ik voel me in de hele wereld thuis Brieven
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 1
14-4-2020 13:56:30
Rosa Luxemburg
Ik voel me in de hele wereld thuis Brieven Met een nawoord van Joke J. Hermsen
Uitgeverij Van Oorschot Amsterdam
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 3
14-4-2020 13:56:30
Rosa Luxemburg rond 1893
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 4
14-4-2020 13:56:30
Aan Karl en Luise Kautsky, [juni 1896] Zeer geachte redactie, Uw briefkaart heb ik vrijdag, mijn manuscript zaterdag in de vroegte ontvangen. Vandaag, zondag, stuur ik u het laatste terug.* Ik werd door de discussie in de Neue Zeit voor twee problemen geplaatst: ofwel de praktische kant van de Poolse beweging ten aanzien van het sociaalpatriottisme ofwel haar theoretische kant te belichten en aldus naar beste kunnen ook mijnerzijds een bijdrage tot de oplossing van de Poolse kwestie te leveren. Door de schrapping van het theoretische deel in mijn eerste artikel en mede door het antwoord van Häcker, werd de discussie uitsluitend naar het niveau van praktische futiliteiten omlaag gebracht. Ik heb daaraan weinig schuld en heb mij tegen mijn zin – gelet op de kleine ruimte die u mij heeft toegestaan – gedwongen gezien voor ogen te houden dat het er alleen om ging de praktische kant van het probleem tot het einde toe uit te vechten. Alle krenkende passages die in mijn antwoord voorkomen slaan uitsluitend op principiële zijsprongen van mijn tegenstanders en zeker niet op hun personen, zoals dat in het betoog van Häcker ten aanzien van mijn persoon het geval is. Ook heb ik niet de interne verhoudingen van de Poolse beweging op de pagina’s van de Neue Zeit aan de openbaarheid prijsgegeven – mijn eerste artikel repte immers met geen woord daarover. Integendeel, met verwondering heb ik gezien hoe Häcker in zijn artikel deze kant van de zaak breeduit heeft besproken. * Een asterisk in de tekst verwijst naar de aantekeningen op pagina 177 e.v.
5
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 5
14-4-2020 13:56:30
Ik geloof dus dat u mij groot onrecht doet wanneer u al deze resultaten van de discussie op mijn conto schrijft. Mijn oorspronkelijk antwoord heeft in de huidige redactie voor het Duitse publiek – naar ik geloof – vrijwel geen waarde. Iets van belang in praktische of theoretische zin staat er niet in. Om aan uw wens dus tegemoet te komen en het antwoord een internationale, algemene betekenis te geven, heb ik een werk van grotere omvang, waaraan ik juist voor een Frans tijdschrift bezig was, op vier pagina’s van de Neue Zeit eraan toegevoegd. Het gehele vroegere antwoord aan Häcker heb ik slechts op één bladzijde, mijn persoonlijk antwoord evenwel slechts in een kleine voetnoot samengeperst en van het oude artikel alleen de bladzijden over de resolutie – zoals ze waren. Ik heb het artikel in de huidige redactie aan elkaar gevoegd en rood genummerd. Het is altijd nog kleiner dan het betoog van Häcker. Ik hoop dat u er tevreden over bent en dat u het in zijn huidige gedaante niet een of twee pagina’s van de Neue Zeit boven uw oorspronkelijke bedoeling zult onthouden. Zou dat echter niet het geval zijn, dan verzoek ik u eenvoudig de eerste twee pagina’s tegen Häcker weg te laten, het artikel de titel Over de Poolse kwestie te geven en daaronder de woorden ‘in plaats van antwoord’ tussen haakjes te zetten, zo nodig ook alle voetnoten met de statistische gegevens te schrappen. De voetnoten met het persoonlijke antwoord verzoek ik u vriendelijk vervolgens op een geschikte plaats te willen onderbrengen. Ik heb dit artikel in allerijl geschreven, de Duitse taal is daardoor waarschijnlijk te kort gekomen. Daarom verzoek ik u beleefd de verbeteringen daarin voor uw rekening te nemen – zo nodig zonder ook maar mijn auteursrechten in aanmerking te nemen. Ik voeg in elk geval het artikel met de door u aangebrachte doorhalingen bij. Mocht u daaraan, tegen alle verwachting in, de voorkeur geven boven het huidige, dan moet ik me natuurlijk, zij het ook met spijt, daarmee akkoord verklaren om niet helemaal van een antwoord af te zien. Hoe dan ook, de beide 6
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 6
14-4-2020 13:56:30
artikelen stel ik volledig te uwer beschikking en laat het aan u over alle doorhalingen en combinaties, die u noodzakelijk acht, te verrichten. Uw spoedig antwoord tegemoetziende, met de meeste hoogachting, R. Luxemburg PS Indien u mijn artikel in zijn huidige redactie accepteert, dan moet ik u nog met het verzoek lastigvallen om op pagina drie (rood) de eerste zin (tussen rode haken) te schrappen en daarvoor in de plaats de zin, die daarnaast op een strook papier is geschreven, op te nemen. Verder ook de voorlaatste zin op pagina zes (rood), tussen rode haken, eenvoudig te schrappen. De ontbrekende aanduidingen van de pagina’s van de door mij geciteerde werken in de voetnoot van pagina acht zal ik morgen nasturen. Ik heb ze op het ogenblik niet bij de hand en citeer uit mijn notitieboek. Ik zou u zeer dankbaar zijn wanneer ik een drukproef zou kunnen krijgen.
Aan Robert Seidel, [Berlijn], 23 juni 1898 Beste vriend! Wat een ellende! Ik heb zin om met je te babbelen en nu heb ik nog geen velletje postpapier. Je zult het hiermee moeten doen. Het is ’s avonds laat, ik zit in mijn schommelstoel aan het bureau waar een lamp op staat met een grote rode lampenkap die ik zelf heb gemaakt en ik lees Börne. De balkondeur voor mij staat open en een frisse wind waait naar binnen – nu en dan felle bliksems, we krijgen onweer. (God vergeve me dit slechte poëtische proza!) Wat is eenzaamheid soms toch prettig! Stel je voor: in de grote stad Berlijn met zijn tweeënhalf miljoen inwoners geen enkele vriend. Bij die gedachte voel ik mij op dit moment zo prettig dat een glimlach behaaglijk om mijn lippen speelt. Ik 7
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 7
14-4-2020 13:56:30
Robert Seidel
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 8
14-4-2020 13:56:30
weet niet of ik van het slechte soort ben dat al te makkelijk de sfeer van de omgeving in zich opzuigt, maar ik kan mij geen dag in het mensengewoel begeven zonder minstens een trede onder mijn eigenlijke geestelijke niveau te gaan staan. En dat heeft eigenlijk niet eens te maken met de mensen met wie ik omga, het is de omgang zelf, het contact met de buitenwereld, die als het ware de kanten en scherpe lijnen van mijn ik afschuurt en uitwist – al is dat natuurlijk maar tijdelijk. Eén dag eenzaamheid is genoeg om mezelf te hervinden, maar ik krijg daarbij altijd het bittere en rouwige gevoel dat ik een stukje van mezelf verloren heb, alsof ik mezelf heb verlaagd. Op zulke ogenblikken heb ik telkens de behoefte om me met planken volledig van de buitenwereld af te sluiten. Op straat loopt er net een jongen voorbij die een straatdeuntje fluit – het is al een belediging als andermans schelle tonen met geweld mijn oren binnendringen en mijn rust verstoren. Misschien verbaast het je dat ik die oude Börne lees; zelf heb ik eigenlijk nog nooit een Duitser ontmoet die hem nog zou willen lezen. Op mij heeft hij altijd een krachtige uitwerking en hij maakt altijd frisse gedachten en opgewekte gevoelens bij mij los. Weet je wat mij momenteel niet met rust laat? Ik ben ontevreden met de manier waarop binnen de partij de meeste artikelen worden geschreven. Het is allemaal zo conventioneel, zo houterig, zo clichématig. De woorden van iemand als Börne klinken tegenwoordig alsof ze uit een andere wereld komen. Ik weet het – de wereld ís ook veranderd, en andere tijden verlangen andere liederen. Maar juist die ‘liederen’, dat geschrijfsel van ons, zijn meestal geen liederen, maar een duf en toonloos gezoem als het geluid van een machinewiel. Dat komt volgens mij doordat ze tijdens het schrijven bijna altijd vergeten dieper in zichzelf te graven en de hele betekenis en waarheid van het geschrevene te ervaren. Ik geloof dat je elke keer, elke dag, bij elk artikel weer de kwestie moet doorleven en doorvoelen; dan zul je voor de oude vertrouwde kwestie nieuwe woorden vinden die van hart tot hart spreken. Maar men is zozeer gewend geraakt aan een of an9
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 9
14-4-2020 13:56:31
dere waarheid dat de diepste en grootste dingen als een onzevader worden opgedreund. Ik neem mij bij het schrijven voor om nooit te vergeten mij telkens weer te bezielen en in mijzelf af te dalen. Juist daarom lees ik zo nu en dan die oude Börne, hij herinnert mij getrouw aan mijn eed. Die arme Fredi [Seidel]! Sinds jaar en dag heb ik een groot zwak voor iedereen die geen talent bezit om het praktische leven naar z’n hand te zetten, om geld te verdienen etc. (Misschien omdat ik er zelf geen snars van begrijp.) Ik verdenk ze er altijd van dat ze of iets weg hebben van een kunstenaar of in ieder geval van een heel goed mens. Voor jou is dat natuurlijk een schrale troost, dat begrijp ik. – Ik verwacht nog enkele regels van Mathilde [Seidel]; is ze nog in Gugi? Nog één ding mijnerzijds: Berlijn en Pruisen kan ik niet uitstaan en zal ik nooit kunnen uitstaan. Een hartelijke handdruk. Je Ruscha
Aan Luise Kautsky, Zürich, im Schloszli am Zürichberg, 3 juli 1899 Waarde partijgenote! Mijn hartelijke dank voor de teruggezonden drukwerken. Het bericht van uw voorspoedige terugkeer en de goede vooruitzichten die u heeft meegebracht, hebben mij oprecht verheugd. Kameraad Kautsky heeft zijn vakantie werkelijk verdiend. Het Agrarisch probleem alleen al was een reusachtig stuk werk en dan kwam daar nog het bakkeleien met de Bernsteinaanhang bij! Maar over ‘Russen’ heeft Bernstein zich ten onrechte beklaagd: er komen hem juist uit Rusland allerlei gelijkgezinden te hulp. Mij heeft Schönlank opeens zojuist met twee Russische Marxdoders alias ‘nieuwe leiders’ opgescheept. Een zwaarlijvige mijnheer Slonimski, die in Rusland sinds lang zijn levenson10
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 10
14-4-2020 13:56:31
derhoud uit de tegenstellingen tussen het derde en eerste deel van Das Kapital put en een vreselijk geleerde mijnheer Simkhovitsch, die zojuist in Conrads Jaarboeken Marx vernietigd, begraven en uitgeluid heeft en over hem tekeergegaan is. Dat alles moet ik, ‘vrije Poolse’, bespreken! Tot troost en tot opbeuring krijg ik zojuist het nieuwste van Jaurès, L’Action socialiste, dat me met al de frisheid, die hem eigen is, toewenkt. Het beste is toch in de vakantie – het absolute nietsdoen. Alleen heb ik nooit de wilskracht me daar volledig aan over te geven. Ik wens u aangename ontspanning en mij – een spoedig weerzien met U. Met hartelijke groeten, uw Rosa Luxemburg Klara [Zetkin] hoop ik over ongeveer twee weken (op de terugweg) te zien.
Aan Karl en Luise Kautsky, Friedenau, 13 juli 1900, naar Sellin op Rügen [...] Mij dunkt, aan zee moet het meest overweldigende gevoel wel zijn – dat van de eigen nietigheid en wel vergeleken bij het eeuwige, onveranderlijke, verheven onverschillige van de zee. Ik had dit gevoel bij de aanblik van de waterval in de Rijn in Zwitserland. Zijn onophoudelijk lawaai, dat niet één seconde stil staat, dag en nacht voortduurt, eeuwen overleeft, vervulde mij met een huiveringwekkend, vernietigend gevoel. Ik ging volkomen verpletterd naar huis en iedere keer, ook nu als ik voorbijrijd en uit het raampje van de treincoupé het verschrikkelijke schouwspel, het spattende schuim, de witte kokende waterhel zie en het oorverdovende lawaai hoor, krimpt mijn hart tezamen en in mij zegt iets: daar is de vijand. Verbaast u dat? De werkelijke vijand echter is de menselijke ijdelheid, die anders een zekere dunk van zichzelf heeft en zo plotseling tot niets ineenschrom11
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 11
14-4-2020 13:56:31
pelt. Een soortgelijke uitwerking heeft overigens een wereldbeschouwing, die ten aanzien van alle gebeurtenissen opmerkt, zoals Ben Akiba: ‘het was altijd zo’, ‘het zal allemaal vanzelf gaan’ en dergelijke, en waarbij de mens met zijn willen, kunnen en weten zo overbodig schijnt... Om die reden haat ik zulk een filosofie, mon cher Charlemagne, en blijf erbij dat men zich liever in de waterval moet storten en daarin als een notendop moet ondergaan, dan hem met wijs hoofdgeknik moet laten voortbruisen, zoals hij ten tijde van onze oervader Tijd gebruist heeft en na ons bruisen zal. – Lieve Lulu, uw reseda en anjers bloeien nog en geuren ‘zo heerlijk als op de eerste dag’. Ik groet u allen hartelijk, ook de kinderen en het ganzenmeisje.* Uw Rosa PS In de laatste aflevering van de Sozialistische Monatshefte staan drie artikelen over het vakbondsprobleem: Legien, Bernstein en Wetzker. Heeft u die of moet ik die sturen? De brief van M. ontvang ik graag terug.
Aan Karl en Luise Kautsky, [ongedateerd; blijkens de inhoud uit Friedenau, omstreeks 9 augustus 1900] [...] De dood van de oude heeft mij diep geschokt.* Nu valt al het kleine in het niet en zie ik slechts de – hoe men er ook over mag denken – grootse, krachtige figuur van de oude. Ach kinderen, het begint bij ons te brokkelen! Het morele verlies, dat de dood van L. voor ons met zich meebrengt, is groter dan jullie op het eerste ogenblik misschien denken. De ouden overlijden de een na de ander, en wat overblijft – God zij ons genadig! Toen ik onlangs bij de Vorwärts was (ik heb jullie daarover geschreven), heeft de oude mij bij het afscheid plotseling toegefluisterd: ‘Voor u zal ik altijd alles doen wat ik kan. Ik had u immers in alle ernst als redacteur voorgesteld en ik zou blij zijn geweest u te 12
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 12
14-4-2020 13:56:31
hebben. Maar als u iets te fulmineren heeft, geeft u het me dan voor de Vorwärts. Het heeft daarin immers meer effect dan in de Leipziger Volkszeitung.’ Ik zegde het hem toe en tot slot vroeg hij mij nog hartelijk bij hem te komen, hij en zijn vrouw zouden zich er zeer over verheugen. Het is een kleinigheid maar het doet me goed van hem in vrede afscheid te hebben genomen. Wij spraken met hem en Singer ook over de problemen van de landdag in Mainz. Daarover mondeling. Wie komt nu in de Vorwärts? Ik denk dat Mehring er toch het meest voor in aanmerking komt! Wie het ook zijn zal, de wisseling zal van zeer veel betekenis zijn! De arme oude, hij is toch nog net op de juiste tijd voor zijn roem gestorven. [...] Ik kus jullie met heel mijn hart. Schrijf wanneer jullie aankomen, ik wacht jullie op. Jullie Rosa
Aan Karl Kautsky, [Friedenau,] 3 oktober 1901 Beste Karl! Vanzelfsprekend zie ik af van de publicatie van mijn verklaring in de Neue Zeit. Sta me nog toe daaraan enige woorden ter verklaring toe te voegen.* Als ik zou behoren tot degenen die hun eigen rechten en belangen tot elke prijs handhaven – en zij zijn legio in onze partij of beter: zo zijn ze allemaal bij ons – dan zou ik vanzelfsprekend op publicatie blijven staan. Want je geeft immers zelf toe dat je als redacteur tegenover mij in deze aangelegenheid verplichtingen hebt. Maar terwijl je deze verplichting toegeeft, zet je me gelijktijdig het pistool van vriendschappelijke vermaningen en verzoeken op de borst, dat ik van jouw verplichtingen en van mijn recht 13
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 13
14-4-2020 13:56:31
geen gebruik zal maken. Welnu, het stuit mij tegen de borst mijn recht te handhaven, wanneer men mij dat onder zo’n steunen en klappertanden wil toestaan, wanneer men mij direct niet alleen bij elk woord van verweer in de armen valt, zodat ik mij aldus zal ‘verdedigen’, maar mij nog na dat alles op alle mogelijke manieren tracht over te halen om van mijn recht afstand te doen. Je hebt bereikt wat je wilde – ik ontsla je in dit geval van je verplichting tegenover mij. Maar je begaat naar alle waarschijnlijkheid bovendien nog de vergissing dat je in alle ernst gelooft in dit geval slechts uit vriendschap en in mijn belang zo te hebben gehandeld. Sta mij toe dit zelfbedrog bij jou te verstoren. Als vriend had je mij ongeveer het volgende moeten zeggen: ‘Ik raad je onvoorwaardelijk en tot elke prijs aan ter bescherming van je eer als schrijfster in het geweer te komen. Want grote schrijvers en mannen met een gedurende tientallen jaren beproefde faam als Marx en Engels, schreven hele brochures, voerden een hele pennenstrijd wanneer de een of ander hun de kleinste “vervalsing” durfde verwijten. Des te meer moet je in zo’n geval niets over je kant laten gaan, omdat je een jonge en zeer omstreden schrijfster bent.’ Zo zou je zeker als vriend hebben moeten spreken. De vriend liet zich echter volledig door de redacteur overheersen en die wil sinds het congres in elk geval maar één ding: hij wil zijn rust hebben. Hij wil laten zien dat de Neue Zeit na het gekregen pak slaag zoet geworden is en zich koest houdt. En daarom mag ook een goed recht van de medewerker van de Neue Zeit op de handhaving van zijn gewichtigste belangen, zijn recht op verdediging tegen openlijke laster opgeofferd worden. Mag ook iemand die voor de Neue Zeit – niet het minst en niet het slechtst – werkt, de openlijke beschuldiging van vervalsing slikken, opdat slechts ‘in allen Wipfeln Ruh’ heerst. Zo staat de zaak, mijn vriend! En nu met hartelijke groet, Rosa Ik zit tot over mijn oren in het werk, moet daarom schrijven en kan dat pas op dit ogenblik. 14
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 14
14-4-2020 13:56:31
Karl Kautsky.
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 15
14-4-2020 13:56:31
Aan Luise Kautsky, Zwickau, [september 1904] Liefste! Veel dank voor de foto van Karl met de aardige opdracht! Het portret is prachtig: het eerste werkelijk goede portret van hem dat ik zie. Ogen, gelaatsuitdrukking – alles voortreffelijk. (Alleen die das, die das met de wemelende noppen, die de blik compleet fascineren! Zo’n das is een reden tot echtscheiding. Ja, ja die vrouwen – bij de verhevenste geest merken zij voor alles de dassen op...) Ik geniet echt van de foto. Gisteren kwam de brief van grootmoeder, ze schrijft lieve dingen om mij op te vrolijken, maar kan haar eigen depressie niet verhullen. Doe haar de hartelijke groeten van me, hopelijk is ze weer goed te pas. Hier hebben we in ieder geval prachtig weer. Het lijkt er echter op dat de wereld uit zijn voegen springt zodra ik weg ben. Is het waar wat ik in het Tageblatt lees? Is Franziskus [Mehring] afgetreden?! Maar dat zou een debacle zijn – een overwinning voor de gehele vijfde stand! Was het niet mogelijk hem van die stap te weerhouden? Het heeft me flink aangegrepen en terneergedrukt. En daar komt nog bij dat jij er niet op ingaat, jij verschrikkelijke! – Nu is het avond en een teer briesje waait van boven door mijn vensterluik de cel in, beweegt zachtjes mijn groene lampenkap en bladert voorzichtig in de opengeslagen Schiller. Buiten wordt langs de gevangenis een paard langzaam naar huis geleid en zijn hoeven slaan rustig en ritmisch in de nachtelijke stilte op het plaveisel. Uit de verte komen nauwelijks hoorbaar de grillige klanken van een mondharmonica waarop de een of andere schoenmakersjongen voorbij slenterend een wals ‘blaast’. Er zoemt me een strofe door het hoofd die ik onlangs ergens gelezen heb: ‘Ingebed tussen boomtoppen / ligt jouw kleine stille gaarde / waar de rozen en de anjers zich lang voor jouw lief bewaarden / ingebed tussen boomtoppen / ligt jouw kleine gaarde’.* Ik begrijp de betekenis van deze woorden helemaal niet. Weet ook niet of ze wel een betekenis hebben, maar ze wie16
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 16
14-4-2020 13:56:31
gen mij samen met het windje, dat me liefkozend over het haar strijkt, in een vreemde stemming. Dit briesje, verraderlijk als het is, lokt me alweer mee naar de verte – ik weet zelf niet waarheen. Het leven speelt eeuwig krijgertje met mij. Het lijkt altijd dat het niet in mij, niet daar is waar ik ben, maar ergens ver weg is. Indertijd thuis sloop ik in het vroegst van de morgen naar het venster – het was namelijk streng verboden vóór vader op te staan –, opende het zachtjes en spiedde naar buiten op de grote binnenplaats. Daar was evenwel niet veel te zien. Alles sliep nog. Een kat zwierf op zachte voetzolen over de plaats, een paar mussen vochten met brutaal gekwetter en de lange Antoni in zijn korte schapenpels, die hij zomer en winter droeg, stond bij de pomp. Beide handen en kin op de steel van zijn bezem gesteund, diepe gedachten in het nog slaperige, ongewassen gezicht. Deze Antoni was namelijk een mens met hogere neigingen. Iedere avond na het sluiten van de poort zat hij in het voorportaal op zijn slaapbank en spelde luidop bij het zwakke licht van de lantaarn de officiële ‘politieberichten’, die je als een doffe litanie in het hele huis kon horen. En daarbij werd hij slechts geleid door de zuivere belangstelling voor literatuur, want hij begreep geen woord en hield slechts van de letters als zodanig. Desondanks was hij niet gemakkelijk tevreden te stellen. En toen ik hem eens op zijn verzoek om lectuur Anfänge der Zivilisation van Lubbock gaf, dat ik juist als mijn eerste ‘serieuze’ boek met grote moeite had doorgenomen, toen retourneerde hij het na twee dagen met de verklaring dat het boek ‘niets waard’ was. Ik van mijn kant ben er pas verscheidene jaren later achter gekomen hoe Antoni het bij het rechte eind had. – Dus Antoni stond altijd eerst enige tijd in diep gepeins verzonken waaruit hij onverwachts in een schokkend, krakend, luid galmend geeuwen uitbrak en dit bevrijdend geeuwen betekende iedere keer: nu gaan we aan de slag. Ik hoor nu nog het slurpend, kletsend geluid waarmee Antoni zijn natte, scheefgedrukte bezem over de stenen bewoog en daarbij altijd esthetisch aan de rand zorgvuldig sierlijke, gelijkmatige bogen beschreef, die sa17
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 17
14-4-2020 13:56:31
men als het ware een boordsel van Brusselse kant moesten vormen. Zijn vegen was dichten. En dat was ook het mooiste ogenblik: nog vóór het saaie, lawaaiige, kloppende, hamerende leven van de grote huurkazerne ontwaakte. De gewijde stilte van het morgenuur lag over de banaliteit van de straatstenen. Boven in de vensterruiten glansde het vroege goud van de jonge zon en heel hoog dreven roze getinte wazige wolkjes, voor ze in de grauwe hemel van de grote stad vervloeiden. Toen geloofde ik vast dat het ‘leven’, het ‘echte’ leven, ergens ver is, daar ergens ver weg achter de daken. Sindsdien reis ik het na. Maar het verbergt zich altijd weer achter het een of andere dak. Was per slot van rekening alles een misdadig spel met mij en is het werkelijke leven juist daar op de binnenplaats gebleven, waar wij met Antoni de Anfänge der Zivilisation voor de eerste keer lazen? Ik omhels je hartelijk Rosetta Ik heb me erg vermaakt om de Bazelse ‘komedie’.* Wullschläger, die van Rome de zegen krijgt, en daarnaast son excellence Millerand, die lofzangen op Berlijn zingt... Hoe gaat dat oude kloosterliedje ook weer? Et pro rege et pro papa bibunt vinum sine aqua. [Zowel voor de koning als voor de paus / drinken zij wijn zonder water.] Holdrio!* Het wordt telkens weer mooier op deze wereld.
Aan Karl en Luise Kautsky, [ongedateerd, waarschijnlijk zomer 1905 uit Friedenau] Liefste Carolus! Ik stuur je hierbij het gezwam van Oeljanov (Lenin), waarvan de laatste regels jou aangaan. Ik acht het nodig dat jij een en ander met een paar woorden bij Huysmans rechtzet, die het kan doorgeven aan het Bureau. Bij gelegenheid kun je vermelden 18
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 18
14-4-2020 13:56:31
Rosa Luxemburg in gesprek met August Bebel in Amsterdam, 1904.
dat mijn artikel niet pour la dĂŠsorganisation was.* Overigens is dat niet van belang. Jou, liefste Lulu, dank ik zeer voor je brief. Ik wil jullie niet veel schrijven want de vakantierust mag niet door gewetensbezwaren verstoord worden. Alleen moet ik je dringend verzoeken me het adres te sturen van het pension waar Dieuwke Troelstra is. Dat van Fritzi is volgens Hans niet goed, dus wees zo vriendelijk en geef het andere door. Wanneer je het niet weet, geef me dan het adres van moeder Troelstra zodat ik navraag kan doen. Ik heb een ongeval in de familie gehad: Puck is van de trap gevallen en heeft een poot gebroken.* Dus: angst, arts, zwachtels, slapeloze nachten enzovoort. Nu gaat het al beter maar het dier knaagt elk ogenblik het verband kapot en zelfs de mattenklopper helpt niet. Ja, schrijft me nog wanneer jullie terugkomen. Veel kussen voor allemaal. Jullie Rosa
19
Ik voel me in heel de wereld thuis.indd 19
14-4-2020 13:56:31