![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
VIII Achtergrondinformatie schade en versterking
oplossingen blijven echter uit. Op 22 november 2022 kondigt het IMG aan een ‘taskforce versnelling lange doorlooptijd’ in te stellen. Of deze taskforce tot verbetering leidt, is nog ongewis.
Ondernemers mkb hebben vaak te maken met complexe schade Complexe schadegevallen kunnen bij bedrijven ontstaan. Dat blijkt met name bij het mkb en agrarische bedrijven tot complexe situaties te leiden. Mkb’ers krijgen te maken met fysieke schade en waardedaling van bedrijfsgebouwen.
Schade, schadeopname en schadebeoordeling heeft invloed op de bedrijfsvoering. Voor bijkomende kosten die boven de forfaitaire vergoedingen uitgaan, moeten ondernemers een gespecificeerde aanvraag indienen. Mkb’ers staan hiermee onder druk en kunnen in de knel komen.
De vergoeding van waardedaling van bedrijfspanden is nog niet goed geregeld. In april 2021 stelt het IMG een adviescommissie in die hier onderzoek naar gaat doen. Het IMG verwacht dat het anderhalf jaar zal duren voordat een methodiek voor de vergoeding is ontwikkeld. Vanaf 1 juli 2021 kunnen mkb’ers wel al een aanvraag indienen voor waardedaling aan bedrijfspanden, te beginnen met de bedrijfspanden in Loppersum en Appingedam die al verkocht zijn. Voor die aanvragen loopt een pilot.
Agrarische ondernemers gedupeerd door problematiek met mestkelders
Over de vraag in hoeverre schade aan mestkelders door de gaswinning is veroorzaakt, laat eerst de NAM en later de TCMG en de opvolger IMG onderzoek doen. Op de resultaten van het onderzoek voor het IMG hebben de Agrarische Tafel en het Groninger Gasberaad kritiek. Nadat het panel van deskundigen op deze kritiek een reactie heeft gegeven, besluit het IMG het advies wel te volgen. De fysieke schade aan mestkelders wordt niet vergoed. Het IMG vergoedt, net als voorheen de NAM, alleen de bedrijfsschade die ontstaat doordat vaker mest uit moet worden gereden omdat de mest door instromend grondwater verdund is.
Funderingsschade lange tijd niet vergoed
Tot op heden komt vrijwel alleen ‘bovengrondse, zichtbare’ schade voor vergoeding in aanmerking, terwijl heel wat bewoners stellen ook funderingsschade te hebben door de bodembewegingen. Deze schade komt niet of nauwelijks voor vergoeding in aanmerking. Bij funderingsschade zijn twee vragen aan de orde. Allereerst of die schade het gevolg kan zijn van de gaswinning en het bewijsvermoeden daarom van toepassing is. Ten tweede de vraag of herstel van bovengrondse schade zinvol is als de funderingen niet worden hersteld.
De NAM stelt dat funderingsschade niet het gevolg kan zijn van gaswinning. De Arbiter Bodembeweging oordeelt op grond van juridisch advies dat dit wel het geval is. En omdat funderingsschade het gevolg kan zijn van bodembeweging door gaswinning, is op deze schade ook het bewijsvermoeden van toepassing. Opvallend is dat de TCMG en het IMG funderingsschade niet standaard laten opnemen door de schade-expert, terwijl deze wel degelijk kan zijn veroorzaakt door bodembeweging ten gevolge van de gaswinning. Onderzoek naar de fundering vindt slechts in incidentele gevallen plaats.
Boek 5
Themahoofdstukken, verantwoording en bijlagen
Funderinsgschade deels erkend en in de toekomst mogelijk ook vergoed
Het IMG stelt dat het de schade aan een fundering niet kan herstellen als de deskundige stelt dat deze niet het gevolg is van de gaswinning. Funderingsschade kan echter dusdanig zijn, dat hierdoor bovengrondse schade niet duurzaam te herstellen valt. Voor die situaties wil het IMG de mogelijkheid krijgen om wel tot herstel over te gaan.
Het kabinet Rutte-IV stelt bij de Voorjaarsnota 2022 350 miljoen euro beschikbaar voor duurzaam schadeherstel. De wens om aardbevingsbestendig herstel te bieden, vormt ook een van de uitgangspunten van het Sociaal Handvest dat op 11 juli 2022 is ondertekend. Het IMG zal voor dit duurzame schadeherstel in samenspraak met het ministerie van EZK een aanpak ontwikkelen. Eind januari 2023 is die aanpak Duurzaam herstel nog niet vastgesteld.
De commissie-Meijdam adviseert een veiligheidsnorm voor het aardbevingsgebied
De commissie-Meijdam is ingesteld om onder andere een veiligheidsnorm te ontwikkelen voor gebouwen in het aardbevingsgebied. De commissie adviseert in december 2015 om de veiligheidsnorm vast te stellen 10-5. Daarbij is het individuele risico op overlijden als gevolg van een instortende woning 1 keer in de 100.000 jaar. De commissie-Meijdam zoekt daarmee aansluiting bij de bestaande norm voor de risico’s van onder andere overstromingen. Tot die tijd werd in dit verband ook wel gerefereerd aan de norm van 10-6 (ofwel een risico op overlijden van eens in de 1.000.000 jaar die geldt voor het veiligheidsrisico rond industriële inrichtingen).
Naast de normering voor het individuele risico op overlijden, adviseert de commissie-Meijdam om een maatschappelijk veiligheidsrisico vast te stellen. De uitkomsten daarvan moeten helpen prioritering aan te brengen in de versterking van gebouwen.
Voor de versterkingsaanpak adviseert de commissie-Meijdam een catalogusaanpak. De catalogus omvat 60 typologieën van woningen. Doordat in de catalogus per type een berekening is gemaakt van de sterkte van het gebouw en de versterkingsmogelijkheden, kunnen de versterkingsmaatregelen per woning zonder uitgebreid rekenwerk worden vastgesteld.
Omdat nieuw onderzoek en voortschrijdend inzicht invloed kunnen hebben op de analyses van seismische dreiging adviseert de commissie om deze analyses de eerste twee jaren regelmatig uit te voeren.
Definities, normen en uitgangspunten versterkingsproces veranderlijk Vanaf 2013 bestaat het besef dat gebouwen versterkt moeten worden. Wat versterking inhoudt, verandert echter in de loop der jaren. In 2013 is het uitgangspunt nog dat de maatregelen zware toekomstige schade of instorten moeten voorkomen. Het kon dan ook gaan om het plaatsen van stutten, een tijdelijke versteviging of het verwijderen van risicovolle elementen, zoals schoorstenen. Na 2015 behelst versterking het ‘op norm’ brengen van woningen. Daarbij geldt de Meijdamnorm en moet de woning conform de bouwrichtlijn NPR 9998 worden versterkt. Met deze normen worden de gebouwen zodanig versterkt dat de bewoner voldoende tijd heeft om uit zijn huis te komen. Een deel van de gebouwen heeft geen versterking nodig. Na opname en beoordeling voldoen deze gebouwen dan al aan de normen. Als een gebouw