lestip : ‘vis, vis, ver se vis’ Principe : ‘Bib en school gaan hand in hand’
hier het belangrijkste, terwijl de betekenis van onder-
Principe : ‘Van lezen ga je doen’
geschikt belang is. Je kunt de leerlingen, in groepjes van twee, zelf gedichtjes laten schrijven waarin rijmen belan-
Vis, vis, verse vis, uit: Wie heeft de wolken gemolken?
grijker is dan de inhoud. Deze nonsensgedichtjes schrijf je
Wim Vromant, Dorus Brekelmans
op grote bladen en hang je aan de muur in de klas.
De Eenhoorn, . Na het lezen Over de auteur
Met deze dichtbundel in de hand kun je ook naar de bib
Wim Vromant () is leraar. Hij beschrijft in zijn
gaan. Daar laat je de kinderen op zoek gaan naar andere
boeken herkenbare scènes uit het kinderleven: het
dichtbundels. Ze merken dat in de meeste bibs de dicht-
schoolleven, relaties met ouders en andere mensen uit de
bundels apart gerangschikt zijn. Laat ze de gedichten met
omgeving, problemen bij het opgroeien. Ander werk: Het
elkaar vergelijken. Ze merken dat er gedichten zijn waar
lachje van de Sint met Tine Vercruysse en
er veel belang gehecht wordt aan de inhoud, en andere
Dora-Nora en de maan met Dorus Brekelmans..
waar het rijmen of het ritme belangrijker zijn. Bekijk tijdens dit bezoek aan de bib ook de andere
Over de illustrator
boeken en genres. Je kunt de leerlingen laten opzoeken
Dorus Brekelmans () volgde de opleiding toegepaste
hoe boeken gerangschikt worden in de bib, hoe je boeken
grafiek aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen
kunt opzoeken. Laat ze uitzoeken hoe ze te werk moeten
en debuteerde met illustraties voor het verhaal Reuze van
gaan als ze nog andere gedichten en boeken over, bijvoor-
Gregie de Maeyer.Tekenen en schilderen, figuren verzin-
beeld, vissen moeten opzoeken.
nen, dingen, situaties… waren een hobby; nu is het zijn werk. Hij illustreerde onder meer Mijn naam is Hendrik Simoen van Luc Simoen. Over het gedicht Het ritme in dit gedicht herinnert je ongetwijfeld aan het versje uit lang vervlogen tijd ‘Vis, vis, verse vis / die vannacht gevangen is.’ Werken met het gedicht Voor het lezen Laat de kinderen op zoek gaan naar spring- en hinkelrijmpjes. Zij kunnen er vragen aan hun ouders en/of grootouders. Ook in enkele dichtbundels komen deze rijmpjes aan bod. Laat ze de rijmpjes voorlezen en daarna nog eens lezen, terwijl andere leerlingen op het ritme springen. Lees zelf een ander gedicht voor waar niet zoveel ritme inzit. De leerlingen zullen merken dat ze nu niet zo gemakkelijk op het ritme kunnen springen of bewegen. Bij het lezen Het gedicht wordt enkele keren voorgelezen.Vestig de aandacht op het absurde van de tekst. Het rijmen wordt
hier het belangrijkste, terwijl de betekenis van ondergeschikt belang is. Je kunt de leerlingen, in groepjes van twee, zelf gedichtjes laten schrijven waarin rijmen belangrijker is dan de inhoud. Deze nonsensgedichtjes schrijf je op grote bladen en hang je aan de muur in de klas. Na het lezen Met deze dichtbundel in de hand kun je ook naar de bib gaan. Daar laat je de kinderen op zoek gaan naar andere dichtbundels. Ze merken dat in de meeste bibs de dichtbundels apart gerangschikt zijn. Laat ze de gedichten met elkaar vergelijken. Ze merken dat er gedichten zijn waar er veel belang gehecht wordt aan de inhoud, en andere waar het rijmen of het ritme belangrijker zijn. Bekijk tijdens dit bezoek aan de bib ook de andere boeken en genres. Je kunt de leerlingen laten opzoeken hoe boeken gerangschikt worden in de bib, hoe je boeken kunt opzoeken. Laat ze uitzoeken hoe ze te werk moeten gaan als ze nog andere gedichten en boeken over, bijvoorbeeld, vissen moeten opzoeken.