![](https://assets.isu.pub/document-structure/200727155451-4166f3ff8a74cb8c754216b53c08c974/v1/e6782fd5f12d3be7b3ca39887ac3e44e.jpg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
Groen in de stad
by DUIC
Zomer in Utrecht: thuis toch naar buiten
Tekst: Marieke Rotman / Fotografie: Bas van Setten
Advertisement
Groen in de stad maak gezond en gelukkig. Deze zomer zullen parken en stadsstranden extra vol zijn, nu veel mensen door corona niet op vakantie gaan. Ondertussen hebben steeds minder mensen een eigen tuin, dus moet de Utrechter op zoek naar ander groen, zoals een volkstuin. Daarvoor zijn de wachtrijen lang, want ze zijn populairder dan ooit. Met name jonge stadsbewoners hebben meer interesse in tuinieren. Maar de gemeente steunt liever lokale initiatieven die toegankelijk zijn voor grotere groepen bewoners. Waar moet de Utrechter het groen deze zomer zoeken, en waarom? Een ronde langs de opties.
Overvolle parken, kades en stadsstranden, volgepakt met stadsbewoners die verkoeling zochten. Tijdens de eerste hittegolf van het jaar was het, ondanks corona, druk buiten. We kunnen er maar beter aan wennen, want meer Utrechters dan ooit zullen deze zomer hun vakantie in de stad spenderen. Uit landelijke peilingen blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders van plan is deze zomer thuis te blijven. En die willen met mooi weer naar buiten. Een verstandig idee, want groen is gezond.
Gelukkig in het groen
‘Groen in de stad geeft verkoeling, een waterbuffer, meer biodiversiteit en maakt gelukkiger en gezonder’ somt onderzoeker Robbert Snep van Wageningen University & Research op. Als adviseur helpt hij steden groener te worden, onder andere bij de ontwikkeling van nieuwe stadswijk Merwede. Geen gemakkelijke taak, want bij bouwprojecten blijft steeds minder ruimte over voor tuinen. Veel bewoners zijn aangewezen op openbare plekken. Het belang van groen dringt wel steeds meer door bij beleidsmakers, merkt Snep. “Maar het is een lange weg van beleid naar uitvoering. Daar zijn zoveel partijen en belangen bij betrokken dat van de goede bedoelingen vaak weinig overblijft.” Ook in Utrecht blijkt het moeilijk: in de Groenmonitor van 2017 bungelde Utrecht nog bij de onderste 15 procent gemeenten als het op stedelijk groen aankomt.
Wachtlijst
Toch zijn er opties voor Utrechters zonder tuin. Parken vol barbecuende studenten zijn geen vreemd gezicht meer, maar ook volkstuinen, stadstuinen en pluktuinen zijn populair. De vraag stijgt: op een volkstuin moet je vaak een paar jaar wachten. “Op de wachtlijsten van Utrechtse volkstuinen staan tientallen mensen”, zegt Herman Vroklage van de Algemene Vereniging Volkstuinders Nederland (AVVN). “We zien twee ontwikkelingen. Ten eerste groeit de interesse al jaren, vooral onder jongeren. Mensen zijn meer bezig met gezond leven, dichter bij de natuur. Als je zelf groenten verbouwt weet je precies wat je eet.” De tweede ontwikkeling is veel recenter: begin april stroomden de telefoontjes van mensen die een volkstuin zochten binnen. “Door corona merkten we extra belangstelling. Logisch, je zit opgesloten, in de stad vaak in een flat. Dan kan je in je volkstuin toch even naar buiten en de buurman groeten.” Koningshof aan de Koningsweg. Op een zaterdag word je hier verwelkomd door een groentekraam. Bietjes, koolrabi, courgette: de eigen oogst wordt verkocht. Loop je door, dan kom je langs kassen vol tomaten, bonen en komkommers, en daarachter: volkstuintjes. “Het is hier een georganiseerde chaos”, zegt Akke Bink, een van de vier oprichters. Ze beent op en neer over het terrein, ondertussen over en weer roepend met vrijwilligers. We staan inmiddels bij de tuinen. “We hebben het land sinds 2012 stukje bij beetje ontgonnen en nieuw leven ingeblazen.” Inmiddels is het een bloeiend project: de tuintjes staan vol bloemen en planten, in de kas drinken tuinders, vrijwilligers en betrokkenen samen een kopje koffie.
Bestuursvoorzitter Noraly Roozenboom is bezig naambordjes voor de bloementuin te maken. Met zorg lakt ze samen met een andere vrijwilliger de ijzeren stelen en steekt ze dan in de grond. “Ik ben voorzitter, maar doe hier vooral waar ik goed in ben”, zegt de grafisch ontwerper, die hier elke zaterdag te vinden is. Net als alle vrijwilligers trouwens. “Het kost behoorlijk wat tijd en levert geen geld op. Maar wel een hoop energie.”
Dat merken meer mensen, want ook hier is al tijden een wachtlijst van zo’n twintig man. “Vroeger was een volkstuin meer iets voor gepensioneerde mannen”, zegt Akke. “Alleen al omdat er geen wc was: niet echt vrouwvriendelijk.” Maar ze merkt een omslag. “Steeds meer jonge mensen kloppen hier aan.”
Op zoek naar meer tuinen
De groeiende vraag was voor de gemeente aanleiding om een locatieonderzoek te starten naar mogelijke nieuwe plekken voor volkstuinen. Maar in november 2018 luidde het oordeel: volkstuinen vragen veel ruimte terwijl relatief weinig mensen ervan profiteren. De stad is dichtbevolkt, er is weinig ruimte, daar past de privétuin misschien niet meer in. Kijk naar Merwede waar zeventien “bouwblokken” komen, zonder tuin. Liever faciliteert de gemeente daarom lokale initiatieven waar meer mensen van kunnen genieten.
Er gebeurt inmiddels al van alles, zegt de woordvoerder van wethouder Hooijdonk van Mobiliteit, Energie en Groen. Er zijn een hoop groene initiatieven, zegt hij: “Een mooi voorbeeld is het Groene Loperpad in West. Dat hebben we samen met bewoners gemaakt, langs bestaand en nieuw aangelegd groen, zoals het Tiny Forest Bosch van Wijk aan de Cremerstraat. Verder is er het Groene Lint in Overvecht, het rondje stadseiland langs de oevers van het Merwedekanaal en Amsterdam-Rijnkanaal, de