6 minute read
nederland datacenterland: de regio in opkomst
Datacenterhubs rondom steden in de lift
Nederland datacenterland: de regio in opkomst
Advertisement
de nederlandse datacenterbranche is booming. in geen enkel ander europees land groeit deze sector zo snel als hier. bovendien is amsterdam niet meer de enige locatie waar veel gebeurt in deze business. hoewel nog altijd een belangrijke hotspot, neemt het belang van datacenterhubs rond andere steden sterk toe. dat blijkt uit een onderzoek van pb7 research in opdracht van dutch datacenter association.
De datacenterbranche als geheel doet het uitstekend. Inmiddels telt ons land 155 commerciële, multi-tenant datacenters. Deze vormen samen de belangrijkste ruggengraat van de digitale kenniseconomie en zijn onmisbaar voor het goed functioneren van het maatschappelijk leven. De totale commerciële datacentermarkt is inmiddels gegroeid naar een fysiek totaaloppervlak van 259.000 vierkante meter aan 'white space'. Samen met de overige ruimten praten we over een totaaloppervlak van 460.000 vierkante meter.
onderzoek Aan het onderzoek van Dutch Datacenter Association deden uitsluitend commerciële datacenters mee. Grote datacenters van partijen als Google en Facebook zijn buiten beschouwing gelaten, evenals de kleine datacenters van organisaties zelf. Het volledige onderzoek is te raadplegen via dutchdatacenters.nl/ dutch-data-center-report Amsterdam is van oudsher de belangrijkste 'hub' als het gaat om fysiek en digitaal verkeer. Belangrijke aanjagers zijn de luchthaven Schiphol en AMS-IX, het belangrijkste internetknooppunt van Nederland. Maar ook vanwege het grote aantal aanwezige commerciële datacenters is deze regio nationaal en internationaal in trek. De relatief lage prijzen en het razendsnelle AMS-IX zijn belangrijke pullfactoren voor de datacenter industrie. Niet minder dan 63% van alle vierkante meters datacenter is hier gevestigd.
de regio floreert De hoofdstad van Nederland is echter niet meer de enige plek waar de datacentermarkt floreert. Rondom steden als Eindhoven, Groningen en Rotterdam ontstaan sterk groeiende hubs van commerciële datacenters. Deze steden kennen een actieve en bloeiende kenniseconomie, waarbij vooral Eindhoven geroemd wordt om zijn technologische innovatie. Deze datacenterhubs vormen een onmisbare backbone voor de lokale, steeds intensiever gedigitaliseerde economie en het maatschappelijk verkeer. Daarmee neemt de afhankelijkheid van 'Amsterdam' als datacenter-hotspot zeker nationaal gezien langzaam maar zeker af.
duurzaam De vraag naar energie-intensieve IT-diensten neemt alsmaar toe. De stroomconsumptie is daardoor ook toegenomen. Gelukkig is die toename niet lineair met de toegenomen IT-behoefte, dankzij inspanningen van zowel datacenters als IT-fabrikanten. Nederlandse datacenters verbruiken momenteel 350 MW. De PUE ligt daarbij gemiddeld op zo'n 1.31. De datacenterbranche is hier relatief duurzaam, internationaal ligt het gemiddelde op 1.8. Daarnaast geeft 80% van de ondervraagden aan volledig gebruik te maken van groene energie. Voor orga-
nisaties is het verplaatsen van een in-house-datacenter naar een multi-tenant-datacenter dan ook een goed idee voor het verlagen van de carbon footprint.
technologiesector grootste afnemer Technologiebedrijven zijn de grootste afnemers van de Nederlandse multi-tentant datacenters. Dat bevestigt de sterk ontwikkelde kenniseconomie in ons land, en de daarbij horende afhankelijkheid van IT. Maar liefst 43% van alle capaciteit is gereserveerd voor hostingpartijen, online dienstverleners, SaaS-leveranciers en onafhankelijke softwarevendoren. Dat is verreweg het grootste deel. Met de groei van cloud computing in het achterhoofd zal het niet lang duren voor dit aandeel de 50%-grens doorbreekt.
ecosysteem
Datacenters zijn niet enorm arbeidsintensief. Toch spelen ze een niet te onderschatten rol voor de werkgelegenheid. Alle multi-tenant datacenters samen bieden een werkgelegenheid van 2100 FTE. De economi-
sche effecten van datacenters reiken verder dan de werkvoorziening op de locaties zelf. De Nederlandse datacenters vormen meer en meer een ecosysteem. Dat systeem vormt een belangrijke basis voor tal van bedrijven, van start-ups tot corporates, van IT-leveranciers tot aan de maakindustrie. Maar ook voor bijvoorbeeld onderwijs en ziekenhuizen is dit ecosysteem van datacenters een onmisbare fundering. ■
raymond luijbregts journalist
Ingreep moet misbruik van voorlopig classificeren van datacenters voorkomen Uptime Institute schaft classificatie op basis van ontwerpdocumenten af
het uptime institute heeft ingegrepen om misbruik van zijn classif icatiesysteem te voorkomen. het probleem zit ‘m vooral in de verenigde staten. net als in europa vragen commerciële datacenters daar regelmatig een voorlopige tier-classif icatie aan op basis van ontwerpdocumenten. terwijl het daadwerkelijk gebouwde datacenter niet altijd conform deze ‘design documents’ wordt gebouwd. daarmee kunnen service providers hun klanten misleiden, vreest het instituut na klachten uit de markt.
Het probleem doet zich vooral voor in de Verenigde Staten. Daar heeft het Uptime Institute in feite het probleem zelf veroorzaakt. Het heeft enige tijd terug de spelregels rond classificaties aangepast. Het instituut besloot niet langer uitsluitend daadwerkelijk gebouwde datacenters te classificeren en te certificeren, maar bedrijven tevens de mogelijkheid te bieden om op basis van een set ontwerpdocumenten alvast een voorlopige classificatie te ontvangen. Daarmee werd in feite de deur naar misbruik open gezet.
ingrijpen Wat was namelijk het geval? Bedrijven dienden ontwerpdocumenten in en vroegen het Uptime Institute deze te beoordelen en op basis hiervan een voorlopige classificatie af te geven. Deze voorlopige classificatie ging daarmee echter een eigen leven leiden. Zo werden de bijbehorende logo’s soms al gebruikt op de websites en in de documentatie van de betreffende datacenters, zonder dat de uiteindelijk gebouwde faciliteiten zelf ook waren gecertificeerd. Daarmee ontstond een situatie waarbij potentiële klanten wellicht dachten met een bepaald type datacenter te maken te hebben, terwijl dit in werkelijkheid niet onafhankelijk was vastgesteld. Het Uptime Institute zet nu een streep door deze werkwijze. Het is - althans in de Verenigde Staten - niet langer mogelijk om een voorlopige classificatie te ontvangen op basis van uitsluitend ‘design documents’. Classificatie en certificering kan in de Verenigde Staten met ingang van deze maand nog uitsluitend op basis van een daadwerkelijk gebouwde faciliteit gebeuren.
gevolgen voor europa Voor Europa lijkt deze beleidswijziging vooralsnog geen gevolgen te hebben. Al geeft het Uptime Institute aan dat hierover nog geen besluiten zijn genomen, maar een wijziging ook zeker niet uit te sluiten. Het is onduidelijk wat dit betekent voor het eventuele misbruik dat in Europa van deze procedure wordt gemaakt. Wel gaan ook in EMEA verhalen rond over mogelijk misbruik van Tier-classificaties. Zo wordt hier nog wel eens geschermd met classificaties als ‘Tier IV-achtig’, ‘conform Tier IV, alleen is die certificering niet mogelijk omdat we in Nederland niet twee energieleveranciers kunnen krijgen’ tot ’Tier III+’. Daarmee wordt een bepaalde kwaliteit van bouw en dienstverlening gesuggereerd die wellicht wel correct is, maar die niet op onafhankelijke wijze door het Uptime Institute is vastgesteld. Het Uptime Institute zat in de Verenigde Staten met nog een additioneel probleem. Het gaf namelijk datacenters niet alleen het recht om een Tier-logo te gebruiken op basis van een beoordeling van ontwerpdocumenten, maar nam de naam van deze datacenters ook nog eens op in een overzicht van geclassificeerde datacenters die het op de eigen website publiceert. Voor potentiële klanten van een datacenter werd daarmee de suggestie van een daadwerkelijke certificering nog eens extra versterkt. Ook aan deze manier van werken maakt het Uptime Institute nu een einde.
druk uit de markt Interessant genoeg waren het commerciële datacenters die wél hun daadwerkelijk gebouwde faciliteiten hadden laten beoordelen en certificeren die het balletje aan het rollen hebben gebracht. Dit proces is niet goedkoop en neemt bovendien de nodige tijd in beslag. Deze datacenters ondervonden kennelijk concurrentienadelen van de - zeg maar - voorlopige certificering op basis van design documents. Een klacht over het in Colorado gevestigde ViaWest vormde de aanleiding voor de beleidswijziging van het Uptime Institute. De aankondiging van de aanpassingen werd gedaan door de CEO van Compass Data Centers, een Amerikaanse aanbieder van datacenter-diensten die claimt wél de juiste weg naar classificatie en certificering te hebben gevolgd.
Overigens heeft het Uptime Institute aangegeven dat eventueel reeds afgegeven classificaties op basis van design documents niet zullen worden ingetrokken. ■