6 minute read
Kleerkastvasten
from ECOPOLITAN® - No4
by Ecopolitan®
EEN KRITISCHE BLIK OP FAST FASHION
Textiel is meer dan enkel stof tot nadenken. Dag in dag uit trekken we kledingstukken aan. Ze maken deel uit van onze identiteit, ze laten ons goed voelen over onszelf. Tegelijkertijd werken miljoenen mensen zich voor een hongerloon uit de naad om ons te kleden en helpt de mode-industrie, en passant, ook nog eens onze planeet om zeep. Deze tegenstelling omvat voor journalist Sarah Vandoorne het duurzaamheidsvraagstuk in de mode-industrie als geen ander. Voor Kleerkastvasten reisde Sarah de hele wereld over, om het proces achter fast fashion in kaart te brengen.
Wie is Sarah Vandoorne?
‘Duurzaamheid en fair trade zijn sinds jaar en dag mijn stokpaardjes. Ik kan hier een lang verhaal afsteken over mijn oma die in haar garage een Wereldwinkel openhield, maar misschien is nu niet het moment.’
‘Ik ben geboren in 1991 en bleef plakken in Gent na mijn studies Taal- en Letterkunde en Conflict & Development. Daarnaast behaalde ik een postgraduaat Internationale Onderzoeksjournalistiek in Mechelen. Schrijven is voor mij de essentie, de rode draad in alles wat ik doe en nog wil verwezenlijken. Intussen ben ik acht jaar aan de slag als freelance journalist, vooral in België, al schrijf ik ook regelmatig voor het Nederlandse OneWorld.’
‘Ik had het voorrecht om naar Bangladesh, Indonesië en Marokko te reizen samen met fotografen Lieve Blancquaert, Sandra Mermans en Sarah Van Looy. Daar zag ik met eigen ogen hoe vervuilend en soms ronduit onrechtvaardig de textielsector kan zijn.’
Waarom textiel?
‘Onze kleerkast roept vragen op. We dragen allemaal kleren, we weten dat ze (te) goedkoop zijn en toch blijven we ze massaal inslaan. Ergens in die keten loopt iets grondig fout. Iemand betaalt de prijs. Daar zijn steeds meer consumenten zich van bewust.’
‘Textiel belichaamt voor mij alles waar bewust consumeren om draait. In mijn artikels heb ik aandacht voor de vervuiling die fabrieken veroorzaken en de impact daarvan op mens en milieu. Ik schrijf over correcte arbeidsomstandigheden voor de mens achter de naaimachine. Tegelijkertijd zoek ik mee naar oplossingen: ik maak stukken over alternatieve materialen, werken op een andere schaal en (minder) kopen in (andere) winkels.’
Wat betekent de textielindustrie voor jou persoonlijk?
‘Ik ben een consument zoals iedereen. Ik houd van kleedjes, felle prints en variatie in mijn kleerkast. Pas bij mijn eerste bezoek aan Bangladesh, in 2014, raakte ik in de ban van de textielsector. Op veldwerkreis voor mijn opleiding Conflict & Development heb ik geen fabrieken bezocht, ‘want we zouden toch maar een PR-praatje geserveerd krijgen’. Maar wanneer ik ’s avonds laat, in de file aan de rand van hoofdstad Dhaka, fabrieken passeerde en er hordes arbeidsters nog aan het werk zag, wist ik hoe laat het was. Geen PR-praatje is opgewassen tegen het onomstotelijke bewijs dat naaisters hun vrije tijd – hun slaap – opofferen om onze winkelrekken zo snel mogelijk te voorzien van nieuwe hebbedingen voor een habbekrats.’
Wie is aan zet om een (mode)revolutie te ontketenen?
‘Een paar dagen later konden we ons hotel amper uit. Protest. Het was 24 april 2014, exact een jaar sinds een fabriek ingestort was in een van de buitenwijken van de stad: Rana Plaza. 1138 arbeiders lieten het leven, 2500 anderen raakten gewond. Een kledingstuk kan tot de dood leiden van iemand anders. Voor veel consumenten, ook voor mij, was dit het moment waarop ze zich vragen begonnen te stellen bij hun kleerkast.’
‘Voor MO* Magazine schreef ik exact een jaar nadien een dossier over eerlijke kleren. Ik stelde me de vraag wie er nu echt verantwoordelijk is voor deze ravage – en met ravage bedoel ik zowel de fabrieksramp als de prijzenslag die desondanks nog steeds volop woedt. Wie is aan zet om een (mode)revolutie te ontketenen? Moet de consument zijn levensstijl volledig aanpassen vooraleer er iets verandert? Is het aan merken en winkels om een voor een (of liefst allemaal tegelijk) het goede voorbeeld te geven? En wat is juist de rol van overheid en middenveld? ‘Iedereen is verantwoordelijk’, was het alomtegenwoordige, uiterst saaie antwoord.’
‘Mijn respons? Net daarom is het aan de journalist. Ik besloot het heft in eigen handen te nemen, mij volledig toe te leggen op dit thema. Op vijf jaar tijd heb ik heel wat geleerd en gezien. De komende jaren wil ik mij verder verdiepen, op een andere manier. Ik wil graven, schrijven, schaven. Mijn kennis bundelen, reportages nog meer tot hun recht laten komen, mijn eigen conclusies trekken. Dit boek is het resultaat.’
Waarom Kleerkastvasten?
‘Nog nooit heb ik zoveel commentaar gekregen op mijn garderobe als tijdens de lente van 2019. Voor een journalistieke reeks in Charlie Magazine, een blad dat inmiddels niet meer bestaat, heb ik mijn kleerkast ondersteboven gekeerd. Er blijken maar liefst 101 stuks in te zitten, sokken en ondergoed niet meegerekend. Dat lijkt bovendien, ik durf het amper te schrijven, best weinig te zijn. Zo heeft de gemiddelde Nederlander 173 kledingstukken in z’n kast hangen. Per jaar worden er in het land 330 miljoen kledingstukken verkocht.21 Mijn opzet is om zes weken lang niet meer dan zes stuks te dragen – sokken en ondergoed, gelukkig maar, opnieuw niet meegerekend. Aan de andere kant van het kanaal noemen ze het, minder poëtisch, de Six Items Challenge. De Britse organisatie Labour Behind The Label heeft dat getal niet lukraak uitgekozen. Zes weken blijkt namelijk de gemiddelde door-looptijd waarop fastfashionmerken een ontwerp uitdenken, laten produceren en uitleveren. Razendsnelle mode dus, waardoor er elke week al nieuwe kleding in de rekken ligt en wij, als consumenten, amper de tijd krijgen om te beslissen of we iets werkelijk willen.
Moet de consument zijn levensstijl volledig aanpassen vooraleer er iets verandert?
Ons consumptiepatroon gaat als een sneltrein en fastfashionmagnaten (Amancio Ortega, het hoofd van Inditex, om er eentje te noemen) teren op die rotvaart. Gaan dergelijke grootverdieners een boterham minder eten als wij beginnen te vasten? En krijgen arbeiders in de textielketen dan eindelijk een boterham extra? Ik neig om hier ‘nee’ neer te schrijven, radicaal eerlijk zoals ik over mijn eigen onderzoeksproces probeer te zijn, maar ik antwoord voorlopig met een hoopvol ‘misschien’. Misschien. Misschien is kleerkastvasten geen radicaal alternatief, maar louter een methode om blijer te worden van wat je al in je kast hebt hangen. Zelf ben ik lang geen perfecte consument. Ik ben vooral nieuwsgierig naar wat een gebruiksvoorwerp zoals kleding betekent in de geglobaliseerde wereld.
Zijn we werkelijk verslaafd aan shoppen? Wat is daar de ware kostprijs van?’
Sarah Vandoorne – Freelance journalist en auteur van Kleerkastvasten. De textielketen ontrafeld. Schrijft al acht jaar over eerlijke mode. Wat dat juist betekent, blijkt toch ingewikkelder dan ze oorspronkelijk dacht. Laat vervolgens een klepper van 450 pagina’s op de wereld los.