9 minute read

Is uw datacenter al ‘Capture Ready’?

Een discussie over vijf stellingen. Dat vormde het hoogtepunt van de eerste bijeenkomst van de Green Data Center Stakeholder Group, die onlangs in Amsterdam plaatsvond. Het soms pittige debat over de mogelijkheden die het hergebruik van restwarmte biedt, leidde tot een aantal conclusies. De belangrijkste? Zorg dat uw datacenter ‘Capture Ready’ is.

Die kreet viel tijdens een discussie over de vraag hoe we uit de kip-en-ei-situatie komen rond het hergebruik van de warmte. Datacenters produceren nu eenmaal veel warmte die afnemers wellicht goed kunnen gebruiken als grondstof voor hun productieproces of desnoods voor verwarming van een kantoorruimte of een kas. Maar hoe krijgen we nu dat proces van vraag en aanbod op gang?

Advertisement

Een ding werd duidelijk tijdens de eerste bijeenkomst van de Green Data Center Stakeholder Group: het hergebruik van restwarmte staat aan de vooravond van een doorbraak. Steeds meer partijen zien de mogelijkheden van hergebruik en zijn ook bereid daar met andere ketenpartijen over in gesprek te gaan.

Maar het venijn zit ‘m in de daadwerkelijke uitvoering. Want wie gaat dat warmtenet aanleggen? Hoeveel warmte kan ik als datacenter eigenlijk leveren? Kan iemand mij daarvoor een methode geven, zodat ik kan uitrekenen om hoeveel warmte het eigenlijk gaat? Moet ik 1-op-1 in gesprek met een potentiële afnemer? Of komt er in de (nabije?) toekomst een soort marktplaats voor warmte?

Allemaal terechte vragen. Maar helaas nog niet allemaal even makkelijk te beantwoorden. Laten we beginnen bij het begin. En dat is wat mij betreft: breng goed in kaart over welke hoeveelheden warmte we het nu precies hebben. Het CATALYSTproject helpt daarbij. Wij ontwikkelen momenteel een toolkit die helpt om dit soort berekeningen te kunnen maken. We kijken daarbij naar - bijvoorbeeld - de vraag of we op basis van die hoeveelheden warmte wellicht ook tot het classificeren van datacenters kunnen komen. Een soort warmteprestatie zeg maar. Zodat datacenters zich op dat gebied ook kunnen profileren. Bijvoorbeeld naar potentiële klanten. Want misschien wil de ene klant wel simpelweg de laagste prijs, maar werkt een andere partij juist aan zijn maatschappelijke reputatie en zoekt daarom ruimte in een datacenter dat op het gebied van het gebruik van warmte juist goed presteert. Dan kan een classificatie en bijvoorbeeld een certificaat dat de prestaties aangeeft goed van pas komen. Daarover in een latere blog meer.

Terug naar die kreet ‘Capture Ready’. Als mijn voorgevoel mij niet bedriegt, zitten we rond hergebruik van restwarmte inmiddels aan het einde van een fase waarin iedereen op elkaar zit te wachten. En er dus slechts een handvol proefprojecten van de grond komen. ‘Momentum is building’. Dat biedt interessante kansen. Zorg dus dat u klaar bent. Zodra er zich een concreet project in uw omgeving voordoet, kunt u dan heel snel op die trein springen en meedoen.

Maar dan moet u daar technisch wel klaar voor zijn. Met andere woorden: de partij die uw restwarmte wil afnemen, moet dat technisch - samen met u - snel en eenvoudig kunnen realiseren.

{‘Het hergebruik van restwarmte staat aan de vooravond van een doorbraak’

Uw datacenter moet dus ‘Capture Ready’ zijn. Zodat een afnemer zonder veel problemen op uw koelinstallatie kan aankoppelen en uw warmte kan afvoeren en benutten.

Hoe dat in de praktijk kan worden gerealiseerd, daarover meer in een volgende blog.

Vasiliki Georgiadou is werkzaam bij Green IT Amsterdam als project manager van het EU H2020 CATALYST-innovatieproject. Daarvoor was zij onder andere nauw betrokken bij het EU FP7 GEYSERproject.

Siemon helpt SURFsara naar de toekomst

SURFsara heeft ter ondersteuning van de nieuwe en krachtige computerinfrastructuur in haar nieuwe datacenter in de Amsterdam Data Tower gekozen voor de bekabelingsoplossingen van Siemon.

SURF is de gezamenlijke ICT-organisatie voor onderwijs en onderzoek in Nederland. Het biedt wetenschappers, onderzoekers, docenten en studenten toegang tot ultramoderne informatie- en communicatietechnologie (ICT) faciliteiten die geavanceerde computer- en data-intensieve onderzoeksprogramma’s ondersteunen. Binnen SURF is SURFsara verantwoordelijk voor het leveren van de hoogwaardige ICT-infrastructuur, -expertise en -toepassingen ter ondersteuning van Big Data en high-performance computerdiensten, data-opslag en data-toegankelijkheid voor onderzoeksinstituten, nationale en internationale universiteiten en faciliteiten voor middelbaar en hoger onderwijs. Tot de instellingen die SURFsara’s diensten voor gegevensopslag gebruiken behoren onder andere CERN en ASTRON. CERN is de Europese organisatie voor Kernonderzoek en tevens ontwikkelaar van de Large Hadron Collider in Genève, ‘s werelds grootste en krachtigste deeltjesversneller. ASTRON is het Nederlands Instituut voor Radio Astronomie. Deze organisatie is onder andere ontwikkelaar van het grote radiotelescoopnetwerk Low-Frequency Array (LOFAR). Het Meertens Instituut voor onderzoek en studie van de Nederlandse taal en cultuur binnen de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen maakt eveneens gebruik van het datacenter van SURFsara voor het opslaan en analyseren van 1,5 miljoen Twitter-berichten per dag.

De keuze

Dit brede en gerenommeerde klantenbestand is sterk afhankelijk van highperformance computercapaciteiten. Met onderzoekswerk waarvoor steeds meer rekenkracht nodig is voor Big Data die wordt gegenereerd door het Internet of Things (IoT) ontstond de behoefte aan een IT-infrastructuur voor een nieuw gepland datacenter. Omdat zowel de actieve apparatuur als de bekabeling van de ICT-infrastructuur van SURFsara aan een upgrade toe was, werd besloten over te stappen op een modern colocatie-datacenter. De keuze viel op de Amsterdam Data Tower, gelegen op het Amsterdam Science Park. Het 72 meter hoge gebouw wordt geëxploiteerd door Digital Realty en biedt 5.000 m2 dataruimte en een capaciteit van 9 MW aan elektrische energie. Op dit moment beslaan het nieuwe krachtige datacenter van SURFsara en de

National Super Computer voor onderzoek van de organisatie twee verdiepingen binnen het gebouw.

De eisen

De verhuizing naar de Amsterdam Data Tower bood SURFsara een uitgelezen kans om de IT-infrastructuur te verbeteren. Vanuit het perspectief van de netwerkbekabelingsinfrastructuur had de organisatie behoefte aan een volledig nieuw ontwerp voor de bekabelingsarchitectuur en aan bekabelingsproducten om een flexibele, schaalbare en toekomstbestendige datacenterfaciliteit te creëren. De uiteindelijke tender werd gewonnen door Siemon, een wereldwijde aanbieder die gespecialiseerd is in het ontwerpen en produceren van IT-infrastructuuroplossingen en -diensten.

Het ontwerp

SURFsara ontwikkelde samen met Siemon een dedicated gestructureerde bekabelingsarchitectuur voor de backbone van het datacenter. De partijen besloten om een end-of-row configuratie te implementeren. Deze plaatst de switches in kasten aan het einde van elke rij, samen met patch-panelen in lijn met de switch-poorten en de bijbehorende servers. Hierdoor kan iedere server via patch-kabels worden aangesloten op iedere willekeurige poort van de switch, zodat maximale flexibiliteit ontstaat. Dit ontwerp maakt een optimaal gebruik van de switch-poorten mogelijk en vereenvoudigt het verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen.

Freek Dijkstra, groepsleider infrastructuurnetwerken bij SURFsara: “In vergelijking met het point-to-point bekabelingsontwerp dat we eerder gebruikten, biedt de nieuwe gestructureerde bekabelingsarchitectuur ons de flexibiliteit die we nodig hebben voor

voortdurende upgrades en herconfiguraties. Deze aanpak kan ons gemakkelijk de komende 15 tot 20 jaar ondersteunen. Om onze gebruikers de kans te bieden gebruik te maken van de laatste ontwikkelingen op ICT-gebied, vervangen we om de vier tot vijf jaar onze volledige IT-infrastructuur, inclusief maximaal 50 racks per jaar. Het nieuwe bekabelingsontwerp biedt voldoende flexibiliteit om dit proces te ondersteunen. Het enige dat we hoeven te doen is kortere patch-kabels opnieuw aan te sluiten als er sprake is van een upgrade van een actieve component.”

Nicolas Roussel, technisch manager bij Siemon en verantwoordelijk voor dit project, was als consultant nauw betrokken bij dit project. Hij gaf onder andere advies over vezelpolariteit om SURFsara te helpen de juiste keuze te maken voor de glasvezelapplicaties.

De oplossing

Met 75 petabytes inkomend en 130

{‘SURFsara was op zoek naar bekabelingsoplossingen met een hoge dichtheid die eenvoudig konden worden gecombineerd met non-density

oplossingen’

petabytes uitgaand dataverkeer plus een opslagcapaciteit van 47 petabytes, zal het duidelijk zijn dat compute-processen van SURFsara’s gebruikers afhankelijk zijn van een bekabelingsinfrastructuur die van hoge kwaliteit is. SURFsara was op zoek naar bekabelings-oplossingen met een hoge dichtheid die eenvoudig konden worden gecombineerd met non-density oplossingen. Daarom stelde Siemon zijn LightStack ultra high-density plug-and-play-vezelsysteem voor, evenals 48-poorts koperen patchpanelen voor de end-of-row kasten en panelen die koper en glasvezel combineren in elke serverkast om zowel koper- als glasvezelconnectiviteit met de servers te bieden.

Dankzij het LightStack-ontwerp kan SURFsara tijdens de groei uitbreiden, waardoor deze modulaire oplossing zowel flexibel als kosteneffectief is. Bovendien levert LightStack ultrahigh density met maximaal 144 LC of 864 MTP-vezels per rack mount. De LightStack-modules bieden krachtige connectiviteit met lage verliezen.

SURFsara maakte ook gebruik van Siemon’s LC BladePatch fiber jumpers met zijn push-pull boot-ontwerp. Deze maakt een vergrendeling mogelijk die gemakkelijk aansluiten en verwijderen mogelijk maakt in krappe ruimtes. Op alle 170 racks op elk van de twee verdiepingen zijn nu koper-, glasvezel- en stroomverdelingsunits (PDU’s) geïnstalleerd.

Early adopter

“Wij zijn een early adopter van nieuwe Ethernet-standaarden”, legt Dijkstra uit. “Vijf jaar geleden hebben we al 40 Gb/s ethernet in gebruik genomen. Niet alleen in de backbone, maar ook op de servers. Vervolgens hebben we dit jaar 100 Gb/s naar de eindknooppunten voor opslag gerealiseerd, terwijl de computing node van 10 Gb/s naar 25 Gb/s-verbindingen is gemigreerd. Bovendien hebben we glasvezelbekabeling direct aangesloten op de computers. De prestatiemogelijkheden van LightStack voldoen hier volledig aan onze normen.”

Een andere belangrijke factor voor SURFsara was het uitbreiden van de connectiviteit op basis van de behoeften van gebruikers. Omdat Siemon’s LightStackbehuizingen zowel multivezel MTP-

adapters als duplex LC-modules ondersteunen, kunnen ze naar behoefte snelle parallelle optische toepassingen met 40 en 100 Gb/s of duplex toepassingen met 10 en 25 Gb/s ondersteunen. Met LightStack kan SURFsara profiteren van een modulaire oplossing, aangezien glasvezelbehuizingen herhaaldelijk kunnen worden gestapeld met behoud van volledige toegankelijkheid, wat essentieel is in datacenter-omgevingen met een hoge dichtheid.

“Ook de modulariteit van het systeem is voor ons van groot belang als we kijken naar de verschillende opties voor glasvezelbekabeling. LightStack stelt ons in staat om van de multimode-glasvezel die we vandaag gebruiken over te stappen op single-mode bekabeling afhankelijk van de toekomstige capaciteitseisen”, aldus Dijkstra. “Een belangrijk punt van zorg bij de eindgebruikers van SURFsara is insertion loss”, voegt René Proost, sales manager bij Siemon, toe. “Naarmate datacenters migreren naar hogere snelheden van 40 of 100 gigabit ethernet, worden de eisen die gesteld worden aan insertion loss steeds strenger. Om de applicatie-ondersteuning te waarborgen, hebben wij SURFsara daarom geadviseerd onze low-loss glasvezeloplossingen in te zetten.”

Een jaar voor de viering van het 30-jarig bestaan in 2017 opende SURFsara haar nieuwe datacenter aan de Amsterdam Data Tower. Inmiddels combineert de nieuwe faciliteit de opslagcapaciteit en verwerkingskracht van zo’n 10.000 moderne pc’s. Freek Dijkstra vat de resultaten samen: “100 Gb/s is op dit moment onze standaard. We zijn van plan meer van onze diensten van 10 naar 100 Gb/s te migreren. De bekabelingsoplossingen van Siemon hebben dit zeker mogelijk gemaakt.”

Van de redactie

This article is from: