![](https://assets.isu.pub/document-structure/201021115001-bb19900adcfb4c64b39e346e1e1bc28d/v1/33c7b3dfdedc6478125daac6611606cb.jpg?width=720&quality=85%2C50)
7 minute read
1 op 5 kantoor-professionals ervaart werkstress door technologie
Onderzoek Nederlandse Beroepsvereniging van Professional Organizers: 1 op 5 kantoor-professionals ervaart werkstress door technologie
Bij twintig procent van de kantoorprofessionals leiden technologische vernieuwingen zoals nieuwe IT-tools, nieuwe zakelijke apps en andere digitale vernieuwingen tot werkstress. Dat is een van de resultaten van het onderzoek van de Nederlandse Beroepsvereniging van Professional Organizers (NBPO).
Advertisement
Overigens hebben mannen zelfs wat meer last van de genoemde werkstress dan vrouwen (24% versus 17%). De beroepsvereniging hield het onderzoek voorafgaand aan het Congres over Duurzame Inzetbaarheid.
Negatieve impact
De NBPO vroeg de respondenten naar de hoeveelheid digitale tools waarmee gewerkt wordt. 37 procent van de ondervraagde kantoorprofessionals gebruikt 4 tot 6 digitale tools en 28 procent gebruikt er zelfs meer dan 7. Hoewel veel digitale tools erop gericht zijn werken slimmer te maken, is 15 procent van de respondenten van mening dat technologische vernieuwingen tot meer werk leiden. Een van de oorzaken kan zijn dat 24 procent geen training krijgt bij de lancering van een digitale innovatie. De eerder genoemde werkstress die ontstaat als gevolg van digitale innovaties heeft in 14 procent van de gevallen een vervelend staartje. Het leidt namelijk tot negatieve consequenties voor werk of gezondheid.
Anke Algera, voorzitter van de NBPO, maakt zich zorgen: “Wij vinden het signaal dat zoveel mensen stress ondervinden door digitale innovaties zorgwekkend. Het is bovendien vaak onnodig: veel stress kan voorkomen worden als zowel werkgevers als werknemers goed voorbereid zijn op technologische vernieuwingen.” Door onervarenheid met de tool en door drukte komt 29 procent er onvoldoende aan toe de technologische tools die hem of haar ter beschikking staan, te gebruiken. Dat is jammer, vindt de NBPO, want degenen die wel met een nieuwe digitale tool aan de slag gaan, erkennen dat dit kan leiden tot positieve effecten. Bijna de helft van de respondenten is van mening dat technologische vernieuwingen ervoor zorgen dat het werk sneller uitgevoerd kan worden. Meer dan 70 procent is van mening dat technologische vernieuwingen motiveren, doordat het werk efficiënter uitgevoerd kan worden. 60 procent zegt dat digitale tools het werk makkelijker maken en voor 29 procent wordt het werk zelfs leuker door technologische innovaties.
Algera: “De technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en als werknemer kan het best lastig zijn om dit naast je dagelijkse werk bij te houden. Als je het gevoel hebt kennis of ervaring op bepaalde gebieden te missen, dan is het belangrijk dat je dit bij je werkgever aankaart zodat er direct actie ondernomen kan worden.
Grotere rol
Uit een eerder onderzoek van de NBPO uit november 2017 bleek dat 32 procent van het Nederlandse kantoorpersoneel van mening is dat ook de stroom aan e-mails tot stress leidt. Daarom vroeg de beroepsvereniging in het huidige onderzoek verder door naar de rol van e-mail. 39 procent van de respondenten antwoordde dat e-mail momenteel nog steeds het belangrijkste communicatiemiddel is, maar dat de rol van nieuwe communicatiemiddelen steeds groter wordt. Bij 6 procent van de respondenten hebben nieuwe communicatiemiddelen de rol van e-mail als belangrijkste communicatiemiddel al overgenomen. 55 procent van de respondenten is overigens van mening dat leeftijd een rol speelt bij de switch van e-mail naar nieuwe communicatiemiddelen. 28 procent geeft duidelijk aan dat meer jongere collega’s gebruikmaken van nieuwe communicatiemiddelen naast e-mail.
“Nieuwe communicatiemiddelen kunnen veel structuur en efficiëntie op de werkvloer bieden. Het is dan wel zaak dat iedereen over de juiste kennis en vaardigheden beschikt om deze middelen te gebruiken. Zorg er als werkgever voor dat je personeel goed op de hoogte is, ook de oudere collega’s. Alleen op die manier heb je optimaal profijt van technologische innovaties”, besluit Algera.
Open Standard for Data Center Availability
OSDA biedt nieuwe aanpak voor duurzame datacenters
![](https://assets.isu.pub/document-structure/201021115001-bb19900adcfb4c64b39e346e1e1bc28d/v1/7f2b1d1aafee52ada2a5680e43cde05f.jpg?width=720&quality=85%2C50)
De exponentiële groei van verzameling en verwerking van gegevens ging gepaard met een enorm energieverbruik. Lex Coors van Interxion beschrijft een nieuwe norm die datacenters helpt een balans te vinden tussen de principes van beschikbaarheid en duurzaamheid.
Efficiënt energiegebruik van datacenters in combinatie met duurzame energiebronnen is een van de belangrijkste onderwerpen van deze tijd. Voor de IT-industrie heeft dit zich vertaald in de ‘Groene IT’-trend die enkele jaren terug inzette.
Meer dan vliegveld
De hoeveelheid gegevens die wordt verzameld en verwerkt, is in de loop der tijd exponentieel toegenomen. Hetzelfde geldt voor de energiebehoefte van datacenters waar alle gegevens worden bewaard en verwerkt. Het energiegebruik van alle commerciële datacenters in Frankfurt heeft onlangs het energiegebruik van de luchthaven van Frankfurt ingehaald. Alle West-Europese datacenters samen gebruikten in 2014 ongeveer net zo veel energie als twaalf grote energiecentrales. Tegelijkertijd zijn datacenters blijven groeien door de bloeiende digitale industrie en daardoor is ook het probleem van het verminderen van de koolstofuitstoot toegenomen.
Opinievormers binnen deze industrie hebben op dit probleem gereageerd en hebben verschillende technische innovaties ontwikkeld om de duurzaamheid en efficiëntie van datacenters te verbeteren. Zonne-energie, brandstofcellen, zeewaterkoeling, gebruik van grondwaterlagen, vloeistofkoeling en andere voortdurende ontwikkelingen ondersteunen de groene datacenterbeweging.
Classificatiesystemen
Huidige datacenterclassificatiesystemen zoals BICSI 002, de Tier-classificatie van het Uptime Institute en TIA 942, die in een vorig tijdperk zijn ontwikkeld, hebben een stevige basis gevormd als indicatie voor beschikbaarheid van datacenters. Al deze systemen, inclusief het nieuwere EN50600, beschrijven de architectuur- en ontwerpprincipes op basis van vier niveaus: basic non-redundant, basic redundant, concurrently maintainable en fault-tolerant datacenterontwerpen. De belangrijkste principes van deze systemen zijn gericht op beschikbaarheid, maar niet standaard op duurzaamheid. BICSI, TIA 942 en Uptime Institute beschrijven bijvoorbeeld het
gebruik van UPS’en en dieselgeneratoren als basis voor de ontwerpen.
De Green Grid heeft zich als organisatie gerealiseerd dat het tijd was om aanvullende maatregelen te introduceren en in te voeren om de noodzaak voor alle soorten beschikbaarheidsontwerpen voor datacenters weer te geven in combinatie met de mogelijkheid om deze te combineren met duurzaamheid als prioriteit voor datacenterontwerp.
Open werkgroep
OSDA (Open Standard for Data Center Availability) is een open werkgroep, die wordt geleid door experts uit de industrie. De OSDA heeft tot doel een open kader voor de industrie te vormen, waardoor rekening kan worden gehouden met alternatieve en duurzame energiebronnen en tevens de datacenterbeschikbaarheid van deze ontwerpen kan worden bepaald. OSDA bestaat in grote mate uit drie belangrijke onderdelen: energiebron, ontwerpconcepten voor faciliteiten en architectuurconcepten voor IT.
OSDA houdt rekening met de verschillende elementen van deze drie onderdelen door elk element punten toe te kennen en een puntentotaal te berekenen waaruit een score ontstaat voor de architectuur van het afzonderlijke datacenter. Door dit totaal kan het resultaat worden vergeleken met de traditionele vier categorieën (basic nonredundant, basic redundant, concurrent maintainable en fault-tolerant), waarvan OSDA de beschikbaarheid ook heeft aangegeven. Deze norm biedt de vrijheid om bij ontwerpen rekening te houden met duurzaamheidseisen, terwijl tegelijkertijd de beschikbaarheid niet in het geding komt.
Supernetwerk
Europa werkt bijvoorbeeld hard aan het supernetwerk dat verbonden is met veel verschillende duurzame energiebronnen, en datacenters vertrouwen op het gebruik van dergelijke elektriciteitsbronnen. Het grootste deel van dit netwerk wordt gebouwd in ringen die - in grote mate - fouttolerant zijn. Het 110kV-net is bijvoorbeeld gebouwd als netwerk. Als een elektrisch ontwerp van een datacenter profiteert van een dergelijke netwerkverbinding met goede beschikbaarheid, kan dit resulteren in een operationele beschikbaarheid van 99,999%, terwijl een dergelijke site op grond van de huidige normen onder het ‘basic non-redundant’niveau terecht zou komen.
De berekening waarop OSDA gebaseerd is, is gemaakt op basis van waarschijnlijkheidsberekeningen van series/parallelle componentconfiguraties om de ‘vier niveaus’ te bepalen. Hieronder vallen ook methoden die rekening houden met toekomstige ontwerpen die nog niet ontwikkeld zijn. De IEEE is gebruikt als referentie om de afzonderlijke componenten te waarderen. Er wordt altijd uitgegaan van de slechtste beschikbaarheid van een component, omdat het hele systeem en niet één component de beschikbaarheid bepaalt.
Waarderingssysteem
Het OSDA-kader en waarderingssysteem is conceptueel bedoeld voor gebruik in de vroege stadia van datacenterontwerp en, als zodanig, om het managementteam, de operators en ontwerpers te helpen sociale, bedrijfsgerichte, zakelijke en technische keuzes te maken voor een ontwerp dat voldoet aan de zakelijke eisen en gebaseerd is op energiezuinigheid en duurzaamheid.
Een gedetailleerd TGG whitepaper #71 released december 2016 over de eerste release van het kader en een basisrekentool om de verschillende ontwerpcomponenten te berekenen en tot een totaalscore te komen zijn vanaf nu beschikbaar. De Green Grid werkt met experts uit de industrie om OSDA verder te verfijnen en het te vestigen als aanvullende methode voor de classificatie van datacenterarchitecturen.
Inmiddels is de test tool om de verschillende ontwerp beschikbaarheid opties te berekenen vrijgegeven op de TGG website.
Bijdragen zijn welkom! Kijk voor meer informatie op www.thegreengrid.org
Lex Coors is Chief Datacenter Technology and Engineering Officer bij Interxion
Over de auteur
Lex Coors is Chief Datacenter Technology and Engineering Officer bij Interxion. Hij is een van de oprichters van het Uptime Institute EMEA. Ook is hij lid van de adviesraad van de Green Grid en is hij actief als voorzitter van het Governmental Engagement Committee van de Green Grid. Verder werkt hij als belanghebbende voor het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek op het gebied van duurzaamheid van de Europese Commissie en de European Data Centre Code van Conduct Metrics Group. Samen met Rob Bunger van Schneider Electric is hij de belangrijkste redacteur van de OSDA-whitepaper.