/emtire molumt.

Heceffimfélicitatâ mater, Mortis

oblivio, quam imfinitâ deleéfatio

mum, agitatiomum, occupationibus affe&amus, cujusgmetumille morte; Âlia,vimculami/e/ìbimus,&eo ipfò,

quoimvimcibilesfamus, vinciëdasmos, iurpiter damus.Aliter Philo/ophia,& cum reliqua ommia aliema, mutuati

tia,jam jam, à Morterepoßemda a. gnofeit,amicüquifuseif ANIMuM,

jìum effe, meculius imperio/abijcere vult,itag, hoc minutum Regmum,hâc

infeipfùm Philofòphus Monarchiam, A} 4 -- … tofiw -

LI B E RT A°ris

totius terremi globiimperio majorem, meliorem£,inffitwt, & RATioNm corona, Co N s crEN r 1 A feeptro, AM I c IT IA/£gilo, REx MoRTA

1. 1 T AT i se*,&exteroram im/ulta, temtamima,vires,facilè comtemsit,dä

domipacem colere,félici tramqui/ita feffai, demig. poffe, velle &audere_, mori/èmperliceat. PossE gaudet,dumoportereaolet -

' A/amdus,fempus/èilicet corporeæ mo fre captivitatá fimitum ; 7jrammä

abiiavitidefimamt, impofitum;mor

#abiaufugiamtiajunäum; corporú /fwporiabidjíedat, imperatum,Ami

ameaddeßderatúmáveritatijçiem tiam abi accedat permiffàm, &amâa fmala, mali momemtamea,per Morti, Jemper/émperimmimtmtú,accedit&,

imò ad/agulapumάa mortiffamtis, aminifferium, diffòlutiome, ut lemiam. twr, datum.

Vulae

a -

EN coM 1 u M. , £? Vti LT mori, dum Mundus tra

hitur:utqua abeumdi iterum lege &. comationeterram imgreffùs ejf, eadé ' /émperad evocätä vocem promptu,

/etagìffet,cumque mihi!/âbcælo, ubi acquiefcat, deqao/òlide gaudeat,re

perit,nolitetiam ullius imperfeäiomà amore detineri;cum ubighoffitem /?,

&precarie vitae reperit, mumquam de verâ Patria,liberaglibertate cogita repudeat. • • AuD ET demigmori, dum Mum dustrepitat: cumamimam immorta. •

lem ; cum Virtutú imcorruptum pre mium credat ; cum mullis /? megotys, vbi morimom tutum, aut imhomgfä,

fé immißeat; cum ip/àm Mortem mom, ut crudelealiquod,horremdum,offéä momffrum,/edimfemfilemfèrè Amimæ. . exterreo boffitio/2oexeumtâ valedi άiomem, intueatur; immobilegtam aet*

L 1 B E R r A r 1 s.

dem Naturæ mamdatum lubems exe quetur:

Haecferèfìmt, quibus N A T u R A Lumarifìo, idejfmutuatitio ob

féuriorilamime, meliorú lutihomimes il/w/?rat , & ex temebro/0, errorum,

wpimiomum, umbrarum, carcere , ad Cæliqualemcumque affe&um, Spiri tual&aerisaffatum, cælgffium igmi culorum calorem , limpidiorà aqua , ablutiomem, letius viridiusque terræ pratum, producit, liberioresqueam bulare, leviores itimerari, expeditius percurrere, $apiétiusjudicare,«quia, 4ßimare, liberalius terrauti,fortius adver/àferre, tamdemg im altiorem locum fùblatà , cumëta Mortalium, Xegma, artes, opes,/?adia, vota,labo

... res,miferia, mortem ip/àm intueri, * examimare, corrigere, videre ßmit

./fficiemtiffime…. I

•

--,

PARS

---

-- ---

, ' Encomium.

- 3s

FATRISTSTE -C UI N D A.

Nos vero Solisfilj, &/ premo

C HRI

Creatori, Momarchaque vißbi S T I A. lium & imvifibilium privato fœdere N A. acfanguine fumèfi,&proprie ipßus tutelæ commiff,hochabemus certum immutabile%, quod in hocmagmou niverfo,memomagnus,memofelix,

memobonus, memo fapiens, memo dives,memo dominans,memoliber,

mißC Η R 1 sr 1 A N us. Chriftifai filius,frater, amicus,&momumius

ex humo gleba,mectotius terremepile,

* fadivijepoffeffumi cohæres, An gelorum mumc cura, aliquamdo ju áex. sacrofámáe TRINITATI s *.

delitium.

- . *,

a”.

* • •• • •

- -

- _ _

oineffábilemm£ram fòrtem,fac ceptam*, * -

L 1 B £ RTA r 1 s

eeptamus. 0 imtolerabilem mo/raw '

mortem/ megligimu. .gaibus Deus hamcadmirandam fabricam coma;.

dit;quibusperditam pofféffonem, Fí. Ijmortereßituit:quibus'pertot mi//emariorum violemtam Tyrammidæ, cæ

camf perfitionem;imveteratam ma

licomfaetudinem,Salutis viamqwz. tum väimterdumamgw/amretimuit, quibus hac Mumdi/émeófa,im}aeliri,

voluntatisfìeradios , quotidiecal;. aliores immittit: utjammom libi quæ

ramus, aut quo affeéfemus modò,/éa atjamparta libertate bemeutamur,

mecperdamuseam,cogitamdam mob& I. P H.

,_/zenixiffmè.

• -■ •

EôJ . 2aidemimeii, eujus umbrâ Phi

Phrae loßphiahabet,mosmomip/ùm lumen? IMPER. magnos ea facit, ( ut tumultuariè

*tio percurramus)/ deosmagmos,quißh. fimiwriwmtemplationemjimutâ vami -

•

f.'4fum

-''

. }. {•

EN coM r m M.

•

tatum fervuli praedomimamtar , fibi imperamt, veritate inßitiam fùppri mamt.Nos Dei adoptivi, Trimitatâ

habitaculwmßmus,Chriffum Juffi tiam re&orem,Chrifum fàpiëtiam do&orem,habemus. 1. In fua,

Feliceseafacit,/edquefelicitas? Felicita

í.

cujusfimâ, cujusadmomemta/ngula t€,

metuemdafimis, cujus im ætermamim

; . félicitatem commutamdafimis, $t. jffai, imfelicitatis imitium. No Cr '.

j -

chrißuäcunäa félicitatâ potem peß feffor, ommisfelicitatis liberaliffmus

ajffributor,idemetermus, &adeter mitatem félicem moffri Salvator, infé lices imvitat,imvitatos querit, qu€/€ tos adducit, adduéfos illumimat, illa

amimatos ffu&fiferos, & exinde aeter màm félicißimos reddit.

Bonoseafacit,/edquis bomus, mi£ £*** quem Deusprobomo accipit, cui malü tat€*

comdonat, •

•'

LI B E R r A r I s |

*$;$api&

comdomat, quijßbi/%/vemda ip/é/v. vit,&peßima obediemtiemoffeffeci. mimapro optimè recipit?qua bomirz, fùam cwij dare, Deo quid damdum,

|}|

I)eus quiddet mobâ,igmorare »?

Sapienteseafacit,fèd $apiemtj%.

mißam ignoramtiamjaâaât,/èire , * quàm Deus homim?diligat, quâ Deus deleäeturdileäiome,quam ei bemeft e ciat,quamtumim ejus gratiam fáciat, quamtaei beataparet}ammajoiemtia

e#. Credere Deam ommipotemtem,

Ommißientem,Ommprefemtem,ju/; & Mifericordem, atg, hamofidem rei.

p/a comteffari, humamam ratiomem

mom audire/amma $apientiae?.

: Pivi-

Diyiteseafacit,idef/ep/xa. ture/abmimj?ratione, & Éortuma volumtate comtemtos.Sed quæßffcié

tiaeít,paulopo? fmdigere,eßrire.Mi /éra pauperies à Cæléffi & imeffabili il/a

----------------------------------------------

-7

EN coM. Iuv. .

i/ahereditate excludi:illachrimabi

lœfames , adillam imfatiabilem affe- • &fus Divimi/aturitatem mom admit- , -

/i://fe/iciffmapaupertas exfangui.

me Chriffiparti pare-. -

opibus mihi partici. •

Dominantesea facit, ut qui £?°°* n10, -

/ibi imperamt, & affeäus fìos corpo-

räquemalitiam,cohibeant,feddomi nari Diabolo, infúltare Mamdo, occi

aere Carmem, Mortámimiferio uti, raefix poßeae darí::::;: 3*2 t£:::;::;:::::::£aart,&

Damimam-

-----LF*-

tium Domimoproximumeffe, eavera AMgjeffa eít,& Domimium.

* _-

Liberos demiquefàcit, id eff Šst. imtu ommimo vacuos.mulú affeäibus

appetitui muli, aut alieme opinioni férviemtes:fore,vitafìa,&bacumi- » verfimachimaliberrimè utemtes,hu ·

fpiamque amimum fùum, judicium, zâionesquealigantes. Sedimprimâ ç0/?z. -

IL 1 B E R r A r 1 s

«4-4

confìetudinibus & Mumdi hujus im

citatiffime/ed infeiocecoque curfii/? ', aequaquàm imtricamtes. Verum &amimus mimio vacuu* ejf, quem Deus mom inhabitat ; à mimium, à reliquâ +

diffentit : quicum Deo opimiomesfìa, non conjungit; is mimium /ólitariu, eff,qaimecd Deoimvitatur,* i/ibera

le experiturhoc umiverfùm,/ id ei2

`Pejìinterdiäum. I. Waffileam. bulat, qaivia Deimommovit: demi

Hibernimiwmgit, qui orilegibus/6/?. άμα{Vp^vpt.

fI.BR*- / yiTAs.

AchPhilofophia, verilum;.

néambra,&temebriomumßlatium, vitae hajus mi/èrie, & temporù tam

vanitam daby, tam duri&laborio/? fallimemtum, qaemalum aut nefci

reag oblivifcialiquamdiu faci*:& cum fecuros, contemtosque,acgaud;. fes etiam ad Mortem*qaeproducà, Noga

· · ·

-*-

v -

(

' E N coM I u M. , 49 Non prgftare potes quod promi

fifti, & fferatam illam, illam com memdatam, illamdiupremeditatam quietem, illam qaam ommibus malá mimarë pamaceam , heù praeter tu am & tuorumffem momimvemis. Sed

turpi errorerelique miferabili turbe tuos il!os,quos à turbavixavocaffi&retimuj?i, reddi, cruciatibusque i//o- '

rum, mihiliprofiùturatuaaliquotho ralarum dulcedime,adjumgi,memo riamque tam tui, qaam Mamdi, & i//ius/frepitus deleri, vides cum ge mzita.

OSA L v EJE sumoffer,perquem sCTa1 rur A

ffes mobi$, imo,fiduciaalia, mamque

N1S MI

aliquot momemtâ mos detimeat, aut ἐ

contemtet,poßeaderelimquat,/edquae aio æterma, queffmefime, ideí, quefem -

pertecum: queadeò larga, ut molittä demum mos excipere, cumper Mortè -

famaam, .

LI Β Ε R Τ Α Τ I $.

j.tmuam,fimemjferjs impoßto, Mum

dum immumdum egreff, Mamdimi

diffmi imcole adpellemus, fed veluti radjs/ΔιάSollucidacorporapemetrat, ita Regnum Chriflianü,idejf, cae

'leffë Majeffa*./?avitas.felicitasatg, verè libertas, cælos ommes penetrat, & admosperegrimamtes adhuc,fuffi cientes, affiramtes, /€/€ demittit, mos

totos alterat, illuminat, ßi deßderio accemdit , ad futuram perfèéfionem

praeparat, & ommimò à terremâ omeri. busacturbe/équelaliberat.

Itajamfhiloßpbusyeritatem ;£: querit:Chr ißiamusChriftumimqui

£ü Phi-

È rit: Philofòphus Felicitatem/ommi. at: Chriffiamus Vitam futuram có

templatur: Philofophus benè agit: Chrißiamus fraternè, Philofòphus ad Virtutemommia dirigit; Chriffiamus

adanimæ falutemtatamecefftate, ».

ut quic- .

—

------—-—-------- --- ---

EN eoM ruM.

ut quicquid extra Chrißum, quam zzmzvá magnoimter homimes momime /€ja&et, aut miram imgemy humami fùbtilitatem, vel cæleife etiam domä

redoleat, tamquam Sufpe&um &c « periculofum ad veluti im/ diofùm vememum cautiffimetraάamdum,/?-

pius verò abjciemdumcomculcâdum que/?t. Comtemplemurmemtemoffra Cho- 393* rum Chriffi, qualiâ olim fuerit, qua- £Ä. lù mumcej?. Chriffuspreit Charitatâ X2 no -

illud, Patiemtie, $implicitatis, exem- ** plar; peäoreaperto, brachjs adam*-,v.u, ple&endum,oreaddeo/éalamdumpa fato /£quumtur quipreterillum om nia nefciunt,quipræterillum nihil habent,quipreterillum mthilappe tunt; fequumturjejumamtes, precam

tes, comfitemtes,paemitemtes, laudam- ' tes, credemtes, amamtes. bemefaciem tes,pa

L 1 p E R T AT 1 s.

tes,patientes, egemtes;atg,ita Homi mum turbampertram/eumt irridemtâ, pumgemtem, maledicemtem, avocam tem,impediemtem, im/2ltamtem,per

2. No vus. ,

—

/?repemtem, gloritmtem, tumultuam tem,ipßquaßfurdi&infenfiles,/ed femper promovemtes & imfolatj/ìi figaumacpigmus Crucem, oculis imtâ. ti,pemetramt, &imvitâ tot ob/aczli; H I E R o so LI M A M triumphates ingrediumtur. . Itaquomdam,hodie melius mobi/éä agitur, &letafaciesi/amhorridam. diffulit. Ecce Chrißum prapimguem, -

benè amiòfum, acaurocódecoratam. illum comitamtur Pax, abumdamtia,

fàmitas. Primi im ordime turgidi multiquos affmi, librisomeratißùbfè

quumtur: Ipdetitulares, & imgemti amèclavibus zopularìbajuli,poßea Voluptuarij, ebrj./âliamtes, jubi !amtes, ^-

| • .

,»

` …

E N coM I uM. 4-9 iamtes, tripaediamtes, deoßulätes,/?a

bemè confervamtes, adverfàrjsegre gièremetiemtes,rerum felices acquiff. -

tores,patriorum rituum/?remui co//-

/érvatores, Chriffo megotia/?a/ecu -riffimè committemtes, ommem/o//ici tudinem ad Mortâ articulum rejci

emtes , homimum gemus mitidum,ex- .

quifìtum, letum, liberum;quo choro chrffusquaquatram/%,co/audifur, homoratur,/?quis mutiat, vapulat,

mecqui$quam impum è Chriffotamta rumopâ, homorum, voluptatâ, quie tá, licemtiæ, largitori, maledicet. 77),

fi %. í.

Hem quid Chri/fo moßro accidit, quimobis itatotus tramsfirmatuseíf, & ex humili elatus, eximdigemte di ves,ex liberaliavarus,exfimplici So phiffa, expatiemtecomtemtiofìs, exje jumamteheluo, exfuffiramte, jocula- — ris, demiquealius Chrißusfàófus eíf. C.

Hunc

LI B ERTAT Is

AHìc/?audio,Chriffumaudio,/?video,

à/umdi/atrapamtmtueor. Vox Jacob e$f,/edmamus E/âu, & ut Davidi de

depugmaturo Sauliarma,ita hic ami CHRI-

&fus Chriffo haud cóvemire videtur. Eheu mobâ qui immocemti, acfem

s£i£*° per eidem Chrißo hamc Mundi lar $* vam appo/ùimus, qui /acrofam&fum TIQ.

- - -

Chrtffiamismum, quo Mumdus majus ' miMil habet, quóque, Mumdu</îcare ret, totus qualisqualis effire/altem Z)ivimæ horribile & imtolerabile ex

emplumforet, imlevem aliquam com fùetudimem,imeptam quamdam féiem tiam,frigida, aliq*ot ceremomias,de

^ migimalemdi/éditéféemdig,acimgemj *

offemtamdimodum defórmavimus,at dummodo Chriffiamum momem reti

, ,

, meamus, àreliqua Gemtilium ,im fide lium , barbarorum turba adeo mom

diffèramus , ut moribus multorum `

multò

/ .

' -

•

———

--,

------------------

•,

E N c o M 1 u M. 'a,

»multò/mus inferiores, irregulario

■

7res, momffroffores. Jamamte deplorarumt Gemus.Hu- DEspe mämum multi: irriferätplures, quod§^*u*

di. m} α/, ff).

4f.

ita turmatimfà appetitibus ac com- ge fùetudimibus velutiarmemtaabigere-í. tur, mecquisquamfacile erroremfùä

/ff/

amimadvertat, aut im via quam ita

calcamt, /ìbffat, reliquosimclamet, ' & cæcitatus, imfámig, impetus admo aeat;fedquodMumdusexemplar/ecu lo quolibet, etate ßngula, fabricat, quamprafèribit formulam, eam cä άam homimum genera,fìusquisque ordo follicitè tamquam cælitus demiß /am obfervat,/?remuè imitatur,mor dicus retimet, & ommimò eaquam ac cepit larva/altat, gefficulatur, per

r'.

ff)

'•

Jómamgfaam ludit, dereliquo ambe mèfiat, usque adeò mom /0//icitus, ut

quicquidaliter,**, comdemmet, quá C 2 l

quà

•

L I B E R T A T I S.

quis improbet, malè muléfetur: Ita faltamt & imcitatiffimo cur/à viam vitamquefùam decurrumt Primcipes, ' Proceres, Nobiles, Doéîores,difçemtes, laboramtes, ommesfèrè vivemtes,/ím

guli/ab titulo/go,q ftatus dicitur,& AMumdi exemplar/?ve formula eft.

Ę.

Heceíf infelicitas mo/ra; I/amom

§Ā, cohibemda, mom corrigemda, mom im cArio pediemdaerramtium imffmita, tumul ET SI- tuams,caeca,furda,/?a/?repera & cla £Ntr- mo/à multitudo, que violemfia /?a

"* , aut abripit ommia, aut reluéfamtibus vitâ ommf Morte amariorem reddit.

Errorum& imcomvemiemtiarum /2a rum tâm ferax, ut velut im Herculis

hydraumaamota, multe/?atim alie, & deteriores plerumque ema/amtur. Imde quià Deo/àpiumt, aut tacemt & ridemt, aut/?proloquijubemtur: mi mimèexaudiumtur/?a/îbilo,ri/?, la ' - pidibus

*--

- - -

EN coM I u M. tgr; Ifi á vium

pidibusreijciumtur.Bomum & J'erum admi/efimum mompertimgit, quibus

imtffi,

vero comttmgtt, ymagmaparteoptmto

%emft,

aibae/2/*,?isquifítiomibus,diffutatio

aj; tur,&

mibus ita dilaceramt, ut jam bomum

amplius,aut/erum mom/t/edveluti faeft fàpidiffimum vimum, varijs liquori bus dilutum,maußam facit,& corpus //////. totum alterarepote*: Ita Dei volum 2 im z// ta* & operad humamaratiomevemti 1atatota fflemdorem, dulcedimem & $al, amittumt, ac veluti ßa utilitatem/?am exttmgaamtur. iht!

C4dmiramdus tamem illemiracu DEI MI 'git,

Lorum artifex, dumprorfùs praepoffe

24. //#

rum, rigidum, pertimaxg.gemus ha

mamum habere videtur, dumtam im

Z/.

%. ā– -

N u TA E T IN

VISIBI- !

IIs Ec

famo clamore ommia per/repumt, & CLESIA. precipitiruimacollabicreduntur,fuos tamem immedio horum tacitosadhuc habet: fubfiftentes obfervantes, .^

C 3 ,

& Di •,

34-

LI Β Ε R rari s

& Divinam harmoniam exaudien

tes,quos ille comtraitacharos haber, &caros,cura£ßupemdaadeòpræmu mitos, ut mec Caimifratricidium, mec

INimbroti violêtia, mec Sodomæ igmir, mec diluvjaqua, Nec Je/abele Baal, mec Nebucadmezari; álibamus,mecJar

deorú golgata, mecperfécutorumjìrae, mec Antichriffidoli, illa Dei pupil las tangere, aut ledere, aut demique

impunè temtare olim aufà fimt : meo hodie Sark<*/%p*mam illam fìam,

& carmeam Religiomemommium ami misimffmuarepotuerit. Potiusfácerffiritusjamamtemul

Bono-

* u M torum corda vellicarit, me dum eru motus a;et, m/eculum admiramtur,&rema

feemtemimgemjhumamifïbtilitatem, excipiumt,impiumfieri,ac Atheum , patiamtur:Chriffiamorum momime/ibi placeamt,ip/ùm Chrìffìautjam egreß -

EN coMiaM *

n. fim muffiam reperiamt, aut/%perfi et, tem adhucturpiter expellamt: Dei/ài

„,. „«

tam bemeffci. tam adcommodapetew tium prompti cultum mom uma, alte

„, ra,autpaucé im/eptimama horulis ex „, pediamt: Caritatemproximimóumo, ', altero,autpaucißimâ obalà ab/olvi: Nomine ßo Chriffiamomom aedciv ?-

j.. lem tamtum comver/àtionem,/ed cælé

/ά Civitatâ perpetuam admomitionê utamtur: vitam demigommem Chri

foormemt, Chrißo erudiamt, Chriffo ;. matriamt, im €hrifficomitata & com-

ver/àtiome (ille mamjpuras amima* Ê ceu flagrantiffimam amaffus deperit) si crA tramsmtttamat. .

F ul

Seculummoßrum,qaodohmommul- c^f^

lam cerebri humami fed plerumg, im- %% T* fuâuofàm luxuriem/?ip/ùm imma- ,g*Σ me quamtum admiratur,mecobittaim- viic. fimitaejus/€elera, que comtra Deum τ 1 A. C

& Na-

L 1 B E RT AT 1s

]

& Naturam multâ im Regmä fupra | cumëfa priorum féculorum malitiam

& pofferitatë,uti fúfficamur,fiaem |

admißt, erubeféit, extimefíit,itafibi |

habetperfuafam: vix umquam Chri- ] /fum ita latè, itagloriosèim terrisim- !

faóítia.perâffe,cuiarmapotemtißìmorìPrim cipum, calami eruditißìmorum ho

mimum,linguæ totpopulorum, mumc ;

amipropè/erviâ, Chriffijfimt ommia , plena : Verum et% vel infimaplebs, |

Chriffimomjfragibus homimum,prae- |, dä,rapinâ,furtô,latrocimjs, tyrámi- !

diim fervire; librorum multitúdimem , malá,& calamitatibas Mamalum im

farcirespopulum veròferè ommia me- , /êire,& vixReligiomà,corticemè/om- ,, ginqaointaeri;/?bolfecit:& murmu

re mommumquam comteffataeííitata. } nem Chriffus, qui vellet rebus mo/ri; , & erroribus confìlium fruftra ob

ambu y*

E N coM I u M.

ambulat,/aumg, exemplar imterpo mit , expomit , libertatem imclamat,

&am hávimculú,quibus imtus & ex traimpediti/ìmus, expediremos, &

i/o monffratore/ùblevijugo, facilig, omere viam/àlatâ im tamtadepreffio me /atis abßomaitam impeditamque capeffere velimus,/ mefruéìu,/0//icitè, & cü deßderioimquirit, Mt velutiim Ad car digmätes,qui præfcriptoacordina ncm ac rio caltamomdum acqaießat, de reli

commo

ao humamo, & civili modo vivere,

data Re

ligio.

fibiprofficere, qua/prohibeat, imter humama lumima, &raros ffirituse micare imvideat, memoriam homi

mum, quam Mors etiamimtaâamß mit, delere/atagat, demig;extampul cherrimo,jucamdo,& Naturæ libera

litateditato, ormatog abimgemiohu mamo im excel/am faffigium ßblato

cætu, ip/àmelancholicam aliquam, -

C ;

palli -

L I B E R T ArIs

pa/idam, murmuramtem , mudam,

focietatem commutare affeéfet,

longam valere, & exire, 3- hae /eges Garamamtis, aut Imdiami dare

….

jubeamus. 1. De CuLTu . . .

Satham e/ìmè malitiafa&7um eā, ' -

Ê^" **fam à comdito ferè orbe homimibu,

Dirfi. ?erfìafìm fuerit, Deum diffcili&/,. cill., borioß,& qaicum cruciata, tormem. fógnoffräfiat, cultu admodum dele

£$* &ári, haberegim delicjs mo/ram car. $$ miffoimam.guifiroradeò homimibm,

Barba

Ë'* impoßit,ut multo'/amguime,& homj /

»ama maéfatiome,ac Patrj etiam affé

2 Inter ëfusim liberorum immolatiome,luá,

$i. facundam Peoffeéfaculum(quodab. hoiT omimabile homimibus ) exhibuerima

Idem 4nte Chriffo perpefuus affecl, fuit, & totffecus, corda,fageffa, vir

ga*,alia, carmiffcum imffrumemta, im Deihonoremprogemeravit,tamea ·

paulae- '

•. -

• -

•,

EN co M I* M. p. » .

' paulatim ita mitigata/amt, ut Mum damam ommem mollitiem facilimè/άperarumt.

. . II. DE EoDEM

C4ltera parte aut Deum ommimo

Demom tollit, Orbig, imperium ho- ΕΧ mimibus tradit, autfiid Natura, & ciLi.

commumù homimìcom/?m/2*, ac Deus -^thei. ipfèpalam refe/lumt, fatumimtrodu- •galvi cit vel/èperiorum corporum regi- Ę,omemproclamat;aut Deum adeo faci- iogi.T. 1em & otiofum, quiterram terre- £É måßmat, memtitaraatjs quimolumt ;j? Deum fùavâ oblivionem im/i/at, $* aut qui volumt (/edmomdum) Deum, tiatorcs. libemter exfpeétantéfimgtt: autqui Dei colloquium &ffiracùlumexigìt, 7. Su&ck

targiter infpirat; aut qui movifime Ę; vocatiome Ifraëlitæ effè volumt, egre- ÉÉÉ.

gièim deférto circumducit. demig qui ,. poI;. AMumdi gubernandi modos exco- ticis

gitamf, regnag, matamdi, faciendi, -

ever *

L r B'E R T A T I s

evertendi, amplificamdi, comtimuam

dirationes impromptuhabit, mirum in modum acuit, recreat,& im imagi

ginarie Momarchiefi&fitiampoffèffio 77£7/27/2//ttf.

Deus verò qui homimes amplius ló ç gèamat, quamilli agnofçere vel po£ III.De

fùnt,velvolumt, adeo miferiaeorum. mom deleéfatur, ut delibertategu*,

que ei Filj amicimortecom/itit,fàm

mopere& totius Celeffâcomgregatio mâ applaufè gaudeamt, im/ervitute ejusimgemißat,cultumq, mumcei mul dum, mu/umfàcrificium,/àltem dile &tionem, amorem, charitatem, •

fraternitatem, quæ abipfo &in ,

ipfoincipit, reciprocam impofìe rit, precibus, quibus mo/racommo- -

4a, no/frameceffàriaimpetremus, de 1eé7etur, imitatione Pilj%i amice

affkiatur. Fideicælorum omnespor -

` fa£

EN coMI u M. ^

61 /

ta* aperiat, Gratitudini mo/freipfè fé/? mova qua/?gratitudine obßrim gaf.

Quæ majorquam Chriftiani LIBER libertas, quem mec Deusfèrvum ha

T A T Is H RI

bere vult.fed libertumfùum, filium S T I A /2am,fratrem/άum,&paulopo? Di NÆ Ma vimæ gloriaepaticipem, cujus debituma jeftas. utreclamet, cujusmeritum,ut amaa

ri/e credat, cujus complementum zz Amico plenè comffdat, cujus fun &tiomeférviat,cujus commoditas,

ut Amgelorum mimifferio,& Nature domarjsbemè utatur ; cujus conver

fàtiovitae beatiffimæpræludium, cu i; jus famuliPhilofophia,&imgemffhw

mami divimiores/ imti/e: ggicquid e£fChriftiano fervit: i//e/àltem me

mimi/erviat,& àßipßetiam/ibima ximè caveat. '

•

Jucundumeicomtemplari, quam C 7 ^Vérâ. ---

L I B E RTA rrs

Philo- vera&/òlida Philofophia,cum ve

Ę ro&/òlidoChr iftianifmo,parallela Ë/emperfedinferiorilineacurrat:& veluti lucem umbra'perpetuo im/?que-

\ tur, mec ulli homimum mißChriffiamo melius comvemiat. Eamos/7 lubetju

cumditate aliquamtifferrecreemus. 1. In Co- , Philofò phia rarum quid, &ex

ÉÉ cellemsimterhomines, ex brutalii/o, ipfius, & dormitamteacoberräte caetz, quos

dam cohibet, ffit , oculis,auribus & /imgaa purgat, ac /eipfòs primo, poÂ que circa/e, demtque domicilium hoc

fìum magmumimtueri,acagnoßere , ' docet.'

Chriftianifmus rarum quid,&Humane gemtâ faftigium ac gloria ` s homimem ommimò in/en/ìlem experge

facit, Chrìffum mirabile quidjp/%, 3. incognitum momimat ac commemdat :

- Aeitres imagines,profert ; &creati , •

tam: ,,

-.-

…

... - - -

EN co M 1 u M.

63.

tam elegamtâ ac vaffiopificj, veram caufàm imitium &fimem reddit.

Philofophia, dum im corpus hu- ;.$. mamum imquirit, maffàm multò aa. pus. ver/ìatibus, morbis, imcommodú,&-

AMortis gemeram myriadibas obno xium: mullo momemto fecurum:ami

meimfuper impedimëtum, accar

cerem reperit , & tam imfelicem, ae ommifèrè Creaturæ imferiorem crea

turam,admiratur,ac de Naturepro pè imvidetiacomqueritur. , Chriftianismushoccorpufèulum imvemitlibidimâ & malitie Sathami

ce,objeétum: Fabulepermi/emarios aliquot im hoc magno Theatropera gemde perfonam: imfélicis imobedi

Emtie erga Peum exemplum, abor tuum humamæ momffrofitatù inftru

mentum ; fed tamdem glorioffm.e -

&ineffábilù permutatiönä/αbjeää. Philo

, \

L I B E R T A T I s.

64z. Ani

Philophia, dum amimâ examimat,

ImuI0.

me/éio quidim errores proclive,adva mitatem inclinans, adpermiciem /?-

am promptü, amimadvertit.. Quod mul/am tranquilitatem , mullam fà cietatem, mullâ acquiefeemtiam, mul lamperfeéfiomem,mullam/olidam de

leéfatiomè, mullam veram cogmitionë, mullam puram aétionem à fé ipfâ impetrarepoteíf.

Chriftianifinus longè mequius quid im lucem profert ; amimal/ui a mans ; fìi admiratiome & cultu tu

midum; Deo inimicum;&potemtie ejus invidens;/€elerum,vamitatum

& laborum imtra/éférax ; cum Deo

colludens ; & am impomere ei poffe , meditabundum; temtamimibus te

merarium ; ut ruima /?a fremans, armaledicum ; tamdem invitum Deo obediems , &'praemioac parma at

trahendum.

Phi

^ -

*s--

•

EN coM I u M.

Philofophiaamimam agnoßitmö ä£* LImiver/?hujus prolà, (ed fublimius

mám.

quid,& originis/αæ appetem;;ratione

predomimams ; imvemtiomibus /ego immesamimalium vires & dotes fùpe

rams ; cogitationibus fùâ ubiq, peme trams, Naturæ æmulam;Mortâ etiam

domimam ;&fùimemoriamprorogá tem ; fùam volumtatem mirabiliter

explicamtem,fùù appetitibus incredi , q biliter/àtàfaciemtem.

—

Chriftianifmusamimamfalutat,

Dei/ premi filiâ; Deifilj fponfam, ZDeißiritusßméfi fqciam;$gcre** mitátútemplum & domicilium; to tius umiverß Reginam;&ampliori*

adhucac cæleffis Regni hæredem: Il lam Creatorifìo confæderatam ;il lam salvatori/ao cognatione jun &am; illam Samtiificatorifìo inter pretem; illam $acræ Triados,im his -

fér-'

L I B E R r A r I s.

terrâ loco tenentem, exto//it , &•

/2e hujus exce/emtie aetermum mum quam oblivt/£ijabet.

II.Ms- ' Philofophia Mortem videt Cor 5'**- poris,amim effmem momreperit, imaede ΖB. @rporeparum /0//icita,quodmumquà

– § & à Morte/ecurum, cuifacilimè/àtófit, ,

immor cuimimiumomme officit ; de Anima, ,

$alita- femperperman/ra,quiafiturum/ír,

fedalo eogitat. corporiqùidemfemper , /7es extrema, & ultimumi/ua(a, quo- |

tidiamumacprefems remedium Mors. |

4mim emomitem, cuiaut nuncproffi- l. cere:vperre? , aez^ nunquam. eô- bre-

vitati huic datum ejf, ut ætermitati , com/lat.

Chriftianifmus Mortem quidem | mullam agnoßit,/altem aliquem tam |, , male habiti,tam affiàati, & Muma(; |,

tormimaperpeffcorpußuli,fomnum

^ acquietem, breviimperpetuasvigi- |, -

•**.

tia,

EN coM I u M.

lia*,& lucidiffmi,puriffmij corpo • ris, eviterma jucumdiffimaexercitiae, commutamdam. Animæ tamem, ita

imhacvita/0//icitam curam habemdâ ingemimat, utprima incunabula ei i devoveamtur:pueritiahac follicita dimeimbuatur;juventutis ßudia o

mmia illuc dirigantur, virilis aetas, in eaumicè occupetur; feneétus cum ea vitam claudat; fit% amima umicu*

illefcopus,quòedemtes,bibentes,edi fcantes,mos tegemtes,difcentes,docen fer, negotaamres,pv, v, «reevs ,feriloao

tes , cogitamtes etiam, & vivemtes,

oculos íemereperpetuum oportet defí-' xißimos.

Hinc Philofophus meritò tur- III. Dp.

bam metuit, que veluti mumquam mortura, aut cum corpore mtertta

ra, ita oblivißitur amim.e, imò adeò

eamilli omeribus, quediéfijam bre _ , ^V/fe?

•

------

L1 B E Rτ Α τ I s '

viter taéfa fùmt, obruit, ut quemom be/fjs eífbgffialior, aut humami ali quamtulum etiammum habet, adeo

momdum libera/t, /ed/fultiferæ com Jùetudimum larveimcludatur, molég,

effecfuum umdig, affûtâ adeo /ómora reddatur, meumquam obliviomà Dei, Ἀaturæ, etermitatis,Mortà & Ratio

má quotidiamo&'/ό/emmi careat teffi 7720/240.

Chriftianifmus autem, præter. quam quodpeculiare, & com/ìetum accomfuratum Mzmdi a daraae , •*/•rre,

& oppoßtum habet, talem experitur multitudmem, quæ præfémtibus om mimo occupatur,preteritameßit,futu

ramom credit,aut/£quidcredit,aliema volumtate, & ex alteriusoreidfit, i.

pfâ interim mec Deiopera,mechomimú

'im hoc Mmiverfofum&iomz, amimad vertit, ut verè paucoshominese/' . /?, in *

-------=-.-*-*-**-

* A.

EN coM I uM.

f?, infinita ßbhumamaffecie, cum reliquà verò, bruta viveredicemdú, minusg/?/alutá viam pauciffmi cal ffmt, miramdum/it. Necemimfmt hi ; fimp/ices illi, abjetfi, /fulti , quibus i feus delectatur,&'/éiolà ac/àpiem tibus omnibusamteponit,/€ilicet reve , ravemtris,opimiomis,vamitatê,fœper

fuilaboris, miferabiles/ervi, quibus Deus poßrema cura ; Chriffus planè • Chymerae}, qaig imter infelices /?1 dires/2os, mom (credo) intrafehabi

' tareamimam cogitamt.

' • uae horum comtagiome Philofò * phus/íbicuriosè cavet, me/?vivemdiù

omnimo e$ imter eos, ipfé, autffomte * inclimams ingenium cohibere mom

' poffit ; aut fociorum ffequems mali

i exercitium, moleßere eiim oculis au

ribusjreifieditatem faciat;autpra vainformatio tandemperfùadeat; 44; -

——--

----

LÍB E R rA r Is

autpeccamdi cómoda occafio appet* tum comciliet: Præterea imtra/erepe- |

rit, quamtabomicum malo; veri cum | fal/0; folidicum opimiome, medj cum | extremisfìis,perpetuaacdifficilis lu

£#a/it. Po/fea eorum quimolumt infi pientes videri, aut imffama,/veet |

iampoteffate/amtimpedimenta, dif| fuafiones, aut rifus experitur, ut Sa

pientiæ mom tamtumfit,/èd fórtitu [; dinisetiam,Philofophicmomem dare, I.

&pertot com/2etæ vitae, u/ ratihomi-|

numcurfùs, & commumà homimum | improbatiomã obices,pemetrare-, Chriftianismo autem mom id, ut |

2terremis/ordibus /e/e/ùbducatlicet:]

f@dquodjam ante 2$athama, Mumdo, | carme(me quidhic vivemdieleganti£|

Jìmus,expeditiffmusfeliciffimumg. - dus/? homimibus infinuét, )aomffi. \ratiofaëfae}?, arma expedire, &for -.

—

' .

fpt£/ -

— --,--.--

'EN coM I uM.

titer/ìb Chrißi aufficjs depugmare aeceffita impoßta e$t. Cum emim Sa tham im/ímgula momemta, &adiéfus fingulos./étrâsfòrmet Mumdus; meu

ziquam tam malus, mequaquam à : Chri/fo adeo alienus, mumquam ita ad Regmum cælorum inutilis & im pedimemtum videri velit:

Caro lau

' dibus,/àgimatione,otiotiti/etur;cö tempta, irrifà, dereliéfa, àvulgari

tramite abduéta rimgatur : párum proficit, qui verbis autfabtilitate cü js congreditur, aut illum exquißtum Logicum, hos duos eloquemtiffimos Rhetores, lingua/ perare temtat.

Sed Chriftiana, acagreffiquadam fimplicitate opus ejf, qua pro Ra tione. Ratio mul/a , féd Dei Volü

tas exhihetur; pro adducemdo abdu

cemdog, corpore, perfuafiomu//a,fed mandatum adhibetur; adobjecfio .

mes illa- ' -

L 1 B E R T AT 1 s. mes illorum, folutiomu//a,/èdrifus,

J7z

ac memdacff, mequitie, im/éitieg, ex -

probratiorepomitur;demig, cum adra

vim ommescomclamat, ob/fipatû/ém fîbus, corporis exonerati, animæ repurgatæ, fpeiq; de futuris dul

cedine , impetus eorum ommis elu aitur. V. IN. TERNA

Jam Philoßphus mo/er,reli&facuì

REpu vô opimiome/ìa;jp/è,à feipfo,imcipit, gnari &reperto imtra/emirocom/ìetudimâ, oNE Et fórmularum,opimiomum, deßderiorù, EvA. imeptiarum, ceremomiarum, admira

gg^ri- tiomum, cognitiomum examime; om •

nes, omnes, quamto potef? impetu

expellit, & tam /ábitum acfùavefi- ! lentium admiratur, amatg, & er

rorem quomdam fìum ridet. Imde

profimdius deßemdit, &amori, iræ, triffitie, ambitiomi, avaritie, metui,

aljsg, permicio/%humami corporisim colà,

EN coMrum. -

lά, blamdè, aut furtim, velquoqu modorationis frenum imjcit, ut/?

nondumfedibusßá dimoverepote/?,

Jàltem me adlibitum evagemtur, tu multaemturgcohibeat, velommä oc cafiomà, & imprimùmimie cum tur bacomverfàtiomâ vitatiomeexercitiâ

adimat.Jempergmimimarerum tra âatiomepofféffione,proféffiome,ßppri ' mat: Corpus verò ipfùm Naturæ qua/í/ííit,&fàbarrat,quodealonge ' miaori quam amtefùmptu ac gratâ :: propècommodèalit, veffit, tegit, ca

irat, fólidatg, cum Phtlofophi ipßu, magma voluptate & acquiefçemtia. CH

•-,

Chriftianus verò quam primum STI. ~hoffitemfìum Chriftum imtromifit

cum illoaccepitumiverfä Virtutum

r!,

chorum : Juftus e$ Chriffus: quâ i.Iuftitis

"// in comffeäù ejusfratremfù deffau

í -det ; quâ officio faoerga fingulos mom j

bemè

---

LI 5 E R r A r I s.,

•/4

2. ¥orti bem? defmgeretur: Fortiffimuse*? tude. quidmiad amavalideaccingi, mala

, r.„,. & adverfa amimosè ferre jubeat? Ëia Temperantiffimus eif; am heptrâ tibi cibo dißentum, os vimo elidam,

cerebrum fedis ffiritibus mubilum,

_ . membra fui famäionibus imutilia ££ati tolerabit? Caftitaseit; neminemiæ lupamar,meminemadillicite;amores, aàprophanas choreas, adffarea/er ] -,-

, veri. momääciliabulacomitabitar.Verax tas-

(

eH: eimbdaciatua,vamifèrmone*,in

;i;ni utiliafigmêta,intolerabilia erät.Hu * milimüs eíí:qui coräeo opes, genus, firmam, titulos, officia, féientiam,

7.Amor?mgemium, labores jaäabit? Ami ciffimuse*,

ergòproximum dilige-

re,fratresimternoseffe,amoemlive ' rem, iracumdiam, imvidiam, vimdi ..,.. &#am, crudelitatëtollereoportet. Li 8.Libera .1 •

- -

Ë** beratiffimusej*, quiapum corr® * *

` a*

… -

` -,

me, be

--------, ---

EN coM Itl M.

me, bemeffciorzm paucitate, eleemo-

- -

/jmæparcitate offatmr.camFi- 3.1tas.Fide delifsimus e$,maximè quiatimtermos

f 1?}, /ff,

dido, apertog,pe&ore, fimé,femper ^ — • (eoaem, mom im/ìngula dies mutabili, ver/emur, adhortatur. Obediens 19. obe

jjij

eÅ; quinobis quidMagißratui, quia *******

i% á

r4!

praefeäis, quid civilifócietati, debea mus,preit. Pauper ejf;umdeille tam- ii. pag. tarum opumpofféffór, mollia& deli. Pcrtas. cata veffimemta piäa ades,meta/o- . .

,fm.

rum deleëìatiomem , multarum rerä

/â,

{t}, if//;

i ml

g?? tJ*

Jaboriofàm cußodiam, habemdimole /?am & im/attabilëfiiim, effìffimè ridet, ac omnimo mi/í/íbpomdeream helare, fèffocarig, tamdem velimus, - ' faceffèreprecipit. Facilis eít, quino- 12. Faci. , biscum ( viliffimaputredime) bibem, litas.

ter converfatur, confabulaturg, mo-

•

' ffrag, criffas, ambigiomem acjacfamff. tiam improfundum demergit. Con-

›

4. Li

ftan

Α ^ /

- -

LIB E R rATIs

13. Con- ftätifsimus e#, utfemelbenèdevia

*** imffru&i, ipfius exemplo pergamus. ... ra- properemus,penetremus,mecretroffi

quilli- ciamus, revertamurve. Tranquil

lus eíf, quigaudjs, triffitieg, tem peramemtafaadmovet ; Numquam* efferveßit, mumquam /?precipitat; mumquam blaterat ; mamquam com movetur; mumquamfeextollit; Num quam /? abjcit: mumquam termimä ' fìù excedit;mumquamfeabripi,aut2 bomi , verive tramite abduci/ímit,

quales ille hofpitesetiamfùos, effé. vult ac docet, redditg,/ìccurfùfîo, demig, etiam erudit, aclucido Chri ftianæ charitatisigme accenßs, mi hilmißvitapacificaffaterma, umami

- - miacamorú officjs commexa, laudes

IDei Chriftique /άo è corde fémper fìppullulare,/èaturireg.facit, lingua vero/émperfónare,acprofuere,totog, -

corpore,_ , \

EN c o M 1 u M. 4

eorpore, vitaPhilofopho exprimere imffivit, , Imde ac oculi aperi- „, VI. A

'', -

f. 1.

N IIM I

untur, utjamim Mumdopreter ani- „Äô

mum magnum, magnum nihilre- rnpi

periat : jam amplius Momarcharum, NE, & Regum thronos, pompa fflendorem Aedificiorum, molem, ac magni-

tudimem ; megotiatiomum /frcpitum; mom divitam gazas, gemmas, veffes, mom comviviorum ßlemmitates 5 non Avatiomum diverfitatem5 momlitera*

toram eruditionem aut ja&antiam;

momjmgemioßrum artificiaimom homo ratorùm faäum; mom humanarum

occupationum multiplicitatem, non Ἀm e rumores commótationes% am plius miratur, autfùfficit, amt ffsfé

fùbffremit;fedverioriderebusjudi ciòinffruäus, & im hâc Mumdißemâ

oculatus &fagax fpe&ator admiß. fùs, rifùpenèåßípitur: mecamplius *

e;;

-,-

———.

IL I B E R r A r I s.

ex eventu de comffljs; expatrie /lae. aut temporis comfùetudine de aliema* moribus vel/fuajs ; ex movitate, ra ritate,peregrimitate, ormamemtts,au*

difficultate, de rebus, ab extermú bo mis, dehomimibus temerarièjudicat; boma quæ præfémtia aut frequentia fùmt, noa mimorisfacit; resfîa*mullo cumum petu, aut umtemperamt, motu

peragt;res triffes /20/2 galata 4Â£f 4 mimat aëjeéfiomeememdare cogitat: Im

megotjsfìmullumaffrepitâ, applau -fam, autfamam quærit ; dealiorum #/2tem??t0/?e/20/2 te//2erarte, //ztmtz* ve

rò immaligmamfemper partemfemtit at% adeo vitam fèam ita compla

hat, me quidafferum, hiulcum, cre

perum,/£ridés, imæquale, impolitum, </fuams, morbidum aut venematum

£ffiam appareat. * Chriftianus verò im clara Solù -

.. *

/wce,

**-

' E N coM I u M.

, 7» `

luce, hæc terrema, omniaminimëci digna reperit, .guidamet amplius,

laudet,aùt admireturim hoc Mumdo?

IMundü?ipfemumdusjamfenfea; ~aelirams, acruimofìs, paucosfòrtaffe ' ammos fperßites habet, tum confla

grabit,&câ eo täbella humamae aeter Ἀetutjaífant)memoriemguam**

„Homines?quib memofetate eom credit, quifìbifonobisautavg*****• aut immutamtur, autmobè fav4*

zmur relinquemdi fìmt, téte in fùm

mp, mojìrìamguffjs mihilfìccar** '

aut prodeffepìffìnt. Magnatüfub* 1imitatem?at illifùperiores tanta*

calculi fìmt, à Deo ad magn4emer* eleâi,/edadmajus&periculofus ex

amen reférvati fòrùçorporú miferę ac imcommodò reliquâ pares » iat* /

magni perturbatiónibus,commorig: niùs,hominum exagitationibus •**^ ID 4 vera -

3©

LIBER rA rIs

vere ratióú obmubilatiomibus, acim

primùmagmarumvamitatum &ex ceffùum , ßve volumtario ßveimvito

fervitio, plerisgeximférioribus infé liciores. Scientias ? at ille magma parte ingemjtormima,opimiomum ior

remtes tranquilitatâ terrores fìmt,

quæ abumoaut altero, elogia, laudes. verficulos ememdicamtur&periurâ mimmtiffmamfämammagmoemtumt.

Chriffig. ffmplicitatë, ignorätiam ac toleramtiam ridemt,queffiomam mo vendarumfèrtiles, vitiorum extir

pamdorum/ferilesfìmt,demgim Mor te colliquefçunt,cvame/amt, deferät,

imjudicjdie(ubimom quidlegerimus, féilicet quidegerimus quæriturJigma ratioearum fraudimemimieff, /éiem tiacommodo memimi. Hominuma

&tiones?qua, ridiculum e#imtueri, quantum /emter autimame caffèm, -

/?0/72 £/2

ut T-. -

•,

En coMiuM. . . $.

;

momemjs extorqueat, quamtadiver /itate, varietate,laborámultiplicita ze, rebus/Διά effimationem &gratiâ conciliare, aljs appetitum & defide aria excitare, ab aljs admirationem

autlauaesimpetrareammitamtur.Tâ - quamtäfeobidpericulè,quotimfelici us/edfemperrepetitátemtaminibus,

quâaffìnino& ùltra-humamolabori, qaamtefmquietudimi, perturbationi,

vigiljs,morbis, memtigturbidè di . £z/íbuiffi/e exponamt,fatigept,at 7eramt, demigabfìmamt,acplerum, zeac votijìà vel viventes, velime

po/eritate fruffrentur. Nihil nihil

aäeorum quæ hac ingemtifabricaé ple&umtur;ubi chrijìiamus verèßli

Jé,afficiatur, aut afferatur./£deggi teàpì queextrafefamt cumää, ßá . preiiofâmpoffèffionem, CHR§ru*

$uu\wäiääämiraturamicèateat; –

—

amicè

L IB E R r A r 1 s

32.

amicèlaudat,&imeoacquie/éit;acdi zitia*./%iemtia,fìblimitatem,aéîio

^ mesg optima acperfe&iffma repe ^

rit. Mamdum verò exercemdarum

examinandarumg, rirtutum Âari; chriffiamarum paleffram ; homimes veluti impmgmatores accollaöfatores

intuetur; mihil bomi extra Chrj/um. videt, mecquerit, mec exffeé7amt,o-

^ mmieverâmala,cótraria,imepta, ab. Jìrda&impia,àMamao operitur fòr mammulam quietê autfèlicitate, ia

Àtandi Civitate, momperfigmentum quidem, impetraripoffécerius e#; I)e reliquo, quodbonume#, ommiaca wmimicó- elegamtie;quodUtilehomi

ni, omniartjffcio, aut admiratiomi; qwodneceffärium, ommibushuma. ' mecomcwpößemtie excitamentà, irr;. .

£meftigiagemj%mis, amtepomis, Jéverò,fê, &advemtitiaomnia,ita •• -

• -

JDeae

EN coM 1 um.

Deo fuo committit, at malaeimii

, quam acciderepoffe, boma ei fèmper adventura,firmiter/èiat, credat, & experiatur.

•

, \ .

Z)emig, Philofophus rerum po£

fefsioném ingreditur, & Rcgno (quod memimimiß viro bono acce^

fìm)imauguratur.NomeiMethaphy Âca; momlegum omnium comprehen /ìo;mon Ag^ulapj omnia experiméta;

aon Craff aurea tegule; mecRamalü gimquum clangens ; tamdemmec Ar 7λmedì machimae, aut Euelidâ cir

culi;aditum fecerumt;/edintrafeju dicij,conatus,appetitus,declina tionis libertas; Extra fe corporis,

poffefsionis,gloriæ, dominijnc gle&us & contemptus, imter ho mimum rifùs, imdigmationem,cavilla,

plagas,&opprobria ita extulerumta*

jam liber,&parwm deumiver/ìmiun dìjm

34. ` L 1 B ER t Arrs. diimverfame,comverfiomejaéfatiome.

comturbationeg follicitus,magmiìNa turae librum/ecura voluptateevol •vat, himcjam dudumperteritarum; illimcprafémtium humamarum aäio aum, recitatione, ßve comtemplatio

me,/?obleäfet.Alibirerum creatarum wperationes,vires, varietates,&mi

rabiles proprietates intueatur, Mo* ratiomâ humameaffus, quibus ani maliumvires&immultäßperiori tatem frangit, imfficiat: Imde homi

nem fimiam, dum Naturamubig. aemulatur, accumeaquaßcertat, cä dele&atione,/£deumdem beluam,&-

exorbitamtia ipfius im crudelitate te amerarjsg, ac audaciffimâ aâiomibus ffecimima,cum/fwporecomtempletur. Æoffea hominum tam varia , ac di <ver/à focietates: tam truculemta*

&permicio/à inimicitias, tam /£vagc* • *

• -,

ss . Eneo wim M. eas & memorabiles clades ; tamg

mirosim officio, & civilicomver/àtio me, cohibendi modos examinet. Artibus etiam,&imvemtä humanâ

utilioribus, adßam commoditatem. atatur. Homimum fervili,& exiguis mammá emptiliimgemio, adßamme cefftudinem fruatur: Bona/£habet qptime diffem/€t, officium/?gerat,

imtegerrimè & æquabiliter eo defum gatur: fédâlibertatisfàepofféffome, & vitae tramqui//efelicitate, mumquá dimaveatur.

Chriftiano autem mihil quod

gargum e£fadfublimitatem/%am

.' ßätäfacit, momorbi amiverfiimperiä, > , dignitatëßam adequat.Liber na

túræfúbpedibus e#; /edvitæ liber Chri#u*, & ejusrevelatio facraBi- blia, immamibus. Ibihabitat,ubiha

mamam ratioricm ingredi, &ßi* 2 7 . diff*_^

•!

L r B E RTATI s.

diffatationibus magari, meutiquam* licet ;/ed fùb Divimæ ommipotemtia,

ommpraefemtie, acßpra cumάa im mem/emi/ericordiæ, admiratioae,ad

oratiome, gratiarumg aäiome,/ pre ma, verum demiffa deleäatio e}?: lbi

habitatubi Pietati, tam megleâimae d Múdo acceptæ, & umi,dumreliquâ, (literis,firtitudimiforma,pofféffiomi, labori, virtutibus/imulacvitjs)ao ua diffribait;praetermiffâ, à Chriffia wk etiam, ultimo, & mimimèadvi

άum, commodag, vita comdueibili lo

co, habite;/$premus homor habetur, – – ac im vilifsimo agricola, ßmmi

Philoßphi acumimi, eximy Rhetori,

eloquentie/ premi Momarchepotem fie, excellemtiffimi artificùimvemt&, longèamtefértur. Ibihabitat, ubiam teeumpotemtiffmi Nature domito

rcs, inviäiffimjde Mwmdo trium pha

' .• • ,

·· ·

% A.

-a ---

EN com I um.

• §7

-phatotes ;iliqui F 1 D E/ìaSolem. fare, aut tegere fé toto tridaojuffé rumt, aut at retrocederet impetra rumt, qui ignem è cælo evocarumt,

aut habuerumtimmoeuum;Qui Aere fecerumtpeffilemtem , aut gramdine horridum, aut alcera homimibus im- -

fergemtem,autcoturmicibus &mam. maliberalem ; mamcterram/ìme ve//e-

re, mumcve/us/ime terra, madefacià. tem;demig.pluvia longo temporeter. ræ demegamtem;aciterum admamaa

tum promptè damtem: Quj aquisto tam terram imumdamtibus, immata-' ramt; ea divìférât ; im/anguimemaj.

mutarumt; ramasproducere mamaa ramt: ex loco/cco, è Petra, ex afimi mamdibula, elicuerumt: ferrum fúb merfùm reddere, redulceßere etiam

aba&aamaritudime, coëgerant.Quí

tcrram wt impio, deglutiret aperie 3.

r*£££

LI Β Ε R TA rrs

rumty?erilem,&pediculis,in/éêë,ae locuffâ,ßatemtem,comtumacibus effè

cerumt. ggicum Angelößmt, co//afati;afimimamdibulaexercitusfiude rumt; fflicibus Deivaffos blaffhema tores poßraverumt;baculà gigamtes perdiderìt. Quibusvi&oriavemit aut mamuum/?blatiome; authoßiliä murorum ruima; aut impiorumen/ì.

bus im/? mutuo comverß 5 autpamico terrore; aut militie Divimæ /frage;

aut mulierum ineffatafortitudine, Qupsaluitautcorvorummimjferiä autcibus aljdeffimatus; aut modicä mimimè deficiems, autjejumium mali

famiobmoxium. Quosmortitam gere momlicuit, fedvivos Cælumexcepit. quosleomes momtetigerumt; lirfiab , injuria vimdicarumt; Balem evemter

tridui hoffitioexcepit.Quibusßeri

' litatâ infamia, féliciffimè, & /àlu -

- .

…

berrimè

…

• N.

, ,

EN com rum.

- -

-89

berrimâ terræ, partubus rediptaeí, Quibus Deusfùtura/?a5 & fommio rum interpretatiomem;acarcam ema

musfenfùm communicavit, Mortuos revocare; memdacibus vitam adime

re; hoffesacmalignos excecare; exer citus divimosinfficere; fécumpraefem tes colloqui;aut vìfiomibus, vel Ange lorum imtermumcio erudiri ; claudas

erigere; morbos, velumbrafaltè, aut ßudarjs, depellerepermißt. Qujbus bacalo« jm /?rfemfer murare, fepram

dareautauffèrre; viduas debitâfîè liberare; mullù vimcaliâ detimeri;ÂMa

räßvitiam effúgere;linguicommibus zbeum laudare,acdocere, licuit,aliag. mille ( tibi Arißoteles, Plato, Gale : mus, Democritus, Pytagoras,

Philofóphorum turba, obßupeßat, ob tice/at, comtabeßat)praefarecomceß

/ìmfùit, Chrifti gloriâ Mundi i '

*- -

gnoml

•

• ^ '

-,-

* 9o

—

* L I B E RTA r I s

gnominiâ, tamtog deadverfâ vi o- . mmitriumpho, ut Tyrram morä e//£*, formices, putei, vimcula, citius quam |

Chri/fiamorumcowffamtia,patiemtia,

promptitudo;Philofophorumargarie, fjllogifimi, rationes, axiomata, quam | Chriffiam e veritatis apertâ pudefa faciemsg, lumem : Multitudimus rifìs, cavilla, impedimemta, quam Chri ftianæ vitæ exercitiacitiusdefùe :rimt, defécerimt,extimèfafimt. -

p/••.•k«v^Λ^θ

Z****

22%••* periu4 •

*imffmita, quae Chrißiam fimi moßri fe -licitatem, füblimitatemque, ex tolleremt,acfolide,mom grammaticæ

Philofophiæ, infigmema/am, atg, adjumemtum exprimeremt ; verum dum,ille, obimcffábilem ßiarcamam

g*imtermamjucúmditatem, exprimi fatâ mequit ; ob humilitatem decam fariprolixè wom vult; Haec prorfùs 2 AMagiffe/a-

—--,.

-..-- ------- -------•

EN coM I u M.

* Magiffe/orum quorüdam P/eudophi £ lofóphia,/ocopu/â,apudimeptos,imvi £ fosg, fciolis, timida latitat ; potius mumcilludmirari/àbeat,cumttalatä \

/% Chrißiamifimi momem , & Divino * favorepopulos aliquot Compleéfatur, à turi/i minus ab alijs differät, mi« .

$ musgimjs, he Chriffiamimimote, ac £ fèblimiorà,repurgatioräg,amimiffe

A cimima, appareant ; Demig. hacChri- • • . ftianijminoffram delineaiionem, vel a figmentum aliquodotiofam,vetpau

f cörum aliquot fraterculorum é * le&itiä arcamum, vel fàme imtolera

a bile aliquod, mul/ig/α/éipiemdiù Chri

% £ifejugum credere vita & moribus Faer m demomffremt.

-' L 1 T A

. Equidem atergemiuitamobùper- ££*!*

v ßafit, Chriffiamam mo/èram Religio- Σὰ m memitaremeffèlevem,facilem £;at `fú. i mom tamtum cum Mumdo optimècom- iio.

, ,

venire,

- - - i -

LI B E RT AT 1 s

vemire, /edobiteretiam, achorä/ac

eißvä , commodè exaäeg. tra&ari pofft, imdecum mobi*, aut moffrä, de i.

caméf&aljsrebus,/o//icitè,& cum la- |

bore,profficimus ; muloexamimeaut | inquifítiomefaófa, imreligiome Chri fiamig, virtutibus imbuendis, abum de jam â mobè fàtisfaäum præfup- , ponimus3pauciffmi,pauculú qua- ,

fiwmculis ßag premumiamt ; plerig. ,

JNaturam hæc nobâ, aut tempua fpó- I. se fuggeitura, perfua/gm habemt.], «Grammatices, Rhetorices, Dia le&tices, artium aliarum Schole im

finiteßmt ; libi Chriffiamor, proxi- , midileófio,/ìicomtemptus, appetituì coercitio, paupertatis, crucātoleram tia,imacommoditas, doceatur,paw

•iores/ìmt.Aecfacilequàquamfater gaudet,/ífiliushomores averfètur, im . •. jaria toleret, turbaromverfàtionem vitet, • _

—-—--

Ζ.

--------

9g EN coMiuM.' % vitet, comvivia aut choreas fugiat, ' pauperibus largusfit, im umo „ acquiescat ; fed eruditum, diffuta

%£%

, fiomibuspromptum, linguaexpeditä, mariba, verfàtilem, ad dignitates h affiramtem ommium horarum homi

v nem, & cuivis locoparem, tum pugi 3 kmetiam, equitem,/âltatorem,lj%. * rem,awlicum,politicum,fèmiperegri * mum, recipere, exilit, triumphat,fìr

& te Deo, deliriscum lachrimęgratia, * agit.Sicque fundamentum Chri i ffiamjmiamittimusjaventutemque * virgâ & bacul& mec imvitù impru a dentibus Paremtibus à Chrißoadima mia,viliffma,fùtiliffima, abigimus, * jj, ( revera quæ dedifcantur di * gnis) cum fèveritate, truculemtia,

^ temporigjaäura,eamreplemus. ' * , Chriftusitag, Regmißi cæleffá, ChRI

* amatores habet plurimos; Pite verò STIANI h

imita

- - -

;

94 ' LI Β Ε R r Aris | volu- imitatores paucos; glorie appetemtes n plurimos;Cr acúgeffator 3*°^es paucos,câ. cupidosplur fòlatiomt* JAII. imos; calamita- || tëparticipespaucos, mem/è focios im

vemitfreqaemtes ; fedcomtimêtiepau- | cos. Cum Chriffo gaudere volumt e mmesyedcum eodëadverfâferrepau

„ ci Jefìm, multiug adpami factio- mém/equumtur; fed ad/èpplicydali. . cem potamdumpauci. Ejus miracula , veneramturmulti;fedcrucisigmomi. | miam /equumtur pauci. Jtag, imter [; chriffumfirma jucumdiffimag, ami-|

, citiaeffe mompoteß, ßmoffra* vivem. ; ' di, docemdigforma/ìbvertere, aut , impetratojam ßofflemdore admira- ;

tiomeg, exuereattemtet, fedrelimquè | difììmus, utimos Mamdus inffituit; |

-potius, illiutféfé accómodet Mamalo,

incumbit. ita enim omnino nobis

wiycndum ejf, mec ita perfacile ad -

, pormam

;- …

, ,

-<-

EN com I u M. ,

. 94

mormam firmamg, ipßa vivere. Li ceatmabò, etiam per illum, dum hic • vivimus, vitehujusmore vivere,ita in emim mece, ?eíf,mecumius aut4lterius

, re-mixaffamgitar. , r ... § *• $edecee Chriffum mo/%rum renitë-, tem Terrasimcrepaturam: potiusim -

a gregem /am imquißturum, devita. , examimaturum ; ingratus equidem . . ì

hoffes,&res, mimium atfìmt, demu-

, dans, demigommimè judicia mo/ra, . p famam opinionemque imvertô,

: Sedquidquerit?Chriftianos Ubi? 4

1 In Kuláprimùm juftitiæßae,&re:J'*** ^

•

TfA.

, gendorum homimumfundamêto. Pe- Äî. rum vah quamtuafrepitus? quedi & furfàtio? qua viéîus &potusabum-.

• damtia, ut maußemt &regurgitent? i qui veffimemtorum luxus,ut terram . ■ j*verrent?quäblaffhemamtimm cla a mor?quimendaciorum cumuli?que /

LI B E RTAT 1 s

otioßrum & imutilium homimä tur.

ba?quetotfaginatorum linguae tm-,

puritas, cogitationü feditas,corporà l.

laßivia?qaotiafidiahic, calummiæ, fraudes,furta,imopia,pauperameobli- | vio, Dticótemptus,Mortâmegleéïuf , féd mos im atrio tamtum fùbffimus: ! intus homimum labores & fùalores , effùmdumtur,& quodaliquot cemtam ; millebomimum vix corradumt,pauci , (Jedutragmamu) immare proijci unt; Mirarù?em ciborumßrues,ve

/fiumcumulos, lapidum moles, equo- |

rum armemta, camum exercitus, vo- ,

lucrumturmas, quæcumäaadeopar- ;

•vocomffamt, mimorialumtur, mimimo ,

imu/am humamum comféramtur, at | propèmiraculumfitmoshäßmptibus | comquiremdäßfficere, Ecce vero me

ditabundos illos:hi excogitamtlar vafa monffro/apompar; movospro ··

digali

: EN GroMruM

397

fìigalitatâ ludor; fortitúámú quor. ; damimeitamemtorum, exercityg,, im ;' Iuxum,mo/em, voluptatem comvex

a fionem sumo eomplexuimffmitos impo a ffurarum, & ejciemdorumprovem 1 tuam, cenfìum, tribatorwm, exa&#-

signum, mimi omero/am ac moleßam i* àpiam, *modos, quibus iúcolligemdi

t Thefauri, aut comtracafùs adùerfìs , fübfidij præfidijve avarities, mi. & miag, deperpetuaprofferitatediffag. :

fiaeradicetur.Hicfiqutjejunia;pre-

'-.

* *$/?ccor,parfimomiam, veritatem, : **fitatem,aciratum Deum placa * tiaaliaadferat, mei/eimfamesfit,&-

, féuticamerito abigêdus. At Juftitia , ubi? eugeim angulo, quam gladioim , •miferos defæviat, poiewtes nebulomes

protegat $ Librajamaamera exami r nat, ut ei, quodproponderat, adjíe. Aurem alteram quidem obturatâ

„ … §.

habet :

LrBex r Arr s *

habet , f£a ea ita imbeciliori clarafa! * mamet;fafciam oculorum abjecit, uti

fé aurifulgore obleëìet. Heu Chriffe,

quiditatriffi* difcedis; hacvitafile. tio,meditationibus,precibustuâ]

momcävemit?ecquavero infelix forsl * optimas etiäacimmocemtiffimos Prin-| cipes, fidelesplurimos, acdevotiff.,

mos minißros, huic/írepere, & im-,

- quietiffimevite, immerfit, utimhoc. • ■ • djßarfì, murmure, luxu,abumdam-| tia, fflemdore, ommium impofforwm], .*emtamimibus, ommiwm vamitatum

-& imeptiarum concurfà, ceremomjs, moleffjs , ema/amtur, enutriamtur, '.

: mecumqwam vitam quietam,/ílétem, Ę , aequabilem, temperamtem,felicemi. |! * p/è experiri,autim aljsfàltem velim-| * tueri, demig deßriptam fàtà capere * liceat;/€dvelutiim Pjfrimoautfèrra

fiaoffcimaoûrdg%ere,acabjp/à %•**•*•

EN coM r m M.

•

. .9

luptatâ, otjquejam affùeta/tietate &maußa infëfibilitatem/ìve ftu

potem petere comtrahereg, meceffé Aabeant, verèfflemdidi/érvi; &cor

zom&(qua* humiim lutojacemtes,/2- . piems mom atto/eret) degravati. 2{gmc Sapientiam compellare , SApr

-vult, cui Chrißum aocere,profiteri, ENTIA.

aptime Reipub. formam iùffituere, $** perfeótiffimevitemormampreßribe re, Naturedenig, domariadjìribuere, e}zcommiffùm.

ADe Evangelj quidem voce clara, íí* , para, vereg, Apoßolica, equidem e#, TĘGri. qaod mobâgratulemur; mecid Amti. ca

chröffum latet, frememtem cum reli

quae Ecclefie hoßibus,ac ruptumpeme medium, atgatimammamquam com

temtiofòrum,ambitioßrumffirituum impugnatione eò adaífumfuiffèt, -at plus mumc im maligmitatù eorum E

dete

'i6o . * LI B E R r A r I s deteé7iome, evitatiomeg,; quam nu da Beneficiorum erga nos i)ei

confefsione,Veritatisqueagni

- tione, mobi/t megotùfàëfum.Eares - imcautioribus impofùit, uthachuma naerationis contentione, & de/ei -

* * £fatiadmodumfuerimt, &js acqai. everimt, ommemg, vitam imprudem. tiffimè abfùmpférimt. Nípe Trimita ' tem defmire, quamadorare;prefèm- | tiam Chriffiprobare , quam omni tempore aclocorevereri; peccatorum

pemitâtiam defèribere, quam imtra/? fémtire; operummeritarefutare; quâ] opus bomìfacere;acperfâcras litera } freqrêter volutari, quam dileé7iomù |

* Chriffiamepraxioccuparimalìt: de

* mig, Theologiam fciéntiam aliquâ, fáciunt,cujus cognitio veluti Lógices aut Metaphyficæ aderuditiomâfâmâ * impetramdam admodum utili*. , *.

*. . • .

3ed

EN coM I u M.

IO I * '2. Pra&i-

. . Sedhicmorbusmitioreft,&mon- j,

, mulla gloriola; aut exigae £e£ , quiefeit: cum vulgo autem,& Rufti ' £aplebeimclementiusàmultò agitur. . Arout locus e£fertilis, autjucundus,

zzt megotiationi aptus, ita quosdam. ventris moz Verbimimifras alicit.'

': retinet aut avocat : fiaimtquus quä /%, mom defamt, veluti qui illuc eom aemmātur,maleficifìfficiatRufticis

quod Academicum habemt,& qae tl-' tum zolerea, modo, ipßvideant. Inde

mimor illù Chrifti gregis,quam por coram/ìorum cura, & cum Domini co die aliquod tumultuarium, aut.

ab alüs fübito ac mutilatim, mur tuofumptum , inviti demurmu rarint; vel ab injurjsffmpofio acce

ptis.fevimdicarimt , veldecimæ exé

gerimt , totum quod feptimam e reli quum e$#ita abfumumtut tacere ex; E 3 "

-•

pediat.

Io2

LI B ER r A r 1 s

pediat, juventutem verò Chrifto , confecrare , imbuere , educare, |

adducere ; imperitam ac durâ Pul- |

gus mollificare, a comfùeto tramite Jabducere, ac ommimo Paulimo modo

fingulos docere, admonere, exorare,ememdare, mugemeræfìmt, & ob tam tulum/alariorum mimimèexffe&am:

de, Nec digmaei*barbaragems , ubi fùblim:adomaexomeremtur.fedrefer vamdaeallrbibus,velutiC 1 v E sci tius Deus velit Cæloreceptos. ' -

Idem è Jurisperitorum ordime permultò accidit, utjurà atg/?i ob- | diti, ita legum cogmitiomife immer gant, meunquam quomimus à Chri foumiverfam jurà corpus ratum ha beatur,&proceßuum fórma Cælitus approbataeßmt, aubitemt. Tam longâ valere charitate Chriffiama juffâ, im

ra quae legibus excufári, autperleges fieri,

ror

En com I u M.

£ fieri,poßät, libemtiffimèfécurij pro-;

■ filiant,achomimibus,meh4%emt,aut, •

η lites fuffemdamt, autores, perßaß • resgfint. Justalelitigiofì verèáni-, ' a marum eft vorago , animorum.

•

tormentum, corporum tabes,

•

„ confcientiæ onus,precum impe i, dimentum, charitatis hoftis, bo

, norum prædo, injuftitiæ latibu # lum. - *

. ».

Medicos quâ tam gat? quiet/£re rum/?arum tam certi, quam quiex

i, homimum gemere incertifsimi, ita

, tamemimter/èhabemt, quimecabaljs : mecâ/éinvicem erudiripatiumtur,ut ' vixßt mortaliumffecies, que/étam i mutuo mortali &hoßili odio perfè , quatur, & vultusacpraefemtiam mi-

j mustoleret. Exhięquem ames,à ce- , ' 1 teráme moceamt, caveto:/âmeauxilj

t nihil exffeëfabú; id quod morituri 1,

• * , .

E 4 ]

multi

-* -

——-—--

ID4:

M. Ib ExorAri $

multi cwmgemitka.plorant, & Re£ publica amiverfâ conqueritur.. Qaid hic Chrißus Medicus, amme illeim tam

atraaemulatione, implacabili, livore atusfuturus?^**** ■ *■ -:: i.*

.- In Philofophicis artibuspoffea

am Socratis, Platonis, Arifto- |

telis viriles fcholae, im quibus/ iem- | di deßderium, iaquirendi ßudium,

rimamdi diligemtia, ammotamdijudi

cium,flagrabant, vigebantgåapue- | riles claffes,ubimilniffmemoriæ cul tura j & qualecamg cogmitiomà præ ludium eíí, commutataefìmt, nom mi- |

rum e# mihilpermagni illis imponi, | mihi! fublime aut fàbtile abjs exffe- | &#ari poffè. Imae illa artium brevia

ria, quevamem meffegratafìmt,fed quas mullo Naturæ aut artis cogmo

féemde deffderio magmaparte veluti moleffumpenfèm, imagmátes /?zài y$ ** -

7/2£77?0-

EN eo M 1 u M.

{Q$

memorieimjciumt, ac rurfù derebmg quae/iti cum trepidatione /imul ac • maufeadpromumt, fèmperadlibera ;;

tiomemfùam(quae Magifferjculmen)

4%/ramtes, ita tamdem libellis aliqwt

amarioribus devoratûs tamquam li gni/?rae ablata afeemdumt, moxg, im vimdiótam, tamin/?aevia compendia

aljciunt , dedi/umt, mec eorum miß cum homoreamplius recordamtur.Sub

hac Pædagogia merito Mathefeos\ — miracala,Phyfices admiräda, &fab- ' tilitatâ, ac Varietatâ rerum comtem

plationes ceffaverunt. Philo/ophie fama, &inter homines ufasadMe chanicam etiam, Agriculturâq; in/îgmiâ atg/îupenda accommodatio, fubfederunt, magnagilla $cientiarì, lumimapotius adjaäamtiam &imter, Ka!gus o/fentationë, quamimitatio-, ]

Et tamen h«e, ' uem nobä/erviunt. E £ minü ,•

. . .

-, -

$os

L I B E R rAr I s

minutamon/ìme pompaperagutar, corrugamtg haudraròfromtem,acby lem, ravimg, movemt, ut / imter /? comfiifamtes videas. Advocatopria, auxilio divimo, & exordioa Ca/?r&, aciebus, athletis, & crwemta arem,

' Jìmpto, pulicum fàltus eos mom/ìme , /èdoredimetiri aut mebularum co/o-

quiaabsg, tuffrecitareaudia,imae ,

«beas & obfupefeaa. Chriffus tamen *ma/et hamc Eccleffe /egetem præter hæc Naturæmunufcula, ia éf /3/;. dam illam vere Philo/ophie cibum, *tiam ßi ahquem concentum ex *udire, fìum ubiq, imcreaturã /%*

änterventumimtueri, ad ip/ompo viua quam u//um homimum, veritat?

*xamimari,/?aimprimú hamctemerä'

& fexiem etatem ad virtutes i/a, *Chriffiama(quidemimfaciatfigiaa mºffra£thica)&vita hujus laudábile carry, ' •• - • •

-~.

ro7 .

EN coM 1 u M.

curriculù præparari,confolidari, nec illa perpetuum vama opimiome,

ac ficum literà ßmt habituri ommia,

detineri. ggam emimimjucundum ei

effé oportet audireprimum devotè ad `

/%eciem mumem ejus imvocare, po/íea toto die, pro Mumdi etermitate, aut â fexcemtä aljs vanitatibus, ingemj '|

/éilicet exercidi caufablaterare poff eaiterum de viäoria Deo gratia, a

gere. Qgam ridiculifìmus, qui mul ta ineptaac inutilia cum magna

devotione , tremore & follici -*

tudine peragimus meo minue per multum cælitus auxilj mobiéfèbmj^. fùm credimus, obliti Dea velunum

inutile Verbum difflicere,& ratie nem ejus exffeäare. guidigitur/? 1logica imeptos ff/ogismos me&at,, quidßRhetoricafébrim,calvitium.

laudet% Poëêspjsgemtilibus&ob-, -

)

. *.

| \

LI s ertra*rI s

i©3*

famâ, ac imtolerabilibus mequitās fateat. SiMuficalibidinofam amo rem, & cumόiam turpitaaimem cam tillet: Diogemiquidem, Memippo, La ciamo, Democrito, Semecae Epiäetori aderelicet, & fìmmam mobi* ftultitiä

extremam, impofturam exproba res Chriffam veròfèmperingemere, & commiferari moffræcæcitati, tù wra/éi pertimacie oportet, qui ita nos wmvicem & noffra laudamus, admi

wamurg, cumrevera cafff, atq,vacui fimus, nectamtillum adcæleffia, imo

vix quidquam adfòlidum hominum wfìm, aut vitae miférimæ,/ervilä, ac

•vereplebejerelaxationem, ódimem rumveconféramus;demigaevorata,

ai/0rpta, exhaaffag, multorum volw praimum Scientia, mimws quam me

fiiemre;,fédemine deformius, mon »

J?ro/ùs,gloriofis,permövigíusfapia ' **•

igitis, * -

, •

* /-^- - ^

Et hi

-—

- -

•.

EN coMrum.* ' 169. Ethiadhuc tolerabilioresfamt,/ì- 3. Acade

i, perei# pecus, quod Académiajre- ÉÉ*• * ,

» a n f , & j

quemtat am infeftat, otio/àm, impu- . dems, diffaems, falax, tumultuams, proaigam, inficiems, monßrofàm fíe leratam. A'om opuseífqui deßribam. tur, jpßmotafìa circumférât. Mom firaplamata, diverffcolora,martia-, lia,dißurrentia, titubamtia,&quic quidveneritim memtem, audemtia,ima

*-* •- .

, linguam, ejciemtia, immamus, comta , mimamtia. £a toleramus, quodPoli

, tica prudentia alicujus mali commi.

• vemriampraecipit, & reliquamjuvák,

„ tatemjs præftituimus,innocena , tem adhuc, bene moratam,& è , Chriftiana Parentum djfciplina; emiffam, utin oculis noftris de- '

vorent, inficiant,commaculent.' Aîc Chrißus acquießat, hic Acade» . mia amet, laudet? Paremtri de$âhøA. ` ;

' s /

E 7

líbeme

TiO

ILrBERTA r 1 s.

lάbemè/emtiamt?precioffma pigme

$yg rafaaillâ comcredamt? utls to•-

…

s o Parentes -

ï aliterfit, quam exffeéfatà,quam /?eratis,& magmo ære veßro perditos filios;aciratum Deum emitâ, Hic

| |

harpyiae fìmt,que quicquid comtim gumt, aut attrahumttotam, aum bo waparte auferumt. Nec defenfioea

2 literaram praeßdibus e#, quamffe. ramus,&auri velfflemalorù majeßas

etiam Magmos habet attomitos, ut vi taremalimt, quam aggredi: Mimori

bus verò cuffodibus, depoßtum vieri pitur. O Parentes,càmfilios veffros emittitâ, meqaidimviajsaccidat, ut

futum fit iter, me quid latromes aut | praedomes mocceät,trepidoamimo ver

fatä.Alijvobisfunt timendi præ donesaljlatromes,quiamimoim/ di.

4ntur, cum pravâ moribus, comcupi

Jéwjs,hbidinibm,fîw,memdajs, fmg*

EN coM 1 u M.

irr

impademtiareplemt,poffea pauculas ceremonias,&bememoratihomimi*

ritus oblimamt. Itag, /? eos imterdum recipitis huicMumdo&moßri comfae zudmibus accommodatos im vir

gimum cögreffè difertos & officio fos,im}irorum ludicrú exercitatos, If,

tales fòrtaffe, quales ipßoptabatà,me

/éitis quamto hæc vobis comffemt, & quam im effimabiliare fimt coëmpta.

3cilic. jp/a immacua/ìmt,& oculos vo bù explêt, veräpauciffimiim hoc L4

byrimthoviamreperiumt, reliquiper •multa mequitie/épta ad has Wirtutes tram/eemdumt. Mundus enim gra tis non docet,nec carior inMun

doquâ Mundiinftitutioeft; Ja <vemtutà via totaim/djs/éatet, qui busfiquäledimompofféprefìmit,im fámusejf, quäg deimamu, Angelo rumaara , Parentum affiduâ pre *a

T …

¢ibus,

LI B E R T ArIs

112

cibus Præfe&torum diligentia, fui amimadver/iome imta&fu* præterit,

miraculum ejf. Ne, quidigitur à Pa remtes hæc minuta, & extramea;am

curiosè affeéfetò, /£dChrifti amoré fedulo im/iilate,veffraexemplo impri mite, & utperpetuus áffudiorum co- | mes/í,eum optimæ comverfàtiomà có ciliatione, & exercitatiomum perpe -

tuarumafomite, im corde eorum alite, mec tam Eruditiomû fùblimitatem,

quam ardemtâ pietatâ continuatio mem defíderate. Satù magni vobù

fint,ßhabeamt magmam charitatem; fàtùSapientes/imt,/ì/ìojudiciopar vi, omme culmem homorópro mihilo

ducamt;/âtâ Prudentes,ßterreßria pro rejeéfamemtä habeamt, at Chri /άlucrifaciamt5/2tâ doéti,/? Dei vo

lamtatem exequamtur : flam relim

quamf/atâ divitcs,6chriftumpoff; *-

deaat, -

· · ··

•

EN coM f;uM.

I13

deamt, &emimquicquid/ibiadjungit, illud ormat, excitat4, im Eccleßaffe Zelum, im Jurisconfulto com/?iem

tiam, in Medico charitatem,im Phi loßpho modeßiam, im Coafiliario '

iú metum, im Oeconomoimtegri tatem , im Patrefamilias Kirtutum

propagationem , atg, intra fé hamo , agetermam félicitatem progemerat. ' - Haëìemu% Academiam thffexit

chrißo »repleme eífeiátúäum. zelotypus enim eíí , mrcfìi oblivio. mem, animæ fponfæfάæ comtemptä

ferrepoteff, tum vanitatë exercitiù jmprecio, effe,ac laboremultocom/fare dißeremeceffùm, queimfemttantum, aec vel vivere vel mori vel fcire,

velignoraredoceamt,momminusta

amem ac ß mera myßeria arcana hæc fMt, miraculag pre/fent,famamha- . , bere &• ita homines, credere doletaa

fáccerßt.

.Q*•

II4.

LraER r Arfs

c.Qge f?mwmcmtffim caßra comver- !

tat Fortitudinis locum, humamæ/3- j. cietatá murum, défémfiomi* mumtæ, |

/erum obßupeßemdum e%, Chrißia. |

norum temeritatem &in/amiäeoug ,

efféprogreffùm, ut officiumtam/àcì ,

tam Deißpiusprafémtia, & fpremi |

, muneris admimffratiome confecra. ;

tum, Divinæ prote&ionis, & ex- ,

hibemdifortiffmi brachy imffrumen- |,

*a rommittamf. e/2?«e*relimt. ro» ],

Chriffiamos,fedmechomimes,verum

hgmimjirejeâamita, imcarmatos sa- |, fhamas. Divini&humamjurà viola- |. tores,quorü leges & privilegiafìmt,

Jermomi loco horremä blasphemari, , fmmamitermentiri; Comtimätie /oco,

promifféwaadalteria, imcgíus,feorta. -

tiones: exercitiorum loco, latrocimia, violatiomes, amicorum f}oliatiomes,

divexationes, comvitiajjìmlufeja viatio,

- . a.

EN co M 1 u M.'

' 115

ὐfatio,crudelitas.Abomimabilee}% ta

lium mamipalum/altemimtueri,imci dereimeos lethale. Sedtotos exercitus

ita comfatos, cum officiofìo quodPa Ariam, quod Religionem,quodoptimâ quamg, cau/àmpropugmare,& Morti qua/%redimereeíí,comférre,plamemó tem, cogitationesgmo/ra abripit,& quamto periculo domi exffe&femus,

qui hos ho/fi oppomimus, expomit.Ec 4uisilla* memorabiles DeiVi&o-

riasiterum exigat, autarmacæleffia ex%e&et. Deusibiim medio fit,ubipie caßag, awresacoculimompoffìmt horâ /ùb/%ere, mec credibile e$ â Mumdi ^exordiofùiffemilitiämagis ßeleratä, hodie/ìmè imter ommes gemtes mon ftrofiorem nullâ quam Chriftia norum quorundam e% daripoffè

certiffmum e#. Itag, de viéforjs' defferemus, aut veluti barbarorum - -

fortem V.

L I B E RT AT rs

II6

fòrtem fórtamamve, imtueamur,/ìmè

mbifìmt homines/èpplicys digni, com- ; féiemtiamula, Religiomema/a, mori.

bus im Repub. imtolerabilibus, ibi mi iitia Deimom ejî, mec Dei caufa4gi

tur.Chrjfi vero vexillum meiofè , tar, aut ip/ùs défém/iomem memomi.

memu* quidem. Necemim ibieffé vai,

wbi cunäa dolorum quomdam/orâ nominaeiexprobantur,mecabjspro ?43nari qui mequam vita illum im p*gmamt, mec

àjîaç eas à quòus

admomemta/%agalaproditur:fedob. daratâ â taliabominatiomeocùlgaz. ribue® procul himcdifféédit militibu, báceatermàm namquam gfàrus.

… 424am ej? dolemdum defatigari propè Chriftum inter Chriftianos chriftianos quærendo, raros ad modum inveniendo,fòrtè/íumi

verfâm Rempub, compellet, umo labo. *

*-*

?re ta ~

EN coMruM.

£r7

reimgemtem Chriffiamorum Zarbam

' comüocaret. Magiftratus fèiliceta

derumt;mifiquilegem aut comfletudí

»em Chrjfiamam, falubrem, meceffa-.

riam dormitátes fèpeliri admittumt,

oblimites,autpecorumpafíua omnes * curia, & judicia clamore implemt, ommiajurifferttorü imgemiafatigamt.

. f

vi Dei blaffhemiam fabaudiumt, hómimis cavi/um exaggeramt: gai Religiomi, exercitium imdifféremter

^ habemt, félopetorum, catapultarum

' jolamitates religio/éférvamt,feholarü mecefftatesfjemdumt. Tribuum có •vejîiculafùmptuosèormamt, Chriffi ame charitatâ oblivifeumtur, quid poffmt & quidvulgus toleret, recenti *

: habemt memoria. * *

Negotiatores aderumt; miß qui

fidem, confeiemtiam &juramemtacü mercibus vendumt. ggicorfùum, ce •* -*-

. .

gitati

L 1 B E R r Arns.

11$

gitatiomes,preces &'/alutem ommem

ejfe igcladamt aut defidiumt: qui malediäad Deo,imterdiäaahomini. bus,&poßeritati mumquamprofáta.

ramimia aßraproximos /ά/Δoliat. · qui vimiffamemti, aliorumghum. norum commerciorumpretium,adeo

multiplicät, ut/elusfiimamiffum,

> -

fùrfumcomfùum, humamitatâ obff. vio aperta, ærâperquodcumg mediâ fitò motoria, qaiamimam, amimam, • • corpus,/èa&aliorum boma Fortum. periculo expomumt, quiq, tamdem mom de præfémtium cumfùturę, preteri. twrorum cum perremmibuus, tempora fiam cum ætermã, terrenorum, cum cæléffibus permutatione fàmt /òlici. ti,fed4/%entiim merces, merciumim »

43eatam laboriofa,/ed/èmperlucro. | /atram /?mutatiomefìmiiwbriati. vaderamt Mcchanici & opifi * '

. .

' cespræ.

-—

-a

-. -.

- - - -

----------------

• • £n comnm.

m»

„ cespreterqaamj,quiautidololatrie , , aut libidimi, aut luxui humamomom

„ . tam deférviumtyédmovöimvemtù &* „ ornamemtà appetitum faciunt, mam illi qui vitam abfìmumt etiam labo • rio/àm fàbricädä rebus Chrißianoim

ì f.

digmò, Nomiliquijuvemtutâ oculos …

impffs artifijs corrumpumt. Nom illi

qui excitam de crapule, provocamde • luxuriæ, adjuvamde/perbie, com * mimdemdefirtitudimi, explemde cu * rio/άati, corrumpende fimplicitati, abdacemdig, umoverbo â Chrifoho

„ mimibus laboriofàm, fiveimgemiofàm operampreffamt:momilli, qui Mandü „ ôrmamt, Chrißum deformamt.

,-,. , _aderuntAgricolæpræterquam

, , j, quicommodaßa cum&#a/éire, fal f) .

tem in Chriffo cognoßemdo imdociles. effè volumt, qui humilitatem&tole

; , ramtiam egregièßmulare./€dturbas,

* .

' /?ori- .

<I16

.* Lrbe Ar Afis

foriamtur, longèpromptiusadjuva.

<reféiumt, gaiimverbo Deipemiture. ||

lingues,laféivia, maledicemtia,cavil. ||

le/gmteliquemtiffmi,ferpentesfiigo. |

retra&abiles, caloreförmidabilesjo. |.

minum gemus, verfatiffìmos adhw | * ver/ams , eruditiffmos ad. tyrocimia, - §

4dhucreducemsjaffutiff»o aeepi;

* imrautos longum, latumg circumja¥.

| - : ,

- cems.

-*• • •• ••••..

° Sed de Patribus-familiâs quid |

• -fet , dequibusjudicaremomlicet, mjff |,

fiagulorum edes ingrediari. i/jal, *

* quidemjamamte evulgatum eâ, mom £;

> effe femper credenda, àut ffeâaç,

qptima, &adChriffum óptimèin- | * ftitutas familias, quibusamimarum £aratores, aut Civium Re&ores,a,,

* literarum Primojpespreffmt,mec®. * άa quePaupertate, labore, humil;.

* fatepremumtur, adChrißum comf?. -, •• ) *

gere,

]

: E N co M IuM.^ - I2r ut gere, ita mecpeffma perpetuum effé,

u ubihomor, divitie, tituli, voluptates ut etiam habitamt,fedet/?barbarahaec

% j A a a

opinio multos imvafìt, effè quibus rigidereligio obférvamda; fedetiam quibusffigidè tracfareliceat effe, mec paricultus Divimimemfùra, dileëìio má Dei æqualipomaere,homefforum ac

„ Chrißiamorum operum mumero o

mmes temeri;aliâ Religiomem Ecclefía „ fiicieffe, aliam Politici:coloresetiâ » certos ac capillorum forma Deo fá ù traxeffe,aliosprophamò comceffûs, ut , videa* imter Eccleßaßicos, qui maliìt , , im Deum, quamim hamcconfuetu- „ dinempeccatum tolerare. Exadver

, foalios, invitimigrocolore, habitug,

, , „ #

« decemtiutumtur tamquamjugo, imter - Prophamos qui talia ommimo, veluti , libertati fùae adver/à averfémtur, permagno imbecillis noftrijudicij -

indicio,

P •

•

… .

ÌLrB E R r A r 1 s

122

imdicio, quicum adip/àm rationem &Naturam effòrmamdi,examimam.

di,reformamdigeffemus: mos ab ocu-|

•

Jis mo/?rá,aut antiquitate aut con-|; {uetudinecem/ìram defìmimus.If/| tamem Deus ut adimffitutum redea

mus,/?osfemperhabet,acquaßimar-|

• , • ,

camo, & utfolet, ubi minimè Mam.

, dui exffeäaffet, aut credidiffét, ut , fùbinde Principes, Nobiles, Ci- , •.

ves, Agricolæ etiam reperiamtur,]

quibus ea e$ juvemtutá fíve prolô], fòllicita, Chrißiama,pudica,fèvera,|. trãquilla, bemèmorata, imffitutio:$. l, Bibliorumffequemtj%. leéfio, /emtem-| tiarum fàcrarum &piarum precum ! quotidiamum exercitium, ut meritò N cur /épè erubefcant., , difcant, imo puniantur qui/àcrâ, autfor-];

, mamdia moribus, aut Repub. imffita-||

•

' emdaommivitaoccupantur,habeamt.|| -

J/}\'

123

• EN coM f uM.

: illi tamem qui viderumt alibi quo j tidianas fæpius repetitas folênes preces,cantiones, leétiones, ftu : dia, ac domefticas quafi Chrifti

Ecclefiar, miramtur frigiditatem mo

fram,&cultus diviniteporem,qui , Chriffomo/?rogemumulum,vix labia, V & imjsemata ußtata verba damus, ■ pofeafecuriffimè, tam mobis incredi bilem hoftium noftrorum Satha

s me, Mundi, Carmis, & corruptelarâ omniumaciemimgredimur. ; fi

P A R TSIT I A E R-

} f,

ExHor. -

TATO

v 7 ositag, ego Chrifficómiferam- RIA.

s. v tu nominecipe/o,non quisatb- Munda

fi me volemtes,/ervilitergmomem dedi- iipi>. j fjs » & volumtatem furio/jimeexe-, £É„* , quimimi, nom qui Mamdoacquiefeere, É*** ]

& cæle-

2 *_

•,

•

_ -

124-

L t B E RT A T Is

& caeleffibus remumciare decreviffú.

Nec quiimi/í cúéfis abfurditatibus, | vamitatibus, mequitjs: quibus haéfe. mus emumeramdo , fámus fatigati, vofmet volutarepergitis, mecqaiex Chriffi momime ßve fabula lucrum,

autoritatê, otium vobis queritò,mec!

qui Chriffumfimulatâ, & Sathama Munda

ni fluétu

lia vivitis.Sedvos quibus adhucim- h becillior Mundi cognitio, curfùs i*;,

antes &

humami mom invitafequela; comfùe-|*

tcpidi.

tudimum & formularum vitae moffre

“haudpermagmum difflacitum, qui bus adhuc improba opimio/edet, fùí,} Religiomà fervorem cämiffùm homi-|

mibus, vobis qualemcumgcultum,/edis ' Mumdamarum rerum fériam tra&#4-]

tionem, velutiprivilegio comceffûm]; quibus metus me ß vitam à reliquo rum ordimf* /ài immutemt, clerici au

Jamêfqli habeamimi, rideamimi, mi

• . E N c o M I u M.

