"Mijn meester, ach neemt mijn bede aan,' schrijft een vrijgemaakte zwarte vrouw, Dédé, in 1795 vanuit Suriname aan haar voormalige meester in Holland. Deze brief, die nooit op zijn bestemming aankwam en pas in 1980 in de National Archives in Londen werd teruggevonden, ligt aan de basis van een bijzonder verhaal.
Voor de roman De smeekbede deed Lianne Damen diepgravend historisch onderzoek om te achterhalen waarom deze oude vrouw zich met een roep om hulp uitgerekend wendt tot de man die haar jarenlang in eigendom had. Damen ontrafelt het leven van de vrouw en legt het schrijnende contrast bloot tussen het leven van een in slavernij geboren zwarte vrouw en dat van haar meester, een Utrechtse jurist die zijn gezin achterliet om in Suriname fortuin te maken.
De smeekbede is een met veel verbeeldingskracht geschreven, aangrijpende historische roman.