1 minute read

IX Rechtspositie en bewijsvermoeden

Tekstkader IX.3. Advies panel van deskundigen (‘paneladvies’) van 22 januari 2019

Het advies van het panel van deskundigen bevat praktische handvatten voor de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden. Zo heeft het panel twee criteria beschreven om te bepalen waar het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is (‘effectgebied’).

1. Het eerste criterium betreft het effect van diepe bodemdaling of -stijging binnen de grenzen van het Groningenveld en de gasopslag Norg. Zekerheidshalve is daar nog een extra ‘buffer’ omheen getrokken van 6 kilometer. Hiermee wordt beoogd een praktisch en veilig handvat te bieden voor de afbakening van het effectgebied.

2. Het tweede criterium betreft het effect van bevingen waarbij de grens wordt bepaald door een trillingssnelheid van 2 millimeter per seconde (mm/s). De grens van het bewijsvermoeden is hiermee ruim bepaald. Ter illustratie: het gehanteerde minimumniveau van trillingssnelheid komt grofweg overeen met het niveau van de gebruikelijke achtergrondtrillingen in Nederland, zoals die bijvoorbeeld worden veroorzaakt door regulier wegverkeer (zie paragraaf IX.3.2 voor de bepaling van het effectgebied).

Bovengenoemde criteria van het paneladvies hebben betrekking op het vaststellen van een begrenzing van het ‘effectgebied’, dus het gebied waar het bewijsvermoeden van toepassing is. Het eerste criterium van het paneladvies is een grens op de kaart. Buiten de in het eerste criterium genoemde lijn van 6 kilometer is het wettelijk bewijsvermoeden niet van toepassing. Het tweede criterium bevat een begrenzing op basis van de trillingssnelheid. Bij de TCMG speelt de locatie waar schade wordt geleden – anders dan bij de Arbiter Bodembeweging – derhalve wél een rol: buiten bepaalde geografische grenzen is het wettelijk bewijsvermoeden volgens de TCMG niet van toepassing.

In de Praktische uitwerking Protocol Mijnbouwschade Groningen voor Deskundigen van de TCMG is het gehele proces voor de deskundige die de schade moet opnemen beschreven. Deze uitwerking bevat ook een instructie over de vaststelling van het causale verband tussen schade en bodembeweging voor de toepassing van het wettelijke bewijsvermoeden. Deze instructie geeft de stappen weer die de deskundige moet doorlopen om dit vast te stellen (zie paragraaf 8.4.5 van hoofstuk 8).9

IX.3.2 Toepasselijkheid van het bewijsvermoeden volgens het IMG

Het IMG volgt vanaf zijn start op 1 juli 2020 het voor de TCMG opgestelde deskundigenadvies aanvankelijk volledig bij de toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden. Het panel van deskundigen adviseert dat als de trillingssnelheid ten minste 2,0 mm/s is (met 1% overschrijdingskans), mijnbouwschade niet is uitgesloten en het bewijsvermoeden mogelijk

This article is from: