4 minute read
DUURZAAM BOUWEN
WAT ZIJN DE MOGELIJKHEDEN?
Vanaf 2021 moet elke nieuwbouwwoning in Vlaanderen bijna-energieneutraal zijn. Dat is vandaag de nieuwe, betaalbare standaard. Maar kan je nog een stapje verder gaan voor het milieu? En is het interessant om die investeringen nu al te doen? We zetten alle mogelijkheden even op een rijtje.
De groene toekomst start vandaag. Een nieuwbouwwoning of -appartement staat vanaf dit jaar gelijk aan energiezuinig en duurzaam. Met de huidige EPB-regelgeving (EnergiePrestatie en Binnenklimaat) wil de overheid in Vlaanderen aanzienlijk besparen op energie en dat heeft zowel voor het milieu als de bewoners verschillende voordelen.
Bij het bouwen van nieuwbouwprojecten worden twee belangrijke maatstaven gehanteerd, namelijk het E-peil en het S-peil. Het E-peil meet de energieprestatie van de woning. Dit getal geeft een inzicht in het energieverbruik en hangt af van vele factoren, zoals de thermische isolatie, compactheid, luchtdichtheid en oriëntatie van het gebouw. Hoe lager het E-peil, hoe minder een woning nodig heeft om te verwarmen en om warm water en elektriciteit te produceren. Daarnaast geeft het
S-peil of de schilpeil aan hoeveel energie nodig is om de temperatuur van een woning op hetzelfde niveau te houden. Is je woonst bestand tegen koude tijdens de winter en is er wel genoeg zonwering in de zomer? Ook hier geldt het principe: hoe lager het S-peil, hoe beter het gesteld is met de schil van de woning, energetisch gezien.
1. De nieuwe standaard: BEN-bouwen
In de rangorde verbruikt een BEN-woning een pak minder energie dan een traditioneel huis, maar nog iets meer dan een volledig energieneutrale woning uiteraard. Wie kiest voor deze duurzame vorm van wonen, moet rekening houden met groene energie. Zo moet een BEN-woning voor minstens
15 kWh per vierkante meter aan hernieuwbare
energie produceren. Hiervoor kan je kiezen uit een zonneboiler, biomassaketel, warmtepomp, zonnepanelen of een combinatie. Met een BENwoning kies je voor een hoger wooncomfort, een lage energiefactuur en een minimale afhankelijkheid van fossiele brandstoff en. Geen slechte start.
E-peil: kleiner of gelijk aan E30 S-peil: S28
2. De energieneutrale woning: the next step
Bij een volledig energieneutraal huis ligt de lat nog hoger. Bewoners van deze duurzame woning
verbruiken op jaarbasis evenveel energie als ze
opwekken. Daarom noemen we deze woningen ook nul-op-de-meter. Toch is er één groot verschil tussen een energieneutrale woning en een passiefhuis. De
nodige energie voor de verwarming, het water en de elektriciteit is hier afkomstig uit hernieuwbare bronnen.
Het passiefhuis in detail
Een passiefhuis heeft een aangenaam binnenklimaat, zonder traditioneel verwarmings- of koelsysteem. Daarom ligt de focus vooral op uitzonderlijke goede isolatie, optimale oriëntatie, driedubbele beglazing en goede ventilatie. Het wordt daardoor bijna onmogelijk om warmte te verliezen. Een passiefhuis dankt haar naam aan het gebruik van ‘passieve warmte’, zoals de ideale lichtinval van de zon tijdens de winter. Zoals eerder gezegd, zijn de eisen voor deze vorm van duurzaam wonen iets minder streng dan voor een energieneutrale woning. Hier moet de energie
niet noodzakelijk uit hernieuwbare bronnen
komen. Toch is er in de praktijk amper een verschil. De meeste mensen die een passiefhuis bouwen, dragen graag hun steentje bij aan een beter milieu en kiezen wel voor hernieuwbare, groene energie.
Zowel energieneutrale als passieve woningen verbruiken jaarlijks minder dan 15 kWh per vierkante meter om te verwarmen tot 20°C.
Vermogen op overschot: de energiepluswoning
Een energiepluswoning is de volgende stap in de evolutie van energiezuinig bouwen. Zo’n
energiepositief huis wekt meer vermogen op dan ze zelf nodig heeft voor de verwarming van het
huis, het water en het gebruik van apparaten. Net als een passiefhuis is de isolatie en oriëntatie
geoptimaliseerd voor een aangename binnentemperatuur en zijn alle kieren luchtdicht. Net als bij een energieneutrale woning wekt een energieplushuis zelf energie op zonder gebruik te maken van aardgas of andere fossiele brandstoffen. Verwarmen gebeurt bijvoorbeeld met een warmtepomp. Het overschot aan vermogen? Dat kan je doorverkopen of gebruiken om je elektrische fiets of wagen mee op te laden. Wat kies je nu best?
Heb je bouwplannen of wil je investeren in een nieuwbouwproject? Dan ben je veplicht om minstens voor een bijna-energieneutrale woning te gaan. Wil je toch graag een stap verder gaan? Dan is het goed om te weten dat er ook een prijskaartje vasthangt aan deze duurzame concepten. Hoe lager het E-peil van je nieuwbouwwoning, hoe duurder de investering. Zo kan een passiefhuis 10 tot 20% meer kosten dan een traditionele woning. Dit komt door de strenge energie-eisen.
Maar laat je niet afschrikken. Dankzij eventuele kortingen op de onroerende voorheffing en je verminderde energiekosten, verdient die meerkost zich op termijn terug. De doorverkoopprijs van je woning ligt bovendien een pak hoger. Heb je dus de middelen om een volledige energieneutrale of zelfs energiepluswoning aan te kopen of te bouwen? Dan loont het absoluut de moeite. Je anticipeert op de energienormen die in de toekomst alleen maar strenger zullen worden en verdient het geïnvesteerde geld door de jaren heen terug. De energiebesparing die je eruit haalt, is enorm. Zo investeren we samen in een groene toekomst.