5 minute read

Nieuwkomers bij Ithaka

NIEUWSVERHAAL

Nieuwe Nederlanders vertellen verhalen bij Ithaka Filmt

Advertisement

In een van de klassen van het Ithaka ISK in Overvecht zitten de leerlingen in een kring. Een voor een worden ze ge lmd, houden ze de camera of microfoon vast en stellen ze vragen die ze van het bord oplezen. ‘Wat is jouw naam?’ ‘Ahmad’. ‘Hoe oud ben jij?’ ‘15’. ‘Waar kom jij vandaan?’ ‘Afghanistan’. ‘Wat wil je worden?’ ‘Ingenieur’. De volgende in de kring, een jongen van 15, wil dokter worden. Een meisje van 14 zegt dat piloot haar droombaan is, een meisje van 12 wil later journalist worden. Niet alleen Ahmad, maar alle kinderen in de klas zijn afgelopen zomer van Afghanistan naar Nederland gekomen, gevlucht voor de Taliban.

Tekst: Jasper Witte / Fotogra e: Bas van Setten

Op het Ithaka ISK zitten nieuwe Nederlandse kinderen die in leeftijd variëren van 12 tot 18 jaar. Vaak komen ze al binnen een week nadat ze hier zijn gearriveerd in een internationale schakelklas (ISK) terecht. De kinderen volgen speciaal onderwijs waarmee ze in de meeste gevallen worden voorbereid op het regulier onderwijs. Op deze school heeft visueel antropoloog Hemmo Bruinenberg samen met docent Creatieve Vorming Jan van Rossem in 2016 het project Ithaka Filmt opgezet, een cursus die inmiddels ook op andere scholen wordt gegeven. Tijdens het project worden de kinderen drie makers, die ze alle facetten van het vak bijbrengen. Ze gaan direct vol aan de slag en aan het eind van de workshop presenteert ieder

“Het viel mij ooit op dat werken met beelden helpt bij het doorbreken van de taalbarrière”, vertelt Bruinenberg. “Als de leerlingen hier binnenkomen spreken ze vaak nog geen Nederlands, maar iedereen op de wereld kent snel ze de kneepjes van de curus oppakken.”

Mede-oprichter Van Rossem vertelt verder: “We hadden in eerste instantie een journaal opgezet, maar dat bleek niet echt te leven onder de kinderen. Daarom zijn Hemmo en ik tijdens het drinken van een biertje gaan brainstormen, om te kijken hoe we de kinde ontstond het idee voor het Ithaka Filmt project.” tellen, mogen ze zelf weten. De een maakt een de derde laat iets over zijn of haar herkomst waarin de tegenstellingen tussen arm en rijk aan bod komen. Tijdens de workshops krij “Dat begint bij de zoeker en de rode knop van de camera. Maar ook het schrijven van het verhaal en aspecten als het gebruik van close-up’s komen aan bod.” Als alle deelne wordt een groot evenement georganiseerd waar het werk wordt getoond. “We hebben met 800 kinderen in de schouwburg gezeten. Dat heef echt impact”, aldus Bruinenberg. ken, maar dan krijgen ze langer de tijd, meer begeleiding en bovendien een klein budget. Het resultaat daarvan is te zien tijdens het Nederlands Film Festival, wat de meeste makers echt heel tof vinden. Bruinenberg: “Als ze zichzelf zien op het scherm van de grote zaal van Kinepolis, staan ze echt te shinen.” voornaamste activiteit, maar het is niet het primaire doel van het project. “Uiteindelijk draait het erom dat de ontwikkeling van de kinderen een boost krijgt. Ze maken iets waar ze trots op zijn en wat veel zelfvertrouwen oplevert. Bovendien leren ze samen een verhaal te vertellen en komen ze in aanraking met de creatieve- en de media-industrie.” Dat laatste is volgens Bruinenberg broodnodig. “Het zijn allemaal kinderen met een verhaal. Hun verhaal wordt in de media vaak verteld, maar het komt zelden voor dat ze het zelf vertellen. We willen dat de kinderen de kans krijgen om met hun ambities aan de slag te gaan.” Voor een van de deelnemers uit 2016 is dat gelukt. “Aziz studeert dit jaar af aan de zichzelf en zijn vader vertelt.”

‘Meneren van de krant’

Bruinenberg laat een van de klassen zien die vorige week het project hebben gevolgd. “Deze meneren zijn van de krant, en willen graag een interview met jullie doen”, zegt hij. Het blijft even stil. “Weten jullie wat dat is, een interview?” Een jongen steekt zijn hand op, legt het uit, en later zegt een ander wel zijn verhaal te willen vertellen. het is Daniel, een jongen van 15 jaar uit Eritrea. Samen met bies, waarin hij acteerde en ook een rol had Nederland doe ik dat nog steeds. Het project was daarom leuk om te doen en niet moeilijk.” heeft hij niet. “Maar Messi, dat is mijn favoriete voetballer. Vooral toen hij nog bij Barcelona zat, daar had hij nooit weg moeten gaan. Zelf voetbal ik bij Zwaluwen.”

In de klas met Afghaanse kinderen is de eerste dag van de workshop net begonnen. Op de muur hangen tekeningen van de Afghaanse vlag en een ingekleurde afbeelding van hun moederland. Dat alle leerlingen in een klas, tegelijk, uit hetzelfde land zijn gekomen, komt volgens mentor Coen van Basten niet vaak voor. “Die vreselijke beelden die wij afgelopen zomer op televisie hebben gezien, hebben zij allemaal in het echt meegemaakt. Sinds september zijn ze in Nederland en zitten ze in de noodopvang in Huis ter Heide. Vanaf daar komen ze iedere dag met de bus hiernaartoe.”

Nadat Van Basten rustig heeft uitgelegd wat wij komen doen, spreken we met Sarah, een meisje van 12 jaar dat later journalist wil worden. Ze vindt het project best wel spannend, maar wil voor de camera gaan staan. “Ik kijk op naar journalisten. Ze doen goede dingen voor Afghanistan en kunnen mensen helpen.” Of ze later als journalist in Nederland of in Afghanistan wil werken, weet ze nog niet zeker. “Maar ik wil iets doen tegen de Taliban. Van hen moeten vrouwen thuisblijven met de kinderen, dat wil ik niet, dus wil ik me tegen hen verzetten.”

Het onderwerp dat ze samen met haar heeft volgens haar mentor een persoonlijk tintje. Ze wil het verhaal vertellen van een meisje in de opvang bij Huis ter Heide. “Ze was daar, toen haar vriendin naar haar toekwam en vroeg waarom ze niet mee ging naar school. Dat mocht niet van haar broer, ‘het is niet goed als meisjes naar school gaan’ zei hij. De vriendin was het daar niet mee eens, en vertelde het op school huilend aan de juf. De juf heeft de politie ingeschakeld, en samen hebben ze de broer gepakt. Nu kan het meisje naar school.”

This article is from: