Spiekbriefje spelling Tegenwoordige tijd:
Ik: stam+niks = loop/ fiets / eet/ werk/ beleef/ reis/ word/ vind/ bind/ betaal Jij: stam+t = loopt/ fietst/ eet (t staat er al)/ werkt/ beleeft/ reist/ wordt/ vindt/ bindt/ betaalt
MAAR: In vragende vorm zonder T: loop jij/ fiets jij/ eet jij/ werk jij/ beleef jij/ reis jij/ word jij/ vind jij/ bind jij/ betaal jij?
Hij/zij/het: stam + t = loopt/ fietst/ eet/ werkt/ beleeft/ reist/ wordt/ vindt/ bindt/ betaalt/ gebeurt
Het is dus ook het gebeurt en niet het gebeurd. Het is hier nl. gewoon tegenwoordige tijd, dus een D heeft hier niets te zoeken. Twijfel je of er na een d een t moet? (bijv bij word, vind, bind) Vervang het woord door een woord dat niet eindigt op een D (bijv loop) en je hoort het meteen. Dus:
Ik word???? ziek > Ik ‘loop’ en niet ik ‘loopt’. Dus geen T erachter. Hij vind???? dat stom> Hij ‘loopt’ en niet ‘hij loop’. Dus wel een T erachter. Bind??? jij dat even vast? ‘Loop jij?’ Dus zonder T
Voltooid deelwoord:
Als een woord in de verleden tijd een D krijgt, krijgt het ook een D achter het voltooid deelwoord. Als stam van het woord in de verleden tijd verandert, eindigt het voltooid deelwoord op -en
Lopen/liep/ heb gelopen Fietsen/fietste/heb gefietst Eten/at/heb gegeten Werken/werkte/heb gewerkt Beleven/beleefde/heb beleefd Reizen/reisde/heb gereisd Worden/werd/ben geworden Vinden/vond/heb gevonden Binden/bond/ben gebonden Betalen/betaalde/heb betaald Gebeuren/gebeurde/is gebeurd Hier krijgt gebeurd dus wel een D omdat het voltooid deelwoord is.