Over dit boek Dit is een digitale kopie van een boek dat al generaties lang op bibliotheekplanken heeft gestaan, maar nu zorgvuldig is gescand door Google. Dat doen we omdat we alle boeken ter wereld online beschikbaar willen maken. Dit boek is zo oud dat het auteursrecht erop is verlopen, zodat het boek nu deel uitmaakt van het publieke domein. Een boek dat tot het publieke domein behoort, is een boek dat nooit onder het auteursrecht is gevallen, of waarvan de wettelijke auteursrechttermijn is verlopen. Het kan per land verschillen of een boek tot het publieke domein behoort. Boeken in het publieke domein zijn een stem uit het verleden. Ze vormen een bron van geschiedenis, cultuur en kennis die anders moeilijk te verkrijgen zou zijn. Aantekeningen, opmerkingen en andere kanttekeningen die in het origineel stonden, worden weergegeven in dit bestand, als herinnering aan de lange reis die het boek heeft gemaakt van uitgever naar bibliotheek, en uiteindelijk naar u. Richtlijnen voor gebruik Google werkt samen met bibliotheken om materiaal uit het publieke domein te digitaliseren, zodat het voor iedereen beschikbaar wordt. Boeken uit het publieke domein behoren toe aan het publiek; wij bewaren ze alleen. Dit is echter een kostbaar proces. Om deze dienst te kunnen blijven leveren, hebben we maatregelen genomen om misbruik door commerciële partijen te voorkomen, zoals het plaatsen van technische beperkingen op automatisch zoeken. Verder vragen we u het volgende: + Gebruik de bestanden alleen voor niet-commerciële doeleinden We hebben Zoeken naar boeken met Google ontworpen voor gebruik door individuen. We vragen u deze bestanden alleen te gebruiken voor persoonlijke en niet-commerciële doeleinden. + Voer geen geautomatiseerde zoekopdrachten uit Stuur geen geautomatiseerde zoekopdrachten naar het systeem van Google. Als u onderzoek doet naar computervertalingen, optische tekenherkenning of andere wetenschapsgebieden waarbij u toegang nodig heeft tot grote hoeveelheden tekst, kunt u contact met ons opnemen. We raden u aan hiervoor materiaal uit het publieke domein te gebruiken, en kunnen u misschien hiermee van dienst zijn. + Laat de eigendomsverklaring staan Het “watermerk” van Google dat u onder aan elk bestand ziet, dient om mensen informatie over het project te geven, en ze te helpen extra materiaal te vinden met Zoeken naar boeken met Google. Verwijder dit watermerk niet. + Houd u aan de wet Wat u ook doet, houd er rekening mee dat u er zelf verantwoordelijk voor bent dat alles wat u doet legaal is. U kunt er niet van uitgaan dat wanneer een werk beschikbaar lijkt te zijn voor het publieke domein in de Verenigde Staten, het ook publiek domein is voor gebruikers in andere landen. Of er nog auteursrecht op een boek rust, verschilt per land. We kunnen u niet vertellen wat u in uw geval met een bepaald boek mag doen. Neem niet zomaar aan dat u een boek overal ter wereld op allerlei manieren kunt gebruiken, wanneer het eenmaal in Zoeken naar boeken met Google staat. De wettelijke aansprakelijkheid voor auteursrechten is behoorlijk streng. Informatie over Zoeken naar boeken met Google Het doel van Google is om alle informatie wereldwijd toegankelijk en bruikbaar te maken. Zoeken naar boeken met Google helpt lezers boeken uit allerlei landen te ontdekken, en helpt auteurs en uitgevers om een nieuw leespubliek te bereiken. U kunt de volledige tekst van dit boek doorzoeken op het web via http://books.google.com
IIIIIIIIII
–--
-
-
---
----
–*
- --------
----------
-
---------
---
F-
- -----
-–
- F
–
=--
Lied-boeck Dieryck Uolckertzoons Koorn Herts:nu verbeterten verryckt. Colloſſen.3.
-
Leert ende vermaantu zelven metzanghen Lof-ſanghenende Gheeſteycke Tiedekens inder Ghenadenende zinght den Heere in uwerherten.
-
h
- sº ÄTºgº it ºn z 17 UT
###
Zººſ zyn, Jael ºn 5 Péº,
# Ä.
cy in ## º
Ghedzucktiñt Jaerons Heeren Allno 1616.
-
Eerbare, deughtzame ende Godvruchtghe Iofwo. W Mjaverſtandighenende Hanjemans, Huyfvrouwe des Hoogh-gheleer den zeer voorzichtighen Meeſ ter Anthonis Hoflagh,Doctoor in beyden Rechten, mynwaarde Vriendinne,
SY
Ls onlanghs beminde Iofvrouw zommighe vriendenäanmy begheerden - dat ick in druck
zoudelaten uytgaan eenighe Liedekens» over langhe Iaren ende oockkortelinghby my gº“ maackthebbe ic,verſtaande dat de zelve niemantſchace
yckendeweliemanden ſtichtelyckmochten weſººt jet willen weygheren. Nuenhaddeickniet vergheten» hoehertelycu waarde Man my eenhalsvriend verſtec ÄDaeromicktoteenlieve vergeldingh van zucken eed,udeelachtig hebbe willen maken deſe myne Liede kens,ende udie namelycktoeſchryven2omme"
alzoooorzakete gheven van onder-Wy“ len oock in myn vrolyckheydtever heughen,intzinghen der zelver Liedekens: die ghy intgoc de zult nemen van V.
Hertſwillighe
–
D.V.Coornhert
/
-
-
==-
–
-
Het Leven ons Heeren Jeſu Chi
fi.dezen ĺnami / Booz ähmer gheſtelt in Wieden / Gp de Wys vande 24. Pſalm.
* -
-
A Soete HarpG Davids Soon Geſtelt op uwe waerhzs toon/
ÄLeentmy omdanckeljcte zin ºyfsgebooten wandeln Ä
Änghel
Ädoozººeede handelingh: "Wº APan die gy tlevézelf quaamt bringe.“ Eenmaagd ootmoedigenzeerilejn Ärgaotin alle deughdenrenn IlBaſt zupver Penſter Criſtallinigh/ Daar doo?ſcheen tlicht beradelyclt:
ãDerdyvendeghemaj
-
Adams dupſterhepd ſerpentinigh.-
Pe Werd was donckerenzeerboos CWas winterkouten Tiefdeloog.
TDie
erſ
ºerºtgingtmenſchelpegeſachte macht. Als Chriſti Son warmende Klaar Gºns hertontdopde/enopenbaar Derſcheen op een winterſchenachte. SelComingskind vºn endenet WPaarom dientghy u Dienaars wett seßpde, uſe.
En laatu als anrepnbeſnjen
Stotghyuytliefouteederbloed
Enbuyghtuknechtyckmetootmoed Gmonswanknechtſchapte bevºyen: Der UByſen kennis ſeker vindt A y
Dooºt
«ÄDooºt wegwijslicht des menſchékint Ä" Enzone Gods intſtal verſchoven. maarſ Werelds wpſhz hoog &öwaant
Derſimaande tºlaechint hoogſtebaant En miſt de wyjſheyd van hier boben. WBlucht
Gehoozzaemhepd perikel ducht
in Ä En v?oedelpckbpthts ontvlucht. Gods raad mcer dan haer Sp ten.
Ä
reDen
Hyn Tiefdekent zy trouen vzoed Syn wil zy onderdanigh doct/ GEn laat haar Woil Van God beleden. Shiftus Ghy Leeraars groot van onderen
Ä Gheraacktmaartot verwonderen Jntzien vandit kinds wyſe zinnen. JPaar waardy klepnooc als eé kind Derlichten zouhy therte blind /
TDatghy hem voo?u God zout kinné.
*
Die Goddeljckebone klaar Maſt anſe vleckenſwart enſwaarl
Spn repnheydkanons vupl verjagé.
Godsgeeſt als Dupfkézoet verſcheen De Pader tupgt vooº grootenkleen: Ditsmyn Lief Hoannawelbehagen. WDiltghy verwinnen u Ppand
buſtand ÄHeſpietsmaartºzºº d “P zwaerdu Busuſchil u WPapen. ZSaotemde Chºiſt gheduldeyck Al Satans liſt eenvuldelyck: -
Polgt5pt ghydeſe vºrsebay. L
-
De Echt heeft Chriſtus hoog ge-eert isruplof Entwater in goeywynghekeert: Boot eerſtvanznne wenderdaden.
Deletterkoudonſmakeyckſ Zºertgeeſ metvzeugd vermakeljc : Poo! ſtrafſehenet Gödöszwn genadé De menſchgedenct wºaacgierig vaſt Lazarng Wiſdaaddie hyte w?ekenpaſt: Är Jºaar wedaat kanhyhaaſt vergeté. Die zynmiſdaad altydaanſchout
Än Godsweldaatmet ofºnthout MDert Baticbaar inde Schrift geheten.
"Ä ſchaarſverjaaghtdoozt JJ
TSupbels
Eninhaärbiddenheetverhoot
Ä
Eupgt vanzºn goedheyd eñ krachte. hens Die dupvelshootiontzeptunfet So ghy in nooden tothem sliedt.
-
Dietwillégeeft werct ooc de machte. 2.
-
Dienabolgende wertghezonghenop dewpzedesſeſten Pſalms.
-
ghºden weg der waerhept TA.ÄgtChºiſtilichtuklaarheyt Ä. Äpºtghy naſsemels sood: Tºie Herderzaluhoeden
-
Boo?dolinghend welvoeden
Soghvuldeycternood.
-
"
oÄ
SPPeerentquaad kanhaten A fy
Hoyderſe derſ
Als
Ä Aseen verderbensLaſt. dj. Enughenaadkomtmanen
Iſèetootmoedsheete tranen. Heeftu weerdighte gaſt.
aserch : „Perlaat de Zoºgh der Werden
...
Fjo. Dolght Chºiſium hoogh van waarden
Op Thabo! hooghenſchoon.
-
Spnhoogheydzuldy ſchquwen
Ens'vaders wooºt onthouwen. Jnthooren van zyn Soon. Kinder- WDilt ghy tot Chºiſtum kommen
Ä” Ächalchend mºet verſommen Ä
Enſwerelds wyſhepd loos.
Onnozelheydeenvuldigh
-
Slecht/kindſchen heel ontſchuldigh Behaaght den Heer altoos. . . Piſcine.
e UDet wzoegt ſtreng met vgeſen/ Ghenade komt gheneſen Enſchelt quyt goedelijck. THe Heergheneeſt vanſmerte GElcſ wack gheb?oken herte:
-
-
---
Jºopſes dogdtbloedelyck.
wou WPiliemanddeughd verwerben ken.
-
TDie moet dezonde ſterben
"* Envlieden als de Hcl.
4
Gheen zoo vervuylde wonden Gheen zoo Veroudezonden/
Synblöedgheneeſtſefinel. De Doodmam Adam'tleben KU WÜckt zyzelfmetbeven , -
Poot
Dooºtlebens krachten groot.
Lazarus
berweckt
komt Thºiſtinomſe zielen Hºyzaldezond vernielen!
Endoodenonſen Dood. Het Hemelſch Lichtmawenſchen Derlicht den blindenmenſchen/
Banhareblinthepdgroot.
Mßlinde Wert Ziel? De.
Cghebzeck balt in der Aſſchen Als wydezond afwaſſchen
JPazpnen woodeblost. De Koninghzeer ootmoedigh WBalln?ut
Itomt in u woonen ſpoedigh
däch.
Gntfangt ghy hemmet Lof. Treckt uytuoude zeden
Hpzalſegantſch vertreden Eninu houden Hof.
-
Die metontzich vervaarlyck De koopers openbaarlyc MBt Godes Cempelſlaat Äs Coningh Goden Heere
Mºtopers TUt De11
Teinpel.
Gheenmenſchneem zelfdees eere. God weettyd wyſenmaat. Chºiſt heefthem zelfghegheven (TotSpps vanteeuwich leven
Jntwoodtmet macht bekleedt: Jºoptſpysen voedebeter Deesſpys verteert den eeter TDie hemgheloovigheet. TDe Deeſter wys vanzinnen/
Gaftvoozbeeld vander minnen/ _
A iiy
Abgºtts 1UAel.
ĺs Syn Jongherstoteen WBet.
-
“ Wie geöerswandezondigh Metiefenwaſwelgrondigh WDertzelfreynklaar ennet. Gofken. De blydſchap zelfzeer doefde/ TDetrooſtertrooſtbehoefde @monste trooſten al. WDie hier zyns
Ä lüſte
-
-
–
-
Verlieſt omſnaaſtens ruſte Chriſti
Synleven winnen zal Oblindedupſterniſſen
:
ĺ Odolingſtout intmiſſen “
JPMaackt ghy den menſch zoo zot/ Dat hy hemzoeckt metſwaarden ! Dfens wooºd haar Werptteraarden En maact haar kracht teſpot. , GPm onſcrzonden banden
eins Bonden uzandaars handen
Ä“ UBiens bandenghy ontbindt. - -
: -
Dvºiend vanſnoy byanden Ghp eertons met uſchanden: : WDie heeft optzoo bemintº
,
TDeliefd quam uhetleven
. Änzpnen doode gheven " " Hadghyzynwood ghelooft.
«hiſtus Phaº ginghdao: valſchw.oeghen Ä Donſchuld den doodtoe voeghen " Dwelckt levenuberooft.
-
Nyd byenght Tiefdint verdoemen/
Ootmoet wyckt zotberoemen Daar -
-
-
MAY
-
-
*
-
Daar deughd inklupſterlepd: Deleughenſcheldt.de waerheyd
Bieſchau vervolght deklaarhepd .
r
Helſchedupſterhepd. hp Goddelooſezotten
---
Hoeneghdy dochbeſpotten De WByſheydhooghvänpys
-
Äs beſpot
Hºheeft totuwervºomen“ Dzothepd aang enomen -
Omute maken WPys. -
.. - -
.. . .. . ,“ sº
Ditwort ghezonghen/opde wyſedes 94. Pſalms. LDÄert. Als hpdedwaaſhzupt-bezondert Ä Mºnzach in die Wolven vºrrwöedt Zºerhaatſeerfelenbloedigh Doſenat Wlams ootmoedigh Enſchuldichen annoſebleed: – JPie woeſte Leeu verſtyft in booſhz. Ä Jºochoock des Poſſenſchaickeloosh; Ä“ SEndedentlammekengheen quaat TPUS bycktdat indem MHolben Sen U92eedheyd bedolven/
Defelheptloostedovengaat. -
Ch?iſttts
SSP wout geérooſkes zupver ſtropE Ä Ombuple verckenste verfropen.“ Ä“ AU
d
Ghe
v
Ghevzaaght/Gwaarhzbleefdpſtom De wereld-wyſe ooren/
Feoghengheen waerheyd hooren Haarzothepd.luſina leugenstrºm.
ehrſus tºnſchuldig an Wºyº dzagé #tºº Gns welverſchuldeweede ſaghen TDie leethy teurighmet gedult. Epſnoode Creatueren ADſc ermoſtbezuren!
-
-
Dalderſtrafboetendeſchult. Ä Tºefºninghheerlycen almachtich
-
Ä. pt ſº
ºdſpotfenhoö verachtig
Wand Martſche ouplewomenſnoo. Ach Peer icmoetms ſchamen
“
TDatghy teghent'betanien
Gng oneerſchandlyckleedt alzoº HoeÄbt ghy Valſch enbitter Jo.
.
LU.
v" sehoudenzwndooufelºaden Danubehoeder trauen goed. ZSalChºiſtons sockgheneſen
Als wyghernzondenvºeeſen Pilatus
Äaarheinvertreden methoom.de Ähnmenſchont-zendeſnoode rech ter
-
2,
-
-
Ä“ MPaartzelfgetupgenooc berechter Chilum Dantlammekensonnaſelbloed. TDarris een offer
Ä
-
h Eenzalighmakingh veylighl Enaider menſchenſondenboet ....... -
PD WÖl
Wº wondenſinertigweedenpijnljc Ä. D bitter doot (onsmedccynlyck) En waren unietalzoolepd
ºncrips
@menſch-lievende Chriſtel Alſt leed dat ghp voo!-vmiſte Doo?u vpanden lang berept.
@ch God op welckeſcherpeſchalen
Ägºerondenſwaarmaſt dalé ebnis Pooraldes WPerelsſwaarmiſdaad. Ä. CD menſchnaamtghp ter herten Ä. Dns Heerenbitterſmerten Ghydzoegt derzonden bitter haat.
Äuamzyndood hierzoeckéĺº Antpynyc cruysſgehechtmzvloecké Ämons van doodtemaken vºy Danbloee/van'thelſchelpden Die temdehpintſtryden
ZSyndroefhepd maactons allen bly.
.
„De Hemels Heer daaldeter hellen/ Chziſtus Snoſe van treurensquellen Ä Ald'oudedaar goedertieren ſchaar: terhellen
Die voerdhpuptmethopen.
-
De Poo?t die noyt was open
2Back deſe ſtercke Sampſon daar. UU.
-
Dolght op de wijſe des . . zeſten Pſalms.
Chziſtus
GÄ die't a doet beweghen
Ä"
Bptdood van't krupšgheſteghen Ä Doo2onſeſonden groot: Än.
Ghy die elck helpt nawenſchen/ Behoefdehulp van menſchen: GP liefſterck als de doot,
2egra
Ämt ſterben met verlanghen
Ä. Hebt ghp den doodghevanghen Chziſ -
Än haren epghen ſtrickt. Dantſwerte hups voltreuren EPpende ghy de deuren Än eenſnelooghenblickt.
ÄDedoodenmocht niet houwen ſtr.
Hetleven/noch aanſchouwen
Allachronder haarſchaau. Hp rijſtdoo: eyghen krachte Entreckt Adams gheſlachte
-
Dºtharen heiſchenklaau. WPie Jeſum zoeckt uytminnen, noime JWRoethemghewiſlyck binnen 3 dangere. Soeckt hyte rechter tjd.
. . . -
Soeckt hem/GP menſch innooden Änt leven(mietby dooden)
.
Ghy vintenwert verblydt. WDildy vierichlyckweten
*". De Gödlijcke Secreten Dan Gods wooºt onbebleckt: GPm Jeſum rechtteleeren/ Spºeeckt van hemmet begheren
Cwertu doo: hemontdeckt. Äas Thomas twifelpckſch2omen
Ä“ Heeftonstwnfelghenomen Hoo dat wp twyfenmiet.
Groot /
WPantwp nuniet meer duchten TDanghy die taſten ziet.
Gadwercktdoozzelfs vermogen
„Ä
STgeloofkanzulcroucktoghen n dees Gheloovers daad:
h?iſtus gaat op de ſtromen
Petrus wiltothem komen: Die oock opt water gaat. Chriſtus ſtyght inzwn Ancke Padersryckghelycke: 2pnsLipckdoo? hemons gheeft. Diet WPelhem die vander Aerden Cen Hemelſtyghtmet vaarden Enin Gods Gyck hier leeft.
b
Wennei K RTR
-
Syn Gheeſklaar ende vierigh
P"
ADerlicht elck Part lichtghierigh Daerhyliefd vierighbaart. tDernieuthartzinen wenſche/
Enmaackt den heelenmenſche Dan Goddelycker aart.
Eenzelvedachzalghcven TDen v2oment'eewigh leven/
Gozdeel,
Den booſen eewighſmert: IDenſch wilt in alu wercken/
Dees daghmet ernſt aanmercken Hpdºyftzond uptuhert.
FJ JN IS.
-
Ode Horatij. 2.lib. Fpo.Beatus ille. &c. Pertaalt. -
Gp de wyze: Pſalm. 23.
–
SÄ leefthymetons voo-Guders ruſtich Dielos envºy/van andeingh onluſtigh MetoſſenſterckbouwtPaderlycke Landen Pantknagen vºn der woeckerige tanden: . Hp ſerict nzdoo: des crygstrompette bloedig Env?eeſt ooc mietdergelvétoon verwoedich Des vierſchaerstwiſt Hmythyonpartydig
Enhimſen hoochvolhoovaerdnenpdigh_: Pphouwelickt den NBinſtocrnck volwaſſen An Booméhoog/wiens ranckédaerompaſſé
Enzietmetluſtzynvette IDelck-Fonteynen Erkauwétgroen van zyn graſrjcke plepnen.
D'onvzuchtbaarſpºuyt zynkloecke hand kanſnoepen :
(gºoepen
Die ent goey vzucht op ſtammen goed van Den Honig zoetperſſen zyntrouwe knapen:
Die oocontkleenzynrung-becleede ſchapen Als d'herfſtvzuchtbaer/Hgult de groenebomé
IHetAppelsgeel dieoptendiſch dankomen. Hpplucktmet luſt veel nieuge-ente Peren/
Endzupvégrofalspurperſchoon voleeren: TPaar methydan zyn vziendégaatbeſchinckE
Docu Splvamhetvolvematdoetdincken: Jntgroenegras ruſthy bevºijt van quaden/
Eenoude Epcbeſchout hemmet veelbladen. Hetpluymgediertzyn v?eughd metklanckt doetblpken:
TD At
F.
===
Datonghelt oet'natuurlyckemuzpken MDanklippen ſteplverciertmet wilde prupmé ſupſtſnellyc daelveel waters witväſchuy
De Beerkens claeralzuyzelendevlieté (mé Deesluſtmetruſtdoélichtintſlaap beſchiete.
AmanÄ Jaar treet op des winters LghEU/
„ITNet coudeſneeumethagel/winden reghen:
Sietmen hem raſch/metraſſchehanden jagen IHet wilde zwynin zyn verboghenlaghen. CPfhybelaaghtmet dunn en blinde Metten/ Houtſhippen vet die optbed?oghnietletten.
Eenzoete vangſt is oock de Baze duchtigh. Devalſcheſtricbeſtrict dékraen hoochvluch IWDie zaude nietin zulckeluſt gezeten
(tigh
Mºelluſtelpckdes dºur onluſt vergeten Ja ooc de Liefdvolleeds doo?liefsontberé JPNoct rupmenzelfmet al zynzo2ghlpcderen.
Js daer Däbpcé Hupſvzoukups entrouwe
wacÄ en blyſdaar blpft gheen dzuck of TDI UL :
Eenluchtig vier band?soghoutgaat zyſtoké haars JDanš vermoept van
sºgej Ä
Haarteylenbºeeddoetzymetmelc vervallen
ADant vette Dee endgoogt d'Eldersgeſwollé. _ MPt vatengroot zy vernenwyndgettrecké.
ZSpysongekocht laatzpden Diſch bedecken. Geé Brugs Capoégeéroy Calcsenſche Hané Geen oeſters Vetgeen SteUrg Verſtueripckt Wanen -
-
ÄDerſtoo?t
ºderſtoothaer Tiſch mettwifelhcke ſpiſerHaareygékoſzyvoo deveemdmoet Pºz Syſaat eenläalſtlam vso?onºmoſ dogé: Gfteeder Gheptidenfellen WBolf ontoghen Fren zietmet luſtaantafel andertprºten ZDe Schapenrupgh/natſaltoecomeblaten: End Gſſenmoed methalſen neer gheſtegen Den Ploeg verkeert ſleppé tot ruſgenegen Raastalde werld deesman leeft ſtilin luſte
velt God het hooghhy houthem neer in ruſte Hofpckepracht/haathpen d?aagt hèburyc ſachtendeheelöns vooºouders natuurºck. Coorn,wynencleed vernoegtºn lpfgeſtadig hertzinen moetdäct Gaddiet geeft genadig. 6-
LOpde Hotemme: het Waren tweegheſpeiengoed Ts ick ſinck in mpnepghengrond HTGoo zoeck mpnhert Van binnen/
JPymondeugd werd mydaarwelkont! Gheen deughdkanick daar Winne.
Hochtans hebick der deugdenſchpn Ghehadt in mpnen Weghen Daarmetſochtick Gods ruſteftjn/ JPaar heb die niet Verkreghen.
r
Äuheeftmnde Schiftner gheſept: MGildpG menſchgheneſen Encamentotu Salichen:
Än Chriſtomoetghy weſen. --
--
-
-
Anders.
Anders niemand dan Chºiſt allepn/
ºn machten Hemelryzen:
““
Jºiet anrepnsenſaldäär certepn/ Gºds Tabbernakelpryſen.
-
Ämaecht unumet Chriſtoeen Een Lid tot Godeseeren: Manzpm Lichaam van zondenreen/ HPier Wiltu Sieltoekeeren.
Äheme Mºnhet hart vervzeught bernieut dezielin ruſten
%gemoed verbiptdanininderdeughd Gheen quaadmagh hemmeerluſten. Äſbereenicht ughemoed Hºis Gods Liefd voltrouwen
Äghºhemnzwnweghenahoed Foozulöy God agnſchouwen.
Ähafmºditghebeurde a Zoomoghtick my verblyden:
Änzepdathet werden zal MPilick met Chriſto lnden
Pukanickditgheloovenniet Dieickopmpu vermoghen:
Ärasmynoogho Godeziet Gheloaficks zonderlogen.
Vºn Godly.cmacht ſtaat noch bereyt Poghickheminghehooſaamhepd/ IPºnzandcnte bederven.
Hyn Liefdzalick verwerven.
F IN I S. -
-
Opdewijſe:Eenoud NBanſp?ack
bij.
een Pepſken aan
-
J? Eemtmenſch uzelfſorghvuldeycken acht Alsughemoedmetluſte werdverbeelt/ WPaeſtnietterdaetſmaer ſtilna too?deel wacht
Eerjuganbegheertuzottewilleteelt.“ Doetmietdanut verſtand bebeelt:
IWPanteerſtghedaanenna bedacht Heeftmemghin groot verdietgheb?acht.
MBiludeluſtetrecken vander deughd Bedencthaarepnd eerſt recht in ughemoed : Haeruptgang treurtmeer dantbegin Hheugt WHaerloon valt zuur/alſchyntdenarbeydzoet. Altpd men luſtmet onluſtboet:
Snelalseenpplvervlieghthaar v?eughd Daar vooblpft wzoegenpynen ongeneugt.
Aanmercktoocwel als ghpintoo.deelſtaat Tweetyden die unoch voozhanden zyn: Dolghtghy deluſt ghp vintu zelvenquaadl Dharte lytterſtontmetſchanden/pyn: .
IWHaarwerckt ghy deughd methandenlifyn/ MDziel verblpthaar vzoeghenlaat: ,
--
Haar vzeugdeblyft/denarbeydſnel bergaat. Derkogenhart alsudeluſt bekoot
Poo! alle werck u hart tot Godekeert: Derdzuckt uzinna Chriſtiinſpaackhoot WPatuzyn Gheeſtin zulckentwyfel leert ZÖtreckt ma der deughd alu begheert: Beluſt des vleeſchs inuverſmoot
-
-
Hobzytu Chriſtusdoo? zynkrachtich wo. -
-
P
viij.
Opde WDijſe:WBaar als demane ſchpnet/ſooſchpnt.etc.
PhUpden boo? den dageraad. Danſmode luſt verlept. Sochtick nampnbehagen quaad/ Des WBereldszalichepd:
Denyn zeerzoetbereyt .
-
.
Metdzuck hebicks beſchºeyt.
:
Jederfdcſsemels luchten klaar Endooldebovenmaat. Äc viel intſlaap merzuchtenzwaar Opdalghemeyneſtraat. .
JlMy d?oomd ick was in praat/
IWHetluſtdaar elck na gaat. . . . Föpſp?ackmet wooºden liebelje GheeftmyG menſchutrouw:
Äck benuluſtgherievetyck Dient mpulieve D2ouw WPantick veel vzeughden bºouw: Derdzyfoock allerouw. . . . JPHdochthetſcheen warachtichepd
Äckbootmpns hartengrond Splosnderaſchmetklachtichend Enplaachdemyterſtond IDetdruck die thertdoo2wond
Doo?haren valſchen mond.
.
.
Doovzeughd gafzymyljenſchier Haar Hemelwertmyn Hel
Flur quam my daezºn fier
WDie
4.
-
Die JNaghtenerifel: _ IDyndzuck was haar een ſpel
Icklagh inzwaar ghequel. Tghevoel vandeſer ppnen/groot Deedt ſlapenhaaſt vergaan. Äck zagh dezondoeſchynen bloot/ -
Den Hemel open ſtaan. TDaarwild' ick henen gaan
. .
Herd ſchenen my die pacn. Den arbepdgrood bezwaardemº
INylockte t'ſchoonghezicht: Godsluſte openbaarde my/
.
.
-
„Dijnmoed werd opgherichtſ FSM d?oegh alleentghewicht:
Goenluſt maackt arbeydlicht Princefſeſchoonen deughdelyck! IHeyn Goddelyckeluſt/
IDpnd?uck verdºeeft ghy bNeugdcljc IRyn b?and hebdy ghebluſt Puicku heb ghekuſt -
Js almyn mocyte ruſt. 9
Dp de Wyze: Hoelupdezangh de Leeraaropter Tinnen.
LD # domme jeugten kanniet viel verdzagé Des Wpzen Paders goed beſtier
Hyn Erfgaathy am vzaghen: SC Jern IIyenvan zyn wille fee
-
-
-
-
- -
- -
Datepghenthp zich alte ſchier: Hyzalthem haaſtheklaghen. Als dwaſe jeughtſchepd upt zyn badergoo -
-
ghe U.
EnhP des Wyſhendstucht verlaat Terſtond werd hybed?oghen Dooºt volghen vanzpn luſte quaad Daarmebseleerthy boven maat Derteert akzyn vermoghen.
- Almochthemeerſteenkoteluſgebeuren WDoo? Will' metmaght in onverſtand/
-
HHP moft dat haaſt betreuren/
Evermaghenlaat hpdaartepand. Tuſ Wpſ hemnaactal vander hand/ Enſtoothemupt der deuren.
-
Ärmoenaaktenluſteſotvolwonden Neefthp by guaghewoontefel Demzelfindienſt verbonden
Daarhybpmenich boosopſtel Ellendighwoontingzoot gequel Endient beelſwynſche zonden.
*
*
Ärſºu van reden hemgingkeeré Enwert uyt edeltarwe kaf “ Doo2onbezochthemdsTceren
Tºptnuzynwel verſchuldeſtraf Emeetupthongerverkens daf SL verblinde quaad begheeren.
-
Ä ºdehenden möchthemniet verſaden DPnhongher gingh hem raden Pet Hemelſchboot was hyghewoon“
-
-
-
25 iy
JNa ar
JPaar hupste gaan/niet als een zoon IPNet bidden als knechtombRoad totloon/ En kennen zynmſdaden. De Bader liep zyn zoon van verreteghen/ -
-
CEnheefthem lievelijck antfaen (Tkleed dat hp plachte daghen/
âBerthem meteeren aanghedaan Gockt Ringen ſchoen om welte gaan: Daar werteenkalfgheſlaghen
*
Dedienaarshen tot blijſchap vzolyckſteldk Als Heylighſchyn/int werc verwert GMuamuyt des arbepds velden. TDe Sondaar was t'verkorenhert
ºpſaghtenmam dees vzeughdtotſmert:
Desſchpndeughdsmytruſzelden. IO.
-
Opde wyſe: Aelzootbeghint:
H Et Godlycwood hetlevêdhemelsbzode UDas int beghin by Godell
-
Dit wood was Goden werteEmëſcheblode ADso?alle tydstermyn/ -
Dietrecktons upten doode/ JPNetzpnder liefden lpn.
»
-
Änhem wp klaarlyckſpooden Des Daders willefpn/
IBy ſprac zupd enmooden Tot die zynſtem aanhooden Blyfdr in mpn wos den Gnzult mpn Jongers zyn.
Eéionger mach doch geenzins beterweſen
Dan
ſt
---
--
Danzpn Meeſter ghepeſen: Dieſterfom integaan.
-
-
- -
-
Shpmoet oock ſterbenzalhpugheneſen: Die den dood met vºezen
Wºooºueerſt heeftbeſtäan: Iºanthpt oockopenbaarzept: Pliet Ä Shykömt inſ Hemels klaarheyd Daarzult ghy Gewaarheyd
-
Bekennenen verſtäan. “ PZoeteluſken hebben ubedzoghen In dºbels net ghetagen Änvaſintſtrickgheſtet: Ämoeghydzucpynendeſmertgedogen Zºolang alsnadeloghen Phardt begheerlyckheit Als ghy die komt verzaken .
"aarhepdzoeckt aggheld Ämhaar veughtteſmäken Fpſaldanbootüwaren Enuziel vºymaken -
„2 -
MÄlledat haar quelt, „ Iers Jºees Sadijck'p insis mette º Penweghonsteberenden epdé ( Sºtº.zoohytbediet. . ." Äefe zazyn Beeſtons nuvootwepdé nale waärheydleyden. "“ Ätrooſtons Chriſtus liet. Pergaanzynonzedomen ZSpnwoodons Sieghebiet: Bity
-
T
-
-
-S
-
Ä is weghghenomen -
- --- --
MBy byeeſen gheen verdomen : r & Die in waarheydkomen Enmoghenſterven niet. Ä.,
-
-
Cantic Canticorum. Op de Bijze -
des 139. PſalmS.
--"
-
Zºgh Ä ende Aerde
-
-
Geen ſchepſel maack gelupdl: Elck liedhoe groot van waarde
-,
Perſomenblyfin mupt : . . IAApnkeel wil nu vootbºinghen
. ..
GEenzangvan hooghentoon: doo? haarzingen .
: . .
Gods geeſt
-
#
Hetlied der lieden ſchoon. .
-
C
.
Hayn ziel metzang moetloven
Haar W5 upgoms liefdezoet Tºoo:wienzpheeft verſchoben, Ald'aartſche liefd onv?oed: . .
2 .
Alleen omte ancleveu Godts Sone naackt en blootſTDie hem tothaar verheven - - Derneert tot inde doot.
* -
'
.. .. .
-
- - --
. ..
ºpnhert verlangt van binné.
Gmwgden methemeen: Hp läufſemp uptminnen
-
Äet eenzoetkuſkenreen Danzymen lievenmonde.
:
Zöpn Tat
Ä wooºd
cT
2
.
. -
erºmenſch in myngronde
Enbzenghzynvedevoot. -
-
-
-
sº
– So maghick ruſten vepligh
Gp zynboºſten nawenſch: Dat zyn Fonteynkens hepligh/ Dau liefd tot Godtenmenſch Die beter zyn danwynen/ Danzo?gsonruſtichepd: Dock dan des reur venynen Dant vleeſchs welluſtighepd.
Olpbzeed uptghegoten
szyn liefname klaar: Ppt zyn wondenghevloten Heeltzp myn wonden zwaar. IPpn dupſterhepd lichtgierigh
Periicht zy doozhaarband: Die doetmp minnen vierigh
Sºngaedhepd/met verſtand. Zöpn liefdsweldaad gemepne vpanden quaad
.
Ä
aartnieuweliefde repne nthert dat zulcrverſtaat: aaromhem ooc beminden/
Tjfejönghejchoon
Ä Ä TRandeugdsgeſchonckenloan. Jºu Ä mp goebeseerlyc FÄ Trektmp/O Pºince ºtech WOtmpnderzonden hel. -- .
Trecktmytötumet deughden I Jchebom oyaansenºt .
St. *-*
-
Zoolopen wy metbºeughden! Än u/mietimmpnkracht.
..
I2»
-
Anderlied vantzelve: Op de Bijſe . .
. . des 1. Pſalms.
„.
Erliedenliedeen Lied vanliefdeſchoon. AVEenlied zeerhoogh/zeerklaar zeerzoet ban toon
2Bp Salomondeveedevoºſtghezongen/ Singt Chºiſtus bzupd met o2edertjcke tongen Derloſt vantquaad begaeft met deugdéreenf
Derlangthaar zielmet Chriſta werden een. Ppkuſſe my(nietmetten zurenmond ZDan ) maar maack myn ziel
Ä Änab
-
--
ghezond
Dooº tkuſkenzset vanzpnen monde heplich TDats quptinge/ghenaad envºeedevepligh
IDetliefdegrootterdood betoomt nawenſch Hyneemmyns aëlenwert in my oocmenſch. Synliefderepnisliefyckbovenwyn Soodie deziel deestyfdoet vzolyczpn...
Fºtº epntſnel meteeuwigh Derzielen deughdzaleeuwehjcghebeuren TDieuwen gheeſtuytouden Ä recht dzinct/ Des Vleeſchs
TTEUTLN
-
-
TDie Godes liefdmet liefd des naaſtëſchinct. MBtuwen Boºſt volPemelsdouwezoet
Eelbovenreuck vandierbaar zalve goed: MPantdaaru Liefdzamiltwertuyt gegoten Spzept 3Phaar reucboozal den
ers Ä.
Haardadengoedtelen eengoedgherucht Emmaackt in mpG Chriſteenzoete lucht.
WaderonsIPMelodje. Öpdeduptſche
–
OÄ ſHemelstroon_ Raactdoo? dyn Geeſt omdynen Soon Gns alledyne kind'ren waard. Bernieutonsna dyngoedhepds aard Soo datons hert zielende moed
Alleen verbhindeughdenzoet.
-
-
Gheheplight zy dyngroote Paam.
-
IRaact ans oochepighenbequaam Datelckugoedhepd in onspºſt Booz liefd die dpnenaard bewyſt/
-
-
Aanvºienden viandmet weldaad: Enelck bemin maar niemand haat. TDynryckin onze zielen koom
WDeeſt daar alleen ons Pºince v2oom. Ghebietmetuwe waarhepdskracht
@ns hartonsluſt enonsghedacht. -
Dºpftens vermuftuptdynen Kyck Sosheerſchaptghpdaar ruſkelpck.
Dyn wilgheſchie op d'Aarſche grond Als inden Hemeltalderſtond: Dats nons Aardſche waatkensbyoog Als in dynheplghen willeloos. z-
J2eemt wegh ans wildendynengheeft /
-
s
Gheeftdatelckmazpn wille leeft.
Ghe“
-
Sheeftonshupden onsdaaghlyer bzoot/ Deslevens wosºdderzonden dood: Datlyfenzielvoetcrachtelyck/ Cotuwendienſteend:achtelpc.
-
ZScheptin gns hongernadpn wood Dat wºp't beleven zoo't behoo!t.
Dergheeftons Heer al onſe ſchuld
- -
Als wp ons naaſtens met gheduld GDupten zonder w?aec-gierigheyd ZSchenckt ans der liefden vierichepd Dietalrechtlythoopten verdaagt:
2Barmhertichepd/Heeru behaaght. Leytons nietin becoringhe/ TDie tott Tijcr verſtoringhe
... --
Onstotterzanden luſten b?enght.
-
-
Ghetrouwe Dader mietghehenght/ Dat Sathans liſt onszielvermoot/ Enboven onſekrachtbekoot. Derloſt sus Yeer van alle quaad/ zandenzaat
Ä
-
-
Danloghenvanghewoonteboos Daneerzucht nijdgierighendloos: Dzijtonsvanzulckeknechtighept Cotdienſtvandyn gherechtighepb. Amendatis/het werdalzo:
Ä1 Ä etin waarheydsgeeſt.
Als dat
.
Elc bidgheloovich onbevºeeſt WDijzullenskrighenallegaar:
Wantdietbelsaftzepteeuwigwaar. GPp
. .
*
-
I4.
-
".
-
Opdewpſe/des 5o Pſalms. WD
Ballinghen verſtrowtmethoopenveel
ĺt Pederlandons alderaardſchjee Deeſkalomweldoen buyten eenighſchuld
Waat ons den Heerebiddenmetgheduld
-
ºneeronszondendan Gods ſtraffe haté: Des Meerengoedheydzalons niet veraten. Gmbergenthifeickazynhaafbegheef Jºet alle daar ans hertemeeſtaankleeft:
Äeeziedaar Godesgeeſ in ruſt Bliedenwynietons harten minſte luſt Naar voghen die plattegen Godsgeboden Daar doo: wponsellend gezielen dooden. Änt vlieden van de Tyranniefel
Entzien wpmoeytenarbend noch ghequel: Baromtontgaandesdimvelsbloedichz Biddenwynietmetrecht ootmoedigheyt. ÄJatbaatans vzyhzvander menſchéhanden
Altarmeziel vaſtlept an Hºammšbandé MDºbluchtentlandmaar niemandt boos hepdt blict
,
Äckboutop menſchmaar opten Heere met. Ärmenna hups dannadenhemel hoopt Elcd Äghebangens Beren hupd verkoopt.
IPM klappen nietdan vanon jede w?eken iPoederrenwy Gadoln ghenadeſincken
_Pergheben wn mietmenſchenj
ghely c /
Sou Godguyterentvocljej -
# LL!
IPeen hy voowaardus doet van ude waecz Bid Goddathpubpand beter maack Enroeptdan VAyvan anrtelpck beſwaren:
Dergeeftons Heer als wpansſchuldenaren De Beertoontonszyn liefdein zyn Kse Blyftghy verhart(Gmenſch) zooziet weltoe
Dathy3pnroenieten verſcherpe meer/
-
Gfdathy nietzynſtrafbanons en kecr
Emons naluſt verhartin quaadlaatſwervé CDmzoo in weelden eeuwighte bederven.
Ghy Banderheerenthert tot Godekeert Belytuzondmetharten kleyn vermeert
Gnder Godshanden hemghelatenſtaat:
ZStaatma Godsliefd/verlaat des Duyvels haat
Godzalons doo? die vander JPaaghd gebo Tet. WETt
- -
Gntfermen/en helpen als zyn verkorenhert,
Opdewpe: Eesºunterſtaat een ſtepnen hups. I? elck menſch isby een verghaart
-
-
Zbielende Lyf van verſchepden aard:
Elcrgoed wilick hier nubeſchwven
Ä vlugtſnelenthertebeſwaart Danderzaleeuwichblyven. Alis de menſchſaligh van Lyf Alheeft zynluſt alhaargheryf Alleeft zyn zotte hert na Wenſchen TPft -
TBitliſlijckeghoedenhout gheen gheblpf IIaſchſchepthetvanden menſchen. Jºuwert dees man zaligh ghenaamt Dietvoetſelkleyn nazynnootduftraannt Dieſlechten rechthemkangheneren: Die in goey gezonthepd leeft/zoot betaamt GEn heeft een wyfmeteeren.
Ängheenentwiſt noch groote Staat Enkomt dees menſchedien niemand haat: ZSynhonger koockthemſlechteſpyſen Pyſlaaptzonder zoghtotten dagheraad: Hy is vxiendmettenwyzen.
Aliſt nochtans datmenzulrheeft! ºp macht weernemen die teerſt werfgeeft MBant bupten onszyn deſe dingen: Maar die aanderzielenzalichepdkleeft JPiemand machshem afdwingen. JRietzichtbaars deſe JRanbegheert MDanthyzynhart vander wereld keert: Haar werring neemthy alint goede.
„Det reden hy al zwnluſten regheert IIuſtighleeft hy vanmoede.
Sulckmenſchenhoopt noch vºeeſtmietmeer IPpſterften leeft Godzynrechte Heer HU is eenvuldigh/wys entrouwe:
J2a topperſtegoedjaaghthp langs zoomeer TDus derft zyn v?eughderouwe Ooºdeel in waarhepd gheeft hem kracht Zöpn Jºaaſtenhelpthy dagh ende macht:
Än Weldoenlept zyns harten v2eughde/ -
hij N
speefalthazshowizynoheaeht Gmdeughdbeminthy deughde. IſèuziedpPºins/de Salgheyd
Danzielennfmzklaar anderſchepd: Betbeſte wilt altyd verkieſen Ditzaligheleven vintghp berept
kontghpuzelfverlieſen. 16.
-
Dpdewyſe: Paarasdeºane ſchpnet etc.Als voo: het 8 Lied. FDÄ menſchen zotteſlechtigheyd *Berblintinepghen baat
2Bidt Godmetongherechtighepd
Momhaarhooghſte quaat IWHaar die heimzelfverſtaat 2Begeert nietzonder raad. TBelupdenen bekennen//nu enzelfnoch Godeniet
oo2onverſtantzwſchennen/nu Paarlevenmet verdiet:
Enkieſenniet voo! iet MBantelck optytlyckziet. ZStaat/lipckdomeer/welluſtichepd JVAet macht nuclck begheert:
SC verkryghen maacktonruſtichepd C'miſ bzupckden dwaſen deert:
MDanttis hemalverkeert Entſchepd met d?scfhepdsſteert. -
JUANAT
-
-
Inaar die deliefdaamerckenkan TDie God tot onswaarr d?aaght
JSeemtvzolycal Gods wercké au/ Demnerghensafbeklaaght Alſchynt dat Godhemplaaght Synmoed byft onverzaaght. „
TSees Pzins laat altvergankcyck «Enzoeckteen goedghemoed.,
«Gods wille volghthy danckelyckl Desmenſchenhooghſte goed TPaarzyn begheert naſpoet: Ghelpckint zuur enzoet. A7-
-
Mathetrrri. Capittel P20 verb.Detlofeender deugzamer Vlou“ wen Op de wyſe CPnſe Pader, etc.
E Envzouweneerſighende vzocd/ Perciert mer alle deughden goed Jneerenhoogh teloven ſtaat
Haarkunſchetrouten vºeugdeerbaar TOenperlendierbaar ende klaar
In waarde hoogh teborengbº Tiefende waartis zy haar Jºaº
Zöpnhartophaar betrouwenka. IHemzalomtbekcn gheltnoch ſchat. Altydzoccktzphem goedte doe JQiet quaads is hy vanhaar gewoon
Än weldoen werdzy gheen Ä -
C
Än wol
Jn wolwerckt zypºofytelpckf
JntÄ vlas oock vlytelyck
IDetharenhanden arbepdzaam: Spiseen koopmans Schipghelpck Dat komt van verdmetneringhryckt
Dolgoedenelckeen aanghenaem. Syſtaat op inde ſtille nacht/
-
-
Optwerck vanthups neemtzy welacht Datzp dan haren Maarten gheeft. Een vzuchtbaar Acker ishaar zin Die koopt zymethaar hands ghewin
-
En plant daarwyn dievzeughdin heeft. Altydomgoºt dit vlytigh WByf Haar repnelendens vaſtenſtpf
Enſterct haarkloeck en vzoom. . . Des nachts bluſcht zyhaarkeerſeniet WDant zy den oo.baar vzolpckziet TDes meringhs vzucht is wellekoom. Begheerlyck zy haarhanden ſtreckt Aanhaar Spinrocken ruygh bedeckt
-
-
JPNet wolofvlas des kleedsbeghin: Haar vingheren niet ſtille/ſtaan Die grypenkloeck deſpilleaan." IHetſpinnen beengt veel eerenin. Eerlycke mildhepd pleeght zy dan/
GEn vult der armenbupck daar van: Dien geeftzpteertzynſchaemte vzaegt. JPaar volck ontziet gheen winters wee
Gheenhaghel noch gheen koude ſnee: WPantelck ghevoerde kleeren draaght. Cappten
-
K. º
.
-
-
Capijten maackt zy zelfvoo! haar WHaarkleed is wit vanzpdeklaar
Dockis ſchoon purperharedzacht. Haar Dan zitinderpooztenhoogh Eerlyck Wermaartin elck mans oogh/ En bp den grooten groot gheacht. IHeyn doeckenklaar vanzyde net
ãBerckten vercoopt zy altemet
-
Endoet den Ultramers booyden ſchoon. IPNet eereosc met dapperhepd Js zy becleednarecht beſcheyd. AHaaroudhepd b?engt der vzeugdenloon.
Äntopdoen vanhaar cloecke mond Maact zy haar wyſheptloflyc cond: IHaartongh leert deughd behaaghelyck. Gm-zichtelpckenzp beſpier
Alwat inharenhupsgheſchiet: Zp eethaarbroot niettraaghelijck. H zindersheeftzp van zeden/goed
Die payſenhaarmetreden/zoet : Haarman houdſ ooczeerliefen waard. IDen vintwelvºouwen eelenryck/ IPaar deſe D2ouwghantſch deugdelyck Jsbovenalpuyſlyckvermaart. Een valſch dinghis.de minlychepd Goc is des ſchoonheyds zinlychepd Genpdeldzoomen vluchtigh Hiet : IPaar zulcken deughdelijcken v?ouw/ tloeckneerſtighende oock ghetrouw
Js waard datmenze eere biedt. Ci
Dahaaf
W
JPahaarderhanden werckenfin ZSalzyzeerhoogh ghep2ezen zyn:
WPanthare vºuchten zwnlofzaam. MDanhaar Weldaden menigfout Zullen vertellenjong enoud:
Want deughdemaackteen goedenaam.
Op de wijze: als voo?het 8.
18.
Hieuwe Kaar. UDÄ ienmand hier hetlevé Gods verwervé -
-
Synluſten moet hyderven
Octalzynblindhendswenſch äWant niemand maghdit nieuwelevenerben Dan die Dc booſheyd ſterven
Dan harenoudenmenſch. Dees dood moet voo beginnen Eert leven hier verblyt: Titdoetons God beminnen tDernicut ons hart enzinnen
-
Enkan den dood verwinnen In deſen niewentyd. -
.
Wie noch zynoudelevenmietkanhaten En maght oockniet verlaten Omnieuwete beſtaan . .
-
Den giet geen nieuwe wijn in Oude vaten. IDen hecht gheen outdegaten
JNet nieuwe Lappen aan. HMaar die hier met ghetreure ZSynoude menſchafſnyd Derwerftvanuur toturc/ Aard'ende Hemelpure
-
TDe
Denieuwe Creature . Indeſen nieuwentyd.
»
Äſſer in Chriſt een nieuwe menſch Hheben/ Die oudisal verdºeven:
Ärtalneughemaackt.
. .
Een miewe geeſtzal Godden nieuwé geben/ Die hem Van nieüws aankleven JMet heelder hartennaackt.
Elcithart wilhy vernouwen
Datbaoſhend hier vermpt: HPV Zal den Ackerbouwen
GEn met zyn gheeeſt bedouwen
euº vÄchteudoen aanſchouwen Jndeſen nieuwentnd. SEen nicugebod heeft d'oude wetbedwongen
Diet alles doet verjonghen TDats Liefdeonbeſnet
-
Ärºden Heerhetmieuweliet gezongen/ Zºenſp?eeckt netmiewetonghen Dandeſenieuwe WBet. Dit nieuwe volck verbeden Sodslofghebenedyt Deeskindzenmieubetreden/ Den nieuwen wechmet veden: Das Chriſtus volwaarheden Sºndeſen nieuwentnd. " Sterft Pºins uluſten aluzotbegheren Zoo komönnoch meteeren Znt nienw Jeruſalem. -
-
-
.
Sºehem vantoudeleven mietwilkeeren/ Moet dezeluſtontberen: Ciy
PerdOeN .
Verdoemtbevinthphem. Die namaals wilverblyen
–
JPMoet ſtervcn/ditis klaar:
-
-
Sheen Doºzhund noch beſnjen Machbupten Chriſto vzyen. Denieuwe menſchmoetſtryen
Inteerſt'vant nieuwejaar. I9.
Opdewijſe: Tenis nietlanghgheleden/ datick laeſtghingh bp/etc.
O Wereldvolvalſchbehaghen/
-
Dolleedvolduc volklaghen IHijn hart doetghp verſaghen/ TDus wilick ubegheven:
Ghpſmeeckt om hart te plaghen/ Jnt helpen leghdplaghen :
Dluſtepntſmelmetknaghen AD hoop voet anrtich beven/
Ghy quelt als ghy verblyt:
-
AB liefdeſteeckt volnyd.
.
Ghplachtmeeſt als ghybpt: Dvºede is een ſtryd Ghy vliet die uaenkleven / ADſtieren benghtinſneven: Dieghy wilthooch verheven MBerpt ghyt'onder in alzokoºtentijt.
-
-
TDie optu TPienaars bleven IHebt ghy trouw"loos verd?even/ IPet dzuck naamdy haartleven:
Äcklaätualeer dat ghp mp
anse rjcdom
. .
-
ſ!
Drijcdom doet behoeven/ MDlofis meeſtby boeven: - P weelde baart bedzoeven:
2Bedzoghis aluſchynen Elcpzoeftuzonderpºoeven Soo luſtigh conditroeven
Ghylooftelczondertoeven - Spns herten medicpnen:
Denvzeckenloofdy baat Den elenhooghe ſtaat Dengulzigaart ghebaad/ En elek quaay toeverlaat:
Derraders ſchenctmen wpnen Devzomedzinct venynen
Ä
Doprechte doetghy WDie deughd lieft die werd vanu gehaat Ghyzoect omniette vpnen 2Begheertmet volleſchºnnen &Enrooftelc vanden zynen/
MBatminſthootis nuumeeſte daad, Gnvaſtigalu bouwen
IDloon bedroeftmet rouwen/ Henmachs nzmeer betrouwen IWKaarſchey vänu mitſ-deſen. Wº lief veel leeds kanbyouwen. P recht doettwiſt aanſchouwen
z
Smt hebben enomthouwen/ Derduct ghy weeuenweeſen. Ghpdoetmuſtrydenbloat)
Ghcbºoeders zondermoot.
- -
C iiy
j".
Her
–==r Hetkleyn bccht teghcnt groot/ En clckteghen den dood.
-
TOic docdy anrtigh Vºccſen/ t Derſchickt aders cnpezen/
-
Dus wont glyintgheñeſen: Tevcndeſterfthct volck in uwen ſchoot. Deughd werdby unmiſp?cſen TCNuaad rocmdy uptgheleſen Eishooghſt by ughcreſen:
-
-
-
MDaanenſchmnis hier udaaghlycksbºood. Adicu Pºinces voltreuren Stoot my uyt uwerdeuren/ l'cº Zalmyniet verſteuren/ Toont v?palu vermoghen DFaven zyn doch leuren: MDantdienzemeeſtghebeuren/
Doenzp't harte verſcheuren Ziszphaer zyn ontoghen. DtUd wcrptonster neer Dejongheyd vluchtmet leer. De JFanzoecktkoſten kleer: De ondheydkranckt met Zeer. Dan is den tyd verbloghen Zoo vindt hem elck bed2oghen Doo2tſchtjnſel Vanuloghen
Die vlicde icen neemvauumpnkcer. Hien zocck magheen verhoghen/ Derdrucken wilick doghcn.
D macht heb ick verſpoghen:
Adieu wereldie hebejuwe Heer. -
- -
:
-
“Boo; cen
Pooreen anderghemaact/Opde wijſe/ D combien eſt/etc.
--
I.
minde een maagt UUt onbedachtejeught/ "A leer mynooghenhaar recht zaghen JPadaanzicht ſchoon waand' ickhaar hert vol deughd:
IN atwood dachtick troute bejaghen. Eeric mnn reden raad kond v?aghen Ptoockte PenUs thertinder minnenbuur.
Eenko:te vzeughd wert nulankherde zuur JNatuur dect outrou Ric metſchoon behagen Als TOutpfkenſlecft en minlyckzonder gall Fcheenzymet mp eerſite verblpden/
Ä zoetghclaat unptzottelherte ſtal: ck werd haareyghendoo?zulck vºyen. Äckboothaartrouzy ginrnie: mpen . . Haar luſtheeft my neerbaarhepdgherieft. Twas nzdanſchpn/aldocht het my ondieft: MDant liefd/blyften mint totallentyen. Hoemeughdpliefinthartnuſluyten haat/ Dat mp iOnftighboo2maals was Open ?
Alquamnyn liefdooc medoo? Denusrad/ JNiemanden mocht mpntrouwontknoopen. JPaar d!jn ontrouw bediccht mpnhopen
MByſchenen eenaldoo.dcrminnenkracht. t Gheſchilheeftonscen quay Sibil gew?acht Die dachtuſchoonheyddierderte verkopen. Princeſſethertdat ghpdgolaghenſtaalt IHeeft mpumeyneed Weerghegheven. EC V
Jckzocht
Äckzacht ueerzelfhebdyſchand behaalt: Lelyck doetuverwaanthepd ſneyen. Licht is utrouwen quaad t'aankleven. Äck kenunu al Wasick eerſt verdwaaſt.
Paapt andrenoock te lang hebic gheraaſtl Zohaaſtickuverlgo2/vand' ick mynleven. 2I
ZTerliefden van eengPaget/Wiens 2B2updegom ober weghdeerlyck was vermoozt.
Opdewpſe: Eemamoureusfierghelaat. TÄ liefte zyn verſchepden Äsrechte liefd' een dood: Almachmentrooſt verbeyden Bertanghens dºuck valtgroot.
MDatdzoefhepdzalt danwezen Daar liefwanhopighderft Dieliefſteuyt gheleſen GEn ſterven ſterft !
Ä
Alſkerfick alle vºeuchdel. Ickſferfmpndzoefhepd niet. iGhedenckenvanliefs deuchdel Js my een doods verdziet. Kondick mpnhartzo wachten
-
Boo! tſchadigh treurenfel/
Als bandes vºeuchds gedachten /
Ghe-eyndt waarmyngheguel. E> wedehandenbloedigh Die deerlyck Hebt doozboot
Myns
IMpns 25 upghoms herte goedigh GEn myinhem vermoot:
IWDoghtghp ooczoo vermooden IDynliefdeals mpnlief ckzochtu ennoo?den/
Ä
ulckdoot waarmp gherief. JPaarghyo Godt alleene
ADermeughtditin waarheyt: Die toomtdoorpynlycwene d'Ellenden die waarheyd ADan d'aartſche Creatueren: ABanneermert'hert opſtelt
Soo rooft ghy t'alder uren
-
Elcrafgöddie hemquelt.
Ghp hebt s Peermetſmerte Dzoon/myn lief ghehaalt: Creckt oock myn liefd enherte (Totuſdwelck was ghedaalt
MDanu op d'Aartſche menſche/ Metaardſcheliefd verzot: MBoztghy alleen myn wenſche IWApnhoop.mpntrooſt/mpn God. 2
Opdewp leiteg)epals alle Dogelkens de
zingen/etc.
Go2 wiſſelban liefdempnhert berheugt !
ckhebſe beghevendaär allempnjeucht ndzuck omis verlooren: Eenminipck gheneught/
ſ
-
-
Sen bzouken
Een Dzouken voldeughd: IHeb ick daar voo? verko?en.
-
-
TPieick eerſt minde enachte mp niet
Altoochdick haarjonſtzykonſt met verdNiet Intreuren mp bedelven: Daart hart mu opziet
Haarliefdenmy biet: Symintmy als haarzelber.
Haar liefdemynklagenentreuren afſnydl ADänzo?ghendoefhepd heeftZV mp Web2Pt: WBp zyn een metons bepden Gheen WDereld gheen tpd Gheen dood/gheen npd
Enzalons unogen ſchepden. -
es
Däer liefde doo?jeugdeſchsöneemt beginne Huymt zy in leelycke audhepd.denzinne
IDynliefd waſ t'alderuren
# ickſe meerkinne JOeickſemeer minne: EndatÄ eewigh duren. SH blyft ghetrouw oocknade dood
Haar harte ſtaatopenhaarzinnen bloot Daarmetzhwelkanraden
#Janniter in noot n wederſtöot
2Bykenhaar edeldaden. Haar Wyſhepd myn leben in ruſten voe
Haarſchoonbepd maltpdverblydendoet: HHaar kennis doetmijerven -
-----
se
-
het
Hetopperſtegoed: Een oprechtghemoed
-
TOat nenunermeer magh ſterven.
Ä
nameſtaatzeker emplewn AI inmpnziele ugoedhepd certepn/ Toſt my ban alleſmerten. Tevendeghemeyn Als kto:enhart repn/
Synwy in centwee harten. 23-
-
-
-
-
Opdewijſe: Alzoot begint.
ZÄ tpd
-
Hebick verteert.. Än liefdenſdaarick bleef verneert ZSonderpzofyt/ . dDmeen die my noytheeft begeert.
-
Fy heeftmetmy den zotgeſcheert: Almpnentpd. JNaharejonſt -
-
Ä Die miſteickmaarſchoon WooNden 30et Gafzymetkonſt : Dickheeft zy mp uptſpotshegroet
-
-
Dies liepick als eenzotarmbloed JNaharejonſt. . . .
:
Pochtans mindick TDielazc DJouw :
-
Ephope datzptrooſten zouw/ Sp zepdet dick:
-
Daar
Daar in bandicſeonghetrouw/
Dºwelemp armdwaas inthert deed rouw: Jºochtans mindrickt
Al Korenhart. Pºinceſſe fier 2Benicvepligh voogudangier:
Derloſtvanſmert IPpluſtnietmeervanuwenbier -
Jcleefnuvºpnampnmanier: Alltorenhert.
-
24»
Stemals voo? hetachſte.
PD,
pemand andzenzpnendzoom vertellé TDie hemplaghte quellen
ºy moeteerſt wacker zyn JPaar die noch dagen Denuskapmetbellen GEn konnen niet verteilen
-
Derliefdenzotheydts pyn:
-
Die de jeucht metſchanden
-
-
Derblintdoo2ſchoon aanſchijn: Bevzytvanharenhanden Maadic die eel verſtanden
TDatzj Denus banden Gntvlien als quaad venyn.
a-
Hemzelvenzalhyhaaſtin onruſt binden Daogluſtenheel verblinden/
Diethert aan Dzoukenslept: . . WPantzphetzeplſtellen na alle winden: Aldie optzeerbeminden
2Bekennendees waarhepd: -
»
-
Ha Ar
Haar b?euchdishaaſtberbloghen Hettreurenlanckzaam ſchept. ADenusſchyntſchoon Voo! osghen/
MPaar waarhepd ſteeckt volloghen: ZSH heefter veelbedzoghen netghebzept. Än TDeliefdeiseen bitter Goddinne/ Itomthaaſtin Jonkheyds zinne -
Ähepds
“
Daar zy verlangupt gaat: IDetliſtenſchietzyſnellyck als eenſpfnne
-
t Denpn van zoete minne
Änthertdoo ſchoonghelaat: Betovert die ghedachten Derdayft der zinnenraad. Die haren dienſt verpachten Op Delnoch Hemel achten
IPaarleven isvolklachten: Änzothepd willens quaad. . . . . . .
. .
MÄpckdom end'eere doetdeliefdbegeben Alleen onnte aankleben
-
Eens Doukenshertonvaft:
-
. . .-
Jºintzy dan medelichtkomtzytotſievé Al was zy eerſt verheven . .
.
Spwert een onwaartgaſt: IWNachmens oock niet verwerven/
Hostdwaſeluſte paſt Soo moetmer lief dan derben/
Bºuck komt hethertdoo:kerven/ Zulckkeveniseen ſterven: TPaar dAuck verdºietighwaſt. ſ
-
-
Zottle
-
-- Ä-
Sonne noch Waanmogendogen Verclaré. Diemet vzou Penus garen
2Bewondenzyn verblent.
Als zy haariefken willenlatenvaren Sietmenze veeltytsparen 25p liefdaerthertººent
Häariiefwillenſpſchouwen Snloopen daaromtrent: Haarſcheydenis voltrouwen Tºwerlatendoetaanhouwen Haar blpſchap ſteectmetrouwen
Den ſteert als een Serpent goe Waad AAU Schoutpinsdeminnewilt Sptghynietdoofvamooren (hooren: In Genus net verwert:
Het cuſſenvanliefs mondeken vercoren Enwilt nietmeerna ſporen
-
Pliethaar gezicht erPºrt
-
Gmt harte té döowanden JPNetdootelycke ſmart
Dluchtghy zulcrt allen ſtonden Denus Band werd ontbondet Enghy vºolpcbevonden Eenvºy verkorenhart. 2. 25.
-
aOoigingh Dergin Ganſied-Syºſ“ kºmdickdemaneſch. bedecken. QHy jinckeboers berooft vanzÄ ÄHoc Amourenſkens joncen bzepD/
Hoetu doch vos? die blinde Uminne ,
. . ... GEn WOO2 Die
. - *
- -
d
S.
-
--
===
En boo! die dolled onckenheyd: IPant Denus en de Wepn/
Bier treckeneenen pn. Doetzpnzpintaanſchyn. Ende lonen nametpyn.
-
ºeliefdekandekrachtbederven Än maackt den menſcheenſchimmckranck.
Dewyndoetzwj ºock dolen meteenſlimmcgancº Äant Demus endewyn
giertrecken eenenhºn. Doet 3Pnzpint aanſchijn. Ende loonen namet PHn.
-
Dieliefd ontdeckt verholentheden Snmaackt oock twiſt zeer bloedelnjck. De d2oncd.oethetſecreet Verb?eden En vechten zeerverwoedelyc:
Äant Denusende MGyn
Wºertreckeneenen inn Hoetzpn zy intaanſchijn.
Ende loonen na metpijn.
-
Äanziet noch deughd noch eere Derbinteenmenſchin ſchjen ſpot. Hºet3UMpen acht op UOet noch leere GEn maact veel Jºep verſtanden zot: WHant Benug ende WPyn
Eiertrecken eenenlyn Zoetznzmint aanſchmin. Ende loonen nametpnn.
-
-
-
Pollu Denus maäcktTD van vºjenſlaven: Berteert -
verteerthet bloedinkvendelick. TDe wpn vermeert Dorſtenen Graven MOerteert hetghoedellendelick: TUDant Penns en de Wpn
.
IHier trecken eenenlyn Zoetzpnzpintaanſchpn/
Eülonennametppn. CDprins wildptuniet beklaghen Om vzuchttermoot des luſtaankleeft.
Laatu den d?anckmaardorſt verjaghen Dees maat hetleven ruſte gheeft. MDant Penusende wpn . > . IHier treckencenrenlyn 2Zoetzpn zy intaanſchpn -
Ende lonennametppn. rrkij.
..
Opde WDpſe: Ie ſüis Deſheritée.
Z
leven in der hellen Die Denus als Goddinne e er.cm. Hertzinen moed zy quelleu
-
-
-
--
Aldie haer dolle minhanteren: MBantzpaltpt begheren
En werden nemmermeer verzaet. J2ochtans mach hun niemand daar afkeren/ Dan die verzocht/dic zothepd recht verſtaet.
Bedricghtiemanthem zelven Dathy met vreuchdewaantteninnen: Diezalhem heelbedelven/
-
Än droefheydeerhy't kan verzinnen. Boetſchynetint beginnen ITNaer
-
Smaertepnd aptmerneren plaecht -
Een wöilligh verdriet iſt intbevinnen allevenddood selck die minne draacht.
Alſchynthetminnenluſtich 25ehaaghlich indesjueghds aanſchouwen: -
etvaltint laaſ'enruſtighl .
.
liendighippnlicken volrouwen. MDant van die ſchalcke vJouwen
*
JBeeſtwert bemintdietmeeſtegheeft:
ÄDerbiintis hp die haarkanbetrouwen Als die d'ontroumet zotte trouwaancleeft. Hert/zinoprins verheven/ (Trecktvandees vzoukenstzälubzomen. zoetfenpndoetſueven. Hoeduwenmant vooºharetoomen.
Ä
ZüYant die inhäÄrnetkommen Derdwpneninhaar bloeden goed Haarwoozdekens ſchoon acht alvoogdromé
2Blpftvºpleeft blpenhouteenkupsgemoed. -
-
revij.
Danfliet.
z
...
Opde VDpze:Ghp zottenen zottinnen.
Nº hootnamyvan Liefdewilick zingen Diethertheeft vzp, mach vzolick onume IWHaar die haarhanden wzingen
(ſpyingen
Doo? Denusluſtens kºacht En konnézich uietdwingenf
-
Zytruerendachen nacht. (trouwen De liefd die placht vom adlste 3pn vel MBertnu verachtditbgengter verlin rouwé:
Alzomen
Alzoomen machaanſchouwen Bedzogh heeftregiment: Än JRannenen in Pyouwen/
Heynjonſtblpftombekent. TDooºt weſenjent/mzvalſchewsoydéſchone
MWBerdelcgheſchentgheb?achtinſpoten hone Gmtrouw ſpant nu dekroane Änt ontrouw aardſchedal. ADeel dºucrgheeft zy teloone:
IDetphnen ongheval. . Eel Pains wie zaldeliſten valſchbekinnen Diemen nu alghebºupcket inder minnen. -
-TDeJDanszym meeſt van binnen
Cothoerderpgheſtelt . . ZSooſtaan der vzoukens zinnen Gock Ucclnat'liebe gheld. 29.
TDanſlied van't houwelpcef verſchenden v?ouwen.Ppdewyſe: Alzoot begint.
GÄ vaners die optvypen gaat - Jc wiluhuwen leeren ADolght boven luſt der vNienden rasad
Dvoo:ſpoetzal vermeeren/ Eerghy u gheeftin deſen ſtaat/ ADoo zintwclofghy treurttelaat MBildp’t van God begheren Ghy kryghteen P2ouwmeteeren. JHaarzoeckt ghy meer het ghelt of goet TDan deughd en cerbaar zeden:
-
-
Goc ſchoonheyd of het edelbloet J22er
F – E. IWHeer dan verſtanden reden: ZSao Vanght eenlyck-watu ghemdet TDoo?ſchoonghelaat enſp?ekenzoet .
Deeszaluleben leden Jndzucxellendicheden.
-*
IDen vint bp armen oocby rijc
Seer veel verſcheyden v?ouwen.. TDaar zyn die haar voo!thouWeljc/ AUDelrepnkens konnen houwen..
Alszyghetrouwtzpnmet p?actyc Tegghen zy als eenzeugh in'tſlpck/
ZSoodatzpſpauwenzouwen TDie zulcken cladd'aanſchouwen. Daar zynderſpytighenrebell @ocbitzighals quateven. Die zynhaar man eenaardſchehel Eenonruſtalhaarleven:
Ioertmenſe aanmen vintſefel. Gnorrenen kno?ren ishaar ſpel Daar deſe zyn verheven IDoet Jan gaatachter beben.
Goczynderveel vanluyer aard Als Ezels traaghin't wercken.
Hierbpis leckerhend ghepaart Daar äammen'tlicht mach mercké : Boo? alle werck zynzy vervaart Het neuſkenluſt navlaep of taart. Seer beel gaan zy ter kercken GPm clampen metten Clercken.
Goc vintmenhoop-wercp2oncrters fyn, --
TD iy
Per
Berpaauwtachter en voren.
Ashenrtenzphovaerdichzyn TDees epſchen toom enſporen.
Allevuplwerck ishaareenppn. Zpſpiegelenſtadich haar aanſchpn Gmmenſchente bekooren
-
-
-
Haarman die blpft verloren, Pºincesdaaralmpn trooſtanlept Ghpkontu duechd bewpſen: Alsbye nut met naerſtichepd/
IBeetghytghezind teſppzen
ºdienſt isvoorumanbereyr: Shy doetmetduechtenvºolickhepd) M9 manineerenryzen. JBenmachuniet
vºrgen
,
Sheeſelicke zinope WPuzpke/Op de wyze;G koninck van Dzanckrpcwel lieve JDeve.
fA Tsal die menichvuldige gedachten Ametalle ſmenſchen begheerlyke krachten tDerſtamtghebooºzamenghelpke En
Ä ÄÄ daar ſaat d
meteen soo?zichtighenrypen raad/
MDaar vintmen Lieflicker Muzpke. Als Heerenvorſten/landeneüſteden Eend?achtelyckleveningoede.vreden «Endarmehemmeret van den Pycke.
d'Overheytgoedewettengheeft . . .“ #e gemeyUte Danin siebenarmbrº "
AWBaar vintmen liefijckermuzpkes Als veelghoepherten die tquadebedwingen «Eenmoedelick Gobe een ofzangzingen GEn ſtichten elck met weldoenF blºcke.
Zodanhaarmeeſter de Wet des Heren Haar ſtemmen in eendget acco?deren
WPaar vintmen liefyker Muzycke Jaaar als Godskinde door Jeſum gevÄpt Senmoedigh Godlovenenpºpſenaltydt
A9ereenichtdoor des Gheeſsp?atpke: Enzingen inder Miefden ghilde
INet veuchdenzondermaatint wilde ÄDen bint gheen lieflicker IWMuzyke.
Gp de wpzealſt begint.
DÄe
ruſt
*-* Enbeſtenluſt
IDagh elck hier licht verwerben: Die heel verlaat. Zyn wille quasd/ .
Endagelürghaat ſterben.
MBildp Godºrpcke nietderben! 2Bidzoicu ra:
Sheeft Pader/dat Äczegfiat/
-
-Ä
-
-
-
tLPtyleL KltIOF
-
ÄÄ pn wilgheſchiet Diff. R
L
-
.
- - -
-
-
en
Endonſe niet Dit doetons ruſtonberen. Dusbitmet recht begeren/ Jntherte ſtille: O Pader goed
Dolwpſheydſdoet MD Godluck' wille.
TDes bleeſchs vernuft/
Wenſcht gantſch verſiuft/ dat noch tot ſchazal connen. Godswyjſhept kent/ Godts liefdezent
Petbeſtdatons mach bºomen Bid (om u wils betomen) Heer flaat mp nU ga:
Gheeft Pader/dat Jck zegh fiat
Doluntas tua. Gns Pºincegroot HTiepin zyn dood D wilgheſchiedeo vader.
A
GPns wilverlieſt
Als zy verkieſt TPit queltons alle gader.
Elcroepe untſherten Ader Jnzyn gheſchille: K
G Padergoed
Downſhepd/doer
A9 Godlyck wille. •
v ---
-
-
Tafel-lied
-
(Tafellied,
GyPewnſe: A haddenwnrrv. Bedden/ zaudendaarte Meyniet eenplupmaf hebbenom dat het dus waapt. Rºdamcken den UDaard "iPm dathy ons voed:
GEn d'edel WDyngaard
Die dees dunfkenszoet Cºnsmildelyck biet, Ditwyntjen wilt dzincken ºpdoethetons ſchuncken ADtiefde omniet. Dincktalvºydºoncken
-
Pan dees zoetemoft Sº wertgheſchoncken
2Buyten onſe koſt. .
.
Enmindert verdºiet Dit wyntjen wilt dºincken/
Vºn dort hetonsſchincken ZWBt liefdeom niet. Dees vzuchtbareranck
Werdºnjftons rouwe/ Doo lieflºcke d?anck
En Hemels douwe
Die hpin onsgiet: . . Dit wyntjen wilt dºincken - Hp doethet onsſchincken/
MBt Liefden omniet.
HW
Ä
ZH Mélact P? PDAUNCe deeS Wpn
d
-
Än
ºnrepnder borſtel 2 p doet bºolickzpn
-
Enbluſcht den dorſte
.
INet Hemelsbediet.
-
Ditwynken wilrdincken Hydoethetonsſchineken Uptliefden omniet. xrry.
Opdewpze: Aanhoort mpngheklach.
9dheeftdenmenſchghemaackt Älzem tot een Beeldtenſchpnel Gpdathy blooten naackt
In Gaddaar ruſte waackt Foulevenongelaackt Daaruptishygheraackt
-
Alleen doo ick en mPne.
Helaasdoozydelwaan
Athy t'Herpentsvenpne. Als hy ging nennen aan/
Goods wezen welgedaan
Jnonruſtmoſthº gaan. Faetdzucwerdhpbelaan/ Alleen dog?ic en mPne.
Hyheeftzpn Gadveracht. Zynzelfsheer wild hp3Pne. Zonzothend onbedacht
-
Heefthemdaartoeghebracht. TDeshpnulept verpacht Entreurtdaghende nacht/
AW
Alleen daoxicken myne Doehpzpn Gadverliet. gºuam hpindades ppne. ant Godeswil geſchiet Altnd zohpºtgebiet . IHenmachs beketten niet. Dit lyrhymet verdiet: Alleen dooric en myne. Zyn epgé wille quaad
Doſtnades quaadheyds wpne Godts goethepd letde daad Alleentotſmenſchen baat Diezulermietrecht verſtaat
Daärom hydzoevichgaat Alleen doo?ic en myne. -
Maar alle P2incé reen
Treckenmethemeenlpnet
2yzynin Gode een Uptgratien gemeen/
Pºp van dzuckiggheween/
#rloſt vºeuchdengrootenkleen vanicken myne. rrrUM.
Op de WBnſe: Het voereenkaal oud Kupterken. .
I
Woilnuzingen een mieu gedicht * Dan redens oogh der zielen geſicht:
MDan God totmanen voochtgheſticht Gver deDzouw
Ä luſte
Die uptzpnenmi
Deli
icht assanstich
Doozt
Dooxtaanſchouwé van't goedewezéintlicht IHeunte verzelſchappenin zynen ruſte. Dees man Wasjonghen onverzocht/ Als luſthem tot het begheren b?ocht
D'ankunſcheyt heefthem aandzuc geknocht ADerlatende Gods vºeughde. Eenydele Waan heeft dit alghewzocht Die maackte hemzo blinddathy onbedocht Ghehoo!zaam werd deluſtenzpnder jeuchde. So wert de Heere eenknecht met gheween.
Pandanderſchepſelen alghemeen. Aldiend hyzynluſte teghens reen ZSpmoghthemniet verzaden: UDant Gadtseewich wezen/en anders geen „Daghſmenſchen begeren vermoegen alleen. -
Dies bleefhy met zyndwaſeluſt beladen. TDoe was hemt'leven eenſware dood/ Zynluſt wert ppndoo! onverſtand groot/
Hñvantzich zelfgants naackt eübloot Enlcerde met zynſchade:
Datdienſte van luſtbengt jammer en nood tÖſtandsheerſchappy voed deziel alsboot Deshy die luſt ging fluyten uyt zynrade. Bep?oefde noot gafhem doe tverſtand
Eumaactehem der vzouwen vooght te hand Die dwanchy doe met des redens band Maruſt was al zyn ſchouwen. Syngangen die ſtrecten na s'Hemels Lant/
Abl Werthn vanzothept noch aangherant: Yetonverſtand enmoghthem nzmeer
Ä AAL
-
- -
-
-
-
- -
-
-
TPaar naheeft Godts lichtzynziel Hklaart Enint ghezicht een nieuluſtghebaart. TPaar zyn dees die in ecn bergaart/
In Godes Gheeſtverheven. God ſtiert de man in wyſhepd vermaart
De man het wpf ooc naGodlycker aard. Dolruſt volluſtvolv?eed'is zulc goed leven. 35
Opde VDpſe alſt beghint. EÄ goed nieuwied hebic ghedicht UDt alghemepnderminnen
TOenoodheeſtmy daartoegheſticht IWAct welverzochte zinnen. Eenſpieghel wert hier elceenopghericht Diegaarn hemzelfzeuwkinnen. TBuskeertmenſch ernſthmeughezicht Terwaarheyddie uverboghen Licht -
g
MDſtaatzult ghy hier vinnen. Jnonverſtands verblind vernuft ZBienjonchepds domme ooghen: Opydel waanenſchym vanluſt
Daar doo?'t alwert bed?oghen: ZSoo comtmen in dees UDereld volonruſt CEer wp't beltennenmoghen. ſ
Heelonvernoeghten onghebluſcht 2Blyftelcrverlanghendat deloghen kuſt
. Daar doozypynghedoghen. IBier opent dan de luſte duur/ (C'ſchalck oogh datons comt Hucllen. i ſ
TDatſchept metbooſhepds dickemuur 3Dan
PanGoddie Wetgaat ſtellen. .. Die toomt dezonden groottotelcker uur/ Beelmeer danmen magh tellen.
Aldoetmen dueghd het valt noch zuur Dedaad vätquaad mélaat dooz wetg beſtunur Dptvzeeſe vander hellen. -
Tor datmen valtindoodesklacht
Danmachmenhoopbeſpoten. Die toontons heplin Godeskracht
F ÄÄ
. . . ie werckt zo Raarſtichdat Pſmacht: Gmt’Hemelsloon verko?en/zynziel Ziel Pſmacht:
Eghoedhy bekent bemint noch acht
Zyn arbepd werthem zuur dagh eümacht Enblyft meeſtal verloren
MBantknechtofhuurlingzullenniet 25lpvenint hups des Heeren.
FRaartkinddatmen in allen ziet upt Tiefd den Dader eeren: Ailmachzpnzwackejeuchtna Gods ghebiedt -
"
Altquaad noch niet afweren
Gheenloon noch Peme het beſpiet. HHaartloopttotſyné Paarwathem miſſchict Gmhulpete begheren. Ditkintin deuchdenopghevoet
-
M9ert jongeling vandagen. Zyn kennismeert van'tbeſteghded TSatzoudehpghaarn bejaghen/ Iºaar vintzpnmachte clepn nawilenmoed tWelckhp3Pu vaar ghaat klaghen. tDerzoecken
-
-
ſ
-
- -Fº“ -
-
-
-
-
t“Perzoeckenmaackthemdan recht vzoed Die zyn wilna macht welmatighendoet Env?pt zyn hart banplaghen.
TDe Pins de man de vzome held JReemtalzo toeint wezen
-
-
ÄHetmacht wert zyn verſtand verzelt Als koning uptgheleſen.
-
Dan ruymt zynvyandflurmetſchandët'veld IPp treurtuiet meerupt v?ezen.
Gheenpdelhoopzyn hertonſtelt «Gods teghcnwoordigheydzyn zielverſmelt Jnt Vuer van liefd
ser Ä
rxrbl.
Lied:opdes dichters efiznn vrundsnamen. Gp de wyze: Vn coeur vivant enlaugoureuxdeſir.
VDileentch menſch des hertéruſt verpachté Hemzelfinalmoethp recht kennen leeré
Die ſchepper Voighenmetalzynekrachten/ Kipcdomenarmoedaleven veel achten
Zoo'n maghhem dangheen creatuerederent ZSchouthp onruſt ter ruſtenmoet hp keeren. Diehem bevoeltmetonruſtenbeladé En blindclickuntreuren gaat verſmachten/
Danquadeluſt verleytop Ä paden/
Zynziel die wenſcht ma verloſing van quadé. JPaart'moetmeerkoſté dä wkſchëmzklachté
MBileenich menſch des hertenruſt verpachten MÄpck van verſtand werdthp die t'alderueré
Pevdruckenleertalzpmonwps begeeren. ---
Q
Die zyn gedacht dooºooºdeelklaar leertpºuré tBeginten ePnd boo?zichtichpooght teſturê/
Synonachtzaamhept zoo upt gaat weren IHemzelfinalmoethp recht kennen leeren. ADolcomen wert de menſchbupten en binné
Gheenydelmoepten quellen zynghedachten Hy zoectna ruſtmet opmerckende zinnen.
Gprechte kennisboethem Godbeminnen. ABplaat zyn wil en leerttot zyn verzachten TDie ſchepper volghenmetzpn crachten.
Iteerſſen veel claarder dan derzonnélichte
HÄ hy unthartſdie aldes Werelds vzachté Änzpnghemoed ontfangt met cloec gezichte: Teven en dood is hemeen fnt ghewichte. Hy can zyn moed voot verkieſen wachten.
Hycdomen armoed aleven-veel achten. Tooºnen win ooc vzoukenszonderlinghen Doëhaar miſbºuyckerspnnlycthert vertecé Tie hun van zotte luſten laten dwinghen. JPaar als demenſch alle tndlycke dinghenſ BeſtendelpcghebRupct tot Gsdeseeren
Soo enmagh hemdan geen creatuere deren. Hertzinen moed heeft hy opzins volvzeug TDie welbezitten can en welontberen. (den
Synoudhepd bloept altydin verſcher jeugde Äshy vereenicht met Godlyckedeughden Totaldert d-moctv ein henn Vermeeren | | | ZSchouwth ouruſttotruſten mocthy kccré.
Op
rrrbH
--
Op de wiſſe: waarmagh znzpn die
rt
Liefempn.
-
Kenniſſe zingt
-
Eginto zieleen Wiedekpn/ -
eſ.
DDaneen rechtbaardighoo.deelghced. Jºomt alle die intwiſte zyn Zoeckt Salomon den Liechterbºoed.
Tsonthemuzake metootmoed De waerhepdudaer nieten ſchaemt. Zo wertuleetdoo liefd verzoet
Enghymetmyſalich ghenaamt. Een moeder Wiertickt öngeblgamt
Panliefde dooyºtgeloovevaſt.
*.
pnzothepdmetterjeughd verſaemt eeforeden onderwil belaſt.
Gnachtzaemheydheeft mp verraſcht/ Doort ſlapendiep in onverſtand:
.
INenſtal mpnkindeen b?eemdeghaſt GDuam mp (helaas) daär voorter hand. Konds-onn mM Waackt aan elcken kant
ADerkeerdeluſt eenhoere quaad/ Als dees mybeeſlick ſlapenvand
Stalzymynkind der liefdenzaad Daar voo?ltet zy een doodelicke haat. De daghquam aanick benontwaackt TPaar zaghick treu.righinder Haad
Dat luſt my tleven had ontſchaackt. Ellendighheeft mp ditghennacckt Äck vand'my metterdood ºgaert -
-
Tit
Ditdoodekind hebick verzaackt: Alhadickt'levenniet bewaart. Jckſp?ack tot luſtquaap hoer Vermaart
Ghyzytdemoeder vander dood/ Tiefdis mpnkind vanleveusaard, Dit geeft my weer in mpnen ſchoot.
Zyweygerdemy dwanck dennood Haar vooz denktoningte dagenſnel Dienklaaahd ick daar luſtsonrecht groot Die t'leven namdao? valſch opſtel En my met quadcluſtenfel
Paar doode o2aght ghafvöo: mynkind: Zyſpackt hoortughpweethet wel Dits tmyn hoezeerghytleven mint. Terſtont ſpack Salomon wpsgezitt: IHetlevcnd kind deelt raſch aan tweeu.
Des was te vºe endeluſte blind Ditoo?deelheeft mp thertdoodſne'en/ . Äckbad den koninck met gheween: Datmen het kind dochlevenliet Gnhy'thaar lieber ghabe alleen:
ÄBantlevend deeltmen liefdemiet. Eericktkind bYachtin doods verdziet Jck derfdetliever talder tpd.
Dedoode helft mp geenvxueghde biet: WBantliefd jeghens ghedeeltheyd ſtrpt. IMyndood waar albeterpºofit
Danliefdom Inſtzouwzyn gedeelt Petismynſchuldick kenticlyt
Tismyn verſpmdatluſtditſpeelt. Jckt
=-
–=
Jckſprack oktoning Godlickbeeld ºpn rechtzoudeick verlateneer TDantkinddatin my is geteelt
Gnſchuldighlpdenzoudezeer.
-------
Spreeckt gheefthaartkind allevendweer:
ÄGant kennis isliefdsmoederreen Zoo heb ick mpnghemoeds begheer
Gnwert verloſt vandºucken ween. JAuhebick u weerPºincekleen
Dieven Goods/hetgrootſtzyt ghy. Shyzytmyn Goden Paar alleen Ghwilt dat icku Hoeder zy/ Alſlaapickm/ghn waackt osor my: PWDyſheydhoedvoor alleſmert. P MBaarheydmaact mpliziele vºy.
-
.
Pliefd omhelſtu Perkoonhert. , rrrbiy Opdewijſe: CD w?eedlede daar banickt zing Ditlied. Er UDerelt rond * Js numeeſtonghezond JDetbooſheydheeldeur-wond Het Volckiu alle ſtaten. Dedaad bewpſtonsgrond . . L.
Pol quaadheyds talder ſtondf Lll ſp2eeckt Van Goddemond WPatzaltonsmoghen baten? Een zoGnken Waard WPert'ſvaders wooºt vermaart MDan WRoederk en zaart -
Ä
-
5
U
Gheboren
Geboren opter ſtraten Zyn wp/metzsud bezwaart: Enhyzpu Godlickaard Änons niet nieuwenbaart
ÄGatzaltons mogen baten ? Liefd enootmoed Maſtleven Chriſtighoedt Cns alderzenden boet:
Als wp die willen laten. ...
,
JENaar als ons heghemded Soo: npd, verdºpvendoet uytonszynleven zoet ADatzaltons mogen baten? IHet ppnengroot
-
-
-
SterfChriſtus t'levens hood:
-
Cmons upt dieper nsod
Än't levente vervaten.
Blpvenwp willighdood TDiep in der weelden ſchoot Dervaart voo?'t lpdens b?ood WPatzal't ons mogen baten? Än ſ'hemelstroon
n't eewighwezenſchoon Doerdoe die Godeszoon:
Hylieft ons bovenmaten. Blpft elck hier metterwoon/ Zoeckt elck nat' aardſche loon
Äft vleefchelcrhertſen kroon IPatzaltons mogen baten? Dees Pºincefpu -
-
-
Dees
Deeszupver Godlick'wpn Derzielen medecyn, Gheneeſt nietdoo2ſchoonp?aten. Z M moetged2oncken zyn Salzy verdºpven ppn/ -
-
CDfalons ſchone ſchyn Enzalniet mogenbaten. PTTIP,
Op de wnze: ghevare/ghevare/ -
.
hoe iſt numet uvlast
M
zlnnen, metzinnen
ºerchtmenſchjmpnen zane Atomt ghp ter waarhepd binnen So zegt Godlofen danck/ TDed?oebe zaltraoſt winnen/ En kracht dezwacke kranc Dekreupel ghanc
Diedsºſtheeft d?anck De blinde claar gezicht. In Chriſti zuldy'tvinnen/ Dolgt ghy hemnain't Licht. JPNet trouwen met trouwen Heefthy zyn Godghebe'en: Taat Ughenadedoutwen/ GPpalmpnjonghers cleen:
WPantzy hen aanu houwen Eninmpnpadentre'en. Dusmaectſeeen/ Änons ghemeen/
Enwptzamen inhaar: * * -
E in
Op
Gpdatzpons aanſchouwen Än eenichepd tegaar.
Hetleven hetleven Benick volv2cde groot.
IDenſch wildp my aankleven Äck vºy uvander dood TBynhönger wert verdºeben! -
Äckbendes LevensbMood Aluwen nood
«
- - -
En wederſtoot
Perjaachickmetterdaad
Ä
ick ugevenſ Als ghpuzelf verlaet. " Den armen den armen
Benick hethoochſte goed TPendroevigen tontfermen Der ſchulden volle boct:
Denkouden het verwermen TDoomynderliefden gloed
Des doolders vpet Stierick metſpoed MBeer opterechte baan. Die omhaarzonden kermen Doe ickinvzeughdengaan.
Denzottendenzotten
Benic Goodswyſhend klaar. Tiemethem zeive ſpotten Pºijsfcbp mpnenvaar.
TDie als hetcoon verrotten
FTakeick in mp vzuchtbaar.
dGhe
d'Ghebangenſchaar ÄnzondenzWaar
Verlosickt'aldertpd. Die als Potbackerspotten
Jºpnwercking in haarlpdt. Cerſcholen terſcholen Ghaanzpintleven mpn.
Hoemoghen zy dandoolen Als ichaarwegh moetzpn? -
Ä krachtlept diep erholéſ n mynen kranckenſchplt. IDpn Waarhepdfpn IHaar IDedecpm/
Berdypftalhaarghequel Entreedtonderhaar zolen
TOood/dupvelzond'en Hel. Dees Heerendees Heeren En Pºincen bºengickthups.
Daärzydan vzeughd hanteré Bevºptvant.ppnlickkrups. Haar mag dannietmeer derë TDer ſlangen valſchgheſpups: ADanhaar abUpg
Schanden confuys IMaack ickſeeewighvºp/ Danbenich menſch meteeren Enzp Godlick in mp. rl.
Opdewnze: Allemnn ghepeps -
doetmp
Ä Een
Enſfryd van bºeden in myngemoedl TDoet my met treuren nuzingenl/bzo,
Jck benin weelden voltegenſpoet Eenſaafbevºyt vanveel dingen / ſno. ADMpwlllighlaatick my dwingen/zo.
Tghebzeckdoetmp veelgoeds gebuycken. TDoo? ſtouthepd werd'ick gheringhe
blo. -
uptgalleerickmu honighzupken.
-
Dalvienden benick van Bºienden bloot. Dolkennisleefick muzander raad. Dolruſten woelickin onruſtgroot. Dalliefdevindeick myindenhaat.
--
ADoleeren werd' ick van clck verſmaat Paltroubt bind' icker Ueel ontrouwc. -
Dolghoeds begeerick noch onverzaat
ADolbydſchaptreurtmymhertinrouwe, Iſn't nietzavind'ick mualdatis/ Än ſchanden wertmeeſimpu eer vermeert,
TD'onzekerhepd maackt myn ziclgewis. Het ondervindenmy dit recht leert. Ontzeggen kanfck mynzelfs begeert: Enblyvenin't verandzenſtadigh. Als alde WDereld hem Van my kcert Blpfick by mynen God genadigh.
Pºinces ditis numpn vºeedzaemſtrydt: INpnogenvolvan warachtichepd
Een Godmaacht mp almyngoopkens qupt Getrooſ blyfick mits inklachticheyd. Aankleefdy tſchepſels onmachtichepd
Trooſtloosyt glpdeur Godts
ernſ
-
-
« - -
--
-
h
Ich hebt verzochtmetaandachtichepd. Enblyfverworpen º verkooAnhert. rll Opdewrze Plaſm. s». -
AÄ getrauwe heereſ *TDie altpd trooſtind?uckighzeere
Dertrooſtſchierdyn verdzuctebund 2Benauwtvertreden Van'tonkNupd. t'GNuaad heeftnud'overhandghenomen. Debozeſpotten met de v?omen.
Sp ſchuddenthaafd inctgroot verwpt. (Trooſtheer dpn kercktis nu de tpd. Wptniet dat wy boventvermogen TBesvignts overdaadghedoghen:
Gpdat de booz ghecnoverhand
-
Ghekryghinons will en verſtand.
-
JPaar heer verdrpft uyt uwen rpcke
Denbozen metbaoſheydghelpcke. Zalft onſe zielen in dengrond:
MDant wy zyn. doodelpck ghewond. Äſtheer dat ghy noch wiltkaſtpden.
Soogheeftons kracht dat wptrechtlyden Totlofvanuwen name groot TPat wp die pºpſentotter dood:
Soo langhans hoop ſtaatop den menſchen Soo langh wpſotteycken wenſchen ZSaolangh WM bouwen op ons kracht/
Soo langh wert ghy doo? gns veracht. Änonſe roem wilt ghyniet helpen JMaaralons kommer trooſtlpckſtelper _
E v .“
Soa
Zohaaſt als elchem zelfVerlaat En bloot opu beloften ſtaat. Dus blootons heer van Creatueren
Dernietin onsdoo? doodsbezueren LºnSvleesons wilönsquadeluſt
Doertons danrechtinüweruſ. Coomt pºinsu
Ä indees naoden
-
ZBilt eerſt onshumſvyanden doden -
Äaarna verloſtönswan'tgheſpot
*.
Dan die nuzeptdaaris gheen God
Ängten queltaanalenzpden:
aatheminönsdood nietverbinden Maarweytu Schaapkens veylighvgort. Cer eeren vanu
bººy Wos2d.
B
rly.
GDp de wnze : Pſalm 86.
Van efdzingt mpnherte veyligh Zondigh natuurlicken heyligh. Zondichmintde menſchhet quaad Dat GoodsghoedheydZeere haat. Bondigh mint-mengoededingen/ Diemen boven God geringe
Boaankleeft al zynzeons vzeemd: Datmen treurt als Goddie neemt.
Hemzelfmint demenſch natuurlyc
Ätocktºns tot liefoghedinurlick:
Ä midhepd clckmenſchgerieft: an verdwyntons epgen liefd. ºatlurlick oock optbeminde
Allemoeder harenkinde"
-
- -
d
f
Datzy voedtmet zo?gh en blütſ
JPietom haarmaart kºntspºofit. Heylighmoetmende Liefdpºpſen TDie vandaardomheoghkan rpzen TPaar zy lieft God boven ſal:
-
MDant Godzelfdees loven Izal :
Dees baart liefdinherte en zinnen/ TDie Dén naaſten Doet beminnen/
Alshem zelfter liefd van God. Titsalder ſlot.
obeboº rilW.
-
Op dewpze: ABpnzielloof nu den Heer.
Crups moet gebzagenzpm/
In d'oefhepd ofinppn Gnlpdzaam ofgeduldig Tweevint-menommiſdaad Teenghoeden tander quaad: „. JPaart.derdeis ghants onſchuldigh: TOeſlinckermoorder boos Tyd als een Goddeloos
Zonderberou van zenden. WHet quaad bemint zwn hert. IHyhaatdeskrucesſinert Enlaſtert Chriſti wonden. TBerechterſchaker goed Bektentmet ware OOtmOedt
Dathy zynſkrafiswaardigh: TDielpdhymetghedult
en pºpſt Chºiſionſchuld
-
-
Die
IWHaar die anſchuldichlyt Enin zyn kruysberblyt/
Zterft willichalzwnluſten. Het Krups Chriſtindzaam TP2aeghthy inzym Tichaem Geenkrupsmagh
bººmen
GDPdewnze : Pſalm.41 , DE ſchone luſt verbeeltmetkloceIBerpent. " kerhand
es. “ da
Inſmenſchen ºerſtand Trect tothaarindé rueckelooſen macht Aldes begeertens kracht. TDees lockt dä oock de redézo onv?oed
Ä- Datmer dezonde doet.“ dingye. Zabaart die luſt dezande enden dood Zokomt demenſch in nood.
Ä Daniſmer voor denlieven God be Ä Datmen upt v?ezen vlucht. (ducht, Ä"Dnſchule weghware baoſheyd ver Dienvalſcheſchyn vermomt. (ſtamt „dam Daar doolt de Menſch in 3pnezede
ºer p- Die hemgheen v?ede laat (quaad *** Totdat Godroept die hem Wäzönden Weckt /
Entotter deughdentreckt.
Ä.
souwé TDes heren ſtraffend woordt
*
-
Dienstreurich herte däbegcerlick (hoozt
Endzaaght zynkrupsmet eé pdzaam ghemoed ZDºrs
T
derrohr beloften zoet.
ä Herpk b Hers
Beloftpädeughd die doo? des waar- Ä hepdsraad/
Änt
Ä;
ºnsauſten bºenckenchaat
End waan hethoofdder zödéledé alÄ Än ons vertreden zal.
Hooft.
-
Aliſtopzinsdat in dees Chriſten
Äea waan nochzomtydts bpt:
(ſtryd
Ädachteuſt die thert(haaghr be- Äfs Ä" GEn luſtelick belaaght: 2 trouwtdéHeer 3pn Wetint hert deeſſen. SEnin zynwoorden blpft: (ſchºpft Zºe Waarheydzalu vºpé vandeſmjºt Alshaar Berkoonhert. -
-
-
rl Ü.
-
„
GDPdew ze: Het voereenmaeghdekenover ÄZºhºedehaar vaders lammerkyn. Pºint blytighghy ſpinſtersal ghmepn
Äaftskleed ſlecht fpnenkleyn Äenºis wasofwertzeercleyn JRaub?upghoms behagen
Bºuyetrecht/ hetzyndziedagen. De d2aat die ghpopuſpille wint JSmt van dagheu were begint
ſ
Äm Goods wetuwille Dereenight met Goddie uzeerbemint
Doigt ſmelzpndaapenſtille. ſ g!
-
Zſdatughehaſpeld ghaarn miſhaacht Entwerck banghiſtertherte knaacht Laatditdenmogenereſ.“
-
IDAackt
ÄMaacktopzetin Chriſto)zyn hulp bejaacht Omu Bantguaadtekeren.
"
-
Cºvlaſchaanden rocken datmoegents Enhooptniet optisonghewis Spint nudeughd Ä hanteren: ,
-
A
MBeeft liefddändit webbe zolzryghdy fris Een Bauplsfts . -
heºÄn
LTLI.
LIVI.
-
Op de wuze: Pſalm. 43.
T Erecht is hy volmaackt I Die mieten miſtin emichwood.
. .
IIaſchdoolt een tong die haaſt verſtoo?t: WOanttoo?nt'verſtand ontſchaackt.
Zoect ghy ruſtop aardryck ZSo denctalſmen dyniet miſdoet :
Gheeftheerghedultdoo wareootmoedt IBy ſchiedt geenongelpe. Steltdynen mondeenſlot
-
Verſtomtuzelvenmet vooº-raad Als iemands klap of quade daad. Dtrecken wilvan Gad TDepöoºtuwes monts neemt acht: H
Dpent die nict voorzonnenſchpn/ Danbyeeckt destoornsſcherpfenpn ÄPetb?oede antwood zacht.
Dees Haad voo!-komt diezond TDie dick detongupttooºn bed2pft: JHaar als iemantmiſdoetofkpft Deelnutterzwpght demond Endenckt met TDavid dan
-
.
.
-
Dºerseesºmen erwº GPpdat in mp naact werd'öntdeckt
D e
Hoeicverd?agen kan: JPMälar ghoed iſt boben al
Datmen voot quaaddoen ofverwpt Iºetherten ghaedghebenedyt uptliefdezonderghal:
Datdedeons Meeſter ghoed Hangende aan't cruycebloedelijc:
Woghic u Heerlangmöedelic Dliefd mpn tongÄr bH.
-
Opdewpze: Pſalm 23. enº doun doctons het blind-ber -
--
SJ2
ILLU.
Iºannaſehent entlevengoed verlieſen: Dandalen Wppynlicop vºemde padé Cotdatons Gaddöorlicht zynder genaden TD'ellendichept ban onzenſtäÄt doet weten Entoont de Zond/daar wpden dood aaneten. krachtvan waarheyds eerſte
veblyct TNUliG /
Die openbaart des logens valſcheſchennis ÄSo hatelpc/dat wy daa2gants afgrouwen:
ĺnedoch nietmeerkonnen betrouwen: Däkomt Gods v2eze inthertom ons genezé
En maactdat wy Gods tooºnenſtraffe vzeſé. Als dan de menſch miſtrout de valſche logen
Cer waar heyt keertzynheel verdoaldéorgê HoZent de Heertghelöofin't
bereitere,
t R
ESF
---
Dat haarontfangt vºywillighenbegeeryck. TDees doet Gsds Wooºt bovétvernuft anklevé
(Totinderdogtupthoop van't eeuwichleven. Deurdit gheloofbegint demenſchte ſtrydé Ceghende ſondghetrooſtindAucenlyden Derzocht verſtand vanzothepds luſtellendich Heerſchaptmet raad/over zyn wilinwendich/ Die is nu goeden volgt in ootmoed ſtille Chºiſibevelin't doen vanſvaders wille. WDelhem die ſoo geloovich tquaad can haten
EnnaGodts wooºt die aartſcheluſt verlaten Gmſalichlyckintgoedelanttewoonen ZSoo Ab2am deedwant ditznn rechte Sonen
Dan Abrahamooc vzuchtbaar Chriſtérancké: Haarhoochſteluſt is Godts genate dancken. -
v
rlviy
Opdewijſe Pſalm 12.
D Eeere Godsväkrups verdiet en lpden Js talretydter wereld cengheſpot
Die heeft geenhoop omnamaels te verblpdé Enſpeectinthert daer was noch is geé God. TSaarom achtzy't voo?blinde raſerye Datmen zyn wilom Godes willehaat. Der vzomen weghnoemtzy eendwaſerje Cmdathy zelfzynluſten wilverlaat.
IMaar als zyziendezonen Gadste weſen! MBienslevenhierhen was eenſpotternp Danroepen
FF- –
_
Dan Tºepen 3Wupt Wanhoop van gheneſen
pelaas telaat bººk Zotternp. rtr.
t
Opdewiſſe Pſalm/38.
ſ
D Je hierna Godts wooxt willeven Hem Aaltkleben/
Ä waan met aardſcheluſt
d
iepoghen Vog?valſche treken Enzoetſmeken/ ä.
IHentehouden uyt Goodgruſt. DolghdV zeggenzpudzoomen
s
Ghpſult comen WBt veel vZeughden in treuren.
-
Blyft hier Wildy't mietbeklaghcn Bpumaghen/
Binnen der Weeldendeuren. .
Maar die Godt gelooftootmoedigh WHaaſthemſpoedigh" WPthem zelf tot Godt tetre'em. -
Hp komtmethoop en betrouwen Doo? veel rouwen
Än b?eUghdem met
-
s
ghemeen,
ſ
Opdewijſe: Pſalm. s. -
OÄ. Strytmëhier bºoegeñlate. Daarmen welſtryd
Äsvpandpcke hate. Die haat bcſtaat In quaathcytskennisclaar F
.
t'Belicºn
––
tBekende quaad (Te laten valtnietſwaar. UBelluſt bekooxt . . . Doo2ſchooneſchynmetſneken. Der ſlanghen weo2d Toont nschzyn valſche treken. -
Ghemeene waan/
-
MBilzyn als Goden groot/
Dooditbeſtaan kiomen wp indem dood. JPaar die Goods raad/
Bovenhaar luſtaankleben / GEn netter daad
Des Heerenwood belehen Waerden ghebNacht Änt Godlyckleven zöet : TDoo? Godes kracht
Mietdoo:onsvlecſchofbloed. Wie ſoo verwint
-
TDanckt Godverloſt van rouWen! MDie nood beWint
-
Loect hulpmet vaſt betrouwen
MBic Goddan vºeeſt, … FNoct hier uptvzeughd of Pyn/ Än waarheyds gheeſt
aba zyn. Opdewtſpſalms,
Bidden oft dan
I
YOdſchept den menſchterſalicheden HFVaar ſotte wilhemſheven/ Doet
TPän komtmen weerintleven/goedl Alleen dooz doodenen vertreden/
Danquadenſeden. Cotdit verſtand magh niemandraken Dandso? des Heerenheylighlwood. TBathelpt den kleynen vepligh'voot
Gmhen doo? quaadhepdsrecht verſaken =---
Halichte maken.
TDie hier het quaadzept gaedte weſen Snhem van God nietradenlaat Blpftſtadighinzpnquadenſtaat JPaar die ootmoedich God wilvyeeſen/ WPertheelgheneſen. --
Deesheeft Gods wooºt tot zynderſpöſen Hp ſterftſpn wilen luſte quaad TPaar doo? hy in Goods ruſte gaat WPaar hpzyn Godmet deughds bewyſen/ WPaarlpc º pºyſen. U).
Gp de Bpſe Pſalm 8. .
. .
Alatons hetlofdes grooten koningsſingé Diens groote macht bolb?enght zeergrote dinghen
Hyvytzymbºupdmet daden wonderlick Envanght den ſchalck in zyneneyghenſtrickt. Pp
Ä Ä bºupd upt dupſterhepds quaa PlagheU/ -
Gp eenen wegh van die verlichte dagen TDie wechisſelfdes levens helder lichtſ TDer blindé oogh en claar
war.
of
Fy
n
Synamºphaer
Ä
-
Änthemelslichtcé wacker ſcherpopmercks Dachtwild ein
Ä na Gagdg Ä zoet:
Entraddenwegh van dees die dagengoed. Haariaagden nade ſonden angheneeſick! Hertſtochtéquaad Hſchpictëvaozzeer szeeſlye Hºpſtandomcingheltmetter dagd: . . . God hulp zynbºund van menſchëhulpe bloot, Tgclaöfſloegh raſch meteen
ÄWilli Ä“ SFÄFF PU
ter ſpden :
-
-
Enindeplaats van't over alonſtuurl Waſtwater wcec den bzupd cenſtälen muur
JNaarzawaſt niet den na jagendenſonden Mant hct bcviel den bloetdoºſtiglen honden
So dat zpal verdonckenkleynen Groot.
Enſoncliendiepte grond als wichtich loat. tind:ädeslichts die eerſt waert duyſterlinge Wandeltintlichtlaat ugeenjucaandWingen
Van Pharagmaar vºn van zynſwaarhepd:
Dvºyerpºyſtin ober en in Waarhepd. U). -
-
Opde wnſe: Pſalm, 8.
D
E Paderzandzyntrouwe knecht Pet Popheetſch wooytomtotter echt Spns lieben Soons een bzupd te halen Dazyncnbcelduyt d'aardſchepalen. Dees van't haarbp eenfantepn
-
Ä
Dedoop/derſonden dood ghemeen: . . MBaar recht berouw inthert woomt unni
n
Itanſheeren wooºd den ſondaarvinnen. TDie knaap verblptinveughdenzoet Derciert den Bºupdmet deughden/ghoed Ghehoo2dafophet wooºd kan mercken ÄRet krachten dadighingoey Wercken. - Soo lockte hymët minlpckhepd
-
Den Bºuyden v?aaghthaar zinlpckhepd/ Hydwinghthaar nietwilvºiendlyckleden: Dywillighghaatfy met hemtreden. TDusghingh zy upthaar vaders hups Spvolghdet'woozdzydºseghhaar krupš
Enginghhaar ſelfwillens verſaken Gmhaar lief Bºuyghounte ghenaken. TD'eeuwighezon Goods waardeſoon
Daaldº after aerden upt zyntroon GPmzpnen B upd daar teghemoeten Enzaichlyckentebegroeten, Hp ginghbyſlevens bo?ne klaar Die ziendeheethp
Ä oPhaar
JMetzpnal-ſende klare osghen:
Spnluſt iſt klepnhooghteverhooghen. De Bºuyd zäghhem osckſpoedelpck/
Sydaaiden j ogtmoedelpck , Panſkemelsbutkramen
-
.. . -
Ä
Enkend haarſheerenliefduiet waardich. Äſack wiens naam lachen bedupt
Derblptminlyckzpmdzoeve bzuld: GEn bºenght haarinſpns moedeks wooningh:
Daarzy verbeptzpntrouwen krööningh. Gphe - jf iij s -
\
liig.
-
Opdewpſe: Eenaardigh
--
--
# hierTrommelaarken willeven metſinnenblº . 'aideruren ruſtighin Goddehºcker vzeughd. Die maackt zyn her Vanhopen v2P
V
- -
Äjeraatdevzeezdaar Wº Zoo heefthp altPt gheneught/ Hoet God deMeer geveught: ÄSanthoop en vNeezzº twee ſuſters quaad
Smenſchen hert verſare Ä alder ſtonU ÄPaarhoopverbºt doo?ſothepds raad Jºaeentytelpckebºa ÄGertooethertmet Week deUrWont Envandoefhep. onghezond. Idie ſtuernisſot dºpftuº ghemoed Demetpynutpdſtelen Zºº p2ofyts
-
-
-
Hoopnagheluckuº vooºhoeor Ämer acht deteghenſpoe.
.
Äjeefahyvandºuchevy Inveughdentaler tut. - 'jitsödlyclevenayºº ert –
-
Äleiööſen indes eerenruſt Ä onverwert
TSgar leeft hp
#
Wall
Ä dAuc Ä
- -
je zynuptghebluſt
Op de wpſe: Le begeretlabergere-
-
-
Zaligh
menſchen bpden TSiemethehp betrouwt: “ Gadt rren Z Alighleeft Diens verkieſen wil noch wenſchen
JPict enzoect dat na berouwt: Jºaar herten wilghelatenhont " En vslght den wildes Heeren.
TDeeslyt Enmydt Hplyt Goods daad
-
Enmydthetquaad
en onruſtdgren
TDusmaghhem hier l.
-
Opdewnſe: Gntwaacktvan ſlaap wie datghyzytſinde ſen nieuwen tpd.
NÄ waar den tpd WPiedat ghpzpt JMetvlyt wilt opu wandelmercken: ADerſlytu leben nict in onruſten: JPaar maackt u qupd Twiſt ende ſtupd
BeptEend acht in aluwercken Bevºyt/uhertevan gutadeluſten/ t'Begheren menichfoud
Heeft mujonghende oud Heelinzpnghewoudghedzeven
-
-
Derkieſendset verlieſen eengheruſtich leven. Een pder jaaghtldathembchaaght/ Gheplaäghtzynzy almet begheeren/ Elck knaaghtzpnhertdooºhoop en v2eeſen Hoeonverſaaght men onruſt d?aaght/
Ick klaaghten macht mochtangniet keeren F iiy
JPNen
T-/
Iren vzaaghtnagheengheſtadich weſen JNiemantzpnluſten laat
JDoch die begheertenquaad Die ſozondermaat aankleven ADerkieſendget verlieſen een gheruſtich leven. Toopt doch niet blind-heen vao? de Wind Dees quintenzalniet langhedueren 25eghintdiemoeyten eenste haten. Elckeenbemint Man wyfefºnd Envintdathpt noch moet bezueren Derzintdat ºhythier almoet laten -
#phoochepdeerofgheld. Ä # Ä Ä.
-
-
MSanthetumaar queltintbegheben
-
Berieſendoet verlieſeneengheruſtigheben. Temtughedachtdoowyſhepdskracht En wachtſuhertete verhanghen AÄn Ächtdäar afghy oockmoetſchenden Tzphaochepd macht ofgrgot gheſlacht/
Gheächtte zynen welonfangheº Onſachtſoudueeneynºbereyden. TDentpd urugghe biet. En inde ontpd bliet . . . . . .
-
THaarenmooghdynietinſneben. ... ... Perkieſendoet ver Ä" leven. Gaatalzoo voo2tbhºftongheſtgo2
-
«Enbooytühert ter rufen ſtille . . Tdgesposztjen ſalunietbedieghen-
.“
MDatubekooxt/laatonghehoGºtt .
ÄSermootraſchuwen epghen Wille -
.
. Tit
- -
-
-
- -
Dit woodenſaluoockniet lieghen. Dereenichtuinteen/ Pnaaſten zytghemeen. ſoect groot noch kleen daerbeneven: Derkieſendoet verlieſen een gheruſtigh leben Eenhertenaackt/ vernieuwt vermaackt. -
Enhaackt mietmeer naaardſche vzeughde
tBerſaackt de tytelpcke ſoghen
,
-
Heijajrjackt Enſmaackt/de.eyndelooſe deughde . Eenraacktäangiſter noch aan mo?ghen: Hoowie dit heeft bezocht Enbindt in zyn ghedocht Jeeft zich ſelfontknochten ontweben: Derkieſen dort verlieſeneengheruſtich leben. Peemt Pºincezoet deesklepnegroet : Behocdt die welvoo! upartyen
Dees voct wilickunoch verclaren/
t Ghenoeghengoed verheught den moed/ Endoet Henmenſch altydverbien
-
Cºnſpoed machhemmiet meer beſwaren: Daar wiedat zyn begheert
-
Ä ..., Alzyntpdverteertmetbeven Derkieſendaer verlieſeneengheruſtighleven.
Byvorghel
e
Mzooznhert aenzpnen Z. Spiegel
Ckweetdatuwe beſchepdenheydzoo luttel zoeckt nat“pdeelofdermenſchen: als ghPalthd des zelfs
baarmoederware deughde/doo?loflückezeden / zeer weihebt benaarſticht: Der Valve uhet warelofdeste
meer vanſelfs moet navolgen : als Uſtadigheafkeer
vande verwaandceerſuchtoptheeft Tevioden. Sulck u doenuwenthalven/endeub?undſchap mpnenthalven moet mº verheughen/welcke vzuudſchappe endevzeuchde zullen ghedueren zoolange ickleve/ense ghpuſelveghelpcblöft. Andersſoudpuzelf in eenel
Ä
ſendichieven/endemp op der quaadklappers tonghe
bzengen/Geineret alleonbehooºlp.chzhaar Ä ſchandepcquelttende allemans opfp?aac eiche beruch ticht nazpnghefelle: Polgens deſpreeckwoo2den/dat zonde Haarepghenroededzaaghtoptenrugghe: ende
dat voghelenvan eender veren tezamenlieghen. Ghp danſult altydg?oepenende bloepen in deughdenende v?eughdeu/indien ghpºphare Weghenſtadelpc mso dert uzelve in allen Werbetert/ende eick ma vermogen/ nutzpf. Titunaäct den Menſche GoddelpC/dats Gadt
gyeipck/zo veel des demenſchelpckenatuereontfanc keipckis. Hier tgeals tot des menſchenupterſteepnde
hoozta aus daenende latente ſtrecken. Hetvooozbeelt vanzuler hebbeickindeſe 24 dochteren mpns vorigen Ilieds/ttwerbegeerten gezonghen/de welcke in uto mendevanbe Woodétoften Merckenghp een lebende ZSpieghei vso?anderen ternabolginghe van uzuit ver
ſtrecken/ende een uſtighe wegh-genoatoptenmoepe lyckendoo?gangh deſslevens vooz mp
Dvrindt TD:D:Pooznhert. - ---
-
----
" -
-
-
Lied der Liedekene: Opde . .
. wpſe: Pſalm. 8.
.
.
.
Ammerchºmenſchwaar toeghy leeft ** opaarden. 2 25eſteedt upond aan waar van hooghſter ---
-
Waarden.
- -
"Äarbepº reyndic toomtunaackten
3
CIGt.
-
-
4 GodF goedicheydmet uwe booſhcpd groot.
5 . Liefdelooſehooftkenniſſe laat varen. -
6 Hertkennisſoectſdehaeten liefd moetbaré 7 Häat
Ä Ä tquaad- däquaadhepds ſtraf
fllighl) lat.
-
8 Liefddie om deughd der deugsen loon ver _ſmaadt. . . . . . . . . . 9 Dees kenniſſe ſuldy tekoopeyinnen -
1o Äntlichte Gods metopmerching väbinné. 11 Hoevpandipcghy Cºods gocdhepd Hjaagt
12 Enhoeminlpc Godubooſhepdverd?aaght. 13 J[Nenkoopt waarheyd omniet 1 datSom
den loghen: . . . . . . .
-
.
..
14 TDie miſt elcgaarmals hp hé vint bedzogen: I5 daartoodeel klaar
"Än"
verſchºnt. . . . . . . . .. , "Äpºstenans logensliſt ver DW)nt. ............….» 17 Kadeſe Famºor uyt deesweerd
I6
-
repſen:
-
-
18 UDt alle datmentüdelijc moet pepſen 19 MBtaluluſtbegeertenwille quaad. On
2o GPp deſe merekt demenſchhem zelfverlaat, 2x
So -
Äen na des Oren:
Hemelspeerl ver ..
. . .
.
:
22 So wert Chriſtuste rechtino geboren: 23 So kryghtmé Godt metalzpmſchat gelyck:
24Haaſtuermerckt kooptwöeckerten wogt ryc erns
-
...!
AAnmercht
"*
-
-
sº
1Lieds. -
-
r.
oHMenſch / waartoe ghy leeft
- OP Aarden:
-
-r: -
:
Gmzaliehepd van Godtegheeft aanveerden: Detdanc nawenſch totſgeversluſt en pºlys: Soo wodp goed oock mächtighende wys. De goede menſch wil nietdanssede dingen
Tgheſiefdeghöed mach hy nawil volbingen Zynwys ghemoed wo teenint waregoed: TBitsSalicheythrtepnd daarelck naſpoed. Dermoeytheydmat verlangt na zoete ruſte TDesdzucrberdyietbejaaght deſseteluſte: ::
Dees ruſt en luſtzyn ſalichepös ghenot Datvintelck wisſdie zieh verlieſtin Godt.:
Die nietbegheert heftruſt in therte ſtille: Die nirtenwil heeft luſtin Godes wille: TBienietendoetdan Goddoet indeu menſch Weeft ſaiichipck metruſtenluſt häWenſch.
* Altwäatgoedvalſchwerphy als deckte TUgghe
-
-
-
-
Danishi bay zynſiek wert ſpöedigh Vlugghe: Gm
Ä
lº
Heeren
Ä.
F
s
==
–
–
-
ĺwn hertfby Godt zyn hoochſte Hulc Äh islos gan moeytenonruſtpjn Pckt ernehºthers dzuckfe Hern gueltg myn Ic CA:
:
-
--
-
/ -
-
“-
-
-
-
Dg ruſtmetluſt in wenſchelpcke vzeughd Die eeuwichduurtſdees volgt de ware deugd. WDie ſuler aanmerctinonderWindens boeckE
IDoeteerſtzpnheydoo?waarhzskémis ſoeke DanſÄr Godt/Wiens liefd'hem Godlyc AALT.
AalURNerckt/O
-
mºnat toeleefdpop aerd.
Op de Bnfe: Pſaun. 8.
BEſteet upond aanwaar vanhosghſter WaardeU/
-
-
Beſteetuluſt begheertend anderpaarden Hertſtochtéfael van ziel/van herthanmoed
JPetalukracht op Winſt van'thoogſte goed.
Derzoºmtquauſderſondévuple ſchennis uter deughd doo?ſchoone ghoedhepd
Vºn
entIG:
Alst gierighooghtotſchyngoedwert Hblint Danſiet begheert die tgoedmetluſt bemint. Geenhoop noch b2eez'magh thert dan meer * verſtooren/
Gheen pdel v?eughd noch rouw werdtmeer gheboren
.
.
Daart ſupverooghtgoed weſenſchoö aanziet MOert
---
MBertſchin-goedquaadalsydelſchaute niet. C'oog dynsverſtands de Goddelpcke reden Ent'Denckentrauw wilt vlytehºck beſteden
Siet Weegt onthout met öderſchepos opmerc Gp it Jhedacht opwood enoock op werck.
P denckenſmelſtiertflur ap goedeweghen Dwooden traaghlaat re'en vooy't upt-gaart weghen.
-
-
-
Wºwerckenaldoetna des Heerenwood Poo? D'oogen Goods die’t älles ſietenhoot. Wie zoobeſteethetpondalzwnre krachten :
WieZogaltptop alzyndoenleert achten: WPiezo volherdt in deughs hantcrenzoet WBoºt deughdehyck oock Goddehyckend' goed. Dees waarde waar wogt waardclyck ver kreghen 2BP al die zoo zwnpond beſteet tedeghen. º Waarde menſch dir waartſtegoed vergcart 2Beſteetupond aan waarvähoogſter waard'. -
-
it.
-
Op de WDzſe/Pſ lw 8.
-
KOopt waarheyd repn/die toomtunaact in fTOUUUen
-
Betlevenzoet entbitter doods berouwen
Totſlevens wechaanlocktſppºnſſelpck Dan't pad des doods ſchicktzafſeer pſſelpckt. WPant waarheydtroudoet ſekerhoc bekinné Hetgoed en quaad om haten ofbeminnen -
ZEpis in't hert der dinghen evenbeeld STotſondzy haat tot deughd zy liefbe .
.
-
-,
Ä ſº WWF
- -
-- -
- -
- --
---
-
- ----
------- -- -
-
--
UNäar Waan ontrontwbolttwyfelpc Bermets Gepyonctmetſchijn vä waerheyds ſeker weté
IAAaact dat meeſtelcin logens doolhofſwerft daarbooſhepd heerſeht/dietzotte volcbederft TDes
Ä Waanhaar WanerShoontmet leghen
-
IMaar waarheyd weet
haartrouw magh
nietbedzieghen/
WDie d'onderſchepd vanwaanen weten kent/ Js veylichtpck bevºptvant dolen blend. Ämtgeen hy weeten mach hp heenſinsmiſſé
Hyvolgt gešwaandus doolthyniet uyt giſſé Alwaarheyds raad Doethy vNymoedelyck. IPNet weten wisſen leeft behoedelpck. WDie kennéwilwaans ouderſchepdupt weté
Die neem détoetsvoo! ſtaut oo:deels Hmeté Enp?oefdaar op of redeneringhkloeck Stemtower een met dadeltjck berſoeckt.
Dereden tupght met waarheyds weten krachtich . . -
TDietminſt nietmaghis oock het meeſt niet
machtighl
.
..
-
Bevintmen dandat vpfisboven macht Soweetmen wisdattien isboven kracht. Soweetghewis die dicmaalheeft bevondé
ZSynkranchepdſwaaromlaten lichte ſonden: Dathyniet mach vernielen ſondenſwaar. Dits vaſtereenmetondervinden klaar. WBieſo metreen weetuptbevondé waarheyd Die vÄptzpgants väalder
ſondenſwanº ANtt
Pan't dolenquaad voertzytot BeugSengroot die toontſ'unaackten iCapt
n Ähºr OOf.
IIH.
CD . de wpſ: Pſalm 8.
"ÄGodsgoedtcheytmetuwe booſe wercken MBpſt waarhepd an/dit moogdplicht aan mercken:
-
Sodatdezieltbekende quaad begheeft Enthoogſtegsed methoogſter liefd aancleeft.
-
Gödgliefdemild vloeptupt gaedheydsfon tepne
Iſaet gaben rpcktotheplvan elc gemeyne Demenſch begraeftzpnpond deshpt verlieſt Doo?ſchuld onwys die luſtvoo! deugd Hkieſt. Die goede Godt ptzulck ons quaad langh - moedich Die bzuwctuptliefdzynzachteroep behoedich: -
Dangeven wp niet oRS/maar God die ſchuld
da Äarren tergtbooſheyd Godsghe IURJ.
-
“
-
-
"
-
Delieve Godtlieftons als wyhem haten
MBy latenhem hymaghons mietverlaten: ZSynleben goedhy onsteſchenck aanbied: Eckhaaſtter dood Godsleven wilmen niet. WDie dit aanmerct moct Godes liefd'hoogh -
roemen
-
-
Die ſalgtons daar hy recht magh verdoeme Gns die zwnheplverachtenſnadelyck
Schelthy't alqupten helpt
obenaer
-
-
s wp
F.
.
.
--
Als wy verſtaen upt waerheydts leer recht vaerdigh/
-
-
"
-
DaÄ miſdaed Gods weldaadis onwaar gl):
- -
-
Zoo werden ons die bepdewaarlyckkond: TDan zinckéwp optdiepſtin ootmoeds grond. TDan wp ons booſheydt Wreeden
Ä
Inded
Z
-
W)
A
Danpryſenwp Godsliefdezoeten goedigh : Danhatenwpons epghen liefd vervloeckt
Die epgen baetmietſnaeſtens welvaertſoect. Daer Godes liefdinthert dä wertbeſchºevé Die nietghenietmaeronshem zelfwilgeven/
IMetalzpngoeden ſchat vähoogſter waerd TDaer wert weer-liefd lieflycuptliefd gebaert.
Daer waerhzleert deesquaed engoedeſak Enmenſch uvalrecht inde proef doet ſmakéé Toontzy intlichtmet trouwen naectenbloot Godsgoedichepdmet º booſhepdgroot. Op de wnze : Pſalm 8.
LÄ hooft-kenniſſe laetvaren Tis pdcl Waennietgoeds en maghzp baré WPat nzenleeftenbaertnoch kleyn noch groot Enzonderliefd blpftalons kennis dood. TDes kennis eyndtrect niet alleen tot kenné
INaer omdaotdoétbekéde goet taenwenné: Hooft kennis heeftgeèdoensmaer wetésluſt. Dan't doenzyvlietintwetenzoecktzpruſt. Dit is verkeertſdaerom ooconnutſweten. -
-- ->
/,
G5 . .“
TPees
TDeesweet-luſtdoetalwetens doen bergeten. JDen doet nietgoedF Upt roems Weet-gieric hepd.
-
Dedeugd vervºieſt doo weetzuchtsvierichz. Deelwetéstochtmachtweldoénietaenklevé: MDantzy ontbeert deliefd/welwetensleven Daar dooºzy blpfteenwetendadeloos/
In waan verſtpft onwpsenradeloos. Alſtwetémeert dat nietenmagh vernoegen Soomeertmetdzuck hetongenoeghlpcwzoegé
Ditstpy.nlpckloonvantwetenhooghbegeert: Datmietweldoémaarſchoonkensp?até leert.
/ "ºF“ ſchool daarſchoonp?aatis meeſ -
Teſg
Wer wect-luſthoog/mietdoensmaar wetens f
L
-
-
MDelſpºeken deckthetqualpck doenmet waan/
"Ä verſtaen maar booſheydwert LOHNFT.
-
. . "
Een wetend hoofddat liefde moetontberen/ Gnbeert geenzond maartmagh geendeugd . . * - . hahteren
ts tongmaaltdeugdmet woo! *Äch pn. e?
-
-
Die achtelcdeugd:tis mietdan waanen ſchºn. Deſchyn-deugbengthaerdienarétot weeldé Spwoontinthoofdbemaaltmetdoodebeeldé Dan wooºdengoed maarthert blpftliefdeloos MDandeughdé wan volwaan eneerzucht loos.
Sulckwaan-hoofdderft des ondervindens klaarhepd
-
JENAar
IWHaar
Är hertheeft wel beachte waa LPD.
ooft-kennisſot omtquaad hetgoed berlieſt
rt-henniswps hetbeſtin als verkieſt Zolangghpbolghtuliefdelaozhoofdkënis 25lyftwaan-wpsheerſdieumiſlept totſchënis. Dºpftſuytuhoofddoo?ondervindens raad.
Tiefdelooſehooft-kennisvärenlaat. hi
Op de wijſe: Pſalm. s.
Heet Ä ſoeckt die haaten liefd moet Ja rett.
-
"
.
.
.
TDees kennis leeftenkamelcr hart bewaren Poo?pdelwaan die doodlyek zynde.dood: C'een is maar kafd'ander iſtlevensb?ood. TOe doode waan teelt vzuchtelooſebloemen! Jnthoofds vernuftveldoodlpczotberoemé IWHAAT zaad des waarhepdsvAuchten
Ä geeft
-
-
- -
-
-
-
Jnt vzuchtbaar hertdaar ware kennis leeft. Het wº hoofd/wanct lichtdoo? waäs
Ä
JPaar waarhepdshertſtaat vaſt I tenmach niet lieghen/
–
-
-
-
Hooftkennis gueltmetomruſt rouwelpck: IHert-kenmisſteltinruſtghetrouwelpck. ZWPant
Äheeftgrond die dApfthooghinder UCTE.
Dees maacktgheſonddiequetſtmetanertigh duchten -
Hert këniskent des deughdsen booſhzgaart: -
-
Gy
STOt
(Tot deughd zy went / vant quaardmaackt zu vervaart.
Zobaertzyliefd totdeushden haettéquadé:
Doo? wyſekeurmet waerheytstrouaenradé. THitdoetvant'quaadafwpcken wpſſelpck
Entheylzaam goed bejagenprpſſelpck.
Petvlienvan tquaeddoetgoedthepdſchoon ghenaken.
-
-
-
Deughdsaenwenſt eclis goeden moetgoed -
makten
-
tDerzochte hert daarzalichepd by paart. Hertkennis zoeckt, die haetenliefdebaart. Vj.
Dp de wuze: Pſalm. 8.
HAat die meertquaed danquaedheyds ſtraf moet haten
Äſtgoede zaad datquaadheyd doetberlaten: Dooxt goºdelgoer vädeughds rechtvaardichz
Dat ſtraflycſtraft desquaeds ſtrafwaerdichz WPantgsede haetisquadeliefds bederven. Dedood is goed dietleven qnaad doet ſtervé. Ditſterven welvantzondichleven blind Jsdeerſtetrapſdaartleven goed begint. , Als waerheytklaerdekennisgoetkomtgevé
waºgº quaad/zoo wyckthetzondich eVc U/
Jºatuere gaedvliet alledat haerſchent Elck haathct quaad dathy in Waerheydkent.
Gods heplzaamroe tuchterſ van quade menſchen.
-
-
Zoud“
zºº
van zelfwaerzphemkondom wen
CLII.
-
INHaar ſtrafis oock alſt quaadtegen natuur: TDushaatmenſtrafalſtppnlyck vage-vuur. Zo haat dedwaast geneſen goed der wondé: Enlicft hct Werck der quetſelyckerzonden.
Cgoed waanthy quaad entquadeſchynthem goed
-
Tooy'tooxdeelblind datelckmet ſmerten boet. Danpooghemen tquaad met ernſten moed (den
t’ontVlieden:
JPietdatmès haaf maerom des ſtrafs verbie Ditis geenhaat väquaadhepd maer väſtraf: TDoch went de v?ees van zond allenrkensaf.
Hetlieve quaad wilſulcmet vzeughd hanteré Iſaaarthatigh goeddsetdat metleet ontberé.
Ditsgoede ſtrafdes quaad-doens trou gezel.
º ſpuwenſch dasr Waer geé God noch Ä alshem voo?tdewaarhepdkomtver
Hadd'
Ll.
LATTI
-
-
--
-
Dat God noch wetmaar zonden ſtraffebaré :
Endathy die rechtvaardeipckenlyt:
Äed bevºpt Soo merckt hp naackt des ſtraffensgoed hepdheyligh -
-
TDiehem voot quaad behaet in tuchte veyligh:
Däteelt goepftraf goe haatterzontéquaad: Haat die meertquaaddan quaadhepds ſtraffe -
haat.
--
vij. Op -
-
A
bitj.
-
-
-
Gpdewpſe: Pſalm.s
LJefode om deughddeughdsloon welcan verſmadenſ
--
-
Js dedel vzuchtvan waarhzs trou aanradé FRAetkennig klaar diethoogſte goed aenwpſt En wpſyckmeer danal zyngavenpºpſt. De Wever goed isbeter dan zyn gaven.
Meer machdeboºndanduyſenedzopkes laWE Toneyndpcgoedvultmeer dantendepck WDietminſtmeeſt lieft verkieſt heelblendelpc.
So levenal.de onherborenmenſchen
-
Die ſtrafontziéoft'loon der deugden wenſché Z5pzelfniet Badzynſelfhaarhooghſte lief: Gm kleyne ſtraf ofom grootloons gherief.
Tot epgennut ſtreckt alhaar doen en laten
Ecpliedzynſchaad'enſoectdathémachbaté TD'eémyt verdieten d'ander ſoectna b?eugd
Dantquaads gequellen vandeblpde deughd. IPélaat dezond'uptv?eezvädhelſchonruſte
Der deughdendaadſoectnadeshemelsluſte Dces ruſfen luſt zyn goed maar tbeſte niet Datsreymeliefd/die recht op Godeziet.
Deliefdevolghttgeenkennis heeft verkoré MPclcraardſp krtighten woztdaeruptgeboré WDie Gadt dankent voort alderbeſtegoed
Die lieft Godmeeſttothcmſtrectaltgemoed „Dewereman goedig beter danzpn wercke:
Hetſchepſelvzocimagt aäſpn ſchepper merkß Ous enghenliefd doozbeter wert -
-
"
vern, IO?
Doo?liefd totGodſdiensleven thertdoo zielt Dees liefd vereentzulckmenſch met Godt ghemepne:
Die is dan goetenſelfeen goefonteyne: TDie mietbehoeft, doch ſtadighrycker wogt
Alsſphaar zelfvoo?eckmetvzeugd uptſtoºt.
aus Är Godts Zoect dan niet meer etſpne. IHp is God-rpcken kent Ä Jc of myne. -
TBees volleback vantlevend WPaterpuur Plietrycklyckupt help-elc iszpn natuur. . Danisdevzeezvoogſtrafdoozliefd verdºevé Danis dehoop van loonmietmeer in't leven: Danleeft deliefd die nemmermeer vergaat: Liefddie om deugdder deugdéloon verſmaat. ſ.
Opdewijſe/Pſalm 8.
D Geskemniſſe zuldy tekoopevinnen Dor ao?deel valſch in u verkeerde ſinnen
TDietquaad voo?goeden tgoet voo? quaad aanſien :
-
TPaar dooºt volcwenſchttquaad datmé hoo? te Vlien.
Tito:deelvals Bſkyft des waäsaanklemm Jnt dupſter hol vanonbedacht toeſtemmen TDaar blindheyd ſtout vermetelyck aauraat tGeëwaä Hdwaaſt heelrueckeloos aanvaal MBaanwpſhepd blentmepntdoo? haarſtol Wernteten
-
-
-
Tquaadonbekentontwüffelpckte weten! -
-
G iiy
Hs
-FF Hoeweldatzphaarblindhepd niet verſtaat
-
Gocknietdatzp verooſaeckt alle tquaad.
MDatmenſchemagh begeerlpck zpnom kopé
Tgeen dathy heeftendaerter merctomlopé? iezoeckt verſtand dathy te hebbenmeent Die want tezien blpftblindin waan verſteent. JRaer dittgevoelvanydeiongenoegen – ADan ppnlycſmerteüvantverdietfch wzoegel
INNetreen betrout/meer danzpnvalſche waan IHoetint Hſoecwaans-ſchalcbedzogh Hſtaan: Sulckrecht verſtaan in voelens ondervinde dºingt danmetnood die arm half ziende blinde Haar twyfelswaan teruplenamtghezicht Endupſterhepd/omſhemels klarelicht. Dees wyſenuheel zotinzymen ooghen MPpsint verſtaé dat waanhem heeft bedzogé «Enmagh vootsmeer zyn waébetrouwé niet Die hyupt angſtrecht als de doodontvliet. Däpoogthp vanzpnoodelvalſchte ſchepdé Dant dupſterholvan waans bedzieglpchepdé.
Cwelcdoend hy van de donckerlogen gaat JPatklare licht: des waarheyds dageraad. Debidder krygt t'begeerdegoed verko?en: Dezöecker vinttghezochte goed verloren Diethoogſte goed danzoect daar waarlycis Soectniet vergeefs:want kennis vint gewis. Die kennis baert goe haat vant tquaad verkieſen
-
sº * _ . -
Deeshaaſttermerctomblinde waans Hliezé
Rawaerhepdsmercktſdaerelckalzo gezint Deeskennis goed altpdtekope vint.
.
..
Gpdewpze: Pſalm 8.
I# lichte Gods metopmercking van binnen
.
Boot open oogh van onsbed?ogen zinnen TDewaarhepd naact/recht voAmigh openbaert
Hetgoed ent'quaadmet ehr verſcheydenaard. Jnt Godlpclicht niet in ons dupſter wanen
ZHtiert Heens gezicht op goe bevonden banen. Derzochtheyd wpctvant ſtout verkieſenblend Enſtemt nlettoedat zN niet Welenkent.
Ä licht noch glants/noch dupſent klare TileIf TDoenonsnietzien als Woy nietop doen willen/ om Gods enſmenſchen
sº Ä gemoeds LTCH/
-
(Tezien met ernſt metaandachtmetopmerck. Thclpt noch alnietom God enongte kenné Als wn nier in maar uptwaartst'oge wenné. WBantſchooneſchyn Hmount eë anders quaad:
Als epgenzond inwendighopen ſtaat. . Dees kent elcklicht niemand en mags ont
vlieden. . . - -Bruyckthiertgezicht uepgentuynleert wiedé. (Tgeweten quaad b?engt totootmoedichepd:
Endees totpºps van Godes goedichepd. WDie zoo aanmerckt zynhatelycke zeden
- -
Dº
zichzelfen moet Gods lof berbrey
KU.
Ditmaackt oprecht diet zien met waren zin Äntlichte Godsenſcherpopmerck.daerin. !
-
– *
G v•
ri. On
T.
Op de wnze : Pſalm 8“
-
Hº bpandlpcwp Godsgoedheyd
Bjagen UBertelc gewaarin ſpn verſchulde plagen
Godt biedt zich aan uptliefden goedelpck
U9p vluchtenhemupthaat onvzoedelpck. THeſonde quaad lieftons hertonverſtädich Synſtraffe goedhaatons quaadhert vpädig TDie
"Ä roedaarmet Goodts liefd ong OILCtt
W9ert als dedood ghevladenen vervloeckt. WBantelcpleeghtgaarn tverderflyck quaad metluſten:
Daar in menwaantbºy ongeſtraftteruſten Dat lyt God miet/maarbºupckt demedecyn Dant wºoegen ſtrengvan angenoegt väphn. WDie isſoodwaas die bitter dancſouv2eeſen
Dm vandepeſtſpnlichaam tegheneſen? WDie is ſoo wys dietpjnlyekrups nietv.eeſt TDat d'edelſici vanbaoſhepdgºpeſtgheneeſt !
JPYen v?eeſt deſtraf dagr tquaad doo? Werdt berd2eben.
-
Jºëhoept natquaad.de.doodvantgoede levé. God hout nietop teſtraffen elcrmiſdaad: Hier doo?ltamt God in der miſdoenders haaf.
UBantzoelclieft die hem znn keet doet dervé: Sahaatsockelcdictleet hemdset verwervé. Aanmerclit numenſch als Gadu vxiendlycit aaght
- -
- -
Hoebwandlijcghy Godsgoedhepd verjaeght. Opdewijſe:
rH.
Op de Buſe: Pſam. 8.
HÄ minlycheeft Godtubooſhepd Hdzagé Poeminlycqupt Godtuverſchulde ſlagé? Poeminlyck mint Gadtuzwn vºand quaad TDichertelyckzyn liefde Wederſtaat.
-
Goods liefdegoedkomtuter deugden uoodé! «Goods leven ſoetzoect UWen dooº te dooden, 4Goodgſachtemoet ghedooghtuherde hert: TDatbooſheytvoetmet quagewaontverwert
adbooſhend groot vergafzwnliefde goedigh In Chºiſtidood/hpdgoeghu Zonden bloedigh THus laatnutquaad / zyn deugd'volgt ſpoede lyck --
-
Die Gadtutoantin Chriſt langhmocdelpck. Aanmercktghp welo menſchugrootcſondé Zyzullenſnel Goodsliefde bloot verkonden. TDantoont waarhepd hocghºtgoet vanu jaaght
«Enhöe minlyc Godtubogſhepdverdzaaght. Pl!).
Opdewpze: Pſalm 8.
MEn koopt waarhepDomnict loghen:.
datFont de
-
Haarklaarheydlicht verlichter openoogen Die op zyn doenſzyn Woogden zwinghedacht: WGt dckensangſt omzichtchjchout Wacht. Ghsenwoo2d ofdaadtenkomt eerſtin gig dachten:
Gheen gaed oftquaad menmsethetdaarup WAchten
-
s
Äſt denckégoed het waodenwerczyn goed: Äſt quaad tisquaad alwatmen zept ofdoet. Denc-moléſnel met vliegend'onruft vlercké Dzaeptſtadelpc ooc als wyt nieten mercken. UBerptkafdaar inzy maalt ſtofinukeel:
Gfkoenhertzy maaltwelvoedentmeel. op achto menſchtghelt dood of
Äer EJ EU.
IMerckt optgedacht ziet watudatzalgeven. T'belooft altydgoey ruſtofzoete luſt:
Letop d'ind acht afzubegeeren bluſcht. TDitzal den gheeſt die ghy betrouwt naackt TOULU:
"
TDats logévalſchof waarheydtrouw int loné
Itomt luſtofruſtzoo tu was toeghezept Änughedachtzokendp die waerhepd. JRaarkryghdyſmertvoo! die belöofdeluſté: -
Ofvoelt uhert voo?ruſt gequelsonruſten: Zokentghy wis Delogen int verdiet.
WPantdathy looft engheefthp waarly.cmiet. Diezo topmerc väzyn gedacht wilwennen Zalhaaſtint wercontwyflyckzienen kenné
TDewaarheydtrouw en logen valſch gezint. BZg dees altpd waarhepd oflogen bint. trpght hm tbcgheerd' alſt was belooft van Waarhepº.
- -- -
Zokenthy haer gewis in wetens klaarhepd.
IMaarvinthypnnvoo luſtbeloftonwis Zºo Weet hy vaſt dat zulckreenlogenis.
oS L -
Deslogens nietaatelck dangaarne lopen: Omtwezégoeddes waerheyds trouw te kopé Alg menhaar kentdoo? pNoef warachteyck / WDertlogens deck vertreden krachtelpck
WDie ditverſtaat upt wetensonderzoecken Enmetter daad zoleertin waarhepdsboecké
Dieſchoutbedzaghy volgt bezochthepdgraad En koopt waarhepd
Ä nietdatslogé qUaad.
TUI.
wpſe: Pſalm. 8. DJe ÄOpde elck gaern als hp hem bint bed?o Whell.
-
Gmtſchalck bed?ogh haatelc d'ontrouwe logé
WPat elck een haat verachthy met verwpt. tPerachte quaad maacktelc zich willens qupt. De logen is een valſche waen waerſchpnpc. MBtehem betrouwt die wertbedzogen pynyc. Diens hangerzichop ſchilderdbood verlaat Eet in een dzoom zyn bupcblpftonverzaat. WBatmieten ismagh niemands hert bnoegé. MBie Wezen zoeckt
niet maght hem niettoe
- voeghen. . . Eempdelnietis logen ryck vermaalt. Dit nietighniet quaſchuldmetſchyn betaalt. ". wat JPMenſch mach die
Ära
egheren?
solº elckvoo
duchtpooghthy van zichte
LTLN.
Tis loghenloos die ſchadeycken lieght: Die miſtelck gaarnom dathpelck
bºo rB. CPp
-
-
- SF
rb.
Opde wnſe: Pſalm. 8.
Wnausºpfe
rupmt daart'ooxdeel klaar
komtſchynen:
- -
-
Äat vomniſt recht dämoet de waéverdwyné. Weſeheemring bzupnw.pctyoo déklaré dach 2Bphelderſonde mäanniet lichten mach. Alſt vondenis daartooxdeelrecht nazochte Iſèa kenniswis van waan die twpfel bzochte/
Zºotzpmet waanghebannen upthetland
Mºtſmenſchen zinen upt alzpnverſtand. .. Dito.deel vzoet kärechtenvaardigſchepdé Het quaaduptgoedooctmiddletuſſchëbepdé WPt weten vaſt niet uptonwis vermoen/
Daar weten wpſt heeft twpfelniette doen. -
De ſtaatſucht hoog nahoogeſtaat doetryſ. Hetſchurft kapzoenwilelczynſchurft aewpſé IWéoodeeltſcherp nzzynmaar anders daad WDitdoetelck meeſt dieminſthemzelf verſtaat
JPaar wildp/mëſch eéoprecht odeeivinné:
Sluptbuptêtoögen hout vierſchaarväbinné Baar vonniſt rechtmet klare waarh3sbipck/ Dwaanen-Werckoo deeltniet twpfelpck.
Alwat ghpwerct moet ugheweten weten: Dat Waarhepd tupchtal waärtu eerſt Hgeté. JBaar twyfels waan vermetelyckenbouwt
Gpmeenen ſout: zulcoodeelna berouwt.
JBaar twyfel bluftmaghniemädſeker weſé. WPaar weten komt daar wpcthettwyflyck bNeeſen
-
-
Dit Ul
Ä
- -
- -
---
Dit wetenſympt upt
onderwindmchepd
–
ÄHetredens waag die toomt all'onderſchepd. Fiecht onderſchey'd iſt oogevarngoed oozdee:
Dattwyfelmpten volgt vaſt wetés voodeell TDanzingthy b2g die ſülcr waarachtich vpnt. Waästwyfel rupmt daart'ooxdeelcaar ver ſchpnt. “ rbt.
DOo
Gp de wnze: Pſalm. 8. waſ Änwmoet loghens liſt Verdwynen/
-
tºsekende quaad mach dänzmeergset ſchpné Enſonderſchpnvangoedwil niemandquaad Tat ſonder wil verdwijnt enſelf vergaat.
De arghe liſt can danniet meerbedieghen M9ätlogens miſthaar voetſelmoet vervliegé Bootzekerlichtvan waarhzsklaaraanſchpn: MDant niemand wilintquaadbedzogenzpn. machſothepd licht -
-
saj Änostaad Ln/ eHAghen
Maar vzoedhepds ooghſchout wpſycialſche , laghen Diet waaripckenten maghtbetrouwen niet
Hyſtemtniettoe dandathpſelveſiet. Derſocht verſtamtkent lagensliſtmetſmerté Diensvalſchbedºoghy vlietmzdoever herté .
Haar die ghelooft die loghen wel bekentf
Istrompen waartenziende wiligh blend. Want waarhepdtrouwſtelt alle dingh vooz soghen A
-
Hoo't
Zootzelbeis daardoo: devalſchelogen Zoohaatighblpcktintopmercks oge bloot WPatelck hemveeſtalsooºzaack vande dood. Hier toe behoefteenſtadelyck opmercken. Dat vint waarhepdinalons willen wercken.
"Än vaſt chynt)
dat ( oft ſchoon anders -
Doo waarhepds trouw des loghensliſtver Dwynt.
-
-
-
-
-
--
rvy. Opdewijſe/Pſalm. 8. -
N
-
" . -
deſe mercktmoetméupterwereldrepzé.
IHémoette rug opt ſpoedelycſt afdepzé: MDanaldatmenter wereldhoogh verkieſt. Hp wintdaer mecſt die meeſt vätzyn verlieſt. Opdeſemerckt ſtaanalde winckels open Dolwarengoeddie elck omnietmagh kopen WDie epgenniet wilgheyenom Gods wat : ,
Die koopt omniet die alder waardſte ſchat. Ghpkooplup loos wilt uopreys begeven. Trect uptde wereldupthoogmoedsoudelevé: MPtwaan begeert vantgierighoogh Ödwaaſt:
WOtbuyrwelſuſt die tvolek als zwpnenaaſe
*# Äem iſlaat hand raſch aander -
ploeghen.
-
Keyſtſpoedigh/upt alſwereldsonghenocghen
ºsºs mcrekt
daarelckkryght dat hp
Radeſemercktmenunterwereldrepſt. FJ JA J S. -
. . . rviy. GPp
rbij.
Gp de BBpſe/Pſalm. 8.
beendarmentpdºch machpep Vptalºgſen/ Moetelck hier tre'en metWaarhepdzouder vepſen
Diens hert vermoeytnazoeteruſteſpoet : wantin dees wereld vint niemand ruſte goed. TDeswerlds wer verwertintnet baſtdzadig
Danſottekeurelrherte onberadigh: Dat ſich verſtrict aanſchyn-goedbuptëmacht
tWBelcſnel Hdwyntdäqueltonruſtmzklacht. Dptpdipchaafruſtdwaafhepd mz betrouwé Die wpct van ans en laat een doefberouwé Als Goddie'tghafzpnepgendomneemtweer WPanthpniet wp/van alis rechte Heer.
WDie dutaanmerctkäſondertreurich duchté Al't
Ä goed
eert vlucht van ſelfs snt
CTL.
Dieſo welſterftzpnonruſteer hyſterft Altpd Goodsruſt intruſtighhert verwerft. Tot deſe ruſtzal waarhepd hem rechtleyden TDiens hertſenluſt upt alle tzpn wilſcheyden:
Enſpoedelpcknafzeeren wille repſt/
.
MBt alletgheen datmenhier tpdhpcpepſt. ..
. . . º.
Gp de wijſe/Pſalm. 8.
T
taluluſtbegeertſen will'ten quaden/ epſt ſpoedeipck ter merckt van Godts ghenaden : TDgar H
Daarmégoe luſtbegeert dierquaad ontvliet En Godes wil elck menſchte geefaanbiet. Spnquade luſt moethpmeternſontlopen
Die haaromruſteerſttrenrighmoſt bekopen Ashy haarvolghtin zot verkieſenblind:
Luſtwoºt onluſt in die zulr waar bevindt Pan onluſt zwaarkanthertzich lichtafkeré. T'bebinden klaar blied danhet zot begheren:
Datquadeluſt eerſt volghde Ä Gnluſts verdiet vermelt begeertens kracht. -
*Är verdziet magh niemands herte -
LIN/
-
WPaar luſtvervliet moet altbegerenruſten: Daarditgeſchieten woztdanoockgeenwil Dant quade JRietdaar is goe ruſte ſtil: . Want wilwotnietdan uptbegeertgebohè: Begheerte komt uptquadeluſt verkogen: DeeFishetkind vanſchijnbehagelyck
Deslogens vzuchtvoo? elck beklaghelpck. CPm dat de luſthaar dienaers loontmetroU Wen (wen IDetleedmetlaſt die waerhepdtoantin trau Diebaartdauhaat totluſten quabegeert
Totepgen wildie goeruſt uptons weert. Als dä de menſchalzulrmet ernſtmoethate Strecktalzpn wenſch omdat gequel te lat2U.
Danjaaghtzpn wilbegeerten hosghſte luſt ſ Kawaarhepdsmerektomkopen ware ruſ
Die niemand krygt dä die vijwillig ſchepdé WPtlogen valſchen ſchyns
bessbuch,
-
-
-
–
-
wiedeesrecht kent die ſcheytflurmetter daer Dptal zynluſtbegeert enwille quaad.
-
Pr.
Op de BBpſe/Pſalm.8.
MDº deſemerct.de menſchhemzelfmºeta
Ä
maghnietzyn of moethem zelfeerſt
AtLM.
Diezelfis niethetmaare Ägº IRNaard'oude menſchväſmenſchézond gebNoet
Änieuwe IAenſch van Godt Ghemaacht na Wenſchen
Perderftenſterftdootonverſtand der men ſchen.
-
Datjuptluſt niet Godsmaar epgraaº THitsdezelfdits d'oude menſchegº juÄddeeszelfdit zot verliefen IPoet elck upt haat op waarhepds merckt Dieverlieſen nieuwen goed wilwoºdenindees tpd: -
s
Ä jtdiensoude Menſch
erſlpt. ZSpnuieuweluſt verlaatzpnºe zeden. ZSºnnieuwe wildoetdoudegans VertreDell.
Spmnieuverſtand aldourº º verſtoot
Äneugewoontbrengt doº.Ä. DLIOd. Sowpcktmen afvandu.de liſtich liegen HÄnvaiſchheyds mercktöocVan haarſchalc bedziegen . . d
d .
-
--
TPaar eickhem zelfdats ePgen nutverkieſt Hy PO
Dooz Godes watſdfens weſenhy verlieſt. Dankomt de menſch op waarhepds merct ghepreſen Daarhyzpnmietberruplt omtGodtlpcwezé So Wert hP goeddoo?tontWoºdé vantguaad.
Op deſemerckt de menſchhem zelfverlaat. PC.
Op de wnze : Pſalm 8.
CD
dÄn na des Hemelspeerl ver 02LN :
-
Enzonder ſcha wert d'oude Menſch verlogen: Tiemen berlaatmetaldathembehaaght: Als t'verſchulde krups nae
Änº 2äaght.
Jnt welnatreémethºdzaamhepdgeduldich ADant Wams gewesen voetſtappéonſchuldigh Wert d'oude menſch verlorengrondelyck
JNetzpnghewoont en wandelzondelpck. ZSpdoengewindie qua gewoont verlieſen: Om in die plaatſ'eengoedete verkieſen: Enupt het quaadte kamen ſpoedelyck . . . Jn Chºiſt's weldaaddie'tonsleertvzoedelyc.
Datwyalshp/verlatenonſen wille: Opdat God werckinſmenſchenruſte ſtille. MBieditles kandie waant noch wilnietmeer
Iºaar valght den voet van Chriſto onſePeer. Wiezo verlaatzpnwaan-wys zot begeren IHet epgenwilſdie ons van Bodafkeeren/ Die vnordaar vooz in Chºiſtinedze
ºm.
SI
KaGa
wilhetalderhooghſkegoed
Desºaar'cotmoedmet winäe Gods be haghen/
-
Tºoentkrupsonzoetheelzoetelijcken d?agen:
w
ºs berboºmt natbeeld van Gödes LION:
N
Zoobolghtmennades Hemelspeerle ſchoon. T Opdewpze: Pſalm 2Ähºſº erecht8.inonsgeboºë FS. Als
#Oo?en: meternſtdat wooºddesſeven
-
. Ennement aan inthert gelobigh baſk Danwert die waardinonseen Waardegaſt.
Gwaarde waard hoogh Waardigh wooºd verheben:
-
Zºº waren doodiutoekomſt bzachtonstlevé: WºP Wark quaadugoedheydtmajt OnSgoed: WDº waren kouduliefd b?and onsgemoed, MPP waren doodom onſe ePgenzonden:
Godzendt zynwoo.dons elevente verkondé. Twood hoo.dé haeſt veel doodémet Aendacht
Dieſlevens ſteminteven heeftgebracht. Godslevend wooºd dood eerſt den ouden menſche
-
Dietgherich.hooºt dan leeft denieuw'nae wenſche
ſtoozt: nieuwe deugd, die doud' aan-wenſt ver
Äeg. Ärºsº gHeboo2t.
FLIOedhepds waar' - -
MH fj
Tes
Deswaarhepdsmachtkälogeheeverdyve MBt Zyn gedacht diez hoo2ten bp Wil bipven.
Deeskentwaarhepd die krachtelpck altpd Sulckjonger Godswarachtelyck bevzydt.
Indeſe ſtrpd endood der quadeluſten Hupmt epgen wildes wp vanzonden ruſten: Däſchept deheer dootwood inons verſtäd Eengoede wildie Godin therte plant. Die goedeboom byenght niet dan goede vzuchten . . . . > (vluchtF.
Als tquaad verdwint 1 daarmoet dezonde Zulckmenſchis goeden Godlyc van natuur. Syn waanis weghſwaarhzzitzelfaantſtuur. TDie ſtuurt dant'hert zo luſtelyjc ten goeden Alslogen eerſtmet luſtnatquaad de ſpoeden.
D'herboºemenſchis zulx vernieuwtväaarB. Zo wert Chriſtus terechtinons gebaart. rriy.
Op de wuze: Pſalm. 8.
ann Godmetazonſchatten DFO krº Godlyck -
Postwaan-goedquaad daarer verkiezen k
äfmaackt recht ofmenzonder God zpnjzotlyc God hebben mocht:dits waan enzothepd zot.
WBantzonderzielmag niemand lebendwez:
Enzonder deugd wert niemands deughdge Prezeln:
„
Goczonder Gsdis niemand goed genaamt.
Siedenghd entgoedzpmain God besº .
.
/
-
bet leben Godg is alder goeden leben. Godsedeldeughd maacktelck in deughd ver heben.
goeD:
Gods gsedhepdgoed maacktalde menſchen Die zich tot God verheffen in ootmoed. . Ä verkryghtkryght al dees gaedic
*
epden /
IPantſ in Godzpnen bljven anverſchepden Als lichtenwermtint vier zurzpnghemeen Dat wie tvier heeftheeft lichten wermut met LLU.
-
-
(ben.
-
JNaer dietbier derft moet die ooc bepte Der* MBie God ooc derft die magh nietgoeds ber Werben:
-
Alhadhp oock alt'aardſche goed nawenſch MDantzonder God nietgoedsisinden neuſch Sopdelt nuo menſch' van dpdelgseden, AD eelghemoedina tware goed wilt ſpoeden.
Datsna Godzelfom wozdengoedenrpekt So kryghtmen God zynſchat gepck.
Ä pril).
-
-
Gp de WBpſe: Pſam. 8.
Haaſ rpcken U # merct koopt/woeckert Wiltver y-
-
-
Waat uden dagh vanhupdennfetontwycken. Dlaatſte komtghelpck een diefbynacht Smelonbewaantals ghºſe minſt verwacht.
TBer gnadenmercktſtaat elc noch hupden Open.
Spoet dasr-werts ſnel meteen gelobichhopët ) iij Gm X
Äben daar vso? ſchupm klaarlouter
GPnt gOU
/
TDatgalom mietditkrijght die God betrout.
Sulck koopman kooptdaardalderwaard ſtehwaren/ Y
Dewgarhepdrepnmetalder deugden ſchar TPaar boozhp geeftde logévalſch bangrsnd
Die doodlucwont dees wiſſelmaackt gezond. Die wiſſeldzyften woeckert metupondé. Gheeft thien voo?eengeeftatuſnodeÄ Boo?'teenalleen/eendierbaarpeerle klaar.
Altvalſchegoedruplt om deeskoſtelwaar. MBiedeſeheeftdieheeft.de ſchatten heyligh
MDanthsmelſchgoedºvoo?diefenmattéveplich MBelr Treſozieris Chriſtus, defonteyn
Bantlevenzoetenvande deughdenrepn. Ghp armvangeeſtenrechtklepn
Ä"
AarDig
Wºydel Piet geeftom Godsalhoogwaardigh So vintghy Chºiſtmetal zyn ſchatgelpck. Haaſt mercktſkoopt woeckerten wogt P
d
rrb.
Bandethien NBaaghden vpf 1Liedekens Gp de
wr
: Pſalm.129.
Je
Schepſel kranck zoeckt dwaſe luſte vzeughd/ En lockt der menſchen domme zinnen: -
ÄUMAar Vroede
unvereinsebensº -
7
A
I L
-
Den ſchepperdoetzpbobentſchepſelminnen. TD'opingvalſch/des werelds koningin Jet valſche goeddenonwyzengaat wyzen. Deaardſche weeld' achtzy poo?grootgewin.
Gmtlpfswelluſtdoetzpelckzalighprñſen. Het volcanwpsvolgt dees gemeene waan.
ZRätvluchtighgoedſwerftalhaarblindhepds Wenſchen
-
IRaar dit miſhaaght den v?oedé die verſtaan
DatGodisſelf dezalichepd der menſchen. * * prpſt d'edel zielvoot ſnoode eps
-
-
Stelt doodenleven elck totkeur boo?oogen.
Ditlevenko:thout 3p eenpelgrimsreps Enſtiert tot deughdom Gods beſtierte dogé.
TDees vzpekuer geeft Godden menſchen alſ Snraat uyt liefd deg waren goeds verkiezé. Gnachtzaamhepd b?engt jammerlycten val:
Doo
Äsº ſnood
wp tware goed ver
FL).
Als Godsgemadan elckter bruyloftnood/
Steltonverſtand in twpfel ſ'Hemelsluſten
Ä
FDe vzeugdd2oomt zy gewisengroot Än't tpdlpck waant zy eeuwigh hier te ruſten.
Maar wpſhepd vzoetmeemt Gods ghena
sajeherrscherinnen nſHemels feeſt bereptſpthertinvzeugden IPNet # dieb?antintlicht vanolpkäar. Haarbruplofskleedwerctzy van mildhepds deughden. P v. rrvi. Gn
ru
-
Opdewijſe: Pſalm 137.
Sebürº bevºr
met onberſtaud
ernmetel/
EDdo?
Ä
-
bedzüf / pinces in d'aartſche
LTL
Roementgheweltoprechte Heerſchappy Die zybekleen metſchpn van machte vºr.
JRaar liefds weldaad gaan zy ſchantipck verbzeeden/ Doo? dienſt-baarhepd dieſ metſwackhepd -
kleeden.
er
Zo noemen zy ooc waar’ootmoed geduldigh
WDerſimaathepd ſnoenkleeden haaronſchuldig IHetſchand veracht/vol ſpottelpcke blaanit. JPaarhooverdp wert glorieghenaamt
Diemenhoaghp?pſtenheerlyckpºonckt Uae wenſchen
–
es
Äntſchoon gewaad vanzoetelof der menſché Heteelgheflachtdat uyt God is gheboren Wºertheel verachtboo? boeren grofendszen. Haarkleed is vuylleelpcen gauts onwaard: Daartegen wert gepreſenen vermaart
Deveemde deughd doo?pdelwaauroemzuchlich / Dwaaſlyck verciertmetſchild en naem dooz luchtith: -
-
Derepne deuchd/ozoljck das? tgoedF ver
werven
-
-
-
Schijnt
sº Äber
quaad I als eengheſtadich
ETVILN/
Änt sozdeel valſch dat haarmettreurenkleet
Entſpaberouw vanſ vleeſchs welluſte w?eet TDieſnel verbliegten loout met ewich treuré / IMachblpdſchaps uaam entb2eUghdenkleed gebeUren.
Chºiſts armoed rycintgevémild'en helpé Achtelckgebzecken kommer niet om ſtelpen:
Haarkleeren doz die ſchpnen hatelpck JRaar d'arme zöndbekleetmenſtatelpck/ JDet
Ä“ ſchpn van ryckdoms volgenoe
Whell:
-
So zeptmen rpck tghebzecrbehoeftig wzoegé. "Ä liſte wyſt optgheld'met deughds erliezen/
MDaarheyd ghetrouw raad elck tot deuchds berkieſen.
Gnachtſaemhepdroept crastistpds genoech Jºaar hodiewilſpoeden laaten v?oech. tSheloofvoogzept vervolchenpy.nlpelpden/ Deen iſt getrooſt.dander wilt vluchtich mpdé. rrby.
Opdewpſe/Pſalm.7.
K
B.
TDÄpny zept bphaarte wezen De warekennis Gods gep2eſen. Dewaarhepd zy vao valſch befaamt Gmdatzphaar Valſchepd beſchäamt.
Somoetwaarhepd vpandſchapbaren: 2sn -
H
2staldeſchyn-deughdlycke ſcharen TDie haar vervolgen totter dood
Gmdatzytoonthunſchurfthepd bloot.
sºdenovº vepnſt haarindupſterhoec en/ Gods eertvolrhepl'tlands nutte zoecken: Maarzpſpeurtmet eenliſtighoogh
JPaweeldºna eernaſtatenhoogh: Hierin ishaar de waarheydtegen
Entoonthaarſchalck enboſe wegen. Ditwort voo?ruſt-ſtoo herd beklaaght Dantvolckdien valſche Dze behaaght. UBaarhepds beklagh blpftgants verlogen Sp wo?t beroo?deeltzonderholen
Baardso: delogenbeetbeklyft En anbeſchaemtin macht verſtyft. TDer Princenſwaard heeft geen vermogen Gmdooden welderketters lagen: TBitkanalleen warachtichepd
TDogºt Godlyc wooºds almahtighepd. UBaan wilde kettery vernielen IIHetfelgheweld maar d'arme zielen
TDer ketters(methaar leering vals) Brengt zyzeer deerlyck om den hals.
TPeketterpen laatmenleven: Datwerckt des blinde waansaankleben. Ditlockttotboeckendoortverbot: Soobluſchtment'viermetohyzot. Der quadenmachtisangſlich ſchicken Der goedenſdie zich ernſtlyckſchicken G9
-
Gmhoszenen omdoen nat'wood
Metdeugdshanteren zoot behoozt. Schºiſts oeffemingzietmendick vangen. h
Shewetens vrphepd er verlangen Daar twiſtomisalsrsockverdwijnt MDanneer-menhaar dwinght ofte bynt. Dewaarhepdraadthaar valck geduldich Cotvaſtgheloofintkrups onſchuldigh: Datkrpght-men in dapteke zoet Dan Godsghenade mildengoed. Dees deughd betaalt metzelf miſ-troubven
Ghebeddieſe haalt benauwt volrouwen. Wie God aankleeftmet waarootmoed
Diekrpghtoockmachtna willegoed. rrbiy.
Op de wpſe: Pſalm. 10. ify.
W
ADÄ Waners dbbaasenhypocrpten Vals Pergheten Godom tpdlyckegheneught HP ſpotten hier veelmetönnutgekals
Sºet Godes volckdatſtaat naware deughd. Derlatende des wereldspdelvreughd Emna de doodmet Godete verblpen. Ditſchyntdenwaners kindſchefantazyen. Per Godloſenquaconſcientie
Äthmaagtenplaagtſe middeninhaerluſt. Zººs haarvzeughd eenpeſtilentie Eenſmertighvier dat nemmermeeren bluſt Huck wºoeghenfelenlaat haargeentpd ruft.
Föo werthaar weeld'eenppneyckgequelle IPaar
-
zaervzeughd ſchyneewa red.oefhepdshellr Änders met die wºſ. Godaankleeft Iſraeer dandes ÄGereldsluſt verganckelpch
ÄSodswooddathpmet ernſtbe“ leeftf Hylaatzichzelfen wozt ontfanckelpck #ergaben Gödsdiehr bzuyckt danckehºck. pnähertenluſ. waredeughd teleeren/ Äjepck toter nur Ä Äuckdeughdipck Äenſch dancktGodvan -
-
zpnghena «Enſtreckt voo! ecº ZDHAU.
voorbeet prpſfelyck
erckgeduld volherºgh vzoeghenſpa
npyºnen jootvolck afgrpſſººº
Däºanthpvgo23tet mº waarheyd wyſſepckt TDAt
Ä ömepndlpck volght na tepndlpc
ſtryden Ennjelluſteen ppnych eeuwichipden.
Tgheloofs gebedº jewenſch verwerft
«Ghjadezoet van Ä ſpoedepe Äpvetvanlief. Ä ſterft jceenhelptmetuſeº vzoedelpck. Faaarderfghpliefd kentºr dotmoedelpck
jnheer die zaup.de pullen IDetolp klearvanliefde vierich vullen. -
-
-
Gpde
L. PLL.
wr
Pſalm. 9r.
Et welgedpen Van sodsleer Js destrouw eraars v?euchdel TDAAT
-
-
-
-
-
Daartbölckbermemichthuldight zeer
n alle ware deughde nliefdsweldaadin waarootmoed
-
Chziſtipckſtrpen #in eedoms rpckdom vanderzielengoed EnintGodlpck verblpen.
..
Haarliefdetoandbermhertichepd Aanal die’t recht behoeven. Gheen menſchen doenzpſmertighlept FHaartrooſtenelrbedzoeveu. (TGhebedmetdanck is meeſthaar Werck Gockt'helpen vanhaar naaſten.
Gps'lebens koºthepdſlaanzpmerck eEck uUrdunckthaar denlaatſten. Sulckieerling b2oedenkrpghſman vzoom Heeftnazpuheer verlangen TDie is Hemhertighwellekoom/
Hyhooptdekroont'ontfangen. TOedoodiſtepnd vanzpnonruſt C'begin vantzalighleben. TBit weten die gheen Valſche luſt
Slaarwaarhepdsraadaankleven. „Sooiſtniet methetdwaas geſacht WDelrquaaddsenſchichtmetduchten Dooºſbrupgoms komſtalsdiefter macht
Ep dervende goe vzuchten Dan oly lichten liefdeheet Diemen eertpdsverſmade.
-
MBiehuyden mieten woxt gereet
komtmo?genmeeſtteſpade. -
Der
TPer vroedenhoop is welghemdet
Ceſtervent'alder uren: SPmdat haar conſcientigoed Betrouwt opChºiſts.dezuren/ En nietop epghen deughd oprecht Maar op haar Gods genaden:
MBantzpoockgaernhaarmedeknecht Dergheben zyn miſdaden.
Äar die hier weedijhpronckten ſupmt Perlaat zynbroer innoode En die der gnaden tpd verzupmt
Wertoack verzuvmt van Gode: WPant Godin zulcke mieten ziet IDe-lpden tottenarmen. DUS kenthp osck dees wreeden niet
-
Hyzalſ oock nietontfermen. Die zoo vertwyfelt buptenſtaat Dan God eeuwich verſtooten
-
Betruert zyndwäaſhepd veelte laat @mko?teluſtgenoten. Die wert danppnonendelpck TDer vroeden dzuck wert weelde.
Dan treurtdezotellendelpck Die boo?maels weeldichſpeelde.
De ſtraffe Godshet wzoegenfel Het wanhopich verdomen huylenindehel GDock
Ä
ZHalſchºickelpck opkomen Denzondaaronberouwehpck Die tquaad hier niet wilderven. In
-------“ -
-
- ------ ----
-
-
-
- ----
------
--
-
#ndaforondshammengrauwelick hp onſterflyck ſterben. LC Frp.
Vaneen ghetroude Vrouw. Gp de BBpſe/Alzooc begint.
-
COrte rºuwelangetrouwezingtnaſwaar FR
herÄ
hezint/
Olyckt ghezu Ä deughdelpcke b2ouwe/
(mint.
Die haar waardemämeer danhaar zelfbe MDantzP haarlebenl/booyhem wougeben JPatrouws beſcheet/bmtotterdood het leedl Haars liebe manste mind'?en ent'aanklevé.
Neben and?e Goodsghevanghen Sathaar man omweidoen ingheſloten vaſt/ -
Dupt-komſthadhoop noch verlangen Dzeeſeſach optſcherpeſwaard ofd'engebaſt
Gm voo?zyn ſtervenveelſtervensteerven
Doo?ppnsghequel vankood entrechterfel Ditſcheéhaardzoewig hertké tedoo-kerven. Lyden/mandyn ſchamelledem tScheuren opten pynbanck myndzoefherte Äck heb Godomhulp ghebedem (ſcheurt TDie Wees mp eenraad dat my zulcrniet ghe Cot Dedecpne/boo2 weedeppne (beurt Panko?ter dood/die ick uindees nood
Derſachten wenmahen die halfmpne A bonds wilickt arme krancken Plötelpckgaandieneninhaar heetepeſt
Kºrpgh ickdieickſalGod "ang
GEn /
Enbpudauſapeninditdzoebeneſt. Gock treurigh hopenſdatzp alkopen
Doozuliefwyfflurinudaodºycklpf Gmmetmºm dood“udsod väpyntontknopé Sydy du Liefin deesnoden Dätghy Godtdeºeer om mpter zydenſtelt:
Die verbietzichſelfte doden Tieft Godt boven mp die mp upt liefdeknelt -
MetzalighlpBenſhPhelpt nP ſtrpden.
Äs Godtmet mpal Dood nº mpnparty MByzullenbep hiernamet Gad verblpden. Monstren hieldenlangghebonden (lijc t'Getroubve vRoukensmanzP d?oeg gedulde
Jnhem wertquaadnoch ſchuld bevonden:
JBaarghetrouwe dienſtenmenighwuldeyck. tSchzift zynder handézocht vºy vanbanden Wiechtvaardichepd/die was gevlüchtmetlepd TDieszocht hp haarin ander Beren landen. Doch enmoght het wyfniet volghen Zonderte verlaten allehaarghereed. Blyft hier ſpackeen man verbolgen / 25zupctuhalve goedmaar doet onshier een Danniette zendenofute wenden (eed SLotuwenmanofghy komtindenban TDie zoud'uziel verdoemelpeken ſchenden. Ternoot maghickt nietberlaten
-
Mynghetroudemanen upt verko?en hert. Zweer ick uGod zalmy haten (hert Zoo ick bºeeck.de trouwmpns echts bezwoë Gheenghelds aanſchouwk) enzal mp
bÄ IPAy.
-
=----
-- - - -
-
- - -
-
-
Danminliefhertdat voghick inzpmſinert God helptmet trouwenal die hem betrouwé.
_ _ Opdewnze: Pſalm. 13o. CELck menſch wilzaligh wezen/ JNaar Chriſtum wilmenniet WDiensmildhepduptghelezen Cegheefhem zelfaanbiet.
Elck wilde zoete vzuchten Dan Chriſtibitterkruys Pootkrups wy angſtich vluchten T9gt
»
Ä elckuptzpn hups.
-
.
Elck wildes waarhepds kennis Maar niemand wilhaardaad: WPantzpontdeckt deſehennis
hupchlenquaad. Danſchnndeughs ruſte Slck wilghezondhepös
s
Maar miet demedecHn:
Gmharenſmaar onluſte Die waantmen ſtrengepjn. Elck wilzynziel verzaden Niemand wilt'Pennels bzood: Datkanalleen ontladen
Dan Dongherzonden dood. Eckt wtlter goederſteden
-
Daar vºeughd woanrzönderlepd Maar niemand wil betreden
--
TDen weghdiederwaarts lepd.
Gansbupten Chºiſtghepezen WPilelck een Chºiſten zyn
- -
-
-
J H
•
En
Enzender deughds ghenezen
Foecktelck der deuchdenſchpn.
---
Men wilgheenware deuchde Haar loonelck zeerna w?oet.
-
Elckwilderzonden vºeughde IPaar miethaar ſtrafen boet Met deesverkeerde traghen MBil Godoockzpnverkeerr.
WDie deuchdvanzich wilaghen MBilGoddat deughdantbeert Elck wilnuzsnder ſterben JntlevenGodes ghaan.
TPeszpdendoodalerven TDie 'tſeven Goodsverſmaan. .. .
rrry.
-
Op de wijſe: Pſalm. 1a 9.
–
AÄ wareliefdter God'lycker deugd(Wille Twehertéknooptmeteenhepd Vºnhº
-
Ho
werFºº
eendzachts ghe-
LU
-
Onſterflyck in elerhert ghebo?enſtille. bluchtich van't ſnoozicht
DÄrº aar pf -
.-
ſº
Denminnaarzotter dootzpnlieftaencleve
juwideſchoone deughSeewichen ſºf Gheenſtadichepdhaar wpſe minnºr gevé? Aan
Ä trouwheeft vziendt Zyn NULLſtLUT.
Dieishemiefint ſtraffen als intPAGſen tBeriſpen
Frº“
-
-- -- - -- - -- - -
- - - - -- -- -
-
-
-
- - --
-
-
- - -
tBeriſpen jonſtighmaackthemgheen onruſt Daar voormoethp van hertédanc bewpſen. De Lºiendt vanghtvziendt in vziendtſchapg vºyeſtrick Dooliefd in thertenaectin waerhzstrouwe WPiemaackt vanelckenvºient des andersick. Et vºient gheniet zyns vzients v2cuchdeen waard.etc.
(TouWe.
---
rrrny.
-
Gp dewpſe/Pſalm.9.
D En werck maniſt werckrepndeenluſt -
Dengangher moe verblptderuſt TPeruſt is aldeslantmans hopen Dezee-manſpoednahavens open. “ : Het vzouken zwaarmetlievedacht Dencktopdennoot daghendenacht. Aanghoe verloſſinghanghthaar wenſche.
Pamaeptenseyndhooptalle menſche. SohooptdeChºiſten Kidderme Ma'tſtrydensepnd eenzoete vºe
-
Gmſtadelpck met Chºiſtteweſen
WDenſehthp den dood die andevºeeſen. Ppkent des werds omruſticheyd: Enhaathaar valſche luſti
-
-
*
Goods goedhepdſmaackthyint bovinnen Bieliefdhymeeſtmethert enzinnen.
Godiszyns herten waardſtegoed Daarbpwoontſtadighzjnghemoed Diteenbejaaghthy met verlanghen Enlaathetal –
emºtiºnalen Iy
Denet
Domektalghy Chriſtens zulcrghenaemt @fghp'toockzpt: zeghtneenmetſchaamt: WPantghp hoopthier nschlanghteſwerven Enveeſt meeſtal ulpfs bederven. Ghy lieft zoºghmoeptenſdzuckenpjne Ghphaat Goods ruſt als quaad fempn. IBöchtghy op aard'rpck eewichbouwen
Ghylier den Heer zyn Hemelhouwen. rrruU.
-
Lof-ſangh van'toverblpfſel inden Arcke : .
. . Op de wpſe/Alzoo't beghint.
Aätons Goddadéfeen Mofſangzingen WDonderheefthp onsghedaan. Die hem verſmaden dedehpgheringhen Jndeſtroomendiep verghaan. Nebenwp na zyn vermaanj
#
-
Sewighſalhp ons byſtaan. Die hemaltpd op God verlaat
DeHeer bevºytenquytzyn ziel van'tºuaad. t Schyntwponruſtig in d'arckvol WBetten Leben in benautheyt groot.
Paar vºyhepd luſtighenhaarbancketten 2B2achtſeinden ſtrenghen dood.
W
Gnsbenautheydrup.mt den ſchoot God verloſt uptdenood. Diehemaltyd op God verlaat TDeHeer bevºpten qupt zynſiel van't quaad. WBildendevloedenonsverdzincken : Ghp verlietudienaars niet: . . Ghpkoomt behoeden uhulpe
(
hinche
hert
E.
º
-- -- -
-
- --
Chert dattraoſtticktotu bliet. Trouwlyckghy haarmoodaanziet Izrachtighſtiltghphaar berdiet. Ght kondt upt zerruptſchandenblaam Derioſſenheer toteer/vanuwen Haam. Prince verhevenalons betrouwen -
-
Staat alleenin uwe hand. Ghpgeeftonstlevenghtmoogtbehouwen -
-
GPpuſtaatomstrooſtgheplant.
Ghy helpt onsmetubpſtand Ghijbºengt optghepuurde land.
Ghykondtuptzeerjuptſchanduptblaam Derloſſen Heerſtot Ä/vanuwennaam. rprU.
Op de wpſe: Hoeben ick in liefden aldus -
berblint.
AÄ vertrockdoo? Goods bevelengoed WPtzpngheſlachtenbloed Inveemde landen wyt. WDelhemdfeſoomethertzin enghemoed
-
Dandaardſcheluſten ſpoedt Ten Hemel waart altyd. Die als eenghaſtter wereld Pelgrimeert Gheloovighvaſt den Heer tot erfbegheert. -
Diens weldoengaart een ſchat TPaarſegheen dief noch mat
Enſteelt nochen verteert.
-
---
-
Menighpatſchpntwelrecht voozdogebloot THiens laatſte voertter dood TDaar luſt
"zum F uiy
– 25etert
25etertsjongelinghuweghltis noodl Iſèet Goodsghenade groot. Älmazpnheyligh Wood.
Eerghpbeſfaathetepndinasaanſchont. Tatniettelaatſudaäd vergheefs berouwt Ghpkryghthier edelmenſch Altpauſherſen wenſch Boghp den Heer betrouwt.
Röndomend'inuhert de Heere woont
Spnwaardichepdverſchºomt Intvlieden vanbooſhend. Hoogtmeerdzzyngoedhepd udeugdekroöt THandatzpnſtrengheydloomt A9 zondmet eeuwichlepd: MSanthpaanzietu werckjau gedacht.
-
Ächtgh Godnietighy wortvanhem Hacht SMAaar hoordp nazPnſtem ÄDolchtende eert ghy hem/ Hoeerthpumet macht.
-
Ghenadelyck de Pzins Emanuel Hyn EngelGabziel D tot eenlepdſmandoet.
-
-
-
Alsghyupt Babilonien zeerſnel
.
DeurtDäderlyckbevel Cer deuchden ſtiert uboet Saleefdy Godilter eren in ujeuchd,
Douderstoteenhertelycke vzeughd. TPftishetrechte Pat?
Alna des Hemels ſtad.
Daaraltpdsgheneught. -
-
op we
- %.
\ -
rrbf.
-
Opwel-levenskonſte vij. Lieden. Wat wel-levenskunſt isende hoemen die verwerft.
- - -
Op de wnze: Het waren tweeghe ſpeelkens ghoed.
-
D Skonſt die 'tvolchwelleven/doet/ JPyn zielmetluſt wilſinghen. Daar toeo Heer ghy ghevenmoet
A9 gheeſtzalicks volbºinghen. Deeskonſtisghaedheyds kennisbºoed: -
MBronder vindyck leeren
“
-
Mºet machtomdoºghewoonhepdshoed Bekzende deught thanteren. Belleefthy rechten deughdehyck Die in Goods wilkanruſten.
... .
Wieditbegeertkryght vzeughdeljck Dat hooghſte goed metluſten. Tisbupten keur van alle menſch TDathp menſch wertgheboren
Maar wpºwertniemand ſonder wenſch MDant deughd wertzelf verkoren.
WBellevenskonſtbehoeft dantyd IDetleeringhs onderwijſen:
- Dock aandachten hanterens vljt
-
Deesdoenter deughdenryſen. De Teeraaralderdeughdenſchoon Jg God des deughdsfontepne.
De menſchen tupghen
º harleen Raar
JPaar God maackt goedalleyne. Wote deughde vande menſchenleert Kanint vernuft veelmercken. . . . JPaar als God ſtiert diegoe begheert Coomtdeughd haarkracht intwercken. Deen kennis locktmetbeeldenzoet
,
Cer deughd als in een d?ome. Maardander b?enght tot weeldengoed ILMAackt Vande quaDen bºotre. DeſchadUwkangheneſenluiet
Pandaanghewende zanden. .
-
.
IWHaar daarmen deughd int weſen/ziet
Gheneeſtzpquaadhepds wonden. oo magh gheen doodekenniſſe
t'Bekende goeddoenminnen.
.
Ä
Den traghen valt TDoszt wzoeghenfelvan binnen.
. . -
Jºaardieter deughdbegeerlyckſpoen WPtliefd die zy haar
Ä
--
Deeskonnentgoedeleerlyck/doen IDetluſtna Gods behaghen.
–
Haar go? na Godes leeringhoot
(
Mietomhetwetenkonſtigh. JBaar omte leben mazpn wooºdl MBtliefde repnemjonſtigh.
Die leeringtoontGodsgoedhepd bloot . .
WPytbaven alhoogwaardigh.
-
*
2<Hteelt Gods liefdin'therte groot En maacktter deughddaadvaardigh. Alwatmen lieft wogt dadelyck Dickmaal
Zobaart zulck weldoenſtadelpck Een macht nawil/in deughden. TDusleert de Weeraer wyſſelyck
WBel-evenskonſt aan kleven/ 2Zynjonghers dieſe pºyſſelpck TBoenblpckenin't welleven.
.
.
rrrby.
-
. -
Vande Siel-deelingh.
-
H
-
Op de wpſe: Tprannigh werck volarghs - -
ghedonghem.
--
I zielenyfbeſtaat die heeemenſche: Domzichtbaar zielblyft onbederffelpck.
JPaar tzienlycvleeſchderſottéluſtëwenſche Derdotalshop in tydenfterffelyck.
-
TDezielis Gadlyck/ſchoonen ech et beſte deel - fe t'infghebiedtna luſt oft reden
.
.
Dat mach haar UDetniet overtreden.
Tot welgebien behoeftmen wilmet machte
Ooch Äheyd kloeckt Diet dienſtbaarlpfwel MOert.
tUpfheeftdatmietmaar inde zieliskrachte. Dan't ſtilghemoeden die deziel beroert. t'Derſtand woont in dit ſtilghemoed
Datdeughde voedt.
. . .
JPaar inde zielis kracht begheerlpck
Derzeltmettorens kracht afkeerlpck. t'Derſtant als Voogt hetemt dees
ÄÄ LTINIf
Permitszynkrachtºptzaam ofwerckelpck: TPeeerſ ontfangtintlicht des beelds Bcier
Delaetſtewreghtenoordeeltmerckelpc. Tipdzaam verſtand ontfanght denſchpn Derbeeldenfpn. -
Die ſluppenindoor alle wachten Der zinnen vpf dan zyntghedachten.
TDie wacht zynauw als vogelsinder couwé Dant vaſtherdencken datmen in haarplant. TDeglerings deuchtbeſtaatint welonthouwé Pan'tonderwys door’twerckelyck verſtand. TPatonderſcheydt de waerhepdfpn Ban valſcheſchpn.
IPaarredenſpeurt aan allenhoecken Gmghoeden quaad teonderſoecken. . . Beneden reenis de verbceldingkzachtigh Die haargedaantneemtuptdézinnézwaar. tDoorledenbeelt zy in't gemoed aandachtich Dan alle zulcrdatzpkan binnen/ſdaar. Gp 'tghenedat voorledenſis Gockhedenſis. ( -
.
Doetzpmetuſtofſchickghedencken: Sphelptter deughdenkanoockhrencken. 'Tonthoudé vaſt denctop voorledenzaken. JNaarnietop dinghen die aanſtaande zyu TDitboordacht doethierna begheerlyck häké
CPfangſfigh duchtenvoorghewaandel ppn ZSo queſt.de vrees deumenſchemeeſt
Daarhoop gheneeſt.
Deeg krachten zyntdiethertontruſten. -
-
-
W9gar
ſ!
waarveesbedzoeftrooſthoopmetluſten. -
rrbiy
-
Vande Herts-to chten. UJ.
W
OpdeWepſe: Bºaar smanalderlieſſte die ick met ooghen aanſach. MÄ vint tweeſnelle krachten Beneen verſtandichepd.
Deenbaart begheerte.jachten TDie andervlucht van'tlepd.
Dees IWAoedersteelen vzuchten, Danhoop en ſoete WZeughd. Gock me het anghſtich duchten/ IHet d?oevighongheneught. Dit zyntat deughdenſonde
Deſtroomen ofen an
Meeihem die talderſonde Die kan:Winden Hierwelbezeylen rupſchen ſtercke TPieſtuerent ſtilghemoed:
TBooztoodeesonderwinden Dant waar ofvalſche goed.
Ishierdam rechtekens ZSooissocktoo.deelrech… Iſtmiethetmaacktmetſcheºns Fenmenſch der ſondenknecht: ADerdooltin blindbegherº.… Dantquaadingoedhepºs ſchyn. TDIt doet van deughd af-keeren TDie waantmen ſtreNW Te 3PM
meistern
ſºlck
Elck hooptmethertengheright JRatgoed alwaart maar Waan. ePock vlied het volck afkerigh MDant'geenzp quaad verſtaan. . Dietghoed verkryght wertluſtigh Danherten blyd'en B2o.
JPaart'quaadbedZoeftonruſtigh: IDen haat dees treurens bo.
GPploghenen op waarhepd t'Derſtand zynooghenſaat. EHereden weeght Dezwaarhepd
MDantgoedeteghentquaad.
Watdantberadighoodeel Derkieſten meeſtop ruſt/
Berkrpght behaghens voodeel. TBitbaartdelieve luſt. . JPaluſt of afſchwick duerigh komtflur begheerte voozt: Gfvluchteonbeſturigh Dietquaadtontvliedenſpooxt. 2Beradinghlaathaar hogen
Danvolght hetoo.deeiſtil IHieruptzoo wert ghebogen.
TDe goed ofquade wil. TBitiſtop-getbeſloten GPm doen oflaten pet.
Datoverkleyn'engroten Als Koninginghebiedt. Spiš(alshoop en v?ezen
«oach dzuck envzeughd)snwis:
Hietgoed ofquaad van wezen ÄHaarzo haarooxdeelis.
Goedzpndehaopenvzeughde Als goedheydishaar end: JPaar zienzPopondeugh.de
Soszynzpquaadenblend. TDus iſt oockmethettreuren Env2eezbolzwaar verzyck Die altghemoed verſteuren
Enzynhaarepndghelpck. Muzynt algoede dinghen:
En waart der goeden wenſch TDie TPoo! goedheyds tsebzinghen
Goedmaken allen menſchen. Hoo zyn't oockquadezaken
Enquade vloeckenwaart: Die elck eenquader maken
Diezichdaarme vergaart. .“
-
rrrr.
Van onkuyſche minne U).
-
Op de Bpſe alſootbegint. PBº herteminneickſtichtighzingen moet “Debaſtaardzuſtervandeliefde repn. Die vierighlyckdoo haar onkupſehe gloed/ JPNet boeldern verbeelt der zottenbºepn. Spmtengthaar met natuurghemepn IWHaar die ſtreckt tot veel beter end
Dandaardemin haarzintoewend. Katuuctotvzuchtfdemintot geplheydſtreet -
Patmur
atuur wiltelen minzoecktkorteluſt.
atuurs gebrupcgeechperſºn beste Ct Äfbuyckdesminsbeſondightmetomruſt Eck dient deminneblint vermuſt
TGientſchandlpckhaar begheerickhepd. G domme jeught wildp verderben niet Bolghtboven luſt der ºder wpſeraad. TGient ghydeminzp brenghtuint verdº Haar luſ Hdwyntdantreurtmêmeeſtte laat Spdp noch vºy hoedtuderdaad
-
Heefiſ'uintnetontwert vras. EPp AGenugzeebrupct dutkompas..
Doet altpdwatwercºdermº
peſt
Triakeiſterck die haarfenyn verdºpft. 3 Maar leeghzmaact van'thert eé Demº neſt
Ärnfejenrummt geenlegeminen bpft Ghedachtens meulenſtadigh WºWºf „ WPaar gheylhepd dencktºert luſt gemaalt.
Jºshjedjonofkafzoo telckhaarhaat,
2sengtint gedachteenſchone Denºt 2sluſcht dezenyonceergh in Ä TA ACt. Watzaltdochmalendan onkupſche bzand,
Tºit vierigbeeldwaſchtuytmetſnelder hant Jºaacktbaſtverband metu Verſtand!
Teathetuoogh vanluſtafkeert WBantluſts aanziente elt qua begheerTGonſchamelhepdvan'tſchonemeyſko. Gheenblpvensplaats engheeftº gedacht ; AGyeeſdyvos bzäudſpeelt nzmet Penu.ºone •
Haarbalſche luſtvan voreil -
circhtag Al
L
taz--
Baarziet niet opmaar biptich acht
Äbpt
Hoefeldeeskatwän Betſpaberouwmetſpot enſppt. ÄHaarzpdybandeſthälckemin verraſt Ä zotte hertgeplant uerroeytſeruptjaleerzpwortelt vaſt Dit valtulichtwort ghy haar recht vpand. Dat wertzoghpaan elcken kant
Aanmerrkthoe zp door waan bedrieght. Metvalſche luſt die ſmelvervlieght. „ - Haar aenkomſtlocktmetluſtbehagelick. 25p ſtoopen volbelooftzyzoete wpn/
IWHaar tſchepden geeftonruſtbeclagelick/ Gockbitterhepdmettonnen volazyn. Cºvergifthethertmetdxurfenpn Enlaat voorluſt (dieſmelverghaat ) Derdrietighleed vel treuren quaad.
Devalſchemin belooftop Demusjaght
Blieſkenshert tedºpven iñunet.
-
IHaarzpvangtu doo? Circestooverkracht. TDie uberbeeſeint vroukensboeyenzet. THaarleefdp näeenboelkens wet
WPaar over ghyt ghebiedenzocht.
So wertdezoteen ſaafverkocht. Ditblinde vºnenſteelt den vºyer dwaas Ä die zulr teläat verzint Spnherteñbeursistmeyſkens weelöigaes: Spn
Datgeenſnshemmaartzpnbegeerly.cmint Wie preughdezoecktentreuren vint IQagh licht verſtaanzpndolinggroot, TDees zothepdskundis bº L an
deº,
F
was de minnaaruptzpndzo5 antwaact
-
Dooºt quellen vandenachtemerrpſwaar TDie
Ä bedzieghlpc Ä ontſchaackt/
Danwertterechthaarvalſchepd openbaar.
So weldaad.vºiendſchapmaackt voogwaar So maacktmidaad(die haat verdient) Cevpandzulrk ghewaande vziend. WDie dan der HHinnen iſt te vorenkent GEn laat haarghcenzins neſten inzpnhert.
.
Endfezich deerlpcvanhaar vint gheſchent
IWHaacktſphaar vpanddoo?gheledenſmert: Dees vºytzich upthaar net verwert Föhnluſtzoeckthaar verniclenſiel: WPantelcdood gaarn Än bPandfel. P -
d
Liefde. Van b.
-
-
Op de wpſe: Suſanneun Iour. Een hertH-roerzoetnamacht in goedheyt luſtighl . Dmliefte doendaartlieve hert aankleeft Äs repneliefd die vºolpckmaackten ruſtigh Doczalighaldaar zy waarachtelpcin leeft. Haarzelfgheheelzpaltyd blydeycken geeft -
tGeliefdeliefdaaruptzpisgheboren: Ditswezeſchoonboo!'tbeſthyhaar verkork Als thooghſte goeddatzp in allenmeent. Datjaaghtſp nadatzoectſſte beſporen Datiſtooeſdaarzialhaar lievers met Heent
Dekennisklaar vä goedheyds wezëſchone
Ä
Tsmseder van dieſchone liefdeonbev -
-
In
Splieft nietquaads/alloofdhethemelslone
Tötdeugdalleen altpd haarluſteheyligſtrect Hier doo?
Är oockheplighgaeden heel
MDantbovenal doetzphetgoedaankleben
Methertmetzielmetcrachten intwelleven oºt volgé vander wpſeliefdétrouweraat Liefdhout geenmaatſwant Godinthooghſt berheben
-
-
Peeftepnnochmaatonmaat is Tiefds op rechte mäat. - Hgar krachte groot/bergroot doo?'t groot
vermeeren
-- --
Dankennisgoeddie ſtadelijcké waſtenmeezt WPantliefd verkrügtaltpthaar goed begerä Ditgoed vermeertdan Weer der liefden goe begheert/ (eert -
-
-
CotGodvoozal die ſpals ſchepper hoog.hipc Doctottenmenſch als ſchepſelvanden Here Dem heeftzpliefmet maatna waardenere.
Terliefdé Sadseerbiedigenrecht danckehpc IWHaarzylieft God oneyndlpc nazyn Leere.
MBattpd.pcislieftzymetliefd verganckelpc. Derlieſtmengeldeen vziendoflyflycerven Dewyzeliefd begeert die niettehouwémeer Dewylmentheeftleertzptgewilligderven TDusmacht verlies den Denſch ooc miet be rouwenzeer:
WPantzy bezit die ſchepſets ghoed met trouw *
* -
LU LET
-
Als goedgeleentom dat dëleen-heer goedigh t P
-
JPa
»aunenwi metdancbaarhepbootmoedia.
Ä overdwynt bietydHerliefdeſpoe
TDAA r
-
-
stratº goedverbwyneinregen ed...
-
sºf haar dienaar ruſteſtadig TDie dan doo? haar der armenanruft -
doc drit
Riethem maar andzenleeſtzynjonſtgoed - dadigh -
-
- - -...
- -
So ons de Fonhemzelfnz verlicht enwermt. 'Tis Ä een vzeughdtetrosſiéal die treurig kter ttt/
-
- -
-
Elcis hymutmaar niemand machhºſchaden Bp ſpaart om darmsn IPNet handupt d'afbzeec vanzpnover
Ä
Ä Ä
-
sed
-
-
-
Hodzaagt zyn Kracht deſwachepd der beladé
Ä Ä haarleed Hlicht 5pnherte goed. Spngheveninildghee v?eughde
ihen veel meerber - - - --
--
- - -
-
-
Da dj Äangeväzyn ohtfan So heefthyluſt in dees
-
-
-
notelpc ,
Ä
Dit voordert tot wel-levenskunſtegrsstehjr WPat luſtich valthanteertmendic en blostelhc Tot Godes eerhetdiemaaldoendoet leeren TDusleert deliefd dees wel-doenskunſthan teren
-
-
-
-
-
-
- - -
- -
Hºethertéblütverblytden armémenſché wel
"wºeute erstmareetz
(
Totzalighepd/daartoebzengtliefd nawen ſchenſnel. i MDant liefdes ban God eenoprechtheelde -
Dienzpgelpctin help2Uck'overvloedighepd TDgt -
Äar maacktmet Godin luſten WELTDE -
-
Dsozt woydéeëmet Godesſchone goedichept metſpoedichz Ditwerct.de liefd intgevé TPan mach niemand den menſch ban Godt
meerſchepden. . .
Ächºn
zouhem ofleydé Bantweſen goedtoteé bedziegelpcke waan TDie ziet God
Hp kent den Heer zo volhoogwaardichepdé aardſche goed als dºecte rug kan TPathp
Ä
Ban alle deughdis liefdde ſchoon fontepne Dolmildichepd/volkracht vol recht envol berſtand.
paartemlujwägbewaartineupſhzrepue Haarſterchepd byeeſt geen krups gheenleed
noch gheenvpand
-
Fechtvaerdighzdé Heer alleé in'therte plant Die 3P opt hoaghſt in eerendaardget rüſen
De wpſhepdklaar/weet tothet beſt te wpſen. Dzzy Hkieſtenlogens valſch bedzogh Hhoet
standeejlefºnzwaardomhºofejé. A
"Ä Ä kam alle vzuchtbaar
deugh
Den zoet
zu ditvermach demilde e ohemeene Änjonghers min in ouders meerelcknäzpn kracht: - -
> »
- - -
-
-
ii
»--------
'-
't Jongboomkenklepn/dzaaghtkuttel bzucht (macht
kenSkleene
Degroot veelgrote buchten nazpngroots Baar
Ä 3M#
maartvolckderºpevzucht
Tf BgRL
-
.
Ditis denaard van Wiefdehoog verheven: Die bºuchtendzaagtomd'arme veelte gevé.
Haar haafverteertſ’om daar mer darmen welte voen: Soo leertde Wiefddekonſtom welteleven WPats niemand quaad/maar alle Renſchen goedtedoen. rll.
Vande Begheerte. bi.
-
-
Gp de PBpſe/Allempnghepepnsdoer
Bºgº
my zog wee. is een verſtandelkracht/
-
Banſmenſchen edelende kloeck ghemsed Die viertghſpoo.top hebbensjaght geenghewaanten heelomſeker Goed itgoed machmen oock recht verſtaan/ WDoo?'t we aanmercken van zyn weſen:
Bulckrecht Perſtand hooºt voo?te gaan GPftzorbegherenwoºt miſpºeſen.
-
MBiewat begheertdiensooºdeel waant
Dathet begheerdeding hemgoed ſouzpn: WPantzonder waan vangoedhepdsgedaant begeert' alwaartmaar valſehe
werÄ HPn. L
:-
-
-
segeerte waantmaar Tiefde Weet.
es.
Beel-tyds begheertmenquade dinghen/
Haar niemand lieft het gnade leed IBtwaan komt ſot begherenvoort Äriefdewysſp?upfuptdewaarhznaact
Daar toe begheerte blindkan b2inghen.
ZDaan wertbegheertöock meeſtverdöozt
Ärliefd altpd tathetgheliefderaacº. Kººaan die ſchadelpck bedzieght Wldietghewaande Goed begheren. Äar waarheydtrouw geémenſchen liegt:
"tºheliefdeghoed gheeftzpmeteeren. Cºdwaaſhepddatmeniet begheert/
Ätatment waarhyckgoedteweſen ziet WDie anders doet die ſoeckt verkeert.
-
Äzeier beughdend vint gewis verdiet. Zoo leeren methaar ſchade groot (Döo?'t onderbinden)alledoren.
"
-
Sees meeſtris dwaas bºengt haarin nood
Daar ſº veelſpots vootroöſt äanhooren Biedan nietwil bedervenheel ?Die Wort noch wpsmet zyneſchagheleert. Zöpnoodeelxuſtvantſwervenveel
Jn't onbekendedathyniethanteert. Bekende quaad datmoethy blien Jºiet onbekends magh hy betrouwen
Äghºhetgoeddathykanzien Geenblinde waanbºenghthem in rouwen. Hier holghthet volcdebzeedebaan: Lºreckbegheertveel dinghenonbekent:
Maarwiemiftrouwtzünblindewaan It üy -
-*
Blyſt
2spft altsdvan die dool-weghougheſehent. 'Tisgroot verſtand zynonverſtandl ,
STe kennen omdaar vante vluchten:
MBiedees verlepdſter wertvpand
: .
Gaat vzolyckzonderleedteduehten. MDantzulck weetdathp miet verſtaat,
-
Ä
tafereelt. MDat luſtin Donkunde oftgoedis danquaad :: Zyn blind begerentruſtenſtilbeveelt. TGiezoo ban onbekenderuſt . -*
Jºiet daende dan bekende deughdent . Dees wandert Peplichyckin wzeughden. ÄDertniet verleytvanquadeuſt . Hyvindthoe
Ä dathetis:
Daar goedeſchyn hefgoed verlieſendoet. Hier maackt d'onſekerhepdghewis (doet WPantangſt vso?'tquaadgeé quaad verkiezé tGoed ſchºnend quaattenquaden treckt. Die kanalleen metluſt bekoren. Dees mommery dezond bedeckt Doo? ditbedzogh wert ruſt verloren. Boozulck bedzachblyftelckbehoedt:
Doo?zekeroodeelofdoogheen altoss WDiensoodeelrechtis vaſtengoed Wertnietbekoartmetquaadheydsluſte loos. Aan'tquaad bekent datiemand haat
Zoeckh geenluſtdootoonsvergrammen
Wiecht als die’t hier kentmet voo-raad Hbeenkgelinghzaect in heete vlammen. e oock noch
Ä goedoo?deelheeft
Dantgheen quäluſthedzieghelpc dasſ -
-
U
En blindelinghgheenbonnisgheeftfº
2Segheertniet luſtighdatmetppnenquelt. WPantzonder
ÄÄ'
Enjaaght gheenmenſchen herthegheerlückt
Iºatquaadonrecht voo: tgoedbemintſ
-
WDiedit onthoutleeft weleneerlyck.
-
Peelanders iſt metdwaſenſtaut TDie altgeſtemmen dathaar luſt vertoont : MBantelck dathy voo!'tbeſtehout – 2Begheren moet oft ſchoonmettreurenloout. IMenhoopt nat'quaad verderſfelpck ZSoo langhdatoodeel valſch maghlever. --
En'tquaad verwerftmen erffelpck
-
Banvlieght de hoopmenvºeeſtmetbeven. 'Tist'oodeeldandaartal aanlept Zootooxdeeliszoo iſt begherenſme. ZSog ditoock iszoois’tbelepd
..
Dan'tgantſchelevenen hanteren/me. Äſtoodeelquaadonsleven iſt. Hetleven quaadbedzoeftmetpynen Goºdeeltghyniet in blindheyds miſt 't2Begheren quaad -
-
ſaal verdwynen. U.
-
Onderſcheydtuffchen Liefdeen begeert. VU.
Op de wpſe:
-
Hetwas een Klercrken dat
ginghter Scholen. zynonderſ Jefdenbegheert cheyden endight'al LÄ poe Äh -
der
Begheert'is volonſtadigheyden It H.
THff
ſ
Ditkomtuptelergheboszts natuur.
,
Gheen Liefdenkomtupttwpfpckwanen IRaarupteen ſeker wetengoed.
2Begheerte ſpzupt upt wagns vermamen Maarnietupt waarheydsweten vzoed. Als waanin weten wo?t verandert Verandertoöckbegheertinliefd.
.
.
2Begheert'altpdoptonwis wandert TPaar Wiefdmetzekerhepdgherieft. Gack maghde Tiefde nietaankleben
Dan’tware goeddatzp verwerft.
-
Begheertens waanddet dickmaelſneben
Intquadedat den menſch bederft. 'Tbegheren banghewaande dinghen
INet ſozghen anghſt den waner plaaght: IWHaarveplighkrycht deliefdgheritaghen t'Bekendegoeddätſp bejaaght. Alkryºgt.de waner walſche goeden/
JPazpnbegeerthy hlpft nochquaad: „Daar die uptliefdter deughdenſpoedenf
Deeswoºden deughdipckmetterdaad. Sodoet.de liefd altpd verblpen
/
Doot kryghen vande lievedeughd WPantaltjtimaackthetwelghedpen Pan't werck der liefdenbljevzeughd: Daarteghen quelthetleedontberen
-
-
Daniefbegheertmetdoefhepdw.ºeed. t2Begheerde liefontbeert begheeren:
-
Enkrp.cht daar voot gheveeſdeleed. Gockmerct de Liefdzeerwys van aarde
-
pG
Ä Ä des:-
“T
Al 'tzichtbaar met liefdtHdelpck.
C
Alsſpdant ſterben moetbepzoeven MDanman van wyff van'tlieve
-
TDanieft ſpwpſpckelck na
Goo macht Liefdshertoock nietbedzoeben: WPanthptmetliefdeſterflyc/mind. Tºits anders met dedwaaz begheerte Die tſterffelyckmintonſterffelpck - - -
JPiet
Ä op ſchepdensd?Geteſteerte:
t'Dntberenqueltdan erſfehºck. MDant als 'tbemind’alis
-.
"", -
– -
Ä
-
Soo leefd noch langhhaardwaſemin. - Die treurt.danſeeromtlief verworven Dats doodlmaartleedleeftinhagrzin. De Wiefdis goedgoedzpuhaardaden JPiet quaads die goede liefd bedzyft. - t Begheren ſtrecktmeeſttotten Wanttis hetquaad veelinghelyft. - Blecht is de Tiefd/trouwen waarachtigh tBegherenſteeckt solargheliſt.
Äen
-
Der liefdem mildhepd maackt eendzachtigh
't Begheren gierighbaart veeltwiſt
Ä
Altpd wild Miefd haarzelf Deelen 2Begheerteraaptgheſtadelpck: -
Die ſoeckthaar baat/totſcha van velen
-
Maar liefdis niemandſchadelpck º
-
-
Wt des blindenvan Ierich04Licden. »
. -
- -
- -
-
43
Gn
---
Opdewnze: am 28. D 5 binde DooltmetſgAghen/ WBelcrb
Ät is verboAghen
Boozhem dies nieten ziet. Vermoeptinonghenoeghen/ Keert hytvermuft
Ä
Endoozyñppnlºckwºoeghen/ Zoeckthp eeñbaſterbºugh
Hphoot des woods ookonden Begeerlpck in pn hert! tWBoodopenthemde wonden/ WPanzjnrezondenſmert.
Het dºepght voo zynmiſdaden Des Pereinſtraſſe ſwaar
::
t2selooftoockuptghenaden Den blinden
Ä klaar.
tëmmereienghaanootstoghen Goo?'t ondervinden fjn/ Hoedat de balſcheloghen Het quaadzeytgoetteÄ
Bitdoet natguadelu g 't WBelcalleſonden voedt TDantupghenſmerts onruſten
Datzondhaar zelve boet. Hier tert deware hate Denkop van't balſch Serpent.
-
(Totblinden zoo Van ſtate De Beer tghelooveſent. DatzÜ danghaarn untfanghen
Omdathethopebaart:
-
-
-
-
.
.
Enſtreckenſielhaarganghen
.
.
Dand'aard ten Henne waart-ki: i...: .. *-
F
rliy.
f.i: 3: “3-
Gohaaſtdemenſchgaatſpöenjä... FI SÄ tedöeit ... fº WBt-wendigh op't Ä F' i . . .“. Wert pnblindhepd verdoozt jº Als hy begheerkºckhost | ### Den roem van groot verdienſte. WDiensſeventronien i- - - Zyn ceremonien/ ...?
“S G.*
-
TPiehpzeerſcherpdoethouwen... De deughten acht hpwirt. . . ist Spblyvenin'tverdziet.
i
..::
Aldiezpnleer betrouwen... Es
º
:rº.
WDie daarmet onbernoeght. . . . . . . . . ZSynooz begheerlpck voeght/ . . . . . .
Tot waangheachtrechtvaardigh: . . ſº Die merckt die valſcheptgroot 2 - 4 1 S. MDan meritºzooboot ::::::::::::::rg : 2 Dathy beſtricktwert aardigh Paneenſeerluſtighwºpf . . . .
DYouwdeughdimputatyf.
. . . >
. .
Die hemboszt vzsed
.
. . -
DateenſondighghemoedSonderghoedheydis ghoed
-3:
.. .
En Godzoomaghghenaken. ... Paar die dan wilverſtaan
Doozopmerckens vermaan“
,ve
Iºatoocaaadheº enſtpft
-
Als vssºint herte blift MBetſmertmetdzuckmet wº?
Deesmaackttenlaatſten noch Imputatyfs bedrogh/ -- - - - - Fir. GEn moet
Ä
Die zoogheenmenſc
US
:
dfºliº.
2Beurtopzpntreurgh hoaft. Gherighñatwood des Heeren .
.
.. . ... . . .
. . .
. .
Gpdewiſſe W.Pſalinj Fºtº:ki Hº doolt die opzyn wenckenſtaat
: . .
-
Gock al die Gode bauenmaat. . . Dfmindannazjn waazd betrauhen WPant Godderktuiemandszondenquaad/ . TDan dienzp gromtlöcklerouwers,
Berzachthepdmeerdanhoeckenleert. PerſtaanonFooxdeeldatsverkeert; TDitmoet de ruſtſekcr begheveniº
. :
Dmdoo?berouw zulck quaad verheert. Äut wooºd te roobenzyleven. 3. ſt Dietquaadmeer dandeſtraffe vºee
Dock om deughds dervendzaefigmeeſt Deesisrecht doefenarm van
-
GEn da?ſtown rechtvaardighte weſent - ... Hyhooptin Ch?iſtote geneſen.
ÄÄÄpckhaat. Deraafdat waarlyckmetterdaad,
enſabbateert vanepghenwilles
Ä " hiſtumgher latenen ſtille. rivi. .
Opdew
Pſalm 7
maactonwpſhzsblindemiſt (nen Paar Want die volgtraad voo?dz3p die mag ken IBiedit bebint/moetzich treu
afwennen
Däleydersblindmethooptot Jeſum Chriſt. Als deſe blind aanhoo.ºthet waar gherücht Dant wondergrootdat Chºiſdoetint genez Geloofthy vaſtdat dees de Ch?iſt moet wezé
Der armétrsoſtdesſtams väJeſſen vzucht
wen
Äsº
dzoeve Siel
LTheUght/
ºpbºupetzpm thdmet waltébiddenkermen Enroeptdesrhyc/wilt mp doch nu ontſermen CD Davidsſoonhelptmp/ghp wilten meugt
Sulckenood-roep vaſtop tgeloof geplant Baozt Jeſus rasdie gaarn bevºptvärouwé IHijgheeftminlpc den biddermet betrouwen
tGezichten lichtmet Godlpc Bſtand.(ſchoon Gsdslicht Hblptdanbaart deughs aauzié Eenrepne liefd tot God entotten menſchen TDie volgt dan Chziſt des deughds Vooz-beelt
nawenſchen. -
TDooxºtkrupspät eng väd'aard nas'Hemels .
TLOGU.
–
V
rlbH.
Opdewijſe/Pſalm.8o.
.
.
--
Afgodºy wilickzinghen . .
Om vooz den volckintlichtte binsº -
Den quaadſten Afgodmeeſtghemepn
2spſchpndeughs vole vanbupté repn/ Daarſeldeniemand hemrechtkent
Doogvalſchewaanenlerders blend. Diedsen haarlicht-gelovers boubwé -
- -
# pdelkindſchenzot betrouwent
-
»
Baſtöp een waans gherechtichend Die haarlaatſtaaninknechtíchepd 5
TDerzondenſdieinthertewoont
-
Ditwertdooz waangeloofverſchoont
„So werthaar ſonddieſpnochleven. 2. Jºiettoegherekentmaar vergheven.
IWHaar deugddie nietinhaar ents i, Dicht Godhenliedentoeghewis Hiecht oft die waarlycinhaar waar
**Ä noch achtment waarhept
:::::::lil ACT. :
- - -
-
-
-
-
TPees Afgodvalſch intoogh waar -. ..
s:
ſchyni Des Ärºsº bentynigh Achtelck voo Chriſtenheylighepd. .
.
ſc
,
Batmaackteenſtoute vieplicheyd
?
2.Cor. ºechofbptguaad anºrdshºº Ä“ Wºocht wöné Godsrechtvaardichepd "
Des zoonsgerechtichepd verkoren
Ross Seeft niemand dandiehen toehoren “Daar Chriſtigheeſ nietin en woontº
Rom8 Pºothemniettoehgeſchoonhºtoont Ä“ IWHaar wiézyn Geeſtrechtſuchtëſdoet
2BiºGodenkrygtſgeeſtvzuchté zuer. --
Deesvzuchtézyn beliefden Ä LDU
--
Ghedultmethzeeden alle deughde. Gal8. Dits tonderhoud van Gods ghebod »z.
DanChºiſts gherechtighepdhetſlot: Ditwerct Gods geeſt waarachtelpc Jºietineenwaan/maar kracktelpck. Die vzuchtêdoet dees Aſgod derven
Doo waan die lochent hier t&wervE Het werc des vleeſchs blpft inde hupd Gal-5 TPatſulck' upt Godes rpcke ſupt Är JDochhangtaanſulcken valſch' Afgod“ Der Waners waanwpswaan enzot. WBantzy verzieren dichtendzomen
Liechtvaardighepd (alzoozytºnomen) Die nieten is maar weſenderft Gockmieten leeft noch nieten ſterft. Daarom hp oock gheenzond en dood
Jºoch deughddoetlevenindernood. TD'oncupſchémaact hp geéreynherte
Dennpdert v?pt zyniet vanſmerte. Detooznigh'hout zynwoedicheyd Depzonckaard zynhoogmoedighepd Haar Afgodmemand hulpen biet WDant dieis niet en helpt oock niet. Allegghenzp innoodmetrouwen Haar blind Afgodkant nz anſchouwé Alſmoorenzpinbooſhepds gracht Haar hantenheeft geehelpensmacht IPaar mondis ſtomhaar oo! is doof
Fºoch heeft dees Afgod grootgheloof. Zuler zynzy oocal dieſe maken Pſalm. Enal die haarmethoop ghenaken/ 1 48. T tGheſchiet
tGeſchietbedect totalderſtonda By werthet wysdieinden grond:
TEees Afgodnaactaanſchouwékan
Mats. Daarººſ Ä vzouw ofman. Ä Diewodenooe.ashaar fanden Ioj, Syſchynenlevenden Äen. ö. "Sphebben ooghen Zolder 5en
Gpt Godipckſicht daar anzº vlien.
Mat.13 2äar doove oo? ooch nietenbººt Benzin van Godeslevendboºt … 2.Cor- Haar neusen riecttat geenendagen
Äenzaerº Ä! Stomishaar mond (doo?tzondigen) PÄs. Haertongenſmaect Dm Goodººfeºrº ooc nimmermeer 9.
Diezoethepd liefyc vanden Peer
Ge. 1». Haar voetěkonné geenºn wandel Ä.“ San't quaad in't goed amte verandé PÄ73. Haarhanden taſten nietgoedºº 3. Rietgoedsenwert van haargedaan. Rom.3 Goo?tongeloofintſwerte rºch. 2 TDuswert eck zyn Afgod ghelyck.
Dees Afgodisenheeft meeſº Die meeſt nuſchyntGod te beminº,
MDantelczoectmeer na goetheys lof
THangoedheydzelfditdoethetſtºf TDerzichtbaar Afgodºyenſchyn:
Keyn veghen afen mpenfºn:
Tgrafſchildertmenmetſchynenme nen
.
.
.
«
MPtwen
WBtwendighbinnen zyn vuylbenen.
Dekerckmen alſ vervloeckenvliet Gmdatmer leekenboecken/ziet Diezpmetpverſtuckenſlaan AlsdAfgodin haar hert blpft ſtaan. Alandersleert der Chriſten Pºince Die wpſtinthert daarzoect/gpvimtſe Heynicht eerſtbinnen tquaad gemepn Opdathet bupten werd’oocrepn.“ IWHaar die Godmeeſtmetwoodéeert
Die vloect intwercendoetverkeert.
..
FIMIs. Tafel f
TDeſer Liedekensnahun
Ä“ *
-
meenghetalgheſtelt met verclaring . van. clcrinhoud . . . . . .
-
. .
-
. .“
vantleren chriſtiiij Linden.
:
*. VÄ J Davids Soon
-
„“
2. W Bolghtghy den wech der waarheyd 3. Deleewefier werthoogh verwandert . Ghpdfet al Doet bewegen /
4
g oud-Zalghe acker Ä
" .
..
. .
5. Salighleef hºmetons vooºouders.etc. Väntchriſtendom
-
6. Als ick zinck in mpneyghengrona Vandetem-luſt -
7. Reemtmenſch uzelfetc. L j
PTy
vanluſt bedroeh .
.
.
- -
-
/ 8. Dp hundenvoodenbºgheraad
.
Äjerorenzoongheeſtyckeſn:
-
.
.
9. De dommejeughenkanetc. Vºn Chriſtsorymakingh.
1o Het Goddelpckwood etc. Vr Canticäj Lieden : 11 Swyght Hemelen aarde 12 TDer ſieden leideen Lied.etc.
oÄ Ädins Äs
melsttroott 13 CDng Dader goed in s'Hernels 3
o
14 MBp ballinghen verſtroptetc.
Vanhºfende zielsheyl 15 Jnelck menſch isbp een vergaart vane blind verkieſen
16 TDes menſchen ſotteſlechtighepd Hetlofeener deughe ſamer vrourven 17 Een v2öuwenaarſtighende v?oed
Nieurve Iaarvande innerheke vernieurping 18 MBiliemand hier hetleven Goods etc. Vandesvverelds bedrogh . .
19 G wereld voyalſchbehaghen Opeen vºyes blauvve ſcheen T 2o Jckminde eenmaaght “ Opeen Bryghomsſheuvel 21 Daniefte zyn verſchepden
-
22
sº Fºntanementebener Ä blawpeſcheen nn mp. e NPOILI
El HCI Utt. TdL
LULTLTL.
-
23 Al
.
23 Almpnen tid van minne dvvangb 24 MBiliemand an 'zen zwn droom.etc. Virgilius:van bachusen Venus 25 Ghy dºincke b2oerg.etc. Vande dolle min
27 Sp leven inderhellen Danſlied vande minne 28 JPu hooºt namp O t vanſ 2. 29
ej# Ä hP Ä zin LT
e OP
-
-
--
LU g (INA -
-
-
zo Als aldementchvuldigheghedachten Vanſtille looſheyd 31 TOemeeſte ruſt Tafel-lied 32 WBp dancken den UBaard Vanicken mym
- -
-
33 God heeft den menſchghemaackt Vanredens ooghspalende verloſingh 34 Jck wil nuzinghen een ni
jedicht
Wanzelfkennis,heyl-trap 35 Een goed nieuw lied.etc. Van vpare ruft 36 WPleenighmenſch des hertenruſt -
Salomonsoordeelgheeſtlycke zin 37 2Beghintozieleen Liedekyn Chriſt-volhingh /
38 Ter Wereld rönd
-
Vanchriſtusheylighingh T in
39 Met
-
39 metzmenmezmen 4o
*
B.
Ä Anamnahme Eenſtryd vanChriſten v?eden in mMnghemoed Fjorde Kerck gyem -
4 Almoghendegherrouwe Peer Van Ärerleylief 42 Danliefdezinght myn herte vcyligh .
-
van Cruys draghig Ädam, gheeſthcke zin
43 Teruys moetghedaghen3Pn 44 Deſchanelüftverbeetete Vandrie dag vvercken.
. 45 Spinvlytighghpſpinſters -
Vande tong
46 Terechtishy holmaackt Äaheydsberrjingh 47 In Igncheydºomt
čhjÄÄſrefeldsſpot 2 Liedekens
º
48 Tºie Deleere Gooos 49 hierna Godsvan woodLºº. WilleveU Vanchriſten ſtrjd
-
5o OnslevenSend
Vºn palende opſtand
-
-
51 Godſchept den menſchter ſaghepd Egiptensº r-tocht:gheeſtlycke zin 52 Lajtans Hetlaf des roteutoningsee Van ſackshuyvelycghee ljcke zin - 53 Deväderſant zyntrouwe knecht * | YahooPen?!?...................a 54 Wie hier willevenmetzinnenby -
-
Van
?
7
van zaligh leven 55 Saligh leeft hybyden m enſchen Verkieſendoet verlieſen .
56 Koemt waarden tyd.
Bp-voeghſel. Lied derLiedekens. anmercht o menſch waar toeghy leeftete "
I.
24-
.
-
-
VWelcken Lieds 24.reghels es. ºf gheteec kent zynde,4änprºſe. ht beghin vºn vier-en trpintigh volgheide lieden.
Wandeoaaaghden; Liedekens, 25
# ſchepſelkranczoecktdwaſeluſte etc.
26 Schyn-deughd bevcpnſt 27 TD'opiny ſept by haar tc Weſen 28 De Waners DWaRS.etc.
29 Het welghedyen van Godes leer Van cenghetrouppdeproupp zo lioºte rouwelanahe trouw. Vänonchriſten Chriſtencn
-
-
3- EickmenſchwÄlighweſen Ä VºlM ppalre
-
32 Als wace Liefſter Saddeyckerdeughd Vanppare enpalſche Chriſteten
33 TDen werckman is twercrepnd een luſt. Liiü Lof-ſagh
4
Lefzaºbºdarek.
-
34 Taätons Godsdaten
Vºn Abrahamsuyt-rochegheeſtyckezin 35 Abzaham vertrocknacGoods bevelen etc. -
Gpwellevens konſtz Tieden.
1. Vvatprellerens Konſt is
*
36 TDekunſt dietvalckwellevendoet 2. Vandeziel deelingh 37 Jnzielenlyfbeſtaat deheele menſch . Vande Herts-tochten 38 Den vint tweeſnelle krachten 4. Wandeonkuyſchemin 39 Panhete minickſtichtichſinghen moet -
5. Van Liefde
4o Een Hertſ-roerzoetna macht. etc. 6. Vande Begheerte 41 Begeertiseen verſtandekracht
7. Onderſcheyd tuſchen liefden
Är
42 Liefdenbegheertzpn onderſchepden
VVttſpeldes blinden van Iericho 4 Lieden. 43 TDeblinde dooltmet ſo?ghen
44 Hoolhaaſt demenſchgaatſpoen 45 9ydoolt die opzyn werckenſtaat 46 Eilendig maact onwnſhends blinde miſt Vande Afgoderyſchyndeughd
47 Dan AfFödºp wilick nuzinghen. v
-,
--
Ende I
-------
--
â&#x20AC;&#x201C;-T
-
- -
? – – –––
- -– – –––- -
- -â&#x20AC;&#x201C;-
-
----- -
-