5 minute read
Activiteit blijft dit jaar ongeveer stabiel, vanaf volgend jaar weer groei
De Belgische economie doet het – voorlopig toch – beter dan een half jaar geleden verwacht werd. Ook het consumentenvertrouwen is aan de beterhand. Dat is gunstig voor de bouw- en installatiebedrijven: een recessie wordt dit jaar vermeden in onze sector. Vanaf volgend jaar zijn er weer vooruitzichten op groei.
De algemene economische toestand is niet ongunstig. Er was in de afgelopen maanden heel wat minder onzekerheid in de economie dan in de periode daarvoor. In 2022 groeide de Belgische economie met een verrassende 3,1 procent. Het consumentenvertrouwen is bekomen van de scherpe val in de zomer van 2022. Het risico op een recessie of op stagflatie - een periode van hoge inflatie en lage groei – lijkt verdwenen. Het Federaal Planbureau verwacht groei in de komende jaren: 1 procent dit jaar en 1,5 procent in 2024 en 2025.
Na een zeer lichte toename dit jaar zou de werkloosheid volgens het Planbureau in 2024 weer dalen. Het beschikbare gezinsinkomen zal stijgen. De inflatie daarentegen zou dit jaar moeten zakken naar 3,9 procent. Vanaf 2025 zou ze zelfs onder de 2 procent per jaar liggen.
Een groei van de bedrijfsinvesteringen, die vorig jaar met 1,9 procent daalden, zit er dit jaar niet in. Daarop zullen we moeten wachten tot 2024. De overheidsinvesteringen zullen daarentegen wel fors toenemen, met 18 procent tegen 2024. Volgend jaar zijn er lokale verkiezingen en in de aanloop daarnaartoe stijgen de investeringen altijd. Daarnaast zijn er de relanceplannen opgesteld na de covidcrisis. Merk wel op dat deze twee fenomenen tijdelijk zijn, en vanaf 2025 hun effect beginnen te verliezen.
Woningbouw
De vraag naar nieuwbouwwoningen wordt gehinderd door de stijging van de bouwkosten, die begon in 2022. In 2023 zullen er wellicht verdere stijgingen zijn, maar dan aan een lager tempo. Ook de gestegen interesten op hypothecaire leningen zijn een hinderpaal.
Daartegenover staat dat het gezinsinkomen dit jaar toeneemt, hoofdzakelijk door de automatische loonindexatie. In reële termen ligt het gezinsinkomen in 2023 ongeveer 2,5 procent hoger dan in 2021. Ook de dalende werkloosheid zal vanaf 2024 een gunstig effect hebben op het consumentenvertrouwen.
Kwaliteitseffect
In de woningbouw was er in 2022 sprake van een paradox. Er was een daling van de verleende vergunningen met 10,5 procent. Maar volgens het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) namen de investeringen in nieuwe woningen toch toe met 1,8 procent.
Er zijn een aantal verklaringen denkbaar. Investeringen in 2022 slaan niet alleen op woningen vergund in 2022 maar ook op werken aan de talrijke woningen die in 2021 vergund werden. Maar het is onwaarschijnlijk dat de paradox hierdoor volledig verklaard wordt. Wellicht speelt er ook een kwaliteitseffect. Daarmee wordt bedoeld dat de bouw van een nieuwe woning in 2022 gemiddeld meer activiteit genereerde dan in het jaar daarvoor, bijvoorbeeld omdat het aandeel eengezinswoningen toenam of omdat er hogere eisen gesteld werden aan de energieprestaties.
8 Procent Verlies
Verwacht wordt dat het aantal vergunningen in 2023 licht zal toenemen. Maar dit zal de achteruitgang in 2022 niet kunnen goedmaken. De productie van nieuwbouwwoningen zal dit jaar dus met 8 procent achteruitgaan. Volgend jaar zou de activiteit weer moeten groeien, omdat de vraag geleidelijk zal toenemen maar ook vanwege het kwaliteitseffect dat we net bespraken. Tegen 2025 zou de activiteit hoger moeten liggen dan in 2021, ook al zal het aantal gebouwde woningen lager liggen dan in 2021.
Renovatie: 5 procent groei
De renovatie is traditioneel een segment met een eigen dynamiek. Daarbovenop komen op dit moment de relanceplannen, waarvan een aanzienlijk deel naar de energetische renovatie van gebouwen gaat. Daarnaast zijn er de herstellingen van gebouwen beschadigd door de waterramp van 2021. Tegen 2025 zou dit segment met 5 procent moeten groeien. Verreweg het grootste deel van deze groei zal plaatsvinden in 2023 en 2024. In 2025 zullen de reparaties na de waterramp voorbij zijn, en ook de piek in de relance-renovaties zal dan achter ons liggen.
Nieuwe nietwoongebouwen
De vooruitzichten zijn het minst gunstig voor de niet-residentiële nieuwbouw. Dit segment incasseerde een verlies van 15 procent tijdens de covidcrisis. Dat werd slechts deels goedgemaakt in 2021, en in 2022 volgde dan een nieuw verlies van 7,4 procent. Ook dit jaar wordt een ach- teruitgang van 3,3 procent verwacht. In 2024 kan er weer groei zijn maar gezien de verliezen van de voorbije jaren zal de activiteit ook dan relatief laag liggen.
Niet-residentiële renovaties
Bij de renovaties van niet-woongebouwen mag daarentegen een groei van 3,2 procent verwacht worden in de periode 2023-2024. De verklaring is ook hier de eigen dynamiek van dit segment, en de relanceplannen die ertoe geleid hebben dat veel overheidsgebouwen gerenoveerd worden. In 2025 zal er wellicht geen significante groei maar ook geen significant verlies zijn.
Burgerlijke bouwkunde
In de burgerlijke bouwkunde spelen verschillende factoren: de verwachte overheidsinvesteringen, een aantal specifieke grote projecten zoals Oosterweel en daarnaast natuurlijk ook de relanceplannen. Voor dit segment in zijn geheel mag tegen 2024 een ononderbroken groei van 7,5 procent verwacht worden. Maar in 2025 is een verlies van 2,5 procent het meest waarschijnlijk. In het jaar na gemeenteraadsverkiezingen is er altijd een terugval van de investeringen door lokale besturen. Bovendien zal de piek van de werken gelinkt aan de relanceplannen dan voorbij zijn.
Globaal bekeken
Leggen we al deze vooruitzichten bij elkaar, dan is de conclusie dat de activiteit in de bouw- en installatiesector dit jaar ongeveer stabiel zal blijven. Er is wel een daling van de activiteit in de nieuwbouw, veroorzaakt door de val van de verleende vergunningen in 2022, maar dit wordt gecompenseerd door de groei van de renovaties en van de burgerlijke bouwkunde. Volgend jaar zal de vraag naar nieuwe gebouwen weer toenemen, voornamelijk naar woningen. Het gevolg is dat de bouw- en installatiesector na 2023 weer groei mag verwachten. Maar deze zal verzwakken in 2025, omdat het effect van de relanceplannen dan afneemt en de heropbouw na de overstromingen normaal gezien voltooid zal zijn.
Onzekerheden
Bij deze conclusie moet opgemerkt worden dat er op verschillende niveaus onzekerheid bestaat. De verwachtingen moeten dus voorzichtig geïnterpreteerd worden, want er zijn andere scenario's mogelijk. Het is bijvoorbeeld niet zeker dat de economie in haar geheel het pad zal volgen waarop deze verwachtingen gebaseerd zijn. Niemand zou in 2021 voorspeld hebben dat 2022 een jaar zou worden met een oorlog in Oekraïne, een energiecrisis en een opstoot van inflatie.
Het is ook niet zeker of de woningbouw een duurzame en rationele evolutie zal kennen. Het is daarnaast de vraag of het kwaliteitseffect van 2022 inderdaad zal blijven bestaan in de nieuwbouw van woningen.
Ook voor de niet-residentiële nieuwbouw is er onzekerheid. Deze volgt niet altijd een evolutie die rationeel verklaarbaar is. In het verleden veranderde de activiteit van de ene jaarhelft naar de andere soms met 40 procent. Dit is te veel om verklaard te worden door de evolutie van de economie. En zoals al eerder opgemerkt, gaan deze verwachtingen ervan uit dat de relanceplannen en de grote infrastructuurprojecten hun timing respecteren. Dat is niet gegarandeerd.
INFO :
Deze tekst is gebaseerd is op het rapport dat Embuild maakte voor Euroconstruct. Het volledige rapport is veel gedetailleerder. Geïnteresseerd? Stuur een e-mail naar hannelore. vanbilloen@embuild.be. Leden krijgen korting. U kunt ook de rapporten kopen voor de andere landen in Euroconstruct.