4 minute read

Op pad met Oud-Utrecht

Next Article
Op bezoek bij

Op bezoek bij

Het Pieterskerkhof: Van Romeinen tot Van Schijndel

Tekst: Ester Smit / Fotogra e: Het Utrechts Archief

Advertisement

De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze keer vinden we op het Pieterskerkhof een oase van rust en 2000 jaar woongeschiedenis.

Pieterskerkhof met Pieterskerk. Foto: F. J. Lem (1969-1975)

Gezicht op de appartementen van Van Schijndel, Pieterskerkhof 8. Foto: V. Lansink (1997) Voorgevels van de huizen aan Pieterskerkhof 7 -9. Foto: GAU (1974)

Op het Pieterskerkhof hebben archeologen sporen van bewoning gevonden uit het jaar 41, toen er een Romeins fort stond op het huidige Domplein. Hier was toen het zogeheten kampdorp, de vicus, met kroegen en huizen voor de gezinnen van de soldaten. Via de Voetiusstraat betreden we het rustige Pieterskerkhof waar ter hoogte van nummer 24 fragmenten zijn opgediept van een voorraadpot. Even verderop is een Romeinse muntschat gevonden. In de vijfde eeuw begroeven de Franken hier hun doden. In 1982 zijn er drie Frankische graven met rijke grafgiften blootgelegd.

Klokkengieters en kanunniken

Na de vijfde eeuw werd het wat stil, maar er werd meer gevonden uit de elfde eeuw en later. Metalen objecten zoals gespen, scharnieren en mantelspelden zijn van slechtere kwaliteit dan die uit de Romeinse tijd, zo concludeerden de archeologen in hun rapporten. In de zomer van 2006 werd naast de Pieterskerk een klokkengietersoven gevonden. Bijzonder is ook de waterput die stamt uit het jaar 140, aangetroffen op de plek waar tot 1824 een waterpomp heeft gestaan. Achter het koor van de kerk, zo ongeveer tegenover Pieterskerkhof 15, staat nog steeds een monumentale waterpomp.

De Pieterskerk is er al zo’n duizend jaar. De kerk moet ongeveer rond 1040 zijn gebouwd. De ronde raambogen in het middenschip, te zien als we voor Pieterskerkhof 3 staan, vertellen ons dat het hier gaat om de Romaanse (niet Romeinse) bouwstijl die duurde van 1000 tot 1200. De kerk had ooit twee torens, verwoest door een tornado in 1674. Rondom de kerk bouwden de kanunniken hun huizen. Kanunniken leefden in afgesloten kerkelijke leefgemeenschappen, immuniteiten, midden in de stad. Zij begroeven hier hun doden en dat is dan ook de verklaring van de naam ‘Pieterskerkhof’. Aan het einde van de Pieterstraat gaan we rechtsaf langs de Kromme Nieuwegracht, de grens van de immuniteit. We zien nu aan de overkant van de gracht chique koopmanshuizen.

Achter wordt voor

Na de reformatie in Nederland, dus zo rond 1570, moesten de kanunniken het veld ruimen. Hun huizen werden onteigend. De nieuwe bewoners bouwden hun herenhuizen, met mooie deurpartijen en toegangsbruggen. Achterin de diepe tuinen stonden aan het Pieterskerkhof de koetshuizen. De situatie was omgedraaid: het Pieterskerkhof vormde de achterkant van de percelen terwijl bij de kanunniken juist de Kromme Nieuwegracht de achterkant was.

We gaan aan het einde van de Kromme Nieuwegracht rechts, via Achter Sint Pieter weer naar het Pieterskerkhof. Dat is nu een plek van rust in Utrecht, waar wordt gewoond, gewerkt en geleerd. In de hoek is een school gehuisvest, de oudste niet-religieuze basisschool van Utrecht, opgericht in 1824. Daarnaast staat een opmerkelijke gevel, die net niet uit de toon valt.

Gevel en huis van een bijzondere architect

Gevel en bestrating lijken een eenheid te vormen door het kleurgebruik van de verticale banen. In dit pand, ontworpen door Mart van Schijndel (1943-1999), zijn appartementen gevestigd. De koetshuizen, op de plek waar ooit de voorkant van de percelen grond was gesitueerd, hadden door de eeuwen heen een andere functie gekregen. Op de plaats waar nu Van Schijndels pand staat, zat bijvoorbeeld ooit een glashandel.

Van Schijndel wilde zijn eigen woonhuis scheppen, wat resulteerde in het bijzondere Van Schijndelhuis, verscholen achter de appartementengevel. Door de brede glazen toegangsdeur zien we zijn huis met blauwe banen. De ronde ingangspartij is een verwijzing naar het verleden: de boog volgt de contouren van de toegang tot een pakhuis uit 1939. De architect speelde met licht en kleur. Het dak van het timpaan is van glas. De opvallende ronding van het trappenhuis geeft een geborgen, warme sfeer. Het Van Schijndelhuis kwam in 1992 gereed en de appartementen enkele jaren later. Lang heeft de architect niet van zijn ‘huis van lucht en licht’ kunnen genieten, want helaas overleed hij - veel te vroeg - in 1999. Zijn toenmalige echtgenote Natascha Drabbe zet zich met volle passie in voor het behoud van dit nieuwe erfgoed op deze oude plek. Het Van Schijndelhuis met patio’s, originele indeling en meubels die eigenhandig zijn ontworpen en vervaardigd door Van Schijndel, is te bezoeken. (info@vanschijndelhuis.nl)

Door het kleurgebruik en de afmetingen van het gebouw heeft Van Schijndel deze bijzondere gevel perfect passend gemaakt in deze al 2000 jaar bewoonde plek. Het is het bewijs dat oude en moderne architectuurstijlen goed met elkaar kunnen samengaan. De appartementen en het huis zijn in 1999 op de monumentenlijst geplaatst en vormen daarmee het jongste erfgoed van Utrecht.

This article is from: