PEROR TN 12009_proef1.fm Page 11 Monday, October 15, 2012 12:48 PM
Coworking
Ñ
11
Het nieuwe werken/coworking: van derde werkplek naar anders werken Erika Claessens Schrijfster, project manager coworken
I
In België is het (nog) niet ‘hot’, in Nederland en Wallonië al een gewoonte: HNW of ‘Het Nieuwe Werken’. Toch is het de toekomst, naar het schijnt. Naast werken op kantoor of thuis, spant nu de ‘derde werkplek’ de kroon. “Work is where my wifi is”, is het adagio van de early birds. Wat is zo’n derde plek nu eigenlijk en wat gebeurt er precies? Wat voegt het nu eigenlijk toe aan werken? En waarom horen we er zo weinig over?
hij als ‘de manier van werken waarmee de early adopters van de nieuwste (mobiele) communicatie- en informatietechnologie, reageren op de mogelijkheid om tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen werken en de gevolgen, om deze manier van werken in organisaties en hun omgeving te integreren’. Nederland was anderzijds misschien ook wel een baanbreker uit noodzaak, wat het faciliteren van flexibel werken betrof. In het landje was er al jaren gebrek aan plek, waardoor de mental shift misschien sneller gemaakt werd. Eén ding staat vast: de digitale push heeft er altijd sterk geleefd. Zo staan de Nederlanders ook met stip op 1 wat twitteren betreft. Zo’n vaart zal het in Vlaanderen niet lopen, alle inspanningen van Van Quickenborne ten spijt.
Toen de dieren nog spraken Setting: begin van de digitale eeuw. Ik werkte als webredacteur voor een van de eerste dotcombedrijven in België. “Schrijf eens iets over telewerken”, zei de baas. Dat viel me zwaar. Er ging namelijk enige contradictie mee gepaard: een dossier over telewerken bijeenharken, terwijl telewerken, binnen de dotcom zelf, out of the question was. “Een kwestie van vertrouwen”, heette het toen. Meer dan tien jaar later doet het begrip ‘telewerken’ of ‘thuiswerken’ in onze contreien geen wenkbrauwen meer fronsen. Echter wat ‘vertrouwen’ betreft, zo leert ons toch een aantal studies, staat de baas nog steeds wantrouwig tegenover zijn medewerker. Zelf werkt hij uiteraard regelmatig thuis, in pyjama, aan de keukentafel. Daarvoor is hij dan ook de baas.
Resultaat telt
Baanbreker Nederland
Wat Mooij toen al zag aankomen, bood stilaan ook aan HRM stof tot nadenken. Het was geen schande meer om even stil te staan bij de manier waarop werknemers in de toekomst hun taken zouden opnemen. Het blikveld verruimde zich meer en meer richting ‘prestatie’ Hoe en waar je werkte, en ‘resultaten’. Hoe deed er dan plots niet en waar je werkte, deed er dan plots zoveel meer toe. niet zoveel meer toe. Wel wat het resultaat ervan was. De digitale revolutie bood bovendien heel wat mogelijkheden om daaraan tegemoet te komen. En vanuit de mobiliteitshoek gezien, zat er ook wat in. Twee vliegen in één klap. Scheelt een slok op de borrel.
In Nederland publiceerde ene Michel Mooij in 1995 (jahaa!) al een artikel over het nieuwe tijdperk met ‘Plekzoekende Werkers’ dat was aangebroken. Als Facility Manager adviseerde hij organisaties over kantoorconcepten en nieuwe manieren van werken. Mooij gaf toen al aan dat het nodig was om een overkoepelende aanpak voor FM, ICT en HRM te ontwikkelen, als antwoord op de digitale push die uit de ICT-sector kwam. Het Nieuwe Werken definieerde
Het Nieuwe Werken was van de weeromstuit geen doel op zich meer, maar een middel om organisaties en mensen beter te doen functioneren en presteren. Dat zag er in ieder geval veelbelovend uit. En als het in Nederland stortregent, druppelt het in België. Hier en daar ging er bij ons ook een stem op om de focus te verleggen, en ziedaar: soms ging er al eens een groot bedrijf helemaal mee in het verhaal. Ik denk dan aan Alcatel-Lucent Antwerpen, waar de werkne-
P&O praktijkblad
oktober 2012 | nummer 9
PEROR TN 12009_proef1.fm Page 12 Monday, October 15, 2012 12:48 PM
Coworking
Ó
12
mers eerst door het Change-bad gingen, om vervolgens naar een nieuw gebouw met ‘paperless’ én ‘shared’ desks te verhuizen. Al kreeg je na een tijdje toch meer de indruk dat het een camouflagetechniek betrof om een veelvoud aan ontslagen te verdoezelen. “Er zit nog amper volk bij dat bedrijf”, klonk het wel eens. “Nee hoor, we doen aan shared desk”, antwoordde een gewiekste HR-manager dan.
Derde plek Waar kan je werken? Op kantoor of bij de klant, maar ook thuis of in een kantoorhub halverwege je pendeltraject. Of in een coworking space. “Euh, waar?” Wanneer ik uitleg dat ik een coworking space beheer, kijkt het merendeel van mijn gesprekspartners me aan alsof ik Esperanto spreek. “Het is een plek waar er koffie en wifi is, gratis”, zeg ik dan. Dit laatste woordje opent deuren en harten, met een lichte voorsprong bij de mannelijke kandidaten. “Je komt aan, zoekt een plek die bij je humeur of je werkspirit pas, plugt je laptop of iPad in, en gaat van start. Je betaalt maandelijks lidgeld. Hoeveel hangt af van hoeveel je ervoor veil hebt en hoeveel uren je op de werkplek zit. Er is ook vergaderruimte, zodat je met klanten of collega’s kan afspreken en er worden activiteiten georganiseerd. Je kookt misschien ook samen een lunch of je organiseert een leEen coworking plek zing over een onderwerp dat iedereen staat of valt met haar bezighoudt…” community. Monden vallen open. “Wow! Dat is het!”, hoor ik vaak. “Ho, wacht! Je leert er ook nieuwe mensen kennen. Freelancers, entrepreneurs of werknemers in vaste dienst. Studenten, sales men, stagiaires of consultants. Ze hebben andere, of dezelfde, expertises als jij, je steekt er zeker iets van op en je netwerkt een eind weg. Misschien begin je enthousiast samen aan een nieuw project? Netwerken is er de kracht die alles bindt.” “Da’s iets voor mij”, hoor ik dan. “Luister, je hebt al behoorlijk wat cowo’s over heel de wereld, dus als je wil, kan je met een coworking visa over heel de wereld in bijna elke stad terecht. Je werkt dus waar het je het beste uitkomt, met wie je wil en op dat specifieke moment dat jij kiest. Flexibel werken dus, wat denk je daarvan?” Windstilte.
It’s all about the people Het is zover. Als werknemer heb je de baas eindelijk zover gekregen. Hij vertrouwt je voor honderd procent, toch minstens twee à drie dagen per week. Als freelancer kick je einnummer 9 | oktober 2012
P&O praktijkblad
delijk af van de koffiebar, de Mc Do’s of de Quick, de hotellounges en de baancafés. Als telewerker hak je eindelijk de knoop door. Je breekt uit jezelf en laat met een gerust hart de vuile afwas en de slingerende sokken achter je. Gedaan met heimelijk zappen en surfen tijdens de werkuren. Je kiest resoluut voor minder isolement en meer productiviteit, voor minder kindergebleir en meer creativiteit. Voor nieuwe collega’s met expertises in uiteenlopende sectoren. Voor koffie en wifi à volonté. Je gaat flexwerken in een coworking space. De kogel is door de kerk. Maar een coworking plek staat of valt met haar community. En net zoals Rome, is die niet in één dag gebouwd. Niet elk type werknemer of freelancer draagt bovendien coworking genen. Hij (of zij) die zijn flexibele werkplek als een traditioneel kantoor opvat, komt van een kale reis thuis. In een coworking space heerst de dynamiek van een bijenkorf. Je bepaalt zelf wanneer je start en wanneer je stopt. Er wordt gewerkt, gebeld, gevloekt en gelachen. Er wordt gepingpongd en geluncht. De koffie is er heet en het kopje vaak erg klein. Je netwerkt en je deelt. Je zweet en zwoegt tot je erbij neervalt. Soms in volmaakte stilte, soms in de koffiehoek. En het leuke is: iedereen doet het. Je neemt dus verantwoordelijkheid op, je kiest voor persoonlijk leiderschap. Als de coworking host meer kan dan koffiezetten, dan staan alle neuzen in dezelfde richting. De plek geeft je de ruimte om jouw ding te doen.
Hippe Kippen Het is de trieste waarheid. Over heel de wereld zie je minder vrouwen in cowo’s. Uiteraard is er onderzoek naar gedaan. Een vrouwonvriendelijk antwoord hierop zou dan misschien kunnen zijn, dat het industriële of digitaal gerichte interieur hen niet zo aantrekt. Want hippe kippen zijn nu eenmaal geen nerds. Maar zo hip ziet een doorsnee kantoor er toch ook niet uit? De ‘kippen’ dragen echter vaker dan mannen meerdere petjes, aka ‘rollen’. Naast hun werk, voelen ze zich ook nog moeder, huisvrouw, gezinscoach, paardenfluisteraar. Hoe meer rollen ze opnemen, en met hoe meer precisie ze dat trachten te doen, hoe minder ze zichzelf een plek in een coworking space gunnen. Het tijdelijk afschudden van hun verantwoordelijkheid maakt hen ongemakkelijk. Ze aarzelen om de scheiding werk/gezin door te trekken. Wanneer ze aangeven dat ze minder willen werken of thuis willen werken, is dat meestal omdat ze heimelijk hopen dat ze meer tijd in het huishouden en de kinderen kunnen steken. Waarmee ze niet gezegd hebben dat ze minder hard werken. Voelen ze zich dan schuldig als ze werken? Ja, vaak is dat zo. En ze willen op tijd op de kribbe zijn, thuis zijn als het kind ziek is en de meest spraakmakende dage-
PEROR TN 12009_proef1.fm Page 13 Monday, October 15, 2012 12:48 PM
Ñ
Coworking 13
lijkse kost op tafel zetten in een kraaknet kippenhok. Werk is niet waar hun wifi staat, maar work has to be done. That’s it. Blijkt ook dat vrouwen niet alleen minder verdienen dan mannen, maar door de bank genomen ook minder lange projecten toegewezen krijgen. Ook werkt maar één op de tien vrouwen als programmeur of ICT-er, en laat dat nu de groep zijn die wereldwijd het meest de coworking spaces bevolken. Het is ook zo dat vrouwen meer in teams werken dan mannen, waardoor een coworking Over heel de wereld zie plek enkel een uitje minder vrouwen in weg biedt als het hele team naar de cowo’s. cowo verkast. Nochtans bleek onlangs nog maar eens uit een studie dat zowel vrouwen, als mannen, die de weg naar de flexplek vonden, hun individuele werkomstandigheden verbeterd zagen. Hun leven ging er in het algemeen op vooruit. Ze kregen immers de vrijheid om hun tijd en energie rechtmatig te verdelen. Blijkbaar nemen mannen sneller de proef op de som dan vrouwen.
Achterop hinken Het gaat niet zo hard met de coworking spaces in Vlaanderen. Toch schieten ze als paddenstoelen uit de grond. Maar het loopt er niet storm. In Wallonië en Brussel anders wel. Hoe komt dat? Omdat het ginds beweegt, ondanks de file op de snelweg. En dat terwijl de Vlaamse overheid een tukje doet. Behalve dan Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit, die echter niet verder kwam dan een verbreding van de ring als oplossing voor het mobiliteitsprobleem. In Wallonië en Brussel kan een verlichte geest evenwel subsidies ontvangen wanneer hij/zij een pilootproject ‘coworking’ indient. Het staat er zelfs symbool voor creativiteit en innovatie. Ho maar! Dus dat vinden ze daar de moeite om te
financieren. Val nu dood. In Vlaanderen wordt het merendeel van de coworking spaces opgericht door particulieren, met privékapitaal. Naast het feit dat het rendabel krijgen van een coworking space op zich een huzarenstukje mag genoemd worden, is ook de workload die het managen van de plek en het uitbouwen van de coworking community met zich meebrengt, een reden om ermee te kappen of er alsnog niet aan te beginnen. Nu, in het beste geval mogen we toch aannemen dat er zich aan gene zijde van de taalgrens verlichte geesten bevinden. De vraag is: bevinden ze zich ook bij de Vlaamse overheid en de administratie?
Maakbaarheid Nochtans draagt een coworking hub al een duurzame oplossing voor het mobiliteitsprobleem in zich. In de stad verplaatst de coworker zich te voet, met de velo of het openbaar vervoer, buiten de stad rijdt of spoort hij naar de dichtstbijzijnde werkplek. Drop in, settle down, plug in. How cool is that! Moet het nog gezegd dat het proefondervindelijk bewezen is, dat coworkers langer werken en productiever zijn, vooral omdat ze niet meer kilometerslang met hun vingers in hun neus achter het stuur zitten? Zou het dan niet van een duizelingwekkende genialiteit getuigen als Vlaanderen in en buiten de stad derde werkplekken zou opzetten of subsidiëren, waar flexwerkers aan resultaatsverbonden projecten kunnen werken? Zelf vind ik dat coworking space managers gerust ook een financiële bijdrage zouden mogen ontvangen van de overheid. Ze nemen ongevraagd, en bovendien vaak de eerste jaren onbezoldigd, een stuk verantwoordelijkheid voor de samenleving op hun schouders. Ze voeden het sociale weefsel, ze stimuleren innovatie en creativiteit, ze reduceren het fileleed en bieden oplossingen op lange termijn. Er zijn er die in België voor minder tot baron werden uitgeroepen.
OVER DE AUTEUR
Erika Claessens Schrijfster, project manager coworken
P&O praktijkblad
oktober 2012 | nummer 9