3 minute read

IX Rechtspositie en bewijsvermoeden

Tekstkader IX.4. Inperking effectgebied door het IMG

Het IMG ziet dat in de loop van 2020 in twee gebieden in een toenemend aantal dossiers schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de onafhankelijke deskundigen in die gevallen concludeerden (1) dat er een autonome oorzaak bestaat voor de schade en (2) dat diepe bodemdaling en -stijging daar niet tot schade leidt. Het gaat om gebieden aan de rand van het Groningenveld en de gasopslag bij Norg, in Oost-Groningen en de kop van Drenthe, zie figuur IX.1. Vanwege de onrust die over het groeiende aantal afwijzingen ontstaat, legt het IMG in september 2020 de behandeling van de (ongeveer) 1.500 dossiers die in dat gebied nog in behandeling zijn tijdelijk stil. Tegelijkertijd geeft het IMG opdracht voor onderzoek, door TNO en de TU Delft, naar de mogelijkheid van schade in deze gebieden.13

Naar aanleiding van deze twee onderzoeken bakent het IMG het gebied waar het wettelijk bewijsvermoeden van toepassing is als volgt opnieuw af.

1. Op 17 mei 2021 besluit het IMG het eerste criterium van het paneladvies niet meer toe te passen. Dit betekent volgens het IMG niet dat diepe bodemdaling geheel wordt uitgesloten als voorwaarde voor toepassing van het wettelijk bewijsvermoeden. Dat is nog wel van toepassing in specifieke gebieden onder specifieke omstandigheden waar diepe bodemdaling indirecte schade kan hebben veroorzaakt. Daar wordt op dat moment nog onderzoek naar gedaan.

2. Vervolgens besluit het IMG op 8 september 2021 dat het wettelijk bewijsvermoeden wel van toepassing blijft in twaalf deelgebieden nabij de gasopslag bij Norg (zie figuur IX.2, waarin deze deelgebieden zijn weergegeven). Dit is een precisering ten opzichte van het eerste onderzoek. Reden hiervoor is dat uit aanvullend onderzoek van Deltares blijkt dat in deze twaalf kleinere deelgebieden (die liggen in bovenbedoelde twee gebieden) wél sprake kan zijn van schade door diepe bodemdaling- en stijging als gevolg van de gaswinning of de gasopslag.14 Deze daling en stijging kan invloed hebben op het grond- en oppervlaktewatersysteem, wat op zijn beurt weer kan leiden tot schade.

Met de uitgevoerde onderzoeken is volgens het IMG vast komen te staan dat de schade nabij de gasopaslag Norg niet door mijnbouwactiviteiten kan zijn veroorzaakt, met uitzondering van de twaalf deelgebieden. Het IMG acht zich in een dergelijk geval op grond van zijn wettelijke taak (het afwikkelen van de aansprakelijkheid van de NAM) niet bevoegd deze schade te vergoeden. Met deze nieuwe afbakening sluit het IMG de gasopslag Norg grotendeels uit van het wettelijk bewijsvermoeden.

13 Geurts et al. (19 februari 2019).

14 Kooi et al. (30 augustus 2021).

Themahoofdstukken, verantwoording en bijlagen

Het besluit van het IMG tot ‘uitsluiting van Norg’ is de zoveelste verandering van de regels. Het besluit leidt tot veel onrust en onvrede en krijgt aandacht in de regionale en landelijke media. Deze inperking van het wettelijk bewijsvermoeden leidt ook tot kritiek van diverse deskundigen en juristen, die stellen dat het wettelijk bewijsvermoeden ook buiten deze grenzen van toepassing kan zijn. Deze deskundigen vinden de uitgevoerde onderzoeken in de basis te ‘eng’. Ze begrijpen niet goed waarom het advies van het panel van deskundigen zo snel wordt losgelaten en/of keuren deze inperking op basis van formele, juridische redenen af, met het oog op de bedoeling van het wettelijke bewijsvermoeden.

De voorzitter van het IMG, Bas Kortmann, verklaart in zijn openbare verhoor dat het IMG voorzag dat deze inperking tot onvrede en onrust zou leiden, omdat in het verleden wel vergoedingen zijn toegekend.15 Kortmann verklaart hierover: “Maar het feit dat in het verleden eigenlijk op onjuiste gronden een vergoeding is toegekend, betekent niet dat je die fout mag herhalen. Dat is heel vervelend.” Het IMG vraagt volgens Kortmann wel aan minister Wiebes om daar iets aan te doen. Het IMG kan dat zelf niet, omdat het daarvoor niet de bevoegdheden heeft. Het IMG kent aan bewoners die moesten wachten en van wie schade uiteindelijk wordt afgewezen wel een overlastvergoeding toe van €1.000.

In figuur IX.1 is weergegeven in welke twee gebieden het bewijsvermoeden niet meer wordt toegepast door het IMG (met uitzondering van twaalf deelgebieden). De rode cirkel geeft de grens van het effectgebied van Huizinge aan. Bij ‘1’ gaat het om het gebied dat onder de rode cirkel ligt (effectgebied beving van Huizinge augustus 2012), maar binnen het groene deel (effectgebied bodemdaling en -stijging gasopslag Norg). Bij ‘2’ gaat het om het gebied dat onder diezelfde rode cirkel ligt, maar binnen het groene deel (effectgebied bodemdaling en -stijging Groningenveld).

This article is from: