2 minute read
Column | Datacenter & Cloud | Stijn Grove
by iMediate
Stijn Grove
Het licht aan voor het Internet of Things
Met de opkomst van het Internet of Things ontstaan datastromen die tot voor kort ongekend waren. Die data komt van over de hele wereld samen in het datacenter. Het volume van de datastromen dat het IoT zal opleveren zorgt echter voor nieuwe uitdagingen: hoe maken we netwerkapparatuur die dit volume aankan en hoe verwerken we al die data met de benodigde computing power per server?
Gelukkig wordt hier al veel langer over nagedacht, niet in de laatste plaats bij onze eigen Brainport Eindhoven, het cluster van high tech onderzoeksinstituten in Nederland. De oplossing? Fotonica, een wisselwerking tussen licht en elektronica.
Licht is de snelste gegevensdrager die we kennen en wordt ook gebruikt als energiedrager. Een bekend voorbeeld daarvan betreft zonnepanelen, maar ook de glasvezelnetwerken waarmee al honderdduizenden Nederlandse huishoudens en bedrijven aangesloten zijn op de snelste internetverbindingen die voorhanden zijn. Door data met licht te verzenden of door middel van licht te verwerken, kunnen aanzienlijke snelheidswinsten gerealiseerd worden. En dat is nodig, want de huidige technologie, die gebaseerd is op elektronica, loopt tegen haar grenzen aan.
Grenzen van digitale groei?
Moore’s Law, de tweejaarlijkse verdubbeling van de computing power die de afgelopen vijftig jaar gemeengoed was, gaat in de nabije toekomst niet meer op. De grenzen van elektronische microchips, de technologie waarop nu alle computers, smartphones en tablets gebaseerd zijn, zijn in zicht.
De verwerking van data moet sneller worden om de groei van datastromen te kunnen bijbenen. Vergelijk het met het verschil tussen een trein en een vliegtuig: met beide kun je vanuit Amsterdam naar Parijs reizen, maar met het vliegtuig ben je er een stuk sneller als we uitgaan van de afstand in relatie tot de tijd die het kost om de afstand te overbruggen.
De toekomst lonkt
Met het IoT zullen miljarden apparaten met het internet worden verbonden. Van een simpele LED-lamp, sensoren in bijvoorbeeld de riolering tot autonoom rijdende auto’s: het IoT gaat heel groot worden en de onderliggende infrastructuur moet daarop ingericht zijn. Om terug te komen op de metafoor over reizen tussen Amsterdam en Parijs: er zullen miljoenen nieuwe passagiers komen die allemaal op efficiënte wijze moeten kunnen reizen. En dat betekent voor datacenters en het IoT dat ook in de transportlaag en in ontvangstapparatuur nieuwe technologieën zoals fotonica steeds meer toegepast moeten worden om de potentie van IoT te kunnen realiseren. Onderzoek op het gebied van glasvezeltechnologie en netwerkapparatuur richt zich sterk op mogelijkheden om meer bandbreedte te verkrijgen en de koppelingen en lichtsensoren voor betere data-overdracht groter en efficiënter te maken. Qua chiparchitectuur zijn onderzoekers nu druk bezig steeds meer verbindingen op de chip te vervangen door lichtverbindingen zodat dataprocessing in een chip nog sneller gaat. Men noemt dit een hybride architectuur.
Aan ambitie geen gebrek
Aan ambitie is binnen onze universiteiten en onderzoekscentra in ieder geval geen gebrek. Binnen de Brainport Eindhoven, meer specifiek de Photon Delta die daarvan onderdeel uitmaakt, wordt hard gewerkt aan het versneld toepasbaar maken van de principes van fotonica voor IT-doeleinden. De Photon Delta is daarom een belangrijke partner voor Nederlandse datacenters. Want het is klip en klaar dat technologische innovatie economische groei voedt. Dat is al vele eeuwen een constante, één die bestendiger is dan Moore’s Law. Het IoT is daarvan een van de jongste voorbeelden. En dat hebben zowel de datacentersector als de Photon Delta goed in het vizier.
Stijn Grove is directeur van de Dutch Data Association (DDA). Reageren? @stijngrove