3 minute read
Arjan den Boer
from DUIC Krant NR. 113 Oktober
by DUIC
NIEUWE MONUMENTEN: 1970 – 2000
FEM-gebouw ‘Kasbah’ aan de Padualaan
Advertisement
Tekst: Arjan den Boer / Fotografie: Het Utrechts Archief
Rond 1990 maakte het Office for Metropolitan Architecture (OMA) een stedenbouwkundig plan voor De Uithof, het tegenwoordige Utrecht Science Park. Vervolgens verrezen er tal van nieuwe gebouwen van gerenommeerde architecten, die De Uithof tot een staalkaart van modere architectuur maakten. Een van de eerste die gereed kwam was de Faculteit Economie en Management (FEM) van de Hogeschool Utrecht, een nieuwkomer op de universiteitscampus.
Het masterplan van architect Rem Koolhaas en stedenbouwkundige Art Zaaijer van OMA behelsde de herwaardering van het landschap waarin De Uithof ingebed ligt, evenals handhaving van het oorspronkelijke ‘orthogonale raster’ uit de jaren zestig. Alle gebouwen, ook de nieuwe, staan parellel aan of haaks op elkaar aan rechte straten — zoals in Manhattan, maar dan met veel groen. Onderdeel van het plan was de zogenaamde Kasbah-zone met relatief lage, aaneengesloten bebouwing voor de Hogeschool Utrecht aan de Padualaan. De benaming Kasbah verwees naar oude, deels overdekte nederzettingen in Noord-Afrika. Als eerste verrees hier de FEM van de Hogeschool Utrecht, die voordien als Hogeschool voor Economie & Management (HEM) verspreid was gehuisvest in zeven gebouwen.
Patio’s en dozen
Het ontwerp kwam in 1992 van het Delftse architectenbureau Mecanoo van Francine Houben en Erick van Egeraat. Na vooral woningbouwprojecten was het een van hun eerste ontwerpen voor het hoger onderwijs, nog voordat ze vermaard werden met de universiteitsbibliotheek in Delft. Omdat er een andere faculteit van de Hogeschool Utrecht tegenaan gebouwd zou worden, moest het perceel tot aan de hoeken worden volgebouwd, met eventuele open ruimtes in het midden. “Wij noemden het ontwerp ‘Kasbah in de Polder’, naar het idee van de Kasbah-zone”, vertelde Francine Houben in 2011. “Toen wij ons verdiepten in het idee van een Noord-Afrikaanse gemeenschap, kwamen we uit bij een sobere, open stijl, met drie patio’s die voor de details zorgen, net als bij een echte kasbah.”
Het gebouw bestaat uit een grote glazen voorzijde met daarachter vier afzonderlijke volumes, die rusten op betonnen kolommen en gescheiden worden door open patio’s. Die kregen elk een eigen sfeer en de namen Zen-, Jungle- en Waterpatio. De betonnen gevels gaan er deels verborgen achter stalen roosters, houten latwerk of aluminium lamellen. De tapsvormige waterpatio is de smalste en water zorgt er voor een rustige ambiance. De Zen-patio werd geinspireerd door Japanse meditatietuinen. De bodem is bedekt met grind, er liggen grote keien en er staan enkele bomen. Cederhouten roosters dienen als gevelbekleding. De grillig gevormde junglepatio werd als enige toegankelijk en is begroeid met bamboe. Een stalen loopbrug dient er als traverse, met daarin opgenomen een kunstwerk van Linda Verkaaik dat eveneens bamboe als thema heeft, maar dan van staal. Ook de andere binnentuinen beschikken elk over een kunstwerk. Rondom de patio’s leiden gangen, hellingen, trappen en bruggen de studenten vloeiend door het gebouw.
In het grote glazen gedeelte aan de Padualaan zijn de centrale voorzieningen ondergebracht, zoals mediatheek, restaurant, auditorium en collegezalen. Die laatste ‘hangen’ als vier onregelmatig gevormde dozen achter de glazen gevel en steken daar bovenuit. Ze zijn van buiten onderscheidend bekleed met houten latten, ijzeren rasterwerk, wit stuc met speelse belettering en de laatste met blauw geëmailleerd plaatstaal. Het gebouw telt verder zes ‘studiepleinen’ voor elke afdeling met een eigen secretariaat. Het achterste gedeelte van het gebouw langs de Cambridgelaan werd minder onderscheidend uitgevoerd vanwege beperkingen aan het budget.
Architectuur-elan
Hoewel het nieuwe FEM-gebouw bij de opening in oktober 1995 een grote vooruitgang betekende ten opzichte van het allegaartje aan oude gebouwen aan onder andere de Kaatstraat, was er ook kritiek. Docenten misten een centrale ontmoetingsplek en sommige studenten klaagden over een gebrek aan gezelligheid. Anderen meenden dat het gebouw ‘niet af’ leek te zijn met al dat beton en staal. Architectuurkenners waren in ieder geval onder de indruk. Het ontwerp werd genomineerd voor de Mies van der Rohe Pavilion Award for European Architecture 1993 en de lokale Rietveldprijs 1997.
Architectuurhistoricus Bettina van Santen, die mogelijke nieuwe gemeentelijke monumenten inventariseert, noemt het gebouw exemplarisch voor het nieuwe architectuur-elan van de jaren negentig. ‘Architecten begonnen te spelen met vormen, kleuren en materialen. Maar het gaat hier absoluut niet alleen om een spel: het gebouw zit intelligent in elkaar. Het heeft mooie lichte en open ruimtes, maar ook een meer sobere zijde. Het was destijds het eerste gebouw dat zich moest voegen in het stedenbouwkundige concept van de Kasbah-zone. Daar zijn de architecten goed in geslaagd.’ Tegenwoordig is Mecanoo, net als OMA, een wereldberoemd bureau met prestigeprojecten in onder andere New York, Seoul en Shenzhen. a