I25,

„ nuspromoveamimi:quièMumdo,quã „ vi adhumc usg, diem vobis imfideli, „ adhucboni quid, & fòlidifferatâ

, aut fame veffrä pofferis minimèirri

i tamdumeum aut imiquum reddemdiù

„ judicatú: quibus Chriffìcum Beliale , unireperpetuum femtamem : quibus j; Mundi vamita mom tam vama; Mali

„ tiamom tam mala; Scientiamom tam , ingpta, judicium momtam iniquum, , odium mom tam expetibile ac comte ;

mendíècomtra Chrißus mumquam

, 4deo dives, fùavâ, doófus,pulcher, ' liberalis, providus, prudems, ommig, , voto bomo fàtisfaciems ac félicitatâ , cumàfapumόfaexplems, quamrevera , £if,videtur:quibusChriffus dulceßit, § /ednomamareßit Mumdus,vos imquâ , %mmifèramtä , & è tam mifèrabili

, £rvitutead Libertatem vöcantis , Chriftimomimecompe/o, ut quo/etâ *f

vitio

« -

126

· `

LI B E RTA T I s

, 'vitiofo, vifcofo, lubrico, tene

„

brofo, laqueis, hamifque referto loco, tamdem amimadvertatâ, mecalâ

tutiorum, lucidorurag, habetis optio mem, eicum tamtoamimarâ periculo

\^ imhaereati$ , /edveluti ffe , opimiome, exffeéfatiome, judicio, deeomeritis,

^ precibus,fide, votúim eum col/atù fé per turpiterelufi, deceptig, ac imae offenß, magma curiofitate im ommes ejus partes imquirati*: demig./ïmihil fàmum, mihilbomum, mihilnom deffe

ratum appareat, vel/erò,&malo ve- | frofàpientes, erubefeemtesg illucabi y cumg/alutá,liberatiomà,Libertatêg. CHRI- oblátio effulget, confugiatis. IsChri

^ *''*. ftuseíf, Sapientia, Prudemtia, Abam uNICUIS

ΣΤ damtia, Pax, Libertas, quefruffraim

ciuili- Mumdo queritis, gsg. mendax mam berare quam preffare vobù poteß: fedcate

potefi, matâ fàltem malá , & intermixta -

^V4/?/-

EN coM I u M, : j**127* vamitate,fal/ag, perfaa/ione ob- . „ait,utàbbräéïatis,necvobé^* •

(3, t.veffr«/?mfùfùperfitpofeai*' labores,Martyträfeurfii, Terr*perfoß

/omem, & imfélicitatis veftra multo pare inveftigationem tenf* vobis , fuffuratur, ut amtequam vitae viam ; ingrediamimi, •vita'vobis augédoin- .

„juatur, Mors in vos irr*** • tig, „adat Chriftusverò,quàm AMä- Mundi

dùs fues vari;farcimi;,omeribus, & í* compedibus obruit , pám illefuosred- íhabe

ait £xpeditos. Illemulta laboriosèpa- *

„re, miferè cuftodire, &imvit*** vidosg. adpofferos tranfmittere jg-

…

bet : fiic quàm paucâ indigeamus, ^ , quàm CoeleffisFaterfuisfollicitèpro/ , fficiat, quàm im/àlutis viaexpediat, %peditüm effe illefeiremultag j, 2. scire -

. //24/24

adimìentajemitusintrofficer*

, jubet: hicquàmimcretam, quàmim F 4' ^ ' perfè a `

ILiE E R T ArIs perfeófum, quam vamum fit,praei//a Cæle/i* & Evamgelice doârimae, qaae 128

homimem totum occidit,& filium Dei ,

refìféitat, Deog, totumjungit,fàbli- | :„SoIi mitate, meceffitate, dulcedime. Ille mo- ]

`` memacfamam affecfare, cam&fag, me- |

gotiamo/?raetconfecrarejubet: hicob 1, T brevi periturum Mamalum, obfamâ | homimibus tam diverfo, mutabili im- I.

' genio judiciog, concreditam , adpau- j, * , ciffìmospervemientem: illi quivitam |; -3:.:. fùam, mifèramfame impendit, igno- | ,

“tam, mihilconfèremtem, demig. coram | tribumali Dei longe aliter excipiem- |. dam, accum Philautiacomdemmam- |;

dam, ridet,/?osg metamtam/ultitiâ ; 4. Impe- committamt , fideliter admonet. J//e ] , *** imperia, homores,preemimemtiam & | |

regemdorum homimum poteffatem, querere, & quibuscumg, aäibus obti merejubet. Hicquäpericulofùm pre ••

•

£//é,

EN coM I u M.

I29

ai effe, quam fäbeffè tutum /î, quam

, quimgores effe vo/umt, meliores, la

„ borio/ores toleramtioresg, oporteat , effe , quam ßne vocatiome, imdeg%. ίι me Dei auxilio omu</itplanè humeris bumamé, ratiomig, reddemde impar, j,' quamg. /t malediófum imperium, j.

/7f

quodmom à Deo,/edmonßrorum quo rumdam, qui/e Politicos appel/amt,

praeceptâ depemdeat,Deus Chriftus, … Religio, homimumgignoramtia, la }

dicrum, //ag fiat. Ille tamdem per Å. /2mmum/àrcaamum, & mifèrie ha

, mam e rifam , gaudere fìos, & benè , haberejubet, fed voluptates ea/ab ßituit, que velabim/âmia, vel tormâ. tis, velffomtamea fìiimtermeciomemi hilommimò différât: Ea Chriffus vo bä/ìbimdemudas, acpatemtes oboculospomit,velletg,autfeditate,aut do-

lore, moleßiaveearum,tamdem adim F 3 digna I.

% *

j3o

LIB ERTA T Is

digmatiomem imdeg, defertiomem ex- |

citaremimi,dulcedimeg, tamtiim Chri- | -

ffo/òlatú, quiete ac fòlida voluptate |. fèriò caperemimj. '*; CHRIutdeífob/ecromortales, quodim |, ÉÉ'5* Chrj7o mo/ro mom /t exoptam dum ? | ;i; quidquodim eo deßderamdum? Cha -

^ ÉÉ ritas ejus/ locum habeat, quamtam $tioné.fìbitò accufátiomum, è$u;* avaritie, &c. turbamlitium,irarum, expe/eret, & |!

ïäï;. hi quamtoperè cruciamimi?Humili- |,

litate. tasejus/%admittereturquâmtitulos, I, praeemimemtia,homores,tumores,&c. ]., fugaret? & hæc quàm vos torquemt? || 3. Te

ÉTemperantiaéjus/placeret, quàm [.

pcran

iberetúmimus, ederetúmimus,arde- |.

retâ mimus, ægrotaretò mimus, vive

ret&mimori, & hęparamdis,preffam4.sit; dég;qualiafertù ? Fortitudoejus/? tudiac. exemploforet, quàm vos homimum,

lingueacmamusvixtam geremt: quz . .

v \ » v

iretâ;

}

* «

EN coM 1 u M.

{}I.

iretâ hoßibusveffrä/)iritualibus ol< , us dim ' m alacres, & comt ii via bilà empt quà : & hacMum comtípti vobis effet '

££££. vobis amimum adimumt? Paupertas S_ pcrtatc. .

¢ gas opalemta /? mom /orderet , quàm **

a brevi aurea va/â, ferica veßimemta i piäe aedes, leti agri,pecorumgreges, ' ffatio/àhorrea, vaffa dolia, immume f ro/à/àppellex, thefàurifìffè, & infi „ mita hujusmodi vilefçeremt. Haec ve

-, \

rò quamtum vobis impomumt, qualia A exigamt, quotam vitae partem abro * dumt? Jeffracum&#a/ímerequielabä * tur,&fuumt,curae affligunt,/0llicitu-

* dines mordemt,timoresperterrât,hor- &

rores comcutiumt chilia, ubig, mife- . riarwm &peccatorum myria*, jam ' proximorâ commiferatio,&admor- •

tem trepidatio. Chriffus vos tamtâ megofjs eximet;mecuretâ, ip/èprocu

rabit, me/òllicitú, infiniti provi

L r B E R TATI s

3:32

dentieexemplis/olabitur,me timeatä

vobis, $peraffabit; mehorreatis abi, perterrefaciëtium larvam detrabe?,

^miferia, lemiet,peccata delebit, mor.

#. tem occidet. Mamdus vos, tramffww. iiìT tatim/evos Leones, imrapaces /4pos,

in affutas vulpeculas im impára, fúes, intimidos lepores, im/àlaces hir cos. Chri/us oves tamtum habere ex.

petit, ßmplices, debiles, imdigemtes, quarum jp/£/£paffor. -

Mundi ftudia,

CMamdus vobis impomit magme /?iemtie, artò,/%btilitaj; apimiomem,

quammiffaut voto veßro aut laudi. •

%us aut temtamimibus &fábjeéîiome. pro/€quamimi,brutorum abje&orum,

gemmiferandorumgloco habet.chri., fus vero ea/altem ad Sapientiam, - Prudentiam; Scientiam accedere contendit, que futuræ æternitatis.

caram, & prg/€mtâ?revitatâ coz_* M} s* * *.

tem Ataeae, -

EN coMiuM.

133

•* 3*

temptum,Mortäg/emperffes vg?ras.

í ';

eludemtâ, com/ìliamverteutiâ, memo riam delemtâ, aéfiomes comturbamtis &c. meditatiomem urgeamt: quæ vos

„£

p. ! f.

cum mala /éiolorum gratia eò mullô vg/rà laboribue aut vigiljs, faltema

/ìmplicitate, imtegritate, veritate/£/amt, zJimagmai/a Scientiarum,

jot enigmatibus, mom/?ro/% & ex có palio comfiúvocabulis, actoto 7ra

gico apparatu comteäa involatag, ** -

λαyfferia,pemitus imtrofficiatâ, mudi tatem earum, facilitatem, ac fùpra cumάa,eam quæ vix limem comtingit,

imperfeâionem tamtocachimüridea- . tâ, meumquam cum eo,quivellinguâ umamimimffmitas fíbito dividere,vel

ignaros pifeatores ommes lingua amo * ,

Âffatuexpeditèloquidocuit, quidif*

ficleslingua adeloquentiam& blas A.fema, infìas laudesfolvit , compa-_ A . 7 s rare * *.

I34-

LI B E R r A rfs

rare tamte igmorátiæ diffimulatorer,

minùs verò amteferre, autpreillorú metu, vel cavillis de Chriffi& totius

illius comitatus, comverfàtiome, di * leéfiome , imffitutueme, fequela eru

beßereagítí. Nam finecjurior Phi ÉÉÉ loßphia gag, adeomagnificit/éiêtia, Š autea, exigit,fèd Virumíonum amat, laudat, extollit, imdegluterâ

ciunt,

Ë' fcientjsveaccommodijudicat.guid poffeffo- mi Chriffus Chriffiamumbomumpre

;;:;: ferat togatâ ; barbatis, ma/atis, cere íjíünt. bro/%, linguo/%,ommium rugâ, cala

mâ,baculis &perê,rurfìaga fépulä fùum, momjs quibusjuvemtus aféem.

, dog, excarmificatur, /edque Vitæ li •

brum Naturæque volumen rg/. O D. I ü piumt,im/ituatabundamtiffimè. }os verò ea tamtum intuemtmi, CHRI

'° quaim Chriffo viditur duriora vii. ,

37II.

gam, qua/ìøyimterdum exercereex. . . . citareg. • • • •,

EN coM 1 u M

I35

m citareq/0let ; odium & contemtü a quibus â Mamdopremitur;diverfita, tem quam â Mamdohabet, illaag, u „ mum immemte vobis immobile eíí,pe£

. .

„ /?mehabituros, mecuffiammomrerum

j &2egotiorum veßrorum impedimë , tà laboraturos/? Mamdum deferatú.

. Ecquid verò audetâ Chrifficorre- 1. Pro öfiomes, aut Crucis exercitia cum Sa- Ęstu

thame, Mundi, carmis, & com/?iemtie T. , tormemtâ conferre,<ut homimi, Chri, /?iamipatientiam, camprophamiexa-,

- ,

. gitatione, effu, motuve comparare? ; $ed & caro veßra, tam imdomitum

acrebe/eamimal, mömeopushabetaffè … fiéfiomà, fremo, Crucis cohibitiome? . A'om emim eautamimaperpetuæ quie tis,fèlicitatâ vecapax eíf,/èdmumcme ,

luxuriet, Crucijugo domamda,mumc mecomputrefêátCrucis/àlecomdiëda, /os verò virgas reformidatú,flagella

féutica, aculeos quotidiefertâ, .-

/ -

* •

…

. !

IL 1 B E R r A r I s

I}6

am contemni â Mumdo quam

2. Con-

É tumi/udmifèriehabet?amnevo/met creditâ im tamta Mumdigratia effè,ut laudemimi? Erratâ mec quoquomodo A/ìmum vgffrumtraäabitis, me quo libetmom/è angulo, fit qui improbet, &• im tamta mali diverßtate malus

malum , /ervus férvum, Trabemfis

Eeffucenfem,perpetuùmridet, cavil ,

, latur, comtemmit, itag, qui vobárús perutilis effèpotui% , in errorgm va - mitatumq. roamatationem, veffrig, famaem ommimo turbationem verti

ginem, vertitur, ut dum huic, i//i, alj placere, ri/èg, moleffos evitare • . * fátagitâ, tamdem ommimo quid fáci emdum, quo vos vertêdum, quomodo 3. Paupe-

pr£t/ít, me/iatis,obrigeatëg.

riemAb-

ivitijs autem, honoribus&

je&ioné fupervacuis fcientijs carere, quod I -

• a•'

•"

Ę. vos miférrimum a, lachrimabilepa -

f4f/3,

' EN coM I u M.

137

■ tatä,/?/àltemuttemtaretâperfùade

% ri vobis poffet, tam dulce,jucundü, ' optabile, quam quodusquam imterrâ

» efiis expertireperiretis,/altemgs qui

, intus miferè torquemturforis vultum

i /atâ opiparè habitum gravem & ad , reverentiam compoßtum;feiemtem&

Philofopho digmum, & obhacfélicem

: me credatâ.

4. Com

Sedcù&#atiomimervusjs e$t, quod, modita-

etßhaudperpauca & difflicemtia'ví-

tum 9<

tia in Mamalo.empbmparavertará,ha/ze/? 'Éâo _

•

cum ommimo comverfâmdumim Mum- Ê.

;. do/t, velutiimmimâs commodo hoffi- ^** f tio, tolerädaquedam,multa diffima , lamda, demigmoreejusvivendum eß - fé, ut quodvelitâ impetretâ, ne no-, ; Tceat, &debitavobisacâ Deo cop & ceffàmom demeget,quam quafffimula „ tiomem, Chrißo adeo difflicere mom

poffe contendunt, ut abfurdusvidea potius * r -

138 ;

LrB E R r Ä r1s

videatur, quiim Mumdoeos effé&cä homimibus comverfàri, /ed omwibus fé/é oppomere, comtra ommium mores vivere, & im Mumdamas comfùetudi

mesperpetuumdebacharivelit, divi tia comtemmamus,pofferimemdicem fur, homores megligamus, mequi mo frorum adul/um præclarum officium emergat : Sciemtia mom affeéfemus, utliberάmo/ïräim Mechamicâ labori

bus, aut terre difficili cultura cum /άaoribus fit imtermoriemalum. Itag, veluti infelicesChymici, etfiquò tidie ffefœa deturbati,fámptibus e

vacuati, laboribuspemèextiméfi/em pertamem âmovomemdacio, impo/ía rare ffiritum re/amumt, quo Lapi dcam fuam amafiam pro^quam tur, ac veluti,philtro, oefir.v e/rre. pti, sáperfugiätä,síperlomgiusrecedû.

feminfèqui, affequidomùicum triä. ' '

phoim . /

— . —«… -

--- ,

•*-----------------------

.•

FN c o M 1 u M.

139.

| phoimtrvduceremulla reffiratiome, ac i 7mter/aavia/ommia,&lucrifè offérâ. f tis computatiomem comtemdamt ; Ita í

„ vosetf per tot malitie, imfidelitatâ,

dolorum ffecimima fàtis deejus imge

p 2 o comfirmati, ita tamem movâ mem

, dacjs,hypocri/, larva movaimtrodu a cimimi ut meliorem eum equiorem,

• propiorem Chrjfofieri, acommimò ali , quidcommodi, bomilaudabilis & im f . gemiof? extrahere, ex/?erceree Mum

„ do, aureumvos coquerepoffè Creda is tã.

* Etfi vero hac Chriffi paradoxa , fmt, in mundo, fed de Mundo

, non effe. Exire è Mundo & cum

j Mundo confii&ari: Relimquere omnia ,• & fatis tamen habere,

Tum illafaéfamom vulgaria; mira biliter pafcere: ex paftoribus Re f

ges Prophetas, ex pifcatoribus, Apofto a.

14-o

IL I B E R T An rs

Apoftolos vocare , eosάemque

fubitò erudire, tamem po/fquam ei ,

comcredere,& ommiabomaexffeâare . . deffmus, moffragmosmetalemdi, ex- , tollemdi, erudiemdi,/ìmus media am- |

plexi, equidem/me fide montes di- ! movente haudtutum ej#miraculo

fìm aliquid & extraordimarium a

Chriffo exffeéfare, ut qui adhuc im terrâ obambulams, homimum curiofì tatimiracula ßa/érvire moluit, ho die4, tamquam omnipotentiam, omnifcientiam,omnipræfentiâ,

tum Juftitiamac Clementiam/2tä abumdecomteffatus, comticeßit, ea , ' tamem ejus mirafìmt,quodimter/ìos affiëfë mumquam comfolatio deeH,

juffus mamquam derelimquitur, qui £farire, aut /êire videtur , /àtures

/ìmt, quiexcruciamturoptimèaquie Jéwmt, quæ aljcumfállicitudineque -

•

ramt,

—

—.--

- -

-j- •

^ E N coM I u M.

I4I

¢ rumt, hâ dormitamtibus adjciuntur,

a quibus vita adimitur, Mortem leti á éxcipiumt, qui/erviremaximèvidè

„ tur liberrimi fìmt, ac imter corda

t; Caimitica, mamus Sauliticas, lingua*

$: $imeitica, labia Doegitica, faluta.

w tiomesJoabiticas, oßula Judcim affi

s dumffecu,& Bafilfíorüm lu/ì; oves iuter lupos ita gloriosè verfamtur, ut

quicquidadverfamffemdeat, morde. : atvè,ffamgatur,illiperpetuum domi £ mentur acvimcamt.Yos verò quicumq. j tamdem eft*;& Chriffiame Religionis

. motitiam habetis mom fimplicem tam +

, , tum & veram féd etiam illam Km

moricam ac Diffutatoriam: quiddiffi- …

; , mulatis,am/ ità quamto dolo,comme- •

dogfuo,veffroimevitabilidamno, ille

, , vóbis momdumimvifœ Mundus , tam

, felix beatumq,Sanitatis fidei, & fä

aitatis vitâ conjugium ruperit, -

} »

v05Â£

•

LI B E R TA T 1s

14.2.

vosg Amtichrißus velatiumaffecie aimi/erit. o /àcrum Matrimomium,

quod Mmicum Chriffiamum, veluti 2rimaac Corpus hominemcomffituit, cujus divortiumCadavermobûs relim

quit,potius imquietum quid, loquax, ac mobile, cui Scientiæ multum,

confcentiæ, mihil. Ofálutarefècì

dumg commubium, quodipfùm Chri fumhabet rivalem,imò alterumffó

fum;quodnumerofaprolemilmiffVir tutes jam amte mumeratas generat:

ejus diffum äio£, , aut mom miß

momffi,-?ortibus incubisabumdams.

Et0imfiaitam Satham e malitiam fímulacarrogamtiam,quiat impomat Credenda Deorelinquit, facienda

fibivemdicat, dummodo homimes hj. - /?orica fide acquießamt, Cbriffiame viteoblivißamtur. ^ Ex hocumgue , mondam meleomem -

• f

rigiem

EN coMiuM.

- 143

r rugiemtem, circumeumtem, &devo

n rare geffiemtemagmo/iti*? heuaari tieme/%amimadvertitts,heucaligimem J , /3prætermittitâ, im hoc amo vinculo

, - Chriffiamùmusconßßit,/ meeo corra sit, mec/î Biblia univerfâ memoria

: temeretæ, & Apoßolarum, Sanäorä I)ei doéforum, ommium Martyrum confeffiones vobi$ effemt motiffme

ommium hæreticorum expugnatio nes impromptu, Peccatoráverò mul/a - aguttò, cordis nulla contritio, a nimæ nulla dileétio, boni nulla ele&tio, mundanæ vanitatis nul- • . . lumodium, Chriftianæ fanitatis

nullus amor afforét,/edvita hæc & confìetudines /émper,a/abe/ceremt, , femper excufàremtur, fémper comti „ muaremtur,& Chriffo Chrijîamjfmog, mimimè adver/è ja&faremtur, mihil * quod , /ànè Chrißus quod/ìum effét, * ambiret ,

•

LI B E R T A T I s

' I44-

ambiret, cur comverfàtiomem & do- ' micilium expeteret , acfratermitatis |

fœdus imiret,potius Sophiffas aut qui '

Sacrorum fciemtiam mom vobis , fed , -Scholú didiceritâ reperiret, ac imai- !

Ignos comitatufìorelinqueret, quam .

ìmom ad tribamal Chriffi longe aliud ,

derebusfùturumjudicium aliam quä

AMumdi effimationë, certo e$ certia, , quampotemtiapotems ibimom erit, E loquemttamuta, Sciemtia erubeßems, , -divitiemude, voluptatesfemtes, &c.]

& queßulta, egema, ignoramtiami.l, fera hic videbamtur, ibifulgebät. Ita vos qui Chriffo & Cæleffiilli Regmoe-',

fí imitiati,præludia ejusfacere & im- ,,| dicia veffra de Mumdo momex Mumdi

femtentia,deChriffo,fùigmom de Mä. diodio&diffimilitudiméféd ip/à cæle.

fi veritatefòrmareoportet,Mamalig] talem intueri,mom qualé mumce}?,dù! -

malitię

*<-*- *

… .

EN co M r u M

145

.malitäeßetempus complet, domima

tur, fibi excufátor, deprecatoracju

dexjfedqualisfuturusfit,cúommes ejus doli&affutie,ommes mimeacvi

wres mihilmejudiciíì/ìålamemtabile,

irrevocabulegmom audiat,acfubeat, proderamt. J^ultâ me Mortalesprodire Mamaî pulchellum illud amoris veftri&fervitijobjeétum,módom

ptum & quodvos detinet, deauratä, putâfucatìó,fed nudüacqualú eí? : nequam, at quod amatâ, amabile • bawae/è,fedfedìacfetidä,cuißrvi- . t% Dominum mom effe,fed viliffmum mancipium, & quodßpra Chriffâ

• extolletis imfimo imferorum baratro,

Jamjameffeimclademdumimtelligatis

W âfèatisg, tamdem/?quifemfùs,Mun

* divanitatem cognofcere: Mali i tiam devitare: contemptum cö

, temnere,

' -' . .

. *

Proá

146

LI B E R T AT 1 s

Man- . Prodi sceleffe, impoffor meqwam, ! Î§Î; & invitus hunc virtutum tuarum 1' £§ catalogum excipe. Eccemomffrum ho a-

mimes, cujus Sathan Pater, digmus

les.

prole,proles comdigma Patre, à quoe ducatio, imffitutio, alimemtum, imao- 1

' les,&cum Parte/îmilitudo, uterque | IDei, homimumg, ho/fù, & vosauda- ' culifedus cum eoimire vultâ, quidmi *.

; Illudmumem mullum agnoßit, mifi |;

comtra Deum? .2Fortu

ÉÊË.

cipium. Fortunam, illamq, caecam, infamam, ],

^ frdam, ac volubilem ; cui res faa* ommescomcredit, & vos oculatæ, au `ritæ, propitieg, ac comffamti Deipro-\. 3.Mämo •videmtie

remunciabita?

... …]

Fortum efilius Mammon, itidem ,

ΆίΊζI

Yu* . Deus, queremtâ labor,poffdemtâpe, | -

riculum, malus Domimus,&proditur fervus; vißus amime,pixcordiâ, la queusamimi: onus £orporis, Paterad- || •

• \ •

aulatio

—------------------

- --- -------r-,

• » .

EN coMruM.

147,

• ulatiomum, dolorã & curefilius, tj. ' morhabemdi, dolormomhabemdi, om miaememr&plerag, Diabolo vemagg. Et vos,amamimam habetâ vemalem? :

. &tammomi foror Gloria, hujus £Gg. '/écultfa/ax/uavtta, imffu&uofala í°°* borprpetuus timor, imdefinem;confì áur, pericalofà fùblimitas, imitium

Jineprovidemtia,fimâ cumpamitâtia, interea, ros,fimus,femum, laqueus: . Ethamcamporroambire,vobig tam- , -

toconciliarepergetis?

“Voluptas altera/oror,/edmom-

3; V$ i

ßrä facie humamaacblamda, cauda E* ®gronigraacvememo/a, dulce mali, ' £amali, amara dulcedo, imgemyhe- -

betudo, äolorum, morborum acpemi

' fentiemater,me/itum vememum,im

, %ma leta, corporú & amimepeffi*; leta ingreffà, exitu triffú. Po$vero

Chrjfi dulcedo, cæløffium domorum -G 2 ' /2avi /

• \

. / ^

-\-

148 L1B ERTA rIs – flavita*,com/?iemtiæ bome deleéfatio,

amimetrãquille gaudia abhacbgffia ^ • mom avocabwmt ?

“Vanus ^ Hi Dy/ìmtmumdi, idola verè im mumda, imfidelia,/eelerata,imdequid a Cultore exffeé7es 2t/? Vanitatem: uàm eqaidem vamus eíf, ac veluti illefortilegy urm.e, quae rutilâtiapre-

! mia offemtamt, vacuæ tamem chartale ! milmt/? nihil, nihil, nihil, habent.

quâm vamus, qui Gigamtesparturit, & mures partt: quàm vamus qui ut puerorum bu/e colores,&jucamdiff. 7ma quæq, repræféntat,/ed momemto evameßit,quàm vamus,quiutfommi um imagimibus ludit,refìféitatos om mimò deferit. Pos verò cum Regni cæ le/fäjaëfurachartulam fórtumatam,

partum memorabilem, bu/amperem 2. s.ui. ?e*»/%mmiumg,aureum exffeéfatà?

„Quidmiß Stultitiam,fapit emim

tù§.

,' *

£4/4/2-

149

EN co M I u M.

* ea tamtum que inßpida ßmt: ad/èi, premam Sapiemtiam cecatit,/ipit ita zzti haéfemus recitatum, & Wos am e- . jus deßderio tememeimi.

8.Igno

• - ..ggidmiffimèitiam,ideíßientiâ ;£

//a///jue affligitffiritum infàtiabilis

e%, camalas dolorù, otiofà,ffimofa,ca ritati$fépulchrum,/0phiffices alime /-

•

tum, veritatâ operculum, Philazzie

f;*

materimcorrigibilis,fatuafabtilita, &fîbtili$fataitas, Hujus vosfcholâ anfrequentabitis? - - - , . .guid mj% Confcientiam moräi tuam, quâquù enimprimum im Mä- ~Confki

dum imtroducitur, miratur tam im- _

•

entia,

, pia & audaciaacimdigmafieri,paula , ' tim verò conßiemtia affagfit

&/£pi

tur, fedreßßitata im defferationem f • definit.Etvosam vulta com%iempiam £

cauteriatam ? '

r ,

· ·

| -

EtJudicium temerarium, *' u- Iudicio, £j*

• -

… -

• -

… furpa -«•

;

LI B E R r A r I s

I$o

^. furpatum, hypocriticumquod/a- ! ficax,proximimom ememdatiom& /ed

traduéfiomà appetë,fùos maevos alie- ! mäpaliems, hos exaggerams,& dejs imßmwmgawdems, tam abevemtaaat

imfortumio dehomimum moribus com

cludems. Ethuicam vosmet examimä. • , dos dabitâ ?

3A*

Tum affeéfusindomitos, quibw

áëáìtìs. tot exp}vditur, taliâ emimeff, qualem ,

affeäus volumt, qualem volumt, ora tione exprimumt,que exprimit,fäää ! exequitur', heg, executiomes curfùm gjus com/%ituumt, affeäibus terra deti metur, ysveluti quadrigę/âperter ramabripitur, jy Reffub. ejusim mul tas partes ßimditur. Et vobis, am/è tamte tempeffati comcredere twtum

videtur? s Ac fuiipfius amorem, volum tatem enim veri momimefaófa, bomi *

Ę.

' ' '^

)

, -

- ,-

loco

—

. .

.-•

•

3 EN coM 1 u M.

, ISI

locohabet. Imde Dei odium,&maje

, _/?atú ipfius affeäatio, imdererà fùa ;.-. ram admiratio, volütatâ impoßtio,

obeaiemfie divimæ excuffo. Mundus

jam ipßm Idolum, quodam vos ada rabitâ? t ,

•

Porro amorem vilitatis, quod is.Amás emim, deßderat pulchrum momeí, e%/€d -aeforme, quodcogitat, malá mom Vilita tl§.

>, ,

• - bazam, quod agit turbidam, eā mom # tramquillam,quodimperat/ervileeí ; ° mom liberum, quoddiffribuit, vamum ■

acfragilee#, mom/olidum, totusvilw ,

v. e*/,/edvos/£/wöffatà viliores. . iImfùper futeam confidentiam i4.Con | im mortali & cimeritio homwime , aut Ę.

bomù ejus, $apiemtia, Prudemtia, $ci- ÈT :

emtia,tum Nobilitate, Robore,Forma, ' -

divitjs,potemtia,gloria,profferitate,

^ , amicitia,fumdatam. ¥obis veròßho' , mimem habetiscognitüm, quidamimi

¢É?. -

Praefe- .

^ v.

· -.

132

` L I B E R T ArIs ,

3.j''' Preterea Stulta gaudia, /?, ex !| te gau- Æach h. &rios -

4o^®, famamigemerè opprobrio,/.

dens,

*** Peniteqtie precur/ore,/a/,ul,

4*7* • *4giloqayr, ffeâacula, aa;. brjs, fa/ìus ,/gmemtâ,geffica/atio-]; mibas, amepo/íará , omamibus Peffalem. |

fiefljs, choreâ,,/altatiomibusg. tertz; imfámiae/ζαι; Rerum/acceffà, infèlf. j. Gratópreambulo:aliemg/2aliâ, dia bolicejroprio/?z,%e/eribae, dammz. , tioata inditio. 24idvos came cogaw 16. Infe

liciter ' fclix.

deatä? . .

2Xecmom fluxam infelicemque -

Profperitatem, que veram häb., -

afferitatem , fà/àm Jacamditatem, certam dolorem,imcertam, voluptatâ, i

daram laborem, timia',», qaietew; nempfemam terreme mifèrie,ffem ca/^

sâ felicitatae etheri,/m-peffbile emim .-

Jérèfiiprefemtibus ffuiíï; &fwtw rô hic ventrem&ibimem;implere, »

–

â deli. a.

EN coM I u M.

153

2 delicjs addelicia tran/ire,im utrog, *

/eculoprimus: im terra& cæloglorio-

Jus effe, fedhacfelicia faciumt/ecuros . , 7ecuritas infolemtes ac fùperbo facit,, / perbiam autem/equitarraina,eam vos obfècro evitatc-». . -

Mox favorem noxium & in-… favcns. '7 ***'* I : …-

conftantem Noxius eif, quia bomii " _memimem amat, & Deo amicum. Im

comffams, quia primo impeta fervet, medio cur/αtepet,im fimefriget,& có-

- -

gelafçit, attollit Mundus magno ap Plau/à,& dejcit jmgemticachimmo,at

zo/ii/epè ob mullum meritum,& dej- -

citplerumg ob nullum deliétum, Ejus ergò favör curvobis afìi?

iam ut propius adexternos Mum- ;**

aj3patemies mores accedamus. Mä- “ dus iracundus e$,& ommiferatra _-

culemtior,contemptionefacilis;ege&#tione amarus, à pofitione difficilé , ^, .

crude-

J *

—

- , t54

LI B ERT AT 1 s

crudelitatâ illius, ad cujus imffmita

' exiplaamimus exhorreféit, quæ mor fámileffecies, & myriadì ex homi mibus interneciones protulit, excegi

„ tator, omon/frumfugitehimc.

Inviduseff; fìperioribus, quod|

eάmomexequetur, iaferioribus, me/. , biadequentur,paribus,quiafibiade-

* quamtur. Et hoc vitium ej tormemtä

ejf, ut ex aliemù bomi* ip/èmalèhabe

at, accomtabefíat, $ed qui cum ipß comverfétur?

*°°°' Odio plenuseíí,quopro/equitur Chrjfum,quodteffatur eum effema

fum ; Eccleßam, quod/emom obleé7at ejus traditiomibus;ommesbomos, quia pomloquuntur eiplacemtia: Evange

- - ,

fium , quod ejas malitiam im luàm )rotrahit, Saosetiam, quiamamquâ

eißtäfacerepoffìmt, qúamet humc eßrem?

• — -

• • _

' -

Calum - •,

_ . .

EN coM I u M.

155

, ' ' Calumniator è}}, & im eo Mem- 21 Calü

nuator.

, dax, quifemperaliquidaffingit. Ma , , litiofìs, quiboma Proximiocalêpr*-) termittit, malagaudemsmotat, auri

busprætermittit, mala avidehaurit, linguademig,pretermiftit , mala lar giter depromit. Hypocrita dum Ne

àfarpromit , acomita vomit, infidia

tor, quiim abditomordet,femperque aliqàid quod hæreat affergit » %** • . 1addethumccalumniatorem? 22. Inju #• % ., p.

,, *

•

Injuriofuseít,cujus regulamegere riofus, cumää , prodeffe memini, perßqai chriffum, perdere Chrijìiaag, %râ , Ecclefiamimpugnare, intus/educere

•- ;

autprodere,& hucfuggpes./êiêtia, potemtiam &gloriamiliberaliter C074•

i£

j, „ férre, Ecquis ei benefaciat? ' iii W

- .

Onuάusfceleribusejf, afferræ :i-

fúbeogemat,penè dehißat. Peccatum?

quodnec Calumnec terra tulerumt,

g o

, ,

· · ·

hume

L 1 BE RT AT I s

156

humerifìisimpofùit, peccatum ima tile,quomiam mos Deoprjvat, imhome

ffum , quod temebras femper quærit, mecjucumdum,quoamedia voluptate imamareféit,fùmus ejffetor,putredo quæ fáméfum omme pe/umt , Procul himc, me/?moles ruat, vos obruat:/? moveatur odorepereatú.

Securuseí?, de Deo, depaema,de ;

#**cu-

Tus.

fime, quæ ommiaautmegat, aut obli vi/éi vult aut mitigat aut obffimate oblivi/éi vult, acimtereaamxios/o/li citosgpioseffùffìmèridet. Ecquis cä , eo cohabitet?

23. E.

Ebrius eft, & ebrietatâ amator, impu//0r , Ebrietatë, qwe

briuscft promotor,

. -

turbatio captâ, /άbverfio femfùum,

tempeffa* (imgue, proce//a corporis,

maaffagiäratiomę,/ìbmerffaamime, amiffo Dei, ejeëìioimabarathra: quæ

infâmia voluntaria,ignominiofìslì. .-

gaor,

---

- -

EN coM I u M. , . : 17 .

„ guor, morbus advocatus,ßiproditio, „ homeffatà oblivio, cælivalediófio,que „ hominem mutatim brutum, corpusim „ tramcam, vocem im ruditum, quæ ob „ /ivj%itur Dei, $ui, bomi, homeffi./£„ creti, imfermi, quæ cloacalibidimà, ri , xarum, blasphemiae , maledicemtte,

' comtumelie,ffurcitiei, imimicitie, ho micidj, aliorumg, fagitiorum. Sed hec Germama laudabilis, Chrjfiama 2. excufàbilis Partus,

…

iibidinofuseft,faorata ao Libi „ibidino fagrat4 luxu- dinofus. i. rieimfermalà igme, cujus materiagu

|}.

la,cujusfamma/èperbia,cujusincre- - . … memtum pecumia, cujus féimti/e pra- -

, va colloquia, cujus fumus infamia, cajus cumà immumditia, cujus fimá

Gehenna. Curruimvehitur, cujus ro , teingluvies, libido, mollities, otium,

equipro/erita&abundantia, auri- . ., gétorpore,&fecuritate. Heuimpari i tatem.

g 7

Ambi -

--^

L 138 27. Am bitiofus.

L1 BE R r A rI s

Ambitiofuseft,&mirum qurâm

admagna affiret, quàm magnapoff. deat, quàmim magni verfeturquàm

•magni dignus fit, fé ip/am admira tur,imdedomimamdiamor,laudiëpro-! riæ amor, ommium comtemptus &

imobedientia, fulciumt ejusfóliumja äamtiamemtä,arogamtia,verbo/ta, Ievita*, circumaffamtadmiratores &

amatores Mumai.heumjèriam. SimiaeftMumdus, dum quicquid ubigterra ineptum, vamum aut ma

28. Si mia.

lamproducit,ilefemperfibiapplicat, & imitatar. Inde populi mala fibi guaß commutatione imvicem com mamicamt, turpes acmj/?ro/2, veffas,

ridiculæ & infáma, gefficulationes, furpes & impios mores, imutiles ac mocua merces,heuimfamiam. 29.Curi. _

Curiofüs eft ad cogmo/emalam

ofùs,

vitam 4lienam, dg%i% ad corri

\, /',•

gendam -

\_-*. -

-*-

• • ,

EN coM 1 u M.

159

gemdamfaam,curioßsimDeiarcamá, im rerum eventu extra vocationem, i

aut artemßam, im abßrw/%, im divi

matiome,improhibiti*, Satham emimi ferio utitur, dumimtereapraeteropi

;' .] ,

mtomem2 præterita

mom refficiat, prae

fémtia momimfficiat, fùtura mom pro

fpiciat, qaeratg, idquod non eft,ut a

quodeífmomimveniat, heu imfekcita.

ā€772.

} -

.•

Aya Avarus eft , five/ai carmifex, 3o. \us. aliemifur.fervifèrvus, & cultor,im `· férmiimago, cuimumquam Satis eft, /

plus ultra perpetua vox ,

Amittãt

vitam ut appetat Mortem, acquirit aurum utperdat Cælum, defódit opes im terram,,fe veròimgehemmam, vos

abavaro quidexffe£fabitâ? Difcors eft Mumduximtermégto tus Mareturbidum ejf, quamtumvis

extraconvenirevelit, &in/éeleraac ,

@mfra

31. Di fcors,

i6o

L I B E R T ArIs

tomtra Chriffam imfimità fùffragjs tomfémtiat, mihilhicmi/íexterma/ecu

rita*, intermaimpuritas. Nom ej*im

ter Mundanos ulla cordis aut Capitis umto, fàltem caudis at Sam/0mâ vul pecule, ardentibus commexi. Exi quá μέama harmomiam.

33 HyPo * Hypocrita eft, quiß chri/iar. CIIta. dentem amatorem: homeffatà tem ac?

•bfervatorem, Morum gravem cem forem,proximifiaelem procuratorem; , domorum Dei optimum diffí/àtorem, & bona plura /mulare aliquamdiu ote$#, verum examinatus humilâ,

vult effe/ìme deffeéfa, pauperfimede fèéfu.fàbeffè/ nepudore,laborarefime fèdore, /aterecum homore, veritatem

dicere cum favore, me%ire cum fama, -

Cælum habere & mumdama. ss. Do huic credat? . -. lofus.

.ggj& –

- Dolofuseft,quime/imore,fèlha betim

- -

--- ---

*. EN coM i uM.

161

, be?im corae, apertèfèviems & imffdio - sè latems,dum fàgittam metaj, haffa

amte faciem mom apparet, dum haffe • refifiis, fagittamexoccúlto venient? •22 vide5, vivendum imter ho/fes, zamquamtmreramicor, & imferami

• cos,acfiim meajshoßibus viveretur,

... Qgi$tatus erit?. , * Ingratus eft, unde Mamali gratia 34: fnga

cetebrâ, data utitar,tamquamiam*- "* —

tis, & accepta beneficia collatajudi- ce.t,

cat,fìccipienis utitur, emervata; ab-íïè. gcii, & quemagnohiatupremiffi ba- IS ? %a, neutiquam pr«fat. Id ei*q*4 comqueruhtur, curconclamitentple . remig. tamdem omnes/ervigus , Kos fpergatâ imtereos. * * * * , .

, **Tönerofiffimus eft, & quovis $* „ carmifice truculemtior. „Qaemcan* ' homimemoccupavit Tyrannus, eam

, habetfimelibertate, /inelege Jfaeia j * • •, • ./fitu -

f ,

—-

L 1 B E R r A r is

162

----------•

/fitutione./ímeopibus, redditg mihil, ' ac im mihilum. Sambfámú exempl,

primum blamditjs decipitur, poffea i

excæcatur, deimde im molem cogitar.;

Et ferre adhuc Pharaomicam }rae midem quàm Afo/éæféquivolumus.

£î s Periculofus efí, mam com/ìlit

malè, exemplo præit admalum,ducit ,

£'j£;; malum, tame# ma- ! , utd bomomalus momememdetur,

`Jédâmalelamuscomtaminetur. • s;indoIndocHis eft,femperdifeemdonii. cilis. quãßpit,/èmperdißitmumquâfacit, '

autfiquidfacitmomperficit, diffutare mavult, quam credere. Nomturturú

gemitam Cito Cito, /edcorvi imfer 1. D o-. malá

cras, cras ingeminat.

…,, Efqui$totmala omnia enume Mundi ret,qaamtuseff,peffmus eíí,imfelici£ /-

fimuseif,periculofiffmus. Doétores

£jw/%mtauf ignorantes aut curio4 ' …

4%f -

< ,

--- ---

------ --- •-

-----

---

EN coM 1 u M. *—

163,

aut iarealiemaimquifitores, aut affe- ' „ &:*p mamcipia, aut comtemtiomum

, fabra, aut comvitiatiomum orci, aat T. vimdiétarumfabri, aut mummulorú corrafóres, autpopelli adulatores, de mig.polypragmones. Reétores ejusfìmt aut/evi Leo- ** Rn

•.

mes/ velupi, idei? Tyrammi,aut cal- cTOR (§ a lidi vulpes,ide#,Sophijfe acverßpel- “…

les,autffurciproci,ideff, Bachi, /eme

ris Epicureimamcipia eorumg, fervi, Affèìtatores , delatores, obtreäatopr€$.

, . -

vulgus ac Tutores perfidum,ejus plebsfìmt vana & imvarii fáma, Κ; TO populus impius&improbus, multitu- ' dò multorum capitùm belua, turba turbams, turbataturbidag, im quaa nima hæfitans, &per infelicia ac imutiliamediaquietemlibertatéq;

fuffraquarem;oberrat,forisfruftra

164. .

LI BERTATI s

petit quod intus habere poffet,

bomumf*w/?rafferat, dum im ma/of , volutat, tamdem mifèrrimo vite car

riculo imter memtis perpetuas turba tiones,diffutationes appetitujcrucia-i tus,cügemituperacfo. Vitam adhuc!

infeliciorê,&inférmalib.tormemtâ im effabilàcum Mamdoingreditur, eter mâ, aetermum, æternum deflagratura. Taliâ Mundus eft omortales Ne mini bonus, nemini jucundus,]

nemini utilis , fed cæcitatâ moftre|

abu/ìitamobúimperams,ut quamvis]

Jemperqueruli,patête carcerijamua!

-auffûgere mom auffmus, porrigenti ,

Chriffo mamus mo/?ra daremolimus, f

• demigug, adruinammo/?ram cäéfa- | bumaiffemur. JTX. - Imterea Chriftianus quiadexfì CHRI-

§Â§Tfcitamtâ Dei vocem refùrrexit, Ada. Qui s. mi exuvjs depofitâ, Chrifformam? … *.

tgrex

— -

…

.…. •.

`EN coMiuM.

165 --

I. tã excel %, 405/2pra Naturam elatus.

Angelorum applaufè & congratula-

„ tiome felici fào matali exceptus, verè „ Nobilis, verè virtuofùs, verè homora- .

„ tus, viva Dei imagopulcherrima& dile&iffma Dei ffomfà, vivum Dei vivemtis tabermaculum, $piritus S. fàcrarium, Dei thefàurus & thefau „ rarius, Solim mumdo, Mumdi maxi

mum, Rex, creaturarum imperator,

, Mumdifimis, Mumdi Momarcha, Re

, gni Dei coheres, & totius félicitatis . . „ poffeffor, liberffat, & triumphat & . i , jam Mumdi,imtolerabilejugum. Chri;

fiimeffabilemlibertatem, fiampr«-

, rem muditatem, pauperiemgyam 2-\

: pes & abumdamtiami, exiguum illud, \ ' ' ~quodpro Chriffo/ùbeumdum agfemi- \ , Chrijìiamorum timiditatem,h«fita- , „ tiomemg admiratur. In omnibus má

, quæ excogitaripoffùmt, melius nunc.

– – –

quam

, -

*. -

r66

Il1 pae R r A r 1 s

t.priuam jpf3agitur, il/eommi omorum gemeredigmiffimus,ommium

doâiffmus Doótor, folus /piems, /? , *, jp/ìm reéîè,cogmo/éit, veritatâ ob

fervams & temax , homimum pru- | demtiffmus , homimumfortiffimus,

' hominum potemtiffmus , fé ip/ùm, ' AMamdam , & Sathamam vimcemdo

viäorioffimus, impavidus mihilti.

met mißculpam & Deum, patiemd, ammiavimcit, mamfìetiffimus,humi limu*e};, liberali;bomafìaquepoßüt

cömunicari, ommia cum ommibus có -

mumiae,/èaboma/am&afirugalitate

tuetur &auget, amimaca fá&cor.

, poremüdoeiiommium eífju/iffmus,

Divinitimorâ ob/ervamtiffmus, vj. ,

vafidepraditas,fíe certa, Deo mixa }

, immobilé caritate im Deum & homi. | nesflagramtiffimus. Et hectaliat/ìmt, |;

4ue vos, quimom effa plamefordibus ímmerff, quæritâ, qùæ à Mìmdo/ p. %

¢,4 rus, quaa Mario^p …

• ,'

/ v.

… /

•* T

*, *

Encomium. - 187 plices expetitâ, que Mamdus vobi* promittit, fèd omnes omnes, o mnes(provoco emim umum /àltem)

tarpiffimeféfé/it,Pacem vos queritis

Chriffiamus habet, vos tumultuami 22i ; Gaudia & Woluptates quæritò,

Chriffiamus habet, vosfetù,trãquil- Jitatem Chriffiamus habet, vos curâ.

& fòllicitudime torquemimi, laudes

& gloriâ Chrjfiamus habet, vos ab je&#æbeffiegfis, pulchritudim? Chri- . ßiamus habet, vos /ordetä, divitiar Chrjfiamushabet, vosmemdicamimi,

Patrie commoda Chrißiamus ei «om-, fert, veffricau/à eimaledicitur, fir

mum preßdium Chriffiamus habet, inviäam arcem, imviäosprgpmgma

tores, auxiliares femperprętes, „vimdices femperparatos, ?a/£odes sá per vigiles, vo$ (èmper & ùbig , & cuivêpatetámiférimè i

s v

•

LI B E R T ArIs

163 .

j Tantum g?veffra comfortia , ve /?ra comcilia, veßros retus, comÂeta

dimes , mores, veremomia*, opimio mes, leges &• imeptias , & Rempub. AMumdiumiverfàm de/erere,& Caele-|

fé fé civitatâ incolam facere, abje άag, Mamdam eimffitutiomù maturi. | v

••

. .

•

tate Deo Patre, Ecclefia Matre, ad Chrißiana cumas, &primam iwfj. tiam redire, aerem Chrißiamähau

rire , ffiritum Chriffiamum ducere, ,

vagitum Chriffiamumfùgere,atque | ab his imitjs im hac Dei civitate edu- !

cari,/£hola Deiinßitui,imdeq;adple-| mam Chriffi etatem excrefère, Pri. .

vilegjs civium ( quae Dei amicitia & fratermitae mutuare? ) gaudere,

moribus& comfuetudimibu*, quæme ram dileéfiomemaffiramt, vivere,Sa

crificia fùaquæóbediemtia&imita.]

tio Deofempergratiffma afferre, de-|| -

* * -

'_ -* •

]

, ,

EN coM I u M.

, 169

* inde Mamdam ommimò adverfàri, o

'mihivitafaääff pudefacere, acimvi, * £foamimoimpugnare,demig.paratam

'fibiineffabilemjmmarceßibilem, glo

?* rie, virtutâ, beatitudimâ, ætermag,

*' ®ertatâ coromam accipere. Haecvâ. * £g dicta fìmto Chriffiami, qui Chri "/fumjamamtehabetiscogmiium, Præ *' lacereemimh/sommibus fidei facem

*í fubfiftere,fedfequi, oportet, fed ea fémel accenfà, non * Nomemimfof. '* ficit vidiffè Chrißumfed amicitiam * & ætermum cum eofedus comtrahere,

*, eiquefe totum imvolvere oportet, /?

*prodire velimus im faciem jufti, &

* tremendi Dei.

, -

Ita qui dominamini mom am ut pliuscurios? & imgemiosèfùbditorum

* ßdores effundetímom omami vamita

* ffi&luxuipatrocimemimi, mom Chri * fi in membrorum fùorum mecefftate ^ •

i7o

L1B E R r A ri s

& Regni Caeleffúpromotiome oblivi feemimi, facietú quodlicet mom libet, & imumo Chrjfo gloriabimimi. . .

Qui fubeftis Chrißi ad exem mùos compometâ, memtemfemper

IDeo liberam,/edcorpus impatiemtiao bediems circumfèretis, verum ac bo numimtervos retimebitâ.

ui docetis caeleffis veritatù & IDivina feiemtie Solem im juvemtutâ

acfemumpeéforibus accemdetis, Regw & Academiae perpetuæ præparabitâ, mom humamorum deliriorum camde

lì, videlicet cereà defatigabitâ, vel ! ballarumffiritu imffabitis. -

* Qgidifcitis, mihilmiff quodfœpe riora, aetherea, caeleffia, I)eig opera redoletadmirabimimi,mu//imi/ÄChri

fiveffrijcogmitiomemappetetä.

„Qgipoffidetis mihi veßram mj? Chrj?um, amimam, effe cogitabitâ, ?

mihi!

----

—-—----------------------

-^ ,

• '

EN coMI u M. ?.

I; 1

mihil cjus mom adalium æquèac vos ,

;i; commodipertimeat, imfficietà. ; f.

… ggi egetis, mihil vobis deeffe (ß ^ vos à Chrtffumpoffdeatâ)poffeßit. tiâ, multâ imcommodis liberatos effe

-i

gaudebitis; Caeliopes avidiusappete

;;

##*.

4i laboratis,ommes effe imames labores,mifi qui Chrtffo comferumtar - ' imtelligetis, ommia à vobí/ímeprecio … mercedeacgratia, mißfamt Chriffo, ^ fieriimdigmamtes experiemimi.

.guiotiamini, mj?Chriffo vace tâ, mj%â vitiis vacetis, mi/? vobis &` virtutibus Chriffiamus vacui/%, o tium veffrum ommi labore laborio

fius, & pgffe ipfà peffilemtius depre hendetά.

Omnes hominespaulum temta- , ta tam falubri ac exoptata libera tionis veßrae occaßomemumdi Mum -

JAH - 2 *

dum,

- ]

172

. L I B E R r A'r 1 s

dum odetâ, Chriffiami Chrißum a mabitá, Mumdi im Mamdo permame bitâ, Chriffiamiim Chriffo acquie/ce tis, Mamdovos commodabitâ, Chriffo tradetâ â Mumdo vulneraaccipietâ. fedâ Chriffoamtidota. Mumdum levo oculo imfficietis ac defficietà, dextro

Chriffum fùfficietà ac profficietà, AMumdi verba examimabitâ, Chriffi

vocêampleäimimi,im Mumdo/ùbinde mova:vitia, & humami gemeris cru ciatus, im Chriffoquotidiemova vir tutes dulcedimem & amimarum com

fòlatiomem reperietä , demique cum AMumdo aetermarum flammarum im tolerabilium tormemtorum,& imeffà

biliüquerelarum: cum Chriffo (quod fatisfit diófum )ommium quæ Chriffi fìmt, eritis participes. I -

Supereftequidem Chriftohgc fuperabundans, & Regia pote

--------

—-----------------------------

EN coM I u M.

173

ftas, ut imfames peccatores furemtes .perfecutores, imdomitos tyrammos,/?curoy Mumdi/ervos, im Majeffatisfìe

* acfùpra humam e Clementia demom fratiomem,fìbitoimvertit, imgratiâ &totius meritifîicommumiomem/è- . pèrecepit & etiammum vel abituri emtijam comtriteacamhelamttamim.e.

falutä viam meutiquam præcludat. . Kerum hujus miféricordiaffecimina

illuffriora/ìmr, quama-vvvv crebriora, & vJmpecrar 0U rq^^~-*—

—–—

mimibusoffemtata, mulliviteßelerateacfecuræ, ßli com/?iemtiæ depre//.

acvulnerataaccommodamda, quam . equidem momdum femtit, qui Mumdi moribusabaliematur, mimú deterre

tur, rifùpudefit, ne Chriftum te nui panno, fimplici vi&tu, mo

dica poffeffione, rara fcientia, moribus candidis,funétione hu • JH 3 mili,

· .

~ -

* 174.

L I B E R r A rI s

mili,labore terreftri/èquatur,que tamem & ip/à illehomimi libemtercà domaret, licet Philofòphus ea /άmmi

beneficj loco exciperet ; i/ig/2ltem reiimdignita}i iraßitur, quod im hâ

ridiculis, exiguâ imdifferentibus,& verè comtemptilibus, mos adeoreperit temaces , difficiles ac immobiles , ut fpiritualia, fublimia, coeleftia exigere aut exffeéfareaa% mimimè,

ecquiddicatmiffi//ud, patitimetis, -- • --•-•• • -■-•• •• •••-••••**

vobis.

, AchJefu Chrifte, commi/era

„ rioaäineffabilemiraculum, quiamus | das prius , quod accipia, & /£quid recipâ, iterum largius retribuä,qui

qaos amas, quibus bemefacias, quos taarama opum poffeffóres reddas, ex orare,premeffs alicere,&cum&fabum

dos

- -

--------

-, ------

EN coM I u M. -

175

dos diutiffîmèoperiricomfìet j?i Mi SE R E R E N os T R I, & nos tuos `

im Patristui imaceffbilifaciereliquà impffs ethmicis,barbarâ,atheig.f&tore,abomimatiomegommimò/ímiler,

perfeéto merito tuo accomple- ' ' ta dileétione tege, comple,purifica,

&hacbalbutiemo/fraó Eloquemtiffi me.hoctitubamtegreffìåvelociffime,

hacinßitiamoffraóßpiemtiffime,hac ,•

/ìmplicitate mo/?ra â prudemtiffime, bac imvpia moffraäditiffime, hocffi

gidoamore,ôfagramtiffime,hacclau i, ** !

dicamte fequela öimoccurfam moffer 'promptiffme, feremiffme Salvator acquiefíe, atgitamabò Mumdiodium imculca,ita/ómmum mo/frumvelcru

tú imjeéfiomerumpe,oculos effrimge,è vimculis mos cogitabundos extrahe, at4ommimointrare compelle, ut o H 4 , mmimo --

IL 1 » E R r AT 1 s

176

mmimo nobis nihil , tuæ Majeftati & clementiæ omnia deberi, mam !

mos tantum volêtes,& imgemuapre voluti imtelligamus, fed etiam me. quam Mumdus imvitus ac cumaffe mitu comfiteatur. Purga Jefu tem-, plum tuum, ab ementibus & vem

'demtibus,purgaovile tuum à mer cemarijs, purga pafcua tua ab ovi mù lupi,fedpeétoramoffraimprimí purga ab amore moffri volumtatemo ]?rafçiemtiamoßra,pofféfffomemoßra, voluptatemoßra,acimffitutiomà,com

verfàtiomà politiæ, ommiumg, regu [arum loco, Scripturæ, Vitæ Con

fcientiæ &Naturæ libros mobj%bffitue, imprimeacexplica, ut adffi ritualiatoti comver6,&im volumta

tem acob/equium tuum ffmcerè pa rati, quem colimus,imitemur, quem

' appetimus mom legendo,/edfequé -

do ap

——---—----

EN coM I u M.

177: .

doapprehemdamus libertatem no ftramquam àte, imte, & tecum ha

bemus, malo Mumdi pretio, medum

abjeéfiffmis illä quäquiljs vemda. mus, dieg, illa examimämo/íritueim terceffomó abfólutiomàg,potius Mä didemobù turpiffmi,/?a/éria depre hemfferrorz flebilem comféffome mex torqueamus, quam lamemtahil?mom

putaramus,prömamciemus, demigre pudiatam ac ejeétam Vitæ fanéti tatem revocemus, tereconciliato

re,tepromubo, teteetiam confirmam teacbemedicemte movum matrimomj infòlubilisfedus imeamus, imitumau äa femper charitatâ famma comti muemus, continuatam tamdem im cæ '

/ -

leftem ætermamg, tuam Unionem tranfmutemus,ßmug,poßhac, utitue Sacerdos mo/fer/ùpremus,mosepho dustuus, im quo luceamt fideiclari H

taS, -

u78

T H E o Lo G H A;

' tas, & vitae Integritas, accrefèatg; imde,floreatfflendeat,perremmeta, nos Sacrofànëta tuo-noftra

L I B E R T A S.

T H EOL O GIÆ E N C O M I UIM^ J E S UI N A Z A R E N o

SA c R u M.

Theologia loquitur.

$ Imulaveffro meritoaa 3 vos defeemdi Mortales,

Y;; /éilicet ommpotemtâ & δέΛ! $apiemtiffmi Creatori, v&rjaffa verba vobis fa&ura/2m, haud equum ejfpeteremeà vobis aj. cendi copiam, autfflemdidà Tituli;

adulari. Ego illa Sacro/âmâa Theo. legia,

-\-

EN coM I u M. !

, •

179

£gia, Magmi& trememdi Dei Jeho ve imterpres , expoßulare vobißum hucvemi; & de quibusdam imterro gare, ut vel tamdem agmoßatâ quæ Jim ; quamtum bomi attulerim vobâ, quamg, mam deceat comtemptam me inter vosjacere, &efàrire, dumo

mmes cliemtes meosmom dicam me&fa

rereficiam,/£ilicet adcælg?es choros,

& vobis imeffabilia gaudia vocem, promoveam, deducem. Nomemitag, habetis. Theologia/ùm, auro mulfo, gemmisvemu/is ./éilicet Dei/ premi fàpientia ormata, mulla veffraeloquá tia/éilicet patrù mei verboimffruäa, quæ momamtefèx milleammas vobìßä,'

- ,

aut ommi hoc umiverß mata,fcilicet

ante ommia/écula cum ætermo Deifiliagemitafùm, quae Mumdi creationi Arefems interfui,&imtimum Sapiem

fiffimi canditorê comfilium iaffexi,

^ harmo

II. a /

-—-—-—-—-—--

18O

THE o lo & 1 ae

barmomiam Machimae hujus veßro judicio maxime , & admiramdam

ejusdemffmmetriamexSacro S. Tri- !

mitatù colloquio didici. Poßquam et-.

- iam imago Dei hominem im mumdo reprefemtatafiit, egoprimaprimum veßrumparemtem Adamumimffitui, ego linguam illum edocui , quâ Na- | turam hamcfimul, & Divimamyße ria exprimerepoffet , ego ad pura ! 4ngelorum mentes ip/ùm produxi, | ego fìaviffima converfàtiome felici tatem ejusauxi.Ilevero heu $erpem- |

, \

té, ah/erpentiâ illius aäu deceptus, & Paradiß/€fimul,&meo comjórtio . exuit , omnium quæ ex mediaiciffét.

oblitus vitam egit celeßibus chorâ &

•

$. 7riadicammjerabilem.Abeoitag, tempore cumjam decretum effét Fí. £ium Dei/ìbhumamacarmehamccw/.

pamexpiarejaffì/ìmego/ ilicethz -

miliori

—-—-———

- -

ENcoMruM.

' 18];

miliori lomgè forma homimem com/%. lari, & defùturo illa aíresimffituere,

cultum etiam Deiqualemcumq, mom ßrare, per quem homo Creatorem !

fìum homoraret, &/£ipfamiatrahu mamitatâ fines cohiberet. Et il/a qui. dem fàciobómi/eférèammâ, Patriar

châ conver/ata/am, cumque ad/?.

|# |

| ptem tamtum amimas aliquamdage mushumamaum effetredaóìum , mom. dereliquii//ud , /€ilicet immedjs a quis, imôperjp/a aqua docui, erexi, confòlata /άm. - Tertio millemario, quod Deus Abrahamo,& quos cum ipßelegeratpofferà , bemefacere vel.

tet, apertius mihi aliquamtocumjs loquilicuit, etßßgmahecommia,typi,

vmbræ, qualiacircwmcj%o, aegyptus, defertam,tabernaculum,/acerdotü, regmum, leges, Zemplum, eramt,&*

' àpaucißimä meo bemgffcio imtellige H 7

bamfwr, '

■

I82,

', -

TH E o lo G 1 ae

bantur , quorum vifiomes & cum Deo congreffè, vos mumcfacilius quä illiipfiimterpretamimi, ßavetamem erat inter tam fimplices & devotu; . verfàri , quibus mamdaffè Dei/ìffi- .

ceret,&futuri/olatù ßes confolare tur: Poßea cum Prophetà adjumeia ;

effem , jam multo clarius loquebar, ! quamtumféilicet. Regni Hebreidivi- ; fío, & auxilj Babilomici dubia facier ,

exigerevidebatur, meurbs illa,& \ templum, amte defòlaremtur, quam

Siloh impleviffet decreta Dea, &ja ffitie Paträ/âtû feciffet , illa tamem momdumficjspatebamt , ut /?optio datafuiffet , mom fìam fórtem cum veffra commuta/émt, quamtumvis

megligitä eam, & imeptipoßpomità,

„Impleto vero tempore, & ex virgine sato Redemptoreveßro Iefa,ego qua famalajpß & interpresdata eram, uunc , • * -

-—---

- -*

EN coM 1 u M. — 13; mumcplemo oreßripta mea imterpre tabar, mumc de futurâ vaticimabar, femper vero arabam obfecrabam* ho mimes , mehamc/ervilemformam de , ifruerent , meférvatoremfàum me

, gligeremt, meaetermam/alutemparvi faceremt. Et hacvoce primùm Apo , folà , po/?etiam eorum/acceffóribus aífiti, quodumimihi Chrijfusffom fam fùam Eccleßam concredidiffet,

quam egoumaadhodiermum aß, diê,

perignem,& aquam,perem/?s,&tor memta, perg, hoßium meorum ommi amim/iaiar & Papatus temebra im extimé7aw fervavi , inextinëfam.

ajo , mom/emperfulgemtem. Et hoc quidem/eculo veffro quo ( credite) vix allumfùitfélicius, quoim quavâ ,

re,(quamtum quidem Deus comceßit), excellemtißimaimgemia excitatasät,

quodeleéìusfilius meus Â£, Lutherus , . *,

/• • .

. .

pupil • *\ \

-—-—---—

184.

TH E o L o G I Æ

pupillam meam ab imfmitú fórdibus

purgavit , audeoim comffeéfum ve frumprodire, laudesgmea* jpfedi cere, &pericula meaemumerare, & beneficia vobù exprobrare&deimju

rjs veßrä comqueri, & Deiiramatg,' aetermos cruciatu* tommimari.

Delaudibus quidem , quid opu *

£ff dicere, queßmomeffèm,/atius éffèt

vobismumquamfùiffe,vel/altem cum ; brutâ imterire , /ed de jsjam amte ; quedam dióìa fìmt , quædam poí? dicemtur Pericula potius mearecem febo,ut velimjuffi pjvimam me, ho 2oramdam & admiramdam fatea

mimi: 7resim gemere hoífes àmumdo

matohabui 7}rammos, Se&arios,& #picureos, imòumumpotiusfeil. horä

emmium patrem Diabolum Isper7y. rammos quidem cum mullâ adhucar.

mätegerer, nullämunitionibuscim — -

•'

gerer,

—-— -

---------

-->

– EN coM 1 u M.

18$

gerer, ma/& exercitibus defemderer,

■ fepius fateor im auguffum adduxit. contraxitg / pius meo ipfius/angui miimmer/t , ego verò emerff&ita emer/%at perfécutorum meorum me cem, ruimam , imteritumgmjferri mum viderim. De Affjrjs audivi- .

fä, de e-4egyptjs Babilomicä , de cefaribus quibusdam , fèilicet quid veterailla repeto, ve/frimajores Pa ?£*yrranmidem viderumt,& mirati fùnt tam affutißimis imfidjs.S.ligi,

Claffib. hyffamicù evadere mepofféfé Zarcaverojam aliquot ammâ imteri tum mimatur,ßilicet mimatur. ZXec

emimextimguipoffùm , dum ille(at tollite oculos veßros mortales)ille im

quam vivit,quiSapiemtiam veffram ridet,fortitudimem comtemmit, cujus amum verbum vos ommes imterimit.

Seäarj vero quid mom comatiffmt? • f4/7f0 v) .

• —

——

•

}36

* T H E o L O G I AE.

tamtoprofeéfopernicioßores, quamto amiciores ore/efimulamt , fèxcemtas meChrißemumerarepoßê,qui omnes

im librâ veßrä momem aliquodha bemt, mequidde js dicam, quorum memoriam gaudeo imterüff?, mequié ex vobù ( tamtaeff gemeris humami amalitia ) illorum armâ comtra me

utatur. Et hancgratiamfùperßitio xmi, avaritie , /ed imprimâ/èperbie : debeo, quaex mea affiéfionefàmam

vobis quæritò inféliciffmi, queuma

beatam immortalitatem dare po£ fùm, umacruciatuumperpetuitatem pararepo/ìm: Mi/erhomo,ah mifer

komo quidquerá , imfiaitifìmt qui, at à po/feritate moßeremtur, omîmes ammos comtriverumt : i//i vero »um;

perierumt , meculus effveffrum qui féiat, am illorum quáquam vixerit,

aecexperiemimi, mißcum omnes/?4. . bità

-,-—---—— -—---------

-.-

E N c o M 1 um.

187

bità coram illius thromo , qui meque

fàpientiam meg,prudentiam , meque ~eloquentiam,meg,fòrtitudinem cura bit,fedpietatem (quam egoprofiteor) , exiget, cum omne quo mumcgloriami

mi, artes, divitie , regma, fraudes, amores, igmä examem //fimere mom poterumt.omiferos qui dehoc exami nemom cogitatis, & tortara intervos

ipfos utimimi , ut arcama omnia&

ggjffa/grafé£x£g4•fgagj; &* ro-</<• eg v vvra •• ••••••^

4/*4/46'-

rat, Deum quoque experirimompoffé Hic verò Ommißiemtie lumem tor

, quebit , & comffiemtie ßimuliim/fi , gabumt, utim comffeéfu&præfentia S.S. 7rimitatâ, Ommium Camgela ram,Ommium quiumquam vixerumt hominum, omnium óiabolorum com

' fìearis,quoamimo, quove himcmi matúmaqueg cogitaveris, fecerà,

j ••

locutus

188

TH E o L o G 1 ae

1ocutusfùeris, fameg, tuæ fraéfus á erit , ut dammatiomà tuae/ocios qui-;

dem habeas plures , fçilicet mitius pumiemdor.

Ëpicurei quog, ßve voluptaarjf etßmimus/èmper mocuerumt , mwm quam tamemmom obfuerumt mihi, &

meaimpediverumt : quosegoi/ja-* quiparamdos doceo, quifameemecam

diprius ßperfuo ciba ac potu /? qp

mullo ad /? %j% mitigationê, #. aara, gryqav n- , fîdî*£&;

là Deumatque me comtemmere licet,

paulopo/fànobè comtemmemdi , &:

cum vita hæc differit , irridendi,

AMilleammi mobü dies/amt, mequeta-, mem mille ammfi vitam moßram me-, timur, vos mehoram quidem ea pro

portione vivitj & ut beneeam, quid |. -

veròbenè,maleeam&poßimè vive.k repoßitù ætermitatemperdití. i

ę.

r£- !

| ' s ,

_-. -- -- --

, .

EN co M 1 u M. 189 „£}revi volupta*, quot mihi abducâ,

¢{uos auri,fame, amorum, vimi va

j*itate ludà, ut fùi oblivißamtur,

fumimterim mommjìrarò blamdiarú,

„i;go ad ßavißimam vitam invito

„, *ec qui fequamtur habeo. Aeterme „ fermemee voluptates fìmt, breves

„reves vgffrefììt; Jam/ quù cogi „jfet & alia quog,fêiêmtia , Medici albam , Juriffrudemtiam imtertotre £iorum monarchiarum, everfiones

%gmintegras/altem ßilicet meliores 2 -

*%mper emerffè , me/éire eum cre

tiâ iiderim, quam mumquam im eas ami

mºnadverfämfit ut extimguamtur,aut ■*ollantür qui, audivitaliquot millia

fenedicorum, , aliquot cemtemajuriffe

***torum, aliquot decades Philoßpho £*um*modieimterempta, ego vero ex *& aliquot millemà milliä amifimec diffi, amen ad/èperos redì, autveffram 1

ç//r4//;

-< ,

TH Eolo G I ae

#9O

curam abieci,/edphemicâ im/?arper ignem regemita , vememi$paífa, de

preßione velutpalma ereóìafìm/u-, pemtibus tjrammà , livemtibus ha feticis, dubitamtibus Epicureis. . Suâ itaque auff bemefacere vobù ! AMortales , fieaeff vgffragratia quâ férvarevelit,fi Medicum occiditâ. Ego amatamtumpreífiti quamtäme moumquam. Homores alj damt, di vitia*,fòrmam, regma, imperia, quæ | vix accepta Mors aufert, &protam ' fpecio/ ; atque laborioßs domis, limtei ; farcophagum,&feptem pedalefepul -

chrumcomcedit, et/? & hoc mimium ; fítjs quibus/?m/23 ommis abe/? , & 2vermibus abßmemdi/ìmt. Ego vi- !

tam domo, & regestotius mumdicom-|; ffituo, & Angelorumfociosfàcio , &}

Jehovemimiffros imòfilios efficio, & ?iorum omnium «ternum fru&um } \

,•

prael

E N c ó M 1 u M.

I9I

promitto: vos tamem meliusputatô,

./£qais etiam po/? temporaliâ hec bo ma • etermisfruatur. o/íliceret mihi

beatitudinisgradusefferre, 6/idigmi. tates veßra fimul atg, dolores cum

' il/a requie, illisgpremijs comparare. Sedmom licet : amicum momeo: com

: temptus illius vitæ & fiquis hamca mat, & fèffeâa ommis vitae veffrae félicitas, J^os qui aegrotatis, vos qui

malè habetis, quiaffiéfiomes fèriis, gaudete,&plures optate,magmave • fframerces eff im cælo, quiproximi

£ curam atg, amorem veßris commor

talibus amtefertis gaudete,majorve. fri caraim calis gj?, qui pre Chriffo „ mumdum humcumiverfàm, & quic

, quidillecomtimet defficitis,exultate,

, Maxima veffragloriam calis ei}. . .

C<fmmeitag, /àtis hoce/?vobis, am

prius monßrari hæc vobis vultis,fed

amiß

I92

TH Eo lo G 1 Æ

miferiaveiramomfert , & hi ocul;

atâ/ènfùs à Majejìate DominiSaba othextinguumtur. Pereat citius ho mo, etiam ab Angelocu$todecommi

muatur , quam hortum voluptatis |

repetat, mom/ecus ac culices â flam ma quam circumvolitamt comburü

* tur. Libro meo,quodvos Bibliaappel latis, acquieféitemortales, & imumo

illo vitam omnem infùmite, lachri- !

mis& fuffirjsimvigilate , & ape- | riet vobis Deusimexhau$os $apien

tiefìarivulos , ut quamto ardenti us quæratis , tamto myíferiaf'

invemiatis, quorum tot illo libroim fìmt , quot mom dicam fòlia, capit4 aut limeas,ßilicet verba quotquot at

queadeo litera is habet, quamtum] féil decet Divinam vocem ponderis

plushaberequam veííram, & hu

mamaomnia adhumcceleífem, igmem fri -

-—-

E N coMiuM.

' 19;

/rigere. Etßim hoc quoque balbutit <vobi/€um Deus, & cecitati veffre f?applicat, baculwmßilicet pro lumi 22eporrigendo, mectamem eum appre bemditâ, /€ilicet temebràpotius dele èzamini, mom ff tamtum , qui deluce

prorfùs%iviffè mihil,/ed etiam vos, quos /fupemda Dei bomita tampre

rio/îîmo precio ex carcerâ humami fìaloribus liberavit, ut egredimumc, aut ætermum ibi detimeri veffriar

bitrü fit. Me vero etiam momitorem adaidit, quæ exhoclibro voluptatem

jp/usvobis aperiam, Regmifìtgloriâ Zadumbrem,ho}ium veßrorum frau

des, fallacia , atg, blanditia dete

gam, deféopulä etiam &faxis, qui bus im hoc itimere ad caeleffem patriâ ; h.

impimgerepoteffis,admoneam.

2\om tempero mihi quim iraßar

vobijtultijjmi, infelîiffimi área I

' . ?#r4 -

}

' Ì94»

TrH eolo GaA.

, turarum , quieam Supremi Dei cle memtiam, que Angeli&& Demoomi busmullù contigit,tamtâ vejfrà imgf

fabilibus cruciatibus negligite , & wmiusmomemtifal/aci & fiäicia vo

luptate,folida& dulcißimabeate«. | termitati gaudiaperditù. Meqaog,

quæ adeòpaucëpræceptâ viam omam? adCelos cöprehendo, utà quovè etiâ , puero capipoßimt,ridetätäquamim gemjs atg, curio/îtati veffræ inferio-| rem , comtemmitâ, tamquam fame | minus comferemtem , abjcitâ, tam

quam laborio/àm vitam docemtem. Ego veromecridemdafìm , quæ mom A/wmditamtâ totius $apiemtj%ìmam imperßrutabilem architeâuramâ. | prehendo , & paucißimos ad illius

umbram admitto. Nec comtemmem. |

daßm, quae /?i/aim Cælâ famamom féfficit , etiam in häterrâ homores! ' mea, . -

^ . -

EN co M I uM.

r9y

* meâ comfèrre, & m mi/e gemeratio. • mes benediäionem tram/mitterepo^ fam. Necabjciemdafam, quevitam : propomohaudpaulòveßra, quam et

a iam interfùaviffimasvoluptates agi.

& tá,/èaviorem , quæ abjs doloribus, quos voluptates perpetuo admixtæ . 2 habemt, libero, & mamc Eoffa/ mumc

: tacita Deicomfolatiome, mumcverita „ tis Divimæ per ommia/écula harmo-

* mia, & Chrjfiame Religiomäpreo f mmibus alys præemimemtia vitam

; comdio , quam mei mullis rebus quas * vos momimare poteffú commutatam : : , vellemt.

, • '

Provoco vosommes,qaotquot effâ,

? ut vefíracunëìa ; homores, divitias, i famam, voluptates, artes, imvemtia-' '

nes, & Sapiemtieumiver/eatg, Erg 4 dentia humam effecimima, mecum, : & hac libro meo conferatú. E/? me? . j*

. _ .

I *

-* \

vobis

-~_

196

*T H E o lO G I Ae

vobisquisquam , qui miffex libro hoc ]

meo(quähefeitisquaDeimifericordia acceperitä)humamigemerê,imo umi

verfâ hujus machimeimitia,progreß fù, iuvemtutem,utita dicam atg/?. mium recitarepoffit. Aegyptú aliqueo; ^ cemtema ammorum milliajaéfemt, & Solem bis ab occafì ortum memtiam

tur. Graeci imfimitis opimiomum figmä

tú diffideamt.Romamiumiverfomun do/ùperffitiomesßas obtrudamt. }'ma haecmea Religioglobi inffarpolitiß. »mi, fibiimvicemperpetuoreffomdeat, homimem Deojungat, Prophetiarum | atque praediéîiomum imfallibilibus & vemtibus féféimffmuet, miraculis,& comtrario Naturæ ordime corrußet, myíficaßaharmomia homimibusad

miratiomemfimul &/£uporem imcu. -<

tiat, herefès ommes, religtomesgre. liqua errorã & memdacjcomvimcat, / a#4

EN coM I uM.

- n}7

i at4tamdem amapertot/éculamuta

' tiomà aat acceßìomù mihil admittat,

„ Deum aatorem, Deum diëîatorem,

n Deum com/ervatorem, Deum vimdi

cem/aumglorietur. Pharao idexpe j riatur, AVebucadnezaragmo/éat,Ale

xamder M.fateatur. Juliamuteffe … tur, & me quidprolixâ/m, Diabolus ; fremdeat.Mahometfuriet,Paparum , patur. Hic umus illelibereff,qui toties petitus,totiesfamma,ferro, aquain ; feéfatus , imtaéîu4 mamfit,& imter

tot capitalium hoßiummiriades , im , plures lingua féfé diffúdit, hodieque , tamproprie commodèque germamica , lingua loquitur , quam eâ , qua

, primum ab ip/0 DeoperProphetarum , Apoftolorumg, ora diëfatus, &àSa f, piemtißimâ fimul ac religiofîffimâ,

, divimiffiraculi bemeficio imtelleäus. e}?, * . . '}

Cum,

393

Th Eo lo G I A.

Cum recordor quæfeculihujus ve frifelicitas/ít,quaimtra pauciffimos

ammos, tamtalux religtomi Chrj/?ia ma;facultatibusreliquis atg,adeò ar

tibus etiam mechamicis ommibus ex imfferato affùffìt , duorum me mj/?-

ret,& illorum , qui im remebrâ illâ priorum feculgrum/oli hujus quafi crepufeulum avidè, dextreg, comtâ platißmt mec tamem depreffè Eccle fíe opem ferre , mißpericuloffma quadampręparatiomepotuermut: & veffri,quiobmegleéfwm, aùtaba/ùm feculiveffri , brevi immeßio quodri

gidum examemincidetù,utilludcer ta prae/àgia & libri hujus mei mime portem dumt,ip/àg. Mumdi/ème&aexi gerevidetur, atgtamdem Prophetia ommium periodus paulò /?//? oculatiori peperfvadet. Rigidam il- ! /wderit examem, ac exquifítum, quo

… -

777€ ,

• EN coM I u M.

199

| me/éio dehojfib. meâ $uperffitiome,

a; Idolatria,Atheifmotriumphaturam jd & cultoribusmei, imo comtemptori ij£ bus mitidiorem apparituram, quam

„i, mumcfefe Hypocrißormat, aut Ca „ * riofita féfé extollit. Etfi hæc vobis „in fra/radico, quæ velplamemomimtel

jus ligité, vel/ameridicálacreditis, sa

j fifie, memeg gumartibusreliquis, μ} me, cum offcjs humamis, meque cum

j Mimdo ipfâ interituram , féilicet ß. „â cutego umafam, quedum defùmma „ rei veffraim extremo halitu agitur.

ip* morti& imférmali riöfui eriperepa/ iji fùm, ita cómitabor cliemtes meos ad

„ ommißiemtä Juffitie tribunal, «}„ tum reteéfoväîtu , acplemoorelau

* desgveffrae laudesg, 7deidocebo,ßμ ciaglorie, parsbeaiitudinis,fùmma g* felicitatis. ^ ing- Supere/?, utvel omnino im/imos -

I 4

'. -<

^V9$

--------

abs Theolo G 1 ae vosproclamem , vel/àm? Chriffia mos effemegem, qui hamc vitehuma maperfeéfjßmam mormam, & /éien tiarum ommium fa/?igium atg, coro

mam, Imò Microcofmi Solem mom di cam comtemmitù , /éilicet modomom

tollità dum quig fibißos ceredos ac cemdit, quibus im Meridiefélicitatem

inquirat, modo mei/a quam egodo ceo, admittatur, plebeia/éil, e/? quæ … mom fäßes , mom longam majorum /?riem, mompompoßstitulos adfert,ßi licet illuc, illuc, (attollite vultus )re mittit,& illius deßderio, ommia reli

quaetiam aßra, lumam, Solem com temmerejubet, quæ à vitaehujus mi. , , £rjs ßaperfèéfiomígradusaffùmit, & ad Chrißi imitationem à fimita Pa/ìomeimcipit, & quodmiremimi i pter ip/à* ffima ceu ro/2 creßit,

mediogmomPhalaridäßd Nebucad ?£2, 4

-,•

•

EN coMI u M. -

2QI

mezarię ignes , tepidos imò ßavem auram clamat.Eavero vobù ingemia f;

,« fìmt, ut mihilmi/íquodveffrumame tis, Divimaveroproridicalis,velfà

{;

—^

mè mom adeo imgemiofís habeatis, etß * profe£fo mihil gf dequo gloriaritan- _Auam propriopafftä , quodilla cum 27a , Ethmicâ licet & aljs gemtibus \ -

}}

; •*

}

communicata, umì autorem,imvem

torem umum , depravatores veroim

fimitos agnofeumt, meg,ullo modome cumsae dignitatâ laude certare mom

dicamtemjamt , fèilicet me cogitamt quidem , quim potius Summum, Sa piemtiffimum , & Potemtiffmii Crea toremcum&fafatemtur, àme veroa

mimam, motum, viresg, adeo omnes

accipiunt,&im Filj Deiadmiramda imcarmatione » comffiramt. Et mumc

quidem im vitavgfrecuriofitati,fì -

jerffitioni, idololatrie, erroribusque I3 p///m/#l^

…

-' s _-*

2G2,

T H E a loc t ae

ommibus/erviumt, mallemt4, in amo mecum Cemtro Deo , & ejus imagine Homine dulci harmomia comvemire,

quam quodex js , (ut umum locum infimitorumadferam) de Mamdiorta atg. imteritu , de amimæ immortali.

tate, de Chriffihomimâ ommipræfém tia, deommium homimum ad/alutem» vocatione,dubitatú:himimirumfru &fuafìmtcomtempti verbi Dei, Sacro. famääque illâ oraculis, dum aliema

/àpientieimhiaté, quemom veterem, illamprimiparemtà Adami,/£ilicet Serpentêpotius illius/eduęricâ re/j. pit , quea, ab ommibus, qui umquam fúerumt,fìmt,aut erumt, homimibu, ' petita, atgim umum comffata , /%$pi

ritus Dei abfit, me umam quidemìli. geam, (quales aliquotmi/es. Biblia

Habemt ) efferre autpromumciare'po £/, quæ tamtumpomderê, tamtum *-

- ---

m/fe

]

i* -

~.,

EN coM I u M. ! ;:

203

2y/?erj, tamtum terroru, tamtum /olatj, tamtumad aetermam/àlutem occultæ efficaciæ habeat, mom/ecusae `

û fùlmima, atg, tomitruamemomorta- , ? Zium tamtamajeßate repræfémtabit, /.

aut terram ommem , ( ubies Archi

mzedes)etiam % alia detur loco move- ,

ita

bit. ^ ' > Liberetmumc mihi ommes morta. -

lium de Deo, rebusg, divimò, errores, ac/0mmia, è Mumdoorto emarrare, de

Aatura quoque imepta, imeptiare-, â

cem/ere,& cum mea i!auma,perfeéîa,

harmomica, comférre,ßilicetmom licet,

ofèlices quibus hæc çontigit , & ffe beatos, reolim beatiffimos /? amplexi

}

fueritò. Quàm pudebit vos populä ,

imperaffè, àomfilia dediffe, caufàs di

xiffé, leges explicaffé, herba agme

}

viffe, morbos depaliffe, Naturamim

dagaffe,alimitumexamimaffé, &

I•

(*. *.

204

Throkocsae

]

(utfùmmatim dicam ) ommia que humarum ingemium capit /€iviffè

perfeciffe, ceterum mortalitatâ obli ium effe,humama Divinäprepo/j£ fe, Carcereillo mom corporù tamtum, féilicetumiverß Mumdi, deleéfatum

fùiffe, vosmetipßs lapidibus gem mis, ligmis, brutâ viliores credidiffè,

adfalutem & ætermä requiemimvi- ,

tos iviffe. ggàm erubefíetá me o- ! mmibus artibus, ommibus facultati buspo/?habitam, quæumatalia doceo, | tutme impudemtia quidem ab huma-

mo cerebro somfiäa dicere au/t , &• |

Satham quoqueadßmum illarum to tu4tremeat , rerum maturaffupeat,

Qmmes Angeloräthromi/éimclimemt, | 3.S. 7rimita arrideat.

.ggàmcom-

mifférebiminimumdum , ùmimzmo

agmine JESV, (qaod/umma do- | viribamiee)I)ivimitatê/ímul& hu- | *-. ,.,

mami. |

« » ~ -

----

----------- - -

EN coMiuM. Jos mamitatâ , myfferiorum ommium, e féiemtiarum ommium, Creatoris & i creaturarum compendiumimfficetâ, . {!

iì &adthefàuros illos, quos hoc Moyfis , ff.

velamime tego,admiffifiteritâ, cum il/a cum&#aveßra, quæmumcadmira- .

^*ι•

mimi, deliria, & dormiemtâ memtâ,

ff.

! f, i.

ßmmiafùiffeapparebumt.. Quàm fìe- ` cemfebitâ vobismet, qui Chrjfum . quotidie/erviliformaimtervos egem tem, e/ìriemtem,&perhumclibrum vobiféum comferemtem , mumc vero

thromo Ommpotemtieim fidemtem,ommiag diéfa faófa, cogitationesve fragájudicamtem, muncmóntiprius

obfècramtemfçilicet imperamtem, mâ vocamtem, ßilicetimpios expellentê, quamtopotueritâ amore, homore, cul tuprofécutifueritâ, momramos, more

vjfes, momprecioffmatapetia,feil.

corporaveffra, corda,/?m/è,ling*«

nonfùffraveriti.

I 7 . Di- •

206

T H E o lo S 1 AE

]

Dicitemihi mortales, am quicqùâ

2 vobis difficilius extorqueatur, quâ …

quæ Deo debetà, Ce/ar, Reges, Prim cipes, Domimi,/?aexigumt exignare. , compemfàtione, & accipiumt mullo im terdum murmure_» , mulla profe. i

άo exprobratiome. Si quid Deo da tur, quotusquãge/? quiidtamquam Deo det,& mom remumeratori , moz -

quilargiterredderepromittit,quiae. lefiaßa doma hù imptjs quajívem. dit, & /eità omnes,tammomimdigere illum veffrà, quam Mumdoumiverß carerepotaiffét, quitotusprofèâo to

tuagit hyffriogiam, Primum/ qui matus e/?paulohomeffioriloco, velmo.

bilitatù opimiomeinfatum, velalivi. • tiarum blamditjs irretitus,memo ho.-

rum/ìi mom ßelas,mompiaculumpu fat , fi mei facräimitieiar, &fîbl;.

wabecpofiwatgm y/icavolwmima, •

•

4*«w

• . zo/

EN eoM I u M.

^ι

4aam imffmitarum legum farragimà, ^

aut morborü imperférutabilem mut. ziplicitatem, autartium multiplices errores traífaremalit.Necjameaho, mimâ divifia,imamimam, amimum,

corpus, ex extermanißretrogrado or- ' alime valet, ut extermaprima (vide

tò me Orbis ruimamimmimere)amima altima occupet. /mdejamfemium ei,

exaratehumamaaddiäum,cum/éil. AMorsfemel atque iterum pede paffì •vit, &ratiomtâ reddemde dies. . (u4h `* -

zzaortales)immimet, mecJuriffrudem-

tiaibi,nec Medicima, mée Phyfica, mec „Mathematica,mecLogica,mecEthica, aecGrammatica,mec}ärtutes ommes,

fcil. uma Theologia prodejf,mecquã qaam illorumalum, quam ex meâ umum velpotius humc Deimeiqueim terpretem audiremavult. Poetas vi

dete, gemie hominum maximèhila -

\ - - - * *a

-—-—

2C8

T H E o L o G I AE

re, quàm cum Pallidus ille & offeu arcafìomimatur, amorum ommium, leporum, Pafferum , Camdidarum, Petarum, Ro//ârum,(ah maculasar.

tå J oblivff^amtur. Nimirum ama λ(orsi, aurum ab argemto, plumbo,

fammo,probat,humc,priorem illum

humamæ divißomâ ordmem tuetur,

que/ímom effet , equior ipfâ effém vo

bâ, etfiprofeäo Natura quoqueami. mamrebus ommibus amtepomit , pgff

amimumlocat, deinde corpus curat, deextermê quam mimimum ßlicita.

Jam/íquátamtiko ex vobis ingemio jìor, mommelibemtius Philoßphus quâ yheologus audit, & eòommesacumi má/èi mervosimtemdit , ut Arffote

tempotius, Platomem (recemtioribus parco) ßeßmtemtie, quam Moy/em,

Salomonem, Damielem, Johammem,

s ?«wlum,Chrißum, Deumj, teffemha -

beat,

------

EN c6m iuM.

2O9

beat,ez/?illi tam oraculorum/ìorum, & Dæmomumtgffimomia adeò mom me

glexerumt , ut de veneratione uma cum Mahometicâ, Judeâ, Iwdianâ,

meritò vobißum cèrtarepoffmt , mi amiräjucumdiu e/?, Arißoteles dixit, quam Deus im Momtefimaj imter Cc lorum2 commotionem, &'terræfrago

• rem protulit , Plato ßripßt, quam

Jefu Chriffusexfulgure, quo Pau !um im terram dejecit, momuit. Ego veramom minus imgemff , imdolämom. -

mimus exigo, meque homimum féce, (aliceadume/?) deleâor, miß quodæ ' temeritate atque curioßtate veffra

ì *

mihipericulum , quáeaßrutamini,

quegravilege imterdiäa vobàfìmt, £vitæ libro im/ìdias/fruità , quod me amodum carmem fécum trahit imff*

ciet; Numeri,pomderum & Memfì:

raarcanaaffèâatâ, que molumt ab `

illo

*•

2IO

Theolòciae

illotâ veffrä mamibus traäari , iw larim & Thumim imquiritis, quae o

mmesfenfùs veffrimom capiumt. Scala acobi gradus mumeratâ quod Deus £om/άltoomifit , & im reliquis taber maculi, templiquemyfferjs deliratis quodaltero/eculo &perfeéîiomisffa tuireférvatajffafùmt, &umbra*/?. •vefimulacratamtum rerum obtimui.

féis, quatamemtamtum habemt &im fecomprehemdumtacumimis , ut/$id per hoßium veßrorumimßltus atque infidias , Mumdivero carmisg, impri misillecebra fieripoffét , optimojure •ptimiè vobis, imgemioffmi,eloqu£ tiffimi hù traâamdis & explicam.

dis vobis eligemdieffemt, quos meque reifamiliaris, meg, extermorum bomo rum curaimpediret, 7amtäabe/?, ut

mom Mamdamis rebus dicam , ßilicet

turpißimis /eeleribus,fagitjs,fàcri. legjs

En com 1 u *

* *m

, legjs/?polluamt. Ego illos agme/?am, quiâ primapueritia, adommelabo £ riofœmingemio/àmve vitae gemus ime ' ptimihi confécramtur, ut mom dicam, „ impropagamda, com/ervamda,propu a gmam daveritate cælefijs utar,fcili

cetalam ipßs, &proecioß Pjttaci

„ ma comciome, totapredia, domos, aw rum atg, argemtum domem, plebique perfùadeam, mullam effe vitæ impro biorë,peffmiexemplipericulü, dum ■ capillosatque barbam demittat,alte ro ve/?itw iwceaa* , libe//wm wama

blaffhemus imterim,perjurus, .s. verfét, avarus, heluo,fcortator, aleatorfir, , . vemeficus , quod illaommiaimter me

, quam hau/fa , imter mequam exerci tata, imtermequâ comfirmata, ßatim aboleamtur, cumprimum ligamdili ?

beramdique , & Sacramemta diffri

. buendi, verbum Dei explicamdi,pa

•

* '

tejfa m.

• \

-~ -

-- -

212

T H E orlo G IÆ

teffatem âme accipiamt. Ahmi/éros, /icut Bileamusgemtieleëfe maledice remompotuit , `confilio verofèelerato wltra Sexies centema bemedi&orum

milliaabffulit,ita Diabolo doëìrimam

Chriffiamamtamgeremomlicet, vitâ impetere licet, tamto/ecurius, quam?

hæc à vobis megligitur , & Templo Domimimimium comffditur. Summa

e/?, quicquidfacitâ, vobùfàcitâ, am

beme feceritä , po# pauciffima mo nmemtaexperiemimi. Ju/fus e/? Deus, qui mihil fucatum ädmittit : ommi -

féiusg?, quem falleremompoteffi : o mmipotems g? , cui effúgere mom po teffú, • Ceterum /cut Meffas ille atque Salvator ve//er : ob/ecravit multos, vocavitplurimos , redemitommes, comdemmavit , aut pumivit memi mem , ita mecego pœna peccatáve *

–

• • •

••

–

/frà,

-*• \

FN coMruM. .

zt;

frá /?atao , autceleffialm vosjudj i ì,

cia exequor,fèfficiat mumclachrimú,

rum amxièquafiviffe, /iam ad Spi

■

ritualem & amimarum, veßrarum patriamfideliter monffraffè: Divima

-' -

laboribus , vigiljs/alutem!/?ngulo

atqaehumamaarcama, (quamtum li cet) pamdiffe : u/jue dum abrupto AMumdiperiodo , & fùblatâ humami tatâ mebuliâ ,

Chriffus Jef eregnan

tium rex , Domimus Novi Hieru/g.

lemim vivos atquemortuosjudicium a Patre accipiet , accu/àmdi mumus mihi tradet , & quales imvemerit, (mommetremetis) talesjudicabit, mi.

hi vero meos, quos Mumdoeripui,am

s mumerabit, tradetimeffabilibusgau djs, ætermoque fecum imperiodoma bit, atque imféculorum/ecula S.$.

— Trimitatâ affeäu comtemplationeg.

fàtiabit,

` >- _

…

424#

TH eolo G 1 ae

2l4.

μάmumcè vobá effamamtiffmi

Z)eoMortales,quimihipotiusadhære re, quam Mamdo/ervire, vult. Ecce ei hacmamu immocemtißìmi Fily Dei

cruorú perremmem fùmtem & aquæ vitæ limpidißìmos/?aturigimes. Ecce ' , reliquã alteramama ¢gladium , cui 4.

huc mimium citò fùbjceremtùr.fi/ex mille ammi vitaeconceßæfijèmt , me

quidde Cemtum o&uaginta, quis quagmta , vtgtmt, ammus exterream.

-Qmmes quotquot vività à me diße re , meaque tutele imfértbioportet, quipoßhamcbrevem & ærummo/am vitam beme beateg, vivere cupiumt, tamtofeliciores reliquis j, quimom/â. Iutátantum curande cauffa , à me beatae etermitatis, charaéferem pe

tumt , félicet etiam officia ßbi à me diítribui, & uma Evamgelj me&far aljsporrigere defíderamt, quamtoßi .

, licet

--------

--•-- •*' -

• -

…

.. -

EN coMrum.

2I3 -

' licet Chriffus mimiffrorum ßorum aliam,' , im beatitudinisgradibus ; quam illorum rationem habebit, me irri/ores illos im mala horaexaudiet, qui/atisfib ifuturum,ßvellimimatâ. , tum cæli tamgeremt per comtemptum, effatiamt.

££

7avero Sapiemtißime, Potemti^ fìme, Jaffìme, Bemignißime Deus, Domtme Jehova, Deus immobitiabi „ lis, qui Sathamae inßdg* miféros hos

homines clememterreffexffi,Filyque vmici & immocemtißimi /ànguime ά

libro vite inférip/ìi , volamtatem

. tuammyfferiaque per me famulam tuam ip/ìs revelajfi, Ecclefiamque

, ffomfam per infmitos hoffium imful tus , & Momarchiarum commotiones

, incolumem comfèrvaffi :aperiobfecro oculos horum, ut creatiomâ tue , ac

f com/ervatiom* /àpiemtiam cermant: k

purg4

At6

T H E o tlo G I A$

purgaaures , ut bemignißimiimter ceffóri vocem vocationemque exau diamt,/0lve limgua, ut Sp. Samäfi do maim tua laudes , & regni celefä

amplificatiomem conferamt, ut qaot quot im humc muudum gemerantur, ! jmalterum regemeremtur, dißante; mecamticum illudnovum, quodme mo dißerepotef? miffcemtum quadra

gimta quatuor millia qui empti fùnt , `de terra, adoramtesque tedicamt, Be mediéfio , &gloria&fàpiemtia, & ratiarum aêfio,& homor,& virtus, !

&firtitudo Deomoffroimfecula feculorum, Amem. …

BoNAE

2I7

B O N AE C A UIS AE ';

, '

F I D UI C I A.

§ 11m ea fit gemerà hu mami imfélicita : ut lo cum eum, quem Deus

52&$ umiverßhujus comditor,

~ `

eiaffignavit, terram alioquimproho- _ _ minum mumero/àtà//atio/àm, mum quam poffideat quietum:fedvix u/o

*£ffirandidatoffatio , admutuam cedem, lamiemam,&imtermeciomem

feipfamimvttet , aclibemter compa

' reati nec tamem poff infinitas cala imitates, miferabilesjbellorum tur bimes melius umquamhabeat:fierimâ

Poteff , ut quicumgim reihujus tame

lamemtabulâ altiorem comtemplatio j nem, incidimus, mom/ìmmoffupore

no/frorum propè fèx millemariórum revolutionem admiramdam imtuea ACT

7/////': .«

2 18

Bo N Æ CAus Æ

mur: quatot bellorum imitiaprogreß

_ -

* > . fès, &admos /egcatemata/eries ita /e/emobú aperiumt : ut implerág,per

petuum vitæ hujus tedium, immulti; Amimicomtra quo/eumquecafùs obfir.

, -

mationem, immúmalis etiam de quie -

•

tequadam,&abhiâ turbâ abßraéîio mecogitationem excitarepofft. Etfi verò igmotum mobi* mimimè

_ effepote/?; hujus quicquidgffterreni ]

' -

amali imvemtorem umum infatoremg, effeSathamam : mo/ram verò matu

, „ ram illud ad eum&a infelicia /abie. āfum tam mobile, meque carituro, mos hi*vitæ imcommodis, dum i//e ha- !

– – – mamo cruore,quem tamzopereappetit, momfàtiabitur , dum hæcßæ comtra t.

• -

IDeumrebe//iomipava dabit ,

dum

Deus hocquaß la/ramimeacfemoil limc Ecclefíe/?a/ordes cluet, himcfâ. '

, /?um humamjpeäor& cohercebit, ta ^

.•

« -

7/76//

F 1 D u c 1 A. - 219 mem atfámus adproximamagè quá zemotacon/ìliaimtemtiores,poßquam

apparet ad paucorum, quorumdum hominum æquè mortalium, æquè im becillium mutum atque volumtatem, reliquos mos.ommes commoveri, tur

'bari, imque imvicem incitari , ut mom imvitjam , &'/όrtem mo/ram deplo ramtes ad mutua valmerapergamus,

fèdprompti, alacres ac vix cohibem ;

di comcurramus, mirum fortaffs vi :

derimompoffet,/£imquireremus , qaae tamdem vò gosperfìa/omâ effét,qua Mortem alioqaim humam e carmi im

• vjàm horribilemque,ita comtemma mus, ut momtædio vitæ hujus, necil

lius defiderio , fed aliemae volamtată -

obfequio gaudemtes,ovamtes etoccur *a/////s

•

.gg«f verunt jam ante rei tam

admirand. caafàm,Philofophi: è qui -

hus ,

& a

` …

* *

'«

-—

-*-

BoNAE CAusAE

220

bus mommullimeceffàriam terremoglo boim/âmiam ex ediderumt ,. quaille exomeraretur , cavereturg repletio mimia; cuifimi etiam Diluvia, &ge merales homimum clades affimxeramt.

Plerig,/ìblimius aliquid fábodorati I)ivimam vimagmoverumt, quâcer ta quadam revolutione certà terra rum/edibus Momarchie locaremtur, & umius exortu , altera occideret,

himcqueMumdiperiodus (quam Ger mamia mojira , illa ommium penè gentium mater, termimaret)adum braretur. Qgidam etiam eo usquè aßemaerumt, ut malicum bomo, vitj cum virtute , impietatâ cum Reli

giome , maturale & arcamum diffè. dium, higabillisperpetuo bella ino tarepererimt, qui/ìmè uti ad Chri fiamorum memtem quam proximè

accedumt, ita occafiomem mobi& egre --

gtam

| |

—-

------—-----

------

--- -

F 1 D u c 1 A. -

221

giam ßppeditamt, ut cum amplius etiam,idef?imitium, cau/àmgtamti diffaj ßiemtes , difficiamus quoque amplius,quo colore,quovepraetextu à

homimum memoria tot tamtag, bella . /%/€epta , comtimuatag/mt,himcg de

; ,

reliquo, quod Mamdoabfóluemdä exi guum reffat, comjciamus, quidexpe

z/amdum mobiêporrofit,pemdemtibus Prae/èrtim mo/?ro tempore infimitá có- ^

t …

fíljs, meßio quodmagmum Orbiter *

rarum mimitamtibus.*

j t

}

Deus mo/fer,acidem orbâ Reâor,

■;

cujusfùmtalterepartes,ut comtraho

: /?em/um Sathamam. Ltmiverßtur

batorem,fideles/?os armaret,amimii-.

que ad extremaqueg.fitbeumda ad deret , imgemti bemeffcio ipß comcefft % -

zmalorum ommiü folamem Bonam caufam, ejusg, comfequemtiam æter

aam gloriam ; tamta mecefftatù e -

(

^ Vf

———-—--

• Bo N AE CAus AE

videmtia,ut me ipßus quidê impaedem tie Pater,prodiremißßmulato aut æ 1 .

mufato talia' qao audeat. Excogita

vititaque etiam/ìis caafàm bomam,

excogitavit gloriam , jsg, dememta. 'tos /?os adducitadid,quodimcrédibi levideripoffét,labores imfimitos, & o dioffmos , pericula præfémtiffima, ! mortisq.adeohujus,àquatamaezami verfâ Naturaabhorret,comtemptum, illius comtraperpetuos com/%iemzi effi !

– malos oblivionem : tamtag//ecioßus illa fìa invemtahomimibus im/ìmuat, ' quamto ob matur&hamamae vitiumfà cilius illabumtur, amico hocaifêrimi. '

me, quod Com/iemtiarum tramqui/i. -

tatem, & confidemtiâ, quam Divina imffiratio.&amiver/ìatâ hujus bar `u

[

noxiaexcitaaet, emularimumquam, //mulare vixumquäpote/?, /?a im/2. !

' \

mieqaamdìffecií/άituit, quajéfé

l. /

/ìi

-—-—--- -

• F 1 D u c 1 A. 223 ßiimhiamtem $aratrum ffomtequi

dem,fedindignantesprecipitant. •**

Protrahamusim lucem, quicquid

. im bome caufœ locüßbifituit Satham, ut magæpatefeatvanitas,abiquidni primàm fit illud, ac verèimpoffure

caput, mimiaumius homimis implures -

potemtia, mimiaplurium ergagnum?

reveremtia , qae quisquisprius/bi Divina fimul & Nata ' fumpfit,& rales leges conculcavit,quäquä dedit

* primum vemerationi, queumidete

tur Deoplurimumdetrahit , verè hic " Habilitàproratione volumtas. Ἀommè

'f! hec eßßaturigoillarum expeditionê, . I.

que ad unius aut alterius 'Labitum * áicamam libidinem, multâ abhinc

fecùlùfàféeptefìmt, amahacfiducia, caufám bomam effè,quomiam ita 77:

• rammus jufferit ,

me4 excogitaripoß

fequicquam in Mundo defeffabilius , • . M;

R 4

quam

> .

- - - -

224. -

BoN ae CAusae

quamexamimare Mamdatum ejasle gem féilicet inviolabilem. Ita Græci ad repetendam Helemam, ita Mace

domesadextimguemdum alterum ter re Solem,itaChriffiamiadLiberamdii fépulchrum Chriífi, immumerabili mumero tamquam viéîime abduéfi

fumt , finguli feliciffmifibivifi,qui camq,protamjuffiffimâ cau% vitam

profìmderemt. Ita Momarchieexortæ, /ìngule quidem arcamo Dei, & Eccle fíeperutili coafilio,/cil. u; quorumdâ im/àtiabiliambitiomi/àtófferet : Ita hodie ad Politicorù quorumdampræ

ceptaOrbácircumgyraturverbóper petao aljs, conßlioperpetuo alio. Prj

mi Chriffiamihamc Maximam defem

derumt, AMagà Deo ob/ècumdamdam

quam hominibus,digmifamehacumico ` deliäo qui Mamdo,qui Sathamae cujus

hicfiamdamemta tamgumtur , imvifi ./íat,

F I D u c I A.

225

/?a^, & pellemdi Mumdo videamtur. .Sanèficut Xaturalis vita,&ma mife/fum /?m/ìumjudicium mihilmi

musprobarepote/?, quam abfòlutum umiusimimffmitos alios imperium,miß is/è inffmità illò longèmelior,prudé tior, laborio/^or: Ita Chriffiama Reli gio;quæuma,quicquidim Naturaopti

fmum e/?./equitar, im/%perg, Divimò revelatiomibus irradiatur,ita tempe

ravit hamchomimi poteßatem, ut & legibus, &fratermitatis Charitattg. vimculo, & mimis ætermarumpaema

rum/íquidcomtratemtetur, fìbiece rit, megamquam idjagum humamis cervicibusimpomi voluerit,quohomi

mespecorum imffar ad lamiemam du ceremtur./edprovocatiomà ad Deum, i

adpiorum bomorumque cetum, adli g.paterepermiferit , quo .s bertatêdemi veluti fremo terrarum Primcipes eo -

$ £

hibiti -*

ax6

BoN ae- CA us As

hibitjita aljs praeeffemt , tamquame \ quospopulus imfùamfàlutem, mom illi

populum advoluptatem ac libidinem ` elegiffént.lInde Tyramnorum exitus adumumfèrèomnes mifèrabiles; um de Divimusplanè ac miramdusproli. bertatefavor, umae mimiam depreß .forum virtus acfòrtitadopenè imcre

dibilis, utjamamteimmotuerit huma mogenerijrato Deo mos/erviremaxi

mè, placatoeodemmos effe liberos ma ximè.

Sed etiam præter hoc imperium, confìetudimarium aliquide/?, & vo i lamtarium. Illud quidem quo imfe deraperegrina , & extrameaplame, facilimècom/emtimus, fatà fecuri,/? , /%cys qualiscumg, be//orum cau/à/à, adßrmus. Atqai haec temeritas(mome mimhúpax, & concordia cum vici λάquæritur)jamâ condito Mamda -

•

' ammes

———-—--

* -~

F 1 p u c I A.

zzz s

„ ommespem?gentespeffúmdedit , He , breos, Grecos,ipfosgrerum Dominos .

L. Romanos : Germanimoffri, quàm li … bemter umo fortitudimis blandimento

, in varia partes , ad extremos usg,

„ terrarüorbes traäißimt!quàm mune

Italis, mumc Gallis, mumc Hiffamâ,

* , '

ommibus omnimo populú fuccurfam . fum dederumt !p/erumg, commodo ad alios , damno adipßs (percgiu*

, haud itapridem laudibrium

Galliâ

' dedit:utinampoßremum)redumdam „ te : paulatimg, imviöfam haäenus

, gemtem emervamte. mutante, corru „ pemte. V.

polumtarium veròeff, glorie , & -

terrema immortalitatâ nimia fítás.

: quàm,ficutplerag, matura,tantjfè , timus, ut minorácumäa&longèin feriora, quæcumg/a/épimus labiorio

„ fiffìma , pro tanto munereputemus.

}

•

Zam

K 6 --•

•

•-*-

228

. BoN Æ CAusae

Tamtavâ eff mortaliâ hujus,& fiäi tiæ immortalitatis : ut licetmommiß homimum variabilibus vocibus,temui

corruptibiliópapyro, fragilimarmo

refumdata commiffâ£, ommjatamaem impetrareabhomimepoteff, qaæ Na turamumquam aufâ fuiffèt expetere. Eadem etfioptimi$quibusjimjurio/â: tum memdax : imfùper/me différimi

ne,laudäßeprodiga: demig.poffexi guum tempusfìorum oblivio/2 , ae brevius ommimo de/ìura , eos ip/òr

quiad/ingulosfragores, A/amdirui- ] mam metuamt,/%/%evama lactat, ut |

•vitæ ejus , quecomce/ìjs à Deoe/?,

* tum illius que imdabitatófferamda, !

pre ea quam imtamta imquietudine ,

ex incerta dubia, memoria optamt,

pemitus obliví/íamtur.

'. Hecg?illa Nympha, que ipßs et- %

iam sapientis,Eruditionis,&ßiem- | -*

fia-

F1Du cIA

229 .

tiaramafomtescußodit: cujus amorem

cumprimâ elememtâ imbibimus, cui

quefèrèquicquidingemiofàm, quic quidraram & illußre e/?, debemus, quod comdomamdum fortaffs videre tur,mi/?ita mos ßbi redderet obmoxios, * atpueri/ muljuvemes,viri,&alecre

piti fèmes , hamcumam velutimervos habeamus:quibus imcifis & Pirtutà . . ffudium,&féiemtieamor,ip/àgchri- . ffiamaaêfiocomcidat:idquodamplius aliquamdopatebit, cum de Famava. maexmobi$ audireimgratummomfùe …

rit.

Interea/érvos mos,&/£rviliimge.

miomatos agnoféamus: quihacdefitu ; reimmortalitatê perfìafìone , mom cuilibettantum imperamti verbo, mec

vociimcitanti/edifiipfi,quam mobù * metfimgimus , homgffati a/igamur.

„ggodipfùm/ìumquam,im Majoribu« A- - - K7 ' /ànè -

----

•

_•

«*

23o

BoNAE C A us AE

fámèmoffrä, Germanis, amtepauca'/?culaapparuit : quibus immanis tra

culemiiapro Fortitudine, himejadeò religiosè, laboriosèque?ultafuit, ut tamquam rem gratam Deofa&uri,-

ubi ad comgredeundum caufâ mulla

fuit, quæfita ea, data£fuerit, reper

tautplurimumim amore: belua,etiä impacatamatura,imdomita.Libriali

quot hacfortitudine, potius brutoro boreplemifìmt,mihilomnimo quodra

, _ tionale animal refipiat comtimemtes: cujus quidem (poffquam Germamie

fèritas remifit, magnæ reliquieimfé ptemtriomà locú etiammum hodievi

Júmtur: cujuspoßhumi, Celetizomtes magna quomdam virtutâ, Nobilita tùmagmapars, vix tamdem relegati -

„

fìmt,commutatij pugilumtemeritafe : féilicet me quod Germamàgemus

` deeffetprodigimfanguimê,vit? (ad. • ' damp;

'. /

-. -

•

F 1 D u c 1 A.

- 2gi

damus mos, etermæ/alutá Jprodigum,

quodßve Pemter (ut jejumiplerique , fámt)importumus magi/fer, ßve glo

£; ? quamoffrtἈ. É €ZZ

à viféimur, tam vile, tam£ abjeäum

» &adpaucos mummos vemalereddit:

atrobig/àmècaufamhabemus, ut ad » memti$ humam e caligimem, quadete

rius mi(eriusg, brutis omnibus ober- .

rat, ob/μpefcamus.', ' . . Supereffaliud, exprimcipalioribus cauffs (quâ emim minutioraemume-

raret ) quoplurimum comtramos im

vicem accimgimur, accemdimurque: tempeimai&#a , eaex implacabiliira homimi, emata, acplerumgeousque

progreffà, ut Mors exiguum vj/à/à,

imò cruciatus ipß vix volumtatipa ***..ggeßvit haec/îbiim A4turaco

lorem, &vimeam mominavit, qua

* vi repelleretur plauffbili tegumem /

- --'

T to :/ed

' v ^-

232

B o N Æ CAus Æ

tos/ea/ùb quo latuerumt haêfemus il laingemium etiam defatigamtiamor. tú lemtè imferemdiimvemta: quamtam l

> fèilicet cuig. imjuriememoria, &re- | Ifrigeramdeirae cupidita fúggerit. Ní ;

hîc Phalaridis tauros recem /ebo : mom |

cratesahemos,palos forcipes, cruces,' mom uffulationes , dilamiationes, ex coriatiomes , affatiomes, elivatiohes,

' mutilatiomes:quarum mumerus(hor remdum !) diempropemodum exige- | ret:/edtotarumgemtium,populo/%%. marum urbium, comgregatorum mu meroffmorum caetuum deleticmes, ac imtermeciomes mos moveamt : ali quot cemtemorum Millium homimum mumadieperemptorum,/£mam, mulie- ; rum,imfamtum, mosmifféreatur : quo

rum truculemtiffmi & miferabilù interituscaufam/?querë : autfèmi

mamma, ea@impuraabduéfa£/?:aut re-

…,

F I D u c 1 A.

{233

regiumßortum itajufft:aut legatus * tgnomimiosèacceptus : autafimae ali * quaimpoßtaeff.Profeéfùplerumg ea, · quæ tegemdaeff/0licitè,& aliema mi ' miamda. Nos verò adimjuriemomem

' libemterommes com/ìrgimus,täliben ter aliemam imdigmationem, mofram faciemtes,quàm Chriffiamächaritat? libemter exuimus. Et quicum Deofé rè deliberorum, amicorum, paremtä ^ fingulamorte, deaffi&fiomum finga l4ffecie expoßulamus:/?il. me quidia mocemtibuæ mobâ illeinférat: mommè% adeumdem potiùs excitationem eam,

quaclaffcùm contrafratres, & eju3 dem Religiomù confortes camimus, de fèrremur : femperillud oraculumre fponderet: videmdä,me quà immocens

, fanguis mocentiadmifeeatur:imò, vi demdum , ut propter immocemtem m0

s centiparcatur:exiplo ejus, quiobde --

cem

---------,

234.

' BoN ae CAusae

cem bamos 4totius mocemtiffime regio mù deletiome abßimuiffét, rationibus

js,quibus côtra Deum jpfìm ,ßquod malüterrâ mo frá immimet, utimur.

Sed mosplerumquecau/èpudet : per fìafìmge/?,itidem Deoimterarmorä mo/?rorä/repitusfèruoremgmom otiä. forede cauß difficiemdi : vel, ß qua caufâ eff,eamdèapudeäquæmobi*pro batur Geometriam fámguimariâ va lere: qua immamiproportiome,imjwrie ' , & vimdi&e imterva/a , homimâ &

homimis vitam, diffinguimus: adeò, | ut interdum umum duriusculumver bum vix mille,acmillemorum crucia

tibus expiabilefit. Ex hocfimte Duel- ! - lam,Chriffiamis(quodmaximè mira bilee/?)mödum abomimabilè: imò vix

, tamdem,atq,ingenioßff. legibus, Gal.

tiâ expulfùm : quo ex levicula offém -

/iomeaom offendentes/altem,fedhaud , '

.> .

…-

rarò

F 1 D u c I A.

235

' rarò optimi immocentiffimiî amiciim • crudeliffima ea partes tracfifùmt: , * ut ama fortitudimâ ac amicitie opi- .

v miomemortipræfemtiffime , &, quod

' Religio moffra evincit , dammationi

* æterne certiffime,feipfòs hoc quafìfó

{, .

lemmi more devoverimt.

Exeamus tamdemSathamae ca/frá, que toties/?ffirma mobó,gemitu% €X primumt, aliquotiesfomachum me vemt: perluftremus Exercitum Do mimi Exercituum:quem utimam» tans

mumerofàm, tam laboriofùm, tam 4 mimofùm , tam£perfèverantem , im bomae,imò optimæ Caufèpatrocinio &•

mortisfàriiffimo comtemptureperire mus, quàm illi bome caufèambram,

atg, adeò ipfifmet cognitam vanitatë aäaciffimè defemdemdam fibi fùm

pferunt. Homines feil/amus,jam à jrimihomini defeäione/ervitijs S«- thame, -'

----

BoN ae CAusae »6 thamae, quàm libertati im Deo magè affàeti:homimes umius atq, dulciffimae • mortâ metu immi/emi/erabiles mor

tes detrudendi:homimesmecpo/?Chri fiigloriofàm recomciliationem Deo/?-. täfidi, quibus% umi& idimßgmeabfèr dum infitum;figiemdomortem,mor tem quærere,mortemamvemtre. .

Illa verò Dei Cau/àbomaque eff, quæ tamtavâ, ut impiorum cau/ète mebre/?amt, ut mors Chrißiamύ/ùm m/j/è loco bomi? Libertas e/?: libertas,

imquam,illa,adeò invifà Sathame, in amimo mumc, muac im corpore moffro.

Et hæc quidem inferior : féilicetprior mobè examimetur. Amimae reférvabi mus cata/?rophem. Libertas corporis,quamtò origimem fùam, qua Homohuicumiverfoprae , feáus quafíe/?, & im tam ampliregi

mimà fìb/ìdium auræ Divimæparte -

^ . T

V. -

F 1 D u c r A.-

237

domatus, redolet: quamtog magâ ad deperditam hamcMajeffafemajirat: , tantùmajori molimime Sathameim

pediemdua videtur, Poffemus omnes,

quot/amus, atg excreatiomisimffita to,terrampro commoda habitatiome; .

naßemtiaejus & amimalia quog,pro viöfu ac tegumemto ; imgemium mo frumprorecreamemto; ommiacreata pro ormamemto poffdere, ßvellemus:

fìcietatis humam eliberales leges , & Politiæ, quamtumper mortalitatem licet, perfeäam fórmam imffituere: cuihecuma moffraterrafìfficiemtiffí mèfàtisfaceret:&im umiverfùm cor poribus moffrä & terremaperegrima tioni fàluberrimè comfaleretur. Sed hectamta Boma, tamtamglibertatem

$atham duplicitemtamimeirritâred

dit:autcomffringemdo mos Tyrammi- • dévinculâ;aut hùmamitatâ ligamâ. -

—T<«

'. ta re

238

BoN ae CA us AE

ta relaxamdo : /άcceffà mobię atrim, lamemtabili. Exempla crebriorafìnt quàm utidomeè hicaafferamtur:plu rafènt,quàm ut deleäumpatiamtur, l1mmam Albamum,tùm aliquot homi-];

mum myriadii carmificem: traos Ama-í

papti/fas, vei/gmê Ru/ficos/editiofis , ' ex mo/?ro/?calomomima//e/ìfficiat. IDabitur/ìmè ea liberta, mumquä; '.

quam tamem Deus etiampoß homini | defeóìiomem momfùbtraxit terre: fed | ad eam quamproximèaccedit , qua |

' homines liberaliterregumter, iajve | d Prima pefiat, fiveprimoribus; com-1'

//at imtermortales hic/e Deum caput, , ' \hic/ocium , imò civem fe& imcolam f ; profúeri, ejus Politue defem/%memim / férecipere. -

Esquid umquâ magâ illu/riu &

`s abhomimum memoriám co£feffo ma 3ë, motumgfgit,quàm earam, Poli ii4

F 1 D u c 1 A.

239

^ tiarum, quemaximè liberaliter,libe régim/fitutaefìmt qu<£ homimäquä. fumfieripote/?.equalitatem, ac Fite, z aliqua ratiomabilitatë que/ verumtl, » felicitas,durabilitas,bomorum affué tia,c elica etiam defem/o ? adeò matu

raleg? eos qaibus idem e/? im vitam - ingreffùs , idem egreffùs mommimium vita differe ; quid è comtra umquam auditu infélicius , mutabilius , & Divina ab ope ac præfémtiausgadeò dereliáum, quam ubi homo Divimos

homores/bt/mit : ubifa&orä&ar bitrj/è/adicem memimem admittit: ùbthalitu,acvtfì qua/?, Ba/ilißiim farhomimes imterimit, Cælum acter

ram comtremug^e credibile e/? , càm illa Amtichriffi voxprimùmim auras emiffâ eff:Sicemtam amimarum mil

liain gehemmam, abducamtur , memo

hjîat quamtòtolerabilius Aeromövo , , . .

t#//3

-_ .- -

- -

-=---

g4o ' BoNAE CAusAe

tum, quopopulo Romamoumam cer vicem optavit. Deus,Deus! quamtuli … - mobùmet videmur, quitamtivi/ìfù mus Filio Dei, ut miférrimamprte li

, • |

bertatem mobáredderet: quas voces,

que faófa, quodimperium homimum férimus, qui im ommipotemtâ & ma ximè mifèricordi Dei mo/£ripemè/ìm gula verba imquirimus ? quam vi tam optamus , que extemuiffimofilo 7yrammo alicuiperlufàm rumpemdo, dependet:miffidetiam credimus,féli ° ciffimos mos , ßhectamtamjeriamo

ífraim Dei gloriam vertatur,lucräg , ex mortefàltem,po/feaquam vitaad - eò vilà, capiamus. ' operæpretium eff,ut,quiim mortá , effimationem imcidimus, momprater- ' eamus, quidea optimâ homimum ac

fàpiemtiffimä vifàft. Samèplerisque quibus de amimæ peremnitáte com/?i… · ` tit,

——---—-———

- _

F 1 D u c 1 A.

24 I

zit, quibug, virtutis aliquapo/hamc vitam merces creditag/£,Calamitati; fiatâ felicitatû imitium. Ille ipßqui amimaam extimgui putarumt , mihi! fmtereffe , /?ve hodie , /£ve cras mo

riará , dixerumt : quamdoqaidem nmoriemdum fit femel: mec magis qui ad 7rojam occubueramt : quàm quos Cammem/% clades ab/?ulit, /mt mor

tui. Nihil mamque im terris e/? cui reférvari optabile /t : mihil quod .mom ad maturam diffòlutiomem o

ptamdam commoveat. In terris mi hil de quo gaudeamus , de quo glo riemur mihil e}?. Sciemtia im terris

mulla:pulchritudo mul/a : voluptas mulla ; fed amime turpi ergaffuloim clu/e mera deliramemta, & in maxi me Sciemtie opinioneextremaimfi tiæ confeffo. *

-iddamus mos Chriffiamj^milu \

^//e//,

242 - BoNAE CAusAE

mem,'quibusillabemigmitatis Divinae

abyffì revelat ; ut hanc miferiam, qùamaljmulagratiafabeumt ; hanc jmortem,quam alioquim Nature de beremus,ommiag, Mortalitate moffre jura adquemati effemus, ita im com

modum mo/rum càverterepoffimus; utproexiguohoc ; imôpro meceffitate hacmofra, is qui eam optimècomflit IDeus, ætermagaudia, requiemperen

mem , libertatemjmumquam defitu ramliberaliffimècomdomet. Perè beatam homimâ Chriffiami

militiamfvèrèinfigmemmilitis Chri ) •

fiiami coromam ! cui hic umus/ opus; tueri homimi, im his terrâ dignita

tem; obßare Sathamæ, quamojîri com temptum, quahumam.elibidimâ im

perium imtroducere comatur , dolis I)eofè vimdicamti mamus & corpas

faum præbere ; de reliquo/ecurum

-_-

F 1 D u c 1 A.

243

mißionemg/?impetraffé, quàmpri màm à morte hujus terreme militie

fàcramemto/òluitur, imte/igit $abit£ im requiem ætermam reliäaruspo/fe

rùfàam quietem. Comfer cum hoc milite eum, qui proximofèculo/éelerato, Pomtificum ^ imffimêfu,fiaxagorbi Chriffiamica pitumfide interfecommiffaseff ; qui, poffquam umius aut alterius Samgui marj homimis/itts,famguimù Chrtffia

mi torremtibus, defatigatus dicamam — expletus e# ; mumc computreféit aut albicamtibus oßbus campos implet ; eodem Pomtifici ac fìù loco habitus

amicus, imimicus ; hoffèpropugnator. • INommepudeat eorum cimeres tamtier

roris;quòd Ecclefiam, quòd Religio. meam , quòd Magißratus dignitatem L 2

) -

B o N £ CA u s £ ^ 244 fé defemdere crediderumt ; qui tam turpißimorum com/ìliorum fervimi mjfrig.fuerumt. Sic Rom.e poßrema direptio error diéfus e?; Sicim Ga/js aliquoties adver/e acies , poffquam2 lufùmfatis creditum e/?, Regi, Pa triej fideles promumviate ; Scilicet, tamtelevitatis/erve , à quaiterum Amurathes, ille Chriffiami alioquim fámguimä extremapermicies,adChri fum ip/ìmprovocamdam , /? im il!a

temporaimcidiffét,patâffèt. Ceteràm libertată qualiâ quidem

per tot impedimenta adhuc fèpere/? momumaffecies; ac imprimâ excellems

prereliquis ea, quemóhabet mimium diffimêfos excellemtiegradus; qu.eta nmem vix umquam poßremò féculâ,

homimibus,mißpoß maximam depreß fíonem,praemium qua/£& coroma diu

turmae toleramtiecomtigityfcilicet cum du -

—

F I DTu c I A.

245

duplicaremtur/ateres , & iyrammã. ita imtame/%eret ; ut crepamdum ei

fuerit; cum £ommimo Deoglorió - mam effet, miférrimum maximèfér vitiam , in libertatem ommium illu

fériíìmam commutare. J^ezetos /îc olim imtolerabilê exi -

!#,velexit&potiùs/ocieta co/ja/zxit, & jsdem libertatâ arripiemde occa fomem, dedit; quam permillemumc & ducemtos ammos, etffimmumerô vici

bus graviter periculoßßìmeg, temta tam2, momdum amifèramt , fèdauga

fíiorem imaies, favemte Deatam bomae caufâ,/ïabiliverumt. Sic Helvetios moffros , 7jrammä

illa, maturalium legum, & humani , pudoráoblita, illa humam eßcietatê vimcularumpems, Mamcipatus/mul vimculum rumpere, &pro libertate arma/èmere coëgit; eo evemtu, utho L 3

die

246 BoNAE C A us AE diefloremtißìmaorbis Reffublica,feli

cißimagplerig, credatur ; balis% o mm mo, quæ Deum,priorimifèrtum

mifèrie , habeatfumdatorem; cujus wmiushocdomum damtis , quibus mi mus effiratus: quos% libertate digmos,

guff capaces viderit. Ceterùm cùm multo famguime u trig,, Kemetëputa,ac Heluetijs, hæc libertas comffet : modus e$t molliori

bus,& verè im confilio Dei aliquidar cami. tibi Deusferrum/?rimgit , ibi ocioßquaßffe&#amus hoßium mo/?ro rumffragem, quidmiidemfiat, cùm pro Deo mos/£ringimus : Notatum, e/?/âgacioribus,multos libertatê vim dices acerrimos Bomo publico im hoe pietatä mumere imterùße : quorum

Triumphos illa quæfita & acquifita Libertas mom tuliffét. Homimes ple

rumg, Deicau/am, mo/framfacimus: 20

•

---—-———— ;

•,

F I D u c I A.

24-7

framg, Dei : mixtura hominibus non difèermenda:itag, Deoumidju dicumda. Sed memalèaéfum cum js puttmus , quorum morte vita quaß

empta ; meritò exclamemus : Nom

fìt quifelicius,& tranquilamag* icomfêentia mortalitatâ legem exß luerunt,fòluturij,porròfìmt, quàm

quorumfamguis momtyrammtalicujus , Aut carnificis oculosexfatiat/éilicet

• abipfò Deo im libertatis æquilibrium fœßipitur : quorum felicitati nec eg

rum, quos corporumfùorum objeäa in tamfi Bomi fecuram pofféffionem

miferumt sparef?; ut quimilitie De; mimi digni paresg, vifìfìnt. 5 quiá mortalitatê,quam Naturae debebant

ingloriam, inhumanæ Fratermitaté

propugmatiome , fervitù expulfíone, im officium gloriofîffimum , & mul

êámeam jùa generi humano obpri- \ L 4 ^-

m/////,

———————————

248 -

B oN Æ C A u S Æ

mam deliäum irrogataeff , in opus homimibus/àlutare, Deo accept £7?mum commutaramt: Stipemdiamim

fùpereoram præmobile accertâ : dam ! faterim, vel Momlucia (libet emiz/£culam mo/frumcrebrius appe//are) //leviciespro Regeßo ab ommiarmorä , gemere vulmeratus ^mutilatusj, , ima gtaaem odio comtabefèat : velöom/%'laus,illeRegmorum fiaba&or, im'/jaa

lore delite%at:omnes omnesquicumg, amraosfaas& labores Mamaolocâruât

de // gratitadine conqueramtur.Caltera ab hac libertată /%ecie Principibus/ervimus :/edjsdem cer

té quibusdam regimimä legibus mo bi* devimâ, Saïè quicumg/imemu

tgioffcjreciprocatiomeimperamt,tol. /amt/ocietatis momem: Deivolumtati, imò exemplo, repagmamt. „ggíemim2

%enenobiêimperet quimaleòål, a & * .

(…

F 1 D u c I A.

249

de volumtate Dei, /%qui$quam, mos.

Chrisfiami ex verbo ejus certi/èmus. Exemplum etiampre reliquâ admi nemoar, at qaod Creator cum creatu ra ita qua/ paífuseß,ille vitam, mo tum,exiffemtiam, cumάag, qae exco

gitaripoffìmt Boma det : hæc caltum ei, adoratiomè, & (quoapudemdum) ommia, quam fervitff leges,qua ip/à fibipreßribit, faciliora, tolerabilio- -

rag,, exhibeat : & hujus qualiféumg. obediemtiæ,hujus tam imfirmeim eum fiducie fruéfum ac premiä accipiat,

Filüftichriffifratérmitatem;eierme glorie hæreditatem ,

ac 7rimitatá ,

Jàcrofáméfe perpetuam comverfàtio .

mem, illußri equidem Chriffimoffrä

ipßruäiome : quidjs, quorüperßmis & dignitate, Divima quaß majeffas ia terrâ reprefémtatur , faciemdum

Jit , ut abarchetypofaomom, utiple- . | .

AL- N. s

, rum -

a;o

Bonae Causae

rumgferißlet , mimium recedamr. … Sed etiam Naturæ mom deef? quo hamc Libertatà ; ide/?, commodè imò hacterravivemdiIdeam reprefemtet:

Apum, mumquam fàttà laudatorum, mumquam explicatorum fàtà ami malculorum,ßupemdumregimem:qui charaéfereos etiam , quorum imda jfria imter Gentes Naturæ illußre

volumem evolutum e/? diligemtius, mó latuit,tramslatu%im Regiapraecepta

effcreberrimètäquam cujus/agula, mimwtiffimag. membra amorem fœ periorum, vemeratiomem infériorä , .

taborioßtatem utrorumg,, imclama zemt: demig, vitam mimimè h& Maz diimeptjs,erroribus,vamitatibus im

plicatâ./edpro Chriffimoßri Regulâ, cum hãcom/6mamtia,expli *- eatam,bemigmam, æquabilem,libera

Memó depingere ad eamdemg provo parepoffer. T .

JE?

F r D u c 1 A. '

25I

£omos adiuti, Primcipes optamus, quibus im/àbditi fimu tutò requie/ée

;

re, quam ad Craffopes vigilare, ma jorâ, quibus vox Patrisim auribus, quàm Terrarum Domimatoris /άa vius, timmit, quibus regma- Mumdi mom amius immocemtâ /ámguime eme

remtur, quibus% rationes 4d Chriffi fùpremum tribumal aliquamdo adfe remde, magè quàm veáigalia, tri buta, cemfìs curæ fámt. I/i/%bditos exigamt , quorum preces Kotagpra votá eorqm explemdiâ, Solem oriem

tem excipiamt , occidemtem comitem tur: quiammos/ìos Primcipum ammâ libemteradderemt : quibus Patriaet iam / me mamibus tuta foret : & o ?

mmimò per quorum latera, longa/?rie locatorumferro, amtequam Prim cipem tamgeret , tram féumdum effet.

Heliceynempè utrimqu< > quibus illa /, 4 '

------

232 -

BoN Æ CA us AE

Capità cum Membrâ reliquâ Nata | ralia pa&a comvemiumt , utilludor mamemtum curam% comferat : hæc alimentum , ac defènfìonem adfe 7^4/7f.

| -

Sed decorpore/àtà. Amime etiam decus & libertatem imfficiamus : Ea

Religio e/?, illa quapropter Deam o mmiafacimus, im Deo ommiafà/àpi 2mus, &ad Deigloriam caméta diri gimus: qua revelatamobâ ab eo,/ìm

èfè colimus, &homoremei bemeplaci ~.

tum promptè & com/?amterpreßa ] mus, demiq, quai/um, quamos agmo | féimus,&creatiomi*mo/?r.efiaemféli , ces afféquimur. Namquä im hacpar fecam Sathamamobä comvemit, mam

quam comvemiet. Deum umum eaad. orarejubet, i//e quaprimum cecidit,

,} i

locoj^opralaffri deturbatus e//,- ; per

F I D u C I A.

233

perbia , imprudemtiffimä /ép/èm, imprudemtioribus res creatas, etiam imamimata*, imprudemtibus hominë adormamdum/ub/iituit. Homimis illa quomdam perfeéìiomem:pò/?ruimam,

muncremovationè, futuram, gloriâ i indicat.Iffe Deum ommimo tollit, Mum

dum2 etermumfimgit,amimam morta lem excogitat;/mgula quidem etiam femfìbus maom/?ro/z : fed perf?a/à ta mem homimum quamplurimâ : Im

£ primi* quem Deus im fùi cultus com

, fenfùm comcordiam%£cclefiamfìam vocat , ac dileéfama ffomfàm , caú arcamo quodam vimculo aréfius atg,

}

' propiusjumgitur.Eamfibiommicoma tuaccompletaviralemtiaimpugmam ', damfibi Satham/ìmit, ffefixa,/£tol- , li mom pofft quodplamtârit Deus,

quodirriget quotidie, cuiq perpetuò

incubet, mimuifàltem immatâ homi -

L 7- • mf&

B o N Æ CA u s Æ

254.

mù à Deo abaliemationefàéfèfèrrà jwvamdi, poße,futurumjucumdiffé mum. Patetjus belli : Homo Deiße,

homoremit defemfam : Sathamimpu gmat,&,qaoddolemaum,per homi aes. Ipfe Satham quæ excogitat/ ele rata , poffquam fàggeffèrithomtmi, executorem eum com/ìlù reperit , aa!

cujus ip/éfaëìum comtremifféit;qualia quidem aliquamdorecitare, mom effet imutile : proféêïò mihil mom/?ro/íus,

fedmumc Religiomiad6mus.

Repetere quidem Religiomâ cur fùm à Patriacharum,abHebreorum, a Judeorum ætate haud im comve miems hic effet:vela Chriffi/àltem re

movata. Ecclefiaordiri, & adver/è visattemtate exempla, earumdemg. evemtuum,perpetuòeamdem/ortem, moffri temporà mimâ adférre etiam …

meof/ìrium, /erum quiimtatempo ?'4 a* --*,

, ` ' ,

r *.

•

r;-

, .

F 1 D u c *a. -

255

ra mati/ìmus , quæ utiad Mamaiff. mem adproperamt, itapemèl/miverfâ Deibomitatis, malitie Sathame umi.

verfè, quafifùmmam & compemdiù mobi exhibemt : quig, illudexpeéfa & motus ut umiverßßripture impletioim mobù vel/àmèpoíferámeffrâ, tamquá 1 im cemtro quodam camcurrat , quod -; excellemtius tamtt laborâ compemdiù i facerepoffìmus , quàm ut hoc/eculä moßrum , idem /άmobùpraediéforum Vaticimiorum impletio, & implemda rum rerum vaticimium, mo%ex hac -Celeffò harmomie velutiimviöfaim

fùperabilique arce, tuti,/ecuri,pom poßm,fumofùm, laboriofàm, inge miofàm Adver/àry apparatum ri deamus.

Seculo mamg, moffro quidpatefá äum mobi* eff ? imò quidpatefaéfum

nobâ mom eß ? Nomi/ajamlaboriosè ; -

£%-

256

Bonae CAusae

comgeremus , qa.epoffeaquam magna

terre olim ignotapars adaperta £/?,`

paffim fub Religionis nomine inter Barbarasgemtes imvemtafàmt, auri

bus mo/frisintolerabilia : Sathamam ipfùm adorari,pro Deo haberi, homi mes creberrimè immolari, vemefícia

profùmma Religiomehaberi: qualia ^

quidem etiam im Chriffiamoorbepe regrimamom famt , /ub cultus/altem , ecie alia. Nec etiam herefèos delic7a ,

recenfebimus, quæ temebræ ip/à ap petit, meq, cum Keritatis umquam lu cemißmagma/?i ignomimiâ, cachim máj. Speâatorum comgreditur.Limus fèelerum Primceps,& impiorum quot quotferrè à comdito Mumdofùerumt

Archetypus, mumc/ìfficiat mobis, qui Sathame, ut vices ejusim terrâ agat, fùfficit: Beffia Samguimeebria,&im

placabiliori comtra Chr%umquâme odio, ,

•-

--- ---=-==--------- - .

2 FI Du c1A |

257

gzém umquam 7yrammorum, Perß. catoram , Ottomammorum quisquam

flagrams, vememolivems,flammà ru ti/a/2*, aquâ tumems.

Jagum Antichrißiamumimtuea màr. Poßquam fumma orbâ capita dejecit , pedibus calcavit , muaas im

hyeme veniam petere, deßemdemtem ab equo excipere, pedes oßulari ade … git:poffquampro libidine gentes cum gemtibus, Regma cum Regmá commi

fit: poffquam sacrofám&#um Chriffi corpus im vememam verfùm eff: poff quam Angelis imperavit, & libera tis etiam à corporeamimabus fèeleßiß ßmo Purgatorj commemto lytrompo

fùit : poffquam rudis imeptusgmeba lo, ac deamimeimmortalitate , dej, Chrt/?o dubitams, ommiat/e/éire , & 4rcama quæq,pe&oräférimio imclufà habere impudentiffimèhomimib.%. '. :

?44

-=-

258

B o N Æ CA us Æ

fùafit:poffquameamfedem, cui D* momi, quafi mamibus impofitus ef?, Chriffimomime/épremere dixit: quid ultràreffabat,mißut cum Heliogaba lo Naturam imverteret,& ex diemo

&fem,ex mo&fediemfaceret.Mumdum

umiverfàm implevit pigri$ , ocio/%% Pecoribus , quæ aliorum laboribus víveremt , tamto mumero: utim uma

Gallia,ex Framcifíiumius ordine,cem tum&vigimtimilliamo/?raetate aae merata /imt. Peccata vemalia fecit:

Sodomiam elogio comdecoravit: Com jugj decus fùffulit. Mom/?ram qwale mumdus mumquam vidit , mumquam

fingerepotuiffet. Jam imeeputo erat, ut homines gramjimi&arborumfoljs affgefieremt , cùm fùbitò Germamie Soloriems affùffì, & has tamtas,pal pabilesj, temebra fàlubri claritate dißufft. . . Pa#

F 1 D u c 1 A.

259

Jah quam im/aetum 4ffmimà beffiæ auribus, Amtichriffimomempalàm & imzmfamtum etiam ore/omare ! quod prius mom mifìfidiffimâ auribusinfì fùrrabatur : quàmimvidiofam, ea

. quæ affìmdus olim An/er/?repebat, ;

Mumc olorú imviolabilis camtuper/0\

mare ! quam moleffumillam quomdä lucrofàm cere,membrame,plumi;pi leorú, palliorum mercaturâ multòè locà exclufam ! quàm imgratâ, thea triciâ illisgefficulatiomib.&perpetuis ua/? Bacchamalib. mom Religiomè,uti dudù,fedri/ùm, homimibus moveri! Himc exarfit Placidiffmi Patrix

furor , & quòdmequicquam bruta fùlmimaejacularetur,quodjcclome mo/%bi ultra imterdici vellet,bellüm

dicit Chrißo.CöparetChrtffus,gerit% bellú pro more:ideff, càmfùccubuiffè videtur,fortiffimepugnat;vimcit,cù •viéfus a.

E oN Æ CA u S Æ

26O

vicfus creditur, vivit cùm mortaus.'

Primi Germamt/£b vexi/ogus &//ipendio militamt,tamtomumero,ut qui . libertatem tum , qui Religionem ag

greffùs erat Cefàr Carolus,vel demtt bus , me dum armis co/zfederatorum

comcerpipoffejudicaretur. Verùm di mittemdiadhuc erant Gedeomi multa

millia ; me Ifraël comtra Domimum

gloriaretur : méve Germamia dicat;

dextre meæ hæc vi&oriaeff Cadit er

go Germamus, & optime cau/è caligo

offìmditur: illudemimreffabat , at dumfecurè delibertate, de Religione, tamquamjure be//i captâ, com/èlitur, aéforibus aljs, alio Theatro,alia etiã feema , imexffeâatum imtroduceret

plausäß premus illechoragus. ggod 9pes mom poteramt , pauperies faciat; quodmom munitiomes , ruim.e : Cafa phraâorum aumero, fmermium pau Ctfa* -

—-

~— — …

, F 1 D u c I A.

26I

cita*/?bjfituatur; vi&orio/% P.trem

tibus imexercitati,orbig adole/eemtes;

toti Germamie urbs ama: quæ metam impomeremt feliciffimi Imperatoris

fùccefffbus, queg, vix famæ memtâ, fortumae, & impery Bel/atori quomdä , inviéfo relimqueremt. l/ma Deima , mus, eademq, bom.ecau/e Patroma, & . . .

eripuit viäoriæ triumphum copjs,& tradidit mamipulo, redditg//abilita , Religiome, libertatem Germamis,fè

licitatemo/fra magma , fed momimò fùimajoregloria.

, Mox ad Gallos fé comvertit Papa: libi qui Chriffipartesfùfeepiffè vide

rivolebamt, multi eramtmumero,po

temtes viribus, illuffresfamguime. Be nè cum Evangelio aëfum,& majora, idimdies imcrememtafámpturum cre debatur: càm Reges etiam ejuspatro

timiumfimularent. Idem veròpaulò _-

* poß

262 BoNAE CAus AE • ; pòffmultisacimcredibilibus affiâum , levitatù exemplis , defertum ab ijs qworum ambitiomi, & pe/éférâ com filjs fervivit , in Chriffi fidiffimis mamibus dereliéfum eff: cui vi mimo

ri,fedmajorimiraculores tamtaper

agemda vifâ. Nec emimpoffeaquam fai&membrâ Religio affidue mutila ta , fìà capitibuspaulatim orbata, , deteffabilig. levitate aliquoties cir- , cumvemta e/? , defft effe:fedetiam

po/? Parifiemfe illud Gallici momimts imdelebile dedecus, poßquamjam de ?Turcica Politiaimtroducemda/ecurè

agitabatur,imò, poffquamtamtofer aoretemtata e/? illius extiméfio : aut

mille Catholicorum clade, cemtum

Hugenotarum mors quæfita,emptaig, fít: auguífiorfemperreffiravit.pro deumte im aciem *Jehova , & himc

temerarios Milomejpß Regni hiatu Y

ζ0772

-----

F 1 D u c 1 A.

263

comprimemte,illimc Pa'efforum va lide domui, quæ tota Samäfo/àmgui memadebat,/?amimaabrumpemte,alibii&fus è Romamo cælo datos aver l.

· · -.

temte, alibiimpiè ligatos diffòluente, alibi Lojolitarum famguimarie /€¢7æ atermum dedecusparamte, & ommimo

Religionem, reliëfà tribus Gallieca lamitatis hieroglyphicis motûs: oculo, aure, humero: amme etiam Pomtifi

cio cultello? im commodâ, quietamg, fedem repomemte.

Sedetiam Belgarum/amguimem, mom exffeëìato Gallicorum turbimum fime,/ítit Papa: eumdemg, «dmimifrâ ommium malorum Pamdorâ, Imqui fítiome, largiterhaurit, avide imbi-bit. Mifit illuccarmifices , quimyria dibus excarmificatos mumeraremt,& humc mumerum im Romamae virtutâ

trophæareférrent. lìmica Salmomum -r^

captta

264-

----

BoNAE CA u s AE

capita juffum Catalogum implemt : me quidputes rama tamtifaófa.Com clamatur Libertar,fèdab audacibus Patrie ufùrpatoribus,avarâ ejusdem, defertoribus , ab ffs quimauticä ex cur/omibus, aut i//fitorjsperegrina

tiomibus tumidi, rem quig.fàtagere temtamtes, paulòpò/?magnomumero apud ho//em deprecati fìmt culpam. Affs opus erat Chriffo: cuju«arcama. vox ad hamc tribuemdam perfòmam

;

Pr. Auraicum vocabat, exulem, egemum,filj captivitate com/?erma

tum :fed , quod admiratiomi* caput, poß multa etiam infeliciffimè geffa, 2om delibertate obtimemda defferam

tem: cujusfortitudimi , & im Deum

amimifiduciæ, tamjmmamà 7yram mid& everfo immiteretur, felicig fà vorà Divini comtimuatiome, fùrcu li ejusim firmiffmas libertatis colu

7/7/7/z3^

]

F I D u c I A.

265

mma, excreßeremt. Illußri exemplo,

quidjsfferamdum /t , quibus vox ~ 70eiproclaffco gf, quij, de felici bomæ

caujœ Defenfionis exitu, De9, etiam nom/%gmatâ, ut itadicam, tabulis,pro

eofidjubemte: imò arcamifìiconfú . f.

velo eumdem imvoluente, ßmtßca

riffmi. Pimcit quippeperpetuò veri* tâ: vimcit Religiò: vimcit boma cate; i

fà,/edam moffra velit mamu,incertê fufficiat mos omnes , mamg porrexi^ fè: Deo,verò qua velit, effigere liceat. u4mgliamimus Religiofa bellaexper taeff: cujusficaufàm queré./%itoin

terdiéfàm ea Pomtifici. Abumdat fa 7mem Martyrum.famguine, quieffufùs

eff, quotiescumg, Romana Religio,vel

hoffesfaltem, ingreffa./?Duae Ré gine quomdameamPontificê licitudo Erant; altera, ut periret,&:férvata tamem: altera, utfervaretur , 4*

perjt, ,

266

BoNAE CAusAE

perjt, utrumg, Papaimvitiffimo. Illa vememo,im/%djs,vi,mimú,imviéfa,vi

ditorbi terrorem, Claffem Hiffami cam flatu Domimidiffipatam : vidit, Pacemforere , Religionem adolere: Σudem hamc oculi tulit multò ammę

Papa, atg, impotemtiffimè. Hæc, im fpemreffituemde Idololatriedeffima ta, & cum Religione aliquamdocom greffùra, dum feffimat,ruit: & cum ip/a Pomtificò expeéîatio. Et ut accrefeat Romamus dolor, Regem

relinquit ad Chriffiamffmtgloriam, & Romamjmi dedecus matum: cujus mamus, & calamofèliciterapto , & ferromommimus affaeto,cujusimgemiâ

Pacis artibusfècumdum mom fizperi bit, quoscumg, cumulos Papa effodiat, qaemcumque pulverem fùbfèermat. 'Crepabit citius, difflietg. il/a Cime ^ rum ?des, Hadriami moles, to/et,

•

£}*

F 1 D u c 1 A.

267

im aura* Imcemdiarium hume ma

gmum, & Plutomium mepotulum. Numc ad Germamositerum dire.

xiffè oculos videtur , vel/ìmè orbi

wmiverf3velleigmemimmittere. Re ligiomtâ fœdus , quiumus repertuseß bellorum termimus,tamimgratum hié

* fíimtillamtibus oculis. Nos quos hec imtemta C4mtichriffi acies ferit, fe

; cumg, maeßio quid taciti vememi im * fert : mox quorum jam momimama

* άamdorum tabulis inféripta fùmt: quamfuturievemtusffem habemus?

, quodvaticimium? Pro mobis Achjor reffomdeat: &, quodetiam Gemtibus i immotuit,Chriffiami/^miarcamumape

riat. Deusßilicet quiaegrè/αύiraßi , tur , libemter graem recomciliatur: quaabeumtes à/emamibus homimum immittit commivemtiâ, eâ redeumtes

ad/e/ùa manu defendit vigilantiâ, M 2 T.

bomo

268

BoNAE C A us AE

bomoperpetuoim bonos, maloim malos & ipfàfìipopuliflagellaredundamte. -

Circumffice, qui$quã mimaris, am

iratum Deum habeamus :/ed&hoc ! amplius , , am cum ipß recomciliari | molimus. Sedcircumfficiamus etiam ,

mos, quibus Papamimatur: me, quem | profèâàòüratum habemus Deum, me- | gligamus, meveimpietate â Religio- .

me fecuritatem fferemus. Samè/icut

állicapparatus omni$ , /? Deusplace tur, irritus: ita hfc extermi hoffá re- |

pul/o mulla erit, dum imtermus tole- | ratur. Arma expediamus, fèderaim eamus, opem fòllicitemus, copias ma meremus,apparatum2faciamus;mum quam mtmusparata, mgmquam tuta

mimus erimus, quàm /£tamtillum hę comffìfùerimus. Exeat Patriâ mo/?r4

, luxus, libido, impietas, avaritia,/0– – luta%vita:proditores/€ilicet patrie, -

•

. ~

qae.e ,

—-—-—--

269 .

F I D u c F A.

& que hoßi vemiemtiporta pamdem- ' tesfaciumt.ordiaturemendatio Z\t-

mivitarum im morem à capite , &

progrediaturadplantam: à Rege de ßemdatadjumenta, Comitetur com- `

ceptaspreces,vitareformatio: Cdd. jümgamturfedericum Deo, Nove vi tecomditiomes. Redeat illaterremilu tiabdicatio, & induamurcamdidê

•.

Chriffiami imdumemtis : & redibit Domimusim caffrafìa , meg, diffa mamdo Religiomáffumo, meg, cluem

dù Eccleße ßrdibus,megrepurgan

' do à ítipulisauro occupabitur :/eda mimo fìù addemdo, quo Romanicer

tifulgura,fulmima,gramdines;®gr ' tices turbines,comtemmamt:imò fa &fiorbi ruina impavidi excipiant, dele&abitur.

Papa quidfacis?(mumcenim qu«rere licet)quidfaciâ Papa? qui dom* -

'M 3

t£4

27o

BoNAE CA us Æ

tua Regiaim orbem differgä; huc ve ' memipixidem, illuc acutorem cultel lum : aliorfùm pulveremfùlphureâ: , aliorum exco///mumicatiomgm : aut

horum im/farommium Jefaitam.Sci licetutdomes Eccleßäm ? quàm ime

ptè! mecemimffmortalis effet , ad te. usq.pertigiffet, quamtumvis Perfécu toribus , quàm tues, cum&mitiori bus. Ille, ille Galileus, cujus celeffia ,

tela Jaliamo , VI c I s TI: i/equi 4mtiocho, modòfùremtiffumamtig, mox è curru dejeóto , humiles voces:

illequi Pharaomi jam ad Mará me dium progreffo , Fu G IAM us ex

preffit: idem illeimdigmamtitibi, alg quamda CE c ID I, CE c I D I, extor

quebit. .guod amtequam jam bemè

ceptumabfóluatur, videquamtotibz mumero , utcumeopo/remum com L•

grediarâ, opu$fit,cummi/etaimom.

•

' F 1 D u c 1 A.

27I

fabamtcomtraip/ius umum, & dead. haeremtibus tuis copjs gloriarì de/ìme. Papa, quid quaeris ? Amimas mo fra* ? atqui eae, dum corpora hæcre

gemt, mumquamim vimculataaredi bumt, mumquam â corpore/òlute, à Creatorêfîicom/ortio imterdiêfêtuis

arcebamtur, mamqmam purgatiome tua/eeleffa impediemtur. Am Corpora mo/?ra? atqui eamomultrâ rotâ, pa lâ, cratibus tuis/ubjciemtur , fedli

bera im libero Dei campo te expe &7amt, teexcipiemt. Am Sanguimem

moffrum ? atquis erit Mare tibi ru

brum, quo/ìffìceri*:faetus, quibus I

fìbmergaris, Diluvium quo cum o mmigloria tua & memoria imumde 7^2*.

Papa, quidfferas?amat Mamda, iterum Amtichrj?i momimi oblivi i

; vj/èatur: fallerò,mam amiver/à Na ` …

M 4

f/4r&

z7z

B o N Æ . C A u s ae

ture os oportet obturari : Scriptare lucem extimgui, & creaturarum, li brorum , com/€iemtiarum, cogitatio

mum comcemtum tolli. Am, utredea

mus ad Tyrammidem tuam?fallerà,

mam/2b Turca,/ìb quovis aliomom • - /?ro/ervitus tolerabilioref? : imò, tu ' • • jpfe Turcam aliquoties habuiffi cra delitatù tuemimiffrum.

Papa, quidtemta ? Qgi alim ti bi/ìccurrerumt, féipfósperdiderumt: qui mumccomamtur,jamjam quidpe

riculi/abfit odoramtur. Tibi, Papa, jam ferè imiquitatis clepffdra com fumptaeff:tibi,Papa,pereumdimatu ritas appropimquat : ut quamtovide mustefirereimpotemtius,quamtoffi

rareflammas , & vememaexhalare crebrius , tamta capitamobó extoll&

- altius ut liberatiomâ expe&emus. Et,

stimmorbidecliuatione,fcillimum. -

-4

F I D u C I A.

273, *

e% maturam, vim mali debellamtem,

quovis fulcimentofìffemtare, donec ipfà ad/amitatem elucfetur : ita mos

juituaimcrememta mom ampliùs me tuimus , decrememta quotidieimtue

mur, cum cuivisjampercuffòrima- . turum te imtelligamus , ffeäatores

quaß, quo teimpetu, quo murmure ip/ate Natura, creaturarum, ommiä

voto, turpiffîmè ejecturafft,locumâ, quemimquimajfi, luffratura,erimus.

- Caufâ verò mo/fra/fat,ffabitáre: &faimmota, etiam imta&a , caufâ cum Djvima volumtate com/entiens,

exverbo ommipotemtâ Deimatayuffi tia,pietate, equitate, Bomts omnibus amábilis , verej, umiverfè materæ cócemtus. Eamqutsquis oppugnatum

ibit : /iat cumjs congredeundam, quibus mom defferatio; /jte contem* ptum , & extreme audacie meceffì -

M 5

t4f€//? -

l* .

Bonae CAusae

274.

tatem adfert:fed quos Dei virtus/3tido hostium Dei vomtemptu, vitae/ìae im Dei officio impemdemde deßderio, alterius vite Spe imcredibilis fortitu dimis excitatrice , roborârit,premu mierit, armârit : quorum Con/ìlium umum f)ivimæ Providemtie, etermum

' bome , parére : quorum mamus & membra, Laudi ejus, qui creavit,

dudum ablata , devotaj,famt : quo rumg, oculia Divimo vérboirraâati

alterius etiam profficiumt , fétlicet mom defùturos umquam bomæ caufâ defem/ores;fedoppugnatores aliquam do defuturos.

Felices itag, mos ,

quoscumg. mom

voluptatumfagitia, ßilicet Domimi

- - ' facro/am&amilitia: mom uita mollä,

* • /ed Eccleffe utila : Nom mors otio/â, ßdtm megotio Domimilaborio/à,habe

;

` bit/òcios, occupabit/edulas,avocabit -

< `-' ***•

* “…

glorio

——-

;

…

F I D u c 1 A.

275J

glorioßs: Felices quibug id amimoim fixum, ut quanto ad Mumaiimmum

diffmem accedimus proprius , tamto Sathamae temtamtma reformidemus mimus. guíquá igitur tamdem $athamefuturus eífpo/fremus imfùltus, itamobj%amfatuamus Siveoccum

bere mos Deo placeat, & locum nofrumfortioribusexpleris/ìve ad Vi ûorie/2e/ocietatom vocari : Ommes

ommes tamem, quoquot bomæ cau/è defem/omemffmcerè umquamprofeff? fìmus, illa die, qua fimú impometar mortalitati,glorio/è ætermitatiimitiä

dabitur, undiq, congregamdos, recol ligemdos,adjèmpiteraum Bomæ caufè7riumphum.

Johan.valent. Andre* F1N Is ,

·|-！----|-----------|------

|--”.

•|-|-v.|-----

|-*

|-|-

·||-|-

-->

|-|·

||-***

！

·!|-

•·|

|-,

|-|-

，|-

|-|-|-

|-|-~|-！---|-

|ſ.|-· |-！ |-*|

！|-

|-|-！\|-·|-

\{|-

||-

· |-||-

|--'

)！·

----|-||-~---|-|×

|\----| |-|-

|-|-{

,，· „~~|-

|-||--·

-• × °

|-}

|--

'|-

\_ ~

|-·|-|-~~|-

{^*· . .·

·!|-|·|~ ！|-|-

,-~·|-

|-|-

|-|-|-|-~|-||-|-·

·~

！|-----|-|-* ,

|-|-！· |--|-|-

||-·，

.|-|-

|-|-||-|-|-|-|-

• • •-

1*…\，|-|-

··----•