3 minute read

VIII Achtergrondinformatie schade en versterking

VIII.3.10 Commissie schenkt aandacht aan immateriële aspecten veiligheid van Groningers De commissie-Meijdam wil geen eindrapport uitbrengen over Groningen, zonder daarover gesproken te hebben met inwoners van Groningen. De commissie vindt het belangrijk om uit eerste hand ervaringen en ideeën van inwoners te horen. Voor het genereren van input voor dit eindadvies brengt de commissie daarom een bezoek aan Groningen op 21 november 2015. Tijdens dit bezoek geeft commissie-Meijdam een toelichting op de eerste twee adviezen en gaat de commissie met inwoners in gesprek over het organiseren van keuzevrijheid en zeggenschap.

Tijdens het bezoek wordt om meer aandacht voor immateriële ondersteuning gevraagd. De commissie onderschrijft dit belang. “Gevoelens van onzekerheid, angst en machteloosheid moeten verwerkt worden en een plek krijgen. Dit is nodig om op termijn weer met vertrouwen naar de toekomst te kunnen kijken”, zo schrijft de commissie in haar eindadvies. De commissie onderschrijft het belang van de opdracht die de NCG aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft gegeven om onderzoek te doen naar de beleving van de aardbevingen (Gronings Perspectief), en merkt op dat het vervolgens aan inwoners en deskundigen samen is om een passende uitwerking te geven aan de onderzoeksresultaten.

VIII.4 Het versterkingsproces

Deze paragraaf richt zich op het versterkingsproces. Hier wordt kort uiteengezet wat versterking inhoudt. Vervolgens geeft een aantal tabellen inzicht in de voortgang van de versterking.

VIII.4.1 Van opname tot een woning ‘op norm’

Wanneer is er sprake van een versterkt gebouw?

Vanaf 2013 wordt in Groningen een start gemaakt met de uitvoering van preventieve, verstevigende maatregelen aan huizen. Op dat moment geldt als uitgangspunt dat met deze maatregelen voorkomen wordt dat deze huizen zware schade oplopen bij toekomstige aardbevingen en mogelijk zelfs instorten. Het is niet eenvoudig om een cijfermatig overzicht te geven van het aantal versterkte woningen sinds 2013, omdat het begrip ‘versterking’ in al die jaren niet altijd hetzelfde heeft betekend. Aanvankelijk betreft versterking bijvoorbeeld het plaatsen van stutten in en rond woningen, om deze tijdelijk te verstevigen tot een definitieve oplossing is gevonden. Ook het verwijderen van bouwelementen die bij een zware aardbeving mogelijk los zouden kunnen raken (zoals schoorstenen) wordt aanvankelijk gezien als een versterkingsmaatregel. Pas vanaf 2015, sinds de introductie van de Meijdamnorm, wordt gewerkt met een andere definitie. Vanaf dat moment is een woning versterkt wanneer deze aan de Meijdamnorm voldoet en conform de bouwrichtlijn NPR 9998 is versterkt. Oftewel, de woning is ‘op norm’.

Daarnaast zijn er in recente jaren, mede als gevolg van afnemende seismische dreiging door het dichtdraaien van de gaskraan, steeds vaker gebouwen die wel onderdeel zijn van de versterkingsopgave (ook wel de scope of werkvoorraad van de versterking genoemd), maar die na inspectie geen versterkingsmaatregelen nodig blijken te hebben. Deze woningen zijn dan al ‘op norm’, zonder dat versterkingsmaatregelen hebben plaatsgevonden.

Themahoofdstukken, verantwoording en bijlagen

Tekstkader VIII.3 Damage state near collapse

In technische termen betekent het versterken van een woning op basis van de NPR 9998 dat een woning versterkt moet worden tot de grenstoestand ‘near collapse’, oftewel het net niet bezwijken van de constructie bij een zware aardbeving. Hoe zwaar de aardbeving is waartegen de woning bestand moet zijn, hangt af van de locatie en wordt bepaald aan de hand van de risicokaarten die door het KNMI worden opgesteld. Na versterking moet de constructie van de woning sterk genoeg zijn om, in het geval die zware aardbeving zich daadwerkelijk voordoet, te voorkomen dat het gebouw te snel bezwijkt. De bewoner moet voldoende tijd hebben om uit zijn huis te komen.53

Het versterkingsproces in stappen

De NCG onderscheidt in het versterkingsproces de volgende zes stappen;

1. Werkvoorraad: Een gebouw is opgenomen in de werkvoorraad van de NCG. Voor deze gebouwen is vastgesteld dat nader onderzocht moet worden of zij aan de veiligheidsnorm voldoen. Elk van de vijf aardbevingsgemeenten bepaalt welke woningen jaarlijks in het ‘Lokale Plan van Aanpak’ worden opgenomen. Voor de woningen die in het ‘Lokale Plan van Aanpak’ staan, start de NCG het versterkingstraject met stap 2.

2. Opname: Opname van het gebouw door een bouwkundige. Hierbij wordt de bouwkundige staat van het gebouw in kaart gebracht.

3. Beoordeling: Een bouwkundige beoordeelt op basis van de gegevens van de opname of het gebouw al dan niet veilig genoeg is bij een aardbeving. Dit leidt tot een beoordelingsrapport. Als het gebouw veilig is, worden de stappen 4 en 5 overgeslagen en is het versterkingsproces voor het betreffende gebouw afgerond.

4. Planvorming: Als uit de beoordeling blijkt dat een gebouw niet veilig genoeg is, zijn versterkingsmaatregelen nodig. Voor die versterkingsmaatregelen wordt een plan gemaakt.

5. Uitvoering; Als de planvorming afgerond is, wordt een uitvoeringsplan vastgesteld en een versterkingsbesluit genomen. De aannemer start met de voorbereiding en daarna de uitvoering van de versterkingsmaatregelen. De bewoners moeten mogelijk tijdelijk verhuizen. Als de werkzaamheden afgerond zijn, vindt de oplevering plaats.

6. Afgerond: De NCG legt administratief vast of het gebouw al dan niet versterkt is en dat het gebouw voldoet aan de veiligheidsnorm.

Verschillende batches en programma’s in de versterking

Omdat niet alle woningen tegelijk aangepakt kunnen worden (en ook niet alle inspecties) wordt de aanpak van de versterking vaak in ‘batches’ (groepen woningen) aangepakt. Zo wordt in 2015 bijvoorbeeld een eerste selectie gemaakt: de meest kwetsbare huizen (een bepaald type woning) in de kern van het aardbevingsgebied. Later komen er andere batches bij. Eerst nog geprioriteerd op basis van het gebied en type woning, later op basis van statistische

This article is from: