7 minute read

WAAR LIGT DE GRENS

Next Article
IMPAKT

IMPAKT

Tekst: Hoda Hamdaoui

Giovanca Ostiana is zangeres, tekstschrijver, model en presenteert momenteel met Tijs van den Brink de talkshow Op1. Tijdens Dutch Media Week leidde ze de paneldiscussie Waar ligt de grens, over het eeuwige dilemma van nieuwsredacties. Wat laat je wel zien, en waar trek je de grens. Aan tafel zaten Ib Haarsma (NH Nieuws), Carel Kuyl (journalist), Johan Sanctorum (filosoof) en Lindsay Mossink (Nu.nl). We spraken Ostiana direct na de talkshow.

Hoe vond je het?

‘Ik denk dat we de juiste gasten aan tafel hadden. De één kwam natuurlijk meer aan bod dan de ander of was meer uitgesproken dan de ander. We hoorden vooral Carel versus Johan. Dat is ergens natuurlijk ook logisch als je kijkt naar de ervaring, de leeftijd en de kilometers die zij er op hebben zitten. Dat ze tegen elkaar durfden in te gaan, maakte wat mij betreft wel de tafel. Maar ik vond ieders bijdrage waardevol, iedereen sprak vanuit de rol waarvoor ze uitgenodigd waren.

Als ik kijk naar mijn persoonlijke ervaringen in de afgelopen anderhalf jaar dat ik bij Op1 zit, speelt de vraag ‘waar ligt de grens’ altijd mee bij de keuzes die ik maak en de vragen die ik stel. Het is belangrijk dat we ons als media daarmee bezighouden.’

De vraag ‘waar ligt de grens’ speelt altijd mee bij de keuzes die ik maak en de vragen die ik stel.

Waar ligt jouw grens?

‘Voor mij ligt de grens als presentator heel gevoelsmatig. En dat maakt mij misschien geen journalist -dat ben ik van huis uit natuurlijk ook niet, ik heb heel wat anders gestudeerd- maar ik heb wel journalistieke nieuwsgierigheid. Welke vragen ik stel en wat ik tegen iemand zeg in een gesprek, doe ik puur op gevoel. Daarbij merk ik dat, als ik de voorgestelde vragen van de redactie krijg, ik daar altijd wel mijn eigen dingen uit haal. Zo kies ik er soms bewust voor om iets niet te zeggen, bijvoorbeeld omdat ik vind dat ik dan over een grens ga hoe ik een persoon wil bejegenen of deze daarmee in een kwetsbare positie neerzet. Ik vraag me altijd af: zou ik het fijn vinden als ik op deze manier bevraagd zou worden? Of hoe zou ik het vinden als toch dat ene onderwerp ter sprake komt, terwijl ik in het voorgesprek heb aangegeven dat ik het daar liever niet over wil hebben. Ik ben gevoelsmatig geneigd het in bepaalde situaties toch iets milder te brengen. Dat heeft te maken met het doel dat je voor ogen hebt met het gesprek. Behaal je dat door verder te vragen terwijl je weet dat deze gast dat niet wil? Ik probeer altijd een manier te vinden om die ongemakkelijkheid zo min mogelijk voelbaar te laten zijn. Het moet wel echt een doel dienen.’

Eén van je vragen aan tafel net was: merk je dat de publieksmentaliteit veranderd is? Wat merk je daar zelf van?

‘Ik vond eigenlijk altijd al dat mensen vrij hard zijn op social media. Dat was ook zo in de tijd dat ik zangeres was. Als ik bijvoorbeeld aan tafel verscheen bij DWDD

- ik was misschien wel de eerste gekleurde tafeldame- of als ik een optreden had bij een programma, ging het wel los op internet hoor. Ik moest me altijd legitimeren dat ik daar als gekleurde vrouw zat. De noodzaak om me te moeten bewijzen is er altijd geweest. Veel meer dan bij mijn collega’s. Dat was ik al wel gewend. Alleen de hoeveelheid en de total lack of mercy bij het Op1 avontuur is wel iets waar ik van geschrokken ben. Je komt er dan achter dat je een gunfactor moet hebben om onder een vergrootglas te kunnen groeien. Dan zijn mensen best wel meedogenloos.’

Wanneer is social media een zegen en wanneer een vloek?

‘Dat is elke keer weer de vraag, dat merkte ik ook net tijdens het gesprek aan tafel. Aan de ene kant heb je het nodig en aan de andere kant is het ook iets verschrikkelijks waar ontzettend veel mensen last van hebben. Ik denk dat mensen het vaak niet eens doorhebben of onder ogen durven te zien, omdat we er allemaal gebruik van maken en het nodig hebben. Het is een soort haat-liefdeverhouding, lastig.’

Een uitspraak die je deed in een ander interview was ‘schoenmaker blijf níet bij je leest.’ Waar ligt eigenlijk de grens in wat je doet, en wat zou je niet doen?

‘Het belangrijkste is dat je geen dingen moet doen die je niet leuk vindt. Als je je wel bij je leest houdt, dan is het overzichtelijk voor de rest van de wereld en duidelijk in welk hokje je hoort. Er is ook weinig kans om op je bek te gaan, want je blijft in je comfortzone.

Maar daar tegenover staat wel dat je op die manier niet echt kan groeien. Ik heb ooit eens een gesprek gehad met een bejaarde vrouw -zij maakt hele mooie tekeningen- die ontzettend veel spijt had dat ze niet haar hele leven getekend had. Ze had er zoveel plezier in en was er ook hartstikke goed in, maar ze heeft altijd gedaan wat er van haar verwacht werd. Tot aan haar pensioen heeft ze iets gedaan waar ze geen plezier aan beleefde. Dat heeft bij mij echt iets teweeggebracht.’

Waar ligt jouw grens in wat je doet, en wat zou je niet doen?

‘Eigenlijk lag de presentatie van Op1 op mijn grens. Niemand had mij eerder voor zo’n grote uitdaging gevraagd. Ik was op dat moment al 20 jaar zangeres en deed een beetje televisie. En vervolgens word ik gevraagd voor Op1. Er ging van alles door mij heen: uitproberen, op je bek durven gaan?

Ik besloot het te doen. Maar op een gegeven moment begon ik te twijfelen. Ik werd zo met de grond gelijk gemaakt, kreeg niet eens de kans om te wennen aan het format en wat mijn rol daarbinnen moest zijn. Ik vroeg mezelf af: vind ik het nog wel leuk? En dan is het heel belangrijk om te bepalen waar de grens ligt. Toen ik net bedacht dat ik dan maar gewoon moest stoppen, kwam gelukkig het moment dat ik er wél plezier in begon te krijgen. Dat maakte het opeens legit om mij níet aan mijn leest te houden.

Ik vond eigenlijk altijd al wel dat mensen vrij hard zijn op social media.

Ik merk dat ik er plezier in heb om een lans te breken voor bepaalde onderwerpen. En ik geniet er ontzettend van om redacteuren, die totaal geen kaas hebben gegeten van een bepaald onderwerp, mijn zienswijze te geven. Ik voldoe misschien nog niet aan alle voorwaarden zoals die gesteld worden van buitenaf, maar gelukkig wel aan die vanuit de omroep, Op1 en de NPO. Bovendien kun je iets wel leuk vinden, maar als alle bazen twijfels hebben dan is dat ook een grens. Gelukkig supporten ze mij. Ergens voel ik mij bijna ongemakkelijk om bij zoiets betrokken te zijn, terwijl ik geen journalistieke ervaring heb. Maar tegelijkertijd wil ik ook graag een voorbeeld stellen voor iedereen die twijfelt aan zichzelf. Mijn nichtje van 22 studeerde net journalistiek en had niet duidelijk voor ogen wat ze precies kon worden, wat er voor ons coloured girls was weggelegd. Zij dacht vervolgens: als jij dit kan zonder journalistieke opleiding, dan is the sky the limit voor mij! Dat ik dat voor haar kon belichamen, maakte het voor mij zó waard. Ik wil mensen laten zien dat je ook uit zo’n hokje kunt komen, als je het maar graag genoeg wilt en een nieuwsgierig mens bent.’

Staat muziek nog steeds wel op 1 voor je of heeft presenteren het al ingehaald?

‘Nee, dat gaat het nooit inhalen. Ik weet niet of presenteren echt op twee komt hoor. Ik heb niet zo’n soort lijstje. Ik vind het ook niet echt presenteren, wat ik doe. Ik vind gesprekken voeren met mensen leuk. Het boeit me om iemand te spreken die een boek heeft geschreven, een album heeft gemaakt of iets anders heeft gedaan dat totaal niet met kunst of cultuur te maken heeft. Iemand die een kind is verloren, iets in de oorlog heeft meegemaakt of ergens voor staat. Ik vind het interessant om met mensen te praten over wat hen drijft en beweegt. En dat komt heel dicht bij muziek, want ook dat is een bepaalde interactie.’

Ga je binnenkort ook weer optreden?

Vanaf 8 januari begint de tour Giovanca honours Diana Ross weer. Dat vind ik best spannend, omdat we natuurlijk heel abrupt moesten stoppen vanwege corona. Vervolgens ben ik er de feeling mee kwijtgeraakt. Het zingen is naar de achtergrond verdwenen. Maar gaandeweg, nu er steeds meer mogelijk is en ook andere artiesten weer actief worden, begint het toch ook bij mij weer te kriebelen. Ik heb er zin in!’

This article is from: