45 residential units, Brussels.

Page 1

GEBOUWONTWERP IN EEN STEDELIJKE CONTEXT / 3B JARON VANOOTEGHEM EMIEL SWINNEN SITE SCHIP / SINT-JANS MOLENBEEK 3E BACHELOR INGENIEUR-ARCHITECT ASRO / KULEUVEN ‘14/15



VOORWOORD

Bouwen in de stad is anders. De binnenstedelijke woonconditie moet vandaag de dag meer dan ooit in vraag gesteld worden. Projecten als deze moeten kunnen anticiperen op de noden van de maatschappij van morgen. Het stedelijk project moet bovenal een gemeenplaats zijn waar interacties onderling en op wijkniveau uitgelokt worden, met als streefdoel om deze wijk in Sint-Jans-Molenbeek opnieuw op de kaart te zetten. Hoe creÍren we complementaire functies die een draagwijdte kunnen hebben tot buiten het bouwblok? Function makes vibrance! Nieuwe woningtypes ontstaan in het ontwerpproces en gaan handig de vermenging met stedelijke functies aan. De leefbaarheid van deze projecten valt of staat met de kwaliteit van zijn buitenruimte, waarbij de aandacht steeds gevestigd moet worden op duurzame thema’s. En hoe kan men tenslotte het individuele gerespecteerd worden, zonder te vergeten dat men in de stad met elkaar leeft, en niet naast elkaar.


SCHETSEN SITUATIE SITUERING NINHOOFSE POORT

De site bevindt zich in een levendige wijk van Brussel, op de grens van Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht. Kenmerkende elementen zijn de ligging langs het kanaal Brussel-Charleroi en het befaamde abattoir. Daarnaast is de site zeer goed verbonden met het centrum. De RopsyChaudronstraat leidt naar het Zuidstation en de Ninhoofse Poort biedt een directe verbinding met het noorden van Brussel.

WIJK De wijk zit vol van maatschappelijke uitdagingen, maar het abattoir, metrostation en kanaal bieden veel potentieel om deze waar te maken. Vandaag de dag wordt een groot deel van de kanaalzone overschaduwd door de handel en verkoop van tweedehandswagens richting Afrika. De levendige, multiculturele buurt snakt naar extra open ruimte. Initiatieven als het jaarlijkse festival Kanal Playground vestigen hier de aandacht op en zenden direct een kritisch statement richting de overheid. Dergelijke installaties en kunstwerken geven zowel kinderen als volwassen de kans om zich te ontplooien in een wijk waar groene zones zeer schaars zijn.

SITE SCHIP

STATION ZUID

FUNDAMENTELE BREUK Het kanaal vormt een belangrijke onderbreking in de morfologie van het stadsweefsel. Het snijdt door het weefsel heen, letterlijk en figuurlijk. De organisatie Platform Kanal deed onderzoek naar niet alleen de morfologische, maar ook de socio-economische verschillen aan beide kanten van het kanaal. In ons masterplan hebben we getracht het kanaal dichter bij de mens te brengen, om zo open ruimte en faciliteiten te creëren voor een jonge, actieve wijk die kan groeien waar nodig. Hierbij steunden we op bepaalde ideeën, zowel utopische als gerealiseerde.

BIESTEBROECKDOK

STATION ZUID

ABBATOIR

NINHOOFSE POORT

VIJFHOEK

KLEINE RING

STATION NOORD

SITE SCHIP

OPENBAAR VERVOER De site wordt perfect ontsloten richting het centrum van Brussel door het openbaar vervoer. Het metrostation Delacroix, gelegen op lijn 2, bevindt zich net aan de andere kant van het kanaal. Deze lijn omcirkelt Brussel zodat een groot deel van de stad direct bereikt kan worden. Daarnaast stellen wij in ons masterplan een nieuwe inrichting voor, zowel aan de Nijverheidskaai als aan de Ropsy-Chaudronstraat. Hierbij wordt er meer aandacht besteed aan fietsers en voetgangers en ontstaat er tegelijk meer groen en open ruimte in het straatbeeld. In het project zelf worden deze aspecten extra ondersteund door de publieke doorsteek die het metrostation en abattoir met de Schipstraat verbindt en het voorzien van aangename fietsenstallingen.

DELACROIX

NIEUW ZWAARTEPUNT? Wanneer voorgaande aspecten en verschillende initiatieven op grotere schaal worden uitgevoerd (zoals het voorstel van Chaudemonge en Bousquet) kan de wijk een succesvolle transformatie ondergaan. Verderbouwend op het elan van vele grootsteden, waar verwaarloosde buurten omgevormd worden tot hippe wijken, kan de kanaalzone een belangrijke aanvulling worden voor het centrum. Een wijk met ruimte voor handenarbeid, handel, design en recreatie. De goede verbinding met de stad kan alleen maar als een extra voordeel beschouwd worden.

Chaudemonge + Bousquet - Floating Installatie bestaande uit opgespannen netten die de leegte van het kanaal te niet doet. Zo wordt er een fysieke connectie gelegd met beide kades en extra open ruimte gecreëerd.


MASTERPLAN HERBEKEKEN INGREPEN Tijdens het ontwerpen van 40 appartemten in het bouwblok werd ons duidelijk dat reflectie op het oorpspronkelijk voorgestelde masterplan nodig was. Bepaalde volumes werden aangepast om zo een betere lichtinval of meer privacy te garanderen. Samen met het terugspringen van volumes op de bovenste verdieping kregen we hierdoor meer licht en ruimte in het bouwblok. Daarnaast werd er ook beter nagedacht over de relatie tussen bewoners en voorbijgangers, tussen private en publieke ruimte en tussen het bouwblok en de wijk.

PUBLIEKE DOORSTEEK De publieke doorsteek wordt gezien als een secundaire verbinding tussen de Ropsy-Chaudronstraat en Schipstraat. Aan weerszijden vindt men de ateliers en het ontmoetingscentrum. Bij de uitwerking van het bouwblok realiseerden we ons dat we de gevraagde quota ook zouden halen wanneer het woonblok boven de expo weg zou vallen. Hierdoor krijgt de doorsteek veel meer zon en licht, en zijn er minder moeilijkheden op het vlak van privacy met de appartementen er tegenover. Omdat het kanaal voor ons een erg belangrijk element is beslisten we de volledige kanaalgevel op pilotis te plaatsen en te beglazen, waartussen zich het ontmoetingscentrum bevindt, zodat er een visuele link mogelijk is. Nu willen we dit nog verder versterken door het ontmoetingscentrum uit te werken als een verzameling van paviljoenen, waartussen men kan circuleren. Zo valt de fysieke barrière weg en kan de kade nog meer onder de aandacht van de mens gebracht worden.

INDIVIDUALITEIT VS GEMEENSCHAP

BESTAANDE SITUATIE

CONVENTIONELE OPLOSSING

ONS VOORSTEL

In een stad leeft men niet naast elkaar maar met elkaar. De collectieve en sociale interactie tussen mensen die architectuur kan genereren is hierbij heel belangrijk. Daarnaast mag het individuele ook niet vergeten worden en moet er aandacht geschonken worden aan private voorzieningen en buitenruimtes. Vanaf het begin realiseerden we dat we hierin enkel kunnen slagen door te werken op de korrel van de stad. Zo zien we het project liever als een stapeling van individuele wooneenheden dan als een ‘superblok’.

BUITENRUIMTE Op de plek waar de publieke doorsteek uitkomt, bevindt er zich aan de andere kant van de Ropsy-Chaudronstraat een veel opener weefsel met als hotspot het abattoir. De ruimte ernaast kan makkelijk omgevormd worden tot een aantrekkelijke groene ruimte in de toekomst. Ook oude gebouwen kunnen door deze transormatie groeien en een nieuwe herbestemming krijgen waar de volledige wijk baat bij heeft, bijvoorbeeld als herstellingsshop voor fietsen of klein cafeetje.

BESTAANDE SITUATIE

HERBESTEMMING IN DE TOEKOMST

ATELIER EN COMMERCIËLE RUIMTE Er wonen veel kansarme jongeren in Sint-Jans-Molenbeek. Enkel een nieuw bouwblok verhelpt dit socio-economisch probleem niet en vaak stelt nieuwe architectuur zich hier onverschillig voor op. De ateliers en commerciële ruimtes worden daarom uitgewerkt als plaatsen waar mensen objecten kunnen bedenken, ontwerpen, produceren en verhandelen.

Phalt Architekten - Dynamo Zürich Paviljoen dat dienst doet als atelier voor metaalbewerking. Hier kunnen kansarme jongeren de stiel van het lassen en metaal bewerken leren om zo de stijgende verpauvering en werkloosheid in de wijk tegen te gaan.

BEWONERSDOORSTEEK Het masterplan bevindt zich in een complexe situatie omdat een deel van het bouwblok (nog) niet herontwikkeld wordt. Hier trachten we op te anticiperen door een extra pad te voorzien waar men later, wanneer het bestaande bouwblok herdacht en uitgepit wordt, mee gebruik van kan maken. LEGE SITE MET BESTAAND BOUWBLOK

SECUNDAIR BOUWBLOK + BEWONERSDOORSTEEK CREËREN

PRIMAIR BOUWBLOK UITPITTEN


ROPSY-CHAUDRON Dit is de meest herkenbare gevel van het project omwille van de ligging aan de straat. Op het gelijkvloers bevindt zich een glazen plint om zo de straat te verruimen en deze zelfs tot in de werken commerciële ruimtes te trekken.

ATELIER Dit deel van het bouwblok huisvest ateliers waar mensen producten kunnen ontwerpen en produceren. Hierboven bevat het gebouw vier triplexen die zowel aan de drukke publieke doorsteek als aan de wilde tuin grenzen.

COLLECTIEF In het hart van het project staat het collectieve woongebouw. Naast enkele appartementen bevat het een polyvalente ruimte die grenst aan twee tuinen zodat er optimaal gebruik van kan gemaakt worden. Op het dak bevindt er zich een speelveldje.

VIERDE GEVEL Het verspringen van de niveau’s onderling creëert een langwerpige balk waarin zich twee duplexen boven elkaar bevinden, afgewisseld met aparte studio’s die ook aan elkaar gekoppeld kunnen worden waar nodig.


CIRCULATIE EN BUITENRUIMTE INTRO Wonen in de stad betekend vaak een compromis voor weinig kwalitatieve buitenruimte. Wij zoeken daarom binnen het project zoveel mogelijk naar kwaliteitsvolle plekken in open lucht en dit verspreid over alle verdiepen. We kiezen er ook bewust voor om alle circulatie langs buiten te leggen, omdat we ervan overtuigd zijn dat circulatie en buitenruimte hand in hand kunnen gaan. Daarom laten we verschillende passerellen doorheen het project kronkelen, die allemaal uitzicht geven op de doorsteken en groene tuinen. Op die manier creëren we een promenade architecturale, een soort loop, die van beneden tot boven rondom rond in en langs de blokken loopt. Aan dit systeem van buitencirculatie is de ene keer een daktuin verbonden, en de andere keer een doorkijk om zichten tussen de verschillende buitenruimtes op te wekken.

PASSERELLE Vaak zijn passerellen dode plekken die enkel voor circulatie dienen, maar dit kan ook anders. Projecten als ‘het Justus van Effencomplex’ van Brinkman tonen het tegendeel aan. Door de passerelles te verbreden en op sommige plaatsen inhammen te voorzien, worden dit plekken van sociale interactie. Op deze manier staat de passerelle toevallige ontmoetingen niet in de weg, en kan er gerust een bankje naast de voordeur geplaatsd worden. Bijkomend geven de inhammen de mogelijkheid tot een burenfeestje of kunnen ze gewoon functioneren als speelplek voor kinderen. Ook de appartementen zelf proberen in te spelen op deze passerelle, door hun keuken of bureau hiernaartoe te richten. Zo wordt de passerelle een plek van sociale controle waar voortdurend interacties tussen binnen en buiten plaatsvinden. Zo kan een moeder haar spelende kinderen in de gaten houden, of komen de geuren tijdens het avondeten je op de passerelle tegemoet.

ONS VOORSTEL

Door de circulatie volledig langs buiten te leggen, komen de verschillende wooneenheden beter tot hun recht. De voordeur komt altijd uit in de buitenlucht in plaats van in een donkere gang. Op deze manier voelt het bouwblok meer aan als een stapeling van appartementjes en niet als één groot gebouw. Dit is werken op de korrel van de stad.

CONVENTIONEEL GEBRUIK

DOORKIJK EN DAKTERRAS

DOORKIJK DOORHEEN DE VOLLEDIGE GEVEL

SPEELVELDJE

GROENDAK EN VOLKSTUINTJES

EXTENSIEF GROENDAK FOOTPRINT VAN HET GEBOUW

Langs de kant van de Ropsy-Chaudron wordt de gevel verschillende keren geperforeerd om doorkijken te creëeren. Deze bestaan uit twee delen met verschillende sferen. De verbreding die aan de passerelle grenst is het gemeenschappelijke deel dat door de omliggende wooneenheden gebruikt kan worden, en uitkijkt over de centrale wilde tuin. Het andere deel is semiprivé en vormt een door twee appartementen gedeelde extensie op de loggia. Beide delen kunnen al dan niet van elkaar afgescheiden worden naargelang de behoefte van de bewoners. Deze doorkijken vormen zo hotspots van sociale interactie binnen het project. Het wonen in de stad impliceert niet direct het inperken van buitenruimte. De footprint die een gebouw inneemt kan vanzelfsprekend op het dakniveau teruggegeven worden aan de bewoners. Naargelang de blok waarop ze zich bevinden nodigen ze andere functies uit. Het dakterras op de collectieve blok zetten we in als speelveldje omdat dit dak redelijk laag gelegen is en zo makkelijk toegankelijk voor alle verdiepen. Ook op de daken van de andere blokken bevinden er zich daktuinen en kleine volkstuintjes, om zo het groen terug de stad binnen te brengen en dit op alle niveaus.


COLLECTIEVE TUINEN Verder bouwend op het masterplan van vorig semester werden de tuinen en open ruimtes beter gedefinieerd. De centrale tuin, of de wilde tuin, is de spil van het project. Alle trappenkokers, fietsenparking en collectieve ruimtes grenzen hieraan. Dit maakt de tuin een zeer levendig geheel. De aanleg ervan wordt vooral gekenmerkt door de perforaties tot in de parking waaruit grote bomen kunnen groeien. Verder wordt er op specifieke plaatsen wild struikgewas geplant. Deze tuin is de meest publieke binnen het project, ook bezoekers kunnen hier mits toestemming van de bewoner komen.

BEWONERSDOORSTEEK EN PRIVATE TUINEN CENTRALE WILDE TUIN

Wanneer men onder het woonblok van de vierde gevel doorloopt komt men in een groene ruimte, half gewijd aan private tuinen voor de woningen, half aan de bewonersdoorsteek die ook direct kan dienen als speelstraat. Het verschil tussen privé en publiek wordt gemarkeerd door een niveauverschil van 80 cm. Behalve de tuinen op het gelijkvloers werden er ook daktuinen en een speelveldje voorzien. Ze maken deel uit van de rondgang en worden zo extra in de verf gezet. waardoor elke bewoner ze makkelijk kan gebruiken. Hiermee proberen we net zoals in de doorkijken sociale interactie tussen individuen aan te moedigen. De daktuinen rusten op een substraat van 40 cm en kunnen daarom gebruikt worden als groendaken, moestuintjes of plekken om te ontspannen.

PRIVAAT TERRAS MVRDV - New Leyden, Leyden

BEWONERSDOORSTEEK EN SPEELSTRAAT

De secundaire straat in het bouwblok wordt uitgevoerd als een plek in het groen waar kinderen kunnen spelen en waar begroeiing een bufferende rol vervult tussen de private en publieke relatie.

VERTICALE KOKERS De trappenkokers drukken hun stempel op het project. Zij verbinden niet enkel de passerelles zodat er een volledige rondgang ontstaat, maar hechten ook de verschillende woonblokken aan elkaar. Er zijn vier trappenkokers verspreid over het project, allen bevinden ze zich in de buitenruimte. Dit idee puurt het ‘circulatie in de buitenruimte’-concept verder uit.

PLAATS TRAPPENKOKERS

De grootste trappenkokers bevinden zich tegen de achtergevel van het Ropsy-Chaudron woonblok. Deze worden uitgewerkt als een losstaande structuur, bestaande uit stalen portieken. Hier tussen wordt een secundaire kokerstructuur geplaatst voor de glazen lift. Geprefabriceerde trappen worden opgehangen in de stalen profielen en de trappenkoker wordt langs de buitenkant afgewerkt met een lucht-en licht doorlatende stalen huid. Het staal is met miniscule puntjes geperforeerd om zo nog zichten te kunnen tonen naar buiten toe. Omdat de kokers zich volledig in de buitenlucht bevinden moeten er geen extra eisen gesteld worden omtrent brandveiligheid. Rook kan makkelijk ontsnappen doorheen de poreuze wandbekleding. De stalen profielen moeten wel bedekt worden met een brandwerende coating om zo de sterkte voor een minimale brandtijd te garanderen.

PLAATS FIETSENSTALLINGEN

MOBILITEIT Net zoals vorig semester zetten we sterk in op de fiets. Dit vervoersmiddel begint in enkele vooruitstrevende steden (Kopenhagen CO2-neutraal in 2025) al een belangrijke rol te spelen, en ook Brussel volgt langzamerhand deze trend. Daarom willen wij binnen het project hier zoveel mogelijk op inspelen. Enerzijds door voldoende fietsenstalling te voorzien, en dit zoveel mogelijk verspreid over het project. Op deze manier is de bewoner veel minder ver verwijderd van de auto dan van de fiets. Anderzijds door tal van fietspaden doorheen en tussen de verschillende gebouwen te laten kronkelen, zodat de fietser makkelijk doorheen het project kan circuleren. En de fiets mag duidelijk in de kijker staan! Daarom kiezen we ervoor ze naar gelang de situatie in een bepaald kader te plaatsen. Hoewel we in ons project de openbare vervoersmiddelen zoveel mogelijk promoten, is een ondergrondse parking voor auto’s noodzakelijk. Door perforaties in het dak van de parking kunnen we toch licht, lucht en groen naar binnen trekken om deze plekken zo aangenaam mogelijk te maken. Ook wordt de garage zo natuurlijk geventileerd, wat er voor zorgt dat er geen dure en energieverslindende installaties geplaatst moeten worden.


MATERIAALGEBRUIK ALUMINIUM MESH De getrokken staalgevel geeft een homogeen karakter aan de voorgevel van de RopsyChaudron. Zo worden alle aparte blokjes toch één coherent geheel. Ondanks de brede straat, die deze hoogte van gebouw makkelijk kan dragen hebben we toch getracht de blokken lichter te laten lijken. De gevel sluit zich nooit volledig af van de straat door de activiteit op de loggia’s en doorkijken. ‘s Nachts licht het getrokken staal de gevel letterlijk op en wordt de schikking van de ramen zeer herkenbaar. Het materiaal vergt geen zware achterliggende structuur wat leidt tot een ergonomische wandopbouw. Daarnaast heeft het weinig tot geen onderhoud nodig gedurende zijn levensduur en is het makkelijk demonteerbaar. We kiezen voor dit materiaal omdat de voorgevel van de Ropsy-Chaudron de enige gevel is die aan de straat grenst. Ze is statig van opbouw door haar ritmische opdeling en zorgt op die manier voor een herkenbaar straatbeeld. Een stalen gevelbekleding is minder vaak gebruikt, waardoor ze dit goed complementeert.

SANAA - New Museum, New York City Het New Museum bracht een gelijkaardig probleem met zich mee waar een groot volume in een dens en klein stadsweefsel geinjecteerd moest worden. Door het lichte gevelmateriaal en het gebouw terughoudend de positioneren plant het zich succesvol in in de omgeving.

LAN Architecture - 79 Housing Units, Bègles Deze reeks van drie gebouwen maakt gebruik van geperforeerde staalplaten. Wij proberen zowel ‘s nachts als overdag hetzelfde effect te creëeren, met het verschil dat we meer rechtstreeks daglicht proberen binnen te laten.

PREFAB BETONNEN PANELEN In het project wordt grotendeels gebruik gemaakt van prefab betonnen panelen. Deze worden opgehangen en bevestigd aan de draagconstructie. Een deel van de panelen wordt behandeld met een speciale stof waar het beton minder goed hecht en nadien afgespoeld kan worden. Zo ontstaat er een patroon van, in ons geval, verticale lijnen waardoor eenzelfde materiaal steeds een ander uitzicht krijgt. Bovendien kiezen we voor een beton met een lichte kleur om het geheel minder drukkend te maken.

LINK Architecture - Scandion Clinic, Uppsala In het beton zit een patroon van cirkels die zich op afstand voordoen als verticale lijnen. Dit motief wordt ook doorgetrokken in het glas wat tot een uniform gevelaanzicht leidt.

IN SITU GESTORT BETON De achtergevels van zowel het atelier als vierde gevel woonblok worden gemaakt uit een in situ gestorte voorzetwand met grote openingen in. Dit doen we zowel om esthetische als bouwfysisische redenen. Achter deze openingen bevinden zich terrassen die een buffer vormen tussen de private leefruimte en publieke buitenruimte. Bij deze gevels proberen we met de bekisting, bijvoorbeeld plankenbeton, een verticaal motief in het beton aan te brengen om zo aan te sluiten bij de andere gevels. Het patroon dat op de achtergevel in het prefabpaneel is achtergelaten, wordt hier gecreëwerd door het patroon in de bekisting aan te brengen.

HOUT Hier en daar zie je hout als materiaal in het project verschijnen. Dit materiaal complementeert het beton mooi en zien we terugkomen als patroon in het beton door het gebruik van plankenbekisting. Ook de onderkant van uitkragingen worden hiermee bekleed, net als soms de terassen wanneer de houten beplanking vanbinnen naar buiten loopt. Zo wordt het noodzakelijke opstapje verwerkt in de architectuur en niet als storend element aanzien.

Wespi de Meuron - Concrete House, Sant Abbondio De gebruikte bekistingstechniek is duidelijk te zien in de gevel. Ook in ons project zouden we de bekisting graag duidelijk weergeven in de gevel.

Eugeen Liebaut - Helihavenlaan woongebouw Limmart, Brussel De concrete keuze om de plint duidelijk te articuleren, maakt de overgang tussen binnenen buitenbeplanking naadloos. Door de donkerdere kleur lijkt de witte binnenruimte dieper weggezakt.

STALEN PROFIELEN + AFWERKING De trappenkokers vormen één van de belangrijkste circulatiepunten in het project. We wilden deze zowel functioneel als aangenaam uitwerken. De trappen zijn blootgesteld aan buitencondities, maar omdat de stalen huid een zeer fijne perforatie heeft wordt slagregen tegengehouden. De kokers overschaduwen de tuinen niet door de lichte uitwerking, en er bestaat steeds een interactie tussen mensen op het grondniveau en mensen die zich in de koker bevinden. Gevlinderd beton wordt gebruikt voor de bordessen, die opgehangen worden tussen de stalen structuur. Daarop staan stalen balustrades die dezelfde uitwerking hebben als de balustrades van loggias en passerelles, om zo één coherent geheel te vormen. Al deze materialen zijn resistent en duurzaam tegen buitenomstandigheden.

Antonini Darmon - Voltaire Building, Parijs Deze huid rond een smal gebouw in Parijs geeft goed het materiaal weer dat we voor ogen hebben. De trap bevindt zich in buitencondities omdat de dunne staalplaten geperforeerd zijn.

Bogdan & van Broeck - Trappenhal Rectoraat, Leuven Beoogd uitzicht van de geprefabricieerde betontrappen. Ook hier worden deze opgehangen tussen de stalen profielen. Het gevlinderd beton in de loopgangen sluit hier naadloos op aan.


TYPOLOGIEËN ROPSY-CHAUDRON Het grootste woonblok, grenzend aan de Ropsy-Chaudronstraat huisvest ook de meeste appartementen. Het volume wordt volledig opgebouwd uit simplexen, op één uitzondering na. Het blok heeft een ambigue functie, een bufferende werking naar de rest van het bouwblok om zo rust te garanderen, maar daarnaast probeert het de straat ook naar binnen te trekken door de grote glazen plint, waarachter zich commerciële ruimtes bevinden. Deze zijn dubbelhoog, maar het grondniveau stijgt steeds mee met de helling van de straat. Ook de tijd bepaalt het uitzicht van het gebouw, overdag ziet de gevel eruit als een gesloten schil, ‘s nachts komt de gevel tot leven door het licht dat door de geperforeerde staalgevel dringt.

TYPE D5 - SIMPLEX

De horizontale verspringingen van de volumes creëert een wijds panorama vanop de loggia (of leefruimte, afhankelijk van de situering in het project) richting het Zuidstation. Sommige appartementen, zoals deze afgebeeld, beschikken ook over een extra gedeelde buitenruimte, of over een werkruimte die mogelijks direct vanuit het appartement bereikt kan worden, maar ook als aparte ruimte kan functioneren.

Gezinsappartement 3/4 slaapkamers 4/5 personen 137 m2 + 14 m2

TYPE D6 - SIMPLEX

Sociale interactie staat centraal bij dit type, het grenst grotendeels aan de passerelle en gedeelde buitenruimte. De loggia kan ook verruimd worden tot de gedeelde buitenruimte. Van dit type bestaat ook een gespiegelde variant die iets kleiner is.

Doorkijk 1/2 slaapkamers 2/3 personen 74 m2 + 10 m2


ATELIER Tussen de publieke doorsteek en de wilde tuin vinden we de atelierwoonblok. Ook dit deel van het gebouw probeert interacties aan te gaan tussen passanten en bewoners. In het masterplan van vorig semester stond er nog een woongebouw tegenover, wat in het voorontwerp kon leiden tot problemen omtrent privacy. Dit woonblok hebben we daarom drastisch verlaagd, omdat er voldaan was aan de gevraagde quota, en om zo ook de publieke doorsteek ruimer en aantrekkelijker te maken.

TYPE C1 - TRIPLEX

+1

Deze typologie van appartement leunt het dichtst aan bij een stadswoning. Bijna elke verdieping kan gezien worden als één ruimte, met zijn eigen specifieke functie. Binnenkomen gebeurt op de tweede verdieping waar zich de keuken en eetkamer bevinden. Hierboven bevindt zich een ruime living en bureau, en een groot terras. Op de onderste verdieping liggen drie slaapkamers en krijgt de nachtgang nog natuurlijk licht.

+2

Passerellewoning 3 slaapkamers 4 personen 144 m2 + 24 m2

COLLECTIEF Het centrale woonblok bevindt zich onder een totaal andere sfeer dan voorgaande. Deze grenst aan twee collectieve tuinen en bestaat maar uit 3 niveaus om zo een maximale hoeveelheid licht in het bouwblok te trekken. Het gelijkvloers bestaat uit een polyvalente zaal, inclusief zithoek, bar en kleine keuken om te ontspannen en ontmoeten. Daarboven bevinden er zich 6 simplexen, waarvan 4 grote en 2 studio’s. Het speelveldje op het dak is een grote troef voor de jonge bewoners, het fungeert als een plek in de stad waar ze zich volledig kunnen uitleven.

TYPE B1 - SIMPLEX

Door het verschuiven van volumes creëerden we op elk niveau een passerelle. Deze grenst aan de keukens, om zo toch vat te hebben op wat er buiten gebeurt. Naast het feit dat dit appartement uitgewerkt is als doorzonwoning grenst de loggia aan 3 ruimtes, waardoor er optimaal gebruik gemaakt wordt van licht.

Co-appartement 2 slaapkamers 3 personen 73 m2 + 10 m2

+3


VIERDE GEVEL De appartementen in de vierde gevel worden steeds uitgewerkt als doorzonwoningen om zo relaties te leggen met beide tuinen. Om een onderscheid te maken tussen de bewonersdoorsteek en de private tuin beslisten we om het niveauverschil van 80 cm zachtjes te laten dalen en beplanten, om zo de vereiste privacy te verzekeren. Op het tweede en derde niveau wordt er gebruik gemaakt van duplexen die omgevormd kunnen worden tot twee aparte studio’s. Op het dak liggen volkstuintjes die perfect aansluiten bij het collectieve gebeuren waar deze blok loodrecht op staat.

TYPE A1 - DUPLEX

+2

Deze woning wordt omsloten door groen. Omdat ze vrij smal is hebben we ervoor geopteerd om het gelijkvloers zo open mogelijk te houden. Samen met het hogere plafond leidt dit tot een open en luchtige woning. De keuken kijkt uit op de publiekere wilde tuin, het terras wordt afgeschermd door het niveauverschil en struikgewas.

+3

Rijwoning 3 slaapkamers 4 personen 102 m2 + 24 m2

TYPE A2A / A2B - DUPLEX / STUDIO

+2

Deze kleine woningen richten we op kleine, jonge gezinnen. Opmerkelijk is dat het wonen omgekeerd is, men leeft boven en slaapt beneden. Dit geeft als voordeel dat de leefruimtes gelegen zijn aan het grote terras.

+3

Startersduplex 2 slaapkamers 3 personen 86 m2 + 17 m2

Afwisselend met de typologie hiernaast vinden we twee studio’s, die onafhankelijk kunnen werken van elkaar. Ze hebben een gedeelde inkomhal, maar kunnen makkelijk verbouwd worden tot een standaard duplex. De studio op +3 heeft een aparte slaapkamer, op +2 zit deze geïntegreerd in de leefruimte.

Seniorenstudio 0/1 slaapkamer 1/2 personen 45 m2 + 6 m2


BEREKENINGSNOTA OMSCHRIJVING TYPE WOON (+WERK) TERRAS (+GEDEELD) AANTAL SLPK AANTAL APP 2 2 m m # # VIERDE GEVEL DUPLEX +0/+1 TYPE A1 102.44 24.59 3 6 DUPLEX +2/+3 TYPE A2A 85.18 14.66 2 2 STUDIO +2/+3 TYPE A2B 85.18 14.66 0/1 8 SIMPLEX +1 TYPE A3 95.96 19.69 3 1 DUPLEX +2/+3 TYPE A4 133.29 10.20 4 1 1354.27 259.09 33 18 COLLECTIEF SIMPLEX +1/+2 TYPE B1 73.19 10.66 2 4 STUDIO +1/+2 TYPE B2 33.48 0.00 1 2 359.72 42.64 10 6 ATELIER TRIPLEX +1/+2/+3 TYPE C1 144.44 24.26 3 4 577.76 97.04 12 4 ROPSY-CHAUDRON SIMPLEX ‘L’ +2 TYPE D1 65.67 10.56 (+17.36) 2 1 (**) WOONWERK A +2 TYPE D2A 136.15 (+46.29) 14.86 3 1 WOONWERK B +2 TYPE D2B 119.31 (+35.90) 10.20 2 1 DUPLEX +2/+3 TYPE D3 163.73 19.82 (+17.36) 4 1 (**) SIMPLEX +3/+4 TYPE D4 132.44 14.26 3 4 (*) SIMPLEX +3 TYPE D5 136.93 13.75 4 3 (*) SIMPLEX ‘R’ +3/+4/+5 TYPE D6 73.41 10.25 (+17.36) 2 3 (*) + (**) STUDIO +4 TYPE D7 60.07 9.72 1 2 SIMPELX +4 TYPE D8 81.82 9.66 2 1 PENTHOUSE +5/+6 TYPE D9 148.93 39.65 3 3 (*) (*) - Oppervlaktes van appartementen kunnen onderlingen lichtjes verschillen naargelang ligging tegenover circulatie (**) - Soms gelegen aan gedeelde buitenruimte van 34.72 m2 2294.29 (+82.19) 332.53 (+173.60) 54 20 TOTALE WOONRUIMTE 4586.04 (+82.19) 731.30 (+173.60) 109 48 TOTALE OPPERVLAKTE PROJECT 5739.56 (+82.19) 1647.60 (+173.60) AANTAL FIETSENSTALLINGEN 145 AANTAL PARKEERPLAATSEN 161 VIERDE GEVEL

TYPE A1 TYPE A2A / A2B TYPE A3 TYPE A4 COHOUSING +0

+1

TYPE B1 TYPE B2 DOORSTEEK TYPE C1 ROPSY-CHAUDRON TYPE D1 TYPE D2.0

+2

+3

TYPE D2.1 TYPE D3 TYPE D4 TYPE D5 TYPE D6

+5

TYPE D7 TYPE D8 TYPE D9 PUBLIEKE RUIMTES

+4

+6

COLLECTIEVE RUIMTES FIETSENSTALLING/TECHNIEK


NIJVERHEIDSKAAI


SCHIPSTRAAT

AAT

RON STR

HAUD ROPSY-C

INPLANTING 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +0 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +1 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +2 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +3 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +4 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +5 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



RAAT

DRON ST

HAU ROPSY-C

PLAN +6 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



PLAN -1 0

1

2

3

4

5

1/200 10 (m)



ROPSY-CHAUDRON ZUID 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


ropsy-chaudron noord

BEWONERSDOORSTEEK

PRIVATE TUIN

DUPLEX STUDIO’S


WILDE TUIN

TRIPLEX

PUBLIEKE DOORSTEEK

ROPSY-CHAUDRON NOORD 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


atelier west

PRIVATE TUIN


PUBLIEKE DOORSTEEK

ROPSY-CHAUDRON STRAAT

ATELIER WEST 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


atelier oost

ROPSY-CHAUDRON STRAAT

COMMERCIテ記E RUIMTE APPARTEMENTEN

WILDE TUIN


POLYVALENTE RUIMTE APPARTEMENTEN

PRIVATE TUIN

ATELIER OOST 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


collectief noord

PRIVATE TUIN

STUDIO’S DUPLEX

PRIVATE TUIN


COLLECTIEF NOORD 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


collectief zuid

PUBLIEKE DOORSTEEK

TRIPLEX ATELIER


WILDE TUIN

STUDIO’S DUPLEX

PRIVATE TUIN

BEWONERSDOORSTEEK

COLLECTIEF ZUID 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


vierde gevel oost

ROPSY-CHAUDRON

COMMERCIテ記E RUIMTES APPARTEMENTEN


PRIVATE TUIN BEWONERSDOORSTEEK

VIERDE GEVEL OOST 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


vierde gevel west

PRIVATE TUIN

APPARTEMENTEN POLYVALENTE RUIMTE


WILDE TUIN

APPARTEMENTEN COMMERCIテ記E RUIMTES

ROPSY-CHAUDRON STRAAT

VIERDE GEVEL WEST 0

1

2

3

4

5

10 (m)

1/200


ZICHT OP DE RELATIE TUSSEN LOGGIA EN DOORKIJK IN DE ROPSY-CHAUDRON

ZICHT OP DE COLLECTIEVE TUIN EN HET PAD DAT ERDOOR LOOPT


duurzaamheidsnota SOCIALE KWALITEITEN We vinden het heel belangrijk dat ons project zich goed kan innestelen in de bestaande wijk. Daarom hebben we ervoor gekozen om de activiteiten en ruimtes die door de komst van ons project zouden verdwijnen terug een plaats te geven binnen het nieuwe project. Zo hebben we op het gelijkvloers aan de Ropsy-Chaudron terug commerciële ruimtes ingeplant , zodat lokale winkeltjes en bedrijfjes hier terug hun intrek kunnen nemen. We profileren bijkomend ook deel van de ruimtes als ‘open lobbies’, waar kleine ondernemingen de kans krijgen om op te starten.

WeWork New York Het delen van werkruimtes, ondergebracht in oude industriële gebouwen of verwaarloosde panden bestaat al enkele jaren in grotere steden. De commerciële ruimtes in de Ropsy-Chaudron zouden niet enkel een plek van handel maar ook van ontwikkeling kunnen zijn.

Daarnaast spelen we binnen het project ook in op een maatschappelijk probleem binnen deze wijk in Sint-Jans-Molenbeek. We creëren ateliers waar laaggeschoolde jongeren een ambacht kunnen leren, en zo meer kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Wonen in de stad betekend vaak minder ruimte, en bijgevolg moeten stedelingen sommige activiteiten achterwege laten. Binnen dit project proberen we hier een alternatief op te formuleren, door die activiteiten niet meteen af te schrijven, maar collectief te organiseren. Daarom voorzien we in en rond de collectieve blok enkele gemeenschappelijke ruimtes zoals een kleine wasserette en een klusjesruimte, als aanvulling op het stedelijk wonen. Het volledige gelijkvloers van de collectieve blok is ingericht als een klein gemeenschapscentrum waar de bewoners kunnen ontspannen en ontmoeten. Een klein kinderdagverblijf vervolledigd de collectieve voorzieningen, zodat kinderen na school toch naar huis kunnen komen wanneer de ouders nog op het werk zijn. Dit alles kan later ook gebruikt worden door de rest van het bouwblok wanneer het herontwikkelt wordt. Tot slot zijn we ook op een nog kleinere schaal over sociale interacties gaan nadenken. We zorgen voor een heropwaardering van de passerellen door ze breder te maken en voldoende interactie te creëren met de appartementen die eraan grenzen. Dit doen we door doorzonwoningen te ontwerpen met keukens of bureaus aan de kant van de passerelle. Op sommige plaatsen verbreden de passerellen ook in kleine speelruimtes, die op hun beurt weer grenzen aan semiprivate wintertuinen en zo een zicht naar buiten geven.

ONS VOORSTEL

CONVENTIONEEL GEBRUIK

ENERGIE Bij het ontwerpen is er veel aandacht gegaan naar het controleren van zonnewinsten en het beperken van warmteverliezen. Na het technisch uittekenen van enkele bouwknopen constateerden we dat het gebouw theoretisch gezien een laag-energie certificaat zou krijgen. Met U-waardes tussen de 0.16 en 0.18 W/m2K en het feit dat de compactheid van gestapelde units veel hoger ligt, komt de globale K-waarde waarschijnlijk onder de passief-eis te liggen. Zuid -en oost georiënteerde gevels worden vaak voorzien van relatief veel glas om zo veel zon binnen te laten. Oververhitting wordt tegengegaan door een kleine overhang van het dak. Zo zijn er in de winter maximale zonnewinsten, en in de zomer minder kansen op te warme ruimtes. In het woonblok aan de Ropsy-Chaudronstraat wordt er nog met een apart concept gewerkt, wintertuinen. Deze doorkijken kunnen naargelang het seizoen open of dicht gezet worden door middel van glazen vouwramen en zo zorgen ze voor aangename temperaturen in de winter en natuurlijke ventilatie van het gebouw in de zomer. Het glas definieert ook direct de grens tussen het semi-publieke en private gedeelte. SITUATIE IN DE ZOMER:

SITUATIE IN WINTER:

WEINIG OVERVERHITTING / NATUURLIJKE VENTILATIE

MAXIMALE ZONNEWINST / THERMISCHE BUFFER DOOR SERRE-EFFECT

Alternatieve duurzame energiebronnen zijn de laatste jaren erg in opmars. Sewage heat recovery is hier een voorbeeld van. Hierbij wordt de warmte die via afvalwater van de douche of het afwasmachine normaal gezien verloren gaat gedeeltelijk gerecupereerd. Ook hebben we onderzoek gedaan naar alternatieven voor energieopwekking die geschikt zijn voor de stad zoals een pilootproject in Kopenhagen. Daar wordt het warme water opgewerkt op één centraal punt.

Gottlieb Paludan Copenhagen

LAN Architecture - 79 Housing Units, Bègles Hetzelfde concept van de doorkijken vinden we in dit project terug. We hebben het idee geleend en zijn iets verder gegaan in de uitwerking ervan door deze om te vormen tot wintertuinen.

Architets

-

Powerplant,

Het Deense Kopenhagen wil in 2025 klimaatneutraal zijn. Dit willen ze mede realiseren door een al bestaand centraal waterverdelingspunt. Al het warme water wordt gegenereerd op 1 plaats en getransporteerd naar de rest van de stad. Dit zouden we ook op kleine schaal kunnen doen om zo efficiënter met water en energie om te gaan.


FLEXIBILITEIT Bouwen in de stad is bouwen voor iedereen en voor alle leeftijden. Hier moet je bewust mee omspringen en flexibiliteit is vaak de sleutel voor een tijdloos ontwerp. We moeten nadenken over hoe er in ons project gewoond wordt, en hoe het project kan groeien met zijn bewoners. Op verschillende manieren en niveaus hebben we hier doorheen het volledige project op proberen in te spelen. In de vierde gevel worden op de twee bovenste etages duplexen afgewisseld met gestapelde studio’s. Beide typologieën hebben een gelijkaardige opbouw, waardoor ze naar believen één van de twee vormen kunnen aannemen. Op die manier kunnen ze ook als casco-woning fungeren, waar de bewoner zelf kan kiezen hoe hij de twee verdiepen invult. Of als doorgroeiwoning, waar jonge koppels initieel de studio bezetten, maar enkele jaren later makkelijk naar een duplex kunnen overschakelen. In het collectieve woonblok hebben we tussen de 2 simplex-appartementen een kleine wooneenheid geplaatst, die een vrije invulling kan krijgen. Hier kan er met een soort kangoeroewoning systeem gewerkt worden, waar zowel de studio als het simplex-appartment elkaar kunnen bijstaan waar nodig. Zo kan er een vorm ontstaan van wonen waarbij mensen op leeftijd af en toe passen op de kinderen van de bewoners ernaast, en zij af en toe klusjes of boodschappen doen voor hun. We hebben er bewust voor gekozen om het aantal woonwerk-typologiën beperkt te houden, omdat we het belangrijk vinden dat dit vrijblijvend gebeurt, en niet wordt opgedrongen aan een appartement. In de Ropsy-Chaudron bevinden er zich daarom ook twee werkruimtes op het tweede niveau die geschakeld kunnen worden aan het appartement ernaast, maar ook gewoon een aparte ingang hebben of zelfs totaal los van de appartementen kunnen functioneren. Het vertegenwoordigt dus een flexibele woonwerk-typologie. We investeren meer ruimte in onafhankelijk werkende ateliers en commerciële ruimtes. Al sinds de start van het project houden we rekening met de universele toegankelijkheid binnen ons deel van het bouwblok. Onder het motto: “ rolstoel is koning” hebben we de circulatie zo ontworpen dat elk appartement en elke ruimte makkelijk bereikbaar is voor een mindervalide. Drie van de 4 trappenkokers starten vanop het gelijkvloers zonder opstapje en de stedelijke plint op 80 cm is altijd met hellingsbaan bereikbaar. We hebben ook getracht te anticiperen op de toenemende vergrijzing van de maatschappij, door zoveel mogelijk simplexen te voorzien.

3,57

2,38

1,19

1,19 51,17

WATER

3,57

2,38 1,19

1,19 3,57

30,94

3,57

14,28

14,28

119L / DAG 2,38

64L / DAG 33,32

4,76

1,19

NORMAAL DRINKWATERVERBRUIK PER PERSOON PER DAG

2,38

0,00 2,86

1,19

DRINKWATERVERBRUIK PER PERSOON PER DAG MET WATERBESPARENDE KRANEN EN WC’S AANGESLOTEN OP REGENWATERPUT

Het verbruik van drinkwater kan op een makkelijke manier sterk gereduceerd worden. Door het gebruik van waterbesparende kranen en douchekoppen kan er tot 40% water bespaard worden. Toiletten kunnen gebruik maken van het regenwater in de opslagtanks. Zo wordt het totaal drinkwaterverbruik tot bijna de helft gereduceerd. Verder infiltreert regenwater op verschillende plaatsen, bijvoorbeeld in de parking onder de gaten en doorheen de klinkers van de bewonersdoorsteek. Dit wordt dan afgeleid naar een regenwaterput waar het volledige project gebruik van kan maken. Ook het water afkomstig van daken wordt hier naar toe geleid. bron: vitens.nl/laatwatervoorjewerken

MOBILITEIT De fiets begint in enkele vooruitstrevende steden, zoals Kopenhagen, een belangrijke rol te spelen, en wij kunnen geen reden bedenken waarom Brussel deze trend niet zou volgen. We hebben ons vaak de vraag gesteld hoe het gebruik van de fiets maximaal gestimuleerd kan worden. Enerzijds door voldoende fietsenstalling te voorzien, die steeds aantrekkelijk ingekleed wordt en zich in de buitenlucht bevindt, verspreid over het volledige project. Anderzijds door tal van fietspaden doorheen en tussen de verschillende gebouwen te laten kronkelen, zodat de fietser makkelijk doorheen het project kan circuleren. De fiets mag duidelijk in de kijker staan, daarom kiezen we ervoor ze afhankelijk van de situatie in een bepaald kader te plaatsen. Dit alles bouwt verder op de voorgestelde fietsas langs zowel het kanaal als de Ropsy-Chaudronstraat in het masterplan. Doorheen het project lopen 2 doorsteken: een publieke doorsteek en een bewonersdoorsteek. De publieke loopt langs de ateliers en het ontmoetingscentrum en profileert zich als connectie tussen het abattoir, het kanaal en het centrum van Brussel. De semi-private doorsteek kan ’s nachts worden afgesloten en zorgt dat de bewoners zich makkelijk door het project kunnen verplaatsen. Het collectieve plein waarrond ons deel van het project zich bevind vormt de connector tussen deze 2 doorsteken en is dus een levendige plek. Hoewel we in ons project de openbare vervoersmiddelen zoveel mogelijk promoten, is een ondergrondse parking voor auto’s toch noodzakelijk. Vaak zijn deze ruimtes onaangenaam en ongezond, maar we hebben getracht deze fenomenen zoveel mogelijk te minimaliseren. Door perforaties in de dakconstructie van de parkeergarage komt er licht en lucht binnen. In het midden van deze groene plekjes worden bomen geplant, zodat ook de tuin erboven kan genieten van grote begroeiing. Een bijkomend voordeel is dat er geen dure ventilatiesystemen geinstalleerd moeten worden.

LAN Architecture - Student Residence, Parijs In dit gebouw in het hartje van Parijs wordt duidelijk veel nadruk gelegd op de fiets als vervoersmiddel. Hoewel de fietsen achter slot en grendel staan staan ze toch in een open, frisse ruimte die extra verruimd wordt door het spiegelende plafond.


NATUURONTWIKKELING Wonen in de stad en wonen in het groen worden vaak als 2 tegengestelden gezien. Dit hoeft niet per se waar te zijn. We zouden graag met ons project het tegendeel bewijzen, en dit verspreid over meerdere niveaus. Op grondniveau kiezen we er bewust voor om de centrale tuin als een wilde tuin uit te voeren. Zoals reeds uitgelegd perforeren we de parking om grote bomen toch de kans te geven te groeien en het groen tot in de parking te trekken. Ook de stedelijke plint draagt hier zijn steentje toe bij; ze vormt de overgang tussen stedelijke en natuurlijk aangelegde groene ruimtes, en wordt uitgevoerd als een 80 cm substraatlaag die lage tot middelhoge vegetatie aankan. Bij de collectieve tuin aan de vierde gevel kan de natuur zijn vrije gang gaan omdat deze zich op volle grond bevat. Ze bevat een lichte glooiing om het niveauverschil te verffenen en een verhard pad om de bewonersdoorsteek te vormen. Wij zien deze groene tuin als de lijm tussen ons deel en het reeds bebouwde deel van het bouwblok. We laten hier bewust een groene zone zodat in de toekomst ook hun tuin hier aan geschakeld kan worden en het volledige bouwblok fungeert als een coherent geheel, ondanks architecturale verschillen. Het betonnen prefabpaneel op sommige gevels is geribbeld, het bestaat uit lange verticale stroken die steeds enkele centimeters voor elkaar uitspringen. Hiertussen kunnen dunne draden opgespannen worden waarlangs klimplanten omhoog kunnen groeien. Zo wordt er niet alleen meer biodiversiteit in het project gebracht, maar verandert het aanzicht van de gevels ook elk seizoen. Ook de daken voeren we als groen dak uit, sommige als intensieve, en andere als extensieve daktuinen. Zo kunnen er bijvoorbeeld kleine volkstuintjes op worden ingericht, of kunnen ze als groene Highline werken, aangezien ze vaak ook de connectie tussen verschillende blokken vormen. Net als in New York beogen we een verwilderde, maar toch aangename begroeiing. Terugkoppelend naar vorig semester hebben we verder nagedacht over de injectie van groen in de stedelijke omgeving rond het bouwblok. Wij zien de kade van het kanaal evolueren tot een lijn met groene inspringingen zodat er een nieuwe groene as in Brussel ontstaat die mensen dichter bij elkaar brengt.

Architekten CIE - De Landtong, Rotterdam Deze parkeerplaats ligt in tegenstelling tot onze parkeerplaats bovengronds, maar het concept blijft gelijk. Hier zorgen ervoor berkenbomen dat het aanzicht op het dak van de parking aangenaam is.

LEGE SITE MET BESTAAND BOUWBLOK

SECUNDAIR BOUWBLOK + BEWONERSDOORSTEEK CREĂ‹REN

PRIMAIR BOUWBLOK UITPITTEN

Diller Scofidio + Renfro - High Line New York De inrichting van het transportsysteem dat omgevormd werd tot een hip, groen park spreekt ons erg aan. De natuur lijkt zijn gang te kunnen gaan tussen het kronkelende pad.

LEVENSDUUR EN MATERIALEN Vermits het project grotendeels wordt opgetrokken uit beton hebben we beslist zoveel mogelijk prefab te produceren. Hierdoor versnelt het bouwproces en kunnen we inzetten op een duurzamer verloop. Wanneer men dit in gedachte houdt bezitten waterwegen potentieel. Veel bouwbedrijven zetten in op het transport langs deze duurzame routes. Door de gunstige ligging van onze site kan het vrachtwagenvervoer tot een minimum beperkt worden. Hierdoor wordt niet alleen het milieu gespaard, maar ook de omliggende wijk. Alle betonpanelen die geprefabriceerd zijn kunnen in de toekomst, wanneer het gebouw zijn dienst bewezen heeft, gedemonteerd en gerecycleerd worden. Het beton wordt opnieuw vermalen en gebruikt als granulaat in toepassingen die geen hoge kwaliteitsbeton vereisen. Zo wordt er weinig materiaal verspild en geen overbodige CO2 uitgestoten. Daarnaast vergen het roestvrij getrokken staal, glas en aluminium kaders weinig tot geen onderhoud en zijn ze zeer resistent tegen corrosie. Deze materialen kunnen waarschijnlijk gedurende het volledige leven van het gebouw zonder vervanging.


GEBOUWONTWERP IN EEN STEDELIJKE CONTEXT / BOUWTECHNISCH LUIK 3C JARON VANOOTEGHEM EMIEL SWINNEN SITE SCHIP / SINT-JANS MOLENBEEK 3E BACHELOR INGENIEUR-ARCHITECT ASRO / KULEUVEN ‘14/15


ENERGIEPRESTATIES APPARTEMENTEN ROPSY-CHAUDRON GEVELOPBOUW

Het uitzicht van de gevel wordt bepaald door een gordijn van getrokken aluminium. Deze geveluitwerking heeft een achterliggende structuur nodig, die in tegenstelling tot plaatmateriaal en natuursteen veel lichter is, en hier ingewerkt wordt in de isolatie. Bij de bereking van de U-waarde wordt geen rekening gehouden met deze lijn koudebruggen. Er zit namelijk nog een isolatiepakket voor en niet-stationaire berekeningen zijn te complex om een ruwe schatting van de U-waarde te maken.

STANDAARD MUUROPBOUW Invloedrijk materiaal Dikte Lambda

Cellenbeton 0.14 0.145 PUR 0.08 0.025 Minerale wol 0.08 0.04 Totale U-waarde 0.1622 W/m2K < 0.24 W/m2K

9 8 7 6b 6a 5 4

1

ALUMINIUM MESH

2

GERIBDE STAALPLAAT

3

BEVESTIGING + LUCHTSPOUW

4

WATERKERING

5

VOCHTBESTENDIGE GIPSKARTON

6a

MINERALE WOL

6b

METALEN DRAAGSTRUCTUUR

7

THERMISCHE ISOLATIE PUR

8

CELLENBETON

9

PLEISTERLAAG

1

PREFAB BETONPANELEN

2

MINERALE WOL + WATERDICHTE LAAG

3

BETONNEN DRAAGSTRUCTUUR +

3 2 1 ENERGIEPRESTATIES APPARTEMENTEN ATELIER/COHOUSING/VIERDE GEVEL

GEVELOPBOUW

De lagere woonblokken worden bekleed met betonnen panelen. Deze bevatten per woongedeelte een bepaalde print, motief of kleur. De panelen worden op de achterliggende betonnen draagstructuur bevestigd. De duwers en ophangsystemen leiden hier tot puntkoudebruggen, maar met dit niet-stationair probleem wordt opnieuw geen rekening gehouden.

STANDAARD MUUROPBOUW Invloedrijk materiaal Dikte Lambda

Beton 0.18 2.0 Minerale wol 0.20 0.04 Beton (afwerking) 0.12 2.0 Totale U-waarde 0.1942 W/m2K < 0.24 W/m2K

3 3 2 1

DRUKAFSTANDSHOUDER &

PLAATVERANKERING

4

PLEISTERLAAG


AKOESTISCHE EISEN CONTACTGELUID

Alle woningscheidende wanden worden ontdubbeld. Dit betekent een dubbele betonnen wand, elk met een dikte van 16 cm. Deze dikte is nodig om in situ gestorte beton voldoende te trillen. Hiertussen wordt 6 cm minerale wol geplaatst om een voldoende verend systeem te bekomen. Deze wordt doorgetrokken over de volledige hoogte, tot beneden in de technische ruimte. Zo zijn de vloeren van het gelijkvloers ook steeds ontkoppeld en gevrijwaard van contactgeluid, en staan de betonnen wanden in voor voldoende massa. Daarnaast zijn ook de vloeren ontkoppeld van de draagstructuur en zorgen we dat de vloerafwerkign op een zwevende dekvloer wordt geplaatst.

STANDAARD WONINGSCHEIDENDE WAND Materiaal Dikte

Beton 0.16 Minerale wol 0.06 Beton 0.16 Totale dikte 0.38 m

VENTILATIE VENTILATIESYSTEEM D

Zowel aanvoer van verse lucht als afvoer van vochtige lucht wordt steeds belangrijker naarmate ventilatie zeer gecontroleerd moet plaatsvinden. Door middel van een ventilatiesysteem D kunnen alle appartementen correct geventileerd worden. De netto hoogte van ruimtes is voldoende om nog een vals plafond te voorzien waar nodig, om zo de ventilatiebuizen weg te werken. Bij deze keuze van ventilatiesysteem kan er ook gebruik gemaakt worden van warmterecuperatie, wat leidt tot een efficiënter energieverbruik.

VERTICALE ELEMENTEN LIFTEN EN TRAPPENKOKERS

De grote trappenkokers worden uitgewerkt als een staalstructuur bestaande uit gestapelde portieken. Het gedraagt zich dus als een zelfstandige structuur, waarbij de knopen altijd stijf uitgevoerd zijn. De stalen kolommen en liggers worden behandeld met een brandwerende coating, om zo een langere draagkracht te garanderen bij brand. Tussen deze profielen worden geprefabriceerde betontrappen opgehangen, en wordt er een glazen lift voorzien, omringd door een secundaire constructie. Twee van de drie liften zijn voorzien op een capaciteit van 8 personen, een derde voor 13 personen. Aan de buitenkant worden de trappentorens afgewerkt met licht-en luchtdoorlatend getrokken staal, wat er voor zorgt dat er geen extra voorzieningen getroffen moeten worden in verband met brandveiligheid en rookontwikkeling.

KOKERS EN SCHACHTEN

De kokers en schachten worden doorheen heel het project zo geplaatst dat ze zoveel mogelijk appartementen kunnen bedienen. Door de speelse stapeling van appartementen afgewisseld met doorsteken en loggias worden de kokers zoveel mogelijk tegen de dragende muren ingewerkt. Bovendien speelt de positie van de kokers per appartement in op de gerichte plaatsing van de natte ruimtes. De schachten zijn zo voorzien dat ze of, bovenaan verlucht kunnen worden, of onderverdeeld zijn volgens brandcompartimenten zoals het WTCB dit aanbeveelt.

BRANDVEILIGHEID VOLDOENDE RESISTENTIE

Naast de hierboven besproken aandachtspunten, speelt brandveiligheid ook een grote rol in het project. Zo zorgen we ervoor dat brandoverslag tussen twee aangrenzende appartementen niet kan plaatsvinden door steeds een ontwikkelingslengte van minstens 1m te hanteren en dit zowel horizontaal als verticaal. Zoals reeds vermeld kiezen we voor open trappenkokers met als één van de hoofdredenen brandveiligheid. Deze zijn volgens de regels op gepaste tussenafstand voorzien om meerdere vluchtwegen te garanderen. Ook een makkelijke doorgang voor de brandweer is voorzien via de doorsteken en onderdoorgangen om zo vlot tot in het centrum van het bouwblok te kunnen doordringen.


DIMENSIONERING APPARTEMENTEN ROPSY-CHAUDRONSTRAAT ONTWERP

De woonblokken aan de Ropsy-Chaudronstraat variĂŤren steeds in hoogte, tussen 15 en 22 meter. Deze vallen dus onder de categorie middelhoogbouw, wat extra eisen met zich meebrengt naar brandveiligheid toe. De blokken hebben individueel ongeveer een grondoppervlak van 165m2, maar omwille van het opheffen van het achterste deel, waaronder een fietsenstalling wordt voorzien, bedraagt de footprint van het gebouw 105m2.

OPBOUW

In de appartementen gelegen aan de Ropsy-Chaudronstraat maken we gebruik van een combinatie tussen massiefen skeletbouw in het materiaal beton. Deze schijfstructuur bestaat uit dwarse structurele woningscheidende wanden, gecombineerd met een grid van kolommen om zo de vloer- en balkhoogtes economisch te houden. Naast de verticale krachten treedt er ook een relatief grote windbelasting op, om het gebouw hier resistent tegen te maken worden op bepaalde plaatsen ook de achterwanden massief uitgevoerd.

Appartementen Ropsy-Chaudronstraat

DIMENSIONERING KOLOM

Dwarse wand

Bij het dimensioneren van de betonnen kolom vertrekken we van de kolom die het zwaarst belast is, met andere woorden degene die het grootste vloeroppervlak moet dragen. Hierbij gebruiken we volgende vuistregels: Gewicht vloer 10.000 N/m2 Draagkracht beton 10 N/mm2 Het te dragen oppervlak van de zwaarst belaste kolom bedraagt 17,75 m2. Vermits het hoogste gebouw 6 bouwlagen beslaat, moet de kolom op het gelijkvloers 5 vloeren en een dak dragen. Bij deze berekening beschouwen we het dak even zwaar als de vloer.

Gewicht van 1 vloer op kolom Gewicht van 6 vloeren op kolom

Extra balk

Grid van kolommen

177.500 N 1.065.000 N

Bij het inrekenen van het eigengewicht, wordt verondersteld dat de kolommen een afmeting van 40x40cm hebben, en een hoogte van 280cm. Het soortelijk gewicht van het gewapend beton wordt gelijk genomen aan 2400 kg/m3.

Gewicht van 1 kolom Gewicht van 5 kolommen

10.752 N 53.670 N

Voorgesteld grid

De volledige last, uitgeoefend op de onderste kolom (ondergronds parkeerniveau buiten beschouwing), wordt dan gelijk aan de som van de vloeren en kolommen. Totaal gewicht op kolom +0 1.118.670 N Benodigde kolom oppervlakte 111.867 mm2 Zijde van kolom 334,47 mm De zijde van de kolom moet minimaal 335 mm bedragen, wat afgerond wordt naar 400mm zodat ook op het parkeerniveau dezelfde maat aangehouden kan worden. De afmeting op -1, +0 en +1 bedraagt dus 40x40 cm. Vanaf de 2e verdieping, het niveau waar de onderste appartemten gelegen zijn, kunnen de kolommen gereduceerd worden tot 30x30 cm, geverifieerd door een analoge berekening.

DIMENSIONERING VLOER

Voor het dimensioneren van de vloer gebruiken we eenvoudige vuistregels. We maken gebruik van breedplaatvloeren. De grootste overspanning in het gebruikte grid bedraagt 5,2m. Deze wordt soms overschreden omwille van het wegvallen van een kolom. Wanneer dit voorkomt voorzien we een betonnen balk die de vloer extra ondersteunt. Grootste overspanning 5,2 m Vuistregel voor breedplaatvloeren d = L/25 tot L/30 Benodigde vloerdikte 0,21m

Te dragen oppervlak voor 1 kolom


DIMENSIONERING APPARTEMENTEN COHOUSING ONTWERP

Appartementen in cohousing

Het kleinste van de 4 gebouwen bestaat uit een langwerpig volume, niet hoger dan 11 meter. Het hoogste woonniveau bevindt zich op 7,80 meter, wat duidt op laagbouw. Het gebouw wordt gedragen door een grote, open ruimte op het gelijkvloers die dienst doet als polyvalente zaal. De 2 niveaus erboven worden opnieuw geschrankt om zo meer zoninval en een ingewerkte circulatie te creëren.

OPBOUW

In de polyvalente zaal gebruiken we een schijfstructuur. Alle krachten worden opgevangen door kolommen, met aan het einde 2 dwarse muren. In de appartementen op niveau +1 en +2 wordt er gebruik gemaakt van massiefbouw door het gebruik van dwarse en langse dragende wanden. De dwarse wanden bestaan zowel uit een opgekeerde wandligger als in situ gegoten betonnen wanden.

DIMENSIONERING KOLOM

Bij het dimensioneren van de betonnen kolom vertrekken we van de kolom die het zwaarst belast is, met andere woorden degene die het grootste vloeroppervlak moet dragen. Hierbij gebruiken we volgende vuistregels: Gewicht vloer 10.000 N/m2 Draagkracht beton 10 N/mm2 Het te dragen oppervlak van de zwaarst belaste kolom bedraagt 40,80 m2. Vermits de woonblok uit 3 bouwlagen bestaat, worden er 2 bovenliggende vloeren en 1 dak geteld. Bij deze berekening beschouwen we het dak even zwaar als de vloer.

Vloer studio draagt op woningscheidende wanden

Vloer draagt op dwarse wanden

Gewicht van 1 vloer op kolom 408.000 N Gewicht van 3 vloeren op kolom 1.224.000 N Totaal gewicht op kolom +0 1.224.000 N Benodigde kolom oppervlakte 122.400 mm2 Zijde van kolom 349,86 mm De zijde van de kolom moet minimaal 350 mm bedragen, wat afgerond wordt naar 400mm zodat ook op het parkeerniveau dezelfde maat aangehouden kan worden. De afmeting op -1 en +0 bedraagt dus 40x40 cm. Daarboven wordt de overspanning gemaakt met behulp van breedplaatvloeren.

DIMENSIONERING VLOER

Voor het dimensioneren van de vloer gebruiken we eenvoudige vuistregels. We maken gebruik van breedplaatvloeren. De grootste overspanning in de appartementen (van muur tot muur) bedraagt 7,2m, en in de studio’s 4,65m. Omwille van bouwtechnische redenen lijkt het ons voordeliger om voor de gehele woonblok een uniforme vloerdikte aan te houden. Grootste overspanning 7,2 m Vuistregel voor breedplaatvloeren d = L/25 tot L/30 Benodigde vloerdikte 0,29m

DIMENSIONERING APPARTEMENTEN VIERDE GEVEL ONTWERP

Het tweede woonblok, genoemd ‘de vierde gevel’ heeft een hoogte van 14,20 m. Het hoogst gelegen niveau bevindt zich op 11 meter en valt dus nog net onder de categorie middelhoogbouw. Ieder niveau wordt horizontaal verschoven tegenover het andere zodat er zowel terrassen, overkragingen en passerellen gecreëerd worden. Appartementen vierde gevel

OPBOUW

De vierde gevel is de enige gevel waarbij er zich ook appartementen op het gelijkvloers bevinden. Dit betekent dat de wanden van het grondniveau zullen werken als opgekeerde wandliggers op de kolommen van de parking. Zoals aangegeven in het deel over akoestiek, werken we met een ontdubbeld systeem. Concreet betekent dit een betonnen wand (18 cm) - isolatie - betonnen wand(18 cm). Door hier voldoende massa te voorzien, zijn we zeker van voldoende geluidsdemping en dat de bovenliggende verdiepen gedragen kunnen worden.

DIMENSIONERING VLOER

Voor het dimensioneren van de vloer gebruiken we eenvoudige vuistregels. We maken gebruik van breedplaatvloeren. De grootste overspanning in het gebruikte grid bedraagt 5,2m. Grootste overspanning 5,2 m Vuistregel voor breedplaatvloeren d = L/25 tot L/30 Benodigde vloerdikte 0,21m


DIMENSIONERING APPARTEMENTEN ATELIER Appartementen in atelier

ONTWERP

Boven de ateliers, die de plint van het bouwblok vormen, bevinden zich nog 3 bouwlagen. Het bouwblok is 14,20m hoog en het hoogste niveau bevindt zich opnieuw op 11 meter, dit duidt opnieuw op middelhoogbouw. Zowel de 2e als de 3e bouwlaag springen deels terug om zo meer buitenruimte te voorzien. De ateliers zijn een open ruimte, waarbij er tussen de kolommen gebruik gemaakt wordt van flexibele wanden zodat ruimtes naar eigen belang kunnen worden ingedeeld.

OPBOUW

In tegenstelling tot de rest van het project kiezen we voor kolommen van de ateliers stalen profielen. Zo krijgen de ateliers een industriĂŤler karakter. Deze ondersteunen zowel de langse muren als de dwarse muren. De profielen worden voorzien van een brandwerende coating om zo voldoende tijd te voorzien voor evacuatie bij een brand. Hierop liggen opnieuw opgekeerde wandliggers in beton, die tegelijk fungeren als woningscheidende wand.

DIMENSIONERING KOLOM

Bij het dimensioneren van de stalen kolom vertrekken we van de kolom die het zwaarst belast is, met andere woorden degene die het grootste vloeroppervlak moet dragen. Hierbij gebruiken we volgende vuistregels: Gewicht vloer 10.000 N/m2 Draagkracht staal 200 N/mm2 Het te dragen oppervlak van de zwaarst belaste kolom bedraagt 24,18 m2. Vermits het gebouw 4 bouwlagen beslaat, moet de kolom op het gelijkvloers 3 vloeren en een dak dragen. Bij deze berekening beschouwen we het dak even zwaar als de vloer.

Gewicht van 1 vloer op kolom Gewicht van 4 vloeren op kolom Totaal gewicht op kolom +0 Benodigde kolom oppervlakte Profielgrootte (H-profiel)

241.800 N 967.200 N 967.200 N 4836 mm2 HE 220 A

Door het gebruik van een H-profiel vermijden we een extreem buigzwakke as, zoals dit bij een I-profiel het geval is. Omwille van knikgevaar kan het H-profiel nog altijd groter gedimensioneerd worden, bijvoorbeeld een HE300 A, (gebaseerd op staalcatalogus Arcelor Mittal).

DIMENSIONERING VLOER

Voor het dimensioneren van de vloer gebruiken we eenvoudige vuistregels. We maken gebruik van breedplaatvloeren. De overspanning tussen de woningscheidende wanden bedraagt 6,5m. Grootste overspanning 6,5 m Vuistregel voor breedplaatvloeren d = L/25 tot L/30 Benodigde vloerdikte 0,26m

Verschuiven van niveau

Opgekeerde wandligger



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.