Het Grote Engelse Taalboek - preview

Page 1

Het Grote Engelse Taalboek is een grammaticaoverzicht, spellinggids, idioomboek en taalhulp in één overzichtelijk handboek. Ideaal als naslagwerk, huiswerkhulp én als leerboek. Want met Het Grote Engelse Taalboek leer je alledaags taalgebruik en de belangrijkste taalregels aan de hand van de 1.000 meest gebruikte Engelse woorden. Deel 1 van Het Grote Engelse Taalboek behandelt de belangrijkste regels voor spelling en uitspraak, grammatica en zinsbouw. Bij voorbeelden komen de woorden die je echt vaak nodig hebt stelselmatig aan bod. Zo leer je meteen de 1.000 meest gebruikte woorden. Met deel 2 leer je zinnen voor allerlei taalhandelingen zoals een gesprek beginnen, informatie vragen, je mening geven, iets bestellen, je verontschuldigen, iemand uitnodigen, afspraken maken en nog veel meer. Met het idioom in deel 3 kun je de basiswoordenschat aan de hand van 19 thema’s uitbreiden tot 3.000 woorden. En je leert die veelgebruikte woorden toepassen in heel veel typisch Engelse uitdrukkingen. En daar wordt het echt Engels van. Een boek waar je echt wat aan hebt, nu en later.

HET GROTE ENGELSE TAALBOEK

handboek voor scholieren

taalhulp • vocabulaire grammatica • idioom

basisvocabulaire • uitspraak • grammatica • spelling spreekwoorden • idioom • zinsbouw • taalhulp vanaf 10 jaar Kijk voor Engelse taalspelletjes en andere leuke en leerzame uitgaven op www.scalaleukerleren.nl ISBN 9789491263422

basisonderwijs • vo • mbo • pabo

Het Grote Engelse Taalboek-WT-Omslag-M3v10.indd 1

enige!

Het handboek voor scholieren basisonderwijs• vo• mbo• pabo

15-06-17 01:35


Het Grote Engelse Taalboek

Deze online publicatie bestaat uit fragmenten. Bestel het boek op www.scalaleukerleren.nl



enige handboek voor scholieren Het enige handboek voor scholieren basisonderwijs • vo • mbo • pabo

samenstelling en redactie Marijke van der Mark Jolanda Kuiper

Scala leuker leren Groningen


Ontwerp omslag: Hans Bastiaan Busking bno, Odoorn Ontwerp en opmaak binnenwerk: Studio Morriën, Groningen

0 1 2 3 4 5 / 22 21 20 19 18 17 © 2017 Scala leuker leren bv Groningen, The Netherlands www.scalaleukerleren.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise without prior written permission of the publisher. ISBN 978 9491263 4 22 NUR 110, 111, 112, 113, 191, 632


Woord vooraf Het Grote Engelse Taalboek is een grammaticaoverzicht, spellinggids, idioomboek en taalhulp in één overzichtelijk handboek. Ideaal als naslagwerk, huiswerkhulp én als leerboek. Want Het Grote Engelse Taalboek biedt alledaags taalgebruik en de belangrijkste taalregels aan de hand van de 1.000 meest gebruikte Engelse woorden. Deel 1 van Het Grote Engelse Taalboek behandelt de belangrijkste regels voor spelling en uitspraak, grammatica en zinsbouw. Dat is een samenvatting van de stof voor Engels in basis- en voortgezet onderwijs. Bij voorbeelden komen de woorden die echt vaak worden gebruikt stelselmatig aan bod. Zo worden de 1.000 meest gebruikte woorden veel herhaald en blijft het Engels eenvoudig. Het grammaticahoofdstuk is, tot en met paragraaf 13, ook geschikt voor leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Van paragraaf 15 over de werkwoordstijden kunnen basisschoolleerlingen zich beperken tot de belangrijkste tijden. Paragraaf 14, 16, 17 en 18 reiken verder. Deel 2 biedt heel veel zinnen voor allerlei dagelijkse taalhandelingen zoals een gesprek beginnen, informatie vragen, je mening geven, iets bestellen, je verontschuldigen, iemand uitnodigen, afspraken maken en nog veel meer. Ook komt hier het meer formele schriftelijke taalgebruik aan bod, nodig voor het schrijven van een zakelijke brief, een sollicitatiebrief voor een stage, een CV of een zakelijke e-mail. Deel 3 met idioom breidt de basiswoordenschat uit tot 3.000 woorden, aan de hand van 19 thema’s. De 1.000 meest gebruikte woorden komen hier terug in allerlei typisch Engelse uitdrukkingen. En daar wordt het echt Engels van. Elk thema sluit af met een serie spreekwoorden. Alle Engelse woorden zijn groen gedrukt. De 1.000 meest gebruikte staan door het hele boek heen vetgedrukt. De uitspraak staat er steeds schuingedrukt bij. We hebben daarbij de notatie aangehouden van het meest gebruikte woordenboek in het voortgezet onderwijs: Van Dale Pocketwoordenboek Engels-Nederlands. Zo biedt dit boek de complete stof voor Engels voor beginners, maar meer dan dat, doordat er vooral heel veel Engels in staat. Om de taal uit te leren, of om op terug te kunnen vallen. Een boek waar je echt wat aan hebt, nu en later. Groningen, juli 2017


Inhoud Deel 1 1

Alfabet en uitspraak

1 Letters en klanken 2 Dubbele klinkers 3 Klinkercombinaties 4 Medeklinkercombinaties 5 Klemtoon 6 Amerikaanse uitspraak 7 Telefoonalfabet

2

Grammatica

1 Nouns zelfstandige naamwoorden meervoudsregels onregelmatig meervoud vorm is enkelvoud, maar werkwoord in meervoud in het Engels meervoud en in het Nederlands enkelvoud 2 Articles lidwoorden a of an 3 Demonstrative pronouns aanwijzende voornaamwoorden 4 Personal pronouns persoonlijke voornaamwoorden 5 Adjectives bijvoeglijke naamwoorden bijvoeglijk naamwoord gebruikt als zelfstandig naamwoord 6 Adverbs bijwoorden onregelmatige bijwoorden vorm met en zonder –ly 7 Possessive pronouns bezittelijke voornaamwoorden 8 Prepositions voorzetsels combinaties met een vast voorzetsel 9 Numerals telwoorden hoofdtelwoorden rangtelwoorden

14 15 19 19 20 21 21 22

23 23 23 24 25 25 25 26 27 28 29 30 30 33 33 35 36 38 40 40 42


10 Indefinite pronouns onbepaalde voornaamwoorden some – any many – much – a lot of a few – a little meer onbepaalde voornaamwoorden 11 Interrogative pronouns vragende voornaamwoorden 12 Degrees of comparison trappen van vergelijking (e)r en (e)st achter het bijvoeglijk naamwoord more en most voor het bijvoeglijk naamwoord onregelmatig de trappen van vergelijking bij bijwoorden 13 Reflexive pronouns wederkerende voornaamwoorden 14 Relative pronouns betrekkelijke voornaamwoorden who/whose/whom who/that which/that 15 Verb tenses werkwoordstijden Present Simple (o.t.t) onregelmatige vervoeging Present Continuous (ing-vorm) Past Simple (o.v.t) Past Continuous (ing-vorm in de verleden tijd) Present Perfect ( v.t.t.) Present Perfect of Past Simple? Irregular verbs (onregelmatige werkwoorden) Future (toekomende tijd) will + hele werkwoord will + be + ing-vorm am/are/is + going to + hele werkwoord met de present simple met de present continuous 16 Reflexive verbs zich-werkwoorden 17 Phrasal verbs werkwoorden met een vast voorzetsel 18 Auxiliaries hulpwerkwoorden hulpwerkwoorden van tijd hulpwerkwoord van vraag en ontkenning modale hulpwerkwoordenen

43 43 45 47 48 49 50 51 52 53 53 56 57 57 57 58 60 60 62 64 66 69 70 72 73 80 80 81 81 81 82 82 83 85 86 86 87


3

Zinsbouw

1 Woordvolgorde in gewone zinnen bijwoordelijke bepalingen en bijwoorden 2 Gerund het hele werkwoord en de ing-vorm de ing-vorm na voorzetsels de ing-vorm bij een aantal uitdrukkingen 3 Participles and participle clauses het tegenwoordig deelwoord na werkwoorden van beweging of rust het deelwoord als verkorting van een betrekkelijke bijzin 4 Passive Voice lijdende vorm vormen en tijden van de passive voice gebruik van de passive voice impersonal passive 5 Questions vraagzinnen vragen met to do vragen zonder to do vragen met to have als zelfstandig werkwoord tags verkorte antwoorden vragen met een vraagwoord 6 Negations ontkennende zinnen ontkenningen met to do ontkenningen zonder to do ontkenningen met to have als zelfstandig werkwoord 7 If-zinnen ontkennende if-zinnen vragende if-zinnen if-zinnen met hulpwerkwoorden betekenis van de if-zin verschilt met de tijd 8 Relative clauses betrekkelijke bijzinnen betrekkelijke bijzin met whose betrekkelijke bijzin zonder betrekkelijk voornaamwoord betrekkelijke bijzin met voorzetsel 9 Conjunctions voegwoorden 10 Reported speech indirecte rede de tijd van het werkwoord tijd- en plaatsaanduiding

91 91 92 97 97 105 106 107 107 108 110 110 111 114 114 115 116 117 118 119 120 122 122 123 125 126 126 127 127 127 129 129 130 131 132 140 140 142


Deel 2 4

Taalgebruik

146 1 Wat betekent dat? 146 verkeersaanwijzingen 146 op het vliegveld, in de trein, op het station 147 in winkels en toiletten 150 waarschuwingsborden 152 chattaal 154 2 HulpstrategieÍn 156 als je het niet begrijpt 156 als je het juiste woord niet kent 157 wat je kunt zeggen terwijl je nog nadenkt 158 3 Hoe zeg je dat? 159 groeten 159 voorstellen 160 uitnodigen 162 accepteren 163 weigeren 163 een gesprek beginnen 164 een gesprek afsluiten 166 verontschuldigen 168 bedanken 169 feliciteren, condoleren 170 ziekte, beterschap 170 informatie vragen 172 beschrijven 174 mening geven 180 telefoneren 182 typisch Nederlands 183 4 Instinkers 185 klinkt als ‌ 185 Nederlands Engels 186 zelfde uitspraak, anders geschreven 188


5

Brieven

1 Zakelijke brief Indeling en vaste elementen 2 Teksttips stijl begeleidende tekst verwijzen naar een brief die je hebt ontvangen inleiding reserveren, annuleren klachten verwijzen naar informatie vragen verwijzen naar bijlagen afsluiting 3 Sollicitatiebrief stijl indeling voorbeeldzinnen Curriculum Vitae 4 Woordenlijst 5 E-mail do’s en don’ts

190 190 190 195 195 196 196 196 197 197 198 198 198 199 200 200 200 201 203 205 208 208

6


Deel 3 6

Idioom

Elk thema in dit gedeelte met uitdrukkingen en zegswijzen is onderverdeeld in vocabulary idioms proverbs and sayings 1 Animals 2 Around town 3 Body 4 Cloths 5 Countries and nationalities 6 Describing people 7 Family 8 Feelings 9 Food and drinks 10 Fruits and vegetables 11 Home and garden 12 Jobs and professions 13 Money 14 Nature 15 School and study 16 Sports and leisure 17 Time 18 Transport 19 Weather

210

210 221 227 239 248 254 266 271 279 286 290 303 312 318 327 336 345 353 363



Deel 1 Alfabet en uitspraak Letters en klanken Dubbele klinkers Klinkercombinaties Medeklinkercombinaties Klemtoon Amerikaanse uitspraak Telefoonalfabet

Grammatica

Zelfstandige naamwoorden Lidwoorden Aanwijzende voornaamwoorden Persoonlijke voornaamwoorden Bijvoeglijke naamwoorden Bijwoorden Bezittelijke voornaamwoorden Voorzetsels Telwoorden Onbepaalde voornaamwoorden Vragende voornaamwoorden Trappen van vergelijking Wederkerige voornaamwoorden Betrekkelijke voornaamwoorden Werkwoordstijden Zich-werkwoorden Werkwoorden met een vast voorzetsel Hulpwerkwoorden

Zinsbouw

Normale woordvolgorde Ing-vorm Lijdende vorm Vraagzinnen Ontkenningen Bijzinnen


1

Alfabet en uitspraak

I n dit boek is ervoor gekozen de uitspraak met Nederlandse klanktekens weer te geven. In het Engels komen een aantal klanken voor die het Nederlands niet kent. Met de speciale tekens hieronder wordt de uitspraak van een aantal Engelse klanken aangegeven. æ e

ĝ δ θ a :

de lange è zoals in bad de stomme e (sjwa), zoals in the of about (vergelijk de tweede e in het Nederlandse ‘regen’) een zachte k zoals in goal en bungalow een klank tussen een z en een d in, voor de th als in the en father de klank die je vormt door zachtjes te blazen terwijl je je tong tegen je voortanden houdt, voor de th als in thanks een streepje onder de letter geeft de klemtoon aan de voorgaande klinker moet langer worden aangehouden

De uitspraak van Engelse woorden is vaak onvoorspelbaar. Lettercombinaties die op dezelfde manier worden gespeld, moet je vaak heel verschillend uitspreken. how hau (hoe) – low loo (laag) kind kajnd (vriendelijk) – the wind wind (wind) to live liv (leven) - live lajv (live (concert)) leak lie:k (lekken) – steak steek (biefstuk) worse wu:s (erger) – horse ho:s (paard) (today I) read rie:d (vandaag lees ik) - (yesterday I) read red (gisteren las ik) De letters ough kunnen op zeker vier verschillende manieren worden uitgesproken. enough innaf though δoo through θroe: plough plau Meer dan de helft van alle Engelse woorden bevat letters die niet worden uitgesproken. Je weet niet wanneer wel en wanneer niet. Dat moet je woord voor woord leren.

14


two toe: (twee), maar between bitwie:n (tussen) island ajlend (eiland), maar asleep eslie:p (in slaap) business biznis (zaken), maar president prezzident (president) Het Engels is dus niet bepaald een taal waarbij de woorden worden geschreven zoals je ze zegt. Dit komt omdat in het Engels de spelling in de loop der eeuwen niet werd aangepast terwijl de uitspraak wel veranderde. Sommige lettercombinaties werden vroeger anders uitgesproken. Als er een woord uit een andere taal werd overgenomen, namen de Engelsen de uitspraak in de vreemde taal mee over. Zo spreken de Engelsen ‘cabaret’ uit als kebberee, omdat de Fransen de slot –t ook niet uitspreken. Er zijn wel wat uitspraakaanwijzingen te geven, maar er zijn meer uitzonderingen dan regels. 1 LETTERS EN KLANKEN

letter uitspraak klinkt als: ee ee in open a lettergepen klank tussen a en è in gesloten letter­grepen bie: b b sie: kh voor a, o, u c s voor e, i en y niet uit­gesproken na een s die: d, ook op het eind d van een woord

voorbeeld cake

keek

man

men

man

bed cat city muscle

bed

masl

bed kat stad spier

dad

ded

pappa

HOOFDSTUK 1 ALFABET EN UITSPRAAK - letters en klanken

uitspraak betekenis cake

khet sittie

15


letter uitspraak klinkt als: ie ie in open letter­ e grepen korte è in gesloten lettergrepen; vaak è in open lettergrepen æ (lange è)

16

f g

ef

h

eetsj

dzjie:

voorbeeld to be recent better clever

bad to have e in onbeklembetter toonde lettergre- clever pen op het eind van more een woord vaak niet uit­gesproken joe voor een w new few f far ĝ (zachte k) als in game goal voor a, o en u gold gun meestal zachte k get voor e en i gift dzj voor y gym soms dzj voor e Germany en i page engine voor een n soms sign niet uitgesproken h hotel wordt soms niet honest uitgesproken

uitspraak betekenis zijn recent bette beter klevve slim toe: bie: rie:snt

bæd toe: hæv bette klevve

slecht hebben beter slim

mo:

meer

nieuw weinig fa: ver ĝeem spel ĝoold goud ĝun wapen ĝet krijgen ĝift cadeau dzjim sportschool dzju:menie Duitsland peedzj bladzijde endzjin motor sajn teken njoe: fjoe:

hotel onnist

hotel eerlijk


letter uitspraak klinkt als: aj aj i i als in lip

j k

l

m n

o

dzjee kee

el

em en

o

u als in gebeurd dzj k wordt voor een n niet uitgesproken l voor een volgende medeklinker vaak niet uitgesproken m n op het eind van een woord, na de m niet uitgesproken o in gesloten lettergrepen soms oe in open letter­grepen, en bij dubbel oo soms oo in open lettergrepen au in open lettergrepen voor een w soms u voor zachte medeklinkers soms wu voor n

voorbeeld alive to live kid bird just weekend, dark knife

uitspraak betekenis levend toe: liv leven kid kind bu:d vogel dzjust net wie:kend weekeinde da:k donker naiv mes elajv

love half salmon

lav

mum never

mam nevve

mamma nooit

autumn

o:ttem

herfst

dog

doĝ

hond

to do to cook

toe: doe toe: koek

doen koken

no to close towel

noo toe: clooz tauel

nee sluiten handdoek

other

uδe

ander

one once

wun wuns

één eens

HOOFDSTUK 1 ALFABET EN UITSPRAAK - letters en klanken

ha:f semmen

liefde half/helft zalm

17


letter uitspraak klinkt als: pie: p p voor de s aan het begin van een woord niet uitgesproken kjioe: k(oe)w q ah met de punt van r de tong bijna tegen het verhemelte als een bekakte r wordt aan het eind van een woord en voor een mede­klinker niet uitgesproken es s s z tussen klinkers, op het eind van een woord tie: t t joe joe in open u lettergrepen u in gesloten lettergrepen oe i als in lip vie: v v maar zachter dan in het Nederlands, meer als een w

18

voorbeeld uitspraak betekenis pa:st verleden past psychology sajkolledzjie psychologie

quarter red

kwo:tte red

kwart rood

ever surf

evve su:f

ooit surf

sun reason is

san

zon reden is

time usually

tajm

ugly

uÄ?lie

lelijk

July minute very

dzjoelaj

juli minuut erg

rie:zn iz

tijd joe:zjoeelie gewoonlijk

minnit verrie


letter uitspraak klinkt als: dubbeljoe: (oe)w w voor een mede­ klinker aan het begin van een woord niet uitgesproken eks ks x waj j y ai i als in lip ie zed z z

voorbeeld wind wrong whole

excuse you why oxygen really crazy

uitspraak betekenis wind rong verkeerd hool geheel wind

ikskjoe:z joe waj oksidzjen rielie kreezie

excuus jij, u waarom zuurstof echt gek

2 DUBBELE KLINKERS combinatie ee oo

klank ie: oe:

voorbeeld cheese afternoon

uitspraak tsjie:z a:ftenoe:n

betekenis kaas middag

3 KLINKERCOMBINATIES combinatie ai ai

klank è ee

ay oa ea ea

ee oo ie èe

ea

ie

voorbeeld hair waist plain maybe coat sea (to) wear bear ear fear

HOOFDSTUK 1 ALFABET EN UITSPRAAK - klinkercombinaties

uitspraak hee weest pleen meebie coot sie wee bèe ie fie

betekenis haar taille vlakte misschien jas zee dragen beer oor angst 19


combinatie eau ei

klank joe ee

ei ey ou

aj aj au oo u i

ui

voorbeeld beautiful neighbour weight height eye our soul touch (to) build

uitspraak bjoe:tifl neebe weet hajt aj aue sool tutsj bild

betekenis mooi buur gewicht hoogte oog ons, onze ziel aanraken bouwen

4 MEDEKLINKERCOMBINATIES combinatie ch gu sh gh

sh th

20

klank tsj k zacht, als in goal sj h niet te horen, maakt voorgaande klank langer shj th zachte t, met de tongpunt net niet helemaal tegen de voortanden (maak er geen s-klank van, eerder een f) dh zachte d, met de tong net niet helemaal tegen de voortanden

voorbeeld rich guest shape weight ought

uitspraak betekenis ritsj rijk ĝest gast sjeep vorm weet gewicht o:t zou moeten

sharp thin

sja:p

θin

scherp dun

other

uδe

ander


5 KLEMTOON Er zijn wel een paar algemene klemtoonregels, maar ook hier geldt dat er veel uitzonderingen zijn. Bij het leren van Engelse woorden moet je de uitspraak en de klemtoon woord voor woord leren. klemtoon op eerste lettergreep tweede lettergreep

bij voorbeeld tweeletter­greep- woorden market finger werk­woorden to begin to decide

een-na-laatste woorden die op -sion, lettergreep of -tion eindigen woorden die op -ic eind­igen

uitspraak ma:kit finĝe:

betekenis markt vinger beginnen beslissen

dimmokresie proppetie fetoĝrefie krittikl

demo­cratie bezit fotografie kritisch

toe bieĝin toe diesajd divvizjen deling division e congratulations k nĝretsjoeleesjns gefelici­ teerd sajkelodzjik psychologic psychologisch

democracy twee-na-laatste lange woorden die op lettergreep –cy, –ty, –phy, –gy en –al property photography eindigen critical

6 AMERIKAANSE UITSPRAAK Het Engels veranderde in Amerika en Canada onder invloed van Indiaanse dialecten en door de vele andere Europese talen die door de nieuwe bewoners werden meegebracht. Door verschillen in klimaat, natuur, het dagelijkse leven en het politieke systeem van de Verenigde Staten ontstonden veel nieuwe woorden en zinsconstructies die niet in het Verenigd Koninkrijk worden gebruikt. Vaak klinkt het alsof Amerikanen door hun neus spreken, wat vooral merkbaar is bij de m en n. De klinkers worden wat afgeknepen en de korte a klinkt als een e. De a in can, dance, maar ook in laugh en past klinkt in het Amerikaans als die in cat. De e voor een n klinkt hetzelfde als de i in ‘lip’: entire klinkt als intaje. HOOFDSTUK 1 ALFABET EN UITSPRAAK - Amerikaanse uitspraak

21


De korte o wordt in het Amerikaans a-achtig uitgesproken en ligt qua klank vlak bij de korte u; de woorden got en gut klinken identiek. De Brits-Engelse klank joe wordt in het Amerikaans-Engels de klank oe. Hierdoor klinken de woorden student, new, en suit duidelijk anders, zonder de j-klank. Maar niet na keelklanken en lipklanken (c, b, p): cure en pure worden in zowel het Brits als het Amerikaans-Engels met een j-klank uitgesproken. Een t in het midden van een woord verandert in de uitspraak in een d. Better klinkt als bedde en little als liddl. De r die je in Brits-Engels vaak niet hoort, wordt in AmerikaansEngels wel uitgesproken: theatre, card, heart en klinkt dan als een bekakte r die achter in de keel wordt uitgesproken. De klemtoon verschilt soms ook: in het Engels is het address tegenover address in het Amerikaans. 7 TELEFOONALFABET Als je je naam voor iemand moet spellen, kun je de letters elk afzonderlijk opnoemen volgens de uitspraak in de tabel hiervoor op de pagina’s 13-16. Janet spel je als dzjee – ee – en – ie: – tie:. Maar vaak wordt het telefoonalfabet gebruikt omdat dat duidelijker is. Dan zeg je: dzjee as in Jack – ee as in Arthur – en as in Nelly – ie: as in Edward – tie: as in Tommy. a b c d e f g h i

22

Arthur Benjamin Charles David Edward Frederick George Harry Isaac

j k l m n o p q r

Jack King London Mary Nelly Oliver Peter Queen Robert

s t u v w x y z

Samuel Tommy Uncle Victor William X-ray Yellow Zebra


2

Grammatica

1 NOUNS

ZELFSTANDIGE NAAMWOORDEN

Met zelfstandige naamwoorden (nouns) worden personen, dieren en dingen aangeduid. Je kunt er de lidwoorden de, het of een voorzetten. In het Engels zijn dat de articles a, an of the. Bedoel je één, dan is dat enkelvoud (singular) en bedoel je er meer dan één, dan is dat meervoud (plural). meervoudsregels Voor het meervoud komt er een –s achter het enkelvoud. Die –s schrijf je altijd aan het woord vast en klinkt meestal als een z. singular bed room sweater door towel table cup spoon dog cat

bed roe:m swette do: tauel teebl kup spoe:n doĝ kæt

plural beds rooms sweaters doors towels tables cups spoons dogs cats

bed kamer trui deur handdoek tafel kop lepel hond kat, poes

Na een sisklank komt er –es achter de enkelvoudsvorm. Je spreekt een extra lettergreep uit. singular bus box glass watch dress wish

bas boks ĝla:s wotsj dres wisj

HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - nouns

plural buses boxes glasses watches dresses wishes

basiz boksiz ĝla:ssiz wotsjiz dressiz wisjiz

bus doos glas horloge jurk wens

23


Een medeklinker + y wordt –ies. singular city hobby body family

sittie hobbie boddie femmelie

plural cities hobbies bodies families

sittiez hobbiez boddiez femmeliez

stad hobby lichaam familie

plural potatoes tomatoes

peteetooz tema:ttooz

aardappel tomaat

pianos photos

pieennooz footooz

piano foto

lajvz najvz lie:vz loovz selvz sjelvz ka:vz woelvz ha:vz θie:vz

leven mes blad brood zelf plank kalf wolf helft dief

Een medeklinker + o wordt –oes. singular peteetoo potato tema:ttoo tomato uitzonderingen pieennoo piano footoo photo

Soms verandert een f in een v. singular life knife leaf loaf self shelf calf wolf half thief

lajf najf lie:f loof self sjelf ka:f woelf ha:f θie:f

plural lives knives leaves loaves selves shelves calves wolves halves thieves

onregelmatig meervoud Woorden met een onregelmatig meervoud moet je uit het hoofd leren. singular man woman child 24

mæn woemen tsjajld

plural men women children

men wimin tsjildren

man, mens vrouw kind


ĝoe:s

goose mouse sheep deer tooth foot

maus sjie:p die toe:θ foet

ĝie:s

geese mice sheep deer teeth feet

majs sjie:p die tie:θ fie:t

gans muis schaap hert tand voet

vorm is enkelvoud, maar werkwoord in meervoud police

pelie:s

cattle

kettl

people

pie:pl

The police are after him. δe pelie:s a: a:fte him vee The cattle are in the field. δe kettl a: in δe fie:ld mensen The people have voted. volk δe pie:pl hæv vootid politie

De politie zit achter hem aan. Het vee staat in de wei. Het volk heeft gestemd.

in het Engels meervoud en in het Nederlands enkelvoud stairs trousers goggles scissors

steez trauzez ĝoĝlz sizzez

trap broek zwembril schaar

Wanneer je bij deze woorden a of one of een telwoord gebruikt zet je er pair(s) of voor. There was just one pair of goggles. δee woz dzjast wun pee of ĝoĝlz I have bought a nice pair of trousers. aj hæv bo:t e najs pee of trauzes 2 ARTICLES

Er was maar een zwembril. Ik heb een mooie broek gekocht.

LIDWOORDEN

Lidwoorden staan vóór een zelfstandig naamwoord. In het Nederlands is er onderscheid tussen de-woorden en het-woorden. Dat verschil bestaat in het Engels niet. Waar je in het Nederlands ‘de’ of ‘het’ zou zeggen, is het in het Engels altijd the (δe). The wordt gebruikt als duidelijk is om welke persoon of welk ding het gaat. HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - articles

25


The wordt voor een klinker uitgesproken als δie. the grass the money the view the sugar

δe ĝra:s δe mannie δe vjoe: δe sjoeĝe

het gras het geld het uitzicht de suiker

the oil the apple the eggs

δie ojl δie æpl δie eĝz

de olie de appel de eieren

a of an Als je een onbepaald iemand of iets bedoelt en in het Nederlands ‘een’ zegt, gebruik je in het Engels a of an. an (en) komt voor • woorden die met een klinker beginnen • woorden die met een stomme h beginnen a (e) komt voor • w oorden die met een medeklinker beginnen • w oorden die met een klinker beginnen die je uitspreekt als een medeklinker

26

an address an evening an insect an orange an uncle an hour

en edres

a bit a deal a fight a home a month a mountain a part a penny

e bit

en

ie:vning insekt en orrindzj en ungkl en aue en

e die:l e fajt e hoom

e manθ

e mauntin e pa:t e pennie

een adres een avond een insect een sinaasappel een oom een uur een beetje een overeenkomst een ruzie/gevecht een thuis een maand een berg een deel een penny (geldstuk, £ 0,01)


a rock a sandwich a song

e rok

e sænwidzj e song

een rots een broodje een lied

a university

e joenivvu:setie

een universiteit

Als a heel veel nadruk krijgt, spreek je het uit als ee. Voor namen van beroepen komt een lidwoord.

She wants to be a doctor.

Ze wil dokter worden.

sjie wonts toe: bie e dokte

Als er maar één iemand is die die functie kan uitoefenen, komt er geen lidwoord. vergelijk: She wants to be a queen.

Ze wil koningin worden.

sjie wonts toe: bie e kwie:n

She is queen of The Netherlands sjie iz kwie:n of δe neδelendz

Ze is koningin van Nederland.

3 DEMONSTRATIVE PRONOUNS AANWIJZENDE VOORNAAMWOORDEN Er zijn vier aanwijzende voornaamwoorden. De vorm verschilt voor enkelvoud en meervoud en voor dichtbij of veraf.

dichtbij veraf

enkelvoud δis this δæt that

meervoud δie:z deze, dit these δooz dat those

This car is much better than that one. δis ka: iz mutsj bette δæn δæt wun I don’t want these shoes, I want those. aj doont wont δie:z sjoe:z aj wont δooz HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - demonstrative pronouns

deze die

Deze auto is veel beter dan die. Ik wil deze schoenen niet, ik wil die.

27


that shop across the street δæt sjop ekros δe strie:t those girls over there δooz ĝe:lz oove δee

die winkel aan de overkant van de straat die meisjes daar (verderop)

4 PERSONAL PRONOUNS

PERSOONLIJKE VOORNAAMWOORDEN

Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen. Er zijn twee vormen voor elke persoon. 1. Het persoonlijk voornaamwoord is het onderwerp in de zin. 2. H et persoonlijk voornaamwoord is een ander zinsdeel (meewerkend voorwerp, lijdend voorwerp, voorzetselvoorwerp, bijwoordelijke bepaling). ‘Ik’ wordt in het Engels (I) altijd met een hoofdletter geschreven, ook middenin de zin. onderwerp aj I joe you hie: he sjie: she it it wie: we joe you δee they

ik jij/u hij zij het wij jullie zij

She gave me an apple.

sjie: ĝeev mie: en æpl

andere zinsdelen mie: me joe you him him he: her it it as us joe you δem them

mij jou hem haar het ons jullie hun/hen

Ze gaf mij een appel.

In deze zin is she het onderwerp en me het meewerkend voorwerp. I kissed him.

Ik kuste hem.

aj kist him

In deze zin is I het onderwerp en him het lijdend voorwerp.

28


They yelled at her. δee jeld æt he:

Ze schreeuwden naar haar.

In deze zin is they het onderwerp en her het voorzetselvoorwerp. You can sit next to them. joe kæn sit nekst toe: δem

Je kunt naast hen zitten.

In deze zin is you het onderwerp en next to them een bijwoordelijke bepaling. 5 ADJECTIVES

BIJVOEGLIJKE NAAMWOORDEN

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord. In het Engels worden ze niet verbogen. De vorm is dus altijd dezelfde, ongeacht geslacht of enkelvoud of meervoud. a beautiful house

een mooi huis

e bjoe:tiffoel haus

the beautiful house δe bjoe:tiffoel haus the beautiful houses δe bjoe:tiffoel hausez that beautiful girl δæt bjoe:tiffoel ĝe:l those beautiful boys δooz bjoe:tiffoel bojz

het mooie huis de mooie huizen dat mooie meisje die mooie jongens

Bij de koppelwerkwoorden to be, to sound, to taste, to smell, to look en to feel hoort een naamwoordelijk deel van het gezegde. Dat kan een bijvoeglijk naamwoord zijn, dat in dat geval iets zegt over het onderwerp. The room is clean. δe roe:m iz clie:n That sounds great! δæt saundz ĝreet The food tastes good. δe foed teests ĝoe:d HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - adjectives

De kamer is schoon. Dat klinkt heel goed! Het eten smaakt goed.

29


That thing smells bad. δæt θing smelz bæd You look perfect.

Dat ding ruikt vies. Je ziet er prima uit.

joe loek pe:fikt

bijvoeglijk naamwoord gebruikt als zelfstandig naamwoord Als je een hele groep mensen of dingen wilt aanduiden op basis van een eigenschap, gebruik je het bijvoeglijk naamwoord als zelfstandig naamwoord. Het werkwoord staat dan in het meervoud. the bold and the beautiful δe boold ænd δe bjoe:tiffoel both the rich and the poor booθ δe ritsj ænd δe poee the lost and found δe lost ænd faund 6 ADVERBS

de brutalen en de mooie mensen zowel de rijken als de armen verloren en gevonden voorwerpen BIJWOORDEN

Bijwoorden geven extra informatie over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of een ander bijwoord. Veel bijwoorden kun je af leiden van een bijvoeglijk naamwoord door er –ly achter te zetten. bijvoeglijk naamwoord loud

bijwoord loudly

laud

laudlie

He has a loud voice. hie hæz e laud vojs Hij heeft een luide stem. strong

She laughed loudly.

strong

stronglie

He is a strong boy.

We strongly believe that this is the best for you. wie stronglie billie:ve δæt δis iz δe best fo: joe Wij zijn ervan overtuigd (geloven sterk) dat dit het beste voor je is.

hie iz e strong boj

Hij is een sterke jongen.

30

luid, hard

sjie la:ft laudlie

Ze lachte hard. strongly

sterk


certain

certainly

se:tn

se:tnlie

Are you certain that this is the right number? a: joe se:tn δæt δis iz δe rajt

Certainly not!

zeker

se:tnlie not

numbe

Weet je zeker dat dit het goede nummer is?

Zeker niet!

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een –l, dan moet je die verdubbelen. careful

carefully

keefl

keeflie

He is a careful person.

hie iz e keefl pe:sn

He did that carefully.

hie did δæt keefelie

Hij is een zorgzaam iemand.

Hij deed dat zorgvuldig.

equal

equally

ie:kwel

ie:kwelie

All men are equal. o:l men a:

ie:kwel

Alle mensen zijn gelijk.

Men and women are treated equally. men ænd wimmin a: trie:tet

zorgzaam voorzichtig nauwkeurig

gelijk eerlijk

ie:kwelie

Mannen en vrouwen worden gelijk behandeld. Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op –ll, dan komt er alleen –y achter. full

fully

foel

foely

Last night was the full moon. la:st najt woz δe foel moe:n Afgelopen nacht was het volle maan.

I fully understand the problem. aj foely undestænd δe problem Ik begrijp het probleem helemaal.

HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - adverbs

vol volledig helemaal

31


Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op –y, dan wordt de y een i. happy

hæpie

happily

hæpielie

I am so happy! aj em soo hæpie Ik ben zo blij!

They lived happily ever after. δee livd hæpielie evve a:fte Ze leefden nog lang en gelukkig.

hungry

hungrily hungĝrielie He looked hungrily at my meal. hie: loekt hungĝrielie æt maj

hungĝrie

like hungry wolves lajk hungĝrie woelvz als hongerige wolven

gelukkig blij

hongerig

mie:l

Hij keek hongerig naar mijn maaltijd. Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op –able of –ible, dan vervalt de –e en komt er –y achter. sensible

sensibly

sensibl

sensiblie

verstandig

Those are sensible words. He talks sensibly. e δooz a: sensibl w :dz hie: to:ks sensiblie Dat zijn verstandige woorden. Hij praat verstandig.

32

variable

variably

veeriebl

veerieblie

The level is rather variable. δe levl iz ra:δe veeriebl Het niveau is nogal wisselend.

The weather is variably cloudy. δe weδe iz veerieblie claudie Het weer is wisselend bewolkt.

veranderlijk, wisselend


onregelmatige bijwoorden bijvoeglijk naamwoord good ĝoed fast

bijwoord well

fa:st

fa:st

early

early

e:lie

e:lie

goed

wel

fast

snel vroeg

vorm met en zonder -ly Van sommige bijwoorden bestaat er een vorm zonder –ly en één met. Dan verschilt de betekenis. late

(te) laat

leet

lately

Je bent te laat!

joe a: leet

de laatste tijd

I haven’t seen her lately. aj hævnt sie:n he: leetlie

Ik heb haar de laatste tijd niet gezien.

plotseling

The bus stopped short. δe bus stopt sjo:t They will come home shortly. δee wil kum hoom

De bus stopte plotseling. Ze komen binnenkort thuis.

The station is quite near. δe steesjen iz kwait nie I nearly missed my train.

Het station is vrij dichtbij.

leetlie

short

You are late!

sjo:t

shortly binnenkort sjo:tlie

sjo:tlie

near

dichtbij

nie

nearly

bijna

nielie

Ik miste bijna mijn trein.

aj nielie mist mai treen

HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - adverbs

33


hard

hard nauwelijks

ha:dlie

fair

She hardly knows him. Ze kent hem nauwelijks. shie: ha:dlie nooz him

eerlijk

fee

fairly

Werk niet te hard!

doont we:k toe: ha:d

ha:d

hardly

Don’t work too hard!

tamelijk

feelie

That guy doesn’t play fair. δæt ĝaj duznt plee fee He plays the piano fairly well. hie: plees δe pieænoo feelie

Die vent speelt niet eerlijk. Hij speelt behoorlijk goed piano.

wel

Er zijn ook op zichzelf staande bijwoorden, die niet van een bijvoeglijk naamwoord zijn afgeleid, zoals bijvoorbeeld also en yesterday. Hieronder staan een aantal veelgebruikte bijwoorden. tijd always

altijd nooit

nevve

tomorrow

morgen

temorroo

yesterday

there δee inside insajd

gisteren

jestedee

soon

gauw, snel outside

soe:n

already

autsajd

al

o:lreddie

now

nu vaak

often

once wuns

34

near nie

nau

often

hier

hie

o:lweez

never

plaats here

daar

en verder again weer, eĝen opnieuw almost bijna, haast o:lmoost

naar binnen, aan de binnen­kant buiten, buitenshuis, aan de buitenkant dichtbij

also o:lsoo

very verrie

maybe meebie:

rather ra:δe still

misschien, wellicht liever, eerder nog

stil

too toe:

eenmaal, eens

ook, bovendien heel, erg

te; ook


7 POSSESSIVE PRONOUNS

BEZITTELIJKE VOORNAAMWOORDEN

Bezittelijke voornaamwoorden hebben twee vormen voor elke persoon, een voor het bijvoeglijk gebruik en een voor het zelfstandig gebruik. Is this my book or is it yours? iz δiz maj boek o: iz it jo:z

Is dit mijn boek of het jouwe? Is dit mijn boek of dat van jou?

In deze zin is my bijvoeglijk gebruikt en yours zelfstandig. bijvoeglijk gebruik maj mijn my jouw your jo: hiz zijn his haar her he: its ervan its ons/onze our aue jullie your jo: e e δ hun their

zelfstandig gebruik mine majn het mijne / (die/dat) van mij yours jo:z het jouwe / (die/dat) van jou hiz het zijne / (die/dat) van hem his hers he:z het hare / (die/dat) van haar ours auez het onze / (die/dat) van ons yours jo:z (die/dat) van jullie theirs δeez het hunne / (dat) van hen

I like your shirt better than mine. aj lajk jo: sje:t bette δen majn I am yours.

Ik vind jouw overhemd leuker dan het mijne. Ik ben de jouwe.

ai em jo:z

Don’t touch his head.

Kom niet aan zijn hoofd.

doont tutsj hiz hed

Is this hers or his? iz δis he:z o: hiz Shall we do our homework at your place or mine? sjel wie: doe aue hoomwu:k æt jo:

Is dit van haar of van hem?

There are more flowers in their garden than in yours. δee a: mo: flauez in δee ĝa:den δæn in

Er staan meer bloemen in hun tuin dan in die van jullie.

Zullen we ons huiswerk bij mij of bij jou thuis maken?

plees o: majn

jo:z

HOOFDSTUK 2 GRAMMATICA - prossessive pronouns

35


3

Zinsbouw

1 WOORDVOLGORDE IN GEWONE ZINNEN Gewone, bevestigende zinnen beginnen met het onderwerp + het gezegde. Daarna komt de rest van de zin. Staat er een lijdend voorwerp in de zin of een meewerkend voorwerp, dan komt dat direct na het gezegde. Bijwoordelijke bepalingen staan achteraan. normale woordvolgorde onderwerp gezegde

voorwerpen • lijdend voorwerp • meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepalingen

onderwerp My dad

gezegde loves

lijdend voorwerp baseball.

maj ded

luvz

beesbo:l

Mijn vader My brother maj bruδe Mijn broer My sister

houdt van has hæz heeft wears

honkbal. brown hair.

maj siste

weerz

e swette

Mijn zus

draagt

een trui.

braun hee

bruin haar. a sweater.

Als in een zin een lijdend voorwerp én een meewerkend voorwerp staan, zijn er twee mogelijkheden. Het meewerkend voorwerp staat voor het lijdend voorwerp als er geen voorzetsel (to) voor staat. Ezelsbruggetje: Als je weet dat het meewerkend voorwerp de derde naamval is en het lijdend voorwerp de vierde naamval, kun je makkelijker onthouden dat de derde naamval voor de vierde naamval komt. Staat er wel to voor, dan komt het meewerkend voorwerp na het lijdend voorwerp. HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - woordvolgorde in gewone zinnen

91


onderwerp

gezegde

My classmate Mijn klasgenoot

gave ĝeev gaf

onderwerp

gezegde

My classmate

gave ĝeev gaf

maj kla:smeet

maj kla:smeet

Mijn klasgenoot

meewerkend voorwerp me

lijdend voorwerp her notes.

mie:

he: noots

me

haar aan­ tekeningen.

lijdend voorwerp her notes

meewerkend voorwerp to me.

he: noots

toe: mie:

haar aantekeningen

aan mij.

bijwoordelijke bepalingen en bijwoorden Bijwoordelijke bepalingen staan in de regel achteraan in de zin. onderwerp The dog δe doĝ De hond I

speelt am æm ben went

bepaling with the ball. wiδ δe bo:l met de bal. in the backyard. in δe bækja:d in de achtertuin. away.

went

ewee

ging is writing

weg. in his book.

hie:

iz rajting

in hiz boek

Hij We

schrijft will go running wil ĝoo running gaan hardlopen left

in zijn boek. tomorrow.

left

a:fte dinne

vertrokken

na het eten.

aj

Ik The man δe mæn De man He

wie:

We They δee Ze 92

gezegde is playing iz pleeing

temorroo

morgen. after dinner.


Er zijn verschillende soorten bijwoordelijke bepalingen. Een bijwoordelijke bepaling van manier geeft antwoord op de vraag hoe het gebeurt. Een bijwoordelijke bepaling van plaats geeft antwoord op de vraag waar het gebeurt. Een bijwoordelijke bepaling van tijd geeft antwoord op de vraag wanneer het gebeurt. Een bijwoordelijke bepaling van frequentie geeft antwoord op de vraag hoe vaak het gebeurt. Bijwoordelijke bepalingen van manier, plaats en tijd komen na de andere zinsdelen. onderwerp

gezegde

She

visited

lijdend voorwerp her friend

sjie:

vizzitid

he: frend

Ze

bezocht

haar vriendin

bepaling van manier without notice. wiδaut nootis onaangekondigd.

onderwerp

gezegde

She

visited

lijdend voorwerp her friend

bepaling van plaats in hospital

sjie:

vizzitid

he: frend

in hospitl

Ze

bezocht

haar vriendin

in het ziekenhuis.

onderwerp

gezegde

bepaling van tijd

She

visited

lijdend voorwerp her friend

sjie:

vizzitid

he: frend

Ze

bezocht

haar vriendin

this morning. δis mo:ning vanochtend.

Als er meer dan één bepaling in de zin staat, komt de bepaling van tijd het laatst.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - woordvolgorde in gewone zinnen

93


Ezelsbruggetje: Plaats komt voor Tijd. onderwerp gezegde lijdend bepaling bepaling voorwerp van plaats van manier She visited her friend in hospital without sjie: vizzitid he: frend in hospitl notice Ze bezocht haar in het wiδaut nootis vriendin ziekenhuis onaan­ gekondigd onderwerp gezegde bepaling van manier drove too fast You joe

droov

toe: fa:st

Je

reed

te hard

bepaling van plaats on the higway on δe hajwee op de snelweg

bepaling van tijd this morning. δis mo:ning vanochtend.

bepaling van tijd this afternoon. δis a:ftenoe:n vanmiddag.

Maar om nadruk te geven, kun je de bepaling van tijd helemaal vooraan in de zin plaatsen. bepaling van onderwerp tijd This she sjie: morning δis mo:ning bepaling van onderwerp tijd This you joe afternoon δis a:ftenoe:n

gezegde visited

lijdend voorwerp her friend

bep. van plaats in hospital.

vizzitid

he: frend

in hospitl

gezegde

bepaling van bepaling van manier plaats too fast on the toe: fa:st highway. on δe hajwee

drove droov

Bijwoorden zijn ook een bijwoordelijke bepaling en komen dus achteraan in de zin. Maar bijwoorden van onbepaalde tijd zoals always en never staan juist vóór het (hoofd)werkwoord. 94


We always have dinner at six o’clock. wie: o:lweez hæv dinne æt siks e klok He never leaves without greeting. hie: nevve lie:vz wiδaut ĝrie:ting

Wij eten altijd om zes uur. Hij gaat nooit weg zonder te groeten.

Bijwoorden van frequentie, die aangeven hoe vaak iets gebeurt, kun je meer of minder nadruk geven door hun plaats in de zin.

frequently

meer nadruk I frequently visit France.

friekwentlie

aj friekwentlie vizzit fra:ns

generally

Vaak ga ik naar Frankrijk. Generally, I don’t like spicy food.

dzjennerelie

dzjennerelie aj doont lajk spajsie foe:d

minder nadruk I visit France frequently. Ik ga vaak naar Frankrijk. I generally don’t like spicy food. Ik houd in het algemeen niet van pikant eten.

In het algemeen houd ik niet van pikant eten. normally I normally listen to classical I listen to classical no:mlie music. music normally. aj no:mlie lisn toe: klæsikl Ik luister normaal gesproken mjoe:zik naar klassieke muziek. Normaal gesproken luister ik naar klassieke muziek. occasionally I occasionally go to the I go to the cinema ekeezjnelie cinema. occasionally. e e e e aj keezjn lie ĝoo toe: δ sinnimm Ik ga af en toe naar de Af en toe ga ik naar de bioscoop. bioscoop. often Often, I jog in the morning. I often jog in the morning. Ik jog vaak ‘s ochtends. often often aj dzjoĝ in δe mo:ning Vaak jog ik ‘s ochtends. regularly I come to this I regularly come to this reĝjoelelie museum regularly. museum. aj kum toe: δis mjoe:ziem reĝjoelelie Ik kom regelmatig in dit Ik kom regelmatig in dit museum. museum.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - woordvolgorde in gewone zinnen

95


sometimes I sometimes get up very sumtajmz early. aj sumtajmz ĝet up verrie e:lie Soms sta ik heel vroeg op. usually I usually enjoy being with joe:zjoeelie children. aj joe:zjoeelie indzjoj bie:ing wiδ tsjildren

I get up very early sometimes. Ik sta soms heel vroeg op. I enjoy being with children usually. Ik vind het gewoonlijk leuk om met kinderen om te gaan.

Gewoonlijk vind ik het leuk om met kinderen om te gaan. Als het werkwoord een vorm van to be is, komen bijwoorden van frequentie, die aangeven hoe vaak iets gebeurt, en onbepaalde bijwoorden van tijd direct na het werkwoord. They are sometimes a bit tired. δee a: sumtajmz e bit tajjed She is occasionally ill.

Ze zijn soms een beetje moe. Ze is af en toe ziek.

sjie: iz ekeezjnelie il

He is often late.

Hij is vaak te laat.

hie: iz often leet

The bus is never on time. δe bus iz nevve on tajm

De bus is nooit op tijd.

Als er meer soorten bijwoorden in één zin voorkomen, dan komt het bijwoord van tijd het laatst. ond He hie:

Hij ond I aj

Ik

gezegde lijdend vwp. did the test δe test did maakte de test

bepaling van manier bepaling van tijd quickly yesterday.

gezegde lijdend vwp. saw them δem so: zag ze

kwiklie

jestedee

snel

gisteren.

bepaling van plaats there δee daar

bepaling van tijd today. tedee

vandaag.

Negatieve bijwoorden van onbepaalde tijd kunnen ook het allereerste woord van de zin zijn. De meest voorkomende zijn: 96


never hardly no sooner rarely not once

nooit nauwelijks nog maar net, nauwelijks niet vaak geen enkele keer

nevve ha:dlie noo soe:ne reelie not wuns

No sooner was he out the door when it started to rain. noo soe:ne woz hie: aut δe do: wen it

Hij was de deur nog niet uit of het begon te regenen.

Hardly had I got myself comfortable when someone rung the bell. ha:dlie hæd aj ĝot majself kumfetibl wen sumwun rung δe bel Rarely does a first draft represent the most effective text. reelie duz e fe:st dra:ft reprizzent δe

Had ik me net lekker geïnstalleerd en toen ging de bel.

sta:tid toe: reen

Zelden is een eerste versie de meest effectieve tekst.

moost iffektiv tekst

2 GERUND h et hele werkwoord en de ing-vorm Bepaalde werkwoorden worden vaak gebruikt in combinatie met een ander werkwoord, zoals hopen, proberen, houden van, leuk vinden. In het Nederlands gebruik je voor het tweede werkwoord de onverbogen vorm (infinitief) al dan niet met ‘te’ ervoor. Ik hoop je snel te zien. Ik probeer je te bellen. Ik houd van tuinieren. Ik vind reizen leuk. In het Engels is er een groep werkwoorden waarbij het net zo gaat (to hope, to try). Het tweede werkwoord staat dan in de onverbogen vorm (infinitive) met to ervoor.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - gerund

97


They hope to move soon. δee hoop toe: moe:v soe:n I’ll try to call you tomorrow.

Ze hopen spoedig te verhuizen. Ik zal je morgen proberen te bellen.

ajl traj toe: ko:l joe temorroo

Maar bij een andere groep werkwoorden volgt een andere zinsconstructie: met de ing-vorm (to like, to enjoy). Die vorm heet in het Engels de gerund. De gerund gebruik je als het werkwoord zelfstandig wordt gebruikt en de functie heeft van een ander zinsdeel dan het gezegde. I enjoy their company. aj indzjoj δee kumpenie I enjoy being with them. aj indzjoj bie:ing wiδ δem They all like watching TV. δee o:l lajk wotsjing tievie

Ik vind hun gezelschap leuk. (company = lijdend voorwerp) Ik vind het leuk bij hen te zijn. (being with them = lijdend voorwerp) Ze vinden allemaal TV-kijken leuk. (watching TV = lijdend voorwerp)

Er zijn geen regels voor wanneer je to + het hele werkwoord gebruikt en wanneer de ing-vorm. Je moet dat per werkwoord leren. + hele werkwoord met to to afford toe: efo:d

zich veroorloven

She can’t afford to buy a house. sjie: ka:nt efo:d toe: baj e haus

to choose

kiezen

toe: tsjoe:z

Janet choose to go on her own.

Ze kan zich niet veroorloven een huis te kopen. Janet koos ervoor alleen te gaan.

dzjenet tsjoe:z toe: ĝoo on he: oon

to decide toe: dissajd

besluiten

They decided to hire someone. δee dissajdid toe: hajje sumwun

98

Ze besloten iemand in te huren.


to expect

verwachten

toe: ikspekt

We expect to see them tonight.

We verwachten hen vanavond te zien.

wie: ikspekt toe: sie: δem tenajt

to hope

I hope to get well soon. aj hoop toe: ĝet wel

Ik hoop gauw weer beter te worden.

We intend to have children. wie: intend toe: hæv

We zijn van plan om kinderen te krijgen.

de bedoeling hebben, van plan zijn

I mean to find a job now.

Ik wil nu een baan vinden.

plannen

We plan to go to Italy in July. wie: plæn toe: ĝoo

We plannen in juli naar Italië te gaan.

He promised to help me.

Hij beloofde me te helpen.

hopen

toe: hoop

soe:n

to intend

van plan zijn

toe: intend

tsjildren

to mean toe: mie:n

to plan toe: plæn

aj mie:n toe: fajnd e dzjob nau

toe: ittelie in dzjoelaj

to promise

beloven

toe: prommis

hie: prommist toe: help mie:

to refuse toe: rifjoe:z

weigeren

He refused to do that.

Hij weigerde dat te doen.

hie: rifjoe:dz toe: doe: δæt

to try

proberen

toe: traj

Please try to be there by 5 o’clock.

Probeer er alsjeblieft om 5 uur te zijn.

plie:z traj toe: bie: δee baj fajv e klok HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - gerund

99


to want

willen

toe: wont

He wants to meet her.

Hij wil haar ontmoeten.

hie: wonts toe: mie:t he:

+ ing-vorm to admit

toegeven

toe: edmit

He admitted being jealous.

Hij gaf toe jaloers te zijn.

hie: edmittid bie:ing dzjelles

to avoid

vermijden

toe: evojd

She avoids meeting him.

Zij vermijdt hem te ontmoeten.

sjie: evojdz mie:ting him

to burst out

uitbarsten

toe: be:st aut

She burst out laughing.

Ze barstte in lachen uit.

sjie: be:st aut la:fing

to consider

overwegen

toe: kensidde

My mother Mijn moeder considers renting a overweegt een kamer room. te verhuren. maj muδe kensiddez

renting e roe:m

to delay

uitstellen

toe: dillee

My brother delayed seeing a doctor. maj bruδe dilleed

Mijn broer stelde het uit om naar de dokter te gaan.

She denied eating the chocolates.

Ze ontkende de chocolaatjes te hebben opgegeten.

sie:ing e dokte

to deny

ontkennen

toe: dinnaj

sjie: dinnajd ie:ting δe tsjokkelets

to enjoy toe: indzjoj

genieten

We enjoy going out for dinner. wie: indzjoj ĝooing aut fo: dinne

100

We genieten van uit eten gaan.


to finish

beëindigen

toe: finnisj

We finished doing our homework.

We zijn klaar met ons huiswerk.

wie: f innisjt doe:ing aue hoomwe:k

to go on toe: ĝoo on

doorgaan

The baby went on crying. δe beebie went on

De baby bleef maar huilen.

krajjing

to give up toe: ĝiv up

stoppen

He gave up smoking. Hij is gestopt met hie: ĝeev up smooking roken.

to hate

haten

She hates being alone.

toe: heet

Ze vind het vervelend om alleen te zijn.

sjie: heets bie:ing eloon

to imagine toe: imædzjin

zich voorstellen Imagine winning the jackpot! imædzjin winning δe dzjækpot

Stel je voor dat je de jackpot wint!

to keep

blijven (doen) He keeps making mistakes.

Hij blijft fouten maken.

toe: kie:p

hie: kie:ps meeking misteeks

to like

leuk vinden

toe: lajk

They like listening Ze vinden het leuk to music. om naar muziek te δee lajk lissening toe: luisteren. mjoe:zik

to love

houden van

toe: luv

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - gerund

The kids love playing with the dog. δe kids luv pleeing wiδ δe doĝ

De kinderen houden ervan met de hond te spelen.

101


to mention toe: mensjen

noemen, vertellen

Did he mention seeing me?

Zei hij dat hij mij gezien heeft?

did hie: mensjen sie:ing mie:

to mind toe: majnd

bezwaar Do you mind hebben tegen waiting a while outside?

Heb je er bezwaar tegen even buiten te wachten?

doe: joe majnd weeting e wajl autsajd

to miss

missen

toe: mis

I miss talking to her.

Ik mis het om met haar te praten.

aj mis to:king toe: he:

to practise toe: præktis

oefenen

He practises Hij oefent Frans speaking French. spreken. hie: præktisiz spie:king frentsj

to prefer toe: priffe:

I prefer going to a restaurant. aj priffe: ĝooing toe:

Ik ga liever naar een restaurant.

riskeren

They risk losing the match. δee risk loe:zing δe mætsj

Ze lopen het risico de wedstrijd te verliezen.

ophouden

Stop laughing!

Hou op met lachen!

de voorkeur geven aan

e resterõn

to risk toe: risk

to stop toe: stop

to suggest toe: sedzjest

stop la:fing

voorstellen

He suggested selling the boat. hie: sedzjestid selling δe boot

102

Hij stelde voor de boot te verkopen.


met het hele werkwoord of ing-vorm, afhankelijk van de betekenis De werkwoorden to forget, to regret en to remember kunnen zowel met het hele werkwoord als met de ing-vorm voorkomen. Maar de betekenis van de zin verschilt dan. Als de zin over het verleden gaat, gebruik je de ing-vorm. Gaat het om heden of toekomst, gebruik je het hele werkwoord. verleden (ing-vorm) to forget I’ll never forget meeting my wife for the first time. ajl nevve feĝet mie:ting maj wajf fo: δe fe:st tajm Ik zal nooit vergeten hoe ik mijn vrouw voor het eerst heb ontmoet. We regret selling the house to regret but we need the money. wie: riĝret selling δe haus but wie: nie:d δe munnie We vinden het jammer het dat het huis verkocht is, maar we hebben het geld nodig. to remember Do you remember skiing in France in 2016? doe: joe rimmembe skie:ing in fra:ns in toe: θauznd sikstien

Weet je nog dat we in 2016 in Frankrijk hebben geskied?

toekomst (hele werkwoord) Don’t forget to buy toothpaste. doont feĝet toe: baj toe:θpeest Vergeet niet om tandpasta te kopen. I regret to tell you that there is no cure. aj riĝret toe: tel joe δæt δee iz noo kjoee

Het spijt me te moeten vertellen dat er geen medicijn voor is. Remember to buy some milk, will you? rimmembe toe: baj sum milk wil joe

Denk eraan melk te kopen, oké?

Er is ook betekenisverschil bij to stop, to try en to mean. Betekent to stop: ‘ergens mee ophouden’, dan krijgt het volgende werkwoord de ing-vorm. Betekent to stop: ‘kort onderbreken om even iets anders te doen’, dan volgt to + het hele werkwoord. HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - gerund

103


to stop

stoppen met He must stop smoking or he ‘ll get a stroke. hie: must stop smooking o: hie:l ĝet

stoppen om We stopped to get some petrol in Bournemouth. wie: stopt toe: ĝet sum petrel in

Hij moet stoppen met roken anders krijgt hij een beroerte.

We stopten om te tanken in Bournemouth.

e strook

bo:nmeθ

Betekent to try: ‘proberen iets nieuws te doen’, dan krijgt het volgende werkwoord de ing-vorm. Betekent to try: ‘iets vergeefs proberen’, dan volgt to + het hele werkwoord.

to try

uitproberen Did you try asking for help? did joe traj a:sking fo: help

tevergeefs proberen I tried to ring but my cellphone was dead.

Heb je geprobeerd hulp te vragen?

aj trajd toe: ring but maj selfoon woz ded

Ik probeerde te bellen maar mijn mobiel was leeg. Betekent to mean: ‘betekenen, neerkomen op’, dan krijgt het volgende werkwoord in de ing-vorm. Betekent to mean: ‘willen, het voornemen hebben om’, dan volgt to + het hele werkwoord. betekenen to mean If we don’t speed up it will mean being late. if wie: doont spie:d up it wil mie:n bie:ing leet

willen I mean to speak to Mr. Hopkins about my mark. aj mie:n toe: spie:k toe: mister hopkins ebaut maj ma:k

Als we niet opschieten, komen Ik wil meneer Hopkins over we te laat. mijn cijfer spreken.

104


d e ing-vorm na voorzetsels Na een voorzetsel volgt de ing-vorm. Dit geldt ook als het voorzetsel bij een werkwoord, zelfstandig naamwoord of bijvoeglijk naamwoord hoort. alleen een voorzetsel

He left without paying. hie: left wiδaut peeing He thanked us for taking care of his dog. hie: θængkt us fo: teeking kee ev hiz doĝ I became a member after seeing a TV-documentary.

Hij ging weg zonder te betalen. Hij bedankte ons voor het oppassen op zijn hond. Ik werd lid na het zien van een TV-documentaire.

aj bikkeem e membe a:fte sie:ing e tievie dokjoementerie

werkwoord + voorzetsel

We’re looking forward to visiting Rome.

We kijken ernaar uit om Rome te bezoeken.

wie loeking fo:wed toe: vizziting room

zelfstandig naamwoord + voorzetsel

I’m thinking of going there Ik denk erover daar ook heen too. te gaan. e e ajm θingking v ĝooing δe toe: I am working on improving Ik werk aan het verbeteren my English. van mijn Engels. aj æm we:king on improe:ving maj ingĝlisj I don’t like the idea of Ik vind het idee om naar de moving to the city. stad te verhuizen niet leuk. aj doont lajk δe ajdie ev moe:ving toe: δe sittie He had no part in creating Hij had geen aandeel in het that jobs. creëren van die banen. hie: hæd noo pa:t in krie:eeting δæt dzjobz He has no remorse Hij heeft geen berouw over for killing an innocent het vermoorden van een human being. onschuldig mens. hie: hæz noo rimmo:s fo: killing æn innesnt hjoe:men bie:ing

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - gerund

105


bijvoeglijk naamwoord + voorzetsel

Are you interested in learning Dutch?

Ben je erin geïnteresseerd om Nederlands te leren?

a: joe intrestid in le:ning dutsj

They are not used to living Ze zijn niet gewend alleen te alone. leven. e δee a: not joe:st toe: livving loon Would he be capable of Zou hij in staat zijn om zoiets doing something like that? te doen? woed hie: bie: keepebl ev doe:ing sumθing lajk δæt

d e ing-vorm bij een aantal uitdrukkingen It’s worth

It’s worth seeing that film. its we:θ sie:ing δæt film It’s not worth It’s not worth saving nowadays.

Het is de moeite waard die film te gaan zien. Sparen is vandaag de dag de moeite niet waard.

its not we:θ seeving nauedeez

It’s no use There is no

It’s no use arguing. its noo joe:s a:ĝjoe:ing There is no denying that she is pretty. δee iz noo dinnajing δæt sjie: iz

Het heeft geen zin om in discussie te gaan. Je kunt niet ontkennen dat ze mooi is.

It’s no good waiting any longer. its noo ĝoed weeting ennie longĝe I can’t help feeling that you are too strict with the children. aj ka:nt help f ie:ling δæt joe a: toe: strikt wiδ δe tsjildren What about going out for dinner? wot ebaut ĝooing aut fo: dinne

Het is niet goed om nog langer te wachten.

prittie

It’s no good I can’t help

What about

106

En toch vind ik dat je te streng bent voor de kinderen.

Hoe lijkt het je om uit eten te gaan?


such as

like

as well as

Can I do something to help, such as setting the table? kæn aj doe: sumθing toe: help sutsj æz setting δe teebl Do something useful, like feeding the dog. doe: sumθing joe:sfoel lajk f ie:ding δe doĝ

That man loves money as well as being lazy. δæt mæn luvz munnie æz wel æz bie:ing leezie

Kan ik iets doen om te helpen, zoals tafeldekken? Doe iets nuttig, zoals de hond te eten geven. Die man houdt evenveel van geld als van lui zijn.

3 PARTICIPLES AND PARTICIPLE CLAUSES h et tegenwoordig deelwoord na werkwoorden van beweging of rust De ing-vorm is ook de vorm van het werkwoord als tegenwoordig deelwoord (present participle). Na werkwoorden die een beweging uitdrukken, zoals to go, to run, to come, kan een tweede werkwoord volgen om uit te drukken dat er nog een handeling gelijktijdig plaatsvindt. Dat tweede werkwoord krijgt de vorm van het present participle, de ing-vorm. to go

toe: ĝoo

My neighbour goes fishing every weekend. maj neebe ĝooz fisjing evrie

Mijn buurman gaat elk weekend vissen.

The boys ran shouting out of the classroom. δe bojz ræn sjauting aut ev δe kla:sroe:m

De kinderen renden schreeuwend de klas uit.

The car came racing down the road. δe ka: keem reesing daun δe rood

De auto reed keihard door de straat.

wiekend

to run toe: run

to come toe: kum

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - participles and participle clauses

107


Hetzelfde geldt voor werkwoorden die een toestand van rust uitdrukken, zoals to stand, to sit, to lay. Ook dan staat het tweede werkwoord, dat een gelijktijdig plaatsvindende handeling uitdrukt, in de ing-vorm van het present participle. to stand toe: stænd

to sit

A lot of students stood waiting for the bus.

Veel studenten stonden op de bus te wachten.

e lot ev stjoe:dents stoed weeting fo: δe bus

toe: sit

We sat talking all night. wie: sæt to:king o:l najt

We zaten de hele nacht te praten.

to lay

I lay reading on my bed.

Ik lag op mijn bed te lezen.

toe: lee

aj lee rie:ding on maj bed

Als het werkwoord to spend gevolgd wordt door een tijdsaanduiding, betekent het ‘tijd doorbrengen’ en staat het tweede werkwoord eveneens in de vorm van het present participle. to spend (time) toe: spend

We spend hours walking the dog. wie: spend auez wo:king δe doĝ

Wij brengen uren wandelend met de hond door. (De hond uitlaten kost ons uren.)

het deelwoord als verkorting van een betrekkelijke bijzin Zowel het tegenwoordig deelwoord (present participle) als het voltooid deelwoord (perfect participle) worden gebruikt als verkorting van een bijzin die begint met een betrekkelijk voornaamwoord. The woman who is sitting at the De vrouw die aan de bar zit, is bar is the owner. de eigenaar. δe woemen hoe: iz sitting æt δe ba: iz δie oone The woman sitting at the bar is the owner.

108


This is a company which is investing in new technology. δis iz e kumpenie witsj iz investing in

Dit is een bedrijf dat investeert in nieuwe technologie.

njoe: teknolledzjie

This is a company investing in new technology. The man that was arrested by the police was not the suspect. δe mæn δæt woz erested baj δe pelie:s woz not δe suspekt The man arrested by the police was not the suspect. They live in one of the houses that were damaged in the storm. δee liv in wun ev δe hausiz δæt wee dæmiddzjd in δe sto:m They live in one of the houses damaged in the storm.

De man die door de politie werd gearresteerd, was niet de verdachte.

Zij leven in een van de huizen die waren beschadigd door de storm.

Ook bijwoordelijke bijzinnen kunnen worden verkort door een deelwoord te gebruiken. After we had got home, we watched a movie. a:fte wie: hæd ĝot hoom wie: wotsjt

Nadat we thuis waren gekomen, hebben we een film gekeken.

e moe:vie

After getting home, we watched a movie. a:fte ĝetting hoom wie: wotsjt e moe:vie Because he missed his bus, Tom arrived Omdat hij de bus miste, kwam late. hij te laat. bikkoz hie: mist hiz bus Tom erajvd leet

Missing his bus, Tom arrived late. missing hiz bus Tom erajvd leet

I saw an accident when I was travelling to work. aj so: æn æksiddent wen aj woz trævling toe: we:k I saw an accident when travelling to work. HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - participles and participle clauses

Ik zag een ongeluk toen ik naar mijn werk ging.

109


When dogs are treated well, they behave well. wen doĝz a: trie:tid wel δee bihheev wel When treated well, dogs behave well.

Als honden goed behandeld worden, gedragen ze zich goed.

De verkorte vorm met een deelwoord mag je alleen gebruiken als het onderwerp van de hoofdzin en de bijzin hetzelfde zijn. 4 PASSIVE VOICE

LIJDENDE VORM

De lijdende vorm (passive voice) is het tegenovergestelde van de bedrijvende vorm (active voice). In de active voice doet het onderwerp de actie die het werkwoord uitdrukt. In de passive voice ondergaat het onderwerp die actie. active voice The artist wrote that song. δie a:tist root δæt song De artiest schreef dat liedje.

passive voice That song was written by the artist. δæt song woz ritn baj δie a:tist Dat liedje werd door de artiest geschreven. The child was bitten by the dog. δe tsjajld woz bitn baj δe doĝ Het kind werd door de hond gebeten.

The dog bit the child. δe doĝ bit δe tsjajld De hond beet het kind.

vormen en tijden van de passive voice De passive voice wordt gevormd door een vorm van het werkwoord to be + voltooid deelwoord. tijd present past

110

the room δe roe:m they δee

vorm van to be is

voltooid deelwoord cleaned

iz

klie:nd

were

taught

we:

to:t


present perfect her purse he: pe:s

past perfect future

future perfect

the dog δe doĝ the shop δe sjop these letters δie:z lettez the work δe we:k

has been hæz bie:n had been hæd bie:n will be

stolen

wil bie:

oopend

are going to be

sent

a: gooing toe: bie:

sent

will have been wil hæv bie:n

finished

stoolen

locked up lokt up

opened

f innisjt

Als er ook een hulpwerkwoord in de zin staat, is de woordvolgorde zo: onderwerp hulpbe werkwoord The bikes must be δe bajks must bie: can kæn

be

dringks

Cars

should

be

ka:z

sjoed

bie:

Drinks

bie:

voltooid andere deelwoord zinsdelen De fietsen returned by six. moeten voor ritte:nd baj siks 6 uur terug worden gebracht. bought at the bar. Drankjes kunnen bij de bar worden bo:t æt δe ba: gekocht. Auto’s moeten in parked in the de garage worden pa:kd garage. e in δ ĝæra:zj geparkeerd.

gebruik van de passive voice De passive voice komt in het Engels veel meer voor dan de lijdende vorm in het Nederlands. De passive voice wordt gebruikt als het vooral gaat om de handeling en het er niet zo zeer toe doet wie de handeling precies heeft verricht. They found the abused animals in a barn behind the house. δee faund δe ebjoe:zd ænimmelz in e ba:n bihhajnd δe haus Ze hebben de mishandelde dieren in een schuur achter het huis aangetroffen.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - passive voice

111


In deze zin is they het onderwerp en the abused animals het lijdend voorwerp. Het gaat om de mishandelde dieren. Door de zin in de lijdende vorm te zetten, wordt the abused animals het onderwerp en krijgt dat meer nadruk. The abused animals were found in a barn behind the house. δie ebjoe:zd ænimmelz we: faund in e ba:n bihhajnd δe haus De mishandelde dieren werden aangetroffen in een schuur achter het huis. Het gaat er niet zozeer om wie de dieren heeft gevonden, maar dat er mishandelde dieren zijn gevonden. Dat komt veel voor bij verslaggeving in de media. Je ziet dit ook vaak op bordjes in de openbare ruimte. Valuables can be given in at the reception desk. væljoeeblz kæn bie: ĝivn in æt δe rissepsjen desk Waardevolle spullen kunnen in bewaring gegeven worden bij de receptie. Wordt degene die de handeling verricht toch genoemd in de zin, dan staat er by voor; in het Nederlands ‘door’. Tom Sawyer was written by Mark Twain.

Tom Sawyer werd geschreven door

Mark Twain.

tom so:je woz ritn baj ma:k tween

The fire was caused by a cigarette. δe fajje woz ko:zd baj e siĝeret The first computer was developed by Tommy Flowers. δe fe:st kempjoe:te woz divvellept baj

De brand was veroorzaakt door een sigaret. De eerste computer werd ontwikkeld door Tommy Flowers.

tommie flauez

Een aantal werkwoorden heeft vaak een meewerkend voorwerp bij zich. In het Engels kan ook het meewerkend voorwerp van een zin in de active voice het onderwerp worden van een zin in de passive voice. In het Nederlands is dat niet zo. Daar blijft het meewerkend voorwerp ook in de lijdende vorm meewerkend voorwerp.

112


to ask

vragen

toe: a:sk

They were asked a question. δee we: a:skt e kwestjen

Hun werd een vraag gesteld. (Er werd hun een vraag gesteld.)

to give toe: ĝiv

geven

to offer

aanbieden We have been offered Ons is een vrijkaartje a free ticket. aangeboden. wie: hæv bie:n offed e frie:

toe: offe

He is given feedback. Hem wordt feedback gegeven. (Er wordt hem feedback gegeven).

hie: iz ĝivn fie:dbæk

tikkit

to promise

beloven

She was promised the Haar was de wereld world. beloofd. e sjie: woz prommisd δ (Er was haar van alles we:ld toegezegd.)

sturen

She was sent a postcard.

toe: prommis

to send toe: send

sjie: woz sent e poostka:d

to show

laten zien

The woman has been De vrouw werd de weg shown the way. gewezen. δe woemen hæz bie:n sjoon δe wee

vertellen

I hadn’t been told the news. aj hædnt bie:n toold δe njoe:z

toe: sjoo

to tell toe: tel

Haar werd een kaartje gestuurd. (Er werd haar een kaartje gestuurd.)

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - passive voice

Mij was het nieuws niet verteld.

113


impersonal passive De impersonal passive komt veel voor in nieuwsberichten en verslaggeving. It is said that this orchestra is the Er wordt gezegd dat dit orkest het best in the world. beste ter wereld is. it iz sed δæt δis o:kisre iz δe best in δe we:ld It is claimed that two people died in the accident. it iz kleemd δæt toe: pie:pl dajd in δe æksiddent

Er wordt beweerd dat er twee mensen bij het ongeluk zijn omgekomen.

It is rumoured that the school will Er gaat een gerucht dat de school zal be closed. worden gesloten. it iz roe:med δæt δe skoe:l wil bie: kloozd Met de impersonal passive worden zinnen van het type It is/was/has been + voltooid deelwoord + that …. bedoeld. Dit soort zinnen wordt gebruikt bij werkwoorden als: to believe

geloven

toe: billie:v

to claim

beweren verwachten

geruchten verspreiden

to say

zeggen

toe: see

vrezen

toe: fie

to know

to rumour toe: roe:me

toe: ikspekt

to fear

melden, berichten

toe: rippo:t

toe: kleem

to expect

to report

weten

to think

toe: θingk

denken

toe: noo

5 QUESTIONS

VRAAGZINNEN

In het Engels is er een hulpwerkwoord nodig om een zin vragend te maken. Staat er geen hulpwerkwoord in de zin, dan heb je het hulpwerkwoord to do nodig om de zin vragend te maken. 114


v ragen met to do bevestigende zin He knows Tom’s wife.

vragende zin Does he know Tom’s wife?

hie: nooz toms wajf

duz hie: noo toms wajf

Hij kent Toms vrouw. Margaret works in London. ma:ĝret we:ks in londen Margaret werkt in Londen. I need to go there. aj nie:d toe: ĝoo δee Ik moet daar heen. You like pancakes for breakfast. joe lajk pænkeeks fo: brekfest Jij vindt pannenkoekjes bij het ontbijt lekker. We leave at four o’clock. wie: lie:v æt fo: e klok Wij vertrekken om vier uur. You all want an appetizer first. joe o:l wont æn æpittajze fe:st Jullie willen allemaal eerst een voorafje.

Kent hij Toms vrouw? Does Margaret work in London? duz ma:ĝret we:k in lunden Werkt Margaret in London? Do I need to go there? doe: aj nie:d toe: ĝoo δee Moet ik daarheen? Do you like pancakes for breakfast? doe: joe lajk pænkeeks fo: brekfest Vind je pannenkoekjes bij het ontbijt lekker? Do we leave at four o’clock? doe: wie: lie:v æt fo: e klok Vertrekken we om vier uur? Do you all want an appetizer first? doe: joe o:l wont æn æpittajze fe:st Willen jullie allemaal eerst een voorafje?

Als de zin in de verleden tijd staat, verandert de vorm van to do mee met de tijd. bevestigende zin You saw that movie already. joe so: δæt moe:vie o:lreddie Jullie hebben die film al gezien. They went to Spain this year. δee went toe: speen δis jie Zij gingen dit jaar naar Spanje.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - questions

vragende zin Did you see that movie already? did joe sie: δæt moe:vie o:lreddie Hebben jullie die film al gezien? Did they go to Spain this year? did δee ĝoo toe: speen δis jie Gingen zij dit jaar naar Spanje?

115


v ragen zonder to do met hulpwerkwoorden Als er al een hulpwerkwoord in de zin staat, gebruik je niet óók het hulpwerkwoord to do om de zin vragend te maken. Dat geldt voor have/has en will als hulpwerkwoord van tijd en ook voor de modale hulpwerkwoorden can, could, may, must en would. bevestigende zin Somebody has found my glasses. sumbedie hæz faund maj ĝla:siz Iemand heeft mijn bril gevonden. You will be coming home soon.

vragende zin Has somebody found my glasses? hæz sumbedie faund maj ĝla:siz Heeft iemand mijn bril gevonden? Will you be coming home soon?

joe wil bie: kumming hoom soe:n

wil joe bie: kumming hoom soe:n

Jullie komen snel (weer) thuis. He can come tomorrow. hie: kæn kum temorroo Hij kan morgen komen. She couldn’t keep her mouth shut.

Komen jullie snel (weer) thuis? Can he come tomorrow? kæn hie: kum temorroo Kan hij morgen komen? Couldn’t she keep her mouth shut?

sjie: koednt kie:p he: mauθ sjut

koednt sjie: kie:p he: mauθ sjut

Zij kon haar mond niet houden. I may ask her a favour.

Kon zij haar mond niet houden? May I ask her a favour?

aj mee a:sk he: e feeve

mee aj a:sk he: e feeve

Ik mag haar een gunst vragen. We really must do something.

Mag ik haar een gunst vragen? Must we really do something?

wie: rielie must doe: sumθing

must wie: rielie doe: sumθing

We moeten echt iets doen. She would like to have a cup of tea. sjie: woed lajk toe: hæv e kup ev tie: Zij zou wel een kopje thee willen.

Moeten we echt iets doen? Would she like to have a cup of tea? woed sjie: lajk toe: hæv e kup ev tie: Zou zij een kopje thee willen?

met to be Als er een vorm van het werkwoord to be in de zin staat, gebruik je het hulpwerkwoord to do niet om de zin vragend te maken.

116


bevestigende zin This is your car. δis iz jo: ka: Dit is uw auto. They are all at home. δee a: o:l æt hoom Ze zijn allemaal thuis. He was forced to do that. hie: woz fo:st toe: doe: δæt Hij werd gedwongen dat te doen. That lady is being served. δæt leedie iz bie:ing se:vd Die dame wordt (al) geholpen.

vragende zin Is this your car? iz δis jo: ka: Is dit uw auto? Are they all at home? a: δee o:l æt hoom Zijn ze allemaal thuis? Was he forced to do that? woz hie: fo:st toe: doe: δæt Werd hij gedwongen dat te doen? Is that lady being served? iz δæt leedie bie:ing se:vd Wordt die dame al geholpen?

v ragen met to have als zelfstandig werkwoord to have = hebben/bezitten Als to have ‘hebben’, in de zin van ‘bezitten’ betekent, is het een zelfstandig werkwoord en geen hulpwerkwoord. Dan gebruik je wél een vorm van to do om de zin vragend te maken. bevestigende zin She has a boyfriend. sjie: hæz e bojfrend Zij heeft een vriendje. He has feelings for someone else. Hie: hæz fie:lingz fo: sumwun els Hij is verliefd op iemand anders. We have a deal. wie: hæv e die:l We hebben een deal.

vragende zin Does she have a boyfriend? duz sjie: hæv e bojfrend Heeft zij een vriendje? Does he have feelings for someone else? duz hie: hæv fie:lingz fo: sumwun els Is hij verliefd op iemand anders? Do we have a deal? doe: wie: hæv e die:l Hebben we een deal?

to have to To have to betekent ‘moeten’ in de zin van ‘hoeven’. Bij to have to wordt ook to do gebruikt om de zin vragend te maken.

HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - questions

117


bevestigende zin We have to get up early. wie: hæv toe: ĝet up e:lie We moeten vroeg opstaan. You have to be present at nine. joe hæv toe: bie: preznt æt najn Jullie moeten om negen uur aanwezig zijn. They have to ask permission first. δee hæv toe: a:sk pemisjen fe:st Ze moeten eerst toestemming vragen.

vragende zin Do we have to get up early? doe: wie: hæv toe: ĝet up e:lie Moeten we vroeg opstaan? Do you have to be present at nine? Doe: joe hæv toe: bie: preznt æt najn Moeten jullie om negen uur aanwezig zijn? Do they have to ask permission first? doe: δee hæv toe: a:sk pemisjen fe:st Moeten ze eerst toestemming vragen?

to have got Ook to have got betekent ‘hebben’, in de zin van ‘bezitten’, maar bij to have got gebruik je geen to do om de zin vragend te maken. bevestigende zin They have got a problem. δee hæv ĝot e problem Zij hebben een probleem. He hasn’t got the guts to tell it. hie: hæznt ĝot δe ĝuts toe: tel it Hij heeft het lef niet het te vertellen. You have got mail.

joe hæv ĝot meel

Je hebt post/mail.

vragende zin Have they got a problem? hæv δee ĝot e problem Hebben zij een probleem? Hasn’t he got the guts to tell it? hæznt hie: ĝot δe ĝuts toe: tel it Heeft hij het lef niet het te vertellen? Have you got mail? hæv joe ĝot meel Heb je post/mail?

tags Een tag is een korte vraag aan het einde van een zin die niet vragend is. Een tag maakt van zo’n zin een vraagzin. Een tag is vergelijkbaar met toevoegingen in het Nederlands als ‘toch?’, ‘hè?’, ‘nietwaar?’. Tags worden erg veel gebruikt. In een tag • herhaal je het onderwerp van de zin; zit een tegenstelling met de zin: is de zin bevestigend, dan is de • tag ontkennend en andersom; 118


herhaal je het hulpwerkwoord van de zin; • gebruik je een vorm van to do als er geen hulpwerkwoord in de zin staat. • They are fast, aren’t they? δee a: fa:st a:nt δee We will stay together, won’t we? wie: wil stee teĝeδe woont wie You haven’t been there before, have you? joe hævnt bie:n δee biffo: hæv joe She won’t get lost, will she? sjie: woont ĝet lost wil sjie: She loves you, doesn’t she?

Ze zijn snel, hè? We blijven bij elkaar, nietwaar? Je bent daar niet eerder geweest, toch? Ze zal niet verdwalen, toch? Ze houdt van je, hè?

sjie: luvz joe duznt sjie:

You gave it all away, didn’t you? joe ĝeev it o:l ewee didnt joe We didn’t book a table, did we? wie: didnt boek e teebl did wie:

Je hebt het allemaal weggegeven, nietwaar? We hebben geen tafel gereserveerd, toch?

verkorte antwoorden Op een vraag waarop je simpelweg ‘ja’ of ‘nee’ zou kunnen antwoorden, klinkt alleen yes of no in het Engels onbeleefd. Het is gebruikelijk om een zeer korte zin toe te voegen waarin je het onderwerp (in de vorm van een persoonlijk voornaamwoord) plus het hulpwerkwoord herhaalt. Staat er geen hulpwerkwoord in de zin, dan gebruik je een vorm van to do. Are the neighbours on holiday?

a: δe neebez on holliddee

Zijn de buren op vakantie? Can you feel the heat? kæn joe fie:l δe hie:t Kun je de hitte voelen? Have you seen Helen? hæv joe sie:n hellen Heb je Helen gezien? Do you like dogs? doe: joe lajk doĝz Hou je van honden? HOOFDSTUK 3 ZINSOPBOUW - questions

Yes, they are.

jes δee a:

Yes, I can.

No, they aren’t. noo δee a:nt No, I can’t.

jes aj kæn

noo aj ka:nt

Yes, I have. jes aj hæv

noo aj hævnt

Yes, I do.

No, I don’t.

jes aj doe:

noo aj doont

No, I haven’t.

119


Deel 2 Taalgebruik

Wat betekent dat? HulpstrategieĂŤn Hoe zeg je dat? Instinkers

Brieven

Zakelijke brief Teksttips Sollicitatiebrief Woordenlijst E-mail


4

Taalgebruik

1 WAT BETEKENT DAT? verkeersaanwijzingen Slow. sloo

Langzaam rijden, vaart minderen.

SLOW CHILDREN

Do not cross.

Niet oversteken.

doe: not kros

Give way. ĝiv wee

Voorrang verlenen.

Look left.

Kijk naar links.

GIVE WAY

loek left

one-way traffic wun wee træfik

eenrichtingsverkeer

dead-end street

doodlopende weg

ded end strie:t

road closed ahead rood kloozd ehed

146

weg verderop afgesloten

ONE WAY DEAD END STREET

ROAD CLOSED AHEAD


speed bumps ahead spie:d bumpz ehed

verkeersdrempels verderop

black ice blæk ajs

ijzel

queues likely

kans op file

SPEED BUMP AHEAD

kjoe:z lajklie

Queues likely

op het vliegveld, in de trein, op het station arrivals

aankomst

erajvlz

departures

vertrek

dippa:tsjez

transfer desk trænsfe: desk connecting flight

transferbalie, incheckbalie voor wie moet overstappen aansluitende vlucht

Gate A1

Departures Gate A1

Tr a n s f e r Gate A1

Arrivals Gate A1

Baggage

kenekting flajt

delayed

vertraagd

dillee:d

cancelled kænsld expected

geannuleerd verwacht

ikspektid

baggage claim bæĝidzj kleem conveyor belt

bagage afhalen lopende band

kenveee belt

customs

douane

kustemz

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Wat betekent dat?

147


nothing to declare nuθing toe: diklee security check

niets aan te geven veiligheidscontrole

sikjoeerittie tsjek

baggage drop off bæĝidzj drop of hand baggage cabin baggage hænd bæĝidzj kæbin bæĝidzj hand baggage allowance hænd bæĝidzj elauens hold baggage check in baggage hoold bæĝidzj tsjek in bæĝidz odd-size baggage od sajz bæĝidz short term/stay parking

bagage afgifte handbagage, bagage die mee in de cabine mag toegestane handbagage ruimbagage, bagage die je in moet laten checken afwijkende bagage kort parkeren

sjo:t te:m/stee pa:king

long term/stay parking

lang parkeren

long te:m/stee pa:king

ticket office

loket

tikkit offis

ticket (vending) machine

kaartautomaat

tikkit (vending)mesjie:n

platform (UK) plætfo:m track (USA) træk left/lost luggage left/lost luĝidzj destination destinneesjen 148

perron spoor (perron) verloren bagage bestemming


off-peak

daluren

of pie:k

standard class stænded kla:s single ticket singĝl tikkit return ticket

tweede klas

enkele reis retour

ritte:n tikkit

stopping/slow train

stoptrein

stopping/sloo treen

sleeper

slaapwagon

slie:pe

berth be:θ coach

ligplaats wagon

kootsj

seat reservation

zitplaatsreservering

sie:t rezzeveesjen

to board

instappen

toe: bo:d

emergency brake

noodrem

imme:dzjensie breek

tear off cover and pull handle tee of kuvve ænd poel hændl penalty for improper use penltie fo: improppe joe:s

deksel aftrekken en aan handel aantrekken

Alarm Tear off cover and pull handle Penalty for improper use £50

Misbruik wordt gestraft. (Op misbruik staat een boete.)

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Wat betekent dat?

149


in winkels en toiletten cash register, cashier kæsj redzjiste kæsjie cash kæsj debit card

kassa contant oplaadbare creditcard

debbit ka:d

credit card

creditcard

kreddit ka:d

bank card bængk ka:d check

bankpas

CASH ONLY NO CHECKS OR BANKCARDS ACCEPTED

cheque, overschrijving

tsjek

cashmachine, cashpoint geldautomaat (UK), atm (USA) kæsjmesjie:n kæsjpojnt

eetie:em

POS terminal (point of sale) pie: oo es te:minl (pojnt ev seel)

customer service

betaalautomaat, PIN-apparaat bij kassa klantenservice

kusteme se:vis

enquiries

inlichtingen

inkwajjer iez

sale

uitverkoop

ALL ENQUIRIES TO RECEPTION

seel

(clearance) sale

opruiming

klierens seel

closing-down sale

opheffingsuitverkoop

kloosing-daun seel

department store

warenhuis Department Store

dippa:tment sto:

newsagent’s njoe:zeedzjents

postcard & stamps poostka:d & stæmps

150

tijdschriftenverkoper, kiosk kaarten en postzegels

“Your One Shop Shopping Store”


lift (UK), elevator (USA) lift lift ellivveete

floor

verdieping

flo:

escalator

roltrap

ELEVATOR

eskeleete

staircase

trappenhuis

Staircase

steekees

emergency exit

nooduitgang

imme:dzjensie eksit

fire hose

EMERGENCY

EXIT

brandslang

fajje hooz

Fire hose

first aid kit

EHBO-verbanddoos

fe:st eed kit

FIRST AID KIT

toilets, restrooms

toiletten

tojlits restroemz

ladies

Restroom

dames

leediez

gentlemen

heren

dzjentlmen

disabled toilet

invalidentoilet

disseebld tojlit

vacant, available

Disabled toilet

vrij

veekent eveelebl

engaged, occupied inÄ?eedzjd okjoepajd

bezet

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Wat betekent dat?

151


not fit for drinking (not drinking water)

geen drinkwater

Not drinking water

not fit fo: dringking (not dringking wo:te)

Please don’t throw paper towels or feminine hygiene products in the toilet. plie:z doont θroo peepe

Gooi papieren handdoeken of maandverband niet in de toiletpot.

Use containers provided for this purpose.

Gebruik de daarvoor bestemde bakken.

DO NOT DEPOSIT FEMININE HYGIENE PRODUCTS IN TOILET USE CONTAINER PROVIDED FOR THIS PURPOSE

tauelz o: femminnin hajdzjie:n proddukts in δe tojlit

joe:s kenteenez prevajdid fo: δis pe:pes

waarschuwingsborden warning

attentie, pas op

wo:ning

Do not touch.

Niet aankomen.

doe: not tutsj

Beware of the dog! biwwee ev δe doĝ

Pas op voor de hond!

danger

gevaar

WARNING Do not touch

deendzje

DANGER

152


Do not disturb!

Niet storen!

doe: not diste:b

fire exit

brand(uit-)gang

fajje eksit

out of order

buiten werking

aut ev o:de

caution

Fire exit OUT OF ORDER

pas op!

ko:sjen

slippery when wet

glad (als het nat is)

slipperie wen wet

watch your step

pas op, afstap

wotsj jo: step

no entry

geen ingang

noo entrie NO ENTRY

strictly no admittance striktlie noo edmittens

strikt verboden toegang

private property

privĂŠterrein

prajvet proppetie

no trespassing

niet betreden

Strictly no admittance

PRIVATE PROPERTY NO TRESPASSING

noo trespesing

keep clear

vrijhouden

KEEP CLEAR

kie:p klie

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Wat betekent dat?

153


chattaal Chattaal bestaat grotendeels uit afkortingen en samenvoegingen die meestal in hoofdletters worden getypt. Vaak worden ook cijfers gebruikt. Als je de afkortingen hardop uitspreekt, kun je die cijfers als woorden herkennen. AFAIC AFK

as far as I’m concerned æs fa: æz ajm kense:nd away from keyboard

wat mij betreft weg van het toetsenbord

ewee from kie:bo:d

BFF

be back later bie: bæk leeter best friends forever

BFN

bye for now

BBL

ik meld me later weer

best frendz ferevve

voor nu: tot ziens

baj fo: nau

BG BRB BTW BS

big grin biĝ ĝrin be right back bie: rajt bæk by the way baj δe wee bullshit

grote grijns ben zo terug trouwens onzin

boelsjit

CU

see you

tot ziens

sie: joe

CUL8R

see you later

tot later

sie: joe leeter

CWOT

complete waste of time

verspilling van tijd

kemplie:t weest ev tajm

DGMW DIKY

Don’t get me wrong. doont ĝet mie: rong Do I know you?

Begrijp me niet verkeerd. Ken ik jou?

doe: aj noo joe

EOD

end of discussion

discussie gesloten

end ev diskusjen

EZ

easy ie:zie

154

makkelijk


F2F

face to face

GAL

IDK

Get a life! ĝet e lajf got to go ĝot toe: ĝoo Have fun! hæv fun I don’t know.

IDC

I don’t care.

Ontmoeten/afspreken

fees toe: fees

GTG HF

Ga iets (zinnings) doen. Ik moet gaan. Veel plezier! Ik weet het niet.

aj doont noo

Het kan me niet schelen.

aj doont kee

JK

just kidding

Het was maar een grapje.

dzjust kidding

LOL

Keep it short and simple. Houd het kort en begrijpelijk. kie:p it sjo:t ænd simpl laughing out loud hardop aan het lachen

LTNS

long time no see

KISS

la:fing aut laud

tijd niet gezien

long tajm noo sie:

NP

no problem

geen probleem

noo problem

NVM

never mind

laat maar, geeft niks

nevve majnd

OMG OMW

Oh my God! oo maj ĝod on my way

Oh nee! onderweg

on maj wee

PITA RT

pain in the ass peen in δe æs real time

onuitstaanbaar live, nu

riel tajm

RUOK

Are you all right?

TAFN

That’s all for now. δæts o:l fo: nau to be honest

Gaat het met je?

a: joe o:l tajt

TBH

Voor nu is dat alles. om eerlijk te zijn

toe: bie: onnist

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Wat betekent dat?

155


THX W8

thanks θængks wait

bedankt wacht

weet

WB WTG WZZP

welcome back welkem bæk way to go wee toe: ĝoo What’s up?

welkom terug goed gedaan Hoe gaat het?

wots up

YOLO

You only live once.

Je leeft maar een keer.

joe oonlie liv wuns

YW

your welcome

geen dank.

jo: welkem

ZZZ

sleeping

Ik slaap.

slie:ping

2

to

4

for

aan, voor, tot

toe:

voor

fo:

4ever

for ever

voor altijd

fo: evve

2 HULPSTRATEGIEËN Als je begint met Engels spreken, is je woordenschat nog maar beperkt. Je kunt niet alles meteen goed begrijpen en zeggen. Als je onderstaande zinnen kent, kun je met die beperking beter omgaan doordat je kunt vragen of iemand het wil herhalen, of anders wil zeggen, of kan omschrijven, enzovoort. als je het niet begrijpt Sorry, I don’t understand. sorrie aj doont undestænd Sorry, what did you say? sorrie wot did joe see

156

Sorry, ik begrijp het niet. Sorry, wat zei u?


I beg your pardon? aj beĝ jo: pa:dn Could you repeat that please? koed joe rippie:t δæt plie:z Could you say that again please? koed joe see δæt eĝen plie:z Could you say that in other words, please? koed joe see δæt in uδe we:dz plie:z What did you say?

Pardon? Kunt u dat herhalen alstublieft? Kunt u dat nog een keer zeggen, alstublieft Kunt u dat in andere woorden zeggen, alstublieft? Wat zei u?

wot did joe see

Could you speak more slowly please? Kunt u langzamer spreken, alstublieft? koed joe spie:k mo: sloo:lie plie:z

I can’t speak English very well. aj kænt spie:k ingĝlisj verrie wel Could you please spell it for me?

Ik spreek niet erg goed Engels. Kunt u het spellen?

koed joe plie:z spel it fo: mie:

Could you please write that down for me? koed joe plie:z rajt δæt daun fo: mie: Could you point it out?

Kunt u dat voor me opschrijven?

Kunt u het aanwijzen?

koed joe pojnt it aut

What do you mean by that?

wot doe joe mie:n baj δæt

Wat bedoelt u daarmee?

als je het juiste woord niet kent Sorry, I don’t know the exact word. Sorry, ik ken het precieze woord niet. sorrie aj doont noo δie iĝzækt we:d Ik weet niet wat …. betekent. I don’t know what …. means. aj doe:nt noo wot …. mie:nz

It sounds like …

Het klinkt als …

it saundz lajk…

It looks like …

Het lijkt op …

it loeks lajk

What I mean to say is…

Wat ik probeer te zeggen is …

wot aj mie:n toe: see iz…

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - hulpstrategieën

157


What do you mean when you say …

Wat bedoelt u met …

wot doe joe mie:n wen joe see…

What is it made of?

Waar is het van gemaakt?

wot iz meed ev

Could you say it in a different way?

Kan je het op een andere manier zeggen?

koed joe see it in e different wee

What does it look like?

Hoe ziet het eruit?

wot duz it loek lajk

Can you describe it? kæn joe diskrajb it What colour, shape is it?

Kun je het beschrijven? Welke kleur /vorm heeft het?

wot kulle sjeep iz it

How big/small is it?

hau biĝ/smo:l iz it

Hoe groot of klein is het?

wat je kunt zeggen terwijl je nog nadenkt How can I put it? hau kæn aj poet it Wait a moment, please.

Hoe zal ik het zeggen? Een ogenblik alstublieft.

weet e mooment plie:z

Give me a minute. ĝiv mie: e minnit Let me think. let mie: θingk Are you saying that … a: joe seeing δæt… I’m afraid I missed something. aj æm efreed aj mist sumθing Could you give an example? koed joe ĝiv en iĝza:mpl I’m trying to find the correct words. aj æm trajjing toe: fajnd δe kerekt we:ds It’s on the tip of my tongue. its on δe tip ev maj tung

158

Wacht even. Laat me even nadenken. Zegt u dat … Ik ben bang dat ik iets gemist heb. Kunt u een voorbeeld geven? Ik probeer de juiste woorden te vinden. Het ligt op het puntje van mijn tong.


3 HOE ZEG JE DAT? groeten Good morning. ĝoed mo:ning Good afternoon. ĝoed a:ftenoe:n Good evening. ĝoed ie:vning Goodnight my love. ĝoednajt maj luv Hey / Hi / Hello

Goedemorgen. Goedemiddag. Goedenavond. Slaap lekker liefje. hoi, hallo

hee / haj / heloo

How ’s it going? / How are you Hoe is het? doing? hauz it ĝooing / hau a: joe doe:ing Long time no see. / It’s been a while. Dat is even geleden. long tajm noo sie: / its bie:n e wajl

I haven’t seen you for ages! aj hævnt sie:n joe fo: eedzjiz Good /nice to see you again! ĝoed / najs toe: sie: joe eĝen Merry Christmas!

Ik heb jou in geen tijden gezien! / Dat is écht lang geleden! Leuk je weer te zien! Prettige kerstdagen!

merrie krismes

Happy holidays! hæpie holliddeez We have to leave. wie: hæv toe: lie:v It’s time we went.

Fijne vakantie! We moeten weg. Het wordt tijd dat we gaan.

its tajm wie: went

It was very pleasant.

Het was heel gezellig.

it woz verrie pleznt

Thank you very much. θængk joe verrie mutsj I shan’t be a minute.

Heel erg bedankt. Ik kom dadelijk.

aj sja:nt bie: e minnit

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Hoe zeg je dat?

159


Hope to see you around sometime.

Ik hoop je nog eens te zien.

hoop toe: sie: joe eraund sumtajm

Goodbye for now. ĝoedbaj fo: nau I’ve got to get going. I must be going. ajv ĝot toe: ĝet ĝooing aj must bie: ĝooing It was nice seeing you (again). it woz najs sie:ing joe (eĝen) (Anyway,) I’m off.

Voor nu: tot ziens. Ik moet gaan.

Het was fijn je (weer) te zien. Ik ga.

(enniewee) ajm of

Goodbye! / Bye! ĝoedbaj / baj Have a nice day! hæv e najs dee Have a nice weekend! hæv e najs wie:kend See you later. / Later!

Tot ziens. Fijne dag verder. Prettig weekeinde. Zie je later.

sie: joe leete / leete

See you soon.

Zie je snel.

sie: joe soe:n

All the best! o:l δe best Take care!

Het beste! Hou je haaks!

teek kee

Good luck! ĝoed luk Give my love to … ĝiv maj luv toe: … All the best! o:l δe best

Het beste! Doe de groeten aan … Het beste!

voorstellen Hi, I am …

Hallo, ik ben …

haj ajm …

My name is ... maj neem iz … 160

Ik heet ...


How do you do?

Aangenaam. (formeel)

hau doe joe doe:

Pleased to meet you.

Leuk om kennis met je te maken.

plie:zd toe: mie:t joe

Nice to meet you too. najs toe: mie:t joe toe:

Let me introduce myself.

Ook leuk om met jou kennis te maken. Mag ik mij even voorstellen?

let mie: intredjoe:s majself

I am a friend of ... aj æm e frend ev … How are you?

Ik ben een vriend van ... Hoe gaat het met je?

hau a: joe

I’m fine, thank you. And you? ajm fajn θængk joe ænd joe How is your friend getting on? hau iz jo: frend ĝetting on Pretty well, thank you. prittie wel θængk joe Let me introduce you to …

Goed, hoor. En met jou? Hoe gaat het met je vriend? Tamelijk goed, dank je. Mag ik u voorstellen aan …

let mie: intredjoe:s joe toe: …

I’d like you to meet Liza .

Ik wil je graag aan Liza voorstellen.

ajd lajk joe toe: mie:t …

Liza, this is Barbara, Barbara, this is Liza. Liza δis iz Ba:bara Ba:bara δis iz Liza William, please meet John. Williem plie:z mie:t dzjon

He is a friend of mine.

Liza, dit is Barbara, Barbara, dit is Liza. William, mag ik je voorstellen aan John? Hij is een vriend van me.

hie: iz e frend ev majn

She is my brother’s girlfriend. sjie: iz maj bruδez ĝe:lfrend She is my room-mate.

Zij is de vriendin van m’n broer. Zij is mijn kamergenote.

sjie: iz maj roe:m meet

Who is he?

Wie is hij?

hoe: iz hie:

Have you met …? hæv joe met … Do you happen to know his name? doe joe hæpen toe: noo his neem HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Hoe zeg je dat?

Kent u …? Ken je toevallig zijn naam?

161


uitnodigen I was wondering if you would like to go out with me sometime. aj woz wundering if joe woed lajk toe: ĝoo aut wiδ mie: sumtajm I was just wondering if you would like to come over for a drink.

Ik vroeg me af of je een keer met me uit wil. Ik vroeg me af of je het leuk vindt om wat te komen drinken.

aj woz dzjust wundering if joe woed lajk toe: kum oove fo: e dringk

Would you like to come and have a drink with me? woed joe lajk toe: kum ænd hæv e dringk wiδ mie: Do you feel like having diner together tonight? doe joe fie:l lajk hæving dinne teĝeδe tenajt How do you fancy going out for dinner? hau doe joe fænsie ĝooing aut fo:

Heb je zin om iets met mij te gaan drinken? Heb je zin om vanavond samen te eten ? Wat zeg je ervan om vanavond uit eten te gaan?

dinne

Are you doing anything this weekend? a: jou doe:ing ennieθing δis wie:kend Would you be interested in going to the see the match next Sunday? woed joe bie: intrestid in ĝooing toe: sie: δe mætsj nekst sundee Are you free tomorrow afternoon?

Heb je plannen dit weekend? Zou het je wat lijken om zondag naar de wedstrijd te gaan? Kun je morgenavond?

a :joe frie: temorroo a:ftenoe:n

Would you like to join me for lunch?

Ga je met mij mee lunchen?

woed joe lajk toe: dzjojn mie: fo: luntsj

Would you like to see a movie tomorrow night? woed joe lajk toe: sie: e moe:vie temorroo najt

162

Vind je het leuk om naar de film te gaan morgenavond?


How about a cup of tea at my place? hau ebaut e kup ev tie: æt maj plees I’d be delighted to have you over for my birthday party. ajd bie: dillajtid toe: hæv joe oove fo: maj be:θdee pa:tie

Zullen we bij mij thuis theedrinken? Ik zou het heel leuk vinden als je op mijn verjaardagsfeest komt.

accepteren Yes, that would be great. jes δæt woed bie: ĝreet I’d love to, thanks ajd luv toe: θængks Sure! What time?

Ja, te gek. Lijkt me heel leuk, dank je. Ja, hoe laat?

sjoee wot tajm

Sounds good! When should I be there? saundz ĝoed wen sjoed aj bie: δee That sounds lovely, thank you. δæt saundz luvlie θængk joe That’s very kind of you, thanks. δæts verrie kajnd ev joe θængks What a great idea, thank you. wot e ĝreet ajdie θængk joe

Klinkt goed! Hoe laat moet ik er zijn? Dat klinkt heel leuk, dank je. Dat is heel vriendelijk van je, dank je. Wat een geweldig idee, dank je.

weigeren I’d love to but I have other plans. ajd luv toe: but aj hæv uδe plænz I’m afraid I can’t.

Ik zou dat heel leuk vinden, maar ik heb andere plannen. Het spijt me, ik kan niet.

ajm efreed aj ka:nt

I’m really sorry, but I have to work. ajm rielie sorrie but aj hæv toe: we:k

HOOFDSTUK 4 TAALGEBRUIK - Hoe zeg je dat?

Het spijt me heel erg, maar ik moet werken.

163


5

Brieven

1 ZAKELIJKE BRIEF Als je een officiĂŤle brief moet schrijven, moet je je aan vaste regels voor de indeling en het taalgebruik houden. Het Engels is formeler dan het Nederlands en je zult schrijftaal moeten gebruiken in plaats van spreektaal. Dat maakt een zakelijke Engelse brief schrijven lastig. In dit hoofdstuk staan daarom veel voorbeeldzinnen die je kunt gebruiken bij veelvoorkomende situaties. I ndeling en vaste elementen

1 2 3 4 5

6

7 8 9

190


1  eigen adres Je eigen adres komt links helemaal bovenaan. Let op: alleen je adres, niet je naam. Je kunt eventueel wel je e-mailadres en/of je telefoonnummer er nog onder zetten. Hoofdweg 2 1234 AB Amsterdam The Netherlands a.jansen@gmail.com 2  datum Na je eigen adres komt de datum. Het is niet gebruikelijk de plaatsnaam te noteren. De datum kun je op verschillende manieren schrijven, maar schrijf in elk geval de maand voluit en met een hoofdletter. 21st December, 2018 (Engels) January 16, 2018 (Amerikaans) 14 March 2018 De schrijfwijze met het getal als rangtelwoord afgekort tot 2 letters achter het cijfer (1st, 3rd, 4th, 22nd) wordt niet vaak meer gebruikt. Als je ze gebruikt, dan noteer je de letters op de regel, niet zwevend achter het cijfer. 3  adres geadresseerde Dit is hetzelfde adres als wat op de envelop komt te staan. Eerst komt de naam van de persoon met de juiste aanspreektitel ervoor en eventuele academische titels erachter. De naam van het bedrijf of de organisatie komt daaronder. Je kunt ook eerst de naam van het bedrijf of de organisatie schrijven en de naam van de persoon die je aanschrijft op de regel daaronder, voorafgegaan door ‘ter attentie van’, in het Engels to the attention of, afgekort tot Attn zonder punt erachter. Het huisnummer komt voor de straatnaam. Gebruik geen afkortingen voor straatnamen maar schrijf Street, Avenue, Lane, Park, Place, Square en Court voluit en met een hoofdletter. Postbus is in het Engels P.O. box. De postcode komt achter de plaatsnaam.

HOOFDSTUK 5 BRIEVEN - zakelijke brief

191


Mr John Barry MA Stafford House School of English 2 Southampton Place London WC1A 2DA United Kingdom

CCIC London Company Limited Attn Mr John Barry MBA 37- 41 Finchley Park London N12 9JY United Kingdom

Voor de naam komt de aanspreektitel. Die schrijf je met een hoofdletter. Er komt geen punt achter de titel als de afkorting bestaat uit de eerste en laatste letters van het woord. Dus niet achter Dr en wel achter Prof. Mr (Mister - heer) is de aanspreektitel voor een man. Ms (Miss - mevrouw) is de meest gangbare aanspreektitel voor een vrouw van wie je niet weet of ze getrouwd is of niet. Mrs (Mistress - mevrouw) wordt gebruikt voor een getrouwde vrouw of vrouw die getrouwd is geweest. Miss (mejuffrouw) voor een ongetrouwde vrouw. Een academische titel zoals Dr (Doctor) komt in de plaats van de aanspreektitel.

192

Nederlandse titel professor (prof.)

Engelse titel Professor (Prof.)

doctor (dr.) Doctor (medisch)

Doctor (Dr) Dr/Doctor

ir. mr. drs.

MSc LLM MSc (Master of Science) MA (Master of Arts) MBA (Master of Business Administration)

In het Engels wordt alleen de hoogste titel vermeld. Prof. dr. is fout.

De Nederlandse titel bestaat niet in het Engels en wordt meestal weggelaten. Je kunt de afkorting in de tweede kolom gebruiken. Die komt dan achter de naam.


4  aanhef De aanhef in een Engelse brief is vrijwel altijd Dear, gevolgd door de aanspreektitel en de achternaam. Na de aanhef volgt geen komma. Dear Mr Johnson Dear Ms Johnson Dear Prof. Johnson Dear Dr Johnson Dear Donald De voornaam gebruik je alleen als je de geadresseerde normaal gesproken ook bij de voornaam noemt. Dan gebruik je geen achternaam en ook geen aanspreektitel. Als je geen idee hebt wie de brief zal openen omdat je bijvoorbeeld een afdeling zoals de financiële administratie aanschrijft, gebruik je Dear Sir / Madam – Geachte heer, mevrouw Je kunt anonieme lezers ook aanspreken als lid van een bepaalde groep. Dear Customer Dear All Dear Student Na de aanheft volgt een witregel. Dan volgt de eerste alinea van de brieftekst. Tenzij je nog een regel aan het onderwerp wilt wijden. 5  onderwerp In een Nederlandse brief staat het onderwerp vaak na het kopje ‘betreft:’ en boven de aanhef. In een Engelse brief komt het onderwerp tussen de aanhef en de brieftekst in. Je hoeft er geen subject of Re: voor te zetten, wel kun je het onderwerp onderstrepen. Zet er geen punt achter. Erboven en eronder laat je een regel wit. Cancellation (annulering) of Application (sollicitatie)

HOOFDSTUK 5 BRIEVEN - zakelijke brief

193


6  brieftekst In de eerste alinea vertel je wat de aanleiding is voor je brief. In de tweede en volgende alinea’s werk je de brief uit. In de slotalinea geef je aan wat je van de geadresseerde verwacht. 7  afsluiting De laatste alinea sluit je af met een slotzin. Daarin benadruk je bijvoorbeeld nogmaals je belangrijkste punt, of stuur je aan op een afspraak. Als het om een verzoek of klacht gaat, bedank je voor de moeite. If you have any further questions, please do not hesitate to contact us. Mocht u nog vragen hebben, neem dan gerust contact met ons op. We look forward to the meeting on the 5th of September. We zien uit naar onze bijeenkomst op 5 september. Once again, we apologise for any inconvenience. Nogmaals onze excuses voor het ongemak. Thanks for your attention and your valuable time. Dank voor uw aandacht en tijd. We look forward to hearing from you. We hopen van u te horen. 8  ondertekening In het Engels sluit je af met een regel die letterlijk betekent: ‘oprecht de uwe’. In het Nederlands zou je ‘hoogachtend’ gebruiken, of iets minder formeel: ‘met vriendelijke groet’. Als je de naam van de geadresseerde kent, schrijf je: Yours sincerely, of Sincerely, Als je de naam van de geadresseerde niet kent, schrijf je: Yours faithfully, Deze afsluitingen worden gevolgd door een komma, je handtekening en daaronder je naam voluit geschreven (eventueel met titel in haakjes erachter en eventueel je functie of afdeling).

194


Yours sincerely,

Laura Brady Customer Service (klantenservice)

Yours faithfully,

John Rhodes MbA CeO (chief executive officer algemeen directeur)

Yours sincerely,

Stephen McKearney Dean of Faculty of Arts (Decaan van de Faculteit der Letteren)

9  verwijzing naar bijlagen Als je iets bijsluit, zoals je CV of bewijsstukken, verwijs je daarnaar onderaan de brief. Zijn het er meer dan één, dan nummer je ze. Zet dat nummer ook op de bijlage. Please find enclosed: (bijlagen:) 1. copy of the purchase receipt (kopie van de aankoopbon) 2. picture of the damaged part (foto van de beschadiging) 2 TEKSTTIPS Stijl Als je een zakelijke Engelse brief schrijft, moet je ook zakelijke taal gebruiken. Het Engels is echt formeel en heel beleefd. Blijf ook bij een klachtenbrief altijd heel vriendelijk. Het is vaak beter om iets voorzichtiger en formeler te formuleren dan je in het Nederlands zou doen. Gebruik geen te lange zinnen, zeker als je Engels niet perfect is. Met I beginnen mag in het Engels wel, maar echt mooi is het niet. We kun je gebruiken als je namens een organisatie schrijft. Samengetrokken vormen zijn niet toegestaan. Dus geen I’m en They’re maar I am en They are. En geen I can’t, maar I cannot. Gebruik could in plaats van can. Na elke alinea volgt een witregel voordat je de volgende alinea schrijft.

HOOFDSTUK 5 BRIEVEN - teksttip

195


begeleidende tekst Als een briefje of correspondentiekaartje is ingesloten bij een rapport, brochure of pakketje bijvoorbeeld, staat er vaak alleen een korte regel - of staan er voorgedrukte regels waarvan er één of meer zijn aangevinkt - om aan te geven waarom de zending is verstuurd. for (your) information for approval by agreement at your request at the request of returned with thanks for signature confidential personally for further attention with request for comments with request to return as agreed by telephone

ter informatie/kennisgeving ter goedkeuring volgens afspraak op uw verzoek op verzoek van met dank retour ter ondertekening vertrouwelijk persoonlijk ter verdere afhandeling met verzoek om commentaar met verzoek om terugzending volgens telefonische afspraak

v erwijzen naar een brief die je hebt ontvangen Thank you for your letter regarding the ... We thank you for your letter. Thank you very much for your letter dated 12 March. We are writing in response to ... With reference to your letter of 20 December, ... In reply to your letter of ...

Dank u voor uw brief over …. Hartelijk dank voor uw brief. Bedankt voor uw brief van 12 maart. In antwoord op … Naar aanleiding van uw brief van 20 december, … In antwoord op uw brief van …

inleiding I am writing to enquire about ... Our reason for contacting you is the following ...

196

Ik schrijf u om te informeren naar … De reden dat wij ons tot u richten is het volgende ...


We would like to draw your Wij willen u wijzen op het volgende ... attention to the following ... To our surprise, we learned that ... Tot onze verbazing vernamen wij dat ... We learned with regret that ... Tot onze spijt hebben wij vernomen dat ... We regret to inform you that ... Helaas moeten wij u berichten dat ... It is our pleasure to inform you Het doet ons genoegen u op de of ... hoogte te stellen van ... I am writing in connection with ... Ik schrijf met betrekking tot ... Referring to your request for Naar aanleiding van uw verzoek om information ... informatie ... Thank you for your request by Vriendelijk bedankt voor uw telephone. telefonische aanvraag. As requested in your letter of ... Zoals verzocht in uw brief van ... We would like to inform you Wij willen u informeren over ... about ... As we agreed during ... Zoals overeengekomen tijdens ... As discussed today in our Zoals vandaag telefonisch telephone conversation ... besproken ... reserveren, annuleren I herewith confirm our reservation on .... Please reserve for me a double room. Please confirm this reservation. I regret that I must cancel our reservation on ... because ... I am sorry to tell you that ... Due to events unforeseen I have to call off my trip.

Hierbij bevestig ik onze reservering op ... Wilt u voor mij een tweepersoons­ kamer reserveren? Graag ontvang ik een bevestiging van deze reservering. Helaas moet ik onze reservering voor ‌ annuleren omdat ... Het spijt mij u te moeten mededelen dat ... Wegens onvoorziene gebeurtenissen moet ik mijn reis annuleren.

klachten We would like to express our disappointment at ... HOOFDSTUK 5 BRIEVEN - teksttips

Wij zijn teleurgesteld in ...

197


We are not very pleased with ... Unfortunately you did not ... Unfortunately we still have not received your answer. If you do not reply within … days, we are forced to take legal actions.

Wij zijn niet echt blij met ... Helaas heeft u niet ... Helaas hebben we nog geen antwoord van u gekregen. Als u niet binnen … dagen reageert, zijn wij genoodzaakt juridische stappen te nemen.

v erwijzen naar informatie Further information: For information, please contact .... Complete information is to be found on Internet at http://www. ... Should you have any further questions, ... is at your service. For further inquiries please contact ...

Nadere informatie is te vinden op: Voor informatie kunt u contact opnemen met … Uitgebreide informatie vindt u ook op internet op http://www. ... Indien u nog vragen heeft, kunt u terecht bij .... Voor meer inlichtingen, wendt u zich tot ....

vragen Would you be so kind to send me information about ... Would it be possible to … Should you have any further questions, we stand readily at your disposal. If you have any further questions, please do not hesitate to contact us.

Zou u zo vriendelijk willen zijn mij informatie te sturen over ... Zou het mogelijk zijn dat u … Indien u nog meer vragen heeft, staan wij graag tot uw beschikking. Indien u nog vragen heeft, aarzel dan niet om contact met ons op te nemen.

v erwijzen naar bijlagen Annex: Enclosed please find our latest catalogue. A copy of the … is enclosed.

198

Bijlage: Als bijlage sturen wij u onze nieuwste catalogus mee. Een exemplaar van … treft u in de bijlage aan.


Enclosed please find ... A route description has been enclosed. Please see our prices on the enclosed price list. We are happy to enclose ...

Bijgaand zenden wij u ... Een routebeschrijving is bijgevoegd.

Onze prijzen treft u in bijgaande prijslijst aan. Tot ons genoegen kunnen we ... bijsluiten. For the general terms please refer Voor de algemene voorwaarden to the enclosures. verwijzen wij u naar de bijlage. For more information please refer Voor meer informatiemateriaal to the enclosures. verwijzen wij u naar de bijlage. I am enclosing a copy of … Als bijlage stuur ik u een exemplaar van … afsluiting Thank you in advance. Thanking you in anticipation. Thanks in advance for your trouble. Thank you beforehand for your cooperation. Thank you very much for your input. Thank you very much for your interest shown in our organization. I should like an appointment to see Mr … I would appreciate having a meeting with you in the near future. I hope this information has been useful to you. I look forward to a positive response from you. We would be grateful for a prompt reply. We look forward to receiving your reply. HOOFDSTUK 5 BRIEVEN - teksttips

Bij voorbaat dank. Bij voorbaat dank voor de moeite. Bij voorbaat heel hartelijk dank voor uw medewerking. Zeer bedankt voor uw bijdrage. Hartelijk bedankt voor de in onze organisatie getoonde interesse. Ik zou graag een afspraak maken met de heer … Ik zou graag spoedig een afspraak met u maken. Ik hoop u met deze informatie van dienst te zijn geweest. Ik hoop op een positieve reactie van u. We stellen een snel antwoord zeer op prijs. In afwachting van uw antwoord,

199


We hope you understand our position. We trust to have informed you sufficiently. If we do not hear anything to the contrary, ... will contact you at an early date to explain the details.

Wij hopen dat u begrip heeft voor ons standpunt. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Zonder uw tegenbericht, ... zal binnenkort contact met u opnemen om u de details toe te lichten.

3 SOLLICITATIEBRIEF S tijl Bedenk als je een sollicitatiebrief schrijft dat het de eerste indruk is die iemand van je krijgt. Het gaat erom dat jouw brief wordt uitgekozen. Je presenteert jezelf en probeert daarbij jezelf te onderscheiden. Je mag positief over jezelf schrijven en je enthousiasme voor de positie laten blijken, maar overdrijf niet en hou het kort en vooral: relevant. Ga alleen in op kenmerken van de functie die in de advertentie worden genoemd en licht alleen die eigenschappen, vaardigheden en werkervaring toe die gevraagd worden. Vermijd dubbelingen met je CV. Verder gelden alle eisen die aan een zakelijke brief worden gesteld. Indeling In de eerste alinea schrijf je naar aanleiding van welke advertentie (advertisement) je schrijft en naar welke positie (post/position) je solliciteert. Als je een open sollicitatiebrief schrijft, informeer je naar de mogelijkheden bij dit bedrijf, of naar de eventuele vacatures (vacancies). In de tweede alinea schets je een kort profiel van jezelf. In de derde en volgende alinea’s ga je in op de functie/stage/afdeling en waarom je denkt daarvoor geschikt te zijn. In de afsluitende alinea geef je aan dat je hoopt te worden uitgenodigd voor een nadere kennismaking. Hier verwijs je ook naar je CV in bijlage. 200


Deel 3 Idioom

Animals Around town Body Cloths Countries and nationalities Describing people Family Feelings Food and drinks Fruits and vegetables Home and garden Jobs and professions Money Nature School and study Time Transport Weather


6

Idioom

1 ANIMALS vocabulary animal

dier

pet

huisdier

te

kat, poes

te

duck

kattenjong

fish

hond

snake

blaffen hondenjong koe kalf stier

fa:m

210

turtle

schildpad

mouse (mv mice) muis rat ræt ant ænt worm

rat mier worm

we:m

paard

spider

spin

spajde

ho:s

cattle kætl farm

slang

maus majs

boel

horse

vis

te:tl

ka:f

bull

eend

sneek

kau

calf

duif

fisj

puppie

cow

vogel

duk

ba:k

puppy

pigeon

spinnen

kitn

dog doĝ to bark

bird

pidzjin

pe:

kitten

hert

be:d

pet

cat kæt to purr

deer die

ennimel

vee

bee

bij

bie

boerderij

fly flaj

vlieg


chicken

kip gans kalkoen schaap lam geit

elephant

olifant

bear

beer

lion

leeuw

lajjen

varken konijn

tiger tajĝe monkey

tijger aap

mungkie

eekhoorn wolf

camel kæml donkey

kameel ezel

dongkie

kikker

dolphin

vos

shark

dolfijn

dolfin

foks

tail

insect

bee

woelf

frog froĝ fox

insect

elliffent

skwirrel

wolf

mug

insekt

sjie:p

lamb læm goat ĝoot pig piĝ rabbit ræbit squirrel

mosquito meskie:too

te:kie

sheep

vlinder

butteflaj

tsjikkin

goose ĝoe:s turkey

butterfly

haai

sja:k

staart

teel

seal

zeehond

sie:l

idioms

There is no such animal. δee iz noo sutsj ænimmel the teacher’s pet δe tie:tsjez pet

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - animals

Zoiets bestaat niet. het oogappeltje van de meester

211


pet topic pet toppik

to pet

stokpaardje, favoriet gespreksonderwerp aaien

toe: pet

cat nap kæt næp sick as a cat sik æz e kæt like a cat on a hot tin roof lajk e kæt on e hot tin roe:f Has the cat got your tongue? hæz δe kæt ĝot jo: tung to let the cat out of the bag toe: let δe kæt aut ev δe bæĝ He looked like something the cat brought in. hie loekt lajk sumθing δe kæt bro:t in to put a cat among the pigeons toe: poet e kæt emung δe pidzjinz like the cat that got the cream lajk δe kæt δæt ĝot δe krie:m to have a litter of kittens toe: hæv e litte ev kitnz lucky dog lukkie doĝ not a dog’s chance not e doĝz tsja:ns like a dog with two tails lajk e doĝ wiδ toe: teelz to be dog tired toe: bie doĝ tajjed to go to the dogs toe: ĝoo toe: δe doĝz Love me, love my dog. luv mie luv maj doĝ

212

hazenslaapje, een dutje kotsmisselijk onrustig Heb je je tong ingeslikt? uit de school klappen, een geheim onthullen Hij zag er verfomfaaid uit.

een knuppel in het hoenderhok gooien, problemen veroorzaken heel erg blij, verguld op tilt slaan bofkont geen schijn van kans als iemand die heel erg blij is hondsmoe zijn naar de bliksem gaan Als je echt van mij houdt, accepteer je ook mijn fouten.


barking up the wrong tree ba:king up δe rong trie puppy love

de verkeerde persoon aanspreken kalverliefde

puppie luv

chicken (livered)

laf

tsjikkin (livved)

to chicken out of something toe: tsjikkin aut ev sumθing chicken pox

ergens tussenuit knijpen waterpokken

tsjikkin poks

chickpeas

kikkererwten

tsjikpie:z

till the cows come home til δe kauz kum hoom to kill the fatted calf for someone toe: kil δe fæted ka:f fo: sumwun like a bull in a China shop

tot je een ons weegt iemand een feestelijk onthaal bieden als een olifant in een porseleinkast

lajk e boel in e tsjajne sjop

a horse of a different colour

heel andere koek

e ho:s ev e different kulle

straight from the horse’s mouth street from δe ho:siz mauδ to cook someone’s goose toe: koek sumwunz ĝoe:s to kill the goose that lays the golden egg toe: kil δe ĝoe:s δæt leez δe ĝoolden eĝ He wouldn’t say boo to a goose. hie woednt see boe: toe: e ĝoe:s to talk turkey toe: to:k te:kie

a wolf in sheep’s clothing e woelf in sjie:ps klooδing to get someone’s goat toe: ĝet sumwunz ĝoot

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - animals

uit de eerste hand iemand een spaak in het wiel steken, dwarszitten je bron van geluk of inkomsten weghalen/uitschakelen Hij maakt nog geen muis aan het schrikken. Hij is heel schuchter. klare taal spreken, open en duidelijk zijn een wolf in schaapskleren iemand overstuur maken

213


to bleed like a pig toe: blie:d lajk e piĝ And pigs might fly! ænd piĝz majt flaj to make a pig of oneself toe: meek e piĝ ev wunself to buy a pig in a poke toe: baj e piĝ in e pook to be piggy in the middle toe: bie: piĝĝie in δe midl to pull a rabbit out of the hat toe: poel e ræbit aut ev δe hæt to cry wolf

bloeden als een rund Je kan me nog meer vertellen! zich als een varken/beest gedragen een kat in de zak kopen; iets kopen dat naderhand niet aan je verwachtingen voldoet tussen twee vuren zitten een konijn uit de hoge hoed toveren; met een verrassing komen vals alarm slaan

toe: kraj woelf

to keep the wolf from the door toe: kie:p δe woelf from δe do: to have a frog in one’s throat toe: hæv e froĝ in wunz θroot as sly as a fox æz slaj æz e foks to be on someone’s tail

(nog) brood op de plank hebben een kikker in de keel hebben zo sluw als een vos iemand op de hielen zitten

toe: bie: on sumwunz teel

to turn tail on

op de vlucht slaan voor

toe: te:n teel on

to give someone the bird toe: ĝiv sumwun δe be:d the birds and the bees δe be:dz ænd δe bie:z It’s not my pigeon.

iemand uitfluiten de bloemetjes en de bijtjes Het zijn mijn zaken niet.

its not maj pidzjin

They kept shouting at him, but it was like water off a duck’s back. δee kept sjauting æt him but it woz lajk wo:te of e duks bæk

214

Ze bleven maar tegen hem schreeuwen, maar hij bleef onaangedaan.


a cold fish e koold fisj

a queer fish

een koele kikker, iemand die geen emoties toont een rare snuiter

e kwie fisj

like a fish out of water lajk e fisj aut ev wo:te

something fishy sumθing fisjie a fishy story

als een vis op het droge, niet op z’n gemak iets verdachts een verhaal met een luchtje eraan

e fisjie sto:rie

a snake in the grass e sneek in δe ĝra:s to turn turtle

een addertje onder het gras kapseizen

toe: te:n te:tl

to mouse about/round

rondsnuffelen/doorsnuffelen

toe: maus ebaut/raund

to smell a rat toe: smel e ræt to have ants in your pants toe: hæv ænts in jo: pænts to open a can of worms toe: oopen e kæn ev we:mz spidery legs spajderie leĝz to have a bee in your bonnet toe: hæv e bie: in jo: bonnit to be a fly on the wall toe: bie: e flaj on δe wo:l to be dropping/to die like flies toe: bie: dropping/toe: daj lajk flajz He wouldn’t hurt a fly.

lont ruiken, iets verdachts opmerken niet stil kunnen zitten een beerput opentrekken; zich problemen op de hals halen spillebenen ergens door geobsedeerd zijn ongezien aanwezig zijn, spioneren in groten getale omkomen Hij zou nog geen vlieg kwaad doen.

hie: woednt he:t e flaj

There are no flies on her. δee a: noo flajz on he:

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - animals

Ze is niet op haar achterhoofd gevallen.

215


Your fly is undone.

Je gulp staat open.

jo: flaj iz undun

the elephant in the room δe elliffent in δe roe:m pink elephant

het hete hangijzer; het probleem waar iedereen aan denkt, maar niemand over begint hersenschim

pingk elliffent

white elephant

iets overbodigs

wajt elliffent

like a bear with a sore head lajk e bee wiδ e so: hed to beard the lion in it’s den toe: bied δe lajjen in its den lionhearted

met een slecht humeur zich in het hol van de leeuw wagen zo moedig als een leeuw

lajjenha:tid

op iets gevaarlijks stuiten to have a tiger by the tail e e e toe: hæv tajĝ baj δ teel to make a monkey out of someone iemand voor schut zetten toe: meek e mungkie aut ev sumwun

to monkey about/around

donderjagen

toe: mungkie ebaut/eraund

I don’t give a monkey’s. aj doont ĝiv e mungkies the straw that broke the camel’s back δe stro: δæt brook δe kæmlz bæk to teach an eagle to fly and a dolphin to swim toe: tie:tsj en ie:ĝl toe: flaj ænd e dolfin

Het kan me geen zier schelen. De druppel die de emmer deed overlopen. Dat laatste kleine beetje waardoor het totaal te veel wordt. iemand iets uitleggen wat hij al weet, iets voordoen wat juist hij goed kan.

toe: swim

to talk the hind leg of a donkey toe: to:k δe hajnd leĝ ev dongkie

216

heel veel praten


I haven’t heard from her for donkey’s years. aj hævnt heied from he: fo: dongkies jiez donkey work

Het is eeuwen geleden dat ik iets van haar gehoord heb. monnikenwerk

dongkie we:k

Proverbs and sayings

It’s raining cats and dogs! its reening kæts ænd doĝz When the cat is away, the mice will play. wen δe kæt iz ewee δe majs wil plee Those who play with cats must expect to be scratched. δooz hoe: plee wiδ kæts must ikspekt toe: bie: skrætsjt Barking dogs never bite. ba:king doĝz nevve bajt Let sleeping dogs lie. let slie:ping doĝz laj

An old dog will learn no tricks. en oold doĝ wil le:n noo triks

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - animals

Het regent pijpenstelen. Als de kat van huis is, dansen de muizen. Als er geen toezicht is, wordt er misbruik van gemaakt, doen mensen dingen die niet mogen. Wie kaatst, kan de bal verwachten. Je moet voor de gevolgen van je acties instaan. Blaffende honden bijten niet. Mensen met een grote mond doen vaak niet echt kwaad. Je moet geen slapende honden wakker maken. Je kunt beter niet over een bepaald onderwerp beginnen; je moet mensen die ergens niets van weten en het er wellicht niet mee eens zijn, niets erover vertellen. Het is moeilijker iets te leren / gewoonten te veranderen als je ouder bent.

217


Give a dog a bad name and hang him. ĝiv e doĝ e bæd neem ænd hæng him Give a dog a bad name and he’ll live up to it. ĝiv e doĝ e bæd neem ænd hie:l liv up

Het is moeilijk om van een slechte naam af te komen, ook als die onterecht is. Honden en mensen gedragen zich naar hoe ze worden behandeld.

A staff is quickly found to beat a dog. e sta:f iz kwiklie faund toe: bie:t e doĝ Dogs wag their tails, not as much to you as to your bread. doĝz wæĝ δee teelz not æz mutsj toe: joe æz toe: jo: bred

Je vindt al snel een stok om de hond mee te slaan. Als je kwaad in de zin hebt, vind je altijd een manier. Honden kwispelen niet om jou maar om je brood. Mensen die vriendelijk tegen je zijn, zijn dat niet om jou maar om iets dat ze van je willen hebben, of gedaan willen krijgen. Pas er voor op dat je niet de bron van je inkomsten opmaakt.

toe: it

Better to drink the milk than to eat the cow. bette toe: dringk δe milk δæn toe: ie:t δe kau

To take the bull by the horns. toe: teek δe boel baj δe ho:nz Don’t look a gift horse in the mouth. doont loek e ĝift ho:se in δe mauθ Don’t shut the barn door after the horse is gone. doont sjut δe ba:n do: a:fte δe ho:se iz ĝon It is too late to lock the stable door after the horse has bolted. it iz toe: leet toe: lok δe steebl do: a:fte δe ho:se hæz booltid You can lead a horse to the water but you can’t make it drink. joe kæn lie:d e ho:se toe: δe wo:te but joe ka:nt meek it dringk

218

De koe bij de horens vatten. Een probleem aanpakken. Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken. Het past niet om kritisch te zijn op wat je cadeau krijgt. Als het kalf verdronken is, dempt men de put. Het is te laat om maatregelen te nemen als er al ongelukken gebeurd zijn.

Je kunt iemand een kans bieden, maar je kunt diegene niet dwingen de kans te benutten als hij dat zelf niet wil.


Better lose the saddle than the horse. bette loe:z δe sædl δæn δe ho:se If two ride a horse, one must ride behind.

Je kunt beter stoppen en een beperkt verlies accepteren, dan doorgaan en riskeren alles kwijt te raken. Als twee mensen iets samen doen, is een de leider.

if toe: rajd e ho:se wun must rajd bihhajnd

What’s good for the goose is good for the gander. wots ĝoed fo: δe ĝoe:s iz ĝoed fo: δe ĝænde I might as well be hanged for a sheep as (for) a lamb. aj majt æz wel bie: hængd fo: e sjie:p æz (fo:) e læm Those who run with pigs, smell like pigs. δooz hoe: run wiδ piĝz smel lajk piĝz If you chase two rabbits, you will not catch either one. if joe tsjees toe: ræbits joe wil not kætsj ajδe wun Even a blind squirrel can find a nut once in a while. ie:vn e blajnd skwirrel kæn fajnd e nut

Wat goed is voor de een, is goed voor de ander.

An old fox is not easily snared. æn oold foks iz not ie:zelie sneed A fox smells it’s own lair first.

Iemand met veel ervaring kun je niet makkelijk iets wijsmaken. Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten. Je verdenkt iemand anders sneller van iets als je er zelf ook toe in staat zou zijn. Soort zoekt soort. Mensen zijn geneigd om om te gaan met mensen met dezelfde interesses.

Als de straf hetzelfde is, kun je net zo goed een grotere fout maken. Als je met (slechte) mensen omgaat, neem je hun (slechte) gewoonten over. Als je twee dingen tegelijk doet, doe je geen van tweeën goed.

Soms heb je succes door omdat je geluk hebt.

wuns in e wajl

e foks smelz its oon lee fe:st

Birds of a feather flock together. be:dz ev e feδe flok teĝeδe

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - animals

219


A bird in the hand is worth two in the bush. e be:d in δe hænd iz we:θ toe: in δe boesj The early bird catches the worm. δe e:lie be:d kætsjiz δe we:m To kill two birds with one stone. toe: kil toe: be:dz wiδ wun stoon An ant may well destroy a whole dam. en ænt mee wel distroj e hool dæm No bees no honey, no work no money.

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht. Liever een beetje dan helemaal niets. Kleine resultaten zijn beter dan grootse plannen. Wie het eerst komt, die het eerst maalt. Om succes te hebben, moet je er op tijd bij zijn. Twee vliegen in één klap slaan. Twee problemen tegelijk oplossen met een enkele actie. Een ogenschijnlijk klein probleem kan grote schade veroorzaken. Voor een beloning moet je werken / geld moet je verdienen.

noo bie:z noo hunnie noo we:k noo munnie

A closed mouth catches no flies. e kloozd mauδ kætsjiz no flajs If nothing ever changed, there’d be no butterflies. if nuθing evve tsjeendzjd δeed bie: noo

Als je je mond houdt, kun je niets verkeerds zeggen. Verandering is nodig. Wees niet bang voor verandering, want verandering kan veel goeds brengen. butteflajz Some days you get the bear, other Je kunt niet altijd van een krachtige tegenstander winnen. days the bear gets you. sum deez joe ĝet δe bee uδe deez δe bee ĝets joe Verkoop de huid niet voordat de Never sell the bearskin till you beer geschoten is. have killed the bear. nevve sel δe beeskin til joe hæv kild δe bee Loop niet op zaken vooruit als je de afloop nog niet kent. A leopard cannot change its spots. Een slecht of onvriendelijk mens e lepped kænot tsjeendzj its spots wordt niet zomaar een goed en vriendelijk mens.

220


Better be the head of a dog than the tail of a lion. bette bie: δe hed ev e doĝ δæn δe teel ev e lajjen

Monkey see, monkey do. mungkie sie: mungkie doe:

A monkey in silk is a monkey no less. e mungkie in silk iz e mungkie noo les

Je kunt beter de leider van een kleine groep zijn, dan een ondergeschikte in een grotere groep. Gezegd als iemand gedrag van een ander imiteert, ongeacht of dat goed of fout is. Al draagt een aap een gouden ring, hij is en blijft een lelijk ding. Uiterlijk vertoon kan een slecht karakter niet maskeren.

2 AROUND TOWN vocabulary town

stad

town hall

gemeentehuis

taun ho:l

city

grote stad

sittie

city centre

pub

bar, kroeg, café

pub

taun

bank bængk shop

bank(gebouw) winkel

sjop

binnenstad

sittie sente

store (UK) store (USA)

warenhuis winkel

sto:

downtown dauntaun

uptown uptaun

neighbourhood

naar de binnenstad naar/in/van de woonwijk buurt

neebehoed

village

greengrocer ĝrie:nĝroose butcher

villidzj

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - around town

slager

boetsje

baker, bakery beeke beekerie

dorp

groenteboer

drugstore / chemist druĝsto: / kemmist

bakker, bakkerswinkel drogist

221


address

adres

street

straat

apotheek

department store warenhuis dippa:tment sto:

strie:t

square

pharmacy fa:mesie

edres

plein

skwee

elevator (UK) lift (USA)

lift

ellivveete  lift

place plees

corner

(woon-)plaats, woning, plein hoek

krossing

block blok

building

kruispunt; oversteekplaats blok (aantal huizen/ gebouwen) gebouw, pand

customer

klant

cashier kæsjie shopping mall

kassier, caissière

sjopping mo:l

overdekt winkelcentrum

supermarket

supermarkt

soe:pema:kit

bilding

apartment building

roltrap

eskeleete kusteme

ko:ne

crossing

escalator

flatgebouw

product

product

proddukt

epa:tment

bilding

skyscraper

wolkenkrabber

skajskreepe

property proppetie

compound kompaund

bridge

bezit, eigendom; onroerend goed omheinde groep gebouwen of huizen brug

pelie:s

222

trolley

(winkel)wagentje

trollie

bag bæĝ

tas

bill

rekening

bil

kerk

receipt

politie

news

tsje:tsj

police

(winkel)mandje

ba:skit

bridzj

church

basket

bon, kwitantie

rissie:t njoe:z

nieuws


police station

politiebureau

office

kantoor

offis

post office

postkantoor

poost offis

postcard poostka:d

stamp stæmp cinema

se:kes

krant

factory fækterie market

fabriek, werkplaats markt

ma:kit

briefkaart, ansichtkaart postzegel

bioscoop, film

sinnimme

theatre θiete circus

newspaper njoe:speepe

pelie:s steesjen

park

park

pa:k

children’s playground tsjildren pleeĝraund

zoo

speeltuin, speelplaats

dierentuin

zoe:

schouwburg, theater circus; rond plein; circuit

pond

vijver

pond

parkeerterrein; car park (UK) parking lot (USA) parkeerplaats ka: pa:k pa:king lot

hospital

ziekenhuis

hospitl

hotel

crowd kraud

hotel

hootel

map mæp

menigte, volk, groep kaart

idioms to go to town toe: ĝoo toe: taun to be on the town toe: bie: on δe taun to paint the town red toe: peent δe taun red

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - around town

zich inzetten (aan het) stappen de bloemetjes buiten zetten, feestvieren

223


streetwise

slim, doortrapt

strie:twajz

terug bij af back to square one e bæk toe: skwe wun Come round to my place some time. Kom eens bij mij langs. kum raund toe: maj plees sum tajm

to go places toe: ĝoo pleesiz all over the place o:l oove δe plees to cut corners toe: kut ko:nes

to corner

op reis gaan; het ver brengen overal rondslingerend iets op de snelste manier doen; bezuinigen; formaliteiten omzeilen in de hoek drijven, insluiten

toe: ko:ne

to walk around the block toe: wo:k eraund δe blok lost property

een blokje om lopen gevonden voorwerpen

lost proppetie

a man of property e mæn ev proppetie to burn your bridges toe: be:n jo: bridzjiz

in church in tsje:tsj

in the church in δe tsje:tsj churchyard

een vermogend man je schepen achter je verbranden; een besluit nemen en niet meer terug kunnen in de kerk (om te bidden of een dienst bij te wonen) in het kerkgebouw kerkhof, begraafplaats

tsje:tsja:d

I’ll keep you posted!

Ik houd je op de hoogte!

ajl kie:p joe poostid

the Foreign Office δe forren offis to perform the last offices toe: pefo:m δe la:st offisiz

224

het ministerie van Buitenlandse Zaken de laatste eer bewijzen


office hours

kantooruren

offis auez

What a circus you’re making of it! Wat maken jullie er een toestand van! wot e se:kes jo: meeking ev it in het ziekenhuis liggen to be in hospital toe: bie: in hospitl

in the hospital in δe hospitl pub crawl

in het ziekenhuisgebouw kroegentocht

pub kro:l

to bank on something/someone toe: bængk on sumθing/sumwun shoplifting

op iets kunnen rekenen; op iemand vertrouwen winkeldiefstal

sjoplifting

to shop someone (to the police) toe: sjop sumwun (toe: δe pelie:s) to talk shop

iemand verlinken, informatie over iemand doorspelen naar de politie over het werk/zaken praten

toe: to:k sjop

a cool customer

een gehaaid figuur

e koe:l kusteme

a tough customer

een taaie

e tuf kusteme

product line

assortiment, collectie

proddukt lajn

to foot the bill toe: foet δe bil to break the news to someone toe: breek δe njoe:z toe: sumwun a newsy email e njoe:zie ie:meel

factory farming fækterie fa:mming a walk in the park e wo:k in δe pa:k

HOOFDSTUK 6 IDIOOM - around town

de hele rekening betalen / de volle verantwoordelijkheid dragen iemand als eerste het (slechte) nieuws vertellen een mail vol (persoonlijke, niet erg belangrijke) nieuwtjes; een roddelmail bio-industrie een eitje, een makkie

225


She goes around with a ​friendly crowd. sjie: ĝooz eraund wiδ e frendlie kraud Who was there? Oh, the ​usual crowd. hoe: woz δee oo δe joe:zjoeel kraud to follow the crowd toe: folloo δe kraud to crowd together toe: kraud teĝeδe to crowd in toe: kraud in

to crowd out

Ze gaat met een vriendelijke groep mensen om. Wie waren er? Oh, de gebruikelijke kliek. in de pas lopen op een kluitje gaan staan elkaar verdringen samen drommen; naar binnen persen buitensluiten, verdringen

toe: kraud aut

Proverbs and sayings There’s no place like home. δee iz noo plees lajk hoom

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Je voelt je nergens zo op je gemak als thuis. Je bent thuis als je daar bent waar je Home is where the heart is. e e graag wilt zijn. hoom iz we δ ha:t iz baas in eigen huis An Englishman’s home is his In je eigen huis bepaal je zelf de castle. en ingĝlisjmenz hoom iz hiz ka:sl regels, mag je doen wat je wilt en je ontvangt er (alleen) wie je zelf wilt. Don’t cross that bridge until you Wie dan leeft, die dan zorgt. Je moet je niet eerder zorgen maken come to it. doe:nt kros δæt bridzj entil joe kum toe: it over dingen dan nodig is. De klant is koning. The customer is always right. Probeer een klant altijd tevreden te δe kusteme iz o:lweez rajt stellen, ook als die ongelijk heeft.

226


Het Grote Engelse Taalboek is een grammaticaoverzicht, spellinggids, idioomboek en taalhulp in één overzichtelijk handboek. Ideaal als naslagwerk, huiswerkhulp én als leerboek. Want met Het Grote Engelse Taalboek leer je alledaags taalgebruik en de belangrijkste taalregels aan de hand van de 1.000 meest gebruikte Engelse woorden. Deel 1 van Het Grote Engelse Taalboek behandelt de belangrijkste regels voor spelling en uitspraak, grammatica en zinsbouw. Bij voorbeelden komen de woorden die je echt vaak nodig hebt stelselmatig aan bod. Zo leer je meteen de 1.000 meest gebruikte woorden. Met deel 2 leer je zinnen voor allerlei taalhandelingen zoals een gesprek beginnen, informatie vragen, je mening geven, iets bestellen, je verontschuldigen, iemand uitnodigen, afspraken maken en nog veel meer. Met het idioom in deel 3 kun je de basiswoordenschat aan de hand van 19 thema’s uitbreiden tot 3.000 woorden. En je leert die veelgebruikte woorden toepassen in heel veel typisch Engelse uitdrukkingen. En daar wordt het echt Engels van. Een boek waar je echt wat aan hebt, nu en later.

HET GROTE ENGELSE TAALBOEK

handboek voor scholieren

taalhulp • vocabulaire grammatica • idioom

basisvocabulaire • uitspraak • grammatica • spelling spreekwoorden • idioom • zinsbouw • taalhulp vanaf 10 jaar Kijk voor Engelse taalspelletjes en andere leuke en leerzame uitgaven op www.scalaleukerleren.nl ISBN 9789491263422

basisonderwijs • vo • mbo • pabo

Het Grote Engelse Taalboek-WT-Omslag-M3v10.indd 1

enige!

Het handboek voor scholieren basisonderwijs• vo• mbo• pabo

15-06-17 01:35


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.