1
Een rijm in mijn oor
1 Lees op vaste momenten van de dag een gedicht meerdere malen voor. Breng variatie aan in het voorlezen: soms snel, soms langzaam, soms vlak of juist met stembuigingen, soms zonder en soms met veel mimiek. Let op de reacties van de kinderen. Leest u een gedicht voor de derde keer voor, wacht dan met het lezen van bepaalde woorden, zodat de kinderen ze zelf in kunnen vullen. 2 Het ene gedicht mag er zijn zonder nabespreken, het ander lokt een extra activiteit uit. Hieronder een aantal suggesties bij bepaalde gedichten: - “wat vies!” (p. 6): praten over morsen, kliederen, kleuren. - “op reis met de boot” (p. 10): bootjes vouwen, deinen op zee, wat betekent S.O.S. en ken je nog andere codes? - “pijn is rood” (p. 10): wat is pijn? Wat doet wel eens pijn? Waar? Hoe gaat het weg? - “van daan en roos” (p. 12): bloemen in de tuin, bloemen in een vaas, wat zijn de verschillen? - “kijk maar goed” (p. 16): vogeltjes kijken in boeken en buiten. - “ik wou...” (p. 18): het linker gedicht uit het hoofd leren, mama verrassen en bij de laatste regel omhelzen. - “tijd!” (p. 24): klokkijken - “uit” (p. 26): uit het hoofd leren om 's avonds na het voorlezen op te zeggen.
Werken met kinderboeken ■ BOEKIDEE ■
Riet Wille (tekst) en Geert Vervaeke (illustraties) A/ Vanaf 4 jaar (De Eenhoorn, € 12,50, ISBN 90-5838-182-X) Trefwoorden: gedichten, rijm, klank, herhaling Toepassingen: voorlezen, woorden invullen, gebaren, luister- en kijkoefeningen, spel Lessuggesties: Mariet Lems
3
Suggesties:
Groep 1-3
2
Bundel met twintig grappige, korte, voor kleine kinderen herkenbare, gedichten. Ze blinken uit in klank, ritme en herhaling. Er zijn stapel-, raadselen vormgedichten. Rijmende en niet rijmende.
3 Het thema van de Vlaamse Jeugdboekenweek is “horen en zien”. Oefening in beter kijken: Verzamel kokers van keukenrollen. Laat ze door de kinderen beschilderen/beplakken. Op het sein van de leerkracht kijken alle kinderen om de beurt een kant op door hun kijker. Vraag het kind precies te benoemen wat gezien wordt, het mag niet raden wat het is. Bijvoorbeeld, bij het zien van een stukje deur: blauw met een wit vlekje. Of: een rechte lijn met een stukje wit links en een stukje blauw rechts. Oefening in luisteren: Verzamel geluiden en voorwerpen waarmee u die geluiden kunt maken. Laat deze niet aan de kinderen zien. Vraag de kinderen hun ogen te sluiten en maak een geluid. Laat ze het geluid raden. 4 Aansluitend bij het thema van de Vlaamse Jeugdboekenweek: welke dingen kun je zien en niet horen? Welke dingen kun je horen, maar niet zien? Te gebruiken bij deze suggestie: Nou hoor je het eens van een ander/ Kees Fens (Querido, 1984).
■
LEESGOED
■
2004 ■ nummer 1 ■ 21
Uit: Leesgoed, katern Boekidee (2004, nr 1). Boekidee is een katern met praktische tips in het hart van het tijdschrift Leesgoed. Leesgoed verschijnt 8 x per jaar en is een uitgave van Biblion Uitgeverij, zie http://www.nbdbiblion.nl.