Interview Jonathan Harris

Page 1

Internet leest voor uit eigen werk interview met Jonathan Harris tekst Onno Faber & Edwin Gardner Lust & Tag Op uitnodiging van Tag, een platform voor eigentijdse audio en visuele kunst in Den Haag, heeft Lust samen met Tag een retrospectief georganiseerd naar aanleiding van het 10 jarig bestaan van Lust. Het hele project bestond uit lezingen, een tentoonstelling en workshops. Onderandere Jonathan Harris en David Reinfurt kwamen een lezing geven. www.lust.nl & www.tag004.nl

In de helder verlichte erker van Lust, waar Paulus Potter ooit zijn beroemde stier schilderde in 1647, praten wij met Jonathan Harris (1979), Jonthan’s fascinatie is het menselijke gezicht en de poëtische kracht van het Internet ontsluiten. Jonathan is voor het eerst in Nederland op uitnodiging van Lust en Tag om over zijn werk te vertellen. Veel tijd om Nederland te zien heeft hij niet, omdat de liefhebbers van zijn werk erachter willen komen hoe zijn projecten tot stand komen. Een van zijn bekendste werken is We Feel Fine, waar gevoelens van normale mensen over de hele wereld op een toegankelijke en intuïtieve manier worden gepresenteerd. Een leidend motief in al zijn projecten is het verzamelen en herordenen van sporen die mensen op Internet achterlaten. waarmee hij laat zien dat alle mensen, ongeacht cultuur, nationaliteit of ras, meer gemeen hebben met elkaar dan in het huidige politieke klimaat van dit moment wordt aangenomen. Voordat hij Computer Sciences ging studeren aan Princeton was hij voornamelijk geïnteresseerd in kunst en mensen. Tijdens zijn reizen maakte hij tekeningen en schilderingen van de mensen en hun cultuur. Toen hij voor Computer Sciences koos zag hij het opkomende medium Internet en de computer als instrumenten om kunst mee te maken. In feite heeft hij in strikte zin nooit het 'ontwerpvak' geleerd, maar beheerst hij een instrument waar hij zich in kan uit drukken. Voor de meeste projecten werkt hij alleen. Dit kan omdat hij de programmeertaal, ook al is dit niet zijn inspiratiebron zoals voor de meeste van zijn medestudenten destijds, beheerst en dienend kan laten zijn aan het concept achter zijn projecten. Wat is de 'Jonathan' manier om een probleem of onderwerp te benaderen?

We Feel Fine Sinds August 2005, Verzameld We Feel Fine menselijke gevoelens van een groot aantal weblogs. Om de zoveel minuten, scant het systeem de meest recente berichten op blogs op de zinsnede “I feel” en “I am feeling”. Wanneer zo’n zin gevonden wordt, wordt de hele zin tot de punt geregistreerd, en wordt het gevoel geidentificeerd (bijvoorbeeld. Sad, happy, depressed, etc.). Omdat blogs vaak op een standard manier gestructureerd zijn, kunnen ook de leeftijd, geslacht, geografische locatie van de auteur vaak achterhaald worden. Al deze informatie wordt opgeslagen. Op die manier ontstaat een database van gevoelens. Hoe doet eruitziet en werkt moet je zelf bekijken op wefeelfine.org

Ik begin altijd met een vraag. Bijvoorbeeld bij I Feel Fine was de vraag "Hoe voelt de wereld zich?". Het hele project ontwikkeld zich vervolgens rond het beatwoorden van die vraag. Ik ben echter niet geïnteresseerd in wat mijn eigen antwoord is op de vraag, waarom zou mijn antwoord belangrijker zijn dan iemand anders zijn antwoord zijn? Dus kijk ik hoe ik aan de hand van de sporen die ander mensen op het Internet achterlaten tot een uitkomst kan komen. Vervolgens is het een redelijk technisch bedoeling met al het programeren. Wat hierin een sleutelrol speelt is de formulering van een zogenaamde 'lens', waarmee de informatie uit het Internet wordt gefiltert, zodat ik alleen een verzameling antwoorden overhou. Pas dan komt het moment waarop ik me bezig ga houden met hoe de data gerepresenteerd moet worden. Dat is een heel lineair proces, is het proces altijd zo hiërarchisch? Natuurlijk ben je soms met dingen tegelijk bezig en heeft het een invloed op het andere. Maar dit is wel altijd het proces wat ik doorloop. Maar je hebt soms vast wel eens een visueel idee over hoe de informatie gerepresenteerd moet worden en hoe de interface er dan uit ziet, terwijl je nog helemaal aan begin van je proces bent en nog met de fundamentele vraagstelling speelt.


Nee dat probeer ik ten alle tijden te vermijden. Als je dat wel doet loop je een groot risico dat je keuzes maakt gebaseerd op stijl overwegingen in plaats van het zo goed mogelijk de vraag proberen uit te werken en te beantwoorden. Als de programmatuur en algoritmes eenmaal de data droog aanleveren, begint het vormgevingproces pas. Hoe gaat dat in zijn werk informatie vormgeven? Je moet verliefd worden op de data. Je moet de informatie, voelen, kneden en masseren, en je gaat gewoon kijken wat 'werkt'. Eigenlijk vraagt de informatie ook om op een bepaalde manier gepresenteerd te worden. De informatie verteld je wel hoe ze eruit wil zien in een zekere zin. Bij We feel fine, toen de eerst zinssnedes te voorschijn kwamen uit het zoekalgoritme was het resultaat al zo poëtisch, die zinnen hadden onge-edit op het notepad al zoveel zeggingskracht! De data moet gehumaniseerd worden, het moet duidelijk worden dat achter elk snippertje gegevens een mens zit. Maar informatie vormgeven is geen onschuldige bezigheid, net als een historicus geschiedsvervalsing kan plegen door niet te liegen maar bepaalde gegevens wel te presenteren en andere niet. Dat is ook vaak de kritiek die ik krijg, maar dat is niet zozeer over de vormgeving van de informatie als wel over de keuze van mijn bronnen, zoals bij het 10x10, worden de newsfeeds van Reuters, New York Times en CNN gebruikt dus dan is de informatie dus Westers gekleurd. Die kritiek onderschrijf ik wel, maar ik zie mijn werk meer als de demonstratie van een principe dan een poging een zo gebalanceerd mogelijk beeld te geven. 10x10 ('ten by ten') is een interactieve verkenning van woorden en beelden die onze tijd definieeren. Het resultaat is een vaak roerende, soms schokkende of frivool maar altijd een passende ‘snapshot’ van de wereld. Elk uur, verzamelt 10x10, 100 woorden en beelden die wereldwijd op dat moment het belangrijkst zijn en presenteerd dit als een beeld die dat moment in de tijd omvat. tenbyten.org

Daarnaast zijn alle je projecten ook nog eens in het Engels en hebben veel mensen geen toegang tot het Internet. Daardoor blijft een groot deel van de wereldbevolking buiten beeld. Dat is zeker waar, en dat is zeker ook altijd een van de problemen waar ik mee worstel. Maar hier gelden voor mij twee dingen, ik begin een project en ga door naar de volgende. Ik heb een redelijke korte aandachtspanne, dus het is aan mij niet besteed om te werken aan een zo rechtvaardig mogelijk systeem waar iedereen zich goed in gerepresenteerd voelt, dat soort projecten duren mensenlevens. Gelukkig zijn er mensen die dit doen en hierin hun missie zien. Ik demonstreer een techniek, rond een project af, leer er van en op basis daarvan begin ik weer met een nieuw project. Daarnaast zie ik dat het internet zich ontwikkelt op een manier dat het een het steeds wijdverbreider en toegankelijker medium wordt. Met dat perspectief werk ik ook. Voor een tentoonstelling in Centre Pompidou (Fabrica, Les Yeux Ouverts), heb ik nog twee versies van 10x10 erbij gemaakt dus nu heb je 10x10 West, Middle East en Far East. Op de dag dat Noord-Korea een raketproef deed stonden bij West en Far East de media er bol van. Bij Middle East was er niks over. Blijkbaar hadden ze in het Middenoosten belangrijkere zaken aan hun hoofd. Wat je doet valt eigenlijk moeilijk te categoriseren. Hoe noem je jezelf eigenlijk? Ja dat is een moeilijke vraag. Ik ben niet echt een programmeur, ben ook niet direct een ontwerper of ingenieur. De laatste kwalificatie die ik recent hoorde kon ik me echter goed in vinden, namelijk verhalenverteller. Mijn projecten vertellen verhalen, de verhalen van mensen, 'onze' verhalen. Het vertellen van verhalen is heel belangrijk om elkaar te begrijpen. Dat is vooral nu denk ik een groot probleem, omdat de wereld geglobaliseerd is en iedereen ineens met iedereen te maken heeft is het belangrijk om elkaar te begrijpen. Ik denk dat de meeste problemen op de wereld vandaag voortkomen uit misvattingen.


Web 2.0 De term Web 2.0 verwijst naar wat sommigen zien als de tweede fase in de ontwikkeling van het World Wide Web. Het gaat over de verandering van een verzameling websites naar een volledig platform voor interactieve webapplicaties voor eindgebruikers op het World Wide Web. Volgens sommigen zullen deze uiteindelijk losstaande desktopapplicaties overbodig maken. (bron: nl.wikipedia.org, 2-42007)

Honderd jaar geleden had je niet zo snel te maken met een andere cultuur en andere ideeën, dus was die noodzaak er niet zo. Internet is hier natuurlijk een fantastisch medium voor. Heb je weleens nagedacht hoe je zou werken in een ander medium? Jazeker daar heb ik wel veel over nagedacht. Maar het is moeilijk, Internet is nog zo open en ongereguleerd dat het heel veel vrijheid bied. Dat ik de inhoud van blogs scan, herorden en op een andere manier presenteer is ongekend in andere media. Stel je eens voor dat je hetzelfde met scannen van smsjes doet. Ten eerste is het allemaal veel ingewikkelder, er zijn bedrijven in het spel en privacy regels etc, het is praktisch niet te doen. Tenslotte de websites die je bouwt passen goed in de huidige 'web 2.0' geest van het Internet. Je projecten verwerken nu vooral reeds bestaande data. Heb je ook ideeën om hier op een actievere manier een rol in te spelen? Jazeker! Dit is eigenlijk het volgende project waar ik me op stort. Namelijk de 'ultimate stroytelling tool' ontwikkelen. Binnen het web 2.0 fenomeen zijn nu allerlei websites die hier iets mee doen, maar dat is allemaal zo versnipperd. Met Flickr zet je foto's online, op MySpace heb je een profiel en vrienden en op een blog schrijf je een stukje. Eigenlijk werkt het nog niet als echt middel om verhalen te vertellen. Maar dit heeft ook met de aard van het Internet te maken. De dynamiek van een 'face to face' gesprek waar allerelei lagen in zitten is zo diep. Je hebt intonatie, lichaamstaal, een 'slip of the tongue' een leugentje om bestwil. Op Internet zijn mensen al een stuk bewuster hiermee bezig, maar er zijn nog steeds lagen, iemand z’n blog lezen of direct een vraag stellen is al zoiets. Bij een vraag gaan mensen veel directer overwegingen maken. Als je vraagt 'waar hou je van?' , dan wordt er overwogen 'wat is normaal of van te houden?', hoe komt het over als ik van dit of dat hou?, 'wat zou men er van zeggen als ik hier van hou?'. Dit soort elementen maken het vertellen van verhalen veel interessanter.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.