![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
VIII Achtergrondinformatie schade en versterking
te ondervinden. Dan heb je het over waardedaling van bedrijfspanden, maar ook over extra kosten vanwege de schade en dat de schadeversterkingsprojecten de bedrijfsvoering verstoren”. 23
De Commissie Bijzondere Situaties onderkent de problemen van de mkb’ers, maar is niet gemandateerd om zich hiermee te bemoeien. Uit de evaluatie van de Commissie Bijzondere Situaties in 2022 komt naar voren dat de problematiek van mkb’ers ‘speciale expertise vereist en nog veel complexer is dan bewonersproblematiek’. De Commissie Bijzondere Situatie verwacht al in 2014 dat deze problematiek door andere partijen opgepakt zal worden. Voor de ondernemers is volgens de evaluatie in 2022 echter nog steeds geen goed vangnet geregeld. Regelingen als het Bedrijvenloket van de NAM24 lijken niet te hebben geholpen. “Dit is zorgelijk: óók ondernemers kunnen in zeer schrijnende situaties terechtkomen, waarbij regelmatig de verwevenheid van de persoonlijke levenssfeer en de werksituatie een extra complicerende factor is.”25
Minister van Economische Zaken en Klimaat Van ’t Wout informeert de Tweede Kamer in zijn brief van 13 april 2021 over de schadeafhandeling en gaat daarin ook in op schade bij mkb’ers. Het gaat daarbij om de afhandeling van fysieke schade en inkomstenderving. Mkb’ers kunnen vanaf 1 juli 2021 bij het IMG een aanvraag indienen voor schade door waardedaling bij bedrijfspanden, te beginnen met reeds verkochte panden in Loppersum en Appingedam. Het IMG zal deze aanvragen in behandeling nemen. Tegelijkertijd start het IMG een onderzoek of een modelmatige benadering (zoals die er nu voor woningen is) ook mogelijk is voor bedrijfspanden. Hiervoor heeft het IMG begin april 2021 een adviescommissie ingesteld. Het IMG geeft aan dat het de verwachting is dat het onderzoek en de eventuele ontwikkeling ervan anderhalf jaar in beslag zal gaan nemen. Voor woningen kostte het ontwikkelen van de methodiek meerdere jaren. Voor de bedrijfspanden die in Appingedam en Loppersum al verkocht zijn, loopt sinds juli 2021 een pilot. Voor de overige bedrijfspanden komt er naar verwachting in 2023 een regeling.26
Op 9 september 2021 ontvangt de Tweede Kamer een brief van minister Blok van Economische Zaken waarin het onderdeel ‘mkb’ uit het Bestuursakkoord als afgehandeld wordt beschouwd. De minister schrijft: “Op 13 september organiseren de provincie Groningen en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) een eerste mkb-tafel onder het bestuurlijke voorzitterschap van gedeputeerde Staghouwer”.27 In een voetnoot constateert de minister dat hij hiermee uitvoering heeft gegeven aan de motie-Nijboer c.s. (Kamerstuk 33529, nr. 782) en de uitwerking van het onderdeel mkb van de bestuurlijke afspraken die op 6 november 2020 zijn gemaakt.
Schade bij agrarische bedrijven
Bij agrarische bedrijven is sprake van specifieke problematiek. Uit een enquête van LTO Noord, die 50% tot 70% van de agrarische bedrijven in het aardbevingsgebied vertegenwoordigt, blijkt dat boeren zich vooral zorgen maken over schade door aardbevingen en bodemdaling aan bedrijfsgebouwen, woningen, mestkelders en drainagesystemen.
23 Eijndhoven, van (30 november 2022).
24 Dit bedrijvenloket bestaat van 2016 tot 1 juli 2020.
25 Bijlage bij Kamerstuk II, 2021/22, 33529, nr. 1037, p. 37.
26 Kamerstuk II 2020/21, 33529, nr. 865.
27 Kamerstuk II 2020/21, 33529, nr. 882.
Boek 5
Themahoofdstukken, verantwoording en bijlagen
Agrariërs melden met name de schade aan de mestkelders ook al bij de NAM. “De kelder onder mijn nieuwe stal uit 2009 zat zomaar vol. Uit onderzoek van geoloog Peter van der Gaag blijkt dat er zout kwelwater in stroomt. Door de bevingen zijn de kweladers in de kleilaag verwijd, waardoor dat zoute water omhoog komt.’ Voor de aanleg van een nieuwe kelder is daarom een volledig andere constructie nodig. De NAM wil er niet van weten”, zo vertelt melkveehouder Kor Kruizenga uit Rasquert aan het Dagblad van het Noorden over de lekkage aan zijn drie mestkelders.28
In 2014 laat de NAM in samenwerking met LTO Noord onderzoek verrichten door ingenieursbedrijf Grontmij. Op basis van dat onderzoek stelt de NAM in 2015 een Mestkelderprotocol op met een bijbehorende Regeling Groninger mestkelders. Het protocol bevat een werkwijze om de schade vast te stellen en een berekeningsmethodiek voor de vergoeding. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gemetselde kelders en betonnen mestkelders. Bij gemetselde kelders is het uitgangspunt dat de constructie altijd in de loop van de tijd gebreken vertoont. Slechts een deel van de schade door de instroom van grondwater kan dan aan bodembeweging door gaswinning worden toegerekend. Schadevergoeding vindt plaats door kosten van afvoer van mest voor een forfaitair deel – maximaal 50% aflopend tot 0% bij een levensduur van 50 jaar – te vergoeden. Voor betonnen kelders kan de schade volgens het ‘Mestprotocol’ wel op de reguliere manier, net als bij andere schade aan gebouwen, worden beoordeeld. Er wordt dan gekeken in hoeverre de schade is veroorzaakt door bodembeweging door gaswinning. Het protocol gaat niet in op de manier waarop de schade aan betonnen mestkelders moet worden beoordeeld en gaat niet uit van het wettelijk bewijsvermoeden. LTO-Noord neemt in 2019 afstand van dit protocol, nadat de NAM hier wijzigingen in heeft aangebracht.29
De TCMG is bij de start in 2018 niet gebonden aan het Mestprotocol. De TCMG kan dit protocol desgewenst wel toepassen. De TCMG vraagt in januari 2020 een onafhankelijk panel om advies over de manier waarop zij schade aan mestkelders moet beoordelen.
Over deze specifieke problematiek schrijft het Groninger Gasberaad in hun rapport Boudel op Rieg, Stand van zaken gasdossier Groningen uit augustus 2020: “Schade aan kelders/ koelgangen en of gebouwen met asbestdaken is per definitie complex. En wordt daardoor nog maar mondjesmaat opgelost. Veel bedrijven zitten al jarenlang in een schadetraject, dit remt de ontwikkelingen op de bedrijven. Investeringen en innovaties worden op de lange baan geschoven. Het gaat in totaal om ongeveer 550 agrarische bedrijven.”30 Het Gasberaad constateert dan: “Binnen de TCMG is er wel geprobeerd om hier verandering in te brengen. Er is gewerkt aan een nieuwe aanpak, er werden speciale deskundigen op deze gebieden ingeschakeld, er werd samenwerking gezocht met bestaande organisaties en er werd een Panel aangesteld om de problematiek van de mestkelders in kaart te brengen. Maar allemaal zijn het acties in het kader van de voorbereiding, en nog niet in het kader van daadwerkelijk oplossen.”31
28 Meulema (6 maart 2019).
29
6 november 2019.
30 GGB (augustus 2020), p. 99.
31 Groninger Gasberaad (augustus 2020).