7 minute read

Met TiNC Works! dringen engineers sneller door tot kern van probleem

‘Met TiNC Works! dringen engineers sneller door tot kern van probleem’

Vancis is een hoogwaardige ICT-dienstverlener en richt zich op clouddiensten en managed services. De meer dan 80 specialisten van Vancis bedienen klanten die actief zijn op het gebied van onderwijs, onderzoek, zorg en lokale overheid. Het bedrijf werd meer dan 10 jaar geleden zelfstandig maar heeft al 40 jaar een solide reputatie als aanbieder van hoogwaardige ICT-diensten binnen rechtsvoorganger SURFsara. Voor het vakkundig uitvoeren van hun dienstverlening maken de vakspecialisten van Vancis ook gebruik van tools van TiNC Works!.

Advertisement

“We gebruiken de tools van TiNC Works! op verschillende manieren binnen onze organisatie”, vertelt Freek van Makkelenberg, Chief Operating Officer bij Vancis. “Bij de onboarding van nieuwe klanten doen we met de TANC Field Unit een netwerkscan. Met behulp van deze nulmeting kunnen we later aantonen wat de verschillen in performance zijn als we een upgrade van het netwerk van de klant doorvoeren. Daarnaast gebruiken we de TANC Field Unit ook om een snellere probleemanalyse te doen. Als er sprake is van een netwerk-probleem bij een klant, kunnen we met de verkregen meetgegevens een heleboel zaken uitsluiten.”

“Het is de bedoeling dat we de TANC Field Unit straks ook kunnen gaan inzetten als verkoopondersteunend instrument. De werking is zo eenvoudig dat ook een salesman het kastje in de muur kan prikken. Na 45 minuten tot een uur kan de verkoper al aan de klant laten zien of er eventueel bevindingen van afwijkende zaken in het netwerk zijn. “Het is ook mogelijk om de TANC Field Unit permanent bij de klant te laten staan. We spreken dan van de dienst Netwerk Keten Monitoring. De klant betaalt dan een maandelijks bedrag voor continue monitoring en regelmatige rapportages. Periodiek levert Vancis uitgebreid advies bij de rapportages die de klant krijgt aangeleverd uit het systeem van TiNC Works!. Het stelt ons in staat om snel vast te stellen welke onderdelen van het netwerk we kunnen verbeteren.”

Freek van Makkelenberg is vooral te spreken over de gebruiksvriendelijkheid en de snelheid waarmee relevante informatie over het netwerk is te verkrijgen. “De TANC Field Unit prik je in een netwerkpoort en binnen een uur beschik je al over een eerste concreet resultaat om de staat van het netwerk te duiden.

Freek van Makkelenberg

De oplossing van TiNC Works! combineert een aantal zaken en meet de volledige keten tussen twee punten. De TANC Field Unit doet niet alleen een ping, maar kijkt ook of er packet loss optreedt en waar de verbinding eventueel een probleem heeft. De meting is vanaf het begin tot het eind en betrekt alle apparaten die in het netwerk staan.”

“Met de oplossing van TiNC Works! besparen de engineers op locatie veel tijd doordat ze sneller tot de kern van een probleem kunnen doordringen. In de analyse winnen we snelheid. Maar we hebben ook sneller inzicht in het netwerk van bestaande en nieuwe klanten. We hebben nu veel eerder grip op een probleem. Na een paar muisklikken is het duidelijk wat er aan de hand is.” Ook ziet Freek van Makkelenberg duidelijke verkoopkansen sinds Vancis met de TANC Field Unit werkt. “We zien al heel snel waar de verbeterpunten in het netwerk bij de klant zitten. Dat kunnen we natuurlijk weer vertalen in verkoopkansen.”

Tot slot vertelt Freek van Makkelenberg dat hij tevreden is over de samenwerking met TiNC Works! “We vinden het leuk om met een start-up samen te werken waar veel ontwikkel energie aanwezig is. We hebben invloed op de ontwikkeling van de producten en diensten van TiNC Works! en samen kunnen we de diensten functioneel verder uitbouwen.”

Van de redactie

De stand van zaken en de next steps

Visie van DDA op Klimaatakkoord

Er is iets gaande in de wereld en ook in Nederland. Klimaatverandering wordt steeds duidelijker en daarmee ook het besef dat we iets moeten doen, geholpen door internationale akkoorden. In Nederland wordt de druk verhoogd doordat we versneld van het gas af willen en moeten. Maar wat te doen? Hoe nu verder? De visie van de Dutch Data Center Association op de rol die datacenters hierbij kunnen spelen.

Zowel het wereldwijde Akkoord van Parijs in 2015 als ons nationale Voorstel voor een Klimaatakkoord van juli 2018 geeft steeds meer dwingende richting om klimaatverandering ten goede te keren. Recentelijk heeft ook het kabinet zich gebogen over het te voeren beleid en zijn de eerste voorzichtige maatregelen wereldkundig gemaakt.

Groot doel

Het Klimaatakkoord heeft een groot doel: om klimaatverandering tegen te gaan willen we in Nederland in 2030 bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uitstoten dan we in 1990 deden. Dat is 48,7 megaton (48,7 miljard kilogram) minder broeikasgassen dan met bestaand beleid al zou moeten worden gerealiseerd. Daarom richten we ons in Nederland vooral op het verminderen van de CO2 uitstoot in de lucht.

Ook de datacenter-sector zal en wil zijn bijdrage hieraan leveren - en heeft dit reeds intensief gedaan. Iedereen in de industrie beseft dat de tijd dat datacenters simpelweg hun stroom uit het net verkregen en hun warmte daarna volledig aan de buitenlucht afgaven voorbij is.

Proactief

De sector is proactief en zet zich al jaren in voor groene energie en is koploper in het gebruik hiervan. Daarnaast is stroom-efficiency inmiddels de tweede natuur voor datacenters, zowel vanwege het duurzaamheidsaspect als het kostenaspect. Zo maakte de DDA begin 2017 publiek dat de Nederlandse datacenter sector zijn restwarmte gratis wil aanbieden aan de samenleving om zo al een stevige bijdrage te leveren aan de energietransitie. Sindsdien zijn er veel plannen omtrent datacenter-restwarmte gemaakt, waarvan meerdere inmiddels in uitvoering. Ook is er in februari 2018 een eerste Datacenter Restwarmte Rapport uitgebracht, en zijn er inmiddels in zowel oktober 2017 als oktober 2018 congressen georganiseerd rond dit thema, met tijdens het laatste congres zelfs een uitbundige belangstelling.

Aan tafel

Het afgelopen jaar zaten we als Dutch Data Center Association ook ‘aan tafel’ bij een van de klimaattafels. We hebben berekend en ingebracht dat er door het gebruik van datacenter-restwarmte zo’n 600 kiloton CO2 bespaard kan worden. Dat is 10 procent van de doelen voor besparingen in de bebouwde omgeving.

De DDA wil de inspanningen echter nog meer in een stroomversnelling brengen door bestaande projecten te versterken en verdere initiatieven te initiëren. Ook andere groene innovaties, zoals het gebruik van nieuwe volledig groene energiebronnen als waterstof, windmolens, zonneparken en dergelijke, worden in rap tempo ontwikkeld en dienen breed aangemoedigd te worden.

Trias energetica

Hier zetten we in op de toepassing van de trias energetica:

besparing duurzame opwekking zo schoon mogelijk voorzien in de resterende behoefte; alles wat je niet verbruikt, hoef je niet op te wekken of in te kopen

Energetisch gezien loont zuinigere apparatuur altijd. De erkende lijst met maatregelen wordt elk jaar weer uitgebreid en de druk tot investering wordt meer opgevoerd. Echter, dit is reeds jaren verplichte kost voor elk datacenter en hier blijven we mee doorgaan. Slimme oplossingen als met restwarmte aggregaten opwarmen in plaats van met elektriciteit scheelt weer.

Aandachtspunt

Het verder verduurzamen van de stroom is een aandachtspunt. Het is er wel een die onder spanning staat in verband met schaarser wordende GVO’s door het steeds populairder worden van groene

stroom en het te langzaam bijbouwen van extra opwekking - helemaal in Nederland. Helemaal lastig zijn de distributieproblemen op de stroomnetten die vooral ook de zonne- en windparken in het buitengebied raken. Op dit moment wordt actief gekeken naar PPA’s en meer directere samenwerkingen met duurzame opwekkers van stroom. In de energietransitie geldt dat elke maatregel telt en dus ook de verduurzaming van back-up power. Noodstroomvoorziening kan bijvoorbeeld met waterstof (brandstofcellen) in plaats van dieselaggregaten. Bijkomend voordeel: deze kunnen ook pieklasten voorkomen, en weer opladen op momenten met lage stroomprijzen. Sowieso kunnen datacenters ook een rol hebben in het stroomnetwerk dat steeds instabieler wordt door de groei van decentrale opwekking, door de noodstroom te stabiliseren. Ook daar is energiewinst te halen in plaats van grote energiecentrales door te laten draaien.

Restwarmte

Wat betreft het doorgeven van de restwarmte zetten we vol in om de vele projecten die er lopen concreet te maken. Als DDA proberen we hier partijen bij elkaar te brengen en het proces te helpen. Wat enorm helpt is dat we eind 2018 voor elkaar hebben gekregen dat datacenter-restwarmte als duurzaam wordt gezien in de BENG-normering (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). Dit is een enorme impuls om restwarmte ook veel meer te gaan gebruiken. Marc Gauw van de DDA heeft dit vorig jaar een boost gegeven en zijn opvolger Erik Barentsen is hier inmiddels vol mee door aan het gaan.

En dat is nodig. Want door de steeds verdergaande digitalisering blijven we als datacenter sector hard groeien en zullen we als sector deze proactieve en duurzame acties door moeten zetten. In de klimaattafel vielen we als industrie op met de focus, daden en onze positieve houding. Dit wordt van Den Haag tot de gemeentes meer gezien, laten we zo doorgaan.

‘De DDA wil de inspanningen echter nog meer in een stroomversnelling brengen door bestaande projecten te versterken en verdere initiatieven te initiëren’

This article is from: